Maandblad van Beci Brussels Enterprises, Commerce & Industry

Maart 2013 • nr. 03

Maandblad van Beci • Brussels Enterprises, Commerce & Industry

Gewest maakt binnenkort automobilisten het leven zuur Actiris: een stap in de goede richting Overheid echte wanbetaler Overal tewerkstellingspremies… behalve in Brussel

MARKETING en b2b

www.volkswagen.be

BIJ ELKE NIEUWE VERKEERSITUATIE PAST DE NIEUWE GOLF ZICH AAN.

Begrens de Total Cost of Ownership met een intelligente wagen. De nieuwe Golf is uitgerust met de automatische afstandsregeling ACC (1) en het omgevingsobservatiesysteem Front Assist. Snelheid en afstand worden automatisch aangepast aan het voorgaande verkeer, en in noodsituaties remt de nieuwe Golf voor u. Zo wordt de impact van een botsing beperkt of zelfs helemaal vermeden. Uw medewerkers genieten van een maximale veiligheid en u bespaart tijd en geld aan reparaties, vervangwagens en verhoogde verzekeringspremies. De nieuwe Golf is de enige wagen in zijn klasse die deze technologie standaard aan boord heeft.

0€ vanaf 38

/maand

(2)

BTW excl.

3,8 - 5,3 L/ 100 KM • 99 - 123 G CO2/KM Afgebeeld model uitgerust met opties ter illustratie. Milieu-informatie (KB 19/03/2004) : www.volkswagen.be

( 1 ) De Adaptive Cruise Control is niet compatibel met de 85 pk-motorisatie. ( 2 ) Volkswagen Golf Trendline 1.6 l TDI 90 pk. Catalogusprijs incl. BTW: 19.990 €. Huurprijs incl. BTW: 450,60 €. Offerte in Verhuur op Lange Termijn “Full Service” Volkswagen Finance berekend op basis van 60 maanden en 100.000 km. Aanbieding voorbehouden aan professionele gebruikers. Onder voorbehoud van aanvaarding van het dossier door D’Ieteren Lease n.v., Leuvensesteenweg 679, 3071 Kortenberg met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Maliestraat 50. CBFA 20172 CA. Prijzen op 01.03.2013 en geldig tot 31.03.2013. Volkswagen Finance is een commerciële benaming van D’Ieteren Lease en van Volkswagen D’Ieteren Finance n.v.

Jean-Claude Daoust, Voorzitter van BECI

© Reporters

editoriaal

Hoe goed is dit plan?

O

Het Plan wil de gewestelijke economie opnieuw uitdenken door ze in zes verschillende economisch samenhangende zones op te delen. Ook wil het Plan rekening houden met de invloed van een stedelijke gemeenschap die 135 gemeenten dekt, als gevolg van de uitgestrektheid van de Brusselse metropool. Iedereen zou opgetogen zijn met een doeltreffender beheer van het Gewest. Bovendien zou een betere samenwerking met de aangrenzende Gewesten een einde maken aan vele jaren opsluiting in enge grenzen. Wij reageren dus positief op de voorgestelde reorganisatie. Wij blijven echter op de uitkijk want vandaag zijn slechts de krachtlijnen van het Plan bekend. Wij vinden het vanzelfsprekend dat de sociale partners ook hier hun zeg krijgen. Omwille van zijn omvang en van de impact die het op ons economisch dynamisme kan hebben, moet dit grootschalig project met diegenen die er de gevolgen van zullen voelen, worden besproken. Wij wensen in dit stadium dat de ondernemingen zouden worden geraadpleegd en gehoord. Zij zijn de drijvende kracht achter het Gewest en zorgen voor het merendeel van de tewerkstelling. Het is dus logisch dat zij deelnemen aan de ontwikkeling van een plan dat de economische toekomst voorbereidt. De bedrijfswereld vraagt trouwens al jaren dat zou worden nagedacht over een beter beheer van de grote stedelijke vraagstukken. De ondernemingen hebben zich daar al over gebogen en kunnen meteen oplossingen voorleggen.

1 nr.03 - MAaRt 2013 - Dyna mi ek

p donderdag 7 februari heeft uittredend Minister-President Charles Picqué de principes voorgesteld die de basis vormen van zijn project van Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), tussen nu en 2020.

Inhoud ma art 13

Beci 4

Het politiek en economisch nieuws met een knip-

5

Brussel enig Gewest zonder tewerkstellingssubsi-

6 7 8

oogje dies: IZEO laat zich niet doen Vrijwilligerswerk in bedrijfsverband Actiris beheerscontract goed bezig Brigitte Grouwels legt haar parkeerbeleidsplan voor

10 11 12

BECI wil een gemakkelijker toegang tot overheids-

13

Beleidsmensen (2): Freddy Thielemans

BECI promoot elektronische facturatie Het openbaar bestuur is een wanbetaler opdrachten

DOSSIER MARKETING en B2B 15 Welke toekomst voor reclame? 17 Marketing in crisistijd 21 Let's stay hot! 22 Digitale marketing 23 City marketing: Brussel krijgt (eindelijk) een iden24 29 31

titeit

B2G: niet echt eenvoudig Het nieuwe Paleis 12, op de Heizel Impact van een MVO-certificaat: het voorbeeld van IRIS Group

DE ONDERNEMING, DAG IN DAG UIT 32 Zijn auteursrechten roerende of beroepsinkom33

sten?

Terbeschikkingstelling van personeel: wetgeving gevoelig veranderd!

Beci & Co 34 Impressions of a Brit (2) 35 Waar lunchen? Enkele tips 36 Leden trefpunt 39 Agenda 40 Toetredingsaanvragen Structurele partners van Beci

Dynamiek is het maandblad van Beci (Kamer van Koophandel & Verbond van Ondernemingen te Brussel) Verantwoordelijke uitgever

Olivier Willocx [email protected]

Louizalaan 500 – 1050 Brussel t +32 2 648 50 02 • f +32 2 640 93 28 www.beci.be

Redactie

Media coordinator: Didier Dekeyser [email protected]

Productie & Abonnementen

Administratie: Didier Dekeyser [email protected] Druk: DB Print Vertaling: Litteris Alle rechten voorbehouden – Nadruk zonder toestemming is verboden

Abonnementen Prijs: 80 € voor 11 nummers en de Who’s who Beci Infos : [email protected] • t 02 643 78 34 NB: Alleen de auteurs kunnen voor de inhoud van hun teksten verantwoordelijk of aansprakelijk worden gehouden.

Publiciteit

Dynamiek/Entreprendre wordt maandelijks door meer dan 21.000 decision makers gelezen. Gemiddelde oplage per nummer: 13.130 ex (Momenteel: 13.600 ex.) Inlichtingen en reservaties: Geneviève N. Juste • T 02 537 60 31 F 02 534 86 22 • [email protected] Véronique Legein • T 02 763 18 19 F 02 772 54 22 • [email protected]

Membership:

Catherine Mertens • T 0032 (2) 643 78 16 [email protected]

ONS VOLGEND DOSSIER Dynamiek – Entreprendre April 2013

• Banken en financiën

10-32-2225

Printed on TCF paper

OPLEIDINGEN DUURZAAM BOUWEN 2013

© A. LEDROIT/V. PIERRET - Photo Y. Glavie

Architecten, studiebureaus, ingenieurs, professionele bouwheren, promotoren, gebouwenbeheerders, syndicussen van gebouwen, aannemers, …

OM STERK TE STAAN OP DE MARKT VAN MORGEN APRIL >> JUNI 2013 Ruimtelijke ordening en milieu

Mogelijkheden voor sociale uitwisselingen, zachte mobiliteit, stedelijk landschap en biodiversiteit.

5 halve dagen - € 125

Water

Geïntegreerd waterbeheer: oordeelkundige gebruik van water, waterzuivering en beheer van het regenwater op het perceel.

5 halve dagen - € 125

Materialen

Acties die kunnen worden ondernomen, vanaf de ecologische keuze 4 dagen - € 200 van de materialen tot het beheer van hun afval.

Bouwafval

Beheer van bouwafval vanuit het oogpunt van preventie, nuttige aanwending en verwijdering.

3 dagen - € 150

Akoestisch

Principes van akoestische correctie en akoestische isolatie d.m.v. materialen met een gunstige ecobalans.

3 dagen - € 150

SEPTEMBER >> DECEMBER 2013 Energie

Gebouw met een laag energiegebruik, met inbegrip van de beheer- 6 tot 12 dagen sing van de behoeften en de keuze van de energiesystemen en - € 300 tot € 600 -bronnen. Opleiding met specialisaties «Energie-verantwoordelijke/ Energieadviseur» .

Passief en (zeer) lage energie

Doel is te komen tot een laag energieverbruik op een vooraf bepaald niveau: de nieuwbouw- en renovatietechnieken om de passief- en de zeer-lage-energiestandaard te halen.

7 dagen - € 350

>>> Elke opleiding wordt gegeven door gespecialiseerde bureaus en lesgevers. U hebt toegang tot de theoretische gegevensbanken, technische informatie en illustraties of bezoeken, ... <<<

Inf o en ins chrijvingen (be per k t aan t al p l aat s en : s c h r i j f u n u al i n ) w ww.leefmilieubruss el.b e /o p l e i d i nge n d u bo

of

0800 85 775

Beci

Psychanalyse van het nieuws: het economisch gedoe

D

nr.03 - MAaRt 2013 - Dyna mi ek

4

Er komt binnenkort geen oorlog tussen munteenheden. Hij woedt nu al.

e G20 kwam in februari samen in een vrij onverwachte winterse vakantieoord: Moskou. Weliswaar gingen deze dames en heren (waaronder Christine Lagarde en de vertegenwoordigster van Zwitserland) daar vooral naartoe om te werken, niet om in de straten te gaan slenteren. Het slotcommuniqué is echter een typisch voorbeeld van een verklaring die na een diner en wat wijn wordt afgelegd en waarvan men 's anderendaags al spijt heeft: “Er zou snel een wisselkoerssys teem moeten worden ingesteld dat meer van de markten zou afhangen”. Wablieft? In de wereld bestaan er drie types verhoudingen tussen de centrale bank en de regering. Het Europese systeem is afgeleid van het Duitse model: de centrale bank is er onafhankelijk. In het Amerikaanse systeem doet de centrale bank wat de regering oplegt, meer niet. Het Japanse systeem werkt in principe zoals in Europa, maar in de feiten zoals in Amerika. ‘In the field’ krijgen we het volgende: de euro stijgt terwijl de Eurozone, wereldkampioen van de export, staat te hijgen als een uitgeputte corrida-stier; de dollar dobbert als een kurk en de Verenigde Staten doen helemaal niets om hem te stabiliseren; en de Japanners, die in zes maanden tijd de yen met 20% hebben laten zakken, veinzen de verwondering: “Toch raar dat hij zo laag staat, nietwaar?” En nu weer even het slotcommuniqué van de G 20: “Er zou snel een wisselkoerssysteem moeten worden ingesteld dat meer van de mark ten zou afhangen”. Wedden?

Ja, ja, toch wel: de lonen stijgen in België In L’Echo en De Tijd verscheen een merkwaardig interview van Ronnie Le-

ten, de (Belgische) baas van de Zweedse Atlas Copco groep. Al ruim 20 jaar is er in Zweden geen algemene staking meer geweest. De vakbonden zetelen in de raden van bestuur en moeten daar soms goedkeurend instemmen met ontslagen of automatiseringssystemen die de tewerkstelling beperken. En hoe zit het met de lonen? Onderhandelingen zijn momenteel in Zweden aan de gang om te bepalen over welke marge de industrie in de komende jaren beschikt. Deze marge wisselt tussen 1 en 3%. De reactie van een vakbondslid die samen met zijn baas wordt geïnterviewd: “Diegenen die heel goed werk leveren, krijgen volgend jaar misschien 3% loonsverhoging, ter wijl de anderen slechts 1% krijgen.” Met of zonder indexering? Domme vraag: er bestaat geen automatische indexering van de lonen in Zweden. In België stijgen de lonen echter niet, maar ze zijn wel geïndexeerd. Dus stijgen ze. Ronnie Leten: “Uiteindelijk ontvangen Zweden en Belgen waarschijnlijk het zelfde, maar het voelt wel anders aan.” Inderdaad.

schijnlijk is dat het dit jaar heel wat minder wordt? Of de 3% rendement op dividend innen die men van een Belgische aandelenportefeuille mag verwachten? Ja, misschien, maar dan met het risico dat ons vermogen gaat fluctueren volgens een conjunctuur waarop wij nog steeds heel weinig vat hebben. Is de Beurs bovendien nog aangewezen voor jan-met-de-pet nu ze wordt overheerst door HFT (de HST van trading), de ‘zero second transacties’, de ‘quote stuffing’ en de moeilijkheden om dit alles een beetje in de gaten te houden? Een goede vraag, waarop het beste antwoord luidt: niet alles over dezelfde kam scheren! Obligaties? Jazeker. Aandelen? Ook. Maar ook liquiditeiten, een goed verzekeringscontract, immobiliën en goud. Het recept van onze voorouders, daar komt het op neer!

De toekomst in paardesteak lezen

De boodschap luidt: de rentevoeten liggen bijzonder laag, maar dat is nu bijna voorbij. Let wel: wij horen nu al een hele tijd dat dit niet zal blijven duren. De nuance is dus dat het niet eeuwig zo zal zijn. OK. Als de rentevoeten straks gaan stijgen, gaan de obligatieportfolio’s afzien. Dus moeten we terug naar de Beurs. Goed zo, maar wat gaan we daar eigenlijk doen? De 15 à 20% winnen die de Beurs verleden jaar heeft opgebracht, nu het hoogstwaar-

Paardenvlees is niet ongezond. Voor een Brit is paardenvlees eten bijna even erg als kannibalisme. De slimsten hebben ondertussen begrepen dat het probleem elders zit: namelijk in de moeilijkheid om na te gaan – om te ‘traceren’, heet dat – van waar het minste eiwit komt in de gigantische productieen distributieketens wereldwijd. Het dagblad Le Monde heeft bijvoorbeeld de inhoud van een pot chocopasta van een zeer bekend merk ‘getraceerd’. Onvoorstelbaar! De toekomst die men in een paardesteak kan lezen is dat men de fout heeft gevonden vooraleer ze schade kon aanrichten. En dat wordt nu bijgestuurd. Dit is nochtans niet wat men hierover hoort vertellen. Laten we voor één keer positief zijn. Jean Blavier

zingen’ is de campagne luidruchtig van start gegaan. Zes en geen zeven. Wat later verklaart Eric Domb, de baas van Pairi Daiza en ex-voorzitter van de UWE: “Het nationalisme is een collectieve mentale ziekte”. Testosteron genoeg, nietwaar? En dan

deze uitspraak van Steve Vanackere himself, de vicevoorzitter van de CD&V: “Als de Franstaligen het spel van de Zesde Staatshervorming eerlijk spelen, zal mijn partij er geen zevende vragen. O, daar gebeurt er blijkbaar iets zeer interessants! Een politiek momentum?

Wat hebben we nu nog aan de Beurs?

Februari, de korte en boerenslimme maand… Carna-valpartij. Januari loopt ten einde

in een ‘sociaal bloedbad’ in Luik. En dan begint februari – de maand tussen carnaval en vastentijd – op een viervoudig carnavalstoot waarbij Bart De Wever zijn oren zeker gingen tuiten. Hoe dan ook, anderhalf jaar voor de ‘absolute verkie-

Beci

men we dat Kris Peeters, de Vlaamse minister-president, de ‘sterke man’ van de CD&V wordt tijdens de parlementsverkiezingen van 14… en dat hij op de ‘16’ mikt. Iedereen verstevigt zijn posities in afwachting van de strijd. De Noord-Zuid oorlog zou even woest kunnen woeden als de Noord-Noord strijd, maar het gemeenschappelijk doelwit maakt geen twijfel: de NVA die in de opiniepeilingen nog altijd toppen scheert. Zoals Pim? Is al die informatie tot in het stadhuis van Antwerpen doorgedrongen? Bart de Wever is een merkwaardig strateeg die voordeel probeert te halen uit dit groots offensief. In zijn stad neemt hij enkele bijzonder opvallende maatregelen (o.a. het verbod op regenboog T-shirts… die aan de loketten meer virtueel dan reëel zijn). Hij bespot de politici die op Twitter hun hart uitstorten

en jammert dan, zoals kuiken Calimero, dat hij voor zijn leven vreest sinds hij diabolisch wordt afgeschilderd. “Zoals Pim Fortuyn” (de Nederlandse populist die door een krankzinnige werd vermoord). Een portie Sociale Zekerheid? Politologen en journalisten bekvechten om te weten of ze nu al dan niet van de Wever moeten spreken. Ze vragen zich af of frontale aanvallen of onverschilligheid de positie van de Antwerpse leader verstevigen of verzwakken. En ondertussen vernemen we dat de voorzitters van de vier Franstalige partijen in groot geheim onderhandelen over de verdeling van de bevoegdheden (voornamelijk wat betreft de sociale zekerheid) die van de federale Staat worden overgeërfd. Naar verluidt zou dit, na een institutionele ommekeer, uitmonden op een totale overdracht naar de Gewesten toe (Waals en Brussels Hoofdstedelijk), maar dan wel met een dwingende solidariteits-

link. De CD&V staat al te popelen!

Trommels, trompetten en hangouts. Ook aan Franstalige kant is de preelectorale strijd op komst. De Gilles van Binche zijn hun pluimen nog niet kwijt of het gekibbel herbegint al. In Namen wankelt de meerderheid rond de zogezegde ‘ware kost’ van klassieke elektriciteit en vooral hernieuwbare energie. In Brussel vliegen MR, PS, CDH en Ecolo elkaar in de haren over het 4G-netwerk dat bedrijfsleiders (en de weledele heer Bellens!) luidkeels verlangen. Veel lawaai op de weg naar het jaar 2014, een vermoedelijke annus horribilis. Een paar hangouts à la Obama of Di Rupo zullen de gemoederen zeker niet bedaren. Het economisch herstel laat op zich wachten, de lonen zijn geblokkeerd, iedereen loopt rond met een vastentijdgezicht en neemt deel aan het gemeenschappelijk vakbondsfront. Luc Delfosse

IZEO reageert

Regionalisatie van het tewerkstellingsbeleid: twee maten en twee gewichten?

Blijven de Brusselse zelfstandigen en KMO’s achterop hinken wat betreft de regionale steun bij indienstneming? Vlaanderen heeft de bedragen en de toekenningsvoorwaarden van premies aangepast bij aanwerving van werklozen van meer dan 50 jaar. En de Waalse regering staat op het punt een decreet goed te keuren waardoor premies kunnen worden toegekend aan de werkgevers van de profitsector die inactieve bij de Forem ingeschreven werkzoekenden in dienst nemen. In Brussel bestaat echter niets gelijkaardigs.

D

e maatregelen die het Vlaamse en het Waalse Gewest nemen, zijn uiteraard goed nieuws voor de werkgevers en de werkzoekenden in het noorden en het zuiden van het land. Het is eerder het uitblijven van gelijkaardige maatregelen in het Brusselse Gewest dat bij Miguel Van Keirsbilck, secretaris-generaal van IZEO, een reactie uitlokt: “Wanneer ik het voorontwerp van het Waalse decreet doorneem, treft mij vooral zijn… vrijgevigheid. Bij elke aanwerving van een bij de Forem ingeschreven werk zoekende, ontvangt de werkgever een for faitair bedrag van 10.000 € het eerste jaar, 7.500 € het tweede jaar en 5.000 € het der de jaar, aangevuld met een extra 2.500 € of 5.000 € per jaar voor bepaalde categorieën werknemers (minder dan 30 jaar, meer dan 50 jaar, eerste drie werknemers). De totale subsidiëring bedraagt dus op drie jaar tijd tussen 22.500 € en 37.500 €. Bij deze directe steun voegen zich bovendien de verlaagde

sociale lasten die op federaal niveau wer den beslist. Als vereniging die zelfstandigen en KMO’s vertegenwoordigt en verdedigt, is IZEO vanzelfsprekend bijzonder opgetogen met dit beleid. Waar wij minder enthousiast over zijn, als voornaamste vertegenwoor diger van de zelfstandigen in de hoofdstad, is de afwezigheid van gelijkaardige maat regelen om indienstneming in Brussel te bevorderen! Dit onevenwicht werkt storend omdat het ongelijkheden veroorzaakt die de Brusselse zelfstandigen en KMO’s bena delen. Brusselse werkgevers die van de over heid geen steun krijgen bij de aanwerving van werknemers, verliezen dan aan com petitiviteit, wat ook hun winstgevendheid schaadt. De aanwerving van een werkzoe kende zal voor een Brusselse werkgever tot 37.500 € duurder uitvallen dan voor een collega in Wallonië. De particulier die bij voorbeeld zijn ramen moet vervangen, zal dus wellicht een betere prijsofferte van een Waals bedrijf ontvangen.

Wij begrijpen zeer goed dat elk Gewest in federaal België zijn eigen tewerkstellings beleid en -maatregelen uitwerkt. Maar als er aan de ene kant een flinke steun wordt geboden en helemaal niets aan de andere kant, dan is het contrast overdreven. IZEO vraagt dat ook de Brusselse zelfstandigen en KMO’s serieus door het Gewest worden ondersteund wanneer ze mensen aanwer ven. De economische situatie en de toestand waarin de hoofdstedelijke arbeidsmarkt verkeert, dulden geen extra handicap. In naam van de Brusselse zelfstandigen en KMO bedrijfsleiders heb ik dus een brief ge richt aan de heer Benoît Cerexhe, Brusselse Minister van Economie en Handel, om te vragen wat de Brusselse regering van plan is op het vlak van gewestelijke steunmaat regelen voor indienstneming. IZEO zal dit dossier van heel dichtbij opvolgen en de dialoog aangaan met de nieuwe Brusselse Minister van Economie, Mevrouw Céline Fremault. Interview door Didier Dekeyser


Kris ten aanval. Ondertussen verne-

Beci

Een pilootinitiatief van BECI: vrijwilligerswerk in bedrijfsverband

“Bruggen bouwen tussen scholen en ondernemingen” Het pilootproject rond vrijwilligerswerk waarmee BECI sinds september 2012 van start is gegaan, wil bedrijven aanzetten enkele van hun werknemers vrij te maken voor projecten die het Brusselse onderwijs ten goede zouden komen.

