NOTULEN van de openbare en besluitvormende vergadering van de raad der gemeente Diemen, gehouden op donderdag 18 december 2008 in het Gemeentehuis te Diemen, bijeengeroepen om 20.00 uur. Aanwezig: (*fractievoorzitters) Voorzitter PVDA
A.E. Koopmanschap, burgemeester
SP VVD Groen Links CDA Leefbaar Diemen Democraten Diemen
F.A.L. Polsbroek, N.C. Portegijs, M.L.A. Sikkens, J.P. Texier, R. Verheuvel* M. Haak*, K. Verhofstad, P. Visser Y.N. de Baay, J.A.Jägers, F.J. Mulder, B.H.M. Wielage* R.M. Smit, H.G. Uiterdijk* R.L.A. Budhu Lall, M.G.F. Tokkie* R. Herder*, G. Smit-van der Wal M.J. Israël*
Wethouders
R.P. Grondel, A.J.M. Scholten en L.W.M. Worm
Notulist Griffier
M. Smis G. Nottelman
Afwezig:
-
1a. OPENING EN MEDEDELINGEN VAN DE VOORZITTER De VOORZITTER: Dames en heren, goedenavond. Van harte welkom. Ik heb geen afmeldingen gehad, maar ik zie wel dat we niet voltallig zijn, dus misschien wordt dat nog zo. Deze laatste raadsvergadering van het jaar 2008 mag nog een gedenkwaardige worden, al was het maar omdat wij hierna nog allerlei dingen te doen hebben en wij daar graag snel aan zouden willen beginnen. Wie weet gaat het ons ook nog lukken. Mag ik met u toe naar de mededelingen en dat is deze (voorzitter houdt een kaars omhoog). U begrijpt dat wij u allen het licht gunnen. Dat licht staat voor u. Deze kaarsjes zijn gemaakt door de AGO Werkvoorziening. Voor onze gasten op de tribune staan er ook kaarsjes. 1b. VASTSTELLING AGENDA De VOORZITTER: Ik wil met u toe naar de vaststelling van de agenda. Kunt u daarmee akkoord gaan? De heer VERHOFSTAD: Dank u voorzitter. Ik zou graag, voordat wij met de onderwerpen beginnen, 1 minuut spreektijd willen hebben over de acties van de snelweg. De VOORZITTER:Ik wil eigenlijk even kijken of de wethouder ook iets wil zeggen over een mogelijke laatste stand van zaken wat betreft de snelwegen. Dan moeten wij er misschien even een apart punt van maken. De heer SCHOLTEN: Ik wil daar best iets over zeggen, maar ik denk dat het goed is dat eerst de raad daarover aan het woord is.
1
De VOORZITTER: Uiteraard, maar dan bundelen wij dat. De heer Verhofstad, wat dacht u ervan als wij het na godsdienstonderwijs als punt 5a doen? Oké, dan doen we de snelwegen als punt 5a. De heer ISRAËL: Mevrouw de voorzitter, ik wilde graag bij het hamerstuk over de toeristenbelasting wat aanmerken. De VOORZITTER: Mag ik dat betitelen als een stemverklaring? De heer ISRAËL: Nou, meer. De VOORZITTER: Meer. Nou dan gaan wij het er gewoon uittrekken om het even te kunnen bespreken. En het gaat over toeristenbelasting? Oké. De heer TOKKIE: Ik wil mij allereerst aansluiten bij het verzoek van de heer Verhofstad. De oplossing die u voorstelt lijkt mij zeer elegant. Wat betreft de hamerstukken zou ik een korte stemverklaring willen geven bij de evaluatie van de Rekenkamer DOUW, want ik begrijp dat iemand daar nog iets aan toe wilde voegen. Niet? Nou dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel de heer Tokkie. Het wordt dus een stemverklaring bij de evaluatie Rekenkamer. Dan is met deze aanpassingen de agenda vastgesteld. 1c. ACTIELIJST PRESIDIUM 4 DECEMBER 2008 De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar de actielijst van 4 december. Die is voor kennisgeving. Akkoord. 1d. VASTSTELLING NOTULEN 6 NOVEMBER 2008 EN 27 NOVEMBER De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar het vaststellen van de notulen. Die van 6 november zijn zo omvangrijk dat ze nog niet gereed zijn, dus dat wordt volgend jaar. Die van 27 november kunnen wij vaststellen. Daar heeft niemand toevoegingen voor gedaan. Dus ik wil u voorstellen die bij hamerslag vast te stellen. De heer TOKKIE: Mevrouw de voorzitter, volgend jaar is een hele lange tijd. Kunt u een preciezere tijdsindicatie geven? De VOORZITTER: As soon as possible. De heer MULDER: Voorzitter, ik herinner mij nog de woorden van mevrouw Herder die ons opgeroepen heeft om zo min mogelijk Engelse woorden te gebruiken. Mevrouw Herder was nog druk aan het lezen, dus ik doe het misschien ook een beetje namens haar, om u te vragen om zo veel mogelijk in het Nederlands te praten. Mevrouw HERDER: Dank u wel de heer Mulder, het was mij ontgaan. De VOORZITTER: Ik zal mijn best doen de heer Mulder, want ik begrijp dat het aan mij gericht was. Wenst u ook nog vertaling? Nee toch. 1e. VRAGEN VAN PUBLIEK AAN DE RAAD De VOORZITTER: Mag ik met u toe naar punt e, vragen van het publiek. Die zijn niet aangemeld, dus die zullen er niet zijn.
2
1f.
INGEKOMEN STUKKEN AAN DE RAAD EN MEDEDELINGEN VAN HET COLLEGE AAN DE RAAD De VOORZITTER: Er zijn geen ingekomen stukken. Mag ik even vragen of er opmerkingen, meldingen of mededelingen zijn vanuit het College aan de raad, anders dan daar zijn uit de regio? Niet. 1g. TERUGKOPPELING VANUIT DE REGIO De heer PORTEGIJS: De heer Portegijs moet zich wat dat betreft even verontschuldigen, omdat hij afgelopen dinsdag niet aanwezig was op deze regioraadsvergadering. De heer Worm was daar wel aanwezig. Er zijn drie moties ingediend over de aanbesteding openbaar vervoer. Hiervan zijn er twee aangenomen. Er moet een commissie komen om het te begeleiden en de tweede motie die aangenomen is weet ik niet. De belangrijkste motie is afgewezen. Dat was namelijk een motie om het voorstel helemaal te veranderen. Dat heb ik uitsluitend gelezen in het besluitenlijstje. De heer WORM: Het was inderdaad het belangrijkste agendapunt en daar hebben we ook bij verre na het langst over gesproken. Het ging over de concessieverleningsstrategie Amsterdam. Het Dagelijks Bestuur heeft gekozen voor een inbesteding waarbij het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf Amsterdam (GVB) als eerste de kans krijgt om in te schrijven. Dat heet: als zij voor de helft van het volgend jaar aan een aantal criteria voldoet die het Dagelijks Bestuur gesteld heeft. Dat is in de eerste plaats kwaliteit. Daar is een aantal criteria voor opgenomen. Ten tweede de marktconformiteit waar een aantal criteria voor opgenomen is. Daar moeten zij aan voldoen. Het is feitelijk een spoorwegboekje om te komen tot inbesteding. Voldoen zij daaraan dan mogen zij een prijs op tafel leggen, nadat de nota van uitgangspunten is vastgesteld. Vervolgens wordt er gekeken of dat dan voldoet aan de criteria zoals het Dagelijks Bestuur die gesteld heeft. Voldoen zij daar niet aan, dan is er voldoende tijd over om over te gaan tot een openbare aanbesteding, omdat in 2012 de concessie wordt verleend. Er zijn inderdaad drie moties ingediend. De eerste motie was van de VVD om dit spoorboekje niet te volgen en alles over boord te zetten en vervolgens meteen over te gaan tot openbare aanbesteding. Het Dagelijks Bestuur inclusief, mevrouw Wielage, de drie VVD’ers hebben die motie ontraden. Die motie haalde het niet. We zitten in de Stadsregio nog steeds in het monistisch systeem. Wij maken deel uit als Dagelijks Bestuur van de fractie dus wij stemmen ook gewoon mee. De derde motie was wat verwarrend in relatie tot de tweede, maar in ieder geval komen beiden erop neer dat er een rol wordt weggelegd voor de Stadsregio waarin een aantal mensen van de Stadsregio over de schouder van de portefeuillehouders meekijkt, om te kijken wat er precies gebeurt en hoe dat gebeurt, om in ieder geval enige voeling te houden met de hele gang van zaken. Het is toch een politiek dossier, dat zal helder zijn. Vooralsnog is de strategie van het DB gevolgd gebleven. Hier komt dus nog een tweede hoofdstuk aan. Voor wat betreft andere zaken was er niet zo vreselijk veel nieuws onder de zon. Er was een werkplan voor het jaar 2009. Dat wordt ieder jaar in de laatste regioraad aan de orde gesteld. Daar worden per portefeuille alle plannen die voor 2009 op stapel staan in het zonnetje gezet. En voor het overige was het, behoudens die concessieverlening, een lange avond. Ik kreeg het verzoek van de heer Verhofstad om tijdens de terugkoppeling uit de regio nog even wat te zeggen over zijn vraag van de vorige keer, namelijk over het feit dat Diemen niet genoemd werd in het rijtje van subsidieontvangers voor het fijnstof. Ik heb daar mijn licht over opgestoken. Het is een heel ingewikkeld verhaal, maar ik zal het zo simpel mogelijk proberen te vertellen. Het is zo dat Diemen geen project heeft ingeleverd. Dan kan zij ook geen subsidie krijgen. Maar het is zo dat vanuit het Rijk er €2.5 miljoen subsidie verleend is aan de Stadsregio om maatregelen te nemen in het kader van de bestrijding van fijnstof. In de eerste plaats was het zo dat de subsidie voorwaarden vrij vaag waren gedefinieerd. In de
3
tweede plaats was het zo dat in de vergadering waarin dat besproken is, er verteld is dat van het bedrag het overgrote deel besteed zou worden aan het subsidiëren van roetfilters voor het openbaar vervoer. Achteraf is gebleken dat er niet zoveel geld naar de roetfilters is gegaan als dat men vooraf had gedacht. Er is nog wat geld over en daarom worden dus deze projecten, die nu door verschillende gemeenten zijn ingediend, gesubsidieerd. Nu is het zo dat je zelfstandige wegen moet hebben waar je die projecten op uit kunt voeren. En onze fijnstof situatie is voor het overgrote deel snelweg gerelateerd en die komen ten laste van een andere pot. Die komen daar niet voor in aanmerking. Op de tweede plaats is het zo dat wij op dit moment werken aan een luchtkwaliteitsplan. Daaruit komen wellicht projecten naar voren. Dan zouden wij eventueel in een volgende fase wel in aanmerkingen kunnen komen voor een subsidie. Dat is een beetje het figuur waarin het zit. Wij hadden en wij hebben op dit moment nog geen projecten die voor die subsidieregeling in aanmerking komen. Dat is het verhaal. De heer VISSER: Een gerelateerde meting langs de snelwegen, zou dat onder die subsidieregeling kunnen vallen? De heer WORM: Waar het om gaat, is dat het projecten moeten zijn die niet aan de snelweg gerelateerde fijnstof vastzitten. Die pot zit bij Rijkswaterstaat. En die zit dus niet bij de Stadsregio. Het is een ander chapiter, laat ik het zo zeggen. Mevrouw UITERDIJK: Dank u wel. Ik zou nog even aan de wethouder willen vragen, wat in dit verhaal de status van de Gooiseweg is. Het is een drukke weg. Het is maar een klein stukje van Diemen, maar is er samen met Amsterdam nog iets te doen? De heer WORM: Dat zouden wij nog eens kunnen bekijken. Mevrouw POLSBROEK: Het is een reactie op het eerste verhaal van de wethouder. Ik neem aan dat wij de terugkoppeling over de concessieverlening op papier krijgen? De heer WORM: Eerlijk gezegd was ik dat niet van plan. Maar als u geïnteresseerd bent in hoe dat zaakje in elkaar zit, dan wil ik u die 40-45 pagina’s wel sturen. Het staat wel op de site, maar dat is een heel kort stukje. Het is naar onze mening een heel evenwichtig stuk waarin van het GVB het onderste uit de kan gevraagd wordt. Als ze daar niet aan voldoen gaan zij er echt aan. 1h.
