-32-
-1-
D R I J V E N D E K R A C H T O P D E C O N G O S T R O O M
Leerkrachtenkatern campagnefilm 2015
Damiaanactie, Leopold II-laan, 263 | 1081 Brussel | 02 422.59.11 www.damiaanactie.be |
[email protected]
-2-
-3-
Deze leerkrachtenhandleiding sluit aan bij de leerlingenkaternen van het lager en secundair onderwijs. Voor het 1ste, 2de en 3de leerjaar van het lager onderwijs is er een aparte verwerkingskatern A beschikbaar. Katern B is bedoeld voor het 4de, 5de en 6de leerjaar van het lager onderwijs, katern C voor de eerste graad van het secundair onderwijs. De foto’s in de katernen én in deze leerkrachtenkatern zijn van de hand van Jean Platteau. We danken Myriam Van de Peer die de A-onderwijskatern van het 1ste, 2de en 3de leerjaar van het basisonderwijs heeft opgesteld, Dirk Van de Poel die instond voor de B-onderwijskatern voor het 4de, 5de en 6de leerjaar van het basisonderwijs en Annelies Lauwers die de C-onderwijskatern van het secundair onderwijs verzorgde.
Deel 1: De nieuwe campagnefilm Het verhaal 4 De hoofdpersonages 5 Extra verhaallijnen 8 De titel 10
Indeling katern • In deel 1 maak je kennis met onze nieuwe campagnefilm. We belichten de verhaallijn, laten je kennismaken met de personages en geven duiding bij de titel. • In deel 2 krijg je meer achtergrondinformatie over het projectland van de film en – bij uitbreiding – over de globale werking van Damiaanactie. • Deel 3 bevat de oplossingen van de verwerkingsopdrachten voor de leskaternen. Extra aandacht Meer informatie vind je in de speciale editie van de Damiaanactiekrant (gratis te bestellen). Leerkrachten die nog dieper op het thema willen ingaan, kunnen onze didactische koffer reserveren en natuurlijk ook onze gratis multimediaprojectie door een animator van Damiaanactie. We raden je zeker ook aan om een bezoekje te brengen aan onze websites www.damiaanactie.be. Wens je meer inlichtingen? Of wil je de catalogus of het materiaal bestellen? Neem dan contact op met Benjamin Meersschaert, Damiaanactie, Leopold II-laan 263, 1081 Brussel, tel.: 02 422 59 13 of fax 02 422 59 00. Je kunt ook info- en verkoopmateriaal bestellen via onze website: www.damiaanactie.be of met een mail naar
[email protected]. Heb je vragen over acties en vrijwilligerswerking? Neem dan contact op met Stijn Bogaert,
[email protected], tel. 0495 52 75 26 voor Oost- en West-Vlaanderen en arrondissement Antwerpen en met Nancy De Backer, nancy.debacker@ damiaanactie.be, tel. 0475 23 24 26 voor Limburg, Vlaams-Brabant en de arrondissementen Mechelen en Turnhout.
Deel 2: Achtergrondinformatie De Evenaarsprovincie Uitzoomen naar Congo Damiaanactie in Congo Damiaanactie wereldwijd
12 16 18 20
Deel 3: Doelstellingen en oplossingen
25
Deel 1: het verhaal
-4-
DE NIEUWE CAMPAGNEFILM De nieuwe campagnefilm van Damiaanactie heet ‘De Vlinder • Drijvende kracht op de Congostroom’. De film toont hoe het vlinderlogo van Damiaanactie wereldwijd hoop brengt … zelfs tot in de meest geïsoleerde hoekjes van het Congolese regenwoud.
Mbandaka, hoofdstad van de Evenaarsprovincie, aan de oever van de Congostroom. Het lokale medische team van Damiaanactie vertrekt op missie naar de afgelegen dorpen in de omgeving – alleen bereikbaar via de machtige Congostroom. Aan boord van ‘Le Papillon’ (De Vlinder) verwelkomt het lokale medische team een speciale gast: Constant Bushiri. De voormalige verpleger uit Kinshasa is nu verantwoordelijk voor de coördinatie van alle basisprojecten van Damiaanactie in Congo. Constant heeft heuglijk nieuws voor de bewoners van de nabijgelegen leprozerie van Iyonda. De raad van bestuur van Damiaanactie besliste om de vervallen gebouwen op te knappen en de patiënten en hun families te ondersteunen met medicijnen, voedsel en
L E P A P I L L O N > een T-Craft Kingfisher
720 aluminium runabout speedboot die het medische team van Damiaanactie via de Congostroom tot in de moeilijk bereikbare uithoeken van de Evenaarsprovincie brengt. Aan boord bevinden zich naast Constant nog vier belangrijke bemanningsleden: • Calice Moongo Bapele, chauffeur en stuurman. • Martin Bongalu Bokenda, laboranttechnicus van Damiaanactie in de regio Mbandaka. • Félicien Basale, coördinator en supervisor van de verplegers van Damiaanactie in de regio Mbandaka. • Egide Mbende Nkolokey, kinesitherapeut van Damiaanactie in de regio Mbandaka.
materialen. Constant komt poolshoogte nemen én persoonlijk het goede nieuws melden. Het is de eerste stop op een avontuurlijke missie die het medische team van Damiaanactie tot in de afgelegen dorpjes van het regenwoud brengt – om medicijnen uit te delen, lepra- en tbc-patiënten op te sporen, zieken te behandelen, levens te redden. Tijdens de expeditie ontdekt Constant dat hij de verpleger in zichzelf maar moeilijk het zwijgen kan opleggen. En dat de drijvende kracht van Damiaanactie meer dan ooit nodig is om in deze moeilijk toegankelijke uithoek van Congo de strijd tegen lepra en tbc te kunnen winnen.
-5-
Constant Damiaanactie doet sinds haar ontstaan een beroep op lokaal personeel. Een van de 1.200 lokale medewerkers is Constant Bushiri, vroeger verpleger, vandaag coördinator van alle basisprojecten van Damiaanactie in Congo. • 7 kinderen Constant Bushiri Assani wordt geboren in 1962 in Bukavu, in de provincie Zuid-Kivu. Hij is de oudste van 8 kinderen. Samen met zijn vrouw Josée Matango Mwamini bouwt ook hij een groot gezin uit. Ze hebben drie dochters en vier zonen, onder wie Junior Losangania – een rondzwervend straatkind met lepra dat Constant als verpleger van Damiaanactie in Kinshasa ontdekte, genas en naderhand adopteerde. Junior werd in 2007 in België hét symbool van de reddende kracht van Damiaanactie. • Al snel verpleger Constant werkt zijn lagere en middelbare studies af in Zuid-Kivu en Katanga. Van 1981 tot 1985 studeert hij voort aan het ‘Institut Technique Médical Kasongo’, in de provincie Maniema. De school wordt ondersteund door het Instituut voor Tropische Geneeskunde van Antwerpen. Vlak nadat hij afstudeert, gaat hij aan de slag als verpleger in het referentieziekenhuis van de gezondheidszone van Kasongo. Daarna wordt hij benoemd tot hoofdverpleger van een gezondheidszone in dezelfde provincie. Daar leert hij Eric Van Beveren kennen, die later vertegenwoordiger van Damiaanactie in Congo zal worden. • Damiaanactie Na drie jaar krijgt Constant een beurs voor een hogere opleiding aan het Institut Supérieur des Techniques Médicales van Kinshasa. Na vijf jaar behaalt hij zijn licentiaat. In 1992 begint hij als superviserende verpleger van het lepra- en tbc-coördinatiecentrum in de provincie Bandundu. Daar is hij niet alleen verantwoordelijk voor de technische supervisie van lepra en tbc, maar ook voor de financiën, administratie en logistiek van het hele werkingsgebied. Hij schaaft er ook zijn informaticakennis bij. Na Bandundu gaat hij voor 10 jaar aan de slag in Kinshasa. • Basisprojecten Sinds april 2012 werkt Constant op CONAT, het hoofdkantoor van Damiaanactie in Kinshasa. Hij is er verantwoordelijk voor de basisprojecten. Zijn ervaring als coördinator in Bandandu komt hem daarbij goed van pas. Maar zoals uit de film blijkt: het verplegen zit hem nog altijd in het bloed. De patiënt zal bij hem altijd centraal staan: voor, tijdens én na de behandeling.
Deel 1: de hoofdpersonages 5
Gemima en het bijgeloof Gemima Efela Amba is 9 jaar en heeft lepra. Het meisje komt uit een piepklein dorp in de Evenaarsprovincie, in de buurt van Monkoto, zo’n 150 km van Mbandaka en de Congorivier verwijderd. Gemima heeft twee oudere broers en een jonger zusje. • Naar Kinshasa Als ze nog een peuter is, nemen haar mama en papa haar mee naar Kinshasa. Ze hopen daar werk te vinden. Gemima volgt in Kinshasa de eerste twee jaar basisschool. Daar raakt ze wellicht besmet met lepra. Haar ouders hebben geen benul wat die vlekjes op haar huid kunnen betekenen. Zoals alle mensen in de buurt, doen ze eerst een beroep op traditionele genezers. De diagnose van lepra wordt nooit gesteld. • Papa overlijdt Op een dag bezwijkt Gemima’s papa aan een ontstoken appendix. Hij wordt nog opgenomen in het ziekenhuis, maar sterft op de operatietafel. Gemima denkt nog vaak aan hem en bewaart in haar geboortedorp zorgvuldig zijn foto. Ze herinnert zich hoe hij haar te eten gaf, haar naar school bracht en af en toe nieuwe kleren met haar ging kopen. • Vlekken groter Niet lang na de dood van haar vader, leert Gemima’s moeder een nieuwe man kennen. Ze verloven zich en maken plannen om te huwen. Intussen worden Gemima’s lepravlekken almaar groter en stilaan verstijft haar linkerhand tot een klauw. Haar mama is ten einde raad. Ze denkt dat alleen een traditionele genezer of tovenaar haar dochter kan genezen. Ze onderneemt een lange reis vanuit Kinshasa naar Monkoto om Gemima te redden. • De geluksbrenger Tijdens nachtelijke sessies en met gezang en dans bij het kampvuur bezweert de genezeres Gemima. Het meisje krijgt een geluksbrenger mee: een dopje van een balpen gevuld met nagelknipsels, enkele haren en ‘genezende elementen’. Ze krijgt de raad om de talisman altijd bij zich te houden. Gemima draagt hem aan een nylon touwtje om haar middel. • Terug naar Kinshasa Na de ‘behandeling’ bij de genezers besluiten moeder en dochter terug te keren naar Kinshasa. Een tocht van zo’n 700 km over de Congostroom. Het eerste gedeelte van de reis leggen ze op eigen kracht af met een prauw. Onderweg stappen ze over op een watertaxi die hen tot in Mbandaka voert. In de haven van Mbandaka boeken ze een plekje op een duwboot. Veel lokale mensen reizen op die manier naar Kinshasa. Er zijn geen wegen en vliegtickets zijn te duur. Het grote nadeel: de passagiers zijn afhankelijk van de onzekere reistijden
Afrika
Deel 1: de Afrika 6 hoofdpersonages
van de duwboten zelf. Soms moeten ze wekenlang aan boord blijven om hun afvaart niet te missen. Dat leidt tot oncomfortabele en onhygiënische omstandigheden.