H


6

et vrijwilligersprogramma dat BECI voor ondernemingen heeft ontwikkeld, behelst een brede waaier initiatieven gaande van wat handarbeid nu en dan tot de inbreng van een specifieke vaardigheid, op korte of langere termijn. Voorbeelden van dat vrijwilligerswerk zijn de inrichting van lokalen, praktijkopleidingen op machines, kennismaking met beroepen, coaching, projectbeheer e.d. “Het gaat hier om een participatief concept”, verduidelijkt Xavier Dehan, als Verantwoordelijke van het Kenniscentrum bij BECI. “Zo stelt de onderneming enkele dagen per jaar zijn personeel gra tis ter beschikking van verenigingen en scholen. Dit gaat uiteraard gepaard met een degelijke omkadering en begelei ding van het vrijwilligerswerk. Dit werk speelt in op de behoeften die de scholen en verenigingen hebben gedefinieerd aan de hand van het partnerschap tus sen bedrijven, medewerkers, verenigin gen en scholen/jongeren.” De doelstellingen zijn van uiteenlopende aard. “Eerst proberen we jongeren in een motiverende omgeving op te leiden en enigszins bruggen te bouwen tus sen de scholen, de sociaal-professionele verenigingen en de ondernemingen”, licht onze gesprekspartner toe. “Verder trachten wij – en dat is belangrijk – de vraag van de beroepswereld en het aan bod aan beroepsopleidingen naar elkaar te laten toegroeien. Er leven in Brussel nagenoeg 110.000 werkzoekenden, een getal dat niet vermindert ondanks het aanzienlijke volume aan nieuwe te werkstelling dat jaarlijks wordt aange boden. Wij wensen dus doelgericht actie te voeren om het kwalificatieniveau van de jongeren te verbeteren en ze op die manier beter voor te bereiden op hun integratie in de huidige arbeidsmarkt. Om dit te bereiken, zal BECI in nauwe sa menwerking met Business & Society vzw

en met de steun van het Brussels Hoofd stedelijk Gewest, een systematische be geleiding van alle belanghebbenden voorzien.”

Talrijke voordelen voor de ondernemingen

De bedrijven die aan dit project deelnemen, doen dit volledig kosteloos, zonder een return te verwachten op commercieel of HR vlak. Nochtans halen ze er wel een aantal voordelen uit. Xavier Dehan: “Hun beweegredenen zijn bijzonder uit eenlopend. Uit de haalbaarheidsstudie die wij in het begin van het jaar 2012 hebben verricht, blijkt dat de persoon lijke ontwikkeling van medewerkers en de sociale verantwoordelijkheid van de onderneming de twee voornaamste redenen zijn waarom bedrijven aan dit soort programma willen deelnemen. Bij de andere antwoorden die we heb ben gekregen, lezen wij bijvoorbeeld dat ze hun imago willen verbeteren of een antwoord zoeken op hun huidige of toe komstige behoeften.” Het programma, dat in december 2012 van stapel liep, brengt meerdere projecten in Brusselse scholen op gang. Zo zal het Institut Saint-Joseph in Etterbeek samen met technische bedrijven een specifiek programma oprichten om leerlingen bij te staan in de keuze van een studierichting en in het leerproces. De getuigenissen van werknemers, bedrijfsbezoeken en de verwezenlijking van concrete projecten zouden op die manier het zelfvertrouwen en de motivatie moeten aanwakkeren van leerlingen die na veelvuldig zakken voor examens in onmin leven met het schoolsysteem. In Anderlecht heeft het Institut Notre Dame beslist de leerlingen van de beroepssectie elke donderdagnamiddag tussen april en juni vrijaf te geven. Het is wel de bedoeling dat die vrije uren aan workshops buiten de

schoolopleiding worden besteed, o.m. om kennis te maken met toekomstige opleidingen of beroepen. “Omdat het gezamenlijk wordt gevoerd, is het pro ject nogal complex”, vertelt Ariane Molderez, die instaat voor de coördinatie van BECIs pilootinitiatief rond vrijwilligerswerk. “Het coördinatiewerk wordt omslachtiger omdat drie bedrijven hun vrijwillig personeel ten dienste van de school stellen om een project te verwe zenlijken en meerdere workshops te or ganiseren.” Ondertussen werden ook andere scholen gecontacteerd. Via het CPEONS waren dit o.a. de COOVI en het Athénée Ernest Richard, “maar wij wilden daarin niet te ver gaan vooraleer wij voldoende waarborgen hadden gekregen dat dit project zou kunnen worden verwezen lijkt”, vult Ariane Molderez er aan toe. “Zulke ontmoetingen wekken heel wat verwachtingen bij de scholen en ver enigingen. Hier niet op ingaan zou het imago van de politiek en van de bedrijfs wereld schade kunnen berokkenen. Wij beperken onze actie dus tot een tiental scholen en verenigingen en zien er ook op toe dat de deelnemende instellingen en ondernemingen niet meer dan twee projecten tegelijk op gang brengen, zo dat alles haalbaar blijft.” Ondanks deze beperkingen verbindt BECI zich ertoe tijdens een schooljaar voldoende vrijwilligers samen te brengen om 600 werkdagen te bereiken. De alliantie tussen de Kamer van Koophandel en het Verbond van Ondernemingen te Brussel zal het daar echter niet bij houden: voor de vier komende jaren is het trouwens de bedoeling 10.000 vrijwillige werkdagen te organiseren en te coördineren ten voordele van het onderwijs, de opleiding en de integratie van jongeren. Hadrien Bonney

Beci

BECI

Het nieuwe beheerscontract van Actiris “Het heeft een hele tijd geduurd, maar vandaag hebben we een positieve dynamiek”: dit is in het kort de mening van Jean-Claude Daoust, voorzitter van BECI, over het nieuwe beheerscontract van Actiris. E/D: Welke zijn volgens u de voornaamste doorbraken in het nieuwe beheerscontract?

E/D: Getuigen deze nieuwe maatregelen, die al lang in andere Gewesten worden toegepast, van een nieuwe dynamiek binnen Actiris? J-C. D.: "De ondernemingen zijn inder

daad al heel lang vragende partij. We hebben vooral een serieuze evolutie kunnen waarnemen bij de vakbonds afgevaardigden, die nu beseffen hoe veel problemen dit op het terrein heeft veroorzaakt. Ze begrijpen nu dat als de

7 Jean-Claude Daoust, Voorzitter van BECI

tewerkstelling in Brussel niet toeneemt, het Gewest al gauw in een onmogelijke situatie zal verkeren. Er werd een con sensus bereikt over het feit dat de bege leidings- en tewerkstellingsmaatregelen voorrang moeten genieten, dat een een voudige controle van de werkzoekenden niet volstaat en dat zowel voor de kan didaten als voor de bedrijven naar de ideale baan of het ideale profiel moet worden gezocht.”

E/D: Hoe verliepen de onderhandelingen rond het beheerscontract? J-C. D.: “Op een vrij rustige manier, in

feite. We hebben ons ingedeeld in kleine delegaties en zijn een tiental keren sa mengekomen, wat heel redelijk is voor een einddocument van nagenoeg 100 bladzijden. De verschillende thema's werden probleemloos aangekaart, onder toezicht van een Price Waterhouse Coo pers consultant die de procedure van tijd tot tijd weer op het goede spoor bracht. Er zijn geen echte struikelblokken geweest, noch vergaderingen die laat in de nacht uitliepen. Bij de moeilijkste onderwerpen hoorde de benadering tussen tewerkstel ling en opleiding: iedereen was het daar over eens maar omdat dit verschillende

ministers betrof, was het moeilijker om snel een consensus te bereiken. Harmo nisering is een complex proces.”

E/D: In verband met de invoering van nieuwe bepalingen: is de agenda geloofwaardig of bevat het contract voornamelijk goede voornemens? J-C. D.: “Ik geloof dat de nodige mid

delen ter beschikking zullen worden gesteld, maar gemakkelijk zal het ze ker niet zijn. Het komt erop neer prak tijken en zelfs de heersende filosofie bij Actiris grondig te wijzigen. Verder zitten we nog met het vraagstuk van de informatica, een van de zwakheden van de organisatie. De toezichthouden de autoriteiten hebben echter al laten weten dat ze de nodige investeringen zullen toestaan. Dit wordt een uitdaging voor het management team, maar ook de gelegenheid om zijn vakkundigheid te bewijzen, aangezien alle wijzigingen niet noodzakelijk met een uitbreiding van de budgetten gepaard moeten gaan. Bij de Brusselse werkgevers staat men op de uitkijk maar het is wel zo dat het nieuwe beheerscontract als een zeer po sitief signaal wordt ontvangen.” Younes Al Bouchouari


Jean-Claude Daoust: “Het begint met de screening van kandidaten en de controle van hun vaardigheden. Tot voor kort gebeurde het regelmatig dat Actiris kandidaten uitstuurde van wie het werkelijke profiel helemaal niet met de aangeboden baan overeenstemde. Er zijn niet alleen kandidaten die hun be kwaamheden overdrijven; er zijn er ook die hun vaardigheden onderschatten. Verder opent Actiris zich voor partner schappen met de privésector. Dat is goed nieuws voor de bedrijfswereld en het is trouwens ook wat wij in Vlaanderen al jarenlang doen met de VDAB. Het is ech ter vooral goed nieuws voor de Brusselse arbeidsmarkt die hierdoor op een meer coherente en doeltreffende manier zal kunnen functioneren. Bovendien is er ook de belangrijke benadering tussen Bruxelles-Formation en VDAB Oplei dingen. Dit compenseert een institutio nele tekortkoming waardoor opleiding en tewerkstelling, die nochtans logisch nauw verbonden zijn, in feite apart wor den beheerd. Deze situatie leidde tot on waarschijnlijke toestanden omdat er bij gebrek aan een ‘eengemaakt dossier’ (dat met het nieuwe beheerscontract tot stand komt), de adviseur van een werkzoekende bij Actiris geen zicht had op het parcours en de opleidingen die de kandidaat even tueel bij Bruxelles Formation of VDAB Opleidingen had gevolgd."

Beci

Het parkeerbeleidsplan van Brigitte Grouwels

Een Copernicaanse revolutie

Voor de Brusselse Minister van Transport Brigitte Grouwels “zal het Gewest voortaan niet alleen het eerste maar ook het laatste woord hebben op het vlak van parkeerbeleid in de hoofdstad.” Dit wordt een Copernicaanse revolutie, beweert ze.

E/D: In een stad die, zoals Brussel, ook een gewest is, kunnen geen aparte beleidsplannen voor parkeergelegenheid, mobiliteit en milieu worden toegepast. Het lastige van de zaak is dat de huidige maatregelen in deze drie domeinen elkaar tegenspreken. Hoe is het bijvoorbeeld mogelijk de vermindering van het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg (zoals die is voorzien door het wetboek inzake lucht, klimaat en energie, afgekort BWELKE/COBRACE) te laten rijmen met de vermeerdering van de parkeerplaatsen die in het parkeerbeleidsplan staat? Brigitte Grouwels: "Het is de bedoeling de situatie te verbete


8

ren en dan liefst op een slimme manier. In feite zijn BWELKE en het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan complementair. Wij vragen geen nieuwe maatregelen om het totale aanbod aan parkeerplaatsen te verminderen, maar we willen dit aanbod beter verdelen. Wij wensen bijvoorbeeld de overcapaciteit te benutten waar die be staat, zowel in privé parkings als in bedrijfsparkings. We zouden er ook kunnen voor zorgen dat er minder op de openbare weg wordt geparkeerd en meer op andere plaatsen, onder andere om de openbare ruimten aangenamer te maken, het leven in de stad te vergemakkelijken en het verkeer overal vlotter te laten verlo pen. Het is inderdaad zo dat parkeerplaatsen op de openbare weg gaan verdwijnen maar er zullen er even veel buiten de openbare weg worden aangelegd. Dankzij het Gewestelijk Parkeerbeleids plan beschikken we eindelijk over een doelmatig hulpmiddel om in Brussel-Hoofdstad uitdagingen zoals parkeergelegenheid en mobiliteit efficiënt te beheren. Tegelijk wordt iedereen die hier wil parkeren op een eerlijke en faire manier behandeld.

E/D: Het is aangewezen dicht bij huis te werken. Er moeten dus jobs en ondernemingen in Brussel zijn. Het parkeerbeleid in Brussel-Hoofdstad is wel gunstig voor inwoners, maar veel minder voor bedrijven. Is dit te wijten aan het feit dat inwoners stemmen en bedrijven niet? B.G.: Het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan richt zich niet uitslui

tend tot de Brusselaar: ook tot de pendelaar, de handelaar, zijn klanten en de zelfstandige. Wij wensen de levenskwaliteit van de Brusselaar te verbeteren, de stad voor de pendelaar toegankelij ker te maken en Brussel voor iedereen commercieel aantrekkelij ker te maken. Wij willen ook iedereen ertoe aanzetten na te den ken over zijn keuzes qua mobiliteit. Daarmee wensen wij onder andere pendelaars aan te moedigen nog meer gebruik te maken van het openbaar vervoer – de cijfers tonen trouwens aan dat ze dit meer en meer doen. Ik besef echter heel goed dat dit niet al tijd mogelijk is, onder andere voor mensen die 's nachts werken. Daarom hebben wij vrijstellingskaarten voorzien om parkeren op de openbare weg toe te laten. Zulke kaarten zijn ook bestemd

Brigitte Grouwels

voor handelaars, loodgieters, elektriciens en verzorgers. Dit werd in overleg met de economische actoren beslist en zal in de 19 ge meenten voor iedereen op dezelfde manier worden toegepast. Vandaag bestaan er nog plaatsen waar de reglementering gun stiger is dan elders.

E/D: De meer dan 10 jaar vertraging die het GEN-project heeft opgelopen, is schandalig maar was te verwachten, spijtig genoeg. Dit maakt de vertraging in de keuze en de aanleg van ontradingsparkeerplaatsen des te betreurenswaardiger. Hoe ver staan we met dit dossier? B.G.: Ik begrijp ten volle de frustratie over het uitblijven van het GEN. Ik heb helaas geen vat op dit dossier, dat op federaal niveau in het kader van het NMBS investeringsplan 2013-2025 wordt be heerd. Wat de ontradingsparkings betreft, is er echter vooruitgang ge boekt. Een werkgroep werd opgericht om samen met de Vlaamse overheid de verdere uitbreidingsmogelijkheden van deze par kings te bekijken. Zulke overstapparkings moeten tegelijk dicht bij aansluitingen met het openbaar vervoer worden aangelegd maar ook zo ver mogelijk in het Brusselse hinterland, om de over stap zo vroeg mogelijk te laten gebeuren. Voor de overstapmogelijkheden in de hoofdstad zelf wordt bin nenkort een marktoproep gelanceerd om de privésector aan te

Beci zetten tot de uitbreiding van deze parkings bij te dragen. Dit zou via PPS-formules (Publiek-Private Samenwerking) op 14 plaatsen moeten gebeuren. Momenteel bestaan er in de hoofdstad slechts ongeveer 2000 parkeerplaatsen van dit type. Ik hoop met behulp van PPS’en het aantal plaatsen flink uit te breiden. De financie ring van deze overstapparkings blijft een heikel punt. Ruimte is schaars in Brussel; er zou dus ondergronds of in de hoogte moeten worden gewerkt. Een ondergrondse parkeerplaats kost ongeveer € 30.000. Parkeerplaatsen op bovengrondse verdiepingen kos ten ongeveer € 20.000. We zitten al gauw aan miljoenen euro's. Brussel-Hoofdstad kan hiervoor niet alleen instaan. We doen dus een beroep op de privésector. Ik maak trouwens van de gelegen heid gebruik om er nog eens op te wijzen dat wij in de marge van ons beleidsplan hebben beslist de regels te versoepelen voor de aanleg van bewonersparkings bij nieuwbouw. Bovendien gaan we overtollige bedrijfsparkeerplaatsen activeren ten gunste van bewoners. En nog vóór de goedkeuring van het eerste gemeen telijke parkeeractieplan voorzien wij een gedetailleerde telling van de parkeerplaatsen en hun statuut, op de openbare weg en daarbuiten. Deze telling zal begin 2014 klaar zijn. Ten slotte zal het Gewestelijk Parkeeragentschap in overleg met de gemeenten en andere actoren een actieplan opmaken om bijkomende capa citeit te creëren in de buurten de bewonersparkings."

E/D: Het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan gaat in de goede richting maar stuit tegen de onaantastbare gemeentelijke autonomie. Hoe is het bijvoorbeeld te rechtvaardigen dat de gemeenten peperdure tarieven hanteren voor parkeergelegenheid op de plaatsen waar pendelaars naar het openbaar vervoer overstappen? Dit is de beste manier om die pendelaars aan te zetten met de wagen verder naar centrum Brussel door te rijden. B.G.:Voortaan zal het Gewest de spelregels van het parkeer

beleid in Brussel bepalen. De gemeenten maken dan nog wel steeds gemeentelijke parkeeractieplannen op, maar die moeten zich schikken naar de bepalingen van het geweste lijke parkeerbeleidsplan. De Brusselse regering zal trouwens de gemeentelijke plannen moeten goedkeuren. De regering zal dus voorstellen verwerpen die de verkeersdruk in het stadscentrum zouden doen stijgen. Het Gewest heeft voort aan het eerste en het laatste woord over het parkeerbeleid in Brussel. Dit is werkelijk een Copernicaanse omwenteling, vind ik. Interview door Jean Blavier

9

De reactie van Beci

I

s het nu echt nodig de 19 gemeentelijke parkeerbeleidsplannen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te harmoniseren? Absoluut, antwoordt BECI met klem! Dit is een onontkoombare voorwaarde voor een efficiënt beleid van de mobiliteit in Brussel. Helaas beperkte dit plan zich niet tot de harmonisering van de gemeentelijke parkeerbeleidsplannen. Het beoogt inderdaad ook “de progressieve rationalisering van de parkeerplaatsen” – kortom, hun afschaffing – op en buiten de openbare weg.

plan verloopt, want jaarlijks loopt het project een extra twee jaar vertraging op. De MIVB? Na een verbluffende stijging van het aantal individuele verplaatsingen in de jongste 10 jaar raakt het netwerk verzadigd en heeft het minstens 2 miljard financiering nodig. Meer voetgangers, fietsen, scooters en gedeelde auto's in het straatbeeld? Zeker een goed idee maar met de aangekondigde toename van de verplaatsingen zullen deze alternatieven slechts een deel van de oplossing kunnen brengen.

De gewestelijke analyse steunt op de redenering dat het onmogelijk is de vervoersmodi (met inbegrip van thermische individuele voertuigen) radicaal te veranderen zonder ook drastisch te snoeien in de beschikbaarheid van langdurige parkeergelegenheid. Dit parkeeraanbod wordt meestal beschreven als ‘wagenmagneten’ die ook de oorzaak zouden zijn van de verkeersoverlast die de regering nu wil gaan bestrijden. Mocht deze interpretatie correct zijn – wat BECI trouwens betwist – welke zijn dan de alternatieven?

Welk oordeel verdient dan de specifieke focus van de overheid op de auto? De maatregelen stapelen zich duizelingwekkend op. De vele mobiliteitsplannen schrikken de gebruikers van individuele voertuigen steeds meer af: BTW op de aankoop, belasting op de inverkeerstelling, jaarlijkse belasting met bonus/ malus, accijnzen, parkeertarieven, toekomstige snelwegvignet en kilometerheffing, belasting op de parkeerplaatsen, rekeningrijden, noem maar op…

Het GEN? Het moest er in 2012 zijn. Het zou nu zogezegd in 2025 operationeel worden! Tenminste als alles volgens

De verkeersoverlast en de kwaliteit van de lucht zijn de voorwendsels bij uitstek om de gebruiker van een voertuig om te toveren tot een gulle donor. Maar waar


Herinnert u zich IRIS II nog? Een oplossing?

gaat de winst naartoe? Jaarlijks worden ongeveer 15 miljard geïnd maar één enkel miljard wordt in het onderhoud van het wegennet geïnvesteerd! Waar gaat het overschot naartoe? In geen geval niet naar die zogezegde alternatieven waarmee diegenen die het echt nodig hebben, zich met de wagen zouden kunnen verplaatsen. In Brussel hebben trouwens 60% van de verplaatsingen niets te maken met de uitoefening van een beroep. De Regering is zeker niet vergeten dat het plan IRIS II, een algemeen mobiliteitsplan voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een aantal maatregelen voorziet. Daarbij horen inderdaad een gewestelijk parkeerbeleidsplan, maar ook een operationeel GEN, een herfinancierde MIVB, ontradings- en overstapparkings… Blijkbaar worden alleen de meest aantrekkelijke gedeelten van de plannen uitgevoerd. Op die manier gaat echter elke vorm van coherentie teloor.

