Lokaal woonbeleidsplan Heist-op-den-Berg
Katrien Tratsaert & Tom Ghoos
LOKAAL WOONBELEIDSPLAN HEIST-OP-DEN-BERG
Katrien Tratsaert (HIVA) & Tom Ghoos (Kempens Woonplatform) Projectleiding: Sien Winters
Gepubliceerd door KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 – bus 5300, BE 3000 Leuven www.hiva.be
© 2011 HIVA-K.U.Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher.
3
De Vlaamse Wooncode kende in 1997 aan de gemeenten een regierol toe op het vlak van wonen, die met de jaren meer en meer werd ingevuld door de gemeenten, ook door onze gemeente. Het grond- en pandendecreet van 2009 gaf de Vlaamse gemeenten nog een reeks van bijkomende opdrachten en reikte hiervoor ook een aantal nieuwe instrumenten aan. De gemeenteraad besliste op 20 januari 2009 eenparig om een lokaal woonbeleidsplan op te maken, o.a. om meer systematisch deze regierol in te vullen en om onderdelen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en van het sociaal beleidsplan op het vlak van wonen te actualiseren en te concretiseren. Op 30 juni 2009 gunde het college deze opdracht aan HIVA. Ondertussen ging bij IOK ook op 1 november 2009 het Kempens Woonplatform van start, een kenniscel ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid in 25 Kempense gemeenten, waaronder Heist-op-den-Berg. Dit woonbeleidsplan kwam tot stand in een ruim samenwerkingsverband. HIVA voerde de woonomgevingsanalyse uit, waarbij vraag- en aanbodzijde van de lokale woningmarkt en het woonbeleid van de verschillende actoren in kaart gebracht worden. Op basis van deze informatie werd een SWOT-analyse uitgewerkt door HIVA en Kempens Woonplatform. Een werkgroep bestaande uit Kempens Woonplatform, HIVA, een delegatie van schepencollege en OCMW en de betrokken medewerkers van OCMW en gemeente, vertaalde deze SWOTanalyse in een visie en in strategische en operationele doelstellingen. Tijdens dit proces werd regelmatig overleg gepleegd met het Lokaal Woonoverleg, waarin alle lokale woonactoren vertegenwoordigd zijn. Ook Gecoro, welzijnsraad, woonzorgcentra, college en geïnteresseerde leden van de gemeenteraad en van de OCMWraad werden geraadpleegd. Wij willen iedereen danken die op één of andere manier heeft bijgedragen aan de opmaak van het voorliggend plan.
Voorwoord
Voorwoord
Het woonbeleidsplan bevat in de analyse uitgebreide achtergrondinformatie om met meer inzicht een aangepast woonbeleid uit te werken. Anderzijds bevat het actieplan een lijst van kleine en grote operationele acties op het vlak van wonen. Het Kempens Woonplatform en het Lokaal Woonoverleg zullen de uitvoering van het actieplan jaarlijks opvolgen en evalueren. Dit plan is het eerste woonbeleidsplan dat formeel opgemaakt wordt en vermoedelijk ook het laatste onder deze vorm. Immers t.g.v. de invoering van de beleidsen beheerscyclus voor gemeente en OCMW en het planlastdecreet zullen gemeentebestuur en OCMW in de toekomst een overkoepelend strategisch meerjarenplan voor een ganse legislatuur moeten opmaken. Het voorliggend actieplan laat duidelijk blijken dat woonbeleid het resultaat is van een integraal beleid, waarbij verschillende gemeentelijke beleidsdomeinen aan bod komen. Wij hopen dan ook dat dit actieplan mee een aanzet kan vormen voor de opmaak van het eerste strategisch meerjarenplan bij aanvang van de volgende legislatuur. Anderzijds heeft de opmaak van dit plan ons ervan overtuigd dat het ook in de toekomst noodzakelijk blijft om op regelmatige tijdstippen grondig na te denken over bepaalde beleidsdomeinen, ook als de wettelijke verplichting hiervoor zou wegvallen.
4
Voorwoord
Dirk Van Noten OCMW-voorzitter, schepen van welzijn
Jef Marien Schepen van wonen
3
Lijst tabellen
9
Lijst figuren
15
Inleiding
19
- DEEL 1 WOONOMGEVINGSANALYSE -
21
1 | De vraagzijde van de woningmarkt
23
1.1
23 28 29 33 34 37 40 43 43 45 50 52 52 56 59 59 62 64
1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
De inwoners en hun kenmerken 1.1.1 Inwoners naar geslacht 1.1.2 Inwoners naar leeftijd 1.1.3 Inwoners naar nationaliteit De huishoudens en hun kenmerken 1.2.1 Huishoudgrootte 1.2.2 Huishoudsamenstelling Loop van de bevolking 1.3.1 Natuurlijke loop van de bevolking 1.3.2 Migraties Bevolkingsprognoses Beknopt sociaal-economisch profiel 1.5.1 Socio-economische positie van de bevolking 1.5.2 Fiscale inkomens Doelgroepen van het woonbeleid 1.6.1 Huishoudens met financiële problemen 1.6.2 Huurders die de woonkosten niet kunnen betalen 1.6.3 Eigenaars met afbetalingsproblemen
5
Voorwoord
Inhoud
Inhoud
2 | De aanbodzijde van de woningmarkt 2.1
2.2 2.3
De woningvoorraad en kenmerken 2.1.1 Woonaanbod naar woningtype 2.1.2 Grootte van de woningen 2.1.3 De evolutie in het woningaanbod 2.1.4 Het woningaanbod naar bewoningstitel 2.1.5 Het woningaanbod voor doelgroepen De kwaliteit van de woningvoorraad 2.2.1 Toestand van het woningpatrimonium 2.2.2 Verbetering van het woningpatrimonium Ruimte voor wonen – uitbreidingspotentieel 2.3.1 Bodembezetting 2.3.2 Bodemgebruik 2.3.3 Bevolkingsdichtheden 2.3.4 Geregistreerde leegstand 2.3.5 Taakstelling en programmatie sociaal wonen
67 67 68 73 76 85 87 100 101 115 119 119 121 122 123 124
3 | Match tussen vraag en aanbod
127
3.1 3.2
127 128 129 130 139
Groei van de huishoudens en aangroei van het woningenbestand Verkoopsdynamiek en prijzen 3.2.1 Dynamiek in de verkoop 3.2.2 Verkoopprijzen 3.2.3 Huurprijzen
4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
141
4.1
141
Inhoud
4.3
6
4.2
4.4 4.5 4.6
4.7 4.8 4.9 4.10
De gemeente 4.1.1 Kwaliteitshandhaving en -verbetering, en grond- en pandenbeleid 4.1.2 Info aan de burger 4.1.3 Personeelsinzet voor wonen Het OCMW 4.2.1 Financiële bijstand wonen 4.2.2 Verhuuractiviteiten 4.2.3 Woonbegeleiding 4.2.4 Info aan de burger 4.2.5 Info en begeleiding rond energie 4.2.6 Personeelsinzet voor wonen Kringwinkel Zuiderkempen vzw 4.3.1 Project ‘energiesnoeiers’ 4.3.2 De Klus- en Verhuisdienst voor mensen met een laag inkomen Het Sociaal Verhuurkantoor ‘Onderdak’ De sociale huisvestingsmaatschappijen Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen 4.6.1 Het ‘Kempens Woonplatform’ 4.6.2 Fonds ter reductie van de globale energiekost, aanbod via IOK Het Agentschap Wonen-Vlaanderen Het EANDIS-klantenkantoor Overlegorganen voor wonen 4.9.1 Het lokaal woonoverleg 4.9.2 Andere overlegorganen met relevantie voor wonen VESTAH
141 142 143 143 143 143 143 144 144 144 145 145 145 146 146 146 146 148 149 149 149 149 150 151
- DEEL 3 Het actieplan -
161
Bibliografie
201
Inhoud
153
7
- DEEL 2 SWOT-analyse -
Lijst tabellen
Tabel 1.1
Bevolkingsaantal op 1 januari, jaarlijkse aangroei in aantal en procentuele aangroei ten aanzien van 1998 (Heist-op-denBerg, 1997-2009; 2010)
Tabel 1.2
deelgemeente (1997-2007; 2010) Tabel 1.3
28
Inwonersaantal en evolutie 1998-2008 naar leeftijdcategorie (Heist-op-den-Berg, 1997-2008)
Tabel 1.5
26
Inwoners naar geslacht (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2008)
Tabel 1.4
24
Bevolkingsaantal op 1 januari en evolutie, naar
29
Inwonersaantal en -verdeling en evolutie naar leeftijd (Heistop-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen; 1998, 2008)
30
Procentuele bevolkingsaangroei naar leeftijdscategorie (deelgemeenten Heist-op-den-Berg, 1997, 2007)
31
Tabel 1.7
Aantal inwoners naar nationaliteit en aangroei (1997-2007)
34
Tabel 1.8
Bevolkingsaantal op 1 januari, jaarlijkse aangroei in aantal en procentuele aangroei ten aanzien van 1998 (Heist-op-den-
Tabel 1.9
Aantal huishoudens en evolutie (deelgemeenten Heist-opden-Berg: 1997, 2007)
Tabel 1.10
37
Gemiddelde huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg en randgemeenten, 2008)
Tabel 1.12
36
Gemiddelde huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 1998, 2008)
Tabel 1.11
35 9
Berg, 1997-2009; 2010)
37
Gemiddelde huishoudgrootte (deelgemeenten van Heist-opden-Berg: 1997, 2007)
Lijst tabellen
Tabel 1.6
40
Tabel 1.13
Huishoudens naar LIPRO-typologie en leeftijd van de referentiepersoon (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 2007)
Tabel 1.14
41
Aangroei huishoudens naar LIPRO-typologie tussen 1999 en 2007 en leeftijd van de referentiepersoon (Heist-op-den-Berg, het arrondissement Mechelen en de provincie Antwerpen)
Tabel 1.15
den-Berg, 1997-2007) Tabel 1.16
42
In- en uitstromers naar herkomst en bestemming (Heist-op46
In- en uitwijk van en naar Heist-op-den-Berg en het migratiesaldo voor de belangrijkste herkomst- en bestemmingsgemeenten van 1997 tot en met 2007
Tabel 1.17
49
Verdeling van de inwoners naar socio-economische positie op 1 januari 2008 (Heist-op-den-Berg; arrondissement Mechelen)*
Tabel 1.18
52
Bevolking (15-64 jaar) naar socio-economische positie (Heistop-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde 2003, 2007, 2008)
Tabel 1.19
53
Bevolking (15-64 jaar) naar activiteits-, werkzaamheids- en werkloosheidsgraad in % (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde 2003, 2007, 2008)
Tabel 1.20
54
Bevolking (15-64 jaar) naar socio-economische positie in % (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde, 2008)
Tabel 1.21
55
Aantal en aandeel oudere langdurige en laaggeschoolde werklozen (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde, 2009)
Lijst tabellen
Tabel 1.22
55
Verdeling van de aangiften naar categorie van nettobelastbaar inkomen (inkomens 2007; Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, de provincie Antwerpen, het Vlaamse Gewest)
Tabel 1.23
56
Extrapolatie van de verdeling in het arrondissement
10
Mechelen op de aangiften uit Heist-op-den-Berg en de overof ondervertegenwoordiging (inkomens van 2007) Tabel 1.24
57
Fiscale inkomens van het jaar 2007 en 1996 (Heist-op-denBerg en randgemeenten, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen)
Tabel 1.25
58
Aantal kredietnemers in lopende (achterstallige) consumentenkredieten volgens aantal (achterstallige) consumentenkredieten per kredietnemer, (Heist-op-den-Berg en arrondissement Mechelen, 2006-2010)
61
Tabel 1.26
Aantal lopende achterstallige consumentenkredieten met minstens één kredietnemer woonachtig in Heist-op-den-Berg volgens aantal kredietnemer per contract, ongeacht woonplaats (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, 2007-2010)
Tabel 1.27
Aantal aanvragen, toekenningen en weigeringen voor een huursubsidie in Heist-op-den-Berg (2007-2009)
Tabel 1.28
62 63
Aantal toekenningen van financiële steun door het OCMW gerelateerd aan wonen en huisvesting (Heist-op-den-Berg, 2000-2010)
Tabel 1.29
64
Aantal lopende (achterstallige) hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemer woonachtig in Heist-op-den-Berg en arrondissement Mechelen (2006-2010)
Tabel 2.1
gebouwen in % (Heist-op-den-Berg, 2009) Tabel 2.2
69
Wooneenheden naar type woongebouw (Heist-op-den-Berg naar kadastrale afdeling, 1 januari 2009)
Tabel 2.3
66
Verhouding tussen de geregistreerde wooneenheden en de
72
Gemiddelde oppervlakte per woning, per bewoner en het aantal woonvertrekken per bewoner (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, 2001)
Tabel 2.4
74
Nieuwbouwvergunningen voor woongebouwen en wooneenheden en aangroei van het geregistreerde aantal wooneenheden en gebouwen (jaar X-2) en de verhouding tussen beide in % (Heist-op-den-Berg, 2000-2008)
Tabel 2.5
80
Gemiddeld aantal vergunde wooneenheden per gebouw (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen en Vlaams Gewest, 1996-2009)
Sociale huurwoningen (2010) en huishoudens (2007) naar deelgemeente (2010) (Heist-op-den-Berg)
Tabel 2.9
Woonaanbod voor ouderen (Heist-op-den-Berg, 1 januari 2010)
Tabel 2.10
91
88
Gemiddelde contractuele huurprijs/maand naar aantal slaapkamers in de woning (Heist-op-den-Berg, 2010)
Tabel 2.8
89
Lijst tabellen
den-Berg, 2010) Tabel 2.7
85
Aantal sociale huurwoningen naar verhuurstelsel (Heist-op-
11
Tabel 2.6
97
Bevolking, bevolkingsprognose naar leeftijd, de Vlaamse gebruikspercentages van de woonzorgcentra en de RVT en de raming van de huidige en toekomstige behoefte in Heistop-den-Berg bij toepassing van de Vlaamse gebruikspercentage (Heist-op-den-Berg, 2008, 2015, 2020)
99
Tabel 2.11
Programmatienorm serviceflats 2010 en huidig aanbod aan serviceflats en de verhouding ertussen in % (Heist-op-denBerg, arrondissement Mechelen, de provincie Antwerpen en het Vlaamse gewest)
Tabel 2.12
100
Huizen en flatgebouwen, buildings en dergelijke naar bouwjaar in % (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 2009)
Tabel 2.13
101
Aandeel bewoonde particuliere woningen naar comfortcategorie in % (provincie Antwerpen, arrondissement Mechelen en Heist-op-den-Berg, 2001)
Tabel 2.14
106
Aandeel bewoonde particuliere woningen waar centrale verwarming, badkamer en/of toilet in de woning ontbreken in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen, 2001)
Tabel 2.15
106
Aandeel bewoonde particuliere woningen met een tuin en/of een garage in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen, 2001)
Tabel 2.16
107
Aandeel bewoonde particuliere woningen naar hoofdbrandstof gebruikt voor de verwarming in % (Heist-opden-Berg en deelgemeenten, Vlaams Gewest; provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen; 2001)
Tabel 2.17
108
Aantal kleine gasmeters in % (Heist-op-den-Berg, deelgemeenten werkingsgebied Iverlek, 2008-2010) en het aandeel gasmeters op het aantal huishoudens (Heist-op-denBerg, werkingsgebied Iverlek, 2008)
Tabel 2.18
109
Aandeel bewoonde particuliere woningen naar isolatie van
Lijst tabellen
de woning in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, Vlaams Gewest; provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen; 2001) Tabel 2.19
111
Aantal woningen behandeld door de energiesnoeiers (Heistop-den-Berg en deelgemeenten, januari 2007 t.e.m.
12
april 2010) Tabel 2.20
112
E-peil afgeleid van de EPB-aangiftes voor nieuwbouwwoningen en -appartementen (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, Vlaanderen, 2006-2009)
Tabel 2.21
ongeschikt-onbewoonbaar (Heist-op-den-Berg, 2009) Tabel 2.22
113
Aantal woningen op de inventaris verwaarlozing en 114
Aantal woningen op de inventaris verwaarlozing en ongeschikt-onbewoonbaar (kleine steden in de provincie Antwerpen, 2009)
115
Tabel 2.23
Aanvragen, toekenningen en weigeringen van de Vlaamse verbeterings- en aanpassingspremie en van de Vlaamse renovatiepremie (Heist-op-den-Berg, 2007-2009)
Tabel 2.24
117
Aantal toekenningen en bedragen van aanvullende premies bij de Vlaamse renovatiepremie en bij de VAP door de gemeente Heist-op-den-Berg (Heist-op-den-Berg, 2008, 2009, 2010)
Tabel 2.25
117
Aantal door de gemeente toegekende premies voor warmtepomp, zonneboiler of zonnepanelen (Heist-op-denBerg, 2008, 2009, januari-maart 2010)
Tabel 2.26
118
Aandeel van de oppervlakte van de bebouwde percelen op de totale oppervlakte in % en de oppervlakte ingenomen door bebouwde percelen, onbebouwde percelen en andere in hectaren (Heist-op-den-Berg, 1983-2007)
Tabel 2.27
De bevolkingsdichtheid in Heist-op-den-Berg en buurgemeenten op 1 januari 2010 in inwoners per km2
Tabel 2.28
120 122
De bevolkingsdichtheid in Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, de provincie Antwerpen en het Vlaamse Gewest in inwoners per km2; 1997, 2002, 2007 De bevolkingsdichtheid in Heist-op-den-Berg en 123
Lijst tabellen
deelgemeenten in inwoners per km2; 1997, 2007
13
Tabel 2.29
123
Lijst figuren
Figuur 1.1
Procentuele aangroei van de bevolking; 1998=100% (Heistop-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen 1997-2008; 2010)
Figuur 1.2
2007; 2010) Figuur 1.3
27
Evolutie inwonersaantal naar leeftijdcategorie (Heist-op-denBerg, 1998, 2008)
Figuur 1.4
25
Evolutie van het aantal inwoners naar deelgemeente (1997-
30
Procentuele bevolkingsaangroei naar leeftijdscategorie in de deelgemeenten Heist-op-den-Berg, Wiekevorst en Booischot, 1997, 2007 deelgemeenten Itegem, Schriek en Hallaar, 1997, 2007
Figuur 1.6
32
Procentuele bevolkingsaangroei naar leeftijdscategorie in de 33
Procentuele aangroei van de huishoudens, 1998=100% (Heistop-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 1998-2008) Aangroei van het aantal huishoudens naar huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg, 1997-2007)
Figuur 1.8
38
Procentuele aangroei van het aantal huishoudens naar 15
Figuur 1.7
36
huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg, het arrondissement Mechelen en de provincie Antwerpen, 1997-2007) Figuur 1.9
39
Natuurlijke loop van de bevolking (Heist-op-den-Berg, 19972007)
Figuur 1.11
39
Evolutie van de huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg, 19972007)
Figuur 1.10
Lijst figuren
Figuur 1.5
44
Interne en externe migraties en migratiesaldo (Heist-op-denBerg, 1997-2007)
45
Figuur 1.12
Dominante factor in de bevolkingsevolutie 1997-2007 (provincie Antwerpen)
Figuur 1.13
Aantal instromers in Heist-op-den-Berg uit de naburige arrondissementen naar herkomst (1997-2007)
Figuur 1.14
51
Gemiddeld aantal leefloners per maand (Heist-op-denBerg,1999-2009)
Figuur 1.16
48
Bevolkingsvooruitzichten (arrondissement Mechelen, 20072060)
Figuur 1.15
47
60
Aantal achterstallige hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemer woonachtig in Heist-op-den-Berg en het aantal kredietnemers uit Heist-op-den-Berg in achterstallige hypothecaire kredieten (2006-2010)
Figuur 2.1
Gebouwen op 1 januari 2009 naar aard van het gebouw in % (Heist-op-den-Berg)
Figuur 2.2
70
Wooneenheden naar type woongebouw in % (Heist-op-denBerg en buurgemeenten, 2009)
Figuur 2.4
69
Wooneenheden volgens de aard van het gebouw waarin ze gevestigd zijn in % (Heist-op-den-Berg, 2009)
Figuur 2.3
65
71
Woongelegenheden naar aantal slaapkamers in % (Heist-opden-Berg, Vlaams Gewest, provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen, 2001)
Figuur 2.5
Aandeel woongelegenheden naar aantal slaapkamers in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, 2001)
Figuur 2.6
75 76
Nettoaangroei van wooneenheden naar type gebouw waarvan ze deel uitmaken in % (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 1998-2009)
Figuur 2.7
Absolute aangroei wooneenheden naar type gebouw (Heist-
Lijst figuren
op-den-Berg, 2002-2009) Figuur 2.8
78
Aantal vergunde residentiële gebouwen en wooneenheden voor nieuwbouw en aangroei van het geregistreerde aantal wooneenheden en gebouwen twee jaar voordien (Heist-opden-Berg, 1996-2009)
16
77
Figuur 2.9
81
Gemiddeld aantal vergunde wooneenheden per residentiële nieuwbouw en het aandeel gezinswoningen in de residentiële nieuwbouw in % (Heist-op-den-Berg, 1996-2009)
Figuur 2.10
Aantal recent vergunde wooneenheden voor nieuwbouw naar woningtype (Heist-op-den-Berg, 2005-2009)
Figuur 2.11
82 83
Procentuele verdeling vergunde wooneenheden nieuwbouw naar woningtype (Heist-op-den-Berg, 2005-2009)
84
Figuur 2.12
Verdeling van de bewoonde woningen naar bewoningstitel in % (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 2001)
Figuur 2.13
Berg en buurgemeenten, 2001) Figuur 2.14
90
Sociale huurwoningen: verdeling naar woningtype in % (Heistop-den-Berg en deelgemeenten, 2010)
Figuur 2.16
87
Sociale huurwoningen naar woningtype en aantal slaapkamers (Heist-op-den-Berg, 2010)
Figuur 2.15
86
Bewoonde woningen naar bewoningstitel in % (Heist-op-den-
92
Procentuele toename van sociale huurwoningen van de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, 2001=100% (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 2001-2007, 2008)
Figuur 2.17
bouwjaar in % (Heist-op-den-Berg, 2009) Figuur 2.18
110
Aantal vergunde residentiële gebouwen voor renovatie en voor nieuwbouw (Heist-op-den-Berg, 1996-2009)
Figuur 2.22
104
Aantal PV-installaties naar deelgemeente (deelgemeenten Heist-op-den-Berg, 1 maart 2010)
Figuur 2.21
103
Bewoonde particuliere woningen naar subjectieve staat van de woning in % (Heist-op-den-Berg; 2001)
Figuur 2.20
102
Huizen en flatgebouwen, buildings e.d. naar bouwjaar in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, 2009)
Figuur 2.19
93
Huizen en flatgebouwen, buildings en dergelijke naar
116
Evolutie van het aandeel van de oppervlakte van de bebouwde percelen op de totale oppervlakte (Heist-opden-Berg, provincie Antwerpen en het Vlaamse Gewest; 1983-2007) huishoudens (jaar x-1) (Heist-op-den-Berg, 2000-2008)
Figuur 3.2
127
Aantal vastgoedtransacties naar type (Heist-op-den-Berg, 1997-2009)
Figuur 3.3
121
Nettoaangroei wooneenheden (jaar X) en nettoaangroei
129
Evolutie van derde quartielprijzen van gewone woonhuizen Antwerpen, 1997-2009)
131
Derde quartielverkoopprijs van de gewone woonhuizen (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 2009)
Figuur 3.5
17
(Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Figuur 3.4
132
Evolutie van derde quartiel verkoopprijs van villa’s, landhuizen en bungalows (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2009)
Figuur 3.6
Lijst figuren
Figuur 3.1
133
Derde quartiel verkoopprijs van villa’s en landhuizen (Heist-opden-Berg en buurgemeenten, 2009)
134
Figuur 3.7
Mediaan verkoopprijs van appartementen (Heist-op-denBerg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2009)
Figuur 3.8
Berg en buurgemeenten, 2009) Figuur 3.9
135
Mediaan verkoopprijs van appartementen (Heist-op-den136
Aantal transacties van bouwgronden, 1997=100% (Heist-opden-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 1997-2009)
Figuur 3.10
137
Evolutie van de derde quartiel verkoopprijs voor bouwgrond per m² (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2009)
Figuur 3.11
Lijst figuren
(Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 2009)
18
138
Evolutie derde quartiel verkoopprijs voor bouwgrond per m² 139
19
Voorliggend rapport is opgebouwd uit drie delen. Het eerste deel, dat tevens het omvangrijkste is, is de woonomgevingsanalyse. De woonomgevingsanalyse bestaat uit de cijfermatige studie van de lokale woningmarkt, waarbij de vraag naar en het aanbod aan woningen en de evoluties op dit vlak, naast elkaar worden gezet en met elkaar geconfronteerd worden. Ook de doelgroepen van het woonbeleid zoals ouderen, mensen met een specifieke woningnood, gezinnen die geen woning op de private huurmarkt kunnen betalen of kopen, ... worden in kaart gebracht en het beschikbaar woningaanbod voor deze doelgroepen in de gemeente. Een inventaris van de spelers (gemeente, OCMW, huisvestingsmaatschappijen, ...) die het woongebeuren op die woningmarkt mee bepalen en vorm geven en de instrumenten die zij inzetten (premies, woongerelateerde diensten, ...), worden opgelijst in het laatste onderdeel van de woonomgevingsanalyse. Het geeft een beeld van wie een rol kan spelen in het lokaal woonbeleidsplan en voor welke taken. De inzichten uit de woonomgevingsanalyse worden gebundeld in een zogenaamde ‘SWOT-analyse’ (strenghts, weaknesses, opportunities en threats) die aangeeft op welke vlakken de gemeente goed/slecht scoort en welke opportuniteiten/ bedreigingen zich stellen voor wonen. De SWOT-analyse is de input voor een door de feiten onderbouwd actieplan waarbij het beleid concrete acties plant op korte, middellange of lange termijn, hiervoor partners aanduidt en deze faseert in de tijd. Het eindresultaat van dit proces is een document dat na goedkeuring van College van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad een formeel karakter krijgt en aldus de blauwdruk vormt voor het woonbeleid en woongebeuren in de gemeente de eerstvolgende jaren.
Inleiding
Inleiding
- DEEL 1 WOONOMGEVINGSANALYSE -
1.1
De inwoners en hun kenmerken
Volgens de laatste gekende bevolkingscijfers zijn er 40 281 inwoners2 ingeschreven in Heist-op-den-Berg. De voorbije tien jaar (1998-2008) groeide de bevolking met tweeduizend personen of tweehonderd mensen per jaar, wat een aangroei is met 5,3% over tien jaar. De laatste jaren (2006-2009) versnelde die aangroei en kwamen er zo’n driehonderd mensen per jaar bij. Op 1 januari 2010 herbergt Heist-op-den-Berg volgens de voorlopige rijksregistergegevens bijna 40 000 inwoners (tabel 1.1).
1 2
In de presentatie van juni 2011 aan de gemeenteraad van Heist-op-den-Berg werden een aantal gegevens zoals inwonersaantallen en bevolkingsprognoses geupdated. 1 januari 2011.
23
De bevolkingssamenstelling van Heist-op-den-Berg geeft informatie over de behoefte aan woningen. De grootte van de huishoudens, de leeftijd van de bewoners en hun woonvoorkeuren geven aan welk type van woningen nodig is om de bevolking te huisvesten. Belangrijker evenwel is na te gaan hoe die inwonersgroep en de samenstelling ervan evolueert in de tijd, zodat de trends aangeven wat de toekomstige behoefte op het vlak van wonen zal zijn. We bespreken achtereenvolgens de inwoners- en huishoudsamenstelling en hun evolutie en maken een beknopte sociaal-economische situering van de bevolking. In een laatste paragraaf gaan we na in welke mate Heist-op-den-Berg doelgroepen herbergt die in het bijzonder de aandacht vragen van het woonbeleid. De gegevens zijn de meest recent beschikbare bij het voorstellen van de woonomgevingsanalyse medio 2010.1
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Tabel 1.1
Bevolkingsaantal op 1 januari, jaarlijkse aangroei in aantal en procentuele aangroei ten aanzien van 1998 (Heist-op-den-Berg, 1997-2009; 2010)
24
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bevolkingsaantal
Aangroei aantal
Aangroei %
1997
36 996
1998
37 220
224
1999
37 342
122
+0,3
2000
37 233
-109
+0,0
2001
37 396
163
+0,5
2002
37 538
142
+0,9
2003
37 655
117
+1,2
2004
37 868
213
+1,7
2005
38 126
258
+2,4
2006
38 513
387
+3,5
2007
38 721
208
+4,0
2008
39 199
478
+5,3
2009
39 721
522
2010
39 910
189
Totaal
2 914 Bron FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) voor 1997-2008; Rijksregister, voorlopig bevolkingscijfer 2010
De vergelijking met het Vlaamse Gewest, de provincie, het arrondissement geeft weer of deze bevolkingsgroei afwijkt van dan wel vergelijkbaar is met de bevolkingsgroei in de ruimere regio. Dit ziet u in figuur 1.1, waarbij 1998 wordt gelijkgesteld aan 100%.
Bron ADSEI, Bevolkingsstatistieken 1998-2008; Rijksregister, voorlopig bevolkingscijfer 2010
Tussen 1998 en 2008 groeide de bevolking aan met 5,3%, wat iets meer is dan in het arrondissement Mechelen (+5%), de provincie (+4,8%) en het Vlaamse Gewest (4,2%). Die sterkere bevolkingsgroei in Heist-op-den-Berg vond plaats vanaf 2006. Situatie in de deelgemeenten
De centrale deelgemeente Heist-op-den-Berg biedt een woonplaats aan 40% van de bevolking en is ook de dichtst bevolkte deelgemeente met de sterkste groei (+6,5%). De overige 40% spreidt zich over de rest van de gemeente, zij het dat in Hallaar de minste mensen wonen (7,6%). Uit tabel 1.2 lezen we af dat de evolutie van het inwonersaantal niet gelijkmatig verloopt in de verschillende deelgemeenten. We beschikken slechts over cijfers tot en met 1 januari 2007 voor de deelgemeenten.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Procentuele aangroei van de bevolking; 1998=100% (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen 1997-2008; 2010)
25
Figuur 1.1
Tabel 1.2
Bevolkingsaantal op 1 januari en evolutie, naar deelgemeente (1997-2007; 2010)
1997
2007
(2010)
2007
Aantal
Aantal
Aantal
%
Aantal
%
14 654
15 610
(16 244)
40,3
956
+6,5
Wiekevorst
3 330
3 482
(3 566)
9,0
152
+4,6
Booischot
5 925
6 054
(6 451)
15,6
129
+2,2
Itegem
5 386
5 390
(5 512)
13,9
4
Schriek
4 593
4 543
(4 873)
11,7
-50
-1,1
Hallaar
2 996
2 949
(3 220)
7,6
-47
-1,6
112
693
(?)
36 996
38 721
(39 910)
100,0
1 725
4,7
Heist-op-den-Berg
Niet te lokaliseren Totaal
Evolutie 2007-1997
+0,17
26
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron SVR, bevolkingskubussen (1997-2007); dienst bevolking Heist-op-den-Berg (deelgemeente, 2010); Rijksregister, voorlopig bevolkingscijfer (gemeente 2010)
De aangroei in de deelgemeente Heist-op-den-Berg is goed voor meer dan de helft van de inwonerstoename. Deelgemeenten Heist-op-den-Berg (+6,5%), Wiekevorst (+4,6) en in mindere mate Booischot (+2,2%) wonnen aan inwoners het afgelopen decennium. Schriek, Hallaar en Itegem vallen na 2006 terug op het niveau van 1997. De terugval gebeurt in 2007 voor Hallaar en Itegem; Schriek verliest sinds 2005 een honderdtal inwoners elk jaar. De voorlopige bevolkingscijfers voor 2010 van de dienst bevolking van Heistop-den-Berg tonen een inwonersaanwinst in de periode 2007-2008-2009 in elk van de deelgemeenten, maar vooral in Hallaar, Booischot en Schriek. Volgende grafieken brengen dit in beeld.
Figuur 1.2
Evolutie van het aantal inwoners naar deelgemeente (1997-2007; 2010)
27
Deelgemeenten Wiekevorst en Hallaar
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Deelgemeente Heist-op-den-Berg
Deelgemeenten Itegem, Boosichot en Schriek
1.1.1
Inwoners naar geslacht
In Heist-op-den-Berg bestaat de bevolking anno 2008 uit 49,7% mannen en 50,3% vrouwen. Het overwicht aan vrouwen is wat kleiner dan in de rest van het arrondissement en de provincie. In 1997 was de verhouding tussen mannen en vrouwen in Heist-op-den-Berg nog nagenoeg gelijk. De evolutie gaat richting meer vrouwen in de bevolking, richting het gemiddelde in de provincie en het arrondissement. De voorlopige cijfers voor 2010 gaan verder in die richting met 49,6% mannen en 50,4% vrouwen.
Tabel 1.3
Inwoners naar geslacht (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2008)
% Mannen
% Vrouwen
1998
50,1
49,9
2008
49,7
50,3
1998
49,2
50,8
2008
49,2
50,8
1998
49,3
50,7
2008
49,4
50,6
28
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron SVR, bevolkingskubussen, 1997-2007; dienst bevolking Heist-op-den-Berg, 2010
Heist-op-den-Berg
Arrondissement Mechelen
Provincie Antwerpen
Bron ADSEI, Bevolkingsstatistieken 1997-2008
1.1.2
Inwoners naar leeftijd
De Vlaamse bevolking veroudert door een afgezwakt vruchtbaarheidscijfer in combinatie met de sterk toegenomen levensverwachting. Ook in Heist-op-denBerg is dat zo: de aangroei van de bevolking met bijna tweeduizend inwoners doet zich enkel in de oudere leeftijdsgroepen voor. Het gaat om een aangroei met 1 589 volwassenen tussen 40 en 65 jaar (+17%) en 1 035 inwoners van 65 jaar en ouder (+17%). Tegelijkertijd neemt de groep van jonge volwassenen sterk in aantal af met zo’n 1 700 personen of min 15% van hun aantal. Deze evolutie doet zich gestaag voor. De kinderen groeien beperkt in aantal, maar in minder mate dan de globale inwonersgroei, waardoor hun aandeel in de bevolking daalt. Sinds 2005 neemt hun aantal weer lichtjes toe.
0 t.e.m.19 j.
20 t.e.m. 39 j.
40 t.e.m. 64 j.
65+
Totaal
1997
7 890
11 317
11 870
5 919
36 996
1998
7 938
11 188
12 057
6 037
37 220
1999
7 956
10 962
12 277
6 147
37 342
2000
7 903
10 733
12 416
6 181
37 233
2001
7 926
10 569
12 592
6 309
37 396
2002
7 858
10 425
12 762
6 493
37 538
2003
7 820
10 269
12 925
6 641
37 655
2004
7 817
10 104
13 148
6 799
37 868
2005
7 876
9 928
13 458
6 864
38 126
2006
7 988
9 732
13 839
6 954
38 513
2007
8 003
9 560
14 192
6 966
38 721
2008
8 054
9 599
14 474
7 072
39 199
116
-1 589
2 417
1 035
1 979
1998-2008 1998=100%
+1,5
-14,2
+20,1
+17,1
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Inwonersaantal en evolutie 1998-2008 naar leeftijdcategorie (Heist-op-denBerg, 1997-2008)
106,0
Bron ADSEI, Bevolkingsstatistieken 1997-2008
Een meer gedetailleerd beeld krijgt u in figuur 1.3. Volwassenen op de leeftijd waarop zij zich vestigen (25-34 jaar) en de jonge kinderen verminderen sterk in aantal, wat wijst op een aderlating van jonge gezinnen. Bij de ouderen nemen vooral de oudsten in aantal toe. De leeftijdsgroepen tussen 40 en 60 jaar groeien sterk aan, wat zich binnen tien tot twintig jaar zal vertalen in een sterke aangroei van de ouderen.
29
Tabel 1.4
Deze tendensen samen maken dat de bevolkingsaangroei in Heist-op-den-Berg voor de helft uit een toename van 65-plussers bestaat.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Figuur 1.3
Evolutie inwonersaantal naar leeftijdcategorie (Heist-op-den-Berg, 1998, 2008)
Bron ADSEI, Bevolkingsstatistieken 1998-2008
Wijkt de demografische evolutie in Heist-op-den-Berg af van de demografische evolutie in de ruimere regio? We vergelijken met de situatie en evolutie in het arrondissement en de provincie.
Tabel 1.5
Inwonersaantal en -verdeling en evolutie naar leeftijd (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen; 1998, 2008)
30
Heist-op-den-Berg
Arr. Mechelen
Prov. Antwerpen
Aantal 2008
% 2008
Aantal 2008-1998
% Groei 2008-1998
% Groei 2008-1998
% Groei 2008-1998
0-19 jaar
8 054
20,5
116
1,5
2,4
-0,1
20-39 jaar
9 599
24,5
-1 589
-14,2
-8,7
-6,8
40-64 jaar
14 474
36,9
2 417
20,0
16,7
15,5
7 072
18,0
1 035
17,1
10,1
11,5
39 199
100,0
1 979
5,3
5,0
4,8
65+ Totaal
Bron ADSEI, Bevolkingsstatistieken 1998-2008
Het aandeel ouderen in de bevolking was bij de aanvang van 1998 in Heist-opden-Berg lager dan in het arrondissement en de provincie. Tien jaar later, op 1 januari 2008, is dat niet langer het geval: met 18% inwoners van 65 jaar en ouder situeert Heist-op-den-Berg zich qua vergrijzing nu tussen het arrondissement en de provincie. Gaan we nog verder terug in de tijd: dan bleek in 1992 nog 14,6% van de bevolking 65 jaar of ouder (niet in tabel), in 1998 is dat reeds 16,2% om nog eens tien jaar later, in 2008, met 18%, te stranden boven het niveau van de provincie. De stijging tussen 1998 en 2008 vertegenwoordigt 1 035 extra 65-plussers. De afhankelijkheidsratio, familiale zorgindex, de grijze druk, groene druk, interne vergrijzing en doorstromingscoëfficiënt en hun evolutie tussen 1997-2008, die u terugvindt in bijlage 1, geven aanvullende informatie over de toenemende vergrijzing van de gemeente. Situatie in de deelgemeenten
Procentuele bevolkingsaangroei naar leeftijdscategorie (deelgemeenten Heist-op-den-Berg, 1997, 2007)
0-17 j.
18-24 j.
25-34 j.
35-49 j.
50-64 j.
65-79 j.
