Programma van Eisen Accommodatie (nieuwbouw) Jeugdzorg Plus en Besloten Achtervang voor jongeren met een licht verstandelijke beperking / handicap (LVB / LVG) Herontwikkeling locatie Schakenbosch Noord, Leidschendam Stichtingen Ipse de Bruggen en Jeugdformaat (JIBC)
Project 2320602 – LDM uitbreidende nieuwbouw decentrale achtervang Ipse De Bruggen Afdeling Vastgoed Stevinstraat 9 2405 CR Alphen aan den Rijn Tel. 0172-245 650 Jeugdformaat / Monasso Consultancy Nassau Ouwerkerkstraat 12 2596 CC Den Haag Tel. 070 3249835
Alphen aan den Rijn / Den Haag, versie 15.04. 2010 I: /.. /2320602/LDM decentrale achtervang/programma van eisen/pve_achtervang_leidschendam 201003..
1
Inhoudsopgave 1 Aanleiding .....................................................................................................................................3 2 Kaders ...........................................................................................................................................4 2.1 Kader jeugdzorg plus..............................................................................................................4 2.2 Wettelijke kaders ....................................................................................................................5 2.3 Financiele kaders ...................................................................................................................5 2.4 Veiligheidskders gesloten / besloten opvang .........................................................................5 3 Doelgroep......................................................................................................................................7 3.1 Om welk soort jongeren gaat het?..........................................................................................7 3.2 Om hoeveel jongeren gaat het? .............................................................................................7 3.3 De jongeren: aantallen, leeftijden, behandelarrangementen..................................................8 3.4 Welke problemen hebben de jongeren? ................................................................................9 4 Globale aanpak behandeling ......................................................................................................9 4.1 Kenmerken van de jongeren ..................................................................................................9 4.2 Behandelmethodiek ..............................................................................................................10 4.3 Competenties medewerkers.................................................................................................10 4.4 Dagbesteding/ arbeidstoeleiding ..........................................................................................10 4.5 Vrije tijdsbesteding ...............................................................................................................11 5 Plandemarcatie...........................................................................................................................12 5.1 locatie Schakenbosch...........................................................................................................12 5.2 Waarom Schakenbosch-Noord ? .........................................................................................12 5.3 Verkeersbewegingen............................................................................................................13 5.4 Uitgangspunten veiligheid.....................................................................................................13 6 Ruimtelijke organisatie ..............................................................................................................14 6.1 Arbeidsplaatsen ....................................................................................................................14 6.2 Uitgangspunten inhoudelijke samenwerking ........................................................................14 6.3 Uitgangspunten ruimtelijke samenwerking:..........................................................................14 6.4 Verblijf...................................................................................................................................14 6.5 Ondersteunende diensten ....................................................................................................15 6.6 Dagbesteding, Recreatie & Vrije tijd.....................................................................................15 7 Functionele organisatie.............................................................................................................15 7.1 Functionele uitgangspunten..................................................................................................16 7.2 Verblijf...................................................................................................................................16 7.3 Ondersteunende diensten ....................................................................................................18 7.4 Behandeling, medische en paramedische zorg....................................................................18 7.5 ondersteunende begeleiding ................................................................................................19 7.6 Activerende begeleiding / Dagbesteding begeleiding...........................................................19 8 Technisch eisen .........................................................................................................................19 8.1 Bouwkundige eisen...............................................................................................................19 8.2 Veiligheidseisen....................................................................................................................20 8.3 Eisen aan de afmetingen......................................................................................................21 8.4 Installatie eisen .....................................................................................................................21
9 Externe randvoorwaarden.........................................................................................................21 10 Bijlagen .......................................................................................................................................22
2
1 Aanleiding In de afgelopen decennia is uit diverse onderzoeken (landelijke en regionale wachtlijstanalyses en behoefteramingen) gebleken dat de vraag naar gespecialiseerde behandeling voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking en aanvullende complexe problematiek sterk is toegenomen. Ook werd recent - met name in de provincie Zuid-Holland - nog een aanzienlijk tekort gesignaleerd aan adequate ge- en besloten behandelmogelijkheden voor gedragsproblematische en ernstig gedragsgestoorde kinderen en jeugdigen met daarbij een licht verstandelijke beperking. In 2004 verscheen een uitgebreide rapportage (Boendermaker e.a.) over crisisplaatsingen in justitiële jeugdinrichtingen. Geconstateerd werd dat een toenemend aantal jongeren op basis van een civielrechtelijke maatregel in een justitiële jeugdinrichting verbleef. Een onwenselijke situatie, aangezien er immers geen sprake is van een strafrechtelijke veroordeling en bovendien in een JJIcontext doorgaans geen adequate behandeling geboden kan worden. Bovendien wordt de “samenplaatsing” van jeugdigen op civielrechtelijke en strafrechtelijke titel door zowel juristen, behandelexperts, ouders, jongeren en inmiddels ook de overheid als ongepast en ongewenst beschouwd. Dit alles heeft geleid tot een aanpassing van de Wet op de Jeugdzorg m.i.v. 01.01.2008 en een ambitieus plan van aanpak onder verantwoordelijkheid van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin, vastgelegd in ‘Streefbeeld Jeugdzorg Plus’. De samenplaatsing van jongeren op basis van civiel- en strafrechtelijke titels dient per uiterlijk 01.01.2010 te worden beëindigd, er wordt en landelijk dekkend netwerk van Jeugdzorg Plus voorzieningen opgezet middels nieuw te bouwen accomodaties. Daarnaast zal een aantal Justitiële Jeugdinrichtingen worden getransformeerd in Jeugdzorg Plus voorzieningen. In de regio Haaglanden en Zuid Holland-Noord hebben deze constateringen geleid tot het initiatief Jeugdzorg Extra (JX), waarbij aanbieders uit de Jeugdzorg (Jeugdformaat), Jeugd GGZ(Jutters), LVG-j (de Bruggen) en Forensisch Centrum Teylingereind een plan van aanpak voor de ontwikkeling van een intersectoraal programma voor deze doelgroep hebben ontwikkeld. Dit plan voorziet ook in de samenwerking met andere partners in de regio: Bureau Jeugdzorg, diverse onderwijsinstellingen en andere jeugdzorgaanbieders. Een eerste concreet resultaat is inmiddels geboekt via het openen van de voorziening Jeugdzorg Jutters Combinatie (JJC), die plaats biedt aan 50 cliënten met een problematiek op het snijvlak van Gesloten Jeugdzorg / Jeugdzorg Plus en Orthopsychiatrie / Jeugd-GGZ. In 2005 verscheen, eveneens van Boendermaker e.a.,een vervolgrapportage “De juiste hulp”. Daarin werd beschreven dat van de groep jongeren, die langere tijd buiten het gezin moeten worden geplaatst (hulpvraagcategorie 1) ongeveer 25 % gekenmerkt wordt door (o.a.)een licht verstandelijke beperking. Eveneens in 2005 publiceerden de Zuid-Hollandse Zorgkantoren de resultaten van actueel onderzoek waaruit bleek dat adequate behandelmogelijkheden voor kinderen en jeugdigen (0-23 jaar) met een licht verstandelijke beperking vergaand ontbreken. Er blijkt met name behoefte aan gespecialiseerde residentiële besloten / gesloten behandelingsmogelijkheden. Daarnaast is er ook sprake van een duidelijk toenemend vraag naar meer ambulante behandeling- en doorstroomplaatsen voor LVG-jongeren. Een en ander leidde in 2006 / 2008 tot aanvragen voor 50 plaatsen Jeugdzorg Plus (Jeugdformaat) en 48 plaatsen (besloten) achtervang (Ipse de De Bruggen) Deze notitie beschrijft het laatstgenoemde initiatief: een door Jeugdformaat en Ipse de Bruggen gezamenlijk te exploiteren voorziening die intensieve gesloten en besloten behandelingsmogelijkheden biedt aan jongeren met complexe problematiek op het grensvlak Jeugdzorg Plus en Jeugd LVG.
