PROVINCIE NOORD-HOLLAND
Jaarverslag 2006 Commissaris van de Koningin
Jaarverslag 2006 Commissaris van de Koningin
PROVINCIE NOORD-HOLLAND
Jaarverslag 2006 Commissaris van de Koningin
Voorwoord Voor u ligt het vijfde jaarverslag van mijn werkzaamheden als commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland. U ziet, ik blijf bij de vormgeving die ik vorig jaar heb gekozen, deze vorm nodigt meer uit om het verslag te lezen. Met dit verslag bied ik allereerst Provinciale Staten inzicht in mijn werkzaamheden. Daarnaast is dit verslag interessant voor iedereen met belangstelling voor de provincie Noord-Holland en het werkgebied van de commissaris van de Koningin. Overigens houd ik u via mijn weblog op www.noord-holland.nl, het hele jaar door op de hoogte van mijn werk. Ik beschrijf daarin mijn werkzaamheden en indrukken van de voorbije week. Ik daag u uit om te lezen wat ik als commissaris van de Koningin in 2006 heb gedaan. Ik ben benieuwd naar uw mening hierover. Bent u het eens met mijn invulling van het ambt? Of ziet u een andere rol weggelegd voor de commissaris van de Koningin in Noord-Holland? Bij voldoende belangstelling organiseer ik in mei een bijeenkomst om met u van gedachten te wisselen. Harry Borghouts commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland
Jaarverslag CvdK 2006 – voorwoord
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Inleiding: democratie
6
1 Algemeen 1.1 De commissaris van de Koningin en zijn taken 1.2 Voorzitterschap Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten 1.2.1 Provinciale Staten 1.2.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Rijksorgaan 1.4 CvdK-overleg 1.5 Juridische zaken 1.5.1 Artikel 81 Wet werk en bijstand (bijstandverlening) 1.5.2 Jaarverslag Hoor- en Adviescommissie 1.6 Stuurgroep P4 1.7 Ombudsfunctie 1.8 Facilitaire zaken 1.8.1 Huisvesting 1.8.2 Groot onderhoud 1.8.3 Archief en registratie provinciale organisatie 1.8.4 Archief en registratie Kabinet 1.9 Ontwikkelingssamenwerking
14 14 14 14 15 16 16 17 17 18 18 20 20 20 20 21 21 22
2 Burgemeesters 2.1 Ontwikkelingen en opmerkingen 2.2 Burgemeestersbenoemingen 2.2.1 De procedure 2.2.2 Vacatures 2.2.3 Waarnemend burgemeesters 2.3 Vrouwelijke kandidaten 2.4 Bijzondere gebeurtenissen 2.5 Rechtspositie burgemeesters
26 26 27 27 28 28 29 29 30
3 Veiligheid en rampenbestrijding 3.1 Plannen voor rampenbestrijding 3.1.1 Toezicht op de plannen voor rampenbestrijding 3.1.2 Terrorismebestrijding 3.1.3 Watercalamiteiten 3.1.4 Convenant rampenzender 3.2 Congruentie hulpverleningsregio’s 3.3 Dreiging uitbraak dierziekten 3.4 Transport nucleair materiaal 3.5 Provinciale coördinatie
35 35 35 36 36 37 37 38 38 39
Jaarverslag CvdK 2006 – Inhoudsopgave
3.5.1 Provinciaal Coördinatieplan 3.5.2 Provinciaal Coördinatiecentrum 3.5.3 Oefeningen 3.5.4 Rijksheren 3.6 Risicokaart 3.7 Toezicht op noodverordeningen
39 39 39 40 40 42
4 Politie 4.1 Discussie over betere politiezorg 4.2 Politiebijstand 4.2.1 Bijstandsverzoeken
46 46 46 47
5 Representatie 5.1 Ambtsbezoeken 5.2 Prins Bernhard Cultuurfonds 5.3 Van Kemenadeprijs
52 52 52 53
6 Koninklijke onderscheidingen en predikaten 6.1 Koninklijke onderscheidingen 6.1.1 Tussentijdse voorstellen 6.1.2 Lintjesregen Koninginnedag 6.2 Predikaten en erepenningen 6.2.1 Predikaat Koninklijk en Hofleverancier 6.2.2 Koninklijke erepenning
57 57 57 58 60 60 61
Bijlagen 1 Projecten ontwikkelingssamenwerking in 2006 1.1 Overzicht afgeronde projecten 2006 1.2 Overzicht Goedgekeurde projecten 2006 2 Overzicht Burgemeesterssollicitanten 2006 3 Overzicht afspraken 2006 4 Lijst van toespraken en interviews 5 Toespraak tijdens het congres Ontdek uw kansen in het Noordzeekanaalgebied op 16 februari 2006 in Amsterdam 6 Toespraak bij de herdenking van de Februaristaking op 25 februari 2006 in Amsterdam 7 Toespraak relatiemiddag van het laboratorium Windturbines, Materialen en Constructies (WMC) op 18 mei in Wieringerwerf 8 Nevenfuncties 9 Jaarverslagen 2006 provincie Noord-Holland
65 65 65 65 70 72 77
86 88 89
91
Colofon
81 84
Jaarverslag CvdK 2006 – Inhoudsopgave
Inleiding: democratie Dit jaar wijd ik mijn inleiding aan het thema democratie. In mijn nieuwjaarstoespraak heb ik mij gemengd in de discussie over de grootte van de klassieke bestuurlijke eenheden: Rijk, provincie en gemeente. Ik heb een pleidooi gehouden voor fusies van gemeenten die kleiner zijn dan pakweg 30.000 inwoners, uitzonderingen als Texel (!) daargelaten. Grotere gemeenten zijn uiteindelijk democratischer. De zelfstandigheid van kleinere gemeenten is vaak alleen maar mogelijk bij de gratie van gemeenschappelijke regelingen, hetgeen afbreuk doet aan een democratische besluitvorming door de gemeenteraad. Schaalvergroting op gemeentelijk niveau zou dan vervolgens het schaalniveau van provincies moeten beïnvloeden. Ik doel dan met name op de ontwikkeling van de Randstadprovincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. Verhouding tussen overheid en burger In onze westerse wereld kennen wij het politieke systeem van de representatieve of parlementaire democratie. Dit systeem – door de burgerij veroverd op de absolute monarchie – heeft het westen geholpen om zich op allerlei terreinen stormachtig te ontwikkelen. Dit vooral door de scheiding van kerk en staat, de gelijkheid van man en vrouw en de onafhankelijke rechtspraak. Maar bovenal ook doordat het systeem rust biedt en vrijheid. Vrijheid van vergaderen, van meningsuiting, van godsdienst, van denken. Kortom: vrijheid voor het individu om zich te ontplooien. Een vrijheid die begrensd wordt door de vrijheid van een ander, de wet en zelf opgelegde grenzen als goede smaak. Er zijn mensen die vinden dat we in het uitleven van onze vrijheden zijn doorgeschoten. Dat het individualisme de zorg voor het collectief heeft weggedrukt. Het is in ieder geval goed om van tijd tot tijd bij die grenzen stil te staan. Het brengt mij op het begrip ‘goed burger schap’. Democratie geeft de burger niet alleen rechten als stemrecht, zij geeft hem ook plichten. ‘Goed burgerschap’ is een voorwaarde voor een prettig functionerende samenleving. Wat is goed burgerschap? Goed burgerschap heeft te maken met verantwoordelijkheid en het erkennen van grenzen aan de individuele vrijheid. Vrijheid eindigt waar zij in botsing komt met de wetten en regels van een geordende samenleving. Wie deel uitmaakt van een gezin, zal zich moeten voegen naar de regels van dat gezin. Dat geldt idem dito voor leden van een sport vereniging én voor leden van de samenleving. Het lijkt erop dat de overheid de boel wat dit betreft de afgelopen decennia op zijn beloop heeft gelaten en onvoldoende heeft aangegeven wat zij van mensen verwacht. De verantwoordelijkheid van burgers beperkt zich niet tot het eigen belang, de verantwoordelijkheid houdt niet op bij de eigen voortuin of het eigen balkon. Goed burgerschap is ook: je verantwoordelijk voelen voor het algemeen belang, je inspannen voor de publieke zaak. Dat betekent in ieder geval gebruik maken van je democratische rechten. Je stem niet verloren laten gaan. Daarnaast betekent het ook politiek betrokken
Jaarverslag CvdK 2006 – Inleiding
zijn. Dat kan door lid te zijn van een politieke partij of door mee te doen als vrijwilliger. Voorleesouder op een school, voetbalcoach, bloeddonor, collectant voor een goed doel, de mogelijkheden zijn legio. Het gebrek aan verantwoordelijkheid voor het algemeen belang, is bij uitstek zichtbaar op straat. Het besef dat wij allen verantwoordelijk zijn voor onze openbare ruimte, is de laatste jaren sterk afgenomen. Je ziet het aan wat eufemistisch ‘zwerfvuil’ heet; alsof het vuil uit zichzelf de straat is opgegaan en besloten heeft te gaan zwerven. Je ziet het aan de onvoorstelbare hoeveelheid lelijke graffiti (hoewel er ook omgevingsverrijkende graffiti is). Geen elektriciteitshuisje, pilaar, of blinde muur lijkt veilig voor de spuitbus. Die spuiters moeten wel lijden aan het euvel dat ik net noemde: geen besef van het feit dat we met z’n allen verantwoordelijk zijn voor de aanblik van de openbare ruimte. De desinteresse voor anderen, merk je ook aan allerlei vormen van onbeschaamd gedrag. Uit onderzoek blijkt dat er grote behoefte is aan richtinggevende voorbeelden. De samenleving is op drift geraakt. De omgangsvormen zijn verruwd en Ali B spreekt – voorzien van pet – onze minister president met ‘je’ en ‘jij’ aan. Er is geen enkel gevoel voor stijl, decorum en verhoudingen. Of moeten we het gewoon vinden, dat een overleden crimineel naar zijn graf wordt begeleid door honderden Hell’s Angels die het Amsterdamse verkeer blokkeren en nota bene worden geëscorteerd door de politie? In de jaren vijftig gaven verschillende gemeenten boekjes uit met als titel Burgerschap en burgerzin. Daarin konden de jonge, nieuwe kiezers (let wel: die waren 23 jaar of ouder) lezen wat er van hen verwacht werd. Er stond ook een definitie van burgerschap in. ‘Uw opdracht’, zo werd de jonge kiezer gezegd, ‘is het erfdeel der vaderen dat onze voorouders met zoveel moeite hebben geschapen, gevormd en gepolijst, te behoeden en tot verdere ontplooiing te brengen, opdat ook volgende geslachten hier een veilige, gelukkige en vredige woonplaats kunnen vinden.’ Kort gezegd en terugrijpend op een oeroude Hollandse wet: ‘Wie niet meedijkt in nood, verbeurt zijn erf.’ Ofwel: als je niet helpt met het aanleggen en verbeteren van de dijken, raak je je bezittingen kwijt. Dat is het oude burgerschap, dat wat het dreigende water betreft trouwens verrassend actueel is. Klimaatverandering en zeespiegelstijging dwingen ons om te zoeken naar nieuwe waterbergingslocaties. Dat valt niet mee, want weinig inwoners zijn enthousiast als hun polder wordt aangewezen als noodopvang voor waterberging. Daar heb je weer dat eigenbelang! Meer aandacht voor burgerschap dus, het is eenvoudigweg een voorwaarde voor een prettige samenleving. Na een periode van vooral veel desinteresse, zie je dit thema de laatste tijd weer voorzichtig terugkeren. Politieke partijen beseffen dat democratie niet zonder actief burgerschap kan. Mijn eigen partij GroenLinks, is er bijvoorbeeld voor om subsidies toe te kennen juist aan die organisaties die sociale en politieke participatie, oftewel burgerschap, bevorderen. Dat vind ik een goede zaak. Daarbij moeten we er wel voor waken dat nationalisme niet de overhand krijgt. In de VS bijvoorbeeld zweren de kinderen al op de kleuterschool trouw (the Pledge of Allegiance) aan een republiek die ‘liberty and justice for all’ zou brengen. Dat nu, lijkt mij te veel op indoctrinatie en heeft als risico een te nauwe blik op de wereld. Poldermentaliteit We weten allemaal hoe ons land tot stand gekomen is en in stand gehouden wordt. Hansje Brinker met zijn vinger in de dijk verbeeldt onze voortdurende strijd tegen het water. Ook
Jaarverslag CvdK 2006 – Inleiding
in Noord-Holland dat voor een groot deel op het water veroverd is. Buitenlanders verbaast dat altijd weer: onze lage ligging, voor een flink deel zelfs onder de zeespiegel. Het is uniek en heeft van Nederlanders pragmatische, oplossingsgerichte doeners gemaakt, met aanleg voor overleg en de wil om tot overeenstemming te komen en samen te werken. Vanuit die noodzakelijke samenwerking en de noodzakelijke strijd tegen het water zijn onze waterschappen ontstaan. Zo is onze beroemde poldermentaliteit ontstaan. In de booming jaren negentig was onze poldereconomie zelfs wereldnieuws. Hoe slaagden die Nederlanders er toch in om de ogenschijnlijk tegengestelde belangen van vakbonden en werkgevers zo te plooien dat conflicten uitbleven en hun economie ongekend floreerde? Van heinde en ver kwam men het wonder bewonderen. Het poldermodel vond navolging. Voor het openbare debat heeft dat verlangen naar consensus opmerkelijke gevolgen. Hoe kun je met passie én tegelijkertijd met respect voor elkaar debatteren? Wat zijn de grenzen van het democratische discours? Na de moorden op Fortuyn in 2002 en Van Gogh in 2004, is die vraag alleen maar prangender geworden. Nederland houdt van consensus en niet van opwinding. Een gebrek aan overeenstemming voelt daarom zo verwarrend, dat de discussie snel heftig wordt. De zich miskend voelende minderheid scheldt de ‘elites’ de huid vol, en de ‘elites’, die de consensus in stand hielden, passen zich enigszins aan en proberen de ‘populisten’ zo snel mogelijk weer buiten de discussie te plaatsen door een nieuwe vorm van consensus af te dwingen. Waar zijn politieke partijen nog voor? Maar er zijn meer verlangens die de klassieke democratie met in de hoofdrollen politieke partijen, niet kan bevredigen. Want functioneren die partijen nog wel? Verschillende publicisten hebben, zeker sinds Fortuyn, gewezen op de afnemende betekenis van politieke partijen. Socioloog en PvdA-ideoloog Bart Tromp onderscheidt drie traditionele functies van politieke partijen. Ten eerste de programmatische functie, ten tweede het organiseren van communicatie tussen kiezers en gekozenen en ten slotte het selecteren en rekruteren van kandidaten voor de verkiezingen. Tromp constateert dat partijen alleen voor het werven en selecteren van kandidaten, nog het monopolie hebben. Al is het wel steeds vaker de partijtop die de kandidaatstelling bepaalt. De eerste twee taken, de programmatische en de communicatieve, zijn niet meer specifiek voorbehouden aan politieke partijen. Radio, televisie en internet stellen politici in staat zich rechtstreeks tot de kiezer te wenden. Zij hebben hiervoor geen partijvergaderingen, massabijeenkomsten of partijblad meer nodig. En wat het programmatische aspect betreft: partijen zijn niet langer de krachtcentrales van politieke ideeën. De samenhangende beginselen van vroeger hebben plaatsgemaakt voor waslijsten van eisen en verlangens van maatschappelijke organisaties en instellingen. En deze waslijsten vertonen niet noodzakelijkerwijs veel samenhang. Met andere woorden: de partijen zijn van leidend veel meer volgend geworden. Deze richtingloosheid en ideologische ontreddering uit zich ook in de verschuiving van beginselpartijen naar machtpartijen. Macht gaat dan boven beginsel. PvdA-leider Wouter Bos leek in de verkiezingsstrijd afgelopen najaar het slachtoffer van die tendens te worden. In plaats van vast te houden aan een aantal heldere uitgangspunten, leek het of hij bij tegenspel zijn standpunt wijzigde. Onder meer bij de Armeense genocide had het deze schijn.
Jaarverslag CvdK 2006 – Inleiding
Stemmen is niet genoeg We hebben met onze democratie een lange weg afgelegd. De vraag is hoe gaan we verder? Velen hebben het over de kloof tussen kiezers en gekozenen. Wat mij betreft gaat het om de vraag of je een democratie kunt volhouden, die mondige inwoners slechts eens in de vier jaar de kans geeft te stemmen, en hen voor de overige tijd nagenoeg monddood houdt. We spreken van democratie maar feitelijk zijn we aangeland bij een partijenzeggenschap: partijen, waar nog zeer weinigen zich actief in bewegen, hebben het voor het zeggen. Van de volkssoevereiniteit van Rousseau is maar zeer weinig terug te vinden. Hoog tijd denk ik, voor het onderzoeken, stimuleren en daadwerkelijk toepassen van bestuursvormen met meer inbreng van inwoners en directe democratie. Bij mijn werk bezoeken aan gemeenten in Noord-Holland, kom ik allerlei vormen van interactieve beleidsvorming tegen. Ik noem enkele voorbeelden: • Overleg met wijk en dorpsraden, klankbordgroepen en platforms. • Informatieavonden voor inwoners van de wijk, het dorp en de kern. • Het betrekken van specifieke groepen inwoners als senioren, jongeren, gehandicapten bij het beleid. Maar er zijn meer verregaande vormen denkbaar. ICT maakt het mogelijk dat mensen rechtstreeks invloed uitoefenen op het beleid en de wetgeving. Toen ik secretaris-generaal was op het ministerie van Justitie is er proefgedraaid met het maken van wetten in directe samenwerking met belangstellenden via internet. Dat ging goed. Tot mijn genoegen heeft oud-minister van Justitie Donner aangekondigd dit op grotere schaal voort te zetten. Een ander instrument dat inwoners meer directe invloed geven is het referendum. Een wetsvoorstel voor een correctief referendum, dat inwoners de kans geeft een besluit ongedaan te maken, sneuvelde in 2005 in de Eerste Kamer. Uiteindelijk won de macht van de politieke partij het. Een correctief referendum is mooi, maar wel defensief, het loopt achter de feiten aan. Een naar mijn smaak krachtiger instrument is het initiërende referendum. Inwoners kunnen daarmee zelf onderwerpen op de politieke agenda zetten. Ik vind dat beide vormen van volksraadpleging een kans moeten krijgen en moeten worden ingevoerd. Daarbij moeten de eisen voor representativiteit wel redelijk zijn: 600.000 handtekeningen voor een verzoek voor een correctief referendum, lijkt mij teveel gevraagd. Het invoeren van zowel een correctief als een initiërend referendum beschouw ik als correcties op ons politiek systeem dat gebaseerd is op vertegenwoordiging. In ons democratisch systeem stemmen kiezers op een politieke partij. Zij hebben echter nauwelijks invloed op de samenstelling van het kabinet of van het dagelijks bestuur van provincie of gemeente. Laat staan op het regeer- of collegeakkoord dat al onderhandelend tot stand komt. Het verklaart deels waarom kiezers steeds meer strategisch stemmen. Kiezers houden niet alleen rekening met standpunten, maar ook met de coalitie die uit de stembus kan komen. Ik stel daarom voor dat kiezers ook een stem uitbrengen op de gewenste samenstelling van kabinet en provinciale en gemeentelijke colleges. Zo ga je tegen dat de verkiezingsuitslag wordt bepaald door strategisch stemmen. Wat de democratie nodig heeft Voor democratie zijn twee partijen nodig. Er is niet alleen behoefte aan actieve burgers, maar ook aan een standvastige overheid die vertrouwen uitstraalt. Een overheid die grenzen aangeeft en die vervolgens ook handhaaft. Een overheid die openstaat voor geluiden uit de samenleving en daar ook iets mee doét, of op zijn minst goed uitlegt
Jaarverslag CvdK 2006 – Inleiding
waarom zij er deze keer niet iets mee doet. Er is ook behoefte aan politieke partijen die zich vóór de verkiezingen helder uitspreken over hun programma en daar ná de verkiezingen ook naar handelen. Er is tot slot ook behoefte aan een daadkrachtig en overzichtelijk bestuur dat is toegesneden op de maat van de vraagstukken. Vandaar ook dat wij als provincie Noord-Holland pleiten voor hechte samenwerking met Flevoland en Utrecht. De verkiezingen voor de Tweede Kamer waren de meest duidelijke manifestatie van onze parlementaire democratie in 2006. Het systeem heeft wat mankementen waar we dan ook iets aan moeten doen. Maar het is wel een systeem dat het waard is om in de kern te bewaren. Democratie is uitvoering geven aan de wil van de meerderheid, maar – en die toevoeging is cruciaal – onder het waarborgen van de rechten van de minderheid en rekening houdend met de mening van die minderheid. Democratie is méér dan de helft plus 1.
10
Jaarverslag CvdK 2006 – Inleiding
Goed burgerschap en democratie Aan het woord Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg Wat is goed burgerschap? In de republikeinse opvatting die ik aanhang, definieert de burger zelf zijn relatie met de staat. Hij heeft vooral veel rechten om zich te beschermen tegen de nare dingen die de staat mag doen: geweld uitoefenen en belasting heffen. De burger is de belangrijkste functio naris van de democratie. Hij kiest de bestuurders en politici om zich heen. Het is daarom ongepast als bestuurders gaan zeggen wat de burger allemaal moet, dat is aan burger zelf. Burgers hoeven niet op tijd hun vuil buiten te zetten en Ali B mag de minister president met jij aanspreken? Ik hou niet van je en jij en heb een hekel aan Ikea waar dit systematisch gebeurt. Maar dat heeft te maken met elegantie en hoffelijkheid. De politiek moet zich daar absoluut buiten houden. Je kunt wel vaststellen dat de omgangsvormen verruwen, maar daarvoor moeten mensen niet naar de overheid kijken. Dat moeten ze onderling oplossen. Mensen hebben veelal te hoge verwachtingen van de overheid. Nu staat de klok weer op gemeen schapszin, samen dit, samen dat. Maar als de overheid straks gaat controleren achter de voordeur en tweejarigen een taaltest laat doen, weet ik niet of de burger nog zo blij is. De burger wil graag handhaving en controle, behalve als het hemzelf betreft. De vuilnis op tijd buiten zetten, is trouwens wel een kwestie van simpel handhaven, daar hoef je geen nor men en waardendebat voor te voeren. Toch praten bestuurders voortdurend over goed burgerschap. Ik denk dat veel bestuurders graag een ander volk zouden hebben. Bij het referendum over de Europese grondwet, riepen sommige bestuurders de tegenstanders op om thuis te blijven. Dan begrijp je én niet wat een referen dum is én niet wat goed burgerschap is. Politici worden ook zenuwachtig van het snel wisselende stemgedrag van de kiezers. Maar
dat de kiezer zich iedere keer opnieuw uit spreekt, is juist de bedoeling van democratie.
Vuilnis op tijd buitenzetten, is een kwestie van handhaving. Daar hoef je geen normen en waardendebat voor te voeren. Jarenlang is gezegd dat de burger meer vrij heden en verantwoordelijkheid moet krijgen. Nu neemt de burger verantwoordelijkheid en is er gelijk paniek. Eigen verantwoordelijkheid betekent nu eenmaal dat de burger ook beslis singen kan nemen die politici niet bevallen. Zijn er geen grenzen? De grens is het recht. Dat beschermt de burgers tegen de staat en tegen elkaar. Je mag elkaars vrijheid niet aantasten. Je stuit dan wel op ingewikkelde vragen als: mag de democratie
Eigen verantwoordelijkheid betekent dat de burger ook beslissingen kan nemen die politici niet bevallen. zichzelf beschermen door politieke partijen te verbieden? Of heeft een partij die vrouwen niet toelaat tot bestuursfuncties recht op sub sidie? Die grenzen moeten worden bepaald in het politieke debat. Wat is de rol van de provincie? De provinciale bestuurslaag was mij altijd sym pathiek. Vooral omdat deze zo bescheiden en onzichtbaar was. Maar nu willen de provincies zich profileren en meer inhoudelijke taken. Ik vind dat verkeerd. We hebben al besturen genoeg.
