SumResearch / 6029 Woonplan Genk
Lokaal Woonbeleidsplan Genk
7 februari 2014
Stad Genk Stadsplein 1 3600 Genk
1
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
INHOUD 1
Inleiding
4
2 2.1 2.2 2.3 2.4
SWOT als uitgangspunt voor het woonplan Sterkten Zwakten Opportuniteiten Bedreigingen
5 5 6 7 8
3
Missie
9
4 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.4 4.4.1 4.4.2 4.5
Visie op het wonen in Genk Naar een bredere bevolkingsstructuur Een (GAOZ-) woonbeleid met een multilaterale samenwerking Focus op doelgroepen via een aangepast aanbod en begeleiding Starters Sociaal kwetsbare doelgroepen Senioren Verhuurders Studenten Een gedifferentieerd en ruimtelijk woonbeleid Een gedifferentieerd woonbeleid Een ruimtelijk woonbeleid Blijvende aandacht voor betaalbare kwaliteit
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 19 20 21
5 5.1
22
5.2.9 5.3
Doelstellingenkader Strategische Doelstelling 1: Betaalbaar, duurzaam, kwalitatief en innovatief woningaanbod voor iedereen Een passend aanbod voor elke doelgroep (OD 1.1) Diversere doelgroepen in het centrum (OD 1.2) Betaalbaar en innovatief wonen (OD 1.3) Kwalitatief en dynamisch stedenbouwkundig beleid (OD 1.4) Stedelijk karakter in the picture (OD 1.5) Bijzonder en exclusief wonen in the picture (OD 1.6) Samenleven (OD 1.7) Innovatieve (samen)woonvormen (OD 1.8) Strategische Doelstelling 2: Leefbare woonomgevingen ontwikkelen Een duurzaam groeimodel voor Genk (OD 2.1) Koesteren van waardevolle woonwijken (OD 2.2) Versterken van fysieke verbindingen (OD 2.3) Kwaliteitskader woonomgevingen (OD 2.4) Kwaliteit van de (eigen) woning (OD 2.5) De Genkse wijken in the picture (OD 2.6) Actieve regisseursrol (OD 2.7) Opzetten en continueren van permanent overleg tussen alle betrokken huisvestingsactoren in Genk en de partners in GAOZ (OD 2.8) Opvolging van het woonbeleidsplan en monitoring van het woonbeleid (OD 2.9) Overzichtskader doelstellingen
6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.2
Uitgebreid actieprogramma en instrumentarium Actie 1: Een doelgroepgericht aanbodbeleid: starters, jonge gezinnen en senioren Instrument 1A Instrument 1B Instrument 1C Instrument 1D Actie 2: Genk streeft naar een evenwichtige bevolkingsmix
31 32 32 33 34 35 36
5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8
23 23 23 23 24 24 24 24 25 26 26 26 26 27 28 28 28 28 29 30
2
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.3 6.3.1 6.4 6.4.1 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.6 6.6.1 6.6.2 6.6.3 6.6.4 6.7 6.7.1 6.7.2 6.7.3 6.8 6.8.1 6.9 6.9.1 6.9.2 6.9.3 6.9.4 6.10 6.10.1 6.11 6.11.1 6.11.2 6.11.3
Instrument 2A 36 Instrument 2B 37 Instrument 2C 38 Instrument 2D 39 Actie 3: Diversiteit van het stadscentrum versterken 40 Instrument 3A 40 Actie 4: Sociaal en bescheiden wonen 41 Instrument 4A 41 Actie 5: Betaalbare en innovatieve woonoplossingen 42 Instrument 5A 42 Instrument 5B 44 Instrument 5C 45 Actie 6: Waardevolle woonwijken 46 Instrument 6A 46 Instrument 6B 47 Instrument 6C 48 Instrument 6D 49 Actie 7: Werken aan de (individuele) woonkwaliteit 50 Instrument 7A 50 Instrument 7B 51 Instrument 7C + 7D 52 Actie 8: Het verder onderzoeken, uitwerken en implementeren van de visie rond duurzaam verdichten op het vlak van wonen. 54 Instrument 8A 54 Actie 9: Kwalitatief en dynamisch stedenbouwkundig beleid 55 Instrument 9A 55 Instrument 9B 56 Instrument 9C 57 Instrument 9D 58 Actie 10: Ontmoetingsruimtes creëren 59 Instrument 10A 59 Actie 11: Genk neemt een sterke regierol op 60 Instrument 11A 60 Instrument 11B 61 Instrument 11C 62
3
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
1
Inleiding In voorgaande omgevingsanalyse (deel A) werd de bestaande huisvestingssituatie in Genk grondig onderzocht. Hiervoor werden enerzijds de lokale elementen in kaart gebracht zoals het demografisch profiel van de inwoners, kenmerken van de woningvoorraad en de woonomgeving, lokale actoren, beleidsinstrumenten en beleidsrapporten. Anderzijds werden ook enkele externe factoren onderzocht die invloed hebben op de woonsituatie in Genk: trends op het vlak van wonen in Vlaanderen, bovenlokale wetgeving en instrumenten en de regionale woningmarkt van Genk. Deze grondige analyse van de bestaande woonsituatie in Genk op basis van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens vormt de geschikte fundering waarop het tweede deel, het eigenlijke woonbeleidsplan, kan voortbouwen. Voorliggend lokaal woonbeleidsplan (deel B) is een beleidsdocument dat de krachtlijnen en keuzes weergeeft voor het woonbeleid in de stad Genk. Deze keuzes zijn gebaseerd op de SWOT-analyse uit deel A. Uit het pallet van mogelijke acties en instrumenten is er enerzijds gefocust op de meest kansrijke acties, en is er anderzijds rekening gehouden met de visie om durf en vernieuwing te injecteren in het woonbeleid. Bij dit document hoort een actietabel die als afzonderlijk werkdocument kan worden beschouwd. Het lokaal woonbeleidsplan is als volgt opgebouwd: -
SWOT-analyse van wonen in Genk als synthese van de informatie uit de omgevingsanalyse en als vertrekbasis voor het woonbeleidsplan;
-
de missie van het woonbeleid in Genk;
-
de visie op het wonen in Genk;
-
een overzicht van de doelstellingen;
-
de actiedomeinen en acties.
4
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
2
SWOT als uitgangspunt voor het woonplan Op basis van de uitgebreide analyse van het wonen in Genk kan samenvattend een overzicht gegeven worden van de sterke en zwakke punten van de woningmarkt en het wonen in Genk. Voor het ontwikkelen van een toekomstgericht woonbeleid is het uiteraard belangrijk in te gaan op de kansen die aansluiten bij de eigen sterkten en de eigen identiteit. Dreigingen dienen in de mate van het mogelijke gekanaliseerd, vermeden en pro-actief uitgeschakeld te worden.
2.1
Sterkten -
Genk is een groene en rustige stad. De aanwezigheid van grote eenheden natuur aan de rand van de stad en het groene beeld van de verschillende woonwijken vormen een belangrijke troef.
-
Er is een grote diversiteit aan woonmilieus in de stad. Zo beschikt Genk over een aantal residentiële wijken, typische tuinwijken, sociale woonwijken, landelijke gehuchten, … Deze wijken hebben elk een eigen karakter en specificiteit, zodat een gevarieerd aanbod aan huisvestingsmogelijkheden mogelijk is.
-
Genk kent een uitgebreid aanbod aan woonondersteunende diensten en voorzieningen. Er is een goed totaal winkelaanbod, naast een uitgebreid aanbod aan basisscholen en secundaire scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven, jeugdcentra, rusthuizen, buurtcentra, … Enkel het aanbod aan onderwijsinstellingen op hoger of universitair niveau is nogal beperkt in Genk.
-
Genk wordt gekenmerkt door een hoog aandeel sociale huisvesting in het totale woningpatrimonium. 13% van het totale woningbestand bestaat uit sociale huurwoningen. Indien men hier de recente sociale koopwoningen van Landwaarts en de recent verkochte woningen van Nieuw Dak bijtelt, loopt het aandeel op tot 17,3%.
-
Genk heeft een reglement sociaal wonen met een bijbehorend actieplan dat is goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 16.05.2013.
-
In veel Genkse wijken – ook in wijken met een eerder negatief imago - heerst er een grote woontevredenheid onder de bewoners, en hebben de wijkbewoners een vrij sterke binding met de wijk.
-
In Genk is er een veelheid aan sterke actoren actief die een invloed hebben op het stedelijk woonbeleid. Ook wat betreft overleg tussen de verschillende huisvestingsactoren staat Genk vrij ver, onder meer dankzij het Lokaal Woonoverleg en het Beheerscomité van de intergemeentelijke samenwerking GAOZ.
-
Er bestaat in Genk een sterke koppeling tussen de domeinen Wonen en Welzijn, onder meer dankzij een goede samenwerking met het OCMW van Genk, CAW Sonar, RIMO Limburg, SVK het Scharnier, Stebo vzw, Huurderssyndicaat, Sociaal Huis, …
-
Genk telt een veelheid aan relevante onderzoeksrapporten en beleidsplannen met een invloed op het wonen: het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Genk, het onderzoek naar woonwensen en woonbehoeften bij de Genkse senioren en het vervolgonderzoek naar Levenslang wonen voor senioren, het Minderhedenbeleidsplan, het Citymarketingplan, het Ballonplan, het Lokaal Sociaal Beleidsplan, HIVA-studie en vervolgstudie rond woonzorgzones, …
-
Genk behoort tot de intergemeentelijke samenwerking GAOZ Woonbeleid, dat tracht om het woon- en premiebeleid van de vier partners op elkaar af te stemmen (o.m. subsidie duurzaam wonen, lokaal toewijzingsreglement sociaal wonen, immodatabank, …) en waarin de stad een voortrekkersrol speelt.
-
In Genk is er reeds een veelheid aan stedelijke initiatieven om het woonbeleid vorm te geven. Waardevol zijn ook een aantal specifieke projecten rond o.m. logementshuizen, studentenkamers, problematische wooncultuur in sommige wijken, …
5
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
2.2
Zwakten -
Genk kent een sterke verspreiding van verschillende woonkernen. Er is beperkte samenhang en binding tussen de verschillende wijken.
-
Gemis aan stedelijkheid, ook in het centrum van Genk. De stedelijke gradiënt van een dicht historisch weefsel naar een meer open perifeer weefsel ontbreekt.
-
Zwak economisch profiel van de inwoners van Genk. Dit blijkt onder meer uit het grote aandeel mensen met betalingsproblemen, het lagere gemiddelde inkomen van de Genkenaren, de hogere werkloosheidsgraad en het hoger aandeel kansarmen.
-
Genk kent een aantal wijken met een slecht imago, dreigende achteruitgang en maatschappelijke problematiek op verschillende terreinen. Een deel van de bewoners van deze wijken woont er door een gebrek aan keuzemogelijkheden en niet zozeer vanwege een voorkeur voor deze wijken. Dit leidt tot een concentratie van sociaal zwakkere bevolkingsgroepen en kansarmoede.
-
Er is een onvoldoende aanbod aan (betaalbare en kwalitatieve) huurwoningen op de private woningmarkt.
-
Genk heeft een negatief intern migratiesaldo: Er trekken meer mensen weg uit Genk naar de rest van België, dan er omgekeerd mensen uit de rest van België naar Genk komen en dit vooral in de leeftijd 25-39 jaar.
-
Geen optimale spreiding van de sociale huurwoningen, zowel binnen de verschillende wijken in Genk, als tussen Genk en de randgemeenten.
-
Er werd een probleem gesignaliseerd voor de middenklasse ten aanzien van de betaalbaarheid van het wonen.
-
Veel Genkenaars hebben enorm hoge verwachtingen ten aanzien van het stadsbestuur en geleverde inspanningen door de stad worden hierbij niet altijd naar waarde geschat.
-
De reserves aan uitgeruste bouwpercelen worden onvoldoende aangesproken.
6
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
2.3
Opportuniteiten -
Genk beschikt over een veelheid aan woon- en woonuitbreidingsgebieden die bij ontwikkeling het mogelijk maken een ruim en divers aanbod aan percelen en woningen te creëren.
-
Nieuw Dak, Landwaarts, de stad en het OCMW zijn belangrijke en sterke woonactoren.
-
De geplande uitbouw van een welzijnscampus en de implementatie van de woonzorgzones in Genk.
-
Er kan meer synergie gezocht worden tussen het woonbeleidsplan en het lokaal sociaal beleidsplan.
-
Grote stedenbouwkundige projecten kunnen Genk een nieuwe impuls geven: C-Mine, Stadsplein, LO2020, Thor Wetenschapspark, …
-
Het steeds belangrijker wordende aandeel van renovatie in plaats van nieuwbouw biedt kansen om de kwaliteit van het bestaande woningpatrimonium verder te verhogen.
-
Het nemen van initiatieven om de private sector bij het woonbeleid van de stad Genk te betrekken, biedt nog vele nieuwe mogelijkheden.
-
Het woonbeleid GAOZ moet zeker als een verdere kans worden gezien. Ze vervult haar rol als actieve informatieverstrekker en toezichthouder op leegstand en de woonkwaliteit en harmoniseert al een aantal premies. Er is zeker ruimte om binnen GAOZ het woonbeleid verder op elkaar af te stemmen.
-
Visie rond verdichten wonen in het ‘groeimodel voor wonen’ dat is opgemaakt door SumResearch.
-
Visie rasterstad dat is opgemaakt door BUUR.
Groeimodel voor Wonen (SumResearch, 2013) Dit groeimodel presenteert een visie over verdichting in Genk die vertrekt van de bestaande ruimtelijke structuur van Genk en die rekening houdt met de bestaande kwaliteiten. Het is een algemeen richtlijnenkader waarin een uitspraak wordt gedaan over de gewenste manier van verdichting en dit voor elke locatie in Genk. De locatie van nieuwe woonontwikkelingen hangt samen met de bestaande bestemming volgens het gewestplan of recentere bpa’s, rup’s of verkavelingsvergunningen. De wenselijkheid tot verdichten hangt daarnaast ook af van tal van andere factoren: de aanwezigheid van bepaalde doelgroepen (ouderen, studenten, …) , voorzieningen, winkels, ondersteunende diensten, de bereikbaarheid via openbaar vervoer, de bestaande dichtheid, verkeerssituatie, … Het uittekenen van een groeimodel is met andere woorden niet enkel gebaseerd op ruimtelijke argumenten. Het richtlijnenkader zelf bestaat uit een kaartbeeld met een aantal categorieën van verdichting. Visie rasterstad Genk (BUUR, 2013) Momenteel staat de stad voor een heroriëntatie van economische activiteiten met nieuwe stedelijke dynamieken tot gevolg. De ruimtelijke vertaling hiervan is vandaag nog onvoorspelbaar, maar des te belangrijker is het om een duidelijk kader te bepalen waarbinnen deze dynamieken in de toekomst kunnen plaatsvinden. De traditionele kijk op steden als compacte of afgebakende gehelen strookt niet met de realiteit van een rasterstad zoals Genk en moet worden vervangen door een open blik op de stad, waar stad en landschap met elkaar verweven zijn. Tegelijk is Genk een stad als een archipel, met tal van eigen mini-modellen en –logica’s die niet echt een geheel vormen. Binnen deze visie worden ruimtelijke strategieën naar voren geschoven om verschillende elementen van de stad samen te voegen tot een stedelijk geheel, en als een integraal onderdeel van de bipool Hasselt-Genk. Deze hebben betrekking tot de lagen van het stadlandschap: landschap, weefsel, polen, en infrastructuur.