OVERZICHT OPENSTAANDE ACTIES EN TOEZEGGINGEN (BIJGEWERKT TOT EN MET 27 NOVEMBER) De VOORZITTER: Pagina 1, programma 0, 1, 2, 3 en 4? Pagina 2, vervolg van programma 4, 5, 6, 7? Pagina 3, vervolg van programma 7, 8 en de onderdelen financiën? Pagina 4? Niemand? Dank u wel. Akkoord. 1i. VRAGEN VAN DE RAAD AAN HET COLLEGE De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar vragen van de raad aan het College. De vraag van de SP is al afgehandeld, dus ik ga naar Democraten Diemen. De heer ISRAËL: Wij hebben twee vragen, maar ik wilde ze graag één voor één stellen, omdat de vragen nogal uit elkaar lopen. De eerste vraag gaat over het winkelcentrum. Eerder hebben anderen hier al vragen over gesteld. Ik ben tijdens ons optreden in het winkelcentrum van verschillende kanten benaderd om weder te constateren dat er een vorm van verloedering plaatsvindt rondom dat winkelcentrum. Nummer één, het voorplein wordt nu als een wilde
4
parkeerplaats gebruikt waar voetgangers niet aan gewend zijn en waar zeer gevaarlijke momenten optreden. Nummer twee, het aantal fietsen. Mensen die opgebeld hebben om hierover te klagen kregen te horen dat het winkelcentrum toch verbouwd wordt. Dat vind ik een zeer ongelukkig argument, want dat maakt mensen machteloos. Het moet toch eenvoudig mogelijk zijn om daar met hekken iets te regelen en extra fietsenrekken te plaatsen zodat niet overal fietsen tegen gevels en bomen geplaatst worden. Maar vooral het argument dat nu gebruikt wordt om mensen het bos in te sturen is iets dat ons erg stoort. De heer SCHOLTEN: Wij hebben zelf al geconstateerd dat er een probleem is. Als u nu gaat kijken zult u zien dat er inmiddels strepen getrokken zijn en paaltjes geplaatst zodat het autoverkeer weer netjes op zijn plek is. Die ergernis deel ik. Voor wat betreft fietsenrekken heb ik, bij diezelfde opname die ik een paar weken terug gedaan heb, afgesproken om bij de Multivlaai ingang een aantal fietsenrekken te plaatsen. Verder hebben wij ook afgesproken, en dat is inmiddels uitgevoerd, een inspectie op de achterkant. Het parkeerterrein lag wel erg schots en scheef. In ieder geval in de situaties waar mensen kunnen struikelen zal het weer netjes recht gelegd worden. Wat betreft de informatie die gegeven wordt aan de telefoon moet ik even nakijken, maar ik ben het ermee eens dat dit niet de meest briljante zinnen zijn om terug te zeggen. De heer ISRAËL: De tweede vraag betreft de Schakel vereniging. Er zijn mij correspondentiestukken ter hand gesteld, met de datum van 1 december. Ik zal voor de raad even vertellen wat de inhoud is. Het gaat om de belangrijke huurverhoging en de afbraak van emolumenten waar de Schakel over beschikt. Die zijn op 1 december verstuurd. Dat zou in moeten gaan per 1 januari. Het is weliswaar één week later herroepen. Het is ook niet door één van de wethouders ondertekend, wat wel merkwaardig is, maar het is zo dat dit soort dingen een gevaar voor de volksgezondheid zijn. Degene die een brief krijgt en de hardwerkende vrijwilligers worden op een dood spoor gezet. Het is niet bevorderlijk voor wat wij zo graag willen, dat er meer vrijwilligers aan het werk gaan. Ik wil niet op het hele stuk ingaan, omdat ik niks te maken heb met de verhouding Gemeente-Schakel en over de interne organisatie ook niet, maar ik wil wel vragen aan de wethouder of hij wel weet wat er dan gebeurt. Het ging hier over een stuk dat in 2007 in het College is behandeld en nu op 1 december plotseling de schrik op het hart jaagt. En dan is het wel geweldig dat de brief is herroepen, maar toch is dat iets wat ik vind dat niet kan gebeuren. Bovendien wijst dat eigenlijk op meer. Voor ons als raadslid is het moeilijk om een greep achter dingen te krijgen, dus dit soort dingen zijn dingen die alle alarmbellen doen rinkelen in mijn geval. Dus het is niet zomaar dat ik hier in het openbaar die vraag stel. De heer GRONDEL: Het lijkt mij een geheel terechte vraag, zeker ook met de toegevoegde achtergrond. Het gaat erom, hoe communiceer je met vrijwilligersorganisaties? Misschien even heel kort voor de raad waar het over gaat. Er is een jaar geleden een nieuw huurbeleid vastgesteld waar bij wij de historische gegroeide gigantische verschillen tussen de grondslagen voor de huren voor onze gesubsidieerde gebouwen hebben glad getrokken. En daarna, waar daar effecten optreden voor de organisatie subsidieverhogingen of verlagingen zijn doorgevoerd, afhankelijk van hoe die huren zijn uitgepakt. De uitkomst van het beleid zou budgettair neutraal zijn voor die instellingen. Daar heeft u kennis van kunnen nemen, het is ter inzage gelegd. Er is verder geen discussie over geweest en het is in de begroting verwerkt. Dat stuk waar het beleid in vastligt is toegezonden en om commentaar gevraagd aan alle betrokken instellingen. Wat je nu ziet is dat wij hard geconfronteerd worden met het feit dat vrijwilligersorganisaties niet de tijd en de power hebben om dit soort dingen echt te kunnen volgen. Zij zijn zich helemaal het lazarus geschrokken toen zijn de brief kregen met
5
de huurverhoging zonder toevoeging. De betrokken ambtenaar heeft ook toegegeven dat dit heel stom was. Hij had er een tekst bij moeten zetten met uitleg. Dit is niet gebeurd en heel stom. Dat wordt ook aan alle kanten erkend. Inmiddels is dit intensief met de betrokkenen doorgesproken en zijn er excuses aangeboden. Ik hoop dat het hart het weer doet. Dit was dus gewoon heel onhandig. Ik denk dat de implicatie waar de heer Israël het over had terecht is. Je merkt dat je als professionele organisatie aan onze kant soms vergeet dat je met vrijwilligersorganisaties soms 3 stappen extra moet doen in de communicatie, omdat dingen gewoon niet opgepakt zijn of niet opgepakt hadden kunnen worden omdat het ingewikkeld is. Of gewoon omdat ze het vergeten zijn, omdat er een wisseling in de organisatie is. Dat is gebeurd en is heel vervelend. Maar de excuses zijn gemaakt. En ik hoop dat daarmee de zaak uit de lucht is. De heer VERHEUVEL: De PvdA heeft uit een bericht in de krant vernomen dat gemeentes een fors hogere vergoeding van het Rijk gaan ontvangen voor boetes die bijvoorbeeld door bijzondere opsporingsambtenaren opgelegd worden. Dit komt omdat het Rijk voor het geven van die vergoeding veel meer geld heeft uitgetrokken. Hadden gemeentes bijvoorbeeld voor een parkeerboete tot nu toe recht op een vergoeding van €7.50,- per boete, wordt dit nu €25,-. Voor een boete in verband met hondenoverlast hadden gemeentes tot nu toe recht op een vergoeding van het Rijk van €15,- per boete en dat wordt nu €40,- per boete. Onze vraag is of het College hier vanaf weet en of de boetes die wij als gemeente opleggen vanaf nu ook gedeclareerd gaan worden bij het Rijk? De VOORZITTER: Ja, het College heeft ook kennis genomen van deze verandering. Ik wil even met u toe naar een onderwerp dat wij net op de toezeggingenlijst hadden. Wij wachten eigenlijk al een tijdje met elkaar op de mogelijkheid van de bestuurlijke boete. Het Rijk heeft daar een nieuw instrument bijgehaald, namelijk de bestuurlijke strafbeschikking en heeft daar onlangs ook uitspraak over gedaan hoe en wanneer dat ingaat. De bestuurlijk boete kan vanaf januari aanstaande ingaan. De bestuurlijke strafbeschikking kan vanaf januari 2010 ingaan, behalve in de 4 grote steden, die mogen ook al in januari aanstaande daarmee aan de slag. Wij zijn hier in huis bezig met het voorbereiden van een stuk om u ook voorstellen te doen hoe om te gaan met de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking. En bij dat stuk zullen wij dus ook de mogelijkheid van het verhogen van de boetes betrekken. Het stuk staat op de agenda voor volgend jaar voor het eerste kwartaal. Dat betekent dus ook dat wij er dan met elkaar over zullen spreken. Dan zult u ook uitgerold krijgen wat het voorstel is om daarmee aan de slag te gaan. Tot nu toe is het zo dat wij momenteel de bestuurlijke boete nog niet uitvoeren, omdat dat ook nog niet kan, maar u krijgt een nieuw voorstel over hoe wij dat gaan aanpakken in het komend jaar. En daar hoort dus die verhoging bij. De heer VERHEUVEL: Één vraag nog. Het is nu al mogelijk om bij het Rijk te declareren. Alleen is het de vraag of de moeite die het kost om te declareren opweegt tegen de vergoeding die u ontvangt. Zou u ook daar nog eens naar willen kijken? Op zich zouden wij er een voorstander van zijn dat ook de huidige boetes, zij het lagere boetes, gedeclareerd worden. De VOORZITTER: Ik weet dat er in het begin van dit jaar naar gekeken is om die declaratie te doen. Ik kan u vertellen dat het toen de conclusie was dat het zo’n circus was dat het de vraag was of het wel lonend was. Maar zeker op het moment dat er ook hogere bedragen aan gekoppeld zijn, en met het voorstel dat eraan komt, komt dat opnieuw in overweging. Als het even kan gaan wij dat natuurlijk doen.
6
2.
VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DIEMEN 2009 ALS GEVOLG VAN DE WMO De heer GRONDEL: Dank. Ik wilde namelijk naar aanleiding van een kort vooroverleg een wijzigingsvoorstel doen. In de informatieve raad hebben wij het al even gehad over één van de voorstellen, namelijk de wijziging brutto-netto voor toetsinkomen. Wij hebben ons daar nog eens in verdiept. Ik was voornemens om u uit te gaan leggen dat het nog steeds een goed voorstel was, maar ik heb met een aantal leden vooraf gesproken en geconstateerd dat er toch nog een aantal haken en ogen aan zit. Wij willen eigenlijk voorstellen om dit wijzigingsvoorstel uit het besluit te tillen en dit over een maand of 2 met een nadere toelichting nog eens goed met elkaar door te akkeren. En dan al dan niet over te gaan tot die wijziging. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik stel voor dat wij even kijken hoe u voorstel valt bij de raadsleden en dan kunnen wij dat gelijk meenemen in de besluitvorming. De heer VERHOFSTAD: Ten eerste wil ik even reageren op wat de wethouder net zei. Wij hadden er ook zelf al vragen over en wij hadden zelf hierover opgeschreven dat als het netto verhaal wel doorgevoerd zou worden wij op een korte termijn een evaluatie zouden willen van wat er dan ontstaat aan mensen die wel of niet die uitkering krijgen. Ik denk dat het goed is om dit hieruit te halen en er even nog goed naar te kijken. Dat was mijn opmerking over het bruto-netto. Tijdens de informatieve vergadering hebben wij een aantal vragen aan de wethouder gesteld. Één van die vragen heeft hij schriftelijk aan ons beantwoord. Die heeft u ook allemaal gekregen. Die vraag gaat over een verhuisvergoeding. In de verordening is opgenomen dat personen met een beperking die voor het eerst zelfstandig gaan wonen geen recht zouden hebben op een verhuiskostenvergoeding. Dat vonden wij toch een beetje wrang. Wij hebben aan de wethouder gevraagd waarom dat is. De wethouder heeft in zijn schriftelijke beantwoording gezegd dat iedereen, ook personen zonder beperkingen, kosten moeten maken als zij voor het eerst zelfstandig gaan wonen. Iedereen die ergens anders gaat wonen maakt kosten, dus ik vind het niet zo’n relevant antwoord. Iedereen maakt verhuiskosten. De heer MULDER: Ter interruptie. De heer Verhofstad, volgens mij spreekt u uzelf tegen. Volgens mij maakt iedereen kosten dus het is ook redelijk dat ook een gehandicapte in dat kader zijn kosten maakt. Wanneer ik ga verhuizen maak ik ook kosten, dus waarom zou een gehandicapte extra gesubsidieerd moeten worden? De wethouder heeft volgens mij uiterst correct geantwoord. De heer VERHOFSTAD: De heer Mulder ik raad u aan om de verordening er beter op na te kijken. De heer MULDER: Heb ik gedaan. De heer VERHOFSTAD: Mensen met een beperking kunnen een voorziening voor verhuisen herinrichting krijgen, behalve die mensen die voor het eerst op zichzelf gaan wonen. Ik gaf dus aan dat het antwoord van de wethouder is dat iedereen kosten moet maken als hij/zij zelfstandig gaat wonen, maar iedereen die nu ergens woont, of die nu wel of niet een beperking heeft, en gaat verhuizen moet ook kosten maken en die zou dan wel die verhuiskosten krijgen. Dat vind ik nu niet echt solidair met elkaar. Wat ik nog meer wil zeggen is dat het raar is, want de WMO is bedoeld om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen. Wat wij hier in deze verordening doen is tegen die groep mensen
7
zeggen, die het sowieso al moeilijk hebben bij verhuizen, want zij hebben een beperking en moeten aanspraak doen op allerlei andere dingen, dat de WMO voor hen niet geldt. Blijft u maar thuis wonen. Wij willen graag dit artikel uit deze verordening hebben en hebben daar een amendement voor. Ik zal hem even kort voorlezen.
