Twynstra Gudde Management Consultants
Oog voor informatievoorziening bij rampenbestrijding Standaard presentatie tbv rondje Nederland Inleider Plaats, datum 2003
© Twynstra Gudde
NBRA004 Presentatienummer POIRE
Dit is de standaard presentatie POIRE die ten behoeve van het ve rzorgen van een reeks presentaties in het land is vervaardigd. Van deze presentatie is ook een pdf bestand gemaakt die verspreid kan worden.
1
In de meldkamer 112 1.
Nassaustraat 19-23 ; Brandende daken
2.
Oranjelaan: Brandende voertuigen
3.
Wilhelminalaan: Woningen ingestort
4.
Julianalaan: Gewonden; Ambulanceverzoek
5.
Nassaustraat 20; Auto ontploft
6. Beatrixkade: Politiebureau in brand 7.
…
Uitrukken; Verkennen Opschalen en Alarmeren © Twynstra Gudde
Presentatienummer
In de meldkamer van een willekeurige veiligheidsregio komen opeens een serie meldingen binnen. Melding 1: Brandende daken bij de woningen Nassaustraat 19-23. ; reactie centralist: uitgifte 2x tankautospuit en ladderwagen Melding 2: Brandende voertuigen op de Oranjelaan; Actie centralist Uitgifte tankautospuit Melding 3: Centralist wordt nu wel nerveus; Woningen ingestort op de Wilhelminalaan. Actie centralist; uitgifte 1x ambulance, 1x politie en reddingsploeg Melding 4: Julianalaan; verzoek ambulance ivm meerdere gewonden; Centralist uitgifte 2 ambulances Melding 5: Wederom Nassaustraat Nr 20 Auto ontploft; doorgeven aan eenheid melding 1; Ambulance opgeroepen Melding 6. Beatrixkade ; Politiebureau in brand; Uitgifte tankautospuit Erg veel meldingen vlak bij elkaar in korte tijd. Ofwel; opschalen en alarmeren iom dienstdoende officier. Uitsturen verkenningseenheden. Inrichten actiecentrum.
2
Het plaatje groeit •Welke vragen moeten er gesteld worden? •Welke informatie is bevestigd?
(Brokstukken treffen woonwijk)
Klachtengebied
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Een rampscenario ontvouwt zich en de klachtenplot (hebben we die eigenlijk?) zou er zo uitgezien hebben . Deze zou/wordt via GIS aan GMS getoond en geeft overzicht en biedt de mogelijkheid de informatie te delen met de betrokken hulpdiensten en de functionarissen van de opschalingsorganisatie. Wat zijn de eerste vragen die nu gesteld en beantwoord moeten worden. Welke informatie is eigenlijk bevestigd. Een eerste suggestie is dat brokstukken wellicht een woonwijk getroffen hebben ? Zou dat van een vliegtuig of ruimteschroot komen. Weten we meer?
3
Woonwijk getroffen Ziekenhuis
Bejaardenhuis
Verkeersader Klachtengebied
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Ons vragensysteem (mede gerealiseerd via het project POIRE) zegt ons dat we onder andere de vraag; Welke bijzondere gebouwen bevinden zich in het potentiëe effectgebied moeten beantwoorden. Via een druk op de knop wordt duidelijk dat naast het politiebureau in dit gebied ook een bejaardenhuis en een ziekenhuis staan. Daardoor doemt direct de vraag op of die panden mogelijk ook getroffen zijn, of evacuatie aan de orde is enz. Vragen die opdoemen naast de reguliere vragen mbt de inzet van hulpverleningseenheden (hebben we genoeg, blijft er dekking in het verzorgingsgebied, wie moeten we informeren enz. De feitelijke hulpverlening wordt eerst en vooral natuurlijk door de hulpdiens ten ter plekke verzorgd en zij zijn het die nadere informatie en hulpbehoefte kunnen formuleren. Het zou mooi zijn als we konden meekijken via een Webcam verbinding vanuit de auto’s.
4
Brokstukken treffen woonwijk
Ziekenhuisbrand, X gewonden Brand,brokstukken Krater, 6 gewonden Politiebureau Brand, X gewonden Instorting winkelcentrum
Brand, 6 gewonden Autobrand, 3 gewonden
Brand
Klachtengebied
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Na 5 minuten en de terugkoppeling vanuit het veld naar de meldkamer (plus) (actiecentrum io) ontvouwt het volgende beeld zich. We zien waar de incidenten zich bevinden, wat we qua kerninformatie daarvan weten en welke inzet ter plekke is. Het gezamenlijk beeld geeft aan dat hier toch wel sprake is van een cumulatie van incidenten , hetgeen de opschaling (multidisciplinaire inzet) rechtvaardigt. Het delen van dit soort kerninformatie is een wezenlijk onderdeel van de rampenbestrijding. Het project POIRE richt zich vooral op het ontwikkelen van een vrage nsysteem dat ondersteunt bij het stellen van de juiste vragen en het ontsluiten van de gegevensbronnen.
5
Rampenbestrijding = Informatiemanagement Wat gaan we doen? Wat doet wat? Wie beslist? Hoe bewaken we?
© Twynstra Gudde
Wat wil/moet wie weten? In welke vorm? Hoe delen we info? Hoe bewaken we?
Presentatienummer
Rampenbestrijding is vooral een zaak van informatiemanagement. De commissie Oosting schreef dat al in haar rapport over de vuurwerkramp in Enschede en andere incidenten van de laatste tijd, zoals Amersfoort (ketelwagenincident ), Wilnis, (dijkdoorbraak), Enschede (Vredenstein brand) en Volendam (cafebrand) bevestigen dat beeld. Rampenplannen beschrijven voor wat we dan gaan doen, wie wat doet, wie daarover beslist en hoe we dat proces bewaken. Alleen als er informatieparagrafen in een rampenplan zijn opgenomen is de informatiekundige kant van de rampenbestrijding afgedekt. Dit is nauwelijks het geval en dat moet wel. Vragen als wat moeten/willen we eten, in welke vorm willen we die informatie hebben, hoe delen we informatie uit alle bronnen, hoe bewaken we de informatievoorziening enz. behoren ook georganiseerd te zijn. Informatievoorziening en informatiemanagement op Ad- hoc basis past niet bij de kwaliteitsdoelstellingen die de hulpverleningssector heeft. Tijd voor actie.
