Rapport Datum
12 mei 2006
Thema-actie rolstoelvervoer 2005 Bijlage bij evaluatie
Datum
Pagina
12 mei 2006
2
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
1.1 Leeswijzer
5
2
6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
3
Communicatie Handhavingcommunicatie Doelstelling Communicatie. Doelstelling thema-actie 2005: Samenwerking Bijdrage aan thema-actie KBOH Bijdrage aan thema-actie Stichting Vast = Beter. Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid Communicatie en informatie door Inspectie Verkeer en Waterstaat
Marktanalyse /verkenning
6 6 6 7 7 8 8 9
10
3.1 Statistieken 3.2 Schatting
10 10
4
11
Doelstelling thema-actie rolstoelvervoer
4.1 Bevorderen veilig vervoer
11
5
12
Regels in vervoer met rolstoelinzittenden
5.1 Wetgeving 5.2 Code VVR
12 12
6
14
Opzet en uitvoering actie
6.1 Aanleiding actie 6.2 Actieperiode 6.3 Controle-items 6.3.1 Weginspecties 6.3.2 Bedrijfsinspecties 6.4 Bureau Verkeersondersteuning Openbaar Ministerie
14 14 15 15 16 16
7
17
Resultaten
7.1 Aantal gecontroleerde voertuigen en rolstoelen. 7.1.1 Met overtreding 7.1.2 Onjuist gebruik gordel 7.1.3 Onjuist gebruik bevestiging 7.1.4 Bevestigingsystemen 7.2 Hulpmiddelen 7.3 Veiligheidsaspecten 7.4 Training chauffeurs
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
17 17 17 17 18 18 19 19
Datum
Pagina
12 mei 2006
3
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
8
Conclusies thema-actie rolstoelvervoer
21
8.1 Bevindingen Inspectie 8.2 Bevindingen in relatie tot thema-actie 2004 8.2.1 Vergelijking actie 2004 en 2005 in percentages 8.2.2 Wetgeving 8.3 Overige bevindingen uit thema-actie 2005 8.3.1 Tijdsdruk chauffeur 8.3.2 Veiligheidsgevoel rolstoelinzittenden 8.3.3 Gebruik bevestigingsystemen 8.3.4 Losliggende voorwerpen 8.3.5 Geen hoofdsteunen
21 21 21 22 22 22 22 23 23 23
9
24
Vervolgactiviteiten voor 2006
9.1 Genereren betrouwbaar beeld 9.2 Samenwerking verbeteren 9.3 Knelpunten en aanbevelingen
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
24 24 25
Datum
Pagina
12 mei 2006
4
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
1 Inleiding Al een aantal jaren wordt er aandacht gevraagd voor het veilig vervoeren van rolstoelgebruikers. Door belanghebbende organisaties, CG-raad en RPCP is er voor gezorgd dat er onderzoek is gedaan naar het rolstoelvervoer nadat ook regelmatig kamervragen waren gesteld door verschillende politieke partijen. Recentelijk (8 februari 2006) heeft er een zwaar ongeval plaatsgevonden met een rolstoelbusje. De bestuurder van de taxibus verleende geen voorrang aan de bestuurder van een personenauto, welke voorrang had op een 80 kilometerweg. De bestuurder van de personenauto kon de taxibus niet meer ontwijken en ramde de taxibus met hoge snelheid. Van de 3 passagiers zijn twee rolstoelgebruikers aan hun verwondingen overleden. Dit ongeval geeft nogmaals aan dat de rolstoelgebruiker een zeer kwetsbare groep is en sterk afhankelijk van derden. In Nederland maken naar schatting ruim 119.000 mensen gebruik van een rolstoel vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten (zogenaamd WVG-vervoer). Daar bij opgeteld het gebruik van rolstoelen in bejaarden - en verpleegtehuizen wordt het totale rolstoelgebruik geschat op 150.000 mensen. Voor het vervoer over grotere afstanden maken zij gebruik van voor rolstoelgebruikers aangepaste taxibusjes. De veiligheid van rolstoelinzittenden in taxi's blijkt uit een TNO rapport van 2003 niet altijd voldoende gewaarborgd te zijn. Rondom het vervoer van rolstoelinzittenden gelden een aantal wettelijke regels, zoals Wegenverkeerswet en Wet personenvervoer 2000. Daarnaast zijn er afspraken vastgelegd in een convenant; de Code Veilig Vervoer Rolstoelinzittenden (VVR). Vanuit doel en missie van de Inspectie Verkeer en Waterstaat pakt de Inspectie haar verantwoordelijkheid op om deze vorm van vervoer veiliger te maken. Het doel en de missie van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (nader te noemen Inspectie) is het bevorderen van de veiligheid van het transport op de weg, in de scheepvaart, in de lucht en op het spoor. Hiermee draagt de inspectie bij aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Uit een onderzoek van TNO in 2003 waarbij meldingen uit de praktijk werden geïnventariseerd, bleek dat de aandacht van de jaren daarvoor niet heeft geleid tot het in alle gevallen veilig vervoeren van rolstoelinzittenden. Volgens dit rapport zijn een aantal oorzaken aan te wijzen: 1. Chauffeurs zijn in een aantal gevallen onvoldoende opgeleid, waardoor enerzijds de rijstijl niet wordt aangepast aan de inzittende en anderzijds de verschillende beschikbare beveiligingssystemen niet optimaal gebruikt
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
5
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
2. 3. 4. 5.
