CONCEPTNOTULEN van de openbare en besluitvormende vergadering van de raad der gemeente Diemen, gehouden op donderdag 1 december 2011 in het Gemeentehuis te Diemen, bijeengeroepen om 20.00 uur. Aanwezig: (*fractievoorzitters) Voorzitter
A.E. Koopmanschap
PVDA SP VVD Groen Links CDA Leefbaar Diemen Democraten Diemen D66
F.A.L. Polsbroek, N.C. Portegijs, R. Verheuvel* P. Visser, W. van Vugt* J.A. Jägers, F.J. Mulder, B.H.M. Wielage* F. Eerkens, R.M. Smit M.G.F. Tokkie* R. Herder*, G. Smit-van der Wal M.J. Israël* K. de Haan, J.D.W. Klaasse*
Wethouders
R.P. Grondel, A.J.M. Scholten, J. A. Pietersen, M. van der Mark
Notulist Griffier
M. Wierstra H. Nubé
Afwezig:
Y.N. de Baay, E.R.R. Pengel, H.G. Uiterdijk*
1a. OPENING EN MEDEDELINGEN VAN DE VOORZITTER De VOORZITTER: Dames en heren, welkom. Ik wil u vragen plaats te nemen en aandacht te hebben voort het begin van onze raadsvergadering. Ik heb bericht van verhindering gekregen van meneer Pengel en van anderen niet. Ik ga ervan uit dat mevrouw Uiterdijk ook nog gaat komen. De heer VERHEUVEL: Ik heb mevrouw Uiterdijk toevallig aan de telefoon gehad en die meldde mij dat ze niet zou komen vanavond. Ik heb er niet bij stilgestaan om dat van te voren bij u te melden. Ik dacht dat ze dat zelf wel zou doen. De VOORZITTER: Mevrouw Uiterdijk, de heer Pengel en mevrouw De Baay zijn afwezig. Dan starten wij toch onze raadsvergadering. Ik ga even staan. Ik wil jullie laten zien wat ik gister heb gekregen bij de uitreiking van de prijzen voor de modewedstrijd die altijd naar aanleiding van het Diemer Festijn is. Een van de winnaars was zo kien, ik denk dat hij geholpen is door zijn ouders, om een ambtsketen voor mij te maken. Ik heb gister gezegd dat ik die vandaag zou laten zien aan de gemeenteraad. Dus bij deze. Ik ben mijn belofte nagekomen. Ik doe er gewoon twee om vanavond. Mevrouw HERDER: Ter interruptie mevrouw de voorzitter. Ik vond Diemen al een kabouterdorp, maar nu heeft dit het bevestigd. De VOORZITTER: Als dat zo eenvoudig is. 1b. VASTSTELLING AGENDA De VOORZITTER: Ik wil met u kijken naar de agenda die voor ons ligt. Kunnen wij die vaststellen? Meneer Portegijs.
De heer PORTEGIJS: Ik wil verzoeken om als agendapunt 11 toe te voegen ontwikkelingen in de Stadsregio en dan twee punten in het bijzonder. Wat is de toekomst van de Stadsregionale samenwerking? En het tweede heeft betrekking op de tarieven openbaar vervoer 2012. Daar heb ik stukken over gemaild en daar heeft u ook stukken over toegestuurd via de post. Ik hoop dat daar enige ruimte voor is. De VOORZITTER: Ik hoor u zeggen agendapunt 11, dat is nu de rondvraag. Is het dus een punt voor de rondvraag of wilt u een aparte agendapunt? De heer PORTEGIJS: De rondvraag schorten we even op. De VOORZITTER: Als het wordt aangenomen, wordt het agendapunt 11. De documentatie daarover heeft u gekregen bij de raadszending van afgelopen vrijdag. Kan de raad daarmee akkoord gaan? Mevrouw Herder. Mevrouw HERDER: Dank u voorzitter. De heer Portegijs heeft het ook via e-mail aan ons voorgesteld. Ik ben van mening dat het ingrijpt in de portemonnee van de burgers dus ik vind dat hier een apart agendapunt voor moet komen en dat het er niet vanavond tussen moet worden geschoven. De VOORZITTER: Dank u wel. Zijn er anderen die hierover iets willen zeggen? De heer ISRAËL: Ik wil alleen aansluiten bij hetgeen mevrouw Herder opmerkte. De heer VERHEUVEL: Dat zou op zich handig zijn, ware het niet dat we aan een datum zijn gebonden. Volgende week worden er allerlei beslissingen over genomen. Het voorstel van mevrouw Herder is heel logisch, maar gezien de tijdsdruk denk ik niet dat we eraan ontkomen om het vanavond te bespreken als we er als raad nog iets over willen zeggen. De VOORZITTER: Mocht het niet helemaal helder zijn geworden, in de stukken staat aangegeven dat er zowel de zesde als de dertiende een overleg over is. Dat is voor onze volgende bespreking. Daarom is dit verzoek van de heer Portegijs gedaan. Dan weet u dat als u het vanavond niet bespreekt, het een beetje mosterd na de maaltijd wordt. Meneer Tokkie. De heer TOKKIE: Ik had begrepen dat de zesde op bestuurlijk niveau overleg wordt gevoerd, dus dat zijn burgemeester en wethouders. Pas de dertiende wordt van de raadsleden inbreng verwacht. Wat mij betreft is het prima en kunnen we het volgende week doen. Het is dan wel gepast als het College zicht onthoudt van opmerkingen. Ik vind het helemaal niet nodig om het College met een boodschap weg te sturen als een week erop echte democratie aan het woord komt. De VOORZITTER: Ik wil u even zeggen welke bezwaren ik heb tegen dat voorstel. Als zes december bestuurlijk overleg is, dan zouden wij niet gehoord de raad maar wel gehoord het College een inbreng hebben. Bovendien, uw voorstel om het volgende week te bespreken is gezien de agenda misschien niet mogelijk. Ik heb ook begrepen dat de heer Portegijs er dan niet is. Of heb ik dat verkeerd begrepen? De heer PORTEGIJS: Op dit moment ben ik er dan niet, maar ik kom natuurlijk als het nodig is. In de planning is het het handigst om het nu te doen, zodat het College de inbreng van de raad mee kan nemen op zes december als de reactie wordt opgesteld. De regioraad
vergadert van kwart over negen tot half elf over acht of negen onderwerpen. Het heeft wel een karakter van goedkeuren wat er voor komt. Je moet er dus daarvoor bij zijn als je nog wat wil wijzigen aan het besluit. Ik vind het verder aan de meerderheid van de raad wat wij doen. De VOORZITTER: Dat is sowieso het geval. Meneer Mulder en meneer Israël nog en dan gaan wij kijken hoe de stemverhouding ligt. De heer MULDER: Ik ben in eerste instantie geïnteresseerd hoe het College deze beslissing acht. Is het een Collegebevoegdheid om een uitspraak te doen die de gemeente daarbij bindt, of is het een raadsbevoegdheid die de gemeente bij een mogelijke uitspraak bindt? Daar wil ik graag een uitspraak over. De VOORZITTER: Het is mede op verzoek van de heer Portegijs om als raad voeding te geven aan haar vertegenwoordigende raadsleden om ervoor te zorgen dat die hun inbreng kunnen doen in de regioraad. Tegelijkertijd is er een bestuurlijk circuit, namelijk een portefeuilleoverleg Algemene Zaken van de Stadsregio waar uw voorzitter lid van is en ook op die manier een inbreng doet. Dat is soms met en soms zonder hulp van de gemeenteraad. De heer MULDER: U wilde een antwoord geven, maar ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag. De VOORZITTER: Het College heeft een standpunt ingenomen. Dat heeft u ook kunnen lezen in de stukken. Dat ligt nu voor u. Dat is het standpunt waar u het mee kunt doen. Dat is ook het standpunt dat ik volgende week, tenzij u het vanavond nog agendeert, inbreng in het overleg. Op het moment dat ik niet beschik over andere informatie van uw kant, kan ik die ook niet inbrengen. Op het moment dat u zegt, we stoppen met de Stadsregio, dan is dat wat ik zal inbrengen. De heer ISRAËL: Mevrouw de voorzitter, van ons wordt een mening en verstand verwacht. Dat doe ik over het algemeen door me te informeren. Nu heb ik dit stuk onvoldoende kunnen lezen omdat er nog andere dingen op mijn bureau lagen. Natuurlijk zijn wij voor samenwerking met de regio. Maar als de mening wordt gevraagd van de deelnemers, moet hen ook de tijd worden gegeven om tot meningvorming te komen. Ik heb niet het gevoel dat de waardering voor de gemeenteraad van Diemen zodanig is, dat wij de gelegenheid worden geboden om een mening te geven. Dat vind ik uitermate pijnlijk. Dat is los van alle data en alles wat er is. Het is toch een beetje raar. We zijn erbij en dan wordt je gewaardeerd om onze mening. Als je onze mening vraagt dan moet je die ook waarderen. Als je aan wilt geven dat het er eigenlijk niet toe doet, dan doe je het zo. De VOORZITTER: Dank u wel. Waarom nu de tijdsdruk? U heeft ook gezien in de stukken dat er vanuit het Rijk nadrukkelijk haast wenst te worden gemaakt. Dat zorgt ervoor dat als wij inbreng willen hebben, we ons moeten haasten. Ik ben het met u eens dat het jammer is dat het zo moet. De keuze om inbreng te geven of niet is aan u. De heer MULDER: U vraagt een redelijk vergaande uitspraak van deze raad terwijl die beperkt geïnformeerd is. Wat u vanavond meekrijgt is dan ook gebaseerd op een beperkte informatiebron. Ik acht mijn functie als gemeenteraadslid zodanig te vervullen, dat ik mij volledig wil laten informeren. Als we dit al gaan bespreken vanavond, dan bij voorbaat met een hoop slagen om de arm zodat de raadsleden zich fatsoenlijk kunnen laten informeren over
de voor- en nadelen. Want aan de Stadsregio zitten ook zeker nadelen. Dat wil ik de raadsleden nog even meegeven. De VOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Polsbroek, de heer Eerkens en de heer Klaasse en dan stoppen we en gaan we stemmen. Mevrouw POLSBROEK: Dank u wel mevrouw de voorzitter. U heeft het eigenlijk al gezegd, het Rijk heeft een heel krap tijdpad voorgesteld. Er ligt ook een reactie van de raad voor het openbaar bestuur waarin onder andere wordt aangegeven dat het Rijk de gemeentes als de provincies duidelijk heeft meegenomen in het proces. Ik vind dat degenen die hier tegen protesteren ook eens bij hun partijen in Den Haag aan de bel moeten trekken. De VOORZITTER: Ik wil eigenlijk stoppen met dit debat. Gaan we het behandelen of niet? Dat is de vraag die voorligt. We kunnen deze inbreng ook nog hebben, maar dan bij de behandeling van het stuk. De heer ISRAËL: Ter interruptie. Ik wil toch opmerken dat wij ons niet laten dwingen om op deze manier afgedwongen te worden om iets te doen wat we niet kunnen. De VOORZITTER: Dat kunt u uit laten komen in uw stemgedrag. De heer ISRAËL: Ik zal liever zien om het standpunt in te nemen om namens de gemeente Diemen aan de overheid die hierover gaat mee te delen dat wij dit niet fatsoenlijk vinden en dat ze ons meer tijd moeten geven om tot een verstandig oordeel te komen. De VOORZITTER: Ik ga u stoppen met de discussie. De heer TOKKIE: Ik wil een interruptie maken met een punt van orde. Het is zeker in het presidium een goed gebruik dat de voorzitter onpartijdig voorzit. Ik moet u eerlijk zeggen dat in de manier waarop u de discussie leidt, u die indruk niet kan maken. Ik wil u eigenlijk voorstellen om u bij dergelijke debatten te laten vervangen door een van de andere presidiumleden. De VOORZITTER: We hebben het hier over een ordedebat. Heeft u het in de gaten? Dat is waar we het hier over hebben. We spreken over de vraag of we dit punt gaan agenderen. Daar praten we over. De heer TOKKIE: Ik zie dat u als voorzitter mee debatteert en dat zou u als voorzitter niet moeten doen. De VOORZITTER: Ik weet niet wat u allemaal ziet, maar ik heb nog geen inhoudelijke opmerking gemaakt. Ik wil over gaan tot stemming. Wie zijn er voor om dit punt te agenderen? Mag ik de handen omhoog? De fracties van GroenLinks, SP, D66 en PvdA voor. Dat zijn negen om zeven. Dit punt wordt geagendeerd na agendapunt 10. Kunnen we dan nu de agenda vaststellen? Meneer Jägers. De heer JÄGERS: Onze fractie wil samen met Democraten Diemen een motie indienen over de realisatie van windmolens.
De VOORZITTER: Die motie kunt u pas indienen als de raad akkoord gaat. En het punt is dat het niet op de agenda staat. We vragen nu als ordevoorstel om het aan de agenda toe te voegen. Ik denk dat u even aan moet geven waarom u dat wilt. Dan kan iedereen oordelen of het vanavond gewenst is. De heer JÄGERS: Er is afgelopen week tijdens de informatieve raad uitgebreid gedebatteerd over de realisatie van windmolens. Er is een aantal onduidelijkheden blijven liggen. Wij vinden het nodig om over die onduidelijkheden op korte termijn duidelijkheid te krijgen. Dat is de reden dat wij de motie willen bespreken. De VOORZITTER: Alle raadsleden hebben de tekst van de motie gekregen. Het ligt op uw tafel. Ik begrijp dat er ook via de e-mail aandacht aan is besteed. Ik ga u vragen of we het punt agenderen als punt 12. Wie zijn er vóór het agenderen? Iedereen behalve het CDA is vóór. Daarmee is het punt geagendeerd als nummer 12. Daarmee is de agenda vastgesteld. 1c. INGEKOMEN STUKKEN De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar de ingekomen stukken. Daar wil ik aan toevoegen een stuk dat u ook op tafel heeft gevonden, namelijk een brief van de fractie van GroenLinks over het afscheid van de heer Smit. Ik wil u voorstellen om die brief ter kennisgeving aan te nemen en het afscheid en opvolging op 22 december aan de orde te hebben. Kunt u akkoord gaan met de afhandelingsvoorstellen één tot en met zes? Akkoord. 1d. MEDEDELINGEN VAN HET COLLEGE De VOORZITTER: Er zijn geen meldingen van het College. Geen. 1e. VRAGEN VAN PUBLIEK AAN DE RAAD De VOORZITTER: Dan gaan we over naar de vragen van het publiek aan de raad. Er heeft niemand zich gemeld. Geen. 1f. VRAGEN VAN DE RAAD AAN HET COLLEGE De VOORZITTER: Dan gaan we toe naar de vragen van de raad aan het College. Ik heb begrepen dat de fractie van Democraten Diemen vragen aan het College heeft. Ik geef de heer Israël het woord. De heer ISRAËL: Ik heb twee vragen mevrouw de voorzitter. De eerste gaat over de handhaving op de Verrijn Stuartweg. Wat is daar nu de stand van zaken? Wat gebeurt daar nu? De andere vraag gaat over een brief die eerder aan alle raadsleden is toegestuurd van de heer Prager over de Oude Smitse. Het College zou die brief namens ons beantwoorden. Het antwoord is gestuurd. Het is een ambtelijk schrijven van meneer Troost. Diemen heeft een merkwaardige verhouding met monumenten binnen de gemeente Diemen. Vele monumenten zijn vertrokken. Een van de weinige oude gebouwen die in Diemen nog over was, was de Oude Smitse. De gemeenteraad heeft zich verschillende malen bezorgd uitgelaten over de toekomst van de Oude Smitse. Het College zou het namens ons beantwoorden. De brief van meneer Troost is een weinig wervende en enthousiasmerende tekst om iemand te betrekken bij Diemen. Dat spijt ons. Ik zou graag willen weten wat de opvatting van het College is. Willen ze wel monumenten in stand houden of willen ze dat niet? Of willen ze het laten zoals het is? Wat is er eigenlijk aan de hand? De kilheid die uit deze brief spreekt, spreekt eigenlijk boekdelen. Met de mond belijden dat je het wil, maar uit de daden blijkt eigenlijk dat je het niet wil.
