Campagne Welzijnszorg vzw 2013
Armoede (op den) buiten
Campagnefilm Verwerkingstips voor het secundair onderwijs én voor (middenvelds)groepen
V.U. Welzijnszorg vzw Huidevettersstraat 165 1000 Brussel
[email protected] www.welzijnszorg.be Via www.welzijnszorg.be kan je deze verwerkingstips ook downloaden. Artikelcode: WZZ-2013-2002
VOOR JE AAN DE SLAG GAAT Armoede is geen eenvoudig thema om bespreekbaar te maken in een groep. De kans is immers reëel dat iemand in de groep, van dichtbij of van iets verderaf, in het verleden of in het heden geconfronteerd werd met de vicieuze cirkel die armoede vormt. Een voorzichtige benadering bij het omgaan met de verwerkingsmodellen is dan ook aangewezen. Een aantal tips om dit concreet te maken: ▶ Vermijd persoonlijke benaderingen. Merk je dat iemand eerder op de achtergrond blijft bij het bespreken van de dvd, heb hier dan respect voor en dwing deze persoon niet tot het nemen van het woord. ‘Weinig zeggen’ betekent op zich niet dat deze persoon zelf in armoede leeft. Het kan ook zijn dat hij/zij niet echt een mening heeft over maatschappelijke thema’s. Dit kan je alleen maar respecteren. ▶ Veralgemenen is uit den boze. Verdiep je, bij wijze van voorbereiding, als begeleider even in de armoedeproblematiek. Je zal gauw merken dat er weinig algemene waarheden kunnen gesteld worden: elke situatie is uniek en verdient dan ook een individuele benadering. Hou dit in het achterhoofd bij de bespreking. Achtergrondinfo vind je terug via www.welzijnszorg.be of in het dossier dat geschreven werd voor deze campagne. ▶ Fictie overstijgt non-fictie. Verwijs je naar voorbeelden uit je eigen leefwereld? Op zich geen probleem. Maar behoed je voor het gebruik van echte namen, adresgegevens, … Verzin liever een fictieve figuur die gebaseerd is op jouw voorbeeld.
▶ Verbreding opent ogen. De kans bestaat dat iemand binnen de groep er een duidelijke, maar afwijkende mening op nahoudt. Maak jezelf niet de illusie dat je iemand in 2 à 3 uurtjes van mening kan laten veranderen. Het enige dat je kan doen is meningen respecteren en zelf met open vizier argumenteren, vanuit een onderbouwde mening over armoede. ▶ Kijk over het thema heen. ‘Armoede (op den) buiten’ is ons campagnethema voor dit jaar. Maar het kan verdiepend en verrijkend zijn als je dit thema overstijgt en daarnaast andere thema’s aanreikt (kinderarmoede, armoede en de link met gezondheid …). De achtergronddossiers van Welzijnszorg bieden hiervoor een goede insteek.
Zin in meer? De dvd vormt een laagdrempelige inleiding tot de armoedeproblematiek en we vinden het fijn dat je hiervoor de tijd neemt. Welzijnszorg kan echter veel meer voor je betekenen: zo kan je nog heel wat ander (campagne)materiaal bestellen of één van onze medewerkers kan tijdens een vormingsmoment verdiepend aan de slag gaan met de groep. Meer info vind je op www.welzijnszorg.be.
1. Inleidingsoefening A. Woordspin Aan de hand van een woordspin laat je de deelnemers nadenken over het begrip “armoede (op den) buiten”. Na de brainstorm bespreek je de woordspin met de deelnemers. Hoe maak je een woordspin? ▶ Schrijf de slagzin “armoede (op den) buiten” in het midden op een leeg A4 blad of bord. ▶ Trek een cirkel om dit woord. ▶ Trek lijnen naar alle kanten zoals de draden van een spinnenweb. ▶ Op het einde van die lijnen trek je telkens een cirkel. ▶ Schrijf de woorden op in de cirkels die jou te binnenschieten als je aan “armoede (op den) buiten” denkt. ▶ Groepeer de woorden die bij elkaar horen en bespreek deze samenvatting kort.
B. Plattegrond Zoek een plattegrond van een stad en een dorp naar keuze. Je kan dit via een zoekmachine op internet. Download twee voorbeelden en print deze af op passend formaat. Of print de individuele plattegronden voor elke deelnemer. De deelnemers duiden met kleurstiften diensten en voorzieningen (bushaltes, winkels …) aan op beide kaarten.