• Opmerkzame tante Terwijl Gemima en haar mama aan boord wachten op de afvaart naar Kinshasa, krijgen ze bezoek van Gemima’s tante. Dankzij de voorlichtingscampagnes van Damiaanactie herkent ze de symptomen bij Gemima. Vlekken, een klauwhand: de tante vermoedt dat haar nichtje lepra heeft. Ze maant haar zus aan om de duwboot tijdellijk te verlaten en de kleine Gemima te laten onderzoeken in het ziekenhuis van Damiaanactie. Een moeilijke keuze voor een vrouw die al haar hoop stelt op het amulet van de tovenaar. Maar toch: de tante is overtuigend. Gemima wordt naar het ziekenhuis gebracht en daar wordt inderdaad lepra geconstateerd. De weg naar genezing kan worden ingezet!
Laurent ‘Le Petit’ Ngoko: co-infectie Laurent Ngoko is elf jaar. Het jongetje heeft tbc met een co-infectie van hiv. Een dodelijke cocktail. Zijn moeder Cecile is een werkloze verpleegster die machteloos toekijkt hoe haar zoontje wegkwijnt. Haar enige hoop is bidden. • Vader overleden Laurent komt uit de buurt van Basankusu in de Evenaarsprovincie. Hij stamt uit een gezin met zes kinderen: vier meisjes en twee jongens. Zijn vader was ooit militair en opzichter in een bosbouwbedrijf op 17 kilometer van Basankusu. Niet lang nadat hij zijn werk verloor, overleed hij – mogelijk aan de gevolgen van hiv.
-6-
• Mama heeft tbc Cecile volgde ooit een opleiding tot verpleegster. Twee maanden voor de dood van haar man wordt bij haar tbc vastgesteld en wordt een behandeling opgestart. Nadat ze weduwe wordt, verhuist ze samen met haar zes kinderen naar Mbandaka. Eigenlijk is dit een vlucht. Haar schoonfamilie acht haar schuldig aan de dood van haar man. Ze zou hem onvoldoende goed hebben verzorgd. Hoe dan ook, in de ‘grote stad’ hoopt Cecile werk te vinden.
• In de schulden En dat lukt ook. Cecile gaat aan de slag als verpleegster in een klein dispensarium (een lokaal voor poliklinische behandeling) van de Kimbanguïstische Kerk. Maar haar loontje volstaat niet voor de huur van een kamer en ook niet voor het schoolgeld van haar kinderen. Binnen de kortste keren zit ze tot over haar oren in de schulden. • Dakloos Hierdoor komt het hele gezin op straat te staan. Cecile en haar kinderen zijn aangewezen op de hulp van de lokale kerkgemeenschap. Die zorgt een tijdje voor onderdak. Maar dan blijkt dat Cecile en Laurent ziek zijn. Laurent, haar kleinste kind en daarom ook ‘le petit’ genoemd. De toestand van Laurent verergert met de dag. Cecile zoekt hoop en vindt die bij de pastoor van de kerkgemeenschap. Maar gebeden alleen kunnen Laurent niet genezen. • Co-infectie Laurent én zijn mama hebben een co-infectie van tuberculose en hiv. Het jongetje kan niet meer stappen en heeft doorligwonden. Zijn toestand is dramatisch. Zijn moeder neemt hem zo vaak mogelijk mee naar de kerk. Daar bidt ze twee uur per dag. Twee keer per maand volgt ze ook een retraite die twee tot drie dagen duurt. Een bidmarathon om le petit te redden. Maar de hulp komt uit een andere hoek. Vanuit Kinshasa. Want het is Constant van Damiaanactie die de dramatische situatie van Laurent en Cécile doorziet. Hij laat het jongetje opnemen in het ziekenhuis, betaalt alle kosten die eerder al gemaakt werden en start de behandeling op. Een behandeling met een onzekere uitkomst. Maar wel met een sprankeltje hoop. Hoop op redding.
-7-
Isabelle ‘Isa’ Libele Kobala Salongo: een gehuchtje met paalwoningen aan de oever van de Congostroom. Hoewel: gehucht … met de kleine schamele hutten lijkt het meer op een kampement. Voor de paalwoningen dobberen prauwen in het water. De mannen en jongens hier, zijn bijna allemaal vissers. De Congorivier voorziet in hun eten, zorgt ervoor dat ze kunnen overleven. • Zware leefomstandigheden De hutjes hebben geen elektriciteit of stromend water. Het water dat ze nodig hebben, halen de bewoners uit de rivier. Dokters zijn er niet. Scholen ook niet. Daarvoor moeten de kinderen elke dag met de prauw een stuk van de Congorivier afvaren. Niet iedereen heeft trouwens de kans om naar school te gaan. De meeste kinderen moeten helpen bij de visvangst. • Hoop stellen op Isabelle In een van de hutjes woont Isabelle met haar ouders, negen broers en zussen. De hele familie heeft haar hoop gesteld op dit 16-jarige meisje. Zij is de enige die de kans krijgt om naar school te gaan. Haar ouders, zussen en broers werken om haar schoolgeld te betalen. Ze dromen ervan dat Isabelle het middelbaar afmaakt, een goede job kan krijgen en zo ook het gezin kan steunen. • Werken voor Isabelle De papa van Isabelle is een visser. Hij heeft de stiel aan zijn kinderen geleerd. De zonen vissen al van prille leeftijd. Ze plaatsen kleine visjes in fuiken. Levend aas om grotere vissen te lokken. Het gezin verbouwt ook banaan, suikerriet, maïs en maniok voor eigen gebruik. Wat ze overhebben, verkopen ze op de plaatselijke markt. Een deel van dat geld, gaat naar de scholing van Isabelle. • Tbc slaat toe Maar dan slaat het noodlot toe. Isabelle wordt ziek. Ze begint te hoesten, verzwakt, heeft koorts en vermagert zienderogen. Het meisje kan niet meer naar school. De familie is ten einde raad. Ze verkopen alles wat ze hebben en schakelen de lokale genezers in. Maar die kwakzalvers en tovenaars kunnen haar niet helpen. Logisch. Isabelle heeft tbc. Misschien wel besmet door haar tante die de ziekte ook ooit had. Of op school. • Verkeerde diagnoses De familie is ten einde raad. Een plaatselijke verpleger vermoedt dat Isabelle … appendicitis heeft. Hij geeft haar ontstekingsremmers. De behandeling slaat niet aan. Natuurlijk niet. Het koortswerende middel dat ze in Mbandaka krijgen, helpt ook niet. Dus zoekt de familie hulp in het nabijgelegen stadje Maita. De verpleger daar diagnosticeert een dubbele hernia. En zo blijft de familie dingen uitproberen. Niets helpt. Ook niet de bezweringen en amuletten van lokale tovenaars, of de gebedssessies in gezinsverband.
Deel 1: de hoofdpersonages 7
• Volledig berooid Intussen weegt Isabelle nog maar 27 kilo. De vele raadplegingen hebben het gezin al hun bezittingen gekost. Ook het inkomen van de visvangst is weggevallen. Vader heeft geen tijd meer om te vissen. Hij waakt continu bij zijn dochter. Uiteindelijk keert de familie terug naar hun dorp. Volledig berooid. Zodat ze dankzij de visvangst toch nog kunnen overleven. • Toevallige ontmoeting Gelukkig zorgt een toevallige ontmoeting met een protestantse missiearts voor opheldering. Hij vermoedt dat het meisje tbc heeft en raadt de familie aan om naar Mbandaka te gaan. Om Isabelle daar grondig te laten doorlichten. De familie heeft echter geen geld meer om de onderzoeken te laten uitvoeren. Het medische team van Damiaanactie brengt redding. Bij een van hun medische missies merken ze Isabelle op. Ze nemen haar mee voor onderzoek naar het ziekenhuis. Het is tbc. De behandeling kan worden opgestart. Isabelle zal genezen, zodat ze opnieuw naar school kan en haar familie later financieel kan ondersteunen.
Noëlle Nkilinganya Noëlle Nkilinganya is een 12-jarig pygmeeënmeisje. Ze woont in Ingende, een regio in de Evenaarsprovincie waar er nog pygmeeën wonen in het regenwoud. • Paaldorp Noëlle woont met haar grootvader in een dorpje aan de oevers van de Momboyo, een zijrivier van de Congostroom. Net zoals haar zusje en broertjes gaat Noëlle niet naar school. De familie heeft onvoldoende geld om hun schoolgeld te betalen. • Minicampagne Dankzij een van de minicampagnes, die Damiaanactie uitvoert in de uithoeken van de Evenaarsprovincie, ontdekt het medische team dat Noëlle symptomen van lepra vertoont. De minicampagne vindt plaats in het dorpje Ifoma, waar de pygmeeën naartoe trekken om zich te laten onderzoeken. Ook bij vier andere pygmeeën wordt de ziekte vastgesteld. Het team van Damiaanactie start de behandeling op. Zodat de ziekte geen blijvende verminkingen bij het meisje kan aanrichten.
Deel 1: extra verhaallijnen
-8-
-9-
Constant en de basisprojecten Damiaanactie gaat verder dan de bestrijding van lepra en tbc. Onze organisatie biedt ook hulp aan (ex-)patiënten nadat ze hun ziekte overwonnen hebben. Lepra- en tbc-patiënten verliezen vaak hun job of moeten hun opleiding staken. Ze worden ook sociaal uitgesloten. Hun omgeving heeft schrik voor besmetting of denkt uit bijgeloof dat de patiënten gestraft worden door boze geesten. De ziektes tasten hierdoor ook de hoop voor de toekomst aan. Daarom is het zo belangrijk dat Damiaanactie haar patiënten ook sociaal en economisch een duwtje in de rug geeft. Zodat ze opnieuw een inkomen verwerven. Zodat ze opnieuw deel uitmaken van de samenleving en opnieuw hoop krijgen voor de toekomst. Die basisprojecten nemen verschillende vormen aan. Van een klein startkapitaal voor het opzetten van een eigen zaakje, over opleidingen en scholing tot het schenken van kleinvee of materialen om ambachten uit te oefenen. Daarnaast zijn er ook basisprojecten zoals de renovatie van leprozerieën of de bouw van moderne medische faciliteiten. Constant Bushiri is in Congo coördinator voor alle basisprojecten. Een ervan bevindt zich aan de Congostroom in de buurt van Mbandaka: de leprozerie van Iyonda. Dankzij Damiaanactie krijgen deze vervallen gebouwen een tweede leven. En kunnen de bewoners rekenen op voedsel én materialen om hun ambachten uit te oefenen.
De pygmeeën
De leprozerie van Iyonda
De regio Ingende, zo’n 150 kilometer ten zuidoosten van de stad Mbandaka, herbergt een van de authentieke bevolkingsgroepen van Congo: de pygmeeën. Een oervolk met eeuwenoude tradities. Traditioneel zijn pygmeeën jagers en verzamelaars. In de loop van de jaren hebben deze kleine en schuwe woudbewoners zich meer en meer op hun Bantoe-buren gericht. Tegenwoordig houden ze zich zelfs met landbouw bezig. Net zoals bij de Bantoe-bevolking, komen tbc en lepra ook bij de pygmeeën vaak voor. Daarom is het belangrijk dat Damiaanactie regelmatig medische expedities organiseert tot in het regenwoud. Om de ziektes op te sporen, om medische hulp te verstrekken en medicijnen uit te delen.
