Ver. Uitg. Marc Thoulen - N°7317
Nieuwsbrief Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad
Nr 2005/6 - 31 december 2005
Een Vereniging ten dienste van u allen De Raad van Bestuur van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft mij de verantwoordelijkheid opgedragen om het voorzitterschap over te nemen van de heer Eric ANDRE, die de voorbije zomer overleden is. De natuurlijke rol van onze Vereniging is de woordvoerder van de lokale besturen te zijn. Onze Vereniging is ook een dienst voor bijstand aan gemeenten en OCMW's. Er zijn bepaalde dossiers, zowel technische als politieke, waar de gemeentemandatarissen er - over de politieke meningsverschillen heen belang bij hebben eenstemmig naar buiten te komen om de belangen van de gemeenten te behartigen. Het bekwame team van de Vereniging vormt als het ware een studiebureau van de lokale besturen dat volledig te uwer beschikking staat. Aarzel niet om contact met hen op te nemen. Een aspect dat ik versterkt zou willen zien, is de vorming van de gemeentemandatarissen, in het bijzonder de nieuwe mandatarissen die de komende gemeenteraadsverkiezingen verkozen zullen worden. Ik ben ervan overtuigd dat de nabije overheid die de gemeente is, een essentiële schakel van onze democratie is. De lokale mandatarissen hebben belangrijke verantwoordelijkheden. Zij moeten opgeleid worden om die uit te oefenen. Opdat de Vereniging haar dienstverlening aan de lokale besturen ten volle zou kunnen uitbouwen, vind ik het belangrijk dat de rechtstreekse contacten tussen de Vereniging en de lokale beleidsvoerders en mandatarissen behouden en uitgediept zouden worden. De Nieuwsbrief, de website van de Vereniging, de Newsletter (waarop inmiddels 1.700 mensen geabonneerd zijn) zijn in dat opzicht drie nuttige instrumenten voor communicatie en uitwisseling.
EDITO
Een Vereniging als de onze moet in consensus geleid worden. Alle gevoeligheden en goede wil moeten opgenomen worden in de definitie en de follow-up van de acties die de Vereniging op het getouw zet. Daarom ben ik van plan heel regelmatig te vergaderen met het Bureau en de Raad van Bestuur van de Vereniging. Ik sta open voor al uw suggesties.
Marc Cools, Schepen van Ukkel, Voorzitter van de VSGB
DE VERENIGING IN ACTIE Het eerste markante feit van deze rubriek is uiteraard de verkiezing van de heer Marc Cools op 16 november jl. door de Raad van Bestuur als voorzitter van de Vereniging, tot het einde van het mandaat dat toevertrouwd was aan wijlen Eric André. Zo wordt de heer Marc Cools ook automatisch federaal voorzitter van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, aangezien dat een beurtrol is van de ene vereniging naar de andere en de Brusselse Vereniging net aan de beurt was; uw dienaar staat terwijl in voor het federaal secretariaat. De heer Marc Cools maakt dus voortaan deel uit van de Belgische delegatie in het Congres van Lokale en Regionale Besturen van de Raad van Europa, in Straatsburg, waar uw dienaar ook voor het secretariaat van de Belgische delegatie instaat. Wij zullen uiteraard terugkomen op de gevolgen van die onrechtstreekse aanstellingen. Ondanks de moeilijkheden bij de uitvoering van het programma 2005 zet de Vereniging haar werkzaamheden inzake gemeentelijke internationale samenwerking voort. In het kader van de voorbereiding van het meerjarenprogramma heeft zij in samenwerking met haar zusterverenigingen verschillende werkgroepen georganiseerd voor de vier prioritaire landen: Marokko, Congo, Rwanda en Benin. In die werkgroepen waren in totaal een twaalftal Brusselse gemeenten vertegenwoordigd en werden informatie en goede praktijkvoorbeelden uitgewisseld. Zo kreeg de Vereniging ook steun bij de uitstippeling van het programma 2007-2009, in het bijzonder voor de prioritaire specifieke doelstellingen in die landen. Die eerste identificatie moet uiteraard voortgezet worden in het Zuiden, om ervoor te zorgen dat de voorgestelde doelstellingen voor ieder partnerland beantwoorden aan de behoeften op het vlak van institutionele versterking. Vervolg pagina 2
INHOUDSTAFEL pagina Op de agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Gelijke kansen voor de gemeenteraadsverkiezingen . . . . . . . . . . . . 4 Morgen ook "zonder auto mobiel" in de stad? . . . . . . . . . . . . . . . 8 Overheidsopdrachten: rechtspraak verfijnd, keurslijf aangespannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Inforum: de gegevensbank voor de meerwaardezoeker . . . . . . . . 16 Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
DE VERENIGING IN ACTIE
De Vereniging heeft deelgenomen aan de rondetafel ter afsluiting van het seminarie dat georganiseerd werd door "Frères des Hommes" op 8 november jl. Als deskundige op het vlak van gedecentraliseerde samenwerking heeft de Vereniging gereageerd op de besluiten van de verschillende workshops. Naast de DG Ontwikkelingssamenwerking en het Commissariaat-Generaal voor de Internationale Betrekkingen heeft de Vereniging in haar interventie de spots gericht op de begrippen complementariteit en synergie, de contractualisering van de relaties, de creatie van netwerken. Daarnaast vestigde zij de aandacht op de rol van vorming en informatieverspreiding, en heeft zij gewezen op de essentiële rol die de gemeenten spelen op het vlak van samenwerking, waar zij vorm geven aan de beginselen van goed bestuur (politieke dimensie), institutionele versterking (administratieve dimensie) en participatie (burgerdimensie). Op 11 oktober vond de eerste bijeenkomst plaats van een workshop die georganiseerd werd in samenwerking tussen de Vereniging en het Brussels Instituut voor het Milieubeheer, in verband met duurzame aankopen in het kader van overheidsopdrachten: de eerste workshop was gericht op de milieuclausules. De tweede workshop vond plaats op 8 november en daar werd ingegaan op de sociale en ethische clausules. Deze meeting was gericht tot gemeenteambtenaren uit de diensten leefmilieu, duurzame ontwikkeling en aankoop, maar ook OCMW, BIM en MIVB, … Na een theoretische schets van de juridische concepten van het thema en de praktijkvoorbeelden van clausules in lastenboeken, gingen de uiteenzettingen in op de mogelijke steun voor de sociale economie en de aanwerving van werkzoekenden. Op donderdag 17 november vond een nieuwe editie van het Forum van de Gemeentelijke Beleidsvoerders plaats. De VSGB organiseerde namelijk een infosessie gewijd aan de integratie van de telecommunicatie in de stad. Die titel duidt op de problemen inzake infrastructuur voor mobilofonie en de ontwikkeling van phoneshops, en wist meer dan 120 ingeschreven te motiveren. Eerst werd de aandacht gevestigd op de krachtlijnen van de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, met hun mogelijkheden om belastingen te heffen op de infrastructuren voor mobilofonie, in het licht van een recent arrest van het Europees Hof van Justitie. Vervolgens werd een stand van zaken opgemaakt van de verschillende stedenbouwkundige instrumenten waarover gemeenten beschikking om orde op zaken te stellen in de phoneshops: bijzondere bestemmingsplannen, gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, stedenbouwkundige vergunningen, repressie van stedenbouwkundige overtredingen, … Een lijst die echter niet mag doen denken dat die instrumenten volstaan. Tot slot werd er gewezen op het, soms relatieve, nut van de goedkeuring van een politieverordening terzake, en op het belang van de politiemaatregel enerzijds en de fiscale weg anderzijds. Daarna kwamen twee gemeentebeambten en een politieambtenaar hun praktische ervaring uit de doeken doen. In het kader van het Forum Mobiliteit-Verkeersveiligheid heeft de Mobiliteitscel op 18 oktober en 24 november een vergadering
2
Nieuwsbrief 2005/06
volg r e V
georganiseerd over het fietsbeleid. De eerste was gewijd aan de oprichting van fietsbrigades, de tweede aan de diefstal van fietsen en preventie. Op beide samenkomsten kwamen sprekers uit alle hoeken van het land hun ervaringen toelichten. De Mobiliteitscel heeft ook een colloquium georganiseerd, op 16 november, over het verband tussen de zonale veiligheidsplannen en de gemeentelijke mobiliteitsplannen. Deskundigen-technici en lokale mandatarissen uit het Brusselse en het Vlaamse Gewest kwamen er hun standpunt terzake uiteenzetten. Een vijftigtal personen uit de gemeentediensten, het Gewest en de politiezones hebben aan het colloquium deelgenomen. Op 18 november jl. heeft de Vereniging deelgenomen aan de evaluatie van "Zonder auto mobiel in de stad", in aanwezigheid van vertegenwoordigers van gemeenten, politiezones en diverse verenigingen. Net zoals vorig jaar had de Vereniging de coördinatie van de werkgroep Politie op zich genomen. Tijdens de evaluatie heeft de Vereniging de dossiers voorgesteld die zij behandeld heeft: principes voor de afgifte van doorgangsbewijzen, sluiting van de tunnels, bewegwijzering naar de parkings, opstelling van een modelordonnantie, nieuwe communicatiemiddelen voor de politiezones. Er werden ook cijfers voorgelegd over de politie die ingezet moest worden voor het goede verloop van het evenement, en tot slot werd ingegaan op de voornaamste problemen en werd een korte balans opgemaakt van de sancties die op 18 september uitgevaardigd werden. In het kader van de depenalisering van bepaalde parkeerovertredingen hebben verschillende Brusselse gemeenten een belastingsreglement goedgekeurd, op basis van een model van onze Vereniging. Hoewel de toezichthoudende overheid deze reglementen goedgekeurd heeft, was niet iedereen overtuigd van de wettelijkheid ervan. De wet van 20 juli 2005 (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2005) neemt nu elke twijfel weg: de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren, werd immers gewijzigd door deze wet en bepaalt nu dat de gemeenten parkeerretributies of parkeerbelastingen mogen invoeren. Zo zullen de gemeenten het parkeren doeltreffender kunnen beheren, ongeacht het stelsel waarvoor gekozen wordt. Ook op het vlak van de wetgeving is er een overlegvergadering geweest, op 1 december, op het kabinet van minister Landuyt: er werden verschillende thema's besproken, o.a. het feit dat de gemeenten binnenkort een belanghebbendenkaart kunnen invoeren: deze kaart werd reeds voorgesteld in een Katern van de Mobiliteitsgids en werd reeds lang in het programma Dialoog Parkeren gevraagd (al 10 jaar, zucht). De ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de subsidies blijft vragen oproepen aangaande de procedures en de toepassingsmodaliteiten: vanaf wanneer moet men een aanvraag indienen? tot wanneer en hoe mag men de voorziene werken uitvoeren? moeten ze afgerond zijn voor de afloop van de drie jaar? mag een project naar het volgende plan verschoven worden? is het geld waarover geen principeakkoord was in de loop van de drie jaar verloren? zijn studies subsidieerbaar? Al die vragen hebben ons ertoe
DE VERENIGING IN ACTIE
aangezet in samenwerking van het Bestuur Lokale Besturen van het Gewest een dubbele infosessie over de subsidies te organiseren. Deze resoluut praktische en concrete vergaderingen vonden plaats op 24 en 25 november en konden op een talrijk opgekomen publiek rekenen. Om de gezinnen te helpen het hoofd te bieden aan de enorme stijging van de energieprijzen heeft de federale overheid hun aankoop van stookolie BTW-vrij gemaakt. De Afdeling Maatschappelijk Welzijn heeft de aandacht gevestigd op het feit dat de rusthuizen onderdak verschaffen aan bejaarden die er meestal gedomicilieerd zijn. Als er voor deze sector geen maatregel genomen wordt op het vlak van energie, zullen de uitbaters van rusthuizen de prijsstijging aan de residenten moeten doorrekenen. Voor velen is de prijs van een rusthuis evenwel reeds een zeer hoge kost. In 2004 bedroeg de basisprijs 33,4 euro per dag, zijnde 12.191 euro per jaar. Om dus te voorkomen dat die prijs nog zou stijgen, heeft de Afdeling Maatschappelijk Welzijn gevraagd de BTW-vrijstelling ook aan de rusthuizen toe te kennen, wat neerkomt op een korting van 17,35 % zolang de stookolieprijs boven de 0,50 euro per liter ligt. Minister van Financiën Reynders heeft ons geantwoord dat het principe van de uitbreiding van de maatregel goedgekeurd was voor de collectieve structuren, op voorwaarde dat er overleg plaatsvindt met de Gemeenschappen, wat effectief aan de gang is. Volksgezondheid: de dreiging van de vogelgriep lijkt verminderd, maar we moeten ons voorbereiden op de terugkeer van de trekvogels het komende voorjaar. Die kunnen het virus opgedaan hebben door contact met zieke vogels op de plek waar ze overwinterd hebben. Om de informatie aan de lokale overheden, en in de eerste plaats aan de gemeenten, te verbeteren heeft het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) een ontmoeting gehad met de VSGB op 23 november jl.
