Landelijke raad – Agenda 18 juni 2011
Inhoudsopgave Uitnodiging landelijke raad 18 juni 2011 Agenda landelijke raad 18 juni 2011 Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010 1. Verslag 2. Actie- en besluitenlijst 3. CV Marion Geerligs PhD Agendapunt 2b – Voorstel nieuwe procedure voor de stukken van de landelijke raad Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015 1. Inleiding 2. Rapportage programma Groepsontwikkeling 3. Rapportage programma Spel 4. Rapportage programma Scouting Academy Agendapunt 4 – Voorstel evaluatie Groepsontwikkeling Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie Bijlage: Rapportage P&O van het LSC Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode Bijlage: Concept gedragscode en toelichting Agendapunt 7 – Voordrachten Agendapunt 8 – Regio’s informeren regio’s Agendapunt 9 – Voortgang omzetten groepsvereniging Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010 1. Inleiding 2. Doelstelling (statutair) van de vereniging Scouting Nederland 3. Samenstelling bestuur en directie per 31 december 2010 4. Belangrijke besluiten 2010 landelijk bestuur en landelijke raad 5. Beleidsvoornemens 6. De verplichtingen van boven de € 20.000,00 per jaar 7. Bijdragen derden 8. Nota van aanbieding jaarrekening 2010 9. Accountantsverklaring 2010 10. Jaarrekening 2010 11. Begroting 2011 en toelichting 12. Overzicht investeringen Verenigingskampeerterreinen 2010 Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF Agendapunt 10c – Advies financiële commissie Agendapunt 11 – Lidmaatschap ISGF
Inhoudsopgave
2 5 6 7 20 23 25 26 27 30 33 35 40 41 57 59 65 68 69 70 73 74 75 76 77 79 83 84 85 96 98 113 120 124 133 134
1
Uitnodiging landelijke raad raad 18 juni 2011
Aan: • • • •
leden en plaatsvervangende leden van de landelijke raad leden van het landelijk bestuur directie landelijk servicecentrum coördinatoren steunpunten
Let op! Andere locatie: zie pagina 4
Ter kennisname aan: • regiosecretariaten • abonnees Datum: 12 mei 2011 Dames en heren, ste
Op zaterdag 18 juni a.s. wordt de 77 uitnodigen.
landelijke raad gehouden, waarvoor wij u van harte
Programma en agenda Het programma en de agenda met de stukken vindt u hierna. Het programma bestaat uit twee delen: 1. Besluitvormend gedeelte Hier gaat het om de formele landelijke raadsvergadering waarin besluiten door en namens de vereniging genomen worden. De landelijke raad bestaat uit één lid per regio en drie vertegenwoordigers van het waterwerk. De plaatsvervangende leden worden van harte uitgenodigd als toehoorder aanwezig te zijn bij de besluitvormende agendapunten. Voor het goede verloop van de vergadering worden de plaatsvervangende leden vriendelijk verzocht om op de ‘publieke tribune’ plaats te nemen. Na afloop van de vergadering is er een gezellige afsluiting met een hapje en een drankje. Omdat het meningsvormend gedeelte ditmaal een beperkte omvang heeft, wordt ernaar gestreefd de landelijke raad wat eerder te beëindigen dan te doen gebruikelijk, zie de agenda. 2. Meningsvormend gedeelte Tijdens dit gedeelte staan er onderwerpen op de agenda die te maken hebben met het beleid van de vereniging. Alle leden en plv. leden van de raad, maar ook alle voorzitters van de nieuwe programmagroepen (programmamanagers), coördinatoren steunpunten en het landelijk bestuur worden van harte uitgenodigd om een bijdrage aan de discussie te leveren. Tijdens deze landelijke raad zal het meningsvormend gedeelte plenair en voor de lunch plaatsvinden.
Uitnodiging landelijke raad 18 juni 2011
2
Aanmelden landelijke raad Om praktische en organisatorische redenen dient iedereen zich (individueel) aan te melden voor de landelijke raad: 1) Op de website www.sol.scouting.nl logt u in met uw persoonlijk account. 2) Klik op de linkerbalk op ‘Activiteiten’ en vervolgens op ‘Inschrijfformulieren’. 3) Open inschrijfformulier ‘Landelijke raad 18 juni 2011: aanmelden’. 4) Vul de gevraagde gegevens op het formulier in. 5) Klik op de tab ‘Versturen inschrijving’, waarmee de aanmelding wordt geregistreerd. Aanmelden kan tot en met 13 juni a.s. Door de automatische verwerking van de inschrijving is aanmelden per e-mail niet mogelijk. Digitale versie landelijke raadsstukken De stukken voor deze landelijke raad zullen geplaatst worden op de website op een afgesloten gedeelte voor leden, waartoe men moet inloggen met een persoonlijk account. (www.scouting.nl – Mijn Scouting (ledensite - inloggen) – menu in linkerkolom Downloads – Bestuur & organisatie – Organisatie Scouting – Officiële documenten – Stukken landelijke raad). De stukken zijn zowel online te lezen als te downloaden. Vragen Indien uw regio voor deze vergadering vragen heeft, kunt u deze uiterlijk tot en met 5 juni a.s. indienen, per e-mail aan
[email protected]. Vragen die later binnen komen, kunnen helaas niet meer in behandeling genomen worden. Het landelijk bestuur zal deze vragen schriftelijk, zo mogelijk voor de vergadering, ter kennis van de raadsleden brengen. Overigens zal de financiële commissie vóór aanvang van de vergadering aanwezig zijn om eventuele vragen van leden van de landelijke raad te beantwoorden. Declaratie reiskosten e De landelijke raadsleden kunnen hun reiskosten declareren (gebaseerd op openbaar vervoer, 2 klasse). Bij aanmelding en het afhalen van het stemformulier kunt u daartoe een declaratieformulier vragen. Voor alle overige zaken betreffende de landelijke raad kunt u contact opnemen met: Secretariaat landelijke raad Postbus 210 3830 AE Leusden tel 033 496 0958 fax 033 496 0954 e-mail
[email protected]
Met vriendelijke groet,
Landelijk bestuur Scouting Nederland
Uitnodiging landelijke raad 18 juni 2011
3
Bijlage:
kaart locatie leerhotel Het Klooster en link naar routebeschrijving
Locatie: Leerhotel Het Klooster Daam Fockemalaan 10 3818 KG Amersfoort Telefoon 033-467 8700 Routebeschrijving Een routebeschrijving met eigen vervoer en met openbaar vervoer vanaf station Amersfoort CS is te vinden via de website van het leerhotel: www.leerhotelhetklooster.nl: klik op ‘Contact & Route' Kijk voor reisinformatie voor openbaar vervoer naar en van station Amersfoort CS op: www.9292ov.nl
Uitnodiging landelijke raad 18 juni 2011
4
Agenda landelijke raad 18 juni 2011
PROGRAMMA: 10.00 uur aanmelden 10.30 uur start vergadering 12.30 uur lunch 13.15 uur vervolg vergadering 15.30 uur afsluiting vergadering, aansluitend hapjes en drankjes
Agendapunt
Onderwerp
1.
10.30 uur: Opening.
2.
a. Verslag, incl. actie- en besluitenlijst landelijke raad 11-12-2010 (opmerkingen hierover graag vooraf bij de vragen indienen). b. Voorstel nieuwe procedure voor de stukken van de landelijke raad. Voortgangsrapportage speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015. Voorstel evaluatiecommissie Groepsontwikkeling (en oproep kandidaten voor deze commissie). Rapportage activiteitenplannen landelijke organisatie 2010. Evaluatie VOG en meningsvorming over mogelijkheden voor het invoeren van een gedragscode. Lunch Informatie kandidaten evaluatiecommissie Voordrachten.
3. 4. 5. 6.
± 12.30 13.15 uur 7. 8. 9. 10.
11. 12. 13. 14.
Regio's informeren regio's. Voortgang omzetten groepsvereniging. Financiën 2010 en beheer a. Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010. b. Jaarrekening SNF 2010 en toelichting. c. Advies financiële commissie. Lidmaatschap ISGF. Benoemingen a.d.h.v. getelde stemmen. Rondvraag. Sluiting.
Agenda landelijke raad 18 juni 2011
Ter
Pag. n.v.t.
