Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
LEERLIJNEN ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN Susanne Hendrickx
BACHELOR KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE JUNI 2013
1
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
Deel 1: Opbouw 1.1 Inleiding 1.2 Visie College of Science op vaardighedenonderwijs 1.3 Dublin Descriptoren 1.4 Taxonomie van Bloom 1.5 Over dit document Deel 2: Academische vaardigheden in de opleiding 2.1 Opleidingsvisie 2.2 Beschrijving leerlijnen 2.3 Niveaus leerlijnen 2.4 Inbedding beoordeling Deel 3: Uitwerking leerlijnen 3.1 Academische (studie-)houding 3.2 Onderzoeksvaardigheden 3.3 Academische schrijfvaardigheid 3.4 Presentatievaardigheden 3.5 Projectvaardigheden 3.6 Matrix van AV-leerlijnen Bijlage 1 Bijlage 2
: Dublin Descriptoren : Herziene Taxonomie van Bloom
2
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
DEEL 1: OPBOUW 1.1 Inleiding In dit document worden de academische vaardigheden (AV’s) voor de BSc Kunstmatige uiteengezet en staat beschreven hoe dit vaardighedenonderwijs wordt aangeboden. Voor het gehele College of Science (CoS) gelden als bouwstenen voor de AV-leerlijnen de visie op vaardighedenonderwijs, de internationaal gehanteerde Dublin descriptoren, en de taxonomie van Bloom. Deze drie bouwstenen worden hieronder één voor één toegelicht. In het tweede gedeelte van dit document worden deze bouwstenen verbonden door de opleidingsvisie op AV-onderwijs. Hieruit volgt een overzicht van de in de opleiding gehanteerde AV-leerlijnen. Daarbij wordt de relatie gelegd tussen deze leerlijnen en de Dublin descriptoren en de taxonomie van Bloom. In het laatste onderdeel worden de leerlijnen uitgewerkt. Daarbij wordt duidelijk gemaakt voor de gehele opleiding welke doelen betreffende AV in welke cursussen behaald worden en hoe het vaardighedenonderwijs binnen deze cursussen wordt aangeboden. Een totaaloverzicht wordt gegeven in de AV-matrix, die daarop volgt. De blauwdruk die met dit document ontstaat dient als leidraad voor het verder implementeren van de academische vaardigheden in het curriculum van de BSc Kunstmatige Intelligentie. 1.2 Visie College of Science op vaardighedenonderwijs Voor alle opleidingen binnen het College of Science is er een gedeeld raamwerk voor AVonderwijs. Zo heeft iedere opleiding een uitgewerkt vaardighedenprogramma, met leerlijnen die zijn vastgelegd over de drie opleidingsjaren. Dit vaardighedenprogramma is afgeleid van de doelstelling en eindtermen van de betreffende opleiding. Het vaardighedenprogramma is waar mogelijk gekoppeld aan het primaire inhoudelijke onderwijs, daarnaast kunnen expliciete vaardighedencursussen aangeboden worden. Het (doen) opstellen, de bewaking en uitvoering van dit programma is een taak van de opleidingsdirecteur. Deze wordt hierin ondersteund door één of meer vaardighedencoördinatoren, die onderdeel uitmaken van het door de opleidingsdirecteur aangestuurde Opleidingscoördinatieteam van de opleiding. Het vaardighedenprogramma is vastgelegd in een vaardighedenmatrix. De matrix beschrijft expliciet per vaardighedenleerlijn welke opdrachten in welk vak geplaatst zijn. Deze matrix is uitgewerkt in paragrafen 3.1 t/m 3.6.
1.3 Dublin descriptoren
3
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
De Dublin Descriptoren vormen het uitgangspunt bij het accrediteren van opleidingen aan Nederlandse universiteiten. Deze descriptoren vormen de internationale standaard voor het eindniveau van de bacheloropleiding. Ook binnen het College of Science worden deze gehanteerd bij het vaststellen van het eindniveau van de academische leerlijnen. De Dublin Descriptoren verdelen de kwalificaties van de bachelor in de volgende vijf categorieën (NVAO, 2008; zie bijlage 1 voor de uitwerking): 1. Kennis en inzicht 2. Toepassen kennis en inzicht 3. Oordeelsvorming 4. Communicatie 5.Leervaardigheden Traditioneel gezien ligt de nadruk in veel onderwijs op het overbrengen van kennis en bijbrengen van inzicht. Onderwijs in academische vaardigheden speelt juist een cruciale rol binnen de andere categorieën: toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie, en leervaardigheid. Om de Dublin descriptoren te vertalen naar concrete cursus- en leerdoelen, wordt gebruik gemaakt van de taxonomie van Bloom. 1.4 Taxonomie van Bloom De taxonomie van Bloom (1956) is een hiërarchisch systeem voor de classificatie van leerdoelen. Hierin wordt een onderscheid gemaakt in drie domeinen: cognitief, psychomotorisch en affectief (zie bijlage 2 voor de uitwerking). In veel onderwijs ligt de nadruk op het cognitieve domein. Onder dit domein valt kennis en begrip van leerstof en het vermogen tot kritisch denken. De zes niveaus die onderscheiden worden binnen dit domein zijn: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren, en creëren (Anderson, Krathwohl, & Mayer, 2001). In het vaardighedenonderwijs speelt het psychomotorisch domein een voorname rol omdat dit domein gaat over het ontwikkelen van vaardigheden en veranderen van gedrag. De vijf niveaus zijn imitatie, manipulatie, precisie, constructie, en meesterschap (Dave, 1975), Als laatste betreft het affectieve domein de emoties en attitudes. De vijf niveaus die worden onderscheiden zijn: ontvangen, reageren, waarden toekennen, waarden conceptualiseren, en internaliseren. 1.5 Over dit document De AV-coördinator van de BSc Kunstmatige Intelligentie is eigenaar van dit document en waarborgt de implementatie van de AV-leerlijnen. AV-beoordelingsformulieren en een AVhandleiding zijn onder andere documenten die daartoe door de AV-coördinator worden 4
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
verstrekt. Daarnaast onderhoudt de AV-coördinator dit document: wijzigingen in het curriculum die betrekking hebben op het AV-onderwijs worden verwerkt in dit document en benodigde aanpassingen in het AV-onderwijs zullen vervolgens worden doorgevoerd.
