p.505379
Maandblad van
Brussels Enterprises, Commerce & Industry
Roland Cracco, CEO van Interparking
Januari 2014 • nr.01
Iran en Kazakhstan: perspectieven in het Oosten Digitalisering en dematerialisatie
Auto en mobiliteit
Voor elk archief een oplossing.
Van klein tot groot.
zoveel meer dan archiveren
Papier- en filmarchivering
Demagnetiseren
Magnetische dragers bewaren
Digitaliseren en digitale archieven
www.merak.eu
Software Escrow
Labo en Farmaceutisch (ULT)-archief
Consultancy
Editoriaal
Thierry Willemarck, Voorzitter van BECI
Lokale fiscaliteit en verkeerde berekeningen
En nu de tweede helft van de vraag: blijven of vertrekken? In Brussel investeren of ergens anders? U kent de argumenten (wij gebruiken ze zelf): de unieke troeven van Brussel, zijn ligging, zijn internationale uitstraling, zijn economisch dynamisme… Allemaal terecht, maar dit geldt ook in Nijvel of in Grimbergen. En de nadelen? De toegankelijkheid van Brussel als absolute recordhouder van de verkeersoverlast. Niet bepaald een troef om klanten en leveranciers te ontvangen. De hooggekwalificeerde, meertalige bevolking, zei u? De jonge Brusselse werklozen zijn eerder laaggeschoold en eentalig. Ruimte? Buiten het Brusselse Gewest is er ruimte genoeg, en aan veel lagere prijzen. In het geval van een winkelketen liggen de zaken er natuurlijk anders voor. Een winkel in de Brusselse Nieuwstraat of in hartje Clabecq, die vallen niet te vergelijken. Brussel beter? Niet zeker, want met een belasting op de winkeloppervlakte, een heffing op de parkeerplaatsen en een taks op reclamedrukwerk zou men zich misschien liever in een ‘shopping outlet’ gaan vestigen – of een e-shop ontwikkelen.
Het probleem zit niet zozeer in de gewestelijke fiscaliteit, die tussen Brussel, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant ongeveer gelijkloopt, maar vooral in de gemeentetaksen die in het Brusselse Gewest meer dan tweemaal zwaarder doorwegen dan buiten de hoofdstad. Het verschil blijft trouwens toenemen: tussen 2007 en 2012 zijn ze met 6,5% gestegen. In dezelfde tijdspanne hebben de gemeenten in Vlaams-Brabant de heffingen slechts met 0,3% verhoogd en beperkte de stijging zich tot 3,1% in Waals-Brabant. Wij dachten dat we nu eindelijk recht hadden op een zekere fiscale vrede, o.a. met de afschaffing van een aantal ouderwetse heffingen (op computers, op drijfkracht …), maar vandaag sukkelen we weer achteruit met nieuwe gemeentelijke taksen die soms buiten weten van het Gewest worden ingesteld en die op den duur contraproductief werken. Wat betekent vandaag een heffing op gereedschap? Heel eenvoudig: een taks op investeringen! De bedrijfswereld weigert de belastingen niet. Wij weten dat het beleid van de overheid middelen vereist. Wij zijn ons ook bewust van de moeilijkheden waarin sommige gemeenten verkeren maar er bestaat een Compensatiefonds om een systematisch beroep op nieuwe taksen en andere misstanden te vermijden. De ondernemingen vragen een redelijke en nuttige vorm van belasting. En ook een voorspelbare fiscaliteit, want niks is erger voor een ondernemer die zijn activiteit moet plannen, dan onzekerheid over wat hij morgen zal moeten betalen. En als hiervoor bepaalde fiscale bevoegdheden op gewestelijk niveau moeten worden gereorganiseerd, waar wachten we nog op? Het mag meteen!
1 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
“N
eem uw rekenschrift”, zou de juf zeggen. “De opgave: een bedrijf met 35 medewerkers heeft, om zijn nieuwe kantoren te vestigen, de keuze tussen een gemeente in Vlaams-Brabant, waar jaarlijks € 727 aan lokale belasting per werknemer dient betaald, en, 300 m verderop, een gemeente van het Brusselse Gewest, waar het bedrijf € 1.184 per werknemer zal betalen. Bereken het totale verschil en bepaal waar de onderneming zich zal vestigen.” Het eerste deel van het antwoord krijgt u er meteen bij: deze KMO zal jaarlijks € 15.995 meer aan belastingen betalen (een verschil van 63%!) om met een adres in Brussel te pronken. Aan dit tarief zal de ondernemer toch wel even twijfelen, nietwaar?
Inhoud januari 13 BECI 4 5 6 9 10 12 13 14 15
Het economische nieuws met een knipoogje Het politieke nieuws met een knipoogje Interview: Willy Decourty, Burgemeester van Elsene Good Morning Brussels: ontbijt van Guy Vanhengel Zaken doen met de Islamic Development Bank Kazakstan : de grootste economie van CentraalAzië Iran staat op het punt zich voor de wereld open te stellen De Jonge Internationale Kamer tegen de werkloosheid van jongeren EEN : Mission for Growth naar Zuidoost-Azië
DOSSIER AUTO & MOBILITEIT 16 De zelfrijdende wagen is klaar 20 Welke oplossingen voor de elektrische wagen? 22 Autotaks per kilometer… een goede oplossing? 26 Autodelen bevordert de mobiliteit 27 Werken zoals op kantoor … maar dan zonder de 28 30
Dynamiek is het maandblad van Beci (Kamer van Koophandel & Verbond van Ondernemingen te Brussel) Verantwoordelijke uitgever
Olivier Willocx
[email protected]
Louizalaan 500 – 1050 Brussel t +32 2 648 50 02 • f +32 2 640 93 28 www.beci.be
Redactie
Media coordinator: Emmanuel Robert
[email protected]
Productie & Abonnementen
Administratie: Emmanuel Robert
[email protected] Opmaak en druk: DB Print Vertaling: Litteris Alle rechten voorbehouden – Nadruk zonder toestemming is verboden
Abonnementen Prijs: 80 € voor 10 nummers Info:
[email protected] • t +32 2 563 78 44
files
De inzet van het parkeren in Brussel Met de fiets naar het werk : u hebt er alle baat bij
FOCUS : DIGITAAL EN IMMATERIEEL MAKEN 32 Rondetafel: KMO’s op de drempel van een “digitale
Publiciteit
35
Inlichtingen en reservaties: Geneviève N. Juste • T 02 537 60 31 F 02 534 86 22 •
[email protected] Véronique Legein • T 02 763 18 19 F 02 772 54 22 •
[email protected]
kentering”?
Digitale documenten bewaren: een beroep als (g)een ander
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT 38 Let’s Move the Market : wel jong, maar geen job 40 De praktische gevolgen van de BTW-plicht voor 42 43 44 45 46
advocaten
Info PwC : een lange weg naar het eenheidsstatuut Impression of a Brit Restotip: Les Filles Starter: Brightness Factory
Dynamiek/Entreprendre wordt maandelijks door meer dan 21.000 decision makers gelezen. Gemiddelde oplage per nummer: 14.000 ex
Membership:
Catherine Mertens • T 0032 (0)2 643 78 16
[email protected]
ONS VOLGEND DOSSIER Dynamiek – Entreprendre Februari 2014
• Dossier immobiliën & vastgoed
MIC Brussels : uitreiking van de vierde Boostcamp prijzen
BECI & CO 46 Agenda 47 Leden trefpunt 48 BECI actualiteit in beelden 49 Toetredingsaanvragen
10-32-2225
Printed on TCF paper
PARTNERS IN BUSINESS
EEN A3-PRINTER DIE HET U MAKKELIJK MAAKT In het bedrijfsleven streeft u naar een zo hoog mogelijke efÀFLsQWLH0HWGHQLHXZH%URWKHU0)&-':KHEWXDOYDVW HHQLGHDOHSDUWQHUDOVKHWRSSULQWHQRIVFDQQHQDDQNRPW 'H]HPXOWLIXQFWLRQHOHSULQWHUGUXNWVQHOHQKDDUVFKHUSDI RS$IRUPDDWRRNGXEEHO]LMGLJ9LD1)&DIGUXNNHQHQ VFDQQHQYDQDIPRELHOHWRHVWHOOHQJDDWYORWHQHHQYRXGLJ (QKLMGHQNWRRNDDQXZEXGJHWGDQN]LM]LMQKRRJUHQGHPHQW LQNWSDWURQHQGUXNWXJHJDUDQGHHUG]XLQLJDI
MEER INFORMATIE OP WWW.BROTHER.BE
:(/.20%,- PRINT 3.0
Beci
Psychanalyse van het nieuws: het ECONOMISCHE gedoe
Heel discreet in de kabinetten
D
e automobilisten van Brussel en elders waren terecht verbolgen over de hopeloze verkeersopstoppingen die betogers tijdens de jongste Europese top voor Kerstmis rond een aantal kruispunten hadden veroorzaakt. Maar misschien was ook die betoging terecht. En iemand moest het probleem luidkeels aanklagen. Tja, vandaag wordt alles uitbesteed, zelfs de woede, de frustraties en de ontevredenheid. Betogen doen we niet meer, wij mompelen liever achter het stuur of voor de tv: “Ik ben die betogers kotsbeu!” Maar vroeg of laat stellen we vast dat het te laat is, dat alles in het geniep werd geregeld en dat wij voor een voldongen feit staan.
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
4
Ja hoor, alles is geregeld, voor de eenvoudige reden dat kabinetten een heleboel zaken in het geheim beslissen. Dit gebeurt op Europees niveau, maar ook in de WHO en vanzelfsprekend federaal en regionaal. Het parlement wordt omzeild. Dat geldt voor alle parlementen (wij hebben er een aantal, nietwaar?), maar ook voor de pers, die van de ‘communicatiespecialisten’ uit het lobbywereldje nu en dan een sussertje of een zoethoudertje toegeworpen krijgt en op die manier tot zwijgzaamheid wordt gedwongen. De dapperen die zo’n communicatie-fastfood weigeren, zijn vandaag diep ontgoocheld: welke hoofdredacteur zal – behalve in de economische pers, want ik moet toch mijn eigen job verdedigen, zeker – aanvaarden op een halve bladzijde de trans-atlantische overeenkomst aan de doordeweekse lezer uit te leggen? Dat doet Avaaz.org nu op het internet, soms met enige overdaad weliswaar.
Het tijdperk van de procureurs
Juristen vergelijk je best met mosterd: nodig op de hotdog, maar niet te veel, anders schieten ze u in de neus. Neem nu de fiscaliteit. We snappen er geen snars meer van sinds de juristen ermee bezig zijn. En u zult me niet wijsmaken dat de fiscaliteit u niet in de neus schiet! Nu, deze inmenging is al een tijdje bezig, maar de jongste aflevering van de saga
Wanneer minister Onkelinx vraagt dat de tandartsen voortaan met Bancontact worden betaald, zoals de chauffeurs van CaddyHome, dan is dit voor één enkele reden, die ik hier waarschijnlijk niet verder hoef toe te lichten. (de invoering van de BTW op de honoraria van advocaten) heeft heel wat niesbuien doen losbreken. De Shadoks zeiden het al: waarom iets eenvoudigs als het ook moeilijk kan? We zijn blijkbaar terug in het tijdperk van de procureurs. Oorspronkelijk was de BTW een relatief simpel systeem dat iedereen die nog iets afwist van rekenkunde kon begrijpen. Maar de onwaarschijnlijke debatten van advocaten over de
afschuwelijke samenzwering waardoor ze onderworpen worden aan een belasting waaraan nagenoeg niemand ontsnapt, bewijst dat er nog ivoren torens bestaan. Een ander bewijs? De huur van onze woningen. Vroeg of laat wordt daar ook BTW op betaald. We doen alsof, maar het tij is niet meer te keren. Wedden? Ik was vergeten te zeggen dat het in naam van de sociale rechtvaardigheid was dat advocaten tegen de invoering van de BTW op hun honoraria waren gekant. 21% is veel, daar hebben ze gelijk in. Maar het bewijst ook dat hun werk niet wordt aangezien als een sociale dienstverlening, noch als een absolute noodzaak. En dat is werkelijk schandalig. Ik had liever dat argument gehoord.
Cache-cash
Het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars en de notarissen hebben duidelijk laten weten dat er vanaf 1 januari geen sprake meer kan zijn van de minste euro in cash bij de aankoop van vastgoed. De vergelijking is misschien vergezocht, maar wanneer minister Onkelinx vraagt dat de tandartsen, zoals de chauffeurs van Caddy-Home, voortaan met Bancontact worden betaald, dan is dit precies voor dezelfde reden, die ik hier waarschijnlijk niet verder hoef uit te leggen. En wanneer André Van Hecke, de baas van de Cercle de Wallonie, in de foyer van de Luikse Opéra een restaurant opent waar geen cash geld meer wordt aanvaard, dan is dit opnieuw voor dezelfde reden. Aan de ene kant wordt er belast, en aan een andere kant is er een KMO bedrijfsleider met lef. Interessant, nietwaar? Jean Blavier
Beci
Psychanalyse van het nieuws: het politieke gedoe
Wensen voor 2014, misschien liefst zonder voetbalstadion
Zoiets zorgt meteen voor wrevel. Terecht. Neem nu het budget voor een stadion dat aan de internationale normen beantwoordt. Of probeer het u zich in te beelden, want dat geld hebben wij in feite niet: 300 miljoen euro, volgens Deloitte. Onmogelijk zonder overheidssteun, zegt de consultant. Met een minimum aan gezond verstand waren wij tot dezelfde conclusie gekomen. Ondanks alle beloften zal de Staat (dus de burger) hiervoor moet opdraaien. Ja maar, krijgen we dan te horen, daarna zal de Sporting Anderlecht zich daar, tussen de splinternieuwe muren van het nationaal stadion gaan vestigen! Tja, waarom niet, eigenlijk? Wel, voor een aantal redenen zou dit inderdaad niet kunnen. Meteen het einde van een groots project voor de hoofdstad en het bewijs dat een aantal zaken niet naar behoren lopen. Om te beginnen is Anderlecht geen eigenaar van het terrein waarop het nu speelt. Als erfpachthuurder wordt de club verondersteld het terrein in perfecte staat achter te laten, ingeval van vertrek. Meteen een dure grap, in hartje Brussel. Daarna zouden alle fiscale aspecten volgen. Laten we er even aan herinneren dat het terrein waarop het toekomstige stadion zou worden gebouwd, zich in Vlaanderen bevindt. Ver is het niet, maar het maakt wel een heel verschil. Ook vraagstukken zoals de winst op catering/bar/hamburgers, frietjes en bier zijn niet geregeld. Dit zijn nochtans bijzonder belangrijke posten in het budgettair evenwicht van het voetbal. Allez, kom, geen zwaar geschut. Wij zouden het graag hebben dat de Heizel-vlakte ooit wordt heringericht, met meer huisvesting en ook al wat een stad nodig heeft voor haar welzijn: handelszaken, bedrijven, diensten aan personen, crèches, vrije beroepen enz. In dit dossier vinden we vandaag vooral wat de Belgische politiek kapotmaakt: de versplintering van energieën, symbolische remmen en het uitblijven van een gemeenschappelijke visie.
moderne toegang tot het web biedt. Natuurlijk zouden we een studie kunnen verrichten over de tijd die kaderleden tijdens vergaderingen op Facebook of een ander sociaal netwerk verkwisten. Nu, wie vrij is van zonden werpe de eerste steen … Er waren nog andere voorbeelden, zoals wanneer vertegenwoordigers van de werkgevers op een MR congres over fiscaliteit werden uitgenodigd. Men kan zich vragen stellen over de impact van zulke grote en hoogdravende samenkomsten, maar de aanwezigheid van bedrijfsleiders bevordert nieuwe contacten, laat hen toe hun visie op de werkelijkheid toe te lichten en samen vooruit te gaan.
Positieve wens
Bij dit nieuwe jaar formuleren wij één positieve wens: dat onze volksvertegenwoordigers en politici zich niet meer – als Fientje Moerman – verguisd en verworpen voelen. Die zaak zorgde voor heel wat rumoer. Alles is met een ‘carte blanche’ van de Open VLD volksvertegenwoordigster begonnen. Misschien wordt niet vaak genoeg herhaald hoe hard de politiek wel kan zijn. Het valt te vergelijken met de taak van een bedrijfsleider: dit werk vergt visie, zelfopoffering en inzet voor de medemens. Allemaal verdachte activiteiten, heden ten dage. In feite zou dit zich in 2014 niet meer mogen voordoen. Niemand zou zich wegens zijn nochtans nuttige en noodzakelijke job verworpen moeten voelen. Inspanningen en inzet verdienen te worden erkend en gewaardeerd. Dit geldt ook voor durf, creativiteit en zelfs politiek onaanvaardbare standpunten. Het blijven natuurlijk maar wensen … Michel Geyer
Erratum In ons nummer van december hebben wij per vergissing de naam van Paul Buysse, Voorzitter van de RvB van Bekaert, onder de foto van CEO Bert De Graeve geplaatst. Dit wensen wij nu recht te trekken, met onze excuses aan beide heren.
De laatste stad zonder een moderne toegang tot het web
Spijtig, want soms werken politiek en privé efficiënt samen. Dit gebeurde onlangs nog wanneer 130 ondernemingen zich bereid verklaarden zendmasten op hun daken te laten installeren om Brussel van 4G te voorzien. Een deel van de economische ontwikkeling stond op het spel en toch was dit dossier omwille van politieke positioneringen strop gelopen. Stel u voor: toeristen in Brussel, de laatste stad die niet overal en altijd een
Bert De Graeve
Paul Buysse
5 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
E
en onderwerp dat meteen voor wrevel zorgt: voetbal. Bij de toekomst van het Koning Boudewijn stadion en de Heizel-vlakte komt in feite veel meer kijken dan gewoon sport. Voetbal, daar houdt toch (min of meer) iedereen van, zeker wanneer de Belgen zich voor de Wereldbeker plaatsen. Het Neo-project en de bouw van een nieuw stadion om zijn zogezegd ‘ouderwetse’ voorganger te vervangen, zijn eerst en vooral een kwestie van nationale trots, visie en economische ontwikkeling.
Beci
Willy Decourty, een socialist in een MR-BASTION
Diepblauw rood De blauwe golf had hem kunnen overrompelen, maar als gewiekste strateeg en voorstander van consensus zit Willy Decourty nog steeds in de burgemeesterszetel. Een discreet man die echter zeer duidelijke taal kan spreken wanneer de belangen van zijn gemeente op het spel staan en wanneer zijn sociale snaar wordt
getokkeld. Hij was het die optrad om de belangen van de bewoners te verdedigen bij de herinrichting van het Flageyplein. Hij was het die leegstaande huizen opeiste om extra huisvesting te voorzien. Rustig aan nadert Willy Decourty het einde van zijn politieke carrière maar hij reageert nog steeds als een vinnige jongeman wanneer de uitdagingen van zijn gemeente en haar bewoners aan bod komen. Elsene is de duurste gemeente van het Gewest op het gebied van vastgoed. Riskeert ze daar haar essentie niet aan te verliezen? Welke uitdaging houdt dit in?
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
6
Elsene is eerst en vooral een levendige gemeente dankzij haar sociologische mix, die ik enorm waardeer. Ik vind het dus bijzonder spijtig dat deze verscheidenheid in het gedrang raakt omdat de middenstand omwille van de overdreven vastgoedprijzen wegtrekt. Een gewoon woonhuis kost in onze Brusselse gemeente meer dan 500.000 euro! Dit is een record in België. Om verscheidene redenen is Elsene een bijzonder aantrekkelijke gemeente. Ze is bijzonder levendig, van de Naamse Poort tot aan de universitaire wijk, langs Flagey heen. Het krioelt er van handelszaken en ondernemingen. Ook op cultureel vlak scoort de gemeente zeer sterk dankzij haar schouwburgen, filmzalen,
50% van deze nieuwe bevolking is Europees, met de Fransen op de eerste plaats. De middenstand verlaat onze gemeente, met als gevolg een toenemende dualiteit tussen armen en rijken in onze bevolking. Ook dient vermeld dat de bevolking van Elsene sinds 10 jaar regelmatig groeit. De ruim 1000 nieuwe bewoners die wij elk jaar verwelkomen behoren helaas tot deze steeds meer duale bevolking.
Beschikt u over een lokale oplossing voor deze tendens?
In feite niet. Wij werken natuurlijk met wijkcontracten, wij trachten gebouwen over te kopen om ze te renoveren enz. En hier zitten we opnieuw met een paradox: om in te gaan tegen de toenemende zeldzaamheid van woningen voor middeninkomens en om gematigde huurprijzen aan te bieden, zouden we een agressiever aankoop- en renovatiebeleid moeten voeren, maar omwille van de marktprijzen is
“Om in te gaan tegen de toenemende zeldzaamheid van woningen voor middeninkomens en om gematigde huurprijzen aan te bieden, zouden we een agressiever aankoop- en renovatiebeleid moeten voeren, maar omwille van de marktprijzen is dit onmogelijk. Een van de enige oplossingen is m.i. een beperking van de huurprijzen om ze betaalbaar te houden.” radiozenders, de vele verenigingen en de architectuur. De wijken zijn er bijzonder getypeerd; denk maar aan de Vijvers, Matonge, Klein Zwitserland enz. Paradoxaal genoeg maakt de diversiteit de gemeente bijzonder aantrekkelijk terwijl het succes precies deze verscheidenheid bedreigt. De nabijheid van de Europese instellingen draagt ontegensprekelijk bij tot de stijging van de vastgoedprijzen: 46% van onze bevolking is van buitenlandse afkomst en
dit onmogelijk. Een van de enige – trouwens broodnodige – oplossingen is m.i. een beperking van de huurprijzen om ze betaalbaar te houden. Ik vind de affiches van de vastgoedprojectontwikkelaars tegelijk veelzeggend en onfatsoenlijk wanneer ze ‘gewaarborgde hoge huurinkomsten’ aankondigen, terwijl we ondertussen weten dat een flink deel van de middenstand de aankoop van
een woning niet meer aankan en met veel moeite de huur betaalt, zeker wanneer er nog kinderen in het gezin zijn. En dan heb ik het nog niet over de armsten. Deze vorm van huurregulering moet federaal worden beslist. Het ontwerp werd meermaals aangekaart, echter zonder gevolg. Op gemeentelijk niveau staan wij hier nogal onmachtig tegenover. Laat mij eraan toevoegen dat vandaag te veel keuzes uitsluitend aan de hand van economische en financiële criteria worden gemaakt. Geld is voortaan de krachtigste motor van onze samenleving en langeretermijnuitzichten komen nog nauwelijks aan bod. Het is hoog tijd dat solidariteit terugkeert, maar dit vereist een langetermijnvisie en een politieke aanpak.
Staat u even machteloos ten aanzien van mobiliteit? De renovatie van de Elsensesteenweg duurde meer dan 20 jaar en bleek nogal teleurstellend. Vandaag schijnt iedereen daar belangstelling voor te hebben. Daarvan getuigen de
de toekomst van uw bedrijf Actiris verandert om werkgevers en werkzoekenden nog dichter bij elkaar te brengen.
• • • • • • •
Gratis dienstverlening Persoonlijke opvolging Snelheid (we contacteren u binnen de 48 uur) Voorselectie van 6 kandidaten binnen de 2 weken Instapstages Individuele Beroepsopleidingen in de Onderneming (IBO) Extra taalondersteuning: taalcheques, Brulingua-platform
Wilt u de toekomst van uw bedrijf veranderen en uw voordeel halen uit onze diensten? Contacteer een van onze consultants op 02/505 79 15,
[email protected] of surf naar actiris.be.
Beci vele plannen, projecten, mogelijke tramlijn, eenrichtingsverkeer e.d. De buurtbewoners en –handelaars hebben hierin niks te zeggen, de weggebruikers die daar langs gaan werden nooit geraadpleegd en uw gemeente heeft waarschijnlijk geen enkele beslissingsmacht of veto-mogelijkheid bij de herinrichting van zijn voornaamste winkelstraat en verbindingsroute. Het is een gewestelijke invalsweg en daar-
alles gaan openbreken om een tramlijn aan te leggen. Is een tram op lijn 71 wel een goed idee? Er zal geen rechtstreekse verbinding met de benedenstad meer bestaan en de handelaars zijn blijkbaar tegen het project gekant.
Ik sta terzijde van de handelaars die zich tegen deze werkzaamheden verzetten omdat hun omzet het opnieuw zwaar te verduren zal krijgen. Stel u voor hoe moeilijk het zal zijn de talloze winkels
“Wij functioneren nu eenmaal op een ingewikkelde manier. Het is een indrukwekkend raderwerk. Voeg daar nog één radertje aan toe en wij weten binnenkort niet meer hoe laat het is.”
