NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Diemen, gehouden op donderdag 26 november 2009 in het Gemeentehuis te Diemen, bijeengeroepen om 20:00 uur. Aanwezig: (*fractievoorzitters) Voorzitter PVDA
A.E. Koopmanschap
SP VVD Groen Links CDA Leefbaar Diemen Democraten Diemen
F.A.L. Polsbroek, N.C. Portegijs, M.L.A. Sikkens, J.P. Texier, R. Verheuvel* K. Verhofstad, P. Visser Y.N. de Baay, J.A. Jägers R.M. Smit, H.G. Uiterdijk* R.L.A. Budhu Lall R. Herder*, G. Smit-van der Wal M.J. Israël*
Wethouders
R.P. Grondel, A.J.M. Scholten
Notulist Griffier
M. Wierstra H. van Berkum
Afwezig:
M. Haak*, F.J. Mulder, M.G.F. Tokkie, B.H.M. Wielage* en L.W.M. Worm
1a. OPENING EN MEDEDELINGEN VAN DE VOORZITTER De VOORZITTER: Dames en heren. Van harte welkom op deze raadsvergadering. Ik wil, voordat wij de agenda gaan vaststellen, u wat mededelingen doen. Dat zijn mededelingen van afwezigheid. Meneer Mulder, mevrouw Haak, de heer Tokkie en mevrouw Wielage hebben zich afgemeld als raadsleden. De heer Worm vertegenwoordigt het college momenteel bij een jubileumdiner. U zult straks zien hoe dat is opgelost. Dus die zal ook niet aanwezig zijn. 1b. VASTSTELLING AGENDA De VOORZITTER: Ik wil u de agenda voorleggen zoals hij hier voorligt, waarbij ik twee punten onder deel 2 wil aangeven. Dat zijn de hamerstukken. Ik heb begrepen dat GroenLinks een opmerking wil maken bij de actualisatie Afvalstoffenverordening. Een opmerking van technische aard. En GroenLinks wil ook een opmerking maken bij de wijziging Bomenverordening. Dat betekent dat die twee niet als hamerstukken geagendeerd worden. Meneer Visser. De heer VISSER: Ik wil ook een opmerking maken over de actualisatie Afvalstoffenverordening. De VOORZITTER: Mag ik dan constateren dat het eerste verzamelvoorstel begrotingswijzigingen 2009 wel gehamerd is? Dan is dat vast vastgesteld.
1c. VRAGEN VAN PUBLIEK AAN DE RAAD De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar agendapunt c, vragen van het publiek aan de raad. De heer Van Troost heeft zich aangemeld om het woord te voeren. Ga uw gang meneer Van Troost. De heer VAN TROOST: Dank u voorzitter. Geacht college, geachte raad, geachte aanwezigen. Het milieu, een beladen onderwerp en een hot item. VROM. Het is nog maar een klein jaar geleden dat ik mocht bijdragen aan de Structuurvisie Randstad 2040 van het Ministerie van VROM. In de periode voorafgaand kwam er een scala aan innovatieve ontwikkelingen voorbij. Ik geef enkele voorbeelden. Op Schiphol zullen geen vliegtuigen meer landen, maar zij zullen boven de luchthaven hun kostbare goed laten afdalen om vervolgens zwevend naar hun einddoel te gaan. Vervoersmiddel op Rijkswegen zullen hun bestemming vinden middels geavanceerde navigatiesystemen. Rekeningrijden is een kleine voorloper. Vuurwerk. Nog maar 35 dagen en de hel zal weer op aarde te horen en te proeven zijn. Slechts dan alleen boeit vuurwerk, behoudens de ontvanger van Staatsbelastingen. Hij heeft het hele jaar door aandacht voor dit mega vervuilende product. Over 2008 ontving hij ruim 244 miljoen euro dankzij deze volksgekte, want van traditie is geen sprake wanneer we de geschiedenis raadplegen. Vorige week ontving onze nationale spoorvervoerder een boete van ruim 100.000 euro. Een trein met vuurwerk, bestemd voor Italië, had langer dan 3,5 uur op een rangeerterrein stil gestaan, en dat mag niet met onze wet op dat gebied. ARBO en of Rijtijdenwet vergeten we maar even. Duivendrecht. Het was vorige week dat geïnteresseerden uit de mond van professor Lucas Reijnders konden vernemen dat het in onze regio niet gaat om 1 jaar korter leven, maar om 10 jaar. Meten is weten! Wat betreft dit laatste kwam er een bevestiging van dr.Saskia van der Zee, GGD Amsterdam, cluster Medische Milieukunde en een naaste medewerker van Fred Woudenberg. Het permanente, volgens internationale regelgeving werkende, meetnet laat zien dat in deze regio de grenswaarde dagelijks wordt overschreden. Maar Reijnders ging nog verder. Afvangen middels statische elektriciteit maakt de deeltjes, hoe klein ook, zelf geladen. Dit betekent weer dat ze nóg schadelijker zijn voor onze luchtwegen. De Technische Universiteit Delft. Het was tijdens dezelfde bijeenkomst dat doctorandus ingenieur Bob Ursem, wetenschappelijk directeur van de Botanische Tuinen van de TU-Delft, pleitte voor het elektronisch afvangen. Opvallend was ook dat TNO Delft niet op de hoogte is van proeven bij de TU Eindhoven, waarbij fijnstof wordt afgevangen middels kunstgras om vervolgens door regenwater en filtersystemen bestreden te worden. Milieudefensie. Milieuactivist Ivo Stumpe verklaarde in Duivendrecht publiekelijk de oorlog aan de gemeente Almere en riep op de uitbreiding onmiddellijk te stoppen. Ook auto’s moeten uit het straatbeeld verdwijnen. Immers, op iedere parkeerplaats kunnen dan 10 fietsen gestald worden. De nieuwe Coentunnel. Onze nieuwe tweede Coentunnel is in aanleg. De lucht in de buizen zal zuiver zijn. Een afzuiginstallatie zal haar werk doen. Middels een te bouwen hoge schoorsteen zal de vuile lucht, let op, ongezuiverd in een hogere luchtlaag worden geblazen, zo verklaarde de projectleider verbreding autosnelwegen desgevraagd. Het Kabinetsbesluit Wegverbreding ligt eraan ten grondslag. Zo simpel. Een aantal van u liet zich onlangs rondrijden. Een geweldige ondernemer met verkoopzin en een vestiging in Diemen. Zijn project in Utrecht ligt overigens even stil. Die gemeente zou voor hem 300 oplaadpunten aanleggen voor 2012, maar heeft in haar actieplan aangegeven hiertoe slechts de intentie te hebben. De BAM. Grootuitvoerder van onder andere infrastructurele werken innoveert, gedwongen door de regels, om mee te blijven dingen in Europese aanbestedingen. En zo ontwikkelden zij een geluid- en milieuscherm. Anders gezegd, een verticale wasemkap die na ongeveer 3 maanden volledig verzadigd is. Maar daar komt nog een oplossing voor, verzekerde deskundigen. Plannen, plannen en nog eens plannen. Meer dan 12 in een dozijn.
Maar consistent op elkaar afstemmen, ho maar. Maar meedenken met elkaar, ho maar. Concurreren is het werkwoord. Hartelijk dank voor de gelegenheid die u mij bood om in te spreken. Mijn woorden in geschrift vervat heb ik inmiddels aan de voorzitter uitgereikt. Ik stel de tekst digitaal beschikbaar, indien gewenst, aan de overige belangstellenden. 26 november. Hier stond een verontrustte burger. Niet zozeer om het milieu, maar om wat er hier en daar over wordt gezegd en geschreven. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Van Troost. Misschien kunt u even blijven staan, dan kijken we of er raadsleden zijn die vragen hebben aan u. Meneer Jägers. De heer JÄGERS: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Hartelijk dank voor het inspreken. Ik heb niet helemaal begrepen wat nu feitelijk de boodschap is richting onze gemeente. Kunt u wat specifieker zijn wat u de gemeente wilt meegeven? Wat kunnen wij doen om wellicht de oplossingen die worden aangedragen wat meer met elkaar in verband te brengen, en daardoor betere maatregelen treffen om tot een beter milieu te komen? De VOORZITTER: Een ogenblik meneer Van Troost. Dan kijken we even of er nog andere raadsleden zijn die het woord willen voeren. Niet. Ga uw gang. De heer VAN TROOST: Het Actieplan luchtkwaliteit Diemen is natuurlijk de onderligger die ik gebruikt heb. Die heb ik uitgekristalliseerd, geanalyseerd. Het blijkt eigenlijk een stuk te zijn waar, als je met de tekstverwerker Diemen vervangt door Culemborg, hetzelfde stuk op je beeldbuis komt te staan. En of het plan nou innovatief is? Ik doe het betwijfelen. Het is een maatregel die je treft, maar of het afdoende is weten we niet. Want we weten nog steeds niet wat er nu precies aan de hand is. De minister zei vandaag dat we voor de energie in 2012 met zijn allen meer gaan betalen. Hij zei, u heeft zulke geweldige plannen met elkaar dat u er eerst meer voor moet betalen, want anders kunnen we niets doen. Dus in die zin wil ik de gemeente meegeven, u heeft straks een actieplan op de agenda staan, in januari heb ik begrepen, en ik vraag me toch in alle wijsheid af of dat niet nog eens een keer heel goed tegen het daglicht moet worden gehouden. Wellicht moet u daar nog eens wat mensen over raadplegen. Wellicht deskundigen. Want ze spreken elkaar tegen. Dat is de boodschap die ik mee wil geven. Ik heb overigens meegedaan aan de meetset. Dat heb ik gedaan met een milieudeskundige, een meetdeskundige van de Amsterdamse brandweer, ter controle of het allemaal goed zou gaan. Ik moet u helaas melden dat net die set spoorloos is. Die is weg. Niet omdat ik er zelf voor betaald heb, dat vind ik niet zo erg. Maar hij is weg. En dan valt het wel een beetje op vind ik. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Van Troost. Wij hebben nog een inspreker, maar die wil ik de gelegenheid geven bij het volgende agendapunt. 1d.