Goedkeuring
7
Goedkeuring
25
Informatie en goedkeuring Goedkeuring
26
Informatie en goedkeuring Informatie en discussie
41
40
59
Stemming en telling 68 Informatie Informatie
69 70
Goedkeuring
73
Informatie Informatie Goedkeuring Benoeming
124 133 134
5
Agendapunt 2a
Verslag landelijke raad 11 december 2010
Inhoudsopgave 1. Verslag 2. Actielijst 3. CV Marion Geerligs PhD
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
7 20 23
6
1. Verslag 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent het besluitvormende gedeelte van de vergadering van de landelijke raad en heet alle aanwezigen van harte welkom. Er is bericht van afmelding van Kim Putters. Voor de agenda zijn de volgende wijzigingsvoorstellen: - Agendapunt 4 (Regio’s informeren regio’s) is naar voren gehaald omdat de genodigden vanuit Regio Maasdelta de vergadering eerder moeten verlaten. - Het agendapunt over Groepsontwikkeling (Agendapunt 6) wordt behandeld voor het meerjarenbeleid (Agendapunt 7). - Over de benoeming van Marion Geerligs tot lid van het landelijk bestuur zal worden gestemd tijdens de benoemingen (Agendapunt 3). De voorzitter meldt dat Koos Brochard de komende tijd als waarnemend directeur zal optreden in verband met de afwezigheid van Willemien Meershoek. Regio Den Haag, Fred van Nimwegen, mist voor de Commissie van Beroep het stembiljet voor Liesbeth Lijnzaad. De voorzitter zal dit bij de benoemingen (Agendapunt 3) meenemen. De agenda wordt vastgesteld met inachtneming van deze wijzigingen. 2. Verslag en werklijst landelijke raad 19 juni 2010 (ter goedkeuring) Vragen en opmerkingen zijn vooraf schriftelijk gesteld en beantwoord. Regio Delfland, Hermen van Dalen, geeft een correctie aan op zijn naam (Hermen i.p.v. Herman). Het verslag wordt met inachtneming van deze correctie en met dank aan de notulist vastgesteld. 3. Benoemingen Richard Vrieling treedt af als lid van het landelijk bestuur omdat zijn nieuwe activiteiten hiermee binnen Scouting Nederland onverenigbaar zijn. De nieuwe kandidaat-bestuursleden stellen zich voor: Nic van Holstein heeft een passie voor Scouting en is trots op de vereniging en haar ontwikkelingen, waaraan hij zelf ook heeft meegewerkt onder meer in het talentontwikkelprogramma, de Scoutfit, de spelvisie en in de landelijke raad. Hij neemt zijn ervaring uit de landelijke raad en de projecten mee naar het landelijk bestuur. Hij zal zich hier kritisch constructief inzetten. Marion Geerligs is 31 jaar, woont in Drachten en werkt voor Philips. Zij is binnen Scouting begonnen bij de Zwervers in Assen en als coördinator van de centrale keuken van het NPK. De afgelopen periode heeft ze als voorzitter van de regiegroep op landelijk niveau een bijdrage geleverd aan projectmatig werken, samen met het HRM-team. Na 3 jaar regiegroep wil zij graag de stap maken naar het landelijk bestuur om hier de verbinding tussen de groep en het land te verbeteren.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
7
Regio Maasdelta, Remco Vogelezang, vraagt of Nic lid van de landelijke raad wil blijven. Nic geeft aan dat hij zal terugtreden als lid van de landelijke raad, omdat een combinatie niet mogelijk is. Regio Vlietstreek, Carla Vermeulen, vraagt of er voortaan foto’s bij de CV’s kunnen worden opgenomen. Dit is een goed idee en wordt opgepakt. Ten aanzien van de vacature voor de Commissie van Beroep stelt de voorzitter voor om Liesbeth Lijnzaad per acclamatie te benoemen. Niemand heeft hiertegen bezwaar en aldus wordt besloten. Regio Delfland, Hermen van Dalen, vraagt of beide personen worden gekozen. Het gaat inderdaad om twee vacatures. Regio Noord-Oost Brabant, Johan van Kessel, vraagt of de vacature voor een tweede lid van het landelijk bestuur met de portefeuille juridische zaken vervalt. Naar aanleiding van de aanmeldingen en de onderlinge evaluatie van de beschikbare kennis en kunde binnen het bestuur, is besloten om deze vacature te laten vervallen. Alle leden van de landelijke raad worden opgeroepen om mee te denken over de vraag of het bestuur voldoet. In dit kader worden profielen voor nieuwe leden gemeld in de raad. De voorzitter maakt bekend dat Marion Geerligs is gekozen tot lid van het landelijk bestuur met 37 stemmen voor, 4 stemmen tegen en 1 blanco stem. Nic van Holstein is gekozen tot lid van het landelijk bestuur met 42 stemmen voor, 0 tegen en 0 blanco stemmen. Nic draagt zijn plaats als lid van de landelijke raad over aan Bart Wullems en de voorzitter heet Bart van harte welkom. 4. Regio’s informeren regio’s Regio Maasdelta, Tjerk Hazeveld (voorzitter Scouting Hellevoetsluis) en Hakima Elhajjami (intercultureel projectleider bij steunpunt Scouting Rotterdam en lid van de Islamitische Scoutinggroep Ibn Battuta), geven een presentatie over samenwerking gericht op het werven van allochtone leden. Tjerk vertelt dat Scouting Hellevoetsluis bestaat uit luchtverkenners, waterwerk, landwerk en amfibieën en meer dan 210 jeugdleden heeft. Het is voor de vereniging belangrijk om intercultureel te werken omdat: - Scouting een doorsnee van de maatschappij moet bedienen; - het een maatschappelijke meerwaarde heeft; - hiermee de doelgroep wordt vergroot; - het leuke vrienden en vriendinnen oplevert. Om intercultureel gericht te zijn, is het nodig om samen te werken met partners (Vluchtelingenwerk). Ook zijn goede interne communicatie, een vrijwilliger met een islamitische achtergrond en goede informatie naar zelforganisaties van allochtonen van belang. Hakima geeft aan dat het belangrijk is om elkaar te ontmoeten en te informeren. De gezamenlijke meerwaarde is: - Samenwerking versterken onder Scoutinggroepen; - Kennisoverdracht; - Extra leden en vrijwilligers; - Wij/zij-cultuur doorbreken; - Eenheid verhelderen (ouders willen altijd het beste voor hun kind, ongeacht hun cultuur). Scouting intercultureel is allesomvattend. De succesfactoren zijn: bruggenbouwers, vertrouwenskaders, herkenning en afspiegeling en de voorbeeldfunctie. Zij vraagt aandacht voor zelfreflectie. Scoutinggroepen kunnen zich afvragen: - Wat is interculturele Scouting? - Waar begint ons interculturele netwerk? - Zijn wij een doorsnee van de maatschappij? Willen we dat zijn? - Ben ik als persoon intercultureel objectief of heb ik toch onbewust een vooroordeel? - Is er intercultureel draagvlak binnen de groep?
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
8
Aanbevelingen aan de landelijke vereniging zijn: - Continuïteit in plaats van projectbeleid, realisatie vanuit Scouting Nederland; - Investeren in groepsontwikkelingen rondom dit onderdeel; - Samenwerkingsverbanden vergroten met culturele zelforganisaties. Aanbevelingen op groepsniveau zijn: - Samenwerkende partners en blijvende sleutelfiguren; - Laagdrempeligheid in eigen buurt; - Heldere communicatie; - Denk in oplossingen; - Focus op overeenkomsten; - Bewaking van eigen grenzen en groepsidentiteit. De voorzitter dankt de sprekers voor hun bijdrage en vraagt hen deze presentatie op de Forumdag nogmaals te geven. Het is belangrijk dat meer mensen dan de landelijke raadsleden hiervan kennisnemen. Team Waterwerk, Toon van de Werf, wil het streven van Scouting als afspiegeling van de maatschappij nuanceren. Eerder is namelijk besloten dat het streven is: openstaan voor iedereen in de maatschappij. Hakima erkent dit maar geeft aan dat het streven naar openheid ook helder moet zijn bij de groepsleiding en de leden. Het gaat er om wat er daadwerkelijk wordt gedaan. Toon geeft aan dat hij niet zozeer inhoudelijk de discussie wil aangaan maar slechts een nuance wil aanbrengen op het beleid van Scouting Nederland. Tjerk vult aan dat de afspiegeling belangrijk is; iedereen is welkom! De voorzitter dankt nogmaals de sprekers en wenst hen succes met alle activiteiten. 5. Voortgangsrapportage 2010 (korte terugblik 100 jaar Scouting) Simon Middendorp heeft het afgelopen jaar het project 100 jaar Scouting geleid. Hij toont een korte impressievideo van de activiteiten en dankt de regio's voor hun hulp. De voorzitter vult aan dat in het afgelopen jaar veel is gebeurd in het kader van het 100-jarig bestaan. Het is belangrijk om te beseffen dat heel veel vrijwilligers hieraan een grote bijdrage hebben geleverd. Simon ontvangt als dank een bos bloemen. Voortgangsrapportage 2010 Regio Den Haag, Fred van Nimwegen, vraagt of er voortgang is in het motto voor de andere speltakken dan de bevers. Marcel Zwart (projectleider 2010) geeft aan dat dit de uitwerking hiervan is uitgesteld tot de volgende ronde, omdat de ontwikkeling van spelmateriaal alle aandacht heeft. Regio Klein Gelderland, Bas Oudewortel, vraagt of bij de ontwikkeling van ploegtekens en andere insignes een inspraakronde vanuit het land, bijvoorbeeld met behulp van Questback, van toepassing kan zijn. Daarnaast vraagt Bas om kritisch te kijken naar het bedrag van € 1,60 voor de nesttekens via de ScoutShop. Wanneer kinderen alle insignes aanschaffen komt dit uit op 32 euro per kind en hij voorziet dat dit bedrag een barrière kan zijn voor ouders. De mogelijkheden voor een inspraakronde worden uitgezocht en de prijsstelling wordt door de penningmeester besproken in het overleg met de ScoutShop. Regio Delfland, Hermen van Dalen, complimenteert het bestuur met de hoogwaardige en zorgvuldige voortgangsrapportage. Regio West-Brabant, Arnoud Neefs, refereert aan het verzoek om in te stemmen met de beverbelofte en vraagt of dat in stemming wordt gebracht. Dit is de vorige keer als opdracht meegegeven aan het bestuur en in de voorliggende rapportage uitgewerkt waarover hierna moet worden besloten. Regio Eindhoven, Bart Wullems, ziet graag een aanvulling op de uitgezette tijdslijnen binnen Scouting Academy en spelvisie met duidelijke deadlines. Daarnaast vraagt hij naar het in kaart brengen van de extra kosten als gevolg van het uitstel van de ontwikkeling van de spelvisie. De data van de diverse ontwikkelingen zijn bekend gemaakt. Hierin zit een voortschrijdend inzicht.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