80+
Totaal
4,8
-3,7
-18,4
14,2
16,8
12,1
28,5
6,5
Wiekevorst
-8,1
8,3
-24,0
12,3
30,1
17,0
9,4
4,6
Booischot
-0,6
4,2
-31,9
10,4
5,8
23,7
29,1
2,2
Itegem
-3,0
-5,2
-28,3
0,2
19,4
11,8
17,4
0,1
Schriek
-6,0
-13,6
-36,9
16,7
11,0
17,6
14,8
-1,1
Hallaar
-7,2
-14,7
-31,1
3,4
13,2
10,9
25,5
-1,6
1,4
-2,3
-24,6
12,7
16,4
15,8
23,8
4,7
Heist-op-den-Berg
Totaal
Bron SVR, bevolkingskubussen
Enkel Heist-op-den-Berg kreeg er kinderen bij tussen 1997 en 2007 (+5%) en is hiermee verantwoordelijk voor de volledige aanwas aan kinderen in de gemeente. De overige deelgemeenten huisvesten het laatste decennium zowel minder jongvolwassenen op vestigingsleeftijd (25-34 jaar) als minder kinderen. Booischot wint aan inwoners maar enkel in de oudste leeftijdsgroepen; tegelijkertijd is er een sterke afname van jongvolwassenen.
31
Tabel 1.6
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Geen enkele deelgemeente springt echt in het oog met een verjongende bevolking.
Figuur 1.4
Procentuele bevolkingsaangroei naar leeftijdscategorie in de deelgemeenten Heist-op-den-Berg, Wiekevorst en Booischot, 1997, 2007
32
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron SVR, bevolkingskubussen
De deelgemeenten waarvan de bevolking tussen 1997 en 2007 niet verder aangroeide - Schriek, Hallaar en Itegem - tonen een negatief saldo voor alle leeftijdsgroepen onder de 35 jaar.
Bron SVR, bevolkingskubussen
1.1.3
Inwoners naar nationaliteit
De bevolking in Heist-op-den-Berg bestaat bijna uitsluitend uit Belgen; anno 2008 heeft slechts 1,4% van de inwoners niet de Belgische nationaliteit (aantal=553). Dit is wat meer dan in 1997 toen 316 niet-Belgen onder de bevolking werden geteld (0,9%). Hieronder ziet u de verdeling naar nationaliteit(sgroep) op 1 januari 1997 en op 1 januari 2007.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Procentuele bevolkingsaangroei naar leeftijdscategorie in de deelgemeenten Itegem, Schriek en Hallaar, 1997, 2007
33
Figuur 1.5
Tabel 1.7
Aantal inwoners naar nationaliteit en aangroei (1997-2007)
1997
2007
West-Europa
150
150
0
Zuid-Europa
56
75
19
Oost-Europa
11
73
62
Noord-Europa
28
39
11
Zuidoost-Azië
26
30
4
Zuidelijk Centraal-Azië
2
29
27
Noord-Afrika
6
17
11
Oost-Azië
5
17
12
West-Azië
5
10
5
Andere (aantal <10 pers.)
2007-1997
27
37
10
316
477
161
Totaal Belg
36 680
38 244
1 564
Totaal
36 996
38 721
1 725
Totaal niet-Belgen
34
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron SVR, bevolkingskubussen (eigen bewerking)
De niet-Belgen in Heist-op-den-Berg zijn voor 40% West-Europeanen. Dit zijn vooral Nederlanders (aantal=114) en ook wat Engelsen (aantal=26). Ze worden gevolgd door de Zuid-Europeanen (23 Italianen en 22 Portugezen). De OostEuropeanen waren er in 1997 nog niet; in 2007 zijn ze met 75 of 15% van de nietBelgen; één derde zijn Polen (aantal=24). De kleine vijfhonderd niet-Belgen hebben zich voor de helft in Heist-op-denBerg (aantal=256) zelf gevestigd. Een vijftigtal woont in Schriek en evenveel in Booischot.
1.2
De huishoudens en hun kenmerken
Op 1 januari 2008 telde Heist-op-den-Berg 16 221 huishoudens; dit is 11,2% meer dan tien jaar geleden in 1998. Er kwamen in tien jaar 1 637 extra huishoudens bij of zo’n 164 per jaar.
Bevolkingsaantal op 1 januari, jaarlijkse aangroei in aantal en procentuele aangroei ten aanzien van 1998 (Heist-op-den-Berg, 1997-2009; 2010)
Aangroei aantal
Aangroei %
1997
14 395
1998
14 584
189
1999
14 731
147
1,0
2000
14 826
95
1,7
2001
15 041
215
3,1
2002
15 192
151
4,2
2003
15 329
137
5,1
2004
15 511
182
6,4
2005
15 616
105
7,1
2006
15 850
234
8,7
2007
16 016
166
9,8
2008
16 221
205
11,2
1 637
11,2
2008-1998
Bron FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) voor 1997-2008; het Rijksregister voor 2010
De volgende figuur toont de huishoudevolutie ten aanzien van 1998. Net zoals de bevolkingstoename verloopt ook de aangroei van huishoudens sterker dan in de provincie en het arrondissement. In vergelijking met de aangroei van de inwoners (+5,3%), neemt het aantal huishoudens veel scherper toe (+11,2%) wat wijst op gezinsverdunning. Met andere woorden: er zijn meer gezinnen dan tien jaar geleden in Heist-op-den-Berg, maar ze zijn kleiner geworden. Dit fenomeen doet zich in Heist-op-den-Berg sterker voor dan in het arrondissement en de provincie.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bevolkingsaantal
35
Tabel 1.8
36
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Figuur 1.6
Procentuele aangroei van de huishoudens, 1998=100% (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 1998-2008)
Bron SVR, lokale statistieken
Situatie in de deelgemeenten
Ook al stagneert of vermindert het aantal inwoners in delen van de gemeente zoals Schriek, Hallaar of Itegem, toch neemt het aantal huishoudens overal toe. Toename van het aantal huishoudens impliceert hier geen nettotoename van inwoners, maar wel meer kleine gezinnen.
Tabel 1.9
Aantal huishoudens en evolutie (deelgemeenten Heist-op-den-Berg: 1997, 2007)
1997
2007
Heist-op-den-Berg
5 872
6 637
113,0
Wiekevorst
1 154
1 291
111,9
Booischot
2 379
2 584
108,6
Itegem
2 074
2 207
106,4
Schriek
1 715
1 827
106,5
Hallaar
1 158
1 191
102,8
Niet te lokaliseren
43
279
648,8
Heist-op-den-Berg
14 395
16 016
111,3
Bron SVR, lokale statistieken
1997=100%
1.2.1
Huishoudgrootte
De gemiddelde gezinsgrootte is met 2,4 personen per huishouden wat groter dan globaal in de provincie en vergelijkbaar met het arrondissement. In 1997 was de gemiddelde huishoudgrootte met 2,55 wat groter dan in het arrondissement.
Tabel 1.10
Gemiddelde huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 1998, 2008)
1998
2008
Heist-op-den-Berg
2,55
2,42
Arrondissement Mechelen
2,52
2,42
Provincie Antwerpen
2,43
2,35
Tabel 1.11
Gemiddelde huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg en randgemeenten, 2008)
Gemiddelde huishoudgrootte Keerbergen
2,58
Begijnendijk
2,51
Tremelo
2,47
Nijlen
2,47
Westerlo
2,46
Berlaar
2,46
Hulshout
2,42
Putte
2,41
Heist-op-den-Berg
2,40
Herenthout
2,40
Herentals
2,32 Bron SVR, lokale statistieken
3
Het cijfer voor Heist-op-den-Berg ligt iets hoger in de vorige tabel, omdat personen in de collectieve huishoudens mee in rekening werden gebracht om vergelijking met 1998 te kunnen maken, toen de inwoners in collectieve en particuliere huishoudens niet werden uitgesplitst.
37
In tabel 1.113 wordt de huishoudgrootte voor Heist-op-den-Berg vergeleken met die in de omliggende gemeenten. De huishoudens in Heist-op-den-Berg blijken klein, zeker in vergelijking met de Vlaams-Brabantse buurgemeenten Nijlen, Westerlo en Berlaar. Enkel in Herentals zijn de huishoudens gemiddeld kleiner dan in Heist-op-den-Berg.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron SVR, lokale statistieken
De evolutie van de gezinnen naar huishoudgrootte toont dat de aangroei van huishoudens in Heist-op-den-Berg, zoals in de rest van Vlaanderen, volledig voor de rekening is van de kleine huishoudens, de één- en tweepersoonshuishoudens. De één- en tweepersoonshuishoudens namen in tien jaar tijd toe met respectievelijk 34,5% en 18%, het aandeel grotere gezinnen in de bevolking daalt. Dit ziet u in figuur 1.7.
38
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Figuur 1.7
Aangroei van het aantal huishoudens naar huishoudgrootte (Heist-op-denBerg, 1997-2007)
Bron ADSEI, bevolkingsstatistieken
De aangroei van particuliere huishoudens in combinatie met een dalende huishoudgrootte is een tendens die zich in gans Vlaanderen manifesteert (Lodewijckx, 2008). Demografische prognoses geven aan dat deze evolutie zich in de toekomst verder zal zetten (Willems, 2007). Een belangrijke vaststelling evenwel is dat de aangroei van één- en tweepersoonshuishoudens het afgelopen decennium in Heist-op-den-Berg heel wat sterker was dan in de rest van het arrondissement en de provincie. Hiermee schuift Heist-op-den-Berg op naar de gemiddelde huishoudgrootte in de provincie en het arrondissement. Waren de drie- en vier persoonhuishoudens in 1997 in Heist-op-den-Berg nog ongeveer even talrijk als de éénpersoonshuishoudens, dan is dat in 2007 geenszins nog het geval.
Procentuele aangroei van het aantal huishoudens naar huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg, het arrondissement Mechelen en de provincie Antwerpen, 1997-2007)
Bron ADSEI, bevolkingsstatistieken
Evolutie van de huishoudgrootte (Heist-op-den-Berg, 1997-2007)
39
Figuur 1.9
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Figuur 1.8
Bron SVR, bevolkingskubussen
Situatie in de deelgemeenten
In Wiekevorst zijn de gezinnen met gemiddeld 2,7 personen duidelijk grootst; in Booischot is het gemiddelde gezin het kleinst. De dalende gezinsgrootte manifesteert zich in alle deelgemeenten.
Tabel 1.12
Gemiddelde huishoudgrootte (deelgemeenten van Heist-op-den-Berg: 1997, 2007)
1997
2007
Wiekevorst
2,89
2,70
Schriek
2,68
2,49
Hallaar
2,59
2,48
Itegem
2,60
2,44
Heist-op-den-Berg
2,50
2,35
Booischot
2,49
2,34
2,57
2,42
Totaal Heist-op-den-Berg
40
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron SVR, lokale statistieken
1.2.2
Huishoudsamenstelling
Met de sterke opkomst van nieuwe samenlevingsvormen is het vandaag nog weinig zinvol om uitspraken te doen over de gezinssamenstelling louter op basis van de burgerlijke staat van de bewoners en hun huishoudgrootte. We maken gebruik van de LIPRO-typologie om gezinnen en alleenstaanden te typeren, waarbij elk huishouden dat is ingeschreven op één adres wordt toegewezen aan een gezinstype op basis van de informatie aanwezig in het rijksregister. De typologie is gebaseerd op het al dan niet gehuwd zijn van het gezinshoofd in combinatie met het al dan niet hebben van kinderen; daarnaast zijn ook de éénoudergezinnen en de alleenwonenden in de typologie vervat. Alle huishoudens die niet kunnen worden ingedeeld bij één van deze zes types, zoals samenwonende zussen, samenwonende vrienden, en zo meer, ... komen terecht in een restcategorie ‘andere huishoudens’. Vervolgens differentiëren we in de éénpersoonshuishoudens en paren zonder kinderen in functie van leeftijd van de referentiepersoon.
Heist-op-den-Berg
Arr. Mechelen
Prov. Antwerpen
Aantal
%
%
%
4 117
25,7
28,4
32,2
<35 jaar
571
13,9
16,7
19,9
35-49 jaar
876
21,3
20,8
21,7
50-64 jaar
901
21,9
21,1
21,6
1 769
43,0
41,3
36,9
4 980
31,1
30,1
28,2
598
12,0
13,1
12,9
35-49 jaar
674
13,5
12,0
11,5
50-64 jaar
1 758
35,3
33,8
34,1
65+ jaar
1 950
39,2
41,1
41,6
Gehuwd, geen kind
4 146
83,3
81,9
82,1
834
16,7
18,1
17,9
5 406
33,7
32,2
30,2
4 658
86,2
85,3
85,7
748
13,8
14,7
14,3
Alleenstaand met kinderen
1 279
8,0
7,8
8,0
Alleenstaande moeder
1 017
79,5
81,0
81,5
262
20,5
19,0
18,5
238
1,5
1,5
1,4
16 020
100,0
100,0
100,0
Eénpersoonshuishouden
65+ jaar Paren, geen kinderen <35 jaar
Ongehuwd paar, geen kind Paren met kinderen Gehuwd met kind Ongehuwd paar met kind
Alleenstaande vader Andere Totaal
Bron SVR, huishoudens volgens de LIPRO-typologie
De bevolking van Heist-op-den-Berg bestaat anno 2007 voor ruim een derde (34%) uit paren met kinderen, voor 31% uit paren zonder kinderen, een kwart (26%) zijn alleenwonenden. Hiermee heeft Heist-op-den-Berg een ietwat traditioneler huishoudprofiel dan de rest van het arrondissement. De alleenwonenden van 65 jaar en meer maken 43% uit van die alleenwonenden, wat iets meer is dan in het arrondissement en de provincie. Tegelijkertijd behoren de alleenwonenden er minder vaak tot de jonge volwassenen van onder de 35 jaar (namelijk 14%) dan in het arrondissement (17%) en in de provincie (20%).
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Huishoudens naar LIPRO-typologie en leeftijd van de referentiepersoon (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 2007)
41
Tabel 1.13
Tot slot bestaat 8% van de huishoudens in Heist-op-den-Berg uit een alleenstaande ouder met één of meerdere kinderen; in 79% van de gevallen zijn dat alleenstaande moeders. Het aandeel éénoudergezinnen in de bevolking is vergelijkbaar met de provincie en het arrondissement. Dat het aandeel van het klassieke gezin en de jonge koppels zonder kinderen de voorbije periode is afgenomen ten voordele van de alleenstaanden boven de 35 jaar, de oudere paren zonder kinderen en de éénoudergezinnen blijkt uit tabel 1.14, die de vergelijking maakt tussen 1999 en 2007. De tabel geeft ook aan dat deze evolutie zich veel scherper stelt dan in de ruimere regio.
Tabel 1.14
Aangroei huishoudens naar LIPRO-typologie tussen 1999 en 2007 en leeftijd van de referentiepersoon (Heist-op-den-Berg, het arrondissement Mechelen en de provincie Antwerpen)
Heist-op-den-Berg
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Eénpersoonshuishouden
Prov. Antwerpen
Aantal
%
%
%
817
24,8
19,1
11,8
<35 jaar
36
6,7
10,6
3,0
35-49 jaar
278
46,5
36,4
19,4
50-64 jaar
269
42,6
35,6
28,8
65+ jaar
234
15,2
8,7
4,6
581
13,2
7,9
8,3
<35 jaar
-95
-13,7
-8,9
-4,9
35-49 jaar
77
12,9
7,7
7,4
50-64 jaar
221
14,4
9,4
7,2
65+ jaar
378
24,0
13,3
14,5
Gehuwd, geen kind
278
7,2
0,6
1,0
Ongehuwd paar, geen kind
303
57,1
60,7
62,2
-308
-5,4
-4,0
-3,5
-793
-14,5
-13,2
-12,3
485
184,4
149,6
137,8
Alleenstaand met kinderen
193
17,8
16,7
15,7
Alleenstaande moeder
161
18,8
17,5
16,3
32
13,9
13,4
12,7
Paren, geen kinderen
Paren met kinderen 42
Arr. Mechelen
Gehuwd met kind Ongehuwd paar met kind
Alleenstaande vader Andere
5
2,1
18,8
31,6
Totaal
1 288
8,7
7,3
6,2
Bron SVR, huishoudens volgens de LIPRO-typologie
Loop van de bevolking
Om te begrijpen hoe de bevolking evolueert, kijken we naar de bewegingen die schuilgaan achter de netto inwonerstoename van 6%. Die beweging is het resultaat van de natuurlijke loop van de bevolking en van nieuwe inwoners die zich inschrijven in Heist-op-den-Berg en inwoners die de gemeente verlaten (de migraties). We bespreken ze achtereenvolgens.
1.3.1
Natuurlijke loop van de bevolking
De bevolkingstoename de voorbije tien jaar is niet toe te schrijven aan de natuurlijke aangroei van inwoners; deze is over de hele periode 1997-2007 negatief. Er worden onvoldoende kinderen geboren om de ouderen te vervangen. In de periode vóór 1997, namelijk van 1981 tot 1995, werd er nog wel een continue (zij het lichte) natuurlijke aangroei van de bevolking opgetekend (cf. woonbehoeftenstudie, 1998). Uit de studie van Soresma (2010) naar de regionale woningmarkten in de provincie Antwerpen blijkt dit negatief saldo opmerkelijk. Alle regionale woningmark-
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
1.3
43
De dominante groei van éénpersoonshuishoudens werd reeds duidelijk gesteld in de vorige paragraaf. Uit de tabel lezen we af dat niet de jongvolwassenen deze explosieve groei veroorzaken maar wel alle alleenstaanden ouder dan 35 jaar, en vooral de oudere actieven. De toename van alle oudere alleenstaanden is sterker dan in het arrondissement Mechelen. De LIPRO-typologie laat toe het gezinstype te identificeren van bij meerpersoonshuishoudens. Op basis hiervan stellen we vast dat de paren zonder kinderen sterker dan gemiddeld aangroeien, wat volledig op de rekening komt van de paren met een gezinshoofd ouder dan 35 jaar. Binnen deze groep zijn het vooral de 65plussers die in aantal toenemen en een groter deel gaan uitmaken van de bevolking (+24%; +378 personen) en dat is opvallend meer dan elders. Paren met kinderen nemen af, daar waar de groep van alleenstaande ouders sterk in omvang toeneemt (+18%). Binnen de paren neemt de groep van ongehuwd samenwonenden sterk toe in Heist-op-den-Berg, een tendens die overal in Vlaanderen wordt waargenomen. In Heist-op-den-Berg neemt deze groep toe met meer dan de helft van hun aantal. Ongehuwd samenwonen met inwonende kinderen gebeurt in 2007 bijna drie keer zo vaak als in 1999. De voorspelling is dat dit zich verder zal doorzetten. De aantallen compenseren onvoldoende voor de terugval van de gehuwde paren met kinderen.
ten in de provincie kenden een positief natuurlijk saldo, met uitzondering van Heist-op-den-Berg.4 De Studiedienst van de Vlaamse regering (Van Peer et al., 2010) voerde in 2010 een studie uit naar de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest. De studie geeft gestandaardiseerde vruchtbaarheidsratio’s (SFR’s) weer voor alle Vlaamse steden en gemeenten, telkens afgezet tegenover het globale (standaard)patroon voor het totale Vlaamse Gewest. De ratio’s worden berekend op basis van geboorten die worden geregistreerd door de regioteamleden van Kind & Gezin naar aanleiding van de kraambezoeken, huisbezoeken en andere contacten bij vrouwen die in het Vlaamse Gewest wonen (de IKAROS-databank). Het gaat om gegevens voor de periode 2003-2007. De SFR’s geven de verhouding weer tussen waargenomen aantal geboorten en het aantal dat verwacht wordt wanneer de Vlaamse vruchtbaarheidskansen in die gemeente zouden gelden. Heist-op-den Berg behoort tot de 23 Vlaamse gemeenten met een significant lagere SFR dan verwacht. In de provincie Antwerpen bevinden enkel nog Schilde, Vosselaar en Brasschaat zich in dezelfde situatie; in Vlaams-Brabant enkel Leuven.
Natuurlijke loop van de bevolking (Heist-op-den-Berg, 1997-2007)
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Figuur 1.10
44
Bron ADSEI, Loop van de bevolking (1997-2007); dienstbevolking Heist-op-den-Berg (voorlopige cijfers 2009)
Zonder natuurlijke aangroei is de bevolkingstoename voor de rekening van de migraties, waarbij de instroom de uitstroom overstijgt.
4
De regionale woningmarkt Heist-op-den-Berg omvat Heist-op-den-Berg, Putte, Herselt en Hulshout.
1.3.2
Migraties
1.3.2.1
Migratie naar aantal en evolutie
De bevolking in Heist-op-den-Berg groeit aan ondanks de negatieve natuurlijke aanwas. Dit betekent dat het aantal nieuwkomers dat zich in de gemeente vestigt het aantal uitstromers sterk overtreft. Dat ziet u in figuur 1.11 met het migratiesaldo dat vanaf 2000 sterk in stijgende lijn gaat. Die toename geldt zowel voor het intern migratiesaldo - het verschil tussen in- en uitstroom vanuit en naar andere Belgische gemeenten - als voor het extern migratiesaldo vanuit en naar het buitenland. Beide samen dragen bij tot de vastgestelde bevolkingsaangroei in Heistop-den-Berg. We stellen vast dat het belang van de externe migratie in het totale migratiesaldo toeneemt. Een overzicht van de in- en uitstroomcijfers en het saldo per duizend inwoners tussen 2000 en 2007 vindt u in bijlage 2.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Interne en externe migraties en migratiesaldo (Heist-op-den-Berg, 19972007)
45
Figuur 1.11
Bron ADSEI, Loop van de bevolking
Vergeleken met de rest van de provincie blijkt het interne migratiesaldo in Heistop-den-Berg hoog: samen met de woningmarkten Geel, Lier en Klein-Brabant kende de regionale woningmarkt Heist-op-den-Berg, dat ook Putte, Herselt en Hulshout omvat, het hoogste interne migratiesaldo in de provincie. Deze gebieden zijn niet alleen netto-ontvangers vanuit de agglomeratie Antwerpen, maar ook vanuit de relatief nabijgelegen regio’s Brussel en Leuven. De migratie van en naar Heist-op-den-Berg speelt zich bijna uitsluitend af binnen het Vlaamse Gewest (tabel 1.15). Wie vanuit Heist-op-den-Berg wegtrekt en in Vlaanderen blijft, blijft in 70% van de gevallen in de provincie Antwerpen; een kwart eindigt in het naburige Vlaams-Brabant. De overige provincies zijn weinig betekenisvol als verhuisbestemming vanuit Heist-op-den-Berg. Nieuwkomers in Heist-op-den-Berg komen eveneens uit het Vlaamse gewest en de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. Het positief migratiesaldo is vooral het gevolg van het positief saldo uit de eigen provincie, aangevuld met wat Vlaams-Brabantse migranten.
46
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Tabel 1.15
In- en uitstromers naar herkomst en bestemming (Heist-op-den-Berg, 19972007)
Aantal uitstromers
%
Aantal instromers
%
Saldo
Vlaams Gewest
11 943
95,0
14 245
94,3
2 302
Antwerpen
8 343
69,9
10 190
71,5
1 847
Vlaams-Brabant
2 830
23,7
3 254
22,8
424
Limburg
312
2,6
348
2,4
36
Oost-Vlaanderen
244
2,0
331
2,3
87
West-Vlaanderen
214
1,8
122
0,9
-92
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
98
0,8
114
0,8
16
Waals Gewest
93
0,7
48
0,3
-45
626
4,9
700
4,6
74
12 569
100,0
15 107
100,0
2 538
Buitenland Totaal
Bron SVR bevolkingskubussen migraties
Soresma (2010) klasseert Heist-op-den-Berg in de groep van gemeenten waar het intern migratiesaldo de sterk dominante factor is in de bevolkingsgroei, samen de gemeente Putte, Berlaar en Nijlen aan de westkant en met Hulshout en Herselt ten oosten van Heist-op-den-Berg (figuur 1.12).
Bron Soresma (2010), p. 28
In het zuiden van de provincie met onder meer Bonheiden, Putte, Berlaar, Heistop-den-Berg, Hulshout en Herselt wijst Soresma (2010) op de suburbanisatie vanuit Antwerpen en vanuit de regio Leuven als migratiefactor. Figuur 1.13 en tabel 1.16 bevestigen dit.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Dominante factor in de bevolkingsevolutie 1997-2007 (provincie Antwerpen)
47
Figuur 1.12
48
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Figuur 1.13
Aantal instromers in Heist-op-den-Berg uit de naburige arrondissementen naar herkomst (1997-2007)
Bron SVR bevolkingskubussen migraties
Sinds 2002 zit vooral de instroom uit het eigen arrondissement Mechelen sterk in de lift. Deze levert vijfhonderd tot zeshonderd nieuwe inwoners per jaar. Ook de instroom uit het arrondissement Leuven stijgt en overstijgt de laatste jaren de driehonderd nieuwkomers per jaar. Tabel 1.16 geeft aan waar de meest populaire bestemmingen voor Heistenaars gelegen zijn en uit welke gemeenten Heist-op-den-Berg nieuwe inwoners rekruteert.
Aantal uitstromers
Aantal instromers
Saldo
% Inwonerswinst
1 508
1 827
319
121,2
Mechelen
457
695
238
152,1
Nijlen
217
396
179
182,5
Lier
500
673
173
134,6
Berlaar
723
893
170
123,5
Antwerpen
630
785
155
124,6
Keerbergen
347
490
143
141,2
Duffel
141
264
123
187,2
Tremelo
593
673
80
113,5
Herentals
365
438
73
120,0
Bonheiden
159
231
72
145,3
Sint-Katelijne-Waver
170
231
61
135,9
Aarschot
338
391
53
115,7
Haacht
88
130
42
147,7
Olen
63
104
41
165,1
Herenthout
290
323
33
111,4
Rotselaar
100
119
19
119,0
Begijnendijk
389
407
18
104,6
Leuven
276
266
-10
96,4
Geel
107
83
-24
77,6
Westerlo
453
426
-27
94,0
Scherpenheuvel-Zichem
115
74
-41
64,3
Herselt
339
295
-44
87,0
1 176
910
-266
77,4
Putte
Hulshout
Bron SVR bevolkingskubussen migraties
De populairste in- en uitstroomgemeenten zijn dezelfde, namelijk Putte, Hulshout, Berlaar en Antwerpen, in die orde. Vanuit Heist-op-den-Berg wijken daarnaast ook jaarlijks heel wat inwoners uit naar Tremelo, Lier en Mechelen. Tussen Putte en Heist-op-den-Berg vindt de grootste uitwisseling plaats: zo’n 1 800 Puttenaars kwamen de voorbije tien jaar in Heist-op-den-Berg wonen, zo’n 1 500 inwoners verlieten Heist-op-den-Berg voor randgemeente Putte. Heist-op-den-Berg houdt aan deze uitwisseloperatie de meeste inwoners over.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
In- en uitwijk van en naar Heist-op-den-Berg en het migratiesaldo voor de belangrijkste herkomst- en bestemmingsgemeenten van 1997 tot en met 2007
49
Tabel 1.16
Heist-op-den-Berg werft ook in de steden. Op Mechelen wint Heist-op-denBerg 50% meer inwoners dan er weggaan naar Mechelen, voor Lier is de instroom 35% hoger dan de uitstroom en voor Antwerpen is dat 25%. Daarnaast weegt ook de instroom vanuit Nijlen, Duffel en Keerbergen zwaarder dan de uitstroom naar die gemeenten. Ook Berlaar is een wingemeente wat nieuwe inwoners betreft. We onthouden vooral dat de uitwisseling van inwoners met de gemeenten uit de nabije omgeving veel inwonerswinst oplevert voor Heist-op-den-Berg. Eén gemeente springt uit de band, namelijk Hulshout. Het inwonersverkeer tussen beide gemeenten is groot maar de winst van 277 inwoners (1997-2007) is deze keer voor Hulshout. Andere oostelijk gelegen gemeenten zoals Herselt en Westerlo snoepen ook wat inwoners af.
50
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
1.4
Bevolkingsprognoses
We werpen een blik op de toekomst met de jongste bevolkingsprognoses; ze zijn beschikbaar tot op arrondissementsniveau.5 De globale tendensen gelden echter ook voor Heist-op-den-Berg. De jongste bevolkingsprognoses 2007-2060 zijn het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau (FPB) en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI). Ze gaan uit van de waarnemingen op 1 januari 2007, gaan over 54 simulatiejaren en werden uitgewerkt per arrondissement, leeftijd, geslacht en twee groepen nationaliteiten. De laatste prognoses bleken niet langer accuraat, voornamelijk omwille van de foute inschattingen op vlak van nataliteit en internationale migratie. De Vlaamse bevolking zou ten aanzien van 2005 aangroeien met 12% tegen 2030 en met 15% tegen 2060. Er doet zich een concentratieverschuiving van de bevolking voor naar de oudere leeftijdscategorieën van 65-plus gaande van 18% van de bevolking (2005) naar 25% in 2030 naar een voorspelde 28% in 2060. Het aandeel van de oudste ouderen van 80-plus binnen de ouderenpopulatie zegt iets over de intensiteit van de veroudering; dit aandeel stijgt sterk van 24,6% naar 29% (2030) tot 40,3% (2060). Vlaanderen zal volgens de jongste prognoses hard geconfronteerd worden met de vergrijzing en vervolgens met de verdwijning van de grote generaties geboren na de Tweede Wereldoorlog. De vruchtbaarheid in Vlaanderen is ook relatief laag in vergelijking met de twee andere gewesten. Het aandeel van de bevolking van het Vlaamse Gewest in de totale bevolking zou dalen van 57,8% in 2007 tot 55,4%. Het arrondissement Mechelen komt in de prognoses voor Vlaanderen samen met de arrondissementen Halle-Vilvoorde en Oudenaarde naar voor met een zeer sterke voorspelde aanwas van meer dan 20%. Voor het arrondissement Mechelen 5
Prognoses op gemeentelijk en op huishoudniveau worden door de Studiedienst van de Vlaamse regering gemaakt en zijn beschikbaar sinds maart 2011.
gaat het om een aangroei van +16% in de periode 2005-2030 en +26% tussen 2005-2030. In het centrum van het land heeft dit te maken met de verwachte sterke immigratiestroom naar de hoofdstad, zetel ook van de belangrijkste Europese instellingen, en naar haar periferie (Pelfrène, 2009). De evolutie zoals voorspeld voor het arrondissement Mechelen kunt u aflezen uit figuur 1.14 met naast de aangroei ook het natuurlijk saldo (geboorten min sterften) het intern migratiesaldo, resultaat van binnenlandse migraties, en het extern migratiesaldo ten gevolge van in- en uitstroom van en naar het buitenland.
Bron ADSEI, waarnemingen 2000-2006; Federaal Planbureau-ADSEI, Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060
De voorspelde bevolkingstoename in het arrondissement zou volgens de cijfers van het planbureau vooral een gevolg zijn van een positief intern en extern migratiesaldo; de voorspelde natuurlijke aangroei is slechts positief tot 2038. Daar waar de bevolkingsaangroei nog jaarlijks groter werd tijdens het eerste decennium van deze eeuw, zou van dan af de jaarlijkse bevolkingstoename verminderen. De voorspelde vergrijzing in het arrondissement – het aandeel 65-plussers in de bevolking - gaat van 18,3% in 2005 naar 23,3% in 2030 en naar 26,3% in 2060. Dit blijft wat onder het Vlaamse aandeel ouderen. De intensiteit van de veroude-
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bevolkingsvooruitzichten (arrondissement Mechelen, 2007-2060)
51
Figuur 1.14
ring (aandeel 80-plussers op de ouderen) volgt volledig de voorspelling voor Vlaanderen, gaande van 24,9% (2005) over 28,9% (2030) naar 39,7% (2060).
1.5
Beknopt sociaal-economisch profiel
1.5.1
Socio-economische positie van de bevolking
De socio-economische positie van de inwoners van Heist-op-den-Berg op 1 januari 2008 is vergelijkbaar met de situatie in het arrondissement. Dat lezen we af uit tabel 1.17.
Tabel 1.17
Verdeling van de inwoners naar socio-economische positie op 1 januari 2008 (Heist-op-den-Berg; arrondissement Mechelen)*
Heist-op-den-Berg Aantal
%
14 438
36,80
115 664
36,10
2 287
5,80
17 692
5,50
Helper
358
0,91
2 267
0,71
Loontrekkend en zelfstandige/ helper
698
1,78
5 597
1,75
Werkzoekend na tewerkstelling; met werkloosheidsuitkering
754
1,92
5 630
1,76
Werkzoekend na studies; met wacht- of overbruggingsuitkering
115
0,29
843
0,26
78
0,20
744
0,23
646
1,65
4 255
1,33
43
0,11
1 205
0,38
6 733
17,20
56 056
17,50
641
1,64
4 275
1,34
8 152
20,80
71 929
22,50
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Loontrekkend Zelfstandige
Volledige onderbreking van de loopbaan Vrijgestelde werkzoekende Leefloon-financiële hulp Pensioentrekkend (zonder werk)
52
Arrondissement Mechelen
Volledig bruggepensioneerd Rechtgevende kinderen voor kinderbijslag
Aantal
%
Andere
4 259
10,90
33 977
10,60
Totaal
39 202
100,00
320 134
100,00
* Deze indeling is niet beschikbaar voor de provincie Antwerpen. Bron Webtoepassing KSZ - datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming
De beroepsactiviteit bij de bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) in Heist-op-den-Berg en de evolutie de laatste jaren is samengevat in twee tabellen. De eerste geeft de verhouding weer tussen werkenden, niet werkende werkzoekenden en niet beroepsactieven. De tweede toont de arbeidsmarktpositie samengevat in de zogenaamde ‘graden’. Uit deze gegevens blijkt de iets betere arbeidsmarktpositie van Heist-op-den-Berg dan in het arrondissement en de provincie.
Tabel 1.18
Bevolking (15-64 jaar) naar socio-economische positie (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde 2003, 2007, 2008)
Werkenden Aantal
%
17 933
Arr. Mechelen Prov. Antwerpen
Niet werkende werkzoekenden
Niet beroepsactieven
Bevolking 15-64 j.
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
68,4
991
3,8
7 300
27,8
26 224
141 853
67,8
8 242
3,9
58 992
28,2
209 087
740 191
65,3
54 968
4,9
337 708
29,8
1 132 867
17 427
66,9
1 121
4,3
7 508
28,8
26 056
Arr. Mechelen
138 777
66,7
8 925
4,3
60 226
29,0
207 929
Prov. Antwerpen
724 715
64,3
58 652
5,2
343 700
30,5
1 127 068
16 232
64,4
1 205
4,8
7 758
30,8
25 195
130 681
64,9
10 285
5,1
60 440
30,0
201 405
724 715
64,3
58 652
5,2
343 700
30,5
1 127 068
2007 Heist-op-den-Berg
2003 Heist-op-den-Berg Arr. Mechelen Prov. Antwerpen
Bron Steunpunt WSE
In Heist-op-den-Berg is in 2008 gemiddeld 68,4% van de inwoners van 15 tot en met 64 jaar aan het werk, 3,8% is werkzoekend en de overige 27,8% is niet beroepsactief. Deze laatste groep bevat jongeren die nog studeren, bruggepensioneerden, mensen met loopbaanonderbreking, zieken of invaliden, oudere werklozen die vrijgesteld zijn van het zoeken naar werk en zo meer.
53
Heist-op-den-Berg
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
2008
Tabel 1.19
Bevolking (15-64 jaar) naar activiteits-, werkzaamheids- en werkloosheidsgraad in % (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde 2003, 2007, 2008)
Activiteitsgraad
Werkzaamheidsgraad
Werkloosheidsgraad
2008 Heist-op-den-Berg
72,2
68,4
5,2
Arr. Mechelen
71,8
67,8
5,5
Prov. Antwerpen
70,8
66,7
5,9
Heist-op-den-Berg
71,2
66,9
6,0
Arr. Mechelen
71,0
66,7
6,0
Prov. Antwerpen
69,5
64,3
7,5
Heist-op-den-Berg
69,2
64,4
6,9
Arr. Mechelen
70,0
64,9
7,3
69,5
64,3
7,5
2007
2003
Prov. Antwerpen
54
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron Steunpunt WSE
De werkloosheidsgraad is het aandeel niet-werkende werkzoekenden (NWWZ), dus wie beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, op de beroepsbevolking (= de werkenden en de niet-werkende werkzoekenden). Voor Heist-op-den-Berg heeft 5,2% van wie zich aanbiedt op de arbeidsmarkt geen werk. De activiteitsgraad of het aandeel van de beroepsbevolking (dit zijn de werkenden + de niet-werkende werkzoekenden) in de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) bedraagt 72,2%. De werkzaamheidsgraad, of het aandeel werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) ligt in Heist-op-den-Berg op 68,4%. De sociaal-economische situatie van de bevolking evolueerde positief tussen 2003 en 2008 voor alle opgenomen parameters, net zoals elders in Vlaanderen en in de regio. De evolutie in Heist-op-den-Berg is zelfs gunstiger, in het bijzonder tussen 2007 en 2008 werd er op dit vlak voortgang geboekt. De gevolgen van de sociaal-economische crisis zullen echter vooral in 2009 een impact hebben op de arbeidsmarktpositie van de bevolking.6 We stellen echter een opmerkelijk verschil vast in de werkzaamheid per leeftijdsgroep (zie tabel 1.20). Jonge mensen in Heist-op-den-Berg zijn meer dan elders actief op de arbeidsmarkt. Eens de 45 jaar voorbij, dan daalt het aandeel werkenden tot onder de cijfers voor het arrondissement en de provincie. Er zijn vooral meer niet-beroepsactieven vanaf 45 jaar en in het bijzonder tussen 55 en 6
www.werk.be.
59 jaar. Voor Heist-op-den-Berg gaat het om 4 500 inwoners tussen de 45 jaar en de pensioenleeftijd (65 jaar) die niet actief zijn op de arbeidsmarkt.
Bevolking (15-64 jaar) naar socio-economische positie in % (Heist-op-denBerg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde, 2008) Heist-op-den-Berg Werkend NWWZ
Arr. Mechelen
Prov. Antwerpen
Niet- Werkend NWWZ Niet Werkend NWWZ Niet beroepsberoepsberoepsactief actief actief
15-17 j.
7,7
1,1
91,2
7,0
1,1
92,0
7,5
1,3
91,2
18-19 j.
25,8
4,9
69,4
23,5
5,3
71,2
24,8
6,0
69,2
20-24 j.
