Ver. Uitg. Marc Thoulen - N°7317
Nieuwsbrief Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad
Nr 2003/10 - 31 december 2003
En meer nog in 2004 DE VERENIGING IN ACTIE Ieder jaar heeft een reeks nieuwigheden in zijn kielzog: van subtiele veranderingen tot grote omwentelingen. Het afgelopen jaar is er ook niet aan ontsnapt. En het nieuwe jaar nog minder. Wedden? Zoals beloofd heeft de Vereniging zich in de loop van de voorbije maanden toegelegd op de organisatie van vormingen: een twintigtal, in heel gevarieerde domeinen zoals leefmilieu, sociale zaken, gemeentefinanciën, beheer, samenwerking, veiligheid, mobiliteit, huisvesting, … Gezien het succes willen we het zo volhouden en zelfs nog beter doen. De behandeling van de financiële dossiers is in een hogere versnelling gekomen, ondermeer via de komst van een specifieke adviseur maar ook een analyse van de aanvullende belastingen, zonder voorbij te gaan aan de follow-up van de andere grote dossiers, zoals de energie. En we mogen ook de aandacht voor andere dossiers niet vergeten: politiehervorming, rusthuizen, huisvestingscode, stedenbouwkundige verordeningen, kruispuntbank, internationale samenwerking … naast de primordiale taken van advies en begeleiding … De aankondiging van de nieuwe dynamiek in de communicatie van de Vereniging is ook gepaard gegaan met de ontwikkeling van nieuwe werkmiddelen. De voornaamste: de nieuwe website met een rijke inhoud – bewijs daarvan zijn de hoge bezoekcijfers – en een waaier aan documenten, artikels of specifieke informatie ten dienste van de lokale besturen. Die dynamiek wordt gekenmerkt door een uitbreiding van het team, dat nieuwe medewerkers aangetrokken heeft. Zo veel zelfs dat de lokalen te krap geworden zijn. Daarom begint uw Vereniging het nieuwe jaar in nieuwe kantoren, op de zesde verdieping, Aarlenstraat 53, om u nog beter te dienen.
EDITO
Tot slot is het nieuwe jaar ook de gelegenheid om wensen te formuleren die – meer dan een gewone plichtpleging – het uitgelezen moment zijn om de vraag te stellen welke "plus" u van uw Vereniging kan verwachten. Want wensen houden ook beloftes in. Als we ons tot één wens moesten beperken, zouden we willen dat de betrekkingen tussen gemeenten en het Gewest in 2004 nog beter zouden verlopen. De nakende verkiezingen zullen doorslaggevend zijn voor de toekomst van ons Gewest en dus ook voor de dialoog die deze laatste met de gemeenten onderhoudt. Gelukkig nieuwjaar!
Eric André
Op 25 november jl. hebben ruim honderd mensen de StatenGeneraal van de Verkeersveiligheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijgewoond. Dat evenement werd georganiseerd door het Brussels Gewest, in samenwerking met het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid en met de steun van de Vereniging, en vormde het orgelpunt van verschillende maanden overleg tussen alle betrokkenen van de verkeersveiligheid in het Brussels Gewest. De werkzaamheden hadden betrekking op de controle, de sancties en de technische preventie, de infrastructuur en de inrichtingen, en de informatie en sensibilisering. Het initiatief sloot aan bij de StatenGeneraal van de Verkeersveiligheid op federaal niveau en had oog voor de aanpassing van de voorgestelde maatregelen aan de eigenheden van ons Gewest. Het vooropgestelde doel is ambitieus – de halvering van het aantal doden en gewonden bij verkeersongevallen – maar toch realistisch als we kijken naar het zestigtal maatregelen die als afsluiting van de werkzaamheden naar voren geschoven worden. We herinneren eraan dat het de mobiliteitscel van de Vereniging is die, onder de verantwoordelijkheid van Erik Caelen, de activiteiten van de verschillende groepen coördineerde en de logistiek van het hele evenement op zich genomen heeft. De Federatie van Gemeentesecretarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest organiseerde op vrijdag 28 november zijn jaarlijks congres. Dit keer werd als thema de administratieve sancties gekozen. Er kwamen verschillende sprekers, waaronder minister Vervolg pagina 2
INHOUD pagina Op de agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Dossier ombudsdienst - typologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Twee ervaringen in Brusselse gemeenten . . . . . . . . . . . . . . . . 5 In een Waalse gemeente: La Louvière . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Ombudsdiensten in het Waalse Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Overheidsopdrachten stap voor stap hervormd . . . . . . . . . . 13 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Gemeenten en verkeersveiligheid: voorstellen van de Staten-Generaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Internet viert feest in 2004 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
DE VERENIGING IN ACTIE
Charles Picqué, grondwetspecialist Marc Uyttendaele en ook onze medewerker Vincent Ramelot, die het talrijk opgekomen publiek een schets gaf van de juridische en administratieve gevolgen van het stelsel van de administratieve sancties. Sinds de goedkeuring van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening is er een grote rechtsonzekerheid op het vlak van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen. Het is immers zeer moeilijk om na te gaan welke gemeentelijke beschikkingen van kracht gebleven zijn. De meeste oude bouwverordeningen stellen overigens problemen. Onze Vereniging heeft een strijdplan uitgedokterd om dat te verhelpen, met de steun van de gemeenten die aanwezig waren op de rondetafel terzake van 11 juni jl. De eerste fase was de samenstelling van een werkgroep, die voor het eerst vergaderd heeft op 3 december: daar werd vastgesteld dat de meeste vertegenwoordigde gemeenten reeds tot de tweede fase overgegaan waren, nl. de opstelling van een lijst met de beschikkingen die nog toegepast worden en de nieuwe beschikkingen die ze willen invoeren. De deelnemers hopen binnenkort alle materies te dekken die op gemeentelijk niveau geregeld kunnen worden. Het ultieme doel is immers de definitieve afschaffing van de bouwverordeningen en de vervanging ervan door nieuwe stedenbouwkundige reglementen. Wordt vervolgd … Op 11 december heeft de Vereniging de studienamiddag "De gemeente, de zone en de politie" georganiseerd ter attentie van de mandatarissen van de politiezones. Er werd een diepgaande analyse voorgesteld van de respectieve bevoegdheden van de zone en de gemeente op het vlak van politie en er werd ook teruggekomen op het algemeen politiereglement dat de Vereniging uitgewerkt heeft. Deze samenkomst werd georganiseerd met de steun van de Gemeentelijke Holding en de actieve medewerking van het SAT, het administratief en technisch secretariaat van het departement Binnenlandse Zaken, dat de hele hervorming in goede banen moet leiden. Het was ook de eerste van een reeks vormingen voor de mandatarissen en de technici van de politiezones, die in de loop van het jaar 2004 aan bod zullen komen. Aangezien de
olg Verv
hervorming de structuren niet echt vereenvoudigd heeft, beschouwt de Vereniging immers dat het haar plicht is zowel de politieke als administratieve capaciteiten van de politiezones te versterken en heeft ze in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken een steunprogramma ontwikkeld, na een grondige studie van het terrein. Onze medewerker Jean-Michel Reniers, bevoegd voor internationale samenwerking, verbleef begin december, samen met een onafhankelijke deskundige, elf dagen in Marokko om er twee projecten met Brusselse gemeenten te evalueren. Ruimer en fundamenteler moest deze evaluatiemissie de lokale overheden van het Zuiden ook praktische toelichtingen brengen bij het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking en de toekomst ervan, alvorens aan de voorbereiding te beginnen van het programma 2005, dat een betere continuïteit moet verzekeren, een ruimer overleg en een grotere transversaliteit van de activiteiten. Hun verblijf ter plaatse was gevuld met bi- en multilaterale ontmoetingen op alle machtsniveaus en gesprekken over de Marokkaanse samenleving, alsook ontmoetingen met de vertegenwoordigers van andere internationale geldschieters. Die ervaring zal ongetwijfeld nuttig zijn in de besprekingen met het oog op de vaststelling van het programma 2005. Tot slot organiseerde de afdeling Maatschappelijk Welzijn voor de Brusselse OCMW's op 15 december een informatievergadering over de ordonnantie van 3 juni 2003 betreffende het administratief toezicht en de financiële, budgettaire en boekhoudkundige voorschriften, die op 1 januari 2004 in werking treedt. Meer dan 90 personen hebben aan de infosessie deelgenomen, waar Anne-Sylvie Mouzon, Voorzitster van het OCMW van Sint-Joost-ten-Node, een gedetailleerde voorstelling heeft gegeven van de nieuwe beschikkingen in de ordonnantie van 3 juni 2003 en de veranderingen die ze inhoudt voor de Brusselse OCMW's. Alex Elsier, Secretaris van het OCMW van Ukkel, is er ingegaan op bepaalde specifieke aspecten. Voorts ging er ook aandacht naar de vragen waarmee de Brusselse OCMW's geconfronteerd worden bij de toepassing van de nieuwe wetgeving. Marc Thoulen
VOOR U GELEZEN
Lokaal
Mouvement communal
Nr. 19 Een goede website is een belangrijk onderdeel van het N°10/2003 La TVA est-elle une charge ou une opportunité pour les communicatiebeleid van gemeenten. Maar waarop moet een bestuur letten villes et communes et leurs satellites ? L’Etat, les Communautés et les bij het opstellen van een lastenboek voor bouwers van websites? R. De Bruyne Régions, les provinces, les agglomérations, les communes et les geeft 10 tips. établissements publics ne sont pas considérés comme des assujettis pour les Nr. 20 In 2004 moeten de OCMW's aansluiten bij de Kruispuntbank activités ou opérations qu’ils accomplissent en tant qu’autorités publiques. voor de Sociale Zekerheid. Het doel daarvan is een vlottere toegang tot informatie, minder kans op fouten en een snellere afhandeling van dossiers en N°11/2003 Envois non adressés : suite et pas fin. L’arrêt de la cour de Liège du 8 février 2002 qualifiant d’octroi des envois non adressés avait uitbetalingen. P. Alluyn zet ons op weg. laissé notre collaborateur Vincent Ramelot assez dubitatif dans le Trait Nr. 22 Sinds oktober 2002 is de nieuwe wetgeving rond de d’Union 2003/1. Le pourvoi en cassation introduit par une commune patiëntenrechten van kracht. De wet is van belang voor de rustoorden en de wallonne a été rejeté. La messe est-elle dite ? S. Bollen ne le pense pas. rust- en verzorgingstehuizen. K. De Koker en E. Verlinden geven toelichting.