9
Tijdens de volgende Forumdag en andere gelegenheden die zich daarvoor lenen, zal steeds de actuele stand van zaken gecommuniceerd worden, waarbij ook de beschikbare media zoals magazines en website benut zullen worden. Met betrekking tot het omzetten naar de welpen is alleen de gids aanwezig. Het Kompas (voorheen handboek) is begin van het eerste kwartaal klaar en er hoeven maar een keer insignes te worden aangeschaft. Er is geen sprake van dubbele investeringen. Vraag 17 van Regio Den Haag beschrijft dezelfde problematiek. Bij vernieuwingen mogen groepen zelf besluiten nemen. Regio Eindhoven, Bart Wullems, vraagt of alle informatie digitaal en met een duidelijk tijdspad kan worden aangeboden. Dat gebeurt zoveel als mogelijk, maar soms levert de ambitie enerzijds en praktische uitvoeringsproblemen met een vrijwilligersorganisatie anderzijds een spanningsveld op. Regio Hollands Midden, Lauris Beets, wijst erop dat de voorzitter van het landelijk bestuur de vorige landelijke raad heeft besloten wanneer Scouting Academy moet worden ingevoerd. Naar aanleiding daarvan vraagt Lauris of het bestuur een A4’tje wil verspreiden met daarin een duidelijk tijdspad over hoe de overgang moet plaatsvinden, zoals ook de vorige raad toegezegd. Marcel Zwart ligt de stappen toe: - Scouting Academy begint op 1 januari 2011. De mensen die bevoegd zijn en gekwalificeerd willen raken, kunnen na het doorlopen van de vereiste nieuwe overgangsmodules Spelvisie en Scouting Academy, én na het invullen van de competentieroos, formeel als gekwalificeerd geregistreerd worden in Scouts Online - Met ingang van januari zullen, naast de overgangsmodules, ook steeds meer trainingsmodules beschikbaar komen waarmee nieuwe vrijwilligers zich voor de functie van leidinggevende kunnen kwalificeren. - Dit betekent dat iedere leidinggevende met behulp van de kwalificatiekaart en met begeleiding van een praktijkbegeleider in de groep, aan de slag kan om het kwalificatietraject te doorlopen. - Voor het eerste halfjaar van 2011 zijn trainingen voor praktijkbegeleiders en praktijkcoaches gepland. - Bij enkele grotere regio’s zijn groepen gepland voor mensen die in een keer over willen van bevoegd naar gekwalificeerd. - E-learningmodules komen per 1 januari 2012 beschikbaar. Dus elke regio is met ingang van 1 januari 2011 in staat om te starten met het nieuwe materiaal en de bestaande kennis. - De kwalificatiekaarten en de functiebeschrijvingen voor alle trainersniveaus zijn voor het einde van het jaar 2010 klaar. - De zwaarste trainers worden als eerste geaccrediteerd, daarna steeds verder uitgerold. De voorzitter zegt toe dat hetgeen noodzakelijk is voor het groeps- en regioniveau, in een A4’tje wordt gezet en met het verslag wordt meegestuurd. Regio Hollands Midden, Lauris Beets vindt het nodig dat helder gecommuniceerd wordt hoe groepen die Scouting Academy nog niet kunnen introduceren het oude regime tijdens de overgangsperiode kunnen blijven hanteren. Groepen hebben vanaf 1 januari nog twee jaar de tijd om de nieuwe kwalificaties te behalen. Daarna gaan we volledig over naar de kwalificaties in de nieuwe benadering. De voorzitter zegt toe dat dit meegenomen wordt in het A4’tje. Regio Vlietstreek, Carla Vermeulen, geeft aan dat haar regio Scouting Academy niet goed kan volgen. Wellicht is het te ambitieus. Er zijn groepen die achter de feiten aanlopen en niet weten waar ze aan toe zijn. Dit zal later bij Groepsontwikkeling worden besproken. De voorzitter stelt voor om het stuk inclusief de besluiten en de belofte voor de bevers vast te stellen. Regio Delfland, Hermen van Dalen, wenst stemming over dit voorstel. Regio Den Haag, Frits van Nimwegen, mist de opmerking in het stuk dat vorige keer was afgesproken dat de belofte van de bevers optioneel zou zijn. Vorige keer heeft de raad uitgesproken dat de belofte in het stuk uitgewerkt zou worden en dat is in dit stuk gebeurd, wat nu ter stemming voorligt. De voorzitter brengt de vaststelling van de Voortgangsrapportage 2010 in stemming. Met 2 stemmen tegen en 1 blanco stem wordt de voortgangsrapportage goedgekeurd, inclusief de beverbelofte.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
10
6. Voorstel Groepsontwikkeling Regio West-Brabant, Aarnoud Neefs, stelt voor om in de landelijke raad te besluiten dat wanneer Scouting Nederland, na een evaluatie, niet doorgaat met Groepsontwikkeling, de contributieverhoging wordt teruggedraaid. Voorgesteld wordt door het bestuur om elk jaar kwalitatief en kwantitatief te evalueren, naast de reguliere voortgangsrapportages in de landelijke raad. In december 2014 vindt de eindevaluatie plaats omdat dan de meeste groepen aan het Groepsontwikkelingstraject, dat tot en met 2015 loopt, hebben deelgenomen. In de landelijke raad van december 2014 wordt eventueel besloten voort te gaan met Groepsontwikkeling en de daaraan verbonden hogere contributie, na 2015. Het gepresenteerde model gaat uit van een voorfinanciering en deze moet worden terugbetaald. Wanneer besloten wordt om na 2015 te stoppen met Groepsontwikkeling worden de financiën in kaart gebracht. Regio De Langstraat, Hans van de Burg, vraagt namens de regioraad of het bestuur heeft nagedacht over eventuele nadelige gevolgen van de contributieverhoging. Hij mist hier een meetbaar resultaat van de pilot om de verhoging te kunnen motiveren naar de ouders. Hij stelt voor om de pilot met een jaar te verlengen en dan op basis van cijfers te besluiten om Groepsontwikkeling in te zetten en om deze pilot alleen in te zetten voor de risicogroepen. Het doel is immers om de groepen in stand te houden en niet om deze uit te breiden. Het bestuur heeft nagedacht over de nadelige gevolgen van de specifieke bijdrage voor het project Groepsontwikkeling. Er is daarbij gezocht naar een model om de kosten zo laag mogelijk te houden. Daarnaast bestaat er zorg over hoe groepen omgaan met groepsfinanciën. Uit onderzoek blijkt dat ouders zelfs bereid zijn drie tot vijf euro per maand meer te betalen als dat het voortbestaan en/of de kwaliteit van de groep ten goede komt. Met de pilot is de kwalitatieve groei wel, maar de kwantitatieve groei nog niet goed vast te stellen. Dat heeft meer tijd nodig, maar de signalen en reacties vanuit de pilotgroepen zijn nu al wel heel positief. Het verlengen van de pilot betekent dat we komend jaar weer maar een klein deel van de groepen kunnen bereiken en daar feitelijk een jaar mee verliezen. Wel wordt in het voorstel meegenomen dat de ontwikkeling van de huidige pilotgroepen gevolgd zal worden om hun kwalitatieve en kwantitatieve groei te kunnen meten en dat dit elk jaar wordt geëvalueerd. Daarbij kiest het bestuur er in het voorstel nadrukkelijk voor om alle groepen, zowel florerende als risicogroepen, de kans te geven tot Groepsontwikkeling en niet alleen de risicogroepen. Regio Maastricht en Mergelland, Rob Noordhoek, sluit zich aan bij het belang van een goede evaluatie in uiterlijk 2015. Hij vraagt of het een juiste conclusie is (n.a.v. blz. 74) dat na 2014 de contributie verhoogd wordt. Het is gebruikelijk om de landelijke contributie te indexeren, conform de afspraak met de landelijke raad. Vanaf 2014 wordt de contributie aangepast aan de ontwikkelingen van de kostenstijging, vandaar het voorstel om een prijsindex in te laten gaan. De penningmeester licht toe dat in de voorliggende berekening van het voorstel Groepsontwikkeling geen indexatie aan de kostenkant is meegenomen. Omdat de kosten in de praktijk dus hoger zullen zijn is de indexatie van belang. De voorzitter vat samen dat de landelijke raad in december 2014 een apart besluit zal nemen over het al dan niet voortzetten van de contributieverhoging van vijf euro na 2015. Regio Neder Veluwe, Anne Jan Telgen, stond in het begin sceptisch tegenover Groepsontwikkeling maar vindt het nu een goed plan. Echter, veel groepen hebben problemen met de contributieverhoging en hij stelt voor om een andere oplossing te zoeken, zoals sponsoring. In de begroting 2011 wordt een minimaal scenario gegeven en hierin is geen ruimte om de extra contributie te compenseren. Een kleine ict-uitbreiding wordt gefinancierd uit de ScoutShop. Sponsoring als derde geldstroom blijft de aandacht van het bestuur houden, maar Project 2010 heeft aangetoond dat sponsoring moeilijk is en hiermee wordt derhalve geen rekening gehouden. In 2005 is ingestemd met de notitie 'Zelfstandig Spoorzoeken', waarin is afgesproken welke kerntaken geleverd moeten worden, dit naar aanleiding van het wegvallen van de overheidssubsidie. Als ruimte in de huidige begroting moet worden gezocht, dan zou ook de discussie over kerntaken opnieuw gevoerd moeten worden, terwijl hier in 2005 na uitvoerige discussie in de landelijke raad mee is ingestemd.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