6
Rode draad presentatie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
POIRE: project doelen en resultaten Kerninformatiebehoefte in RCC/GCC Werking informatiemanagement Taken sectie informatievoorziening Informatiemodel en woordenboek Informatiearchitectuur Belang voor uw regio & multidiscipline
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
De rode draad van deze presentatie bestaat uit 7 onderdelen: 1. Wat willen we met POIRE eigenlijk bereiken en wat levert het op? 2. Waaruit bestaat nu eigenlijk de kerninformatiebehoefte in opschalingssituaties? 3. Hoe werkt informatiemanagement eigenlijk? 4. Wat zijn de taken van de sectie informatievoorziening die overeenkomstig actiepunt 73 van het kabinetsstandpunt vuurrwerkramp binnen het GCC/RCC moet worden vormgegeven? 5. Wat is een informatiemodel en hoe helpt dat ons? 6. Wat is een informatiearchitectuur en wat kan je daarmee? 7. En tenslotte, hoe kunt u binnen uw organisatie daarmee aan de slag en van profiteren.
7
POIRE: het project Om de operationele multidisciplinaire informatievoorziening in opschalingssituaties te verbeteren © Twynstra Gudde
Presentatienummer
Het project POIRE gaat dus over het verbeteren van de operatione le multidiscplinaire informatievoorziening in opschalingssituaties. Multidisciplinair want alle disciplines doen mee. Primair trekjken de Sector Brandweer/NVBR en BZK de kar, maar Politie (netwerk CCB), GHOR en VNG/Slagen voor Veiligheid denken mee in de klankbordgroep van het project. Zij leveren tevens kennis toe. Het acroniem POIRE staat voor project Operationele Informatievoorziening Regionale Brandweer en is een NVBR/BZK project.
8
Doel & Resultaten • • • •
Verbeteren operationele informatievoorziening Bieden raamwerk voor alle regio’s Aansluiten op NVBR visie mbt infovoorziening Instrument samenwerking regio’s/partners
• • • •
Kern Informatie Behoefte (KIB) in kaart Methodiek Informatiemanagement Kern Informatiemodel (KIM) & Woordenboek Kern Informatiearchitectuur
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Als het om de doelen van POIRE gaat kunnen we kort zijn: A. Het verbeteren van de operationele informatievoorziening, mede door het informatiemanagement vorm te geven en gegevens te ontsluiten B. Een raamwerk te bieden voor IV/IM voor alle regio’s C. Aansluiten bij de recent door de NVBR (regionale commandanten) geformuleerde visie op IV D. En een instrument te zijn voor samenwerking tussen de regio’s en met de partners in rampenbestrijding Als resultaten leveren we 4 dingen op: 1. Een vragensysteem tbv de kerninformatiebehoefte (+ presentatievorm) in opschalingssituaties 2. Een methodiek om informatiemanagement vorm te geven in RCC/GCC 3. Een kerninformatiemodel en woordenboek om applicatieontwikkelaars gereedschap te bieden om applicatie onafhankelijk informatie betekenisvol te kunnen uitwisselen/delen zonder maatwerkinterfaces 4. Een kerninformatiearchitectuur, zeg maar een blauwdruk voor de wijze waarop de informatie samenhangend georganiseerd wordt in applicaties, gegevensverzamelingen en infrastructuur uitgaande van de werkprocessen die bediend moeten worden. Deze blauwdruk help u om uw huidige archipel van systemen op logische samenhang, functionele dekking en ontwikkeling te toetsen. Een soort bestemmingsplan voor uw informatiesystemen zeg maar. 9
De relatie met de NVBR visie Visie NVBR op IV • Samen (25x1->1x25) • Ruimte voor regionale en lokale ontwikkelingen en gedane investeringen • IV inpassen in INK-3 • IV als instrument voor slagvaardigheid en efficiency
Uitgangspunten • Hergebruik van brongegevens (niet herhaald aanmaken) • Zorgdragen voor uitwisselingsstandaard voor delen info (XML) • Bouwen aan vraag organisatie • Samenwerken met hulpverleningspartners (politie, GHOR en gemeenten)
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
De relatie vanuit POIRE met de Visie NVBR mbt IV is het volgende: 1. Aansluiten bij 1x maken voor 25 ipv 25 variaties bouwen 2. Wel ruimte laten voor bestaande investeringen en regionale verschillen 3. Informatievoorziening bezien vanuit de optiek van het streven om te groeien naar INK niveau 3 (systeemgericht werken), wetende dat veel organisaties nog in fase 1 (activiteit/taakgericht) en fase 2 (procesgericht werken) verkeren. 4. IV gebruiken als instrument om de slagvaardigheid/kwaliteit van het uitvoeren van het werk te bereiken en efficiency te genereren POIRE levert een eerste versie van een informatiemodel; kiest voor samenwerking en focust op kerninformatie om effectiviteit/kwaliteit te bereiken. Uitgangspunten daarbij zijn A. het hergebruik van gegevens vanuit de bronhouders en dus niet zelf weer nieuwe (niet actueel te houden) subverzamelingen aan te leggen B. Een uitwisselingsstandaard (XML gebaseerd) te realiseren C. Te bouwen aan een vraagorganisatie vanuit de brandweer (ala politie) D. En samenwerking te bereiken met de partners
10
Informatie bij opschaling NCC RBT
GMK MK
MK+
PCC
RCC
In opstartfase
ROT
MK
CORT / CTPI
MK AC
© Twynstra Gudde
AC
AC
AC Presentatienummer
Het werkveld van het project POIRE is ingeperkt tot opschalingsituaties en daarbinnen tot het RCC/GCC de informatielijnen met de Actiecentra en het CORT/CTPI en uiteraard de lijn met het coördinatiepunt (ook wel meldkamerplus genoemd), het orgaan.de plek waar direct na opscha ling de eerste aansturing plaatsvindt naar de hulpverleners en waar de informatieverwerking gebundeld wordt, zolang er nog geen RCC/GCC operationeel is. Dit is een kunstmatige afbakening, maar deze is bewust gekozen om zo de detail vragen (voor CTPI en Actiecentra) te kunnen scheiden van de kernvragen die in het RCC/GCC van belang zijn. Tevens wordt de meldkamerzaken afgescheiden, omdat die vooral reguliere taken moet afhandelen en een ramp gelukkig geen routine is.