•
Wazgen Sarkisian, Ani Sarkisian, Armeen, “Wazgan delicatessen”, Texel
hoofdstuk 1
Algemeen 1.1 De commissaris van de Koningin en zijn taken Als commissaris van de Koningin ben ik in de eerste plaats een vertegenwoordiger en pleitbezorger van de provincie. Ik ben benoemd bij Koninklijk Besluit op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De minister baseert zich daarbij op een aanbeveling van Provinciale Staten. Een benoeming geldt voor een periode van zes jaar. Deze periode kan steeds met zes jaar worden verlengd. Ik ben voorzitter van Provinciale Staten en voorzitter en lid van Gedeputeerde Staten. Ook vertegenwoordig ik de provincie bij rechtszaken en bij andere zaken zoals het passeren van aktes bij de notaris. Als ambassadeur van de provincie bezoek ik gemeenten en bedrijven in Noord-Holland en ontvang ik vertegenwoordigers van instanties en organisaties. Zo blijf ik op de hoogte van wat zich in en rond de provincie afspeelt. Bij calamiteiten die de gemeente overstijgen, ben ik verantwoordelijk voor de openbare orde en de veiligheid in de provincie. Ik ben echter niet alleen vertegenwoordiger van de provincie (provinciaal orgaan), maar vertegenwoordig ook het Rijk in de provincie (rijksorgaan). 1.2 Voorzitterschap Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten 1.2.1 Provinciale Staten Ik ben voorzitter van het college van Provinciale Staten en onderteken samen met de griffier de besluiten van dat college. Ik ben echter geen lid van Provinciale Staten en heb geen stemrecht, wel spreekrecht. In 2006 zijn Provinciale Staten twaalf keer bij elkaar gekomen om een politiek oordeel te geven over in totaal 127 voorstellen van Gedeputeerde Staten en zes eigen initiatieven. In 2005 en 2004 behandelden Provinciale Staten respectievelijk 110 en 104 voorstellen en namen zij een besluit over vier respectievelijk drie initiatieven. Ook stelden de Statenleden 119 schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten in 2006. In 2005 en 2004 waren dat er respectievelijk 133 en 106. Er waren twee moties voor financiële hulp aan de slachtoffers van de overstromingen in Suriname en de aardbeving op Java. Provinciale Staten gaven daarvoor 250.000 euro uit. Afscheid In 2006 hebben wij voor altijd afscheid moeten nemen van een gewaardeerd en gerespecteerd lid van Provinciale Staten. Lajla de Wit van de PvdA-fractie overleed 17 maart na een ziekteproces waartegen zij zich lang en met bewonderenswaardige kracht heeft verzet. Velen, ook uit provinciale kring, bewezen haar 23 maart in crematorium Westerveld de laatste eer. Nieuwe leden In 2006 zijn om uiteenlopende redenen tien nieuwe Statenleden beëdigd. In de PvdAfractie waren dit Bert Bruijn, Eric Bloembergen, Harriët van Domselaar en Jos Dings. Zij vervingen respectievelijk Marinus de Jong, Lajla de Wit, Rita Weeda en Wim van Oudheusden. Bij de VVD volgde Henri Meijdam Patricia Remak op en was Léon Peper de opvolger van Ellen van Gaalen. In de fractie van GroenLinks verving Connie Trautwein Rosina Diktas.
14
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
Voor het CDA nam Ben Piepers de plaats in van Jan Kramer die weer terugkeerde na het vertrek van Haje Walch. Bij D66 volgde Hein Struben Gerard LeBelle op.
• • • • • • • • • •
1.2.2 Gedeputeerde Staten Ik ben lid en voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten waar ik stemrecht heb en een portefeuille met een aantal specifieke taken. Met de provinciesecretaris onderteken ik de besluiten van Gedeputeerde Staten. Als lid van Gedeputeerde Staten ben ik verantwoordelijk voor: Zaken die Provinciale staten en Gedeputeerde Staten betreffen. Openbare orde en veiligheid. Digitale risicokaart. Coördinatie veiligheidsgebieden. Internationale betrekkingen. Ontwikkelingssamenwerking. Facilitaire Zaken en leveringen door derden. Huisvesting en provinciale eigendommen. Juridische Zaken. Intern provinciaal archief. Gedeputeerde Staten vergaderen iedere dinsdag met uitzondering van de vakantieperioden. Er zijn doorgaans twintig tot dertig agendapunten waarvan we een derde uitgebreid bespreken. Denk bijvoorbeeld aan een ontwerptracé voor uitbreiding van de Coentunnel, een extra investeringsimpuls voor de verbetering van het museumaanbod of de beantwoording van vragen van Statenleden. De overige agendapunten zijn zogenaamde hamerpunten: verslagen van bijeenkomsten, uitnodigingen voor voorstellingen, besluiten die passen binnen het vastgestelde beleid, etcetera. Direct na de vergadering verschijnt een openbare besluitenlijst en ’s middags is er een persgesprek. Persgesprek Na de vergaderingen van Gedeputeerde Staten is er ’s middags een persgesprek waar ik de besluiten toelicht samen met een gedeputeerde. Wie dit is hangt af van de onderwerpen. We besluiten dit tijdens de vergadering. Het Haarlems Dagblad en het Noord-Hollands Dagblad hebben geen vaste provincieredacteur meer, waardoor de belangstelling zich vrijwel beperkt tot Radio Noord-Holland. Los van het persgesprek, weten verslaggevers de gedeputeerden goed te vinden wanneer zij informatie zoeken over specifieke onder werpen.
Samenstelling Presidium SP:
Mienk Graatsma, plv. Carlien Boelhouwer
D66:
Joke Geldhof, plv. Leo Cornelissen
Leden en plaatsvervangende leden:
CU-SGP:
Jan Bezemer
Voorzitter PS Harry Borghouts
ONH/VSP:
Piet Bruijstens
PvdA:
Peter Visser, plv. Rob Meerhof
Fractie Prins: Peter Prins
VVD:
Dré Kraak, plv. Arjen Rijpkema
Fractie Remak: Patricia Remak
CDA:
Jaap Bond, plv. Johan Bruins Slot Fractie Agema: Fleur Agema
GroenLinks:
Bart Heller, plv. Klaas Breunissen
Voorzitter:
Ton van der Meché, PvdA
Fractie George Talens
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
15
Wij informeren de pers ook via e-mail over de besluiten van Gedeputeerde Staten, zodat de informatie toch kan verschijnen. Daarnaast worden andere informatiemiddelen steeds belangrijker. Zo krijgen abonnees op NH-Weekbericht wekelijks informatie over de besluiten van Gedeputeerde Staten. Inwoners kunnen van onze besluiten kennis nemen op www.noord-holland.nl 1.3 Rijksorgaan
•
• • •
• •
• • •
Als commissaris van de Koningin vertegenwoordig ik ook het Rijk in de provincie. Daar naast ben ik gastheer bij bezoeken van leden van het Koninklijk Huis aan de provincie. Mijn taken als vertegenwoordiger van het Rijk staan in de Ambtsinstructie commissaris van de Koning. Tot die taken behoren: Bevorderen van de samenwerking tussen de rijksambtenaren in de provincie. Het gaat daarbij zowel om de onderlinge samenwerking als de samenwerking met het provincie bestuur, de gemeentebesturen en de waterschapsbesturen. Bezoeken van de Noord-Hollandse gemeenten. Adviezen uitbrengen aan de regering of aan de ministers over onderwerpen die niet de provincie betreffen. Coördinatie van de voorbereiding van de crisisbeheersing. De voorbereiding is een taak van de rijksambtenaren werkzaam in de provincie, het provinciebestuur, de gemeente besturen en de waterschapsbesturen. Bewaren en registreren van de stukken gericht aan de commissaris. Toezien op (her)benoeming en ontslag van burgemeesters en adviseren over een voor nemen daartoe aan de minister. Met de burgemeesters houd ik een gesprek als ze één en drie jaar in dienst zijn. Adviseren over het toekennen van Koninklijke onderscheidingen. Adviseren over benoeming korpschefs en andere leidinggevende politiefunctionarissen. Beslissen op administratieve beroepen op grond van de Politiewet 1993. Dit samen met de procureur-generaal bij het gerechtshof. 1.4 CvdK-Overleg
• • • •
Maandelijks overleg ik, samen met andere commissarissen van de Koningin, met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over onder meer de ontwikkelingen rond de rijkstaken van de commissaris. Ook bespreken we actuele problemen of ontwikkelingen waaraan we mogelijk een bijdrage kunnen leveren. Soms schuiven andere ministers bij ons overleg aan. In 2006 stonden de volgende onderwerpen op de agenda: Verbeteringen van het systeem van de rampenbestrijding en de kabinetsplannen voor het maken van de Wet op de Veiligheidsregio’s. Verbeteringen van het politiebestel en de kabinetsvoorstellen voor wijziging van de Politiewet. De toezichtfunctie van de commissaris en zijn rol als rijksorgaan. De benoeming of herbenoeming van de burgemeesters en het beleid voor het benoemen van waarnemend burgemeesters. Voorafgaand aan het gesprek met de bewindslieden, is er meestal een overleg van de commissarissen onderling. We bespreken dan de agendapunten voor, en behandelen ook andere onderwerpen.
16
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
1.5 Juridische zaken Juridische aangelegenheden maken sinds 2003 onderdeel uit van mijn portefeuille. Op 1 januari 2006 is de afdeling Juridische Zaken opgegaan in de sector Juridische Dienstverlening met nagenoeg alle juridische functies. In het Stafoverleg Juridische Dienstverlening overleg ik regel matig met het Management Team van de sector Juridische Dienstverlening. Dit overleg heeft twee doelen: op de hoogte blijven van wat er juridische speelt in de organisatie en het afstemmen van juridisch beleidsmatige zaken voordat deze aan het college worden voorgelegd. Los daarvan raadpleeg ik de sector Juridische Dienstverlening bij actuele juridische kwesties, bijvoorbeeld bij aanbestedingen. In de volgende paragrafen licht ik een aantal juridische onderwerpen toe. 1.5.1 Artikel 81 Wet werk en bijstand (bijstandverlening) Op grond van artikel 81 van de Wet werk en bijstand kan ik besluiten dat een gemeente bijstand moet verlenen. Als iemand vindt dat de gemeente te laat beslist over zijn Verzoeken om bijstand per gemeente Aantal verzoeken uit: 02
03
Alkmaar Amsterdam 40
04 05 06 1
1 3
67 105 77 58
Andijk
1
Arnhem*
1
Bennebroek
Blaricum
1
Den Helder 7 7 5
2
Diemen
1
1
Edam/Volendam
1
Enkhuizen
1
Enschede*
1
Finsterwolde
1
Haarlem
1
1
Castricum
Haarlemmermeer
2
03
1
Heerhugowaard 3
1
2
1
1
Hilversum
1
2
2 3
1
Lelystad*
1
Medemblik
1
Nederhorst den Berg
1
Purmerend
1 5 3 3
Stede Broeck 1
1
1
1
Velsen/IJmuiden
1
Wijdemeren
1
1
Wognum
1
Zaanstad
2
1
Zandvoort Totaal
6 3 3 4 10
04 05 06
1
Hoorn 1
Bergen 4 Beverwijk
Aantal verzoeken uit: 02
66
1
1
1
1
1
1 91 130 99 82
* doorgezonden
Verzoeken om bijstand per maand Aantal verzoeken uit: 02
04 05 06
Aantal verzoeken uit: 02
03
Januari 3 4 7 11 12
Augustus 5
6
Februari
September 5
12
14 12 5
12 9 5
Oktober 8 7
13 10 10
11 4 4 12
November 5 4
11
13 11 3
6
03
6 7 8 7
Maart 8 3 April 4
04 05 06 13
6 9
6 5
Mei 7 9
10 4 7
December 4
11
Juni 3 7
12 9 5
Totaal
91 130 99 82
Juli 8 9
14 9
66
2
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
17
bijstandsaanvraag en ten onrechte geen voorschot uitkeert, kan hij bij mij een verzoek indienen. Het spreekt voor zich dat ik hierover snel een besluit neem, in principe binnen een week. Dit is in vrijwel alle gevallen ook gebeurd. In 2006 ontving ik 82 verzoeken. Zeven verzoeken heb ik doorgezonden, 44 verzoeken heb ik afgewezen en 29 verzoeken heb ik niet behandeld omdat ik niet (meer) bevoegd was een besluit te nemen. Dat is het geval als de gemeente inmiddels een beslissing heeft genomen over de bijstandsaanvraag. Ook als de indiener van het verzoek, geen bijstands aanvraag of een verzoek om een voorschot heeft ingediend bij de gemeente, kan ik artikel 81 niet toepassen. Tot slot is artikel 81 ook niet van toepassing als het mogelijk is een bezwaarschrift in te dienen tegen het niet op tijd beslissen van de gemeente. Ten slotte heb ik in 2006 nog één keer een nadere reactie gegeven op een eerder ingediend verzoek en is er nog één verzoek in behandeling. Wetswijziging 2007 Mensen die bij de gemeente bijstand aanvragen, hebben sinds 1 januari 2007 recht op een voorschot van minimaal negentig procent van de bijstandsuitkering. Het voorschot moet binnen vier weken na de aanvraag worden uitbetaald en wordt iedere vier weken herhaald totdat de uitkering ingaat. Het voorschot voorkomt dat mensen die bijstand hebben aan gevraagd een periode zonder inkomsten zitten. Door deze wetswijziging zal er waarschijnlijk minder vaak een beroep worden gedaan op artikel 81 Wet werk en bijstand. 1.5.2 Jaarverslag Hoor- en Adviescommissie Voor 1 juni ontvangen Provinciale Staten het jaarverslag van de Hoor- en Adviescommissie. Dit geeft een overzicht van: • Bezwaarschriften tegen besluiten van de provincie. • Klachten over de handelwijze van provincieambtenaren en -bestuurders (jaarverslag Centraal Meldpunt Klachten). • Administratieve beroepen tegen besluiten van lagere overheden (jaarverslag Commissie Administratief Beroep). Ook geeft het jaarverslag inzicht in de inhoud van de adviezen van de Hoor- en Advies commissie over de bezwaarschriften en klachten en de inhoud van de besluiten inzake de administratieve beroepen. 1.6 Stuurgroep P4 In 2005 is de stuurgroep P4 ingesteld met de provincies Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Holland. De stuurgroep onderzoekt de mogelijkheden voor samenwerking bij de bedrijfsvoering. Van de samenwerking op de onderdelen Randstedelijke eenheid interim management, juridische dienstverlening en inkoop zijn projectevaluaties gemaakt. Daaruit bleek het volgende: Randstedelijke eenheid interim management Doel van dit project was een pool die aan alle vier provinciale organisaties interim managers levert. In september 2006 heeft de stuurgroep de resultaten van de werving besproken. Deze waren teleurstellend. Er waren slechts drie geschikte kandidaten die bovendien alle drie al werkten bij de bestaande interimpool in Zuid-Holland. De stuur groep heeft daarom besloten het project te beëindigen. Wel is afgesproken om de
18
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
uitzendfunctie van de bestaande Zuid-Hollandse pool uit te breiden. En op termijn kunnen de overige provincies interim managers toevoegen aan deze pool. Ondanks het teleurstellende resultaat, spreken zowel projectgroep als stuugroep van een succesvol samenwerkingsproject. Juridische dienstverlening De samenwerking op juridisch gebied heeft inmiddels geresulteerd in twee concrete producten: De brochure Bezwaar maken bij de provincie en het Handboek Juridische Kwaliteitszorg. Voor het deelproject Staatssteun ontwikkelt men een gezamenlijke checklist voor het indienen van een correcte subsidieaanvraag. Dit deelproject is klaar in het eerste kwartaal van 2007. Dan moet de werkwijze bekend zijn bij de medewerkers van de provincies. Als gevolg van het project is een nieuw netwerk ontstaan dat ook op andere gebieden leidt tot informatie- en kennisuitwisseling. Inkoop Ook bij de samenwerking op inkoopgebied zijn vorderingen gemaakt. Er is een P4 inkoop jaarplan voor gezamenlijke inkopen en op basis van een (meerjarige) aanbestedingskalender kijken we welke aanbestedingen we gezamenlijk kunnen doen. Voor 2006 waren dat aan bestedingen op het gebied van vervoersmanagement, juridische dienstverleningen en media. Vanwege het gebrek aan kennis en capaciteit bij de provincies en in de markt, is de menselijke factor belangrijk in de samenwerking. Ook in het inkoopplatform van de P12 (de twaalf provincies) is dit gespreksonderwerp. Bij aanbestedingen willen we gebruik gaan maken van elkaars medewerkers. De projectgroep heeft daarom bouwstenen ontwikkeld die alle provincies kunnen gebruiken bij het maken van hun eigen inkoop profielen. Ik ben verheugd dat de samenwerking op inkoopgebied steeds concreter wordt. Na het uitwisselen van kennis en ideeën in de beginfase, werken we nu daadwerkelijk samen aan producten. Deze samenwerking heeft bovendien de professionalisering van de afzonderlijke provincies in een stroomversnelling gebracht. Vooruitblik In 2007 gaan we verder op de ingeslagen weg. Daarbij dienen zich drie thema’s aan: • Capaciteit De stuurgroep heeft geconstateerd dat de samenwerking van P4 afhankelijk is van voldoende capaciteit. De provincies hebben toegezegd om hiervoor uren vrij te maken voor het komende jaar. Daarnaast bekijkt de stuurgroep of we als provincies werkzaamheden kunnen verdelen. Dit is bijvoorbeeld mogelijk bij het voorbereiden van nieuwe taken die we als provincie krijgen. • Communicatie De stuurgroep gaat meer bekendheid geven aan de samenwerking van P4 via communicatie over de samenwerkingsprojecten. • Nieuwe samenwerkingsprojecten De stuurgroep verkent momenteel de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van digitalisering en Elektronisch Human Resource Management (E-HRM).
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
19
1.7 Ombudsfunctie Geregeld richten burgers zich tot mij met een klacht of een verzoek om te bemiddelen. Meestal is men ontevreden over het functioneren van de lokale overheid, maar ook voor allerlei andere zaken doet men in toenemende mate een beroep op mij. In 2006 heb ik 117 bemiddelingsverzoeken ontvangen, dertig procent meer dan in 2005. 108 verzoeken zijn afgehandeld. Over 9 verzoeken krijg ik binnenkort advies, waarna ik die ook kan afhandelen. Bij de beantwoording van de brieven pas ik hoor en wederhoor toe. Zo nodig vraag ik ook de resterende informatie aan een derde partij of deskundige. Hoewel ik vaak geen formele bevoegdheden heb, leidt mijn aandacht soms wel tot een gunstige wending. Ik bespeur overigens een nieuwe ontwikkeling in de reacties van de burgers en instellingen op mijn antwoorden. Men verwacht van mij meer en meer persoonlijke inzet en zelfstandig onderzoek. Voorzover dit al mogelijk is, kan dit alleen als de ambtelijke ondersteuning hiervoor wordt uitgebreid. Ik zal kijken of dit mogelijk is. 1.8 Facilitaire zaken 1.8.1 Huisvesting Algemeen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten werken in Paviljoen Welgelegen, het provincie huis. In 2006 zijn de voorbereidingen voor de restauratie van Paviljoen Welgelegen voort gezet. De restauratie vindt plaats van april 2007 tot september 2008. Het oude provincie huis wordt dan omgebouwd tot een moderne werkomgeving met een historisch karakter. Tijdens de restauratie werken de gedeputeerden en hun secretaressen en ikzelf met een klein deel van mijn team in twee villa’s op het Florapark. Dit jaar is gestart met het opknappen van deze villa’s. Het grootste deel van mijn team wijkt uit naar de Paviljoens laan. De vergaderingen van Provinciale Staten vinden tijdens de restauratie plaats in Heiloo. De Statencommissies zullen onder meer vergaderen in het gebouw op de Zijlweg. Nieuwbouw Dreef De nieuwbouw aan de Dreef heeft meer voeten in de aarde dan ik had verwacht. Het ontwerp wordt aangepast aan wensen van de gemeente Haarlem. 1.8.2 Groot Onderhoud De panden van de provincie hebben regelmatig onderhoud nodig. Voor 2006 stond 272.000 euro voor groot onderhoud op de begroting. Daarnaast was er een eenmalig projectbudget van 300.000 euro voor het opknappen van het pand aan de Zijlweg. Van alle gebouwen zijn de daken en goten geïnspecteerd en waar nodig gerepareerd. Dreef en omstreken Het pand Dreef 1, ook bekend als ‘de dokterswoning’, is geschilderd. Dit kostte 15.000 euro. De villa’s Frederikspark 10 en 12 en Florapark 5 zijn voorzien van een frisse nieuwe laag verf. De totale kosten waren 85.000 euro. De binnenkant van Frederikspark 12 is helemaal opgeknapt, omdat het pand niet meer voldeed aan de eisen van deze tijd. Totale kosten: 60.000 euro.
20
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
Houtplein De fietsenstalling, die in 2005 was opgeknapt, is in 2006 geschilderd. Ook het omvangrijke houtwerk van de ingang aan het Houtplein is onder handen genomen. Dit kostte in totaal 20.000 euro. Een bijzonder karwei was het vervangen van een deel van de afdichtings rubbers van de liftkokers; hiervoor moest speciaal een hoogwerker komen. Totale kosten: 8.000 euro. Ook aan de binnenkant van het Houtpleingebouw is gewerkt: Diverse wanden werden geschilderd, voor een totaalbedrag van 10.000 euro. Zijlweg Nu de nieuwbouw langer op zich laat wachten dan verwacht, is besloten het gebouw aan de Zijlweg op te fleuren. Eind 2006 is gestart met het schilderen van deuren en muren, het leggen van nieuwe vloerbedekking en het opknappen van de grote vergaderzaal. De entree van het gebouw wordt drastisch vernieuwd. In april 2007 is dat project klaar en kunnen de Statencommissies gebruik maken van de grote vergaderzaal. 1.8.3 Archief en registratie provinciale organisatie Archief & Registratuur (A&R) was in 2006 nog onderdeel van de sector te Outsourcen Diensten. Voor een duidelijke visie op de (documentaire) informatievoorziening, hebben we een onderzoek laten uitvoeren naar het functioneren van A&R. Hieruit blijkt dat het noodzakelijk is de informatievoorziening integraal te benaderen. We willen onze diensten immers ook digitaal aanbieden. Digitale werkprocessen zorgen voor een betere stroom lijning en sluiten aan op het elektronisch loket. Dit is noodzakelijk om de aansluiting met de samenleving te houden. Aan het begin van 2007 wordt het besluit genomen om het bureau A&R om te vormen tot een sector Documentaire Informatievoorziening binnen de directie Middelen in plaats van te outsourcen. In 2006 is een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de ontwikkeling van de elektronische provincie. In dit programma krijgt ook het digitale dossier een plek. Niet het archief, maar de lijnafdelingen zijn verantwoordelijk voor het vormen en beheren van (digitale) dossiers. Digitalisering van dossiervorming en dossierbeheer heeft gevolgen voor A&R. In de komende jaren krijgt A&R steeds minder te maken met papier en steeds meer met digitale documenten. Denk bijvoorbeeld aan elektronische formulieren voor vergunningenaanvragen. Inkomende post In 2006 is vanzelfsprekend ook papieren post binnengekomen. Van de 245.000 binnen gekomen poststukken, zijn er ongeveer 43.500 geregistreerd. Hiervan hebben we meer dan 15.000 poststukken binnen de vastgestelde termijnen afgehandeld. Daarnaast kwamen er in 2006 circa 7.000 e-mailberichten binnen bij
[email protected]. In de toekomst moeten we rekenen op meer digitale post. Hierdoor voldoet het huidige registratiesysteem niet meer. Dit moet vervangen worden door een document management systeem waarmee we ook e-mailberichten en andere digitale documenten kunnen afhandelen. Zo’n systeem moet integraal onderdeel uitmaken van onze digitale informatiehuishouding. 1.8.4 Archief en registratie Kabinet Stukken die aan mij gericht zijn en die verband houden met mijn ambtsinstructie, moet ik registreren. In 2006 heeft mijn kabinet ruim 3.600 poststukken en e-mails ontvangen en geregistreerd. Dit is inclusief de aanvragen voor Koninklijke onderscheidingen.