7
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
2.4
Bedreigingen -
Genk heeft niet het imago van een aantrekkelijke woonstad.
-
De langdurigheid van procedures om tot de realisatie van woonprojecten over te gaan en de vaak voorkomende reacties van omwonenden die geen nieuwe ontwikkeling ‘in de achtertuin’ aanvaarden.
-
Evolutie van de woonprijzen in Genk in vergelijking met Vlaanderen en Limburg: het is vaak meer betaalbaar net buiten Genk, waardoor starters en jonge gezinnen de stad verlaten.
-
Maatschappelijke evoluties zoals vergrijzing en flexibilisering van de partnerrelaties.
-
Ondanks het hoge aantal sociale huurwoningen in Genk, volstaat het aanbod niet om aan de vraag te beantwoorden. Dit blijkt uit de lange en groeiende wachtlijsten met kandidaathuurders en de lange wachttijden bij Nieuw Dak. Bovendien is er een onevenwichtige spreiding van sociale huurwoningen op de Genkse regionale woningmarkt: er komen 2,5 keer meer sociale woningen voor in Genk dan in de Genkse randgemeenten.
-
De komende jaren moet Genk rekening houden met een blijvende druk op de woningmarkt. Dit blijkt zowel uit de bevolkings- als uit de huishoudprojecties. Door de toenemende druk worden de prijzen voor relatief kleine en matige woningen steeds duurder, met als gevaar dat er een scheve prijs-kwaliteitverhouding ontstaat, en dat de positie van Genk als woonstad bedreigd wordt.
-
Er is een toenemende druk op de open ruimte en het groene karakter van Genk.
-
Bepaalde wijken hebben een eerder geïsoleerd karakter, door hun perifere ligging. Meestal zijn het harde (weg)infrastructuren die dit in de hand werken.
-
Neiging van ouderen om naar het centrum van Genk te trekken (het zogenaamde centrumfenomeen). Niet alleen dreigt het centrum hierdoor te vergrijzen, maar tevens komt de betaalbaarheid van het wonen er onder druk te staan waardoor bepaalde doelgroepen quasi onmogelijk nog in het centrum van Genk kunnen komen wonen.
-
Genk oefent door de aanwezigheid van het sociaal patrimonium een zekere aantrekking uit op socio-economisch zwakkere bevolkingsgroepen, waardoor de sociale draagkracht van de stad kan overschreden worden.
8
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
3
Missie De missie van het woonbeleid in Genk kan als volgt worden geformuleerd: Genk wil verder uitgroeien tot een kwalitatieve woonstad op mensenmaat. Genk heeft de basis van een duurzaam stedelijk model met een uniek diversiteit aan woonmilieus en wil haar groei gebruiken om met een gebiedsgerichte transformatie de wijk(kern)en en het centrum te versterken. Genk moet een woonvriendelijke stad met een betaalbaar en kwalitatief woonaanbod voor iedereen zijn. Wonen in Genk krijgt een positieve perceptie, enerzijds door uit te gaan van de bestaande troeven met betrekking tot landschap, groene woonmilieus stedenbouw en architectuur en deze maximaal te promoten, anderzijds door nieuwe projecten en initiatieven die bijdragen aan onze stedelijkheid in the picture te plaatsen. In Genk werken bewoners en stad aan een ‘thuisstad’: Genk is immers een stad van, voor en door iedereen.
9
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4
Visie op het wonen in Genk Het bepalen van een beleidsvisie op wonen in Genk is een cruciale stap in het proces van het woonbeleidsplan. Een visie geeft weer welke doelen Genk wil bereiken, vertrekkend vanuit welke principes en met behulp van welke middelen. Hierbij wordt verder gebouwd op de geïdentificeerde sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen voor het wonen in de stad Genk. Men vertrekt hierbij vanuit de lokale situatie, zoals die blijkt uit de analyse van de bestaande toestand (zie omgevingsanalyse). De visie uit de eerste versie van het woonplan (2010) wordt verder uitgewerkt en legt de focus op nieuwe ideeën en extra beleidspistes die in Genk nodig zijn. Visie: 1
Naar een bredere bevolkingsstructuur
2
Een (GAOZ-)woonbeleid met multilaterale samenwerking
3
Focus op doelgroepen, aangepast aanbod en begeleiding
4
Een gedifferentieerd en ruimtelijk woonbeleid
5
Blijvende aandacht voor betaalbare kwaliteit
10
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.1
Naar een bredere bevolkingsstructuur De demografische analyse leert ons dat het socio-economisch profiel van de Genkse inwoners gemiddeld gezien vrij zwak is, niet alleen in vergelijking met de gemiddelde situatie in Vlaanderen, maar ook in vergelijking met de andere Limburgse gemeenten. Bovendien kennen sommige wijken in Genk een concentratie van kansarmoede en probleemsituaties, wat bijdraagt tot het negatievere beeld van Genk als woonstad. Deze situaties en doelgroepen vragen in ieder geval blijvende aandacht van het Genkse beleid. Bestaande knelpunten en problemen dienen blijvend aangepakt te worden. Daarnaast is het ook belangrijk dat Genk zich versterkt en profileert als een attractieve woonstad voor een bredere bevolking. Hierbij moeten zowel inspanningen geleverd worden om meer draagkrachtige jonge bevolkingsgroepen aan te trekken maar ook om de aanwezige draagkrachtige groepen en specifiek de starters in de stad te houden. Het beleid moet enerzijds inzetten op het realiseren van een passend woningaanbod en anderzijds het Genkse imago verder trachten te versterken. Het creëren van een passend aanbod blijft in ieder geval dé basis om jonge gezinnen (met kinderen) aan te trekken of te behouden op de Genkse woningmarkt. Het is belangrijk om in te zetten op die woningtypes die nu weinig aanwezig zijn in Genk en die toch betaalbaar zijn voor starters op de woningmarkt. Een passend aanbod betekent rekening houden met het demografische profiel van de bevolking en haar wensen, maar ook met de eigenheid van de wijken en de nabijheid van voorzieningen. Specifiek voor starters kan men bijvoorbeeld inzetten op compactere grondgebonden typologieën (in innoverende projecten). Het is de kunst om bij deze woningen een zo groot mogelijke meerwaarde te creëren, specifiek gericht naar jonge gezinnen met kinderen. Het kan dan gaan om het aanbieden van kavels via een puntensysteem; het bouwen in bouwgroepen om de bouwkosten te verlagen; het inrichten en stimuleren van kwalitatieve collectieve buitenruimte voor kinderen; het benadrukken van nabijheid tot voorzieningen, school, kinderopvang, … Om een bredere bevolkingsstructuur te realiseren moet de stad haar imago versterken en haar troeven blijven uitspelen: het groene karakter, de aanwezigheid van talrijke voorzieningen, de verscheidenheid in woonmilieus, … Zo kan men focussen op de tevredenheidscijfers uit de Stadsmonitor waar maar liefst 80% van de inwoners tevreden is in zijn of haar buurt in Genk. De stad kan ook uitpakken met de vele inspanningen waar men beleidsmatig op inzet om ervoor te zorgen dat ook de andere 20% inwoners tevreden wordt. Veel inwoners zijn zich bijvoorbeeld niet bewust van de vele mogelijkheden inzake sport, kinderopvang, zomerkampen, cultuur, winkels, … die hun buurt hen biedt. Het is aan Genk om haar inwoners daar bewust van te maken en dit te communiceren. Men moet een duidelijk antwoord geven op de vraag: Waarom moet iemand voor Genk kiezen en blijven kiezen? De eigen inwoners moeten in de eerste plaats méér overtuigd zijn van de troeven van Genk. Zij zijn immers de eerste ambassadeurs van de stad.
11
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.2
Een (GAOZ-) woonbeleid met een multilaterale samenwerking Ondanks het feit dat wonen een relatief jong beleidsdomein is in Vlaanderen, heeft Genk een vrij lange traditie betreffende woonbeleid. Dit heeft een aantal positieve gevolgen: er zijn verschillende sterke actoren actief in het Genkse woonbeleid – in de eerste plaats de stad, Nieuw Dak en Landwaarts – die goed samenwerken met elkaar, er is ook gestructureerd lokaal woonoverleg met de gemeenten binnen het GAOZ-initiatief en met de talrijke welzijnsactoren zoals het OCMW van Genk, CAW Sonar, RIMO Limburg, SVK het Scharnier, Stebo vzw, … De laatste jaren heeft het woonbeleid een vernieuwde dynamiek te pakken. Zo werden projecten zoals LO2020, architectuurwedstrijden, C-mine, Welzijnscampus,… opgestart. Deze versterken het imago van Genk als aantrekkelijke woonstad. Om deze vernieuwing te blijven doorzetten zal Genk zijn woonbeleid blijven afstemmen met alle betrokken huisvestingsactoren: SVK Het Scharnier, OCMW, sociale huisvestingsmaatschappij Nieuw Dak, sociale bouwmaatschappij Landwaarts, … Maar ook de private ontwikkelaars en de eigenaars moeten hun eigen rol kunnen opnemen. Uiteraard blijft de coördinatie, de voorbereiding en de uitvoering van het woonbeleid in regiefunctie van de stad. Het woonbeleidsplan waarin de na te streven doelstellingen en de te ondernemen acties zijn vastgelegd, vormt hierbij een basisdocument. Binnen het GAOZ-initiatief neemt Genk nu reeds een trekkersrol op. Vanuit de overtuiging dat het een absolute meerwaarde is om samen met de andere actoren uit de woonregio te blijven werken aan een gemeenschappelijke visie en beleid, zal de stad Genk dit in de toekomst ook blijven doen.
12
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.3
Focus op doelgroepen via een aangepast aanbod en begeleiding Een doordacht aanbodbeleid betekent dat men tegemoet komt aan de behoeften van de verschillende doelgroepen in Genk en dus dat men het aanbod diversifieert. Ook moet het aanbod afgestemd worden op de demografische behoeften. Demografisch gezien heeft Genk naast een laag immigratiesaldo, ook een vrij hoog emigratiesaldo. Het hoogst negatieve migratiesaldo is vast te stellen bij de jongere leeftijdsgroepen (20-35 jaar), ofwel de starters en de jonge gezinnen die zorgen voor de grootste dynamiek op de woningmarkt. Genk verliest vooral inwoners aan haar omliggende gemeenten: Houthalen-Helchteren, Hasselt, Zonhoven, Bilzen, Diepenbeek, Opglabbeek, As. De belangrijkste reden waarom mensen vertrekken uit Genk is omdat ze in Genk geen geschikte en betaalbare woning vinden. Andere redenen zijn de gezinssituatie of de jobsituatie. Bevolkingsprojecties voor de toekomst wijzen tevens op een lichte stijging in het bevolkingsaantal van Genk. Indien Genk er in slaagt op de negatieve migratietrend om te buigen, en meer inwijkelingen aan te trekken, zal deze bevolkingstoename een stuk hoger liggen. Rekening houdend met de gezinsverdunning zal Genk hoe dan ook een vrij sterke toename kennen van het aantal huishoudens. Nieuwbouw zal dus noodzakelijk zijn om de uitbreiding van het aantal gezinnen op te vangen. Tegelijkertijd zal Genk ook met een verdere vergrijzing worden geconfronteerd en zullen de senioren een steeds grotere groep van de Genkse inwoners worden. Een aangepast aanbod bestaat enerzijds uit het realiseren van nieuwe assistentiewoningen en plaatsen in woonzorgcentra, maar anderzijds ook uit een sensibiliserend beleid om levenslang wonen in de eigen woning mogelijk te maken. Belangrijk voor Genk is om daarom een actieve rol te spelen in de realisatie van een uitgebalanceerd woningaanbod, zonder de eigenheid van de verschillende woonkernen in de stad niet uit het oog te verliezen. In samenwerking met publieke partners, maar ook met de private sector kan de stad een rol spelen om het noodzakelijke woningaanbod effectief op de markt te brengen. Belangrijk hierbij is om de druk op de open ruimte en de groengebieden in Genk – die een belangrijke troef vormen – niet op te drijven. Fundamenteel binnen het aanbodbeleid is het streven naar een evenwicht. Het richten van de aandacht op meer draagkrachtige bevolkingsgroepen, betekent niet dat het Genkse sociale woonbeleid wordt afgebouwd of dat er minder aandacht gaat naar senioren. Ook voor zwakkere socio-economische en kwetsbare bevolkingsgroepen moet er voldoende huisvestingsaanbod voorzien worden. Belangrijk hierbij is om verder te kijken dan de stadsgrenzen van Genk, en het aanbodbeleid ook af te stemmen op de regionale woningmarkt rond Genk. Enkel op deze manier kan een evenwichtige spreiding van woningtypes – en dus ook van bevolkingsgroepen - tussen de stad en de stadsrand bekomen worden. Dit visie-element mag zich dus niet alleen beperken tot dit Lokaal Woonbeleidsplan, maar dient zich tevens in te schrijven in de planningsprocessen m.b.t. wonen op een hoger schaalniveau (Afstemming binnen de GAOZ-samenwerking en afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk).
13
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.3.1
Starters Starters op de woonmarkt zijn (vaak) jonge mensen die pas afgestudeerd en ‘zoekende’ zijn. Ofwel kopen ze onmiddellijk een woning, maar vaak komen ze eerst op de huurmarkt terecht. Ze kunnen (omdat ze nog niet genoeg gespaard hebben) of willen (omdat ze nog niet beslist hebben welk type woning ze wensen) nog geen eigen woning verwerven, maar zullen dit op termijn – liefst in Genk – zeker doen. Een groot aantal starters op de woningmarkt ziet zich echter verplicht om Genk te verlaten. Het segment van kwaliteitsvolle, maar betaalbare huurwoningen op de private huurmarkt in Genk is – net zoals in heel GAOZ – ontoereikend. Bovendien komen er te weinig kleinere en dus betaalbare bouwpercelen op de markt, voor de starters die (na het huren) een eigen woning willen bouwen. Om te vermijden dat jonge pas afgestudeerden Genk inruilen voor een andere woonplaats is het nodig om de private huurmarkt te vergroten. Het beschikbaar stellen van eigen kavels om er huurwoningen op te realiseren, het sensibiliseren van potentiële eigenaar-verhuurders, of het oprichten van een stedelijk verhuurkantoor zijn hierbij de te onderzoeken pistes. De voorkeur kan in eerste instantie gaan naar het activeren van de voorraad aan uitgeruste bouwpercelen in particulier bezit en naar de ontwikkeling van inbreidingsgerichte woonprojecten. In deze woonprojecten dient er zowel worden ingezet op compactere woningen: dat kunnen appartementen zijn, maar vooral ook compacte grondgebonden eengezinswoningen. In Genk is er bovendien ruimte om in te zetten op alternatieve of vernieuwende projecten betreffende eigenaarschap van grond (zoals een Community Land Trust) of om pilootprojecten in bouwgroepen te stimuleren.