11
Resultaten fase 2 Kerninformatiebehoefte KIB in opschalingssituaties – In de werkprocessen – Om de werkprocessen te starten – Tussen de werkprocessen
• Taken/werking sectie informatievoorziening • Generiek model informatietaken © Twynstra Gudde
Presentatienummer
De resultaten van fase 2 (januari – mei 2003) zijn drieledig geweest en tot stand gekomen mede dankzij de inzet van medewerk(st)ers van de regionale brandweerkorpsen en hulpverleningsdiensten. Uitgangspunt waren de 31 werkprocessen zoals beschreven in de LOP Leidraad Operationele Prestaties. Allereerst is de Kerninformatiebehoefte in opschalingssituaties in kaart gebracht en wel vanuit drie invalshoeken A. Wat wil je weten in een specifiek werkproces bijvoorbeeld 2.Alarmering B. Wat moet je weten om te bepalen of een werkproces eigenlijk moet starten (bijvoorbeeld ontruimen/evacueren) C. Welke informatie stroomt er tussen de processen (welkt proces stuurt welk ander proces aan) Daarnaast zijn de taken/werking van de sectie informatievoorziening in kaart gebracht en is een generiek model ontwikkeld om de afhandeling van informatietaken (informatiemanagement en informatievoorziening) te kunnen duiden
12
informatie
we rkp roc ess en van de uit voe ring In d e
Nodig om de start te bepalen
Denken langs 4 lijnen
Tussen
om de informatie te managen
info
de werkp rocessen
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
In deze sheet zijn die verschillende invalshoeken nog een keer gevisualiseerd. Op de eerste as; Wat is nodig om een werkproces te starten. Een serie vragen die gedurende de loop van de opschaling voortdurend gesteld moeten worden om het proces te starten of te stoppen. Op de tweede as: De informatie die nodig is in het werkproces. Zeg maar de kerninformatiebehoefte bij bij voorbeeld proces Waarschuwen bevo lking Op de derde as: De informatie die tussen de werkprocessen stroomt, bijvoorbeeld van registreren slachtoffers naar identificeren slachtoffer en uitvaartverzorging. En tenslotte de vierde gestippelde as; Alle informatie die nodig is om het proces van het vergaren, opslaan, bewerken en verspreiden van informatie te kunnen managen (informatiemanagament) In de nu volgende sheets geven we daar een serie voorbeelden van.
13
Ontvouwen van werkprocessen 1 werkproces
optreden conditie
1
oordeelsvorming
altijd (bron- & effectgebied)
2
opschalen/afschalen
multidisciplinaire samenw. vereist
3
bron-& effectbestrijding
altijd
4
voorlichten
voorkomen onrust/morele taak
5
waarschuwen bevolking
dreigend/aanwezig gevaar
6
ontruimen & evacueren
7
afzetten & afschermen
voorkomen gevaar; vrij werkterrein
8
verkeer regelen
verwachte problemen
9
handhaven rechtsorde
‘dreigende’ verstoring rechtsorde
10
ontsmetten mens & dier
gevaarlijke besmetting
11
ontsmetten voertuigen & infra
gevaar voor verspreiding/gevolgen
als/bij
gevaar en inbreuk dgvz
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
We beginnen bij de vragen die gesteld moeten worden om te bepalen of een werkproces geactiveerd moet worden. We hebben voor alle 31 werkprocessen de kernvragen bepaald. Daarbij geeft het hamertje aan welke daarvan een bestuurlijke context dragen en dus ook met het BT besproken moeten worden. Laten we er eens een paar bekijken. Het proces bron- en effectbestrijding start dus altijd, maar het proces voorlichten pas zodra we onrust willen voorkomen en vanuit een morele taakinvulling. Het moment waarop dit traject start is daar dus van afhankelijk. Let wel geen voorlichting is vaak wel aanleiding voor indianenverhalen. Het politie werkproces handhaven rechtsorde wordt pas gestart als er van feitelijke of dreigende verstoring van de rechtsorde sprake is. Deze vragen moeten dus met enige regelmaat de revue passeren om na te gaan of door gewijzigde omstandigheden processen alsnog gestart of inmiddels beëindigd kunnen worden. De volgende sheets geven beelden bij de overige 20 werkprocessen.
14
Ontvouwen van werkprocessen 2 werkproces
optreden conditie
12
inzamelen besmette waren
gevaar volksgezondheid;onrust
13
preventieve hygienische maatreg
ongerustheid; vermoeden > effect
14
opvang & verzorging bevolking
zelfredzaamheid tekort schiet
15
registreren slachtoffers
> # benadeelden/gewonden/doden
16
identificeren overledenen
er X doden zijn
17
uitvaartverzorging
18
meten en waarnemen
effect(gebied) kwal/kwantificeren
19
begidsen
onbekend;onveilig;ongestoord
20
toegankelijkheid rampterrein
we er niet bij kunnen
21
primaire verzorging/logistiek
na 8 uur (leidraad)
© Twynstra Gudde
als/bij
aantal doden of onrust groot
Presentatienummer
Bijvoorbeeld proces 13 preventieve hygiënische maatregelen doet een beroep op de capaciteit en kunde van de GHOR en witte zorgketen. Daar geldt dat een dergelijk werkproces eerst gestart wordt indien er sprake is van een vermoeden van een omvangrijk effect op de volksgezondheid dan wel er sprake is van aanwezige of te verwachten omvangrijke ongerustheid van de bevolking/bestuurders Kijken we op de volgende sheet dan …
15
Ontvouwen van werkprocessen 3 werkproces
optreden conditie
22
primaire levensbehoefte (sl.of)
langere tijd uitval voorzieningen
23
strafrechtelijk onderzoek
altijd ; stop bij verwacht falen
24
geestelijke gezondheidszorg
vermoeden optr. trauma/g.nood
25
schadeafhandeling
omvang groot / overheid partij is
26
Operationeel Basis Plan
altijd
27
verbindingen
28
coördinatie rampterrein
altijd
29
milieu
onrust / nadelige effecten
30
nazorg
indien opgeschaald
31
verslaglegging
altijd
© Twynstra Gudde
als/bij
altijd
Presentatienummer
Zien we dat een aantal processen altijd gestart worden Zo is verslaglegging en coördinatie rampterrein altijd aan de orde en die houden pas op nadat afgeschaald is en de hulpverleningseenheden terug op de post zijn dan wel het werkproces nazorg (veelal een gemeentelijke taak) voltooid is. Voor de verantwoording en bewaking is verslaglegging een belangrijk gege ven. Tijdens de vogelpest periode van afgelopen jaar is dit weer eens bewezen.