5
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
DEEL 2: ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN BINNEN DE OPLEIDING 2.1 Opleidingsvisie De eindtermen van de BSc Kunstmatige Intelligentie specificeren het eindniveau wat betreft de AV-leerlijnen: “De student die de bacheloropleiding Kunstmatige Intelligentie heeft afgerond: - beschikt over adequate vaardigheden inzake het opsporen en de kritische verwerking van relevante vakliteratuur en inzake de schriftelijke en mondelinge rapportage daarover; - beschikt over voldoende communicatieve en samenwerkingsvaardigheden om als academicus in een multidisciplinair teamverband te functioneren; - heeft inzicht in de maatschappelijke betekenis van de Kunstmatige Intelligentie en de verantwoordelijkheden van deskundigen op dit gebied in de samenleving.”
In de opleiding wordt het AV-onderwijs binnen de reguliere vakken aangeboden. Omdat het onderwijs in de academische vaardigheden erg arbeidsintensief is (nakijken van opdrachten, feedback geven), worden docenten geassisteerd door tutoren en vak-assistenten die hierin kunnen begeleiden. Naast de reguliere vakken vindt een deel van het AV-onderwijs plaats in het eerstejaars tutoraat, tevens begeleid door tutoren. Dit AV-onderwijs is dan gekoppeld aan het onderwijs in de lopende reguliere vakken. Het AV-onderwijs is zodanig georganiseerd dat: - de vaardigheden stap-voor-stap worden ontwikkeld: aan de hand van leerlijnen die over de drie onderwijsjaren zijn ingedeeld wordt in latere vakken voortgebouwd op het onderwijs dat studenten in eerdere vakken hebben gehad; - een daadwerkelijke ontwikkeling van studenten op de leerlijnen wordt gemonitord en afgedwongen. Het gebruik van een (digitaal) studentportfolio is hierbij noodzakelijk; - voor de studenten en docenten inzichtelijk is waar in het curriculum welke vaardigheden worden onderwezen. De AV-matrix die tevens is opgenomen in dit document geeft dit overzicht. 2.2 Leerlijnen academische vaardigheden Er zijn de afgelopen jaren werkgroepen geweest ter bepaling van de academische vaardigheden binnen de BSc Kunstmatige Intelligentie. In 2009 is binnen het VAARDIG project een AV-matrix opgesteld die een beschrijving geeft van zes academische vaardigheden en de hieronder vallende competenties. Vervolgens zijn in 2011 verdiepende workshops gehouden met docenten binnen de BSc Kunstmatige Intelligentie, om de academische leerlijnen verder te bepalen (de vaardigheden en de daaraan gekoppelde niveaus) waarbij de eindtermen van de opleiding als uitgangspunt zijn genomen. Op basis van de VAARDIG AV-matrix, de output van het docententeam en de Dublin Descriptoren zijn de eindtermen in dit document geconcretiseerd in vijf leerlijnen voor academische vaardigheden. Hieronder staan deze leerlijnen weergegeven met bijbehorende Dublin Descriptoren. 6
Leerlijnen Academische Vaardigheden Leerlijn
Kunstmatige Intelligentie Voornaamste Dublin Descriptoren
Competenties Autonomie / academische houding:
Kan een persoonlijke planning maken en volgen
Kan wetenschappelijke tekstboeken lezen en samenvatten
Kan eigen vorderingen monitoren
In staat om zelf kennis te vergaren (Life Long Learning)
De student kent de maatschappelijke betekenis van KI en de verantwoordelijkheden van deskundigen op dit gebied
Academische (studie-) houding
Oordeelsvorming & Leervaardigheden
Discussie en debat:
Kan een standpunt verwoorden en een discussie weergeven
Kan een standpunt beargumenteren
Kan fouten in een argumentatie identificeren
Kritisch denken:
Begrijpt wat de wetenschappelijke houding impliceert en gedraagt zich als een professional
Kan reflecteren op gelezen artikelen
Kan peer-review technieken toepassen
Wetenschappelijke relevantie:
Onderzoeksvaardigheden
Kennis en inzicht, Toepassen kennis en inzicht & Oordeelsvorming
Heeft kennis van gebruikte onderzoeksmethoden binnen de AI
Kan de impact van AI technologieën in het maatschappelijke veld bepalen
Is op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen uit de geschiedenis van de AI
Is in staat om een relevante en geschikte onderzoeksvraag op te stellen
Experimenteel onderzoek:
7
Kan een experiment opzetten en data verzamelen
Kan data bewerken en verwerken
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
Kunstmatige Intelligentie
Kan onderzoeksresultaten evalueren
Kan fouten in een argumentatie identificeren
Literatuuronderzoek:
Is in staat om literatuur te vinden met betrekking tot een bepaald onderwerp
Kan een overzicht maken van de beschikbare wetenschappelijke literatuur met betrekking tot een bepaald onderwerp
Is in staat om uit verschillende wetenschappelijke bronnen een nieuw topic of een nieuw standpunt te synthetiseren
Schrijfstijl en lay-out:
Kan correct en wetenschappelijk taalgebruik hanteren, zowel in het Nederlands
Heeft een wetenschappelijke schrijfstijl: neutraal, objectief, zakelijk en bondig
als in het Engels
Refereert op de juiste manier naar gebruikte literatuur
Maakt gebruik van LaTeX voor een professionele en academische lay-out van het verslag
Academische schrijfvaardigheid
Toepassen kennis en inzicht & Communicatie
Inhoudelijke weergave:
Is in staat om de juiste indeling te hanteren passend bij het type verslag (waaronder onderzoeksverslag, wetenschappelijk artikel, literatuurverslag, labboek)
Vat gelezen wetenschappelijke literatuur bondig en helder samen Kan rapporteren over de gebruikte onderzoeksmethode en de verkregen onderzoeksresultaten
Kan standpunten en argumenten schriftelijk duidelijk naar voren brengen
Presenteerstijl & lay-out:
Presentatievaardigheden
Toepassen kennis en inzicht & Communicatie
het overbrengen van de boodschap
8
Maakt effectief gebruik van verbale, non-verbale en paralinguale variabelen bij Reageert passend op vragen / reacties uit het publiek
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
Kunstmatige Intelligentie
Heeft een professionele opmaak van slides (d.m.v. LaTeX), ondersteunend aan mondelinge boodschap
Inhoudelijke weergave:
Kiest voor een inhoud die aansluit bij de doelgroep en gericht is op het behalen
Hanteert een logische opbouw in de presentatie
Brengt de boodschap duidelijk en krachtig, met voldoende onderbouwing
van de doelstelling
Projectmanagement:
Kan een projectvoorstel schrijven (voorzien van doelstelling, scope, randvoorwaarden, risico’s) voor het oplossen van een gegeven probleem
Is in staat om theorie toe te passen bij de oplossing van een praktisch probleem Kan een project faseren en plannen
Projectvaardigheden
Toepassen kennis en inzicht & Leervaardigheden
Kan omgaan met veranderingen tijdens de uitvoer van een project
Communiceert helder met stakeholders van het project
Samenwerken:
9
Kan functioneren binnen een heterogeen team
Kan effectief samenwerken met leden van de projectgroep
Kan feedback geven en ontvangen
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
2.3 Niveaus van de leerlijnen Aan de hand van de Taxonomie van Bloom kan inzichtelijk worden gemaakt welke ontwikkeling er van studenten wordt verwacht met betrekking tot welke leerlijn. In onderstaande tabel staat weergeven welke ontwikkeling van studenten wordt verwacht per jaar. Daarbij is tevens per leerlijn aangegeven onder welk domein uit de Taxonomie van Bloom deze leerlijn valt.