14
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.3.2
Sociaal kwetsbare doelgroepen Genk wordt gekenmerkt door een hoog aandeel sociale huisvesting in het totale woningpatrimonium. Niet minder dan 14% van het totale woningbestand bestaat uit sociale huurwoningen. Ondanks dit hoge aantal sociale huurwoningen in Genk, volstaat het aanbod niet om aan de vraag te beantwoorden. Dit blijkt uit de lange en groeiende wachtlijsten 1 met kandidaathuurders en de lange wachttijden bij Nieuw Dak. Een groot deel van de mensen die op de wachtlijsten staan en die geen toegang hebben tot de sociale huurmarkt bevinden zich op de private huurmarkt. In Genk is deze private huurmarkt zéér beperkt: van alle centrumsteden heeft ze met 13% proportioneel het laagste aantal geregistreerde huurcontracten op het totaal aantal huishoudens2. De stad Genk voert een sociaalgericht woonbeleid. Bovenop het sociaal objectief wordt een extra inspanning geleverd door de volgende 10 jaar 535 sociale woningen te voorzien. Genk heeft een gemeentelijk reglement sociaal wonen en er is een goede samenwerking tussen Nieuw Dak, Landwaarts, SVK Het Scharnier, de stadsdiensten en het OCMW aanwezig. Binnen het GAOZ-initiatief wordt ingezet op sociaal wonen door de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement voor sociale woningen. Vanuit beleidsstandpunt is het belangrijk om in te zetten op twee pistes: (1) betaalbare (her)huisvestingsmogelijkheden voor sociaal kwetsbare doelgroepen (2) flankerend aan dit beleid een aangepaste ondersteuning en permanente trajectbegeleiding voorzien. Tot de eerste piste behoort het blijven inzetten op het bestaande sociaalgerichte woonbeleid en het uitbreiden van het aanbod. Daarnaast is er in Genk ruimte voor een daadkrachtig herhuisvestingsbeleid voor mensen op de private huurmarkt die in een huurwoning wonen die ongeschikte of onbewoonbaar wordt verklaard. Een onbewoonbaarverklaring impliceert in principe dat de woning onmiddellijk dient te worden verlaten, maar daarvoor moet de stad een (tijdelijk) alternatief kunnen aanbieden om deze huurders te herhuisvesten 3. Voorrangsmaatregelen voor huurders van ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woningen werden reeds opgenomen in het huurbesluit. Tot de tweede piste behoort het inzetten op begeleiding van zowel bestaande huurders binnen de sociale sector als kandidaat-huurders en huurders in het onderste segment van de private huurmarkt. Het volstaat niet om deze twee laatste groepen informerende folders te bezorgen. Een intensieve begeleiding en het opvolgen van de verschillende stappen die de huurders doorlopen bij het zoeken naar een woning zijn noodzakelijk. Kandidaten voor sociale huisvesting kunnen een beroep doen op de diensten van Nieuw Dak en Landwaarts. In crisissituaties kan men een beroep doen op begeleiding via CAW Sonar of het OCMW. Het OCMW kan voor sommige huurders ook de huurwaarborg betalen. Als gevolg van deze maatregel zijn er signalen van discriminatie op de huurmarkt. Hier kunnen begeleiding, een adequaat toezicht en sensibilisering een gepast antwoord bieden.
1
Eind 2010 waren in totaal 2.392 personen ingeschreven als kandidaat-huurder. Daarvan zijn 591 personen reeds
huurder bij Nieuw Dak. Zij wensen te verhuizen naar een andere woongelegenheid binnen het patrimonium. 2
Tratsaert, K. (2012) Huuprijzen en richthuurprijzen. Steunpunt Ruimte en Wonen, Heverlee.
3
Hier kunnen projecten zoals het transithuis in Oostende en de overeenkomst ‘Doorstroom naar en woonbegeleiding in
sociale huisvesting’ van Antwerpen inspiratie bieden.(zie onderdeel 3).
15
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.3.3
Senioren De stad, het OCMW, en de bouwmaatschappijen Landwaarts en Nieuw Dak beschikken met de studie ‘Naar een zorgvriendelijk Genk’, het ‘Onderzoek naar de woonbehoeften bij Genkse senioren’ en het onderzoek naar ‘levenslang wonen te Genk’ over een pak aan beleidsmateriaal om de woonbehoeften van deze doelgroep aan te pakken. Een grote bezorgdheid bij de doelgroep van senioren is het vinden van een betaalbare en aangepaste woning in de eigen leefomgeving. Naast het aanpassen van de woningen van senioren aan hun behoeften, is het belangrijk om bijkomende wooneenheden te creëren. Er moet voldoende aandacht zijn voor senioren en hun veranderende woonwensen, zeker gegeven het feit dat de Genkse bevolking verder vergrijst. Door aantrekkelijke alternatieven te voorzien voor hun eigen (vaak te grote en verouderde) woning, kan men een zekere woningrotatie stimuleren. Tegelijkertijd wil een groot deel van de Genkse senioren zo lang mogelijk in de eigen woning blijven en is er nood aan een uitbreiding van voorzieningen en diensten in elke woonzorgzone. De goedkeuring van het Genkse Schepencollege van het actieplan ‘Naar een zorgvriendelijk Genk’ en de start van de uitbouw van de WZZ Oost vormen een belangrijke aanzet. Wegens tijdsgebrek is dit actieplan nog niet voldoende opgevolgd en uitgevoerd en blijven de acties prioritair in het nieuwe woonplan. Ook de uitbouw van de andere woonzorgzones vraagt blijvende aandacht van het beleid. Voorts heeft deze doelgroep ook voldoende begeleiding nodig en moet deze laagdrempelig zijn. Informatieverstrekking specifiek naar deze doelgroep verloopt vaak via de kinderen, het OCMW of het lokale dienstencentrum. Bovendien moeten de communicatiekanalen specifiek aangepast te zijn aan deze oudere doelgroep.
16
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.3.4
Verhuurders De omvang van de private huurmarkt in Genk is het laagst van alle 13 centrumsteden. De verhouding van het aantal geregistreerde private huurcontracten op het aantal huishoudens bedraagt slechts 13%. De atypische stedelijke morfologie van Genk en het groot aantal residentiële woonbuurten dragen bij tot dit lage aandeel. Het op peil houden van en - indien mogelijk - vergroten van het kwalitatieve aanbod op de private huurmarkt vraagt daarom inspanningen specifiek gericht naar (potentiële) eigenaar-verhuurders. Enerzijds gaat het om sensibiliserende en stimulerende maatregelen t.a.v. eigenaar-verhuurders, zoals premies. Anderzijds zorgt ondersteuning naar de eigenaar-verhuurder mogelijks voor een aanbodvergroting. Niet alleen huurders maar ook verhuurders hebben immers zekere mate van ondersteuning nodig. Zij verlaten vaak de huurmarkt omwille van een verlaagd rendement, betalingsonzekerheid of dat het verhuren van de woning gewoon te veel rompslomp vraagt. De verhuurder kan zich richten tot een private huurmakelaar die een deel van de verhuurderstaken tegen betaling op zich neemt. Een andere piste waar het beleid kan op inspelen is het oprichten van een stedelijk verhuurkantoor, dat door zijn intermediaire rol de verhuurder meer zekerheid biedt op rendement, onderhoud aan de huurwoning en die een groot deel van de administratie op zich neemt. Het stedelijk verhuurkantoor kan in ruil een vergoeding vragen aan de eigenaar-verhuurder of kan een overeenkomst afsluiten waarin de eigenaar-verhuurder zich bereid stelt om de huurprijs op een betaalbaar niveau te houden.
17
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.3.5
Studenten Genk is een studentenstad in ontwikkeling. De stad wil extra inspanningen leveren t.a.v. de doelgroep studenten en wil nog meer ‘studentvriendelijk’ worden. De voornaamste campussen zijn de campus Media en Design Academie (MAD-faculty) op de C-mine site, de campus Syntra Volwassenonderwijs en de campus Politieschool Genk. Het is belangrijk om een voldoende groot kwalitatief aanbod van studentenhuisvesting te voorzien. Dit aanbod moet worden gebundeld op de ‘juiste’ locaties, namelijk in de nabijheid van voorzieningen, van een commercieel centrum of een handelsstraat, op plaatsen die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en in de onmiddellijke omgeving van opleidingsinstellingen. Deze visie maakt deel uit van een grotere totaalvisie rond een kwalitatief studentenbeleid m.b.t. alle voorzieningen en behoeften van studenten (zoals vervoer, huisvesting, dagdagelijkse behoeften, ontspanningsmogelijkheden, sport, uitgaansleven, enz.)
18
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.4
Een gedifferentieerd en ruimtelijk woonbeleid
4.4.1
Een gedifferentieerd woonbeleid De realiteit van de Genkse huisvestingssituatie is divers en complex. Dit geldt in eerste instantie voor de Genkse bevolking die gekenmerkt wordt door grote verschillen inzake gezinssamenstelling, levensfase, financiële draagkracht, etnische afkomst, … Deze uiteenlopende bevolkingsgroepen hebben uiteraard verschillende woonwensen en noden. Ook wat betreft woningtypes kent Genk een enorme diversiteit: van logementshuizen, over serviceflats, sociale huurappartementen, rijwoningen tot ruime vrijstaande eengezinswoningen. Bij de uitwerking van het woonbeleid dient er rekening gehouden te worden met deze bestaande situatie en met de uitgesproken verscheidenheid die op verschillende vlakken aanwezig is. Dit betekent dat er geen eenvoudige of eenvormige beleidsopties kunnen genomen worden om de hiervoor geformuleerde missie te doen slagen, maar dat de stad haar woonbeleid zal moeten differentiëren en specifieke oplossingen op maat zal moeten aanreiken om een antwoord te bieden op de complexe en diverse realiteit, en op de nieuwe uitdagingen voor de toekomst. Concreet zal het woonbeleid gedifferentieerd moeten worden naar: -
De verschillende doelgroepen op de Genkse woningmarkt (alleenstaanden, starters, jonge gezinnen, senioren, kwetsbare bevolkingsgroepen, studenten, …) die elk hun eigen specifieke woonwensen, behoeften en zorgen hebben.
-
De Genkenaars (de huidige burgers) versus niet-Genkenaars (eventueel toekomstige burgers).
-
De verschillende wijken, rekening houdend met de specifieke eigenheid, problemen en kansen van elke wijk.
-
Het bestaande woningpatrimonium versus toekomstige nieuwe woonontwikkelingen.
Het Genkse patrimonium kent een diversiteit aan woontypes, met een sterke aanwezigheid van residentiële woonwijken en planmatige verkavelingen met ruime eengezinswoningen in een open bebouwingsstructuur. Het is belangrijk om deze typische eigenheid te bewaren. Demografische uitdagingen zoals vergrijzing en stijgende gezinsverdunning zorgen er voor dat het eveneens wenselijk is om in te zetten op innovatieve types van niet-grondgebonden woningen en op compactere grondgebonden typologieën. Het is daarbij raadzaam om niet-grondgebonden woningen enkel te realiseren op specifieke locaties met voldoende voorzieningen en die voldoende bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. De ruimtelijke context moet zich m.a.w. lenen tot het realiseren van appartementen. Enkel op die manier kan de stedelijkheid worden versterkt én kunnen bestaande residentiële wijken worden versterkt. Voor nieuwbouw is het wenselijk om compactere grondgebonden typologieën als maatstaf te nemen. Ook moet er bij nieuwbouw voldoende individuele buitenruimte per woning worden gerealiseerd – ook in het stadscentrum, zodat ook daar jonge gezinnen kunnen wonen. Tevens draagt het inrichten van collectieve buitenruimte in een stedelijke context bij tot het aangenaam maken van de woonomgeving. Daarnaast moet men inzetten op het behoud van de diversiteit van de woonmilieus door het realiseren van een mix van typologieën, afhankelijk van het type woonwijk waar men zich bevindt.
19
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.4.2
Een ruimtelijk woonbeleid Een ruimtelijke vertaling van het woonbeleid bestaat erin dat men voor elke wijk of buurt in een stad nadenkt over welke woonontwikkelingen op lange termijn al dan niet wenselijk zijn. De grondgedachte bij een ruimtelijke vertaling is dat men de druk op de open ruimte zoveel mogelijk weert, zodat Genk haar groene karakter ook in de toekomst kan behouden én dat men het karakter van elke wijk wil bewaren. Een ruimtelijk woonbeleid zet tegelijkertijd in op enkele sturende mechanismen om de ruimtelijke visie zoveel mogelijk te vertalen naar de concrete situatie. Sommige wijken hebben niet de constellatie, draagkracht of ligging voor verdere verdichting. In andere wijken is het dan weer wenselijker om niet-grondgebonden woningen te realiseren en om in te zetten op extra verdichting omdat daar voldoende voorzieningen aanwezig zijn. Ook duiken steeds nieuwe vragen op rond het opsplitsen van bestaande woningen. Om een woning kwalitatief op te splitsen moet er aandacht zijn voor de bouwtechnische aspecten, maar even zeer voor de ruimtelijke context waarbinnen de opsplitsing gebeurt. De privacy, mobiliteitsdruk, maar ook de aard van de woonwijk waarin men zich bevindt creëren immers de randvoorwaarden voor kwalitatieve opsplitsing. Stad Genk maakt daarom een ruimtelijk toetsingskader over verdichting en woontypologieën op, dat vertrekt van de specifieke gebiedskenmerken van de wijken in Genk. Het eindresultaat wordt een document dat aangeeft binnen welke zones wel of niet aan woonverdichting moet worden gedacht. Dit kader zal gebruikt worden bij het beoordelen van alle mogelijke vragen inzake wonen alsook bij de opmaak van toekomstige beleidsvisies en plannen. Een ruimtelijk woonbeleid omvat ook sturend optreden om de gewenste ruimtelijke visie te bereiken. Dit kan gebeuren door zich te richten op de bestaande reserves aan bouwgrond. Men moet zich de vraag stellen voor welke van de bouwgrondreserves het wenselijk is om ze op de markt te brengen. Moeilijk aansnijdbare, niet-uitgeruste gronden of gronden die een ander gebruik kennen zijn in theorie nog bouwgrondreserve, maar zijn dat in de praktijk niet. Het is niet evident om als overheid in te spelen op deze markt. Ook kan men de piste van inwisselbare grondreserves bewandelen. Veel grondreserves bevinden zich in linten of zijn geïsoleerd in het buitengebied. Vanuit een visie op duurzaam woonbeleid is het niet wenselijk deze aan te snijden. Deze gronden bevinden zich ver van voorzieningen, men is voor iedere verplaatsing op de wagen aangewezen en ook de kost voor nutsvoorzieningen en infrastructuur is maatschappelijk niet langer verantwoord. De lokale overheid kan in Genk zelf proactief gronden selecteren voor een ruiloperatie.