194 huisjes waarin vandaag nog 48 ex-melaatsen met hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen wonen … in onmenselijke omstandigheden. De oude leprozerie van Iyonda is compleet vervallen. De daken lekken, de bedden zijn rot, sanitaire voorzieningen zijn er niet. Ongewenst bezoek is er wél: ratten die op bezoek komen en ’s nachts met plezier hun tanden zetten in de ongevoelige lichaamsdelen van de inwoners. Ooit was het anders.
• Lage levensverwachting Pygmeeën worden niet oud. Een pygmee van 45 jaar is uitzonderlijk. Ziektes zoals pest, diarree, lepra en tbc vormen een continue bedreiging. En ook wilde dieren blijven een gevaar. De kindersterfte bij pygmeeën ligt heel hoog. 75% van de kinderen onder de 5 jaar sterft, door een gebrek aan hygiëne, vervuild water en ziektes zoals lepra en tbc.
• Sinds de kolonisatie In 1944 ontdekten missionaris vader Joseph en missiezuster Marie Gerad dat een groot deel van de lokale bevolking aan lepra leed. In 1954 startten ze met een medisch sociaal centrum waarin ze de besmette patiënten konden opvangen en isoleren van de andere bewoners. Een quarantaine om verdere besmetting tegen te gaan. De huidige bewoners zijn afstammelingen en aangetrouwde familieleden van deze oorspronkelijke leprapatiënten. De jongste melaatse hier is 53 jaar, de oudste 88. Maar waar de leprozerie vroeger nog een kleurrijke plek was met brede verlichte lanen, nette dubbelwoonsten en veranda’s, is het nu één grote ruïne. Met krotten waarvan de muren splijten, de daken instorten en die vocht en wind vrij spel geven.
• Een met het woud De pygmeeën kennen het regenwoud door en door. Ze leven er al duizenden jaren. Ze weten waar het wild zich schuilhoudt, waar de wilde vruchten groeien, waar de bijen hun honing verbergen. De pygmeeën vrezen het woud niet. Het is hun wereld, hun dorp. Meer nog: het schenkt hun alles wat ze nodig hebben. Voedsel, hout, mongongobladeren voor hun hutten. • Grote plantenkennis De pygmeeën hebben een grote kennis van planten. Die helpt hen om in het regenwoud te overleven. In die kennis schuilt ook een gevaar. De pygmeeën gebruiken planten om ziektes en aandoeningen te bestrijden. Maar tegen lepra of tbc zijn kruiden en planten zinloos. Om die ziektes te overwinnen hebben ze moderne medicijnen en hedendaagse verzorging nodig. Die ze alleen kunnen krijgen van medische teams zoals die van Damiaanactie. • Pillen delen Pygmeeën zijn heel solidair. Alles wat ze krijgen, delen ze. Ook hun medicijnen. Een ramp voor wie lepra of tbc moet overwinnen. Die behandeling vereist dat je dagelijks pillen neemt, en dat maandenlang. De pygmeeën hebben de neiging om hun pillen te verdelen onder de familieleden. Ongeacht of die ziek of gezond zijn. Zo brengen ze hun eigen gezondheid in gevaar. Een goede opvolging van de behandeling en gerichte informatiesessies zijn dan ook levensnoodzakelijk. Niet evident want het analfabetisme bij de pygmeeën is groot. • Moeilijk te strikken Van november tot april trekken de pygmeeën zich diep in het regenwoud terug. Als nomaden verhuizen ze voortdurend van de ene plek naar de andere. Op jacht naar dieren en voedsel zoals vruchten en paddenstoelen. Pas wanneer het regenseizoen eraan komt, vestigen ze zich aan de rand van het woud. En is het voor Damiaanactie mogelijk om hen te bereiken. Met de boot. Want in het regenseizoen zijn de wegen nog minder berijdbaar en biedt de fel aangezwollen Congostroom vaak de enige oplossing om tot bij de pygmeeën te geraken. • Minicampagnes Damiaanactie zet steeds vaker minicampagnes op. Daarbij roepen plaatselijke verplegers iedereen in een bepaald gebied bij elkaar op één plek. Om de bevolking op die manier gevoelig te maken voor de problematiek van lepra en tuberculose. Ook voor de pygmeeën is deze manier van werken het meest efficiënt.
• Damiaanactie helpt Sinds 1992 is Damiaanactie werkzaam in deze regio. Ioyanda, op zo’n 16 km van het coördinatiecentrum in Mbandaka, kreeg al langer de nodige aandacht. De directe zorg voor de inwoners van de leprozerie lag de voorbije jaren hoofdzakelijk in handen van een pater-missionaris uit België. Binnenkort neemt Damiaanactie die rol over. Niet alleen de medische zorg. De organisatie gaat nog een stap verder: ze bouwt een gloednieuw gebouw met zestien gerenoveerde vertrekken. Bedoeld voor de inwoners die niet zelf kunnen werken en geen familie hebben. Voor deze mensen wordt er zelfs een kok in dienst genomen. • Constant als boodschapper De anderen verenigen zich in een coöperatieve waar ze tot 30 euro per maand verdienen. Een deel van dat geld komt in een gezamenlijke pot om patiënten te helpen die in nood verkeren. Constant Bushiri, de voormalige verpleger die intussen alle basisprojecten voor Damiaanactie in Congo coördineert, komt speciaal naar Iyonda om dit goede nieuws te melden. Hij heeft zelfs enkele jonge katjes bij. Niet alleen leuk voor de kinderen die hier wonen, vooral ook handig om de strijd tegen die hardnekkige ratten tegen te gaan. Een bewijs dat Damiaanactie op diverse vlakken meedenkt en ingrijpt.
Deel 1: de titel
-10-
-11-
De nieuwe campagnefilm van Damiaanactie kreeg de titel ‘De Vlinder • Drijvende kracht op de Congostroom’ mee. Een titel die verschillende ladingen dekt.
Drijvende kracht Het begrip drijvende kracht illustreert enerzijds de verplaatsing over het water, anderzijds de grote kracht die iedereen in de film weet op te brengen. De kracht van het medische team dat zich dag na dag inspant om lepra en tbc te verslaan, de zieke mensen te genezen en hen ook sociaal en economisch een toekomst te bieden. Ondanks de moeilijke omstandigheden waartoe zowel het regenwoud als de Congostroom hen dwingen. De Vlinder De Vlinder in de titel verwijst in de eerste plaats naar ‘Le Papillon’, de naam van de boot waarmee de lokale Damiaanactieploeg in de regio Mbandaka medische expedities en minicampagnes uitvoert. Die naam is niet lukraak gekozen. Hij refereert naar het logo van Damiaanactie: een hartvormige vlinder. Voor veel mensen een symbool voor hoop: hoop op genezing en op een betere toekomst. • Een logo dat hoop brengt Waarom koos Damiaanactie voor een hart en een vlinder als logo?
Het hart staat symbool voor iedere Damiaanactievrijwilliger en -medewerker. In België én in de actielanden. • Onze vrijwilligers in België gaan ervoor: met hart en ziel. Ze hebben het hart op de juiste plaats. Ze doen er alles aan om de samenleving menselijker te maken. En vormen een trouwe bondgenoot van alle mensen die strijden tegen onverschilligheid. Overal ter wereld. • En dan zijn er de lokale medewerkers in de actielanden. Opgeleid en getraind. Hun hart klopt voor Damiaanactie én voor het welzijn van de arme bevolking die hun hulp hard nodig heeft. Hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn: ze doen er alles aan om hun medische missie te doen slagen. De vlinder in het logo staat symbool voor al die duizenden lepra- en tbc-patiënten in de derde wereld. Zij zijn kwetsbaar maar tegelijk hoopvol en mooi. Wij willen hen weer hoop geven en een toekomst. Daarom zetten we ons dag na dag in om zoveel mogelijk ‘kwetsbare vlinders’ te redden. En om zo een vlindereffect te creëren.
Het vlindereffect van Damiaanactie Vorig jaar vierde Damiaanactie haar vijftigjarig bestaan. De voorbije vijf decennia bouwde de organisatie in haar projectlanden een belangrijk netwerk van medische en andere hulp uit. Hierdoor is het logo van Damiaanactie – de hartelijke vlinder – uitgegroeid tot een symbool van hoop. Een symbool met de kracht om een ‘vlindereffect’ te realiseren waar dat nodig is. • Het begrip De Amerikaanse wiskundige en meteoroloog Edward Lorenz ontwikkelde in de vorige eeuw een computermodel om het weer te voorspellen. Al snel bleek dat minieme verschillen tot sterk afwijkende resultaten leiden. Dat ontlokte hem in 1961 de uitspraak dat ‘een vleugelslag van een vlinder in Brazilië, maanden later een tornado in Texas zou kunnen veroorzaken’. Een theorie die sindsdien bekend staat als ‘The Butterfly Effect’ of het vlindereffect. • Het vlindereffect deel 1 Ook Damiaanactie creëert regelmatig een vlindereffect. Elke kleine actie van iedere vrijwilliger in België heeft grote gevolgen aan de andere kant van de wereld. Iedereen die met de verkoop van de Damiaanactiestiften of met andere acties 40 euro inzamelt, redt namelijk het leven van een lepra- of tbc-patiënt. Een kleine vleugelslag in België die voor de zieken en armen aan de andere kant van de aardbol een wereld van verschil betekent.
• Het vlindereffect deel 2 Damiaanactie creëert nog een ander vlindereffect. Na meer dan 50 jaar hulpverlening raken steeds meer mensen in de actielanden vertrouwd met onze werking. De Damiaanactie-vlinder is niet alleen een symbool van hoop, het is ook een zekerheid: wie we onder onze vleugels nemen, krijgt de best mogelijke medische zorgen. Dat verlaagt voor heel wat mensen de drempel om vrienden of familieleden met tbc- of leprasymptomen naar ons door te verwijzen. Zoals we ook zien in de nieuwe campagnefilm wanneer de tante van Gemima haar nichtje aanmaant om een hulppost van Damiaanactie te bezoeken (zie deel 5). • Het vlindereffect deel 3 En dan is er nog een derde vlindereffect: dat van de kennisverspreiding. De informatie- en sensibiliseringssessies van Damiaanactie in getroffen lepra- en tbc-gebieden werpen hun vruchten af. Wie op informatiesessies aanwezig is, geeft die kennis door aan vrienden en familieleden, die ze op hun beurt verder verspreiden. Op die manier raken steeds meer mensen vertrouwd met lepra en tbc, met de symptomen én de noodzaak van een strikte behandeling om verdere verspreiding tegen te gaan.
Deel 2: achtergrondinformatie
-12-
DE EVENAARSPROVINCIE In dit tweede deel geven we extra achtergrondinformatie over de Evenaarsprovincie in Congo waarin de film zich afspeelt. Daarna zoomen we verder uit naar campagneland Congo om te eindigen met een blik op de algemene werking van Damiaanactie.
