ADVIES WOONBELEIDSPLAN VLAANDEREN visie en doelstellingenkader
De Vlaamse overheid werkt vanuit haar visie op wonen het nieuwe Woonbeleidsplan uit. De Vlaamse Jeugdraad geeft met dit advies input voor een jeugdgericht woonbeleid met toekomstgerichte keuzes voor een kindvriendelijke woonomgeving en voor betaalbare woningen, ook voor jonge starters.
1
VLAAMSE JEUGDRAAD 8 mei 2013
ADVIES 13/06
ADVIES WOONBELEIDSPLAN VLAANDEREN Visie en doelstellingenkader De Vlaamse Jeugdraad in vergadering op 8 mei 2013 onder voorzitterschap van Lander Piccart en waarbij aanwezig waren: Aftab Shaireen, Baetens Jo, Celen Kim, Coenen Lotta, Eestermans Kara, Smit Marlies, Stevens Freek, Veraghtert Stefanie, Verhaeghe Isaac, Vlasschaert Stijn, Wattiez Marie Brengt unaniem het volgende advies uit: 1. 2. 3.
4.
5.
6.
Maak betaalbaar en kwaliteitsvol wonen mogelijk voor iedereen. Zet zowel in op kopen als op huren. Vernieuw de huidige regelgeving om nieuwe kind-, jeugd- en gezinsvriendelijke woonvormen mogelijk te maken. Creëer gezonde en groene woonomgevingen met voldoende kwaliteitsvolle publieke ruimte, een kleinschalige en duurzame mobiliteitsstructuur, en nabijheid van jeugdvoorzieningen. Zorg dat zowel dorpskernen als steden ‘topomgevingen’ worden voor kinderen en jongeren. Zorg voor een duurzame woningmarkt die spaarzaam omspringt met ruimte en energie. Behoud de open ruimte, stop ruimteverspilling en verdicht op een jeugdvriendelijke manier. Maak wonen energieneutraal. Heb ook aandacht voor sociale duurzaamheid en streef naar een gezonde sociale mix in elke woonomgeving. Stem verwante beleidsdomeinen af op het Woonbeleidsplan Vlaanderen zodat de verschillende beleidsplannen elkaar versterken. Zorg ook voor een goede afstemming tussen de verschillende beleidsniveaus. Betrek kinderen, jongeren en hun organisaties bij de uitvoering van het Woonbeleidsplan en bij het plannen van woonprojecten. Informeer jongeren over wonen en het woonbeleid in Vlaanderen, zodat zij als kritische burgers naar wonen in Vlaanderen kunnen kijken.
p. 3 p. 4 p. 4
p. 6
p. 6
p. 7
1. Situering In september 2012 stelde minister Freya Van den Bossche de krijtlijnen van een toekomstvisie op wonen in Vlaanderen 2050 voor. Intussen werd ook een doelstellingenkader opgesteld. In de loop van 2013 worden deze verder uitgewerkt tot een Woonbeleidsplan met concrete acties. Minister Van den Bossche wil dit nieuwe Vlaamse beleidsplan tegen eind 2013 ter goedkeuring voorleggen aan de Vlaamse regering. Op basis van een aantal eerdere adviezen wil de Vlaamse Jeugdraad met dit advies de toekomstvisie op wonen in Vlaanderen zoals voorgesteld door minister Van den Bossche verder versterken. De Vlaamse Jeugdraad formuleerde in december 2012 al een advies op het Groenboek Beleidsplan
2
Ruimte Vlaanderen om de ruimte in Vlaanderen meer leefbaar te maken voor kinderen en jongeren1. Dit advies kwam participatief tot stand en bevat heel veel raakvlakken met de Visietekst voor het Woonbeleidsplan Vlaanderen. Wij vragen dan ook om expliciet met dit advies rekening te houden in het Woonbeleidsplan Vlaanderen en de praktische uitvoering ervan, en voegen het toe als bijlage. Het advies Woonbeleidsplan Vlaanderen is in grote mate gebaseerd op dit eerdere advies.