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
8
mee is alles gezegd. Wij hebben onze stem echter laten horen en gaan dit nog doen bij andere mobiliteitdossiers want er worden op andere niveaus absurde beslissingen getroffen die men ons wil opleggen, zonder ons bij de projecten te betrekken. De Elsensesteenweg heeft heel lang op renovatie moeten wachten, veel te lang voor zo'n strategische verkeersader. Oorspronkelijk had het Gewest slechts een renovatie tussen de Naamse Poort en de Vredestraat voorzien! Verderop moesten we ons tevreden stellen met doorgezakte stoepen en een wegdek in verregaande staat van ontbinding. Bovendien werd eenrichtingsverkeer voorzien tussen de Naamse Poort en de Vredestraat en een andere eenrichtingsroute in tegengestelde richting tussen het Flageyplein en de Vredestraat. Auto's hadden dan langs alle zijstraatjes de Waversesteenweg moeten terugvinden om op die manier op de Kleine Ring te geraken! Kortom, dagelijkse verkeersopstoppingen en het einde van de rust voor alle bewoners van deze wijken. Gelukkig werden deze plannen bijgestuurd en mogen we tevreden zijn met de huidige renovatie, al vertoont deze heel wat onvolkomenhedaen: een constructiefout werd met een betonnen strip hersteld, de stoepen hellen te fel of zijn overdreven uitgehold (en veroorzaken grote waterplassen bij regenweer), er is geen enkele fietsenstalling voorzien terwijl fietsen in Elsene in trek zijn en het Gewest dit vervoermiddel aanmoedigt enz.
De Elsensesteenweg is nog maar pas gerenoveerd en nu zou men
langs deze verkeersader te bevoorraden wanneer de tram zal vastzitten achter de vrachtwagens van de leveranciers. Vandaag omzeilt de bus zulke hindernissen heel gemakkelijk. De tram moet een antwoord bieden op de verzadiging van lijn 71, die veruit de meest gebruikte in Brussel is. Met dit pro-
zijn voertuig achter te laten. Onlogischer kan niet! Dit is helaas niet het enige onsamenhangende project van de MIVB op ons grondgebied. Zo is er ook het voorstel om de halte tussen de Louizalaan en de Baljuwstraat te verplaatsen en eenrichtingsverkeer in de Lesbroussartstraat en de Vleurgatsesteenweg in te stellen. Bij het verlaten van de Baljuwstraat zult u dus links of rechts moeten afslaan en opnieuw de woonwijken binnenrijden. De MIVB houdt alleen rekening met haar commerciële snelheid. Natuurlijk moeten haar projecten ook met andere parameters rekening houden. De gemeenten moeten hierin hun zeg hebben om tegen de overdreven macht van de openbaar-vervoermaatschappij op te wegen.
U vermeldt daar een probleem van gezond bestuur. Het is toch bijzonder merkwaardig dat verkozenen die heel weinig stemmen hebben gehaald – ik denk aan mevrouw Grouwels – zoveel invloed kunnen uitoefenen op het dagelijkse leven van de Brusselaars. Ruimer gezien wordt vandaag meer en meer de
“De MIVB houdt alleen rekening met haar commerciële snelheid. Natuurlijk moeten haar projecten ook met andere parameters rekening houden. De gemeenten moeten hierin hun zeg hebben om tegen de overdreven macht van de openbaarvervoermaatschappij op te wegen.” ject wordt de lijn echter onderbroken en verdwijnt de verbinding met de benedenstad, de troef die deze lijn zo praktisch en succesvol maakte. Er zou ook geen halte meer zijn aan het Marie-Joséplein en aan Delta. De herinrichting van de lijn wil de overlast oplossen met een vermeerdering van het aantal plaatsen, maar tegelijk zal het aantal reizigers die deze lijn waarderen aanzienlijk dalen! Het komt erop neer dat het aanbod wordt vergroot en de vraag verkleint. Voor ditzelfde traject bestaan er bovendien de trams van de Louizalaan en de bussen van de Troonstraat en de Kroonlaan, die dezelfde bestemmingen aandoen. Het niet langer bedienen van Delta is eveneens een verkeerde beslissing als het Gewest een coherent mobiliteitsbeleid wil voeren. Een flink deel van de pendelaars uit Waals Brabant bereikt Brussel via Delta en wordt daar aangespoord om
overvloed aan Brusselse instellingen aangeklaagd, en dan vooral hun gebrek aan transparantie, hun kost en de neiging om onderling overleg te vermijden.
Ons systeem voorziet dat de Nederlandstalige verkozenen, die inderdaad weinig stemmen halen, een tweede pakket bevoegdheden krijgen, waarbij onder andere het vervoer hoort. Eenmaal dit beslist is, moet dit worden aanvaard en mevrouw Grouwels heeft haar eigen manier van werken. Wij functioneren nu eenmaal op een ingewikkelde manier en het systeem heeft waarschijnlijk een ultiem niveau van complexiteit gehaald. Het is een indrukwekkend raderwerk. Voeg daar nog één radertje aan toe en wij weten binnenkort niet meer hoe laat het is, inderdaad. Interview: Didier Dekeyser
Beci
Guy Vanhengel op bezoek bij BECI
Brussel/Bruxelles = Brussels
BECI vroeg de Brusselse Minister van Financiën, Budget en Externe Relaties Guy Vanhengel een voordracht te
geven over ‘De aantrekkelijkheid van Brussel voor buitenlandse investeerders en werknemers’. Een samenvatting van zijn argumenten.
Het centrum van de besluitvorming: In Brussel zijn de voornaamste
instellingen van de Europese Unie gevestigd, evenals talrijke andere internationale organisaties, vertegenwoordigingen van handel en industrie, en NGO’s. Alle actoren die bepaalde belangen vertegenwoordigen en verdedigen, zijn dus per definitie ook in de stad aanwezig.
Een strategische ligging: Brussel
Menselijk kapitaal: Dezelfde redenen
lokken opvallend veel menselijk talent uit Europa en elders naar Brussel. Zij vullen de aanzienlijke bestaande R&D resources aan die, onder andere in de biowetenschappen en de ICT sector, veel talrijker zijn dan in andere steden met een gelijkaardige omvang.
Een zakelijke omgeving: Naast de
federale steunmaatregelen biedt de gewestelijke regering allerlei vormen van subsidiëring om investeringen te vergemakkelijken, R&D en export te promoten, bij te dragen tot de kost van studies en consultancy, de tewerkstelling te bevorderen en opleidingen te vergemakkelijken.
Infrastructuur: Brussel geniet over het
algemeen een zeer degelijke infrastructuur, hoewel de gewestelijke regering toegeeft dat sommige aspecten nog aan verbetering toe zijn: mobiliteit, parkeergelegenheid, openbare reinheid, afvalbeheer…
In al deze domeinen worden inspanningen geleverd. Het metronetwerk begint aan zijn uitbreiding en zal op termijn volledig automatisch functioneren. Het BWLKE-plan, dat een verplichte vermindering van de parkeergelegenheid buiten de openbare weg voorziet, zal echter weinig bijdragen tot een vlottere mobiliteit binnen de stad. Verkeer- en vervoerproblemen moeten op grootstedelijk niveau worden opgelost. Het is ook tijd om een einde te maken aan het gekibbel over de administratieve grenzen, dat voor de zakenwereld niet de minste toegevoegde waarde brengt.
Welzijn: In alle opzichten biedt Brussel
aan zijn bewoners en aan expats een uitzonderlijk hoge levensstandaard. In domeinen zoals handel, cultuur, onderwijs en gezondheidszorg kan de stad positief met om het even welke andere Europese hoofdstad worden vergeleken.
Vastgoed: Brussel biedt vastgoed voor
kantoren, industrie en opslag tegen aantrekkelijke prijzen. De vastgoedmarkt – en meer bepaald huur, leasing en aankoop – positioneert zich vrij gunstig ten opzichte van andere grote steden in West-Europa. Bij de grote multinationals die R&D en productie-activiteiten in Brussel heb-
ben gevestigd, horen bedrijven als Audi, Coca-Cola, Schneider en Toyota.
Geen onaangename verrassingen: De Brusselse regering zet zich in om plotse en retroactieve fiscale maatregelen te vermijden die de bedrijfswereld zouden kunnen destabiliseren en het vertrouwen in de stad aantasten. Dit geldt voornamelijk voor de gemeentebelastingen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De klachten rond de hoge arbeidskosten worden vaak overdreven: in feite focust de buitenlandse investeerder op belangrijkere problemen wanneer hij beslist de daad bij het woord te voegen.
De boodschap verspreiden: In het
raam van de toenemende internationalisering van Brussel – waarbij het Engels nu de tweede meest gebruikte taal in de stad is – heeft de gewestelijke regering zijn boodschappen bijgewerkt: ◗ Brussel/Bruxelles’ ruimt nu de plaats voor ‘Brussels’. ◗ ‘GOMB’ en andere curiosa worden uit de woordenschat geband. ◗ ‘Zelfgeseling’, de neiging om zich voor alles en nog wat te verontschuldigen, moet eveneens verdwijnen! Richard Hill
9 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
ligt in het hart van een markt van 500 miljoen consumenten. Ten tweede ligt het multiculturele Brussel op het kruispunt van drie culturen: de Germaanse, de Latijnse en de Angelsaksische. Zijn ligging en aantrekkelijkheid hebben talrijke expats uit buurlanden en verder gelegen gebieden overtuigd zich hier te komen vestigen. Daarom vormt Brussel de ideale testmarkt voor bedrijven die producten en diensten over gans Europa overwegen te lanceren.
Beci
BECI seminarie
Zaken doen met de Islamic Development Bank? Dit was het thema van en seminarie dat BECI onlangs organiseerde. Het was een primeur, maar ook een
onderwerp waar we niet meer omheen kunnen. Brusselse en Belgische ondernemers kennen vrij goed de
activiteiten van de Wereldbank, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank of de Europese Investeringsbank, maar veel minder van de Islamic Development Bank Group (IsDB). Wat doet deze? Welke criteria hanteert ze bij
het investeren? In welke omstandigheden werkt ze, waar en met wie? De presentatie van Farid Masmoudi, van de Islamic Corporation for the Development of the Private Sector (ICD), was dus verhelderend.
D Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
10
e ICD is een multilaterale organisatie voor de ontwikkeling en promotie van de privésector als pijler van de economische groei, door middel van investeringen volgens de principes van de sharia. Ze is aangesloten bij de IsDB en heeft een toegelaten kapitaal van $ 15 miljard. Sinds de ICD in 1999 werd opgericht, is ze een soort verlengstuk van de IsDB voor de privésector (elk bedrijf dat minstens voor 50% in privéhanden is). Het hoofdkantoor van de ICD bevindt zich in Djedda (Saoedi-Arabië) en haar toegelaten kapitaal bedraagt $ 2 miljard. De ICD werkt in 52 landen die lid zijn van de Organisation of Islamic Cooperation (OIC) en samen anderhalf miljard inwoners hebben. De ICD beschikt over heel wat troeven. De Brusselse ondernemers hadden vooral aandacht voor het creëren en verbeteren van de economische context en meer bepaald de oprichting van “speciale eco-
Farid Masmoudi, directeur van de ICD
nomische zones”. Farid Masmoudi legde uit: “Het betreft bijvoorbeeld activiteiten in lidstaten waar wij vrijgesteld zijn van belastingen of btw. De reden hiervoor is
dat deze bepalingen door de parlementen werden goedgekeurd”. Met andere woorden: actoren die de principes van de islamitische financiering respecteren (“sharia-compatible”), genieten deze gunstige voorwaarden. Welke investeringscriteria hanteert de ICD? In principe is geen enkele sector uitgesloten, uiteraard op voorwaarde dat het niet gaat om activiteiten die door de sharia verboden zijn (kansspelen, alcohol, wapens, varkenskweek). De investering moet beantwoorden aan criteria op het gebied van haalbaarheid en afkomst (OIC-lidstaten, privésector) en uiteraard de werkgelegenheid en de ontwikkeling bevorderen, zoals het creëren van productiecapaciteit die de invoer vermindert. Bij financiering met aandelen bedraagt de maximale participatie van de ICD 33%, op voorwaarde dat het project gepaard
Beci
gaat met een strategie om uit de investering te stappen op 3, 5 of zelfs 7 jaar. Zo beschikt de ICD over een Fonds voor Hernieuwbare Energie ($ 250 miljoen), een KMO-Fonds ($ 250 miljoen), een Real Estate Fonds ($ 500 miljoen). Ook de voedingssector, met inbegrip van toegang tot water en landbouwontwikkeling, wordt goed gefinancierd, onder andere met het doel dat de lidstaten zelfvoorzienend zouden worden voor hun voedsel. Voor financieringen op langere termijn beschikt de ICD over een reeks islamitische financieringsinstrumenten zoals Istisna, Murabaha, Musharaka, Profit Sharing, Purchase and Lease Back. De financieringsdrempel bedraagt $ 10 miljoen en tot 60% van de investeringskosten kan worden gedragen. Farid Masmoudi verklaarde verder: “Als ontwikkelingsbank streven wij niet naar dividenden, maar naar projecten om banen te scheppen en de lokale productie te verbeteren.”
Welke islamitische financieringsvehikels?
De ICD hanteert hoofdzakelijk drie soorten vehikels om projecten te financieren: aandelen (40%), de ijara (27%) en de murabaha (24%). De istisna vertegenwoordigt slechts 1%. Wat betekenen deze termen en hoe respecteren ze het moslimrecht? Bij aandelen als financieringsmiddel is geen verdere uitleg nodig. Ze zijn conform aan de islamitische financiering, die interesten (ribâ) en speculatie (maysir) verbiedt en voorrang geeft aan maatschappelijk verantwoorde investeringen. Er moet een verband zijn tussen de financiële rentabiliteit van een investering en de resultaten van een project. Het omge-
keerde – een vaste kapitaalvergoeding, los van de rentabiliteit van de gefinancierde activa – is niet toegelaten. Bij aandelen worden winst en verlies echt gedeeld, in overeenstemming met de situatie in de beginperiode van de islam. Rijke kooplieden (geldschieters) deelden winst en verlies met de handeldrijvende karavaangeleiders (ontleners). Hoe verzoent de islamitische financiering het verbod op lenen tegen interest met de vergoeding van de kapitaalinbrenger? Zowel de ijara als de murabaha voldoen aan deze criteria. De ijara wordt vaak voorgesteld als een vorm van
Vincent Delannoy
Hoe werkt de ICD? Enkele voorbeelden Farid Masmoudi gaf in zijn presentatie verscheidene concrete voorbeelden van de ICD-activiteiten op diverse domeinen: ◗ Industrie: In Jemen nam de ICD twee andere ontwikkelingsagentschappen, het OFID (het ontwikkelingsfonds van de OPEC) en het AFESD (het Arabisch fonds voor economische en sociale ontwikkeling) op sleeptouw. Samen haalden zij $ 48 miljoen op om de bouw van een staalfabriek te financieren. Andere partners voegden daar later $ 124 miljoen aan toe. Het project leverde 700 banen op en verhoogde de lokale staalproductie. ◗ Infrastructuren: De ICD en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank financierden met $ 10 miljoen de bouw van een maritieme terminal van 42.000 m² in Djibouti, met een capaciteit van 1 miljoen ton per jaar voor landbouwproducten en granen. Het nieuwe platform verminderde de opslagkosten en vereenvoudigde het transport van landbouwproducten in Ethiopië en de hele subregio. ◗ Bank: De ICD treedt als partner van de Bank Asya op in een holdingvennootschap die verscheidene islamitische banken uit West-Afrikaanse landen volledig of gedeeltelijk controleert: Guinee, Mauritanië, Niger en Senegal. De holding stelt zich tot doel om in deze landen een netwerk van shariaconforme banken te ontwikkelen. ◗ KMO’s ontwikkelen: De ICD verschaft financiële instellingen kredietlijnen waarmee zij op hun beurt KMO’s kunnen financieren. Andere investeerders kunnen aan deze activiteiten deelnemen door de ICD als tussenpersoon aan te duiden. Met dit programma wordt de financiering van KMO’s in Azië verbeterd en de privésector in de lidstaten sterker gemaakt.
11 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
De ICD is actief in 52 landen die samen 1,5 miljard inwoners vertegenwoordigen.
leasing. Er wordt een goed ter beschikking gesteld tegen betaling van huur, een soort huurkoop (maar met een reeks specifieke verplichtingen) of verhuring met een belofte tot aankoop aan het einde van het contract (de begunstigde verwerft de eigendomstitel). De murabaha is een dubbele verkoopoperatie met de bank als financiële tussenpersoon, door eigendomsoverdracht van de activa: de verkoper koopt het goed dat de koper zoekt en verkoopt het aan hem tegen de aankoopprijs plus een vergoeding. Zowel winstmarge als terugbetalingsperiode (meestal gespreide betaling) staan vanaf het begin vermeld in het contract. Islamitische financiële instellingen gebruiken vooral dit instrument om geld te lenen aan hun klanten, waarbij het geld een tijdswaarde krijgt. De istisna is een contract dat de koper in staat stelt goederen te kopen en deze op termijn te laten leveren. Deze formule wordt vooral in de vastgoedsector gebruikt: de klant vraagt een bouwfirma om een gebouw op te trekken dat via een financier betaald wordt, op voorhand, op termijn of op afbetaling, in overeenstemming met een lastenboek.
Beci
Lunch met de Ambassadeur van Kazakstan in België
Business in Kazakstan
Kazakstan is de grootste economie van de landen in Centraal-Azië. De ontginningsindustrieën vormen er
de motoren van de ontwikkeling, terwijl de regelmatige groei van het BBP, namelijk 5 tot 7 % de laatste 3 jaar, gekoppeld aan een algemene stijging van de levensstandaard, wijst op tal van opportuniteiten in de meeste andere sectoren. Er zijn veel buitenlandse ondernemingen gevestigd die er op deze veelbelovende markt een scherpe concurrentie voeren. Maar de Belgen schitteren er door hun discretie. Ten onrechte, zegt de heer Almaz Khamzayev, Ambassadeur van Kazakstan in België ons bij zijn laatste bezoek.
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
12
Almaz Khamzayev, Ambassadeur van Kazakhstan.
Pragmatisme
Bestaat er nog een aangenamere aanpak van networking dan de lunches die door BECI worden georganiseerd? Bij hun kwaliteit kwam er vandaag nog het genoegen bij dat we uiterst vriendelijke gasten mochten ontmoeten, wiens naturel ons een glimp liet zien van een aangename omgang die niet voor deze van de Brusselaars hoeft onder te doen. Meteen al zette de Ambassadeur de toon, toen hij het woord nam en simpelweg verklaarde dat hij ons de lastige lectuur van een rapport over de aantrekkelijkheid van zijn land wilde besparen en dat hij liever een geïmproviseerde toespraak gaf, in de veronderstelling dat de aanwezige genodigden ongetwijfeld toch al welbepaalde projecten te delen hadden. John Stoop, ereconsul van Kazakstan, had ons al in zijn inleiding gewaarschuwd dat de heer Khamzayev graag recht op zijn doel afgaat. Feit is dat deze man een pragmaticus is en deze eigenschap maakte een sterke indruk op de aanwezigen. Het land heeft overigens 1
http://francais.doingbusiness.org/rankings
in 1991 met deze ingesteldheid zijn stap naar de onafhankelijkheid gezet, en dat met een snel geformuleerde wil om uit de chaos van de eerste uren te geraken. Hierin is het ook gelukt, met veel meer succes dan de andere landen in de regio.
Een markt die de concurrentie uitspeelt
Elektriciteitscentrale, transport, automobiel, kleding, banken, medische innovatie… er waren inderdaad heel wat projecten en de aanwezige ondernemingen konden van dit bevoorrechte contact met de Ambassadeur en zijn adviseurs profiteren om nauwkeurige antwoorden op hun specifieke vragen te krijgen. De heer Khamzayev bevestigt dat er voor de meeste sectoren reële opportuniteiten bestaan, maar hij herinnert eraan dat de plaatsen fel begeerd zijn, dat de concurrentie tussen buitenlandse bedrijven hard is en dat het aanbevolen is om met een zekere commerciële agressiviteit zaken te doen in zijn land.
Werkkader
In de business rankings neemt Kazakstan globaal gezien een mooie plaats in1. Het land heeft zijn aanwezigheid in de internationale gemeenschap veroverd: Kazakstan is lid van de Verenigde Naties, van 64 internationale economische en politieke organisaties en het heeft een wettelijke structuur uitgewerkt voor zijn betrekkingen met andere landen (meer dan 1300 ondertekende intergouvernementele contracten en akkoorden die wijzen op een actieve samenwerking met de meeste landen in Noord-Amerika, Europa en Azië en de voornaamste regionale organisaties). In 2010 creëerden Kazakstan, Rusland en Wit-Rusland hun eigen douane-unie: deze nieuwe economische zone verenigt meer dan 165 miljoen consumenten en alles wijst er op dat deze zone zich in de toekomst zal uitbreiden. Voor onze ondernemingen liggen er dus tal van opportuniteiten voor het grijpen. Didier Dekeyser
Beci
Een veelbelovende en strategische markt
Iran: een groot land dat op het punt staat zich voor de wereld open te stellen Vaak leiden internationale machtsverhoudingen tot een vertekend beeld van de actoren die op de geopolitieke
scène meespelen. Zo ontsnapt ook Iran niet aan het ongerechtvaardigde negatieve beeld dat men ervan heeft. Namelijk dat Iran een theocratie is met een institutioneel systeem dat het tegenovergestelde is van onze
democratieën; dat men het land ervan verdenkt dat het een nucleair programma ontwikkelt voor andere doeleinden dan zijn energiebehoeften… Een redenering die steek zou kunnen houden als we zien dat het land
immense natuurlijke energiebronnen heeft. Nochtans zou Iran alleen al voor de buitengewone rijkdom van zijn beschaving al onze belangstelling moeten verdienen. Maar vandaag moeten we onze aandacht vestigen op de grote economische rol die het op de oosterse en de wereldwijde scène zou kunnen spelen. Na jaren van misverstanden tussen Iran en de rest van de wereld, laten de nu gevoerde gesprekken vermoeden dat men op termijn normale handelsbetrekkingen met dit land zal kunnen aanknopen. BECI wil dat geïnteresseerde Brusselse ondernemingen op de eerste rij zouden staan om te profiteren van alle concrete informatie over deze markt. Daarom hebben wij afgevaardigden van Iran in onze lokalen ontvangen, een bezoek dat voorafgaat aan de handelsmissie die wij in 20141 zullen organiseren. De heer Parviz Sharifi, verantwoordelijke van de Europese betrekkingen in de Iraanse Kamer van Koophandel, en de heer Touraj Jalali, Economic Counsellor van de Iraanse Ambassade te Brussel, hebben eerst een toespraak gehouden
De heer Parviz Sharifi, verantwoordelijk voor Europese Relaties in de Iraanse Kamer van Koophandel. 1 2 3 4
over het streven naar openheid van hun natie die tot nu toe beteugeld wordt door het embargo dat tegen haar geldt. De heer Vali Assadi, vicevoorzitter van de Belgisch-Iranese kamer, haalde persoonlijke herinneringen en herinneringen aan zijn vader aan, een voormalig officier van de Iraanse luchtmacht. Hij wees er ook op dat hij België goed kent en dat er vóór dit embargo altijd een goede verstandhouding tussen onze twee landen heeft bestaan. Hij betreurde dan ook dat hij vandaag verplicht is om iedereen te herinneren aan de kwaliteit van deze tegelijk zo nauwe en zo vergeten betrekkingen.
Een potentieel van formaat
De twee afgevaardigden van Iran en mevr. Elisabeth Vankerckhoven, afgevaardigde van Flanders Investment & Trade in Teheran vervolgden hun betoog en lichtten ons het strategische belang van de Iraanse markt toe; een markt in het hart van een regio in volle verandering. De Iraanse markt zelf met haar 80 miljoen inwoners, verschillende industrieën (staal, textiel, meubilair, petrochemie) en haar natuurlijke rijkdommen (water, petroleum, gas, grondstoffen zoals koper en zink…2 ), bezit een aanzienlijk economisch groeipotentieel. In willekeurige volgorde citeren de drie sprekers sectoren zoals farmaceutische producten, de bouw, kapitaalgoederen, basismaterialen voor de industriële en de landbouwproductie, onderdelen en CKD (Completely Knocked Down for Assembly) voor de automobielindustrie en, uiteraard, gangbare consumptieproducten. Wetende dat we in al deze domeinen over
knowhow beschikken, vestigen ze specifiek onze aandacht op de ontwikkelingsmogelijkheden van de maritieme industrie en de specifieke infrastructuren aan de kusten, vermits het land grenst aan de Kaspische Zee, de Perzische Golf en de Golf van Oman. Inderdaad, in totaal zijn de Iraanse kusten 2500 km lang… Het spreekt vanzelf dat alles nog moet gebeuren in dit door internationale sancties aanzienlijk verzwakte land. Maar op dit moment moeten we nog altijd rekening houden met de maatregelen die de handel met Iran inperken, waaronder de beperkingen opgelegd door de Europese reglementering op het gebied van “goederen voor tweeërlei gebruik3 », zo luidt de opmerking van Eric Maes van de “Cel vergunningen voor wapens en goederen voor tweeërlei gebruik” van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zie ook het artikel verschenen in ons decembernummer).