Congo-Kinshasa heeft één stadsprovincie (Kinshasa) en tien provincies. De Evenaarsprovincie ligt in het noordwesten van het land. In 2006 besliste de Congolese overheid om het land in 25 provincies te herverdelen. Die nieuwe indeling – die de oorspronkelijke Evenaarsprovincie in vijf kleinere provincies opsplitst – is voorlopig nog niet doorgevoerd. • 13 keer België De nog niet verbrokkelde Evenaarsprovincie – die zo heet omdat de evenaar de provincie doorkruist – heeft een totale oppervlakte van meer dan 400.000 vierkante kilometer. Dat is 13 keer België. Damiaanactie dekt daarvan 290.000 vierkante kilometer of 9,5 keer België. De werking van Damiaanactie beperkt zich dus niet tot de hoofdstad Mbandaka. Ook de wijde omgeving behoort tot haar actieterrein. Een regio met 3,9 miljoen inwoners. Damiaanactie registreert en behandelt hier jaarlijks drietot vierduizend nieuwe tbc-patiënten en zo’n honderdtal mensen met lepra. • Het klimaat In Mbandaka heerst een tropisch regenwoudklimaat. Zelfs in de droogste maand (januari) valt er nog 80 millimeter regen. De natste maanden zijn september, oktober en november, met zo’n 200 millimeter regenval. De temperatuur is het hele jaar door betrekkelijk constant: 23 tot 26 graden Celsius. Tussen 75 en 95 procent van alle regenval in het Congobassin is eigenlijk ‘gerecycleerd’:
het ontstaat uit de verdamping van water in het woud en in de moerassen. De voorbije jaren valt er almaar minder regen. Volgens ecologisten het gevolg van een vicieuze cirkel waarbij de verdwijning van moerassen en regenwoud de watervoorraad – en dus ook de regen – doet slinken. Hierdoor gaan er nog meer moeras en woud verloren. • Ongerept en ontoegankelijk Hoofdstad Mbandaka ligt in het midden van het TumbaNgiri-Maindombe-drasgebied, twee keer zo groot als België en daarmee volgens de Conventie van Ramsar (Iran) het grootste watergebied ter wereld. De conventie dateert uit 1971 en is de oudste internationale, multilaterale overeenkomst inzake milieubescherming. Haar doel: het behoud van alle watergebieden door plaatselijke, regionale en nationale acties, en internationale samenwerking. Op zo’n 450 kilometer ten zuidoosten van Mbandaka ligt het Nationaal Park Salonga. Dit park, groter dan België, behoort ook tot het werkterrein van Damiaanactie. De bevolking leeft hier in hutten in het woud en in kleine nederzettingen op de oevers van de rivieren. Ten slotte kenmerkt de Evenaarsprovincie zich door het immense tropische regenwoud – na het Amazonewoud het grootste ter wereld – én door de majestueuze Congorivier die zich als een blauwe levensader door de provincie kronkelt. Vaak de enige manier om door te dringen tot de afgelegen dorpjes en paalwoningen.
-13-
De Congorivier – geografisch De Congorivier of Congostroom is na de Nijl de grootste rivier van Afrika. Het is ook de diepste rivier ter wereld: op sommige plekken ligt de rivierbodem 220 meter onder het wateroppervlak. Met zijn 4700 kilometer is het de negende langste rivier op aarde. • De bovenloop De Congo ontspringt in de provincie Katanga in het zuidoosten van Congo-Kinshasa. Hij wordt gevoed door de rivieren Luapula en Lualaba. Ontdekkingsreiziger David Livingstone dacht dat de Lualaba een bronrivier van de Nijl was. Zijn collega Henry Morton Stanley – die als eerste de volledige Congorivier verkende – bewees dat de Lualaba de bovenloop van de Congostroom vormt. De Lualaba ontspringt aan het Tanganyikameer en het Mweru-meer en stroomt in eerste instantie noordwaarts door CongoKinshasa. Na de watervallen van Boyoma – nabij de stad Kisangani – verandert de Lualaba van naam en wordt hij de Congostroom. • De middenloop Voorbij Kisangani buigt de rivier af naar het westen en stroomt hij de Evenaarsprovincie binnen. Hierbij doorkruist hij het immense Congolese regenwoud. Met een oppervlakte van 1,8 miljoen vierkante kilometer is dit na het Amazonewoud het grootste tropische regenwoud ter wereld. De middenloop eindigt bij hoofdstad Kinshasa. Daar krijgt de rivier een verbreding die men vroeger de Stanley Pool noemde en nu de Pool Malebo. Een strategische plek: de hoofdsteden van beide Congo’s – Kinshasa en Brazzaville – liggen hier oog in oog, aan weerszijden van de Congostroom. • De benedenloop Aan de Pool Malebo versmalt de Congorivier en stort hij zich via tientallen watervallen door diepe ravijnen naar beneden. Dit zijn de Livingstonewatervallen. Zij maken zeescheepvaart op de Congostroom onmogelijk. Om dit onbevaarbaar stuk te overbruggen, legde men hier speciale spoorlijnen aan. De Congorivier mondt uiteindelijk uit in de Atlantische Oceaan bij het kleine stadje Muanda – in een veertig kilometer brede baai.
De Congorivier – economisch De Livingstonewatervallen maken zeescheepvaart op de Congostroom onmogelijk. Toch is de Congorivier een niet verwaarloosbare bron voor de economie van het land. In de eerste plaats als onmisbare verkeersader in een land met weinig wegen en spoorlijnen. Maar ook als een onuitputtelijke bron van duurzame energie. • Waterenergie De Congorivier is de krachtigste rivier van Afrika. Tijdens het regenseizoen loost hij per seconde meer dan 50.000 kubieke meter water in de Atlantische Oceaan. Een ideale situatie om waterenergie op te wekken. Volgens wetenschappers kan de monding van de Congorivier instaan voor 13% van alle waterenergie ter wereld. Momenteel zijn er meer dan 40 waterkrachtcentrales in de Congodelta. De grootste is de dam aan de Inga-watervallen, zo’n 200 kilometer ten zuiden van Kinshasa. • Transport Bijna de volledige Congorivier is bevaarbaar. Een groot deel van de handel in Congo-Kinshasa verloopt dan ook via de rivier. Zoals het transport van koper, palmolie, suiker, koffie, katoen … Het grootste knelpunt zijn de Livingstonewatervallen, stroomafwaarts van Kinshasa. Zij maken scheepvaart van en naar de hoofdstad onmogelijk. Speciaal aangelegde spoorlijnen zorgen ervoor dat het transport de drie grootste watervallen kan overbruggen. • Strategisch Mbandaka Vooral tussen Kisangani en Kinshasa is de Congostroom een economische levensader. Hier noemt men de rivier ‘de moeder van alle waterlopen’. Door de ondoordringbaarheid van het regenwoud is de Congorivier de meest aangewezen manier voor personen- en goederentransport. Mbandaka - 700 km stroomopwaarts van Kinshasa - is strategisch uitstekend gelegen als stopplaats tussen beide grote Congolese steden. De lokale transithaven vormt voor de Evenaarsprovincie een kloppend economisch hart.
Afrika
Afrika 1 4 Evenaarsprovincie Deel 2: De
De hoofdstad Mbandaka Mbandaka is de hoofdstad van de Evenaarsprovincie. De stad bevindt zich aan de Congostroom, tussen Kisangani (stroomopwaarts) en Kinshasa (stroomafwaarts). De Monusco (Mission de l’Organisation des Nations Unies pour la stabilisation en République démocratique du Congo) schatte de bevolking van Mbandaka in 2004 op 729. 257 inwoners. Volgens de jongste berekeningen van World Gazetteer uit 2012 telt deze stad 345.663 inwoners. De meerderheid van de inwoners zijn Mongo-Bantoes. Maar door Mbandaka’s functie als tussenstation op de Congostroom, is de bevolking heel divers. De meeste mensen spreken er Lingala of Mongo. • Eén stad, drie namen In 1879 schakelde de Belgische koning Leopold II journalist Henry Morton Stanley (1841-1904) in om het gebied op de zuidelijke oever van de Congostroom te verkennen en voor hem in te lijven als privébezit. Zo legde de Welsh-Amerikaanse ontdekkingsreiziger de grondslag voor Congo-Vrijstaat. In 1883 stichtte Stanley ‘Equateurville’, de stad die vandaag Mbandaka heet. Een logische naam: er is geen enkele stad ter wereld die zich zo dicht bij de evenaar bevindt. De evenaar loopt een viertal kilometer ten zuiden van het huidige stadhuis. Aan de oever van de Congostroom – waar volgens Stanleys berekeningen de evenaar de rivier kruist – plaatste hij een grote ‘evenaarssteen’. Die ligt er nog altijd.
In 1886, een jaar na de oprichting van CongoVrijstaat en de start van het Belgisch koloniale bewind, werd Equateurville herdoopt in Coquilhatville naar ontdekkingsreiziger Camille-Aimé Coquilhat (18531891). Deze Luikenaar nam deel aan de expeditie
-14-
van Stanley. Hij was zelfs een tijdje plaatsvervangend gouverneur-generaal van de privéstaat van Leopold II. Na de onafhankelijkheid van Congo in 1966 kwam er een tweede naamsverandering: Coquilhatville werd Mbandaka: genoemd naar een belangrijke plaatselijke leider.
• Massamoord 13 mei 1997. De troepen van de Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding (AFDL) brengen in Mbandaka honderden mannen, vrouwen en kinderen om het leven. Hoofdzakelijk Hutuvluchtelingen die na de genocide in Rwanda waren weggevlucht voor het nieuwe Tutsi-bewind. Het is een van de trieste orgelpunten van de Eerste Congooorlog: een buitenlandse – hoofdzakelijk Rwandese – invasie onder leiding van Laurent-Désiré Kabila, die sterke man Mobutu van de troon zou stoten. • Verwaarloosde infrastructuur Door verwaarlozing is de stedelijke infrastructuur in de stad Mbandaka haast verdwenen. In de meeste wijken is er geen stromend water of elektriciteit. De meeste wegen werden nog aangelegd door de Belgische kolonisten. Vandaag zijn ze onverhard – al wordt er nu toch gewerkt aan het onderhoud van de hoofdas langs de Congorivier. • Haven Mbandaka ligt aan de linkeroever of oostelijke oever van de Congorivier. Het is een belangrijk tussenstation in het verkeer tussen Kisangani (hoofdstad van de Oostprovincie) en Kinshasa (hoofdstad van het land). Kisangani is de verst gelegen bevaarbare bestemming op de Congo, zo’n 1.700 kilometer vanuit Kinshasa. Mbandaka ligt ongeveer halverwege. Tussen Kinshasa en Kisangani loopt er geen enkele weg. Bovendien kunnen alleen de meest gefortuneerde Congolezen zich een vliegtuigticket veroorloven.