Beci

Promotie van elektronische facturatie

Vanackere bij BECI en IZEO

V

ice-premier en Minister van Financiën Steven Vanackere leidde de eerste infosessie in van BECI en IZEO over de elektronische facturatie. In het kader van een informatie- en sensibilisatiecampagne die samen met de Dienst Administratieve Vereenvoudiging is opgezet, betuigt de minister hiermee zijn steun aan de inspanningen van de vele beroepsorganisaties om hun leden te begeleiden bij de invoering van dit nieuwe en sterk vereenvoudigde systeem. De wet van 17 december 2012 die Minister Vanackere samen met de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging liet goedkeuren plaatst de papieren facturen op gelijke voet met de


10

elektronische. Dit vermindert administratieve kosten van de ondernemingen en verbetert hun concurrentiepositie. In België worden de meeste facturen elektronisch opgemaakt, geboekt en betaald, maar op papier verwerkt. Dit is complex en duur voor ondernemingen. Het vergroot bovendien de kans op fouten bij de verwerking van de facturen. De strikte reglementering inzake facturatie bij ondernemingen gaf tot nog toe aanleiding tot onzekerheid over de wettelijkheid van elektronisch factureren. Dit woog op de bredere invoering hiervan. Volgens een aantal studies die in de privésector werden uitgevoerd, worden slechts enkele procenten van jaarlijks ongeveer 1 miljard facturen in België

ook elektronisch uitgewisseld. Er was bijgevolg nood aan een fiscale bewijsregelgeving die aangepast is aan de hedendaagse elektronische werkmethode. Deze nieuwe wet die ook een duurzamer ondernemerschap beoogt, kadert in de uitvoering van een richtlijn van de Europese Commissie die wil dat elektronische facturering tegen 2020 de meest gangbare factureringsmethode in Europa wordt.

Elektronische facturatie vereenvoudigd

D

e mogelijkheid om elektronisch te factureren bestaat in België reeds sedert 2004 met de inwerkingtreding van de Wet van 28.01.2004 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde1. Niettegenstaande de evidente voordelen van de elektronische factuur, wordt op heden slechts 1% van alle facturen in België2 en 5% van alle facturen tussen bedrijven in Europa3 op elektronische wijze uitgewisseld. Om ondernemingen toe te laten massaal de overstap naar elektronische facturatie te maken, heeft de Europese wetgever in 2010 getracht de regels terzake te moderniseren en te harmoniseren door Richtlijn 2010/45/EU van 13.07.20104, dewelke in de Belgische rechtsorde werd omgezet door de Wet van 17.12.2012 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde5. Sedert de inwerkingtreding van deze wet op 01.01.2013, is elektronisch factureren in België een stuk eenvoudiger.

De elektronische factuur wordt sedertdien gelijk behandeld met de papieren versie. Strenge technische vereisten voor het gebruik van een elektronische factuur, zoals elektronische handtekeningen of de elektronische uitwisseling van gegevens (‘Electronic Data Interchange’ – EDI), behoren definitief tot het verleden. De authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid van de factuur moeten nog steeds worden gewaarborgd vanaf het tijdstip van uitreiking tot op het einde van de bewaringstermijn, maar ondernemingen mogen voortaan zelf beslissen op welke manier ze deze drie voorwaarden vervullen. Gestructureerde berichten in XML, FINVOICE of PDF die worden uitgereikt en ontvangen in een elektronische vorm, zoals in een e-mail met bijlage of door het downloaden van een website, behoren alvast tot de mogelijkheden. Mits de online toegang wordt gewaarborgd, is het de belastingplichtige nu ook toegestaan elektronische facturen buiten

het Belgische grondgebied te bewaren. Dit kan interessant zijn in het kader van moderne technologische toepassingen zoals cloud-computing. Goed nieuws dus voor Belgische ondernemingen, die voortaan kunnen kiezen voor een op maat gemaakte elektronische facturatiemethode. Niettemin blijft het gebruik van een elektronische factuur slechts toegestaan mits de aanvaarding ervan – uitdrukkelijk of stilzwijgend – door de afnemer. Dit blijft dan ook een nadeel van de elektronische factuur ten opzichte van de papieren factuur. Met de nieuwe regelgeving heeft de wetgever gepoogd de elektronische facturatie aantrekkelijker te maken voor ondernemingen met het oog op een verhoogd concurrentievermogen. De tijd zal uitwijzen of ondernemingen in België, in het bijzonder de KMO’s, in deze wetswijzigingen voldoende incentive vinden om effectief over te schakelen op de elektronische factuur en of de Belgische consument deze ook zal aanvaarden.

1 Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 10.02.2004, in werking getreden op 01.01.2004. 2 Zie http://www.e-invoice-gateway.net/knowledgebase/countryrelated/compare?country1=10&country2=10. 3 Europese Commissie, “Voordelen van elektronische facturering voor Europa benutten”, COM(2010)712, 02.12.2010. 4E uropese Richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13.07.2010 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschap pelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft (PB L 189 van 22.07.2010). 5 Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 21.12.2012.

Beci

Overheid brengt ingenieursbureaus in financiële problemen

Wanbetaler

Ingenieurs- en adviesbureaus in België moeten gemiddeld tot 200 dagen na de dienstverlening wachten vooraleer de overheid hun facturen effectief betaalt. Deze enorme betalingsachterstand hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van vele ingenieursbureaus.

D

e federale, regionale en lokale overheden zijn trage betalers en dat hebben de Belgische advies- en ingenieursbureaus geweten. Ons onderzoek toont aan dat bedrijven soms tot meer dan een jaar moeten wachten vooraleer ze betaald worden voor bewezen diensten. En uitschieters van 2 tot 3 jaar zijn hierbij geen uitzondering. Vanzelfsprekend heeft dit een grote impact op de ‘kasstroom’ van de ingenieursbureaus en bijgevolg ook op hun beleid: het verschuldigde geld blijft uit, maar alle vaste kosten zoals personeel, verzekeringen, belastingen, leveranciers en dergelijke meer moeten wel op tijd betaald worden.

Lenen om te overleven

Procedure goedkeuring in schemerzone

Het nonchalante betaalgedrag van de overheid schuilt in het feit dat de dienstverlening – soms verspreid over verschillende jaren – meestal meerdere fasen beslaat, waarbij voor iedere fase een aparte betalingsschijf voorzien is. Elke fase heeft bovendien een uitdrukkelijke goedkeuring nodig vooraleer de volgende van start kan gaan. Pas na die goedkeuring door de betrokken overheid van de desbetreffende fase van de studie, kan een factuur opgemaakt worden. De termijnen voor goedkeuring zijn niet bepaald en evenmin bij wet vastgelegd, waardoor de tijdspanne varieert van 3 maand tot 1 jaar zonder dat er enige formele afkeuring of gegronde opmerkingen komen. In de praktijk hangt de termijn dus af van de welwillendheid van de overheden en vertaalt deze onduidelijkheid zich in een uitstel van betaling. Dat daarnaast in eenzelfde overheidsopdracht vaak verschillende bureaus en verschillende instanties betrokken zijn, maakt het overzicht er al helemaal niet eenvoudiger op.

Mislopen van inkomsten

Inzake de vorderingsstaten voor aannemers heeft de wetgever weliswaar een maximum periode van 60 dagen voorzien waarin zowel de goedkeurings-, de facturatie-, als de betalingstermijn vervat zitten. Voor studies bestaat deze alomvattende maximumtermijn echter (nog) niet.


Op lange termijn is deze situatie onhoudbaar en vele bureaus zien zich genoodzaakt financiële reserves aan te spreken of erger zelfs, kredieten af te sluiten met banken om hun dagelijkse werking te kunnen blijven garanderen. Van investeringen of verdere ontwikkeling is dus totaal geen sprake, laat staan het concurrentievermogen op peil houden. Het groeiende aantal achterstallige betalingen noopt talrijke bedrijven tot strenge besparingen en het ‘rekken’ van hun eigen betalingen. Door de bedreigde levensvatbaarheid van ingenieursbureaus komen bovendien ook hun leveranciers onder almaar meer druk te staan. De financiële problemen zetten zich namelijk in een dominobeweging door naar de rest van de sector, die gezien het huidige barre economische klimaat het sowieso al hard te verduren krijgt.

Bernard Gilliot, Voorzitter van ORI

De wet voorziet bij diensten nochtans wel in een verplichting voor overheden, om binnen de 50 dagen een factuur te betalen. Overschrijden ze deze tijdslimiet zijn ze wettelijk verplicht verwijlinteresten te betalen. De schuldeiser hoeft dit zelfs niet eens te bewijzen met een zogenaamde ‘ingebrekestelling’; de procedure start automatisch van rechtswege. Wederom blijkt de praktijk echter anders dan de theorie: vooral de gemeentelijke besturen laten na om deze bijkomende schulden af te lossen en de wet na te leven. Voor het behoud van een goede klantenrelatie verzuimen de meeste ingenieursbureaus op hun beurt - ten onrechte - dit aan hun klanten te vragen en mislopen ze dus inkomsten, uit vrees dat hen op termijn nieuwe potentiële opdrachten ontzegd zouden worden.

Nood aan politieke moed

Enkel een heldere wettelijk bekrachtigde omschrijving van de maximale goedkeurings- en betalingstermijn, en het daadwerkelijk respecteren van die vastgelegde termijnen, bieden de oplossing in deze heikele kwestie. Het vraagt echter enige politieke moed om dit in een legaal kader te gieten, maar enkel zo kan deze fundamenteel belangrijke sector opnieuw de nodige ademruimte krijgen. Dit zal op lange termijn, niet alleen de professionele ontwikkeling en vooruitgang van de branche ten goede komen, maar ook de Belgische economie in het algemeen zal hiervan de vruchten plukken. Bernard Gilliot, Voorzitter van ORI

Beci

Een actie van BECI ten gunste van de Brusselse ondernemingen

Water en overheidsopdrachten

Een programma ontwikkelen om bedrijven die in Brussel actief zijn een betere toegang te verschaffen tot overheidsopdrachten in de sector van de watervoorziening: dit is het project dat BECI heeft uitgewerkt in het

raam van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, een initiatief van de Brusselse regering om via een aantal

acties het milieubeleid te bevorderen en tegelijk bij te dragen tot een ruimere tewerkstelling van Brusselaars.

V


12

olgens deskundigen zou tussen 15 en 20% van het Belgisch BBP direct of indirect van overheidsopdrachten afhangen. Zelfs als we dit tot Brussel beperken, blijft het potentieel voor de lokaal gevestigde bedrijven aanzienlijk. Te weinig ondernemingen trachten echter deze opdrachten te behalen. “De administratieve procedures zijn vaak zeer ingewik keld”, verklaart Xavier Dehan, coördinator van het Kenniscentrum bij BECI. “Ze moeten zeer nauwgezet worden gevolgd. Ook aan andere, vaak milieugebonden voorwaarden moet worden voldaan om toegang te krijgen tot deze overheidsopdrachten. Zoiets kan niet iedereen aan en sommige ondernemers heb ben trouwens nooit overwogen op zulke aanbestedingen in te gaan.” Dit geldt bijzonder in de watersector, die voor Brusselaars nochtans een flinke bron van tewerkstelling zou kunnen zijn, rekening houdend met een investering van 1,5 miljard over 20 jaar voor de vernieuwing van slechts een derde van de riolen in de hoofdstad. “In deze context heeft BECI met de steun van het Brusselse Gewest en in het raam van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, een project uitgewerkt om lokale bedrijven gevoelig te maken voor de verschillende perspectie ven en mogelijkheden die zulke opdrachten bieden”, zegt onze gesprekspartner. “Het is duidelijk de bedoeling de toegang van lokale bedrijven tot deze opdrachten te vergemakkelijken, met de hoop dat ze Brusselaars zullen tewerkstellen als ze extra arbeidskrachten nodig hebben.”

Een permanente uitwisseling tussen BECI en de aanbestedende machten

Nieuw is de oprichting van een permanente werkgroep tussen BECI en de aanbestedende machten om de toegang tot de opdrachten mogelijk te maken volgens de Europese mededingingsregels. Bovendien zullen zes seminars van twee uur over een periode van 18 maanden (tussen januari 2013 en juni 2014) worden georganiseerd rond de verschillende thema's die elke onderneming onder de knie moet hebben om Brusselse overheidsopdrachten in de sector van het water in de wacht te slepen: de beginselen en de werking van overheidsopdrachten, de milieubepalingen in deze opdrachten en

dan nog verschillende aspecten van riolering, grondvervuiling, waterzuiveringsstations enz. Dit is in feite al de tweede actie die BECI onderneemt om de toegang tot overheidsopdrachten voor Brusselse bedrijven te vergemakkelijken. De Kamer van Koophandel en Industrie van Brussel zal het daar niet bij houden. Ze is namelijk van plan dit type actie in meerdere andere sectoren te organiseren: afvalbeleid, maar ook politie, ziekenhuizen of openbare werken. “Het model functioneert vlot en heeft zijn degelijkheid al bewezen. We moeten onze inspanningen dus verderzetten om het systeem in stand houden”, besluit Xavier Dehan. Hadrien Bonney

Enkele datums op het programma: 21 maart: Overheidsopdrachten voor dummies; een praktijkgeval in de sector van de watervoorziening. 23 mei: Milieuclausules in overheidsopdrachten, beste praktijken. 2de semester 2013: 1,5 miljard over 20 jaar voor de vernieuwing van de Brusselse riolen.

2de semester 2013: Uitbreiding van het waterzuiveringsstation Zuid – 50 miljoen mogelijkheden. 1ste semester 2014: Vervuilde gronden, behandeling van slib: de opdrachten en de financieringsbronnen. 1ste semester 2014: Nieuwe mogelijkheden met water op openbare plaatsen.

Beci

Freddy Thielemans

Freddy

W

aarschijnlijk is geen enkele burgemeester in België representatiever voor zijn gemeente is dan Freddy Thielemans. Deze geboren en getogen Brusselaar concentreert alle trekjes van zijn stad: goedhartigheid, een spontane vrolijkheid en een gevoel voor gezelligheid waarvan de vriendelijkste van de zuiderlingen nog iets zou kunnen leren. En dan is er nog deze verbluffende natuurlijkheid tot in zijn voornaam, waardoor de man zijn ambt meer dan waard is onder het schitterend goud van het meest prestigieuze stadhuis ter wereld. De burgemeester heeft echter weinig in gemeen met de figuur van de typische vaudeville-Brusselaar zoals bepaalde kleinsteedse Belgen of de Théâtre des Galeries zich hem inbeelden. Integendeel: Thielemans is een handige onderhandelaar met gevoel voor compromissen. Hij is een doorgewinterde diplomaat. Hij combineert deze vaardigheden met een scherp verstand en een uitgekiende woordkeuze. Met deze troeven vond hij de weg naar de meest beroemde gemeente van het koninkrijk. En kon hij zich daar handhaven. Een kennismaking

met een populaire leider, maar dan in de edelste zin van dit begrip.

E/D: U bent ooit nog leraar geweest; laten we dus bij het onderwijs beginnen. Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de vorming in de Brusselse scholen? FT: Dit is meteen een delicate vraag. Zelf stel ik helaas vast dat het taalonderwijs problematisch blijft in Brussel, niet alleen voor nieuwkomers of hun kinderen, maar ook voor kansarme kinderen in bepaalde buurten. Graag had ik programma's ont wikkeld om deze personen een jaar lang te verplichten een van onze nationale ta len aan te leren en zo een werkelijke inte gratie op gang te brengen dankzij een pe dagogische aanpak die veel speelser zou worden opgevat dan het klassieke onder wijs. In het raam van de huidige Federa tie Wallonië-Brussel is het spijtig genoeg niet mogelijk een gelijkaardig proces op gang te brengen. Bovendien moeten wij nu dringend samen gaan nadenken over de toekomst van het technisch en het be roepsonderwijs, twee studierichtingen die

hoogwaardige en nuttige opleidingen aanbieden maar vaak als tweederangs onderwijs worden beschouwd, terwijl ze van essentieel belang zijn voor de goede werking van onze samenleving. Het is daarom belangrijk dat politici, het onder wijs maar ook de bedrijfswereld samen het imago van deze opleidingen gaan op krikken, opdat de betrokken jongeren op nieuw over hun beroep trots zouden kun nen zijn. Er zit volgens mij veel potentieel in de Centra voor Alternerende Opleiding en Onderwijs (CAOO), waarbij de studen ten twee dagen per week les volgen en de andere drie dagen bij een ondernemer worden tewerkgesteld. Jongeren uit dit type scholen vinden meestal onmiddel lijk werk en kunnen later zelfs voor eigen rekening beginnen.

E/D: Op de huidige Brusselse arbeidsmarkt verdiept echter de kloof tussen de werkzoekenden en het tewerkstellingsaanbod van de bedrijven. FT: Dat klopt, maar de schuld hiervan ligt niet uitsluitend bij de overheidsinstellin


13

Beci


14

gen. Ook de ondernemingen dragen hier een deel van de verantwoordelijkheid. Naast het financiële succes van de onder nemer moet het bedrijf ook beseffen dat het een sociale rol speelt: aan een aantal personen voldoende middelen geven om zich in de samenleving te integreren. Ik ben de mening toegedaan dat de bezui nigingen die een aantal Europese rege ringen opleggen, nonsens zijn omdat ze de markt de grond inboren en zeker niet stimuleren. Ik geef de voorkeur aan een aanpak à la Keynes, waarbij de Staat of een andere overheidsinstantie zich het recht voorbehoudt om tussen te komen wanneer de economische groei en de te werkstelling dit vereisen. De Stad Brussel voert bijvoorbeeld een actief beleid om laaggekwalificeerde jon geren van onze buurten aan een baan te helpen, onder andere in de dienst van de parkeermeters, bij het onderhoud van de groenvoorzieningen of in de reinigings diensten. Wij hebben ook een preventie dienst opgericht die personen uit de be trokken buurten tewerkstelt. Wij stellen uiteraard vast dat deze maat regelen nog niet ver genoeg gaan. Toch proberen wij zoveel mogelijk mensen op te leiden om hen te helpen aan een baan te geraken – en dus ook een waardigheid te verwerven, wat bijzonder belangrijk is. Dit proces kunnen we niet eindeloos ver derzetten en precies om die reden moet ook de privésector hier een rol spelen.

E/D: Het toerisme biedt heel wat tewerkstelling aan lager gekwalificeerde personen. Is het daarom dat u deze sector blijkbaar bijzonder wil stimuleren, zoals blijkt uit het grote aantal evenementen die in Brussel worden georganiseerd? FT: Het is een van de middelen voor een

economisch herstel: het toerisme zorgt voor nieuwe banen maar heeft ook een enorme impact op de horecasector, die zelf heel wat tewerkstelling creëert. Dit is eerder een gewestelijke bevoegdheid, maar het is wel zo dat wij ons toeristisch beleid via evenementen voeren zoals Brussel-Bad, Winter Pret, het Brussels Summer Festival enz. Wij hebben ons ei gen toeristisch beleid, dat voornamelijk het toeristisch aanbod tracht uit te brei den. In dit opzicht vult het dus het beleid van het Brusselse Gewest aan. Dit is geen vorm van concurrentie; alleen moeten wij bepaalde keuzes maken omdat we in staat zijn evenementen te verkopen die

andere gemeenten niet kunnen organi seren.

Vergeleken met andere is de Stad Brussel dus een gemeente apart, waar de sociale en economische uitdagingen zwaarder doorwegen dan elders. Het is in elk geval de stad waar dingen gebeuren en ik blijf ervan overtuigd dat wij nog steeds een van de motoren van de Belgische economie zijn, al willen som migen dat nog niet toegeven. Strombeek in het noorden en Charleroi in het zuiden profiteren beide van het imago van Brus sel en van zijn economisch dynamisme. In de Verenigde Staten kent iedereen Brussel, maar weinig mensen weten dat het de hoofdstad van België is. Vlaande ren heeft er dus geen enkele baat bij zich van Brussel af te zonderen, of het wordt een soort tweede Liechtenstein.

Nu we toch de communautaire moeilijkheden aankaarten, wat denkt u van de houding van de andere twee Gewesten ten aanzien van Brussel? Bart de Wever bekritiseerde onlangs het project van een Brusselse Metropool. Ook de Walen zijn soms niet mee. De heer de Wever zal vroeg of laat moe

ten inzien dat de Brusselse metropool een onomkeerbaar proces is. Door zijn houding bewijst hij dat hij Brussel niet goed kent en de betekenis van steden niet inziet. Misschien weigert hij de betekenis van Brussel te kennen. Zal hij de uitbrei ding van Antwerpen toelaten als hij zich verzet tegen de verdere ontwikkeling van de hoofdstad? We moeten ons hier prag matisch opstellen. De houding van de burgemeester van Waterloo, die voordeel probeert te halen uit de nabijheid van Brussel, getuigt m.i. van gezond verstand.

Wat betreft de twist rond de ontradingsparkeergelegenheden, welke regio moet hiervoor de verantwoordelijkheid opnemen?

U moet wel beseffen dat het parkeeraan bod in Brussel veel omvangrijker is dan wat op het eerste gezicht blijkt. Er zijn weliswaar moeilijkheden in specifieke buurten zoals de Twee Poorten. Brussel kan onmogelijk alleen de financiële last dragen van het aanzienlijk dagelijks pen delverkeer. Ik vind dat de aangrenzende gewesten ons moeten helpen met infra structuren voor hun bewoners.