worden. In veel gevallen wordt, hoewel dat wettelijk is vereist, door en/of voor de inzittende geen gordel gebruikt. Er wordt nog in onvoldoende mate bij het vervoer gebruik gemaakt van, volgens ISO normen, goedgekeurde vastzetsystemen en vervoerbare rolstoelen. Bij de inrichting van de bus ontbreken in een aantal gevallen voldoende en noodzakelijke beveiligingsmiddelen. De rolstoelinzittende is geen opdrachtgever en kan zelf geen keuze maken uit verschillende aanbieders van vervoer. Er is geen sprake van marktwerking waardoor een veiliger situatie zou kunnen ontstaan. De opdrachtgever, instelling of gemeente is onvoldoende betrokken bij de juiste uitvoering van het vervoer. Na de aanbesteding vragen andere zaken de aandacht, waardoor de controle op naleving van de in het contract gestelde eisen te wensen overlaat. Hoewel er in een aantal gevallen sprake is van een klachtenprocedure, leiden klachten zelden tot het openbreken van het contract en het kiezen van een andere vervoerder.
In het jaarplan 2004 heeft de inspectie ruimte gemaakt voor het inplannen van een thema-actie rolstoelvervoer. Deze thema-actie heeft grote gebreken in het rolstoelvervoer zichtbaar gemaakt. Gebleken is dat wet – en regelgeving niet wordt nageleefd. Onder andere bleek uit deze actie dat meer dan 90% van alle gecontroleerde rolstoelvervoerders geen externe gordel om had. In het laatste kwartaal 2005 is er een grote landelijke thema-actie gehouden op het rolstoelvervoer. De naleving van wet- en regelgeving en andere bepalingen in het rolstoelvervoer zijn gedurende deze actie gemeten. Door vergelijkingen met de actie 2004 is nagegaan welke resultaten de Inspectie heeft geboekt met de gekozen interventiewijze.
1.1 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de communicatie als belangrijk handhavinginstrument beschreven. Door intensief in te zetten op communicatie is het de bedoeling de naleving van wet- en regelgeving en andere belangrijke veiligheidsaspecten te verbeteren. In hoofdstuk 3 wordt een marktschets gegeven van het rolstoelvervoer in Nederland. In hoofdstuk 4 wordt de doelstelling van de thema-actie 2005 beschreven en de definiëring van begrippen, terwijl hoofdstuk 5 ingaat op de opzet en daadwerkelijke uitvoering van de thema-actie. In hoofdstuk 6 worden de resultaten van de thema-actie gepresenteerd. In hoofdstuk 7 en 8 staan conclusies en aanbevelingen beschreven.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
6
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
2 Communicatie 2.1 Handhavingcommunicatie Bij de thema-actie ‘rolstoelvervoer’ is handhavingcommunicatie toegepast. Een vorm van communicatie die tot doel heeft dat de perceptie van de doelgroep zodanig wordt beïnvloed en geactiveerd dat de naleving van regels verbetert. Tijdens deze actie op het rolstoelvervoer is er voor gekozen een combinatie te maken van handhavingcommunicatie en weginspecties. Om de druk te verhogen zijn de controles aangekondigd. In de aanloop van de thema-actie is actief contact geweest met de belangenorganisaties in het rolstoelvervoer.
2.2 Doelstelling Communicatie. Verbetering van de naleving door intensieve communicatie over de thema-actie, wet- en regelgeving, de doelstelling van de actie en de sanctiemogelijkheden van de Inspectie was de hoofddoelstelling van de intensieve communicatiecampagne. Boodschap voor, tijdens en na de actie is; “De Inspectie Verkeer en Waterstaat controleert streng op vervoer van rolstoelgebruikers en treedt hard op tegen vervoerders die niet voldoen aan veiligheidseisen. De Inspectie verscherpt het toezicht op dit vervoer. Controles worden uitgevoerd door het hele land op diverse tijdstippen.” Belangrijke conclusies uit de nulmeting/thema-actie 2004; • Meer dan 90% van de rolstoelinzittenden gebruikt geen verplichte autogordel. • Bij 8% van de gecontroleerde voertuigen is de rolstoel niet goed bevestigd.
2.3 Doelstelling thema-actie 2005: •
75% van de rolstoelgebruikers moet bekend zijn met het nut en de noodzaak van het gebruik van autogordels, weten hoe ze autogordels moeten gebruiken en gebruiken ze ook daadwerkelijk.
•
Voor chauffeurs en begeleiders geldt dezelfde doelstelling. Zij dienen de werkzaamheden zodanig te verrichten dat ook de condities voor eigen gezondheid en welzijn optimaal zijn.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
7
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Uit de uitkomst van de inspecties 2005 blijkt dat van de gecontroleerde rolstoelbusjes 25,5% nog steeds niet de vereiste gordel gebruikt. Een nalevingpercentage van 74,5% valt bijna samen met de doelstelling. Ten aanzien van de vereiste vastzetmiddelen werd in 3% van de gevallen een tekortkoming geconstateerd.