2. Advies De Vlaamse Jeugdraad brengt een positief advies uit over de Visietekst en het Doelstellingenkader van het Woonbeleidsplan Vlaanderen. 2.1. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen Maak betaalbaar en kwaliteitsvol wonen mogelijk voor iedereen. Zet zowel in op kopen als op huren. De toenemende kinderarmoede, de demografische uitdagingen en de effecten van stadsvernieuwing op de prijszetting van woningen maken van betaalbaar wonen een absolute topprioriteit. De doelstelling “Maak van betaalbaar wonen een afdwingbaar recht” in de Visietekst Woonbeleidsplan Vlaanderen is voor de Vlaamse Jeugdraad prioritair. Betaalbaarheid is echter niet voldoende: elk kind en elke jongere heeft ook het recht om kwaliteitsvol te wonen. Kinderen die een thuis hebben waarvan de kwaliteit te wensen overlaat, worden vaker ziek of doen het minder goed op school. In het licht van de toenemende kinderarmoede in Vlaanderen is het des te meer van belang dit recht op kwaliteitsvol wonen extra te garanderen voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Het doelstellingenkader Woonbeleidsplan Vlaanderen en de Vlaamse Wooncode schuiven terecht een doelgroepenbeleid naar voor dat vooral aandacht geeft aan de meest behoeftige gezinnen en alleenstaanden. Wij willen hier benadrukken dat ook jonge starters (jonge mensen, jonge gezinnen) een steeds kwetsbaarder groep worden op de woningmarkt, zeker in het licht van de toenemende jeugdwerkloosheid en kinderarmoede. Zorg daarom voor een efficiënt beleid, dat de beschikbare middelen effectief besteedt aan de doelgroepen die er het meest nood aan hebben. Om betaalbaar en kwaliteitsvol wonen in Vlaanderen ook in de praktijk waar te maken, is dringend een aangepast instrumentarium nodig. Inzetten op zowel kopen als huren is een goede eerste stap, omdat jongeren vaak starten in een huurwoning, maar tegelijkertijd dromen van hun eigen huis. Hoge huurprijzen en huurwaarborgen zijn voor minder kapitaalkrachtige jongeren een drempel om de woningmarkt te betreden, terwijl ook het gebrek aan betaalbare en kwaliteitsvolle koopwoningen een probleem is. Werk deze drempels weg met behulp van bestaande en nieuwe maatregelen. Investeer tenslotte in sociale woningbouw, versterk de sociale huurmarkt, en vereenvoudig de vele administratieve beslommeringen binnen het sociale woningbeleid.
1
Advies 1219 Beleidsplan ruimte Vlaanderen.
3
2.2. Nieuwe woonvormen Vernieuw de huidige regelgeving om nieuwe kind-, jeugd- en gezinsvriendelijke woonvormen mogelijk te maken. De Vlaamse Jeugdraad steunt de visie van het Woonbeleidsplan om voor elke woning in Vlaanderen afdwingbare kwaliteitsnormen op te leggen, die enerzijds duidelijk, ambitieus en meetbaar zijn, maar anderzijds ook voldoende flexibel om nieuwe woonvormen alle kansen te geven. Om aan deze kwaliteitseisen te kunnen voldoen, is er behoefte aan woonvormen die de ruimte efficiënter benutten, en die tegemoetkomen aan veranderende gezinssituaties en de noden van de jongeren van morgen. Uit bevragingen van kinderen en jongeren blijkt dat zij veel belang hechten aan basiscomfort en een minimum aan private binnenruimte (vooral een eigen slaapkamer)2. Hoe belangrijk het delen van ruimte ook is, kinderen, jongeren en gezinnen hebben nood aan een eigen plaats, in exclusief gebruik. Creatieve ontwerpen en alternatieve woonvormen kunnen voor heel wat jonge mensen en gezinnen een goede oplossing zijn: cohousing, samenhuizen, intergenerationeel samenwonen, gedeelde tuinen, het delen van één villa of boerderij met enkele gezinnen … In de praktijk botsen deze oplossingen echter op belemmerende regelgeving en administratieve rompslomp. Werk deze belemmeringen weg en zet ze om in stimulansen. Ook hoogbouw kan een oplossing zijn om de ruimte efficiënter te gebruiken. Maar dan is vernieuwing van hoogbouw als woonvorm nodig: geen saaie grijze betonnen blokken meer, maar een sterke, boeiende, diverse, aantrekkelijke, kleurrijke architectuur. Kind- en gezinsvriendelijkheid moeten een grondvoorwaarde worden bij de toelating voor elke nieuwe hoogbouw-woonblok3. Bouw daarom niet te hoog (kindvriendelijke hoogbouw telt best niet meer dan vier verdiepingen), en zorg voor een functionele mix en een goede inplanting in het stedelijk weefsel.