AMENDEMENT De Raad der Gemeente Diemen in vergadering bijeen op 18 december 2008, Gelezen in de verordening WMO 2009, overwegende dat: -
de WMO bedoeld is om mensen zelfstandig te kunnen laten wonen dat iemand met een beperking die nog niet zelfstandig woont daar ook recht op heeft. dat die persoon extra ondersteuning nodig heeft bij verhuizen
vraagt het college: -
schrap artikel 4, lid 4.9 uit de deze verordening.
En gaat over tot de orde van de dag. De fractie van de SP De heer MULDER: Dank u. Ik wil eerst de ambtelijke organisatie een compliment geven. De hele herijking van de voorzieningen die net gedaan is, is uiterst correct verlopen. Ik weet wat voor enorme klus dat is. Ik vind dat het uiterst goed gedaan is als je naar het aantal bezwaarschriften kijkt en vooral als je naar het aantal gegronde bezwaarschriften kijkt. Dus in dat kader een compliment vanaf deze stoel. Verder is de VVD blij met het feit dat de wethouder het gewijzigde voorstel gedaan heeft. Wij zien de discussie over een aantal weken cq. maanden met veel plezier tegemoet. Verder houd ik mij even het recht voor om nog een aanvullende reactie te kunnen geven op het amendement dat net ingediend is, want wij hebben nog geen tijd gehad om daar inhoudelijk goed naar te kijken. Het was handiger geweest als het amendement een paar dagen eerder was rondgestuurd. Dat betekent dat wij nu even moeten overleggen. De heer VERHOFSTAD: Ter interruptie. Ik wil de heer Mulder even aangeven dat wij dit amendement pas hebben kunnen schrijven nadat wij de schriftelijke reactie hebben gehad van de wethouder. Dus zoveel tijd hebben wij niet gehad. Mevrouw SIKKENS: De PvdA heeft de WMO scherp in het vizier. Wij vinden het ook heel belangrijk dat het plan voldoet aan kwaliteit, deskundigheid en de bereikbaarheid van de zorg. Het lijkt erop dat dit plan dat gewoon gaat doen. Dus wij zijn tevreden. Dat was de reactie van de PvdA. De heer GRONDEL: De complimenten zijn geland waar ze horen te landen. De vraag waarom geen verhuiskosten voor de bewoners die voor het eerst verhuizen? U bent waarschijnlijk gehandicapt door het feit dat om redenen van kopieerkosten de toelichting niet aan u is toegezonden, maar alleen ter inzage heeft gelegen. Want op pagina 19 van de
8
toelichting staat glashelder waar de verhuiskostenvergoeding voor bedoeld is. Dat is namelijk alleen in die gevallen waarin het voor ons handig is als iemand verhuisd. Om bijvoorbeeld een woning vrij te maken die is aangepast voor een gehandicapte waarvan het achtergebleven gezin na het overlijden van de gehandicapte gevraagd wordt te verhuizen, zodat wij de woning weer kunnen geven aan iemand met een handicap. Of iemand woont in een woning en er komt een aangepaste woning vrij dan vragen wij hem/haar te verhuizen, omdat we anders zijn/haar woning moeten aanpassen. Het is goedkoper voor ons om de persoon dan te laten verhuizen naar de al aangepaste woning. Het is in belang van de kosten voor de gemeente als je dat doet. De enige afwijking daarvan is de eerste verhuizing, want dat doe je nooit voor iemand. Dat is niet alleen gebaseerd op dit artikel, maar het is een algemeen uitgangspunt in de notitie. Er is een algemeen artikel waarin staat dat in alle gevallen waarin iemand, als die geen handicap heeft, in exact dezelfde situatie zou verkeren er geen vergoeding zou worden verstrekt. Het gaat alleen om vergoedingen die een directe relatie hebben met het feit dat iemand gehandicapt is. Het verhuizen vanuit het huis van je ouders naar de eerste zelfstandige woning dat gaat iedereen overkomen. En als er aanpassingen in die woning moeten komen, dan doen wij dat natuurlijk zeker. Het gaat alleen om de verhuiskosten, niet om de aanpassingen. Dus ik denk toch dat het verhaal redelijk sluitend en heel eerlijk is. De VOORZITTER: Dank. Is er behoefte aan een tweede termijn? De heer VERHOFSTAD: Mag ik één minuut de tijd om met mijn fractie te overleggen? De VOORZITTER: Dat kan De voorzitter schorst de vergadering om 20.39 uur tot 20.46 uur. TWEEDE TERMIJN De heer VERHOFSTAD: Dank u. Even ter verduidelijking aan de wethouder: Wij hadden het stuk ook gelezen. Het is niet zo dat wij het niet wisten. Het staat daar los van. Ik begrijp nu wel dat het wat verwarrend is voor de overige raadsleden, omdat zij die tekst niet hebben gehad. Maar waar het ons nu juist om gaat is dat de WMO bedoeld is om mensen zelfstandig te laten wonen. En door dit artikel gaan wij het die, hopelijk paar, mensen met een beperking moeilijk maken om zelfstandig te gaan wonen. Vandaar ons amendement. Wij vinden gewoon dat die paar mensen met een beperking die op zichzelf willen wonen zoveel mogelijk moeten helpen, ook financieel bij de verhuizing. Vandaar het amendement. De VOORZITTER: Oké, helder. Dank u de heer Verhofstad. Even voor de duidelijkheid: De tekst van de toelichting heeft gewoon op internet gestaan en heeft ter inzage gelegen. Die was dus wel degelijk voor u beschikbaar. De heer MULDER: Ja, ik had mij het recht nog even voorbehouden om hierop te reageren. Ik dank de wethouder voor het duidelijke antwoord. De VVD vindt de uitgangspunten één van de fundamenten onder het stuk van de WMO, derhalve zullen wij het amendement niet steunen. De heer VERHOFSTAD: Ter interruptie. Ik zou graag even een toelichting van de heer Mulder willen. Ik begrijp het niet. We willen mensen op zichzelf laten wonen, volgens mij een VVD partij, liberalen willen graag op zichzelf wonen, waarom zouden wij dit nu niet ondersteunen?
9
De heer MULDER: Het is zo fijn te merken dat de SP echt weinig van het liberalisme kent. Dat is op zich een goede constatering. De VVD is niet per definitie voor het zelfstandig wonen, maar vooral voor zelfstandig keuzes maken. Je kunt ook een keuze maken om nog thuis te blijven, zolang je ouders dat ook nog enigszins acceptabel vinden. U vraagt om een toelichting, die kunt u krijgen. Zoals de wethouder dat ook aan geeft, iedereen gaat een eerste keer een verhuizing in. Of je nu gehandicapt bent of niet. Op het ogenblik dat wij gehandicapten gaan helpen om het makkelijker te maken om te gaan verhuizen, dan kunt u de eerste rechtszaken tegemoet zien, want dan komt de vraag op welk beginsel u hanteert dat iemand die niet gehandicapt is geen recht daarop zou hebben? Dan krijgt u het moeilijk. Die moeilijkheden wil ik de organisatie niet op de hals halen en die wil ik in de samenleving niet hebben. Dus dat is mijn toelichting. Mevrouw HERDER: Leefbaar Diemen is het in feite niet eens om een eerste verhuizing van een gehandicapte te subsidiëren. Toen mijn kinderen gingen verhuizen, en die zijn dan niet gehandicapt, hebben de ouders geholpen. Wanneer een gehandicapt kind gaat verhuizen, en dan denk ik bijvoorbeeld aan de Querido, dan zijn daar alle voorzieningen. Het lijkt mij ook onzinnig om jongelui die een beperking hebben te subsidiëren omdat zij gaan verhuizen. Het lijkt mij gewoon niet zinnig de heer Verhofstad. De heer VERHEUVEL: Ik wilde een vraag stellen in de hoop dat het antwoord verhelderend is bij deze discussie. De vraag is: Een kind dat thuis woont en langzamerhand zo gehandicapt raakt dat hij/zij niet meer in dat huis kan blijven wonen en die een aangepaste woning aangeboden krijgt, kan dat kind, wanneer hij/zij naar de aangepaste woning gaat, alsnog aanspraak maken op die verhuisvergoeding? De heer GRONDEL: Het begint met een principe en dan de uitwerking. Het principe, en het is een algemeen paraplu principe dat in alle verordening in Nederland staat, is het begrip algemeen gebruik. Wij geven geen vergoedingen voor zaken die algemeen gebruikelijk zijn. Die niet noodzakelijk zijn, gerelateerd aan die handicap. We geven alleen vergoedingen voor zaken die gerelateerd zijn aan die handicap of de omstandigheden die daaruit voortvloeien. Dat is de kern van die verordening. Ik ben het volstrekt eens met Leefbaar Diemen. Ik heb mijn gehandicapte zwager ook helpen verhuizen. Zo gaat dat. Of je huurt een verhuisbedrijf, dat hoort erbij als je dat zelf niet kan. Het gaat echt om het toekennen van voorzieningen die specifiek op die gehandicapten zijn toegesneden. Eigenlijk is het een raar artikel met die uitzondering. Waarom staat die er eigenlijk in? Het enige wat wij kunnen verzinnen is dat er in het verleden een geval is geweest waarin iemand gezegd heeft dat het artikel niet goed genoeg geformuleerd was. En dat het daarom erin gekomen is, want het is eigenlijk overbodig. Omdat het een algemeen paraplu artikel is. We doen het alleen als die situatie aan de orde is en we doen het, dat wordt uitgelegd in de toelichting, als het in het belang is van het besparen van kosten. De heer VERHOFSTAD: Ik hoor u zeggen dat u het er zelf uit gaat schrappen? U zegt dat het overbodig is, dus waarom doen wij zo moeilijk? De heer GRONDEL: Nee. We weten het niet zeker, dus wel laten het gewoon staan. Maar in essentie is het een nadere toelichting op het algemeen principe. De vraag van de PvdA. U komt in de buurt, maar ik ben even voorzichtig, maar je kunt je een situatie voorstellen waarin het goedkoper voor ons is om een kleine woning aan te passen voor het specifieke kind, dan bij wijze van spreken de zolderkamer bij zijn/haar ouders. Dan zeggen wij dat wij de
10