De VOORZITTER: Dank u wel meneer Israël. Mevrouw Pietersen ten aanzien van de Oude Smitse. Mevrouw PIETERSEN: Dat is een heel verhaal. Dank u voor uw reactie en interesse en oudheden die Diemen bezit. Ik ga inhoudelijk niet in op de brief van de heer Troost. Ik heb daar geen oordeel over en het is zijn contact geweest met de meneer die een brief heeft geschreven. Het is nu bij de makelaar in handen. We hebben als gemeente een hele hoge inzet getoond om het pand te behouden. Ik heb daarvoor contact gelegd met Stadsherstel. Daar waren we ontzettend ver mee, ware het niet dat de erven, de heer en mevrouw Van Dijk, zich op het laatst hebben teruggetrokken en met een partij in zee zijn gegaan die hun beter tegemoet kwam. Op dat moment gaan wij er niet meer over. Hecht de gemeente niet aan monumentale panden? Jazeker. Als de raad ons vijf ton beschikbaar stelt, dan gaan wij dat pand kopen. Ik vind het niet helemaal juist dat u zegt dat wij geen waarde hechten aan monumentale panden. Dat is zeker niet aan de orde. We hebben onze inzet getoond. De heer en mevrouw Van Dijk hebben alle recht om te komen met een aspirant-koper. Dan zullen wij bekijken of het binnen ons bestemmingsplan past en of het inderdaad zo kan worden neergezet dat we er allen content mee zijn. Dat is zoals het College erover denkt. Op dit moment hebben wij geen rol. Dient zich een andere situatie aan, dan zullen wij hier opnieuw aan deelnemen. De VOORZITTER: Dank u wel. Meneer Israël heeft een korte vraag en daarna ga ik u de andere vraag beantwoorden. De heer ISRAËL: Ik heb eigenlijk geen vraag. Mevrouw de wethouder, het College zou de brief beantwoorden. Als u wilt dat ik met de ambtenaar in discussie ga, dan ga ik met de ambtenaar in discussie en dan zal ik het hem mededelen. Aangezien u wethouder bent en dus verantwoordelijk bent voor de ambtenaar, kunt u zich daar niet achter verschuilen. Dat ten eerste. Ten tweede, het gaat niet over de procedure met de familie Van Dijk. Ik vraag u wat de houding is van het College ten aanzien van monumentale panden. U heeft hier altijd wat anders verteld. Ons is nooit medegedeeld dat het helemaal weg was uit de gemeente en dat we afhankelijk zijn van wat particulieren daarmee gaan doen ondanks dat het een gemeentelijk monument is. Daar gaat het over. Ik heb het alleen over de wijze waarop een kandidaat het bos in wordt gestuurd, zoek het zelf maar uit en wij willen er niets mee te maken hebben. Dat hadden wij als raad graag eerder geweten. Mevrouw PIETERSEN: Ik vind het jammer dat u de brief zo uitlegt. Ik ben bereid om hier persoonlijk nog eens naar te kijken en hierover met de heer Troost van gedachte te wisselen. De VOORZITTER: Dank u wel mevrouw Pietersen. Ik wil graag ingaan op de vraag van de heer Israël over het handhavingstraject Verrijn Stuart. De heer MULDER: Ter interruptie. De VOORZITTER: We waren nog niet helemaal klaar met het beantwoorden van de vragen van de heer Israël. De heer MULDER: Dat klopt maar ik heb wel een opmerking. Ik dacht dat wij een goed gebruik hadden in deze gemeenteraad dat wij geen namen noemen van ambtenaren.
De VOORZITTER: Daar heeft u gelijk in. Het is jammer dat de heer Israël zelf geciteerd heeft uit de brief. Dan gaat het dus blijkbaar zo. Maar u heeft gelijk. Geen namen van ambtenaren maar eigenlijk ook geen namen van bewoners al dan niet eigenaren van de gemeente Diemen. Het is een goed punt om nog eens extra onder onze aandacht te brengen. Ik wil nog antwoorden op de vraag van de heer Israël over het handhavingstraject Verrijn Stuart. Daar zijn we vlak voor de zomer mee gestart. Het betekent dat er vanuit de gemeente op diverse locaties op Verrijn Stuart is opgenomen wat de situatie is, wie de eigenaar is, wie de huurder is, wat voor soort gebruik er is en noem alle zaken maar op die aan de orde zijn. Er is uitgebreid overlegd met bijna alle eigenaren waarop het betrekking heeft, maar ook met de gebruikers. We hebben een uitgebreid overleg met de kerkgenootschappen. U weet dat wij zo’n negentien kerkgenootschappen in beeld hadden. Dat is uiteindelijk teruggegaan naar zo’n negen kerkgenootschappen. Dat is overigens vanzelf gegaan. Het lijkt alsof wij dat hebben gedaan maar dat is niet zo. Het is ook zo dat een aantal kerkgenootschappen bij elkaar inhuizen. We zijn met de kerken in gesprek. De kerken weten dat ze hier niet kunnen blijven. Het is ook zo dat de eigenaren en de kerkgenootschappen zijn aangeschreven op het gebruik en de brandveiligheid. Er zijn de nodige aanpassingen gedaan. Nadrukkelijk ook in samenwerking met de eigenaren. De stap die nu gezet gaat worden, is dat we een controle uitvoeren op de maatregelen die tot nu toe genomen zijn, wat voor huurcontracten zijn er en hoe lang ze lopen. Ik verwacht begin volgend jaar de eerste brieven naar de eigenaren en de gebruikers te sturen ten aanzien van de momenten waarop zij uit de panden moeten zijn. Ik moet zeggen dat het overleg goed en positief verloopt. Het is ook zo dat wij medewerking hebben toegezegd om hen te helpen voor zover we dat kunnen om te zoeken naar andere huisvesting. U begrijpt dat het niet zo eenvoudig is, maar waar er meer zijn is het altijd makkelijker om een oplossing te zoeken dan als het er één is. Ze zijn bijvoorbeeld met de Raad van Kerken in gesprek. Er is een aantal stappen gezet. Ik kan u nog niet melden dat er direct resultaat uit voortgekomen is. Tot zover beantwoording over dit traject voor nu. 1g.
VASTSTELLEN NOTULEN 27 OKTOBER EN 3 EN 10 NOVEMBER 2011-12-01 De VOORZITTER: Ik wil met u toe naar de notulen van 27 oktober en 3 en 10 november. We hebben geen opmerking en aanpassingen van u gekregen. Daarmee wil ik ze met u vaststellen. Vastgesteld. Dank u wel. 1h. BESTUUELIJKE TERMIJNAGENDA De VOORZITTER: Dan gaan we naar de bestuurlijke termijnagenda. Iemand over de termijnagenda? Niemand en daarmee vastgesteld. Dan de actie- en toezeggingenlijst. Iemand daarover? Niemand en daarmee vastgesteld. 1i.
OVERZICHTEN OPENSTAANDE SCHRIFTELIJKE VRAGEN EN TOEZEGGINGEN De VOORZITTER: Dan is er een overzicht van openstaande vragen en toezeggingen. Dat is de toezeggingenlijst die we net al in beeld hadden. 2.
VERORDENING PARKEERBELASTING EN PARKEERVERORDENING DIEMEN 2012 De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar agendapunt 2. Wie zouden daarover het woord willen voeren? Ik moet u nog even aangeven dat de tabel die u op uw tafel heeft gevonden een rectificatie is van de stukken die u gekregen heeft. Wie willen het woord voeren over dit agendapunt? Meneer Eerkens, meneer Portegijs en mevrouw Wielage. Meneer Eerkens, ga uw gang.
De heer EERKENS: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Een aantal opmerkingen over de kwestie. Het is al uitgebreid aan bod geweest. De fractie van GroenLinks wil zijn erkentelijkheid uitspreken over de beantwoording door het College van de stukken van de groep Ruimzicht ten aanzien van de opmerkingen en ten aanzien van de kwestie over het aantal parkeerplaatsen. De wethouder is zo vriendelijk geweest om in de informatieve bijeenkomst te spreken over de flexibiliteit. Wij willen het bij deze bijeenkomst graag nog even vastgesteld hebben. De wethouder zei dat als de aannames niet zouden kloppen, er flexibiliteit is om te wijzigen. Dat proef ik ook uit de brief die aan de groep Ruimzicht is gestuurd. Wij hechten eraan hierop aan te dringen, maar dat hoeft eigenlijk niet want de wethouder heeft het al toegezegd. Rest ons nog iets te zeggen over de informatie. Het is belangrijk dat de verandering van parkeren tijdig en uitdrukkelijk aan de burgers kenbaar wordt gemaakt. Waarschijnlijk komen er veel telefoontjes. De heer PORTEGIJS: Het is toeval, maar ongeveer de punten die ik wilde noemen heeft de heer Eerkens genoemd. Kortheidshalve wil ik het laatste punt nog een keer benadrukken. We gaan nu over tot betaald parkeren en een verdere parkeerregulering daar omheen. Dat noodzaakt tot goede voorlichting. Ik denk dat de brief van de groep Ruimzicht een voorbeeld is. Die geweldige brij van getallen kan licht aanleiding geven tot een verkeerd beeld van de zaak. Ik denk dat in het concept van de beantwoording die wij hebben gekregen, de knelpunten ten aanzien van de groep Ruimzicht zijn weggehaald. Mocht het zo zijn dat over drie maanden toch blijkt dat er voor bewoners te weinig parkeerruimte is, dan hoop ik met de heer Eerkens dat het systeem flexibel genoeg is om het op dat moment aan te passen. Mevrouw WIELAGE: Dank u wel. Het kan aan de fractie van de VVD liggen, maar ik vind het een beetje raar om hier te gaan spreken over een conceptbrief aan bewoners die ze zelf nog niet hebben ontvangen. Het is prima dat wij het als informatie hebben gekregen voor deze vergadering en dat de raad alvast weet waar we het over gaan hebben. Maar op zich vind ik het een beetje vreemd. Ik weet niet hoe u daarover denkt. De heer DE HAAN: Ter interruptie. Volgens mij is het concept juist dat wij nog eventuele wijzigingen aan de brief voor kunnen stellen voordat het naar de bewoners gaat. De heer MULDER: Ter interruptie. Is het niet zo dat de raad kaders moet geven en dat wij niet naar conceptbrieven moeten kijken? Ik neem aan dat we het College vertrouwen. De heer PORTEGIJS: Het vertrouwen geven we wel, maar de groep Ruimzicht zet in haar eigen brief heel nadrukkelijk, raad besef wat u doet en u heeft nu nog de kans om er op terug te komen. Het is heel goed dat het College de conceptbrief nu al voorlegt aan ons, in plaats van dat we die pas volgende week krijgen als het besluit al is genomen. Mevrouw WIELAGE: Dan vind ik het alsnog. Ik dacht overigens dat het onder agendapunt 4 zou vallen, vandaar dat ik heb gevraagd om het niet als hamerstuk te behandelen maar als agendapunt. Die meneer heeft het ook over de exploitatie en dergelijke. Maar dan gaat het er nog om dat ik liever vanavond in de openbaarheid reactie had gekregen op de brief van Ruimzicht, hetgeen ook de bedoeling was van mijn vraag. Dan zouden mensen van Ruimzicht, indien hier vanavond aanwezig, de reacties ook kunnen horen van het College en van de raad. Nu hebben wij een brief waarvan de tribune niets weet, die kent de hele inhoud niet. Dan gaan wij zeggen dat we het eens zijn met de brief van het College en dan weet niemand waar we het over hebben. Dan zou ik dus zeggen, behandel hier gewoon het
antwoord van het College op de brief van Ruimzicht zodat iedereen weet waar we het over hebben en dan kunnen wij er een besluit over nemen. Dat lijkt mij een nettere gang van zaken. De heer DE HAAN: Ter interruptie. Als je het bovenste stukje van de conceptbrief leest, dan staat er dat in feite een vraag is gesteld aan de gemeenteraad en dat het College namens de gemeenteraad wil antwoorden en dat ze dat inhoudelijk heeft besproken met de gemeenteraad. Volgens mij is dus het doel van het College om het nu inhoudelijk te bespreken, dan een brief vast te stellen en het dan aan de bewoners te versturen. Dat lijkt mij op zich geen gekke volgorde. De VOORZITTER: Mevrouw Wielage, had u nog een andere inbreng op dit punt? Ik stel voor dat we van de wethouder een reactie vragen en dan een toelichting op de brief. Maar maakt u eerst uw eerste termijn af. Mevrouw WIELAGE: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Over het algemeen genomen maken wij ons zorgen over hetgeen ook Ruimzicht aangeeft, namelijk of er straks voldoende parkeerplaatsen zijn. Daar gaat het natuurlijk uiteindelijk over. Nu blijkt dat er een fout heeft gestaan in het stuk en dat wordt ook gecorrigeerd in uw brief. De heer Platjee ging uit van een getal van 414 waardoor een rare verhouding ontstond. Dat moet zijn 614. Dan worden de belanghebbendenvergunning en de verhouding heel anders. Wij zijn blij dat die cijfers nu zijn rechtgezet en dat ik dit nu kan zeggen. Maar alsnog bestaat bij ons de indruk dat het aantal parkeerplaatsen in Ruimzicht terugloopt ten aanzien van wat het nu is of was. Er verdwijnt een aantal parkeerplaatsen. We hebben het ook gehad over de flexibiliteit. Ook al nemen we vanavond een besluit over het aantal parkeerplaatsen, het kan altijd aangepast worden indien blijkt dat er een tekort is aan parkeerplaatsen. Maar als eenmaal de inrichting klaar is, dan is het toch heel moeilijk om oude parkeerplaatsen terug te brengen die nu worden weggehaald? Mijn vraag is hoe we dat oplossen behalve dan dat het heel veel geld gaat kosten. Met name over het terugbrengen van het aantal parkeerplaatsen ten aanzien van wat het nu is wil ik nog wat horen van de wethouder. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel mevrouw Wielage. Andere raadsleden nog? Niet. Dan geef ik de heer Scholten het woord. De heer SCHOLTEN: Dank u wel. Ik heb inderdaad in de informatieve raad al gezegd dat we flexibiliteit betrachten. Dat hebben we tot nu toe ook met de blauwe zones gedaan. Dat zetten we ook gewoon voort. Maar terecht een opmerking over de communicatie. Dat hebben we vooraf ook al gezien. We gaan bewoners nog wel heel uitgebreid en specifiek voorlichten over de betekenis van hun specifieke situatie. De VVD maakt zich zorgen over de parkeerplekken. Wij hebben in de voorbereiding op straatniveau geteld hoeveel plekken er zijn, hoeveel vergunningen er zijn, we hebben inschattingen gemaakt indien we het niet wisten, we hebben het opgetild naar buurtniveau. Op basis daarvan zijn wij tot de conclusie gekomen dat het past. Voor Ruimzicht hadden we wat minder ruim zicht, laat ik het zo zeggen. We hebben zo’n zes weken terug apart nog eens tellingen uitgevoerd. De veronderstelling over de gelijktijdigheid blijkt te kloppen. Oftewel, onze inschatting over de behoefte aan parkeerplekken blijkt iets hoger te zijn dan uit de tellingen bleek. Wij hebben er voldoende vertrouwen in dat het werkt, maar het is ook afhankelijk van het gedrag van mensen. Maar wij denken dat er binnen de mogelijkheden voldoende opvang is. U ziet terecht dat het aantal parkeerplekken iets afneemt in Ruimzicht. Dat komt omdat we uitgegaan zijn van de huidige parkeerplekken maar tevens hebben meegeteld dat een bepaald stuk straat niet meer toegankelijk is. Dat is overigens op verzoek van de bewoners. Het is de lus waar we