2.3. Kindvriendelijke woonomgevingen Creëer gezonde en groene woonomgevingen met voldoende kwaliteitsvolle publieke ruimte, een kleinschalige en duurzame mobiliteitsstructuur, en nabijheid van jeugdvoorzieningen. Zorg dat zowel dorpskernen als steden ‘topomgevingen’ worden voor kinderen en jongeren. De ‘elke wijk een topwijk’ benadering in de Visietekst Woonbeleidsplan Vlaanderen is veel kind- en jongerenvriendelijker dan de ‘omgevingen van topklasse’ benadering in het Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Elk kind en elke jongere heeft recht op een jeugdvriendelijke woonomgeving4. Een kwalitatieve woonomgeving moet daarom een basisvoorwaarde zijn voor het toelaten van elke nieuwe ontwikkeling, voor het verdichten van bestaande woonomgevingen en het verder verstedelijken.
2
Verhetsel, A., Witlox, F., Tierens, N., 2003. Jongeren en wonen in Vlaanderen. Woonsituatie, woonwensen en woonbehoeften. Antwerpen, De Boeck. 3 In verband met kindvriendelijke hoogbouw, zie http://www.dusarchitects.com/poptahof/. 4 Voor aanbevelingen voor een kindvriendelijke planning van de woonomgeving, zie Vanderstede, W., 2012. Tussen privaat en publiek: Kindvriendelijke planning en inrichting van de woonomgeving. Brugge, Vanden Broele.
4
Kind- en jongerenvriendelijkheid is een goede maatstaf voor een kwalitatieve woonomgeving: een kindvriendelijke omgeving is meteen ook gezins- en mensvriendelijk. Kinderen en jongeren willen in de buurt waarin zij wonen: - voldoende groen vinden; - leeftijdsgenoten ontmoeten; - snel, zelfstandig en veilig naar school en andere jeugdvoorzieningen kunnen gaan; - zich kunnen verplaatsen langs rustige wegen zonder druk (auto)verkeer. Voorzie dus genoeg groene en jeugdvriendelijke publieke ruimte (straten, voetpaden, pleinen, parken …) in de directe woonomgeving, vooral in wijken met hoge bevolkingsdichtheid en diversiteit. Publieke ruimte moet een aangename en diverse speel-, rondhang- en ontmoetingsruimte zijn, die kinderen en jongeren de nodige uitdaging, spanning en ontdekkingskansen biedt. Straten, pleinen, publieke gebouwen en openbaar vervoer moeten altijd toegankelijk zijn voor personen met een beperking. Een goed georganiseerde publieke ruimte biedt bovendien een kwaliteitsvolle speelomgeving voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, die vaak niet over een eigen tuin beschikken. Kinderen en jongeren willen zich veilig en zo veel mogelijk autonoom kunnen verplaatsen. Zorg daarom voor een duurzame en kleinschalige mobiliteitsstructuur in de woonomgeving. Hanteer het STOP-principe: geef voorrang aan stappers, trappers en openbaar vervoer ten opzichte van personenwagens5. - Creëer centrale fietsassen en extra ‘doorsteekjes’ voor fietsers en voetgangers. Verplicht de ontwikkeling van een speel- of kindweefsel bij woonprojecten. - Zorg voor een goede aansluiting van woonzones op het openbaar vervoernetwerk. - Maak woonwijken, stads- en dorpskernen autoluw of autoloos. - Plan nieuwe woonwijken enkel in op locaties die goed bereikbaar zijn (of worden) met openbaar vervoer, met de fiets of te voet. Garandeer de nabijheid tot de woonzone van voorzieningen die belangrijk zijn voor kinderen en jongeren: school en kinderopvang, buurtwinkel, jeugdlokaal, jeugdhuis, fuifzaal of repetitieruimte, bibliotheek, muziekschool en sportcentrum, maar ook buiten(speel)ruimte en openbaar groen. Plan zulke jeugdvoorzieningen expliciet in bij woonprojecten. Zorg ook voor goede, veilige en kindvriendelijke verbindingen tussen de woningen en deze voorzieningen. Uiteraard kan je niet alles tegelijk doen. Daarom vragen we om wijken waar speelruimte en groene ruimte echt schaars is en waar kwalitatieve publieke ruimte ontbreekt prioritair aan te pakken. Het gaat hier om dichtbebouwde wijken, stationsomgevingen of geïsoleerde wijken: vaak net die wijken waar samenleven niet evident is. Kies in zulke omgevingen voor verluchting in plaats van verdichting. Opwaardering van woonomgevingen vanuit een jeugd- en kindvriendelijke visie houdt in dat de ruimte voor het verenigingsleven en het jeugdwerk toeneemt. Het verenigingsleven versterkt namelijk de sociale samenhang in de wijk of het dorp en heeft een sterk opvoedend en gemeenschapsvormend karakter.