En wat is de situatie met de bedrijfswereld? Vele bedrijfsleiders klagen steen en been omdat be-

Beci

De verkeersproblemen in de stad kun nen voor bepaalde vormen van handel levensgevaarlijk zijn, dat geef ik toe. We zijn ervan overtuigd dat de conversie van grote pleinen in voetgangersgebieden heel wat voordelen zou inhouden voor lokale handelaars, zoals dit trouwens ook blijkt in Madrid, Wenen, Londen, Barcelo na of Parijs. Dit belet nochtans niet dat er doorgangszones voor het openbaar ver voer en voor voertuigen worden behou den, maar dan wel met een strenge snel heidsbegrenzing. Zulke maatregelen zijn niet gericht tegen het autoverkeer, maar als de verkeersdichtheid in Brussel blijft toenemen, zal er op een bepaald moment gewoon weg niet meer voldoende plaats en parkeergelegenheid zijn om al deze voertuigen in de stad toe te laten. Alle grote metropolen zijn tot dezelfde conclu sies gekomen en werken vandaag aan de aanleg van voetgangersgebieden. Nu, wat betreft bedrijfsparkeerplaatsen, die ondernemingen moeten beslissen wat ze hiermee aanpakken. Het is ech ter ook een van de redenen waarom wij

voorstander zijn van de aanleg van een GEN en van de snelle uitbreiding van het openbaar vervoer.

Ondernemers hebben soms de indruk dat er onder beleidsmensen een ware kakofonie heerst.

Het is geen indruk, wel de werkelijkheid. Neem nu het voorbeeld van het Ter Ka merenbos. Ik heb dit domein nooit volle dig voor het verkeer willen afsluiten. Wel zou ik graag de configuratie ervan willen herzien om er een waar ontspanningsge bied voor Brusselaars van te maken. Na overleg met de aangrenzende gemeenten is echter gebleken dat een dergelijke ver andering vanuit hun standpunt te veel hinder zou veroorzaken. We hebben dus beslist samen na te denken over andere middelen om de recreatiefunctie van het Bos te versterken, voor het welzijn van alle burgers. Het lijkt wel erg op een kako fonie, maar die heeft geleid tot een beslis sing waar iedereen zich goed bij voelt.

In oktober 2012 hebt u een opvallende uitspraak gedaan in verband met geboortebeperking om de explosieve demografische groei in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest af te remmen. Nadien hebt u deze uitspraak wat verder toegelicht: “Het is mijn taak na te denken over de beste manier om de snelle demografische groei te beheren door opvoeding, huisvesting, de toegankelijkheid van gezondheidszorg, de

steun aan ouderschap enzovoorts.” Hoe kunt u zoiets gaan beheren?

Eerst en vooral denk ik dat de snelle de mografische groei eigen is aan alle grote steden. De provincie Luxemburg uit gezonderd, ligt de bevolkingsdichtheid enorm hoog in gans het land. Campagnes voeren over de demografie zou dus aan gewezen zijn, echter zonder de individuele vrijheid aan te tasten. Voor de grote steden bestaat de uitda ging erin zich creatief op te stellen en zich aan te passen door een uitbreiding van openbare diensten zoals scholen, crèches, ziekenhuizen enzovoorts. In de stad Brus sel hebben wij op dit vlak al enorm veel verwezenlijkt (bouw van 1200 woningen, 1000 nieuwe plaatsen in crèches, in kleu terscholen en in het lager onderwijs en zelfs de bouw van een nieuwe school voor middelbaar onderwijs). De opvoeding en de tewerkstelling moe ten natuurlijk vlot functioneren om onze medeburgers een fatsoenlijke levensstan daard te bieden. Vandaar het overleg dat wij met vertegenwoordigers van BECI kunnen hebben om te weten of de indu strie en de handel echt hun rol opnemen. Mensen moeten rijker en beter opgevoed zijn om voldoende comfort en welzijn te genieten. Als ik echter ga bezuinigen, ver minderen de mogelijkheden voor opvoe ding en uitgaven – en dus ook voor het onderwijs. We zitten in een vicieuze cirkel.

Een andere vicieuze cirkel is het zwartwerk, waarvan wij de indruk hebben dat het permanent in Brussel toeneemt. Wat bent u van plan om dit te bestrijden?

Dit is voornamelijk de verantwoordelijk heid van de federale regering maar wij nemen vanzelfsprekend ook deel aan de strijd tegen zwartwerk, onder andere door specifieke controles aan te vragen wanneer wij fraude vermoeden. Ook hier is een open debat vereist om de werkelijk heid op het terrein correct in te schatten. Als het inderdaad zo is dat de fiscale druk in bepaalde sectoren te zwaar doorweegt om werknemers werkelijk voltijds te be talen, dan moeten wij samenkomen om hierover te overleggen en aan de hand van cijfergegevens concrete en doeltref fende oplossingen uit te werken. Des te meer dat zwartwerk de werking van de solidariteit, het onderwijs, de openbare veiligheid e.d. in het gedrang brengt. Interview: Didier Dekeyser en Hadrien Bonney


paalde begeerde profielen terugschrikken voor de mobiliteitsproblemen in Brussel. Bovendien worden er binnenkort, naar aanleiding van de voorstellen van Minister Huytebroeck, parkeerplaatsen van ondernemingen afgeschaft. En dan zijn er nog de kleine handelaars, die minder klanten over de vloer krijgen en dus ook hun omzet zien dalen.

8.34u EMMA, KIM, MARK & MARIA openen allemaal het PowerPoint-bestand + EMMA past eerste slide aan op de trein + KIM bewerkt grafiek met de nieuwe kleuren van de klant + MARK roept iedereen samen op de chat om alle aanpassingen af te ronden + MARIA oefent met het team via videoconferentie + EMMA deelt finaal document in de cloud voor de call van 9 uur 8.42u

100% gesynchroniseerd

JE VOLLEDIGE WERKPLEK IN DE CLOUD Videoconferenties in HD / E-mail op bedrijfsniveau / Eenvoudiger IT-beheer / Chatten met je collega’s / Overal toegang tot je documenten / Je volledige Office Ontdek hoe je anders kan werken met Office 365 op Office365.be Scan de tag en ontdek wat Office 365 nog meer kan. Download de gratis scannerapp op http://gettag.mobi

Je hebt WiFi, een internetverbinding of een mobiel dataplan nodig om de tag te scannen (er kunnen kosten aangerekend worden). Een HD-ondersteunend toestel is vereist.

Dossier Marketing en B2B Debat: welke evolutie voor reclame?

Op weg naar de marketingmix Welke richting gaat de publiciteit uit? Wordt ze hyperpersoonlijk, digitaal en mét geolocalisering? Welke toekomst staat de reclamebureaus te wachten? Hoe kan een adverteerder vandaag zijn doelgroep bereiken?

Op dit type vragen kregen we de antwoorden van Didier Legros (PR consultant), Mireille Gardiolo (Bestuurslid van MCEI), Olivier de Decker (beconnect), Vincent Delmotte (Hi-media) en André Dusausoy (Lielens & Partners) tijdens een debat dat op 14 februari bij BECI plaatsvond. Een samenvatting.

Olivier de Decker: We moeten opnieuw van de consument ver

trekken, geloof ik. Op zich heeft de vraag waar de reclamewereld naartoe gaat, weinig zin. Laten we ons eerder afvragen waar de doelgroep zit. Met de nieuwe technologieën, en dan voornamelijk internet, krijgen we toegang tot bepaalde gegevens van de klant, voor zover hij bereid is ze bekend te maken. Deze data kunnen we dan inzetten om te communiceren. Vroeger werkten we in een eenrichtingsschema waarin de adverteerder een bepaalde publi citaire boodschap naar de consument uitstuurde. De verbruiker was toen bijna verplicht daar kennis van te nemen. Vandaag ervaart de consument reclame als vervelend en storend als ze niet aan een aantal criteria beantwoordt. Een merk moet dus inhoud ontwerpen die via verscheidene platformen kan worden verspreid, om op te vallen en tegelijk als minder indringend te worden aangevoeld. Ik geloof dat we in de richting van een meer persoonlijke vorm van publiciteit evolueren.

Vincent Delmotte: Daar ben ik het volledig mee eens. Bij som

mige leeftijdscategorieën – en ik denk dan voornamelijk aan de jongeren – moeten we andere verspreidingskanalen aanwenden en nieuwe media zoals YouTube, Dailymotion, Facebook enz. gaan inroepen. We dienen deze nieuwe technologieën te benut ten om ‘heelkundig’ te gaan communiceren: de boodschap in functie van de doelgroep, voor een betere communicatie tussen adverteerder en consument.

André Dusausoy: In de afge

Olivier de Decker

lopen jaren is de techniek enorm geëvolueerd. Vroeger moest de boodschap een maximum aan tal mensen bereiken; vandaag moeten we eerder op een be paalde doelgroep focussen. In 40 jaar tijd zijn we overgestapt van een ‘One to many’ aanpak naar een ‘One to one’. Vandaag

zijn het de consumenten die mer ken doen ontstaan, ontwikkelen, een imago geven of vernietigen. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, moet een goede mix worden gevonden tussen een brede dekking en een selectieve benadering. We moeten meer dere raakpunten met de consu ment vinden om de impact van Vincent Delmotte een campagne op de complemen tariteit van boodschappen en middelen te bouwen. Ik ben dus geen voorstander van een ‘super heelkundige’ communicatie. Voor warenhuizen en retailers in het algemeen zie ik niet met een een alternatief voor de goeie ouwe reclamefolder die in de brievenbus bepaalde basisproducten zoals voeding aanprijst. Ten slotte zijn alle communicatiemiddelen bijzonder complementair. Ze vullen elkaar aan. Bepaalde investeringen verschuiven dus wel naar digitale communicatie, maar dit betekent in geen geval het einde van publiciteit op televisie, in de pers, op de radio, in de post enzovoort.

Olivier de Decker: In marketing kan helaas nog niet alles wor den gemeten en communicatie zal altijd op de business moeten worden afgestemd. De nieuwe media zijn echter interessant om de directe impact van een campagne op het publiek te meten.

E/D: Mogen we dus stellen dat de marketingafdeling meer dan ooit vitaal is voor een bedrijf dat efficiënt wil communiceren? Olivier de Decker: Ja, want de marketing van de toekomst zal

vooral op de creatie van inhoud focussen. Vandaag bestaat er het trendy concept van ‘content curation’: het opzoeken, groeperen, selecteren van inhoud met betrekking tot een bepaald thema en de verspreiding daarvan langs verschillende platformen om een maximum aantal nuttige boodschappen aan de verscheidene doelgroepen te richten. Hier wordt marketing een complexe aangelegenheid, want al die platformen werken volgens hun specifieke eigenheden.

Didier Legros: De consument is een bewegend doelwit; adver


Entreprendre/Dynamiek: De media zijn op vrij korte termijn enorm gediversifieerd en geëvolueerd zodat ondernemers en andere bedrijfsleiders zich nu afvragen waar en op welke manier ze nog aan reclame moeten doen. Wat antwoordt u hierop?

Dossier Marketing en B2B teerders hebben dus fuzzy logics nodig om hem te vatten.

Mireille Gardiolo: In feite is

Mireille Gardiolo

de consument de drager van de boodschap geworden. Inhoud moet nu worden aangemaakt om commentaar uit te lokken en zodoende meer zichtbaarheid aan het merk te geven. Iedereen wordt eigenlijk ambassadeur van het merk.

André Dusausoy: Vaak vergelijk ik ons beroep met dat van

een architect of een bouwadviseur. Met het bouwmateriaal kan je zoveel kanten uit dat de eindgebruiker per slot van rekening advies nodig heeft. Publiciteitsagentschappen richten zich dus tot deskundigen die alle media kennen en die klanten begeleiden bij de creatie van inhoud.

E/D: Zijn de nieuwe marketingtechnieken bruikbaar voor het communicatiebeleid van kleine ondernemingen die vandaag misschien niet over de nodige budgetten beschikken?


16

Olivier de Decker: Internet is een fantastisch hulpmiddel

voor buurthandelaars. Het vergt weinig middelen en toch kan hiermee zeer gemakkelijk worden gecommuniceerd, al was het maar om te laten weten dat men bestaat.

Vincent Delmotte: De slager om de hoek zal inderdaad niet

aan story telling beginnen, maar met de sociale netwerken communiceert hij vlot en verbetert hij voor weinig geld zijn zichtbaarheid.

André Dusausoy: Alle on

boodschappen per dag worden blootgesteld. Het is dus de bedoe ling in deze massa op te vallen dankzij creativiteit, de aandacht te vestigen en de aankoop aan te moedigen.

Olivier de Decker: Vandaag moeten we inhoud ontwikkelen

die beantwoordt aan de communicatiebehoeften van de merken en die de consumenten ook zin geven om het product te kopen en over het merk te praten. De merken hebben begrepen dat klanten niet langer van klassiek geformatteerde boodschappen houden. Ze gaan dus langs omwegen communiceren. Ook stellen we vast dat video en beeld meer impact hebben dan drukwerk omdat consumenten geen tijd meer hebben om te lezen. Daarom kennen de sociale netwerken zoveel succes: ze kunnen via een beeld heel gemakkelijk een boodschap overdragen.

André Dusausoy: We moeten

er voor opletten dat publiciteit niet te intellectueel wordt om dat jan-met-de-pet eigenlijk geen uitblinker is in het ont cijferen van publicitaire codes. Het is aangewezen terug naar eenvoudiger dingen te grijpen: de consument moet het merk en het doel van de campagne André Dusausoy onthouden, veel meer dan het creatief idee of de reclamespot. En dit geldt des te meer in Bel gië waar rentabiliteit moeilijk te verkrijgen is met een zodanig kleine bevolking, die bovendien in drie taalgemeenschappen is opgesplitst.

E/D: Gaan de Belgische reclamebureaus eerder voor creativiteit of voor bewezen oude praktijken? In onze media verschijnen weinig campagnes die echt opvallen.

dernemingen, ongeacht hun omvang, hebben publiciteit nodig. In crisistijden wordt die echter vaak als geldverspilling beschouwd omdat de onderne mers niet inzien welk voordeel ze er op korte termijn kunnen uithalen. Dan wordt er minder in imago en bekendheid geïnves Didier Legros teerd en meer in directe verkoop. Volgens mij is dit een verkeerde aanpak, want publiciteit is een kost die toegevoegde waarde oplevert. Evengoed als opleidingen, trouwens.

Olivier de Decker: Cultureel vertonen de Belgische marketeers

Vincent Delmotte: Dit is inderdaad een grove vergissing, want

staat, stelt veel in vraag en dat is op zich positief, want de besten zullen blijven en de knoeiers zijn tot verdwijning gedoemd.

zonder imago is er ook geen performantie meer. Ik ken onder nemingen die hun imago hebben verzuimd om performanter te werken en die drie jaar later failliet waren.

E/D: Hoe wek je nu de belangstelling van een consument die zeer veranderlijk is geworden en steeds meer publiciteitsbeelden moet verwerken? André Dusausoy: Volgens bepaalde studies zou de gemiddelde consument in een metropool onbewust aan vijf tot zesduizend

een zekere voorkeur voor de goede oude technieken die hun dege lijkheid hebben bewezen. We nemen in elk geval minder risico's dan onze buurlanden. Creatievelingen verlaten trouwens meer en meer België omdat ze hier onvoldoende vrijheid genieten en ook te weinig worden betaald. Creatieve mensen zijn echter de grondstof van reclamebureaus. Die moeten dus het uiter ste doen om talent in huis te houden want het is precies door vindingrijkheid en ideeën dat publiciteit boeiend blijft. Het is nu minder het geval dan in voorbije jaren omdat er in budget ten wordt gesnoeid. Nochtans bieden de nieuwe media zoveel mogelijkheden dat bureaus zich vroeg of laat zullen aanpassen.

André Dusausoy: De crisis die ons beroep momenteel door

Vincent Delmotte: Precies daarom beweren wij dat er in cri

sistijd moet worden gecommuniceerd om later op de frontlijn te staan wanneer de economie herleeft. Moeilijke tijden openen nieuwe uitzichten.

Didier Legros: Ondernemen en creëren blijven de sleutelwoor den.

Didier Dekeyser Hadrien Bonney

Dossier Marketing en B2B

Marketing in tijden van crisis Het is niet zo gemakkelijk om als ondernemer deze turbulente economische tijden zonder kleerscheuren door te komen. Bedrijven zetten zoveel mogelijk de tering naar de nering en besparen waar ze kunnen. Ook

het marketingbudget wordt zo in veel ondernemingen naar beneden bijgesteld. Nochtans is dat niet altijd

de beste strategie. Het is net in tijden van crisis dat slimme bedrijven extra investeren om straks, wanneer het weer wat beter gaat, versterkt uit de crisis te komen.

B

ij Carré Associates, een Brussels marketingbureau dat gespecialiseerd is in ‘shopper marketing’ (zie kader) ziet men de bui al een tijdje hangen. ‘Natuurlijk zullen bedrijven op alle manieren de beste koop proberen te zoeken’, zegt zaakvoerster Martine Vogel. ‘Kost blijft natuurlijk een belangrijk issue. Maar ze moeten ook realistisch zijn. Wan neer ze een gespecialiseerd probleem heb ben, zullen ze specialisten moeten raad plegen om hen te helpen. Als bedrijven bijvoorbeeld ambitieuze doelstellingen proberen te bereiken en ze merken dat het op hun eentje niet lukt, dan is het tijd om iemand te zoeken die hen bij kan staan. In zulke gevallen is het beter om daar voor te betalen, dan om het doel niet te bereiken.’


Ook onder klanten van Carré is de crisis, zoals overal, goed voelbaar. Wat raadt Martine Vogel hen aan om te doen? ‘Kijk, de consument houdt de vinger op de knip, dus de taart wordt altijd maar kleiner. De enige oplossing is dan om er voor te zorgen dat je een groter stuk van de taart

17

Martine Vogel, Carré Associates

GOMB Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Uw vastgoedpartner

U wilt uw professionele activiteiten in Brussel ontwikkelen? Wij zijn een van de belangrijkste vastgoedoperatoren in het Brussels gewest.

Wij bieden u oplossingen op maat

Wij begeleiden de ontwikkeling van uw bedrijf

• Kmo-parken • Gronden • Gebouwen

• Professioneel vastgoedadvies • Gratis toegang tot inventimmo.be, de inventaris van alle beschikbaar vastgoed

Samen voor uw Brussel! SDRB000151_Dynamiek_90_180_Nl_IC.indd 1

GOMB Gabrielle Petitstraat 6 • 1080 Brussel +32 2 422 51 51 [email protected] • www.gomb.be

7/08/12 15:55

Dossier Marketing en B2B krijgt. De klanten gaan zeker niet meer geld uitgeven, dus moet je er voor zorgen dat ze meer geld bij jou uitgeven en niet bij je concurrent. En dat kan alleen maar door als bedrijf nog efficiënter te zijn en nog beter je klanten aan te trekken. Niks doen, niet investeren en de crisis proberen ‘uit te zweten’ lijkt me geen goede optie. Dat wreekt zich op lange termijn.’

CRISIS = OPPORTUNITEIT

Door slim in te spelen op de moeilijke marktomstandigheden, wordt de crisis een opportuniteit, zegt Vogel. ‘Dit is een zeer goede kans om je als ondernemer te profileren en een beter antwoord te geven op de noden van je klant. Je kunt twee dingen doen: ofwel geef je betere prijzen,

dat is de voor de hand liggende oplossing. Ofwel geef je een betere kwaliteit en een betere service. Voor de eerste oplossing kan je terecht bij de prijsbrekers, bedrijven die er alles aan zullen doen om de prijs van hun producten of diensten zo laag mogelijk te houden. Voor de tweede oplos sing moet je bij specialisten zijn, bedrijven die op een kleinere nichemarkt mikken, op klanten die bereid zijn om voor goede producten en diensten ook meer te beta len. Ik denk trouwens dat de bedrijven die een beetje van die twee combineren het almaar moeilijker zullen krijgen en op den duur zelfs zullen verdwijnen. Die compartimentering merk je tegenwoordig heel goed: het is of spelen op prijs, of de shopping experience. Dat wil niet zeg

D U U R Z A A M B E D R I J V E N PA R K I N M A C H E L E N v o o r k m o ’s e n g r o t e o n d e r n e m i n g e n


18

gen dat je geen generalist mag zijn in je aanbod, maar je moet een keuze maken tussen die twee.’

AMAZON

Naast de zorgen om de crisis, staat de retailsector nog voor een enorme andere uitdaging. De concurrentie van het internet is nog maar pas begonnen, zegt Vogel. ‘Mensen kopen meer en meer via het internet. Als bedrijf heb je dus maar beter een strategie klaar om daar mee om te gaan en je toekomst voor te bereiden. De concurrentie zal moordend worden als bijvoorbeeld een internetreus als Ama zon, waar de meeste bedrijven nu nog niet veel last van hebben, gaat meespelen op onze markt. In België zijn vorig jaar zo wat 1.700 winkels verdwenen. OK, er zijn er ook ongeveer 1.400 terug bijgekomen, maar dat is nog altijd een nettoverlies van bijna 300. Voor een klein land als het onze, is dat enorm. Winkeliers zullen zich dus verder moeten professionaliseren. Dat is de enige manier om te overleven. Alleen de slimsten zullen daar ook in slagen.’ Marketing kan in die overlevingsstrategie een belangrijk rol spelen, zegt Vogel. Zolang het maar op een gestructureerde, strategische manier gebeurt. ‘Neem nu bijvoorbeeld al die ‘virale’ campagnes. Ik zie daar nog heel veel ‘opportuniteitsmar keting’ tussen zitten. Bedrijven doen het om dat andere bedrijven het doen, er is weinig strategische onderbouw en zo gaat er veel geld verloren. Het haalt meestal niet veel uit om daar wild in te vliegen en snel-snel een virale campagne op te zetten. Voor je je aan zoiets waagt stel je je maar beter een paar essentiële vragen: wat wil ik vertellen? Naar wie richt ik mij? En hoe kan ik dit zo efficiënt mogelijk doen. Alweer: hier is nog veel ruimte om te professionaliseren.’

www.brightpark.be

Frédéric Petitjean

Bedrijfsgebouwen op maat van 2.000 m2 tot 13.000 m2. KMO units van 185 m2 tot 1500 m2. Deze units worden casco opgeleverd en kunnen eventueel samengevoegd worden. Uitstekende ligging aan de Brusselse ring. Goede integratie met openbaar vervoer. Parkmanagement. Voor meer info:

n

"Eco www.brightpark.be revitalizing brownfields

!"