Stichting Ipse de Bruggen Biedt zorg, ondersteuning, behandeling en begeleiding aan Zuid-Hollandse jeugdigen en volwassenen met een verstandelijke beperking op diverse locaties en exploiteert bovendien een aantal orthopedagogisch behandelcentra voor LVG-jeugd.. 3
Stichting Jeugdformaat Biedt een groot aantal ondersteunings-, zorg- en behandelarrangementen aan Haaglandse kinderen en jeugdigen en hun ouders. Jeugdformaat participeert bovendien middels de inbreng van 26 plaatsen Jeugdzorg plus sinds 2007 in de Stichting Jeugdformaat Jutters Combinatie (JJC). De sterk gespecialiseerde behandeling die geboden zal worden in een nieuw te bouwen zgn. drie milieu voorziening op de locatie Schakenbosch Noord maakt het mogelijk verblijf /wonen, onderwijs/dagbesteding en vrije tijdsbesteding geïntegreerd aan te bieden. Daarnaast is er een aanbod van gespecialiseerde diagnostiek, (gezins)behandeling en overige therapieën beschikbaar. De omvang van de accommodatie (12 units / leefgroepen) vereenvoudigt het differentiëren naar leeftijd, aard van de problematiek en fase van behandeling en, daarmee samenhangend, daadwerkelijk vraaggericht opereren. Waar nodig zal intensief worden samengewerkt met andere aanbieders van jeugdzorg, met name met de Jeugd GGZ en beschermde woonvormen. Aangezien Ipse de Bruggen en Jeugdformaat zich richten op het gezamenlijk aanbieden van de hierboven zeer beknopt beschreven gesloten / besloten behandeling is er de nadrukkelijke intentie te komen tot een vergaande vorm van integratie en samenwerking middels gezamenlijke exploitatie binnen een op korte termijn op te richten juridische entiteit.
2 Kaders In dit hoofdstuk zullen de voor het initiatief meest relevante (wettelijke) kaders en uitgangspunten beknopt worden beschreven en samengevat.
2.1 -
-
-
Kader jeugdzorg plus Jeugdzorg Plus biedt intensieve behandelmogelijkheden voor jongeren met een Ondertoezichtsstelling (OTS) en een machtiging gelsoten jeugdzorg. Het richt zich op die gecompliceerde jongeren (in gecompliceerde situaties!) waarop het reguliere regionale aanbod geen antwoord heeft. Belangrijkste uitgangspunten: zo kort als mogelijk, zo intensief als nodig, zo mogeliijk op redelijke reisafstand van huis en nadrukkelijk onderdeel van een traject naar normalisatie Er wordt kennisintensief gewerkt door hooggespecialiseerd personeel Behandelmethodes worden op effectiviteit gemeten, geëvalueerd en waar nodig bijgesteld Er zijn goede relaties met aanbieders in de keten: geslotenheid is idealiter tijdelijk Er wordt intensief samengewerkt met andere sectoren (GGZ en LVG) Gesloten jeugdzorgvoorzieningen werken regionaal en landelijk samen om een sluitend aanbod te realiseren. Voor bijzondere doelgroepen als licht verstandelijk gehandicapte jongeren is een nog verder gespecialiseerd aanbod nodig, dat om succesvol te kunnen zijn moet voldoen aan een aantal randvoorwaarden. Plaatsingsbeleid: In de wet op de gesloten jeugdzorg worden 7 categorieën jeugdigen onderscheiden die in aanmerking komen voor een plaats in de gesloten jeugdzorg. 1. Slachtoffer gedwongen prostitutie 2. Slachtoffer seksueel misdrijf 3. Slachtoffer van geestelijke of lichamelijke mishandeling 4. Bescherming vragend ter voorkoming van verdere escalatie tegen zichzelf 5. Dreiging in situatie 1 tot en met 4 te raken 6. Politiebemoeienis ter voorkoming van strafrechtelijke bemoeienis 7. Bescherming ter voorkoming van verdere escalatie tegen de directe omgeving Met ingang van 1 januari 2010 bepaalt de coördinator gesloten jeugdzorg van Bureau Jeugdzorg in welke categorie de jeugdige valt. Er is sprake van acceptatieplicht. In principe wordt in de regio / het zorggebied van herkomst geplaatst. Uitzonderingen hierop vormen de instellingen met een landelijke specialisatie. 4
2.2
Wettelijke kaders
Jeugdzorg - Wet op de Gesloten Jeugdzorg van kracht, maakt onvrijwillige opname van jongeren mogelijk - De wet spreekt van gesloten jeugdzorg als de accommodatie op slot kan. Er kan bovendien sprake zijn van vrijheidsbeperkende maatregelen. - Instellingen voor Gesloten Jeugdzorg / Jeugdzorg Plus vallen direct onder verantwoordelijkheid van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin - Opname op basis indicatiebesluit (afgegeven door Bureau Jeugdzorg) in combinatie machtiging gesloten jeugdzorg (afgegeven door kinderrechter), acceptatieplicht door aanbieder. - Doorgaans is er daarnaast sprake van een ondertoezichtstelling (OTS) van de jongere. Indien ouders en/of jongere toestemming geven voor gesloten behandeling is een OTS geen voorwaarde. - Hulpverleningsplan is afgestemd op zorg-, behandel- en beschermingsbehoefte cliënt en beschrijft ook de beperkende maatregelen volgens heldere voorschriften - Kinderrechter spreekt machtiging uit: er is sprake van rechtsbescherming op basis van de Wet Gesloten Jeugdzorg. Inspectie jeugdzorg, vertrouwenspersoon, cliëntenraad en klachtencommissie waarborgen recht en rechtspositie. - Geen onderscheid tussen crisis- en reguliere plaatsen, er is wel altijd de mogelijkheid tot acute plaatsing (7 x 24 uur). LVGj - Ressorteert onder AWBZ-geïndiceerde zorg: financiering via zorgkantoren, ministerie VWS (afdeling langdurige zorg) is verantwoordelijk voor beleid. - Wet BOPz van toepassing bij behandeling in gedwongen kader. Ook vrijwillige opname in besloten voorziening mogelijk op basis WGBO. - Indicatie door CIZ en zorgtoewijzing door zorgkantoren: in principe zorgplicht maar wel mogelijkheid inzet zorgweigeringsprocedure - Rechtsbescherming door inspectie gehandicaptenzorg, vertrouwenspersoon, klachtencommissie en cliëntenraad - Aparte afspraken m.b.t. crisisopvang: crisismeldpunt LVG in de regio Zuid Holland: beheert alle crisisplaatsen LVG (zie crisisregeling voor licht verstandelijk gehandicapten in de provincie Zuid Holland)
2.3
Financiele kaders
Jeugdzorg Plus - Programmaministerie voor Jeugd en Gezin is verantwoordelijk voor de financiering tot 31.12.2012, deze gaat per 01.01.2013 over naar de provincies. - Bekostiging op basis all-in tarief (geïntegreerde zorg- + vastgoedexploitatie) LVGj - Toelating capaciteit via Ministerie van VWS - Jaarlijks te maken productieafspraken met zorgkantoren - Bekostiging op basis Zorgzwaartepaketten (ZZP) 4 en 5, tarief zorgexploitatie exclusief bouw- / vastgoedgerelateerde kosten. Vaststelling tarief all-in vernieuwde ZZP niet afgerond.
2.4
Veiligheidskaders Gesloten Jeugdzorg
Deze eisen zijn gebaseerd op de uitgangspunten van “Streefbeeld Jeugdzorg Plus’ en de rapportage van de Inspectie Jeugdzorg “Veilige behandeling in gesloten jeugdzorg” Algemene uitgangspunten: - Jeugdzorg Plus voorzieningen zijn te onderscheiden van voorzieningen voor opvang en behandeling van strafrechtelijk veroordeelde jeugdigen en bieden een herkenbaar hulpaanbod in een leeftijdsaangepaste en humaan beveiligde be-/gesloten accomodatie. 5
-
Omgeving moet beschermend en veilig zijn, primair door op ontwikkeling gerichte, waar mogelijk evidence-based behandelconcepten / -methodieken en professioneel toezicht. Vrijheidsbeperkende maatregelen vereisen een helder omschreven en toetsbaar uitvoeringsbeleid, de grondrechten van de jongeren dienen gewaarborgd. Risicotaxatie en verloftaxatie zijn noodzakelijk ter bescherming van jongere, gezinssysteem en maatschappij. Gelet op het ontwikkelingsgerichte karakter van de behandeling zijn risico´s zoals weglopen niet geheel uit te sluiten. Een en ander vereist een sluitend systeem van afspraken met politie en bureaus jeugdzorg.
Bij de vormgeving van de locatie zal met deze uitgangspunten nadrukkelijk rekening dienen te worden gehouden.