Ondernemen is ook anticiperen
Peperdure wisselkoersen, een verzwakte munt, een dramatische lokale inflatie (32,30 % volgens de Iraanse Centrale Bank; het dubbele volgens diverse economische informatieverstrekkers4) en de moeilijkheid om kapitalen te repatriëren, maken er de taak van ondernemers niet gemakkelijker op. Toch is alles in beweging en moeten we zeker een toekomstgerichte houding aannemen om op een situatieverandering te kunnen anticiperen. Want deze markt met potentieel zal opportuniteiten bieden die weinig landen in volle ontwikkeling kunnen geven: aanzienlijke natuurlijke
Info: Sabine Soetens – International Business Development Manager -
[email protected] - T 02 643 78 12 Iran is de 2de grootste petroleumproducent van de wereld, de 1ste uitvoerder van de OPEC en daarnaast beschikt het over de grootste aardgasreserve van de wereld. Reglement 428/2009 Zie Financial Times van 25 oktober 2013
13 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
Een nieuwe gemoedstoestand
Beci rijkdommen, een strategische positie in het hart van de het Oosten (Iran grenst rechtstreeks via de grond of via de zee aan bijna vijftien opkomende landen), een opgeleide jeugd en een bevolking die in het verleden al de kwaliteitsvolle relatie met Europa heeft gewaardeerd. En dat laatste zou misschien onze grootste troef kunnen zijn. Dus, gaan we er wel of niet naartoe? Een beoordelingsfactor zou de houding van Duitsland kunnen zijn, dat door zijn kamers van koophandel en
zijn attachés van vergevorderde contactmissies in te zetten, nu al de funderingen legt voor bevoorrechte betrekkingen en dat er resoluut voor kiest om mogelijke concurrenten voor te zijn met “de eerste vestiging”. Niemand twijfelt eraan dat onze volgende economische missie een noodzakelijke en nuttige toekomstgerichte stap zal worden. Didier Dekeyser
Save the date – Zakenreis naar Iran
Wenst u de opportuniteiten van de Iraanse markt te ontdekken? BECI stelt u voor om binnenkort in april deel te nemen aan onze georganiseerde zakenreis. Op het programma: contacten op zeer hoog niveau met de Iraanse autoriteiten en de ondernemingen ter plaatse. Inschrijven kan tot ten laatste 10/02. ◗W aar? Teheran en Ispahan ◗W anneer? Van 24 tot 30 april 2014 ◗C ontact: Sabine Soetens –
[email protected] – 02 643 78 12.
(Y)Our Future
De Jonge Internationale Kamer tegen de werkloosheid van jongeren
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
14
De hoge werkloosheidscijfers die voornamelijk jongeren treffen, vereisen een kordate aanpak. De Jonge Internationale Kamer deed daarom een beroep op superhelden: zij waren het symbool van de (Y)Our Future campagne die bij BECI van start ging. Een van de hoogtepunten van het initiatief was de beoordeling van 600 CV's door professionals, oog in oog met de werkzoekenden.
N
agenoeg 30% van de jongeren zijn in Brussel werkloos. Deze situatie, die met de crisis nog verergerd is, is helaas geen uitzondering. In Europa zijn meer dan 5,5 miljoen jongeren zonder werk en in sommige gebieden overschrijdt de werkloosheid 50% in deze leeftijdscategorie. Daarmee kan de Jonge Internationale Kamer (JIK) niet leven; ze organiseerde dus eind november in Brussel een Europese campagne om hiertegen op te treden. De JIK werd in 1910 in de Verenigde Staten opgericht. Deze organisatie van jonge ondernemers en actieve burgers verzamelt 200.000 mensen in meer dan 100 landen ter wereld. Ook in Brussel is ze vertegenwoordigd, met de JIK THOE (The Heart of Europe), het internationale kapittel van JIK België, die de campagne (Y)Our Future op gang heeft gebracht. Het evenement dat eind november in Brussel werd georganiseerd, is slechts het vertrekpunt van een campagne die op Europese schaal wordt gevoerd. Op het vierdaagse programma stonden een samenkomst in het Europese Parlement, conferenties, workshops en een galaavond rond het thema ‘Helden tegen boeven’. Het was de bedoeling andere mensen aan te sporen zich voor dit doel in te zetten en vooral 80 jonge Europese
leaders op te leiden zodat ze in hun eigen stad het (Y)Our Future evenement gaan organiseren. Al de activiteiten moeten in de week van 9 mei tegelijk plaatsvinden.
600 evaluaties van CV’s
Het Brusselse evenement werd afgerond met de evaluatie van 600 CV's aan de HUB (Hogeschool Universiteit Brussel). “Een van de voornaamste problemen die we tegenkomen is het gebrek aan feedback naar de jongeren toe, over de evaluatie van hun kandidaatstelling”, aldus Kamil Mroz, Project Manager. Een enquête die de JIK samen met StepStone heeft gevoerd, toont aan dat twee deelnemers op drie nooit een evaluatie van hun CV door een HR professional hebben gekregen. “Wij wilden dat ze een dergelijke feedback zouden krijgen en hebben daarom mensen van het vak uitgenodigd.” De JIK was al twee jaar bezig met CV evaluaties, maar op een veel kleinere schaal. Het is nu de bedoeling het model op Eu-
ropees niveau te gaan toepassen door in een eerste stap de gemeenschap van de jonge expats in Brussel te benaderen. Jonge afgestudeerden van het hoger onderwijs (met 0 tot 5 jaar beroepservaring) konden zich op een website inschrijven en hun CV op voorhand doorsturen, tegen een symbolische deelname in de organisatiekosten van vijf euro. Daarna konden ze, oog in oog en 20 minuten lang, een van de 42 mensen van het vak ontmoeten om hun CV en de keuze van hun carrière te evalueren en bijkomend advies in te winnen. Bij deze professionals hoorde Juliette Albiac, voorzitster van de JIK THOE 2013: “Deze evaluatiesessie is bijzonder doeltreffend maar ook zeer openhartig”, vertelt ze. “Sommige deelnemers kunnen daar aanstoot aan nemen. Voor velen is dit echter een positieve ervaring, want daarmee kunnen ze zichzelf in vraag stellen, wat afstand nemen en bepaalde vooroordelen laten varen.” Emmanuel Robert
Beci
Enterprise Europe Network
De Europese Mission for Growth trekt opnieuw naar Zuidoost-Azië
De Brusselse KMO Trans Automobile reisde onlangs met de recente Europese Mission for Growth mee naar drie Aziatische landen, onder de leiding van Antonio Tajani, Europees Commissaris voor Industrie en
Ondernemingen. Het werd een unieke prospectie-ervaring voor dit bedrijf gespecialiseerd in de trading van
voertuigen in ontwikkelingslanden. Vooral Myanmar heeft indruk gemaakt met zijn economisch potentieel.
A
Sinds 1973 heeft dit 15 medewerkers sterke familiebedrijf internationale bekendheid verworven in de trading van diverse voertuigen (nieuw, tweedehands, diplomatenwagens, 4x4, gebruikswagens, industriële tuigen, landbouwmachines, enz.) in en naar ontwikkelingslanden. De KMO is vooral aanwezig in Afrika, maar ook in Azië (vooral Centraal-Azië) en Zuid-Amerika. De onderneming fungeert ook als aankoopbureau voor derden, nog altijd in de automobielsector, en ze verleent diverse administratieve diensten of diensten in verband met transport in “ingewikkelde” landen. Ze heeft heel verschillende klanten: uiteraard professionals van de automobiel-
15
Lucas Vareltzis (rechts), tijdens de missie in Myanmar.
markt, maar ook havens, bouwfirma’s, overheidsautoriteiten, ambassades, expats… “Hoe minder het land gestructureerd is, des te meer toegevoegde waarde we kunnen bieden,” verklaart algemeen directeur Roger Engels. “Dankzij onze grote geografische diversiteit kunnen we eventuele monetaire of politieke risico’s opvangen. Onze toekomst hangt nooit af van één enkel land.” We ontmoetten commercieel directeur Lucas Vareltzis net na zijn terugkeer van de Mission for Growth in Vietnam, Myanmar en Thailand. “Het is de Export directie van BECI die ons over deze missie op hoog niveau heeft gesproken en die de selectie van ons dossier heeft vergemakkelijkt. Natuurlijk vergt dit een investering in tijd en in geld (nvdr.: ongeveer 10.000 euro) maar het loont zeker de moeite.” Naast het bijzondere high level en exclusieve karakter van de missie (de afgevaardigden werd met veel luister onthaald door de Premiers van de drie bezochte landen), heeft Lucas Vareltzis vooral gewaardeerd dat hij volgens zijn persoonlijk inzicht zijn tijd kon besteden en een twintigtal formele B2B-ontmoetingen kon organiseren via de officiële
interactieve site van de missie. “De aanwezige plaatselijke ondernemingen waren duidelijk vooraf geselecteerd om gesprekspartners die ongeloofwaardig zijn of slechte bedoelingen hebben, te vermijden.”
“Een nieuw eldorado”
Van de drie landen biedt Myanmar zeker het mooiste potentieel voor een KMO zoals Trans Automobile: “Het is een nieuw eldorado. Alles moet er nog gebeuren, maar de mensen hebben er een goed onderwijsniveau en ze spreken goed Engels.” De Chinezen zijn er minder sterk aanwezig dan vroeger omdat de Birmanen nu vooral economische banden met Thailand hebben. “Natuurlijk moet je de vruchten van een dergelijke missie op lange termijn schatten. Een dergelijke missie is kostbaar om de eerste funderingen voor een vertrouwensrelatie te leggen.” Met soms de mooie verrassing dat de dingen sneller verlopen dan gedacht. Zo heeft een Birmaans staatsbedrijf bijvoorbeeld al belangstelling getoond voor het bestellen van industriële machines. Olivier Fabes
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
mper 10% van de Europese KMO’s heeft een activiteit gericht op export. Dat is veel te weinig omdat we al te vaak horen zeggen dat KMO’s de bodem vormen waarop Europa zijn welvaart moet (her)opbouwen. Om Europese ondernemingen te motiveren meer internationale stappen te zetten, organiseert de Commissie via de tussenkomst van haar Vicevoorzitter en Commissaris voor Industrie Antonio Tajani, regelmatig Missions for Growth. Naast het beter “verkopen” van Europa overal in de wereld, hebben deze missies tot doel bilaterale betrekkingen op te bouwen tussen Europese ondernemingen en ondernemingen uit derde landen. De reis van de laatste missie, ondertussen al de dertiende in iets meer dan twee jaar, had als bestemming drie landen in Zuidoost-Azië: Vietnam, Myanmar (exBirma) en Thailand, en duurde van 12 tot 16 november. Tot de delegatie van enkele tientallen ondernemingen, waarvan er een goede twintig een constante vormen (een aantal dat vanuit menselijk en logistiek oogpunt meer dan beheerbaar is), behoorden vijf Belgische KMO’s, waaronder het Brusselse Trans Automobile.
Speciaal dossier auto en mobiliteit
De zelfrijdende wagen is klaar… … maar de wetten nog niet
2020 zou een scharnierjaar kunnen zijn in de Europese automobielgeschiedenis. In elk geval is dit de termijn
die de Commissie aan zichzelf heeft gegeven om de handel en het gebruik van zelfrijdende wagens moge-
lijk te maken. Dit wil zeggen, door het “rijden zonder handen” toe te laten. Maar zelfs al is de technologie beschikbaar, dan nog moeten er nog enkele juridische kwesties worden geregeld. Een aanpassing die een onontbeerlijk overleg vereist op Europese en zelfs wereldschaal.
G Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
16
oogle lanceerde de beweging van de zelfrijdende (autonome) wagen in 2010 met de Google Car, een geautomatiseerde Toyota Prius. Sindsdien rijden er meerdere prototypes rond in Californië, Nevada en Florida, die hun wetgeving hebben aangepast om ze op de openbare weg toe te laten. Maar de autofabrikanten hebben nog andere projecten achter de hand. Zo presenteerde Mercedes de film van een volledig geautomatiseerde Classe S, rijdend op de Bertha Benz weg in de streek rond Mannheim (Duitsland). De wagen detecteerde de wegsignalisatie, voetgangers, fietsers, verkeerslichten, andere voertuigen, enz. Uiteindelijk bleek de beleefdheid tussen de weggebruikers nog het meest voor problemen te zorgen. De ingenieurs moesten bijvoorbeeld het stuur overnemen wanneer voetgangers een teken gaven om de auto door te laten. Het geïnstalleerde computerprogramma begreep dit gebaar niet. Andere constructeurs, zoals onder andere Audi, BMW, Ford, General Motors (Opel), Nissan, Toyota en Volvo, hebben al tests uitgevoerd op een circuit of op een open weg.
De technologie
Een autonome wagen werkt voornamelijk op basis van communicatie en een geautomatiseerd beheer van technologieën die nu al aanwezig zijn in de nieuwste automobielgeneraties. Een snelheidsregelaar met antiaanrijdingsradar, voetgangerdetectie, automatische ruitenwisser, automatisch parkeren, automatische grote koplampen, alarm bij het overschrijden van lijnen, lezen van de wegsignalisatie, enz. behoren nu al tot het dagelijks leven van veel automobilisten. Voor het autonoom sturen worden camera’s en detectoren ingezet die het verkeer en de directe omgeving rond de wagen controleren. Meer nog, de verschillende wagens kunnen ook onderling communiceren, eventueel ook met
In de maand augustus legde een experimentele Mercedes Classe S autonoom een afstand van meer dan 100 km af. Sommige bijstandsopties zijn nu al beschikbaar.
de infrastructuur. Bovendien worden de navigatie en de verkeerssituatie in real time gebruikt om het traject te bepalen. Dit alles wordt dan gecontroleerd door krachtige rekensystemen en computers die de gegevens moeten analyseren en direct moeten reageren op elke gevaarsituatie, zoals de aanwezigheid van een andere weggebruiker of een dier.
De wet
Momenteel geldt in elke wetgeving dat de bestuurder meester van zijn voertuig moet blijven. De wagen mag nooit zelf de snelheid en de richting bepalen. Met andere woorden, autonome voertuigen kunnen er enkel komen als er eerst zwaar wordt gesleuteld aan de basisreglementen. Vandaar de vele juridische uitdagingen. Om te beginnen rijst de vraag wat de bestuurder die “automatisch bestuurt” wel of niet mag. En hoe zal de politie kunnen vaststellen dat degene die achter het stuur telefoneert of leest, wel degelijk in de autonome besturingsmodus rijdt? Bovendien zijn er nog de verantwoordelijkheden bij ongevallen. En tot slot: hoe zullen ondernemingen het gebruik van de autonome modus kunnen beheren?
De autonome wagen moet het aantal ongevallen drastisch doen dalen. In theorie is dit risico zelfs quasi nihil, behalve bij een technische “bug”. Desondanks heeft een autonome wagen, die bij een ongeval betrokken is, nog een troef: het verzamelen van gegevens. Alles wat de wagen heeft gedaan of heeft ontmoet, wordt opgeslagen in een database die de onderzoekers en de verzekering kunnen gebruiken om de exacte omstandigheden van het ongeval te achterhalen. Rest nog het nakijken tot welk punt de constructeurs als verantwoordelijken worden aangewezen ingeval van een technisch falen; het zal immers onmogelijk worden om een autonome wagen te laten rijden zonder dat er een persoon op de plaats van de bestuurder klaar zit om zo nodig de controle over te nemen… Deze persoon riskeert dus dat men hem een gebrek aan aandacht zal verwijten wanneer men niet kan bewijzen dat de machine een fout heeft gemaakt.
De overgang tussen machine en mens
De mens kan nog altijd tijdens zijn rit meester blijven van bepaalde functies, soms gewoon voor het plezier. Maar de
BMW i
Echt rijplezier
EEN RITJE MET DE TELETIJDMACHINE? De nieuwe BMW i3 is een echte teletijdmachine. Deze wagen drukt overtuigend de revolutionaire visie uit van BMW i op mobiliteit. De BMW i3 is innovatief op elk vlak: extreem sterke én lichtgewicht koolstofvezel, talloze vooruitstrevende technologieën, hyperperformante aandrijving, duurzame materialen en een verantwoord productieproces. Om u te overtuigen van de dynamische kwaliteiten en het rijplezier van de BMW i3, gaat niets boven een opwindende proefrit. Wij nodigen u daarom uit om als een van de eersten ter wereld plaats te nemen achter het stuur van deze vooruitstrevende elektrische wagen, die u tot 300 km* reële autonomie biedt. U zult snel begrijpen waarom de e-mobiliteit van BMW i een revolutie betekent. Een revolutie waar zowel u als het milieu beter van worden. Contacteer ons en reserveer nu uw proefrit.
BMW Brussels Evere Meiser Filiaal van BMW Belux L. Mommaertslaan 2 1140 Brussel Tel. 02 730 49 11
[email protected] www.bmwbrussels.be
BMW i3. BORN ELECTRIC. * Naargelang de gekozen versie. Milieu-informatie (KB 19/03/04): www.bmw.be
0-0,6 L/100 KM • 0-13 G/KM CO2
BON NE
É! LIT BI
- BONNE E É MO N N A
GE
20
14 !
EEN LU
KK
IG EN MO
www.beci.be
E BI
L
Speciaal dossier auto en mobiliteit
Voor ondernemingen
Het vooruitzicht van zelfrijdende wagens kan de bedrijfswereld op verschillende vlakken interesseren. Eerst en vooral is er de gebruikskost. Dankzij door Google uitgevoerde tests bijvoorbeeld, kon men vaststellen dat het besturen soepeler verloopt wanneer de computer de teugels in handen heeft. Mensen hebben de neiging agressiever te versnellen en te remmen en de veiligheidsafstanden niet in acht te nemen. Een soepeler en meer vooruitziend rijgedrag zou ontegensprekelijk een positieve impact hebben op het verbruik (petroleum of elektriciteit). Omdat de machine bovendien ontworpen is om ongevallen te vermijden en pannes te detecteren vooraleer ze optreden, zullen de herstelkosten lager zijn. Voor dergelijke wagens kan men ook lagere verzekeringspremies overwegen. Qua productiviteit wordt het voor het personeel op de weg mogelijk om per telefoon of per e-mail oproepen te beantwoorden. Men kan zich zelfs voorstellen dat men op een tablet kan werken terwijl men “rijdt”. Maar dan zal men
De Google Car – in feite een gewijzigde Toyota Prius – was de eerste ‘autonome’ auto op de weg.
zijn medewerker wel moeten overtuigen het stuur los te laten om zich laten rijden en zich tijdens de rit aan zijn taken te wijden: misschien wil hij liever van het autonoom rijden profiteren om zich te ontspannen met muziek of een film. Het is dan ook aangewezen om enkele tools te installeren die helpen deze extra beschikbare tijd te beheren, waarbij de wetgever de plaatsing van waarschuwingen zou opleggen om een minimum aan-
dachtsniveau te verplichten en bepaalde activiteiten te verbieden. Dit perspectief voor 2020 riskeert dus beetje bij beetje onze rijgewoonten te veranderen. En binnen 15 of 20 jaar zal men de rijlessen ongetwijfeld anders moeten opvatten, omdat men een wagen almaar minder “met de hand” zal besturen.
Olivier Duquesne
Beantwoorden aan de mobiliteitsbehoeften
Een zelfrijdende wagen is meer dan een troef voor de veiligheid op de weg. Hij kan ook helpen mobiliteitsproblemen op te lossen door middel van dynamische navigatie in real time en door de flexibiliteit te verbeteren. Bovendien is het niet nodig dat men 100% autonome voertuigen heeft om de situatie te verbeteren. Zo zouden er volgens een onderzoek van de Universiteit van Columbia (VS) in een stad met 650.000 inwoners die 250.000 wagens bezitten, al 18.000 geautomatiseerde wagens volstaan om aan alle behoeften te voldoen. Uit dit onderzoek blijkt ook dat er een reële mobiliteitswinst moet voortvloeien uit een globale strategie die de autonome wagen integreert als een gedeelde wagen, die bij voorkeur op elektriciteit rijdt, en die men snel en gemakkelijk online of via een app kan reserveren. Bovendien vermindert dit fors de gebruikskosten van de auto, met tot maar liefst 80 % op basis van 16.000 km/jaar.
Experiment in Göteborg
De Zweedse stad Göteborg gaat met autofabrikant Volvo samenwerken aan een project voor autonoom rijden in het dagelijkse leven. Het programma zal vanaf 2014 worden uitgewerkt, maar de eerste wagens zullen pas vanaf 2017 op de weg komen. Dan zullen er 100 wagens dagelijks rondrijden op een netwerk van 50 km wegen in de stad en de stadsrand. Vooral pendelaars zullen de automatisch rijdende auto’s testen in verkeersopstoppingen en in het kader van hun privéverplaatsingen. Deze test op natuurlijke grootte moet ingenieurs en overheden helpen om deze technologie fijn af te stellen. Ze zal bedrijven ook helpen na te gaan of deze mobiliteitoplossing kan resulteren in meer productiviteit en stiptheid.
19 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
meest delicate periode blijft de overgang tussen de automatische besturing en de controleovername door de mens. Tot welk punt moet deze overgang zacht gebeuren zonder tussenkomst van de automatische besturingssystemen? In principe moet de wagen plaats ruimen voor de bestuurder, zodra deze de pedalen of het stuur aanraakt. Maar als de systemen een obstakel, een gevaar of “ongewoon” gedrag detecteren, hoe moet de computer dan reageren? Naast het feit dat de gebruikers deze technologie piekfijn onder de knie zullen moeten hebben, moet men ook normen en regels vastleggen. Een standaardisering van de communicatietools tussen voertuigen en infrastructuur en van bepaalde basisfuncties lijkt eveneens onontbeerlijk. Rest nog een bijzonder probleem: piraterij. Als autonome wagens niet hermetisch genoeg afgeschermd zijn tegen computeraanvallen, dan zouden mensen met slechte bedoelingen de controle over een wagen kunnen overnemen. Eens te meer is de uitdaging tegelijk juridisch, economisch en technisch. Want zelfs wanneer de fabrikanten zeggen dat de technologie klaar is, dan nog zal de plaatsing van sensoren en boordcomputers een niet te onderschatten kostprijs hebben, die men met de verkoopprijs zal moeten recupereren.
Speciaal dossier auto en mobiliteit
Welke oplossingen voor de elektrische wagen? In Noorwegen is 10 % van de verkochte wagens elektrisch. In België worden ze echter maar heel sporadisch verkocht. De redenen? Hoofdzakelijk het ontbreken van een politieke impuls voor dergelijke voertuigen. En het feit dat ondernemingen er geen concreet beeld van hebben. Dankzij een pilootproject van Electrabel kon men de behoeften op het vlak van elektrische mobiliteit bepalen. Hieruit bleek dat het gebruik van een elektrische bedrijfswagen perfect mogelijk is.
O Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
20
p de markt die varieert van de kleine Renault Twizy tot de Tesla Model S, groeit het aanbod week na week aan. Zo reageerde men met enig enthousiasme op de laatste nieuwe BMW i3 en heeft de Nissan Leaf zelfs ronduit indruk gemaakt. Nog andere, zoals Audi en Smart, geven elektrische motoren aan de modellen van hun gamma. Ondanks de technische en verleidelijke aspecten van deze producten, blijkt de verkoop en het gebruik ervan in bedrijven amper in België door te dringen. Waarom? Het Noorse voorbeeld laat duidelijk zien dat het vooral een fiscale kwestie is, maar ook een gebrek aan gewoonte.
Het voorbeeld van Oslo
In Noorwegen waren de meest verkochte modellen de Tesla Model S in september en de Nissan Leaf in oktober. In het “Koninkrijk van Nór” heeft de elektrische auto de kaap van 10% marktaandeel overschreden. De reden van dit succes: de fiscale voordelen en de mobiliteit. Elektrische auto’s profiteren er namelijk van een 0% btw-tarief. Er is noch rijtaks, noch stadstol te betalen. Bovendien hebben de autoriteiten de invoering van laadstations bevorderd en gereserveerde parkeerplaatsen ingevoerd. In Noorwegen biedt de elektrische auto ook voordelen in het verkeer, want hij mag rijden op de voor bussen en taxi’s gereserveerde rijstroken.
En in België?
Momenteel is het voor particulieren in België amper interessant om naar elektrisch vervoer over te schakelen: dure auto’s, geen enkel reëel fiscaal voordeel en een in feite beperkte autonomie. Nochtans kan de elektrische auto aan de dagelijkse behoeften beantwoorden. Electrabel heeft dit bewezen. Sinds 2010 voert de energieleverancier een pilootproject met 12 verschillende elektrische voertuigen bij zijn personeel in Brussel en in de rand. Medewerkers van de operator met verschillende profielen, hebben aan-
De BMW i3 maakt deel uit van de nieuwe generatie elektrische voertuigen en werd in november op de markt gebracht.
vaard een dergelijk wagentype dagelijks te gebruiken. De onderneming heeft ook een monitoringsysteem ingevoerd bij deze 100% elektrische wagens van het wagenpark, om alle situaties en de betrokkenheid van bepaalde parameters te analyseren, zoals de laadtijd, de manier van rijden en de buitentemperatuur. Electrabel stelde na een aanpassingstijd vast dat “de gebruikers niet beperkt waren in hun dagelijkse gebruiksbehoeften,” luidt de conclusie van Anthony Thomas, Sustainable Development and Business Innovation Developer. Gemiddeld hebben ze 45 km per dag afgelegd. Dat betekende dat het ’s nachts thuis opladen aan een intelligente “Carplug” kast ruimschoots volstaat. Zelfs al werden op de parking van de onderneming geen laadpunten ter beschikking gesteld. “De schrik rond de autonomie verdwijnt snel,” legt Anthony Thomas uit. De gebruikers hebben zich snel aangepast. En omdat deze wagens aangenaam waren om mee te rijden, beantwoordden ze in het algemeen aan de verwachtingen. Een elektrische auto is des te meer geschikt wanneer hij wordt gecombineerd met globale mobiliteitscontracten waarmee andere modellen ter beschikking worden gesteld of wanneer er in het wagenpark ook andere auto’s, bij-
voorbeeld hybride wagens, beschikbaar zijn die langere afstanden kunnen afleggen.