64,4
5,9
29,6
59,4
7,0
33,6
57,6
7,6
34,8
25-29 j.
90,2
3,8
6,0
86,5
5,1
8,4
81,4
6,4
12,1
30-34 j.
89,6
2,9
7,4
87,1
4,1
8,8
83,0
5,6
11,3
35-39 j.
90,1
2,8
7,1
87,2
3,3
9,5
82,9
4,6
12,5
40-44 j.
86,4
2,8
10,8
85,6
3,2
11,2
82,9
4,2
13,0
45-49 j.
83,4
3,5
13,1
84,6
3,4
12,1
81,8
4,2
13,9
50-54 j.
73,9
7,8
18,3
77,5
6,2
16,4
75,0
6,8
18,2
55-59 j.
49,7
5,0
45,3
55,8
4,4
39,8
55,2
5,2
39,7
60-64 j.
18,2
0,4
81,4
20,0
0,2
79,8
20,8
0,5
78,7
Bron Steunpunt WSE
Een ander verschil is dat de groep van werklozen veel meer dan elders uit oudere werklozen (50-64 jaar) bestaat die vaak reeds langdurig werkloos zijn. Het is een groep die nog weinig kans maakt op de arbeidsmarkt.
Aantal en aandeel oudere langdurige en laaggeschoolde werklozen (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; jaargemiddelde, 2009)
55
Tabel 1.21
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Tabel 1.20
Heist-op-den-Berg
Arr. Mechelen
Prov. Antwerpen
Aantal
%
%
%
≥2 jaar werkloos
355
30,8
23,3
23,3
Laaggeschoold
607
52,6
51,1
51,5
392
34,0
25,4
23,8
≥50 jaar
Bron VDAB Studiedienst
Uit de vergelijking 1999-2009 blijkt deze situatie van recente datum. In 1999 waren er ‘nog maar’ 91 oudere werklozen, of 8% van de werklozen; tien jaar later zijn het er bijna vierhonderd of één derde van de werklozen.
1.5.2
Fiscale inkomens
De fiscale statistiek van de inkomens wordt opgesteld op basis van de aangiften in de personenbelastingen. Vele belastingplichtigen die omwille van hun inkomen of gezinslasten niet belastbaar zijn, zijn hier niet opgenomen. Het aandeel aangiften op de bevolking is ongeveer gelijk in Heist-op-den-Berg in vergelijking met het arrondissement en de provincie.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Tabel 1.22
Verdeling van de aangiften naar categorie van nettobelastbaar inkomen (inkomens 2007; Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, de provincie Antwerpen, het Vlaamse Gewest)
Heist-op-den-Berg
Arr. Mechelen
Prov. Antwerpen
Vlaams Gewest
<10 000 euro
15,3
16,5
17,8
17,4
10 001 t.e.m. 20 000 euro
33,5
31,4
31,4
31,3
20 001 t.e.m. 30 000 euro
23,2
22,2
22,2
22,0
30 001 t.e.m. 40 000 euro
10,3
10,8
10,6
10,7
40 001 t.e.m. 50 000 euro
6,7
6,7
6,5
6,8
Meer dan 50 000 euro
11,1
12,4
11,5
11,8
Aantal aangiften
23 073
186 077
994 877
3 553 234
Gem. aantal inwoners
38 960
317 665
1 708 138
6 139 520
56
Bron ADSEI, Fiscale statistiek van de inkomens
Tabel 1.23
Extrapolatie van de verdeling in het arrondissement Mechelen op de aangiften uit Heist-op-den-Berg en de over- of ondervertegenwoordiging (inkomens van 2007)
Heist-op-den-Berg
Verdeling arr. Mechelen
Verschil
<10 000 euro
3 528
3 807,1
-279,1
10 001 t.e.m. 20 000 euro
7 719
7 244,9
474,1
20 001 t.e.m. 30 000 euro
5 350
5 122,2
227,8
30 001 t.e.m. 40 000 euro
2 372
2 491,9
-119,9
40 001 t.e.m. 50 000 euro
1 553
1 545,9
7,1
Meer dan 50 000 euro
2 551
2 861,1
-310,1
Totaal
23 073
23 073
57
Heist-op-den-Berg telt voor de inkomsten van 2007 minder aangiften in de laagste en in de hoogste inkomensklasse dan in het arrondissement, de provincie en het Vlaams Gewest. Met 33% van de aangiften tussen de 10 000 en de 20 000 euro heeft Heist-op-den-Berg wel een hoog aandeel in de relatief bescheiden inkomens. Ook meer dan in de andere gemeenten van het arrondissement en de provincie vallen de inkomens in de klasse vanaf 20 001 tot en met 30 000. In de volgende tabellen vindt u een aantal parameters uit de fiscale inkomensstatistieken dat aangeeft hoe Heist-op-den-Berg zich situeert in de regio en hoe de fiscale inkomens van de bevolking evolueerden tussen 1996 en 2007.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, Fiscale statistiek van de inkomens
Tabel 1.24
Fiscale inkomens van het jaar 2007 en 1996 (Heist-op-den-Berg en randgemeenten, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen)
Gemiddeld inkomen per inwoner
Gemiddeld inkomen per aangifte
Mediaan inkomen per aangifte
Welvaartspeil per aangifte (Vl. Gewest=100)
58
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Inkomen van 2007 Prov. Antwerpen
15 535
26 673
20 295
99,54
Arr. Mechelen
16 020
27 350
20 746
102,65
Keerbergen
20 906
38 085
23 402
133,96
Tremelo
16 870
29 507
21 383
108,09
Begijnendijk
16 453
28 542
22 067
105,42
Westerlo
15 960
27 330
21 953
102,26
Putte
15 866
27 078
20 803
101,66
Herentals
15 796
25 746
20 323
101,21
Heist-op-den-Berg
15 444
26 078
20 467
98,96
Hulshout
15 360
26 120
20 414
98,42
Berlaar
15 346
26 473
20 585
98,33
Nijlen
15 305
26 505
20 197
98,07
Herenthout
15 190
25 921
20 440
97,33
Prov. Antwerpen
10 307
22 727
17 920
102,2
Arr. Mechelen
10 434
22 856
17 910
103,4
Keerbergen
13 014
31 240
21 249
129,0
Tremelo
10 414
23 414
18 585
103,2
Begijnendijk
10 540
22 672
18 287
104,5
Westerlo
9 886
22 781
19 234
98,0
Putte
9 514
22 625
18 344
94,3
10 042
21 373
17 300
99,5
Heist-op-den-Berg
9 460
21 859
18 151
93,8
Berlaar
9 152
21 911
18 136
90,7
Hulshout
9 028
21 825
18 763
89,5
Nijlen
9 105
21 879
17 836
90,2
9 157
21 190
17 893
90,8
Inkomen van 1996
Herentals
Herenthout
Bron FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Fiscale statistiek van de inkomens
Uit het eerste deel van de tabel lezen we af dat Heist-op-den-Berg zich in 2007 onder het Vlaamse welvaartspeil situeert, wat betreft de fiscale inkomens op inwonersniveau; de gemiddelde gezinsgrootte in Heist-op-den-Berg was echter ook iets groter dan het Vlaamse gemiddelde. Het mediaaninkomen per aangifte situeert zich in 2007 onder dat in het arrondissement. Dit kan te maken hebben met de sterkere vergrijzing in de gemeente, wat leidt tot lagere inkomens per aangifte. Dit neemt niet weg dat ouderen die weinig belasting betalen wel degelijk welvarend kunnen zijn. Het welvaartspeil per inwoner stijgt sterker dan elders, wat verband kan houden met de sterkere gezinsverdunning in Heist-op-den-Berg. De Vlaams-Brabantse buurgemeenten zijn zeer welvarend. Keerbergen is anno 2007 zelfs de derde rijkste gemeente van België. Ten aanzien van de naburige gemeenten laat Heist-op-den-Berg nog vier gemeenten achter zich qua fiscaal inkomen per inwoner, maar veel verschil met de gemeenten zoals Hulshout, Berlaar en Nijlen is er niet.
1.6.1 1.6.1.1
Huishoudens met financiële problemen Leefloners
In 2009 ontvingen gemiddeld 56 personen per maand het wettelijke leefloon in Heist-op-den-Berg. De trend is dalend de voorbije tien jaar gaande van een 75 à 80 personen tijdens de eerste jaren van 2000 tot een vijftigtal de voorbije jaren. De economische crisis die in het najaar van 2008 losbarste, laat sporen na vanaf 2009. Dit vertaalt zich in een stijging in het gemiddeld aantal leefloners per maand in 2009.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Doelgroepen van het woonbeleid
59
1.6
60
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Figuur 1.15
Gemiddeld aantal leefloners per maand (Heist-op-den-Berg,1999-2009)
Bron POD-Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid
1.6.1.2
Personen met schulden voor consumentenkredieten
De Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP) van de Nationale bank van België (NBB) is in het leven geroepen door de Belgische overheid om de overmatige schuldenlast bij gezinnen te bestrijden. Kredietgevers moeten het bestand raadplegen voor ze een krediet verschaffen aan een natuurlijke persoon. Het bestand bevat informatie over de evolutie van alle afgesloten kredieten in België vanaf 1 januari 2006. De evolutie in het aantal personen met een betalingsachterstal en de omvang ervan geven een indicatie van de (evolutie van de) schuldenproblematiek. Hieronder ziet u een overzicht van het aantal personen met een consumentenkrediet en met een betalingsachterstal op één of meerdere van die kredieten.
Aantal kredietnemers in lopende (achterstallige) consumentenkredieten volgens aantal (achterstallige) consumentenkredieten per kredietnemer, (Heist-op-den-Berg en arrondissement Mechelen, 2006-2010)
2006
2007
2008
2009
Arr. Mechelen 2010
20062010
20062010
1 achterstallig consumentenkrediet
356,0
353,0
373,0
390,0
398,0
111,8
103,8
2 achterstallige consumentenkredieten
130,0
111,0
119,0,
123,0
122,0
93,8
109,4
≥3 achterstallige consumentenkredieten
83,0
76,0
74,0
82,0
86,0
103,6
115,5
Totaal personen met achterstal
569,0
540,0
566,0
595,0
606,0
106,5
102,2
1 consumentenkrediet
5 779,0
5 948,0
6 190,0
6 477,0
6 654,0
115,1
112,7
2 consumentenkredieten
1 997,0
2 197,0
2 277,0
2 517,0
2 684,0
134,4
124,4
≥3 consumentenkredieten
1 242,0
1 378,0
1 552,0
1 718,0
1 833,0
147,6
116,0
Totaal met consumentenkrediet
9 018,0
9 523,0
10 019,0
10 712,0
11 171,0
123,9
119,0
Aantal met achterstal/aantal met krediet
6,3
5,7
5,6
5,6
5,4
Bron NBB, Centrale voor Kredieten aan Particulieren
In Heist-op-den-Berg zijn er op 1 januari 2010 ongeveer zeshonderd personen met een betalingsachterstal voor één of meerdere consumentenkredieten; dit is 5% van de alle personen met een consumentenkrediet. Dit aantal is 6,5% meer dan in 2006, wat een scherpere toename is dan in het arrondissement Mechelen. Het aantal personen dat nog een consumentenkrediet aan het afbetalen is, nam toe met bijna een kwart, duidelijk meer dan de bevolkingstoename in die periode en meer ook dan in het arrondissement. Het aantal mensen dat meerdere kredieten opstapelt is exponentieel toegenomen, vooral in Heist-op-den-Berg. De cijfers van de CKP tonen dat vooral kredieten die door één persoon werden aangegaan steeds moeilijker worden terugbetaald. Dit is zeker het geval in Heistop-den-Berg (+7%), zoals u kunt aflezen uit de tabel.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Heist op den Berg
61
Tabel 1.25
Tabel 1.26
Aantal lopende achterstallige consumentenkredieten met minstens één kredietnemer woonachtig in Heist-op-den-Berg volgens aantal kredietnemer per contract, ongeacht woonplaats (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, 2007-2010)
Heist-op-den-Berg
Arr. Mechelen
2006
2007
2008
2009
2010
20062010
20062010
Met 1 kredietnemer
607
556
582
610
651
107,2
102,2
Met 2 kredietnemers
214
190
206
205
185
86,4
82,7
Totaal
824
750
790
818
838
101,7
97,3
Bron NBB, Centrale voor Kredieten aan Particulieren
62
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
1.6.1.3
Huishoudens met een budgetmeter
De distributienetbeheerder treedt op als sociale leverancier van elektriciteit en/of gas voor klanten die door hun commerciële energieleveranciers werden opgezegd en geen andere leverancier vinden. Wanneer deze de facturen niet correct betaalt en in gebreke wordt gesteld door de netbeheerder, wordt een budgetmeter geplaatst. De budgetmeter werkt met een betaalkaart die de klant eerst voor een bepaald bedrag moet opladen om elektriciteit of gas te kunnen verbruiken. Verdere schulden worden op die manier vermeden. De toepassing van budgetmeters is opgelegd door de wetgeving. Eens een nieuwe energieleverancier gevonden, functioneert de budgetmeter als een gewone gas- of elektriciteitsmeter. In Heist-op-den-Berg zijn er op 1 januari 2010 157 huishoudens die elektriciteit verbruiken via dit systeem. De groep nam de laatste drie jaar toe met de helft van 101 tot 157. De toename is sterker dan gemiddeld voor het ganse werkingsgebied van Iverlek (+22%). De eerste vier maanden van 2010 nam het aantal klanten weer wat af, zowel in Heist-op-den-Berg als in het volledige werkingsgebied. Budgetmeters voor gas werden pas in 2009 ingevoerd. Momenteel is bij 46 gezinnen in Heist-op-den-Berg een budgetmeter voor gas actief.
1.6.2 1.6.2.1
Huurders die de woonkosten niet kunnen betalen De Vlaamse huursubsidies
De doelgroep van de huursubsidie zijn huishoudens die door hun laag inkomen niet in staat zijn een woning te huren die voldoende is van kwaliteit en aangepast aan de noden (meestal grootte) van het gezin. Naast een laag inkomen is het verhuizen vanuit een slechte en/of onaangepaste woning naar een aangepaste woning, conform de Vlaams kwaliteitsnormen, een voorwaarde om in aanmerking te komen voor de maandelijkse tegemoetkoming in de huur (en installatiepremie).
Het bedrag van de huursubsidie is inkomensgerelateerd en wordt maximaal gedurende negen jaar uitbetaald; het bedrag neemt af in de loop van die periode.
Tabel 1.27
Aantal aanvragen, toekenningen en weigeringen voor een huursubsidie in Heist-op-den-Berg (2007-2009)
2007
2008
2009
Aanvragen
9
18
10
Toekenningen
4
9
10
Weigeringen
1
1
1
Bron Wonen Vlaanderen, afdeling Antwerpen
Tussenkomsten van het OCMW op het vlak van wonen
Het OCMW van Heist-op-den-Berg springt bij daar waar de klant over onvoldoende inkomsten beschikt om de huur te betalen. Die steun, los van het eigen huurwoningaanbod, neemt uiteenlopende vormen aan. Enerzijds zijn er tijdelijke tegemoetkomingen waarmee het OCMW de klant helpt om de hoge kosten die gepaard gaan met een nieuwe woning te betalen of te voorfinancieren, daar waar de Vlaamse tegemoetkomingen dat niet of onvoldoende doen zoals het ten laste nemen van de eerste maand huur, van de huurwaarborg, de tussenkomst in de verhuiskosten8 en de installatiepremie. Vooral het ten laste nemen van de huurwaarborg gebeurt vaak, namelijk dertig à veertig keer op jaarbasis. Anderzijds is er de financiële steun of tegemoetkoming in de huur. Tot 2009 bestond deze uit een huurtoelage; vanaf 2009 gaat de huurtoelage op in het globale pakket van financiële steun.
7 8
Het betreft enkel dossiers, aangevraagd vanaf 1 mei 2007. Vanaf maart 2009 is er een verhuisdienst voor lage inkomens vanuit de kringwinkel de Zuiderkempen waarin het OCMW participeert.
63
1.6.2.2
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
In Heist-op-den-Berg werden er de voorbije drie jaar 23 huursubsidies toegekend en drie geweigerd. Uit het aantal aanvragen kan men afleiden dat de behandeling van dossiers met vertraging verloopt. Op 1 maart 2010 waren de 23 toegekende huursubsidiedossiers uit het nieuwe stelsel7 nog steeds actief en twee uit het oude huursubsidiestelsel; het gros ervan betreft huursubsidies toegekend in Heist-opden-Berg, namelijk twaalf.
Tabel 1.28
Aantal toekenningen van financiële steun door het OCMW gerelateerd aan wonen en huisvesting (Heist-op-den-Berg, 2000-2010)
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal Financiële steun Huurtoelage
18
18
15
36
52
22
42
52
34
64
4
5
13
15
14
18
15
10
6
3
49
6
8
3
3
4
24
62
61
41
39
29
20
347
3
8
5
3
2
6
18
11
11
11
11
11
11
9
7
9
1
24
4
1
6
4
20
Tenlastename 1ste maand huur Tenlastename huurwaarborg
36
25
26
25
19
Toekenning referentieadres Toekenning Sociale Huisvesting
11
11
11
11
11
Tussenkomst verhuiskosten Installatiepremie*
5
40
271
64
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
* Excl. RMI wet. Bron OCMW Heist-op-den-Berg
Los daarvan past het OCMW bij SVK-woningen systematisch het verschil bij tussen de inkomensgerelateerde huurprijs voor de huurder en de huur van het SVK aan de eigenaar na aftrek van de Vlaamse huursubsidie (berekeningswijze zie bijlage 3).
1.6.3
Eigenaars met afbetalingsproblemen
De Centrale voor Kredieten aan Particulieren registreert sinds 2005 ook de hypothecaire kredieten en eventuele achterstal bij eigenaars die hun woning nog niet hebben afbetaald. Men spreekt van wanbetalers voor de hypothecaire kredieten wanneer een verschuldigd bedrag niet of onvolledig is betaald binnen drie maanden na de vervaldag of binnen één maand na de ingebrekestelling via aangetekend schrijven. Op 1 januari 2010 wonen er in Heist-op-den-Berg 123 personen met een betalingsachterstal op een hypothecaire krediet; het gaat om 102 hypothecaire kredieten. Personen met een hypothecaire achterstal zijn met 9% toegenomen in vergelijking met 2006. Vooral de laatste drie jaar is het aantal debiteurs voor een woonkrediet in stijgende lijn.
Bron NBB, Centrale voor Kredieten aan Particulieren
In tabel 1.29 ziet u de evolutie van de aangegane hypothecaire kredieten en een vergelijking van de groei (2006-2010) met de evolutie in het arrondissement.
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Aantal achterstallige hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemer woonachtig in Heist-op-den-Berg en het aantal kredietnemers uit Heist-op-den-Berg in achterstallige hypothecaire kredieten (2006-2010)
65
Figuur 1.16
Tabel 1.29
Aantal lopende (achterstallige) hypothecaire kredieten met minstens één kredietnemer woonachtig in Heist-op-den-Berg en arrondissement Mechelen (2006-2010)
Heist-op-den-Berg 2006
2007
2008
2009
2010
20062010
20062010
Lopende met één kredietnemer
1 716
1 901
2 056
2 170
2 379
138,6
125,1
Lopende met twee kredietnemers
5 580
5 858
5 999
6 266
6 653
119,2
117,6
76
91
92
88
96
126,3
138,4
Totaal lopende hypothecaire kredieten
7 372
7 850
8 147
8 524
9 128
123,8
119,8
Achterstallige met één kredietnemer
29
30
23
20
20
69,0
87,9
Achterstallige met twee kredietnemers
64
65
49
66
80
125,0
91,3
Totaal achterstallige hyp. kredieten
93
97
74
86
102
109,7
90,5
hoofdstuk 1 | De vraagzijde van de woningmarkt
Lopende met drie of meer kredietnemers
66
Arr. Mechelen
Bron NBB, Centrale voor Kredieten aan Particulieren
In Heist-op-den-Berg worden jaar na jaar opvallend meer hypothecaire leningen afgesloten door één persoon (+39%), die toename is sterker dan in het arrondissement (+25%). Het sluit aan bij de sterke stijging van éénpersoonshuishoudens en alleenstaande ouders. De achterstallige kredieten daarentegen nemen vooral toe bij de kredieten die met twee werden aangegaan (+25%). In het arrondissement is de trend op dit vlak tegengesteld: er is minder betalingsachterstal bij een toenemend aantal hypothecaire kredieten van twee personen.
2.1
De woningvoorraad en kenmerken
Het exact aantal woongelegenheden in Heist-op-den-Berg is niet gekend. De gebouwen worden geregistreerd bij de Algemene Administratie Patrimoniumdocumentatie (AAPD), het vroegere ‘kadaster’. Een woongelegenheid is volgens de definitie van het kadaster elk gebouw of deel ervan dat bestemd is voor huisvesting. Elk gebouw in het kadaster krijgt een bestemming op basis waarvan een inschatting gemaakt kan worden van het aantal woongelegenheden. In principe zou dit een goede indicator zijn voor het aantal woongelegenheden, zij het niet dat de kadastrale omschrijving van een gebouw in de praktijk niet altijd met de realiteit overeenkomt. Tot vóór 1996 was een bestemmingswijziging niet vergunningsplichtig. Bijgevolg blijven gebouwen die vóór 1996 van bestemming veranderden volgens hun oude bestemming in het kadaster opgenomen. Deze toestand werd nooit geregulariseerd. Het gaat om hoeven die woningen werden, huizen opgedeeld in appartementen en zo meer. De vergunningsplicht die sinds 1996 geldt voor bestem-
67
Bij de aanbodzijde van de woningmarkt komen de woningvoorraad en de kenmerken ervan aan bod en staan we stil bij de evolutie in het woningaanbod. Daarna kijken we naar de verdeling van de woningen naar eigendomstitel (huureigenaar-bewoner) en het aanbod voor doelgroepen in de gemeente, in het bijzonder de ‘sociale woningen’ en de woningen die aangepast zijn aan ouderen en gehandicapten. Een derde luik bij de aanbodzijde van de woningmarkt behandelt de kwaliteit van de woningvoorraad. We geven ook een aantal cijfers die indicatief zijn voor de kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad in Heist-op-den-Berg. Ten slotte ronden we af met informatie over de uitbreidingsmogelijkheden voor wonen in de gemeente.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt 68
mingswijziging, wordt in de praktijk niet altijd nageleefd. Bijgevolg zijn de gegevens van AAPD slechts indicatief voor het aantal woongelegenheden, zij het wel een vrij goede indicator voor het aantal woongebouwen. Tot slot wordt het kadaster slechts vertraagd aangepast. De cijfers van een bepaald jaar zullen bijgevolg nooit exact overeen komen met de feitelijke toestand op dat moment. Om een exact zicht te krijgen op de voorraad is een woningtelling ter plaatse noodzakelijk. Een andere bron voor informatie over de woning is de Sociaal-Economische Enquête van 2001 (SEE 2001) en de voorgangers, de Volks- en Woningtelling (VWT) van 1991 en 1981. Hier komen enkel de woningen aan bod die bewoond zijn door bewoners ingeschreven in het bevolkingsregister, een deel van de woningvoorraad dus. De VWT en SEE 2001 zijn daarenboven problematisch als bron voor de inschatting van het aantal appartementen en de evolutie ervan tussen 1991 en 2001, omwille van verschillende aannames over de bewoning in 1991 en 2001. Hierdoor zou onder meer het aantal appartementen in 1991 zwaar overschat zijn (Van Haarlem, 2009).9 Daarom maken we geen gebruik van deze bron voor het inschatten van de omvang en evolutie van het woningenbestand. Omdat de wijzigingen het laatste decennium steeds beter worden opgevolgd en bijgehouden, is het kadaster wel een goede bron om de aangroei van de woongebouwen en wooneenheden of ‘woonunits’ te bestuderen. De statistieken worden verwerkt en gepubliceerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische informatie (ADSEI), het vroegere NIS. De focus ligt dan ook eerder op de aangroei dan op het in beeld brengen van de exacte aantallen. We situeren het woningaanbod in Heist-op-den-Berg ten aanzien van het arrondissement en de provincie en voor bepaalde gegevens kijken we ook naar de situatie in de buurgemeenten.
2.1.1
Woonaanbod naar woningtype
Op 1 januari 2009 telde Heist-op-den-Berg volgens de kadastrale statistieken van AAPD 17 554 gebouwen. Dit geeft de situatie weer van ongeveer één à twee jaar voordien, gezien de vertraging in de registratie (zie verder). Het gebouwenpark bestaat in Heist-op-den-Berg voor 84% uit de typische gebouwen bestemd voor wonen, namelijk appartementsgebouwen of flatgebouwen (2,3%) en woonhuizen (82%). Uit de figuur lezen we af dat het dominante woningtype de alleenstaande woning is (52%).
9
In verschillende regio’s vindt in 2001 een daling in het aantal appartementen, studio’s, kamers en lofts plaats. Het is echter zeker niet zo, dat men sinds 1991 massaal appartementen heeft afgebroken, integendeel de uiteenlopende evolutie van 1991 tot 2001 in verband met de cijfers van de appartementen en woningen is het gevolg van het feit dat men in 2001 ervan uitging dat twee gezinnen een zelfde woning kunnen delen. Voor de telling van 1991 was dit niet het geval.
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen
De 17 554 gebouwen herbergen 17 546 woongelegenheden, wat de optelsom is van gebouwen met meerdere wooneenheden en anderzijds gebouwen zonder enige woonfunctie (tabel 2.1).
Tabel 2.1
Verhouding tussen de geregistreerde wooneenheden en de gebouwen in % (Heist-op-den-Berg, 2009)
Woonunits
Gebouwen
Verhouding
326
2 201
14,8
2 112
402
525,4
485
531
91,3
Huizen in gesloten bebouwing
1 350
1 332
101,4
Huizen in halfopen bebouwing
4 092
3 967
103,2
Huizen in open bebouwing, hoeven en kastelen
9 181
9 121
100,7
17 546
17 554
Alle andere gebouwen Buildings en flatgebouwen met appartementen Handelshuizen
Totaal
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Gebouwen op 1 januari 2009 naar aard van het gebouw in % (Heist-opden-Berg)
69
Figuur 2.1
Zo’n 83% van de woongelegenheden is in de klassieke gezinswoningen gevestigd. Deze zijn hoofdzakelijk alleenstaand gebouwd; rijhuizen komen niet vaak voor. Voor het overige is 12% een appartement. Ondanks de centrumfunctie zijn slechts 485 wooneenheden gevestigd in ‘handelshuizen’ (2,8%). Ook woongelegenheid in ‘andere gebouwen’ is beperkt (326; 1,9%).
70
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.2
Wooneenheden volgens de aard van het gebouw waarin ze gevestigd zijn in % (Heist-op-den-Berg, 2009)
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen
In Heist-op-den-Berg vindt het wonen opvallend meer in gewone woonhuizen plaats dan in het arrondissement en de provincie. De woningen zijn er daarenboven meer vrijstaand gebouwd en opvallend minder aaneengesloten. Wonen in gebouwen zoals handelshuizen en flatgebouwen gebeurt minder dan elders. Er is weinig variatie in het woningtype. Plaatsen we Heist-op-den-Berg tussen de buurgemeenten, dan wijzigt dit beeld enigszins en valt het woningaanbod niet echt uit de toon (zie figuur 2.3).
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen
Het gebouwenpark van Heist-op-den-Berg telt procentueel wat meer wooneenheden in flatgebouwen en een wat kleiner aandeel gewone gezinswoningen dan omliggende gemeenten zoals het Vlaams-Brabantse Keerbergen, Begijnendijk en Tremelo waar het woningaanbod bijna exclusief uit (alleenstaande) ééngezinswoningen bestaat. De noordelijk gelegen buurgemeenten hebben een meer gevarieerd woningaanbod. Dat is vooral zo in Herentals waar de gezinswoning vaak ook een rijhuis en halfopen bebouwing is en er een ruimer aanbod is aan appartementen. Situatie in de deelgemeenten
De woningvoorraad verschilt naargelang de deelgemeente. Dat ziet u in de volgende tabel die de situatie weergeeft zoals op 1 januari 2009 (toestand van één à twee jaar voordien).
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Wooneenheden naar type woongebouw in % (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 2009)
71
Figuur 2.3
Tabel 2.2
Wooneenheden naar type woongebouw (Heist-op-den-Berg naar kadastrale afdeling, 1 januari 2009)
Booischot
Hallaar
HeistHeistop-den- op-denBerg Berg 1 afd. 2 afd.
Itegem
Schriek
Wiekevorst
Totaal
Aantal Rijhuis
252
140
310
195
188
149
116
1 350
Halfopen bebouwing
775
414
837
826
617
368
255
4 092
1 533
663
1 339
2 025
1237
1 268
815
8 880
Hoeve
26
17
28
69
47
55
59
301
Vakantieverblijf
31
5
51
14
8
34
3
146
160
53
217
408
99
81
17
1 035
86
40
490
300
103
39
19
1 077
Handelsgebouw
93
21
150
140
75
65
47
591
Andere
10
8
11
19
17
4
5
74
2 966
1 361
3 433
3 996
2 391
2 063
1 336
17 546
8,5
10,3
9,0
4,9
7,9
7,2
8,7
7,7
Halfopen bebouwing
26,1
30,4
24,4
20,7
25,8
17,8
19,1
23,3
Alleenstaande woning
51,7
48,7
39,0
50,7
51,7
61,5
61,0
50,6
Hoeve
0,9
1,2
0,8
1,7
2,0
2,7
4,4
1,7
Vakantieverblijf
1,0
0,4
1,5
0,4
0,3
1,6
0,2
0,8
Building
5,4
3,9
6,3
10,2
4,1
3,9
1,3
5,9
Appartementsgebouw
2,9
2,9
14,3
7,5
4,3
1,9
1,4
6,1
Handelsgebouw
3,1
1,5
4,4
3,5
3,1
3,2
3,5
3,4
Andere
0,3
0,6
0,3
0,5
0,7
0,2
0,4
0,4
16,9
7,8
19,6
22,8
13,6
11,8
7,6
100,0
Alleenstaande woning
Building Appartementsgebouw
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Totaal % Rijhuis
Totaal
72
Bron AAPD, statistiek CCST naar kadastrale afdeling, eigen bewerking
In Hallaar bestaat het woningaanbod voor ongeveer 90% uit gezinswoningen. De aard van de bebouwing is echter veel vaker gesloten en halfopen dan elders in de gemeente; het aandeel alleenstaande gezinswoningen benadert het gemiddelde van de gemeente. Er zijn weinig woongelegenheden in appartementensgebouwen en buildings. Hetzelfde profiel maar minder uitgesproken zien we voor de beschikbare woongelegenheid in Booischot. Itegem toont qua woningbouw een gemiddeld beeld voor de gemeente met iets meer gezinswoningen (85%) en wat minder flats en appartementen.
In Schriek en Wiekevorst zijn de woningen meer alleenstaand en minder halfopen gebouwd. In Wiekevorst zijn flats en appartementen nagenoeg afwezig en we vinden er ook heel wat hoeves; Schriek telt in tegenstelling tot Wiekevorst wel een klein percentage wooneenheden in ‘buildings’. In de deelgemeente Heist-op-den-Berg is één op vijf woongelegenheden een appartement of flat (aantal=1 415), met een hogere concentratie in de eerste kadastrale afdeling. In de eerste afdeling is het woonaanbod globaal wat bescheidener: iets meer dan gemiddeld een rijtjeshuis of halfopen gebouwd en veel minder alleenstaand; de tweede kadastrale afdeling volgt het gemiddelde. Hier is ook woongelegenheid voor zo’n driehonderd huishoudens in handelshuizen.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Grootte van de woningen
Informatie over de grootte van de woningen, de oppervlakte en het aantal vertrekken per inwoner komt uit de sociaal-economische enquête van 2001 (SEE 2001). Deze is nog weinig actueel, zeker gezien de sterke aangroei van woningen het laatste decennium (zie verder). In vergelijkend perspectief biedt het toch enige informatie. In Heist-op-den-Berg woont men in 2001 minder ruim dan in Vlaanderen en in de provincie. In Itegem zijn de woningen het ruimst, gevolgd door Wiekevorst. In Itegem hebben de bewoners meer ruimte en kamers in functie van het aantal inwoners in de woning. De deelgemeente groeit niet meer, enkel de oudere bevolking neemt er toe. Na 2001 zal dit beeld scherper worden. In Wiekevorst zijn de woningen relatief groot maar ze zijn er ook meer bezet; er is meer gezinsbewoning. In Heist-op-den-Berg wonen de bewoners relatief ruim qua oppervlakte per bewoner, maar de wooneenheden zijn klein, wat wijst op alleenstaanden die de gemeenschappelijke woonvertrekken niet delen met anderen.
73
2.1.2
Tabel 2.3
Gemiddelde oppervlakte per woning, per bewoner en het aantal woonvertrekken per bewoner (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, 2001)
Oppervlakte per woning
Oppervlakte per bewoner
Vertrekken per bewoner
Itegem
76,3
33,82
1,95
Wiekevorst
75,3
30,55
1,81
Schriek
73,9
31,65
1,84
Hallaar
73,8
32,75
1,95
Booischot
73,0
32,91
1,93
Heist-op-den-Berg
72,7
33,19
1,94
Heist-op-den-Berg
73,7
32,77
1,92
Vlaams Gewest
74,6
33,39
1,95
Prov. Antwerpen
73,3
33,65
1,96
Arr. Mechelen
73,5
32,80
1,91
74
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, SEE 2001
De toename van appartementen, alleenstaanden en kleine huishoudens leidt tot minder oppervlakte per woning; de beschikbare ruimte per persoon zal toenemen. Anderzijds blijft de alleenstaande woning belangrijk in de nieuwbouw. De verdeling van woningen naar aantal slaapkamers in 2001 ziet u in de volgende figuur. Zo’n 44%, van de in 2001 bewoonde woningen telde drie slaapkamers, meer dan gemiddeld, en minder woningen met vier of meer slaapkamers. Wooneenheden met slechts één slaapkamer of studio’s en de grootste wooneenheden zijn er anno 2001 wat minder aanwezig. Heist-op-den-Berg telde een 65-tal studio’s of kamers, waarvan de helft in de deelgemeente Heist-op-den-Berg.
Figuur 2.4
Woongelegenheden naar aantal slaapkamers in % (Heist-op-den-Berg, Vlaams Gewest, provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen, 2001)
75
Verschillen tussen de deelgemeenten wat betreft de grootte van de woning lezen we af in de volgende figuur. Wiekevorst valt op met 72% woningen met drie of meer slaapkamers. De grootste voorraad kleine wooneenheden stond in Heist-opden-Berg en Booischot; slechts 54-55% telt drie of meer slaapkamers.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, SEE 2001
76
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.5
Aandeel woongelegenheden naar aantal slaapkamers in % (Heist-op-denBerg en deelgemeenten, 2001)
Bron ADSEI, SEE 2001
2.1.3 2.1.3.1
De evolutie in het woningaanbod Nettoaangroei van het woningenbestand
Met ‘nettoaangroei’ bedoelen we het aantal woongelegenheden dat er is bijgekomen in een bepaalde periode. De nettoaangroei van de woongelegenheid is het gevolg van nieuwbouw, met inbegrip van sloop met vervangbouw en de extra wooneenheden die renovaties hebben opgeleverd. Het aantal woongelegenheden zoals geregistreerd bij AAPD gebeurt op basis van het bouwfysisch ontwerp van het gebouw en niet op basis van het reële gebruik. AAPD registreert met vertraging: tussen bouwvergunning en registratie in de woningvoorraad verlopen dan ook enkele jaren; vóór de woning in de statistieken verschijnt is deze meestal al een tijdje bewoond. Uit de vergelijking van vergunningen voor nieuwbouw en de aangroei van woningen in het kadaster leiden we af dat dit verschil ongeveer twee tot drie jaar bedraagt (zie verder). De kadastrale gegevens voor 1 januari 2009 geven dus de toestand weer van ongeveer één tot twee jaar voorheen. Tussen 1998 en 2009 kwamen er in de kadastrale statistieken bijna tweeduizend woongelegenheden bij voor Heist-op-den-Berg, wat een nettoaangroei vertegenwoordigt van gemiddeld 180 per jaar. Bijna de helft ervan bestaat uit appartementen of flats; in die periode nemen ze toe met 77% van hun aantal. Uit de jongste
bouwvergunningen (zie verder) leiden we af dat dit misschien een tijdelijk fenomeen was. Ze maken in 2009 12% uit van het aanbod. Tegelijkertijd verdwijnen er woonunits in handels- en andere gebouwen. Die opkomst van flats en appartementen manifesteerde zich ook in de buurgemeenten, maar niet overal in dezelfde mate (zie figuur).
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen
In de Vlaams-Brabantse buurgemeenten bleef de aangroei van woningen gedomineerd door de alleenstaande woning met 67% tot 78% van de nettoaangroei. In de noordelijk gelegen buurgemeenten Herentals en Herenthout bestaat de uitbreiding voor de grote meerderheid uit flats en appartementen. In Nijlen en Berlaar is de uitbreiding van het woonaanbod het meest divers en gespreid over de verschillende woningtypes. Daar is ook de halfopen bebouwing nog in de markt. De uitbreiding van het woonaanbod met vooral kleinere wooneenheden is zaak in het hele arrondissement. De aangroei is er het laatste decennium echter minder sterk (+46%) dan in Heist-op-den-Berg (+77%); flats en appartementen waren in het arrondissement reeds in 1998 al meer aanwezig in de bestaande woningvoorraad. Volgende figuren illustreren hoe de nettoaangroei van flats en appartementen zichtbaar wordt in de kadastrale gegevens van 2002-2009, en jaar na jaar toeneemt en de toename van alleenstaande woningen overstijgt. Merken we op dat
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Nettoaangroei van wooneenheden naar type gebouw waarvan ze deel uitmaken in % (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 1998-2009)
77
Figuur 2.6
deze aangroei in realiteit enkele jaren eerder plaatsvond (2005-2007). De tweede figuur geeft dezelfde informatie als de eerste, maar is cumulatief, waarbij de aantallen per woningtype bij elkaar worden geteld.