16
Formuleren in termen van 1
Objecten van informatie
Bronnen Berichten Afnemers
2
De primaire vragen Presentatie 4
Bewerkingen Spelregels Procedures
3
verwachtingen
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Dan stappen we door naar het tweede deel van de kerninformatiebehoefte en wel die van de infobehoefte in de werkprocessen. Daartoe hebben we gebruik gemaakt van een door Twynstra Gudde © in Amsterdam ontwikkelde werkwijze om de informatiebehoefte gestructureerd in kaart te brengen. Deze methode © laat ons eerst de primaire vragen optekenen om daarna daaruit de objecten waarover informatie gewenst is te isoleren. Voor elk informatieobject (bijvoorbeeld bedrijf, vergunning) worden de gegevensbronnen bepaald, de inhoud van het te versturen bericht en de afnemers van het bericht overeenkomstig de eerder in kaart gebrachte kernvragen Daarna volgt het benoemden van de geschreven en ongeschreven regels mbt het verwerken/toeleveren van de informatie gezien de verwachtingen van de ontvangers. Tenslotte wordt de voorkeursvorm voor het presenteren van de informatie uitgewerkt. Wel laten we eens kijken hoe dat werkt voor een aantal werkprocessen en wat dat dan oplevert.
17
IB (2) Alarmering • • • •
Wie moeten we informeren/alarmeren? Hoe zijn die bereikbaar? Wie zijn hun vervangers indien nodig? Zijn de gealarmeerdeerden/vervangers onderweg respectievelijk aanwezig?
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
De kernvragen bij het werkproces (2) Alarmering zijn op deze sheet weergegeven. Eigenlijk hele logische vragen. De praktijk leert evenwel dat de beantwoording van dergelijke vragen niet altijd vlekkeloos ve rloopt omdat de informatie niet actueel meer is, de betrokkenen de procedure niet helemaal accuraat uitvoeren enz. Laten we eens kijken hoe dat zich vertaalt naar het vierluik van hiervoor:
18
IB (2) Alarmering Leden OT/BT Leden Gemeentelijke en direct betrokken organisaties Bereikbaarheidsgegevens (NAW, TMP)
Naam
Onder
Aanwezig
weg
Vertrokken
Naam/Org
12:00
12:10
-
Naam/Org
12:01
12:02
-
Naam/Org
11:59
13:00
13:05
Naam/Org
12:00
-
-
Naam/Org
12:00
-
-
Bron: Rampenplan/Alarmeringslijst Telefoon/adreslijst Bericht: Wat voor een ramp voltrekt zich & Waar moet u heen Afnemers: Gealarmeerden
Melden als je niet binnen de voorwaarden aanwezig kan zijn Afnemers zijn goefend in hun reactie binnen X minuten reageren anders wordt de vervanger opgeroepen
GMS Communicator / Gespreksgroep C2000 © Twynstra Gudde
Presentatienummer
Allereerst zijn de objecten waarover informatie gevraagd wordt in het lichtgele vak opgesomd: De leden van OT/BT, de leden van de gemeentelijke en direct betrokken organisaties (afhankelijk van ramptype), hun bereikbaarheidsgegevens (telefoon, mobiele telefoon, piepers) maar ook Naam adres woonplaats, indien de communicatievoorzieningen plat liggen en ze opgehaald moeten worden. De bronnen van deze informatie zijn naast de adres/telefoonlijsten van de betreffende organisaties ook vooral de actuele alarmeringslijst,. Het bericht dat verzonden moet worden bevat informatie over wat er gebeurt, waar men heen moet. De afnemers zijn in dit geval de gealarmeerden. De (on)geschreven regel is dat als je niet binnen X minuten ter plekke kunt zijn je dat laat weten en dat een vervanger opgeroepen wordt, en dat die vervanger dus ook ingewerkt is. De presentatie vorm is een eenvoudige tabel waaruit blijkt wie voor welke organisatie is opgeroepen, of deze onderweg is (bevestigd), of deze ter plekke is en wanneer vertrokken, respectievelijk wie de vervange r is (bij langdurige opschaling ook zeer relevant). Een instrument als C2000 en de aan GMS gekoppelde communicator (geautomatiseerde alarmering) kan hierbij deels uitkomst bieden.
19
IB (3) Bron & effectbestrijding (Dreigende) overstroming/wateroverlast • Wat zijn de actuele en verwachte waterhoogten? • Wat is de huidige en verwachte weerssituatie? • Waar/wanneer zitten de zwakke plekken? • Wat zijn de mogelijke gevolgen en ernst? • Welke opvang/ontlastingsgebieden zijn er en welk effect heeft het gebruik daarvan? • Welke hulpkeringen zijn mogelijk, hoe realiseren we die (wie weet hoe) en wat kost dat? • Wie verzorgt de coordinerende en regisserende rol mbt informatie in het stroomgebied? • Waar moeten we ons gezicht laten zien? • (Aandacht voor tijd/ruimte factoren) © Twynstra Gudde
Presentatienummer
Een ander voorbeeld is de bron- en effectbestrijding die uiteraard per ramptype een sterk verschillend beeld van de kerninformatiebehoefte zal laten zien. Deze vragen zijn door het POIRE team opgesteld voor het incident in Wilnis, maar waren daar absoluut ook aan de orde, zo hebben wij uit betrouwbare bron vernomen, zij het dat de actuele waterhoogte in de vaart wel duidelijk was. Laten we op de volgende sheet eens kijken hoe dat uitpakt naar een presentatievorm.
20
IB (3) bron & effectbestrijding sluis
Brug/stuw
Bedrijfsterrein opslag gev.stoffen brug
overlaat
Ca 200 bewoners
Stroomgebied
Sterk afhankelijk van type ramp © Twynstra Gudde
Presentatienummer
We zien hier een stukje van delfzijl, waar in dit scenario sprake is van wateroverlast/dreigende overstroming. Op deze kaart die het moge lijk maakt de betrokkenen een eenduidig beeld te geven (gelijke informatiestand) van de situatie zien we een aantal zaken: 1. Heersende windrichting; Stuwt dus op 2. Plekken waar de waterkeringen zwak zijn, respectievelijk bezweken 3. De gebieden die daardoor onder water lopen 4. Welke omvang en lokatie van bewoning daar is, die voor evacuatie in aanmerking (kunnen) komen 5. Welke aanvullende (milieu) schade te verwachten is gezien de opslag van gevaarlijke stoffen (volgens vergunning) op kaden die dreigen onder te lopen 6. Welke kunstwerken/waterkeringen bijzonder aandacht behoeven 7. Hoe de verkeersinfrastructuur er uitziet 8. En op welke plekken kwelwater opborrelt (groene stippen) Deze kaart biedt overzicht, inzicht en synchroniseert de beeldvorming en zou dus eigenlijk door alle betrokkenen gedeeld en bekeken/bewerkt moeten kunnen worden. Het aanmaken van de kaart vraagt overigens om toelevering van gegevens uit verschillende bronnen.