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
21
Ik draag zorg voor de archieven, behalve wanneer de archiefbescheiden zijn overgebracht naar een Rijksarchief (zie artikel 182 van de Provinciewet en artikel 23 van de Archiefwet). In 2006 zijn ruim vier meter dossiers, die in dat jaar voor vernietiging in aanmerking kwamen, ook daadwerkelijk vernietigd. Ook hebben we bepaald welke stukken op termijn voor vernietiging in aanmer-king komen en welke stukken definitief bewaard moeten worden. Daarnaast zijn we begonnen met het definitief maken van de vernietigingslijst voor het jaar 2007. In 2007 volgt de officiële vernietigingsverklaring en worden de dossiers vernietigd. In 2006 is de conceptinventarisatie van de dossiers van mijn voorgangers De Wit en Van Kemenade afgerond, in 2007 gaan deze naar het Regionaal Archief. 1.9 Ontwikkelingssamenwerking In 2006 waren er negentien projecten in uitvoering. Vooral in Afrika (met name Zuid-Afrika) en Suriname, maar ook in Midden- en Zuid-Amerika. De projecten richten zich met name op water- en drinkwatervoorzieningen, hygiëne en gezondheidszorg. In 2006 zijn zes nieuwe projecten goedgekeurd en werden vijf projecten afgerond. Het beschikbare budget is volledig besteed. Ook maakten Provinciale Staten geld vrij voor noodhulp aan Pakistan (aardbeving), Java (aardbeving) en Suriname (overstroming). Op 18 december 2006 is een nieuwe Deelverordening Ontwikkelingssamenwerking 2007 vastgesteld. Op basis van deze deelverordening bepalen we twee keer per jaar (op 1 april en op 1 oktober) welke aanvragen worden toegekend. Projecten in Afrika en Suriname krijgen voorrang, evenals projecten op het gebied van water. Bijlage 1 geeft een overzicht van de in 2006 afgeronde en goedgekeurde projecten.
22
Jaarverslag CvdK 2006 – Algemeen
Goed burgerschap en democratie Aan het woord Mark van Twist, hoogleraar publiekprivate samenwerking aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en voorzitter van de Vereniging voor Bestuurskunde Wat is goed burgerschap? Mij valt op dat goed burgerschap graag gebruikt wordt door mensen die de democratie hoogachten en verwachtingen hebben over wat kiezers allemaal zouden moeten kunnen en willen. Het drukt daarom ook al snel teleurstelling uit over de patat generatie die liever in de kroeg hangt en
De provincie moet niet hip en cool willen zijn, dat is niet geloofwaardig. achter de computer zit, dan politiek actief is. Het is een begrip vol melancholie en wan hoop. Waarom tonen die jongeren zich maar geen goed burger? Bent u ook zo wanhopig? Nee. Ik ben voor een opvatting van burger schap zonder al te veel morele connotaties. Ik spreek ook liever van Einsteingeneratie dan van patatgeneratie. Onlangs is het boek Generatie Einstein verschenen. De strekking is dat jongeren helemaal niet oppervlakkig zijn, maar juist superslim en supersociaal. Ze doen alleen aan multitasking; alles tegelijk. Jongeren zijn heel actief op internet. Ze organiseren vriendenvakanties en bewegen zich in second life. Ze besteden minder tijd aan burgerschap in de klassieke betekenis, maar geven daar op hun eigen, moderne wijze invulling aan. Second life en burgerschap, hoe steekt die relatie in elkaar? Die relatie is voor mij ook nog een puzzel, maar hij is er wel. In second life beginnen jongeren een tweede leven in een nieuwe samenleving. Ook daar is een publiek domein. Mensen gaan er naar de kroeg, bedrijven openen er vestigingen en er zijn ook overheden.
Maar er is geen democratie in klassieke zin. Er zijn geen politieke partijen en geen verenigings verbanden. Althans nog niet, het is interessant om te volgen hoe dit zich ontwikkelt. Moet de provincie ook in second life? Waarom niet? Als je jongeren wilt bereiken, moet je naar de plekken waar ze komen. De provincie moet daarbij wel zichzelf blijven, het is een eerbiedwaardig instituut met een lange geschiedenis, gericht op besturen. Ze moet niet ineens hip en cool willen zijn, dat is niet geloofwaardig. Maar de provincie kan wel kijken wat ze zou kunnen doen in second life. Is een nieuwe kijk op burgerschap noodzakelijk voor de democratie? De samenleving en de burgers veranderen. Onze economie is een belevingseconomie. Nog maar drie op de tien mensen maken een tastbaar product, de rest produceert een beleving: ze zijn onderwijzer, agent, voor lichter en journalist. Daarbij lijkt de demo cratie steeds meer een dramademocratie. Om te overleven bij Pauw en Witteman,
Jongeren hebben geen tijd voor klassiek burgerschap. leren bestuurders paradoxaal genoeg hoe zij authentiek kunnen overkomen. Maar ook ambtenaren doen mee. Een inspraakavond moet behalve inhoudelijk ook leuk zijn. En dus wordt er een presentator ingehuurd. Grootscheepse invallen worden op touw gezet, om van de handhaving een media belevenis te maken. De uitdaging is om wel contact te maken met de nieuwe burger en de nieuwe context, zonder jezelf te ver loochenen. Als provincie moet je een rol zoeken in de spektakelmaatschappij, maar toch vooral ook dicht bij jezelf blijven.
•
Alicia Dobizynska, Poolse, Schoonheidspecialiste, “Studio Alicia”, Hoorn
hoofdstuk 2
Burgemeesters 2.1 Ontwikkelingen en opmerkingen Het jaar 2006 was op burgemeestersgebied een roerig jaar. Met een meer dan gemiddeld aantal benoemingsprocedures en een aantal kwesties in de media. Voordat ik hier op in ga, bespreek ik eerst een trend die ik al eerder gesignaleerd heb. Het burgemeestersambt: burgemeesters onder vuur Zowel ik, als mijn ambtgenoten en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties kregen de indruk dat het burgemeestersambt minder aantrekkelijk aan het worden is. Het aantal sollicitanten loopt terug en burgemeesters lijken steeds sneller en vaker onder vuur te liggen. De vergelijking met een slecht presterende voetbalclub was snel gemaakt: Als het team niet draait, vervang je de trainer. Aanleiding voor de minister om een onderzoek te starten naar burgemeesters die onder druk van omstandigheden ‘het veld moesten ruimen’. Dit onderzoek heb ik scherp gevolgd. Alle partners werken momenteel aan het uitvoeren van de aanbevelingen. Voorop staat dat de eisen aan leiderschap tegenwoordig anders zijn dan een aantal jaren geleden. Volgens het onderzoek vormen adaptief vermogen, een kritische houding ten opzichte van het eigen functioneren (en dus een goed zelfbeeld), een solide basis voor een succesvol burgemeesterschap. Bij het ontwikkelen van instrumenten, moeten we hier rekening mee houden. Maar de focus moet breder zijn. Concreet wil ik met mijn beleid voor burgemeesters en gemeenteraden de samenwerkings relatie professionaliseren. Ik streef naar een zakelijke, systematische en gestructureerde aanpak. Reguliere evaluatiegesprekken horen hier vanzelfsprekend bij. In elke arbeids relatie maken en evalueren werkgever en werknemer afspraken over de wederzijdse verwachtingen. Dat moet dus ook gelden voor de burgemeester en de gemeenteraad. Hiermee verband houdt de procedure voor de herbenoeming van burgemeesters. Met enige regelmaat krijg ik te maken met raadsleden die een herbenoeming van een burgemeester ter discussie willen stellen, terwijl de gehanteerde argumenten hiervoor flinterdun zijn. Het is zelfs voorgekomen dat men simpelweg was uitgekeken op de persoon in kwestie en ‘wel eens iets anders wilde.’ In een maatschappij waarbij iedere ondernemer, manager en werkgever weet dat mensen het belangrijkste kapitaal zijn van een organisatie of onderneming, getuigt een dergelijke instelling van een amateurisme dat het openbaar bestuur onwaardig is. Een gemeenteraad heeft het recht te adviseren bij een herbenoeming van een burgemeester. Met dit recht komt ook een zware verantwoordelijkheid bij de raad en dus de individuele raadsleden te liggen. In de zojuist beschreven gevallen, gaat men hier veel te lichtvaardig mee om. Overigens is het op verantwoorde wijze invulling geven aan die bestuurlijke verantwoordelijkheid voor mij ook een indicatie van de bestuurskracht van een gemeente. Ik pleit voor een steviger regie bij de herbenoemingsprocedures. Hiervoor is het nodig dat de commissaris van de Koningin meer ruimte krijgt om te zorgen dat de procedure vanaf de evaluatiecyclus tot en met de herbenoeming professioneel verloopt. De herbenoeming is tenslotte slechts de afsluiting van een periode van zes jaar burgemeesterschap. Het
26
Jaarverslag CvdK 2006 – Burgemeesters
functioneren van raad en burgemeester en de onderlinge samenwerking vragen constant onderhoud. Dit betekent regulier en gestructureerd met elkaar praten over de werk zaamheden en de omgang met elkaar. Daarbij moet ook een budget zijn voor bijvoorbeeld opleiding, training en vorming voor zowel de raad als de burgemeester. In onze maatschappij volgen veranderingen elkaar snel op, is informatie snel en voor iedereen toegankelijk en veranderen inzichten soms van dag tot dag. Van iedere werknemer wordt verwacht dat zij of hij cursussen en trainingen volgt om aansluiting te houden bij de ontwikkelingen. Is het niet logisch om deze eisen ook te stellen aan de personen die besluiten nemen die ingrijpen in onze samenleving, onze leefomgeving? En is het dan vervolgens niet even logisch om ook de middelen hiervoor beschikbaar te stellen? Samenvattend pleit ik voor een verdergaande professionalisering van de verhoudingen tussen raad en burgemeester, met een sterkere regierol voor de commissaris van de Koningin. Kwaliteit openbaar bestuur De kwaliteit van het openbaar bestuur in Noord-Holland heeft mijn nadrukkelijke aandacht. Dit vloeit niet alleen voort uit mijn ambtsinstructie; steeds vaker wenden burgers en belangenbehartigers zich tot mij met zaken die de kwaliteit van het bestuur betreffen. Niet alleen stijgt het aantal vragen en verzoeken, ze zijn ook steeds vaker onderbouwd met gedetailleerde argumentaties en – vaak zelf uitgevoerde – onderzoeken. Kennelijk is er een maatschappelijke behoefte aan een onafhankelijk ‘hoger’ bestuurs orgaan dat toeziet op het handelen van ‘lagere’ besturen. Omdat iedere burger mag verwachten dat bestuurders hun vragen en verzoeken om hulp serieus behandelen, beantwoord ik deze verzoeken altijd. Steeds vaker is van mijn kant eigenlijk onderzoek nodig. Via onderzoek kan ik dan eventuele bestuurlijke ‘strubbelingen’ of stroeve besluitvorming – met de burger als gedupeerde – vroegtijdig signaleren. Met tijdige interventies kun je vaak op eenvoudige wijze voorkomen dat kwesties ontaarden in bijna niet meer te beheersen problemen. Ik pleit dan ook voor expliciete onderzoeksbevoegd heden voor de commissaris van de Koningin in kwesties waar de kwaliteit van het bestuur (mogelijk) in het geding is. 2.2 Burgemeestersbenoemingen 2.2.1 De procedure De benoemingsprocedure duurt onder normale omstandigheden vijf tot zes maanden. Dat is lang, maar deze tijd is noodzakelijk om alle voorgeschreven stappen te doorlopen. De stappen in de procedure garanderen zorgvuldigheid en bieden de gemeenteraad ruimte om de burgemeester te kiezen die de raad wil. De procedure verloopt grofweg als volgt: • De gemeenteraad bereidt een profielschets voor, stelt een vertrouwenscommissie in en neemt een besluit om al dan niet een raadplegend referendum te houden. Als de raad geen referendum houdt, worden de inwoners van een gemeente vaak uitgenodigd om mee te denken over het profiel voor de nieuwe burgemeester. Dit neemt meestal enkele weken in beslag. • Na de bijzondere raadsvergadering waarin de profielschets in mijn aanwezigheid wordt vastgesteld, wordt de vacature opengesteld. In die vergadering stel ik vragen over de profielschets. Zo kan ik sollicitanten meer duidelijkheid geven over de compromisteksten die elke profielschets bevat. De openstelling duurt in de regel drie weken. • Nadat de sollicitatietermijn gesloten is, verzamel ik informatie over de kandidaten die hebben gereageerd. Ik doe dit zodat een vertrouwenscommissie – bestaande uit
Jaarverslag CvdK 2006 – Burgemeesters
27
raadsleden – voldoende informatie heeft om een keuze te kunnen maken. Zo ga ik na of kandidaten niet eerder met justitie in aanraking zijn geweest. Dit duurt gemiddeld vier weken. • Daarna gaat de vertrouwenscommissie gesprekken voeren met de kandidaten die zij interessant vindt. De vertrouwenscommissie heeft hiervoor doorgaans ook vier weken de tijd. Aan het eind van het selectieproces kan een assessment plaatsvinden. Dit is een ontwikkeling die ik toejuich en stimuleer. • In een besloten (= geheime) vergadering kiest de gemeenteraad de kandidaat die men wil hebben. In heel mijn ambtsperiode is de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties in Noord-Holland nog nooit van een aanbeveling van de gemeenteraad afgeweken. Feitelijk wordt de burgemeester sinds 2001 door de gemeenteraad gekozen. • Nadat de aanbeveling van de raad en mijn advies naar de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties zijn gezonden duurt het gemiddeld vier weken totdat de burgemeester bij Koninklijk besluit is benoemd en door mij is beëdigd. Dit is een zorgvuldige procedure waarbij, in tegenstelling tot wat door een enkeling wordt beweerd, niets in ‘achterkamertjes’ wordt bedisseld, maar waarbij gemeenteraden de beste kandidaat kiezen. Omwille van de privacy van de kandidaten die ‘het’ niet worden, maakt de raad de uiteindelijke keuze in een geheime vergadering. Daar is helemaal niets mis mee. De meeste mensen willen niet dat als ze solliciteren en ze de nieuwe baan niet krijgen, dit op straat komt te liggen. Ook dit jaar is weer gebleken dat een bepaalde politieke signatuur van een gemeente geen rol meer speelt in Noord-Holland; raden kiezen steeds vaker de beste man of vrouw voor de baan (zie ook bijlage 2). Het moet mij wel van het hart dat ik nog steeds de indruk heb dat vertrouwenscommissies en gemeenteraden nog wat conservatief in hun uiteindelijke keuze lijken te zijn. 2.2.2 Vacatures In 2006 zijn zeer veel burgemeesters benoemd. Slechts een enkele gemeente had in 2006 nog dezelfde burgemeester als in 2002. Begin 2006 zijn burgemeesters benoemd in Drechterland, Haarlem, en Huizen. De pro cedures hiervoor waren in 2005 al begonnen. In 2006 zijn procedures gestart in Aalsmeer, Alkmaar, Bergen, Den Helder, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Koggenland, Medemblik, Schermer, Uitgeest, Wieringermeer, Weesp en Zaanstad. Zoals bekend is in Zaanstad geen nieuwe burgemeester benoemd (zie ook paragraaf 2.4). De andere procedures worden voltooid in 2007. De namen van de nieuwe burgemeesters en informatie over onder meer het aantal vrouwelijke en mannelijke sollicitanten vindt u in bijlage 2.
• • • • •
2.2.3 Waarnemend burgemeesters In mijn jaarverslag over 2005 heb ik de redenen voor het benoemen van waarnemend burgemeesters besproken. In 2006 zijn waarnemend burgemeesters benoemd in de volgende gemeenten: Bergen, de heer mr. A.Ph. Hertog Haarlemmermeer, mevrouw T. Netelenbos Koggenland, mevrouw drs. L. Sipkes Medemblik, de heer W.J. Kozijn (m.i.v. januari 2007) Schermer, mevrouw H.R. Oosterop-van Leussen
28
Jaarverslag CvdK 2006 – Burgemeesters
• • • •
Uitgeest, mevrouw ir. A.E. Koningsveld-den Ouden Weesp, de heer W.J. Kozijn (t/m december 2006) Wieringermeer, mevrouw M. Beens-Jansen Zandvoort, mevrouw W.H. Maij 2.3 Vrouwelijke kandidaten Ik streef in mijn beleid naar meer vrouwelijke burgemeesters. Van het totaal aantal sollicitanten in 2006 was 77 procent man en 23 procent vrouw. De selectie die ik uiteindelijk heb voorgelegd aan de vertrouwenscommissies, bestond voor 74 procent uit mannen en 26 procent uit vrouwen. Dit jaar zijn er geen vrouwelijke burgemeesters benoemd. Wel heb ik zes vrouwen als waarnemend burgemeesters benoemd. Op 31 december 2006 waren er 22 vrouwelijke burgemeesters in functie. 2.4 Bijzondere gebeurtenissen In de inleiding bij dit hoofdstuk heb ik gewezen op een aantal min of meer bijzondere gebeurtenissen in 2006 op burgemeestersgebied. Deels ben ik hier in het voorgaande op ingegaan. Als bijzonder is meer dan gebruikelijke media-aandacht, dan valt de ontslagprocedure (door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) van burgemeester Lont van de gemeente Wieringen hieronder. Het is inderdaad niet gebruikelijk dat een burgemeester na een dergelijke korte periode ontslagen wordt. In situaties waar de bestuurlijke verhoudingen verstoord dreigen te raken, streef ik altijd naar herstel en normalisering van de verhoudingen. Vanuit mijn positie is evenwel niet alles te repareren; dit heeft alleen kans van slagen als alle betrokkenen zich coöperatief opstellen. Een andere kwestie die niet onopgemerkt is voorbijgegaan, is de benoemingsprocedure voor een nieuwe burgemeester van Zaanstad. Na een eerder afgebroken procedure leek Vergelijking verdeling burgemeestersposten naar politieke kleur per 31 december 2006 en inzage in vrouw-man 15 12 9 6 3 0 CDA vrouw
PvdA
VVD
D66
GroenLinks
man
In de gemeenten Zandvoort en Wieringen waren tevens per 31 december 2006 waarnemend burgemeesters in functie.
Jaarverslag CvdK 2006 – Burgemeesters
29
alles kort na de zomer in orde te komen. De gemeenteraad had twee goede kandidaten uitgezocht en als nummer één de heer Baas voorgedragen. Echter gedurende de zomer kwam een geruchtenstroom op gang over de verlening van de bouwvergunning voor de woning van de heer Baas in zijn vorige gemeente Wieringen. Mede op initiatief van de heer Baas, heb ik een onderzoek ingesteld naar de vergunningverlening. Als eerste heb ik de vergunningverlening laten onderzoeken door vergunningtoetsers van de provincie. Hieruit bleek dat de heer Baas niets te verwijten viel en dat hij zich op geen enkele wijze met de verlening van de bouwvergunning voor zijn eigen huis heeft bemoeid. Dit resultaat heb ik laten controleren door een extern advocatenkantoor dat de uitkomsten bevestigde. Daarna heb ik de VROM-inspectie gevraagd een breder en diepgaander onderzoek in te stellen. Hierbij is in detail gekeken naar meerdere bouwvergunningen in Wieringen. Ook uit dit onderzoek bleek dat de heer Baas geen enkele onrechtmatige of onjuiste handeling heeft verricht voor het krijgen van de bouwvergunning. Volgens de onderzoeken stond niets een benoeming van de heer Baas in de weg. Uit het VROM-onderzoek kwam wel naar voren dat het vergunningenbeleid in deze kleine gemeente niet optimaal is. Er zijn in de verschillende gevallen wel fouten geconstateerd. Volgens andere rapportages van de VROM-inspectie is dit overigens in meer kleinere gemeenten het geval. Kleinere gemeentes hebben vaak te kampen met een tekort aan capaciteit en een groter personeelsverloop. Echter, de gemeenteraad van Zaanstad vond – na een langdurig debat – dit algemeen tekortkomen van het gemeentebestuur van deze kleine gemeente aanleiding om af te zien van de heer Baas als nieuwe burgemeester. In mijn beleving inhoudelijk geen sterk besluit van de Zaanse gemeenteraad, echter de raad heeft het laatste woord. Procedureel leverde deze onverwachte beweging van de gemeente raad van Zaanstad nog wel een probleem op. De aanbeveling met het eerdere – positieve – besluit van de gemeenteraad van Zaanstad lag al bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Procedure en wet bieden geen mogelijkheid om dit ‘terug te draaien’. Het enige wat kon, was de minister vragen om bij zijn afweging de nieuw ontstane situatie te betrekken. De minister wijkt alleen af van een aanbeveling van de gemeenteraad als daar zwaarwegende redenen voor zijn. In dit geval was de reden niet meer dan dat de gemeenteraad van Zaanstad terug wilde komen op het eerder genomen besluit. Uiteindelijk heeft de minister besloten de aanbeveling van de raad van Zaanstad terzijde te schuiven en – op basis van zijn eigen afweging – de procedure te sluiten zonder een benoeming. In 2007 wordt de vacature opnieuw opengesteld. 2.5 Rechtspositie burgemeesters Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de brand in het cellencomplex op Schiphol, bracht ook de heer Hertog, burgemeester van Haarlemmermeer, ertoe zijn ambt neer te leggen. Hoewel het rapport ook voor de ministers van Justitie en Verkeer en Waterstaat aanleiding was om op te stappen, verschilden de rechtsposities van de ministers en de burgemeester sterk van elkaar. Een bewindsman die opstapt, heeft recht op een wachtgelduitkering, het vertrek van een burgemeester wordt in een situatie als deze, gezien als ‘vrijwillig opstappen’. Wie ontslag neemt op eigen verzoek, ontvangt in beginsel geen uitkering. Dit is wel het geval als het ontslag onder de noemer van ‘vervroegd uittreden’ wordt gebracht, iets waaraan burgemeester Hertog nog lang niet dacht!