6
3 Doelgroep 3.1 Om welk soort jongeren gaat het? Met de term ‘jongeren met een licht verstandelijke handicap of beperking’(in het vervolg LVG- of LVBjongeren) wordt een groep jongeren met een IQ tussen 50 en 70 bedoeld. De laatste decennia is men echter ook jongeren met een IQ tussen de 70 en 85 tot deze groep gaan rekenen mits er, naast de verstandelijke beperking, ook sprake is van een geringe sociale redzaamheid en andere bijkomende problemen. Het gaat het dan vooral om autisme (of aan autisme verwante contactstoornissen), ADHD, stemmingsstoornissen en psychotische stoornissen. Daarnaast zijn er dikwijls ook aanzienlijke opvoedings- en opgroeimoeilijkheden, problemen met maatschappelijke orde en gezag en het veroorzaken van overlast. De zeer sterk toegenomen vraag naar behandelmogelijkheden voor LVG’ers wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat jongeren die tot voor kort (en niet zelden zonder enige vorm van hulp!) bij hun ouders thuis woonden daar niet langer handhaafbaar bleken. Ouders schamen zich, beschouwen de handicap als een ziekte die wel over gaat of zien het als een beproeving door God of Allah. Ook bestaat er veel onwetendheid over de zorgmogelijkheden. Allochtone jongeren bijvoorbeeld gaan op basisschool-leeftijd vaak nog wel naar speciale dagcentra, eenmaal in de puberteit worden ze thuis gehouden, nemen de ouders de zorg op zich of arrangeren ze een huwelijk met een partner uit het land van herkomst. Pas als de (gedrags)problemen volledig uit de hand lopen wordt uiteindelijk crisishulp gezocht. Overigens blijken ook autochtone jongeren met een verstandelijke beperking in de huidige samenleving extra kwetsbaar om een aantal redenen. De eisen die momenteel aan het competentieniveau van de ‘gemiddelde burger’ worden gesteld bemoeilijken een adequaat functioneren voor jeugdigen met LVG-problemen aanzienlijk. De beperking c.q. handicap is immers niet of nauwelijks zichtbaar ‘aan de buitenkant’ met als gevolg dat ook van LVG-jongeren wordt verwacht dat ze aan de gangbare normen en eisen kunnen voldoen. Als dat niet lukt leidt dat gemakkelijk tot frustraties en conflicten bij zowel de jongeren als bij een hen in feite overvragende omgeving. Bovendien werd de samenleving in de afgelopen decennia in hoog tempo complexer, doet de afhankelijkheid van technologische ontwikkelingen een steeds krachtiger appel op een zekere intelligentie en op handigheid en routine, eisen waaraan een LVG-jongere doorgaans niet of nauwelijks kan voldoen. Daarnaast is er sprake van een toenemende teloorgang van sociale verbanden en netwerken die van oudsher bijdroegen aan de opvang van jeugdigen die - om welke reden dan ook - niet konden meekomen. Tegelijkertijd echter werd aan LVG-jongeren - immers ook deel uitmakend van onze sterk geïndividualiseerde systemen – het recht op een zo volwaardig en zelfstandig mogelijk bestaan in het vooruitzicht gesteld. Frictie tussen wederzijds gewekte verwachtingen en reële mogelijkheden leiden vervolgens gemakkelijk tot nieuwe teleurstellingen en conflicten. De toevoeging ‘licht’ aan de term ‘verstandelijke handicap’ suggereert ten onrechte een geringe zorg- en ondersteuningsbehoefte. In de zorgvraag zijn immers juist aanzienlijke tot (zeer) ernstige gedragsproblemen en andere psychische of psychiatrische stoornissen dominant aanwezig en in veel gevallen is er dan ook juist sprake van behoefte aan intensieve behandelmogelijkheden binnen een besloten of gesloten setting. Een toenemend aantal niet-criminele LVG-jongeren bijvoorbeeld komt, vanwege het ontbreken van een passend zorgaanbod, na langdurige omzwervingen uiteindelijk via een crisisplaatsing terecht in een Justitiële Jeugdinrichting als ‘last resort’. Alleen door structurele, sectoroverstijgende vormen van samenwerking tussen instellingen zouden dit soort ongewenste ontwikkelingen in de toekomst kunnen worden voorkomen. Daarnaast is onderwijs voor de ontwikkeling van LVG-jongeren van groot belang en dienen gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen intensief te worden betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven.
3.2 Om hoeveel jongeren gaat het? Exacte gegevens over de omvang van de groep op landelijk niveau ontbreken. De wel beschikbare getallen zijn gebaseerd op schattingen en bleek er sprake van aanzienlijke verschillen inzake gehanteerde definities, afbakening van probleemcategorieën en leeftijdsgrenzen. 7
Globaal kan het volgende worden gesteld: Het totale aantal jeugdigen in Nederland tussen 0 en 23 jaar bedroeg eind 2006 ca. 4 miljoen. Ongeveer 225.000 van hen kampten met een of meerdere psychische of psychiatrische problemen die dysfunctioneren veroorzaken. Ca. 80.000 van hen waren in zorg (sterk overwegend ambulant), ca. 18.000 wachtten daarop langer dan negen weken na de indicatiestelling. Ongeveer 150.000 Nederlandse jongeren gaan, behalve onder een licht verstandelijke beperking, gebukt onder een eveneens beperkte sociale redzaamheid en een aantal andere bijkomende problemen. In 1998 meldden zich bijna 7.000 nieuwkomers in de zorg voor verstandelijk gehandicapten met een IQ onder de 80, in 2001 waren er dat al 9.000, in 2003 15.000 en in 2006 liep dit aantal verder op tot ongeveer 18.000. Drie op de vier nieuwe indicaties voor verstandelijke gehandicaptenzorg heeft betrekking op jongeren, een groot deel van hen heeft bovendien gedragsproblemen. Het Tympaan-instituut schatte het aantal Zuid-Hollandse jeugdigen (4-24 jaar) met een licht verstandelijke handicap en bijkomende problemen in 2007 op ruim 6500 waarvan op dat moment ongeveer de helft in zorg was, voor een niet onaanzienlijk deel buiten de provincie in de (L)VGinstellingen De Beele, Emmaus en Saltho. In de grote steden Rotterdam en Den Haag is de prevalentie het hoogst, daarna volgen Zoetermeer, Leiden, Dordrecht, Delft en Gouda. Uit door het MGZ in opdracht van de Zuid-Hollandse Zorgkantoren verzamelde wachtlijstgegevens bleek dat het aantal LVG-jongeren dat eind 2008 op een voor hen geschikte (al dan niet residentiële) behandelmogelijkheid wachtte ruim 600 bedroeg. Het aantal jongeren met een verstandelijke beperking blijft naar verwachting van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de komende 15 jaar globaal stabiel maar de zorgvraag vanuit deze groep zal vooralsnog verder blijven toenemen. De Stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden (Beleidskaders Jeugdzorg 2005 – 2008 en Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2008) en de Provincie Zuid-Holland (Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugd 2008) stimuleren alle aanbieders van Jeugdzorgvoorzieningen om met name ernstige gedragsproblemen tijdig te signaleren en waar nodig snel en adequaat te reageren met een passend aanbod. Dit om zoveel als mogelijk te voorkomen dat na escalaties uiteindelijk een besloten of zelfs gesloten aanbod moet worden ingezet. Gestreefd wordt naar het per uiterlijk 2010/2012 kunnen beschikken over een of meerdere binnen de eigen regio operationele gesloten / besloten / open jeugdzorgvoorziening(en) waar aan Zuid-Hollandse jongeren met complexe problemen hen passende jeugdzorg kan worden aangeboden, bij sterke voorkeur op intersectorale basis. Vanaf 2005 ontwikkelden de Stichtingen Jeugdformaat en Ipse-de Bruggen op basis van het hierboven gestelde een in nauwe samenwerking met de J.C.Pleysierschool te realiseren initiatief: het op de locatie Schakenbosch Noord in Leidschendam vestigen van een Centrum voor Intensieve Zorg en Onderwijs ten behoeve van jongeren en jeugdigen met een verstandelijke beperking c.q. handicap en daarmee samenhangende overige complexe problematiek (LVG+ problematiek).
3.3 Locatie Schakenbosch Noord: jongeren, aantallen, leeftijden, behandelarrangementen Op de locatie Schakenbosch Noord zullen in totaal 98 Zuid-Hollandse jongeren intensief worden behandeld in een klinisch (dag & nacht) arrangement. Daarbij komen nog een (beperkt) aantal jongeren die een of meerdere keren per week met hun ouders naar de polikliniek komen voor een intakegesprek, een onderzoek of een vorm van nabehandeling. Leeftijden: de jongeren zijn 12 jaar of ouder. Alle 98 jongeren zullen zowel overdag als ‘s nachts op de locatie verblijven. Jongeren en ouders die de polikliniek bezoeken doen dat over het algemeen tijdens kantoortijden. Van de in totaal 12 verblijfsunits zijn er 8 gesloten en hebben 4 units een besloten c.q. semi-open karakter. De gesloten units zullen bouwkundig worden gerealiseerd in een zgn. patio-vorm met een ruime binnenplaats zodat er geen of slechts zeer beperkt beschermende hekwerken nodig zijn. In principe gaan alle jongeren overdag naar de JC Pleysierschool op het eigen terrein, in een enkel geval naar een school in de directe omgeving. Voor jongeren die verblijven in een van de gesloten units en zijn er indien noodzakelijk ook inpandig onderwijsfaciliteiten beschikbaar.