Een globaal beleid
Voor ondernemingen kan de elektrische auto interessant zijn omdat hij voor 120% aftrekbaar is. Maar de gebruiker kan er nog altijd aarzelend tegenover staan. Daarom moet men eraan denken om een laadkast bij hem thuis te plaatsen en een budget bieden voor alternatieve vervoermiddelen of voor het ter beschikking stellen van een ander voertuig voor langere trajecten. Trouwens, de leasemaatschappijen beginnen ernstig na te denken over dergelijke globale oplossingen die voor de zachte mobiliteit kiezen, maar die geen lastige impact op vrijheid van de gebruiker van het voertuig hebben omdat ze gerichte toegang tot klassieke voertuigen en oplossingen met het openbaar vervoer bieden. Ondanks een politieke wereld die niet geneigd is om een handje toe te steken voor de lancering van de elektrische auto in België, bestaan er meer en meer mobiliteitsoplossingen met elektrische auto’s bestemd voor ondernemingen die hun impact op het milieu… en de automobielkosten willen verminderen. Olivier Duquesne
Plug de toekomst in.
Wenst u een duurzaam mobiliteitsplan te implementeren in uw bedrijf? 100% elektrische wagens of Plug-in hybrides zijn een reële opportuniteit om de CO2-emissies en operationele kosten van uw vloot te verlagen. Om een goede implementatie in uw bedrijf te verzekeren, is het nodig om over een laadsysteem op maat van uw behoeften en een aangepaste elektrische installatie te beschikken. Ook voor het laden van uw bedrijfsvoertuigen bij uw medewerkers thuis biedt Electrabel met de CarPlug een oplossing. Electrabel begeleidt u in enkele stappen tot de duurzame mobiliteitsoplossing die het best bij uw bedrijf past. Contacteer ons via www.electrabel.be/KMOCarPlug
in same samenwerking met de natuur
Speciaal dossier auto en mobiliteit Slimme fiscaliteit
Autotaks per kilometer… een goede oplossing?
Eind oktober publiceerden Febiac (de Belgische automobielfederatie) en PwC een onderzoek dat voorstelt
het model van de automobielfiscaliteit om te gooien, door van een eigenaarstaks over te schakelen naar een gebruikerstaks. Volgens de auteurs zou dit het automobielgedrag veranderen en de enorme verkeersdrukte op de Belgische wegen fors doen dalen.
I
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
22
n Brussel heeft het probleem van de verkeersopstoppingen zulke proporties aangenomen dat sommige verantwoordelijke politici als oplossing overwegen een stadstol te heffen – er bestaat al een dergelijke tol in Londen of Stockholm, bijvoorbeeld. Maar het idee krijgt geen unanieme bijval: een stadstol kan inderdaad de verkeersdrukte in de stad verminderen, maar ze riskeert wel het probleem te verplaatsen naar naburige zones; bovendien zou de toegangsprijs van de stad sommige bedrijven dwingen te verhuizen. De eventuele invoering van een dergelijke tol zou men om deze redenen waarschijnlijk tot het ganse GEN-gebied moeten uitbreiden en moduleren volgens de afgelegde kilometers. Men zou dit dan ook moeten kaderen in een interregionaal mobiliteitsplan dat op voorhand alvast enkele eindelijk uitvoerbare alternatieven zou hebben ontwikkeld. Dat is tenminste het standpunt dat wordt verdedigd door BECI en de andere vakverenigingen (Voka, UWE, VBO), die samen dit idee voorstaan en zich achter het vaandel van Brussels Metropolitan scharen. Deze thematieken van de stadstol en de kilometertaks werden aangekaart in het Witboek van de mobiliteit dat bij ons decembernummer zit.
Gebruikerstaks
De eind oktober door Febiac en PwC voorgestelde studie hanteert dezelfde redenering, maar dan op Belgische schaal. Het hoofdidee is dat men de eigenaarstaks zou vervangen door een “slimme” gebruikerstaks. Een idee dat gelijkloopt met de evolutie die sommigen voorspellen en die beweren dat we morgen geen eigenaar
De Wetstraat tijdens het piekuur: de studie beveelt een wisselende heffing aan, naargelang van het tijdstip, de plaats en de milieuvriendelijkheid van het voertuig.
meer zullen zijn van auto’s, maar wel “gebruikers van een mobiliteitsservice” – een systeem dat vandaag al functioneert in de vorm van carpooling. In de praktijk laten de mobiele communicatietechnologieën ons alvast toe om een
Febiac-voorzitter Thierry van Kan: “De toenemende immobiliteit geldt ondertussen als de grootste uitdaging voor de automobielindustrie in de komende jaren.”
beeld te vormen van de invoering ervan. De auto’s zouden uitgerust moeten zijn met toestellen (On Board Unit, OBU) die aan de GPS gekoppeld zijn. Dergelijke systemen worden al in sommige landen gebruikt voor het vrachtwagenverkeer (dit zal in 2016 ook in België het geval zijn). Dit jaar al zal in samenwerking met de drie Gewesten een test op “natuurlijke grootte” worden gevoerd met 1000 wagens in de GEN-zone rond Brussel. De meerkost van een OBU zou marginaal
Speciaal dossier auto en mobiliteit
Het tarief dat Febiac voor ogen heeft, zou niet lineair maar wel variabel zijn volgens het uur en de plaats. Kwestie van de gebruikers aan te moedigen hun verplaatsingen te moduleren om zoveel mogelijk de spitsuren en de drukste verkeersassen te mijden. Het zou ook afgestemd zijn op het inkomen van de gebruiker (om de sociale ongelijkheden op te vangen) en op de milieuprestaties van het voertuig (om zo het gebruik van schonere voertuigen te bevorderen).
Drie assen, zes maatregelen
Volgens de auteurs van de studie zou men bij een dergelijke verandering van het fiscaal model nog twee andere “verschuivingen” moeten voegen. De eerste betreft de herbestemming van de belastinginkomsten voor de aanleg en het onderhoud van het wegennet: vandaag gaat slechts de helft van de automobielbelastingen effectief naar de mobiliteit, waarvan 80% naar het openbaar vervoer; Febiac eist dan ook een herverdeling van het evenwicht. De tweede gaat eerder over
de uitwerking van co-modale oplossingen door het subsidiëren van de vraag naar mobiliteit (abonnementen van openbaar vervoer, maar ook taxi’s, fietsen, deelauto’s…) dan over het aanbod. Voor de toepassing van deze drie assen stelt Febiac zes concrete en van elkaar onlosmakelijke maatregelen voor onder de noemer “Mobility 6-pack”: ◗ De bestaande wegenbelastingen (BIV, jaarlijkse verkeersbelasting en een deel van de accijnzen) afschaffen en vervangen door een kilometertaks; ◗ Een deel van de parkeeropbrengsten gebruiken voor de uitbreiding van de infrastructuur “Park & Ride” (P&R) in de stadsrand; ◗ De vervoerkeuze voor de laagste inkomens verruimen en hen een mobiliteitsbudget van overheidswege geven; ◗ De mobiliteitsopties voor werkgevers en werknemers verruimen, onder andere door de mobiliteitsuitgaven vrij te stellen van sociale en fiscale bijdragen; ◗ Telewerk aanmoedigen door middel van een korting op de werkgeversbijdrage; ◗ De aankoop en het gebruik van schone voertuigen aantrekkelijker maken. Om hun betoog te ondersteunen, hebben de auteurs een experimenteel model
Automobielfiscaliteit zonder grenzen
Op het vlak van de mobiliteit en de auto lijkt een Europa zonder grenzen nog altijd een utopie. We hoeven maar te kijken naar de voertuigenfiscaliteit om de enorme verschillen te zien. En als we dat alles eens harmonieerden… In België heeft men in 2012 het fiscale luik hervormd om aan de Gewesten de autonomie voor de Belasting voor de In Verkeerstelling (BIV) te geven. Zo komt het dat men voor een oplaadbare hybride dieselwagen die men als particulier met eigen middelen koopt, in Wallonië en in Brussel een BIV van 4957 euro moet betalen, tegen 0 euro in Vlaanderen! Toch kan een zelfstandige in een vennootschap aan de beide kanten van de gewestgrenzen van een fiscale aftrek van 100 % genieten. De verschillen tussen de EU-landen zijn al even groot, al naargelang de fiscaliteit afhangt van het vermogen (pK), de cilinderinhoud, de uitstoot van CO2 of van een doorgedreven berekening die deze verschillende parameters vermengt. Zo kennen plug-in voertuigen in Nederland veel succes dankzij hun prestaties en hun gunstige belasting. Op andere markten zet de kleine cilinderinhoud de hybride wagens op een gunstige plaats tegenover hun thermische concurrenten. Het gebrek aan fiscale harmonie – of toch op zijn minst een logische gemeenschappelijke berekening – maakt het karwei des te ingewikkelder voor de automobielindustrie. Deze verschillende fiscaliteiten bevorderen of ontmoedigen al evenveel technologieën als de vervanging van de oudste (en dus meer vervuilende) wagens. En zelfs als de Europese markt ook concurreert met andere delen van de wereld, dan nog zou een betere coherentie van taksen en regels onder de EUlanden de autoconstructeurs kunnen helpen de motoriseringen beter te kaderen. Alleen dan kunnen ze tegelijk beantwoorden aan de ecologische uitdagingen, de mobiliteitsbehoeften en de ramingen van de reële kost. O.D.
uitgewerkt dat een basistarief van de 3,7 cent/km voorstelt voor een licht voertuig (benzinewagen), dat in de piekuren kan stijgen naar 8,7 cent/km. Dit tarief zou voor de laagste inkomens worden verlaagd naar 4,7 cent/km en er zou nog een ecologische bonus/malus worden toegepast die kan oplopen tot 0,75 cent/ km, al naargelang de CO2 –klasse van het voertuig. Volgens de auteurs zou dit model financieel neutraal zijn voor de gebruiker van een kleine benzinewagen die jaarlijks 13.000 km aflegt. Het zou ook budgettair neutraal zijn voor de overheden, voor zover de gebruikers hun gedrag aanpassen: “Onze berekeningen bewijzen dat men dankzij de invoering van deze maatregelen een potentiële verlaging van de maatschappelijke kost van minimaal 12 % kan realiseren. Dit vertaalt zich in een daling van de congestiekost met 6,6 % en van de milieukost met 5,4 %. De nieuwe inkomsten en uitgaven neutraliseren elkaar,” verzekert Frank Dierckx, Tax & Legal Services Partner bij PwC.
Kleine veranderingen met grote effecten
Volgens Floris Ampe, Partner Consulting bij PwC, zou een kleine gedragswijziging volstaan om de verkeersdrukte drastisch te verminderen: “Zodra men over een bepaalde drempel gaat, ontstaat er tamelijk snel een file. Maar ook het omgekeerde is waar. Een vermindering van 5 tot 10 % van het aantal voertuigen tijdens de spitsuren, resulteert al gauw in een evenredige daling tot 40 % van de lengte en de duur van de files.” “Voor de automobielindustrie is de toenemende immobiliteit de grootste uitdaging van de komende jaren geworden,” bevestigt Thierry van Kan, voorzitter van Febiac. De OESO heeft onlangs de economische kost van de files, de milieu- en ongevalkosten op 1 tot 2% van ons BBP geraamd. Volgens een andere studie zou de kost van de files op de wegen tegen 2020 oplopen tot 6 miljard euro. Het kenniscentrum van BECI heeft de jaarlijkse externe mobiliteitskost (tijdverlies, vervuiling, ongevallen…) geschat op 511,5 miljoen euro voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Cijfers die ruimschoots stof tot nadenken vormen. Emmanuel Robert
23 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
zijn op een nieuwe wagen, maar het zal nog enkele jaren – misschien wel een decennium – duren vooraleer het systeem volledig operationeel is.
werft aan
Brussels Entreprises Commerce & Industry werft aan
Commercieel Afgevaardigde (M/V) Voor ons magazine Dynamiek/Entreprendre Dynamiek/Entreprendre is het maandblad van BECI. Het wordt door meer dan 21.000 beleidsmensen gelezen en bericht uitvoerig over de jongste gebeurtenissen die voor ondernemers in Brussel van belang zijn. Het draagt bij tot het debat rond ondernemerschap, informeert over de activiteiten van BECI en verenigt al onze leden. Meer informatie op http://www.beci. be/nl/press_corner/publicaties/
Functie
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
24
◗ U definieert, samen met de uitgever en de redactieraad, het commerciële doel van het magazine. U werkt ook, in overleg met het ganse BECI-team, aan de ontwikkeling van nieuwe producten en business models; ◗ U zoekt en legt contacten met prospects; u benadert en gaat op bezoek bij adverteerders; u onderhandelt en sluit contracten met hen; ◗ U volgt, samen met de verantwoordelijke van het magazine, de administratie en de productie op: de voorbereiding van bestelbonnen en facturen, en de inzameling van het advertentiemateriaal.
Gezocht profiel
Opleiding en (minimaal) vereist diploma: ◗ Hoger onderwijs.
Ervaring:
◗ Commerciële ervaring in de uitgeverssector.
Kennis en specifieke vaardigheden:
◗ Tweetalig NL/FR, met een goede kennis van het Engels; ◗ Kennis van de bedrijfswereld en van de ondernemers; ◗ Informatica: vlot gebruik van Efficy, Word, Excel, Outlook en internet browsers.
Gedrag en sociale vaardigheden:
◗ U legt en onderhoudt gemakkelijk contacten; ◗ U begrijpt de verwachtingen van de klant en u vervult ze zelfs bij voorbaat met oplossingen die u op maat ontwikkelt; ◗ U bent overtuigend en geëngageerd; ◗ U bent vindingrijk en hebt zin voor initiatief; ◗ U werkt graag in teamverband
Contact
Kandidaten worden verzocht een motivatiebrief met curriculum vitae te richten aan Angela LEONE, Sales Manager, BECI, Louizalaan 500, 1050 Brussel – of op haar e-mail adres:
[email protected].
Senior Business Developer (M/V) Functie
◗U bent verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de portefeuille van bestaande klanten, de constante verbetering van hun tevredenheid als lid en een steeds intensere interactie met de andere leden; ◗U neemt deel aan de evenementen die BECI organiseert en u ontwikkelt de relatie met elke deelnemer; ◗U valideert de nieuwe noden van de leden en stelt adequate diensten voor; ◗U creëert partnerschapsprogramma's op maat en tekent, met de andere departementen, de samenwerkingsmodaliteiten uit; ◗U contacteert uittredende leden en tracht hun belangstelling door het aanbieden van nieuwigheden opnieuw te wekken; ◗U ontwikkelt een portefeuille van nieuwe leden; ◗U creëert een relatie met prospects en u nodigt hen op informatiesessies uit; ◗U identificeert de behoeften en stelt het meest adequate aanbod voor; ◗U begeleidt het nieuwe lid tijdens de eerste acties; ◗U neemt deel aan coördinatievergaderingen naargelang van de complexiteit van de projecten die voor bepaalde leden worden uitgewerkt; ◗U vertegenwoordigt BECI en animeert informatiesessies, evenementen enz.; ◗U vertegenwoordigt BECI tijdens belangrijke evenementen en specifieke missies die het internationale departement organiseert; ◗U staat in voor de opvolging van uw commerciële acties in het CRM-systeem en verzorgt uw dagelijkse administratie; ◗U neemt actief deel aan de wekelijkse commerciële vergadering
Gezocht profiel
Opleiding en (minimaal) vereist diploma: ◗H oger onderwijs.
Ervaring:
◗ Meerdere jaren ervaring in een commerciële functie.
Kennis en specifieke vaardigheden:
◗ Een vlotte kennis van het Nederlands, het Engels en het Frans; ◗ U bent vertrouwd met consultatieve verkoop aan middelgrote en grote accounts; ◗ Informatica: vlot gebruik van Efficy, Word, Excel, Outlook en internet browsers.
Gedrag en sociale vaardigheden:
◗ U bent sterk in netwerking en lobbyen; ◗ U prospecteert vlot en doet aan klantenbinding; ◗ U communiceert gemakkelijk en spreekt graag voor een gezelschap; ◗ U kunt autonoom werken en hebt zin voor initiatief; ◗ U bent soepel en beschikbaar om BECI tijdens evenementen 's avonds te vertegenwoordigen; ◗ U bent enthousiast en resultaatgericht.
Contact
Kandidaten worden verzocht een motivatiebrief met curriculum vitae te richten aan Angela LEONE, Sales Manager, BECI, Louizalaan 500, 1050 Brussel – of op haar e-mail adres:
[email protected].
Financieel Adviseur (M/V) Functie
◗ U informeert, adviseert en begeleidt ondernemingen en starters bij financiële aangelegenheden zoals het opstellen van een businessplan, de financiering van de activiteit e.d.; ◗ U ontwikkelt en implementeert hulpmiddelen die beantwoorden aan de verwachtingen en behoeften van ZKO’s/KMO’s en, meer specifiek, van starters; ◗ U organiseert informatiesessies over thema's die in verband staan met uw bevoegdheidsgebieden; ◗ U neemt deel aan werkvergaderingen, u verdedigt en analyseert de standpunten in uw bevoegdheidsdomeinen; ◗ Als lid van de Business Unit Advies rapporteert u rechtstreeks aan de Coördinator Advies.
Gezocht profiel
Opleiding en (minimaal) vereist diploma: ◗ Universitair; Master in economische we-
Ervaring:
◗ 2 tot 5 jaar praktijk in advies aan KMO’s en aan starters.
Kennis en specifieke vaardigheden:
◗ Duidelijke belangstelling voor de creatie van ondernemingen; ◗ Uitgesproken belangstelling voor kleine ondernemingen en KMO’s; ◗ Ervaring gewenst met beraadslaging (gesprekken); ◗ Talen: NL/FR (zowel relationeel als technisch tweetalig); ◗ Informatica: vlot gebruik van Efficy, Word, Excel en Outlook.
Gedrag en sociale vaardigheden:
◗ Gevoeligheid voor sociale aangelegenheden; ◗ Empathie; ◗ Zin voor initiatief; ◗ Vulgarisering van technische begrippen; ◗ Proactiviteit; ◗ In staat een dossier tijdens een vergadering toe te lichten en te verdedigen; ◗ Beheer van de tijd/goede organisatie; ◗ Doelgericht.
Contact
Kandidaten worden verzocht een motivatiebrief met curriculum vitae te richten aan Fabienne MALAISE, Coördinator Advies, BECI, Louizalaan 500, 1050 Brussel – of op haar e-mail adres:
[email protected].
Adviseur Ondernemingen (M/V) Functie
◗ U informeert, adviseert en begeleidt ondernemingen in moeilijkheden; ◗ U ontwikkelt en implementeert hulpmiddelen die beantwoorden aan de verwachtingen en behoeften van ZKO’s/ KMO’s en, meer specifiek, van ondernemingen in moeilijkheden; ◗ U identificeert de verschillende koersen die na een faillissement werden gevolgd; ◗ U zorgt voor een economische en sociale bewaking op Europese schaal; ◗ U biedt begeleidingsformules voor een vlottere re-integratie op de arbeidsmarkt of voor een tweede kans als ondernemer; ◗ U vergemakkelijkt de coördinatie van de stappen bij de overheid of parastatale instanties;
◗U neemt deel aan werkvergaderingen; u analyseert en verdedigt standpunten in uw werkdomeinen; u stimuleert de regionale ervaringen; ◗U organiseert informatiesessies over onderwerpen in uw werkdomeinen.
Gezocht profiel
Opleiding en (minimaal) vereist diploma: ◗U niversitair; Master in de rechten; ◗B elangrijk: u dient als werkzoekende bij ACTIRIS ingeschreven te staan.
Ervaring:
◗ 2 tot 5 jaar als adviseur van KMO's.
Kennis en specifieke vaardigheden:
◗U itgesproken belangstelling voor crisis management in ondernemingen; ◗U itgesproken belangstelling voor kleine ondernemingen en KMO’s; ◗E rvaring gewenst met beraadslaging (gesprekken); ◗ Talen: NL/FR (zowel relationeel als technisch tweetalig); ◗ I nformatica: vlot gebruik van Efficy, Word, Excel en Outlook
Gedrag en sociale vaardigheden:
◗G evoeligheid voor sociale aangelegenheden; ◗E mpathie; ◗Z in voor initiatief; ◗D e verwachtingen en reacties van stakeholders kunnen voorzien; ◗ Vulgarisering van technische begrippen; ◗P roactiviteit; ◗ I n staat een dossier tijdens een vergadering toe te lichten en te verdedigen; ◗B eheer van de tijd/goede organisatie; ◗D oelgericht.
Contact
◗ U implementeert nieuwe hulpmiddelen die rechtstreeks aan hun behoeften beantwoorden;
◗ U organiseert informatiesessies over onderwerpen van uw werkdomein;
◗ U neemt deel aan werkvergaderingen, u analyseert en verdedigt standpunten in uw werkdomeinen;
◗ Als lid van de Business Unit Advies rapporteert u rechtstreeks aan de Coördinator Advies.
Gezocht profiel
Opleiding en (minimaal) vereist diploma: ◗ Universitair; Master in de rechten.
Ervaring:
◗ 2 tot 5 jaar als adviseur van KMO's.
Kennis en specifieke vaardigheden: ◗ Gericht op het zakelijk recht;
◗ Uitgesproken belangstelling voor gewestelijke materies;
◗ Talen: NL/F (zowel relationeel als technisch tweetalig); kennis van het Engels gewenst;
◗ Informatica: vlot gebruik van Efficy, Word, Excel, Outlook en internet browsers.
Gedrag en sociale vaardigheden:
◗ Duidelijkheid en pedagogische aanpak (taal van de klant spreken);
◗ Proactiviteit;
Kandidaten worden verzocht een motivatiebrief met curriculum vitae te richten aan Fabienne MALAISE, Coördinator Advies, BECI, Louizalaan 500, 1050 Brussel – of op haar e-mail adres:
[email protected].
◗ Actieve benadering, klantencontact en
Juridisch Adviseur (M/V)
◗ Beheer van de tijd/goede organisatie;
Functie
◗U informeert en adviseert de bedrijven over het zakelijk recht in de ruime zin van het begrip en over Brusselse gewestelijke materies; ◗U zorgt voor ledenbinding dankzij een service die aan hun verwachtingen beantwoordt;
luistervaardigheid;
◗ In staat een dossier tijdens een vergadering toe te lichten en te verdedigen;
◗ Nauwgezetheid; ◗ Creativiteit;
◗ Doelgericht.
Contact
Kandidaten worden verzocht een moti-
vatiebrief met curriculum vitae te richten aan Fabienne MALAISE, Coördinator Advies, BECI, Louizalaan 500, 1050 Brussel – of op haar e-mail adres:
[email protected].
Integreer een dynamisch team en draag bij tot onze toekomstvisie voor Brussel.
25 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
tenschappen of gelijkwaardig.
Speciaal dossier auto en mobiliteit
Autodelen bevordert de mobiliteit De zogenaamde car-sharing – of autodelen – is als oplossing bijzonder in trek om de kosten van wagengebruik te drukken en een (bedrijfs)voertuigenpark te rentabiliseren. Vandaag helpen heel wat formules
de bedrijven bij het gebruik, het beheer en de controle van hun wagenvloot. Een van die oplossingen heet
Keyzee. Het zet de smartphone tegelijk als sleutel, reservatiesysteem, reporting tool en inventarismiddel in.
V
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
26
an zijn kant bewijst Cambio, met zijn 500 wagens, 15.000 gebruikers en 220 stations in 27 Belgische steden, dat het concept van autodelen stilaan bij de weggebruikers ingeburgerd raakt. 40% van de klanten gebruiken Cambio voor hun beroep. Op Europees vlak is Cambio ook in Duitsland en Ierland vertegenwoordigd. In de wereld bestaan er hoe langer hoe meer dergelijke oplossingen, soms met de hulp van een constructeur, zoals Smart met zijn Car2Go. Dit car-sharing programma is in 23 steden (voornamelijk in Duitsland en in de Verenigde Staten) toegankelijk, evenals in Amsterdam. Dankzij de Smart ForTwo wagentjes, waarvan sommige elektrisch, onderscheidt Car2Go zich door zijn flexibiliteit. Het is niet nodig langs een Car2Go station of voorbehouden parkeerplaats te gaan. De gedeelde wagen mag blijven staan waar de vorige gebruiker hem geparkeerd heeft. Met een smartphone of internet toepassing kunt u een wagen reserveren en nagaan waar er een in de nabijheid geparkeerd staat. Volgens Daimler beschikt Car2Go
Het Cambio netwerk stelt 500 voertuigen ter beschikking in 27 Belgische steden.
autodeelsysteem zou willen integreren, dient er een KeyzeeBox in te laten installeren (gebeurt in 30 minuten in een erkende garage). Het toestel kost 339 euro exclusief BTW en installatie. Voor de eindgebruiker volstaat het dat hij de applicatie op zijn Android smartphone, iPhone of Blackberry installeert. Hiermee kan hij een wagen re-
Keyzee gebruikt de smartphone als een virtuele sleutel voor gedeelde auto’s.
vandaag over 8800 auto's, waarvan 1100 elektrisch, en bedient het 450.000 klanten wereldwijd.