? Yes

crisis omic

Initiatie?

y 3 h 1 p 0 o 2 r i T e f l m o G 0 3 BECI ing

k Networ

!

reen g e h t on

Wedstrijd?

Schrijf in op

www.beci.be

Nood aan het advies van een externe consultant? U kan een subsidie krijgen die tot 50 % van de kosten van zijn interventie dekt! Steun voor advies en haalbaarheidsstudies voor zelfstandigen en KMO’s. Schakel naar een hogere versnelling. Kijk op www.brussel-economie-werk.be

Dossier Marketing en B2B HOW COOL BRANDS STAY HOT

Crush, on kife!

Een van de troeven van Joeri Van den Berghs bestseller? Hij herinnert er ons aan dat een correcte marketingaanpak niet zonder een degelijke voorafgaandelijke marktstudie kan. Ondernemers gaan meestal

problemen tegemoet als ze hun marketingstrategie gaan bouwen op de gebiedende verklaringen van een

of andere hippe goeroe, op een van de talloze wonderconcepten uit de Angelsaksische vakliteratuur, die zowel het beste als het ergste kan plegen, of nog op hun persoonlijke visie.

gelden in een wereld waar de meeste innovaties binnen enkele maanden worden gekopieerd), Emotioneel gelinkt met uw klanten (u moet dan hun uiteenlopende levensstijlen kunnen weergeven) en in staat om Gelukkige emoties te verwerken, micro-schuilplaatsen waar nog wat geluk te vinden is in deze genadeloze wereld. Wat dit laatste betreft, was er bijvoorbeeld de schitterende "Coke side of life" campagne die de consumenten eraan herinnert met gezond verstand te genieten van de zalige dingen in het leven (een ijskoude Coke, vanzelfsprekend). Deze eenvoudige boodschap en het positieve beeld dat erbij hoort, getuigen van de aanzienlijke marketing knowhow van het merk. Amerikaanse bedrijven hanteren veel grotere marketing budgetten dan wij, in Europa. En dat loont, zoals blijkt uit het commentaar van de Y Generation: talloze reacties die tegelijk bijzonder geloofwaardige aanbevelingen zijn. De boodschap is zodanig goed geïntegreerd dat elk teken van het merk onmiddellijk opvalt tussen de zesduizend boodschappen waarmee wij elk dagelijks worden geconfronteerd. Ook een bewijs dat een gediversifieerde en transversale mediacommunicatie een noodzaak blijft. Het boek van Joeri van den Bergh levert tal van andere voorbeelden en interessante positioneringen. Zo moest H&M zich absoluut gaan onderscheiden met een product dat overal, en ook op internet, verkrijgbaar is. Het merk is er meesterlijk in geslaagd een sterk DNA als ‘vriend’ te ontwerpen door in te spelen op authentieke prijzen (in lijn met de budgetten van de Y Generation) en op een duurzaam productiebeleid. Ook werd ervoor gekozen het logo onzichtbaar te maken, waardoor de kledingstukken kunnen worden gecombineerd met luxe artikels waarop het logo uiteraard duidelijk zichtbaar is. Het merk biedt bovendien de mogelijkheid om meteen van ‘look’ te veranderen als de klant zich in zijn kleren niet goed meer voelt. Ten slotte aanvaardt het merk dat de klant zich kan vergissen (alle kledingstukken kunnen worden teruggebracht als ze niet het gewenste effect opleveren). Voor een groot deel van de consumenten zijn succesmerken degene die echt partners van het dagelijkse leven zijn geworden. En hiermee is de cirkel rond: tientallen jaren lang hebben merken getracht antwoorden te bieden op behoeften. Vandaag zijn ze erin geslaagd zelf een behoefte te worden. Heeft uw merk op dat vlak nog een hele weg te gaan? Dan is het boek How cool brands stay hot voor u geschreven Didier Dekeyser


K

arikaturaal? Waarom zijn er dan zoveel ondernemingen die zich erbarmelijk op Facebook gaan uitstallen? Weten ze dan niet dat amper 1% van de Belgen tussen 15 en 25 jaar de pagina van een merk op dit netwerk als een betrouwbare bron van productinformatie beschouwen? Weinig productief is dat! Deze becijferde en gestaafde informatie resulteert van een wereldwijde enquête bij 4065 respondenten tussen 15 en 25 jaar. De studie werd gevoerd door InSites Consulting, het studiebureau waar Joeri Van den Bergh werkt. Een enquête moet nadien ook correct geïnterpreteerd worden. Kunnen we bijvoorbeeld beweren dat ondernemingen die passief op sociale netwerken aanwezig zijn, daar niet thuishoren? “Dat geloof ik niet”, antwoordt Joeri Van den Bergh. "Deze be drijven vergissen zich wanneer ze hun pagina's te commercieel opstellen in de overtuiging dat jongeren hun merken cool gaan vinden en dat ze de inhoud onmiddellijk zullen ‘liken’. Het wordt duidelijker wanneer dit in verband wordt gebracht met andere resultaten, zoals het grote belang dat aan de mening van vrien den en andere gebruikers over een product of een merk wordt gehecht. Dan pas begrijpt men dat sociale platformen slechts nuttige marketing tools worden als de merken ze gebruiken om een dialoog op gang te brengen. Bedrijven moeten de feedback en de gesprekken van verbruikers op hun bladzijden laten ver schijnen, NIET de bedrijfseigen inhoud. Het is het enige medium dat een dergelijk open en toegankelijke dialoog toestaat. Op deze troef moet u inspelen. Als uw boodschap de doelgroep overtuigt, zal de doelgroep over u spreken.” Waarde merk, als u dus cool wil blijven, wees dan wat hotter: How Cool Brands Stay Hot levert u een boeiende studie van het gedrag van de Y Generation en een strategische aanpak van deze belangrijke consumenten (ze zijn trouwens twee maal talrijker dan de X Generation en hebben veel meer invloed op het algemeen koopgedrag). Het boek bevat case studies (Red Bull, Smirnoff, PlayStation… al onze ondeugden!) en een aantal concrete checklists om marketingplannen en -campagnes uit te werken. Om een parcours uit te stippelen en een hedendaagse marketingaanpak te ontwerpen, biedt het boek het CRUSH model. Dat staat voor Coolness, Realness, Uniqueness, Self-identification with the brand en Happiness. Als u dus echt een ster wil worden, dan moet u Cool zijn (banken zijn dat bijvoorbeeld niet; het is nooit te laat maar er is werk aan de winkel…), Authentiek (en daarbij volstaat het niet om even uw verleden aan te kaarten of uw ambachtelijke manier van werken), Uniek (uw DNA laten

Dossier Marketing en B2B Digitale marketing

Sociale netwerken: hoe maakt u van de uitdaging een kans? De digitale revolutie en meer bepaald het groeiende belang van sociale netwerken roepen bij bedrijfsleiders heel wat vragen en zelfs een zekere vorm van angst op. Nochtans heeft bijna elke functie in een onderneming baat bij de toepassing van een digitale strategie.

I


22

n het voorwoord van zijn "Interactive Marketing Book" wijst IAB Belgium, de vereniging van de professionals in interactieve publiciteit, er terecht op dat e-marketing niet bestaat! De technologische dimensie waar de ‘e’ voor staat (zoals in e-business trouwens), is van secundair belang. Voor een bedrijfsleider is het essentieel dat de marketing op de gedragingen van de verbruikers afgestemd is en blijft. In dit opzicht brengt de snelle ontwikkeling van de sociale netwerken de leverancier er zijn klanten veel dichter bij elkaar. Volgens een studie die IAB eind januari publiceerde, zouden 69% van de Belgen lid zijn van een sociaal netwerk: 62% van de Belgische internetgebruikers zitten op Facebook, 19% op LinkedIn, 18% op Google+, 12% op Twitter en 8% op Netlog. Deze werkelijkheid mogen de ondernemingen niet meer negeren. Bijna de helft van de Belgische gebruikers van sociale netwerken (44%) volgt trouwens minstens één merk via deze netwerken. Gemiddeld volgen de Belgen 11,1 merken, waarvan 5 op een actieve manier, via het delen van informatie. De Belgische surfers doen dit ook om kortingen te genieten (62%) en om informatie te verkrijgen (61%). Volgens IAB zou de bewering dat sociale netwerken vooral dienen om gal te spuwen, niet gegrond zijn: minder dan 10% van het commentaar is negatief, terwijl meer dan de helft positief overkomt. "De interactie tussen consument en merk zal in het publicitair beleid van de toekomst van groot belang zijn. Dit betekent echter niet dat een merk dat op Facebook "liked" is, daarom automatisch goed zal verkopen. De sociale media vormen een belangrijk bestanddeel van de digitale publiciteitsstrategie, maar online publiciteit blijft het basiselement”, verklaart Patrick Marck, algemeen directeur van IAB Belgium. Het is dus niet de bedoeling een vorm van interactie te verkiezen boven een andere, maar een coherente aanpak uit te werken in het raam van de digitale strategie. Wat is bijvoorbeeld het nut van een actieve aanwezigheid op een Facebook of Twitter account als de website al maandenlang niet meer werd geüpdatet? Talrijke KMO’s investeren hopen geld in de ontwikkeling van een website maar verwaarlozen er nadien het onderhoud van. Of ze geven zich niet de moeite om de website voor de zoekmachines zichtbaar te maken.

Geldt voor alle afdelingen

Volgens IAB Belgium dienen alle afdelingen van de onderneming deel te nemen aan de ontwikkeling van een digitale strategie want ze hebben alle veel te winnen bij de sociale netwerken. De verkoopafdeling kan er bijvoorbeeld ‘leads’ opsporen dankzij goed gekozen sleutelwoorden. De marketing krijgt via die weg feedback op de impact van een publiciteitscampagne. De aankoopafdeling vindt er informatie over de geloofwaardigheid van eventuele leveranciers. En ten slotte kunnen communicatie en public relations op die manier het

Patrick Marck, Algemeen Directeur van IAB Belgium

imago van het bedrijf opvolgen. Comeos, de federatie die de handel en de diensten vertegenwoordigt, organiseerde onlangs voor haar leden een seminar rond het thema Marketing 3.0. Die 3.0 staan voor de drie trends waar 'marketers' voortaan rekening moeten mee houden: ◗ de samenwerking: het web en de sociale netwerken verwijderen de hiërarchische verhouding tussen leverancier en klant. Het tijdperk van de samenwerking is aangebroken. De merken hebben er alle baat bij hun klanten als bondgenoten te bejegenen; ◗ de paradox van globalisering: de economie verloopt nu op wereldschaal en e-commerce kent geen grenzen. Nochtans hebben de mensen nog steeds begeleiding nodig en zoeken ze naar nabijheid; ◗ het tijdperk van creativiteit: de sociale netwerken verkiezen altijd het origineel boven de kopie. Om op te vallen en de aandacht te blijven trekken, is creativiteit onontbeerlijk. Olivier Fabes

Dossier Marketing en B2B City marketing

De marketing van Brussel In Brussel, hoofdstad van Europa, krioelt het van de initiatieven in allerlei domeinen, maar de stad geeft

daar te weinig internationale bekendheid aan. In een geglobaliseerde wereld waar vlotte verplaatsingen

en snelle telecommunicatie de concurrentie tussen steden en gewesten aanwakkert, is het van het grootste belang zich internationaal te positioneren om bezoekers en investeerders aan te trekken. Om deze hand-

schoen op te nemen en de bekendheid van het Brusselse Gewest te versterken, hebben Charles Picqué en

Guy Vanhengel onlangs een City Marketing strategie uitgewerkt. Uitleg hierover krijgen we van Pierre-Paul Vander Sande, marketing consultant die het project is belast. Look met & Feel général

Talrijke andere Europese steden als Lyon, Amsterdam, Bilbao of Madrid passen deze strategie al toe. Nu is het Brusselse Gewest aan de beurt. “Het werd tijd om wat coherentie te brengen in het ganse communicatiegebeuren van het Gewest naar zijn inwoners, maar ook naar de pendelaars en elke andere bezoeker toe. De overheid is zich daar bewust van ge worden, zodat de regering in de jaren 2008 en 2009 twee agentschappen heeft belast met een identiteitsstudie van het Gewest en de bepaling van een aantal waarden waarop wij het merk “Brussel” zouden kunnen ontwikkelen. Het is dus de bedoeling dat al diegenen die Brussel in het buitenland promoten, dezelfde boodschap overbrengen. Het zijn de in woners die vrienden uit het buitenland onthalen, Brusselse ondernemingen die nieuwe partners wensen aan te trekken of business willen exporteren, reisbureaus die Brussel bij de toeristen aanprijzen en zovoort.”

be entrepreneur - be.brussels

Gevolg: het internet achtervoegsel ‘.brus-

23

sels’ werd aan de landscode ‘BE’ (voor België, Belgique, Belgien of Belgium) gekoppeld om het aan te vullen en een eigen identiteit toe te kennen: ‘be.brussels’. Een nieuw logo (een modernere versie van de iris) komt ter aanvulling van het merk, dat zich onderscheidt door een specifieke kleurencode en lettertype. De algemene presentatie zal bovendien worden aangepast in functie van de doelgroep, maar mét behoud van de duidelijke identiteit van het Brusselse Gewest. Zo werden er drie versies ontwikkeld: het City Marketing merk, het institutionele merk en het gedeelde merk. “Het eerste merk is een slagzin die zich zowel tot de burgers als de toeristen en de investeerders richt. Een soepel systeem van zinnen onder de vorm van baselines laat het Gewest toe op een ernstige en toch verrassende manier te communiceren en zich zowel lokaal als internationaal en in vele talen te uiten. Het is ergens een dialoog tus sen twee regels: de eerste die zich tot de burgers richt en de tweede die het over Brussel heeft. Voorbeeld: be innovative, be.brussels of be entrepreneur, be.brussels. De identiteit van het Gewest leeft zowel visueel als inhoudelijk in elke baseline. Op

die manier is de identiteit onmiddellijk herkenbaar en toch meervoudig en leuk. De tweede versie, die de design getrouw blijft, richt zich tot de verscheidene instel lingen van het Gewest, die een specifiek stijlboek zullen moeten naleven. De derde versie is voor de regionale partners be stemd (para-gewestelijke instellingen, organisaties van openbaar nut, vzw’s…), die hun identiteit (merk en logo) bewa ren, maar toch verplicht zijn deze aan de nieuwe grafische stijl van het Gewest aan te passen. Deze harmonisering beoogt enerzijds een grafische coherentie in het communicatiebeleid van deze partners, en anderzijds een klemtoon op de soms miskende regionale aanhorigheid van deze organisaties.” Het merk werd in juli 2012 aan de Brusselse regering voorgelegd en goedgekeurd. In september werd ze officieel aan alle partners van het Gewest gepresenteerd. Een lanceringscampagne is momenteel in de maak. “De lengte van dit proces is te wijten aan het aantal actoren die voor dit concept moeten worden gesensibiliseerd. Gelukkig schieten de zaken zeer goed op”, besluit Pierre-Paul Vander Sande.


C

ity Marketing (of ‘Place Marketing’) is een strategie om de aantrekkelijkheid van een plaats of een regio te verbeteren voor diegenen die er leven, werken of zich ontspannen. “Laten we deze term even toelichten. City Marketing tracht in feite twee vragen te beantwoorden: wat moeten we doen op dat de inwoners trots zouden zijn van het Gewest waarin ze wonen? En welke mid delen moeten we inroepen om toeristen en investeerders aan te trekken?”, vraagt Pierre-Paul Vander Sande. “Er zijn dus twee facetten: regionaal ten opzichte van de inwoners, en internationaal naar de investeerders toe.”

Campagne Marketing Look & Feel City général Campagne City Marketing

Dossier Marketing en B2B B2G

Openbare aanbestedingen nu iets toegankelijker voor KMO Marketingacties organiseren in de richting van de overheid is zeker geen lachertje voor een KMO omwille van de bijzonder dwingende procedures die voor overheidsopdrachten moeten worden nageleefd. Wanneer

aanbestedingen worden bekendgemaakt (voor bedragen boven € 67.000), kruipt heel wat tijd in de voorbereiding van een offerte die aantrekkelijker moet zijn dan wat de specialisten van overheidsopdrachten

meestal voorleggen. In het geval van kleinere opdrachten worden de aanbestedingen met onderhande-

lingsprocedure vaak door enkele gevestigde leveranciers geïnfiltreerd. In de zomer treedt een hervorming in werking om het systeem te versoepelen.

I


24

n België vertegenwoordigen de overheidsopdrachten 15% van het BBP, genoeg om heel wat ondernemingen, van welke omvang ook, te doen watertanden. In de praktijk zorgt de zeer specifieke organisatie van de aanbestedingen en het uitblijven van bekendmaking bij kleinere opdrachten (die op het eerste gezicht vooral KMO’s zouden moeten aantrekken), voor een totaal ander beeld: overheidsopdrachten gaan meestal naar enkele (grotere) actoren die voldoende middelen kunnen investeren in de actieve opvolging van aanbestedingen en offerteaanvragen. Wat betreft omvangrijke opdrachten – en meer bepaald aanbestedingen voor openbare werken – is het principe van “de laagste bieder wint” nog minder gunstig voor de lokale KMO’s. In dit geval bestaat er geen enkele onderhandelingsmarge om bepaalde voorwaarden van de offerte eventueel te bespreken. De hervorming van de wetgeving op overheidsopdrachten, zoals die op 1 juli van kracht wordt, zou de regels echter moeten versoepelen en, hopelijk, het proces wat toegankelijker moeten maken voor kleinere ondernemingen. Deze nieuwe nationale wet betreft opdrachten die buiten de Europese richtlijn vallen, namelijk budgetten van minder dan € 200.000 voor leveringen en diensten, en van minder dan € 5.000.000 voor werkzaamheden. Yves Cabuy is directeur op het Ministerie van het Brusselse Gewest en lid van de Nationale Commis-

sie voor de Overheidsopdrachten. Hij licht ons de twee veranderingen toe die hij voor KMO’s gunstig acht.

Uitbreiding van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking

“De nieuwe wetgeving beoogt de uitbreiding en de versoepeling van de onderhandelings procedure met bekendmaking, waarvoor geen enkele wettelijke bepaling bestaat op Europees niveau. Met deze procedure kan de aanbestedende macht een aantal contacten hebben met mogelijke leveranciers en even tueel lokale actoren voorrang geven, voor zover alle voorwaarden van de aanbesteding uiteraard worden ingewilligd. Aan de kant van de KMO biedt de onderhandelingspro cedure, zoals de naam het laat vermoeden, een kleine onderhandelingsmarge. Bepaalde voorwaarden, onder andere de prijs, kunnen eventueel worden herzien. Het maximumbudget van de onderhan delingsprocedure wordt bovendien van € 67.000 naar € 85.000 (zonder BTW) opge trokken. Boven dit bedrag is een aanbeste ding vereist. In feite was dit bedrag sinds 1996 niet meer geïndexeerd. Velen hadden gehoopt dat het verschil groter zou zijn. De duidelijke wil om de onderhandelings procedure met bekendmaking te promoten is een eerste stap in de richting van meer transparantie. We staan echter nog ver van de situatie die in Frankrijk geldt: daar moet elke opdracht van meer dan € 10.000 auto matisch worden bekendgemaakt.”

Geloofwaardigheid, milieu en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid De tijd is voorbij dat ondernemingen hun prospecten uit de overheid in kastelen of op een of ander seminar op een paradijselijk eiland uitnodigden. De relaties tussen administratie en leveranciers zijn voortaan streng gereglementeerd en bepaalde commerciële praktijken worden niet langer geduld. Als u dus wenst bij onderhandelingsprocedures in overweging te worden genomen, laat u best uw geloofwaardigheid als mogelijke leverancier van de overheid

Een stap naar de indeling van opdrachten

“Als we de vergelijking met onze zuiderburen even verderzetten, dan stellen we vast dat in Frankrijk ook een ander principe wordt toe gepast, dat meestal gunstiger is voor kleine ondernemingen: de zogenaamde indeling van overheidsopdrachten. Dit betekent dat de opdrachten in loten moeten worden onderverdeeld. In ons land geldt echter het principe van de volledige opdracht, met het nadeel dat de leverancier die de opdracht toegewezen krijgt, vaak nadien verplicht wordt om onderaanneming in te roepen om aan de vereisten te voldoen. Vandaag bestaan er in België heel weinig ingedeelde opdrachten. De nieuwe Belgische wetgeving ter zake gaat zeker niet zover als de Franse wetgeving, maar ze voorziet wel meer moge lijkheden voor de indeling van opdrachten en ze biedt vooral meer juridische veiligheid aan de aanbestedende macht die deze for mule verkiest. Ook Europa werkt in de rich ting van een indeling van de overheidsop drachten”, stelt Yves Cabuy vast. Nu is het uitkijken wat de impact van deze hervorming van de openbare aanbestedingen zal zijn op de aanbestedende machten en meer bepaald de lokale overheden. Het is altijd moeilijk gedragingen en gewoonten te veranderen. Dit geldt bijzonder voor de gemeenten, waar het vaak administratief gemakkelijker is met een enkele leverancier samen te werken. Olivier Fabes

maximaal gelden. Uw geloofwaardigheid rust ook meer en meer op uw inzet voor gemeenschap en milieu. Leg zeker de klemtoon op een of andere opdracht die een positieve weerslag op het milieu heeft gehad. Werkt u CO2-neutraal? Beschikt u over een milieukeur? Beperk u echter tot erkende keuringen of certificaten. Het bewijs van uw inzet voor de gemeenschap en het milieu kan bijzonder doorslaggevend zijn in het Brusselse Gewest, waar een aantal verkozenen een wetsvoorstel hebben ingediend om milieugebonden, maatschappelijke en ethische criteria aan openbare aanbestedingen toe te voegen.

