Leidraad Inventarisatie veiligheidsaspecten bij repressief optreden
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding
Leidraad Inventarisatie veiligheidsaspecten bij repressief optreden
Deze publicatie is een productie van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich graag aanbevolen. Samenstelling: Platform Arbeidsveiligheid Repressieve Taakstelling, werkgroep “Warme RI&E” Opmaak & realisatie: Drukkerij Roos en Roos, Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiëren, opnamen of enige andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de NVBR. 1e druk, 1e oplage, oktober 2006 © NVBR Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) Postbus 7010, 6801 HA Arnhem Tel. (026) 355 24 55 Fax (026) 351 50 51 www.nvbr.nl
Voorwoord Voor u ligt de leidraad “Inventarisatie Veiligheidsaspecten bij Repressief optreden”. De leidraad beschrijft een methodiek om de risico’s, die gelopen worden tijdens repressief optreden, te inventariseren en te evalueren. Verder wordt een handreiking gegeven voor het opstellen van een plan van aanpak. De ontwikkeling van de leidraad is een initiatief van het platform Arbeidsveiligheid Repressieve Taakstelling (ART) van de NVBR en bedoeld om de leemte in de ISAB1-methode op te vullen. Vanuit het platform is een werkgroep geformeerd die bestond uit: C.L. Methorst (Regionale Brandweer Drenthe) B. van Veen (Hulpverleningsdienst Groningen) A. Visser (Hulpverlening Gelderland Midden) Het uitgangspunt van de werkgroep is geweest om een product te ontwikkelen door de brandweer en voor de brandweer. Om dit te realiseren is gebruik gemaakt van diverse groepen uit het brandweerveld en een afvaardiging van de Arbeidsinspectie, die als klankbord hebben gefunctioneerd. De waardevolle suggesties zijn zo veel mogelijk verwerkt in het uiteindelijke resultaat. Op verzoek van de brandweer Haarlem is de werkgroep uitgenodigd om het systeem daar aan de praktijk te toetsen. Daarvoor is de werkgroep dank verschuldigd. Ondanks dat de leidraad zo zorgvuldigheid mogelijk is opgesteld, kan het zijn dat er op onderdelen een nadere specifieke uitwerking nodig is. De samenstellers houden zich aanbevolen voor suggesties en opmerkingen over de inhoud van de leidraad alsmede over de specifieke uitwerking daarvan door korpsen. Ik hoop dat deze leidraad een bijdrage levert aan het verhogen van de veiligheid van het brandweerpersoneel dat bij de uitvoering betrokken is. Namens het bestuur spreek ik hierbij mijn dank uit aan een ieder die aan de totstandkoming van deze leidraad heeft bijgedragen. In het bijzonder natuurlijk aan de werkgroep van het platform ART. Suggesties ter verbetering kunt u mailen naar:
[email protected] onder vermelding van “platform ART/ leidraad inventarisatie veiligheidsaspecten bij repressief optreden”. Arnhem, oktober 2006 mr. J.B.M. Tilman Directeur
1
ISAB: Inventarisatie Systeem Arbeidsomstandigheden Brandweer
3
4
INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding
4
Hoofdstuk 2 Handleiding
5
Hoofdstuk 3 Inventarisatie: de veiligheidschecklist
7
Hoofdstuk 4 Inventarisatie: het belevingsonderzoek
8
Hoofdstuk 5 Het Plan van Aanpak
9
Hoofdstuk 6 De object risico analyse
10
Hoofdstuk 7 Het gebruik van de bestanden
11
Bijlage 1 Voorbeeld Veiligheids Checklist Brandweer
12
Bijlage 2 Voorbeeld Belevingsonderzoek
12
Bijlage 3 Voorbeeld Uitkomsten Belevingsonderzoek
12
Bijlage 4 Risicograaf Taak Risico Analyse
12
Bijlage 5 Voorbeeld Plan van aanpak
12
Bijlage 6 Object risico analyse
12
Bijlage 7 Risicograaf “Object risico analyse”
12
5
Formulieren Deel1: Veiligheids Checklist Brandweer Deel2: Belevingsonderzoek
6
12 12
Hoofdstuk 1
Inleiding Op basis van artikel 5 van de Arbo-wet is iedere werkgever verplicht om de risico’s die de werknemer tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden loopt te inventariseren en deze schriftelijk vast te leggen. Voor de brandweer is destijds de ISAB-methode (Inventarisatie Systeem Arbeidsomstandigheden Brandweer) ontwikkeld. De ISAB-methode is goed toe te passen voor de “koude” kant van de brandweerorganisatie, maar voldoet niet om de risico’s, die gelopen worden tijdens repressief optreden, te inventariseren. De “Inventarisatie Veiligheidsaspecten bij Repressief optreden”, verder genoemd als “RI&E warm”, is ontwikkeld om de leemte van de ISAB-methode op te vullen. De methodiek is zo gemaakt dat deze door de eigen brandweerorganisatie kan worden uitgevoerd. De RI&E “warm” bestaat uit de onderdelen: 1. Veiligheids Checklist 2. Belevingsonderzoek 3. Object risico analyse 4. Plan van aanpak In de volgende hoofdstukken zullen de onderdelen worden toegelicht.
1.1 Status Leidraad De arbowetgeving verplicht het schriftelijk vastleggen van de risico’s die de werknemers lopen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden. De wet schrijft niet voor op welke wijze dit moet gebeuren. De “RI&E warm” is een methodiek die gebruikt kan worden om risico’s bij het repressief optreden te inventariseren en te evalueren. Zoals de titel al aangeeft, is de leidraad bedoeld om richting te geven aan de invulling van de wettelijke verplichting. Het toepassen van de methodiek heeft dus niet een verplichtend karakter voor de brandweerorganisaties. Als de methodiek van deze leidraad niet aansluit bij de werkwijze van een brandweerorganisatie, mag de betreffende organisatie hiervan afwijken, mits wordt voldaan aan de uitgangspunten van artikel 5 van de arbowet.
7
8
Hoofdstuk 2
Handleiding In dit hoofdstuk wordt het algemene proces beschreven. In latere hoofdstukken wordt dieper ingegaan op de manier waarop de drie hiervoor genoemde onderdelen moeten worden gebruikt. Het totale proces kan worden opgedeeld in twee onafhankelijke deelprocessen: 1. de Veiligheidschecklist, het Belevingsonderzoek en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak vormen één geheel. Dit deelproces kan eenvoudig binnen een afzienbare tijd worden uitgevoerd. 2. de Object Risico Analyse. Deze analyse spitst zich toe op afzonderlijke objecten. Objecten worden onderverdeeld in gebouwgebonden objecten en overige objecten, zoals installaties, hoogspanningsleidingen, verkeerswegen, tunnels, waterwegen en spoorwegen. Hierbij is een sterke relatie met bereikbaarheidskaarten en/of aanvalsplannen. Dit proces kost veel tijd. Om het eerste deelproces niet te frustreren is het mogelijk om deelproces 2, dat meer tijd kost, uit te smeren over een langere periode.
2.1 Deelproces 1 Stap 1: Voorlichting Om een representatief beeld te krijgen van de “RI&E warm” is het van belang dat de medewerkers die een directe relatie hebben met het repressief optreden nauw bij het proces worden betrokken. Dit betekent dat zij door middel van voorlichting geïnformeerd moeten worden over het proces en de vervolgstappen.
Stap 2: Inventarisatie Na de voorlichting worden door de verschillende partijen (management en personeel) de inventarisatieformulieren ingevuld. De inventarisatie bestaat uit drie onderdelen: 1. De veiligheidschecklist (bijlage 1) wordt ingevuld door vertegenwoordigers van het management. (meerdere personen, minimaal twee) 2. Het belevingsonderzoek (bijlage 2) wordt ingevuld door het repressieve personeel. 3. Naar aanleiding van de resultaten uit het belevingsonderzoek wordt een interview afgenomen, met een representatieve groep werknemers (doorsnede van alle niveaus). Hierbij kunnen zij hun beleving nader toe lichten. De resultaten worden meegenomen in de conclusies. De interviews worden bij voorkeur uitgevoerd door een onafhankelijke instantie of door personen die geen directe relatie hebben met de repressieve dienst, maar wel inhoudelijk op de hoogte zijn en in staat zijn het geheel te overzien.
Stap 3: Opstellen plan van aanpak Nadat de lijsten zijn ingevuld, wordt de informatie gerangschikt en wordt een concept management rapportage en plan van aanpak opgesteld. Het concept plan van aanpak bevat in ieder geval: • een beschrijving van de bestaande situatie; • de daaraan gekoppelde risicocategorie die maatgevend is voor de prioriteit van de uit te voeren maatregelen en activiteiten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de risicograaf (zie bijlage 4) ; • de conclusies uit de inventarisatie (veiligheidschecklist, belevingsonderzoek & interviews);
9
HOOFDSTUK 2
• een overzicht van de maatregelen en activiteiten die in- of uitgevoerd moeten worden; • het tijdpad; • overzicht van verantwoordelijkheden voor de uitvoering
Stap 4: Vaststellen plan van aanpak, inclusief managementrapportage De concept management-rapportage en plan van aanpak worden teruggekoppeld naar het personeel. Nadat eventuele opmerkingen/aanvullingen van het personeel zijn verwerkt, wordt het rapport voor vaststelling aangeboden aan de directie, die het vervolgens voorlegt aan de personeelsvertegenwoordiging.
Stap 5: Implementatie Na het vaststellen door de directie kan uitvoering worden gegeven aan het plan van aanpak. De leidinggevenden zien toe dat iedereen zich aan de vastgestelde maatregelen en activiteiten houdt. Periodiek worden de resultaten in de diverse overlegvormen op de agenda gezet (bijvoorbeeld het werkoverleg, staf, bevelvoerderoverleg, ondernemingsraad cq. personeelvertegenwoordiging). Indien noodzakelijk worden aanvullende maatregelen getroffen of activiteiten bijgesteld.
2.2 Deelproces 2 Dit deelproces betreft de object risico analyse. De voorlichting maakt onderdeel uit van de voorlichting over de checklist en het belevingsonderzoek. Tijdens de voorlichting wordt aangegeven hoe het proces wordt uitgevoerd in relatie tot deelproces 1. In hoofdstuk 6 worden de stappen 2 (inventarisatie) en 3 (opstellen plan van aanpak) van deelproces 2 beschreven.
2.3 Tijdbelasting De praktijktest in Haarlem (60 beroeps, 60 vrijwilligers) heeft uitgewezen, dat voor een volledige RI&E warm uitgegaan moet worden van minimaal 140 uur. Er wordt van uitgegaan dat de inventarisatie door twee personen wordt uitgevoerd. Met name degene die de interviews, analyses en het plan van aanpak maakt, moet rekening houden met een aanzienlijke tijdbelasting. Voor het invullen van de veiligheidschecklist en het belevingsonderzoek moet men rekening houden met ca. 2 uur per persoon. Het invullen van de object risico analyse is afhankelijk van het object, maar men moet rekening houden met minimaal 8 uur.
10
Hoofdstuk 3
Inventarisatie: de veiligheidschecklist De veiligheidschecklist (bijlage 1) benoemt de repressieve activiteiten van de brandweer en de organisatorische aspecten die direct betrekking hebben op het repressieve optreden. De vragenlijst wordt onder verantwoordelijkheid van het management ingevuld. Er kan ook gekozen worden om deze lijst door meerdere personen in te laten vullen om zo verschillen van inzicht op bepaalde onderdelen te elimineren. De veiligheidschecklist is volgens de onderstaande structuur ingedeeld: • Algemeen ( o.a. organisatie in directe relatie tot repressie) • Brand: Algemeen Specifiek --------- gebouwen --------- verkeer en vervoer --------- natuur en milieu --------- diversen • Hulpverlening: Algemeen Specifiek --------- gebouwen --------- verkeer en vervoer --------- natuur en milieu --------- diversen • Ongevallen met gevaarlijke stoffen: Algemeen Specifiek --------- gebouwen --------- verkeer en vervoer --------- natuur en milieu --------- diversen • Gebruik voertuigen: Algemeen Specifiek (werken met) • Specialisaties (WVD, Gaspak en Duiken) Bij ieder onderdeel worden naast de gevaaraspecten ook de te nemen beheersmaatregelen benoemd. Beheersmaatregelen hebben betrekking op de organisatie, de techniek en in mindere mate op het gedrag. Onder beheersmaatregelen vallen, bijvoorbeeld, eisen met betrekking tot opleiding en oefening, procedures en arbeidsmiddelen.
Gebruikswijzer Bij het invullen van de veiligheidschecklist kan men kiezen tussen: ❑ niet van toepassing ❑ Ja ➲ veld kleurt groen* ❑ Nee ➲ veld kleurt rood ❑ Nog niet optimaal ➲ veld kleurt oranje * Indien de veiligheidschecklist direct op de computer wordt ingevuld, zal het veld automatisch ingekleurd worden. Zo kan men in één oogopslag zien waar de tekortkomingen zitten.
11
HOOFDSTUK 3
In de laatste kolom kan men nog, met behulp van de risicograaf uit bijlage 4, aangeven welke risicoclassificatie de activiteit heeft. Dit is niet persé nodig, maar wordt wel aanbevolen, zodat in het plan van aanpak een prioriteitstelling kan worden bepaald.
12
Hoofdstuk 4
Inventarisatie: het belevingsonderzoek De RI&E warm bestaat naast de checklist uit een belevingsonderzoek (bijlage 2). Het belevingsonderzoek bestaat uit twee onderdelen, die beide anoniem worden afgenomen: 1) Een vragenformulier voor werknemers met een repressieve functie (manschap, bevelvoerder, OVD, ROGS e.d.). Dit formulier vertoont veel overeenkomsten met de veiligheidschecklist; zowel wat betreft de structuur als ook wat betreft de benoeming van gevaar- en beheersaspecten. Door zowel de veiligheidschecklist als het belevingsonderzoek in te vullen, kan worden onderzocht of het beeld dat de leiding heeft, overeenkomt met de beleving van de werknemer. 2) Een interviewronde met een representatief deel van de groep aan wie het formulier is uitgereikt. De interviews worden gebruikt om de resultaten uit het belevingsonderzoek te verduidelijk of te verdiepen.
