Armoede (op den) buiten
Plattelandsarmoede
Lokaal model politieke eisen
D
e geur van vers gemaaid gras en pas geoogst koren. Genieten van mooie landschappen en vergezichten. Een toevluchtsoord van rust uit het drukke stadsleven. Gemoedelijkheid en persoonlijke contacten. Het platteland op zijn mooist. Het platteland als een idyllische plaats. Onzichtbaar en verborgen in dit plaatje is de harde realiteit van een leven in armoede.
Voor de campagne van 2013 koos Welzijnszorg om het accent te leggen op de armoede ‘op den buiten’. Een campagne over armoede op het platteland, armoede in gemeenten, dorpen of gehuchten, armoede achter de gevels van onze lintbebouwing.
Eén van de pijlers van Welzijnszorg is het politiek werk. We willen hiermee structureel werken aan oplossingen om zo de armoede terug te dringen. Dit kan door de steun van sterke partners, door honderden vrijwilligers die handtekeningen verzamelen om onze eisen te steunen en door intensieve contacten met politici en beleidsmakers. Maar hier stopt het niet! Ook in jouw gemeente is er armoede en ook op dat lokale niveau kan er heel wat ten goede veranderen.
Dialoogondersteuners versterken de stem van mensen in armoede in welzijnsschakelgroepen Welzijnsschakels en Welzijnszorg willen welzijnsschakelgroepen (extra) ondersteunen om in dialoog te treden binnen hun gemeente. Dialoog biedt de groepen kansen om in hun eigen gemeente concrete, haalbare verbeteringen voor mensen in armoede te bepleiten, af te dwingen of te helpen realiseren. Een dialoogproces werkt ook versterkend voor de groep en de mensen. Daarnaast zijn heel wat lokale besturen vragende partij om in dialoog te treden en samen naar oplossingen te zoeken. Vrijwillige dialoogondersteuners begeleiden groepen bij deze uitdaging. Zijn jullie een welzijnsschakelgroep, doe er dan zeker een beroep op en contacteer je regionale medewerker. Dialoogondersteuners ondersteunen welzijnsschakelgroepen om zichzelf bekend te maken met het oog op lokale politieke dialoog, om bekommernissen meer systematisch op te vangen en te structureren, om knelpunten te formuleren en daarin een prioriteit aan te brengen, om verbetervoorstellen te formuleren, om knelpunten af te toetsen in een breder netwerk, om meer informatie te krijgen rond een specifiek thema, om een doelstelling en strategie voor de dialoog uit te werken, om in dialoog te treden met het OCMW, de gemeente of andere middenveldactoren … Op die manier zetten Welzijnsschakels en Welzijnszorg in op de structurele bestrijding van de armoede in ons land, met en voor de mensen in armoede.
We maakten dit model zodat je zelf met je welzijnsschakelgroep, als Landelijke Gilde of KVLV of met je vereniging aan de slag kan gaan met de campagne van Welzijnszorg, ‘Armoede (op den) buiten’. Hoe ga je te werk? 1. Bespreek binnen je organisatie de campagne ‘Armoede (op den) buiten’. Je kan hiervoor een beroep doen op de campagnematerialen zoals de dvd. Je vindt alles via www.welzijnszorg.be 2. Zoek enkele ‘trekkers’ om lokaal aan de slag te gaan met de eisen. 3. Je kan aan de slag gaan met één specifieke eis of ze alle vier behandelen. Dit mag je zelf beslissen afhankelijk van de noodzaak en de draagkracht van je groep. 4. Neem de fiches bij de eisen die je wil bespreken en gebruik ze als leidraad. 5. De fiches reiken ideeën en manieren aan om de bespreking aan te pakken of voorstellen te formuleren. Uiteraard zijn er nog andere mogelijkheden om de eisen te bespreken. Wees gerust creatief met oplossingen, besprekingsmodellen … 6. Laat ons weten hoe het verlopen is. Wijzelf en andere groepen kunnen ook van jullie leren. Via
[email protected] horen we graag wat jullie allemaal gedaan hebben.