INGEKOMEN STUKKEN AAN DE RAAD EN MEDEDELINGEN VAN HET COLLEGE AAN DE RAAD DE VOORZITTER: Ik wil met u toe naar de afhandeling van de ingekomen stukken. En ik wil u voorstellen om raadsadres 1, 3 en 4 volgens het afhandelingsvoorstel af te laten handelen. Kunt u daarmee akkoord gaan? Meneer Portegijs. De heer PORTEGIJS: Ik wil daar graag een aanvulling op maken. In het stuk van de jeugdzorg staat de zin dat we het nog gaan overleggen. 15 december is de volgende vergadering van de regioraad en daar staat dit op de agenda. In overleg met de heer Grondel had ik gedacht om alle raadsleden die daar tijd voor hebben voor dinsdag 8 december uit te nodigen om 8 uur ’s avonds in zaal b22, om daarover van gedachten te wisselen. Morgen
komen er bij de raadspost nog enkele relevante stukken. Er is geloof ik ook nog portefeuillehouders-overleg geweest. Ik weet niet wat daar gebeurd is. Maar dat zal de heer Grondel op 8 december vertellen, zodat we even met elkaar van gedachten kunnen wisselen over hoe wij denken over de toekomst van de jeugdzorg in het algemeen. En welk standpunt de heer Grondel en ik moeten gaan innemen in de regioraadsvergadering, als dat al noodzakelijk is. Want misschien komt er wel een voorstel waar iedereen van zegt dat we het er twee jaar mee gaan doen. De VOORZITTER: 8 december is er een overleg in b22 over de jeugdzorg. Stukken daarvoor komen morgen mee met de raadspost. Dan zullen we er ook de datum nog even bijzetten, zodat u dat in de agenda kunt zetten. Dat is afspraak nummer één. Mevrouw Herder. Mevrouw HERDER: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag aan het college over de gemeente Barendrecht. De VOORZITTER: Het is een motie van de gemeente Barendrecht aan alle gemeenteraden in Nederland. Zo dus ook aan ons. Het voorstel is om het ter kennisgeving aan te nemen. Mevrouw HERDER: Ik vraag me af waarom u het niet ondersteunt. Wij zullen dat in de toekomst waarschijnlijk ook nodig hebben. De VOORZITTER: Ik moet even kijken of ik de wethouder Wegen, zo mag ik het wel even zeggen, het woord kan geven over deze motie. De heer SCHOLTEN: Ik denk dat het verstandig is om deze motie gewoon ter kennisgeving aan te nemen. De situatie Barendrecht is wel een andere dan hier. U weet ook dat het college gereageerd heeft op voorstellen van Prorail over het goederen-wachtspoor bij Diemen-Zuid en dat we daar nogal wat opmerkingen gemaakt hebben over het groepsrisico. Dat is de optelsom van diverse risico’s die de norm ook overschrijden. Overigens nu ook al. We hebben een aantal opmerkingen gemaakt over de mogelijkheden om het te verminderen. Voor de lange termijn hebben we een voorstel gedaan om het goederenverkeer uit de Rotterdamse haven, wat via Diemen Noord-Nederland en Noord-Duitsland aandoet, anders te routeren, zodat ze helemaal niet meer in Diemen komen. Dus wij zijn er, los van Barendrecht, al een tijd mee bezig. Er is geen aanleiding voor ons om de inzet te verminderen. Mevrouw HERDER: Ik heb nog een opmerking over de ingezonden brief over de BJAA. Ik heb dat stuk gelezen. De VOORZITTER: Mevrouw Herder, het voorstel van de heer Portegijs was, mede naar aanleiding van dit stuk, om te kijken in hoeverre u uw vragen en dergelijke kunt betrekken en kunt meenemen naar de vergadering van 8 december, waar het over jeugdzorg gaat. Daar is dus ook de mogelijkheid om over deze stukken te spreken. Mevrouw HERDER: Daar heeft u gelijk in. En dat zal ik dan doen. Dank u wel. Mevrouw UITERDIJK: Dank u wel. Wij vroegen ons af of wij bij de motie van de gemeente Barendrecht inderdaad ook met risicomanagement te maken hebben en of het zinnig is om te vragen of de VNG hier aandacht aan wil besteden richting Rijk om tot regelgeving te komen. Dank u wel.
De VOORZITTER: Dank u wel mevrouw Uiterdijk. Meneer Scholten, kunt u daarop reageren, of is het goed om daar op een later moment op terug te komen? De heer SCHOLTEN: De VNG is er al mee bezig. In die zin denk ik dat Barendrecht nogmaals onderstreept dat het moet gebeuren. De VOORZITTER: Dank. Dan wil ik met u toe naar raadsadres nummer 2. We hebben daar enige tekst en uitleg bij te doen. Bovendien heeft meneer Minnema aangegeven te willen inspreken. Dat is niet de manier waarop we dat normaal doen. Maar omdat we hier helemaal niet de normale route in gelopen hebben, wil ik u de gelegenheid geven om even het woord te voeren. Even voor uw kennis. Het is zo dat de brief van de heer Minnema c.s. op 16 september is binnengekomen. Daar is niet op een juiste wijze in gehandeld. Vandaar dat hij nu pas op de agenda staat. Dat had veel eerder gemoeten, zodat ook de heer Minnema en zijn buurtgenoten eerder de gelegenheid hadden kunnen krijgen om in te spreken en u te laten weten wat hun opvatting is. Inmiddels is het zo dat het college aan het werk is geweest en ook een besluit heeft genomen. Dan weten de raadsleden even hoever de stand van zaken is. Meneer Minnema, ga uw gang. De heer MINNEMA: Geachte voorzitter, leden van de gemeenteraad. 16 september jongsleden hebben wij een raadsadres met 192 handtekeningen naar u gestuurd inzake het voornemen van B en W om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan om de bouw van een kinderopvang voor 156 kinderen op het groengebied tussen de studentenflats, met 1000 studenten, aan de Rode Kruislaan tegenover de nummers 84 tot en met 98 mogelijk te maken. Voor de details van onze bezwaren verwijs ik naar het bijgevoegde bezwaarschrift dat in uw bezit is. Gisterochtend ontvingen wij het besluit van B en W om onze bezwaren ongegrond te verklaren. Gisteravond om half 10, ik stond net in mijn tenniskleren om lekker te gaan tennissen, ontvingen wij de brief van de raadsgriffier dat hedenavond ons raadsadres wordt behandeld bij agendapunt ingekomen stukken. U raadt het al, er is geen enkele tijd meer om dit voor te bereiden. Hierdoor is het niet mogelijk om alle belanghebbende tijdig te informeren om hier aanwezig te zijn. Wij wilden echt heel Ruimzicht-Oost mobiliseren en met 500 man komen, want het zit heel erg hoog. Feitelijk komt de behandeling in de raad van ons raadsadres als mosterd na de maaltijd. B en W hebben toch al besloten. Met ons raadsadres wilden wij bereiken dat er een zorgvuldige afweging wordt gemaakt tussen enerzijds kinderopvang en anderzijds een locatie welke hiervoor geschikt is, voordat B en W zouden besluiten. Thans is door B en W een besluit genomen dat alleen gericht is op het commerciële belang van woonstichting De Key, zijnde goedkoop bouwen, in een stuk groen in eigendom bij De Key tussen de studentenflats, van een substantieel grotere kinderopvang dan thans gevestigd aan de Ouddiemerlaan, zonder dat er enige rekening wordt gehouden met de bijna 1000 studenten en de vele omwonenden. Er is, ondanks herhaaldelijk verzoek van ons in de afgelopen 15 maanden, geen enkel aangedragen alternatieve locatie goed onderzocht en alle argumenten tegen de bouw van een kinderdagverblijf op deze locatie zijn tegen beter weten in weersproken. Dit duidt op gemakzucht en onwil en wellicht vermenging van belangen waar de omwonenden de dupe van gaan worden. Mogelijke alternatieve locaties zijn De Sniep. Hier is al een kinderdagverblijf geprojecteerd. Omdat men toch al bezig is met het wijzigen van de bouwplannen vanwege de stagnerende verkopen, is het zeer goed mogelijk om dit kinderdagverblijf groter te maken door het bouwen in meerdere lagen. Dit heeft als voordeel voor de gemeente meer opbrengsten, omdat er dan meer vierkante meter bruto vloeroppervlakte kan worden gerealiseerd tegen een commerciële grondprijs op dezelfde kavelgrootte. Voordeel is ook dat hier mensen komen wonen die vooraf weten wat er gerealiseerd gaat worden. Een tweede alternatief dat we hebben aangedragen, zijn de