Networking beci

Young professionals networking night

E

ind 2012 staken verschillende (internationale) Kamers van Koophandel de koppen bij elkaar met de bedoe-

ling een event te organiseren voor jonge professionals in Brussel. Dat resulteerde in de allereerste Young Professionals Networking Night die plaatsvond op 20 februari 2013 bij BECI. Cedric Pierrard, een jong en succesvol ondernemer, lichtte zijn ervaring toe op het vlak van ondernemen en internationaliseren en Gordon Swartz, een zeer ervaren professional, benadrukte voor de aanwezigen het belang van netwerken. Zijn wijze woorden werden dan ook meteen in de praktijk omgezet via een half uur durende speed networking session. Have your business cards ready! De meer dan 170 aanwezigen werden door Elvis persoonlijk bedankt voor hun aanwezigheid… Dit event wordt zeker herhaald. Dus ga regelmatig kijken op onze website!

VOOR UW FILMEVENEMENT ROLT KINEPOLIS BRUSSEL GRAAG DE RODE LOPER UIT! Droomt u van een bedrijfsevenement met een filmisch tintje? Vertrouw de regie dan aan Kinepolis Brussel toe! Wij koppelen uw personeelsfeest graag aan een topfilm of culturele voorstelling voor al uw genodigden. We zorgen ervoor dat uw gasten zich de ster van het moment voelen. Bovendien maken we samen met onze preferred cateraar J&M Catering graag een voorstel op maat. Meer info? Bel Melanie Lisanti op 02 474 26 30 of mail naar [email protected] Kinepolis Brussel: Eeuwfeestlaan 20, B-1020 Brussel

WHEREBUSINESSMEETSPLEASURE kinepolisbusiness.com

BUSINESS

Plug de toekomst in.

Wenst u een duurzaam mobiliteitsplan te implementeren in uw bedrijf? 100% elektrische wagens of Plug-in hybrides zijn een reële opportuniteit om de CO2-emissies en operationele kosten van uw vloot te verlagen. Om een goede implementatie in uw bedrijf te verzekeren, is het nodig om over een laadsysteem op maat van uw behoeften en een aangepaste elektrische installatie te beschikken. Ook voor het laden van uw bedrijfsvoertuigen bij uw medewerkers thuis biedt Electrabel met de CarPlug een oplossing. Electrabel begeleidt u in enkele stappen tot de duurzame mobiliteitsoplossing die het best bij uw bedrijf past. Contacteer ons via www.electrabel.be/KMOCarPlug

in same samenwerking met de natuur

Advertorial

ELEKTRISCHE WAGENS VLOT ÉN VEILIG OPLADEN Kent u de voordelen van een elektrische wagen? Hij stoot geen CO2 uit, hij rijdt geruisloos en comfortabel, en zijn verbruikskosten liggen drie keer lager dan die van diesel- of benzinewagens. Elektrische wagens vlot éntrajecten. veilig opladen Ideaal voor korte en middellange Met de CarPlug brengt Kent u deuvoordelen vaneneen elektrische wagen? Hij stoot geen Electrabel nu de snelle veilige oplossing om elektrische auto’s op te CO2 uit, hijladen. rijdt geruisloos en comfortabel, en zijn verbruikskosten liggen drie keer lager dan die van diesel- of benzineEen elektrische wagen Daarvoor zijn Met de wagens. Ideaal voor tankt korteelektriciteit. en middellange trajecten. oplaadpunten nodig, thuis of op het werk. Helaas voldoen de CarPlug brengt Electrabel u nu de snelle en veilige oplossing oplaadkabels van autobouwers niet altijd. om elektrische auto’s op te laden. Een elektrische wagen tankt elektriciteit. Daarvoor zijn opSTANDAARDKABEL NIET EFFICIËNT thuis of op het werk. Helaas voldoen de Delaadpunten bijgeleverdenodig, standaardkabel gewoon via het stopcontact oplaadkabels van autobouwers nietniet altijd. aansluiten, is gemakkelijk. Toch is het de veiligste, efficiëntste of meest gebruiksvriendelijke oplossing. “De oplaadkabels van sommige autobouwersniet kunnen maar 10 ampère aan”, zegt Standaardkabel efficiënt Eric Duys, EV-expert van Electrabel. “Voor volledig elektrische De bijgeleverde standaardkabel gewoon via het stopcontact voertuigen betekent dit al gauw acht uurniet opladen. Bovendien kan aansluiten, is gemakkelijk. Toch is het de veiligste, efficiënteen gewone stekker een elektriciteitslijn ook overbelasten.” ste of meest gebruiksvriendelijke oplossing. “De oplaadkabels van sommige autobouwers kunnen maar 10 ampère aan”, zegt SNEL EN ZORGENVRIJ MET CARPLUG Eric Duys, EV-expert van Electrabel. “Voor volledig elektrische “De CarPlug van Electrabel heeft een beveiligde Mennekesvoertuigen betekent dit al gauw acht uurrechtstreekse opladen. Bovendien stekker, een aangepaste laadkabel en een kan een gewone stekker een elektriciteitslijn ooklijn. overbelasten.” aansluiting op de elektriciteitskast via een aparte Zo laadt de wagen tegen een groot vermogen van 16 ampère op. Dat betekent een tijdswinst van 60%. met Het isCarPlug daarmee de meest efficiënte Snel en zorgenvrij oplaadoplossing op Electrabel de markt.” heeft een beveiligde Mennekes“De CarPlug van stekker, een aangepaste laadkabel en een rechtstreekse aansluiting op de elektriciteitskast via een aparte lijn. Zo laadt de wagen tegen een groot vermogen van 16 ampère op. Dat betekent een tijdswinst van 60%. Het is daarmee de meest efficiënte oplaadoplossing op de markt.”

AUTOMATISCH OPLADEN TIJDENS DE DALUREN

Eric Duys: “Een eenvoudig touchscreen bedient de CarPlug. Je programmeert het oplaadsysteem en start en stopt een laadbeurt Automatisch opladen daluren wanneer jij dat wilt. Je kantijdens een autode dus perfect tijdens de Eric Duys: “Eenopladen. eenvoudig touchscreen bedient CarPlug. Je daluren laten Afstandsbediening via eendesmartphone of het internet ishet mogelijk. De CarPlug ookstopt het verbruik programmeert oplaadsysteem enhoudt start en een laaden dewanneer kostprijs jij van oplaadbeurt bij. Het is volledig beurt datelke wilt. Je kan een auto dussysteem perfect tijdens de compatibel met alle merken en types van volledig elektrische daluren laten opladen. Afstandsbediening via een smartphoneen hybride plug-in is wagens.” of het internet mogelijk. De CarPlug houdt ook het verbruik en de kostprijs van elke oplaadbeurt bij. Het systeem is volledig TOTAALOPLOSSING VOOR BEDRIJVEN compatibel met alle merken en types van volledig elektrische Electrabel begeleidt bedrijven van a tot z bij de installatie en plug-in wagens.” vanhybride hun CarPlug-systeem. De elektriciteitsleverancier analyseert de mobiliteitsbehoeften van de onderneming,

Totaaloplossing voor bedrijven de elektrische installatie, en het gebruikte en beschikbare

Electrabel a tot z bij denoodzakelijk installatie van vermogen.begeleidt Dat geeftbedrijven aan welkevan aanpassingen zijn. CarPlug-systeem. Hiermee stelt Electrabel de geschiktste oplossing voor. hun De elektriciteitsleverancier analyseert Omdat personeelsleden hun ook thuis opladen, volgt de mobiliteitsbehoeften vanwagen de onderneming, de elektrische CarPlug hetenelektriciteitsverbruik van alle werknemers via geeft een installatie, het gebruikte en beschikbare vermogen. Dat identificatiesysteem en de website van Electrabel. Ze vergoeden aan welke aanpassingen noodzakelijk zijn. Hiermee stelt Elecvoor hun thuisverbruik is dus eenvoudig, want ingebouwd in het trabel de geschiktste oplossing voor. Omdat personeelsleden systeem. hun wagen ook thuis opladen, volgt CarPlug het elektriciteitsverbruik van alleop werknemers via een identificatiesysteem en Meer informatie de website van Electrabel. Ze vergoeden voor hun thuisverbruik www.electrabel.be/CarPlugB2B is dus eenvoudig, want ingebouwd in het systeem.

Meer informatie op www.electrabel.be/CarPlugB2B

EXHIBITIONS

EVENTS

CONFERENCES

BRUSSELS�EXPO the MEETING�POINT in the heart of EUROPE WWW�BRUSSELS-EXPO�BE

Dossier Marketing en B2B Paleis 12 opent haar deuren in juni 2013

Nieuwe evenementenhal op de Heizel is neusje van de zalm Na een ware metamorfose is Paleis 12 van BRUSSELS EXPO binnenkort een state-of-the-art locatie voor

congressen, shows, sportmanifestaties, evenementen en beurzen. Bovendien zal deze multifunctionele ruimte, met 2.500 tot 15.000 zit- en staanplaatsen, een belangrijke locatie worden in tournees van shows en concerten voor het grote publiek.

Brussels’ new home of live entertainment

Nooit geziene troeven binnenskamers!

De zaal is goed bereikbaar. Dicht bij de ring, de luchthaven, de treinstations Brussel-Zuid en Brussel-Centraal, 4 tramlijnen, 3 metrolijnen en 3 buslijnen. Er zijn meer dan 12.000 parkeerplaatsen. De zaal biedt een unieke ruimte voor elk evenement. Een eenvoudig en sober design, dat geschikt voor elke toepassing is.

Vijf cruciale principes Absolute veiligheid van het publiek

De zaal beschikt over een evacuatiecapaciteit van meer dan 20.000 personen. Daarmee staat de zaal aan de top op het vlak van

A

29

AlliAGE A

R

C

H

I

T

E

C

T

E

S

veiligheid voor het publiek. Een privé weg van parking C tot aan de ingang van de zaal zorgt ervoor dat bezoekers zich vanaf hun aankomst in een totaal beveiligde omgeving verplaatsen.

3.000 plaatsen op de telescopische tribune. Deze laatste is bijna 60 m breed en is meteen de grootste en meest geavanceerde technische tribune van Europa.

Kwaliteit van het onthaal

Dankzij de toneelgordijnen, de technische grill en de mobiele scene kunnen de zaal en haar formaat in recordtijd worden aangepast zonder de intieme sfeer en de technische kwaliteit aan te tasten. Het toegangsplatform met een breedte van 10 meter vereenvoudigt de montage- en demontageactiviteiten omdat direct in de zaal geladen en gelost kan worden. Er werd bijzondere aandacht besteed aanhet comfort van de artiesten, van de organisatoren en hun medewerkers. De backstage telt 5 volledig ingerichte grote loges, 10 loges/productiebureaus, 2 cateringruimten, een grote ‘green room’, toiletten, douches en vestiaires voor het personeel. De polyvalente zaal wordt in juni 2013 officieel ingehuldigd worden en zal onmiddellijk operationeel zijn. Rondleiding en informatie op maat: Daniel Bei +32 2 474 83 15 – [email protected] – www.paleis12.com

Optimaal onthaal gegarandeerd, zowel voor als na het evenement. Daarom zijn er ontvangstruimten vlakbij de parkings, is er een gedeeltelijk overdekte esplanade en een bijgebouw vlak naast de zaal om toeschouwers vooraf te controleren. Partners en de vips worden ontvangen in luxueuze onthaalfaciliteiten. Dankzij het advies van meerdere specialisten is de infrastructuur vlot toegankelijk voor minder validen.

Visuele kwaliteit en akoestische prestaties

De zaal voldoet aan de hoogste normen voor visuele kwaliteit en akoestische prestaties. Twee topbedrijven tekenden hiervoor. Twee licht parabolische tribunes garanderen een zeer goede zichtbaarheid in elke configuratie van de zaal. De tribunes hebben een totale capaciteit van meer dan 5.000 plaatsen, allemaal tegenover de scene, waarvan

BRUSSELS EXPO

General Manager Paleis 12: Daniel Bei ✆ +32 2 474 83 15 Fax +32 2 474 83 47 [email protected]

Gebruiksgemak en installaties

Communication Manager: Marina Bresciani ✆+ 32 478 22 61 59 [email protected] www.palais12.com


◗Een vaste tribune met bijna 2.000 zitplaatsen, waarvan 500 voor vips. ◗Een ‘Ambiance avenue’ die als receptie- en restaurantruimte voorbehouden is voor de vips. ◗Een intrekbare / telescopische tribune met meer dan 3.000 plaatsen. ◗Een grote, modulaire podiumruimte die geschikt is voor de creatiefste opvoeringen en alle binnensporten. ◗Een technische grill die bijzonder gebruiksvriendelijk is en aan de meest veeleisende vereisten voldoet zowel voor geluids-, verlichtings- en videoapparatuur als voor de decors. ◗Een ontvangstruimte van duizenden m² voor toegangscontrole, bars, snackbars, vestiaires en kaartenverkoop. ◗Meer dan 1.500 m² receptie- en cocktailzone voor de partners. ◗575 m² receptie- en cocktailzone voor het grote publiek. Deze is geschikt voor de meest diverse toepassingen, zoals een walking dinner. ◗Een backstage met verschillende standingvolle loges en multifunctionele ruimtes. ◗Een grondig bestudeerde en werkelijk onberispelijke akoestiek die beantwoordt aan de meest veeleisende verwachtingen! ◗Een expositieruimte van 9.490 m².

CLEANING Schoonmaak en aanverwante diensten ANTI-CORROSION Industriële behandeling van staal- en betonoppervlakken GREENCARE Groenvoorziening aanleg en onderhoud BUILDING Multi-Technische diensten

www.iris.be

Dossier Marketing en B2B MVO label: IRIS Group als koploper

IRIS Group werkt maatschappelijk verantwoord IRIS Group is actief in reiniging, corrosiebestrijding, multitechnische services en de aanleg en onderhoud

van groenvoorzieningen. Geruime tijd al geldt het bedrijf als een fervent voorstander van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Zijn inspanningen in die richting en voor meer duurzaamheid worden

nu beloond met een MVO-certificaat op prestatieniveau 3. Quality Manager Bea Demeyer vertelt ons meer over deze specifieke aanpak van de onderneming.

E/D: Waarom zijn jullie aan dit nogal veeleisend erkenningsproces begonnen? Bea Demeyer: "Wij voelen ons betrokken bij de sociale uitdagingen

van onze tijd. Bovendien bevordert MVO de efficiëntie van een bedrijf op economisch en sociaal vlak, het maakt het bedrijf milieuvriende lijker en verbetert zijn concurrentievermogen op lange termijn. Wie wil blijven groeien, kan niet zonder een duurzame aanpak en een certificatie. Laten we wel even vermelden dat IRIS Group in zijn sector en op de Belgische markt als eerste bedrijf dit label uitgereikt kreeg.

31

Neen, voor zover men op een gestructureerde manier te werk gaat. Het onafhankelijk audit-, controle- en certificeringsorgaan KIWA onderzocht het beheerssysteem van IRIS Group, de procedures en de manier waarop de groep beantwoordt aan de kwaliteits-, veiligheids-, milieu- en wettelijke normen. Het adviesbureau BECO begeleidt ons sinds het begin, met eerst een basisonderzoek, gevolgd door een checklist en interviews met een tiental interne deelnemers om duidelijk inzicht te krijgen in de tekorten en de verwezenlijkingen van het kwaliteitssysteem. Van daaruit werd een verslag opgesteld met aanbevelingen, meetbare doelstellingen en prestatie-indicatoren voor de invoering van onze MVO-strategie. Aan de hand daarvan werden per slot van rekening 33 indicatoren bepaald. De verschillende vormen van zowel bestaande als nog te ontwikkelen interacties werden per optredende persoon en per indicator uitgestippeld en vervolgens in een werkdocument omgezet, voor de opvolging.

En dit zou de groei van het bedrijf gaan bevorderen? In ons geval begeleidt het proces de feitelijke groei van onze onderneming: onze omzet stijgt constant sinds vele jaren en wij stellen vandaag 3400 mensen tewerk! Met zoveel werknemers is het wel belangrijk een goede verstandhouding binnen de groep te vrijwaren. Te meer omdat deze mensen bijna nooit op onze kantoren aanwezig zijn. MVO is in dit verband een sterk gemeenschappelijk streefdoel. MVO zorgt voor meer inzet van onze werknemers in hun dagelijkse taak. Dat stellen wij vast tijdens peilingen naar de tevredenheid van onze mensen en hun perceptie van de waarden van onze groep. We luisteren ook naar die collega’s: ze kunnen dus opkomen met verbeteringssuggesties. We hebben bijvoorbeeld gevolg gegeven aan volgende voorstellen: een betere communicatie rond investeringsprojecten, een duidelijker kader waarin elke werknemer autonoom kan werken, een pilootproject om telewer-


Gaat het om een complexe procedure?

Bea Demeyer, Quality Manager IRIS group

ken te definiëren en te ontwikkelen enz. De sensibilisering van de werknemers is één van de grote initiatieven van IRIS, met op de achtergrond, respect voor de mens, het milieu en de duurzame aanpak die voortaan deel uitmaakt van de bedrijfsfilosofie. MVO heeft duidelijk tot deze doelstellingen bijgedragen.

Hoe reageerden uw klanten? Bijzonder goed. De interne communicatiemiddelen van de Groep werden trouwens heel snel ook naar de buitenwereld gericht (onze klanten, leveranciers…) om die partners meer bij de onderneming te betrekken. Met deze dialoog ontstaan nieuwe uitzichten voor samenwerking, verbetering en innovatie. Dankzij onze PDCA (plan, do, check, act) aanpak blijven onze initiatieven geen ‘one shots’. Ze monden systematisch uit op kritische beoordelingen en verbeteringen die voor de toekomst worden toegepast. De leveranciers van de afdeling Cleaning werden bijvoorbeeld aangezet hun milieuvriendelijke producten en machines te promoten. Hierdoor kon het personeel van IRIS met de leverancier van gedachten uitwisselen en de producten uittesten. DKD MEDIA

de onderneming, dag in dag uit

Roerend of beroepsinkomen

De bezoldiging van auteurs De wet van 16 juli 2008 heeft een specifiek fiscaal stelsel uitgewerkt voor inkomens die voortvloeien uit

de overdracht (of verlening) van auteursrechten. Dergelijke inkomens vallen onder de categorie ‘roerende inkomens’ (zoals rentes en dividenden), voor zover ze het jaarlijks toegestane maximum (56.450 € voor de

inkomsten van 2013) niet overschrijden. Liggen ze wel hoger, dan kunnen ze met beroepsinkomsten worden gelijkgesteld.

Een voordelig fiscaal stelsel


32

Inkomsten uit auteursrechten worden na aftrek van een forfaitair bedrag voor kosten, aan een apart belastingtarief van 15% belast (waaraan nog gemeentelijke opcentiemen moeten worden toegevoegd). Ze ontsnappen dus aan de geleidelijke belasting die van kracht is op beroepsinkomsten (50% heffing vanaf 37.330 €, zonder de gemeentelijke opcentiemen). Van de betaling van deze inkomsten moet een roerende voorheffing van 15% worden afgetrokken (25% voor het gedeelte boven het gemelde maximum van 56.450 €). Deze voorheffing is niet ‘be vrijdend’. De belastingplichtige is dus verplicht deze inkomsten in zijn jaarlijkse belastingaangifte voor natuurlijke personen aan te geven; deze inkomsten zijn namelijk aan de gemeentelijke opcentiemen onderworpen. Op deze inkomsten worden geen sociale zekerheidsbijdragen geheven. Als er echter een nauwe band bestaat met de uitvoering van een tewerkstellingsovereenkomst, zou de sociale zekerheid echter geneigd kunnen zijn de betaling van bijdragen te eisen (de inkomsten zouden in dat geval niet de overdracht van rechten maar wel het werk vergoeden).

Welke inkomsten?

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de bezoldiging van het gepresteerde werk als dusdanig (beroepsinkomen) en de vergoeding van de overdracht of de verlening van auteursrechten op het oorspronkelijk werk (roerend inkomen). In een bericht dat op 9 december 2008 in het Staatsblad verscheen, heeft de Minister van Financiën, uit vrees voor misbruik, duidelijk gesteld dat er op basis van de nieuwe wet geen sprake kon zijn van “een toekomstige omzetting in auteurs rechten van inkomsten die vandaag bezoldigingen of winsten van vrije beroepen zijn”. Volgens de minister zal het dus niet mogelijk zijn de bestaande bezoldiging van een bediende die teksten voor zijn werkgever schrijft (een uitgever bijvoorbeeld), in inkomsten van auteursrechten te gaan converteren. In het geval van een fotograaf van een krant, die wordt betaald voor het nemen van foto's tijdens een evenement, kunnen echter auteursrechten worden uitgekeerd als de fotograaf het recht afstaat zijn foto's in een boekdeel te gebruiken. De Dienst Voorafgaande Beslissingen (D.V.B.) heeft al aanvaard dat de vergoeding die sommige sprekers voor hun tussenkomsten tijdens seminars ontvangen, onder bepaalde voorwaarden en slechts gedeeltelijk als inkomsten uit auteursrechten kan worden beschouwd. In het geval van boeken of cursussen die door een bedrijfsleider zijn opgesteld om door zijn eigen beroepsvennootschap te worden gepubliceerd, heeft de D.V.B. geoordeeld dat het inkomen (een percentage van de omzet) verkregen door de uitbating van de boeken en de cursussen door

deze onderneming, het fiscaal stelsel van de auteursrechten zou kunnen genieten. In andere beslissingen heeft de D.V.B. echter de gelijkstelling met roerende inkomsten verworpen (voor een persjournalist en een persfotograaf), o.a. omdat er geen overeenkomst bestond waarin het aandeel van de inkomsten uit auteursrechten werd bepaald.

