Lezing ‘de provincie naar de toekomst’ voor Probusafdeling Hengelo door Commissaris van de Koningin drs. Ank Bijleveld-Schouten op 23 juni 2011.
Dames en heren, Bedankt voor uw uitnodiging om vanmiddag een lezing te verzorgen over ‘de provincie naar de toekomst’. Een boeiend onderwerp! Een onderwerp wat we vanuit verschillende invalshoeken kunnen bekijken. Ik heb ervoor gekozen om drie aspecten te behandelen: de nabije toekomst van de provincie, de toekomst van de democratie en de vergrijzing.
Dames en heren, Politiek Nederland was lange tijd voorspelbaar. De grote partijen maakten de dienst uit. Nu eens was de één groter, dan weer de ander. De variëteit werd getemperd door het midden als constante. Die situatie is het afgelopen decennium veranderd. Zowel rechts als links zijn er stevige stemmentrekkers gekomen. Bovendien is het electoraat wisselvallig. Mensen maken niet meer automatisch dezelfde keuze als de vorige keer dat zij in het stemhokje stonden.
Het populisme, een stroming die kritisch staat tegenover de politieke elite en die de ‘stem van de gewone man’ wil laten horen, is in trek. Deze stroming is ook onder jongeren populair. Dat vergroot de kans dat populisme ook in de toekomst een belangrijke rol speelt. Hoe ziet de toekomst van de democratie eruit? Vanmiddag gaan we even in de glazen bol kijken. Overigens wel wetenschappelijk onderbouwd, want mijn verhaal is gebaseerd op studies van het Trendbureau Overijssel. Een andere ontwikkeling is dat Nederland vergrijst, en Overijssel ook. De reacties op vergrijzing zijn vaak nogal eendimensionaal. Pessimisten hebben het snel over hoge zorg- en pensioenkosten en de tekorten op de arbeidsmarkt. Optimisten wijzer erop dat ouderen rijker en fitter worden. Bovendien zijn zij ervan overtuigd dat door nieuwe technologieën de kwaliteit van leven van ouderen nog meer verbetert.
Deze reacties doen de werkelijkheid geen recht. Vergrijzing verandert de samenleving op verschillende manieren. In 2030 is 30 procent van de bevolking in veel Overijsselse gemeenten ouder dan 65 jaar. Overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven moeten nu al nadenken over de veranderingen die vergrijzing teweeg brengt. Tenslotte neemt het aantal ouderen ook nu al toe. Ongetwijfeld zijn er ook nieuwe kansen voor Overijsselse bedrijven. Na de pauze zullen we ingaan op dit onderwerp. Maar eerst wil ik met u de nabije toekomst van de provincie Overijssel bekijken.
A.
De ‘nabije toekomst
Dames en heren, U heeft ongetwijfeld meegekregen dat de provincie twee maanden geleden het Hoofdlijnenakkoord ‘de Kracht van Overijssel’ heeft gepresenteerd.
Wat mij betreft is dit akkoord een belangrijke bouwsteen voor de toekomst van de provincie. Ik wil u graag de grote lijn hiervan schetsen. De coalitie heeft er bewust voor gekozen een hoofdlijnenakkoord op te stellen. In de huidige samenleving kun je niet meer aankomen met een akkoord dat helemaal dichtgespijkerd is. De input vanuit de samenleving en van medeoverheden vinden wij heel belangrijk. We willen een open oog en oor naar de samenleving hebben. De nieuwe coalitie maakt in het akkoord de keuze om alle aandacht naar de kerntaken van de provincie te laten gaan. Daarmee kiezen wij richting de toekomst voor een andere overheid. Een kleinere overheid, die minder regels voorschrijft. Vrijheid, verantwoordelijkheid en rentmeesterschap zijn voor ons belangrijke basiswaarden.
Wij willen niet iedereen op elk terrein een beetje tevreden houden, maar ‘met volle kracht vooruit’ onze kerntaken waarmaken. Dat zijn niet alleen mooie woorden. Met behulp van het geld dat de provincie verdiend heeft aan de verkoop van de Essent-aandelen gaan we de komende vier jaar fors investeren. Bijvoorbeeld in de bereikbaarheid van Overijssel, zo’n 466 miljoen euro. We willen de regionale economie een flinke impuls geven. Maar daarvoor moet die economie wel bereikbaar zijn. Dat is een belangrijke randvoorwaarde! U vraagt zich af: levert die focus op de kerntaken dan geen ‘kille’ provincie op? Ik denk van niet. Het ‘noaberschap’ zie je duidelijk terug in het akkoord. Dit betekent dat de coalitie bij het uitwerken van de kerntaken zich inzet om sociale effecten in positieve zin te realiseren of om negatieve sociale effecten te voorkomen of verminderen.