voormalige voetbalvelden van SV Diemen naast station Diemen Centrum. Door de 2 spoorbanen is het niet mogelijk om woningbouw te realiseren op deze locatie. Kinderopvang is wel mogelijk. Ook speelt hier het punt van natuurwaarden. Bouwen op de rand van het parkeerterrein van een kinderdagverblijf in combinatie met de uitstekende openbaar vervoerverbindingen en parkeergelegenheid en het ontbreken van directe omwonenden, maakt dit tot een perfecte locatie. Wij verzoeken u om per fractie aan te geven als u instemt met de plannen van B en W om mee te werken aan de realisering van de bouwplannen van De Key, zonder rekening te houden met de belangen van de omwonenden, dan wel aan te geven dat u tegen bent en welke acties u gaat ondernemen, zodat alle burgers in de gemeente Diemen hierover middels de plaatselijke kranten kunnen worden geïnformeerd. Als dit bouwplan doorgaat is er naar onze mening geen plantsoen meer veilig binnen de gemeente Diemen. Graag verzoek wij u om voor de volgende raadsverkiezingen uitsluitsel te geven zodat de kiezers weten waar ze aan toe zijn. Ik dank u wel. De VOORZITTER: Blijft u even staan. Ik kan me voorstellen dat er raadsleden zijn die vragen hebben aan u. Wie hebben er vragen? We hebben aan de ene kant een procedureel deel en aan de andere kant een inhoudelijk deel. De heer Portegijs. De heer PORTEGIJS: Even richting de heer Minnema. U stelt een rechtstreekse vraag aan ons. De vraag is wat ons standpunt is. Daarna zei u dat u dat graag voor 3 maart wilt horen. Wilt u dat nu nog niet horen? De heer MINNEMA: Het liefst wel. De heer PORTEGIJS: Ok, het liefst wel. Wij verheugen ons op de komst van het kinderdagverblijf. En wij vinden het ook niet per definitie bezwarend als dat binnen een bebouwde ruimte geplaatst wordt. Alleen is het zo, u heeft een zienswijze ingediend. Gister hebben we daar, volgens mij alleen via de mail, een reactie van het college op gehad waarom men het toch een goed plan vindt. Onze eerste indruk is dat het college haar plicht doet. Mevrouw DE BAAY: Even ter interruptie. Wij hebben dat bezwaar niet gezien. Wij hebben het niet ontvangen. Dus ik vind het sowieso, maar ook richting de heer Minnema, lastig om hier nu op te reageren. De VOORZITTER: Dan denk ik dat het goed is dat we eerst het procedurele deel doen. Dan kunnen we de wethouder vragen wat de stand van zaken is. En dan kunnen we altijd nog kijken naar de inhoud. Meneer Portegijs. De heer PORTEGIJS: Waarom heb ik het dan wel gelezen? De VOORZITTER: De reactie van het college, dat is wat u zei. De heer PORTEGIJS: Ja, en die heb ik gelezen. Want in de reactie van het college staat dat De Key heeft toegezegd dat het basketbalveldje verplaatst wordt. En ik wil aan het college vragen of dat een harde toezegging is. In de reactie van het college staat dat het autoonderzoek inzake CROW-normen niet helemaal goed is, want het aantal auto’s is wat hoger. Het onderzoek wordt wat aangepast. Ik zou aan het college willen vragen of dit betekent dat er een nieuw onderzoek komt? Ik heb het ergens gelezen. Temeer nu we dit allemaal zeggen en er gezegd wordt dat het allemaal niet kan, lijkt het mij verstandig om deze besluitvorming enige respijt te geven. Dus uitstel naar de volgende vergadering. Ik kijk vooral naar het
college wat betreft die vraag of het kan. Dan kunnen we op ons gemak uw bezwaar en de reactie daarop van het college tot ons nemen. Dan kunnen we aanvullende vragen stellen. U heeft zelf de vraag al gesteld over De Sniep. Dat staat ook in de reactie. Het college zegt dat er al een kinderdagverblijf komt, dus dat kan daar niet. U zegt, maak het daar dan wat groter. Dat is een op zich hele logische vraag die ik ook had. De VOORZITTER: Ik stel voor om te kijken hoe we dit verder doen. Er zijn namelijk ook nog verantwoordelijkheden die gescheiden zijn, dus daar moeten we ook even naar kijken. Ik wil even kijken of er nog andere raadsleden zijn die vragen hebben aan de heer Minnema. Mevrouw Herder. Mevrouw HERDER: Leefbaar Diemen wil reageren op de oproep wat ons standpunt is inzake dit kinderdagverblijf. Ik wil u in de eerste plaats zeggen dat onze reactie niet voortkomt uit de komende verkiezingen. Daar heeft ons werk niets mee te maken. En ik vind het een heel klein beetje chantage. In de eerste plaats, Leefbaar Diemen is altijd tegen de plaatsing van het kinderdagverblijf daar geweest. Wij als Leerbaar Diemen zullen het ook zeker steunen. En wij verzoeken het college dan ook om hier een extra vergadering aan te wijden. U had het over het plaatsen van het kinderdagverblijf bij het station bij de oude voetbalvelden. Ik denk dat die plaats, vanwege milieunormen, te dicht bij het spoor ligt. Dus wat dat betreft ben ik het niet met u eens om daar een kinderdagverblijf te plaatsen. Maar er zijn andere plaatsen. Dus daar steunen wij u in. De heer VERHOFSTAD: Dank u voorzitter. Ten eerste even het standpunt van de SP, dat kan ik u helaas niet zeggen. Ten eerste is onze fractievoorzitter er niet en wij hebben dit stuk ook pas net gehad. Maar wij gaan hier vast op reageren. Maar ik heb wel twee vragen aan u. In uw betoog zegt u dat het ging om 192 handtekeningen. Is dat correct? De heer MINNEMA: Ja. De heer VERHOFSTAD: Ok. In onze stukken zie ik namelijk maar iets van 6 handtekeningen. Oh 9. Dus er zijn veel meer handtekeningen dan wij nu gezien hebben. De heer MINNEMA: Wij hebben het volledige stuk met alle handtekening afgegeven. De heer VERHOFSTAD: Prima, dan weten we dat. Ik hoorde u zeggen dat u gisteravond pas het antwoord van B en W heeft ontvangen. Klopt dat? De heer MINNEMA: Wij hebben gistermiddag het formele besluit ontvangen en gisteravond om half 10 de aankondiging dat dit stuk in deze vergadering behandeld zou worden. Wij hebben de buurt dan ook niet kunnen mobiliseren. De heer VERHOFSTAD: Dank u wel. Dat waren mijn vragen. Mevrouw DE BAAY: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Dank u wel meneer Minnema voor uw betoog. Ook wij willen het nog even op papier ontvangen. Zoals u inmiddels wel heeft vernomen is er nogal wat verwarring over de stand van zaken. Meneer Verhofstad zei net al, u gaf aan dat u gistermiddag pas het besluit van B en W heeft gehoord. Dat betreuren wij. Dat verdient geen schoonheidsprijs. En het doet ook geen recht aan het serieus nemen van het probleem. Voor de volledigheid en de zorgvuldigheid van deze zaak willen wij benadrukken dat wij moeten afwachten totdat we het volledige dossier hebben ontvangen. Er
is verwarring over wat wel en niet verstuurd is. Zodra wij dat allemaal hebben, zullen wij ons er serieus over buigen en dan komen wij met een reactie richting u. Maar in ieder geval dank voor uw inspraak. Mevrouw UITERDIJK: Dank u wel voor uw komst op zo’n korte termijn. Daarmee onderstreept u dat u er een groot belang aan hecht. En daarom moeten wij dat ook doen. Ik kan ook nog niets zeggen vanuit de fractie, omdat we het niet hebben kunnen bespreken. Maar dat hebben de vorige sprekers ook allemaal aangegeven. Mevrouw Herder is al even ingegaan op de locatie bij Spoorzicht. Die is al een keer afgewezen, ook voor andere bouwwerken. De overlast is daar gewoon veel te groot. In lagen bouwen: de huidige plannen voorzien in één laag. Meer lagen kan je niet doen want dat staat de branche niet toe. Hele jonge kinderen kan je niet op een verhogende bouwlaag zetten. U geeft zelf aan dat u ook vreest voor de veiligheid van de kinderen in de huidige locatie. Dat vrees je dan ook als je in de hoogte moet bouwen in andere locaties. Ik wil alleen aangeven dat een goede locatie vinden niet makkelijk is. En daar moeten we het met elkaar over eens zijn. We gaan het met z’n allen nog eens goed bespreken. Daar is onze