Gebruikswijzer vragenformulier Bij het invullen van de vragenformulier kan men kiezen tussen: ❑ niet van toepassing ❑ Niet ❑ Onvoldoende ❑ Geen mening ❑ Voldoende ❑ Teveel De ingevulde lijsten worden overgenomen op een verzamelstaat (bijlage 3). Indien deze verzamelstaat op de computer wordt ingevuld, zal het veld automatisch worden ingekleurd. Zo kan men in één oogopslag zien waar de tekortkomingen zitten. Score <30% ➲ veld kleurt rood Score 30%-70% ➲ veld kleurt oranje Score >70% ➲ veld kleurt groen
13
14
Hoofdstuk 5
Het Plan van Aanpak Nadat de inventarisatie (bestaande uit de veiligheidschecklist en het belevingsonderzoek) is uitgevoerd, worden de resultaten geanalyseerd. Op basis daarvan wordt een plan van aanpak opgesteld (bijlage 5). Het plan van aanpak is een zuiver organisatie gebonden systeem. Bepalend zijn de mogelijkheden (menskracht, financiële middelen) van de organisatie. Het plan van aanpak wordt in goed overleg met de afdelingen en het personeel opgesteld. Het plan van aanpak moet uit de volgende onderdelen bestaan: • Titel en managementsamenvatting • Inleiding en leeswijzer • Een overzicht van de geraadpleegde informatiebronnen zoals rampenplan, statistieken, risicoinventarisaties verzorgingsgebied etc. • Resultaten van de inventarisatie (veiligheidschecklist, belevingsonderzoek) • Een beschrijving van de activiteiten en processen om het plan van aanpak in te voeren en uit te voeren • Een beschrijving of schema van het communicatietraject • Een beschrijving van het feitelijke plan van aanpak Indien gekozen is om de objectrisicoanalyse gelijktijdig uit te voeren met de veiligheidschecklist en belevingsonderzoek, wordt deze ook opgenomen in het plan van aanpak. Het plan van aanpak wordt in concept besproken met personeel en directie. Na vaststelling volgt de uitvoering.
15
16
Hoofdstuk 6
De object risico analyse De object risico analyse (bijlage 6) is, naast de inventarisatie, het tweede onderdeel van de RI&E warm. De object risico analyse bestaat uit een checklist waarmee bepaalde objecten/ gebieden in het verzorgingsgebied geanalyseerd kunnen worden op hun specifieke (gevaars-)kenmerken. Bij ieder onderdeel worden naast de gevaaraspecten ook de te nemen beheersmaatregelen benoemd. Beheersmaatregelen hebben betrekking op de schakels pro-actie, preventie, preparatie en repressie van de veiligheidsketen. Een object risico analyse moet in principe van alle objecten in het verzorgingsgebied worden gemaakt. Aanvalsplannen vormen de basis. Bij gebouwen waar veel mensen verblijven in combinatie met de zelfredzaamheid en objecten met een verhoogd risico door gevaarlijke stoffen gebeurt dit per object. Woonwijken met soortgelijke bebouwing kunnen als één object worden beschouwd. Kernvragen in de object risico analyse zijn: • welke maatregelen/ activiteiten zijn voor het repressief optreden van de brandweer vastgesteld; • welke maatregelen/ activiteiten zijn daadwerkelijk in de gehele brandweerorganisatie geïmplementeerd; • hoe is het toezicht en de controle op de naleving van deze maatregelen/ activiteiten; • hoe wordt omgegaan met klachten/ vastgestelde tekortkomingen? Bij geconstateerde risico’s komen de volgende vragen aan de orde: • aan welk gevaar respectievelijk risico wordt het brandweerpersoneel blootgesteld; • is de organisatie en het personeel zich bewust van het risico; • bereid de organisatie/ het personeel zich voor op het risico in de preparatieve fase, door: - voorlichting, opleiding en oefening, objectverkenning - procedures en/of instructies - beschikbaarheid van de juiste en voor de persoon meest geschikte arbeidsmiddelen resp. persoonlijke beschermingsmiddelen • bespreekt het personeel, voorafgaand aan, of eventueel tijdens, de inzet: - de aanwezige risico’s, resp. de nood- en beheersmaatregelen - het gebruik van arbeidsmiddelen en/of persoonlijke beschermingsmiddelen. Op basis van de uitkomsten wordt, met behulp van de risicograaf (zie bijlage 7) een gevaarscategorie vastgesteld. De gevaarscategorie geeft een indicatie van het risico. Vervolgens worden de uitkomsten verwerkt in een plan van aanpak. De object risico analyse geeft niet alleen inzicht in de aanwezige risico’s in het verzorgingsgebied, maar biedt ook een handleiding voor brandweerpersoneel in de voorbereidende fase bij oefeningen of gebouwverkenningen. Door bij oefeningen te anticiperen op aanwezige risico’s worden de effectiviteit en veiligheid van een inzet verhoogd.
17
18
Hoofdstuk 7
Het gebruik van de bestanden Op BrandweerKennisNet (www.brandweerkennisnet.nl) zijn de volgende bestanden te downloaden: • • • • •
De handleiding Checklist “Inventarisatie Veiligheidsaspecten bij Repressief optreden” Belevingsonderzoek “Inventarisatie Veiligheidsaspecten bij Repressief optreden” Verzamellijst van het belevingsonderzoek Inventarisatie formulieren “Object risico analyse”
19
20
Bijlage 1
Voorbeeld Veiligheids Checklist Brandweer
21
BIJLAGE 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
(L) (M) (H)
Algemeen Organisatorische aspecten die in directe relatie staan tot het repressieve optreden Voorbereid zijn op Door onvoldoende opleiding,
O Wordt op alle niveaus
bijscholing en oefening loopt men
realistisch geoefend?
brandweertaken.
een verhoogd risico. (Worden
(brandwacht, chauffeur,
en bijscholen)
omschreven activiteiten)
Evaluatie incidenten Evalueren is van belang om te leren van zowel de goede als de verbeterpunten van een inzet.
M
bevelvoerder, OVD en OGS)
O Worden structureel
geëvalueerd en schriftelijk
el
(opleiden, oefenen nader benoemd bij specifiek
X
d
de uit te voeren
vastgelegd inzetten
vanaf middel-incident en/of
J
• mediagevoelige
be
incidenten en/of
• incidenten met leermomenten?
O Wordt er structureel op alle niveaus geleerd van
N
incidenten?
O Is het leeragentschap in
N
vo
or
uw organisatie ingevuld?
22
M
O Worden (bijna)ongevallen en risicovolle situaties
X
structureel geëvalueerd en schriftelijk vastgelegd? O Worden (bijna)ongevallen en risicovolle situaties op regionaal niveau
N
geanalyseerd en worden verbetervoorstellen planmatig overgenomen? O Worden aanbevelingen ten aanzien van de veiligheid vanuit het land/regio overgenomen?
X
VOORBEELD VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
(L) (M) (H)
Algemeen (repressieve taakstelling) Is schriftelijk vastgelegd
toegestane snelheid met als
wat de verantwoordelijk-
zich naar de
gevolg een verhoogd risico op
heid van de korpsleden is
kazerne begeven.
een ongeval.
bij alarmering?
N
d
Na een melding, via • Overschrijding van de wettelijk O de alarmontvanger,
• Overschrijding van het wettelijk O Is deze activiteit vastgelegd
in een veiligheidsprocedure
in het bloed met als gevolg een
of -instructie?
verhoogd risico om een ongeval te krijgen/veroorzaken. • Van de weg raken door stuurfout, gladheid, schrikreactie e.a. met als gevolg een ongeval.
O Krijgen de korpsleden
structureel voorlichting
weggebruiker(s).
H
N
over de (onnodige) risico’s?
O Worden er niet meer
be
• Aanrijding met andere
N
el
toegestane alcohol-percentage
korpsleden gealarmeerd
J
dan noodzakelijk (groepsalarmering)?
• Gedrag niet aanpassen aan het O Worden er functioneringsheersende verkeersbeeld met
gesprekken gevoerd
als gevolg een verhoogd risico
waarbij risicoverhogend
om een ongeval te krijgen/
gedrag wordt besproken?
X
vo
or
veroorzaken.
23
BIJLAGE 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
(L) (M) (H)
BRAND Algemeen • Elektrocutie
adembescherming. • Flashover (geen complex
• Backdraft
gebouw)
• Instorting/omvallen of
Voorbeelden:
bezwijken constructie
• woningbrand
• Struikelen
• kelderbrand
• Vallen
• zolderbrand
• Vallende voorwerpen
• kapbrand
O
Is deze activiteit vastgelegd in een -instructie?
O Is er een op schrift gestelde noodprocedure t.a.v.
• Stoten
N
regelmatig beoefend?
O Wordt gebruik gemaakt van
J
een warmtebeeldcamera?
O Vindt er registratie plaats
be
• Desoriëntatie
N
veiligheid eigen personeel?
O Wordt deze noodprocedure
• Beknelling
N
veiligheidsprocedure of
d
• Explosie
gebouw met
el
Binnentreden
• Verbranding
van personen bij het
• Ingesloten raken
betreden van het object
• Defecte apparatuur
met adembescherming?
N M
• Contact met gevaarlijke stoffen O Krijgen de korpsleden • Ademluchtcilinder leeg
• Inademing schadelijke dampen
structureel voorlichting over de risico’s met
J
vo
or
betrekking tot het binnen-
24
treden van een gebouw?
O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met
J
betrekking tot een flashover en backdraft? O Wordt deze activiteit regelmatig realistisch in een oefencentrum beoefend? (volgens de leidraad oefenen)
J
VOORBEELD VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
(L) (M) (H)
Specifiek Gebouwen Naast de gevaarsaspecten die
“Complexe”
reeds zijn benoemd bij het
O Is een inzet in een complex gebouw vastgelegd in een
gebouwen;
binnentreden van een gebouw
veiligheidsprocedure of
Voorbeelden:
zijn de specifieke gevaarsaspecten:
• Gevangenissen
• Desoriëntatie
-instructie?
J
d
Inzet in
O Zijn de korpsleden
• Kantoor-
adequaat opgeleid voor deze activiteit?
el
gebouwen
X
• Ziekenhuizen
O Wordt deze activiteit
• Verzorgings-
regelmatig beoefend?
tehuizen
J
(volgens de leidraad
• Bejaarden-
oefenen)
O Krijgen de korpsleden
be
tehuizen
M
structureel voorlichting over de risico’s met
N
betrekking tot een inzet in een complexgebouw ?
T
Hebben de korpsleden de
beschikking over de juiste voldoende mate?
X
(communicatie, refinder, registratiebord, warmtebeeldcamera e.d.)
vo
or
arbeidsmiddelen en in
25
26
Bijlage 2
Voorbeeld Belevingsonderzoek Algemene gegevens Korps: Post:
U bent bij de brandweer:
O X
In beroepsdienst Vrijwilliger
Uw repressieve functie is:
O X O O O O O O O
Manschap Bevelvoerder Officier van Dienst Hoofd officier van dienst Officier gevaarlijke stoffen Adviseur gevaarlijke stoffen WVD-deskundige Cdt. van dienst Anders nl.:
Uw specialisatie is:
O O O O O O X X O
Niet van toepassing Chauffeur/pompbediener Gaspakdrager Duiker Meetploeg Centralist Instructeur algemeen Instructeur persoonlijke bescherming Anders nl. ……………
27
BIJLAGE 2
Organisatorische aspecten die in directe relatie staan tot het repressieve optreden Diverse. Worden nader benoemd
In hoeverre bent u, in algemene
de uit te voeren
bij specifiek omschreven
zin, van mening dat u voldoende
brandweertaken.
activiteiten
bent voorbereid op de uit te
(Opleiden, Oefenen
X
d
Voorbereid zijn op
voeren brandweertaken?
en Bijscholen) leren van zowel de goede als de verbeterpunten van een inzet.
In hoeverre wordt er aandacht
besteed om evaluaties van brand-
el
Evaluatie incidenten Evalueren is van belang om te
X
weerinzetten te bespreken?
In hoeverre worden (bijna)
ongevallen en risicovolle situaties
X
geëvalueerd?
be
In hoeverre worden (bijna)
ongevallen en risicovolle situaties die in het land plaatsvinden en in
X
principe ook bij uw korps plaats kunnen vinden geëvalueerd? In hoeverre worden verbeterpunten uit de evaluaties ook
vo or
daadwerkelijk in de organisatie
28
geïmplementeerd?
X
Teveel
Algemeen
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
VOORBEELD BELEVINGSONDERZOEK
Teveel
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
Algemeen (repressieve taakstelling) In hoeverre bent u zich bewust
de alarmontvanger,
toegestane snelheid met als
van de gevaren en risico’s die
zich naar de kazerne
gevolg een verhoogd risico om
betrekking hebben op de
begeven.
een ongeval te krijgen/
genoemde activiteit?
veroorzaken. • Overschrijding van het wettelijk
verhoogd risico om een ongeval te krijgen/veroorzaken. • Van de weg raken door
el
toegestane alcohol percentage in het bloed met als gevolg een
X
d
Na een melding, via • Overschrijding van de wettelijk
stuurfout, gladheid, schrikreactie
be
e.a. met als gevolg een ongeval. • Aanrijding met andere weggebruiker(s).
• Gedrag niet aanpassen aan het heersende verkeersbeeld met
als gevolg een verhoogd risico om een ongeval te krijgen/
vo or
veroorzaken.