Ook voor mijzelf zie ik de toekomst positief tegemoet. Ik mag nu bijna een half jaar het mooie ambt als Commissaris van de Koningin vervullen en dat doe ik met ontzettend veel plezier. Zo heb ik inmiddels een vijftal ambtsbezoeken afgelegd en allerlei inspirerende mensen ontmoet. Ondernemers, politici en burgers die betrokken zijn bij hun omgeving, goede ideeën hebben en hun verantwoordelijkheid willen oppakken. En dat is ook één van mijn belangrijkste ambities. Om het gesprek aangaan met de inwoners. De uitdaging voor ons als provincie is om vooral open te zijn. Ik zie het namelijk als de taak van de provincie – en ook als mijn persoonlijke taak - om de inwoners nauwer bij besluitvorming en het belang van democratie te betrekken. Inwoners hebben het gevoel dat wij op afstand staan. Terwijl de invulling van de leefomgeving in Overijssel iedereen raakt.
Daarom vind ik het waardevol om tijdens dit soort bijeenkomsten van gedachten te wisselen over de toekomst van de provincie.
B. Toekomst van de democratie 1. Vier scenario’s Dames en heren, Er zijn verschillende scenario’s denkbaar voor de toekomst van de democratie. Het Trendbureau Overijssel onderscheidt er vier.
Scenario A: Project Europa
Hoofdrolspelers De overheid, met name de Europese overheid. Het Europese beleid wordt trapsgewijs vertaald naar nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Kenmerken
Met name op de terreinen milieutechnologie, zorgtechnologie en landbouw voert Europa een krachtig economisch beleid. Politieke partijen winnen vertrouwen terug. De politiek voert weer de regie en dat zorgt voor duidelijkheid. Nationale overheden hebben veel bevoegdheden verlegd naar de Europese Unie. Zo hopen de lidstaten grootmachten als China, India, Brazilië en de Verenigde Staten tegenwicht te bieden. Opvallend Er is een duidelijke hiërarchische sturing tussen overheden. De landelijke politiek inspireert lokale politici. Lokale en regionale media worden financieel ondersteund door de overheid. De politiek geeft richting aan de maatschappij. Dat schept duidelijkheid voor burgers, maar er is ook minder ruimte voor eigen initiatief. Typisch Overijssel De provincie zorgt voor afstemming tussen verschillende samenwerkingspartners. Als regio heeft Overijssel een sterkere band gekregen met andere Europese regio’s net over de grens. De Europese
investeringen van Overijssel van profiteert, spelen daarbij een belangrijke rol.
Scenario B: Een samenleving van netwerken
Hoofdrolspelers Publiek-private samenwerking tussen maatschappelijk middenveld en bedrijven. Burgers ontmoeten elkaar via sociale netwerken op internet. Het publieke debat speelt zich af in de media.
Kenmerken Het maatschappelijk middenveld neemt het voortouw, politieke partijen spelen geen rol meer. De overheid is veel kleiner geworden. De overheid faciliteert of doet mee aan initiatieven die maatschappelijke organisaties of groepen burgers nemen. Internet is een samenbindende factor, daar worden contacten gelegd en onderhouden. Burgers hebben veel eigen
verantwoordelijkheid. De EU is verantwoordelijk voor Defensie en financieel-economisch beleid.
Opvallend Het bewaken van de kaders waarin het maatschappelijk middenveld opereert, is een belangrijke taak van de overheid. De representatieve (indirecte) democratie is opgeheven. De overheid draagt zorg voor mensen die niet vertegenwoordigd zijn in maatschappelijke organisaties.
Typisch Overijssel Netwerken waarin doelgroepen en dienstverleners samenwerken worden gefaciliteerd door de provincie en Overijsselse gemeenten. Overijsselse bedrijven komen met allerlei initiatieven die de lokale gemeenschap ondersteunen. Zo zorgt de overheid niet meer voor natuurbeheer, maar nemen bedrijven en maatschappelijke organisaties dat voor hun rekening.