vorige keer over hebben gesproken. Dat leidt ertoe dat er wat minder parkeerplekken zijn. U weet ook dat wij volgend jaar beginnen met de schouwing ten behoeve van de herinrichting van Ruimzicht. Daar zullen we het parkeren uiteraard meenemen. We beginnen daar rond april mei mee. Mocht nu blijken dat het toch krapper is dan we nu veronderstellen, dan kan dat prima in de herinrichting meegenomen worden. Zoals we vaker bij herinrichting hebben gezien, pleiten bewoners voor meer parkeerplekken. Dat proberen we dan ook zo goed mogelijk in te passen. Het gesprek kan nog altijd plaatsvinden en ik ga ervan uit dat het nog prima ingepast kan worden in de werkzaamheden die we nog moeten gaan uitvoeren. Ik denk dat er voldoende capaciteit is, maar het is wel mensenwerk. Het gedrag van mensen kan veranderen. Daarmee kan het wel eens onder druk komen te staan. Wij zeggen nog steeds dat er voldoende rek is in de capaciteit. Er is nog ruimte om te overleggen over de herinrichting van Ruimzicht West om daar nog plekken aan toe te voegen. Al met al denken wij dat het allemaal wordt opgelost. Ik heb vorige keer ook al gezegd dat we flexibiliteit inpassen omdat het het College de bevoegdheid geeft om op een aantal punten tussentijds in te grijpen. Bij de introductie monitoren wij regelmatig. Vier tot zes weken na de invoering zullen wij gaan tellen. Afhankelijk van de bevindingen tellen wij op sommige plekken vaker. Dat is niet nieuw, dat doen we nu ook al in de blauwe zone. Als er klachten van bewoners zijn, dan is dat voor ons ook aanleiding om opnieuw onderzoek te doen. Dat doen we nu al zo’n drieëneenhalf jaar zo en daar gaan we gewoon mee door. Nu de brief. Het is natuurlijk een beetje moeilijk. De bewoners kiezen ervoor om de raadsleden een brief te schrijven en het College daarvan niet op de hoogte te stellen. Ik denk dat de inhoud van de brief hier wel bij de beraadslagingen betrokken zal worden. Dat blijkt ook uit uw eigen mail. Er moet een stijlvorm worden gevonden om dat te doen. In alle praktische zin wordt dat een conceptbrief. Maar u moet ook nog besluiten of het College de brief mag beantwoorden, want de brief is gericht aan u en niet aan het College. Ik dacht dat het wel de beste stijlvorm was om het hier vanavond op een fatsoenlijke manier in de discussie te betrekken. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Scholten. Een tweede termijn voor degenen die dat willen. Meneer Tokkie. TWEEDE TERMIJN De heer TOKKIE: Volgens mij bent u wethouder parkeerbeleid en kunt u uitstekend uitleggen waar het over gaat. Ik hoef er verder niets meer van te vinden. Mevrouw WIELAGE: Wij waren blij dat u een reactie gaf op de inhoud. Daar hadden we namelijk om gevraagd. De VVD-fractie wilde een reactie op de brief. Het is goed om te horen dat er uit is gekomen dat het niet 414 parkeerplekken zijn maar 614. Dat is natuurlijk een wereld van verschil voor de bewoners. We hebben niet gevraagd of u een conceptbrief wilde maken. We hebben gewoon gevraagd om een reactie op de brief van u aan ons. We hadden dat het liefst gewoon direct in de openbaarheid gehad zodat ook mensen op de tribune van uw reactie kennis hadden kunnen nemen, maar het is prima om dit als achtergrond erbij te hebben. Bewoners hebben al het recht om naar de raadsleden een brief te sturen en ook van de raadsleden een antwoord te verwachten. Er hoeft dan dus geen reactie van het College te komen, maar dat is onze mening. Ik vind het allemaal prachtig, het is mensenwerk en overal worden fouten gemaakt, maar we zijn zo aan het tellen en aan het nagaan en dan wordt er een derde minder parkeerplaatsen gemeld dan dat er daadwerkelijk komen. Dan is het niet raar dat bewoners meteen beginnen te stuiten dat ze straks plekken tekort komen. Het terugbrengen van een aantal parkeerplaatsen zit hem niet alleen in die keerlus, maar ook voor de eengezinshuizen verdwijnen parkeerplekken. Ik heb vandaag de tekeningen opgevraagd maar
die heb ik nog niet ontvangen dus daar wacht ik nog op. Maar dat is natuurlijk wel iets wat de bewoners direct aangaat en wat een vervelende consequentie kan hebben. Wij hebben de tekeningen aangevraagd van de oude situatie en van hoe de situatie nu is. Wij zullen zeker bij u terugkomen, maar wij willen in ieder geval de bevestiging vanavond van u hebben dat als we er na deze vergadering nog wijzigingen in willen hebben, dat het nog kan. Maar volgens mij heeft u dat net toegezegd. De VOORZITTER: Dank u wel mevrouw Wielage. Zijn er anderen die nog het woord willen voeren? Meneer Scholten. De heer SCHOLTEN: Ik begrijp dat de bewoners bezorgdheid uiten over de financiële tabel. Ik heb u ook proberen uit te leggen dat op een heel andere wijze de telling heeft plaatsgevonden. Daar heeft de tabel dus geen rol in gespeeld. Maar ik begrijp uw zorg. Met de bewoners gaan we nog over de inrichting van de wijk praten. Daar hoort ook parkeren bij en het aantal parkeerplekken. Ik stel voor om dat net zo ordentelijk te doen zoals we het ook met alle andere wijken hebben gedaan. We wegen in redelijkheid alles mee. In andere wijken heeft u zich daar als raad ook niet over uitgelaten. Ik kan me voorstellen dat als we er door al het overleg met de wijken niet uitkomen, dat u dat vanzelf ter ore komt. Het lijkt me dan de perfecte plek om dat dan hier uit te spreken. Maar ik stel voor om de gewone procedure te hanteren. Wij zijn nu uitgegaan van de huidige situatie met wat modificaties. Er verandert het een en ander. We zijn in onze eigen straatopstelling niet vooruitgelopen op mogelijk extra parkeerplekken. Daar is het overleg met de wijk voor. Wij hebben de stijlvorm gekozen om alvast een conceptantwoord te maken. Daar kunt u van alles van vinden, maar wat mij betreft was het eerste doel dat deze informatie vanavond een rol kon spelen in de discussie. Wij willen u vragen om, zoals eigenlijk bij alle brieven, het College toestemming te geven om de brief te beantwoorden. Dat het publiek er geen kennis van kon nemen is niet helemaal waar, want de conceptbrief die u heeft ligt daar ook voor alle mensen die vanavond aanwezig zijn. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Scholten. Ik wil zodirect toe naar besluitvorming. Maar ik wil ook even het volgende horen. Het is een nagekomen ingezonden brief. Vindt u het goed dat het College die brief in handen neemt en de beantwoording op zich neemt? Meneer Israël. De heer ISRAËL: Ik zou graag zien dat een excuus wordt aangeboden over de fout die is gemaakt ten aanzien van het aantal parkeerplekken. Geen 414 maar 614. Dat is toch wel duidelijk. De VOORZITTER: Uw verzoek is helder. Anderen? Mevrouw Wielage. Laten we niet met elkaar de brief gaan maken. De vraag was of u akkoord bent dat het College de brief gaat beantwoorden. Mevrouw WIELAGE: Ik heb dan ook nog wel een verzoek. Ik zou graag zien dat het College in de brief schrijft dat zij op verzoek van de raad de afhandeling doen. De brief is tenslotte aan de raad gericht. De groep Ruimzicht is bang dat als het besluit wordt uitgesteld, dat dan sprake is van mosterd na de maaltijd. Ik hoop dat in de brief duidelijk wordt dat het niet het geval is. Dus dat de vragen die zij stellen nog steeds verwerkt kunnen worden en los staan van het besluit dat de raad vanavond heeft genomen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Meneer Verheuvel zag ik u ook nog?
De heer VERHEUVEL: Nee ik reageerde alleen op hetgeen wat mevrouw Wielage vroeg. Dat staat al in de brief. Er staat namelijk dat de gemeenteraad de brief ter beantwoording in handen van ons College heeft gesteld. Er is al aan voldaan. Voor de rest zijn wij het er volledig mee eens dat het College namens de raad de beantwoording doet. De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat het College het op zich neemt met inachtneming van de verzoeken die hier gedaan zijn ten aanzien van de inhoud van de brief. Dan gaan we toe naar de besluitvorming over dit punt. Is er iemand die stemming wil over dit punt? Niet. Dan is het met algemene stemming aangenomen. Dank u wel. 3. BELASTINGVERORDENINGEN De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar agendapunt 3, de belastingverordeningen. Ik ga kijken wie daarover het woord willen voeren. De heer Jägers, de heer Verheuvel en de heer Van Vugt. Meneer Jägers, ga uw gang. De heer JÄGERS: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Onze fractie zal tegen de eerste drie verordeningen stemmen. Dat zijn de verordening onroerend zaakbelastingen, afvalstoffenheffingen en rioolheffing. Het is eigenlijk wel duidelijk. Het vloeit voort uit de begrotingsbehandeling en wat daar gezegd is. Wij zullen wel voor de overige verordeningen stemmen. Met betrekking tot de laatste drie willen wij een motie indienen. Het betreft de verordening lijkbezorgingsrechten, precariorechten en leges 2012. Is dit nu het juiste moment om de motie in te dienen? De VOORZITTER: Ja. Ik zou zeggen, licht de aard van de motie toe en het waarom. De heer JÄGERS: Dank u wel. Het heeft betrekking op de toerekening van kosten. De raad wordt jaarlijks gevraagd om te besluiten over de tarieven door het goedkeuren van verordeningen. De raad heeft daarbij onvoldoende zicht op hoe de tarieven worden vastgesteld. Naar onze mening ontbreek er voldoende basis om die drie goed te kunnen beoordelen. Wij vragen daarom aan het College of zij in 2012, voor we opnieuw moeten gaan besluiten over de tarieven, een thema-avond te organiseren om inzicht te verstrekken met betrekking tot de toerekening van kosten, dan wel een notitie aan de raad te verstrekken om de raad inzicht te geven over hoe het zit met de toerekening. Dat was het. Dank u wel. Motie VVD – toerekening kosten De Gemeenteraad van Diemen, in vergadering bijeen op donderdag 1 december 2011, gelezen de Belastingverordeningen, overwegende dat: -
-
de Raad wordt gevraagd te besluiten over tarieven van gemeentelijke heffingen, rechten en leges door het goedkeuren van de verordeningen: afvalstoffenheffing, rioolheffing, marktgeld, brandweerrechten, lijkbezorgingsrechten, precariorechten en leges 2012; de Raad onvoldoende inzicht heeft in hoe tarieven worden vastgesteld en waarbij het systeem van toerekening van kosten niet voldoende transparant is,
vraagt het College om:
-
in 2012 (eventueel in samenwerking met de accountant) een thema-avond te organiseren over het systeem van toerekening van kosten dan wel; In 2012 een notitie aan de Raad te doen toekomen waarin het systeem van toerekening van kosten wordt beschreven.