8
In de avonduren zijn er voor alle jongeren goed begeleide, ontspannende programma’s. In de periode 23.00 – 07.30 zijn er altijd ca. 12 ‘eigen’ medewerkers + een medewerker van een beveiligingsdienst aanwezig. Tijdens (delen van) weekends verblijven veel ‘klinische jongeren’ thuis of elders extern.
3.4 Welke problemen hebben de jongeren? Alle jongeren kampen met een zgn. lichte verstandelijke beperking / handicap en, daarmee nadrukkelijk samenhangend, een aantal andere problemen. Concreter: het zijn jongeren met een IQ tussen de 50 en 80 die zich over het algemeen niet als zodanig presenteren en door buitenstaanders nogal eens ‘te hoog’ worden ingeschat. Daarnaast is er vaak sprake van oppositioneel-opstandig gedrag dat in niet op dit soort jongeren ingestelde omgevingen gemakkelijk tot overlast en uitstoting leidt. Een aantal jongeren gaat bovendien gebukt onder psychiatrische problemen. Meest voorkomend: ADHD en aan autisme verwante contactstoornissen. Veel Zuid-Hollandse jongeren zoeken / zochten al geruime tijd (en vaak toenemend wanhopig!) naar passende hulp maar belanden vanwege het gecompliceerde karakter van hun problemen vaak tussen allerlei wallen en schepen. Omdat het project Schakenbosch Noord / Jeugd wordt ontwikkeld door een tweetal instellingen die de voor LVG-jongeren belangrijkste deelsectoren in de Jeugdzorg vertegenwoordigen en er bovendien intensief wordt samengewerkt met een gespecialiseerde school zullen er voor een aanzienlijk aantal Zuid-Hollandse gezinnen eindelijk weer perspectieven ontstaan.
4 Globale aanpak behandeling 4.1 Diagnostische kenmerken van de jongeren Met name veroorzaakt door de cognitieve beperkingen en langdurige (en doorgaans vergaand onopgemerkte!) overvraging van de jongere is er dikwijls sprake van een sterk negatief gekleurd zelfbeeld, al dan iet op basis van een vroegkinderlijke affectieve en/of pedagogische verwaarlozing. Dikwijs voorkomende kenmerken: - Chaotisering - Concentratiezwakte - Ambivalentie - Gebrek aan effectieve coping strategieën - Gebrekkige frustratietolerantie Bijna in alle gevallen is er bovendien sprake van bijkomende problematiek, zoals psychiatrische problematiek, zich ontwikkelende persoonlijkheidsstoornissen (conduct disorder of ontwikkelingen richting borderline persoonlijkheidstoornis). Uit het onderzoek van Boendermaker (2004) blijkt dat de jongeren die in aanmerking komen voor behandeling binnen een voorziening voor gesloten jeugdzorg worden gekenmerkt door: - Ernstige gedragsproblemen (anti-sociaal gedrag, oppositioneel opstandig gedrag, agressief gedrag) en in mindere mate aandachtstekortstoornissen eventueel met hyperactiviteit (ADHD) of aan autisme verwante stoornissen. - Frekwent weglopen: veel jongeren zijn één of meerdere keren van huis, uit een tehuis of crisisopvang weggelopen en een deel van hen heeft geen vaste verblijfsplaats. - Regelmatig alcoholgebruik en/of drugsgebruik - Seksueel grensoverschrijdend gedrag evenals (gedwongen) prostitutie, dikwijls op basis slachtofferschap loverboys - Depressieve klachten, vormen van automutilatie en suïcidale gedachten of suïcidepogingen - Pedagogische onmacht binnen problematische gezinnen, dikwijls is er sprake van een onhoudbare situatie door aanhoudende en escalerende ruzies, incidenten, calamiteiten - Het vermoeden dat er sprake is van het hebben begaan van strafbare feiten / delicten zonder dat dit heft geleid tot een formele veroordeling / strafrechtelijk vonnis
9
Uit bovenstaande opsomming blijkt dat het gaat om complexe problematiek en een moeilijk te hanteren groep jongeren, een groep die voor een deel daarnaast als bijzonder kwetsbaar moet worden beschouwd. Er is sprake van aanzienlijke overeenkomsten tussen de beoogde doelgroepen: Jeugdzorg Plus en Besloten Achtervang LVG. Samenwerking maakt het aanbieden van jongeren aansprekende en perspectief-biedende behandeltrajecten mogelijk: van behandeling in een gesloten setting via een besloten setting naar reïntegratie vanuit een open setting. Inzake de keuze voor behandelconcepten en de (door)ontwikkeling van bruikbare behandelmethodieken en technieken wordt zoveel mogelijk complementair gewerkt op basis van (o.a.) de huidige wettelijke kaders. Er zal worden gestreefd naar een hoge mate van flexibiliteit om adequaat te kunnen inspelen op veranderende zorgvragen en/of veranderende wetgeving.
4.2 -
-
-
-
-
Behandelmethodiek : belangrijkste kenmerken en uitgangspunten De behandeling wordt aangeboden in een be-/gesloten accommodatie en gedifferentieerde leefgroepen waarbinnen nadrukkelijk rekening wordt gehouden met het niveau van de jongeren. De omgeving moet beschermend en veilig zijn. Vrijheidsbeperkende maatregelen worden helder en toetsbaar vastgelegd. Risicotaxatie en verloftaxatie zijn structurele onderdelen van het diagnostisch instrumentarium. Geïntegreerde behandeling in drie milieus Differentiatie van het behandelaanbod op basis van problematiek. Complexiteit van de problematiek is sterk, de variëteit van gedragsproblemen eveneens. Bij de inrichting van de groepen en het terrein zal gestreefd worden naar een optimale behandelomgeving (goede balans veiligheid, bescherming, niveau, leeftijd). Gefaseerde behandeling: gericht op zo groot mogelijke zelfstandigheid. Perspectief kan variëren van: permanente afhankelijkheid van beschermde omgeving tot (eventueel partieel) zelfstandig wonen. Betrekken van gezinssysteem, bij voorkeur middels evidence-based systeemgerichte modules, bijvoorbeld FFT of MDFT. Voor een groot gedeelte van de doelgroep is het noodzakelijk om ook gedurende het verblijf het (gezins)systeem nadrukkelijk te betrekken bij de behandeling. Onderdeel van keten: voor- en nazorg, ambulante hulpverlening tijdens verblijf Specialistische programma’s t.b.v. verslavingszorg, agressieregulatie, risicotaxatie etc. Specialistische therapieën
4.3 Competenties medewerkers Naast bruikbare behandelconcepten, -methodieken en -technieken zijn competente medewerkers van bijzonder groot belang, met name in relatie tot het primaire proces. Bij het (door) ontwikkelen van de beoogde voorziening zal dan ook bijzondere aandacht worden besteed aan werving, (aanvullende) scholing en het behoud van deze medewerkers. Kennis van en affiniteit met de doelgroep en de bijbehorende problematiek is uiteraard van belang. Vaardigheden in het omgaan met gedragsproblematiek en het creëren van een veilige omgeving voor de jongeren en de medewerkers zijn essentieel. Dit alles stelt hoge eisen aan uiteenlopende randvoorwaarden: kwaliteit management, multidisciplinaire teambuilding, mogelijkheden coaching, mogelijkheden tot permanente scholing (in- / extern). Gekwalificeerde (BIG-geregistreerde) gedragswetenschappers zijn als coördinator van de behandeling verantwoordelijk zijn voor de behandelplanning en de afstemming / regie van de verschillende behandelonderdelen. In een latere fase zal dit punt verder uitgewerkt worden. 4.4 -
-
Dagbesteding/ arbeidstoeleiding Praktijkgerichte arbeidstoeleiding in nauwe samenwerking met school. Perspectief kan variëren van loonvormende arbeid tot dagbesteding in een beschermde WSW-omgeving of binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg. Samenwerking met een in de LVG gespecialiseerde organisatie voor job-coaching, bijvoorbeeld Jobstap. Deze organisatie is gespecialiseerd in trainingstrajecten voor LVG-jeugd. Een zgn. ‘voorschakeltraject’ kan vanuit de besloten of gesloten setting worden geboden. In laatste fase van verblijf zal worden samengewerkt met externe dagbesteding- en arbeidsprojecten
10
4.5 -
Vrije tijdsbesteding Het zo zelfstandig en verantwoord leren omgaan met vrij tijd vormt een zeer belangrijk onderdeel van de behandeling: middels het aanbieden van gevarieerde (en voldoende gestructureerde!) programma’s wordt daaraan in alle behandelfases uitgebreid aandacht besteed.