Leerlijn Academische (studie-)houding Onderzoeksvaardigheden Academische schrijfvaardigheid Presentatievaardigheden Projectvaardigheden
Domein Affectief Cognitief Psychomotorisch Psychomotorisch Psychomotorisch
Startniveau 1 0 0 0 0
Eind jaar 1 2 1 1 1 1
Eind jaar 2 3 2 3 3 2
Eind Bachelor 3 3 3 3 3
2.4 Inbedding beoordeling De opdrachten op het gebied van academische vaardigheden worden beoordeeld binnen de reguliere vakken. Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van beoordelingsformulieren die aansluiten op het gewenste niveau van presteren van de student. In het huishoudelijk reglement van de bachelor Kunstmatige Intelligentie is vastgelegd dat ieder regulier vak bestaat uit een praktijkdeel en een theoriedeel en de eindbeoordeling als volgt wordt vastgesteld: -
-
-
“De deeltoetsen vormen gezamenlijk minimaal 50% van het vak eindcijfer. Daarnaast wordt het eindcijfer bepaald op basis van de verhouding theorie / praktijk binnen het vak, en wordt deze verhouding bij aanvang gecommuniceerd met studenten. Het voorstel is om te streven naar twee verdeelsleutels op basis van de theorie:praktijk ratio: o theorie : praktijk = 50% : 50% o theorie : praktijk = 75% : 25% Er geldt een compensatieregeling tussen de deelcijfers die gezamenlijk het eindcijfer van een vak bepalen. Echter, daarbij is een ondergrens van toepassing. Dat wil zeggen dat elk deelcijfer 4.5 of hoger moet zijn. Bij reguliere vakken zijn deelcijfers, de cijfers voor Deeltoetsen (D), Practica- (P) en Werkgroepopdrachten (W). Waarbij deze laatste twee in de regel geclusterd zijn (per type) voor de gehele duur van een vak. In speciale gevallen kan één of beide deeltoetsen bestaan uit het schrijven van een essay.”
De cijfers voor de academische vaardigheden maken deel uit van het praktijkdeel (en in het geval van een essay in speciale gevallen van het theoriedeel). In de eindcijfers van deze reguliere vakken worden de cijfers voor de AV-opdrachten meegenomen zoals hierboven weergegeven. Naast de becijfering binnen vakken, streeft de opleiding ernaar om ook vakoverstijgend de ontwikkeling van studenten op AV-gebied te monitoren en af te dwingen. Een eerste aanzet 10
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
daartoe is het huidige papieren AV-portfolio dat iedere student bijhoudt. Hierin verzamelt een student zijn / haar AV-opdrachten met verkregen beoordelingen en geschreven zelfreflecties. Zo ontstaat één dossier met alle prestaties die een student heeft geleverd op AV-gebied. Het portfolio is momenteel onderdeel van het Tutoraat BSc KI1 en de student bespreekt dit portfolio op gezette tijden met zijn / haar tutor en ontvangt feedback van de AV-coördinator. In de toekomst dient een digitaal portfolio ervoor om deze rol verder te vervullen. Dit digitaal portfolio is nog in ontwikkeling door het ICT-center en nog niet direct klaar voor gebruik. De BSc Kunstmatige Intelligentie is bezig met een pilot om te verkennen of en hoe het digitaal portfolio de vakoverstijgende voortgang op AV’s kan realiseren. Het College of Science daarnaast is tevens in gesprek met de opleidingen om de vakoverstijgende voortgang verder in te bedden in het curriculum. Studenten dienen voor elke academische vaardigheid aan het eind van de BSc KI een zeker niveau behaald te hebben. In jaar 3 vindt het Afstudeerproject BSc KI plaats, waar alle vaardigheden worden getoetst op de gegeven eindniveaus van de opleiding. Hiermee wordt derhalve gewaarborgd dat studenten hun vaardigheden voldoende op niveau hebben bij afronding van de BSc KI.