Meer informatie?
[email protected]
Als lokale afdeling van de Landelijke Gilden of de KVLV kun je beroep doen op ondersteuning door je regionale consulent.
2
Speerpunt 1: Lokaal armoedebeleid: toegankelijke dienstverlening in onze gemeente A. Knelpunt
• Elke gemeente moet een participatief lokaal sociaal beleid organiseren met aandacht voor mensen in armoede. • De bereikbaarheid van diensten moet verzekerd zijn voor iedereen. Dit geldt ook voor diensten die verderaf liggen of in andere gemeenten of stedelijke kernen. • In elke gemeente moet een laagdrempelig Sociaal Huis bestaan. • Lokale besturen moeten initiatief nemen om de dienstverlening van hogere overheden op hun grondgebied te verzekeren (bv. werkwinkels van de VDAB).
Het lokale niveau, de gemeente en het OCMW, is van groot belang voor armoedebestrijding. Het staat het dichtst bij de mensen, ook bij mensen in armoede. Welzijn, huisvesting, mobiliteit, onderwijs, werk … het zijn levensdomeinen die in belangrijke mate mee gestuurd worden door de gemeente. Een belangrijk pijler in de armoedebestrijding is de toegankelijkheid van allerlei diensten en voorzieningen (bv. OCMW, CAW, scholen, gezondheidsdiensten, kinderopvang, werkwinkel …). In de praktijk bestaan er nog steeds tal van drempels (bv. fysieke, financiële, psychologische, sociale, administratieve …) die de toegang tot deze diensten en voorzieningen extra moeilijk maken. De laatste jaren worden diensten en voorzieningen sterker gecentraliseerd in fusiegemeenten en stedelijke kernen. Vooral in landelijke gemeenten, zeker in deelgemeenten en gehuchten, moeten mensen zich soms ver verplaatsen. Die afstand vormt voor mensen in armoede, die dikwijls beperkt zijn in hun mobiliteit, een grote drempel. Daardoor zijn ze belemmerd in hun toegang tot allerlei sociale grondrechten zoals werk, gezondheid, vrije tijd, inkomen … Elke gemeente zou daarom werk moeten maken van een toegankelijke dienstverlening in nauwe samenspraak met mensen in armoede.
• Kinderopvang In landelijk gebied zijn er ook tekorten in de kinderopvang. Ook hier worden gezinnen in armoede het eerste slachtoffer. De afstand tot de opvang moet beperkt zijn. Daarnaast is er nood aan flexibele en occasionele opvang (voor mensen die in ploegen of in het weekend werken of slechts af en toe nood hebben aan kinderopvang bijvoorbeeld als werkzoekende). • Vrije tijd De gemeente moet een doordacht vrijetijdsbeleid voor mensen in armoede hebben. Hievoor kunnen ze een beroep doen op alle mogelijke instrumenten om daar toe te komen: lokale netwerken vrijetijdsparticipatie, extra eigen middelen, een ambtenaar voor het vrijetijdsbeleid, het Fonds Vrijetijdsparticipatie … Een toegankelijk vrijetijdsaanbod voor iedereen moet het doel zijn. Het gemeentebestuur en OCMW werken hiervoor best samen. De stem van mensen in armoede is in zo’n vrijetijdsbeleid onontbeerlijk. www.fondsvrijetijdsparticipatie.be
B. Verbetervoorstellen • Algemeen • Elke gemeente moet een proactief (voorkomen is beter dan genezen) armoedebeleid uitbouwen dat onderbescherming en uitsluiting voorkomt. De gemeente informeert mensen correct over hun rechten en kent zoveel mogelijk rechten automatisch toe. De gemeente ontrafelt complexe hulpvragen en benadert, indien nodig, mensen zelf.