-15-
Hierdoor is de Congostroom de enige praktische manier om tussen beide grote steden te reizen. De tocht kost zo’n 50 dollar: een gemiddeld maandloon in Congo. Heel wat lokale Congolezen boeken een plekje op een van de vele duwbakken. Die liggen daar – tjokvol passagiers en vracht – te wachten tot er een schip beschikbaar is om het via de Congostroom naar Kinshasa te duwen. De omstandigheden aan boord zijn allesbehalve aangenaam. De passagiers staan dagenlang bloot aan weer en wind, en ze eten en slapen geïmproviseerd in chaotische en onhygiënische omstandigheden. De bevolking Slechts weinig inwoners van de Evenaarsprovincie hebben toegang tot zuiver drinkwater. De sterftecijfers bij moeders en kinderen liggen dramatisch hoog. Tbc, malaria en hiv/ aids zijn hier wijdverspreid. De meeste mensen zijn amper of niet geschoold. 85% van de mensen buiten de steden moet rondkomen met minder dan 1 dollar per dag. Ze verbouwen vooral maniok, zoete aardappelen, suikerriet en banaan – hoofdzakelijk voor eigen gebruik. Voor verkoop kweken ze vooral palmnoten (voor de olie), grondnoten en rijst. De visvangst is bestemd voor de markten in de steden in de regio. • Voedselconflicten De voedselonzekerheid leidt regelmatig tot plaatselijke conflicten, meestal twisten over vis- en landbouwgebieden. In 2009 braken in het noordwesten van de Evenaarsprovincie lokale conflicten uit. Etnische groepen en dorpsgemeenschappen raakten met elkaar slaags over vis en grond. 26 politiemensen en minstens honderd burgers kwamen om. Tienduizenden werden uit hun dorpen en steden verdreven.
15
• Sterke bevolkingsgroei De lokale bevolking groeit jaarlijks aan met 3%: een van de hoogste cijfers ter wereld. Toch is het drasgebied – met 6 tot 24 mensen per vierkante kilometer – eerder dunbevolkt. De toenemende bevolking creëert een enorme druk op de natuurlijke rijkdommen. Er wordt meer brandhout en houtskool geconsumeerd dan de natuur kan regenereren. Deze ontbossing heeft ook een invloed op de regenval. Het visbestand neemt af door overbevissing met fijnmazige netten, inclusief muskietennetten. Om te voldoen aan de vraag naar vlees in de dorpen en steden is er veel wildstroperij. Hierdoor staat het wildbestand zwaar onder druk. • Afwezige overheid De greep van de overheid op het gebied is zwak. Corruptie is er wijdverspreid. Investeringen vanwege de centrale overheid in Kinshasa zijn er niet. Er bestaan ook geen duidelijke afspraken over mijn-, bos- of landbouw. Gevolg: er breken voortdurend conflicten uit over wie nu wat mag ontginnen. Bosbedrijven eigenen zich naar believen concessies toe. Daarbij trekt niemand zich wat aan van de traditionele landrechten van de inheemse bevolkingen. Landrechten zijn er namelijk amper en worden nauwelijks afgedwongen. Dit leidt tot ontbossing. Maar ook de palmboomplantages, de commerciële landbouw en de groei van de menselijke nederzettingen bedreigen het regenwoud.
Deel 2: Uitzoomen naar Congo -16-
-17-
U I T Z O O M E N N A A R C O N G O > De Democratische Republiek Congo – ook wel CongoKinshasa genoemd – ligt in Centraal-Afrika. De voormalige Belgische kolonie is een enorm land met een oppervlakte van meer dan 2,3 miljoen vierkante kilometer. Dat is ongeveer zo groot als West-Europa of bijna 77 keer de oppervlakte van België.
Congo-Kinshasa grenst aan 9 landen: CongoBrazzaville, de Centraal-Afrikaanse Republiek, ZuidSoedan, Oeganda, Rwanda, Burundi, Tanzania, Zambia en Angola. De hoofdstad is Kinshasa, met zo’n 10 miljoen inwoners een van de grootste steden van Afrika. De campagnefilm van dit jaar focust op de regio rond de stad Mbandaka, een havenstad langs de Congostroom in de Evenaarsprovincie.
De geschiedenis Congo-Kinshasa heeft een woelige geschiedenis achter de rug. Kolonisatie, rebellie, burgeroorlogen, moorden … ze hebben geleid tot een wankele samenleving waarin armoede, gebrekkige medische voorzieningen en verwaarloosde infrastructuur hoogtij vieren. • Congo-Vrijstaat 1885: de Conferentie van Berlijn. Op deze bijeenkomst verdelen de Europese grootmachten het continent Afrika ‘eerlijk’ onder elkaar. Het huidige Congo-Kinshasa – dat einde 19de eeuw voor het eerst in kaart wordt gebracht door ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley – komt als privébezit in handen van Leopold II. De Belgische koning noemt de regio Congo-Vrijstaat en ontdoet het land van zijn natuurlijke rijkdommen. De uitbuiting van de lokale bevolking leidt tot miljoenen doden. • Belgisch-Kongo De Belgische wreedheden in Congo-Vrijstaat leiden wereldwijd tot grote verontwaardiging. Onder druk van de internationale gemeenschap neemt het Belgische parlement in 1908 ‘CongoVrijstaat’ over van Leopold II. Het gebied krijgt een nieuwe naam: Belgisch-Kongo. De levensomstandigheden voor de Congolezen verbeteren. Dat neemt niet weg dat vele Belgische heersers op de lokale bevolking blijven neerkijken. Een houding die kwaad bloed zet. • Lumumba versus Kasavubu 30 juni 1960. Congo roept de onafhankelijkheid uit. Patrice-Emery Lumumba wordt eerste minister, Joseph Kasavubu president. Wanneer Lumumba president Kasavubu probeert af te zetten, vervalt het land in politieke chaos. België stuurt militaire troepen om haar landgenoten in Congo te beschermen. De VN komt tussenbeide om de orde te herstellen. Dan wordt Lumumba in mysterieuze omstandigheden vermoord. Kasavubu blijft in het zadel als president. • Mobutu en Zaïre In 1965 neemt luitenant-generaal Mobutu de macht over. Hij zet Kasavubu af en roept zichzelf uit tot staatshoofd. Het land krijgt opnieuw een andere naam: Zaïre. Er ontstaat een periode van relatieve vrede en stabiliteit, maar corruptie en schending van de mensenrechten zijn schering en inslag. Zo bouwt Mobutu tegen 1984 een persoonlijk bezit op van een slordige 4 miljard dollar. Dat is op dat moment evenveel als de staatsschuld van zijn land. • Kabila aan de macht In 1997 maakt Laurent-Désiré Kabila een einde aan het jarenlange bewind van Mobutu. Hij trekt met zijn troepen Kinshasa binnen, zet de dictator af en nestelt zich op de troon. Zaïre wordt opnieuw Congo(-Kinshasa), maar de onrust blijft. Het gevolg: een jarenlange burgeroorlog waarbij de rebellen steun krijgen uit buurlanden Rwanda en Oeganda. • Mislukte staatsgreep Laurent-Désiré Kabila sterft uiteindelijk tijdens een mislukte staatgreep in januari 2001. Zijn zoon Joseph volgt hem op. In 2006 wordt hij officieel verkozen tot president, na de eerste democratische verkiezingen sinds de onafhankelijkheid van Congo in 1960. Vandaag wordt Congo ook de Democratische Republiek Congo genoemd.
De bevolking Het juiste aantal inwoners in Congo-Kinshasa is niet bekend. Sommige bronnen spreken van meer dan 75 miljoen, Unicef houdt het op een kleine 70 miljoen. De bevolking is heel jong. Meer dan de helft is nog geen 18 jaar, 20% is jonger dan 5 (bron: Unicef). • Extreme armoede 60% van de Congolezen leeft in extreme armoede. Ze moeten rondkomen met gemiddeld 1,25 dollar per dag (bron: Unicef). Het gevolg: veel hongersnood, veel kinderen die hun schoolgeld niet kunnen betalen én … armoedeziektes zoals lepra en tbc. De gemiddelde levensverwachting van de Congolezen ligt niet hoger dan 56,6 jaar (bron: Landenweb.net). • VN-ontwikkelingsindex In 2014 nam Congo-Kinshasa op de VN-ontwikkelingsindex de voorlaatste laatste plaats in. Van alle 187 landen wereldwijd. Deze index geeft naast de levensverwachting en levensstandaard ook de mate van analfabetisme en het niveau van het onderwijs weer. Ter vergelijking: België stond in 2014 eenentwintigste op deze lijst, Zwitserland derde, Australië tweede en Noorwegen eerste. (bron: hdr.undp.org)
Deel 2: Damiaanactie in Congo -18-
-19-
Damiaanactie heeft een jarenlange traditie van hulpverlening in Congo-Kinshasa. Sinds 1964 is de organisatie al in Congo aanwezig om lepra – en daarna tbc – te bestrijden. Dankzij de steun van Damiaanactie konden er in 2013 bijna 3.000 lepra- en 66.000 tbc-patiënten gered worden in Congo. Een waaier aan hulp Damiaanactie steunt de nationale lepra- en tbc-programma’s van het Congolese ministerie van Volksgezondheid. We ondersteunen de bestaande initiatieven en dragen technisch en financieel bij tot 13 grote projecten op het terrein. Via ‘provinciale lepraen tbc-coördinatiecentra’ of CPLT’s bereiken we bijna 60% van de totale bevolking. En dat is niet alles. Zo openden we onlangs in de hoofdstad Kinshasa een Centre d’Excellence Damien: een gespecialiseerd ziekenhuis voor multiresistente tbc-patiënten. Daarnaast zorgt Damiaanactie in Congo voor reconstructieve chirurgie bij leprapatiënten. We zetten ook kleinschalige basisprojecten op om patiënten na hun ziekte opnieuw in de maatschappij te integreren of een duurzaam inkomen te bezorgen. Sinds 2007 realiseerden de Damiaanbouwkampen ook in Congo een twintigtal kleinschalige bouwprojecten. Ook hier is Constant Bushiri bij betrokken: hij brengt via huisbezoeken de vrijwilligers - al meer dan 120 intussen - in nauw contact met de harde lepra- en tbc-realiteiten in de hoofdstad. Gedurende drie weken werken bouwkampers mee aan nieuwe tbc-paviljoenen in de ‘centres de santé’, renoveren ze woningen van leprapatiënten, zorgen ze via sponsoring voor de nodige financiële middelen om deze vaak belabberde gezondheidsinfrastructuren te renoveren. (meer info:
[email protected] of www. damiaanactie.be) Ten slotte organiseert Damiaanactie een primaire zorgverlening in de gezondheidscentra van Moba
en Kansimba. Dat zijn twee gezondheidszones in het district Tanganyika waar lepra en wervelkolomtuberculose veel voorkomen. Gecoördineerd werken Om dit alles in goede banen te leiden, zette Damiaanactie een nationaal coördinatiebureau op (Conat). Dat bevindt zich in Kinshasa. Onder leiding van een nationale vertegenwoordiger werken er 27 mensen. Het directiecomité bestaat uit de kaderleden van de medische, financiële en logistieke dienst. Zij organiseren de activiteiten in alle projecten, coördineren ze en volgen ze op. De coördinatiecentra (CLPT) In elke coördinatiecentrum volgt een team medewerkers van het ministerie van Volksgezondheid de lepra- en tbc-activiteiten op in de gezondheidszones. Per centrum zijn er meestal zo’n 20 gezondheidszones. Het team waakt over de bevoorrading van geneesmiddelen en benodigdheden voor de laboratoria. Het zorgt ook voor goed functionerende onthaaldiensten voor patiënten. De teamleden trekken ook regelmatig naar de gezondheidszones om de werking ter plaatse te controleren en bij te sturen. Samen met de lokale teams in de gezondheidscentra bespreken ze alle aspecten van lepra en tuberculose: •
•
het gebruik van geneesmiddelen volgens de normen van de nationale tbc- en lepraprogramma’s; de behandeling van patiënten;
• • • • • •
het onderzoek van stalen van speeksel en opgehoest slijm (sputum); de opleiding van verplegers en laboratoriummedewerkers; een correct gebruik van de patiëntenregisters en -fiches; de analyse van epidemiologische gegevens; de behandeling van gehandicapte leprapatiënten; informatie, educatie en communicatie met de zieken.
