p.505379 © Vincent Duterne
December 2013 • nr.10
Maandblad van
Brussels Enterprises, Commerce & Industry
Economie in 2014: experten aan het woord
Dossier internationale handel
s er nt i ë c e e lg 12 n B i
Reserveer uw kantoor in het hart van Brussel Wij zullen u niet tegenhouden. Met het grootste netwerk van kantoren, vergaderzalen op aanvraag, business lounges en virtuele kantoren op 6 locaties in Brussel, kan u zich concentreren op uw business plan, niet op het grondplan. Werk in de Belgische hoofdstad, met makkelijke toegang tot heel Europa, via Thalys en Eurostar.
Tot 3 maanden gratis, indien u boekt voor 31 december. Brussels South Station, 4e verdieping, South Center Titanium, Marcel Broodthaersplein 8, 1060 Brussel
0800 97 282 regus.be Deze aanbieding geld voor nieuwe kantoorklanten die tekenen voor 12 maanden. Aanbieding vervalt op 31 december 2013 en is op beschikbaarheid in de geselecteerde centers. Aanbieding is enkel geldig indien u Regus rechtstreeks contacteert. Voorwaarden worden toegepast.
Editoriaal
Thierry Willemarck, Voorzitter van BECI
Vijf maanden
Ook BECI wil in het vooruitzicht van de verkiezingen zijn stem laten horen. Het is niet zozeer de boodschap van onze organisatie die hier aan bod komt, wél de verwachtingen en meningen van onze leden, van ondernemers die dag in dag uit op het terrein met de sociale en economische werkelijkheid worden geconfronteerd. Wij ronden een diepgaand enquête- en consultatiewerk af om ons als een betrouwbare woordvoerder te profileren, om onze beweringen te staven en om onze eisen en voorstellen zo concreet mogelijk te verwoorden. We hebben de sectorale organisaties ondervraagd, de opinies van de BECI-leden in een nieuwe editie van onze politieke barometer gepeild en met talrijke ondernemingen gesprekken gevoerd. De vergaarde informatie werd ter attentie van de kandidaten en toekomstige verkozenen samengevat als een richtlijn voor hun toekomstige actie. Er is werk aan de winkel: uit onze politieke barometer blijkt hoe wantrouwig ondernemers ten aanzien van de gewestelijke regering staan. Eén ondernemer op drie heeft trouwens nog niet beslist voor wie hij binnenkort zal stemmen… De eerste conclusie is een angstwekkend gevoel van onzekerheid. Nooit hebben ondernemers zoveel geaarzeld om te investeren. Dit is
geen toeval: ze verstikken onder de lokale belastingsdruk, het gewicht van de sociale lasten en de administratieve rompslomp. De economisten die wij in dit nummer hebben benaderd, zijn unaniem: het is hoog tijd voor hervormingen en om de arbeidsmarkt nieuw leven in te blazen. Dit wordt een van de grote uitdagingen van de volgende legislatuur. Ook onderwijs en opleiding wekken heel wat bezorgdheid. Het gebrek aan kwalificatie is een oud zeer in Brussel en geen enkele van de politieke maatregelen die tot nog toe werden getroffen, hebben hierin verbetering gebracht. Ook hier wordt het hoog tijd! In Brussel verdient de mobiliteit echter absolute voorrang. Onze leden plaatsen het vraagstuk helemaal bovenaan de prioriteitenlijst. In dit opzicht heeft BECI, samen met de leden van zijn ‘mobiliteitshub’, pionierswerk verricht met een diepgaande analyse van alle mogelijkheden om de situatie te verbeteren. In de maand september verscheen hierover een ‘Witboek’ en 50 voorstellen die wij als bijlage van dit nummer opnieuw uitgeven. Dit hulpmiddel is voor beleidsmakers bestemd. Hopelijk maken ze er het beste van. De volgende legislatuur zal ook een fundamentele staatshervorming moeten uitvoeren, waarbij Brussel een volwaardige plaats moet toegekend krijgen. Er is ruimte om de werking van het Gewest eenvoudiger en doeltreffender te maken – en om met andere entiteiten aan een grootstedelijk project samen te werken, waardoor Brussel zijn volledig potentieel kan ontplooien. De inzet van de verkiezingen is veelzijdig maar duidelijk uitgestippeld. De uitdagingen bestaan en de vraag is nu wie ze zal kunnen aannemen. Afspraak binnen vijf maanden.
1 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
B
innen vijf maanden beslissen de verkiezingen over het lot van Brussel, België en Europa. Voor de partijen en kandidaten wordt het nu tijd om standpunten over de huidige dossiers in te nemen. De burgermaatschappij krijgt binnenkort de gelegenheid om haar mening te uiten, haar standpunten te laten gelden en de aandacht op dringende materies te vestigen. Onze toekomstige beleidsmensen worden vriendelijk verzocht hiermee rekening te houden.
Inhoud december 13 BECI 4 5 6 10 14
Het economische nieuws met een knipoogje Het politieke nieuws met een knipoogje Interview: Armand De Decker, Burgemeester van Ukkel
Economie in 2014: experten aan het woord Fiscale concurrentie: waar in Europa belastingen betalen?
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL 16 Eendracht maakt macht, ook bij kamers van koop20 22 24 26 30 32 34 36
handel
Het juiste gewicht van Brussel in export Brussel in de wereldrangschikkingen Uitvoeren met de hulp van de Europese Unie Afrika, optimisme of voorzichtigheid? Colombia op het kruispunt van wegen Goederen voor tweeërlei gebruik: de regels
Verantwoordelijke uitgever
Olivier Willocx
[email protected]
Louizalaan 500 – 1050 Brussel t +32 2 648 50 02 • f +32 2 640 93 28 www.beci.be
Redactie
Media coordinator: Emmanuel Robert
[email protected]
Productie & Abonnementen
Administratie: Emmanuel Robert
[email protected] Opmaak en druk: DB Print Vertaling: Litteris Alle rechten voorbehouden – Nadruk zonder toestemming is verboden
Abonnementen Prijs: 80 € voor 10 nummers Info:
[email protected] • t +32 2 563 78 44
Authorised Economic Operator: waarom niet? Van de ene bubbel naar de andere: het tijdperk van de Globular Economy
FOCUS 38 De GOMB wordt citydev.brussels HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT 40 Grote Brusselse actoren: de BMWB 42 Forfaitaire vergoedingen: behoed uw onderneming 44 46 47 48 50 51 52 53
Dynamiek is het maandblad van Beci (Kamer van Koophandel & Verbond van Ondernemingen te Brussel)
tegen risico's
Info Law Square: betalingsachterstand vermijden Gezocht: Belgische manager 4UP meet de competenties van Belgische managers Impression of a Brit N-powerment Challenge: and the winners are… Starter: Belgium is best Restotip: Wine in the city
Publiciteit
Dynamiek/Entreprendre wordt maandelijks door meer dan 21.000 decision makers gelezen. Gemiddelde oplage per nummer: 14.000 ex Inlichtingen en reservaties: Geneviève N. Juste • T 02 537 60 31 F 02 534 86 22 •
[email protected] Véronique Legein • T 02 763 18 19 F 02 772 54 22 •
[email protected]
Membership:
Catherine Mertens • T 0032 (0)2 643 78 16
[email protected]
ONS VOLGEND DOSSIER Dynamiek – Entreprendre Januari 2013
• Speciaal auto
Leads Generator: Zet prospects in klanten om
BECI & CO 54 De BECI actualiteit in beeld 55 Ledentrefpunt 56 Agenda 57 Toetredingsaanvragen
10-32-2225
Printed on TCF paper
BMW i
Echt rijplezier
CHARGE&GO. ELEKTRISCH RIJDEN WORDT ZORGELOOS GENIETEN. De elektrische BMW i3 biedt u opwindend rijplezier op een duurzame manier, gecombineerd met een ruime autonomie én intelligente oplaadmogelijkheden. Als professionele klant kunt u hierbij genieten van de aantrekkelijke huurformule eCover van BMW Financial Services met wagengebonden en innovatieve mobiliteitsdiensten. Kiest u voor deze Huur Lange Termijn-formule, dan kiest u voor gemak. U geniet van een aantrekkelijk vast maandbedrag waarin de verschillende componenten zoals onderhoud, verzekering, BMW Protection en banden zijn opgenomen. U hoeft uw BMW i3 enkel nog op te laden!
Vanaf € 699/maand geniet u van al deze diensten
(1)
De financiering van uw wagen Onderhoud & herstellingen Banden Verzekering(2) + dienst BMW Protection(3) Rijtaksen Vervangwagen bij immobiliteit > 24u
(1) Indicatieve maandelijkse huurprijs van een BMW Huur Lange Termijn berekend voor een looptijd van 36 maanden en maximum 15.000 km/jaar. Inbegrepen diensten in de maandelijkse huurprijs: afschrijving en interesten, taksen, onderhoud & herstellingen, vervangwagen, BMW Protection en verzekering. Deze publiciteit richt zich uitsluitend tot professionele klanten die het voertuig gebruiken met het oog op de uitoefening van hun handels-, beroeps-, of ambachtelijke activiteiten. Onder voorbehoud van aanvaarding van het dossier door het kredietcomité van BMW Financial Services Belgium NV, Lodderstraat 16, 2880 Bornem. Publiciteit geldig op 16/11/2013. Alle prijzen zijn exclusief BTW en onder voorbehoud van wijzigingen en vergissingen. (2) Dekking en beperkingen overeenkomstig de contractuele voorwaarden. BMW Financial Services Belgium NV (FSMA 16.500 A; BE 0451.453.242) treedt op als agent van Ethias (FSMA-nr.0196). (3) BMW Financial Services doet afstand van haar recht van verhaal overeenkomstig de toepasselijke contractuele waarden.
Milieu-informatie (KB 19/03/04): www.bmw.be
0-0,6 L/100 KM • 0-13 G/KM CO2
Beci
Psychanalyse van het nieuws: het economische gedoe
Europese schoenen in de regen
J
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
4
ournalisten zien overal complotten. Ze horen stemmen en zijn ervan overtuigd dat ergens in een bunker onder de Wetstraat één of andere verschrikkelijke maatregel in voorbereiding is. Nu, let wel, het zal waarschijnlijk wel zo zijn! In de huidige context waar men zo onnozel is geweest juristen bij de fiscaliteit te betrekken (zodat niemand er nog iets van snapt) terwijl belastingen niets anders moesten zijn dan een vorm van overheidsbeheer, zal het kabinet van Financiën zeker niet luidkeels aankondigen dat het voortaan tochten en andere luchtverplaatsingen overweegt te belasten omdat daar energie wordt verspild. Alle fiscalisten van België zouden dan overuren kloppen om snel-snel het tegengif te ontwikkelen. Maar gelooft u nu echt dat de proefballonnetjes die hier en daar in het geniep worden gelost, gewoon aan het toeval te wijten zijn? Een investeerder waarschuwde mij onlangs: “Als men ons een dezer dagen niet aankondigt dat het kadastraal inkomen vervalt om de werkelijke huurinkomsten te belasten, dan mag mijn snor als dille op mijn volgend stuk zalm worden geserveerd!” Laat die snor maar hangen. In L’Echo van 22 november stond dat Minister van Financiën Koen Geens een herschikking van de vastgoedbelasting aan het bestuderen is, en dat hij meer bepaald op de in België verhuurde panden mikte. In België dus, en de Europese Commissie krijgt, bij deze nieuwe fiscale stortbui, de schuld in de schoenen geschoven.
Een negatieve rentevoet, wat is dat?
Diegenen die ooit economie hebben bestudeerd, maar ook normale mensen, weten dat een rentevoet automatisch positief is. Zelfs de onooglijk kleine rentevoeten waaraan de grote banken ons op de spaarrekeningen hebben gewend, zijn positief. Maar negatief, kan dat? Wel ja! De Europese Centrale Bank overweegt de formule. Het geld moet circuleren, zegt ze. Zij willen geen kapitalen die zonder het minste economische nut ergens in een computergeheugen blijven steken. Dat geld moet naar buiten! En precies daarom
smelten de basisrentetarieven als boter in de zon. Ze blijven maar smelten, maar de economische motor sputtert nog steeds. Dus moeten de rentes nog verder naar beneden en is men in Frankfurt ook bereid onder nul te gaan. Dit bericht van het agentschap Bloomberg zorgde voor grote paniek bij de bankiers: “Hoezo? Moeten wij nu ook betalen?” Daar komt het op neer, want negatieve rentevoeten betekenen dat de bankiers moeten betalen voor het geld dat ze aan de centrale bank toevertrouwen. Of dit een goede oplossing is? De economisten stellen vast dat hun waarschuwingen voor de haast onbestaanbare rentevoeten op spaarrekeningen geen gehoor krijgen en dat er nooit zoveel geld op deze rekeningen werd gestort. In feite is dit logisch. Omdat dit geld niets meer opbrengt, is meer nodig om dezelfde levensstandaard en veiligheid te vrijwaren. Dit is een menselijke reactie. De economie werkt niet altijd louter mechanisch.
Meer inflatie, alstublieft!
De vijanden van destijds worden morgen misschien onze vrienden. De ouderen on-
der ons herinneren zich nog hypotheekrentes van meer dan 10%, wat met nul gelijk stond omdat de inflatie toen het zelfde peil bereikte. Vandaag is de inflatie onder 1% teruggevallen. Wie vandaag zijn woning met 4% hypotheekrente financiert, betaalt in werkelijkheid driemaal meer dan zijn eigen ouders op dezelfde leeftijd. Geen wonder dat de jongeren hier hun beklag over maken! Ze hebben groot gelijk. Stel de vraag aan een vastgoeddeskundige en u verneemt er dat de persoon die zijn huis 10% te duur betaalt, dit verschil met een inflatie tussen 2 en 3% in drie of vier jaar tijd kan wegwerken. Maar met een inflatie aan één percent, kost deze fout een fortuin. Wij hebben inflatie nodig want het smeert het economisch raderwerk. Zonder inflatie krijgen we gegarandeerd motorpech. De Europese Centrale Bank herhaalt constant dat de inflatie rond 2% moet liggen. Dat hadden we wel begrepen, maar daarom moeten wij voor het eerst de inflatie… bevorderen! Nieuwe tijden, nietwaar? Jean Blavier
Beci
Psychanalyse van het nieuws: het politieke gedoe
Geld bederft zij die (vinden dat ze) er niet genoeg hebben
Kom, kom, geen kwaadsprekerij. Wij maken ons eerder zorgen over de werkelijke reden van deze terechtstelling. Laten we er even bij stilstaan. Didier Bellens gedroeg zich onbehoorlijk tegenover een aandeelhouder, dat klopt. Een aandeelhouder dus, geen baas. En de velen die daar geen onderscheid tussen maken, moeten we eraan herinneren dat een aandeelhouder geen werkgever is. Moesten trouwens alle werknemers die kwaadspreken over een of andere van hun aandeelhouders meteen een C4 ontvangen, dan zouden er bij Arcelor Mittal een stuk minder vakbondsafgevaardigden rondlopen. Enne, tja, wij vinden dat de vergelijking tussen Elio di Rupo en een kleine jongen die vol ongeduld naar Sinterklaas stapt, nu toch ook geen zwaar vergrijp is. Onze Eerste Minister spreekt trouwens regelmatig van zijn jeugd. Al bij al zijn het twee andere misstappen die Didier Bellens zijn job hebben gekost: Om te beginnen, verdiende hij te veel, en dat kan in België moeilijk door de beugel, zelfs bij diegenen die eerst hebben aanvaard dat geld te betalen. Achteraf stellen we vast dat Bellens het voorbeeld van onze dierbare beleidsmensen had moeten volgen. Waarom heeft hij niet tegengeworpen dat hij niet de enige was die zijn loonbriefjes en zijn contract ondertekende? Hij had vaker moeten herhalen dat hij ten dienste van het vaderland stond (zoals de politici zweren dat
zij ten dienste van hun partij staan). Hij had kunnen beweren dat hij voor deze functie niets voelde en uitsluitend door zelfopoffering is gebleven. Zoiets gelooft niemand, maar het wordt eigenaardig genoeg wel aanvaard. Door zijn gebrek aan terughoudendheid werd de heer Bellens een symbool. En dit werd zijn tweede misstap. In de politieke wereld is de status van symbool levensgevaarlijk (Bellens’ job werd op den duur een politieke aangelegenheid). Dit geldt vooral voor symbolen van al wat politici op hun communiezieltje afzweren: geld, macht en arrogantie. Onze beleidsmensen zijn ervan overtuigd dat wanneer ze zulke hoofdzonden bij anderen aanklagen, ze er zelf door de kiezer niet meer van zullen worden verdacht. Spelen ze tikkertje? Over de werkelijke uitkomst zullen we maar zwijgen. In dit stadium weten we nog steeds niet of Didier Bellens naar het gerecht stapt. Misschien is er sinds de aankondiging van het ontslag een financiële overeenkomst gesloten. Dat weten wij niet, hoewel dit een slim alternatief lijkt. Spijtig, want na de politieke verklaringen rond deze zaak, “ça nous aurait fait rire un peu”, zoals Brassens dit in zijn liedje ‘Le Gorille’ kostelijk verwoordde.
Ondertussen, in Brussel…
In Brussel stonden de zaken ondertussen niet stil. Niemand verweet onze ministers Grouwels en Madrane de missies in Congo. Twee in amper een maand tijd. Zelfs de oppositie zweeg erover. Waarschijnlijk waren deze missies uitermate nuttig. De Belgische pers maakte er nauwelijks gewag van… en werd er waarschijnlijk ook niet echt toe uitgenodigd. Eén krant – het zogenaamde ‘Le Potentiel’ – gaf hierover wel een verslag. Een impactvolle gebeurtenis, dus. Hopelijk gelooft u niet dat de lokale verwezenlijkingen van onze gewestelijke regering ons koud laten! Neem nu de vergadering van de ION (instellingen van openbaar nut), die werden aangemoe-
digd om meer Brusselaars aan te werven. In sommige openbare instellingen vertegenwoordigen Brusselaars weliswaar 3% van het personeelsbestand. “Wij steken de hand in eigen boezem”, zei de MinisterPresident. Op die manier erkende hij dat de ware tewerkstelling (duurzaam en betaalbaar) in de privésector te vinden is, niet bij de overheid. Een andere verwezenlijking is het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan. Oeps, nee, dit is geen verwezenlijking. Het plan werd op vraag van de conferentie van de burgemeesters uitgesteld (een van deze mannen heeft blijkbaar een contract getekend waardoor hij tot in 2060 vastzit). Voor een coherent en geïntegreerd parkeerbeleid in de Europese hoofdstad vragen wij dus nog even geduld. Sommigen onder u grinniken misschien dat er weer geen goed nieuws is. Dit is grof overdreven! Neem nu bijvoorbeeld de website van Brulingua. Daar vindt u online taalcursussen voor werklozen. Is dit geen goed en concreet nieuws? Het kan zeker beter, maar het is een positief begin. We hebben de methode niet kunnen uittesten omdat ze voor werklozen is voorbehouden. Kunnen de anderen dan niks leren? Kom, kom… op termijn krijgen ook andere doelgroepen toegang tot iets dergelijks. Ziet u wel dat er schot in de zaak komt! Al dan niet met een schop onder de ezel zijn kont… Michel Geyer
5 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Z
e hebben het dus gedaan: Bellens buiten gebonjourd. Excuseer: de heer Bellens, dus. Veel medelijden met de man hoeft niet, want met de € 2.000.000 aan aandelen die op de vooravond van zijn ontslag werden verkocht, zal hij het wel tot na de eindejaarsfeesten kunnen volhouden. We voelen ons opgelucht voor hem en zijn kinderen (die zelfs niet de gelegenheid hebben gehad het gebouw, eigendom van Belgacom, te kopen dat hun paatje hun in de nabijheid van de Zavel misschien overwoog te verkopen).
Beci
Beleidsmensen – Armand De Decker, burgemeester van Ukkel
“De regionale parlementariërs kennen de plaatselijke realiteiten niet goed genoeg” Hij is de meest elegante van onze politici, maar laten we het uiterlijk en de kleding die hem de naam “Bel Armand” opleverden, toch even vergeten. We leggen liever de nadruk op het bijzonder aangename karakter van deze sympathieke man die humor en luchtigheid combineert met een doorknede politieke
vaardigheid. De man, die Voorzitter van het Brusselse Parlement, Voorzitter van de Senaat en Minister
van Ontwikkelingssamenwerking is geweest, wijdt zich vandaag aan de leiding van zijn gemeente Ukkel, terwijl hij daarnaast ook nog zijn taak als Senator vervult. Sinds zijn aantreden als Burgemeester, heeft hij
de gemeentefinanciën weer in evenwicht gebracht, met de laatste drie jaar zelfs de luxe van een bonus op de rekening… geen vanzelfsprekende zaak in een gemeente die karikaturaal wordt beschreven als een rijke enclave, maar die nochtans het 5de grootste OCMW van het Gewest beheert. In een open gesprek deelt hij met ons zijn bedenkingen over de politiek, het Gewest en zijn gemeente.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
6
Olivier Maingain, die vorige maand onze gast in deze rubriek was, eist de erfenis van het sociaal liberalisme op dat niet meer door de MR zou worden belichaamd. Is de MR asociaal en waren al die jaren van een gemeenschappelijke weg dan nodig om tot deze vaststelling te komen?
Olivier Maingain is getraumatiseerd door de echtscheiding die er tussen de MR en het FDF is geweest. Ik maak er aanspraak op één van de hoofdrolspelers van deze echtscheiding met het FDF te zijn geweest. Zoals het CD&V zich van de N-VA heeft afgescheiden, zo moesten wij ons afscheiden van het FDF om uit de crisis te geraken en aan het land een regering te geven. Zowel het FDF als de N-VA verhinderden elk institutioneel compromis dat nochtans onontbeerlijk was voor de vorming van een regering. Met het FDF zouden we nog altijd in een institutionele malaise en een politieke crisis zitten. En wat die gemeenschappelijke weg betreft: ik heb mij altijd tegen deze alliantie verzet, terwijl Jean Gol er een voorstander van was. We hadden allebei gelijk. Jean Gol zag er een electoraal pluspunt in en hij droomde van een francofone natie. Ik voorzag de moeilijkheid om, met hen erbij, te onderhandelen over de Staatshervormingen die zich onvermijdelijk aandienden. Ik geloofde niet
in de “francofone natie” omdat ik sterk gehecht ben aan het specifieke karakter van Brussel en dus aan het Gewest. Omdat ik aan alle institutionele onderhandelingen heb deelgenomen, heb ik op de eerste rij gezien wat de nefaste effecten zijn wanneer men zich verschanst achter radicale standpunten die geen enkele voorrang geven aan pragmatisme. Toen ik bijvoorbeeld samen met Herman Van Rompuy Koninklijk Bemiddelaar was, en daarna medevoorzitter van de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap, ben ik tot het besluit gekomen dat het mogelijk was om vóór de verkiezingen een kleine Staatshervorming door te voeren en misschien zelfs de BHV-kwestie te regelen. Ik was erin geslaagd een ruime consensus te creëren, maar Olivier Maingain heeft alles geblokkeerd.
Resultaat: de triomf van de N-VA met de verkiezingen van 2010; N-VA en FDF vormen een verstandshuwelijk.
De heer Maingain zei ons hetzelfde over de MR: u zou de natuurlijke bondgenoot van de N-VA zijn, want u deelt hun standpunten over het economische…
Mag ik er op wijzen dat de laatste samenstelling van de Regering, die een echte Weg naar Damascus was, is gebeurd zonder de MR? Wij waren uit de onderhandelingen uitgesloten en de PS en cdH probeerden de N-VA voor zich te winnen. Ze hebben bijna 400 dagen nodig gehad om vast te stellen dat ze hun tijd verspilden door over het beheer van een Belgische Staat te onderhandelen met een partij die ze enkel wilde vernietigen…
Beci standigen wordt geleverd. Zij vormen de spil van onze bekommernissen en onze doelstellingen. Zelf heb ik veel respect voor de patroons van grote ondernemingen die een moeilijke taak vervullen, risico’s moeten nemen en die een essentiële rol spelen in
“Het sociaal liberalisme is bijna een pleonasme: liberalisme is in essentie sociaal. Het streeft naar persoonlijke autonomie en naar het globale creëren van rijkdom. Vooraleer men rijkdom kan verdelen, moet men ze eerst creëren.” die gedeeltelijk door Didier Reynders is gerealiseerd. Op institutioneel vlak is er echter geen compromis mogelijk met de N-VA die de Belgische staat wil vernietigen en Brussel onder de voogdij van Vlaanderen en Wallonië wil plaatsen. Vandaag heeft de N-VA zich volledig en definitief buiten spel gezet.
Over het sociaal liberalisme…
Het sociaal liberalisme is bijna een pleonasme: liberalisme is in essentie sociaal. Het streeft naar persoonlijke autonomie en naar het globale creëren van rijkdom. Vooraleer men rijkdom kan verdelen, moet men ze eerst creëren. En opdat een samenleving harmonieus zou functioneren, moet iedereen van deze groei van de rijkdom kunnen profiteren in de vorm van inkomsten, het creëren van banen, sociale uitkeringen voor de zwakkeren, de ontplooiing van iedereen, enz. Dat weet iedereen. Moeten we er nog aan herinneren dat het de liberalen waren die destijds hebben gevochten voor verplicht en gratis onderwijs, voor het algemeen kiesrecht, dat zij de spaarkas, de sociale zekerheid hebben gecreëerd, enz. ? Wij geloven in de sociale rol van een onderneming en in de sociale vooruitgang dankzij een globale economische ontwikkeling. Zeggen dat de MR de partij is geworden die enkel de belangen van grote ondernemingen verdedigt, zoals de heer Maingain beweert, is dus totale nonsens. Het bewijs: de bewonderenswaardige strijd die Sabine Laruelle, Minister van Middenstand, voert voor KMO’s, zelfstandigen en vrije beroepen. Als het waar is dat wij de grote ondernemingen respecteren en als we weten dat de notionele belangen tot tal van investeringen hebben geleid en enorm veel werkgelegenheid hebben gecreëerd, dan weten we ook dat 85% van de werkgelegenheid van de privésector door KMO’s en zelf-
de ontwikkeling van ons land. Ik verzet mij tegen het proces dat links, waarbij ik ook het FDF reken, al te vaak tegen hen voert. Ik denk hierbij aan de aanvallen tegen de heer Bellens, die zich nochtans met zijn welgekende efficiëntie heeft ingezet om aanzienlijke dividenden aan de Belgische Staat uit te keren (meer dan 1 miljard euro…) en die van Belgacom een eersterangs bedrijf op Europese schaal heeft gemaakt. We mogen niet vergeten dat grote ondernemingen een belangrijke rol spelen in sleuteldomeinen van het wetenschappelijk onderzoek, waaruit de vooruitgang van de samenleving en de banen van morgen zullen voortspruiten. Bovendien maak ik mij zorgen over het antiondernemersklimaat dat zich bij ons aan het ontwikkelen is. Kijk maar naar wat er in Frankrijk gebeurt… Het Belgisch socialisme zou een voorbeeld moeten nemen aan het Duitse en niet het Franse socialisme, want dit laatste is het meest reactionaire, het meest conservatieve dat er bestaat. En nu we het er toch over hebben: de gevolgen ervan zijn voelbaar tot in mijn gemeente, want het aantal Franse burgers die zich in Ukkel komen vestigen, blijft voortdurend toenemen. In drie jaar tijd steeg hun aantal van 9.000 naar 11.000. Ze ontvluchten letterlijk het suïcidaal fiscaal beleid van hun land.