11
5 Plandemarcatie 5.1 locatie Schakenbosch De locatie Schakenbosch (Veursestraatweg / Bouwlustweg te Leidschendam) maakte tot voor kort deel uit van het instellingsterrein van achtereenvolgens de Stichtingen Schakenbosch, Robert Fleury en tenslotte Rivierduinen. Het is een gebied met veel landschappelijke kwaliteiten, gesitueerd in een parkachtige omgeving op ter hoogte van de overgang van strandwal naar strandvlakte en eveneens op de overgang van de bebouwde kom naar het aantrekkelijke open landschap rond het landgoed Duivenvoorde. Het overgrote deel van de bebouwing op het terrein is afgeschreven en zal op korte termijn worden gesloopt. Wat rest is een waardevol groen casco en een daarin fraai ingepaste infrastructuur. Op de locatie zullen diverse nieuwe voorzieningen worden gerealiseerd en wordt daarvoor opgedeeld in een vijftal deelgebieden, elk met een eigen thema en functie. Het meest noordelijk gelegen gebied zal worden bestemd voor de jeugdzorg.
De structuurschets van de planlocatie is opgenomen in bijlage.X
5.2 Waarom Schakenbosch-Noord voor Jeugd? De locatie Schakenbosch-Noord is om verschillende redenen bijzonder geschikt voor het realiseren van het initiatief. Op de eerste plaats is er op die locatie sprake van een voor de doelgroep heel belangrijke balans tussen een ‘gemarkeerde be- en afscherming in een prikkelarme omgeving’ enerzijds en de nabijheid van een aantal publieke en commerciële voorzieningen anderzijds. Ook de uitstekende bereikbaarheid van de locatie per openbaar vervoer moet worden gezien als een duidelijk voordeel. De op deze locatie behandelde jongeren verblijven daar dus niet ‘in splendit isolation’ maar maken op een ook voor hen herken- en beleefbare manier nog deel uit van de samenleving. Verder biedt het op loopafstand beschikbaar zijn van Sporthal Kastelenring en een kunstgrasveld voor in elk geval een aantal jongeren goede mogelijkheden tot (re)integratie en zijn er in de exploitatiesfeer kansen op voor alle betrokkenen lucratief medegebruik. Tenslotte spoort de grootte van de voor het initiatief beschikbare kavel vrijwel naadloos met de behoefte van zowel zorginstellingen als school en rust er op de locatie een sociaal-maatschappelijke c.q. zorgbestemming. Ervaringen met vergaand vergelijkbare, in de onmiddellijke nabijheid van bovenmodale c.q. exclusieve woonwijken gerealiseerde projecten in Den Haag (JJC, Monsterseweg), Capelle a/d IJssel (De Fjord, 12
Poortmolen) en Krimpen a/d IJssel (Moria, Sleedoornlaan) hebben aangetoond dat er van overlast of onrust voor omwonenden niet of slechts beperkt en laagfrekwent sprake is. De jongeren verhouden zich tot ‘de buurt’ over het algemeen als een doorsnee passant op weg naar een van de nabij gesitueerde haltes t.b.v. het openbaar vervoer. Er zal in behandelplannen bovendien niet worden gefocused op intensieve samenwerking met of vergaande integratie in de directe omgeving. Wel zal er voor een aantal jongeren gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden tot het opdoen van werkervaring in de elders op de locatie Schakenbosch te exploiteren zorgboerderij zullen ook andere stagegemogelijkheden in de directe omgeving worden benut. Met de Initiatiefgroep Zorgboerderij wordt al enige tijd constructief en perspectiefbiedend overleg over samenwerkingsmogelijkheden gevoerd.
5.3 Verkeersbewegingen Tijdens weekdagen zal er gedurende enkele periodes sprake zijn van enig toenemend verkeer: 08.30 - 09.00 uur: aankomst medewerkers vroege diensten en overige medewerkers 14.30 - 15.30 uur: aankomst medewerkers late diensten, vertrek medewerkers vroege diensten 17.00 – 18.00 uur: vertrek overige medewerkers 19.00 – 21.00 uur: aankomst en vertrek ouders/relaties tijdens bezoekavonden (2 x per week) Tussentijds zal er bovendien sprake zijn van een bescheiden verkeerstoename i.v.m. komende en gaande leveranciers. 5.4 Uitgangspunten veiligheid Locatie Het instellingsterrein dient duidelijk en afdoende te worden begrensd en beveiligd, zonder daarbij te vervallen in de doorgaans bijzonder zware maatregelen die de afscherming van justitiële jeugdinrichtingen kenmerkt. De locatie Schakenbosch Noord beschikt over een aantal natuurlijke en reeds voorhanden begrenzingsmogelijkheden: brede watergangen, bossages, groenstroken. Het ligt voor de hand de mogelijkheid tot benutting daarvan te onderzoeken en de ongetwijfeleld noodzakelijke aanvullingen (hekwerken, cameratoezicht)daarop af te stemmen. Uiteraard dient de bereikbaarheid van het terrein voor brandweer en andere hulpdiensten middels een adequaat onstsluitingsplan te worden gegarandeerd. Een verlichtingsplan draagt bij aan de veiligheid van het terrein na zonsondergang De centrale toegangsweg tot het terrein zal buiten kantooruren worden afgesloten middels een vanuit de centrale receptie te openen en sluiten toegangshek dat permanent wordt geobserveerd d.m.v. camera’s. Zoals eerder vermeld wordt de geslotenheid van de woongebouwen gegarandeerd door de keuze voor een patio-concept waarbij de gevelwanden borg staan voor een solide en veilige begrenzing van de binnenplaatsen en het plaatsen van hekwerken sterk kan worden gereduceerd. Tijdens kantooruren en in de periode tussen 18.00 en 23.00 zijn er minimaal 24 groepsleiders in dienst, een aantal van hen (minimaal 1 per verblijfunit) heeft de opleiding tot bedrijshulpverlener succesvol afgerond. In de periode tussen 23.00 en 07.30 zijn er minimaal 12 groepsleiders in dienst en is er daarnaast minimaal 1 centrum- of beveiligingsmedewerker beschikbaar. Woongebouwen Elders in dit programma werd een groot aantal eisen geformuleerd die de veiligheid zowel binnen als in de directe omgeveing van de woongebouwen moet garanderen. Die eisen raken enerzijds aan het zowel in de woongebouwen als elders op de locatie te vestigen orthopedagisch klimaat en het behandelbeleid (inclusief het waar nodig inzetten van vrijheidsbeperkende maatregelen), anderzijds aan diverse bouwkundige en (installatie)technische voorzieningen. Omgeving Gelet op het feit dat in het JIB(C) complex een grote groep gedragsproblematische jongeren zal worden gehuisvest dient te worden geanticipeerd op eventueel voorkomend grensoverschrijdend gedrag in de directe omgeving van de locatie en op de daarmee samenhangende gevoelens van sociale onveiligheid. Zo zal in het instellingsbeleid (inclusief het behandelbeleid!) het belang van een veilige leefomgeving nadrukkelijk moeten worden betroken en zal er op basis van een communicatieplan vooral in de eerste jaren na ingebruikname van het complex intensief moeten worden overlegd met omwonenden. Het snel 13
en accuraat beantwoorden van vragen, het zorgvuldig registeren van incidenten en het adequaat reageren op eventuele klachten van omwonenden i.v.m. ervaren overlast kan een belangrijke bijdrage leveren aan een objectief acceptabel en ook door omwonenden als zodanig beleefd veiligheidsniveau. Uiteraard dient er rond het thema veiligheid een constructieve werkrelatie met de plaatselijke politie (wijkagent!) te worden opgebouwd.