30
Jaarverslag CvdK 2006 – Burgemeesters
Ik pleit dan ook voor het opheffen van de verschillen in rechtspositie tussen bestuurders in vergelijkbare situaties. Ministers, Kamerleden, gedeputeerden en wethouders vallen onder de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (Appa). Burgemeesters, maar ook commissarissen van de Koningin, hebben hun eigen rechtspositieregelingen voor ontslagbepalingen en de hoogte en de duur van de wachtgelduitkeringen. Dit leidt tot verschillende procedures, ontslaggronden en uitkeringen. Ik vind dat dergelijke onbedoelde verschillen moeten worden weggenomen. In januari 2006 heeft minister Remkes een voorstel bij de Tweede Kamer ingediend om de verschillen in rechtsposities op te heffen, onder meer door burgemeesters en commissarissen te laten vallen onder de Appa. Door de val van het kabinet heeft de Kamer dit wetsvoorstel niet verder behandeld. Ik zal de Kamerleden oproepen om de behandeling met spoed op te pakken.
Jaarverslag CvdK 2006 – Burgemeesters
31
Assia Krim, Marokaanse, “Advocatenkantoor Krim”, Zandvoort
Goed burgerschap en democratie Aan het woord Marcel Boogers, universitair docent bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg Wat is goed burgerschap? Het evenwicht vinden tussen meeregeren en geregeerd worden. Als goed burger, kom je enerzijds voor jezelf op, anderzijds houd je ook rekening met de belangen van anderen. Goed burgerschap is niet lijdzaam toezien hoe de gemeente een beslissing neemt die je niet wil, maar het is ook niet eindeloos doorprocederen. Op een gegeven moment moet je je neerleggen bij een democratisch genomen besluit. Tegenwoordig gaat het bij goed burgerschap ook over de relatie tussen burgers onderling. Groet je elkaar? Zet je de vuilnis op de juiste tijd buiten? Ik vind dat een goede ontwikkeling. Is goed burgerschap voorwaarde voor democratie? De democratie gaat uit van de goed geïnformeerde burger die weet waar en hoe hij zijn belangen kan verdedigen. Deze burger bestaat in Nederland nauwelijks. De meeste mensen volgen de politiek oppervlakkig, laten zich leiden door mediahypes en haken snel af. De burger is dus dom? Vaak wordt naar de burger gewezen, maar politici moeten de hand in eigen boezem steken. Politici nemen zichzelf als referentie
Politici denken wat mij interesseert, boeit de burger ook. Niet dus. kader en denken: wat mij interesseert, boeit de burger ook. Niet dus. Politici gaan uit van de –in hun ogen- ideale burger in plaats van echte burgers. Dé burger bestaat überhaupt niet, er zijn verschillende burgerschapsstijlen. De politiek moet een doelgroepenbeleid voeren, zoals het bedrijfsleven al veel langer
doet. De wantrouwige buitenstaanders (‘ze interesseren zich toch niet voor mij, het zijn allemaal zakkenvullers’), spreek je anders aan
Als de opkomst bij de Staten verkiezingen hoog is, moeten provinciebestuurders zich zorgen maken. dan de jonge, hoogopgeleide, zakelijk ingestelde burgers (‘what’s in it for me?’). Bij de buitenstaanders moet je benadrukken dat politieke besluiten wel degelijk hun leven beïnvloeden. En je moet hun wantrouwen wegnemen. Dat kan populistisch zoals Fortuyn deed, maar je kunt ook laten zien dat je echt wel iets voor hen doet. Daarbij moet je dan ook concrete resultaten laten zien. En je moet naar deze groep toegaan, ze aanspreken op plekken waar ze zijn. Wat dat betreft was het heel slim van Balkenende om tijdens de verkiezingscampagne bij RTL Boulevard het shownieuws te presenteren. Wat kan de provincie doen? De provincie staat ver af van de burger. Zij kan wel gemeenten stimuleren om het contact met de burger te verbeteren. Bijvoorbeeld door kennis en goede praktijk voorbeelden, te verspreiden. Zelf moet de provincie geen energie steken in een nauwere band met de burger. Zij is een bestuur voor besturen en voor de burger abstract. Dat zal altijd zo blijven. Net zoals de opkomst bij de Statenverkiezingen altijd laag zal zijn. Ik vind dat geen enkel probleem. Alleen als het provinciebestuur het al te bont maakt, zullen de kiezers massaal naar de stembus gaan. Pas bij een hoge verkiezingsopkomst, moet je je als provinciaal bestuurder zorgen maken.
•
hoofdstuk 3
Veiligheid en rampenbestrijding 3.1 Plannen voor rampenbestrijding De gemeenten en de veiligheidsregio’s in oprichting, moeten diverse plannen opstellen voor de rampenbestrijding. De Wet rampen en zware ongevallen, onderscheidt drie plannen: A. Gemeentelijke rampenplannen Het college van burgemeesters en wethouders stelt minstens eens per vier jaar een rampenplan vast. Hierin staan een risico-inventarisatie en de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de gemeente. Ook het beleid voor rampbestrijdingsplannen staat in het rampenplan. Onder het rampenplannen vallen draaiboeken waarin concreet staat wie welke werkzaamheden uitvoert. Gemeenten maken draaiboeken voor bijvoor beeld opvang en verzorging, voorlichting en nazorg. B. Rampbestrijdingsplannen De burgemeester stelt ten minste eens per vier jaar de rampbestrijdingsplannen vast. Het gemeentelijk college is verplicht een rampbestrijdingsplan vast te stellen voor elke ramp of elk zwaar ongeval waarvan plaats, aard en gevolgen te voorzien zijn. Het college bepaalt het beleid. De burgemeester heeft echter de bevoegdheid om ook voor overige risico’s rampbestrijdingsplannen vast te stellen. Voor BRZO-bedrijven van de zwaarste categorie, luchtvaartterreinen en nucleaire objecten (categorie A en B, kernenergiewet), zijn ramp bestrijdingsplannen verplicht. Voor het overige zijn er geen concrete richtlijnen of indicatoren. C. Beheersplannen Een keer per vier jaar stelt het bestuur van de regionale brandweer een beheersplan vast. Het regionaal beheersplan zorgt voor afstemming binnen de verschillende disciplines in de regio. De bij de rampbestrijding betrokken partijen leggen afspraken vast over de kwaliteit en hun eigen bijdragen. De brandweer en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) leggen organisatie, taken, werkwijzen, persoon, materieel, kwaliteitsniveau en verantwoordelijkheden vast in een organisatieplan. 3.1.1 Toezicht op de plannen voor rampenbestrijding Als provincie houden we toezicht op de voorbereiding van de rampenbestrijding door gemeenten en regionale hulpverleningsdiensten. We toetsen de kwaliteit via een toetsings kader dat we samen met de andere provincies hebben ontwikkeld. Gedeputeerde Staten toetsen het gemeentelijk rampenplan, het regionaal beheersplan rampenbestrijding en de organisatieplannen voor de regionale brandweer en de geneeskundige hulpverlenings diensten. De commissaris van de Koningin toetst het rampbestrijdingsplan. De provincie heeft via een medewerker van het kabinet regelmatig contact met de gemeenten en vertegenwoordigers van de veiligheidsregio in oprichting over de voort gang van de voorbereidingen voor de rampenbestrijding. Zo zijn we aanwezig bij de periodieke vergaderingen van de ambtenaren rampenbestrijding en bij diverse thema bijeenkomsten over de rampenbestrijding. De veiligheidsregio’s werken samen met de gemeenten aan de planvorming. Daarnaast leiden oefeningen en de instructie van deelnemers tot een betere bestrijding van rampen en crises. Het met de Wet op de kwaliteitszorg rampen ingezette verbeteringsproces, leidt
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
35
naar mijn overtuiging tot daadwerkelijke verbetering van de kwaliteit van de bestrijding van rampen en crises. Tegelijkertijd constateer ik dat er een aantal knelpunten zijn. Zo is het aantal beschikbare medewerkers bij kleine gemeenten lang niet altijd toereikend om de continuïteit van de rampenbestrijding te garanderen. De weg naar regionale samen werking biedt hier uitkomst. Vooral de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen biedt winstkansen. Ook constateer ik dat voorgenomen wetswijzigingen soms leiden tot een afwachtende houding bij gemeenten en regio’s. Ik neem mijn taak om de voortgang van de kwaliteitsverbetering te bewaken uiteraard serieus en zie er op toe dat het ingezette verbeteringsproces niet stokt. Gemeentelijke rampenplannen Vanaf juli 2005 tot eind 2006 hebben 39 van de 62 gemeenten rampenplannen ingediend op basis van de nieuwe eisen. We hebben de toetsing van deze rampenplannen ten dele afgerond. De overige 23 rampenplannen verwacht ik in het eerste kwartaal van 2007. Daarvan komen de meeste plannen (21) uit de regio Noord-Holland Noord. De gemeenten daar, hebben – na een moeizaam afstemmingstraject – een nieuw regionaal model voor het rampenplan gekozen. Dit is de hoofdreden voor het late indienen van de plannen. We hebben de gemeenten in 2006 een aantal keer aangesproken op de vertraging. Rampbestrijdingsplannen Eind 2006 waren er 24 rampbestrijdingsplannen ingediend vanuit verschillende regio’s (de meeste uit Amsterdam-Amstelland). Elf plannen zijn inmiddels getoetst. Ik verwacht dat wij in april 2007 alle plannen hebben ontvangen. Beheersplannen In 2006 hebben wij vier van de vijf regionale beheersplannen ontvangen. De plannen zijn in 2006 ook getoetst. In maart en november 2006 heb ik de minster van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geïnformeerd over de voortgang en de uitvoering van plannen, met name de regionale beheersplannen. Bij de 5e veiligheidsregio is erop aangedrongen het beheersplan in te dienen. Inmiddels is dat gebeurd. 3.1.2 Terrorismebestrijding Hoe kunnen gemeenten en waterschappen zich op het gevaar van terrorisme voorbereiden? In 2005 heb ik Noord-Hollandse bestuurders uitgenodigd om hierover van gedachten te wisselen en ideeën met elkaar te delen. Burgemeesters hebben toen voorgesteld om de wijze waarop gemeenten zich kunnen voorbereiden in een annex aan het rampenplan van de gemeente toe te voegen. Ik heb toen een lijst met aandachtspunten voor zo’n annex toegezegd. In februari 2006 heb ik een notitie uitgebracht met bestuurlijke aandachts punten per rampbestrijdingsproces en een overzicht van de rollen van de betrokken partijen. Voor het boekje hebben vele partijen een inbreng geleverd en het is breed verspreid. Dat het boekje inspeelde op een behoefte, bleek uit de vele aanvragen, die ook van buiten de provincie kwamen. 3.1.3 Watercalamiteiten In 2006 is de provincie (directie Beleid, sector Water) gestart met de toetsing van calamiteitenplannen van de waterschappen en Rijkswaterstaat in Noord-Holland. Omdat die plannen ook gaan over rampenbestrijding, was ook mijn team hierbij betrokken.
36
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
We hebben vooral gelet op de afstemming tussen deze calamiteitenplannen en de rampen plannen van gemeenten. In 2007 wordt de toetsing afgerond. De overstroming in New Orleans heef ook in Nederland de discussie op doel laaien over de vraag of ons land is voorbereid op grootschalige overstromingen en evacuaties. Dit speelt ook in Noord-Holland. Daarom stond in de training van mijn rampenstaf én in mijn oefening met de zogenoemde rijksheren een grootschalige overstroming op het programma. Ook bij overleggen over plannen voor de bestrijding van overstromingen van de dijk ringen, vervullen mijn medewerkers een actieve rol. De komende jaren geef ik prioriteit aan de voorbereiding op grote overstromingen. Om de voortgang te bewaken wordt dit een vast agendapunt bij het bestuurlijk overleg met de voorzitters van de veiligheidsregio’s en hoogheemraden. 3.1.4 Convenant rampenzender Op initiatief van de provincie is het convenant ‘rampenzender’ gewijzigd. Het nieuwe convenant is op 28 september 2006 ondertekend door de coördinerende burgemeesters van de vijf veiligheidsregio’s, de directeur van RTV-NH en mijzelf. Hiermee is een stap gezet in het sneller en beter informeren van burgers over een ramp. Nadat de sirenes zijn gegaan, kunnen de regionale meldkamers met één druk op de knop 24 uur per dag op radio en TV een officiële overheidsmededeling rechtstreeks uitzenden. Die meldkamers hebben dus een belangrijke rol bij dit proces. We hebben de burger geattendeerd op de rampenzender RTV-NH met posters bij gemeentelijke instellingen, met gratis ansichtkaarten en een verwijzing naar de websites, waarbij ook is verwezen naar de landelijke campagne Denk Vooruit en de website www. crisis.nl. Ik zal erop toezien dat het convenant een praktische uitvoering krijgt in de meldkamers en dat de rampenzender ook deel uitmaakt van oefeningen. 3.2 Congruentie hulpverleningsregio’s Op 30 maart heeft het kabinet het langverwachte besluit genomen over de bevoegdheden in het zuiden van de provincie. De gemeente Haarlemmermeer is voor de brandweer en de geneeskundige hulpverlening (GHOR) ingedeeld bij de veiligheidsregio Kennemerland. Daarmee vallen de hulpverleningsdiensten van de gemeente Haarlemmermeer binnen de politieregio Kennemerland. Dit moet op 1 januari 2007 gerealiseerd zijn. De rust was hiermee echter nog niet weergekeerd. De betrokken bestuurders waren ‘blij’ dat er eindelijk een beslissing was gevallen. Meerderen hadden echter verwacht dat Haarlemmermeer bij de regio Amsterdam zou worden ingedeeld. Hoewel dit ook altijd mijn voorkeur had, respecteer ik de beslissing. De betrokken gemeenten hebben kritiek geuit en voor de Tweede Kamerleden was de kabinetsbeslissing aanleiding om zich over dit dossier te buigen. De vaste kamercommissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties voerde op 20 april een rondetafelgesprek met organisaties en personen over de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de rampenbestrijding Schiphol. Het heeft er in ieder geval toe geleid dat de minister bij de behandeling door de Tweede Kamer een financiële bijdrage van het rijk heeft toegezegd. De minister heeft mij in juni gevraagd het implementatietraject te coördineren. Een uit dagende klus, gezien de verschillende belangen en gevoelens van de betrokken partijen. Ik heb de partijen op één lijn gekregen. Uiteindelijk konden zij zich vinden in het streven
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
37
om de overgang ‘as soon as possible’ te realiseren. Dat houdt in, dat de overgangsdatum, mits voldoende onderbouwd, ook na 1 januari 2007 kan liggen. De minister heeft in augustus hiermee ingestemd. Uit het gezamenlijke plan van aanpak blijkt dat 1 januari 2008 een haalbare overgangsdatum is. De partijen gingen vervolgens voortvarend aan de slag en het proces lag op schema tot er eind 2006 donkere wolken opdoken. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) concludeerde in een conceptrapportage dat de veiligheidsregio Kennemerland een achterstand heeft en (nog) niet kan voldoen aan de basisnormen voor een veiligheidsregio. Dit heeft geleid tot intensief bestuurlijk overleg tussen betrokken partijen en tot bestuurlijke maatregelen van het bestuur van de veiligheidsregio Kennemerland. Hierop zal ik in het volgende jaarverslag ingaan. 3.3 Dreiging uitbraak dierziekten Een uitbraak van vogelgriep in Nederland is een jaarlijks terugkerende dreiging geworden. Evenals de jaren daarvoor is er het afgelopen jaar in Azië, Afrika en in de ons omringende landen België en Duitsland vogelgriep geconstateerd. Om vogelgriep in Nederland te voorkomen heeft de minister van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) maatregelen getroffen. Op Schiphol kwamen matten met een desinfecterende middel en pluimvee moest worden afgeschermd. De regionale geneeskundige hulpverleningsdiensten hebben hun draaiboeken geactualiseerd waarbij ik heb aangedrongen op afstemming met de overige hulpdiensten. Een uitbraak van vogelgriep heeft namelijk ook gevolgen voor de politiecapaciteit en de openbare orde. Ook de provinciale organisatie was alert op mogelijke besmettingen in Noord-Holland. Zo hebben we medewerkers in het veld geïnformeerd over hoe te handelen bij het aantreffen van dode vogels. Ook belden verontruste burgers naar de provincie met vragen over de vogelgriep. We hebben de vragen doorgegeven aan het landelijke informatiecentrum. Ook op de provinciale website stond informatie. In augustus werd op een bedrijf in Kerkrade blauwtong (bluetongue) bij schapen vast gesteld. Een virusziekte die door muggensteken kan worden overgebracht op alle herkauwers. De ziekte is alleen voor schapen gevaarlijk en kan voor hen zelfs dodelijk zijn. Voor de mens is deze dierziekte ongevaarlijk. De minister van LNV besloot het vervoer van herkauwers (runderen, schapen en geiten) uit het gebied te verbieden. Het deel van de provincie onder het Noordzeekanaal viel binnen een afgekondigd toezicht gebied. Ik heb de betreffende Noord-Hollandse burgemeesters direct geïnformeerd. Nadien is op nog vele plekken in Nederland de schapenziekte geconstateerd. Voor mijn provincie heeft dat niet geleid tot strengere maatregelen. Gelukkig bleef ons land een grootschalige uitbraak van vogelgriep en blauwtong bespaard. Alertheid blijft echter geboden. 3.4 Transport nucleair materiaal In mei werd hoogverrijkt uranium getransporteerd vanuit Zijpe via de haven van Den Helder naar de Verenigde Staten. Het was het laatste geplande transport van hoogverrijkt uranium naar de Verenigde Staten. Het Amerikaanse Ministerie van Energie leverde het uranium en nam conform de afspraken het verbruikte uranium weer in voor veilige verwerking en opslag. Het transport verliep vlekkeloos door een goede afstemming van de provincie met de betrokken burgemeesters, Koninklijke marine, transporteur, de
38
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
politiediensten, VROM en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Hoge Flux Reactor (HFR) in Zijpe is begin mei overgegaan naar het gebruik van laagverrijkt uranium. De verbruikte splijtstofelementen van dat uranium zullen te zijner tijd per regulier transport naar de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) in Vlissingen gaan. De COVRA is als enige organisatie in Nederland aangewezen om het Nederlandse afval in te zamelen en veilig op te slaan. Reeds jaren worden enkele malen per jaar vanuit de HFR in Petten gebruikte splijtstof elementen naar het opslaggebouw voor hoogradioactief afval (Habog) van de COVRA vervoerd. Dit transport wordt afgestemd met het Nationaal Coördinatiecentrum van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik informeer de Noord-Hollandse gemeenten en regiokorpsen langs de route, zodat zij bij een eventueel incident de juiste maatregelen kunnen treffen. 3.5 Provinciale coördinatie 3.5.1 Provinciaal Coördinatieplan Als commissaris van de Koningin heb ik een actieve rol bij de bestrijding van (dreigende) calamiteiten in de provincie, met name als de calamiteit meerdere gemeenten treft. Ik treed daarbij vooral op als bestuurlijk coördinator. Waar nodig geef ik leiding aan lokale gezagsdragers. Dit is het geval als zij hun acties onvoldoende afstemmen of onvoldoende rekening houden met bovenlokale belangen Mijn precieze taken staan in het Provinciaal Coördinatieplan dat ik in 2005 heb vastgesteld. 3.5.2 Provinciaal Coördinatiecentrum Om mijn rol in een crisissituatie waar te kunnen maken, beschik ik over een provinciaal Coördinatiecentrum, de zogenoemde bunker. Dat centrum is zo ingericht dat een crisis team er zonodig kan overnachten. Een van mijn medewerkers zorgt ervoor dat het centrum 24 uur per dag operationeel is. Zo is het bij een calamiteit of ramp van cruciaal belang dat de communicatieverbindingen bruikbaar zijn, zodat ik mijn coördinerende taak goed kan uitvoeren. Juist in ongewone omstandigheden, moet je rekening houden met de kans dat traditionele systemen uitvallen. Jaarlijks worden de communicatieverbindingen getest evenals de bereikbaarheid van de in te schakelen mensen in de provincie. Vanwege de nieuwbouwplannen was de bunker in 2006 voor het laatst open voor publiek tijdens de Open Monumentendagen. In 2007 wordt een tijdelijk Provinciaal Coördinatiecentrum ingericht. Bij het uitvoeren van mijn taken bij rampen, wordt ik ondersteund door een provinciale rampenstaf bestaande uit ambtenaren met een specifieke deskundigheid. Afhankelijk van de situatie, kunnen ook gedeputeerden deel uitmaken van mijn rampenstaf. Vanwege de vele personeelswijzigingen in de provinciale organisatie heeft mijn rampenteam in 2006 uitleg gegeven over de provinciale crisisorganisatie aan ongeveer 25 nieuwe mede werkers. 3.5.3 Oefeningen Alle medewerkers die deel kunnen uitmaken van mijn rampenstaf hebben meegedaan aan een workshop scenariodenken en bestuurlijke advisering. In scenario’s denken betekent dat je tijdens een crisis een prognose kan maken van de ontwikkelingen in de komende
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
39
uren en dagen. Op basis daarvan bepaal je welke maatregelen je neemt. Dit is niet gemakkelijk omdat in crisisomstandigheden de korte termijn, datgene wat urgent is, centraal staat. Het is de kunst om daarvan afstand te nemen en vooruit te denken. In de workshop werd dit geoefend met twee scenario’s: een grote overstroming en een uitval van de stroomvoorziening bij slecht weer. Zelf heb ik in 2006 een oefening gehouden met de rijksheren. Dat zijn vertegenwoordigers van de verschillende ministers in de provincie bij de bestrijding van een crisis. Ook hier speelde een grootschalige overstroming. De andere casus betrof een uitbraak van een griepepidemie. 3.5.4 Rijksheren Het Beleidsplan Crisisbeheersing 2004-2007 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdt in dat we niet meer focussen op algemene rampenbestrijding, maar op alle mogelijke crisistypen. Of het nu gaat om een overstroming, een ontploffing met gevaarlijke stoffen, een griepepidemie, een verstoring in de energievoorziening of een dierziekte die de landbouwsector lam legt, de overheid dient zo effectief mogelijk en waar nodig gecoördineerd op te treden. Dat betekent dus betrokkenheid van alle relevante functionele ketens, zoals waterbeheer, infrastructuur, energievoorziening, volks gezondheid en economie. De rijksheren – van oudsher vertegenwoordigers van die ketens – verdienen daarom een sterke positie binnen de crisisbeheersing. Ik zal dan ook in 2007 opnieuw een oefening met de rijksheren organiseren. Tevens laat ik in 2007 een leidraad maken over de rol van de individuele rijksheren binnen de crisisbeheersing. Mijn doel is dat de veiligheidsregio’s in Noord-Holland bij de voorbereiding op crisisbeheersing rekening houden met de rol van de rijksheren en hun beleidsterreinen. Als coördinerend rijksheer voor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is dit ook mijn taak. 3.6 Risicokaart Gemeenten hebben de wettelijke taak hun inwoners te informeren over rampen en zware ongevallen die hen kunnen treffen. Met de risicokaart kan de gemeente dit doen. De kaart biedt burgers informatie over risico’s in hun woon-, werk- of leefomgeving. De site www. crisis.nl, bekend van de landelijke campagne Denk Vooruit, maakt ook gebruik van deze gegevens. Hoewel in de loop van 2006 veel gemeenten de gewenste informatie op de Wat staat er op de risicokaart 1
Bedrijven en transport van gevaarlijke (brandbare, giftige of explosieve) stoffen
2
Bedrijven waar kernongevallen kunnen plaatsvinden
3
Vliegvelden
4
Vaarroutes en watergebieden
5
Wegen en spoorwegen
6
Tunnels
7
Geologische structuren in verband met aardbevingen
8
Grote gebouwen waarin zich veel personen bevinden of extra kwetsbare groepen (zieken, kinderen)
9
Evenementen en activiteitenlocaties
10 Overstromingsgebieden 11 Brandbare natuurgebieden
40
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
risicokaart hebben gezet vind ik het zorgelijk dat de risicokaart nog steeds niet door alle bevoegde instanties is ingevuld. Sinds 7 februari 2006 is de risicokaart van Noord-Holland beschikbaar op www.noord-holland.nl/risicokaartpub/risicokaart.html of www.risicokaart.nl. Behalve een informatiebron voor de inwoners, is de risicokaart ook een hulpmiddel bij het ontwikkelen van beleid en bij besluitvormingsprocessen. Met behulp van de risicokaart is het mogelijk risico’s of de blootstelling daaraan te voorkomen of te verkleinen. Denk daarbij aan de aanleg van een nieuwe woonwijk of het verlenen van milieu- en vestigings vergunningen. De informatie op de risicokaart helpt ook operationele diensten, zoals de brandweer en politie, bij de voorbereiding van het bestrijden van ongevallen en rampen. Speciaal voor de professionele gebruikers is er in 2006 een meer gedetailleerde risicokaart beschikbaar gekomen inclusief informatie over kleinere bedrijven, kwetsbare bestemmingen en extra informatie over risico- en effectcontouren. Al met al is de start redelijk goed. Naar mijn mening biedt de risicokaart nu al veel bruik bare informatie. Het feit dat alle professionele partijen via de risicokaart over dezelfde actuele informatie beschikken levert, een hoop efficiency en effectiviteit op bij het voor komen en bestrijden van rampen. Voor 2007 verwacht ik dat de risicokaart alle relevante ramptypen in beeld brengt, zodat: • Inwoners inzicht hebben in de actuele risico’s in hun (directe) omgeving. • Professionele gebruikers risico’s op rampen of calamiteiten kunnen verminderen en de bestrijding beter kunnen voorbereiden.