2
Nieuwsbrief 2003/10
OP DE AGENDA Europese programma's: Voortaan vindt u informatie betreffende deadlines van Europese programma's op onze website, rubriek "Internationaal"> Europese aangelegenheden > oproepen tot indiening van voorstellen 15/1 Leonardo – 16/1 Jumelage – 13/2 Leonardo – 18/2 Jumelage – 18/2 ESF (innoverende acties) – 1/3 Sport
Datum/plaats 2004
Wat ? Europees jaar van opvoeding door sport Besluit nr. 291/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 (AEES 2004)
19-20/1 (FR) en Vorming i.v.m. participatiemethodes 26-27/1 (NL) Museum Bellevue Koning Boudewijnstichting
☞
23/1 Deadline
Diriger une association. Un art...qui se cultive Oproep tot indiening van voorstellen
27-30/1 Brussel Hotel Dorint
Maintenance informatique (27/1) – négocier et élaborer un contrat d’outsourcing (28/1) - Application service provider (29/1) – contrats d’intégration de systèmes (30/1) Cyclus « contrats informatiques » georganiseerd door IFE
28-29/1 Renaissance Brussels Hotel
Le COBAT : quels nouveaux enjeux ? La pratique des permis d’urbanisme et des procédures mixtes en Région de BrusselCapitale Seminarie georganiseerd door IFE
28-29/1 Hotel Dorint Brussel
Domaine public : quelle gestion opérationnelle ? Seminarie georganiseerd door IFE
31/1 en 31/3 Deadlines
Internationale prijs van Dubai voor de beste praktijken i.v.m. verbetering van de levensstandaard
Februari
De huisvestingscode en de gevolgen voor de OCMW's Algemene Vergadering afdeling Maatschappelijk Welzijn – Thema en datum onder voorbehoud
3-5/2 Antwerpen Panorama van de actualiteit in de overheidsopdrachten Radisson SAS Seminarie georganiseerd door IFE Hotel 10-12/2 Arbeidsverzuim - Stress & alcoholisme - Discriminatie & Zaventem Sheraton Airport pesten op het werk Seminarie georganiseerd door IFE Hotel 17-19/2 Brussel Hotel Sofitel Toison d'Or
Comment maîtriser votre facture énergétique ? Seminarie georganiseerd door IFE
20/2 Deadline
Lezen in je gemeente Uiterste datum voor indiening projecten
21/2
Internationale dag van de moedertaal
27/2 Deadline
Lydia Chagoll Prijs – Voor een glimlach van een kind Ter bevordering van het respect voor kinderen - Een instelling mag enkel een project indienen als dat geen deel uitmaakt van diens kerntaken
Inlichtingen Europees Publicatieblad van 18/02/2003, reeks L (43/1) Tel.: 02.296.97.04 - Fax: 02.295.77.47 http://www.europa.eu.int/comm/sport/index_en.html
[email protected] Caroline Beyne of Karin Lippert - KBS – Brederodestraat 21 - 1000 Brussel - Tel. 02 549 02 76 of 02 549 02 61 - Fax 02 549 03 11 Tarief: 100 euro - www.kbs-frb.be Delphine Saudoyer/Benoît Fontaine – Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 - 1000 Brussel - Tel. 02/549.02.59
[email protected] - http://www.kbs-frb.be Anne VAN DER ELST - Tel. 00 33 (0)1 44 09 29 77
[email protected] - IFE BENELUX - Charleroisesteenweg 51 B 1060 Brussel - Tel. 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81
[email protected] - www.ifebenelux.com Tarief: 850 (1 dag) - 2100 euro (4 dagen) Laurence CARBONE - Tel. 02 533 10 13 - Fax 02 534 89 81
[email protected] - IFE BENELUX - Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel - Tel. 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81
[email protected] - www.ifebenelux.com Tarief: 750-1120 euro Annabelle Béjenne - Tel. 00 33 1 44 09 24 19 -
[email protected] IFE BENELUX - Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel Tel. 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81 -
[email protected] www.ifebenelux.com - Tarief: 1120 euro Programme des Meilleures Pratiques et de Leadership Local, PNUEH (ONU-HABITAT) P.O. Box 30030 - Nairobi, Kenya Tel. 00.254 2.62.43.28 of 62.30.29 - Fax 00.254 2.62.30.80 of 62.42.66 of 62.42.67 -
[email protected] http://www.blpnet.org/blp/awards/index.html Marie Wastchenko – VSGB – Afdeling Maatschappelijk Welzijn Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel - Tel. 02 233 31 25 Fax 02 280 60 90 -
[email protected] Anne VAN DER ELST - Tel. 00 33 (0)1 44 09 29 77 -
[email protected] IFE BENELUX - Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel Tel. 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81
[email protected] - www.ifebenelux.com - Tarief: 750-1450 euro Nathalie Mine - Tel. 02 533 10 18 -
[email protected] IFE BENELUX - Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel Tel. 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81 - Tarief: 520-1800 euro
[email protected] - www.ifebenelux.com Laurence CARBONE - Tel. 02 533 10 13 - Fax 02 534 89 81
[email protected] - IFE BENELUX - Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel - Tel. 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81 Tarief: 750-1450 euro -
[email protected] - www.ifebenelux.com Texto (vzw) - Axelle Demoulin - Boulevard Jean-Théodore Radoux, 38 - 4000 Liège - Tel./fax 04/225 12 99 -
[email protected] Nederlandstalige briefwisseling naar: Cheque-List Groep NV Thierry Van Noppen - Arduinkaai 37 - 1000 Brussel Tel. 02/210 89 60 - Fax 02/210 89 69 -
[email protected] http://www.23april.be - Inschrijving mogelijk via de website Afgekondigd door de algemene conferentie van de Unesco in november 1999 ter bevordering van de taalkundige en culturele diversiteit en de meertaligheid - http://www.unesco.org/education/ Frieda Lampaert – Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 – 1000 Brussel Tel. 02-549 02 87 http://www.kbs-frb.be
Nieuwsbrief 2003/10
3
ONDER DE LOEP
DOSSIER OMBUDSDIENST Sinds een tiental jaar zijn de ombudsdiensten volop in opkomst en de gemeenten zijn niet de laatste om de schijnwerpers te richten op die nieuwe structurering van de betrekkingen tussen burgers of tussen de burger en het bestuur, of in een bestuur zelf. Want de term ombudsman dekt zeer uiteenlopende opdrachten. Hoewel we in dit nummer de kwestie niet exhaustief kunnen bespreken, nemen we toch enkele aspecten onder de loep: de systemen die in de gemeenten gecreëerd worden,
kunnen getoetst worden aan andere machtsniveaus. Bij gebrek aan een Brusselse gewestelijke ombudsman hebben we naar het Waalse stelsel gekeken. Maar we zullen beginnen met de voorstelling van de ombudsdienst in de Brusselse gemeenten. Dat is een goede gelegenheid om te wijzen op de diversiteit van de ombudsdiensten. Daarnaast bespreken we een voorbeeld, nl. het systeem dat de stad La Louvière op een recent colloquium daaromtrent heeft voorgesteld.
Typologie van de ombudsdienst De term ombudsdienst dekt verschillende ladingen. Daarom is het nuttig een typologisch overzicht te geven om duidelijker te zien welke types ombudsdienst de gemeenten kunnen instellen. De ombudsdienst die we hier bespreken, is het streven naar oplossingen van "conflicten" (evenwel in een zeer ruime betekenis: het conflict kan slechts potentieel zijn en dan is de ombudsman er om het te voorkomen). In die eerste definitie kan men vier grote families onderscheiden: internationale politieke bemiddeling, een instrument van internationaal recht (dat kadert in de diplomatie) of het nationaal recht; de verschillende vormen van gerechtelijke bemiddeling (familiaal, burgerlijk, fiscaal, strafrechtelijk 1, … waarvan we verder een gemeentelijke versie zullen zien: lokale bemiddeling) die voortspruiten uit het mechanisme van de justitie; de institutionele, parlementaire of administratieve bemiddeling (op die laatste zullen wij ons toespitsen) en tot slot de verschillende vormen van burgerlijke bemiddeling (pers, medisch, familiaal – opnieuw – enz.) waarvan sommige (buurt, schulden, school) ook in onze artikels aan bod komen. Op gemeentelijk niveau zien we een andere typologie. Het conflict kan zich namelijk op verschillende niveaus voordoen: - binnen een administratie tussen bepaalde werknemers: dan gaat het om een interne administratieve institutionele bemiddeling. Het conflict heeft enkel betrekking op de administratie
en deze laatste lost het op door intern een beroep te doen op de ombudsman. Dit type procedure moet beantwoorden aan strikte criteria (met name waarborgen qua onafhankelijkheid van de ombudsman); - tussen een bestuur en een onderdaan: dan spreken we van externe administratieve institutionele bemiddeling. De ombudsman vormt dan een verzoeningsorganisme dat de administratie aan de burgers aanbiedt. Hij heeft geen beslissingsbevoegdheid, maar zal een oplossing zoeken in het belang van de burger. Het artikel over de ombudsdienst in het Waalse Gewest heeft betrekking op dat soort functie. - tussen burgers: dan bevinden we ons in het kader van een burgerbemiddeling. Er zijn verschillende vormen mogelijk (schulden, buurt). De ombudsman van de administratie staat buiten het probleem dat hij moet oplossen. Indien u er nog meer over wil weten, kunnen we een uitstekend artikel van de federale ombudsman aanbevelen: Pierre-Yves MONETTE, « De la médiation, comme mode de résolution de conflits, et de ses différentes applications », in Administration publique, Bruylant, 1999, V. 23, (1), blz. 30-55. De integrale tekst is beschikbaar op Inforum: ref. 162047
Philippe Delvaux 1 Bijv. eerstelijns juridische bijstand, zoals de dienst Buurtjustitie van de gemeente Sint-Gillis. Daar komen we in een volgende Nieuwsbrief nog op terug.
4
Nieuwsbrief 2003/10
ONDER DE LOEP
De ervaring van twee Brusselse ombudsdiensten DE VELE GEZICHTEN VAN DE GEMEENTELIJKE JANITOR
1
Alle Brusselse gemeenten hebben een zogenaamde sociale ombudsdienst opgericht, dankzij de subsidies van het Gewest. In de loop der jaren en naar gelang van de situatie van de gemeente is de functie geëvolueerd. Ontmoeting met de heer Ali Yousfi, ombudsman in Sint-Gillis, en mevrouw Frédérique Boyer, ombudsvrouw in Sint-Agatha-Berchem. Beiden staan samen met de Jetse ombudsman Didier Bensalah in voor het secretariaat van de coördinatie van de Brusselse ombudsdiensten.
Twee gemeenten, twee situaties, twee gewoontes Geboortedatum Structuur Plaats Voornaamste type bemiddeling
Sint-Gillis De dienst bestaat sinds 1991 en is in de loop der jaren uitgebreid Twee verschillende diensten: de ene doet aan social bemiddeling, de andere aan schoolbemiddeling De kantoren liggen vlakbij de vreemdelingendienst, in het gemeentehuis Externe institutionele bemiddeling
Van toen tot nu In Brussel is de functie van ombudsman vrij vroeg tot ontwikkeling gekomen: de dienst is opgericht naar aanleiding van de sociale problemen in het begin van de jaren '90, via een omzendbrief van 1991 2. Het Gewest tracht zo te beantwoorden aan de problematiek van "de integratie en het harmonieus samenleven van verschillende lokale gemeenschappen en, ruimer, de problemen van kansarme jongeren. (...) De gebeurtenissen van de voorbije dagen hebben enerzijds aangetoond hoe belangrijk het is de strijd tegen het schoolverzuim en voor de inschakeling van kansarme jongeren voort te zetten en te intensifieren, en anderzijds dat de gemeenten nood hebben aan bijstand in hun streven naar veiligheid en bemiddeling tussen de openbare besturen en de lokale bevolking".3 De omzendbrief roept de veiligheidscontracten in het leven 4. Het tweede deel is preventief en de ombudsman maakt er volledig deel van uit, net zoals de straatwerkers, parkwachters en de preventie- en veiligheidsagenten. In 1991 hebben de gemeenten Anderlecht, Brussel, Elsene, Schaarbeek, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-tenNode en Vorst het gewestelijke manna ontvangen.
Sint-Agatha-Berchem Opgericht op basis van het preventiecontract van de gemeente in 2001 Eenzelfde dienst behandelt de twee problematieken De lokalen bevinden zich buiten het gemeentehuis Legt zich voornamelijk toe op bemiddeling met burgers
De omzendbrief is ingegeven door de sociale toestand en om de dringendste noden tegemoet te komen wordt het systeem snel op poten gezet, alvorens volledig gedefinieerd te kunnen worden. Bovendien is de functie vrij nieuw en bestaat er geen aangepaste vorming. Daarom moeten de eerste ombudsmannen hun rol empirisch invullen binnen het vrij soepel kader dat de omzendbrief uittekent. Hun oorspronkelijke rol is de schakel te vormen voor de communicatie tussen de burger en zijn instelling, meer bepaald voor een specifiek gedeelte van de bewoners die in een conflict verzeild zijn. Daarom werden de eerste ombudsmannen geregeld aangeworven bij de migrantenbevolking en in de wereld van het sociaal werk (psy, verenigingen, sociaal assistent, …). De omzendbrief van 1991 heeft het over bemiddeling, maar vertrouwt die taak niet toe aan bemiddelaars, maar aan sociaal werkers, wat getuigt van het nieuwe karakter van een functie die nog geen enkele specifieke benaming heeft. Een omzendbrief van 1992 beschrijft bondig de rol van die sociaal werkers. De omzendbrief van 2001 tot slot vermeldt expliciet de sociale ombudsmannen 5. In 1994 wordt een bijzondere specifiek aspect toegevoegd aan
1 Janitor is een portier. De term is afgeleid van de naam Janus, de god van de poorten, die met twee aangezichten voorgesteld wordt. 2 Ministeriele omzendbrief betreffende de maatregelen tot verbetering van het klimaat van veiligheid en sociale begeleiding in bepaalde gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 11/6/1991 3 Omz. 11/6/1991 op.cit. 4 … die later de veiligheids- en samenlevingscontracten worden waaruit de preventiecontracten voortkomen. 5 Bijkomend bewijs van de aarzeling i.v.m. de benaming: de omzendbrief van het Brusselse Parket van 2 november 1998 betreffende een zeer verschillend instrument, de lokale bemiddelaar, waarop we verder in dit artikel terugkomen, vermeldt echter in de inleiding dat de veiligheidscontracten de progressieve ingebruikname van buurtbemiddeling mogelijk gemaakt hebben. Nieuwsbrief 2003/10
5
ONDER DE LOEP
de ontwikkeling van de bemiddeling: om te strijden tegen schoolverzuim – wat reeds aangestipt was in de premissen van de omzendbrief van 1991 – wordt de [sociale gemeentelijke] schoolbemiddeling in het leven geroepen. In het begin van de 21e eeuw wordt het systeem uitgebreid tot de 19 gemeenten. De structurering van de ombudsdiensten binnen een coördinatie maakt het mogelijk een reeks voorstellen uit te brengen, die officieel bekrachtigd worden in de omzendbrief van 2001 tot verduidelijking van hun taken.