Moedigt het Gewest het ondernemerschap doeltreffend aan, meer bepaald via het onderwijs?
Laten we eerst al zeggen dat het aantal leerkrachten werd vermeerderd en dat hun koopkracht tegelijkertijd werd verminderd. En dat is een strategische vergissing voor hun motivatie, ook al zetten veel leerkrachten zich gedreven in door hun mooie beroep. Vervolgens moet men de werkgelegenheid en ondernemerschap ook aanmoedigen dankzij de va-
lorisatie van het technisch, economisch en wetenschappelijk onderwijs, dat vandaag aan zijn lot wordt overgelaten. Ook het leren van talen is essentieel. In Ukkel heeft onze FDF-schepen, Joëlle Maison, trouwens een programma voor een taalbad in het Nederlands uitgewerkt dat goed functioneert en dat ik zou willen uitbreiden. Ik zou zelfs nog verder gaan en een samenwerkingsakkoord tussen de twee gemeenschappen willen bereiken voor de uitwisseling van leerkrachten en studenten. Ik ben er ook van overtuigd dat men in Brussel ook het Engels moet opdringen. We zijn de hoofdstad van Europa en onze jongeren kennen het Engels niet goed genoeg! Ik ben net terug uit Kroatië waar ik verbaasd heb vastgesteld dat de mensen heel goed Engels spreken. Dat is normaal, want men besteedt er 1 lesuur per week aan in het algemeen secundair onderwijs! Ik ben voorstander van deze aanpak in onze Brusselse scholen. We zouden dan onze rol als Hoofdstad van Europa beter invullen en er zouden veel minder werklozen zijn.
We hebben aan de Ministerpresident gevraagd of er meer Engelse lessen mogelijk zijn; hij bleek er geen echte voorstander van te zijn, hoewel hij ook niet gekant is tegen het gebruik van deze taal, maar hij stelt dat het huidige systeem te ingewikkeld is om te hervormen.
Het is nochtans pure noodzaak. Als we ook nog weten dat tegenwoordig alles via het Internet verloopt, dat de economie aan het mondialiseren is, enz. Men moet er heel ernstig over nadenken. De regionalisering van het onderwijs zou deze opportuniteit kunnen bieden.
Brussel behoort tot de steden van de wereld die het meest met verkeersopstoppingen kampen. De gemeente Ukkel zelf heeft te maken met ernstige mobiliteitsproblemen door het gebrek aan een metronetwerk, grote invalswegen (geen enkele met 2x2 rijstroken) en een toegang tot de Ring. Hoe kan deze situatie verbeteren?
Inderdaad, we hebben slechte verbindingen en onze hoofdwegen zijn smal en aan weerszijden geflankeerd door verouderende gebouwen. Daar komt nog bij dat een cdH-schepen van de Stad Brussel zelfs het waanzinnige plan heeft
7 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Natuurlijk stemmen er bepaalde details van hun programma’s overeen wanneer je naar hun besparingsplannen kijkt: ook wij zijn voorstander van een daling van de belastingdruk die de middenklasse treft; maar dat is niet ambigu zoals het FDF wil laten uitschijnen, maar een concrete vraag die de MR al jaren stelt en
Beci
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
8
voorgesteld om alle verkeer door het Terkamerenbos te verbieden. Dat zou ons totaal hebben afgesloten in een enclave, afgesneden van de rest van het Gewest.
is een Hoofdstad van Europa onwaardig! De Staatshervorming zal ons extra middelen geven, maar naar mijn gevoel zullen die nog altijd ontoereikend zijn.
Brussel heeft geen Noord-Zuid metrolijn. Nochtans is het onontbeerlijk om Ukkel te verbinden met het stadscentrum dat op zijn beurt een verbinding met Schaarbeek moet hebben. In Ukkel is er geen metro omdat de gemeente die 40 jaar geleden heeft geweigerd. Maar in die tijd waren de voorziene werken uiterst handicappend voor de inwoners; de meerderheid ervan was er dan ook tegen. Bovendien heeft Ecolo zich altijd al verzet tegen de uitbouw van de metro in het Gewest. Kortom, de situatie is niet denderend, maar naar het schijnt is er eindelijk sprake van concrete plannen. Het zal nog een tijd duren. Een metro met een vertrekpunt in Ukkel is uiteraard een must: we tellen 80.000 inwoners, een
In Ukkel worden er veel woningen gebouwd, maar worden er ook gronden voorbehouden voor de industrie?
Aan de Stallestraat staan er veel kantoren, maar we zien dat er tamelijk veel rotatie is. De reden? De problematische mobiliteit waarvoor het Gewest mij absoluut niet helpt. Er is het probleem van het Stalle-Neerstalle kruispunt dat een ware bron van verkeersopstoppingen vormt. Maar ook de tram is er een probleem: het is een terminuslijn die daardoor weinig gebruikers telt, maar de automobilisten moeten een fenomenale verkeersopstopping ondergaan om deze lijn te respecteren. Dat is onaanvaardbaar. Nog een grief tegenover de MIVB: ik had de ambitie
“De regering geeft te gemakkelijk toe aan de MIVB die van haar kant niet genoeg moeite doet om andere oplossingen te zoeken. Ze vinden dat ze het recht hebben om het individuele voertuig achteruit te stellen in het voordeel van het openbaar vervoer. Dat is overdreven.” aanzienlijk aantal dus, en hierbij moeten we als potentiële metrogebruikers ook nog de inwoners rekenen van de buurgemeenten Linkebeek, Vorst, Drogenbos, Sint-Genesius-Rode… De inwoners van Ukkel hadden ook hun veto gesteld tegen de Zuidelijke Ring van Brussel. Gelukkig maar, want die zou de gemeente dwars doormidden hebben gesneden: hij liep over de spoorweg van Calevoet… Vandaag zou een Zuidelijke Ring van Brussel voornamelijk ondergronds worden aangelegd, zoals dit het geval is met de Ring van Parijs in de omgeving van Versailles. Misschien zouden Europese subsidies voor dit ambitieuze project kunnen bijdragen. We hebben ook veel stations die kunnen helpen het GEN veel sneller te ontwikkelen. Ik maak mij kwaad over de tegenstand die er in de randgemeenten bestaat, want door de bijzondere eisen van sommigen leidt dit tot buitenproportionele macro-economische gevolgen. We kunnen niet anders dan in één adem de mobiliteit en het gebrek aan financiering van het Gewest te noemen… dat
om aan de Menhirs een bedrijfszone te creëren, want er was een bijzonder goed gelegen terrein beschikbaar; maar de MIVB heeft deze grond opgeëist voor een tramdepot! De MIVB verantwoordt dit met het argument dat dit depot voor haar onontbeerlijk is. En aangezien de
geraadpleegd en als stakeholder optreden voor alles wat haar grondgebied betreft. Wij kennen onze gemeente tot in de kleinste details en dat maakt het verschil. Bovendien zijn wij in de eerste plaats bekommerd om de levenskwaliteit van de inwoners van onze mooie gemeente. Misschien zou men de Conferentie van de Burgemeesters moeten omzetten in een regionale Senaat. Dat zou nuttig zijn, denk ik.
Laten we de gelegenheid aangrijpen: zou een Minister-president afkomstig uit Luik, het Gewest goed genoeg kennen om aan het hoofd ervan te komen?
Maar Didier Reynders kent Ukkel heel goed en hij verblijft er al jaren regelmatig. Voor hem is Brussel verre van “buitenlands” gebied, want hij komt er al 25 jaar elke dag werken. Ik denk oprecht dat hij de persoonlijkheid heeft die wij voor een Minister-president nodig hebben. Hij beschikt over een buitengewone erva-
“De echte bestemming van Brussel is dat het een sterke, gerespecteerde Hoofdstad van Europa wordt. En om dit te optimaliseren, hebben we iemand nodig die er graag zijn schouders onder zet. En zo iemand is Didier Reynders ten voeten uit.” regering aan de MIVB altijd toegevingen doet… De regering geeft te gemakkelijk toe aan de MIVB die van haar kant niet genoeg moeite doet om andere oplossingen te zoeken. Ze vinden dat ze het recht hebben om het individuele voertuig achteruit te stellen in het voordeel van het openbaar vervoer. Dat is overdreven. Het probleem met de projecten van de MIVB, net zoals met andere projecten in het Gewest, is dat erover wordt beslist zonder daadwerkelijk overleg met de gemeenten. De regionale parlementariërs kennen de plaatselijke realiteiten niet goed genoeg. De gemeente moet worden
ring op alle machtsniveaus en hij is ook een briljant beheerder. En dankzij zijn huidige functies doet hij ook op Europees niveau en op wereldschaal ervaring op. Didier Reynders zou de Europese rol van Brussel uitbreiden. Iets wat Charles Picqué nooit heeft gedaan. Welnu, de echte bestemming van Brussel is dat het een sterke, gerespecteerde Hoofdstad van Europa wordt. En om dit te optimaliseren, hebben we iemand nodig die er graag zijn schouders onder zet. En zo iemand is Didier Reynders ten voeten uit. Interview afgenomen door Didier Dekeyser
V.U. Daoust nv, Louizapoortgalerij 203/5, 1050 Brussel, tel. 02/513.14.14, email :
[email protected], www.daoust.be. Erkenningen voor de 3 regio’s: Wallonië : W.INT/SO/RS/RE.22, Vlaanderen : VG.163.BUOP, Brussel : 00391 Erkenningsnummer Dienstencheques : 40063.
Beci
Enquête
De mening van deskundigen over de Belgische en wereldeconomie in 2014 Zowel in Europa als wereldwijd vertoonde de economie tekenen van herstel in 2013, maar zal zich dit in
2014 verderzetten? Hebben we met een tijdelijke opklaring te maken, of een verbetering op lange termijn? Dynamiek ondervraagde hierover enkele van de betere Belgische economisten. Wij stelden drie vragen:
1. Welke evolutie verwacht u voor de wereldeconomie in 2014? 2. Hoe zal de Belgische economie zich volgens u in 2014 gedragen? 3. Welke zijn, in het raam van de komende verkiezingen, de eerste maatregelen die de volgende regering op economisch vlak zou moeten treffen?
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
10
Bruno Colmant
Prof. Dr. aan de Vlerick School of Management en aan de UCL. Lid van de Koninklijke Academie van België.
“De geschiedenis van voorgaande ernstige crisissen wijst op drie achtereenvolgende impacts die min of meer gelijkmatig in de tijd zijn verdeeld. Na de oorspronkelijke schok van de lente 2008 zou er dan een eerste impact in de herfst 2011 worden gevoeld (is inderdaad gebeurd) en de tweede en derde dan respectievelijk in 2014 en 2018.” 1.
Misschien wordt 2014 het jaar van de onverwachte schokken. De economist Roubini (van wie we meestal zeer terechte voorspellingen krijgen) verwacht een moeilijk jaar 2014, met een te sterke euro, besparingsmaatregelen die de recessie in talrijke lidstaten verergeren, een moeilijker toegang tot krediet en hoge petroleumprijzen. De geschiedenis van voorgaande ernstige crisissen wijst op drie achtereenvolgende impacts die min of meer gelijkmatig in de tijd zijn verdeeld. Na de oorspronkelijke schok van de lente 2008 zou er dan een eerste impact in de herfst 2011 worden gevoeld (is inderdaad gebeurd) en de tweede en derde dan respectievelijk in
2014 en 2018. Zal het zo gebeuren en op welke manier? Krijgen we golven of naschokken of zal alles op een meer lineaire, eentonige en geleidelijke manier verlopen? Wordt het één klap of een lange en trage economische agonie? Welk eventueel pietluttig evenement zal kettingreacties op gang brengen? Op zich heeft dit alles weinig belang. Crisis is de natuurlijke staat van de economie die zichzelf constant definieert. Dit is dus slechts een begin. Er komt een opeenvolging van breuken en gebrekkige evenwichten. Het wordt zo hard dat het begrip economische oorlog niet overdreven zal zijn. Sinds de financiële crisis van 2008 beseffen we dat we in een overgangsfase zijn beland tussen het model van de verzorgingsstaat en de globale wereld, met een trage maar onvermijdelijke herschikking van een aantal krachten in de wereld. De groeigebieden in de wereld gaan zich op een permanente manier verankeren, na een verschuiving naar het Oosten toe, onder invloed van de globalisering en de demografie. Dit keert zich nooit meer om. Het Europese gebied zal op zijn eentje zwakjes blijven groeien door een gebrek aan innovatie, een stabiele of zelfs teruglopende demografie en de beperkingen van een kapitalisme dat op hebberigheid werd gebouwd. Tijdens de 10 afgelopen jaren hebben de Westerse economieën hun groei uitsluitend via een expansief monetair beleid verder gezet. Dit is een kunstmatige en kortstondige aanpak. Nu de monetaire expansie haar grenzen bereikt, zal de Europese economie voor een lange periode aftakelen. Op geopolitiek vlak zal Europa meer en meer op de achtergrond geraken. Stagflatie is dus het voorspelde scenario. De monetaire aanpak van de crisis zal waarschijnlijk inflatiebuien in de hand helpen. Deflatie zal door een groei van de sociale transfers worden vermeden. Ook de hyperinflatie zal worden vermeden, want die zou te gevaarlijk zijn voor de geglobaliseerde wereldeconomie.
2.
De Belgische economie zal aan het zelfde tempo als de andere Europese economieën evolueren. Het voornaamste struikelblok is de omvang van de overheidsschuld en de werkloosheid. Verder zal de veroudering van de bevolking als een rode draad door alle economische scenario's van de volgende jaren lopen.
3.
De jeugd en het ondernemerschap moeten nieuw vertrouwen worden ingeboezemd. De jongeren vernemen dat de crisis een naschok zou zijn van de crisis van de jaren 30, maar over hun
Beci
Chief Economist, Banque Degroof.
“De werkelijke urgentie, als u het mij vraagt, is de lange termijn! Hervormingen moeten worden uitgewerkt en toegepast om het potentieel van onze economie te vergroten, zodat de meerderheid van de bevolking daar baat bij heeft.” 1. Ik geloof dat wij op economisch vlak, zowel in de Verenigde Staten als in Europa, de verderzetting van een trage verbetering gaan meemaken, onder andere dankzij minder strenge bezuinigingsmaatregelen. Dit betekent natuurlijk niet dat we nooit meer zullen schrikken. De gevaren van 2011 of 2012, toen sommigen voor een instorting van de eurozone of een burgeropstand in bepaalde omliggende landen vreesden, zullen we echter niet meer meemaken. Wij hebben afgeleerd het woord ‘nooit’ te gebruiken, maar het is hoogst onwaarschijnlijk dat wij de moeilijke tijden van de jaren 2008 en 2009, toen de ontwikkelde landen 4 tot 5 BBP punten verloren, nog zullen meemaken. 2.
Ons land heeft zijn eigenheden. Kijk maar naar de onzekerheden rond de resultaten van de verkiezingen in mei volgend jaar. De Belgische economie zal echter min of meer op het tempo van de Europese economie blijven evolueren. Ik verwacht noch superprestaties, noch een brutale verslechtering van onze nationale economie. Ons land onderscheidt zich door zijn openheid en integratie en zal daarom traag maar zeker aan een gematigd herstel werken, ondanks de onopgeloste kwesties van de overheidsschuld en de arbeidsmarkt. Het delicate vraagstuk van de lonen zal in 2014 moeten worden aangepakt, aangezien de oplossing die de huidige regering heeft gekozen, namelijk een feitelijke loon freeze, slechts tijdelijk stand kan houden. Er moet een meer structurele aanpak in de plaats komen.
Ik heb een probleem met urgentiemaatregelen. In de jongste jaren hebben wij heel wat vuurtjes moeten blussen, maar we kunnen het niet laten ons constant op korte-termijnaangelegenheden blind te staren. Wat we vandaag nodig hebben is een visie, een nieuw elan, hoop en lange-termijnuitzichten. De werkelijke urgentie, als u het mij vraagt, is de lange termijn! Vergelijk dit met een bejaarde man die zich haast om vandaag een boom te planten zodat die binnen 100 jaar in volle pracht kan pronken! Hervormingen moeten worden uitgewerkt en toegepast om het potentieel van onze economie te vergroten, zodat de meerderheid van de bevolking daar baat bij heeft. De arbeidsmarkt in de brede zin van het begrip heeft hervormingen nodig in domeinen als opleiding, fiscaliteit, sociaal overleg en loonbeleid. We hebben behoefte aan een globale aanpak. Weet u nog: de vermindering van de sociale bijdragen voor 2008 hebben vaak voor hogere lonen gezorgd, maar hebben de tewerkstelling niet verbeterd. De verbetering van de arbeidsmarkt veronderstelt een kordate aanpak van problemen als de verdergezette vorming van volwassenen, buiten maar ook binnen de onderneming, de financiële stimulansen om werklozen aan te zetten werk te aanvaarden, de beruchte ‘valstrikken bij tewerkstelling’, en last but not least, de werkelijk leeftijd van het pensioen, die voortaan volledig van levensverwachting losstaat.
Roland Gillet
Professor aan de Sorbonne (Paris I) en aan de ULB (Solvay), internationaal erkend deskundige.
“België zal moeten gaan nadenken over zijn concurrentiekracht. Een klein land als het onze ontsnapt er niet aan: we moeten rekening houden met wat buiten onze grenzen gebeurt.” 1.
De groei heeft zich op wereldschaal lichtjes hersteld maar blijft gering. We verkeren nog steeds in een delicate situatie. Sinds 2008 zijn de zaken vooral in de Verenigde Staten verbeterd. De Amerikaanse regering en centrale bank hebben getracht de gevolgen van de economische, financiële en vastgoedcrisis door middel van grootschalige aankoop van Amerikaanse obligaties via ‘quantitative easing’ verrichtingen op vastgoedactiva weg te werken. Vandaag stellen wij wel degelijk een verbetering van de groeicijfers vast, maar de tewerkstelling blijft broos. De staatsschuld weegt nog steeds enorm zwaar, net als voor de crisis, met echter een lichte vermindering van de schulden van de huishoudens. Azië en opkomende landen ondergaan van hun kant een vertraging van
11 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Etienne de Callataÿ
3.
© Vincent Duterne
toekomst wordt gezwegen. Zoals in alle andere Europese landen begrijpen de jongeren niet waarom de problemen van de vorige generatie in hun nadeel wordt aangepakt. Alles moet in het werk worden gesteld om de tewerkstelling van de jongeren van een te zwaar belastingstelsel te ontdoen, zodat ze weer naar de toekomst uitkijken en met ons voorbeeld en ervaring gaan ondernemen. Ten slotte hebben zij de toekomst van België in handen.
Beci de groei, dat aan specifieke problemen te wijten is. China kampt bijvoorbeeld met een vastgoedzeepbel waarvan de oplossing wel eens zwaar zou kunnen doorwegen op de rol van China als economische motor op wereldschaal. Europa, ten slotte, is eerder in een evenwicht- dan in een groeifase. Ons werelddeel gaat gebukt onder een beleid dat moeite heeft om de nodige solidariteit tussen de landen van het Noorden en van het Zuiden tot stand te brengen. Er wordt met leningen gespeeld, niet met werkelijke transfers. De werkloosheid blijft zeer hoog in sommige landen waaronder Spanje, waar meer dan 25% van de actieve bevolking werkloos is. Bij de jongeren loopt de proportie zelfs tot 55% op. Met zulke niveaus bestaat er een risico van sociale opstand. Het is vandaag duidelijk dat het beslissingsvermogen niet meer bij de centrale banken ligt, want veel verder kunnen die niet meer gaan. De verantwoordelijkheid ligt bij het politieke beleid.
2.
Omwille van zijn open economie zal België er niet in slagen op zijn eentje succesvolle herstelmaatregelen door te voeren. Het land hangt in grote mate af van zijn Europese partners, die door hun verdeeldheid zwak staan.
3.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
12
Ik wil me zeker niet prekerig opstellen. Ik bekleed geen politieke verantwoordelijkheden en beperk me dus tot enkele ideeën uit mijn eigen domein. Als u de KMO's wil stimuleren en de mensen aanzetten in bedrijfsprojecten te investeren eerder dan hun geld op spaarboekjes te laten staan, dan zijn positieve maatregelen nodig. Wat stel ik vast? De roerende voorheffing op dividenden en intresten werd onlangs van 15 naar 25% verhoogd. De bedrijven worden dus geconfronteerd met 66% verhoging van de voorheffing op hun interne geldmiddelen, terwijl de externe financieringsbronnen hoe langer hoe minder toegankelijk zijn. De bedrijven worden dus niet geholpen, maar nog kwetsbaarder gemaakt. Bovendien zal België moeten gaan nadenken over zijn concurrentiekracht, zonder daarom alle elementen van de indexering in vraag te stellen. In het buitenland wordt daarover diepgaand nagedacht. Een klein land als het onze ontsnapt er niet aan: we moeten rekening houden met wat buiten onze grenzen gebeurt. We moeten de durf opbrengen om bepaalde lastige vragen te stellen en het huidige populisme te ontkrachten.
land aan snel tempo herindustrialiseert. De politieke problemen blijven echter op de groei wegen. Japan doet het redelijk goed, al zal het land nu wel echt werk moeten maken van structurele hervormingen om de groei-heropleving te bestendigen. China zoekt naar een nieuw groeimodel, dat meer op consumptie en minder op investeringen is gebaseerd. Dat zorgt er voor dat de opwaartse druk op de grondstoffenprijzen eerder beperkt is. In de groeilanden is de situatie eerder gemengd. Nogal wat groeilanden (Turkije, Indonesië, India, Brazilië) steunden de voorbije jaren te veel op kapitaalimport, iets wat de economie kan destabiliseren als de kapitaalstromen van richting veranderen. Ook in Europa blijven er neerwaartse risico’s. Vermoedelijk krijgt Griekenland een nieuw reddingsplan in de loop van 2014, terwijl de doorlichting van de Europese banksector door de ECB de bankproblemen in sommige landen zou moeten blootleggen. Hoewel de perifere landen zeer zwak blijven, zijn er heel wat structurele hervormingen doorgevoerd die het groeipotentieel op termijn zouden moeten aanzwengelen. Uit alle voorlopende indicatoren blijkt dat de Eurozone in 2014 opnieuw een positieve groei zal neerzetten, al zal het cijfer nog altijd maar rond de 1% schommelen. Inflatie is geen probleem in de meeste Oeso-landen, wat de centrale banken moet toelaten om ook in 2014 hun stimulerend monetair beleid verder te zetten.
2.
België is uiteraard sterk afhankelijk van de situatie in de rest van Europa. Het matige herstel van de wereldhandel zal ook de Belgische export ten goede komen, al is het hefboomeffect minder groot dan in het verleden door het verlies aan concurrentiekracht. De huidige capaciteitsbenuttiging in de industrie en het lage renteniveau lijken in de richting te wijzen van een bescheiden heropleving van de bedrijfsinvesteringen in 2014. De werkloosheid zou in de loop van volgend jaar opnieuw moeten beginnen zakken, wat de consumptie moet ondersteunen. Maar zelfs dan zal de Belgische BBP-groei nog altijd slechts 1,2% bedragen.
'Een nieuwe pensioenhervorming lijkt overigens onontbeerlijk om de vergrijzingskost te kunnen opvangen.' 3.
Peter Vanden Houte
Chief Economist, ING Belgium.
1.
De wereldeconomie blijft aan een matig tempo groeien, ook in 2014. De VS profiteren nog altijd volop van de goedkope energie (schaliegas en –olie), waardoor de privésector het goed doet en het
Concurrentiekracht is het sleutelwoord. Onze handelsoverschotten zijn in de loop der jaren steeds verder geslonken, omdat politici steeds de voorkeur hebben gegeven aan de ondersteuning van de koopkracht i.p.v. een verbetering van de concurrentiekracht. Daardoor zijn er sinds de start van de crisis heel wat jobs verloren gegaan in de sectoren die blootstaan aan buitenlandse concurrentie, terwijl de banencreatie vooral is gebeurd in de beschermde (gesubsidieerde) sectoren. Dit model is niet houdbaar. De concurrentiekrachtdiscussie noodzaakt een grondige hervorming van de loonvorming in België en een verlaging van de sociale lasten. Ook moet er dringend werk gemaakt worden van een energiebeleid, dat de betaalbaarheid van elektriciteit in de komende jaren garandeert. De huidige, soms ondoordachte, plannen om het aandeel van de hernieuwbare energie in de productie te verhogen, dreigen immers een zwaar prijskaartje voor de gebruikers te impliceren. Tenslotte blijft de werkzaamheidsgraad van de Belgische bevolking te laag, wat de betaalbaarheid van het sociaal systeem bedreigt. Dat vergt niet enkel inspanningen inzake vorming en onderwijs, maar vooral ook een beleid dat dringend komaf maakt met vervroegde uittreding. Een nieuwe pensioenhervorming lijkt overigens onontbeerlijk om de vergrijzingskost te kunnen opvangen.
de toekomst van uw bedrijf Actiris verandert om werkgevers en werkzoekenden nog dichter bij elkaar te brengen.
• • • • • • •
Gratis dienstverlening Persoonlijke opvolging Snelheid (we contacteren u binnen de 48 uur) Voorselectie van 6 kandidaten binnen de 2 weken Instapstages Individuele Beroepsopleidingen in de Onderneming (IBO) Extra taalondersteuning: taalcheques, Brulingua-platform
Wilt u de toekomst van uw bedrijf veranderen en uw voordeel halen uit onze diensten? Contacteer een van onze consultants op 02/505 79 15,
[email protected] of surf naar actiris.be.