11
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
DEEL 3: UITWERKING LEERLIJNEN 3.1 Academische (studie-)houding Eindterm academische (studie-)houding voor de BSc KI - De student beschikt over adequate vaardigheden inzake de kritische verwerking van relevante vakliteratuur. - De student heeft inzicht in de maatschappelijke betekenis van de Kunstmatige Intelligentie en de verantwoordelijkheden van deskundigen op dit gebied in de samenleving. Specificatie eindterm academische (studie-)houding Domein Affectief van Taxonomie van Bloom Niveau 3: De student vertoont een hoge mate van autonomie en zelfsturing ten aanzien van zijn eigen (vakinhoudelijke) ontwikkeling, vertoont kritische reflectie op het wetenschappelijk instrumentarium (waaronder zichzelf) alsmede het wetenschappelijk product. Subdoelen Niveau 2: De student vertoont quasi-reflectief gedrag op gelezen literatuur en tekstboeken en vertoont eigenaarschap over diens (vakinhoudelijke) ontwikkeling. Niveau 1: De student begrijpt wat er van hem / haar verwacht wordt op de universiteit ten aanzien van diens houding en verantwoordelijkheden en kan zelfstandig kennis vergaren. Stappen academische (studie-)houding PERIODE 1.1
1.2
1.4
1.4 en 1.5
BESCHRIJVING
TOETSING EN NIVEAU
De student krijgt persoonlijke begeleiding bij de start van zijn/haar studie en reflecteert op de gemaakte studiekeuze De student wordt geactiveerd in het maken van samenvattingen van hoorcolleges en gelezen artikelen. De student krijgt begeleiding bij de voorbereiding van een theoretisch tentamen. Door middel van peer review leert de student kritisch te kijken naar andermans werk en zijn/haar eigen werk. De student reflecteert op diens studieresultaten van semester 1 en de overgang van VWO-student naar WOstudent. De student stelt (studie-)doelen op voor semester 2. De student verdiept zich in een studentorgaan van de UvA, woont een vergadering
Reflectieverslag Tutoraat BSc KI1 (niv.1)
12
Concept maps en schriftelijke samenvattingen voor Inl. KI (niv. 1) Oefententamen en tentamenanalyse in het Tutoraat BSc KI1 (niv. 1) Peer review van posterpresentaties (niv. 1)
Reflectieverslag Tutoraat BSc KI1 (niv. 1)
Presentatie Tutoraat BSc KI1 (niv. 1)
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
1.5
2.2
2.4
2.4
2.6
3.4
3.5 en 3.6
BSc Kunstmatige Intelligentie
bij en geeft een presentatie over het betreffende orgaan. De student leert zorgvuldig en precies te werken in het oplossen van wiskundeopgaven. Door middel van peer-review leert de student te reflecteren op verslaglegging. De student oriënteert zich op onderzoeks- en studiemogelijkheden binnen en buiten de UvA en stelt een plan op voor zijn/haar eigen studieloopbaan. De student leert een eigen standpunt te verwoorden en een discussie met het publiek aan te gaan. De student leert kritisch te denken over wetenschappelijke kennis en geschreven artikelen. De student oriënteert zich op het afnemende veld van de BSc KI en verdiept zich in verantwoordelijkheden van deskundigen. De studenten voeren in groepen van 3-4 personen een project uit voor een externe opdrachtgever. De studenten ontvangt instructies over de gewenste (werk-)houding tijdens het project. Aan het eind van het project reflecteert de student op zijn/haar professionele houding tijdens het project. De student leert fouten in een argumentatie te identificeren en leert een eigen betoog op te stellen. De student oefent met het opstellen van een onderzoeksvraag en het voorstellen van verschillende methoden van onderzoek. De student leert een eigen onderzoek op te zetten, en uit te voeren inclusief een evaluatie.
Huiswerk en tentamen Lineaire Algebra (niv. 1) Peer-review opdracht bij Taaltheorie en Taalverwerking (niv. 1) Oriëntatieplan Tutoraat BSc KI2 (niv. 2)
Presentatie Brein en Cognitie (niv. 2) Review Brein en Cognitie (niv. 2) Opdracht KI in het Nieuws Tutoraat BSc KI2 (niv. 2)
Interviewopdracht alumnus Tutoraat BSc KI2 (niv. 2) Reflectieverslag Professionele houding en eindbeoordeling opdrachtgever (niv. 2)
Eindopstel Filosofie en AI (niv. 3)
Opdrachten Methoden van AI onderzoek (onderdeel van Afstudeerproject BSc KI) (niv. 3); Onderzoek van Afstudeerproject BSc KI (niv. 3)
Overzicht curriculum Inleiding Logica Logisch Programmeren
Inleiding Kunstmatige Intelligentie Objectgeoriënteerd Programmeren
Webprog r. en datab.
Taaltheorie en taalverwerking
Inleiding Cognitieve Psychologie
Lineaire Algebra
Computationele logica
Zoeken, sturen en bewegen
Tutoraat BSc KI1 Continue Wiskunde en Statistiek
Leren
Computersystemen
Beeldverwerken
Leren en beslissen
Datastructuren
Nat. taalmodellen en interfaces
Brein en Cognitie
Kennissystemen
Tweedeja arsproject BSc KI
Tutoraat BSc KI2
13
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
BSc Kunstmatige Intelligentie
Filosofie en AI
Vrije
Afstudeerproject BSc KI
keuzeVrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
ruimte
Kennisgebaseerde media
Relatie met de Dublin descriptoren Met de hierboven beschreven leerlijn Academische (studie-)houding wordt een ontwikkeling gerealiseerd op de hieronder beschreven Dublin descriptoren:
Oordeelsvorming: de bachelor ‘is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten’;
Leervaardigheden: De bachelor ‘bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.’
14
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
3.2 Onderzoeksvaardigheden Eindterm onderzoeksvaardigheden voor de BSc KI - De student beschikt over adequate vaardigheden inzake het opsporen en de kritische verwerking van relevante vakliteratuur Specificatie eindterm onderzoeksvaardigheden Domein Cognitief van Taxonomie van Bloom Niveau 3: De bachelor heeft voldoende kennis van het onderzoeksveld en de verschillende gehanteerde methoden en technieken binnen het vakgebied om zelfstandig een wetenschappelijk relevante onderzoeksvraag te formuleren en gestructureerd te zoeken naar een antwoord hierop. Subdoelen Niveau 2: De student kan verschillende methoden van onderzoek toepassen, waaronder experimenteel onderzoek en literatuuronderzoek en geeft blijk van inzicht in methoden van dataverwerking. Niveau 1: De student begrijpt wat de relevantie is van wetenschappelijk onderzoek en heeft basiskennis over de werking en toepassing hiervan in het vakgebied. Stappen onderzoeksvaardigheden PERIODE 1.2
1.5
1.6
2.1
BESCHRIJVING
TOETSING EN NIVEAU
De student verwerft kennis met betrekking tot de ontwikkelingen binnen het vakgebied en leert een wetenschappelijk en maatschappelijk relevante onderzoeksvraag opstellen. De student leert omgaan met internetbronnen en wetenschappelijke van populairwetenschappelijke literatuur te onderscheiden. De student maakt kennis met de empirische cyclus en leert zoeken naar wetenschappelijke literatuur met betrekking tot een bepaald onderwerp en deze literatuur te bestuderen. De student zet een eigen (experimenteel) onderzoek op voorzien van onderzoeksvraag, leert resultaten te interpreteren, hieraan conclusies te verbinden en al bevindingen tijdens het onderzoek vast te leggen in een labboek. De student leert statistische methoden en toetsen te gebruiken bij het verwerken van datasets en het evalueren van technieken. 15
Tentamen Inl. KI (niv. 1); Onderzoeksvoorstel lnl. KI (niv. 1)
Samenvatting Inl. Cognitieve Psychologie (niv. 1/2); Bibliotheekopdracht Tutoraat BSC KI1 (niv. 1/2) Labboeken practica en eindproject Zoeken, Sturen en Bewegen (niv. 1/2)
Huiswerkopgaven en deeltentamen Statistiek (niv. 2)
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden 2.3
2.4
3.4
3.5 en 3.6
BSc Kunstmatige Intelligentie
De student leert een algoritme te implementeren, hierover data te verzamelen en deze data te evalueren. De student leert verschillende wetenschappelijke bronnen kritisch te lezen en met elkaar te integreren en daarnaast een eigen standpunt in te nemen. De student leert een argumentatief betoog te analyseren en te evalueren. De student leert een eigen betoog op te stellen. De student oefent met het opstellen van een eigen onderzoeksvraag en het voorstellen van verschillende methoden van onderzoek. De student leert een eigen onderzoek op te zetten, en uit te voeren inclusief een evaluatie.