3
3. Breng bekommernissen in dialoog Zit je toch nog met bekommernissen over de toegankelijkheid van diensten en voorzieningen in je gemeente of zijn er blinde vlekken? Breng ze in dialoog! • Zoek medestanders • Leg je oor eens te luister bij andere middenveldorganisaties (bv. KVLV of de Landelijke Gilden, een welzijnsschakelgroep of een vereniging waar armen het woord nemen), de lokale adviesraden, scholen, ziekenfondsen … • Organiseer een medestanders-samenkomst. Leg de knelpunten in de groep voor en ga na of de medestanders de knelpunten herkennen. Op die manier vergroot je je draagvlak. Noteer alle vragen die de knelpunten bij jullie oproepen en die jullie willen voorleggen aan diensten en voorzieningen. • Organiseer een dialoogmoment • Laat mensen in armoede vertellen hoe ze de dienstverlening beleven. • Leg jullie vragen voor aan de gesprekspartners. • Probeer in de daaropvolgende dialoog tot een wenselijke situatie te komen. • Maak samen afspraken om tot concrete verbeteringen te komen. • Volg de afspraken op!
• Energie De strijd tegen energiearmoede moet actief gevoerd worden via het OCMW en de lokale adviescommissies. • Schuldhulpverlening Er moet een voldoende en kwalitatief aanbod van schuldhulpverlening beschikbaar zijn, met aandacht voor de specifieke problemen van zelfstandigen, ondernemers en landbouwers.
C. Acties in jouw gemeente 1. Maak een probleemanalyse Welke diensten en voorzieningen zijn in jouw gemeente onbestaande, onvoldoende bekend, of niet toegankelijk? Ga aan de slag met de probleem-scan Bron: De Wat-is-er-aan-de-hand-krant Op den buiten Je kunt de krant bestellen bij Welzijnszorg www.welzijnszorg.be of vzw Cedes www.cedes-ed.org aan € 0,75 per stuk (kostprijs). Raadpleeg het meerjarenplan van jouw gemeente Werkt de gemeente aan het verlagen van de drempels tot diensten en voorzieningen? • De Vlaamse vereniging voor steden en gemeenten (VVSG) stelde een modelovereenkomst op. Met dit model kunnen gemeenten aan de slag gaan om hun dienst- en hulpverlening toegankelijker te maken. Lees het “Charter voor een toegankelijke lokale diensten hulpverlening” (Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten) www.vvsg.be Hebben de gemeente en het OCMW dit charter ondertekend? Welke acties zijn er genomen om de principes uit het charter in de praktijk te brengen?
Goede praktijken Op de bres voor een aandachtsambtenaar in Beerse In Beerse trok de welzijnsschakelgroep mee aan de kar om een aandachtsambtenaar voor armoede in de gemeente aan te stellen. De Schakel organiseerde daartoe in 2012 een petitie en verzamelde 550 handtekeningen. De aandachtsambtenaar begon in 2013 als bruggenbouwer en wegwijzer voor mensen in armoede, medewerkers van het lokale bestuur, OCMWmedewerkers en andere partners. De welzijnsschakelgroep en de aandachtsambtenaar werken nauw samen. Ze wisselen bekommernissen van mensen in armoede uit en werken samen projecten uit om sociale uitsluiting tegen te gaan.
2. Win informatie in over de diensten en voorzieningen in jouw gemeente Welk aanbod van diensten, voorzieningen en organisaties bestaat er in jouw gemeente? • Raadpleeg de website van jouw gemeente of van het Sociaal Huis in de gemeente • Neem zeker ook eens een kijkje op de sociale kaart (www.desocialekaart.be)
De gemeente komt naar je toe in Hoogstraten In Hoogstraten gaat de gemeente op bezoek bij alle ouderen. Er wordt gekeken waar iemand recht op heeft, welke zorg iemand nodig heeft, of de woning aangepast is … Zo’n manier van werken heeft veel voordelen. Ouderen krijgen zo waar ze recht op hebben. De gemeentediensten komen ook te weten wat er leeft bij hun oudere bewoners en waar zij nog noden ervaren.
