Ver. Uitg. Marc Thoulen - N°7317
Nieuwsbrief Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad
Nr 2006/01 - 13 maart 2006
Teveel verkozenen?
DE VERENIGING IN ACTIE
Een Brusselse Minister stelde onlangs dat er teveel gemeentemandatarissen zijn en pleitte voor een fusie van gemeenten. Er zijn in Brussel 486 Gemeenteraadsleden en 145 Schepenen. Is dit teveel? Ik ben geneigd om hier negatief op te antwoorden. Het mandaat van Gemeenteraadslid is een mandaat van nabijheid. Dit rechtvaardigt het aantal Raadsleden. De kost voor de uitoefening van dit mandaat is bovendien beperkt. Een Gemeenteraadslid ontvangt enkel presentiegelden voor de zittingen van commissies of de Gemeenteraad waarop hij aanwezig is. Als er al een debat moet worden gevoerd, is het dat van het aantal schepenen. Het aantal mandatarissen zou verminderd moeten worden op het niveau van de intercommunales. De goedgekeurde fusie en uitvoering van intercommunales voor elektriciteit en gas zal dit aantal sterk terugdringen vanaf 2007. Hetzelfde zal gebeuren na de fusie van de intercommunales van de watersector, de BIWD en BrIS. Het echte debat ligt niet bij het aantal verkozenen of de fusie van gemeenten. De kern van het probleem zijn de middelen waarover gemeenten beschikken om hun opdrachten te vervullen. De Brusselse lokale overheden waren de grote verliezers bij de regionalisering van het Gemeentefonds in 1974. Hun aandeel in dit Fonds is progressief van 20 % naar 8 % gedaald. Sinds 1989 financiert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het Fonds in naam van de Brusselse gemeenten. Brusselse gemeenten ontvangen gemiddeld 250 € per jaar en per inwoner uit het voorgenoemde Fonds (met een solidariteitsmechanisme tussen de gemeenten). De steden Gent, Antwerpen, Luik en Charleroi ontvangen gemiddeld ongeveer 1000 € per inwoner per jaar. Vier maal meer! Doordat de Federale staat het Brussels Gewest onderfinanciert, is het niet in staat om de Brusselse Gemeenten meer te helpen dan momenteel het geval is.
EDITO
De herfinanciering van het Brussels Gewest en de gemeenten is een essentieel debat dat in iedere toekomstige institutionele onderhandeling dient te worden opgenomen.
Marc Cools Voorzitter van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Vereniging heeft zojuist in allerijl geantwoord op een raadpleging van de federale Regering die advies vroeg over de tenuitvoerlegging van het Fonds ter reductie van de globale energiekost. Herinneren we eraan dat dit fonds de energetische audits zou moeten uitvoeren en goedkope kredieten zou moeten toestaan ter verbetering van de energieprestaties van woningen. Het fonds zou op gedecentraliseerde wijze beheerd worden door "plaatselijke entiteiten", waarvan de omtrekken nog vaag blijven. In de huidige versie van het ontwerp werden vooral de problemen aangestipt rond aansprakelijkheid en bevoegdheid, die zich zouden kunnen stellen indien de gemeenten of openbare centra voor maatschappelijk welzijn zich (op vrijwillige basis) bezighouden met deze nieuwe taak, en anderzijds het probleem van democratische transparantie dat zich zou kunnen stellen indien het beheer aan derde instanties wordt toevertrouwd. Blijft ook het probleem van het financiële risico dat in fine zou rusten op de gemeenten in geval van in gebreke blijvende schuldenaars of in geval van kosten die niet door het fonds in rekening worden genomen. De Vereniging heeft, samen met haar zusterverenigingen, ook geantwoord op een vraag om advies vanwege de Kamer met betrekking tot het wetsvoorstel D. Casaer, Ph. De Coene et I. Verhaert tot wijziging van de politie over het wegverkeer inzake het verplaatsen van voertuigen. Onze verenigingen verzetten zich tegen bepaalde maatregelen van het voorstel, met name diegene die de gemeenten verplichten het voorschot te betalen Vervolg pagina 2
INHOUDSTAFEL pagina Op de agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Kafka metamorfoseert administratieve praktijken . . . . . . . . . . . . . 4 Tijdelijke politieverordeningen: overdreven snelheid van de Wetgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Enquête over onze media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Het Congres van het Brussels toerisme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Het doek gaat op voor"Wolubilis" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Op weg naar het e-kadaster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
DE VERENIGING IN ACTIE
van de takelkosten en die de politie verplichten om van te voren te proberen om contact op te nemen met de overtreder, omdat deze beschikkingen een negatief financieel impact zouden kunnen meebrengen voor de gemeenten, een slecht signaal naar de burger zouden vormen en van aard zijn het beheer van de openbare veiligheid te hinderen. De Vereniging en de Koning Boudewijnstichting organiseren sinds januari in onderlinge samenwerking een vormingsprogramma om de opvang van kansengroepen in de gemeentebesturen te verbeteren en is specifiek gericht aan het onthaalpersoneel dat als eerste rechtstreeks contact heeft. Het vormingsprogramma kadert in het programma "Sociale gerechtigheid" van de Stichting en werd voorbereid door een groep referenten in ruime mate afkomstig van de gemeentewereld. De enigszins ongewone opvatting van deze opleiding heeft zulk succes gekend dat het aantal sessies over drie groepen is moeten worden uitgesplitst: de opleiding begon in januari en moet in maart eindigen en worden verdergezet door het uitwisselen van praktische, opgedane ervaringen. Het geheel zal worden vervolgd door een vergadering om het programma te evalueren en de onderrichtingen ervan te verspreiden. In juni 2004, had onze Vereniging een eerste ontmoeting georganiseerd tussen de Brusselse gemeenten en de verantwoordelijken voor de nieuwe pijler "opmetingen en waarderingen" van de FOD Financiën opdat deze hun project 220+ zouden voorstellen. Dit laatste heeft als doel de gestructureerde en geïnformatiseerde uitwisseling van informatie tussen de gemeentebesturen en de diensten van de Administratie-Generaal Patrimoniumdocumentatie (kadaster) te optimaliseren. Op 18 januari werd een nieuwe vergadering georganiseerd door onze Vereniging, die het mogelijk heeft gemaakt om de moeilijkheden bij de praktische toepassing aan het licht te brengen. De gemeenten zouden weldra officieel per brief verwittigd moeten worden van de praktische modaliteiten van de tenuitvoerlegging van het project 220+. Voorts is de Vereniging op 25 januari op uitnodiging van de verenigde commissies Financiën en Sociale Aangelegenheden van de Senaat haar advies in zitting uiteengehouden over het wetsvoorstel "tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel en van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzake rituele slachtingen" dat ingediend werd door de heer Jean-Marie Dedecker. Volgens onze Vereniging geeft dit wetsvoorstel geen bevredigend antwoord op de problematiek van illegale thuisslachtingen. Veeleer moeten er pragmatische oplossingen gezocht worden om de praktische problemen op te lossen, zoals de lage capaciteit van tijdelijke slachtplaatsen, de financiering van die tijdelijke slachtplaatsen, de sluikstortingen, de mobiliteitsproblemen in
2
Nieuwsbrief 2006/01
olg v r Ve
de nabijheid van slachtplaatsen en containers en ten slotte het tekort aan gekwalificeerde onthuiders. Donderdag 9 februari jl. werd door de Vereniging een panelgesprek georganiseerd over de procedure van de « herstelbemiddeling » die wordt ingesteld door artikel 119ter van de Nieuwe Gemeentewet, voor de Brusselse sociale bemiddelaars. Uit het begeleidende debat van de uiteenzettingen, is gebleken dat de procedure "herstelbemiddeling" bron van vele moeilijkheden is: zowel wat de reële aard van deze bemiddeling betreft, als wat de rol van de gemeentelijke tussenkomst in de procedure betreft, of nog wat het slachtoffer van de administratieve overtreding betreft, enz. Wat aan het eind van dit ochtendprogramma zeker vast stond was, dat de Wetgever, hoe lovenswaardig zijn bedoeling ook was, er beter aan gedaan had te kiezen voor een bemiddelingsprocedure die door de gemeenteambtenaar wordt geleid. De Mobiliteitscel van de Vereniging heeft in opdracht van de raad van bestuur van de Vereniging een enquête uitgevoerd bij de 19 Brusselse gemeentebesturen. De bedoeling van deze enquête was om een inzicht te krijgen over het parkeerbeleid dat door de gemeenten wordt gevoerd. De enquête werd uitgevoerd in de vorm van een gesprek met alle verschillende actoren die actief zijn op het terrein (stedenbouw, ontvanger, mobiliteitsambtenaar, technische diensten …). Nog altijd wat het hoofdstuk mobiliteit betreft, stonden verleden maand december in Katern nr. 4 van de Mobiliteitsgids, onder de titel " Verkeersopvoeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" de goede praktijken die de scholen, de verenigingen, de politiezones en ook de betrokken gemeentediensten erop nahouden. In januari heeft de afdeling OCMW, in samenwerking met de v.z.w. Santé et Entreprise, een opleiding van twee dagen georganiseerd voor de sociale werkers van de OCMW's, gewijd aan "de relatie hulp en personen met drugs- of alcoholproblemen". Tijdens deze opleiding werden in het bijzonder de doorslaggevende factoren bij afhankelijkheidsproblemen voorgesteld, de fases in het veranderingsproces en de basisprincipes van het motiveringsgesprek. Ten gevolge van de zeer positieve evaluatie van deze module, overweegt de afdeling OCMW om binnenkort op dit thema een verdiepingsmodule te organiseren. Daar luidens het besluit van het Verenigd college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 december 2005 een nieuwe taak werd toevertrouwd aan de Afdeling OCMW, is zij onlangs overgegaan tot de aanwerving van een opdrachthouder, de heer Hannes Vervenne. Hij treedt in dienst op 1 maart met de taak de informatie omtrent hulpverlening en diensten door de openbare centra van maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk
DE VERENIGING IN ACTIE
Gewest toegankelijker te maken voor zowel de Brusselse OCMW's, de gebruikers als iedere geïnteresseerde betrokkene. Op 9 februari werd te Brussel de algemene vergadering van de Afdeling OCMW gehouden, rond het thema van het OCMW tegenover het beroepsgeheim. Na het activiteitenverslag van de Afdeling gehoord te hebben, behandelden verschillende uiteenzettingen de morele, ethische en deontologische begrippen, de vragen betreffende grondslag en rol van het beroepsgeheim, de grenzen van het beroepsgeheim en de ruimte tot het delen ervan, de gevaren ook verbonden aan het feit zich niet meer de vraag van het beroepsgeheim te kunnen stellen, de moeilijkheden verbonden aan waardenconflicten,… In de zaal hebben meer dan 120 personen de uiteenzettingen bijgewoond en velen hebben het woord genomen gedurende het traditionele vragenuurtje. De bedrijvigheid van de Vereniging blijft niet achter op het vlak van ontwikkelingssamenwerking en internationale betrekkingen: terwijl zij de gemeenten begeleidt in het realiseren van hun activiteiten die kaderen in fase 2005 van het programma internationale gemeentesamenwerking, schaaft zij tegelijkertijd het programma 2006 bij en schetst de omtrekken van het meerjarenprogramma 2007-2009. Voorts zet de Vereniging, in samenwerking met haar Waalse zustervereniging, haar werkzaamheden verder van aansluiting op het netwerk van gemeenten via werkgroepen die te Brussel en Namen worden georganiseerd en dit per partnerland van het programma (Benin, Rwanda, DRC, Marokko, Senegal,
olg v r Ve
Burkina Faso). Sinds het einde van de maand oktober werden er niet minder dan 7 "landen"vergaderingen gehouden. Er werden eveneens thematische vergaderingen georganiseerd, in het bijzonder betreffende de burgerlijke stand en het beleid van de afvalstoffen. Voorts heeft de Vereniging op 14 februari een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd betreffende de internationale campagne « Mayors for Peace ». Deze campagne moedigt het afschaffen van nucleaire wapens tegen het jaar 2020 aan. Eind 2005 hebben reeds 6 Brusselse gemeenten het Handvest ondertekend. Last but not least, is uw Vereniging thans kandidaat voor het label "Ecodynamische onderneming", een initiatief van het BIM dat tot doel heeft de Brusselse instanties aan te moedigen mee te doen aan een methode voor het verbeteren van hun milieuprestaties. Door deze methode past de Vereniging, in verband met de acties die aan de gemeenten worden gericht ter bevordering van de duurzame ontwikkeling, op zichzelf toe dat aandacht aan het milieu wordt besteedt. De Vereniging heeft twee jaar om het dossier in te dienen met de gerealiseerde acties; zij heeft trouwens het voornemen om de problematiek te verruimen tot andere de elementen van duurzame ontwikkeling waar zij vat op zou kunnen hebben. U zal er vast nog van horen, anders, herinner ons er aan! Marc Thoulen
OP DE AGENDA
Datum/plaats
☞
Wat ?