11
Regio Maasven, Rob Aerts, vraagt of de evaluatie voor de contributieverhoging een jaarlijks terugkerend punt is. Het voorstel is om elk jaar te evalueren. Als Groepsontwikkeling niet leidt tot kwalitatieve en kwantitatieve groei, moet je bijsturen. Over het continueren van de extra incidentele bijdrage wordt in december 2014 besloten. Regio Lek- en IJsselstreek, Kees Kakes, vraagt of nagedacht kan worden over het maatschappelijk betrekken van coachingsbureaus bij de plannen zodat de kosten grotendeels kunnen worden teruggebracht. Daarnaast vraagt hij naar aanleiding van de presentatie van Hellevoetsluis naar de minder positieve uitkomsten bij andere groepen? Het betrekken van maatschappelijke coaches bij het project is een goede suggestie. Het bestuur vraagt allen mee te denken hoe dit ingezet kan worden. Elke pilotgroep was tot nu toe enthousiast en er was geen onduidelijkheid over de opbrengst. Wel is duidelijk dat seniorcoaches verstand van Scouting moeten hebben om zinvol met een groep aan de slag te kunnen. Regio Drie Rivieren Utrecht, Cathalijne Visser, vraagt naar de inhoudelijke en financiële gevolgen wanneer het beoogde aantal vrijwilligers niet gehaald wordt. Daarnaast stelt zij voor om de contributieverhoging “projectbijdrage” te noemen omdat dit een betere uitleg is naar de ouders. Vanwege het hoge ambitieniveau wordt een aantal betaalde seniorcoaches ingezet en we denken daarmee een realistisch scenario te hebben geschetst. Mocht het aantal vrijwillige regiocoaches toch niet gehaald worden, dan zal het ambitieniveau worden heroverwogen. Het vragen van nog een extra financiële bijdrage om het eventuele tekort aan vrijwillige regiocoaches op te vangen is in dit verband niet realistisch. Het benoemen van de verhoging als projectbijdrage is een interessante suggestie. Regio Hollands Midden, Lauris Beets, vindt het wegens gebrek aan draagvlak te vroeg om een beslissing te nemen over Groepsontwikkeling en contributieverhoging. Daarnaast vraagt hij of het best denkbare gezien de financiële stand van zaken echt nodig is. Bij goed functionerende groepen zou wellicht de methodiek zonder coach kunnen worden aangeboden. Daarnaast geeft Lauris aan dat bij veel groepen de indruk heerst dat er een structurele verhoging van vijf euro in de lucht hangt, terwijl het gaat om een incidentele investering (inzet van coaches). Dit wordt in de regio niet goed begrepen. De regio vindt verder dat Groepsontwikkeling moet samengaan met de invoering van Scouting Academy en dat hierin het vinden van praktijkcoaches moet worden meegenomen. Tot slot vraagt hij of wellicht voor sommige groepen interventie op korte termijn kan plaatsvinden en om deze prioriteit te geven binnen de beschikbare middelen, ook al is dit een verantwoordelijkheid van de regio. Beschreven is dat Groepsontwikkeling een extra kans is om de vernieuwingen met groepen op te pakken, met de nieuwe producten te gaan werken, kwaliteitsverbeteringen van het spel, Scouting Academy, etc. Daarom is de regiocoach belangrijk want dit werkt verbindend. Het bestuur is van mening dat de coaches doorslaggevend zijn voor de effectiviteit van de methodiek (analyse, terugkoppeling resultaten, methode om actieplan op te stellen etc). Ook bij de groepsconditietest is destijds gebleken, dat alleen het uitvoeren van een test zonder coaching niet leidt tot groepsverbetering. De extra bijdrage in de contributie is geen structurele verhoging, maar specifiek bedoeld om de methodiek Groepsontwikkeling de komende jaren te kunnen uitvoeren. Eind 2014 zal de landelijke raad zelf besluiten of en zo ja, hoe we na 2015 met deze methodiek en de daaraan gekoppelde bijdrage verder gaan. Bij echte crisisgroepen is gebleken dat de methodiek van Groepsontwikkeling niet goed werkt. De capaciteit van deze groepen om zichzelf te verbeteren is te beperkt, daar is een ander soort interventie nodig. De regio’s zijn het beste in staat om te bekijken en aan te geven voor welke groepen in de regio dit geldt. De voorzitter komt terug op de vraag hoe dit project beleefd wordt en geeft aan dat een en ander te maken heeft met een zekere mate van vertrouwen. Wachten met de pilots zal tot verlies van leden, groepen en inkomsten leiden. Met elkaar moet worden nagedacht over de verantwoordelijkheid als landelijke raad en als verenigingsleiding. Het is bekend dat een derde van de groepen het moeilijk heeft. De vraag is dus of de landelijke raad zelf gelooft in de noodzaak en vertrouwen heeft in de aanpak om hier voor een beperkte periode samen en solidair de schouders onder te zetten.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
12
Regio Vlietstreek, Carla Vermeulen, geeft aan dat haar regio geen vertrouwen heeft in het inzetten van beroepskrachten vanuit het steunpunt, met name vanwege de vele wisselingen en het gebrek aan continuïteit. Zij stelt voor om groepen zelf een coach te laten aanstellen. In de huidige systematiek krijgt de groep een concreet product. Het aantrekken van beroepskrachten komt voort uit een gebrek aan vrijwilligers. Een alternatieve methodiek, bijvoorbeeld via stagiairs, heeft niet voor alle groepen het beoogde effect. Zowel een goede analyse als goede coaching zijn belangrijk voor de eigen ontwikkelplannen van groepen. Dit wordt ook onderstreept door de ervaringen met de groepsconditietest. Regio Delfland, Hermen Van Dalen, vult aan dat het ontwikkelen van een tool op internet ook kosten met zich meebrengt. Erkend wordt dat een deel van de kosten in de back office zit. De seniorcoaches richten zich op concrete vragen van de groepen. Regio Delfland, Hermen van Dalen, heeft een goed gevoel bij het bestuur en de gedachtegang, maar zijn regio heeft het zwaar met de keuze voor de verhoging van vijf euro. Ook hij heeft geen goede ervaring met het steunpunt. Daarom zal hij geen goedkeuring geven aan de contributieverhoging en vraagt om meer tijd om de rest van de groepen te kunnen overtuigen van de pilot. Uit de stukken blijkt namelijk te weinig dat effectief gebruik wordt gemaakt van de middelen vanuit de pilot. Hij sluit zich aan bij het voorstel van Regio Vlietstreek. De pilot was bedoeld om ervaring op te doen met de methodiek, deze waar nodig effectiever te maken en vooral te bekijken in hoeverre het de groepen snel verder kan helpen. Het voorstel Groepsontwikkeling is juist gebaseerd op de verder aangescherpte methodiek. Ook de evaring van de coaches is nadrukkelijk geëvalueerd. Hier bleek de combinatie van seniorcoach met regiocoach uiterst nuttig vanwege de elkaar versterkende kwaliteiten. Bij de verdeling van coaches over groepen kan rekening gehouden worden met eventuele bezwaren. Regio Maasdelta, Remco Vogelezang, wil graag de jeugd en maatschappij iets bieden. Gebleken is dat de huidige middelen onvoldoende zijn om de nodige groei te realiseren. Hij roept op om als landelijke raad het lef te tonen om mee te gaan in dit plan. Zijn regio heeft een lichte ledengroei en de contributieverhoging is hier geen probleem. Regio Klein Gelderland, Bas Oudewortel, vindt de noodzaak van de verhoging verdedigbaar en hij meldt met trots dat zijn regio voor was. Hij vindt het wel belangrijk om goed te communiceren over de pilotgroepen. Het bestuur dankt voor de opmerkingen en aanmoediging. Het belang van het inzetten van alle middelen om de resultaten te communiceren, wordt onderschreven. Voorgesteld wordt een nieuwe ronde te maken langs de LR-leden die nog punten willen inbrengen of vragen willen stellen. Regio ’t Gooi, Reinold Mulder, meldt dat zijn groepen voor de contributieverhoging zijn en benadrukt het belang van goede communicatie naar de groepen en een