21
IB (4) Voorlichting • Wat is bevestigde informatie? • Welke informatie kan gecommuniceerd worden? • Hebben we betrouwbare informatie over de situatie en gevolgen voor bevolking? • Waar kan men nadere inlichtingen krijgen? • Welke informatie is al bekend (media; op straat) • Hoe houden we hen op de hoogte? • Welk effect op de dagelijkse gang van zaken? • (regel samenhang/congruentie in voorlichting tussen RCC/CTPI en Gemeenten) • (maak onderscheid naar interne en externe voorlichting en informatievoorziening) • Welke gedragsadviezen geven we via voorlichting? © Twynstra Gudde
Presentatienummer
Een ander voorbeeld zien we bij het werkproces Voorlichten. De kernvragen zijn hierboven opgesomd. We zien dat informatiemanagement bijvoorbeeld over welke informatie bevestigd is, verspreid kan worden en hoe betrouwbaar die informatie is, van groot belang is bij het voorlichtingsproces. Een stiefkind bij het voorlichtingsproces is intern voorlichten liefst voorafgaande aan het extern voorlichten. Dit impliceet feitelijk dat de informatie die naar buiten gaat minimaal door de betrokkenen vanuit de rampenbestrijdingsorganisatie moet kunnen worden bekeken en beter nog is dat er een pro-actieve voorlichting (kernzaken) plaatsvindt. Op de volgende sheet zien we een voorbeeld van de presentatievorm van de kernvoorlichting.
22
IB (4) Voorlichting Inlichtingen 0573-454545
Wijk X
Opvang Sporthal
Persbericht: Vanochtend rond 10:00 uur heeft zich in de wijk X heeft een grote brand gewoed Er is beperkt asbest vrijgekomen. De Directe omgeving is afgezet. Bewoners worden opgevangen in de nabijgelegen sporthal de Dwingel Informatienumer 0573-454545
© Twynstra Gudde
ontruimd
Presentatienummer
Op dit plaatje zien we een wijk die ontruimd is en waar de opvang van de geevacueerden in de nabij gelegen sporthal plaatsvindt. Verder is het persbericht met de kerninhoud vermeld, terwijl een foto van de aanlelding van de ontruiming is bijgeplaatst. Tenslotte wordt het inlichtingen nummer en de plaatsen van de afzettingen getoond. Dergelijke informatie kan door de voorlichters zowel via Internet als via andere media verspreid worden en biedt de intern betrokkenen ook een duidelijk overzicht van de omvang van de evacuatie in dit voorbeeld
23
IB (5) Waarschuwen bevolking • In welk gebied moeten we welke doelgroepen waarschuwen? (NB=;politiebronnen) • Welke communicatiemiddelen gaan we benutten, staan ons ter beschikking? • Welke boodschap gaan we uitzenden? – – – – – –
Wat is er aan de hand (situatie) Wat moet u WEL en NIET doen Wat zijn de (mogelijke ) gevolgen Wat doen de hulpdiensten Waar kunt u terecht voor meer informatie Hoe houden wij u op de hoogte
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Een ander voorbeeld is het proces waarschuwen bevolking (5). De drie kernvragen staan hierbij op de sheet. Bij het bepalen van de doelgroepen die gewaarschuwd moeten worden in het gebied is het verstandig ook de politiebronnen aan te spreken. Soms heeft de politie of openbaar ministerie aanvullende gegevens over groepen mensen die zich in het gebied ophouden (illegale bewoning enz). Los van vertrouwelijkheid van deze info rmatie kan bij het stellen van deze vraag wel voorkomen worden dat de afweging hoe om te gaan met de beschikbare informatie achterwege blijft.
24
IB (5) waarschuwen bevolking Waarschuwings gebied 200 scholieren 200 bejaarden
Ca 300 arabisch sprekenden
Sirenedekking
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
De wijze waarop de kerninformatie bij het werkproces waarschuwen bevolking getoond en gedeeld kan worden is op bovenstaande sheet geïllustreerd. Enerzijds geven we de reikwijdte/bereik van de WAZ sirene weer en anderzijds laten we de locaties met bijzondere groepen zien. Een bejaardenhuis met 300 bewoners (die aparte waarschuwing en aandacht behoeven), een school met 200 leerlingen en een wijk met veel arabisch sprekenden waarvan verwacht mag worden dat ze het WAZ signaal en bijbehorende instructie niet direct zullen kennen. Aanvullende actie mbt het waarschuwen lijkt ook hier aan de orde. Een dergelijke kaart biedt snel overzicht en inzicht in de uit te voeren activiteiten.
25
IB (11) Ontsmetten voertuig/infra • Waar is de besmetting; Welke omvang/ aantallen en aard heeft de besmetting? • Wie weet hoe hier mee om te gaan? • Wat gaat er mogelijk fout (effect/gevolg) • Wat kunnen we er tegen doen? • Wat zijn de politieke en publicitaire gevolgen? • Welke capaciteit hebben we om te ontsmetten? © Twynstra Gudde
Presentatienummer
Een voorbeeld van de kernvragen van het proces ontsmetten voeertuigen en infrastructuur prijkt op deze sheet. Let wel dit proces gaat over ontsmetten van materiaal/materieel en infrastructuur en niet over mensen/dieren want daar is een ander proces voor, dat overigens snel ook gestart wordt afhankelijk van de omvang en aard van de besmetting. De eerste twee vragen duiden op een vraag/classificatiesystematiek die moet helpen de aard/verschijnselen van de besmetting te bepalen waarna in het kennisnetwerk gezocht kan gaan worden naar de mogelijke manier van omgang en behandelwijzen. Ook zien we hier koppelingen met voorlichting.
26
IB (11) ontsmetten voertuig/infra Rampterrein
20 voertuigen
Bron besmetting
Besmette weg Besmettingsgebied
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Vertaald naar een plaatje ziet dat er als volgt uit: 1. Een systeem om de mogelijke besmetting/stof te achterhalen 2. Een kennisnetwerk om de behandelwijze via deskundigen te vinden 3. Een overzicht van het besmettingsgebied, de daar aanwezige voertuigen/infra en de intensiteit van de besmetting die iets zegt over de behandelwijze. In dit voorbeeld was de wijk overigens wel al tijdig ontruimd.