Keyzee: virtuele sleutel
In België is er Keyzee. Deze laureaat van de Fleet Innovation Award 2013 for Fleet Suppliers gebruikt de smartphonetechnologie voor zijn autodeelformule. Het bedrijf, dat deel uitmaakt van de groep D’Ieteren, stelde vast dat een wagen slechts 8% van de tijd wordt gebruikt. Het heeft dus een systeem van virtuele sleutel uitgedokterd dat het werk van de vlootbeheerders gevoelig vergemakkelijkt. Elke onderneming of privé persoon die een of meerdere wagens in het
serveren en beschikt hij over een virtuele sleutel via het touchscreen van het toestel. Ook via die weg kan een inventaris worden gemaakt van de staat van het voertuig, met foto's die dienen te worden genomen nog vóór de gebruiker achter het stuur gaat zitten. Met de virtuele sleutel kan hij de wagen tijdens de reservatie periode een onbeperkt aantal keren ontgrendelen, vergrendelen en opstarten. Dit is ook het voornaamste voordeel van het systeem: hier moet geen sleutel worden beheerd en overhandigd. De eigenaar van het voertuig of de vlootbeheerder heeft toegang tot een Keyzee applicatie op het internet. Daar vindt hij een brede waaier reporting- en controle-
informatie, zoals de afgelegde afstanden, het gebruikspercentage en het beheer van wagens en gebruikers. Al deze gegevens kunnen we onder de vorm van rapporten worden geëxporteerd. In geval van overtreding of schade kan het systeem de betrokken gebruikers identificeren. Door zijn flexibiliteit en eenvoud kan Keyzee bijvoorbeeld een voertuig dat alleen 's ochtends en 's avonds voor de pendels tussen huis en werk wordt gebruikt, tijdens de dag als poolwagen laten gebruiken. Omdat deze oplossing voor iedereen toegankelijk is, kunnen bedrijven in de nabijheid of zelfs buren onderling meerdere wagens delen en op die manier over een uitgebreide vloot beschikken. De maandelijkse kost voor de licentie bedraagt € 30, zonder beperking in het aantal gebruikers. Vandaag werden er in België en in de buurlanden, sinds de lancering in januari 2013, al 150 KeyzeeBoxen geïnstalleerd. Elke vorm van autodelen binnen een bedrijf of tussen privé partners vereist de invoering van een ‘car policy’ die duidelijkheid schept in de aansprakelijkheid van iedereen en de eventuele verdeling van de kosten (o.a. wat betreft brandstof en kilometers). Bovendien dient de verzekering te worden geraadpleegd als de voertuigen vaak in een car-sharing systeem worden gebruikt. Olivier Duquesne
Speciaal dossier auto en mobiliteit
Werken zoals op kantoor … maar dan zonder de files ALD Automotive en de jonge Brusselse start-up Mobispot lanceerden in maart 2013 een tool om werkplekken
buiten het eigen kantoor te reserveren voor mobiele medewerkers. Het betreft een kredietsysteem om heel flexibel te telewerken in Business Centers verspreid over vrijwel het hele land. Deze nieuwe mobiliteitsoplos-
sing, die door de fleetbeheerder wordt gerund, is in de eerste plaats bedoeld voor consultants en verkopers die veel onderweg zijn en die het beu zijn om veel tijd te verliezen in de files.
H
Even inpluggen en werken
Het aanbod omvat meer dan 500 werkplekken en 150 vergaderzalen verspreid over een veertigtal “Mobispots”. Kantoorruimte of een zaal reserveren kan op een specifiek platform, tot net vóór men de
27
ruimte nodig heeft. Een “ranking” geeft een idee van het comfort en de geboden diensten op elke werkplek. Is er bijvoorbeeld al dan niet airco aanwezig, heeft men een gereserveerde parkeerplaats of kan er voor catering worden gezorgd? Dit verklaart ook de tariefverschillen: een uur
op een werkplek kost tussen 7 en 9 euro. Voor een vergaderzaal variëren de tarieven tussen 15 en 25 euro. Elke werkplek functioneert volgens het principe “Plug & Work”, een verbinding opzetten gaat dus snel. Het bedrijf dat klant is, kan ook zelf specifieke gebruikersprofielen bepalen.
Twee nieuwe Regus-centra in Brussel Regus, ’s werelds grootste aanbieder van flexibele werkplekken, opende in 2013 twee nieuwe zakencentra in Brussel: een in de buurt van het Zuidstation en een in Sint-Agatha-Berchem, aan de rand van het Brussels Gewest. Het eerste van beide centra – het Regus Brussels South Center – beslaat twee verdiepingen van een modern gebouw dat ideaal gelegen is om treinreizigers van bijvoorbeeld de Thalys of de Eurostar enkele uren of enkele dagen comfortabel te laten werken. Deze vestiging beantwoordt aan de stijgende vraag naar werkplekken om iedereen te laten werken waar, wanneer en hoe hij of zij dat wil, ook onderweg. Wereldwijd hebben de belangrijkste luchthavens een Regus center. Aan de Brusselse luchthaven zijn er zelfs twee, in Diegem en in Zaventem. Regus volgt dezelfde redenering voor de stations. In Brussel is er een Regus center vlakbij het Centraal Station. In Frankrijk, Italië en Nederland heeft Regus partnerships gesloten met respectievelijk de SNCF, Trenitalia en de Nationale Spoorwegen. Verder loopt er een proefproject met Shell om business lounges te openen bij tankstations.
Het Brussels West Basilix Center werd in oktober 2013 geopend. Het biedt 112 werkplekken aan de Keizer Karellaan, vlakbij de oprit naar de E40-snelweg (naar Oostende), aan een belangrijke doorgangsweg naar het cenWilliam Willems, trum en in de nabijheid van de Algemeen Directeur van Ring. “Brussel spant wereldwijd Regus Benelux de kroon als het op files aankomt”, zegt William Willems, Algemeen Directeur van Regus BeLux. “Alleen al voor ons nieuwe center schuiven elke dag ongeveer 65.000 auto’s aan. Deze pendelaars kunnen zich al een flink stuk fileleed besparen door te stoppen en vanuit ons nieuwe Business Center te werken.” In België zijn er momenteel 12 Regus Business Centers, waarvan zes in Brussel. “Om aan de stijgende vraag van onze klanten te voldoen, is Regus op zoek naar andere locaties in Leuven, Hasselt, Mechelen, Luik en Namen om er nieuwe centers te openen”, aldus William Willems.
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
et autoleasingbedrijf ALD Automotive wil zijn klanten meer service bieden en het doet daarvoor onder andere een beroep op mobiliteitsoplossingen die de productiviteit verhogen. Eén ervan is het “exclusieve” partnership met Mobispot: een nationaal platform om ruimte voor telewerken te reserveren. Deze dienst staat open voor iedereen. Het principe ervan is dat men een account opent met een voorafbetaald krediet dan men vrij kan gebruiken als men het nodig heeft. De fleetmanager beheert het systeem en kent de eindgebruikers codes toe..
Speciaal dossier auto en mobiliteit Bovendien biedt het platform een online rapporteringstool, met opvolging van de reservaties en activiteiten van de medewerkers. De fleetmanager controleert ook de budgetten en de toegestane diensten. Op die manier is het heel eenvoudig om de aan dit systeem toegekende budgetten te beperken en te verifiëren of om het voorafbetaalde krediet te verhogen. Elke gebruiker behoudt anderzijds zijn zelfstandigheid. Hij kan zelf reservaties maken die passen in zijn persoonlijke planning en eventueel rekening houden met het verkeer. Zo vermijdt hij gemakkelijk tijdverlies op de Brusselse Ring tussen twee vergaderingen door: hij hoeft niet heen en weer te rijden naar kantoor (of thuis), verspilt geen brandstof of kostbare tijd. Hij installeert zich gewoon in een kantoor halfweg tussen beide afspraken en werkt er aan zijn dossiers en projecten.
Totaalvisie
Dit product past perfect in de nieuwe strategie van de leasingbedrijven, die zich niet langer willen beperken tot financiële diensten, logistiek of het verhuren van voertuigen. De leasingsector ziet steeds meer brood in oplossingen voor de mobiliteitsproblemen. Dat vergt een totaalvisie waarin ook plaats is voor telewerken, het beperken van de verplaatsingen en de kosten die ermee verband houden. Het partnership tussen ALD Automotive en Mobispot is een antwoord op “de groeiende problematiek van het dichtslibben van onze wegen”. Beide partners leggen ook de nadruk op de mogelijkheid om met deze aanpak “de levenskwaliteit van de werknemers te verbeteren”: tijdwinst, minder stress, een beter evenwicht tussen werk en privéleven, hogere productiviteit, minder files en lagere CO2-uitstoot.
Deze oplossing moet nog verder worden ontwikkeld, maar ze voorziet in elk geval in een reële behoefte. Niet alleen bedrijven zouden er baat bij hebben, ook zelfstandigen en vrije beroepen. Telewerken op dergelijke werkplekken wordt steeds interessanter door de toenemende mobiliteit van de informatica en door de cloud computing, die altijd en overal toegang geeft tot bestanden en werkmiddelen. Als men vergaderzalen huurt die uitgerust zijn met apparatuur zoals retroprojectoren of teleconferentiesystemen, hoeft men daar zelf niet in te investeren. Ook de kortere trajecten helpen om de mobiliteit te verbeteren en minder lang onderweg te zijn. Mobispot belooft toegang tot een Business Center op minder dan een kwartier rijden op het grootste gedeelte van het grondgebied. De Centers liggen vaak in de buurt van industrie- en bedrijvenzones, maar ook aan grote wegenknooppunten. Olivier Duquesne
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
28
De inzet van het parkeren in Brussel
“Het probleem is de toegankelijkheid, niet de parking” Parkings die men al eens “autozuigers” noemt, worden ervan beschuldigd dat ze de mobiliteitsproblemen in
Brussel verergeren. Aan de hand van het recent Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing (BWLKE) wil de Brusselse regering trouwens het aantal parkeerplaatsen buiten de openbare weg vermin-
deren. Is dit nonsens wanneer we zien dat het praktisch onmogelijk is om in bepaalde wijken te parkeren? De professionals van de sector steigeren alvast omdat ze vrezen dat simplistische maatregelen enkel maar tot meer afkeer van het centrum van de hoofdstad zullen leiden.
V
ormt het vinden van een parkeerplaats in Brussel dan een structureel probleem? Neen, als we de parkinguitbaters die we hebben ontmoet, mogen geloven. “Er kunnen randverschijnselen optreden in sommige wijken (nvdr.: meer bepaald het Kasteleinsplein of de Stalingradstraat) of tijdelijke verzadiging door evenementen (nvdr.: zoals Winterpret in december), maar er is zeker geen globaal capaciteitsprobleem,” bevestigt Roland Cracco, algemeen directeur van Interparking en voorzitter van de Federatie van Belgische Parkings. Wel integendeel: sommige parkings die op zaterdag namiddag bijna volzet zijn, staan op maandagmorgen voor tweederden leeg.
Volgens hem mikt men op het verkeerde doelwit door de parkings te stigmatiseren: “Het echte probleem is de toegankelijkheid van het centrum van Brussel.” Het is niet ongewoon dat men er een uur over doet om het stadscentrum vanuit de rand te bereiken. De enige oplossing is het ontwikkelen van een alternatief, een volledig en een geloofwaardig openbaar vervoeraanbod: meer bepaald de metro’s, de trams of het toekomstige GEN met voldoende ritten en ruimere uurroosters. Zodra men dit basisprobleem aanpakt, vormt de parking geen probleem, maar wel een onderdeel van de oplossing voor de mobiliteit in Brussel. En in die zin zou men echte ontmoedigingsparkings kunnen overwegen in de buurt van metro-
Roland Cracco, algemeen directeur van Interparking: “Als wij het stadscentrum dynamisch en aantrekkelijk willen houden, dan is het essentieel dat mensen het op een gemakkelijke en aangename manier moeten kunnen bereiken.”
Speciaal dossier auto en mobiliteit
Beweging naar de rand
“Eén van de kenmerken van Brussel is dat de rijkdom geneigd is zich eerder aan de rand te concentreren dan in het historisch centrum. Als we het stadscentrum dynamisch en aantrekkelijk willen houden, dan is het essentieel dat we de mensen de mogelijkheid geven het op een gemakkelijke en aangename manier te bereiken. Het is niet door de toegangswegen naar de stad te verminderen dat men hierin zal slagen.” En Roland Cracco stelt ook twee dingen vast rond het irrigatieprobleem van het stadscentrum: “Ten eerste hebben onze geabonneerde klanten, namelijk vooral bedrijven, de neiging om naar locaties buiten Brussel te verhuizen, waar ze bovendien minder belastingen zullen betalen. Er zijn al zulke gevallen geweest. Ten tweede lijken onze roterende klanten die typisch voor een paar uur shoppen komen, het Brusselse stadscentrum te willen ruilen voor het Woluwe Shopping Center, Fort Jaco, zelfs de Esplanade van Louvainla-Neuve of de winkelstraten in Leuven of Aalst…” Om dit verschijnsel te beperken, hebben de parkinguitbaters nauwelijks andere wapens dan te spelen met de prijzen. Interparking biedt bijvoorbeeld een vaste avondprijs van € 5 in de Albertine parking of het “opera forfait” van € 5 in de Munt. “En een project zoals het BWLKE dat 45.000 parkeerplaatsen wil afschaffen, riskeert de stadskern nog meer te doen verarmen, en evenzeer een reëel capaciteitsprobleem te stellen door een effect van communicerende vaten,” voegt Roland Cracco hieraan toe. “Weet u, een parking is zoals een vestiaire in een restaurant. Het is niet de vestiaire die de klanten lokt, maar het is wel een dienstverlening die helpt om een activiteit te ontwikkelen.”
Wanneer komt er een dynamische signalisatie?
Thomas Bimson, algemeen directeur van Vinci Park België, stelt eveneens vast dat “er een enorm mobiliteitsprobleem is in Brussel” en hij vreest “dogmatische maatregelen als er geen alternatief voor de auto komt.” Volgens hem zouden de Vlaamse steden die een dynamisch par-
Een omschakeling van privéparkings die vragen doet rijzen Het BWLKE (het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing) is op 21 mei laatstleden in het Staatsblad verschenen. Dit lijvig document bevat een belangrijk Vervoerluik waarin meer bepaald een maatregel staat die streeft naar het verminderen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg in kantoorgebouwen. Het Gewest heeft het over de afschaffing van 20.000 et 25.000 “privé” plaatsen. Het principe komt er op neer dat men bij elke vernieuwing of verlenging van een milieuvergunning aan bedrijfsparkings normen zou opleggen die het aantal parkeerplaatsen bepalen die per m² kantooroppervlakte toegelaten zijn. Zodoende hoopt het Gewest tussen 10.000 en 15.000 plaatsen ten gunste van de Brusselaars vrij te maken. Zo zal men verplicht worden overtollige parkeerplaatsen ter beschikking van het groot publiek te stellen, ofwel ze te herbestemmen voor andere activiteiten (typisch stockage). Gebeurt dit niet, dan zal de eigenaar per parkeerplaats een milieutaks 250 tot 450 euro moeten betalen. Tegenstanders roepen dat dit een vermomde vorm van onteigenen is. Men zou kunnen denken dat een dergelijke maatregel al jubelend door
keerbeleid hebben ingevoerd, als eersten hiervan kunnen profiteren. Antwerpen heeft bijvoorbeeld een systeem van degressieve tarieven ingevoerd zodra men een beetje buiten de stadskern gaat; daardoor aarzelen mensen niet om 500 meter te stappen en wordt het dichtslibben van het centrum vermeden. Thomas Bimson pleit ook voor concessies van gemengde parkings, parkeerplaatsen buiten en op de openbare weg, om de parkings aantrekkelijker in de kijker te zetten. “Vergeet niet dat er voor sommige concessies in Brussel geen koper is gevonden,” benadrukt hij nog. Thomas Bimson haalt ook het ontbreken van een dynamische signalisatie in de parkings in Brussel aan; een signalisatie die de automobilist, meer bepaald uit het buitenland, kan leiden naar de dichtst bij
de uitbaters van openbare parkings wordt onthaald omdat ze dan al te graag opnieuw honderden pendelaars kunnen onthalen. Niet echt, zo blijkt… “In eerste instantie zou men kunnen denken dat het een goede zaak is dat men een deel van deze privéparkings aan het publiek ter beschikking zou stellen. Ware het niet dat deze parkings niet voorzien zijn op het onthalen van publieke bezoekers, vooral op het gebied van veiligheid. De kosten die dit met zich meebrengt, zijn niet te onderschatten. Bovendien kunnen wij als professionals evenmin aanvaarden dat er parkings bestaan met twee snelheden en met verschillende vereisten,” reageert Roland Cracco. Aan de andere kant riskeren te strenge normen ondernemingen die eigenaar zijn, te ontmoedigen om in een omschakeling naar openbare parkings te investeren. Ze verkiezen er hun archieven op te slaan… Sommigen pleiten voor een meer flexibele en gedifferentieerde aanpak met meer soepelheid en stimulansen in de zones, meer bepaald van de kant van Delta of CERIA, waar ontmoedigingsparkings zeker zinvol zijn. Of in gemeenten zoals Schaarbeek, waar inwoners er ’s avonds niet meer in slagen hun auto te parkeren.
gelegen beschikbare plaatsen. “Hierop zijn we al tien jaar aan het wachten.” Olivier Fabes
Thomas Bimson, algemeen directeur van Vinci Park België: ongerust over de perverse effecten van “dogmatische maatregelen” zolang er geen reëel alternatief voor de auto bestaat.
29 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
stations, zoals dit het geval is in Wenen. Parkings die toelaten om in alle veiligheid en binnen enkele minuten een verbinding te maken met het stadscentrum en zijn winkels.
Speciaal dossier auto en mobiliteit
Met de fiets naar het werk:u hebt er alle baat bij Met de fiets naar het werk? Dat doen dagelijks duizenden mensen in Brussel. De redenen die ze daarvoor opgeven, wisselen nauwelijks: het is een gezond vervoermiddel dat bovendien ook snel, milieuvriendelijk en financieel aantrekkelijk blijkt te zijn.
V
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
30
olgens de jongste beschikbare statistieken (2010), gebeuren 3,5% van de verplaatsingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op twee wielen. Jaarlijks groeit het aantal fietsers met ongeveer 10%. Deze toename is het resultaat van het terreinwerk van verenigingen als Provelo, Gracq of de Fietsersbond. Laten we ons echter niet blindstaren op deze ‘double digit’ groei. Gracq secretaris-generaal Eric Nicolas vertelde onlangs aan onze confraters van La Libre Belgique dat de doelstelling van de gewestelijke overheid om tegen 2018, 20% van de verplaatsingen met de fiets te laten gebeuren, ‘totaal irrealistisch’ is. Hiervoor bestaan een heleboel redenen die wij hier niet zullen aankaarten.
Nuttige audits en opleidingen
Ondanks deze nogal pessimistische kijk op zaken, wordt er bij de organisaties die voor de belangen van de fietser opkomen, hard doorgewerkt. Het gebruik van tweewielers in de bedrijfswereld, onder andere voor de afstanden tussen huis en werk, wordt resoluut aangemoedigd. De woordvoerster van Provelo meent dat de zaken eerder in de goede richting evolueren: “De collega's van de cel ‘ondernemingen’ bij Provelo zijn bereid audits en opleidingen te organiseren voor KMO's die er spontaan om vragen. Wij staan steeds klaar met advies op het vlak van uitrusting. Wij kunnen die bedrijven helpen correct gedimensioneerde fietsenstallingen aan te leggen – of douches. Wij worden ook benaderd door Brusselse ondernemingen die meer dan 100 mensen tewerkstellen. Zij worden namelijk verplicht een verplaatsingsplan voor te leggen. Vroeg of laat moeten ze dus de fiets overwegen in hun mobiliteitsbeleid”, vertelt Nathalie Carpentier. In Brussel maken Colruyt, Delhaize en Elia dankbaar gebruik van deze verplichting. “Ze bieden een aantal toffe zaken zoals dienstfietsen.”
Gemiddeld 6,2 km
Hetzelfde enthousiasme leeft bij de deelnemers aan de verschillende edities van Bike to Work. Dit gemeenschappelijk
De fiets is een gezond, milieuvriendelijk en financieel aantrekkelijk vervoermiddel dat ook voor professionele verplaatsingen aan bod komt.
initiatief van de Gracq en de Fietsersbond ondersteunt werkgevers die hun medewerkers willen aansporen met de fiets naar het werk te komen, al dan niet combinatie met de wagen of het openbaar vervoer. Beide verenigingen komen tot de vaststelling dat de gemiddelde afstand tussen woon- en werkplaats slechts 6,2 km bedraagt. In de stad blijft de helft van de verplaatsingen onder de 5 km. Zowel werkgevers als werknemers hebben er dus alle baat bij zich met de fiets te verplaatsen. Voordelen genoeg: geen parkeerproblemen meer, een vlottere mobiliteit in het verkeer en meestal kortere verplaatsingstijden. Bovendien geniet de werknemer fiscale voordelen (zie kaderverhaal) én gewestelijke steunmaatregelen. Als u de auto ten minste één jaar lang niet gebruikt, hebt u in het Brusselse Gewest met het plan Bruxell’Air bijvoorbeeld recht op een jaarabonnement openbaar vervoer en Cambio Start – of op het Cambio Start abonnement en een fietspremie van 505 euro maximum.
wordt op nationale schaal georganiseerd om zoveel mogelijk mensen de weg tussen woon- en werkplaats per fiets te laten afleggen. Het evenement wordt in vier categorieën ingedeeld om alle bedrijven een kans te geven: ‘small’ voor bedrijven van minder dan 100 personen, ‘medium’ tussen 100 en 800 werknemers, ‘large’ tussen 800 en 3.500 personeelsleden en ‘extra large’ voor de bedrijven die nog meer mensen tewerkstellen. Bij het schrijven van dit artikel ging, in het Brusselse Gewest, de zege in de categorie ‘small’ naar de Fietsersbond, met acht op tien medewerkers die dagelijks naar het werk fietsen. Bij de middelgrote ondernemingen ging de prijs merkwaardig genoeg naar Inergy Automotive Systems Research, de R&D divisie van de gelijknamige multinational die zich toespitst op innovatie in… motoren voor voertuigen. In de categorie ‘large’ ging de onderscheif-ding naar Vivaqua, terwijl Belfius in de ‘XL’ categorie won, dankzij 208 fietsers op een totaal personeel van 5.923 werknemers.
Winter Trophy 2013
Velofixer en Touring verhelpen pech
In deze context hebben heel wat bedrijven beslist aan de 2013 editie van de Winter Trophy deel te nemen. Deze wedstrijd
Naast het enthousiasme bestaan er natuurlijk de vele minder prettige kantjes
Speciaal dossier auto en mobiliteit
In de nabijheid van heel wat grotere stations gaan de fietsenstallingen gepaard met een ‘eerstelijns’ service aan fietsende pendelaars.
en de vierde 10 euro. De vijfde wordt gratis lid, ongeacht het feit of de eerste voor zijn wagen al dan niet lid van Touring is.”
En de elektrische fiets?
Voor de onderneming vormt de elektrische fiets een bijzonder praktisch alternatief. Twee maand lang hebben medewerkers van BECI de gelegenheid gehad twee zulke fietsen te gebruiken. Ze zijn ideaal voor verplaatsingen van enkele kilometers en bijzonder betrouwbaar. Ze rijden dan een gemiddelde snelheid van 25 km/u en hebben voldoende autonomie voor een dagelijks gebruik. Enkele veiligheidsregels moeten echter worden gevolgd. Laten de fiets nooit alleen zonder een stevig slot en een ketting rond
een even stevige paal. De accu, de elektrische bediening en zelfs de zadel neemt u best met u mee. U hebt dus een zak nodig, zelfs in een bewaakte parkeerplaats. Op de baan houdt u er rekening mee dat u nagenoeg geruisloos rijdt, maar wel twee keer sneller dan een gewone fiets. Als u daar attent op blijft, zal niets u in het stedelijk verkeer tegenhouden. En dan bestaat er ook nog het Villo netwerk en zijn goedkoop abonnement waardoor de fietser geen fiets meer moet kopen en onderhouden. U hebt echt geen excuus meer om dit geweldig vervoermiddel (ten minste) uit te testen. Johan Debière
Een bijzonder gunstig fiscaal stelsel Zowel voor de werkgever als voor de werknemer bestaat er rond de fiets een bijzonder voordelig fiscaal stelsel. Dit geldt voor de fietsinfrastructuur binnen het bedrijf en voor de terugbetaling van de verplaatsingskosten tussen woon- en werkplaats. Ondernemingen die investeren in een fietsenstalling genieten en fiscale aftrekbaarheid van 120%. Ook het systeem dat de verplaatsingskosten terugbetaalt, valt bijzon-
der voordelig uit. Naar verluidt kan de werkgever nog steeds een vergoeding van 0,15 euro uitbetalen per kilometer dat met de fiets tussen de woonplaats en de werkplaats wordt afgelegd. Pendelaars die de fiets combineren met het openbaar vervoer hebben ook recht op een fietsvergoeding samen met andere terugbetalingen van vervoerkosten met de trein, bus of metro. In het geval van een dagelijks traject
van 5 km per fiets naar het dichtstbijzijnde station (heen en terug) en de rest van de afstand per trein (15 km), zal de werkgever u vijfmaal 0,15 euro bovenop de terugbetaling van uw treinabonnement kunnen uitbetalen. Deze vergoeding is bijzonder interessant omdat ze voor de werknemer belastingvrij is en voor de werkgever aan geen enkele sociale bijdrage wordt onderworpen.