En gaat over tot de orde van de dag. VVD-fractie Diemen Y.N. de Baay J. Jägers F.J. Mulder B.H.M. Wielage
De VOORZITTER: Dank u wel meneer Jägers. Mag ik de heer Verheuvel het woord geven? Nee. Dan gaan we naar meneer Van Vugt. De heer VAN VUGT: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Ik heb een aantal kleine vragen over de afvalstoffenheffing. Er wordt in artikel 8 gesproken over vrijstellingen die gegeven worden aan de studentenflats aan de Rode Kruislaan. Ik denk maar ik weet het niet zeker dat dat komt omdat zij een ander contract hebben dan met de Meerlanden. Hetzelfde herhaalt zich ook bij de rioolheffing. Ik vraag me af of zij ook vrijgesteld zijn. En ik vraag me af hoe het zit met de berekening van de rioolheffing voor de studentenflats. Dus ik wil graag weten hoe het zit met de berekening voor de studentenflats op de Rode Kruislaan en Bergwijkdreef. En dan heb ik nog een nagekomen bericht over de hondenbelasting. Er werd vorige keer een vraag over gesteld door Leefbaar Diemen. Ik heb me verdiept in het landelijke standpunt van de SP. Een landelijk standpunt ontbreekt. Ik heb wel gekeken wat een aantal andere afdelingen van de hondenbelasting vond. Die vonden dat ze de hondenbelasting niet moesten afschaffen. Ik heb vorige keer gezegd dat de SP alleen voor het afschaffen van de hondenbelasting is als er ook een dekking is. Ik denk niet dat er een motie gaat komen van Leefbaar Diemen om de hondenbelasting af te schaffen met een bijbehorende dekking. Dus dat is nog even een nagekomen bericht van vorige keer. Mevrouw SMIT: Ter interruptie. Daarom heb ik voor Leefbaar Diemen gekozen. Wij denken voor onszelf en wij kijken niet wat anderen vinden. De heer VERHEUVEL: Wij hebben slechts één onderdeel waar we iets over willen zeggen. Dat is onderdeel k, onderdeel leges. Ik heb daar tijdens de informatieve raad ook een punt over gemaakt. Op 1 januari wordt de prijs voor de Nederlandse identiteitkaart voor kinderen tot en met dertien jaar verhoogd van € 9 naar € 30. Dat is een maatregel die afkomt van het Rijk. Ik vind dat we die regel over moeten nemen, maar dat het gepaard moet gaan met een goede communicatie naar de burgers. Duidelijk moet worden gemaakt dat het niet ons besluit is, maar dat het een Rijksbesluit is. Dat wil ik nog even opmerken. Dus ik vind de communicatie daarover erg van belang. De heer EERKENS: Dank u wel. Ik zou graag van de heer Jägers antwoord krijgen op een aantal vragen die bij mij opkomen. Hoe gedetailleerd zou de VVD de verslaglegging willen hebben? Waarom zou het in de raad moeten? Mijn ervaring is dat de organisatie bereid is om al die informatie te verstrekken. Ik heb ze zelf soms heel erg ongerust gemaakt over al die informatie die ik opeens wilde hebben. Ze hebben het nooit een probleem gevonden om me
alles uitgebreid te vertellen. Moeten we niet vrezen voor een grote belasting van de organisatie als dit een structurele kwestie wordt? Dat zijn mijn vragen. De heer JÄGERS: Het gaat ons niet om elk individueel cijfertje. Het gaat ons met name om het systeem dat erachter zit. Daar willen we graag inzicht in hebben. Dan kunnen we globaal beoordelen hoe het zit met de tarieven. Het gaat over leges, rechten en heffingen. Het gaat uiteraard niet om belastingen, want die hebben natuurlijk niet altijd een relatie met kosten. Dus het gaat puur over die drie grootheden. Ik kan me herinneren dat we een keer hebben gediscussieerd over hoe het zit met de tarieven voor de blauwe zone. Het bleek dat wij als raad totaal geen inzicht hadden in hoe de tarieven tot stand kwamen. Dus graag zouden wij daar een discussie over willen hebben om te zien hoe de systematiek nu eigenlijk werkt binnen de gemeente Diemen. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Jägers. Meneer Scholten. De heer SCHOLTEN: Ik zal als laatst even op de motie ingaan. Eerst de SP met de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Het geldt niet alleen op de Rode Kruislaan, maar ook voor de studenten op Bergwijkpark. Ik neem aan dat met name de informatieve raad is bedoeld voor dat soort vragen. Voor wat betreft de afvalstoffenheffing is er een apart contract voor het studentencomplex. Het betekent dat het uit onze afvalstoffenheffing valt en dat de woningeigenaar De Key het daar zelf regelt. Dat geldt ook voor de Bergwijkpark. De kosten worden in principe aan de eigenaren in rekening gebracht. Ik neem aan dat die complexen op een uniforme wijze aangeslagen worden conform de verordeningen. Meneer Verheuvel, we hebben vorige keer inderdaad al gezegd dat er tariefwijzigingen komen. Daar hebben we het tijdens de informatieve raad over gehad. Het College vraagt u toestemming om de tarieven aan te passen op het moment dat het Rijk tarieven voorschrijft. Dat zullen we ook doen. We zullen ook aangeven dat het van het Rijk komt. Ik mag toch aannemen dat als het Rijk een tariefswijziging doorvoert, hij dit doet met enige publiciteit. Maar anders zullen wij nog wel vertellen dat het aan het Rijk ligt. Het is jammer dat de VVD de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing niet goed wil keuren. Ik begrijp de discussie uit de raad. Ik heb de advertenties gezien die de VVD gezet heeft in het DiemerNieuws. Ik wil even een misverstand wegnemen. Er worden suggesties gedaan van 17 %. Een gemiddeld gezin gaat € 25,91 meer betalen. Dat is € 2,16 in de maand, 3,1%. Een huurder gaat € 12 meer betalen. Dat is € 1 in de maand. Ik denk dat het goed is om dat hier nog even vast te stellen. De heer JÄGERS: Mag ik daar even op reageren? Die cijfers kloppen, maar het is wel zo dat er meer wordt verhoogd dan de inflatie groot is als het gaat om de afvalstoffenheffing en de onroerend zaakbelasting. Het geldt overigens niet voor de rioolbelasting, maar dat terzijde. Als we weten dat er vorig jaar hele grote verhogingen zijn geweest, dan zijn wij daar als VVD uiteraard niet blij mee. Daarom stemmen we ook tegen. De VOORZITTER: Meneer Scholten, ook nog even over motie. De heer SCHOLTEN: Ik begrijp uw opstelling, maar ik denk dat het wel handig is als we dat soort getallen even noemen. De motie. Inhoudelijk heb ik er niet zoveel op tegen. In de Auditcommissie hebben we gepraat over het programma van vorig jaar. Deze wethouder zelf heeft voorgesteld om de accountant een thema-avond te laten verzorgen over het vraagstuk van kostenverdeelstaten, toerekening van kosten. Daar heb ik om gevraagd omdat het ingewikkeld is. De accountant heeft aangegeven dat hij dat wel wil doen. Daar gaan we volgend jaar zeker wat aan doen. Een notitie over het systeem van toerekening van kosten, het
is niet voor niets dat ik het aan de orde heb gesteld. De manier waarop we dat doen is gebaseerd op grondslagen uit 2005 die we soms op onderdelen hebben aangepast. Altijd wel in overleg met u. Ik neem aan dat het om de beleidsmatige opzet gaat en de methode van berekening en dat het niet over het getal achter de komma gaat. In die zin had ik deze motie bijna zelf kunnen schrijven omdat ik het in de Auditcommissie al toegezegd had. Maar als de VVD-fractie wil dat de motie in de raad wordt vastgesteld, heb ik daar inhoudelijk geen bezwaren tegen. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik wil kijken of het behoefte is aaneen tweede termijn. Meneer Jägers, wilt u reageren. TWEEDE TERMIJN De heer JÄGERS: Nee, eigenlijk niet. De beantwoording is afdoende wat ons betreft. De heer VAN VUGT: Ik wil in tweede termijn nog wel even reageren op mevrouw Smit. Ik heb de vorige keer gezegd dat de SP van mening was dat de hondenbelasting behouden moest blijven, tenzij een dekking kon worden gevonden voor het afschaffen. Er werd toen door mevrouw Herder gezegd dat de SP als standpunt had dat de hondenbelasting hoe dan ook moest worden afgeschaft. Dat standpunt bestaat helemaal niet. Ik heb dus net antwoord gegeven dat er geen landelijk standpunt bestaat. Wij zelf als SP Diemen hebben het standpunt dat de hondenbelasting moet worden gehandhaafd, tenzij er een dekking is voor afschaffing. Als die er niet is, dan zijn wij niet voor het afschaffen van de hondenbelasting. Ik ga mij niet verschuilen achter een landelijk standpunt. Ten eerste omdat het er niet is, en ten tweede omdat wij vorige week al een mening hebben gegeven over de hondenbelasting. Mevrouw HERDER: Meneer Van Vugt, ten eerste heb ik het niet over de landelijke SP gehad. Ik heb u een artikel laten lezen over de SP uit Amsterdam. Een collega van u dus. De heer VAN VUGT: Ter interruptie. Ik heb dat artikel niet gekregen. Ik zal het artikel dan alsnog van u moeten krijgen. Mevrouw HERDER: Ik heb het niet over de landelijke SP gehad. Wat de dekking betreft, daar heeft u gelijk in. Maar daar komen wij volgend jaar wel mee. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik wil met u toe naar besluitvorming over de diverse belastingverordeningen. Uit de stemverklaring van de VVD begrijp ik dat zij niet voor a, b en c stemmen. Mag ik daaruit concluderen dat met tegenstemmen van de VVD voor a, b en c de rest voor is? Of gaan we ze allemaal stuk voor stuk bespreken? Ja. Dan gaan we dat doen. Soms is het zo meneer Verheuvel. Wie zijn er vóór de verordening onroerend zaakbelastingen? De fracties van de PvdA, GroenLinks, CDA, SP en D66. Anderen tegen. Daarmee is het aangenomen. Verordening b, afvalstoffenheffing. Wie zijn er vóór? GroenLinks, CDA, SP, D66 en PvdA. Anderen tegen. Daarmee is het aangenomen. Wie zijn er vóór verordening c, rioolheffing? De fracties van PvdA, GroenLinks, CDA, SP en D66. Anderen tegen. Daarmee is het aangenomen. Wie zijn er vóór d, de hondenbelasting? Allen behalve Leefbaar Diemen. Daarmee aangenomen. Wie zijn er vóór verordening e, reclamebelasting? Allen. Daarmee aangenomen. Wie zijn er vóór verordening f, de toeristenbelasting? Allen voor. Daarmee aangenomen. Wie zijn er vóór verordening g, marktgeld? Allen. Aangenomen. Wie zijn er vóór verordening h, brandweerrechten? Allen. Aangenomen. Wie zijn er vóór verordening i, lijkbezorgingsrechten? Mevrouw Herder is
tegen, de rest voor. Daarmee aangenomen. Wie zijn er vóór verordening precariorechten? Iedereen voor. Aangenomen. Als laatste verordening k, leges 2012. Wie zijn er vóór? Allen. Daarmee aangenomen. Dank u wel. Dan nog de motie van de VVD. Wie zijn er tegen de motie? Niemand. Daarmee is het aangenomen. HAMERSTUKKEN 4. PARKEEREXPLOITATIE DIEMEN 2012 De VOORZITTER: Dames en heren. We zijn aangekomen bij de hamerstukken. Akkoord. 5. WIJZIGING LEGES PARKEERONTHEFFING PARKEERVERORDENING DIEMEN 2012 De VOORZITTER: Akkoord.
BLAUWE
ZONE
6.
VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN VOOR HET OPRICHTEN VAN KINDEROPVANG OP HOEK VOGELWEG / TURELUURWEG De VOORZITTER: Akkoord. 7. VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN NOORD De VOORZITTER: Akkoord. 8. NORMENKADER 2012 De VOORZITTER: Akkoord. 9.
VERORDENING RUIMTEEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE DIEMEN 2011 De VOORZITTER: Akkoord.
INRICHTINGSEISEN
10. JAARVERSLAG LEERPLICHT – RMC SCHOOLJAAR 2010-2011 De VOORZITTER: Akkoord. 11. STADSREGIO De VOORZITTER: Dan komen we toe aan hetgeen wij agendapunt 11 hebben genoemd, de Stadsregio. Aangezien uw voorzitter daar ook het woord zal voeren, ga ik aan de voorzitter van het presidium vragen of hij van mij de hamer wil overnemen. Meneer Tokkie. De heer Tokkie wordt voorzitter De VOORZITTER: Dan wil ik. Dank u wel. Ik ga gelijk rondkijken. Is er iemand die over dit onderwerp in eerste termijn het woord wil voeren? De heer Portegijs, de heer Eerkens, de heer Mulder. Dat was het. Meneer Portegijs, ga uw gang. De heer PORTEGIJS: Ik begrijp dat we beide onderwerpen behandelen? Zowel de toekomst van de samenwerking als de tarieven van het openbaar vervoer? De VOORZITTER: Ik laat het aan u waar u het woord over wil voeren. U krijgt van mij een eerste termijn. Als u het lastig vindt, krijgt u van mij ook een tweede termijn. De heer PORTEGIJS: Ik vind het niet lastig. Ik zal over beide onderwerpen het woord voeren, maar het eerste onderwerp vanuit de PvdA-fractie en het tweede onderwerp als
vertegenwoordiger van de Stadsregioraad. Die heeft een wat andere toon maar dat hoort u vanzelf. De heer EERKENS: Ter interruptie. Ik wil eigenlijk een ordevoorstel doen, juist omdat meneer Portegijs het laatste zo zegt. Ik kan me voorstellen dat het handiger is als de heer Portegijs de opmerkingen van de heer Mulder en van andere mensen meeneemt in zijn beantwoording. Ik zou hem dan willen vragen of hij bereid is om in eerste termijn als laatste aan te sluiten. De VOORZITTER: Ik luister even naar meneer Portegijs. Ik stel voor de heer Portegijs nog een keer het woord geven. Maar ik zie een opmerking van meneer Mulder. De heer MULDER: Meneer Portegijs heeft om dit agendapunt gevraagd, dus het lijkt mij het meest reëel als hij eerst een toelichting op het geheel geeft en dat we daarna beantwoording geven. Dan krijgt u van mij zelfs een derde termijn als dat van de voorzitter mag. De VOORZITTER: Gezien de bijzondere status van meneer Portegijs wil ik hem op alle fronten tegemoet komen dus hij krijgt zoveel termijnen als hij wil. Ga uw gang. De heer PORTEGIJS: Het eerste punt, de toekomst van de regionale samenwerking. Volgende week dinsdag is er een bestuurlijk overleg over waar onze burgemeester aanschuift om te praten over de toekomst van de regionale samenwerking nu de WGR Plus is opgeheven. Wij zijn verheugt met de insteek die het College tot nu toe genomen heeft in de discussie, namelijk, wij hechten aan de regionale samenwerking. Tijdens de algemene beschouwing hebben wij gezegd dat de PvdA de samenwerking zelfs een hoeksteen vindt voor de toekomstige zelfstandigheid van de gemeente. We willen toch graag zelfstandig blijven. Helaas wordt de WGR Plus opgeheven, maar wij zijn verheugd om te horen dat er vanuit de Stadsregio gedacht wordt aan manieren om dat op een of andere manier na 1 januari voort te zetten. Daar moeten slimme plannen voor bedacht worden. Wij juichen die inzet toe. Er is een kanttekening bij voor de volledigheid. Er wordt ook gesproken over de Metropoolregio. Dat is wat breder dan de Stadsregio. Daar horen Almere en Haarlem bij. Wij vinden dat maar een duistere club en dat is het ook. Wij willen de burgemeester vragen om daar in het overleg van 6 december aandacht voor te vragen. De Stadsregio, de zestien gemeentes rond Amsterdam, heeft een vorm van politieke controle en vertegenwoordiging van de volksvertegenwoordigers. Dat is misschien niet ideaal omdat wel eens wordt geroepen dat het rechtstreekse verkiezingen moeten zijn en niet de mensen die namens de gemeenteraad daar zitten. Maar de constructie van de besturing van de Stadsregio is zodanig dat wij als gemeente duidelijk invloed hebben op het beleid. Enerzijds via onze portefeuillehouders die, in het portefeuillehoudersoverleg allerlei standpunten voorbereiden en uiteindelijk in de Stadsregioraad waar veel besluiten nogmaals goedgekeurd moeten worden. Ik zei, het is vaak een besluitvormingsmachine. Er is niet meer een geweldige ruimte voor discussie om over allerlei varianten te praten, maar het is wel zo dat de besluiten nog een keer genomen moeten worden. Als de meerderheid van de Stadsregioraadsleden vindt dat het een slecht besluit is, dan wordt het dagelijks bestuur terug gestuurd. Die controle dreigt te verdwijnen na 1 januari. Het is een beetje onduidelijk hoe die samenwerking vorm gaat krijgen. Er wordt af en toe wel geroepen dat we oog moeten hebben voor de legitimiteit. Wij vinden dat het heel nadrukkelijk voorop moet staan. Wij vinden dat we als gemeente maar ook als volksvertegenwoordigers een zeggenschap moeten houden in die bestuurlijke structuur. Ik hoop dat er een vorm gevonden wordt waarin dat gerealiseerd wordt. Er wordt wel eens gezegd, is dat geen bestuurlijke drukte? Nee. Dat is democratie. In de discussie over de bestuurlijke structuur