Project en verslag Leren en Beslissen (niv. 2) Review Brein en Cognitie (niv. 2)
Eindopstel Filosofie en AI (niv. 3)
Opdrachten Methoden van AI onderzoek (onderdeel van Afstudeerproject BSc KI) (niv. 3); Onderzoek van Afstudeerproject BSc KI (niv. 3)
Overzicht curriculum Inleiding Logica Logisch Programmeren
Inleiding Kunstmatige Intelligentie Objectgeoriënteerd Programmeren
Webprogr. en datab.
Taaltheorie en taalverwerking
Inleiding Cognitieve Psychologie
Lineaire Algebra
Computationele logica
Zoeken, sturen en bewegen
Nat. taalmodellen en interfaces Kennissystemen
Tweedeja arsproject BSc KI
Tutoraat BSc KI1 Continue Wiskunde en Statistiek Computersystemen
Leren Beeldverwerken
Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
Leren en beslissen
Datastructuren
Vrije
Filosofie en AI
Brein en Cognitie Tutoraat BSc KI2
Afstudeerproject BSc KI
keuzeruimte
Kennisgebaseerde media
Relatie met de Dublin descriptoren Met de hierboven beschreven leerlijn Onderzoeksvaardigheden wordt een ontwikkeling gerealiseerd op de hieronder beschreven Dublin descriptoren:
Kennis en inzicht: de bachelor ‘heeft aantoonbare kennis en inzicht van het vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs, en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is’. Toepassen kennis en inzicht: de bachelor ‘is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied’; 16
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
Oordeelsvorming: de bachelor ‘is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten’;
17
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
3.3 Academische schrijfvaardigheid Eindterm academische schrijfvaardigheid voor de BSc KI - De student beschikt over adequate vaardigheden inzake schriftelijke rapportage Specificatie eindterm academische schrijfvaardigheid Domein Psychomotorisch van Taxonomie van Bloom Niveau 3: De student is in staat om zelfstandig een onderzoeksverslag te schrijven voorzien van een literatuurstudie als theoretisch kader, en hanteert daarbij de schrijfconventies geldend binnen het vakgebied van de kunstmatige intelligentie. Subdoelen Niveau 2: De student kan na instructie rapporteren over een gebruikte onderzoeksmethode en verkregen onderzoeksresultaten en vat gelezen wetenschappelijke literatuur helder en correct samen. Niveau 1: De student hanteert correct en wetenschappelijk taalgebruik en kan aanwijzingen over de inhoud, opbouw, schrijfstijl en literatuurverwijzingen opvolgen bij het schrijven van een verslag. Stappen academische schrijfvaardigheid PERIODE 1.1
1.2
1.4
1.5
BESCHRIJVING
TOETSING EN NIVEAU
De student leert te werken met LaTeX voor het opstellen van logische formules, tabellen en recursiebomen. De student leert LaTeX te gebruiken voor het schrijven van een verslag met juiste lay-out en gebruikt LaTeX BibTeX om correct te refereren naar gelezen literatuur. De student leert wat de kenmerken zijn van wetenschappelijke literatuur en schrijfstijl. De student leert correct, helder, objectief en bondig taalgebruik te hanteren in het Nederlands. De student leert een gegeven indeling voor een onderzoeksvoorstel over te nemen in diens verslag. De student leert een eigen indeling van een verslag te hanteren voor het inhoudelijk bespreken van een applicatie. De student beschrijft de applicatie zo helder mogelijk en met voldoende diepgang, daarbij rekening houdend met de kennis en interesse van de doelgroep. De student leert stap-voor-stap een empirisch onderzoeksartikel samen te vatten, waarbij 18
Tutoraatopdrachten en huiswerkoprachten Inl. Logica (niv. 1) Onderzoeksvoorstel Inl. KI (niv. 1) Tutoraatopdrachten, behorend bij Onderzoeksvoorstel Inl. KI (niv 1)
Online report van applicatie voor Taaltheorie en taalverwerking (niv. 1)
Samenvatting Inl. Cognitieve Psychologie (niv. 2) Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
1.6
2.1
2.3
2.4
2.5
2.6
3.4
3.5 & 3.6
BSc Kunstmatige Intelligentie
de verschillende onderdelen van de empirische cyclus beschreven worden in de samenvatting en de zandloperstructuur wordt gehanteerd. De student gebruikt daarbij de eerder aangeleerde wetenschappelijke schrijfstijl en taal. De student houdt een labboek bij tijdens diens verrichtingen in het robotlab en volgt in het labboek een door de docent gegeven indeling. Vervolgens verwerkt de student de informatie uit het labboek tot een onderzoeksverslag. De student houdt een labboek bij tijdens de programmeeropdrachten en levert een verslag in over diens eindprogramma De student rapporteert over een geïmplementeerde oplossing voor een (praktische) probleemstelling en hanteert hierbij een logische indeling van het verslag, gericht op de doelgroep ‘opdrachtgever’. Daarbij volgt de student aanwijzingen op over de indeling, de inhoud en schrijfstijl. De student leert drie wetenschappelijke artikelen te integreren in een review, waarbinnen één vraagstelling centraal staat. In de conclusie van het review zit eigen inbreng van de student verwerkt. De student geeft een correcte en heldere beschrijving van de gelezen artikelen en hanteert een wetenschappelijke schrijfstijl. De student schrijft zelfstandig een eigen wetenschappelijk artikel over een zelf geschreven programma, en volgt daarbij instructies op over de (zandloper)structuur van het artikel. De student rapporteert zelfstandig over een geïmplementeerde oplossing voor een (praktische) probleemstelling van een opdrachtgever. De student leert door verschillende oefeningen een argumentatief betoog te schrijven. De student schrijft onder begeleiding een eigen onderzoeksverslag, voorzien van een literatuurstudie. Het verslag is in het Engels geschreven. Daartoe ontvangt de student een cursus Academisch Engels.