Uitzichten

Het fiscaal stelsel voor inkomsten uit de overdracht van auteursrechten is bij vergelijking gevoelig gunstiger dan het stelsel dat beroepsinkomsten belast. Elk misbruik van de wet moet natuurlijk worden vermeden (de kunstmatige omzetting van beroepsinkomsten naar inkomsten uit auteursrechten). Nochtans zou het merendeel van de ‘creatieve’, al dan niet met kunst gebonden beroepen van dit fiscaal stelsel moeten kunnen genieten, in geval van een vergoeding van overdracht van auteursrechten op het ‘werk’. Om in lijn te blijven met de hoger gemelde administratieve standpunten, is het best een overeenkomst te sluiten over de overdracht van auteursrechten en de specifieke vergoeding die daaruit voortvloeit. Bij twijfel over de fiscale behandeling van de inkomsten, kan een aanvraag van voorafgaande beslissing bij de D.V.B. worden ingediend. Let wel: uit vroegere beslissingen blijkt dat deze Dienst een nogal restrictieve kijk op zaken heeft. François-Xavier Horion, Advocaat bij de Balie te Brussel, Claeys & Engels

de onderneming, dag in dag uit

Info PwC

Verstrenging terbeschikkingstelling van personeel De recente aanpassing van de Wet Terbeschikkingstelling noodzaakt dienstverleners en gebruikers om

nauwgezet bestaande samenwerkingsovereenkomsten na te kijken of, bij gebrek daaraan, op te zetten. Bovendien zijn bijkomende formaliteiten vereist.

Martijn De Meulemeester

Hoewel de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (hierna “de Wet”) in artikel 31 §1 voorziet in een verbod om de uitoefening van het werkgeversgezag over te dragen, worden bepaalde instructies gegeven in uitvoering van een dienstverleningsovereenkomst, niet aanzien als een delegatie van het werkgeversgezag.

De Programmawet van 27 december 2012 (hierna ‘de Programmawet’) verstrengt nu de voorwaarden voor het geven van instructies in het kader van een dienstverleningsovereenkomst.

Ter beschikking stellen van personeel – modaliteiten en voorwaarden

Instructies aan werknemers van een andere werkgever, andere dan deze betreffende het welzijn op het werk, kunnen nog slechts worden gegeven wanneer cumulatief aan volgende voorwaarden is voldaan: ◗De instructies zijn gegeven in het kader van een geschreven dienstverleningsovereenkomst tussen de derde en de werkgever ◗De instructies zijn uitdrukkelijk en gedetailleerd bepaald in de dienstverleningsovereenkomst ◗Het instructierecht mag het werkgeversgezag niet uithollen ◗De feitelijke uitvoering stemt volledig overeen met de uitdrukkelijke bepalingen van de dienstverleningsovereenkomst. Het niet naleven van voormelde voorwaarden leidt ertoe dat de gegeven instructies worden beschouwd als een – verboden uitoefening van werkgeversgezag door de derde gebruiker ten aanzien van de werknemers van de oorspronkelijke werkgever. De Programmawet heeft ook een bijkomende formaliteit ingevoerd. De derde gebruiker dient onverwijld zijn ondernemingsraad op de hoogte te brengen van het bestaan van dergelijke dienstverleningsovereenkomst. Indien geen ondernemingsraad is samengesteld, dient het comité of, bij het ontbreken van een dergelijk orgaan, de vakbondsafvaardiging te worden geïnformeerd.

Bij niet-naleving van deze formaliteit wordt de geschreven overeenkomst geacht niet te bestaan. Instructies, zelfs wanneer gegeven binnen de limieten van de dienstverleningsovereenkomst, zullen in dit geval beschouwd worden als het uitoefenen van werkgeversgezag door de derde ten aanzien van de werknemers van de oorspronkelijke werkgever.

Sancties

Bart Elias

Volledigheidshalve merken we nog op dat de Wet voorziet in zowel burgerlijke als administratieve of strafsancties, en dit zowel ten aanzien van de werkgever als ten aanzien van de gebruiker. In praktijk zal voornamelijk de hoofdelijke aansprakelijkheid van de gebruiker voor mogelijke RSZ-schulden van de uitlener het grootste risico uitmaken. Daarnaast bestaat het risico dat de werknemer de gebruiker als werkgever zal kunnen aanspreken, en in dit kader aanspraak maken op alle voordelen die bij de gebruiker gangbaar zijn (zoals ondermeer de stortingen in de groepsverzekering).

In praktijk

Aangezien de aanpassing aan de Wet Terbeschikkingstelling ondertussen in werking is getreden, zal voor alle situaties waarin een onderneming een beroep doet op onderaannemers of waarin een werkgever prestaties levert voor een andere vennootschap, concreet moeten worden nagegaan of een dienstverleningsovereenkomst schriftelijk werd afgesloten. Daarnaast zal voor elk van deze overeenkomsten moeten worden gecontroleerd of deze op voldoende wijze de instructies omschrijft die door de gebruiker kunnen worden gegeven, hierbij stilstaand bij welke instructies dienen te worden voorzien in de overeenkomst. Zeker gelet op de verregaande sancties zullen vennootschappen proactief bestaande samenwerkingen moeten evalueren en, waar nodig, de contractuele documenten aanpassen/opstellen. Bovendien zullen de nodige stappen ten aanzien van de binnen de gebruiker opgerichte organen dienen te worden nageleefd. Bart Elias & Martijn De Meulemeester PwC HR Law


N

aar Belgisch recht wordt een arbeidsovereenkomst gekenmerkt door de verbintenis van de werknemer om tegen loon werkzaamheden uit te voeren onder het gezag van een werkgever. De gezagsuitoefening houdt voor de werkgever de bevoegdheid in om leiding te geven aan en toezicht te houden op de werknemer.

Beci & co

Impression of a Brit (2)

Contrast and contradiction: the essential flavours of Belgium

T


34

his is a pragmatic yet imaginative country, where day-to-day reality challenges foreigners’ powers of imagination. There is a stark contrast between Belgian art and Belgian life for a start. The surrealism that the country is famous for is essentially visual. But actions, words and ideas on the other hand tend to be very matter-of-fact. In many situations it makes great sense to be literal-minded, in others less so. The VUB cyberneticist Francis Heylighen says that the Belgian reality is “very complex and counter-intuitive for people living in different types of culture.” Which is another way of saying that, quite often, we foreigners just don’t get it. As the Dutch can tell you, Belgians confronted with an intellectual impasse can be surprisingly creative. A study undertaken by Rotterdam's Erasmus University concluded that Belgian entrepreneurs as a whole dislike risk-taking and cultivate compromise “with conservatism.” But the study also found that the Belgian mentality can produce “creative results”, regardless of the logic of the arguments used. Sense for Belgians, surrealism for the Dutch! In a book published in 1992, Tant qu’il y aura des Belges, eminent Belgians – both Flemish and French speakers – enumerated the characteristics of their compatriots. The contrasty answer: Belgians are imaginative yet close to reality, they live in the present but are suspicious of ideas (the French are lurking in the background here!), they are action-oriented, have lots of energy, say things the way they are, are sociable, good team players and practical mediators. In the opinion of most HR specialists I have interviewed, Belgian executives are the best mediators in Europe and arguably in the world. For foreigners, everyday Belgian life is full of contradictions, occasionally spilling over into the realms of absurdity. A lot has to do with the law-defying character of the average citizen. Thomas Owen (real name: Gérald Bertot!), the Belgian crime writer and master of the fantastic, says that “surrealism is a superior form of sedition.” Belgians are certainly seditious, not surprisingly given the country’s history.

Derk-Jan Eppink, a Dutch journalist who has made Belgium his home, says: “When you have been used to dodging Spanish laws, Austrian laws, French laws, Dutch laws and most recently German laws, it is only to be expected that people will continue to try and dodge Flemish laws and Belgian laws. Particularly as most Belgians still regard the Belgian central government as a form of foreign occupation!” Not to mention European laws… Marion Schmitz-Reiners, a German journalist and author who has lived in Belgium for many years, sums things up: “The Belgian defers to any authority yet, in his heart, he is a convinced anarchist.” Foreigners encounter this great Belgian virtue of pragmatism in many aspects of everyday life. When, in a moment of frustration, I ignored a traffic light as it was turning to red, a policeman read me the riot act but then, witnessing my evident frustration and stammered rendering of his Flemish mother-tongue, took pity on me and let me off with a warning. On another occasion, prompted by the desire to examine one of Wallonia’s fabled bargelifts, I drove on unaware that towpaths are reserved for pedestrians and cyclists. Challenged by a guard, I suggested it made sense to take a look at the purpose of my journey, since I was already there. This appealed to the man’s sense of pragmatism, so he said “OK, but don’t take too long.” A young Belgian I know had too much to drink, drove into a tree at high speed and emerged with a broken arm. The patrol man on the scene checked that the lad was out of danger, that nobody else had been hurt and that the car was fully covered for insurance, then said: “OK, I’m not going to report the fact that you were drunk. Nobody else is going to be the worse for that.” The individualistic trait of the Belgians is powerful, but it does not override their basic human instincts. They will judge the situation according to the circumstances – and fellow-feeling will often be the final arbitrator. How often have I, as a foreigner, had people say to me “I’m not supposed to do this, but…” – and then do it out of human sympathy or simple good nature! In their personal relations, when confronted with distraught foreigners who

have obviously got out of their depth, all Belgians – regardless of Community or conviction – are inclined to be polite and tolerant, in distinct contrast to neighbouring countries. The least charitable explanation of this may be the average person’s pragmatic and uncomplicated way of dealing with things. The entrepreneurial spirit is evident in many aspects of Belgian business life. Not long ago the Indian IT manager of a major global corporation told me that he had subcontracted parallel projects to German, British and Belgian suppliers. The first two proved infuriatingly bureaucratic and officious in their reactions to his demands, while the Belgian supplier improvised and came up with the goods. In another case, for the sake of his profitable relationship with an Italian supplier, a Belgian importer accepted a seasonal consignment of swimsuits although it was months late. But where could he sell so many in late-Autumn? He thought Miami was the best option, particularly since he knew someone in the trade there who, despite limited resources, had good local contacts. So he flew to Miami and, with his friend, combed the waterfront shops from one end to the other. He sold everything before he was three-quarters of the way through, selling at half the average price for Belgium and accepting payment direct. He cleared his stocks, covered his costs, made a modest profit, and kept his supplier happy. He also opened a new market! I have even come across a Belgian carpet manufacturer who hit on the idea of trimming his ‘offcuts’ (the bits left over from the production line), fitting them with compasses so that they could be easily aligned with Mecca, and selling them as personalised prayer mats to Muslims. Now that is both practical and imaginative! Richard Hill

Beci & co

WAAR LUNCHEN ?

De restaurant tip van AGENDA magazine

De restauranttip van aGenDa MaGaZine

Info Edelknaapstraat 38 rue du Page, Elsene/Ixelles, 02-534.21.55, di > za 12 > 14.00 & 19.15> 22.30 Voor mee restauranttips:

© Saskia Vanderstichele

agendamagazine.be

Beurre Noisette •••• Talent gesignaleerd! Beurre Noisette werpt zich op als een adres om in de gaten te houden. In navolging van Neptune, La Buvette en Le Tournant, doet deze plek een nieuwe wind door culinair Brussel waaien. Aan het roer staat dit keer een Belgische chef van 32 jaar, Grégoire De Backer. Voor hij zijn eigen restaurant opende, leerde hij het klappen van de zweep in de veeleisende keukens van Yves Mattagne, Cyril Jolivet (En Face de Parachute) en van La Maison du Cygne. Zijn benadering is die van de ‘bistronomie’: goed eten in een eenvoudig en smaakvol kader. Onopgesmukte lampfittings die van het plafond hangen, donkere kleuren, kleine foto’s die zich uitspreiden over de muur, spiegels… in dat huiselijke decor

kun je haast niet anders dan denken aan Chez Marie, het mythische adres dat onlangs de deuren sloot. De rouwenden mogen op hun twee oren slapen: met De Backer is de aflossing verzekerd. Deze chef is lid van een generatie die er geen behoefte aan heeft om prestigieuze producten te serveren om te overtuigen. Zijn borden zijn bescheiden, uiterst verzorgd en getuigen van inzicht. Het voorgerecht levert meteen het bewijs: een mousse van rode poon met een vinaigrette van sinaasappelsap, mirin (een milde sake) en basilicum (12 euro): subtiel, een tikje exotisch en erg fris. Maar het is vooral het hoofdgerecht dat ons omverblaast: kip (volaille jaune), een smeuïge risotto met jonge scheuten en Timut-peper (19 euro). De bereiding

AGendA is het uitmagazine van stadskrant Brussel deze Week. Met een handige kalender, het volledige filmprogramma en een selectie boeiende artikels over muziek, theater, tentoonstellingen, restaurants & cafés en nog veel meer. Neem het gratis drietalige magazine mee uit een van de vele verdeelpunten in de stad, of ontvang het samen met Brussel Deze Week bij u thuis of op het werk. Mail uw adres naar [email protected]

maakt duidelijk dat dit een chef is die geen compromissen sluit wanneer het op zijn ingrediënten aankomt: de kip, maar zeker ook de Timut-peper met de citrustoets – een klein wonder dat van bij Rudy Smolarek komt. Het bord bewijst ook dat De Backer een gave bezit om smaken harmonieus te verwerken: de groentesmaak van de jonge scheuten die perfect het romige karakter van de risotto countert. Om deze geslaagde avond af te sluiten, dronken we onze fles Irancy 2009 (Thierry Richoux, 36 euro) leeg, een vloeibare parel met de smaak van cerise du Nord. michel verlinden


35

Leden trefpunt Deze rubriek staat ter beschikking van onze leden. Als u uw activiteiten wil bekendmaken, stuur dan een bericht van een vijftiental regels naar [email protected] (onder voorbehoud van de beschikbare ruimte).

Benjamin Cadranel: de nieuwe administrateur-generaal van de GOMB Op vrijdag 1 maart volgt de 38-jarige Benjamin Cadranel, kabinetschef van Brussels minister-president Charles Picqué, Mireille Francq op aan het hoofd van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GOMB).


36

Op zijn vergadering van 22 februari 2013 heeft de raad van bestuur van de GOMB Benjamin Cadranel aangesteld als nieuwe administrateur-generaal. De keuze viel op hem omdat hij over tal van kwaliteiten beschikt: hij kan uitstekend managen, organiseren en communiceren. Bovendien kent hij de instellingen van het Brussels Gewest heel goed, zowel de werking als de reglementering ervan. Verder staat hij bekend als een ervaren onderhandelaar met de openbare én met de privésector. Cadranel is licentiaat in de rechten (ULB) en begon zijn loopbaan als advocaat bij de Balie van Brussel (1998-2003). Hij was ook adviseur bij het Institut Emile Vandervelde (1999-2004) en deeltijds expert op het kabinet van de vice-premier (PS) van de federale regering (2003-2004). Zijn strepen heeft hij vooral verdiend op het kabinet van Brussels minister-president Charles Picqué (PS), eerst als adjunctkabinetschef (2004-2007) en vanaf 2007 als kabinetschef. In die functie superviseerde hij tal van grote projecten, zoals het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, het Demografisch Gewestelijk Bestemmingsplan, verschillende richtschema’s, het Internationaal Ontwikkelingsplan, het Scholen- en Crècheplan en het City Marketingplan. Hij bereidde ook de Brusselse ministerraden voor en was dus actief betrokken bij de voorbereiding van en de onderhandelingen over de regeringsplannen inzake mobiliteit, duurzaamheid, parkeerbeleid, gas- en elektriciteit … De GOMB is voor Cadranel alvast geen onbekende: hij was er regeringscommissaris van 2007 tot 2009.

… biedt een nieuwe tool aan voor de identificatie van Zeer Zorgwekkende Stoffen bestemd voor alle fabrikanten van producten EcoMundo, een KMO die zich specialiseert in de stoffenwetgeving en de ondersteuning van ecodesign, heeft onlangs een module ontwikkeld om bedrijven te helpen de aanwezigheid van SVHC (Zeer Zorgwekkende Stoffen) in hun producten en materialen te identificeren, en risico’s te voorkomen. Volgens REACH zijn de downstreamgebruikers van chemische stoffen inderdaad verplicht om hun klanten te informeren over de aanwezigheid van SVHC. Een enorme klus wanneer dat manueel moet gedaan worden. Door de toevoeging - in november 2012 - van 54 nieuwe stoffen aan de "kandidatenlijst", die een totaal van 138 stoffen telde, wordt dat des te omslachtiger. Daarnaast voorziet het ECHA (European Chemicals Agency) er nog 30 tot 40 per jaar toe te voegen in de periode

Mireille Francq Cadranel volgt er Mireille Francq op. Zij heeft, na een loopbaan bij Openbare Werken en enkele kabinetten, vanaf de oprichting van het Brussels Gewest in 1989 haar stempel gedrukt op de GOMB.

tussen nu en 2020. SVHC Alert is een gratis* Web Tool, waarmee elk bedrijf een analyse kan maken van alle materialen die het product bevat (PVC, PP, siliconen, perfluorstoffen...). De module genereert vervolgens een rapport dat exporteerbaar is naar Excel en dat wijst op de potentiële aanwezigheid van SVHC in deze samenstellingen. Het bedrijf kan dan naadloos communiceren met haar klanten en/of een alternatief plan voorbereiden. Ten slotte bieden de real-time updates van de SVHC Alert module bij elke bijwerking van de "kandidatenlijst” een duurzame dekking van de risico’s op reglementair niveau. SVHC Alert is een onderdeel van het webplatform REACH Factory voor een complete REACH Compliance: informatie over “use cases”, veiligheidsinformatiefiches, arbeidsveiligheid, CLP compliance, enz. http://ecomundo.eu *Testversie beschikbaar voor 3 maanden

Leden trefpunt

Zorg voor dynamische veranderingen met Pégase Management Services Véronique Polet – Interim Manager & Business Coach gespecialiseerd in HR, Financiën en Business Development. Wil uw bedrijf nieuwe projecten lanceren? Krijgt u af te rekenen met een complexe situatie? Wilt u op korte termijn een beroep doen op de diensten van externe specialisten? Pégase Management Services biedt uw bedrijf coachingsdiensten op maat en de deskundige hulp van een interim manager. Véronique Polet heeft niet alleen meer dan 25 jaar ervaring als Administratief & Financieel Directrice, maar ook in HR-beheer en business development. Ze is perfect viertalig (Frans, Nederlands, Engels, Italiaans) en vindt probleemloos haar weg in zowel familiale

KMO's als multiculturele internationale bedrijven. Ze is resultaatgericht, past zich aan haar klanten aan, stelt oplossingen op maat voor en tracht te allen tijde langetermijnrelaties aan te knopen. Offerte of eerste afspraak: www.pegase-services.be - [email protected] - + 32 476 833 043. Bekijk ook even mijn referenties op LinkedIn. Ik kijk er al naar uit om mijn steentje bij te dragen aan het succes van uw bedrijf! Sint-Amandsstraat 196 – B-1853 Strombeek-Bever – België

CERAN Thematic Lunches : een nieuwe manier om talen te leren ! VBO), in 2012 volgde Parijs (La Défense). Andere projecten worden onder de loep genomen. » Vanaf dinsdag 12 maart, organiseert CERAN een nieuwe serie van 4 thematische lunches, begeleid door zowel een expert als een taalleraar. Deze tweede serie heeft als thema : « Uitdagingen in HR ». We verwelkomen u graag tussen 12 en 14 uur op een lunch in het Nederlands rond HR-topics, in de lokalen van het VBO ! www.ceran.com/nl 087/791122 [email protected].

1819.be: informatieportaal voor al wie onderneemt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


CERAN heeft een solide ervaring in het organiseren van residentiële en intensieve taalcursussen in complete onderdompeling. Tegenwoordig vindt u de doeltreffendheid en het professionalisme van CERAN eveneens terug in een volledig en gevarieerd aanbod van producten in Brussel en in Parijs. Johan Van de Vijver, Commercieel verantwoordelijke licht toe : «In 2010 nam het management van de groep CERAN de strategische beslissing om voortaan ook niet-residentiële taalcursussen te organiseren en dit om haar aanbod te vervolledigen. In 2011 nam CERAN haar intrek in het hartje van Brussel (kantoorgebouw

Sinds juni 2011 beschikken de Brusselse ondernemers over een eerstelijns informatiedienst – 5 dagen op 7 toegankelijk via het verkorte nummer 1819 – waar adviseurs antwoord geven op de eerste vragen die de ondernemers zich stellen over het opstarten van een bedrijf, het juridisch statuut, de administratieve stappen, de vergunningen, de subsidies, financiering, enz... Tegelijkertijd verwijzen de adviseurs de ondernemers ook door naar andere organisaties en instellingen die de ondernemer kunnen begeleiden voor specifieke aspecten van zijn project. Deze eerstelijns telefoondienst beschikt ook over een portaalsite die volledig toegespitst is op de Brusselse ondernemers www.1819.be. Dankzij de duidelijke navigatie kan de ondernemer snel het antwoord te vinden op concrete vragen in niet minder dan 12 thema’s. De site stelt daarnaast nog nuttige nieuwtjes voor, een agenda met evenementen en opleidingen voor Brusselse ondernemers, een infotheek waarin standaardddocumenten, checklists, publicaties en andere nuttige tools vermeld worden, alsook een overzicht van de bedrijfsbegeleidende instellingen in Brussel en hun diensten (wie kan helpen?). De site vervangt natuurlijk geenszins de persoonlijke dienstverlening van de adviseurs die zich dagelijks telefonisch te beschikking houden van de ondernemers op het nummer .

ma-vr 08:30 - 13:00 di 17:00 - 19:30 1819 is het telefoonnummer bij uitstek voor ondernemers en kandidaat-ondernemers in Brussel. Financiering, publieke steunmaatregelen, oprichtingsformaliteiten, juridisch advies, … de adviseurs van 1819 informeren de ondernemer, geven hem raad, en verwijzen ook door naar de bevoegde instellingen en personen die hem verder kunnen begeleiden bij zijn project.