Beci
“In Europa moet men de fiscaliteit als een dienst voor ondernemingen opvatten” Op 4 november laatstleden waren de stabiliteit, de optimalisering en de toekomst van de fiscaliteit in Europa
dé onderwerpen van debatten tijdens een ontmoeting tussen een reeks ondernemers en Valère Moutarlier, adviseur van het kabinet van Algirdas Semeta, Europees Commissaris voor de Fiscaliteit. Uitgaande van een
thema dat eerder gelinkt was aan de mogelijkheden van “fiscaal shoppen” in Europa, bood deze ontmoeting vooral de gelegenheid aan bedrijfsleiders om te spreken over hun terugkerende problemen rond de fiscale instabiliteit in België en de geringe zichtbaarheid waarover ze op Europese schaal beschikken.
V Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
14
oor Valère Moutarlier was dit de gelegenheid om de richtlijnen van zijn werk en van de Commissie inzake fiscaliteit duidelijk te formuleren. En om eraan te herinneren dat de hoofdopdracht van dit werk ernaar streeft de fiscale discriminatie zoveel mogelijk weg te werken. Discriminatie elimineren inderdaad, maar niet de concurrentie. “Fiscale concurrentie is een goede zaak en onze Commissaris heeft dit al herhaald, meerbepaald met het voorbeeld van Ierland: de Staat is soeverein en hij heeft absoluut het recht om stimulansen te bieden met de bedoeling de ene of de andere industrie aan te lokken, zolang dit niet bedoeld is om op kunstmatige wijze een fiscale basis van een ander land te ontfutselen,” zo klonk het commentaar van Moutarlier. “Voor Europa stelt het basissysteem van Ierland geen enkel probleem. Wel problematisch is het bestaan van halflege dozen, die overduidelijk dienen voor het doorsluizen van alle inkomsten naar markten die geen aftrek aan de bron hebben, en het feit dat deze inkomsten in ‘belastingparadijzen’ belanden. Er is hier een gebrek aan fair play en aan spelregels die duidelijk zijn voor iedereen.” Anderzijds mag er geen sprake van zijn dat men daadwerkelijk fiscaal gaat shoppen: “Men moet heel goed beseffen dat de fiscaliteit een accessoire is dat aan een reële activiteit vastzit. Ze moet overeenstemmen met de creatie van waarde en het heeft geen enkele zin dat men in een land wordt belast wanneer de activiteit van de onderneming ergens anders plaats vindt.” En over het feit dat België één van de landen is die op Europese schaal het meest met de vinger wordt gewezen om zijn gebreken (36 gevallen, tegen 4
voor Malta, bijvoorbeeld), geeft Valère Moutarlier uitleg met een glimlach: “Het is simpelweg een feit dat heel wat Europese instellingen in België gevestigd zijn en dat hun werknemers en kaderleden rechtstreeks met de Belgische fiscaliteit worden geconfronteerd. Vandaar misschien de overdreven aandacht.”
Ingewikkeld werk
Het DG Tax wil dus maximaal werken aan de harmonisering van de fiscale praktijken in de Unie, meerbepaald via het Europese semestersysteem: gedurende zes maanden worden de praktijken van een Lidstaat van nabij door het DG geobserveerd. Dit formuleert dan een reeks aanbevelingen die echter geen enkele verplichting inhouden. En precies daar zit één van de grootste belemmeringen van het werk van de Commissie op fiscaal gebied: belangrijke beslissingen kunnen enkel unaniem worden genomen. ”Binnen de eurozone is dit moeilijk te bereiken omdat bepaalde klanten zo-
als Luxemburg, Ierland, Cyprus, Malta… bijzonder gehecht zijn aan hun fiscale soevereiniteit.” En vervolgens wordt in detail een reeks pistes gegeven waaraan het DG momenteel aan het werken is. We noteren hiervan onder andere de definitie van de unieke btw-aangifte: “Van het ene land tot het andere vraagt de administratie 12 tot 550 inlichtingen… voor het ondernemerschap of voor de export kan dit een waar blok aan het been zijn.” Bovendien werkt het DG hard aan een geharmoniseerd en geconsolideerd basisontwerp voor de vennootschapsbelasting, het Accisproject. “Dit is geen kernfysica: wat is een aftrekbare last? Wat is een product? Hoe boekt men afschrijvingen, reserves… En dat is alles. Iedereen behoudt zijn tarief: een transparant en leesbaar systeem dat de Lidstaten toelaat om hun tarieven gelijk te schakelen als ze dat wensen,” voegt Valère Moutarlier hieraan nog toe. En vooral: als een der-
Beci gelijk systeem wordt aangenomen, dan zou dit unaniem kunnen gebeuren. “En er zou dus een unanimiteit nodig zijn om het af te schaffen: in termen van fiscale stabiliteit zou dit voor de zaken alvast een grote stap voorwaarts zijn.”
De lokale dimensie
Een problematiek die het DG Tax stevig aanpakt dankzij de invoering van nauwe samenwerkingen, zoals akkoorden voor een praktijkenharmonisering tussen enkele landen, die dus aan de unanimiteitsregel ontsnappen en kunnen beantwoorden aan vragen die specifiek zijn voor bepaalde regio’s, bepaalde industrieën. We vermelden hierbij dat het eerste dergelijke akkoord iets meer dan een jaar geleden werd ondertekend en gaat over de belastingheffing op financiële transacties. Ook vermeldenswaard is dat het DG op het web een instrument, Solvit, ter beschikking heeft gesteld dat door de Commissie wordt gecoördineerd en waarmee men over fiscale kwesties advies kan krijgen ingeval van een geschil met een nationale administratie. Streefdoel: de betrokken belastingadministraties rechtstreeks in contact brengen om
De sprekers: Christophe Boerave (links) en Valère Moutarlier
Dixit: “Dit zal aan ondernemers de mogelijkheid geven om hun fiscale en sociale lasten te verminderen.”
Christophe Boeraeve, advocaat en vennoot bij Law Right, is gespecialiseerd in fiscaal recht. Hij animeerde het seminarie aan de zijde van Valère Moutarlier: “We kunnen beter zien wat onze ondernemingen nodig hebben in termen van het vergemakkelijken van de export, het vereenvoudigen van de formaliteiten en tal van aangiften. Als een gemeenschappelijke basis van de vennootschapsbelasting een wenselijke doelstelling is (terwijl elk land nog altijd zijn belastingvoet mag kiezen), dan moedigt de huidige situatie het fiscaal en sociaal ‘shoppen’ aan en maakt ze dit ook mogelijk, voor zover dit rechtvaardig is en dit overeenstemt met een economische, commerciële of industriële realiteit. Het is heel goed zo en het laat ondernemers toe om hun fiscale en sociale lasten die in België heel vaak de hoofdmoot zijn, te verminderen op een volledig wettelijke manier, en te genieten van de grote Europese markt en haar vier fundamentele vrijheden.”
snel een antwoord te krijgen en hierbij de “geschillen” etappe vermijden die vaak uiterst lang duurt en ingewikkeld is. “Binnen de drie tot vijf maanden wordt tot 85% van de aan het systeem voorgelegde gevallen effectief opgelost,” verduidelijkt Valère Moutarlier. “Dit is een perfect voorbeeld van wat men kan doen
wanneer men het paradigma een beetje omkeert en wanneer de belastingadministratie functioneert als een ‘dienst voor ondernemingen’: transparantie, simpele aanpak, één enkel loket… Een hele reeks richtlijnen die geleidelijk aan moeten doordringen in het geheel van het fiscaliteitbeheer in Europa. Dit zal duidelijk tijd vergen en men zal meer speelruimte aan het DG Tax moeten geven, maar het werk gaat vooruit, stap voor stap.” Y.B.
15 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
De ondernemers die de ontmoeting bijwoonden, hielden eraan hun eigen standpunt te herhalen, dat volgens hen soms ver verwijderd is van de beschouwingen van de Europese Unie. “Het is heel goed om op Europese schaal te werken, maar wij zijn uitstekend geplaatst om te weten wat er reilt en zeilt voor de KMO’s. De fiscale horizon is eerst lokaal, regionaal en zodra het over het internationale gaat, beperkt deze horizon zich vaak tot enkele buurlanden. Precies op dat niveau hebben wij het meest behoefte aan meer stabiliteit en transparantie in de fiscaliteit,” verklaarde één van de deelnemers.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Eendracht maakt macht, ook bij kamers van koophandel De goede relaties tussen BECI en diverse buitenlandse kamers van koophandel met een vestiging in Brussel bestaan veel langer dan vandaag. Trouwens, ze hebben al geleid tot menige concrete samenwerking in het kader van gemeenschappelijke evenementen. Maar deze samenwerkingen en banden zou men ongetwijfeld
nog nauwer kunnen aanhalen in het voordeel van Brusselse ondernemingen die bereid zijn internationale
stappen te zetten, zeker vanuit Brussel als kosmopolitische economische hoofdstad. Onze kleine rondvraag leert ons alleszins dat de wil er is. En tegelijkertijd kregen we een beeld van de buitenlandse kritische kijk op ons stad.
A
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
16
ls kamer van koophandel staat BECI open voor een samenwerking met andere in Brussel gevestigde kamers. Letterlijk zelfs, want in haar gebouw aan de Louizalaan zijn de kantoren gevestigd van de BelgischLuxemburgse-Braziliaanse Kamer van Koophandel (Brascam), de Canada-Bel gium-Luxembourg Kamer van Koophandel en het Turkse werkgeversverbond Murciad. Uiteraard zijn ook andere kamers van harte welkom. Meer nog, BECI is ook vragende partij om met haar alter ego’s gemeenschappelijke gestructureerde evenementen te organiseren, met als hoofddoel de uitwisselingen en de contacten voor haar leden te bevorderen. Heel wat KMO’s willen uitbreiden naar een vreemd land, maar hebben inderdaad niet altijd de juiste sleutels in handen. Het feit dat ze hier in Brussel Braziliaanse, Amerikaanse, Japanse of andere bedrijfsleiders of professionals kunnen ontmoeten, kan hen helpen tijd te winnen. Dit is tevens de gelegenheid om in één keer antwoorden te krijgen op doelgerichte problematieken, zoals
In mei organiseerde BECI in zijn kantoren een vergadering van de Europese kamers van koophandel.
de logistiek naar het ene of het andere land. Het win-win streven is in elk geval overal voelbaar.
Een open dialoog, tussen evenknieën
Laten we beginnen met BritCham, de Britse Kamer van Koophandel in België. Ze is al meer dan een eeuw in ons land aanwezig en naast welbekende Britse ondernemingen groepeert ze ook nog Franse, Nederlandse, Duitse en zelfs Belgische multinationals in allerlei sectoren zoals financiën, chemie of vrijetijdsbesteding. “Vaak weet men niet dat België de 6de handelspartner van Groot-Brittannië is, vóór India en China,” beklemtoont haar voorzitster Glynis Whiting. “Het bevorderen van een omgeving voor een open dialoog met Europese en Belgische decisionmakers, is voor ons uiterst belangrijk. We herinneren
Glynis Whiting (BritCham): “Vaak weet men niet eens dat België de 6de handelspartner van Groot-Brittannië is, vóór India en China.”
onze leden er graag aan dat België een heel gemakkelijk land is voor business en dat het een uitstekend vertrekpunt vormt om Europa te veroveren.” Maar dit compliment wil niet zeggen dat de situatie enkel rozengeur en maneschijn is. “België heeft soms een heel bureaucratisch imago. En het is ingewikkeld om je weg te vinden tussen de gewestelijke, de federale, de lokale bevoegdheden… Een toenadering met een organisatie zoals BECI zou bijvoorbeeld onze leden, in het bijzonder de KMO’s, helpen om een Belgische ‘counterpart’ te vinden die uitlegt hoe de zakenwereld hier functioneert, in welke toestand een markt verkeert, wie de agenten, de distributeurs zijn, enz. Ook bilaterale contacten zouden helpen om bijvoorbeeld opheldering te geven over bepaalde werkgeversverplichtingen inzake sociale zekerheid. Waarom hebben jullie rode, groene en blauwe mutualiteiten?” ironiseert Glynis Whiting. “Zaken doen in België is gemakkelijker dan in Frankrijk of in Duitsland, maar je moet weten hoe.” De voorzitster van BritCham brengt ook de nood aan informatie over
Design: www.acg-bxl.be
BRUSSEL, HAVENSTAD IN HET HART VAN EUROPA.
UITGELEZEN LIGGING De Brusselse haven ligt op vijf uur varen van Antwerpen en biedt een uitzonderlijke toegankelijkheid voor binnenschepen en zeeschepen tot 4.500 ton. De haven ligt bovendien midden in een dicht netwerk van snelwegen en spoorwegen. PERFORMANT
WERKTUIG
In de voorhaven is er een containerterminal operationeel die aansluit op de vier transportmodi: binnenvaart, zeevaart, spoorwegen en autowegen. Behalve de terreinen langsheen de waterweg heeft de Haven van Brussel ook nog 160.000 m 2 pakhuizen in het TIR-centrum.
BRUSSEL
TEN DIENSTE VAN
Het havendomein bedient een afzetgebied van twee miljoen
inwoners en vertegenwoordigt een belangrijk economisch gewicht: zowat 350 ondernemingen, goed voor 12.000 directe en indirecte jobs, een jaartrafiek over de waterweg van 6,5 miljoen ton.
Design: www.acg-bxl.be
Jaarlijks 600 000 vrachtwagens minder in de stad. Een jaarlijkse besparing van 94 000 ton CO2.
www.havenvanbrussel.be Redersplein, 6 B - 1000 Brussel T: +32 (0)2 420 67 00
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL tot de personen die hen op hun niveau kunnen bijstaan. Samen kunnen we de eerste contacten vergemakkelijken. Zodoende zullen de contacten op Skype niet meer onpersoonlijk zijn”. De advocaat en medestichter van het kantoor CMS De Backer wijst trouwens op twee unieke troeven van BECI: “BECI heeft Brussel in een Europese visie geïntegreerd, met de wil om uit de Belgo-Belgische problematieken te stappen. Net zoals wij, is BECI een tweetalige kamer, die in haar de fiscale voordelen inzake R&D en octrooien ter sprake, die niet genoeg gekend zijn.
“Brussel, je kunt er niet omheen”
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
18
Jean-Marie De Backer, voorzitter van de Belgisch-Braziliaanse kamer van koophandel, legt de nadruk op de rollen die Kamers van koophandel kunnen spelen om economische missies beter voor te bereiden. “Onze leden kunnen de leden van andere kamers helpen om de zakenmentaliteit in Brazilië beter te begrijpen. En in de praktijk kunnen we KMO’s helpen gemakkelijker toegang te krijgen
alle belang bij hun krachten te bundelen voor het organiseren van doelgerichte en relevante evenementen die deze onmiskenbare kant van de hoofdstad van Europa nog meer kracht bijzetten. “Onderling zouden de kamers van koophandel en BECI nog heel veel aan elkaar kunnen leren. Denk maar aan het organiseren van evenementen, het uitwisselen van ervaringen – ook de minder geslaagde – of de uitbreiding van onze
Jean-Pierre Tanghe (CanCham): “Er zijn veel zaken die Kamers van koophandel en BECI aan elkaar kunnen leren, hetzij rond de organisatie van evenementen, hetzij rond de uitbreiding van onze internationale netwerken.” communicatie getuigt van een ware internationale openheid.” Volgens JeanMarie De Backer beschikt Brussel, hoog boven het regionale krijgsgewoel, over een superieure onthaalcapaciteit voor elke investeerder of zakenman die België bezoekt. De kamers van koophandel die er gevestigd zijn, hebben er dan ook
internationale netwerken,” zo klinkt het enthousiaste commentaar Jean-Pierre Tanghe, voorzitter van CanCham Belux, de Canadese kamer van koophandel. “In Brussel ben je in de buurt van plaatsen waar de meeste belangrijke politieke, economische en culturele beslissingen worden genomen. Dat vergemakkelijkt
Ever considered Kinepolis Brussels…
... for a real blockbuster of a gift? Cinema is always fun. Comedies, thrillers, romances and so on – you name it, an evening at the cinema is pure pleasure. Delight your staff and business contacts with a Kinepolis cinema voucher. 2D or 3D, single or in an attractive little box, with or without a voucher for a soft drink, sweets or popcorn. Guaranteed to be a box-offi ce smash… You even get a tax break! Thinking about Kinepolis Brussels for your next successful gift? Discover our Business gifts at: www.kinepolisbusiness.com For more information: Melanie Lisanti –
[email protected] - 02 474 26 30
WHEREBUSINESSMEETSPLEASURE • • • •• •• • • • ••• ••• • • ••••
• • •• • •• • •••• • •• •
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL Jean-Marie De Backer (Belgisch-Braziliaanse kamer van koophandel): “We kunnen KMO’s helpen gemakkelijker toegang te krijgen tot personen die hen op hun niveau kunnen bijstaan.”
de integratie in ‘circles of information’ en de uitbreiding en de valorisatie van ons relatienetwerk.”
AmCham, de invloedrijke Amerikaanse kamer van koophandel, werkt al jaren samen met de voornaamste werkgeversorganisaties van ons land (VBO-FEB, VOKA, UWE en BECI) om de belangen van buitenlandse ondernemingen te verdedigen bij de politieke overheden. “Ja, wij zien ook de voordelen van samenwerkingen met andere kamers van koophandel die in Brussel gevestigd zijn. In tal van
Brussel “heel kamergericht” De Kamers van koophandel zijn vol lof over het onthaal dat buitenlandse ondernemingen in de hoofdstad krijgen. Vooral de meertaligheid blijkt een enorme troef te zijn. Maar ze nemen geen blad voor de mond over wat er nog moet verbeteren, en dat zijn strikt genomen eerder Belgische dan Brusselse aspecten: ◗ Ondernemers worden uitstekend onthaald als personen, maar minder goed als potentiële investeerders: er is nog teveel bureaucratie en overbodige haarkloverij. ◗ De ingewikkelde institutionele structuur van het land: geen gemakkelijke opgave om tussen al die politieke meanders je weg te vinden. Alles wat er nog kan gebeuren om de buitenlandse zakenman wegwijs te maken, is alvast welkom. En uiteraard met een update bij elke Staatshervorming. ◗ België, en Brussel in het bijzonder, vormen een ware springplank voor het zaken doen in Europa, dat een dynamische en tegelijk heel toegankelijke markt is. Maar sommige ondernemingen beseffen dit niet en ze opteren ervoor om zich bij één van onze buren te vestigen. Brussel (en België) hebben het blijkbaar moeilijk om hun troeven te promoten.
gevallen hebben we gemeenschappelijke leden – want heel wat bedrijven zijn van meerdere kamers lid – en we vinden dat we nog meer toegevoegde waarde aan onze leden kunnen geven, door samen te werken wanneer dit gepast is,” bevestigt Marcel Claes, Chief Executive van AmCham. De jongste maanden heeft AmCham trouwens evenementen georganiseerd met andere buitenlandse kamers van koophandel (bijvoorbeeld de Braziliaanse en de Chinese) en met BECI, in het kader van de networking avond voor Young Professionals. Evenementen die veel succes boekten en die tot nog andere kunnen leiden…
Brussels Metropolitan
De vier voornoemde werkgeversorganisaties werken ook samen in het kader van het Brussels Metropolitan project. Ze beseffen immers heel goed dat de economische uitstraling van Brussel veel verder reikt dan de 19 deelgemeenten. “We hebben er alle belang bij te onderzoeken hoe de buitenlandse kamers van koophandel aan dit initiatief zouden kunnen deelnemen, opdat we samen aan gemeenschappelijke knelpunten zouden kunnen werken. Onze boodschap krijgt meer kracht als we één stem laten horen,” merkt Marcel Claes op. Olivier Fabes
Bye, bye GOMB Welcome citydev.brussels
Een nieuwe naam en een nieuw logo die beter aansluiten bij de dynamiek en de doorslaggevende rol van citydev.brussels in de ontwikkeling van het gewest.
www.citydev.be
19 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
“Meer waarde aan onze leden geven”
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Brussel, een lichtgewicht van de export, werkelijk?
Volgens statistieken die nauwelijks rekening houden met de dienstensector zou het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een dwerg van de Belgische export zijn.
E
ind verleden jaar circuleerde in België het bericht dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest slechts 2,01% van de Belgische export zou vertegenwoordigen. Dit stond in een communiqué van Flanders Investment & Trade, het Vlaams gewestelijk orgaan voor export, dat er meteen trots bij vertelde dat het Noorden van het land voor meer dan 85% van de nationale export instond. Deze informatie contrasteerde schril met een Eurostat barometer waarin enkele maanden vroeger te lezen viel dat Brussel qua BBP de derde rijkste regio in Europa was.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
20
Ondertussen werd de berekening van Flanders Investment & Trade volledig ontkracht omdat de gebruikte methodologie zowel rekening hield met in ons land gevestigde Belgische bedrijven als met de zogenaamde transitverrichtingen. Bovendien verschilt de methodologie van Flanders Investment & Trade van de formules die door de Nationale Bank van België (NBB) worden gehanteerd. FI&T zwakt het zogenaamde ‘deureffect’ niet tot zijn werkelijke invloed af. Dit ‘deureffect’ dat de statistieken vervormt, heeft te maken met de vele bedrijven die niet in België zijn gevestigd maar wel actief zijn in de transit en de import en export en daarom een kantoor hebben in de onmiddellijke nabijheid van grote havens en luchthavens: Zaventem, Antwerpen, Gent, Zeebrugge enz. Naast de haven van Brussel, die blijft groeien maar zeker niet met Antwerpen kan concurreren, bestaan er weinig grote logistieke hubs die bijdragen tot het belang van het Brusselse Gewest in de transit van goederen.
Statistieken met de macht…
Er is meer. In de berekening van de exportniveaus wordt het Brusselse Gewest erg benadeeld door de grote proportie aan diensten en het kleine aandeel van de industrie in de Brusselse economie. Volgens het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), vertegenwoordigen de diensten nagenoeg
90% van de waardecreatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het BISA noteert 3% voor de maakindustrie, 2,6% voor de bouwsector en 5,2% voor energie (productie en transport). Het aandeel van de industrie blijft achteruitgaan en de waardecreatie is daar tijdens de 12 afgelopen maanden met 1,3% verminderd, aldus nog het BISA. Ter vergelijking vertegenwoordigt de dienstensector 72% van het Vlaamse BBP en 74% in Wallonië. Export valt bijzonder moeilijk te meten wanneer er geen goederen bij zijn betrokken. “Bovendien wordt de export voornamelijk gemeten aan de hand van de douane-activiteiten. Douane betekent grenzen, die in het geval van Brussel niet bestaan”, repliceert de Nationale Bank.
… maar geen globale visie
Volgens de cijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), heeft Brussel voor meer dan 9,18 miljard euro aan diensten geëxporteerd (10,4 miljard in Vlaanderen). Dit geeft een ietwat evenwichtigere kijk op het aandeel van elk gewest. Bovendien zijn deze cijfers verre van volledig omdat ze bijvoorbeeld geen rekening houden met financiën en verzekeringen (!), administraties, vastgoeddiensten en gezondheidszorg. Volgens het BISA vertegenwoordigt de sector van krediet en verzekeringen op zijn eentje 18% van het Brussels BBP. Er wordt dus eens te meer geen rekening gehouden met een aantal zwaargewichten van de Brusselse economie, waardoor het beeld van het economisch gewicht van ons Gewest volledig vervormd geraakt. Het is onmogelijk de bijdrage van de 19 Brusselse gemeenten aan de Belgische export nauwkeurig in te schatten. Aan de hand van bovenstaande cijfers lijkt het echter nogal onwaarschijnlijk dat het aandeel onder de 5% ligt, zelfs tegenover een zwaargewicht als Vlaanderen en zijn logistieke deskundigheid. Y.B.
*
Om stroompannes maximaal te beperken, zorgen we 24u/24 voor technische bijstand.
De continuïteit van de energievoorziening van uw bedrijf waarborgen, is voor u van cruciaal belang. Daarom ontwikkelde Electrabel de dienst Energy 24/24. Bij een panne van de hoogspanning zorgen wij voor: •telefonische assistentie 24u/24, u krijgt zicht op de aard en geschatte duur van het defect; •op uw vraag komen onze experts binnen de vier uur ter plaatse voor herstel en heropstarten van uw installatie;
•een sms brengt u op de hoogte van een probleem via onze optie ‘Alert’. Energy 24/24 is de ideale oplossing om eventuele schade en kostbare tijd tot een minimum te beperken. Uw accountmanager vertelt u graag meer over Energy 24/24 en onze optie ‘Alert’. Of surf naar www.electrabel.be
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Brussel in de wereldrangschikkingen Welke steden tellen er mee in de wereld? En welke zullen er morgen nog altijd meetellen? Behoort Brussel
tot die groep? Is het antwoord te vinden in de min of meer goed gefundeerde rankings die allerlei organisaties publiceren? Wij nemen een aantal ervan onder de loep…
D
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
22
e mooiste stranden van de wereld, de beste universiteiten, de grootste fortuinen, de Top 50… De rankingmania speelt in op onze competitiegeest en op onze behoefte om te vergelijken, te organiseren, hiërarchisch in te delen. En waarom zouden steden hieraan ontsnappen? Daar is geen enkele reden voor… Er bestaan dus tal van classificaties van steden in de wereld. Sommige zijn opgesteld volgens zogenaamde objectieve criteria, terwijl andere zijn gemaakt volgens absoluut subjectieve opiniepeilingen. Maar uiteindelijk maken perceptie en subjectiviteit toch in ieder geval deel uit van de realiteit. De wil om alles te rangschikken, kan een gemeen gebrek zijn. Nieuwsgierigheid ook. Dus omdat deze rankings bestaan, vragen we ons meteen af waar onze stad zich dan bevindt. Brussel ziet zichzelf graag als een internationale hoofdstad, een “place to be”, maar wat vindt de rest van de wereld daarvan? Marktonderzoekbureau Ipsos legde aan meer dan 18.000 personen uit 24 landen een “short list” van 48 steden voor, met de vraag welke hiervan de beste bestemmingen waren voor toerisme, om zaken te doen of om te wonen. Het is geen echte verrassing dat de kopgroep van de algemene Top Cities rangschikking wordt gedomineerd door New York, Parijs en Londen. Maar dat Abu Dhabi op de 4de plaats staat, verbaast des te meer. Brussel belandt op een tamelijk bescheiden 31ste plaats, achter steden die ongeveer even groot zijn, zoals Zürich, Amsterdam of Stockholm. Dit beeld verandert drastisch wanneer de rondvraag wordt beperkt tot Europeanen en Europese steden. Dan klimt Brussel naar de 10de plaats en verovert ze zelfs de 5de plaats tussen de interessante zakensteden. Het “business” karakter wordt bevestigd door de door bedrijvenvastgoed agentschap Cushman & Wakefield opgestelde ranking van Europese zakensteden, die gebaseerd is op de mening van 500 ondernemers.