19
Tutoraatopdrachten behorend bij Samenvatting Inl. Cognitieve Psychologie (niv. 1)
Labboek Zoeken, Sturen en Bewegen (niv. 1) Onderzoeksverslag Zoeken, Sturen en Bewegen (niv. 1)
Verslag Computersystemen (niv. 2)
Verslag Leren en Beslissen (niv. 2)
Review Brein en Cognitie (niv. 2)
Wetenschappelijke artikel Natuurlijke taalmodellen en interfaces (niv. 2)
Verslag Tweedejaars project (niv. 3)
Oefeningen en eindopstel Filosofie en AI (niv. 2) BSc Thesis Afstudeerproject BSc KI (niv. 3)
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
Overzicht curriculum Inleiding Logica Logisch Programmeren
Inleiding Kunstmatige Intelligentie Objectgeoriënteerd Programmeren
Webprog r. en datab.
Taaltheorie en taalverwerking
Inleiding Cognitieve Psychologie
Lineaire Algebra
Computationele logica
Zoeken, sturen en bewegen
Tutoraat BSc KI1 Continue Wiskunde en Statistiek
Leren
Computersystemen
Beeldverwerken
Leren en beslissen
Datastructuren
Nat. taalmodellen en interfaces
Brein en Cognitie
Kennissystemen
Tweedeja arsproject BSc KI
Tutoraat BSc KI2 Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
Filosofie en AI
Vrije
Afstudeerproject BSc KI
keuzeVrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
ruimte
Kennisgebaseerde media
Relatie met de Dublin descriptoren Met de hierboven beschreven leerlijn Academische schrijfvaardigheid wordt een ontwikkeling gerealiseerd op de hieronder beschreven Dublin descriptoren:
Toepassen kennis en inzicht: de bachelor ‘is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.’;
Communicatie: De bachelor ‘is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.’
20
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
3.4 Presentatievaardigheden Eindterm presentatievaardigheden voor de BSc KI - De student beschikt over adequate vaardigheden inzake mondelinge rapportage Specificatie eindterm presentatievaardigheden Domein Psychomotorisch van Taxonomie van Bloom Niveau 3: De student is in staat om zelfstandig en op aansprekende wijze een hoogwaardige presentatie te geven en denkt daarbij zelfstandig na over de context, voorkennis en interesse van het publiek en het doel van de presentatie. Subdoelen Niveau 2: De student kan naar aanleiding van specifieke instructies een presentatie geven en beheerst de verschillende aspecten van het presenteren (inhoud, vorm, structuur, presentatietechniek). Niveau 1: De student kan verschillende aspecten van presentatievaardigheden nadoen naar aanleiding van een voorbeeld of concrete aanwijzingen (zoals: juiste houding, stemgebruik, inzet ondersteunende middelen, structuur, en inhoud). Stappen presentatievaardigheden PERIODE 1.2
1.3
1.4
BESCHRIJVING
TOETSING EN NIVEAU
De student ontwerpt een poster voor een eigen onderzoeksvoorstel, aan de hand van verschillende voorbeelden van posters met aanwijzingen over de indeling en vormgeving van de poster. Over de eerste versie van de poster ontvangt de student feedback. De student geeft vervolgens een korte presentatie over de eindversie van de poster waarin de verschillende onderdelen van de poster worden toegelicht. De student geeft een presentatie over een zelf ontworpen interactieve website en krijgt concrete aanwijzingen over de inhoud en opbouw van de presentatie. Deze aanwijzingen richten zich op het doel en de doelgroep van de presentatie, in dit geval de opdrachtgever. De student krijgt training (kennis en oefening) in het geven van presentaties, gericht op de manier van presenteren, waaronder verbale, non-verbale en paralinguale variabelen. Een oefenpresentatie (voor het vak Taaltheorie en Taalverwerking) van de student wordt 21
Peer feedback posters Inl. KI (niv. 1) Posterpresentatie Inl. KI (niv. 1)
Oefenpresentaties met feedback (niv. 1) Eindpresentatie Webprogrammeren (niv. 1)
Oefeningen en reflectieverslag presentatie Tutoraat BSc KI1 (niv. 1)
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
1.4
1.6
2.3
2.4
2.6
3.5 & 3.6
BSc Kunstmatige Intelligentie
gefilmd en de student reflecteert op diens manier van presenteren in de video. Daarnaast leert de student LaTeX Beamer te gebruiken voor het geven van presentaties. De student geeft een presentatie van een online report, en volgt daarbij de structuur van dit report. De presentatie is gericht op andere eerstejaars studenten BSc KI en bij de beoordeling wordt specifiek gelet op de afstemming van de inhoud op de betreffende doelgroep. Daarnaast wordt gelet op de manier van presenteren. Een oefenpresentatie hiervan is reeds gegeven het Tutoraat BSc KI1. De student geeft een presentatie en demo over het eindproject en ontvangt vooraf instructies over welke elementen de presentatie moet bevatten. De student geeft een presentatie over een oplossing die voor een opdrachtgever is geïmplementeerd en ontvangt enkele aanwijzingen over de inhoud en de opzet van de presentatie. De presentatie is gericht op de opdrachtgever. De student presenteert een artikel aan diens studiegenoten en formuleert, onder begeleiding, twee discussievragen ter interactie met de groep. De student wordt daarnaast uitgedaagd om een ludiek / interactief element te verwerken in diens presentatie dat bijdraagt aan het beklijven van de boodschap. De student ontvangt feedback gericht op presentatietechniek, opbouw en inhoud van de presentatie. De student geeft zelfstandig een presentatie en demo over een oplossing die voor een opdrachtgever is geïmplementeerd. De presentatie is gericht op de opdrachtgever. De student bepaalt zelf de inhoud en opbouw van de presentatie, en wordt geacht effectieve presentatietechnieken te laten zien tijdens diens presentatie. De student geeft zelfstandig een presentatie over diens afstudeeronderzoek en wordt geacht op alle aspecten van presenteren (inhoud, structuur, vorm, techniek) hoogstaande kwaliteit te leveren. 22
Presentatie van online report voor Taaltheorie en Taalverwerking (niv. 1)
Eindpresentatie / -demo Zoeken, Sturen en Bewegen (niv. 1)
Eindpresentatie Leren en Beslissen (niv. 2)
Eindpresentatie Brein & Cognitie (niv. 2)
Tweedejaars project (niv. 3)
Eindpresentatie Afstudeerproject BSc KI (niv. 3)
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
Overzicht curriculum Inleiding Logica Logisch Programmeren
Inleiding Kunstmatige Intelligentie Objectgeoriënteerd Programmeren
Webprog r. en datab.