27
IB (14) Opvang en verzorging • Wat is de omvang van opvang verzorging uitgedrukt in aantal, vorm, tijdsduur, groepen? • Waaruit bestaat de opvang en verzorging • Waar doen we de opvang en verzorging? • Wat is de omvang en vorm van het te verzorgen vervoer? • Waar is en hoe is de opvang bereikbaar? • Wat registreren we van de opgevangenen • Wie gaat wat betalen? (indien opportuun) © Twynstra Gudde
Presentatienummer
De kernvragen voor het proces van opvang en verzorging prijken op de bovenstaande sheet. Deze lijken wederom heel logisch (en dat hoort ook zo te zijn bij kernvragen) maar de ervaring leert dat in momenten van spanning heel logische zaken toch wel eens ondersneeuwen of vergeten worden. De relatie met het transport van hen die opgevangen moeten worden is er bijvoorbeeld zo een, maar ook de vraag wat het bij benadering gaat kosten en of die kosten verhaalbaar zullen zijn ? Soms komt hier ook de vraag van aparte opvang van groepen aan de orde, bijvoorbeeld uit hoofde van religie, supportersgedrag of wat dan ook.
28
IB (14) Opvang en verzorging Wijk X
School 300 Sporthal 500
wat
wie
€
Eten
Gem
900
Zaal
Gem
200
Bed
RK
700
Route vervoer/leveranciers
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
In een plaatje uitgedrukt zien we dat we de school en sporthal kunnen benutten (de capaciteit is gelijk aangegeven) en de toevoerwegen zijn direct aangegeven. In de bijgeplaatste tabel zijn de kerngegevens mbt de opvang weergegeven.
29
IB (18) Waarnemen en meten • Welke stoffen zijn betrokken bij de ramp? • In welke hoeveelheden/concentratie? • Welke conclusie geeft dat? Welke marge hoort daarbij? • Welk gevaar geeft dat? • Welk gebied wordt/is bedreigd? • Waar hebben we, gaan we meten? • Welke escalatiekansen zijn er? • Denk ook aan stroomstoring/wateroverlast • Denk ook aan blauwe/geel/witte waarneming! © Twynstra Gudde
Presentatienummer
Dit werkproces wordt vaak geassocieerd met de waarnemings- en verkenningsdienst WVD van de brandweer. Naast deze rode meetbuis jes ,zoals de WVD wel een spottend genoemd wordt, hebben we ook de blauwe, witte en groene meetbuisjes. Alle meet- en waarnemingssystemen vallen onder dit proces. Er wordt ook vaak een vertaling gemaakt naar welke stoffen, welke hoeveelheden, enz. maar het kan ook gaan om een stroomstoring, welk gebied is feitelijk stroomloos of waar werkt de telefoon, waterleiding niet meer, is feitelijk overstroomd, vinden schermutselingen plaats enz.
30
IB (18) Waarnemen en meten Wijk X
Opvang Sporthal
ontruimd
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Het uitgewerkte voorbeeld gaat over de bekende gaspluim, de positie van de meetploegen, de mogelijke verspreidingsgebieden en de tijdlijn die daarbij hoort. En in dit geval wordt de opvang nu wel op niet geraakt door de gaswolk.
31
IB (27) Verbindingen • • • • •
Werken onze verbindingen? Nee, Alternatieven? Is er telefoon/GSM in het bron/effectgebied? Waar hebben we geen comm. middelen? Welke gespreksgroepen zijn operationeel? Wie kan ons helpen comm. Middel. Knelpunten op te lossen ?
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Bij het werkproces verbindingen gaat het vooral ook over de extra verbindingen boven de reguliere. Het werkproces wordt als zodanig vooral gestart als de reguliere verbindingen uitvallen en aanvullende maatregelen getroffen moeten worden om verbinding met rampterrein/effectgebied en betrokken hulpdiensten en organisaties respectievelijk bevolking in stand te houden.
32
IB (27) Verbindingen Aanwezige verbindingseenheden 2
1 3
Waar
Voor
Freq/ Groep
RT
CORT
1
virtueel
MK
2
auto
CM BRW
3
© Twynstra Gudde
Knel punt
communicatienetwerk
Presentatienummer
Bij het wegvallen van verbndingen is het belangrijk inzicht te hebben in de positie waar nog verbindingsmiddelen aanwezig zijn. Zo zijn op deze kaart de positie van de politie en brandweerauto’s en het ziekenhuis weergegeven waar nog verbindingsmiddelen werken. Tevens zien we met 1,2, en 3 gemarkeerd de verbindingseenheden/posities van het CORT (1), de meldkamer MK(2) en de brandweercommandant (3) en bijbehorende noodfrequenties (ipv C2000 gespreksgroepen) benoemd. Tenslotte wordt het communicatienetwerk (C2000 gespreksgroepen getoond)
33
IB (28) Coörd. rampterrein • Wat is er gebeurd; aard; gevaaraspect; omvang; gevolgen; effectgebied? • Wat/wie in ingezet bij hulpverlening? Wie doet wat; wie coördineert welk gebied? • Waar liggen de grenzen? (fysiek; taken; verantwoordelijkheden/bevoegdheden) • Wie bekommert zich om effectgebied? • Welke verwachtingen zijn mbt te beantwoorden vragen/te nemen beslissingen • Is er grip/controle op de situatie; welke risico’s zijn er (nog/komend)? • Welke bevelen/opdrachten staan uit?
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Een van de meest belangrijke werkprocessen is dat van de coördinatie rampterrein. Zeker waar meerdere CTPI’s in een omvangrijk rampterrein werkzaam zijn of waar het rampterrein dwars door administratieve grenzen mbt bevoegdheden valt is afbakening van de verzorgingsgebieden uiterst belangrijk. De plot van de feitelijke inzet, de uitstaande bevelen/instructies, de karakterisering van de calamiteit, stuk voor stuk belangrijke informatie bij de coördinatie ter plekke. Het aanduiden van chaos, grip verkrijgende en in de grip op een complex gebied met veel incidenten geeft extra overzicht en daarmee grip op de bestrijding ter plekke en het verzorgen va n de benodigde ondersteuning van de eenheden ter plekke.
34
IB (28) Coörd. rampterrein Rampterreinen
Coördinatie/taak/ gebied netwerk
wat
wie
Waar
Eenh
kust
Brw
X,Y
2
land
Amb
X,Y
3
zee
KW
X,Y
H+R
Sterk afhankelijk van type ramp © Twynstra Gudde
Presentatienummer
In dit voorbeeld betreft het een rampterrein dat deel sop zee en deels op land ligt en waardoor kustwacht, reddingsbrigade, rijkswaterstaat dienst Noordzee en hulpdiensten samen het incident moeten aanpakken en intensief zullen moeten samenwerken ook bij het delen van informatie. Het weergeven van de grenzen van het rampterrein voorkomt het niet op elkaar aansluiten van de gebieden. Het weergeven van het netwerk aan betrokken hulpdiensten met bereikbaarheidsgegevens biedt overzicht en vormt tevens de poort naar ontsluiting van meer gegevens. Tenslotte biedt de getoonde tabel snel inzicht in de inzet vanuit de verschillende betrokken commandostructuren.