goede implementatie per regio. Het bestuur benadrukt dat de 800 groepen elk de kans krijgen het traject te doorlopen en ook tot 2015 ook worden ondersteund door de back office. Dit zal ook zo gecommuniceerd worden. Regio Groningen, Sietse Fliem, is voorstander voor vooruitstrevendheid, maar wordt hierin helaas niet gesteund door de groepen. Communicatie is een probleem en de groepen willen resultaten zien voordat zij een beslissing nemen. Hij heeft het gevoel dat de beslissing te vroeg wordt genomen. De pilotgroepen hebben in hun evaluatie nadrukkelijk aangegeven dat de methodiek en coaches voor hen van groot belang waren. De pilotgroepen pleiten ervoor dat alle risico en florerende groepen de kans moeten krijgen om aan Groepsontwikkeling deel te nemen. Ook de methodiek is zeer zorgvuldig geëvalueerd en aangescherpt. Het bestuur stelt voor op basis van die uitgebreide evaluatie nu te starten en niet meer te wachten, we willen immers geen leden en groepen meer verliezen als dat niet nodig is. In de rapportages wordt ook de financiële onderbouwing meegenomen zodat de landelijke raad in 2014 een goed besluit kan nemen. Regio Weert, Rob Broens, vindt dit een goed plan. Voor de financiering is wellicht een tussenweg te bedenken. Wellicht komt dit project in aanmerking voor sponsoring. Als de resultaten goed duidelijk gemaakt kunnen worden aan de achterban is de steun groter. Momenteel komen veel donaties uit de regio. Voor de contributieverhoging vraagt hij of een tussenfinanciering mogelijk is. Dit wordt al voorgesteld, namelijk geen extra bijdrage in 2011, in 2012 € 2,50 en in 2013 e.v. vijf euro.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
13
De penningmeester vult aan dat uitleg en verantwoording naar de achterban makkelijker wordt als de resultaten beter worden gekwantificeerd. Het bestuur geeft aan dat in het voorstel is opgenomen dat er jaarlijks zal worden geëvalueerd, kwalitatief en kwantitatief. Ook is aangegeven, dat de pilotgroepen gevolgd blijven worden. De eerste groepen lieten al een ledengroei zien in 2010. Regio Den Haag, Fred van Nimwegen, vraagt naar de beschikbare financiële ruimte voor de laatst gestarte groepen. Ook de groepen die als laatste starten krijgen de mogelijkheid de gehele methodiek te doorlopen. Regio Oude Graafland, Louis Deen, begrijpt dat dit project pas eind 2011 begint. Hij wil een bestuurlijk besluit nemen en constateren dat het een goed voorstel is. Aan de achterban moet dit nog goed worden overgebracht met behulp van de resultaten uit de pilotfase. Binnen zijn regio zijn de meningen verdeeld. Wanneer de landelijke raad het voorstel aanneemt wordt in januari 2011 gestart met de voorbereidingen, zoals het werven van senior- en regiocoaches, het opleiden van coaches en overleg met elke regio over de deelname. De eerste groepen kunnen dan direct na de zomervakantie met de opgeleide coaches starten met methodiek. Regio Noord-Oost Brabant, Johan van Kessel, vindt de contributie in verhouding tot andere (sport)clubs meevallen. Hij vraagt een financiële onderbouwing van het onderhavige voorstel. Daarnaast vraagt hij of het terugbetalen aan het fonds van Scouting Nederland via de reguliere begroting gaat. Daarnaast is hij voorstander van het eventueel opheffen van crisisgroepen, omdat de focus Groepsontwikkeling is. In de jaarlijkse rapportages worden ook de financiële stukken meegenomen. De penningmeester voegt daar aan toe dat in de kosten niet de terugbetaling van de rente aan het fonds van Scouting Nederland is opgenomen. Deze zal betaald worden uit de lopende begroting. Sommige crisisgroepen moeten echt begeleid worden maar dat kan niet met de methodiek vanuit de pilot. Het bestuur zegt toe na te denken over een andere aanpak. Wanneer een groep zich opheft, is het belangrijk dat regio’s de leden en vrijwilligers begeleiden naar andere groepen. Johan vindt dat vooral de kaderleden van groepen die opgeheven worden bijzondere aandacht behoeven. Veel van hen willen namelijk wel lid blijven van Scouting Nederland. Het bestuur zal hier zeker een voorstel voor ontwikkelen. Tevens vraagt hij wat er gebeurt als de regio zelf de mankracht niet kan leveren. Voorts sluit hij aan bij het idee van Remco om Groepsontwikkeling in te zetten op kwaliteit. Als de kwalitatieve vernieuwingen van de afgelopen jaren niet worden geïmplementeerd, is dat zonde van alle investeringen en zet dat vraagtekens bij de contributieverhoging. Regio’s krijgen de tijd om te groeien in het project Groepsontwikkeling en om dit zo goed mogelijk te verdelen over alle regio’s. Mocht dat niet goed verlopen, dan wordt op dat moment extra ondersteuning geboden. In eerste instantie is dit de verantwoordelijkheid van de regio. Eerst wordt gekeken binnen de regio. Uit de pilot kwam naar voren dat mensen uit de regio graag als regiocoach willen functioneren. Regio Westelijke Mijnstreek, Jos Stijnen, meldt dat in zijn regio de provinciale subsidies worden gestopt. Hij vindt het een goed project maar een contributieverhoging is niet bespreekbaar en zal leiden tot leegloop. In gezamenlijkheid door bestuur en regio's moet gekeken worden naar de mogelijkheden om de provincie Limburg op andere gedachten te brengen. Na de provinciale verkiezingen wordt meer duidelijk over de manier waarop de bezuinigingen worden doorgevoerd. Daarnaast moet door de betreffende regio´s worden gekeken naar hoe de menskracht bij de steunpunten zo goed mogelijk ingezet kan worden om groepen succesvol te laten functioneren. Regio De Baronie, Thédor Ebbe vraagt of er een ´lightversie´ van de methodiek kan komen, ter overbrugging, voor de groepen die graag aan de slag willen, maar misschien nog drie jaar moeten wachten. Het bestuur zegt toe dit te bekijken, bijvoorbeeld om een versie van de Scan alvast via het internet ter beschikking te stellen. Het bestuur vindt het wel van belang dat groepen die met de lightversie aan de
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
14
slag gaan op een later tijdstip wel gaan deelnemen aan de gehele methodiek van Groepsontwikkeling, inclusief de begeleiding van coaches hierbinnen. Regio Rond De Biesbosch, Jeroen van der Weijde, vraagt om inhoudelijk naar de uitkomsten van de pilots te kijken om al te kunnen bijsturen en geld te besparen. Dit is ook nadrukkelijk gebeurd, zo is het aantal betaalde coaches in dit voorstel al teruggebracht t.o.v. het in de landelijke raad van juni 2010 gepresenteerde scenario van 6 coaches. Bijsturing vindt in het nieuwe project bovendien plaats op basis van de jaarlijkse rapportages. Regio Eindhoven, Bart Wullems, vraagt of het bestuur vertrouwen heeft in het project. Daarnaast vraagt hij, in het kader van de contributieverhoging, of het zeker is dat alle groepen uiteindelijk gaan meedoen in het project. Anders wordt namelijk geïnvesteerd in een project dat tussentijds eindigt. Hij vraagt om een goede evaluatie van de pilotgroepen, om in 2012 te starten en om in de volgende landelijke raad een besluit te nemen over het voortzetten van dit project. Het bestuur heeft zeker vertrouwen in het project, met name gebaseerd op de zeer positieve ervaring van de pilotgroepen, die allen hebben aangegeven dat het zodanig zinvol is dat alle groepen de kans moeten krijgen om deel te nemen. Gebaseerd op de aantallen van de groepsconditietest lijkt het zeer waarschijnlijk dat de 800 groepen gaan deelnemen. Dat blijkt ook uit het grote aantal groepen dat heeft aangegeven te willen straten. De pilotgroepen zijn uitgebreid geëvalueerd, zie daarvoor de rapportage naar de landelijke raad in juni 2010. Wanneer we het besluit een jaar uitstellen en de pilot verlengen kunnen slechts weer 20 groepen deelnemen en is een verdere inhoudelijke ondersteuning vanuit de back office nog steeds niet mogelijk. Als bestuur pleiten we er voor het project te starten en er daar mee voor te zorgen dat in september 50 groepen kunnen starten en in januri 2012 weer 50 groepen Regio Zeeland, Fons Hillen, vraagt of nu een besluit wordt genomen voor de komende 4 jaar. Dit wordt bevestigd. Regio de Langstraat, Hans van der Burg, merkt op dat in het huishoudelijk reglement het betalen van een “projectbijdrage” niet verplicht is. Contributie is dit wel. Voorts vraagt hij of florerende groepen de keuze mogen hebben om al dan niet gebruik te maken van coaches. Een terechte opmerking, het bestuur zal daarom nogmaals goed naar de benaming kijken. Er is op basis van de pilotgroepen gekozen voor een methodiek waarbij aan alle groepen coaching en analyse wordt aangeboden. De pilotgroepen hebben allen aangegeven (ook de florerende groepen) dat de coaching een meerwaarde voor hen was. De evaluatie zal uitwijzen of dit na 2014 wordt gecontinueerd c.q. geoptimaliseerd. Regio Groningen, Sietze Vliem, vraagt of het juist is dat stemming plaatsvindt over