29
BIJLAGE 2
• Explosie
In hoeverre bent u zich bewust
gebouw met
• Elektrocutie
van de genoemde gevaren en de
adembescherming.
• Flashover
risico’s?
BRAND Algemeen
d
(geen complex
• Backdraft
In hoeverre bent u opgeleid cq.
gebouw)
• Instorting/omvallen of
bevoegd om een brandend
bezwijken constructie
• woningbrand
• Struikelen
• kelderbrand
• Vallen
• zolderbrand
• Vallende voorwerpen
• kapbrand
• Stoten • Beknelling
In hoeverre krijgt u structureel
voorlichting over de algemene
risico’s ( bezwijken constructie,
X
elektrocutie, van hoogte vallen e.d.) met betrekking tot het
binnentreden van een gebouw?
be
• Desoriëntatie • Verbranding
In hoeverre wordt u realistisch
• Ingesloten raken
beoefend in een oefencentrum?
• Defecte apparatuur
In hoeverre wordt de veiligheid
• Contact met gevaarlijke stoffen
gewaarborgd bij het binnentreden
• Ademluchtcilinder leeg
van een gebouw?
• Inademing schadelijke dampen
X
X
In hoeverre bent u op de hoogte
vo
or
van de risico’s van een flashover
X
en backdraft?
In hoeverre krijgt u realistische oefeningen/instructie over
X
flashover en backdraft? In hoeverre bent u op de hoogte van een noodprocedure
X
“veiligheid eigen personeel”? In hoeverre wordt deze nood-
X
procedure beoefend? In hoeverre vindt registratie plaats van brandweermensen die panden
X
betreden? In hoeverre heeft u de beschikking over adequate middelen om een pand veilig te kunnen betreden?
30
X
gebouw te betreden?
el
Voorbeelden:
X
X
Teveel
Binnentreden
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
Bijlage 3
Voorbeeld Uitkomsten Belevingsonderzoek
31
BIJLAGE 3
Score in %
Voldoende 5
Teveel
Geen mening
0 12 3
Beleving
Onvoldoende
Niet
n.v.t.
Totaal
Hfdst
Algemeen Organisatorische aspecten die in directe relatie staan tot het repressieve optreden In hoeverre bent u, in algemene zin, van mening dat 20 0
uit te voeren brand-
u voldoende bent voorbereid op de uit te voeren
weertaken. (opleiden,
brandweertaken?
oefenen en bijscholen) Evaluatie incidenten
d
Voorbereid zijn op de
In hoeverre wordt er aandacht besteed om evaluaties 20 0 van brandweerinzetten te bespreken? situaties geëvalueerd?
20 0
2
In hoeverre worden (bijna) ongevallen en risicovolle
1 16
4 16 0
0 85,00
0
0
0
0 20,00
0 10 10 0
0 50,00
0
0 20
0 100,00
0
0 10,00
el
In hoeverre worden (bijna) ongevallen en risicovolle
1
0 40,00
20 0 16 0
4
-
situaties die in het land plaatsvinden en in principe
ook bij uw korps plaats kunnen vinden geëvalueerd?
be
In hoeverre worden verbeterpunten uit de evaluaties 20 0 ook daadwerkelijk in de organisatie geïmplementeerd? Algemeen (repressieve taakstelling) Na een melding, via de
In hoeverre bent u zich bewust van de gevaren en
alarmontvanger, zich
risico’s die betrekking hebben op de genoemde
naar de kazerne
activiteit?
begeven.
In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde
vo
or
activiteit?
32
20 0
20 0 18
0
2
VOORBEELD UITKOMSTEN BELEVINGSONDERZOEK
Score in %
Teveel
Voldoende
Geen mening
Niet
20 0
0
5 12 3
0 75,00
20 0
0
8
0 60,00
Beleving
Onvoldoende
n.v.t.
Totaal
Hfdst
BRAND Algemeen In hoeverre bent u zich bewust van de genoemde
met adembescherming.
gevaren en de risico’s?
(geen complex gebouw)
In hoeverre bent u opgeleid cq. bevoegd om een
Voorbeelden:
brandend gebouw te betreden?
8
4
d
Binnentreden gebouw
• woningbrand
In hoeverre krijgt u structureel voorlichting over de
• kelderbrand
algemene risico’s ( bezwijken constructie, elektrocutie,
5
0 25,00
0 17
0 85,00
20 0 18 0
0
2
0 10,00
20 0
1 15
0 80,00
0
0
0
20 0 12 0
0
8
0 40,00
In hoeverre wordt deze noodprocedure beoefend?
20 0 20 0
0
0
0
-
In hoeverre vindt registratie plaats van
20 0 20 0
0
0
0
-
20 0
0 20
van hoogte vallen e.d.) met betrekking tot het
• kapbrand
binnentreden van een gebouw?
In hoeverre wordt u realistisch beoefend in een oefencentrum?
8
7
0
el
• zolderbrand
20 0
In hoeverre wordt de veiligheid gewaarborgd bij het
20 0
0
3
be
binnentreden van een gebouw?
In hoeverre bent u op de hoogte van de risico’s van
0
4
een flashover en backdraft?
In hoeverre krijgt u realistische oefeningen/instructie 20 0 20 0
-
over flashover en backdraft?
In hoeverre bent u op de hoogte van een
or
noodprocedure “veiligheid eigen personeel”?
brandweermensen die panden betreden? In hoeverre heeft u de beschikking over adequate
0
0
0 100,00
vo
middelen om een pand veilig te kunnen betreden?
33
BIJLAGE 3
Score in %
Voldoende 5
Teveel
Geen mening
0 12 3
Beleving
Onvoldoende
Niet
n.v.t.
Totaal
Hfdst
Specifiek Gebouwen In hoeverre bent u zich bewust van de gevaren en
gebouwen;
risico’s die betrekking hebben op de genoemde
Voorbeelden:
activiteit? In hoeverre bent u opgeleid om een inzet uit te
• Kantoorgebouwen
kunnen voeren in complexe gebouwen?
• Ziekenhuizen
In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en
• Verzorgingstehuizen
risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit?
In hoeverre bent u geoefend om een inzet uit te
0 40,00
20 0 10 10 0
0
0
-
20 0 10 10 0
0
0
-
20 0 10 10 0
0
0
-
20 0 12 0
0
8
0 40,00
20 0
0
0
3 17
0 100,00
20 0
0
3
4 13
0 85,00
el
• Gevangenissen
• Bejaardentehuizen
20 0
d
Inzet in “Complexe”
kunnen voeren in complexe gebouwen?
In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende
be
veiligheidsinstructie/procedure met betrekking tot een inzet in complexe gebouwen?
In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen? (communicatie, refinder, registratiebord, warmtebeeldcamera e.d.)
In hoeverre maakt u daadwerkelijk gebruik van de juiste arbeidsmiddelen? (communicatie, refinder,
vo
or
registratiebord, warmtebeeldcamera e.d.)
34
Bijlage 4
Risicograaf Taak Risico Analyse
AARD (MOGELIJK
DE KANS 0 NAGENOEG UITGESLOTEN 0 KLEIN 0 REDELIJK 0 GROOT 0 ZEER GROOT
(I ) (I I ) (I I I ) (I V ) (V)
0 0 0 0 0 0
) LETSEL
E HBO MEDISCHE HULP VERVANGEND WERK VERZUIM ZIEKENHUISOPNAME OVERLEDEN
V
9
10
14
15
16
IV
7
8
12
13
15
III
5
6
10
11
14
II
3
4
8
9
13
I
1
2
3
7
12
A
B
C
D
(A ) (B) (C) (D) (E) (E)
E
RISICOKLASSE
1–5 = 6 – 10 = 11 – 16 =
LAAG MIDDEL HOOG
35
36
Bijlage 5
Voorbeeld Plan van aanpak
37
BIJLAGE 5
Nr.
Activiteit
Relatie
Huidige situatie
Veiligheid
Risico
Checklist
1.1
Rijden naar
1.15
kazerne met eigen voertuig
activiteiten
Er is GEEN SCHRIFTELIJK
Het personeel is zich goed bewust van de
procedure cq. instructie
gevaren cq. risico’s die
Kwartaal
voor deze activiteit, etc.
voortvloeien uit deze
half jaar,
Korpsleden krijgen
activiteit. Het is de
ONVOLDOENDE
groep vrijwilligers die
STRUCTURELE
het meest met deze
VOORLICHTING over
activiteit wordt
zo ook wordt hier tijdens andere gelegen heden (bijv.
geconfronteerd (immers
de beroeps zijn al
Middel
aanwezig op de kazerne). • De activiteit zal
vastgelegd worden in
be
functioneringsgesprekken) over
een algemene instructie.
gesproken.
• Minimaal eenmaal per
Bij groepsalarmering
jaar zal, voor het
wordt niet meer
optimaliseren van het
personeel gealarmeerd
veiligheidsbewustzijn
dan strikt noodzakelijk
in het verkeer, een
vo or
voorlichtingbijeenkomst
1.2
Rijden in / met
1.16
georganiseerd worden.
Er is GEEN SCHRIFTELIJK
Het personeel is zich
voorrangs-
VASTGELEGDE procedure
goed bewust van de
voertuigen
cq. instructie voor deze
gevaren cq. risico’s die
activiteit, etc.
voortvloeien uit deze
Er wordt ONVOLDOEN-
activiteit.
DE RESP. GEEN AAN-
De chauffeurs zijn over
DACHT geschonken aan
het algemeen goed
de opleiding evenals een
opgeleid en bevoegd om
jaarlijkse bijscholing van
met brandweervoer-
“brandweerchauffeurs” Er wordt voldoende
38
heid
VASTGELEGDE
de (onnodige) risico’s,
Verantwoordelijk-
termijnen
d
Deelname aan het verkeer
Tijd
jaar
el
1.
Conclusies, beleving
classificatie resp. maatregelen /
Middel
tuigen te mogen rijden. Beleving personeel:
aandacht geschonken
voorlichting (algemeen
aan preventieve
en in relatie met het
maatregelen bepakking/
rijden met prioriteit)
uitrusting voor het veilig
evenals het oefenen
rijden met brandweer-
(rijvaardigheid) behoeft
voertuigen
meer aandacht.
Korpsleden krijgen
• De activiteit zal
ONVOLDOENDE
vastgelegd worden in
STRUCTURELE VOOR-
een algemene instructie.
Relatie
Huidige situatie
Veiligheid
Risico
Conclusies, beleving
Tijd
classificatie resp. maatregelen /
Checklist
activiteiten
LICHTING over de risico’s
chauffeurs zullen
brandweervoertuigen
opgeleid worden
met optische en
conform de module
akoestische signalen
brandweerchauffeur. • Eenmaal per kwartaal
conform de opgestelde
zullen, onder leiding
alarmeringsprocedures
van een ervaren
en prioriteit
verkeersschool cq.
Er wordt, tijdens het aanrijden naar het incident, GEEN / NAUWELIJKS AAN-
politie, rijvaardigheids-
trainingen
georganiseerd worden. NB: weggedrag,
eigenschappen
be
DACHT geschonken
heid
• De brandweer-
tijdens het aanrijden met
Er wordt uitgerukt
Verantwoordelijk-
d
Activiteit
el
Nr.
aan de veiligheid van de inzittenden
voertuigen evenals
kennis specifieke
punten.
Het personeel is zich goed bewust van de gevaren cq. risico’s die
vo or
voortvloeien uit deze activiteit. • Minimaal eenmaal per jaar zal, voor het verhogen van het veiligheidsbewustzijn een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd worden. NB: dragen van autogordels i.c.m. adembescherming.
39
40
Bijlage 6
Object risico analyse
41
BIJLAGE 6
Categorieën objecten : A. Gebouw gebonden objecten
B. Niet gebouw gebonden objecten
1. Onderwijsgebouwen
1. Industrieële installaties
2. Verblijfsgebouwen
2. Hoogspanning distributie net
3. Kantorengebouwen
3. Gas distributie net
4. Openbare gebouwen
4. Verkeerswegen, tunnels, viaducten (water/spoor)
5. Gebouwen in de sector dienstverlening
5. Waterwegen, spoor- en verkeersbruggen
6. Gebouwen in de sector gezondheid en verzorging
6. Spoorwegen, stations, emplacementen, bruggen, tunnels
7. Gebouwen voor defensie en justitie
7. Luchtverkeer (burger, militair), vliegvelden
8. Gebouwen voor bewoning
8. Schepen, havens
9. Gebouwen voor opslag 10. Gebouwen voor industrie
Object-risicoformulier Object
Het betreft een: A / B ??
Beheersmaatregelen
De toestand:
Het effect
(U)itstekend
Klein
R
Gemiddelde
(K)
I
beoordeling (Z)
S
(G)oed
Klein/Middel
(K/M)
(M)atig
Middel/Groot
(M/G)
I
(S)lecht
Groot/Zeer Groot (G/ZG)
C
(R)ampzalig
Rampzalig
O
(R)
❒ Hoe is de omgeving en infrastructuur ten aanzien
V
van het object? ➔ Zie noot 1 Gebouwgebonden:
(Pro-actie )
1 T/M 10 ?? ❒ Zijn er voldoende Niet gebouw
brandpreventieve maatregelen
gebonden:
genomen? ➔ Zie noot 2
1 T/M 8 ?? Functie:.............
W
(Preventie) ❒ Wat is de kwaliteit van de
(V+W+X+Y)
bereikbaarheids- kaarten Adres:............... Plaats:...........
en/of aanvalsplannen
: X
=
object ➔ Zie noot 3
Z
(Preperatie) ❒ Zijn er bijzondere gevaren? ➔ Zie noot 4 (Operationeel)
42
4
enzevoort van het
Y
VOORBEELD OBJECT RISICO ANALYSE
Noot 1. PRO-ACTIE 1.1
Kenmerken omgeving en infrastructuur.