Het werkterrein van een coördinatiecentrum is gemiddeld drie keer zo groot als de oppervlakte van België. Dat geeft een goed idee van de problemen waarmee de teams te maken krijgen om het werk in de gezondheidszones te steunen en te superviseren.
De gezondheidszones Zoals gezegd beheert elke coördinatiecentrum ongeveer 20 gezondheidszones. In elke gezondheidszone is er een team dat geregeld de gezondheidscentra superviseert. Zowel de centra waar de diagnose voor tbc wordt gesteld (CSDT) als de centra waar lepra en tbc worden behandeld (CST). Damiaanactie steunt deze teams rechtstreeks via prestatiepremies voor het personeel (verplegers) en de levering van materiaal zoals geneesmiddelen, laboratoriumbenodigdheden, fietsen om stalen te vervoeren … Deze ondersteuning is noodzakelijk voor de centra, ook al krijgen ze daarnaast steun van andere partnerorganisaties.
20
21
-21-
Damiaanactie wereldwijd
2 T Y P E S V A N P R O J E C T E N > Lepra en tbc
Damiaanactie is een nietgouvernementele organisatie met 1200 medewerkers. Zij binden de strijd aan tegen lepra en tbc in 14 projectlanden in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Met Congo, India en Bangladesh als belangrijkste actieterreinen.
aanpakken: we doen het in nauwe samenwerking met de nationale gezondheidsprogramma’s ter bestrijding van lepra en/of tuberculose. De beste manier van werken, voor wie een zo groot mogelijk aantal mensen toegang wil bieden tot gezondheidszorg. Naast deze methode hanteert Damiaanactie de laatste jaren ook een ander soort projectwerking: de basisprojecten. Ze zijn bestemd voor een beperkt aantal mensen en moeten een oplossing bieden voor een aantal specifieke noden van lepra- of tbc-patiënten (of ex-patiënten). Het gaat zowel om socio-economische als om medische projecten.
OOK ACTIEF IN BELGIË
> Alle projecten kunnen we onmogelijk realiseren zonder de uitgebreide steun waarop we in België kunnen rekenen: enthousiaste vrijwilligers en trouwe donateurs dragen elk jaar hun steentje bij. Of zeg maar gerust ‘een rotsblok’. Ze zorgen namelijk voor meer dan de helft van de nodige financiële middelen van onze vereniging. Zo bieden ze Damiaanactie de kans om onafhankelijk te blijven werken.
GU ATEMALA
GU IN E E
patiënten
Nicaragua
5.988
Guatemala
2.363
Amerika
B A N GLA D E S H
N IGE R IA
197.514
patiënten
LA OS IN D IA
RWA N D A
India
101.841
China
67.277
Bangladesh
24.182
Laos
4.214
D .R . C ON GO BURUNDI
MOZA MB IQU E
C OMOR E N
DAMIAANACTIE OPGERICHT OM L E P R A T E B E S T R I J D E N > Damiaanactie
werd in 1964 opgericht om lepra te bestrijden. Niet veel later besteedde onze organisatie ook aandacht aan tuberculose. De reden: beide armoedeziektes vertonen veel gelijkenissen en vereisen een gelijkaardige aanpak. Intussen gaat het grootste deel van onze aandacht naar tbc-patiënten. In 2013 vertegenwoordigden zij 91% van de door ons opgespoorde zieken. Dat betekent allerminst dat Damiaanactie lepra vandaag verwaarloost: in tien van onze veertien projectlanden bestrijdt Damiaanactie zowel lepra als tuberculose.
Azië
C H IN A
N IGE R
N IC A R A GU A
8.351
B E LGIË
123.727 329.592 NIEUWE PATIËNTEN
> De medische teams die Damiaanactie ondersteunt, hebben in 2013 bijna 330.000 zieken opgespoord en behandeld. Om precies te zijn: 25.990 lepra-, 299.378 tuberculose-, en 4.224 leishmaniasispatiënten (ook wel berglepra genoemd).
patiënten
D.R. Congo
68.846
Nigeria
19.510
Mozambique
10.022
Burundi
7.841
Guinee
6.642
Rwanda
6.002
Niger
4.263
Comoren
601
Afrika
Deel 2: Damiaanactie wereldwijd
-22-
Vooruitkijken In 2014 vierde Damiaanactie haar 50ste verjaardag. Een goed moment om terug te blikken én vooruit te kijken. Zo werden in 2014 enkele krachtlijnen voor de volgende jaren vastgelegd. Waarbij veel aandacht gaat naar het opknappen van leprakolonies en de bouw van afdelingen voor patiënten met multiresistente tbc. • Blijven strijden tegen lepra Damiaanactie is in de eerste plaats opgericht als hulporganisatie in de strijd tegen lepra. Hoewel we ook aandacht besteden aan de bestrijding van tbc, wil onze organisatie zich in de toekomst prioritair blijven inzetten voor lepraprojecten. Damiaanactie wil er zo zeker van zijn dat ze alles blijft doen voor leprapatiënten: zowel medisch als sociaal-economisch. • Care after cure Mede dankzij de inspanningen van Damiaanactie is het aantal lepragevallen in veel projectlanden sterk teruggedrongen. Maar het werk stopt niet bij opsporen en genezen. Damiaanactie wil in de toekomst ook veel energie blijven steken in ‘care after cure’. Met andere woorden: ervoor zorgen dat genezen leprapatiënten ook sociaal en economisch een toekomst hebben. Dat ze uit hun sociaal isolement raken en aan de armoede ontsnappen. Bijvoorbeeld door hen na hun behandeling de kans te geven een beroep aan te leren, hun wat kleinvee te schenken of materiaal te bezorgen waarmee ze een eigen zaakje starten. • Leprakolonies en leprozerieën Een ander aandachtspunt is de behandeling van ‘oude’ leprapatiënten – vaak patiënten die al jarenlang in een leprakolonie leven. Damiaanactie wil dat deze patiënten in menswaardige omstandigheden in hun leprozerie kunnen blijven wonen. Hiervoor bouwen we specifieke activiteiten uit in eigen beheer of in samenwerking met lokale partners. • Leprozerie van Iyonda Dat blijkt ook uit de nieuwe campagnefilm van Damiaanactie: ‘De Vlinder. Drijvende kracht op de Congostroom’. Daarin zie je hoe Damiaanactie steun belooft aan de vervallen leprozerie van Iyonda. De organisatie voorziet geld en materialen om de gebouwen op te knappen, zorgt ervoor dat de oude leprapatiënten en familie dagelijks te eten hebben én schenken zelfs katten die de lokale ratten uit de gebouwen moeten houden. • Focus op bestaande projectlanden In de toekomst wil Damiaanactie meer van dergelijke projecten ondersteunen. Bij de keuze van nieuwe projecten krijgen lepraprojecten in bestaande projectlanden voorrang. Op die manier wil Damiaanactie werken aan haar ultieme doel: lepra volledig uit de wereld helpen.
-23-
Blijven strijden tegen tbc Tuberculose is wereldwijd de grootste doder onder de infectieziekten. Tbc blijft een groot probleem. Toch hoeft ze niet dodelijk te zijn. Met een gepaste antibioticakuur overleeft 95% van de patiënten. Houden patiënten de behandeling niet vol? Dan raken de bacillen bestand tegen de medicijnen waardoor alleen nog een hele zware kuur helpt. In de toekomst wil Damiaanactie extra aandacht schenken aan deze resistente vorm van tbc. • Paviljoen tegen resistente tbc Patiënten met een resistente vorm van tbc hebben extra zorg nodig. Om hen te kunnen helpen, zijn extra faciliteiten noodzakelijk. Daarom wil Damiaanactie speciale paviljoenen bouwen aan bestaande ziekenhuizen. Plekken waar patiënten met deze multiresistente vorm van tbc verzorging ontvangen in de best mogelijke omstandigheden. • Kinshasa: broeihaard van tbc Het eerste tbc-paviljoen werd gebouwd in Kinshasa aan de oever van de Congostroom. Dat Damiaanactie voor Kinshasa koos, is geen toeval. De Congolese hoofdstad is een van de zwaarst getroffen regio’s in de wereld. Dat heeft veel te maken met de grote armoede in de stad, de slechte leefomstandigheden en de moeilijke toegang tot gezondheidsvoorzieningen. Patiënten met multiresistente tbc zijn er het ergst aan toe: zij moeten een lange en zware behandeling ondergaan. Helaas is er nergens plaats voor hen. Het nieuwe paviljoen brengt hier verandering in. Het gebouw komt op de site van Hôpital de la Rive, aan de Congostroom. 20 zwaar zieke patiënten kunnen hier terecht voor verzorging. Het gebouw telt vier slaapvertrekken met sanitair, een consultatieruimte met apotheek en laboratorium en technische ruimtes. • Eerste in de rij Dit paviljoen is het eerste in zijn soort. In de toekomst moeten er wereldwijd meer volgen. Natuurlijk vooral op plekken waar tbc zwaar toeslaat. Met deze aanpak kan Damiaanactie helpen om de verspreiding van deze zwaar besmettelijke ziekte tegen te gaan.
Doelstellingen en oplossingen Schoolkaternen A en B Leerjaar: A = 1ste, 2de en 3de leerjaar basisonderwijs; B = 4de, 5de en 6de | Bron: Damiaanactie | Lestitel: De Vlinder. Drijvende kracht op de Congostroom | Materiaal: A = Schoolkatern A (gratis beschikbaar), audiomontage en luistertekst (ingesproken door Charlotte Leysen) op de dvd van de campagne; B = Schoolkatern B (gratis beschikbaar) en dvd ‘De Vlinder. Drijvende kracht op de Congostroom’. Doelstellingen De doelstellingen voor je lesvoorbereidingen (incl. officiële codes) vind je op onze website www. damiaanactie.be. We maakten een overzicht van de doelstellingen voor het Onderwijssecretariaat Van de Steden en Gemeenten (OVSG), het Vlaams Verbond van het Katholiek Basis Onderwijs (VVKBaO) en de Autonome Raad voor het GemeenschapsOnderwijs (ARGO). Bij elk van deze koepels kan je de doelstellingen voor de vakken wereldoriëntatie, Nederlands en wiskunde lezen. We voegden in een apart document ook nog de doelstellingen voor rooms katholieke godsdienst en niet-confessionele zedenleer toe. Op deze manier kan je de doelstellingen makkelijk overzetten naar je digitale agenda en/of lesvoorbereiding. Het audioverhaal: Gemima en de vlinderboot Hallo, ik heet Gemima. Jawel Ge-mi-ma. Dat is een echte voornaam hoor. Nooit eerder gehoord? Da’s best mogelijk. Want ik woon in een heel ver land. Congo. Congo ligt in Afrika. Het is reus-achtig groot. Als België een katje zou zijn, dan was Congo zo groot als een olifant. Moeilijk om je voor te stellen, niet? Zo’n groot land. Er wonen ook heel veel mensen in Congo. 67 miljoen. Dat zijn alle Belgen maal 6. Dat wil zeggen dat als je alle Belgen in één bus zou steken, je er zes nodig hebt voor alle Congolezen. Daar in Congo woon ik dus ook. Ik heet dus Ge-mi-ma, en ik ben 9 jaar. Ik heb twee oudere broers. Die zijn veel ouder. En ik heb ook een klein zusje. Geraldine. Zij is nog maar vier. Wij wonen samen met mama. Neen, niet met papa. Papa is gestorven. Hij was heel erg ziek. Papa was superlief. Ik hield heel veel van hem. Ik mis hem heel hard. Ik kom uit een klein dorpje: Mon-ko-to. Weet je hoe we ons daar verplaatsen? Neen hoor … niet met de auto. In het dorp heeft niemand een auto of motor. Zelfs geen fiets. Weet je waarom? Er zijn hier geen wegen.