Is er in jouw gemeente nood aan meer informatie over diensten en voorzieningen? • Nodig diensten en verenigingen uit in je groep om hun werking toe te lichten. Je kan vragen in de groep voorbereiden. • Organiseer een ‘sociale wandeling’ die een uitgestippelde route langs belangrijke diensten en voorzieningen volgt. Geef uitleg over de werking en het aanbod van die diensten en voorzieningen.
4
Speerpunt 2: Basismobiliteit voor mensen in armoede A. Knelpunt
c. Acties in jouw gemeente
Basismobiliteit is een recht. Dat betekent dat iedereen de nodige verplaatsingen moet kunnen maken. In de praktijk is dit echter niet altijd zo, zeker in meer landelijk gebied. Je verplaatsen kan op verschillende manieren: wandelen, fietsen, het openbaar vervoer of de auto. Mensen in armoede beschikken vaak zelf niet over een auto en zijn dus aangewezen op alternatieven. Slechte infrastructuur (voetpaden, fietspaden) of fysieke beperkingen (grote afstand, minder mobiel zijn) zorgen ervoor dat je beperkt bent in je mobiliteit. Het aanbod van het openbaar vervoer is in landelijk gebied dikwijls beperkt waardoor je reistijd erg lang is, je helemaal niet op je bestemming raakt of slechts op gelimiteerde uren.
1. Probleemanalyse • Maak een knelpuntenkaart van de infrastructuur in jouw gemeente. Waar is het goed, waar zijn de problemen. Hierover volgt later overleg met de gemeente. • Bekijk hoe het zit met het openbaar vervoer in de gemeente. Zijn er knelpunten? Leg de knelpuntenkaart van de gemeente naast de netkaart van ‘De Lijn’. www. delijn.be • Ga in overleg met de gemeente en het OCMW om te kijken hoe ze een systeem van ‘sociale taxi’s’ kunnen invoeren (Sociale taxi’s werken zoals andere taxi’s op bestelling, maar aan een sociaal tarief. Ze kunnen zowel door vrijwilligers als door professionelen bemand worden.) Ook andere partners die zo’n vervoer aanbieden worden uitgenodigd (bv. Lokaal dienstencentrum).
B. Verbetervoorstellen • Verbeteren van de infrastructuur in het dorp of de omgeving: • Voet- en fietspaden • (trage) wegen • De busverbindingen van de lijnbussen verbeteren (haltes, uurregeling). • De belbus kan een oplossing zijn. Belangrijke haltes (ziekenhuis, station, gemeentehuis, OCMW …) zouden eenvoudig bereikbaar moeten zijn. Zo nodig moet het belbusgebied aangepast worden. • Systemen zoals de mindermobielencentrale kunnen ook voor mensen in armoede een oplossing bieden. De tarieven moeten laag genoeg zijn zodat mensen in armoede dit kunnen gebruiken voor specifieke verplaatsingen waarvoor openbaar vervoer niet mogelijk is. www.mindermobielencentrale.be
2. Win informatie in over de diensten en voorzieningen in jouw gemeente. • Soms bestaan er dingen in je gemeente waar je niet van op de hoogte bent, zijn er plannen die op stapel staan of zit er een heel verhaal achter het waarom van bepaalde beslissingen. Je kan op de website van de gemeente op zoek gaan naar de dienst mobiliteit. De verantwoordelijke daar zal waarschijnlijk heel wat uitleg kunnen geven. Ook de verantwoordelijke schepen is een mogelijk aanspreekpunt. • Ga te rade bij De Lijn en/of de NMBS als je meer wil weten over het openbaar vervoer. Je kan al heel wat informatie terugvinden op hun websites www.nmbs.be en www.delijn.be. Deze grote overheidsbedrijven staan
5
• Overleg met medestanders over de bekommernissen van jouw groep. Hiervoor kan je best een bijeenkomst organiseren. Zorg ervoor dat er een goede agenda is en dat iedereen zich op zijn gemak voelt. Deze bijeenkomst dient om samen tot actiepunten te komen. • Organiseer een dialoogmoment • Laat mensen in armoede vertellen hoe ze de dienstverlening beleven. • Leg jullie vragen voor aan de gesprekspartners. • Probeer in de daaropvolgende dialoog tot een wenselijke situatie te komen. • Maak samen afspraken om tot concrete verbeteringen te komen. • Volg de afspraken op!