2.4 Samenwerking Om te komen tot de bovengenoemde doelstelling is samenwerking gezocht met belangenorganisaties, de Stichting Kwaliteits- en Bruikbaarheidsonderzoek van Hulpmiddelen voor gehandicapten en ouderen (KBOH); Stichting Vast=Beter en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stichting KBOH KBOH is het onafhankelijke kennis- en informatiecentrum op het gebied van hulpmiddelen en bijbehorende diensten voor gehandicapten en ouderen. KBOH is een stichting. Zij voert projecten uit namens verschillende ministeries. Daarnaast voert KBOH veel projecten uit namens derden. KBOH is ook actief binnen het NEN (Nederlands Normalisatie Instituut) en in diverse Europese normalisatiecommissies. De verbetering van de kwaliteit van het leven van mensen die gebruik maken van een hulpmiddel, staat voor KBOH voorop. De gebruikskwaliteit van het hulpmiddel moet uitstekend zijn en de gebruiksituatie moet veilig zijn. Door het goed informeren van gebruikers, verstrekkers (gemeenten of zorgverzekeraars bijvoorbeeld) en fabrikanten van hulpmiddelen streeft KBOH naar volwaardige maatschappelijk participatie voor iedereen. KBOH heeft tot doel het ontsluiten van gebruikersinformatie over hulpmiddelen. KBOH doet dit onder andere door publicaties uit te geven. Waar mogelijk worden deze gratis, of tegen een lage prijs, aangeboden.
2.5 Bijdrage aan thema-actie KBOH De werkzaamheden van KBOH zijn afhankelijk van overheidsubsidie. De toegewezen financiën bieden onvoldoende ruimte voor een bijdrage anders dan participeren in overleg en het beschikbaar stellen van de al voorhanden zijnde informatiemiddelen (brochures en internet). KBOH beschikt over een uitgebreide internetsite waar veel informatie te vinden is over het onderwerp ’veilig rolstoelvervoer’.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
8
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Brochures zijn beschikbaar over de Code VVR en daaraan gerelateerde onderwerpen; • • •
veilig Vervoer Rolstoelinzittenden. Hoe zit dat? Handreiking en checklist veilig vervoer rolstoelinzittenden voor taxichauffeurs. Handreiking en checklist veilig vervoer rolstoelinzittenden voor begeleiders.
2.6 Bijdrage aan thema-actie Stichting Vast = Beter. De stichting Vast = Beter heeft gedurende de thema-actie veel aanvragen gekregen voor informatiebijeenkomsten en demonstraties. Medewerkers van de Stichting hebben actief bijgedragen aan de verspreiding van de flyers en posters. De stichting ziet het als haar missie om verbeteringen te bewerkstelligen die daadwerkelijk leiden tot een algemeen toegepaste veilige wijze van vervoer van rolstoelgebruikers. Zij gebruikt de Code VVR daarbij als leidraad. Medewerkers van de Stichting hebben ruime ervaring bij het vervoer van rolstoelgebruikers en kennis van beschikbare en veilige middelen. Op vrijwilligersbasis biedt de stichting deze (ervaring)deskundigheid middels opleidingen, advies en demonstratie aan o.a.: • Gemeenten / provincies (opdrachtgevers) • Taxiondernemingen en chauffeurs • Vrijwillige chauffeurs • Rolstoelgebruikers. De Stichting beschikt over een demonstratiebus die is ingericht naar de nieuwste inzichten op het gebied van veilig vervoer van rolstoelgebruikers. In 2005 werd al eerder samengewerkt met de Stichting. Tijdens een in april gehouden symposium over het onderwerp ‘veilig vervoer van rolstoelgebruikers’ en in juni bij een muziekfestival voor gehandicapten in Arcen. Hier werd een gerichte controleactie gehouden.
2.7 Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid In samenwerking met Sociaal Fonds Taxi, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Koninklijk Nederlands Vervoer Taxi, FNV Bondgenoten en CNV Bedrijvenbond hebben een arboconvenant afgesloten om het ziekteverzuim in de beroepsgroep taxichauffeurs terug te dringen. In totaal wordt maximaal 1,3 miljoen euro in het convenant geïnvesteerd. In de branche werken ongeveer 44.000 mensen.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
9
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Het merendeel van de chauffeurs vervoert specifieke groepen, zoals schoolkinderen, gehandicapten en ouderen. Deelnemers in dit netwerk zijn door SZW geïnformeerd over de thema-actie van de Inspectie.