Checkpunt
OK
Bijzonderheden
OK
Bijzonderheden
Bereikbaarheid brandweervoertuigen opstelplaatsen voor blus- cq. redvoertuigen en bijstand aan- en afvoerwegen, verkeerremmende/regelende maatregelen (rotondes, drempels, verkeerslichten) Bluswatervoorziening / waterwinplaatsen Buurgebouwen / uitbreidingsmogelijkheden Alle zijden toegankelijk Ondergronds gebouw Plat dak Balkons, balustrades Eerste
groot/klein
indruk
oud/nieuw
gebouw simpel/complex aantal verdiepingen Type gebouw/doel gebouw Brandbeveiligingsconcept
1.2.
Kenmerken object en infrastructuur.
Checkpunt Aanvalswegen hoofdingang neveningangen vluchtwegen gebruikers, nooduitgangen vluchtmogelijkheden bij binnenaanval Lengte aanvalswegen, obstakels in gangen Liften, trappenhuizen (fysieke belasting) Gebruik redvoertuig mogelijk Brandtrappen buitenom Platte grond voorhanden Portier aanwezig Deuren, handgrepen schuif-, rol-, draaiopeningssysteem, sloten Veel mensen aanwezig mobiel, niet mobiel Agressie en geweld te verwachten.
43
BIJLAGE 6
Noot 2. PREVENTIE 2.1
Constructie en inrichting
Checkpunt
OK
Aantal verdiepingen Draagconstructie staal beton hout Glas (enkel of thermopane) Verlaagde plafonds Verhoogde vloeren Leidingkokers, ventilatieschachten, doorboorde scheidingswanden Holle ruimten in muren Vide, atrium Vuurbelasting veel brandbaar materiaal plastics vloerbedekking, gordijnen etc. grote archieven Energievoorzieningen en ontstekingsbronnen open vuur (kachels, fornuizen) hete oppervlakken elektrische bedrading, installatie Inpandige parkeergarage
44
Bijzonderheden
VOORBEELD OBJECT RISICO ANALYSE
2.2
Brandpreventieve maatregelen
Checkpunt
OK
Bijzonderheden
OK
Bijzonderheden
Rook- en warmteafvoer (RWA) Ventilatiesystemen Rookcompartimentering Brandcompartimentering Openbaar Meld Systeem automatische melders handmelders Sprinklers Noodverlichting (centraal, plaatsgebonden) Ontruimingsinstallatie Drukverhogingtrappenhuizen Ventilatiesystemen (over- / onderdruk) Automatische blusinstallatie (halon, CO2) Vergunning afgegeven Controle op preventieve voorzieningen geweest Bedrijfsbrandweer Bedrijfshulpverlening
Noot 3. PREPARATIE Checkpunt Objectinformatie aanwezig en direct beschikbaar aanvalsplan bereikbaarheidskaart chemiekaart evacuatie/ontruimingsplan Wordt, door de ploegen, het object jaarlijks bezocht en geïnventariseerd op bereikbaarheid, toegangen en compartimentwering aanwezigheid gevaarlijke stoffen, risico’s samenwerking met BHV bewoners en gebruikers Idem leidinggevenden evenals in hun reguliere overleg over risico’s in het verzorgingsgebied meegenomen Wordt in de nabespreking, op basis van de opgedane ervaringen bij bijzondere incidenten, ook aandacht geschonken aan vergelijkbare risico’s in het object
45
BIJLAGE 6
Noot 4. Bijzondere gevaren Checkpunt Opslag chemicaliën Opslag chemisch afval Opslag brand en explosiegevaarlijke (vloei)stoffen Opslag organisch afval Apparaten, machines en noodstop Elektriciteit laagspanningsaanleg hoogspanningsaanleg inductie Gasleidingen (hoge / lage druk) Bacteriën, biologische agentia, Lasers, infrarood licht Geluidsdruk (> 80 dBa) Trillingen Fijn deeltjes in omgevingslucht stof zaagsel meel Gassen, dampen, aerosolen Explosie- en brandgevaar Wapens en munitie Dieren (laboratoria, stallen etc.) Toxische verbrandingsproducten Radioactiviteit (opslag en installaties) Hoge druk vloeistof installaties
46
OK
Bijzonderheden
Bijlage 7
Risicograaf “Object risico analyse”
DE TOESTAND (KANS ) 0 UITSTEKEND 0 GOED 0 MATIG 0 SLECHT 0 RAMPZALIG
HET EFFECT K LEIN K LEIN /MIDDEL MIDDEL /GROOT G ROOT /ZEER GROOT RAMPZALIG
(I) (I I ) (I I I ) (I V ) (V)
0 0 0 0 0
V
9
10
14
15
16
IV
7
8
12
13
15
III
5
6
10
11
14
II
3
4
8
9
13
I
1
2
3
7
12
A
B
C
D
(A ) (B) (C) (D) (E)
E
RISICOKLASSE
1–5 = 6 – 10 = 11 – 16 =
LAAG MIDDEL HOOG
47
48
Formulieren
49
50
Deel 1
Veiligheids Checklist Brandweer
51
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
1
Algemeen
1.1
Organisatorische aspecten die in directe relatie staan tot het repressieve optreden
1.1.1
Aannamebeleid
Door personen die geen of
O Is er binnen het korps bij
onvoldoende angst kennen, wordt
werving van nieuw
de kans op ongevallen verhoogd.
brandweerpersoneel een selectiecriterium om personen, die geen of onvoldoende angst kennen, te weren?
1.1.2
1.1.3
Voorbereid zijn op Door onvoldoende opleiding,
O Wordt op alle niveaus
de uit te voeren
bijscholing en oefening loopt men
realistisch geoefend?
brandweertaken.
een verhoogd risico. (Worden
(brandwacht, chauffeur,
(opleiden, oefenen nader benoemd bij specifiek
bevelvoerder, OVD en
en bijscholen)
omschreven activiteiten.)
OGS)
Bijscholing
Bij onvoldoende bijscholing zal dit O Worden de instructeurs
instructeurs
negatieve invloed hebben op de
structureel bijgeschoold,
veiligheid van de manschappen
met name op het gebied
en anderen.
van nieuwe ontwikkelingen en risico-herkenning/ bewustwording?
52
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
1.1.4
Evaluatie incidenten Evalueren is van belang om te
(L) (M) (H)
O Worden structureel
leren van zowel de goede als de
geëvalueerd en schriftelijk
verbeterpunten van een inzet.
vastgelegd: • inzetten vanaf middelincident en/of • mediagevoelige incidenten en/of • incidenten met leermomenten en/of • incidenten waarbij eigen personeel gewond is geraakt? O Wordt er structureel op alle niveaus geleerd van incidenten? O Is het leeragentschap in uw organisatie ingevuld? O Worden (bijna)ongevallen en risicovolle situaties structureel geëvalueerd en schriftelijk vastgelegd? O Worden (bijna)ongevallen en risicovolle situaties op regionaal niveau geanalyseerd en worden verbetervoorstellen planmatig overgenomen? O Worden aanbevelingen ten aanzien van de veiligheid vanuit het land/regio overgenomen?
1.1.5
Noodprocedure
Bij geen of niet goed
O Is er binnen het korps een
functionerende noodprocedure
(nood)procedure ingeval
loopt men een verhoogd risico
van ongevallen onder
tijdens de redding danwel is de
eigen personeel?
kans aanwezig dat het letsel van het slachtoffer toeneemt
53
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
1.1.6
Opschalen
Het moment van opschaling van klein-incident naar middel-incident
O Wordt bij een middelincident de operationele
en groot-incident is de meest
leiding automatisch over-
risicovolle fase. Het niet houden
genomen door de OVD?
of niet krijgen van overzicht kan de veiligheid in het geding brengen 1.1.7
Nazorg
Bij geen of slechte nazorg is een verhoogde kans op (blijvende) psychische schade
O Is er in uw korps een vastgestelde richtlijn hoe om te gaan met schokkende gebeurtenissen? O Wordt aan de korpsleden structureel voorlichting gegeven hoe om te gaan met schokkende gebeurtenissen en welke mogelijkheden het korps kan bieden? O Is er in uw korps een Bedrijfs Opvang Team (BOT)? O Indien u niet beschikt over een eigen Bedrijfs Opvang Team (BOT), kunt u dan snel een beroep doen op een externe organisatie? (vb. buurgemeente, politie, regionale brandweer e.d.)
1.1.8
Fysieke gesteldheid Bij een slechte fysieke gesteldheid O Draagt uw brandweeren conditie nemen de gevaarsaspecten toe.
organisatie er zorg voor dat het repressieve personeel in een zodanige goede fysieke conditie blijft, dat zij de taken veilig en verantwoord kunnen uitvoeren?
54
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
1.2
Algemeen (repressieve taakstelling)
1.2.1
Na een melding,
• Overschrijding van de wettelijk O Is schriftelijk vastgelegd wat
via de alarm-
toegestane snelheid met als
ontvanger, zich
gevolg een verhoogd risico
van de korpsleden is bij
naar de kazerne
op een ongeval.
alarmering?
begeven.
(L) (M) (H)
de verantwoordelijkheid
• Overschrijding van het wettelijk O Is deze activiteit vastgelegd toegestane alcohol-percentage in
in een veiligheidsprocedure
het bloed met als gevolg een
of -instructie?
verhoogd risico om een ongeval
O Krijgen de korpsleden
te krijgen/veroorzaken.
structureel voorlichting
• Van de weg raken door
over de (onnodige) risico’s?
stuurfout, gladheid, schrikreactie O Worden er niet meer e.a. met als gevolg een ongeval. • Aanrijding met andere weggebruiker(s).
korpsleden gealarmeerd dan noodzakelijk (groepsalarmering)?
• Gedrag niet aanpassen aan het O Worden er functioneringsheersende verkeersbeeld met als
gesprekken gevoerd waarbij
gevolg een verhoogd risico om
risicoverhogend gedrag
een ongeval te krijgen/
wordt besproken?
veroorzaken. 1.2.2
Het meerijden met • Oplopen letsel door het van de O Is deze activiteit vastgelegd een brandweervoertuig met
weg raken van het voertuig • Oplopen letsel door aanrijding
prioriteit 1, 2 of 3
in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Krijgen de korpsleden
naar een incident
structureel voorlichting over de risico’s tijdens het aanrijden naar het incident? G Dragen de inzittenden een veiligheidsgordel (muv het moment van omhangen ademlucht)?
1.2.3
Uitstappen uit het, • Aangereden worden op de weg
• Struikelen
opgestelde, voertuig • Vallen nabij het incident.
• Uitglijden • Verstappen
O Is deze activiteit vastgelegd in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit?
55
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
1.2.4
Werken op hoogtes • Struikelen boven 2,5 mtr.
O Is deze activiteit vastgelegd
• Vallen
in een veiligheidsprocedure
(bijvoorbeeld blus- • Uitglijden werkzaamheden,
• Verstappen
of -instructie? O Zijn de korpsleden opgeleid
schoorsteenbrand
in het werken op hoogte?
en het redden van
O Krijgen de korpsleden
personen zoals
structureel voorlichting over
schilders, glazen-
de risico’s met betrekking
wassers, patiënten)
tot het werken op hoogte? O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste middelen en in voldoende mate? O Worden de toegepaste valbeveiligingsmiddelen binnen de gestelde termijn gekeurd?
1.2.5
Gebruik van
• Hittestuwing
onafhankelijke
• Onwel worden
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid in het gebruik met
adembescherming • Gedesoriënteerd raken
adembeschermings-
• Oplopen letsel als gevolg van defecte apparatuur
apparatuur? O
Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het werken met adembescherming?
O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Wordt ademluchtapparatuur onderhouden volgens de brancherichtlijn “Onderhoud adembeschermende middelen”?
56
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
1.2.6
Tillen, verslepen van • Vertillen slachtoffers e.a.
1.2.7
Gebruik explosie-
O Krijgen de korpsleden
• Struikelen
structureel voorlichting
• Vallen
over de risico’s met
• Uitglijden
betrekking tot het tillen
• Verstappen
van zware lasten?
• Verkeerde meting met als
O Beschikt het korps over een
gevaarmeter en
gevolg een risicovolle
explosiegevaarmeter en
meten radioactiviteit
(levensbedreigende)situatie
radioactiviteitsmeter in de
• Onjuiste aflezing/interpretatie met als gevolg een risicovolle
(L) (M) (H)
1e tankautospuit? O Is het gebruik vastgelegd
(levensbedreigende) situatie
in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid in het gebruik met de explosiegevaarmeter ? O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Krijgen de gebruikers structureel voorlichting over de beperkingen van de explosie-gevaarmeter en radioactiviteitsmeter? T
Wordt de explosiegevaaren radioactiviteitsmeter jaarlijks gecontroleerd/geijkt door een gecertificeerd bedrijf/leverancier?
57
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2
BRAND
2.1
Algemeen
2.1.1
Gereedmaken
• Van voertuig vallen
O Krijgen de korpsleden
waterwinning open • Te water raken
structureel voorlichting over
water/bassin/
• Stoten
de risico’s bij deze activiteit?
geboorde put.
• Knellen
O Is er een noodprocedure
• Vertillen
“Man te water”? O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Verkeren de watervoerende delen in technisch goede staat?
T
Is het voertuig of zijn de blusvoertuigen uitgerust met een zgn. arboladderrek?
2.1.2
Het uitvoeren van • Explosie (verkennings)
• Flashover
activiteiten rondom • Instorting/omvallen of het incident.
bezwijken constructie
O Is deze activiteit vastgelegd in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Maakt men standaard
• Vallende voorwerpen
gebruik van portofoons ten
• Inademing schadelijke dampen
behoeve van de verbinding
• Contact met chemicaliën
tussen ploegleden en bevelvoerder? O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Dragen de ploegleden bij deze taak standaard adembescherming (al of niet aangekoppeld, afhankelijk van de situatie)? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het plegen van activiteiten rondom een incident?