komt het heel vaak naar voren, er zou te veel bestuurlijke druk zijn. Als je daarna vraagt wat ermee wordt bedoeld, dan hoor je dat wethouders te vaak dingen moeten uitleggen. Hij moet het in zijn eigen gemeenteraad uitleggen en ook in de Stadsregioraad en er is ook nog een bilateraal overleg. Wij vinden het niet erg als bestuurders dingen moeten uitleggen. Wij juichen dat zelfs toe en wij zouden het jammer vinden als er in de nieuwe bestuurlijke structuur een plicht om uit te leggen zou verdwijnen. Tot zover over de bestuurlijke toekomst. Dan het tweede, het openbaar vervoer. Vandaag heb ik, en ik hoop u ook, het Regio journaal gekregen. U moet het zeker lezen. Er zijn twee dingen interessant. Er staat een interview in met een VVD-gemeenteraadslid uit Amsterdam. Hij zegt dat het verschrikkelijk is dat er zo wordt bezuinigd op het openbaar vervoer. Er worden verkeerde keuzes gemaakt omdat bereikbaarheid met het openbaar vervoer noodzakelijk is voor de economische ontwikkeling van de stad. Helaas heeft hij noch de wethouder van de VVD Amsterdam invloed kunnen uitoefenen op het Rijksbeleid. Er wordt namelijk fors bezuinigd op het openbaar vervoer. Dit zal ertoe leiden dat in 2012 de kosten van het openbaar vervoer met 33% zullen stijgen. De landelijke overheid kiest voor 130 op de snelweg en dat mag allerlei extra kosten met zich meebrengen, maar er wordt bezuinigd op het openbaar vervoer. In de Stadsregio wordt ervoor gekozen om dat voor een groot gedeelte terug te halen door de tarieven te verhogen met 33%. In de vorige Stadsregio is dat aan de orde geweest en toen is er een motie ingediend om dat te maximeren. Het gaat van 10,6 naar 14,2 cent per kilometer. Er is voorgesteld om dat te maximeren tot 12 cent per kilometer. Maar die motie heeft het niet gehaald. Het was een motie van de PvdA, GroenLinks en D66. Waarom heeft hij het niet gehaald? Dat was omdat onder andere de SP tegen stemde. Waarom stemde de SP tegen? Er is op zich ook wat voor te zeggen. Er werd namelijk gevraagd hoe dit werd gedekt. Een tariefdifferentiatie zou onderzocht moeten worden. Dat zou mogelijk een dekking zijn. De SP vond dat helemaal niets. De verhogen moest niet doorgaan en dus waren ze tegen de motie. Dat heeft ertoe geleid dat het dagelijks bestuur van de Stadsregio de vrijheid heeft gekregen om de maximale marge van 14,2 cent in te voeren. Ze moeten het besluit officieel nog nemen. Volgens mij in de vergadering van 8 december. Dan zal dat vast als besluit worden voorgelegd op 13 december in de regioraad. Daar kun je nog moeilijk tegen stemmen. Dan geldt namelijk eigenlijk de vraag, welke lijn wilt u opheffen? Dit is wel iets wat gaan gebeuren. Toen de motie in stemming kwam heeft uw afvaardiging in de regioraad verdeeld gestemd. Ik heb vóór de motie gestemd en mevrouw De Baay heeft tegen de motie gestemd. Ik weet niet of er over twee weken weer zo’n motie voorligt. Maar als er geen fatsoenlijke dekking bijzit, dan is het erg moeilijk om tegen zo’n tariefsverhoging te stemmen. Tenzij u zegt, laat het probleem maar escaleren. Dat is een soort insteek die u kunt nemen. Misschien dat er nog een oplossing gevonden wordt, dat er toch nog een dekking wordt gevonden. Maar ook dan zal het een dekking zijn dat er vervolgens niet wordt geïnvesteerd. Dan worden haltes bijvoorbeeld niet opgehoogd. Het geld dat dan vrijkomt kan je gebruiken om de tariefstijging te temperen. Ik vind het belangrijk om dit nu al te zeggen.Want de tariefsverhoging gaat er waarschijnlijk wel aankomen. De heer KLAASSE: Ter interruptie. Ik ben nog een beetje in de war door uw verhaal. U begint te zeggen, democratie in de regioraad. U sluit af dat we eigenlijk niet zoveel meer hebben te zeggen. De heer PORTEGIJS: Er is drie maanden geleden een motie ingediend. Er staat dat het maximum tarief 12 cent per kilometer is. De meerderheid van de regioraad was het niet eens met de motie om verschillende redenen. De SP vond dat het dekkingsvoorstel niet deugde, de VVD en het CDA wilden geen lijnen schappen, want dat is het alternatief. Die tariefsdifferentiatie levert namelijk niet echt veel geld op. Dus de motie is met meerderheid
van stemmen verworpen. Volgens mij was het 26 tegen en 24 voor. Niet alle raadsleden waren er. Wat Recht door Zee uit Volendam gaat stemmen weet ik niet. Zo zijn er nog een paar locale partijen waarvan de stemming voor mij nog niet duidelijk is. De heer KLAASSE: Nog een korte vraag. Waarover gaan we dan nu een beslissing nemen? Ik heb voor gestemd om dit punt op de agenda te zetten omdat we nu toch bij elkaar zijn en ik ben geïnteresseerd in de informatie die van u komt. Maar ik heb nu nog geen duidelijk beeld waar we nu voor of tegen gaan stemmen. De heer PORTEGIJS: U gaat nog nergens voor of tegen stemmen. De regioraad moet op 13 december een beslissing nemen over een voorstel inzake tarieven openbaar vervoer. Waarschijnlijk zal dat betekenen dat het tarief omhoog gaat van 10,4 naar 14,2 cent. U kunt hier zeggen dat u dat onacceptabel vindt. Dan moet je dus een lijn schappen die zeer slecht bezet is. Die lijnen zijn er natuurlijk wel. Dan is een deel van de stad niet bereikbaar. Dat zijn de keuzes die voorliggen. De VOORZITTER: Nu wil ik me niet mengen in het debat, maar ik meen dat wij het punt geagendeerd hebben om te beoordelen of wij het nuttig vinden om de regioraad te laten voortbestaan. Het punt over het openbaar vervoer had ik er niet uit begrepen, maar goed. Meneer Eerkens. De heer EERKENS: Dank u wel. Het lijkt wel een beetje bestuurlijke duisternis in plaats van bestuurlijke drukte. Ik maak me wel zorgen om het geringe democratische gehalte. Ik begrijp wel dat er een beslissing was met de RegioPlus waarin een wettelijke situatie was waarin we het konden regelen. Dat hebben we uit handen gegeven. Twee mensen van ons met mensen van elders besluiten dan dingen. Het DB heeft het dan uit te voeren. Dat is allemaal voorbij, dat heeft het Kabinet afgeschaft. We willen nu wel hetzelfde in stand houden. Als ik zo rond kijk, denk ik dat we daar wel voor zijn. Het spijt me mevrouw Herder, ik zal in een andere gelegenheid wat meer aandacht aan u geven, maar nu even niet. Ik heb in de maanden dat ik hier zit niet gehoord dat de Regioraad het niet goed doet en dat het een walgelijke constructie is. Mevrouw HERDER: Ter interruptie. Dan heeft u niet goed geluisterd naar mijn opmerkingen. Ik ben het vaak niet eens met de samenwerking met Amsterdam. De regio bestaat uit meer gemeentes. Maar mijn wantrouwen tegenover Amsterdam blijft bestaan. De heer EERKENS: Ik denk dat ik er enigszins in mee kan gaan als ik de discussie over de tarieven nu volg. Eigelijk kan ik het niet volgen en ik sluit me wat dat betreft aan bij de heer Klaasse. Wat moet ik nu beslissen? Ik zou er niets over kunnen zeggen want ik ken alle ins en outs niet. Welke lijnen komen uit Volendam? Welke lijnen moeten worden opgeheven zodat wij iets minder kunnen gaan betalen? Om het maar even gechargeerd te zeggen. Dat is mijn bedoeling nu. Hoe gaan we nu verder? Het lijkt me niet zinvol om daar vanavond uitgebreid over te spreken. Maar kennelijk is de enige oplossing dat we met gemeentes afspraken gaan maken. Er is overigens geen wettelijk kader om afspraken met elkaar te gaan maken, maar je kan wel onderlinge regelingen treffen. Dan zijn de afspraken die je maakt bindend. Of kan het nog overruled worden? Daarom zeg ik, bestuurlijke duisternis. Ik zou graag willen dat de heer Portegijs en mevrouw de burgemeester nog even het woord voeren hierover. Zal het juridisch en financieel kunnen om de huidige situatie te behouden? Zou het ook democratisch kunnen? Interessant vind ik dat in de stukken staat dat we minder bestuurders moeten hebben. Daar worden toch opvallend weinig argumenten voor aangedragen. De infrastructuur-autoriteit is
een inconsistentie in de beleidsvoering omdat het beleid wil dat er minder lagen komen en deze autoriteit is volgens mij een laag ertussen. Als laatste zou ik graag in het algemeen het standpunt van de burgemeester willen horen. Dank u wel. De heer MULDER: Hartelijk dank. Even over de tariefsverhoging als eerste. Meneer Portegijs, u heeft zelf ook als het goed is alle insprekers rondom de bezuinigingsoperatie aangehoord. Ik heb wel alle verhalen gehoord van meerdere mensen die avond aan avond alle sprekers uit de hele regio aangehoord hebben. Ze hebben allemaal een pleidooi gehouden om de voorgenomen bezuinigingen op lijnen te voorkomen. De oproep was, dan maar de tariefsverhoging. Het mooie van de democratie is dat we luisteren naar mensen die inspreken. Het is een mooi beginsel. De Regioraad heeft dat uiteindelijk gedaan. Die heeft namelijk een besluit genomen om tot een tariefsverhoging te komen. Niemand is blij met een tariefsverhoging. Dat is toch duidelijk. Maar het is wat dit betreft toch een prachtig democratisch besluit geweest. Ik snap best dat iedereen daar met gemengde gevoelens naar kijkt. Maar de mensen die het betreft hebben ingesproken, die hebben moeite gedaan om er heen te gaan. Mensen hebben geluisterd naar de voors en tegens en die hebben uiteindelijk een wijs besluit genomen. Ik denk dat als je kijkt naar de tarieven ten opzichte van Amsterdam en ten opzichte van andere regio’s, de tarieven daarmee in lijn komen. Dat is misschien ook wel het argument dat de DB voorstaat. Op dit ogenblik met deze tariefsverhoging zitten wij niet substantieel hoger dan andere regio’s, we komen er juist mee in lijn. De bereikbaarheid wordt hiermee behouden zodat mensen niet de auto ingejaagd worden. Kortom, allemaal goede argumenten om deze tariefsverhoging door te voeren. Maar dat niemand er blij mee is, is een vaststaand feit. Dan de bestuurlijke drukte. Even voor de beeldvorming voor de mensen die de stukken niet tot in de puntjes gelezen hebben. De opheffing is per 1 januari 2013. Dus niet per 1 januari 2012, wat u mogelijk had kunnen begrijpen uit de verschillende woorden. Ik ben dan ook enigszins verbaasd over de haast waarmee we opeens allemaal besluiten moeten nemen. De bestuurlijke drukte is gewoon een probleem dat we in Nederland hebben. Besluiten worden tergend langzaam genomen. Dat is omdat elk gremium opnieuw naar een besluit moet kijken. Wij houden onze ontwikkeling in de regio maar ook in Nederland tegen door dit soort besluitmachines. Minder besluitmachines, maar degenen die we over houden de macht geven die het zou moeten hebben. Dat lijkt mij uitermate wenselijk. Ik denk dat het ook in het belang van de burgers is dat er snel een besluit genomen kan worden. Ik ben er voor dat de uitleg zo snel, helder en transparant mogelijk is. Er zijn mogelijk mensen die daar anders over denken. De vertragingsmachines zouden we in Nederland gewoon moeten afschaffen. De VVD is in eerste instantie voor samenwerking. Wij kijken ook naar de Meerlanden. Ik vind niet dat er een politieke drukte over hoeft te ontstaan. We kunnen prima samenwerken op basis van contracten. Ik denk dat Diemen zelfs een belang heeft aan veel samenwerken. Op bepaalde onderdelen meer dan op andere onderdelen. Per onderwerp moet er gewoon een besluit over worden genomen. We moeten nu niet rücksichlos een besluit nemen. Laten we per onderdeel bepalen of regionale samenwerking het belang van Diemenaren zal schaden of juist niet. Dat is de inbreng van de VVD op dit ogenblik. De VOORZITTER: Ik kijk even rond. Mevrouw de burgemeester, heeft u op dit moment behoefte aan een reactie? Mevrouw KOOPMANSCHAP: Zeker. Ik verwacht eerlijk gezegd dat er nog andere fracties zijn. De VOORZITTER: Nee. U heeft het woord. Ik verzoek u het kort en bondig te houden.
Mevrouw KOOPMANSCHAP: Ik moet even checken of ik het betoog van de heer Portegijs heb moeten horen als een betoog vanuit de PvdA-fractie of een insteek vanuit de Stadregiosraad. De heer PORTEGIJS: Ik had een scheiding gemaakt. Het eerste stuk over de toekomst van de regionale samenwerking was namens de PvdA-fractie. U bent daarover de eerst verantwoordelijke. Over het tweede stuk is de wethouder verkeer en vervoer misschien betrokken. Mevrouw KOOPMANSCHAP: De boodschap was, mevrouw de burgemeester wilt u straks in het overleg aangegeven dat de PvdA-fractie van Diemen de Metropoolregio een duistere club vindt? Als we het hebben over de overlegsoorten op regionaal niveau, dan hebben we Stadsregio, RegioPlus, de Metropoolregio en de Noordvleugel. We laten de laatste even zitten. We hebben het over de Stadsregio en de Metropoolregio. De Stadsregio is een orgaan dat zich ondertussen bewezen heeft. Het bestaat al lang en het is vastgelegd in de nodige regelgeving. Het werkt niet altijd even plezierig voor alle individuele gemeenten, maar in het algemeen werkt het zeer positief. Zeker ten opzichte van de beginperiode. Dat het Kabinet heeft voorgesteld om de RegioPlus af te schaffen heeft ertoe geleid dat is gevraagd hoe het nu verder moet. Laten we elkaar nu allemaal los of is er in de loop van tijd toch een verband ontstaan waarin wij graag verder zouden willen werken? Binnen het College hebben we daarover gesproken. U heeft de stukken gekregen. Wij zouden daar afgelopen dinsdag met elkaar nader over spreken en we zouden u laten weten als er een ander standpunt uit zou komen. Dat is niet het geval. Het betekent dat het standpunt van het College is dat we de samenwerking met de zestien gemeenten graag door zouden zetten op een andere juridische basis. Het is niet zo dat je allemaal automatisch dezelfde onderwerpen aan de orde hebt. Dat vind ik nog wel een punt dat je regionaal met elkaar zou moeten vaststellen. Waar wil je het over hebben en waar is het niet relevant? Bij alle zestien is er alle ruimte om wel of niet mee te doen. Maar het voorstel is om vanuit Diemen zeker mee te doen. Vanuit Diemen is er ook al aparte samenwerking met één of meerdere gemeenten, maar dat is een bilateraal verband. Als we dit standpunt innemen in de Regioraad, zouden we aandacht moeten besteden op wat voor manier we afspraken, besluitvorming, financiën en dergelijke met elkaar doen. Ons ontvalt de wijze van werken in de Stadsregio. We zouden met elkaar een nieuw voorstel moeten maken. Maar eerst moet je natuurlijk van elkaar weten of je dat ook wilt. Ten aanzien van de Metropoolregio. Het is geen formeel juridisch verband. Het is wel een verband van een boel gemeenten waarin wij als Diemen ook meedoen en waarin we onze inbreng hebben. Het is ook een noodzakelijke inbreng, omdat veel zaken die de Metropoolregio betreffen gaan over ons grondgebied. Het zou dan ook dom zijn als wij ons daar niet in roerden. Dat roeren is dan vooral omdat je er als gebied in betrokken bent. Ik denk dat het belangrijk is om dat punt ook naar voren te brengen. Ik zal het iets anders formuleren dan de heer Portegijs dat heeft gedaan. Maar het gaat vooral om de manier waarop we dit kunnen terugvertalen naar besluitvorming binnen onze eigen gemeente en op wat voor manier kunnen we daar bijtijds bijdragen aan de voorbereiding daarin om dat samen met u als gemeenteraad te kunnen oppakken. De heer MULDER: Ter interruptie. Mevrouw de burgemeester, als we in de regio zouden gaan samenwerken, bent u dan ook voor een democratisch geheel zoals de Stadsregioraad dat op dit ogenblik is? Of bent u daar geen voorstander van? Dit is vanuit het College beredeneerd.