20
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
4.5
Blijvende aandacht voor betaalbare kwaliteit Een blijvend aandachtpunt in woonbeleid, op alle beleidsniveaus, is de kwaliteit van het wonen en het recht op een aangepaste en kwaliteitsvolle en betaalbare woning voor iedereen. Naast de bouwfysische toestand van de woning heeft ook de woonomgeving een bepalende invloed. Bij de woningkeuze kijken huishoudens ook naar de kwaliteit van openbare ruimte, de aanwezigheid van groen, speelruimte of voorzieningen, de bereikbaarheid, de veiligheid, … Uit de omgevingsanalyse is gebleken dat er zich kwaliteitsproblemen voordoen op de Genkse woningmarkt en dat deze zich concentreren in bepaalde marktsegmenten. Vooral huurappartementen kampen met kwaliteitsproblemen, en dit zowel in de sociale als in de private sector. Ook hier kan natuurlijk niet veralgemeend worden: problemen concentreren zich verder vaak in bepaalde wijken (vb. Nieuw-Sledderlo voor de sociale huurappartementen, Nieuwe Kempen voor de private appartementswoningen). In de private huursector stelt zich nog het bijkomend probleem dat een segment van woningen van slechte kwaliteit en met beperkt comfort verhuurd wordt aan veel te hoge prijzen. Wil Genk zich onderscheiden dan moet men een hoge kwaliteit blijven eisen van zowel nieuwbouw woningen als bij renovatieprojecten, met oog voor duurzaamheid én betaalbaarheid. Duurzaam bouwen zit de laatste jaren in de lift en stad Genk is niet verlegen om mee op de kar te springen. Nu een aantal Vlaamse subsidies recent werden teruggeschroefd of afgeschaft kiest de stad samen met de andere GAOZ-gemeenten om haar inwoners zelf te stimuleren energiezuinig en toekomstgericht te (ver)bouwen. Reeds gekende en eerder gesubsidieerde maatregelen steken in een nieuw kleedje, andere soorten investeringen zijn aan de lijst toegevoegd. Het versterken van het stedelijk karakter van Genk moet ook samengaan met het aanbieden van gezinsvriendelijke woningen in de stedelijke omgeving. Uiteraard kan de ruimte van een suburbane verkaveling niet worden aangeboden in een stedelijk milieu. Aantrekkelijk wonen in de stad kan wél voor gezinnen worden gerealiseerd door compact grondgebonden wonen of met een kwalitatief en voldoende grote buitenruimte op de verdieping. Op basis van een stedenbouwkundige en architecturale visie is het absoluut mogelijk om gestapelde wooneenheden met ruime kindvriendelijke buitenruimten, waar een peuter zich met z’n stapfietsje kan amuseren, te voorzien. Tegelijk kan ook de omgeving kindvriendelijk worden ingericht: geen doorgaand verkeer, aanwezigheid van functionele groene ruimte, een hoog veiligheidsgevoel door middel van sociale controle, … . Men moet bovendien in het achterhoofd houden dat niet enkel de grondprijs maar ook het type van woning de betaalbaarheid bepaalt. Het kiezen voor compactere typologieën, betekent duurzamer omspringen met ruimte, maar ook inzetten op betaalbaarheid. Bij de aanpak van de woonkwaliteit zal een tweesporenbeleid gevolgd worden, waarbij zowel zal ingezet worden op de kwaliteitsverbetering van het woningpatrimonium als van de woonomgeving. Een combinatie van stimulerende en sanctionerende maatregelen ten aanzien van slechte woningen en hun eigenaars is wellicht de beste optie, teneinde, specifiek in de private huur, verhuurders niet te ontmoedigen en een daling van het aanbod aan huurwoningen te vermijden. Het tempo van kwaliteitsverhoging verloopt vrij langzaam. Dit betekent dat het werken aan de woonkwaliteit een kwestie is van lange adem, dat een blijvend aandachtspunt zal vormen in de toekomst. In het kader van kwaliteitsbeleid kan de stad een kwaliteitskader opstellen waaraan renovatie- en nieuwbouwprojecten moeten voldoen, met in acht name van het aspect betaalbaarheid (zie deel 4: Verduidelijking bij nieuwe acties).
21
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
5
Doelstellingenkader In wat volgt worden, op basis van de visie de doelstellingen uitgewerkt. We maken onderscheid tussen de strategische en de operationele doelstellingen. De twee strategische doelstellingen (SD) vormen een vertaling van de visie naar actiedomeinen. De operationele doelstellingen (OD) bestaan uit de concretisering van de strategische doelstellingen. Voor elke strategische doelstelling wordt minstens één operationele doelstelling geformuleerd. De doelstellingen vormen een belangrijke schakel in het woonbeleidsplan, omdat dit voor alle betrokken huisvestingsactoren de eerste stap is in de richting van concrete acties. Voor Genk worden volgende twee strategische doelstellingen geformuleerd:
(1) Genk is een stad met een betaalbaar, duurzaam, kwalitatief en innovatief woningaanbod voor iedereen, die aandacht besteedt aan het in stand houden van zijn waardevolle wijken en via zijn woonbeleid de stedelijkheid van de stad en de groei naar een evenwichtige bevolkingsmix versterkt.
(2) Genk ontwikkelt leefbare woonomgevingen waar mensen levenslang kunnen wonen, die verbondenheid stimuleren en versterken.
22
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
5.1
Strategische Doelstelling 1: Betaalbaar, duurzaam, kwalitatief en innovatief woningaanbod voor iedereen
5.1.1
Een passend aanbod voor elke doelgroep (OD 1.1) Genk werkt via zijn ruimtelijke ordening en woonbeleidsplanning reeds lang aan een gediversifieerd woonaanbod afgestemd op de noden en behoeften van alle Genkenaren. Ook in de toekomst blijft het creëren van een passend aanbod dé basis om bestaande inwoners in Genk te behouden en nieuwe aan te trekken. Daarom initieert de stad zelf projecten en speelt ze een actieve rol in de procesbegeleiding van publieke en private projecten. Het inzetten op woningtypes die nu minder aanwezig zijn in de stad en die toch betaalbaar zijn vormt hierin het centrale uitgangspunt (o.a. compacte grondgebonden woningen voor starters) alsook woonvormen die een zorgzame stad ondersteunen zijn een essentiële uitdaging.
5.1.2
Diversere doelgroepen in het centrum (OD 1.2) Het stadsbestuur doet inspanningen om in het centrum een grotere diversiteit van doelgroepen (studenten, starters, jonge gezinnen,…) te bereiken door het ontwikkelen van stedelijke woonprojecten die deze doelgroepen aanspreken. Genk wenst een dynamische groeiende stad te zijn en wenst deze groei te gebruiken om ook sterkere doelgroepen aan zich te binden. …
5.1.3
Betaalbaar en innovatief wonen (OD 1.3) Als stad willen we blijvend inzetten op een betaalbare en innovatieve woningmarkt. De stad zal daarom ruimte bieden aan innoverende bouwprojecten en pilootprojecten. Deze projecten kunnen vernieuwend zijn op verschillende vlakken: - Samenhuizen of collectiviteit - Duurzaamheid of energiezuinigheid - Levensloopbestendig of intergenerationeel - Integratie van andere (niet-woon) functies - … Tegelijk wil de stad deze vernieuwende woonprojecten ook betaalbaar houden en onderzoekt daarbij nieuwe financieringsmechanismen. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: het oprichten van bouwgroepen, community land trust, pachtregelingen, inwisselbare grondreserves, uitgestelde betaling, … . Genk wil dit onder meer doen door haar eigen stadsgronden in te zetten als troef op de woningmarkt. De stad maakt daarom werk van een heroriëntering van de financiering. De verruiming van de private huurmarkt is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Samen met een versterkte begeleiding van (ver)huurders moeten dit zorgen voor een sterker huuraanbod. Het huidige patrimonium van sociaal woningen doorgaat een substantiële kwaliteitsverhoging en de stad wenst dit i.s.m. de sociale bouwmaatschappijen verder aan te houden zodat het aantal aan sociale woningen kan worden behouden. In samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappijen is een actieplan sociaal wonen opgemaakt (in het kader van de opmaak van het gemeentelijk reglement sociaal wonen). Ook wordt er momenteel voor de GAOZ-gemeenten een Lokaal Toewijzingsreglement opgemaakt en is er voor Genk een woonbeleidsconvenant 2014-2016 goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
23
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
5.1.4
Kwalitatief en dynamisch stedenbouwkundig beleid (OD 1.4) Het stadsbestuur wenst zijn ambities vorm te geven via een kwalitatief dynamisch stedenbouwkundig beleid en zal hiervoor zijn vergunningenbeleid kritisch evalueren en bijsturen waarnodig. De stad zal hierover pro-actief communiceren en in the picture plaatsen welke kwaliteits- en ontwikkelingskansen dit kan bieden. De stad wenst dit te doen in samenwerking met de klanten uit ondermeer de ondernemerswereld, om het proces van vergunningverlening nog klantvriendelijker te laten verlopen.
5.1.5
Stedelijk karakter in the picture (OD 1.5) De stad Genk en ontwikkelt een strategie om vernieuwende stedelijke woonprojecten te ontwikkelen die het verschil kunnen maken te promoten bij een doelpubliek dat bewust kiest voor stedelijkheid. Innovatieve woonprojecten kunnen pas écht het verschil maken, indien ze ook gekend zijn. De stad Genk wil via diverse kanalen (pers en media, sociale netwerksites, vakliteratuur, …) deze nieuwe initiatieven in the picture plaatsen.
5.1.6
Bijzonder en exclusief wonen in the picture (OD 1.6) De stad Genk zoekt reeds lang naar een evenwichtige balans in bewonersgroepen om de stad een groter draagvlak te geven. De stad wenst nu expliciet zijn waardevolle woonmilieus (tuinwijken, ruim wonen in het groen, …) in te zetten om deze bevolkingsgroepen aan de stad te binden. Het stadsbestuur wenst een kapitaalkrachtig publiek aan te trekken en ontwikkelt hiervoor een visie om 'exclusief en bijzonder wonen' maximaal te promoten en tracht de troeven van 'groene ruimte' en 'exclusieve sites' (tuinwijkvilla's,…) te gebruiken om nieuwe inwoners aan te trekken.
5.1.7
Samenleven (OD 1.7) Het is belangrijk dat elke Genkenaar zich ‘thuis’ voelt in zijn of haar buurt. Concreet betekent dit dat de inwoners mee vorm kunnen geven aan wat zich afspeelt in de eigen wijk, maar ook dat er een gedeelde verantwoordelijkheid wordt gecreëerd t.a.v. de eigen buurt en de woonomgeving. Genk zal zijn bestaande wijkaanpak daarom verder uitbouwen opdat een groter collectieve verantwoordelijkheid ontstaat. Hiertoe zet stad Genk enerzijds extra in op nieuwe manieren om het actief burgerschap en eigenaarschap te verhogen. Anderzijds blijft ook de aanpak van effectieve overlast en sociale veiligheid in deze cruciaal. Naast omgaan met de Genkse woonruimte zal ook omgaan met elkaar een aandachtspunt zijn, maar dit komt in andere beleidsdomeinen aan bod.
24
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
5.1.8
Innovatieve (samen)woonvormen (OD 1.8) De stad Genk zal de randvoorwaarden creëren om te komen tot nieuwe initiatieven van bewoners rond (samen)woonvormen. Een stad heeft baat bij duurzame samenwerkingsverbanden tussen inwoners. Initiatieven die ‘organisch’ groeien binnen een leefgemeenschap zijn vaak moeilijk in realiteit om te zetten, zonder steun van het beleid. Het stadsbestuur staat daarom open voor projecten die collectieve woon- en samenlevingsvormen ondersteunen. Het kan dan gaan om projecten rond cohousing, samen onderhouden van gemeentelijk park, het aanleggen van een collectieve tuin, speelplein, … . De stad gaat deze initiatieven detecteren en ondersteunen, zij zal ook bekend maken dat zijn bereid is deze initiatieven te ondersteunen.
25
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
5.2
Strategische Doelstelling 2: Leefbare woonomgevingen ontwikkelen
5.2.1
Een duurzaam groeimodel voor Genk (OD 2.1) Het stadsbestuur werkt voor Genk een groeimodel voor wonen uit vanuit een duurzame visie op verdichting en een visie op de meerkernige stad dat een antwoord geeft op maatschappelijke vraagstukken van vergrijzing, gezinsverdunning, armoede,… Door zijn uitzonderlijke ruimtelijke opbouw en morfologische groei beschikt de stad over een unieke troef om verder te groeien als duurzame en toekomstbestendige centrumstad. In geen enkele andere centrumstad zijn stad en groen zo sterk met elkaar verweven. Dit geeft niet alleen unieke levenskwaliteiten aan de stad, maar stelt de stad ook in staat om duurzaamheidsuitdagingen op te vangen. Tegelijk is de ruimtelijke spreiding ten dele ook een uitdaging in het aanmeten van een meer stedelijk profiel. De grote ruimtelijke spreiding vraagt dat de centra van de wijken verder versterkt worden. De stad wil zijn stadswijken verder versterken om ook de nabijheid en bereikbaarheid van voorzieningen voor de wijkbewoners te vergroten. De stad wil werken aan een duurzaam groeimodel, waarin rond wonen al een aanzet is gegeven. Hierin worden woontypologieën en dichtheden vastgelegd, waardoor de gerichte verdichting meer centraliteit zal geven aan die plaatsen die daarvoor in aanmerking komen en waarbij er tegelijk vermeden wordt dat alle woonwijken uniform gaan verdichten en hun eigenheid zouden verliezen. Genk zal zijn groei inzetten om meer (stedelijke) kwaliteit te bereiken.