58
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.1.3
“Binnentreden
• Explosie
gebouw met
• Elektrocutie
adembescherming. • Flashover (geen complex
• Backdraft
gebouw)
• Instorting/omvallen of
Voorbeelden:
bezwijken constructie
O
(L) (M) (H)
Is deze activiteit vastgelegd in een veiligheidsprocedure of -instructie?
O Is er een op schrift gestelde noodprocedure t.a.v. veiligheid eigen personeel?
• woningbrand
• Struikelen
O Wordt deze noodprocedure
• kelderbrand
• Vallen
• zolderbrand
• Vallende voorwerpen
• kapbrand”
• Stoten
van een warmtebeeld-
• Beknelling
camera?
regelmatig beoefend? O Wordt gebruik gemaakt
• Desoriëntatie
O Vindt er registratie plaats
• Verbranding
van personen bij het
• Ingesloten raken
betreden van het object
• Defecte apparatuur
met adembescherming?
• Contact met gevaarlijke stoffen O Krijgen de korpsleden • Ademluchtcilinder leeg
structureel voorlichting
• Inademing schadelijke dampen
over de risico’s met betrekking tot het binnentreden van een gebouw ? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot een flashover en backdraft? O Wordt deze activiteit regelmatig realistisch in een oefencentrum beoefend? (volgens de leidraad oefenen)
59
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.1.4
Gebruik warmtebeeldcamera.
• Teveel aandacht voor het beeld O Beschikt het korps over een van de camera
warmtebeeldcamera in de
• Onjuiste interpretatie van de beelden
1e tankautospuit? O Heeft het korps de
• Desoriëntatie
beschikking over een
• Accu leeg met als mogelijk gevolg
warmtebeeldcamera op het
• Defect met als mogelijk gevolg
voertuig van de Officier
desoriëntatie • Struikelen
van Dienst? O Is het gebruik vastgelegd
• Vallen
in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid in het gebruik met de camera? O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s in het gebruik van de camera? T
Wordt de camera jaarlijks onderhouden door een daarvoor erkend bedrijf?
2.1.5
Gebruik water-
• Struikelen
O Krijgen de korpsleden
voerende armaturen • Vallen
structureel voorlichting over
• Stoomvorming
de risico’s en beperkingen
• Verbranding
van het gebruik van
• Letselschade door reactiekracht
watervoerende armaturen
• Vertillen
(straalpijpen, waterkanon)?
• Hittestuwing
O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Zijn de hogedruk stralen uitgevoerd met straalpijpen die geschikt zijn om een flashover te kunnen bestrijden?
60
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.2
Specifiek
2.2.1
Gebouwen
2.2.1.1 Bereikbaarheid en toegankelijkheid
Door geen of slechte bereik-
(L) (M) (H)
O Zijn de relevante gebouwen
baarheidskaarten en/of aanvals-
geïnventariseerd en heeft
plannen kan de arbeidsveiligheid
een risico-inventarisatie,
in het geding komen.
gebaseerd op repressief optreden, plaatsgevonden?
2.2.1.2 “Inzet in
Naast de gevaarsaspecten die
O Is een inzet in een complex
“Complexe”
reeds zijn benoemd bij het
gebouw vastgelegd in een
gebouwen;
binnentreden van een gebouw
veiligheidsprocedure of
Voorbeelden:
zijn de specifieke gevaarsaspecten:
-instructie?
• Gevangenissen
• Desoriëntatie
O Zijn de korpsleden
• Kantoorgebouwen • Ingesloten raken • Ziekenhuizen
• Letsel door defecte apparatuur
• Verzorgingste-
• Letsel door ademluchtcilinder
huizen
adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Wordt deze activiteit regel-
leeg
matig beoefend? (volgens
• Bejaardentehuizen
de leidraad oefenen) O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot een inzet in een complexgebouw ? T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate? (communicatie, refinder, registratiebord, warmtebeeldcamera e.d.)
61
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.2.1.3 Inzet in gebouwen • Bekneld raken
O Is de genoemde activiteit
met dieren
• Stoten
vastgelegd in een
(boerderijen,
• Schoppen
veiligheidsprocedure
kennels, maneges, • Schrikken van dieren dierentuinen e.d.)
• In paniek raken van dieren • Gebeten worden
of -instructie? O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot een inzet in gebouwen met dieren ?
2.2.2
Verkeer en vervoer
2.2.2.1 “Bestrijden van
• Explosie
een voertuigbrand • Vrijkomen schadelijke dampen (al of niet met
• Elektrocutie
gevaarlijke stoffen) • Verbranding
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Wordt deze activiteit
• Vrijkomen lading
regelmatig (realistisch)
• Radioactiviteit
beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bestrijden van voertuigbranden?
62
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.2.2.2 Bestrijden van een • Explosie
O Is de genoemde activiteit
treinbrand
• Vrijkomen schadelijke dampen
vastgelegd in een
(personentrein en
• Elektrocutie
veiligheidsprocedure of
goederentrein al of • Verbranding niet geladen met
• Vrijkomen lading
(L) (M) (H)
-instructie? O Zijn de korpsleden
gevaarlijke stoffen) • Radioactiviteit
adequaat opgeleid voor
• Aanrijdgevaar
deze activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bestrijden van treinbranden? T
Beschikt uw korps over een NS-veiligheidstester voor de bovenleiding in een verzegelde kist ?
T
Wordt de NS-veiligheidstester vervangen na gebruik?
63
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.2.2.3 “Bestrijden van
• Relatie met (binnentreden
scheepsbrand
gebouw) en (complexe
(al of niet met
gebouwen)
O Is de genoemde activiteit vastgelegd in een veiligheidsprocedure of
gevaarlijke stof als • Verdrinken lading)
-instructie?
• Verstikking als gevolg activeren O Zijn de korpsleden CO2 blus-installatie.
adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bestrijden van scheepsbranden? T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate? (communicatie, refinder, registratiebord, warmtebeeldcamera e.d.)
64
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.2.2.4 Bestrijden vliegtuigbrand (ingeval van
• Explosie
O Is de genoemde activiteit
• Geraakt worden door
vastgelegd in een
rondvliegende delen
veiligheidsprocedure of
neerstorten buiten • Vrijkomen schadelijke dampen vliegveld)
• Explosie door munitie bij
(L) (M) (H)
-instructie? O Zijn de korpsleden
militaire vliegtuigen
adequaat opgeleid voor
• Radioactiviteit
deze activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bestrijden van vliegtuigbranden? T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate? (communicatie, warmtebeeldcamera, explosie gevaarmeter, radioactiviteitsmeter e.d.)
2.2.3
Natuur en milieu
2.2.3.1 Bestrijden van bos/veen/duin en heidebrand
• Ingesloten raken • Inademen rook/schadelijke dampen • Verbranding • CO-vergiftiging
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bestrijden van natuurbranden?
65
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
2.2.4
Diversen
2.2.4.1 Bestrijden van:
• Explosie
• vloeistofbrand
• Vrijkomen schadelijke dampen
• containerbrand
• In contact komen met de vloeistof • Explosie door bv. spuitbussen • Verbranding
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bestrijden van vloeistofen containerbranden? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen)
2.2.4.2 Blussen onder
• Electrocutie
hoogspannings-
• Vrijkomen schadelijke dampen
leidingen (geen
• Explosie
bovenleiding
• In contact komen met de
spoor) en
vloeistof van een trafo
bestrijden van
O Is het gebruik vastgelegd in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit?
brand in
O Krijgen de korpsleden
trafostation,
structureel voorlichting over
schakelstation e.d.
de risico’s met betrekking tot het bestrijden van branden waarbij electriciteit een grote risicofactor is?
2.2.4.3 Blussen in ruimten • Explosie (stof) met stof (zaagsel, meel, melkpoeder e.d.)
• Verstikking door stationaire blusinstallaties (CO2)
O Is de genoemde activiteit vastgelegd in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bestrijden van branden in ruimten met stofexplosiegevaar?
66
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
3
Hulpverlening
3.1
Algemeen
3.1.1
Gebruik HV-
(L) (M) (H)
gereedschap Werken met:
• Wegspringen materialen
Hydraulisch
• Brandgevaar door lekkage van
gereedschap Kettingwerk Staaldraadtakel Staalkabels Hijsbanden
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor
hydraulische olie • Injecteren van olie onder hoge
deze activiteit? O Wordt deze activiteit
druk in het lichaam
regelmatig (realistisch)
• Losschieten/breken van
beoefend? (volgens de
lasthaak/kabel
leidraad oefenen)
Lieren
• Wegglijden last
O Krijgen de korpsleden
Dommekrachten
• Wegglijden HV-gereedschap
structureel voorlichting
Hefkussens
• Knelgevaar
over de risico’s met
Snijdgereedschap
• Knelgevaar tussen gereedschap
betrekking tot het werken
(gas/zuurstof)
en object
Doorslijpmachine
• Brand
Stroomaggregaat
• Verbranding huid/lichaam
met HV-gereedschap? T
beschikking over de juiste
Motorkettingzaag • Breken doorslijpschijf
arbeidsmiddelen en in
• Gehoorschade • Vermoeidheid/doofheid door
Hebben de korpsleden de
voldoende mate? T
Wordt het HV-gereedschap
trillingen
binnen de gestelde termijn
• Elektrocutie
gecontroleerd/onderhouden
• Geraakt worden door
door een gecertificeerd
(exploderende) veiligheids-
bedrijf/leverancier?
systemen in voertuigen • In lichaamsdeel zagen • Electrocutie bij gebruik electrisch gereedschap • Verbranding huid/lichaam door contact met hete onderdelen
67
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
3.2
Specifiek
3.2.1
Gebouwen
3.2.1.1 Het bevrijden van
• Vallen in liftschacht
personen uit liften • Bekneld raken tussen draaiende delen • Meevoeren (plakken) van losse kleding etc. met bewegende delen
O Is de genoemde activiteit vastgelegd in een veiligheidsprocedure of -instructie? O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het bevrijden van personen uit liften? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen)
68
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
3.2.1.2 Het veiligstellen van dakpannen, steigers, antennes en dergelijke als
• Geraakt worden door los-
(L) (M) (H)
O Zijn de korpsleden
geraakte materialen/ objecten
adequaat opgeleid voor
• Vallen van hoogte
deze activiteit? O Krijgen de korpsleden
gevolg van
structureel voorlichting
stormschade.
over de risico’s met
Evenals takken/
betrekking tot de
bomen etc.
genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt?
69
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
3.2.1.3 Wateroverlast,
• Besmet raken door vervuild
O Is de genoemde activiteit
leegpompen
water (botulisme, legionella),
(werken in besloten
kelders.
fecaliën e.a.
ruimten) vastgelegd in een
Werkzaamheden
• Ziekte door onhygiënisch gedrag
veiligheidsprocedure of
en redden van
• Vallen in diepte
-instructie?
personen en dieren • Verstikking uit besloten ruimten (tanks ,
O Zijn de korpsleden
• Inademen gezondheid-
adequaat opgeleid voor
schadelijke stoffen
kruipruimten,
• Explosiegevaar
gierkelders e.d.)
• Contact met chemische
deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting
schadelijke stof
over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? (werken in besloten ruimten en biologische agentia) O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt?
70
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
3.2.1.4 Melding
• Geraakt worden door
O Is de genoemde activiteit
terroristische
rondvliegende materialen bij het
vastgelegd in een
activiteit waarbij de
ongewild afgaan van de bom
veiligheidsprocedure of
brandweer door de • Besmet raken
-instructie?
politie gevraagd is
(OGS-procedure)
voor assistentie
O Zijn de korpsleden
bijv. bommelding,
adequaat opgeleid voor
verwijderen/isoleren
deze activiteit?
chemische
(L) (M) (H)
O Krijgen de korpsleden
bestrijdingsmiddelen
structureel voorlichting
(Anthrax etc)
over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
71
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
3.2.1.5 Berging slachtoffers • Biologische besmetting door
O Is de genoemde activiteit
anders dan bij
lichaamsvocht, lijkvocht bijv.
vastgelegd in een
brand, verkeer of
hepatitis en/of HIV
veiligheidsprocedure of
bij hoogteverschillen,
-instructie?
bijv na verdrinking/
(OGS-procedure)
zelfdoding
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
72
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
3.2.2
(L) (M) (H)
Verkeer en vervoer
3.2.2.1 Bevrijden slachtoffer • Snijden
O Wordt bij een inzet op
bekneld in/onder/ • Knellen
snelwegen gewerkt volgens
tussen voertuig,
• Stoten
de richtlijn “Eerste
trein, tram,
• Besmet raken met HIV/hepatitis
Veiligheidsmaatregelen bij
vliegtuig, vaartuig
virus door bloed/speeksel
Incidenten op autosnel-
en andere objecten • Getroffen worden door Reinigen wegdek
wegen” van Incident
rondvliegende materialen
Management?
tijdens de bevrijdingsactie
O Zijn de korpsleden
• Bekneld/geraakt worden door
adequaat opgeleid voor
airbags/sidebags/ gordelspanners
deze activiteit? O Krijgen de korpsleden
• Elektrocutie bij hybride
structureel voorlichting
voertuigen
over de risico’s met
• Elektrocutie (hoogspanning)
betrekking tot de
• Brand door de kerosine, gevaarlijke stoffen (hydrazine
genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit
en/of munitie)
regelmatig (realistisch)
• Aanrijdgevaar
beoefend? (volgens de
• Uitglijden/vallen door gladheid
leidraad oefenen)
gemorste stoffen (olie, modder, T etc.)