2.8 Communicatie en informatie door Inspectie Verkeer en Waterstaat De inspectie heeft middels een persbericht de thema-actie aangekondigd aan ANP/GPD en vakbladen. Daarnaast zijn de regionale omroepen en kranten direct benaderd en uitgenodigd bij controleacties aanwezig te zijn. De pers heeft uitgebreid verslag gedaan over de thema-actie. Inspecteurs hebben tijdens de controles en bij bedrijfsbezoeken tekst en uitleg gegeven. In samenwerking met KBOH en Vast=Beter is een flyer ontwikkeld met aandacht voor het onderwerp ‘veilig rolstoelvervoer’. Daarnaast is een actieposter ontwikkeld. De flyer en de poster zijn breed verspreid naar alle ziekenhuizen en verzorgingscentra in Nederland. Bovendien werd de poster op de dienstauto’s van de Inspectie gevoerd. Tijdens de actie is door inspecteurs aan kinderen een presentje gegeven: ‘goochem, het gordeldier’. Dit sluit aan bij de autogordelactie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat breed.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
10
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
3 Marktanalyse /verkenning 3.1 Statistieken Het aantal vervoerbewegingen met rolstoelinzittenden is helaas niet volledig in omvang in beeld gebracht door onderzoeksbureaus. Een deel van dit domein wordt bedrijfsmatig uitgevoerd en een deel door stichtingen. De cijfers afkomstig van het Koninklijke Nederland vervoer (KNV) worden hieronder gepresenteerd. Aan de hand van dit cijfermateriaal wordt een indicatie gegeven van het aantal vervoerbewegingen in Nederland. Totaal aantal taxivoertuigen Aantal rolstoelbusjes (taxi’s) Bron: KNV 2004
25.500
100%
5.462
21,4 %
Totaal aantal beladen 683 miljoen kilometers Aantal beladen kilometers 174,5 miljoen met rolstoelbusjes (taxi’s) Bron: KNV 2004
100% 25,5%
3.2 Schatting In Nederland maken naar schatting ruim 119.000 mensen gebruik van een rolstoel vanuit de Wet Voorzieningen gehandicapten. Inclusief gebruik van een rolstoel in bejaarden en verpleegtehuizen wordt het totale rolstoelgebruik geschat op 150.000 mensen. TNO heeft een schatting gedaan vanuit de KNV registraties, dat er 3 miljoen ritten met rolstoelinzittenden op jaarbasis worden gereden. Op jaarbasis resulteert dit in gemiddeld 20 ritten per rolstoelgebruiker.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
11
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
4 Doelstelling thema-actie rolstoelvervoer 4.1 Bevorderen veilig vervoer De doelstelling van de thema-actie rolstoelvervoer is de naleving van wet – en regelgeving te verbeteren. Naleving van het gordelgebruik in 2004 was 10% en is voor 2005 gesteld op 75% naleving. De Inspectie bevordert de veiligheid van rolstoelinzittenden tijdens het vervoer door inspecties op de volgende punten; 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Aanwezigheid en het gebruik autogordel; Deugdelijke bevestiging rolstoel in het voertuig; Aanwezigheid kentekenbewijs met bijlagen; (in verband met aantonen juiste inrichting van het voertuig); Geen losliggende voorwerpen in het voertuig te hebben; Voldoen aan de regeling permanente eisen taxi’s; Voldoen aan naleving van het Arbeidstijdenbesluit vervoer; Naleving van de Wet- en het Besluit personenvervoer 2000; Naleving van de Wegenverkeerswet en daaruit voortvloeiende besluiten en regels.
Het is bovendien van belang om het onveiligheidgevoel weg te nemen bij rolstoelgebruikers die zich laten vervoeren. Doordat deze doelgroep een kwetsbare doelgroep is, doordat zij volledig afhankelijk zijn van andere partijen, dienen bovenstaande punten op acceptabel niveau te worden gebracht om daardoor tevens de subjectieve onveiligheid weg te nemen.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
12
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
5 Regels in vervoer met rolstoelinzittenden Rolstoelgebruikers worden veilig vervoerd wanneer gebruik wordt gemaakt van geschikte bevestigingsmiddelen, die met kennis van zaken op een correcte en bewuste wijze worden toegepast, met een goed besef van verantwoordelijkheid voor en door gebruikers, chauffeurs, begeleiders en vervoerders. 1. De Inspectie toetst als toezichthouder de naleving van de wettelijke regels en treedt handhavend op bij het overtreden van kernovertredingen van wet en regelgeving. 2. Naast de wettelijke eisen geldt de Code VVR als leidraad waaraan diverse organisaties, variërend van opdrachtgevers tot uitvoerders, zich hebben geconformeerd. In de Code VVR is beschreven welke voorwaarden bijdragen aan een veilig vervoer van rolstoelgebruikers. De Inspectie kan in deze gevallen geen sanctie opleggen maar kan alleen maar verwijzen naar de Code VVR.
5.1 Wetgeving De actie van de Inspectie was gericht op het vervoer binnen de werkingssfeer van de Wet Personenvervoer 2000. Dit betreft het beroepsmatige vervoer door vergunninghouders taxi – en bus. Vervoer door stichtingen of andere vormen van eigen vervoer vallen daarbuiten. De Inspectie kan bepaalde constateringen altijd rapporteren aan instanties onder wiens competentie het eigen vervoer valt, zoals Arbeidsinspectie dan wel regiopolitie. Indien blijkt dat vervoerders wel onder de werkingsfeer van de Wet personenvervoer 2000 vallen, maar dat hiervoor geen vergunning blijkt te zijn wordt door de Inspectie zowel strafrechtelijk al bestuursrechtelijk opgetreden.