Absolute aangroei wooneenheden naar type gebouw (Heist-op-den-Berg, 2002-2009)
78
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.7
Totaal
134
153
122
189
177
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen 2002-2009
249
207
190
In Heist-op-den-Berg groeit het aantal wooneenheden netto met 150 à 250 per jaar. De laatste vijf jaar stijgt de nieuwbouwproductie. Het woningenbestand is uitgebreid met duizend eenheden, of gemiddeld tweehonderd per jaar, waarvan ruim de helft flats en een kleine helft gezinswoningen. De trend in de woningproductie is stijgend, met een piek in 2007 (reële situatie in 2005, 2006). Appartementen en flats en de alleenstaande woning domineren. De aangroei in alleenstaande woningen viel op het einde van deze periode stil (tijdelijk, zie verder bij de bouwvergunningen). Halfopen gebouwde woningen en rijwoningen zijn weinig van tel bij de nieuwbouw. Beschouwen we een langere periode (kadastrale gegevens 1998-2009) dan blijkt het verdwijnen van wooneenheden in handelshuizen, namelijk min 65 wooneenheden, en de marginale aangroei van rijhuizen en halfopen woningen (resp. 74 en 146). Raming recente aangroei op basis van de bouwvergunningen
79
Omdat de nettoaangroei pas met enkele jaren vertraging in de kadastrale statistieken verschijnt, doen we een beroep op de informatie uit de bouwvergunningen voor de meest recente ontwikkelingen. Er verloopt ongeveer twee jaar tussen de bouwvergunning en de registratie van het goed; beide reeksen stemmen sterk overeen (zie figuur 2.8). In Heist-op-den-Berg verschijnt min of meer driekwart van de vergunde gebouwen en wooneenheden effectief ook in de kadastrale statistieken (zie tabel 2.4), maar dit varieert sterk van jaar tot jaar.10 Passen we dit percentage toe op de vergunde wooneenheden in 2008 dan leiden we af dat er ongeveer 163 wooneenheden zijn bijgekomen in 2008, wat de dalende trend in de nieuwbouw verderzet die vanaf 2006 is ingezet.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
2.1.3.2
10 De nettoaangroei van het aantal wooneenheden is ook het resultaat is van een gewijzigd aantal wooneenheden na renovatie, maar de impact ervan is beperkt in vergelijking met de nieuwbouw.
Tabel 2.4
Gebouwen vergund
Gebouwen aangroei (jaar+2)
Gebouw vergund/ gerealiseerd
Woonunits vergund
Woonunits aangroei (jaar+2)
Woonunits vergund/ gerealiseerd
2000
141
109
77,3
161
134
83,2
2001
122
88
72,1
176
153
86,9
2002
106
75
70,8
135
122
90,4
2003
145
124
85,5
228
189
82,9
2004
174
132
75,9
274
177
64,6
2005
175
153
87,4
332
249
75,0
2006
184
124
67,4
316
207
65,5
2007
139
83
59,7
230
190
82,6
2008
150
218
(163)
1 852
1 421
205
177
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
2000-2007
80
Nieuwbouwvergunningen voor woongebouwen en wooneenheden en aangroei van het geregistreerde aantal wooneenheden en gebouwen (jaar X-2) en de verhouding tussen beide in % (Heist-op-den-Berg, 20002008)
Gemiddeld/ jaar
1 186
888
131
111
74,9
76,7
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen en de statistiek van de bouwvergunningen, nieuwbouw
De vaststellingen voor Heist-op-den-Berg stemmen sterk overeen met de algemene trend. Sinds de tweede helft van 2002 tot de tweede helft van 2006 ging het aantal vergunningen voor nieuwe woningen in gans België in stijgende lijn (ADSEI, bericht van 23 februari 2010). Deze trend was iets sterker voor flats dan voor ééngezinswoningen. Vanaf 2006 stagneert en daalt het aantal nieuwe woningen en dat zien we ook in Heist-op-den-Berg (zie figuur 2.8). Merk op dat vanaf 2008 het aantal vergunde gebouwen en wooneenheden opnieuw toeneemt, wat kan leiden tot opnieuw een grotere nettoaangroei.
Figuur 2.8
Aantal vergunde residentiële gebouwen en wooneenheden voor nieuwbouw en aangroei van het geregistreerde aantal wooneenheden en gebouwen twee jaar voordien (Heist-op-den-Berg, 1996-2009)
81
De ingezette aangroei van flats en appartementen vertraagt: de curves voor het aantal wooneenheden en het aantal woongebouwen evolueren naar elkaar toe. Dat blijkt ook uit de volgende figuren: tussen 2001 en 2005 neemt het aantal vergunde wooneenheden per woongebouw toe, daarna is er een dalende trend in de appartementsbouw. Het aantal wooneenheden per nieuw woongebouw daalt vanaf 2006. De gemiddelde bewoonbare oppervlakte die sinds 2000 systematisch gedaald is, neemt opnieuw toe en ook het aandeel gezinswoningen in de vergunningen voor nieuwbouw is sinds 2005 opnieuw in stijgende lijn.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen en de statistiek van de bouwvergunningen, nieuwbouw
Gemiddeld aantal vergunde wooneenheden per residentiële nieuwbouw en het aandeel gezinswoningen in de residentiële nieuwbouw in % (Heistop-den-Berg, 1996-2009)
82
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.9
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen en de statistiek van de bouwvergunningen, nieuwbouw
De bouwvergunningen tonen de verwachte aangroei van nieuwe woningen (vergund vanaf 2005). De voorbije drie jaar werden er minder vergunningen uitgereikt, in de orde van twee derde tot drie kwart van de aantallen in 2005-2006.
Figuur 2.10
Aantal recent vergunde wooneenheden voor nieuwbouw naar woningtype (Heist-op-den-Berg, 2005-2009)
83
Er worden minder wooneenheden vergund sinds 2007, maar er is ook een verschuiving in de aard van de vergunde woningen. Zowel de halfopen als vrijstaande woning wint aan belang, maar de rijwoning blijft weinig gegeerd. Het aandeel van appartementen en flats in de vergunningen is gehalveerd op vier jaar tijd, wat de daling in de appartementsbouw in de nabije toekomst voorspelt.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, ruwe statistiek van de bouwvergunningen, nieuwbouw
Figuur 2.11
Procentuele verdeling vergunde wooneenheden nieuwbouw naar woningtype (Heist-op-den-Berg, 2005-2009)
84
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, ruwe statistiek van de bouwvergunningen, nieuwbouw
De afname van appartementsbouw is de trend in Vlaanderen, zij het dat de daling zich in Heist-op-den-Berg eerder inzette dan in het gewest, de provincie en het arrondissement. De daling in de appartementsbouw is scherper in Heist-op-denBerg dan erbuiten (cf. bijlage 4). De inhaalbeweging in de bouw van kleinere wooneenheden bleek van korte duur en heeft de verhouding tussen gezinswoningen en flats niet sterk beïnvloed. Dat blijkt ook uit de volgende tabel. Hier lezen we af dat het gemiddeld aantal wooneenheden per vergund gebouw in Heist-op-den-Berg onder het gemiddelde in het arrondissement, de provincie en het gewest blijft, met een uitzondering voor 2005.
Heist-op-den-Berg
Arr. Mechelen
Prov. Antwerpen
Vlaams Gewest
1996
1,3
1,5
1,5
1,4
1997
1,2
1,6
1,6
1,5
1998
1,3
1,5
1,6
1,5
1999
1,3
1,4
1,7
1,6
2000
1,1
1,5
1,7
1,7
2001
1,4
1,7
1,7
1,7
2002
1,3
1,7
1,9
1,9
2003
1,6
1,7
1,8
1,8
2004
1,6
1,8
1,9
1,9
2005
1,9
1,9
2,0
1,9
2006
1,7
1,9
2,0
2,1
2007
1,7
2,0
1,9
2,0
2008
1,5
2,2
2,0
1,9
1,3
1,9
1,9
1,8
2009
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen en de statistiek van de bouwvergunningen, nieuwbouw
2.1.4
Het woningaanbod naar bewoningstitel
Hoe groot is de huurmarkt in Heist-op-den-Berg? Zijn de huurwoningen van goede kwaliteit en hoe divers is het aanbod naar woningtype en -grootte? Beantwoordt het aanbod aan de behoefte aan huurwoningen? Belangrijke vragen waarop we het antwoord schuldig blijven. Voor een beeld van de private huurmarkt zijn we nog steeds aangewezen op de socio-economische enquête van 2001. Hieronder ziet u de verdeling huurder-eigenaar-bewoner in 2001.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Gemiddeld aantal vergunde wooneenheden per gebouw (Heist-op-denBerg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen en Vlaams Gewest, 1996-2009)
85
Tabel 2.5
86
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.12
Verdeling van de bewoonde woningen naar bewoningstitel in % (Heist-opden-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 2001)
Bron ADSEI, SEE 2001
Heist-op-den-Berg kende reeds in 2001 een hoog eigenaarsaandeel, namelijk 78%. In vergelijking met het arrondissement en de provincie is het huurdersaandeel beperkt (22%). In de periode 1991-2001 evolueert het eigenaarsaandeel in Vlaanderen van 69% naar 73%. Volgens de woonsurvey van 2005 (Heylen et al., 2007) zou dit verder zijn aangegroeid tot 74%. In kleinstedelijk gebied, waartoe ook Heist-op-den-Berg behoort, blijft het aandeel eigenaars volgens de woonsurvey 2005 met 70% sterk onder de 78% eigenaars die Heist-op-den-Berg telde in 2001. In bijlage 5 vindt u de evolutie in de verdeling eigenaars–bewoners en huurders in Heist-op-den-Berg, het arrondissement en de provincie tussen 1991 en 2001. Hieruit blijkt dat er tussen 1991 en 2001 in Heist-op-den-Berg amper huurwoningen bijkomen bij een sterk groeiend bevolkingsaantal. In 2001 huren 3 155 huishoudens een woning in Heist-op-den-Berg. Twee derden van de huurwoningen worden in 2001 aangeboden door particulieren en privégenootschappen (aantal=2 184). Gezien de exponentieel gestegen woningprijzen de verkoop van private huurwoningen in de hand werkten, is het private huuraanbod vermoedelijk verder afgenomen het voorbije decennium. Eén derde van het aanbod kwam in 2001 vanuit de sociale huursector (aantal=900) en zo’n 66 woningen werden door openbare besturen verhuurd. In vergelijking met de buurgemeenten is het huurdersaandeel niet zo klein. Enkel Herentals telt in 2001 meer huurders in de bevolking (cf. figuur). De
Vlaams-Brabantse buurgemeenten, maar ook Nijlen en Hulshout, tonen huurdersaandelen van niet meer dan 9 tot 16%.
Bewoonde woningen naar bewoningstitel in % (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 2001)
Bron ADSEI, SEE 2001
2.1.5
Het woningaanbod voor doelgroepen
87
Op de woningmarkt onderscheiden we twee soorten doelgroepen. Enerzijds de groep voor wie het vinden van een betaalbare koop- of huurwoning problematisch is. Daarnaast is er de groep van mensen die bijzondere eisen stelt aan de woning, nood heeft aan een woning die aangepast is aan hun fysieke gesteldheid zoals ouderen en mensen met een fysieke handicap. Beide groepen overlappen ten dele.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.13
2.1.5.1
Sociale koopwoningen en sociale kavels
Volgens de nulmeting uitgevoerd in het kader van het grond- en pandendecreet (BVR 27/3/2009) werden er in Heist-op-den-Berg tussen 1996 tot en met 31 december 2007 79 sociale koopwoningen verkocht en geen enkele sociale kavel. Andere kleine steden in de buurt waren minder actief zoals Lier waarvoor sociale koopwoningen noch sociale kavels werden geregistreerd, Ook in Geel met 35 sociale koopwoningen en Mol met 11 sociale koopwoningen was er weinig activiteit op dit vlak.
Sinds de nulmeting eind 2007 werden één sociale huurwoning en 18 sociale kavels verkocht in Hallaar door de Maatschappij voor de Huisvesting van het kanton Mechelen. 2.1.5.2
Sociaal huurwoningaanbod
Het sociaal verhuurd patrimonium bestaat uit de woningen die regulier verhuurd worden binnen het Vlaams sociaal huurstelsel. In Heist-op-den-Berg gebeurt dat door twee erkende sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) - de Maatschappij voor de Huisvesting van het kanton Heist-op-den-Berg en de Zonnige Kempen – en door het sociaal verhuurkantoor (SVK)11 ‘Onderdak’. Het OCMW en de gemeente verhuren ook enkele ‘sociale woningen’, maar echter niet via het reguliere sociale huurstelsel. Een overzicht in volgende tabel.
Tabel 2.6
Aantal sociale huurwoningen naar verhuurstelsel (Heist-op-den-Berg, 2010)
88
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Sociaal huurstelsel
Privaat huurstelsel
Totaal
Totaal (%)
Maatschappij v.d. Huisvesting
972
972
82,4
Zonnige Kempen
158
158
13,4
32
32
2,7
12
12
1,0
6
6
0,5
18
1 180
100,0
SVK Onderdak OCMW Gemeente Totaal %
1 162 98,5
1,5
100,0
100,0
Bron Gemeente Heist-op-den-Berg, Maatschappij voor de huisvesting van het Kanton Heist-op-den-Berg, OCMW Heist-op-den-Berg, het SVK Onderdak, de Zonnige Kempen
Het totaalaanbod voor mensen met een laag inkomen in Heist-op-den-Berg, bestaat uit 1 180 woningen. Bijna allemaal worden ze verhuurd binnen het sociaal huurstelsel door de SHM’s en het SVK, aangevuld met achttien woningen aangeboden door OCMW en gemeente onder het private huurstelsel. Het OCMW verhuurt twaalf woningen aan eigen publiek binnen het private huurstelsel aan een lage huurhuurprijs (eventueel na financiële tegemoetkoming) en volgens principes die nauw aansluiten bij het sociaal huurstelsel. Daarnaast verhuurt het OCMW veertig wooneenheden aan ouderen tegen een huurprijs die inkomensgerelateerd is (zie verder ‘aanbod wonen voor ouderen’). 11 Een SVK zoekt woningen van voldoende kwaliteit op de private huurmarkt tegen een redelijke huurprijs en verhuurt ze verder aan mensen met een laag inkomen. De toewijzing gebeurt via een puntensysteem, waarbij woningzoekenden in de hoogste achterstellingssituatie eerst aan bod komt.
De Maatschappij voor de Huisvesting van het kanton Heist-op-den-Berg is de grootste speler op de sociale huurmarkt met bijna duizend sociale huurwoningen in de gemeente. De Zonnige Kempen heeft een bredere actieradius met vooral woningen in de Kempen; in Booischot-Pijpelheide bieden ze 158 sociale huurwoningen aan. Sinds eind 2000 is er in Heist-op-den-Berg ook een SVK actief met 32 sociale huurwoningen in Heist-op-den-Berg. Het SVK ‘Onderdak’ is een samenwerking tussen de OCMW’s van Berlaar, Heist-op-den-Berg en Putte. De 23 SVK-woningen liggen vooral in de deelgemeente Heist-op-den-Berg (aantal=20). Het SVK-aanbod is gelijk verdeeld over appartementen en ééngezinswoningen (aantal=15); er worden ook twee studio’s verhuurd. Een beeld van de door het SVK bedongen huurprijzen vindt u in de tabel.
Gemiddelde huurprijs
Aantal
0 of 1 slaapkamer
322,3 euro/maand
14
2 slaapkamers
434,2 euro/maand
8
441,3 euro/maand
10
3 slaapkamers Bron SVK Onderdak
Deze prijzen liggen onder de modale huurprijs in Heist-op-den-Berg. Het SVK bedingt een lagere huurprijs bij de eigenaar en biedt in ruil de garantie van stipte maandelijkse betalingen, kleine herstellingen door de technische dienst en het opnemen van de administratieve taken (opmaak huurcontract, plaatsbeschrijving, huurcontractregistratie, overname nutsvoorzieningen, ...). Tot slot kan de eigenaar die aan een SVK verhuurt aanspraak maken op bepaalde premies. De huurder betaalt bij het SVK een vergelijkbare huurprijs als bij een sociale huisvestingsmaatschappij door de inkomengerelateerde korting die het SVK toestaat op de huurprijs tot de helft van de contractuele huurprijs. De huursubsidie, ...12 die het SVK sinds 1 mei 2007 voor elke SVK-huurder kan aanvragen bij Wonen Vlaanderen, gaat van de korting af. Het resterend bedrag wordt door het OCMW bijgepast. Het SVK ‘Onderdak’ dat de markt afschuimt op zoek naar betaalbare huurwoningen, schat de modale huurprijzen rond de 450 euro voor een woongelegenheid met één slaapkamer, vijfhonderd euro indien twee slaapkamers en zeshonderd tot zevenhonderd euro als er drie slaapkamers zijn.
12 De huursubsidie is inkomensgerelateerd (213 euro, 160 euro of 106,5 euro/maand), neemt af over de tijd en wordt maximaal negen jaar lang uitgekeerd (BVR 2/2/007).
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Gemiddelde contractuele huurprijs/maand naar aantal slaapkamers in de woning (Heist-op-den-Berg, 2010)
89
Tabel 2.7
Het totale sociaal woonaanbod in Heist-op-den-Berg bestaat voor 62% uit ééngezinswoningen en voor 38% uit appartementen. Meestal tellen ze drie slaapkamers (43%), maar vaak ook één (21%) of twee slaapkamers (29%). Grote woningen zijn eerder beperkt in het aanbod (7%).
90
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.14
Sociale huurwoningen naar woningtype en aantal slaapkamers (Heist-opden-Berg, 2010)
Bron Gemeente Heist-op-den-Berg, Maatschappij voor de huisvesting van het Kanton Heist-op-den-Berg, OCMW Heist-op-den-Berg, het SVK Onderdak, de Zonnige Kempen
Sociaal woonaanbod naar deelgemeente
De woningen spreiden zich min of meer over de gemeente zoals de huishoudens, zij het dat er wat minder zijn in Booischot en Heist-op-den-Berg en wat meer in Schriek en Wiekevorst.
Tabel 2.8
Sociale huurwoningen (2010) en huishoudens (2007) naar deelgemeente (2010) (Heist-op-den-Berg)
Sociale woningen
Huishoudens
Aantal
%
%
164
13,9
16,4
99
8,4
7,6
Heist-op-den-Berg
476
40,3
42,2
Itegem
154
13,1
14,0
Schriek
164
13,9
11,6
Wiekevorst
123
10,4
8,2
1 180
100,0
100,0
Booischot Hallaar
Totaal
91
De sociale appartementen staan vooral, voor 65%, in de deelgemeente Heist-opden-Berg; de ééngezinswoningen zijn meer gespreid over het grondgebied. In de deelgemeente Heist-op-den-Berg zijn zes van de tien sociale woningen een appartement. In de deelgemeenten Hallaar, Schriek en Wiekevorst staan er bijna exclusief sociale ééngezinswoningen. In Itegem en Hallaar staan zowel flats als gezinswoningen (zie figuur 2.15). In het aanbod van de sociale huisvestingsmaatschappijen zijn 66 woningen aangepast aan ouderen, waarvan 14 voor mindervaliden (zie verder).
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron Gemeente Heist-op-den-Berg, Maatschappij voor de huisvesting van het Kanton Heist-op-den-Berg, OCMW Heist-op-den-Berg, het SVK Onderdak, de Zonnige Kempen
92
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.15
Sociale huurwoningen: verdeling naar woningtype in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, 2010)
Bron Gemeente Heist-op-den-Berg, Maatschappij voor de huisvesting van het Kanton Heist-op-den-Berg, OCMW Heist-op-den-Berg, het SVK Onderdak, de Zonnige Kempen
Evolutie sociale huursector
In 2001 telde Heist-op-den-Berg volgens de SEE 2001 slechts 905 sociale huurwoningen. Een SVK was er nog niet. Heist-op-den-Berg maakte sindsdien een inhaalbeweging: er kwamen 222 sociale huurwoningen bij tussen 2001 en 2008 en 21 SVK-woningen daar bovenop. De toename van de sociale huursector was in die periode veel sterker dan buiten Heist-op-den-Berg (zie figuur 2.16).
Bron SVR (2001-2007); 2008 (GPD)
In het kader van het Grond- en pandendecreet (GPD; BVR 27/3/2009) werd een nulmeting gemaakt van de sociale huurwoningen op 31 december 2007. Men telde toen 1 127 sociale huurwoningen verhuurd door de Sociale huisvestingsmaatschappijen en 21 door het SVK. Het GPD vraagt dat de gemeente erop toeziet dat er tegen 2020 270 sociale huurwoningen bijkomen. Het aantal sociale woningen dat op 1 januari 2010 effectief verhuurd wordt door de twee sociale huurmaatschappijen bedraagt 1 130; het aantal SVK-woningen groeide aan tot 32. 2.1.5.3
Woonvoorzieningen voor ouderen
Woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen zijn collectieve residentiële ouderenvoorzieningen waar een oudere van 65 jaar of ouder permanent verblijft in een thuisvervangend milieu en er huisvesting en ouderenzorg krijgt aangeboden. Een woonzorgcentrum is een voorziening bestaande uit één of meer gebouwen die een functioneel geheel vormen en waar aan de gebruikers, die er permanent verblijven, zorg wordt versterkt. De overheid kende aan de meeste woonzorgcentra voor een aantal wooneenheden een vergoeding toe voor zwaar zorgbehoevende ouderen (RVT-erkenning). In Heist-op-den-Berg zijn er vier erkende woonzorgcentra (rusthuizen), die allen over een aantal RVT-eenheden beschikken. Samen kunnen deze voorzieningen 402 ouderen permanent huisvesten. Het gaat om Rusthuis Heilige Familie, het
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Procentuele toename van sociale huurwoningen van de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, 2001=100% (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 2001-2007, 2008)
93
Figuur 2.16
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt 94
OCMW-rusthuis RVT Berkenhof, het RVT Sint-Jozef, en het Woon- en zorghuis Ten Kerselaere. Een overzicht van het aantal wooneenheden vindt u in tabel 2.9. Aan Ten Kerselaere is een dagverzorgingscentrum verbonden met een erkende opvangcapaciteit voor dertig ouderen. Ten Kerselaere en Sint-Jozef bieden ook tijdelijke opvang voor kortere periodes (zogenaamd centra voor kortverblijf) waarbij er zowel overnachting als opvang, hulp- en dienstverlening geboden wordt aan respectievelijk tien en vijf ouderen, voor kortere periodes.13 Deze diensten ontlasten de mantelzorger die de dagelijkse zorg voor deze oudere opneemt. Daarnaast maken nieuwe vormen van gegroepeerd zelfstandig wonen opgang, mede ondersteund door het recent aangepaste beleid ter zake, waar de bewoners langer zelfstandig kunnen blijven wonen door de nabijheid van professionele hulpverlening. Het woonzorgdecreet van 13 maart 2009 (in voege vanaf 2010) focust op de ondersteuning van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid; tegelijk voorziet het in maximale zorg voor wie dat nodig heeft. Bestaande serviceflats worden in het nieuwe decreet (op termijn) vervangen door ‘assistentiewoningen’, in het decreet omschreven als ‘een groep van woningen die samen een functioneel geheel vormen en waar gebruikers, ouder dan 65 jaar, verblijven in individuele wooneenheden’. Uitvoeringsbesluiten met een meer concrete invulling ontbreken vooralsnog. Een assistentiewoning moet, zoals een serviceflat, niet alleen voorzien in aangepaste huisvesting, maar moet op verzoek van de gebruiker ook ouderenzorg aanbieden. De assistentiewoning moet daarenboven ook nog voorwaarden scheppen tot sociale netwerkvorming en onmiddellijke hulp in noodsituaties voorzien. Een woonzorgcentrum in de onmiddellijke nabijheid kan één of meerdere assistentiewoningen laten erkennen als woongelegenheid van het woonzorgcentrum. Wanneer een bewoner van een assistentiewoning zwaar zorgbehoevend wordt, kan de zorg uit het woonzorgcentrum naar de woning komen; de bewoner hoeft niet noodzakelijk naar het woonzorgcentrum te verhuizen. De huidige serviceflatgebouwen bestaan uit individuele wooneenheden waar ouderen (60-plus) zelfstandig wonen en facultatief een beroep kunnen doen op een gemeenschappelijke dienstverlening. Erkende serviceflats zijn er in Heist-opden-Berg in aansluiting op de rusthuizen, namelijk Ter Wieke bij Sint-Jozef en Ten Gaerde bij De Heilige Familie, samen goed voor 41 huishoudens. Een andere vorm van zelfstandig wonen voor ouderen is de zogenaamde ‘aanleunwoning’. Het zijn meestal voor zorgbehoevenden aangepaste woningen in de buurt van een zorgvoorziening. Men kan er zelfstandig wonen en toch gebruik maken van de infrastructuur en diensten van de voorziening. De geboden hulp blijft meestal beperkt tot noodhulp; voor de overige hulp en zorg doet men beroep op de klassieke thuiszorgdiensten. De maatschappij voor de huisvesting beschikt over dergelijke woningen voor oudere alleenstaanden of echtparen in de buurt van het woonzorgcentrum Ten 13 Maximaal zestig opeenvolgende dagen en negentig dagen op jaarbasis.
14 Voor de Maatschappij voor de Huisvesting is een bejaardenwoning een gelijkvloerse woning met minimale voorzieningen voor bejaarden waaronder bijvoorbeeld brede deuren, drempelloos. Een gehandicaptenwoning is een gelijkvloerse woning met specifieke aanpassingen voor rolstoelgebruikers waaronder schuifdeuren, verlaagd werkblad in keuken, verhoogde toiletbril, instapdouche.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt 95
Kerselaere; het zijn ‘aanleunwoningen’, waarbij diensten zoals poetshulp, maaltijden, strijkatelier en aangepast vervoer beschikbaar zijn in Ten Kerselaere. In Heist-op-den-Berg is er ook een aanbod van ‘ouderenwoningen’, die aangepast zijn aan de fysieke conditie van de oudere maar geen zorg aanbieden. Zowel de sociale huisvestingsmaatschappijen als het OCMW beschikken over een aantal van die woningen (zie tabel 2.9). Kangoeroewoningen zijn een bijzondere vorm van ‘wonen voor ouderen’ waarbij twee huishoudens onder één dak wonen, elk met een eigen wooneenheid en met een bereidheid tot onderlinge hulp. Het jongere gezin verhoogt het gevoel van veiligheid en kan zonodig hulp bieden. Soms maken kangoeroewoningen deel uit van een sociaal wooncomplex, maar de meeste kangoeroewoningen werden gebouwd of verbouwd op initiatief van particulieren. Of er effectief zorg wordt verleend, of beide huishoudens familie zijn, er gemeenschappelijke delen zijn in de woning, is geen vereiste. Kangoeroewonen wordt ook als oplossing gepromoot voor jonge mensen voor wie een zelfstandig woonproject te duur is. De Maatschappij voor de Huisvesting bouwt zestien kangoeroewoningen in Wiekevorst (start werken in 2009-2010; cf. jaarverslag 2008). De Zonnige Kempen bouwde een oude school (Negenbunders; Booischot) om tot vier aangepaste gelijkvloerse studio’s met erboven vier appartementen voor gezinnen; de onderlinge dienstverlening groeide er spontaan. In de tabel op de volgende bladzijde vindt u een overzicht van alle gesubsidieerde wooneenheden voor permanent verblijf van ouderen (en gehandicapten). Heist-op-den-Berg beschikt over 402 plaatsen in vier rusthuizen waarvan de meerderheid een RVT-erkenning hebben (aantal=284). Drie van de vier rusthuizen hebben een capaciteit van meer dan honderd plaatsen. Volgens de analyse in het lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 volstaat dit aanbod momenteel en is het kwalitatief hoogstaand. De wachtlijsten voor zwaar zorgbehoevenden zijn kort. Van de erkende serviceflats zijn er een veertigtal. Daarnaast worden nog 107 zelfstandige woongelegenheden verhuurd aan ouderen; voornamelijk met één slaapkamer. Ongeveer de helft ervan zijn sociale woningen van de Maatschappij voor de Huisvesting14 en verhuurd volgens het sociaal huurstelsel. De andere helft zijn bejaardenflats en aanleunwoningen van het OCMW; ze worden verhuurd volgens het privaat huurstelsel en met een eigen toewijzingssysteem (bijlage 6). De woongelegenheden voor ouderen bevinden zich sterk gegroepeerd op zeven locaties, waarvan er heel wat aansluiten bij de erkende woonzorgcentra (rusthuizen). Hier worden telkens meerdere vormen van aangepast wonen gegroepeerd. In
96
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Itegem, Schriek en aan de Moretuslaan sluiten de woningen niet bij een zorgcentrum of rusthuis aan. Zo bevinden zich bij het woonzorgcentrum Berkenhof negentien aanleunwoningen van het OCMW, waar in nood een beroep kan gedaan worden op de verpleegdienst en men gebruik kan maken van het activiteiten- en dienstverlenend aanbod uit het woonzorgcentrum en van thuiszorgondersteunende diensten. De woningen worden verhuurd aan ouderen boven de zestig jaar, met voorrang voor paren en inwoners van de gemeente. De huurprijs is inkomensgerelateerd (zie bijlage 6).
OCMW Maatsch. v.d. huisvesting
Flats Residentie ‘De Berk’ (Berkenhof)
Flats gehandicapten Residentie ‘De Berk’ (Berkenhof)
17
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
OCMW
Maatsch. v.d. huisvesting
Woningen gehandicapten
Bejaardenflats ‘Ten Schriecke’
14
Maatsch. v.d. huisvesting
Bejaardenwoningen 4
30
30
Serviceflats Ter Wieke (Sint-Jozef)
10
107
143
Maatsch. v.d. huisvesting
Aanleunwoningen (Ten Kerselaere)
6
10
4
19
104
RVT Sint-Jozef
Maatsch. v.d. huisvesting
Aanleunwoningen (Ten Kerselaere)
97
OCMW
Aanleunwoningen (Berkenhof)
Woon- en zorghuis Ten Kerselaere
OCMW
RVT Berkenhof (OCMW)
11
11
Erkende capaciteit
Serviceflats Ten Gaerde (H. Familie)
Zelfstandige eenheden 48
Verhuurder
Woonaanbod voor ouderen (Heist-op-den-Berg, 1 januari 2010)
Rusthuis Heilige Familie
Tabel 2.9
99
90
61
34
(RVT)
Leo Kempenaersstraat 30, 2223 Schriek
Moretuslaan 48, 50, 52, 54, 2220 Heist-op-den-Berg
Moretuslaan 21-47 (oneven nrs), 2220 Heist-op-den-Berg
Sint-Jozefstraat 15, 2222 Wiekevorst
Sint-Jozefstraat 15, 2222 Wiekevorst
Kerselaerlaan, 2220 Hallaar
Hoogland, 2220 Hallaar
Boonmarkt 27-29, 2220 Hallaar
Boudewijnlaan 4, 2220 Heist-op-den-Berg
Boudewijnlaan 4, 2220 Heist-op-den-Berg
Boudewijnlaan 2, 2220 Heist-op-den-Berg
Boudewijnlaan 2, 2220 Heist-op-den-Berg
Westerlosesteenweg 37, 2220 Heist-op-den-Berg
Westerlosesteenweg 37, 2220 Heist-op-den-Berg
Adres
Totaal
147
6
9
7
Zelfstandige eenheden
402
Erkende capaciteit
(284)
(RVT)
Kleine steenweg 9, 2221 Booischot
Prof. Verbiststraat 1-17 (oneven nrs), 2222 Itegem
Leo Kempenaersstraat 21, 2223 Schriek
Adres
Bron Vlaams Agentschap zorg en gezondheid, OCMW Heist-op-den-Berg, Maatschappij voor de huisvesting van het kanton Heist-op-den-Berg
Zonnige Kempen
Maatsch. v.d. huisvesting
Bejaardenwoningen
Bejaardenflats
Maatsch. v.d. huisvesting
Verhuurder
Woonaanbod voor ouderen (Heist-op-den-Berg, 1 januari 2010). Vervolg
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bejaardenflats
Tabel 2.9
98
Heist-op-den-Berg heeft met 402 plaatsen een uitgebreid residentieel zorgaanbod, maar dat aanbod trekt ook ouderen uit andere gemeenten aan. We pasten de huidige Vlaamse gebruikspercentages van de woonzorgcentra voor ouderen en de rust- en verzorgingstehuizen in Vlaanderen toe op de bevolking in Heist-op-denBerg op 1 januari 2008 en op het voorspelde bevolkingsaantal per leeftijdsgroep voor Heist-op-den-Berg voor 2015 en 2020. De nieuwe programmatiecijfers van de Vlaamse overheid voorzien enkel plaatsen vanaf 65 jaar. Volgens deze oefening volstaat dit aanbod niet langer om uitsluitend aan de vraag van de eigen bevolking te voldoen binnen vijf en tien jaar.
Bevolking, bevolkingsprognose naar leeftijd, de Vlaamse gebruikspercentages van de woonzorgcentra en de RVT en de raming van de huidige en toekomstige behoefte in Heist-op-den-Berg bij toepassing van de Vlaamse gebruikspercentage (Heist-op-den-Berg, 2008, 2015, 2020)
Bevolkingsprognose
2008
2015
2020
60-64 j.
2 305
2 696
3 013
65-69 j.
1 896
2 355
70-74 j.
1 848
75-79 j.
Gebruik woonzorgcentra en RVT in %
Gebruik en prognose toekomstig gebruik in %
2008
2015
2020
0,6
13,8
16,2
18,1
2 623
0,6
11,4
14,1
15,7
1 791
2 191
0,6
11,1
10,7
13,1
1 509
1 622
1 526
3,2
48,3
51,9
48,8
80-84 j.
1 084
1 160
1 243
8,8
95,4
102,1
109,4
85-89 j.
535
622
661
23,1
123,6
143,7
152,7
90-94 j.
164
195
214
49,0
80,4
95,6
104,9
95+
36
18
27
80,7
29,1
14,5
21,8
60+
9 377
10 459
11 498
413,0
448,8
484,5
65+
7 072
7 763
8 485
399,0
433,0
466,0
Bron Bevolkingsprognose op basis van arrondissementele bevolkingsprognoses FPB en de bevolkingsgegevens ADSEI; gebruikspercentage RVT en ROB (Breda et al., 2010, p. 69)
Door de vanuit het Vlaamse beleid gewenste verschuiving van residentiële zorg naar langer zelfstandig wonen wordt verwacht dat de categorieën van zelfstandig aangepast wonen voor ouderen zoals de assistentiewoning, waarbij de zorg aan huis wordt verstrekt, een groter aandeel van de ouderen met een zorgbehoefte zullen opnemen. Ondanks de variatie in de aangeboden woonvormen voor ouderen in Heist-op-den-Berg blijft het aanbod om zelfstandig te wonen als oudere, al dan niet gecombineerd met zorg met 147 wooneenheden beperkt in aantal. Het
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bevolking
99
Tabel 2.10
aanbod van 41 serviceflats valt laag uit in vergelijking met de rest van Vlaanderen. In tabel 2.11 ziet u het aanbod aan erkende serviceflats afgezet tegenover de Vlaamse programmatienorm.
Tabel 2.11
Programmatienorm serviceflats 2010 en huidig aanbod aan serviceflats en de verhouding ertussen in % (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, de provincie Antwerpen en het Vlaamse gewest)
Programmatienorm 2010 Heist-op-den-Berg Arrondissement Mechelen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest
Huidig aanbod
Realisatiegraad
214
41
19,2
43 577
18 588
42,7
8 893
3 953
44,5
32 603
13 844
42,5
100
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron Vlaams Agentschap zorg en gezondheid
Heist-op-den-Berg blijft op dit vlak achterop. Dat het bestaande aanbod voor zelfstandig wonen niet toereikend is, werd in het Lokaal sociaal beleidsplan 20082013 van Heist-op-den-Berg reeds aangebracht. 2.1.5.4
Noodopvang
Heist-op-den-Berg beschikt over drie transitwoningen. Ze zijn bedoeld voor noodopvang wanneer de eigen woning tijdelijk of permanent onbewoonbaar is door bijvoorbeeld brand, na een uithuiszetting, bij de toewijzing van een kandidaat-politiek vluchteling vanuit de Dienst Vreemdelingenzaken en na zware relationele problemen waar een feitelijke scheiding een dringende noodzaak is wegens fysische en/of psychische mishandeling. In de praktijk zijn de transitwoningen altijd bezet. Wanneer er een woning vrijkomt, zijn er steeds meerdere kandidaten die in aanmerking komen. Gezien er de laatste tijd vaak ‘multi-problem’-gezinnen in de transitwoningen terecht komen, waarvoor moeilijk plaats gevonden wordt op de reguliere woningmarkt en die intensieve woonbegeleiding nodig hebben, blijven de transitwoningen vaak voor lange tijd bezet door hetzelfde huishouden en blijven andere huishoudens in de kou.
2.2
De kwaliteit van de woningvoorraad
De beoordeling van de kwaliteit van een woning vraagt zowel een inwendig als uitwendig onderzoek van de woning, informatie die nooit per gemeente verzameld werd. In de socio-economische enquête van 2001 (SEE 2001) werd aan de bewoners zelf gevraagd om de kwaliteit en het comfort van hun woning te beoordelen.
Ook al is deze informatie erg subjectief, toch is ze indicatief voor de toestand van het patrimonium dat in 2001 werd bewoond als domicilieadres. Daarnaast is het bouwjaar van de woningen indicatief voor de kwaliteit en het comfort van de woning. Zonder aanvullende informatie over de grondig gerenoveerde woningen biedt dat niet veel houvast als informatiebron over de kwaliteit van het woningpatrimonium vandaag. Partiële informatie vinden we bij de bouwvergunningen voor renovatie en renovatiepremies. Woningen die wel vanbinnen en vanbuiten aan een grondige inspectie werden onderworpen zijn de woningen die, meestal naar aanleiding van een klacht, onderzocht werden in het kader van een ongeschikt-onbewoonbaar of verwaarloosd verklaring. We overlopen de verschillende bronnen.
Toestand van het woningpatrimonium Ouderdom van de woningvoorraad
Het aandeel vooroorlogse woningen bedraagt volgens de Kadastrale statistiek van de gebouwen in 2009 in Heist-op-den-Berg een vijfde van de woningvoorraad, waarvan bijna de helft van voor 1919 dateert. De jongste gebouwen, gerealiseerd na 1991, vormen bijna één derde van alle gebouwen bestemd voor wonen. De voorraad gebouwen bestemd voor wonen - flat- en appartementsgebouwen, gezinswoningen - is in Heist-op-den-Berg opvallend jonger dan in het arrondissement, de provincie en het gewest (tabel 2.12).