fractie heel blij mee. Want ook wij vinden dat hoe deze stappen genomen zijn, niet zuiver is. Dat keuren wij ook af. De heer BUDHU LALL: Ook namens het CDA volgt het specifieke fractiestandpunt nog. Daar moeten we nog even overleg over plegen. Als oud-bewoner van het studentencomplex Rode Kruislaan 1221, inmiddels opgeheven, herken ik mij in de zorgen. Mevrouw Polsbroek zat in een andere flat. Dus we woonden niet samen. Er komt veel moois uit de flats en uit de buurt. Ik denk dat het daarom ook van belang is dat u dit aangeeft, en ik ben ook benieuwd hoe die duizend studenten die daar gevestigd zijn daar over denken. Mevrouw De Baay gaf het denk ik heel goed aan. Mijn gevoel op dit moment is dat we onvoldoende goed in de procedure zitten. Dat we niet precies weten waar we staan en welke invloed we nog kunnen hebben. Mevrouw Uiterdijk gaf wel terecht aan, er komt een belangenafweging en wij vinden het van belang uw visie als bewoners zorgvuldig te wegen versus het belang dat Diemen heeft bij kinderopvang. Dus dat moeten we als het aan mij ligt nog eens goed tegen elkaar afwegen. De heer TEXIER: Ter interruptie. Ik vraag me af of de opmerkingen van de raadsleden nog enig hout snijden, omdat het college al een beslissing heeft genomen. Daar wil ik graag eerst uitspraak over hebben. De VOORZITTER: Die gaat u ook krijgen. Maar ik wil wel de heer Minnema even de kans geven om op een aantal van uw punten te reageren. En dan krijgt de wethouder het woord om in ieder geval de huidige stand van zaken aan te geven. Is het handig misschien om dat eerst te doen meneer Scholten? De heer SCHOLTEN: Het is niet zo gebruikelijk, maar de wethouder heeft ook een vraag aan de inspreker. Ergens in het betoog had de heer Minnema het over vermenging van belangen, zonder dat hij dat verder toelichtte. En ik wil die opmerking toch graag nader toegelicht hebben. De VOORZITTER: Meneer Minnema, deze en andere vragen zijn u gesteld. Pak uw kans om daar antwoord op te geven. De heer MINNEMA: De beoogde nieuwbouw bestaat uit twee lagen. Niet alleen uit een begane grond, maar ook uit een eerste verdieping. Ik weet niet wat er op De Sniep gepland is, maar volgens mij kan je meerdere lagen doen. Iedereen wil graag op z’n groentje bouwen,
want dat kost je niets. Ik snap dat er belangen zijn van sociale woningbouw etcetera. Maar ik wil benadrukken dat Catalpa gewoon de huur heeft opgezegd. De Key heeft geen enkele verplichting jegens Catalpa. Het is van groot belang dat je als gemeente zegt dat je kinderopvang wil hebben. Wij zijn ook niet tegen kinderopvang. Er wonen duizend mensen op zo’n klein oppervlak. Als je ook nog het enige stukje groen aan bebouwing geeft, dan vinden wij dat de vermenging zodanig is, dat onze belangen ondergesneeuwd raken. De VOORZITTER: Helder, dank u wel. Ik wil u vragen om even te gaan zitten. Dan ga ik de wethouder de gelegenheid geven om te schetsen waar we staan in dit hele proces en wat er nu gistermorgen bij u op de mat is gevallen. De heer Scholten. De heer SCHOLTEN: Dan ga ik eerst even constateren dat het woord vermenging van belangen gebruikt is, maar ik denk dat meneer Minnema afweging van belangen bedoelt. Ik vind dat belangrijk om te constateren, want vermenging van belangen vind ik een zware term. Wat is er gebeurd? De brief is mij aangeboden, en tegelijkertijd is die ook richting griffie gegaan. De procedure is als volgt. Het college ontvangt een zienswijze, behandelt die en neemt naar aanleiding van de zienswijze opnieuw een besluit. Dat kan hetzelfde besluit zijn en dat kan ook een ander besluit zijn. Dat is hoe we het procedureel afgesproken hebben en het is een bevoegdheid van het college. De bedoeling van de groep was om de zienswijze al veel eerder hier toe te lichten. Dat zou ongeveer tijdens de procedurele behandeling geweest zijn. De argumentatie die gegeven is, heeft de groep mij ook mondeling toegelicht. Hij staat ook voldoende op papier, dus wat dat betreft is die ook meegewogen. Dat kunt u in de reactienota ook zien. Dus we hebben als college de zienswijze gewogen en we hebben een nieuw besluit genomen. Dat kunt u ook lezen. Dat is deze week richting de bewoners gestuurd. Wij hebben de reactienota op de zienswijze tegelijkertijd op de website gezet, omdat we niet alle 196 bewoners de uitgebreide reactienota gestuurd hebben. De wet schrijft voor dat we dat aan de eerste 6 ondertekenaars doen. Dus we hebben het aan de eerste 6 ondertekenaars gestuurd, en aan de mensen die direct tegenover de nieuwbouwplannen wonen op de Rode Kruislaan. De overigen hebben we op de hoogte gesteld van het feit dat we een besluit genomen hebben en we hebben ze verwezen naar de website. Daar kunt u onze notitie lezen. Ik denk dat de heer Portegijs daar zijn wijsheid vandaan heeft. We hebben een afweging gemaakt en in onze reactienota gaan we ook uitgebreid in op de zienswijze. Wij geven aan hoe bij ons de afweging ligt. Ik vind het uitstekend om daar in een later stadium nog eens over te praten en dat u daar vragen over stelt. Maar ik zal u vooraf op schrift geven hoe de procedure hier is. Ik denk dat het wel verstandig is dat u weet hoe we normaal met dit soort besluiten omgaan. Dan kunt u daar in alle wijsheid uw mening over geven. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Scholten. We moeten even kijken, want ik denk dat we een afspraak moeten maken hoe we voort gaan. Er is iets fout gegaan in de communicatie tussen de buurt en de raad wat de zienswijze betreft en dus uw mogelijkheid om daar iets mee te doen. Inmiddels is er een besluit genomen door het college. Uw beïnvloeding op het college heeft niet plaats kunnen vinden. Wel die van bewoners, niet van de raad. Ik denk dat we moeten kijken in hoeverre en op welk moment we terug kunnen komen op dit verhaal. Misschien zijn er nog vragen? Mevrouw De Baay. TWEEDE TERMIJN Mevrouw DE BAAY: Dank u wel voorzitter. Wij trekken niet in twijfel hoe u op het betoog van de heer Minnema reageerde. Maar door een burger wordt ons per fractie om een reactie gevraagd. Wat we er inhoudelijk van vinden en of we het goed of afkeuren. Ik denk dat het
toch belangrijk is om het volledige dossier te hebben. En ik betreur het eigenlijk dat u wel zegt dat we de bewoners op zo’n laat tijdstip hebben geïnformeerd. U heeft niet iedereen willen informeren dus u heeft het op de website gezet. Ook dat is goed. En dan denk ik, het is zo’n belangrijk dossier. U wist dat deze mensen voornemens waren om hier te komen. Had dan even een afschrift richting de raasleden gestuurd. Dan waren we iets beter voorbereid geweest en dan had k hier met een iets fijner gevoel gezeten vandaag. Dank u. De heer SCHOLTEN: Ik wil u er toch op wijzen dat de wethouder de raadsvergadering niet voorbereid. De VOORZITTER: Ik zei u net al, wat mis is gegaan is dat uw beïnvloedingsmoment eerder al had plaatsgevonden. En dat dit nou toevallig vanavond op de agenda staat en dat gister het besluit op de mat is gevallen, dat is een onhandige samenloop van omstandigheden. De heer Budhu Lall. De heer BUDHU LALL: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Ik doe het niet vaak, maar ik laat me toch even van mijn oppositiekant zien. We hebben enkele weken geleden, naar aanleiding van een opmerking van een mevrouw uit Diemen-Noord, de boel stil gezet, geschorst, en er de hele avond over vergaderd. Op dit moment liggen er stukken van een veelvoud van mensen. Ik maak me toch wel ernstig zorgen als we op deze manier met mensen in Diemen communiceren. Meneer Texier vroeg, het college heeft een besluit genomen en wat kunnen wij nog beïnvloeden? Meneer Texier, we zitten ongeveer even lang in de raad en u weet het antwoord op deze vraag zelf ook. Wij als raad beïnvloeden het