35
Werking informatievoorziening & informatiemanagement
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Nu we gekeken hebben naar een aantalvoorbeelden van de kerninformatiebehoefte in opschalingssituaties schakelen we nu door naar de werking van informatiemanagement en informatievoorziening. We hebben hier naar gekeken omdat POIRE ook vorm en inhoud geeft aan actiepunt 73 van het kabinetsstandpunt over de Vuurwerkramp Enschede.
36
Fase 2 : KIB in opschaling NCC RBT
GMK MK
MK+
PCC
RCC
In opstartfase
ROT
MK
CORT / CTPI
MK AC
© Twynstra Gudde
AC
AC
AC Presentatienummer
De getoonde kerninformatiebehoefte (hier afgekort als KIB) kijkt vooral naar het RCC/GCC, waarin OT en BT een rol spelen en naar de informatielijnen vanuit de Actiecentra (AC) en CORT/CTPI naar het RCC/GCC. We hebben natuurlijk ook gekeken naar de als meldkamer plus of coördinatiepunt bekend staande situatie die zolang het RCC/GCC er nog niet is de feitelijk aansturing/coördinatie van de chaos, georga niseerde chaos verzorgt. Hoewel we nagedacht hebben over de relaties naar het Provinciaal en Landelijk Coördinatiecentrum en de link naar de meldkamers of de gemeenschappelijke meldkamer, zijn deze niet expliciet uitgewerkt.
37
Principes synchroniseren, monitoren en rapporteren Beeld-, oordeels& besluitvorming
BT rapportage
uitvraag
Planvorming & monitoring
AC CTPI/CORT AC
synchronisatie
monitoring
OT
Uitvoering & rapportage
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Allereerst de hoofdzaak mbt informatiemanagement. Het gaat om drie hoofdprincipes die op alle betrokken niveau’s en informatie verwerkende gremia van toepassing zijn. 1. Synchronisatie (gelijke informatiestand) 2. Rapportage/Uitvraag (extra en reguliere informatie) 3. Monitoring (gebeurt dat wat we verwachten/gepland hebben) Synchronisatie van informatie omvat voorla het regelmatig verversen van de beschikbare kerninformatie bij alle betrokkenen, zodat sprake is van een gelijk informatiestand. Bij het Rapportage/Uitvraag mechanisme gaat het vooral over het regelmatig rapporteren over de situatie (SITRAP) het beantwoorden van extra gestelde vragen Bij Monitoring gaat het vooral om het controleren volgens het principe van de Demingcircel PDCA (Plannen, Doen, Controleren, Actie nemen) of wat er gevraagd/geïnstrueerd/bevolen is, ook wordt/is uitgevoerd
38
Generalisatie opschaling (2) bestuurlijk geöriënteerd
actie
plan
bewaak
doen
BT
OT
AC’s
CTPI/ CORT’s
operationeel geöriënteerd
onvermijdelijk © Twynstra Gudde
Presentatienummer
Het principe van informatieverwerking en informatiemanagement binnen de opschalingssituatie is in het bovenstaande schema weergegeven. Het OT fungeret hierin als een spil die op het scheidingsvlak van bestuurlijk en operationeel geöriënteerde informatie opereert. De blauww lijnen tonen de informatiestromen tussen de AC’s, CTPI/CORT’s, het BT en het OT. In pricipe fungeert het OT als informatieknooppunt maar met de kanttekening dat er natuurlijk allerlei operationeel getinte informatie ook tussen AC’s en CORT/CTPI’s verloopt. Het verkrijgen van gelijke informatiestand redenerend vanuit informatiebehoefte en benodigde informatiekennis is hierbij het aandachtspunt. In elk gremium wordt de PDCA cyclus afgehandeld, elk gremium doet dat vanuit haar eigen focus/oriëntatie.
39
Taken Sectie Informatievoorziening
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Laten we nu, we weten wat het principe van informatiemanagement is door stappen naar de taken van de sectie informatievoorziening die aan het RCC/GCC wordt toegevoegd. Overigens is de wijze van organiseren op dit moment in onderzoek binnen fase 3 van het project POIRE.
40
Beelden taken sectie IV (1) • (Pro)actief verzamelen en verspreiden relevante informatie (niet zijnde voorlichting) • Verzorgen gelijke informatiestand CTPI/CORT en AC tav ontwikkelingen en wie waar mee bezig is • Voortdurend filteren tbv SITRAP en directe actie/beslissing OT/BT • Uitzetten en bewaken uitvoering (verversing) instructies/bevelen aan actiecentra (faciliteren operationeel leider?) • Uitzetten en bewaken beantwoording van vragen BT/OT • Bewaken regelmatige toelevering statusinformatie • Opereren tbv OT en indirect BT (sectie werkend als virtueel infonetwerk) • Informatiemanagement taak mbt RB (regulier)
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Feitelijk zijn er acht taken die de sectie IV zou moeten vervullen. Het begint met het (pro)actief (doen laten) verzamelen van relevante informatie (op basis van de informatiebehoefte (voorspelbaar en ad-hoc gegenereerd). Daarnaast het verzorgen van de gelijke informatiestand bij de betrokken al dan niet via mechanismes als de SITRAP en doorgeven van belangrijke statusinformatie via informatiesystemen, verversen van situatieplots SITPLOT. Daarnaast het monitoren van de uitgezette instructies en vragen mbt uitvoering en beantwoording. Ook de monitoring van de SITRAP frequentie (toeleveren info om de SITRAP te kunnen maken en zelf maken van de SITRAP behoort tot het takenpakket. Tenslotte verzorgt de sectie het informatiemanagement in het RCC/GCC mbt kwaliteit info, archivering, distributie enz.
41
Beelden taken sectie IV (2) 1e beelden Organisatievormen ringmodel
knooppunt
hybride
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Er lijken overigens drie basale manieren om de sectie IV vorm te geven. Allereerst als informatieknooppunt waar alles binnenkomt, uitgaat en onderweg intelligent gefilterd, bewerkt en vastgelegd wordt. Deze vorm is capaciteitgevoelig maar garandeert wel eenduidigheid. Bij vertraagde informatieverwerking zullen we wel langstrekkende bewegingen gaan waarnemen. Het ringmodel qua organisatiewijze gaat uit van een reeks van informatieknooppunten die samen de informatieverwerking uitvoeren. Elke sectie krijgt de taken van de sectie IV erbij en samen verzorgen ze de toelevering van info aan het OT/BT. De hydride organisatievorm maakt gebruik van beide mechanismen en combineert deze zo dat de sterke kanten van het knooppunt en de de sterke punten van de ring slim benut worden. Dit organisatiemodel lijkt de voorkeur te hebben.