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ? 3.2.3
Natuur en milieu
3.2.3.1 Betreffende activiteiten reeds
Reeds benoemd in voorgaande
Reeds benoemd in
Niet van toepassing
voorgaande
benoemd in voorgaande
73
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
4
Ongevallen Gevaarlijke stoffen
4.1
Algemeen
4.1.1
Inzet met
• Hittestuwing
chemiepak/
• Letsel oplopen door defect pak
gaspakken
O Is de genoemde activiteit vastgelegd in een
(scheuren/schade)
veiligheidsprocedure of
• Letsel oplopen door doorslaan
-instructie?
pak • Letsel door onvoldoende
(OGS-procedure) O Zijn de korpsleden
ademlucht, toevoer tijdelijk /
adequaat opgeleid voor
geheel geblokkeerd door
deze activiteit?
verkeerde combinatie
O Krijgen de korpsleden
toestellen/ademluchtslangen
structureel voorlichting
• Letsel door defect
over de risico’s met
ademluchtapparatuur
betrekking tot de
• Letsel door slecht zicht door beslaan van ruit bij pak waar
genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit
ademlucht binnen het pak
regelmatig (realistisch)
wordt gedragen
beoefend? (volgens de
• Besmetting/contact gevaarlijke
leidraad oefenen)
stoffen (onjuiste/onzorgvuldige T
Hebben de korpsleden de
ontsmetting)
beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate? T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
74
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
4.2
Specifiek
4.2.1
Gebouwen
4.2.1.1 Waarnemen
• Explosie
O Is de genoemde activiteit
benzinelucht,
• Instorting
vastgelegd in een
gaslucht,
• Verstikking
veiligheidsprocedure of
gaslekkages en
• Letsel door defecte apparatuur
meting hoge
• Letsel door foute meting
(L) (M) (H)
-instructie? O Zijn de korpsleden
CO-concentratie
adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
75
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
4.2.1.2 Inzet (assistentie
• Explosie
O Is de genoemde activiteit
politie) in of bij
• Elektrocutie
illegaal XTC
• Contact met gevaarlijke stof
vastgelegd in een veiligheidsprocedure of
laboratorium cq.
• Boobytraps
-instructie?
hennepkwekerij.
• Kans op chemische reactie
O Zijn de korpsleden
Aantreffen en
adequaat opgeleid voor
verwijderen chemicaliën
deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
76
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
4.2.1.3 Optreden in/ rondom een
• Schade aan gezondheid door
O Is de genoemde activiteit
inademen asbestverzels
vastgelegd in een
incident waarbij
veiligheidsprocedure of
asbestvezels vrijkomen
(L) (M) (H)
-instructie? O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
77
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
4.2.2
Verkeer en vervoer
4.2.2.1 OGS-inzet waarbij • Chemische reactie
O Is de genoemde activiteit
een voertuig,
• Explosie
vastgelegd in een
vaartuig of
• Contact met de stof
veiligheidsprocedure of
vliegtuig is
• Contact met de stof
-instructie?
betrokken
• Radioactiviteit
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
78
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
4.2.3
(L) (M) (H)
Natuur en milieu
4.2.3.1 Opruimen van
• Chemische reactie
O Zijn de korpsleden
dumping van
• Contact met de stof
adequaat opgeleid voor
chemisch afval en
• Radioactiviteit
deze activiteit?
overige gevaarlijke • Explosie verbranding
O Krijgen de korpsleden
stoffen zoals afval
structureel voorlichting
van XTC,
over de risico’s met
gasflessen e.d.
betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
79
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
5
Gebruik voer- en vaartuigen
5.1
Algemeen
5.1.1
Het rijden met een • Oplopen letsel door het van de O Is deze activiteit vastgelegd brandweervoertuig
weg raken door stuurfout,
in een veiligheidsprocedure
met prioriteit
gladheid, schrikreactie e.a.
of -instructie?
1, 2 of 3 naar een incident
met als gevolg een ongeval
O Is de chauffeur in het bezit
• Oplopen letsel door aanrijding
van het diploma
met andere weggebruiker(s)
“brandweerchauffeur”?
• Overschrijding van de wettelijk O Is de chauffeur schriftelijk toegestane snelheid met als
aangewezen door de
gevolg een verhoogd risico om
commandant om het
een ongeval te krijgen/
betreffende voertuig te
veroorzaken
mogen besturen?
• Overschrijding van het wettelijk O Volgt de chauffeur jaarlijks toegestane alcohol percentage
rijvaardigheids-traingen?
in het bloed met als gevolg een O Bestaan de verhoogd risico om een ongeval
rijvaardigheidstrainingen
te krijgen/veroorzaken
ook uit virtuele oefeningen
• Bij OGS door schadelijke
om het rijden met
wolk rijden
optische –en geluidssignalen te kunnen beoefenen? G Dragen de inzittenden een veiligheidsgordel? T
Zijn de gebruiksartikelen in de cabine, zoals portofoons, boeken e.d. goed vastgemaakt, zodat ze na een aanrijding niet als projectielen door het voertuig “vliegen”?
O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s tijdens het aanrijden naar het incident en de brancherichtlijn “rijden met optische- en geluidssignalen”?
80
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
(L) (M) (H)
O Wordt er uitgerukt overeenkomstig de opgestelde alarmeringsprocedures en bijbehorende prioriteit. (groepsalarmering/ nakomen personeel in personeelsmanschappenwagen) ? 5.1.2
Opstellen van het voertuig op de
• Aangereden worden door andere weggebruikers
O Wordt bij een inzet op snelwegen gewerkt
weg en uitstappen • Uitglijden
volgens de richtlijn “Eerste
nabij het incident.
Veiligheidsmaatregelen bij
• Verstappen • Struikelen
Incidenten op autosnel-
• Vallen
wegen” van Incident
• In schadelijk gebied opstellen
Management? O Zijn de chauffeurs adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit?
81
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
5.2
Specifiek
5.2.1
Werken met :
• Aangereden worden
• ladderwagen/
• Te dicht bij object
adequaat opgeleid om de
• Verkeerd afstempelen
genoemde activiteit veilig
• Verzakken van stempelpoten
en verantwoord uit te
hoogwerker: • hulpverleningvoertuig met
• Bekneld raken/stoten
kraan (HV1) en
• Bekneld raken van personen
lier.
• Valgevaar
• schuim/poederbluswagen • ademlucht haakarmbak. • HV- (basis haakarmbak) • HV(specialistische haakarmbak) • Decontaminatiehaakarmbak
82
O Zijn de korpsleden
kunnen voeren? O Krijgen de betreffende korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig beoefend? (volgens de leidraad oefenen)
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
5.2.2
Werken met een
• Aanvaring
boot ten behoeve
• Zinken
van een duik- of
• Over boord vallen
blusinzet
(L) (M) (H)
O Zijn de korpsleden adequaat opgeleid voor deze activiteit? O Krijgen de betreffende korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
83
DEEL 1
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
6
Specialisaties
6.1
Waarschuwings- en • In contact komen met de verkenningsdienst (meetploeg)
O Zijn de korpsleden
gevaarlijke stof
adequaat opgeleid voor
• Inademen schadelijke dampen • Radioactiviteit
deze activiteit? O Krijgen de betreffende korpsleden structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot de genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit regelmatig (realistisch) beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
84
(L) (M) (H)
VEILIGHEIDS CHECKLIST BRANDWEER
Hfdst
Activiteit
Gevaarsaspect
Beheersmaatregelen
NVT (J)a
(O)rganisatie (G)edrag (T)echniek (X)
Nog niet Risico-
(N)ee optimaal classificatie (X)
6.2
Duiken
• Verdrinking
O Zijn de korpsleden
• Defecte apparatuur
adequaat opgeleid voor
• Lucht in cilinder op • Desoriëntatie
deze activiteit? O Krijgen de betreffende
• Verstrikt raken
korpsleden structureel
• Duikziekten
voorlichting over de risico’s
• Meegevoerd worden door
met betrekking tot de
stroming • Biologische besmetting door
(L) (M) (H)
genoemde activiteit? O Wordt deze activiteit
lichaamsvocht, lijkvocht,
regelmatig (realistisch)
hepatitis en/of HIV
beoefend? (volgens de leidraad oefenen) T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen en in voldoende mate?
T
Hebben de korpsleden de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en in voldoende mate?
G Wordt er door de leidinggevende (bevelvoerder, OVD) op toe gezien dat de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt ?
85
86
DEEL 2
Belevingsonderzoek Algemene gegevens Korps: Post:
U bent bij de brandweer:
O O
In beroepsdienst Vrijwilliger
Uw repressieve functie is:
O O O O O O O O O
Manschap Bevelvoerder Officier van Dienst Hoofd officier van dienst Officier gevaarlijke stoffen Adviseur gevaarlijke stoffen WVD-deskundige Cdt. van dienst Anders nl.:
Uw specialisatie is:
O O O O O O O O O
Niet van toepassing Chauffeur/pompbediener Gaspakdrager Duiker Meetploeg Centralist Instructeur algemeen Instructeur persoonlijke bescherming Anders nl. ……………
87
DEEL 2
1.1
Organisatorische aspecten die in directe relatie staan tot het repressieve optreden
1.1.1
Voorbereid zijn op
Diverse. Worden nader benoemd
In hoeverre bent u, in algemene
de uit te voeren
bij specifiek omschreven
zin, van mening dat u voldoende
brandweertaken.
activiteiten
bent voorbereid op de uit te voeren brandweertaken?
en Bijscholen) 1.1.2
Bijscholing instructeurs
Bij onvoldoende bijscholing zal dit In hoeverre wordt u als instructeur negatieve invloed hebben op de
bijgeschoold, met name op het ge-
veiligheid van de manschappen en bied van nieuwe ontwikkelingen en anderen. 1.1.3
Evaluatie incidenten Evalueren is van belang om te leren van zowel de goede als de verbeterpunten van een inzet.
risico-herkenning/ bewustwording? In hoeverre wordt er aandacht besteed om evaluaties van brandweerinzetten te bespreken? In hoeverre worden (bijna) ongevallen en risicovolle situaties geëvalueerd? In hoeverre worden (bijna) ongevallen en risicovolle situaties die in het land plaatsvinden en in principe ook bij uw korps plaats kunnen vinden geëvalueerd? In hoeverre worden verbeterpunten uit de evaluaties ook daadwerkelijk in de organisatie geïmplementeerd?
1.1.4
Fysieke gesteldheid
Bij een slechte fysieke gesteldheid In hoeverre wordt door uw en conditie nemen de
brandweerorganisatie georganiseerd
gevaarsaspecten toe.
dat u in een zodanige goede fysieke conditie kunt blijven dat u uw taken veilig en verantwoord kunt uitvoeren? In hoeverre maakt u gebruik van de door uw organisatie aangeboden sportfaciliteiten? In hoeverre sluit een eventuele fysieke training aan bij de uit te voeren brandweertaken?
1.1.5
Nazorg
In hoeverre heeft u voorlichting gehad over nazorg bij schokkende gebeurtenissen? In hoeverre was de nazorg, in voor u voorkomende gevallen, voldoende?
88
Teveel
Algemeen
Voldoende
1
(Opleiden, Oefenen
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Algemeen (repressieve taakstelling)
1.2.1
Na een melding, via • Overschrijding van de wettelijk
In hoeverre bent u zich bewust
de alarmontvanger,
toegestane snelheid met als
van de gevaren en risico’s die
zich naar de kazerne
gevolg een verhoogd risico op
betrekking hebben op de
begeven.
een ongeval.
genoemde activiteit?
Teveel
1.2
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
• Overschrijding van het wettelijk In hoeverre krijgt u voorlichting toegestane alcohol-percentage
over de gevaren en risico’s die
in het bloed met als gevolg een betrekking hebben op de verhoogd risico om een ongeval genoemde activiteit? te krijgen/veroorzaken. • Van de weg raken door stuurfout, gladheid, schrikreactie e.a. met als gevolg een ongeval. • Aanrijding met andere weggebruiker(s). • Gedrag niet aanpassen aan het heersende verkeersbeeld met als gevolg een verhoogd risico om een ongeval te krijgen/ veroorzaken. 1.2.2
Het meerijden met een brandweervoertuig met prioriteit 1, 2 of 3 naar een incident
• Oplopen letsel door het van de In hoeverre bent u zich bewust weg raken van het voertuig. • Oplopen letsel door aanrijding met andere weggebruiker(s).
van de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre maakt u gebruik van de veiligheidsgordel in het voertuig? In hoeverre maakt u, na het omhangen van adembescherming, gebruik van de veiligheidsgordel in het voertuig? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat daadwerkelijk veiligheidsgordels worden gedragen?
89
DEEL 2
Uitstappen uit het,
• Aangereden worden door
In hoeverre bent u zich bewust
op de weg
andere weggebruikers.
opgestelde, voertuig • Uitglijden nabij het incident.
van de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de
• Verstappen
genoemde activiteit?
• Struikelen
In hoeverre krijgt u voorlichting
• Vallen
over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit?
1.2.4
Werken op hoogtes • Struikelen
In hoeverre bent u zich bewust van
boven 2,5 mtr.
• Vallen
de gevaren en risico’s die betrekking
(bijvoorbeeld
• Uitglijden
hebben op de genoemde activiteit?
bluswerkzaamheden, • Verstappen
In hoeverre bent u opgeleid om de
schoorsteenbrand en
genoemde activiteit veilig en
het redden van
verantwoord uit te kunnen voeren?
personen zoals
In hoeverre bent u geoefend om
schilders, glazen-
de genoemde activiteit veilig en
wassers, patiënten)
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/ procedure voor uw korps? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre wordt door de leidinggevenden gecontroleerd of daadwerkelijk volgens de voorschriften op hoogte wordt gewerkt. (boven 2,5 mtr.)