verhuiskosten gaan betalen. Als het kind zelfstandig gaat wonen en wil dat de woning aangepast wordt, dan passen wij de woning aan, maar dan betalen wij niet de verhuiskosten. Dus alleen als het in ons belang is dat het kind uit huis gaat betalen wij de verhuiskosten, maar als het kind zelf weg wil heeft hij recht op een aanpassing, maar niet op verhuiskosten. De VOORZITTER: Oké, ik denk dat het helder is. Ik wil nog eventjes naar de heer Grondel toe naar aanleiding van zijn opmerking waarmee hij begon, namelijk het bruto-netto verhaal. Dat heeft consequenties voor het artikel. Ik wil de heer Grondel daar nog even het woord over geven. De heer GRONDEL: Wat ik nu feitelijk voorstel is om artikel 1.1.n te schrappen. Het inkomen wordt hier gedefinieerd als netto inkomen. In de oude verordening staat die definitie niet. De uitwerking zit alleen in het besluit waarin de regels worden vastgelegd. Dat besluit gaan wij nog nemen. Dat is mandaat College. Ik stel u nu voor om de uitwerking op dat punt van inkomen met u te bespreken. We kunnen het nu dus oplossen door die definitie te schrappen. We gaan het besluit uitwerken, dat kan in februari bij u zijn, en dan bespreken wij die uitwerking. Dan kunt u uw volle invloed hebben in hoe wij dat invullen. De VOORZITTER: Dat betekent dus dat het stuk dat voorligt, punt 1.1.n op pagina 4, geschrapt wordt. En met het geschrapte is het punt dat nu voorligt. De heer ISRAËL: Ik wilde vraag stellen naar aanleiding van het amendement van de SP. Als iemand op bijstandsniveau leeft en dus gaat verhuizen, kan hij/zij dan wel beroep doen op extra bijstand? De heer GRONDEL: Alleen als dat een situatie zal zijn waarin hij/zij ook in aanmerking zou komen als hij/zij niet gehandicapt is. Dat kan voorkomen hoor ik naast mij. De VOORZITTER: Zijn wij toe aan besluitvorming over dit onderwerp? Dus zonder artikel 1.1.n. Wie zijn er voor het amendement van de SP? De fractie van de SP voor, de anderen tegen. Daarmee is het amendement niet aangenomen. Wie zijn er voor het agendapunt verordening zoals die er geamendeerd ligt? Unaniem. Verordening is vastgesteld. 3. EENMALIGE UITKERING 2008 SOCIALE MINIMA De heer PORTEGIJS: Het kerstgevoel van raadsleden, daar wilde ik uit citeren, maar dat is mij niet gelukt. €50,- voor de minima gaf vier maanden geleden enige politiek rimpeling toen de toenmalige staatssecretaris daar een brief over schreef en een mailtje rondstuurde aan alle PvdA lokale politici met de tekst: ‘dit is de kans om jullie te profileren, pak die met beide handen aan’. Terecht kwam daar vanuit het CDA kritiek op. Het was een kabinetsbesluit om dat te doen en daar moet niet de PvdA staatssecretaris mee weglopen. Gezien de heibel die daarom was ben ik een beetje voorzichtig in wat ik hier allemaal zeg. Maar wij zijn blij dat het College nu met een voorstel komt om het bedrag dat wij gekregen hebben, om dat in maximale maat uit te keren aan de uitkeringsgerechtigden. Maar het College heeft nog wel wat uit te leggen, want het is natuurlijk een beetje een vreemd voorstel. Ik hoop dat de wethouder daar nog een toelichting op kan geven. In het voorstel lezen wij dat rond de 15 de, en dat was afgelopen maandag, €50,- is overgemaakt naar alle uitkeringsgerechtigden in Diemen. We lezen ook in het voorstel dat er deze week, vorige week of drie weken geleden een artikel in de Diemer krant heeft gestaan om de inwoners van Diemen erop te wijzen dat deze regeling bestaat. Nu kan het zo zijn dat ik het gemist heb, maar volgens mij heb ik dat artikeltje nog niet gezien. Dat levert dus twee vragen op. Wat zou er nu gebeuren als wij een
11
ander voorstel aannemen dan dat afgelopen maandag al blijkbaar is uitgevoerd? En als dat artikel nog niet in de Diemer krant gestaan heeft, dan is de termijn die weliswaar door het College is opgerekt tot 1 januari 2009 nog steeds heel erg kort. Weten de Diemenaren wel dat zij een beroep kunnen doen op deze €50,-? Mevrouw HERDER: Mijn vraag is aan de wethouder. Ontvangen degene waar een korting op de uitkering is genomen ook die €50,-? De tweede vraag is of de €50,- apart overgemaakt wordt of wordt het bij de uitkering overgemaakt? De heer MULDER: Wat betreft de heer Portegijs, diezelfde vragen komen ook vanuit de VVD. Het is toch opmerkelijk dat wij een besluit nemen terwijl de uitvoering al klaar is. Nog wel een aantal vraagjes over de doelgroep, want het zijn niet alleen uitkeringsgerechtigden, maar het is iedereen tot 120% van het minimumloon. Het is even interessant om te kijken hoeveel mensen wij dit keer wel bereiken met al die communicatiemiddelen. We zien graag de evaluatie tegemoet. Verder zou ik de wethouder willen vragen om voor iedereen die in de schuldhulpverlening zit die €50,- niet toe te kennen. Om de simpele reden dat wij dan dat geld direct aan de schuldeisers moeten verstrekken, zo zijn de regels namelijk in Nederland. Dat kunnen wij niet anders regelen. Mevrouw HERDER: Ter interruptie, daar protesteer ik tegen. De heer MULDER: Dus u wilt de €50,- niet aan de burgers geven, maar u wilt het gelijk aan de Nuon betalen, want dat is namelijk de feitelijke uitwerking van de wetgeving die wij in Nederland met elkaar vastgesteld hebben. Met andere woorden wethouder, alsjeblieft, niet de €50,- toekennen aan iedereen die in de schuldhulpverlening zit, want dat geld kunnen wij beter besteden voor de minima. Andere zaken. De VVD blijft toch een beetje moeite houden met dit soort cadeautjes voor de mensen. Het is echt een soort politiek dingetje. De heer VERHOFSTAD: Ter interruptie. De heer Mulder, ik vind het een beetje aantijgend dat u het hier over cadeautjes heeft. De heer MULDER: Hoe had u het willen noemen? De heer VERHOFSTAD: Ik mag gelijk aan mijn termijn beginnen? Prima. Nou de heer Mulder, het zijn voor deze mensen zeker geen cadeautjes. Deze mensen hebben het hard nodig. Zij zouden eigenlijk nog veel meer geld moeten hebben. De heer MULDER: Ter interruptie. Heb ik ook maar 1 seconde gezegd dat deze mensen het niet nodig zouden hebben? De heer VERHOFSTAD: Ik versta onder cadeautjes iets anders. Ons kabinet is gelukkig van mening dat mensen met een laag inkomen het extra moeilijk hebben in Nederland. Dit compenseren zij door de groep met een inkomen van 120% van het sociaal minimum in december een eenmalige uitkering van €50,- te verstrekken. We weten dat die al verstrekt is. Natuurlijk zal de fractie van de SP voor dit voorstel stemmen. Echter voorzitter, als Den Haag vindt dat deze groep iets extra’s nodig heeft, waarom passen wij dat dan in Diemen nog steeds niet toe bij de bepaling voor het recht op een uitkering van de langdurigheidstoeslag? De fractie van de SP pleit al een tijd voor het verhogen van de grens voor het recht op deze toeslag naar 130%. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft de raad al een stapje in de richting van 120% gemaakt. Het is tijd om die stap naar 120% nu volledig te maken en deze groep
12
mensen dezelfde rechten te geven op een menswaardig bestaan. Ik zou graag van de fracties willen horen of zij het hiermee eens zijn? De heer TOKKIE: Voordat ik dat besluit neem, want ik ken al die getallen niet uit mij hoofd, zou ik wel een indicatie willen hebben waar wij over praten als wij praten over 120% van het sociaal minimum. Om hoeveel geld gaat het dan precies? De heer VERHOFSTAD: Meneer Tokkie, die vraag hebben wij tijdens de begroting ook aan de wethouder gesteld. Volgens de wethouder zou dat ongeveer €80.000,- kosten. De heer TOKKIE: Nee dat vraag ik niet. Wat is het inkomen van iemand op 120% van het bestaansminimum? De heer VERHOFSTAD: Ik heb die cijfers niet zo uit mijn hoofd paraat. De heer TOKKIE: Ja, maar u heeft het er wel vaak over. Ik had het van u verwacht eigenlijk. De heer SCHOLTEN: Deze discussie sterkt mij in mijn eerste gedachte, die ik ergens half oktober kreeg toen ik die mooie brief uit Den Haag ontving, om het geld terug te sturen. Ze hebben niet gedacht aan de uitvoeringsproblematiek. Ik word geacht dit ook voor half december allemaal netjes voor elkaar te krijgen. Ik heb geen geld gekregen voor de uitvoering en ook niet voor een evaluatie. Mijn eerste neiging was ook om het geld terug te sturen, want ik vind het een Haagse bedoenerij waar ik niet van houd. Maar tegelijkertijd wordt er wel geld ter beschikking gesteld voor mensen die dat best kunnen gebruiken. Maar ik word niet vrolijk van alle regels er omheen. Waarom is het zo laat de heer Portegijs? Dat is heel simpel. Wij zijn rond half oktober van de regeling op de hoogte gesteld en aan de slag gegaan. Het College heeft op 18 november een besluit genomen en heeft dat aan de griffie uitgereikt. Vervolgens is het geagendeerd en helaas vandaag. Maar de discussie in de raad kennen wij, want wij hebben het natuurlijk al eerder over het minimabeleid gehad. Daarom vonden wij het verantwoord om er toch mee aan de slag te gaan, zeker omdat het geld vanuit Den Haag gesubsidieerd wordt. Wordt er apart overgemaakt? Ik heb geen idee. Ik weet ook niet of het iets uit maakt. Ik vind het van belang dat die mensen het bijtijds krijgen. Ik heb gezegd dat de mensen het voor de Kerst moesten hebben. Als u het graag wilt weten kan ik het voor u uitzoeken, maar ik ga er gewoon vanuit dat ze het gedaan hebben. En volgens mij hebben wij daar ook signalen over ontvangen. Zijn alle regels goed toegepast de heer Mulder? U verwijst naar een aantal standaard regels op het gebied van de schuldsanering. Ik heb die vraag niet gesteld, maar ik heb erop vertrouwd dat de ambtenaren de regels ook op een goede manier toepassen. Ik zal daar nog even een keer naar kijken. De heer MULDER: Het is namelijk geen standaard regel. De gemeente heeft voldoende beleidsvrijheid om die keuze zelf te maken. Dat is het mooie van deze regeling. De heer SCHOLTEN: Als u doelt: aan die mensen had u het juist niet moeten storten en u had het bij de gemeente moeten houden en het bij de Nuon had moeten storten? Gegeven de tijd die er allemaal is hebben wij uiteindelijk gekozen voor een uitbetalingsmethodiek met zo min mogelijk uitvoeringskosten, omdat die uitvoeringskosten niet in het bedrag zitten dat wij vanuit Den Haag hebben gekregen. Wij hebben gekozen voor een simpele uitvoering. De toets om het richting Nuon te storten hebben wij dus niet uitgevoerd. De heer MULDER: De Nuon en alle schuldeisers zijn u dankbaar.