Mevrouw KOOPMANSCHAP: Laat ik u zeggen dat wij op die manier in het College niet gesproken hebben over een constructie die daarop zou passen. Het lijkt mij ook een lastige. Het zou namelijk betekenen dat we binnen de regio eenduidigheid moeten vinden over een vertegenwoordiging. Dat lijkt mij een lastige. Ik kan me niet voorstellen dat we die discussie makkelijk met elkaar rond krijgen. Dan zou ik er meer voor zijn om terug te vallen op de gemeenschappelijke regeling. Dan moeten we hier binnen de raad ook weer ons zegje doen. Daarom zullen we ook nadrukkelijk moeten kijken over welke onderwerpen we praten met elkaar en over welke onderwerpen we dat in dat verband niet doen. Ik kan u zeggen dat er vanuit het College niet op die manier naar gekeken is, maar ik kan u wel vertellen dat het heel lastig wordt. Ik zou niet willen dat we zestien varianten krijgen en we ons hele jaar besteden aan die discussie. Dat is namelijk zonde van onze tijd. Maar ik denk dat het voor ons allemaal heel duidelijk is dat samenwerking absoluut noodzakelijk is. Daar kan geen twijfel over bestaan. Ik kijk even of ik nog dingen vergeten ben die nog aan de orde zijn. Ik denk het niet, maar anders hoor ik het graag nog. We hebben een wethouder voor de vervoersautoriteit en de tarieven. Dank u wel. De VOORZITTER: Dat is toch hartstikke mooi dat we daar een wethouder voor hebben. Gaat u ook wat zeggen? Het hoeft niet hoor, het mag. De heer SCHOLTEN: Heel kort dan. De vervoersautoriteit blijft nog wel even lopen. We proberen ook wat praktisch te doen, namelijk dat er wel een vervoersautoriteit komt maar dat er binnen die autoriteit gebiedsindelingen zijn. Wij pleiten er voor om dat ongeveer de Stadsregio te laten zijn. Het is een akelige keus tussen een tariefsverhoging en het schrappen van lijnen. Er is nu een eerste stap gemaakt en in 2013 wordt het nog een stapje ernstiger. Zoals we er tot nu over gediscussieerd hebben, vinden wij de bereikbaarheid een hogere prioriteit dan de tarieven. Het heeft wel ergens een grens, maar ik denk dat we daar volgend jaar nog wel over komen te praten. Wij kunnen leven met het voorstel zoals het er nu ligt, want de bereikbaarheid van Diemen op het gebied van openbaar vervoer blijkt nog uitstekend. De VOORZITTER: Dank u wel meneer de wethouder. Ik kijk even rond. Niemand voor een tweede termijn? Dan zie ik alleen de heer Portegijs. Ga uw gang. TWEEDE TERMIJN De heer PORTEGIJS: De reizigersadviesraad heeft nadrukkelijk geadviseerd om de tariefstellingen op maximaal 12,5 cent per kilometer te doen. Het is niet zo dat alle insprekers zeiden, behoud onze lijn. Het is wel zo dat, zo snel je voor stemt om een bepaalde lijn op te heffen, omwonenden dan op de inspreekavond komen. De mensen willen hun lijn behouden en dat is heel begrijpelijk. Ik heb van de kant van de VVD het meest nadrukkelijk gehoord en de wethouder sloot zich er min of meer bij aan, we zijn blij dat de lijnen gehandhaafd zijn. Ik zie wel wat er 13 december voor voorstellen komen om misschien toch op een andere manier het tarief per kilometer te doen, maar de lijnen moet gehandhaafd blijven. De Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Al die dingen komen hier terug in de gemeenteraad en ik denk dat we na een jaar zeggen dat het toch niet zo handig is. Twintig jaar geleden is de Stadsregioraad bedacht. Ik denk dat mevrouw de burgemeester dit wel op 6 december onder de aandacht zal brengen. Ik wil namelijk wel dat hier aandacht voor is, dat men het erkent als probleem en dat er een oplossing voor verzonnen gaat worden. Dat we dat niet meteen uit de mouw schudden, dat begrijp ik ook. Maar de volksvertegenwoordiging moet op belangrijke dingen zoals huisvesting en openbaar vervoer een stem behouden. Anders gaat het denk ik niet goed.
De heer ISRAËL: Ik kwam nog een aantal andere overlegorganen tegen in het stuk. Daarom was het mij ook niet helemaal duidelijk geworden. Dat is Amstelland-Meerlanden, de Stadsregio, de Metropool, de Noordvleugel, maar ook de Randstad. Dat maakt het wel erg gecompliceerd. In het Regio journaal staat dat een commissie is benoemd onder leiding van Don Bijl, de burgemeester van Purmerend. Die commissie gaat uitzoeken wat de mogelijkheden op dit ogenblik zijn. Ik begrijp dan ook niet waarom wij nu aan zet zijn. Er wordt ons niet gevraagd. De heer PORTEGIJS: Maar nu heb je nog wel invloed op de richting. Over drie of vier maanden komt er een voorstel waar je ja of nee tegen kan zeggen. Dan zegt de meerderheid ja. De VOORZITTER: Zullen we interrupties gewoon via de voorzitter doen? De heer ISRAËL: Het probleem is dat de richting niet is aangegeven. Er staat alleen dat de thema’s worden uitgewerkt. Naar mijn weten had de Regioraad een eigen financiële verantwoording en een jaarverslag. Kunnen wij de samenwerking als Diemen wel betalen? Het heeft geen zin om dat soort vragen nu te stellen, want het moet maar blijken uit het werk van meneer Bijl of de commissie. En dan verder, de Infrastructuur Autoriteit. Wie is daar verantwoordelijk voor? Onder wie werkt hij? Wat doet die man? Er zijn dus al zoveel vragen over dit verhaal, dat we niet tot een zinnig oordeel kunnen komen. De VOORZITTER: Dit gehoord hebbende denk ik dat alle argumenten wel zijn gewisseld. Ik kijk even naar mevrouw de burgemeester. Als u het geen punt vindt, wil ik de vergadering ook wel afronden voor u. Ik ben nu toch lekker op dreef. Mevrouw KOOPMANSCHAP: Ik zou graag willen reageren op hetgeen als laatst is gezegd. Meneer Portegijs geeft aan dat we de Stadsregio zoveel jaar geleden hebben uitgevonden en nu wordt hij afgeschaft zodat we voor eenzelfde soort vraagstuk komen. Ja. Natuurlijk gaan we met elkaar nadenken, maar ik wil ook de denkkracht hier mobiliseren. Laten we met elkaar nadenken. Ik heb overigens al wel het gevoel dat we weten wat voor soort oplossingen er zijn, maar als deze ene niet mag dan is het lastig. Dan een reactie op de heer Israël. U vindt in het stuk een aantal overleggen, niveaus van samenwerken. Amstelland-Meerlanden-overleg, dat is het overleg tussen de gemeenten aan de zuidflank van Amsterdam en dat is het suboverleg van zes gemeenten ten behoeve van de voorbereiding van het overleg van de Stadsregio. Dan hebben we nog het Metropool en de Noordvleugel. Randstad is niet een apart overleg, maar komt soms met grote steden bij elkaar. De commissie waarmee de heer Bijl aan de slag is, is volgens mij een bestuurlijke commissie die ook met voorstellen komt. De portefeuillehouders en de bestuurlijke commissie komen volgende week dinsdag bij elkaar om alles wat zij ondertussen hebben gehoord met elkaar te spreken om daaruit een advies te maken ten behoeve van de Regioraad voor de vergadering van 13 december. Dat tot zover meneer de voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel meneer de burgemeester. Dan zou ik na dit agendapunt formeel het stokje terug moeten geven. Het is aan u. Zal ik het gewoon afmaken? Mevrouw KOOPMANSCHAP: Ik neem het graag van u over meneer Tokkie. Mevrouw Koopmanschap wordt weer voorzitter (21.53)
12. WINDMOLENS De VOORZITTER: Dan hebben we punt 12, de windmolens en de motie die daarover door de VVD is ingediend. Ik denk dat de VVD graag de kans wil hebben om de motie toe te lichten. Ga uw gang. De heer JÄGERS: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Het gaat over een motie van Democraten Diemen en de VVD en mede ondertekend door Leefbaar Diemen. De motie vloeit voort uit de informatieve raad van vorige week waarin uitgebreid is gedebatteerd over de realisatie van windmolens. Daar is een beleidsnota ter sprake gekomen en er lag een fors onderzoeksrapport aan ten grondslag. Duidelijk werd dat er inmiddels twee initiatiefnemers zijn die de realisatie van windmolens op zich zouden willen nemen. Dat zijn de Windvogel en de Nuon. Er is zelfs al advies gevraagd hoe de initiatiefnemers te selecteren. In het debat bleken er nog een paar onduidelijkheden te bestaan. Het College kon op bepaalde punten geen duidelijkheid scheppen. Met name ten aanzien van de financiële haalbaarheid en de kosten. Met deze motie willen wij het College vragen deze duidelijkheid op redelijke termijn te verschaffen. Ik licht de motie verder toe. De eerste overweging is dat wij ons realiseren dat de windmolens in Diemen een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de energieneutraliteit in de regio in 2040. Belangrijk is dat wij een spoedige, efficiënte en effectieve realisatie gebaat vinden door het creëren van duidelijkheid op korte termijn. Dus er mogen geen dingen in de luchtledigheid blijven hangen. Het gaat om grote belangen. Het gaat om een investering van meer dan € 25 miljoen. We praten wel ergens over dus. De financiële situatie van Diemen is zorgelijk. Dat weten we allemaal. We zijn zelfs genoodzaakt te snijden in eigen vlees. In 2015 zal € 300.000 bezuinigd moeten worden. De gemeente heeft geen mogelijkheden om in financiële en technische zin bij te dragen in de realisatie van het project. Zo stellen wij. Dit alles overwegende vragen wij het College om de initiatiefnemers te bewegen om zo spoedig mogelijk met een businessplan te komen c.q. een haalbaarheidsstudie te leveren. Uiterlijk 1 januari 2013. Als uitgangspunten worden meegegeven dat Diemen geen kosten of investeringen voor rekening kan nemen, dat de benodigde capaciteit helaas ook niet door Diemen zelf gedragen kan worden en dat Diemen niet in staat is garant te staan voor leningen die de initiatiefnemer moet aangaan voor de investeringen noodzakelijk voor de realisatie van de windmolens. Ten slotte willen wij vragen om te bewerkstelligen dat de Diemenaren de mogelijkheid krijgen om de stroom als eerst af te nemen. Dat was het. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Jägers. Wil meneer Israël het nog nader toelichten? U wacht even. Ik wil kijken wie het woord willen voeren over deze motie. De heer Eerkens, mevrouw Polsbroek, de heer Klaasse. Meneer Eerkens, ga uw gang. De heer EERKENS: Voorzitter, dank u wel. Het is te merken dat de VVD en Democraten Diemen via deze motie het belang erkennen van windmolens en streven naar een energieneutrale situatie in 2040. Ik heb het nog even nagezocht en in hun verkiezingsprogramma staat er nog niets over. De heer ISRAËL: Ter interruptie. Er staat wel meer niet in het verkiezingsprogramma denk ik. Het speelde op dat moment nog niet. Nu zien wij ook de belangen daarvan. Het is gewoon het gevolg van opkomen van. Maar ik denk dat er bij u ook een hoop dingen niet in het verkiezingsprogramma staan en waar u nu wel interesse in heeft. De heer EERKENS: Dank u wel voorzitter. Het is interessant wat de heer Israël nu zegt, maar ik wil alleen zeggen dat ik nu blij ben dat het er nu van gekomen is. Daar zijn we het dus over eens. Er zitten toch nog een paar onduidelijkheden in. Ik zou graag aan beide partijen iets
willen vragen. Is het niet wat vreemd dat de coalitie een akkoord wil uitvoeren maar kennelijk niet gebruik zou mogen maken van de ambtelijke organisatie die daarachter zit? Ik proef dat een beetje uit de motie. Het is fijn als iets gerealiseerd wordt, maar, ik zeg het nu scherp dus daar kunt u mij op terecht wijzen, de gemeente mag er niet mee bezig zijn. De heer JÄGERS: Ter interruptie. Ik wil u er toch even op wijzen dat de gemeente een heel lijvig onderzoeksrapport heeft gemaakt. Daar heeft de gemeente al een behoorlijke investering mee gepleegd. De gemeente heeft dus zeker haar steentje bijgedragen. De heer EERKENS: Ik denk dat de heer Jägers groot gelijk heeft. We zullen dit ook moeten doen ten aanzien van veel andere kwesties. Ik denk bijvoorbeeld aan alle kwesties die het Rijk op ons dak stuurt. Maar er is nog een andere tegenstelling. De VVD zegt, de gemeente mag er niets aan doen, maar investeerders zetten we onder druk. Die moeten binnen een jaar klaar zijn met hun programma. Het kan ook zijn dat ik het stuk niet goed heb begrepen, dan word ik graag gecorrigeerd. Misschien is het handig als ik even doorga, dan kan de heer Jägers in één keer reageren. Ik maak me ook zorgen over de manier waarop de VVD het volgende ziet. Het is fijn dat gemeente niets mag doen terwijl investeerders het toch wel willen realiseren. Maar kan je dan eisen of verwachten dat de bewoners daar voordeel van hebben? Dan komt de gemeente toch als een soort actieve partner in het geheel. Als ik investeerders een beetje ken, dan willen zij rendement. De bewoners zouden dat rendement moeten opbrengen. Als de gemeente daar een rol in wil spelen, dan zou de gemeente mee moeten doen. Dat is in eerste instantie mijn reactie. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Eerkens. Mevrouw Polsbroek. Mevrouw POLSBROEK: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Wij hebben een paar vragen en opmerkingen bij deze motie, ook naar aanleiding van waar we het vorige week over hebben gehad. Er wordt in de overwegingen gesuggereerd dat de financiële situatie van Diemen erg zorgelijk is. Dat er in eigen vlees moet worden gesneden. Ik begrijp de realisatie met de windmolens niet. Daarnaast vraag ik me ook af wat wordt bedoeld met de opmerking dat de gemeente Diemen niet in staat in garant te staan voor de initiatiefnemers voor het aantrekken van leningen. U verwijst naar de beleidsnota. Volgens mij staat er daar een wat andere zin in dan u nu formuleert, maar daar kan ik me in vergissen. Voor ik verder ga zou ik hier graag antwoord op willen hebben. De heer KLAASSE: Dank u wel mevrouw de voorzitter. D66 is ook verheugd dat de partijen zich uitspreken voor windmolens. We begrijpen de intentie dat dat gezien de financiële situatie van de gemeente zonder grote kosten en risico’s voor de gemeente dient plaats te vinden. Wij willen ons voor een deel ook aansluiten bij die mening. Wij vinden ook dat er molens, indien mogelijk, gebouwd moeten worden in Diemen. Daarvoor moeten we samenwerken met allerlei samenwerkingspartners. Daar is onderhandelingsruimte voor nodig. Wij vragen ons af of op sommige punten de onderhandelingsruimte niet zodanig wordt ingeperkt dat je eigenlijk niet tot het project kan komen. Wij vinden 1 januari 2013 zeer nastrevenswaardig. Wij horen graag van de wethouder of het mogelijk is. Op het moment dat je de samenwerkingspartners erg onder druk gaat zetten om snel beslissingen te nemen, dan kunnen we voorstellen om dat niet te doen. Wij willen ook niet onder druk worden gezet om snel beslissingen te nemen. Dat bleek ook al uit het vorige punt. Even kijken of het past in het tijdspad. De punten ten aanzien van kosten en risico’s. D66 kan het punt ondersteunen dat Diemen geen investeringen voor haar rekening kan nemen. Wij kunnen geen aanzienlijk deel gaan ophoesten. Het tweede deel dat de benodigde Diemense capaciteit voor rekening komt