Groepsontwikkeling én over de contributieverhoging van vijf euro. De voorzitter antwoordt dat dit bij elkaar hoort. Regio Hollands Midden, Lauris Beets, ervaart dat iedereen vindt dat Groepsontwikkeling moet plaatsvinden. Omdat gekozen wordt voor een groeipad is het wellicht zinvol om ijkmomenten vast te stellen om zo een verantwoording naar de groepen te verbeteren. Het is goed om te kijken of het optimale model altijd en bij alle groepen noodzakelijk is en om na te gaan of een suboptimaal model de kosten kan reduceren. Dan kan het project worden gestart, terwijl de raad ook laat zien dat er begrip is voor de zorgen die leven bij de groepen Lauris vult aan dat de financiële vertaling van het suboptimale model ook in de besluitvorming wordt meegenomen. Het bestuur geeft aan dat het voorstel al ijkmomenten heeft, namelijk de jaarlijkse rapportagemomenten die in de landelijke raad besproken zullen worden. Regio Maasdelta, Remco Vogelezang, roept het landelijk bestuur op om het komende jaar de regio’s waar de bereidheid minder groot is te helpen om hun achterban te overtuigen van de noodzaak van de contributieverhoging. Contributieverhoging is onafwendbaar en onontkoombaar als het aantal leden nog verder terugloopt. Het bestuur heeft die bereidheid zonder meer. Regio´s die graag ondersteuning wensen van een bestuurder worden opgeroepen dit te melden bij het bestuur. Regio Delfland, Hermen van Dalen, Helaas heeft één groep aangegeven het lidmaatschap te zullen opzeggen als de landelijke raad vandaag instemt met de contributieverhoging.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
15
Waterwerk, Sjoerd Heeringa, vindt het geen goed idee om florerende groepen geen coach mee te geven. Hij staat achter het onderhavige voorstel. Wanneer nu een extra bijdrage wordt gevraagd moeten alle groepen de kans krijgen om aan het volledige traject deel te nemen, ook de florerende groepen. Het bestuur vult aan dat de huidige verwachtingen aangeven dat Scouting tot 2015 een substantieel aantal leden zal kwijtraken. Het eerste doel van Groepsontwikkeling is het afremmen van de daling. Er wordt daarom op dit moment geen voorschot genomen op toenemende inkomsten door ledengroei, maar we hopen wel die groei te stimuleren. Het is de bedoeling alle risico en florende groepen die willen ook aan de beurt te laten komen in dit project. De voorzitter is trots op de goede en open discussie in de landelijke raad en concludeert dat dit bestuursvoorstel tot nu toe het meest verregaand is. De voorzitter brengt het voorstel Groepsontwikkeling zoals beschreven in de landelijke raadsstukken in stemming. 30 leden stemmen voor, 11 leden stemmen tegen, waarmee het voorstel is aangenomen. De voorzitter spreekt zijn dank uit aan eenieder en stelt een korte pauze van tien minuten voor. De voorzitter heropent de vergadering om 16.11. 7. Meerjarenbeleid 2011-2015 Voor de komende jaren is de focus: het centraal stellen van de groep, het spel en de vrijwilliger. Gezien het feit dat het project 2010 op diverse fronten vertraging heeft opgelopen vraagt Regio Eindhoven, Bart Wullems, om in 2011 te focussen op de factoren van 2010 en deze in 2011 af te ronden. Hanneke Klerks sluit zich hier volmondig bij aan. Dat is waar alles in de planning ook op gericht is, namelijk om te zorgen dat al die producten die we heel hard nodig hebben en waar we heel hard mee verder willen er ook echt komen. De voorzitter concludeert dat het Meerjarenbeleid 2011-2015 door de landelijke raad is vastgesteld. 8. Financiën 2011 en beheer Regio Maasdelta, Remco Vogelezang, roept de penningmeester op om de inflatiecorrectie achterwege te laten, in verband met de extra contributie voor Groepsontwikkeling. Gezien de verwachte daling van het aantal leden in de komende jaren is het onverstandig om de inflatiecorrectie weg te laten. Nu voor Groepsontwikkeling is gekozen, zullen de kosten en opbrengsten voor Groepsontwikkeling voortaan apart wordt opgenomen in de financiële rapportages, zodat de financiële ontwikkeling hierin duidelijk zichtbaar is. Regio Delfland, Hermen van Dalen, denkt dat het bestuur verkeerde aannames doet omdat uit begroting een verwachte stijging van 711 leden blijkt. Over de periode van 2011-2015 verwacht het bestuur, wanneer er niet wordt ingegrepen, een geleidelijke ledendaling. Regio Lek- en IJsselstreek, Kees Kakes, vraagt om een financiële rapportage voor Scouting Academy. Scouting Academy is opgenomen in de begroting van project 2010, dit loopt door tot 2012. De voorzitter stelt voor om in te stemmen met de voorgestelde begroting. De landelijke raad stemt in met de begroting. 9. Huishoudelijk reglement De voorzitter deelt mee dat dit onderwerp in de vorige landelijke raad uitgebreid is besproken en toen is aangehouden. Lars heeft met een aantal mensen uit de landelijke raad vervolggesprekken gevoerd. Lars spreekt zijn dank uit voor alle input gedurende het afgelopen anderhalf jaar. Er ligt nu een beter reglement dat mee kan tot de volgende herziening in 2012. Vanuit het bestuur worden geen wijzigingen voorgesteld. Regio Eindhoven, Bart Wullems, heeft in een voorafgaande aan de landelijke raad gestelde vraag gevraagd, vraagt of in paragraaf 1.2. punt 6 en 7 verwijderd kunnen worden want dit is tegenstrijdig
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
16
met lid 2 in dezelfde paragraaf. Het bestuur heeft hier reeds vooraf al een antwoord op gegeven. Regio Zon, Koen Humblet, merkt op dat aan artikel 53 een zin is toegevoegd die gaat over het overeenkomstig van toepassing zijn van artikel 51. Dit komt er op neer dat het landelijk bestuur de statutenwijziging van het steunpunt moet goedkeuren en hij vraagt of dat niet bij de regio’s hoort te liggen. Over de steunpunten zijn afspraken gemaakt met de regio’s. De inhoudelijke discussie is weergegeven in het huishoudelijk reglement. Regio Groningen, Sietze Vliem, mist een aantal verplichte regels in artikel 6 van de statuten van de groepsvereniging. Hij excuseert zich voor het feit dat hij dit nu pas constateert. Daarnaast vraagt hij of jeugdleden mogen deelnemen aan de verkiezing van de leden van de landelijke raad. Dit is een punt om in 2012 nader te bekijken. Regio Hollands Midden, Lauris Beets, verwijst naar paragraaf 3.6 en vraagt of de raad deze procedure (de wijze waarop het lid van de landelijke raad wordt gekozen) wil handhaven. Wellicht kan de landelijke raad bestaan uit de regiovoorzitters. Daarnaast vraagt hij of het beter is om de regiovoorzitter lid te laten zijn van de landelijke raad en af te zien van deze ingewikkelde en bureaucratische procedure. Dit punt wordt eveneens meegenomen naar 2012. Regio Klein Gelderland, Bas Oudenwortel, vindt dat het addendum bij het huishoudelijk reglement inzake Scoutfit en dergelijke hoort te gaan via de landelijke raad. Het landelijk bestuur besluit over de inhoud van appendices. Wat nu voor ligt is wat in het huishoudelijk reglement moet komen. Regio Den Haag, Fred van Nimwegen, vindt dat de omschrijving in artikel 107 en 108 impliceert dat het regiobestuur een niet functionerend medebestuurslid uit zijn/haar functie kan ontheffen en hij vindt dat onwenselijk. De bevoegdheid ligt op groepsniveau en op landelijk niveau worden maatregelen genomen. Regio’s zijn een afspiegeling van de groepen en die kunnen via het land een verzoek tot maatregelen indienen. Aanpassing van dit punt is niet nodig. Regio Maasdelta, Remco Vogelezang, heeft met de werkgroep bepaald dat het hier gaat om wettelijke bepalingen waar de vereniging aan moet voldoen. Daarom heeft hij ervoor gepleit om de bureaucratische procedure in stand te houden. Hij verzoekt het bestuur om lid 5 en 8 van artikel 7 met spoed op te nemen in de documenten en besluitvorming en deze richtlijnen nadrukkelijk aan de orde te stellen. Dit is een goed punt en dit wordt meegenomen. Lars licht toe dat het hier een update betreft van het huishoudelijk reglement van 2005 en dat er geen reden is om de statuten op korte termijn te wijzigen. De belangrijke inhoudelijke besluiten moeten worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement. Gezien de beweging binnen Scouting Nederland is het belangrijk om dit regelmatig te herzien. Hij ziet tegenstellingen in de reacties van regio’s over het tot stand komen van het huishoudelijk reglement en de inhoud ervan. Regio Oude Graafland, Louis Deen, ondersteunt Lars ten aanzien van de opmerking over paragraaf 3.8 (regionaal steunpunt). In artikel 53.e staat een verwijzing naar artikel 51. Hier staat dat de regio’s bepalen wat het steunpunt doet en op welke wijze. De verwijzing naar artikel 51 geeft aan dat het landelijk bestuur de afspraken van de regio’s met het steunpunt kunnen toetsen aan de statuten en het huishoudelijk reglement. Dit punt wordt onderschreven. De voorzitter geeft aan dat dit beaamd wordt door de Regio Limburg en door Jacqueline Vredenbregt. Regio Eindhoven, Bart Wullems, vult aan dat artikel 7 paragraaf 1.2. een tegenstrijdigheid bevat omdat hierin wordt aangegeven dat een adviseur hetzelfde is als een leidinggevende. Later wordt aangegeven dat een team uit twee leidinggevenden moet bestaan. Dit is al eerder besproken en hier worden geen problemen verwacht. Daarnaast vraagt hij in verband met lid 7 wat er verzekeringstechnisch gebeurt als een groep alleen draait. Het is goed om dit als wenselijk te benoemen.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