Tabel 2.12
Huizen en flatgebouwen, buildings en dergelijke naar bouwjaar in % (Heistop-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 2009)
Heist-op-den-Berg
Arr. Mechelen
Prov. Antwerpen
Vlaams Gewest
Aantal
%
%
%
%
<1945
3 057
20,6
32,6
29,2
30,4
1946-1961
2 585
17,4
17,7
18,1
16,3
1962-1970
2 094
14,1
11,9
12,7
12,1
1971-1981
2 478
16,7
14,2
15,3
15,7
>1981
4 608
31,1
23,6
24,8
25,5
Gebouwen voor wonen
14 822
100,0
100,0
100,0
100,0
Totaal gebouwen
17 554
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
2.2.1.1
101
2.2.1
In Heist-op-den-Berg hebben vooral rijhuizen en halfopen bebouwde woningen een zekere ouderdom. Flats en appartementsgebouwen zijn een fenomeen van de laatste decennia. Alleenstaande woningen zijn van recentere datum (38%); ze behoren minder vaak tot de oudste categorie van woongebouwen.
102
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.17
Huizen en flatgebouwen, buildings en dergelijke naar bouwjaar in % (Heistop-den-Berg, 2009)
Bron ADSEI, kadastrale statistiek van de gebouwen
Situatie in de deelgemeenten
De ouderdom van het gebouwenpark voor wonen verschilt naar deelgemeente. Dat ziet u in volgende figuur.
Bron AAPD, statistiek CCST naar kadastrale afdeling, eigen bewerking
Wiekevorst valt op door het jongere gebouwenbestand: slechts 14% van de gebouwen voor wonen dateert van voor 1946; 36% kwam er na 1981 bij. Schriek sluit daarbij aan, maar telt wel nog één op vijf oude woongebouwen naast een groot aandeel van 39% relatief nieuwe gebouwen. Itegem heeft het oudste gebouwenpark voor wonen. Drie kwart van de gebouwen stond er voor 1981 en slechts één op vijf werd er na 1981 gezet. In Heist-op-den-Berg (tweede afdeling) is het gebouwenpark de laatste dertig jaar evenmin sterk uitgebreid: slechts 27% van de woongebouwen kwam er na 1981. Details (absolute aantallen en verdeling naar type van gebouw) vindt u in bijlage 7. 2.2.1.2
Fysieke kwaliteit van de bewoonde woningen
In de SEE 2001 werd aan de bewoners gevraagd de kwaliteit van ramen, elektriciteit, muren en daken in te schatten door aan te geven of deze ‘in goede staat’, ‘vatbaar voor verbetering’ of ‘in slechte staat’ waren. In de woningen die in 2001 in gebruik waren, stellen de bewoners vooral problemen vast met ramen en dak. Bij 4,7% zijn de ramen in slechte staat, tellen we hier de woningen bij die op dit vlak voor verbetering vatbaar zijn, dan komen we aan ongeveer 18% of bijna één op vijf van de domiciliewoningen. Muren en elektrische installaties stellen minder vaak een probleem.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Huizen en flatgebouwen, buildings e.d. naar bouwjaar in % (Heist-op-denBerg en deelgemeenten, 2009)
103
Figuur 2.18
104
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.19
Bewoonde particuliere woningen naar subjectieve staat van de woning in % (Heist-op-den-Berg; 2001)
Bron ADSEI, SEE 2001
Vergelijken we deze resultaten met de fysieke staat van de woningen in het arrondissement, de provincie en het Vlaams Gewest, dan komt Heist-op-den-Berg er wat beter uit voor elk van de bevraagde deelaspecten (met uitzondering van de toestand van het dak die vergelijkbaar is). Voor ramen en dak gaat het telkens om zo’n 1 900 woningen die voor verbetering vatbaar zijn en telkens een kleine zevenhonderd met de ramen en/of het dak in slechte staat (zie overzichtstabel). Het gaat natuurlijk grotendeels over dezelfde woningen die meerdere gebreken hebben. Indicatoren die een combinatie van de gebreken weergeven per woning, werden nooit voor alle gemeenten berekend. Deze gegevens vertalen naar vandaag is moeilijk, vermits de informatie over woningverbetering zeer versnipperd is. De voorbij negen jaar werden jaarlijks zo’n 150 woningen gerenoveerd met bouwvergunning en een wijziging in het aantal woongelegenheden en/of sterke wijziging in volume (zie verder), wat zo’n 1 350 ‘gerenoveerde woningen’ oplevert. Of de woningen daarna in orde zijn is niet duidelijk. Daarenboven hebben niet al deze bouwvergunningen betrekking op woningen met zware gebreken, ... Situatie in de deelgemeenten
In absolute aantallen zijn het vooral woningen in de deelgemeente Heist-op-denBerg die aan verbetering toe zijn, maar hier woont dan ook 42% van de huishou-
dens. Kijken we naar het aandeel woningen met gebreken ten aanzien van het totale aantal bewoonde woningen in de deelgemeente dan zijn er geen opvallende verschillen, zij het dat huishoudens in Itegem meer problemen signaleren met dak en ramen. In de tabel in bijlage 8 vindt u een overzicht per deelgemeente 2.2.1.3
Comfort en uitrustingsniveau van de bewoonde woningen
105
Het spreekt voor zich dat het globale comfortniveau van de woningen het voorbije decennium erop vooruitging. De cijfers van 2001 laten wel toe om Heist-opden-Berg qua wooncomfort in dat jaar te positioneren in de regio. Anderzijds laten de gegevens toe om binnen Heist-op-den-Berg na te gaan hoe de deelgemeenten zich ten aanzien van elkaar situeren. Heist-op-den-Berg heeft een iets groter aandeel van woningen in gebruik ‘zonder klein comfort’ dan in de provincie en het arrondissement. In 2001 gaat het om 723 woningen waarvan de meeste in Heist-op-den-Berg zelf (aantal=288) en in Booischot (aantal=133) gelegen zijn. Anderzijds zijn in Heist-op-den-Berg in 2001 beduidend meer dan elders woningen in de hoogste comfortcategorie; dat is zeker zo in Wiekevorst (64%).
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Met de gegevens van de SEE 2001 worden de bewoonde woningen ingedeeld op basis van het comfort in de woning. Men hanteert vier comfortcategorieën: 1. groot comfort = middelmatig comfort + keuken van minstens 4 m2 en/of geïntegreerde keuken + telefoon en/of gsm + auto; 2. middelmatig comfort = klein comfort + centrale verwarming; 3. klein comfort = stromend water + WC met waterspoeling + badkamer met WC; 4. zonder klein comfort. (aanwezig comfort is onbekend.)
Tabel 2.13
Aandeel bewoonde particuliere woningen naar comfortcategorie in % (provincie Antwerpen, arrondissement Mechelen en Heist-op-den-Berg, 2001)
Zonder klein comfort
Klein comfort
Middelmatig comfort
Groot comfort
Heist-op-den-Berg
4,8
20,0
12,5
62,6
Hallaar
5,4
21,9
12,5
60,3
Itegem
4,7
25,3
10,3
59,7
Wiekevorst
5,3
19,2
11,5
64,0
Booischot
5,7
22,0
9,5
62,9
Schriek
4,6
23,7
10,4
61,3
Heist-op-den-Berg
5,0
21,6
11,4
62,0
Arr. Mechelen
4,3
25,9
12,9
56,8
Prov. Antwerpen
3,6
21,6
16,2
58,6
Vlaams Gewest
4,9
25,0
14,0
56,0
106
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, SEE 2001
De beoordeling van de afzonderlijke ‘gerieflijkheden’ die het comfort meebepalen, toont volgend beeld (zie tabel 2.14).
Tabel 2.14
Aandeel bewoonde particuliere woningen waar centrale verwarming, badkamer en/of toilet in de woning ontbreken in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen, 2001)
Geen centrale verwarming
Geen badkamer
Geen toilet
Heist-op-den-Berg
21,9
3,3
2,4
Hallaar
24,0
4,3
2,2
Itegem
27,1
3,5
2,3
Wiekevorst
20,8
3,7
2,5
Booischot
24,7
4,0
3,2
Schriek
24,9
3,3
2,4
Heist-op-den-Berg
23,5
3,5
2,5
Arr. Mechelen
27,3
2,9
2,2
Prov. Antwerpen
22,3
2,3
1,9
Vlaams Gewest
26,8
3,5
2,4
Bron ADSEI, SEE 2001
Heist-op-den-Berg telt in 2001 een groter aandeel van bewoonde woningen zonder badkamer (3,5%; aantal=517) en zonder WC met waterspoeling (2,5%; aantal=360) dan elders in de provincie en het arrondissement, maar situeert zich op het Vlaamse niveau. Booischot presteert het slechtst. Een klein kwart van de woningen wordt in 2001 niet centraal verwarmd (aantal=3 403 woningen). Hier is de situatie slechter dan globaal in het arrondissement en in Vlaanderen, maar wat beter dan globaal in de provincie. Itegem heeft het hoogste aandeel bewoonde woningen zonder CV, Wiekevorst het laagste.
Tabel 2.15
Aandeel bewoonde particuliere woningen met een tuin en/of een garage in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen, 2001)
Garage
Tuin
Heist-op-den-Berg
82,2
80,6
Hallaar
82,5
90,0
Itegem
86,5
90,0
Wiekevorst
86,3
94,1
Booischot
85,2
88,3
Schriek
85,2
90,0
Heist-op-den-Berg
84,0
86,2
Arr. Mechelen
67,6
79,2
Prov. Antwerpen
63,6
70,2
Vlaams Gewest
70,2
76,7
Bron ADSEI, SEE 2001
107
Wiekevorst is de deelgemeente met het hoogste percentage woningen met garage en/of tuin. Heist-op-den-Berg is op dit vlak het minst goed voorzien. In Hallaar hebben negen op tien huishoudens een tuin, maar in verhouding niet zo vaak een garage.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Ook tuin en garage zijn een deelaspect van het globaal comfortniveau. Op dit vlak is Heist-op-den-Berg dan weer erg goed voorzien, beter dan het arrondissement en de provincie. Meer bewoonde woningen hebben tuin en/of garage, resp. 86% en 84%, wat de gemeente aantrekkelijk maakt voor gezinsbewoning en samengaat met het grote aandeel vrijstaande gezinswoningen.
2.2.1.4
Duurzame energiebronnen en energiezuinigheid van de woningen
a) Verwarmingsbron
We zegden reeds dat in 2001 een klein kwart van de woningen in Heist-op-denBerg geen centrale verwarming heeft in de woning. De bevolking van Heist-opden-Berg blijkt sterk afhankelijk van stookolie, waarmee in 2001 58% van de gezinnen de woning verwarmt. Dit wijkt af van de rest van het arrondissement en de provincie, waar gas als verwarmingsbron overheerst. In Wiekevorst, Booischot en vooral in Schriek is verwarming met leidinggas uitzonderlijk (11,5%). In de drie andere deelgemeenten is gas als verwarmingsbron meer gebruikelijk, al benadert dit nog niet de situatie in de rest van het arrondissement, de provincie of het Vlaamse Gewest.
Tabel 2.16
Aandeel bewoonde particuliere woningen naar hoofdbrandstof gebruikt voor de verwarming in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, Vlaams Gewest; provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen; 2001)
108
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Stookolie
Leidinggas
Steenkool
Elektriciteit
Andere
Heist-op-den-Berg
51,7
38,5
3,1
4,7
2,8
Hallaar
52,0
36,6
3,6
6,2
2,2
Itegem
48,6
39,3
3,6
5,2
4,7
Wiekevorst
70,5
17,3
5,4
4,0
4,5
Booischot
67,4
19,5
4,1
5,7
4,5
Schriek
72,6
11,5
4,0
7,8
5,4
Heist-op-den-Berg
57,9
30,4
5,4
5,4
3,8
Arr. Mechelen
31,0
58,3
6,3
6,3
2,7
Prov. Antwerpen
27,5
61,9
6,8
6,8
3,1
Vlaams Gewest
38,8
47,6
8,5
8,5
3,8
Bron ADSEI, SEE 2001
Voor een zicht op de evolutie in het aantal huishoudelijke gasinstallaties na 2001, kijken we naar het aantal aansluitingspunten voor kleine gasmeters in de gemeente. Op 1 januari 2010 zijn er in Heist-op-den-Berg 8 268 gasmeters actief. Dat is 84% meer dan in 2001, toen 4 478 ingeschreven huishoudens op gas verwarmden. Onderstaande tabel toont de toename van aansluitingen de voorbije drie jaar. Het aantal aansluitingen neemt jaar na jaar sterk toe, sterker dan in het volledige werkingsgebied15 van netbeheerder Iverlek en lijkt niet uitsluitend te verklaren door de nieuwbouw. 15 Werkingsgebied IVERLEK=52 aangesloten gemeenten in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant.
Aantal kleine gasmeters in % (Heist-op-den-Berg, deelgemeenten werkingsgebied Iverlek, 2008-2010) en het aandeel gasmeters op het aantal huishoudens (Heist-op-den-Berg, werkingsgebied Iverlek, 2008)
% huishoudens met gas
2009
2010
Groei 2008-2010
Aantal
%
Booischot
870
939
990
120
13,8
Hallaar
635
662
678
43
6,8
Heist-op-den-Berg
3 730
3 945
4 113
383
10,3
Itegem
1 206
1 231
1 282
76
6,3
Schriek
561
622
659
98
17,5
Wiekevorst
500
529
546
46
9,2
46,2
7 928
8 268
766
10,2
59,3
64 651
66 160
3 293
5,2
Heist-op-den-Berg
7 502
Aantal huishoudens
16 221
Iverlek ( totaal )
62 867
Aantal huishoudens
106 087
Bron Iverlek; SVR lokale statistieken
Delen we het aantal gasmeters door de huishoudens (2008)16 dan leiden we af dat om en bij de 46% op gas verwarmt; in 2001 was dat nog 30%. In het werkingsgebied van de netbeheerder is dat 59% van de huishoudens, met andere woorden, de achterstand werd nog niet ingehaald. b) Duurzame energie: zonnepanelen
Sinds 2008 maken de netgekoppelde zonnepanelen voor eigen elektriciteitsproductie bij particulieren sterk opgang. Het feit dat de stroomopwekker royaal vergoed wordt voor het opwekken van groene energie via de groenestroomcertificaten (GSC’s) is hier niet vreemd aan. Ook de prijs van de installatie zelf liep terug. Toen de Vlaamse overheid in 2009 aankondigde de bedragen van de GSC’s te verminderen met ingang van 2010 (Elektriciteitsdecreet van 30 april 2009), werden er in 2009 nog zeer veel installaties geplaatst. In Heist-op-den-Berg werden er tot en met 2008 honderd PV-installaties met een vermogen onder de 10kVA geplaatst; in 2009 werden er 391 installaties in dienst gesteld. De eerste maanden van 2010 kwamen er nog 34 bij. Dat brengt de teller op 505, goed voor ongeveer drie op honderd huishoudens. Dat aandeel ligt lager dan in het totale werkingsgebied van Iverlek met negen op honderd woningen met zonnepanelen op het dak. 16 Het aantal huishoudens voor 2009 en 2010 is nog niet gekend.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
2008
109
Tabel 2.17
Hieronder ziet u de verdeling van PV-installaties op 1 maart 2010 naar deelgemeente.
110
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.20
Aantal PV-installaties naar deelgemeente (deelgemeenten Heist-op-denBerg, 1 maart 2010)
Bron Iverlek; SVR lokale statistieken
c) Isolatie van de woningen
De mate waarin woningen geïsoleerd zijn, wordt in de SEE 2001 nagegaan door te vragen naar de dubbele beglazing en de isolatie van dak, muren en verwarmingsbuizen. Eén op vijf woningen in Heist-op-den-Berg heeft in 2001 reeds overal dubbele beglazing (18%). Dit is, ondanks de jongere leeftijd van de gebouwen, minder dan in het arrondissement,de provincie en het gewest. Hetzelfde geldt voor de daken die in Heist-op-den-Berg minder vaak geïsoleerd zijn (52%) dan elders (58-61%). Dit is niet zo voor buitenmuren en verwarmingsbuizen.
Tabel 2.18
Aandeel bewoonde particuliere woningen naar isolatie van de woning in % (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, Vlaams Gewest; provincie Antwerpen en arrondissement Mechelen; 2001)
Volledig dubbel glas
Gedeeltelijk dubbel glas
Geïsoleerd dak
Geïsoleerde buitenmuren
Geïsoleerde verwarmingsbuizen
Heist-op-den-Berg
18,4
36,8
54,6
49,5
66,6
Hallaar
18,0
37,2
53,2
47,7
66,9
Itegem
17,2
33,7
51,0
47,5
65,1
Wiekevorst
17,5
37,6
50,4
50,2
66,2
Booischot
17,5
34,8
47,5
44,9
66,8
Schriek
16,9
36,7
53,3
48,2
64,0
Heist-op-den-Berg
17,8
36,1
52,3
48,2
66,1
Arr. Mechelen
18,9
36,3
57,8
47,4
63,9
Prov. Antwerpen
19,6
35,3
61,3
49,4
65,8
Vlaams Gewest
19,6
35,9
58,3
45,9
63,2
Net zoals voor de globale kwaliteit en het comfort van de woningen vragen we ons af in welke mate de isolatiewaarde van de woningen er het voorbije decennium op vooruitging en of de vastgestelde achterstand reeds werd ingelopen. In de gemeente werden een aantal initiatieven in het leven geroepen om hieraan te verhelpen. Zo zijn er in de loop van 2007 energiesnoeiers aan het werk gezet, die na een doorlichting van de woning kleine energiebesparende ingrepen uitvoeren en advies verlenen om de woning energiezuiniger te maken. Meer over dit project is beschreven in het deel ‘lokale spelers en instrumenten’. De scans richten zich op een minder gegoed publiek dat onder meer via het OCMW wordt aangesproken. Reeds 361 woningen werden tot eind april 2010 gescreend en verbeterd (zie tabel 2.19).
111
Deelgemeenten die het wat minder goed doen zijn Schriek en Booischot. Ook Itegem zit voor alle isolatieparameters onder het niveau van de gemeente. De woningen in de centrale deelgemeente Heist-op-den-Berg zijn wat beter geïsoleerd dan gemiddeld.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron ADSEI, SEE 2001
Tabel 2.19
Aantal woningen behandeld door de energiesnoeiers (Heist-op-den-Berg en deelgemeenten, januari 2007 t.e.m. april 2010)
2007
2008
2009
2010 (t.e.m. 30/04)
Totaal
Heist-op-den-Berg
1
62
76
18
157
Hallaar
0
20
16
4
40
Itegem
2
28
17
6
37
Booischot
1
22
21
5
25
Wiekevorst
0
9
12
4
49
Schriek
0
14
19
4
53
4
155
161
41
361
Heist-op-den-Berg
Bron De Kringwinkel Zuiderkempen, energiesnoeiers
112
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
d) Energiepeil van de nieuwbouwwoningen
Nieuwbouwwoningen moeten sinds 1 januari 2006 voldoen aan de energieprestatieregelgeving. Gebouwen waarvoor een (ver)bouwaanvraag wordt ingediend, moeten een bepaald niveau van thermische isolatie, energieprestatie en een gezond binnenklimaat behalen. Het E-peil is de maat voor de energieprestatie van een woning en de vaste installaties ervan in standaardomstandigheden. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger de woning. Het E-peil hangt af van factoren zoals compactheid, thermische isolatie, luchtdichtheid, ventilatie, verwarmingsinstallatie en het systeem voor warmwatervoorziening, oriëntatie en bezonning, koelinstallatie. Nieuwbouw met woonbestemming moet een E-peil behalen van maximaal honderd. Dit is geregeld in het energiepretatiedecreet van 22 december 2006. Vanaf 1 januari 2010 wordt de wetgever strenger en legt een maximaal E-peil voor nieuwbouw op van tachtig. In tabel 2.20 ziet u de E-peilmediaan van de nieuwbouwwoningen en -appartementen in Heist-op-den-Berg en omliggende gemeenten (aangiftes 2006-2009). De nieuwbouwwoningen en -appartementen in Heistop-den-Berg scoren relatief goed qua energieprestatiepeil ten aanzien van de naburige gemeenten en Vlaanderen. Gemeenten zoals Westerlo en Herentals doen het nog een stuk beter. In Vlaams-Brabant ligt het E-peil hoger.
Tabel 2.20
E-peil afgeleid van de EPB-aangiftes voor nieuwbouwwoningen en -appartementen (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, Vlaanderen, 2006-2009)
E-peil Herentals
76,5
Westerlo
80
Hulshout
83
Nijlen
83
Heist-op-den-Berg
84
Putte
85
Berlaar
86
Tremelo
86
Keerbergen
88
Herenthout
89
Begijnendijk
91
2.2.1.5
Ongeschikte, onbewoonbare en verwaarloosde woningen
Eén van de instrumenten in de Vlaamse kwaliteitsbewaking is de mogelijkheid om woningen ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren of te belasten omwille van uiterlijke verwaarlozing. Omdat de screening van een woning gewoonlijk volgt op een klacht, is de mate waarin woningen op de inventaris terecht komen veeleer gevolg van een actief lokaal kwaliteitsbeleid dan een realistische weergave van de woningkwaliteit in de gemeente. In tabel 2.21 ziet u een overzicht.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
85 Bron Energieprestatiedatabank; Vlaams Energie Agentschap
113
Vlaanderen
Tabel 2.21
Aantal woningen op de inventaris verwaarlozing en ongeschiktonbewoonbaar (Heist-op-den-Berg, 2009)
Op de inventaris wegens Verwaarlozing
Ongeschikt/onbewoonbaar
1999
35
18
2000
38
19
2001
27
29
2002
34
23
2003
26
25
2004
19
18
2005
20
16
2006
10
19
2007
10
16
2008
18
27
2009
13
17
Ooit op de inventaris
85
118
Ooit geschrapt
72
101
114
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
2010
Bron RWO, IVA wonen; HOLV-databank
Bij de aanvang van 2009 telt de Vlaamse inventaris voor ongeschiktheid of onbewoonbaarheid zeventien woningen in Heist-op-den-Berg. Jaarlijks komen vijftien tot dertig woningen op de lijst terecht. Sinds het bestaan van de inventaris werden er in Heist-op-den-Berg reeds 118 woningen ongeschikt of onbewoonbaar verklaard. De meeste eigenaars stelden zich in regel zodat de woning geschrapt werd (aantal=101). Dit betekent dat een tiental woningen per jaar opnieuw geschikt zijn voor bewoning naar aanleiding van deze vorm van kwaliteitshandhaving. In de andere kleine steden in de provincie, met uitzondering van Lier, vonden maar half zo veel of minder ongeschikt-onbewoonbaarverklaringen plaats de laatste tien jaar.
Tabel 2.22
Aantal woningen op de inventaris verwaarlozing en ongeschiktonbewoonbaar (kleine steden in de provincie Antwerpen, 2009)
Ongeschikt-onbewoonbaar
Verwaarlozing
Ooit op de inventaris
Ooit geschrapt
Heist-op-den-Berg
118
101
17
85
72
13
Lier
110
99
11
217
174
43
Boom
54
33
21
63
47
16
Mol
49
39
10
5
4
1
Herentals
45
35
10
9
6
3
Geel
42
38
4
39
33
6
2
1
1
11
8
3
Hoogstraten
Inventaris op Ooit op de 1/1/2009 inventaris
Ooit geschrapt
Inventaris op 1/1/2009
2.2.2 2.2.2.1
Verbetering van het woningpatrimonium Bouwvergunningen voor renovatie
ADSEI houdt een statistiek bij van de bouwvergunningen voor woningrenovatie. De aantallen in deze statistiek vormen een onderschatting van het reële aantal grondige renovaties vermits hier enkel verbouwingen worden geteld waarbij de bewoonbare oppervlakte voor wonen of de totale oppervlakte wijzigt met ≥10m2 of de bestemming van het gebouw of het aantal wooneenheden in het gebouw of het aantal garages wijzigt. Uit figuur 2.21 lezen we af dat woningrenovatie in Heist-op-den-Berg in een stroomversnelling zit sinds 1998 met een piek in 2003, om dan terug te dalen vanaf 2004. De laatste vijf jaren gaat het om zo’n 120 tot 150 woningen per jaar. De voorbije vijftien jaar (1996 tot en met oktober 2009) gaat het om meer dan 1 500 bouwvergunningen, goed voor de verbetering van ongeveer 9% van alle woonunits (AAPD) anno 2009.
115
Uitwendige verwaarlozing van een pand (gebouwen met ernstig storende tekenen van verval) geeft in Heist-op-den-Berg minder frequent aanleiding tot inventarisatie. Ook dit wordt hier meer dan in de andere kleine steden aan de kaak gesteld, met uitzondering van Lier, een gemeente die blijkbaar sterk inzet op kwaliteitshandhaving.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron RWO, IVA wonen; HOLV-databank
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Figuur 2.21
Aantal vergunde residentiële gebouwen voor renovatie en voor nieuwbouw (Heist-op-den-Berg, 1996-2009)
Bron ADSEI, statistiek van de bouwvergunningen, jaarcijfers per gemeente
Het aantal gerenoveerde woningen vertoont een gelijkaardige trend als de evolutie van de vergunningen voor nieuwbouw, zij het iets minder uitgesproken. Vanaf 2004 neemt de nieuwbouw de bovenhand: er worden meer nieuwe woningen gebouwd dan dat er worden gerenoveerd. In 2009 piekt het aantal uitgereikte vergunningen voor nieuwbouw in Heist-opden-Berg en daalt het aantal renovaties dat sinds 2003 een dalende trend vertoont. 2.2.2.2
Premies en tegemoetkomingen voor woningverbetering
a) Vlaamse premies en tegemoetkomingen voor woningverbetering en de
116
lokale aanvullende premie
De Vlaamse overheid geeft premies voor woningverbetering aan eigenaars-bewoners die minimaal 10 000 euro (zonder BTW) investeren in hun (enige) eigen woning die ouder is dan 25 jaar en waarvan het inkomen onder een zekere grens blijft. De meeste verbouwingswerken komen in aanmerking voor deze renovatiepremie, met uitzondering van afwerking en isolatie. Hiervoor wordt tot 30 procent van de uitgaven terugbetaald (met een plafond). Voor huurders en eigenaars met een laag inkomen is er de verbeterings- en aanpassingspremie (VAP) voor basisverbeteringswerken, uitbreiding van de woning, bij maatregelen om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen en om de woning aan
te passen aan de noden van een inwonende zestigplusser of gehandicapte. De gevraagde minimuminvestering is lager dan voor de renovatiepremie en men kan meerdere keren de premie aanvragen voor de verschillende categorieën van werken, waardoor het mogelijk wordt de kosten te spreiden (tabel 2.23). De inkomensgrens voor deze premie is aanzienlijk lager dan voor voorgaande premie.
Tabel 2.23
Aanvragen, toekenningen en weigeringen van de Vlaamse verbeteringsen aanpassingspremie en van de Vlaamse renovatiepremie (Heist-op-denBerg, 2007-2009)
VAP
Renovatiepremie
2007
2008
2009
2007
2008
2009
Aanvragen
89
71
70
81
124
195
Toegekend
67
49
57
45
106
103
Geweigerd
30
21
16
10
22
20
Tabel 2.24
Aantal toekenningen en bedragen van aanvullende premies bij de Vlaamse renovatiepremie en bij de VAP door de gemeente Heist-op-denBerg (Heist-op-den-Berg, 2008, 2009, 2010)
VAP
Toegekend Bedrag (euro) Gemiddelde premie (euro)
Renovatiepremie
2008
2009
2010
2008
2009
2010
62
55
50
39
78
107
13 350
11 360
8 425
28 174
56 782
78 808
215,3
206,5
168,5
722,4
Bron Heist-op-den-Berg, Dienst Ruimtelijke Ordening
728,0
736,5
117
Vooral de renovatiepremie wordt in toenemende mate aangevraagd. Eind 2009 werd een inperking aangekondigd van de subsidiabele werken, wat geleid heeft tot een stijging in aanvragen eind 2009. De toekenningen zullen grotendeels voor 2010 zijn. Zowel in 2008 als 2009 werden een honderdtal woningen gerenoveerd met behulp van de renovatiepremie. De VAP, die zich op een zwakkere doelgroep richt, wordt minder aangevraagd: er zijn een vijftigtal toekenningen per jaar. De gemeente Heist-op-den-Berg schrijft de ontvangers van de VAP of renovatiepremie aan en keert hen bij de aanvang van het volgende jaar een aanvullende premie uit.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Bron Wonen Vlaanderen, provincie Antwerpen
De betoelaging van de kleinere noodzakelijke aanpassings- en verbeteringswerken bedraagt slecht 10% van het budget dat naar de renovatiepremie gaat. Het gemiddeld uitbetaald premiebedrag daalt. Het gros van de lokaal uitgekeerde premies zijn aanvullend bij de renovatiepremie. De renovatiepremie kent jaarlijks een stijgend aantal aanvragen. De totale uitgaven van Heist-op-den-Berg aan woonpremies stijgen hierdoor sterk. Op twee jaar tijd is dit bedrag meer dan verdubbeld (41 524 in 2008; 87 233 euro in 2010). Slechts dertien premies gingen naar de VAP-aanpassingswerken om de woning geschikt te maken aan de (inwonende) bejaarde of gehandicapte. Ondanks het stijgend aantal ouderen wordt deze premiemogelijkheid onderbenut en vereist deze meer actieve bekendmaking bij de doelgroep.
118
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
b) Premies voor energiebesparende maatregelen
De inwoners van Heist-op-den-Berg kunnen aanspraak maken op een lokale premie voor het plaatsen van een warmtepomp, zonneboiler of zonnepanelen. Vooral zonnepanelen zijn, mede door de royale Vlaamse groenestroomcertificaten (GSC), erg populair. Sinds 2010 vermindert de Vlaamse overheid het bedrag van de GSC jaar na jaar voor de nieuwe installaties. Dit verklaart het grote aantal installaties dat in 2009 is geplaatst (zie 2.2.1.4). Heist-op-den-Berg zelf beslist om vanaf 2010 geen premies meer toe te kennen voor zonnepanelen, met een overgangsregeling voor installaties besteld in 2009 en geplaatst voor eind juni 2010.
Tabel 2.25
Aantal door de gemeente toegekende premies voor warmtepomp, zonneboiler of zonnepanelen (Heist-op-den-Berg, 2008, 2009, januari-maart 2010)
2008
2009
2010*
Aantal
Bedrag
Aantal
Warmtepomp
7
3 333
10
5 000
0
Zonneboiler
10
4 795
15
7 500
Zonnepanelen
54
26 817
165
71
34 946
190
Totaal
Bedrag
Aantal
Totaal
Bedrag
Aantal
Bedrag
0
17
8 333
4
2 000
29
14 295
82 500
66
33 000
285
142 317
95 000
70
35 000
331
164 946
Bron Heist-op-den-Berg, Afdeling Bouw & Milieu
In Heist-op-den-Berg zijn er volgens de cijfers van Iverlek vijfhonderd kleine PVinstallaties; 285 gezinnen kregen hiervoor een lokale premie. Zonneboilers, waarvan het rendement ondanks de subsidies minder uitgesproken is, blijven uitzonderlijk. Ook verwarming via een warmtepomp is niet courant.
2.3
2.3.1
Ruimte voor wonen – uitbreidingspotentieel
Bodembezetting
119
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) maakt statistieken op van de bebouwde oppervlakte op basis van de kadastergegevens. Bebouwde oppervlakte betreft de oppervlakte van percelen met gebouwen. Dit betekent niet dat deze percelen volledig bebouwd zijn. Voor de Europese vergelijking maakt ADSEI een meer nauwkeurige inschatting van de bebouwde oppervlakte op basis van de definities van OESO-Eurostat, deze is echter niet op gemeentelijk niveau beschikbaar. Het potentieel voor wonen wordt bepaald door de beschikbare ruimte, die schaarser wordt. Daar waar in 1983 de bebouwde percelen slechts 11,5% innamen van de beschikbare ruimte, is dit bijna 25 jaar later, in 2007 verdubbeld tot 23,4% (zie tabel 2.26).
120
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Tabel 2.26
Aandeel van de oppervlakte van de bebouwde percelen op de totale oppervlakte in % en de oppervlakte ingenomen door bebouwde percelen, onbebouwde percelen en andere in hectaren (Heist-op-den-Berg, 19832007)
Aandeel oppervlakte bebouwde percelen
Bebouwde percelen
Onbebouwde percelen
Andere
1983
11,5
991,1
7 261,2
393,6
1984
11,8
1 018,6
7 233,4
394,0
1985
12,2
1 058,5
7 192,3
395,2
1986
12,7
1 101,9
7 139,9
404,2
1987
13,4
1 154,3
7 088,1
403,6
1988
14,0
1 212,9
7 028,2
404,9
1989
15,0
1 292,6
6 948,4
405,0
1990
15,8
1 362,7
6 877,8
405,5
1991
16,4
1 419,8
6 820,4
405,8
1992
17,2
1 484,0
6 753,4
408,6
1993
17,9
1 551,8
6 684,0
410,2
1994
18,7
1 619,4
6 616,4
410,1
1995
19,4
1 680,5
6 555,8
409,7
1996
20,0
1 731,4
6 501,7
412,9
1997
20,5
1 772,1
6 458,9
414,9
1998
20,9
1 811,1
6 419,7
415,2
1999
21,4
1 846,4
6 384,0
415,6
2000
21,7
1 876,2
6 354,8
415,1
2001
21,9
1 891,4
6 337,7
416,9
2002
22,1
1 911,8
6 315,6
418,6
2003
22,4
1 939,7
6 287,4
418,9
2004
22,8
1 968,3
6 258,3
419,3
2005
23,0
1 987,1
6 239,8
419,1
2006
23,1
2 001,2
6 225,6
419,2
2007
23,4
2 022,3
6 199,2
424,4
Bron ADSEI, Bodembezetting
Over de laatste tien jaar werd jaarlijks gemiddeld 0,3% van de onbebouwde percelen bebouwd. Het ritme waarmee de onbebouwde percelen werden aangesneden, is de voorbije tien jaar gevoelig vertraagd: tussen 1997 en 1997 werd gemiddeld jaarlijks nog 0,7% ingenomen van de oppervlakte aan onbebouwde percelen.
De trendlijnen in onderstaande figuur tonen dat de vrije ruimte in Heist-op-denBerg sneller wordt aangeboord dan in de provincie en in het Vlaamse Gewest. Het aandeel van de grondoppervlakte ingenomen door de bebouwde percelen was in Heist-op-den-Berg tot 1990 nog wat beperkter dan in de provincie; anno 2007 is dat niet langer het geval.
Bron ADSEI, Bodembezetting
2.3.2
Bodemgebruik
Op 1 januari 2009 wordt 64% van de grond in Heist-op-den-Berg aangewend voor landbouw. Dat is heel wat meer dan gemiddeld in Vlaanderen (61%), de provincie (49%) en het arrondissement (56%). Andere niet-bebouwde gronden zijn eerder beperkt in Heist-op-den-Berg (8%). Zo’n 23% van de totale oppervlakte is bebouwd, waarbij 60,5% van de bebouwde oppervlakte naar wonen gaat. Dat aandeel is hoog in vergelijking met het gewest (44%), de provincie (40%) en het arrondissement (47%). Bouwen in Heist-op-den-Berg gebeurt dus meer dan elders in functie van wonen. Tussen 2003 en 2009 nam het aandeel van bebouwde gronden in de totale oppervlakte in Heist-op-den-Berg en in het arrondissement toe met 1,4%; de vrije ruimte wordt sneller bebouwd dan in de provincie en in het Vlaamse gewest.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Evolutie van het aandeel van de oppervlakte van de bebouwde percelen op de totale oppervlakte (Heist-op-den-Berg, provincie Antwerpen en het Vlaamse Gewest; 1983-2007)
121
Figuur 2.22
Een overzichtstabel van het bodemgebruik op 1 januari 2009 en de evolutie ervan tussen 2003-2009 vindt u in bijlage 10.
2.3.3
Bevolkingsdichtheden
Heist-op-den-Berg is met zo’n 460 inwoners per kilometer dunner bevolkt dan de rest van het arrondissement en de provincie. Kijken we naar de gemeenten in de buurt, dan is de situatie vergelijkbaar met gemeenten zoals Berlaar, Westerlo en Putte. De Vlaams-Brabantse buurgemeenten zijn, over het ganse grondgebied genomen, dichter bevolkt. Let wel, de cijfers die in de volgende tabel worden voorgesteld voor 2010 zijn gebaseerd op de bevolkingsaantallen gepubliceerd door het rijksregister. Ze bevatten de inwoners uit zowel bevolkings-, vreemdelingen als wachtregister (en benaderen dan ook misschien beter de realiteit).
Tabel 2.27
De bevolkingsdichtheid in Heist-op-den-Berg en buurgemeenten op 1 januari 2010 in inwoners per km2
122
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Inwoners/km² Herenthout
370,2
Westerlo
433,8
Berlaar
443,6
Heist-op-den-Berg
461,7
Putte
468,6
Herentals
552,5
Nijlen
552,2
Begijnendijk
557,3
Hulshout
569,7
Tremelo
667,4
Keerbergen
688,1
Arr. Mechelen
637,2
Prov. Antwerpen
612,0
Bron Rijksregister (bevolking ingeschreven op 1 januari 2010 in het bevolkings-, vreemdelingen en wachtregister)
De bevolkingsdichtheid nam minder sterk toe de voorbije tien jaar dan in de provincie en het arrondissement (zie tabel 2.28).
Tabel 2.28
De bevolkingsdichtheid in Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, de provincie Antwerpen en het Vlaamse Gewest in inwoners per km2; 1997, 2002, 2007
Heist-op-den-Berg
1997
2002
2007
1997-2007
427,9
434,2
447,9
20,0
Arr. Mechelen
592,6
602,6
619,8
27,2
Prov. Antwerpen
570,4
576,3
593,1
22,6
Vlaams Gewest
436,2
441,7
452,4
16,2
Bron ADSEI
Situatie in de deelgemeenten
De bevolkingsdichtheid loopt sterk uiteen binnen de gemeente (zie tabel 2.29).
1997
2007
1997-2007
Heist-op-den-Berg
507,4
540,5
33,1
Booischot
504,2
515,2
11,0
Hallaar
436,4
429,5
-6,8
Schriek
416,7
412,2
-4,5
Itegem
324,3
324,6
0,2
Wiekevorst
293,8
307,2
13,4
426,6
439,8
13,2
Totaal Bron ADSEI
Heist-op-den-Berg is de dichtst bevolkte deelgemeente, gevolgd door Booischot. In 1997 waren beide deelgemeenten nog aan elkaar gewaagd, maar door de selectieve inwonersaangroei is men vooral in Heist-op-den-Berg meer geconcentreerd gaan wonen. De bevolkingsdichtheid nam er tussen 1997-2007 toe met 33 personen per km². In Hallaar en Schriek daalt de bevolkingsdichtheid. De bewoners van de noordelijke deelgemeenten Wiekevorst en Itegem hebben de meeste ruimte.