Risicokaart; versie december 2006
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
41
3.7 Toezicht op noodverordeningen Op grond van de Gemeentewet mag de burgemeester bij vrees voor ernstige ordeverstoringen of gevaarlijke situaties tijdelijke noodmaatregelen nemen. Dit mag uitsluitend als de gewone middelen niet volstaan. Om onzorgvuldig gebruik van deze zeer vergaande bevoegdheden te voorkomen, moet de burgemeester een noodverordening direct overhandigen aan de gemeenteraad, de officier van justitie en aan mij. De gemeenteraad moet de verordening zo snel mogelijk bekrachtigen. Zolang dit niet is gebeurd, kan ik de verordening schorsen. Als de gemeenteraad de noodverordening niet bekrachtigt, kan de burgemeester bij mij in beroep gaan. Dit heeft zich evenals voorgaande jaren niet voorgedaan. Ik heb afgelopen jaren wel enkele malen een advies gegeven over de inhoud van een noodverordening en daarbij geadviseerd om: • Terugkerende maatregelen in een reguliere verordening te regelen. • Noodverordeningen onmiddellijk rond te zenden. • Wanneer een situatie te voorzien is voor het ingaan van de noodverordening, deze met de gemeenteraad te bespreken.
• • • •
Afgelopen jaar heb ik acht noodverordeningen ontvangen voor: Extra maatregelen tijdens de viering van oud en nieuw. Het verwijderen van een bom uit de Tweede Wereldoorlog in het centrum van Purmerend. Maatregelen om de veiligheid rond het Bos en Lommerplein te garanderen. Maatregelen tijdens risicovolle voetbalwedstrijden (vijf noodverordeningen). Ik heb de noodverordeningen getoetst en de noodverordeningen zijn door de gemeente raden bekrachtigd.
42
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
Goed burgerschap en democratie Aan het woord Klaartje Peters, bestuurskundige en auteur van Het opgeblazen bestuur, een kritische kijk op de provincie Wat is goed burgerschap? Als je je aan de wet houdt ben je een goed burger. Meer hoeft niet. Elkaar helpen, de
Je kunt je afvragen of er bij de provincie wel politiek wordt bedreven. geschiedenis van Nederland kennen, het is op zich belangrijk, maar je moet het niet willen opleggen. Dan ben je aan het betuttelen. Burgers hoeven van mij ook niet te stemmen. Stemrecht is een recht, je kunt er wel of geen gebruik van maken. En de overheid? Die moet zich uiteraard ook aan de wet houden. En sober omgaan met publieke middelen. Natuurlijk kun je allerlei problemen bedenken waar je als maatschappij iets aan zou willen doen. Maar dat moet je alleen doen, als het zin heeft, als je echt iets kunt oplossen. In uw boek stelt u dat de provincie geld verspilt en teveel aspiraties heeft. De provincie zoekt wanhopig de waardering van de burger. Dat neemt pijnlijke vormen aan. Welzijnsprojecten worden opgezet, alleen maar om te laten zien dat de provincie meetelt. Enorme budgetten gaan naar cam pagnes met als boodschap: kijk eens wat wij allemaal doen! Als overheid moet je infor meren over bijvoorbeeld subsidieregelingen, maar je moet niet op kosten van de burgers vertellen hoe geweldig je bent. Moet de provincie de burger dan maar opgeven? Het heeft geen zin om de kiezers er met de haren bij te slepen. Op provinciaal niveau wordt veel nuttig werk gedaan, maar je kunt
je afvragen of er wel politiek wordt bedreven. Er liggen geen schokkende keuzes voor. Niet verbazingwekkend dus dat de kiezers niet komen. Uit onderzoek blijkt ook dat mensen die wel stemmen, dit ofwel doen uit plichts besef, ofwel omdat de verkiezingsuitslag ook de samenstelling van de Eerste Kamer bepaalt. Geen Statenverkiezingen gaat misschien ver, maar als de opkomst nog verder daalt, moet je deze oplossing niet uitsluiten. Er moet dan wel een andere vorm van controle komen,
Je moet niet op kosten van de burger campagne voeren en vertellen hoe geweldig je bent. vanuit het Rijk of de gemeenten. Je kunt niet duizend ambtenaren zomaar beleid laten uitvoeren. En de ruimtelijke ordening dan, dat is toch vechten om schaarse ruimte? Daar ben ik niet uit. Het is inderdaad zo dat in Nederland iedereen de schaarse ruimte claimt. Daar verwacht je dus een enorme belangenstrijd. Maar ik heb ‘m niet teruggezien bij de provincie. Tijdens mijn onderzoek ben ik weinig voorbeelden tegengekomen waar de provincie het verschil maakte. Waar zonder de provincie geen natuur maar een bedrijven– terrein zou zijn. De vraag is interessant of de provincie bij de ruimtelijke ordening wel knopen doorhakt. Reacties op uw boek? Eigenlijk lijkt iedereen mijn analyse te delen. Ook provinciebestuurders. Maar het afschaffen van verkiezingen, gaat ze veel te ver. Dat mag en is ook logisch. Alleen, hoe willen zij het probleem dan oplossen?
•
Jaarverslag CvdK 2006 – Veiligheid en rampenbestrijding
43
Jaarverslag CvdK 2006 – Titel Hoofdstuk
45
Mr. Stanga, Suriname, uitvaartplechtigheden “De Laatste Groet” Amsterdam
hoofdstuk 4
Politie 4.1 Discussie over betere politiezorg Het demissionaire kabinet heeft op 21 november 2006 haar conceptwetsvoorstel voor een nieuwe Politiewet aan de Tweede Kamer aangeboden. Volgens dat voorstel gaan de huidige 25 regionale korpsen en het Korps Landelijke Politiediensten op in één organisatie met eigen rechtspersoonlijkheid. De directieraad werkt onder ver antwoordelijkheid van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie. Ik heb een toezichthoudende rol op het functioneren van de politie en ben van mening dat een onafhankelijke raad de politie moet aansturen. Als de minister zijn voorstel uitvoert, is de kans groot dat de aansturing gebeurt op basis van steeds andere prioriteiten, al dan niet als reactie op toevallige media-aandacht. Ik pleit daarom voor een sterke onafhankelijke raad die zorgt dat de politie professioneel en integer werkt en open staat voor vernieuwingen. Met een actieve opstelling tijdens discussies en met toespraken probeer ik de hervorming van het politiebestel verder te brengen. Samenwerking Gelukkig zoeken de Noord-Hollandse regiokorpsen steeds vaker de voordelen van samen werking met elkaar. Zo hebben de regiokorpsen Zaanstreek-Waterland, Noord-Holland Noord en Kennemerland een samenwerkingsconvenant getekend en werken zij op steeds meer terreinen nauw samen. Ook worden afdelingen of bureaus samengevoegd bijvoor beeld op het gebied van opsporingen. Het regiokorps Gooi en Vechtstreek werkt op steeds meer terreinen samen met Flevoland en Utrecht. De initiatieven van korpsen om tot efficiënter en beter politiewerk te komen juich ik van harte toe. Bij mijn werkbezoeken – die ik met het hoofd van het Openbaar Ministerie afleg – informeert de korpsleiding mij hierover. Politiemensen vertellen dan enthousiast over het wegwerken van de regionale hobbels en de resultaten van de samenwerking. Terwijl politiemensen de voordelen zien, blijkt het telkens weer lastig om de samenwerking in het huidige politiebestel ook bestuurlijk goed te regelen. De vraag om een efficiëntere en effectievere politieorganisatie zal echter niet verdwijnen en daarmee blijft discussie over hervorming van de Politiewet ook de komende jaren op de politieke agenda. Ik blijf goed politiewerk waar nodig ondersteunen en zet mijn pleidooi voor verdere professionalisering van politiewerk voort. 4.2 Politiebijstand In overleg met het hoofd van het Openbaar Ministerie verzorg ik politiebijstand voor de Noord-Hollandse politieregio’s. Dat houdt in dat een regiokorps of de Koninklijke Landelijke Politie Dienst politiemensen of materieel levert aan een politieregio die daarom vraagt. Dat kan ook een politieregio zijn in een andere provincie. Bijstand van korpsen buiten Noord-Holland bestaat vooral uit specialisten en speciaal materiaal, zoals politieruiters of een helikopter met videocamera.
46
Jaarverslag CvdK 2006 – Politie
4.2.1 Bijstandsverzoeken Tot 2005 groeide het aantal bijstandsaanvragen. Sinds 2005 daalt het aantal verzoeken licht door minder politie-inzet bij voetbalwedstrijden. Volgens cijfers van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme is de afname van politie-inzet bij voetbalwedstrijden een landelijke trend. Het aantal politiemensen bij competitiewedstrijden in de ere- en eerste divisie is met ongeveer tien procent gedaald terwijl de politie-inzet bij play off-wedstrijden is toegenomen. Als ik de gevraagde bijstand noodzakelijk vind, bepaal ik welk regiokorps politiemensen kan leveren. Hierbij probeer ik de extra inzet van politiemensen in gelijke mate over de Noord-Hollandse korpsen te verdelen. Ook let ik erop dat de korpsen die mensen uit lenen, zelf over voldoende menskracht blijven beschikken. Een medewerker van het kabinet is 24 uur per dag bereikbaar voor bijstandsaanvragen. Hij heeft vrijwel dagelijks telefonisch contact met de regiokorpsen en informeert mij over de aanvragen, de mogelijkheden en het inzetten van extra politie of materieel. Daarnaast evalueren we regelmatig de bijstandsverlening met de korpsen waarbij we knelpunten zoveel mogelijk definitief oplossen. Voorbeelden van bijstand in 2006 • In Purmerend leverden korpsen van binnen en buiten de provincie bijstand voor het afzetten en bewaken van het terrein bij de ontmanteling van een bom. • Tijdens de jaarwisseling kreeg de politieregio Noord-Holland Noord bijstand van de Koninklijke Marechaussee om eventuele rellen vroegtijdig de kop in te drukken. • De politieregio Amsterdam-Amstelland kreeg tijdelijk ondersteuning van de Koninklijke Marechaussee bij bewaking rond het Amerikaans consulaat. Overzicht bijstandsverlening politie in 2006 Politieregio’s Geleverde bijstand Geleverde bijstand Totaal
buiten de provincie
binnen de provincie
Amsterdam-Amstelland 7
17
24
Kennemerland 3
11
14
Gooi en Vechtstreek 4 3 7 Zaanstreek-Waterland
1
Noord-Holland Noord
0
6
6
15
43
58
Totaal
6 7
Politieregio’s Ontvangen bijstand Ontvangen bijstand Totaal Amsterdam-Amstelland
buiten de provincie
binnen de provincie
15 8
23
Kennemerland 4 7
11
Gooi en Vechtstreek
1
0
1
Zaanstreek-Waterland 4 4 8 Noord-Holland Noord Totaal
2
11
13
26
30
56
Jaarverslag CvdK 2006 – Politie
47
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de ondersteuning van de marechaussee toegestaan als proef en wil Defensie vaker inzetten. Bijstand is volgens mij echter niet bedoeld voor het oplossen van structurele capaciteitsproblemen bij de politie. Ik was het daarom niet eens met deze bijstand die het wezenlijke knelpunt in stand houdt. Naar mijn mening is streng interbestuurlijk toezicht nodig om korpsen te stimuleren op zoek te gaan naar structurele en innovatieve verbeteringen.
48
Jaarverslag CvdK 2006 – Politie
Goed burgerschap en democratie Aan het woord Inge van der Vlies, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Amsterdam Wat is goed burgerschap? Een goed burger is iemand die zich inzet voor de publieke zaak. Daarbij gaat het om verplichtingen tussen burgers onderling en om betrokkenheid bij de publieke zaak: je inspannen om principes die jij belangrijk vindt, publiek te maken. Dat kan door politieke functies en openbare ambten te bekleden, maar ook door betrokken te zijn bij organisaties die iets doen voor anderen. Meer burgerschap betekent dat je minder hoeft te formaliseren, de samenleving wordt democratischer. Waarom is goed burgerschap zo’n issue op dit moment? We zijn zoekende. Door de multiculturele samenleving, de opname van Nederland in de Europese Unie en onze gebondenheid
Je moet niet alleen een goed Nederlander zijn maar ook goed Europeaan en wereldburger. Dat is lastig. aan internationale verdragen, is verwarring ontstaan over goed burgerschap. Je moet niet alleen een goed Nederlander zijn maar ook goed Europeaan en wereldburger. Dat is lastig. Maar we kunnen er niet omheen. De multiculturele samenleving en de inter nationale banden zijn een gegeven. In het vacuüm waarin we zitten, zie je dat mensen goed burgerschap definiëren zoals het hun op een bepaald moment uitkomt. Wilders twijfelt aan de loyaliteit van mensen met een dubbele nationaliteit. Op welke definitie van burgerschap baseert hij dat? Ik zou willen dat politici uitdragen dat goed burgerschap gaat om het behartigen van de publieke zaak en niet om allerlei formaliteiten. Integratie, het
Neem je de publieke zaak als criterium, dan is Aboutaleb een modelburger. goed met elkaar omgaan, wordt dan ook veel eenvoudiger. Neem je de publieke zaak als criterium, dan is Aboutaleb een modelburger. Passen inburgeringscursussen bij goed burgerschap? Inburgering is nuttig. Als je ergens naartoe gaat, is het van belang dat je de taal leert spreken en enig inzicht krijgt in de identiteit van de mensen, het gebied waar je naartoe gaat. Maar de inburgering is te eenzijdig. Degene die ontvangt, hoeft weliswaar minder moeite te doen dan de gast, maar moet toch ook een inspanning leveren. Daarmee pleit ik niet voor verplichte cursussen voor autoch tonen. Wel voor initiatieven als ‘Inburgering Andersom’ en tentoonstellingen over Marokko en Turkije in de Nieuwe Kerk. Geen droge educatie, maar leren door ervaring. Kan de provincie hier iets in betekenen? De provincie kan op cultuurgebied met glans haar van oudsher coördinerende rol vervullen. Zij kan bijvoorbeeld ‘inburgeren andersom’ promoten bij gemeenten. Ook kan zij exposities en voorstellingen mogelijk maken. Een Indonesische dansvoorstelling, kan puur traditioneel zijn, maar kan ook een voor stelling zijn van dansers die in Nederland wonen en die oude en nieuwe rituelen heb ben verweven. Doordat verschillende mensen hiernaar kijken en er met elkaar over praten krijg je een vloeiende identiteit. Het is een vaag verhaal, maar identiteitsprocessen gebeuren grotendeels in het onderbewuste. Cultuur is daarbij een kracht. De provincie, die niet zo’n politieke bestuurslaag hoeft te zijn, kan hier een prachtige rol spelen.
•
Murat Tastan, Koerdisch Turk, bedrijfadviseur/ondernemer/econoom, Haarlem
hoofdstuk 5
Representatie 5.1 Ambtsbezoeken Om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in de Noord-Hollandse gemeenten, bezoek ik regelmatig gemeenten. Ik informeer Gedeputeerde Staten en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over deze bezoeken, die ik als een belangrijk onderdeel van mijn werk beschouw. In 2006 heb ik, samen met mijn kabinetschef of zijn plaatsvervanger, een bezoek gebracht aan de gemeenten Heiloo, Hoorn, Opmeer, EdamVolendam, Wijdemeren en Ouder-Amstel en aan de Amsterdamse stadsdelen Noord, Watergraafsmeer, Centrum en Osdorp. Voor het bezoek, stellen we samen met de gemeente of het stadsdeel een programma op, waarbij wij de gemeenten uitnodigen om ook zelf bespreekpunten aan te dragen. Ik begin een ambtsbezoek met een gedachtewisseling met burgemeesters en wethouders. Aansluitend volgt een bezoek aan interessante plaatsen, bedrijven of instellingen van de gemeente. Daarna heb ik een gesprek met de raad. Het bezoek wordt afgesloten met een ontmoeting met vertegenwoordigers van allerlei maatschappelijke groeperingen. 5.2 Prins Bernhard Cultuurfonds In 2006 ontving het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland, waarvan ik voorzitter ben, 331 subsidieverzoeken. 270 subsidieaanvragen zijn toegekend. In totaal hebben we 734.550 euro subsidie verstrekt. De fondsen bestaan grotendeels uit particuliere giften. In 2006 bracht de jaarlijkse collecte in 56 gemeenten 162.575 euro op. Het Prins Bernhard Cultuurfonds bestond tot 1 juli 2006 uit twaalf provinciale en drie grootstedelijke afdelingen en het landelijk bureau. De drie grootstedelijke afdelingen zijn toegevoegd aan de provincies. Vanaf 1 januari 2007 is de afdeling Amsterdam onderdeel van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland. In 2006 is de Prijs voor Culturele Arbeid voor de veertiende keer uitgereikt. Het was mij een eer de prijs van 7.500 euro overhandigen aan de Stichting Amateur toneelgezelschap De Plankeniers te Naarden. Dit toneelgezelschap bestaat al zestig jaar en geniet, ook buiten het Gooi, bekendheid door een programmering van hoog artistiek niveau. Met hulp van vele vrijwilligers exploiteert het toneelgezelschap een eigen theatergebouw. 5.3 Van Kemenadeprijs In 2006 was er weer een winnaar van de prof. dr. J.A. van Kemenadeprijs die om de drie jaar naar een persoon gaat met bijzondere verdiensten voor het openbaar bestuur. Op 28 augustus heb ik de prijs mogen uitreiken aan professor Douwe Jan Elzinga, hoog leraar Staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Elzinga was onder meer voorzitter van de Staatscommissie Dualisme en lokale democratie. De Van Kemenadeprijs is in 2002 door het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland ingesteld als eerbetoon aan Jos van Kemenade, van 1992 tot 2002 commissaris van de Koningin in Noord-
52
Jaarverslag CvdK 2006 – Representatie
Holland. Bij zijn afscheid, was Van Kemenade de eerste die de prijs in ontvangst nam. De prijs bestaat uit twee beelden: Een wisseltrofee en een klein beeld als blijvend aandenken voor de winnaar.
Jaarverslag CvdK 2006 – Representatie
53
Aziz Bekkaoui, Marokaan, modeontwerper, Amsterdam
Goed burgerschap en democratie Aan het woord Evelien Tonkens, hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam Wat is goed of actief burgerschap? Mensen beginnen een nieuwe sportactiviteit De opvattingen hierover verschillen. Wel zie voor de jeugd of organiseren een straatfeest. je een verschuiving van politiek burgerschap naar sociaal burgerschap: voor anderen zor gen, vrijwilligerswerk doen. Vooral bestuurders willen dit graag. Uit ons onderzoek blijkt dat ook witte hoog opgeleide Nederlanders die opvatting delen. Lager opgeleiden en alloch tonen denken meer aan individuele rechten. Dit is logisch, voor hen is nog niet alles goed geregeld. De globetrotters, mensen met top Het schijnt dat er nog nooit zoveel straatfeesten zijn gehouden als de afgelopen jaren. Uit on derzoek van het Sociaal Planbureau blijkt ook dat veertig procent van de mensen iets voor de buurt wil doen. In de betere buurten meer dan in de achterstandswijken en alloch tonen meer dan autochtonen. In de armste wijken zijn de sociale voorzieningen niet op basisniveau. Dan kun je niet verwachten dat men functies bij internationale bedrijven, hebben sen actief worden. Niemand wordt graag voor we overigens niet geïnterviewd. Het kan goed leesmoeder op een school die er belabberd uit zijn dat zij minder betrokken zijn bij Neder ziet en waar het personeel moedeloos is. land en weinig voelen voor sociaal burger schap. Is actief burgerschap voorwaarde voor de democratie? Vanwaar dat verlangen naar sociaal De oude modellen, verzorgingsstaat en terug burgerschap? tredende overheid, werken niet. We zoeken Lang is gewerkt aan het opbouwen van de naar een nieuwe verhouding tussen overheid, verzorgingsstaat waarbij burgers allerlei indivi burgers en organisaties. Actief burgerschap duele rechten kregen. Vervolgens kwam de maakt daar deel van uit. vraag op of de verzorgingsstaat niet teveel pamperde, burgers passief maakte. Met als Heeft de provincie een rol in deze reactie het terugtreden van de overheid. Nu zoektocht? blijkt dat minder overheidsbemoeienis niet Niemand let bij dit onderwerp op de provincie. automatisch leidt tot actievere en socialere In die luwte kun je experimenteren. Voor burgers. Et voilà de nieuwe trend: sociaal ruimtelijke ordening, kun je denken aan burgerschap. burgerpanels die plannen van een ‘burger advies’ voorzien. Als je de panelleden kort Kan de overheid burgers socialer maken? schoolt en zo selecteert dat zij de bevolking Dat kan heel goed. Projecten die burgers sti representeren, wint de inspraak aan kwaliteit. muleren om vrijwilligerswerk te doen of zich De panelleden voelen zich ook meer in te spannen voor de buurt, zijn vrij succes verantwoordelijk voor het algemeen belang Zij zijn immers uitverkoren om voor andere vol. VROM stelt voor 56 achterstandswijken burgers advies te geven. geld voor dit soort projecten beschikbaar.
Niemand wordt graag voor leesmoeder op een school die er belabberd uitziet.
Er zijn nog nooit zoveel straatfeesten gehouden als de afgelopen jaren.