De koploper van Top Cities: Big Apple, de Stad bij uitstek
De laatste editie van 2011 zette Brussel op de 4de plaats, pal achter Londen, Parijs en Frankfurt. Volgens de opiniepeiling heeft Brussel sterke troeven zoals de meertaligheid en de toegankelijkheid vanuit andere grote steden (meer bepaald dankzij de HST). Het telecomnetwerk daarentegen, werd als zwak punt met de vinger gewezen…
Tools voor decision making
Hoeveel belang moeten we aan een dergelijke ranking hechten? “Sommige zijn ernstiger te nemen dan andere,” antwoordt Emmanuel de Beughem, verantwoordelijke van het departement Inward investments & International network van Brussel Invest & Export. “Wij proberen in Brussel ondernemingen aan te trekken die zelf aan consultants vragen om localisatiestudies uit te voeren. En voor de uitvoering van deze studies houden bepaalde consultants rekening met deze rankings. We kunnen ze dus niet negeren.” Tot de meest gebruikte bronnen behoort meer bepaald het State of the World’s Cities Report, gepubliceerd door UN-Habitat, dat de welstand van steden bestudeert op basis van vijf factoren: productiviteit, infrastructuren, levenskwaliteit, billijkheid (sociale insluiting) en duurzaamheid op het
gebied van leefmilieu. Voor al deze aspecten zit Brussel, dankzij haar hoogste scores voor infrastructuur en duurzaamheid, in de hoge marge. Het rapport stelt geen ranking voor in de ware betekenis van het woord, maar bij nader onderzoek van de scores kunnen we Brussel tussen 72 steden situeren op 14de plaats, achter Wenen, Helsinki of Oslo (het top trio in deze volgorde), maar vóór steden zoals Barcelona, Milaan of zelfs… New York (afgestraft door een slechte score voor sociale billijkheid). Nog een interessant document: het Global Competitiveness Report van het Wereld Economisch Forum. Hierin worden niet de steden, maar de landen bestudeerd. België staat hier op de 17de plaats, dankzij goede indexen voor gezondheid en basis- en hoger onderwijs. Het rapport noteert ook een “relatief groot” innovatievermogen, een hoog concurrentieniveau en – wat men er ook mag van denken – een gunstig milieu voor het creëren van ondernemingen. Anderzijds betreurt het een relatief gebrek aan efficiëntie bij de overheden, een fiscaal sys teem dat verwrongen toestanden creëert, een hardnekkig begrotingstekort en een grote overheidsschuld. Allemaal gegevens die nog nuttig worden aangevuld door het Wereldinvesteringsrapport, gepubliceerd
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Amsterdam en Zürich: twee middelgrote Europese steden die Brussel in de rangschikkingen regelmatig voorbijsteken.
Dit is de stand van zaken die deze rapporten helpen te schetsen. De Economist Intelligence Unit (EIU, studiebureau verbonden aan de groep The Economist) heeft geprobeerd om nog een stap verder te gaan en dit uit te diepen in het toekomstbeeld. Op vraag van Citigroup heeft de EIU geprobeerd de concurrentiekracht van de steden met het oog op 2025 in kaart te brengen volgens hun vermogen om kapitaal, activiteit, talent en toerisme aan te trekken. Eén conclusie dringt zich alvast op: steden in opkomende landen zullen hun positie verbeteren. Het Braziliaanse Sao Paulo (36e), het Koreaanse Incheon (43e) en het Indiase Mumbai (51e) zullen het meest vooruitgang boeken. Maar in de rangschikking blijven de grote metropolen van de ontwikkelde landen hun plaats behouden, met als koploper New York, gevolgd door Londen en Singapore. En Brussel dan? Op de 25ste plaats houdt de hoofdstad van Europa eervol stand, vóór steden zoals Vancouver, Berlijn of Milaan. Maar Brussel wordt wel opnieuw voorbijgestoken door Zürich of Amsterdam: vergelijkbare steden.
Zijn de Brusselaars niet fier genoeg?
Brussel is een economische hoofdstad en een internationaal forum: laat dat duidelijk zijn. Maar blijkbaar volstaat dit niet om het “merk Brussel” in het grote publiek te laten doordringen. De jaarlijkse City RepTrak enquête meet de reputatie van steden bij een publiek van 22.000 personen uit de G8-landen. In 2013 belandt Brussel hier op de 28ste plaats, ver achter Sydney, dat zo te zien wereldwijd de beste reputatie heeft.
“Als we uit al deze rankings één ding moeten onthouden, dan is het dit: er bestaat een reële kloof tussen het externe imago van Brussel, gezien door de ogen van niet-Belgen, en het interne imago van onze stad,” luidt het commentaar van Melanie McCluskey, Senior Consultant van het bureau Akkanto, de Belgische partner van City RepTrak. “Het lijkt wel of de Belgen er maar niet in slagen fier te
zijn op hun hoofdstad – en in bepaalde mate op hun land -, terwijl er toch een reeks reële troeven bestaat. Hiermee hebben de politieke en culturele verantwoordelijken van Brussel alle ingrediënten in handen om beter over hun stad te communiceren en zodoende de steun te krijgen van alle vragende partijen: politici, burgers, media, investeerders, toeristen, arbeiders…” Emmanuel Robert
23
Het kan (nog) beter Uit de vergelijking van de verschillende wereld rankings duikt er steeds een constante op: Brussel wordt bijna systematisch in de Top 30 gezet. Of het nu gaat om een opiniepeiling (Ipsos Top Cities, City RepTrak) of om veronderstelde objectieve indicatoren (World’s Cities Report, HotSpots 2025): de correlatie is nogal opmerkelijk. Het is een eerder benijdenswaardige rangschikking (als we toegeven dat Brussel zich niet kan meten aan “World Cities” zoals New York, Londen of Parijs), maar we onthouden ook dat Brussel regelmatig wordt voorgegaan door Europese steden zoals Zürich of Amsterdam, waarmee ze qua grootte en economisch gewicht kan worden vergeleken. Het goede nieuws dan? Brussel bezit nog altijd een potentieel voor verbetering.
Top European Cities Index Cities (Ipsos) Monitor
World’s HotSpots Cities 2025 Report (UN- (Economist
City RepTrak
Habitat)
Intelligence Unit)
1. New York
1. Londen
1. Wenen
1. New York
1. Sydney
2. Londen
2. Parijs
2. Helsinki
2. Londen
2. Toronto
3. Parijs
3. Frankfurt
3. Oslo
3. Singapore
3. Stockholm
4. Abu Dhabi
4. Brussel
4. Dublin
4. Hong Kong
4. Wenen
5. Sydney
5. Barcelona
5. Kopenhagen
5. Tokyo
5. Venetië
6. Zürich
6. Amsterdam
11. Amsterdam
11. Zürich
8. Zürich
14. Amsterdam
…
13. Zürich
13. Amsterdam
19. Amsterdam
31. Brussel
13. Zürich
14. Brussel
25. Brussel
28. Brussel
(Cushman & Wakefield)
(Reputation Institute)
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
door de UNCTAD. Hierin ontdekken we dat België op wereldschaal de 2de grootste aantrekker van buitenlandse investeringen is, net achter Hong Kong en net vóór Singapore en Luxemburg. Een positie die we grotendeels aan de rol van Brussel te danken hebben.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Uitvoeren met de hulp van de Europese Unie Ondanks het feit dat exportsteun vooral een nationale bevoegdheid blijft, bestaan er toch een aantal Europese instrumenten die ondernemingen – inclusief KMO’s – kunnen helpen om te exporteren buiten de grenzen van de EU, in het bijzonder naar bepaalde Aziatische landen.
D
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
24
e internationale dimensie speelt een stimulerende rol in de groei van KMO’s, zoals werd aangetoond door een onderzoek dat IHS voor DHL heeft gevoerd. Volgens dit onderzoek zouden KMO’s die op internationale markten opereren, dubbel zoveel slaagkansen hebben dan KMO’s die enkel op nationale schaal actief zijn. Zo blijkt inderdaad dat 26 % van de KMO’s die aan internationale handel doen, de laatste drie jaar een aanzienlijke toename van hun activiteit kenden, tegen slechts 13 % voor degenen die hun activiteiten beperkten tot hun thuismarkt. Eigenaardig genoeg voert slechts 4 % van de KMO’s uit buiten de EU, terwijl ze toch 99 % van de Europese ondernemingen en meer dan 50 % van de toegevoegde waarde vertegenwoordigen. Toch blijken steeds meer KMO’s de stap naar internationale handel te zetten. En ook al blijft de steun aan de export in grote mate een nationale bevoegdheid, dan nog bestaan er een aantal Europese instrumenten om ondernemingen – dus ook KMO’s – te helpen om buiten de grenzen van de EU te treden.
Een springplank naar Japan en Korea
Tot de voornaamste instrumenten behoort EU-Gateway, een programma van de EU-Commissie dat prospectiemissies naar Japan en Zuid-Korea financiert. Waarom deze twee landen? Omdat ze de status van machtige wereldeconomieën hebben en omdat ze twee belangrijke partners van de EU zijn, terwijl het tegelijkertijd voor Europese ondernemingen moeilijk is om er door te dringen. Denk maar aan de taal- en cultuurbarrière, een obstakel dat niet op dezelfde manier in de Verenigde Staten bestaat, bijvoorbeeld. Volgens een rapport uit 2011 zou de ontwikkeling van de export naar deze twee landen vóór 2020 voor Europese ondernemingen 20 tot 40 miljard euro per jaar kunnen genereren.
Voor Europese bedrijven kan het omwille van culturele en taalkundige hindernissen bijzonder moeilijk zijn Aziatische markten binnen te dringen.
Het programma is toegankelijk voor ondernemingen die minstens vijf jaar actief zijn, met als voorwaarde dat hun zetel in de EU gevestigd is en dat hun kapitaal voornamelijk Europees is. Het is gericht op bepaalde technologische sectoren met een sterk potentieel: leefmilieu en energie, gezondheidszorg, bouwtechnologieën, informatie- en communicatietechnologieën, modecreatie en interieurdecoratie. EU-Gateway stelt ondernemingen in staat om vertrouwd te geraken met de Japanse en de Koreaanse markten, het biedt financiële en logistieke steun en het helpt hen zich te promoten bij potentiële partners en goede handelscontacten te vinden. Het programma wordt aangevuld met een ander initiatief, het Executive Trainee Programme (ETP), dat aan ondernemingen een opleiding in handel, talen en cultuur biedt die op deze twee doellanden is afgestemd.
Indisch zakencentrum
In India kunnen KMO’s rekenen op de steun van het EBTC (European Business and Technology Centre): een door Eurochambres gecreëerd project dat mee wordt gefinancierd door de EU en waaraan de Europese delegatie onderdak geeft in India. Het EBTC beschikt over een zetel in New Delhi en drie regionale kantoren: in Mumbai, Bangalore en Kolkata. De EBTC-activiteiten zijn verdeeld over drie assen: informatie bij de Europese zakengemeenschap, bijstand aan ondernemingen bij hun vragen aan reeds in India gevestigde Europese dienstverleners, en ten slotte specifieke sectorale activiteiten in de sectoren biotechnologieën, energie, leefmilieu en vervoer, met bijzondere nadruk op de klimaatverandering en vragen over de toegang tot de markt. Het programma duurt tot 2017.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL Op naar de verovering van de Chinese markt
De Europese Unie financiert ook in China een centrum voor KMO’s (EU SME Centre), dat de taak heeft Europese KMO’s bij te staan die naar de Chinese markt willen uitvoeren of erin willen investeren.
Zuid-Oost-Azië en Mercosur
Een andere groeipool is Zuid-Oost-Azië dat zelf ook een zakencentrum heeft dat in Bangkok, Thailand gevestigd is. Dit zakencentrum moet de toegang tot de Thailandse markt vergemakkelijken voor Europese ondernemingen en voor landen die lid zijn van de ASEAN (waaronder Indonesië, Maleisië, Vietnam…). Bovendien heeft de Europese Commissie voor China en de ASEAN op een meer specifieke manier helpdesks gecreëerd die KMO’s helpen bij vragen over de reglementering en de bescherming van intel-
25 Het EU KMO-centrum is in Chaoyang, de beroemde zakenwijk van Peking, gevestigd.
lectuele eigendom. Binnenkort wordt er nog een andere helpdesk geopend, deze keer bestemd voor Mercosur (de gemeenschappelijke Zuid-Amerikaanse markt die meer bepaald Argentinië en Brazilië omvat). Mercosur vertegenwoordigt al 3 % van de totale handel van de EU; van 2007 tot 2012 is de Europese uitvoer in het gewest in waarde gestegen van 28 naar 50 miljard euro.
bevorderen van betrekkingen tussen ondernemingen uit de EU en de Golf. Ten slotte mogen we niet vergeten dat de Europese Investeringsbank (EIB) niet alleen projecten in Europa maar ook in de rest van de wereld financiert. In elk geval zijn er voor de EIB bedragen ter beschikking die leningen mogelijk maken voor grote projecten van meer dan 25 miljoen euro.
EU GCC Invest
In het kader van de 2014-2020 programmering worden deze voorzieningen geëvalueerd om te worden vernieuwd of aangepast; er kunnen ook altijd nieuwe bijkomen.
Voor de volledigheid kunnen we ook nog EU GCC Invest vermelden. Dit is een gemeenschappelijk project waarbij de Europese Unie, Eurochambres en een aantal kamers van koophandel van Golfstaten betrokken zijn. Streefdoel van deze organisatie is het promoten van opportuniteiten voor investeringen en het
BECI / Enterprise Europe Brussels geeft u informatie en wijst u de weg inzake Europese programma’s die de ontwikkeling en de concurrentiekracht van Europese ondernemingen ondersteunen. Tijdens een gesprek met onze expert Europese financiering, Stéphane Joiris, krijgt u alvast een eerste mening over uw project te horen, komt u te weten of het voor het gepaste Europese programma in aanmerking komt en wordt u een eerste advies gegeven voor het indienen van het dossier. Contact voor een afspraak: C. Godts –
[email protected] – Tel. 02 643 78 02.
Emmanuel Robert
Links: www.euetp.eu Japan en Korea: www.eu-gateway.eu ; India: www.ebtc.eu China: www.eusmecentre.org.cn Zuid-Oost-Azië: www.eabc-thailand.eu k.eu China helpdesk: www.china-iprhelpdes k.eu pdes rhel n-ip Asean helpdesk: www.asea .eu vest ccin EU-GCC Invest: www.eu-g
en op het portaal van De meeste nuttige links zijn te vind ers van koophandel kam pese Euro de Eurochambres, dat ochambres.eu in een verbond verenigt: www.eur
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Meestal beschikken KMO’s niet over voldoende capaciteiten om zich in het Chinese administratieve en juridische systeem te oriënteren, en dat vooral tijdens de eerste stappen die ze op de Chinese markt zetten. Het centrum kan hen helpen antwoorden te vinden over handelskwesties, technische normen, human resources en fundamentele juridische kwesties. Het centrum organiseert ook vormingsprogramma’s, workshops, seminaries, networking evenementen. Daarnaast biedt het toegang tot een repertorium van dienstverleners en tot databases. KMO’s die de opportuniteiten van de Chinese markt willen verkennen, hebben de mogelijkheid om tijdelijk kantoren te gebruiken in lokalen van het centrum die ideaal gelegen zijn in de zakenwijk van Peking. Het centrum voor KMO’s werkt in partnerschap met de Lidstaten van de EU, de Europese kamers van koophandel en de sectorale verenigingen.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL Afrika, optimisme of voorzichtigheid?
Good morning Africa
Afrika is het vergeten continent van de economische ontwikkeling, behalve als het over de ontginning van zijn natuurlijke rijkdommen gaat. En toch… Naast de bekommernissen om een eerlijke verdeling van de wereldwijde groei, die te weinig leeft in de geest van de bevoorrechte samenlevingen, en onder voorbehoud dat men aan het menselijke aspect voorrang geeft, zou men belangstelling moeten hebben
voor deze immense markt die groeipotentiëlen biedt voor morgen of… overmorgen, volgens sommigen.
A
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
26
frikanen dringen er vaak op aan dat men hun continent op een positieve manier bekijkt. De jongste 10 jaar noteert het inderdaad een gemiddelde jaarlijkse groei van 5%. Maar zoals de Banque africaine de Développement het zelf zegt, neemt dit toch niet weg dat “…Afrika nog altijd een arm continent is en dat de snelle economische groei de ongelijkheden niet heeft verminderd. Hongersnood blijft wijd verspreid over het hele continent, meerbepaald in Sub-Saharaans Afrika, terwijl de toegang tot energie ontoereikend is…” Of zoals Chantal Kamatari van het binnen BNP Paribas Fortis ontwikkelde Friends of Africa netwerk, benadrukt: “De grote uitdaging is het kapitaliseren op de groei. Kwestie van de armoede en de ongelijkheden te verminderen, de economie te diversifiëren en de burgersamenleving te doen groeien.”
Een prioriteit: de exploitatie van het natuurlijk erfgoed beheren.
Als het aan de Banque africaine de Développement lag, dan zou men de natuurlijke rijkdommen van het continent die vandaag schaamteloos worden overontgonnen, verkwist of juist niet worden geëxploiteerd (zie onderstaande kader over hernieuwbare energieën) totaal anders moeten verwerken. Namelijk volgens duurzaamheidsnormen die zouden zorgen voor hun behoud die tevens de opkomst van lokale activiteitensectoren zouden bevorderen. Dit zou aan de Afrikanen de kans bieden om er zelf een toegevoegde waarde aan te geven1. Enkele indrukwekkende basisgegevens veranderen deze wens in pure noodzaak: de Afrikaanse bevolking zou tussen 2010 en 2050 in aantal verdubbelen. Een groei die bijna de helft van de wereldwijde bevolkingsgroei in deze periode omvat en zelfs groter is dan deze van China. Tegen 2030 zal één persoon op vier een Afrikaan zijn, met rechtstreekse gevolgen voor zijn natuurlijke rijkdommen. Tussen 2000 en 2005 neemt Afrika meer dan 50 % van de vernietiging
Lagos, in Nigeria, kent een explosieve groei, waardoor het waarschijnlijk de meest bevolkte stad van Afrika wordt en Caïro demografisch zal voorbijsteken.
van de bossen in heel de wereld voor zijn rekening. Het aantal gezinnen afhankelijk van traditionele biomassa die dienst doet als brandstof, zal van 657 miljoen in 2009 evolueren naar 922 miljoen in 2030; de sector van de visvangst met een geraamde productie van 7,6 miljard ton per jaar, hetzij 8 % van de wereldwijde visvangst, heeft een vangstniveau bereikt dat het hernieuwingsvermogen van de vissoorten overtreft, enz. In het domein van de duurzaamheid is er dus veel werk aan de winkel. De knowhow van onze bedrijven zou bij deze inspanningen kunnen helpen en tegelijk interessante zakelijke kansen kunnen bieden. Ethiopië en Angola, die we onlangs bij BECI hebben ontmoet, zijn twee voorbeelden van landen die, dankzij gepaste hulpmiddelen, de plaatsing en de overdracht van technologieën en kennis, met open armen onthalen. Maar moet men dan de stap wagen naar een continent dat bijna overal politiek onstabiel is?
Optimisme
Volgens het McKinsey Global Institute luidt de boom van Afrika een tijdperk van langdurige ontwikkeling in. McKinsey
heeft zelfs een groei berekend die het continentaal BBP van 2008 van 1.600 miljard dollar zou doen evolueren naar een BBP van 2.600 miljard dollar in 2020, hierbij vooral anticiperend op een spectaculaire groei van de consumptie-uitgaven. De redenen voor dit optimisme: de bedaarde politieke conflicten en de opkomst van een stedelijke middenklasse en dus van consumenten. De vier grote sectoren zijn in orde van grootte het vastgoed en de consumptiediensten (voornamelijk kleinhandel, telecommunicatie en banken), de natuurlijke rijkdommen en de landbouw (er is nog veel onontgonnen grond in Afrika) en de infrastructuren. Bij de succesfactoren wijst McKinsey meerbepaald op de versterking van de organen die de juridische veiligheid garanderen. In dit opzicht moeten we de aandacht vestigen op de voorzetting van de ontplooiing van OHADA (Organisation pour l'Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires). Deze organisatie streeft ernaar om in Afrikaanse landen (tot op heden 17 landen) een gemeenschappelijk juridisch
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Regio
Wind (TWh/jaar)
Zon (TWh/jaar)
Biomassa (EJ/jaar)
Geothermisch (TWh/jaar)
Hydraulisch (TWh/jaar)
Oost
2000-3000
30.000
20-74
1-16
578
Centrum
-
-
49-86
-
1057
Noord
3000-4000
50.00060.000
8-15
-
78
Zuid
16
25.00030.000
3-101
-
26
West
0-7
50.000
2-96
-
105
Totaal Afrika
5000-7000
155.000170.000
82-372
1-16
1844
Geraamd potentieel van hernieuwbare energieën
kader voor het zaken doen in te voeren, en ze neemt deel aan de opleiding van juridisch personeel dat open staat voor dit transafrikaans begrip. Natuurlijk zal elk land zijn bijzondere groei kennen; gediversifieerde economieën zullen het grootste groeipotentieel bieden. Maar Tunesië en Egypte, die tot deze meest gediversifieerde economieën behoorden en die het rapport markeerden, zijn – zoals we allemaal weten – vandaag verzwakt. Dit werpt een schaduw op het globale optimisme van het document. Met overgangseconomieën zoals Ghana, Kenia en Senegal moet er des te meer rekening worden gehouden, omdat ze duidelijk een rol willen spelen op de markten in Afrika en de rest van de wereld. Dit uit zich meerbepaald in grootschalige – om niet te zeggen faraonische – projecten, zoals dat van de haven van Lamu in Kenia. Deze haven moet de bestemming worden van een geheel van oliepijpleidingen, wegen en spoorwegen die het continent doorkruisen; hij moet de wegen naar Azië kunnen openen (zie het uitstekend artikel van Le Monde Diplomatique over dit onderwerp)2.
in het perspectief van zijn economische geschiedenis en deze van Europa, en niet
“De grote uitdaging is het kapitaliseren op de groei. Kwestie van de armoede en de ongelijkheden te verminderen, de economie te diversifiëren en de burgersamenleving te doen groeien.” Inderdaad; uiteindelijk moet een optimistische visie de overhand krijgen. Didier Dekeyser
ma-vr 08:30-13:00 di 17:00-19:30 1819 is het telefoonnummer bij uitstek voor ondernemers en kandidaat-ondernemers in Brussel. Financiering, publieke steunmaatregelen, oprichtingsformaliteiten, juridisch advies, … de adviseurs van 1819 informeren de ondernemer, geven hem raad, en verwijzen ook door naar de bevoegde instellingen en personen die hem verder kunnen begeleiden bij zijn project.
Voorzichtigheid
Het rapport van Chatham House3 , een erkende think tank over internationale zaken, geeft investeerders nochtans de raad voorzichtig te zijn. Het stelt voor om de spectaculaire groei van Afrika te plaatsen 1 2 3 4
door simpelweg de Afrikaanse groei te vergelijken met de groei van de Aziatische of de Zuid-Amerikaanse economieën; de grondslagen van de betrekkingen in deze delen van de wereld zijn immers verschillend. De opeenvolging van ontwikkelingsfasen/ recessiefasen die Afrika heeft gekend, wijst er op dat het geloof in het voortduren van de huidige ontwikkeling bedrieglijk kan zijn. De grote moeilijkheid schuilt immers in het feit dat een onderbreking van deze cycli gebeurt via institutionele veranderingen die een boost aan de burgersamenleving geven. Maar meestal gebeuren deze institutionele veranderingen wanneer een bepaald economisch ontwikkelingsniveau deze burgersamenleving in staat stelt zich op te voeden en de “leiding” te nemen als het om stabiliteitvereisten gaat.
http ://www.afdb.org/fr/ http ://www.monde-diplomatique.fr/2013/04/COLOMA/48968 http ://www.chathamhouse.org/publications/papers/view/189613 1239-AnnonceUsine.indd 1 h ttp ://www.irena.org/DocumentDownloads/Publications/Afrique_%C3%A9nergies_renouvelables.pdf
www.1819.be Een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
27/07/12 13:09
27 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Er moet bijzondere aandacht gaan naar de overvloedige hernieuwbare rijkdommen van Afrika. Men schat dat het zonnepotentieel alleen als tussen 155 000 en 177 000 terawatt/uur (TWh) per jaar vertegenwoordigt, verdeeld over heel het continent, waarbij de noordelijke en de westelijke gebieden het best voor zonne-energie zorgen. In Afrika is ook het windenergiepotentieel groot: 5000 tot 7000 TWh. Afrika bezit het potentieel en de capaciteit om van hernieuwbare energiebronnen de hoofdmotor van zijn groei te maken (zie: rapport IRENA over Afrika en zijn hernieuwbare energieën 4).
Op het eerste gezicht Van nabij bekeken lag alles hel Als een klant om hulp vraagt, verandert Hywel Griffith, onze risk underwriter,
een groot exportcontract wilde afsluiten met een start-up in Botswana,
Dus nam hij het vliegtuig voor een onderzoek ter plaatse. In een cijfersafari
interviewde afnemers en bezocht infrastructuurwerken. Zo stelde hij
een traject met toekomst. Met een ger ust har t kon hij alle r isico’s
4 8 % . H y we l G r i ffi t h h a d vo o r h e t r i s i c o k u n n e n v l u c h t e n . I n d e
www.credendogroup.com Delcredere|Ducroire en Credimundi maken deel uit van Credendo Group, kredietverzekeraar.
zat er risico in de pijp. emaal open om zaken te doen. meteen van een dossiervreter in een man van de actie. Toen zijn klant
wist Hywel dat hij blind zou moeten varen zonder financiële indicatoren.
van 5 dagen checkte hij fabrieken en machines, puntte investeringen af,
vast dat een bedrijf zonder geschiedenis compleet klaar was voor
d e k ke n . B e t e r n o g : h i j ve r h o o g d e d e k re d i e t l i m i e t e n m e t l i e f s t
plaats daar van nam hij een vlucht.