2.3.4
Geregistreerde leegstand
We hebben geen accuraat beeld van het aantal leegstaande wooneenheden in Heist-op-den-Berg. Dit vraagt een actieve screening van het patrimonium op geregelde basis.
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
De bevolkingsdichtheid in Heist-op-den-Berg en deelgemeenten in inwoners per km2; 1997, 2007
123
Tabel 2.29
In de periode 1997-2010 kwamen er 254 woningen in Heist-op-den-Berg op de Vlaamse leegstandsinventaris terecht; op een vijftal woningen na kregen deze allemaal opnieuw een (woon)bestemming. De laatste zes jaar kwam er nog amper geregistreerde leegstand bij. De in het grond- en pandendecreet opgenomen verplichting tot het opmaken van een leegstandsregister en de jaarlijkse actualisering ervan moet hierin verandering brengen.
124
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
2.3.5
Taakstelling en programmatie sociaal wonen
Het Grond- en Pandendecreet dat sedert 1 september 2009 in voege is, heeft als doel betaalbaar wonen te realiseren en stelt hiertoe een instrumentarium voor dat door de lokale besturen ingezet kan worden. Enerzijds biedt het decreet een aantal instrumenten om onbenutte gronden en panden voor bewoning te activeren, op de markt te brengen via stimulerende en via ontradende maatregelen, zoals het gemeentelijk leegstandsregister en de leegstandsheffing. Anderzijds moet het sociaal en het bescheiden woonaanbod uitgebreid worden door aan de gemeenten een sociaal objectief op te leggen te realiseren tegen 2020. De uitbreiding van het sociaal huurpatrimonium moet zowel via de (semi-)publieke sector als door de private ontwikkelaars gebeuren. Het decreet bevat opdrachten en verplichtingen, maar biedt ook opportuniteiten. Heist-op-den-Berg kreeg een sociaal objectief van 270 sociale huurwoningen. De provincie Antwerpen, die het provinciaal sociaal objectief voor de sociale koopwoningen en kavels moest verdelen over haar gemeenten, stelde voor Heistop-den-Berg 110 te realiseren sociale koopwoningen en zes kavels voor. Dit voorstel werd door de gemeente Heist-op-den-Berg aanvaard. De sociale huisvestingsmaatschappijen hebben een aantal projecten op stapel staan waarvan de oplevering voorzien is voor 2011-2012. Het gaat om: - vijf koopwoningen (Maatschappij voor de Huisvesting) en zeven koopwoningen (Zonnige Kempen); - tien sociale kavels (Maatschappij voor de Huisvesting); - 108 huurwoningen (Maatschappij voor de Huisvesting) en zeven huurwoningen (Zonnige Kempen): - waarvan 47 kleine wooneenheden geschikt voor bejaarden: - acht maken deel uit van een kangoeroewoning; - twaalf zijn geschikt voor minder mobiele personen; - voor zover het aantal slaapkamers bekend, worden deze huurwoningen allemaal éénslaapkamerwoningen; - over twintig bejaardenwoningen is nog onzekerheid. - waarvan 18 woningen met drie of meer slaapkamers.
125
hoofdstuk 2 | De aanbodzijde van de woningmarkt
Voor een aantal projecten waarvan de oplevering na 2012 komt, is de invulling nog onzeker. Het zou gaan om 28 koopwoningen en 140 sociale huurwoningen (waarschijnlijk 100 ééngezinswoningen, 28 appartementen en 12 ADL-woningen, ...17). Er komen nog vijftien sociale kavels bij in Hallaar (Maatschappij voor de Huisvesting) in 2013-2015. De Gewestelijke Maatschappij voor de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken heeft voor de nabije toekomst in Heist-op-den-Berg geen projecten gepland en ook niet administratief in voorbereiding. De invullling van het door het GPD gevraagde aantal sociale huurwoningen en kavels lijkt met de huidige planning geen problemen op te leveren. Van de sociale koopwoningen werd echter nog maar slecht 36% voorzien.
17 ADL-woning is een woongelegenheid die aangepast en uitgerust is met de bedoeling de activiteiten van het dagelijks leven en het zelfstandig wonen van personen met een handicap te ondersteunen. De ADLwoningen bevinden zich in de nabijheid van een ADL-centrum (het centraal dienstlokaal waar de hulpaanvraag aankomt en van waaruit de assistentie bij de activiteiten van het dagelijkse leven verstrekt en gecoördineerd wordt), worden vermengd met gewone sociale huurwoningen, en worden verhuurd volgens het sociaal huurbesluit.
3 | Match tussen vraag en aanbod
3.1
Groei van de huishoudens en aangroei van het woningenbestand
Nettoaangroei wooneenheden (jaar X) en nettoaangroei huishoudens (jaar x-1) (Heist-op-den-Berg, 2000-2008)
127
Figuur 3.1
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Door de jaarlijkse aangroei van wooneenheden (AAPD) te vergelijken met de aangroei van huishoudens het jaar ervoor zien we in welke mate bijgekomen woningen en huishoudens (dit zijn eigen adressen bewoond als hoofdverblijfplaats) samen evolueren.
Bron ADSEI, bevolkingstatistieken en kadastrale statistiek van de gebouwen
We stellen vast dat er in 2005, 2006 en 2007 meer woningen bijkwamen dan huishoudens. Dit kunnen vakantiewoningen of tweede verblijven zijn. Tussen 2000 en 2008 werden er een honderdtal woningen meer gezet dan dat er ingeschreven gezinnen zijn bijgekomen in het bevolkingsregister.
128
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
3.2
Verkoopsdynamiek en prijzen
De betaalbaarheid en de beschikbaarheid van woningen zijn sterk gerelateerd. Een vraagoverschot uit zich in stijgende prijzen, dalende prijzen wijzen op een aanbodoverschot. Dit geldt evenzeer voor de prijzen op de private huurmarkt als voor de verkoopprijzen van woningen en gronden. De sociale huursector ontsnapt aan deze marktmechanismen omdat de huurprijzen er in essentie door de overheid worden vastgesteld. Wanneer prijzen vergeleken worden van woningen met een verschillend kwaliteits- en comfortniveau, wat hier het geval is, dan worden de gemiddelde prijzen vertekend door extreme waarden. Dit is ook zo wanneer enkel de gewone woonhuizen en appartementen in ogenschouw worden genomen. Extreme waarden in het luxesegment vertekenen het prijsbeeld. De aankoop van een woning in de laagste prijscategorieën, wat meestal gepaard gaat met een hoge renovatiekost verhoogt de totaalprijs. Daarom maken we gebruik van derdequartielprijzen18 om de prijsevolutie op de koopmarkt weer te geven (Janssens & Dewael, 2005); wat een correcter beeld geeft van het werkelijke prijsniveau voor een modale woning. Voor appartementen, die van veel jongere datum zijn en niet vaak een grondige renovatie vergen, kunnen de mediaanverkoopprijzen, die niet gevoelig zijn voor extreme waarden, volstaan. Ook in de huurmarkt zijn de mediaanhuurprijzen meer aangewezen. Voor bouwgronden kunnen eenheidsprijzen berekend worden, namelijk prijzen per m². Een prijs per m² heeft als voordeel dat gecorrigeerd wordt voor de grootte van het perceel. Het is daarom een betere basis om evoluties in de prijs te schetsen. Omdat bouwers hogere bouwgrondprijzen compenseren door op kleinere percelen te bouwen, is de prijs per perceel indicatiever voor de betaalbaarheid van nieuwbouw. Indien een geregistreerde transactie van een perceel bouwgrond bijvoorbeeld aanliggend weiland bevat, zal dit leiden tot een relatief lage gemiddelde prijs. Het vermoeden in de vastgoedsector is dat de gemiddelde prijs een onderschatting is van de prijs waar de ‘gemiddelde koper’ mee geconfronteerd wordt. Derde quartielprijzen per vierkante meter lijken daarom aangewezen. De prijsindices brengen de evolutie van kwaliteit en comfort van de woningen niet in rekening, wat de prijsstijgingen over de tijd ten dele verklaart. Uitzuiveren van prijzen voor kwaliteitsstijgingen vraagt het gebruik van zogenaamde ‘hedo18 Deze prijs geeft aan dat drie kwart van de geobserveerde prijzen onder deze waarde vallen.
nische prijzen’, geschat via econometrische methoden; deze zijn er voor België vooralsnog niet. Als het jaarlijks aantal verhuurde of verkochte woningen te laag ligt om nog betrouwbare uitspraken toe te laten over het prijsniveau, bijvoorbeeld bij vergelijkingen op wijk- of buurtniveau of in dunbevolkte regio‘s, kunnen de prijzen van verkopen of verhuringen over een periode van meerdere jaren in acht genomen worden. Als het aantal verkopen te laag is, wordt het prijsniveau te sterk bepaald door de eigenschappen woningen die op dat ogenblik toevallig op de markt komen.
3.2.1
Dynamiek in de verkoop
Aantal vastgoedtransacties naar type (Heist-op-den-Berg, 1997-2009)
129
Figuur 3.2
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Het aantal vastgoedtransacties voor woongebouwen gaat in Heist-op-den-Berg de laatste tien jaar in stijgende lijn: van een 300-tal naar 350 à 400-tal per jaar. De globale verkoop kent de voorbije tien jaar een sterkere dynamiek dan in de provincie en het arrondissement. Ook al neemt het globaal aantal verkopen sterk toe, de toename verschilt in functie van de aard van het vastgoed. In de volgende figuur ziet u hoe de verkoop van appartementen, woonhuizen, villa’s en landhuizen en bouwgronden evolueert.
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
In Heist-op-den-Berg wisselen vooral gewone woonhuizen van eigenaar, op de voet gevolgd door de bouwgronden. Vooral in de jaren 2002-2004 ging de sterke toename in de huizenverkoop samen met een zwakke verkoop van bouwgronden.
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod 130
De verkoop van bouwgronden volgt in Heist-op-den-Berg in globo een dalende trend, gaande van een 175-tal verkopen per jaar eind jaren negentig naar een 110-125-tal de voorbije jaren. Sinds 2002 zit bouwgrondverkoop in Heist-op-denBerg in de lift. Is de verkoop van bouwgronden in de provincie en het arrondissement bijna gehalveerd, dan blijft de daling in Heist-op-den-Berg beperkt tot op 30% à 15% ten aanzien van het aantal verkopen in 1997. De verkoop van villa’s en landhuizen neemt in Heist-op-den-Berg jaar na jaar gestaag toe. De opvallende toename van de verkoop van grotere woningtypes in Heist-op-den-Berg doet zich niet in de dezelfde mate voor in de provincie en het arrondissement (zie figuur in bijlage 9). De jaarlijkse verkoop van villa’s, landhuizen en dergelijke verdrievoudigde in tien jaar tijd; de stijging in arrondissement en provincie ligt in de grootteorde van +50%, +60%. Deze woningen appelleren aan een andere publiek, dat 100 tot 125 000 euro meer neertelt dan voor een modaal woonhuis. Maar, het zijn vooral de appartementen die meer dan vroeger in de verkoopcijfers verschijnen. Tussen 1997 en 2008 is de verkoop van appartementen in Heistop-den-Berg verviervoudigd gaande van een 30-tal tot 115 en 117 verkopen per jaar in 2007 en 2008. In het arrondissement en de provincie blijft de toename in de verkoop beperkt tot met 40% tot 50% (zie figuur in bijlage 9). Hierna volgt in Heist-op-den-Berg een sterke daling in de verkoop van appartementen in 2009, we wezen reeds op de daling in het aantal bouwvergunningen voor appartementen.
3.2.2 3.2.2.1
Verkoopprijzen Gewone woonhuizen
In 2008-2009 betaalt men voor een modale woning in Heist-op-den-Berg 220 000 euro (derde quartielverkoopprijs, cf. supra).
Figuur 3.3
Evolutie van derde quartielprijzen van gewone woonhuizen (Heist-op-denBerg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2009)
131
De woningprijzen houden in Heist-op-den-Berg gelijk tred met de provincie tot in 2003, daarna komen ze iets onder de prijzen in de provincie en later ook onder de prijzen in het arrondissement terecht, waar men respectievelijk 5 000 tot 15 000 euro meer neerlegt voor een gezinswoning. In vergelijking met de gemeenten in de buurt zijn de gewone woonhuizen in Heist-op-den-Berg modaal geprijsd (zie volgende figuur). De derde quartielprijzen van gewone woonhuizen in de buurgemeenten gaan in 2009 van 200 000 (Westerlo) tot 241 250 euro (Nijlen).
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
* ADSEI signaleert een trendbreuk tussen het jaar 2004 en 2005 door een ‘ingrijpende verandering in het verwerkingsproces’. De abrupte stijging van de prijzen tussen 2004-2005 is vermoedelijk een statistisch artefact. Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
Figuur 3.4
Derde quartielverkoopprijs van de gewone woonhuizen (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 2009)
132
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
3.2.2.2
Villa’s en landhuizen
In 2007-2009 telde de koper zo’n 315 à 330 000 euro voor een villa of landhuis in Heist-op-den-Berg (derde quartiel), heel wat minder dan in de provincie en het arrondissement. Het prijsverschil doet zich voor over de hele periode van 1997 tot en met 2009.
Figuur 3.5
Evolutie van derde quartiel verkoopprijs van villa’s, landhuizen en bungalows (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2009)
133
Vergeleken met de buurgemeenten is de prijs voor deze grotere woningen in Heist-op-den-Berg gemiddeld (figuur 3.6). In Westerlo had je in 2009 een villa voor 271 250 euro; in Keerbergen telt men er bijna 250 000 euro meer voor neer. In de meeste randgemeenten zijn de prijzen vergelijkbaar.
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
Figuur 3.6
Derde quartiel verkoopprijs van villa’s en landhuizen (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 2009)
134
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
3.2.2.3
Appartementen
Anders is het gesteld met de appartementen. Sinds 2005 lijkt een appartement in Heist-op-den-Berg duurder dan globaal in het arrondissement. Zowel in Heist-opden-Berg als in het arrondissement Mechelen stegen de prijzen voor appartementen tussen 1997 en 2009 sterker dan in de provincie.
Figuur 3.7
Mediaan verkoopprijs van appartementen (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2009)
135
Ook ten aanzien van de omliggende gemeenten is een appartement in Heist-opden-Berg aan de dure kant. Daar waar Heist-op-den-Berg gemiddelde prijzen voorlegt voor huizen, villa’s en bouwgronden in de regio, is dat niet zo voor appartementen. Enkel in Keerbergen en Tremelo betaalde men in 2009 meer voor een appartement; in Putte ongeveer evenveel. We merken op dat het aanbod aan appartementen in Heist-op-den-Berg groter is dan in de buurgemeenten.
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
136
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Figuur 3.8
Mediaan verkoopprijs van appartementen (Heist-op-den-Berg en buurgemeenten, 2009)
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
3.2.2.4
Bouwgronden
In gans Vlaanderen is de verkoop van bouwgronden dalend sinds eind jaren ’80, begin jaren ’90. In Heist-op-den-Berg is dat niet anders. In de provincie en het arrondissement blijft het aantal jaarlijks verhandelde bouwgronden afnemen. In de gemeente Heist-op-den-Berg worden er sinds 2005 opnieuw meer bouwgronden verkocht. De laatste drie jaar gaat de toenemende verkoop van bouwgronden in tegen de provinciale en arrondissementele tendens. Dit kunt u aflezen in de volgende grafiek.
Figuur 3.9
Aantal transacties van bouwgronden, 1997=100% (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen, 1997-2009)
137
De bouwgronden zijn met 190 tot 220 euro per m² eerder bescheiden geprijsd; sinds 2004 wordt het prijsverschil tussen een bouwgrond in Heist-op-den-Berg en de rest van de provincie en het arrondissement groter. Dan kosten de bouwgronden er 40 tot 80 euro per m² minder.
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
Figuur 3.10
Evolutie van de derde quartiel verkoopprijs voor bouwgrond per m² (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen, 1997-2009)
138
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
De bouwgronden zijn met 222 euro per m² modaal geprijsd; sinds 2004 is het prijsverschil tussen een bouwgrond in Heist-op-den-Berg en de rest van de provincie en het arrondissement groter geworden. De laatste jaren kost de bouwgrond er 40 tot 70 euro per m² minder. Tussen de gemeenten in de buurt situeert Heist-op-den-Berg zich in de middenmoot. In 2009 ligt de goedkoopste grond in Begijnendijk; de duurste in Herenthout en Nijlen. Dat ziet u in de volgende figuur. Merken we op dat deze prijzen sterk variëren van jaar tot jaar.
Figuur 3.11
Evolutie derde quartiel verkoopprijs voor bouwgrond per m² (Heist-op-denBerg en buurgemeenten, 2009)
Bron ADSEI, verkoop van onroerende goederen
hoofdstuk 3 | Match tussen vraag en aanbod
Huurprijzen
De huurprijzen werden bevraagd in de Volks- en Woningtelling van 1991 en de SEE 2001. Deze gegevens zijn sterk gedateerd. Sindsdien ontbreekt informatie over de huurprijsevolutie in de gemeenten. Informatie vanuit survey-onderzoek is gebaseerd op zeer kleine aantallen en geeft enkel informatie op regionaal en niet op gemeentelijk niveau. Momenteel bereidt ADSEI een census voor ter vervanging van de SEE 2001. Hierbij wordt gezocht naar administratieve data die de gegevens uit de enquête kunnen vervangen. Het is niet duidelijk of dit mogelijk zal zijn voor de huurprijzen. De verwachting is een sterke prijsstijging de voorbije tien jaar, door de verhoogde druk op de huurmarkt naar aanleiding van de sterk gestegen woningprijzen.
139
3.2.3
4.1
4.1.1
De gemeente
Kwaliteitshandhaving en -verbetering, en grond- en pandenbeleid
Actor: afdeling Bouw en Milieu
- Premies voor woningverbetering: aanvullende premie bovenop de Vlaamse VAP en de Vlaamse renovatiepremie. - Premies voor duurzaam en energiezuinig wonen: subsidies hernieuwbare energie, meer bepaald premies voor een zonneboiler en warmtepomp (en zonnepanelen tot 2010). - Groepsaankoop zonne-energie (zonneboiler of fotovaltaïsche zonnepanelen) in samenwerking met IOK in de loop van 2009 samen met de gemeenten Hulshout en Herentals. - Woninginspectie (ongeschikt-onbewoonbaar verklaringen en uitwendige verwaarlozing) op basis van klachten en conformiteitsattest op aanvraag. - Leegstandsreglement dat in voege is sinds 15 juni 2010 en de opname regelt van leegstaande woningen en gebouwen in een leegstandsregister conform de richt-
141
In dit deel van de woonomgevingsanalyse kijken we naar de spelers en actoren in het woonbeleid en de instrumenten die zij inzetten om het woonbeleid vandaag invulling te geven. Deze inventaris is van belang voor de opmaak van het lokaal woonbeleidsplan, omdat het aangeeft wie een rol speelt en verder kan opnemen in de toekomst bij het realiseren van de doelstellingen van het woonbeleid en bij de uitvoering van de hiertoe geplande acties.
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
-
-
142
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
-
lijnen van het Grond- en pandendecreet en een heffing invoert voor woningen en gebouwen. In Heist-op-den-Berg werden geen ‘bijzondere gebieden’ vastgesteld waar een voorkooprecht van toepassing is. Dergelijke gebieden kunnen worden vastgelegd in het kader van de herwaardering van een gebied of met het oog op een stad of dorpsvernieuwingsproject. De gemeente neemt bij de opmaak van BPA’s en RUP’s voorschriften op die de oprichting van sociale woningen mogelijk maken. De huisvestingsmaatschappijen worden regelmatig geïnformeerd over de woningen op de leegstandslijst, wat in het verleden al aanleiding gaf tot verschillende renovaties, meestal in de dorpskernen. Een stedenbouwkundige verordening bescheiden wonen (cf. Grond- en pandendecreet) is er niet. In Heist-op-den-Berg is er geen gemeentelijk reglement sociaal wonen. Een gemeentelijk reglement sociaal wonen specificeert de op te leggen sociale last binnen de voorwaarden bepaald in het grond- en pandendecreet (omvang en aard van de last, ruimtelijk gedifferentieerd).
Actoren: afdeling Bouw en Milieu, sociale huisvestingsmaatschappijen
- Een lokaal toewijzingsreglement sociale huisvesting, zoals voorzien in het kaderbesluit sociale huur, waarbij besloten kan worden om voorrang te geven aan doelgroepen (ouderen, inwoners, ...) en afwijkingen in functie van de leefbaarheid van de buurt, is er vooralsnog niet. De vroegere reglementen van de betrokken huisvestingsmaatschappijen zijn nog in voege.
4.1.2
Info aan de burger
Actoren: afdeling Bouw en Milieu en het OCMW
- Informatie over sociale huur, de sociale huisvestingsmaatschappijen, premies, over bouwen en verbouwen, duurzaam bouwen (Front Office Bouw en Milieu). - Organisatie van acties voor energiebesparing, zoals klimaatwijken, energiescans. - Uitgave van de ‘huisvestingsgids’ met informatie voor koper, huurder, bouwer en verbouwer (2003, heruitgave juni 2011), die ook online beschikbaar is vanuit de gemeentelijke website, activiteiten van de huisvestingsdienst (afdeling Bouw en Milieu en OCMW). - Brochure premies voor bouwen en verbouwen in Heist-op-den-Berg met alle premies die men in Heist-op-den-Berg kan krijgen van elke instantie met de verwijzing naar de website van de premiezoeker. Staat online, link van uit de activiteiten van de huisvestingsdienst. - Gemeentelijke brochure ‘opvangmogelijkheden voor bejaarden’.
- Gemeentelijke website.
4.1.3
Personeelsinzet voor wonen
In de afdeling Bouw en milieu hebben verschillende personeelsleden een deeltaak met betrekking tot wonen, onder andere informatieverstrekking, onbewoonbaarverklaring, opvolging lokaal woonoverleg. De gemeente wenst over te gaan tot een aantal (al dan niet deeltijdse) aanwervingen, meer bepaald van een huisvestingsambtenaar en een ambtenaar bevoegd voor vaststelling leegstand en onbewoonbaarverklaringen.
Financiële bijstand wonen
Het OCMW verleent bijkomende financiële steun aan mensen van wie de inkomsten onvoldoende zijn om de huur te betalen op de private huurmarkt, en bij de huurders van het sociaal verhuurkantoor (meer info in deel I). Het OCMW (pre-)financiert in een aantal gevallen de kosten bij een verhuis, zoals de huurwaarborg, de eerste maand huur, verhuis- en installatiekosten. In uitzonderlijke gevallen kan het OCMW een eventuele huurachterstal op zich nemen. Met de sociale huisvestingsmaatschappijen en het sociaal verhuurkantoor (SVK) werden afspraken gemaakt over het betalen van de huurwaarborg voor OCMWcliënten en de aanpak van huurachterstal bij sociale huurders.
4.2.2
Verhuuractiviteiten
Het OCMW verhuurt woningen: - via het private huurstelsel aan kansarme huishoudens; - transitwoningen voor crisisopvang; - het lokaal opvanginitiatief; - rusthuisbedden, serviceflats, bejaardenwoningen en aanleunwoningen.
4.2.3
Woonbegeleiding
Het OCMW heeft een woonbegeleider/huurbegeleider voor 80% in dienst. Met deze woonbegeleiding biedt het OCMW aan kansarmen de mogelijkheid tot wonen en integratie in een buurt en streeft men naar een geleidelijke afbouw van afhankelijkheid ten opzichte van de hulpverlening. In deze context wordt woonbegeleiding dus zeer breed gedefinieerd met name als een instrument om het recht
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
4.2.1
Het OCMW
143
4.2
op wonen te realiseren van mensen in een situatie van achterstelling. De methodiek heeft tot doel mensen te versterken om zodoende hun woonsituatie veilig te stellen en hen terug greep te laten krijgen op hun eigen leven. Deze woonbegeleiding blijft momenteel beperkt tot cliënten die in een woning of een transitwoning van het OCMW wonen. Bij uitzondering en na overleg met alle collega’s kan hiervan afgeweken worden. In het Algemeen Welzijnswerk wordt een caseload van tien à twaalf begeleidingen als realistisch ervaren voor een voltijds woonbegeleider (cf. Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, juni 2005). Het OCMW maakt ook afspraken met de opvangcentra voor Asielzoekers (FEDASIL).
144
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
4.2.4
Info aan de burger
Het OCMW is er voor alle burgers van Heist-op-den-Berg. In principe is het de algemene taak van het OCMW de burger te informeren of gericht door te verwijzen. Wat betreft informatie over wonen kan de burger op het OCMW terecht voor vragen over huurwetwetgeving (zowel privaat als sociaal) en vragen over woonkwaliteit. Wanneer dit nodig is kan het OCMW doorverwijzen naar de huurdersbond, waarop men gratis beroep kan doen via een systeem van lidkaarten.
4.2.5
Info en begeleiding rond energie
Het OCMW heeft een energiemaatschappelijk werker. Deze is het aanspreekpunt voor alle vragen rond energie en staat in voor het informeren, voorbereiden en opvolgen van de dossiers voor de Lokale adviescommissie (LAC), het opvolgen van de energiescans, projecten rond energie en uitgebreide infoverstrekking over energie. Daarnaast kan iedereen met betalingsproblemen rond energiefacturen terecht op het OCMW voor individuele begeleiding. Zo verzorgt het OCMW ook de afhandeling van de dossiers van het sociaal verwarmingsfonds.
4.2.6
Personeelsinzet voor wonen
Voor taken die met wonen te maken hebben zijn bij het OCMW van Heist-opden-Berg vijf personen actief. Het gaat om: - drie personen, goed voor 2,8 voltijdsequivalenten (FTE), die ongeveer de helft van hun tijd besteden aan wonen voor asielzoekers; - één voltijdse kracht voor de huisvesting van ouderen (rusthuis, bejaardenwoningen etc.); - één persoon neemt voor 0,8 FTE de taak van woonbegeleider op voor de overige inwoners die niet tot de vorige doelgroepen horen;
- vanaf 1 oktober 2011 wordt er 1 FTE energiemaatschappelijk werker aangenomen die alle info en begeleiding rond energie op zich neemt (tot op heden was dit maar 0,7 FTE, waarbij 0,3 FTE (vooral sociaal verwarmingsfonds) verdeeld zat over andere collega’s); - 0,5 FTE opvolging dossiers Lokale adviescommissie (LAC).
4.3
Kringwinkel Zuiderkempen vzw
De Kringwinkel Zuiderkempen is een sociaal-economieproject.
De Kringwinkel Zuiderkempen geeft vorm aan het Vlaamse project Energiesnoeiers in achttien Kempense gemeenten, waaronder Heist-op-den-Berg. Het project richt zich in eerste instantie op sociaal zwakkeren. Energiescanners brengen gratis het energieverbruik van een woning in kaart (beglazing, isolatie van dak en muren, verwarmingsinstallatie, verlichting en gebruik van een douchespaarkop). Op basis daarvan wordt een spaarpakket aangeboden ter waarde van twintig euro met zaken zoals buisisolatie, spaarlampen, een spaardouchekop en/of radiatorfolie, wat wordt aangebracht door energiesnoeiers (voormalig langdurig werklozen). Daarnaast worden maatregelen voorgesteld om het energieverbruik te minderen. Dit initiatief heeft ook een impact op de veiligheid en de woningkwaliteit vermits tegelijkertijd ook de veiligheid van de elektrische installatie en risico op CO-vergiftiging worden nagekeken. Sinds kort worden er ook opvolgscans uitgevoerd. Het project wordt gefinancierd door de distributienetbeheerders, die naar aanleiding van de Kyotonorm en de stijgende energieprijzen door de overheid verplicht werden om hun klanten in te lichten over hoe zij thuis verstandig met energie kunnen opspringen.
4.3.2
De Klus- en Verhuisdienst voor mensen met een laag inkomen
De Klus- en Verhuisdienst is een samenwerkingsverband tussen De Kringwinkel Zuiderkempen en verschillende OCMW’s in de regio. Klus- en verhuisdiensten worden uitgevoerd bij gezinnen en alleenstaanden die worden geselecteerd door het OCMW. Het gaat om verhuizingen, kleine klussen aan huis (stopcontact vastzetten, schilderen, bad- en WC-steunen aanbrengen, ...), klein tuinonderhoud (gras afrijden, ...), boodschappen doen.
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
Project ‘energiesnoeiers’
145
4.3.1
4.4
Het Sociaal Verhuurkantoor ‘Onderdak’
In 2000 werd het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) ‘Onderdak’ opgericht door de OCMW’s van Berlaar, Heist-op-den-Berg en Putte. Het SVK huurt woningen op de private huurwoningmarkt om ze, na eventuele renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden, tegen een redelijke huurprijs door te verhuren aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden. Hun activiteiten werden besproken in deel I, de omgevingsanalyse van het aanbod in de sociale huursector.
146
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
4.5
De sociale huisvestingsmaatschappijen
In Heist-op-den-Berg zijn drie erkende sociale huisvestingsmaatschappijen werkzaam: 1. De Maatschappij voor de Huisvesting van het kanton Heist-op-den-Berg: bouwen en verhuren van woningen, productie van sociale koopwoningen en verkoop van sociale kavels. 2. De Zonnige Kempen: bouwen en verhuren van woningen; occasioneel productie van sociale koopwoningen en sociale kavels. 3. De Gewestelijke Maatschappij voor de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken: productie van sociale koopwoningen en het uitreiken van sociale leningen. Hun activiteiten staan omschreven in de omgevingsanalyse van het aanbod in de sociale huur en koopsector (zie deel I), ook de geplande projecten werden hier omschreven.
4.6
4.6.1
Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen
Het ‘Kempens Woonplatform’
In mei 2009 kreeg het ‘Kempens Woonplatform’ groen licht om met Vlaamse subsidies het lokaal woonbeleid te ondersteunen in 25 deelnemende gemeenten waaronder Heist-op-den-Berg. Het is één van de ‘intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid’ waarvan opdracht en subsidiekader omschreven is in het Besluit van de Vlaamse regering houdende de subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid van 21 september 2007. Hiertoe richtte het Kempens woonplatform een ‘kenniscel wonen’ op dat bevolkt is door medewerkers die zich inhoudelijk specialiseren en vaste contactpersoon zijn voor een aantal gemeenten.
+ één bijkomende activiteit per gemeente in functie van een specifieke lokale problematiek of opportuniteit. Acties rond duurzaam en levenslang wonen in samenwerking met de intercommunale milieudienst en Kamp C.
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
Daarnaast kan elke gemeente in het project kiezen voor een aanbod aan specifieke deelmarkten en/of voor een doelgroepgericht aanbod (bijvoorbeeld specifieke acties naar jongeren, ouderen, sociale huurders, kansarmen, ...). Voor Heist-opden-Berg werd door de gemeente geopperd een initiatief uit te werken rond wonen en zorg. - Initiatieven nemen die het duurzaam, ecologisch en energiezuinig wonen ondersteunen. - Initiatieven nemen die levenslang en aanpasbaar wonen ondersteunen.
147
Het ondersteunen van het lokaal woonbeleid wordt voorzien door de volgende taken (cf. projectomschrijving): - De beleidsontwikkelingen opvolgen en deze communiceren aan de bevoegde gemeentelijke ambtenaren (huisvestingsambtenaar) onder meer via een nieuwe website. - Het rechtstreeks informeren van het brede publiek als centraal infopunt waarin de info gebundeld wordt aangeboden en up-to-date wordt gehouden en doorgegeven voor de communicatie door de gemeente/het OCMW/SHM/SVK/ ... aan de inwoners; - via een website, e-loket, folders, infolijn, centraal infopunt; - uitbouwen van een klantgerichte dienstverlening aan de burger in elke gemeente; - vorming en opleiding. - Forum voor (huisvestings-)ambtenaren voor ontmoeting en ervaringsuitwisseling. - Uitwerken van sjablonen voor procedures. - Het (opstarten van en) ondersteunen van het lokaal woonoverleg. - Hulp bij het ontwikkelen van een woonbeleidsvisie. - Begeleiding bij afstemming sociale woonprojecten. - Harmoniseren programmatie/planning van projecten. - Ondersteuning en afspraken rond begeleiding sociale huurders. - De kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving verbeteren in overleg.
148
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
Volgende activiteiten vonden reeds plaats: Energie infotoer 2009-2010: info over energiezuinig bouwen en verbouwen en rationeel energiegebruik en hernieuwbare energie. Infotoer ging door in 2009 en wordt in 2010 herhaald. Ze omvat een 26-tal infoavonden - één in elk van de 26 deelnemende gemeenten die in samenwerking met IOK georganiseerd worden met als onderwerpen: - fiscale aftrek en premies voor energiebesparende maatregelen; - elektriciteit uit fotovoltaïsche zonnecellen; - het na-isoleren van een bestaande woning; - warmtepompen; - rationeel watergebruik; - laagenergie/passief bouwen en renoveren. Een website met informatie over wonen: http://www.kempenswoonplatform.be/
4.6.2
Fonds ter reductie van de globale energiekost, aanbod via IOK19
Het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) werd op 10 maart 2006 opgericht met als doel de globale energiekost in particuliere woningen te verminderen met de sociaal zwaksten als prioritaire doelgroep.20 Het Fonds verstrekt hiertoe goedkope leningen tot 10 000 euro via lokale entiteiten. Deze krijgen financiële steun van het Fonds, dat op haar beurt een jaarlijkse dotatie ontvangt van de federale overheid. Het Fonds en de lokale entiteit sluiten een samenwerkingsovereenkomst af (cf. beheerscontract dat de federale overheid afsloot met het Fonds.21) De gemeenten duiden in overleg met het OCMW zelf een lokale entiteit aan. Dit kan een autonoom gemeentebedrijf zijn, een sociaal verhuurkantoor, een netwerkbeheerder, ... De gemeente moet aan het FRGE bewijzen dat de lokale entiteit in staat is om haar taak te vervullen. De lokale entiteit bestrijkt een grondgebied met ongeveer 25 000 inwoners. IOK heeft een lokale entiteit opgericht. De gemeente en het OCMW hebben beslist om er mee in te stappen. In het voorjaar van 2011 zijn de activiteiten gestart onder de naam ‘energiek’. De lokale entiteit dient op te treden als lokale ‘Energy Service Company’ als de lening aan een behoeftige wordt verstrekt en voorziet in dat geval in een volledige trajectbegeleiding. Het OCMW wordt betrokken, de financiële draagkracht van gezin wordt afgetoetst aan kosten/baten van de investering, een aannemer wordt 19 http://www.frge.be/voorstelling.html (17 juni 2010). 20 KB van 2 juni 2006 houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost (BS van 6 juli 2006). 21 KB van 1 juli 2006 tot vaststelling van het beheerscontract van het Fonds ter reductie van de globale energiekost.
gecont(r)acteerd, de werken worden geprefinancierd. De terugbetaling gebeurt op basis van wat wordt uitgespaard op de energiefactuur (gespreid over vijf jaar). Is het gezin geen eigenaar van de woning, dan wordt deze maximaal geresponsabiliseerd. Bij ‘gewone’ particulieren is de lening gelijkaardig aan een gewoon consumentenkrediet. De energiebesparende ingrepen die voor de lening in aanmerking komen zijn: het plaatsen van dak-, muur- en/of vloerisolatie, hoogrendementsglas, een geothermische warmtepomp, thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdsinschakeling, een zonneboiler, fotovoltaïsche zonnecellen en het vervangen van een oude stookketel door een condensatieketel.
4.8
Het EANDIS-klantenkantoor
Dit kantoor in het centrum van de gemeente verstrekt onder meer informatie over REG (rationeel energie gebruik)-maatregelen en de verschillende REG-premies, die de distributienetbeheerder verleent.
4.9
4.9.1
Overlegorganen voor wonen
Het lokaal woonoverleg
Het lokaal woonoverleg werd in vorige legislatuur opgestart, maar kwam toen slechts enkel malen samen. Vanaf het begin van deze legislatuur werd de frequentie opgedreven tot minstens twee samenkomsten per jaar. Sinds de opmaak van het lokaal woonbeleidsplan werd de vergaderfrequentie vier à vijf keer per jaar. Thema’s die op de agenda staan, waren onder andere de bespreking en advisering
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
Het Agentschap Wonen-Vlaanderen
Wonen Vlaanderen heeft een belangrijke rol in de begeleiding en ondersteuning van de gemeenten bij het uitbouwen van het lokale woonbeleid. Op de portaalsite www.vlaanderen.be staat onder meer dat Wonen Vlaanderen vanuit zijn terreinervaring, voorstellen ter verbetering van het woonbeleid formuleert en de gemeenten bij de uitwerking en de uitvoering van het lokale woonbeleid en het lokale woonoverleg begeleidt. Wonen Vlaanderen is uitvoerder van het Vlaamse woningkwaliteitsbeleid, zowel van de sanctionerende poot (de kwaliteitshandhaving) als van de stimulerende poot (via de premies, tegemoetkomingen en subsidies). Tot slot zorgt het Agentschap Wonen Vlaanderen voor het kennisbeheer, de informatieverstrekking en sensibilisering met betrekking tot de vermelde taken.
149
4.7
150
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
van de sociale woonprojecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen, de energiesnoeiers, de opmaak van het woonbeleidsplan, het grond- en pandendecreet, het sociaal objectief, het leegstandsreglement, het overleg tussen OCMW en Sociale Huisvestingsactoren. Samenstelling van de het lokaal woonoverleg: - schepen van wonen (voorzitter); - afdelingshoofd dienst bouw en milieu Heist-op-den-Berg; - commissaris van de lokale politie; - het SVK Onderdak; - het OCMW, de voorzitter en de huisvestingsconsulent; - de sociale huisvestingsmaatschappijen de Zonnige Kempen, de Maatschappij voor de Huisvesting van het kanton Heist-op-den-Berg en de Kleine landeigendommen Mechelen; - wonen-Vlaanderen, buitendienst Antwerpen; - intercommunale ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen; - het Kempens Woonplatform.