Taaltheorie en taalverwerking
Inleiding Cognitieve Psychologie
Lineaire Algebra
Computationele logica
Zoeken, sturen en bewegen
Tutoraat BSc KI1 Continue Wiskunde en Statistiek
Leren
Computersystemen
Beeldverwerken
Leren en beslissen
Datastructuren
Nat. taalmodellen en interfaces
Brein en Cognitie
Kennissystemen
Tweedeja arsproject BSc KI
Tutoraat BSc KI2 Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
Filosofie en AI
Vrije
Afstudeerproject BSc KI
keuzeVrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
ruimte
Kennisgebaseerde media
Relatie met de Dublin descriptoren Met de hierboven beschreven leerlijn Academische schrijfvaardigheid wordt een ontwikkeling gerealiseerd op de hieronder beschreven Dublin descriptoren:
Toepassen kennis en inzicht: de bachelor ‘is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.’;
Communicatie: De bachelor ‘is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.’
23
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
3.5 Projectvaardigheden Eindterm projectvaardigheden voor de BSc KI - De student beschikt over voldoende communicatieve en samenwerkingsvaardigheden om als academicus in een multidisciplinair teamverband te functioneren; Specificatie eindterm projectvaardigheden Domein Psychomotorisch van Taxonomie van Bloom Niveau 3: De student kan zelfstandig een (klein) project opzetten en uitvoeren in multidisciplinair teamverband Subdoelen Niveau 2: De student kan verschillende aspecten van projectmatig werken met hulp van instructie zelfstandig uitvoeren. Niveau 1: De student kan verschillende principes van projectmanagement volgen nadat deze door de docent zijn voorbereid en gedemonstreerd (zoals een tijdsplanning, en een taakverdeling binnen het team). Stappen projectvaardigheden PERIODE 1.3
1.6
2.3
BESCHRIJVING
TOETSING EN NIVEAU
De student ontwikkelt een interactieve website in een team. Daarbij maakt en volgt het team: - een planning, die op hoofdlijnen reeds door de docent is ingevuld; - een onderlinge rol- en taakverdeling; - onderlinge afspraken voor samenwerking; Halverwege en aan het eind geven de teamleden elkaar uitgebreide feedback op verschillende aspecten van samenwerken. Studenten voeren een groepsopdracht uit, waarbij een robot geprogrammeerd wordt tot het uitvoeren van een bepaalde taak. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor de planning en werkverdeling van de opdracht. Doorlooptijd is één week. Studenten werken in groepen van ca. 4 personen en moeten hun samenwerking zelf organiseren. In wekelijkse besprekingen met de hele groep wordt de voortgang besproken en ondersteuning geboden. Centraal in dit project staat de samenwerking met de opdrachtgever die werkzaam is in een nietKI discipline. Studenten leren helder te
Project Webprogram. en datab., toetsing door student-assistent op projectmatig werken (niv. 1) Project Webprogram. en datab., onderlinge feedback als toetsing voor ‘samenwerken’ (niv. 1)
24
Project Zoeken, Sturen en Bewegen (niv. 1). Geen aparte toetsing voor projectvaardigheid / samenwerking
Project Leren en Beslissen (niv. 1), waaronder feedback van docent op projectvaardigheid van de groep.
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
2.6
3.5 & 3.6
BSc Kunstmatige Intelligentie
communiceren met hun opdrachtgever. Studenten werken in groepen van 3-4 personen gedurende vier weken aan een opdracht voor een externe opdrachtgever en zitten fysiek bij deze opdrachtgever. Ze schrijven een projectvoorstel voorzien van doelstelling, visie en projectplanning (methode SCRUM) voor het oplossen van het, door de opdrachtgever geschetste, probleem en ontvangen hier instructies over in de vorm van gastcollege SCRUM. Tijdens de uitvoering van het project krijgen ze ondersteuning in de vorm van feedback op hun projectmanagement. De student voert zelfstandig een onderzoek uit. Daartoe schrijft de student bij opstart van het project een projectplan, voorzien van work breakdown, afhankelijkheden, tijdsplanning, benodigde resources, tussenproducten, eindproducten en risico’s. De student bepaalt zelf het format voor dit plan.
Tweedejaars Project - Beoordeling door externe opdrachtgever op professionaliteit (niv 2) - Presentatie projectplanning (niv. 2) - Presentatie voortgang project (niv. 2)
Toetsing als onderdeel van eindbeoordeling BSc Afstudeerproject door afstudeerbegeleider (niv. 3)
Overzicht curriculum Inleiding Logica Logisch Programmeren
Inleiding Kunstmatige Intelligentie Objectgeoriënteerd Programmeren
Webprog r. en datab.
Taaltheorie en taalverwerking
Inleiding Cognitieve Psychologie
Lineaire Algebra
Computationele logica
Zoeken, sturen en bewegen
Tutoraat BSc KI1 Continue Wiskunde en Statistiek
Leren
Computersystemen
Beeldverwerken
Leren en beslissen
Datastructuren
Nat. taalmodellen en interfaces
Brein en Cognitie
Kennissystemen
Tweedeja arsproject BSc KI
Tutoraat BSc KI2 Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
Filosofie en AI
Vrije
Afstudeerproject BSc KI
keuzeVrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
ruimte
Kennisgebaseerde media
Relatie met de Dublin descriptoren Met de hierboven beschreven leerlijn Projectvaardigheden wordt een ontwikkeling gerealiseerd op de hieronder beschreven Dublin descriptoren:
Toepassen kennis en inzicht: de bachelor ‘is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en 25
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.’;
Leervaardigheden: De bachelor ‘bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.’