Welke beschikkingen? - Ministeriële omzendbrief betreffende maatregelen tot verbetering van het klimaat van veiligheid en sociale begeleiding in bepaalde gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 11/6/1991 - Ministeriële omzendbrief betreffende de veiligheidscontracten tussen de Staat, het Gewest en 8 Brusselse gemeenten, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Toezicht, 14/12/1992 - Ministeriële omzendbrief betreffende de sociale bemiddeling, 13/12/2001 (bijlage bij het veiligheids- en preventiecontract 2002)
Structuur De plaats van de ombudsman binnen de gemeentelijke instelling moet rekening houden met andere organen, zoals de preventieambtenaar, de veiligheidsmanager (de burgemeester zoals in Sint-Agatha-Berchem of een schepen zoals in Sint-Gillis) en voor de gemeenten van de eerste golf, de interne evaluatie binnen de gemeente (gefinancierd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken). De ombudsman zoekt zijn legitimiteit in zijn betrekkingen met de politieke wereld, de ambtenaren en de gebruikers. Die legitimiteitskwestie is niet vanzelfsprekend, want hoewel iedere gemeente gebruik gemaakt heeft van de subsidies om een ombudsdienst op te richten, kan de politieke steun om zijn opdracht tot een goed eind te brengen, variëren van een gemeente tot een andere. Hij moet ook rekening houden met andere instrumenten zoals de straatwerkers, de parkwachters, overlegassistenten, preventie- en veiligheidsagenten, specifieke ombudsmannen (familiale, school- en schuldbemiddeling, …) etc. Het probleem kan ook rijzen met andere instellingen, zoals de politie 6, die door hun werk ook sociale problemen behandelen. "Sommige politieagenten doen een beroep op ons wanneer ze een problemen vaststellen op het terrein dat wij kunnen oplossen, andere leggen minder medewerking aan de dag. Bovendien vormen wij ook de schakel met het verenigingsleven", stellen de ombudsmannen.
6
olg v r e V
Als interface tussen de gemeente en de bevolking heeft het epicentrum van de activiteit ook belang: een ombudsman die permanent op het terrein is, zal een uitstekend contact hebben met de bevolking … met als risico onvoldoende geïntegreerd te zijn in de gemeentediensten met wie hij de bemiddeling doet. Als de ombudsman daarentegen in het gemeentehuis opgesloten zit en een goed geolied contact heeft met de gemeentediensten, mist hij misschien contact met zijn doelgroep. Er moet steeds naar een evenwicht gestreefd worden. Ook de plaats van de kantoren is niet zonder gevolg: een ombudsman naast het politiekantoor zal zelden bezoek krijgen van mensen zonder wettig verblijf.
Taken De problemen variëren van gemeente tot gemeente. Daarom is het takenpakket van de ombudsman ook verschillend van plaats tot plaats. We stippen aan dat men niet noodzakelijk in de gemeente moet wonen om zich tot de ombudsdienst te wenden: het is voldoende als de klacht een verband heeft met de gemeente. De grootte van de administratie kan op dat vlak een rol spelen: een kleine administratie, voor een gemeente met weinig inwoners, zal minder behoefte hebben aan interne institutionele bemiddeling dan een grotere administratie, die noodzakelijkerwijs verder van haar gebruikers staat. Zo wordt mevrouw Boyer (Berchem) minder geconfronteerd met problemen tussen burgers en de administratie dan een grotere gemeente zoals Sint-Gillis, waardoor ze haar tussenkomst meer op de conflicten tussen burgers kan richten: "Ik hou me veel bezig met buurtproblemen – globaal genomen zeldzame dossiers maar die tijd vergen om op te lossen – sociale problemen, conflicten tussen eigenaars en huurders of sociale begeleiding zoals hulp bij aanvragen voor sociale woningen", zegt mevrouw Boyer. In de loop der jaren is iedere ombudsman zich gaan specialiseren in een bepaald domein. De keuze van de actiedomeinen vloeit voort uit hun opleiding, ervaring, politieke wil en steun, de aard van de problemen in de gemeente, enz. Daar is ook voor de coördinatie een rol weggelegd. De specialist in domein X van gemeente A kan zijn collega's van gemeente B, C en D in dat domein helpen en kan op hen rekenen in het kader van hun respectief voorkeurdomein. De heer Yousfi wijst echter op een risico: "We mogen niet te fel willen specialiseren, anders zal de dienst die normaal bevoegd is voor het dossier waarvoor we onze expertise ontwikkeld hebben, geneigd zijn om niets te doen tegen procedures die conflicten teweegbrengen en op de ombudsdienst te rekenen om de problemen op te lossen." De uitbreiding van het systeem tot alle Brusselse gemeenten sinds het begin van deze eeuw is een andere factor van
6 Hier beogen we de burgerbemiddeling, zijnde een sociaal probleem dat door de politie aan het licht gebracht wordt en door de ombudsman opgelost. Heel anders is het probleem van de institutionele bemiddeling tussen de burger en de politie. De bevoegdheid van de ombudsman is er beperkter. Zie terzake het artikel over het systeem van La Louvière in dit nummer, alsook Wim Vandenbroeck "Klachten over de politie", in Politie Journaal, sept. 2002, V. 4, nr. 7, blz. 8-11. De integrale tekst is beschikbaar op Inforum: ref. 182165. Nieuwsbrief 2003/10
olg v r e V
ONDER DE LOEP
uitbreiding van de opdrachten, omdat de sociale problemen zich niet op dezelfde manier of in dezelfde mate voordoen in de gemeenten van de tweede kroon. Naast de ombudsdienst strictu senso, zijnde de bijstand bij het oplossen van conflictsituaties, doet de ombudsman vaak begeleiding van personen in hun stappen ten aanzien van de gemeente: hij kan ze heroriënteren naar de diensten ad hoc. Door het conflict te voorkomen in plaats van het op te lossen, zit hij in de logica die in 1991 overheerste en die de band tussen de gemeente en de bevolking wou aantrekken. Het werk houdt individuele aspecten in (de behandeling van de verschillende dossiers) en collectieve (overlegvergaderingen en jaarverslag). "Zo werd de problematiek van de regularisaties door de ombudsdienst behandeld vanuit collectief oogpunt door de organisatie van vergaderingen met het OCMW en de verenigingen voor een globale behandeling. Het aantal regularisatiedossiers was te groot om ze geval per geval te kunnen behandelen", verklaart de heer Yousfi, "terwijl mevrouw Boyer meer werkt aan de individuele aspecten, aangezien Berchem minder te kampen heeft met grootschalige problemen. De collectieve aspecten maken het ook mogelijk projecten op te zetten en/of te steunen ter bevordering van het burgerschap van de lokale actoren en de toenadering tussen de lokale gemeenschappen." 7
Institutionele of burgerbemiddeling ? Uiteindelijk definieert de omzendbrief van 2001 duidelijk de opdrachten van de sociale bemiddelaar: - het contact tussen de bevolking en de instellingen verbeteren; - de link tussen de verschillende actoren op het terrein verzekeren; - waarnemingen, voorstellen en aanbevelingen aan het lokaal bestuur doen. Het eerste en derde onderdeel maken ongetwijfeld deel uit van een werk van externe institutionele bemiddeling, terwijl het tweede zich bevindt halverwege die laatste en de burgerbemiddeling. Dankzij de vrij soepele omzendbrief van 1991 konden de gemeenten de functie aan hun behoeften aanpassen … Volgens de omzendbrieven is het daarentegen niet de taak van de ombudsman zich bezig te houden met interne institutionele bemiddeling (conflicten tussen ambtenaren).
"Sociaal" of "lokaal", niet te verwarren De herdefiniëring van de taken van de sociale ombudsmannen in 2001 en het streven naar evenwicht met andere instrumenten zoals de overleg- en preventieagenten (intussen
"lokale bemiddelaars" geworden) hebben het mogelijk gemaakt ieders rol duidelijker af te tekenen. Onze typologie wordt dus nog aangevuld met een nieuwe categorie, de lokale bemiddelaar, die een specifiek actieterrein heeft: het gaat hier om strafrechtelijke bemiddeling. In bepaalde gevallen kunnen de partijen met een klacht overeenkomen naar de lokale bemiddelaar te gaan om het geschil op te lossen en niet tot een proces te komen. Dan bevinden we ons in de context van de gerechtelijke bemiddeling, een radicaal verschillend domein van de institutionele of burgerlijke bemiddeling. De geboorteakte van die laatste soort bemiddeling is de omzendbrief van het Brusselse Parket van 2 november 1998, nadat Etterbeek en Jette sinds juni 1998 een testproject uitgevoerd hadden. Sociale en lokale bemiddeling zijn dus zeer verschillende concepten, die we ondanks een vergelijkbare benaming niet mogen verwarren. De eerste zit meer in de preventie (ontstaan uit het preventieluik van de veiligheids- en preventiecontracten) terwijl de tweede uit een repressief deel voortvloeit.
Eendracht maakt macht In 1991, in een context waar de functie gecreëerd is maar de inhoud nog gedefinieerd moet worden, ontstaat een eerste informele structuur. In een poging om zijn job beter af te bakenen, steunt ieder op zijn collega's. Beetje bij beetje glijdt de structuur af naar lethargie. Op de vooravond van de nieuwe eeuw zetten de ombudsdiensten een coördinatie op via de opstelling van een handvest, met als dubbel doel hun publiek beter te helpen (ondermeer door de uitwisseling van informatie) en hun statuut en de opvatting van hun werk beter te definiëren en beschermen. Dat tweede deel heeft het hun mogelijk gemaakt een deontologische code uit te werken, terwijl het eerste leidt tot de samenstelling van werkgroepen. Die rond het vreemdelingenrecht bij voorbeeld heeft geleid tot een vorming in juni jl. De coördinatie maakt de uitwisseling van ervaringen mogelijk en de bijstand tussen gemeenten. Zo kunnen de ombudsmannen ook hun functie bijsturen. Hun werk resulteert overigens in de ministeriële omzendbrief van 2001 waarin de voorstellen van de coördinatie opgenomen zijn. De coördinatie werkt op basis van maandelijkse vergaderingen. In dat kader werd een werkgroep "deontologie" opgericht en verschillende andere themagroepen. In de praktijk gebeurt de coördinatie door drie secretarissen die onder de ombudsmannen gekozen zijn. Ze streven naar erkenning, maar beschikken nog niet over voldoende middelen om een echt secretariaat te organiseren.
Interview en artikel door Philippe Delvaux 7 Ministeriële omzendbrief van 13/12/2001 Nieuwsbrief 2003/10
7
ONDER DE LOEP
De ombudsdienst van de stad La Louvière werd bij gemeentereglement opgericht en doet aan interne en externe administratieve institutionele bemiddeling. Het stelsel dat we hieronder voorstellen, verschilt van het Brusselse systeem omdat dat gecreëerd is naar aanleiding van de sociale problemen tussen de gemeenschappen in het begin van de jaren '90 en zich dus veeleer toespitst op bemiddeling voor burgers.