4.9.2 4.9.2.1
Andere overlegorganen met relevantie voor wonen Welzijnsraad
De welzijnsraad is een ontmoetings- en overlegorgaan voor alle welzijnsorganisaties en welzijnswerkers die actief zijn op het grondgebied van Heist-op-den-Berg. Het betreft een brede waaier van meer dan veertig organisaties die telkens worden uitgenodigd (OCMW, rusthuizen, jeugddienst, JAC, CAW, justitiehuis, open school, familiehulp, mutualiteiten, Arktos, ...). Nieuwe organisaties in de regio worden gecontacteerd en uitgenodigd; een welzijnsraad is dan de gelegenheid om hun werking voor te stellen. Het werkjaar van een welzijnsraad loopt van september tot juni, een periode waarin de welzijnsraad vijf keer samenkomt. Een klein bestuur peilt naar vragen, noden, behoeften, interesses en leggen sprekers, lezingen, en vorming vast, ... voor de vijf bijeenkomsten. 4.9.2.2
Overleg woonzorgcentra
Het overleg van de woonzorgcentra komt twee maal per jaar bijeen en is als volgt samengesteld: - voorzitter OCMW/schepen van welzijn; - schepen van seniorenbeleid; - directie woonzorghuis Ten Kerselaere; - directie woonzorgcentrum Berkenhof; - directie woonzorgcentrum Heilige Familie;
- directie woonzorgcentrum St. Jozef. 4.9.2.3
Overleg woonwagenbewoners
Het overleg woonwagenbewoners is een commissie die instaat voor het beheer van het woonwagenpark. Dit behelst onder meer de toewijzingen en het naleven van het huishoudelijk reglement. Aan het overleg nemen deel: de Noord-Zuid consulente, de brandweer, de politie, Prisma (opbouwwerk), de aalmoezenier, de technische dienst van de gemeente en de schepen van sociale zaken/voorzitter OCMW.
151
Vestah is een afdeling van de vzw Huize Eigen Haard die instaat voor de begeleiding van personen met een handicap die zelfstandig wonen. Andere afdelingen van de vzw zijn een dagcentrum in Aarschot en een residentiële voorziening in Aarschot. Vestah begeleidt al elf jaar vanuit de burelen in Aarschot personen met een handicap in Heist-op-den-Berg, dit op vraag van het VAPH omdat toen geen enkele dienst ambulante begeleiding aanbood in de gemeente. Sinds september 2010 is er een steunpunt van de dienst in Heist-op-den-Berg. Twee dagdelen per week is daar een medewerker aanwezig. Bij aanvang van 2010 begeleidt de dienst 79 personen met een handicap (vooral licht-mentaal) in individuele woningen, waarvan negentien in Heist-op-den-Berg, en twintig personen in kleinschalige studio-projecten, dit laatste enkel in Aarschot. Vooral voor die laatste vorm van wonen is er een wachtlijst ontstaan in Heist-opden-Berg. De dienst begeleidt de bovengroep van personen met een handicap, die zelfstandig genoeg zijn om een groot deel van de dag zonder begeleiding door te brengen. Er zijn echter nog grote onderlinge verschillen. Een belangrijk deel van de cliënten woont in volledig individuele woningen. Ze krijgen hun begeleider slechts tweemaal per week (of minder) over de vloer. Sommigen bezitten een eigen woning. De meesten huren en velen zijn daarbij afhankelijk van sociale verhuur om betaalbaar een kwalitatieve huisvesting te vinden. Een andere groep heeft, naast die bezoeken van de eigen begeleider, nood aan een dagelijkse ondersteuning op piekmomenten in de dag (moment van warme maaltijden). Voor hen is een specifiek woonconcept nodig van kleinschalige studio-projecten met een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte. VESTAH probeert het aanbod aan betaalbare woningen voor hun cliënteel op de privé-markt en op de sociale woonmarkt te vergroten door samenwerking met private en sociale partners of door financiële middelen samen brengen via coöperatieve vennootschap.
hoofdstuk 4 | De spelers en actoren in het woonbeleid en hun instrumenten
4.10 VESTAH
- DEEL 2 SWOT-ANALYSE -
Een SWOT22-analyse brengt de sterkten en zwakten in beeld van de huidige situatie op het vlak van wonen, de bedreigingen waarmee het beleid rekening dient te houden alsook de kansen die de huidige situatie biedt voor het woonbeleid. De SWOT-analyse gebeurt op basis van de woonomgevingsanalyse, rekening houdend met de aanwezigheid van woonactoren en hun aanbod in de gemeente. Hierbij is het niet de bedoeling om alle elementen uit de omgevingsanalyse opnieuw weer te geven; maar enkel diegene die belangrijk zijn voor het woonbeleid en een vertaling kunnen krijgen in het actieplan. De SWOT-analyse is als volgt opgebouwd: - De sterkten en zwakten hebben betrekking op de interne situatie, met name die elementen waar de gemeente of het OCMW als organisatie vat op heeft. - De kansen en bedreigingen staan onder externe invloed (andere lokale woonactoren, algemene evoluties, ...). De gemeente en het OCMW hebben hier geen rechtstreekse impact op. Het in beeld brengen van de kansen en bedreigingen is belangrijk omdat het toekomstig lokaal woonbeleid hier wel op kan inspelen.
155
Deel 2 De SWOT-analyse
De resultaten van deze SWOT-analyse zijn oriënterend voor het woonbeleid de komende jaren. Dit alles kan nu vertaald worden in een concreet actieplan. Zo zullen de sterke punten uit het woonbeleid moeten worden voortgezet en misschien verder verankerd en uitgebouwd. Waar het woonbeleid vandaag tekort schiet en de evolutie in de gemeente de verkeerde richting uitgaat, moet in het actieplan naar oplossingen gezocht worden, naar een aanbod dat hieraan tegemoet komt. Hierbij worden de na te streven doelstellingen duidelijk gespecificeerd, zodat het effect van de diverse acties gemeten en aldus ook opgevolgd kan worden.
22 Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats of sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen.
Zwakten
Beleid
- Het woonplan, als gemeentelijk beleidsinstrument dat de keuzes en krachtlijnen van het plaatselijke woonbeleid uitzet. - Het lokaal woonoverleg, als instrument om het lokaal woonbeleid vorm te geven. - Bij het lokaal woonbeleid zijn tal van actoren betrokken: onderling overleg is dan noodzakelijk. Het lokaal woonoverleg kan een belangrijke adviserende rol spelen bij de totstandkoming van een woonplan. - De gemeente ziet erop toe dat sociale woonorganisaties onderling overleg plegen. - Tijdens het lokaal woonoverleg worden nieuwe mogelijkheden naar bijkomende sociale huisvesting afgetast. Zo wordt afstemming van de sociale woonprojecten op maat van de gemeente mogelijk. - De aanmelding van sociale woonprojecten wordt besproken (verplicht). - Het GRS en het LSB reiken een aantal maatregelen aan om tot een gewenst woonbeleid in de gemeente te komen. - DGPB: sociale mix verwezenlijken via sociale last. - De gemeente heeft reeds een leegstandsreglement gestemd en koppelt daar ook een heffing aan. - Goede werking van de dienst B&M. - Heist-op-den-Berg participeert aan het Kempens Woonplatform. - Goede verstandhouding met de sociale huisvestingsmaatschappijen en het sociaal verhuurkantoor. - Adviesraden (zoals de Gecoro) kunnen geconsulteerd worden bij de opmaak van het woonplan). - De buurtprojectwerker van de gemeente werkt aan een leefbaarheidsplan.
- Momenteel wordt er geen activeringsheffing ingevoerd. - Afwezigheid gemeentelijk reglement sociaal wonen (momenteel wordt bij sociale last minimum opgelegd). - Overzicht gronden in eigendom van de gemeente? - Gebrek aan woonbegeleiding – buurtwerking. - DGPB: sociale mix verwezenlijken via sociale last, maar bescheiden last blijft in handen van privé-verkavelaars. - Samenwerking tussen gemeente en OCMW kan nog verbeterd worden. Ook nauwere samenwerking met andere partners noodzakelijk (bv. zorginstellingen). - Sociaal beheersrecht wordt momenteel nog niet uitgeoefend. - Uitbouw van woonwinkel is nog niet in orde.
Informatie
- De gemeentelijke publicaties en website - De huisvestingsgids is aan herziening toe verzamelen relevante info over wonen. (eind 2011). - De webtoepassing, die vanuit het Kempens Woonplatform in ontwikkeling is, zal een instrument zijn voor de gemeenten met de nodige informatie met betrekking tot wonen.
156
Deel 2 De SWOT-analyse
Sterkten
Woonvormen
- Het OCMW beschikt over een gevarieerd woonaanbod: RVT Berkenhof heeft een capaciteit van 104 woongelegenheden, 19 aanleunwoningen en 4 bejaardenflats; 17 bejaardenflats ‘Ten Schriecke’, 3 woningen voor crisisopvang en een 10-tal woningen voor opvang van asielzoekers. - Aanwezigheid van 3 private RVT, met een capaciteit van in totaal 298 woongelegenheden, 41 serviceflats (=> ruime keuze aan kwaliteitsvolle rusthuizen). Verder is er ook voldoende dagopvang en kortverblijf in de rusthuizen. - Aanwezigheid zorgzone (Ten Kerselaere) met dienstencentrum. - De realisaties van Maatschappij van de Huisvesting (972 huurwoningen, waarvan 14 gehandicaptenflats, 16 aanleunwoningen en 47 bejaardenflats) en ZK (158 huurwoningen, waarvan 6 bejaardenflats). Er is een sociaal woonaanbod in elke deelgemeente + hoger aandeel sociale huurwoningen dan Vlaams gemiddelde. Bovendien zijn de woningen van goede kwaliteit. - SVK Onderdak heeft ca. 40 woningen in beheer in Heist-op-den-Berg. - KLE Mechelen verkocht in het verleden reeds 217 sociale koopwoningen. Er werden 79 sociale koopwoningen verkocht tussen 31/12/1987 en 31/12/2007 (nulmeting). - Het sociaal woonaanbod zal toenemen de volgende jaren. - Geplande projecten op korte termijn: - ZK: 7 sociale huurwoningen en 7 sociale koopwoningen. - Maatschappij van de huisvesting: 108 sociale huurwoningen, 5 sociale koopwoningen en 10 sociale kavels. - Geplande projecten op middellange termijn:28 sociale koopwoningen, 140 sociale huurwoningen en 15 sociale kavels. - Invulling van het door het GPD gevraagd aantal sociale huurwoningen en kavels lijkt met de huidige planning geen problemen op te leveren.
- Beperkt aanbod crisisopvang + transitwoningen permanent benomen. Het aanbod serviceflats valt laag uit in vergelijking met de rest van Vlaanderen – beperkt aanbod zelfstandig wonen voor ouderen (met mogelijkheid tot zorg). Beperkt aanbod bejaardenflats voor niet-sociale huurders. - Te weinig ROB-bedden (rustoord voor bejaarden). - RVT’s verschillen sterk in prijs. Veel verhuis van RVT naar RVT. - Geen coördinatie van wachtlijst voor RVT’s (geen overkoepelende wachtlijst) + te weinig overleg tussen RVT’s. - Vraag naar kleinere sociale huurwoningen is veel groter dan het aanbod. - Geen centraal inschrijvingspunt voor sociale woningen – nuttig? - Onderbezetting grote sociale woningen. - Bejaardenwoningen (van SHM’s) ver van centrum. - Er zijn extra inspanningen nodig om de door het DGP opgelegde last sociale koopwoningen (110) te behalen. - Nood aan samenwerkingsverbanden (cf. Kina rand rond Antwerpen) – samenwerking met andere partners (gezien de centrumfunctie van HOB). - Gebrek aan opvangmogelijkheden voor specifieke doelgroepen (dagopvang bejaarden met specifieke problemen, opvang voor dementerende bejaarden, vaste opvang zorgbehoevende -60’ers).
Premies
- De gemeente reikt een aantal gemeente- - Worden de bestaande premies voldoende lijke premies aan. Deze zijn gebundeld in geëvalueerd en bijgestuurd indien nodig? een overzichtelijke brochure. - Bekendheid van de premies bij de mensen die het nodig hebben.
Deel 2 De SWOT-analyse
Zwakten
157
Sterkten
158
Deel 2 De SWOT-analyse
Sterkten
Zwakten
Bevolking
- Heist-op-den-Berg kent een migratoire - In Heist-op-den-Berg is er een negatieve groei voor alle leeftijdscategorieën. natuurlijke groei tussen 1997 en 2007. - Het aantal jongeren (0-19 jaar) neemt Kentering sinds 2008? nog toe in absolute aantallen tussen 1997 - HOB trekt relatief veel 65-plussers aan. en 2008 (maar lager aandeel jongeren Aanzuigeffect door ruim aanbod bedden dan in arrondissement of provincie). in RVT + aanbod aan appartementen - HOB heeft nog een traditioneler huis(HOB als centrum zonder nadelen van houdprofiel dan in het arrondissement of een stad). de provincie (minder alleenstaanden – - De impact van de toekomstige vergrijmeer gezinnen met kinderen). zing van de bevolking dient vandaag voorbereid te worden: sterke toename van het aandeel ouderen + daling starters (20-34 jaar). - Het aantal huishoudens neemt toe; de aangroei komt volledig op de rekening van één- en tweepersoonshuishoudens. - HOB heeft hoog aandeel alleenstaanden in vergelijking met buurgemeenten (maar lager aandeel dan provincie + gewest). - Het ontbreken van een aantal meetbare elementen/parameters om het beeld en de noden rond huisvesting correct in te schatten. Zo zijn er onvoldoende parameters om het comfortniveau en kwaliteitsniveau voldoende in te schatten.
Socio-economisch
- HOB heeft een lage werkloosheidsgraad - De meeste langdurige werkloosheid ten opzichte van het arrondissement situeert zich bij de 50-plussers. Mechelen + provincie Antwerpen. - HOB situeert zich in 2007 onder het - Het aantal leefloners neemt af in de loop Vlaamse welvaartspeil, maar is wel aan der jaren (maar heropleving in 2009). een inhaalbeweging bezig. - Stijgend aantal personen met betalingsachterstal consumentenkrediet(en) + eigenaars met afbetalingsproblemen woonkrediet. - Sterke toename budgetmeters (strenger beleid Eandis). - Het aantal gerechtigden op een tegemoetkoming voor een handicap neemt toe, en voornamelijk bij de 80-plussers.
Zwakten
Patrimonium
- HOB heeft nog een relatief hoog aandeel - Woningaanbod is aangepast aan het huurwoningen (22 % in 2001). modale gezinswonen, niet aan kleine - HOB heeft een jonger patrimonium dan huishoudens. het arrondissement, de provincie of het - De ingezette aangroei van kleine woongewest. eenheden vertraagt (momenteel wel - De voorbije 15 jaar werden er meer dan terug nieuwe aanvragen voor apparte1 500 bouwvergunningen voor renovamenten). Rijwoningen blijven weinig ties uitgereikt. gegeerd. - Nieuwe permanente bewoning in week- - 2001: Het aandeel woningen zonder endverblijven wordt afgeremd door staklein comfort is in HOB hoger dan in de kingsbevel. hogere referentieregio’s – achterstand dakisolatie, glas. - Kwaliteit woningen vandaag = blinde vlek. - Snellere inname onbebouwde ruimte dan gemiddeld. - Permanente bewoning in weekend verblijven (wel beperkt in aantal).
Vastgoed
- IOK heeft 126 betaalbare kavels gerealiseerd in de gemeente. De Maatschappij voor de Huisvesting verkocht 18 sociale kavels. - In vergelijking met de buurgemeenten zijn de gewone woonhuizen en de bouwgronden in HOB modaal geprijsd.
Vlaams beleid
- Een sociale last wordt opgelegd via het DGPB, wat sociale vermenging stimuleert bij nieuwe projecten (huur/koop/ kavel). - Actieprogramma inzake onbebouwde percelen voor verwezenlijking sociaal woonaanbod (25 %) – inspanning koopwoningen. - Enorm succes van de Vlaamse verbeterings- en aanpassingspremie en de renovatiepremie.
Deel 2 De SWOT-analyse
- De gemiddelde prijs van een appartement in HOB is duurder dan in de meeste buurgemeenten en het arrondissement of de provincie. - Hoge prijzen op de privé-huurmarkt.
159
Sterkten
- DEEL 3 HET ACTIEPLAN -
Volgens het grondwettelijke recht op wonen heeft eenieder, zonder onderscheid naar ras, overtuiging of afkomst, het recht tegen een betaalbare prijs en met voldoende woonzekerheid te kunnen beschikken over een degelijke woning in een goede woonomgeving.
Zowel doelstellingen als actieplan zijn het resultaat van een proces van overleg en discussie in een kerngroep waaraan, naast de onderzoeker van het HIVA en het Kempens Woonplatform, de gemeente en het OCMW actief participeerden zowel vanuit het beleid (Schepen voor wonen en OCMW voorzitter)- als vanuit het werkveld (huisvestingsconsulent- en woonbegeleider en afdeling bouw en milieu). Doelstellingen en actieplan werden vervolgens geagendeerd op het lokaal woonoverleg.
163
De acties worden gestructureerd rond de volgende acht doelstellingen: 1. Het lokale bestuur geeft uitvoering aan het lokaal woonbeleid. 2. Het lokale bestuur schenkt aandacht aan huisvesting en organiseert het lokaal woonoverleg als instrument om het lokaal woonbeleid uit te werken. 3. Het lokale bestuur garandeert een actief informatiebeleid omtrent wonen. 4. Het lokale bestuur stimuleert de principes van duurzaam bouwen en levenslang wonen (meegroeiwonen). 5. Het lokale bestuur stuurt aan op een betaalbaar woonaanbod op de lokale woningmarkt. 6. Het lokale bestuur werkt aan de kwaliteitsbewaking in de gemeente. 7. Het lokale bestuur werkt aan een uitdovingsbeleid omtrent permanente bewoning in weekendverblijven. 8. Het lokale bestuur werkt een beleid uit rond wonen en zorg.
Deel 3 Het actieplan
Met het onderstaande actieplan streeft het lokale bestuur ernaar dit grondwettelijke recht op wonen te realiseren voor al haar inwoners, met bijzondere aandacht voor de zwaksten onder hen. Zo krijgen meer mensen de kans op een volwaardige maatschappelijke integratie. Het lokale bestuur is van oordeel dat de uitbouw van een laagdrempelige dienst- en hulpverlening, naast een gepast, betaalbaar en kwalitatief woon- en woonbegeleidingsaanbod, essentieel is om dat recht op wonen te doen gelden. Elke burger moet in de gemeente terecht kunnen met allerlei vragen inzake wonen, maar ook voor een begeleiding naar een gepaste woonoplossing. Ook hier heeft het beleid bijzondere aandacht voor het begeleiden van kansengroepen. Het actieplan bestaat uit concrete acties die uitvoering geven aan het woonbeleidrekening houdend met de zwakten en sterkten en de bedreigingen en kansen die in het vorig deel van de studie werden onderkend. De actoren en hun instrumenten worden mee ingezet in het actieplan.
164
Deel 3 Het actieplan
Na goedkeuring door de gemeenteraad 10 oktober 2011 vormt dit document de blauwdruk voor het gemeentelijk woonbeleid de volgende jaren.
Het lokale bestuur maakt een woonbeleidsplan op met bijhorend actieplan.
Een aantal relevante woongerelateerde data wordt jaarlijks geüpdatet.
Het actieplan wordt jaarlijks geëvalueerd (+ tussentijdse evaluatie).
Het lokale bestuur onderzoekt de instrumenten die door de Vlaamse overheid worden aangeboden omtrent huisvesting.
Op basis van het woonbeleidsplan onderzoekt het lokale bestuur of het wenselijk is om een gemeentelijk reglement sociaal wonen in te voeren.
In overleg met de woonactoren wordt de wenselijkheid van een lokaal toewijzingsreglement besproken.
Het lokale bestuur voldoet aan de opgelegde verplichtingen van het decreet grond- en pandenbeleid
Het lokaal bestuur volgt het bindend sociaal objectief (BSO) op.
Halfjaarlijkse update van register onbebouwde percelen (ROP) met bijzondere module (overzicht van de onbebouwde bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse besturen en semipublieke rechtspersonen).
Het lokale bestuur berekent de oppervlakte van onbebouwde bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse besturen.
a)
b)
c)
1.2
a)
b)
1.3
a)
b)
c)
Deel 3 Het actieplan
Het lokale bestuur werkt een woonbeleidsplan met bijhorende woonbeleidsvisie uit.
1.1
165
Het lokale bestuur geeft uitvoering aan het lokaal woonbeleid
1.
GIS-cel
GIS-cel
Kempens Woonplatform
Kempens Woonplatform
Beleid
Kempens Woonplatform (Kempens Woonplatform)
Kempens Woonplatform (Kempens Woonplatform)
HIVA
Trekker
2011
2011
Continu
2011-2012
2011-2012
Jaarlijks
Jaarlijks
2011
Timing
Register onbebouwde percelen
Register onbebouwde percelen (ROP)
Bindend sociaal objectief (BSO)
Goedgekeurd lokaal toewijzingsregl.
Gemeentelijk reglement sociaal wonen
Verslaggeving aantal gerealiseerde acties
Steekkaart
Goedgekeurd woonplan
Indicator
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Sociale huisvestingsmaatschappijen
Lokaal woonoverleg
Kempens Woonplatform
Lokaal woonoverleg
Lokaal woonoverleg
Woonactoren/lokaal woonoverleg
Betrokkene
Opstellen actieprogramma om 25 % van de onbebouwde bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse besturen te activeren voor de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod (vervalt indien bindend sociaal objectief tijdig wordt bereikt).
Het lokale bestuur berekent de spanning tussen woningbehoefte en bouwpotentieel in functie van het decreet grond- en pandenbeleid.
Het lokale bestuur wil een overzicht krijgen van de actuele en gedifferentieerde woonbehoeften.
Het lokale bestuur actualiseert de woonbehoeftestudie in functie van het provinciaal ruimtelijk structuurplan, afbakening kleinstedelijk gebied en woonbeleidsplan.
Het lokale bestuur actualiseert het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, o.a. in functie van de woonbehoeften.
Het lokale bestuur schenkt aandacht aan huisvesting en organiseert het lokaal woonoverleg, als instrument om het lokaal woonbeleid uit te werken.
De actoren van het lokaal woonoverleg vergaderen rond voor wonen relevante thema’s.
De actoren van het lokaal woonoverleg komen minstens 2 keer per jaar samen.
De woningprogrammatie in functie van het uitvoeringsprogramma wordt besproken tijdens het lokaal woonoverleg.
In functie van de projecten met een opgelegde sociale last, worden de sociale woonprojecten op elkaar afgestemd (bespreking huur, koop, kavel, woningtypologieën).
Het lokale bestuur organiseert regelmatig thematisch overleg (bv. rond woonbegeleiding, wonen en zorg, communicatie en energiebesparende maatregelen).
e)
1.4
a)
b)
2.
2.1
a)
b)
c)
d)
Deel 3 Het actieplan
d)
166
OCMW
Dienst bouw en milieu
Sociale huisvestingsmaatschappijen
Kempens Woonplatform
Beleid
Dienst bouw en milieu
Kempens Woonplatform
Dienst bouw en milieu
Trekker
Continu
Jaarlijks
Jaarlijks
2 X per jaar
2013-2014
2012-2013
2011
2012
Timing
Verslaggeving thematisch overleg
Verslaggeving lokaal woonoverleg
Advies i.v.m. uitvoeringsprogramma
Verslaggeving lokaal woonoverleg
Goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Geactualiseerde woonbehoefte- studie
Register onbebouwde percelen
Register onbebouwde percelen
Indicator
Afhankelijk van type overleg
Lokaal woonoverleg
Lokaal woonoverleg
Lokaal woonoverleg
Dienst bouw en milieu – Gecoro
Lokaal woonoverleg/Gecoro/OCMW
GIS-cel
Kempens Woonplatform
Betrokkene
Het lokale bestuur onderzoekt de aanwerving van een huisvestingsambtenaar (gezamenlijk OCMW en gemeente).
Het lokale bestuur organiseert een woonloket in het Sociaal Huis.
Kempens Woonplatform ontwikkelt een website waar inwoners en ambtenaren terecht kunnen met al hun vragen omtrent wonen/huisvesting.
De bekendheid van de website die door Kempens Woonplatform ontwikkeld wordt, wordt vergroot door publicaties in gemeenteblad en op gemeentelijke website.
De gemeente actualiseert de gegevens van de website van het Kempens Woonplatform. Wijzigingen worden zo spoedig mogelijk doorgegeven.
Het lokale bestuur organiseert een woonbeurs/infoavond wonen.
Het Kempens Woonplatform fungeert als vraagbaak voor alle relevante woonvragen van de gemeentelijke ambtenaren.
Verspreiding ‘huisvestingsgids’.
De communicatie rond wonen verloopt in samenwerking met de verschillende actoren. Toeleiding van inwoners tot het aanspreekpunt wonen (o.a. zwakkere doelgroepen).
Regelmatig aandacht voor wonen en bouwen in gemeentelijke publicaties en website.
Er wordt onderzocht welke kanalen benut kunnen worden: dienstencentrum, infoavonden, verenigingen, netwerken, ...
a)
b)
c)
d)
e)
f)
g)
h)
3.2
a)
b)
Deel 3 Het actieplan
Mensen met vragen over wonen in de gemeente krijgen gerichte en uitgebreide informatie en/of worden gericht doorverwezen.
3.1
167
Het lokale bestuur garandeert een actief informatiebeleid omtrent wonen.
3.
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Communicatie ambtenaar
Kempens Woonplatform
Beleid
Dienst bouw en milieu
Kempens Woonplatform
Kempens Woonplatform
OCMW
Beleid
Trekker
2011
Continu
2011
Continu
2012-2013
Continu
Continu
2011
2014
2012-2013
Timing
Verschillende infokanalen
Artikel in infoblad, website, ...
Aantal verdeelde gidsen
Vragen met betrekking tot huisvesting
Woonbeurs/infoavond
Website Kempens Woonplatform
Website, infoblad, ...
Website Kempens Woonplatform
Woonloket
Aanstelling huisvestings- ambtenaar
Indicator
Communicatie ambtenaar
Communicatie ambtenaar
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
OCMW
Communicatie ambtenaar
Woonactoren
Woonactoren
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu + OCMW
Betrokkene
Het lokale bestuur gaat actief bepaalde instanties promoten.
Eigenaars die hun woning wensen te verhuren, worden aangemoedigd om contact op te nemen met SVK Onderdak.
Eigenaars waarvan de woning op de lijst van de leegstand staat, wordt ook gewezen op de mogelijkheid tot verhuring aan SVK of verkoop aan een sociale huisvestingsmaatschappij.
De bekendheid van de klus- en verhuisdienst Kringwinkel Zuiderkempen wordt vergroot.
Het lokale bestuur informeert de burgers goed omtrent premies en subsidies.
Het lokale bestuur vergroot de bekendheid van premies en tegemoetkomingen, inzonderheid de specifieke gemeentelijke premies.
Het lokale bestuur gaat nieuwe sociale huisvestingsprojecten actief bekendmaken.
Nieuwe sociale huisvestingsprojecten worden gepubliceerd in het gemeentelijk infoblad, de website van de gemeente en van Kempens Woonplatform.
Het lokale bestuur stimuleert de principes van duurzaam bouwen en levenslang wonen (meegroeiwonen).
Het lokale bestuur stimuleert eigenaars om de bouw/renovatie van hun woning zo duurzaam mogelijk aan te pakken.
Bekendmaking van ITI-profiel bij bouwers/architecten/promotoren, ...
a)
b)
c)
3.4
a)
3.5
a)
4.
4.1
a)
De sociale dienstverlening wordt geëvalueerd en er wordt onderzocht hoe zwakkere doelgroepen bereikt kunnen worden.
d)
3.3
Het lokale bestuur gaat ouderen proactief informeren (vroegtijdig detecteren van problemen + gericht informeren).
Deel 3 Het actieplan
c)
168
IOK
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
OCMW
Handhavings- ambtenaar
Kempens Woonplatform
OCMW
Sociale dienst OCMW + senioren- consulent
Trekker
2011-2012
Continu
2011
Continu
Continu
Continu
2011-2012
2011-2012
Timing
Infobrochure, website,duurzaam heidskrant
Artikel in infoblad, website, ...
Artikel in infoblad, website, ...
Artikel in infoblad, website, ...
Artikel in infoblad, website, ...
Artikel in infoblad, website, ...
Evaluatie sociale dienstverlening
Huisbezoek, infoblad, ...
Indicator
Dienst bouw en milieu
Communicatie ambtenaar
Communicatie ambtenaar
Kringwinkel Zuiderkempen
SVK/sociale huisvestings- maatschappij
SVK onderdak
Welzijnsraad
Seniorenraad/welzijnsraad
Betrokkene
Het lokale bestuur stimuleert (ver)bouwers om rekening te houden met de principes van levenslang wonen (meegroeiwonen).
Bekendmaken van de mogelijkheden van aanpasbaar bouwen/meegroeiwonen/zorgwonen.
Het lokale bestuur wil de bewoners stimuleren om hun woningen energiezuiniger te maken.
Het lokale bestuur organiseert jaarlijks een infoavond omtrent energiebesparingen in woningen.
Het lokale bestuur neemt deel aan het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost.
Het lokale bestuur neemt deel aan het project energiesnoeiers (met inbegrip van vervolgscans).
Gecoördineerd optreden van Energiesnoeiers, Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost en OCMW voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen in woningen, inzonderheid bij de doelgroep van beschermde afnemers.
Opvolging project voor gedragsstudie m.b.t. energiebesparingen in nieuwe woningen in Pijpelheide (experiment van 1 jaar).
b)
4.3
a)
4.4
a)
b)
c)
d)
e)
Deel 3 Het actieplan
Het lokale bestuur gaat gericht informatie verspreiden m.b.t. premies, subsidies om leegstaande gebouwen te activeren.
a)
169
Het lokale bestuur streeft naar duurzaam ruimtegebruik.
Waar stedenbouwkundig mogelijk wordt gekoppelde bebouwing opgelegd.
4.2
Bij verkavelingen en in RUP’s die door het lokale bestuur worden gerealiseerd, zal er aandacht worden geschonken aan duurzaam bouwen en waar mogelijk het ITI-profiel geïmplementeerd.
b)
Zonnige Kempen – Eandis
OCMW
Beleid
Beleid – OCMW
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Trekker
2012
2012
2011
2011
Jaarlijks
Continu
2012-2013
Continu
Continu
Timing
Verslaggeving gedragsstudie
Verslaggeving omtrent energiebesparende maatregelen
Lijst realisaties van energiesnoeiers
Aantal dossiers bij het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost
Aantal deelnemers
Infobrochure, website, ...
Infoblad, website, ...
Aantal bouwvergunningen gekoppelde bebouwing
Bouwvoorschriften bij verkavelingen en RUP’s
Indicator
OCMW
/
Dienst bouw en milieu
IOK
IOK
Kempens Woonplatform
/
/
IOK
Betrokkene
Het lokale bestuur neemt initiatief tot het opmaken van verkavelingen met betaalbare kavels.
Het lokale bestuur faciliteert gesprekken tussen IOK en OCMW Lier en OCMW Tremelo i.v.m. verwerving gronden in Heist-opden-Berg voor realisatie sociale en betaalbare kavels.
Bij betaalbare kavels krijgen inwoners van de gemeente voorrang op niet-inwoners.
Het lokale bestuur zorgt voor een voldoende aanbod van noodwoningen.
Het lokale bestuur breidt het aantal kwalitatieve noodwoningen uit.
Het lokale bestuur heeft oog voor de noden van de woonwagenbewoners.
Het woonwagenpark wordt gerenoveerd.
Het huishoudelijk reglement wordt aangepast.
Aanstelling deeltijds begeleider woonwagenpark.
a)
b)
c)
5.3
a)
5.4
a)
b)
c)
5.2 Het lokale bestuur onderneemt acties rond betaalbaar wonen.
a) Het lokale bestuur kijkt toe op het woonaanbod in de verschillende woonkernen en maakt desgevallend RUP’s op of past ze aan in functie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
5.1 Het lokale bestuur maakt voldoende woonaanbod mogelijk in de verschillende woonkernen.
Het lokale bestuur promoot het project klimaatwijken.
Het lokale bestuur stuurt aan op een betaalbaar woonaanbod op de lokale woningmarkt, en dit voor iedereen en in de verschillende woonkernen.
5.
Deel 3 Het actieplan
f)
170
OCMW
OCMW
OCMW
OCMW
Beleid
Beleid
Beleid
Beleid
Dienst bouw en milieu
Trekker
2011
2011
2011-2012
2012-2013
2013
2011
2012-2013
2013-2014
2011-2013
Timing
Aanstelling begeleider
Goedgekeurd huishoudelijk reglement
Overzicht renovatie
Aantal noodwoningen
Reglement verkoop kavels/sociale koopwoningen
Gesprekken i.v.m. grondverwerving
Aantal verkavelingen
Toename woonaanbod
Aantal deelnemers
Indicator
/
/
Afdeling technische zaken
Dienst bouw en milieu
IOK
IOK
IOK
Dienst bouw en milieu – Gecoro
OCMW
Betrokkene
Ouderen worden aangespoord om zich in te schrijven voor een bejaardenwoning of een woning overeenkomstig de rationele bezetting.
Bij nieuwbouwprojecten door de sociale huisvestingsmaatschappij worden niet alleen de kandidaat-huurders, maar ook de bestaande huurders in een onderbezette woning aangeschreven om zich kandidaat te stellen.
Het lokale bestuur werkt aan de kwaliteitsbewaking in de gemeente.
De door het lokale bestuur ter beschikking gestelde woningen zijn in orde, aangepast aan huidige comfortnorm (moderne noden) en ten behoeve van de verschillende doelgroepen.
Het lokale bestuur bakent de huidige comfortnorm af (Vlaamse Wooncode + energienormen).
De kwaliteit van de door het lokale bestuur verhuurde woningen wordt in kaart gebracht.
Het lokale bestuur stelt een investeringsplanning op voor de eigen woningen.
Het lokale bestuur gaat het conformiteitsattest toepassen op de eigen woningen.
Het lokale bestuur probeert ‘slapende’ panden te activeren.
De inventaris van leegstand dient zeer nauwlettend te worden bijgehouden in het kader van de leegstandsbelasting.
Het lokale bestuur voert een leegstandsheffing in.
b)
c)
6.
6.1
a)
b)
c)
d)
6.2
a)
b)
Deel 3 Het actieplan
De sociale huisvestingsmaatschappijen maken een overzicht van de onderbezette woningen door ouderen.
a)
171
Het lokale bestuur stimuleert ouderen die in een sociale huurwoning wonen om te verhuizen naar een aangepaste woning.
5.5
Beleid
Handhavings- ambtenaar
Dienst bouw en milieu
OCMW
OCMW
Dienst bouw en milieu
Heistse Maatschappij voor de Huisvesting – Zonnige Kempen
Heistse Maatschappij voor de Huisvesting – Zonnige Kempen
Heistse Maatschappij voor de Huisvesting – Zonnige Kempen
Trekker
2011
Continu
2012-2013
2012-2013
2012-2013
2012-2013
2012
2012
2012
Timing
Leegstandsheffing
Lijst leegstand
Lijst woningen
Lijst woningen
Lijst woningen
Comfortnorm
Lijst onderbezetting
Lijst onderbezetting
Lijst onderbezetting
Indicator
Handhavings- ambtenaar
Dienst bouw en milieu
OCMW
Beleid
Dienst bouw en milieu
Kempens Woonplatform
/
/
/
Betrokkene
Het lokale bestuur bakent het af gebied waar het wonen boven winkels gestimuleerd wordt.
Het lokale bestuur stelt een stedenbouwkundige verordening op die een aparte ingang voorziet bij een winkel.
Het lokale bestuur onderzoekt de mogelijkheid tot het invoeren van een premie of andere stimuli m.b.t. het wonen boven winkels.
Eigenaars van lege verdiepingen boven winkels worden gericht geïnformeerd omtrent mogelijke subsidies.
Samenwerking met SVK Onderdak (cf. stad Leuven) wordt onderzocht.
c)
d)
e)
f)
Continu verbeteren van kwaliteit van slechte woningen.
b)
b)
De sociale huurmaatschappijen brengen de toestand van de kwaliteit van hun patrimonium in kaart.
a)
Het lokale bestuur wenst het wonen boven winkels te promoten.
De sociale huurmaatschappijen (SHM’s en het SVK) hebben aandacht voor woningkwaliteit.
6.3
Er gebeurt een actieve screening en controle van lege verdiepingen boven winkels en er wordt een inventaris van opgesteld in het kader van het leegstandsregister.
De leegstandsinventaris ligt ter inzage in het gemeentehuis.
e)
a)
De leegstandsinventaris wordt bekendgemaakt bij SVK en sociale huisvestingsmaatschappijen.
d)
6.4
Het lokale bestuur werft een handhavingsambtenaar aan, die o.a. belast wordt met de opmaak van de leegstandsinventaris, onbewoonbaarverklaringen en conformiteitsattesten.
Deel 3 Het actieplan
c)
172
Beleid
Dienst bouw en milieu
Beleid
Dienst bouw en milieu
Beleid
Handhavings- ambtenaar
Sociale huisvestingsmaatschappijen
Sociale huisvestingsmaatschappijen – SVK
Handhavings ambtenaar
Handhavings ambtenaar
Beleid
Trekker
2012
2012
2012-2013
2012-2013
2012
2012
Continu
2012
2012
Jaarlijks vanaf 2012
2011-2012
Timing
Inventaris lege verdiepingen
Inventaris lege verdiepingen
Onderzoek premie wonen boven winkels
Stedenbouwk. verordening
Afbakening gebied
Inventaris lege verdiepingen
Overzicht woningkwaliteit
Lijst kwaliteit woningen
Leegstands- inventaris
Leegstands- inventaris
Aanwerving handhavings- ambtenaar
Indicator
SVK Onderdak
Handhavings- ambtenaar
/
Beleid
Dienst bouw en milieu
/
/
/
/
SVK – sociale huisvestings- maatschappijen
Dienst bouw en milieu
Betrokkene
Het lokale bestuur stelt een perimeter-RUP op.
Het lokale bestuur verbetert de kwaliteit van de woonomgeving.
Het lokale bestuur brengt de publieke doelgroepsvoorzieningen (pleintjes, speeltoestellen, voorzieningen, ...voor kinderen, jeugd, ouderen) in kaart als basis voor een evaluatie van de kwaliteit en verspreiding ervan.
Het lokale bestuur waakt erover dat er voldoende ruimte is voor openbare ruimte in nieuwe verkavelingen.
Het lokale bestuur waakt over verbindingsmogelijkheden tussen de verschillende dorpskernen en het centrum en tussen de gemeenten en elders (regelmatig overleg met De Lijn).
Het lokale bestuur moedigt de oprichting van wijkwerking aan.
Het lokale bestuur zet de kwalitatieve herinrichting verder van de verschillende dorpskernen en het centrum.
Het lokale bestuur werkt verder aan de voorbereiding van de herinrichting van de dorpskernen Itegem, Pijpelheide en Wiekevorst met de nodige aandacht voor de verbetering van de verblijfskwaliteit.