verder af van een lokale groep. Mogelijk is het moeilijk om daar iemand te contacteren. Dat is niet erg, blijf niet stilstaan. Later kan in overleg met de gemeente bekeken worden hoe je hen alsnog kan betrekken. 3. Breng bekommernissen in dialoog • Zoek medestanders: mobiliteit is een bezorgdheid die vele mensen en organisaties delen, soms vanuit een andere invalshoek (milieu, mensen met een handicap, fietsliefhebbers …). Ga te rade bij enkele verenigingen uit je gemeente en kijk of je gemeenschappelijke belangen hebt. Misschien kan je samen in dialoog gaan.
Goede praktijken Mobikansen: naar meer mobiliteit voor mensen in armoede Vlaanderen wil op het vlak van armoedebestrijding een topregio worden. Meer dan één op de tien mensen in Vlaanderen wordt geconfronteerd met een inkomensarmoederisico, het aantal kinderen dat geboren wordt in een kansarm gezin neemt gestaag toe. Mobiel 21 wil met het actieprogramma Mobikansen mensen in armoede letterlijk en figuurlijk op weg zetten naar een betere deelname aan de maatschappij aan de hand van een toegankelijke, veilige, en duurzame mobiliteit. Mobiliteit is een basisrecht en pas echt duurzaam als het verplaatsingssysteem werkt en betaalbaar is, ecologisch verantwoord, veilig en rechtvaardig. Het bestrijden van armoede kan enkel met de insteek van de mensen in armoede zelf. Dit actieprogramma wordt daarom uitgevoerd samen met het Netwerk tegen Armoede en met actieve deelname van ervaringsdeskundigen. Het actieprogramma Mobikansen wil: • Kennis en vaardigheden voor het gebruik van duurzame mobiliteitsmodi vergroten (eerste doelgroepniveau: mensen in armoede). • Een gebruiksklaar pakket en onderbouwd vormingsmateriaal rond mobiliteit voor lokale vormingswerkers opmaken en aanbieden (tweede niveau: de intermediairen). • Praktijkervaringen vertalen naar beleidsaanbevelingen en suggesties doen voor implementatie op de verschillende beleidsniveaus (derde doelgroepniveau). Om deze mensen op weg te helpen, start het project Mobikansen met vijf demoprojecten in Vlaanderen: 1. Brugge (West-Vlaanderen): verhogen van de kansen op de arbeidsmarkt voor mensen in armoede door een verbeterde mobiliteit van en naar het werk. 2. Zarren (West-Vlaanderen): aanpakken van vervoersarmoede in de Westhoek met focus op (bel)bus en mindermobielencentrale. 3. Houthalen-Helchteren (Limburg): verbeteren en stimuleren van deelname aan het openbaar vervoer via vorming en informatie. 4. Erpe-Mere (Oost-Vlaanderen): verbeteren van deelname aan vrijetijdsactiviteiten in het kader van de UiTPAS door een beter vervoersaanbod. 5. Deurne-Noord (Antwerpen): uitbreiden en structureel verankeren van lopende en succesvolle fietsinitiatieven aangevuld met themawerking rond mobiliteit en gezondheid. Meer info: www.mobiel21.be
6
Speerpunt 3: Betaalbare en kwaliteitsvolle huisvesting A. Knelpunt
• Een sociaal verhuurkantoor (SVK) is een mogelijkheid om private huurwoningen op een sociale manier te verhuren. Met betaalbare woningen voor de huurder en garanties op betaling en onderhoud voor de eigenaar. Dit bestaat nog niet in alle gemeenten of is niet steeds even bekend.