13
De heer SCHOLTEN: Ik zou zeggen laat ze de bedankbrieven naar Den Haag sturen. Ik vind dit dus een voorbeeld van onbezonnen regelgeving en betutteling van de gemeentes. Dat geldt natuurlijk ook voor die percentages. Waarom 120%? Dat is omdat ze in Den Haag verzonnen hebben dat het 120% is. Den Haag kan dat wel verzinnen, maar Den Haag geeft de gemeente ook niet het geld om intergraal de bijzondere bijstand naar een hoger percentage op de vijzelen dan wij in Diemen toepassen. Het gemiddelde in Nederland is 113%. De heer ISRAËL: De heer Mulder, die €50,- die naar de Nuon gaat kan ervoor zorgen dat de mensen eerder uit de schulden zijn. De heer MULDER: Meneer Israël, als dat het geval is dan zou ik er ook blij mee zijn, maar ik weet uit ervaring dat dat helaas niet het geval is. De heer ISRAËL: Ik ben blij dat mij die ervaring mankeert. De heer MULDER: Wees blij inderdaad. De heer SCHOLTEN: De heer Mulder suggereerde dit om als toets te gebruiken om te kijken hoe groot de 120% groep is. Ik zou dat niet als toets gebruiken, want we moeten er ook alle vertrouwen in hebben dat mensen er ook op gaan reageren. Even de advertentie zelf. Ik heb het niet gevolgd, maar volgens mij hebben wij een advertentie gezet. In diezelfde brief van 9 oktober verklaart Den Haag dat zij uitgebreid campagne zullen voeren in Nederland om het bij iedereen tussen de oren te krijgen. Wij hebben voor een uitbetalingsmethodiek gekozen waarbij iedereen die wij kennen, om de één of andere reden, vragen de formulieren gewoon op te sturen en de rest moet inderdaad gewoon reageren. Maar ik mag er ook een beetje op vertrouwen dat Den Haag dan die uitgebreide campagne voert. TWEEDE TERMIJN De heer PORTEGIJS: Ik heb ook niet zo veel van de campagne van Den Haag gemerkt. Het heeft wel in de Diemer krant gestaan. Zover zo goed. Nog één opmerking. Op 18 november kwam het in het College. Dan is er blijkbaar ergens iets fout gegaan, omdat nu pas de besluitvorming voorligt. Als er niks is fout gegaan, dan krijg ik de neiging om te zeggen dit is eens maar nooit meer. De heer SCHOLTEN: Mag ik u even wijzen op uw eigen regels, dan kunt u uittellen wanneer het hier behandeld wordt. De heer PORTEGIJS: Het verwijt dat dit eens maar nooit meer is, is niet direct een verwijt in uw richting. De VOORZITTER: De heer Portegijs, ik heb wel de behoefte om hier even op te reageren. 18 november kwam het in het College. De eerst volgende gemeenteraadsvergadering was een week daarna. Dat gaat niet lukken, want dan kunt u het er helemaal niet over hebben. Dit is de eerst volgende besluitvormende vergadering. De heer PORTEGIJS: Ik hoop dus niet nog een keer de komende twee jaar mee te maken dat ik over iets moet stemmen waarvan ik in het voorstel zelf lees dat het al uitgevoerd is. Want nu is het toevallig iets waarvan wij er niet tegen zijn. De SP gaat zelfs voorstemmen in
14
plaats van met een amendement te komen voor 125%. Dat is ons nu onmogelijk gemaakt. En het is niet informatief besproken, zodat we de mening van de raad hebben kunnen peilen. Dit stuk hebben wij nu voor het eerst gezien en daar lezen wij in dat het afgelopen maandag is uitgevoerd. Één keer kan ik dat hebben, dus de komende twee jaar niet meer. De heer MULDER: Een heel klein puntje. Er is een leuke site www.berekenuwrecht.nl waar een link staat naar de €50,- regeling. Ik was oprecht blij, dat mag u gerust weten, dat Diemen op die site niet in het rijtje stond. Dat deed mijn hart sneller bonzen. Er wordt dus via het internet campagne gevoerd. Dat wilde ik alleen even kwijt. De heer VERHOFSTAD: De heer Tokkie had mijn betoog een beetje gewijzigd en dat begrijp ik en hij had volledig gelijk dat ik dat getal niet present had. Maar voordat hij interrumpeerde stelde ik een vraag aan alle raadsfracties over wat zij vinden van mijn betoog. Volgens mij heb ik daar niemand iets over hoorde zeggen. Eigenlijk zou ik graag van u willen weten dat als Den Haag vindt dat de sociale minima €50,- krijgen voor 120% van het sociaal minimum, waarom zouden wij dan voor de langdurigheidstoeslag voor al die mensen die het heel erg moeilijk hebben in Diemen ook niet naar 120% optrekken? Ik zou graag even de reacties willen horen. De heer MULDER: Tegen. Mevrouw UITERDIJK: De heer Verhofstad, dit is een eenmalige actie van het Rijk die zij volgend jaar misschien wel, misschien niet herhalen. Ik denk omdat het een eenmalig incidenteel karakter heeft het percentage op 120% is gezet. De wethouder heeft aangegeven dat hij het ruimhartig mocht toepassen en heeft toegepast. Daar zijn wij allemaal hartstikke tevreden mee. Persoonlijk is het natuurlijk jammer dat wij op deze manier tot deze besluitvorming moeten komen, want ik begrijp ook helemaal niet hoe het juridisch kan dat de raad wordt gevraagd akkoord te gaan met iets waarvan het Rijk vindt dat wij het uit moeten voeren. Als het Rijk iets via de gemeente doet, dan hebben wij het ook maar te doen. Het is ook jammer dat je de ruimte niet hebt om een discussie te voeren of wij er iets bij hadden willen leggen. Ik zou op specifieke punten in onze ondersteuning van de minima graag nog eens een discussie voeren over wat wij doen met de inkomensnorm, maar ik denk dat de plaats en de tijd daarvoor weer bij de volgende begroting is. Dat hebben wij wel in het vizier, dus ik hoop u dan mee te hebben. Dank u wel. De heer TOKKIE: Ik heb heel snel overlegd binnen mijn fractie. Ik vind het in ieder geval bewonderenswaardig wat de heer Verhofstad doet. Hij maakt zich daar zorgen om en dat vinden wij een goede zaak. Ik vind het te makkelijk om nu in 2 minuten te roepen dat wij dit ook willen. Ik wil eerst zien wat de consequenties zijn, over welke doelgroep wij het hebben, wat zijn de kosten, wat is het inkomen waar we over praten etc.? Maar op het moment dat u met een onderbouwd voorstel komt, en daar argumenten en cijfers bij staan en er is een dekking voor de vinden binnen de gemeentelijke begroting, dan zijn wij niet bij voorbaat tegen. De heer PORTEGIJS: Bij de begrotingsbehandeling hebben wij twee amendementen ter sprake gehad. In het ene amendement van ons spraken wij over 115% en hebben wij uiteindelijk gekozen, en dat zeg ik met een slag om de arm, voor een amendement van in bijzondere gevallen doen wij 120%. Wij zien op dit moment geen noodzaak om dat te veranderen, omdat er in Den Haag een amendement is aangenomen. Als er in Den Haag een andere wetgeving komt waarin staat dat 120% de norm is en dat de gemeentes het daarbij
15
behorende geld krijgen dan zullen wij daar natuurlijk een modus voor gaan vinden om dat hier uit te voeren. Maar op dit moment hebben wij nog hetzelfde standpunt als twee maanden geleden. De VOORZITTER: Dank u wel. Tot zover de beraadslagingen over het voorstel zoals het voorligt. Mag ik van u horen wie er voor het voorstel zijn zoals het voorligt? Unaniem. Voorstel aangenomen. 4. PLANNING EN CONTROL CYCLUS 2009 De heer TEXIER: Afgelopen jaar is er altijd een discussie geweest over wanneer de najaarsnota behandeld moest worden en de begrotingen. Het raadsvoorstel dat voorligt en wat achter het voorstel ligt voor de planning en control cyclus maakt daar nu een eind aan, omdat daar wordt voorgesteld op 15 oktober een informatieve vergadering te hebben en op 29 oktober niet zoals voorligt te gaan stemmen over de najaarsnota zodat het nog in behandeling is en besloten wordt voor de begrotingsbehandeling. Daar zijn wij als PvdA zeer verheugd over. De VOORZITTER: Dank u wel. Zijn er nog anderen die hierover nog een opmerking willen maken? Kunnen wij het bij hamerslag vaststellen? Akkoord. De heer ISRAËL: Ik zou aan de griffier willen vragen om die data op te nemen in de agenda. De VOORZITTER: Dat gaat ook gebeuren de heer Israël. 5.
INTREKKEN VAN DE VERORDENING SUBSIDIERING GODSDIENSTONDERWIJS OF LEVENSBESCHOUWELIJKE ONDERWIJS UIT 1986 De heer BUDHU LALL: Het is mooi dat ik uw buurman ben voorzitter, maar ik ben het natuurlijk ook voor de rest van de raad. U had het er in het begin van de avond al over dat het wellicht een gedenkwaardige avond zou worden. Wij van het CDA dachten dat het ging over dit raadsvoorstel waar wij naar 22 jaar in de gemeente Diemen besluiten om de subsidie in te trekken. Juist op dit moment woedt de laatste decennia meer dan ooit het debat over de rol en plaats van religie in de samenleving. Juist op dit moment besluiten wij in de gemeente Diemen om onze handen er vanaf te trekken. Geloof biedt meer dan een kant en klare oplossing. Het is niet meer, maar ook niet minder dan een bron voor velen waaruit telkens kan worden geput. Wat ons betreft kan het onderricht en het onderwijs van godsdienst niet genoeg benadrukt worden. Het CDA constateert dat wij ons hoofd te buigen hebben voor de meerderheid van de raad die besluit om de rol van de gemeente na die 22 jaar uitgespeeld te zijn. De heer ISRAËL: De heer Budhu Lall, wij hebben het besluit al genomen. Het is alleen het gevolg van een eerder besluit in de gemeenteraad, maar het besluit is al een paar jaar terug genomen om de subsidie te laten vervallen. En het gevolg daarvan is dat de verordening vervalt. De heer BUDHU LALL: Juist daarom grijp ik die laatste gelegenheid aan om de laatste keer ons standpunt duidelijk te maken in de geest van het kerstgevoel van de raad. Wij zijn het er in ieder geval niet mee eens. Wij zullen zien wat de toekomst ons brengt op dit vlak. Dank u wel.
16
De heer ISRAËL: Ik moet u toch zeggen dat het kerstgevoel niet van mij is. Het is niet van de raad. Het is uw persoonlijke gevoel, waar is zeker respect voor heb, maar u kunt niet voor mij besluiten of ik een kerstgevoel moet hebben. Ik heb het dus niet. En dat is ook de zaak waar het in feite over gaat. Godsdienstonderwijs en geloof is geen taak van de overheid. De heer VERHEUVEL: De PvdA is van mening dat het geen taak is van onze gemeente om godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijke onderwijs te subsidiëren. Maar tegelijkertijd zijn wij van mening dat dit onderwijs gecontinueerd zou moeten worden in het kader van algemene ontwikkeling. Maar dan via de lumpsum financiering uit de algemene Rijksmiddelen. Ik zou graag dat deze stemverklaring in de notulen van deze vergadering komt. Mevrouw SMIT: Ik moet zeggen dat ik op eigen titel spreek. Ik vind het bijzonder betreurenswaardig dat dit gebeurt. Ik vind dat je zo jong mogelijk moet beginnen om respect voor elkaar te hebben. Ik vind het de basis van inburgering en ik vind het dan ook heel jammer dat dit gebeurt. Mevrouw HAAK:Volgens mij hebben wij destijds ook het CDA gesteund in deze wens en dat zullen wij opnieuw doen. Dus wij stemmen niet voor de verordening. Mevrouw WIELAGE: De VVD fractie sluit zich aan bij de woorden van de heer Verheuvel van de PvdA. De heer GRONDEL: Iedereen heeft gelijk dus dat is mooi. Het besluit is al een jaar geleden genomen door het geld te schrappen. Alleen de verordening waar een beroep op kan worden gedaan voor een regeling die niet meer gedekt was moest nog wel geregeld worden. De inhoudelijke besluitende discussie is reeds gevoerd. Ik denk niet dat het mijn plaats is om het belang van religie in de samenleving te bestrijden. Het kerstgevoel is ook al absoluut niet meer christelijk. De heer VERHEUVEL:Voorzitter, mag ik de wethouder even interrumperen? Het gaat hier niet alleen om religie en godsdienstonderwijs, het gaat hier ook over humanistisch scholingsonderwijs. De heer GRONDEL: Maar ik was ook nog helemaal niet aan het einde van mijn betoog, maar dat geeft niet. Ik zal kort zijn. Ik denk ook niet dat in deze tijd waarin het debat over levensbeschouwing vrij harde kantjes krijgen het belang van aandacht daarvoor in het onderwijs bestreden wordt door dit besluit. Maar ik ben het volledig eens met de PvdA die zegt dat het geen gemeentelijk taak is. Het is een Rijkstaak, en de ironie wil dat in dezelfde week dat het College besloot aan u de verordening voor te leggen het debat in de Kamer werd gevoerd om de financiering hiervan in de lumpsum weer op te gaan nemen. Dat lijkt mij een hele juiste weg. Of het is een taak van de schoolbesturen zelf die binnen hun lumpsum ruimte hebben om dit te doen. En dat was ook denk ik de reden waarom een grote meerderheid van de raad zei, in de schaarse middelen die wij willen hebben en het accent dat wij willen leggen bij inzet van onze middelen als gemeente extra boven op de lumpsum, wij niet kiezen voor dit punt. Maar wel voor, en dat vind ik persoonlijk het hoogtepunt van deze avond, de huisvestingsverordening die u vandaag gaat vaststellen, waarin u heel nadrukkelijk uw wettelijke kerntaak heel duidelijk regelt en uw verantwoordelijkheid neemt voor dat deel van het onderwijs waar u verantwoordelijk voor bent. Daarmee wilde ik mijn betoog afronden.