van initiatiefnemers, dat vinden wij vrij koud. Als wij als ambtelijke organisatie reageren dat we wel willen meedenken maar dat we wel een factuur meesturen, dan vind ik dat niet netjes. Ik denk dat er wel enige ruimte moet zijn om wat ambtelijke capaciteit daarvoor ter beschikking te stellen. Er is ook wat ruimte gekomen omdat er nu een energiecoördinator is. Ik kan me voorstellen dat het binnen de huidige ambtelijke capaciteit ook kan. Ik wil graag van de wethouder horen of er extra ambtelijke capaciteit zou moeten worden ingehuurd. Dan wordt het al een moeilijker verhaal. Het laatste punt, dat de gemeente Diemen niet garant staat voor de leningen. Op het moment dat wij geen vertrouwen hebben in het project, dan kan ik me voorstellen dat wij daar niet garant in staan. Maar op het moment dat wij er wel vertrouwen in hebben, dan kunnen wij dat mogelijkerwijs ook tonen bij een bank. De heer TOKKIE: Ter interruptie mevrouw de voorzitter. Ik vind het heel raar wat de heer Klaasse nu roept. Hij roept dat wij als gemeente überhaupt voor een krediet van een bedrijf of instelling garant gaan staan. Wij zijn geen bank. Los daarvan, ik vind dat wij een onaanvaardbaar risico nemen. Als zo’n partij zelf geen financiering kan vinden, dan moeten wij daar helemaal niet mee in zee gaan. Ik vind het helemaal niet meer van deze tijd om als gemeente garant te staan voor wat voor lening dan ook. De heer KLAASSE: Ik kan daar kort op reageren. Uiteraard, dat doe je bij een bank. Maar een bank kan vragen of de gemeente achter het project staat. Op het moment dat wij achter een project staan, dan kunnen wij dat altijd overwegen. Maar ik neem aan dat het weer terugkomt bij de raad en dat we op dat moment besluiten of we al dan niet garant gaan staan. De heer TOKKIE: Ik zou hier eigenlijk als beleid geformuleerd willen hebben dat wij als gemeente niet garant gaan staan voor kredieten. Als wij een overeenkomst sluiten met een partij om gezamenlijk iets te gaan realiseren, dan is het een voldoende signaal dat wij erachter staan. Dan zal een bank dat, gegeven het feit dat de gemeente een overeenkomst aangaat, absoluut mee laten wegen. Wij moeten niet garant gaan staan. Stel dat het fout gaat. Dat zien we ook bij De Sniep. Wij moeten als gemeente helemaal niet garant gaan staan. Dat is niet onze taak. De heer KLAASSE: Ik hoor graag het antwoord van de wethouder hierop. Ten slotte het derde punt. Wij vinden de intentie nastrevenswaardig dat Diemenaren eerst de eigen groene stroom kunnen afnemen. We willen wel opmerken dat dit met name een administratieve afhandeling is. Het is niet zo dat Diemenaren in fysieke zin de eigen stroom eerst zouden afnemen. Alle stroom wordt gewoon op het net gezet en het wordt door alle vragers afgenomen. Het is niet een fysieke stroom die wordt afgenomen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Klaasse. Mag ik even uw aandacht? Er zijn twee soorten vragen. Er zijn vragen aan de heer Jägers ter verduidelijking over de motie en er zijn vragen aan de portefeuillehouder. Ik wil de heer Jägers de gelegenheid geven om de vragen te beantwoorden. Er is nog een inbreng van de heer Israël. Ga uw gang. De heer ISRAËL: Diemen heeft geen grond waar de windmolens op kunnen staan. Diemen heeft geen geld om het te exploiteren. Het enige wat naar Diemen toe zou komen, zou een MER-rapport zijn waar ongeveer € 8.000 voor was uitgetrokken als ik het me goed herinner. Dat zou de grondslag zijn om het plan verder uit te werken. Een businessplan of een haalbaarheidsonderzoek is wat anders. Er kwam een aantal kandidaten naar voren. Een haalbaarheidsonderzoek laat alleen zien of het mogelijk is of niet. Als de motie wordt aangenomen, dan geven we aan dat we eerst willen laten onderzoek of het mogelijk is voordat
er nog geld en energie in wordt gestoken. Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, Windvogel, Nuon, dat zijn grote organisaties die veel ervaring hebben. Die kandidaten moeten eerst komen met een onderzoek of het mogelijk is. Is er genoeg wind? Is er genoeg grond? Daar gaat het in feite om. Dat is een haalbaarheidsonderzoek. Dat heeft geen consequentie dat het moet. Het voorkomt dat je eindeloos gaat praten over windmolens op Diemens grondgebied zonder dat het later niet blijkt te kunnen. Voor die kandidaten die veel ervaring hebben moet het niet moeilijk zijn om binnen een jaar met een businessplan te komen. Dat is alles. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Israël. Ik denk dat het een heldere toelichting is. Meneer Jägers, er zijn een paar vragen aan u gesteld. De heer GRONDEL: Misschien is het handig als ik eerst preadviseer zodat dat de heer Jägers in zijn tweede termijn ook op het College kan reageren. De heer VOORZITTER: Dat kan ook. Maar er zijn ook nog wel een paar vragen specifiek aan de heer Jägers gesteld. Gaat u eerst uw gang en als het nodig is dan zien we wel in welke termijn het komt. De heer Grondel. De heer GRONDEL: Dank u wel. Dan kunt u wellicht ook op de eerste termijn van het College reageren. Op zich is het College blij met de heldere steun voor de gekozen richting om te onderzoeken of het mogelijk is. Het kan ook een spectaculaire bijdrage leveren aan de doelstelling energieneutraliteit. Het is misschien handig dat in die duistere Metropoolregio een conferentie is geweest over de mogelijkheden om de Metropoolregio duurzaam te maken in 2040. Je ziet dat het leeft. Het blijkt overigens dat iedere zelfrespecterende hoofdstad deze doelstelling heeft. Ik hoorde Parijs ook vanochtend op het nieuws. Er liggen met name in samenwerking met het bedrijfsleven de grootste kansen. Dat kwam ook tijdens de conferentie sterk naar voren. Het College aarzelt over de motie. Ik zou het eigenlijk ook willen ontraden. Er zijn enigszins hap snap elementen uit de nota geplukt waarvan wordt gezegd dat het een kader is. De nota is nadrukkelijk bedoeld om een start van een proces te zijn. Er zijn twee soorten partijen. Enerzijds de grondeigenaren die natuurlijk essentieel zijn. Als die er niets in zien, dan gebeurt er niets. Anderzijds de partijen die er molens neer willen zetten. Die hebben een andere rol. Je moet eigenlijk met beide gepraat hebben om vervolgens bij u terug te komen met een verhaal of wij vinden dat het past binnen ons Ruimtelijk Ordeningsbeleid en binnen ons duurzaam energiebeleid. Het is helder dat de grootste kracht moet zitten in degenen die de molens willen bouwen. Die gaan ook die € 26 miljoen betalen. Die gaan ook uitzoeken of het binnen het gebied dat de gemeente aanwijst kan en onder welke condities. In die zin is een businessplan logisch, maar het is eerder een vraag aan hen. Ik denk niet dat het aan ons is om er deadlines aan te stellen. Zij moeten het willen, ze moeten geïnteresseerd zijn en ze moeten mogelijkheden zien. Ik zou niet zeggen dat als ze de deadline niet halen dat we er dan niet meer mee gaan werken. Ik geef de indieners in overweging dat ik nog even kort langs uw opmerkingen loop. U ziet mij ergens in mei met de uitspraken van de grondeigenaren. Langs die weg willen wij met de gemeente een selectieproces in. Als dat proces is gelopen, dan horen wij van de indieners op welke wijze zij precies willen gaan invullen en waar. Dan komen onze echte bevoegdheden, namelijk op basis van een MER hoe hoog, waar en welke windmolens willen we toestaan. Ik wil nog een nieuwtje toevoegen. We hebben vorige keer ook gediscussieerd over de zorgelijkheid dat de Provincie op een onbewaakt ogenblik een akkoord heeft gesloten dat ze geen wind op land wil. Ik heb de heer Bond gisteren horen zeggen dat hij nog eens heel stevig met de Staten gaat praten of het wel een goed idee was. Vandaag heb ik nog eens herbevestigd gehoord dat de Provincie de Gedeputeerde Staten heeft voorgesteld het akkoord over het natuurbeleid met de heer Bleker
te gaan teken waarin letterlijk staat dat de Provincie Staatsbosbeheer planologisch de ruimte zal geven om verdiencapaciteit in de bossen mogelijk te maken. Ik denk dat de heer Bond het moeilijk gaat krijgen dat als Staatsbosbeheer vraagt om windmolens te bouwen, het beheer van het Diemerbos te kunnen financieren en af te wijzen. Dat nieuwtje wilde ik nog even met u delen. Dan de motie langslopend. Ik deel met de PvdA de verwondering over de koppeling met de bezuinigingstaakstelling. Die gaan wij gewoon ordelijk oplossen. Daarbinnen hebben wij beleidscapaciteit beschikbaar voor de doelen die wij in ons programma-akkoord en in de wettelijke taken hebben en daar past dit binnen. Wat ons betreft is er dus geen noodzaak om vanuit de bezuinigtaakstelling de ambtelijke inzet te plegen. Het businessplan heb ik aangegeven. Natuurlijk moeten we dat willen, maar ik vind het zonde om daar deadlines aan vast te stellen. De kosten en investeringen. Wat ons betreft zijn onze enige kosten de kosten voor natuuronderzoek. De MER is groter en daarvan stelt het College in deze nota dat de initiatiefnemers het moeten betalen. Daar is geen twijfel over. Als het gebouwd gaat worden, het kost echt € 26, dan gaan wij naar schatting € 625.000 leges ontvangen. Dat gaat de ingezette ambtelijke capaciteit verre te boven kan ik u verklappen. Dat komt wel goed, tenzij het niet doorgaat. Dan hebben we allemaal pech. Maar dat hoort bij dit soort activiteiten. Ten aanzien van de garantstelling. Het algemene beleid van de gemeente Diemen is om niet meer garant te staan, behalve bij de woningbouw. In een heel enkel uitzonderingsgeval doen we het nog wel, maar dat is dan een beleidskeuze. De reden om dat te doen is dat de initiatiefnemer dan een lagere rente betaalt. Meestal doe je dat bij de Bank Nederlandse Gemeenten want die gaat daar dan in mee. Het komt dus wel eens voor, met name bij de Windvogel. Hier hebben ze overigens gezegd dat ze er geen beroep op willen doen, maar in het verleden hebben ze het wel gedaan. Daar gaat de haalbaarheid van het project gewoon mee omhoog. Als je een half procent minder rente hoeft te betalen over € 26 miljoen, dan is dat een heleboel geld. Dat zou een overweging kunnen zijn. Het College weet dat de vraag soms gesteld wordt. We willen daar nog geen uitspraken over doen. U beslist uiteindelijk over dat soort bedragen. Ik weet niet of ik het u ga voorstellen, maar ik zou het zonde vinden om het nu al dicht te timmeren. Dan de mogelijkheid de opgewekte stroom als eerst af te nemen. Ik zou dat zeker niet zo dicht regelen. Dan heb je namelijk gezegd dat je alleen met de Windvogel wil. Dat lijkt me niet handig in een onderhandelingsproces. Veel belangrijker is wat in de nota staat. Je moet het niet eisen want dan gaat het je gelijk geld kosten, maar het zou de voorkeur verdienen om met een bewonerscorporatie te werken. Dat betekent dat bewoners meefinancieren. Ze kopen obligaties en krijgen daar stroom voor terug. Dat kan ook leiden tot goedkopere stroom. Je bent dan zelf afnemer. Als je een zonnepaneel op je eigen dak hebt, dan betaal je daar geen belasting over. Als je je eigen windmolenstroom levert, dan betaal je daar geen belasting over. Dat maakt het een stuk goedkoper en heel interessant. Maar dat is een corporatiemodel. Maar dat moeten de initiatiefnemers wel willen. Ik zou het niet willen eisen want dan zet je de zaak meteen klem, maar ik zou het wel willen inbrengen. Een belangrijk element is dat je daarmee het draagvlak kan versterken. Zodra we dingen gaan eisen dan kost het geld. Het is een sympathieke motie, dank voor de steun. We zouden het jammer vinden om het zo dicht te timmeren want er worden ook een paar dingen niet in gevraagd die ik wel zou willen vragen. Bijvoorbeeld de eis dat Staatsbosbeheer de opbrengst terugploegt in het Diemerbos als onderhoud. Een verzoek aan de indieners of zij op grond van de toelichting van het College kunnen zeggen dat ze het intrekken of aanhouden tot het moment dat het College met een daadwerkelijk voorstel komt. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Grondel. Ik wil eerst de heer Jägers de gelegenheid geven om op een aantal vragen van gemeenteraadsleden en de wethouder te reageren en dan kijken we of er nog een tweede termijn nodig is. Meneer Jägers.
De heer JÄGERS: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Ik probeer te reageren op een aantal dingen die naar voren zijn gekomen. We zijn blij dat dit debat ontstaat. Wij hebben het idee dat het vorige week wat minder uit de verf kwam. Er is gezegd dat tijdsdruk niet goed zou zijn. Wat is tijdsdruk? Wij stellen voor dat de initiatiefnemers uiterlijk 1 januari 2013 komen met een haalbaarheidsstudie. Dan hebben ze dus ruim een jaar de tijd. Ik weet niet of dat onder druk zetten is. Ik denk het eigenlijk niet. Zeker niet op het moment dat je weet dat er nu al meerdere initiatiefnemers zijn. Dan is het toch goed om elkaar ook helderheid te kunnen bieden. Wat kan je nu van elkaar verwachten? Als we alles laten zweven dan gebeurt er misschien wel helemaal niets en dan loopt het eindeloos uit. Je moet zeker weten dat er meer initiatiefnemers zijn en dan moet je toch je deadlines stellen. De heer Eerkens had het erover dat de gemeente niets mag doen. Ik denk dat de gemeente dit proces optimaal zou moeten faciliteren. Het gaat met name om de toerekening van kosten. Duidelijk is dat de MER gemeentelijke capaciteit zou vragen. De wethouder gaf al aan dat de kosten worden gedragen door de initiatiefnemers. Dat is eigenlijk al een soort eis. De heer Vlag van Windvogel heeft vorige week al ingesproken. Hij stelt dat het geen probleem is om die kosten te dragen. Dan het garant staan. Ik heb geen diepgaande financiële kennis. Ik weet niet wat het betekent voor onze kredietwaardigheid als wij garant staan. Maar misschien heeft het ook wel consequenties voor onze rente die wij moeten betalen aan de Bank Nederlandse Gemeenten. Misschien dat de wethouder daar nog iets over weet? De onderhandelingspositie. Ik denk dat wij op zich niet zwak staan, wetende dat er nu al twee initiatiefnemers zijn. Misschien heeft de gemeente juist wel een sterke onderhandelingspositie en kunnen wij in feite veel meer vragen dan dat we nu denken. Hier wil ik het even bij laten. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Jägers. Is er behoefte aan een tweede termijn? Meneer Van Vugt, ga uw gang. TWEEDE TERMIJN De heer VAN VUGT: Kijkend naar de motie zoals die er nu ligt, hebben wij geen bezwaar tegen de argumentatie dat de financiële situatie van Diemen zorgelijk is. Dat is namelijk zo. Het verklaart ook waarom er zo duidelijk gesproken wordt dat wij niet in de kosten mee willen dragen. De SP heeft wel bezwaren tegen punt 2, dat we geen enkele ambtelijke capaciteit willen inzetten. Dat zouden we er toch graag uit willen hebben. Mevrouw POLSBROEK: Ter interruptie mevrouw de voorzitter. Ik vraag me echt af waarom er partijen zijn die elke keer maar zeggen dat de financiële situatie van Diemen zo zorglijk is. Volgens mij hebben wij net een sluitende begroting vastgesteld. De wethouder heeft aangegeven dat de werkzaamheden zijn opgenomen in het beleidsplan van de betreffende afdeling. Ik vind dit onnodig de bewoners op stang jagen. De heer JÄGERS: Mevrouw de voorzitter, mag ik hier even op reageren? Als reactie op de vraag waarom wij vinden dat de financiële positie van Diemen zorgelijk is. Wij willen wijzen op een tweetal zaken die ons zorgen baren. Dat is het feit dat wij maar net de financiële begroting sluitend hebben weten te krijgen. Dat terwijl er twee enorme risico’s in de lucht hangen die niet zijn meegenomen in de risicoanalyse. Dat is de realisatie van Plantage de Sniep en de transities die op ons afkomen en waarvoor geen reserveringen zijn gedaan. De VOORZITTER: Meneer Jägers, ik wil graag dat u het kort houdt want het is een interruptie in de bijdrage van de heer Van Vugt.