31 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
van het dagelijks fietsen. Lekke band, ontspoorde fietsketting, slecht weer, beschadigd wegdek enz. Voor een fietser bestaan er redenen genoeg om 's ochtends thuis te blijven. Nu, met een beetje organisatie is het perfect mogelijk elke morgen rustig naar het werk te fietsen. Sinds enkele jaren bestaan kleine gespecialiseerde structuren voor het onderhoud en de reparatie van fietsen. Ze helpen fietsers die met een technisch probleem te kampen hebben. In sommige gevallen kan zelfs een technicus ter plaatse worden gestuurd. Dit is onder andere het werk van Amor Mistiaen, een jonge ondernemer die in 2011 Velofixer, de eerste fietsenreparatiedienst aan huis in Brussel, heeft opgericht. Bij zijn klanten horen vandaag bijvoorbeeld de gemeente Schaarbeek, Brussel Leefmilieu, Mobistar en citydev.brussels (de voormalige GOMB). Ook de pechverhelpingsdienst van Touring, die zich doorheen zijn geschiedenis op de wagen toespitste, biedt nu sinds april 2013 een speciale dienst om ook aan fietsers technische bijstand te verzekeren. “Deze dienst richt zich tot alle Belgen die lid zijn van Touring, al dan niet met een dekking voor hun wagen, en die met de fiets van een plaats naar een andere willen rijden. Met deze dienst zorgen wij voor de tussenkomst van Touring in geval van een technisch probleem, evenals een dekking van de medische kosten die in het geval van een ongeluk niet door de ziekenfondsen zouden worden terugbetaald, met een maximum van 6.500 euro.” Intekenen kan los van de autobijstandsformule of in aanvulling daarvan. Lorenzo Stefani (Touring) verduidelijkt de tarifering: “In een gezin betaalt de eerste fietser 40 euro, de tweede 30, de derde 20
Focus
Digitaal en immaterieel maken
Rondetafelgesprek: staan de KMO’s op de drempel van een “digitale kentering”? Staan de KMO’s op de drempel van een kentering naar het immaterieel maken van financiële en beheer-
documenten? Software-uitgever Sage, die onlangs in partnerschap met PFU Fujitsu (scanners) en Smartdoc (documentenbeheer) een rondetafelgesprek aan dit onderwerp wijdde, denkt van wel.
K
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
32
ent u het “drempeleffect”? Tot dat punt zijn er weinig effecten waarneembaar, maar eens dit punt voorbij, treden er drastische veranderingen op, in tegenstelling tot een progressieve en rechtlijnige evolutie. Denk maar aan de weegschaal waarvan één van beide schalen zwaar beladen is: het tegengewicht dat men op de andere schaal legt, lijkt geen effect te hebben, totdat het laatste tegengewicht – hoe licht het ook mag zijn – dat men toevoegt, ineens het evenwicht verandert. Dit bij natuur- en scheikundigen welbekende effect wordt ook waargenomen bij het aannemen van nieuwe technologieën. We hebben dit al gezien in het domein van de fotografie, daarna in dat van de muziek: de digitalisering van deze markten kwam traag op gang tot het bereiken van een “kenteringpunt”, waarna ze op korte tijd het merendeel van de gebruikers heeft veroverd. Zal het documentenbeheer in bedrijven dezelfde “digitale kentering” beleven? Natuurlijk is het helemaal niet nieuw dat men “papieren” documenten in een digitaal formaat kan omzetten om ze zo te bewaren en te verwerken. De beweging is zowat twintig jaar geleden begonnen met het immaterieel maken van de bankstroom. Maar ook al is het “digitale beheer” diep doorgedrongen in de meeste grote ondernemingen en besturen, dan nog blijft het veel te beperkt in de KMO’s die er in verhouding meer mensen, technieken en geldmiddelen moeten inpompen, terwijl ze er minder voordelen aan overhouden.
“De voorwaarden zijn vervuld”
Philippe Tailleur, CEO van Sage Belux, denkt nochtans dat men de komende maanden een beslissende drempel zal overschrijden. “We zijn beland op een scharniermoment,” zo klinkt het. “De
“all-digital” aanpak komt er binnenkort en hij zal een impact hebben op de totale bedrijfsorganisatie. Vandaag zijn er vier voorwaarden vervuld opdat KMO’s de stap zonder moeite zouden zetten: ze kunnen nu rekenen op een aanzienlijke evolutie van de opslaginfrastructuur, be-
Fujitsu, eveneens aanwezig aan de ronde tafel, stelt volgens Valérie Phakeovilay (EMEA Alliance Manager) dezelfde trend richting digitalisering vast: “Vandaag zien we dat de digitalisering die aanvankelijk heel gecentraliseerd was in bedrijven, wordt gedecentraliseerd en
Philippe Tailleur (CEO van Sage Belux) : “We zijn beland op een scharniermoment. De “all-digital” aanpak komt er binnenkort en hij zal een impact hebben op de totale bedrijfsorganisatie.” tere prestaties van scanners die almaar toegankelijker worden, pragmatische verwerkingstools van immaterieel gemaakte documenten, en op de vaste wil van de overheden om de elektronische facturatie op te leggen aan zowel leveranciers als consumenten.”
nu van het ‘back office’ overschakelt naar het ‘front office’. In feite komt ze dichter bij de bediende; het materieel krimpt, net zoals de prijs van de technologie. Ook het gebruik evolueert: we gaan nu van een groot volume naar de intelligente digitalisering en we gebruiken niet meer
uitsluitend scanners om documenten te digitaliseren, maar ook om bedrijfsprocessen te starten. Het papier verandert in informatie die men zal kunnen verwerken.” “Als we weten dat een bedrijf gemiddeld 30.000 tot 40.000 documenten per jaar print en dat dit een administratieve workload van 2 tot 3 werkuren per dag en per bediende vertegenwoordigt, dan is het geen wonder dat men meer en meer geïnteresseerd is in oplossingen voor het opslaan en het opzoeken van documenten,” luidt de toelichting van Koen Meganck, oprichter van Smartdoc, een Belgische onderneming die intuïtieve oplossingen voor documentenbeheer ontwikkelt. “Enkele jaren geleden konden onze oplossingen slechts enkele zeldzame early adaptors verleiden, terwijl we vandaag elke dag weer door nieuwe geïnteresseerde ondernemers worden gecontacteerd.”
Een onhoudbare “dubbele flux”
En volgens de betrokkenen zijn er nog andere redenen die een nakende “digitale kentering” rechtvaardigen: het is heel eenvoudig onmogelijk om de groeiende informatie op papier efficiënt te beheren, terwijl een groot deel van dit papierwerk eerst in digitale vorm wordt gecreëerd. “Vandaag,” gaat Philippe Tailleur (Sage) verder, “hebben heel wat KMO’s gekozen voor de slechtste methode, namelijk het simultaan gebruik van papier en elektronica. Ze blijven vaak archaïsche parallelle procedures behouden. En ze gaan zelfs zo ver dat ze aanvankelijk digitale documenten opnieuw printen en dus opnieuw materialiseren terwijl ze er eigenlijk niet voor geformatteerd zijn, bijvoorbeeld in Excel. Deze aanpak wordt des te lastiger omdat het volume toeneemt. Het alternatief is de invoering van op deze parallelle fluxen afgestemde procedures, maar dat is een heel zware oplossing. De derde weg is de digitale revolutie die volgens ons weldra een realiteit wordt. Ik heb die ambitie omdat het bewijs er is dat het immaterieel maken beantwoordt aan de vier criteria voor het aannemen van een innovatie, namelijk: een functionele meerwaarde voor de klant vormen, uiterst gebruiksvriendelijk zijn, in het kader van een algemene consensus zitten en financieel gemakkelijk haalbaar zijn.» Getuige hiervan en aanwezig tijdens het rondetafelgesprek, is Guy Levy, die de leiding heeft van Adeac, een familiebe-
Minder tijd spenderen aan uw administratie, betekent dat voor u meer tijd om het beter te doen met uw onderneming? Ontdek een gedigitaliseerde manier van werken die alle tijdrovende taken automatiseert en waarbij u alle informatie snel kan terugvinden om beslissingen te nemen.
www.doebeter.be
Focus drijf gespecialiseerd in de distributie van onderhoudsproducten voor leder. Hij stelt vast dat de administratieve medewerkers dankzij de digitalisering evolueren, dat hun taken anders worden georiënteerd en ze productiever worden. Zijn droom? “Met één enkele muisklik het complete dossier van een klant kunnen terugvinden.” Maar hij zal zeker niet de obstakels minimaliseren: “Wij zijn distributeurs en we hebben te maken met zeer verschillende klanten, van de zelfstandige tot de multinational; daarom kunnen we de klanten niet op dezelfde manier benaderen. Ik ben er niet zeker van dat de kleine zelfstandige in 2014 elektronisch zal zijn…”
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
34
Koen Meganck (Smartdoc) :“Als we weten dat een bedrijf gemiddeld 30.000 tot 40.000 documenten per jaar print en dat dit een administratieve workload van 2 tot 3 werkuren per dag en per bediende vertegenwoordigt, dan is het geen wonder dat men meer en meer geïnteresseerd is in oplossingen voor het opslaan en het opzoeken van documenten.” Voor het promoten van de digitalisering van ondernemingen, moet men volgens hem nog een inspanning leveren om het aan te leren en moet men bij de jongeren, inclusief de beroepssegmenten, een “papierloze” aanpak aanmoedigen. Emmanuel Robert
Streefdoel: 50 % van de facturatie elektronisch tegen 2020
De elektronische facturatie biedt heel wat voordelen: aan ondernemingen biedt ze een performant instrument (de inkomende facturen kunnen automatisch in een boekhoudkundige software worden geïntegreerd), en efficiëntie (dankzij de elektronische facturatie kan men coderingsfouten en ontbrekende informatie vermijden). Ze laat ook toe de kosten van papieren facturen drastisch te verminderen: minder opslagruimte (elektronisch in plaats van papier), tijdwinst voor de verzender (printen, in een envelop steken en frankeren hoeft niet meer) en voor de ontvanger (hij hoeft geen envelop te openen, de post te sorteren en te verwerken), het werk voor de boekhouding wordt vereenvoudigd en uiteindelijk gebeuren de betalingen sneller. De elektronische factuur boekt veel vooruitgang: volgens de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging (DAV), zijn de besparingen op administratieve kosten dankzij het gebruik ervan in 2012 bijna verdubbeld en bedroegen ze 344 miljoen euro (tegen 172,2 miljoen het jaar ervoor). Het potentieel voor de kostenvermindering en de vereenvoudiging van de verwerking rechtvaardigt ruimschoots de ondersteuning die de overheid aan e-facturatie geeft. Op Europees niveau streeft men naar 50 % elektronische facturatie in 2020,
terwijl België mikt op een quota van 25 % in 2014. De Vlaamse regering heeft zelfs aangekondigd dat ze van plan is om vanaf 1 januari 2015 enkel nog elektronische facturen te aanvaarden. Om deze drempels te bereiken, had de federale regering al in januari de website www.efacture.belgium. be gelanceerd. In de herfst werd er met de signatuur van verschillende betrokken partijen, en met Olivier Chastel, Minister voor Administratieve Vereenvoudiging, een nieuwe stap gezet naar een reeks protocollen rond de promotie en het gebruik van de elektronische factuur. Hierover hebben we al bericht in ons novembernummer: BECI behoorde tot de inter-beroepsorganisaties die het initiatief hadden ondertekend, samen met het VBO, IZEO, SNI, UCM, Unizo, UWE en Voka. Er werden ook protocollen ondertekend met de BBSP (Belgian Business Software Providers), evenals met vertegenwoordigers van economische beroepen: het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB), het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF), het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) en met de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (KFBN) – allemaal actoren bij in de invoering van de e-facturatie een cruciale rol te spelen hebben.
Focus
Digitale documenten bewaren: een beroep als (g)een ander Ingescand of niet, het aantal digitale documenten groeit exponentieel. Het wordt steeds moeilijker om
door de bomen het bos te zien. Maar niet alleen wegwijs raken is een probleem, ook het bewaren. Hoe lang moet u een factuur bijhouden? En in welk formaat? En wat met uw BTW-documenten? En hoe rechtsgeldig is een digitaal document? Wij zetten een en ander op een rijtje. Rechtsgeldigheid
Laten we beginnen met een belangrijke opmerking: digitale en niet-digitale documenten zijn evenwaardig. Wanneer er wordt gevraagd om documenten in hun origineel formaat te bewaren, kan dat dus even goed digitaal als analoog betekenen. Maar hoe kunt u bewijzen dat een digitaal document het origineel is als er zo veel manieren zijn om deze bestanden te kopiëren? Het antwoord is even eenvoudig als vanzelfsprekend: met een (elektronische) handtekening.
Een elektronische handtekening is dus bijzonder handig om op een vlotte manier digitale documenten rechtsgeldig te maken. Maar het kan in België niet verplicht worden als authenticatiemiddel. Volgens de wet van 9 juli 2001 is het gebruik van een handtekening vrij maar nooit verplicht. Men kan u dus (wettelijk) niet verplichten om van een elektronische handtekening gebruik te maken. En als twee partijen besluiten om met een onderling afgesproken technologie te werken die niet gekwalificeerd is, is dat perfect toegestaan. Alleen: als het dan tot een juridisch dispuut komt, ligt de bewijskracht van dit soort documenten wel een stuk lager. Want als een do-
cument, elektronisch of niet, in aanwezigheid van een openbaar ambtenaar is opgemaakt, heeft dit automatisch de status van authentiek document. Sinds 2009 kan een notariële akte trouwens zowel op papier als digitaal worden opgemaakt. Mag u facturen dan digitaal bewaren? Het antwoord, volgens artikel 60 uit het BTW-wetboek, luidt: "ja, maar dan moeten de gebruikte technologieën of procesmatige middelen de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van de facturen waarborgen". In mensentaal betekent dit: maak geen gebruik van verouderde of weinig gekende technologie om uw documenten te scannen. Daardoor wordt het immers moeilijker om elektronische documenten te bewaren, terug te vinden en te garanderen dat ze niet aangepast zijn. Hoewel u in België niet algemeen verplicht bent om documenten te archiveren, is dat voor bepaalde documenten wel vereist.
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
Wat is een elektronische handtekening dan precies? Dat is een technologie die, meestal gebaseerd op informatie uit het bericht, met een algoritme een unieke code aanmaakt, die aan dit document wordt gekoppeld. Als iets aan het document wordt gewijzigd, zal die code niet meer kloppen, en verliest het originele document zijn rechtsgeldigheid. De meest voor de hand liggende manier om een document te voorzien van een elektronische handtekening, is de elektronische identiteitskaart. Maar het is niet de enige. Soms wordt er ook gebruik gemaakt van specifieke protocols, zoals EDIFACT voor elektronische facturen
35
Voor elektronische facturen ligt de wettelijke bewaartermijn in België op dit ogenblik op zeven jaar. Bij arbeidsovereenkomsten wordt vaak opslag op lange termijn gevraagd, vooral omdat een arbeidscarrière lang kan duren. Toch zijn sinds 2007 ook daarvoor elektronische handtekeningen toegelaten. Maar in de praktijk worden die zelden voor die langjarige contracten gebruikt, maar vooral bij interim-contracten, waar die elektronische handtekeningen de procedures vaak veel vereenvoudigen. Op langere termijn bestaat er immers nog twijfel over de rechtsgeldigheid, zelfs van elektronisch ondertekende documenten. Zelfs de gewaarborgde handtekeningen hebben slechts een beperkte levensduur en dus moet men in de meeste gevallen na verloop van tijd een hertekening doen van de documenten (liefst automatisch),. En ook voor facturen is de onduidelijkheid nog niet helemaal weggewerkt.
Focus Nog eens kort samengevat: de rechtsgeldigheid van een elektronisch factuur hangt af van volgende voorwaarden: ◗ ze moet voldoen aan dezelfde wettelijke voorwaarden als een factuur op papier; ◗ de ontvanger gaat akkoord met het ontvangen van elektronische facturen; ◗ de authenticiteit van het document is gegarandeerd; ◗ de integriteit van de inhoud is gegarandeerd.
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
36
Maar over die laatste twee punten bestaat er wettelijke onduidelijkheid. De methodes om authenticiteit en integriteit te garanderen, zijn sinds 2010 immers niet meer strikt gedefinieerd. Voorlopig heeft de overheid hier de digitale boot dus wel gemist. Bovendien verschilt de regelgeving enorm per land, zodat het voor internationale bedrijven en projecten vaak haast onbegonnen werk wordt om met digitale documenten dezelfde rechtsgeldigheid te bereiken als met analoge. Digitale documenten zijn juridisch dus niet altijd even werkbaar. Maar er is voldoende wettelijk kader om al veilig aan de slag te gaan, zeker voor enkele jaren. Dat is voldoende voor vele ondernemingen om toch te opteren voor elektronische contracten en facturen, al dan niet getekend. Vooral als je hen erop wijst dat de gemiddelde kostprijs van een papieren contract van 10 pagina’s kan oplopen tot vijf euro, vele malen meer dus dan zijn digitale equivalent. Bovendien zijn elektronische facturen ook sneller en gemakkelijk te versturen, en dus hopelijk ook sneller betaald.
Bewaartermijnen
Wat zijn dan de specifieke bewaartermijnen voor bedrijfsdocumenten? Accountants- en adviesbureau SBB heeft een overzicht gemaakt: 1. Boekhoudkundige documenten: De boeken (centraal dagboek, hulpdagboeken en inventarisboek) moeten in origineel bewaard worden gedurende zeven jaar, te rekenen van de eerste januari van het jaar dat op de afsluiting volgt. Verantwoordingsstukken (facturen, creditnota’s, rekeninguittreksels, moeten ook gedurende zeven jaar bewaard worden, in origineel of in afschrift. Interne documenten die niet naar externe par-
Online opslag in de cloud biedt een interessant alternatief, dat echter ook zijn nadelen heeft.
tijen worden gestuurd moeten slechts drie jaar worden bewaard. Ook deze stukken kunnen zowel in origineel als in afschrift worden bewaard. 2.Documenten rond inkomstenbelastingen: Voor de fiscus moeten alle boeken en documenten worden bijgehouden die noodzakelijk zijn om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen. Dit is meer dan de hierboven beschreven boekhoudkundige documenten: dit kan slaan op bijvoorbeeld dagboeken en ontvangstbewijsboekjes, getuigschriften, offertes en bestekken. De bewaarplicht geldt hier tot het verstrijken van het zevende jaar of boekjaar volgend op de belastbare periode. In principe moeten deze documenten in origineel worden bijgehouden. Onder bepaalde voorwaarden en mits vervulling van een aantal formaliteiten, mogen sommige documenten op microfilm of microfiche bewaard worden. Het gaat o.m. om dubbels van zelf opgestelde stukken en briefwisseling (uitgaande facturen, creditnota's, correspondentie, enz.) die niet worden aangevuld of
ondertekend door de geadresseerde, grootboekrekeningen, en bepaalde boeken en registers voorgeschreven in het BTW-Wetboek. Moeten steeds in origineel worden bijgehouden: de originele aankoopfacturen en de gelijkwaardige stukken, de rekeninguittreksels van financiële instellingen, de kwitanties evenals alle andere stukken waaruit financiële verrichtingen blijken. 3. Documenten voor BTW: Ook de BTW-wetgeving hanteert een bewaringstermijn van zeven jaar. Voor de boeken begint deze termijn te lopen vanaf 1 januari volgend op de sluiting. Voor facturen en andere stukken vangt de zevenjarige termijn aan vanaf de datum van het document. Stukken die betrekking hebben op bedrijfsmiddelen met een herzieningstermijn van 15 jaar (bijvoorbeeld bij de oprichting van een gebouw), moeten echter 15 jaar worden bijgehouden. 4. Vennootschapsdocumenten: Notulen, verslagen, aandelen- en obligatieregisters moeten in originele vorm bewaard worden gedurende de hele duur van de vennootschap, tot zelfs vijf jaar
Focus na de datum van bekendmaking van de vereffening van de vennootschap. 5. Sociale documenten: In het algemeen moeten documenten over werknemers worden bijgehouden gedurende vijf jaar (in origineel). Het tijdstip van aanvang van deze termijn is afhankelijk van het type document. Let wel, waarschuwt SBB nog: de wettelijke bewaartermijnen zijn minimumtermijnen; in bepaalde gevallen kan het aangewezen zijn om documenten langer bij te houden. Dit geldt vooral bij rechtsgeschillen en andere openbare procedures.
Aandachtspunten
1. Back-up Zowel voor uw actieve als voor uw gearchiveerde documenten voorziet u best een back-up. Deze kan op verschillende types media worden opgeslagen, afhankelijk van de behoeftes. Er bestaan opslagmedia die razendsnel de opgeslagen bestanden terug beschikbaar stellen, maar die zijn in regel heel wat duurder dan bijvoorbeeld opslag op tape. Tape heeft niet alleen het voordeel dat het minder kost per opgeslagen gigabyte (of zeg intussen maar: terabyte), het is ook een robuust medium met over het algemeen een lange levensduur. U kunt ook kiezen voor online back-up, in de cloud zo u wil. Dat heeft ook verschillende voordelen: het is niet in dezelfde locatie als het origineel, waardoor zelfs een brand of andere catastrofe weinig gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van uw documenten, en u hoeft niet te investeren in hardware voor de back-ups. Maar er zijn ook enkele addertjes onder het online gras. Zo mag u niet vergeten dat opslag in de cloud vaak de lands- of Europese grenzen verlaat, wat niet voor elk bedrijf of elke sector toegelaten is. Professioneel archiveringsbedrijf Merak waarschuwt ook voor andere gevaren die online back-ups bedreigen, zoals hackers en cyberterroristen, die zich niet tevreden zullen stellen met het beschadigen van het originele document en op zoek zullen gaan naar de back-up. Ze beschikken vandaag ook over zogenaamde elek-
Merak biedt off-line backup-oplossingen in beveiligde koffers.
tromagnetische bommen waarmee ze een sterke elektromagnetische impuls (EMP) kunnen uitsturen naar de site van een bedrijf en op die manier de hele onderneming plat leggen. En nog zoiets: wie garandeert dat de systeembeheerder geen manuele fout kan maken en zo de backup vernietigt? Merak heeft het ook over de gevreesde zonnenstormen die uitbarstingen op aarde tot gevolg kunnen hebben. Het Canadese Quebec werd in het jaar 2000 nog getroffen door dergelijke stormen. Omdat het rack waarin de hardware van het bedrijf zich bevindt zeker geen kooi van Faraday is moet men zich op dat moment geen illusies meer maken over het behoud van de opgeslagen data. Een ondernemer die in grote mate afhankelijk is van zijn informatiesystemen moet zich dus afvragen wat een beveiligde gegevensopslag van zijn dragers hem waard is. Vandaag en zeker morgen. 2. Media en formaten Het is bijzonder moeilijk om te weten welke opslagmedia en welke bestandsformaten binnen 15 jaar nog gebruikt en ondersteund zullen worden. De kans is dus groot dat u vroeg of laat uw bestanden op een ander opslagmedium of in een ander formaat zult moeten bewaren. Op zich is dat geen ramp, maar om overdreven vaak kopiëren te voorkomen, doet u er goed aan om te kiezen voor
media en formaten die vandaag niet in vraag worden gesteld. Een PDF-formaat zien we de komende jaren bijvoorbeeld zeker niet aan belang verliezen, en ook bij de opslagmedia zal bijvoorbeeld de modernste tape-technologie niet meteen verdwijnen. 3. Beheren en terugvinden Aangezien steeds meer documenten enkel digitaal bestaan of meteen worden ingescand, maakt de papierberg als vanzelf plaats voor een nog grotere digitale berg. Hoe vindt men daar in hemelsnaam dat ene document in terug waar men naar op zoek is? Wel, eerst en vooral met een gedegen en doordacht klasseersysteem, net zoals men vroeger nodig had voor het papieren archief. Maar wanneer de klassieke classificaties falen bij de zoektocht naar een specifiek document, kan de technologie nog redding brengen. Steeds meer leveranciers van archiveringssoftware bieden speciale hulpmiddelen: Google-achtige zoekopdrachten op basis van kernwoorden (bijvoorbeeld de betrokken klant/ leverancier/...) of van metadata die u aan de documenten kunt toevoegen, vergelijkbaar met hashtags bij Twitter. Maar laat deze nieuwe software geen excuus zijn om niet even doordacht met digitale archieven om te gaan als met het papieren archief van weleer. Stef Gyssels
37 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
Wie documenten digitaal wil bewaren en archiveren, doet er goed aan enkele aandachtspunten in het achterhoofd te houden. Hier vindt u alvast een nuttig lijstje.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Let's Move the Market
Wel jong, maar geen job Begin november vond in Brussel het seminar ‘Let’s Move the Market ’ plaats. Verschillende organisaties uit
zes landen wisselden hier ideeën uit over hoe ondernemerschap de jeugdwerkloosheid kan doen dalen. En als men de cijfers voor Brussel bekijkt, is dat geen overbodige luxe.