DE OMBUDSDIENST IN LA LOUVIÈRE De stad la Louvière voert sinds vele jaren een actief beleid op het vlak van de klachtenbehandeling en bemiddeling, zowel intern als extern. Zo heeft men er via een gemeentereglement een dienst opgericht voor de preventie van ongewenste intimiteiten op het werk 1. Die dienst zorgt voor de preventie of remediëring van problemen rond morele of seksuele intimidatie of relationele conflicten in het gemeentebestuur of het OCMW, en volgt een procedure in verschillende fasen: - een fase van verzoening in een cel waar geluisterd wordt naar het probleem en vervolgens, indien de voorgestelde oplossing ontoereikend is, bij een beheerder van relationele conflicten; - een fase van arbitrage ingeval de verzoeningsfase mislukt: die fase (indiening van de klacht) verloopt voor de gemeentesecretaris (of OCMW-secretaris) of voor het College van Burgemeester en Schepenen (of voor de raad voor maatschappelijk welzijn). Bovendien heeft de stad op 8 juni 1998 ook een reglement betreffende de gemeentelijke ombudsman goedgekeurd ("règlement relatif au médiateur communal").
Statuut van de ombudsman De ombudsman geniet een volledige onafhankelijkheid ten opzichte van de gemeentelijke overheid (art. 4), hij wordt benoemd door de gemeenteraad voor een periode van zes jaar die hernieuwbaar is (art. 7). De oorzaken van de onderbreking van zijn mandaat zijn exhaustief in het artikel opgesomd: - gezamenlijke wil van de partijen; - wanneer de betrokkene zestig jaar wordt; - wanneer hij een functie aanvaardt die niet verenigbaar is met zijn functie als ombudsman (opgesomd in artikel 5); - wanneer hij door ziekte of handicap zijn functies niet kan uitoefenen; - ernstige reden. Hij mag geen enkele andere activiteit uitoefenen die bezoldigd wordt door de stad, het OCMW of enige andere openbare overheid (art. 5). Zijn onafhankelijkheid is ook merkbaar in de financiële en menselijke middelen die hem ter beschikking gesteld
worden door het College (art. 11). Een kleine nuance echter: de (Franse) tekst preciseert de noodzakelijk geachte middelen zullen ter beschikking worden gesteld. Wie beoordeelt die noodzaak? De ombudsman moet ook "extern" onafhankelijk zijn in de uitoefening van zijn functie: - hij mag geen openbaar mandaat uitoefenen (verkozen of niet, bezoldigd of niet); - hij mag geen militaire functies uitoefenen, noch bedienaar van een erkende eredienst of lekenadviseur zijn (art. 5). Het reglement bepaalt ook de professionele en menselijke kwaliteiten: houder zijn van een diploma van niveau 1, van onberispelijk gedrag zijn, aanleg voor bemiddelen, ervaring op sociaal en administratief vlak, …
Aanhangigmaking Enkel natuurlijke of rechtspersonen kunnen bij de ombudsman een klacht indienen (art. 12, 1e lid). De behandeling van bepaalde klachten kan geweigerd worden: - klachten die betrekking hebben op gemeentereglementen of politieke keuzes van de stad (art. 12, 2e lid); - materies die buiten de bevoegdheid van de stad of het OCMW vallen; - zaken waarin een gerechtelijke procedure aan de gang is 2 (daarop komen we later terug) of waarin de verzoeker de administratieve vorderingen reeds aangewend heeft; - handelingen die door de politiediensten gesteld zijn in het kader van hun opdrachten van gerechtelijke politie; - zaken die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijke of administratieve beslissing met kracht van gewijsde; - zaken die verband houden met feiten die meer dan zes maanden voordien plaatsvonden, behalve indien die feiten continue schade teweegbrengen voor de slachtoffers (art. 13).
Doel van de tussenkomst van de ombudsman Het optreden van de ombudsman heeft tot doel de naleving van de rechten van de burgers en gebruikers ten aanzien van de lokale openbare dienst ten volle te waarborgen (art. 1).
1 Die bespreken we hier slechts bondig. 2 We merken op dat dit systeem verschilt van de Waalse regionale ombudsdienst, aangezien artikel 9, § 2 van het decreet van 22 december 1994 preciseert dat de klacht voorafgegaan dient te worden door de voorziene administratieve vorderingen. Zie ook onze vragen bij de reikwijdte van dit artikel 9 in onze bijdrage over de Waalse ombudsman in dit nummer.
8
Nieuwsbrief 2003/10
olg v r e V
ONDER DE LOEP
Als een klacht hem ook maar gedeeltelijk gegrond lijkt, brengt hij het College ervan op de hoogte en zendt hij een kopie van zijn verslag naar de verzoeker en naar de betrokken administratieve dienst (art. 18). Hij kan het College advies geven over de maatregelen die op het vlak van de organisatie genomen dienen te worden, teneinde de herhaling van de feiten te voorkomen. Bovendien legt hij de gemeenteraad om de zes maanden een activiteitenverslag voor.
Onderzoeksbevoegdheid De ombudsman kan onderzoek doen bij de gemeentediensten of het OCMW, contact zoeken met ieder betrokken personeelslid, beslissingen nemen op basis van stukken, administratieve documenten raadplegen die betrekking hebben op de zaak en aan het gemeentesecretariaat een kopie vragen van de documenten die hij nodig acht voor de vervulling van zijn taak (art. 16).
Coëxistentie met de administratieve rechtscolleges Het reglement voorziet niet in de opschorting, noch in de onontvankelijkheid van de procedure als de zaak het voorwerp uitmaakt van een vordering voor een administratief rechtscollege. Artikel 13 heeft het over een "procédure judiciaire" zonder dat we daaruit kunnen afleiden of men dat moet begrijpen in de zin van "gerechtelijke procedure" – in dat geval maakt de vordering voor een administratief rechtscollege de klacht voor de ombudsman onontvankelijk – of in de zin van "procedure voor een rechter van de gerechtelijke orde", wat zou inhouden dat een vordering voor de Raad van State geen effect zou hebben op de gemeentelijke bemiddeling.
Vincent Ramelot
Enkele gevallen van tussenkomst 3 1. Enkele gegevens over de klachten: in 2001 werd 65 % van de klachten ontvankelijk en gegrond verklaard, 30 % ontvankelijk maar niet gegrond, en slechts 5 % onontvankelijk. 2. In de loop van de jaren 1999, 2000 en 2001 hadden de dossiers voornamelijk betrekking op de technische diensten (werken en leefmilieu), zijnde ongeveer 30 % van de dossiers die jaarlijks behandeld worden. Sluikstorten, beschadiging van het wegdek, gebrek aan onderhoud van trottoirs en wegen, … vormen de hoofdbrok van de dossiers die verband houden met de technische dienst; dossiers die vaak wijzen op een slechte of geen samenwerking tussen de betrokken diensten. De tweede belangrijkste groep is de politie 4, die 17 % van de dossiers vertegenwoordigt. Parkeerproblemen, sluikstorten en weigering van behandeling van dossiers komen het vaakst voor. - parkeren: doorgaans ontstaan problemen uit een slechte informatie i.v.m. de zones of de periodes waarin parkeren verboden is (voornamelijk in de buurt van het voetbalstadion); de ombudsman kan enkel aandringen op het verstrekken van informatie aan de burgers en een goede communicatie tussen diensten (tussen de politie die een parkeerverbod beslist, de technische dienst die de borden plaatst en de personen die de informatie onder de omwonenden uitdelen;
- weigeren van behandeling van dossiers: de politie heeft geen oor naar klachten, weigert er nota van te nemen omdat het toch geseponeerd zou worden, of zijn te mild voor mensen tegen wie een klacht ingediend wordt, in weerwil van de verzoeker; - sluikstorten: doorgaans verstrijkt er veel tijd tussen het ogenblik waarop het sluikstort aan de politie gemeld wordt en het moment dat de technische dienst het afval komt verwijderen … Ook hier legt de ombudsman de nadruk op de doeltreffende en snelle communicatie tussen politie en technische dienst. Op de derde plaats (11 %) komt ruimtelijke ordening: moeilijkheden bij het verkrijgen van een bouwvergunning of het aanklagen van bouwovertredingen brengen de ombudsman tot overleg tussen de verzoeker en de technische diensten (teneinde tot een beslissing te komen) veeleer dan echte bemiddeling … 3. Enkele aanbevelingen van de gemeentelijke ombudsman die resultaat gehad hebben: - creatie van een cel voor het beheer van vragen binnen de technische diensten, teneinde de procedure en de ontvangstbewijzen i.v.m. klachten te standaardiseren en formaliseren; - creatie van een coördinatiecel binnen die diensten voor het beheer van de talrijke werkopdrachten die jaarlijks gevraagd worden; - bevordering van de interne communicatie.
3 Uittreksels uit het activiteitenverslag 2001 van de gemeentelijke ombudsman. 4 Voor de kwestie van de bevoegdheid van de ombudsman met betrekking tot politie, zie Wim Vandenbroeck, "Klachten over de politie", in Politie Journaal, sept. 2002, V. 4, nr. 7, blz. 8-11. De integrale tekst is beschikbaar op Inforum: ref. 182165. Nieuwsbrief 2003/10
9
ONDER DE LOEP
OMBUDSDIENSTEN IN HET WAALSE GEWEST In 1994 1 heeft het Waalse Gewest een "externe" ombudsdienst in het leven geroepen, d.w.z. tussen de Waalse gewestbesturen en de burgers. De ombudsman krijgt dus enkel de klachten over de werking van de regionale administratieve overheden in hun betrekkingen met de burger, en niet die welke verband houden met de betrekkingen tussen de Waalse ambtenaren en hun hiërarchie.
En in Brussel? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft enkele maanden geleden 2 het principe goedgekeurd geen ombudsman maar een interne klachtendienst op te richten. Ieder departement van het ministerie en ieder pararegionaal organisme krijgt binnenkort een interne dienst voor klachtenbehandeling waar de ontevreden burger een klacht kan indienen "over de wijze waarop een administratieve dienst of een persoon die onder zijn gezag werkt in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of haar heeft gehandeld". Artikel 9 onderwerpt de klachtendiensten (en niet hun leden …) aan het beroepsgeheim en eveneens aan "een strikte neutraliteit en een strikte onpartijdigheid bij de klachtenbehandeling". De dienst meldt binnen zestig dagen na de ontvangst van de klacht een "gemotiveerde beslissing aangaande de klacht" (art. 10). De betrokken administratieve dienst bewaart de ingediende klachten en maakt een evaluatie van de klachten (en de behandeling ervan) (art. 11, 1e lid). De klachtendienst heeft dus niet tot doel – en hier ligt het verschil met de ombudsdienst – het probleem tussen de burger en de administratie op te lossen, maar veeleer rekening te houden met de "return" om de werking van de administratie te verbeteren. Volgens de auteurs is de ordonnantie slechts een eerste stap naar "eerstelijnshulp", vóór de goedkeuring van een gewestelijke ombudsdienst. Dat verklaart wellicht de bescheidenheid, het gebrek aan precisie … en het feit dat vele beslissingen (samenstelling en statuut van de klachtendienst, groepering van de diensten in één dienst, modaliteiten voor de mededeling van de gegevens van de klachtendiensten, draagwijdte en effecten van de klachten, vormen en termijnen voor de indiening) door de regering moeten worden genomen.
Statuut van de ombudsman De ombudsman moet waarborgen bieden inzake opleiding en onafhankelijkheid. Bij de waarborgen qua opleiding (opgesomd in artikel 3 van het decreet) vestigen we de aandacht op de volgende: nuttige ervaring van minstens 5 jaar hebben, houder zijn van een diploma van hoger onderwijs dat toegang geeft tot de functies van niveau 1, van onberispelijk gedrag zijn en alle burgerlijke en politieke rechten genieten, … De ombudsman moet ook een "interne" onafhankelijkheid hebben ten opzichte van de regering, die tot uiting komt in de volgende waarborgen: - de benoeming door de Waalse Gewestraad voor een periode van zes jaar die eenmaal hernieuwbaar is (art. 2); - de toepassing van het geldelijk statuut van de raadsheren in het Rekenhof (art. 6); - de onmogelijkheid om ontlast te worden van zijn opdracht wegens handelingen die hij verricht in het raam van functies, alsook de onschendbaarheid voor de adviezen of gedachten die hij uitbrengt in het raam van zijn functies (art. 7); - de inschrijving van de kredieten die voor de werking van de dienst vereist zijn, op de begroting van de uitgaven (art. 8). -… Hij moet ook extern onafhankelijk zijn. Zo mag hij niet de functie bekleden van magistraat, notaris, gerechtsdeurwaarder, advocaat, bedienaar van een erkende eredienst of titularis zijn van een openbaar mandaat toegekend bij verkiezing of door het Gewest, … (art. 4);
Aanhangigmaking Enkel natuurlijke of rechtspersonen kunnen bij de ombudsman een klacht indienen (art. 9), met uitsluiting dus van iedere administratieve overheid, overheidspersoon, … In geen enkel geval mag de ombudsman "horizontale" problemen behandelen, tussen diensten of organismen die van het Waalse Gewest afhangen.