5.2.2
Koesteren van waardevolle woonwijken (OD 2.2) Het stadsbestuur werkt aan het behoud en versterken van een aantal bestaande waardevolle woonwijken (o.a. tuinwijken. Hiervoor maakt ze duidelijke en afgewogen keuzes met betrekking tot esthetische elementen versus hedendaags wooncomfort. Deze wijken bieden unieke woonmilieus omwille van hun landschappelijke, stedenbouwkundige en/of architecturale kwaliteiten. In diverse plannen (structuurplan, woonplan, groeimodel voor Genk, RUP’s, …) worden veel van deze elementen reeds opgenomen. De stad wil hier verder mee gaan op dié plaatsen waar deze plannen onvoldoende antwoord bieden. In eerste instantie zal er werk gemaakt worden van het bieden van basiskwaliteit (op het vlak van comfort, energiezuinigheid, akoestiek, veiligheid ) aan een verouderd maar uniek patrimonium zoals dat van de tuinwijken. Vandaag zien we dat hier te veel ‘creatieve oplossingen’ worden toegepast, waarbij de eigenheid van de wijk onder druk komt te staan. Bovendien zou dit uniek patrimonium een troef moeten zijn voor Genk en dan moeten die kwaliteiten ook aanwezig zijn. Door middel van ontwerpend onderzoek zal daarom gezocht worden naar implementeerbare (standaard)oplossingen die de stedenbouwkundige en architecturale eenheid doen samengaan met de hoge kwaliteitsnormen
5.2.3
Versterken van fysieke verbindingen (OD 2.3) Het stadsbestuur gaat verder met het versterken van de verbindingen tussen kernen onderling en tussen de kernen en het centrum. De focus gaat hierbij naar het opwaarderen van de ruimtelijke kwaliteit en waar het aangewezen is, zal in een beperkte selectie van assen, gezocht worden om deze functioneel te versterker door deze ook op te laden. Dit is onder andere het geval voor de E. Coppéelaan. De verschillende wijken, de wijkcentra en hun onderlinge verbindingen zijn de essentiële bouwstenen van een meerkernige stad. De stad zet vandaag reeds sterk in op het verhogen van de
26
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
kwaliteit van de publieke ruimte en zal dit blijven aanhouden. Bijzondere aandacht gaat uit naar het aan elkaar binden in een netwerk voor openbaar vervoer, voetgangers en fietsers. Dit netwerk moet fijnmazig zijn om een maximaal bereik te garanderen. Tegelijk moet dit ook hoogwaardig zijn en snelle verbindingen toelaten.
5.2.4
Kwaliteitskader woonomgevingen (OD 2.4) De stad Genk kiest er expliciet voor om te werken aan een kwalitatieve en leefbare woonomgeving. Hiervoor zal ze een kwaliteitskader uitwerken dat als toetsingskader wordt gebruikt bij het realiseren van nieuwe projecten. Dit kwaliteitskader geeft aan met welke aspecten men rekening moet houden om een woonomgeving kwaliteitsvol te maken. Het wordt een soort ‘draaiboek voor kwaliteit’. Elk nieuw project wordt hier aan afgetoetst, wat het beter adviseerbaar maakt. Op het niveau van de woonomgeving zal er daarom aandacht zijn voor buurtgroen, veiligheid, duurzaamheid, ontmoeting en verbondenheid, collectieve aspect van wonen, … Dit kwaliteitskader dient als basis voor de inrichting van de publieke ruimte, samen met een doorgedreven betrokkenheid van bewoners èn gebruikers.
27
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
5.2.5
Kwaliteit van de (eigen) woning (OD 2.5) De stad vraagt voor individuele woningen een hoge kwaliteit en dit zowel voor nieuwbouw als renovatieprojecten. De kwaliteit van een individuele woning omvat naast bouwfysische en technische punten, ook aspecten zoals duurzaamheid, oriëntatie, levensloopbestendigheid, toegankelijkheid, veiligheid, … . Stad Genk initieert of ondersteunt daarom projecten die worden geïnspireerd vanuit deze principes. Belangrijk is dat deze visie van het kwaliteitsbeleid ook verder wordt uitgedragen door de stadsdiensten naar de inwoners van Genk. De stadsdiensten vervullen immers een eerstelijnsfunctie in het verstrekken van informatie over wonen, premies, …. Bovendien engageert de stad zich om naast eigenaars ook huurders en verhuurders beter te bereiken met informatie over het gevoerde kwaliteitsbeleid.
5.2.6
De Genkse wijken in the picture (OD 2.6) Naast nieuwe initiatieven moet de stad ook de bestaande woonkwaliteiten van Genk blijven promoten. Genk beschikt als stad over heel wat troeven om een brede bevolking aan te spreken: het groene karakter van de stad in het algemeen en van verschillende woonwijken in het bijzonder, de aanwezigheid van talrijke voorzieningen, een goede ontsluiting, … . Dit wordt vaak als vanzelfsprekend bekeken, terwijl dit het absoluut niet is. Deze beide aspecten mogen extra in de verf gezet worden. Daarom engageert de stad zich om op zoek te gaan naar originele manieren om elke woonwijk, haar eigenheid en haar voorzieningen te promoten. Tegelijkertijd wil de stad haar inwoners ook bewust maken dat men in Genk zowel voor een groene omgeving kan kiezen, als voor een grotere mate van stedelijkheid. Het stadsbestuur gaat er van uit dat haar inwoners dan ook bewust kiezen voor de voordelen van een bepaalde plek en ook rekening houden met eventuele nadelen (vb. meer voorzieningen in het centrum, maar niet dezelfde rust en stilte van de bosrijke woonomgevingen - outdoor evenementen in de stadskern) en is bereid om te sensibiliseren over hoe men het best kan omgaan met de eigenheid van elke plek.
5.2.7
Actieve regisseursrol (OD 2.7) Het Genkse bestuur vindt het belangrijk om een actieve rol (‘regisseur’) te spelen in de realisatie van een uitgebalanceerd woningaanbod en om constructief overleg te houden met zowel publieke als private actoren. In een stad als Genk zijn vele actoren actief. Deze actoren: privaat (projectontwikkelaars, organisaties, bouwondernemingen, …) en publiek (OCMW, sociale bouwmaatschappijen, scholen, kerkfabrieken, hogere overheden, stedenbeleid…) hebben allen een eigen (potentiële) rol in de ontwikkeling van de stad. De stad heeft deze partners nodig, maar wil pro-actief sturend met deze partners aan de slag om hen deze rol te laten vertolken in de grootst mogelijke synergie binnen het visiekader van de stad. De stad is er hierbij van overtuigd dat het regisseren en sturen van de dynamische ontwikkelingen ook meer middelen naar de stad zal toeleiden.
5.2.8
Opzetten en continueren van permanent overleg tussen alle betrokken huisvestingsactoren in Genk en de partners in GAOZ en het organiseren van participatie-initiatieven rond woonthema’s (OD 2.8) Een gedragen visie rond wonen komt er niet zomaar. Het is het resultaat van het geregeld bespreken van verschillende thema’s rond wonen met de nodige lokale en interlokale actoren.
28
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
Een goede samenwerking tussen ambtenaren en de lokale mandatarissen, het OCMW, SVK Het Scharnier en de lokale Sociale Huisvestingsmaatschappijen Nieuw Dak en Landwaarts is de sleutel tot succesvol lokaal woonoverleg. Met de oprichting van de Woonraad in 2004 werd een belangrijke stap gezet in de organisatie van een permanente overlegstructuur tussen de belangrijkste huisvestingsactoren binnen Genk. Jammer genoeg is de Woonraad recent niet meer samengekomen. Doelstelling vanuit het stadsbestuur is om dit interne overleg te hervatten met dit woonbeleidsplan als startpunt en om op regelmatige basis samen te komen om het Woonbeleidsplan verder op te volgen. Een ander belangrijk aandachtspunt is dat het overleg zeer breed wordt opgevat, en dat ook de private sector actief wordt betrokken bij het woonbeleid in Genk. Op dit moment is dit onvoldoende het geval, waardoor de verzuchtingen en intenties van deze sector onvoldoende gekend zijn. Ook participatie-initiatieven rond woonthema’s kunnen opgezet worden met betrokken adviesraden of bewoners (vb. in het kader van het verdere G360 traject). In antwoord op de nood aan communicatie en overleg tussen de stad Genk en haar buurgemeenten is in 2009 een start gemaakt met het GAOZ-overleg rond wonen. Op regelmatige basis wordt er een lokaal woonoverleg georganiseerd waarbij naast de lokale actoren eveneens de Provincie Limburg en het Agentschap Wonen Vlaanderen aanwezig zijn. Dit overleg biedt meerdere voordelen waaronder een goede afstemming tussen de verschillende lokale visies en beleidsintenties omtrent wonen, het zoeken naar oplossingen die de gemeentegrenzen overschrijden (bv. de onevenwichtige spreiding van de sociale woningen), het vermijden van onderlinge concurrentie en opbod tussen de gemeenten, het uitwisselen van kennis en ervaring omtrent woonbeleid, het uitoefenen van een grotere invloed op de hogere beleidsniveaus, …
5.2.9
Opvolging van het woonbeleidsplan en monitoring van het woonbeleid (OD 2.9) Aangezien beleidsplanning en nadien evaluatie en prestatiemeting steeds meer aandacht krijgen, is het belangrijk over een set van kengetallen te beschikken waarmee de stad haar strategische en operationele doelstellingen kan aftoetsen aan de realiteit. Een goed beleid veronderstelt zich te kunnen baseren op bruikbare cijfergegevens, waarin ook evoluties en de effecten van bepaalde maatregelen kunnen worden afgelezen. Op die manier kunnen beleidsinspanningen gericht worden ingezet en ook geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie dienen de doelstellingen en instrumenten van het woonbeleid regelmatig bijgestuurd te worden.
29
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
5.3
Overzichtskader doelstellingen Onderstaand schema zet alle doelstellingen nog eens op een rijtje.
SD1: Betaalbaar, duurzaam, kwalitatief en innovatief woningaanbod voor iedereen OD 1.1
Een passend aanbod voor elke doelgroep
OD 1.2
Diversere doelgroepen in het centrum
OD 1.3
Betaalbaar en innovatief wonen
OD 1.4
Kwalitatief en dynamisch stedenbouwkundig beleid
OD 1.5
Stedelijk karakter in the picture
OD 1.6
Bijzonder en exclusief wonen in the picture
OD 1.7
Samenleven
OD 1.8
Innovatieve (samen)woonvormen
SD 2: Leefbare woonomgevingen ontwikkelen OD 2.1
Een duurzaam groeimodel voor Genk
OD 2.2
Koesteren van waardevolle woonwijken
OD 2.3
Versterken van fysieke verbindingen
OD 2.4
Kwaliteitskader woonomgevingen
OD 2.5
Kwaliteit van de (eigen) woning
OD 2.6
De Genkse wijken in the picture
OD 2.7
Actieve regisseursrol
OD 2.8
Opzetten en continueren van permanent overleg huisvestingsactoren in Genk en de partners in GAOZ
OD 2.9
Opvolging van het woonbeleidsplan en monitoring van het woonbeleid
tussen
alle
betrokken
30
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6
Uitgebreid actieprogramma en instrumentarium In dit deel worden de acties uit dit woonplan toegelicht en uitgebreid besproken. Dit actieplan geeft een overzicht van de noodzakelijke acties - en het daaraan gekoppelde instrumentarium - om de doelstellingen te bereiken. Uit het pallet van mogelijke acties en instrumenten is er enerzijds gefocust op de meest kansrijke acties, en is er anderzijds rekening gehouden met de visie om durf en vernieuwing te injecteren in het woonbeleid. Het complete actieprogramma kan samengevat worden in twee grote actiedomeinen: gericht op woningaanbod en op de woonomgeving (overeenkomstig de hoofddoelstellingen) met elk een aantal acties. Deze opdeling en de acties komen in grote mate overeen met de acties uit het meerjarenplan van stad Genk.
A. Actiedomein betaalbaar,kwalitatief en innovatief woningaanbod voor iedereen. Actie 1: Een doelgroepgericht aanbodbeleid: starters, jonge gezinnen en senioren Actie 2: Genk streeft naar een evenwichtige bevolkingsmix Actie 3: Diversiteit van het stadscentrum versterken Actie 4: Sociaal en bescheiden wonen Actie 5: Betaalbare en innovatieve woonoplossingen Actie 6: Waardevolle woonwijken Actie 7: Werken aan de (individuele) woonkwaliteit
B. Actiedomein leefbare woonomgeving Actie 8: Het verder onderzoeken, uitwerken en implementeren van de visie rond duurzaam verdichten op het vlak van wonen. Actie 9: Kwalitatief en dynamisch stedenbouwkundig beleid Actie 10: Ontmoetingsruimtes creëren Actie 11:Genk neemt een sterke regierol op In wat volgt worden de acties eerst algemeen omschreven. Vervolgens wordt hun prioriteit, fasering aangeduid. Ook het werkgebied, de betrokken actoren en de kritische succesfactoren worden weergegeven.
31
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
Strategische doelstelling 1: Uitbouw van een betaalbaar, kwalitatief en innovatief woningaanbod voor iedereen Genk moet een stad zijn met een betaalbaar, kwalitatief en innovatief woonaanbod voor iedereen, die aandacht besteedt aan het in stand houden van haar waardevolle woonwijken en via haar woonbeleid de stedelijkheid van de stad en de groei naar een evenwichtige bevolkingsmix versterkt.
6.1
Actie 1: Een doelgroepgericht aanbodbeleid: starters, jonge gezinnen en senioren Genk ondersteunt de ontwikkeling van een passend aanbod voor elke doelgroep, met aandacht voor senioren en het in de stad houden en aantrekken van jongeren, jonge en draagkrachtige gezinnen, door het initiëren van projecten en het opnemen van een actieve regierol in de begeleiding van publieke en private projecten.
6.1.1
Instrument 1A Het informeren en sensibiliseren van bewoners over de verschillende zorgwoonvormen en meegroeiwonen i.s.m. het OCMW. Genk heeft een vrij uitgebreid aanbod aan voorzieningen en wenst hier in de toekomst nog verder op in te zetten en dit aanbod verder uit te bouwen volgens een ruimtelijke visie op woonzorg. Tegelijk blijft het uiteraard noodzakelijk om actief de bewoners van de stad te informeren en te sensibiliseren over de verschillende zorgwoonvormen en meegroeiwoningen. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Dienst Woonbeleid & OCMW Kritische succesfactoren: -
Communicatie afstemmen op het doelpubliek
32
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.1.2
Instrument 1B Actieplan: ‘Naar een zorgvriendelijk Genk’ Genk is opgedeeld in zes woonzorgzones waarvoor per zone aanbod en behoefte tegenover elkaar is geplaatst in de HIVA-studie met het oog op het stellen van (beleids)prioriteiten. Op basis daarvan werd één zone (WZZ Oost) geselecteerd om prioritair uit te werken. Inmiddels heeft het schepencollege op 12 mei 2010 het actieplan “naar een zorgvriendelijk Genk” goedgekeurd maar zijn sommige acties uit het actieplan een beetje op de achtergrond geraakt. Doelstelling is om met de opmaak van dit woonplan de acties opnieuw te hernemen. Daarom wil Genk het actieplan verder uitwerken, met onder meer de verdere implementatie van de woonzorgzones. De seniorenraad en de adviesraad voor personen met een handicap worden, indien relevant, betrokken bij de evaluaties van dit actieplan. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Dienst wijkontwikkeling, Afdeling Ontwerp en Meting en Dienst Mobiliteit, Woonzorgcentra, OCMW en de bouwmaatschappijen Kritische succesfactoren: -
Voldoende middelen beschikbaar om actief deze promotie op te nemen
-
Bepleiten uitbreidingscapaciteit bij hogere overheden
33
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.1.3
Instrument 1C Onderzoek naar en ontwikkeling van instrumenten om het woonaanbod voor jonge en daadkrachtige gezinnen te versterken Genk wil zijn woonbasis verbreden en wil zo veel mogelijk jonge en draagkrachtige gezinnen aan zich binden. Het wenst daarvoor een aantal instrumenten te ontwikkelen die deze doelgroepen mogelijke opties zouden bieden. -
Dit betreft onder meer het uitbouwen van een huurmarkt (zie verder)
-
Nadenken rond collectieve woonprojecten (Cohousing, CLT, …)
-
Kwalitatief wonen nabij voorzieningen.