U
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
38
it België, Italië, Ierland, Slovenië, Griekenland en Duitsland kwamen de deelnemers aan het seminar ‘Let’s Move the Market’. Elk land mocht twee organisaties afvaardigen om zich te laten vertegenwoordigen. Voor ons land namen Tracé Brussel en het Kenniscentrum Sociaal Europa deel. “Let’s Move the Market is een onderdeel van Youth in Action”, zegt Vincent Verreydt van Tracé Brussel. “Dat is een door Europa gesubsidieerd programma dat van 2013 tot 2015 loopt. De bedoeling is om good practices en vernieuwende methodieken uit te wisselen over jeugdwerkloosheid en ondernemerschap. Met andere woorden: hoe kan ondernemerschap een uitweg bieden uit de jeugdwerkloosheid?” Tijdens het seminar kwamen de andere Europese partners kijken hoe Brussel de problemen aanpakt en mocht elk land zijn verhaal doen. Onder meer Actiris mocht de situatie in onze hoofdstad duiden en uitleggen hoe de zaken er voor staan. De VUB vaardigde dan weer een onderzoekster af van Cosmopolis, het centrum voor stedelijk onderzoek. “Dat is natuurlijk wel belangrijk om een beetje de algemene bevolkingssituatie bij ons te duiden”, zegt Verreydt. “De samenstelling en de grootte van de bevolking in Brussel is bijvoorbeeld heel anders dan in pakweg Slovenië en dat heeft toch zo zijn invloed.”
Een stukje Spanje in Brussel
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de situatie op het gebied van jeugdwerkloosheid is in Brussel niet bepaald rooskleurig. “Het hangt er natuurlijk een beetje vanaf hoe je jeugdwerkloosheid precies definieert”, legt Verreydt uit. “Actiris hanteert bijvoorbeeld een bovengrens van vijfentwintig jaar, bij Eurostat is dat dan weer dertig jaar. Je zit dus met een flexibele zone. Maar goed, hoe je het ook draait of keert, Brussel heeft meer dan behoorlijk veel jongeren die zonder baan zitten. Gemiddeld draait het zo rond de dertig procent.
Vincent Verreyt (Tracé Brussel, rechts) naast An Rommel (Kenniscentrum Sociaal Europa), tijdens het inleidende seminar in het Brusselse parlement.
Er zijn natuurlijk wel enorme verschillen tussen bepaalde wijken. In Molenbeek zal de situatie heel anders zijn dan in Evere of Ganshoren. Maar als je bijvoorbeeld naar de Kanaalzone kijkt, dan zit je al met percentages die niet zoveel verschillen van Spanje of Griekenland. Daar loopt het op tot zelfs vijftig procent.”
Vijftig procent, dat wil dus zeggen dat één jongere op twee geen baan heeft. De algemene economische conjunctuur, die nog altijd niet helemaal van de crisis hersteld is, is daar uiteraard voor een goed stuk verantwoordelijk voor. Maar er zijn daarnaast ook nog specifieke, structurele factoren die meespelen, zegt Verreydt. “De Kanaalzone bijvoorbeeld was vroeger een bloeiend industrieel gebied, maar ongeveer alle bedrijven zijn er nu weggetrokken. Je zit er ook grotendeels met een allochtone bevolking en dat is een groep die het in elk geval al moeilijk heeft. Veel jongeren die er wonen, voelen zich ook niet goed op school en vertonen problematisch spijbelgedrag. Ze zijn dus over het algemeen laag geschoold, terwijl het vacatureaanbod heel erg op hogere profielen is afgestemd.”
's Nachts naar de luchthaven
De situatie in Brussel bevestigt ook een schrijnende paradox: heel veel bedrijven staan te springen om goed personeel, maar vinden niemand om hun vacante jobs in te vullen, terwijl er op hetzelfde moment hopen jonge mensen zonder werk thuis zitten. “Dat klopt”, zegt Verreydt. “In de rand rond Brussel zijn een hele hoop vacatures waar lager geschoolde jongeren perfect voor in aanmerking zouden komen. Dat zij toch niet bereikt worden, heeft soms heel praktische redenen. Veel jongeren uit de Brusselse binnenstad zouden nacht- en ploegenarbeid kunnen gaan doen op Brucargo bijvoorbeeld, maar die gasten geraken daar gewoon niet. Probeer om drie of vier uur ’s nachts maar eens met een bus vanuit het centrum van Brussel naar de luchthaven te rijden. Dat is gewoon onmogelijk.” Ook Vlaamse steden als Gent en Antwerpen kampen met jeugdwerkloosheid, maar de hoofdstad steekt er toch duidelijk boven uit, zegt Verreydt. Al zijn er ook wel kleine lichtpuntjes aan de horizon te bespeuren. “De percentages liggen wel hoger in Brussel dan elders, maar hier is
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT het cijfer wel aan het dalen en dat kan van de rest van België nog niet gezegd worden. De knik lijkt er dus stilaan te gaan komen, al blijft het natuurlijk afwachten hoe standvastig die daling zal zijn. Wat we wel zien is dat jongeren heel vaak het eerste slachtoffer zijn als er een recessie aan zit te komen. De positieve kant daarvan is dan weer dat ze vaak ook het eerst opnieuw aan de bak komen, als het terug wat beter gaat.”
Competenties als een ondernemer
Maar wat zijn dan de oplossingen om het probleem in te dijken? Dat is natuurlijk de vraag van één miljoen. “Er is niet één bepaalde manier of één magische oplossing om jeugdwerkloosheid aan te pakken”, meent Verreydt. “Er zal over een langere periode op verschillende vlakken gewerkt moeten worden. Beter onderwijs en een hogere motivatie om naar school te gaan, bijkomende opleidingen, hoe vullen de jongeren hun vrije tijd in, hoe zoeken ze werk op en via welke kanalen solliciteren ze…? Voor de bedrijven zelf geldt dat trouwens ook: hoe zoeken die kandidaten? Kijken ze enkel naar diploma’s of kunnen ook competenties meespelen die niet meteen aantoonbaar of meetbaar zijn? Er zijn dus heel veel kleine deeltjes die allemaal hun rol spelen en die het oplossen van het probleem ook niet meteen eenvoudiger maken.” Een van de mogelijke pistes die ‘Let’s Move the Market’ naar voren schuift, is ondernemerschap. Al wordt dat wel iets
39
anders ingevuld dan wat het woord in eerste instantie laat vermoeden. “Nee, het is niet de bedoeling dat alle jongeren een eigen zaak gaan opstarten. De klemtoon ligt dus niet op ondernemers maken. Wat we wel willen aantonen is dat verschillende competenties die je nodig hebt bij het ondernemen – initiatief nemen, stiptheid, zorgvuldigheid, berekende risico’s durven nemen… - ook heel belangrijk kunnen zijn bij het vinden van een ‘gewone’ job in loondienst. Die zaken onder de knie krijgen, is voor veel jonge gasten een echt leerproces en iets wat ze moeten aanscherpen.”
De grote sprong naar werk
Een van de projecten waarmee Tracé Brussel die specifieke vorm van ondernemerschap concreet wil maken voor jongeren, is ‘Jump naar Werk’. “Jump naar Werk richt zich op laatstejaarstudenten van het secundair onderwijs”, legt Verreydt uit. “Gedurende vijf halve dagen volgen we met hen verschillende workshops waarmee we proberen om de arbeidsmarkt dichter bij hun leefwereld te brengen. Dat is ook nodig, want we zien dat veel jonge mensen daar nog een vrij onrealistisch beeld
over hebben. Solliciteren is voor hen vaak een ver-van-mijn-bed-show waar ze nog lang niet van wakker liggen.” De workshops worden op poten gezet met externe partners, zoals, opnieuw, Actiris of de vakbonden. “Nee, ze moeten niet meteen lid worden van de vakbond, dat is niet onze betrachting”, zegt Verreydt. “We willen wel dat jongeren weten wat precies het statuut is van de werknemer, wat hun rechten en plichten zijn, waar een vakbond voor dient, en zo verder. We gaan trouwens even goed bij werkgevers langs. En dan passen we het programma ook aan aan de jongeren. Met de automecaniciens gaan we naar Audi Vorst, met de koks-in-spe naar Sodexo. Ook daar leren we hen heel concrete dingen: hoe bereid ik me voor op een sollicitatiegesprek, wat kan ik vragen aan de werkgever, wat mag ik van mijn loon verwachten, hoeveel vakantiedagen krijg ik en noem maar op. Zodat ze zelf duidelijk kunnen aanvoelen dat tien dezelfde standaardbrieven naar tien verschillende werkgevers sturen je kans op een baan niet bepaald veel groter maakt.” Frédéric Petitjean
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
Als je dan Brussel gaat vergelijken met de andere Europese landen die aan ‘Let’s Move the Market’ deelnamen, blijkt iedereen zo wel zijn specifieke problemen te hebben, aldus Verreydt. “Ook Zuiderse landen hebben veel te kampen met jeugdwerkloosheid, maar in bijvoorbeeld Italië leidt dat tot een echte brain drain. Veel jongeren die hoogopgeleid zijn, maar geen werk vinden, trekken weg uit Italië en gaan hun geluk elders beproeven. Sommige bedrijfsleiders beginnen zich al zorgen te maken over hoe ze nog mensen gaan vinden eens de crisis bedwongen is. De kans dat degenen die vertrokken zijn, ooit nog zullen terugkomen is natuurlijk heel klein. Je zit dus bijna min of meer ‘opgescheept’ met de restgroep die laaggeschoold is en toch al moeilijk aan de bak komt.”
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Fiscaliteit
De praktische gevolgen van de BTW-plicht voor advocaten Ondertussen weet iedereen dat de federale regering een nieuwe geldbron aanboort door de vrijstelling van BTW op de diensten van advocaten af te schaffen. België is het laatste land van de Europese Gemeenschap
die deze BTW-plicht invoert. De maatregel treedt op 1 januari 2014 in voege. Als boekhouder-fiscalist en vennoot van Costmasters Fiduciaire, beschrijft Charles Markowicz voor ons de praktische gevolgen van de BTW-plicht voor het beroep van de advocaten.
O Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
40
p zich is de BTW al een ingewikkelde aangelegenheid. De eigenheden van het beroep van advocaat maken dit alles nog moeilijker door de talloze hoofdbrekers die de nieuwe BTW-plicht heeft teweeggebracht. De administratieve omzendbrief die op 20/11/2013 in het Staatsblad verscheen, bepaalt de specifieke regels die voortaan van toepassing zijn. Wij geven hier een overzicht van de gevolgen in een aantal domeinen: de aan de BTW onderworpen activiteiten van de advocaat en de BTW-plicht of -vrijstelling op sommige diensten. Wij vragen ons nadien af waar en wanneer de belasting kan worden geëist. En we ronden af met de grondslag van de heffing, de aftrekbaarheid van de historische BTW en het bijzonder stelsel dat van toepassing is op advocaten die als medewerkers of stagiairs optreden.
De diensten van advocaten waar de BTW van toepassing op is
Volgens het algemene principe is de BTW plicht van kracht voor de advocaat die als natuurlijke persoon of rechtspersoon optreedt, al dan niet in een gemeenschappelijk kantoor. Dit advocatenkantoor wordt zelf aan de BTW onderworpen als het aan zijn cliënten factureert of indien het bezoldigde diensten aan zijn leden aanbiedt, maar niet als elke advocaat van het kantoor direct zijn eigen deel van de kosten betaalt. Volgens het onderschikkingsprincipe is de advocaat die zaakvoerder of bestuurder van een vennootschap is, die als ad hoc mandataris door de handelsrechtbank aangesteld wordt, of die in het onderwijs actief is, niet BTW plichtig. Facturen tussen advocaten betreffen twee BTW plichtigen en zijn dus aan de BTW Code onderworpen. Dit geldt ook voor ‘loco’ prestaties die voor rekening van confraters
worden uitgevoerd. De diensten van advocaten die medewerkers of stagiairs zijn van hun kantoor zijn eveneens aan de BTW onderworpen, onder voorbehoud van het specifieke stelsel dat verder wordt toegelicht. Worden alle diensten aan 21% BTW onderworpen? Dit geldt voor advies, pleidooien, onderhandelingen en de diensten als arbiter of curator. De wetgever voorziet echter geen BTW plicht voor opdrachten als plaatsvervangend rechter, familie- of schuldenbemiddelaar, voorlopig bewindvoerder, pro Deo, spreekbeurten enz.
Charles Markowicz.
De BTW op de lasten die betrekking hebben op vrijgestelde activiteiten is echter niet aftrekbaar (behalve in het geval van juridische bijstand).
staat het belastbaar feit bij het sluiten van de overeenkomst. En bij achtereenvolgende prestaties ontstaat het belastbaar feit bij de afloop van elke afrekeningsperiode.
Waar wordt de dienstverlening belast?
De opeisbaarheid van de belasting hangt af van de aard van de relatie tussen de advocaat en zijn cliënt. Hierbij kunnen drie situaties zich voordoen:
Het feit of de dienstnemer zelf al dan niet BTW plichtig is, bepaalt waar de belasting dient te worden betaald. Is de dienstnemer BTW plichtig, dan gaat men er vanuit dat de dienst op zijn economische zetel wordt verleend. Als de dienstnemer een Europeaan is die niet aan het BTW-stelsel is onderworpen, dan gebeurt de dienstverlening op de economische zetel van de dienstverlener. Elke dienst die betrekking heeft op een pand wordt op dit adres verleend.
Het belastbaar feit en de opeisbaarheid van de BTW
Het ‘belastbaar feit’ bepaalt wanneer de BTW door de leverancier verschuldigd is en voor de cliënt aftrekbaar, voor zover hij daar recht op heeft. Voor de advocaten werden specifieke regels uitgewerkt. In het geval van een gerechtelijke procedure ontstaat het belastbaar feit wanneer het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. In het geval van een verzoening door bemiddeling ont-
◗ Een B2B relatie (tussen niet BTW plichtige rechtspersonen): de belasting is verschuldigd op het moment van het belastbaar feit of bij de inning van de betaling als die de dienstverlening voorafgaat. ◗ Een B2G (‘G’ voor Government) relatie: dan geldt dezelfde regel als bij een B2B relatie; het belastbaar feit kan ook worden bepaald op het ogenblik dat de overheidsinstelling de honoraria aanvaardt. ◗ De BTW is, in het geval van een B2C relatie, bij de inning van de betaling verschuldigd, zelfs indien de advocaat een factuur heeft opgesteld terwijl hij daar niet toe verplicht was. We vestigen ook de aandacht op twee overgangsmaatregelen voor 2014: enerzijds kan de advocaat de datum van de factuur kiezen als reden voor de opeisbaarheid van de BTW. Anderzijds heeft hij tot 31 januari
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Vormingsworkshops
2014 de tijd om dienstverleningen van vóór 2014 zonder BTW te factureren, voor zover de factuur duidelijk is.
De heffingsgrondslag voor de BTW
Elke compensatie van de honoraria is aan de BTW onderworpen, met uitzondering van de uitgaven die rechtstreeks ten gunste van de cliënten werden gedaan: taksen, deurwaarderskosten e.d. Briefwisselingsen secretariaatskosten zijn wel aan de BTW onderworpen omdat ze geen uitgaven zijn. En wat met de provisies? 50% hiervan mag met uitgaven worden gelijkgesteld voor zover er bij de finale afrekening een regularisering gebeurt.
De historische BTW
Tot en met de aangifte van juni 2014 heeft de advocaat de mogelijkheid de BTW betaald op goederen die voor 2014 werden aangekocht en die hij beroepsmatig in 2014 nog gebruikt, terug te vorderen. Dit betreft de BTW op kantoorbenodigdheden en -uitrustingen, wagens of vastgoed (voor het gedeelte dat daarvan nog niet is afgeschreven).
De plichten van de advocaat
De eerste plicht is nog steeds dat jij zich bij de BTW en bij de Kruispuntbank van Ondernemingen inschrijft. Daarna moet op kwartaalbasis (bij een omzet die onder
facturen, met inbegrip van diensten als curator, arbiter, bemiddelaar of voorlopige bewindvoerder? ◗ Hoe moeten de facturen worden opgesteld? Zijn bepaalde vermeldingen verplicht? ◗ Welke bedragen mogen worden afgetrokken, onder andere wat betreft auto- en restaurantkosten? ◗ Hoe moet de boekhoudkundige organisatie worden aangepast? Als boekhoudkundig en fiscaal kantoor
€ 1.000.000 per jaar blijft) of op maandbasis (boven € 1.000.000) een BTW aangifte worden ingediend en moet maandelijks BTW worden betaald, tenminste als men boetes en verwijlintresten wil vermijden. Verder moeten op kwartaal- en jaarbasis BTW listings worden voorgelegd. De advocaat zal zijn facturen op een correcte manier moeten (leren) opstellen en ze aan de correcte persoon richten. Gemakkelijk is dat niet wanneer een verzekeringsmaatschappij tussenbeide komt: de relatie tussen de verzekering en de verzekerde – die soms conflictueus kan zijn – zal aan de advocaat duidelijk maken wie eigenlijk zijn cliënt is, aan wie hij de factuur moet richten en wie de aangerekende BTW zal kunnen aftrekken. Elke factuur (of kredietnota) moet duidelijk vermelden of de diensten betrekking hebben op een privé- of een beroepsdossier, en de manier waarop het bedrag werd berekend. Bij gebrek aan gedetailleerde informatie op de factuur, zal de daarbij horende time sheet als integraal deel van de factuur worden beschouwd.
biedt Costmasters een gratis BTW opleiding voor advocaten, om hun vragen te beantwoorden en andere onderwerpen aan te kaarten. Op het einde van deze opleiding, die ook in de advocatenkantoren zelf kan worden georganiseerd, krijgt iedere deelnemer een door de OBFG erkend opleidingsattest. Meer informatie over datums en inhoud verneemt u met een telefoontje op het nummer 02 340 82 30 of via de sociale netwerken..
als medewerkers of stagiairs optreden. Het advocatenkantoor kan dus facturen voor hun rekening uitbrengen, hun het bedrag zonder BTW uitkeren en de belasting aan de schatkist overmaken. De medewerker die dit stelsel heeft aanvaard is vrijgesteld van periodieke aangiften (maar niet van de jaarlijkse listing). Hij verliest hierdoor echter elk recht op aftrekbaarheid. Dit vormt een gemakkelijk alternatief voor advocaten die weinig onkosten hebben en ook weinig aftrekbare BTW. .
Besluit
De BTW plicht voor advocaten brengt betrekkelijk veel verandering in hun manier van werken. Het formalisme van inkomende en uitgaande facturen, de boekhouding die ten minste op kwartaalbasis en niet langer op jaarbasis wordt gevoerd, maandelijkse betalingen aan de BTW, de eventuele aanpassing van de tarieven voor niet BTW plichtige cliënten, de verdeling van de kosten van een gemeenschappelijk kantoor enz. Kortom, elke advocaat maakt best zijn eigen ‘BTW diagnose’… en de lijst van te ondernemen stappen.
Een specifiek stelsel voor medewerkers en stagiairs
De wetgever heeft een specifiek en vereenvoudigd stelsel voorzien voor advocaten die
Charles Markowicz Partner Costmasters Fiduciaire www.costmasters.com
[email protected]
Een online BTW begeleidingstool voor advocaten IZEO, de interprofessionele beweging die zelfstandigen vertegenwoordigt en verdedigt, tracht de advocaten te informeren en te begeleiden bij de praktische toepassing van deze hervorming. In samenwerking met het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) en het erkende ondernemingsloket van Partena hebben de advocaten die lid zijn
van IZEO een online hulpmiddel ontwikkeld. Hiermee kunnen advocaten hun beroepssituatie analyseren en zo nodig online de nodige stappen bij de Kruispuntbank Ondernemingen en de BTW zetten. Info: www.advocatenbtw.be
41 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
De advocaten gaan zeker geen geringe verandering tegemoet in 2014: de BTW-plicht zou hun boekhouding, de organisatie van het werk en de rentabiliteit ingrijpend kunnen wijzigen. Voor dit eerder literair beroep betekent een ingewikkelde en cijfermatige materie als de BTW heel wat hindernissen en uitdagingen: ◗ Wie gaat de 21% verhoging van de honoraria uiteindelijk betalen? ◗ Moet BTW worden aangerekend op alle
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Info PwC
Een lange weg naar het eenheidsstatuut Op donderdag, 12 december 2013, werd het wetsontwerp betreffende de invoering van een eenheidsstatuut
tussen arbeiders en bedienden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers goedgekeurd. Dit houdt een eerste stap in van wat belooft een langdurig en complex eenmakingsproces te worden.
H
et wetsontwerp harmoniseert reeds de opzeggingstermijnen, en schaft de carenzdag voor arbeiders af. Toch is dit wetsontwerp slechts een eerste stap in het eenmakingsproces. In de komende jaren zal nog verder gebouwd worden aan een allesomvattend eenheidsstatuut (bijvoorbeeld op niveau van de aanvullende pensioenen, de vakantieregeling, de motivering van het ontslag, etc.).).
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
42
Nieuwe ontslagregels vanaf 1 januari 2014
Toch is reeds een belangrijke stap genomen met de harmonisatie van de ontslagregels. Vanaf 1 januari 2014 zullen dezelfde ontslagregels van toepassing zijn op arbeiders en bedienden. De opzeggingstermijn bij opzegging uitgaande van de werkgever bedraagt:
Tijdens het 1ste kwartaal
2 weken
Tijdens het 2 kwartaal
4 weken
Tijdens het 3de kwartaal
6 weken
Tijdens het 4de kwartaal
7 weken
Tijdens het 5 kwartaal
8 weken
Tijdens het 6 kwartaal
9 weken
Tijdens het 7de kwartaal
10 weken
Tijdens het 8ste kwartaal
11 weken
Minstens 2 jaar – minder dan 3 jaar
12 weken
Minstens 3 jaar – minder dan 4 jaar
13 weken
Minstens 4 jaar – minder dan 5 jaar
15 weken
de
de de
Van het 5de tot het 19de jaar wordt de lengte van de opzeggingstermijn verder opgebouwd a rato van 3 weken per begonnen jaar anciënniteit. Na 20 jaar anciënniteit wordt de opbouw vertraagd en geldt 2 weken per begonnen jaar anciënniteit. Vanaf 21 jaar gaat het om 1 week per begonnen jaar anciënniteit.
Bart Elias
Wat met de huidige arbeidsovereenkomsten?
Als algemeen uitgangspunt geldt dat de nieuwe ontslagregels automatisch van toepassing zullen zijn op alle arbeidsovereenkomsten, dus ook op de arbeidsovereenkomsten die reeds in uitvoering zijn vóór 1 januari 2014. Toch wil de Belgische regering geen afbreuk doen aan de ‘reeds verworven ontslagrechten’, waarop de werknemers gerechtigd zijn op basis van hun dienstanciënniteit, opgebouwd vóór 1 januari 2014. De lopende arbeidsovereenkomsten die na 1 januari 2014 beëindigd worden, zullen dus onderworpen zijn aan twee onderscheiden ontslagregelingen teneinde de toepasselijke opzeggingstermijn te bepalen. Daarbij zal voor elke werknemer op 31 december 2013 een voorlopige ‘eindafrekening’ worden gemaakt, op basis van de ontslagregels die op dit moment gelden (dus op basis van de verschillende opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden). Hierop geldt evenwel één belangrijke uitzondering: voor bedienden van wie het jaarlijks loon 32.254 EUR overschrijdt, wordt het eerste deel van de opzeggingstermijn vastgesteld op 1 maand per begonnen jaar anciënniteit, met een minimum van drie maanden. Vanaf 1 januari 2014 wordt voor alle lopende arbeidsovereenkomsten de an-
Maarten Van Ingelgem
ciënniteit fictief op ‘nul’ gezet, en zijn de nieuwe ontslagregels van toepassing (gelijk voor arbeiders en bedienden). Door het samenvoegen van deze twee opzeggingstermijnen (opzeggingstermijnen voor en na 1 januari 2014) komt men zodoende op de toepasselijke opzeggingstermijn.
Conclusie
Met deze wetgeving wordt vanaf 1 januari 2014 een eerste belangrijke stap gezet in de harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden. De ondernemingen zullen vanaf 2014 moeten rekening houden met een nieuw pallet van ontslagregels. Deze nieuwe eengemaakte ontslagregels zijn veel eenduidiger dan de huidige reglementering waarbij niet alleen verschillende opzeggingstermijnen bestaan voor arbeiders en bedienden, maar waar er ook aparte ontslagregels in voege zijn voor de verschillende categorieën van bedienden, en er bovendien op sectoraal niveau afwijkende opzeggingstermijnen kunnen worden overeengekomen. De nieuwe ontslagregels dragen dus bij tot meer overzichtelijkheid. Bart Elias PwC Partner Maarten Van Ingelgem Senior Legal Consultant – HR Law PwC
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Impression of a Brit
Why can’t Belgium sell itself better to the world? Conrad?). I have also met an American who used his powers of logic to conclude that, since in France the people speak French and in Holland they speak Dutch, in Belgium they must speak Belch…
B
elgian companies have traditionally done a great job as exporters, with international trade equiv alent to over two-thirds of GNP. Domestic potential is insufficient to amortise innovation, so the business community is compelled to seek outlets abroad, which it does very well. SMEs are particularly export-oriented. So, with this record at the micro level of the economy, you wonder why things don’t go better at the macro level of the country as a whole. Why can’t Belgium sell itself better to the world? There are a number of reasons, some evident, others less so. First – and you can’t blame Belgium for this – the country has a relatively short history compared with most of the neighbouring nation states. Even within Europe (a definition that includes the UK, even if the British don’t seem to accept it), ordinary people have difficulty in describing Belgium or finding it on the map. I have also have met a lot of people who, while they know where the country is, think the only language spoken is French. They fail to realise that the country’s majority population is Flemish and the majority language Dutch. When familiarity is one or two oceans away, the identity is even more blurred. Some Americans still think Belgium is an African state (have they read Joseph
The second and equally evident cause of the identity issue is the balkanised nature of the country and its institutions. To the average foreigner’s mind, it’s just too confusing. While he or she may have a vague idea that Belgium is a European country and not an African one, Flanders won’t mean very much and Wallonia even less. Brussels may register but probably for the wrong reasons – as the European answer to Washington. The competing claims of the Regions and the Communities create confusion, and blur the image of Belgium itself. The country does have an image, but it tends to be limited to beer, chocolate and strip cartoons. This is not to suggest, though, that the promotional agencies don’t do a good job in selling their regions: they do (I have worked for all of them) and their messages to the rest of the world are consistent, clear… and often conflictual. No, much of the blame for this sorry state of affairs has to be laid at the doors of the political classes – not just anti-federalists, but otherwise wellmeaning ‘jobbing politicians’. Too frequently, the man-or-woman-ofthe-moment seizes the opportunity to make a bit of a name for him or herself, by for example creating a new government agency or launching a project – and then moves up in the hierarchy, or off into the undergrowth of communal politics. The public arena is a stepladder – up and down! – and the result is an unhappy break in continuity. I have personally been a party to a number of initiatives to promote this country’s interests, but they have all ended up nowhere.