Ga op zoek naar de gelijkenissen en verschillen in aanwezigheid van winkels, openbare diensten, hulpverlening enz. Bespreek samen met de deelnemers de duidelijke verschillen aan de hand van een aantal vragen. Bijvoorbeeld: ▶ Zijn er op beide plattegronden evenveel bushaltes te vinden? ▶ Zijn er op beide plattegronden ziekenhuizen/ winkels te vinden? ▶ Kan je de afstand inschatten naar de dichtstbijzijnde school voor secundair onderwijs? ▶ …
2. Stellingen “Armoede op den buiten” Werken met stellingen is een manier om de deelnemers hun mening te laten uiten. Schrijf de stellingen op verschillende kleuren papier: bijvoorbeeld stelling 1 en 2 op rood papier, 3 en 4 op geel papier, 5 en 6 op blauw papier en stelling 7 en 8 op groen papier. Deel de verschillende stellingen uit en laat de deelnemers die dezelfde kleur hebben samenwerken. Zij wisselen hun meningen uit en proberen tot een conclusie te komen. Na ongeveer tien minuten breng je alle groepjes samen, zodat er een (klas)gesprek/debat kan ontstaan.
Stellingen: ▶ Iedereen kan zelf beslissen over zijn woonplaats. ▶ Wie foute keuzes maakt moet maar de gevolgen dragen. ▶ Je gezondheid heb je zelf in handen. ▶ Wie een eigen huis heeft, zal niet in armoede terecht komen. ▶ Een auto is een overbodige luxe. Met het openbaar vervoer geraak je overal. ▶ Wie wil werken, kan altijd werken. ▶ Ook op het platteland zijn er voldoende activiteiten, wie naar buiten wil kan. ▶ Iedereen kan altijd kiezen waar ze willen winkelen. TIP: Laat de leerlingen of deelnemers uit de groep kiezen voor één van de stellingen. Ze schrijven een kort stukje over de gekozen stelling met argumenten voor of tegen. Ben je het eens met de uitspraak of niet? Welke gedachten en gevoelens roept de uitspraak bij jou op?
3. Vraaggesprek De begeleider deelt de vragen uit aan de deelnemers. Na het bekijken van de dvd beantwoorden de deelnemers samen met de begeleider de vragen. ▶ Is Caroline in de mogelijkheid om zich te verplaatsen met auto? ▶ Wat zou een vervoersoplossing zijn voor Caroline? ▶ Ervaren de verschillende mensen dezelfde knelpunten? Zijn deze knelpunten
even groot? ▶ Hebben Freddy, Caroline, Paula en Paul een uitgebreid sociaal leven en veel sociale contacten? ▶ Zijn Paul en Paula tevreden over hun woning? Wat zijn mogelijke oplossingen? ▶ Welk traject moet Freddy afleggen om tot bij zijn dochter te geraken? Wat zijn mogelijke oplossingen? ▶ Som de vier politieke eisen op en kan je met deze eisen akkoord gaan? Waarom wel of niet? ▶ Welk project wordt er besproken in de dvd en wat doet dit project?
4. Kringloop van armoede De kringloop van armoede bestaat uit 7 knelpunten die mensen in armoede ervaren. Benoem deze 7 knelpunten en schrijf ze op de juiste plaats in de kringloop. De begeleider vult, aan de hand van de dvd of het verhaal, samen met de deelnemers de kringloop verder aan. Verhaal: Linda (48) heeft vroeger als kapster gewerkt maar door zware rugproblemen is ze nu thuis met een kleine invaliditeitsuitkering. Ze is gescheiden en woont samen met haar twee kinderen. De woning is zeer klein met heel veel tocht- en vochtproblemen. Warm water en verwarming zijn er amper. Linda is maar tot haar 15 jaar naar school kunnen gaan, omdat zij thuis moest helpen in het huishouden. Linda
eet zelden een warme maaltijd. Meestal eet ze gewoon brood. Af en toe gaat ze een voedselpakket halen maar ze schaamt zich om dat te moeten doen. Ze heeft veel last van longontstekingen en depressies door de ongezonde leefomstandigheden en de dagelijkse stress.
Kringloop van armoede
Knelpunten: Slecht en ongezond wonen; Geen, gevaarlijk of minderwaardig werken; Ongezonde en eentonige voeding; Weinig en/of onaangepast onderwijs; Onvoldoende inkomen; Gezinsproblemen; Slechte gezondheid
Verwerkingstips bij ‘Och arme?!’ Een jongerenreportage over armoede in Vlaanderen 1. Kringloop van armoede Armoede wordt vaak enkel verbonden met een tekort aan geld. Dat is maar een stuk van de waarheid. In de meeste gevallen is armoede een ingewikkeld kluwen van oorzaken en gevolgen. Met deze oefening denken de leerlingen na over de verschillende oorzaken en gevolgen van armoede. Stap 1 Eerste brainstorming Aan de leerlingen wordt gevraagd wat het begrip ‘armoede’ bij hen oproept. De leerlingen vertellen elkaar wat ze weten over armoede (in Vlaanderen). Stap 2 Kijkopdracht Verdeel de leerlingen in groepjes en geef iedere groep een verschillend element uit de kringloop van armoede. Na het bekijken van de reportage vult iedere groep zijn onderdeel aan met voorbeelden uit de verschillende getuigenissen. Stap 3 Kringloop van armoede Overloop de neergeschreven voorbeelden en vul samen de kringloop van armoede in.
