Doorlopende leerlijnen Huub van den Bergh Departement Nederlands (UU) ILO (UvA)
Doorlopende leerlijnen • Ideaal! • Ketenverantwoordelijkheid
Doorlopende leerlijnen •
Opdracht….verwarring: 1. 2. 3. 4.
Drempels Niveaubeschrijvingen Doorlopende leerlijnen Verhoging van niveau
Doorlopende leerlijnen Uitgangspunten: Formele curriculumdocumenten; Niveaubeschrijvingen baseren op theoretische en empirische literatuur Haalbaarheid
Doorlopende leerlijnen • Verandering van leerlijn naar niveaubeschrijving • Aantal niveaus per ‘drempel’?
Vier drempels: vier niveaus 4F
VWO-WO
3F
MBO4/HAVO-HBO
2F
VMBO
PO-VO
1F 01020304050607080901011121314151617181920212223242526272829303132 0 00 0000000000000 0000000
Op elke drempel twee niveaus 4F
2F
VMBO
PO-VO
1F
2F
01020304050607080901011121314151617181920212223242526272829303132 00000000000000000000000
Op elke drempel twee niveaus 4F
VWO-WO
3F
MBO4/HAVO-HBO
2F
VMBO
PO-VO
1F
4S
4F
3F
2F
01020304050607080901011121314151617181920212223242526272829303132 00000000000000000000000 1F
2F
3F
4F
4S
Basis- en streefniveau • Basisniveau: – wat 75% van de leerlingen op dit moment (waarschijnlijk) beheerst. – dus….25% haalt dit niveau op die leeftijd (nog) niet
• Streefniveau – wat 25% van de leerlingen op dit moment (waarschijnlijk) beheerst
• Definitie: – een school voor basisonderwijs functioneert goed als tenminste 75% van de leerlingen op niveau 1 functioneert (liever nog meer leerlingen dan 75%); een deel van die leerlingen (een derde) is al verder, en functioneert op het volgende niveau.
Uitgangspunten: • Formele curriculumdocumenten – dus geen nieuwe eindtermen, kerndoelen, examenprogramma’s – ervaringen: • geen afstemming tussen documenten, andere opvattingen en termen, geen doorloop, geen theorie • niet cumulatief (insluiten van de vorige niveaus), geen consolidatie.
• Niveaubeschrijvingen moeten haalbaar zijn, realistisch – dus putten uit onderzoek over wat leerlingen kunnen – principiële toepassing van dit uitgangspunt (zie zo dadelijk wwspelling)
• Niveaubeschrijvingen baseren op theoretische en empirische literatuur – wat maakt de ene taaltaak moeilijker dan de andere? – welke kenmerken moet je onderscheiden aan het taalgedrag?
Doorlopende leerlijnen • Empirische referentie • Twee voorbeelden: – Spelling – Lezen
Doorlopende leerlijnen
Voorbeeld: Werkwoordspelling; Data PPON einde BO Voorbeeld en consequenties redeneerwijze
Opgaven Gelukkig vonden we onze fietsen terug. Ik heb haar een ijsje aangeboden . Gisteren is hij aangereden door een auto. De automobilisten reden veel te hard Mijn zusje hield vroeger niet van voetballen Mijn vader heeft mij dat aangeraden. De musical werd een groot succes. Welke jury heeft dat beoordeeld . De bewoners lieten op het pleintje een schommel plaatsen. De met zorg bereide maaltijd smaakte lekker. Zitten de vogels nog te broeden? Is dat huis al verhuurd? Hij stortte f.25,- op mijn rekening. Gisteren raadde je me nog wat anders aan . Hij brandt de verf van de voordeur af. Bartje lustte geen bruine bonen. Hij zond mij een aardig kaartje. Schud jij de kussens eens op. Wordt je broer verpleger? Je herkent hem bijna niet met die baard. Dat meisje tekent erg mooie bloemen en bomen. Dat gebeurt heel vaak. Wij zijn vorig jaar naar Arnhem verhuisd .