Wel een heel grote rivier, de Congostroom. Daarom gaan we altijd met de boot. Ons eigen bootje, heel klein. Vroeger had ik altijd schrik dat ik in het water ging vallen. Nu niet meer. Nu vind ik varen heel leuk. Wat ik niet leuk vind, is dat ik ziek ben. Erg ziek. Enkele jaren geleden kreeg ik vlekken. Op mijn gezicht en op mijn lichaam. Eerst dacht ik dat ik een beetje vuil was. Maar als ik mij waste, verdwenen de vlekken niet. De vlekken deden gelukkig geen pijn. Als ik ze aanraakte, voelde ik niets. Ik maakte me dan ook geen zorgen. Maar de vlekken gingen niet weg. Er kwamen er zelfs nieuwe bij. Een jaar geleden gebeurde er iets met mijn hand. Mijn linkerhand. Ik kon mijn vingers niet meer strekken. Het deed geen pijn hoor. Net als bij de vlekken. Maar het was wel heel vervelend. Als je vingers altijd geplooid staan, kan je niets meer met je hand doen. Dingen vastgrijpen lukt niet meer. Een vork of een pen vasthouden gaat niet meer. Probeer zelf maar eens. Plooi je vingers en probeer dan een blad op te pakken. Je mag je vingers niet bewegen hoor. Merk je het? Dat gaat niet. Vervelend hè … Mama heeft me dan maar naar een genezer gebracht. Dat is iemand die planten en kruiden als pilletjes gebruikt. In Congo heb je veel genezers. Goede maar ook minder goede. De genezers hebben van alles geprobeerd om mij te helpen. Voor me gezongen. Vreemde dansen gedaan in het midden van de nacht. Ze gaven me zelfs een geluksbrenger. De genezer beloofde me dat ik zou genezen als ik die altijd bij me droeg. Maar het hielp niet. Mama geloofde wel dat het zou helpen. Ze zei me dat ik wat meer geduld moest hebben. Ze besliste ook om te verhuizen. Van het dorp naar de grote stad. Daar zou ze werk gaan zoeken. Weet je, nu papa er niet meer is, moet zij voor alles zorgen… Helemaal alleen. We zijn met ons drieën vertrokken: mama, mijn zusje Geraldine en ik. We hebben bijna niks meegenomen. Op de boot is ook maar weinig plaats. Weet je wat ik wel bij me had? Mijn knuffelbeer. Die wilde ik niet achterlaten. In de stad hebben we tante gezien. Ze is de zus van mijn mama en zij is verpleegster. Ze keek naar mijn vlekken en naar mijn hand. En ze wist meteen welke ziekte ik had. Weet je hoe ze dat wist? Ze kent mensen die veel weten over allerlei ziektes. Die mensen weten dat dankzij jullie. Ja, dankzij de mensen in België.
Deel 3: Doelstellingen en oplossingen
-24-
-25-
Want in België zijn er elk jaar mensen die stiften verkopen. En het geld dat ze daarvoor krijgen, gebruiken ze om medicijnen te kopen. En om dokters en verplegers op te leiden. In heel wat landen van de wereld. Ook in Congo. Ook hier. Die mensen in België en de dokters en verplegers hier … die noem ik de mensen van de vlinder. Van de rode vlinder.
Zodat die akelige lepramicroben allemaal verdwijnen! Net zoals mijn vlekken. Maar daarmee is mijn hand nog niet genezen. De dokters van Damiaanactie noemen dat een klauwhand. Omdat ze lijkt op de klauw van een dier. Ik heb geen kracht meer in mijn hand. Daarom moeten de dokters me binnenkort opereren.
Ik heb die rode vlinder op een boot gezien. Heel mooi getekend. Mijn tante vertelde me dat het de boot van Damiaanactie is. Ken je Damiaanactie? Vast wel. Want Damiaanactie komt uit België. Ik heb je al verteld dat wij ons altijd verplaatsen met de boot. Omdat er geen wegen zijn. Wel: voor Damiaanactie is dat net hetzelfde. Zij gaan met de boot op zoek naar zieke mensen. Zodat ze hen kunnen genezen.
Ik was bang toen ze me dat vertelden. Zou jij niet bang zijn als ze je vertellen dat ze je moeten opereren? Maar de dokter van Damiaanactie zei dat er geen andere keuze was. Eerst moet ik mijn pillen nemen. Daarna moet ik enkele weken oefeningen doen met mijn hand. En daarna gaan ze mijn hand opereren. Na de operatie moet ik nog een paar weken in het ziekenhuis blijven. En nog meer oefeningen doen met mijn hand. Als ik dat allemaal doe, zal ik mijn vingers weer kunnen strekken. En kan ik mijn hand weer gebruiken. Ik zal dan helemaal genezen zijn. En weet je, ik moet niks betalen! De pillen, de operatie … alles is gratis. Dankzij Damiaanactie en iedereen in België die Damiaanactie steunt.
De mensen van Damiaanactie hebben ook naar mijn hand gekeken. Ze zegden dat ik ziek was. Dat ik LEPRA had. Jammer dat de genezers dat niet wisten. Anders had ik misschien nooit kromme vingers gekregen. Maar er is ook goed nieuws. Je kunt lepra genezen. Er bestaan medicijnen om die akelige ziekte te bestrijden. Ik moet 12 maanden pilletjes nemen. En dan ben ik weer gezond. De pilletjes maken de microben in mijn lichaam dood. Ik mag ze geen enkele dag vergeten. Of de microben overleven misschien toch. Pfjew. Twaalf maanden elke dag een pilletje. Ik hoop dat ik het geen enkele dag vergeet. Mama zal me wel helpen. Ze zal me er elke dag aan herinneren dat ik mijn medicijnen moet nemen.
Ik besef nu dat die geluksbrenger van de genezer niet helpt. De echte geluksbrengers zijn de stiftjes van Damiaanactie. Want als jullie in België die stiftjes verkopen, is er geld voor pilletjes tegen lepra. En geld om onze dokters en verplegers te betalen. Zodat ze ons gratis kunnen behandelen. Ja, die stiftjes van jullie brengen echt geluk.
Moeilijk om dingen vast te houden. Iemand met een klauwhand heeft geen kracht meer in zijn hand.
Gemima reist met de boot omdat er geen wegen zijn.
Dank je wel stiftjes. Dank je wel Damiaanactie.
Oplossingen A
Het logo van Damiaanactie Het hart Een logische keuze: de Damiaanactie-vrijwilliger gaat ervoor met hart en ziel. En heeft het hart op de juiste plaats. Hij of zij doet er alles aan om de samenleving menselijker te maken. En vormt een trouwe bondgenoot van alle mensen die strijden tegen onverschilligheid. In het noorden, zuiden, oosten én westen. De vlinder De vlinder staat symbool voor al die duizenden kwetsbare lepra- en tbc-patiënten in de derde wereld. Zij zijn kwetsbaar maar tegelijk hoopvol en mooi. Wij willen hen weer hoop geven en een toekomst. Daarom zetten we ons dag na dag in om zoveel mogelijk ‘kwetsbare vlinders’ te redden.
3 1 2
Voorwerp waarvan je denkt dat het je geluk kan brengen. Geluksbrengers helpen niet om je te genezen.
Om de bacteriën te doden moet je pilletjes nemen.
Om een klauwhand te genezen heb je een operatie nodig.
Een Playstationspel Een huis van Lego Een nieuwe boekentas Een mand vol boodschappen 2 ticketjes voor de dierentuin ......
Deel 3: Doelstellingen en oplossingen
-26-
-27-
Oplossingen B
WWF
Apple PlayStation
Carrefour
Batman
La vache qui rit NMBS
¨Pepsi Facebook McDonalds
Rode Duivels Delhaize
Kinshasa Brussel Frans Nederlands Frans - Duits
Congolese Frank 2.344.858 km2 75.507.308
Euro 30.528 km2 11.099.554 Constant brengt Laurent naar het ziekenhuis, betaalt alle kosten die eerder al gemaakt werden en start de behandeling op.
Zo herkennen de mensen snel de organisatie of het bedrijf. Met een logo laat een bedrijf op een symbolische manier zien waarvoor ze staan.
Het hart Een logische keuze: de Damiaanactie-vrijwilliger gaat ervoor met hart en ziel. En heeft het hart op de juiste plaats. Hij of zij doet er alles aan om de samenleving menselijker te maken. En vormt een trouwe bondgenoot van alle mensen die strijden tegen onverschilligheid. In het noorden, zuiden, oosten én westen. De vlinder De vlinder staat symbool voor al die duizenden kwetsbare lepra- en tbc-patiënten in de derde wereld. Zij zijn kwetsbaar maar tegelijk hoopvol en mooi. Wij willen hen weer hoop geven en een toekomst. Daarom zetten we ons dag na dag in om zoveel mogelijk ‘kwetsbare vlinders’ te redden.
Le Papillon is het Franse woord voor vlinder. Op de boot zie je het vlindertje uit het logo van Damiaanactie.
Congo Het begrip drijvende kracht illustreert enerzijds de verplaatsing over het water, anderzijds de grote kracht die iedereen in de film weet op te brengen.
Lepra is armoedeziekte.
Een infectieziekte.
Gevoelloze vlekken op de huid.
Hoesten, vermageren, koorts.
Met een cocktail van medicijnen.
Met medicijnen onder supervisie.
40 euro.
40 euro.
Dan krijg je verminkingen.
Dan ga je dood.
Gemima heeft een klauwhand. Ze moet oefeningen doen en daarna zal Damiaanactie haar hand genezen.
-28-
-29-
Aardrijkskunde: Situering van Congo op de wereldkaart, informatie over de belangrijkste natuurlijke en menselijke kenmerken van Congo-Kinshasa opzoeken en creatief verwerken. Enkele concrete didactische tips: • De leerkracht aardrijkskunde laat leerlingen het huidige Congo-Kinshasa situeren op de wereldkaart en bespreekt enkele belangrijk demografische kenmerken van het land ter voorbereiding van het bekijken van de campagnefilm. • De leerkracht laat leerlingen Congo-Kinshasa voorstellen op een creatieve manier: powerpointpresentatie, reisfolder, zelfgemaakte kaarten, typische maaltijden, …
spoort mensen op, geneest hen van lepra en tuberculose met gratis medicijnen.