TURNING UNCERTAINTIES INTO OPPORTUNITIES.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL Gesprek met de heer Rodrigo Rivera, Ambassadeur van Colombia te Brussel
Colombia op het kruispunt van wegen
Zuid-Amerika verandert. De meest bekende voorbeelden zijn ongetwijfeld Bra-
zilië dat vandaag de grootste Belgische gemeenschap (50 plaatselijk gevestigde Belgische bedrijven – 4,5 miljard aan bilaterale handel in 2011 – België is de derde investeerder op wereldschaal) in Latijns-Amerika herbergt, en Chili (België
is het eerste investerende land van de EU en Chili is onze derde handelspartner op het Zuid-Amerikaanse continent). Onder de landen met een potentieel voor
de ontwikkeling van handelsrelaties moeten we vooral Colombia in de gaten houden, omdat het duidelijk streeft naar economische ontwikkeling en om-
dat er een aantrekkelijk businessklimaat heerst, met als resultaat het recente vrijhandelsakkoord dat met de Europese Unie werd ondertekend. We hebben
de heer Rodrigo Rivera, Ambassadeur van Colombia te Brussel, ontmoet voor
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
30
Rodrigo Rivera, Ambassadeur van Colombia in Brussel.
en vraaggesprek over dit potentieel.
Colombia ondertekent zijn 14e handelsakkoord met Europa, dat nu al zijn tweede grootste handelspartner is, na de Verenigde Staten. Uw land kiest de weg van de vrije uitwisseling en de economische ontwikkeling. Wat kan dit nieuwe akkoord met de Europese Unie opleveren voor uw land en de EU? Hoe staat het eigenlijk met ons handelsverkeer?
We moeten wachten op de feitelijke concretisering van dit akkoord, want het is nog maar heel recent. Toch wijst alles in de richting van een aanzienlijke ontwikkeling van onze handelsbetrekkingen, met bijvoorbeeld het oog op een toename van uw handelsbetrekkingen met andere Zuid-Amerikaanse landen waarmee u al akkoorden hebt gesloten. Vandaag zijn wij uw 49ste leverancier en zijn wij van België de 59ste klant van de wereld, want uw export is in 2012 met bijna 17% toegenomen. Momenteel omvat de handel van onze kant voornamelijk landbouwproducten, petroleum en minerale producten; van uw kant vormen chemie en uitrustingen het leeuwenaandeel. Er zijn heel wat vooruitzichten en we kunnen zeker veel verwachten van uw knowhow in diverse vakgebieden.
De Torre Colpatria in Bogota: het hoogste gebouw van Colombia.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL Uw sterke en… zwakke punten? Voldoen de infrastructuren in Colombia om een toename van zijn internationale handel aan te kunnen?
Zoals u zelf zegt, is de infrastructuur momenteel ons zwak punt, en dan heb ik het vooral over het transportnetwerk. Maar dit vormt eerder een eersterangsopportuniteit voor onze handelspartners: we zijn op deze kwestie aan het werken met een heel ambitieus plan van 47 miljard dollar voor de ontwikkeling van infrastructuren. Dit opent een enorme markt voor global players, waaronder onze ondernemingen die in dit domein erkenning genieten voor hun knowhow. Bovendien is Colombia voorzien van een rijk stromen- (Río Magdalena, Río Cauca, Río Atrato) en rivierennetwerk dat we kunnen exploiteren en inrichten voor riviertransport. We hebben
31
Bron: Belgian foreign trade agency/Belgisch agentschap voor buitenlandse handel
bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Magdalenarivier gepland en hiervoor een budget van 800 miljoen euro voorzien. Uw ondernemingen leveren uitstekende prestaties in dit domein, vooral voor de aanleg van kanalen. En ook daar zijn er dus kansen te grijpen. We willen ook het toerisme ontwikkelen. Ons land kan bogen op een enorme keuze aan totaal verschillende en prachtige landschappen, buitengewone locaties, een gastvrij onthaal van onze bevolking en onze culturele affiniteiten met Europa… stuk voor stuk bieden ze een zeker potentieel. Jammer genoeg hebben de touroperatoren ons nog niet genoeg in het oog.
Heeft u in het bijzonder belangstelling voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Ja, natuurlijk! U herbergt hier tal van instellingen waarmee wij betrekkingen onderhouden. Maar we zijn vooral geïnteresseerd in de dynamiek die hier heerst. Het bewijs? De activiteiten die wij met uw Kamer van Koophandel
hebben uitgewerkt. Weet ook dat wij net zoals u een ingewikkeld institutioneel systeem moeten beheren (ons land telt 33 districten) en dat ook wij experts ter zake zijn geworden! Het is een ware rijkdom in een land dat zo groot is als het onze en waarvan de ontwikkeling enkel kan gebeuren via decentralisatie… ook dat is een affiniteit met uw Gewest.
Is het Engels in Colombia voldoende verspreid om er zaken te doen? En hoe zit het met de plaatselijke persoonlijke veiligheid? Het Engels wordt vooral in de zakenwereld gesproken, en niet onder de bevolking. Op dat vlak moeten er zeker nog inspanningen worden geleverd. Inzake veiligheid mag men van ons land geen karikatuur maken. Op bepaalde plaatsen zijn er problemen, maar het grootste deel van het grondgebied is gezond. En we zijn vast van plan de situatie te verbeteren. Interview afgenomen door Didier Dekeyser
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Wij onthalen de ondernemingen in een uitstekende context, wetende dat de Wereldbank ons op de 5de plaats zet inzake bescherming van de handel en de investeringen. De juridische veiligheid is zeker reëel. We beheersen de inflatie, we kennen een groei (5%) en ons BBP benadert dat van België. Maar dan wel voor een land dat – toegegeven – 37 maal groter is dan het uwe en 4 maal meer inwoners telt. Uit deze cijfers blijkt vooral dat er bij ons een enorm groeipotentieel bestaat, nog meer zelfs dan in onze buurlanden. We hebben immers een bijzonder gunstige geografische ligging: aan de Stille Oceaan, en dus in verbinding met Australië en Azië en via de Caribische Zee. Dit geeft ons meteen ook de rol van grootste interface met Centraal-Amerika en de Verenigde Staten. Dankzij deze ligging zijn wij het beste platform van het continent om naar de regio en de wereld te exporteren. Een beetje zoals de stad Brussel die dankzij haar centrale ligging in Europa internationale instellingen kan onthalen en zo haar handelsactiviteit kan ontwikkelen. Bij ons heerst er een heel positief business klimaat en we hebben een entrepreneurelite die onze ontwikkeling en deze van onze handelsrelaties met de Europese gemeenschap, waaronder België, wil en kan begeleiden.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Goederen voor tweeërlei gebruik: de regels In het verleden hebben tal van Staten de in het kader van hun burgerprogramma’s verworven technologieën en knowhow voor militaire doeleinden gebruikt: dit zijn de zogenaamde goederen en technologieën “voor tweeërlei gebruik”. Dergelijke misbruiken hebben de Lidstaten van de Europese Unie er 20 jaar geleden
toe aangezet om hiervoor een specifieke reglementering uit te werken en deze regelmatig te updaten. Ze
is bedoeld om de proliferatie van wapens, en in het bijzonder van massavernietigingswapens (MVW), te bestrijden.
Z
odoende stelt Verordening (CE) Nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 een communautaire regeling in voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van goederen voor tweeërlei gebruik. We preciseren hierbij dat de invoer van deze goederen niet onder de betreffende regeling valt.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
32
Verordening 428/2009 bestaat hoofdzakelijk uit een juridisch luik en een technische bijlage. Het juridisch kader definieert de regels en de middelen die ter beschikking van de Lidstaten worden gesteld voor de controle van de goederen en de technologieën voor tweeërlei gebruik (zonder afbreuk te doen aan eventuele bijkomende nationale maatregelen, een samenwerking tussen Lidstaten, mogelijkheden voor de opschorting of zelfs de annulering van vergunningen indien de omstandigheden dit vereisen, enz.). De technische bijlage geeft een lijst van alle goederen en technologieën waarvoor een exportvergunning verplicht is. Deze goederen zijn verdeeld in 10 categorieën (nucleair, speciale materialen, meer bepaald biologische en chemische, materiaalbewerking, elektronica enz.) die regelmatig worden gewijzigd door groepen experts uit verschillende Staten (binnen en buiten de EU) die lid zijn van controleregimes voor de uitvoer, zoals het Wassenaar Arrangement, de Australiëgroep… Deze technische bijlage werd geüpdatet door Verordening (EU) Nr. 388/2012, die vanaf nu als referentie moet worden gebruikt. We wijzen er ook op dat er voor goederen die niet onder de communautaire regeling vallen, toch nog een uitvoervergunning moet worden aangevraagd als ze een proliferatierisico van chemische, biologische of kernwapens inhouden.
Het gaat hier om de “catch all” clausule. Deze bepaling is fundamenteel, want ze biedt aan de Lidstaten de nodige armslag om volgens de situatie de uitvoervergunning van goederen voor tweeërlei gebruik verplicht te maken of de uitvoer zelfs te verbieden. Op dezelfde manier kunnen Lidstaten nationale wetten aannemen of behou-
den die een uitvoervergunning verplichten voor goederen die niet in de bijlage vermeld zijn, wanneer de uitvoerder vermoedt dat deze goederen voor proliferatiedoeleinden kunnen worden gebruikt. In België bestaat er geen aanvullende wetgeving: in deze context vormt Verordening 428/2009 dus de voornaamste juridische referentie wat betreft de uitvoer van goederen voor tweeërlei ge-
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
In navolging van de Verordening werd er een “tweeërlei gebruik” coördinatiegroep opgericht. Voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Commissie onderzoekt deze groep elke vraag over de toepassing van Verordening 428/2009. In navolging van deze bepaling worden er regelmatig overlegvergaderingen gehouden tussen vertegenwoordigers van de Lidstaten. Bovendien worden er ook regelmatig bedrijven uitgenodigd om hun kennis van zaken te delen en hun standpunt kenbaar te maken. Bijgevolg werd Verordening 428/2009 ingrijpend gewijzigd door de invoering van Verordening (EU) Nr. 1232/2011. Deze nieuwe bepaling voert nieuwe uitvoerfaciliteiten in voor een groep landen en voor bepaalde specifieke goederen. Het gaat om algemene uitvoervergunningen van de Unie (AGEU). Men blijft dus streven naar het versterken van het concurrentievermogen van de industrie en naar het op gelijke voet zetten van alle
uitvoerders van de Unie, wanneer ze bepaalde goederen voor tweeërlei gebruik uitvoeren naar specifieke bestemmingen, met de garantie van een hoog beveiligingsniveau en de volledige naleving van de internationale verplichtingen. Ten slotte vermelden we dat, naast de basisverordening, een heel pakket aanvullende bepalingen streeft naar het verstrengen van controlemaatregelen en/of sancties tegen bepaalde Staten, gezien de geopolitieke situatie en de bestaande diplomatieke betrekkingen tussen de Europese Unie, de internationale gemeenschap en haar Staten. We vermelden bijvoorbeeld de regelingen tegen Iran en Noord-Korea, meer bepaald in het kader van hun rakettechnologieën en kernprogramma’s
En in Brussel?
Sinds 2003 zijn de Gewesten (BrusselHoofdstad, Vlaanderen en Wallonië) bevoegd voor het behandelen van vergunningsaanvragen. In Brussel is deze bevoegdheid toegekend aan het Brussels Ministerie voor Externe Betrekkingen. Hiervoor werd een “Cel Vergunningen wapens en goederen voor tweeërlei
Contact
sel Gewestelijke Overheidsdienst Brus tie dina Coör lijke este Gew sel Brus Directie Externe Betrekkingen
Cel vergunningen 5.081 City Center – 5de verdieping – Bu Kruidtuinlaan 20 1035 Brussel +32 (0)2/800 37 27 Tel: +32 (0)2/800 38 24 Fax:
[email protected] l: Mai www.brussels.irisnet.be Web:
gebruik” opgericht. De verschillende dossiers worden uitsluitend tussen de verschillende Gewesten verdeeld volgens de plaats waar de maatschappelijke zetel van de onderneming (en dus niet de exploitatiesite) gevestigd is, of volgens het adres van de aanvrager.
Advies
Ingeval van twijfel, wordt aan de bedrijven aangeraden dat ze zich tot hun administratieve overheden wenden om er zo zeker van te zijn dat de beoogde uitvoer niet kadert in Verordening 428/2009. Ir. Aldo Alu Ingenieur goederen voor tweeërlei gebruik
33 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
bruik. Wel dient vermeld dat nucleaire goederen bovendien aan een federale wetgeving (wet van 9 februari 1981) onderworpen blijven.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
AEO… waarom niet? Hoewel er in de EU reeds 12.000 Authorised Economic Operator-certificaten werden uitgereikt, is dit aantal
geringer dan verwacht. Wat weerhoudt u ervan om tot AEO te worden erkend én zijn uw twijfels gegrond? Wij hadden een gesprek met administrateur-generaal Noël Colpin van de AADA, maar ook met diverse bedrijfsleiders van geautoriseerde marktdeelnemers.
handhavingsvisie, waarin de plaats van de AEO bedrijven beter zal worden geduid. Dat men in België minder voordelen geniet dan in andere lidstaten, is onwaarschijnlijk. Wij voorzien zelfs naast de wettelijk verplichte voordelen nog nationale extra’s.” De heer B. Coudijzer – BPR Europe NV: “Hoewel het ons in de eerste plaats om de “green lanes” en het prestige te doen was om het AEO-certificaat te bekomen, zijn er bijkomend ook een aantal interessante voordelen waar we als bedrijf graag gebruik van maken zoals bijvoorbeeld: de vrijstelling van borgstelling voor het douane-entrepot, een vermindering van fysieke controles met als gevolg snellere doorlooptijden…”
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
34
Michael Alonso (Skechers)
Waarom heeft de firma Skechers het AEO-statuut aangevraagd?
De heer M. Alonso: “Het AEO-statuut werd aangevraagd zodat Skechers internationaal erkend wordt als betrouwbaar bedrijf. We wensen uiteraard ook een daling van het aantal fysieke- en documentaire controles, waaruit automatisch een tijd- en geldwinst voortvloeit. Een prioritaire behandeling in geval van selectie voor controle is bovendien mooi meegenomen.”
Mijnheer Colpin, waarom zijn bedrijven volgens u toch nog terughoudend om een AEO-statuut aan te vragen? De heer N. Colpin: “Sommige bedrijven zien niet direct de meerwaarde van een AEO-statuut in. Ze vinden dat er nog teveel eerstelijnscontroles zijn. Ze wensen ook dat we de doorlooptijd van de douaneafhandeling aanzienlijk verkorten. Sommige bedrijfsleiders denken zelfs dat ze in België minder voordelen krijgen dan in andere lidstaten. Bovendien blijkt men afgeschrikt door de extra tijd en kosten die de aanvraag met zich meebrengt.”
Zijn deze argumenten terecht?
De heer N. Colpin: “Verlies niet uit het oog dat de Belgische handel al vele faciliteiten geniet, maar het is zo dat onze eerstelijnscontroles – vooral gebaseerd op aangiftes – nog te veel ook op de AEOdienstverleners van toepassing zijn. Onze huidige selectie-applicatie laat nl. niet toe een verminderde selectie voor de aangiftes van welbepaalde gekende klanten van de AEO-dienstverlener te automatiseren. Met de komst van de nieuwe automatische selectie-applicatie SEDA – voorzien voor begin 2014 – zal dit probleem zeker opgelost zijn. We sleutelen bovendien aan een vernieuwde
De heer N. Colpin: “De tijd en de kosten die een AEO-aanvraag meebrengen, moeten gerelativeerd worden. De audit duurt inderdaad enige maanden, maar het bedrijf wordt gedwongen de eigen werking onder de loep te nemen, wat op termijn zorgt voor een betere interne beheersing en betere procedures. Zowel Douane als de Europese Commissie stellen tevens heel wat hulpmiddelen ter beschikking zodat men de expertise van een externe AEO-adviseur tot een minimum kan beperken. Het nieuwe klantenmanagement binnen AADA (Klama) – waarvoor de implementatie gepland is in de loop van 2014 – voorziet trouwens een nauwere opvolging en intensere begeleiding van betrouwbare partners (AEO's) door de klantencoördinator of SPOC's (single point of contact).” De heer T. Van Herbruggen- Betafence NV: “Door het AEO-statuut hebben we de zekerheid dat onze administratieve processen betreffende douanemodaliteiten perfect lopen. Tijdens het project en de audits kwamen een aantal verbeterpunten naar voor. Die hebben wij aangepakt en structureel herzien, waardoor onze organisatie weer een stap professioneler is geworden. Eenmaal gecertificeerd, merken we dat we, voor wat betreft veiligheid en douane, beter en efficiënter georganiseerd zijn. De medewerkers gaan bewuster om met het aspect ‘veiligheid’ . De heer B. Collet - firma TCA: “Het document voor de zelfevaluatie dat door de douane wordt voorgesteld is een uitstekend werkdocument: als je alle hierin gestelde vragen hebt beantwoord, kan je zonder vrees starten aan de audit. De hulp die we kregen van douanemedewerkers uit Aarlen was bovendien professioneel en werd door ons erg gewaardeerd.” De heer N. Colpin: “In de toekomst zal er tevens beter worden afgestemd met andere programma's zoals ISPS, regulated agent en known consignor (luchtvracht), waardoor het AEO-auditproces in sommige gevallen vereenvoudigd kan worden" Hoewel AEO-certificering niet verplicht wordt, betekent het niet
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL gerichte wijze. We implementeren daarom System Based Control, een aanpak door zowel douane als de economische operator in de richting van douaneformaliteiten waarbij compliance, controle en risicobeheersing geconcentreerd zijn op de interne systemen van de economische operator, die hij gebruikt om zijn supply chain te controleren.”
Noël Colpin
S. Seynhaeve - Dachser Belgium: “Het AEO certificaat is een erkenning van de douaneadministratie ten overstaan van onze interne procedures, het certificaat zorgt bovendien voor een commerciële opwaardering, onze potentiële klanten vragen soms een kwaliteitsgarantie en het AEOF certificaat waarover we beschikken kan hiervan een bewijs zijn. In de toekomst hopen we dat deze certificering ons zal helpen om sneller vereenvoudigde douaneprocedures te kunnen aanvragen en te bekomen. Deze certificering heeft het mogelijk gemaakt om bepaalde interne veiligheids- en zekerheidsprocedures te verbeteren.” Mevr. E. Gielen - GRACO bvba: “In de toekomst zal er misschien geëist worden dat we AEO zijn voordat er andere vereenvoudigingen toegekend worden, zoals bv EiR.” Mevr. D. Belva- Afton Chemical: “Tenslotte is het niet te ontkennen dat het AEO-statuut in verbinding staat met de MASP projecten en e-Customs en dat dit op korte termijn een “must” wordt, of misschien zelfs een verplichting om aan alle criteria te voldoen die door de mondialiseringsprojecten van de Douane worden opgelegd.”
Maar, u werkt aan een oplossing voor de frequente controles?
De heer N. Colpin: “In 2014 willen we de nieuwe handhavingvisie introduceren om maximaal tegemoet te komen aan de EU- doelstelling:“ handhaving mét facilitatie”. Daarbij evolueren we steeds meer van verticaal naar horizontaal toezicht, waarbij de veiligheid van de goederenstroom een gedeelde verantwoordelijkheid wordt en het wederzijdse vertrouwen tussen douane en handel een topprioriteit is. We zijn tot het besef gekomen dat de significante groei van de goederenstroom en de complexiteit van de supply chains ons niet toelaten de zendingen enkel te blijven controleren op een aangifte-
35 Jef Hermans (Portmade)
Mijnheer Hermans, bent u tevreden met het AEO-statuut of heeft u bepaalde opmerkingen?
De heer J. Hermans - Portmade: “Over het algemeen is Portmade relatief tevreden met de reeds behaalde voordelen via AEO, zoals: ◗ Het insturen van invoeraangiften voordat de goederen worden gelost in de haven van lossing; ◗ Verlegging van mogelijke verificatie naar inland gelegen punten. Hierdoor kan zekerheid worden geboden met betrekking tot het soepele verloop van de logistieke keten met het engagement van de douane administratie dat vóór aankomst op het inland gelegen punt de vrijgave of mogelijke selectie wordt kenbaar gemaakt. Op deze manier, kan zeer snel de uiteindelijke controle na selectie worden georganiseerd met het betreffende verificatie centrum (mobiel toezicht); ◗ Het bekomen van de vergunning Extended Gate, waarbij, door binnen de audit bekomen statuut van 'geïntegreerde douane administratie', zonder verdere belemmering de goederen, na plaatsing in de voorraadadministratie van de dienstverlener, kunnen worden geladen in het vervoermiddel richting eigen of derde particuliere opslagplaats; ◗ Het vertrouwen van verschillende partijen binnen de logistieke keten. Maar we zijn van mening dat er nog een lange weg af te leggen is met betrekking tot de op maat gevoerde selectie op basis van het controleplan via een automatisch systeem, de voorrangsbehandeling controle na selectie en de toepassing van de system based in de plaats van transactionele controles.” Indien u hierover meer wenst te vernemen, dan kan u de nieuwe brochure raadplegen op de website van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen via de volgende link: http:// fiscus.fgov.be/interfdanl/nl/aeo/index.htm
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
behalen van een AEO-status een concurrentieel nadeel. Het zal op termijn een vereiste worden tussen handelspartners. Er is zelfs een tendens gaande buiten de EU: we kennen het bestaan van akkoorden met Japan, VS, Noorwegen, Andorra en Zwitserland waar het AEO-programma in deze derde landen wederzijds wordt erkend.”
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL
Van de ene bubbel naar de andere: het tijdperk van de Globular Economy In onze contreien is het Angelsaksische Globular Economy concept nog niet zo bekend. Het vergelijkt de
wereldeconomie met een menselijk lichaam: de kapitalen voeden de markten met geld, net zoals zuurstof de organen voedt via het bloed. Het komt er op aan om bubbels als gezonde kapitalen te onderscheiden van
bubbels die een embolie veroorzaken, of inflationistische kapitalen, zonder de circulatie ervan te hinderen.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
36
De zon gaat onder in de 'smog' van Sjanghai. Na een groeifase 'koste wat het kost', is China aan een kentering toe.
D
e zomer van 2013 was nog de zomer van Peking: een groei die 7,7 % beter was dan voorzien[1], een ijzersterk moreel van de ondernemers[2], een heel goed opgevolgd anticorruptieproces[3], het grootste winkelcentrum van de wereld[4]… En toch, tussen deze geestdriftige cijfers wijst de analyse van bepaalde Chinese indicatoren, zoals het inkomen per hoofd (van 6 tot 7000 $), duidelijk op regionale verschillen van 1 tot 10[5], met o.a. de symptomatische ongelijkheden van een vastgoedzeepbel in de kuststreken en in de steden. Deze speculatiezeepbel is een gevolg van de crisis van 2008. De globale wereldeconomie in stagflatie ziet hoe deze kapitalenstroom voortdurend wordt herverdeeld tussen vluchtige regionale micro-economieën in een gesloten circuit. Een modern fenomeen van een spel met een nultotaal dat wordt geïllustreerd door het Angelsaksische “Globular Economy” concept.
Van de financiële crisis naar de monetaire crisis: 2008 beleefde de toevlucht tot de Kwantitatieve Versoepeling, een uitzonderlijke politiek die de centrale banken toelaat om de nationale risicoactiva op te slorpen. Maar deze steun aan ontwikkelde economieën is in werkelijkheid uitgedraaid in het voordeel van de BRIC’s, waarnaar de digitale revolutie de productenaankoop vanuit de hele wereld heeft gericht. Zo heeft de grote heropleving in de Verenigde Staten eerder een speculatiezeepbel gevoed in de Opkomende Landen, dan dat ze de lokale werkgelegenheid heeft gestimuleerd. Want bij een nieuwe maatregel hoort een nieuw pervers gevolg: in plaats van te leren van de fouten van het Westen, hebben ze ze gewoon herhaald. China, dat op aandringen van zijn partners de waardering van zijn munt heeft afgeremd, heeft de essentie van zijn inflatie gerecycleerd[6] in zijn vastgoedmarkt, die compatibel is met shadow bank-
ing[7], maar dan wel met het risico dat ze wordt overgewaardeerd[8]. Ook al leken de BRIC’s er zo in te slagen om in een eerste fase hun groei en de algemene opluchting te behouden, toch werden de fondsen in feite enkel herverdeeld van de ene zeepbel naar de andere… door toedoen van opportunistische investeerders. Want in deze context van globale reactiviteit gedragen landen zich als ondernemingen die systematisch streven naar prestaties ten aanzien van een voortdurende financiële arbitrage. De groei op korte termijn is primordiaal en omdat geld hiervoor het minst dure instrument is[9], worden leningen met een quasi nulinterest en een Kwantitatieve Versoepeling schering en inslag, terwijl ze speculaties in de hand werken en zodoende al degenen bevoordelen die leningen aangaan. Geld, dat oorspronkelijk een aanpassingsvariabele van de macro-economie was, wordt nu een crisisvector net zoals de financiën,
[1] 7,5%, [2] Index BBP van 51, [3] Bo Xilai, voormalig burgemeester van Chongqing, waarvan het proces dagelijks wordt beschreven in een Chinees sociaal netwerk , [4] Complex van 1,7 miljoen m² met een kunstzon in Chengdu, provincie Sichuan., [5] Bron: BNS, [6] Sinds 2008 stijgt de jaarlijkse monetaire massa met 19%. , [7] De ondergrondse financieringen die worden geraamd op 10% van het BBP, worden bij transacties gerecupereerd door de Provincies die exclusieve grondeigenaars zijn., [8] Van het dubbele naar het driedubbele, volgens de ramingen., [9] Elke dag wordt er meer dan 5300 miljard dollar gewisseld, tegen 4000 miljard 3 jaar geleden.