volg r e V
wetgevende instrumenten voor te stellen waarover de gemeenten beschikken, in het kader van een informatievoormiddag i.v.m. de strijd tegen geluidshinder in het Brussels Gewest. Onze adviseurs Françoise Lambotte en Vincent Ramelot hebben erop gewezen dat de beschikkingen waarop de gemeenten zich kunnen baseren, voornamelijk komen uit de Nieuwe Gemeentewet, de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving en de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu. Het ontwerp van nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening werd voor openbaar onderzoek opengesteld van 8 september tot 7 oktober, terwijl de gemeenten hun opmerkingen eveneens tegen die datum konden indienen. Sommige zijn daar wonder bij wonder in geslaagd, maar de termijn was heel kort en een verduidelijking van de procedures en de termijnen (ondermeer wat de raadpleging van het volk en die van de gemeente betreft) is noodzakelijk. Wellicht heeft het probleem betrekking op de reikwijdte van de opmerkingen van de gemeenten, maar toch werd er een brief geschreven naar minister-voorzitter Charles Picqué met de vraag deze kwestie verder uit te diepen. Ook op het vlak van de stedenbouw heeft de Vereniging het initiatief genomen om een snellere behandeling te vragen van de vergunningen die door overheidsbesturen aangevraagd worden. Ook hier is de vraag niet simpel en beperkt ze zich niet tot de veralgemening van de strikte termijnen : bovenop de versterking van het personeelsbestand op het Gewest heeft de Vereniging een verlichting gevraagd van het werk van de bevoegde ambtenaar voor de kleine vergunningen en die waarvoor geen afwijking vereist is. Dat werd in een brief naar staatssecretaris Françoise Dupuis geschreven.
Op 6 december 2005 was de Vereniging uitgenodigd door het Brussels Agentschap voor de Onderneming (BAO) om de
Marc Thoulen
OP DE AGENDA
Datum/plaats ☞
Wat ?
17 en 24/1
De bijstandsrelatie en de persoon met een alcohol- of drugsprobleem, voor de maatschappelijk werkers van de Brusselse OCMW’s (enkel in het Frans)
☞
18/1
Ontmoeting tussen de Brusselse gemeenten en de verantwoordelijken van de nieuwe pijler "opmetingen en waarderingen" van de FOD Financiën (beheer van het kadaster - Project 220+) Doelgroep: de diensten Stedenbouw en Financiën
☞
9/2
Het beroepsgeheim - Algemene Vergadering van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn
Inlichtingen VSGB – Aarlenstraat 53 – bus 4 1040 Brussel Tel.: 02 238 51 40 Fax : 02 280 60 90
[email protected]
Nieuwsbrief 2005/06
3
NIEUWS VAN HET GEWEST
GELIJKE KANSEN ENKELE MAANDEN VOOR DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen heeft een rapport gevraagd over de vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat zich niet beperkt tot de analyse van de huidige toestand in een tiental thema's, maar ook een reeks aanbevelingen doet. Een deel ervan belangen ook de gemeentes aan. Is het toeval dat dit net nu gebeurt? Het kon in elk geval niet op een beter moment komen. Wij willen het hebben over het "Slotrapport over de vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest", dat opgesteld werd in opdracht van de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen en dat voorgesteld werd op 3 december. Enkele maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen, wanneer de partijen naar buiten komen en hun strategie uitstippelen, geeft dit verslag – zonder er als een memorandum te gaan uitzien – een reeks aanbevelingen, waarvan een deel gericht is tot de lokale besturen.
Een colloquium Het rapport over de vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd voorgesteld op het eerste Brussels vrouwenforum "Vrouwen bouwen aan Brussel" dat plaatsvond op 3 december. Een bondige voorstelling van de studie en de synthese van verschillende toespraken zijn beschikbaar op de website van de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen: www.brigittegrouwels.com > Nieuws > Grouwels tekent 'Charter voor de vrouwen in Brussel' De studie werd uitgevoerd door de vzw Amazone, na een reeks thematische rondetafelvergaderingen die het voorbije najaar plaatsgevonden hebben.
De internationale context De studie kadert ook in "Peking+10", zijnde de 49e sessie van de Commissie voor de Toestand van de Vrouw (CSW) van de Verenigde Naties, die plaatsvond in maart 2005. Daar werd de vooruitgang geëvalueerd die sinds 1995 geboekt werd op het vlak van de gelijkheid van de geslachten en de rechten van de vrouw in de wereld en werden nieuwe strategieën voor de toekomst uitgetekend. In 1995 vond in Peking namelijk de 4e wereldconferentie over de vrouwen plaats. Die mondde uit in een vernieuwend actieprogramma, het Actieplatform van Peking. De kritische domeinen van het actieplan van Beijing kunnen geraadpleegd worden op de website van de Verenigde Naties: www.un.org > Développement économique et social > Promotion de la femme. België heeft in 1995 deelgenomen aan de 4e Wereldvrouwenconferentie en heeft dus een aantal maatregelen goedgekeurd
4
Nieuwsbrief 2005/06
die in het Peking Actieplatform opgenomen zijn. Om de gerealiseerde vooruitgang te evalueren voorziet een maatregel dat de regering jaarlijks een verslag aan het Parlement voorlegt over de acties die tijdens het afgelopen jaar werden gevoerd en over de initiatieven die voor het volgende jaar worden voorgesteld. België heeft dit voorstel snel opgevolgd: op 6 maart 1996 werd immers op federaal niveau een wet goedgekeurd die dit jaarverslag oplegt. Het Vlaamse en het Waalse Gewest hebben de beweging gevolgd en op hun beurt decreten goedgekeurd. Voor het Brussels Gewest zal de kwestie eerstdaags geregeld worden via een ordonnantie. Het rapport analyseert de domeinen van het Peking Actieplatform: sociale integratie en uitsluiting, onderwijs en opleiding, gezondheid, geweld, tewerkstelling, zeggenschap en besluitvorming, institutionele mechanismen voor de verbetering van de positie van de vrouw en mensenrechten, media en tot slot milieu. De analyse schenkt aandacht aan de bestaande statistische indicatoren van het Brussels Gewest die gegevens bevatten die opgesplitst zijn naar geslacht, aan de eigenlijke stand van zaken die ook andere statistische bronnen opneemt, aan de officiële maatregelen en openbare of privé-initiatieven en aan de convergentiepunten in de door de geraadpleegde personen geformuleerde aanbevelingen. Vervolgens wordt een statistisch beeld geschetst van de situatie van vrouwen in het Brussels Gewest. Het rapport sluit af met de volledige lijst van de aanbevelingen die geformuleerd werden door de deelnemers aan de rondetafelgesprekken in het kader van dit project.
Ter attentie van de politieke wereld Van de verschillende domeinen hebben sommige minder rechtstreeks betrekking op de lokale overheidssector (de media), hoewel de meeste er belang voor hebben. De kwesties sociale integratie en uitsluiting openen de analyse met de drieledige problematiek van de armoede, huisvesting en de integratie van specifieke doelgroepen. De analyse op basis van het geslacht is niet altijd gemakkelijk, bij gebrek aan statistieken. Indicatoren of getuigenissen van scharnierpersonen in die sectoren tonen echter dat problemen vaak erger zijn als ze vrouwen treffen: inkomsten uit arbeid doorgaans 7 % lager dan bij mannen, gebrek aan opvangstructuren voor kinderen (wat het vinden van werk bemoeilijkt), sterke stijging van de aanvragen van sociale bijstand door vrouwen sinds 10 jaar, … Het rapport schetst
NIEUWS VAN HET GEWEST
ook de hypothese van een verergering van de problemen die vrouwen ondervinden in specifieke bevolkingsgroepen: bejaarden, gehandicapten of allochtonen. Om op die vaststelling te trachten in te spelen doen de geraadpleegde actoren de aanbeveling de toegang tot de informatie voor vrouwen te vergemakkelijken (bv. door een infopunt te creëren in de gemeente), het opleidingsaanbod voor vrouwen te versterken, alle soorten opvang in Brussel te verbeteren (crèches en buitenschoolse activiteiten voor kinderen; voor volwassenen met of zonder kinderen die het slachtoffer zijn van geweld of in een moeilijke situatie verkeren, voor gehandicapten (bv. aangepaste huisvesting). Tot slot vinden we er een oproep tot de uitstippeling van een globaal beleid op het niveau van de financiële middelen, met de creatie van een gemeenschappelijk ontmoetingsplatform waar informatie gecentraliseerd kan worden.
Op het vlak van onderwijs en vorming, ook al lijken de kaarten meer in handen van de Gemeenschappen en het Gewest, toch zijn de gemeenten ook aanwezig op het terrein, al was het maar via het scholennet, opleidingen, hun steun aan de sociale sector op het terrein, … De daaraan gewijde workshop heeft een synthese opgemaakt van een reeks voorstellen, gaande van de integratie van de genderdimensie in het algemeen beleid en opleidings- en vormingsparcours ("genderbudgeting", erkenning van nietberoepsgerichte opleidingen, strijd tegen de uitval bij opleidingen), tot de vraag om meer middelen voor opleiding en vorming (kwaliteit van het onderwijs, kwantiteit van het vormingsaanbod, algemeen beleid), via nadenken over de toegankelijkheid (prijs, uurroosters, kinderopvang, laaggeschoolden) en de verbinding tussen de inschakelingsbedrijven en de arbeidsmarkt (noden van de bedrijven, flexibiliteit van stages, enz.)
Seksistische stereotypes in de opleidingscentra Het project "Méthodologies et bonnes pratiques transnationales de la lutte contre les stéréotypes sexistes dans le domaine de la formation et des médias" bestaat enerzijds in het zoeken naar middelen om de strijd aan te binden tegen seksistische stereotypes en anderzijds enkele goede praktijkvoorbeelden voor te stellen. Dit project geniet cofinanciering van de Europese Commissie en loopt sinds eind 2004 in België, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Aan Belgische kant werd onderzoek gedaan in verschillende opleidingscentra (EFT, AFT en OISP) om deze miskende realiteit bloot te leggen. Het transnationale slotseminarie vindt op 27 januari 2006 plaats te Brussel. Meer info: CEC - Boondaalse steenweg 6 bus 14 - 1050 Brussel Tel./fax: 02 649 14 13 -
[email protected] www.againststereotypes.org
volg r e V
Het milieu is een belangrijk gegeven voor ieder geslacht. De studie analyseert het vanuit de invalshoek van de ruimtelijke ordening, mobiliteit, leefmilieu in de strikte zin en participatie, alle domeinen waarin het gemeentelijk niveau centraal staat. De openbare ruimte houdt verband met de toegankelijkheid maar ook de veiligheid. We weten dat het verplaatsingsgedrag varieert naar gelang van het geslacht (uurrooster, vervoerswijze, …) en dat milieu, inrichting en mobiliteit verwijzen naar voornamelijk gemeentelijke bevoegdheden. Inzake milieu vragen de geraadpleegde actoren de verbetering van de mobiliteit van vrouwen, in het bijzonder door te werken aan de kwaliteit van het openbaar vervoer (toegang, frequentie, dienstregeling, trajecten, bereik, onderlinge afstemming tussen de verschillende vervoersmiddelen, kinderen ophalen van school). Zij stellen ook voor meer rekening te houden met de genderdimensie bij de ruimtelijke ordening, in het bijzonder bij de aanleg van het wegennet en de straatverlichting, in het kader van de wijkcontracten, de spreiding van collectieve infrastructuren, ... Zij bevelen ook aan initiatieven te ontwikkelen om de veiligheid van vrouwen in de stad te bevorderen, in het kader van de ruimtelijke ordening.