17
Om deze reden is voorgesteld om lid 5 en 8 te verwijderen. Aansprakelijkheid is belangrijk om op te nemen in het reglement. Richtlijnen horen hier eigenlijk niet in thuis. De voorzitter stelt voor om in te stemmen met het voorgestelde huishoudelijk reglement, inclusief de wijzigingen en de schriftelijke vragen en antwoorden. De landelijke raad stemt hiermee in. 10. Profielen vacatures bestuursleden Ter kennisname zijn twee profielen voor vacatures opgesteld. De voorzitter benadrukt het belang van vrouwen in Scouting en vrouwen in bestuursfuncties binnen Scouting. Voor de vereniging zou het mooi zijn als hier een brede afspiegeling van de samenleving is. Regio Delfland, Hermen Van Dalen, mist in het profiel van de vice-voorzitter de eis dat deze persoon contacten of een netwerk heeft om Scouting vooruit te helpen. De voorzitter geeft aan dat een vice-voorzitter niet per definitie een opvolgend voorzitter is. Bij het vaststellen van de profielen is nagedacht over de samenstelling en de dynamiek van het team. 11. Planning landelijke raad 2011 In de vergadering in juni wordt een besluit genomen over de commissie die bij de evaluatie betrokken zal zijn. De planning wordt vastgesteld. 12. Rondvraag Regio Noord-Oost Brabant, Johan van Kessel, deelt mee dat het in zijn regio niet goed gaat. Er zijn drie bestuursleden, drie trainers en twee activiteitencoördinatoren. Hij hoopt dat de evaluatie van de regio’s zo snel mogelijk kan plaatsvinden. De regio-evaluatie is van start gegaan, onder leiding van Louis. Het is goed om contact op te nemen met regiosupport van het landelijk servicecentrum .Vanuit HRM en Scouting Academy wordt spoedig ingezet op interventieteams. Regio Noord-Veluwe en Flevoland, Serry van de Graaf, verwijst naar twee discussies op LinkedIn. Hij vraagt of het bestuur hiermee bekend is en wat zij hier mee doet. Zodra deze discussie Scouting Nederland raakt, is het de taak van de landelijke raad om dit te bespreken met het bestuur. Het bestuur c.q. de voorzitter zijn met de genoemde discussie bekend en zijn hierin zo zuiver mogelijk. Het is belangrijk om dingen met elkaar te bespreken, maar we doen dat liever binnen de Scoutinggroepen op LinkedIn dan op het publieke Scoutforum. Regio Drie Rivieren Utrecht, Cathalijne Visser vraagt of het bestuur op de hoogte is van het feit dat er ook groepen zijn die alleen maar administratief bestaan. Van de 100 crisisgroepen hebben 61 groepen daadwerkelijk jeugdleden. Dit is bekend en hier wordt kritisch naar gekeken. Regio Den Haag, Fred van Nimwegen, vraagt of dit in overleg met de regio’s kan worden gedaan in verband met subsidierechten. Dit wordt toegezegd. Financiële commissie, Rob Kevelaar, meldt dat in de volgende raad twee nieuwe aspirant-leden worden voorgedragen voor de financiële commissie. Team Waterwerk, Toon van der Werf, vraagt aandacht voor het afscheid van Richard Vrieling en bedankt hem namens de raad voor zijn inzet. Regio Maasdelta, Remco Vogelezang, vraagt om de groepsondersteuning en de ontwikkeling van nieuwe spelmaterialen met name voor meisjes aantrekkelijk te maken. Wellicht is het ook een idee om tijdens landelijke activiteiten kinderopvang te organiseren. Vrouwen in Scouting is als belangrijk thema extra geagendeerd en opgenomen in het meerjarenbeleid. Het bestuur kan hiermee ook actief omgaan. Regio Maasdelta, Remco Vogelezang, verzoekt de collega’s van landelijke raad en regionale achterban kritisch te zijn op de hoeveelheid vragen en om andere wegen te bewandelen om de informatie te verkrijgen.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
18
Regio Delfland, Hermen van Dalen, merkt op dat enkele regio’s structureel niet aanwezig zijn en vraagt wat het bestuur hier aan doet. Twee regio’s zijn structureel niet aanwezig en met één daarvan heeft een gesprek plaatsgevonden. Met de andere regio zal ook contact worden opgenomen door regiosupport. Het zal ook worden besproken in het regiovoorzittersoverleg. Daarnaast verzoekt hij om in het kader van duurzaamheid alle informatie digitaal aan te leveren. De voorzitter brengt hierop het digitaal aanleveren van de stukken in stemming. De meerderheid van de leden van de landelijke raad kiest ervoor om de huidige situatie te handhaven. Tevens vraagt Hermen naar de stand van zaken van het project Van stichting naar vereniging en waarom de discussie over de VOG is uitgesteld. Momenteel zijn er 894 verenigingen. 115 groepen zijn hiermee bezig en 78 groepen willen dit niet. Een aantal van deze groepen (25) vindt het lastig om over te gaan. De evaluatie van de VOG is uitgesteld. Deze zal besproken worden in de landelijke raad van juni. Bij Scouting Nederland is de VOG verplichting in vergelijking met andere verenigingen goed georganiseerd. Tot slot geeft Hermen aan dat er onduidelijkheid bestaat over de status en het stemrecht van de plusscouts. Het stemrecht voor plusscouts is zojuist vastgesteld in het huishoudelijk reglement. Het lidmaatschap van het ISGF blijft voortbestaan, mits de wereldbond dat accepteert. Regio Delfland, Hermen van Dalen, voelt zich zeer vereerd over de keuze van zijn regio voor RoverscoutMania. De overnachting van de medewerkers vindt plaats in het Kruidhuis en hij heet allen van harte welkom op dit evenement. De voorzitter plaatst de kanttekening dat voor RoverscoutMania wel voldoende deelnemers moeten zijn. 13. Sluiting De voorzitter meldt dat Richard Vrieling afscheid neemt als landelijk bestuurslid. Hij heeft Richard leren kennen als een buitengewoon plezierig mens die dag en nacht op een ongekende en zeer betrokken manier klaar staat voor Scouting. Statutair zijn z’n nieuwe activiteiten als teamleider van een landelijke activiteit onverenigbaar met het bestuurslidmaatschap. De voorzitter dankt Richard voor zijn enorme betrokkenheid, zijn inzet en voor het plezier dat hij Scouting Nederland heeft gebracht. De landelijke raadsleden danken Richard met een applaus. Richard geeft aan dat hij zich de afgelopen zes jaar met veel plezier ingezet voor Scouting Nederland. Hij gaat zich nu richten op het organiseren van de Nationale Jamboree 2012. Hij bedankt de landelijke raad en het bestuur voor het vertrouwen. Hij vindt het een fijne club die gepassioneerd is in de dingen die zij doet. De voorzitter bedankt alle deelnemers voor hun aanwezigheid, wenst allen een goede thuisreis en sluit de vergadering om 17.17 uur.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
19
2. ActieActie- en besluitenlijst besluitenlijst Acties
Status
Benoemingen •
Foto’s bij de namen (van personen die voor functies worden voorgedragen) opnemen.
In gang gezet
Voortgangsrapportage 2010 • • • •
• •
N.a.v. reactie regio Klein-Gelderland. Er wordt uitgezocht of een m.b.v. Questback een ledenpeiling over de nieuwe ploegtekens en andere insignes haalbaar is. De penningmeester bespreekt prijsstelling van insignes met ScoutShop N.a.v. reactie regio Eindhoven: Alle informatie over voortgang met duidelijk tijdspad digitaal aanbieden.
Afgerond
N.a.v. reactie regio Hollands Midden: Een A4’tje meesturen met het verslag van de LR, met daarin een duidelijk tijdspad over hoe de overgang naar Scouting Academy moet plaatsvinden, incl. de overgangstermijn van 2 jaar voor het behalen van een kwalificatie, en wat noodzakelijk is voor het groeps- en regioniveau hierin. E-learningmodules komen per 1 januari 2012 beschikbaar. De kwalificatiekaarten en de functiebeschrijvingen voor alle trainersniveaus zijn voor het einde van het jaar klaar, waarbij de zwaarste trainers als eerste worden geaccrediteerd.
Afgerond
Groepsontwikkeling • •
N.a.v. reactie Regio Maasven en Groningen: Jaarlijkse kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van het project Groepsontwikkeling incl. financiële onderbouwing. Toezegging bewaken: Als Groepsontwikkeling niet leidt tot kwalitatieve en kwantitatieve groei dan moeten we eerder stoppen.
•
Toezegging bewaken: Over het continueren van de extra incidentele bijdrage na 2015 wordt in december 2014 besloten.
•
N.a.v. reactie Regio NO-Brabant: Toezegging bewaken: Indien een regio Groepsontwikkeling niet goed op kan pakken, wordt extra ondersteuning geboden om de regio hiertoe wel zelf in staat te stellen.