Inlichtingen
16/3 Plaza Hotel
Beter beslissen door dialoog - studiedag over deliberatieve democratie toegepast op overheidsbeslissingen
Koning Boudewijnstichting - Catherine Fierens Tel. : 02-549 02 86 - Fax: 02-500 54 86
[email protected] - www.kbs-frb.be
21/3 Concert Noble
Management Tools for Public Management The creative public manager
1/5
Gelijkheid van vrouwen en mannen
4instance - www.4instance.info 200€/administratie Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Mevr. Jalali Fatima - Ernest Blerotstraat 1 - 1070 Brussel Tel.: 02 233 40 15 - Fax: 02 233 40 32 -
[email protected] www.meta.fgov.be > FOD > Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen
12/5
"Prix Bruocsella pour l’amélioration de l’environnement urbain en région bruxelloise" (enkel in het frans)
Fondation Prométhéa met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Florence Mainguet, Responsable Bruocsella rue de la Concorde, 60 B-1050 Bruxelles - Tel. : 02/513 78 27 Fax : 02/502 26 57 -
[email protected] www.promethea.be
31/5
Algemeen vergadering van de VSGB
VSGB - 53 Aarlenstraat, Bus 4 – 1040 Brussel Tel.: 02 238 51 40 - Fax: 02 280 60 90 -
[email protected]
Nieuwsbrief 2006/01
3
ONDER DE LOEP
KAFKA METAMORFOSEERT ADMINISTRATIEVE PRAKTIJKEN Dit eindejaar heeft de wetgever het tweede luik van de administratieve hervormingen goedgekeurd via de wet van 15 december 2005 houdende administratieve vereenvoudigingen II (B.S. 28 december). Het gaat om een wijzigingswet die, zoals zijn benaming aangeeft, wijzigingen aanbrengt aan een reeks bestaande wetgevingen. Hierbij zijn er verschillende die de gemeenten aanbelangen.
Slijterijen van gegiste dranken De slijterijen van de gegiste dranken wordt onderworpen aan een regelgeving die is uitgesplitst volgens drie hoofdlijnen. Primo, de voorwaarden in verband met de exploitatievergunning worden bepaald in de artikelen 1 tot 4 van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken samengeordend op 3 april 1953. Kan immers geen slijter van gegiste dranken zijn iedere persoon die tot een criminele straf is veroordeeld of tot bepaalde correctionele straffen zoals heling, het houden van een speelhuis of een huis van ontucht, enz. Zijn eveneens ontzegd van het recht gegiste dranken te slijten zij die niet hun openingsbelasting of vijfjaarlijkse belasting overeenkomstig de bepalingen van de gecoördineerde wetten hebben betaald.1 Secundo, de hygiënische eisen worden bepaald "in het belang der openbare gezondheid en zedelijkheid" door de artikelen 5 tot 7 van het koninklijk besluit tot regeling van de uitvoering van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, samengeordend op 3 april 1953 (toegang tot de openbare weg, plaatsing van verwarming,, verluchting, latrines en urinoirs,…), dat genomen werd in uitvoering van artikel 5 van de gecoördineerde wetten. Krachtens dit zelfde artikel 5 kan de gemeente deze minimale voorwaarden die door de Koning zijn vastgelegd eveneens uitbreiden of verscherpen door een aanvullend reglement. Tertio, de slijterijen van de gegiste dranken worden beboet door een openingsbelasting (artikelen 8 e.v. van de gecoördineerde wetsbepalingen), door een jaarlijkse belasting (artikel 27 van de gecoördineerde wetten) en in sommige gevallen door een vijfjaarlijkse belasting (artikel 26 van de gecoördineerde wetten). Alvorens gegiste dranken te kunnen slijten moet de exploitant aan de ontvanger van accijnzen een verklaring overhandigen met de ligging van de lokalen die worden aangewend voor de slijterij en ook een certificaat van hygiëne en een moraliteitsattest afgegeven door het gemeentebestuur. Deze certificaten hebben ten doel aan te tonen dat de slijterij de voorwaarden vervuld die door de Koning zijn vastgelegd of door een eventueel aanvullend reglement en dat de slijter zich niet in een van de uitsluitingsgevallen bevindt (artikel 27 van de gecoördineerde wetten). 1 2 3 4
4
De openingsbelasting is echter sinds enkele jaren een gewestbelasting geworden 2. In het Brusselse gewest werd het bedrag van deze belasting op nul vastgesteld. Daarentegen zijn de procedures van verklaring tegenover de ontvanger van accijnzen gehandhaafd geworden, zelfs nu deze voor hem zinloos zijn geworden. Daarom heeft de Wetgever besloten de procedure te vereenvoudigen en de ontvanger van accijnzen niet meer te doen tussenkomen. Hiertoe maakt de wet de artikelen 23 e.v. niet van toepassing in de gewesten waar het bedrag van de openingsbelasting tot nul is herleid. Bijgevolg zal de exploitant de in artikel 23 tot 25ter van de gecoördineerde wetten bedoelde verklaringen niet meer moeten overhandigen aan de ontvanger van accijnzen. Voor de gemeenten verandert er bijna niets: - zij hebben nog altijd de mogelijkheid om aanvullende reglementen goed te keuren ter uitbreiding of verscherping van de hygiënische eisen die door de Koning zijn vastgesteld (artikel 5 van de gecoördineerde wetten); - zij hebben nog altijd de wettelijke opdracht 3 om te controleren primo of de exploitanten geen inbreuk begaan op artikel 1 van de wet (verval van het recht om een drankslijterij te exploiteren in geval van veroordeling enz.) en secundo of de slijterij zelf geen inbreuk begaat op de minimale voorwaarden vastgesteld door artikel 6 van de gecoördineerde wetten (minimale afmetingen) of vastgelegd door de Koning of de gemeente krachtens artikel 5 van dezelfde wetten - in geval van overtreding geeft de gemeenteoverheid de feiten aan de gerechtelijke overheden aan; - de sancties (boetes, sluiting van de instelling) vallen onder de bevoegdheid van de gerechtelijke en niet van de gemeentelijke overheden De enige nieuwigheid berust in het feit dat het de taak is van de gemeenten om de exploitatievergunning voor een drankslijterij uit te reiken (of te weigeren). Wij vestigen de aandacht op het feit dat het niet enkel de verkoop van gegiste dranken is die onderworpen is aan gemeentelijke vergunning maar de opening en de exploitatie van de slijterij zelf, zoals artikel 50, §3, van de gecoördineerde wetten bepaalt.4
Deze ontzetting kan worden opgeheven indien de verschuldigde belasting wordt betaald. Cf. artikel 1 van de gecoördineerde wettelijke bepalingen. D.w.z. dat de gewesten de opbrengst ervan innen; zij kunnen de belastinggrondslag bepalen, het tarief en de vrijstellingen, maar ze kunnen de belasting niet afschaffen. Nieuw artikel 50, § 2, van de gecoördineerde wetten. “ De onder § 2 bedoelde slijterijen mogen slechts worden geopend na een positief bericht van de gemeentelijke overheid, op basis van de controles uitgevoerd overeenkomstig § 2."
Nieuwsbrief 2006/01
ONDER DE LOEP
Vergunning voor het verstrekken van sterke drank Deze wijzigingen zijn er gekomen door het regeringsamendement op het wetsontwerp houdende administratieve vereenvoudiging II 5, om de procedures in aansluiting op de wijzigingen van de gecoördineerde wetten van 3 april 1953 betreffende de slijterijen van gegiste dranken te vereenvoudigen Tot op heden was het iedere slijter 6 verboden, om sterke drank 7, te verkopen of aan te bieden, zelfs ten kosteloze titel, om ter plaatse te verbruiken, als hij niet van te voren een vergunning had gekregen die was uitgereikt door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde 8. Alvorens de vergunning toe te kennen, controleerde de administratie van douane en accijnzen of de slijter zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevond van artikel 11, §1 van de wet: veroordeling tot een criminele of bepaalde correctionele straffen zoals heling, het houden van een speelhuis of het onwettig aanvaarden van weddenschappen op paardenwedrennen, het houden van een huis van ontucht, enz. (We maken van de gelegenheid gebruik om eraan te herinneren dat, in tegenstelling tot wat we gezien hebben voor de gegiste dranken, het niet de exploitatie van een slijterij is die aan vergunning onderworpen is maar de verkoop van de sterke drank, getuige hiervan het artikel 8 van de wet dat de slijter die geen vergunning heeft, verbiedt om sterke drank te hebben "in de plaatsen en lokaliteiten waar de verbruikers toegang hebben" en "in de overige gedeelten van de inrichting", wat enkel steek houdt als de slijterij wordt geëxploiteerd!) Bovendien was de afgifte van de vergunning vroeger verbonden aan de betaling van een belasting maar deze is afgeschaft geworden door de wet van 17 mei 2004 tot wijziging van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke dranken en betreffende het vergunningsrecht. De administratie van douane en accijnzen had op dit vlak dus geen andere functie meer dan de administratieve verrichtingen voor de afgifte van de vergunning. Aangezien de fiscale rol van de administratie van douane en accijnzen afgeschaft is geworden, leek het de Wetgever logisch om eveneens zijn administratieve rol af te schaffen en deze aan de gemeente toe te vertrouwen, die meer aangewezen leek om deze functie te vervullen. De gemeente zal dus de vergunning afgeven " onder de vorm die zij bepaalt " 9– wat betekent dat de gemeentelijke autonomie op dit vlak zich beperkt tot de vormvoorwaarden voor de afgifte van de vergunning, en zich niet uitstrekt tot de voorwaarden voor de verkrijging ervan en nog minder tot de opportuniteit: de gemeente
olg v r Ve
heeft niet de bevoegdheid om de verplichting van een vergunning af te schaffen, noch om de grondvoorwaarden ervan te wijzigen. Zij zal zich ervan vergewissen alvorens het document af te leveren dat de slijter zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevindt van artikel 11 van de wet van 28 december 1983 en dat – dit is een nieuwigheid – de drankslijterij de hygiënische eisen vervult, die worden bedoeld in de artikelen 5 tot 7 van de wetsbepalingen betreffende de gegiste dranken samengeordend op 3 april 1953. 10 De Regering waarborgt dat deze hervorming nauwelijks een overmaat aan werk voor de gemeenten met zich mee zal brengen die momenteel reeds verplicht zijn om onderzoeken uit te voeren over het zedelijk gedrag van de kandidaat-slijter bij de afgifte van het moraliteitsattest (formulier 240i). Hoogstens zal deze hervorming aan de gemeente opleggen om een nieuwe procedure voor afgifte van de vergunning op te stellen, maar het is toegestaan om deze zo eenvoudig als gewenst te maken (wat trouwens kadert in de filosofie van de wet die een administratieve vereenvoudiging beoogt).
Overheidsopdrachten Artikel 23 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten laat onder bepaalde voorwaarden en tegen de aanbestedende overheid in de overdracht en de inpandgeving toe van de schuldvordering van een aannemer. Wanneer de aannemer overgaat tot de overdracht of inpandgeving van zijn schuldvordering, moeten volgens artikel 23, § 4, van de wet deze verrichtingen door de cessionaris bij deurswaardersexploot worden betekend aan de aanbestedende overheid. Dit verplichte beroep op een deurwaarder lijkt een zware en dure formaliteit, hetgeen tal van kleine ondernemingen zou kunnen ontmoedigen om aan overheidsopdrachten deel te nemen. Daarom wordt artikel 23, § 4, met twee alinea's aangevuld, die voorzien dat de betekening van de overdracht of de inpandgeving eveneens bij aangetekend schrijven kunnen gebeuren en dat de aanbestedende overheid daarom expliciet in het bijzondere lastenboek of de documenten die te dien einde dienst doen, melding moet maken van de administratieve gegevens van de dienst naar waar de brief moet worden opgestuurd. Een hervorming die volgens de opsteller van de wet van aard is om de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen aan de wedstrijden van overheidsopdrachten aan te moedigen, en bijgevolg de offertes en prijzen ten goede zal komen 11. Vincent Ramelot
5 Wetsontwerp houdende administratieve vereenvoudiging II, Parl. doc. Kamer, G.Z. 2004/2005, nr. 1967/002. 6 Artikel 1, 2°, van de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het versterken van sterke drank definieert als slijter "de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die in enigerlei hoedanigheid en voor eigen rekening, een werkzaamheid uitoefent die erin bestaat of er mede in bestaat een drankgelegenheid te exploiteren". 7 D.w.z. "drank zoals bepaald in artikel 16 van de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de tarieven van de accijnsrechten op alcohol en op alcoholhoudende drank" (artikel 1, 5°, van de wet van 28 december 1983). 8 Het is eveneens verboden om sterke drank te laten verbruiken in dezelfde omstandigheden. 9 Artikel 2, § 2, van de wet van 28 december 1983, zoals gewijzigd door de wet van 15 december 2005 houdende administratieve vereenvoudiging II. 10 Artikel 3, § 1, van de wet van 28 december 1983, zoals gewijzigd door de wet van 15 december 2005. 11 Wetsontwerp houdende administratieve vereenvoudiging II, Parl. doc. Kamer, G.Z. 2004/2005, nr. 1967/001, p. 20. Nieuwsbrief 2006/01
5
ONDER DE LOEP
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENINGEN OVERDREVEN SNELHEID VAN DE WETGEVER De Kamers hebben onlangs, in bijna algemene onverschilligheid en zonder de kwestie grondig te bespreken, een wijziging van de Nieuwe Gemeentewet aangenomen: de wet van 12 januari 2006 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet wat betreft de bevoegdheid voor tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer 1. Deze wet is niet revolutionair, maar wijzigt niettemin alle bevoegdheden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen inzake bestuurlijke politie. Deze wijziging kan ook kwalijke gevolgen hebben voor een aantal vaak voorkomende situaties …
De wettekst De aangenomen wet is zeer kort en telt slechts twee artikelen met een materiële inhoud: - In de Nieuwe Gemeentewet wordt een artikel 130bis ingevoegd, luidende " Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer "; - Het tweede artikel vult artikel 119, lid 1 van de Nieuwe Gemeentewet als volgt aan: " met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis ". De wet zorgt dus voor een bevoegdheidsverschuiving tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen inzake tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
De tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer Iedereen kent de aanvullende reglementen over de openbare wegen (of aanvullende reglementen op het wegverkeer) en de politieverordeningen (doorgaans politiereglementen genoemd); de politiebesluiten hebben ook nauwelijks nog geheimen 2. De "tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer" zijn wellicht minder goed gekend.
We moeten herhalen dat de aanvullende reglementen over de openbare wegen enkel kunnen worden aangenomen om blijvende of periodieke toestanden te regelen (artikel 10 van de gecoördineerde wetten betreffende de politie over het wegverkeer en artikel 135, § 2, lid 2, 1°, van de Nieuwe Gemeentewet). Indien de toestand niet blijvend of periodiek is, kan deze niet het voorwerp uitmaken van een aanvullend reglement, maar moet de gemeenteraad een politieverordening aannemen 3. Dit type toestand is eenvoudig uit te leggen met een voorbeeld: de autoloze zondag is een evenement dat niet blijvend of periodiek is. Het wegverkeer wordt bijgevolg gereglementeerd met een politieverordening van de gemeenteraad. Een ander type toestand kan wel aanleiding geven tot een tijdelijke politieverordening: de politieverordeningen aangenomen om een reglementering te testen, indien de gemeentelijke overheid een blijvende reglementering betreffende het wegverkeer wil instellen, maar vooraf het ontwerp wil testen met een tijdelijke maatregel. Uit de observatieresultaten kan een eventuele wijziging (of afschaffing) van de reglementering voortvloeien. Omdat de beoogde situatie omwille van diens aard tijdelijk is, en niet blijvend (!) of periodiek, kan de gemeenteraad geen tijdelijk reglement aannemen, maar wel een politieverordening op basis van de artikelen 117, 119 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet 4. Op het einde van de testperiode moet uiteraard een aanvullend reglement worden aangenomen aangezien de te regelen toestand blijvend of periodiek wordt.
1 De tekst aangenomen door de Kamer (de Senaat heeft zich niet uitgesproken) is op 12 januari afgekondigd, maar nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.. 2 En als er nog onduidelijkheden zouden zijn, verwijzen we naar onze studie " De politiebevoegdheden van de burgemeester ", http://www.vsgb.be, rubriek politie. 3 Of indien de wettelijke voorwaarden van artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet aanwezig zijn (dringendheid, risico op ernstig gevaar, enz.), door de burgemeester. 4 In deze zin, zie: P. GOFFAUX, " La réglementation à l'essai de la circulation routière : réflexions à propos d'une question parlementaire ", in Mouv. Comm., 4/1993, pag. 209-212, Inforum nr. 59.120, en N. FRASELLE en S. SMOOS, " Les compétences des communes en matière de circulation routière ", in Mouv. Comm., 5/2005, pag. 240-245, Inforum nr. 203.444.
6
Nieuwsbrief 2006/01
ONDER DE LOEP
Opmerkingen over de nieuwe wettelijke bepalingen De auteurs van het wetsvoorstel stellen vast 5 dat evenementen die de goedkeuring van een tijdelijke reglementering rechtvaardigen vaak van zeer korte duur zijn (maximaal twee of drie dagen) en dat de gemeentelijke overheden slechts korte tijd voor deze evenementen hiervan in kennis zijn gesteld 6. De procedure voor de gemeenteraad is soms traag, zodat het evenement waarvoor de verordening moet worden aangenomen verplaatst of geannuleerd dient te worden. De goedkeuring van een politieverordening door de burgemeester wordt zelden wettelijk gerechtvaardigd. Vandaar de noodzaak om een snellere procedure te creëren. Hoewel de vaststelling van de auteurs van het voorstel correct is, lijken ze evenwel te vergeten dat er reeds een oplossing bestaat: de burgemeester kan, door middel van een besluit, het verkeer in een straat of een wijk tijdelijk reglementeren om de openbare orde te herstellen of te bewaren. Een politieverordening is in principe niet nodig om een straat gedurende enkele uren af te sluiten voor het verkeer, om een parkeerverbod in te stellen op een openbare plaats voor een korte duur, enz. 7 De voordelen van een dergelijk politiebesluit zijn de soepelheid en snelheid, maar een besluit kan geen sancties opleggen bij inbreuken, wat deze uiteraard verzwakt 8. Enkel een politieverordening kan immers dergelijke sancties opleggen. Het was dus belangrijk om een snelle en soepele procedure uit te werken om een politieverordening aan te nemen. Welnu …het nieuwe artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet staat het college niet toe om sancties op te leggen bij een schending van de politieverordening. Het is evenmin mogelijk om te stellen dat artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet per definitie van toepassing is op verordeningen aangenomen door het college van burgemeester en schepenen, aangezien dit artikel
olg v r Ve
verduidelijkt dat enkel bij politieverordeningen van de gemeenteraad sancties opgelegd kunnen worden. En aangezien het nieuwe artikel 119, lid 1, van de Nieuwe Gemeentewet de tijdelijke politieverordeningen onttrekt aan de bevoegdheid van de gemeenteraad… Bovendien zullen er altijd gevallen blijven bestaan waarbij de burgemeester politieverordeningen dient aan te nemen in toepassing van artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet. De nieuwe bevoegdheid van het college kan eventueel interfereren met deze bevoegdheid van de burgemeester en leiden tot gevallen waarin de wettelijkheid van de handeling van de burgemeester betwist wordt. Tot slot mogen we niet vergeten dat bepaalde politieverordeningen, niet beoogd door de auteurs van het wetsvoorstel, ook een tijdelijke duur hebben: de bovenvernoemde politieverordeningen voor het testen van een reglementering. We besluiten uit de redactie van artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet dat het college van burgemeester en schepenen voortaan bevoegd is om in dit geval politieverordeningen aan te nemen, terwijl niets dit feitelijk motiveert (er is geen bijzondere dringendheid). We herhalen eveneens dat deze politieverordeningen van het college niet gesanctioneerd kunnen worden bij inbreuken ! Tot slot moeten we opmerken dat, verbazend genoeg, de auteurs van het voorstel de mening zijn toegedaan dat "Binnen het schepencollege er zonodig nog voldoende mogelijkheid bestaat om het voorgestelde reglement aan een democratische toetsing te onderwerpen" 9… terwijl de vergaderingen van het college in principe achter gesloten deuren plaatsvinden! De Verenigingen van Steden en Gemeenten willen de Minister van Binnenlandse Zaken in deze materie interpelleren en hem vragen de wet te wijzigen, zodat het college in staat is om sancties te treffen bij inbreuken op de politieverordeningen die het aanneemt. Laten we hopen dat er gehoor wordt gegeven aan onze oproep. Vincent Ramelot
5 Wetsvoorstel tot wijziging van de nieuwe gemeentewet wat betreft de bevoegdheid voor tijdelijke politieverordeningen, Parl. Stukken Kamer, G.Z. 20052006, nr. 2022/001, pag. 3. 6 Bijvoorbeeld omdat de organisator zijn aanvraag te laat heeft ingediend. 7 Cf. V. RAMELOT, " Een tweede blik op de politiebevoegdheden van de burgemeester ", Nieuwsbrief Brussel, 2003/02, pag. 6-7, Inforum nr. 18.3896, en J. ROBERT, " Police administrative – Compétences respectives du bourgmestre et du conseil communal ", in Mouv. Comm., 1999/2, pag. 115-117, Inforum nr. 147.079. 8 Een mogelijke oplossing is in het algemene politiereglement opnemen dat het op straffe van sanctie verboden is om de bevelen gegeven door de burgemeester door middel van besluit niet na te leven, maar we moeten erkennen dat dit de zaak ingewikkeld maakt en weinig duidelijkheid biedt. 9 Wetsvoorstel tot wijziging van de nieuwe gemeentewet wat betreft de bevoegdheid voor tijdelijke politieverordeningen, Parl. Stukken Kamer, G.Z. 20052006, nr. 2022/001, pag. 4.
Nieuwsbrief 2006/01
7
WETGEVING bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12.12.2005 tem 12.02.2006 23.12.2005 Wet houdende diverse bepalingen. B.S. 30.12.2005 205141 27.12.2005 Wet houdende diverse bepalingen B.S. 30.12.2005 205734 27.12.2005 Programmawet. B.S. 30.12.2005 205947
VERKIEZINGEN
Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele Vrijheden na te leven. 13.01.2006 KB tot bepaling van de wijze waarop de erkenning van de aanvraag die de niet-Belgische burgers buiten de Europese Unie ingediend hebben bij de gemeente van hun hoofdverblijfplaats om ingeschreven te worden op de kiezerslijst die opgesteld wordt voor de gemeenteraadsverkiezingen, ingeschreven wordt in de bevolkingsregisters. 13.01.2006 KB tot vaststelling van het model van de aanvraag die de niet-Belgische burgers buiten de Europese Unie, die hun hoofdverblijfplaats in België hebben gevestigd, moeten indienen bij de gemeente van die hoofdverblijfplaats als zij wensen ingeschreven te worden op de kiezerslijst die opgesteld wordt voor de gemeenteraadsverkiezingen. 13.01.2006 MB wijz. MB 25.05.1999 tot vaststelling van het model van de aanvraag die de niet-Belgische burgers van de Europese Unie die in België gevestigd zijn, moeten indienen bij de gemeente van hun hoofdverblijfplaats als zij wensen ingeschreven te worden op de kiezerslijst die opgesteld wordt voor de gemeenteraadsverkiezingen, evenals de modellen van de beslissing waarbij het college van burgemeester en schepenen deze aanvraag ofwel erkent, ofwel verwerpt. B.S. 20.01.2006 206792, 206794, 206796, 206798, 206800
13.01.2006 MB tot vaststelling van het model van de aanvraag die de niet-Belgische burgers van de Europese Unie die in België gevestigd zijn, moeten indienen bij de gemeente van hun hoofdverblijfplaats als zij wensen ingeschreven te worden op de kiezerslijst die opgesteld wordt voor de Europese verkiezingen, evenals de modellen van de beslissing waarbij het college van burgemeester en schepenen deze aanvraag ofwel erkent, ofwel verwerpt. 13.01.2006 MB tot vaststelling van de modellen van de beslissing waarbij het college van burgemeester en schepenen de aanvraag ofwel erkent, ofwel verwerpt, die de niet-Belgische burgers buiten de Europese Unie, die in België gevestigd zijn, moeten indienen bij de gemeente van hun hoofdverblijfplaats als zij wensen ingeschreven te worden op de kiezerslijst die opgesteld wordt voor de gemeenteraadsverkiezingen, evenals het model van het 30.01.2006 Omz. betr. de inschrijving van attest van de verklaring waarin de niet-Belgische burger vreemdelingen die in België verblijven en die geen buiten de Europese Unie zich ertoe verbindt de onderdanen zijn van een lidstaat van de Europese Unie
als kiezers voor de gewone vernieuwing van de gemeenteraden B.S. 03.02.2006 207138
SOCIALE ZAKEN 10.10.2005 KB tot uitvoering van art. 2, par. 2, vierde lid van de wet 20.12.1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachthoffer waren van een herstructurering en wijz. KB 17.01.2000 tot uitvoering van art. 2 van de wet 20.12.1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering. B.S. 12.12.2005 205906 02.12.2005 Omz. betr. de procedure tot toekenning van een identificatienummer door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, het zogenaamde 'bisnummer', aan vreemdelingen die tijdelijk naar België komen als gelegenheidswerknemers. B.S. 12.12.2005 205910 07.12.2005 KB tot uitvoering van art. 1409, par. 2, van het Gerechtelijk Wetboek [beslagbare bedragen] B.S. 15.12.2005 78476
Vervolg pagina 13
WERKAANBIEDINGEN De Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw werft aan voor spoedige indiensttreding een ECONOMIST voor de studiedienst (universitair)
een OPDRACHTHOUDER voor het "FORUM VOOR EEN DUURZAME ONTWIKKELING" (universitair)
Functie:
Functie:
wij wensen aan deze medewerker economische, financiële en beheersvragen toe te vertrouwen die verband houden met de lokale besturen (begroting en boekhouding, fiscaliteit en financiering, financieel en boekhoudkundig beheer, economische problemen, …). Hij/zij verricht studies in deze domeinen en verleent advies over deze thema's aan de leden, verstrekt informatie en vorming door publicaties, seminaries, enz. … Hij zal tevens een gegevensbank creëren en bijhouden van gegevens over subsidies die de lokale besturen kunnen genieten. Deze persoon zal werken in een multidisciplinair team, waar hij/zij zal instaan voor de economische en financiële aspecten van de behandelde dossiers.
het Forum voor een duurzame ontwikkeling heeft als opdracht de bevordering van duurzame ontwikkeling in de Brusselse gemeenten aan de hand van uitwisseling van informatie en ervaringen. De taak van deze medewerker zal bestaan in de organisatie van workshops voor de gemeenten over verscheidene thema’s die te maken hebben met duurzame ontwikkeling; de schijnwerpers te richten op ervaringen van de gemeenten via de website, mondelinge uiteenzettingen, het schrijven van artikels, enz; zetelen in verschillende commissies met betrekking tot duurzame ontwikkeling.
Profiel: ◆ licentiaat
Profiel: ◆ Diploma van universitair niveau, ◆ Aanvullende opleiding en/of werkervaring
◆ belangstelling voor overheidsbeheer en lokale besturen ◆ 1 tot 3 jaar ervaring in een sector die verband houdt met de functie ◆ tweetalig Nederlands / Frans met kennis van het Engels
◆ ◆
economische wetenschappen (zuivere of toegepaste), bedrijfsingenieur
in het domein van duurzame ontwikkeling, belangstelling voor overheidsbeheer en lokale besturen, tweetalig Nederlands / Frans met kennis van het Engels
Werkplaats: Brussel - Wij bieden: een gevarieerde functie in een dynamische werkomgeving, een contract voor onbepaalde duur, een motiverend loon en extralegale voordelen. Sollicitatiebrief met CV zenden naar: VSGB, Personeelsdienst, Aarlenstraat 53 bus 4, 1040 Brussel, of per fax: 02/280.60.90 of per mail:
[email protected]
8
Nieuwsbrief 2006/01
ENQUÊTE OVER ONZE MEDIA Uw mening telt mee! In de loop der jaren heeft de Vereniging verschillende instrumenten in gebruik genomen voor communicatie, zoals: een tijdschrift Nieuwsbrief, een website www.vsgb.be, een elektronische Newsletter.
inschatten. In een vrije zone kan u nog preciseringen of commentaar toevoegen die niet bij de vragen aan bod zijn gekomen. Aarzel niet die voorziene ruimte te buiten te gaan en op een los velletje papier of per mail uw waarnemingen, opmerkingen, verzoeken, vragen … neer te schrijven. De enquête neemt slechts een tiental minuutjes in beslag.
Nu wil de Vereniging de inhoud van deze media verfijnen, om nog beter aan uw behoeften te beantwoorden. Uw mening is dus bijzonder waardevol voor ons om in de toekomst onze communicatie nog beter te oriënteren.
Voor uw gemak en met de bedoeling het aantal "papieren" documenten beperkt te houden, is een elektronische versie van deze enquête beschikbaar op www.vsgb.be.
Wij wensen een zo verscheiden mogelijk publiek te raadplegen. Aarzel daarom niet dit formulier te fotokopiëren en het de ronde te laten doen.
Indien u niettegenstaande er de voorkeur aan geeft dit formulier te gebruiken, kan u: - uw mening terugfaxen naar 02.280.60.90 ; - of terugsturen naar de VSGB – Media Enquête - 53 Aarlenstraat, bus 4 – 1040 Brussel
Hoe kan u uw mening kenbaar maken? De enquête bestaat uit 4 delen: de website, de Newsletter, het tijdschrift en uw profiel om de analyse van de resultaten te kunnen uitdiepen. Ieder deel bevat 5 tot 10 vragen. De vragen werden zo geformuleerd dat wij uw verwachtingen met betrekking tot de verschillende media beter zouden kunnen
Wij danken u bij voorbaat voor de tijd die u aan deze opiniepeiling besteedt Voor alle vragen omtrent deze enquête: Philippe Delvaux – Publicatiedienst
[email protected] - Tél. : 02 238 51 71
LEZER, WIE BENT U ? De velden met een * moeten worden ingevuld *Naam................................................................. *Voornaam .............................................................. Tel ...................................................... ❏ Franstalig ❏ Nederlandstalig ❏ andere Geslag : ❏ Man ❏ Vrouw *Werkgever / instelling / organisatie ........................................................ *Dienst / mandaat ................................................................. *Precieze functie ................................................................................................................................................................................................. Adres van uw werkgever : Straat en huisnummer ....................................................................................................................................... Postcode ...................................... Gemeente ..................................................................................................................................................... 1. *Beschikt u voor uw werk over de volgende mogelijkheden ❏ een e-mailadres, preciseer ....................................................................................................................................................................... ❏ een internetverbinding ❏ een toegang tot Publilink ❏ een toegang tot Inforum 2. Welk mailsysteem gebruikt u meestal ? Bijvoorbeeld: Outlook, Outlook express, Lotus Notes,… Mailsysteem ...................................................................... Welke versie ? .............................................................................................. 3. Welke browser gebruikt u meestal ? Bijvoorbeeld: Explorer, Netscape, Mozilla Firefox, etc. … Browser .............................................................................. Welke versie ? ............................................................................................... 4. Als u moest kiezen, aan welke media geeft u dan de voorkeur ? ❏ Tijdschrift (op papier) ❏ Website en elektronische nieuwsbrief
Nieuwsbrief 2006/01
9
NIEUWSBRIEF-BRUSSEL, HET TIJDSCHRIFT ❏ ja
1. Ontvangt u het tijdschrift Nieuwsbrief-Brussel in papieren versie? ❏ stelselmatig ❏ regelmatig ❏ occasioneel 2. Raadpleegt u soms oude nummers? ❏ soms ❏ zelden
❏ neen
❏ nooit
3. Bewaart u de oude nummers? ❏ ja ❏ neen 4. Op welke manier raadpleegt u de Nieuwsbrief? ❏ het tijschrift circuleert bij ons, maar ik ontvang het niet op mijn naam ❏ ik ontvang de Nieuwsbrief op mijn naam ❏ het tijdschrift ligt ter beschikking op de dienst ❏ andere: preciseer ............................................................................................ ❏ ik raadpleeg het tijdschrift op de website of download de pdf-versie(preciseer ❏ nooit ❏ soms ❏ regelmatig ) 5. Leest u de Nieuwsbrief regelmatig? Ik lees de Nieuwsbrief minstens gedeeltelijk: 6. Welke rubrieken van de Nieuwsbrief leest u? Rubriek Edito Vereniging in actie Agenda Wetgeving Voor u gelezen Onder de loep Nieuws van het Gewest In onze gemeenten 7. Bent u tevreden over de Nieuwsbrief? zeer tevreden Wat de vorm betreft 1 ❏ Inhoudelijk ❏
❏ elk nummer
❏ af en toe
vaak ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
soms ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
tevreden ❏ ❏
iets meer
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
10. Hoe beoordeelt u de Nieuwsbrief?
volledig akkoord
Het tijdschrift volgt de actualiteit van de gemeenten en het gewest voldoende De informatie is recent De informatie is relevant ten opzichte van mijn behoeften De informatie is correct De informatie is vlot leesbaar en begrijpelijk De artikelen behandelen de thema's grondig De artikels zijn gediversifieerd (er komen voldoende thema's in aan bod)
zeer ontevreden ❏ ❏
nuttig ❏ ❏ ❏
veel meer
De frequentie (momenteel 6 à 8 nummers per jaar) Het aantal bladzijden per nummer De lengte van de artikels De hoeveelheid technische en wetenschappelijke artikels De hoeveelheid actuele artikels Goede praktijkvoorbeelden Standpunten Interviews Info-dienst (agenda, wetgeving, …)
nooit ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
nogal ontevreden ❏ ❏
8. Wat denkt u over de volgende aspecten van de Nieuwsbrief? illustraties & foto's luchtige lay-out grafieken en tabellen 9. Welke evolutie zou u op prijs stellen?
❏ bijna nooit
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
nutteloos ❏ ❏ ❏
het huidige iets minder veel minder evenwicht is goed ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ min of meer akkoord
veeleer niet akkoord
helemaal niet akkoord
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
1 lay-out, opdeling en opeenvolging van de rubrieken, grafisch, ergonomisch, …
U kan deze enquête makkelijker beantwoorden langs elektronische weg op www.vsgb.be Zoniet, fax uw mening naar 02.280.60.90 of stuur deze terug naar de VSGB – 53 Aarlenstraat, bus 4 – 1040 Brussel
10
Nieuwsbrief 2006/01
WEBSITE WWW.VSGB.BE 1. Hebt u de website van de Vereniging (www.vsgb.be) reeds bezocht ❏ ja ❏ neen 1. Indien u "ja" geantwoord hebt op de vorige vraag: bezoekt u de website regelmatig? ❏ minstens 1 keer per week ❏ minstens 2 keer per maand (bv. bij het doornemen van de halfmaandelijkse Newsletter) ❏ minstens 1 keer per maand ❏ minder regelmatig 2. Gebruikt u de zoekfunctie (links boven, onder het logo) op de website? ❏ ja ❏ neen Beantwoordt de zoekmotor aan uw verwachtingen? ❏ ja ❏ neen: waarom ................................................ 3. Bent u tevreden over de website? Wat de vorm betreft 2 Inhoudelijk
zeer tevreden ❏ ❏
tevreden ❏ ❏
4. Hoe beoordeelt u de website?
volledig akkoord De website is ergonomisch (informatie vlot bereikbaar / logisch gestructureerd) ❏ De informatie is goed leesbaar (lay-out, lettertype, …) ❏ De schrijfstijl past voor elektronische media ❏ De website wordt regelmatig bijgewerkt ❏ De informatie is relevant (beantwoordt aan de behoeften) ❏ De informatie is correct ❏ De informatie is up-to-date ❏ De artikels behandelen de thema's grondig ❏ De informatie is gediversifieerd ❏ Er is voldoende informatie ❏
ontevreden ❏ ❏ min of meer akkoord ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
zeer ontevreden ❏ ❏ veeleer niet akkoord ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
helemaal niet akkoord ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
5. Wat is uw mening over de volgende rubrieken? Hoe vaak raadpleegt u deze rubriek? Welke evolutie zou u willen zien? vaak soms nooit meer niets minder schrappen informatie veranderen informatie Actualiteit van de Vereniging ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Agenda ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Oproep tot voorstellen van de Europese Commissie ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Nuttige links ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Publicaties ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 6. Wat is uw mening over de rubriek "Materies"? Hoe vaak raadpleegt u deze rubriek ? Welke evolutie zou u willen zien ? vaak soms nooit meer niets minder schrappen informatie veranderen informatie Ruimtelijke ordening ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Tewerkstelling ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Leefmilieu ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Burgerlijke stand en bevolking ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Financiën ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Openbaarheid en vormvoorwaarden ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Indirect beheer ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Huisvesting ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Overheidsopdrachten ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Gemeenteorganen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Personeel ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Politie ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wegen en openbare werken ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Mobiliteit ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Duurzame ontwikkeling ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Internationaal ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ OCMW: Sociale dienstverlening / RMI ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ OCMW: Kruispuntbank van Sociale Zekerheid ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ OCMW: Derde Leeftijd ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ OCMW: Socio-professionele inschakeling ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ OCMW: Organen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 7. Van welke nieuwe diensten zou u gebruik maken? ❏ de Nieuwe Gemeentewet online ❏ een discussieforum
❏ ruimte om commentaar te geven
8. Hebt u soms technische problemen om de pagina's op te roepen? ❏ grafische elementen verschijnen niet ❏ onklikbare links ❏ foute routing ❏ pagina's verschijnen heel traag ❏ Andere: preciseer ............................................................ 2 lay-out, indeling en opeenvolging van de rubrieken, grafisch, ergonomisch, …
U kan deze enquête makkelijker beantwoorden langs elektronische weg op www.vsgb.be Zoniet, fax uw mening naar 02.280.60.90 of stuur deze terug naar de VSGB – 53 Aarlenstraat, bus 4 – 1040 Brussel
Nieuwsbrief 2006/01
11
NEWSLETTER (de elektronische nieuwsbrief) 1. Ontvangt u de Newsletter regelmatig? ❏ Ik ontvang de Newsletter in mijn mailbox (ik ben geabonneerd) ❏ Ik raadpleeg de Newsletter op www.vsgb.be ❏ Ik ontvang de Newsletter niet en wens me niet gratis te abonneren ❏Ik ontvang de Newsletter nog niet, maar wens deze gratis te ontvangen op het volgende e-mailadres: .............................................................................................................................................................................................................................
2. Leest u de Newsletter regelmatig, minstens gedeeltelijk? ❏ elk nummer ❏ af en toe ❏ bijna nooit 3. Leest u de Newsletter integraal? Rubriek Raadpleegt u deze rubriek? Klikt u de hyperlinks aan? Welke evolutie zou u wensen? vaak soms nooit vaak soms nooit meer niets minder schrappen informatie veranderen informatie Actualiteit van de Vereniging ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Goed om weten ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Nieuws van de parlementen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Agenda ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Europese ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ projectoproepen Wetgeving ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 4. Bent u tevreden over de Newsletter? zeer tevreden Wat de vorm betreft 3 ❏ Inhoudelijk ❏
tevreden ❏ ❏
5. Hoe beoordeelt u de Newsletter?
nogal ontevreden ❏ ❏
volledig akkoord De informatie is actueel ❏ De informatie is nuttig (beantwoordt aan mijn behoeften en verwachtingen) ❏ De informatie is correct ❏ De informatie is gediversifieerd (er komen voldoende domeinen aan bod) ❏ De informatie is volledig (de behandeling van ieder onderwerp geeft voldoende details of pistes) ❏ Het aantal inlichtingen is toereikend ❏ De Newsletter zou langer moeten zijn ❏ De Newsletter zou vaker moeten verschijnen ❏
zeer ontevreden ❏ ❏
min of meer akkoord ❏ ❏ ❏ ❏
veeleer niet akkoord ❏ ❏ ❏ ❏
helemaal niet akkoord ❏ ❏ ❏ ❏
❏ ❏ ❏ ❏
❏ ❏ ❏ ❏
❏ ❏ ❏ ❏
Vrije ruimte: uw commentaar, suggesties en wensen
3 lay-out, indeling en opeenvolging van de rubrieken, grafisch, ergonomisch, …
U kan deze enquête makkelijker beantwoorden langs elektronische weg op www.vsgb.be Zoniet, fax uw mening naar 02.280.60.90 of stuur deze terug naar de VSGB – 53 Aarlenstraat, bus 4 – 1040 Brussel
12
Nieuwsbrief 2006/01
olg v r Ve
WETGEVING
16.12.2005 Juridische tweedelijnsbijstand en rechtsbijstand - Aanpassing van de bedragen. B.S. 16.12.2005 206069 20.07.2005 MB wijz. art. 11 van MB 10.01.2003 wijz. MB 26.11.1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering. B.S. 19.12.2005 206097 13.12.2005 MB tot vaststelling van de lijst van instellingen die van overdracht van schuldvordering kunnen genieten in het kader van de huurtoelagen. B.S. 10.01.2006 206550 Arbitragehof - Arrest nr. 166/2005 van 16.11.2005 De prejudiciële vragen over art. 71 van de organieke wet van 08.07.1976 betr. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. B.S. 17.01.2006 206676 19.01.2006 Impulsfonds voor het Migrantenbeleid Oproep tot project. B.S. 19.01.2006 94000 22.12.2005 BVCGG wijz. BVCGG 06.12.2001 houdende vaststelling van de subsidiëringsvoorschriften van centra en diensten voor Bijstand aan personen. 22.12.2005 BVCGG wijz. KB 01.08.1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest. B.S. 26.01.2006 206940, 206944 09.01.2006 KB tot uitvoering van art. 12 van de wet 02.04.1965 betr. het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2006. B.S. 30.01.2006 193254 09.01.2006 KB tot uitvoering van art. 44 van de wet 26.05.2002 betr. het recht op maatschappelijke integratie. 09.01.2006 KB wijz. KB 11.07.2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. B.S. 30.01.2006 182565, 206998 11.01.2006 MB tot vaststelling van de verdeling van het bedrag voor 2004, ter toepassing van het KB 19.05.1995 getroffen ter uitvoering van art. 5, par. 3, van de wet 02.04.1965 betr. het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij KB 08.07.2005. B.S. 10.02.2006 207367 Arbitragehof - Arrest nr. 194/2005 van 21.12.2005 De prejudiciële vragen over art. 57, par. 2, 1°, van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. B.S. 10.02.2006 206513
BURGERLIJKE STAAT / BEVOLKING 10.11.2005 Dec. wijz. dec. 16.01.2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. [Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap] B.S. 15.12.2005 206029 03.12.2005 Wet wijz. art. 64 en 1476 van het Burg.W. en art. 59/1 van het Wetboek van zegelrechten met het oog op de vereenvoudiging van de formaliteiten voor het huwelijk en de wettelijke samenwoning. B.S. 23.12.2005; B.S.,23.01.2006, err. 206322
06.12.2005 Omz. betr. de afschaffing van het voor 02.02.2006 Bericht - Wetgevende assemblees. [bedrag eensluidend verklaard afschrift in de verblijfs- - mandaat] B.S. 02.02.2006 167725 reglementering voor vreemdelingen. B.S. 30.12.2005 206408
PERSONEEL
16.01.2006 Omz. betr. wet 03.12.2005 wijz. art. 64 en 1476 Burg. W. en art. 59/1 van het Wetboek van 16.12.2005 Omz. nr. 556 - Brugdagen voor 2006. 167294 Zegelrechten met het oog op de vereenvoudiging van de B.S. 21.12.2005 formaliteiten voor het huwelijk en de wettelijke 22.12.2005 Bericht betr. de vakbondspremies voor samenwoning. B.S. 23.01.2006 206818 het referentiejaar 2005. 206270 08.01.2006 KB tot bepaling van de informatietypes, B.S. 22.12.2005 verbonden met de informatiegegevens bedoeld in art. 3, eerste lid, van de wet 08.08.1983 tot regeling van een 15.12.2005 KB wijz. KB/WIB 92, op het stuk van de Rijksregister van de natuurlijke personen. bedrijfsvoorheffing. B.S. 25.01.2006 206877 B.S. 28.12.2005 - inforum 56911 Arbitragehof - Arrest nr. 162/2005 van 09.11.2005 21.12.2005 KB wijz. van de tarieven gevoegd bij de wet De prejudiciële vraag betr. art. 161bis, par. 1 en 2, 30.06.1999 houdende het tarief der consulaire rechten Nieuwe Gemeentewet. en der kanselarijrechten. B.S. 10.01.2006 206553 B.S. 26.01.2006 206933
FINANCIËN / BELASTINGEN
22.12.2005 KB ter uitvoering van art. 14 van Wet 10.04.1995 betr. de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. B.S. 20.01.2006 100103
03.08.2005 Omz. Opstelling van de gemeentelijke begrotingen voor 2006 en de meerjarige 25.01.2006 MB betr. de vakbondspremie in de beheersplannen. 178614 overheidssector voor het referentiejaar 2005. B.S. 02.02.2006 7740 19.12.2005 KB tot toekenning van een financiële hulp aan de gemeenten en de steden voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met 26.01.2006 KB houdende vaststelling van het bedrag de omkadering van alternatieve gerechtelijke van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen maatregelen. B.S. 01.02.2006 198880 ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden. GEMEENTEBEHEER B.S. 03.02.2006 182344 06.12.2005 KB wijz. KB 27.02.1974 genomen ter uitvoering van de wet 24.07.1973 tot instelling van een 25.01.2006 Omz. betr. de toekenning en de uitbetaling verplichte avondsluiting in handel, ambacht en van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector. dienstverlening. B.S. 19.12.2005 206102 B.S. 06.02.2006 168426 Arbitragehof - Arrest nr. 179/2005 van 07.12.2005 Het beroep tot vernietiging van de art. 302 en 308 POLITIE / VEILIGHEID (overheidsopdrachten) van de programmawet van 09.07.2004. B.S. 19.12.2005 206106 07.12.2005 Omz. ZPZ 25. Procedures voor 13.12.2005 KB tot het verbieden van het roken in hernieuwing en aanwijzing 'en régime' in het mandaat 206023 openbare plaatsen. B.S. 22.12.2005 206261 van korpschef . B.S. 15.12.2005 administratieve 06.12.2005 Wet betr. de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid. 19.12.2005 KB betr. de opmaak en financiering van 206372 actieplannen inzake verkeersveiligheid. 12.01.2006 KB tot indiening van nieuwe modellen van B.S. 21.12.2005 206230, 206232 aankondiging en tot wijz. drie KB tot uitvoering van de wet 24.12.1993 betr. de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, 20.12.2005 MB betr. de toekening van de financiële hulp van de Staat in het kader van de leveringen en diensten. verkeersactieplannen. 20.12.2005 MB betr. de B.S. 27.01.2006 206965 goedkeuring van de actieplannen inzake Arbitragehof - Arrest nr. 6/2006 van 11.01.2006 - De verkeersveiligheid en bedragen die aan de politiezones beroepen tot vernietiging van de wet 17.06.2004 wijz. en de federale politie worden toegekend. Nieuwe Gemeentewet en de wet 07.05.2004 wijz. wet B.S. 22.12.2005 206256, 206258 08.04.1965 betr. de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet. B.S. 30.01.2006 207004 Arbitragehof - Arrest nr. 153/2005 van 05.10.2005 De prejudiciële vragen over art. 69bis van de wetten betr. de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij MANDATARISSEN het KB 16.03.1968, ingevoegd bij art. 33 van de wet 12.01.2006 Ordonnantie betr. de transparantie van 07.02.2003 houdende verschillende bepalingen inzake de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse verkeersveiligheid. openbare mandatarissen. B.S. 28.12.2005 204949 B.S. 01.02.2006 207069 15.12.2005 Wet vereenvoudiging II. B.S. 28.12.2005 -
houdende
Nieuwsbrief 2006/01
13
WETGEVING 19.12.2005 KB betr. de inschrijving van voertuigen. 19.12.2005 MB wijz. MB 23.07.2001 betr. de inschrijving van voertuigen. B.S. 29.12.2005 206380, 206382
03.12.2005 KB betr. de functionele opleidingen van de personeelsleden van de politiediensten. 20.12.2005 KB wijz. verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. 23.12.2005 MB tot bepaling van de functionele opleidingen 20.12.2005 KB houdende de toekenning van een toelage betreffende de bijzondere bekwaamheden van de aan de lokale politie om het beheer van centra 101 - personeelsleden van de politiediensten. Toelage 2005. B.S. 30.12.2005 206404 B.S. 30.01.2006 206987, 206993, 206995, 206990 12.12.2005 KB wijz. KB 08.04.2003 tot vaststelling van het tweede beheerscontract van ASTRID. Arbitragehof - Arrest nr. 10/2006 van 18.01.2006 12.12.2005 KB tot goedkeuring van de wijziging van Het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de statuten van ASTRID. de wet 19.09.2005 tot regeling van een aangelegenheid B.S. 23.01.2006 206814, 206816 als bedoeld in art. 78 van de Grondwet (wet tot wijziging van de wet 07.12.1998 tot organisatie van een 11.01.2006 MB tot vaststelling van de functiebeschrijving geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van een niveaus, wat betreft de bevoegdheid van de comités tot korpschef. 03.01.2006 Omz. GPI 39ter betr. de steun in aankoop van onroerende goederen voor personeelsleden van de federale politie naar een korps van meergemeentezones). de lokale politie - Principes en facturatie. B.S. 01.02.2006 207077 B.S. 26.01.2006 206946, 206949 24.01.2006 KB wijz. KB 05.09.2001 houdende het 11.01.2006 Omz. GPI 46 betr. het algemeen beleid algemeen reglement op de boekhouding van de inzake de beperking van het gebruik van tabak politiezone. binnen de geïntegreerde politie. B.S. 06.02.2006 207185 B.S. 27.01.2006 206969 19.01.2006 Omz. GPI 47 betr. sommige verloven 21.12.2005 MB wijz. MB 28.12.2001 tot uitvoering toegekend in 2006. van sommige bepalingen van KB 30.03.2001 tot B.S. 08.02.2006 207291 regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
STEDENBOUW / LEEFOMGEVING 24.11.2005 BBHR wijz. BBHR 26.10.2000 betr. de instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en flora, het BBHR 22.04.1999 tot vaststelling van het voorafgaande aangifteformulier voor de inrichtingen van klasse III in de zin van de ordonnantie 05.06.1997 inzake milieuvergunningen en het BBHR 01.12.1994 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een milieuattest en -vergunning. B.S. 20.12.2005 203739 18.01.2006 KB wijz. KB 21.09.1988 betr. de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties van vervoer van gasachtige en andere producten door middel van leidingen B.S. 31.01.2006 207025 03.12.2005 Wet betr. de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein. B.S. 02.02.2006 207122
NIEUWS VAN HET GEWEST
HET CONGRES VAN HET BRUSSELS TOERISME Het "Congres 2005 van het Brussels toerisme" is gehouden in december 2005 en wil alle actoren van het Brussels toerisme verenigen rond een gemeenschappelijke ontwikkelingsstrategie in Brussel. Het Gewest werkt aan een strategisch plan van het toerisme, dat het beleid inzake wil harmoniseren en verbeteren voor het volgende decennium. Een stand van zake op de helft van het parcours. Het evenement werd georganiseerd door het Gewest, via Mevr. Evelyne Huytebroeck, Brussels Minister van Toerisme, en bestond uit een aantal workshops, ondersteund door een voorbereidende studie van het adviesbureau Ramboll Management Brussels. Deze studie, of eerder deze catalogus van aanbevelingen, identificeert een reeks acties – de "prioritaire werkterreinen"-, gegroepeerd in 6 grote assen, die we met het lokale niveau zullen doornemen. Nu het congres achter de rug is, zal het Gewest zich inspannen om een definitief strategisch plan en prioriteiten uit te werken uit de lijst van aanbevolen acties. De acties die wij hieronder opsommen zullen dus niet allemaal terugkomen in het uiteindelijke plan.
14
Nieuwsbrief 2006/01
Zes prioritaire assen voor de ontwikkeling van de strategie zijn geïdentificeerd: 1. goed bestuur; 2. sociaaleconomische doelen; 3. stadsomgeving; 4. positionering (zullen we in dit artikel niet behandelen); 5. toeristisch aanbod; 6. commercialisering.
volg r e V
NIEUWS VAN HET GEWEST
Voorgeschiedenis - Het strategisch seminarie (27 juni 2005) Heeft de mogelijkheid geboden om de bezorgdheid van de actoren van het toerisme in Brussel te identificeren en hiermee rekening te houden. Het werk in subgroepen heeft geleid tot de identificatie van een aantal thema’s en oriëntatiepistes die de thematische workshops geanimeerd hebben. - De thematische workshops (21, 22 en 30 november 2005) Iedere thematiek geïdentificeerd dankzij de aanbevelingen van de marktstudie en het strategisch seminarie was het voorwerp van een " thematische workshop ". Tijdens deze workshop werd deze thematiek door de Brusselse actoren geanalyseerd en uitgediept. Uit de reflecties opgeworpen bij deze workshops zijn ontwikkelingspistes geïdentificeerd die in een aanbevelingsplan worden voorgesteld. Dit moet openbare overheden helpen bij de oriëntatie en uitwerking van het strategisch ontwikkelingsplan voor het vrijetijdstoerisme in Brussel. - In de loop van 2006 Uitwerking van het definitieve strategische plan dat de periode 2006-2016 dekt.
1. Goed bestuur Deze eerste as groepeert meerdere doelstellingen, die we in twee groepen kunnen splitsen: enerzijds de sensibilisering van Brusselaars, waarin de lokale overheid zeker een rol te spelen heeft, en anderzijds, een aantal doelstellingen rond structuren, waarin de rol van het gemeenteniveau wellicht indirecter is: hier wordt gesproken over de oprichting van een "Visitor center", een functie van "Brussels destination manager" en tot slot de versterking van partnerschappen met het Brussels International Tourism & Congress (BITC), het Office de Promotion du Tourisme Wallonie-Bruxelles (OPT) en Toerisme Vlaanderen (TVL). De sensibilisering van Brusselaars wil een gunstigere context creëren voor het onthaal van toeristen. Dit is een lange termijnproces. Bepaalde voorgestelde acties zijn van toepassing op gemeenten, die eerder als doelen dan als actor van de actie worden gezien. Het rapport stelt bijvoorbeeld voor om jaarlijks een communicatieactie te voeren bij het grote publiek, gericht op het economisch belang van de toeristische sector. Deze actie is niet enkel gericht naar de inwoners, maar ook naar het economisch weefsel en de gemeenten. De boodschap zal uiteraard aangepast worden aan de doelgroep. Niets verhindert evenwel, ondanks het feit dat het rapport dit niet expliciet vermeldt, dat gemeenten als relais of beter nog, als motor dienen voor de sensibilisering van hun inwoners en economische actoren.
We zullen even een mogelijke actie tot sensibilisering schetsen in het kader van cultuurtoerisme. In de maand augustus 2005 heeft de stad Amsterdam een grote communicatie opgezet over het volgende cultuurseizoen. Enkele honderden kraampjes hebben rond het grootste museum van de stad gedurende een heel weekend hun activiteiten, seizoenen, producten aan inwoners, toeristen en professionelen voorgesteld. De omvang van de organisatie heeft gezorgd voor een zeer bijzondere zichtbaarheid. Het rapport stelt ook voor om toeristische producten op bevoorrechte wijze aan te bieden aan de inwoners en aan de economische actoren. We mogen niet vergeten dat een deel van deze producten afkomstig zijn uit gemeenten, uit hun patrimonium: opmerkelijke gebouwen, musea, culturele centra, groene ruimten,… Bepaalde evenementen opgericht door gemeenten hebben ook een draagwijdte die de grenzen van het grondgebied ruim overschrijden. De drie andere doelstellingen rond goed bestuur lijken ons de institutionele moeilijkheden te reflecteren bij de coördinatie van het werk van de diverse openbare overheden en hun verhouding met de economische actoren. De versterking van het partnerschap tussen het BITC, het OPT en TVL en de oprichting van een "visitor center" vloeien immers voort uit dezelfde visie om een gemeenschappelijk platform aan te bieden, om de spreiding van middelen en storing van communicatie te vermijden. Het enige wat nog staat te gebeuren is het vinden van de magische formule en te bepalen wat de plaats is voor de gemeenten in dit geheel: het voorgestelde "visitor center" moet private en openbare partners identificeren. De functie van "Brussels destination manager" is bedoeld om de coördinatiestructuur verder te verbeteren door een eenvormig beeld naar buiten te brengen en als interface te dienen tussen de actoren. Iedereen heeft hierover zijn eigen mening, maar het lijkt ons dat deze drie maatregelen het beheer van het toerisme nog ingewikkelder kunnen maken. Het doel van deze maatregelen is duidelijk, maar om deze te bereiken zijn er wellicht nog zware onderhandelingen nodig.
2. Sociaal-economische doelen De 2e as dekt drie doelstellingen waarin de gemeenten betrokken zullen worden: de hotelsector levensvatbaar maken, de bestaande uitrustingen benutten en de tewerkstelling ontwikkelen. - Het eerste doel, inzake de hotelsector, weerhoudt de aandacht van gemeenten, al was het maar omdat het rapport de harmonisatie voorstelt van de lokale fiscaliteit: " De lokale fiscaliteit mag geen concurrentieverschillen creëren tussen de operatoren die binnen het Gewest werkzaam zijn. De bestemming van de opbrengst van belastingen moet ook de sectoriële ontwikkeling in de ruimste zin beogen. 1 " Dit botst uiteraard op
1 Aanbevelingen voor het strategisch plan van het Brussels toerisme – Congres 2005 van het Brussels toerisme – 19 december 2005, pagina 27 Nieuwsbrief 2006/01
15
NIEUWS VAN HET GEWEST
het principe van de gemeentelijke autonomie en unieke begroting. Meer nog aangezien de sectoriële ontwikkeling in de ruimste zin zoveel materies dekt dat een gemeentebegroting hiertoe noodzakelijkerwijs sterk zal bijdragen. Het voorstel om een sectoriële ontwikkelingsstrategie voor logies uit te werken (hotels, jeugdherbergen, bed & breakfast), vooral in de sector van "één tot drie sterren", is interessant aangezien deze economische ontwikkelingen voorspelt. De strategie moet wel afgestemd worden op de verwachtingen van de hotelsector en harmonieus ingepast worden in de stedenbouwkundige ontwikkeling, die ook een evenwicht wenst te creëren tussen huisvesting, collectieve uitrustingen, kantoren, … Bij wijze van voorbeeld neemt het verslag een idee over van het IGEAT, dat voorstelt om logies voor jongeren te ontwikkelen in de bufferzone van de Europese Wijk of ter hoogte van de Naamsepoort (bufferzone: Matonge). - " Tijdens de thematische workshops zijn de actoren van het Brusselse toerisme het er over eens geworden dat voorrang moest worden gegeven aan de benutting van de bestaande uitrustingen en infrastructuren boven de ontwikkeling van een nieuwe prestige-uitrusting van het type " Guggenheim ". Deze infrastructuren kunnen van toeristische, industriële of patrimoniale herkomst zijn. Onder " benutting van de bestaande uitrustingen of infrastructuren " wordt verstaan: de omvorming, de herbestemming of de herstructurering van een site, een uitrusting of een infrastructuur in een stadszone dankzij het toerisme en de cultuur. De benutting van een site, een uitrusting of een infrastructuur via het toerisme en de cultuur moet een van de bevoorrechte objectieven worden van de ontwikkeling van het Brusselse toerisme. Daartoe moet een echt investeringsbeleid dat de openbare en privé-sectoren verenigt, het daglicht zien. Tot op heden immers is de openbare investering zeer beperkt en nogal versnipperd, waardoor de return van de investering zeer klein is. Het hier nagestreefde objectief is te kapitaliseren op de bestaande uitrustingen en infrastructuren via de uitvoering van gerichte meerjarenprogramma’s van toeristische en/of culturele aard, en van openbaar/privaat partnerschappen met hefboomeffecten. 2 " De projecten voor opwaardering (Wielemans Museum, Hedendaags Kunstcentrum) liggen momenteel naast de nieuwe infrastructuren (Wolubilis, zie artikel in dit nummer). Het probleem van de opwaardering heeft vaak te maken met het probleem van de vrij te maken budgetten. Het rapport wil in de eerste plaats de invoering bestuderen van een instrument voor openbare cofinanciering, onder de vorm van een institutioneel fonds. Naast dit fonds moet ook de betrokkenheid van de private sector beter gezocht worden.
olg v r Ve
- Het laatste luik van deze as betreft de ontwikkeling van het volume en de kwaliteit van de tewerkstelling, in het bijzonder de inspanningen voor opleidingen rond nieuwe beroepen in het toerisme, door aan te zetten tot zelfstandige tewerkstelling en opleidingen in veelgebruikte talen. De expertise en rol als relais die gemeenten kunnen spelen in het zoeken naar werk (bijvoorbeeld via lokale agentschappen) en hun terreinkennis voor de inplanting van bepaalde activiteiten staan gemeenten toe om op dit luik in te spelen. Bovendien zullen de taalopleidingen een echo vinden in onze gemeenten, waar veel nationaliteiten en talen aanwezig zijn.
3. Stadsomgeving In het hoofdstuk stadsomgeving vinden we drie voorstellen rond verlichtingsplannen, de oprichting van geïntegreerde routes en tot slot de mobiliteitsproducten die het concept van duurzaamheid integreren. De mobiliteitsproblematiek is ruim en complex en wordt wellicht beter geregeld via een luik toerisme in het mobiliteitsbeleid dan via een luik mobiliteit in de bevoegdheid toerisme. De aanbevelingen wijzen ons evenwel terecht op deze bijzondere mobiliteitsproblematiek. De geïntegreerde routes en verlichtingsplannen kunnen de aandacht van de gemeenten weerhouden. Deze laatste worden steeds meer ontwikkeld omdat ze zorgen voor een aangenaam levenskader, de opwaardering van het lokale patrimonium en een verbetering van de subjectieve veiligheid. De geïntegreerde routes zouden moeten dienen om " de belangrijkste toeristische polen en de satellietzones te verbinden (Châtelain, Flagey en Elsene) met de benutting van de bufferzones (Matonge, Europa en de Marollen). 4 " Het staat buiten kijf dat een aantal wijken, door hun gebouwen of voorgestelde activiteiten beschikken over een toeristisch potentieel dat hoger is dan dat momenteel het geval is. Het is niet moeilijk om het gewicht van de gemeenten te begrijpen in de voorstellen tot acties om deze doelstelling te bereiken. De sensibilisering van de actoren langsheen deze routes, de "productchefs" (met betrekking tot de route zelf), de commercialisering van de route en afgeleide producten (CD-rom, miniatuurbeelden, boeken).
4. Toeristisch aanbod en commercialisering De eerste van deze twee assen stelt voor om het patrimonium en de creatie in de schijnwerpers te plaatsen en om vier grote internationale evenementen te ontwikkelen en te organiseren binnen de tien jaar . Het valoriseren van het toerisme richt zich
2 Op. cit. pagina 30 3 Op. cit. pagina 38 4 Zie ook " De werking van het in de schoot van de VZW BITC opgericht ‘Groot Evenementenbureau’ (GEB) en van het BITC zelf ", in I.V. COM (20052006) nr. 15 - 24-11-2005 – COMMISSIE FINANCIËN, pagina 19
16
Nieuwsbrief 2006/01
NIEUWS VAN HET GEWEST
op musea en artistieke creatie. De lokale overheden kunnen hier zeker een rol spelen als schakel bij de promotie van de hedendaagse lokale artistieke creatie, in het bijzonder door middel van het gemeentelijk cultuurbeleid dat de creatieve geesten kan identificeren, ondersteunen en promoten via de toeristische instanties. Het hoofdstuk over de commercialisering behandelt de partnerschappen uit te werken met openbare sponsors rond de informatie die op het grondgebied aan de toeristen met worden geleverd. " De informatie moet ideaal gezien toegankelijk zijn voor de toeristen op alle plaatsen en op de kritieke momenten in het beslissingsproces (…)." We wijzen hier op de problematiek van de signalisatie. Het is vreemd te moeten vaststellen dat, terwijl de gemeente de cruciale actor is bij het beheer van het grondgebied, deze niet duidelijk naar voren komt bij de vermoedelijke actoren waarmee partnerschappen zouden moeten worden aangeknoopt.
Dossier op te volgen in 2006 Ondanks het feit dat gemeenten zelden als hoofdactor worden voorgesteld, hebben ze toch een belangrijke rol op toeristisch vlak. Dit kadert in een globaal raamwerk waarin de toeristische promotie gemeenschappelijk werk impliceert, waarbij
olg v r Ve
vaardigheden gedeeld worden. Niemand twijfelt eraan dat op dit vlak de gemeentelijke organisatie onmisbaar is. Het plan dat in december 2005 is voorgesteld, wordt momenteel herwerkt om [in de loop van dit jaar] een definitief strategisch plan te realiseren dat het te volgen beleid zou moeten begeleiden in het komende decennium. Een plan dat wij zeker zullen aanbevelen aan gemeenten bij diens publicatie.
Meer informatie Aanbeveling voor het strategisch plan van het Brussels toerisme – Congres 2005 van het Brussels toerisme – december 2005 – 59 pagina’s. Rapport opgesteld op verzoek van Evelyne Huytebroeck, Brussels Minister voor Leefmilieu, Energie, Toerisme en Bijstand aan personen –
[email protected] http://evelyne.huytebroeck.be We merken op dat de Regering de promotie van mode en design weerhouden heeft als toeristisch thema en opvolger voor de Art Nouveau. Een brochure is reeds gepubliceerd en te downloaden op www.bruxellesinternational.be.
IN ONZE GEMEENTEN
HET DOEK GAAT OP VOOR"WOLUBILIS" Sint-Lambrechts-Woluwe droomde al meer dan 25 jaar over een plaats die geschikt is om de waaier van culturele en artistieke activiteiten van zijn grondgebied onder te brengen en te valoriseren. Op 23 maart gaat die droom in vervulling met de officiële opening van het Cultuurdorp Wolubilis. De verf is nog nat; hier en daar lopen er nog elektrische kabels langs de muur, enkele afwerkingen laten nog op zich wachten. Maar niets ergs aan de hand: het ruikt hier naar nieuw en er hangt een feeststemming in het gebouw. Het inhuldigingslintje wordt doorgeknipt op 23 maart a.s. en daarmee gaan de deuren open voor een geheel nieuwe wijk in Sint-LambrechtsWoluwe waarvan de bijzonderheid is dat zij zich concentreert rond een gloednieuw "cultuurdorp". Wolubilis spreidt zich uit over 10.000 m2, hetzij 20 ateliers bestemd voor culturele verenigingen plus een theater van 486 plaatsen, en 3 foyers plus 9 commerciële locaties met culturele roeping. Nieuwsbrief 2006/01
17
IN ONZE GEMEENTEN
De oprichting van Wolubilis brengt dus een nieuw cultureel aanbod in het oosten van Brussel. Het gaat wel degelijk om "het oosten van Brussel" en niet "Sint-Lambrechts-Woluwe" want de omvang van het project doet dingen naar een publiek dat de gemeentelijke grenzen overschrijdt. Natuurlijk zal alles afhangen van het project dat er ontwikkeld wordt en de middelen die worden ingezet. Verschillende culturele centra hebben al een buitengemeentelijk aura : zo bijvoorbeeld het Jacques Franck te Sint-Gillis of de Espace Senghor te Etterbeek 1. De Franse Gemeenschap geeft immers extra middelen aan bepaalde culturele centra. Wolubilis is echter geen alleenstaand project en het oosten van Brussel is bezaaid met nog andere culturele infrastructuren met grote afmetingen: kijken we maar de zaal gelegen onder het gemeentehuis van Sint-Pieters-Woluwe of nog het cultureel centrum van Oudergem. Het valt trouwens op dat de verschillende culturele centra elk mettertijd hun specifiek karakter ontwikkeld hebben. In Oudergem is het CC een van de zeldzame programmamakers te Brussel die Frans boulevardtheater op het programma zet. En het Jacques Franck laat regelmatig van zich horen door zijn artistieke confrontaties (klassiek ballet en hip hop) of door presentatie van nieuwe artistieke vormen (onafhankelijke film, video …). We kunnen alleen maar vaststellen dat zelfs binnen de gemeente het project Wolubilis een zekere leemte opvult. Het verenigingsleven en socio-culturele gebeuren kon weliswaar al gebruik maken van locaties waar zij haar activiteiten kon uitvoeren maar niets vergelijkbaars met wat de huidige infrastructuren mogelijk maken.
Dit project is des te opmerkelijk doordat een nieuwe wijk wordt opgericht niet in de rand van het Gewest, maar temidden van een gemeente, en dit zonder een bestaande bebouwde zone te vervangen. Het gemengde gezichtspunt "cultuur en huisvesting" getuigt eveneens van een zelfverzekerdheid vanwege de gemeente om invloed te kunnen uitoefenen op de stedenbouwkundige ontwikkeling. De financiering van het project was immers slechts mogelijk door het opzetten van een constructie waarin het de promotor werd toegestaan om ook woningen te bouwen. De ligging van het complex is uitstekend: toegankelijk en de buurt wordt gekenmerkt door zijn diversiteit: een groene ruimte, kantoren, handelszaken (het handelscentrum Woluwe Shopping Center), woonzones, communicatieknopen en veel troeven om het succes te verzekeren. De betrekkelijke nabijheid van de universitaire campus van de UCL is ook een voordeel.
olg v r Ve
Ontdekking en creatie van cultuur Wolubilis is ontworpen als een dorp en wil in de eerste plaats een ruimte voor ontmoetingen en convivialiteit zijn, een plaats voor schepping en verspreiding van kunst, een ruimte voor samenwerking tussen de culturele en de economische wereld. De belangrijkste opdrachten kunnen als volgt samengevat worden: - Sint-Lambrechts-Woluwe dynamiseren, bijdragen tot de vorming van een sfeer waarin de creatie en ontdekking van cultuur participatieve cultuur en van verspreiding met elkaar verbindt; - de gemeentelijke verenigingen samenbrengen en ontvangen in infrastructuren aangepast aan hun noden; - de verspreiding verzekeren van een kwalitatieve cultuur bij een gevarieerd publiek; - aanbieden van een bevoorrecht kader en à la carte diensten aan bedrijven en particulieren die er een prestigieuze manifestatie willen organiseren. Zeer schematisch zouden we de cultuur van verspreiding kunnen zien ontluiken in het halfrond, terwijl de participatieve cultuur zich zou ontwikkelen in de 20 ateliers. Niemand twijfelt er echter aan dat dit totaalconcept een vruchtbare toenadering mogelijk zal maken. Tegenover het theater komt er een openbare ruimte (" agora ") waar culturele activiteiten en animatie mogelijk zijn. Zullen de activiteiten die tot nu georganiseerd werden in het oude hart van de gemeente (Sint-Lambrechtsplein) zich verplaatsen? Schepen Michèle Hasquin-Nahum is hierover formeel: " er is geen sprake van om de activiteiten op het Sint-Lambrechtsplein te verplaatsen: de Romaanse feesten, de maandelijkse antiekmarkt, de designmarkt, de boekenbeurs, de kerstmarkt … hebben er hun identiteit gevonden en zullen er blijven…" Dit gemeenteproject draagt ook de handtekening van A2RC, een architectenbureau dat in de loop der tijd een bepaalde expertise heeft opgebouwd in culturele infrastructuren en die bijvoorbeeld de uitbreiding van de Koninklijke Muntschouwburg, het Theater van het Martelarenplein, de renovatie van de Schauspiel van Frankfurt, de bouw van het nieuwe kunstcentrum Artesia of de modernisatie van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. Infrastructuren speciaal ontworpen in functie van een cultuurproject? In een regio met een rijk architecturaal verleden bestaat er vaak een neiging om een bestaand gebouw een nieuwe bestemming te geven, zelfs al is Wolubilis geen uniek voorbeeld in dit deel van de stad (als we bijvoorbeeld denken aan het nieuwe cultuurcentrum van Oudergem). Het voordeel is uiteraard dat een nieuw gebouw perfect is aangepast aan de functie die het vervult.
Wat omvat dit project? Wolubilis herbergt het Cultuurcentrum Wolu-Culture, een theater, ruimtes voor ateliers, creatieruimten en winkels die plaats zullen bieden aan een nieuw concept dat horeca en handel met culturele inslag verenigt.
1 We kunnen bovendien bepaalde overeenkomsten vinden tussen de projecten van Etterbeek en Woluwe, die beide zijn ondergebracht in een hertekende openbare ruimte die is teruggegeven aan voetgangers.
18
Nieuwsbrief 2006/01
olg v r Ve
IN ONZE GEMEENTEN
De ateliers zullen activiteiten met een culturele roeping van lokale verenigingen onderbrengen: dans, theater, plastische kunsten,… alsook Vrijetijdscentrum, dat Cultuurcentrum Wolu-Culture reeds vele jaren organiseert. Kantoorruimtes zijn voorbehouden voor het beheer van Wolubilis (de VZW Cultuurdorp, WoluCulture, de Dienst Culturele Aangelegenheden van de gemeente, de onthaalbalie en bepaalde partners). Op de benedenverdieping worden de lokalen toegewezen aan winkels met een culturele en culinaire roeping, volgens een origineel concept dat restaurants en spirituele voeding verenigt. Dit concept krijgt gestalte in specifieke thema’s (reisboekhandel / soepbar, jazzbar /wijn- en tapasbar, boekhandel " natuur "/biovoeding, café/pers, Engelse bibliotheek / theesalon, galerie van moderne kunst / sushibar…) van Albert Food SA, dat is ontstaan uit de samenwerking van twee professionals uit de horecawereld, Albert Michiels (Restauration Nouvelle) en Cédric Legein (" master franchise " van de keten Le Pain quotidien in Frankrijk). Het theater van Wolubilis bestaat uit een halfronde zaal met 486 zitplaatsen (plus 4 plaatsen voor personen met beperkte mobiliteit), verdeeld over 17 rijen, zonder balkon (voor een perfect zicht vanop eender welke plaats) en telt 4 toegangen (2 op de benedenverdieping en 2 op de 1e verdieping) met een lift voor toegang tot de 1e en 2e verdieping. De verhouding met het toneel is bijna 1/1: het volledige toneel is 320m2 groot, met een proscenium van 20m2, geschikt voor alle soorten voorstellingen. Het gebouw biedt bovendien nog 7 loges aan, waaronder een VIP-loge, 3 grote foyers et 2 kleinere met een polyvalent karakter, onthaalruimten voor 100 tot 250 personen, tentoonstellingszones… Het theater leent zich tot bedrijfsevenementen zoals persconferenties, colloquia, seminaries, concerten, commerciële voorstellingen, personeelsfeesten … De zaal en de infrastructuur van het theater, verdeeld over drie niveaus, bieden het comfort en vermaak dat we terecht mogen verwachten van een ultramodern congrescentrum: à la carte diensten: ter beschikking stellen van een privékantoor, catering, hostesses, corporate plaatsen voor voorstellingen …
Wolubilis in 3 data 26 maart 2004: eerste steenlegging 31 december 2005: einde van de werken (behalve de appartementen, buiten het project) 23 maart 2006: officiële inhuldiging
Wolubilis voor Wolubilis Het Wolubilis project is niet uit het niets gevallen. Het is daarentegen het resultaat van een werk gespreid over meerdere decennia, zoals burgemeester Georges Désir aanhaalde in zijn toespraak: “[Dertig jaar geleden] kregen we vragen uit een heel andere hoek: vergaderlokalen voor veelvuldig gebruik (men noemde dat toen nog geen ateliers, maar men dacht er reeds aan). En uiteraard zocht men naar uitzendlokalen voor concerten, toneel, cinema, conferenties enz. We dachten er eerst (met de steun van het toenmalige College) aan een zone in te lassen in het gewestplan (1979) bestemd voor het optrekken van een echt cultuurcentrum. De tijd ging voorbij. De politiek heeft er zich mee gemoeid… maar het plan bestaat nog, onuitgevoerd. In 1982 hebben wij (voorlopig) op een zelfde plaats heel wat kandidaten konden verzamelen om hen een opvang aan te bieden aangepast aan de groter wordende noden: het Atheneum verliet de paviljoenen die nog met kolenkachels werden verwarmd om in te trekken in gloednieuwe stenen gebouwen. We beschikten dus over een dertigtal paviljoenen die nog in goede staat waren en die op bewoners wachtten. En zo ontstond het vrijetijdcentrum.” Het succes van deze ateliers trok andere verenigingen en activiteiten aan. Er ontstond een nijpend tekort aan ruimte. “Sinds 1982 hebben we veel projecten voorgelegd, getracht een gemengd bedrijf op te richten en mettertijd kregen we de indruk dat de naam “paviljoenen” te pompeus was. Na een bouwkunstwedstrijd, een offerteaanvraag, soms moeilijk overleggen, moesten we de bezetters overtuigen een tijdelijk onderdak te vinden. Er werd een vzw opgericht en deze beheert het theater, terwijl de ateliers worden beheerd door de gemeente. We beogen een ruimte toegankelijk voor elke vorm van uitzending en deelneming. Deze ruimte zal ook toegankelijk zijn voor beide gemeenschappen en voor elke persoon voor wie vrije tijd een groot deel van zijn dagelijks leven inneemt. Het heeft 23 jaar debatten, en momenten van hoop gekost om uiteindelijk ons doel te bereiken. Om de intensiteit en het aantal inspanningen te kunnen inschatten herinner ik aan de tijd tussen de principebeslissing van de Gemeenteraad en het leggen van de eerste steen! In 18 maanden is de bouw beëindigd en sommige gebruikers van het Vrijetijdscentrum hebben er hun plaats reeds ingenomen.
Meer informatie
Sommige waarnemers van het ministerie van Cultuur hebben ons aangemoedigd de gemengdheid tussen de participerende cultuur in de herbouwde werkplaatsen en de uitzendcultuur in de geïntegreerde schouwburg te bewaren. Deze gemengdheid moet er de echte originaliteit van uitmaken, maar zij hebben hun aanmoedigingen nooit door enige subsidiebelofte bekrachtigd.
Wolubilis-Cultuurdorp VZW - Valérie Mahieu en Anne Deckers (Communicatie) - Tel.: 02/ 763.13.08 Bernard Dupont, (Directeur - Beheerder) – Tel.: 02/ 763.13.09
[email protected] www.wolubilis.be (nog niet geactiveerd bij het ter perse gaan) Paul Hymanslaan 251 - 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe
Het silhouet van het geheel van Wolubilis maakt thans deel uit van het landschap. Wij moeten het volop laten leven. Onze credo is niet veranderd: vermenging van mensen, burgers en dus culturen. Een kruispunt van intercommunicatie, is het doorbreken van taboes, van isolement, maar ook een brede poort op Brussel, Europa en de wereld.”
Nieuwsbrief 2006/01
19
Nieuwsbrief
ACTUALITEIT
OP WEG NAAR HET E-KADASTER De informatisering van het kadaster heeft een nieuwe mijlpaal afgelegd. Op lange termijn zal het geheel van de gegevens betreffende het onroerend patrimonium op het Internet worden geplaatst. Het automatiseringsproces van het kadaster is al geruime tijd aan de gang. Vroeger werden de kadastrale leggers en de percelenplannen in twee exemplaren vervaardigd, waarvan er een in een gemeentelokaal werd bewaard. De plannen werden toen op papier en met Oost-Indische inkt getekend. Ieder jaar voerde de landmeter van het kadaster de mutaties uit die het voorbije jaar aan de onroerende goederen hadden plaatsgevonden op basis van lijsten met veranderingen die door het gemeentebestuur werden geleverd. Mettertijd hebben de kadastrale documenten die aan de gemeenten werden verstrekt een meer moderne vorm aangenomen: kadastrale leggers, eerst als boek bijeengebonden (1830), geleidelijk hebben zij de gedaante van houten kaften aangenomen (1922) vervolgens van kaften met mechanografische leggers (1970, eerste etappe van de informatisering), alvorens in microkaarten (1979) te veranderen. In 1994 wordt de legger bijgehouden door een netwerk van Intranet, het systeem CADNET. Dit systeem is vandaag nog altijd in werking, maar enkel toegankelijk via het intranet van de dienst Patrimoniumdocumentatie. Sinds drie jaar wordt de kadastrale legger aan de gemeenten uitgereikt in de vorm van een CD-ROM. Deze CDROMs laten verschillende bewerkingen en sorteerverrichtingen toe, wat het opzoekwerk vergemakkelijkt en de uitwerking van statistieken mogelijk maakt. Thans is het de beurt aan het computeriseren van het kadastraal percelenplan. De eerste kaarten, die in 1830 werden getekend, werden reeds vanaf 1960 vervangen door overdruk op film. Deze laatste werden niet langer meer gebruikt op 1 januari 2005 toen ze door digitale plannen werden vervangen. Dit is het project CADMAP. In feite betrof de numerisatie van de bladen met percelenplannen vooral Vlaanderen en Wallonië, daar te Brussel de plannen reeds op kettingpapier werden afgedrukt (Urbis 2). Voor Brussel echter, heeft men een achterstand van verschillende jaren opeenvolgende wijzigingen van percelenplannen moeten inhalen.
Een tekenverhaal Elke keer dat een mutatie een verandering van het percelenplan tot gevolg had, bestond de opgave erin met de hand op overtrekpapier de oude situatie te tekenen en op een ander blad de nieuwe situatie. Vervolgens werd de wijziging overgebracht op de film van het percelenplan zelf. Aldus maakt het geheel van deze tekeningen, dat bewaard werd bij de gewestelijke directies, het mogelijk om de volledige historiek van de percelen terug op te roepen sinds het ontstaan van het land. In totaal zullen negen miljoen percelen, gehergroepeerd in 29.000 bladen van plannen gedigitaliseerd worden. Bedoeling is het de Patrimoniumdocumentatie mogelijk te maken haar eigen systeem van geografische informatie te creëren (CADGIS genaamd) en om het geheel van zijn patrimoniumdocumentatie in één systeem van volledig geïntegreerde aanpak te bundelen (project STIPAD wat staat voor "Système de Traitement Intégré de l’Information Patrimoniale" oftewel "Systeem voor Geïntegreerde Aanpak van Patrimoniuminformatie") Juli laatstleden hebben de gemeenten de gedrukte versie van de numerieke kadastrale percelenplannen ontvangen op basis van de toestand op 1 januari 2005. In de komende maand maart zouden ze de CD-ROM moeten ontvangen. Eens juli zou deze CD-ROM moeten vervangen worden door een bijgewerkte versie tot op 1 januari 2006. Deze nieuwe mijlpaal is op zich weer een overgangsfase aangezien op termijn de verspreiding van patrimoniale informatie via het Internet zal gebeuren. Het informaticaplatform dat wordt opgezet zal slechts ter beschikking worden gesteld aan de personen die hiertoe bevoegd zijn in het kader van hun openbare opdracht of in het kader van de uitoefening van hun particuliere rechten. Zo zal burger X bijvoorbeeld toegang kunnen krijgen tot de informatie met betrekking tot zijn goed door zijn hoedanigheid te bewijzen via zijn elektronische identiteitskaart. Philippe Delvaux
Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Fax 02/ 280.60.90
[email protected] Redactie :
[email protected] www.vsgb.be Algemeen tel. : 02 238 51 40 Andere nummers : www.vsgb.be > Vereniging > Het team Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias
Nr 2006-01 13 maart 2006 Directie Marc Thoulen Coördinatie Philippe Delvaux Redactie Marc Cools, Philippe Delvaux, Juliette Lenders, Vincent Ramelot, Marc Thoulen Vertaling Isabelle Dehennin – Kevin Cuppens Secretariaat Michel De Greef, Céline Lecocq, Alain Veys Nieuwsbrief wordt gedrukt op 50 % gerecycleerd papier