De gemeenten houden zich bezig met de gezondheid, zowel via hun ziekenhuizen als via andere kanalen (OCMW, sportinfrastructuur) of initiatieven (bv. de recente dag voor de strijd tegen aids in Elsene). De gendervisie is er niet anekdotisch. Het type pathologie is opvallend geslachtelijk getint en bovendien hebben de gezondheidsindicatoren1 recent aangestipt dat terwijl 26 % van de Brusselaars beweren dat ze in slechte gezondheid verkeren, die verhouding stijgt tot 31 % als we de vrouwen alleen bekijken. En volgens het rapport daalt de levensverwachting voor de Brusselse vrouwen, in tegenstelling tot de Vlaamse en Waalse. Vrouwen blijken gevoeliger voor mentale gezondheidsproblemen. De antwoorden zijn niet altijd gemakkelijk, maar kunnen op gemeentelijk niveau soms passen in een algemener werk over het levenskader. De kwestie van de geboorten in Brussel wordt ook beïnvloed door het probleem van de hoge verhouding eenoudergezinnen en het gebrek aan plaats in de opvangstructuren. Het Gewest is ingeschreven in het netwerk "Stad-gezondheid" van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze ruime kwestie heeft tot aanbevelingen geleid: specifieke aandacht schenken aan de vrouw in de enquêtes over de behoeften van de Brusselaars, in de gezondheidscampagnes, eventueel door de creatie van gezondheidsstructuren of netwerken, gezondheidsprofessionnals vormen en sensibiliseren voor de eigenheden van de vrouw, rekening houden met de gevolgen op de gezondheid van geweld ten aanzien van vrouwen, ongelijkheden tegen hen in de samenleving in het algemeen en meer nog specifieke groepen vrouwen, en tot slot de bevordering van educatie voor het seksueel en gevoelsleven voor alle doelgroepen, ondermeer door de jongeren te sensibiliseren voor egalitaire relaties.
1 Beschikbaar op www.observatbru.be > Publicaties
Nieuwsbrief 2005/06
5
NIEUWS VAN HET GEWEST
Het voorbeeld van het geweld De problematiek van het geweld tegen vrouwen belangt ook de gemeenten aan. Het maakt immers deel uit van de 6 doelstellingen van het Nationaal Actieplan Partnergeweld: sensibilisering, opvoeding en opleiding, preventie, opvang en de bescherming van de slachtoffers, bestraffing en evaluatie van de acties. "Sinds 1992 worden tussen de Staat en bepaalde steden en gemeenten veiligheids- en preventiecontracten afgesloten (voordien preventiecontracten en veiligheids- en samenlevingscontracten) om lokale criminaliteitspreventieprojecten te ondersteunen. In het Brussels Gewest hebben [13] gemeenten een veiligheids- en preventiecontract. Recent werd ‘geweld tegen vrouwen en intrafamiliaal geweld’ als een bijzonder aandachtspunt gelanceerd door de Cel Geweld van het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid (dit secretariaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken staat in voor het begeleiden van de gemeentelijke preventieprojecten in het kader van de veiligheids- en preventiecontracten) . Er werd voorzien in een specifieke steun aan de steden en gemeenten die, in het kader van de veiligheids- en preventiecontracten, concrete en vernieuwende projecten uitwerkten ter bevordering van de gelijke kansen tussen mannen en vrouwen. Uiteindelijk werden drie projecten weerhouden. Eén van deze drie pilootprojecten inzake intrafamiliaal geweld werd opgezet in de gemeente Sint-Jans-Molenbeek voor het jaar 2002-2003. De preventie bestond uit het organiseren van informatieve werkgroepen, het houden van groepssessies, het organiseren van individuele opvang en gezinsondersteuning, de organisatie van werkvergaderingen met plaatselijk betrokken partijen en de versterking van het geleverde werk van de gespecialiseerde netwerken. Het project werd na een jaar geëvalueerd. De kracht van het project was het samenbrengen van vrouwen en hun kinderen in gespreksgroepen en evenementen. Zo konden bepaalde items zoals emancipatie van de vrouw, geweldloze opvoeding van kinderen, verstoting, uithuwelijking, mindervaliden, geweld en seksuele rechten aangekaart worden. In (…) andere gemeenten van het Brussels Gewest werden in het kader van de veiligheids- en preventiecontracten diensten voor lokale en sociale bemiddeling opgericht. Deze trachten vanuit de optiek van een niet-strafrechtelijke aanpak geweldsituaties op te lossen en te voorkomen." 2 Bovendien organiseert de stad Brussel in het kader van haar gelijkekansenbeleid sinds twee jaar een 14-daagse voor de sensibilisering tegen alle vormen van geweld jegens vrouwen.
volg r e V
Wat de strijd tegen geweld betreft, vragen de geraadpleegde actoren te vertrekken van een integrale aanpak van het geweld tegen vrouwen (met aandacht voor specifieke groepen zoals allochtone vrouwen, vrouwen met een handicap, oudere vrouwen, ...), een overlegplatform te creëren tussen de verschillende actoren en overheden, de versterking van de primaire preventie en de verhoging van het aantal opvangplaatsen, alvorens bijkomende sensibiliseringscampagnes op het getouw te zetten.
Van tewerkstelling tot politieke vertegenwoordiging Vervolgens baseert het rapport zich op het Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties voor de vaststelling inzake tewerkstelling. Wij beperken ons tot het aanhalen van de passage betreffende een specifieke problematiek, die aanstipt dat op het niveau van de Brusselse gemeenten gewerkt wordt aan socioprofessionele inschakeling "op het niveau van de gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, meer bepaald in het kader van de wijkcontracten (…). Vrouwen komen hier echter niet of nauwelijks aan bod. In 2004 waren er van de 34 projecten welgeteld 4 die ook vrouwen hadden opgeleid. In totaal werden er slechts 9 vrouwen opgeleid tegenover 200 mannen."3 De relatie tussen de beschikbaarheid op de arbeidsmarkt en de moeilijkheid om plaatsen te vinden in kinderdagverblijven wordt nogmaals kracht bijgezet. Het is dus niet verbazend dat we die eis in verband met opvangstructuren voor kinderen terugvinden naast die van de ontwikkeling van een transversaal tewerkstellingsbeleid, sleutelen aan de werkloosheidsvallen en nog eenvoudiger de creatie van jobs in de sectoren die vrouwen tewerkstellen. De openbare sector zou de ondernemingen ook kunnen sensibiliseren voor gelijke kansen.
Tot slot hadden we reeds gewezen op de politieke vertegenwoordiging van de vrouwen in de gemeenten4, om te besluiten dat deze in ons Gewest verhoudingsgewijs veel beter verzekerd was dan in de rest van België. De komende maanden zullen wij die vraag kunnen herbekijken. De studie gaat verder dan de politieke vertegenwoordiging en bekijkt ook de vertegenwoordiging in raadgevende instanties (adviesorganen), de vakbondswereld en de raden van bestuur. We vinden er ook de transversale kwestie van de opleiding van de vrouw. Wat de politieke vertegenwoordiging betreft, stelt het rapport voor de vorming van de verkozen vrouwen en/of over het geslacht in de bestaande programma's in te voegen, een enquête te doen over de vrouwen die de politiek verlaten, en de cijfergegevens te bekijken van de verkozen
2 Vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, blz. 47 3 Op. cit., blz. 66 4 Delvaux, Philippe, "Stem voor gelijke stemmen", in Nieuwsbrief-Brussel 2005-01, blz. 4. Dit artikel is beschikbaar op www.vsgb.be > Materies > Gemeente organen
6
Nieuwsbrief 2005/06
volg r e V
NIEUWS VAN HET GEWEST
vrouwen die deelnemen aan de vergaderingen en de colleges (gemeentelijke en gewestelijke) in de loop van de legislatuur en niet alleen in het begin. Wat de institutionele mechanismen voor de gelijkheid tussen man en vrouw betreft, raden de geraadpleegde actoren aan om het gelijkekansenbeleid in het Brussels Gewest te institutionaliseren en de mannen bij het debat te betrekken. (...) Tot slot is er op het vlak van de basisrechten opnieuw een vraag om informatie (burgerrechten, tewerkstelling, alimentatievorderingen, …) en een vraag om rekening te houden met de culturele verschillen die de vrouwen treffen (immigranten, godsdienst, …) in hun dagelijks leven en in hun emancipatieparcours.
Besluit Net als bij andere actuele problemen, zoals duurzame ontwikkeling, is de kwestie "vrouw" transversaal, wat ze nog complexer maakt. Daarom berust ze op tal van andere instrumenten. De verdienste van dit soort studie is dus dat er gekozen wordt voor invalshoeken die niet altijd vanzelfsprekend zijn. De aanbevelingen zijn uiteraard soms zeer algemeen, aangezien ze het politieke debat moeten aanzwengelen. Er zitten constanten in die de verschillende thema's doorkruisen: naast de eeuwige vraag naar middelen, zijn dat vooral voorstellen met betrekking tot informatie, opleiding en sensibilisering. Philippe Delvaux
Charter voor de vrouwen in Brussel Het colloquium van 3 december was de gelegenheid voor de afkondiging van een handvest voor de vrouwen in Brussel, met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen, dat wij hieronder opnemen: Wij, ondergetekenden, in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006,
kieslijsten en de verplichte aanwezigheid van vrouwen in de uitvoerende organen, zijn ervan overtuigd dat de sterkere betrokkenheid van vrouwen bij het gemeentelijk beleid de kwaliteit van de openbare dienstverlening voor alle burgers zal versterken, roepen ertoe op dat:
stellen vast dat vrouwen meer dan 50 % van de Brusselse bevolking uitmaken en een onvervangbare rol spelen in het sociale en economische leven van het Gewest, maar dat zij nog onvoldoende betrokken zijn bij de politieke besluitvorming op lokaal niveau, baseren ons op de in artikel 10 en 11 bis van de Grondwet vastgelegde gelijkheid tussen vrouwen en mannen en op de wil om vrouwen volwaardig te laten participeren aan het politieke leven, zoals blijkt uit de verplichte pariteit op de
1. vrouwen blijvend gesensibiliseerd en gemotiveerd worden om actief deel te nemen aan het lokale politieke en openbare leven, niet alleen ter gelegenheid van de samenstelling van de kieslijsten maar gedurende de zes beleidsjaren die volgen op de verkiezingen, 2. er gestreefd wordt naar een paritaire vertegenwoordiging in de uitvoerende en raadgevende organen van de gemeenten en dat er in elke Brusselse gemeente
vanaf 2007 een schepen voor het Gelijkekansenbeleid zal zijn, met voldoende ruime bevoegdheden en middelen, 3. elke gemeente een Adviescommissie voor Gelijke Kansen voor vrouwen en mannen opricht, die alle aspecten van het lokale beleid kan toetsen op zijn gelijkwaardige effecten t.a.v. vrouwen en mannen, 4. het personeelsbeleid van elke gemeente gelijke kansen biedt aan vrouwen en mannen, ook voor de toegang tot leidinggevende functies, 5. vrouwen en genderspecifieke aandachtspunten zichtbaar gemaakt worden in de statistieken en plannen van elk lokaal bestuur. Het charter is beschikbaar op www.brigittegrouwels.com
Meer info "Vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" Rapport gerealiseerd door Amazone, op vraag van de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, november 2005, 134 blz. Brigitte Grouwels, Brussels Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen, Botanic Building, Sint-Lazaruslaan 10, 13e verdieping, 1210 Brussel Tel. 02 517 13 33 - Fax 02 511 50 83 -
[email protected] - www.brigittegrouwels.com
Nieuwsbrief 2005/06
7
IN ONZE GEMEENTEN
MORGEN OOK "ZONDER AUTO MOBIEL" IN DE STAD ? Wij hebben zopas de evaluatie van de autoloze zondag kunnen bekijken. De context voor het initiatief blijkt globaal zeer gunstig, maar toch hebben wij enkele onuitgegeven preciseringen over de profielen van de twijfelaars. De operatie "Zonder auto mobiel in de stad" heeft op enkele jaren tijd een plaats verworven bij de niet te missen evenementen aan het einde van de zomer in Brussel. Aanvankelijk stootte het initiatief op terughoudendheid, maar die trend verdwijnt omdat er geen noemenswaardige problemen te vermelden zijn. Toch kan de verschuiving naar een veeleer "toeristische" operatie op tandengeknars onthaald worden, bij degenen die het als orgelpunt zouden willen zien van de invraagstelling van "alles voor de auto". We stellen vast dat de gemeenten en het Gewest veel inspanningen leveren om de zaken te doen vooruitgaan. Soms ambitieuze mobiliteitsplannen en geanimeerde politieke debatten bewijzen dat de materie de mensen aanspreekt en de lokale besturen ondanks de inertie die hun soms aangewreven wordt, het probleem werkelijk aanpakken. Planning en fysieke inrichtingen zijn doeltreffende instrumenten om de mobiliteit te veranderen, maar sensibilisering speelt uiteraard ook een rol. De operatie "Zonder auto mobiel" sluit aan bij die logica. En zodra die afgelopen is, vindt de operatie een nieuw nut dankzij het evaluatieverslag dat gebaseerd is op een rondvraag onder de Brusselse bevolking 1. Naast het feit dat het de politieke keuzes versterkt, toont het immers ook naar welke bevolkingsgroepen men zich specifiek zou moeten richten.