Een goede, betaalbare en kwaliteitsvolle woning is een noodzaak voor een goed leven. De realiteit is anders: heel wat mensen kunnen zich geen goede, kwalitatieve woning permitteren, de wachtlijsten van sociale woningen zijn veel te lang, arme eigenaars kunnen hun woning niet onderhouden of renoveren … De gevolgen zijn groot: mensen leven in ongezonde woningen, leven in woononzekerheid of zien elke maand een groot deel van hun inkomen verdwijnen aan de woonkosten zoals huur en energie.
Acties in jouw gemeente 1. Probleemanalyse • Ga aan de slag met de gegevens die je vindt over het woonbeleid in je gemeente. • In je groep heeft iedereen ervaring met wonen. Maak een overzicht van wie er (sociaal) huurt of wie er eigenaar is. Zet daarnaast de problemen die men ondervindt.
B. Verbetervoorstellen • Een goede woning is betaalbaar, veilig en aangepast aan je behoeften. Ouderen zijn vaak eigenaar van hun woning. Deze groep heeft wel een eigen woning, maar is niet altijd in staat om deze aan te passen voor hun oude dag, om deze te renoveren of goed te onderhouden. Heel wat premies en tegemoetkomingen zijn beschikbaar. Hoe kom je te weten wat er mogelijk is? Je kan onder meer terecht op www.premiezoeker.be. Zo’n website gebruiken is niet voor iedereen evident. • Een andere mogelijkheid is om een beroep te doen op de woonwinkels. Zij bieden voor iedereen informatie aan over wonen. Hun uitgangspunt is het recht op wonen voor iedereen. Een bezoekje aan de woonwinkel kan zeker nuttig zijn voor verdere informatie. Nodig ook gerust de mensen van de woonwinkel uit om bij jullie ter plaatse meer informatie te geven. • Voldoende sociale huisvesting in de gemeente is een noodzaak om aan de woonnood tegemoet te komen. Op www.vmsw.be kan je zien hoeveel sociale huurwoningen je gemeente telt en hoeveel er gepland zijn voor de komende jaren.
2. Win informatie in over de diensten en voorzieningen in jouw gemeente. • Soms bestaan er dingen in je gemeente waar je niet van op de hoogte bent, zijn er plannen die op stapel staan of zit er een heel verhaal achter het waarom van bepaalde beslissingen. Je gemeente beschikt misschien over een woonwinkel of woonloket. Neem een kijkje op de website van je gemeente en op http://www.vob-vzw.be/Woonwinkels/tabid/117.Default. aspx . De verantwoordelijke daar zal waarschijnlijk heel wat uitleg kunnen geven. Ook de verantwoordelijke schepen is een mogelijk aanspreekpunt. • De lokale sociale huisvestingmaatschappij zal je heel wat informatie kunnen geven over de sociale woningen in je gemeente. Je kan bij deze instantie terecht voor meer gedetailleerde informatie: hoeveel woningen zijn er in het dorp, de wijk …
7
• Als er een sociaal verhuurkantoor is in je gemeente of streek, dan kan je bij hen ook navragen hoeveel woningen het verhuurt in je gemeente, hoe het werkt … 3. Breng bekommernissen in dialoog • Zoek medestanders. Betaalbaar wonen is een thema dat bij heel wat middenveldorganisaties aan bod komt. Hoewel de problemen soms anders zijn dan bij mensen in armoede, is het samenleggen van problemen en ideeën nuttig en maakt het je sterker. • Overleg met medestanders over de bekommernissen van jouw groep. Hiervoor kan je best een bijeenkomst organiseren. Zorg ervoor dat er een goede agenda is en dat iedereen zich op zijn gemak voelt. Deze bijeenkomst dient om samen tot actiepunten te komen. 4. Organiseer een dialoogmoment • Laat mensen in armoede vertellen hoe ze de dienstverlening beleven. • Leg jullie vragen voor aan de gesprekspartners. • Probeer in de daaropvolgende dialoog tot een wenselijke situatie te komen. • Maak samen afspraken om tot concrete verbeteringen te komen. • Volg de afspraken op!