5.2 Code VVR Door belanghebbenden is een convenant opgesteld waarin onderkend wordt dat het vervoer van rolstoelinzittenden veiliger zou moeten. Dit convenant is opgesteld door de Stichting Kwaliteits- en Bruikbaarheidsonderzoek van Hulpmiddelen voor gehandicapten en ouderen (KBOH). Dit heeft geresulteerd in de Code Veilig Vervoer Rolstoelinzittenden (Code VVR). Dit convenant is ondertekend door een aantal partijen waaronder aanbesteders van het vervoer, aanbieders van vervoer (de taxibedrijven) en andere organisaties die een belang hebben bij deze vorm van personenvervoer.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
13
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Met dit convenant geeft de personenvoerbranche aan dat zij zich conformeert aan de afspraak om bij te dragen aan een veiliger rolstoelvervoer.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
14
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
6 Opzet en uitvoering actie 6.1 Aanleiding actie Onderstaande punten gaven aanleiding tot een nieuwe thema actie op het rolstoelvervoer in 2005. •
In een periode van 1 ½ jaar hebben er 83 (bijna) ongelukken plaatsgevonden en twee met dodelijke afloop. Deze cijfers blijken uit een TNO onderzoek 2003;
•
De slechte naleving van wet- en regelgeving in 2004, gebleken uit de eindevaluatie thema-actie 2004. Maar 10% van het gecontroleerde vervoer werd verricht conform de wet- en regelgeving.
6.2 Actieperiode In de maanden oktober, november en december 2005 is door inspecteurs van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Personenvervoer, een thematische actie gehouden op het rolstoelvervoer in taxi’s (taxibusjes) en bussen.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
15
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
6.3 Controle-items 6.3.1 Weginspecties Tijdens de weginspecties is gecontroleerd op de volgende aandachtspunten; Wet Mulder Kentekenbewijs niet aanwezig Inrichtingseis aantal zitplaatsen (> 8) te veel zitplaatsen Politietransactie/Wp200 Passagiers Meer personen vervoeren dan volgens kentekenbewijs is toegestaan Regeling permanente bevestigingsmiddelen aanwezigheid/gebruik eisen taxi’s/WP2000 aantal stoelen op rails deuren naar weerszijden te openen nooduitgang of noodhamertje lift, oprijdplaten in taxi deugdelijk en moeten functioneren bevestigingsmiddelen voor rolstoelen autogordels Aanwezig niet vervormd of beschadigd Passend vergrendelinrichtingen te bedienen en functioneel vastzetinrichtingen te bedienen en functioneel bevestigingsmiddelen en autogordels met goedwerkende sluiting en niet beschadigd. interieurdelen mogen doorgang naar uitgang niet belemmeren 5 WVW 1994 losliggende onderdelen Levert gevaar op voor inzittenden bij een noodstop of aanrijding
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
16
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Zonder autogordel – voorin of op tweewielig motorvoertuig – achterin passagier vervoeren jonger dan 12 jaar en korter dan 1.5 meter die voorin geen gebruik maakt van een kinderbeveiligingssysteem passagier vervoeren jonger dan 12 jaar en korter dan 1.5 meter die achterin geen gebruik maakt van een aanwezig kinderbeveiligingssysteem passagier vervoeren van 3 tot 12 jaar en korter dan 1.5 meter die achterin geen gebruik maakt van de autogordel bij afwezigheid van een kinderbeveiligingssysteem passagier vervoeren jonger dan 12 jaar met een lengte van 1.50 meter of meer, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de voor hem beschikbare autogordel 6.3.2 Bedrijfsinspecties De vervoerders van rolstoelinzittenden die grove overtredingen hebben begaan of die structureel overtredingen hebben gepleegd zijn en/of worden nog door de inspectie op het bedrijf bezocht. Soms is dit nodig om de verantwoordelijke persoon van het bedrijf te horen daar niet in alle gevallen alleen maar de chauffeur verantwoordelijk is. Bovendien wordt door de inspecteurs van de Inspectie de kwaliteit van toegepaste zorg op het rolstoelvervoer bekeken. Middels een checklist wordt inzicht verkregen of er voldoende zorg en onderhoud is gepleegd. Daarnaast wordt bekeken of geïnvesteerd is in middelen en voertuigen en of de chauffeurs aan kwaliteitseisen voldoen om het vervoer van deze doelgroep naar behoren uit te voeren. Aan de hand van deze bedrijfsinspecties door middel van checklisten (audits) zal blijken wat de reden is van het niet of onvoldoende naleven van wet en – regelgeving en de regels opgesteld door de branche in de code V.V.R.