college, en als het college niet luistert naar wat de raad zegt, dan is daar een aantal middelen voor. Daar is op dit moment helemaal geen sprake van. Maar het gaat er wel om dat dit college ten doel stelt het vertrouwen van de burgers van Diemen te herwinnen in de politiek. Dat is hun missie. We constateren in een aantal gevallen dat de communicatie mank loopt. En dit vind ik een buitengewoon ongelukkig moment. Ik heb er echt dringende behoefte aan om het college hierover te beïnvloeden. Meneer Scholten, u heeft gelijk. Er komt een procedureel stuk waaruit zou blijken wat voor bevoegdheid het college heeft en welke de raad. Het zou best kunnen zijn dat we helemaal geen invloed hebben. Maar dat moeten we toch op zijn minst aan onze mensen in Diemen kunnen uitleggen? We moeten toch kunnen wegen in een vroegtijdig stadium, en niet achter de feiten aanhobbelen? Daar heb ik een ongelooflijk vervelend gevoel over op dit moment. De heer SCHOLTEN: Ik deel dat gevoel. Maar dan nu even de verschillende trajecten. Wat wij krijgen als college is een zienswijze van 192 bewoners. Dat hebben ze mij persoonlijk aangeboden en toegelicht. Daar gaat het college mee aan de slag. In die zienswijze zie ik wel een aankondiging van een raadsadres. Maar die gaat naar de griffie. En dat zijn wel gescheiden wegen. Het college gaat gewoon, zoals in alle procedures, opnieuw kijken naar het besluit en de zienswijze. En we nemen een nieuw besluit. Dat hebben we gedaan. Vervolgens moest het vermenigvuldigd en gedaan worden, en naar de omwonende gestuurd worden. Vorige week maandag heb ik zelf gecheckt of het de deur uit was. Dat was niet zo en iedereen is hard aan het werk gegaan. Dat vind ik wel een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Maar vanuit het traject van het college is dat de normale gang van zaken. Het is dus uiterst ongelukkig dat vanavond de brief geagendeerd staat. Heeft u daar nog invloed op? Ik neem ongetwijfeld aan dat er ook nog een bezwaar komt vanuit de buurt. En wilt u voor die tijd het college spreken, dan kan dat uiteraard. Daar sta ik altijd voor open. Maar ik denk dat u wel de verantwoordelijkheid van het college even moet scheiden. Ik hecht er aan om te zeggen dat wij het zorgvuldig behandeld hebben. Dat zult u ook zien als u kennis
neemt van de stukken. Het tweede traject is de toenmalige aankondiging van het in willen spreken en het raadsadres. Maar dat is wel een ander traject. Daar heeft u uw eigen administratieve afwikkeling voor. Ik ben het met u eens dat het ongelukkig is. Maar het college heeft gedaan want het kon. De VOORZITTER: Ik wil even kijken of er nog andere raadsleden wat te zeggen hebben. Mevrouw HERDER: Dank u voorzitter. Wethouder, ik dacht dat de wethouder de verantwoording nam en het niet afschoof op een ander. Ik denk dat het politiek zo gebeurd. De heer SCHOLTEN: Er wordt een brief aan de griffie gestuurd. Er is een raadsadres aan de griffie. U kunt de wethouder voor veel dingen verantwoordelijk houden. En die neem ik ook altijd. Maar u heeft als raad een eigen administratief apparaat, en dat stuurt de wethouder niet aan. Mevrouw HERDER: En toch dient u uw ambtenaren te beschermen. De VOORZITTER: Mevrouw Herder, ik denk dat het onterecht is dat u hier nu boos over bent. Ik denk dat de heer Scholten exact heeft uitgelegd hoe het proces gegaan is. Wat er in het traject naar de raad niet goed is gegaan, is een administratieve zaak binnen de griffie. De heer BUDHU LALL: Ik wil er toch op reageren. Diemen is een dorp. Daar zijn we zelf erg trots op. Dat betekent dat we ook een kleine organisatie hebben. En dat betekent ook dat we van elkaar politieke antennes vragen en gevoel met de omgeving. Ik vind het niet goed als u zich uitsluitend beroept op hoe het volgens de regels had gemoeten. We spreken elkaar dagelijks. Op het moment dat er dit soort signalen zijn moet u het gevoel hebben, ook wij moeten daar de hand in eigen boezem steken want ook wij moeten deze signalen kunnen oppakken. Als u ze in die omvang krijgt, dan roep ik u echt op om dat niet uitsluitend op het bord van de griffie te laten, maar ons er ook bij te betrekken. De VOORZITTER: Ik stel voor dat we eerst even kijken wat er nog meer voor opmerkingen zijn vanuit de raad. Meneer Israël. De heer ISRAËL: Ik had nog een vraag. Hoe weten de bezwaarschriftindieners dat het antwoord van de gemeente op de website staat? Hoe heeft u hen dat bericht? Ik geef toe dat u niet verantwoordelijk bent voor de raad, maar dit stuk is blijkbaar al veel eerder op de agenda van de raad gekomen. U heeft gehandeld, want het zit in onze agenda. Dat is ons 14 dagen geleden ongeveer toegestuurd. Dus toen was het al bekend dat het behandeld zou worden. Gistermiddag is kennelijk pas het bezwaarschrift naar die mensen gestuurd. De VOORZITTER: Meneer Israël, even de processen scheiden. Het stuk is binnengekomen bij de gemeente en behandeld door de ambtelijke organisatie ten behoeve van voorbereiding op de besluitvorming door het college. Dat is het traject dat de afgelopen week is doorlopen. Een ander traject is de vraag of het adres van de bewoners op onze raadsagenda terecht komt. Dat is anderhalve week geleden gebeurd bij het versturen van deze stukken. Dat zijn in feite gescheiden trajecten. Het had er eerder moeten kunnen staan, zodat u daar ook eerder kennis van had kunnen nemen. Dus het is niet aan de wethouder om vanavond dat stuk toevallig op de agenda te zetten. Het is de griffie die dat op die manier in de stroomlijning van de stukken naar de raad doet.
De heer ISRAËL: Duidelijk. Dan is de griffie verantwoordelijk. Maar waar het om gaat, wie reageert op wie? De zaken lopen sowieso door elkaar in deze. Het is heel moeilijk voor ons om dit op korte termijn uit elkaar te halen. We worden overvallen met dit stuk. Ik kan dan ook onmogelijk een standpunt bepalen op dit moment. Het enige wat mij opvalt is dat we net de affaire met de Kinderkorf hebben gehad, die nog loopt. Het is wel heel benauwend dat het hele dorp telkens op z’n kop staat als we een plek zoeken voor de kinderen. Dat is misschien een teken dat we heel raar met Diemense grond zijn omgegaan. Dat benauwd me wel een beetje. Maar dat de procedures door elkaar gaan lopen begrijp ik ook. En dan vraag ik me af wie op wie reageert. We moeten dan eigenlijk stoppen om dit zo te behandelen, want het is voor ons ook niet helemaal duidelijk. Dan moeten we het op de eerst mogelijke gelegenheid nog een keer doen om de zaken precies op een rij te zetten. Het gaat ook om verantwoordelijkheden. De heer PORTEGIJS: Ik wil toch nog constateren dat de reactie van het college, die ik al op de website gelezen heb, een afgewogen reactie was die mij een aantal vragen gaf. Anderen hebben dat nog niet gelezen. Ik wil gewoon praktisch voorstellen om het over 3 weken nog even een keer de revue te laten passeren. Ook of het wel of niet onze bevoegdheid is. De heer VERHOFSTAD: Meneer Portegijs, daarmee geeft u aan dat het besluit door het college genomen is en dat wij daar verder niet over gaan spreken. De heer PORTEGIJS: Dat is de procedure die wij daarover afgesproken hebben. Ik heb wel eens geroepen dat dualisme een ramp is. Nu wordt het in één keer lastig. Er lopen twee trajecten door elkaar heen. Ik kan u garanderen, 8 jaar geleden had de raad daar geen last van. Mevrouw DE BAAY: Heel kort. Dank meneer Portegijs. Dat is precies wat ik ook wilde zeggen. Ik wilde die nuancering toch even weghalen in het verhaal van de heer Budhu Lall. Wethouder, dank voor het uitleggen van de twee verschillende trajecten. Ik denk dat het ook hele belangrijke informatie is die we moeten hebben om een volledig inzicht te krijgen in het dossier en hoe de procedure is gelopen. Ik wil