Goede praktijken Tweezijdig, de stem van huurders in De Mandel, regio Roeselare Tweezijdig is een dienst van sociale huisvestingsmaatschappij De Mandel en heeft als doel de stem van de huurders in De Mandel te laten horen. In 2003 gingen De Mandel en Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen, toen nog RISO WestVlaanderen, samen in zee. Het project kreeg de naam Tweezijdig. Met dit project willen ze de verhoudingen tussen De Mandel en de huurders verbeteren en de inspraakkansen van huurders vergroten. Op deze manier wil De Mandel haar dienstverlening verbeteren en een woonbeleid voeren dat sterker aansluit bij de noden van haar huurders. Om de stem van de huurders kracht bij te zetten werd een Huurdersadviesraad opgericht. De Mandel wil namelijk werken aan een betere dienstverlening, op maat van haar huurders. En wie kan daar beter bij helpen dan de huurder zelf? Huurders hebben vanuit hun positie zicht op wat De Mandel kan doen om haar werking te verbeteren en klantvriendelijker te maken. Daarom wil De Mandel een duurzame relatie aangaan met een groep huurders die ons over verschillende zaken advies kan geven. http://www.demandel.be/tweezijdig/index.php Voorbeeld: H.A.R. Huurdersadviesraad Nieuw Dak, regio Genk De Huurdersadviesraad bestaat uit een groep gemotiveerde huurders. Allen huren ze een woongelegenheid van Nieuw Dak en als vrijwilliger zetten ze zich in voor de algemene belangen van alle sociale huurders binnen het werkgebied van Nieuw Dak. Op deze manier willen zij een brug zijn tussen de sociale huurder en de bouwmaatschappij. Ze beluisteren de bewoners en bundelen de signalen. Op deze manier kunnen ze advies geven aan het beleid van Nieuw Dak en tegelijkertijd samen met andere bewoners het werkgebied van Nieuw Dak leren kennen. http://www.har-nieuwdak.be/
8
Waar vind je meer informatie op het wereldwijde web?
Je kan heel wat nuttige informatie vinden over de drie speerpunten in dit model of over je eigen gemeente. Zoals al aangegeven kan de website van je gemeente of de verschillende gemeentelijke diensten al heel wat informatie bevatten. Daarnaast geven we hier nog enkele websites mee waar je heel wat nuttige informatie kan terugvinden.
Organisaties • •
www.welzijnszorg.be Voor informatie over de campagne en het bestellen van materialen. www.welzijnsschakels.be - www.landelijkegilden.be – www.kvlv.be – www.mobiel21.be Onze campagnepartners, hun werking en hun lokale groepen.
Algemene informatie
• www.desocialekaart.be geeft een overzicht van de voorzieningen in de welzijns- en gezondheidssector in Vlaanderen en Brussel. • www.rechtenverkenner.be geeft een online overzicht van de toegang tot de sociale rechten in de gemeente. • www.lokalestatistieken.be is een bron van allerlei cijfergegevens over jouw regio of gemeente. • www.kindengezin.be/kinderopvang/lokaal-beleid/ Kind en Gezin informeert over het kinderopvangbeleid in jouw gemeente. • www.werkwinkel.be Alles over het hoe en waar van de werkwinkel. • De landelijke verenigingen Welzijnsschakels en ATD Vierde Wereld bieden voorbeelden om tot actie over te gaan: • Welzijnsschakels: www.welzijnsschakels.be/activiteiten/actie • ATD Vierde Wereld: http://atd-vierdewereld.be/ • www.participatiewiki.org verzamelt en verspreidt wetenswaardigheden, kennis, nieuwtjes en boeiende weblinks over participatie. • www.adviesraden.be Alle info over lokale adviesraden. • http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/lokaalsociaalbeleid/Paginas/Default.aspx Meer achtergrond bij het lokaal sociaal beleid.