De wrijvingspunten Het feit dat slechts 5 % van de ondervraagde Brusselaars niet op de hoogte waren van de autoloze zondag, mag niet verhullen dat 13 % van degenen met een studieniveau niet hoger dan de lagere school, niet op de hoogte waren. Het initiatief brengt voor 90 % gunstige reacties teweeg. En dat is een mooi resultaat! Toch blijven er enkele breuklijnen zichtbaar: mensen die een wagen bezitten, hebben 3 keer meer negatieve reacties dan mensen zonder auto (12,1 tegen 4,4 %) en de ontevredenheid stijgt met de
leeftijd: slechts 4,5 % van de 18-30-jarigen zijn gekant tegen het initiatief, tegenover 14,2 % van de 60-plussers. Een dergelijke verhouding ontevredenen vinden we ook terug bij de hooggeschoolden (13,2 % van de universitairen) en de koppels zonder kinderen (14 %). De enquête toont ook een duidelijke oververtegenwoordiging van weerstand bij mannen, terwijl vrouwen de autoloze zondag beter aanvaarden. Tot slot blijken de inwoners van Etterbeek, Elsene, Oudergem, Ukkel, WatermaalBosvoorde en beide Woluwes ook meer weerstand te bieden dan de andere. Een ander interessant gegeven: de analyse van de 14 % van degenen die stellen dat de organisatie van hun dag verstoord was 2. We stellen vast dat de hinder minder erg is voor degenen die uiteindelijk de dag in Brussel doorgebracht hebben, dan voor degenen die thuis gebleven zijn of de dag buiten Brussel doorgebracht hebben. 80 % van de bevolking (en meer nog als we naar de mensen onder de 60 jaar kijken) vindt de door de veroorzaakte mobiliteitsproblemen ernstig. Die bekommernis wordt sterker aangevoeld naarmate het opleidingsniveau stijgt. En we zullen verder zien dat de erkenning van de problemen te wijten aan de auto voor een deel van de automobilisten tot een herziening van hun verplaatsingswijze kan brengen. De zeer sterke daling van het autogebruik die dag heeft de mensen er vooral toe aangezet de fiets te nemen of te voet te gaan … voor korte of middellange verplaatsingen. Een derde van de ondervraagden bevestigt dat de keuze voor de fiets in Brussel logischer wordt, wat een zeer duidelijke vooruitgang is ten opzichte van de 24 % vorig jaar. De laatste telling die door het Gewest gevraagd werd, toont overigens een opvallende stijging van het fietsgebruik. De politieke verklaringen en de opstelling van mobiliteitsplannen, meer zones 30, fietsers die tegen de rijrichting mogen rijden beïnvloeden de opinies wellicht. Tot slot is er ook het Fietsplan, dat zopas opgesteld werd,
1 In dat opzicht blijft de kritiek die wij reeds jaren geven, dode letter. Door enkel de Brusselaars te ondervragen verliest de enquête uit het oog dat de operatie de stad niet wil afsluiten voor niet-Brusselaars. Het zou interessant zijn in de toekomst ook niet-Brusselaars te ondervragen, zowel de mensen die naar Brussel gekomen zijn als de anderen, in het bijzonder mensen die regelmatig naar het Gewest komen. 2 Waaronder de auteur van dit artikel, die bepakt en bezakt een internationale trein moest nemen en vaststelde dat het openbaar vervoer overvol zat en het onmogelijk was binnen een redelijke wachttijd een taxi te vinden. Een bewijs dat een alternatief voor de wagen niet altijd voor de hand ligt, tenminste als het Brussels openbaar vervoer niets onderneemt!
8
Nieuwsbrief 2005/06
IN ONZE GEMEENTEN
voor zover het wordt uitgevoerd en budgettair ondersteund, dat die trend zou moeten versterken.
Een toekomst voor het openbaar vervoer? De verschuiving naar het openbaar vervoer lijkt marginaal, maar tonen de cijfers op dat vlak wel de werkelijkheid 3? De rondvraag blijkt interessant wat de analyse betreft van het profiel van degenen die zich verplaatst hebben in functie van de keuze van hun vervoerswijze. Zo lijkt de verhouding van het gebruik van het openbaar vervoer niet verstoord door de autoloze zondag, maar het type gebruiker is wel anders: mensen die zelden of nooit het openbaar vervoer gebruiken, kiezen er toch voor, en wel dubbel zo veel als op een gewone zondag, terwijl de trouwe MIVB-gebruikers die dag niet talrijker waren, of zelfs lichtjes minder talrijk. Terwijl de bussen in verhouding minder passagiers die geen auto bezitten, zagen dan op een gewone zondag, werden ze bestormd (9 %) door een publiek dat gewoonlijk wel over een voertuig beschikt. Die vernieuwing van het cliënteel zal uiteraard dienen als vitrine voor de openbare vervoersmaatschappijen, als test voor die nieuwe gebruikers. Het bewijst ook dat een radicale actie rond algemene mobiliteit ook groepen die er tot dan toe ongevoelig voor bleven, voor een andere vervoerwijze kan overtuigen.
volg r e V
neemt nog toe voor degenen die zelden of nooit het openbaar vervoer gebruiken. Dat sterke signaal is nog een argument voor het dossier "gratis openbaar vervoer", dat wel in de schijnwerpers staat maar budgettaire en politieke problemen met zich meebrengt en bekritiseerd wordt door milieuverenigingen. Een ruime meerderheid van de respondenten (76 %) geeft daarentegen toe dat het gratis vervoer hen kan aanmoedigen om het openbaar vervoer te nemen naar het werk. De contradictie van het gratis vervoer tussen de 78,6 % voor wie het die zondag niet overtuigend werkte en de 76 % die zich door gratis openbaar vervoer zouden laten beïnvloeden om zo naar het werk te gaan, is dus enkel merkbaar omdat het gaat om de keuze van de vervoerswijze (en niet de verplaatsingskeuze) en bovendien in een welbepaalde context (enkel voor het werk, tegenover de autoloze zondag). Die tweede vraag is dus nuttiger in het mobiliteitsdebat. Op dat vlak spelen de openbare besturen overigens een rol, omdat zij de abonnementen voor de NMBS en de MIVB van de ambtenaren subsidiëren, in een logica die zich afzet tegen de terugbetaling van kilometers of de terbeschikkingstelling van een parkeerplaats, wat gebruikelijk is voor auto's.
Van een showevenement naar een wijziging van de verplaatsingswijzen
De reikwijdte van de operatie zou gemeten moeten worden aan de 28 à 34 % van de mensen die toegeven dat ze iets geleerd hebben over duurzame mobiliteit, het comfort van het openbaar vervoer (her)ontdekt hebben of zijn gaan nadenken over hun dagdagelijkse mobiliteit. Maar het is allemaal niet zo simpel, want als we van naderbij kijken, is de ontdekking van het gemak van bus en tram door mensen die deze zelden of nooit gebruiken, toch minder opvallend dan de herontdekking door de habitués. De boodschap vindt nog het meest gehoor bij de groepen die toch al overtuigd zijn! De vaststelling is lichtjes positiever bij degenen die over hun mobiliteit gaan nadenken: slechts 32 % van de niet-gebruikers van het openbaar vervoer zijn bereid hun standpunt te herzien, terwijl 45 % van de autobezitters ook zo gaan nadenken.
De test die jaarlijks met toenemend succes herhaald wordt, zou als basis moeten dienen voor de structurele aanpassing van het verplaatsingsgedrag. Toch kan men zich afvragen of de komende periode wel ideaal is: de volgende editie zal vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen plaatshebben. Wie zal in die context echt gedurfde keuzes durven maken? Volgens de opiniepeiling gaat het antwoord in de richting van een toename van de frequentie van de operatie naar een geografisch beperkte formule ... met dus het risico op zuiver festieve operaties waarbij mobiliteit niet meer centraal staat. De toekomst van de Brusselse mobiliteit ligt veeleer in de wijziging van de regelgeving (parkingnormen), mobiliteitsplannen en ruimtelijke ordening. Bepaalde gemeenten hebben die weg reeds resoluut ingeslagen.
Het feit dat het openbaar vervoer die dag gratis is, vormt geen bijzondere stimulans voor 78,6 % van de ondervraagden. Die verhouding blijft identiek, ongeacht of de respondent beschikt over een auto, en het percentage
Philippe Delvaux
3 Een duidelijke handicap is dat de enquête geen verschuiving van de verplaatsingen naar de trein vaststelt, wat toe te schrijven is aan het feit dat enkel Brusselaars ondervraagd worden. Opnieuw kan de auteur van dit artikel u bevestigen dat het treingebruik duidelijk niet zoals op een doorsnee zondag was.
Nieuwsbrief 2005/06
9
ONDER DE LOEP
Openbare aanbestedingen: RECHTSPRAAK VERFIJND, KEURSLIJF STRAKKER AANGESPANNEN In 2004, en vooral begin 2005, waren de Raad van State en het Hof van Justitie actief als baanbrekers in hun rechtspraak betreffende de openbare aanbestedingen. Aan de hand van een kort overzicht van de belangrijkste recent uitgesproken arresten kunnen we een balans opmaken van de materie en vooruitzichten uitstippelen.
Het begrip 'openbare aanbesteding' Tijdens het eerste semester van 2005 werden twee belangrijke arresten uitgesproken, het ene door het Hof van Justitie 1 en het andere door de Raad van State 2. Beide arresten betreffen de toepassing van de wetgeving op de openbare aanbestedingen voor gemengde bedrijven, hetzij wat betreft de oprichting zelf, hetzij wat betreft de relaties van de onderneming met haar openbare aandeelhouders. In een bekend 3 precedent had het Hof Van Justitie bevestigd dat de wetgeving op de openbare aanbestedingen van toepassing is wanneer een aanbestedende overheid van plan is onder bezwarende titel een contract af te sluiten met een groep die bestaat uit meerdere aanbestedende overheden waaronder zijzelf. Het Hof erkende echter dat de wetgeving op de openbare aanbestedingen niet van toepassing is op relaties die onderhouden worden met een onderscheiden juridische entiteit wanneer de aanbestedende overheid op die entiteit een even grote macht uitoefent als op de eigen diensten. Op gemeentelijk niveau zouden we kunnen denken aan het autonome gemeentebedrijf, rekening houdend met de samenstelling van diens organen, de financiering en de herkomst van het patrimonium. Begin dit jaar heeft het Hof van Justitie opnieuw de vraag aangesneden over de betrekkingen van een aanbestedende overheid met andere rechtssubjecten die door die overheid gecontroleerd worden. Op zeer algemene wijze heeft het Hof van Justitie bevestigd dat de relaties tussen de overheid en eender welk gemengd bedrijf (GB) binnen het domein van de openbare aanbestedingen zou moeten vallen, zelfs wanneer de controle van de overheid over het GB verworven werd door zijn hoedanigheid als meerderheidsaandeelhouder 4.