terug naar mijn eerdere reactie. Ik wil vanavond een constatering doen richting de mensen die hier zijn gekomen en bij monde van de heer Minnema. Het feit dat hier om reacties van fracties gevraagd wordt, vind ik wel een belangrijk punt. Daar wil ik even op reageren. Daar hebben we dus niet voldoende informatie voor. Wat mij betreft krijgen we zo snel mogelijk het volledige dossier. Dan kunnen we in ieder geval met een reactie komen, want dat is toch waar de burgers in Diemen om vragen. Verder wil ik geen enkel oordeel uitspreken over hoe de procedure is gelopen, want dat moeten we eerst met elkaar bekijken. De VOORZITTER: Ik wil eigenlijk proberen om de discussie te sluiten en u voorstellen dat het presidium met spoed een voorstel gaat doen over wanneer dit te behandelen zou zijn. De heer VERHOFSTAD: Ter interruptie. Ik heb net alleen even kunnen interrumperen. Maar ik wilde ook nog even iets zeggen. De VOORZITTER: Excuus. Ik dacht dat u alleen een interruptie had. Ga uw gang. De heer VERHOFSTAD: Dank u. Ik wil de heer Budhu Lall eigenlijk wel een beetje steunen in zijn verhaal. Ik heb nog een vraag aan de wethouder. Welke problemen zijn er om uw beslissing te heroverwegen? Als wij nu zeggen dat het besluit is genomen door het college en we gaan er over 3 weken over praten, wat hebben wij er dan nog over te zeggen? En wat
kunnen de inwoners daar nog mee? Maar ik wil in ieder geval van de wethouder horen of het op een één of andere manier nog heroverwogen kan worden. De heer SCHOLTEN: U kunt het college altijd ter verantwoording roepen voor besluiten die het college genomen heeft. Dat kunt u nu ook en daar zullen wij aan meewerken. Wij hebben keurig gereageerd op de zienswijze van de bewoners. In de zienswijze zat ook een Wobverzoek. Ook daar zijn we uitgebreid op ingegaan. Kunnen we dit besluit terugdraaien? Daar moet ik even naar kijken. Het besluit werkt natuurlijk naar twee kanten. Er is ook een aanvrager. Er komt altijd nog een beroepsprocedure. Op basis van het beroep moet het college opnieuw een besluit nemen. Ik stel voor dat we dat ook in dat traject inpassen. Dus ik stel niet voor om het huidige besluit terug te draaien. Dat kan ook niet. U kunt het college wel ter verantwoording roepen en daarbij ook het vervolg van dingen aansturen. Ik denk dat dit de correcte methode is. En dan wil ik nog een ding tegen meneer Budhu Lall zeggen. Er zijn een hoop bewoners die er op gereageerd hebben. We hebben er vooraf ook al heel zorgvuldig naar gekeken. Ik weet ook wel dat het altijd een dondersgroot probleem is. Maar op het moment dat ik een omgeving ga beïnvloeden door bebouwing of wat dan ook, dan is het altijd een heel lastig besluit waarbij veel belangen afgewogen moeten worden. Dat is niet makkelijk. De VOORZITTER: Ik wil voorstellen dat de leden van het presidium na de vergadering even de koppen bij elkaar steken. Zodanig dat er een datum uitkomt. U krijgt dan morgen in het griffienieuws mee wanneer wij in staat zijn om over dit onderwerp te spreken. Dan gaan wij ook zorgen dat de bewoners uitgenodigd zijn. Dan wil ik dit punt van de ingekomen stukkenlijst afsluiten. De heer ISRAËL: Ik had nog een vraag gesteld waar ik nog geen antwoord op heb gekregen. De VOORZITTER: Welke vraag is dat geweest? De heer ISRAËL: De vraag was hoe de bewoners kunnen weten dat het antwoord op de webpagina staat. De VOORZITTER: Meneer Scholten heeft daar wat over gezegd, maar misschien nog een keer. De heer SCHOLTEN: Wij hebben de indieners allemaal een brief gestuurd. Dus alle 192. Sommigen wat uitgebreider. De opdracht aan de ambtenaren was dat iedereen een brief krijgt. De eerste 6 ondertekenaars krijgen de reactienota, plus de bewoners die er recht tegenover wonen. Dat is de afspraak die ik met de ambtenaren gemaakt heb. En de andere mensen krijgen een brief waarin we verwijzen naar de website. Dat is de opdracht die ik gegeven heb. Ik ga er vanuit dat die ook uitgevoerd is. Maar dat zal ik morgen nagaan. De VOORZITTER: Dan wil ik dit punt afsluiten. 1e. TERUGKOPPELING VANUIT DE REGIO De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar het volgende agendapunt, terugkoppeling vanuit de regio. Dan kijk ik de heer Portegijs aan. Heeft u iets terug te koppelen meneer Portegijs?
De heer PORTEGIJS: Ik wil aankondiging dat wij elkaar 8 december weer zien in het kader van jeugdzorg. De VOORZITTER: Zijn er vanuit de portefeuillehouders nog dingen vanuit de regio terug te koppelen? Niet. Dank u wel. 1f. VRAGEN VAN DE RAAD AAN HET COLLEGE De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar de vragen van de raad aan het college. Ik weet dat Democraten Diemen een vraag heeft. En ik wil de heer Israël de gelegenheid geven om die vraag te stellen. De heer ISRAËL: Ik weet niet of u allen de brief van de heer Fabry heeft ontvangen over het gescheiden vuil op halen in Diemen. Ik heb de brief doorgestuurd naar het college, althans naar de griffie, met het verzoek het bij het college te informeren. Daar is een antwoord op gekomen van de heer Worm. Het antwoord levert bij mij wat verdere vragen op. Wij zijn in zee gegaan met De Meerlanden voor het ophalen van vuil. Er wordt hier nu gezegd dat het vuil niet altijd gescheiden wordt opgehaald, omdat de wagen dan kapot is. Ik dacht dat wij samen zouden gaan werken met een grotere organisatie De Meerlanden. Ik snap dan niet dat er een auto kapot is waardoor wij niet doen wat we aan de burgers zo dringend proberen te verkopen, namelijk het huisvuil te scheiden. Dan vind ik dat er wel heel makkelijk wordt afgestapt van dat principe. Mensen moeten er extra moeite voor doen. Dat vragen we ook van ze. En dan wordt er dus vrij makkelijk overheen gestapt. Ik breng dit verhaal op omdat mensen al vaker hebben geklaagd dat zij er moeite voor doen, maar dat het vervolgens in dezelfde auto wordt gegooid. Dat is een negatieve benadering van wat wij willen. Dat moeten we voorkomen. Dat doe je niet door te vertellen dat hun waarneming niet klopt. Dat vind ik een rare manier om met burgers om te gaan. Als iemand iets waarneemt, moet je ervan uitgaan dat die gelijk heeft. Dus we gaan verder met het gescheiden ophalen, of we stoppen ermee. Daar is ook een aantal redenen voor. Langzamerhand is de milieubelasting van het gescheiden huisvuil zeer hoog. Ik zie die bakken overal staan en auto’s die door Diemen heen en weer crossen om het allemaal op te halen. Uit de berichtgeving van de centrale punten blijkt ook dat ze het veel beter zelf kunnen scheiden, omdat ze er technische voorzieningen voor hebben. Maar als we een deel van het vuilnis gescheiden ophalen en een deel niet, dan wordt de opbrengst te klein om het onderzoek te doen. Dus je hebt gescheiden huisafval, maar je bereikt niet wat je wilt bereiken, omdat de spoeling steeds dunner wordt. Dit zijn een paar opmerkingen die ik heb. Ik begrijp het standpunt van het college ook niet om op deze manier de zaak af te doen. Als je mensen oproept om moeite te doen, dan moet je het ook op een andere manier honoreren. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Israël. Volgens mij heeft mevrouw Herder over hetzelfde onderwerp een vraag. Zou u daarbij aan kunnen sluiten? Mevrouw HERDER: Dank u wel. Meneer Israël heeft exact verwoord wat ik eigenlijk ook wilde zeggen. Ik vraag me af of de heer Fabry persoonlijk antwoord van u gekregen. Zijn brief stond ook in het DiemerNieuws. Ik heb hem vorige week, toen deze brief kwam, geïnformeerd dat ik een vraag aan het college zou stellen. De heer Israël heeft dat ook gedaan. We hebben dat onafhankelijk van elkaar besloten. Mijn vraag aan het college is of de indiener van deze brief antwoord heeft gekregen. De VOORZITTER: Dank. Ik geef het woord aan de heer Grondel.