De haalbaarheid van deze innovatieve projecten moet worden afgetoetst op meerdere criteria: financiële haalbaarheid, inzet van stedelijke middelen (personeel, …), aanwezigheid geschikte locaties, panden, gronden, aanwezigheid geschikte partners en bereikbaarheid van beoogde doelgroepen. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Wijkontwikkeling, Afdeling Grondzaken Kritische succesfactoren: -
Juridische en financiële aftoetsing
34
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.1.4
Instrument 1D Actief screenen van de gebieden waar de stad eigendommen heeft en het voeren van een actief grondbeleid in de prioritair te ontwikkelen woongebieden De stad heeft een aantal gronden in eigendom, maar kan deze uiteraard niet allemaal zelf ontwikkelen. Bij een verkoop op de klassieke wijze verliest de stad te veel van haar mogelijkheden om sturend op te treden. Het ontwikkelen van PPS-woonprojecten is hierbij een moeilijke maar aangewezen piste. Omdat de stad eigenaar is of was van de gronden kan ze bijzonder veel voorwaarden opleggen. De stad moet dus op zoek naar mogelijke ontwikkelingen en naar mogelijke partners en kan bij de verkoopsovereenkomst een aantal voorwaarden opleggen aan de koper. Een bijzonder aandachtspunt is de creatie van aanbod aan starterswoningen in het centrum en de centrale wijken, om een verjonging van de bevolkingsstructuur te bekomen. We streven dus ook naar een uitbreiding van de private huurmarkt, bijvoorbeeld het verhuren van appartementen in het stadscentrum aan (bepaalde) schoolverlaters voor een bepaalde maximum periode. Daarnaast moet het stadsbeleid ook proactief op zoek gaan naar strategische bouwgronden om deze sterkte ook op langere termijn te behouden. Indien een gemeente zelf gronden in bezit heeft of kan verwerven, staat ze uiteraard sterker om goedkopere bouwkavels en daardoor betaalbaardere woningen aan te bieden. Het belang van proactief strategische gronden te verwerven kan derhalve moeilijk overschat worden. Eigen grond in realisatie brengen heeft niet alleen een grotere zekerheid naar eindresultaat, maar kan tevens een enorme meerwaarde realiseren, ook ten aanzien van andere beleidsopties (bv. duurzaam wonen). Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk eventuele mogelijkheden kunnen zich situeren op Genk Centrum (Project Regina Mundi), Genk centrum Noord, Nieuw-Sledderlo (Paulissenberg), Vlakveld (Zonneweeldelaan), Oud Sledderlo (Strooiselstraat, Kalverblook), Oud-Winterslag (Mijnterrein), Op’t Stroep, … Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Dienst Planning en Afdeling Grondzaken Kritische succesfactoren: -
De stad dient zelf over voldoende troeven te beschikken (grondaandeel), dit vraagt dus ook investeringen.
35
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.2
Actie 2: Genk streeft naar een evenwichtige bevolkingsmix De stad Genk wil nieuwe inwoners aantrekken en ontwikkelt een sterke visie om Genk te promoten met als troeven de groene ruimte, aantrekkelijke sites, goede voorzieningen en toekomstgerichte projecten.
6.2.1
Instrument 2A Ontwikkelen van toekomstgerichte projecten Genk heeft tal van projecten klaar staan die voldoen aan de gestelde criteria van een voldoende centraliteit en voorzieningen met een rustige en groene omgeving en waarmee het dus nieuwe inwoners wil aantrekken. De stad neemt de regie of het initiatief om ook verder nog nieuwe woonprojecten te ontwikkelen, o.a. geïnspireerd op de principes van duurzaam bouwen en wonen en waarbij heel de doelgroep gericht wordt ingezet. Deze ontwikkelingen dienen dermate kwalitatief te zijn, dat ze een ruime verspreiding krijgen en dat deze woonwijken bijdragen tot de positieve imago-building van Genk. Zo kunnen ze niet alleen nieuwe bewoners, maar ook nieuwe actoren en investeerders aantrekken. Via de opmaak van RUP’s en masterplannen dient de stad de inrichting, de principes inzake duurzaam bouwen en wonen en het beheer van het woonproject vast te leggen. Dit gebeurt momenteel al in een aantal RUP’s (vb. masterplan A. Dumontlaan). De stad gaat waar nodig een samenwerkingsverband aan met private ontwikkelaars. De stad kan overgaan tot de ontwikkeling van de gronden waarvan ze eigenaar is, waarbij de stad haar gronden ter beschikking stelt, en de ontwikkelaar instaat voor de concrete realisatie. Zo kan men bijkomende voorwaarden – bv. verplichte quota inzake sociale woningen, betaalbare woningen of huurwoningen - opleggen aan de ontwikkelaar. De stad heeft al een start gemaakt met de wijk Groot-Sledderlo in het “Masterplan LO2020”4. Andere initiatieven die worden genomen zijn: -
Opmaak van het RUP Mispelaer
-
Opmaak van RUP/MER Woonontwikkeling C-Mine (uitgesloten delen BPA gelegen in de zone voor 'uitbreidingsgebieden voor stedelijke functies').
-
Opmaak van een masterplan 'Op 't Stroep' (woongebied omgeving kerkhof/Nieuwstraat).
-
Opmaak van een masterplan voor de Minderbroederssite (Hoevenzavel).
-
Opmaak van RUP Heeldstraat
-
Opmaak van RUP Stalenstraat site Electrabel
-
Opmaak van masterplannen/ontwerpend onderzoek voor nader te bepalen gebieden (o.b.v. ruimtelijke kernbeslissingen uit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan en andere beleidsbeslissingen).
Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: zie hoger Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Afdeling Grondzaken en alle andere betrokken diensten (relevant in functie van de programma’s opgenomen in een bepaald gebied). Kritische succesfactoren: -
4
Capaciteit om al deze processen te begeleiden.
Zie ook www.lo2020.be
36
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.2.2
Instrument 2B Het verder uitwerken en voeren van imagocampagnes in functie van het aantrekken en behouden van draagkrachtige bevolkingsgroepen. De stad Genk wenst niet alleen aan de woonkwaliteit van de stad te werken, ze wenst ook de woonkwaliteit en de inspanningen die hiertoe geleverd worden in the picture te plaatsen: -
Ontwikkelen van een imago campagne om Genk te positioneren als een aantrekkelijke stad om te wonen, te werken, te ondernemen en te verblijven, teneinde niet alleen nieuwe bewoners maar ook nieuwe actoren naar de stad aan te trekken.
-
Stimuleren van de tevredenheid en fierheid van de Genkenaars over hun stad, door een betere communicatie met de bewoners, het kenbaar maken van de productmix,… - Genk als aantrekkelijke woonstad - Genk als innovatieve bedrijvenstad - Genk-centrum als aantrekkelijk winkelgebied - Genk-centrum als gezellige uitgaansbuurt - Genk als zorgzame stad
-
Opmaak van een promotionele wegwijsgids voor de stad, waarin alle informatie m.b.t. het winkelaanbod, de voorzieningen en diensten in Genk op een aantrekkelijke manier gebundeld wordt.
-
Tevredenheid + fierheid Genkenaren stimuleren
Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Volledig grondgebied Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Afdeling Leefmilieu, i.s.m. Dienst Wijkontwikkeling en Sector Communicatie en strategisch stadsbeleid. Kritische succesfactoren: -
Moet vanuit een realistische benadering van Genk het verschil maken
37
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.2.3
Instrument 2C Optimaliseren en promoten van de werking en de activiteiten van de dienst Woonbeleid Een veelheid aan acties en deelacties wordt opgemaakt in het kader van dit woonplan. Voor een groot aantal van hen zal de Dienst Woonbeleid instaan. In het kader van dit plan zullen de activiteiten dan ook geoptimaliseerd worden alsook beter gepromoot worden. -
Permanentie éénloketsysteem + zitdagen GAOZ
-
Informatieverlening over premies
-
Registratie van veel gestelde vragen rond wonen + op basis hiervan antwoordpakket uitwerken (+ eventueel publicatie op de website van de stad)
-
adviezen stedenbouwkundige aanvragen logementen, studio’s en zorgwoningen
-
Promotie Levenslang wonen
-
Info-avonden rond wonen voor bepaalde doelgroepen
Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk en GAOZ Actoren: Dienst Woonbeleid, GAOZ-actoren Kritische succesfactoren: -
Voldoende flexibiliteit binnen de Dienst Woonbeleid en de ganse technische dienst en GAOZactoren
38
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.2.4
Instrument 2D Het analyseren en opvolgen van de woonwensen, behoeften en beweegredenen omtrent het kiezen van een woonplek van verschillende doelgroepen In het kader van dit woonplan zijn een veelheid aan analyses reeds gebeurd. De Woondienst engageert er zich toe om deze analyses up-to-date te houden en ook verder de vinger aan de pols te houden voor deze specifieke doelgroepen. (zoals jongeren, jonge gezinnen, senioren, enz). Een woonbeleidsplan is een vertrekpunt en zeker geen eindpunt. Aangezien vele acties pas na de opmaak van het woonbeleidsplan opstarten is er nood aan regelmatige evaluatie van de doelstellingen en acties van onderhavig Woonbeleidsplan. In eerste plaats kunnen we hiervoor natuurlijk gebruik maken van de indicatoren die worden ontwikkeld binnen dit beleidsplan. Verder kan er op langere termijn ook nagedacht worden over een gecoördineerd systeem voor gegevensverzameling inzake wonen. Ruimtelijk gerelateerde gegevens worden geïnventariseerd en geactualiseerd via een GIS-systeem. De gegevens moeten enerzijds toelaten om een gericht gronden pandenbeleid te voeren, en anderzijds om een aantal indicatoren te ontwikkelen i.f.v. de betaalbaarheid van het wonen, de beschikbaarheid van woningen op de verschillende woningmarktsegmenten en voor de verschillende doelgroepen, de kwaliteit van het woningenbestand,… Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Dienst Woonbeleid, Dienst Beleidsplanning en Organisatie Kritische succesfactoren: -
Voldoende Dataregistratie
-
Voldoende contactmomenten
39
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.3
Actie 3: Diversiteit van het stadscentrum versterken Genk versterkt de diversiteit van de bewoners in het stadscentrum door het ontwikkelen van stedelijke woonprojecten die de hiervoor aangewezen doelgroepen aanspreken, i.h.b. starters en jonge gezinnen.
6.3.1
Instrument 3A Instrumentarium uitbouwen om de bewonerssamenstelling van het stadscentrum meer te diversifiëren De stad wil balans houden in de bevolkingsmix in het centrum, vandaag spreekt men immers al te veel van een vergrijsd stadscentrum. Het wil daarom ook grondgebonden wonen in het centrum blijven behouden en zal daarom de beschikbare tools zoals een grondbeleidsinstrumenten of masterplannen en RUP’s inzetten om deze doelstellingen te realiseren. In deze actie wordt ook de opmaak van het richtlijnenkader voor toekomstige verdichting in Genk vermeld, waarbij rekening wordt gehouden met de eigenheid van elke woonwijk en waar de open ruimte wordt gevrijwaard en Genk toch kan inzetten op een meer stedelijke stadskern. Dit wordt ondersteund door de opmaak van een brochure rond nieuwe compacte (zorg)woonvormen, inclusief een vertaling naar de Genkse context. Via deze brochure met best practices kan de stad bij nieuwe ontwikkelingen duidelijker aangeven wat voor haar belangrijk is. Tegelijk wil Genk zijn senioren weldegelijk hun plaats geven in het centrum, maar ook daarbuiten in de verschillende wijken. De opdeling in zes woonzorgzones waarvoor per zone aanbod en behoefte tegenover elkaar is geplaatst moet een dergelijk ruimtelijke spreiding toelaten. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, OCMW en indien aangewezen ook Landwaarts en Nieuw Dak Kritische succesfactoren: -
De knowhow ontwikkelen om deze woonvormen in te passen in de Genkse context
-
Bereidheid van de verantwoordelijke actoren om hierin echt vernieuwend te werk te gaan
40
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.4
Actie 4: Sociaal en bescheiden wonen Stad Genk werkt verder aan het realiseren van de objectieven met betrekking tot een sociaal en bescheiden woonaanbod. Het sociale woonaanbod wordt op basis van het goedgekeurde actieplan gerealiseerd in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappijen Nieuw Dak en Landwaarts.
6.4.1
Instrument 4A Uitvoeren actieplan Stad Genk werkt samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen Nieuw Dak en Landwaarts aan de uitvoering van het goedgekeurde actieplan en aan de realisatie van een sociaal en bescheiden woonaanbod. De wenselijkheid van het ontwikkelen van een aanbod sociaal en/of bescheiden wonen wordt telkens overwogen bij het opmaken van een nieuw RUP. Via stedenbouwkundige aanvragen en verkavelingsaanvragen draagt een aandeel van de recente (en toekomstige) private woonontwikkelingen ook bij tot het vergroten van het aanbod bescheiden wonen. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Nieuw Dak, Landwaarts, SVK Het Scharnier, stad Genk Kritische succesfactoren:
41
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.5
Actie 5: Betaalbare en innovatieve woonoplossingen Genk ondersteunt de ontwikkeling van een betaalbare en innovatieve woningmarkt, met bijzondere aandacht voor de huurmarkt en het huuraanbod, door ruimte te bieden aan innoverende bouwprojecten en pilootprojecten inzake nieuwe (collectieve) woonvormen en zoekt daarbij ook naar nieuwe financieringsmechanismen die ervoor zorgen dat deze vernieuwende projecten betaalbaar zijn.
6.5.1
Instrument 5A Onderzoek naar het ontwikkelen van een innovatief instrumenten voor betaalbaar wonen Genk wil haar innovatieve karakter doortrekken op alle terreinen, ook op het gebied van betaalbaar wonen. Betaalbaar wonen komt er op neer dat men compacter moet bouwen en dat er een aantal zaken collectief worden aangepakt om op die manier bouw-, leef- of onderhoudskosten te doen dalen. Voor wat betreft initiatieven inzake grondeigenaarsschap kunnen volgende pistes worden onderzocht: -
Community Land Trust = een verenigingsvorm die eigendommen verwerft, ontwikkelt en beheert. Uitgangspunt is dat de grond los van de woning wordt verkocht en dat het grondeigendom altijd in handen blijft van het CLT. Minder kapitaalkrachtige groepen kunnen op die manier alsnog een woning verwerven.