5
Zie ook Advies 1208 Mobiliteitsplan Vlaanderen. Missie en visie; Advies 1211 Openbaar vervoer.
5
2.4. Duurzaam wonen Zorg voor een duurzame woningmarkt die spaarzaam omspringt met ruimte en energie. Behoud de open ruimte, stop ruimteverspilling en verdicht op een jeugdvriendelijke manier. Maak wonen energieneutraal. Heb ook aandacht voor sociale duurzaamheid en streef naar een gezonde sociale mix in elke woonomgeving. Het doelstellingenkader Woonbeleidsplan Vlaanderen streeft naar een toekomstbestendige woningmarkt die de impact van wonen op ruimte en energie zoveel mogelijk beperkt. Wij zijn voorstander van een duurzaam woonbeleid, dat goed wonen in Vlaanderen ook mogelijk maakt voor toekomstige generaties. Uit onze enquête ‘Ruimte voor morgen’ blijkt duidelijk dat jongeren vinden dat de open ruimte niet verder bebouwd mag worden. De boodschap is dus: een ‘bouwstop’, een halt aan lintbebouwing en een beperking van de verharding. Concentreer wonen hoofdzakelijk in stads- en dorpskernen. Verdicht op een jeugdvriendelijke manier, zonder de draagkracht van de woonomgeving aan te tasten. Stop ruimteverspilling, en roep leegstand een halt toe. Duurzaam omspringen met ruimte betekent ook dat woningen aangepast zijn aan de eigen noden. Zo biedt tijdig verhuizen meerdere voordelen: oudere mensen die verhuizen naar een aangepaste woning zonder trappen en met zorg in de buurt, maken tegelijkertijd hun voormalige woning vrij voor een gezin. Een toekomstgericht Vlaanderen waar het ook voor de volgende generaties goed is, zet in op meer duurzame en hernieuwbare energie en energiebesparing. Zorg ervoor dat bestaande en nieuwe koop- en huurwoningen energieneutraal worden, en besteed daarbij extra aandacht aan kansengroepen, voor wie een betaalbare energiefactuur essentieel is. Informeer tenslotte jonge mensen over energieneutraal wonen. Beperk duurzaamheid niet tot de domeinen ruimte en energie. Duurzaamheid betekent ook lokale verankering, kleinschaligheid, diversiteit … Uit bevraging blijkt dat heel wat kinderen en jongeren graag willen wonen in een buurt met een grote sociale diversiteit. De Vlaamse Jeugdraad kiest dan ook voor een zo groot mogelijke verwevenheid van doelgroepen, functies, gezinssamenstellingen, leeftijden, enz. in elke woonomgeving. Een sociale mix is elementair voor het lokaal weefsel, het verenigingsleven en gemeenschapsvorming.