De heer GRONDEL: Dank. Als waarnemend wethouder afval, maar ook vanuit de portefeuille milieu, ben ik ook zeer geïnteresseerd. Om met het laatste te beginnen. De heer Fabry heeft geen brief aan het college gestuurd maar alleen aan de raadsleden. Dat was maandag. Maandagavond begonnen de eerste mails van raadsleden binnen te stromen. Er zijn ook raadsleden die mails naar het college sturen met de vraag hoe het zit. Dat is prima. Het lijkt me een goede suggestie om te zeggen, meneer Fabry, u heeft geen brief aan ons geschreven maar het mailadres heeft me wel bereikt en ik hoop dat u er geen bezwaar tegen heeft dat we daar gebruik van maken. Want we weten verder niets, we hebben geen adres. We hebben alleen deze mail. Dit is een serieus punt. Zo lang als ik hier ben, wakkert er ongeveer om het half jaar een verhaal op dat het allemaal onzin is en dat mensen zeggen, ik heb zelf gezien dat het in dezelfde auto gaat. Als mensen die vraag aan ons stellen vertellen we dat er een scheidingswand in de auto zit, en dat de bakken dus links en rechts geleegd worden. Dan zeggen we ook, kom maar eens kijken naar de scheiding. En dan zie je hoeveel GFT er in zit. Meestal helpt dat. Maar het komt wel iedere keer terug. Het broodje aapverhaal dat het bij de vuilnishoop weer bij elkaar gegooid wordt is overigens in heel Nederland. Ik begrijp eigenlijk niet wat mensen denken van de rationaliteit van zo’n systeem. Want waarom zou je het eerst gescheiden ophalen? Maar mensen vinden het blijkbaar logisch dat de overheid zijn best doet om de boel te belazeren. Dat is overigens wel iets om je zorgen over te maken, dat mensen dat geloven. Ik heb ook tegen collega Worm gezegd, volgens mij moeten we in Diemen Info een goed stukje zetten om het uit te leggen. Maar dat is een algemene opmerking. De kern van het verhaal is dat het systeem aan zijn eind is. Dat weten we nu, want we hebben hier een debat gehad over hoe we het afvalsysteem gaan veranderen. En we zijn gestopt met het systeem van de duobakken, omdat het systeem aan zijn eind is. We zijn ongeveer de laatste in Nederland die met die duobakken werken, en de wagens zijn er kennelijk gewoon niet meer. Eerst konden er nog een of twee wagen rijden. Maar als die stuk zijn, zijn er geen anderen. Dat komt ook omdat wij met elkaar besloten hebben om naar het nieuwe systeem te gaan. En dat is al hard aan de gang. Tot mijn positieve verrassing is het aantal mensen dat in het nieuwe systeem vraagt om een sleutel vrij groot. Gelukkig is het draagvlak nog steeds aanwezig. Ik hoop ook dat ze het gaan gebruiken, maar dat wordt het nieuwe systeem. Dus kort op al uw vragen, ik ben het heel erg eens met het feit dat je je zorgen moet maken over het dunne vertrouwen in hoe we dit soort dingen doen en de noodzaak om daar opnieuw positieve signalen over te geven. We kunnen daarbij onder andere de boodschap meegeven dat het scheiden van GFT de afvalstoffenheffing lager maakt. Dit is los van het milieubelang. Ten tweede is de oorzaak echt dat de wagen weer eens stuk was. Het klopt ook precies met wat er in de brief staat. Hij zegt, vandaag niet. En dat klopt, want toen was de wagen stuk. Ik stel voor, als u het goed vindt, dat wij de heer Fabry, antwoorden mede namens u via het mailadres dat bij mij terecht gekomen is. De heer ISRAËL: Ik heb het antwoord wat de heer Worm al gestuurd heeft aan de heer Fabry gemaild. De heer GRONDEL: Ok, dank daarvoor. De VOORZITTER: Mevrouw Uiterdijk. Het is helemaal niet gebruikelijk, maar we hebben een korte avond, tenminste, een korte agenda. Ik nam aan dat het over dit onderwerp gaat? Mevrouw UITERDIJK: Ja zeker. Ik had het anders meegenomen in de rondvraag, dus nu is het sneller. Er is ook een e-mail langsgekomen van mevrouw Pakiasina aan wethouder Worm. Ik had het wel netjes gevonden als die beantwoord was cc. raadsleden. Dat is niet gebeurd. Ik hoorde net dat u het conceptantwoord hebt doorgemaild aan de heer Fabry. Ik vind dat niet
echt netjes dat u dat gedaan heeft. Want dat had ook een antwoord van het college en de raad kunnen zijn. En een echt antwoord, want u gaat er terecht op in dat het geen goed antwoord is. Dat ben ik met u eens. Ik had graag gezien dat er een beter antwoord naar de heer Fabry was gegaan. Tenslotte heb ik ook bericht gekregen dat de containers, dus de dummies voor het GFT, ook soms een paar weken lang niet geleegd worden. Dus misschien zou de vervanger van wethouder Worm naar de Meerlanden een signaal kunnen afgeven, dat als zij willen dat de mensen enthousiast blijven lopen met hun vuil, het dan ook behoorlijk afgehandeld moet worden. De VOORZITTER: Dan nog even de heer Israël. De heer ISRAËL: Ja ik wil toch wel antwoord geven aan mevrouw Uiterdijk. Ik begrijp niet wat er op tegen is. Alles wat de raad doet is openbaar. Ook de antwoorden die wij krijgen. Ik heb hem gemaild dat ik voor hem op onderzoek zou gaan. Dit is het antwoord wat ik heb gekregen. En dit is volgens mij de snelste manier om dit te doen. Misschien dat het college een excuses wil maken dat het niet gebeurd terwijl hij wel al die moeite doet. Dat zou misschien iets zijn. Mevrouw UITERDIJK: Het ging er mij om dat u ook al aangaf dat er een beter antwoord moet komen, omdat dit maar een half antwoord is. De heer ISRAËL: Het antwoord riep vragen bij mij op, en die vragen heb ik nu gesteld. De VOORZITTER: Ik kijk nog even of de wethouder, behalve dat hij een antwoord gaat maken voor de heer Fabry, ook nog in kan gaan op het punt van mevrouw Uiterdijk van de andere twee indieners. Ik weet niet of dat bij ons allemaal al bekend is geworden? Meneer Grondel. De heer GRONDEL: Die andere melding zegt mij niets, maar dat kan natuurlijk omdat het niet tot mij gericht was. Ik weet even niet waarvoor ik excuses moet aanbieden aan de heer Fabry. De heer ISRAËL: Hij kan er niets aan doen dat de wagen kapot gaat. Hij doet al die moeite om het afval te scheiden en dan heeft hij alles voor niets gedaan. Daar is hij zeer droevig over. De heer GRONDEL: Ja. Ik denk dat het woord excuses niet op zijn plaats is, want voor iets waar je niets aan kan doen hoef je geen excuses aan te bieden. Het is wel heel erg nodig dat je het draagvlak versterkt. Wij vinden het ook heel erg vervelend en we zijn in de overgangsfase naar een nieuw systeem. De heer ISRAËL: Dan kunt u hem misschien ondersteunen in zijn droevigheid. De heer GRONDEL: Oei, dat is een andere portefeuille. De VOORZITTER: Ik stel voor dat degenen die nog meer raadsadressen hebben zorgen dat die ook bij de leden van het college komen, zodat we kunnen kijken of we een antwoord kunnen geven. Dat ten aanzien van de vragen van Leefbaar Diemen en Democraten Diemen. Ik heb begrepen dat de VVD ook vragen heeft. Ik geef mevrouw De Baay het woord.
Mevrouw De BAAY: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Wellicht heeft u het allemaal gezien. Ik lees hem gewoon even voor. Geachte raadsleden en college. De VVD-fractie hebben klachten bereikt over het overbezet zijn van het parkeerterrein bij zwembad c.q. sportcentrum Duran. Gebleken is dat dagelijks legio mensen hun auto op het parkeerterrein van het zwembad Duran parkeren, en daarna naar de halte van lijn 9 lopen om vervolgens naar Amsterdam te gaan. Het sportcentrum beschikt over 72 parkeerplaatsen, waarvan er twee voor invaliden zijn. Geconstateerd wordt dat op tijden dat zowel het restaurant, de sauna als het sportcentrum nog gesloten zijn, het parkeerterrein toch al voor tweederde bezet is. Op het moment dat het restaurant, de sauna en het sportcentrum opengaan, is er voor de bezoekers van een van deze drie gelegenheden nauwelijks meer parkeergelegenheid. Daarnaast blijkt dat diverse busondernemingen op gezette tijden ook het parkeerterrein bij het sportcentrum als opstapplaats gebruiken, met als gevolg dat auto’s van mensen die uitstapjes met deze busondernemingen maken de gehele dag op het parkeerterrein geparkeerd staan. Dat kan volgens ons niet de bedoeling zijn. De VVD-fractie is van mening dat in ieder geval het gebruik van het parkeerterrein door de busondernemingen zo spoedig mogelijk een halt moet worden toegeroepen. Daarnaast hebben wij ook begrepen dat deze parkeerproblematiek bij het parkeerterrein bij het sportcentrum Duran al diverse keren bij de wethouder is aangekaard. Wij verzoeken de betreffende wethouder dan ook om een terugkoppeling te ontvangen, van wat er uit de gemeente gedaan is of wordt om hierop in te springen, en ons opheldering te geven over deze kwestie. Want dit is toch wel een serieus probleem. Dank u wel. De heer SCHOLTEN: Het is inderdaad een serieuze kwestie. De ruimte bij het zwembad staat regelmatig helemaal vol. Dat klopt. Dat was vorig jaar, twee jaar terug, 3 jaar terug, ook al zo. We hebben afgelopen zomer een telling gehouden in het kader van de uitbreiding van de blauwe zone. Er is ook naar het terrein gekeken. Hij scoorde nog onvoldoende slecht om voor een blauwe zone in aanmerking te komen, maar wel zodanig slecht dat we hebben afgesproken om op korte termijn nog een keer te kijken. Dat is onlangs gebeurd. We hebben toen uitgebreid gekeken. Dat betekent dat we ook alle kentekens nagetrokken hebben. Toen bleek dat inderdaad, afhankelijk van het tijdstip, 70% á 80% van buiten Diemen kwam. Dat is overigens niet altijd slecht, want ik moet u ook zeggen dat er een heleboel mensen van buiten Diemen met hun kinderen aan komen rijden om daar zwemles te hebben en dan weer weggaan. Inmiddels is de bezettingsgraad heel hoog. Dat betekent dat we daar op korte termijn maatregelen gaan nemen. Het betekent dat het terrein een 4-uurszone wordt, evenals bij de sporthal. De ambtenaren hebben mij geadviseerd om twee besluiten te nemen. Een besluit voor op korte termijn, en dan wordt het tijdelijk een blauwe zone. Dan hebben we 3 á 4 maanden de tijd om een definitief besluit te nemen, zodat het definitief een blauwe zone wordt. Ik ga er morgen nog even over praten. Die tellingen die zijn uitgevoerd zijn van zo’n 3 weken terug. Even terugkomende op de bus. Er staan wel vaker bussen daar. Wat is het probleem van de bus? Als ze dagtochtjes organiseren, komen sommige mensen met de auto en die blijven dan staan. Als het een 4-uurszone wordt, kan dat niet meer gebeuren. Maar soms komen er ook bussen die mensen voor het zwembad afleveren en dan blijven staan. Bijvoorbeeld met sportwedstrijden. Die willen wij niet verbieden. Soms komt er ook een bus voor het Wapen van Diemen. Ook dat willen wij niet verbieden. Maar de grootste last die je hebt van bussen, is van bussen die dagtochten organiseren en dat de mensen die meegaan de auto’s laten staan. Dat pakken we hopelijk weg met die 4-uurs blauwe zone. Dat zal binnenkort uitgevoerd worden. Maar ik had er nog wat vragen over, maar die zullen morgen besproken worden. De heer ISRAËL: Ik had nog een vraag naar aanleiding van dit verhaal. Er is ons een parkeernota toegezegd. Wanneer komt die?