10
De Raad van State is daarin nog verder gegaan. Vooraf stond al vast dat de keuze van de privé-aandeelhouder in het gemengd bedrijf moest geschieden aan de hand van een voorafgaande mededinging 5. Volgens de Raad van State moest bij de mededinging de procedure gerespecteerd worden voor het gunnen van openbare aanbestedingen. Volgens de Raad van State kan de oprichting van een gemengd bedrijf geanalyseerd worden als een aanneming van werken die onderhevig is aan de wet van 24 december 1993 6. Het ging in dit geval om een gemengd bedrijf dat door Intradel werd opgericht voor de bouw en de uitbating van een fabriek voor de energetische opwaardering van afval in exclusieve samenwerking met een Franse onderneming. Dit arrest moeten we echter met enige omzichtigheid benaderen. Het arrest werd in kort geding uitgesproken. Het valt nog af te wachten of het bevestigd zal worden bij het vooronderzoek van het beroep tot nietigverklaring. Het gebeurt vaker dat de Raad van State nietig verklaart wat eerder opgeschort was en dat hij de argumentatie die tijdens het kort geding ontwikkeld werd, annuleert en zich voorzichtiger opstelt en zelfs andere redenen aanhaalt voor de nietigverklaring dan de redenering die men gevolgd heeft om tot de opschorting te komen, omdat die redenering te stoutmoedig leek. Wat er ook van zij, beide aangehaalde arresten wegen zwaar op de uitvoering van diverse regionale beleidsvormen, of we nu denken aan gemengde bedrijven die belast zijn met de verwerking van afval samen met Net Brussel of aan ondernemingen die door de GOMB opgericht werden in samenwerking met privé-ondernemingen voor projecten rond renovatie en het creëren van huisvesting.
1 Alle arresten van het Hof kunnen geraadpleegd worden op www.curia.eu.int. (voer het nummer van de zaak in het overeenkomstige veld in en u krijgt toegang tot het arrest en de conclusies van de advocaat-generaal). 2 De arresten van de Raad van State kunnen geraadpleegd worden op www.raadvst-consetat.be (tik het nummer van het arrest in het opzoekingveld). 3 Arrest van 18 november 1999, zaak C-107/98. 4 Arrest van 11 januari 2005, zaak C-26/03, punten 49 e.v. van het arrest; BLONDIAU Pascale, " Premiers commentaires sur un arrêt récent de la Cour de justice européenne : l’arrêt Stadt Halle ", maart 2005, raadpleegbaar op de website www.uvcw.be. 5 NOEL Pierre-Emmanuel, " Le partenariat public-privé (PPP), technique de réalisation et de financement des équipements publics ", Journal des tribunaux, 2005, blz. 373, nr. 7. 6 Arrest nr. 145.163 van 30 mei 2005. Nieuwsbrief 2005/06
ONDER DE LOEP
Het begrip 'aanbestedende overheid'
volg r e V
2004 en 2005 vormden voor de Raad van State en voor het Hof van Justitie een uitgelezen kans om inmiddels klassiek geworden principes opnieuw te bevestigen.
werd geroepen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met het oog op de deelname aan het regionale beleid voor het verwerven van vastgoed, om de algemene economische belangen te dienen, vormt het meest recente voorbeeld van dit soort aanbestedende overheid zoals door het Hof bepaald.
Volgens de arresten van het Hof van Cassatie 7 staat het vast dat de macht om verplichte beslissingen te nemen ten opzichte van derden, een beslissend criterium is om te bepalen of een juridische entiteit al dan niet een administratieve overheid is.
De gemeente als aanbestedende overheid – de bevoegdheid van haar organen
Bijgevolg vallen de begrippen aanbestedende overheid en administratieve overheid uit elkaar. Een entiteit kan onder het regime van de openbare aanbestedingen vallen voor wat betreft de controle en de financiering door openbare overheden, zonder echter beschouwd te worden als een administratieve overheid, omdat ze niet beschikt over de macht om derden te binden. De gevolgen hiervan zullen voelbaar worden in de bevoegdheid van rechtbanken die moeten beslissen over geschillen: de Raad van State kan slechts uitspraken doen over beslissingen met betrekking tot materies van openbare aanbestedingen die genomen worden door administratieve overheden en niet over geschillen die ontstaan door handelingen van andere aanbestedende overheden, en dit in tegenstelling tot de hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde.
In het verleden had de Raad van State al bevestigd dat de gemeenteraad een belangrijke bevoegdheid had op het gebied van openbare aanbestedingen door iedere a posteriori ratificatie door de Raad vrij te stellen van een bestek dat door een andere instantie uitgevaardigd zou zijn 13.
Dat is het geval voor een privé-ziekenhuis dat met eigen middelen een aanbesteding doet8 voor een contract dat uitgeschreven wordt door een vereniging die zich vrijwillig beroept op de wetgeving op de openbare aanbestedingen 9, of nog voor aanbestedingen die gebeuren door filialen van openbare ondernemingen of ondernemingen die uit dat soort filialen bestaan zoals Aquafin 10. Het Hof van Justitie van zijn kant heeft opnieuw de functionele definitie van het begrip " organisme van publiek recht " bevestigd in het licht van de communautaire wetgeving op de openbare aanbestedingen. Het Hof heeft in het bijzonder benadrukt dat het privaatrechterlijke statuut van een entiteit geen criterium is waarmee haar hoedanigheid als aanbestedende overheid uitgesloten kan worden 11. De maatschappij voor de verwerving van vastgoed 12, een naamloze vennootschap met publiek recht die in het leven
De Raad van State heeft opnieuw aangedrongen op de verplichting voor de gemeenteraad om zelf gunningscriteria uit te schrijven, zonder de jury vrij te laten oordelen 14. De Raad van State heeft schepenen bovendien alle macht ontnomen om beslissingen te nemen op het gebied van openbare aanbestedingen 15, door niet alleen de beslissing van een schepen tot gunning van openbare aanbestedingen te vernietigen, maar ook door de daaropvolgende beslissing tot een nieuwe openbare aanbesteding te vernietigen.
De selectie De selectiecriteria Het lijkt of verscheidene aanbestedende overheden nog verwarren tussen selectiecriteria en gunningscriteria. Zo is de Raad van State ertoe gekomen eraan te herinneren dat de criteria die betrekking hebben op de persoon zelf van de inschrijver, zoals solvabiliteit, structuur en organisatie, niet als gunningscriteria beschouwd mogen worden 16. Een dergelijke verwarring blijft echter mogelijk als het gaat over het criterium van de ervaring. Van oudsher wordt dat criterium als selectiecriterium beschouwd. De Raad van State heeft immers al beslissingen tot gunning veroordeeld omdat die gebaseerd waren op
7 14 februari 1997, nv Gimvindus tegen Bataille; 10 september 1999, B.A.T.C. tegen nv Werken; 6 september 2002, Leman tegen KUL. Deze arresten zijn raadpleegbaar op www.cass.be. 8 Arrest nr. 131.125 van 6 mei 2004. 9 Arrest nr. 131.126 van 6 mei 2004. 10 Arrest nr. 133.690 van 9 juli 2004. 11 Arrest van 13 januari 2005, zaak. C- 84/03, punten 27 en 29. 12 Verordening van 20 juli 2005 met betrekking tot de maatschappij voor de verwerving van vastgoed (B.S. 1 augustus 2005). 13 Arrest nr. 78.378 van 27 januari 1999. 14 Arrest nr. 128.753 van 4 maart 2004. 15 Arrest nr. 133.066 van 25 juni 2004. 16 Arrest nr. 147.654 van 14 juli 2005. Nieuwsbrief 2005/06
11
ONDER DE LOEP
volg r e V
bestekken die beschouwd werden als gunningscriterium en niet als selectiecriterium, ervaring 17 of referenties in soortgelijke aanbestedingen 18.
aard van de aanbesteding en ze mogen niet tot gevolg hebben dat de concurrentie beperkt wordt in het voordeel van de ene of de andere onderaannemer 23.
Tot slot heeft het Hof van Beroep van Antwerpen ervaring desalniettemin erkend als gunningscriterium rekening houdend met de specificiteit van de aanbesteding in kwestie 19. Het ging in dit geval om een aanbesteding van diensten voor een studie van bodemverontreiniging.
Technische specificaties
Onderaanneming Het Hof van Justitie heeft een eerdere rechtspraak getemperd waarmee ze stelt dat een onderschrijver niet opzij geschoven kan worden door het feit dat hij een beroep doet op onderaannemers. Volgens het Hof kan een dergelijke onderschrijver zich zelfs beroepen op de kwaliteiten van de onderaannemers om deel te nemen aan een aanbesteding waarvoor hij zelf niet aan bepaalde vereisten voldoet 20. Toch erkent het Hof van Justitie een verbod of een beperking op het beroep op onderaannemers voor de uitvoering van essentiële delen van een aanbesteding zodat de aanbestedende overheid de toestemming heeft om de technische en economische capaciteiten van de kandidaten te controleren tijdens het onderzoek van de aanbiedingen en de selectie van de beste onderaannemer 21. We herinneren eraan dat de Belgische wetgever uit dezelfde bezorgdheid om de aanbestedende overheid tijdens de gunningsfase te kunnen controleren, ertoe gekomen is om een verplichte gesloten lijst op te leggen van maximum drie onderaannemers per post in de promotieovereenkomsten 22.
Officiële goedkeuring van aannemers Ondernemers klagen vaak terecht over de aanbestedende overheden die selectiecriteria opleggen die een overbodige herhaling zijn van de verworven goedkeuring krachtens de wet van 20 maart 1991 tot organisatie van de officiële goedkeuring van aannemers van werken. De Raad van State bevestigt dat een aanbestedende overheid selectiecriteria mag uitvaardigen met betrekking tot de economische en de financiële capaciteit, zoals de technische bekwaamheid van onderaannemers. Die criteria worden toegevoegd aan de eis tot officiële goedkeuring van ondernemers voor aanbestedingen. Maar toch begrenst de Raad van State die criteria ook: de selectiecriteria moeten gemotiveerd zijn en, in het bijzonder, verband houden met de bijzondere 17 18 19 20 21 22
De reglementering is erg beperkend wat betreft het gebruik van normen of technische eisen die niet bestaan uit internationale, Europese of zelfs nationale normen. De Raad van State had al eerder een vaak voorkomende praktijk bij bepaalde lokale overheden berispt, met name het toevoegen van een speciaal lastenboek met beschrijvingen van materialen uit een catalogus 24. Recentelijk 25 is de Raad van State erg streng opgetreden door een andere benaderingswijze af te straffen, met name bij de aanbestedingen voor renovatie of de kwalitatieve inrichting van openbare ruimten: het opleggen van erg precieze materialen, gerechtvaardigd door het feit dat ze aanwezig waren in het te renoveren gebouw, of omdat ze één aspect of meerdere kenmerken hebben die de ontwerper van het project behagen. In het voorliggende geval vereiste het specifieke lastenboek het gebruik van stenen die maar door één steengroeve in Wallonië geproduceerd worden (in dit geval: Pierre de Tournai). In eerste instantie, en omdat het ging om een aanbesteding tot renovatie van een oude kerk die opgetrokken was uit dat soort stenen, heeft het hoge rechtscollege geoordeeld dat een dergelijke beperking opgelegd kon worden. Maar nadien heeft het Rechtscollege geoordeeld dat ook andere stenen technisch en esthetisch gezien gebruikt konden worden en toegelaten werden bij andere aanbestedingen voor de renovatie van gelijksoortige kerken (zogenaamde "petit granit" stenen, Pierre de Mazy). De Raad van State heeft uiteindelijk geoordeeld dat het opleggen van het gebruik van stenen die slechts door één steengroeve gefabriceerd worden, in het specifieke lastenboek, een verboden technische specificatie was.
Gunningscriteria De Raad van State heeft een rechtspraak herhaald die verrassend kan lijken, maar toch goed gefundeerd lijkt: bij de offerteoproep is er geen enkele bepaling die de aanbestedende overheid
Arrest nr. 117.155 van 18 maart 2003. Arrest nr. 126.719 van 22 december 2003. Antwerpen, 22 juni 2004 (inforum nr. 202469). Arrest van 2 december 1999, zaak C-176/98, punten 26 en 27. Arrest van 18 maart 2004, zaak C-314/01, punt 45. THIEL Patrick, " Contrat portant simultanément sur le financement et la réalisation : le marché de promotion ", Mouvement communal, 6-7/2000, blz. 288-289. 23 Arrest nr. 146.477 van 23 juni 2005, blz. 8/11. 24 Arrest nr. 116.351 van 26 februari 2003. 25 Arrest nr. 145.026 van 26 mei 2005.