90
Teveel
1.2.3
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Gebruik van
• Hittestuwing
In hoeverre bent u zich bewust van
onafhankelijke
• Onwel worden
de genoemde gevaren en de risico’s?
adembeschermende • Gedesoriënteerd raken middelen
• Oplopen letsel als gevolg van defecte apparatuur
Teveel
1.2.5
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
In hoeverre bent u opgeleid in het werken met adembeschermende middelen zoals ademluchtapparatuur? In hoeverre krijgt u structureel voorlichting over de risico’s met betrekking tot het werken met adembeschermende middelen zoals ademluchtapparatuur? In hoeverre bent u geoefend om veilig en verantwoord met adembeschermende middelen te kunnen werken? In hoeverre heeft u de beschikking over adequate onafhankelijke adembeschermende middelen zoals ademluchtapparatuur? (met EMU / bodyguard e.d)
1.2.6
Tillen, verslepen van • Vertillen slachtoffers e.a.
In hoeverre bent u zich bewust van
• Struikelen
de genoemde gevaren en de risico’s?
• Vallen
In hoeverre krijgt u voorlichting
• Uitglijden
over de risico’s met betrekking tot het tillen van zware lasten?
91
DEEL 2
Gebruik explosie-
• Verkeerde meting met als gevolg In hoeverre bent u zich bewust van
gevaarmeter en
een risicovolle
de genoemde gevaren en de risico’s?
meten radioactiviteit
(levensbedreigende)situatie
In hoeverre bent u op de hoogte
• Onjuiste aflezing/interpretatie met als gevolg een risicovolle (levensbedreigende) situatie
van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre bent u opgeleid cq. bevoegd in het werken met de explosiegevaarmeter en meten van radioactiviteit? In hoeverre krijgt u voorlichting over de risico’s van het werken met de explosiegevaarmeter en meten van radioactiviteit? In hoeverre bent u geoefend in het werken met de explosiegevaarmeter en meten van radioactiviteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om explosiegevaar en radioactiviteit te kunnen meten?
2
BRAND
2.1
Algemeen
2.1.1
Gereedmaken
• Van voertuig vallen
In hoeverre bent u zich bewust van
waterwinning open
• Te water raken
de gevaren en risico’s die betrekking
water/bassin/
• Stoten
hebben op de genoemde activiteit?
geboorde put.
• Knellen
In hoeverre heeft u instructie gehad
• Vertillen
hoe te handelen indien u, of uw collega, te water raakt?
2.1.2
Het uitvoeren van
• Explosie
In hoeverre bent u zich bewust van
(verkennings)
• Flashover
de gevaren en risico’s die betrekking
activiteiten rondom
• Instorting/omvallen of
hebben op de genoemde activiteit?
het incident.
92
bezwijken constructie
In hoeverre krijgt u voorlichting
• Vallende voorwerpen
over de gevaren en risico’s die
• Inademing schadelijke dampen
betrekking hebben op de
• Contact met chemicaliën
genoemde activiteit?
Teveel
1.2.7
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Binnentreden
• Explosie
In hoeverre bent u zich bewust van
gebouw met
• Elektrocutie
de genoemde gevaren en de risico’s?
adembescherming.
• Flashover
In hoeverre bent u opgeleid cq.
(geen complex
• Backdraft
bevoegd om een brandend
gebouw)
• Instorting/omvallen of
gebouw te betreden?
Voorbeelden:
bezwijken constructie
Teveel
2.1.3
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
In hoeverre krijgt u structureel
• woningbrand
• Struikelen
voorlichting over de algemene
• kelderbrand
• Vallen
risico’s ( bezwijken constructie,
• zolderbrand
• Vallende voorwerpen
elektrocutie, van hoogte vallen e.d.)
• kapbrand
• Stoten
met betrekking tot het binnentreden
• Beknelling
van een gebouw?
• Desoriëntatie
In hoeverre wordt u realistisch
• Verbranding
beoefend in een oefencentrum?
• Ingesloten raken
In hoeverre wordt de veiligheid
• Defecte apparatuur
gewaarborgd bij het binnentreden
• Contact met gevaarlijke stoffen van een gebouw? • Ademluchtcilinder leeg
In hoeverre bent u op de hoogte
• Inademing schadelijke dampen
van de risico’s van een flashover en backdraft? In hoeverre krijgt u realistische oefeningen/instructie over flashover en backdraft? In hoeverre bent u op de hoogte van een noodprocedure “veiligheid eigen personeel”? In hoeverre wordt deze noodprocedure beoefend? In hoeverre vindt registratie plaats van brandweermensen die panden betreden? In hoeverre heeft u de beschikking over adequate middelen om een pand veilig te kunnen betreden?
93
DEEL 2
• Teveel aandacht voor het beeld In hoeverre bent u zich bewust van de camera • Onjuiste interpretatie van de beelden • Desoriëntatie • Accu leeg met als mogelijk gevolg desoriëntatie • Defect met als mogelijk gevolg desoriëntatie
van de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre bent u opgeleid in het
• Struikelen
werken met de warmtebeeldcamera?
• Vallen
In hoeverre krijgt u voorlichting over de risico’s van het werken met de warmtebeeldcamera? In hoeverre bent u geoefend in het werken met de warmtebeeldcamera?
2.1.5
Gebruik water-
• Struikelen
voerende armaturen • Vallen
In hoeverre bent u zich bewust van de gevaren en risico’s die betrekking
• Stoomvorming
hebben op de genoemde activiteit?
• Verbranding
In hoeverre bent u opgeleid in het
• Letselschade door reactiekracht werken met watervoerende • Vertillen • Hittestuwing
armaturen? In hoeverre krijgt u voorlichting over de risico’s van het werken met watervoerende armaturen? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
2.2
Specifiek
2.2.1
Gebouwen
2.2.1.1 Bereikbaarheid en toegankelijkheid
Door geen of slechte bereikbaar-
In hoeverre worden inhoudelijk
heidskaarten en/of aanvalsplannen bereikbaarheidskaarten/ kan de arbeidsveiligheid in het
aanvalsplannen binnen het korps
geding komen.
besproken? In hoeverre worden bereikbaarheidskaarten/aanvalsplannen, buiten een echte inzet om, daadwerkelijk in de praktijk getoetst door de repressieve dienst?
94
Teveel
Gebruik warmte-
Voldoende
2.1.4
beeldcamera.
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Teveel
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
2.2.1.2 Inzet in “Complexe” Naast de gevaarsaspecten die reeds In hoeverre bent u zich bewust van gebouwen;
zijn benoemd bij het binnentreden de gevaren en risico’s die betrekking
Voorbeelden:
van een gebouw zijn de specifieke hebben op de genoemde activiteit?
• Gevangenissen
gevaarsaspecten:
In hoeverre bent u opgeleid om een
• Kantoorgebouwen • Desoriëntatie
inzet uit te kunnen voeren in
• Ziekenhuizen
• Ingesloten raken
complexe gebouwen?
• Verzorgingste-
• Letsel door defecte apparatuur
In hoeverre krijgt u voorlichting
huizen
• Letsel door ademluchtcilinder leeg over de gevaren en risico’s die
• Bejaardentehuizen •
betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u geoefend om een inzet uit te kunnen voeren in complexe gebouwen? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure met betrekking tot een inzet in complexe gebouwen? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen? (communicatie, refinder, registratiebord, warmtebeeldcamera e.d.) In hoeverre maakt u daadwerkelijk gebruik van de juiste arbeidsmiddelen? (communicatie, refinder, registratiebord, warmtebeeldcamera e.d.)
95
DEEL 2
In hoeverre bent u zich bewust van
met dieren
• Stoten
de gevaren en risico’s die betrekking
(boerderijen,
• Schoppen
hebben op de genoemde activiteit?
maneges,
• Schrikken van dieren
In hoeverre bent u opgeleid om de
dierentuinen,
• In paniek raken van dieren
genoemde activiteit veilig en
kennels e.d.)
• Gebeten worden
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre wordt u (realistisch) beoefend in het bestrijden van genoemde activiteit? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
2.2.2
Verkeer en vervoer
2.2.2.1 Bestrijden van een
• Explosie
In hoeverre bent u zich bewust van
voertuigbrand
• Vrijkomen schadelijke dampen
de gevaren en risico’s die betrekking
(al of niet met
• Elektrocutie
hebben op de genoemde activiteit?
gevaarlijke stoffen)
• Verbranding
In hoeverre bent u opgeleid om de
• Vrijkomen lading
genoemde activiteit veilig en
• Radioactiviteit
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
96
Teveel
• Bekneld raken
2.2.1.3 Inzet in gebouwen
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
In hoeverre bent u zich bewust van
treinbrand
• Elektrocutie
de gevaren en risico’s die betrekking
(personentrein en
• Vrijkomen schadelijke dampen
hebben op de genoemde activiteit?
goederentrein al of
• Verbranding
In hoeverre bent u opgeleid om de
niet geladen met
• Aanrijdgevaar
genoemde activiteit veilig en
gevaarlijke stoffen)
• Radioactiviteit
Teveel
• Explosie
Voldoende
Beleving
Geen mening
2.2.2.2 Bestrijden van een
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen (NS-veiligheidstester) om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
2.2.2.3 Bestrijden van scheepsbrand (al of niet met
• Relatie met (binnentreden
In hoeverre bent u zich bewust van
gebouw) en (complexe
de gevaren en risico’s die betrekking
gebouwen)
hebben op de genoemde activiteit?
gevaarlijke stof als
• Verdrinken
In hoeverre bent u opgeleid om de
lading)
• Verstikking als gevolg activeren genoemde activiteit veilig en CO2 blus-installatie.
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeten?
97
DEEL 2
In hoeverre bent u zich bewust van
• Geraakt worden door
de gevaren en risico’s die betrekking
rondvliegende delen
hebben op de genoemde activiteit?
neerstorten buiten
• Vrijkomen schadelijke dampen
In hoeverre bent u opgeleid om de
vliegveld)
• Explosie door munitie bij
genoemde activiteit veilig en
militaire vliegtuigen • Radioactiviteit
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit?
2.2.3
Natuur en milieu
2.2.3.1 Bestrijden van bos/ veen/duin en heidebrand
• Ingesloten raken • Inademen rook/schadelijke dampen • Verbranding • CO-vergiftiging
In hoeverre bent u zich bewust van de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u opgeleid om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
98
Teveel
(ingeval van
• Explosie
Voldoende
vliegtuigbrand
Beleving
Geen mening
2.2.2.4 Bestrijden
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
• Explosie
In hoeverre bent u zich bewust van
• vloeistofbrand
• Vrijkomen schadelijke dampen
de gevaren en risico’s die betrekking
• containerbrand
• In contact komen met de
hebben op de genoemde activiteit?
vloeistof
Teveel
2.2.4.1 Bestrijden van:
Voldoende
Diversen
Beleving
Geen mening
2.2.4
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
In hoeverre bent u opgeleid om de
• Explosie door bv. Spuitbussen
genoemde activiteit veilig en
• Verbranding
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit?
2.2.4.2 Blussen onder hoog- • Elektrocutie
In hoeverre bent u zich bewust van
spanningsleidingen
de gevaren en risico’s die betrekking
(geen bovenleiding
hebben op de genoemde activiteit?
spoor) en bestrijden
In hoeverre bent u opgeleid om de
van brand in
genoemde activiteit veilig en
trafostation,
verantwoord uit te kunnen voeren?
schakelstation e.d.
In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps?
99
DEEL 2
melkpoeder e.d.)
In hoeverre bent u zich bewust van
• Verstikking door stationaire blusinstallaties (CO2)
de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u opgeleid om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps?
100
Teveel
(zaagsel,meel,
• Explosie (stof)
Voldoende
met stof
Beleving
Geen mening
2.2.4.3 Blussen in ruimten
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
3.1
Algemeen
3.1.1
Gebruik HV-gereedschap Werken met:
• Wegspringen materialen
In hoeverre bent u zich bewust van
Hydraulisch
• Brandgevaar door lekkage van
de gevaren en risico’s die betrekking
gereedschap Kettingwerk Staaldraadtakel Staalkabels Hijsbanden Lieren
hydraulische olie • Injecteren van olie onder hoge druk in het lichaam • Losschieten/breken van lasthaak/kabel • Wegglijden last
hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u opgeleid om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en
Dommekrachten
• Wegglijden HV-gereedschap
verantwoord uit te kunnen voeren?
Hefkussens
• Knelgevaar
In hoeverre krijgt u voorlichting
Snijdgereedschap
• Knelgevaar tussen gereedschap over de gevaren en risico’s die
(gas/zuurstof)
en object
betrekking hebben op de
Doorslijpmachine
• Brand
Stroomaggregaat
• Verbranding huid/lichaam
In hoeverre heeft u de beschikking
Motorkettingzaag
• Geraakt worden door
over de juiste arbeidsmiddelen om
rondvliegende materialen
Teveel
Hulpverlening
Voldoende
3
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
genoemde activiteit?
deze activiteit veilig en verantwoord
• Breken doorslijpschijf
uit te kunnen voeren?
• Gehoorschade
In hoeverre heeft u de beschikking
• Vermoeidheid/doofheid door
over de juiste persoonlijke
trillingen
beschermingsmiddelen om deze
• Elektrocutie
activiteit veilig en verantwoord
• Verbranding huid/lichaam door uit te kunnen voeren? contact met hete onderdelen • In lichaamsdeel zagen
In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheids-
• Elektrocutie bij gebruik van een instructie/procedure voor uw korps? elektrische machine
In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen.
101
DEEL 2
Gebouwen personen uit liften
• Vallen in liftschacht
In hoeverre bent u zich bewust van
• Bekneld raken tussen draaiende de gevaren en risico’s die betrekking delen
hebben op de genoemde activiteit?
• Meevoeren (plakken) van losse In hoeverre bent u opgeleid om de kleding etc. met bewegende
genoemde activiteit veilig en
delen
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit?