26
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
3.6 Matrix van AV-leerlijnen In onderstaande matrix staat per cursus weergegeven welke AV-leerlijnen hierin aan bod komen, en op welk niveau van de taxonomie van Bloom het AV-onderwijs wordt aangeboden (met ‘1’, ‘2’, of ‘3’). De informatie uit deze matrix is afkomstig uit paragrafen 3.1 t/m 3.5. De matrix bevat derhalve geen nieuwe informatie, maar is slechts een overzichtelijke weergave van al het AV-onderwijs in de BSc Kunstmatige Intelligentie. Voor een inhoudelijke beschrijving van het onderwijs, kunnen paragrafen 3.1 t/m 3.5 geraadpleegd worden.
27
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
BIJLAGE 1: DUBLIN DESCRIPTOREN Nederlandse vertaling van de Dublin descriptoren voor het eindniveau van de eerste, tweede en derde cyclus, in Nederland aangeduid met de kwalificaties: Bachelor, Master en Doctor, zoals opgenomen is in het accreditatiekader van de NVAO (2008).
Bachelor
Kennis en inzicht
Toepassen kennis en inzicht
Oordeelsvorming
Communicatie
Leervaardigheden
KWALIFICATIES Master
Doctor
Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.
Heeft aangetoond een vakgebied systematisch te begrijpen en de vaardigheden en methodieken te beheersen van onderzoek in dat vakgebied.
Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan.
Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.
Heeft de bekwaamheid aangetoond om met de geëigende integriteit van een onderzoeker een omvangrijk onderzoeksproces te ontwerpen, ontwikkelen, uit te voeren en aan te passen. Heeft door origineel onderzoek een bijdrage geleverd aan verlegging van de grenzen van kennis door een omvangrijke hoeveelheid werk, waarvan een deel een nationaal of internationaal beoordeelde publicatie verdient. Is in staat tot kritische analyse, evaluatie en synthese van nieuwe en complexe ideeën.
Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
28
Kan communiceren met vakgenoten, de bredere wetenschappelijke gemeenschap en de samenleving als geheel over het terrein waarop hij of zij deskundig is. Wordt binnen de academische en professionele context verwacht in staat te zijn om technologische, sociale of culturele vooruitgang te bewerkstelligen in een kennissamenleving.
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie VERSCHILLEN TUSSEN DE CYCLI
Kennis en inzicht
Bachelor
Master
Doctor
[Is] supported by advanced text books [with] some aspects informed by knowledge at the forefront of their field of study
provides a basis or opportunity for originality in developing or applying ideas often in a research* context
[through] devising and sustaining arguments
[through] problem solving abilities [applied] in new or unfamiliar environments within broader (or multidisciplinary) contexts
[involves] gathering and interpreting relevant data
[demonstrates] the ability to integrate knowledge and handle complexity, and formulate judgements with incomplete data [of] their conclusions and the underpinning knowledge and rationale (restricted scope) to specialist and non-specialist audiences (monologue) study in a manner that may be largely self-directed or autonomous
[includes] a systematic understanding of their field of study and mastery of the methods of research* associated with that field [is demonstrated by the] ability to conceive, design, implement and adapt a substantial process of research* with scholarly integrity [is in the context of] a contribution that extends the frontier of knowledge by developing a substantial body of work some of which merits national or international refereed publication [requires being] capable of critical analysis, evaluation and synthesis of new and complex ideas
Toepassen kennis en inzicht
Oordeelsvorming
Communicatie
Leervaardigheden
[of] information, ideas, problems and solutions
have developed those skills needed to study further with a high level of autonomy
29
with their peers, the larger scholarly community and with society in general (dialogue) about their areas of expertise (broad scope) expected to be able to promote, within academic and professional contexts, technological, social or cultural advancement
Susanne Hendrickx
Leerlijnen Academische Vaardigheden
BSc Kunstmatige Intelligentie
BIJLAGE 2: HERZIENE TAXONOMIE VAN BLOOM Binnen de taxonomie van Bloom (1956) zijn er drie te onderscheiden domeinen:
Cognitief: intellectuele capaciteiten, kennis en denken Affectief: emoties, attitudes en voelen Psychomotorisch: gedrag, vaardigheden en doen
Voor het cognitieve domein wordt gebruik gemaakt van de herziene versie van Anderson en Krathwohl (2001), hoewel de verschillen voor onderwijs in de bachelor minimaal zijn. Voor het psychomotorische domein wordt de taxonomie van Dave (1975) gehanteerd. Van de drie uitwerking van het psychomotorisch domein is deze het meest bruikbaar in een omgeving waarin regulier onderwijs aan volwassenen gegeven wordt. Onderstaand volgt een beknopt overzicht van de verschillende niveaus per domein: Niveau 1 2
3
Cognitief Herinneren: de student herinnert zich. Begrijpen: de student toont inzicht en begrip, geeft weer, vertaalt en vat samen. Toepassen: de student kan het geleerde inzetten bij de oplossing van een probleem
4
Analyseren: de student breekt de informatie open en brengt de onderdelen met elkaar in verband.
5
Evalueren: de student heeft een standpunt op metaniveau en geeft een beargumenteerd oordeel, waarbij het geheel van belangzijnde factoren wordt overzien. Creëren: de student toont creativiteit en brengt de onderdelen samen tot iets nieuws.
6
DOMEIN Affectief Ontvangen: de student staat open om te leren Reageren: de student doet actief mee. Waarden toekennen: de student geeft blijk van een eigen mening (m.b.t zijn eigen attitude en gedrag). Waarden conceptualiseren: de student ontwikkelt een intern waardesysteem en onderzoekt conflicterende overtuigingen in zichzelf. Internalisering waardesysteem: de student gedraagt zich overeenkomstig zijn eigen overtuigingen en waardesysteem.
30
Psychomotorisch Imitatie: de student kan een vaardigheid nadoen. Manipulatie: de student kan iets uitvoeren na instructie of uit geheugen Precisie: de student voert de vaardigheid op hoog niveau uit zonder hulp Constructie: de student kan de vaardigheid in een andere vorm toepassen en integreren met andere kennis en vaardigheden Meesterschap: de student past de vaardigheid, in combinatie met andere vaardigheden, natuurlijk en automatisch toe.
Susanne Hendrickx