Scenario C: De klant is koning
Hoofdrolspelers Het individu.
Kenmerken Nederland is op zichzelf gericht. De Europese Unie heeft minder macht. Solidariteit tussen de lidstaten is er niet meer. De overheid is vooral een leverancier van diensten, bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs en de directe leefomgeving. Burgers zijn klanten. Politieke partijen zijn zieltogend; hun enige functie is nog het selecteren van bestuurders.
Opvallend Terwijl de nationale media nauwelijks meer een rol spelen, maken lokale en regionale media een comeback. Veiligheid en leefbaarheid zijn belangrijke thema’s. Politieke bestuurders zijn tegelijk hoofd van
een ambtelijke dienst. Ze moeten de toegezegde dienstverlening aan burgers waarmaken.
Typisch Overijssel De provincie is een dienstverlener geworden die zich bezighoudt met bovengemeentelijke diensten zoals bijvoorbeeld hoger onderwijs, een gespecialiseerde bibliotheek en infrastructuur.
Scenario D: Onder bondgenoten
Hoofdrolspelers Georganiseerde groepen burgers. In de gepolariseerde samenleving staat eigenbelang centraal. Iedereen gaat ‘voor zijn eigen groep’. Multinationals bepalen de economische mogelijkheden van de samenleving. Internationale maatschappelijke organisaties vormen een tegenwicht voor het bedrijfsleven.
Kenmerken Er komen meer politieke partijen omdat elke groep een eigen politieke partij wil. Tegelijk is een grote groep mensen niet meer geïnteresseerd in politiek. Beide ontwikkelingen maken de politiek vleugellam. Burgers verwachten weinig meer van de overheid en van maatschappelijke instellingen. Wie iets wil, moet daar samen met andere belanghebbenden zelf voor zorgen.
Opvallend De overheid staat aan de zijlijn. De publieke sector is flink gekrompen, met name de rijksoverheid. Provincies zijn samengevoegd, vaak samen met waterschappen. Kranten bestaan niet meer, via internet selecteren burgers de informatie waarin ze geïnteresseerd zijn.
Typisch Overijssel Het noaberschap herleeft op een eigentijdse manier. Er is een sterke onderlinge verbondenheid en eigen initiatief.
2. Trends
Dames en heren, De vier scenario’s die u net gezien heeft, zijn onder andere gebaseerd op een aantal trends. Dat zijn ontwikkelingen waarvan we redelijk zeker zijn, en die van invloed zijn op de wijze van besluitvorming in Overijssel. Trend 1: Crises en transitie Het politieke debat verandert inhoudelijk. In plaats van sociaaleconomische onderwerpen staan nu ‘glokaliseringsvraagstukken’ centraal. Problemen op lokaal en regionaal niveau die het gevolg zijn van mondiale ontwikkelingen. Voorbeelden zijn immigratie, landbouw en de energiecrisis. Trend 2: Van hiërarchie naar ’bottom-up’ We zijn in transitie van een industriële naar een informatiesamenleving. Daarmee verandert ook de
hiërarchische manier van sturen. Decentrale initiatieven, die vaak organisch ontstaan, zijn de nieuwe maat der dingen. Voorbeelden van deze ontwikkeling zijn decentralisatie en vermaatschappelijking van overheidstaken. Trend 3: Individualisering Traditionele maatschappelijke verbanden (dorp, kerk, politieke partij) hebben een minder belangrijke rol dan in het verleden. Zo zijn er steeds minder mensen lid van een politieke partij. Burgers hebben nu meer ruimte om het leven naar eigen inzicht en behoefte in te richten. Veel organisaties zijn hiërarchisch en bureaucratisch ingericht, en dat sluit slecht aan op het uitgangspunt van burgers. Nu relaties met organisaties functioneler en anoniemer zijn, worden organisaties meer een (virtueel) netwerk dat faciliteert. Trend 4: Bewegelijk stemgedrag
Traditionele partijen kunnen minder dan vroeger rekenen op een vaste aanhang. Dit komt door maatschappelijke ontwikkelingen. Hier kan op worden ingespeeld door een andere manier van politiek bedrijven, bijvoorbeeld door een grotere rol voor tussentijdse toetsing van de meningen van burgers, of een directere betrokkenheid van burgers bij de ontwikkeling van het beleid. Trend 5: Polarisatie Door polarisatie worden tegenstellingen niet alleen groter, maar ook scherper. In het stemgedrag valt op dat Nederlanders steeds minder op middenpartijen stemmen. Daarnaast neemt de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden toe. Laagopgeleiden hebben veel minder vertrouwen in de politiek. Ook blijkt de sociale mobiliteit laag. Nederland verspilt veel talent. Uit onderzoek blijkt dat op scholen met veel hoogopgeleide ouders kinderen het uitzonderlijk goed doen. Op scholen waar kinderen laagopgeleide ouders hebben, doen kinderen het veel slechter.