DOSSIER INTERNATIONALE HANDEL Een opeenvolging van crisissen zou een permanent kenmerk van de globular economy kunnen worden. Want deze laatste, die altijd in de schulden zit[10] en die blootgesteld is aan vastgoedzeepbellen[11] en beurszeepbellen[12], groeit nu nog maar half zo snel als in het verleden. En nu deze stagflatie[13] zich uitbreidt naar de BRIC’s, begint de Amerikaanse federale reserve haar ondersteuningspolitiek in te binden[14]. De reactie hierop is dat de kapitalen zich wegens een algemeen wantrouwen terugtrekken uit de opkomende markten. De munten van Brazilië en India dalen in waarde. China, waarvan de yuan gekoppeld is aan de dollar, heeft hierdoor nog zwaarder te lijden, te meer omdat de Chinese actieve bevolking nu al begint te krimpen door het “één kind”[15] beleid. Heeft dit land echt 30 miljoen lege woningen en al evenveel woningen in aanbouw nodig, vooral wanneer de toegang tot kredieten moeilijker blijkt te worden? De Chinese vastgoedwoede zou nu al tweemaal zoveel geld opslorpen dan zijn reële economie[16]. Maar nu bedraagt de Chinese totale monetaire massa 17000 miljard dollar, hetzij 6 maal zijn wisselreserve. We zijn nog niet beland bij het verstoorde evenwicht[17] dat Indonesië heeft gekend aan het begin van de Aziatische crisis van 1997, want de mondiale intrestvoeten die de nulwaarde benaderen, vertragen ook het uiteenspatten van de bedoelde zeepbel. Maar de vaststelling is er: dit is het einde van het voortdurende kwantitatieve groeimodel van de BRIC’s zoals we het tot nu toe hebben gekend…
…ten voordele van de nieuwe globale macro-economische dynamiek: een circulaire concurrentie tussen China en de Verenigde Staten. Voor het eerst sinds 2008 verschillen de monetaire politieken: Europa en Japan blijven de Versoepeling behouden terwijl de Verenigde Staten en de Opkomende landen rationaliseren. In een context van gemengde groei en problemen in het Nabije Oosten, brengt deze contradictie de markten in de war. Meerbepaald wordt goud, ook al heeft het te lijden van de stijging van de dollar, een toevluchtwaarde voor China en India, die tweederden van de vraag naar goud vertegenwoordigen. In die mate zelfs dat Sjanghai binnenkort New York zal voorbijsteken als eerste wisselplaats. En dat terwijl de financiële kapitalen in de andere richting circuleren, ook daar in naam van de opwaardering van de dollar, die de dollar terugroept: de speculatieve fondsen beleggen opnieuw in de Amerikaanse economie, waar de netto rijkdom van de gezinnen een sprong van 45% heeft gemaakt naar 70 miljard[18]. Met dat verschil dat ze deze keer deze geldhefboom gebruiken om schulden te betalen, voor een duurzame groei. Een reflux ten koste van China dus, voor wie dit het einde betekent van een glorierijk decennium dat ooit begon met zijn toetreding tot de WHO in 2001… Hoewel, in de toekomst zou deze beweging zich opnieuw kunnen omkeren in het voordeel van China. De nieuwe leider Xi Jinping is namelijk systematisch en progressief maatregelen in die zin aan het invoeren die gericht zijn op de rationalisering van de economie en de strijd tegen corruptie. Zodra de effecten van deze structureel gunstige hervormingen de internationale markten zullen overtuigen, zullen de fondsen te-
rugkeren en zou het inkomen per Chinese inwoner tegen 2030 kunnen stijgen boven de 20000 dollar[19]. En dat zou van het Rijk van het Midden de grootste economische macht ter wereld maken. Maar deze nieuwe cyclus impliceert ook een strenger milieubeleid, om de collaterale gevolgen van zijn ongebreidelde groeiperiode, zoals wateren luchtvervuiling, te temperen. Net zoals in de Verenigde Staten, wordt de groei tegenwoordig kwalitatief beheerd: dit is de opkomst van duurzame ontwikkeling op wereldschaal. De interconnectiviteit van de globular economy zou dus op termijn bijdragen tot een verbetering van de samenleving in de ruime zin, vermits ze haar actoren aanspoort eerder te streven naar een duurzame organische groei, dan te schipperen met internationale uitwisselingen in hun voordeel. Maar zolang de twee longen Peking en Washington er niet in slagen een equivalente ontwikkeling te bereiken, riskeert de wereld crisis na crisis te beleven. Dan dienen zich twee uitwegen uit deze tweehoofdige dynamiek aan. Ofwel zal de toekomst een hoger regelend organisme opdringen om toezicht te houden op de internationale kapitalen. Ofwel zal de financiële mondialisering zich omkeren naar een verscherpte bipolarisering van de Oost-West uitwisselingen. Op dit moment lijken de recente aankondigingen van de G20 (oprichting van een “IMF bis” door de BRIC’s[20], het promoten van de yuan als internationale munt…) te gaan in de richting van de tweede optie. Philippe du Fresnay (
[email protected])
De auteur: Philippe du Fresnay, ontwikkelingseconomie De Franstalige essayist Philippe du Fresnay studeerde ontwikkelingseconomie aan het Centre Chine van het CNRS, aan de Universiteit Economie en Financiën van Sjanghai en aan de Normaalschool van Taiwan. Hij behaalde ook een diploma van INSEAD en MAI. In Frankrijk en in Azië heeft hij meerdere directiefuncties in ondernemingen uitgeoefend, en zodoende de theoretische benadering gecombineerd met praktische ervaring op
het terrein. Als auteur van "100 questions sur la Chine" (Eska), heeft Philippe du Fresnay aan de zijde van experts zoals Michel Rocard, Jean-Pierre Raffarin en Alain Finkelkraut deelgenomen aan het Forum van Rennes 2013. Zijn werken over de strategische wisselwerkingen tussen ontwikkelde en opkomende economieën werden gepubliceerd in Frankrijk, Zwitserland, Israël, Vietnam, Hong Kong en China.
[10] De totale leningenlast van de Amerikaanse financiële instellingen komt ondanks een daling in vergelijking met 2008, op het precrisis niveau van 2006., [11] Relance in Londen en in New York., [12] De beurswaarde benadert het niveau van de zeepbel in de Verenigde Staten en in Europa., [13] Het huidige wereldwijde inflatiepercentage is ongeveer 50 % hoger dan het groeipercentage van het reële BBP., [14] Zoals al meermaals ter sprake is gekomen tijdens de top van de G20 in St.-Petersburg vorige week., [15] Natuurlijk manifesteert dit fenomeen zich wanneer het land een inkomen per hoofd bereikt dat hoger is dan 7000 dollar., [16] Volgens de ramingen wordt er voor 3 yuan monetaire groei daadwerkelijk 1 yuan opnieuw in de reële economie geïnjecteerd en 2 in de vastgoedzeepbel., [17] De schuld van de huishoudens bedraagt een derde van het BBP tegen bijna 100 % toen de zeepbel in 2008 in de Verenigde Staten en in 1992 in Japan is gebarsten., [18] Tegen 48 miljard dollar in 2009, en 63 miljard dollar op het moment dat de crisis is uitgebroken., [19] Raming zonder inflatie., [20] Aangekondigd door V. Poetin: een IMF bis van 100 miljard Dollar waarvan 41 aangebracht door Peking.
37 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
met als gevolg dat deze twee aders van de economie door speculatie besmet zijn.
Focus
De GOMB wordt citydev.brussels
"Gezocht: bouwgrond…" De GOMB wordt citydev.brussels en toont zodoende duidelijk
haar ambitie om de ontwikkeling van het Gewest anders aan te pakken. De historische missie van de instelling bestond uit het
vinden van exploitatiesites voor ondernemingen. Maar door de beperkte ruimte, de bevolkingsexplosie en de sociologische veranderingen van onze bevolking, is ze vandaag verplicht het roer
om te gooien. Ze moet specifiekere antwoorden zoeken voor de problematiek van de cohabitatie en de complementariteit van de
functies van de economie, de huisvesting en de uitrustingen (kinderdagverblijven, scholen, openbare ruimten…) in de stad. Met de
benoeming van Benjamin Cadranel als haar nieuwe topman, wil
Benjamin Cadranel
ze haar sleutelrol als bouwer van een “stedelijke mix” versterken.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
38
Er zijn nog andere instellingen die zich met huisvesting bezighouden; zou men niet beter alles rond huisvesting onder één enkele operator groeperen? Dat zou ten minste het voordeel bieden dat de Brusselse burgers begrijpen wie wat doet. BC : Voor het grote publiek zal het inderdaad niet helemaal duidelijk zijn, maar in feite is de takenverdeling goed gestructureerd en noodzakelijk. Onze instelling oefent twee verschillende maar complementaire beroepen uit en het bundelen ervan komt bijzonder goed uit voor Brussel. Men moet de kwestie vanuit economisch oogpunt bekijken. In Brussel heeft de werkloosheid niet zozeer te maken met de werkgelegenheidsreserve die we hebben, maar wel met het probleem dat de aangeboden banen en de beschikbare bekwaamheden/scholingen niet overeenstemmen. Dit verklaart de onderfinanciering van het Gewest, want wij “importeren” dagelijks het leeuwenaandeel van
Het Tivoli project: zicht op het ‘Greenbizz’ deel dat bestemd is voor ondernemingen die actief zijn in de duurzame bouwsector. Daarnaast zullen er ook woningen voor de middenklasse en sociale woningen worden gebouwd om de horizontale mix van functies te illustreren.
onze werknemers die, zoals u weet, hun belastingen betalen in hun woonplaats. Het probleem wordt nog verscherpt door het feit dat de Brusselaars die een job in de stad vinden, en dus economisch in staat worden een woning te kopen, geneigd zijn zich elders te vestigen… daar waar de vastgoedprijzen lager zijn. Vergeet niet dat elk jaar zowat 30.000 Brusselaars de stad verlaten om zich elders in België te vestigen (voornamelijk in de twee Brabantse provincies) tegen slechts 20.000 nieuwe inwoners per jaar. Wanneer we gemengde zones met bedrijven en woningen ontwikkelen, streven we tegelijkertijd naar het creëren van werkgelegenheid in Brussel en naar het ter plaatse houden van inkomsten die op hun beurt weer bijkomende inkomsten voor andere Brusselaars genereren. We spelen tegelijk in op een maatschappelijke behoefte van een actieve middenklasse die moet kunnen wonen, en op de noodzaak voor Brussel om economisch leefbaar te zijn. Deze notie van economische return staat vandaag centraal bij citydev.brussels.
We zouden bijna met een wiskundige formule het aantal m2 kunnen bepalen die een onderneming nodig heeft om werkgelegenheid te bieden voor personen die in X woningen wonen: wetende dat er nog 31 hectaren bouwgrond overblijven voor ondernemingen, dat een onderneming zich horizontaal ontwikkelt terwijl huisvesting dit op verticale wijze doet, zien we wat de moeilijkheid is… Zal citydev. brussels nog een reden van bestaan hebben wanneer er voor de industrie geen gronden meer beschikbaar zijn? BC : Vandaag is er voor zowat alles een gebrek aan gronden; door dit feit heeft de zware industrie weinig kans om zich in een stedelijk milieu te ontwikkelen. Daarover hoeven we ons geen illusies te maken. Om die reden richten wij ons op KMO’s: we willen zones creëren waar middelgrote ondernemingen ruimten met verschillende oppervlakten kunnen vinden die geïntegreerd zijn in de stad en het stadsleven. Niet om autoritair op te treden, maar omdat we coherente projecten uitwerken en omdat we tal van stimulansen bieden – willen we een mix van functies opleggen op plaatsen
Focus van een kinderdagverblijf, een horecaruimte, enz. We integreren ook de clustering logica van de Brusselse Regering: het is interessanter dat we proberen ondernemingen van de “white economy” (gezondheid) aan te trekken in de buurt van Erasmus, in plaats van in de buurt van de Heizel. In de Tivoli wijk komt er een bedrijvencentrum gewijd aan duurzaam bouwen, want het heeft zin om dit te vestigen in een buurt bestemd voor de bouw (Haven van Brussel en Vergotedok) waar duurzaamheid in het vaandel wordt gedragen. Incubators voor ondernemingen actief in de Business IT, zullen een natuurlijke plaats vinden in de buurt van de UCL of de ULB, enz. We zullen ons dus concentreren op de activiteiten die een toegevoegde waarde zullen geven aan de wijk waarin ze zich vestigen, en in ruil daarvoor zullen wij erover waken dat de plaats haar toegevoegde waarde aan deze bedrijven kan geven.
Met welke grote projecten bent u momenteel bezig?
waar een natuurlijke of niet omkaderde ontwikkeling enkel tot huisvesting zou hebben geleid. We houden een kadaster bij van de bouwgronden die op de ene of de andere manier een economische bestemming zouden kunnen krijgen. We volgen dit op de voet, maar we spelen ook een natuurlijke rol in het kader van de stadsvernieuwing, de herstructurering van wijken en de stedelijke verdichting. Een sprekend voorbeeld hiervan is het project Bara-De Lijn in de buurt van het Zuidstation: op een klein stuk grond dat een stadskanker vormde in een moeilijke wijk, zijn we erin geslaagd bedrijven te vestigen, plaatselijke werkgelegenheid te creëren, woningen te bouwen met aanvullende uitrustingen en een nieuw leven aan de wijk te geven. Citydev.brussels heeft ook mobiliteitsplannen en –audits uitgevoerd voor meerdere sites met economische activiteit en hierover concrete voorstellen voorgelegd aan de MIVB die er zeker voor open stond. Naarmate we vooruitgaan, worden de projecten des te ingewikkelder en is er des te meer nood aan een polyvalente vastgoed facilitator zoals wij.
BC: Dat zijn er heel wat en ze zijn vooral heel verschillend volgens de veelvormige ontwikkeling van het Gewest. Momenteel leggen we het accent op de KMO-parken met gemengde functies want vroeger bestond dat niet (Paepsem, Tweebeek, Gryson, Marco-Polo, enz.). We zetten ons beleid voor de aankoop van gronden voort, we zijn op zoek naar de site of de locatie voor het volgende Entrepreneurshuis, we zijn met Net Brussel aan het bespreken hoe we hun activiteiten beter kunnen integreren in de stad, we evalueren de impact van de sociale clausules in de overheidscontracten die we willen invoeren om de tewerkstelling in Brussel te verbeteren en beter te bevorderen, enz. Interview: Didier Dekeyser
39 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Het ‘Birmingham’ project, één van de eerste projecten waar citydev. brussels de verticale mix van functies introduceerde, met boven woningen en beneden werkplaatsen.
Citydev in enkele cijfers: ◗ De 45 sites van citydev.brussels bieden plaats voor 24.000 banen en 300 ondernemingen. ◗ De 8 bedrijvencentra en de 3 overheidsincubators tellen 564 ondernemingen en 1.702 banen. ◗ KMO-parken: meer dan 21.500 m² in werfstadium.
Bevordert u de vestiging van een bepaalde sector meer dan een andere?
BC : We kunnen niet àlles opleggen, maar omdat de vraag groter is dan het aanbod, kunnen we selecteren. Bovendien hebben we selectiecriteria die de mix opleggen waarnaar we streven: het zou bijvoorbeeld moeilijk te aanvaarden zijn dat een koetswerkfirma zich in de buurt van woningen vestigt. De banendichtheid die de voorgestelde activiteit “belooft” is uiteraard bepalend, net zoals de dienst(en) die ze aan de gemeenschap wil bieden – het creëren
annonceMP-nl.indd 1
24/09/13 21:45
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Grote Brusselse actoren
Van de hemel tot de Zenne, via de BMWB De Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer is verantwoordelijk voor de zuiveringsstations, de stormbekkens
en de rioleringcollectoren. Daarnaast moet ze ook over de stand van de waterhoeveelheid in Brussel waken. Kortom, allemaal opdrachten die een toegespitste knowhow vereisen en grote investeringen vergen. JeanPol Rosière, Algemeen Directeur van de BMWB, spreekt met ons over deze publiekrechtelijke onderneming in volle verandering en… groei.
Welke plaats neemt de BMWB in de hiërarchie van de wateractoren in en hoe functioneert u in verhouding tot uw medespelers?
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
40
De intercommunale Hydrobru is de voornaamste wateractor in Brussel; de andere wateractoren, zoals Vivaqua (een transregionale intercommunale die water "produceert" en zorgt voor de aanvoer en de levering van het water aan diverse belangrijke diensten zoals het beheer van de distributie- en rioleringsnetten) of de BMWB, zijn haar leveranciers.
Volgens het “de vervuiler betaalt” principe moet Hydrobru ervoor zorgen dat het door de consument gebruikte water op een bepaald moment wordt gezuiverd, en daar begint de rol van de BMWB: als publiekrechtelijke N.V. die twee grote zuiveringsstations bezit, verkoopt ze deze dienstverlening. Niet alleen aan Hydrobru, trouwens: omdat haar missie commercieel is, kan ze zich permitteren om deze dienst aan andere actoren te verkopen die aan hetzelfde principe moeten voldoen. Wij verkopen onze diensten aan Aquafin, dat afvalwater vanuit het Vlaamse Gewest aanvoert, en aan een vijftigtal Brusselse zelfproducenten. Deze laatsten zijn gebruikers die rechtstreeks uit de ondergrondse watervoerende laag water winnen (wassalons, carwash, enz.) en die niet zelf hun afvalwater zuiveren.”
U staat ook in voor de regeling van de riooldebieten. "Inderdaad, omdat de BMWB aanwezig is op de voornaamste plaatsen waar het afvalwater samenkomt, heeft ze terecht een tweede missie, namelijk het regelen van het debiet van het in de riolen geloosde afvalwater, om zo overstromingen te voorkomen. Omdat ons rioleringsnetwerk een eenheidsnetwerk is, moet u begrijpen dat één enkele af-
loop tegelijk dienst doet voor de afwatering van industrieel en huishoudelijk afvalwater én voor het regenwater (dit in tegenstelling tot een gescheiden netwerk). Zware regenval kan ertoe leiden dat het debiet te groot wordt en dat het rioolwater overloopt. Iedereen herinnert zich nog de ondergelopen Woluwelaan of de systematisch ondergelopen kelders van de huizen in de Graystraat in periodes van zware regenval… Door de configuratie van Brussel die uit heuvels en valleien bestaat, kan deze plaag heel geducht zijn. Dankzij de gebouwde en de nog te bouwen stormbekkens bestemd voor de tijdelijke opslag van grote watervolumes, zal dit definitief tot het verleden behoren. Het kleinste bekken van de BMWB meet niet minder dan 17.000 m3 en het grootste maar liefst 40.000 m3. De twee nog lopende projecten zullen in staat zijn een overvloed van 50.000 en 70.000 m3 op te vangen!"
De stormbekkens zijn gigantisch groot en onzichtbaar. Waar zitten ze dan verborgen?
"Onze bekkens zitten ondergronds: voor de vallei van de Maalbeek onder
het Flageyplein en onderaan de Belliardstraat; voor de Woluwevallei, nabij het Herrmann-Debroux Viaduct (de Watermaelbeek) en nabij de shopping (de Roodebeek); voor Vorst, op de site van Audi. De projecten betreffen Jette (50.000 m3 in de buurt van het Jeugdpark) voor de vallei van de Molenbeek; dan nogmaals de Woluwevallei omdat ze heel gemakkelijk overstroomt, met een bekken van 5.000 m3 in de buurt van AXA op de Vorstlaan en nog een ander van 70.000 m3 nabij het Fallonstadion. Voor deze laatste zitten we nog in het topografisch prospectiestadium, want de moeilijkheid is dat we vanuit wateroogpunt de gepaste site moeten vinden. In de context van gebouwen is er geen probleem, want op de oppervlakte boven een bekken mag men gerust bouwen. Voor het Flageyplein bijvoorbeeld, heeft het gemeentebestuur gevraagd om bovenop het bekken een ondergrondse parking te bouwen (er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt omdat de werken toch bezig waren en omdat een dergelijke werf een moeilijke periode voor de lokale hande-
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT laars betekent). Het Flageyplein bestaat dus uit een laag aarde van 1,50 m voor aanplantingen, een ondergrondse parking en hieronder… een enorme ruimte die leeg is zolang het niet regent!"
Hoe beslist u op welke locatie een bekken moet komen?
"Belangrijker dan de locatie van het bekken, is de plaats waar we het lozende blad moeten plaatsen, dit wil zeggen, het punt waar we het overtollige watervolume zullen opvangen. Het bekken moet in de buurt van dit blad liggen, maar we hebben een beetje speling bij de keuze van de locatie ervan."
"Wij nemen deel aan de Alliantie Werkgelegenheid Leefmilieu. In dit kader staat de werkgelegenheid centraal. Momenteel telt de BMWB slechts 15 werknemers want tot nu toe hielden we ons voornamelijk bezig met contractenbeheer. Maar we zijn van plan om onze eigen teams samen te stellen om zelf ons Zuiveringsstation Zuid te exploiteren. Waarom? Omdat dit grote upgradeproject (72 miljoen euro!) ons de gelegenheid biedt om eigen personeel op te leiden. Zo zullen we inderdaad een zogenaamde membraantechniek gebruiken waarmee we afvalwater van een heel goede kwaliteit kunnen bekomen, die ver boven de door Europa opgelegde normen uitsteekt. We bestuderen ook de mogelijkheid om dit zogenaamde “re-use” water aan ondernemingen te leveren voor industrieel gebruik. Onze ontwikkeling zal dus nieuwe banen en nieuwe vaardigheden creëren. Dit is des te meer gegrond omdat het concessiecontract van het Zuiveringsstation Noord in 2027 zal aflopen en dat we dan zelf de exploitatie van het station zullen overnemen (de huidige exploitant is Aquiris, filiaal van de groep Veolia). Ons personeelsbestand zal dus aanzienlijk toenemen. En de werkgelegenheid voor de talrijke laaggeschoolde werkkrachten
Erratum
in Brussel zal zeker een stevige impuls krijgen dankzij onze investeringsprojecten van de komende jaren, die meer dan 150 miljoen euro zullen kosten. Met andere woorden, er zullen banen worden gecreëerd. Trouwens, we hebben de leden van BECI en van de Confederatie Bouw laten weten hoe groot onze projecten zijn, opdat de ondernemers zich erop zouden voorbereiden. Bovendien is er nog de concurrentiestrijd die ervoor heeft gezorgd dat uiteindelijk Brussel de opdrachtnemer voor de renovatiewerken aan het Zuiveringsstation Zuid is geworden!”
Noord en waren de eerste lastenboeken voor de bouw van Zuiveringsstation Zuid al opgesteld. De Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater is pas in 1991 uitgekomen en pas in 1994 overgenomen in de Brusselse wetgeving. Kortom, we hebben veel zaken in weinig tijd gedaan, wetende dat er voor een zuiveringsstation ook grote infrastructuurwerken nodig zijn, zoals bijvoorbeeld de plaatsing van een collector met een diameter van 1,60 tot 2,50 m, die op een diepte van 10 m is gelegd en die loopt van het Saincteletteplein tot aan het Noordstation, in een ondergrond die boordenvol belemmeringen zit!
In “Alliantie Werkgelegenheid Leefmilieu” zit de term “leefmilieu”; uiteindelijk is dàt uw core business.
Vandaag wordt 100 % van het ingezameld water behandeld voor de Zennevallei, hetzij voor bijna 1.900.000 inwoners, want zodra we over het milieu spreken, stappen we meteen uit de omkadering van het Brusselse Gewest. Ten slotte zullen we ook nog, zoals ik al eerder heb gezegd, re-use water aanbieden. Dit is gezuiverd water dat niet drinkbaar is en dat veel minder kost. We zullen dit leveren aan bedrijven die het voor hun indus triële activiteiten kunnen gebruiken. Daarnaast produceren we methaan aan het begin van onze zuiveringsstations, en ook dat draagt bij tot de bescherming van ons leefmilieu.”
"Qua leefmilieu zijn wij uitstekend bezig. Tot in 2000 kwam al het afvalwater rechtstreeks in de Zenne terecht… Hoef ik u nog te zeggen in welke catastrofale staat van vervuiling de rivier toen verkeerde? Vandaag hebben we hem weer tot leven gewekt. Ook de impact op de Schelde is spectaculair, vooral sinds 2006, met de ingebruikname van het Zuiveringsstation Noord. Wij voldoen aan de Europese verplichtingen, maar in feite was niet Europa de drijfveer van onze actie. Want toen het Gewest in 1989 werd opgericht, bestonden er al duidelijk ideeën voor de bouw van Zuiveringsstation
Didier Dekeyser
In het artikel “Een andere aanpak van immobiliën”, op blz 64 van ons septembernummer, is een foutje geglipt. De vastgoedmakelaar Jones Lang LaSalle heeft inderdaad bijgedragen tot de transactie waardoor het Gateway gebouw aan Deloitte zou worden verhuurd. Hierbij trad de immobiliëndeskundige echter als vastgoedadviseur op voor de ontwikkelaars van het project – de bedrijven Codic en Immobel – en niet voor Deloitte zelf.
41 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
In welke mate ondersteunen uw activiteiten de tewerkstelling en de economie in Brussel?
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Forfaitaire vergoedingen en terugbetalingen van kosten eigen aan de werkgever
Behoed uw onderneming tegen risico's
De terugbetaling van beroepsonkosten blijft een delicate aangelegenheid, zowel voor de fiscale en sociale
overheden, die steeds op zoek zijn naar ‘verborgen’ vormen van bezoldiging (onverantwoorde of onrede-
lijke kosten), als voor ondernemingen die een efficiënt, voorspelbaar, controleerbaar en niet betwistbaar terugbetalingssysteem willen ontwikkelen.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
42
De twee gastsprekers van het seminarie bij BECI: Laurence Debart en Jonathan Ketelaers.
D
e forfaitaire-terugbetalingsmethode biedt heel wat troeven ten opzichte van de terugbetaling aan de hand van bewijsstukken. Deze troeven hebben voornamelijk te maken met begrotingsramingen en vereenvoudigd administratief beheer. Precies om die reden doen talrijke bedrijven in België sinds jaar en dag een beroep op deze methode. De fiscale en sociale overheden zijn zich daar terdege van bewust en mikken dus al jaren op allerlei bezoldigingen die onder het mom van terugbetaalde onkosten zouden worden uitgekeerd. Er wordt vooral geaasd op dubbele terugbetalingen, overdreven forfaitaire vergoedingen en de verwerking van bepaalde uitgaven als beroepsonkosten die door het bedrijf worden gedragen. Hier bestaat het gevaar dat de terugbetaalde bedragen met belastbaar inkomen worden gelijkgesteld en aan sociale-zekerheidsbijdragen
worden onderworpen. Aan deze factuur kunnen bovendien nog verwijlintresten en andere boetes worden toegevoegd.
Hoe beschermt u uw bedrijf tegen zulke risico's?
Binnen uw bedrijf definieert u eerst en vooral een redelijk, gestructureerd en gerechtvaardigd beleid voor de terugbetaling van kosten. De manier waarop u kosten aan de hand van bewijsstukken terugbetaalt, moet samen met uw forfaitaire-terugbetalingsformule worden herzien om te vermijden dat de twee vergoedingsmethodes elkaar overlappen. Sorteer vervolgens uw personeel volgens de functies die het bekleedt en de daarmee gepaard gaande onkosten. Een commerciële functie zal in principe meer vertegenwoordigingskosten doen ontstaan, terwijl andere, meer interne functies bijvoorbeeld kosten voor het gebruik van een bureau thuis zullen inbrengen.
Ten slotte vraagt u best een voorafgaande overeenkomst met de fiscale overheid over de terug te betalen bedragen. De Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) van de Federale Overheidsdienst Financiën is niet de enige die bevoegd is voor deze materies maar staat wel bekend voor zijn bevoegdheid om te beslissen over de bedragen die ondernemingen forfaitair aan hun bedrijfsleiders en bedienden voor sommige type beroepsonkosten mogen terugbetalen.