De heer JÄGERS: Dan hou ik het hierbij. Dank u wel. De heer VAN VUGT: Het ging er dus om of wij begrip kunnen opbrengen voor de terminologie dat de situatie financieel zorgelijk is. Het blijkt ook uit de verhoging van de lasten die ook voor de SP niet erg prettig zijn. Wij hebben wel begrip voor de terminologie. Maar dat er geen enkele ambtelijke inzet mag zijn en dat alles verhaald moet worden op de initiatiefnemers, daar kunnen we niet in meegaan. Het laatste punt, dat gaat ons geld kosten. Ik denk dat het niet verstandig is om dat op te nemen. De heer ISRAËL: Ter interruptie. Wij willen iets inkaderen wat nu in de lucht hangt. De situatie van de gemeente Diemen is maar een tijdelijk argument. Het argument is dat wij de zaak willen inkaderen en dat we het zo snel mogelijk aan de gang willen hebben. Daar gaat de motie over. Dan is de rest niet zo relevant. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Israël. Meneer Van Vugt maakt zijn bijdrage af en dan krijgt mevrouw Polsbroek het woord. De heer VAN VUGT: De essentie blijft dan ook overeind dat er een businessplan moet komen volgens deze motie. Dat vinden wij niet onredelijk. Wij willen ook niet voor die € 26 miljoen garant staan. Dat zijn de twee hoofdpunten. Als de rest geschrapt kan worden, dan heeft de motie dezelfde strekking gehouden. De VOORZITTER: Mevrouw Polsbroek. Ik stel voor dat we een termijn horen met vragen en opmerking en dan kan er geschorst worden als u daar behoefte aan heeft. Mevrouw POLSBROEK: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Reagerend op de opmerkingen van de heer Israël. Waarom staan deze dingen er dan in als het niet relevant is voor de motie? De wethouder geeft net in zijn termijn aan dat hij in mei 2012 bij ons terugkomt en verzoekt of de motie aangehouden kan worden. Onze fractie zou daarmee akkoord gaan. De wethouder komt nu al met een paar nieuwtjes, dus wie weet wat er dan boven water komt. De VOORZITTER: Dank u wel mevrouw Polsbroek. Zijn er nog anderen die het woord willen voeren? Meneer Eerkens. De heer EERKENS: Voor de duidelijkheid. Ik constateer dat de heer Jägers nog niet heeft gereageerd op de handreikingen die de wethouder heeft gedaan. Ik zou hem dat graag nog willen vragen. Ik denk dat de wethouder een goed voorstel heeft gedaan. De motie zoals die er nu ligt heeft volgens GroenLinks te veel scherpe kantjes waarachter je kan blijven haken. Het zou zo maar opeens 2 januari 2013 kunnen zijn en dan mag het niet. Daar zou ik graag op willen reageren. De heer GRONDEL: Nog een enkel punt. De vraag is wat de motie toevoegt aan de nota. De nota geeft een traject aan. Er wordt gesproken over de noodzaak van een businessplan. Daarin wordt gesproken over mogelijke inbrengen, zoals corporaties maar ook andere dingen die niet in de motie worden genoemd. Te denken valt aan het terugploegen. Dat staat wel in de nota van het College. Waarom zou je dan specifieke dingen willen uitlichten? Dat schept verwarring. De dingen die we wel of niet zouden doen dat kan gewoon niet. Bijvoorbeeld de ambtelijke inzet. Dat is echt in strijd met de opdracht die het College ervaart uit het bestuursakkoord. Alleen daar waar een gemeente een kader schept waarbinnen
initiatiefnemers kunnen handelen komen dingen van de grond. De ruimtelijke beslissingen zijn zo belangrijk en daarom speelt de gemeente echt een voortrekkersrol en loopt het als partner in het proces mee. Uw signalen dat we niet gaan investeren en dat we het niet zelf gaan doen zijn helder. Dat is heel duidelijk. Dat is ook niet in strijd met de notitie die we geschreven hebben. Het voegt niets toe terwijl het verwarring schept op een aantal punten. Het College zegt dan ook dat de boodschap helder is en dat er geen behoefte is aan deze motie. Democraten Diemen zegt dat ze het signaal willen geven dat het zo snel mogelijk moet. Ja graag. Maar dit College heeft die zweepslag niet nodig, want anders had het rapport er niet zo gelegen en dan hadden we niet al gesproken met grondeigenaren voordat het in de raad was geweest. Het voelt als een overbodige zweepslag. Ik ben erg blij met het signaal dat bewoners een rol moeten hebben, maar doe dat dan in de vorm van een corporatie zoals ook in de nota staat. De verwarring is iets te groot ondanks de sympathie voor de intenties. Het College ontraadt de motie als het niet wordt ingetrokken. De VOORZITTER: Dank u wel. Meneer Jägers. De heer JÄGERS: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Wij verzoeken om een korte schorsing. De VOORZITTER: Het is nu 22:30 uur. Ik stel voor dat u uiterlijk 22:37 uur terug bent. De voorzitter schorst de vergadering van 22:30 uur tot 22:52 uur. De VOORZITTER: Ik verzoek u allen weer plaats te nemen zodat we weer verder kunnen met de beraadslagingen. De heer Jägers. De heer JÄGERS: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Wij hebben nog heftig gedebatteerd over de motie en hier en daar wat gesleuteld. We komen tot de volgende tekst. Het wordt ook gepresenteerd op het scherm. We hebben overweging drie weggehaald. Dat betrof de financiële situatie van Diemen. Het brengt mee dat we in de derde overweging, hetgeen eerst de vierde overweging was, het woordje derhalve hebben weg moeten halen. Verder hebben wij het derde verzoek weggehaald zodat er nog maar twee verzoeken overblijven. Van het eerste verzoek hebben wij het volgende gemaakt. Vraagt het College om bekende initiatiefnemers en mogelijke andere partijen te bewegen om uiterlijk 1 januari 2013 een businessplan op te leveren. Wij willen derhalve op korte termijn duidelijk hebben hoe en wat en wat nu kan gaan gebeuren. Dan hebben we bij het tweede punt de tweede vraag aangepast. Die luidt nu als volgt, dat geen extra ambtelijke capaciteit hoeft te worden ingehuurd. Dat vervangt de veel bediscussieerde zinsnede dat benodigde Diemense capaciteit moet worden doorberekend aan de initiatiefnemers. Dat waren de wijzigingen. Dank u wel. De heer PORTEGIJS: Mag ik daar een opmerking bij maken? De heer Jägers zegt dat ze het hebben teruggebracht tot twee voorstellen. Dat is natuurlijk een beetje flauwekul want ik lees er minstens vier. Dat de laatste drie allemaal achter één punt staan vind ik prima, maar het blijft natuurlijk een waslijst aan voorwaarden die ook al in de nota staan. De heer JÄGERS: Mag ik daar even op reageren? Ik bestrijd dat het allemaal zaken zijn die al in de nota staan. De datum 1 januari 2013 wordt in de nota überhaupt niet genoemd. Er wordt verder ook niet gesproken over de hoeveelheid in te zetten Diemense capaciteit. Ook niet dat wij geen garanties willen geven aan de initiatiefnemers.
De VOORZITTER: Dank u wel meneer Jägers. Voor de volledigheid wil ik u ook nog aangeven dat niet alleen de fracties van VVD en Democraten Diemen de motie ondertekenen, maar ook Leefbaar Diemen. Ik kijk even wie er naar aanleiding van het aangepaste voorstel wil reageren. Meneer Eerkens. De heer EERKENS: Dank u wel. De fractie van GroenLinks constateert dat een aantal van de wazige zakelijke haken in de motie zijn blijven zitten. Daarmee wordt de handreiking die de wethouder heeft gedaan niet overgenomen. Om concreet te zijn, stel het is 2 januari 2013 of dat wordt gevraagd om het toezenden van stukken. Dat kost immers geld. Ik vind het jammer want ik proef wel dat er aan de zijde van de indieners zorg is voor het realiseren van een bepaald plan en dat ze niet willen dat de kosten de pan uitrijzen. Ik denk dat de wethouder heeft aangegeven dat dat waarschijnlijk ook niet zal gebeuren. Wij hebben een begroting waarbinnen wij ons coalitiebeleid gaan uitvoeren. Als er een kwestie is van een garantiestelling, dan is dat een financiële kwestie. Dan komt het hier sowieso terug. Daar twijfel ik geen moment aan. Ik denk dat de fractie van GroenLinks de motie niet kan ondersteunen maar we begrijpen de intentie wel. Ik ben blij dat we elkaar daar hebben gevonden. Motie VVD – realisatie windmolens De Gemeenteraad van Diemen, in vergadering bijeen op donderdag 1 december 2011, gehoord de informatieve raad van 28 november 2011 over de concept Beleidsnota windmolens in Diemen en het onderzoeksrapport naar de haalbaarheid van windmolens in het buitengebied van Diemen. overwegende dat: -
de realisatie van windmolens in Diemen wezenlijk kan bijdragen aan het bereiken van de doelstelling van energieneutraliteit in de regio Amstelland & Meerlanden in 2040; een spoedige en efficiënte realisatie van windmolens gebaat is bij het creëren van duidelijkheid op korte termijn; de gemeente Diemen geen mogelijkheden in financiële en technische zin heeft om dit plan te realiseren,
vraagt het College om: -
bekende initiatiefnemers en mogelijke andere partijen te bewegen om uiterlijk 1 januari 2013 een Business Plan/ haalbaarheidsstudie op te leveren; daarbij als uitgangspunten voor de realisatie mee te geven: 1. dat Diemen geen kosten of investeringen voor haar rekening kan nemen, 2. dat geen extra ambtelijke capaciteit hoeft te worden ingehuurd (realisatie binnen huidige meerjarenbegroting) en 3. dat de Gemeente Diemen niet garant zal staan voor door de initiatiefnemers aan te trekken leningen voor investeringskosten; hierbij verwijzen wij ook naar de beleidsnota Windmolens in Diemen;
En gaat over tot de orde van de dag. VVD-fractie Diemen Democraten Diemen Y.N. de Baay Dhr. M.J. Israel J. Jägers F.J. Mulder B.H.M. Wielage
Leefbaar Diemen mw. R. Herder mw. G. Smit
De VOORZITTER: Dank u wel meneer Eerkens. Anderen over dit punt? Niemand. De wethouder. De heer GRONDEL: Dank u wel. Ik kan het eigenlijk niet beter zeggen dan de heer Eerkens heeft gedaan. Het is een sympathieke motie in de zin dat het duidelijk het streven ondersteund om windmolens te realiseren. De zorg snapt het College, maar is al afdoende verwoord in de nota. Dan is de vraag wat de bedoeling is om een enkel aspect zo dicht te timmeren waarbij de noodzaak niet bestaat. Ik vind de deadline niet nodig. Misschien is het wel veel eerder maar misschien ook wat later. Dat is afhankelijk van een onderhandelingsproces van drie partijen waarin wij de minst actieve zijn. U wilt ook graag dat wij de minst actieve zijn, want anders gaat het ons geld kosten. Alles wat wij vragen gaat ons geld kosten of problemen opleveren. Met alle begrip voor uw intenties, het College blijft de motie ontraden wegens overbodigheid aan de ene kant en onnodige belemmeringen aan de andere kant. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Grondel. Ik wil met u toe naar stemming over de motie. Ik wil aan u vragen wie er vóór de aangepaste motie zijn. De fracties van de VVD, Leefbaar Diemen en Democraten Diemen. Anderen tegen. Daarmee is de motie niet aangenomen. Dank u wel voor dit onderwerp. 13. RONDVRAAG De VOORZITTER: Dan wil ik met u toe naar de rondvraag. Iemand voor de rondvraag? Mevrouw Herder. Mevrouw HERDER: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag aan u. Er is een persbericht uitgegaan over het handhaven dat de gemeente Diemen beter wil gaan doen. Ik wil graag aan de verantwoordelijke wethouder het volgende vragen. Hoe komt het dat wanneer je twee maanden geleden verschillende meldingen hebt gemaakt over het handhaven, je daarover wordt teruggebeld en dat er verder niets gebeurt? Zowel in Polderland als in Akkerland staan campers. Het is u bekend dat we die ellende jaren geleden ook al hebben gehad. Het is nu zo dat ze zeven dagen op een plaats mogen staan. De campers staan maanden in die twee wijken. Er wordt tegen mij gezegd dat hier weinig aan kan worden gedaan omdat ze de campers verplaatsen. Ik loop er elke dag met mijn hond langs. Vertel mij niet of die er wel of niet staan. Ik wil van het College horen hoe men over het handhaven denkt. Met alle respect overigens voor de BOA’s. Ik heb niets tegen de personen in kwestie, maar ik heb wel iets tegen het feit dat wordt gezegd dat er wordt gehandhaafd terwijl er niet wordt gehandhaafd. Dat hoor ik ook van de burgers. De heer TOKKIE: Ter interruptie. Ik begrijp uw betoog. U zegt dat de BOA’s er niets aan doen, maar het is niet bekend of de melding bij de BOA’s aankomt. U moet zeggen dat de gemeente er niets aan doet, want u weet niet of de BOA’s van de klachten op de hoogte zijn. Wees daar voorzichtig mee. Mevrouw HERDER: Dan heeft u niet goed naar mijn betoog geluisterd. Het hindert niet. Ik zal u uit de droom helpen. Ik ben teruggebeld door de BOA’s en toen kreeg ik te horen dat mijn klacht wel terecht was. De heer TOKKIE: Maar in uw reactie. De VOORZITTER: Nee meneer Tokkie. Ik wil u antwoord geven mevrouw Herder. U heeft gelijk dat er gister een persbericht is uitgegaan en dat het vandaag in de krant heeft gestaan.
Ja, we gaan intensiever handhaven. Nee, ik was niet op de hoogte van de klacht. Ik ga het voor u uitzoeken. Het is overigens wel zo dat we heel moeilijk iets kunnen doen op het moment dat de campers om de zoveel dagen worden verplaatst. Maar ik begrijp eigenlijk iets anders van u dus ik ga het voor u uitzoeken. Anderen nog? Niet. 14. SLUITING De VOORZITTER: Dank u allen. Wel thuis en nog een fijne avond. De voorzitter sluit de vergadering om 23:02 uur.