Niveau 1F goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed
Niveau 2F goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed
matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig
goed goed goed goed goed goed matig matig matig matig matig
onvoldoende onvoldoende
matig matig
Vuistregels PPON • Goede beheersing: kans op correcte schrijfwijze .80 • Matige beheersing: .50-.80 • Onvoldoende beheersing: < .50
Conclusie • Werkwoordspelling als geheel wordt niet beheerst einde BO • Dilemma: – Uitgangspunt: uitgaan van realistische eisen – Beleid/Maatschappij: scores moeten op dat moment beter. – Toch vasthouden aan uitgangspunt?
• Keuze: toch uitgangspunt, zie resultaat…
Wanneer worden welke regels beheerst? Werkwoorden
Persoonsvorm: a) tt. stam op –d enkelvoud b) tt. stam op –d of –t meervoud c) tt. zwakke wwoorden, enkelvoud d) vt. zwakke wwoorden met stam op –d of –t e) vt. sterke wwoorden met stam op –d of –t enkelvoud f) vt. sterke wwoorden met stam op –d meervoud infinitief: g) wwoorden met stam op –d of –t voltooid deelwoord: h) op –d i) op –den of –ten j) op –d of –t, gebruikt als bijv. naamw.
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
75% 75% 75% 75% 75% 75% 75% 75% 75% 75%
Kwesties, dilemma’s en gevaren • Verkeerde suggestie (zie plaatje nog eens)… – Pas op zeker moment (wanneer) aandacht in onderwijs voor elementen van niveau 2 en 3
• Niveaubeschrijvingen zijn geen leerstoflijnen
Doorlopende leerlijnen • Extrapolatie van punt (ppon) naar ontwikkeling • Haalbaarheid spelling: – Geen longitudinaal onderzoek – Eigen onderzoek – Waarin vijf typen spelfouten centraal staan
Doorlopende leerlijnen Niveau spelling <1F
1F
2F
PO
25
50
25
BB
6
25
69
KB
10
19
71
Kwesties, dilemma’s, … • Extrapoleren van punt naar lijn…. – Assumptie van gestage groei (stilstand, regressie, spurts) – Geen data of metingen op andere punten voorhanden
• Verkeerde suggestie (zie plaatje nog eens)… – Pas op zeker moment (wanneer) aandacht in onderwijs voor elementen van niveau 2 en 3
Doorlopende leerlijnen • Voorbeeld 2: – Lezen
• Relatie met theorie: – Kwestie 1: Tekstkenmerken – Kwestie 2: Kennis
Doorlopenden leerlijnen • Voorbeeld 2: Lezen • Niveaubeschrijvingen baseren op theoretische en empirische literatuur – wat maakt de ene tekst moeilijker dan de andere? • Tekstkenmerken: Korte zinnen (leesbaarheidsonderzoek)
versus duidelijke relaties tussen zinnen (coherentie-onderzoek)?
• Kennis
Moeilijkheid van teksten (1) Slavernij in Amerika In de 19e eeuw waren er veel plantages in de zuidelijke staten van Amerika. Er waren te weinig arbeiders. De Amerikanen lieten slaven uit Afrika voor hen werken. De slaven wilden graag naar Amerika komen. Ze konden geld verdienen voor hun familie. Het werk in het zuiden van Amerika was niet zo fijn als ze dachten. De slaven hadden helemaal geen rechten. Ze kregen geen geld voor het werk. De bazen konden hen ongestraft mishandelen (…)
Moeilijkheid van teksten (2) Slavernij in Amerika In de 19e eeuw waren er veel plantages in de zuidelijke staten van Amerika, maar er waren te weinig arbeiders. Daarom lieten de Amerikanen slaven uit Afrika voor hen werken. De slaven wilden graag naar Amerika komen, want zo konden ze geld verdienen voor hun familie. Toen ze eenmaal in het zuiden van Amerika werkten, was het echter niet zo fijn als ze dachten. De slaven hadden namelijk helemaal geen rechten. Daardoor kregen ze geen geld voor het werk. Ook konden de bazen hen ongestraft mishandelen (…)
Moeilijkheid van teksten (3) • Onderwerpskennis • Onderzoek: – Leerlingen uit de theoretische leerweg – Leerlingen uit de basis-beroepsgerichte leerweg – Elke groep drie tekstbegriptoetsen
Moeilijkheid van teksten (4) 80
Percentage vragen goed
B T 70
B T T
60
50
B 40
Toets 1
Toets 2
Toets 3
Moeilijkheid van teksten (5) 80
Percentage vragen goed
KOK TH 70
KOK TH TH
60
50
KOK 40
Traditioneel
Recept
'Oud' recept
Doorlopende leerlijnen • Conclusie: – Tekstkenmerken moeilijkheid – Relatie met kennis
Doorlopende leerlijnen • Geen alomvattende theorie over wat teksten makkelijk/moeilijk maakt • Onderscheid gebaseerd op: – Structuur, informatiedichtheid, bekendheid onderwerp
Doorlopende leerlijnen Informatiedichtheid
Nabijheid
Structuur
Lezen: zakelijke teksten Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.
Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de lezer en over onderwerpen die verder van de lezer afstaan.
Kan een grote variatie aan teksten over opleidingsgebonden, beroepsgebonden en maatschappelijke onderwerpen zelfstandig lezen. Leest met begrip voor geheel en details.
Kan een grote variatie aan teksten lezen over tal van algemeen maatschappelijke of beroepsgebonden onderwerpen in detail begrijpen.
Doorlopende leerlijnen • Wat is tekstbegrip? Waar blijkt dat uit? – – – – – – – – –
Letterlijk begrip; Leggen van relaties Ordenen van informatie Onderscheid hoofd- en bijzaken Beeldspraak Argumentatie Interpretatie Evaluatie/reflectie Opzoeken
• Enig onderzoek?
Doorlopende leerlijnen Longitudinaal
crossectioneel
Vwo
x
Havo
x
Mbo
x
Vmbo Po
x X
x
Doorlopende leerlijnen • Kenmerken taakuitvoering – Woordkennis, begrip, interpretatie, evaluatie, samenvatten, opzoeken, etc.
• Relatie empirie (!)
Doorlopende leerlijnen Toets PO
X
VMBO
X
HAVO VWO
X X
X X
Doorlopende leerlijnen 100
VWO 92%
HAVO 87%
50
VMBO 66%
Percentage
75
25
0
Norm PO
Norm VMBO
Norm HAVO
Doorlopende leerlijnen • Conclusie: – Wellicht wat ondervraagd voor VWO
• Hoe zit het met het MBO?
Doorlopende leerlijnen > 2F
100
2F
50
25
< 2F
Percentage
75
0
VMBO
HAVO
MBO 4
MBO 3
Doorlopende leerlijnen • Conclusie – Wellicht wat te veel gevraagd voor MBO – Maar wel opmerkelijk dat MBO lager scoort dan VMBO
Doorlopende leerlijnen • Literatuur: pijnpunt
Doorlopende leerlijnen 1F 2F 3F 4F
Kan jeugdliteratuur belevend lezen. Kan eenvoudige adolescentenliteratuur belevend en herkennend lezen. Kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch en reflecterend lezen. Kan volwassenenliteratuur interpreterend en esthetisch lezen.
Doorlopende leerlijnen • Literatuur op het MBO – Voor allen? – Onderhoudsplicht – Aantonen dat het voor een specifieke opleiding niet belangrijk is
Doorlopende leerlijnen • Overall: – Veel inconsistenties tussen documenten – Weinig ruimte voor consolidatie en herhaling – Toch wel nog een aantal losse eindjes
Doorlopende leerlijnen • Beleid: Doorlopende leerlijnen als toetsingskader Alle leerlingen worden getoetst
Doorlopende leerlijnen als richtsnoer Aangeven aan welke punten aandacht besteed wordt en hoe deze getoetst worden
Doorlopende leerlijnen Dank voor uw aandacht!
[email protected]
Doorlopende leerlijnen • Conclusie: – Wellicht wat te veel gevraagd voor VMBO – Wellicht wat te weinig gevraagd voor VWO
Doorlopende leerlijnen • Maar wat als we het VMBO uitsplitsen naar leerwegen?
Doorlopende leerlijnen
Percentage leerlingen
100
75
50
25
0
PO
BB
KB
GL
TL
Doorlopende leerlijnen • Revisie