Schoolkatern C De leskatern is vooral bedoeld voor het eerste en tweede jaar van het secundair. Leerlingen van een derde of vierde jaar kunnen hiermee echter ook zonder probleem werken. Voor de hogere cyclus van het secundair onderwijs raden we echter de Damiaanactiekrant aan die heel wat informatie bevat. We hebben bovendien didactische koffers ter beschikking. Of vraag één van onze animatoren bij jou op school: ze leiden de film in en brengen een sterk verhaal voor de leerlingen op school. Je kunt een animator reserveren via onze website www.damiaanactie.be. Raadpleeg zeker en onze Facebookpagina (www.facebook. com/fbdamiaanactie): hier vind je het dagelijkse reilen en zeilen van Damiaanactie. Of schrijf je in op onze nieuwsbrief. Voor meer info kan je terecht op
[email protected]. Tip: Probeer om als leerkracht of begeleider de film zelf op voorhand te bekijken. De film bevat enkele aangrijpende fragmenten die hun volle draagkracht krijgen als ze kort worden toegelicht. Verantwoording Wie werkt op school met de film? Uiteraard kijkt iedereen in de richting van de leerkrachten die levensbeschouwelijke vakken aanbieden. Maar een campagnefilm van Damiaanactie kan eigenlijk door heel wat leerkrachten en verschillende vakken gedragen worden. Hieronder wordt het leerplan rooms-katholieke godsdienst van de eerste graad getoetst om deze leskatern te verantwoorden. Het spreekt echter voor zich dat iedere leerkracht deze leskatern ter hand kan nemen om met zijn of haar leerlingen de film te bespreken. Ook heel wat vakoverschrijdende eindtermen voor de eerste graad kunnen bij het bekijken en het bespreken van de film verder uitgewerkt en bereikt worden. Misschien een project op school laten groeien?
Vakoverschrijdend werken – enkele didactische tips voor 1e en 2e graad. Nederlands: Het bekijken van de campagnefilm biedt een extra kans om vaardigheden als luisteropdrachten, schrijfopdrachten, dialogen, interviews te testen. Enkele concrete didactische tips: • De leerkracht voorziet een extra luisteropdracht bij bekijken van de campagnefilm. • De leerkracht laat leerlingen de verklaringen van enkele moeilijke begrippen uit de leerlingenkatern opzoeken in een woordenboek. Dit als voorbereiding op een vlotte verwerking van de opdrachten uit de leerlingenkatern tijdens de les godsdienst. • De leerkracht laat leerlingen een leuke schrijfopdracht maken over hoe zij zich kunnen ontpoppen tot hartelijke vinder. Geschiedenis: De woelige geschiedenis van Congo is deels mee de oorzaak van de armoedeziektes die er voorkomen. Niet onbelangrijk daar even bij stil te staan. Het gebruik van internet en de zoektocht naar betrouwbare geschiedkundige bronnen kan hierbij een meerwaarde vormen. Enkele concrete didactische tips: • De leerkracht laat de leerlingen zelf een tijdlijn maken. • De leerkracht ontwerpt een internet-zoek-opdracht rond de geschiedenis van Congo. • De leerkracht laat leerlingen het liedje ‘Bwana Kitoko’ van De Nieuwe Snaar beluisteren. Het gaat over koning Boudewijn en de onafhankelijkheid van Congo.
Biologie: Microscopisch onderzoek van bacteriën, bespreking van de verschillende ziektes, situering van bacteriën binnen vijfrijkensysteem. Enkele concrete didactische tips: • Leerkracht laat leerlingen een leprabacil onderzoeken onder de microscoop. In de eerste graad kan deze opdracht dienst doen als extra kans om de vaardigheid ‘werken met de microscoop’ te herhalen. In de tweede graad kan dit een link zijn naar het bestuderen van de kenmerken van Monera of Prokaryoten binnen het vijfrijkensysteem. Ook de binomiale naamgeving en taxonomie kunnen hiermee in verband gebracht worden.
Doelstellingen uit het leerplan rooms-katholieke godsdienst - eerste graad, eerste leerjaar - Didactische tips Terrein: Tijd en Verhalen Congo-Kinshasa is een land met een totaal andere cultuur dan België. De hoofdstad Mbandaka, waar de campagnefilm zich afspeelt, wordt gekenmerkt door een uitzonderlijke natuur, straatarme bevolking, plaatselijke conflicten door voedseltekort, een steeds toenemende bevolking en een afwezige overheid. Enkele concrete didactische tips: • Het loont hier zeker de moeite om het levensverloop van enkele personages te vergelijken met dat van de leerlingen in de klas. Bijvoorbeeld a.d.h.v. een levenslijn die leerlingen eerst voor zichzelf kunnen maken en vervolgens voor een zelfgekozen personage uit de film. Een grondig vergelijk zal leerlingen onmiddellijk doen inzien dat zij leven vanuit een totaal ander referentiekader dan de personages uit de film. De levensverhalen van de verschillende personages komen aan bod vooraan in de leerkrachtenkatern. • In de film is de moeder van het personage Laurent zeer gelovig. Ze bidt constant in de hoop dat haar zoon toch maar zou overleven. Gemima vindt een enorme houvast aan de talisman die ze krijgt van haar traditionele genezers, hoewel zij het meisje helemaal niet vooruit helpen. Geloof en bijgeloof zijn twee zaken die hier nauw bij elkaar aansluiten. Beide personages putten in ieder geval kracht uit hun geloof. Bespreek met de leerlingen welke gevoelens ‘geloof’ kan oproepen bij de personages. Laat hen vertellen hoe zij tegenover hun eigen geloof staan.
Terrein: Groepen/gemeenschappen Groepsvorming is één van de meest innemende processen die jongeren sterk kunnen beïnvloeden. Behoren tot een groep kan heel wat positieve, maar ook negatieve gevolgen hebben. Soms kan je kiezen om tot een groep te behoren, maar soms ook niet. Heel wat situaties in de campagnefilm sluiten nauw aan bij deze thematiek. Enkele concrete didactische tips: • De Pygmeeën zijn een mooi voorbeeld van groepsvorming waarvoor je niet bewust kiest. Je bent van bij je geboorte een Pygmee en leeft volgens de eeuwenoude tradities die dit volk voorschrijft. Bespreek met de leerlingen de positieve en negatieve effecten van dit soort groepsvorming: omgaan met lage levensverwachting, samen sterk, solidariteit,… zijn thema’s die hierbij aangesneden kunnen worden. Je vindt nog meer informatie terug over dit volk bij de extra verhaallijnen in de leerkrachtenkatern. • De bemanningsleden van ‘Le Papillon’ vormen ook een groep. Iedereen heeft zijn eigen rol en gedraagt zich naar wat van hem verwacht wordt. Zo streven ze samen naar eenzelfde doel: zoveel mogelijk sensibiliseren en genezing bieden tot in de moeilijkst bereikbare uithoeken van de Evenaarsprovincie. Dit is een mooie aanzet om als klasgroep, graad of ganse school een vlindereffect te creëren en Damiaanactie op die manier een hart onder de riem te steken. Laat leerlingen creatief zijn en zelf acties op poten zetten. Dit zet vaak onbekende of verdoken talenten van leerlingen in de kijker. Iets waar leerkrachten bij alle leerlingen naar op zoek zijn!
Doelstellingen uit het leerplan rooms-katholieke godsdienst - eerste graad, tweede leerjaar - Didactische tips Terrein: Pijn en Innerlijkheid De film toont heel wat situaties waar zowel patiënten, familie van de patiënten als de hulpverleners van Damiaanactie op een bepaalde manier met pijn en lijden moeten omgaan. Ook de leefomstandigheden en armoede van de personages roepen deze gevoelens op. Enkele concrete didactische tips: • Bespreek op basis van de verhaallijn van één van de personages uit de film op welke manier de betrokkenen kunnen omgaan met pijn. Omgaan met angst, medelijden, meevoelen, ver/wantrouwen hebben in, opluchting, … zijn allemaal gevoelens die in deze context aan bod kunnen komen. • Enkele voorbeelden: Cécile, de moeder van Laurent, lijdt onder de angst haar zoon te verliezen. Constant, de hulpverlener, die zich ernstige zorgen maakt om Laurent. Hij toont empathie en kan de moeder zo overtuigen Laurent naar de Damiaanactie te brengen. Laurent zelf, die lijdt onder zijn ziekte. De papa van Isabelle die opgelucht is dat zijn dochter eindelijk geholpen wordt. Hij wilde al lang naar het ziekenhuis met zijn dochter, maar wegens geldgebrek, tal van verkeerde diagnoses is dat nooit gelukt. Voor hem een psychische lijdensweg… Nu toont hij veel vertrouwen in Damiaanactie. Enz. …
-30-
•
•
Het is ook een kans om leerlingen te laten stilstaan bij momenten waarop ze zelf zulke gevoelens moesten oproepen. Laat leerlingen verwoorden welke gevoelens het bekijken van de film bij hen oproept. Laat hen zoeken naar manieren hoe ook zij van hieruit het lijden van lepra- en tbc-patiënten kunnen verzachten. Zet zo een actie ten voordele van Damiaanactie op poten.
Doelstellingen uit het leerplan rooms-katholieke godsdienst – tweede graad In het derde jaar sluiten enkele concrete beelden uit de film nauw aan bij het terrein ‘Bronnen van leven’. Zo kan
-31-
het geloof en de houvast van de Bijbel voor Cécile, een aanknopingspunt vormen. Ook de geluksbrenger van Gemima is een symbool voor haar geloof in de traditionele geneesheren, ook al hebben zij haar niet geholpen. Voor het vierde jaar kunnen linken gelegd worden met thema’s als ‘omgaan met verschillen’ en ‘kiezen’. Het cultuurverschil waarin de personages leven en opgroeien is immens. Hoe staan leerlingen tegenover de keuzes die de personages maken? Welke mening hebben leerlingen over de manier waarop de pygmeeën vasthouden aan eeuwenoude tradities of hoe Gemima en haar moeder vol zijn van de rituelen die de traditionele geneesheren uitvoeren? Zouden ze zelf ook kunnen kiezen voor een leven als hulpverlener in die gebieden? Enz.
I n
ame
oo p
en
a
t i e s Gemima: lepra, klauwhand,vlekjes op de huid, bijgeloof Laurent: Bijbel, hiv/tbc, co-infectie, armoede Isabelle: paaldorp, tbc, kuchen en hoge koorts, verkeerde diagnose
e k e r h e i d
i
e r s pr e i d
een kleine handeling kan grote gevolgen hebben
Oplossing C-katern
Congostroom
Evenaarsprovincie
Tropisch regenwoud
Het hart Een logische keuze: de Damiaanactie-vrijwilliger gaat ervoor met hart en ziel. En heeft het hart op de juiste plaats. Hij of zij doet er alles aan om de samenleving menselijker te maken. En vormt een trouwe bondgenoot van alle mensen die strijden tegen onverschilligheid. In het noorden, zuiden, oosten én westen.
Naar eigen mening in te vullen.
De vlinder De vlinder staat symbool voor al die duizenden kwetsbare lepra- en tbc-patiënten in de derde wereld. Zij zijn kwetsbaar maar tegelijk hoopvol en mooi. Wij willen hen weer hoop geven en een toekomst. Daarom zetten we ons dag na dag in om zoveel mogelijk ‘kwetsbare vlinders’ te redden.
Calice lokale bevolking
armoedeziektes symptomen
Egide
Martin
gevoelloze kwakzalvers Damiaanactie
Constant
geneesmiddelen
Félicien
genezen hart en ziel
uitgestoten