12
Nieuwsbrief 2005/06
volg r e V
ONDER DE LOEP
verbiedt om tijdens de analyse van de offertes en de toepassing van de gunningscriteria, de gunningscriteria die in het specifieke lastenboek worden opgesomd, verder te verdelen en gebruik te maken van wegingen of subcriteria die niet voorafgaandelijk aangekondigd werden 26. We herhalen wat vanzelfsprekend is: bij de offerteoproep moeten de opgelegde gunningscriteria uitgevaardigd worden door een bevoegde overheid. Bij een vergelijkend examen kan de jury deze lacune in het specifieke lastenboek niet verdoezelen door een eigen rooster met criteria op te stellen 27.
Onderzoek van de inschrijvingen Onregelmatige inschrijving Alle onregelmatigheden met betrekking tot het specifieke lastenboek zijn niet substantieel, dat weten we al langer 28. Maar wat zonder twijfel minder goed geweten is, is dat hiaten in het inschrijvingsformulier met betrekking tot de prijs, als niet substantieel beschouwd kunnen worden, daar waar andere stukken van de offerte (zoals bijv. de opmetingsstaat) een reden kunnen zijn tot correctie van de formulieren 29. Het principe van de gelijke behandeling van inschrijvers moet echter onder alle omstandigheden gewaarborgd blijven. Het Hof van Beroep in Bergen heeft zo geoordeeld dat, hoewel de aanbestedende overheid de correctie van niet-substantiële onregelmatigheden voor een inschrijver toelaat, de aanbestedende overheid deze mogelijkheid tot regularisatie moet openstellen voor alle andere inschrijvers die dezelfde problemen zouden hebben 30. Als de aanbestedende overheid in plaats van de regularisatie toe te staan, voet bij stuk zou houden, moet de aanbestedende overheid geen andere principes van goede administratie toepassen zoals het recht op verdediging en moet de aanbesteder ook geen hoorzitting organiseren voorafgaande aan de uitschakeling van een inschrijver van wie het aanbod onregelmatig is 31.
Abnormale prijzen De controle van abnormale prijzen is soms moeilijk uit te voeren en de aanbestedende overheden twijfelen nu en dan om kandidaten uit te schakelen waarvan de algemene bewijsstukken hen niet noodzakelijk overtuigen, maar die in hun geheel moeilijk opzij te schuiven zijn. 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
Dat zijn bezwaren waar de overheden zich echter niet te veel van zouden moeten aantrekken, aangezien de Raad van State van oordeel is dat de aanbestedende overheid in die materie over een groot beslissingsrecht beschikt. Op die manier heeft de Raad van State ervoor gezorgd dat offertes verwijderd kunnen worden waarvan de inschrijver de prijs voornamelijk rechtvaardigt aan de hand van zijn ervaring met dat soort aanbesteding en aan de hand van het professionalisme van zijn teams waardoor hij lage prijzen kan hanteren 32, of waarvan de inschrijver zijn prijzen rechtvaardigde door te verwijzen naar prijzen die hij gehanteerd heeft bij andere inschrijvingen of andere aanbestedingen 33. In plaats van terughoudend te zijn bij de controle van de prijzen, wordt het de aanbestedende overheid bovendien verboden om een aanbesteding toe te kennen aan een inschrijver als die voorbijgaat aan een aantal prijsproblemen onder het voorwendsel dat de posten die op het spel staan, van gering belang zijn 34.
Keuze van de opdrachtnemer Offerteoproep Hoewel de beoordelingsmarge van de aanbestedende overheid groter is bij een offerteoproep dan bij de aanbesteding, kan niemand pretenderen de opdrachtnemer van een dergelijke aanbesteding te zijn door een systeem van mechanische toepassing van gunningscriteria. Niemand kan zich beroepen op een wetgevende of reglementaire bepaling waaruit zou voortvloeien dat de aanbestedende overheid de aanbesteding aan die inschrijver zou moeten toekennen 35.
Onderhandelingsprocedure Hoewel de vrijheid die toegekend wordt aan de aanbestedende overheid bij de onderhandelingsprocedure een grondbeginsel is, zijn de gevolgen ervan niet altijd duidelijk. Terwijl de Raad van State het in het verleden aanvaardde dat een aanbestedende overheid enkel onderhandelde met een paar inschrijvers of met één inschrijver 36, oordeelt de Raad van State vandaag de dag dat de onderhandelingen en tests gevoerd moeten worden met alle inschrijvers en dat alle inschrijvers de kans moeten krijgen om hun aanbod te verbeteren 37.
Arresten nr. 139.348 van 18 januari 2005, nr. 145.164 van 31 mei 2005 en nr. 147.665 van 14 juli 2005. Arrest nr. 128.753 van 4 maart 2004. Arresten nr. 43.863 van 24 augustus 1993 en nr. 116.294 van 21 februari 2003. Arrest nr. 139.885 van 27 januari 2005. Bergen, arrest van 12 november 2004 (inforum nr. 202868). Arrest nr. 139.471 van 18 januari 2005. Arrest nr. 141.115 van 23 februari 2005. Arrest nr. 147.377 van 6 juli 2005. Arrest nr. 141.565 van 4 maart 2005. Arrest nr. 141.565 van 4 maart 2005. Arrest nr. 104.014 van 27 februari 2002. Arrest nr. 141.201 van 24 februari 2005. Nieuwsbrief 2005/06
13
volg r e V
ONDER DE LOEP
Het opschorten van de officiële kennisgeving van aanbestedingen die onderworpen zijn aan Europese bekendmaking Er werd een artikel 21bis toegevoegd aan de wet van 24 december 1993 met betrekking tot de openbare aanbestedingen, dat van de aanbestedende overheden eist dat ze de inschrijvers die het niet gehaald hebben, voorafgaandelijk waarschuwt en hen verbiedt om die beslissing gedurende veertien dagen aan de opdrachtnemer mee te delen. Het doel hiervan is de inschrijvers die zich onterecht opzijgeschoven voelen, de kans te geven om in allerijl een beroep aan te spannen bij de Raad van State. De rechtsleer had de zwakte van deze beschikking al onderlijnd: de schending van deze beschikking wordt niet gesanctioneerd 38. De Raad van State heeft deze vaststelling enkel kunnen bekrachtigen en zijn bevoegdheid in kort geding moeten afwijzen en heeft moeten vaststellen dat de bekendmaking van
de beslissing tot toekenning van een aanbesteding de aanbesteding gesloten had, hoewel die bekendmaking gebeurde zonder rekening te houden met artikel 21bis 39.
Afzien van de gunning van de opdracht Geen enkele aanbestedende overheid is verplicht een gunningsprocedure te voltooien. Van oudsher wordt erkend dat men kan afzien van de gunning van een aanbesteding als de aangeboden prijzen aanzienlijk hoger liggen dan de eigen schatting 40 of als er bij gebrek aan concurrentie maar één inschrijver is die geschikt wordt geacht om de opdracht uit te voeren 41. De Raad van State heeft het nogmaals herhaald: het feit dat er slechts één inschrijver is, doet vermoeden dat de aangeboden prijzen niet concurrentieel zijn en is een reden om af te zien van de gunning van een aanbesteding, hetzelfde geldt voor een prijsverschil van ongeveer 20 % met betrekking tot het geschatte bedrag door de overheid 42. Etienne Schoonbroodt
38 LAGASSE Dominique en VAN NUFFEL Emmanuel, " Les recours préventifs en matière de marchés publics – Le législateur a enfin transposé les directives 'recours' 89/665 en 92/13, mais l’a-t-il bien fait ? ", Journal des tribunaux, 2004, blz. 855, nr. 15. 39 Arresten nr. 142.423 van 22 maart 2005 en nr. 143.290 van 18 april 2005. 40 14 % in het geval van arrest nr. 50.550 van 30 november 2004; 28 % in het geval van arrest nr. 50.583 van 6 december 1994. 41 Arrest van het Hof van Justitie van 16 september 1999, zaak C-27/98, punten 21 tot 33. 42 Arrest nr. 130.774 van 29 april 2004.
WETGEVING bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17.10.2005 t/m 11.12.2005 24.10.2005 KB wijz. KB 20.01.2005 tot bepaling van de nadere regels voor de werking en financiering van een 19.10.2005 Bericht - Weerslag van de schommeling Sociaal Stookoliefonds van het indexcijfer van de consumptieprijzen B.S.,07.11.2005 – 205091 (spilindexcijfer 116,15 (basis 1996 = 100) op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, 10.11.2005 KB wijz. KB 12.12.2001 betr. de pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, dienstencheques tegemoetkomingen aan personen met een handicap, B.S.,23.11.2005 – 205442 leefloon, gezinsbijslag). B.S.,19.10.2005 – 13335 13.06.2005 Protocol van 01.01.2003 gesloten tussen de Federale Overheid en de overheden bedoeld in de art. 128, 19.10.2005 MB van de Ministerie van de Vlaamse 130 en 135 van de Grondwet betr. het te voeren Gemeenschap tot bepaling voor het werkingsjaar 2005 ouderenzorgbeleid. - 13.06.2005 Protocol 2 gesloten op van het maximale subsidiebedrag per rusthuis in het 01.01.2003 tussen de Federale Overheid en de Overheden kader van de subsidiëring van de animatiewerking en tot bedoeld in art. 128, 130 en 135 en 138 van de Grondwet, bepaling van het maximale aanvullende subsidiebedrag betr. het te voeren ouderenzorgbeleid, inzake de prijzen per rusthuis in het kader van de aanvullende die toegepast worden in de instellingen voor opvang of subsidiëring in de vorm van een DAC-supplement voor huisvesting van bejaarden. - 13.06.2005 Protocolde rusthuizen die personeelsleden tewerkstellen in een akkoord nr. 2 gesloten op 01.01.2003 tussen de Federale gewezen DAC-statuut Overheid en de Overheden bedoeld in art. 128, 130, 135 B.S.,04.11.2005 – 188027
SOCIALE ZAKEN
14
Nieuwsbrief 2005/06
en 138 van de Grondwet, betr. het te voeren ouderenzorgbeleid, inzake de gemeenschappelijke definitie van de notie van kortverblijf B.S.,23.11.2005 – 205444, 205453, 205455 03.12.2005 KB ➡ zie Financiën 06.12.2005 KB wijz. KB 09.01.2005 tot het bepalen van de nadere regels voor de toekenning van de verwarmingstoelage in het kader van het Sociaal Stookoliefonds B.S.,09.12.2005 – 205868
BURGERLIJKE STAAT / BEVOLKING 17.09.2005 KB wijz. bepaalde bijlagen van het KB 08.10.1981 betr. de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen B.S.,25.10.2005 – 204902
WETGEVING
FINANCIËN / BELASTINGEN 27.10.2005 MB betr. de belasting energieproducten en elektriciteit B.S.,09.11.2005 – 205176
12.10.2005 KB wijz. KB 19.11.1998 betr. de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van van de rijksbesturen B.S.,14.11.2005 – 205250