6.4 Bureau Verkeersondersteuning Openbaar Ministerie Vooraf en tijdens de thema-actie is overleg geweest met het bureau verkeershandhaving van het Openbaar Ministerie (BVOM). Er is een voorlichting gegeven aan het BVOM in Soest. Hierbij is aan de aanwezige landelijke parketofficieren en medewerkers uitleg gegeven over de beoogde uitvoering van de actie en is de interpretatie van wet- en regelgeving afgestemd.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
17
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
7 Resultaten 7.1 Aantal gecontroleerde voertuigen en rolstoelen. 7.1.1 Met overtreding 31,5% van het aantal gecontroleerde voertuigen was in overtreding 7.1.2 Onjuist gebruik gordel 25,5% van het aantal vervoerde rolstoelen maakte geen gebruik/onjuist gebruik van de gordel. 7.1.3 Onjuist gebruik bevestiging 3% van het aantal vervoerde rolstoelen maakte geen gebruik/onjuist gebruik van rolstoelbevestigingen.
Aantal gecontroleerde voertuigen
Met overtreding
aantal vervoerde rolstoelen
onjuist / geen gordelgebruik
onjuiste / geen rolstoelbevestiging
775
244
1262
315 van 1262
38 van 1262
(= 25,5 %)
(= 3 %)
(= 31,5 %)
Van de naar schatting 5462 rolstoelbusjes (cijfers 2004 KNV) zijn er 775 voertuigen gecontroleerd. Dit betekent dat er landelijk at random een steekproef is gedaan van 14% van de populatie. Deze steekproefgrote is voldoende om een betrouwbaar beeld te krijgen. (Bron: Schema Nan Lin 1976)
soorten rolstoelen
handbewogen
elektrisch
overig (b.v. sportrolstoel)
aantal vervoerd
849
399
14
67,3
31,6
1,1
in procenten
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
18
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
7.1.4 Bevestigingsystemen Bevestigingssystemen soorten bevestiging
Delta
4-punts
Overig
Aantal toegepast
940
249
73
74,5
19,7
5,8
In procenten
7.2 Hulpmiddelen In onderstaand schema is te zien hoe vaak er gebruik is gemaakt van hulpmiddelen, liften, oprijdplaten en een knielbus. voertuig hulpmiddelen
knielbus 3% oprijplaten 33%
liften oprijplaten liften 64%
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
knielbus
Datum
Pagina
12 mei 2006
19
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
7.3 Veiligheidsaspecten Overtredingen gerelateerd aan veiligheidsaspecten. Aantal gecontroleerde voertuigen: 775
artikel
%
Te veel zitplaatsen in het voertuig (totaal van rolstoelen en andere zitplaatsen)
5.2.1. VR
1,2
Rolstoel niet of niet goed vastgezet
5 WVW 5.2.46VR
3
5 WVW 59 RVV
19,7
Niet aanwezig zijn van veiligheidsgordel
7 RPET
5,8
Losliggende voorwerpen
5 WVW
5,4
Liften/oprijdplaten ondeugdelijk
6 RPET
0,4
Belemmering vrije doorgang in voertuig
8 RPET
0,26
Niet dragen veiligheidsgordel
WVW VR RVV RPET
= = = =
Wegenverkeerswet 1994 Voertuigreglement Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 Reglement permanente eisen taxi’s
7.4 Training chauffeurs In onderstaand schema staat vermeld hoeveel chauffeurs in het bezit zijn van een vaardigheidstraining rolstoelchauffeur. Deze training wordt verzorgd door de Stichting Vast= Beter. Deze training is (nog) niet verplicht gesteld in wetgeving. De training bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
20
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
De theorie bestaat uit: • Voertuigcontrole; • Zithouding, stuurhouding, spiegelafstand; • Krachten op een voertuig in beweging; • De mens en beperkingen; • De autogordel, stuurtechnieken, remtechnieken; • Diverse vastzetsystemen en de rolstoellift; • Sociale vaardigheden. Aanvullend op bovenstaande theoretische onderwerpen (die in het praktijkgedeelte worden behandeld): • Bijzondere verrichtingen; • Algemene rijvaardigheid op de openbare weg in verschillende situaties • Veilig en verantwoord rijden met passagiers.
Opleidingen (training) chauffeurs Intern/extern gevolgd
intern opgeleid
Extern opgeleid
Niet opgeleid
443
82
250
57,2
10,6
32,2
Aantal In procenten
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
21
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
8 Conclusies thema-actie rolstoelvervoer 8.1 Bevindingen Inspectie •
• •
•
• • •
•
•
Gebleken is dat 32% van de chauffeurs (= 250 chauffeurs) in het geheel niet heeft voldaan aan de vaardigheidstraining voor het verrichten van rolstoelvervoer. Voor wat betreft de interne instructie blijkt een grote diversiteit. De ene chauffeur is volledig geïnstrueerd en heeft een praktische begeleiding van enkele dagen gehad. De andere chauffeur blijkt te zijn “geïnstrueerd” door een paar uur mee te kijken. Het aantal rolstoelen dat niet of niet deugdelijk was bevestigd was procentueel minder dan in 2004 (3% nu tegenover 8% in 2004). Bij vooral een aantal gebruikte deltasteunen bleek dat de rolstoelen bij geringe krachtwerking achterover kon kantelen. Dit tengevolge van bijvoorbeeld een aanrijding aan de achterzijde of bij een te krachtig optrekken van de chauffeur. Reeds een aantal bedrijven had hierop ingespeeld en had dit probleem opgelost door aan de voorzijde van de rolstoel een spanband te bevestigen in de vastzetinrichting. Hierdoor werd fixatie van de zitplaats gewaarborgd. Beveiligingsmiddelen; Ongeveer 50% van alle gecontroleerde rolstoelen bleek geen hoofdsteun te hebben. Bezien moet worden welke bijdrage hier geleverd kan / moet worden. In het plan van aanpak was er van uitgegaan dat bij het constateren van overtredingen het makkelijk zou zijn de opdrachtgever vast te stellen. Hierop kon later actie worden ondernomen middels een aanschrijving. Dit bleek in de praktijk niet geheel uitvoerbaar daar een aantal overtredingen middels een mulder of politietransactie werd afgedaan en omdat er veelvuldig gecombineerd vervoer voor meerdere opdrachtgevers plaatsvond. Ook hier dient te worden bezien welke bijdrage hier geleverd kan/moet worden.