6 Ruimtelijke organisatie 6.1 Arbeidsplaatsen Op de locatie zullen in totaal ca. 180 full-time arbeidsplaatsen t.b.v. ca. 230 medewerkers worden gecreëerd. 6.2 Uitgangspunten inhoudelijke samenwerking Voorafgaand aan opname: diagnostiek, zorgvraagverduidelijking, toeleiding - Samenwerking tussen zorgaanbieders en onderwijs voor die situaties waarbij er twijfel bestaat over de juistheid van een indicatie of waarbij het gebruik maken van elkaar’s expertise zinvol is - Voortraject: het aanbieden van ambulante modules, waar noodzakelijk / passend op basis van intersectorale samenwerking Tijdens opname: - Intensieve samenwerking t.b.v. behandeling en diagnostiek door psychiater, diagnosticus, psychotherapeut, non-verbale therapeuten en onderwijs - Optimale aansluiting onderwijs/school organiseren op basis van het model ‘Een kind een plan’ Na opname: - Intensieve samenwerking met (keten)partners in de regio - Nazorg d.m.v. ambulante begeleiding voor zowel jongeren en die naar vervolgvoorziening gaan en hun ouders / verzorgers als voor jongeren die thuis of zelfstandig gaan wonen en hun ouders / verzorgers 6.3 -
-
-
Uitgangspunten ruimtelijke samenwerking JIB(C) en J.C. Pleysierschool: Woongebouwen dienen te voldoen aan alle relevante eisen m.b.t. behandeling en veiligheid. In deze woon/verblijfgebouwen dient ook voor de teamleiders een werkplek te worden gepland In het zgn. verzamelgebouw dienen te worden ondergebracht: • Ondersteunende diensten (receptie, administratie, onderhoud en schoonmaak) • Ruimten voor behandeling en diagnostiek • Ruimten voor diagnostiek, zorgvraagverduidelijking en ambulante medewerkers • Ruimten voor behandelcoördinatoren (met zicht op de woongebouwen) • Terreininrichting dient te voldoen aan: • Verantwoorde (overzichtelijke en veilige) routing van wonen/verblijf naar school en verzamelgebouw • Mogelijkheid tot scheiding van cliëntenstromen: leeftijd- en problematiekgebonden: prepubers versus adolescenten, antisociale problematiek versus problematiek in het autistisch spectrum • Voor enkele ruimtes worden overeenkomsten gesloten met de J.C. Pleysierschool m.b.t. medegebruik (gymzaal, praktijk-ruimtes) Diensten: één centrale onderhouds- en schoonmaakdienst Voorzieningen: gezamenlijk gebruik vergaderruimten, restaurant, receptie en overige personeelsvoorzieningen
6.4 Verblijf Belangrijke uitgangspunten voor het wonen zijn daarbij: a) Zoveel als mogelijk genormaliseerd wonen met respect voor specifieke kenmerken doelgroep b) Alle jongeren krijgen de beschikking over van een eigen slaapkamer 14
c) Aan alle jongeren wordt de mogelijkheid geboden gebruik te maken van gemeenschappelijke voorzieningen binnen de verblijfsunits en de overige instellingsgebouwen, zodat men elkaar kan ontmoeten, kan ontspannen maar vooral ook om vanuit het dagelijkse leven te kunnen oefenen met sociale en praktische vaardigheden.
6.5 Ondersteunende diensten De nieuwbouw biedt onderdak aan de primaire facilitaire en administratieve functies, alsmede vergaderruimtes ten behoeve van alle functies, alsmede ruimtes t.b.v. de logistiek. Er zijn binnen de verblijfsunits middelen ten behoeve van zelfstandig koken alsmede de logistieke organisatie daarvan (verantwoorde opslag van levensmiddelen, eventuele regenereerapparaten voor ontkoppeld koken, etc.). Voor de logistieke processen is behoefte aan een in omvang beperkte ondersteunende organisatie: centraal (moederorganisaties), op locatie, in verblijfsaccommodaties en tenslotte op unit-niveau. 6.6 Dagbesteding, Recreatie & Vrije tijd Aangezien een aantal jongeren gedurende langere periodes niet in staat zal zijn dagdelen onderwijs te volgen is er behoefte aan een gevarieerd activiteiten-aanbod. Voor elke jongere zal een programma worden opgesteld waarbij onderdelen als onderwijs, praktisch educatieve activiteiten, creatieve activiteiten, productieve activiteiten, therapie (en), sociale vaardigheidstrainingen, uitbreiden van praktische vaardigheden en recreatieve activiteiten tot de mogelijkheidheden behoort. De belangrijkste componenten: - Behandeling: orthopedagogiek (opvoeding, normering, begrenzing, herstellen gezagsverhoudingen, ontwikkelingstaken passend bij de leeftijd) - Behandeling: therapie (PMT, spel, individuele therapie, creatieve therapie, muziektherapie, fysiotherapie, logopedie, weerbaarheidstraining, sociale vaardigheidstraining). - Gedragstherapie (vnl.in de.verblijfunit). - Dagbesteding: onderwijs en arbeid intern, met als doel reïntegratie dan wel voorbereidend op dagbesteding buiten het terrein. Wonen en dagbesteding uit elkaar halen. - Vrije tijdsbesteding: primair beguikmakend van accomodaties op het terrein, waar mogelijk buiten het terrein. Schooltoeleidingsprogramma Binnen de eigen gebouwdelen (verblijfunit en/of verzamelgebouw) dient op beperkte schaal in ruimtes te worden voorzien t.b.v. de dagopvang voor jongeren die (nog) onvoldoende in staat zijn deel te nemen aan het reguliere school- en/of activiteitenaanbod elders op het terrein. Daarvoor zal een schooltoeleidingsprogramma voor een beperkt aantal jongeren gerealiseerd moeten worden in enkele eigen (intern gesitueerde) dagbestedingsruimten.
School De jongeren zullen doorgaans de J.C. Pleysierschool (Voortgezet Speciaal Onderwijs) bezoeken die op het terrein gevestigd is. Behandeling Naast een aantal werk- en spreekkamers t.b.v. behandelcoördinatie, (gedragswetenschappers) is er ook behoefte aan therapieruimtes voor de eerder genoemde therapieën. Het is niet noodzakelijk deze behandelruimtes ruimtelijk direct te koppelen aan de verblijfunits. Specifieke therapieruimtes (PMT en speltherapie) kunnen op basis van efficiency-overwegingen door meerdere gebruikers worden benut.
7
Functionele organisatie
In de bouw zal i.v.m. enerzijds de weerbarstigheid en anderzijds de kwetsbaarheid van de doelgroep veel aandacht dienen worden besteed aan veiligheid. Het is van belang de verblijfunits 15
zodanig te ontwerpen dat er een veilige maar ook open en huiselijke woonomgeving ontstaat. Voor de begeleidende groepsleiders zijn daarbij vooral van belang: goede zichtlijnen t.b.v. over- en toezicht op de unit en eenvoudig te realiseren wederzijdse bijstand tussen en tweetal units. Extern Uitstraling, flexibiliteit, duurzaamheid, milieu Intern Werkbaarheid, beleving, afwerkingsniveau, sfeer
7.1
Functionele uitgangspunten
Ruimtelijk - Totaal 12 gesloten en besloten groepen., 6 units hebben (formeel) een Jeugdzorg Plus-status - Twee woongebouwen. - Gezamenlijke indeling van en exploitatie door JIB(C) van beide gebouwen op basis van functionaliteit. - Gesloten woongebouw á 8 groepen en een besloten woongebouw á 4 groepen. - Woongroepen over één laag. - Twee woongroepen koppelen aan elkaar, dus 6 x 2 groepen. (4x2 en 2x2 ) - De meest gesloten groepen op de begane grond - Minder gesloten c.q. besloten groepen op verdieping, daar wel ruime, goed afgeschermde terrassen realiseren. - Drie milieus: wonen, onderwijs / dagbesteding / vrije tijd in het ontwerp terug te vinden - In het gesloten woongebouw voldoende inpandige voorzieningen t.b.v. recreatie en onderwijs / remedial teaching. In het besloten woongebouw beperkte inpandige voorzieningen t.b.v. recreatie. - Bij het gesloten woongebouw een gesloten gemeenschappelijke binnentuin, grenzend aan de terrassen van de woongroepen. Bij het besloten woongebouw een open trapveld met mogelijkheden eenvoudig te realiseren over-/toezicht. - In het gesloten woongebouw voldoende separeers en meerdere time-out ruimtes. In het besloten woongebouw geen separeers, maar wel time-out voorzieningen. - Teamposten: een post per twee units, positioneren op snijvlak / tussen units - Uitgangspunt is één centraal verzamel-/kantoorgebouw, geen spreiding van kantoorruimten over de verblijfunits. Bouwkundig - Twee woongebouwen met darbinnen in totaal 12 verblijfunits. Eén (ongedeeld) woongebouw zal immers niet leiden tot compacte bouw maar juist tot een gebouw met veel interne verkeersruimten en veel (kostbare) hoekverdraaiingen. Bovendien past een bijzonder volumineuze bebouwing noch in het stedenbouwkundige plan, noch in het parklandschap Schakenbosch. - Eén (sterker) beveiligd woongebouw en één besloten (minder sterk beveiligd) woongebouw. - Eén separaat te realiseren verzamelgebouw (wel gekoppeld aan het - gesloten woongebouw), op basis van standaard kantoormaten en een daarop aansluitende standaard opbouw. Daarin een centrale receptie en - in de directe nabijheid ervan - enkele ook voor bezoekers eenvoudig te bereiken spreekkamers / vergaderruimtes - Bouwkundig: 50% van de woongroepen op de begane grond en 50% op de verdieping. - Ruime, goed af te schermen terrassen op woonverdieping - Zichtlijnen tussen - met name – de verblijfunits zoveeel mogelijk beperken - Slaapkamers zoveel mogelijk grenzend aan binnengebied patio
7.2 Verblijf Als verblijfsconcept wordt uitgegaan van woon/behandelgroepen voor 8 jongeren, conform de voor deze doelgroep door het CBZ vastgestelde / geadviserde norm.