Kringloop van armoede
2. Kijk op armoede Iedereen kijkt op zijn manier naar de wereld, naar de samenleving en dus ook naar (mensen in) armoede. Hoe je naar iets kijkt, bepaalt hoe je ermee omgaat en welke reacties eruit volgen. Stap 1 Mijn gevoel De leerlingen verwoorden hun gevoelens over de reportage aan de hand van een lijst met mogelijkheden.
Beoordeel volgende omschrijvingen met behulp van deze schaal: ++ Ik ga volledig akkoord. + Ik ga akkoord. ? Ik weet het niet. - Ik ga niet akkoord. -- Ik ga helemaal niet akkoord. Hoe vond je de reportage? Levensecht/ Aangrijpend/ Choquerend/ Vervelend/ Voorspelbaar/ Spannend/ Realistisch/ Pessimistisch/ Ontroerend/ Hoopvol/ … Of heb je er zelf nog een andere omschrijving voor? Stap 2 Armoede in beeld De leerlingen verwoorden hun indrukken en leerpunten over de reportage aan de hand van een aantal richtvragen. Ze denken ook na over de mogelijke gevolgen van een leven in armoede. Enkele richtvragen: 1. Wat is je eerste reactie na het bekijken van de reportage? 2. Welk beeld had je van armoede vóór het bekijken van de reportage? Is dat beeld veranderd? In welke in? 3. Welk fragment is je het meeste bijgebleven? Waarom? 4. Welke belangrijke informatie kan je uit de reportage halen? 5. Welke elementen kunnen aan de oorzaak van een leven in armoede liggen? 6. Welke gevoelens hebben de getuigen bij hun leven in armoede? 7. Met welke getuigen kan je je het sterkst identificeren? Is er ook een getuige die
je helemaal niet begrijpt? 8. Bart, Marleen en Peter zetten zich in voor de strijd tegen armoede. Zie je zelf ook een opdracht?
3. Schrijfopdrachten Opdracht 1 Voordat je de reportage bekijkt, geef je de leerlingen de naam van één van de mensen die zich inzetten voor de strijd tegen armoede: Bart, Marleen of Peter. Geef hen de opdracht om goed te onthouden wat deze persoon zegt en doet. Laat hen nadien zelf een pagina uit een ‘vriendenboek’ opmaken. Laat plaats voor extra vragen zoals: mijn droom is … enz. Opdracht 2 De reportage start met de vraag naar de toestand van armoede in Vlaanderen. Na het bekijken van de verschillende getuigenissen laat je alle leerlingen hun persoonlijk antwoord neerschrijven. Opdracht 3 Laat de leerlingen reporter van deze uitzending zijn. Welke vijf vragen zouden zij graag aan (één van) de getuigen stellen?
4. Omgaan met vooroordelen Sommige mensen zeggen dat er in ons land geen armoede is, anderen denken dat het allemaal de schuld van de arme mensen zelf is. Iedereen heeft zijn of haar
mening. Soms is die wit, zwart of lichtgrijs. Met de volgende oefening moet iedere leerling kleur bekennen. Er wordt gewerkt met een set van drie kaarten (groen, rood en oranje). Iedere kleur staat voor een antwoordmogelijkheid: akkoord, niet akkoord, twijfelen. Iedere leerling krijgt een set kaarten. Per stelling kiest de leerling een antwoordoptie en maakt zijn keuze bekend door een kaart op te steken. Nadien kan iedere leerling zijn mening toelichten via een klasgesprek. Het is niet onmiddellijk de bedoeling tot een discussie te komen. Ieder heeft een mening en dat verdient in de eerste plaats respect. Als laatste stap vraag je of er leerlingen hun oorspronkelijke mening herzien en waarom. 1. 2. 3. 4. 5.
Armoede is een schending van de mensenrechten. Je bent arm als je te weinig geld hebt. Arme mensen zijn vaak te lui om te werken en ze verkwisten hun geld. Je wordt arm geboren. Hoe langer iemand arm is, hoe kleiner de kans om uit de armoede te ontsnappen. 6. Armoede en uitsluiting zijn twee verschillende onderwerpen. 7. Schulden hebben is je eigen schuld. 8. Armoede kent geen kleur of nationaliteit. 9. De samenleving heeft de plicht om mensen met (financiële) problemen te steunen: steun aan werklozen, zieken, mensen met een handicap enz. 10. Bij ons in België is er geen echte armoede.