17
De VOORZITTER: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn? Is er behoefte aan stemming over dit punt? Wie zijn er voor het voorstel zoals het voorligt? De PvdA, mevrouw Herder, Democraten Diemen, GroenLinks en de VVD. De anderen zijn tegen, daarmee is het voorstel aangenomen. 5a. ACTIE SNELWEGVERBREDING De heer VERHOFSTAD: Beste collega raadsleden. De afgelopen drie weken zijn wij eensgezind en vol overgave bezig geweest om onze rol als volksvertegenwoordiger op een wel heel unieke manier invullen aan te geven. Zelfs minister Eurlings was verbaasd en verbijsterd dat een voltallige gemeenteraad zelf en eensgezind actie onderneemt buiten het College om richting Den Haag. Ik kan niet anders zeggen dan dat het mij persoonlijk heel erg heeft geïnspireerd en mij nog meer energie heeft gegeven om verder te gaan met het voeren van acties voor en met onze inwoners om de luchtkwaliteit in ons dorp verbeterd krijgen. Ik weet na deze drie weken zeker dat er niet alleen in de harten van de SP’ers de kracht en wil zit om actie te voeren. Iedereen was vol inzet en ik wil jullie daar zeker voor bedanken. Dat heeft mijn socialistisch hart veel goed gedaan. Maar de actie is nog niet voorbij en laten wij deze opgedane energie gebruiken voor onze verdere acties richting de Provincie en Den Haag, zodat zij zich ook eindelijk eens gaan realiseren dat onze lucht beter kan. Dank jullie wel. De heer TOKKIE: Dank u wel de heer Verhofstad voor uw woorden. Het CDA is mede opgetrokken in de actie. Wij hebben raadsbreed actie gevoerd, hoewel er natuurlijk ook andere overwegingen zijn. Het is een CDA minister die er zit. Maar de filosofie is heel simpel. Wij zijn ingehuurd door de gemeente Diemen en voor de burgers van Diemen en die belangen zullen wij dienen. Ik moet zeggen, omdat wij niet in staat waren erbij te zijn heb ik het uit tweede hand moeten horen, dat wij nogal geschokt waren over de opmerking die het CDA Kamerlid, meneer Koopmans, daar bezigde. Ik heb hem daar woensdag over gebeld. Ik heb net zolang doorgedramd totdat ik hem zelf aan de lijn had. De constatering was dat je een term als gezeik niet kunt gebruiken. Hij zei dat hij dat niet meer wist, maar dat hem dat in ieder geval speet dat hij het woord gebruikt zou hebben. Het is wel zo dat uit het gesprek met hem bleek dat hij van heel andere veronderstellingen uitging dan waar wij vanuit gaan. Hij gaat er echt vanuit dat er een overeenkomst is. En als je een overeenkomst getekend hebt moet je achteraf niet komen zeuren. Ik heb hem gezegd dat ik vond, zeker als hij zo’n opmerking maakt over de inwoners van Diemen, dat hij maar eens in Diemen langs moet komen en tekst en uitleg moet komen geven over waarom hij dat gezegd heeft en welk standpunt hij heeft. Zo kan hij ook kennis nemen van onze standpunten. Die toezegging heb ik. Het tweede punt is dat ik ook gemerkt heb dat in de communicatie hierover er ook bij de raad soms wat onduidelijkheden zijn of er wel of niet een overeenkomst is. Ik denk dat het ook voor toekomstige acties in ieder geval helder moet zijn waar wij het over hebben. Laten wij niet verzanden in communicatiestoornissen. Ik zou het op prijs stellen als er een chronologische opgave kwam van alles wat er rond de snelwegen problematiek gepasseerd is. En dat verzoek doe ik bij deze aan de wethouder. En voorts zou ik, in aansluiting op wat de heer Verhofstad zei, willen aangeven dat ook daar waar afspraken gemaakt zijn ten nadele van Diemen, dat kan op Provinciaal niveau of Stadsregio niveau zijn, wij de verantwoordelijke bestuurders gaan aanspreken. Ik ben zeker bereid om welke ansichtkaart dan ook te sturen, brengen, whatever. Ik hoop dat ik in het nieuwe jaar meer tijd heb, want ik had er graag bij geweest. Dank u wel. Mevrouw DE BAAY: Ik wil toch even daar op inhaken. Ik heb twee punten. Het voordeel van uw Kamerlid was dat hij als eerste zijn betoog mocht houden en hij het gelijk over Diemen had. Wij zaten om 11.00 uur gelijk met Diemen paraat. Ik ben blij dat hij toch
18
enigszins is terug gekomen op zijn woorden alhoewel ik toch heel duidelijk kan herinneren hoe hij zijn betoog begon. Het was inderdaad shockerend en hij heeft inderdaad het woord gezeik in zijn mond genomen. Ik vond het ook bijna kinderachtig dat hij aan het eind van de eerste termijn ook nog eens de kaart demonstratief door ging krassen en aan de minister gaf. Hij wist donders goed dat op de publieke tribune inwoners zaten uit het gebied waar het over ging, dat er raadsleden zaten, dat de wethouders er zaten. Dan vind ik het niet zo heel erg getuigen van groot respect. Punt twee, over de overeenkomst. Volgens mij hebben wij het allemaal op een rijtje en is er helemaal geen overeenkomst. Ik heb net de documentatie nog eens goed gelezen die wethouder Scholten ons toegestuurd heeft. Het gaat om een notulen van een bestuurlijk overleg. Daar staat een handtekening onder, maar in de laatste alinea staat heel duidelijk dat de gemeenteraden uit de betreffende regio hier nog over moeten praten. Dat hebben wij nog niet gedaan. De heer SCHOLTEN: Het is denk ik heel uniek dat een complete raad op deze manier actie voert. Ik vind dat wel goed. Ik zal wel een keer aan die chronologische volgorde gaan werken. Ik zal er heel even iets korts over zeggen. In september of oktober 2006 heeft het vorige kabinet besloten dat de Naardermeervariant niet doorging en dat de stroomlijnvariant gekozen werd. Ook toen heeft het College aan de toenmalige minister Peijs haar ongenoegen geuit op een manier waarop ik binnen twee weken ontboden werd bij de minister om uit te leggen wat dat nu precies betekende. Toen hebben wij ook voor het eerst die overkapping ter sprake gebracht. Zolang speelt dat al. Overigens heeft de minister toen gezegd dat zij dat overkappingsidee door Rijkswaterstaat zou laten toetsen. Daar hebben wij in september 2007 antwoord op gekregen. Zij dachten dat het in strijd was met de tunnelwet. Die overeenkomsten, dat is natuurlijk een lastige discussie. In oktober 2007 is er inderdaad een overeenkomst gesloten met onder andere de Stadsregio, de Provincie, de gemeente Amsterdam, de gemeente Almere, de gemeente Amstelveen. U weet ook dat wij daar toentertijd als College geweldig veel stampij over gemaakt hebben. Wij hadden toen ook net die IJburg discussie. Toen hebben we besloten dat als dat kunstje ons geflikt wordt wij niet over IJburg gaan praten, maar even alles op een rijtje gaan zetten. Dat heeft ook tot dat XTNT rapport geleid. Ik denk dat het Kamerlid van het CDA deels die overeenkomst in zijn hoofd had. Maar ook toen hebben wij al hartgrondig te kennen gegeven, zowel aan de minister als aan de Tweede Kamer als aan de Provincie als aan de Stadsregio, dat wij het met de inhoud van die overeenkomst volstrekt oneens zijn. En dat zijn wij nog steeds, omdat de belangen van Diemen toen helemaal niet meegewogen zijn. De heer TOKKIE: Ter interruptie voorzitter. Betekent dat dat de overeenkomst getekend is door de Stadsregio? Maakten wij op dat moment dan geen deel uit van het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio? De heer SCHOLTEN: Jawel, maar de Stadsregio heeft €25 miljoen bijgedragen in die overeenkomst. Met name als oogmerk om de doorstroming van het openbaar vervoer te verbeteren in de gekozen variant. Wij hebben daar wel degelijk stevige discussies over gehad in de Stadsregio. Uiteindelijk heb ik daar in de vergadering zelf gezegd dat dit eens maar nooit meer is. Overigens heeft de Stadsregio toen heel fair gezegd dat zij voor een groot deel de uitwerking voor de overkapping voor hun rekening en ambtelijke capaciteit zouden nemen. Bij de Provincie lag het wat anders. Ook daar hebben wij geprotesteerd. Daar heb ik overigens toen ook alle fracties aangeschreven. Maar ook die heb uiteindelijk gemeend dat het in een hoger belang was om het te ondertekenen. Het zij zo. De discussie nu heeft u allemaal gevoerd. Er is een bestuurlijk akkoord, maar daar hebben wij volgens mij al eind oktober/begin november over gesproken. Toen heb ik ook gezegd dat naar mijn inschatting,
19
gegeven de financiële beperkingen die de minister ook zelf aanbrengt, wel het beste wat er ongeveer in zit. Ik denk dat wij met de minister niet verder komen. Volgens mij heeft u toen de conclusie getrokken dat u als raad de Tweede Kamer uw ongenoegen zou laten blijken. Dat heeft u denk ik in voldoende mate gedaan. De vraag is natuurlijk hoe wij nu verder gaan. Ik heb het denk ik al eerder gezegd, maar ik denk niet dat het verstandig is dat wij hier die overeenkomst gaan bespreken voordat de Tweede Kamercommissie dat gedaan heeft. Ik stel u voor dat ik die overeenkomst uiteindelijk hier ter bespreking zal nemen, nadat de Tweede Kamercommissie zich daarover gebogen heeft. Ik zal u wel binnenkort de tekst van die overeenkomst, en ik geloof dat die nu definitief is, doen toesturen. Ook met opmerkingen van ons erbij. Ik ga u die overeenkomst sturen en daar hoort uiteraard een aanbeveling van het College bij, maar die aanbeveling ga ik u nog niet sturen. Want ook de definitieve vaststelling van die aanbeveling stellen wij even als College uit totdat wij de definitieve positie van de diverse Tweede Kamer fracties kennen. Ondertussen heb ik afgelopen maandag wel geleerd, hoe spijtig ook, dat die overkapping waarschijnlijk geen Kamermeerderheid kan vinden. Dan is het denk ik het goed recht van iedereen om daar nog verder op te tamboereren. Maar dat betekent tegelijkertijd dat ik binnenkort in een reactie op de antwoorden die de minister gegeven heeft op die 72 vragen, toch de kamerfracties nog wat andere suggesties ga doen. Over hoe zij in ieder geval ten dele tegemoet kunnen komen aan de wens van Diemen. Uiteindelijk is onze wens niet een overkapping, maar een goede regeling en inpassing van het verkeer. Dus er kan ook nog een andere methode. De suggestie heb ik al hier en daar gedaan. Ik ga voorstellen dat er nog serieus overwogen wordt om boven op de maatregelen die er nu al zijn een 80 kilometergrens te onderzoeken. Dat leidt in ieder geval op het gebied van luchtvervuiling tot een behoorlijke verbetering. Het kan nog veel beter, maar dit leidt al tot behoorlijke verbeteringen en ook het lawaai neemt iets af. Ik zal de Kamer ook suggereren om wat verder inhoud te geven aan de zinsnede die de minister in die conceptovereenkomst opgenomen heeft over die schermen. Wij zien het als een innovatieve opgave om die schermen te combineren met de fijnstof bestrijding. Hij trekt er in die overeenkomst alleen geen geld voor uit. Dus ik ga de Tweede Kamer vragen of de minister daar wat extra centen voor kan uittrekken. Diezelfde vraag ga ik ook aan de Provincie en Stadsregio stellen. Het derde punt is het ZOAB, het dubbellaagse asfalt. Dat wordt op een bepaalde manier meegerekend in de geluidsreductie. Wij zijn het niet eens met de wijze waarop dat ingerekend wordt. Overigens is het wel de standaard in Nederland. Daar hebben wij zo lang over lopen zeuren en doen, dat er in de conceptovereenkomst is opgenomen dat de partijen waarborgen afspreken over de werking van het ZOAB Daar ben ik op zich blij mee, alleen volgens onze ambtenaren is dat een mooie toezegging die nooit waargemaakt kan worden. Daar zal ik de Kamer op wijzen met rapporten van de RIVM en van Rijkswaterstaat zelf. Ik zal daar ook een voorziening voor vragen als die waarborgen niet gegeven blijken te kunnen worden. En als allerlaatste zal ik de Kamer ook, en dat is ook een beetje op de emotie die er is, vragen of zij nu al de minister er op willen attenderen dat de spoorweg uitbreidingen er ook komen en dat Diemen bij voorrang betrokken wordt bij de inpassingen van de spoorwegmaatregelen. In die richting zal ik met suggesties komen. Die notitie gaan wij overigens in de kerstvakantie schrijven. Het zal dus of eind december of begin januari de deur uit gaan. Ik zal u daar een afschift van doen toekomen, zodat u ook uw eigen werk richting de kamerfracties kan doen. TWEEDE TERMIJN De heer TOKKIE: Wat ik even wil aanvullen op uw betoog. Meneer Koopmans gaf ook aan, wij hebben juist, en met name de persoon van Maarten Haverkamp, die is nog eens een keer in Diemen geweest en daar bent u ook bij uitgenodigd, veel actie gevoerd en uiteindelijk heeft het zelfs geresulteerd in een motie van de CDA en PvdA, de motie Haverkamp-Vermeij om