•
hoofdstuk 6
Koninklijke onderscheidingen en predikaten Als voor een inwoner van Noord-Holland een Koninklijke onderscheiding wordt aangevraagd, breng ik daar advies over uit. Ook adviseer ik over het toekennen van predikaten ‘Koninklijk’ en ‘Hofleverancier’ aan ondernemingen in Noord-Holland en het toekennen van het predikaat of een Koninklijke erepenning aan verenigingen in Noord-Holland. 6.1 Koninklijke onderscheidingen In 2006 zijn 985 decoratievoorstellen ingediend: 444 tussentijdse voorstellen en 541 voor stellen voor de Algemene Gelegenheid, beter bekend als de Lintjesregen. 6.1.1 Tussentijdse voorstellen In 2006 hebben burgemeesters in Noord-Holland 442 tussentijdse voorstellen ingediend. 92 onderscheidingen ofwel 20,8 procent werden aangevraagd voor een vrouw. 395 voor stellen zijn gehonoreerd. Daarnaast heb ik zelf twee voorstellen ingediend voor vertrekkende Noord-Hollandse burgemeesters. Deze zijn allebei gehonoreerd. 33 voorstellen zijn afgewezen, 12 voorstellen zijn doorgeschoven naar Koninginnedag 2007 en vier voor stellen zijn ingetrokken. Drie van de gehonoreerde Koninklijke onderscheidingen zijn geweigerd.
Jaarverslag CvdK 2006 – Koninklijke onderscheidingen en predikaten
57
De verdeling van de 395 Koninklijke onderscheidingen: Lid in de Orde van Oranje-Nassau 319 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau 49 Officier in de Orde van Oranje-Nassau 20 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw 7 De onderscheiding Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw ging onder andere naar schaatser Bob de Jong voor het behalen van Olympisch goud op de tien kilometer. De in maart en april toegekende onderscheidingen waren grotendeels voor vertrekkende raadsleden. Van de 33 afgewezen voorstellen betrof een groot deel een onderscheiding voor vertrekkende wethouders. Op grond van het Ordereglement (artikel 9) zijn deze voorstellen doorgezonden. Sinds het dualisme komen wethouders niet meer automatisch in aanmerking voor een Koninklijke onderscheiding. Een deel van de voorstellen is afgewezen vanwege verkeersmisdrijven of overtredingen van de betrokkenen. 6.1.2 Lintjesregen Koninginnedag Van de 541 voorstellen voor Koninginnedag 2006 zijn er 536 door burgemeesters ingediend en vier door mijzelf. Mijn voorstellen betroffen drie burgemeesters en een ambtenaar van de provincie Noord-Holland. Twee burgemeesters en de ambtenaar zijn benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Een voorstel is aangehouden. 465 voorstellen zijn gehonoreerd, 76 voorstellen werden afgewezen. 55 personen kregen geen onderscheiding na een negatief advies van de burgemeester of mijzelf. Bij een aantal personen was het negatieve advies het gevolg van informatie uit de justitiële documentatie. Op grond van artikel 9 van het Ordereglement worden die voorstellen doorgezonden. Daarnaast werden drie voorstellen ingetrokken en overleed een persoon na tekening van het Koninklijk besluit.
Overzicht gehonoreerde voorstellen Koninklijke onderscheidingen 1996-2006 600
500
400
300
200
100
'96
'97
'98 Koninginnedag
58
'99
'00
'01
'02
'03
Tussentijds
Jaarverslag CvdK 2006 – Koninklijke onderscheidingen en predikaten
'04
'05
'06
Van de 541 voorstellen werden er 170 voor een vrouw aangevraagd, dat is 31,4%. De 465 toegekende Koninklijke onderscheidingen zijn als volgt verdeeld: Lid in de Orde van Oranje-Nassau 358 Lid in de Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden 1 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau 91 Officier in de Orde van Oranje-Nassau 13 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw 2 Uitreiking op het provinciehuis Welgelegen Ter gelegenheid van Koninginnedag 2006 mocht ik op het provinciehuis een Koninklijke onderscheiding uitreiken aan burgemeester van Castricum mevrouw Emmens-Knol, waarnemend burgemeester van Medemblik de heer Ho ten Soeng, kunstcoördinator van de provincie Noord-Holland de heer Bosch en de heer Korten, rentmeester bij de Stichting Goois Natuurreservaat. Zij zijn allen Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De heer Straver, oud- korpschef van de Regiopolitie Hollands Midden werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. 2006 was in dit opzicht ook voor mij een bijzonder jaar omdat ook ik een Koninklijke onderscheiding kreeg. De heer Remkes, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties heeft mij op 27 april de onderscheiding Officier in de Orde van Oranje-Nassau uitgereikt.
Jaarverslag CvdK 2006 – Koninklijke onderscheidingen en predikaten
59
6.2 Predikaten en erepenningen Koningin Beatrix geeft ieder jaar verschillende Noord-Hollandse ondernemingen en verenigingen het recht tot het voeren van het predikaat ‘Koninklijk’ of het Koninklijk Wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Ook kent zij Koninklijke erepenningen toe. De koningin kent deze onderscheidingen persoonlijk toe en uit hiermee haar waardering voor bewezen kwaliteit en/of cultureel en maat schappelijk belang van de onderneming of vereniging. Ik breng een eindadvies uit over de aanvragen van ondernemingen of verenigingen aan Hare Majesteit de Koningin. Ik toets hiervoor de aanvraag aan de richtlijnen van de koningin. Daarbij baseer ik mij ook op gegevens van de aanvragende organisatie, het advies van de burgemeester en (voor predikaten) de adviezen van de Kamer van Koophandel en diverse ministeries, met name de ministeries van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werk gelegenheid. 6.2.1 Predikaat Koninklijk en Hofleverancier Het predikaat ‘Koninklijk’ is voorbehouden aan grote Nederlandse ondernemingen en verenigingen die op hun gebied een vooraanstaande plaats innemen. Ondernemingen die behoren tot het midden- en kleinbedrijf en een lokale of regionale uitstraling hebben, kunnen in aanmerking komen voor het recht tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. De belangstelling voor deze onderscheidingen blijft onverminderd groot. In 2006 heb ik zowel voor het predikaat ‘Koninklijk’ als voor het predikaat ‘Hofleverancier’ aanvragen behandeld. Ik kan deze lang niet altijd honoreren. De criteria zijn streng. Zo komt een onderneming of vereniging slechts in aanmerking voor een predikaat als ze minstens honderd jaar bestaat en er bovendien sprake is van een bijzonder jubileum of een zeer bijzondere gebeurtenis. Daarnaast moet de aanvragende instantie in haar branche, maar ook binnen haar geografische werkgebied een vooraanstaande plaats innemen. Daarbij let ik ook op de aard van de activiteiten, de financiële situatie en de bedrijfsvoering, waaronder de zorg voor veiligheid en welzijn van werknemers. Hoewel uitzonderingen op de richtlijnen in beginsel mogelijk zijn, worden deze zelden gemaakt. Zo behouden de predikaten een exclusief karakter. Predikaat Koninklijk Voor het predikaat ‘Koninklijk’ ligt de lat hoog. Aanvragen leiden niet vaak tot een positief resultaat. Overigens hoeft dit niet aan de kwaliteit van de onderneming of vereniging te liggen: vaak is de omvang of het geografisch werkgebied van de betreffende organisatie niet groot genoeg om voor het predikaat in aanmerking te komen. In 2006 ontving ik zes aanvragen. Slechts eenmaal is het predikaat Koninklijk in de provincie Noord-Holland verleend en wel aan De Vries Scheepsbouw B.V. te Aalsmeer. Twee aanvragen heb ik nog in behandeling. Daarnaast heb ik tweemaal advies uitgebracht over een verzoek tot behoud van het predikaat ‘Koninklijk’ na een statutenwijziging bij een onderneming. Deze verzoeken zijn gehonoreerd. Een van deze ondernemingen is niet langer gevestigd in Noord-Holland. Ik heb het dossier overgedragen aan de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht.
60
Jaarverslag CvdK 2006 – Koninklijke onderscheidingen en predikaten
Predikaat Hofleverancier In 2006 had ik twaalf aanvragen voor het predikaat ‘Hofleverancier’ in behandeling. Ik heb over zes aanvragen advies uitgebracht, over vijf aanvragen kan ik dat pas in 2007 doen. Bij één aanvraag heb ik afgezien van een advies, omdat de onderneming niet voldeed aan het bestaanscriterium van 125 jaar. De Koningin heeft twee aanvragen afgewezen en drie aanvragen gehonoreerd. Over één aanvraag moet zij nog beslissen. De volgende bedrijven mogen het Koninklijk Wapen voeren met het predikaat Hofleverancier: Schmidt Optiek in Amsterdam, Brood- en Banketbakkerij Mur in Loosdrecht en Scheeps werf A. van Dam en Zoon B.V. in Aalsmeer. Eenmaal heb ik advies uitgebracht over een verzoek tot bestendiging van het predikaat ‘Hofleverancier’ na het verlopen van de geldigheidstermijn. Het predikaat is bestendigd. Op verzoek van de Dienst van het Koninklijk Huis is één onderneming aangeschreven omdat het bij de facturering ten onrechte gebruik maakt van een afbeelding van de Koninklijke Kroon, hetgeen niet behoort tot het verleende predikaat Hofleverancier. Een andere onderneming is aangeschreven omdat het zich ten onrechte presenteerde als Hofleverancier. De onderneming heeft inmiddels het uithangbord met het niet officiële Koninklijk Wapen verwijderd. 6.2.2 Koninklijke erepenning Verenigingen en instellingen kunnen in aanmerking komen voor een Koninklijke erepenning. Zij moeten dan wel minstens vijftig jaar bestaan. Behalve in zeer bijzondere gevallen, wordt de penning slechts verleend bij de viering van het vijftigjarig bestaan - of een volgend meervoud van vijfentwintig jaar - van de vereniging of instelling. In 2006 heb ik aanvragen van dertien verenigingen behandeld. De koningin heeft zeven aan vragen gehonoreerd: vier uit 2006 en drie uit 2005. Eén aanvraag uit 2006 wees zij af, evenals twee aanvragen uit 2005. Twee aanvragen heb ik, na overleg met de betreffende burgemeester en de dienst van het Koninklijk Huis, niet behandeld. Van twee aanvragen die zijn ingediend voor 2007 is er reeds één gehonoreerd, de andere aanvraag is nog in behandeling. De volgende verenigingen kregen in 2006 de Koninklijke Erepenning: Bij het 125-jarig jubileum • IJsvereniging Nut en Vermaak in Burgerbrug in Zijpe
• • • • •
Bij het 100-jarig jubileum De Amsterdamse Hengelsport Vereniging Bloemenvereniging Flora in Den Oever, gemeente Wieringen Enkhuizer Harddraverijvereniging Sportclub ’t Gooi in Hilversum Hengelsportvereniging Haarlem
Ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum • Voetbalvereniging Altius in Hilversum • Schaakclub Purmerend Ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum • Accordeonvereniging Musicorda in Hilversum • Christelijke Oratoriumvereniging Amicitia in Uithoorn
Jaarverslag CvdK 2006 – Koninklijke onderscheidingen en predikaten
61
Fong Wong, Chinees, Glazenwasser schoonmaakbedrijf “Activa”, Haarlem
Goed burgerschap en democratie Aan het woord Mark Bovens, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Utrecht Wat is goed burgerschap? Ik voel me het meest thuis bij de politieke opvatting van goed burgerschap: je mond open doen, strijden, verantwoordelijk zijn voor de publieke zaak. Is goed burgerschap een voorwaarde voor democratie? Belangrijk is het idee van de polis, een gemeenschap van gelijken waar men om beurten bestuurder en onderdaan is. Burgers en bestuurders kunnen zich hierdoor inleven in elkaars posities. Wie lukt dat het beste? De bestuurders doen in ieder geval erg hun best. Soms te veel. De laatste jaren zijn de wachtgeldregelingen tot vrijwel niets terug
Burgers die vinden dat de politiek niet luistert, zijn vaak boos omdat ze hun zin niet krijgen. gebracht, omdat Kamerleden doodsbang zijn voor het verwijt van ‘zakkenvullers’. Maar als je een baan en een hypotheek hebt, denk je wel drie keer na voor je Tweede Kamerlid of wethouder wordt. Nu wil men ook nog de terugkeerregeling voor de publieke sector afschaffen. Ik pleit juist voor uitbreiding van de terugkeerregeling naar het bedrijfsleven. Zodat burgers uit die sector zich een paar jaar kunnen inzetten voor de publieke zaak. De laatste jaren konden alleen gelukzoekers – mensen die toch niets te verliezen haddenof mensen met heel veel geld als Heinsbroek zich veroorloven een tijdje te besturen. Niet iedereen wordt bestuurder. Heeft u nog andere suggesties om de kloof te dichten? Wij hebben een zeer representatieve demo
cratie. Nieuwe partijen en thema’s dringen direct door in de Tweede Kamer. Wel is het lastig een meerderheid te vormen. Kiezers stemmen op een partijprogramma, maar weten niet wat voor regeerakkoord uit de bus rolt. Daarom zou je voor controversiële onderwerpen een correctief referendum kunnen houden. Ook worden alle politieke arena’s gedomineerd door hoger opgeleiden.
De laatste jaren konden alleen gelukzoekers of mensen met veel geld zich veroorloven een tijdje te besturen. Bij interactieve beleidsvorming schuiven milieu organisaties en Kamers van Koophandels aan. Maar wie vertegenwoordigt de belangen van mensen die minder goed georganiseerd of verbaal vaardig zijn? Ook daar kan een referendum corrigerend werken. Want bij een referendum telt iedere stem even zwaar. Er zijn dus wel verbeteringen mogelijk, maar er is geen grote kloof. Burgers die roepen dat de politiek niet naar ze luistert, zijn meestal gewoon boos omdat ze hun zin niet krijgen. De kloof is daarmee inherent aan de politiek die immers over schaarste gaat. In ons over bevolkte land zijn compromissen onvermijdelijk. Schaarse ruimte, dat brengt ons bij de provincie Als er één rol voor de provincie is weggelegd, is het die van hoeder van de openbare ruimte. Dagelijks reis ik tussen Den Haag en Utrecht. Om de haverklap zie ik weer een bedrijven– terrein in het Groene Hart verschijnen. Gemeenten weten wel dat het niet deugt, maar willen allemaal New York aan de Amstel zijn. De provincie moet de regierol op zich nemen. Dat gebeurt, in ieder geval in Zuid-Holland, nog veel te weinig.
•
Bijlage 1
Projecten ontwikkelingssamenwerking in 2006 1.1 Overzicht afgeronde projecten 2006 1. Habitat bouw huizen Paramaribo, Suriname De tweede fase van de bouw van zes woningen met stromend water, toilet en sanitair voorziening in Paramaribo. 2. Dam Voi, Kenia Er is een dam gebouwd in de rivier Kitenden bij Voi. Daarnaast zijn waterputten verbeterd en nieuwe putten aangelegd en is er gezorgd voor bebossing en vegetatie met lokale materialen en middelen. 3. El Chorizo, Nicaragua In de wijk Chorizo in Nandaime is de woonsituatie verbeterd door de bouw van 22 nieuwe woningen en de constructie van nieuwe daken voor zeven woningen. 4. Huisvestingsproject Sakubva, Mutare, Zimbabwe Bewoners van het township Sakubva in Mutare zijn ondersteund bij de bouw van woningen. 5. Revalidatiecentrum ouderen Uitenhage, Zuid-Afrika In Uitenhage is een revalidatiecentrum voor ouderen gerealiseerd. 1.2 Overzicht goedgekeurde projecten in 2006 1. Tweede fase bomen voor water, Costa Rica Het bos in de omgeving van het Carara Nationaal Park in Costa Rica is versnipperd geraakt door landbouw en houtkap. Het project Bomen voor water gaat deze versnippering tegen. Met grondaankopen en bomen planten, wordt de verbinding hersteld tussen het nevelwoud op het gebergte La Potenciana en het regenwoud in het laagland van Carara. In 2004 leverde de provincie een financiële bijdrage aan de eerste fase van dit project die met succes is afgerond. Er zijn bijna 40.000 bomen geplant in het gebied La Potenciana, een onderdeel van de Carara Ecologische Corridor. Een belangrijke functie van dit gebied, dat dichtbij de bergtop ligt, is het produceren van water. De enige beek die het hele jaar door drinkwater levert op deze hoogte, is nu de bron voor een waterleidingsysteem voor de bevolking in dit gebied. De tweede fase van het project is in 2006 gestart en heeft drie doelstellingen: • Aankoop van een nieuw stuk grond in de nevelwoudzone • Onderhoud van de eerder geplante boompjes • Bijplanten van 15.000 bomen. Door het maken van bosverbindingen wordt het bedreigde bos minder kwetsbaar. Bovendien verbetert de waterproducerende functie. Financiële bijdrage: 71.430 euro
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
65
2. Huizenbouw Nazareth, Ethiopië De stad Nazareth ligt honderd kilometer ten zuiden van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba en telt ongeveer 150.000 inwoners. Een groot deel van de bevolking kampt met gebrek aan schoon drinkwater en latrines, zeer slechte huisvesting (huizen van modder en gras), ziektes zoals diarree, tyfus en tuberculose en lage inkomens. De provincie heeft subsidie toegekend aan een project dat de allerarmsten van (beter) onderdak voorziet. Het gaat voornamelijk om alleenstaande moeders en grote gezinnen met zeer lage inkomens. Het project omvat de bouw van dertig huizen voor alleen de armste huishoudens. De families worden zelf sterk betrokken bij de bouw van de huizen; dit versterkt de implemen tatie en de duurzaamheid. De gemeenschap is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering. Naast huizenbouw, komen er trainingen voor het verbeteren van de gezondheidsituatie (HIV/AIDS voorlichting), het runnen van een huishouden en het bewust worden van het belang van behoud van de omgeving. Financiële bijdrage: 34.000 euro 3. Filterzuiver drinkwater, Benin In de dorpen in het Zuidoosten van Benin halen bewoners hun drinkwater uit poelen en rivieren die achterblijven na de regentijd. In andere dorpen worden wel waterputten gegraven, maar op de traditionele – niet hygiënische – manier. Dit water bevat vele bacteriën en virussen die ziektes kunnen veroorzaken. Het gesubsidieerde project heeft als doel veilig drinkwater voor de inwoners tegen een redelijke vergoeding. Het uiteindelijke doel van het project is het terugdringen van ziekten, met name infectieziekten (buiktyfus, dysenterie). Het project zorgt voor de aanleg van zeven veilige waterbronnen door zandfiltratie en 35 familielatrines in zeven dorpen. Daarnaast komen er zeven waterverkooppunten. Bij deze waterverkooppunten geeft een verkoper (meestal een vrouw) water tegen kostprijs uit. Financiële bijdrage: 57.300 euro 4. Drinkwater binnenland Suriname (herstel na ramp) In 2005 heeft de provincie een subsidie van 51.000 euro verleend aan Waternet voor het project Vervolg drinkwaterproject binnenland Suriname. Dit als vervolg op het project Drinkwater binnenland Suriname, waarvoor wij 49.000 euro toezegden in 2003. Dit oorspronkelijke project betrof de aanleg van de drinkwatervoorziening voor het dorp Asidonhopo en training van personeel. Bij het vervolgproject worden faciliteiten gedecentraliseerd en extra voorzieningen getroffen. Het vervolgproject loopt van 2005 tot en met 2008. Na de watersnoodramp in Suriname in mei 2006, heeft de provincie besloten tot een extra bijdrage van 10.870 euro. Dit maakt onderzoek van de waterkwaliteit ter plaatse (in Djumu) mogelijk. Hierdoor hoeven monsters niet meer voor onderzoek naar Paramaribo, wat niet altijd mogelijk is. Tijdens de watersnoodramp is de wenselijkheid van onderzoek ter plaatse opnieuw gebleken. De bacteriologische kwaliteit van het drinkwater kan in de (nabije) toekomst worden bewaakt. Financiële bijdrage: 10.870 euro
66
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
5. Rametlwana-Rafiri, Zuid-Afrika (extra geld) In 2005 heeft de provincie subsidie toegekend aan een project in Rametlwana. Dit project bestaat uit drie onderdelen: • Het maken van een leiding van de waterbron naar een watertank en vervolgens een leiding van de watertank naar het dorp en de twee dorpsscholen. • Plaatsen van pitlatrines in de twee scholen. • Training van de dorpsbewoners voor het onderhoud van het watersysteem en hygiëne. Na de succesvolle afronding van het project Rametlwana zullen in Rafiri water- en sanitaire voorzieningen worden geplaatst in de gemeenschappen en in de scholen. Een succesvolle afronding van Rametlwana is een voorwaarde voor de start van het project in Rafiri. In de uitvoering is men echter op een aantal problemen gestuit. Het project valt duurder uit dan in 2004 was voorzien. Voor een goede afronding van het project, heeft de provincie in 2006 extra middelen beschikbaar gesteld voor het project Rametlwana en Rafiri. Financiële bijdrage: 34.622 euro 6. Hospitaal Djumu, Suriname Dit project betreft de renovatie van de kliniek in Djumu. Deze medische post ligt op ongeveer 250 kilometer van Paramaribo. Djumu is een van de oudste en grootste locaties van het ZZG in het binnenland van Suriname. De onderhoudsachterstand van de kliniek is ontstaan door de binnenlandse oorlog en de deplorabele Surinaamse economie. Ook ongedierte heeft gezorgd voor verval. Het hospitaal wordt grondige gerenoveerd, waarbij alle deuren en sanitair worden vervangen en de bestemming van diverse ruimten is gewijzigd. Ook worden er extra sloopwerkzaamheden uitgevoerd. Tevens is de water voorziening aangepast om te voorzien in de behoefte van de kliniek in de droge tijd. De totale kosten voor het project komen op 177.229 euro. De kliniek is gelegen op hoger gelegen grond, zodat bij een toekomstige watersnoodramp geen overstroming van het ziekenhuis zal ontstaan. Financiële bijdrage: 177.229 euro
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
67
Dhr. Stathi, Griek, transporteur van zee-containers, Den Helder
Bijlage 2
Overzicht burgemeesterssollicitanten 2006 Sollicitanten Haarlem Politieke kleur Aantal PvdA
VVD 3 GroenLinks Onbekend Totaal
Percentage Geselecteerd
6 55%
Percentage
2 33%
27%
2
66%
1 9%
1
100%
1 9% 11
man 7
100%
-
-
5
45%
64% 3 43%
vrouw 4 36%
2 50%
De vorige burgemeester de heer mr. J.J.H. Pop (PvdA) bereikte de pensioengerechtigde leeftijd. De nieuwe burgemeester de heer mr. B.B. Schneiders, was burgemeester van de gemeente Heemskerk en is lid van de PvdA.
Sollicitanten Drechterland Politieke kleur Aantal
Percentage Geselecteerd
Percentage
VVD 5 33% 4 80% CDA 4
27%
PvdA 3
20%
-
Lokale partijen
13%
1 50%
GroenLinks
2
1 7%
Totaal
15
man
12 80%
vrouw 3
100% 20%
2 50% -
1
100%
8
53%
6 50% 2
67%
De voormalige gemeenten Drechterland (wnd. burgemeester mevrouw A.G.M. van der Vondervoort, PvdA) en Venhuizen (burgemeester de heer mr. K.R. Ho ten Soeng, CDA) werden samengevoegd tot de nieuw te vormen gemeente Drechterland. De nieuwe burgemeester de heer R.J.H.van der Riet, was wethouder van de gemeente Haarlemmermeer en is lid van het CDA.
70
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
Sollicitanten Huizen Politieke kleur Aantal
Percentage Geselecteerd
Percentage
CDA 8 47% 3 38% VVD 4
24%
2 50%
PvdA
2
12%
1 50%
D66
2
12%
1 50%
GroenLinks
1
6%
1
100%
Totaal
17
100%
8
47%
man
15 88% 7 47%
vrouw
2
12%
1 50%
De vorige burgemeester, de heer drs. H.J. Verdier (CDA) bereikte de pensioengerechtigde leeftijd. De nieuwe burgemeester de heer F.W. van Gils, was wethouder van Zoetermeer en is lid van de VVD.