42
Soort bericht & begrippen
Blokjes (Begrip en Inhoud)
Informatiemodel Rampenbestrijding Een beschrijving om informatie betekenisvol te kunnen delen en overdragen/uitwisselen (XML) XML = (eXtended Markup Language)
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Dan maken we nu een stap in de resultaten en vertellen iets over de waarde van het kerninformatiemodel KIM rampenbestrijding, dat binnen POIRE nu in opbouw is. Dit informatiemodel is vooral bedoeld om op een betekisvolle manier gegevens te kunnen overdragen tussen meerdere computerprogramma’s (applicaties). Dat gebeurt via een taal die XML heet en XML staat voor Extended Markup Language. De truc van XML is dat berichten uit drie onderdelen bestaan. Eerst een kop met informatie over welke begrippen het eigenlijk gaat en vervolgens de gegevens zelf. Tenlotte een staart om het iende van het bericht te kunnen herkennen. Een informatiemodel toont ons eigelijk de boom van begrippen , hun onderlinge hiërarchie, samenhang en in een bijbehorend woordenboek beschrijven we de betekenis van de begrippen. Kortom gereedschap voor applicatieontwikkelaars zodat hun systemen zo kunnen vormgeven dat gegevens gedeeld en uitgewisseld kunnen worden zonder elke keer aparte koppelingen te moeten bouwen. Een bijkomend effect is dat we afspraken maken met elkaar over de begrippen en hun betekenis. Iets wat bij multidisciplinaire informatieuitwisseling een absolute noodzaak is.
43
Betekenis
Kerninformatiemodel (KIM)
Samenhang Hierarchie
Ordenen
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Hier tonen we u een eerste opzet van het informatiemodel, en het klopt dat u de tekst in het vakje moeilijk kan lezen. Dat is ook niet zo van belang want dit was een eerste vingeroefening. Belangrijker is de wijze van kijken naar de informatie via de invalshoeken Hiërarchie: Bijvoorbeeld Een Ramp/Gebeurtenis bestaat uit een gebied, een aard, een omvang/intensiteit, en .. Ordening: Er zijn meerdere gebieden van belang: Het verzorgingsgebied (bevoegdheden), een rampterrein, een effectgebied, enz. Samenhang: Rampterrein en Taakverdeling/bevoegdheden zijn aan elkaar gekoppeld Betekenis: Met Rampterrein bedoelen we dat terrein/gebied dat door het CORT/CTPI verzorgd wordt bij de rampbestrijding Het is best wel abstract zo te kijken naar informatie en de manier van gegevensuitwisseling dus gaan we hier nu niet verder op in.
44
Hiërarchie (KIM) Besturings Besturings&& coördinatie-eenheden coördinatie-eenheden
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
De eerste hoofdopzet van het KIM ziet er zo uit: De hulpverlening bestaat uit besturings en coordinatie eenheden en meer operationeel getinte hulpverleningseenheden. Die maken gebruik van hulpbronnen ter ondersteuning van het bestrjden van de ramp/gebeurtenis. Alle begrippen vinden daarbinnen een plekje.
45
Besturings Besturings- -en encoordinatiecoordinatieeenheden eenheden Inzet Inzet/ /aanpak aanpak Plan Plan
Hulpverlening Hulpverlening
Hulpverleningseenheden Hulpverleningseenheden Werkwijzen Werkwijzen Werkprocessen Werkprocessen
Beleid Beleid
Organisatievorme Organisatievorme nn
Functies Functies
Centra Centra
Hulpverleners Hulpverleners
Teams Teams
Overleg Overleg
Indelingen Indelingen
Maatregelen Maatregelen
Bestuur Bestuur//Coördinatie Coördinatie
Operationeel Operationeel//Uitvoerend Uitvoerend
Hulpbronnen Hulpbronnen
Faciliteiten Faciliteiten
Materieel Materieel
Organisaties Organisaties
Systemen Systemen
Media Media
Gereedschappen Gereedschappen
Gebouwen Gebouwen
Materiaal Materiaal
Ramp Ramp
Gevolgen Gevolgen
Bron Bron
Benadeelden Benadeelden
Gebieden Gebieden
Oorzaken Oorzaken
Ontwikkelingen Ontwikkelingen
Bevolking Bevolking
Ondersteuning Ondersteuning
© Twynstra Gudde
Gebeurtenis Gebeurtenis
Presentatienummer
PAS OP GELUID We bouwen nu een eerste opzet van het KIM op met de uitwerking van al die begrippen die in het model passen. Dit is een eerte opzet. Op de werksessies van 23/24 september hebben we een verdere controle/uitwerking gemaakt waar we nu mee bezig zijn om die op papier te zetten.
46
Informatiearchitectuur Als blauwdruk voor hoe de systemen te ordenen hoe ze samenhangen om IV&ICT beslissingen te ondersteunen
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Tenslotte levert POIRE een informatiearchitectuur. Dat is een blauwdruk van de informatievoorziening qua structuur en samenhang die we bentten als een soort bestemmingsplan voor informatiesystemen. Met behulp van dat bestemmingsplan kan elke regio, uitgaande van de eigen systemen, zien in welke mate ze de informatievoorziening op de taakgebieden al ondersteund en waar sprake is van informatieversplintering
47
Informatiearchitectuur RB
kerninformatie
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Dit is een voorbeeld van een dergelijke informatiearchitectuur en wel van een grondbedrijf van een gemeente en dus niet mbt de rampenbestrijding. De onleesbaarheid van dit plaatjes is dus ook niet van belang. Wat wel van belang is dat de informatiegebieden samenhangend gestructureerd zijn en dat de kerninformatie ook als kern in de architectuur fungeert. Als we nu op de volgende sheet kijken zien we hoe het uitpakt als je als het ware de bestaande systemen met hun informatiegebruik/bewerking daarover heen legt
48
Vergelijking ICT hulpmiddelen
verspreid
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Dan ontstaat hier het beeld van versplintering die deze oragnisatie noopte tot het herijken van de systeemgebieden en structurering van gegevensbeheer van de basisgegevens.
49
Belang voor uw organisatie
© Twynstra Gudde
Presentatienummer
Tenslotte wil ik u danken voor een belangstelling en daag u uit om na te denken over het belang van deze instrumenten/resultaten voor uw organisatie.
50