16
De verblijfunit heeft een gemeenschappelijke ruimte c.q. een huiskamer met daarnaast enerzijds een goed geoutilleerde keuken en anderzijds een multifunctionele ruimte waar op unit-niveau diverse (kleinschalige) activiteiten kunnen worden georganiseerd. Hoewel de unit-keukens koken in eigen beheer mogelijk moeten maken zal er is er overwegend sprake zin van zgn. van ontkoppeld koken c.q. catering. De 48 jongeren (inbreng Ipse de Bruggen) verblijven in 6 units van elk 8 jongeren. Jeugdformaat brengt twee units in van elk 9 jongeren en 4 units van elk 8 jongeren. Slaapkamers horizontaal realiseren over eenzelfde bouwlaag. Algemene opmerkingen ten behoeve van het wonen: - Aangezien in de bouwmaatstaven als eis wordt gesteld dat verkeersruimten naar separeervoorzieningen een gangbreedte van minimaal 1,8m dienen te hebben geldt dat alle verkeersruimten binnen de voorziening eveneens een gangbreedte moeten hebben van minimaal 1,8m. - Jongeren en bezoekers die afhankelijk zijn van een rolstoel komen incidenteel voor, toch dient de accommodatie (of tenminste delen daarvan) rolstoeltoegankelijk te zijn. Ten behoeve van de gezamenlijke woonfuncties dienen de volgende voorzieningen aanwezig per verblijfunit: - Woon-/eetkamer: Deze kamer biedt plaats aan zowel bewoners als begeleiders. In dit geval gaat het om 8 cliënten en 2 begeleiders. De woon-/eetkamer is te verdelen in een zithoek en een eethoek. De woon-/eetkamer geeft toegang tot een terras of tuin van minimaal 40 m2. De woonkamer is rolstoeltoegankelijk en ruim van opzet. - Besloten buitenruimten: De tuin of het terras van de groep grenst aan de zit-/huiskamer en is visueel gescheiden van de terrassen en tuinen van andere groepen. Ook is er een visuele begrenzing richting het instellingsterrein. Het instellingsterrein heeft een semi-open verbinding met de schoolpleinen. - Keuken: deze afsluitbare ruimte bevindt zich annex de woon/eetkamer, hier kunnen maaltijden in eigen beheer bereid en/of opgewarmd (geregeneerd) worden. Vanuit de keuken is een open zichtlijn richting huiskamer en is er tussen de keuken en de huiskamer een afsluitbare deur, voorzien van glas. - Multifunctionele ruimte binnen de woning: Deze ruimte, gesitueerd in de directe nabijheid van de woon/eetkamer, zal functioneel bruikbaar zijn voor activiteiten als: tafeltennis, spelletjes, handvaardigheid en computeractiviteiten. Ruimte wordt voorzien van data en CAI aansluiting. - Toilet: Ten behoeve van de aanwezige bewoners en eventueel bezoek in de woon/eetkamer is een algemeen toilet, gecombineerd met een toilet t.b.v. gebruikers met en fysieke beperking. - Wasruimte: iedere verblijfunit is voorzien van een wasruimte, voldoende groot voor het plaatsen van een was- en droogmachine (gestapeld). Adequate aansluitings- en veiligheidsvoorzieningen. De wasruimte wordt gebruikt voor persoonlijke was, platgoed wordt via centraal aangeleverd. - Linnenberging t.b.v. opslag op de groep van schoongoed, nabij de wasruimte geplaatst. Berging t.b.v. vuile was elders positioneren, bijvoorbeeld in nabijheid vuilcontainer. - Werkkast t.b.v. behoeve van o.a. schoonmaakmiddelen. Voorzien van uitstortgootsteen. - Opslagruimte voorraad keuken: opslagmogelijkheden dagvoorraad, weekvoorraad en koeling van de diepgevroren maaltijden voor meerdere dagen. Rekening houden aansluitvoorzieningen voor regeneerunit en koeling. - Algemene bergruimte binnen: per verblijfunit heeft een ruime algemene berging. - Algemene bergruimte buiten: per verblijfunit een ruimte t.b.v. stalling fietsen (12), tuinmeubilair e.d. Deze ruimte moet zowel vanuit de unit-tuin als van buitenaf bereikbaar zijn, fietsenberging op de begane grond. Zit/slaapkamer: Jongeren beschikken over een eigen zit/slaapkamer met een eigen wastafel en toilet. De douches worden gedeeld op unit-niveau. Per unit zijn er twee douches en één badkamer met douche. Uitgangspunt: voorzieningen delen waar mogelijk i.v.m. behandeluitgangspunten. Aan twee Jeugdformaat-units is een 1-persoons appartement gekoppeld met eigen toegang. 17
De zit/slaapkamer is de enige individuele verblijfsruimte voor de jongere. De zit/slaapkamer moet voldoende ruimte bieden voor een bed, een bureau, een bergkast en een kledingkast, en dient de ontvangst van (beperkt) bezoek mogelijk te maken. De sanitaire ruimte met toilet en wastafel is vanuit de zit/slaapkamer toegankelijk, maar ook afsluitbaar. - Van buiten de zit/slaapkamer is het voor het personeel mogelijk water, licht en elektra af te sluiten en zonneschermen te bedienen. - Van buiten de zit/slaapkamer is het voor het personeel mogelijk om het water van de toilet en wastafel af te sluiten. - Deuren naar de zit/slaapkamers draaien naar binnen toe open en zijn ten alle tijden ook door het personeel te openen (hoge eisen sluitsysteem, brandveiligheid en deurstandsignalering harde eisen). De deuren van de zit/slaapkamers zijn voorzien van uitneembare sponningen, 'zelfinsluiting' door de bewoner is dan onmogelijk. - Speciale aandacht voor mechanische ventilatie op de zit/slaapkame: volume, brandveiligheid en molestbestendigheid. - Ramen kunnen op kierstand geopend worden, solide begrensd. Gelaagd, slagvast glas - Beveiligde stopcontacten/schakelaars: slagvast. - Wanden glad en goed te reinigen, geen ms-wanden. - Vaste (geschroefde) plafonds. - Vloeren geschikt voor zeer intensief gebruik, sterk brandvertragend, eenvoudig te reinigen en te conserveren. - Zonwering buiten, van binnen uit te bedienen (combi centraal / decentraal) - Aansluitingen: CAI , rookdetectiesysteem, assistentie-oproepsysteem (PBI) - Telefoonaansluitintingen op elke slaapkamer niet meer relevant (GSM) - Specifieke aandacht voor de geluidsisolatie / db-waardes. 7.3 Ondersteunende diensten Binnen de verblijfunits wordt voorzien in de volgende kantoorfuncties: - Werkkamers teamleiders: tussen twee verblijfunits is een ruimte t.b.v. de teamleiders, voldoende groot voor een werkplek (bureau / stoel) maar ook gesprekken (3-4 deelnemers) mogelijk maken. - Vergaderruimte: per woongebouw éen vergaderruimte voor 15 personen en tussen twee verblijfunits een vergaderruimte voor 8 personen. Hierdoor het kunnen gezinsgesprekken en gesprekken met de behandelcoördinatoren in het woongebouw plaats vinden. Daarnaast worden per verblijfunit de volgende ruimtes gerealiseerd voor ondersteuning: - Ruimte slaapwacht: gelegen in de nabijheid van een multifunctionele ruimte, de ruimte is voldoende groot voor een bed, een kast en een bureau. Daarnaast is deze ruimte voorzien van een wastafel en een solide afsluitbare kast ten behoeve van de opslag van medicatie. - De nachtveiligheid moet nog verder worden ontwikkeld: goede balans tussen wakende wachten, slaapwachten en centrumwachten. De wakende wacht maakt gebruik van de teampost, deze ruimte inrichten als kantoor-werkplek met monitoren waarop camerabeelden binnenkomen. Belangrijk is dat de ruimte voldoende flexibel is om te kunnen inspelen op verandering van de doelgroep en/of inzichten. Groepsleiding van de verschillende (al dan niet aan elkaar grenzende) units moeten eenvoudig onderlinge bijstand kunnen leveren. Hiervoor moeten de verkeersruimten van de units met elkaar verbonden zijn.