Wat wordt precies bedoeld met het begrip ‘kosten eigen aan de werkgever’?
Het soms nogal wazige begrip ‘kosten eigen aan de werkgever’ omvat alle uitgaven die door de werknemers worden gedaan, die echter betrekking hebben op hun beroepsactiviteit en die uiteindelijk door de werkgever moeten worden gedragen.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT Hoeveel mogen deze maandelijkse forfaitaire vergoedingen bedragen?
De categorieën die in de overeenkomsten met de fiscale administratie meestal aan bod komen zijn kantooronkosten thuis, communicatiekosten, kleine kosten die gepaard gaan met het gebruik van een bedrijfsvoertuig, de strikte vertegenwoordigingskosten, giften, professionele documentatiekosten enz..
Welke zijn de voordelen van een overeenkomst over deze vergoedingen? Het voornaamste voordeel van een overeenkomst met de administratie over de bedragen van de vergoedingen betreft de juridische veiligheid.
De fiscale administratie is dan inderdaad voor een beperkte duur die uitdrukkelijk wordt vermeld (meestal niet meer dan vijf jaar) gebonden door de overeenkomst die ze heeft gesloten. De bedrijven hebben in dit geval de zekerheid dat de fiscus de aftrekbaarheid van deze vergoe-
Laurence Debart Senior Tax Manager Deloitte - Global Employer Services 02/600.61.26
[email protected]
dingen voor de vennootschap niet zal betwisten, en dat de uitbetaalde bedragen niet zullen worden gelijkgesteld met een (belastbare) vorm van loon. Veel voordelen, dus, maar de overeenkomst over de forfaitaire terugbetaling vertoont wel een (zeer) zwakke schakel: de overeenkomst is voor de sociale zekerheid niet bindend. Binnen de RSZ of de RSVZ bestaat er geen dienst vergelijkbaar met de DVB en geen enkele formele procedure is voorzien om dezelfde waarborgen te verkrijgen als in een overeenkomst met de fiscus. Bovendien stemmen de door de RSZ aanvaarde bedragen (die in de Richtlijnen aan Werkgevers gepubliceerd staan) niet noodzakelijk overeen met de bedragen die de fiscale overheid aanvaardt. In de praktijk komt het echter zelden voor dat de sociale overheid vergoedingen betwist die de fiscale overheid formeel als ‘kosten eigen aan de werkgever’ heeft erkend, tenminste wanneer de terugbetaalde bedragen in de buurt liggen van wat de RSZ meestal aanvaart. In sommige dossiers is het trouwens al gebeurd dat de sociale inspecteur de terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever betwist wanneer hierover geen overeenkomst met de fiscus werd gesloten.
Waar vindt u meer uitgebreide informatie?
De forfaitaire vergoedingen bieden heel wat voordelen die in België al talrijke werkgevers hebben overtuigd. Dit betekent nog niet dat de procedure gemakkelijk is. De voorzichtige onderneming zal liefst een beroep doen op een adviseur en zich laten begeleiden om haar doelstelling te bereiken, namelijk over de beste hulpmiddelen beschikken voor een vlotte interne werking en tegelijk haar concurrentiekracht in haar sector vrijwaren. Al deze elementen – en andere – kwamen tijdens het BECI seminar van dinsdag 26 november aan bod. Het evenement werd begeleid door deskundigen van Deloitte en Laga. U mag ons zeker contacteren als u hierover meer informatie wenst.
Jonathan Ketelaers Advocaat Laga – Employment Pensions & Benefits 02/800.70.99
[email protected]
43 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Het begrip is dus op zich zeer breed en dekt een grote verscheidenheid aan beroepsuitgaven. Een brede waaier onkosten kan door een forfaitaire terugbetaling worden gedekt. Het betreft meestal kleine steeds terugkerende uitgaven waarvan het bedrag en het bestaan soms moeilijk te bewijzen zijn.
De door uw bedrijf gestorte vergoedingen moeten vanzelfsprekend zoveel mogelijk gelijklopen met de uitgaven die ze worden verondersteld terug te betalen. Het bedrag van de vergoedingen staat dus in nauw verband met de nauwkeurige definitie van de overeenkomstige onkosten. Bovendien moeten het type en het bedrag van de terugbetaalde kosten aan de functie van de verschillende betrokken personeelsleden worden aangepast. De fiscaal adviseurs van Deloitte hebben in dit verband meer dan 100 beslissingen vergaard die de fiscale overheid in de afgelopen vijf jaar in deze materie heeft getroffen. Dit heeft aanleiding gegeven tot een bijzonder nuttig hulpmiddel: de “Representation Allowance Compass”, waarmee de bedrijven op een vrij nauwkeurige manier de bedragen kunnen evalueren die doorgaans volgens de activiteitensector en in functie van de functiecategorieën worden toegekend. Meer informatie vindt u op onze website www.deloitte.com ; Services ‘Tax’; ‘Global Employer Services’.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Info Law Square
Fast Cash is King Dagelijks lezen we krantenkoppen als “Betalingsachterstand bereikt opnieuw een record” en ongeveer
25% der faillissementen zou te wijten zijn aan laattijdige betalingen. Met het oog op het opbouwen van zijn klantenbestand, is menig leverancier te mild qua betalingstermijnen, doch cashflowzorgen en tekort aan externe financiering dwingen de ondernemer anderzijds tot meer rigiditeit. Dit spanningsveld treft voornamelijk kleine leveranciers tegenover machtige klanten.
E Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
44
uropa trachtte met Richtlijn 2011/7 dd.16 februari 2011 de betalingsachterstand bij KMO’s structureel in te dijken. De Lidstaten dienden deze Richtlijn om te zetten tegen 16 maart 2013. België, niet onverwacht, is te laat. Het wetsontwerp (tot wijziging van de Wet van 2 aug. 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties) is al goedgekeurd en de wet, die grotendeels zal gelden vanaf 16 maart 2013(!), zou binnenkort worden afgekondigd. Vele andere zoals Nederland, Spanje, Italië, zijn wel op tijd. Frankrijk was Europa zelfs voor met haar strikte “Loi de la Modernisation de l’Economie” van 2008, met korte betalingstermijnen en strafrechtelijke boeten, dit tot schrik van menig Brusselse klant/leverancier van Franse ondernemingen. Duitsland, de andere belangrijke handelspartner, loopt onverwacht achter, omdat de gemiddelde Duitse betalingstermijnen daar de facto korter zijn dan de EU minimumstandaard en ze dus vreest voor een algemene vertraging in de betalingen. België legt de lat ongeveer gelijk met de minimumstandaard, minder ambitieus dan anderen dus. Waar leveranciers en klanten voordien redelijk vrij de betalingstermijnen konden vastleggen in hun verkoopsvoorwaarden, is die vrijheid nu wel strikter gereglementeerd. De betaling tot vergoeding van handelstransacties tussen een onderneming en overheid dient te gebeuren binnen 30 kalenderdagen vanaf ontvangst door de overheid van de factuur of de goederen/diensten indien de datum van ontvangst van factuur niet vaststaat. Deze termijn mag contractueel worden verlengd met als absoluut maximum 60 kalenderdagen, voorzo-
Pierre Quéritet
Rachid El Abr
ver gerechtvaardigd door “de objectieve aard” van de overeenkomst.
mene voorwaarden, worden overeengekomen.
Indien de handelstransactie plaatsvindt tussen ondernemingen, is de betalingstermijn 30 kalenderdagen indien contractueel niets werd voorzien. Voor zover geen sprake is van een “kennelijke onbillijkheid” jegens de leverancier, waarbij rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld sectoriële handelspraktijken, mag de overeengekomen betalingstermijn langer zijn.
Dergelijk wetsinitiatief wordt toegejuicht maar is wellicht een druppel op een hete plaat. Vage termen als kennelijk onbillijk en objectieve aard hebben nood aan concrete duiding, zoniet verworden zij tot mogelijke achterpoortjes. De verwachting is dat grote klanten wellicht gebruik blijven maken van de machtspositie om van korte betalingstermijnen eerder uitzondering dan regel te maken. Voornamelijk voor sectoren met een lange tijdsspanne tussen aankoop bij een leverancier en verkoop aan de uiteindelijke klant kunnen de nieuwe korte termijnen problematisch zijn. In ieder geval moet elke ondernemer zijn algemene voorwaarden dringend nalezen, en raden we de Belgische leverancier of klant tenslotte aan waakzaam te blijven in grensoverschrijdende transacties omwille van de mogelijkheid voor de Lidstaten om nog strengere bepalingen aan te nemen.
De laattijdigheidsinterest waarop de onbetaalde leverancier aanspraak maakt zonder aanmaning, wordt verhoogd tot de interestvoet van de ECB vermeerderd met acht procentpunten en afgerond tot het hogere halve procentpunt, met een forfaitaire vergoeding voor invorderingskosten van 40 Euro erbovenop. Waar vereist zullen afwijkingen op de minimumstandaarden moeten worden onderbouwd met objectieve redenen om willekeur tegen te gaan. Betalingstermijnen korter dan 30 dagen of hogere intrestvoeten kunnen wel nog contractueel, bijvoorbeeld in de alge-
Pierre Queritet en Rachid El Abr Law Square
HET BEDRIJF,uDAG DAGde UIT Beci en Gopress nodigen uitIN, voor workshop:
Hoe succesvoller zaken doen aan de hand van een goede persmonitoring? Gopress helpt u snel relevant nieuws te filteren uit meer dan 28 miljoen artikels uit kranten, magazines, nieuwssites en twitterberichten van journalisten. Via www.gopress.be wordt u op de hoogte gehouden van de artikels over uw onderneming en sector. U kan bovendien meteen op dit nieuws inspe-
len via social media. Schrijf nu in voor de workshop en/of vraag kosteloos en vrijblijvend een kennismakingsweek Gopress aan. Er is bovendien een exclusief voordeeltarief voor Beci leden. 45
Innovating Digital Content
◗ Wanneer ? 16 januari van 9u tot 10u30 ◗ Waar? Beci – 500 Louizalaan, 1050 Brussel ◗ Inschrijven en meer informatie:
[email protected] - 02 740 09 72
Vanaf januari vindt u het maandblad Dynamiek op Gopress via smartphone, tablet of computer.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Efficiënt informatie filteren uit de informatieovervloed geeft u alvast voorsprong in de zakenwereld.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Management
Gezocht: Belgische manager Welke toekomst staat Belgische managers internationaal te wachten? Op die vraag trachtte de Vlerick Business School, via een studie in samenwerking met Norman Broadbent en Galaxis, een antwoord te
vinden. Conclusie: de Belgian touch bestaat wel degelijk en wordt trouwens door grote multinationals gewaardeerd. Toch zullen onze landgenoten flink hun best moeten doen om in de top te blijven.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
46
Van links naar rechts: Luc Bertrand (AvH), Paul Buysse (Bekaert) en Jacques Rogge (IOC), drie Belgische managers die in het raam van deze studie werden geïnterviewd.
B
etekenen de recente benoemingen van niet-Belgische CEO's aan het hoofd van internationale Belgische topbedrijven als Delhaize en Bekaert dat de beste tijd van het typisch Belgische management achter de rug ligt? Bestaat er in feite een Belgische aanpak van management? En zo ja, waardoor kenmerkt deze zich? En is er voor Belgische managers nog een toekomst weggelegd? Om achter het antwoord te komen, gingen Vlerick, Norman Broadbent en Galaxis een dertigtal topmanagers en bedrijfsleiders interviewen. Op het lijstje stonden Adrienne Axler (Sodexo), Luc Bertrand (AvH), Paul Buysse (Bekaert), Gottfried Leibbrandt (Swift) en Jacques Rogge (de voormalige voorzitter dan het IOC). Een eerste vaststelling: kwaliteiten (of gebreken) aan een bevolkingsgroep toekennen zonder in clichés te vervallen, ligt delicaat. Een tweede vaststelling: in een globale wereld hechten de bedrijven weinig belang aan de nationaliteit van hun managers, zolang ze maar bekwaam zijn.
Een meertalige, pragmatische en bescheiden vereniger!
Belgen zijn bijzonder gehecht aan hun huis en niet altijd geneigd om met hun ganse gezin naar het buitenland te verhuizen. Bovendien merken meerdere ondervraagden dat de typisch Belgische opvoeding meer de klemtoon legt op werklust dan op zin voor initiatief of het nemen van risico's. Dit kan een nadeel zijn.
De ‘Belgische cultuur’ waaruit onze managers ontstaan, kenmerkt zich door een goed opleidingsniveau, aanleg voor meertaligheid en openheid voor mobiliteit. Op dat laatste puntje hebben internationale CEO’s wel uiteenlopende bedenkingen:
Onze landgenoten worden ook gewaardeerd voor hun doeltreffendheid, hun pragmatisme, hun nauwgezetheid en hun zorgvuldigheid, een waarborg voor de goede afloop van projecten. We zijn dus goed in de uitvoering maar hebben het soms moeilijker om een visie uit te denken of om ‘op brede schaal’ na te denken. Naar verluidt zou de Belg ook geneigd zijn zich bescheiden te gedragen, wat op verscheidene manieren kan worden geapprecieerd. Sommigen waarderen hem voor zijn bescheidenheid en zijn neutraliteit, terwijl anderen dit eerder als een gebrek aan dynamisme of inzicht in dringende materies interpreteren.
En toch waren de geïnterviewden geneigd in een typisch Belgische aanpak van management te geloven. Een kwestie van vaardigheden en attitudes die volgens de studie in vier categorieën kunnen worden onderverdeeld.
Van Belgische managers wordt gezegd dat ze zich humaan gedragen, waardoor ze mensen vlotter laten samenwerken, conflicten oplossen en compromissen sluiten. Hierdoor wordt hun soms wel een overdreven inschikkelijkheid verweten. Belgen zijn loyaal en passen zich vrij vlot aan diverse culturen aan. Ze zijn daardoor echter geneigd van de ene onderneming of markt naar een andere over te stappen.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT Volgens de ondervraagden hebben de Vlaamse en Franstalige Belgische managers deze eigenheden in gemeen en onderscheiden ze zich hierdoor van hun Nederlandse of Franse collega's. De vraag is of deze enquête wel een correct beeld geeft van de perceptie van Belgische managers in internationale bedrijven. Hebben we niet eerder te maken met de perceptie die de Belgen van zichzelf hebben? Rekening houdend met de groep ondervraagden, zijn beide invalshoeken waarschijnlijk aanwezig.
“Verlaat België als u het kunt”
En nu de belangrijkste vraag van de en-
quête: welke toekomst staat de Belgische managers in internationale bedrijven te wachten? De auteurs stellen vast dat bepaalde troeven van de Belgen – de meertaligheid, onder andere – nu ook internationaal meer en meer aanwezig zijn en dus niet noodzakelijk nog een onderscheidend pluspunt zijn voor onze landgenoten. Bovendien hebben een aantal internationale groepen onlangs hun Belgische zetel naar het buitenland verplaatst, met een beperking van de doorgroeimogelijkheden van jonge Belgische managers als gevolg. Om er voor te zorgen dat Belgische managers al hun kansen behouden, stellen
bepaalde geïnterviewden voor dat de beleidsmakers het onderwijssysteem met internationale uitwisselingen en sociale vaardigheden zouden aanvullen. Een tip voor diegenen die aan hun carrière willen beginnen: start liever in een multinational dan in een KMO. Multinationals zijn beter gestructureerd om jonge talenten te begeleiden. U ontdekt er een bredere waaier aan managementmethoden en meer mogelijkheden als expat. De internationale ervaring blijft een doorslaggevende factor van succes. Dit beaamde een van de CEO’s: “Als u België kunt verlaten, haast u!” Emmanuel Robert
Competenties van Belgische managers
Als jonge onderneming in Bergen heeft Here Now & Management ‘4UP’ ontwikkeld: een online analyse- en beheerinstrument van competenties in management, aan de hand van een uitvoerige vragenlijst. Tussen
maart en juni testten honderden Franstalige Belgische managers de tool uit. De eerste “competentiebarometer” was geboren.
H
et ganse proces moet duidelijk maken of het aanbod aan vormingen en opleidingen voor managers werkelijk met hun behoeften overeenstemt. Wanneer ze hun eigen niveau van competentie moesten beoordelen, kenden de managers zich een (nogal strenge) waardering van 5,9/10 toe. De cijfers wisselen in functie van de vijf grote management gebieden die hier worden onderzocht. Degressief krijgen we de volgende resultaten: zelfbeheer in het werk (6,30); management van strategische informatie (6,10); relaties en netwerken (6,08); taken en opdrachten (5,84) en ten slotte personen en teams (5,40). Dit laatste domein levert blijkbaar de meeste problemen op. Er bestaat een paradox tussen de globale resultaten en de detailgegevens. Managers die zich bijvoorbeeld in een bepaald domein redelijk bekwaam achten (bv.: de ‘waardering van medewerkers’, waar ze zich een 5,56/10 toekennen), verliezen veel aan zelfvertrouwen wanneer deze vaardigheid in bepaalde acties moet worden
toegepast (3,41/10 voor de ‘evaluatie van een persoon’). In dit domein van personeelsbeheer vindt men een aantal van acties die lager dan 4/10 scoren en die men in twee groepen kan indelen: enerzijds minder frequente acties (‘omgaan met een moeilijk persoon op het werk’, ‘het gedrag van een persoon bijsturen’) en anderzijds acties die de kennis van een zekere methodologie vereisen (‘een gesprek voeren rond de evaluatie van competenties’). De praktische toepassing van de kennis zorgt dus blijkbaar voor problemen. Here Now & Management legt een verband tussen dit resultaat en het feit dat, volgens de learning indicator van Kluwer, driekwart van de leidinggevenden hun vaardigheden ‘al doende’ hebben ontwikkeld. De conclusie luidt dat er een zekere hiaat bestaat tussen de werkelijke behoeften aan opleiding en de praktijk. De investeringen in opleiding focussen in 34,3 tot 54,6% van de gevallen op domeinen als leadership, management of bedrijfsbeheer (dus management in de ruime zin van het begrip), terwijl deze inspannin-
gen zich eerder op precieze domeinen en acties zouden moeten richten.
4UP: analyse van feiten
4UP is een universeel instrument waarmee de HR beheerder de competenties van managers kan waarderen en beheren. Het kan ook dienen om opleidingsplannen uit te werken die zich specifiek op de bestaande behoeften toespitsen. 4UP werd ontworpen om de analyse van vormingsbehoeften te automatiseren en werkt met een online vragenlijst van ongeveer 500 vragen die op een competentieprofiel uitmondt. Het model wordt in de vijf activiteitsdomeinen van de manager ingedeeld (operationeel, informatie, mensen, netwerk, zichzelf in de werkomgeving) en dekt 51 management competenties, die elk in uit te voeren acties worden opgesplitst (acties die in de werkomgeving kunnen worden geobserveerd en gemeten). Meer info: www.4up-rh.com
47 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
4UP barometer: nood aan vorming in HR beleid
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Impression of a Brit
The different ways Europeans do business
National cultures inevitably influence the way people do business, although the differences are often nuanced. For a start, the cultures of northern and northwestern Europe tend to be issue-focused or taskoriented, while those of southern and eastern Europe focus more on relationships. UA has a profound effect on the way different European peoples behave in comparable situations. The English and Irish in particular, as people who have never experienced the securising environment of Roman Law (they have the relatively unstructured system of Common Law to guide them), are much more open and uninhibited in responding to an issue or challenge than their neighbours on the Continent.
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
48
B
eing human, the people of all the European cultures work on their business connections – an understandable strategy for the tough process of earning a living. So some degree of ‘chronyism’ is evident everywhere. But the principle of “you scratch my back, I’ll scratch yours” is most evident in southern Europe where they have a word for it : clientelismo for the Italians, enchufe for the Spanish, and rousfeti for the Greeks. Even the relatively puritanical countries of northern Europe - the Netherlands or Sweden - tacitly accept exploiting relationships as a fact of life. The relatively small size of their communities (often well under ten million people) means that the elite in social and political life know most of their equals. The Dutch social psychologist Geert Hofstede identified a number of what he called ‘dimensions’, notably Uncertainty Avoidance (UA). People with weak UA, like the Greeks and the Portuguese, feel threatened by unsure and ambiguous situations : this reflects the codification effects of Roman Law, where everything you could not do was stated unequivocally in a 'book of rules'.
Allied to this is another dimension identified by Hofstede : Power Distance (PD), namely tolerance of, and respect for, hierarchy. This is highly developed in an elitist culture like France and least developed in traditionally democratic cultures like the Nordic countries, the Netherlands and to some extent Britain. A good example of how tolerance of ambiguity (UA) and sense of hierarchy (PD) can influence the way people behave in business is provided by the case of an Anglo-Belgian joint venture I was asked to advise on. The partners were involved in the design and construction of an international energy supply project. In implementing the project, the Belgian side adhered rigidly to the technical specifications whereas the British suggested options to provide a comparable or superior solution at less cost. The Belgian partner, however, refused to consider any of these options. On another issue – the potential risk to a community living close to a key part of the project – the Belgian side referred to the existing legislation, while the British examined the real issues involved and proposed measures that exceeded the legal limit. In short, the Belgian partner observed the letter of the law, while the British interpreted the spirit of the law.
The little differences (the ‘Nerve Ends’)
A number of factors are crucial in the development of good business relationships across frontiers. The first of these ‘Nerve Ends’ is interpretation of time.
Some of us Europeans, particularly the Germans and the Swedes, are long-termist, i.e. prepared to put long-term aims before short-term gain. Others like the British and the Italians tend, for different reasons, to be short-termist. Also, to use a phrase coined by the American anthropologist Edward Hall, northerners are generally 'monochronic', doing things one at a time and often in a sequential or linear way. Southerners, by contrast, tend to be 'polychronic', which means they can happily jump from one thing to another in any sequence and will cheerfully tolerate interruptions. For Anglo-Saxons, Nordics and to some extent Germanics, 'time is money'. Latins, on the other hand, will dedicate whatever time is necessary to discussing the issues and getting the job done – deriving as much pleasure from the process of decision-making, because it is a relationship-focused experience, as from the decision itself. The second Nerve End to be aware of is other people's attitudes to authority and hierarchy, which I have already alluded to above : in business confrontations, be sure to understand the 'pecking order' of the other side. A third Nerve End is how people share and use information. Latins, poorly motivated by the concept of 'time is money', are likely to put much more emphasis on another concept, 'information is power'. So your assumption that your partners will exploit the information you give them and share it with their associates may well be ill-founded. Related to this is a fourth issue, namely how and in what ways will your foreign partners communicate with you. The French don't particularly like putting things in writing. The Finns rarely use anything but e-mail or a mobile phone... Yet another Nerve End is differences in how people communicate. The Nor-
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Finally, there is the Nerve End of the personal-professional interface. Keep the two well apart - until your foreign host makes the first move. Then accept with grace and gratitude.
The big issues (the 'Crunch Points')
Management styles can differ enormously between countries and cultures. Traditionally there are at least three major schools of thought : those who think that a good manager is there to take the decisions (e.g. France), those who think that a good manager consults his or her team on everything (e.g. Britain), and those who think a good manager should master his subject better than the people below him (e.g. Germany). The second Crunch Point in international business is the creation of effective multicultural teams. Most management specialists hold to the belief that multicultural teams perform either much better or much worse than monocultural ones! The deciding factor has to be the care taken in both composing and motivating a multicultural team, and the
time allowed for the chemistry to work. Provided everyone wins a rightful place and voice in the team, then everyone 'brings something to the party'. Many cultures, with a historical preference for a particular type of education or professional activity, provide a particularly high standard of competence in their chosen domain. The English with their liberal education make good human resources people, while the Scots are famous for their accountants. The Italians, with their sense of the aesthetic, are great designers and marketing experts. The French demonstrate a sense of strategy, while the Germans make excellent mechanical engineers. International organisations can exploit such predispositions to their advantage. A third Crunch Point in international business is the intercultural implications of negotiation. Negotiating between people of the same culture is difficult enough. How much more difficult it can be when the two parties come from different cultures, with different mother-tongues, different priorities and value systems! This applies as much within Europe as outside. Nordics tend to come to the negotiating table in a spirit of "this is what we want, take it or leave it". Russians regard compromise as a sign of weakness. Southern
Europeans are more inclined to think "if he asks for ten, he means eight and he wants six. So it's worth four. Offer two." The French are strongly influenced by whether or not they like the other party – a factor known as Interpersonal Attraction (IA) – and will often tend to approach the issue in a circular fashion. Their next-door neighbours the Germans, on the other hand, manage to factor out the IA effect to a large extent and approach the issue in a linear, even rigidly sequential, manner. The Norwegians tend to be vague, while the Greeks can be infuriatingly meticulous. When it comes to simple buying/selling negotiations, all European cultures subconsciously view the seller as subordinate to the buyer. But, beyond that, negotiating patterns differ. The French and British both tend to use the bridgebuilding or Problem-Solving Approach (PSA) : the Germans, on the other hand, generally use a different approach which sociologists call Distributive Bargaining (carrot-and-stick, or concessionappeal-concession-appeal). Many foreigners say that the Germans are by far the toughest negotiators of all the Europeans. Humour and small talk don't enter into it because business is... a serious business! Richard Hill
49 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
dics tend to avoid interrupting whereas many Italians indulge in relentless ‘conversational overlap’. The Finns are comfortable with the kind of silence that would drive a Frenchman mad. Major contracts have been lost just because of this simple difference…
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
N-POWERMENT
Lindemans en Just Ice winnen de N-Powerment Award Om de aandacht van de bedrijfswereld op de impact van kranten te vestigen, organiseerde BECI samen
met Newspaperwork de N-powerment uitdaging, waarbij kandidaten moesten uitleggen waarom ze een
campagne in de kranten nodig hadden om hun groei te ondersteunen. Alle deelnemers lonkten naar de prijs: een communicatiecampagne ter waarde van 2 miljoen euro in alle Belgische kranten. And the winner is… Wel nee, het zijn er twee! Lindemans en Just Ice slepen ex aequo de N-powerment Award 2013 in de wacht! Faro Lindemans
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
50
Al in de tijd van Breugel werd Faro gedronken – één van de oudste bieren ter wereld. In 1978 slaagde Brouwerij Lindemans er in om de productie van Faro te herlanceren op basis van een oud recept. Sindsdien wordt Faro gebrouwen door Brouwerij Lindemans – een 100% onafhankelijke en familiale brouwerij. Faro maakt momenteel 0,03% uit van de totale bierproductie in België. Dit bier heeft een waanzinnig groeipotentieel en precies om dat potentieel te ontsluiten, diende Brouwerij Lindemans een deelnamedossier in. Hun doel is om Faro via een sterke publicitaire campagne in de kranten op de radar van bierliefhebbers te zetten.