10.11.2005 KB ter uitvoering van art. 14 van Wet 20.10.2005 BBHR waarbij de voorstelling van de 10.04.1995 betr. de herverdeling van de arbeid in de begroting van de gemeenten van het Brussels openbare sector Hoofdstedelijk Gewest wordt vastgelegd B.S.,24.11.2005 – 100103 B.S.,01.12.2005 – 20682 20.10.2005 MB wijz. MB 30.10.1990 tot uitvoering POLITIE / VEILIGHEID van art. 44 van het KB 02.08.1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke 05.09.2005 MB wijz. MB 28.12.2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het KB 30.03.2001 tot comptabiliteit regeling van de rechtspositie van het personeel van de B.S.,01.12.2005 – 205685 politiediensten. - 31.08.2005 KB wijz. KB 30.03.2001 20.10.2005 BBHR wijz. art. 10, 14, 19, 21, 23 en 44 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van van het KB 02.08.1990 houdende het algemeen de politiediensten B.S.,03.11.2005 – 205040, 205044 reglement op de gemeentelijke comptabiliteit B.S.,06.12.2005 – 205754 03.11.2005 Beslissing betr. art. VI.I.7, 8°, RPPol. Lijst 03.12.2005 KB wijz. KB 23.12.2002 tot toekenning van recurrente gebeurtenissen die een afwijking van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra noodzaken 205048 voor maatschappelijk welzijn van sommige steden en B.S.,03.11.2005 – gemeenten voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling 27.10.2005 Omz. Wijziging aan de B.S.,09.12.2005 – 205866 rijbewijsreglementering: afschaffing van de fiscale zegels ter vereffening van de retributies verschuldigd bij de aanvraag van een rijbewijs, een voorlopig rijbewijs, GEMEENTEBEHEER een leervergunning en een internationaal rijbewijs en de 20.10.2005 KB met betrekking tot de oprichting en de invoering van nieuwe betalingsmodaliteiten organisatie van een Belgische markt voor de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer 205134 uitwisseling van energieblokken B.S.,26.10.2005 – 204946 19.09.2005 Wet tot regeling van een aangelegenheid als 22.09.2005 BBHR dat erop gericht is de uitvoering van bedoeld in art. 78 van de Grondwet [meergemeentezones - onroerende goederen] samenwerking tussen de gemeenten te steunen B.S.,08.11.2005 – 205129 B.S.,22.11.2005 – 205413 30.09.2005 KB tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betr. de politie over het wegverkeer. - 30.09.2005 KB wijz. KB 22.12.2003 betr. de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betr. de PERSONEEL politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten 205179, 205182 14.10.2005 KB wijz. KB 15.07.2005 wijz. sommige B.S.,09.11.2005 – bepalingen inzake loopbaanonderbreking Arbitragehof - Arrest nr. 151/2005 van 05.10.2005 B.S.,24.10.2005 – 204857 De prejudiciële vraag betreffende de wet 07.02.2003 30.09.2005 KB wijz. KB 24.02.2005 houdende diverse houdende verschillende bepalingen inzake bepalingen ter bestrijding van de ernstige verkeersveiligheid 204514 arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de B.S.,16.11.2005 – arbeidsongevallenaangiften 30.09.2005 KB tot aanwijzing van de overtredingen B.S.,25.10.2005 – 204904 per graad van de algemene reglementen genomen ter 14.10.2005 KB betr. het bijhouden van een uitvoering van de wet betr. de politie over het aanwezigheidsregister in bepaalde bedrijfstakken en wegverkeer. - 30.09.2005 KB wijz. KB 22.12.2003 houdende wijz. KB 05.11.2002 tot invoering van een betr. de inning en de consignatie van een som bij de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met vaststelling van de overtredingen van de wet betr. de toepassing van art. 38 van de wet 26.07.1996 tot politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring B.S.,09.11.2005, B.S.,21.11.2005,err. – van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels 205179, 205182 en van het KB 28.11.1969 tot uitvoering van de wet 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet 18.11.2005 KB tot regeling van de 28.12.1944 betr.de maatschappelijke zekerheid der toekenningsmodaliteiten van een financiële arbeiders tussenkomst voor 2005 ten laste van het 'Fonds ter B.S.,04.11.2005 – 205061 financiering van sommige uitgaven die verbonden zijn
10.11.2005 Omz. OOP 30ter waarbij uitleg verschaft wordt bij de wijziging van art. 119bis NGW krachtens de wet 20.07.2005 houdende diverse bepalingen B.S.,24.11.2005 – 205253
volg r e V met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel' aan de Brusselse politiezones om er de installatie van het ASTRIDsysteem te ondersteunen. - 18.11.2005 KB tot regeling van de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2005 ten laste van het 'Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel' aan de Brusselse politiezones om er de installatie van het ASTRIDsysteem te ondersteunen. - 18.11.2005 KB tot toekenning van een financiële hulp teneinde de last verbonden aan de organisatie van de Europese Toppen te dekken en meer in het bijzonder de gepresteerde uren in het kader van deze toppen. - 18.11.2005 KB houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2004 ten laste van het 'Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese toppen te Brussel' aan de Brusselse politiezones voor de aanmoediging van de rekrutering en van de fidelisering van het aanwezige personeel. - 18.11.2005 KB tot toekenning van een financiële tussenkomst aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken B.S.,02.12.2005 – 191517, 191517, 191531, 193277, 197034 22.11.2005 KB houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2005 ten laste van het 'Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel' aan de Brusselse politiezones om de taalverwerving door hun personeel aan te moedigen. - 22.11.2005 KB houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2005 ten laste van het 'Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel' aan de Brusselse politiezones om er de bevordering van de hulpagenten van politie naar het basiskader door aan te moedigen B.S.,02.12.2005 – 191520, 191522 31.10.2005 KB wijz. KB 22.10.2003 betr. de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten B.S.,28.11.2005 – 205552
STEDENBOUW / LEEFOMGEVING 02.12.2004 Bekrachtiging door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van het ontwerp van ordonnantie tot geldigverklaring van het besluit 12.09.2002 houdende het gewestelijk ontwikkelingsplan B.S.,28.10.2005 – 205003 14.07.2005 BBHR wijz. BBHR 10.06.1993 betr. de erkenning van de ontwerpers van bijzondere bestemmingsplannen B.S.,27.07.2005, [B.S.,23.11.2005] = idem – 202910
Nieuwsbrief 2005/06
15
AAN HET WOORD
INFORUM, DE GEGEVENSBANK VOOR DE MEERWAARDEZOEKER Inforum werd in 1990 opgericht door de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten en het toenmalige Gemeentekrediet. Het is een database met juridische en administratieve gegevens waarin een waaier aan teksten geraadpleegd kunnen worden die op de lokale besturen van toepassing zijn. Zo stelt Inforum de lokale besturen allerlei wetten, decreten, ordonnanties, besluiten, omzendbrieven, vragen en antwoorden ter beschikking, alsook rechtspraak en rechtsleer. De gegevensbank wordt permanent bijgewerkt en wil het platform bij uitstek zijn voor juridische informatie, dat alles in het werk stelt om de besturen een krachtig, gebruiksvriendelijk en volledig hulpmiddel te bieden. Toelichting door zaakvoerster Anne-Marie Vastesaeger.
Welke diensten biedt Inforum?
Roadshows? Dat is de benaming van de ontmoetingen met de gebruikers.
En wat komt daaruit voort? Anne-Marie Vastesaeger, zaakvoerster van Inforum
Inforum is ontstaan uit de documentatiedienst van de Vereniging van Steden en Gemeenten. Van meet af aan was het doel juridische informatie te ordenen om ze op een gebruiksvriendelijke en objectieve manier aan de lokale besturen aan te bieden. De middelen en dragers zijn inmiddels veranderd, maar het doel niet. We zijn in 1990 van start gegaan en één jaar later beschikten we reeds over een gegevensbank voor gemeente en OCMW. Alle materies die de administraties aanbelangen, kwamen erin aan bod, ook politie. Het grote verschil met toen is dat het aantal materies waarmee gemeenten, OCMW's en politiezones geconfronteerd worden, blijft toenemen. Inforum volgt die evolutie uiteraard.
Wat benadrukt u om de gemeenten te winnen voor het concept van Inforum? Dat is eenvoudig: wij werken voor de gemeenten. In onze analyse van de binnenkomende informatie houden wij een lokale kijk. Voorbeeld: het decreet op de RTBF, waarvan een artikel de compatibiliteit behandelt tussen de functie van burgemeester, OCMW-voorzitter en -mandataris in de raad van bestuur. Enkel dat artikel kan interessant zijn voor de gemeenten: daarom hebben wij het benadrukt. Wij zijn één van de weinige Belgische - en misschien Europese - gegevensbanken die echt naar de gebruiker gericht is en niet naar de bron. Voor een instelling is het vrij gemakkelijk om haar eigen productie op een website te plaatsen: dat is niet meer dan vrij duidelijke interne processen op internet plaatsen. Maar wij trachten ons in de plaats van de gebruikers te stellen. Die moet overal informatie zoeken en wij proberen hen het leven te vereenvoudigen. Bovendien organiseren wij ongeveer om de twee jaar roadshows om op hun vragen te kunnen antwoorden.
16
Nieuwsbrief 2005/06
Heel concreet: een lange lijst suggesties. Het is een gelegenheid voor ons om te tonen wat we doen, maar het is vooral een gesprek met de gebruikers over hun verwachtingen, hun reacties op wat wij doen en suggesties. Het is het moment om hun te tonen hoe wij rekening houden met hun ideeën. We nemen ook de tijd om naar nieuwe voorstellen te luisteren. Dat gaat van zeer praktische zaken tot veel ruimere thema's. Zo kunnen wij evolueren en onze methodes toelichten. Er zijn enorm veel materies die behandeld moeten worden, en ze moeten toegankelijk blijven. Nemen we het voorbeeld van een website: als u te veel klikt, wordt het saai. Er zit een techniek achter, waarvoor niet alle gemeentebeambten noodzakelijk gevoelig zijn. Dan wordt het zeer interessant het technisch aspect en de inhoud te vergelijken. Zo kan men een debat aangaan om nieuwe oplossingen te vinden. Uiteraard hebben wij dat overleg ook intern gedaan, maar op het terrein is het nog altijd beter. Tijdens die ontmoetingen kunnen de klanten ook hun methodes bespreken en uitwisselen. Dat zorgt voor een andere dimensie: de creativiteit van de groep wordt gestimuleerd.
Wat doet u vervolgens met de opmerkingen uit de roadshows? We maken een lijst op met prioriteiten, waarin verschillende criteria aan bod komen: de frequentie van de opmerkingen, de haalbaarheid en de praktische aspecten. Ten opzichte van het verleden gaan we veel sneller om over die veranderingen te communiceren. Omdat wij vroeger de logica van de roadshows volgden, wachtten wij op een nieuwe vergadering om vernieuwingen aan te kondigen. Maar wij hebben vastgesteld dat de mensen die vergaderingen soms moeilijk in hun agenda konden inpassen. Daarom hebben we beslist er minder te organiseren en hebben we een andere manier gezocht worden om de resultaten bekend te maken.
volg r e V
AAN HET WOORD
Hebt u voorbeelden van opmerkingen waarop u niet kon ingaan?
Is er evolutie merkbaar sinds het beginproject?
Alles is een kwestie van arbitrage. Wij zijn Belgen en dus steeds op zoek naar compromissen. Een voorbeeld van de debatten tijdens die vergaderingen is of het beter is een beetje informatie te hebben over alle onderwerpen in de themadossiers of stelselmatig dossier per dossier een analyse te doen. Het was onmogelijk om tijdens die gesprekken beslissingen te nemen: de meningen te doen werken. Wat we dus doen, is dossiers maken om de actualiteit van alle onderwerpen te dekken, maar ze ook op de achtergrond blijven volgen. Dat noem ik een Belgisch, maar een heel pragmatisch compromis dat ook beantwoordt aan verschillende regels van de documentatie. Zoals deze: 20 % van de documenten wordt 80 % van de tijd gevraagd. Daarom streven we naar een zeer praktische aanpak van de informatie, om zo veel mogelijk personen tevreden te stellen. Er zijn echter materies waar we niet op kunnen ingaan, maar daarom gaan we die niet uit de weg. Mensen die in een kleine mail alles over alles te weten willen komen, moeten beseffen dat zoiets jammer genoeg onmogelijk is.
We hebben verschillende evoluties meegemaakt. Een eerste is technisch: we zijn overgeschakeld van Videotex naar internet. Op termijn willen we ook overschakelen van HTML naar XML. Sinds het begin zijn we vier keer van interface veranderd, maar ik denk niet dat dit de meest opvallende evoluties zijn. De voornaamste evolutie is inhoudelijk. De eerste evolutie is ons van buitenaf opgelegd: de materies van gemeenten, OCMW's en politiezones breiden permanent uit. En wij moeten die trend volgen.