1 Decreet van 22 december 1994 tot instelling van een ombudsman van het Waalse Gewest (B.S., 19 januari 1995). 2 Ordonnantie van 3 april 2003 betreffende de oprichting van een interne klachtendienst in de administratieve diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 28 april 2003).
10
Nieuwsbrief 2003/10
olg Verv
ONDER DE LOEP
De ombudsman mag ook niet zelf een klacht indienen. De behandeling van bepaalde klachten kan geweigerd worden: - als de klacht duidelijk ongegrond is; - als de klacht betrekking heeft op feiten die meer dan een jaar vóór de indiening van de klacht plaatsvonden; - als vooraf de in artikel 9, § 2, bedoelde stappen niet gezet werden: dat artikel preciseert dat de klacht moet voorafgegaan zijn door de voorziene administratieve verzoeken en door de nodige stappen bij de betrokken overheden om voldoening te krijgen; het is verbazend dat artikel 9 stelt dat die stappen de aanhangigmaking moeten voorafgaan, terwijl artikel 10 stipuleert dat de ombudsman ook bij ontstentenis van die stappen de klacht ontvankelijk kan verklaren … ;3 - als de klacht het voorwerp uitmaakt van een burgerlijke rechtsvordering of een strafprocedure. Ondanks het voorafgaande is de klacht onontvankelijk in drie gevallen: - als ze anoniem ingediend is; - als de ombudsman onbevoegd is ;4 - als de klacht betrekking heeft op een geschil tussen een administratieve overheid en een personeelslid tijdens de duur van zijn functie.
De ombudsman mag zich uiteraard niet mengen in de rechtsprocedure, noch de gegrondheid van een rechterlijke beslissing in twijfel trekken (art. 12, § 5), maar hij kan de betrokken administratie aanmanen zich ernaar te schikken. Indien een beslissing niet wordt uitgevoerd, wordt dat vermeld in een bijzonder rapport in het Belgisch Staatsblad (art. 12, § 5). Is de administratie verplicht zich te schikken naar de aanbevelingen 5 van de ombudsman? Natuurlijk niet, maar in dat geval moet ze hem een met reden omkleed antwoord overmaken. Bij ontstentenis van een bevredigend antwoord kan de ombudsman zijn aanbevelingen openbaar maken (via het Staatsblad), waarop de administratie kan repliceren met de openbaarmaking van het voor de ombudsman ontoereikende antwoord en in voorkomend geval de beslissing die na de aanbeveling van de ombudsman genomen werd (art. 12, § 6). In dat geval is het dus als het ware aan het publiek om te oordelen.
Onderzoeksbevoegdheid
Tot slot wordt het onderzoek van de klacht geschorst indien ze het voorwerp uitmaakt van een administratieve of gerechtelijke vordering (art. 11).
Bij het onderzoek van het dossier kan hij alle nuttige vaststellingen ter plaatse doen, zich alle documenten en stukken die hij nodig acht laten overhandigen en alle belanghebbenden verhoren. Hij kan ook de geheime of vertrouwelijke aard opheffen van de stukken waarvan hij inzicht vraagt, behalve in uitzonderlijke gevallen (landsverdediging, Staatsveiligheid of buitenlands beleid) (art. 13, § 1).
Doel van de tussenkomst van de ombudsman
Coëxistentie met de administratieve rechtscolleges
Het doel van de ombudsman is tot een oplossing te komen die de standpunten van de verzoeker en van de betrokken overheidsdienst verzoent (art. 12, § 1). Hij beschikt daartoe over verschillende actiemiddelen.
1. Het instellen van een vordering bij de Raad van State is geenszins vereist voor de indiening van een klacht (art. 9): enkel de administratieve vorderingen moeten uitgeput zijn. Maar de indiening van een vordering bij de Raad van State schorst het onderzoek van de klacht (art. 11, 1e lid) – de indiening van een klacht schorst echter niet de termijn voor een verzoek voor de administratieve of gerechtelijke overheden (art. 11, 3e lid)! Kortom, als hij niet al zijn eieren onder één kip wil leggen, heeft de verzoeker er ook belang bij een vordering in te stellen bij de Raad van State binnen de zestig dagen na de betekening of de kennisname van de betwiste administratieve handeling; Indien de Raad van State het afwijst, kan hij de klacht - tijdelijk geschorst gedurende het onderzoek van de rechtsvordering - nog altijd voor de ombudsman brengen.
Hij kan de administratie aan wie hij vragen stelt, dwingende antwoordtermijnen opleggen (art. 12, § 2). Als een klacht hem gegrond lijkt, beveelt de ombudsman de administratie een oplossing aan voor de regeling van het geschil. Wanneer hij vaststelt dat de toepassing van de regelgeving tot een onrechtvaardigheid leidt, kan hij de administratieve overheid o.a. de toepassing van een andere oplossing aanbevelen om de situatie van de verzoeker rechtvaardig te regelen (art. 12, § 4).
3 In die zin: cf. P. LEWALLE, "Contentieux administratif", Luik, Ed. Collection Scientifique de la Faculté de Droit de Liège, 1997, p. 165. 4 Bijvoorbeeld omdat het dossier betrekking heeft op een administratieve overheid die over haar eigen ombudsman beschikt; in dat geval zendt de ombudsman van het Waalse Gewest het dossier door. 5 Die kwestie heeft geen betrekking op de aanmaningen om zich naar een gerechtelijke beslissing te schikken.
Nieuwsbrief 2003/10
11
ONDER DE LOEP
2. Kunnen de beslissingen van de ombudsman voor de Raad van State aangevochten worden? Enkel de handelingen van administratieve overheden kunnen het voorwerp uitmaken van een vordering tot nietigverklaring. Maar rekening houdend met zijn prerogatieven, zowel de "externe" (in het kader van zijn wettelijke opdracht) als de "interne" (in de organisatie van het personeel), kan men hem niet onderbrengen in het algemeen kader van de administratieve overheden: hij heeft geen bevoegdheid om bevelen te geven (wel adviezen), hij beschikt niet over een bevoegdheid om te benoemen, noch om het statuut vast te
olg v r e V
stellen (die twee bevoegdheden behoren toe aan de gewestraad); hij beschikt wel over de aanmaningsbevoegdheid met de opstelling en publicatie van een bijzonder rapport in geval van tekortkoming. Maar dat ligt vrij ver van de bevoegdheid om bevelen te geven of de prerogatieven van openbare macht waarover de administratieve overheid beschikt. Om voor de Raad van State aanvechtbaar te zijn moet overigens dat de beslissingen een bezwaar vormen …. Het antwoord is dus negatief.
Enkele gevallen van tussenkomst 6 1. Het optreden van de ombudsman ondervangt muggenzifterij van de administratie In zaak 3/320 heeft een echtpaar een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd maar niet verkregen, ondanks verscheidene vormen van beroep en het gunstig advies van de bestendige deputatie. Het geschil heeft betrekking op de rooilijn van het huis: de afgevaardigde ambtenaar van de administratie vindt dat het huis te ver naar achteren zou staan. Maar bijna alle omringende huizen staan ver achteruit (van 20 tot 35 meter). De ombudsman organiseert voor alle betrokken partijen een bezoek ter plaatse en legt alle argumenten voor aan de minister die een uitspraak moet doen over de door de afgevaardigd ambtenaar ingediende vordering. De bouwvergunning wordt uiteindelijk toegekend, mits twee kleine wijzigingen. Er zijn geen overdreven eisen wat de afstand van de woning tot de straat betreft, maar er wordt rekening gehouden met de toestand op het terrein. 2. Het optreden van de ombudsman kan ook aan het licht brengen dat de oorzaak van de schade soms een fout van de administratie is Zo is er ook zaak 4/605 tussen een firma en de administratie i.v.m. verwijlintresten. De factuur voor een tankbeurt (voor een bedrag van 125 euro) op een vliegveld van het Waalse Gewest wordt slechts 3 maanden nadien aan
de firma toegestuurd … met 12,5 euro verwijlintresten. De firma betaalt de factuur, maar weigert de verwijlintresten te betalen omdat ze oordelen dat de vertraging te wijten is aan de administratie. Daardoor ontvangen ze een nieuwe boete van 12,5 euro. De firma richt zich tot de ombudsman, die op zijn beurt de administratie interpelleert over hun werkwijze in deze zaak. Uiteindelijk schrapt de administratie de intresten. 3. Het optreden van de ombudsman kan er ook voor zorgen dat de administratie goede wil toont In zaak 4/571 bij voorbeeld, waar een particulier bij de administratie een aanvraag voor een afbraakpremie indient. Drie jaar later, ondanks verschillende rappels, blijft zijn aanvraag zonder gevolg. De betrokkene stapt dus naar de ombudsman, aan wie de administratie belooft het dossier opnieuw te onderzoeken. Nu blijkt dat de betrokkene reeds zijn goed heeft afgebroken, terwijl de regelgeving betreffende de premie stipuleert dat de ongezonde woning pas afgebroken mag worden na de belofte van toekenning van de premie. Kortom, de procedure werd niet nageleefd. Bij een tweede onderzoek van het dossier oordeelt de administratie echter dat de woning als ongezond en dus niet verbeterbaar beschouwd kon worden. Er wordt dus, als uitzondering, beslist van de wettelijke beschikkingen af te wijken.
Wenst u nadere inlichtingen? Le Médiateur de la Région wallonne – De ombudsman van het Waalse Gewest 54, rue Lucien Namèche - 5000 Namur Tel. 081/32.19.11 - Fax 081/32.19.00 - E-mail
[email protected] http://mediateur.wallonie.be : bij het ter perse gaan van dit nummer werd de website volledig herwerkt. 6 Deze informatie komt van de website http://mediateur.wallonie.be, alvorens die grondig herwerkt werd.
12
Nieuwsbrief 2003/10
Vincent Ramelot
ONDER DE LOEP
OVERHEIDSOPDRACHTEN STAP VOOR STAP HERVORMD Twee jaar na de goedkeuring en de bekendmaking van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen, de materialisering van het zogenaamde Lambermont-akkoord 1, dat ondermeer de reglementering van de gemeentelijke organisatie naar de gewesten overhevelde, heeft de Brusselse gewestraad onlangs een ordonnantie goedgekeurd die een hele reeks wijzigingen aanbrengt in de Nieuwe Gemeentewet 2. Het gaat voornamelijk enkel om technische wijzigingen – de beslissingen die echte politieke keuzes inhouden, zijn immers tot een latere fase uitgesteld – maar bepaalde punten wijzigen de gemeentelijke organisatie meer dan oppervlakkig. Wij richten de schijnwerpers op de artikelen 234 tot 236 NGW.
1. Beslissingsbevoegdheid en vaststelling van de voorwaarden Artikel 234 – gewijzigd bij artikel 27 van de ordonnantie – luidt als volgt :
Art. 234. De gemeenteraad kiest de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden gegund en stelt de voorwaarden vast. In gevallen van dringende noodzakelijkheid die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden, kan het college van burgemeester en schepenen, op eigen initiatief, de bevoegdheden van de gemeenteraad uitoefenen. Zijn beslissing wordt medegedeeld aan de gemeenteraad die er op zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt. De gemeenteraad kan, binnen de perken van de op de begroting ingeschreven kredieten, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid overdragen aan het college van burgemeester en schepenen, voor de overheidsopdrachten die betrekking hebben op het dagelijks bestuur van de gemeente. Het college is gemachtigd de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid uit te oefenen voor de opdrachten die worden gegund bij onderhandelingsprocedure met toepassing van artikel 17, § 2, 1°, a van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. In dit geval moet de gemeenteraad de beslissing van het college op zijn eerstvolgende vergadering bekrachtigen . De principebevoegdheid blijft het voorrecht van de gemeenteraad, met een initiatiefrecht voor het college in geval van hoogdringendheid; dat principe is vastgelegd in het 1e lid (een combinatie van het voormalige 1e en 3e lid). De belangrijkste wijziging is de schrapping van een woord in het 2e lid: het woord "gewone" … In de oude bewoording konden enkel de opdrachten die binnen de grenzen van de gewone begroting vallen, het voorwerp uitmaken van de overdracht aan het college.