De heer SCHOLTEN: We hebben daar meerdere keren met u over gecommuniceerd. Maar uw geheugen is net zo goed als die van mij, want ik weet het ook niet precies. Maar het is ergens volgend jaar. We gaan binnenkort met u uitgebreid filosoferen over componenten van die parkeernota. De VOORZITTER: Dank. 2. HAMERSTUKKEN De VOORZITTER: Ik wil met u toe naar agendapunt 2. Laat ik maar zeggen 2a, de Actualisatie afvalstoffenverordening 2009. Mevrouw Uiterdijk geef ik het woord over dit punt. Mevrouw UITERDIJK: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Ik wil alleen opmerken dat de opmerkingen van GroenLinks over de Afvalstoffenverordeningen zijn opgenomen in het verslag dat u heeft gekregen. Het is een kort verslag. Daarin is ook opgenomen het antwoord van de wethouder, die zegt dat het formeeltechnisch moet worden vastgesteld. Vervolgens neemt het college een uitvoeringsbesluit waarbij de echte discussie begint. Hij heeft toen de indruk gewekt dat het inderdaad ter discussie zou komen. Hij heeft mij echter na de vergadering mondeling gezegd dat het een kleine vergissing is geweest en dat het een collegebesluit wordt en dat het dan alleen nog ter kennisname naar de raad kan komen. Daar wil ik even de raad van op de hoogte stellen. Dank u wel. De heer VISSER: Ik heb ook nog wel een puntje. Het gaat over het inzamelen van GFT. In het nieuwe systeem krijgen de mensen van de laagbouw te horen dat ze zo’n 50 meter moeten lopen om een zakje te deponeren in de GFT-container. Ik hoorde ook links en recht dat het niet goed gaat en dat het gewoon bij het restafval komt. Laten we het nou eens omdraaien. Laten we het GFT naast de deuren zetten, en dat de mensen voor het restafval moeten lopen. Kijken of dat werkt. In de notitie staat er wel wat over, maar zo wordt het niet genoemd. ‘Bepaalde percelen of delen van de gemeente nabij kan het GFT bij elk perceel worden ingezameld.’ Maar dat zou bij de laagbouw moeten zijn. De heer GRONDEL: Ten aanzien van het eerste punt. Voorzover ik weet heeft mijn collega bij de mondelinge informatie ook gezegd dat het ter bespreking aan de raad aangeboden wordt en niet alleen ter informatie. Dat is niet het punt dat als de raad zegt, we hebben in meerderheid gedacht dat u het anders moet regelen, dat het college het hoofd buigt en het doet. Materieel blijft het hetzelfde. We hebben de bevoegdheid maar het wordt wel ter bespreking aangeboden. Dan het punt van de SP. Dat is gewoon een heropening van de discussie die u zelf beslecht heeft. Ik wil er op wijzen dat al die mensen met het andere zakje van een andere kleur moeten lopen. Dus het is ongeveer hetzelfde. De heer VISSER: Een andere kleur maar een groter formaat. De heer GRONDEL: Het is makkelijker om met het GFT-zakje te lopen. De heer VISSER: Ja, maar het is voor de mensen misschien een stimulans om het wel te doen als de GFT-bak om te hoek staat. De heer GRONDEL: We kunnen het er nu uren over hebben. U heeft besloten.
De VOORZITTER: Tot zover over dit punt. Dank u wel. Dan gaan we naar 2c Wijziging bomenverordening 2009. Ik heb begrepen dat mevrouw Uiterdijk ook daarover het woord wil voeren. Mevrouw UITERDIJK: Heel kort. Ik had in de informatieve vergadering gevraagd of artikel 3 gesplitst kon worden. Dat wil ik dan nu wel verder uitleggen. Het gaat over het beschadigen van een boom. Dat is iets wat je naar mijn mening overkomt, niet wat je gepland hebt. Het staat zo verstopt in artikel 3, wat gaat over het aanvragen van een vergunning. En dat staat er opeens iets over beschadiging. Dus ik heb in al mijn simpelheid gemeend dat het leesbaarder en begrijpelijker wordt als je dat even uit elkaar trekt naar een apart artikeltje. Het is een gebeurtenis die achteraf gemeld wordt, omdat de kans bestaat dat de boom alsnog het loodje legt. Ik had de indruk dat de wethouder dat gewoon meenam. Van de griffier kreeg ik te horen dat we de besluitvorming dan maar even uitstellen. Dat is allemaal prima in orde. Ik had ook tussentijds een beargumenteerde reactie kunnen krijgen dat ik me geen zorgen hoef te maken en dat het prima te lezen is. Maar ik kreeg helemaal geen reactie en trof dezelfde verordening aan in de huidige bundel. Toen heb ik gemaild, en daar heb ik een reactie op gekregen dat je het op een bepaalde manier kan lezen. Ik hoef de uitleg niet. Maar het gaat me erom dat je dit soort taal en uitleg krijgt omdat het niet makkelijk leest. Maar ik ben nu ook door de bomen het bos kwijt, dus als er nu gezegd wordt dat de verordening wel zo kan, dan leg ik me erbij neer. Maar ik wil wel aantekenen dat je je als vrijwillig klussend raadslid niet echt helemaal lekker behandeld voelt. De VOORZITTER: Zijn er nog anderen die hierover iets willen zeggen? De heer Grondel. De heer GRONDEL: Er is duidelijk een miscommunicatie geweest of er wel of niet zou worden gewijzigd. Is het wel een beetje helder voor u, ondanks dat u door de bomen het bos niet meer ziet? Het is zinnig om het in één artikel te lezen, omdat het gaat over het feit dat een beschadiging aan een boom direct kan leiden tot noodzakelijke kap. Ik denk dat het echt puur voor de fijnproevers is, om dat uit elkaar te trekken. Het doet geen enkele schade als je het bij elkaar houdt. Er ligt nu een voorstel om u tegemoet te komen om artikel 3 niet meer aanvraag vergunning maar aanvraag vergunning en verklaring boombeschadiging te noemen. En als de raad instemt, wijzigen we de verordening met die tekst. De VOORZITTER: Waar we nog eens unaniem applaus voor kunnen krijgen. Dank u wel. Dan is dit denk ik ook met elkaar besloten. Applaus 3. RONDVRAAG EN AFSLUITING De VOORZITTER: Dan gaan we verder met de rondvraag. Mevrouw Uiterdijk. Mevrouw UITERDIJK: Ik las in het Eerste verzamelvoorstel begrotingswijzigingen over de metrobrug. Er is een onderzoek gaande en hij wordt misschien vervangen. Ik weet uit eigen ondervinding dat je dat stuk als fietser graag zou willen nemen, maar je moet je fiets erover heen tillen. Ik zou eigenlijk de vraag willen stellen hoe het met het onderzoek om de brug te vervangen loopt. Als daar ideeën over zijn, kan er voor de fietsers een betere overgang komen? De VOORZITTER: Kan de heer Scholten daar antwoord op geven?
De heer SCHOLTEN: Naar mijn weten is dat onderzoek nog niet afgerond. Hij is indertijd wel aangelegd als loopbrug. Ik weet uit mijn hoofd niet hoe het met de aanliggende fietspaden zit. Dus ik wil dat wel meenemen. En of de mogelijkheid er is, weet ik echt niet. Een fietsbrug vergt veel meer ruimte, omdat je een stijgingspercentage moet hebben wat ook fietsbaar is. Even uit mijn hoofd hebben wij daar de ruimte niet voor. Maar ik laat er nog even naar kijken. Als u een goot wil waar de banden in kunnen, dan vind ik dat een simpele oplossing en daar kunnen we sowieso naar kijken. Maar ook daar gelden bepaalde eisen aan de hellingshoek. De VOORZITTER: Dank. Verder niemand? Dank u wel en wel thuis. De voorzitter sluit de vergadering om 21.30 uur. Aldus vastgesteld in de openbare besluitvormende vergadering van donderdag 21 januari 2010 , de voorzitter , de griffier