2.5. Afstemming op andere beleidsdomeinen en -niveaus Stem verwante beleidsdomeinen af op het Woonbeleidsplan Vlaanderen zodat de verschillende beleidsplannen elkaar versterken. Zorg ook voor een goede afstemming tussen de verschillende beleidsniveaus. Bij het realiseren van de toekomstvisie op wonen die in de Visietekst en het doelstellingenkader van het Woonbeleidsplan Vlaanderen wordt voorgesteld, is het woonbeleid niet de enige speler. Ook andere beleidsdomeinen, zoals ruimte, mobiliteit, welzijn, stedenbeleid, energie, armoedebeleid,… moeten een kind- en jongerenvriendelijk woonbeleid mee ondersteunen en mogelijk maken. De
6
Vlaamse Jeugdraad steunt de doelstelling van het Woonbeleidsplan om de verschillende beleidsplannen op elkaar af te stemmen en te komen tot een integrale benadering6. Zorg dat de visie van het Woonbeleidsplan doorwerkt op het lokale beleidsniveau, zodat initiatieven op verschillende beleidsniveaus elkaar versterken. Voorzie de nodige instrumenten om de visie niet enkel op Vlaams, maar ook op lokaal niveau waar te maken.
2.6. Participatie en betrokkenheid van kinderen en jongeren met betrekking tot wonen Betrek kinderen, jongeren en hun organisaties bij de uitvoering van het Woonbeleidsplan en bij het plannen van woonprojecten. Informeer jongeren over wonen en het woonbeleid in Vlaanderen, zodat zij als kritische burgers naar wonen in Vlaanderen kunnen kijken. De visie in het beleidsplan benadrukt het belang van een brede participatie bij het streven naar een Vlaanderen waarin het goed wonen is in 2050. Betrek ook kinderen, jongeren en hun organisaties actief bij de verdere opmaak en uitvoering van het Woonbeleidsplan Vlaanderen. Promoot en realiseer de inspraak van kinderen en jongeren bij de planning van concrete woonprojecten. De perspectieven van kinderen en jongeren werpen een nieuw en verhelderend licht op de woonruimte, en leveren een waardevolle insteek bij de evaluatie van een bestaande woonwijk of bij het ontwerp van hun nieuwe wijk7. Inspraak en participatie van kinderen en jongeren komt niet vanzelf. De Vlaamse Jeugdraad formuleerde in een eerder advies aanbevelingen om de positie van kinderen en jongeren bij ruimtelijke planprocessen (waaronder woonprojecten) te versterken8. We vragen om dat advies een plaats te geven bij de opmaak en uitvoering van het Woonbeleidsplan Vlaanderen en het bijhorende instrumentarium9. Om kinderen en jongeren optimaal te kunnen laten participeren aan het woonbeleid in Vlaanderen moeten zij voldoende informatie krijgen. De rol van het onderwijs en de media is belangrijk. Zorg dat kinderen en jongeren verschillende woonsituaties leren kennen en appreciëren. Stadsklassen voor kinderen op het platteland, plattelandsklassen voor kinderen in de stad, dynamische informerende tv-programma’s ... behoren tot de mogelijkheden. Informeer kinderen en jongeren en daag hen uit om als kritische geïnformeerde burgers naar wonen in Vlaanderen te kijken.
6
Stem het Woonbeleidsplan Vlaanderen zeker af op het Vlaams Jeugdbeleidsplan, waarin een aantal cruciale operationele doelstellingen in verband met wonen zijn ondergebracht onder de strategische doelstelling ‘Meer kinderen en jongeren groeien op in een goede woning en een duurzame woonomgeving’. 7 Concrete voorbeelden vind je onder meer in Claus, C., 2013. “Jeugdparticipatie bij stadsvernieuwing. Yota! Project in Sint-Jans-Molenbeek”, Krax+, 2 (1), 24-27; Edzes, I., Bullens, T., 2013. “Stadsacupunctuur: Prikjes die je buurt beter maken”, Krax+, 2 (1), 21-23. 8 Advies 1213 Inspraak en participatie bij ruimtelijke planprocessen. Zie ook Advies 1216 Jongeren en participatie. 9 Voor concrete aanbevelingen om inspraak en participatie van kinderen bij woonprojecten te bevorderen, zie ook Vanderstede, W., 2012. Hoger geciteerd. IV.6.39-IV.6.47.
7