-
Realiseren van woningen op gemeentelijke gronden die nadien worden verkocht, maar waarbij het grondaandeel niet in één keer maar verspreid in de tijd kan worden afgelost.
-
Erfpachtregelingen en huren gronden.
-
Inwisselbare grondreserves = waarbij gronden op minder geschikte locaties in woongebied worden geruild tegen gronden in meer geschikte locaties die hiervoor een bestemmingswijziging naar woongebied moeten ondergaan.
-
Het autonoom ontwikkelen van woonprojecten waarbij woongelegenheden tegen kostprijs op de markt gebracht worden zonder dat er winstmarges worden toegepast door ontwikkelaars.
Voor collectief wonen kan het gaan om: -
het bouwen in bouwgroepen
-
het collectief wonen (al dan niet in één of meerdere ruimtes)
-
het collectief inrichten, onderhouden en beheren van collectieve buitenruimte en tuinen zoals dat in o.a. in Hasselt gebeurt
-
buitenruimte en tuinen voorzien in het openbaar domein waardoor eigenaars niet moeten investeren in deze gronden
De haalbaarheid van deze innovatieve projecten moet worden afgetoetst op meerdere criteria: financiële haalbaarheid, inzet van stedelijke middelen (personeel, …), aanwezigheid geschikte locaties, panden, gronden, aanwezigheid geschikte partners en bereikbaarheid van beoogde doelgroepen. Tal van projecten komen hiervoor aan bod: -
Opmaak van een RUP ter herziening van het BPA Winterslag 42
-
Opmaak masterplan Stalenstraat (herbestemming Electrabelsite)
-
Opmaak masterplan Minderbroederssite (Hoevenzavel)
-
Opmaak van het RUP Richter
-
Opmaak van het RUP Paresbemden
42
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
-
Opmaak van het RUP LO2020
-
Opmaak van het masterplan Op’t Stroep
-
Opmaak van het RUP ifv de partiële herziening van het BPA Winterslag stedelijke functies
Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Dienst Planning, alle andere betrokken diensten (relevant in functie van de programma’s opgenomen in een bepaald gebied) en bewoners… Kritische succesfactoren: -
Zie haalbaarheidscriteria
43
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.5.2
Instrument 5B Onderzoek naar vernieuwende (zorg)woonvormen In aanvulling op het Ruimtelijk Groeimodel voor de stad, waar de oefening voor verdichting in de stad wordt gemaakt, wordt er ook een oefening rond (zorg)woonvormen gestart waarbij de link tussen het groeimodel en de woonzorgzones zal worden gelegd. Hierbij ligt de focus op verschillende woonvormen en de relatie met de zorgvoorzieningen. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, OCMW en indien aangewezen ook Landwaarts en Nieuw Dak Kritische succesfactoren: -
De knowhow ontwikkelen om deze woonvormen in te passen in de Genkse context
-
Bereidheid van de verantwoordelijke actoren om hierin echt vernieuwend te werk te gaan
44
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.5.3
Instrument 5C Onderzoek naar het ontwikkelen van instrumenten in functie van het versneld op de markt brengen van percelen In aanvulling op het zoeken naar nieuwe financieringsmechanismen om nieuwe woonprojecten betaalbaar te maken, kan de stad ook onderzoeken welke instrumenten kunnen ontwikkeld en/of ingevoerd worden om bebouwbare percelen versneld op de markt te krijgen. En er kan onderzocht worden of de stad kan sturen op de betaalbaarheid van deze bouwkavels. Door het aanbod van private bouwkavels te vergroten zal er een gunstig effect ontstaan op de betaalbaarheid.
Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Gans Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid en Afdeling Financiën Kritische succesfactoren: -
Haalbaarheid
45
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.6
Actie 6: Waardevolle woonwijken Genk koestert zijn waardevolle woonwijken die omwille van hun landschappelijke, architecturale en/of stedenbouwkundige kwaliteiten unieke woonmilieus vormen door op basis van ontwerpend onderzoek werk te maken van implementeerbare oplossingen voor de instandhouding en opwaardering van deze wijken.
6.6.1
Instrument 6A Opmaak RUP markante gebouwen Een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) wordt opgemaakt om beleidsopties uit te voeren. Het is een ordenings- en bestemmingsinstrument dat de visie en de beleidsdoelstellingen van het structuurplan concreet maakt. In een GRUP kunnen, naast bestemmingsvoorschriften, ook inrichtings- en beheersprincipes worden vastgelegd. Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan binnen een plangebied uitspraken doen over één of meer thema's. Dat kunnen bijvoorbeeld zonevreemde woningen zijn, of ontwikkelingsperspectieven voor landbouwzetels, of de nabestemming van constructies. In dat geval spreken we van thematische RUP's. De stad Genk wenst nu zo’n thematisch RUP op te maken voor haar waardevol patrimonium, i.h.b. de markante gebouwen. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Te bepalen Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Erfgoedcel/coördinator Kritische succesfactoren: -
Flexibiliteit van de planvorm
46
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.6.2
Instrument 6B Opmaak van een inventaris i.f.v. de bescherming van beeldbepalend erfgoed Genk heeft in z’n verschillende wijken verschillende gebouwen en voor bebouwde gehelen die beeldbepalend zijn voor het stedelijk landschap. In complementariteit met het RUP markante gebouwen wenst de stad deze elementen die het beeld van het stadslandschap bepalen en inventariseren om hen een verdere bescherming te kunnen geven. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Erfgoedcel/coördinator en alle andere betrokken diensten (relevant in functie van de programma’s opgenomen in of de ligging van een bepaald gebied). Kritische succesfactoren: -
Flexibiliteit van de planvorm
-
Handhaving van deze visie en vertaling naar concrete (bindende) instrumenten
47
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.6.3
Instrument 6C Oprichting van een beleidsadviserende ‘erfgoedcel’ Omdat het erfgoed een unieke meerwaarde vormt voor Genk en omdat de stad o.a. met bovenstaande instrumenten een pro-actief beleid wil opnemen ten aanzien van deze bijzondere uitdaging, zal de stad een erfgoedcel oprichten die het beleid zal bijstaan en advies verlenen. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Erfgoedcel/coördinator Kritische succesfactoren: -
Beschikbare middelen
48
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.6.4
Instrument 6D Ontwerpend onderzoek voor een nieuwe toekomstvisie voor de tuinwijken De tuinwijken zijn unieke woonmilieus en zijn dan ook bijzondere troeven voor het wonen in Genk. Tegelijk vormen ze ook de grootste uitdaging. Ze voldoen duidelijk lang niet allemaal aan de verwachte comforteisen en dan in het bijzonder ten aanzien van het energiegebruik. De stad wil daarom ontwerpend onderzoek organiseren voor de uitwerking van een nieuwe toekomstvisie voor de tuinwijken (o.a. inzake architectuur, duurzaamheid en energiegebruik) en evaluatie van de huidige afbakening. De stad wil met deze ontwerpoefening antwoorden bieden op deze uitdagingen. Deze ontwerpoefeningen situeren zich zowel op het vlak van de architectuur (Hoe omgaan met het gebouw, de schil, de volumes en de architectuur?); alsook op het vlak van de stedenbouw (Welke elementen zijn waardevol op wijkniveau en welke wijken dragen deze kenmerken?). Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Erfgoedcel/coördinator, Dienst Wijkontwikkeling Kritische succesfactoren: -
beschikbaar budget voor ontwerpend onderzoek
49
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.7
Actie 7: Werken aan de (individuele) woonkwaliteit Genk stimuleert de kwaliteit van het individuele woningaanbod op gebied van bouwfysische en technische kwaliteiten, maar ook op gebied van duurzaamheid, oriëntatie, levensloopbestendigheid, veiligheid, ... door projecten die gebaseerd zijn op deze principes te initiëren of te ondersteunen en een kader te creëren waarbinnen zullen initiatieven worden gestimuleerd of gereguleerd.
6.7.1
Instrument 7A Het subsidiereglement duurzaam wonen voor Genk Vanuit het GAOZ-initiatief is een subsidiereglement duurzaam wonen opgemaakt. Inwoners van GAOZ kunnen subsidies aanvragen voor energiezuinig (ver)bouwen en energiebesparende maatregelen, maar ook voor het realiseren van meegroeiwoningen, zorgwoningen of bij het inwinnen van advies over woningaanpassingen bij het Toegankelijkheidsbureau (vzw). Via sensibilisering en informatieverstrekking dient deze tegemoetkoming verder gepromoot te worden. De stad Genk wenst dit vanuit het intergemeentelijk samenwerkingsverband Lokaal Woonbeleid GAOZ blijvend op te volgen en regelmatig te evalueren. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: GAOZ Actoren: GAOZ Woonloket, Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Huisvestingsambtenaar, Dienst Leefmilieu (duurzaamheidsambtenaar) Kritische succesfactoren: -
Bereikbaarheid doelgroep subsidie (vb. senioren)
-
Mate van promotie van de subsidie
-
Financiële middelen
50
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.7.2
Instrument 7B Ontwerpend onderzoek voor nieuwe toekomstvisie tuinwijken Van 2005-2007 en van 2008-2013 heeft de Genkse tuinwijkrenovatiesubsidie bestaan. Binnen deze periode zijn heel wat panden (mede dankzij dit premiereglement) op een kwalitatieve wijze gerenoveerd. Hierbij stond het herstellen van het oorspronkelijke uitzicht voorop. Momenteel is dit premiereglement niet meer van toepassing en zal het stadsbestuur over gaan tot het organiseren van (ontwerpend) onderzoek in functie van de uitwerking van een nieuwe toekomstvisie voor de tuinwijken (o.a. inzake architectuur, duurzaamheid en energiegebruik). Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Tuinwijken Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Erfgoedcel/coördinator, Dienst Wijkontwikkeling Kritische succesfactoren: -
Financiële middelen voor heroriëntatie
51
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.7.3
Instrument 7C + 7D Het actief opvolgen van de woonkwaliteit van het Genkse woningbestand met bijzondere aandacht voor specifieke woonvormen (zoals kamerwoningen, studio’s huurwoningen, enz.) en het optimaliseren van instrumenten om de woonkwaliteit te verbeteren. Het continueren van de screening van de GAOZ-gemeenten in functie van de implementatie van de stedelijke heffing op leegstand
Eén van de basiselementen is en blijft uiteraard de kwaliteitsbewaking vanuit de Vlaamse Wooncode5. In het de VWC werd een instrumentarium ontwikkeld dat waarborgen moet bieden voor een kwalitatief woonpatrimonium en een leefbare woonomgeving. -
Ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring. De burgemeester kan besluiten ongeschikte en/of onbewoonbare woningen te verbeteren, aan te passen of te renoveren.
-
Overbewoondverklaring, bij woningen die niet aangepast zijn aan de woonbezetting of gezinssamenstelling, en waarbij het grote aantal bewoners een veiligheids- en/of gezondheidsrisico vormt. Eveneens een bevoegdheid van de burgemeester.
-
Inventaris van leegstand en verkrotting. Elke gemeente deelt aan de administratie mee welke gebouwen en/of woningen op haar grondgebied verwaarloosd zijn of leegstaan.
-
Sociaal beheersrecht. Geeft bepaalde instanties het recht om woningen op de inventaris van leegstand en verkrotting voor minimaal 9 jaar in beheer te nemen, te renoveren en sociaal te verhuren. (zelden gebruikt)
-
Recht van voorkoop. Een corrigerend mechanisme waarmee de overheid speculatieve leegstand en verkrotting tracht te bestrijden (zelden gebruikt)
-
Conformiteitsattest voor huurwoningen. Bewijs dat de woning voldoet aan de minimale veiligheids-, gezondheids-, en woonkwaliteitsnormen, zoals bepaald in de VWC. Dit attest wordt uitgereikt door de gemeente en is 10 jaar geldig. Een conformiteitsattest is echter niet verplicht voor de verhuring van een woning. Sinds 01.01.2014 is het afleveren van een conformiteitsattest ingevoerd ter vervanging van een opheffing van een besluit van een ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring.
In een eerste fase zijn de maatregelen ondersteunend. Dan komt er een fase van onderhandeling met de verhuurder om de woning opnieuw in orde te brengen op het vlak van veiligheid, gezondheid en woonkwaliteit. Als dit allemaal niet lukt, treden de sanctionerende mechanismen in werking: opname in de inventaris van leegstand en verkrotting, gekoppeld aan de heffing en het strafrechtelijk optreden. Momenteel worden een aantal instrumenten reeds zeer actief en intensief ingezet om de woonkwaliteit systematisch te verbeteren. Genk wenst te onderzoeken welke instrumenten nog bijkomend ingezet kunnen worden voor de uitdagingen die eigen zijn aan de woonsituatie (zoals kamerwoningen, studio’s huurwoningen, enz.) Een specifiek element is de screening die gebeurt in het kader van de GAOZ-gemeenten in functie van de implementatie van de stedelijke heffing op leegstand. De stad wenst dit samen met de GAOZgemeenten actief te blijven opnemen.
5
De Vlaamse Wooncode (VWC), basisdecreet van de Vlaamse Regering, werd ontwikkeld met het oog op het bevorderen van de algemene kwaliteit van de woningen in Vlaanderen.
52
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk, met aandacht voor probleemsecties (eventueel in Genk-Centrum, Genk-centrum Noord, Nieuwe Kempen, Waterschei-Noord, Waterschei-Zuid, Winterslag 1, Winterslag 2 en 4, Zwartberg-Noord, Zwartberg-Zuid) Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, GAOZ Woonbeleid, Huisvestingsambtenaar, Dienst Wijkontwikkeling, OCMW, CAW SONAR, politie, brandweer Kritische succesfactoren: -
Voldoende middelen personeelsmiddelen beschikbaar om dit actief op te nemen
53
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
Strategische doelstelling 2: Leefbare woonomgevingen Genk stelt zichzelf als taak om leefbare woonomgevingen te ontwikkelen, waar mensen levenslang kunnen wonen én die tegelijkertijd verbondenheid stimuleren en versterken.
6.8
Actie 8: Het verder onderzoeken, uitwerken en implementeren van de visie rond duurzaam verdichten op het vlak van wonen. Voortgaand op het ruimtelijk rasterstadmodel, ontwikkelt Genk een kader voor woonverdichting dat kernversterking nastreeft en een antwoord biedt op maatschappelijke vraagstukken van vergrijzing, gezinsverdunning.