Trend 6: Andere bevolkingssamenstelling Het aantal ouderen neemt toe. Ik kom daar in het tweede gedeelte van vanmiddag op terug. Tegelijk zijn er minder jongeren. Daarnaast stijgt het opleidingsniveau en zien we in Overijssel een stagnatie en in sommige gebieden zelfs een lichte krimp van de bevolking. Het aantal allochtonen neemt toe, maar dit gebeurt met name in de Randstad. Deze veranderingen in de bevolkingssamenstelling hebben gevolgen voor de relatie burger-politiek. Vooral het feit dat er steeds minder politiek actieve bewoners zijn, springt in het oog. Trend 7: Internetsamenleving Door de versnippering van informatie hebben politiek en overheid minder vat op de nieuwsverspreiding. Ook het verdwijnen van de traditionele rolverdeling tussen zender en ontvanger speelt een rol. Het gebruik van internet neemt toe. Social media worden steeds belangrijker. Steeds meer politici maken er gebruik van.
Tegelijk hebben regionale kranten het zwaar. Het aantal abonnees daalt, redacties worden steeds kleiner. Een gevolg is dat bij veel raads- en statenvergaderingen er geen pers meer aanwezig is.
3. De agenda voor de toekomst De richting waarin de democratie zich ontwikkelt heeft gevolgen voor veel onderwerpen die in Overijssel spelen. Welke ontwikkelingen hebben aandacht nodig van burgers, politieke partijen, bestuurders of anderen in Overijssel? Ik noem er een aantal. 1 Veranderingen Hoe de politieke besluitvorming zich de komende jaren ontwikkelt, is niet helder. De scenario´s maken duidelijk dat de toekomst nog lang niet vastligt. Polarisatie, individualisering maar ook meer sociale cohesie behoren tot de mogelijkheden. Duidelijk is dat de politiek een belangrijke rol heeft. Het is een opgave om zo in te spelen op veranderingen in de samenleving dat de ontwikkelingen in uw ogen de goede kant op gaan.
2 Spelregels Ook wanneer het vertrouwen in de politiek afbrokkelt is er democratische besluitvorming. Misschien is die besluitvorming dan wel het meest nodig. Politiek is ten slotte een poging om met meningsverschillen of tegengestelde belangen samen te leven. Een opgave voor de toekomst is om spelregels voor het gepolariseerde debat te formuleren en na te leven. 3 Netwerksturing Met de opkomst van netwerksturing wordt de hiërarchische sturing vanuit de overheid minder effectief. Initiatief van onderop moet meer ruimte krijgen. Dat vereist een andere manier van overheidshandelen. 4 Waarden Een aanbeveling van de Raad voor het Openbaar Bestuur: Politieke partijen moeten zich meer met waarden en minder met concrete maatregelen bezig houden.
Politieke partijen kunnen zich opnieuw profileren. Er komen veel nieuwe vraagstukken op Overijssel af. 5 Glokalisering Het lijkt de tijd van glokalisering: lokale overheden worden geconfronteerd met vraagstukken die met globalisering samenhangen. Voorbeelden zijn energie, voedsel, verbrokkeling van de sociale samenhang en migratie. 6 Stemgedrag De verwachting is dat groepen waar de binding met de overheid klein is zullen toenemen. Het is goed mogelijk dat het stemgedrag en de politiekbestuurlijke cultuur binnen de provincie hierdoor verandert. Het is een opgave voor overheden om adequaat met verschillende groepen burgers te communiceren en in te spelen op hun wensen.