8.2 Bevindingen in relatie tot thema-actie 2004 8.2.1 Vergelijking actie 2004 en 2005 in percentages In vergelijking met de controle van 2004 bleek een sterke verbetering te zijn opgetreden in het gebruik van de veiligheidsgordel door rolstoelinzittenden. In 2004 voldeed maar 10% aan gestelde eisen en in 2005 74,5 %. Het overtredingpercentage van 25,5% is een optelsom van het niet aanwezig hebben van de gordels (5,8%) en het niet gebruiken van de veiligheidsgordels (19,7%).
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
22
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Aantal Voertuigen
Met overtreding
aantal rolstoelen
onjuist / geen gordelgebruik
onjuiste / geen rolstoelbevestiging
230
209
305
274 van 305
24 van 305
(= 90 %)
(= 8 %)
315 van 1262
38 van 1262
(= 25,5 %)
(= 3 %)
2004
(= 91 %)
2005 775
244 (= 31,5 %)
1262
8.2.2 Wetgeving Naar aanleiding van de thema-actie van 2004 is de wetgeving aangepast. Artikel 59 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) is aangepast met duidelijke omschrijving van de verantwoordelijkheid van de chauffeur voor het vastzetten van de rolstoel en het gebruik van de veiligheidsgordel. Met ingang van 1 maart 2006 is deze nieuwe regel van kracht worden. Tot dan was de rolstoelinzittende zelf verantwoordelijk voor het gebruik van de autogordel, met uitzondering van personen onder de 12 jaar. Tevens is in het Voertuigreglement een artikel worden opgenomen waarin regels worden gesteld met betrekking tot losliggende voorwerpen bij rolstoelvervoer.
8.3 Overige bevindingen uit thema-actie 2005 8.3.1 Tijdsdruk chauffeur Tijdsdruk voor de chauffeur bleek een reden te zijn om rolstoelen niet goed vast te zetten. Tijdens de weginspecties is door chauffeurs van rolstoelbusjes medegedeeld dat zij regelmatig onder tijdsdruk moeten werken. Binnen korte vastgestelde tijd moeten zij meerdere adressen aandoen om rolstoelgebruikers op te halen. 8.3.2 Veiligheidsgevoel rolstoelinzittenden Het niet nemen van verantwoordelijkheden bewerkstelligt een negatieve uitstraling naar de rolstoelinzittende. Er ontstaat een onveiligheidsgevoel bij de rolstoelinzittenden.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
23
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
8.3.3 Gebruik bevestigingsystemen • Ondanks voorlichting bleek toch dat taxichauffeurs niet altijd volledig op de hoogte waren van de eis dat bij gebruik van houding ondersteuning gordels tevens een veiligheidsgordel bevestigd moet zijn aan het bevestigingssysteem. • Gedurende de actie bleek dat een aantal taxibedrijven hun bevestigingsmaterialen en/of autogordels controleerden en zonodig vervingen. • Bij gebruikte deltasteunen bleek dat de rolstoelen bij geringe krachtwerking achterover kon kantelen, bijvoorbeeld bij een aanrijding aan de achterzijde of bij krachtig optrekken van de chauffeur. Al een aantal bedrijven had hierop ingespeeld en had dit probleem opgelost door aan de voorzijde van de rolstoel een spanband te bevestigen in de vastzetinrichting. Hierdoor werd fixatie van de zitplaats gewaarborgd. 8.3.4 Losliggende voorwerpen In 5,4% van de gecontroleerde voertuigen bleek dat voorwerpen zoals deltasteunen, dwarsbeugels en andere attributen, los op de grond lagen. Een aantal ondernemers/chauffeurs neemt dit nog steeds niet serieus en onderkennen het gevaar hier niet van. In het Voertuigreglement is artikel 5.18.3 uitgebreid. Hierin is opgenomen dat geen losse voorwerpen aanwezig mogen zijn die het risico op letsel bij een noodstop, een aanrijding of een botsing kunnen verhogen. 8.3.5 Geen hoofdsteunen Ondanks het feit dat hier geen regelgeving voor is, blijkt dat ongeveer 50% van alle vervoer rolstoelen geen hoofdsteun heeft. Het risico op (blijvend) nekletsel, zoals bijvoorbeeld een whiplash, als gevolg van een aanrijding wordt hierdoor wel vergroot.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
24
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
9 Vervolgactiviteiten voor 2006 De Inspectie is verheugd over de verbeteringen ten opzichte van de situatie in 2004, maar is nog niet tevreden met de huidige mate van naleving.