6.8.1
Instrument 8A Een ruimtelijk groeimodel voor Genk Het stadsbestuur van Genk wenst, naar analogie met de oefening die op Vlaams niveau gebeurt, na te denken op welke wijze zij een bijdrage kan leveren in het trotseren van de uitdagingen waar we voor staan. Daarom wordt een model voor toekomstige verdichting opgemaakt. Het gaat om een groeimodel voor wonen in Genk dat een visie presenteert over verdichting in Genk, een visie die vertrekt van de bestaande ruimtelijke structuur van Genk en die rekening houdt met de bestaande kwaliteiten en knelpunten. Andere sleutelkwesties die in dit verband zeker aan de orde moeten zijn, zijn onder meer: -
meervoudig ruimtegebruik
-
slimme transformaties en hergebruik van bestaande reeds ontwikkelde gebieden
-
ontsnippering van de bestaande ruimte
Verdichting en het bouwen aan een hogere dichtheid is per definitie gekenmerkt door een hogere complexiteit dan het bouwen van een alleenstaande woning op een open kavel. Door de nabijheid, de verweving, de stapeling en schakeling van woonentiteiten zijn hogere kwaliteitseisen aan de omgeving, de stedenbouwkundige opvatting én de architectuur vereist. Het stadsbestuur moet niet alleen nadenken over toekomstige nieuwbouw, maar ook over de situatie van het bestaand patrimonium. Hiervoor wordt ook de eerder aangevatte intentie om een kader voor woningopsplitsing te maken verder worden uitgewerkt. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Dienst Planning, Dienst Wijkontwikkeling en alle andere relevante diensten. Kritische succesfactoren: -
Concrete vertaling naar bestaande plannen en projecten
-
Handhaving van de richtlijnen, indien ze niet bindend zijn
-
Bekendmaking verdichtingsvisie
54
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.9
Actie 9: Kwalitatief en dynamisch stedenbouwkundig beleid Genk voert en handhaaft een kwaliteitsvol en dynamisch hedendaags stedenbouwkundig beleid en ontwikkelt een kwaliteitskader, met ruimtelijke en maatschappelijke criteria en aandachtspunten, dat de basis vormt voor de verdere ontwikkeling van duurzame, kwalitatieve, veilige en leefbare woonomgevingen.
6.9.1
Instrument 9A Opstellen van een specifieke stedenbouwkundige verordening Stedenbouwkundige verordeningen zijn voorschriften die gelden op het hele grondgebied van de stad. De stad Genk wil een aantal lokale voorschriften opmaken o.a. voor wat betreft de afspraken rond bouwvrije stroken, bouwdieptes, het aanbrengen van publiciteit, verhardingen, afsluitingen, losstaande bijgebouwen, enz. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Wijkontwikkeling Kritische succesfactoren: -
Voldoende flexibiliteit in de regelgeving
55
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.9.2
Instrument 9B Uitbouwen van een samenwerking en partnerschap met andere actoren in het veld van architectuur, stedenbouw en planologie (stadsontwikkeling) De stad Genk wil verder werken aan de ruimtelijke ontwikkeling van de stad met zo groot mogelijke kwaliteitsdoelstellingen. Het is evenwel niet evident om deze kwaliteitsdoelstellingen steeds te behalen met de instrumenten waarmee de stad aan de slag kan. Omdat de stad zoveel mogelijke realisatiegericht wil invullen, wil ze zoveel mogelijk gebruik maken van kennisdeling. De stad is nu reeds aanwezig op diverse fora (VRP, dag van de architectuur, ontwerplabo’s van de KULeuven…). En zal zelf verder actief blijven in deze netwerken, zowel als participant als als organisator. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid Kritische succesfactoren: -
Voldoende ruimte bij de Genkse stedelijke actoren
56
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.9.3
Instrument 9C Oprichten van een beleidsadviserende ‘Kwaliteitskamer’ van onafhankelijke deskundigen De Kwaliteitskamer is een adviescommissie voor ruimtelijke projecten. Ze bestaat uit ontwerpers, stedenbouwkundigen, architecten, landschapsarchitecten, … De kwaliteitskamer beoordeelt projecten van een zekere omvang, een grote impact en van publieke omvang. De kwaliteitskamer beoordeelt geen particuliere projecten, het moet telkens om projecten gaan van een zekere omvang, een grote impact en van publieke belang. De Kwaliteitskamer is géén jury, maar verleent advies. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid Kritische succesfactoren: -
Voldoende openheid om hier mee om te gaan
57
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.9.4
Instrument 9D Werken aan integrale duurzame woonontwikkelingen In het kader van integrale en duurzame woonontwikkelingen willen verschillende relevante stedelijke diensten van bij aanvang op een gecoördineerde wijze samen werken zodat aspecten van samenleven, verbondenheid, ontmoeting, diversiteit, (sociale) veiligheid, speelruimte, (socioculturele) voorzieningen, duurzaamheid, toegankelijkheid, ... van bij het begin in het ruimtelijke planningsproces worden ingebracht. De diensten ontwikkelen hiertoe een efficiënte en geïntegreerde werkwijze en eventuele bijkomende instrumenten Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid als coördinator, duurzaamheidsambtenaar en alle andere betrokken stedelijke diensten. Kritische succesfactoren: -
Het succes van dit soort initiatieven hangt af van de snelheid waarmee we tot beslissingen zullen komen. Dit soort initiatieven moet toelaten snel tot beslissingen te komen door een grotere coördinatie en door tegenstrijdige adviezen te vermijden. Maar het overlegproces mag geen reden tot vertraging zijn.
58
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.10
Actie 10: Ontmoetingsruimtes creëren Genk voert een woonomgevingsbeleid met aandacht voor ontmoeting en verbondenheid dat erop gericht is sfeervolle, groene, veilige, goed onderhouden woongebieden te realiseren die functioneren als woonzorgzones en voorzien zijn van alle nodige basisvoozieningen zoals speelruimte voor kinderen, socio-culturele en recreatieve ontmoetingsruimte voor jong en oud, kinderopvang, … en geeft bewoners een plaats in de uitbouw van hun leefomgeving.
6.10.1
Instrument 10A Inhoudelijke ondersteuning en advies verlenen bij aanleg openbaar domein Vanuit het beleidsdomein Wonen wordt actieve informatie en inhoudelijke ondersteuning voorzien bij de aanleg van wijkinfrastructuur, voetpaden, gemeenschapsruimtes, … Ook bij de aanleg van nieuwe ontwikkeling zal de stad kwaliteitsvolle openbare ruimte inrichten, in samenspraak met de bewoners en de ontwerpers. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Afdeling Ontwerp en Meting, Dienst Mobiliteit, Dienst Wijkontwikkeling, Dienst Leefmilieu, het Veiligheidshuis en alle andere relevante diensten. Kritische succesfactoren:
Pag. 59
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.11
Actie 11: Genk neemt een sterke regierol op Door het opnemen van een sterke regierol, versterkt Genk de synergie tussen de diverse spelers op de woningmarkt in functie van de realisatie van ambities van de stad op gebied van wonen en woonomgeving.
6.11.1
Instrument 11A Het verder continueren en versterken van samenwerkingsverbanden met lokale partners rond wonen in functie van het verhogen van de woonkwaliteit. Er zijn vele sterke partners in Genk en GAOZ die werken aan de kwaliteit van het wonen in Genk. De verstandhouding tussen deze partners is heel goed. De stad wenst deze sterke en kwalitatieve samenwerkingsverbanden dan ook te beklemtonen in haar woonbeleid en verder te blijven samenwerken met deze actoren aan een kwalitatief woonbeleid voor Genk en GAOZ. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkgebied: Genk, IGS GAOZ Woonbeleid Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid als coördinator samen met alle actoren betrokken op woonbeleid in Genk en met de actoren uit het IGS GAOZ Woonbeleid. Kritische succesfactoren: -
Behoud van het wederzijds vertrouwen
Pag. 60
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.11.2
Instrument 11B Het verder uitwerken van de prioritaire acties uit het woonbeleidsplan Dit woonplan formuleert vele doelstellingen, actiedomeinen, acties en instrumenten. Het woonplan geeft ook een prioriteit aan deze acties, maar tegelijk blijft het belangrijk om dit te blijven actualiseren en evalueren. De stad Genk wil dit woonplan dan ook als een levend document zien -
Prioriteiten selecteren
-
Acties tot uitvoering brengen
-
Evalueren
-
Bijsturen
Het is duidelijk dat Genk een visie heeft op z’n woonbeleid en hierin ook stevig aan de kar wenst te trekken, tegelijk engageert de stad zich er wel toe het Grond- en Pandendecreet op te nemen. Verder gaat de stad het woonbeleid samen met de partnergemeenten van GAOZ verder aansturen. Alle gemeenten hebben nu hun woonplan uitgewerkt, samen met deze partners zullen samen gemeenschappelijke prioriteiten verder vorm worden gegeven. Dit woonplan wordt beschouwd als een “levend” document dat op regelmatige basis dient geëvalueerd en bijgestuurd te worden (dit in overleg met de betrokken partners). Hiervoor kan o.a. de woonraad ingeschakeld worden. De goedkeuring van dit woonbeleidsplan kan aanzien worden als een startpunt om de woonraad opnieuw te activeren. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkingsgebied: Genk en GAOZ Actoren: De dienst Woonbeleid, samen met andere actoren ihb de diensten woonbeleid van de partnergemeenten Kritische succesfactoren:
Pag. 61
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
6.11.3
Instrument 11C Het optimaliseren van het woonoverleg en het organiseren van participatie-initiatieven rond woonthema’s Het ontbreekt in Genk duidelijk niet aan overleg, noch aan enige goodwill bij de verschillende betrokken actoren. Hiertegenover staat wel dat de stad Genk aanvoelt dat dit overleg geoptimaliseerd kan worden. Naar aanleiding van dit woonbeleidsplan zoeken we naar een efficiëntere organisatie van het woonoverleg in Genk. We maken hierbij in de eerste plaats een onderscheid tussen de communicatie en overleg binnen de diensten van de stad Genk, afstemming tussen de diensten en het beleid, met andere actoren (stuurgroep wonen) en de communicatie en overleg met externen (Genkse Woonraad, GAOZ LWO). Het overleg en communicatie binnen de diensten van de stad Genk moet uiteraard in de eerste plaats gezien worden binnen de Genkse organisatiestructuur: -
Het managementteam zorgt voor een afstemming van het beleid tussen de verschillende sectoren. Ook worden alle belangrijke projecten, beleidsplannen en beleidsopties hier besproken en toegelicht. Dit is dus een eerste, maar heel belangrijke, stap voor verdere afstemming tussen de verschillende stedelijke diensten. Het is noodzakelijk dat belangrijke aspecten van het woonbeleid hier op de agenda worden geplaatst om deze zo ook aan alle andere diensten mee te geven en om omgekeerd ook waar nodig, input te verkrijgen voor het woonbeleid.
-
Afdelingshoofdenoverleg: maandelijks overleg van alle Afdelingen van de Sector Technische Diensten waarop afdelingsoverschrijdende onderwerpen en projecten worden besproken.
-
Overleg tussen 3 diensten (woonbeleid - vergunningen - planning) om binnen de Afdeling ROW alle belangrijke projecten, plannen en aspecten van het woonbeleid toe te lichten aan de andere cellen, maar vooral ook om alles onderling af te toetsen.
-
Interambtelijke werkgroep wijkontwikkeling zorgt voor de gebiedsgerichte benadering
Omdat het woonbeleid een veelheid aan actoren verzamelt, is er behoefte aan structureel overleg tussen de verschillende betrokken actoren. De hoeveelheid aan projectmatig en beleidsvoorbereidend overleg toont overduidelijk deze behoefte aan. Dit structureel overleg kan vooral het beleidsvoorbereidend overleg vervangen. Voor de verschillende beleidsplannen. Dit zou betekenen dat eenzelfde Stuurgroep wonen (Stad, OCMW, Landwaarts, Nieuw Dak, CAW, Stebo, …) alle diverse studies en plannen kan opvolgen. De voornaamste meerwaarde van dit woonoverleg is dat alle actoren geïnformeerd blijven over wat er gebeurd op het vlak van wonen. Het echte projectgebonden overleg kan dan eventueel in kleinere werkgroepen worden verdergezet. Verder moet het woonbeleidsplan als kapstok functioneren door de verschillende elementen uit andere plannen te verzamelen en ook naar de toekomst toe als het sturend element blijven werken. Voor de externe terugkoppeling en afstemming met bewoners, verenigingen en experten blijft uiteraard de Genkse Woonraad het klankbord. De woonraad kan in principe 6 à 9 maandelijks georganiseerd worden, opnieuw kan de frequentie gekoppeld worden aan projectplanning. Uiteraard is het hier nog belangrijker, tijdig de agenda te bepalen en te voeden. Dit nieuwe woonbeleidsplan kan hierbij een startpunt zijn om de woonraad opnieuw te activeren. Verder kan het ook aangewezen zijn bij mijlpaalmomenten de woonbeleidsplanning of projectplanning voor te leggen aan de diverse adviesraden. Ook kunnen er, indien relevant, participatie-initiatieven rond woonthema’s opgezet worden met de betrokken adviesraden of bewoners (vb. in het kader van het verdere G360 traject.)
Pag. 62
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
Tenslotte kan in verderzetting van de denktanks die reeds georganiseerd zijn in functie van dit woonplan een jaarlijks gestructureerd overleg met de private huisvestingssector georganiseerd worden. Dit kan onder de vorm van een denktank zoals deze ook voor dit beleidsplan werd toegepast. Dit laat het Genkse beleid toe de vinger aan de pols te houden bij de private sector. Met het intergemeentelijk samenwerkingsverband Woonbeleid GAOZ wordt ook geregeld een interlokaal woonoverleg gehouden waarbij naast de lokale actoren eveneens de Provincie Limburg en het Agentschap Wonen Vlaanderen aanwezig zijn. Hier worden thema’s rond woonbeleid vanuit een intergemeentelijk standpunt benaderd. Andere taken in het kader van lokaal woonoverleg zijn o.a: -
adviseren van andere gemeentes bij de ontwikkelingen en uitvoering van hun RUP’s en BPA’s in het kader van hun GRS en BSO (Bindend Sociaal Objectief), dit vanuit de expertise die men in Genk heeft.
-
zorgen voor een goede doorstroming van de (actuele) informatie, visies en wetgeving binnen de vier gemeentebesturen.
Ook het opzetten van lokaal woonoverleg hoort dus bij het takenpakket van de medewerkers aan het GAOZ-project. Het advies rond overleg dat hierboven geformuleerd wordt, kan dan ook grotendeels gekaderd worden binnen dit project. Prioriteit: nog aan te vullen Fasering: nog aan te vullen Werkingsgebied: Genk en GAOZ Actoren: Afdeling Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid, Dienst Woonbeleid, Dienst Planning van Genk, GAOZ-actoren, Genkse Woonraad, Lokaal Woonoverleg GAOZ, OCMW’s GAOZ, Wonen Vlaanderen, Provincie Limburg, Landwaarts, Nieuw Dak, SVK Het Scharnier, … Kritische succesfactoren: -
Voldoende discipline van alle actoren
Pag. 63
SumResearch / 6029 Woonplan Genk
SumColofon datum
opgesteld te Gent op 7 februari 2014
projectleider
Brecht Vandekerckhove, socio-economisch geograaf, vennoot
projectmedewerkers
Liesbeth Van Damme, socio-economisch geograaf
SumContact
SumResearch nv
[email protected] [email protected] www.sum.be
Pag. 64