7.4 Behandeling, medische en paramedische zorg Binnen units wordt dient t.b.v. de behandeling worden voorzien in: - Afzonderingsruimte: deze ruimte heeft dezelfde afmetingen als een zit/slaapkamer en dient ten behoeve van afzonderingen / time-outs. De afzonderingsruimte is gesitueerd in de onmiddellijke nabijheid van de teampost, bij voorkeur in de periferie van de unit. De ruimte is voorzien van wastafel en toilet in en separate, afsluitbare ruimte. Daarnaast dient t.b.v. van de behandeling binnen het woongebouw te worden voorzien in:
18
-
Separeervoorziening: zie normen CBZ (Separeer- en afzonderingsvoorzieningen incl. buitneruimte(s), bouwmaatstaven voor nieuwbouw d.d. 13.01.2003). Routing naar de separeervoorziening niet via andere woongroepen.
Niet direct noodzakelijk binnen het woongebouwgebouw, wel op loopafstand , in verzamelgebouw: - Hoofd behandeldienst - Kantoorruimten voor artsen (flexplekken) - Kantoorruimten voor behandelcoordinatoren met spreekkamers - Psychiater - Kantoorruimten voor maatschappelijk werk met vergaderruimten. - Kantoorruimten voor PMT, fysiotherapeute en speltherapeute (flexplekken) - Therapieruimtes : Deze behandelruimten dienen met name voor de behandelfuncties PMT, fysiotherapie, spel en muziek, enz. - Zie voor nadere gegevens de ruimtestaten
7.5 -
-
Ondersteunende begeleiding Interne dagbesteding / soos: Nabij de verblijfunits zijn er ruimten gepland voor interne dagbesteding en recreatie voor cliënten die (nog) niet in staat zijn deel te nemen aan het reguliere school- en activiteitenaanbod elders op het terrein. Direct grenzend aan de unitgebonden buitenruimte (of op zeer korte afstand daarvan) is er een algemeen buitengebied. Dit gebied wordt door verschillende groepen gebruikt en kan worden gecombineerd met de schoolpleinen, waarbij eventueel leeftijd- en problematiekgebonden kan worden gedifferentieerd.
7.6 Activerende begeleiding / Dagbesteding begeleiding Binnen en buiten de verblijfunits wordt voorzien in dagbesteding, recreatie en vrijetijdsbesteding. - Ruimten t..b.v. interne dagbesteding en recreatie positioneren in het woongebouw tussen de verblijfunits. - Praktijklokalen voor arbeidstoeleiding positioneren in school en/of verzamelgebouw.
8 Technisch eisen 8.1
Bouwkundige eisen
Op hoofdlijnen: - Ontwerp en uitvoering dienen waar mogelijk te voldoen aan de meest actuele duurzaamheidsen milieueisen waarbij meerkosten in de investeringssfeer binnen een periode van 5-7 jaar dienen te worden gecompenseerd middels aantoonbare exploitatievoordelen. -
Verzwaarde molestbestendige uitvoering en molestbestendige materialen, in belevenisngssfeer zoveel als mogelijk normaliserend. Beveiligde stopcontacten/schakelaars: molest-/slagvast. Ramen op kierstand te openen (begrensd) niet volledig. Gelaagd, slagvast glas in nader te bepalen ruimtes. Wanden glad en goed te reinigen. Wanden (bij sterke voorkeur steen, geen MS-constructies!) schok- en krasbestendig. Vaste (geschroefde) plafonds in bewonersruimtes en gedeelte verkeersruimten. Vloeren voorzien van harde, slijtvaste vloerbedekking, sterk brandvertragend en goed te reinigen en te conserveren. Keukens zeer solide uitvoeren (hoge kwaliteit, bijv. Warmerdam of gelijkwaardig) en voorzien van elektrisch fornuis, inbouw combi-magnetron, vaatwasmachine en koelkast Sanitaire ruimten voorzien van tegelvloeren. Zonwering buiten, knikarm-schermen, van binnen uit te bedienen. 19
-
-
8.2
Aansluitingen voor: CAI en telefoon, brandmeldinstallatie conform bouwbesluit 2003 en gebruiksbesluit, PBI, enz. Hoge eisen aan sluitsysteem. Systeem dient nadrukkelijk gebruiksvriendelijk te zijn. Aansluiting op integrale bewakingssysteem. Individueel schakelbare deurstandsignalering op slaapkamerdeuren i.v.m. eventueel noodzakelijke BOPZ-maatregelen. Personen-oproepsysteem i.v.m. back-up bij incidenten / calamiteiten. In de verblijfunits wordt i..v.m. de verschillende niveaus van vrijheidsbeperking bij jongeren een sleutel- of pasjes systeem gebruikt. Hiermee kan worden bepaald welke deuren door de jongeren kunnen worden opengemaakt. Camerabewaking separeer, monitor in teampost. Electro-magnetische deurvergrendeling separeer. Akoestische uitluister + oproepdrukker in slaapkamers (uitluistermogelijkheid in teampost) Brandbeveiliging: afsluitbare brandhaspelkasten, handmelders in de kasten, vertraging op de deurontgrendeling oproep brandweer (ivm valsmeldingen en obstructie) noodstroomvoorziening Aandacht voor legionella preventie
Veiligheidseisen
Veiligheidsbevorderende maatregelen: - Voldoende (bewegings)ruimte, zowel binnen als buiten, voldoende privacy voor jongeren - Diverse gemeenschappelijke ruimten, jongeren moeten verschillende activiteiten kunnen ontplooien, verveling leidt snel tot grensoverschrijdend gedrag, incidenten, calamiteiten. - Heldere lay-out units en overige gebouwdelen, ruim bemeten verkeersruimten, goede zichtlijnen binnen units, geen of sterk beperkte zichtlijnen tussen units, geen dode hoeken/nissen, enz. - Flexibiliteit en variatie in het niveau van toezicht, bijvoorbeeld middels compartimentering en/of flexibel afsluitbare voorzieningen. - Toegepaste materialen en afwerkingen zijn letselvoorkomend c.q.-beperkend, slagvast en onderhoudsvriendelijk. - Materiaal en afwerkingniveau lokken geen agressie uit (aandacht voor belevingswaarde, kleurgebruik, geen steriele uitstraling). - Beperken van beweegbare of demontabele elementen in (met name) jongerenkamers, solide hang- en sluitwerk - Beperkt toepassen van systeemplafonds - Hoogwaardige geluidsisolatie - Deuren van slaapkamers dienen het barricaderen van de deuren en het zichzelf insluiten te compliceren c.q. te voorkomen. - Centraal gestuurde elektrische deursloten aangesloten op brandmeldcentrale - Verkeersruimten en algemene ruimtes in de woning voorbereiden op UTP aansluitingen voor camera’s, hiervoor loze leidingen / kabelgoten opnemen. - Toepassen van persoonsbeveiligingssystemen - In de VO-fase dient nog nader te worden bezien in hoeverre de eisen aan veiligheid en afsluitbaarheid van de units moeten worden gedifferentieerd op basis van onderscheid gesloten- / beslotenheid.
20
8.3
Eisen aan de afmetingen minimale hoogte slaapkamers zit-/huiskamers verkeersruimten
2,8 m 2,8 m 2,6 m
keuken mfc ruimte werkkamers kantoorruimten in verzamelgebouw PMT-ruimte
2,8 m 2,8 m 2,7 m 2,7 m
vrije
3,5 m
minimale breedte
verlaagd plafond
3,0 m
nee
1,80 m
ja, vast plafond in woongroepen
3,60 m
ja ja vast plafond of geen plafond
8.4 Installatie eisen Er is een seperaat Technisch Programma van Eisen aanwezig (Installatieadviesbureau Linssen).
9 Externe randvoorwaarden -
-
Ontwerp en de uitvoering zullen moeten worden voldoen aan de financiële en ruimtelijke randvoorwaarden zoals gesteld in de toelating met bouw van VWS en de CBZ-notitie ‘Huisvesting Gesloten Jeugdzorg’. Totale investeringskosten binnen genormeerde maxima bouwkostennota. Ontwerp en uitvoering voldoen aan de technische en ruimtelijk bouwmaatstaven CBZ voor LVG-j in de categorie ‘Beveiligd’ en “Huisvesting Gesloten Jeugdzorg’ Mindervalidentoilet moet voldoen aan eisen ‘Handboek Toegankelijkheid’. Separeervoorzieningen met buitenruimte moeten voldoen aan de bouwmaatstaven voor Separeer- en afzondervoorzieningen (CBZ en Inspecties GV en JZ)
21
10 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Stedenbouwkundig plan Kuiper Compagnons Ruimtelijst Technisch Programma van Eisen woongebouwen installaties Technisch Programma van Eisen kantoorgebouw installaties Investeringsoverzicht conform Bouwkostennota 2009
22