De gewone dienst van de begroting wordt als volgt gedefinieerd in het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit: "alle ontvangsten en uitgaven die ten minste één maal per financieel dienstjaar voorkomen en die de gemeente regelmatige inkomsten en een regelmatige werking waarborgen, met inbegrip van de periodieke aflossing van de schuld" (artikel 1, 1°). Enkele voorbeelden van opdrachten die onder die dienst vallen: 1. opdrachten voor de aanneming van normale onderhoudswerken (schoonmaak, herstellingen te wijten aan normaal gebruik, gewoon onderhoud, ..); 2. opdrachten voor de levering van materiaal met een zeer korte exploitatieduur of toebehoren. De buitengewone dienst wordt in artikel 1, 2°, gedefinieerd als "alle ontvangsten en uitgaven die rechtstreeks en op een duurzame wijze invloed hebben op de omvang, de waarde of de instandhouding van het patrimonium van de gemeente, uitgezonderd de normale onderhoudswerken; de term omvat eveneens de voor hetzelfde doel toegestane toelagen en leningen, die deelnemingen en beleggingen op meer dan één jaar, alsmede de vervroegde terugbetalingen van de schuld". Bijgevolg moeten aankopen van materiaal voor kleine bedragen maar met een afschrijvingsduur van meerdere jaren (bijv. informatica- of telefoniemateriaal) ingeschreven worden in de buitengewone dienst van de begroting. Men moet dus rekening houden met de aard van de uitgaven – en niet met het bedrag – bij de boekingen in een bepaalde dienst van de begroting.3 De wijziging van artikel 234, 2e lid, maakt dit onderscheid zonder belang voor de overdracht van de bevoegdheid aan het college, aangezien er geen verschil meer gemaakt wordt tussen de gewone en de buitengewone dienst van de begroting. Zo wordt een verzoek van de gemeenten, dat de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest aan de Minister-Voorzitter overgemaakt had, dus ingewilligd.
1 Bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen. 2 Ordonnantie van 17 juli 2003 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, B.S. 7 oktober 2003. 3 Cf. omzendbrief van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15 november 2000 betreffende het verschil tussen de gewone en de buitengewone dienst van de gemeentebegroting.
Nieuwsbrief 2003/10
13
ONDER DE LOEP
De tweede begrenzing van de overdracht, die reeds aanwezig was in de oude versie van artikel 234, 2e lid, NGW, blijft behouden: de bedoelde opdrachten moeten betrekking hebben op het dagelijks bestuur van de gemeente. Zijn dus uitgesloten – ook al vallen ze onder de gewone dienst van de begroting – de contracten waarvan de uitgaven – en niet de afschrijvingen! – over verschillende jaren gespreid moeten worden 4. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden geeft als voorbeeld van dit soort opdrachten meerjarencontracten betreffende het beheer van de boekhouding, de contracten voor huur of leasing van voertuigen, ...5,6
2. Mogelijkheid om wijzigingen in de algemene voorwaarden aan te brengen bij onderhandelingsprocedure Artikel 28 van de ordonnantie voegt in de Nieuwe Gemeentewet een artikel 234bis in :
Art. 234bis. De voorwaarden van de overheidsopdrachten, vastgesteld door de gemeenteraad en het voorwerp uitmakend van een onderhandelingsprocedure, zoals bedoeld in de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, mogen door het college van burgemeester en schepenen gewijzigd worden ingevolge onderhandelingen die gevoerd worden met ondernemers, leveranciers of dienstenverleners. Op zijn eerstvolgende vergadering, moet de gemeenteraad de beslissing van het college bekrachtigen. Eerst enkele preciseringen: in tegenstelling tot wat de weinig verzorgde formulering van het artikel kan doen veronderstellen, zijn het de overheidsopdrachten die het voorwerp uitmaken van de onderhandelingsprocedure (en niet de voorwaarden); en is het uiteraard de onderhandelingsprocedure die bedoeld wordt in de wet van 24 december 1993 en niet de voorwaarden van de overheidsopdrachten! Bovendien is de gemeenteraad helemaal niet verplicht om de beslissing van het college op zijn eerstvolgende vergadering te bekrachtigen! De raad houdt uiteraard zijn beoordelingsbevoegdheid i.v.m. de regelmatigheid van de beslissing van het college 7 - zoniet zou die bekrachtiging een gewone formaliteit zijn, wat ze ipso facto nutteloos zou maken. Die opmerking geldt ook voor artikel 234, 3e lid, in fine, zoals gewijzigd bij de ordonnantie. Wat de wijzigingen betreft, is het doel "het administratief beheer van de overheidsopdrachten via onderhandelingsprocedure te versnellen en te vereenvoudigen".8 Het was immers vreemd
olg v r e V
het college de mogelijkheid te bieden de procedure in te stellen en de opdracht te gunnen (overeenkomstig artikel 236 NGW) maar zonder onderhandelingen te kunnen voeren over de voorwaarden van de opdracht wanneer die gebaseerd is op artikel 17 van de wet van 24 december 1993: waarin zit dan immers de "onderhandeling"? Dat is nu in orde, aangezien het college – op voorwaarde uiteraard dat de raad de beslissing goedkeurt – in de onderhandeling van een opdracht de voorwaarden ervan kan opnemen en niet gewoon de uitvoeringsmodaliteiten.
3. Mogelijkheid om wijzigingen in het contract aan te brengen Artikel 29 van de ordonnantie vervolledigt art. 236 van de Nieuwe Gemeentewet met een tweede lid :
Art. 236. (Het college van burgemeester en schepen stelt de procedure in en gunt de opdracht. Het kan aan de overeenkomst iedere wijziging aanbrengen die het bij de uitvoering nodig acht, in zover hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 % voortvloeien.) Indien de wijziging een bijkomende uitgaven van meer dan 10 % veroorzaakt, moet het college zijn beslissing laten bekrachtigen door de gemeenteraad op diens eerstvolgende vergadering. De parlementaire werkzaamheden geven voor deze nieuwe beschikking dezelfde rechtvaardiging op als bij de invoeging van artikel 234bis, nl. het administratief beheer van de overheidsopdrachten versnellen en vereenvoudigen. We benadrukken echter met klem dat deze nieuwe beschikking betrekking heeft op alle opdrachten en niet enkel op die welke via een onderhandelingsprocedure gegund worden. Het college kan bijgevolg aan het contract van de gunning alle wijzigingen aanbrengen die het nuttig acht, zonder rekening te houden met het bedrag van de bijkomende uitgaven die dat teweegbrengt, maar op voorwaarde dat de gemeenteraad die beslissing bekrachtigt ingeval het oorspronkelijk bedrag van de uitgaven met meer dan 10 % stijgt. We stippen aan dat het oorspronkelijk ontwerp van ordonnantie een derde lid wou toevoegen aan artikel 236, dat het college de mogelijkheid gaf hun bevoegdheden inzake instelling van de procedure en gunning aan de gemeentesecretaris over te dragen voor opdrachten tot 5.000 euro. Die beschikking werd echter niet behouden, omdat de gewestraad wil dat de hele procedure met betrekking tot overheidsopdrachten aan het democratisch toezicht onderworpen blijft. Vincent Ramelot
4 Vraag nr. 242 van 8 september 2000 van J. Van Eetvelt, in V&A, Kamer, G.Z. 2000-2001, blz. 5457. 5 Omzendbrief BA 2000/5 – Onderrichtingen voor het opstellen van de begrotingen (budgetten) voor 2001 van de gemeenten en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het Vlaamse Gewest, B.S. 19 augustus 2000. 6 Contra: "Men beschouwt dat alle opdrachten gefinancierd met kredieten die op de gewone begroting ingeschreven zijn, opdrachten zijn die betrekking hebben op het dagelijks bestuur van de gemeente" (vert.) (P. LAMBERT (s.l.d.), "Manuel de droit communal", Brussel, Bruylant, 1998, blz. 368). 7 Dat is overigens de duidelijke intentie van de auteur van het ontwerp: "Het democratisch toezicht blijft behouden via de goedkeuring door de gemeenteraad achteraf. Zonder goedkeuring zouden de door het college genomen maatregelen vervallen." (Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet, Parl. Doc., BHR, G.Z. 2002-2003, A-430/1, blz. 7). 8 Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet, loc. cit., blz. 7.
14
Nieuwsbrief 2003/10
WETGEVING Belgisch Staatsblad van 01.11.2003 t/m 04.12.2003 SOCIALE ZAKEN
PERSONEEL
MB van 29.10.2003 ➡ zie Personeel
KB van 11.09.2003 wijz. KB 11.07.2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan. B.S. 05.11.2003 – 189504
KB van 03.10.2003 ter uitvoering van art. 27, par. 3, van de wet 10.04.1995 betr. de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. B.S. 16.10.2003 – 188893
KB van 24.10.2003 ➡ zie Personeel
BVCGG van 03.06.03 tot vaststelling van het aandeel voor het jaar 2003 van ieder Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn en de modaliteiten van de betaling. B.S. 05.11.2003 – 87083 Arbitragehof - Arrest nr. 112/2003 van 17.09.03 De prejudiciële vragen over de art. 1 en 97 tot 102 van de organieke wet 08.07.1976 betr. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. B.S. 07.11.2003 – 189583 Bericht van 20.11.2003 - Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit. Sector directe belastingen. Bericht aan de instellingen die gemachtigd zijn kwijtschriften uit te reiken voor giften die de schenker van zijn totale belastbare netto-inkomsten kan aftrekken. B.S. 20.11.2003 – 189967 BRFG (Besluit v/d Regering v/d Franse Gemeenschap) van 24.09.2003 tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen. B.S. 03.12.2003 BRFG van 17.09.2003 betreffende de gevallen van overmacht en de buitengewone omstandigheden bedoeld bij artikel 71 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen. B.S. 03.12.2003
BURGERLIJKE STAND / BEVOLKING KB van 04.04.2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 1991 waarbij aan de griffiers van de hoven en rechtbanken van de Rechterlijke Orde toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen. B.S. 07.11.2003 KB van 04.04.2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 1985 waarbij aan de onderzoeksrechters, de magistraten van het openbaar ministerie en de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen. B.S. 07.11.2003 KB van 04.04.2003 wijz. KB 06.01.1997 waarbij aan bepaalde openbare overheden toegang wordt verleend tot de informatiegegevens die worden bewaard bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, met betrekking tot de vreemdelingen die in het wachtregister zijn ingeschreven. B.S. 07.11.2003 – 189578 Omz. van 16.05.2003 betr. wijzigingen en collectes in het wachtregister. B.S. 10.11.2003 – 187476 Bericht aan de bevolking nr. 03/03. Diefstal van identiteitskaarten in gemeentehuizen. B.S. 10.11.2003
MANDATARISSEN / ORGANEN Uittreksel uit arrest nr. 97/2003 van 02.07.03 van Arbitragehof : de prejudiciële vragen betreffende artikel 15, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet, gesteld door de Raad van State. B.S. 05.11.2003
KB van 17.10.2003 ter uitvoering van art. 14 van Wet 10.04.1995 betr. de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. B.S. 29.10.2003 – 100103
Arbitragehof - Arrest nr. 105/2003 van 22.07.03 ➡ zie Personeel Arbitragehof - Arrest nr. 104/2003 van 22.07.03 De prejudiciële vraag over art. 67ter van de wet betr. de politie over het wegverkeer. B.S. 24.11.2003 – 1900030
Omz. GPI 40 van 04.11.2003 betr. sommige verloven toegekend in 2004. B.S. 12.11.2003, B.S. 14.11.2003, err. – 189650
KB van 30.10.2003 wijz. KB 07.04.2003 tot regeling van bepaalde methodes van bewaking. B.S. 27.11.2003 – 190183
Omz. nr. 540 van 22.10.2003 - De brugdagen voor 2004. B.S. 17.11.2003 – 167294
Ordonnantie van 06.11.2003 wijz. ordonnantie 03.12.1992 betr. de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van de wet 05.05.1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins. B.S. 27.11.2003 – 190191
MB van 29.10.2003 wijz. MB 28.12.2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. B.S. 21.11.2003 – 190001 KB van 24.10.2003 wijz. KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. B.S. 21.11.2003 – 189996 KB van 09.10.2003 tot uitvoering van art. 24, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet 10.04.1971. B.S. 21.11.2003 – 189993 Arbitragehof - Arrest nr. 105/2003 van 22.07.03 De prejudiciële vragen betr. art. 131 van de programmawet van 30.12.2001 (bekrachtiging van deel XII van het KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten). B.S. 24.11.2003 – 190034 Omz. nr. 541 van 20.11.2003 - Eindejaarstoelage 2003. B.S. 25.11.2003 – 25118 Aanpassing op 01.01.2004 van de loonbedragen bepaald bij de wet 03.07.1978 betr. de arbeidsovereenkomsten aan het algemeen indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden (art. 131). B.S. 28.11.2003 – 7125 KB van 11.07.2003 tot vervanging van art. 19, par. 2, 14°, van het KB 28.11.1969 tot uitvoering van de wet 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betr. de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. B.S. 01.12.2003 – 190246
FINANCIËN / BELASTINGEN Arbitragehof - Arrest nr. 143/2003 van 22.07.03 - De beroepen tot vernietiging- van de art. 79 en 168 van de programmawet van 30.12.2001, ingesteld door de provincie Henegouwen en door de gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node en van art. 134 van de programmawet van 02.08.2002, ingesteld door de gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node en door de provincie Henegouwen. B.S. 25.11.2003 – 190067
POLITIE / VEILIGHEID Omz. GPI 40 van 04.11.2003 ➡ zie Personeel KB van 23.10.2003 wijz. KB 20.07.2001 betr. de werking en het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. B.S. 17.11.2003 – 189820 BBHR van 16.10.2003 tot vaststelling van de toelagen aan gemeenten voor het inrichten van beperkt eenrichtingsverkeer. B.S. 19.11.2003 – 189926
KB van 22.10.2003 betr. de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politieidiensten. B.S. 01.12.2003 – 190244 Omz. SPV-03 van 27.10.2003 betr. de methodes gebruikt bij de uitoefening van bewakingsactiviteiten. B.S. 01.12.2003 – 190241 Omz. van 23.10.2003 : Actie bomspotting 'Get in SHAPE' op 25.10.2003 Afwijkingen aan de statutaire bepalingen met betrekking tot de arbeidstijd. B.S. 04.12.2003 – 190369 MB van 23.10.2003 tot vaststelling van de toelagen aan gemeenten voor het inrichten van beperkt eenrichtingsverkeer. B.S. 04.12.2003 – 190362
SPORT / CULTUUR BRFG van 15.09.03 tot toepassing van het decreet van 27 maart 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap. B.S. 07.11.2003, 14.11.2003, err.