7 Hoog- en laagopgeleid De kloof tussen mensen met een hoge en mensen met een lage opleiding groeit. Laagopgeleiden hebben minder vertrouwen in de politiek. Hoogopgeleiden zijn oververtegenwoordigd in het openbaar bestuur. Het is een opgave om laagopgeleiden te blijven betrekken bij de maatschappij en polarisatie tussen hoog- en laagopgeleiden tegen te gaan. 8 Media Door de inzet van social media doen meer nieuwe mensen mee aan het politieke debat. Internet kan fragmentatie van de samenleving in de hand werken doordat mensen alleen hun eigen informatie- en discussiesites bezoeken. Tegelijk is het contact tussen burgers en politici laagdrempelig. Het is een opgave om evenwichtig met de invloed van nieuwe media op de politiek om te gaan.
9 Regionale kranten De oplages van regionale kranten dalen. Het abonneebestand vergrijst, jongeren kiezen andere informatiekanalen. De vraag is of andere media de lokale en regionale politieke verslaggeving overnemen. Kan je burgers bij de politiek betrekken en informeren? Dat is een vraag voor politici. Social media kunnen een positieve, informerende rol spelen. 10 Volksvertegenwoordiging Als meer taken gedecentraliseerd worden, wordt het werk voor Provinciale Staten en gemeenteraden ingewikkelder. Er is slechts een klein aantal mensen politiek actief. Ook het aantal vrijwilligers in dorps- en wijkraden is beperkt. Het is een uitdaging om deze mensen te faciliteren.
C. De toekomst van de Vergrijsde samenleving 1. Drie scenario’s Dames en heren, Als het gaat om de toekomst van de vergrijsde samenleving, dan onderscheidt het Trendbureau Overijssel drie scenario’s.
Scenario A: Synergie
Hoofdrol De bloeiende economie. Oud en jong leven en werken samen. De arbeidsmarkt en de sociale zekerheid zijn hervormd. De sociale cohesie is hoog. Kenmerken Burgers hebben duidelijk regie over hun levensloop. Arbeidsmarkt en pensioenen zijn flexibel. Onderwijs speelt een centrale rol. Perioden van werken en leren wisselen elkaar af, zowel voor jonge als voor oudere werknemers. Mensen hebben de mogelijkheid om
met een overheidslening een periode voor hun kinderen te zorgen. Ze zijn heel bewust met hun gezondheid bezig, want wie gezond leeft heeft recht op financiële voordelen. Opvallend Er is een grote diversiteit aan leefstijlen. De verschillen tussen oud en jong zijn niet belangrijk. Nederlanders hebben meer vrije tijd. Moderne ICTtoepassingen maken het mogelijk dat ouderen lang zelfstandig kunnen wonen. Bovendien zijn ouderdomskwalen als doofheid en slechtziendheid geen belemmering meer door die ICT-toepassingen. Er zijn meer culturele voorzieningen en sporten is populair. In veel sectoren is sprake van een Europese arbeidsmarkt. Typisch Overijssel Overijssel is een echte woonprovincie. Door de bevolkingskrimp zijn huizen in Overijssel relatief goedkoop. Er is sprake van een nieuw noaberschap. Via internet worden allerlei diensten uitgewisseld, waarbij oud voor jong zorgt en andersom.
Scenario B: Zwitserleven Hoofdrol De herstelde economie. De sociale zekerheid is in stand gebleven en er is krapte op de arbeidsmarkt. Oud en jong leven langs elkaar heen. De sociale cohesie is laag. Kenmerken Gepensioneerden vormen de grootste bevolkingsgroep. Zij profiteren van goede pensioenen en een relatief lage pensioenleeftijd. Om de oplopende kosten voor AOWen zorg te kunnen opbrengen, betalen jongeren veel belasting en flinke sociale premies. Daardoor is de verhouding tussen ouderen en jongeren gepolitiseerd. De krapte op de arbeidsmarkt zorgt voor een lerarentekort. Scholen investeren in efficiëntie. Toetsing en beoordeling zijn bijvoorbeeld uitbesteed aan het CITO. Ouderen volgen onderwijs voor hun plezier. Veel woningen zijn aangepast aan de wensen van ouderen. Domotica, de integratie van technologie en diensten in huis, maakt wonen comfortabel.