1239-AnnonceUsine.indd 1

www.1819.be Een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

27/07/12 13:09

Leden trefpunt

Hard Rock Cafe Brussels

De Belgische hoofdstad is klaar om te rocken! Het gloednieuwe Hard Rock Cafe Brussels, dat direct aan de historische Grote Markt ligt, schudt je zintuigen door elkaar met verleidelijke gerechten en drankjes en een ontzagwekkende collectie rockmemorabilia. Het café is gevestigd in een gerestaureerd gebouw uit de 16de eeuw, en combineert zo de


38

energie en uitstraling van het merk Hard Rock met de onconventionele, eclectische sfeer van de stad. Daardoor ontstaat er een unieke, Brusselse Hard Rockbeleving. Het café heeft een oppervlakte van meer dan 530 vierkante meter, en biedt ruimte aan een groot zitgedeelte voor 150 personen, een podium voor wekelijkse liveoptredens, een nachtlounge

en een Rock Shop vol merchandise. In Hard Rock Cafe Brussels kun je ook originele en unieke evenementen organiseren, zoals muzikale liveoptredens, dj-party’s, vergaderingen en cocktailrecepties. Je kunt het zo gek niet bedenken of de evenementsruimtes van Hard Rock Cafe Brussels zijn er geschikt voor. Profiteer van de voordelen van de modernste technologie, WiFi-toegang in het hele gebouw, een vergunning voor nachtmuziek, rocksterrenservice en nog veel meer.

Hugues Delescaille verkozen tot nieuwe voorzitter van het Instituut voor bedrijfsjuristen Het federale Instituut voor bedrijfsjuristen (IBJ), dat bij wet het beroep reglementeert en de wettelijk beschermde titel van bedrijfsjurist verleent aan zijn leden, verkoos Hugues Delescaille als nieuwe voorzitter. Hij neemt het roer over van Pierre Schaubroeck die sinds 2010 aan het hoofd van de Raad van het IBJ stond. De door de leden van het Instituut verkozen en paritair samengestelde Raad kiest elke drie jaar een nieuwe voorzitter, alternerend uit één van beide taalrollen. Onder zijn voorzitterschap wil hij het IBJ en de bedrijfsjuristen ondersteunen in hun beroepsactiviteiten door het opstellen van aanbevelingen, best practices en door de uitwisseling van kennis en expertise. Hugues Delescaille wil de uitstraling en erkenning van het Instituut en het beroep versterken, dit naar de sectoren die het minst vertegenwoordigd zijn in het Instituut en bij de sociale en economische actoren die van dichtbij of ver betrokken zijn bij juridische vraagstukken, zoals bedrijfsleiders, magistraten, politici, advocaten, deurwaarders of notarissen evenals professoren en studenten aan de rechtsfacul-

teiten. “Het beroep van bedrijfsjurist is relatief jong, daar de wet die het beroep erkende en het IBJ oprichtte dateert van 2000. Maar het beroep blijft evolueren, onder andere door de complexiteit en inflatie van de wetgeving, maar ook om dat bedrijven zich ervan bewust worden dat bedrijfsjuristen een sterke garantie bieden wat betreft het preventieve be heer van juridische risico’s in een klimaat van duurzaam en verantwoordelijk ondernemen. In dit kader wil ik graag het beroep van bedrijfsjurist en het IBJ als beroepsorde nog sterker maatschappelijk en economisch verankeren. Ik dank hierbij mijn voorganger Pierre Schaubroeck die de voorbije jaren werk maakte van een duidelijke visie en missie voor het Instituut en hiermee stevige fundamenten legde voor onze verdere groei en ontwikkeling,” aldus Hugues Delescaille.

Ordiges lanceert Software4Contract, SaaS-platform voor contractenbeheer Ordiges, een Belgische onderneming in Spend Management-software, lanceert vandaag Software4Contract, een SaaS-platform voor contractenbeheer. Startklaar en flexibel, is Software4Contract makkelijk aanpasbaar aan de manier van werken van de gebruikers. Daarnaast draagt de oplossing bij tot een collaboratief contractenbeheer door toegang te bieden aan een onbegrensd aantal gebruikers. Met de lancering van dit nieuwe product wil Ordiges specifieke doelgroepen aanboren die op zoek zijn naar lichtere oplossingen die geen zware implementatie of opleiding vereisen. Software4Contract is vandaag gratis beschikbaar als evaluatiever-

sie en kan gedurende 30 dagen worden uitgeprobeerd op 30 contracten, dit via de website www.software4contract.com. ORDIGES NV Woluwedal 62, B-1200 Brussel T : +32 (0)2 290 07 00 F : +32 (0)2 290 07 10 Site : www.ordiges.com

Agenda

MANAGEMENT & HR, PERSONAL IMPROVEMENT

• 14/3/2013 Plus de 90 trucs pratiques pour mieux gérer votre temps !* • 18/4 au 17/5/2013 Selfcoaching : découvrez les ressources insoupçonnées de votre cerveau* • 19 et 26/04/2013 La compta pour tous* • 14/05/2013 Faire faire ou la délégation responsable*

SALES & MARKETING

• 8 et 15/3/2013 Décuplez vos performances de vente* • 19/3/2013 et 26/3/2013 Ecouter activement pour mieux vendre* • 25/4/2013 Time et Territory* ➜ Brigitte van der Mensbrugghe T +32 2 643 78 30 [email protected]

SOCIALE WETGEVING

• 19/03/2013 Importants changements en matière de travail intérimaire, travail temporaire, détachement, mise à disposition de travailleurs*

• 16/04/2013 Le port de signes religieux au travail – secteur privé et secteur public* • 26/04/2013 Beci HR Lunch (FR)* • 07/05/2013 Les vacances annuelles des employés* ➜ Frédéric Simon T +32 2 643 78 17 – fs@ beci.be

FISCALITEIT

• 22/03/2013 Actualités fiscales 2013* ➜ Brigitte van der Mensbrugghe T +32 2 643 78 33 –[email protected]

HANDELSRECHT

• Du 28/3/2013 au 5/07/2013: 24e Cycle de formation à la médiation civile et commerciale à Bruxelles* • Van 27/03/2013 tot 05/07/2013 11de Opleiding Bemiddeling/Mediation te Hasselt ➜ Brigitte van der Mensbrugghe T +32 2 643 78 33 –[email protected]

INTERNATIONAAL • 15/03/2013 Séminaire sur les programmes de financement européen dans le domaine

des transports* • 19/03/2013 Aspects juridiques, en droit belge et européen, du commerce électronique* • 21/03/2013 Infosessie: Uw exportformaliteiten (in het Nederlands) • 14-17/04/2013 Matchmaking event Food sector at ” Alimentaria fair” in Lisbon (Portugal) • 25/04/2013 Do’s & don’ts for credit application ➜ Beci’s International Department T+32 2 643 78 02 - [email protected]

Events

• 20/03/2013 Beci Infoavond • 27/03/2013 Beci Entrepreneurs Night • 24/05/2013 Job Day Havengebied ➜ www.beci.be * Enkel in het Frans

NIEUW: DOORBLADER DYNAMIEK OP WWW.BECI.BE

Een unieke opleiding voor elke bedrijfsleider van een KMO of ZKO De boekhouding? U vindt ze leuk of niet; u begrijpt ze een beetje, veel of helemaal niet. In deze moeilijke tijden is ze echter onontbeerlijk om uw activiteit te ontwikkelen of in stand te houden. De boekhouding houdt veel meer in dan een administratieve formaliteit: ze is in feite een vitaal beheerinstrument.

B

ECI’s uitdaging is eenvoudig: u in minder dan een dag tijd in staat stellen uw boekhouding te begrijpen. U leert er ook de belangrijke elementen uit te halen, tussen de regels te lezen en uw evolutie te volgen om een constructieve dialoog met uw beroepsboekhouder aan te gaan. Wie zijn boekhouding begrijpt, verstaat ook zijn partners veel beter: de klanten, leveranciers en potentiële klanten. Het wordt hierdoor bovendien gemakkelijker om moeilijkheden te vermijden. Bent u in uw onderneming gaan putten? Hoeveel bedragen de loonkosten? Hoeveel besteedt u dit jaar aan publiciteit? Is uw

activiteiten winstgevend? Waar gaan de kasmiddelen naartoe? Welke zijn de klanten die u geld schuldig zijn? Wat is hun gemiddeld betalingstermijn? U krijgt een reeks praktische antwoorden op de vragen die u zich stelt… Of die u zich zou moeten stellen. De opleiding wordt gegeven door Olivier Kahn, expertboekhouder en fiscaal adviseur, die bovendien ook de coördinatie waarneemt van het door BECI opgerichte Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden. Welkom aan elke bedrijfsleider van een KMO of ZKO! Boekhouding uit het boekje – 19 april 2013, van 9 tot 14u, bij BECI. Inschrijvin-

gen per mail: [email protected] (de opleiding wordt door BECI, IZEO en het COm georganiseerd.)


Opleidingen

toetredingsaanvragen bij beci DOOR DIRECTIE VOORDRACHT BIJ DE RAAD VAN BESTUUR* ABC Cars NV Witloofstraat 35 - 1000 Brussel Nace : 49310 - Personenvervoer te land binnen steden of voorsteden 49390 - Overig personenvervoer te land, n.e.g. afg. : Koen Ronsmans

Janssen Christophe NP Clos de la Mazerine 2 - 1332 Rixensart Nace : 7021001 - Verlenen van advies en praktische hulp aan de bedrijven i.v.m. public relations en communicatie afg. : Christophe Janssen

ABFAB BVBA Florimont de Pauwstraat 62 - 1070 Brussel Nace : 46460 Groothandel in farmaceutische producten afg. : Erik Geysels

JCL International BVBA Veydtstraat 53 - 1050 Brussel Nace : 73200 - Markten opinieonderzoekbureaus afg. : Emmanuel Dabin

Action BVBA Grensstraat 110 - 1210 Brussel Nace : 7021001 - Verlenen van advies en praktische hulp aan de bedrijven i.v.m. public relations en communicatie 74901 - Activiteiten van managers van artiesten, sportlui en overige bekende personaliteiten afg. : Juliette Albiac

Kitieu Réal NP Generaal Bernheimlaan 40 - 1040 Brussel afg. : Réal Kitieu

Agile Conseil BVBA Schroeflaan 31 - 1150 Brussel Nace : 6619903 - Verstrekken van advies inzake beleggingen en het beheer van financiële patrimonia van derden (KB 05.08.1991 i.v.m. vermogensbeheer en beleggingsadvies 7021001 - Verlenen van advies en praktische hulp aan de bedrijven i.v.m. public relations en communicatie 7022001 - Verlenen van adviezen en hulp aan het bedrijfsleven en de overheid op het gebied van planning, organisatie, efficiëntie en toezicht, het verschaffen van informatie aan de bedrijfsleiding, enz. afg. : François Van den Bosch B2Boost NV Waterloosesteenweng 1453 - 1180 Brussel Nace : 62090 Overige diensten op het gebied van informatietechnologie en computer 73200 - Markt- en opinieonderzoekbureaus afg. : Gilles Collet


40

CBO Consulting BVBA Louizalaan 306 - 1050 Brussel Nace : 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 82990 - Overige zakelijke dienstverlening, n.e.g. afg. : Christophe Bodin Chenut Edgar NP Emile De Motlaan 22 - 1000 Brussel Nace : 86909 - Overige menselijke gezondheidszorg, n.e.g. afg. : Edgar Chenut De Keghel Nicolas NP Mozartlaan 25 bus 2 - 1190 Brussel Nace : 47785 Detailhandel in fietsen in gespecialiseerde winkels 9529001 - de reparatie van fietsen afg. : Nicolas De Keghel

Laboratoires Surveal NVBA Louizalaan 149 bus 24 - 1050 Brussel Nace : 21100 - Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen 21209 - Vervaardiging van overige farmaceutische producten 46460 - Groothandel in farmaceutische producten afg. : Oussama Khoury Lapino Albino BVBA Chaussée de Namur 119 bte1 - 1400 Nivelles Nace : 63120 - Webportalen 7021001 - Verlenen van advies en praktische hulp aan de bedrijven i.v.m. public relations en communicatie 73110 - Reclamebureaus afg. : Niels Aernouts microStart CVBA Bethleemplein 9 - 1060 Brussel Nace : 64929 - Overige kredietverstrekking, n.e.g. 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering afg. : Patrick Sapy Multimedia Concept BVBA Rue de Haut-Ittre 3 - 1460 Ittre Nace : 4321102 - onderneming voor de installatie van hulpvoedingssystemen (generatoraggregaten) 47410 - Detailhandel in computers, randapparatuur en software in gespecialiseerde winkels 62020 - Computerconsultancyactiviteiten afg. : Stephane Janssen Optil BVBA Xavier De Buestraat 40 - 1180 Brussel Nace : 4778201 - Kleinhandel in optische artikelen (inclusief brillen), fotografische artikelen (inclusief films) en precisieinstrumenten afg. : Vincent Labeeuw

DVC NV Korporaal Trésigniesstraat 6 - 1190 Brussel Nace : 29310 - Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor motorvoertuigen afg. : Marc Vertongen

Optima NV drève Richelle 159 - 1410 Brussel Nace : 6499905 - financiële instellingen, n.e.g. 66199 - Overige ondersteunende activiteiten in verband met financiële diensten, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen, n.e.g. 66220 - Verzekeringsagenten en -makelaars afg. : Jeroen Piqueur

Equip' NV Zaterdagplein 8 - 1000 Brussel Nace : 78100 Arbeidsbemiddeling afg. : Adrien Bailly

Rotex Europe Ltd Avenue Lavoisier 29 - 1300 Wavre Nace : 46699 - Groot handel in andere machines en werktuigen, n.e.g. afg. : Hans Lepelaars

Europcar NV Weiveldlaan, 8 B - 1930 Zaventem Nace : 77110 - Verhuur en lease van personenauto's en lichte bestelwagens (< 3,5 ton) afg. : Didier Fenix

Shania BVBA Louizalaan 11 - 1050 Brussel Nace : 32122 - Bewerken van edelstenen (m.u.v. diamant) en van halfedelstenen 32123 - Vervaardiging van sieraden 46480 - Groothandel in uurwerken en sieraden afg. : Islah Al Ashwal

European Service Network NV Ravensteingalerij 4 - 1000 Brussel Nace : 5914001 - Vertoning van bioscoopfilms en videobanden in bioscopen, in de open lucht of op andere plaatsen waar filmvoorstellingen mogelijk zijn afg. : Koenraad Tommissen FIL-TER-CO Ltd. Hoeilaartsesteenweg 252 - 3090 Overijse Nace : 43390 Overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen 93110 - Exploitatie van sportaccommodaties afg. : Bavo Nachtergaele Gérard Claude NP Winston Churchilllaan 147 – 1180 Brussel afg. : Claude Gérard Greenfish NV Tasson Snelstraat 12 - 1060 Brussel Nace : 4781001 - Markten straathandel in voedingsmiddelen 78300 - Andere vormen van arbeidsbemiddeling afg. : Laurent-Philippe Ham

W.P.A Pneu Vanhamme NV Chaussée de Bruxelles 724 - 1410 Waterloo Nace : 4519401 - de handel in nieuwe en gebruikte aanhangwagens en opleggers 45205 - Bandenservicebedrijven 45310 - Handelsbemiddeling en groothandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen afg.: Sébastien Danneels Westinser BVBA Alsembergsesteenweg 270 - 1190 Brussel Nace : 7311001 Ontwerpen en voeren van reclame- en promotiecampagnes voor derden via de verschillende media afg. : Brigitte Marquilly Yaka Faire BVBA Rue du Mulhouse 36 - 4020 Liège Nace : 62010 - Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's 62020 - Computerconsultancy-activiteiten 62090 - Overige diensten op het gebied van informatietechnologie en computer afg. : Jean-François Maréchal

International Consulting & Management Ltd. Old Broad Street 69 EC2M1QS London - United Kingdom Nace : afg. : Christian Duboc Erratum : Ajmage - André Jérémy PPE Avenue Prince Baudouin 5 - 1410 Waterloo Nace : 4321102 : Onderneming voor de installatie van de bedrading voor telefooninstallaties en computersystemen - 62010 : Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's - 74103: Activiteiten van grafische designers - 62020 : Computerconsultancy-activiteiten afg . : Jérémy André

Brussel, scharnier in de financiële wereld Vijf jaar na de financiële crisis staat de bankwereld opnieuw op een keerpunt. Overal ter wereld doen banken hun balansen krimpen en proberen ze hun liquiditeitspositie te versterken. Overal ter wereld voeren overheden strengere kapitaalvereisten en strikter prudentieel toezicht in. De Belgische financiële sector loopt voorop in die evolutie. De balansen van onze banken werden de voorbije jaren fors afgebouwd, het elektronisch betaalverkeer en het veilig internetbankieren staat op een hoog niveau. En daarbovenop zit België ook nog eens bij de besten van de Europese klas waar het om de verhouding tussen verleende kredieten en spaartegoeden gaat. De plannen voor de metamorfose van de Belgische banksector worden in en rond Brussel uitgetekend en uitgevoerd. De politieke besluitvorming over de financiële sector verschuift van het Belgische naar het Europese niveau. Het leeuwendeel van de 104 banken in België heeft een belangrijk beslissingscentrum in Brussel. Ruim de helft van de 100.000 bankmedewerkers in België gaan elke dag in de hoofdstad aan de slag. Heel wat indirecte jobs voor banken en bancair cliënteel worden ook vanuit Brussel ingevuld. Daardoor vormt de hoofdstad een scharnierpunt in de ontwikkeling van een financiële sector in volle verandering. Vanuit Brussel wordt een open, internationaal en gediversifieerd Belgisch bankenlandschap aangestuurd. Ruim 80% van de in België actieve banken heeft een buitenlandse (hoofd)aandeelhouder. Onder hen vinden we zowel grootbanken als regionale

beslissingscentra van buitenlandsegroepen op zoek naar een bruggenhoofd tussen hun hoofdkwartier en de EU. Terzelfdertijd telt het landschap een pak kleinere spaar- en nichebanken. Maar Brussel is ook de thuishaven voor enkele internationale instellingen die cruciaal zijn voor het interbancaire verkeer. In Terhulpen verwerkt SWIFT elke dag bijna 20 miljoen betaaltransacties voor 10.000 banken in 212 landen. Euroclear voert elk jaar 160 miljoen effectentransacties uit in 45 landen, samen goed voor meer dan 500.000 miljard euro. Ook de Bank of New York Mellon, een Amerikaanse sectorgenoot van Euroclear, heeft zijn aanwezigheid in Brussel in de voorbije maanden versterkt. Belgische financiële instellingen willen ook in de toekomst voorop blijven lopen in de zoektocht naar een duurzame en vitale financiële sector. Ze zullen hun brugfunctie naar de Europese instellingen verder versterken, nu de bankenunie en de internationale kapitaalregels de bankwereld internationaler dan ooit maken. En ze zullen blijven investeren in mensen, in opleiding en in de expertise die de voedingsbodem is voor blijvende innovatie in de sector.

Auteur: Michel Vermaerke. CEO Febelfin. Bestuurder Brussels Metropolitan. (Foto: Dieter Telemans)

SWIFT Headquarters, Terhulpen. Society for Worldwide Interbank Financial telecommunication. © Widnell Europe 2013

TOT

€125 KORTING OP UW

DIENSTENCHEQUES !*

Welcome to the Family !

Daoust Dienstencheques biedt tot € 125* korting per jaar aan het personeel van bedrijven die lid zijn van BECI! Als pionier van Dienstencheques sinds 2003, stelt Daoust dagelijks 13.000 klanten tevreden dankzij meer dan 3.200 huishoudhulpen! U vindt de details van ons aanbod op www.daoust.be/beci

www.daoust.be Aalst - Antwerpen - Blankenberge - Brugge - Brussel - Charleroi - Eupen - Gembloux - Gent - Hasselt - Huy - Knokke - Kortrijk La Louvière - Liège Marche-en-Famenne - Mons - Namur - Nieuwpoort - Nivelles - Oostende - Sint-Niklaas - Verviers - Wavre INTERIM - SELECTION - OUTPLACEMENT - DIENSTENCHEQUES - PUBLIC SECTOR - JOB ACADEMY

* € 0,25 korting per gepresteerd uur en in volgorde van betaling (maximum 500 dienstencheques per jaar (500 x € 0,25= € 125)). Aanbieding 1 jaar geldig en voorbehouden aan nieuwe klanten. De korting zal worden teruggestort op het eind van de aanbieding en wordt berekend op basis van het aantal ontvangen dienstencheques op naam van de medewerker. Daoust nv, Louizapoortgalerij 203/5, 1050 Brussel, tel. 02/513.14.14, email : [email protected], www.daoust.be Erkenningen voor de 3 regio’s: Wallonië : W.INT/SO/RS/RE.22, Vlaanderen : VG.163.BUOP, Brussel : B-AA05.034. Erkenningsnummer Dienstencheques : 40063.

Maandblad van Beci Brussels Enterprises, Commerce & Industry

Recommend Documents