9.1 Genereren betrouwbaar beeld De Inspectie Verkeer en Waterstaat wil een meer betrouwbaar beeld van het rolstoelvervoer genereren door; • •
•
•
Kernbepalingen vast te stellen in wettelijk normen en binnen het (private) convenant afgesproken normering. Gewenst nalevingniveau in percentages per kernbepaling (als meetbare indicator) te bepalen en besluiten wat moet gebeuren met overschrijding van de niet wettelijke normeringen. (Mogelijke sanctionering via branche – of certificerende organisaties). Zorgdragen voor een goede spreiding van het aantal controles in Nederland als meting. Jaarlijks nemen van een aselecte steekproef, zodat kan worden nagegaan aan de hand van de check op de vastgestelde kernbepalingen of gestelde nalevingpercentages worden gehaald en een vergelijking gemaakt kan worden met vorige thema-acties. Vaste checklists hanteren voor de inspecties op kernbepalingen rolstoelvervoer
9.2 Samenwerking verbeteren Naast de inspectie zijn andere partijen actief met het verbeteren van de naleving van rolstoelvervoer. Het verbeteren van de samenwerking zal leiden tot een beter toezicht op dit deel personenvervoer. Inspectie V&W en Arbeidsinspectie zouden een vorm van 2e lijns toezicht op kunnen zetten op de initiatieven van de private sector. Controle op audits van externe partijen. Publiek private samenwerking kan uitgebouwd worden. De initiatieven door de branche dienen te worden omarmd en worden uitgebouwd naar mogelijk een vorm van certificering. Het bedenken van een kwaliteitssysteem ten behoeve van de steeds groter wordende markt van rolstoelvervoer. De Stichting zal dan een audit systeem moeten opzetten en sancties moeten bedenken voor de bedrijven die niet voldoen aan gestelde eisen. Audits kunnen uitkomst bieden om de branche te wijzen op de kwetsbaarheid van de doelgroep. De opdrachtgever, instelling of gemeente moet meer betrokken worden bij de juiste uitvoering van het vervoer. Aanbesteding aan vervoerders die aan gestelde normen (wettelijk en convenant) voldoen en niet naar de goedkoopste aanbieder van het vervoer. Kwaliteit en dus veiligheid moet voorop staan.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
12 mei 2006
25
van
26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Gemeenten moeten zich meer verdiepen in de kwaliteit van de vervoerders.
9.3 Knelpunten en aanbevelingen Branche moet onderzoeken of rolstoelchauffeurs een toeslag kunnen krijgen binnen CAO Personenvervoer in verband met verhoogde verantwoordelijkheid en fysiek zwaarder werk dan gewone chauffeurswerkzaamheden. De motivatie om kwalitatief beter vervoer te verrichten zal omhoog gaan. De branche moet onderzoeken of de klant vervoerders moet kunnen weigeren die niet voldoen aan veiligheidseisen. Dit in samenspraak met goed voorlichting en klachtenmeldpunt (naar Rijk en/of gemeenten), zodat een veiligere situatie zal ontstaan. Rolstoelfabrikanten en gebruikers dienen eigen verantwoordelijkheid te nemen voor wat betreft technische eisen. Als voorbeeld hoofdsteunen in rolstoelbusjes, deze zijn wettelijk niet verplicht met gevolg risico op (blijvend) nekletsel bij een ongeval. Rolstoelvervoer is een vorm van personenvervoer die groeiende is. Er is nog te weinig geregeld op het gebied van uniformiteit in rolstoelen en vastzetsystemen. Mogelijk dient dit vastgelegd te worden als ISO norm, goedgekeurde vastzetsystemen en vervoerbare rolstoelen. Wet – en regelgeving dient opnieuw nader te worden bezien. Het verdient de voorkeur om regels te stellen met betrekking tot periodieke controle van liften. Dit was eveneens een aanbeveling in het rapport van 2004. Zorgen voor implementatie van beveiligingsmiddelen in voertuigen. Dit moet ook in wetgeving worden verankerd. Taxichauffeurs die rolstoelvervoer verrichten zijn nog niet wettelijk verplicht een specifieke opleiding voor rolstoelvervoer te volgen. Wel bestaat er bij het CCV een opleiding en examen voor doelgroepenvervoer. Ter verkrijging of voor behoud van het taxikeurmerk wordt een percentage gediplomeerde chauffeurs vereist. De kwaliteit van het vervoer wordt hierdoor verbeterd. Bezien moet worden of de opleidingseis mogelijk gekoppeld kan of moet worden aan de chauffeurpas, rijbewijs of ander wettelijk document.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum
Pagina
18 april 2006
26 van 26
Rapport
Thema-actie rolstoelvervoer 2005
Colofon Uitgever
TE Personenvervoer, Unit KAB Datum
30 maart 2006 Contactpersoon
Willem Hoogerhout Doorkiesnummer
070 456 2289 Fax
070 456 2777
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands