Ver. Uitg. Marc Thoulen - N°7317
Nieuwsbrief Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad
Nr 2007/03 - 10 juli 2007 IN MEMORIAM De burgemeester van Anderlecht Jacques Simonet is niet meer. De Anderlechtenaren en de Brusselaars in het algemeen verliezen een groot man. Jacques Simonet werd gerespecteerd, zowel door zijn vrienden als door zijn politieke tegenstanders. Hij zette zich steeds ten volle in voor wat hij ondernam. Hij zei graag dat hij een dorpspoliticus was. Een manier voor hem om, met de humor die hem zo typeerde, te benadrukken dat een gemeentelijk mandataris dicht bij de mensen moet staan. Als burgemeester, als parlementslid en als minister investeerde hij al zijn energie in de uitoefening van zijn functies. Politiek was zijn passie. Hij bewonderde het werk van zijn vader, maar zijn eigen politiek engagement koos hij zelf: reeds aan de universiteit voerde hij actie met de liberale studenten. Zijn overlijden op 43-jarige leeftijd toont hoe veel inspanningen het politieke leven vergt, vaak ten koste van zijn gezondheid. Wij denken in het bijzonder aan zijn echtgenote en de kinderen die hij achterlaat. Wie hij was en wat hij voor de samenleving gedaan heeft, zullen wij nooit vergeten. Marc Cools Voorzitter van de VSGB
EDITO
INHOUDSTAFEL pagina Op de agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Federaal memorandum van de Vereniging van Steden en Gemeenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Federaal memorandum van de OCMW's . . . . . . . . . . . . . . . 6 Normen voor rusthuizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Kwaliteitscontrole voor rusthuizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Observatorium van de huurprijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Goed bestuur en participatieve democratie: ideeën van het colloquium voor duurzame steden . . . . . . . . . . . . . .17 Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen: voetbalwet, huurovereenkomsten en drankgelegenheden . . .20
DE VERENIGING IN ACTIE
De periode die we hier samenvatten, is die van de algemene vergaderingen en dat gebeuren domineert uiteraard de actualiteit van onze Vereniging. Op 20 juni jl. vond namelijk de Algemene Vergadering van de Vereniging plaats. Deze opende met een uiteenzetting van mevrouw Françoise Dupuis, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die de aanwezigen toesprak over de problematiek van de huisvesting en de link tussen het gewestelijk beleid en de actiemogelijkheden van de gemeenten. Tijdens het statutair gedeelte werd de nieuwe Raad van Bestuur gevormd, die de nieuwe samenstelling van de gemeenteraden na 8 oktober 2006 weerspiegelt. De dag daarna was het de beurt aan de Afdeling Maatschappelijk Welzijn om haar Directiecomité te vernieuwen tijdens hun eigen Algemene Vergadering, waar de balans opgemaakt werd van de legislatuur, in het bijzonder van de opmerkelijke groei van de middelen en de activiteiten van de Afdeling in die periode. Er wordt momenteel ook een nieuwe regering gevormd, na de federale verkiezingen, en in het kader van de raadplegingen van de informateur mochten onze Verenigingen op 25 juni deelnemen aan een rondetafel gewijd aan de veiligheid van de burger en de brandweerdiensten. Naast deze onderwerpen – die op zich weinig te maken hadden met de gemeenten van ons Gewest – werden de spots ook gericht op het federaal memorandum, de gemeenschappelijke eisenbundel van de drie regionale verenigingen van gemeenten. Dit memorandum kwam reeds aan bod in het vorige editoriaal artikel en wordt in dit nummer bondig voorgesteld. U vindt het memorandum tevens op www.vsgb.be > Diensten > Publicaties.
Identiek scenario voor de OCMW's, die de dag nadien uitgenodigd werden voor een rondetafelgesprek, waar zij hun gezamenlijke eisen kracht bijzetten. De toenemende sociale uitsluiting geeft de OCMW's immers een centrale plaats in het lokaal sociaal beleid. Als eerstelijns beheerder van sociale diensten vestigen de OCMW's de aandacht op hun voornaamste boodschap: geen nieuwe taken zonder nieuwe integrale financiering !
DE VERENIGING IN ACTIE
Het federaal memorandum van de OCMW's weerspiegelt de bekommernissen van de Vlaamse, Brusselse en Waalse OCMW's en wil een constructieve bijdrage leveren aan de essentiële debatten betreffende de strijd tegen de armoede en het maatschappelijk welzijn. Het vraagt de federale overheid om bijzondere aandacht voor de verschillende maatschappelijke uitdagingen: de strijd tegen armoede, de opvang en begeleiding van bejaarden, de opvang en integratie van vreemdelingen, socioprofessionele inschakeling, schuldenoverlast, toegang tot huisvesting, recht op energie. Het vraagt ook de erkenning van de rol die het OCMW terzake speelt. Op 11 juni 2007 vond de laatste vergadering plaats van de werkgroep Gemeentelijke Stedenbouwkundige Verordening. Het was het eindpunt van een lang proces: van december
Het memorandum van de OCMW's komt ook in dit nummer aan bod. U vindt het memorandum van de OCMW's tevens op www.vsgb.be > Diensten > Publicaties.
2003 tot juli 2005 vergaderde de groep GemSV 8 maal om de beschikkingen te bespreken die in het model van GemSV van de VSGB opgenomen dienden te worden. Iedere gemeente deed er voorstellen, die onze studiedienst analyseerde, corrigeerde, aanpaste, synthetiseerde en voorstelde, titel per titel, artikel per artikel. Daarna moest er gewacht worden terwijl de Regering een nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening opstelde. Die werd in december 2006 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Vervolgens moest het model van GemSV daaraan aangepast worden. Uiteindelijk worden er verschillende instrumenten ter beschikking gesteld van de gemeenten om ze te helpen hun nieuwe GemSV op te stellen: een modereglement, het commentaar daarbij, een vademecum dat de verschillende vragen over de GemSV beantwoordt, 8 vergelijkende tabellen GewSV / model GemSV van de VSGB en 7 vergelijkende tabellen GewSV / GemSV die de gemeenten kunnen aanvullen. De verschillende hulpmiddelen met betrekking tot de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening vindt u op www.vsgb.be
Samen met haar Waalse zustervereniging organiseerde de Vereniging een specifieke vorming in het kader van het door de DGOS medegefinancierde programma voor gemeentelij-
2
Nieuwsbrief 2007/03
olg Verv
ke internationale samenwerking. Er waren een twintigtal deelnemers uit Brusselse en Waalse gemeenten. De vorming vond plaats op 30 en 31 mei 2007: in het eerste deel werden de spots gericht op de concepten programmacyclus, samenwerkingsverbanden en relaties tussen partners, en in het tweede deel op een reeks methodologische hulpmiddelen die noodzakelijk zijn voor iemand die een programma voor internationale samenwerking wil opzetten. De verschillende instrumenten (probleemboom, doelstellingen, analyse van de strategieën, …) hebben allemaal tot doel de gemeenten te helpen om een logisch kader uit te tekenen op basis waarvan hun aanpak met hun partner vorm kan krijgen. In het eerste deel draaide de vorming rond de fundamentele maar te vaak verwaarloosde begrippen van operationalisering van het logisch kader en follow-up/evaluatie van de partnerships en de activiteiten. De evaluatieformulieren die de deelnemers invulden, toonden aan dat zij de vorming bijzonder op prijs stelden. Zij schoven een aantal thema's naar voren die nog uitgediept kunnen worden of op volgende vormingen aan bod kunnen komen: de participatiewijzen, de gedecentraliseerde samenwerking, de follow-up van de samenwerkingsverbanden en hun evaluatie, gender in ontwikkelingssamenwerking, … Op 25 juni organiseerde het Forum voor duurzame ontwikkeling zijn tweede workshop van het jaar "Instrumenten, middelen en verwezenlijkingen inzake duurzame ontwikkeling". Bijna vijftig deelnemers kwamen luisteren naar sprekers uit verscheidene Belgische instellingen van verschillende niveaus. De POD Duurzame Ontwikkeling wees er op zijn taken en concrete resultaten van acties die gevoerd werden in het kader van een projectoproep in 2006. Het Gewest heeft zijn beleid van dit moment en dat voor de toekomst uit de doeken gedaan. De gemeente Watermaal-Bosvoorde presenteerde er een project voor de dematerialisering van de informatie, dat kadert in de gewestelijke oproep duurzame ontwikkeling van 2005. Het gemeentelijke echelon werd er ook geïllustreerd door mevrouw Marie-Rose Geuten, die er de schijnwerpers richtte op de realisaties van de schepen voor duurzame ontwikkeling in Etterbeek. De gemeente Schaarbeek gaf er een schets van het departement Strategische en Duurzame Ontwikkeling, een structuur die transversale projecten coördineert en financiert. Tot slot stelde de lokale opdracht van Etterbeek het project Chlorofyl voor, dat tot stand kwam in het kader van een gemeentelijke oproep.
Marc Thoulen
OP DE AGENDA
15/07 Deadline European Public Sector Award Stichting Bertelsmann, Université des sciences administratives de Spire en Groupement européen d’administration publique Prof. Dr. Geert Bouckaert 01 63.23.270 www.eps-award.eu 15/07 Deadline Wedstrijd gericht tot de Brusselse instellingen die de kans geeft een haalbaarheidsstudie 'hernieuwbaar energie' te winnen voor een gebouw Leefmilieu-Brussel Bernard Huberlant - Facilitator Hernieuwbare Energie - grote systemen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Tel.: 0800 85 775 - 02 229 15 16
[email protected] www.ibgebim.be 20/07 Deadline breXpat - het project van de KBS dat Brusselaars en expats dichter bij elkaar brengt Koning Boudewijnstichting Nosheen Shakil Tel.: 02-549 02 20 www.kbs-frb.be
15/08 Deadline Buiten Gewone Buurt - Voor buurtinitiatieven en wijkactiviteiten die de kwaliteit van het samenleven bevorderen Projectoproep Koning Boudewijnstichting Anne-Françoise Genel Tel.: 02 549 02 26 Fax: 02 511 52 21
[email protected] -
[email protected] www.kbs-frb.be 20/08 Deadline Projecten stimuleren en ondersteunen die de relaties tussen generaties verbeteren en die de sociale rol van ouderen versterken Oproep tot voorstellen Koning Boudewijnstichting Anne Thirion Tel.: 070-233 065 www.kbs-frb.be 10/09 Deadline Opleiding Energieadviseur / Opleiding adviseur in duurzame renovatie Kandidaatstelling De Stadswinkel vzw / ABEA Anspachlaan 59 - 1000 Brussel Tel.: 02 219 40 60 Fax: 02 219 35 91
[email protected] www.curbain.be
10-11/09 "Sécucités Ville contre le Terrorisme" Slotconferentie FESU Op deze conferentie wordt de vormingsgids voor de lokale overheden voorgesteld www.fesu.org 14/09 Deadline Voorbeeldgebouwen Energie & Ecoconstructie – Projectoproep Leefmilieu-Brussel Els Poppe Tel.: 02 / 775 76 71
[email protected] www.ibgebim.be 14/09 VSGB De nieuwe wetgeving betreffende de openingsuren en de wekelijkse rustdag in handel, ambachten en diensten Olivier Evrard Tel.: 02 238 51 43 Fax: 02 280 60 90
[email protected] info en inschrijving weldra op sur www.vsgb.be 8-11/10 European week of Regions and Cities www.opendays.europa.eu 10-20/10 Tien dagen voor gelijke kansen www.gelijkheid2007.be
NIEUW
GSV - De cirkel is rond !
Het model van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening is af Op 11 juni 2007 vond de laatste vergadering plaats van de werkgroep Gemeentelijke Stedenbouwkundige Verordening (GemSV), in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de 19 diensten stedenbouw. Het was het eindpunt van een lang proces: van december 2003 tot juli 2005 vergaderde de groep GemSV 8 maal om de beschikkingen te bespreken die in het model van GemSV van de VSGB opgenomen dienden te worden. Iedere gemeente deed er voorstellen, die onze studiedienst analyseerde, corrigeerde, aanpaste, synthetiseerde en voorstelde, titel per titel, artikel per artikel. Daarna moest er gewacht worden terwijl de Regering een nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening opstelde. Die werd in december 2006 in het Belgisch
Staatsblad bekendgemaakt. Vervolgens moest het model van GemSV daaraan aangepast worden. Uiteindelijk worden er verschillende instrumenten ter beschikking gesteld van de gemeenten om ze te helpen hun nieuwe GemSV op te stellen: - een model van GemSV, - het commentaar daarbij, - een vademecum dat de verschillende vragen over de GemSV beantwoordt, - 8 vergelijkende tabellen GewSV / model GemSV van de VSGB, - 7 vergelijkende tabellen GewSV / GemSV (aan te vullen door de gemeenten).
U kan het model van GemSV en het vademecum downloaden op www.vsgb.be > Ruimtelijke ordening > Documenten. Het commentaar en de vergelijkende tabellen kunnen enkel door gemeenten aangevraagd worden bij de documentatiedienst van de VSGB. Een overzicht van de werkzaamheden van de groep GemSV is ook te vinden op www.vsgb.be > Vereniging in actie > Archief. Nieuwsbrief 2007/03
3
ONDER DE LOEP
Naar aanleiding van de federale verkiezingen van 10 juni 2007 stellen de Verenigingen van Steden en Gemeenten, die alle gemeenten, OCMW's en politiezones van het land vertegenwoordigen, hun gemeenschappelijk memorandum voor. Op maandag 25 juni werden ze ontvangen door de informateur, de heer Didier Reynders, aan wie ze de eisen van de gemeenten voorlegden in vijftien voorstellen, hier samengevat door mevrouw Louise-Marie Bataille, secretaris-generaal van onze Waalse zustervereniging. Een dag later werden de specifieke bekommernissen van de OCMW's aan de informateur bekendgemaakt, hier ook bondig weergegeven in vijftien voorstellen.
15 VOORSTELLEN VOOR DE NIEUWE FEDERALE REGERING De federale overheid heeft immers de scharniersectoren in handen voor het gemeentelijk beheer en de dienstverlening aan de burger. Van politie tot openbare verlichting, gaande over de hervorming van de brandweerdiensten, het lokaal openbaar ambt of de universele dienstverlening, is doorgedreven overleg met de vertegenwoordigers van de lokale overheden noodzakelijk opdat het beleid dat op federaal niveau vorm krijgt, zo goed mogelijk zou bijdragen tot de verbetering van ieders levensomstandigheden. Het memorandum van de steden en gemeenten bevat 15 voorstellen: 1. De federale Regering moet zich ertoe verbinden overleg te plegen met de vertegenwoordigers van de lokale besturen (gemeenten, OCMW's en politiezones) telkens als er sprake is van maatregelen die hen aanbelangen. Zo is er voor bepaalde wetgevingen bij voorbeeld een gemeentelijke tussenkomst nodig, terwijl het voorwerp ervan helemaal niet tot de taken van de lokale overheid hoort. Wij denken hier aan de nieuwe regelgeving over de huurovereenkomsten die het opleggen van een administratieve sanctie voor eigenaars die overtredingen begaan naar de gemeenten toeschuift, terwijl het evident is dat sancties in het kader van die wet in het Strafwetboek zouden moeten komen en door de Parketten toegepast zouden moeten worden. Bovendien moeten de Verenigingen van Steden en Gemeenten deelnemen aan het intergouvernementeel overleg tussen de federale Regering en de Gewesten wanneer de overlegcomités onderwerpen behandelen die de lokale overheden aanbelangen. 2. De federale Regering moet zich ertoe verbinden om aan de hand van een lokale-impactfiche de financiële en administratieve weerslag van iedere geplande beslissing op de lokale besturen in te schatten. Indien er een negatieve weerslag is op de financiën en het beheer van de lokale besturen, moet de federale overheid de nodige compenserende maatregelen nemen. 3. Het federaal niveau moet dringend een permanent voorschottensysteem creëren op de aanvullende personenbelasting tot stand brengen.
4
Nieuwsbrief 2007/03
De gemeenten ontvangen de aanvullende belastingen momenteel immers nagenoeg twee jaar nadat de schatkist ze via bedrijfsvoorheffing en vooraf-betalingen ontvangt. Er moeten dus voorschotten uitgekeerd worden in het eerste semester van het boekjaar en vervolgens kan de regularisering in de loop van het tweede semester doorgevoerd worden. 4. Het streven naar een doeltreffende nabijheidspolitie blijft het doel van de hervorming van de lokale politie. De middelen worden immers nog te veel opgeslorpt door taken of normen die door het federaal niveau opgelegd worden, waardoor er te weinig mankracht overblijft op het terrein. Het is met name belangrijk dat de juridische taken beperkt blijven zodat de lokale politie zich op haar basistaken kan toeleggen. 5. De recente wet op de veiligheid van de burger moet geleidelijk in werking treden en na voldoende overleg met de gemeenten, in het bijzonder met de burgemeesters. Wij verwachten enerzijds dat de hulpzones gecreëerd worden via een "bottom up" mechanisme dat de gemeenten er zo nauw mogelijk bij betrekt, en anderzijds dat het federaal niveau alle extra kosten van de hervorming zou dragen – prioritair de verbetering van het statuut van de brandweer – totdat het evenwicht van 50/50 tussen het federaal niveau en de gemeenten bereikt wordt. 6. De wet tot organisatie van de betrekkingen tussen de openbare besturen en de vakbonden van het personeel van die overheden moet gewijzigd worden om de lokale besturen, die de effectieve werkgevers zijn, betrokken zouden worden bij Comité A en Comité C als die overleg plegen over de bezoldigingen, werkomstandigheden en pensioenen van hun personeel: gemeenten, OCMW's, openbare rusthuizen, politie, brandweer, … 7. De cruciale problematiek van de pensioenen van het gemeentepersoneel kan enkel opgelost worden in een coherente aanpak tussen pensioenen uit de privé- en de overheidssector. Enerzijds moet het ernstige probleem van de financiering van het pensioenstelsel van de statutairen (50 % patronale bijdragen in 2015, 60 % in
ONDER DE LOEP
2020, 70 % in 2025) structureel en op lange termijn opgelost worden. Anderzijds moeten de rechtsmiddelen (gemengd pensioen) en financiële middelen (federale stimulansen) de mogelijkheid bieden een aanvullend pensioen voor de contractuelen van de lokale besturen te verzekeren. 8. De Staat had gewaarborgd dat de invoering van de elektronische identiteitskaart geen bijkomende kosten voor de gemeenten zou teweegbrengen. Nu heeft het federaal niveau zopas beslist, terwijl men net nieuwe taken met betrekking tot de identiteitskaart aan het toevertrouwen is, geleidelijk een punt te zetten achter de tenlasteneming van de lonen van het ter beschikking gesteld personeel. Maar de gemeenten vervullen hier een gedeconcentreerde taak voor rekening van de Staat. Het is dus pas na afloop van de periode van 5 jaar waarin de nieuwe kaarten aangemaakt worden, dat nagaan moet worden of de terbeschikkingstelling nog relevant is. 9. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de burgerlijke en de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de lokale mandataris, opdat een slachtoffer schadeloosgesteld zou kunnen worden zodra de burgerlijke aansprakelijkheid van de mandataris vaststaat, zonder dat daarvoor noodzakelijk een strafrechtelijke veroordeling ingezet moet worden. 10. Wij vragen dringend een permanent overlegplatform te creëren tussen de federale overheid en de lokale besturen rond de BTW. Dat forum zou oplossingen zoeken voor de verschillende problemen rond de BTW: gemeentelijke regie, werken uitgevoerd door gemeentepersoneel, 11. Door de liberalisering van de energiemarkt hebben de gemeenten veel dividenden verloren. Daarom eisen de gemeenten dat het debat over de energieprijzen verder zou gaan dan de prijs voor de consument maar ook rekening zou houden met de gevolgen op de lokale financiën en uiteindelijk dus ook op de belastingbetaler. De gemeenten vragen minstens de afschaffing van de BTW op de verschillende retributies die meespelen in de leveringsprijs. 12. De steden en gemeenten vragen de nieuwe Regering een dringende herziening van de wet op de schadevergoeding voor handelaars die het slachtoffer zijn van wegenwerken, om te voorkomen dat deze recente maatregel door de aanzienlijke financiële meerkost die hij teweegbrengt en door de administratieve complexiteit,
olg v r e V
het aantal wegenwerken zou terugschroeven en dus tot een achteruitgang van de leefomgeving kan leiden. 13. De steden en gemeenten vragen de voorwaarden voor de ontwikkeling van de sociale economie te verbeteren, omdat dit naast de inspanningen met het oog op tewerkstelling, het lokale leven en de dienstverlening aan de burger verbetert. Er is geen gebrek aan ideeën op dat vlak: van de versterking van de fiscale stimuli tot de uitbreiding van het toepassingsgebied van de dienstencheques. Alle maatregelen ter verbetering van de tewerkstelling (financiering van de loopbaanonderbreking, programma voor gelijke kansen, sociale bijdragen op gesco's) door de lokale besturen zijn eveneens nuttige pistes. De Verenigingen van Steden en Gemeenten vragen over deze mogelijkheden overleg te plegen met alle betrokken partijen. 14. De federale overheid moet blijven inspanningen doen met het oog op de administratieve vereenvoudiging van de basisoverheidsdiensten. De modernisering van de burgerlijke stand moet een prioriteit zijn. De toepassing van E-government tussen alle overheden is een noodzaak. De federale Regering moet een centraal toegangspunt creëren voor alle federale instrumenten van E-government voor de gemeenten en ze leren er gebruik van te maken. 15. De steden en gemeenten vragen dringend overleg met De Post opdat deze universele dienstverlening correct zou verlopen. Deze loopt nu immers groot gevaar door de drastische vermindering van het aantal postkantoren. De steden en gemeenten vragen de nieuwe Regering een dringende herziening van de wet op de schadevergoeding voor handelaars die het slachtoffer zijn van wegenwerken, om te voorkomen dat deze recente maatregel door de aanzienlijke financiële meerkost die hij teweegbrengt en door de administratieve complexiteit, het aantal wegenwerken zou terugschroeven en dus tot een achteruitgang van de leefomgeving kan leiden.
Meer info Federaal memorandum 2007 – Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten (maart 2007) Het document kan gedownload worden op www.vsgb.be > Diensten > Publicaties
Last minute Bij het ter perse gaan vernemen wij dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een vordering tot nietigverklaring wil indienen bij het Grondwettelijk Hof tegen de verplichting voor de gemeenten om BTW te betalen.
Nieuwsbrief 2007/03
5
ONDER DE LOEP
olg v r e V
VOOR EEN SOLIDAIRE SAMENLEVING De OCMW's hebben eveneens een memorandum samengesteld. De Afdelingen OCMW van de drie Verenigingen van Steden en Gemeenten werden overigens door de informateur ontvangen op dinsdag 26 juni in het kader van de bespreking van verschillende maatschappelijke uitdagingen. Naar aanleiding daarvan onderstrepen wij hier de voornaamste eisen van de OCMW's. De krachtlijnen van het memorandum van de OCMW's hebben betrekking op de volgende punten: - de middelen voor de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting versterken, - opvang en begeleiding van ouderen met verminderde zelfredzaamheid, - opvang en integratie van vreemdelingen, - de socio-professionele inschakeling bevorderen, - de oorzaken van overmatige schuldenlast aanpakken, - het recht op huisvesting en energie waarborgen. Net zoals het memorandum van de Verenigingen van Steden en Gemeenten bevat het federaal memorandum van de OCMW's 15 voorstellen om de noodzakelijke steun van de federale overheid voor de OCMW's te concretiseren. 1. Een verhoging van de federale tussenkomst in de kosten van het leefloon tot 90 % voor alle OCMW’s. De extra inkomsten die de OCMW’s zo ontvangen, kunnen ze inzetten ter ondersteuning en begeleiding van hun cliënten. 2. Elke verhoging van het leefloon volledig financieren en de tenlasteneming van het remgeld door de overheid in het kader van artikel 11, § 1, van de wet van 2 april 1965 herstellen. 3. Om een einde te maken aan de achterstallige terugbetalingen: in de wet een permanent voorschottensysteem inschrijven met maandelijkse forfaits, vastleggen van betalingstermijnen voor de POD Maatschappelijke Integratie en toekennen van verwijlinteresten aan de OCMW’s bij laattijdige betaling. 4. Het in kaart brengen van alle kostentransfers van de federale overheid naar de lokale besturen en ze ook effectief stopzetten. 5. De OCMW’s systematisch betrekken bij het uitwerken van het federaal sociaal beleid door het engagement van de minister van maatschappelijke integratie om voorafgaandelijk met de Afdelingen OCMW van de drie Verenigingen van Steden en Gemeenten overleg te plegen over elke nieuwe reglementering en over aanpassingen van de bestaande reglementering. 6. De vertegenwoordiging van de OCMW’s van de drie Gewesten verzekeren in alle organen waar het sociaal beleid tot stand komt, zodat systematisch rekening gehouden wordt met de problematiek van de mensen die door de OCMW’s geholpen worden. 7. Het versterken van de capaciteiten van elk OCMW om kwalitatief hoogstaand maatschappelijk werk te leveren. Dit kan door het bepalen van kwaliteitsnormen, door een betere vergoeding door de federale overheid van de personeelskosten van de OCMW’s (maatschappelijk werkers, omkadering en administratieve krachten) en
6
Nieuwsbrief 2007/03
door het vergoeden van kwalitatieve ondersteuning (intervisie, supervisie) en van opleidingen van maatschappelijk werkers. 8. Eenvormige normen uitwerken op het vlak van gegevensverzameling, zodat cijfers van alle OCMW’s met elkaar vergeleken kunnen worden, en streven naar een samenwerking op dat vlak met alle bevoegde instanties zodat het beleid beter onderbouwd kan worden. 9. Financiële aanmoedigingen om te investeren in informatica om aldus de afhankelijkheid van informaticaleveranciers te verminderen. 10. Het financieren van het gebruik van sociale vertaal- en tolkendiensten. 11. Bij elke nieuwe beleidsmaatregel met gevolgen voor de OCMW’s moet er voldoende tijd voorzien worden tussen de uitvaardiging van de maatregel en de concrete uitvoering ervan op het terrein, zodat de OCMW’s de mogelijkheid krijgen zich voor te bereiden en de nodige aanpassingen door te voeren (bv. het aanpassen van de informatica en van administratieve documenten, het voorzien van opleiding voor het personeel, het informeren van de cliënten, ...). 12. Een stevige financiële ondersteuning van de 3 Afdelingen OCMW van de Verenigingen van Steden en Gemeenten die als steunpunten voor de OCMW’s in Vlaanderen, Wallonië en Brussel ertoe kunnen bijdragen dat de OCMW’s hun opdrachten beter vervullen. 13. OCMW’s aanmoedigen om te experimenteren met vernieuwende projecten. 14 In het kader van de administratieve vereenvoudiging en van een beter bestuur: alle reglementeringen die subsidies bevatten eenvormig maken, met name door periodes waarvoor de subsidies toegekend worden op dezelfde datum te laten beginnen en te laten eindigen en door gelijke termijnen en identieke rapportering-verplichtingen te voorzien. Bovendien moeten sommige vervaltermijnen ten gronde herbekeken worden (zoals de termijn van 45 dagen uit de wet van 2 april 1965) en moeten de verschillende persoonsregisters (KSZ, rijksregister, bevolkingsregister en wachtregister) op elkaar afgestemd worden. 15. Het opheffen van de recente wettelijke bepalingen die de openbare besturen voor sommige activiteiten onderwerpen aan de BTW.
Meer info Federaal memorandum 2007 van de OCMW's – Afdelingen OCMW van de VSGB, VVSG en UVCW Het document kan gedownload worden op www.vsgb.be > Afdeling Maatschappelijk Welzijn > Acties
ONDER DE LOEP
Een vergrijzende maatschappij vereist bijzondere vormen van dienstverlening en vooral rusthuizen. De reglementering van deze rusthuizen is echter ingewikkeld en veranderlijk. Elke plaatselijke mandataris die bekommerd is om het welzijn van de ouderen, in de eerste plaats de burgemeester, kan zich afvragen: - Wie moet controleren of deze rusthuizen aan de wettelijke voorschriften voldoen? - Wie moet de kwaliteit van de rusthuizen voor bejaarden nagaan? - Welke zijn hieromtrent de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de burgemeester? In deze editie geven we alvast een antwoord op de eerste twee vragen. Later komen we op dit onderwerp terug in een laatste artikel over de rol van de burgemeester. We zullen ons concentreren op de Brusselse situatie, waar de erkenning van rusthuizen afhangt van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof).
NORMEN VOOR RUSTHUIZEN In het kort Welke zijn de belangrijkste normen met betrekking tot de Brusselse rusthuizen? De erkenningsnormen variëren al naargelang het rusthuis valt onder de bevoegdheid van de VGC, de COCOF of de GGC. Bovendien hangt de reglementering af van het statuut van het rusthuis of het rust- en verzorgingstehuis. Tot slot zijn er specifieke wetten op het gebied van brandveiligheid, om de financiële steun te krijgen van het RIZIV, op het gebied van prijzen, levensmiddelen, afval en rechten die de bewoners van rusthuizen genieten. De normen zijn zowel op private als op publieke rusthuizen van toepassing. Er zijn echter drie grote uitzonderingen, namelijk op het gebied van personeel, belasting en boekhouding.
De situatie in Brussel Op basis van de cijfers van Infor-Homes waren er in 2005 welgeteld 184 instellingen die samen over 15.552 bedden beschikten. De meerderheid van deze bedden in het Brusselse Gewest valt onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Brussel
ROB-bedden
RTV-bedden
ROB+RVT-bedden
ROB+RVT - instellingen
COCOF
2.962
915
3.877
52
GGC
7.386
4.054
11.440
129
VGC
205
30
235
3
10.553
4.999
15.552
184
Totaal
ROB: rusthuis – RVT: rust- en verzorgingstehuis
In Brussel worden bijna alle publieke rusthuizen bestuurd door een OCMW. Ze vertegenwoordigen ongeveer een vierde (24,6 %) van het totale aanbod. Openbare instelling Bedden Aandeel in de sector (%) Instellingen Gemiddelde omvang (bedden per rusthuis)
Handelsvennootschap
Vzw
Totaal
3.827
9.657
2.069
15.553
24,6
62,1
13,3
100
27
134
23
184
142
72
90
85
Volgens de statistieken van het RIZIV is de gemiddelde leeftijd van de bewoners van de Belgische rusthuizen 85 jaar voor vrouwen en 78,5 jaar voor mannen. Nieuwsbrief 2007/03
7
ONDER DE LOEP
olg v r e V
Rust- en verzorgingstehuis … voor wie? Het rust- en verzorgingstehuis is bestemd voor verzorgingsbehoevende personen die wegens een langdurige aandoening minder zelfredzaam zijn, met dien verstande evenwel dat: a) deze personen na multidisciplinaire diagnostische evaluatie, alle actieve en reactiverende behandelingen moeten hebben ondergaan zonder dat zulks een volledig herstel van de functies met betrekking tot het dagelijks leven voor gevolg had en zonder dat een dagelijks medisch toezicht en een permanente medisch-gespecialiseerde behandeling vereist is; b) uit een multidisciplinaire medisch-sociale evaluatie moet blijken dat alle mogelijkheden op thuiszorg werden geëxploreerd, zodanig dat opname in een rust- en verzorgingstehuis aangewezen is; c) de algemene gezondheidstoestand van deze personen, naast de medische zorg van de huisarts en de verpleegkundige zorg, paramedische en/of kinesitherapeutische zorg evenals hulp bij de dagelijkse levensactiviteiten moet vereisen; d) ze sterk afhankelijk moeten zijn van de hulp van derden om de dagelijkse levenshandelingen te kunnen verrichten en moeten voldoen aan één van de hierna vermelde zorgbehoevendheidscriteria, zoals bepaald in artikel 148, 3°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
De erkenningsnormen Niettegenstaande de regels van de VGC 1 worden de erkenningsnormen van rusthuizen in Brussel geregeld door:
8
- het decreet van de Franse Gemeenschapsraad van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden 2, uitgevoerd door het reglement van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 december 1993 tot vaststelling van de normen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen 3 en het reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure voor de toelating van de werking in afwachting van de erkenning, de weigering, de intrekking van de weigering en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden 4 (“COCOF”);
- de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 20 februari 1992 betreffende inrichtingen die bejaarden huisvesten 5, uitgevoerd door het besluit van 14 maart 1996 van het Verenigd college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de normen waaraan de inrichtingen die bejaarden huisvesten, moeten voldoen 6 en het besluit van 7 oktober 1993 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de procedure betreffende de voorlopige werkingsvergunning, de erkenning, de weigering en de intrekking en de sluiting van de inrichtingen die bejaarden huisvesten 7 (“GGC”).
Op het gebied van brandveiligheid blijven de Brusselse brandveiligheidsnormen die voor de erkenning nageleefd moeten worden, dezelfden als de normen die vastgelegd zijn in het koninklijk besluit van 12 maart 1974 tot vaststelling van de veiligheidsnormen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen 8. Dit besluit omvat een model van een brandattest dat moet worden ingevuld door de burgemeester (cf. komend artikel over de rol van de burgemeester).
De erkenningsnormen van rust- en verzorgingstehuizen zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging 9. De Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie staan in voor de controle van de erkenningsnormen voor zowel de rusthuizen als de rust- en verzorgingstehuizen.
1 Aangezien deze regels slechts betrekking hebben op drie Brusselse instellingen, gaan wij hier niet verder op in. 2 B.S. 16.06.1984, inforum nr. 119921. 3 B.S. 29.01.1994, inforum nr. 63722. 4 B.S. 29.01.1994, inforum nr. 63729.
5 6 7 8 9
Nieuwsbrief 2007/03
B.S. 28.05.1992, inforum nr. 37270. B.S. 04.04.1996, inforum nr. 97028. B.S. 04.12.1993, inforum nr. 61907. B.S. 23.05.1974, inforum nr. 119883. B.S. 28.10.2004, inforum nr. 197755.
ONDER DE LOEP
De overige normen Behalve de erkenningsnormen zijn de rusthuizen gebonden aan allerlei andere reglementeringen. Sensu lato bevorderen deze reglementeringen de kwaliteit van de rusthuizen door een aantal basisgaranties te bieden op het gebied van personeel, hygiëne, kostprijs, … Om de financiële steun van het RIZIV te verkrijgen, hoofdzakelijk op het gebied van personeel, moeten enkele normen worden nageleefd. De hoofdtekst is het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden 10. De controle hierover wordt uitgeoefend door het RIZIV, de ziekenfondsen en het Intermutualistisch college. Op het gebied van prijzen waakt de FOD Economie over de toepassing van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang. Het FAVV staat in voor de naleving van een reeks regels op het gebied van levensmiddelen, die bepaald zijn in het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen 11. Het besluit richt zich vooral tot gemeenschapskeukens. Op het gebied van afval is het BIM bevoegd voor het besluit van 23 maart 1994 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen afkomstig van activiteiten in de gezondheidssector 12. De FOD Volksgezondheid staat dan weer in voor de toepassing van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 13, dat zich in rusthuizen met name richt tot het verplegend en verzorgend personeel en de handelingen die zij mogen stellen. Bovendien werd binnen deze FOD de federale commissie “Rechten van de patiënt” opgericht, die onder meer belast is met de evaluatie van de toepassing van de rechten die vastgelegd zijn in de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt 14, die dus ook de bewoners van rusthuizen genieten. 10 11 12 13 14 15
B.S. 26.11.2003, inforum nr. 190122. B.S. 12.12.2003, inforum nr. 208509. B.S. 14.09.1994, inforum nr. 74838. B.S. 14.11.1967, inforum nr. 101309. B.S. 26.09.2002, inforum nr. 179533. Een protocol dat voortkomt uit onderhandelingen “is juridisch bekeken niet bindend voor de partijen”. “Een protocol heeft de waarde van een politieke verbintenis voor de overheid die echter niet gebonden is.” (vrije vertaling) (Steve Jacob, "Le statut syndical de la fonction publique", Courrier hebdomadaire du Crisp, 2001, nr. 1736).
olg Verv
In de regel gelden de normen zowel voor publieke als voor private rusthuizen. Er zijn echter drie grote uitzonderingen, namelijk op het gebied van personeel, belasting en boekhouden. Op het gebied van personeel zijn er specifieke regelingen voor de federale gezondheidszorgsectoren, die onder meer betrekking hebben op rusthuizen. In de private sector werden deze regelingen aangepast met behulp van verplichte collectieve overeenkomsten. In de publieke sector kunnen deze regelingen worden uitgewerkt via protocollen in het daarvoor bevoegde comité. In praktijk 15 zijn ze echter pas verplicht indien het RIZIV financiële steun biedt voor enkele luiken en dus ook eist dat deze luiken worden toegepast. Zo dienen de Brusselse OCMW’s krachtens artikel 30, 5° van het MB van 6 november 2003 16 de volgende regelingen in acht te nemen: - de toepassing van het Sociaal Charter, - de betaling van 92 % van het vakantiegeld en van soortgelijke rechten, - de betaling van de attractiviteitspremie waarvan het eerste deel de vorm kan aannemen van soortgelijke rechten, - de eindeloopbaanmaatregel. Rusthuizen kunnen een van de volgende rechtsvormen aannemen: openbare instelling, vzw of handelsvennootschap. De boekhoudkundige verplichtingen verschillen naargelang van de rechtsvorm. De rusthuizen die de vorm hebben aangenomen van een handelsvennootschap, moeten uiteraard vennootschapsbelasting betalen. Dit ingewikkeld kluwen aan normen levert heel wat problemen op bij het beheer van de instellingen. Ze vragen immers een toenemende investering van het personeel van de rusthuizen in technisch-administratieve taken, dit ten koste van de beschikbare tijd, met name voor het contact met het personeel, de bewoners en hun familie. In zekere zin hindert het normatieve aspect - hoe rechtmatig en belangrijk dit aspect ook mag zijn - het relationele aspect.
Jean-Marc Rombeaux 16 Ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden (B.S. 26.112003, inforum nr. 190122).
Nieuwsbrief 2007/03
9
ONDER DE LOEP
olg v r e V
KWALITEITSCONTROLE VAN RUSTHUIZEN In het kort Welke zijn de normen op het gebied van kwaliteitscontrole voor de Brusselse rusthuizen voor bejaarden (ROB)? - Voor de (weinige) inrichtingen die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie vallen, is er het Kwaliteitsdecreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 oktober 2003. - Voor de overige inrichtingen is er geen kwaliteitscontrole in de strikte zin van het woord. Voor de rust- en verzorgingstehuizen (RVT) echter bepalen de erkenningsnormen van het KB van 21 september 2004 de verplichting tot een kwaliteitsbeleid… zonder de uitvoering ervan nader te omschrijven. In verschillende reglementeringen vinden we elementen terug die in het kader van een logisch kwaliteitsbeleid passen: - het verzorgingsdossier in de RIZIV-reglementering; - het systeem voor gevarenanalyse en het beheer van kritische punten (HACCP genaamd) op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen; - de traceerbaarheid op het gebied van hygiëne en van levensmiddelen; - het plan voor de preventie en het beheer van afvalstoffen uit de gezondheidszorg.
Stricto sensu is er geen kwaliteitscontrole voor de meeste Brusselse rusthuizen, met uitzondering van de drie instellingen die vallen onder de bevoegdheid van de VGC. De Vlaamse Gemeenschap beschikt immers over een Kwaliteitsdecreet voor alle inrichtingen die onder haar bevoegdheid vallen 17.
en waarbij rekening wordt gehouden met de sociale context van de gebruiker; - de doeltreffendheid en doelmatigheid van de aangeboden zorg- en dienstverlening en werking; - de continuïteit van de aangeboden zorg- en dienstverlening en werking.”
In het algemeen 18 is een rust- en verzorgingstehuis een rusthuis met een speciale erkenning. Het is bestemd voor personen met een gezondheidstoestand die veel verzorging vereist. Tot de erkenningsnormen 19 van deze inrichtingen behoort de verplichting tot een kwaliteitsbeleid. De bevoegde overheid vermeldde echter niet hoe dit beleid moet worden uitgewerkt 20.
“Elk rust- en verzorgingstehuis moet, ten laatste twee jaar na inwerkingtreding van de nieuwe normen, over een kwaliteitsprogramma beschikken. Dit programma geef het kwaliteitsbeleid, het vormingsbeleid en de evaluatie van de kwaliteit en de efficiëntie van de verzorging van de bewoners weer.” 21
“In dit kader moet de instelling een kwaliteitsbeleid ontwikkelen dat erop gericht is op systematische wijze de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening, alsook van haar werking te bepalen, te plannen, te evalueren en te verbeteren. Het heeft minstens betrekking op: - de zorg- en dienstverstrekking waarin respect voor menselijke waardigheid, de persoonlijke, levenssfeer, de ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, het klachtenrecht, de informatie aan en de inspraak van de gebruiker gewaarborgd zijn
In 2000 heeft een parlementslid de federale minister van Volksgezondheid hieromtrent 22 geïnterpelleerd en onder meer de volgende vragen gesteld: “De instellingen moeten beschikken over een programma voor de verbetering van de kwaliteit. Moeten de instellingen misschien een ISO 9001- of 9002-label bemachtigen? Zijn er pedagogische hulpmiddelen voorhanden, die de evolutie en de verbetering kunnen ondersteunen? Is er een modelprogramma? Zullen organen worden erkend om deze kwaliteitsprogramma’s uit te werken? Moet ieder rust- en verzorgingstehuis een opleidingsbeleid hebben?”
17 Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen (B.S. 10.11.2003 – inforum nr. 189605). 18 Er zijn ook bedden in rust- en verzorgingstehuizen die afkomstig zijn van ziekenhuizen. 19 Koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging (B.S. 28.10.2004 – inforum nr. 197755). 20 Behalve voor Vlaanderen, zoals bepaald in het Kwaliteitsdecreet van 17 oktober 2003 (zie voetnoot 1). 21 Bijlage 1, B, 10, a en b) van het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging. 22 CRIV COM nr. 325 van 5.12.2000, K., 2000-2001, mondelinge vraag nr. 2801, blz. 3 (M. Delizée) (vrije vertaling).
10
Nieuwsbrief 2007/03
olg v r e V
ONDER DE LOEP
De minister antwoordde hierop met de volgende woorden: “Het koninklijk besluit van 24 juni 1999 23 is gericht op de globale verbetering van de zorgkwaliteit en van de opleiding van het personeel. “Er wordt geen enkele norm opgelegd, noch wordt een beroep gedaan op een externe organisatie. Het initiatief wordt overgelaten aan de directie die echter wel moet bewijzen dat een programma bestaat, dat in overeenstemming is met het koninklijk besluit. Het koninklijk besluit wil de sector doen nadenken en bewust maken, niet de kosten doen stijgen zodat de instellingen in moeilijkheden raken.”
Op het gebied van afval moet iemand verantwoordelijk worden gesteld voor de afvalstoffen uit de gezondheidszorg. Deze persoon stelt een plan op met betrekking tot de voorkoming en het beheer van de afvalstoffen. Dit plan moet minstens om de twee jaar worden geüpdatet en omvat onder meer: - de acties die ondernomen worden om afval te voorkomen; - de afvalstoffen die gesorteerd worden, de modaliteiten van voorbehandeling en het schema van de afvalketen; - de acties die ondernomen worden om het hergebruik en/of de recyclage van afvalstoffen te bevorderen.
In praktijk moesten de rust- en verzorgingstehuizen hun Kwaliteitsprogramma eind 2006 indienen. Verder vinden we in meerdere reglementeringen enkele elementen terug die in het kader passen van een logisch kwaliteitsbeleid en die erop gericht zijn op systematische wijze de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening, alsook van haar werking te bepalen, te plannen, te evalueren en te verbeteren. Wij denken onder meer (cf. infra) aan het verzorgingsdossier in de RIZIV-reglementering, aan HACCP 24 , aan de traceerbaarheid op het gebied van hygiëne en van levensmiddelen, alsook aan het plan voor de preventie en het beheer van afvalstoffen uit de gezondheidszorg. Het verzorgingsdossier: - omvat het plan inzake verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijkse leven, - omschrijft de bijdrage van de verschillende personeelscategorieën die in de normen worden bepaald, - wordt minstens een keer per maand geëvalueerd en aangepast op basis van de zorgafhankelijkheid (…). HACCP is een werkmethode die met behulp van preventieve maatregelen gericht is op de veiligheid van levensmiddelen. Deze methode omvat met name een analyse van de mogelijke gevaren en de invoering van doeltreffende controleen toezichtmaatregelen bij de behandeling van voeding en wordt uitgewerkt door de bepaling van een aantal procedures. De traceerbaarheid vereist onder meer systemen en procedures om: - de aard, de identificatie, de hoeveelheid, de ontvangstdatum en de identificatie van de leverancier van de ontvangen producten te registreren, - het verband te leggen tussen ontvangen en afgevoerde producten en deze in elke fase van het productie-, bewerking- en distributieproces te volgen.
Jean-Marc Rombeaux
Thuis in het rusthuis Projectoproep Om het welbevinden van de rusthuisbewoners te bevorderen wil de Koning Boudewijnstichting projecten steunen die speciale aandacht hebben voor de levenskwaliteit van de ouderen in rusthuizen. Enkel nieuwe en vernieuwende initiatieven die nog gerealiseerd moeten worden, komen in aanmerking. De Stichting wil projecten steunen die de huiselijkheid in rusthuizen bevorderen. Het bedrag van de financiële bijstand die een onafhankelijke jury toekent aan de geselecteerde projecten, bedraagt maximum 8.000 euro per project. Goede praktijkvoorbeelden in het kader van deze projectoproep en de resultaten van prospectief debat over het ideale rust- en verzorgingstehuis zullen na afloop gepubliceerd worden. Doelgroep - De oproep richt zich in de eerste plaats tot alle particuliere en publieke residentiële voorzieningen voor bejaarden in België (rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen). Het initiatief kan worden genomen door de directie, het personeel, de bewoners of familie van de bewoners. - Maar de Stichting wil ook de ‘buitenwereld’ (onderijsinstellingen, culturele organisaties, dienstencentra, buurtcomités, …) aansporen om een dossier in te dienen. Voorwaarde is vanzelfsprekend dat één of meer rusthuizen actief als partner in het voorgestelde project betrokken zijn. Uiterste datum voor de indiening van de dossiers: 8 oktober 2007
Meer info www.kbs-frb.be
23 Het koninklijk besluit van 24 juni 1999 werd opgeheven ten gevolge van een beroep bij de Raad van State. De inhoud ervan werd overgenomen in het besluit van 21 september 2004. 24 “Hazard analysis and critical control point system”, wat kan worden vertaald als “systeem voor gevarenanalyse en het beheer van kritische punten”. Nieuwsbrief 2007/03
11
NIEUWS VAN HET GEWEST
HUURPRIJZEN ONDER DE LOEP Ieder jaar publiceert het Observatiecentrum voor de Huisvesting onder het waakzame oog van de BGHM het Observatiecentrum van de huurprijzen. Wij stellen u de jongste uitgave voor. De terugkeer van de inwoners naar de stad, die reeds sinds het eind van de jaren ’90 aan de gang is, gaat duidelijk niet gepaard met een consolidatie van de draagkracht: de middenklassen en de gegoede stand blijven de stad verlaten en worden vervangen door zwakkere bevolkingsgroepen. Deze hernieuwde interesse voor het stadsleven leidde eveneens tot een aanzienlijke stijging van de vastgoedprijzen en tot een merkbare evolutie van het aantal eigenaars in verhouding tot het aantal huurders. In de aanloop naar de voorbije verkiezingen werd het debat rond een inperking van de huurprijzen aangezwengeld, wat een objectiever kader zou creëren en de toegang tot huisvesting zou verbeteren voor zwakkere bevolkingsgroepen die niet genoeg financiële middelen (meer) hebben om een woning te kopen. Het is dan ook logisch dat er een nieuwe editie van het Observatiecentrum van de huurprijzen kwam. In deze Nieuwsbrief halen we er enkele gegevens uit, zonder al te veel commentaar, om de zeer uiteenlopende situaties van verschillende gemeentes te verduidelijken.
Aantrekkelijke of afschrikkende huurprijzen? De huurprijzen weerspiegelen niet alleen de grootte, de staat en het comfortniveau van het onroerend goed, maar ook de ligging en de omgeving… Bovendien hebben de huurprijzen een invloed op de mensen die er willen komen wonen. Zoals verwacht zijn de huurprijzen aanzienlijk hoger in de gemeenten van het zuidoosten dan in de andere gemeenten. De mediane huurprijzen 1 van de gemeenten onder het gewestelijke gemiddelde benaderen de gemiddelde huurprijzen, terwijl het verschil tussen beide gegevens groter is in de gemeenten boven het gewestelijke gemiddelde.
1 Wanneer alle waarnemingen van klein naar groot geordend zijn, is de mediaan de waarde die zich in het midden bevindt. Per definitie zijn 50 % van de waarnemingen lager dan de gemiddelde waarde en 50 % hoger. De mediane huur wordt veel minder beïnvloed door de uitersten in de antwoorden dan de gemiddelde huur.
12
Nieuwsbrief 2007/03
Huurders toegelaten In welke gemeente bevinden zich de meeste huurders? De gemeenten van het centrum en van de eerste kroon overtreffen of zweven Huurwoningen allemaal rond het gewestelijke gemidgemeente verhuur % delde. De gemeenten 70 Sint-Gillis uit de tweede kroon, 65 Sint-Joost-ten-Node 64 Elsene die zich onderschei64 Brussel den door een langza62 Etterbeek mere verstedelijking, 59 Molenbeek halen het gemiddelde Gemiddelde v/h Gewest 59 naar beneden. De Vorst 56 helft of meer dan de Schaarbeek 56 Anderlecht 55 helft van de woninKoekelberg 55 gen in de vijf Evere 52 gemeenten van het Ganshoren 51 zuidoosten worden Sint-Lambrechts-Woluwe 50 bewoond door hun Jette 49 eigenaar. Het verschil Watermaal-Bosvoorde 47 tussen de twee uiterUkkel 45 Sint-Agatha-Berchem 44 sten, Sint-PietersOudergem 42 Woluwe en Sint-Gillis, Sint-Pieters-Woluwe 39 bedraagt 31 %.
Gemiddelde en mediane huurprijzen gemiddelde prijs (€)
mediane prijs (€)
Sint-Pieters-Woluwe
gemeente
677
560
Ukkel
594
507
Sint-Lambrechts-Woluwe
584
550
Oudergem
580
539
Watermaal-Bosvoorde
563
500
Elsene
545
580
Evere
544
500
Ganshoren
536
550
Brussel
519
475
Etterbeek
518
500
Gemiddelde v/h Gewest
508
468
Sint-Agatha-Berchem
488
455
Koekelberg
483
465
Vorst
467
450
Anderlecht
466
450
Sint-Gillis
466
441
Jette
460
450
Sint-Joost-ten-Node
452
435
Schaarbeek
448
450
Molenbeek
422
400
olg v r e V
NIEUWS VAN HET GEWEST
Ik ben er en ik blijf er
Stabiliteit gemeente
Ook de stabiliteit hangt sterk af van gemeente tot gemeente. De meest stabiele huurders bevinden zich vooral in de gemeenten van de tweede kroon (Vorst inbegrepen). De gemeenten onder het gemiddelde zijn de stad Brussel en de eerste kroon. Ook interessant is het voornemen om te verhuizen binnen het jaar (zeer korte termijn) of binnen de drie jaar (middellange termijn), wat niet altijd overeenstemt met de gemiddelde verblijfsduur van de huurders in hun woning.
willen verhuizen (%) binnen het jaar binnen de 3 jaar
Meer info De Keersmaecker Marie-Laurence, Observatiecentrum van de huurprijzen 2006, Gewestelijk Observatiecentrum voor de Huisvesting, Studiedienst van de BGHM, februari 2007, 122 blz.
7/7
Sint-Agatha-Berchem
29
10
Ukkel
29
15
7
Sint-Lambrechts-Woluwe
27
20
6/8
Vorst
29
17
6/5
Koekelberg
30
17
6/4
Oudergem
30
17
5/11
Molenbeek
45
8
5/10
Evere
22
16
5/10
Ganshoren
24
17
5/9
Jette
31
14
5/4
Watermaal-Bosvoorde
33
13
Gemiddelde v/h Gewest
Philippe Delvaux
gemiddelde stabiliteit (jaren/maanden)
5/4 5/4
Brussel
38
14
5/1
Schaarbeek
37
13
4/9
Elsene
45
24
4/9
Anderlecht
36
19
4/8
Sint-Pieters-Woluwe
26
13
4/6
Etterbeek
33
23
4/5
Sint-Gillis
43
15
4/3
Sint-Joost-ten-Node
27
9
3/11
Nieuwsbrief 2007/03
13
WETGEVING bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14.05.2007 t/m 24.06.2007 BURGERLIJKE STAND / BEVOLKING 04.05.2007 Wet wijz. art. 249, par. 1, tweede lid, van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten wat betreft de rechten verbonden aan een voornaamswijziging B.S.,15.05.2007 – 219270 27.04.2007 KB wijz. KB 08.10.1981 betr. de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen B.S.,21.05.2007 219338 07.05.2007 Omz. betr. de wet 01.07.2006 wijz. bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan B.S.,30.05.2007 219623 29.05.2007 Circ. wijz. circ. 23.09.2004 betr. de aspecten van de wet 16.07.2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht die betrekking hebben op het personeelsstatuut B.S.,31.05.2007 219660 21.04.2007 KB houdende vaststelling van de termijn gedurende welke de biometrische gegevens, die in het kader van art. 30bis van de wet 15.12.1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen werden afgenomen, dienen bewaard te worden B.S.,31.05.2007 219670 07.05.2007 KB wijz. KB 01.02.1995 tot vaststelling van de in het wachtregister vermelde informatiegegevens en tot aanwijzing van de overheden die bevoegd zijn om die gegevens in het wachtregister in te voeren B.S.,31.05.2007 219675 17.05.2007 KB tot vaststelling van de uitvoeringsmodaliteiten van de wet 15.09.2006 wijz. wet 15.12.1980 betr. de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen B.S.,31.05.2007 219678 17.05.2007 KB tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van art. 382, 1°, van de wet 27.12.2006 houdende diverse bepalingen [Wetboek van de Belgische nationaliteit] B.S.,31.05.2007 219681
14
Nieuwsbrief 2007/03
31.05.2007 KB tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet 21.04.2007 wijz. wet 15.12.1980 betr. de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, en van de wet 04.05.2007 wijz. wijz. van de art. 39/20, 39/79 en 39/81 van de wet van 15.12.1980 betr. de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen B.S.,01.06.2007 219748 25.05.2007 Omz. met betrekking tot de wijzigingen aan het Wetboek van de Belgische nationaliteit die werden ingevoerd door de wet 27.12.2006 houdende diverse bepalingen I B.S.,04.06.2007 219781 27.04.2007 Wet betr. de hervorming van de echtscheiding B.S.,07.06.2007 219897 27.04.2007 KB tot regeling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt geregistreerd en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld B.S.,07.06.2007 219907 15.05.2007 Wet waarbij de bevoegdheid om toegang te verlenen tot de informatiegegevens van het wachtregister en van het register van de identiteitskaarten toevertrouwd wordt aan het sectoraal comité van het Rijksregister B.S.,08.06.2007 219931 09.05.2007 Wet wijz. sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek teneinde het bewijs van de staat van de personen te vergemakkelijken bij gebreke aan een akte van de burgerlijke stand B.S.,15.06.2007 – 220154 01.06.2007 Omz. betr. de toekenning van de arbeidskaart C voor de asielzoekers vanaf 01.06.2007 B.S.,18.06.2007 – 220192
16.05.2007 MB betr. de bepaling van de forfaitaire subsidiebedragen voor het basisaanbod van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders [Vlaamse Overheid] B.S.,08.06.2007 219961 26.01.2007 BVR wijz. BVR 12.09.2003 ter uitvoering van het decreet 14.02.2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugden jeugdwerkbeleid - 26.01.2007 BVR ter uitvoering van het decreet 14.02.2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugden jeugdwerkbeleid, inzake de subsidiëring van gemeentebesturen die een jeugdinformatiebeleid voeren als onderdeel van hun jeugdbeleid 26.01.2007 BVR ter uitvoering van het decreet 14.02.2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake de subsidiëring van gemeentebesturen die een jeugdwerkinfrastructuurbeleid voeren als onderdeel van hun jeugdwerkbeleid B.S.,18.06.2007 – 220174, 220187, 220188 21.04.2007 KB tot vaststelling van het bedrag van de toelage voor het jaar 2007 toegekend aan de erkende geïntegreerde diensten voor thuisverzorging overeenkomstig het KB 08.07.2002 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging alsook de voorwaarden voor het toekennen van deze toelage B.S.,19.06.2007 – 199156 20.04.2007 BVR wijz. BVR 13.07.1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand B.S.,19.06.2007 – 220216
FINANCIËN / BELASTINGEN
30.03.2007 BVR wijz. BVR 23.02.2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen B.S.,19.06.2007 – 220217
08.05.2007 MB betr. de toekenning van de financiële hulp van de Staat in het kader van de verkeersactieplannen B.S.,23.05.2007 206256
30.03.2007 BVR houdende de voorwaarden voor toestemming en subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte kinderopvang B.S.,20.06.2007 – 220304
08.05.2007 KB betr. het bedrag voorbehouden voor de controlediensten van de FOD Financiën en van de FOD Mobiliteit en Vervoer inzake verkeersveiligheid in het kader van de gemeenschappelijke aankopen 2007 B.S.,23.05.2007 210885
21.04.2007 Wet wijz. art. 107 van de samengeordende wetten betr. de kinderbijslag voor loonarbeiders B.S.,22.06.2007 – 220432
olg v r e V
WETGEVING
24.05.2007 MB tot toekenning voor het jaar 2007 van financiële hulp met het oog op de verwezenlijking van het dispositief 90 FTE ActivaStadswachten in de steden en gemeenten die een strategisch veiligheids- en preventieplan hebben gesloten met de Staat B.S. 22.06.2007 – 220465 19.04.2007 BBHR tot toekenning van subsidies in het kader van het Veiligheidsplan voor het jaar 2007 B.S.,21.06.2007 – 220408 24.05.2007 MB tot toekenning voor het jaar 2007 van financiële hulp met het oog op de verwezenlijking van het dispositief 90 FTE ActivaStadswachten in de steden en gemeenten die een strategisch veiligheids- en preventieplan hebben gesloten met de Staat B.S.,22.06.2007 – 220465
GEMEENTEBEHEER 25.04.2007 KB wijz. diverse besluiten betr. de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State B.S., 30.04.2007 218784 07.05.2007 Wet wijz. art. 190 van het Wetboek diverse rechten en taksen, wat het bedrag betreft van de belasting voor aanplakking en de betaling ervan B.S.,29.05.2007 219538 27.04.2007 KB tot regeling van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones - 27.04.2007 KB wijz. KB 07.09.2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betr. de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen B.S.,18.06.2007 – 199464, 220167
MANDATARISSEN / ORGANEN 23.05.2007 KB tot aanwijzing van de leden van de Adviesraad van burgemeesters B.S.,15.06.2007 – 164937
PERSONEEL 10.05.2007 Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen B.S.,30.05.2007; B.S.,05.06.2007, addendum 219605
10.01.2007 Wet wijz. van verschillende bepalingen betr. het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk B.S.,06.06.2007 219859
11.05.2007 Wet wijz. wat de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid na de leeftijd van 65 jaar betreft, van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 03.06.1970 B.S.,19.06.2007 – 220227
17.05.2007 KB betr. de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk B.S.,06.06.2007 219863
09.05.2007 KB tot uitvoering van de wet 03.07.2005 betr. de rechten van vrijwilligers B.S.,22.06.2007 – 220435
17.05.2007 Wet wijz. wet 03.07.1967 betr. de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector en van de arbeidsongevallenwet 10.04.1971 B.S.,14.06.2007 – 220079 03.06.2007 KB wijz. KB/WIB 92 tot invoering van de verplichte indiening langs elektronische weg van fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing B.S.,14.06.2007 – 220090 03.06.2007 KB tot tijdelijke aanpassing, voor wat het jaar 2008 betreft, van het KB 18.04.1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet 04.01.1974 betr. de feestdagen B.S.,14.06.2007 – 220098 11.05.2007 KB tot verhoging van de grensbedragen van de toegelaten beroepsinkomsten voor de begunstigden van een overlevingspensioen B.S.,15.06.2007 – 220152 08.06.2007 KB wijz. KB 12.12.2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet 10.08.2001 betr. verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking B.S.,15.06.2007 – 220156
05.06.2007 KB houdende diverse bepalingen inzake arbeidsongevallen B.S.,22.06.2007 – 220444
POLITIE / VEILIGHEID 27.04.2007 KB wijz. KB 05.09.2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politie B.S.,16.05.2007 – 219283 27.04.2007 KB betr. de registratie en de controle van reizigers die verblijven in een toeristische verblijfsaccommodatie B.S.,18.05.2007 – 219320 08.05.2007 KB - zie Financiën / Belastingen 27.04.2007 KB wijz. KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten B.S.,23.05.2007 219435 26.03.2007 KB tot vaststelling van de vestigingsplaats, de werking en de organisatie van het Agentschap voor de oproepen tot de hulpdiensten B.S.,30.05.2007 219601 21.03.2007 Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's B.S.,31.05.2007 219668
03.06.2007 KB wijz. KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (...) - 08.06.2007 KB wijz. KB/WIB 92, wat de aangifte in de bedrijfsvoorheffing betreft B.S. 19.06.2007 – 56911 , 180393
22.05.2007 Omz. GPI 59 betr. de gecertificeerde opleidingen voor het personeel van het administratief en logistiek kader van de politiediensten B.S.,31.05.2007 219658
17.05.2007 Wet houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008 B.S.,19.06.2007 – 220218
04.05.2007 Omz. GPI 58 betr. politionele slachtofferbejegening in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus B.S.,05.06.2007, 219422
Nieuwsbrief 2007/03
15
WETGEVING
10.05.2007 Omz. GPI 44bis Richtlijnen betreffende het interventiekorps B.S.,07.06.2007 219420 26.04.2007 KB wijz. KB 02.09.2005 ter waarborging van het welzijn van dieren die tot het vermaak van het publiek worden gebruikt in circussen of rondreizende tentoonstellingen B.S.,08.06.2007 219947 23.05.2007 Omz. PREV 30 ter verduidelijking van art. 11 van het MB betr. de invoering van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 B.S.,11.06.2007 – 219795 15.06.2007 Beslissing betr. art. VI.I.7, 8°, RPPol. Lijst van recurrente gebeurtenissen die een afwijking noodzaken B.S.,15.06.2007 – 205048 15.05.2007 Wet op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten [ Wet op de Algemene Inspectie ] B.S.,15.06.2007 – 220134 03.06.2007 KB betr. de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie B.S.,22.06.2007 – 220464 03.06.2007 KB tot uitvoering van art. XII.VII.18, par. 2, derde lid, van het KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten B.S.,22.06.2007 – 220475
SOCIALE ZAKEN 02.05.2007 KB wijz. KB 29.03.2006 tot uitvoering van art. 7, par. 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28.12.1944 betr. de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ter bevordering van de tewerkstelling van laaggeschoolde of erg laag geschoolde jongeren B.S.,14.05.2007 – 219213 26.04.2007 KB wijz. KB 05.12.2004 tot uitvoering van art. 68quinquies, par. 4, van de organieke wet 08.07.1976 betr. de OCMW's B.S.,15.05.2007 – 219251
16
Nieuwsbrief 2007/03
26.04.2007 KB wijz. KB 18.12.2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand B.S.,15.05.2007 – 219259
olg v r e V 22.03.2007 BBHR tot bepaling van de Brusselse hoofdstedelijke ontwikkelingszone B.S.,30.04.2007
04.05.2007 KB genomen in uitvoering van art. 11bis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 03.05.2007 Ordonnantie wijz. Ordonnantie 2, Burg. W. [huurovereenkomsten] 18.03.2004 betr. de erkenning en de financiering B.S.,21.05.2007; B.S.,31.05.2007, err. van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikke- 219344 ling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen 04.05.2007 KB genomen in uitvoering van art. 10, par. 1, laatste lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk B.S.,22.05.2007 219371 II, afdeling 2, Burg.W. [huurwaarborg] 27.04.2007 KB tot vaststelling, voor het jaar 2007, B.S.,21.05.2007 219348 van de aanpassing van het bedrag van de alternatieve financiering met het oog op de financiering van 26.04.2007 BBHR tot bepaling van de dienstde startbaanovereenkomsten die deel uitmaken van opdrachten van de Regering overgedragen aan het de globale projecten in de openbare sector bedoeld Brussels Instituut voor Milieubeheer in uitvoering in art. 43 van de wet 24.12.1999 ter bevordering van art. 68 van de ordonnantie van 20.10.2006 tot van de werkgelegenheid vaststelling van een kader voor het waterbeleid B.S.,05.06.2007 216730 B.S.,22.05.2007 219380 26.10.2006 Omz. betr. wet wijz. wet 26.05.2002 betr. het recht op maatschappelijke integratie, tot aanmoediging van de inspanning die een OCMW levert voor de integratie van daklozen B.S.,11.06.2007 – 219205
03.05.2007 BBHR wijz. BBHR 24.06.1993 tot bepaling van de publiekrechtelijke rechtspersonen voor wie de stedenbouwkundige vergunningen, de verkavelingsvergunningen en de stedenbouwkundige attesten worden afgeleverd door de gemachtigde ambtenaar 27.04.2007 KB houdende diverse wijzigingen met B.S.,30.05.2007 219617 betrekking tot de tegemoetkomingen aan personen met een handicap 26.04.2007 Wet houdende bepalingen inzake de woninghuur B.S.,12.06.2007 – 219991 B.S.,05.06.2007 219803 15.05.2007 MB wijz. MB 02.12.1982 houdende vaststelling van de programmatiecriteria voor rust- Arbitragehof - Arrest nr. 70/2007 van 26.04.2007 en verzorgingstehuizen De prejudiciële vraag over art. 1 van de wet 12.01.1993 betr. een vorderingsrecht inzake bescherB.S.,15.06.2007 – 220137 ming van het leefmilieu 18.06.2007 Omz. Minimumbedrag van de midde- B.S.,13.06.2007 – 220051 len van bestaan waarover een vreemdeling moet beschikken die in België wenst te studeren tijdens het school- of academiejaar 2007-2008 VZW'S B.S.,18.06.2007 – 155000 17.05.2007 KB waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 30.03.2007 MB houdende vaststelling van sociale 43nonies van 30.03.2007, gesloten in de Nationale maximumprijzen voor de levering van aardgas aan Arbeidsraad,wijz. de collectieve arbeidsovereenkomst de beschermde residentiële klanten met een laag nr. 43 van 02.05.1988 houdende wijziging en coörinkomen of in een kwetsbare situatie dinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. B.S.,19.06.2007 – 220223 21 van 15.05.1975 en nr. 23 van 25.07.1975 betr. de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen STEDENBOUW / LEEFOMGEVING B.S.,05.06.2007 219810 14.03.2007 Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) J.O.U.E.,25.04.2007 – 218722
ACTUALITEIT
Van 21 tot 24 maart 2007 vond in Sevilla de 5e Europese Conferentie voor Duurzame Steden plaats "De engagementen uitdragen in de straat". De Vereniging was er vertegenwoordigd. Drie jaar na de conferentie van Aalborg was deze samenkomst een goede gelegenheid om de uitvoering van de verbintenissen die aangegaan zijn, concreet aan te tonen. De conferentie was het uitgelezen moment om aan te tonen dat de lokale overheden het stadium van de intentieverklaringen voorbij zijn en inmiddels echt aan duurzame steden aan het sleutelen zijn. In dat opzicht vormde het delen van ervaringen en de presentatie van goede praktijkvoorbeelden de kern van de werkzaamheden. Wij stellen hier de meest noemenswaardige initiatieven voor, met een korte beschrijving en internetlinks waar u nadere inlichtingen kan vinden.
GOED BESTUUR EN PARTICIPATIEVE DEMOCRATIE Tijdens de conferentie van Sevilla was in tal van uiteenzettingen het idee aanwezig dat “het milieubeleid moet uitgaan van de burger, hij moet hierbij een hoofdrol spelen”. Dit is uiteraard ook wat de verbintenissen van Aalborg beogen: “Wij zullen er dus naar streven om: de participatie te ontwikkelen; alle belanghebbenden van de lokale gemeenschap aan te
sporen om werkelijk deel te nemen aan de besluitvorming”1 . Drie jaar later stellen wij vast dat de Lokale Agenda 21 (LAG21) veranderingen omvat die van die aard zijn dat het absurd zou zijn ze enkel als een handeling van politici te beperken. Zij hebben ook de goedkeuring nodig van de bevolking.
De evaluatie Een evaluatie is pas volledig wanneer zowel de positieve als de negatieve aspecten in aanmerking worden genomen. In dit opzicht houden de deelnemers rekening met de problemen die participatieve democratie kan veroorzaken. Allereerst kunnen we vaststellen dat participatie niet per se logisch is en dat ideeën die vast leken te staan, erdoor opnieuw in vraag kunnen worden gesteld. Het proces moet dus flexibel zijn en openstaan voor verandering. Participatie kan ook in strijd zijn met de belangen van andere wijken en stedelijke of voorstedelijke gebieden. De rol van de politici is dan de verschillende belangen in evenwicht te houden. Maar, en ook hiervan zijn er tal van bewijzen, het sop is de kool waard: de resultaten die door participatie worden aangevoerd, zijn een verrijking: “participatie verschaft expertise”.
Zwitserland - In dat opzicht is het Zwitserse voorbeeld zeer geslaagd. Steden zoals Bazel en Lausanne hebben door middel van een veelzijdig participatief proces, Quartiers 21 genaamd, het informeren, het raadplegen of overleggen en het coproduceren van en met de burgers georganiseerd. Het proces omvat de verschillende participatieniveaus en een maximale betrokkenheid van alle burgers. Naar gelang van de omvang
van de betrokkenheid van de verschillende belanghebbenden worden globaal genomen 3 participatieniveaus onderscheiden: het informeren, wat voornamelijk bestaat uit een communicatiestrategie. het raadplegen – overleggen, waarbij naar de mening van de burgers wordt geluisterd; en ten slotte het coproduceren, waarbij de deelnemers een actieprogramma opstellen of specifieke projecten bedenken.
De website van Lausanne wijdt een rubriek aan participatie « Quartiers 21 la parole aux habitants »: www.lausanne.ch > accueil > Grands projets > développement durable - Genève stelde een participatief project met indicatoren en een milieuprogramma binnen het stadsbestuur voor. De stad heeft nieuwe managementmethoden ontwikkeld (participatie, transversaliteit, bewustmaking, opleidingen, …) om de gewoonten binnen het bestuur te veranderen en het per-
soneel te motiveren. De participatie van de ambtenaren werd met name aangemoedigd door de organisatie van een Forum Agenda 21 voor het stadsbestuur. Deze gaf de deelnemers de mogelijkheid hun mening te geven en nieuwe projecten voor te stellen.
Lokale Agenda 21 van Genève: www.ville-ge.ch/agenda21 Resultaten van de participatie van het stadspersoneel: www.ville-ge.ch/agenda21/dmdocuments/rapport_final_administration.pdf 1 De verbintenissen van Aalborg - Thema 1. Bestuur - “Wij verbinden ons ertoe onze besluitvormingsprocessen te bevorderen door ons meer te beroepen op participatieve democratie”. Nieuwsbrief 2007/03
17
olg v r e V
ACTUALITEIT
Duitsland Ludwigsburg heeft een participatief proces voorgesteld dat kadert in het stedelijk ontwikkelingsplan van deze stad met 80.000 inwoners. De burgers werden vanaf het begin betrokken door middel van evenementen, gespecialiseerde conferenties (kinderen, jongeren, economische thema’s, ...) en een participatieraad, waarin leden van de gemeenteraad, van het gemeentebestuur en 96 burgers zetelden.
De burgemeester sloot zijn uiteenzetting af met dit antwoord op een vraag uit het publiek: “Het was moeilijk om het proces door de gemeenteraad te laten goedkeuren, maar de resultaten hebben uiteindelijk tot grote tevredenheid gestemd”.
www.ludwigsburg.de/servlet/PB/menu/1172625_l1/index.html
Italië - De uiteenzetting van de milieuadviseur van de stad Padua deed een interessante vraag rijzen in verband met participatieve democratie: “Hoe kunnen de verbintenissen van Aalborg worden nageleefd in een participatief proces, dat diezelfde verbintenissen ook in vraag kan stellen?” Deze vraag werd tijdens de conferentie meermaals gesteld en kan parallel geplaatst worden met die andere wijdverbreide vaststelling, namelijk dat participatie ook verrassingen en onverwachte resultaten kan opleveren. Enkele deelnemers merkten ook op dat de verbintenissen van Aalborg een referentie zijn en geen absolute waarheid! Er is dus plaats voor verandering of, naar gelang van het standpunt, voor innovatie.
Tijdens de verschillende uiteenzettingen werden 2 mogelijke antwoorden geformuleerd: ■
Uiteindelijk beslissen de politici alleen over de doelstellingen en middelen die moeten worden aangewend om het project te ontwikkelen. Zij beslissen van hogerhand en laten hun keuzes goedkeuren.
■
De politici aanvaarden de spelregels en de veranderingen, die dankzij participatie kunnen worden aangebracht. Zij moeten dus flexibel zijn en de wijzigingen aanvaarden. Participatie kan tot gevolg hebben dat er onverwachte voorstellen of projecten worden geformuleerd.
Padua: www.padovanet.it > Homepage > Il Comune > Partecipazione > Percorsi di partecipazione Het Italiaans netwerk van duurzame steden: www.a21italy.it. - De provincie Ferrara heeft een project voorgesteld ter uitbreiding van de burgerlijke participatie: Partecipa.net (overleggen om te beslissen). Het doel van het project was de dialoog tussen de burgers en het regionale, openbare bestuur te verbeteren. Partecipa.net is een project van “e-democracy” dat gebruik maakt van de nieuwe informatietechnologieën.
- Het proefproject voor het digitale bestuur van de Lokale Agenda 21, "e21", ging in september 2006 van start en verenigt 10 Lombardische gemeenten. Met dit project wil men de burgerlijke participatie via internet en informatietechnologieën bevorderen en uitbreiden door middel van een discussieforum, de evaluatie van online opinies, ICT-procedures, een vrije dialoogzone, enz.
www.partecipa.net www.progettoe21.it
Spanje - Sinds 1994 beschikt de stad Sant Boi over een orgaan voor overleg en burgerlijke participatie. In het kader van de LAG21 van de stad werd via de website van Sant Boi een informatie- en participatiesysteem ontwikkeld, waardoor de burgers hun vertegenwoordigers kunnen mailen, deelne-
men aan een forum, hun ecologische voetafdruk kunnen testen, enz. De site geeft ook een regelmatige update van de projecten en een evolutie in de tijd van de evaluatie-indicatoren.
www.stboi.es/agenda21
18
Nieuwsbrief 2007/03
ACTUALITEIT
olg v r e V
- De stad Madrid stelde een participatieproces voor, waarbij alle stedelijke belanghebbenden worden betrokken: burgers, bedrijven, verenigingen en overheden. Ze hebben met name een volksraadpleging ontwikkeld voor de voorstellen van het actieplan van de LAG21: de documenten worden onderworpen aan publiek overleg en er is een vragenlijst beschikbaar in een papieren of elektronische versie. www.munimadrid.es/Agenda21
Frankrijk Orléans heeft het participatie-orgaan “Forum 21” opgericht. Parallel werd overleg gepleegd met de 2.400 ambtenaren van het stadsbestuur om ook hen erbij te betrekken. Voor het opmaken van haar agenda is de stad in 3 fasen te werk gegaan en heeft ze de hulp ingeroepen van een adviesbureau voor milieu en duurzame ontwikkeling.
Fase 2: informatievergaderingen en debatten in de wijken, die door het adviesbureau werden geleid. Doelstelling: oprichting van een “Forum 21”, waar burgers, verenigingen, experts en mandatarissen voorstellen kunnen doen voor de Agenda 21. Fase 3: opstelling van een Agenda 21 met de voorstellen van de burgers en de acties van de stad.
Fase 1: inventarisatie door de stadsdiensten. Samenstelling van een stuurgroep en een toezichtcomité en aanstelling van DO-correspondenten in de gemeentediensten. www.ville-orleans.fr > Accueil > Qualité de vie > Développement durable > Agenda 21
Oostenrijk De Lokale Agenda 21 van Wenen is grotendeels gebaseerd op ideeën voor projecten van burgers die ontwikkeld en uitgevoerd werden met de hulp van het stadsbestuur en politici. Dit wordt de “bottom-up”-techniek genoemd. www.agenda21.or.at & www.la21wien.at
IJsland In het kader van het publiek overleg voor de herziening van de Lokale Agenda 21 van Reykjavík werden de twee belangrijkste doelgroepen geselecteerd: de deelnemende partijen en de burgers. Gezien de kenmerken van beide groepen werden verschillende methodes gebruikt. Er werden vergaderingen georganiseerd, terwijl het overleg met de burgers uitsluitend via het internet gebeurde. Voor de stad en de deelnemers waren de resultaten erg bemoedigend en toonden deze aan dat wanneer het internetgebruik zeer verspreid is onder de bevolking en het internet een relevant participatief medium vormt.
Info op www.sevilla2007.org > presentation > B03
De Monitor van de Duurzame Ontwikkeling – een nieuw gespecialiseerd tijdschrift De Vereniging heeft de 5e Europese Conferentie voor Duurzame Steden bijgewoond en heeft er de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling voorbereid. Dit splinternieuwe tijdschrift wijdt zijn eerste nummer volledig aan het evenement: u vindt er een gedetailleerde samenvatting van de zittingen, waarin de schijnwerpers voornamelijk gericht worden op de manier waarop de lokale besturen de engagementen van Aalborg uitvoeren, opmerkelijke initiatieven en projecten om aan duurzame steden te werken of ambitieus beleid om de lokale duurzaamheid te versnellen. U kan er tevens kennis maken met tal van goede praktijkvoorbeelden en projecten die aan de gang zijn in domeinen zoals goed bestuur, dialoog met de burger of duurzame mobiliteit. De Monitor van de Duurzame Ontwikkeling wordt gepubliceerd met de steun van het BIM. De Monitor is gratis beschikbaar en kan gedownload worden op de website van de Vereniging. Als u het formulier op de webstek invult, zenden wij de volgende nummers rechtstreeks naar uw e-mailadres.
Philippe Mertens Dit artikel is een licht aangepaste versie van het artikel dat verscheen in de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling
Nieuwsbrief 2007/03
19
ONDER DE LOEP
WET HOUDENDE DIVERSE BEPALINGEN ... DIVERS GEWAARDEERD In het kort De wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen bevat drie interessante nieuwigheden voor de gemeenten. - Ze wijzigt de voetbalwet van 21 december 1998 en staat de burgemeester voortaan toe om per politiebesluit de veiligheidscapaciteit van het stadion te beperken indien één van de drie gevallen van de wet van 21 april 2007 van toepassing is. - Ze wijzigt artikel 1716 van het Burgerlijk Wetboek, met betrekking tot de huurovereenkomsten, en verplicht de bekendmaking van het bedrag van de huurprijs en de lasten. De gemeenten kunnen door middel van een politieverordening de verhuurders bestraffen die deze gegevens niet meedelen. - In het kader van de administratieve vereenvoudiging schaft deze wet enkele bepalingen af over drankgelegenheden ... maar creëert zo een juridische leemte die de gemeente enkel de algemene bestuurlijke politie overlaat om deze kwestie te reglementeren. Een gemeentelijk reglement dat bijzondere normen zou opleggen voor drankgelegenheden, zou in tegenspraak zijn met de Nieuwe Gemeentewet, het decreet van 2-17 maart 1791 en artikel 10 en 11 van de Grondwet.
Twee keer per jaar, net voor de soldenperiode, biedt de wetgever ons zijn promoties aan, ofwel in de vorm van een programmawet, ofwel in de vorm van een wet houdende diverse bepalingen. Als de wetgever dan ook nog zijn "eindereeksen" voor het einde van de ambtstermijn probeert te slijten, is de kwaliteit van de promoties niet altijd om over naar huis te schrijven … Dit jaar trokken drie nieuwigheden in de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen onze aandacht.
1. Wijzigingen aan de voetbalwet We weten dat de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden de burgemeester van de plaats waar het stadion zich bevindt, betrekt bij het beheer van de veiligheid bij deze sportieve ontmoetingen: 1. de burgemeester wordt geraadpleegd vóór de goedkeuring van een besluit door de Koning om de perimeter van het stadion vast te stellen; de perimeter is de ruimte aansluitend bij de buitenomheining van het stadion (artikel 2, 9° van de wet van 21 december 1998); 2. de burgemeester legt de termijn vast waarbinnen de organisatoren van nationale en internationale voetbalwedstrijden die niet tot het nationaal kampioenschap behoren, een overeenkomst moeten afsluiten betreffende hun verplichtingen met de hulpdiensten en de bestuurlijke en politiële overheden of diensten (artikel 5, lid 2 van de wet van 21 december 1998).1998).
20
Nieuwsbrief 2007/03
Voortaan zal de burgemeester van de plaats waar het stadion zich bevindt, actiever kunnen optreden in deze materie aangezien hij in drie gevallen 1 zal kunnen overgaan tot de vermindering van de veiligheidscapaciteit van het stadion (vastgelegd in artikel 2, 11°, nieuw 2, van de wet als de capaciteit zoals overeengekomen tussen de betrokken partijen in de overeenkomst bedoeld in artikel 5 of opgelegd krachtens de veiligheidsnormen): - ofwel indien de organisatoren van een nationale of internationale voetbalwedstrijd geen behoorlijk gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke hebben aangeduid voor de coördinatie en de leiding van het veiligheidsbeleid, in strijd met artikel 6 van de wet; - ofwel indien deze organisatoren niet het minimaal aantal stewards hebben aangeduid of stewards hebben aangeworven die niet voldoen aan de minimale voorwaarden van rekrutering, opleiding en bekwaamheid bepaald door de Koning, enz., in strijd met artikel 8 van de wet; - ofwel indien ze één of meerdere bepalingen van een overeenkomst met betrekking tot hun verplichtingen met de hulpdiensten of de bestuurlijke en politiële overheden of diensten niet naleven, in strijd met artikel 5 van de wet. De burgemeester kan in dat geval een gemotiveerd politiebesluit aannemen dat als volgt luidt: “Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikel 133, en de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, in het bijzonder artikel 8bis …".
ONDER DE LOEP
2. Wijzigingen aan het stelsel van de huurovereenkomsten Een nieuw artikel 1716 wordt ingevoegd in het Burgerlijk Wetboek en luidt als volgt: “Elke verhuring van een goed dat bestemd is voor bewoning in de ruime betekenis houdt in dat in elke officiële of publieke mededeling onder meer het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de gemeenschappelijke lasten wordt vermeld. Elk niet naleven van deze verplichting door de verhuurder of diens gevolmachtigde zal de betaling kunnen rechtvaardigen van een administratieve boete die vastgelegd is tussen 50 euro en 200 euro. De gemeenten, in de hoedanigheid van gedecentraliseerde overheden, kunnen de inbreuken op de verplichtingen van dit artikel vaststellen. De bevoegde gemeente is die waar het goed zich bevindt. Deze inbreuken worden vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de vormvereisten, termijnen en procedures bepaald in artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, met uitzondering van § 5”. Het doel van de wetgever is iedere discriminatie (al dan niet raciaal) bij de toekenning van een huurcontract te voorkomen en de gelijkheid van iedereen te waarborgen bij de toegang tot huisvesting. Als de prijs op een duidelijke manier wordt weergegeven, is het voor de verhuurder onmogelijk om de gevraagde huurprijs te doen variëren, bv. op basis van de huidskleur. Het staat de gemeente dus vrij – en dit is dus niet verplicht – om een politieverordening aan te nemen om een verhuurder te bestraffen die de gevraagde huurprijs of de gemeenschappelijke lasten niet vermeld heeft in iedere publieke of officiële mededeling met betrekking tot de verhuring van een goed bestemd voor bewoning. Onder “publieke of officiële mededeling” wordt het volgende verstaan: een huuraankondiging in een krant of een elektronische publicatie, een affiche op het gebouw dat de verhuring aangeeft, enz. De vraag of een dergelijke maatregel opportuun is buiten beschouwing gelaten, merken wij allereerst op dat de federale overheid de gemeente nogmaals belast met het opvolgen van een maatregel die ze zelf aanneemt. Deze bepaling is niet coherent! De gemeente, zo zegt de wetgever, kan een politieverordening aannemen om de tekortkomingen van de verhuurders vast te stellen, te vervolgen en te bestraffen, overeenkomstig de vormvereisten,
olg v r e V
termijnen en procedures bepaald in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet 3. Deze laat evenwel geen enkele bewegingsvrijheid voor wat de definitie van de inbreuk betreft (aangezien het de inbreuk betreft op de bepalingen van artikel 1716, nieuw, van het Burgerlijk Wetboek) of het bedrag van de sanctie (tussen 50 en 200 euro). Bovendien vragen wij ons af wat deze materie te maken heeft met de algemene bestuurlijke politie en met de toepassing van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet. Wij stippen aan dat de toepassing van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet facultatief is. Iedere gemeente zal dus zelf moeten beslissen of ze deze nieuwe taak al dan niet aanvaardt. Dit kan bovendien ook tot gevolg hebben dat de niet-naleving van een artikel van het Burgerlijk Wetboek slechts in bepaalde gemeenten als een overtreding beschouwd wordt. Het model van algemeen politiereglement dat ter beschikking staat op onze website (www.vsgb.be > Politie > Opdrachten > Documenten) werd aangepast om rekening te houden met deze wijziging. Hetzelfde geldt voor het commentaar.
Zo schuift de nieuwe regelgeving over de huurovereenkomsten het opleggen van een administratieve sanctie ten aanzien van eigenaars die overtredingen begaan, naar de gemeenten toe, terwijl het evident is dat sancties in het kader van die wet in het Strafwetboek zouden moeten komen en door de Parketten toegepast zouden moeten worden. Wij verwijzen hier naar het federaal memorandum en de voorstellen die in dit nummer weergegeven worden.
3. Drankgelegenheden De artikelen 5 tot 7 van de wetsbepalingen betreffende de slijterijen van gegiste dranken, gecoördineerd op 3 april 1953, worden opgeheven door artikel 5 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen. Deze bepalingen machtigden de Koning om door middel van een besluit, in het belang der openbare gezondheid en zedelijkheid, bijzondere eisen op te leggen, inzonderheid ten aanzien van de
3 Met uitzondering van § 5 van dit artikel 119bis, met betrekking tot de proportionaliteit van de sanctie met de zwaarte van de feiten, de eventuele herhaling en de samenlopende inbreuken.
Nieuwsbrief 2007/03
21
ONDER DE LOEP
ligging, oppervlakte, hoogte, luchtverversing, verlichting, verdeling binnenshuis en koer. De gemeenten konden door middel van een reglement deze bijzondere eisen verscherpen of nog andere opleggen.
Artikel 3, § 1, 1° van de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank, dat rechtstreeks verwijst naar de artikelen 5 tot 7 van de wetsbepalingen betreffende de slijterijen van gegiste dranken, is opgeheven door artikel 9 van de wet van 25 april 2007.
Door deze bepalingen op te heffen wou de wetgever de materie vereenvoudigen, om toestanden te vermijden waarbij een te strikte reglementering de omvorming van een gebouw om het te conformeren in de weg zou staan (bv. een geklasseerd gebouw). Het commentaar bij de wet stelt dat het beter is om “aan de bevoegde autoriteiten de macht te geven het geheel der vereiste criteria inzake het gebouw zelf te beoordelen om er de activiteit van slijterij uit te oefenen zonder minimale blinde beperkingen vast te leggen. Deze autoriteiten worden trouwens op voorhand bijgestaan door adviezen van bevoegde diensten en administraties verantwoordelijk voor milieu, stedenbouw, volksgezondheid, brandveiligheid, enz.” 4.
Waar het schoentje knelt, is dat de gemeentelijke overheden voortaan moeten beschikken over een norm waarmee ze kunnen bepalen of een inrichting al dan niet een gevaar inhoudt. Deze norm werd tot op heden bepaald door de regels vastgesteld door de Koning of het gemeentelijk reglement, in uitvoering van de artikelen 5 tot 7 van de gecoördineerde wetten. Deze bepalingen zijn opgeheven, en – zoals de VSGB en UVCW hadden gemeld bij de raadpleging over het wetsontwerp door de Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging – creëert de opheffing van de aan de slijterijen van gegiste dranken opgelegde hygiënevoorwaarden een juridische leemte, aangezien geen andere reglementering dit soort bepalingen vastlegt 5. Het is dus
olg Verv
enkel door middel van de algemene bestuurlijke politie – bedoeld om de openbare orde te bewaren – dat de gemeenten kunnen optreden. Het is eenvoudig om vast te stellen dat een drankgelegenheid geen volume heeft van 90 m3 of geen plafondhoogte heeft van 2,75 m, maar veel moeilijker om daaruit af te leiden dat de volksgezondheid erdoor getroffen wordt!
Het is niet zeker dat een gemeentereglement dat bijzondere normen oplegt voor drankgelegenheden geen inbreuk zou vormen op …
… artikel 135, § 2 van de Nieuwe Gemeentewet, dat het behoud van de openbare orde als doel heeft 6; … het decreet van 2-17 maart 1791 tot afschaffing van het gildenwezen, het zogenaamde “decreet d’Allarde”, dat de vrijheid van handel en nijverheid afkondigt en waarop de uitzonderingen enkel voorzien kunnen worden door een tekst van dezelfde wettelijke waarde, namelijk een wet, een decreet of een ordonnantie; … op artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien dit reglement enkel de drankgelegenheden zou beogen, en zonder enige verklaring - niet andere soorten handelszaken.
Het is dan ook niet zeker dat, zoals de auteur van de tekst stelt, “het project de samenhang van het wettelijk dispositief verbetert en zo bijdraagt tot een betere reglementering” 7.
Vincent Ramelot
4 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen, Memorie van toelichting, Parl. St., Kamer, G.Z. 2006-2007, nr. 2873/001, blz. 9-10. 5 Verder wordt het risico gelopen dat deze leemte door iedere gemeente zou worden opgevuld, wat zou neerkomen op het vervangen van een uniforme regelgeving door 589 verschillende regels. Dit zou uiteraard niet bijdragen tot de nagestreefde administratieve vereenvoudiging. 6 De Raad van State benadrukt voortdurend dat de middelen van de algemene bestuurlijke politie niet gebruikt kunnen worden om de doelstellingen te bereiken die vallen onder een bijzondere politie; de ontwikkelde redenering door het administratieve rechtscollege inzake huisvesting kan volgens ons in dit geval worden toegepast: “Overwegende dat een ongezonde woning een woning is waarvan de bewoners besmettelijke ziekten kunnen oplopen of verspreiden en die, doordat ze een infectiehaard is of niet meer beantwoordt aan wat thans beschouwd wordt als het strikte minimum inzake hygiëne, niet alleen voor de gezondheid van eventuele bewoners, maar ook voor de volksgezondheid in het algemeen een bedreiging vormt; dat deze notie zorgvuldig dient te worden onderscheiden van de betekenis die het begrip “gezondheid” heeft in de bijzondere huisvestingspolitie: de criteria en de regels die voor laatstgenoemde politie gelden kunnen niet worden toegepast om de problemen inzake de eerstgenoemde te regelen”(R.v.S., arrest nr. 103.845 van 21 februari 2002, Dejardin; cf. ook arrest nr. 105.215 van 27 maart 2002, Rosier). 7 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen, loc. cit., blz. 10
22
Nieuwsbrief 2007/03
VOOR U GELEZEN
Stedenbouw en bescherming van het erfgoed in Brussel Er worden al zo weinig boeken geschreven over dit thema dat we jullie zeker niet de publicatie van een dossier over stedenbouw en bescherming van het erfgoed in Brussel in de gloednieuwe reeks JLMB Opus willen onthouden. In zijn onderzoek behandelde de auteur onder meer de kwestie rond de milieuvergunningen waarvan de structuur en procedures die vastgelegd zijn in de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, gelijkenissen vertonen met de stedenbouwkundige. Het beknopte maar geïllustreerde dossier bestaat uit twee delen. Het eerste deel heeft betrekking op planning en stedenbouw, en omvat een analyse van de regels en procedures betreffende de verlening van stedenbouwkundige, milieu- en verkavelingsvergunningen en -attesten. Het tweede deel gaat over de bescherming van het onroerend erfgoed. Ieder deel omvat een apart hoofdstuk waarin de rechtspraak van de hoven en rechtbanken en van de Raad van State wordt geanalyseerd en dat als aanvulling dient voor de andere hoofdstukken. De teksten en de rechtspraak werden geanalyseerd op basis van de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de organisatie van de planning en de stedenbouw en van de toepassingen ervan tot 31 december 2005. JLMB Opus is het logische vervolg op de reeksen JLMB en JLMBi. De reeks bestaat uit monografieën die een overzicht bieden van de problemen die de materies teweegbrengen, materies die er overigens zowel op het gebied van wetgeving, reglementering en rechtspraak sterk op vooruitgingen. D. BATSELE, Urbanisme et protection du patrimoine à Bruxelles, Larcier, Brussel, 2006, 182 p.
Stedenbouwkundig recht in België en in de drie gewesten Dit boek, dat sinds zijn eerste druk volledig werd herschreven en bijgewerkt, geeft een volledig overzicht van het stedenbouwkundig recht. Het biedt vaklui een overzicht van alle principes en regels die op dit gebied van toepassing zijn. Het is het enige werk dat de wetgeving en de rechtspraak in de drie gewesten vanuit een vergelijkend en nauwkeurig standpunt onderzoekt. Enkele thema’s die in het boek aangesneden worden, zijn inrichtingsplannen, stedenbouwkundige verordeningen, stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen, attesten, stedenbouwkundige informatie, overtredingen en sancties, onteigening, de vergoeding van waardeverminderingen en het recht van voorkoop. Dit boek is zonder twijfel een onmisbare referentie voor elke dienst stedenbouw. J. van Ypersele & B. Louveaux, Le droit de l’urbanisme en Belgique et dans ses trois régions, Larcier, Brussel, 2006, 1133 p.
Nieuwsbrief 2007/03
23
Nieuwsbrief De Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB werft aan : jurist (m/v) De functie : De Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB helpt de 19 Brusselse OCMW's bij de uitvoering van hun opdracht ten dienste van de burgers door hun belangen te behartigen. Binnen de studiedienst zal deze persoon voornamelijk de volgende taken uitvoeren :
•
• • • •
De wetgeving betreffende het OCMW volgen, in het bijzonder de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie, de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's, de materie "vreemdelingen" (opvang van asielzoekers, dringende medische hulp, …), maatregelen met betrekking tot alle vormen van bijstand vanwege het OCMW. De website "ocmw-info-cpas" en de "OCMW-gids" (publicatie met een overzicht van de OCMW-wetgeving) updaten. Artikels, werkdocumenten en omzendbrieven schrijven. Werkgroepen en informatievergaderingen coördineren. Modeldocumenten opstellen ten behoeve van de OCMW's.
Het profiel : ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
licentiaat rechten belangstelling voor OCMW-materies goede kennis van de tweede landstaal tactvol en vlot in de omgang vlotte schrijfstijl ervaring in de OCMW-sector is een troef zin voor groepswerk
Wij bieden : Een gevarieerde en valoriserende functie in een dynamische werkomgeving, een contract voor onbepaalde duur en een motiverend loon. Onmiddellijke indiensttreding !
Interesse ? Zend uw CV met sollicitatiebrief vóór 5 september 2007 naar dhr Michel COLSON, Voorzitter van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB, Aarlenstraat 53 bus 4, 1040 Brussel – Fax 02 238 51 58
[email protected] De selectieproeven zullen in principe tussen 10 en 20 september 2007 plaatsvinden (schriftelijke proef in de voormiddag en mondelinge proef in de namiddag). De geselecteerde kandidaten worden persoonlijk op de hoogte gesteld.
Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Fax 02/ 280.60.90
[email protected] Redactie :
[email protected] www.vsgb.be Algemeen tel. : 02 238 51 40 Andere nummers : www.vsgb.be > Vereniging > Het team Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias
Nr 2007-03 10 juli 2007 Directie : Marc Thoulen Coördinatie : Philippe Delvaux Redactie Marie-Louise Bataille, Marc Cools, Philippe Delvaux, Françoise Lambotte, Céline Lecocq, Philippe Mertens, Vincent Ramelot, Jean-Marc Rombeaux, Marc Thoulen Vertaling Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest, Kevin Cuppens Secretariaat Céline Lecocq, Chantal Matthys Philippe Delvaux Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49
[email protected]
24
Nieuwsbrief 2007/03
Nieuwsbrief wordt gedrukt op 50 % gerecycleerd papier