3.2.1.2 Het veiligstellen van • Geraakt worden door losgeraakte In hoeverre bent u zich bewust van dakpannen, steigers, antennes en dergelijke als gevolg
materialen/ objecten • Vallen van hoogte
de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u opgeleid om de
van stormschade.
genoemde activiteit veilig en
Evenals takken/
verantwoord uit te kunnen voeren?
bomen etc.
In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen.
102
Teveel
3.2.1
3.2.1.1 Het bevrijden van
Voldoende
Specifiek
Beleving
Geen mening
3.2
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
In hoeverre bent u zich bewust van
leegpompen kelders.
water (botulisme, legionella),
de gevaren en risico’s die betrekking
Werkzaamheden en
fecaliën e.a.
hebben op de genoemde activiteit?
Teveel
• Besmet raken door vervuild
Voldoende
Beleving
Geen mening
3.2.1.3 Wateroverlast,
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
redden van personen • Ziekte door onhygiënisch gedrag In hoeverre bent u opgeleid om de en dieren uit besloten • Vallen in diepte
genoemde activiteit veilig en
ruimten (tanks,
• Verstikking
verantwoord uit te kunnen voeren?
kruipruimten,
• Inademen gezondheidschadelijke In hoeverre bent u geoefend om
gierkelders e.d.)
stoffen • Explosiegevaar • Contact met chemische schadelijke stof
de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
3.2.1.4 Melding terroristische • Geraakt worden door activiteit waarbij de brandweer door de politie gevraagd is
In hoeverre bent u zich bewust van
rondvliegende materialen bij het de gevaren en risico’s die betrekking ongewild afgaan van de bom. • Besmet raken
hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u opgeleid om de
voor assistentie
genoemde activiteit veilig en
bijvoorbeeld
verantwoord uit te kunnen voeren?
bommelding,
In hoeverre bent u geoefend om
verwijderen/isoleren
de genoemde activiteit veilig en
chemische
verantwoord uit te kunnen voeren?
bestrijdings-middelen
In hoeverre krijgt u voorlichting
(Anthrax etc)
over de gevaren en risico’s die genoemde activiteit?
103
DEEL 2
anders dan bij brand,
lichaamsvocht, lijkvocht
de gevaren en risico’s die betrekking
verkeer of bij
bijv. hepatitis en/of HIV
hebben op de genoemde activiteit?
hoogteverschillen,
In hoeverre bent u opgeleid om de
bijv na verdrinking/
genoemde activiteit veilig en
zelfdoding
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen?
104
Teveel
In hoeverre bent u zich bewust van
Voldoende
3.2.1.5 Berging slachtoffers • Biologische besmetting door
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Teveel
3.2.2.1 Bevrijden slachtoffer • Snijden
Voldoende
Verkeer en vervoer
Beleving
Geen mening
3.2.2
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
In hoeverre bent u op de hoogte
bekneld in/onder/
• Knellen
van de richtlijn “Eerste
tussen voertuig,
• Stoten
Veiligheidsmaatregelen bij
trein, tram, vliegtuig, • Besmet raken met HIV/hepatitis Incidenten op autosnelwegen” vaartuig en andere objecten Reinigen wegdek
virus door bloed/speeksel • Getroffen worden door
van Incident Management? In hoeverre bent u zich bewust van
rondvliegende materialen
de gevaren en risico’s die betrekking
tijdens de bevrijdingsactie
hebben op de genoemde activiteit?
• Bekneld/geraakt worden door
In hoeverre bent u opgeleid om de
airbags/sidebags/gordelspanners genoemde activiteit veilig en • Elektrocutie bij hybride voertuigen verantwoord uit te kunnen voeren? • Elektrocutie (hoogspanning) • Brand door de kerosine, gevaarlijke stoffen (hydrazine en/of munitie)
In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre krijgt u voorlichting
• Aanrijdgevaar
over de gevaren en risico’s die
• Uitglijden/vallen door gladheid
betrekking hebben op de
gemorste stoffen (olie, modder, etc.)
genoemde activiteit? Met aandacht voor besmetting HIV / hepatitis. In hoeverre kunt u bij deze activiteit een (digitaal) informatiesysteem raadplegen? (bijv. op het 1e voertuig over veiligheidssystemen in voertuigen) In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre maakt u daadwerkelijk gebruik van de ter beschikking gestelde arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen?
105
DEEL 2
Reeds benoemd in voorgaande
Reeds benoemd in voorgaande
activiteiten reeds benoemd in voorgaande 4
Ongevallen Gevaarlijke stoffen
4.1
Algemeen
4.1.1
Inzet met
• Hittestuwing
chemiepak/
• Letsel oplopen door defect pak
gaspakken
(scheuren/schade) • Letsel oplopen door doorslaan pak • Letsel door onvoldoende
In hoeverre bent u zich bewust van de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u opgeleid cq. bevoegd om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit
ademlucht, toevoer tijdelijk /
te kunnen voeren?
geheel geblokkeerd door
In hoeverre bent u geoefend om
verkeerde combinatie toestellen/ de genoemde activiteit veilig en ademluchtslangen • Letsel door defect ademluchtapparatuur • Letsel door slecht zicht door beslaan van ruit bij pak waar
verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre krijgt u voorlichting
ademlucht binnen het pak
over de gevaren en risico’s die
wordt gedragen
betrekking hebben op de genoemde activiteit?
• Besmetting/contact gevaarlijke
In hoeverre heeft u de beschikking
stoffen (onjuiste/onzorgvuldige over de juiste persoonlijke ontsmetting)
beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
106
nvt
Teveel
3.2.3.1 Betreffende
Voldoende
Natuur en milieu
Beleving
Geen mening
3.2.3
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Gebouwen benzinelucht,
• Explosie
In hoeverre bent u zich bewust van
• Instorting
gaslucht, gaslekkages • Verstikking
Teveel
4.2.1
4.2.1.1 Waarnemen
Voldoende
Specifiek
Beleving
Geen mening
4.2
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit?
en meting hoge
• Letsel door defecte apparatuur
In hoeverre bent u opgeleid om de
CO-concentratie
• Letsel door foute meting
genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
107
DEEL 2
In hoeverre bent u zich bewust van
politie) in of bij
• Elektrocutie
de gevaren en risico’s die betrekking
illegaal XTC
• Contact met gevaarlijke stof
hebben op de genoemde activiteit?
laboratorium cq.
• Boobytraps
In hoeverre bent u opgeleid om de
hennepkwekerij
• Kans op chemische reactie
genoemde activiteit veilig en
Aantreffen en ver-
verantwoord uit te kunnen voeren?
wijderen chemicaliën
In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen?
108
Teveel
• Explosie
Voldoende
Beleving
Geen mening
4.2.1.2 Inzet (assistentie
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
asbestvezels vrijkomen
inademen asbestvezels
Teveel
een incident waarbij
Voldoende
4.2.1.3 Optreden in/rondom • schade aan gezondheid door
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
In hoeverre bent u zich bewust van de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? Met aandacht voor de invloed asbest op de gezondheid en reiniging kleding, etc. In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen?
109
DEEL 2
een voertuig,
• Chemische reactie
In hoeverre bent u zich bewust van
• Explosie
de gevaren en risico’s die betrekking
vaartuig of vliegtuig • Contact met de stof
hebben op de genoemde activiteit?
is betrokken
In hoeverre bent u opgeleid om de
• Radioactiviteit
genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? Met aandacht voor meetapparatuur (gasmeetbuisjes, explosiegevaar, zuurstof meting), etc. In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeten? (meetapparatuur, warmtebeeldcamera explosieveilige app.) In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen?
110
Teveel
4.2.2.1 OGS-inzet waarbij
Voldoende
Verkeer en vervoer
Beleving
Geen mening
4.2.2
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
• Chemische reactie
In hoeverre bent u zich bewust van
dumping van
• Contact met de stof
de gevaren en risico’s die betrekking
chemisch afval en
• Radioactiviteit
hebben op de genoemde activiteit?
overige gevaarlijke
• Explosie
In hoeverre bent u opgeleid om de
stoffen zoals afval
• verbranding
Teveel
4.2.3.1 Opruimen van
Voldoende
Natuur en milieu
Beleving
Geen mening
4.2.3
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
genoemde activiteit veilig en
van XTC,
verantwoord uit te kunnen voeren?
gasflessen e.d.
In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeten? (Meetapparatuur, warmtebeeldcamera) In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen?
111
DEEL 2
Algemeen Het rijden met een
• Oplopen letsel door het van de In hoeverre bent u zich bewust van
brandweervoertuig
weg raken door stuurfout,
met prioriteit 1, 2 of
gladheid, schrikreactie e.a. met hebben op de genoemde activiteit?
3 naar een incident
als gevolg een ongeval. • Oplopen letsel door aanrijding met andere weggebruiker(s). • Overschrijding van de wettelijk
de gevaren en risico’s die betrekking In hoeverre bent u opgeleid cq. bevoegd om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
toegestane snelheid met als
In hoeverre bent u geoefend om
gevolg een verhoogd risico om
de genoemde activiteit veilig en
een ongeval te krijgen/
verantwoord uit te kunnen voeren?
veroorzaken.
In hoeverre krijgt u voorlichting
• Overschrijding van het wettelijk over de gevaren, risico’s en toegestane alcohol percentage
verantwoordelijkheden die u als
in het bloed met als gevolg een chauffeur van een verhoogd risico om een ongeval brandweervoertuig heeft? te krijgen/veroorzaken. • Bij OGS door schadelijke wolk rijden
In hoeverre maakt u gebruik van de veiligheidsgordel in het voertuig? In hoeverre wordt door de leidinggevende gecontroleerd of daadwerkelijk veiligheidsgordels worden gedragen?
5.1.2
Opstellen van het voertuig op de weg
112
• Aangereden worden door
In hoeverre bent u zich bewust van
andere weggebruikers.
de gevaren en risico’s die betrekking
en uitstappen nabij
• Uitglijden
het incident.
• Verstappen
hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre krijgt u voorlichting
• Struikelen
over de gevaren en risico’s die
• Vallen
betrekking hebben op de
• In schadelijk gebied opstellen
genoemde activiteit?
Teveel
5.1
Voldoende
Gebruik voer – en vaartuigen
Beleving
Geen mening
5 5.1.1
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Specifiek
5.2.1
Werken met :
• Aangereden worden
In hoeverre bent u zich bewust van
• ladderwagen/
• Te dicht bij object
de gevaren en risico’s die betrekking
• Verkeerd afstempelen
hebben op de genoemde activiteit?
• Verzakken van stempelpoten
In hoeverre bent u opgeleid om de
hoogwerker: • hulpverlening-
voertuig met kraan • Bekneld raken/stoten
genoemde activiteit veilig en
(HV1) en lier.
• Bekneld raken van personen
verantwoord uit te kunnen voeren?
• Valgevaar
In hoeverre bent u geoefend om
• schuim/poederbluswagen
Teveel
5.2
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
de genoemde activiteit veilig en
• ademlucht
verantwoord uit te kunnen voeren?
haakarmbak.
In hoeverre krijgt u voorlichting
• HV- (basis haak-
over de gevaren en risico’s die
armbak)
betrekking hebben op de
• HV(specialistische
genoemde activiteit?
haakarmbak) • Decontaminatiehaakarmbak 5.2.2
Werken met een
• Aanvaring
In hoeverre bent u zich bewust van
boot ten behoeve
• Zinken
de gevaren en risico’s die betrekking
van een duik-of
• Over boord vallen
hebben op de genoemde activiteit?
blusinzet
In hoeverre bent u opgeleid om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen zoals o.a. redvesten om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen.
113
DEEL 2
Waarschuwings- en • In contact komen met de (meetploeg)
gevaarlijke stof
In hoeverre bent u zich bewust van de gevaren en risico’s die betrekking
• Inademen schadelijke dampen
hebben op de genoemde activiteit?
• Radioactiviteit
In hoeverre bent u opgeleid om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u geoefend om de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste arbeidsmiddelen (meetapparatuur) om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren? In hoeverre zien de leidinggevenden er op toe dat u gebruik maakt van de juiste arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen?
6.2
114
Gaspakdrager
Zie inzet gaspak- en chemiepak
Teveel
6.1
Voldoende
Specialisaties
Beleving
Geen mening
6
verkenningsdienst
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
BELEVINGSONDERZOEK
Duiken
• Verdrinking
In hoeverre bent u zich bewust van
• Defecte apparatuur
de gevaren en risico’s die betrekking
• Lucht in cilinder op
hebben op de genoemde activiteit?
• Desoriëntatie
In hoeverre bent u opgeleid om de
• Verstrikt raken
genoemde activiteit veilig en
• Duikziekten
verantwoord uit te kunnen voeren?
• Meegevoerd worden door
In hoeverre bent u geoefend om
stroming • Biologische besmetting door
Teveel
6.3
Voldoende
Beleving
Geen mening
Gevaarsaspect
Onvoldoende
Activiteit
Niet
n.v.t.
Hfdst
de genoemde activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
lichaamsvocht, lijkvocht,
In hoeverre bent u op de hoogte
hepatitis en/of HIV
van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? In hoeverre bent u op de hoogte van de geldende veiligheidsinstructie/procedure voor uw korps? (leidraad bestrijding waterongevallen) In hoeverre krijgt u voorlichting over de gevaren en risico’s die betrekking hebben op de genoemde activiteit? In hoeverre heeft u de beschikking over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen om deze activiteit veilig en verantwoord uit te kunnen voeren?
115
DEEL 2
Vrij invulveld Hartelijk dank voor het invullen van dit belevingsonderzoek. Mogelijk zijn bepaalde activiteiten volgens u onderbelicht. In onderstaand veld kunt u deze nader toelichten. Tevens kunt u aangeven welke aanvullende maatregelen er volgens u genomen moeten worden om de veiligheid voor u en uw collega’s te verhogen.
116