Speerpunt 1 (Dienstverlening) • • • •
www.cedes-ed.org De website van vormingsorgansiatie Cedes. Hier kan je de Wat-is-er-aan-de-hand-krant bestellen. www.vvsg.be De website van de Vlaamse vereniging voor steden en gemeenten. http://www.vvsg.be/sociaal_beleid/Lokaal_Sociaal_Beleid/sociaalhuis/Pages/Charterenscantoegankelijkelokaledienst-enhulpverlening.aspx Alles over het “Charter voor een toegankelijke diens-en hulpverlening. http://www.fondsvrijetijdsparticipatie.be Alles over het Fonds Vrijetijdsparticipatie en wie er een beroep op kan doen.
Speerpunt 2 (mobiliteit) • • • •
www.mindermobielencentrale.be De website van de mindermobielencentrales. Voor mensen in armoede en/of met een fysieke beperking. www.delijn.be Website van De Lijn, hier kan je ook de regionale busplannen vinden. www.nmbs.be Alles over onze spoorwegen. www.mobiel21.be Onze campagnepartner met heel wat voorbeeldprojecten rond mobiliteit.
Speerpunt 3 (Huisvesting)
• www.premiezoeker.be Op welke premies heb je wanneer recht? • www.vob-vzw.be De portaalsite voor de Vlaamse Huurdersbonden en Vivas (netwerk sociale huurders) • http://www.vob-vzw.be/Woonwinkels/tabid/117.Default.Aspx De woonwinkel helpt je verder met al je vragen over huisvesting. • www.vmsw.be De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen. Hier vind je onder meer je regionale huisvestingsmaatschappij en recente cijfers over het aantal sociale woningen in je gemeente. • http://www.vmsw.be/nl/particulieren/huren-via-een-svk/wat-is-een-svk- Sociale verhuurkantoren. Wie zijn ze en wat doen ze? Niet iedereen beschikt over een internetaansluiting of vindt vlot zijn weg op het net. Spreek daarom af in je groep wie zin en tijd heeft om wat extra opzoekingswerk te doen en ondersteun elkaar waar nodig. Je kan ook steeds in de bibliotheek terecht voor een computer met internetaansluiting. 9
NATIONAAL Welzijnszorg Huidevettersstraat 165 1000 Brussel T 02 502 55 75 E
[email protected] www.welzijnszorg.be Openingsuren: 9u tot 12u30 en 13u30 tot 16u30 Gesloten op woensdag, zaterdag en zondag REGIONALE DIENSTEN Antwerpen Rolwagenstraat 73 2018 Antwerpen T 03 217 24 90 E
[email protected] Brussel Huidevettersstraat 165 1000 Brussel T 02 213 04 73 E
[email protected] Limburg Tulpinstraat 75 3500 Hasselt T 011 24 90 20 E
[email protected] Oost-Vlaanderen Sint-Salvatorstraat 30 9000 Gent T 09 269 23 40 E
[email protected] Vlaams-Brabant/Mechelen Varkensstraat 6 2800 Mechelen T 015 29 84 58 E
[email protected] West-Vlaanderen Sint-Jorisstraat 13 8800 Roeselare T 051 26 08 08 E
[email protected] Openingsuren: 10u tot 12u30 en 13u30 tot 16u30 Gesloten op maandag, zaterdag en zondag
10