20
inderdaad allerlei maatregelen in het belang van Diemen te nemen. Maar zij zeggen dat toen er eenmaal duidelijk werd dat er een akkoord lag, en of nu dat het akkoord van de Provincie, Stadsregio of de andere notitie is, het heft hun uit handen werd geslagen. Want als zij dan als Kamerleden nog protesteren, krijgen zij van de minister onmiddellijk terug dat ze lokaal al akkoord zijn. De stelling van het Kamerlid was dat als er niet getekend was, dan hadden wij nog wat meer kunnen bereiken of hadden wij kunnen blijven tamboereren. Ik weet niet hoe u dat ziet, maar dat is wel een beetje het standpunt dat er is. Vandaar dat ik heb gezegd om langs te komen en het uit te leggen. Mevrouw UITERDIJK: Ik wil het volgende nog in overweging geven. Ik ben mij er ook van bewust, gezien de reacties van de mensen toen wij de kaarten uit deelden en reacties van de Kamerleden, dat zij een voorstelling hebben van de overkapping die werkelijk reusachtig is. We weten het niet. Maar daar gaat het ook eigenlijk om. Zonder nu echt een lans te willen breken voor de overkapping, dat moeten jullie uit mijn woorden dus niet afleiden, zou ik wel willen vragen om onze overkapping net een stap verder te trekken en namelijk te onderbouwen met cijfermateriaal. Ik vind nu dat wij een beetje in een wollige situatie komen. Eigenlijk doen wij precies hetzelfde als Eurlings doet in zijn beantwoording. Wij hebben het over verschillende dingen tegelijk als wij aan het praten zijn. In onze breinen verbinden wij dat en denken wij dat het wel goed gaat, maar dat is feitelijk niet zo. Wat ik nou heel graag zou willen is dat wij met cijfermateriaal hard zouden kunnen maken wat je allemaal met een overkapping kunt doen. En dan tegen de minister zeggen om met andere maatregelen dichterbij te komen en hem te vragen met cijfermateriaal aan te geven hoe dichtbij hij komt. En dan hebben wij een deal. Maar nu gaan we allemaal wollige dingen doen. We hebben een aantal weken geleden nog gezegd dat wij niet om geld, maar om maatregelen, vragen. Wij willen geen geld, maar wij willen van het fijnstof af. Daar zou ik mij op willen blijven richten. De heer SCHOLTEN: Dat cijfermateriaal is er. We hebben een uitgebreid rapport, een pagina of 60 met berekeningen, naar het ministerie gestuurd. We hebben later nog eens een tweede variant bij het ministerie ingediend die iets minder koste. Ook heb ik aan de minister gevraagd om eens te reageren op de voorstellen. Geef eens een inhoudelijke argumentatie waarop u dat wilt. Dat is ons toegezegd, maar nog steeds niet ontvangen. Wij verwachten het toch binnenkort wel. Die discussie in de Kamer begrijp ik. Het wordt natuurlijk razend ingewikkeld, want het dossier is ook groot. De Rijksbouwmeester heeft geconstateerd dat het ergens 30 meter hoog is. Ja, bij Betondorp, omdat dat ding op een hele hoge dijk gezet wordt. Het materiaal is er allemaal al, maar de minister weigert om dat op een fatsoenlijke manier te weerleggen. Wij hebben daar als gemeente en regio veel geld en capaciteit in gestoken en ik vind dat je dan ook een behoorlijk antwoord mag verwachten als dat afgewezen wordt. De stelling: het is een misverstand. Meneer Koopmans kan dat ook weten. Ik heb ook de commissie op de hoogte gesteld dat er nu een voorstel van de minister ligt dat wij in de raad gaan bespreken. Daar heb ik ook geschreven dat het aan de Tweede Kamer is om te beoordelen of die motie in voldoende mate is uitgevoerd. Ik heb in die brief ook nog een compliment gegeven dat het met name dankzij de minister is dat er iets is geregeld en niet dankzij Rijkswaterstaat. Vervolgens heb ik daar aangegeven wat volgens het College de kritiekpunten zijn. Ik heb ook aangegeven dat de minister een budgettaire beperking hanteert. En binnen die beperking is het een goed voorstel, alleen kan het beter als u die beperking opheft. Misschien moet ik de volgende keer voor meneer Koopmans een aparte brief schrijven waarin dat nog wat helderde staat. De heer TOKKIE: Even voor de helderheid. Meneer Koopmans zegt dat omdat er een overeenkomst is er niet meer te praten valt. Maar even aanvullend, de minister heeft ook in
21
Den Haag in de commissie gezegd dat, en hij noemde u de speciale Lex geloof ik, hij heeft keihard onderhandeld. Maar als ik daar op de tribune had gezeten dan had ik gedacht, nou die hebben met z’n tweeën de koppen tegen elkaar geslagen en die zijn eruit gekomen, wat moet ik hier verder nog? De heer SCHOLTEN: Helaas mag ik niet aan de discussies in de Tweede Kamer deelnemen en ook niet in de commissie. Ik begrijp wat de heer Koopmans zegt. Ik herken een deel van zijn overwegingen, maar voor de rest zijn het zijn redeneringen en zijn conclusies. De heer TOKKIE: U herkende het betoog van de minister niet? De heer SCHOLTEN: Natuurlijk. De minister heeft het in het begin wat ongenuanceerd gezegd en hij gaat het steeds genuanceerder zeggen. Hij geeft dus ook nu keurig aan dat wij afspraken hebben gemaakt en dat is onder andere dat de raden het nog vast moeten stellen en dan pas is er een overeenkomst. Hij heeft ook inhoudelijk aangegeven dat daar kritiek op is. Dat heeft u ook in één van die 72 vragen kunnen zien. Natuurlijk hij heeft ook ergens gezegd dat ik blij was. Dat was ik niet. U zult mij zelden in een uitgelaten stemming aantreffen. Het zijn natuurlijk de discussies die daar gevoerd worden. Mevrouw HAAK: Ter interruptie. De wethouder kan het denk ik niet zo zeggen, maar het is natuurlijk ook een beetje politiek om dan toch de suggestie te willen wekken dat er een overeenkomst is en dat de Diemense gemeenteraad eigenlijk achter de feiten aan hobbelt. De heer SCHOLTEN: Dat laatste stukje was niet mijn betoog. Laat ik het even iets scherper zeggen. De minister heeft vorig jaar het MIRT gepresenteerd. Het zijn 32 projecten waarvan hij vond dat het met spoed en noodzaak erdoor moest. Nu was er eind oktober een conferentie over de staat van die 32 projecten en er liepen er 31 goed en eentje wat minder. Dat was toevallig deze en dat was ook één van de weinige projecten waar de minister 100% voor stond. Dat hij in dat licht maar besloot dat wij de notulen moesten ondertekenen terwijl wij er nog niet uit waren, ja ik heb gemeend dat feestje niet te moeten verstoren. Maar dat heeft ook te maken met het feit of je on speaking terms wilt blijven met zo’n minister. En dat dat vervolgens wat verder uitgebaad wordt, ja dat is zo. Dat zal mij niet nog een keer overkomen. Dat kan ik u wel toezeggen. De heer TOKKIE:Voor mij is dit antwoord hartstikke helder. Wordt vervolgd. De VOORZITTER: Oké ik denk dat dit voor nu voldoende is. Ik denk dat wij duidelijk hebben gemaakt dat dit niet de laatste keer was. We zijn er nog niet. Wij beraden ons en inspiratie wordt opgedaan in de komende twee weken denk ik. 6.
HAMERSTUKKEN - HERBENOEMING MEVROUW NIESTIJL ALS LID VAN DE WELSTANDSCOMMISSIE De VOORZITTER: Mag ik met u toe naar agendapunt 6. Daar hebben wij een aantal hamerstukken. Die wil ik even met u langslopen, omdat een aantal van de hamerstukken niet helemaal hamerstukken zijn. Het eerste punt is denk ik geen probleem? Vastgesteld. -
SAMENVOEGEN DIVERSE WIJKGERICHT WERKEN De VOORZITTER: Akkoord.
KOSTENPLAATSEN
DOOR
22
-
INTREKKEN VAN DE HYPOTHEEKREGELING GEMEENTEAMBTENAREN GEMEENTE DIEMEN 1996 De VOORZITTER: Akkoord. - ADMINISTRATIEVE BEGROTINGSWIJZIGING De VOORZITTER: Akkoord. - NORMENKADER 2008 De VOORZITTER: Akkoord. -
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2009 De heer ISRAËL: Wij zijn zeer ongelukkig met de verordening toeristenbelasting. Voorafgaand wil ik eigenlijk zeggen dat wij een beetje zenuwachtig worden van de grijpgrage tollenaars. Hondenbelasting, reclamebelasting, toeristenbelasting, wat komt er allemaal nog meer? We hebben beloofd de gemeentebelasting niet te verhogen en daardoor vinden wij een nieuwe uit waar de opbrengst nog zeer bevragenswaardig is. Het lijkt meer dat de begeerte van de tollenaar heeft toegeslagen. De techniek van het innen van belastingen die mensen eigenlijk niet willen betalen. Dan de toeristenbelasting. Het gaat hier niet over toeristen, maar het gaat hier over mensen die tijdelijk in Diemen in een pension zijn. Nu zijn het Polen, straks Bulgaren of Albaniërs. Het is een project van een woningbouwvereniging die pensionruimte ter beschikking stelt. Het is niet de functie van een hotel. Een hotel is iets dat in de wet omschreven is en waar je een vestigingsdiploma voor nodig hebt etcetera etcetera. Dat wordt daar niet gezegd. Het is daar meer een pension. Het is maar één project. Het zou in onze ogen verstandiger zijn geweest om het te beheren of om met de exploitant van dit project een som af te spreken voor het gebruik van project. Dat is wat anders dan nu als belasting de flatsom over het neerzetten van het totale gebouw en het gebruik daarvan en het beroep dat daarbij gedaan wordt op gemeente zaken. Dat zou een duidelijkere verhouding zijn dan de toeristenbelasting. Wij zijn heel ongelukkig met de toeristenbelasting en zullen daarom ook tegen deze vorm van belasting stemmen. Als wij straks een echt hotel krijgen kunnen wij er misschien een keertje over praten. Zoveel heeft Diemen niet aan toeristen te bieden, om daar ook nog belasting over te vragen. De heer JÄGERS: Ik wil even reageren op het verhaal van de heer Israël. Ik ben het niet met u eens. U heeft het over tijdelijke bewoners en dergelijke. Het gaat wel om mensen die gebruik maken mede van de voorzieningen die Diemen biedt. Als je ze daar niet voor laat betalen, dan betalen wij als burger en dat vind ik ook geen goede zaak. De heer ISRAËL: Daarom stelde ik voor om met de exploitant van het pension een flatsom af te spreken om dat gebouw als zodanig te exploiteren. De heer WORM: De eerste vraag was van wat principiëlere aard. Alle belastingsoorten die wij in het land kennen en die wij in de gemeente mogen heffen hebben inmiddels zijn intrede gedaan in deze gemeente. Nu is er ook niks meer. Er is niks meer dat wij in kunnen voeren dat wij zouden mogen invoeren. Dit is het. Ik denk dat op een zeker moment het heel prettig is, maar dat is niet nu, maar dat kan ik de toekomst zijn, dat er verordeningen liggen en dat er belasting geheven wordt, want dan kun je daar straks wat mee. Ik denk dat het altijd goed is om dat te doen. Het tweede is, wij hebben, en dat zeg ik uiteraard als wethouder van financiën, met de exploitant van het werkhotel afspraken gemaakt over dit fenomeen. De heer
23
Jägers had het er ook over. Mensen komen langere tijd hier wonen en maken gebruik van onze voorzieningen en betalen daar verder niet voor. Door de exploitant is gezegd ‘ja dat snap ik’. Er is toen een afspraak gemaakt voor een vast bedrag. Er is toen gevraagd onder welke noemer wij het zetten. We sturen straks een rekening, en waarvoor weten wij niet. We moeten dus een titel hebben waarop wij die heffing kunnen heffen. Toen speelde op dat moment ook de discussie van een hotel op de hoek van de Arent Krijtstraat en over hotels die misschien in Bergwijkpark komen. Kortom er is sprake van enige ontwikkeling op dat gebied. Toen hebben wij gezegd dat het misschien wel handig is om dat onder het mom van de toeristenbelasting te doen. Dat was toen ook de laatste die wij konden vinden. Daar hebben wij toen gebruik van gemaakt. Dat is het hele verhaal. Meer is er niet. En op dit moment is er dus één object wat aangeslagen wordt en een rekening krijgt in het kader van de toeristenbelasting. En dat mag je met elkaar uit onderhandelen in dit geval. En dat hebben wij gedaan. That’s it. De VOORZITTER: Dank u wel de heer Worm. Ik begrijp dat wij, met tegenstem van Democraten Diemen, hiermee akkoord kunnen gaan? Akkoord. -
VERORDENING LEGES 2009 De VOORZITTER: Akkoord.
OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN
-
EVALUATIE REKENKAMER DOUW, INCLUSIEF VASTSTELLEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST EN HERBENOEMING REKENKAMERLEDEN De VOORZITTER: Ik wil u even een kleine mededeling doen. Het voorstel voor de evaluatie Rekenkamer DOUW in de toekomst wordt op een aantal plekken vanavond besproken. In Ouder-Amstel, Uithoorn en Diemen. De gemeente Weesp heeft onlangs het besluit genomen om niet meer deel te nemen aan deze rekenkamer. Er is ook al over gesproken in de informatieve raad dat die mogelijkheid er zou zijn. Dat is nu definitief. Dat is een nieuw gegeven voor u. Het staat er nog niet in, want dat wisten wij nog niet. Dat eventjes als toevoeging aan stukken die hier liggen. De heer TOKKIE: U verrast mij. Ik heb begrepen dat erover gesproken is en dat wij het nog één jaar gaan proberen. Ik moet wel zeggen dat ik erg verrast ben dat ook Weesp uitgetreden is als tweede gemeente. Ik vraag me af wat dan nog het bestaansrecht is, maar dat zal ik zo wel van mevrouw Wielage horen. Dit is wat mij betreft echt het jaar waarin wij gaan beoordelen, en dat is ook al eerder gezegd. Wij hebben sterke twijfels, maar wij willen de gang van zaken in Diemen niet frustreren door nu plotseling nee te gaan roepen. Maar als er nog extra argumenten tegen bijkomen wordt het voor ons wel heel moeilijk om daar nog ja tegen te zeggen. Mevrouw WIELAGE: Voor mij is het ook een verrassing dat Weesp zich niet meer bij ons aansluit. De adviescommissie waarin ook Weesp vertegenwoordigd is heeft een eenduidig advies uitgebracht. Althans dat dachten wij, ware het niet dat Uithoorn plotseling, om redenen die ons niet duidelijk werden gemaakt, terug trad. En nu ook Weesp. Bij Weesp is het de raad en niet de adviescommissie die dit uiteindelijk heeft besloten. Het lijkt mij niet handig dat wij vanavond die hele discussie opnieuw doen en weer de uitleg geven van de vorige keer. Er zijn redenen geweest van de adviescommissie, die heeft u kunnen lezen, waarom wij hebben gezegd dat wij nog één jaar doorgaan en niet de gebruikelijke drie jaar. Hier worden de onderzoeken uitgevoerd zoals wij hebben afgesproken. Wij komen nu op stoom. We komen
24
met eigen onderzoeken. Onder andere de SP kwam met een motie en wij hebben zelf twee goede onderwerpen aangedragen. Dus de creativiteit en het omgaan met de Rekenkamer gaat beter. Wij weten beter wat wij kunnen, wat wij van hen kunnen verwachten en wat wij zelf kunnen inbrengen. Dus laten wij dit jaar daarvoor gebruiken. We moeten goed kijken of datgene dat wij terugkrijgen van de Rekenkamer ook voldoet aan onze verwachtingen. En daarna nemen wij een beslissing. Bij Uithoorn waren er andere problemen. Die waren al opgelost dus het is jammer dat zij niet met het advies zijn meegegaan. Wij kunnen ook gewoon met twee partijen doorgaan. We hebben twee Rekenkamerleden dus dat komt op zich prima uit. Qua kosten zal dat ook ongeveer hetzelfde blijven. Gritta kan daar nog even iets aan toe voegen. Daar hebben wij net heel even over gesproken. Het wordt voor ons niet duurder, wel eenvoudiger in de samenwerking. Wij blijven bij het voorstel van de vorige keer. Laten we het dit jaar nog doorvoeren, kijken of de rapporten zinvol vinden en dan een besluit nemen. De VOORZITTER: Oké is dit een heldere toelichting? Leidt dit nog tot vragen? Niet. Kunnen wij besluiten tot het voorstel, weliswaar met het afvallen van Weesp en Uithoorn, maar door te gaan met Ouder-Amstel, wel afhankelijk van het besluit van Ouder-Amstel vanavond, om dit jaar nog door te gaan? De heer ISRAËL: Wat gebeurt er als de Ouder-Amstel ook afvalt? De VOORZITTER: Dan blijven wij alleen over schat ik in. De heer ISRAËL: Dan zou ik graag de doelmatigheid willen weten van het geheel. En dan hebben wij daar heel duidelijk vraagtekens bij. De VOORZITTER: Misschien is het een goede afspraak, en we moeten even kijken of dat kan, dat wij erop terugkomen als Ouder-Amstel niet meer mee doet. Ja? Zolang dat niet het geval is, akkoord met het voorstel zoals het ligt? Akkoord. -
VERORDENING MATIERIËLE EN FINANCIËLE GELIJkKSTELLING ONDERWIJS GEMEENTE DIEMEN 2009 De VOORZITTER: Akkoord. -
VERORDENING VOORZIENINGEN HUISVESTING ONDERWIJS GEMEENTE DIEMEN 2009 De VOORZITTER: Akkoord. -
VERORDENING LEERLINGENVERVOOR GEMEENTE DIEMEN 2009 De VOORZITTER: Akkoord. 7. RONDVRAAG EN AFSLUITING De VOORZITTER: Dan zijn wij toe aan de rondvraag en bijna de afsluiting. Mevrouw SMIT: Ik word de laatste tijd erg vaak benaderd door mensen die in de omgeving van Bergwijkpark wandelen. En tot hun ontzetting is de laatste brug ook afgesloten. Ik wilde daar toch wel bezwaar tegen maken, omdat er feitelijk nog geen visie Bergwijkpark is. Het kan best nog wel heel lang duren voordat er een plan is voor het park en de omgeving. Nu zijn er dus al dingen ondernomen om mensen hun plezier binnen het park te ontnemen. Verleden
25
jaar heeft er in de begroting gestaan dat er nieuwe bruggen zouden komen. Ik begrijp best dat er geen nieuwe bruggen komen. We hebben net de toeristenbelasting gehad. De studentenflat staat er pal bij en het hotel. Als je dan toch €40.000,- in een jaar uitgeeft en je wilt een beetje gebruik maken van, dan lijkt het me wel dat misschien die €40.000,- gebruikt kan worden om die bruggen weer op te knappen. De heer WORM: Wij hebben die bruggetjes weg laten halen omdat die rot waren. Er is op een zeker moment in het College gezegd dat dit niet handig is. Je moet daar toch op de één of andere manier een rondje kunnen maken. Wij hebben afgesproken om te kijken of het op een provisorische manier te regelen valt. Het verbaast mij eigenlijk dat dat geluid nog steeds klinkt, dus ik ga daar even achteraan om te kijken of wij dat op enige wijze kunnen herstellen. Dat hadden we zelf ook al door namelijk. Mevrouw SMIT: Dat zou mij ontzettend plezieren, want ik denk dat deze en volgende week heel veel nare brieven naar u toe komen. Mevrouw HERDER: Ik wil eigenlijk een mededeling doen. In de eerste week van december ben ik een weekje weggeweest. Zaterdag 6 december kwam ik thuis en toen hoorde ik om 17.00 uur op de radio de heer Verhofstad over de actie in het winkelcentrum. Er werd daar gezegd dat dit de eerste grote actie in de gemeente Diemen is. Mijn mond viel open. Want in 1998 is de eerste grote actie in Diemen geweest met medewerking van de gemeente Diemen, de Woonbond en de minister die in Diemen is geweest met als resultaat dat de huren vanaf 1998 niet met 6.5% omhoog zijn gegaan, maar gewoon met de inflatie. Ik vond dat ik dat toch even publiekelijk naar voren moest brengen. De heer VISSER: We hebben onlangs de bijeenkomst gehad over Europa. De opkomst van de raadsleden was ongeveer 50%. De heer TOKKIE: Ter interruptie de heer Visser, ik denk dat u niet kunt tellen. Ongeveer klopt niet. Ik heb 75% zien zitten. De heer VISSER: Dat vind ik erg overtrokken. Maar goed, na de pauze waren er weer een paar verdwenen. Ik heb een mail waarin wij in samenwerking met Ouder-Amstel overwegen om naar Brussel te gaan. Ik zou wel eens de mening van anderen willen horen daarover. Ik heb tot op heden twee reacties gezien. De VOORZITTER: Het is een mail die naar alle raadsleden is gegaan, dus het lijkt mij dan ook dat dat het kanaal is waar ook het antwoord op komt. Als u het resultaat wilt weten is dat aan het eind van de inschrijving. Niet op deze manier. De heer VISSER: Oké. Volgende vraag. Ik reed vanmiddag lang de fietsenstalling bij het station Diemen-Centrum. Ik zag vele fietsen geketend aan gemeente objecten. De fietsenstalling gaf aan dat er weinig ruimte was. Misschien dat het College daar eens naar moet kijken. Misschien dat het veranderd kan worden, of dat er gehandhaafd kan worden. Vorig jaar hebben wij het daar ook al een keer over gehad. De heer SCHOLTEN: Wij hebben afspraken met de NS over uitbreiding van de fietsenstalling. Ik weet niet precies wat het voor Diemen-Centrum betekent. Ik weet niet hoe we gaan handhaven. Handhaven is van iemand die probeert zijn fiets veilig weg te zetten, het slot doorknippen en het ding meenemen. Als u daar een pleidooi voor wilt houden dan hoor ik
26
dat graag. Maar wij hebben gemeend dat zolang voetgangers er nog doorkunnen wij dat niet moeten doen. Mevrouw HAAK: Ik heb een vraag over de fietsoversteek naar Diemen-Noord. Is de verbouwing daar nu klaar? Ik vind het vanuit het oogpunt van de fietsers niet wezenlijk verbeterd. Het verbrede fietspad is prachtig, maar dat ze 30 km per uur zijn gaan rijden merk ik niks van. De heer SCHOLTEN: Wij hebben uitgevoerd wat er anderhalf jaar terug gepresenteerd is. Is het klaar? Ja, het is klaar. Het zou best eens kunnen dat er af en toe auto’s zijn die harder rijden dan 30 km per uur. Mijn indruk is dat het gewoon verbeterd is. Wij houden het wel in de gaten. Het werk is klaar en uitgevoerd zoals hier besproken en vastgesteld is. De heer VERHOFSTAD: Ik heb niks voor de rondvraag, dus ik had eigenlijk liever mijn antwoord gelijk gegeven. Mevrouw Herder, ik wil zeker niet opscheppen dat die actie van destijds niet groot was. Ik heb ook duidelijk, en ik kan niet zo goed dingen uit mijn hoofd vertellen dus ik had ook een briefje bij mij en die heb ik ook bijna letterlijk voorgelezen, gezegd dat het één van de grootste acties was. Ik weet niet precies hoe het overgekomen is op de radio, maar het is nooit mijn bedoeling geweest om een dergelijke hele grote actie te ondermijnen. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik wil aan de afsluiting toekomen, maar blijft u nog even zitten. We zijn aan het eind van het jaar en dat betekent dat wij altijd een klein extra iets hebben. Daarom vragen wij ook de bodes om even naar voren te komen en dan wil ik mevrouw Polsbroek zo direct de gelegenheid geven om nog even het woord te voeren. Mevrouw Polsbroek: Monique en Chris, het is een jaarlijkse traditie om aan het eind van het jaar jullie te bedanken namens de raad. Mevrouw Polsbroek overhandigt de bodes een presentje. Monique bedankt en wenst iedereen fijne feestdagen. De heer VERHEUVEL: Wij zijn hier over het algemeen gesproken allemaal een werknemer van een werkgever. Als werknemers worden wij betaald voor ons werk, maar van tijd tot tijd vinden wij het prettig om toch een keer een compliment van de werkgever te krijgen. Omdat ik mij dat realiseer, en wij ons als raadsleden dat realiseren, wil ik hierbij namens alle fracties in de gemeenteraad van Diemen eens een compliment uitdelen. Wij willen benadrukken dat wat wij als vanzelfsprekend vinden, helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Ik wil een compliment uitdelen, namens alle raadsfracties hier, aan de griffier. Ik wil Gritta ook vragen om even naar voren te komen en dit compliment in ontvangst te nemen. Ik heb drie bossen bloemen. Ik wil dat Gritta beseft dat wij als raad dankbaar zijn voor de klantgerichtheid, vriendelijkheid, snelheid en kwaliteit waarmee het werk door de griffie gedaan wordt. De heer Verheuvel overhandigt Gritta een bos bloemen. De VOORZITTER: Mag ik jullie heel hartelijk danken voor al het harde werk dat jullie dit jaar hebben verricht. Wij gaan weer een vol nieuw jaar tegemoet voor deze raad. Aan het eind van dit jaar toch alle dank voor die heftige inzet die laatste weken. Wie had aan het begin van het jaar kunnen denken dat er zoiets zou komen. Het is toch heel leuk om te zien hoe dat zomaar spontaan ontstaat. Heel hartelijk dank voor alle inzet en overgave, en ik hoop dat
27
jullie veel inspiratie hebben opgedaan. Geniet van de vakantie die er komen gaat om voor volgend jaar ook weer nieuwe inspiratie op te doen. Dank jullie wel. Laten we zo direct nog even uitluiden. Er zijn een paar onder ons die nog een extra taak hebben. Dank jullie wel. De voorzitter sluit de vergadering om 22.16 uur. Aldus vastgesteld in de openbare besluitvormende vergadering van donderdag 29 januari 2009 , de voorzitter , de griffier
28