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
71
Bijlage 3
Overzicht afspraken 2006 Januari zo 1 zo 1 ma 2 di 3 do 5 vr 6 ma 9 di 10 wo 11 wo 11 wo 11 do 12 do 12 ma 23 di 24 wo 25 wo 25 wo 25 vr 27 za 28
Nieuwjaarsconcert gemeente Amsterdam Nieuwjaarsreceptie Prinses Juliana Kazerne Nieuwjaarsreceptie gemeente Haarlemmermeer Nieuwjaarsbijeenkomst Kamer van Koophandel Amsterdam Nieuwjaarsreceptie Schiphol Group Diner burgemeesters Noord-Holland 374ste Dies Natalis – UVA Nieuwjaarsreceptie Hare Majesteit de Koningin Jeugddebat Aftrap gemeenteraadsverkiezingen Waterland Profielvergadering Drechterland Interview Telegraaf/mevrouw S. Hoogstede Bezoek Europese School Lunch met oud-burgemeesters Staatsen, Neef en Spekreijse Kennismakingsgesprek mevrouw Groenberg, ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Beëdiging herbenoeming van mevrouw Oosterop tot burgemeester van Graft-de Rijp Afscheidssymposium inspecteur-generaal Herre Kingma Lezing Nederlands Auschwitz Comité Ambtsbezoek Heiloo Bezichtiging tentoonstelling Teylers Museum
Februari wo 1 Bezoek Crisiscentrum Den Haag vr 3 Ien Dales Leerstoel ma 6 Voorlezen aan groep 3 Dreefschool wo 8 Interview Peter Treffer, vakblad Carrière en Overheid do 9 Ontvangst Dave Peters retour gevonden penningen vr 10 Kennismakingsgesprek mevrouw Ismat Jahan, ambassadeur Bangladesh vr 10 Interview voor Hollandblad vr 10 Ambtsbezoek gemeente Hoorn vr 10 Gast in radioprogramma Bijlage van RTV Noord-Holland wo 15 Ambtsbezoek gemeente Opmeer wo 15 Mainport Amsterdam – opening do 16 Heropening Landgoed Groenendaal ma 20 Interview boek ambtenarenwereld, heer Frequin, ministerie Economische Zaken di 21 Delegatie China mex, diner Amstel Hotel di 21 SEP-bijeenkomst wo 22 Prinses Maxima brengt bezoek aan Holland Flowers Festival wo 22 Prinses Laurentien houdt openingstoespraak bij AIESE-congres do 23 Vergadering Commissie Militair Strafprocesrecht
72
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
vr 24 vr 24 di 28
Ambtsbezoek Stadsdeel De Baarsjes Amsterdam Herdenking Februaristaking 1945 Bijwonen vergadering Intermin in Den Haag
Maart wo 1 do 2 ma 6 ma 6 wo 8 do 9 do 9 do 9 vr 10 ma 13 wo 15 do 16 wo 29 do 30 vr 31
Social diner Japanse Ambassade Hofstadlezing door mevrouw Neelie Kroes Interview door professor doctor Fred Fleurke Bezoek brengen aan Paswerk in Cruquius Werkbezoek Politiekorps Amsterdam-Amstelland Diner Corps Consulaire te Amsterdam Beëdiging van de heer Tange tot burgemeester van Wormerland In ontvangst nemen Grote Historische Atlas Noord-Holland Ambtsbezoek gemeente Edam-Volendam Uitreiking Geuzenpenning te Vlaardingen Prinses Maxima neemt Vriendenpas Rijksmuseum te Amsterdam in ontvangst Diner grootmeesteres van Hare Majesteit de Koningin mevrouw Van Loon IPO Bestuursdiner te Wassenaar Beëdiging van de heer Van Gils tot burgemeester van Huizen Buffet en galavoorstelling Opera aan ’t IJ
April di 4 do 6 do 6 vr 7 vr 7 ma 10 di 11 di 11 wo 12 do 13 wo 19 wo 19 do 20 za 22 zo 23 di 25 wo 26 do 27 vr 28
Overleg Holland Acht met ministers Remkes en Dekker Musical leerlingen Europese School Bergen Afscheid de heer H. Zwarts, voorzitter Kamer van Koophandel Beëdiging herbenoeming van de heer Van der Heijden tot burgemeester van Zandvoort Nationale finale Prinses Christina Concours Opening Europees Jongerenparlement Opening tentoonstelling Anne Frank door Prinses Maxima 6e Van Foreest Publiekslezing te Alkmaar Concert Cello Octet Conjunto Iberico Herdenking neergeschoten vliegtuig Tweede Wereldoorlog in de Kennemerduinen Werkbezoek Artis in Amsterdam Rondetafelgesprek rampenbestrijding Schiphol Interview NSOB Opening open dag Justitie in Amsterdam Expositie World Press Photo Concert de Chambre du Luxembourg Officiële opening tentoonstelling Zilver Uitreiken van Koninklijke Onderscheidingen Oranjebal op De Zwaluwenberg
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
73
Mei ma 1 wo 3 wo 3 vr 5 ma 8 ma 8 di 9 wo 10 wo 10 vr 12 za 13 di 16 wo 17 vr 19 ma 22 ma 22 ma 22 wo 24 wo 24 di 30
Interview 4 studenten Stedelijk Gymnasium over kiezers Groen Links voor Maatschappijleer Opening Natuurbrug Crailo door Hare Majesteit de Koningin Nationale Dodenherdenking in de Nieuwe Kerk in Amsterdam Concert op de Amstel in Amsterdam Interview vrijwillige ontwikkelingen politie door heren Schelberg en Vermaten Bijdrage Politiek Café in Laren Prinses Margriet opent Opleidingsinstituut VU-Amsterdam Herdenking gevallenen Tweede Wereldoorlog in Overveen Opening tentoonstelling Napoleon in Haarlem 131ste Assaut Korps Adelborsten Roosevelt Four Freedoms Awards Ceremony Interview afstudeerproject Esra Oyen Hare Majesteit de Koningin opent de viering van 50 jaar Singer Museum in Laren Opening Geologisch Museum Hofland in Laren Nationaal Transport Diner 2006 in Putten Interview politie door de heer Marchand Bezoek burgemeester Jaime, zusterstad Amstelveen Opening gerestaureerd orgel multifunctioneel kerkgebouw Kennismakingsgesprek V&V Noordvleugel Randstad Opening gerestaureerde Plebanie, Kathedraal Leidsevaart
Juni do 1 vr 2 di 6 do 8 vr 9 vr 9 di 13 do 15 vr 16 vr 16 do 22 ma 26 wo 28 wo 28 do 29 do 29 vr 30
Afscheid directeur Concertgebouw de heer M. Sanders Holland Festival 2006 in aanwezigheid van Hare Majesteit de Koningin Symposium Ien Dales Leerstoel Aanbieden jaarverslag Vereniging Dorpsraad Bakkum Ambtsbezoek aan de gemeente Wijdemeren Bezoek aan de Bazaar Beverwijk Hare Majesteit de Koningin opent het Reinaldahuis in Haarlem Bezoek Joh. Enschede in Haarlem en Amsterdam Ambtsbezoek Stadsdeel Amsterdam-Noord Open Dag van het Commando Luchtstrijdkrachten Beëdiging van de heer Schneiders tot burgemeester van Haarlem Bezoek Joods Historisch Museum in Amsterdam Interview Kunst in de provincie door de heer A. v.d. Kuijl Bezoek Havenpolitie Amsterdam-Amstelland Interview Hein Flach voor het Haarlems Dagblad Afscheid burgemeester Pop, gemeente Haarlem Beëdiging van de heer van der Riet tot burgemeester van Drechterland
Juli di 4 wo 5 do 13 vr 14 vr 28
Installatie nieuwe burgemeester gemeente Haarlem Voorstelling opdracht PBC N-H Toneelschuur te Haarlem Opening Karavaan Kunst en Cultuur in Bergen Beëdiging van mevrouw Oosterop tot waarnemend burgemeester van Schermer Spreken Scouting Nederland in Zevenaar
74
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
Augustus ma 7 Verrichten opening Landbouw Tentoonstelling in Opmeer ma 14 Herdenking gevallenen en slachtoffers Tweede Wereldoorlog di 15 Gast in BNR-Nieuwsprogramma di 15 Susan v.d. Hoeve, interview Kunstkoffer vr 18 Zomerconcert Schiphol Group zo 20 Concert European Union Youth Orchestra in aanwezigheid van Hare Majesteit de Koningin za 26 Uitreiking Van Kemenadeprijs ma 28 Gesprek wethouder van Cultuur mevrouw Gehrels over Portugese Synagoge wo 30 Hare Majesteit de Koningin woont jubileum bij van Stadsherstel Amsterdam N.V. September vr 1 Missie naar China wo 20 Provinciecontactdag za 23 75 jaar Landelijke Organisatie voor Speeltuinen in aanwezigheid van Hare Majesteit de Koningin ma 25 Symposium Toekomst van het Middenbestuur ma 25 Herdenking Dakotaramp (10 jaar geleden) do 28 Ondertekening convenant RTV Noord-Holland do 28 Veiligheidscongres Noord-Holland vr 29 Jaarvergadering VNHG Alkmaar vr 29 Herdenking Oranjehotel Oktober ma 2 Gesprek Holland 8 met minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit ma 2 Begeleidingscommissie Bestuurskrachtonderzoek met minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wo 4 Beëdiging van mevrouw Netelenbos tot waarnemend burgemeester van Haarlemmermeer wo 4 Heropening Vlinderpaviljoen in aanwezigheid van prinses Margriet do 5 Jaarvergadering Nederlands Genootschap Burgemeesters do 5 Wereldconferentie in aanwezigheid van Prins Willem Alexander in Amsterdam di 10 Beëdiging van mevrouw Maij tot waarnemend burgemeester van Zandvoort vr 13 Oranjefonds - welkomstwoord commissaris van de Koningin vr 13 Prijs voor Culturele Arbeid PBC za 14 NHN Culinair ma 16 40-jaar commissie trefpunt VSA do 19 Jaarbijeenkomst v.d. Ley Foundation vr 20 Symposium 70 jarig bestaan verbinding Wijk aan Zee/Beverwijk vr 20 Concert The Elis String Quartet op uitnodiging van de Britse ambassadeur do 26 Hare Majesteit de Koningin woont 75-jarig jubileum bij van Verbond LiberaalReligieuze Joden in Nederland do 26 Werkbezoek Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer vr 27 Galadiner Teylers Museum vr 27 Werkbezoek Amsterdam/Oost-Watergraafsmeer di 31 Receptie staatsbezoek Jordanië di 31 Begroeting in de Nieuwe Kerk, Koning van Jordanië en kranslegging op de Dam
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
75
November di 7 Werkbezoek Stadsdeel Amsterdam-Centrum vr 10 In ontvangst nemen eerste exemplaar van fotoboek Noord-Holland in Haarlem wo 15 Houden lezing Regionale Scholengemeenschap wo 15 Welkomstwoord tijdens Noordvleugelcongres vr 17 Ambtsbezoek Ouder-Amstel vr 17 Receptie Teyin Holdings Nederland NV concert wo 22 Bezoek diplomatieke delegatie ADFU do 23 Symposium 20-jarig bestaan RIBV ZWWF vr 24 Bezoek Governor of Ulyanovsk (Rusland) vr 24 Opening tentoonstelling Cobra in Amstelveen ma 27 Beëdiging van de heer Hertog tot waarnemend burgemeester van Bergen wo 29 Benefietconcert Simavi concertgebouw in Amsterdam do 30 Beëdiging van mevrouw Sipkes tot waarnemend burgemeester van Koggenland do 30 Werkbezoek Stadsdeel Osdorp December vr 1 Hare Majesteit de Koningin opent Nieuwbouw Beeld en Geluid in Hilversum do 7 Aanbieden manifest en kijkdoos Vogelbescherming vr 8 Opening tentoonstelling Jan Wolkers ma 11 Bijeenkomst rijksheren in Driehuis wo 13 Uitreiking Prins Claus Prijzen in het Muziekgebouw aan ’t IJ wo 13 Interview magazine FEM Business, de heer Philip Bueters do 14 Nationale Expertmeeting CAOP in Den Haag do 14 Afscheidsreceptie Saskia Noordman-Den Uyl do 14 Opening landententoonstelling door Hare Majesteit de Koningin in de Nieuwe Kerk in Amsterdam za 16 Galavoorstelling met diner, de Galangroep ma 18 Beëdiging van de heer Horseling tot burgemeester van Weesp do 21 Beëdiging van de heer Kozijn tot waarnemend burgemeester van Medemblik
76
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
Bijlage 4
Lijst van toespraken en interviews Januari vr 6 Toespraak bij de Nieuwjaarsontmoeting van Gedeputeerde Staten, Haarlem wo 1 1 Toespraak bij Jeugddebatten en Lagerhuis, Haarlem wo 18 Toespraak bij Jeugddebatten en Lagerhuis, Haarlem ma 30 Toespraak bij de uitreiking van de bronzen penning van de provincie NoordHolland aan B. Hendriks, Haarlem ma 30 Toespraak bij het afscheid van M. de Jong als Statenlid, Haarlem Februari do 9 Toespraak bij de uitreiking van de bronzen penning van de provincie NoordHolland aan Dave Peters, Haarlem do 16 Toespraak bij het congres Ontdek uw kansen in het Noordzeekanaalgebied, Amsterdam do 16 Toespraak bij de heropening van restaurant Groenendaal, Heemstede za 25 Toespraak bij de herdenking van de Februaristaking, Amsterdam Maart do 9 Korte toespraak bij het in ontvangst nemen van de Grote Historische Atlas van Noord-Holland, Amstelveen ma 13 Toespraak bij de uitreiking van de Geuzenpenning 2006, Vlaardingen ma 1 3 Toespraak bij de herdenking op de Emausbegraafplaats (Stichting Geuzenverzet), Vlaardingen vr 17 Toespraak bij het afscheid van de heer H. van Roon van de provincie NoordHolland, Haarlem ma 27 Toespraak in de Statenvergadering in verband met overlijden van Statenlid Lajla de Wit-de Rooij April vr 7 Toespraak bij het afscheid van de heer Zeger Homan als bestuurslid van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland, Haarlem ma 10 Toespraak bij de opening van de plenaire vergadering van het Europees Jongerenparlement, Haarlem do 13 Toespraak bij de herdenking bij het vliegersmonument voor de omgekomen RAFvliegers, Zandvoort za 22 Toespraak tijdens de open dag van het gerechtshof Amsterdam, Amsterdam ma 24 Toespraak bij het afscheid van mevrouw E. van Gaalen als lid van Provinciale Staten, Haarlem vr 28 Toespraak bij de uitreiking van Koninklijke onderscheidingen aan mevrouw Emmens-Knol, de heer Straver, de heer Korten, de heer Ho Ten Soeng en de heer Bosch, Haarlem
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
77
Mei do 11
oespraak bij de opening van de tentoonstelling Haarlem in de Franse tijd T 1795-1813, Haarlem do 18 Toespraak bij de relatiemiddag van het laboratorium Windturbines, Materialen en Constructies, Wieringerwerf za 20 Toespraak bij de opening van het vernieuwde en uitgebreide Geologisch Museum Hofland, Laren wo 24 Toespraak bij de onthulling van het gerestaureerde kerkorgel in multifunctioneel kerkgebouw Spanbroek ’t Kerkhuys, Spanbroek ma 29 Toespraak bij het afscheid van de Statenleden de heer J. Kramer, mevrouw R. Diktas en mevrouw R. Weeda, Haarlem wo 31 Inleiding bij de bijeenkomst van raadsleden Noord-Hollandse gemeenten, Haarlem
Juni do 1 Toespraak bij het afscheid van mevrouw C. Hofkamp als burgemeester van Weesp, Weesp do 1 Toespraak en uitreiking van een Koninklijke Onderscheiding aan de heer M. Sanders bij zijn afscheid als directeur van het Concertgebouw van Amsterdam, Amsterdam do 8 Dankwoord bij het in ontvangst nemen van het Jaarverslag 2005 van de Vereniging Dorpsraad Bakkum, Haarlem do 15 Toespraak bij de ingebruikname van een nieuwe drukpers bij de Firma Joh. Enschedé & Zn., Amsterdam vr 16 Welkomstwoord bij de bijeenkomst van CDA-Statenleden in Nederland, Haarlem do 29 Toespraak bij het afscheid van de heer J.J.H. Pop als burgemeester van de gemeente Haarlem, Haarlem Juli vr 28 Toespraak bij het forum Hoe enthousiasmeer ik jongeren voor het (nautische) bedrijfsleven? Het vlettenbouwproject tijdens het watersportevenement Nawaka, Zevenaar za 29 Uitbrengen van een toast tijdens het Banquet Dickens Fellowship, Amsterdam Augustus ma 7 Korte toespraak bij de opening van de landbouwtentoonstelling Opmeer, Opmeer ma 2 8 Welkomstwoord bij de uitreiking van de Prof.dr. J.A. van Kemenadeprijs aan de heer D.J. Elzinga, hoogleraar Staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, Haarlem wo 30 Toespraak bij de aanbieding van het rapport van de Commissie evaluatie toepassing militair strafprocesrecht bij uitzendingen, Den Haag do 31 Inleiding bij de presentatie ontwerpbegroting 2007 aan de media, Haarlem September Diverse toespraken tijdens het bezoek van de zakelijke delegatie uit Noord-Holland aan de provincie Shandong, China van 2 tot en met 10 september vr 22 Welkomstwoord bij het Provincieconcert op 22 september, Haarlem zo 24 Toespraak en uitreiking van een Koninklijke Onderscheiding bij het jubileum van de heer H. Lévelt, algemeen directeur Simon Lévelt van 1966-2003, Amsterdam
78
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
ma 25 Toespraak bij de herdenking van de Dakotaramp, Haarlem di 26 Toespraak bij het uitreiken van de bronzen penning aan de heer H. Witte bij zijn afscheid do 28 Inleiding bij de ondertekening van het convenant rampenzender RTV NoordHolland, Amsterdam vr 29 Afsluitend woord tijdens het Veiligheidscongres 2006, Zaandam Oktober vr 6 Toespraak tijdens het bezoek van de Lions Club Haarlem aan het provinciehuis, Haarlem vr 13 Toespraak bij het bezoek van de Oranjekaravaan aan de provincie NoordHolland, Haarlem za 14 Toespraak bij de uitreiking van de Prijs voor culturele arbeid van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland aan de Stichting Amateurtoneelgezelschap De Plankeniers, Naarden ma 16 Toespraak bij de uitreiking van de bronzen penning van de provincie NoordHolland aan oud provincie ambtenaren ma 16 Toespraak bij het 40-jarig jubileum van de Voorlichtingssociëteit Amsterdam, Amsterdam wo 18 Toespraak bij het afscheid van de heer A.Ph. Hertog als burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer, Hoofddorp do 19 Toespraak bij de Jaarbijeenkomst van de Stichting Intervolve, Amsterdam vr 20 Toespraak bij het 70-jarig jubileum van het samengaan van de voormalige gemeente Wijk aan Zee en Beverwijk, Wijk aan Zee November do 2 Toespraak bij het PrincewaterhouseCoopers Veiligheidscongres, Den Haag vr 10 Toespraak bij het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar van Op zoek naar het wezen van Noord-Holland, Haarlem wo 15 Lezing Burgerschap in een democratie met een kroon bij de Maatschappij tot nut van ’t Algemeen, Wieringerwerf do 16 Toespraak Topconferentie Noordvleugel, Amsterdam wo 22 Toespraak tijdens de receptie van de Association for the Development of Friendship and Understanding (ADFU), Haarlem do 23 Toespraak bij het 20-jarig bestaan van de Regionale Instelling voor Beschermd Wonen Zaanstreek, Waterland en West-Friesland, Zaandam vr 24 Toespraak bij de opening van de expositie Anton Rooskens, Amstelveen do 30 Toespraak bij het afscheid van mevrouw Van Hoogdalem als burgemeester van Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Halfweg do 30 Toespraak bij het afscheid van P. Heemskerk, communicatieadviseur van de provincie Noord-Holland, Haarlem December wo 6 Toespraak bij de reünie van de Chinamissie, Amsterdam do 7 Toespraak bij de aanbieding van het manifest Vogelbescherming Nederland, Haarlem
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
79
vr 8 Toespraak bij de uitreiking van twee bronzen penningen aan twee BHV-ers van de provincie Noord-Holland, Haarlem zo 10 Toespraak bij de opening van de tentoonstelling met werk van Jan Wolkers Ik heb de winter liefgehad, Haarlem Een aantal toespraken is na te lezen via www.noord-holland.nl zoekfunctie speeches Diverse bijdragen Interview: Hollandwet en het samenvoegen van de Randstadprovincies Interview: Politievrijwilliger, maak jezelf gewoon nuttig voor de samenleving, de politie is beter geworden Voorwoord: Burgerjaarverslag 2005 Notitie: Wie wordt de burgemeester van Koggenland?, de procedure Bijdrage: Afscheid van commissaris van de Koningin in Zeeland, de heer W.T. van Gelder
80
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
Bijlage 5
Toespraak tijdens het congres Ontdek uw kansen in het Noordzeekanaalgebied op 16 februari 2006 in Amsterdam Als het goed is, krijgt u vandaag een helder beeld van de kansen in het Noordzeekanaal gebied. Misschien dat al die kansen u wel eens gemengde gevoelens bezorgen. Worden kansen niet als tegenwicht gebruikt om bedreigingen te bagatelliseren? Waarbij u dan als ondernemer geacht wordt vooral oog te hebben voor die kansen. En: pakt u de kans niet, dan is het uw schuld. Anderzijds: een ondernemer denkt nu eenmaal in kansen. Moét in kansen denken. Dat is de kern van zijn ondernemerschap. En ja, wat dat betreft staat het Noordzeekanaalgebied er goed op. Want met Schiphol en Flower Mainport Aalsmeer behoort het Noord-Hollandse havengebied tot de economische pijlers van onze provincie. Wij als overheid, met oog voor verschillende belangen, en dus met de natuurlijke neiging naar het redelijke midden, zien ook liever het glas half vol dan half leeg. Liever uitgaan van kansen dan van bedreigingen. Blij zijn met onze ondernemers. Zij zijn immers de ruggengraat van onze economie. De ondernemers in het Noordzeekanaalgebied zijn volop onderdeel van de dynamiek van de Noordvleugel van de Randstad. In een wereld waarin het begrip regio relatief is geworden, blazen zij hun partijtje mee. In een wereld waarin verschillende ontwikkelingen, waaronder nog snellere ICT-verbindingen, leiden tot een toenemende internationalisatie en tot het ontstaan van een kennisintensieve internationale netwerkeconomie. In die wereld moeten zij mee, willen zij –beter gezegd- willen wij onze internationale concurrentiepositie behouden. Positie Randstad De Randstad is een internationale topregio, maar die positie blijft niet vanzelf bestaan. Sterker: u kent de Europese lijstjes waarop die positie verslechtert. Wat daaraan te doen? Natuurlijk heeft het Rijk en hebben wij als provincie ons economisch en ruimtelijk beleid dat erop is gericht de internationale concurrentiepositie van NoordHolland Zuid te behouden en zo mogelijk te verbeteren. Zoals u weet, hebben we daarbij te maken met ruimtelijke en andere beperkingen, die in deze drukke regio volop aanwezig zijn. De beperking waar we de meeste directe invloed op hebben, zijn de vele besturen die elk over een deel van een samenhangend geheel gaan. We richten ons dan ook op dat punt: het terugdringen van de zogenaamde ‘bestuurlijke drukte’. En met ‘we’ bedoel ik dan de Holland 8. Manifest Holland 8 De Holland 8 – wat is dat en wat willen ze? Kort en goed: de Holland 8 zijn acht bestuurders die zich inzetten voor een slagvaardig bestuur voor Randstad Holland. Het zijn de commissarissen van de provincies Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Holland, en de burgemeesters van Utrecht, Amsterdam,
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
81