Opvallend Om tekorten op de arbeidsmarkt tegen te gaan, werven werkgevers personeel in het buitenland. De regels rond arbeidsmigratie zijn soepel. Zorg voor ouderen richt zich met name op geriatrische aandoeningen als doofheid, slechtziendheid, incontinentie, mobiliteitsproblemen en dementie. Veel ouderen zijn depressief. Een groeiende groep ouderen is op zoek naar een partner. Ook in de vrijetijdsindustrie en toerisme voeren ouderen de boventoon. De opeethypotheek is populair. Ouderen zien geen noodzaak om hun kinderen met erfenissen in de watten te leggen. Typisch Overijssel De Overijsselse economie richt zich op beleving nu de maakindustrie en de landbouw bijna helemaal zijn gemechaniseerd. Binnenlands toerisme geeft een sterke impuls aan de lokale economie. De zorgsector profiteert van de toenemende vraag naar slimme hulpmiddelen. De Universiteit Twente specialiseert zich in biomedische technologie.
Scenario C: Zelfredzaamheid Hoofdrol De langdurige economische recessie. Ouderen en jongeren vormen aparte groepen. De arbeidsmarkt en de sociale zekerheid worden niet hervormd. De sociale cohesie is laag. Kenmerken De inkomensverschillen tussen rijk en arm zijn aanzienlijk toegenomen. Alleen mensen die werk hebben, weten zich staande te houden. Door de economische recessie zijn er spanningen tussen etnische groepen. Er is veel werkloosheid, de pensioenleeftijd is verhoogd en de pensioenen zijn lager dan verwacht. Er zijn ouderen die na hun pensioen een bijbaantje hebben om rond te kunnen komen. Er is sterk bezuinigd op de zorg en de sociale voorzieningen. De kwaliteit van het onderwijs verslechtert. Er is geen geld om de leraren die gepensioneerd zijn te vervangen.
Opvallend Nu de verzorgingsstaat nauwelijks meer bestaat, worden familiebanden weer belangrijk. Zorg is schaars en duur. Ouderen zijn op elkaar aangewezen en steunen elkaar in informele zorgcollectieven. Rijke ouderen nemen een illegale verzorgster uit het buitenland in dienst. Ouderen vermaken zich vooral met nostalgische televisieprogramma’s omdat cultuur buitenshuis voor de meesten te duur is. Typisch Overijssel Gepensioneerden trekken weg uit de Randstad en vestigen zich in goedkopere gebieden zoals Overijssel. Door de bezuinigingen is de leefbaarheid van veel wijken achteruitgegaan. Als reactie daarop komen er gated communities. Jongeren trekken juist naar de Randstad, omdat daar werk is. Overijssel krijgt te maken met twee soorten ouderen. Vermogende ouderen uit de Randstad en kansarme ouderen uit de provincie zelf.
2.
Trends
Dames en heren, Ook rondom dit onderwerp zijn een aantal interessante trends te noteren. Trend 1 Ouderen leveren langer een maatschappelijke bijdrage De maatschappij krijgt steeds meer oog voor de verschillen tussen ouderen. Vitale ouderen (65-79 jaar) hebben andere wensen en mogelijkheden dan 80plussers. Bovendien zijn ouderen mondiger, gezonder en hoger opgeleid dan vroeger. Een grote groep ouderen heeft een goed inkomen. Sommigen werken door na hun pensioen, anderen worden actief als mantelzorger voor oudere ouderen. Bijna de helft van het aantal uren vrijwilligerswerk in Nederland wordt ingevuld door ouderen. Dat is een interessante ontwikkeling. Misschien komen er meer
vrijwilligers die bijspringen op terreinen waar de overheid zich terugtrekt. Trend 2: Thuis wonen; langer en anders Veel mensen hebben een eigen huis, en willen daar zo lang mogelijk in blijven wonen. Domotica, de integratie van technologie en diensten in huis, maakt wonen comfortabel. Zulke voortschrijdende techniek en aangepaste woningen maken zelfstandig wonen tot op hoge leeftijd steeds makkelijker. Trend 3: Nieuwe zorg De zorg staat op een omslagpunt. Door technologische innovatie is steeds meer mogelijk. Tegelijk wordt zorg steeds duurder, vooral in de laatste levensjaren. Met een ouder wordende bevolking en een kleinere groep jongeren die de kosten moet opbrengen, lijkt het huidige zorgsysteem onbetaalbaar te worden. De zorg richt zich meer op preventie en minder op genezing. Ouderen worden zelfredzaam. Ze willen de regie in eigen hand houden; de groep tussen 55-79 jaar is actief in informele mantelzorgorganisaties.