Ice Crime
Just Ice is een jong bedrijf dat op en top Belgisch roomijs maakt. Ice crime is de naam achter hun roomijs met zoetstoffen uit Stevia. Onder het motto ‘wow, they killed the sugar’ maakt Just Ice roomijs dat geen toegevoegde suikers & minder calorieën bevat dus bijgevolg
gezonder is. Dankzij een uniek recept en een opvallende groene packaging is het merk er in geslaagd om verdeeld te worden bij Delhaize. Just Ice wil nu het gamma uitbreiden met andere producten. Hiervoor zijn reeds gesprekken met mogelijke verkoopkanalen aan de gang. Ice Crime is gelanceerd met 100% eigen
en earned media. Een krantencampagne kan het product op de radar brengen van nieuwe klanten. Beide dossiers verdienden het om een nationale krantencampagne in de wacht te slepen. De jury werd onder meer overtuigd door de welomlijnde communicatie- en marketingdoelstellingen van deze twee finalisten. Bij Just Ice zal de campagne helpen om de merkbekendheid van Ice Crime als nieuw merk een stevige duw in de rug te geven en de Belgische ijsliefhebbers te informeren dat het ijs met zoetstoffen uit stevia te verkrijgen is bij hen in de buurt. Bij Faro gaat het om de ambitieuze herlancering van een merk dat al tot het nationale erfgoed behoort. Beide campagnes beantwoorden perfect aan de vooropgestelde criteria van de N-Powerment Challenge: een lancering vanuit een Belgisch bedrijf, met slagkracht op nationaal niveau dat miljoenen krantenlezers aanspreekt.
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Starter
‘Belgium is best’ staat voor artisanale en lokale producten Ergens tussen delicatessenwinkel en eetgelegenheid biedt Belgium is Best sinds april dit jaar een zeer brede waaier Belgische eetwaren van artisanale makelij. Het bijzonder gediversifieerd aanbod promoot en geeft
verdiende bekendheid aan de handigheid van kleine producenten die in de klassieke circuits van de grote distributie nauwelijks aan bod komen.
N
51 Arnaud Dessart en Nicolas Wibaut
woon niet hoe divers Belgische streekproducten wel zijn.”
“Betrek er een subsidie-adviseur bij”
Belgium is Best is gevestigd in de Ukkelse Fort Jaco wijk, in een totaal heringericht pand waar de klanten de producten zowel in de rekken als op hun bord kunnen ontdekken. Bij deze ruimte hoort een bijzonder mooi terras en een verdieping met een opvallend verzorgde en creatieve decoratie. Overal werd veel aandacht besteed aan de verlichting, om de winkel extra zichtbaarheid te geven. “We hebben met een subsidie-adviseur samengewerkt en daardoor aanzienlijke steun gekregen voor de herinrichtingswerkzaamheden. Zeker een goede tip voor ondernemers die met een project van start gaan: betrek er een subsidie-adviseur bij. Niets dan voordelen.” Uitgezonderd op maandag is Belgium is Best alle dagen van de week open en organiseert talrijke evenementen zoals barbecues en brunches. Naast restaurant en winkel vindt u er ook een traiteurdienst en mag u desgewenst op thuisbezorging rekenen. U kunt er verder geschenkmanden op maat laten samenstellen. Belgium is Best wil al deze
diensten ook aan de bedrijfswereld aanbieden. “In dit stadium leveren we in de buurt van Fort Jaco. We zijn echter van plan onze activiteit uit te breiden en in functie van de resultaten één of twee bijkomende winkels in Brussel te openen vooraleer we met het concept in andere Belgische steden van start gaan”, aldus Arnaud Dessart. Dit jonge Brusselse bedrijf surft op de trend van de terugkeer naar lokale en seizoenproducten, die in volle opkomst is. Hoe langer hoe meer grootwarenhuizen promoten nu ook typisch Belgische producten en het zou best kunnen dat ze binnenkort een aantal rekken specifiek voor lokale producten vrijmaken. Om hun eigenheid te vrijwaren blijven de twee stichters van Belgium is Best echter hun klanten adviseren bij de ontdekking van ambachtelijke producten. Ze ontwikkelen ook nieuwe diensten en producten zoals geschenkmanden die ze in samenwerking met andere winkels van artisanale producten (houten speelgoed bv.) samenstellen. De opzet is echter altijd dezelfde: het beste aanbieden dat België produceert. Meer info: www.belgiumisbest.be Guy Van den Noortgate
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
ee hoor, gastronomisch België beperkt zich niet tot chocolade, bier en wafels. Om dit te bewijzen werd Belgium is Best opgericht. Het wordt trouwens hoog tijd dat de Belgen de rijkdom van hun eigen miskende streekproducten ontdekken. Dit gaat soms met enkele verrassingen gepaard: een Brusselse ketchup, een Ardense mozzarella en Limburgse witte wijn, bijvoorbeeld. “De klanten zijn vooral verrast door de Belgische wijn”, merkt Arnaud Dessart, die samen met Nicolas Wibaut Belgium is Best heeft opgericht. “Verrast door zijn kwaliteit.” Met dit hybride concept van een delicatessenwinkel met eetgelegenheid was Dessart al een tijdje bezig. Zijn ervaring van de Horeca was een troef toen hij in september verleden jaar besliste zijn droom te concretiseren via een partnerschap met beroepsfotograaf Nicolas Wibaut. Enkele maanden later hielden ze Belgium is Best over de doopvont. “Alles verliep eigenlijk relatief snel”, herinnert zich Arnaud Dessart. “Wij onderscheiden ons door het feit dat wij de verkochte producten ook klaarmaken. Het zijn 100% Belgische producten van kleine ambachtslieden die nooit toegang krijgen tot de grote distributie.” Met uitzondering van de zeep zijn alle producten eetwaren. De diversiteit aan smaken is verbluffend. De klant vindt er allerlei kazen, ingezouten voedingswaren, koekjes, specerijen, jam, fruitsappen, alcohol, wijnen, biersoorten, chocolade, sausen, noem maar op. “Wij geven de voorrang aan kwaliteitsvolle ambachtelijke producten. Regelmatig komen nieuwigheden onze kaart aanvullen. Sinds wij de wereld van de ambachtelijke productie zijn binnengetreden, ontdekken wij constant andere producenten. De Belgen beseffen ge-
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
52
© Saskia Vanderstichele
De restauranttip van aGenDa MaGaZine
wine in the city ••• Sinds enige tijd merken we dat de natuurlijke band tussen wijn en eten strakker wordt aangehaald en beklemtoond. Dat valt onder meer op in het toenemende aantal zogenaamde ‘caves à manger’. Het principe? Een wijnhandelaar maakt in het midden van zijn winkel ruimte voor een tafel of twee om genieters toe te staan hun favoriete fles te laten vergezellen van wat lekkers. Dat aangename idee loopt helaas al te vaak uit op een uniforme bedoening, met heel wat kelderbeheerders die zich tevredenstellen met enkele schijfjes salami of een pot olijven. Alsof een autoverkoper je een model laat testen door je voor te stellen een manoeuvre te maken in de showroom. Het Jetse Wine in the City is een adres dat er wel in slaagt om de flessen die het verkoopt vleu-
gels te doen krijgen door er een reeks tapas en bereide gerechten bij aan te bieden. Clot de l’Oum, Chiroubles van bij Damien Coquelet, Priorat Giné Giné van Xavi Buil, de cuvée Sagesse van Domaine Gramenon… het zijn heel wat flessen die de bezoeker verleiden vanaf de rekken die het decor van de plek uitmaken. Tijdens ons bezoek waren we getuige van het harmonische huwelijk tussen een uitmuntende vitello tonnato (13 euro), opgewerkt met fijne toetsen – paprikacoulis, wasabimayonaise, kappertjes, raketsla –, en het gejodeerde minerale karakter van een Arbois Naturé van bij Frédéric Lornet (26,50 euro, inclusief 10 euro kurkengeld, als je de wijn ter plaatse consumeert), die perfect paste bij de saus met tonijn. Als hoofdgerecht kregen we vijf perfect gebakken
AGENDA is het uitmagazine van Brussel. Met een handige kalender, het filmprogramma en artikels over muziek, theater, tentoonstellingen, restaurants en nog veel meer. Neem het gratis drietalige magazine mee uit een van de verdeelpunten in de stad, of ontvang het samen met Brussel Deze Week bij u thuis of op het werk. Mail uw adres naar
[email protected].
sint-jakobsvruchten (18 euro) die de cantharellen, de ravioli met een compacte textuur en de botersaus mooi afrondden. Als wijn werd ons een Acústic Celler 2011 (28 euro) voorgezet, een geprononceerde witte Montsant-wijn uit Spanje waarvan de frisse toetsen een wonderlijke dialoog aangingen met de algemene rondheid van de bereiding. michel verlinden
Info Koningin Astridplein 34` 02-420.09.20, www.wineinthecity.be ma > za 10.30 > 18.30 Voor meer restauranttips: agendamagazine.be
HET BEDRIJF, DAG IN, DAG UIT
Leads Generator Program
Zet prospects in klanten om Tussen het eerste contact en de onderhandeling en ondertekening van een contract ligt vaak een lange en moeilijke weg die een prospect in een klant omtovert. Het Leads Generator programma dat BECI op gang brengt, wil deze weg inkorten, vereenvoudigen en door een duidelijkere definitie van de prospects doeltref-
fender maken. Het is de bedoeling tijd te winnen en een maximum aantal opportuniteiten waar te maken. Het resultaat is een contactenlijst van hooguit enkele tientallen prospects, die echt interessant zijn en bovendien eventueel geïnteresseerd. Dit is het neusje van de zalm. Met de analysemethode kunnen ze zelfs per graad van belangrijkheid worden gerangschikt, om de volgorde van de contacten te bepalen. De ganse check-up, van studie tot debriefing, neemt een halve dag of een volledige dag in beslag, naargelang u de lichte of de diepgaande versie van het programma kiest.
Pitching en netwerking
Dit is echter slechts het vertrekpunt: goede contacten volstaan niet, ze moeten ook geactiveerd worden. Voor diegeMoest u nu dezelfde speld in een naaidoos zoeken, dan zounen die het wensen kan het Leads Generator programma, den uw kansen op succes aanzienlijk toenemen, nietwaar? via extra opties, de verdere stappen zetten. De tweede stap Dit is ongeveer wat BECI met zijn Leads Generator Program verleent advies over voorstelt: een prohet gebruik van leads, gramma op maat die de om de benadering te doelgroep heel duidelijk vergemakkelijken en omschrijft en daarna een grotere proporhet bedrijf in zijn prostie prospects in klanpectiewerk begeleidt. ten om te zetten. Hoe Kortom, een doeltrefverwoordt u uw voorfend hulpmiddel dat naamste boodschap in zich aan ieders specieen aantal treffende fieke behoeften aanProspects zinnen? Hoe krijgt u past. Dankzij zijn eigen inzicht in de behoeften deskundigheid en een van uw prospects? Hoe aantal voordelige partQualified leads positioneert u uw troenerschappen kan BECI ven ten aanzien van dit pakket aan een zacht Sales opportunities de concurrentie? Deze prijsje aan zijn leden vragen worden tijdens aanbieden. Solution design & presentation ‘pitching’-workshops Gekloonde prospects in kleine groepen beNegotiation Het proces begint met sproken. De deelnemers een commerciële checkspelen afwisselend de Customer up, die aan gespecialirol van prospect en van seerde consultants wordt toevertrouwd om het commercieel prospecteur om zichzelf te evalueren. actieplan van de onderneming te valideren. De bestaande In een derde stap maakt BECI gebruik van zijn netwerking caprospectiemethode wordt onderzocht en het profiel van de paciteit om relaties aan te knopen, dankzij directe en geïndiideale prospect wordt nauwkeurig gedefinieerd om hem navidualiseerde contacten tussen BECI-leden en met prospects. dien beter te kunnen ‘klonen’. Hoe dit in zijn werking gaat? Het ganse Leads Generator programma vormt een allesomEerst wordt een profielschets van de beste klanten van de vattende en geïntegreerde aanpak van prospectie, waar niets onderneming gemaakt. Nadien wordt gezocht naar gelijkaan toeval wordt overgelaten en waar alles in het werk wordt aardige eigenschappen in andere bedrijven van dezelfde of gesteld om elke lead te rentabiliseren. andere sectoren. De onderzochte gegevens beperken zich niet tot de financiële aspecten maar omvatten een brede waaier parameters uit verscheidene onderling gecheckte databanContact en informatie: ken en het internet.
[email protected]
53 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
P
rospecteren bestaat eerst en vooral uit contacten leggen met potentiële klanten. Maar waar vindt u die contacten? De selectiemethodes zijn vaak ontoereikend en empirisch van aanpak. De doelgroepen worden onvoldoende gedefinieerd. Het gevolg: ellenlange adressenlijsten zonder segmentering noch hiërarchie waar de ‘echte’ prospects verstoppertje spelen, voor zover ze er ten minste inzitten. Kortom, een afstompende en ondankbare taak. Hoeveel leads hebt u nodig voor één prospect? En hoeveel prospects voor één klant? Een speld in een hooiberg…
Beci & co
Annual Event
De BECI actualiteit in beeld European Green Office Op 22 november vond bij BECI het European Green Office colloquium plaats over ecologische transitie en eco-innovatie in management, in de kantorensector. Het Europese programma Milieubewuste Kantoren (European Green Office) werd door 21 Solutions en Group One, in samenwerking met het Europese project ResilieNtWEB en BECI, opgestart om hulp te verlenen aan privé- en overheidsorganisaties die ‘groener’ willen functioneren. Bedoeling is om kantoorverantwoordelijken op te leiden tot een milieuvriendelijk beheer van de werkomgeving.
Afterwork in het Métropole hotel
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
54
ICT Job Day, op 22 november in Thurn & Taxis
Leden trefpunt Deze rubriek staat ter beschikking van onze leden. Als u uw activiteiten wil bekendmaken, stuur dan een bericht van een vijftiental regels naar
[email protected] (onder voorbehoud van de beschikbare ruimte).
Simplisso vereenvoudigt webmarketing voor kleine en middelgrote organisaties
Simplisso heeft zijn naam niet gestolen, want Simplisso pleit voor een eenvoudige aanpak van online marketing. David Seffer en Guillaume Baude verbaasden er zich over dat veel zelfstandigen en KMO’s nog twijfelden of ze zich wel aan online marketing zouden wagen. In België gebruiken 8 op de 10 surfers het internet dagelijks en 7 op de 10 zijn aanwezig op sociale netwerken. Online marketing is dus onvermijdelijk geworden. Online
actief zijn is ondertussen meer dan enkel een website hebben. De verschillende componenten van je online activiteiten moeten een geïntegreerd geheel vormen en samenwerken: blog, sociale netwerken en sociale media, email marketing, zoekmachine optimalisatie (SEO),... Voor wie het ontbreekt aan kennis, tijd of budget, stelt Simplisso een pragmatische en progressieve aanpak voor. Ze realiseren uw oplossing of coachen u zodat u het zelf kan. Zo organiseert Simplisso ook introductieseminaries die u helpen het belang van online marketing af te wegen voor uw activiteit. Simplisso wil
een meertalige partner zijn die zijn klanten helpt op een markt waar tweetaligheid de communicatie vaak bemoeilijkt. Simplisso heeft nog verschillende projecten op stapel staan voor diensten die aangepast zijn aan specifieke behoeften van bijvoorbeeld sportclubs, scholen of horeca. Te ontdekken op www.simplisso. be of op de sociale netwerken. Simplisso Aalststraat 7-11 • 1000 Brussel +32 (0)2 502 78 99 • www.simplisso.be
[email protected] [email protected]
de culinaire “place to be” in Brussel voor bedrijven en particulieren. om klanten te bedanken of om de relaties te versterken? Een innovatieve opleiding onder leiding van een gespecialiseerde coach? Mmmmh! stelt verschillende oplossingen voor aan de hand van een modulair aanbod, of op maat, dat voldoet aan de verschillende bedrijfsbehoeften (voor meer informatie Sergio Tosi sh@mmmmh. be of Benjamin De Meulemeester
[email protected]) Mmmmh! is ook een winkel van 500 m² met meer dan 5000 referenties in fijne kruidenierswaren en kookgereedschap,
dit alles onder de expertise en het advies van een deskundig team. Mmmmh! is de leider, sinds 2003, op het gebied van actieve kookworkshops. Meer dan 40 workshops per maand, voor beginners en gevorderden, worden gegeven in speciaal ontworpen en ingerichte ruimtes door professionele en gepassioneerde chefs. Mmmmh Charleroise Steenweg 92 • 1060 Brussel Tel: 20/534 23 40 e-mail:
[email protected] Internet: www.mmmmh.be
De waardering als een onmisbaar instrument ter voorbereiding van elke strategische operatie
Dan adviseren we u om een beroep te doen op een professionele dienstverlener die een onafhankelijke waardering van uw bedrijf kan uitvoeren. Idealiter gebeurt deze grondige evaluatie zo'n 12 tot 24 maanden voor de geplande operatie, zodat u alle mogelijke dimensies van waarde creatie kan identificeren en uw beleid hierop kunt afstemmen. Om de waarde van uw bedrijf te optimaliseren, hebt u immers niet enkel een objectieve waardering nodig maar tevens aanbeve-
lingen omtrent de operationele en boekhoudkundige aspecten; zoals bijvoorbeeld aanbevelingen m.b.t. de verkoop van niet-rendabele activa, het optimaliseren van het werkkapitaal, etc..
zes ervaren financiële adviseurs staat voor u klaar. Profiteer nu van dit unieke kwaliteitsaanbod!
De ervaring leert ons, bij Merodis, dat we de waarde van een bedrijf met 15 tot 20 % kunnen verhogen door onze gegronde analyse en voorbereiding. Een dergelijke waardebepaling zal u ook toestaan om de kwaliteit van onze professionele dienstverlening te beoordelen. Uitzonderlijk biedt Merodis de leden van BECI 25% korting op elke bedrijfswaardering en dit tot 31/12/2013. Een team van
✂
Overweegt U een mogelijke bedrijfsoverdracht, werkt u aan een opvolgingsplan of denkt u eraan een verandering in uw aandeelhouderschap door te voeren?
55 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Mmmmh!, op de Charleroise Steenweg in Sint-Gillis, is in 10 jaar tijd hét uithangbord geworden van culinaire ontspanning. De bedrijfsactiviteiten, de Mmmmh! winkel en de kookworkshops zijn de 3 pilaren van hun activiteit. Mmmmh! voor bedrijven: voorloper in het domein van culinaire animatie, Mmmmh! heeft een unieke expertise en groepsanimatie ontwikkelt op een basis van een epicurisch plezier: een “Team Cooking” onder collega’s? Een opleiding over de geschiedenis van de gastronomie? Een evenement
Agenda
Opleiding
Sociale wetgeving • 30.01.2014 Eenheidsstatuut • 13.02.2014 Discrimination dans la relation de travail: quels risques et quelles solutions pour les employeurs ? *
Management & RH, Personal improvement • 15.01 tot 11.06.2014 New Generation Entrepreneurs – groupes de pairs*
Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
56
• 22.01 tot 24.06.2014 New Generation Entrepreneurs – groupes de pairs*
• 19.02.2014 Cycle Douane & Accises – La valeur en douane * • 19.02.2014 Young Professionals Networking Night • 17.03.2014 Tavola – B2B Event
• 20.02.2014 Comment conclure une CCT d’entreprise et quels pièges éviter ? *
• 19.03.2014 Cycle Douane & Accises – Règles générales interprétatives *
• 21.03.2014 BECI HR Lunch
• 17.04.201 Cycle Douane & Accises – Risques et conflits *
➜ Frédéric Simon +32 2 643 78 17 –
[email protected]
➜B eci’s International Department +32 2 643 78 02 -
[email protected]
Internationaal
Events
• 30.01.2014 Athlète d’entreprise* • 20 tot 22.03.2014 Le B.A.-Ba du management en 48h chrono* • 22.05.2014 90 trucs pratiques pour mieux gérer votre temps*
Handelsrecht
• 20.01.2014 Cycle Douane & Accises – Contrats internationaux *
• Van 26.03 tot 04.07.2014 Opleiding bemiddeling/mediation te Hasselt
• 23.01.2014 Ontbijtmeeting met de Ambassadeur van Luxemburg
Opleidingen op maat
• 23-24.01.2014 Bezoek aan EBRD (European Bank for Reconstruction & Development) in Londen
U vindt de opleiding niet die u zoekt? Contacteer ons! Ons opleidingsaanbod wordt opgesteld in functie van de vragen die u ons stelt. U wilt uw vaardigheden ontwikkelen, uw medewerkers beter laten presteren, de teamgeest in uw onderneming versterken?
➜ Brigitte van der Mensbrugghe +32 2 643 78 30 –
[email protected]
• 28.01.2014 Cycle Douane & Accises – Contrats internationaux * • 28.01.2014 Seminarie Roemenië
• 15.01.2014 Infoavond • 19.01.2014 Seminarie BECI/Gopress • 22.01.2014 Entrepreneurs Night ➜ Beci.be * Enkel in het Frans
toetredingsaanvragen bij beci
VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN BESTUUR
Basware Belgium NV Ninovesteenweg 196 - 9320 Erembodegem Nace: 46510 - Groothandel in computers, randapparatuur en software 63110 - Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten afg.: Pieter Geeraerts
Bip Bip Systems NV Rue de la Haulette 25 1370 Pietrain - Jodoigne Nace: 49390 - Overig personenvervoer te land, n.e.g. 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering afg.: Jean-François Le Roux
Comfort Energy Hasselt NV Slachthuiskaai 28 - 3500 Hasselt Nace: 43222 - Installatie van verwarming, klimaatregeling en ventilatie 46710 - Groothandel in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen en aanverwante producten 47781 - Detailhandel in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen in gespecialiseerde winkels, m.u.v. motorbrandstoffen afg.: Françis Wanten
D&D Art Productions BVBA Drukpersstraat 4 - 1000 Brussel Nace: 90012 - Beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles 90021 - Promotie en organisatie van uitvoerende kunstevenementen 90032 - Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten afg.: Denis Autier
Dodecors BVBA Avenue des Touristes 2 1640 Sint-Genesius-Rode Nace: 71112 - Interieurarchitecten 71113 - Stedebouwkundige en tuin- en landschapsarchitecten afg.: Laurent Zanusso
DSIM BVBA Valkerijlaan 147 - 1170 Brussel Nace: 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 82990 - Overige zakelijke dienstverlening, n.e.g. afg.: Didier De Smedt
Europa Salama VZW Ostendestraat 2 1080 Brussel afg.: Jean Ndayambaje
Exit21 BVBA Van Volxemlaan 264 - 1190 Brussel Nace: 46180 - Handelsbemiddeling gespecialiseerd in andere goederen 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 73110 - Reclamebureaus afg.: Philippe Davister
Gardini Stephania - A Touch of Green Experience NP Minervadreef 6 - 1150 Brussel afg.: Stephania Gardini
Hourani Antoine NP André Ryckmanslaan 23 - 1180 Brussel afg.: Antoine Hourani
Inter Partner Assistance NV Louizalaan 166 - 1050 Brussel Nace: 6511201 - Verzekeringsondernemingen, die zowel levens- al niet-levensverzekeringen afsluiten, maar waar de hoofdactiviteit bestaat uit het afsluiten van levensverzekeringen 66220 - Verzekeringsagenten en -makelaars afg.: Christophe Marius
Kanaftchian Langroudi Hani NP Edith Cavellstraat 175 - 1180 Brussel afg.: Hani Kanaftchian
Le Centenaire Jan Sobieskilaan 84-86 1020 Brussel Nace: 55100 - Hotels en dergelijke accommodatie 56101 - Eetgelegenheden met volledige bediening afg.: Ismail Chami
LR-HR Professional Services NP Bellemstraat 61 - 9880 Aalter Nace: 7021001 Verlenen van advies en praktische hulp aan de bedrijven i.v.m. public relations en communicatie 74300 - Vertalers en tolken 7810001 - Zoeken, selecteren, verwijzen en plaatsen van personeel t.b.v. latere werkgever of werkzoeker: formulering van taakomschrijvingen; op geschiktheid testen van sollicitanten; natrekken van referenties afg.: Laurence Rottesman
Mustango Falls - Savourissima BVBA Louizalaan 65 bus 11 - 1050 Brussel Nace: 7022001 - Verlenen van adviezen en hulp aan het bedrijfsleven en de overheid op het gebied van planning, organisatie, efficiëntie en toezicht, het verschaffen van informatie aan de bedrijfsleiding, enz. 73110 – Reclamebureaus 82300 - Organisatie van congressen en beurzen afg.: Thierry Chonglez
OAK NV Waterloolaan 30 - 1000 Brussel Nace: 47591 - Detailhandel in huismeubilair in gespecialiseerde winkels afg.: Isabelle Reynders
Octa + Energie NV Generaal Baron Empainlaan 21 - 1150 Brussel Nace: 43222 - Installatie van verwarming, klimaatregeling en ventilatie 47781 - Detailhandel in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen in gespecialiseerde winkels, m.u.v. motorbrandstoffen afg.: Xavier Rigo
Pavlos Karyotis NP Persefonis str. 49 - 11854 Athene - Grèce afg.: Pavlos Karyotis
Skemmi BVBA Auguste Rodinlaan 16 - 1050 Brussel Nace: 73110 - Reclamebureaus afg.: Lionel Lawson
Sol-Ex NP Castel Fleurisquare 37 - 1170 Brussel afg.: Céline Roisin
Structura Business Property BVBA Is. Meyskensstraat 222 - 1780 Wemmel Nace: 6831101 - Bemiddeling bij de aankoop, verkoop en verhuur van onroerend goed afg.: Inge Heyvaert
Town Hôtel - Hilton Brussels City NV Karel Rogierplein 20 - 1210 Brussel Nace: 68201 Verhuur en exploitatie van eigen of geleasd residentieel onroerend goed, exclusief sociale woningen afg.: Cécile Potut
Trait - Norrenberg & Somers Architectes NV Schoon Uitzichtlaan 34 - 1180 Brussel Nace: 71111 - Bouwarchitecten afg.: Frank Norrenberg
Wemsy BVBA Rue des Alliés 25 - 1420 Braine-l'Alleud Nace: 1820021 - Reproductie vanaf een origineel van programmatuur en gegevens op schijven, compactdiscs, banden of cassettes 62020 - Computerconsultancy-activiteiten 63110 - Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten afg.: Jean-Louis Leynen
57 Nr.10 - december 2013 - Dyna mi ek
Africa Marketing Agency VZW Adolphe Buyllaan 126 - 1050 Brussel afg.: JeanJacques Njoh Ewane