STEDENBOUW / LEEFOMGEVING BBHR van 11.09.2003 inzake de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de opmaak van hun Gemeentelijk Ontwikkelingsplan. B.S. 05.11.2003 – 189513 BBHR van 11.09.2003 houdende het voorkooprecht. B.S. 05.11.2003 –
189510
KB van 17.10.2003 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. B.S. 20.11.2003 – 189961 Arbitragehof - Arrest nr. 114/2003 van 17.09.2003 De prejudiciële vraag betr. art. 48bis van de pachtwet (art. 31 van de wet 07.11.1988 tot wijziging van de wetgeving betreffende de pacht en de beperking van de pachtprijzen). B.S. 25.11.2003 – 190049 KB van 28.09.2003 wijz. KB 28.03.2001 betr. de uitbating van speelterreinen. B.S. 02.12.2003 – 190265 Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling 20002004 : Vaststelling van de einddatum van de lopende planperiode. B.S. 04.12.2003 – 166416
Nieuwsbrief 2003/10
15
NIEUWS VAN HET GEWEST
Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid VOORBEREIDSELEN VOOR DE STRIJD OM LEVENS TE REDDEN! Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft zopas de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid georganiseerd in samenwerking met het BIVV en met de technische en logistieke steun van de Vereniging. Die hoogmis was het orgelpunt van verschillende maanden overleg tussen alle betrokken partijen van de verkeersveiligheid in het Brussels Gewest. Het resultaat is een catalogus met voorstellen om tegen 2010 de doelstelling te bereiken van 50 % doden minder. Schets van enkele maatregelen waar de gemeenten het nauwst bij betrokken zijn. In 2002 bracht de federale regering de verschillende actoren van de verkeersveiligheid samen rond de tafel van de StatenGeneraal. Als we weten dat er bijna evenveel ongelukken gebeuren op gewestwegen als op gemeentewegen, begrijpen we beter waarom iedereen erbij betrokken wordt. Daarom heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beslist de [federale] Staten-Generaal door te trekken in een regionale variante, die met de bijstand van de Vereniging op het getouw gezet wordt.
Infrastructuur en weginrichting
Aan de Brusselse Staten-Generaal hebben heel wat medewerkers bijdragen geleverd, in drie werkgroepen: "controle-sanctie en technische preventie" enerzijds, "infrastructuur en weginrichting" anderzijds en tot slot "sensibilisering en rijopleiding".
Tien van de voorstellen worden als de meest doeltreffende beschouwd en acht ervan hebben een hoge uitvoerbaarheidsgraad. Die stellen we in dit artikel voor en voor de overige verwijzen we naar de conclusies. Het zijn de voorstellen i.v.m. de algemene omvorming van wijkwegen tot zone 30, de beveiliging van schoolomgevingen en –routes, het voorkomen van inhalen bij het naderen van een zebrapad, de veralgemening van trottoiruitstulpingen, de aanpassing van de afstelling van de verkeerslichten om het risico op ongevallen met afslaande voertuigen te verkleinen, het opteren voor compacte rotondes met aandacht voor de voorzieningen voor voetgangers en tweewielers op alle rotondes, de veralgemening van fietsvoorzieningen op alle kruispunten met verkeerslichten en de opstelling van een handleiding met goede voorbeelden voor de inrichting van beperkt eenrichtingsverkeer. We merken onmiddellijk de doorslaggevende rol van de gemeenten voor 7 van die 8 maatregelen en het voordeel dat ze uit de achtste zouden kunnen halen.
Maanden van voorbereiding en studies hebben geleid tot de presentatie, op 25 november jl. in het Flagey-gebouw, van de conclusies van de Staten-Generaal: een heel pak maatregelen die voorgelegd worden aan alle betrokkenen bij de verkeersveiligheid. Hoewel de gemeenten bij ieder thema aanwezig zijn, maken ze in het bijzonder de kern uit van de groep "infrastructuur en weginrichting". Binnen dat thema stellen we hier de maatregelen voor die de gemeenten rechtstreeks aanbelangen en het minst moeilijk toe te passen zijn.
De ambities van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Concept "Vision 0" (Zweeds concept dat op termijn alle dodelijke ongevallen wil doen verdwijnen), graduele, realistische en kwalitatieve aanpak: ✔ -33 % overledenen binnen 30 dagen en zwaargewonden voor 2006; ✔ -50 % overledenen binnen 30 dagen en zwaargewonden voor 2010. De vermindering van het aantal overledenen en zwaargewonden in het Brussels Gewest wordt berekend ten opzichte van de gemiddelden van de jaren 1998, 1999 en 2000, wat in absolute cijfers een maximum van 29 overledenen en 133 zwaargewonden geeft in 2006, en 22 doden en 100 zwaargewonden tegen 2010.
21 maatregelen werden uitgewerkt en thematisch geordend, in functie van de categorieën gebruikers wier veiligheid ze verbeteren, en in functie van hun efficiëntie inzake verkeersveiligheid en hun technische en politieke uitvoerbaarheid. Bij 20 maatregelen zijn de gemeenten betrokken en de laatste – een gids met goede praktijkvoorbeelden – is voor hen bestemd.
Zone 30 veralgemenen Deze maatregel is reeds opgenomen in de gewestplannen (Iris en GewOP) en het Gewest heeft reeds aan vijftien gemeenten subsidies toegekend voor hun "richtplannen zone 30". Nu moeten die plannen nog uitgevoerd worden, maar de veralgemening van de zones in de wijkwegen lokt terughoudendheid uit die communicatiecampagnes nog moeten verzachten.
Schoolomgevingen en –routes beveiligen Een aanzienlijk deel van de ongevallen die het leven kosten aan kinderen en tieners of ze verminken, doen zich voor op de weg naar school. De beveiliging van de schoolomgevingen is al verscheidene maanden aan de gang 1. Dat is
1 Erik Caelen, "Geen zware voet meer in schoolomgevingen", in Nieuwsbrief-Brussel nr. 2002-7, blz. 18-19.
16
Nieuwsbrief 2003/10
olg v r e V
NIEUWS VAN HET GEWEST
een eerste manier, maar het volstaat niet. Men moet ook de wegen naar school aanpakken en een diagnose opstellen die zal leiden tot een combinatie van structurele aanpassingen, sensibiliseringsmaatregelen of de organisatie van het voetgangers- en/of fietsverkeer (rangen, fietspooling).
Inhalen bij het naderen van een zebrapad voorkomen De overgrote meerderheid van de ongevallen met voetgangers in de bebouwde kom (tussen 80 en 90 %) vindt plaats bij het oversteken. Heel vaak zijn ze te wijten aan het feit dat een wagen een andere inhaalt bij het naderen van een oversteekplaats voor voetgangers zonder verkeerslichten. De wetgeving die dat soort inhaalmanoeuvres verbiedt, volstaat dus niet om het aantal aanrijdingen onder controle te krijgen. De infrastructuur moet het onmogelijk maken: hetzij door de plaatsing van verkeerslichten, hetzij een middenberm.
Trottoiruitstulpingen veralgemenen Het gebrek aan zichtbaarheid van overstekende voetgangers veroorzaakt tal van ongevallen. De inrichting van trottoiruitstulpingen verhelpt dat probleem. De "richtplannen zone 30" maken een inventaris van de bestaande inrichtingen mogelijk. Gezien het aantal betrokken plaatsen is het echter moeilijk de aanleg van trottoiruitstulpingen snel te veralgemenen.
De afstelling van verkeerslichten regelen Het doel is hier het risico te beperken op ongevallen met afslaande voertuigen en andere voertuigen of overstekende voetgangers. Dit soort ongevallen komt doorgaans voor zonder dat de weggebruikers door een rood licht rijden. Om dat te voorkomen moet men de infrastructuur aanpassen (regeling van de verkeerslichten om conflicten te voorkomen) en/of aan sensibilisering doen. - Om de kans op ongevallen tussen afslaande voertuigen en voetgangers te beperken zijn er op belangrijke kruispunten (op het vlak van verkeerscapaciteit en/of geometrie) twee mogelijkheden, rekening houdend met plaatselijke omstandigheden: 1. een fase creëren waarbij enkel voetgangers groen licht hebben, zoals in het Verenigd Koninkrijk; die optie is vooral interessant voor kruispunten waar er in beide richtingen aanzienlijke voetgangersstromen zijn (bijv. kruispunt Kruidtuinlaan / Rogierplein / A. Maxlaan); 2. kiezen voor een conflictvrije fasering, zoals in het Vlaams Gewest of in Nederland; daar hebben afslaande voertuigen een eigen fase, waarbij de voetgangers niet mogen oversteken. Wanneer geen enkele van beide oplossingen mogelijk is, kunnen afslaande bestuurders via een knipperend verkeersbord A21 gewezen worden op de aanwezigheid van een oversteekplaats voor voetgangers.
- Om de kans op ongevallen tussen een links afslaand voertuig en een rechtdoor rijdende tegenligger te verkleinen, kan men het best kiezen voor een "conflictvrije" afstelling van de lichten.
Kiezen voor compacte rotondes en aandacht besteden aan de voorzieningen voor voetgangers en tweewielers op alle rotondes De positieve impact van rotondes op de verkeersveiligheid is bewezen… maar de veiligheidswinst voor de fietsers is minder op grote rotondes waar de snelheid van het autoverkeer hoog blijft. De veiligheid van de zwakke weggebruiker hangt uiteraard af van de algemene configuratie van de rotonde (diameter, breedte van de rijbaan, aantal rijstroken op de toeleidende wegen, …) maar ook van de voorzieningen voor deze weggebruikers (zebrapaden, fietsvoorzieningen). We stellen vast dat deze inrichtingen niet steeds bevredigend zijn, waardoor eenzelfde plek soms meerdere malen heraangelegd wordt (bijv. markeringen voor fietsers op de rotonde aan het Schumanplein). De wegbeheerders zouden dus de veiligheid van de bestaande rotondes moeten evalueren (aantal, aard en ernst van de ongevallen), richtlijnen voor de rotondes uitwerken en ze heraanleggen als de inrichting niet optimaal is.