The less evident aspect of this problem of selling the country is the modest, even self-effacing, nature of the Belgian character. There is a natural lowkey approach which can work wonders in international negotiations – Belgians have a reputation in public life as the world’s best mediators – but which is the wrong starting-point for asserting one’s personal interests. Le petit Belge should, for once and all, be consigned to the dustbin of history! Richard Hill
43
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
44
© Saskia Vanderstichele
De restauranttip van aGenDa MaGaZine
les Filles ••• Leven is leren omgaan met verandering, dat weten we. En toch bieden we vaak weerstand als die verandering de kop opsteekt. Het was dus met enige vrees dat we het nieuws onthaalden dat onze favoriete Brusselse lunchplek, Les Filles in Sint-Gillis, zijn kleine, clandestiene thuis zou inruilen voor een grotere vestiging. En wat voor één! Het is nog steeds moeilijk te geloven dat die kleine voorraadkamer, verstopt achter een onaantrekkelijke garagepoort, kon transformeren tot een restaurant dat zich over vier verdiepingen van een indrukwekkend herenhuis, in een uitgepuurde Scandinavische inrichting door het architectenbureau Lhoas & Lhoas, uitspreidt. Op weg naar onze tafels boven hielden we even halt op de benedenverdieping, waar mooie
producten als rijstebrij van Pascal Beillevaire of Spaanse olijfoliën van La Buena Tierra te koop worden aangeboden. Aan een van de tables d’hôtes begrepen we tot onze opluchting dat de huiskeukenformule nog altijd dezelfde is: voor 15 euro krijg je hier een driegangenlunch voorgezet, of liever bedien je jezelf.De voorgerechten bijvoorbeeld worden van de ene gast aan de andere doorgegeven. Het hoofdgerecht, een flinke terrine van konijn met hazelnoten van poelier André Slabbinck en een olijventapenade, artisjokken en kwark met kruiden, moet je zelf in de keuken op je bord scheppen. Onze tagliata van Simmental-rundvlees met raketsla en een aardappelgratin met biologische comté was een zeer smakelijke verrassing. De kwaliteit van het vlees, tegelijk stevig en mals,
AGENDA is het uitmagazine van Brussel. Met een handige kalender, het filmprogramma en artikels over muziek, theater, tentoonstellingen, restaurants en nog veel meer. Neem het gratis drietalige magazine mee uit een van de verdeelpunten in de stad, of ontvang het samen met Brussel Deze Week bij u thuis of op het werk. Mail uw adres naar
[email protected].
was uitstekend, de aardappelgratin met comté bleek het perfecte comfort food op een regendag. En ook het nagerecht gaf blijk van inventiviteit: de vanillekwarkmousse met een gekruide citrussaus bezat een spanning tussen zuur en romig die een gastronomisch restaurant waard was. Dat alles voor een luttele 15 euro, het is haast een mirakel. michel verlinden
Info Oude Graanmarkt 46, Brussel 02-534.04.83, www.lesfillesplaisirsculinaires.be ma > vr 12 > 14.00 & 18 > 21.00, w-e 10 > 18.00 (brunch) & 18 > 21.00 (table d’hôtes) Voor meer restauranttips: agendamagazine.be
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Starter
Brightness Factory: Stilte, camera draait, actie!
Lionel Scailteur en Alexandre Elbaz richtten in augustus 2013 Brightness Factory op en hoewel de naam
het niet meteen doet vermoeden, is dit een productiehuis dat zich op film richt, maar zich toch niet tot de zevende kunst wil beperken. Vorig jaar produceerden zij een eerste kortfilm en dit jaar zitten er niet minder dan zes projecten in de pijplijn.
L
Lionel Scailteur debuteerde als as sistent-producent met “Le Monde nous appartient”, een film van Stephan Streker uit 2013. “Een film helpen tot stand komen is een fantastische ervaring. Vanaf dat moment wist ik dat ik in die richting wou voortwerken”, zegt hij. In een eerste fase brengt zijn traject hem bij het productiewerk, morgen zit hij misschien in de regisseursstoel. Alexandre Elbaz haalde zijn diploma aan het INRACI: “Ik volgde er de optie ‘productie’ en leerde er vooral om mij heel alleen uit de slag te trekken. Uiteindelijk bleek dit de beste leerschool”, zegt hij. Vóór hij samen met Lionel Scailteur in augustus van vorig jaar de bvba Brightness Factory oprichtte, werkte hij voor M.G. Productions. “Wij willen in de eerste plaats films gaan produceren, maar Brightness Factory sluit niets uit. Wat ons drijft, is in de eerste plaats de artistieke aanpak van de regisseur. Het is dus echt niet ondenkbaar dat wij morgen een spektakel of een toneelstuk produceren, waarom
45
Alexandre Elbaz en Lionel Scailteur.© Photo Max Dechamps
niet? Maar om te beginnen concentreren wij ons op de film, in brede zin. Wij zijn bijvoorbeeld graag bereid om ook bedrijfsfilms te draaien”, verklaren de twee vennoten. In 2013 leverden zij hun eerste filmproductie af, de kortfilm Taram Tarambola, met María Castillejo als regisseuse. Hun projecten voor dit jaar omvatten drie fictiekortfilms, een creatieve auteursdocumentaire, een videoclip voor een Belgische zanger en een reclamespot. De gemeenschappelijke noemer in al deze diversiteit is het beeld.
In de praktijk ontwikkelt Brightness Factory projecten in samenwerking met de regisseur om de financiering rond te krijgen. Vaak begint de zoektocht naar middelen bij de Federatie Wallonië-Brussel, die al vele jaren de Belgische film steunt. Ook heel wat andere financieringsbronnen worden aangesproken, zoals de tv-zenders, taxshelterconstructies of andere productiehuizen. “Een film kan alleen maar gedraaid worden als het budget klopt”, zeggen Lionel Scailteur en Alexandre Elbaz. “De synergie tussen de regisseur en de producent is noodzakelijk tijdens
het hele proces, van het schrijven van het scenario tot het uitbrengen en verdelen van de film.” Beide vennoten zijn de hele tijd alert op mogelijke onderwerpen om te verfilmen. “Een project kan door een regisseur worden aangebracht of ontstaan uit een scenario dat wij ontvangen. Ook een boek of een los idee bieden inspiratie voor een film. Er zijn heel wat aanzetten denkbaar”, zeggen ze, terwijl ze de nadruk leggen op het belang van een solide en goed geschreven scenario. Eigenlijk komt het altijd op hetzelfde neer: “Om een goede film te maken heb je drie ingrediënten nodig: een pakkend verhaal, een pakkend verhaal en een pakkend verhaal” (Jean Gabin). En natuurlijk een budget om het verhaal te verfilmen. Dat is de rol van de producenten. Op die rol wil Brightness Factory zich focussen en daarbij de nadruk leggen op de “artistieke waarde” van elke productie. Meer weten: www.brightnessfactory.com Guy Van den Noortgate
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
ionel Scailteur en Alexandre Elbaz lijken als jonge producenten in de verste verte niet op de schatrijke Hollywoodbonzen waarmee hun beroep vaak wordt vereenzelvigd. Geen dikke sigaar in de mond, geen knappe meisjes aan het zwembad. “Nog niet”, lachen ze. Maar ze zijn allebei wel bloedserieus bezig met het filmproces en de belangrijke rol van de producent daarin. “Er komt veel meer bij kijken dan zakelijk instinct, al is dat wel een belangrijke eigenschap voor een producent”, benadrukt Lionel Scailteur. “Maar het artistieke aspect primeert. Eigenlijk zijn bij een film maar twee personen actief van het prille begin tot het eindresultaat: de regisseur en de producent”.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Uitreiking van de vierde Boostcamp prijzen
Overheids- en privé-steun aan start-ups
H
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
46
et Microsoft Innovation Center Brussels (MIC Brussels) project dat in 2011 van start ging, mikte meteen op ambitieuze doelstellingen: 150 certificeringen per jaar, de lancering van 10 nieuwe start-ups elk jaar in Brussel en de creatie van 50 banen over dezelfde periode. We staan nu iets meer dan twee jaar verder en MIC Brussels heeft zijn doelstellingen al ruim overtroffen: 331 certificeringen, 29 startups en 129 nieuwe banen! Het is dan ook logisch en positief dat Minister van de Brusselse Economie Céline Fremault en BECI dit project van zowel de overheid als de privésector ondersteunen. Begin november vond de uitreiking van de prijzen van de vierde Boostcamp plaats. De Boostcamp biedt aan een aantal veelbelovende start-ups een intensieve training van vier maanden onder leiding van deskundigen van Microsoft en van het Brusselse Gewest. Het businessmodel, het financieel plan en de
aanpak van de klanten bij deze startups worden onder de loep genomen en zo mogelijk verbeterd. Op die manier staan ze echt paraat om de markt te veroveren. De prijzen worden toegekend volgens nauwkeurige criteria die betrekking hebben op de argumentatie van het project, zijn maturiteit, het potentieel en de graad van innovatie. Luc van de Velde, Directeur van de ‘Developer & Platform Group’ bij Microsoft Belux, overhandigde de Prijs van de Deskundigen aan Jean-Charles Vanderlinden, de
oprichter van Central App. Grégoire Dallemagne, Voorzitter van MIC Brussels en CEO van EDF-Luminus, overhandigde de Prijs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan Régis Pradal, Pierre-Julien Bosser en Nicholas Wenzel, de stichters van InternsGoPro. Ten slotte overhandigde Céline Fremault de Eerste Prijs (Innoviris Prijs) ter waarde van 3.000 € aan Thomas Paris, die Pictawall heeft opgericht. BECI wenst de winnaars een schitterende carrière toe! Didier Dekeyser
de teamgeest in uw onderneming versterken?
• 28.01.2014 Cycle Douane & Accises – Contrats internationaux (*)
Agenda Opleiding Management & RH, Personal improvement
• 15.01 tot 11.06.2014 Groupes de pairs : New Generation Entrepreneurs* • 22.01 tot 24.06.2014 Groupes de pairs : New Generation Entrepreneurs*
• 30.01.2014 L’athlète d’entreprise*
• 14 & 21 .02.2014 Management et Leadership Essentials*
• 20.02.2014 90 trucs pratiques pour mieux gérer votre temps*
Handelsrecht
• 30.01.2014 - Business Mediation Summit – edition 2014
Opleidingen op maat
U vindt de opleiding niet die u zoekt? Contacteer ons! Ons opleidingsaanbod wordt opgesteld in functie van de vragen die u ons stelt. U wilt uw vaardigheden ontwikkelen, uw medewerkers beter laten presteren,
➜ Brigitte van der Mensbrugghe +32 2 643 78 30 –
[email protected]
Sociale wetgeving
• 30.01.2014 Het eenheidsstatuut en de motivering van het ontslag in de praktijk
• 13.02.2014 Discrimination dans la relation de travail : quels risques et quelles solutions pour les employeurs ? * • 20.02.2014 Comment conclure une CCT d’entreprise et quels pièges éviter ? * ➜ Frédéric Simon +32 2 643 78 17 –
[email protected]
Internationaal • 23.01.2014 Ontbijtmeeting met de Ambassadeur van Luxemburg • 23 & 24.01.2014 Bezoek aan EBRD (European Bank for Reconstruction & Development) in Londen
• 28.01.2014 Seminarie Roemenië • 19.02.2014 Cycle Douane & Accises – La valeur en douane (*) • 19.02.2014 Young Professionals Networking Night ➜ Beci’s International Department +32 2 643 78 02 -
[email protected]
Events • 22.01.2014 Entrepreneurs Night • 06.02.2014 After Work • 11.02.2014 Professioneel gebruik van de iPad • 11.02.2014 Speed Business Lunch • 18.02.2014 Leads Generator Program ➜ Beci.be * Enkel in het Frans
Leden trefpunt
Deze rubriek staat ter beschikking van onze leden. Als u uw activiteiten wil bekendmaken, stuur dan een bericht van een vijftiental regels naar
[email protected] (onder voorbehoud van de beschikbare ruimte).
beloond voor “diversiteit” en “duurzaam beheer” !
Eind 2013 heeft Daoust NV het label voor de diversiteit van het Brusselse Gewest ontvangen. Dit label beloont elke onderneming, die zich engageert voor een diversiteitsplan en dit tot een goed einde brengt, hetzij in het Brusselse, Waalse of Vlaamse Gewest. Eind november werd Daoust tevens genomineerd voor de Trends Business Tour, een initiatief van het magazine Trends-Tendances, dat elk jaar op zoek gaat naar ondernemingen in België, die welslagen op gebied van innovatie, export en duurzaam beheer. Daoust werd verkozen in de categorie “Duurzaam
beheer” voor het Brusselse Gewest. Deze twee beloningen vormen een mooie eer voor het bedrijf, dat, sinds haar oprichting, een primordiaal belang hecht aan maatschappelijke waarden. In de afgelopen jaren formaliseert Daoust haar maatschappelijke verplichtingen door de integratie van het MVO in haar algemene strategie. Het thema van diversiteit en van non-discriminatie in werkgelegenheid is één van de prioriteiten van deze strategie. In 2014 viert het bedrijf Daoust haar 60ste verjaardag. Als onmisbare partner op de arbeidsmarkt, biedt Daoust
oplossingen op maat aan haar klanten en kandidaten, en dit op de belangrijkste HR-domeinen: interim, selectie, outplacement, dienstencheques, publieke sector, jobcoaching en opleiding. Daoust NV
[email protected] – 070/22 11 40 www.daoust.be
A powerful International Network European Management Assistants (EUMA), created in 1974 and represented in 26 European countries, is a quality network of management support professionals focusing on their personal development and on the future of their profession. The association aims to be a recognized voice of the Management Assistant's profession throughout Europe through networking, forums and trainings.
EUMA Belgium organizes regular networking events in order to: ◗ Stay in touch with the developments in our profession; ◗ Learn from guest speakers and other members; ◗ Get to know peers ◗ Get information and contacts you can take back to your company;
47 Our monthly meetings usually take place in hotels around Brussels. We discuss business related topics, we share information and insights and you can find support in the network when needed. Our lectures and training course are held in English as we have a multi-national/ multi-cultural group in Brussels, which makes it all the more appealing. www.euma.org
Om beter te leven, moet u leren leven met uw lichaam, niet tegen uw lichaam ! Hoe vaak heeft u al gedacht dat u op regelmatige basis een lichamelijke activiteit zou moeten doen? Hoe vaak bent u al voorbij een fitnesszaal gelopen en dacht u: "Wanneer schrijf ik mij in?" Merkt u ook op dat u door gebrek aan tijd of motivatie telkens deze inspanning links laat liggen? Marco Mezzanotte stelt u een nieuwe, innovatieve methode voor, die zijn resultaat al reeds bewezen heeft! Personal training bij u thuis! Vergeet de fitnessza-
Bvba te koop
len met hun imposante toestellen, maar kies voor een zekere en doeltreffende oplossing met resultaat! Deze in Pilates gediplomeerde Personal Trainer zal u helpen om uw doel te bereiken. Hoe? Met een functionele en intensieve training. Wilt u hier meer over weten? De eerste afspraak is gratis en zonder verdere verplichtingen, wacht dus niet langer! Neem nu afspraak!
Bestaat 25 jaar. Thema avonden voor bedrijven, huwelijken, team building, Belgische folklore en ambachtsleden. Goed gevulde orderportefeuille. Goede begeleiding voorzien. www.organization-services.com - Sonia Neefs 0475 36 59 10
Marco Mezzanotte • Personal Trainer 0472/386497
[email protected] www.bc-training.be www.bc-training.be
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
Beci & co
BECI actualiteit in beelden Solvay Student Consulting Club: prestaties en beleid van de Brusselse KMO’s In november en december onthaalde BECI zes studenten van de Solvay Brussels School Student Consulting Club (SBS-SCC) die in het kader van een studieproject het verband tussen prestatie en beleid binnen de Brusselse KMO’s onderzoeken. De studenten ontmoetten in het raam hiervan een twintigtal bedrijven die in moeilijkheden zijn verzeild maar er voor al zijn in geslaagd om deze te overwinnen. De conclusies van het werk worden op 4 maart aan de Solvay Business School toegelicht. Het project is een initiatief van de Solvay Alumni Governance Club, met de steun van BECI.
De schepenen tegemoet
Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
48
Op 29 november vergastte BECI een delegatie van schepenen van de Brusselse gemeenten op een lunch voor een informele uitwisseling van gedachten.
Export naar Brazilië
Het seminar over distributie in Brazilië, begin december, gaf een overzicht van deze markt van 200 miljoen consumenten en de middelen om er binnen te dringen.
toetredingsaanvragen bij beci
VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN BESTUUR
Accenture NV Waterloolaan 16 - 1000 Brussel Nace : 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 73200 - Markten opinieonderzoekbureaus afg.: Olivier Gillerot Ansell Healthcare Europe NV Internationallaan 55 - 1070 Brussel Nace : 46460 - Groot handel in farmaceutische producten afg.: Luc Simon Belgian Office Support Services BVBA Zoomlaan 17 - 1000 Brussel Nace : 5310003 - De distributie en aflevering van poststukken 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 82110 - Diverse administratieve activiteiten ten behoeve van kantoren afg.: Belgacem Chamakh Blubird NV Tasson-Snelstraat 12 - 1060 Brussel Nace : 62020 - Computerconsultancy-activiteiten 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering afg.: Manuel Noirfalise
Nace : 62020 - Computerconsultancy-activiteiten 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie 7311006 - Het concipiëren van reclametechnieken die ernaar streven de individuele consume afg.: Frank Vandenbreede consument te bereiken afg.: Frank Vandenbreede
Meys Bruno - Ebookme NP Vruchtbaarheidslaan 74 - 1070 Brussel Nace : 58190 - Overige uitgeverijen 59113 - Productie van films, m.u.v. bioscoop- en televisiefilm 7021001 - Verlenen van advies en praktische hulp aan de bedrijven i.v.m. public relations en communicatie afg.: Bruno Meys
GMP Hoeflaan 26 - 1180 Brussel afg.: Gregoire Tedoldi
Néga Henriette NP Trooststraat 101 - 1030 Brussel Nace : 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 85592 - Beroepsopleiding afg.: Henriette Nega
Gravisse Olivier NP Kroonlaan 440 - 1050 Brussel afg.: Olivier Gravisse Hôtel La Légende NV Lombardstraat 35 - 1000 Brussel Nace : 55100 - Hotels en dergelijke accommodatie 56210 - Catering 6820302 - De verhuur per jaar van garageboxen en staanplaatsen voor auto's afg.: Sophie Jonot ITT Consultant BVBA Leuvensesteenweg 490 - 1380 Brussel Nace : 52290 - Overige vervoerondersteunende activiteiten afg.: Remy Daumerie Jam & Jam (Martin Invest Performance) BVBA Rooilandgaarde 3 - 1150 Brussel Nace : 01110 - Teelt van granen (m.u.v. rijst), peulgewassen en oliehoudende zaden 01199 - Teelt van andere eenjarige gewassen, n.e.g. 46190 - Handelsbemiddeling in goederen, algemeen assortiment afg.: Martin Noël
Cabinet Gutierrez-Breesch NVBA Rue Goethe 5 - 1637 Luxembourg - GD LUXEMBOURG afg.: Marie-Christine Gutierrez-Breesch
Kascen BVBA d’Alsace Lorrainestraat 30 - 1050 Brussel Nace : 73110 - Reclamebureaus 74109 - Overige activiteiten van gespecialiseerde designers 82300 - Organisatie van congressen en beurzen afg.: Yves Amand
Cambox - Opdebeeck Niels NP Z.E.H. Albert Heyrtbautlaan 43 - 1700 Dilbeek afg.: Niels Opdebeeck
KPDP Consulting Avenue de Messine 2 75008 Paris - FRANCE afg.: Frédéric Pathier
CEDEC - Centre Européen d'Evolution Economique NV Egide Van Ophemstraat 40 - 1180 Brussel Nace : 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 73200 - Markt- en opinieonderzoekbureaus afg.: Luis Feliu Cellule Verte BVBA Lausannestraat 31 - 1060 Brussel Nace : 4791002 - De directe verkoop via televisie, radio of per telefoon 73110 – Reclamebureaus 73120 - Mediarepresentatie afg.: Xavier Scheuer Croque-Moi Si Tu Peux Waterloosesteenweg 552 - 1050 Brussel afg.: Xavier Prévinaire De Cocquéau Christine NP Rue du Patch 7 1330 Rixensart Nace : 82300 - Organisatie van congressen en beurzen 91020 – Musea 95290 - Reparatie van andere consumentenartikelen afg.: Christine De Cocquéau DWMC - Database Web Communication Management BVBA Forumlaan 13 - 1020 Brussel
Lampiris NV Rue Saint-Laurent 54 - 4000 Liège Nace : 35140 - Handel in elektriciteit 35220 - Distributie van gasvormige brandstoffen via leidingen afg.: Philippe Grandelet Mardi.be BVBA Hoeflaan 7 - 1060 Brussel Nace: 1813013 - Overige grafische activiteiten n.e.g 63120 – Webportalen 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie afg.: Martin Dieryck Martin Education Performance BVBA Rooilandgaarde 3 - 1150 Brussel afg.: Martin Noël Melongalia BVBA Rue de l’artisanat 2A - 1420 Braine-l'Alleud Nace : 59130 - Distributie van films en video- en televisieprogramma's 63910 - Persagentschappen 90023 - Gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken afg.: André Melis Metelout - Metelo Xavier NP Chemin au Bois 39 - 1970 Wezembeek-Oppem afg.: Xavier Metelot
Plant Design BVBA Fernand Bernierstraat 15 - 1060 Brussel Nace : 71111 - Bouwarchitecten 71113 - Stedebouwkundige en tuin- en landschapsarchitecten afg.: Sebastien Crepieux Politi Bruno NP Avenue Reine Elisabeth 8 1330 Rixensart afg.: Bruno Politi Ralitza Photography NP Roosedaelstraat 162 1190 Brussel Nace : 58190 - Overige uitgeverijen 63120 - Webportalen 74201 - Activiteiten van fotografen, met uitzondering van persfotografen afg.: Ralitza Soultanova Résolution BVBA Boucle de l'Heure 11 - 6120 Ham-sur-Heure/Nalinnes Nace : 73110 -Reclamebureaus 73120 - Mediarepresentatie 82990 - Overige zakelijke dienstverlening, n.e.g. afg.: Xavier Wauthy Sabourin Ehsani Jaleh NP Smaragdlaan 69 1030 Brussel afg.: Jaleh Ehsani Sabourin Toprima BVBA Winston Churchilllaan 55 - 1180 Brussel Nace : 46180 - Handelsbemiddeling gespecialiseerd in andere goederen 46190 Handelsbemiddeling in goederen, algemeen assortiment afg.: Tony Boulos Transfert Solutions Services BVBA Fazantenparklaan 1 - 1160 Brussel Nace : 46190 - Handelsbemiddeling in goederen, algemeen assortiment 66120 - Effecten- en goederenhandel 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering afg.: Isaïe Kamdem Venturis NV Avenue Pasteur 6 - 1300 Wavre Nace : 82910 - Incasso- en kredietbureaus 82990 - Overige zakelijke dienstverlening, n.e.g. afg.: Colin Cobbaert Wauters NV Sint-Bernardusstraat 46 - 1060 Brussel Nace : 31010 - Vervaardiging van kantoor- en winkelmeubelen 31020 - Vervaardiging van keukenmeubelen 43332 - Plaatsen van vloerbedekking en wandbekleding van hout afg.: Charles-Edouard Beyne
49 Nr.01 - Januari 2014 - Dyna mi ek
354 VZW Molenstraat 38 - 1210 Brussel Nace: 59202 - Geluidsopnamestudio's 77292 - Verhuur en lease van televisietoestellen en andere audio- en videoapparatuur 90032 - Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten afg.: Kevin Laloux
V.U. Daoust nv, Louizapoortgalerij 203/5, 1050 Brussel, tel. 02/513.14.14, email :
[email protected], www.daoust.be. Erkenningen voor de 3 regio’s: Wallonië : W.INT/SO/RS/RE.22, Vlaanderen : VG.163.BUOP, Brussel : 00391 Erkenningsnummer Dienstencheques : 40063.