In welke historische context werd Inforum opgericht? We zijn ermee begonnen omdat de Vereniging van Steden en Gemeenten met te veel informatie overstelpt werd. We beschikten over een oud fichesysteem, maar dat kon de vraag niet volgen. Alle binnenkomende informatie moest gesorteerd worden, wat niet evident was. Op dat moment hield het toenmalige Gemeentekrediet zijn eerste elektronische dienst boven de doopvont: Videotex. Wij hebben toen een enquête gedaan om zicht te krijgen op wat de lokale besturen interesseert, naast financiële gegevens. Het enige antwoord dat we kregen, was: de documentatie van de Vereniging van Steden en Gemeenten. Daarom is de Vereniging met het Gemeentekrediet rond de tafel gaan zitten en werd er beslist samen de dienst Inforum op te richten. Het doel was ervoor te zorgen dat de gebruikers op een gebruiksvriendelijke manier, van thuis uit, de documentatie van de Vereniging van Steden en Gemeenten konden raadplegen. Wij waren dus één van de pioniers van Videotex. Het aantal technische middelen is later uitgebreid, met internet op kop. Wij hebben ons aangepast en we gaan zelfs verder: wij proberen de evolutie op de voet te volgen, met de middelen waarover wij kunnen beschikken. De kwaliteit van Inforum is dat het een gegevensbank is die juridische informatie verzamelt, maar gericht is naar een welbepaalde groep gebruikers. Alles wat we doen, is voor onze gebruikers. In tegenstelling tot de meeste juridische gegevensbanken die meestal naar de bron gericht zijn, bundelen wij alle bronnen in één geheel.
In het begin hadden wij een beschrijving van ieder document, de relaties tussen verschillende documenten en een samenvatting van ieder document. Met de komst van internet konden wij bij ieder document een beeld aanbieden. Als men bij voorbeeld bij een koninklijk besluit terechtkomt, kan men erop klikken om de volledige tekst te zien. Een andere evolutie is de "essentie": een vulgariserende uitleg van het juridische jargon. Aangezien er steeds meer informatie binnenkomt en er steeds sneller gewerkt moet worden, trachten wij de cliënt te helpen in de analyse. We gebruiken ze in de mails die we naar onze gebruikers sturen, waardoor zij zeer snel een overzicht van de nieuwigheden krijgen. Dat werd benadrukt met de nieuwe versie van onze website, aangezien de volgorde van de informatie gewijzigd werd zodat de essentie op de eerste plaats komt.
Is er nog iets anders aan te stippen? Wat de presentatie betreft, is de aanleg van dossiers een andere evolutie van onze dienst. Ook om zo snel mogelijk te werk te gaan, bereiden wij het werk van de gebruiker voor. Daarom zijn themadossiers belangrijk voor onze klanten. De nieuwe uitgave van de website biedt een versie "gemeente", een versie "OCMW" en een versie "politiezone", waardoor men rechtstreeks toegang krijgt tot relevante gegevens. In het begin van Inforum analyseerden we enkel papier. Nu bekijken we alles, op alle mogelijke dragers, ook internet. Wij zullen ons blijven aanpassen. We gaan ook onze dossiers blijven stofferen, ook al is dat echt titanenwerk.
Met zijn hoevelen werken jullie bij Inforum? Momenteel zijn we met vijftien. We zijn met z'n vijven begonnen en bovendien deden we toen ook de traditionele documentatiedienst. Nu heeft iedere Vereniging haar eigen documentatiedienst, maar wij bewaren de archieven uit de tijd
Nieuwsbrief 2005/06
17
AAN HET WOORD
van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten. En we werken samen met de bibliotheken van de verschillende Vereniging: wij analyseren het Staatsblad voor hen, wij beheren de nationale decimale classificatie, …
Wie doet wat? Het productiewerk is heel omvangrijk: acht personen zoeken en verwerken de documenten om ze in de gegevensbank op te nemen. Echt monnikenwerk. Zij zitten de hele dag voor een computerscherm en zorgen voor de inhoud: te beginnen bij het Staatsblad, wat steeds prioritair is. Zo kunnen we van 's morgens vroeg de artikels verwerken: samenvatten, links leggen, trefwoorden zoeken, … 's Middags vertrekken dan de mails naar onze gebruikers, met de inhoud van het Staatsblad van die dag. Zo controleren wij ook de verschijning, want sinds het Staatsblad enkel op internet te vinden is, zijn de uren waarop het verschijnt nogal … folkloristisch. Het team doet ook ander werk: dossiers samenstellen, nagaan of de informatie in de gegevensbank nog relevant is, nuttige links leggen, …
olg v r Ve
Wij streven naar een prospectieve aanpak, ondermeer wat de presentatie van documenten betreft. Daarbuiten is er een administratieve en logistieke dienst: hun taken gaan van de aankopen tot de boekhouding, via informatica, alsook alle administratieve domeinen. En er is ook onze klantendienst: die houdt zich bezig met de relaties met de gebruikers, wat zowel vorming als helpdesk en communicatie inhoudt.
Meer informatie Anne-Marie Vastesaeger Aarlenstraat 53 bus 4 1040 Brussel Tel.: 02.238.50.70 Fax: 02.231.15.23 E-mail:
[email protected] http://www.inforum.be
VOOR U GELEZEN
Handboek socialezekerheidsrecht De eerste editie van dit handboek van de hand van Jef van Langendonck verscheen in 1988 en het was het eerste handboek over het recht van de sociale zekerheid in België. Nu bestaat er veel meer aandacht voor sociale zekerheid: het vak wordt onderwezen aan alle rechtsfaculteiten en er bestaan verschillende handboeken. Rechtspraak en rechtsleer hebben zich ontwikkeld. Sedert de jaren 80 zijn er heel wat wetten bij gekomen en ook internationaal neemt sociale zekerheid een plaats in, niet in het minst in de rechtszaken bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. De materie is zeer omvangrijk geworden, met vele detailregimes en uitzonderingen. Vandaar ook dat er nu meerdere auteurs aan dit boek meewerkten, met als belangrijkste coauteur Johan Put. Dit handboek schetst de structuur van de sociale zekerheid in België, met aandacht voor de eigenheden van elke sector. De auteurs haalden daarbij steeds de historische achtergrond van de regels aan. Sommige zijn niet te
18
Nieuwsbrief 2005/06
begrijpen zonder referentie naar hun achtergrond. De auteurs verkozen de zin en het waarom van de regelingen boven de gedetailleerde beschrijving. De auteurs hebben de materie in verschillende stukken opgedeeld. Om een idee te geven: de enige algemene problematiek over het concept, de historiek en de band van de sociale zekerheid en de administratieve omgeving neemt meer dan 180 bladzijden in beslag. Vervolgens wordt er een onderscheid gemaakt tussen de vragen inzake sociale zekerheid die de werkgevers zich kunnen stellen met die van de zelfstandigen. Vervolgens wordt ingegaan op de sociale bescherming van het overheidspersoneel: de financiering, ziekte en arbeidsongevallen, ziekteverzekering en werkloosheid en tot slot het pensioen. Het laatste deel van de studie buigt zich over de sociale bijstand, waar twee hoofdstukken de situatie van de gehandicapten en het leefloon analyseren.
VOOR U GELEZEN
volg r e V
Voor iedereen die met sociaal recht in aanraking komt, is dit boek een aanrader. Er wordt uitgelegd wat socialezekerheidsrecht is, hoe de reglementering bij ons tot stand kwam en op welke wijze het gestructureerd is in ons land. Niet alleen komen klassiek de werknemers en de zelfstandigen aan bod, maar ook de sociale bescherming van
het overheidspersoneel wordt besproken. Een bijzonder overzichtelijk boek over een zeer complexe materie.
Droit des technologies de l’information
persoonlijke levenssfeer" in artikel 22 van de Grondwet. Diezelfde wet – die van toepassing is op gemeente en OCMW – kent een centrale rol toe aan de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de sectorale comités bij het toezicht op de naleving van de wetsteksten.
Dit boek bundelt zowel de nationale als de internationale regelgeving met betrekking tot de informatica- en communicatiesystemen en is bijgewerkt tot 1 januari 2004. Door de alomtegenwoordigheid van de ICT in het dagelijks leven (administratie, bedrijfsleven, gezondheidszorg, …) zijn alle disciplines van het recht (sociaal, fiscaal, strafrecht, …) erbij betrokken. Door de evolutie van de technologieën moet de overheid bovendien interveniëren in het respect voor het privé-leven en de creatie van nieuwe rechtsmiddelen, waaronder de regelgeving op gegevensbanken in de administratie. Die verschillende overwegingen hebben de auteurs – de heer Henrotte, advocaat en directeur van het tijdschrift Revue du Droit des Technologies et de l'Information, en de heer Poullet, gewoon hoogleraar aan de rechtsfaculteit van Namen en Luik en directeur van het Centre de recherches informatiques et droit – ertoe aangezet alle juridische teksten in een thematisch gestructureerd overzicht te bundelen: elektronische handel, privé-leven, e-government, strafrecht en informatica-criminaliteit, recht op intellectueel eigendom, sociaal recht, gezondheid en fiscaal recht. Slechts een fractie van alle gerecenseerde juridische teksten belangt rechtstreeks de lokale besturen, zoals OCMW's en gemeenten, aan: het gaat hier voornamelijk om de bijdragen over thema's zoals de private levenssfeer, e-government en ook sociaal recht. Wat de private levenssfeer betreft, stellen wij vast dat de Europese regelgeving een impuls gegeven heeft, zoals met de Conventie van Straatsburg van 28 januari 1981 voor de bescherming van de personen ten opzichte van de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Op nationaal niveau preciseert de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens wat er verstaan wordt onder "het recht op de bescherming van de
Jef Van Langendonck & Johan Put, "Handboek socialezekerheidsrecht" – Intersentia, 2002 – 878 blz. ISBN 90-5095-181-3 – www.intersentia.be
Inzake e-government vinden wij er ondermeer de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van eenk van de sociale zekerheid (van toepassing voor de OCMW's) en de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen (van belang voor de gemeenten). Deze teksten richten de spots op hun voornaamste doelstellingen, zoals de vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie tussen administraties, de vereenvoudiging van bepaalde administratieve stappen van de burgers, alsook de beperking van de administratieve lasten en kosten. Bovendien wordt de aandacht gevestigd op de fundamentele rol van de sectorale comités voor de uitbouw van e-government. Wij stippen echter aan dat het KB van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid er niet in opgenomen is. Tot slot vinden wij in deze publicatie ook enerzijds teksten aangaande de identiteitskaarten, het elektronisch stemmen, de administratieve vereenvoudiging en anderzijds de definitie van e-government door het observatorium van de rechten van internet en tevens de referentieteksten waarop richtlijnen binnen de administratie berusten voor het personeel dat elektronische communicatiemiddelen gebruikt. Henrotte J.-F. & Poullet Y., coll. Pirlot de Corbion S., "Droit des technologies de l’information: Normes belges, européennes, internationales et autres textes" – De Boeck & Larcier, coll. Codes Larcier thématiques – 2004 – 701 blz. – ISBN 2-8044-1240-7
Nieuwsbrief 2005/06
19
2006
De Raad van Bestuur van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en
Nieuwsbrief
Marc Thoulen Jean-Marc Rombeaux Vincent Ramelot
Hildegard Schmidt Michel De Greef
Erik Caelen
Fanny Gadisseur
Noëlle Voets Liesbeth Vankelecom
Marie Wastchenko Ariane Godeau
Philippe Delvaux Juliette Lenders
Barbara Decupere Céline Lecocq Jean-Michel Reniers Latifa Hazim
Marina Muller
www.vsgb.be Algemeen tel. : 02 238 51 40 Andere nummers : www.vsgb.be > Vereniging > Het team Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias
Alain Veys Chantal Matthys Vincent Libert
Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Fax 02/ 280.60.90
[email protected] Redactie :
[email protected]
Christian Lejour Françoise Lambotte
Nr 2005/6 31 december 2005 Directie Marc Thoulen Coördinatie Philippe Delvaux Redactie Marc Cools, Philippe Delvaux, Céline Lecocq, Christian Lejour, Hildegard Schmidt, Etienne Schoonbroodt, Marc Thoulen Vertaling Liesbeth Vankelecom, Karen Foelen Secretariaat Michel De Greef, Céline Lecocq, Alain Veys Nieuwsbrief wordt gedrukt op 50 % gerecycleerd papier wensen u een voorspoedig 2006