Rotterdam en Den Haag. Waarom vinden wij dat zo hoognodig? Er zijn twee aanleidingen. Een grote en een wat kleinere. De kleinere betreft de kwestie van schaalgrootte. Om ons heen zien we opschaling van bedrijven en maatschappelijke organisaties. Niet verwonderlijk dat ook de schaal van gemeenten onderwerp van discussie is. Onlangs heb ik zelf ook gepleit voor grotere gemeenten (tussen de 30.000 en 75.000 inwoners), omdat deze naar mijn overtuiging beter zijn toegerust voor de hedendaagse vraagstukken. En wat op gemeentelijk niveau gebeurt, zou op den duur ook moeten doorwerken op provinciaal niveau. Dat is niet meer dan logisch. Maar de grote aanleiding is natuurlijk vooral de al genoemde verslechterende inter nationale positie van de Randstad. Grote internationale bedrijven klagen over het verslechterde leefklimaat, de bereikbaarheid, het aanbod van betaalbare kantoren en de hoge personeelskosten. Dát is waarom wij voorstellen de Randstad bestuurlijk te hervormen. De omvang, de complexiteit, de urgentie en de samenhang van de Randstadproblemen vragen daarom. De kwaliteit van onze samenleving en de internationale positie van Nederland zijn in het geding. Er komen namelijk steeds meer uitdagingen op ons af die vragen om een samenhangend antwoord op Randstadschaal. Volgens mij is ons pleidooi in Den Haag goed gevallen. Ik ben daar blij mee. Als het goed is, neemt het kabinet voor de verkiezingen van 2007 een standpunt in, zodat in de formatie van het volgende kabinet beslissingen kunnen worden genomen. Het gaat daarbij om het opnieuw beschrijven en verdelen van taken, verantwoordelijkheden, instrumenten en middelen tussen Rijk, provincies en gemeenten. En verder om het drastisch verminderen van het aantal hulpstructuren. We moeten dus naar een nieuw direct gekozen bestuur. Zo’n nieuw bestuur zou bijvoorbeeld kunnen gaan over de Noordvleugel van de Randstad – een regio die steeds meer een maatschappelijke eenheid wordt. Een economisch en sociaal samenhangend stedelijk netwerk. Overheden functioneren dan ook meer en meer in een netwerkregio en moeten daar ook naar handelen. De vleugels van de Randstad (noord en zuid) hebben elk hun eigen dynamiek en vragen elk andere oplossingen voor hun problemen, zij het dat zij zich naar het buitenland gezamenlijk moeten presenteren. Als er uiteindelijk een structuurverandering nodig mocht zijn, pleit ik er dus voor om twee Randstedelijke provincies te formeren. Intussen kunnen er wel concrete stappen worden gezet. Zo vind ik het van groot belang dat er voor buitenlandse bedrijven en investeerders in de Randstad één loket is, maar ook dat handelsdelegaties naar het buitenland de gehele Randstad presenteren (uitzonderingen daar gelaten). Want als dat ontbreekt, en er is ook geen goede begeleiding, kiest een buitenlandse investeerder voor een ander land. Vanuit die gedachte is het ook goed wanneer het Noordzeekanaalgebied zich zo veel mogelijk als één gebied presenteert en alle havens onder een bestuur functioneren. Concurrentiepositie van de Randstad Even terug naar de concurrentiepositie van de Randstad. Die verbeterde in de jaren negentig, maar kwam vanaf 2000-2001 in een neerwaartse glijvlucht terecht, met een stijgende werkloosheid als belangrijkste gevolg. Vorige maand was er goed nieuws over de Amsterdamse containerterminal Ceres. Die mag binnenkort drie nieuwe container lijnen verwelkomen, en dat betekent 50.000 containers per jaar extra. Het gaat dus de
82
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
goede kant op met het overslagbedrijf waar als enige ter wereld containerschepen van twee kanten kunnen worden beladen. Deze groei betekent ook groei van de werkgelegen heid; nieuwe werknemers worden op dit moment geworven. Goed nieuws ook bij het opmaken van de jaarbalans. De Amsterdamse Haven boekte in 2005 een nieuw record: een groei van drie procent, die voornamelijk te danken is aan een flinke toename van de olieproducten. Voor 2006 wordt wederom groei verwacht, en zal de nog jonge containerterminal Ceres Paragan fors bijdragen aan het positieve resultaat. De haven zal nog verder groeien! Denk bijvoorbeeld aan de afgelopen najaar begonnen nieuwe containerlijndienst tussen de havens van Amsterdam en Hamburg. Handelsbetrekkingen met oude Hanzegebieden herstellen zich. Het achterland wordt groter. Er zit dus vast meer in voor Zeehavens Amsterdam dan de zesde plaats op de Europese ranglijst voor goederenoverslag. De onlangs verschenen studie de Metropolitan World Atlas vergelijkt grootstedelijke regio’s met elkaar. Een metropool is een groot stedelijk gebied waar wereldwijde verbindingen via lucht- en scheepvaart en elektronisch dataverkeer bij elkaar komen. Gezien bijvoorbeeld de dalende positie van de Randstad op de Randstadmonitor en op andere lijstjes, is het goed stil te staan bij de toch imponerende cijfers van onze Randstad Holland. Als metropool zonder duidelijk ‘naambordje’ doen wij volop mee met andere grootstedelijke regio’s. Met olietransport over zee, en met passagiersvervoer door de lucht. En zo staan we bijvoorbeeld derde op de ranglijst van het aantal telecomverbindingen, met zo’n 250.000 megabits die per seconde door de kabels of door de lucht in en rond knoop punt Amsterdam gieren. Niet slecht, en zeker niet voor een regio die ook als ICT-kennis cluster zijn partijtje in de internationale netwerkeconomie wil meeblazen. Samenwerking Een positie is nooit vanzelfsprekend. Die van de havens dus ook niet. Het opzetten van de RON, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied NV, is een goede zet geweest en biedt een goede mogelijkheid om groeikansen te benutten. Uitgaande van de pluspunten: de uitstekende logistieke infrastructuur bijvoorbeeld. Maar ook de andere sterke sectoren, zoals bijvoorbeeld de metaalsector en de voedingssector, én de toe leveranciers en scholen die zich rond deze clusters gevormd hebben, kunnen even zovele overwegingen zijn voor buitenlandse investeerders om juist hier te investeren. Een eerste vereiste is wel dat de haven blijft bestaan en niet wordt overheerst door de inderdaad ook broodnodige woningbouw. In Velsen bijvoorbeeld spreekt men nog hard nekkig over woningbouw op de zogenaamde NAM-kade. Houd ermee op. Het streekplan is volstrekt duidelijk: er moeten watergebonden bedrijven komen. Ik sluit af. Samenwerking is het parool, zou ik zeggen. Ga uit van elkaars kracht. Ontwikkel het gevoel dat u samen de kracht en het gezicht van het Noordzeekanaalgebied bepaalt. Dank voor uw aandacht. Slotstelling Bestuurlijke vereenvoudiging is essentiële voorwaarde voor de concurrentiekracht van het haven en industriecomplex in het Noordzeekanaalgebied.
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
83
Bijlage 6
Toespraak bij de herdenking van de Februaristaking op 25 februari 2006 in Amsterdam ‘Man voor het Vuurpeloton’ – zo heet het bronzen beeld aan de Haarlemse Dreef. Het is een creatie van Mari Andriessen, de man die ook ‘De Dokwerker’ maakte. Bestuur en ambtenaren van de provincie Noord-Holland zijn in de directe nabijheid van het beeld gevestigd. Wie bijvoorbeeld pendelt tussen het historische Paviljoen Welgelegen aan de rand van de Haarlemmer Hout en de zoveel modernere bouw aan het Houtplein, passeert elke keer de ‘Man voor het Vuurpeloton’. En elke keer brengt het je, of je wilt of niet, terug naar de tijd van de nazi-terreur, en herinnert het je aan de openbare terecht stelling van vijftien vermeende Nederlandse verzetslieden. Uit het beeld spreken een waardigheid en kracht die je steeds weer treffen. Bekender en beroemder nog dan dit beeld, is Andriessens De Dokwerker. Ter voor bereiding op de Dokwerker bezocht Andriessen de plaats van de staking en sprak hij met verschillende mensen. Hij schreef later over wat hem tijdens die voorbereidingen het meest frappeerde, namelijk: ‘Dat daar, op het Jonas Daniël Meijerplein het grote feit plaatsgevonden had dat, voor het eerst in de geschiedenis, de Christenen getracht hadden de Joden te beschermen. Niet in Moskou, niet in Warschau, maar in Amsterdam, en dat dát de onvergankelijke roem van Amsterdam is.’ Vandaag, precies 65 jaar geleden, vond de Februaristaking plaats. En wij herdenken hem weer, moeten hem herdenken. In de eerste plaats als uiting van respect voor al degenen die op 25 februari 1941 opkwamen in massaal verzet en solidariteit. Verzet tegen de brute bezetter. Solidariteit met hun Joodse medeburgers. In de tweede plaats moeten we herdenken om daarmee de lijn naar het heden door te trekken. De stakers leren ons nog steeds. Zij roepen ons op tot meer verdraagzaamheid. Zonder dat kan geen samenleving bestaan. Juist ook in de afgelopen weken is dit weer gebleken. Er is naar aanleiding van de cartoons in Denemarken veel geschreven en gesproken over de vrijheid van meningsuiting en over ieders verantwoordelijkheid tot fatsoen. We dachten in Nederland een redelijk tolerante samenleving opgebouwd te hebben. Maar binnenland is buitenland geworden en andersom. We worden nu geconfronteerd met geheel andere waarden. En ook daar zullen we een antwoord op moeten geven. Vanuit de traditie die de stakers ons over hebben gedragen: opkomen tegen vrijheidsberoving, vechten voor democratie en mensenrechten. Samenleven in het besef dat ieder gelijkwaardig is. Voor mij is dat de belangrijkste betekenis van het jaarlijks herdenken van de heldendaad van de Amsterdammers in 1941.
84
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
Vrijheid, democratie en mensenrechten. Op de duisternis bevochten verworvenheden, die onze constante aandacht behoeven. Gisteren, vandaag, morgen. Ik dank u voor uw aandacht.
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
85
Bijlage 7
Toespraak relatiemiddag van het laboratorium Windturbines, Materialen en Constructies (WMC) op 18 mei in Wieringerwerf Mij is gevraagd in het kader van deze relatiemiddag iets te zeggen over de relatie tussen het WMC (het laboratorium Windturbines, Materialen en Constructies) en de provincie Noord-Holland. Dat wil ik uiteraard graag doen, maar ik wil deze relatie ook in een wat breder perspectief plaatsen, en dat heeft te maken met de investeringsimpuls voor de regio Noord-Holland Noord, waartoe Provinciale Staten recent hebben besloten. Maar het woord, of beter gezegd het begrip ‘relatie’ is de rode draad in mijn verhaal. Ik wil beginnen met de W van Windturbines. Met een bijdrage van 1,4 miljoen euro stond de provincie mee aan de wieg van het WMC in de Wieringermeer; in die zin is onze relatie heel direct uitgedrukt. Ook heeft de provincie 4,3 miljoen euro bijgedragen aan de oprichting van het Multi Mega Windturbine testveld van ECN, ook al gelegen in de Wieringermeer. Hoewel dit twee op zichzelf staande ontwikkelingen zijn, is er ook een duidelijke relatie aan te geven. Die zit ‘m in de clustervorming. De provincie is van mening dat deze regio zich uitstekend leent om de Clustervorming Ontwikkeling Duurzame Energietechnologie uit te breiden en verder inhoud te geven. Dat zal de regio een sterke economische impuls geven. Met de clustervorming willen we bereiken dat veelbelovende technostarters, het regionale Midden- en Kleinbedrijf en het onderwijs (denk aan bestaande HBO- en MBO-opleidingen, kennisinstellingen zoals ECN, TNO, en KIM) met elkaar nieuwe duurzame producten en diensten gaan ontwikkelen en zo nieuwe marktproducten maken. Het begin is er, want door deelname aan ATO (Associatie Technologie Overdracht) zijn al 24 bedrijven en instellingen nieuwe onderlinge relaties aangegaan. En dit aantal breidt zich nog steeds uit. Provinciale Staten hebben dit voorjaar besloten om - naast de genoemde bijdragen - nog eens 10 miljoen euro beschikbaar te stellen voor het stimuleren van Duurzame Energie. Een aanzienlijk deel van dat bedrag zal in deze regio worden geïnvesteerd. Om die regionale inspanningen te illustreren, noem ik het bestaande Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma Kop & Munt, en de oprichting van wat je de opvolger kunt noemen: het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. Maar ik noem ook de professionalisering van ATO als uitvoerend orgaan en als aanjager van projecten die voortkomen uit het cluster. In maart is de eerste paal geslagen voor het ATO-faciliteitencentrum op het bedrijven terrein Kooypunt in Den Helder. Als eerste zal de productiehal voor windturbines worden verwezenlijkt om de 2 megawatt Direct Driven onshore turbine van Harakosan te kunnen bouwen. Ook de 3 megawatt DarwinD offshore turbine zal in deze hal worden ontwikkeld. Het is verheugend om te zien dat er nu al internationale belangstelling voor deze ontwikkeling bestaat. Een ontwikkeling die de regio een economische impuls kan
86
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
geven en daarmee kan bijdragen aan nieuwe, hoogwaardige werkgelegenheid voor Noord-Holland Noord. Wij gaan ervan uit dat deze sector zal groeien naar duizend hoogwaardige arbeidsplaatsen. Samen met de gemeente Wieringermeer, spant de provincie zich in voor uitbreiding van het ECN windturbine testveld om de eerste 4 DarwinD turbines uit de 0-serie te kunnen testen en te kunnen certificeren. Ook aan deze innovatieve ontwikkeling draagt de provincie haar financiële steentje bij. Een steentje van 2 miljoen euro. Al die bundelingen van krachten, al dat aangaan van relaties, moet ertoe leiden dat bedrijven over de wat perifere ligging van deze regio heenstappen en deze omgeving zien als wat ze werkelijk is: een regio met unieke offshore havenfaciliteiten direct aan open water (het Offshore Service & Logistics Centre is eergisteren officieel geopend), met de beschikbaarheid van een luchthaven, met kennisontwikkeling en testfaciliteiten, met innoverend ondernemerschap, en met stimulerende overheden. Een regio waar je gevestigd moet zijn, wil je een rol van betekenis kunnen spelen. Om dit gebied op de kaart te zetten, ook internationaal, is investeren in relaties dus van groot belang. Dan kom ik bij de M en de C van WMC, te weten de Materialen en Constructies. Veel van wat ik net gezegd heb over de potenties op het gebied van windenergie in de regio kan ook gezegd worden voor de kansen van Vezel Versterkte Kunststoffen (VVK). Ook deze innovatieve ontwikkeling zal op niet al te lange termijn door een provinciale financiële bijdrage worden gesteund. Vezel Versterkte Kunststoffen kennen verschillende toepassingen. Het gaat niet alleen om turbinebladen voor windenergiemolens. Zij zijn ook een sterke en duurzame grondstof voor tal van toepassingen in de scheepsbouw, bijvoorbeeld in de jachtbouw en wellicht ook in de nieuwe generatie binnenvaartschepen. In relatie - daar is het woord weer - met andere technologieën, zoals motoren of generatoren met het Direct Drive principe of de brandstofceltechnologie, kan een totaal van nieuwe duurzame bedrijvigheid ontstaan waarmee Noord-Holland Noord zich sterk kan profileren. Ook bij constructies van sluizen en bruggen, waarbij VVK-constructies de aloude metaal constructies kunnen vervangen, kan deze van nature zilte omgeving een uitstekende proeftuin zijn om de duurzaamheid van deze materialen te testen. Op den duur moeten in deze sector met thans 300 arbeidsplaatsen zo’n 1.500 plaatsen haalbaar zijn. Graag daag ik daarom de producenten van deze materialen en constructies uit om bij een provinciale brug of sluis die aan vervanging toe is, de concurrentie aan te gaan met constructies van meer traditionele materialen. Bedrijven, laat zien wat u waard bent, zou ik willen zeggen! Het WMC kan in deze ontwikkeling een belangrijke trekkende rol vervullen, en zo heb ik de relatie WMC-provincie weer gelegd, en is de cirkel weer rond. Er is zo dadelijk bij het informele deel van deze middag ruimte om te netwerken; er ontstaan dan weer nieuwe relaties en oude relaties worden verstevigd. Als dat gebeurt, kunnen we vast stellen dat de opzet van deze relatiemiddag geslaagd is, en daarmee voor herhaling vatbaar. Dank u wel.
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
87
Bijlage 8
Nevenfuncties
• • • •
Functies bij het ambt: Voorzitter Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland Lid algemeen bestuur Regio Randstad Lid IPO, Openbare Orde en Veiligheid Lid van het dagelijks en algemeen bestuur van de Kenniskring Amsterdam
• • • • • • • • • •
Functies voor de overheid: Voorzitter Raad van Toezicht Expertisecentrum Forensische Psychiatrie Lid bestuur/Stichting Bijzondere Leerstoel De overheid als arbeidsorganisatie Lid college voor geschillen medezeggenschap Defensie Lid van bestuur Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) Lid Raad van Advies Nederlands Genootschap van Burgemeesters Lid Raad van Advies Intercoach Voorzitter Klankbordgroep Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) Voorzitter van de commissie Evaluatie Toepassing Militair Strafprocesrecht bij Uitzendingen Commissielid van de commissie van onderzoek naar ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht Voorzitter van de Evaluatiecommissie Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB)
• • • •
Overige functies: Voorzitter bestuur Stichting Administratiekantoor Transcoop Voorzitter bestuur van de Stichting Geuzenverzet 1940-1945 Voorzitter Raad van Toezicht IJsselmeerziekenhuizen Lid bestuur van de INK
88
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
Bijlage 9
Jaarverslagen 2006 provincie Noord-Holland De provincie Noord-Holland publiceert in 2007 een aantal jaarverslagen over het jaar 2006. De verschillende jaarverslagen hebben een andere invalshoek en behandelen verschillende activiteiten van de provincie. Burgerjaarverslag Ik breng jaarlijks een burgerjaarverslag uit over de kwaliteit van de dienstverlening en over de kwaliteit van de burgerparticipatie bij de provincie. Daarnaast leg ik in het burgerjaarverslag verantwoording af over de afhandeling van klachten en bezwaar schriften. Het burgerjaarverslag biedt bovendien stof voor een fundamentele discussie over deze thema’s. Hierdoor kunnen contacten tussen de burger en het provinciebestuur verbeteren. Het burgerjaarverslag is verplicht op basis van artikel 175 van de Provincie wet. Jaarverslag commissaris van de Koningin Het is niet verplicht om een eigen jaarverslag uit te brengen. Echter, evenals mijn voor gangers, heb ik toch de behoefte om zo volledig mogelijk informatie te geven over mijn functioneren als bestuurder van de provincie en vertegenwoordiger van het Rijk. Met het verslag leg ik ook verantwoording af aan Provinciale Staten over mijn bestuur. Het verslag is dan ook in de eerste plaats bedoeld voor de leden van Provinciale Staten. Daarnaast beoog ik met dit verslag ook anderen te informeren over mijn taken en bevoegdheden én over mijn opvattingen en beleid bij een aantal kwesties. Die anderen zijn zowel de geïnteresseerde Noord-Hollandse inwoners, als de burgemeesters, dijkgraven, korpschefs, brandweercommandanten, regionaal geneeskundig functionarissen, de in de provincie werkzame rijksfunctionarissen en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties. Jaarverslag provincie Noord-Holland Met het jaarverslag en de jaarrekening, leggen Gedeputeerde Staten verantwoording af aan Provinciale Staten over hun bestuur. Zij doen dit conform artikel 201 van de Provincie wet. Het jaarverslag geeft inzicht in onze inspanningen en de mate waarin we onze doel stellingen hebben bereikt. Het sociaal jaarverslag vormt een onderdeel van het jaarverslag. Jaarrekening De jaarrekening toont het financiële beheer van het beleid. In dit verslag staan de baten en lasten, het rekeningresultaat en de balans met toelichting. Ook is een verantwoording over de reserves en voorzieningen van de provincie opgenomen. Jaarverslag Hoor- en Adviescommissie Het jaarverslag van de Hoor- en Adviescommissie (HAC) geeft een jaaroverzicht van de bezwaarschriften die bij deze commissie zijn ingediend tegen besluiten van de provincie. Ook staan in dit verslag de klachten die het Centraal Klachten Meldpunt ontving over de handelwijze van provincieambtenaren en bestuurders en de administratieve beroepen bij de Commissie Administratief Beroep tegen besluiten van lagere overheden.
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
89
Het jaarverslag geeft ook inzicht in de inhoud van de adviezen van de Hoor- en Adviescommissie en de besluiten over de beroepen. Jaarverslag Statengriffie Het jaarverslag van de Statengriffie doet verslag van de werkzaamheden van Provinciale Staten en de assistentie van de Statengriffie daarbij.
90
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
Colofon
Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.: (023) 514 31 43 Fax: (023) 514 40 40 Internetadres: www.noord-holland.nl E-mailadres:
[email protected] Redactie Helen van den Broek, Amsterdam Redactie interviews Helen van den Broek, Amsterdam Eindredactie Sector Kabinet Provincie Noord-Holland, Haarlem Fotografie omslag Beeldnet Provincie Noord-Holland Fotografie binnenwek Beeldnet Provincie Noord-Holland, p2, p52, p53, p57, p59 Foto-documentaire “De allochtone ondernemer in Noord-Holland” In dit jaarverslag zijn foto’s opgenomen uit de serie “De allochtone ondernemer in Noord-Holland”. De foto’s werden in opdracht van het provinciaal bestuur gemaakt door de Amsterdamse fotografe Venus Veldhoen. De fotodocumentaire omvat 20 foto’s; de serie maakt deel uit van de provinciale kunstcollectie van Noord-Holland. Venus Veldhoen (Amsterdam 1968) volgde een opleiding aan de Gerrit Rietveldacademie te Amsterdam. Als vrije fotografe heeft zij zich toegelegd op zowel portret-, mode- als reisfotografie. Daarnaast maakt ze ook illustratiefoto’s in opdracht. Haar manier van werken is sterk persoonsgericht en -gebonden. Werk van Venus Veldhoen is regelmatig te zien op fototentoonstellingen. Informatie over haar en haar werk treft u aan op haar website: www.venusveldhoen.com Vormgeving FUNCKE communications & design, Haarlem Grafische verzorging Provincie Noord-Holland, MediaProductie Drukwerk Hollandia Printing, Heerhugowaard Papier Hello matt, houtvrij MC Oplage 650 exemplaren
Haarlem, maart 2007
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
91
92
Jaarverslag CvdK 2006 – Bijlagen
PROVINCIE NOORD-HOLLAND
Jaarverslag 2006 Commissaris van de Koningin
Jaarverslag 2006 Commissaris van de Koningin
PROVINCIE NOORD-HOLLAND