Trend 4: Gevoel van onveiligheid en onzekerheid Onzekerheid heeft te maken met de sociaaleconomische positie van ouderen. Ook mensen die zich goed voorbereid hebben op hun pensioen zijn niet meer zeker van hun inkomen. Ook over de waarde van hun huis maken ze zich zorgen. Het gevoel van onveiligheid speelt vooral in de openbare ruimte. Uit criminaliteitscijfers blijkt dat de samenleving steeds veiliger wordt, maar veel mensen houden een onveilig gevoel. Sommige ouderen durven hun huis niet meer uit. Anderen willen meer camera’s en politie op straat. Trend 5: Groter verschil tussen have’s en have-not’s Er zijn signalen dat de middenklasse kleiner wordt en de verschillen tussen arm en rijk extremer. Die verschillen gaan niet alleen over inkomen, maar bijvoorbeeld ook over sociaal kapitaal en toegang tot netwerken. Er is een kloof tussen hoog- en laagopgeleiden. Voor ouderen worden de verschillen tussen arm en rijk ook
zichtbaar in sociale contacten, sportfaciliteiten en aangepaste woningen. Trend 6: Silver Economy Veel bedrijven zien ouderen als een doelgroep waar je veel geld aan kunt verdienen. Voorbeelden zijn bedrijven in de zorg, de communicatie, de beleveniseconomie en de bouw. Een grote groep ouderen is immers vermogend. Bovendien hebben ouderen veel vrije tijd.
3. Agenda voor de toekomst De vergrijzing biedt Overijssel kansen en bedreigingen. Op basis van de toekomstverkenning komen we tot een aantal opgaven 1 Verschillen in Overijssel Dorpen in het landelijk gebied vergrijzen sneller dan de steden. In sommige gebieden spelen krimp, vergrijzing en weinig economische dynamiek tegelijk. Deze regio’s hebben extra aandacht nodig om te voorkomen dat kansrijke bevolkingsgroepen wegtrekken. 2 Rijk en arm Er is een groeiende groep welvarende ouderen. Overijssel kan daarvan profiteren, bijvoorbeeld door in te spelen op nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding van ouderen. Tegelijk is er een groep ouderen die het niet breed heeft. Zij hebben een laag inkomen én hebben minder makkelijk toegang tot netwerken en opleiding.
3 Noaberschap Er moet worden nagedacht over nieuwe vormen van mantelzorg. De komende jaren zijn er veel mantelzorgers nodig. Zij moeten niet overbelast raken. De inzet van sociale media kan een manier zijn om mantelzorgers te verlichten. Belangrijk uitgangspunt blijft een hechte, vertrouwde relatie. 4 Dementie Tot 2030 stijgt het aantal dementerenden in Overijssel tot 25.000 mensen. Dit is een toename van 60 procent. De stijging van de vraag naar intramurale zorg kan gedempt worden door systeemaanpassingen, zodat dementerenden langer kunnen functioneren in de maatschappij. Hiervoor is een andere manier van financiering nodig, en moet ook het denken over vergrijzing veranderen. 5 Zorg
De ontwikkeling naar een preventieve gezondheidszorg is onvermijdelijk. Zorg kan voor Overijssel ook economisch interessant zijn. De ontwikkeling van kleinschalige, hoogstaande zorgvoorzieningen biedt kansen. 6 Onderwijs De vraag naar ouderenonderwijs neemt toe, ‘intergenerationeel leren’ doet zijn intree. 7 Arbeidsmarkt Ouderen blijven langer actief. Hiervan kan Overijssel, met een krimpende beroepsbevolking, profiteren. Maar er zijn ook andere maatregelen op de arbeidsmarkt nodig. Arbeidskrachten van buiten, flexibilisering en meer gebruik van technologie zijn daar voorbeelden van. Beleid als gevolg van vergrijzing hoeft niet altijd ouderenbeleid te zijn. Overheid en bedrijfsleven zullen samen actie moeten ondernemen. 8 Verhuizende ouderen
Er zijn ouderen die vanuit de Randstad naar het oosten van het land verhuizen. Dit is een kleine groep. De meeste ouderen verhuizen pas als ze op zeer hoge leeftijd door beperkingen hun woning moeten verlaten. Er is een beperkte vraag naar specifieke ouderenwoningen. Ook al is de vraag gering, toch is het verstandig om hierover na te denken. Voorlopig worden vooral de woningen waar ouderen al wonen aangepast aan hun wensen. Dit kan een hoge kostenpost betekenen.