Het lokale bestuur bouwt de publieke kwalitatieve voorzieningen in de dorpskernen en het centrum uit (bv. kinderopvang, vakantiewerking, sporthal, academies, zwembad, sociaal huis, bibliotheekvoorzieningen, ...).
Het lokale bestuur maakt een masterplan op voor het centrum, gevolgd door gefaseerde herinrichting centrum op basis hiervan.
b)
6.6
a)
b)
c)
d)
6.7
a)
b)
c)
Deel 3 Het actieplan
Het lokale bestuur onderzoekt onder welke voorwaarden meergezinswoningen op één perceel mogelijk zijn.
a)
173
Het lokale bestuur stelt een een reglement/RUP inzake meergezinswoningen op.
6.5
Beleid
Beleid
Dienst bouw en milieu
Sociale huisvestings maatschappijen
Beleid
Dienst bouw en milieu
Technische dienst
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Trekker
2011-2012
2011-2015
2011-2012
Continu
Continu
Continu
2011-2012
2013-2014
2012
Timing
Afgewerkt plan
Aanbod kwalitatieve voorzieningen
Plannen herinrichting
Verslaggeving initiatieven wijkwerking
Verslaggeving gesprekken De Lijn
Openbare ruimte in nieuwe verkavelingen
Overzicht pleintjes, toestellen…
Perimeter-RUP
Onderzoek naar voorwaarden meergezinswoning
Indicator
Alle diensten – Gecoro
Alle diensten
Afdeling technische zaken
/
De Lijn
Beleid
Dienst bouw en milieu
Beleid
Beleid
Betrokkene
Het lokale bestuur werkt aan een uitdovingsbeleid omtrent permanente bewoning in weekendverblijven.
Het lokale bestuur wil het aantal permanente bewoningen in kaart brengen.
Het aantal permanente bewoningen in weekendverblijven wordt geüpdatet.
De clusters van weekendverblijven worden pragmatisch getoetst aan het oplossingskader van de provincie Antwerpen.
Het lokale bestuur wil een actief informatiebeleid voeren omtrent permanente bewoning in weekendverblijven.
Het lokale bestuur stippelt een duidelijke procedure uit die consequent wordt toegepast.
Alle medewerkers (gemeente, OCMW, politie) worden geïnformeerd omtrent de procedure.
Externen (notarissen, immokantoren, NKW, bewoners) worden eveneens geïnformeerd omtrent de procedure.
De aanpak wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website.
Consequente aanpak van nieuwe inschrijvingen in weekendverblijven.
Bij elke nieuwe inschrijving gebeurt een politiecontrole en wordt er desgevallend een pv met stakingsbevel opgesteld.
Na ca 3 maanden gebeurt er een hercontrole en wordt er desgevallend een doorbreking van stakingsbevel opgelegd (met administratieve geldboete tot gevolg).
Indien de permanente bewoner een huurder is, wordt desgevallend ook aan de verhuurder en/of het immokantoor een administratieve geldboete opgelegd.
Controleren of uitschrijving heeft geleid tot werkelijke verhuis.
7.1
a)
b)
7.2
a)
b)
c)
d)
7.3
a)
b)
c)
d)
Deel 3 Het actieplan
7.
174
Politie
Politie
Politie
Dienst bevolking
Communicatie ambtenaar
Communicatie ambtenaar
Communicatie ambtenaar
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Trekker
Continu
Continu
Continu
Continu
2011-2012
2011-2012
2011-2012
2011-2012
2012
2011-2012
Timing
Controle bewoning
PV
Hercontrole
PV
Artikel op website
Brieven met procedure aan externen
Infosessie voor medewerkers
Procedure permanente bewoning in weekendverblijven
Toetsing oplossingskader provincie
Clusters
Indicator
Dienst bevolking
Inspectie
/
Politie
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Dienst bouw en milieu
Provincie Antwerpen
Handhavings- ambtenaar
Betrokkene
Deel 3 Het actieplan
Afspraken maken met VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) omtrent ondersteunende diensten.
b)
175
Opstart ADL-project in Wiekevorst.
Het lokale bestuur gaat de thuiszorgdiensten actief promoten.
a)
a)
Het lokale bestuur stimuleert ouderen om zo lang mogelijk in de eigen woning te blijven wonen.
8.2
Het lokale bestuur stimuleert de realisatie van ADL-woningen.
Voorzien van woningen voor ouderen in projecten van sociale huisvestingsmaatschappijen in het centrum en in de kernen.
f)
8.3
Het lokale bestuur onderzoekt de mogelijkheden voor bouw van aangepaste woningen voor ouderen nabij andere woonzorgcentra.
e)
Hoogbejaarden worden proactief benaderd (cf. 3.2.c).
Het lokale bestuur waakt over opname bouwmogelijkheden voor Dienst bouw en milieu woningen voor ouderen in PRUP Ten Kerselarenlaan. – Beleid
d)
Regelmatig overleg tussen OCMW, thuiszorgdiensten en woonzorgcentra.
Realisatie van serviceflats/assistentiewoningen Ten Kerselaere (na definitieve goedkeuring RUP Boonmarkt).
c)
c)
Renovatie van woningen voor ouderen rond Berkenhof.
b)
b)
Het lokale bestuur stimuleert de bouw van aangepaste woningen voor ouderen.
a)
Beleid
Heistse Maatschappij voor de Huisvesting
OCMW
Senioren consulent
OCMW
Sociale huisvestings maatschappijen
Dienst bouw en milieu
Ten Kerselaere
Heistse maatschappij voor de huisvesting
Het lokale bestuur stimuleert de toename van het aanbod aan woningen voor ouderen.
8.1 Beleid
Het lokale bestuur werkt een beleid uit rond wonen en zorg.
8.
Trekker
2012-2013
2013
Continu
2011-2013
Continu
2011-2013
2011-2013
2011-2012
2012-2013
2011-2015
Continu
Timing
Afsprakenkader
RUP Dorp Zuid
Verslaggeving besprekingen
Aantal huisbezoeken
Verslag thuiszorgdiensten
Aantal woningen voor ouderen
Onderzoek bouw mogelijkheden bij woonzorgcentra
Bouwvoorschriften PRUP Kerselarenlaan
RUP Boonmarkt
Goedgekeurd wedstrijdontwerp
Aantal woningen voor ouderen
Indicator
VIPA
Beleid
Thuiszorg-diensten/Woonzorg- centra
/
/
Dienst bouw en milieu
Woonzorg- centra
Provincie
Beleid
Beleid
Dienst bouw en milieu
Betrokkene
Het lokale bestuur breidt het contingent woonbegeleiding van zwakke huurders uit.
Het lokale bestuur gaat gesprekken aan met woonbegeleidingsdiensten uit verschillende sectoren in verband met uitbreiding aanbod woonbegeleiding.
Het lokale bestuur stimuleert de vorming van begeleiders met betrekking tot het woonaanbod en de tegemoetkomingen.
a)
b)
Deel 3 Het actieplan
8.4
176
OCMW
OCMW
Trekker
2011-2012
Continu
Timing
Verslaggeving vorming
Verslaggeving gesprekken
Indicator
Woon- begeleidingsdiensten
/
Betrokkene
- BIJLAGEN -
179
bijlage 1 Ratio’ vergrijzing en zorgafhankelijkheid
bijlage 1 Ratio’ vergrijzing en zorgafhankelijkheid
1997
1998
1999
2000
2001
21 130
20-59 jaar 76,13
21 132
8 150
7 938
77,13
21 082
8 304
7 956
31,32
4 422
1 385
30,74
4 457
1 370
38,57
21 132
8 150
39,39
21 082
8 304
37,34
21 130
20-59 jaar
Groene druk (%)
7 890
0-19 jaar
37,56
21 132
7 938
37,74
21 082
7 956
Groene druk (bevolking 0-19 jaar ten opzichte van de bevolking 20-59 jaar)
37,75
21 130
20-59 jaar
Grijze druk (%)
7 976
60+
Grijze druk (bevolking 60+ ten opzichte van de bevolking 20-59 jaar)
31,83
4 421
50-59 jaar
Familiale zorgindex (%)
1 407
80+
37,67
20 977
7 903
39,82
20 977
8 353
29,04
4 525
1 314
77,49
20 977
8 353
7 903
Familiale zorgindex (bevolking 80+ ten opzichte van de bevolking 50-59 jaar)
75,09
7 976
60+
Afhankelijkheidsratio (%)
7 890
0-19 jaar
37,69
21 029
7 926
40,14
21 029
8 441
29,47
4 676
1 378
77,83
21 029
8 441
7 926 8 532
7 858
2002
37,16
21 148
7 858
40,34
21 148
8 532
30,16
4 821
1 454
77,5
21 148
bijlage 1 Ratio’ vergrijzing en zorgafhankelijkheid
Afhankelijkheidsratio (bevolking 0-19 jaar en 60+ ten opzichte van de bevolking 20-59 jaar)
Ratio’s
180
36,81
21 244
7 820
40,44
21 244
8 591
30,76
4 955
1 524
77,25
21 244
8 591
7 820
2003
36,68
21 312
7 817
41,01
21 312
8 739
30,87
5 089
1 571
77,68
21 312
8 739
7 817
2004
36,81
21 398
7 876
41,37
21 398
8 852
31,46
5 165
1 625
78,18
21 398
8 852
7 876
2005
37,15
21 501
7 988
41,97
21 501
9 024
32,52
5 234
1 702
79,12
21 501
9 024
7 988
2006
37,13
21 552
8 003
42,53
21 552
9 166
32,61
5 342
1 742
79,66
21 552
9 166
8 003
2007
37
21 768
8 054
43,08
21 768
9 377
33,19
5 480
1 819
80,08
21 768
9 377
8 054
2008
1997
1998
16,99
8 150
1 385
16,5
8 304
1 370
1999
15,73
8 353
1 314
2000
181
94,09
6 478
50-64 jaar
Doorstromingscoëffi ciënt (%)
6 095
10-24 jaar
91,68
6 614
6 064
89,94
6 697
6 023
88,43
6 808
6 020
bijlage 1 Ratio’ vergrijzing en zorgafhankelijkheid
93,05
6 535
6 081
16,33
8 441
1 378
2001
Doorstromingscoëfficiënt (bevolking 10-24 jaar ten opzichte van de bevolking 50-64 jaar)
17,64
7 976
60+
Interne vergrijzing (%)
1 407
80+
Interne vergrijzing (bevolking 80+ ten opzichte van 60+)
Ratio’s
89,05
6 860
6 109
17,04
8 532
1 454
2002
88,52
6 905
6 112
17,74
8 591
1 524
2003
87,45
7 029
6 147
17,98
8 739
1 571
2004
87,24
7 153
6 240
18,36
8 852
1 625
2005
87,13
7 304
6 364
18,86
9 024
1 702
2006
83,97
7 542
6 333
19,01
9 166
1 742
2007
81,82
7 785
6 370
19,4
9 377
1 819
2008
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
1 189
1 238
1 196
1 284
1 361
1 516
1 453
1 581
Uitstroom
998
1 082
1 064
1 064
1 097
1 196
1 243
1 187
Saldo
191
156
132
220
264
320
210
394
Instroom
59
95
108
97
95
157
134
172
Uitstroom
52
55
42
71
50
66
105
57
7
40
66
26
45
91
29
115
198
196
198
246
309
411
239
509
Intern
5,1
4,2
3,5
5,8
6,9
8,4
5,4
10,1
Extern
0,2
1,1
1,8
0,7
1,2
2,4
0,8
3,0
5,3
5,2
5,3
6,5
8,1
10,7
6,2
13,1
Interne migraties Instroom
Externe migraties
Saldo Totaal migratiesaldo Saldo per 1 000 inwoners (‰)
Bron FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie,
Loop van de bevolking volgens het Rijksregister
183
Totaal
bijlage 2 Interne en externe migraties vanuit en naar Heist-op-den-Berg en het saldo per 1 000 inwoners (2000-2007)
bijlage 2 Interne en externe migraties vanuit en naar Heist-op-den-Berg en het saldo per 1 000 inwoners (2000-2007)
Het verschil tussen het uiteindelijk bekomen bedrag en de contractuele huurprijs vormt de korting. Algemene regel: - De te betalen huurprijs mag niet meer zijn dan 1/57ste van het in aanmerking genomen gezinsinkomen. - De korting mag nooit meer zijn dan de helft van de contractuele huurprijs.
185
1. We vertrekken van het netto-jaarinkomen. Onder inkomen wordt verstaan: de som van de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten, alsook het niet belastbaar vervangingsinkomen van de huurder en van alle inwonende personen, met uitzondering van ongehuwde kinderen die zonder onderbreking deel hebben uitgemaakt van het gezin en minder dan 25 jaar zijn op de referentiedatum. 2. We vermeerderen daarna dit bedrag met 1 861,00 euro. Deze som wordt gedeeld door 19 531,00 euro. Het resultaat geeft een decimaal getal. 3. Per persoon ten laste gebeurt volgende aftrek: a. 0,06 als er 1 persoon ten laste is; b. 0,12 als er 2 personen ten laste zijn; c. 0,32 als er 3 personen ten laste zijn; d. 0,42 als er 4 personen ten laste zijn; e. 0,52 als er 5 personen ten laste zijn; f. 0,62 als er 6 of meer personen ten laste zijn. 4. Dit decimaal getal wordt vermenigvuldigd met de contractuele huurprijs.
bijlage 3 Berekening van de korting op de huurprijs van de woningen verhuurd door SVK Onderdak
bijlage 3 Berekening van de korting op de huurprijs van de woningen verhuurd door SVK Onderdak
186
bijlage 3 Berekening van de korting op de huurprijs van de woningen verhuurd door SVK Onderdak
Op basis van de door U verstrekte gegevens staan we U een huurprijskorting toe op de contractueel afgesproken huurprijs. Deze korting geldt van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010. De berekening van de korting is als volgt: Netto-jaarinkomen: + 1 861,00 : 19 531,00 - 0,06/0,12/0,32/0,42/0,52/0,62 x euro (= contractuele huurprijs) = euro Het verschil tussen het uiteindelijk bekomen bedrag (euro) en de contractuele huurprijs (euro) vormt de korting. Algemene regel: 1/57ste van het gezinsinkomen = euro De korting mag nooit meer zijn dan de helft van de contractuele huurprijs De contractuele huurprijs bedraagt: euro De korting bedraagt: euro Te betalen huurprijs vanaf 01 januari 2010: euro + euro = euro
187
bijlage 4 Bouwvergunningen nieuwbouw 2005-2009, verdeling naar type woongebouw
bijlage 4 Bouwvergunningen nieuwbouw 2005-2009, verdeling naar type woongebouw
188
bijlage 4 Bouwvergunningen nieuwbouw 2005-2009, verdeling naar type woongebouw
bijlage 5 Evolutie eigendomstitel 19912001
Tabel B5.1
Bewoonde woningen naar eigendomstitel, aantal, % en evolutie (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen en provincie Antwerpen; 1991 en 2001) 1991 Aantal
2001
2001-1991
%
Aantal
%
Verschil
Groei%
9 618
75,4
11 197
78,0
1 579
16,4
Bewoond door huurder
3 130
24,6
3 155
22,0
25
0,8
12 748
100,0
14 352
100,0
1 604
12,6
Bewoond door eigenaar
7 6697
69,5
86 412
73,7
9 715
12,7
Bewoond door huurder
33 593
30,5
30 797
26,3
-2 796
-8,3
110 290
100,0
117 209
100,0
6 919
6,3
Bewoond door eigenaar
396 708
64,9
449 859
70,6
53 151
13,4
Bewoond door huurder
214 275
35,1
187 192
29,4
-27 083
-12,6
Totaal
610 983
100,0
637 051
100,0
26 068
4,3
Totaal Arr. Mechelen
Totaal Prov. Antwerpen
Bron ADSEI, Volks- en woningtelling 1991, SEE 2001
189
Bewoond door eigenaar
bijlage 5 Evolutie eigendomstitel 1991-2001
Heist-op-den-Berg
De 17 appartementen van Huize Ten Schriecke behoren toe aan het OCMW van Heist-op-den-Berg, dat er tevens het beheer van waarneemt. OPNAME – FINANCIELE REGELINGEN
Doelgroep: - Echtparen, feitelijke gezinnen of alleenstaanden. De minimumleeftijd bedraagt voor een vrouw 63 jaar, voor een man 65 jaar. Indien het om een echtpaar gaat, dient één van hen deze leeftijd te hebben bereikt. - Op deze leeftijdsgrenzen is een afwijking van vijf jaar toegestaan, indien de betrokkene geen beroep uitoefent of indien hij mindervalide is. - Inwoners van de gemeente Heist-op-den-Berg krijgen voorrang. De beslissing over de opname gebeurt door het OCMW op basis van een voorafgaand administratief, financieel, sociaal en medisch onderzoek. Kostprijs: - De huurprijs wordt berekend in functie van het inkomen en van de eigendommen die men bezit. - De kosten van het gebruik en onderhoud van de gemeenschappelijke diensten worden aan de huurders verrekend naar rato van 1/17de per appartement. - Kosten van nutsvoorzieningen zoals elektriciteit, verwarming, water, telefoon, kabel TV, zitten eveneens niet in de huurprijs. Maandelijks wordt een voorschot op de verwarmingskosten aangerekend ten bedrage van 50,00 euro. - Jaarlijks worden huurprijzen en inkomstenbarema’s aangepast aan de index. - Bij wijzigingen in de gezinssituatie wordt de huurprijs herberekend.
191
Doelgroep en toewijzing bejaardenwoningen Huize ‘Ten Schriecke’ Leo Kempenaersstraat 30 - 2223 Schriek
bijlage 6 Toewijzing van de woningen voor ouderen van het OCMW
bijlage 6 Toewijzing van de woningen voor ouderen van het OCMW
ACCOMMODATIE Indeling woning
- Woonkamer met ruimte voor eetkamer en salon. Er is een aansluiting voor kabel TV en telefoon. - Ingerichte keuken met elektrisch vuur en ruimte om een wasmachine aan te sluiten. - Badkamer met douche, lavabo en toilet. - Eén slaapkamer. - De hal geeft toegang tot een berging. - Op het gelijkvloers en op de eerste verdieping is er een bergplaats voorzien om fietsen, rolstoelen enz. op te bergen. Er is een lift. - Achter de appartementen is een tuin aangelegd, tevens hangt er een wasdraad. - Rechts van de appartementen is er een parkeerterrein voor auto’s met voorbehouden plaatsen voor huurders van een appartement.
192
bijlage 6 Toewijzing van de woningen voor ouderen van het OCMW
AANVRAGEN
Bij de sociale dienst van WZC Berkenhof – Boudewijnlaan 2 – 2220 Heist-opden-Berg - maatschappelijk assistente Cecil Vandeperre – 015 24 63 30.
Doelgroep en toewijzing bejaardenwoningen Boudewijnlaan 2 – 2220 Heist-op-den-Berg
De negentien bejaardenwoningen behoren in eigendom toe aan het OCMW van Heist-op-den-Berg, dat er eveneens het beheer van waarneemt. OPNAME – FINANCIELE REGELINGEN
ACCOMMODATIE
Indeling woning: - Inkomhal met wandkasten. - Woonkamer met ruimte voor een eetkamer en salon. Aansluiting kabel TV en telefoon. - Ingerichte keuken met elektrisch kookvuur. - Badkamer met zitbad, lavabo en toilet. Eén slaapkamer. - Bergplaats met mogelijkheid tot aansluiting van wasmachine en droogkast. - Overdekte terrasjes en tuin met wasdraad. - Parkeerruimte voor auto’s buitenshuis – overdekte berging aan WZC Berkenhof voor fietsen en bromfietsen. Omkadering: Elke woning heeft een oproepsysteem waardoor in noodgevallen beroep kan gedaan worden op de verpleegdienst van het WZC Berkenhof. De bewoners van de bejaardenwoningen kunnen eveneens gebruik maken van dienstverleningen die in het WZC Berkenhof worden verstrekt bijvoorbeeld van het kapsalon. Tevens kunnen zij deelnemen aan activiteiten in de cafétaria tijdens de openingsuren.
193
De beslissing over de opname gebeurt door het OCMW op basis van een voorafgaand administratief, financieel, sociaal en medisch onderzoek. Kostprijs: - De dagprijs wordt berekend in functie van het inkomen en van de eigendommen die men bezit. - Alle kosten van verwarming, elektriciteit en water zijn in de dagprijs begrepen. - Jaarlijks worden huurprijzen en inkomstenbarema’s aangepast aan de index. - Bij wijziging in de gezinssituatie wordt de huurprijs herberekend.
bijlage 6 Toewijzing van de woningen voor ouderen van het OCMW
Doelgroep: - Echtparen of feitelijke gezinnen bestaande uit twee personen, krijgen voorrang op een alleenstaande bejaarde. - Eén van de kandidaat aanvragers moet minimum 60 jaar zijn. - Personen die in de gemeente Heist-op-den-Berg in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven, worden bij voorkeur opgenomen.
Verder kan vlot beroep gedaan worden op de thuiszorgondersteunende diensten zoals warme maaltijden, poetsdienst, bejaardenhulp, huren personenalarmtoestel enz. AANVRAGEN TOT OPNAME
194
bijlage 6 Toewijzing van de woningen voor ouderen van het OCMW
Kunnen gesteld worden aan de sociale dienst van WZC Berkenhof – maatschappelijk assistente Cecil Vandeperre – 015 24 63 30.
195
bijlage 7 Ouderdom van de gebouwen met een woonfunctie per kadastrale afdeling
bijlage 7 Ouderdom van de gebouwen met een woonfunctie per kadastrale afdeling
Tabel B7.1
Huizen en flatgebouwen, buildings e.d. naar bouwjaar (deelgemeenten Heist-op-den-Berg, 2009) Rijhuis
Halfopen
Alleen- Buildings staand app.
Totaal
Rijhuis
Halfopen
Alleen- Buildings staand app.
Totaal
Heist-op-den-Berg (1ste afdeling) <1945
163
276
146
4
589
54,2
33,2
10,8
2,7
1946-1981
104
379
660
51
1 194
34,6
45,6
48,6
34,0
22,3 45,2
>1981
34
176
552
95
857
11,3
21,2
40,6
63,3
32,5
Totaal
301
831
1 358
150
2 640
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0 21,1
bijlage 7 Ouderdom van de gebouwen met een woonfunctie per kadastrale afdeling
Heist-op-den-Berg (2de afdeling) <1945
94
265
307
3
669
49,5
32,5
14,8
3,1
1946-1981
67
464
1047
55
1 633
35,3
56,9
50,5
56,7
51,4
>1981
29
87
720
39
875
15,3
10,7
34,7
40,2
27,5
Totaal
190
816
2 074
97
3 177
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0 20,7
Booischot <1945
102
206
211
5
524
40,5
30,6
13,6
9,6
1946-1981
93
377
748
14
1 232
36,9
56,0
48,0
26,9
48,6
>1981
57
90
598
33
778
22,6
13,4
38,4
63,5
30,7
Totaal
252
673
1 557
52
2 534
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
<1945
42
147
80
3
272
30,4
35,6
12,0
13,6
21,9
1946-1981
40
195
316
4
555
29,0
47,2
47,3
18,2
44,7
>1981
56
71
272
15
414
40,6
17,2
40,7
68,2
33,4
Totaal
138
413
668
22
1 241
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0 20,2
Hallaar
Itegem <1945
40
174
210
4
428
21,4
28,3
16,5
8,7
138
381
647
15
1 181
73,8
62,1
50,8
32,6
55,7
>1981
9
59
416
27
511
4,8
9,6
32,7
58,7
24,1
Totaal
187
614
1 273
46
2 120
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
<1945
56
119
222
2
399
37,8
32,4
16,9
8,3
21,5
1946-1981
24
131
576
8
739
16,2
35,7
43,7
33,3
39,8
>1981
68
117
519
14
718
45,9
31,9
39,4
58,3
38,7
Totaal
148
367
1 317
24
1 856
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0 14,0
1946-1981
Schriek
196
Wiekevorst <1945
12
56
107
1
176
10,3
22,1
12,2
9,1
1946-1981
77
151
392
3
623
66,4
59,7
44,9
27,3
49,7
>1981
27
46
375
7
455
23,3
18,2
42,9
63,6
36,3
Totaal
116
253
874
11
1 254
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Bron AAPD, statistiek CCST naar kadastrale afdeling, eigen bewerking
197
bijlage 8 Bewoonde woningen naar staat van de woning (ADSEI, SEE 2001)
bijlage 8 Bewoonde woningen naar staat van de woning (ADSEI, SEE 2001)
260 54 116 55 104 80
Heist-Op-den-Berg
Hallaar
Itegem
Wiekevorst
Booischot
Schriek
253 45 104 55 115 94
Heist-Op-den-Berg
Hallaar
Itegem
Wiekevorst
Booischot
Schriek 405 182 36 50 25 66 46
Heist-Op-den-Berg
Heist-Op-den-Berg
Hallaar
Itegem
Wiekevorst
Booischot
Schriek
Buitenmuren
666
Heist-Op-den-Berg
Dak
669
Aantal
Heist-Op-den-Berg
Ramen
In slechte staat
198
202
291
137
260
146
712
1 748
246
316
145
305
136
732
1 880
229
312
150
288
145
776
1 900
Vatbaar voor verbetering
1 430
1 916
962
1 699
919
4 933
11 859
1 355
1 850
938
1 619
928
4 838
11 528
1 386
1 872
931
1 629
914
4 824
11 556
In goede staat
123
137
80
134
67
331
872
106
129
66
115
59
335
810
106
122
68
110
55
298
759
Geen antwoord
1 801
2 410
1 204
2 143
1 168
6 158
14 884
1 801
2 410
1 204
2 143
1 168
6 158
14 884
1 801
2 410
1 204
2 143
1 168
6 158
14 884
Totaal
2,7
2,9
2,2
2,5
3,3
3,1
2,9
5,5
5,0
4,8
5,1
4,1
4,3
4,7
4,7
4,5
4,8
5,7
4,9
4,4
4,7
%
In slechte staat
bijlage 8 Bewoonde woningen naar staat van de woning (ADSEI, SEE 2001)
12,0
12,8
12,2
12,9
13,3
12,2
12,5
14,5
13,9
12,7
15,0
12,3
12,6
13,4
13,5
13,6
13,2
14,2
13,0
13,2
13,5
Vatbaar voor verbetering
85,2
84,3
85,6
84,6
83,5
84,7
84,6
79,9
81,1
82,4
79,8
83,7
83,1
81,9
81,8
81,8
82,0
80,1
82,1
82,3
81,8
In goede staat
99,9
100,0
100,0
100,0
100,1
100,0
100,0
99,9
100,0
99,9
99,9
100,1
100,0
100,0
100,0
99,9
100,0
100,0
100,0
99,9
100,0
Totaal
71 44
Booischot
Schriek
53 26
Booischot
Schriek
199
43 19
24
Hallaar
Wiekevorst
158
Heist-Op-den-Berg
Itegem
323
Heist-Op-den-Berg
Binnenmuren
43 29
30
Hallaar
Wiekevorst
167
Heist-Op-den-Berg
Itegem
384
Aantal
Heist-Op-den-Berg
Elektrische Installatie
In slechte staat
1 454
1 948
1 004
1 758
965
5 012
12 141
1471
2 009
1 000
1 781
975
5 076
12 312
In goede staat
117
135
77
132
66
343
870
98
118
62
98
53
284
713
Geen antwoord
1 801
2 410
1 204
2 143
1 168
6 158
14 884
1 801
2 410
1 204
2 143
1 168
6 158
14 884
Totaal
1,5
2,3
1,7
2,1
2,2
2,7
2,3
2,6
3,1
2,5
2,1
2,7
2,8
2,7
%
In slechte staat
bijlage 8 Bewoonde woningen naar staat van de woning (ADSEI, SEE 2001)
204
274
104
210
113
645
1 550
188
212
113
221
110
631
1 475
Vatbaar voor verbetering
12,1
12,0
9,2
10,4
10,3
11,1
11,1
11,0
9,2
9,9
10,8
9,9
10,7
10,4
Vatbaar voor verbetering
86,3
85,6
89,1
87,4
87,6
86,2
86,6
86,4
87,7
87,6
87,1
87,4
86,4
86,9
In goede staat
99,9
99,9
100,0
99,9
100,1
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
99,9
100,0
Totaal
Procentuele aangroei in de transacties van appartementen, 1997=100% (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; 19972009)
201
Figuur B9.1
bijlage 9 Procentuele aangroei in de transacties van appartementen en villa’s, landhuizen en bungalows (ADSEI, 1997-2009)
bijlage 9 Procentuele aangroei in de transacties van appartementen en villa’s, landhuizen en bungalows (ADSEI, 19972009)
Bron ADSEI, Verkoop van onroerende goederen
202
bijlage 9 Procentuele aangroei in de transacties van appartementen en villa’s, landhuizen en bungalows (ADSEI, 1997-2009)
Figuur B9.2
Procentuele aangroei in de transacties van villa’s, landhuizen en bungalows, 1997=100% (Heist-op-den-Berg, arrondissement Mechelen, provincie Antwerpen; 1997-2009)
Bron ADSEI, Verkoop van onroerende goederen
203
bijlage 10 Bodemgebruik
bijlage 10 Bodemgebruik
51 021,5
51 021,5
51 021,5
2003
2007
2009
Arrondissement Mechelen
8 646,0
8 646,0
2007
2009
1 352 225,1 825 075,1
2009
2 204,5
9 141,2
9 114,4
9 040,0
69,8
70,6
69,0
541,2
549,2
524,2
3 259,4
12 640,0
12 566,3
12 253,2
42,5
42,4
41,8
487,9
471,1
471,2
2 730,6
6 503,0
6 484,7
6 332,3
15,4
15,5
15,2
136,0
133,0
133,8
27 122,4
105 442,9
105 163,9
104 128,8
466,9
465,4
463,5
4 561,1
4 549,8
4 522,4
140 328,9
55 109,0
91 300,7
36 411,7
10 903,6
91,1
2 223,0
3 302,4
2 717,1
27 376,8
286 738,7 139 496,3 54 987,7 92 254,7 37 247,0 11 007,1 91,1 2 216,2 3 292,0 2 712,7 27 332,9 * Behalve vervoer-, tele-communicatie- en technische voorzieningen. Bron FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie volgens de definities van OESO/Eurostat
92,6
1 448,0
1 441,6
1 431,5
0,0
0,0
0,0
2,3
2,3
2,3
697,6
684,6
662,0
1 858,4
1 774,4
1 756,0
9,4
9,4
10,1
146,1
148,1
132,2
Handels- Openbare Terreinen Terreinen Terreinen gebouwen gebouwen voor voor voor en teren gemengd vervoer en techn. reinen terreinen* gebruik telecom. voorz.
2009
10 727,4
37 638,2
37 022,2
35 929,2
217,4
212,5
205,4
1 713,8
1 665,0
1 624,3
Steengroeven, putten, mijnen, e.d.
286 738,7
34 833,2
154 942,0
151 238,8
144 404,8
1 466,3
1 432,9
1 357,1
7 650,2
7 480,1
7 143,5
Nijverheids gebouwen en terreinen
286 738,7
89 173,5
354 606,6
349 368,0
339 265,1
2 424,9
2 385,3
2 302,2
16 264,4
15 998,2
15 540,5
Woongebied
2007
55 547,2
172 543,4
173 010,5
173 729,5
679,9
686,6
675,8
6 126,0
6 189,6
6 188,5
Andere Bebouwde niet gronden bebouwde en aanvergronden wante
2003
142 018,0
1 352 225,1 829 846,6
Provincie Antwerpen
1 352 225,1 839 230,5
2007
5 541,2
5 574,1
5 668,0
28 631,1
28 833,8
29 292,6
Landbouwgronden volgens kadaster
2003
Vlaams Gewest
8 646,0
2003
Heist-op-den-Berg
bijlage 10 Bodemgebruik
Oppervlakte in hectaren van de percelen naar gebruik
Totale opp.
Tabel B10.1
204
7 658,0
7 590,5
7 541,5
24 993,0
24 561,8
23 989,3
137,3
136,6
140,1
1 025,8
999,6
986,6
Recreatiegebied en andere open ruimte
100,0
100,0
2007
2009
100,0
100,0
2007
2009
100,0
100,0
2007
2009 0,0
0,1
0,1
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,8
0,7
0,7
0,7
0,8
0,8
0,8
1,1
1,1
1,0
1,1
0,9
0,9
0,9
0,5
0,5
0,5
1,0
0,9
0,9
1,0
0,5
0,5
0,5
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3
0,3
9,5
7,8
7,8
7,7
5,4
5,4
5,4
8,9
8,9
8,9
48,9
205
19,2
12,7
bijlage 10 Bodemgebruik
31,8
3,8
0,0
0,8
1,2
0,9
9,5
100,0 48,6 19,2 32,2 13,0 3,8 0,0 0,8 1,1 0,9 9,5 * Behalve vervoer-, tele-communicatie- en technische voorzieningen. Bron FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie volgens de definities van OESO/Eurostat
3,7
2,8
2,7
2,7
2,5
2,5
2,4
3,4
3,3
3,2
0,2
0,2
0,2
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,3
0,3
0,3
Handels- Openbare Terreinen Terreinen Terreinen gebouwen gebouwen voor voor voor en teren gemengd vervoer en techn. reinen terreinen* gebruik telecom. voorz.
2009
12,1
11,5
11,2
10,7
17,0
16,6
15,7
15,0
14,7
14,0
Steengroeven, putten, mijnen, e.d.
100,0
31,1
26,2
25,8
25,1
28,0
27,6
26,6
31,9
31,4
30,5
Nijverheids gebouwen en terreinen
100,0
19,4
12,8
12,8
12,8
7,9
7,9
7,8
12,0
12,1
12,1
Woongebied
2007
49,5
61,0
61,4
62,1
64,1
64,5
65,6
56,1
56,5
57,4
Andere Bebouwde niet gronden bebouwde en aangronden verwante
2003
Provincie Antwerpen
100,0
2003
Vlaams Gewest
100,0
2003
Heist-op-den-Berg
100,0
2003
Arrondissement Mechelen
Landbouwgronden volgens kadaster
Procentuele verdeling van de totale oppervlakte van de percelen naar gebruik
Totale opp.
Tabel B10.2
2,7
2,6
2,6
1,8
1,8
1,8
1,6
1,6
1,6
2,0
2,0
1,9
Recreatiegebied en andere open ruimte
100,0
100,0
100,0
2003
2007
2009
100,0
100,0
2007
2009
100,0
100,0
2007
2009
39,9
39,1
43,7
43,3
42,6
60,5
60,1
59,0
47,0
46,8
46,0
Woongebied
11,9
12,0
10,6
10,6
10,6
9,0
8,9
8,9
10,5
10,4
10,5
Nijverheidsgebouwen en -terreinen
0,1
0,1
0,4
0,4
0,4
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Steengroeven, putten, mijnen, e.d.
2,4
2,5
2,6
2,6
2,7
2,9
3,0
3,0
3,3
3,4
3,4
Handelsgebouwen en terreinen
3,6
3,7
3,6
3,6
3,6
1,8
1,8
1,8
3,0
2,9
3,0
3,0
3,1
1,8
1,9
1,9
0,6
0,6
0,7
0,8
0,8
0,9
Openbare Terreinen gebouwen en voor gemengd terreinen* gebruik
30,0
30,4
29,7
30,1
30,7
19,3
19,5
20,1
28,0
28,4
29,1
Terreinen voor vervoer en telecom.
100,0 40,4 11,9 0,1 2,4 3,6 2,9 29,6 * Behalve vervoer-, tele-communicatie- en technische voorzieningen. Bron FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie volgens de definities van OESO/Eurostat
100,0
2007
2009
100,0
2003
Provincie Antwerpen
100,0
2003
Vlaams Gewest
100,0
2003
Heist-op-den-Berg
bijlage 10 Bodemgebruik
Procentuele verdeling van de oppervlakte ingenomen door de bebouwde percelen naar gebruik
Arrondissement Mechelen
Tabel B10.3
206
0,8
0,7
0,7
0,5
0,5
0,5
0,4
0,4
0,4
0,9
0,9
0,9
Terreinen voor technische voorzieningen
8,3
8,3
8,5
7,0
7,0
7,1
5,7
5,7
6,1
6,3
6,2
6,3
Recreatiegebied en andere open ruimte
207
Breda J., Pacolet J., Hedebouw J. & Vogels J. (2010), Programmatie thuiszorg en ouderenvoorzieningen, HIVA-K.U.Leuven, Leuven, 122 p. FOD Economie Algemene directie statistiek en economische informatie (2009), ‘Levensstandaard, Fiscale statistiek van de inkomens. Aanslagjaar 2007 – Inkomens van 2006a. Verdeling per geografische eenheid en per klasse van totaal belastbaar netto-inkomen’, FOD Economie Algemene directie statistiek en economische informatie, Leuven. Lodewijckx E. (2008), ‘Veranderende leefvormen in het Vlaamse Gewest, 1990-2007 (en 2021)’, Een analyse van gegevens uit het rijksregister. SVR-rapport 2008/3. Pelfrene E. (2009), De nieuwe ‘bevolkingsvooruitzichten 2007–2060’. Een vergelijking met vorige prognoses, SVR-rapport 2009/3. Janssens P. & Dewael P. (2005), 50 jaar Belgische vastgoedmarkt: 1953-2003, Waar geschiedenis tot toekomst vergroeit, Roularta books, Roeselare, 281 p. Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (2005), Evaluatieverslag woonbegeleiding en begeleid wonen als gedeelde zorg, juni 2005. Soresma (2010), Onderzoek naar woontendensen en –behoeften binnen de provincie Antwerpen, Eindrapport Februari 2010, Dienst Ruimtelijke Planning van de provincie Antwerpen, Antwerpen, 127 p. Van Haarlem A. (2009), Handleiding Gemeentelijk Woondossier 2008 met data m.b.t. het jaar 2006/2007/2008. Statistische Fiche, 12de Versie, UA-OASeS, Antwerpen, 40 p. Van Peer C., Willems P., Pelfrene E. & Lodewijckx E. (2010), ‘Vruchtbaarheid en differentiële vruchtbaarheid bij Belgen en niet-Belgen in Vlaamse steden en gemeenten’, SVRwebartikel, jrg. 2010/12, Studiedienst van de Vlaamse regering. Willems P. (2007), ‘Projecties van aantallen huishoudens naar huishoudgrootte voor de 308 gemeenten van het Vlaamse Gewest, Twee scenario’s voor de periode 2005-2025’, SVRtechnisch rapport, jrg. 2007/1.
Bibliografie
Bibliografie