Fietsvoorzieningen op alle kruispunten met verkeerslichten systematiseren Op kruispunten met verkeerslichten, waarvan zich een niet verwaarloosbaar aantal op gemeentewegen bevinden, kunnen verschillende inrichtingen de veiligheid van de fietsers verbeteren. Ze kunnen de vorm aannemen van opstelstroken (sas) of voorsorteerstroken. Deze belangrijke inrichtingen voor de veiligheid van fietsers zijn nog te zeldzaam. Ze zouden dus systematisch aangelegd moeten worden, maar door telkens de best aangepaste formule voor het kruispunt te kiezen.
Handleiding met goede voorbeelden voor de inrichting van beperkt eenrichtingsverkeer Als laatste van de maatregelen met maximale efficiënte en hoge realiseerbaarheid is de samenstelling van een gids met goede praktijkvoorbeelden, in tegenstelling tot de andere hierboven aangehaalde maatregelen, enkel de taak van het BIVV en niet van de gemeenten. De brochure is echter ook tot die laatste gericht.
Nieuwsbrief 2003/10
17
olg v r e V
NIEUWS VAN HET GEWEST
De 13 andere maatregelen in verband met de infrastructuur hebben ook allemaal betrekking op de gemeenten. Hoewel hun politieke of technische uitvoerbaarheid veel moeilijker kan zijn of het niveau van efficiëntie beperkter kan zijn (tot één categorie gebruikers bij voorbeeld), vertonen ze toch een zeker belang in het arsenaal maatregelen. Twee van die maatregelen, die hun doeltreffendheid al bewezen hebben, kunnen zo stoten op technische of politieke obstakels: de herziening van de inrichting van grote assen om de snelheid er te doen dalen en het vermijden van gladde grondbedekking alsook het onderhoud ervan om de veiligheid van voetgangers en tweewielers te verbeteren.
De inrichting van grote stedelijke assen herzien De meerderheid van de ongevallen in de stad gebeuren op grote assen en een deel daarvan behoort nog tot het gemeentelijk netwerk. Om de effectieve snelheid te verlagen wil het voorstel het aantal rijstroken en hun breedte beperken. Paradoxaal doet de vermindering van de snelheid het debiet van een weg toenemen, omdat het gepaard gaat met een daling van de afstand tussen de voertuigen.
Het gebruik van gladde wegbedekking vermijden Kasseien blijven vaak gebruikt als wegbekleding. Ze hebben echter het nadeel dat ze glad zijn bij regenweer en een bron van ongevallen voor fietsers blijven. Het gebruik van kasseien op trottoirs en het gebrek aan onderhoud ervan stelt soortgelijke problemen voor voetgangers. Wat de tweewielers betreft, moet men hetzij het gebruik van kasseien vermijden, hetzij een "comfortstrook" aanleggen. De wegbeheerders zouden gaten in het wegdek zo snel en zo goed mogelijk moeten herstellen. Wat de voetgangers betreft, zou gladde wegbekleding verboden moeten worden bij de heraanleg van trottoirs. Het zou nuttig zijn een studie te verrichten naar de grip van de verschillende materialen die gebruikt worden bij de aanleg van trottoirs om zo te bepalen welke materialen de beste zijn en
welke absoluut vermeden moeten worden. Het gebruik van asfalt voor de aanleg van trottoirs zou toegelaten en zelfs gestimuleerd moeten worden. Het “Handboek van de Brusselse Openbare Ruimten” zou in deze zin aangepast moeten worden. Tot slot zouden de wegbeheerders er beter op moeten toezien dat het materiaal telkens als de trottoirs opgebroken worden (ook al gaat het om een minieme interventie) correct teruggeplaatst wordt. Andere infrastructuurmaatregelen tot slot hebben specifiek betrekking op de voetgangers, het parkeren of gehandicapten. - Voor de voetgangers stellen de conclusies de herziening voor van oversteekplaatsen met drukknoppen, de verlenging van de ontruimingstijd voor voetganger op kruispunten met verkeerslichten, het gebruik van een specifieke markering voor de oversteekplaatsen voor voetgangers van eigen beddingen 2, gemengde of overschrijdbare zonder verkeerslichten, en de dambordmarkering op kruispunten en rotondes waar trams voorbijkomen. Tot slot dient men te vermijden dat obstakels op trottoirs de vrije ruimte tot minder dan 1,5 meter breedte verminderen. - Wat het parkeren betreft, zou een veiligheidsstrook aangelegd moeten worden tussen ruimte voor langsparkeren en de rijbaan of het gemarkeerde fietspad, alsook gestoken parkeerplaatsen voor achterwaarts parkeren. - Tot slot wordt er voorgestel meer rekening te houden met personen met verminderde mobiliteit bij de aanleg van trottoirs en de inrichting van haltes voor openbaar vervoer, alsook bij het plaatsen van nieuwe verkeerslichten een waarschuwingssysteem te voorzien voor blinden en slechtzienden. Philippe Delvaux Meer informatie over de verkeersveiligheid in Brussel: Philippe Delvaux, "Twintig jaar ongevallen in Brussel" in Nieuwsbrief-Brussel nr. 2002/3, mei 2002, blz. 4-8. Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, mede-uitgegeven door de VSGB, het Brussels Gewest en het BIVV, 2003, 138 blz. De integrale teksten van de conclusies van de StatenGeneraal vindt u op www.vsgb.be > Mobiliteit > Artikels en documenten > Documenten
2 Zie terzake de studie van de Vereniging "Conflict tram-voetganger: experimentele wegmarkering", beschikbaar via www.vsgb.be > Mobiliteit > Artikels en documenten > Documenten
Ab o n n e e r u n u !
De Nieuwe Gemeentewet
Jaarlijks bijgewerkt – tweetalige Brusselse versie met referenties – onmisbaar voor de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Brusselse uitgave van de "Nieuwe Gemeentewet", een publicatie van de Vereniging, is een referentiewerk voor de mandatarissen en ambtenaren van de Brusselse gemeenten.
18
Speciaal voor Brussel !
Alle nuttige referenties
Deze publicatie beantwoordt aan een specifieke behoefte van de Brusselse gemeenten die vroeger zelf moesten uitpluizen welke bepalingen op hen van toepassing zijn. De beschikkingen die geen betrekking hebben op Brussel, zijn in grijstint afgedrukt in de integrale tekst.
De Nieuwe Gemeentewet vermeldt alle nuttige verwijzingen naar de wetgeving. Bij de artikelen staan verwijzingen naar wetten, decreten, ordonnanties, besluiten of omzendbrieven telkens als dat noodzakelijk is. De bijwerking van november 2003 omvat reeds de recentste wijzigingen voor Brussel, die aangebracht werden bij de ordonnantie van 17 juli 2003 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 oktober 2003). Bestellen kan via onze website (www.vsgb.be) of bij de heer Michel De Greef (tel. 02 233 20 68)
Nieuwsbrief 2003/10
ACTUALITEIT
Internet viert feest in 2004 De 4e Belgische editie van het Internetfeest zal plaatsvinden van maandag 8 tot zondag 14 maart 2004. Het feest behoudt zijn oorspronkelijke doelstellingen, namelijk de wegwerking van de digitale kloof door de bevordering van de toegang tot internet voor allen (in 2003 was de slogan immers "Internet de proximité"). De uitgave 2004 zal echter voornamelijk gericht zijn op de "gebruiken" van internet. Er zal niet alleen sprake zijn van het medium, maar veeleer van het nut en het concrete gebruik ervan voor de burgers, verenigingen, scholen, administraties, ondernemingen, ... Om het komende internetfeest voor te bereiden werd een "feestwiki" gemaakt (www.fete-internet.net). Een wiki is een dynamische website waarvan iedere bezoeker de pagina's naar believen kan wijzigen. Het is een interactief instrument, waardoor het feest voorbereid kan worden met een sterkere betrokkenheid van de operatoren (ongeveer 120 in 2003) en het moedigt ze aan om mee te werken. Het is de trefplaats waar de feestvierders van 2004 kunnen hun wensen kenbaar maken, projecten voorleggen, ideeën of partners zoeken, …
Elsene in een nieuw jasje De gemeente Elsene, een trouwe deelnemer aan het evenement, heeft bij voorbeeld reeds de gelegenheid te baat genomen om op de website van het internetfeest aan te kondigen dat ze in 2004 deelnemen, meer bepaald door de presentatie van hun nieuwe website 1. De uitdagingen, de mogelijkheden en de algemene structuur van de site zijn inmiddels reeds voorgesteld aan de verantwoordelijken van de administratieve directies en diensten. Het succes van een website hangt immers grotendeels af van de inhoud online… die op zijn beurt afhangt van de mate waarin de verschillende gemeentediensten met het medium vertrouwd zijn. Het is dus fundamenteel om goed te communiceren met de diensten teneinde hen te overtuigen om op de kar te springen en het zo goed mogelijk te doen. De slides van de presentatie van de website van Elsene voor de gemeenteambtenaren kunnen gedownload worden op www.eadministration.be > Téléchargement. Surf ook eens langs de rubriek "conseils et bonnes pratiques". Op het ogenblik dat u dit nummer in handen krijgt, zou de nieuwe webstek toegankelijk moeten zijn: www.elsene.be Philippe Delvaux
1 Wij hadden al aangekondigd dat de website van de gemeente Elsene een grondige herziening onderging, in een artikel dat de Brusselse gemeentelijke websites analyseerde: "De digitale gemeente is nog op zoek naar zichzelf", in Nieuwsbrief-Brussel nr. 2002-4.
Meer info over het Internetfeest Datum : 8-14 maart 2004 – Deze data zijn tevens vermeld op www.vsgb.be > Actualiteit Wiki : http://www.fete-internet.net (voor nadere details over wiki's: www.wikiwiki.be) Contact: Philippe Allard, Coördinator - Fête de l'Internet (asbl), Gautierstraat 25, 1040 Brussel
[email protected] - GSM 0497-44.79.40 Bezoek ook eens de volgende websites: www.veille-citoyenne.be en www.e-administration.be
VOOR U GELEZEN
De aankondiging van de volgende uitgave van het internetfeest is een goede gelegenheid om een recente publicatie aan te kondigen: "L'administration électronique au service des citoyens", de handelingen van een colloquium dat de rechtsfaculteit van de Parijse universiteit in 2002 organiseerde. Hoewel sommige delen enkel betrekking hebben op het Franse recht, zijn er andere die door hun onderwerp of argumentatie de Brusselaars ook kunnen interesseren: zo komen o.a. de kwestie van de continuïteit van de diensten, de aanpassing van de antwoorden aan de behoeften van de samenleving, de bescherming van de private levenssfeer, … aan bod.
Georges CHATILLON, Bertrand DU MARAIS (dir.), "L’administration électronique au service des citoyens", Brussel: Bruylant, 2003, 487 p., ISBN 2-8027-1651-4 Een groot deel van de uiteenzettingen van het colloquium van januari 2002, waarvan dit boek de handelingen publiceert, is tevens beschikbaar (in pdf ) op http://www.univ-paris1.fr/droit-internet2002/index.htm > Rapports
Nieuwsbrief 2003/10
19
2004
De Raad van Bestuur van de Vereniging van de Stad
Nieuwsbrief
en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en ook …
Marc Thoulen Jean-Marc Rombeaux Vincent Ramelot
Hildegard Schmidt
Michel De Greef Fanny Gadisseur
Erik Caelen
Marie Wastchenko
Noëlle Voets
Liesbeth Vankelecom
Frédéric Madry Philippe Delvaux
Céline Lecocq
Barbara Decupere
Juliette Lenders
Nr 2003/10 31 december 2003 199 3
Vincent Libert
Latifa Hazim
Alain Veys
Redactie Eric André, Philippe Delvaux, Céline Lecocq, Vincent Ramelot, Marc Thoulen Vertaling Liesbeth Vankelecom
Christian Lejour
Céline Maertens
Françoise Lambotte
wensen u het allerbeste voor het nieuwe jaar!
Nieuwsbrief 2003/10
Directie Marc Thoulen Coördinatie Philippe Delvaux
Chantal Matthys
20
Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias
Jean-Michel Reniers
Marina Muller
Ma ison fond ée en
Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Tel. 02/ 233.20.04 Fax 02/ 280.60.90
[email protected] Redactie :
[email protected] www.vsgb.be
Secretariaat Michel De Greef, Alain Veys Nieuwsbrief wordt gedrukt op 50 % gerecycleerd papier