•
N.a.v. reactie Drie Rivieren Utrecht: Toezegging bewaken: Als het totaal aantal vrijwillige groepscoaches niet wordt gehaald, wordt het ambitieniveau heroverwogen, maar dit leidt niet tot het vragen van (nog) een extra financiële bijdrage. N.a.v. reactie Regio NO-Brabant: Toezegging bewaken: De terugbetaling van de rente aan het fonds van Scouting Nederland zal betaald worden uit de lopende begroting. N.a.v. reactie Regio NO-Brabant: Voorstel ontwikkelen voor het behouden van (kader)leden van crisisgroepen die (evt. na opheffing) verloren dreigen te gaan.
• • •
N.a.v. reactie Regio Westelijke Mijnstreek: Samen met regio's en steunpunt in Limburg bekijken hoe de provincie Limburg op andere gedachten gebracht kan worden i.v.m. het stoppen van provinciale subsidies én hoe de menskracht bij de steunpunten ingezet kan worden voor Groepsontwikkeling.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
20
• • •
N.a.v. reactie Regio De Baronie: Het ontwikkelen van een lightversie voor Groepsontwikkeling, voor de groepen die nog 3 jaar moeten wachten, die eerst als pilot wordt uitgevoerd, gevolgd door een (evaluatie)rapport. N.a.v. reactie Regio Maasdelta: De regio's het komende jaar helpen de achterban te overtuigen van het belang van de contributieverhoging. In de LR-vergadering in juni wordt een besluit genomen over de commissie die bij de evaluatie van het programma Groepsontwikkeling betrokken zal zijn.
Meerjarenbeleid •
N.a.v. reactie Regio Eindhoven: Realisatie alle nieuwe spelboeken uiterlijk in 2011.
Huishoudelijk reglement •
N.a.v. reactie Regio Groningen en Hollands Midden: In 2012 wordt samenstelling en benoemingsprocedure leden LR (jeugdleden, regiovoorzitters e.d.) bekeken.
•
N.a.v. reactie Den Haag en Maasdelta: De richtlijnen omtrent de verhouding jeugdleden - leidinggevenden, die niet meer in het nieuwe HR vermeld staan, met spoed op te nemen in de daarvoor bestemde documenten (website) en deze richtlijnen nadrukkelijk binnen Groepsontwikkeling en Scouting Academy aan de orde stellen.
Rondvraag • • •
N.a.v. reactie Regio NO-Brabant: Er dient contact met/vanuit regiosupport opgenomen te worden ivm slecht functioneren van de regio. Vanuit HRM en Scouting Academy worden interventieteams ingezet t.b.v. slecht functionerende regio's. N.a.v. reactie Regio Drie Rivieren Utrecht: Toezegging bewaken: I.v.m. evt. subsidierechten wordt de betreffende regio betrokken bij het kritisch bekijken van de crisisgroepen die alleen maar administratief bestaan.
•
N.a.v. reactie financiële commissie: In de volgende raad worden twee nieuwe aspirant-leden voorgedragen voor de financiële commissie.
•
N.a.v. reactie regio Delfland: Er zal vanuit regiosupport contact worden opgenomen met de twee regio´s die structureel niet aanwezig zijn in de LR en andere gremia.
•
N.a.v. reactie regio Delfland: De evaluatie van de VOG komt in de volgende LR aan de orde.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
Staat op agenda LR
21
Genomen besluiten LR 11-12-2010 Benoemingen • Nic van Holstein en Marion Geerligs zijn benoemd tot lid van het landelijk bestuur. • Liesbeth Lijnzaad is benoemd tot lid van de commissie van beroep. Project 2010 • De voortgangsrapportage, d.d. november 2010, is goedgekeurd. Groepsontwikkeling • Het voorstel voor Groepsontwikkeling is aangenomen. • Elk jaar vindt, naast de reguliere voortgangsrapportage, een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie plaats. • In december 2014 vindt een eindevaluatie plaats, waarin o.a. besloten wordt over het al dan niet doorzetten van de Groepsontwikkelingsmethodiek na 2015 en daarmee gepaard gaande contributieverhoging. • Er wordt een 'lightversie' ontwikkeld t.b.v. groepen die, voordat zij aan het volledige traject kunnen deelnemen, hier alvast zelfstandig mee aan de slag willen gaan. Meerjarenbeleid 2011-2015 • Het meerjarenbeleidsplan is vastgesteld. Financiën • De begroting voor 2011 is vastgesteld. Huishoudelijk reglement • Het huishoudelijk reglement is, inclusief de wijzigingen in de antwoorden op de schriftelijke vragen vastgesteld. Planning landelijke raad • De landelijke raad wordt in 2011 gehouden op 18 juni en 10 december.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
22
3. CV Marion Geerligs PhD Date of birth:
21st June, 1979
Address:
Nationality: Gender:
Dutch Female
Contact details:
Dorsvloer 150 9205 BS Drachten, The Netherlands Tel. +31 647 082 347 Email:
[email protected]
Employment 2010-present: Technical Project Lead, Philips Consumer Lifestyle Responsible for a team working on breakthrough innovations in electric shaving. 2009-2010: Function developer, Philips Consumer Lifestyle Research on skin irritation mechanisms due to shaving. 2005-2009: PhD position, Philips Research & Eindhoven University of Technology PhD project with the aim to gain knowledge about the mechanical response of human skin related to clinical or cosmetic treatments 2007-2008: Advisor, Zoncon Management Consultancy (4 hrs/week) Agency for organizational development where I worked on improving the organizational culture and knowledge management within small companies. 2001-2002: Support project management, Amersham Health BV (student job) Development and production of in-vivo imaging enhancing agents for medical diagnosis. My tasks varied from secretarial activities up to technical calculations. Scouting activities rd 2008: Dutch delegate on the 33 WAGGGS World Conference, Johannesburg, South Africa. Themes included leadership development, advocacy, and HIV/AIDS. 2007–2009: Chairman of the steering committee for ( inter)national projects of Scouting Nederland (Dutch: regiegroep). I was coordinating a team responsible for the implementation, monitoring and evaluation of projects. 2008-2010: Partnership with Girl Guiding Georgia (DIA) and the WAGGGS Europe. My primary role is to coordinate the communication amongst the 3 stakeholders. 1993-2003: Coordinator Central Kitchen (Dutch: central keuken/medewerkersvoeding) 2007, 2009 Serving food up to 2000 boy and girl scouts. 1992-2010: Other volunteer jobs at Scouting Nederland Cup scout leader, Scout-In 2005, NaWaKa 2006, HIT Dwingeloo (1998-2007), NPK (1998-present), Scouts2day, BeverDoeDag, and so on. Education 1999-2005:
2003-2004:
MSc. Biomedical Engineering, Eindhoven University of Technology Final master project at Philips Research on a test object for guided needle insertion systems resulted in 4 patents. Internship on the prevention and treatment of pressure sores, St. Mary’s Mission Hospital, Mumias, Kenya. Development and Technology, Eindhoven University of Technology. Certificate in economic and social issues regarding technological innovation in developing countries. Internship in Hospital, Mumias, Kenya.
Conferences and affiliations (other volunteer) 2005-2007: Executive board member of Technology for Development. University committee advancing interest and involvement in socio-economic problems of developing countries, with emphasis on the role of technology and innovation. This involvement is incorporated in education and research programs. 2005: Delegate of the People’s Action Week during the 6th Ministerial Conference of the World Trade Organization (WTO), Hong Kong, organized by NGO’s such as IMCS. 2000-2005: Member of the education committee and faculty council, Faculty of Biomedical Engineering, Eindhoven University of technology.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
23
2002-2009:
2002: 2001:
Member of the DWA (Dutch short for A Different World). Organizing debates on globalization issues, partnerships with African and Asian student associations as well as local refugee organizations in the Netherlands. Delegate of the 8th IMCS Pan-African Assembly, organized by IMCS Africa in partnership with UNAIDS and African Jesuit AIDS Network, Togo/Ghana/Benin. Study tour committee. Responsible for the study cases and the visits to various universities, institutes and companies in Scandinavia.
Skills and Training Courses: Lean Development, Open Mind Management, (Bio)statistics, Patents, Cultural Awareness, Communicating for Results, Supervising Masters students, Modeling and Computation in Biomechanics. Computer skills: Microsoft Office, SPSS, Matlab, literature and patent databases. Languages: Fluent English, conversational French, conversational German, native Dutch. Hobbies and interests Photography, hiking, travelling, reading, modern dance.
Agendapunt 2a – Verslag landelijke raad 11 december 2010
24
Agendapunt 2b
Voorstel nieuwe procedure voor de stukken van de landelijke raad Tijdens het regiovoorzittersoverleg op de Forumdag, d.d. 15-01-2011, is met de regiovoorzitters gekeken naar mogelijkheden om de verzending van de stukken sneller en efficiënter te laten verlopen. Veel regio's blijken de stukken namelijk graag eerder te ontvangen. Naar aanleiding van deze discussie doet het bestuur de volgende voorstellen in de aanloop naar de landelijke raad van december 2011: 1. De stukken van de landelijke raad in het vervolg alleen aan de leden van de landelijke raad schriftelijk toe te zenden. Daarnaast ontvangen alle regiovoorzitters, -secretarissen en leden van de landelijke raad de stukken digitaal per e-mail en zijn ook zijn alle stukken voor alle leden en andere geïnteresseerden op internet te bekijken en te downloaden. Hiermee komen ook de 23 abonnementen op de schriftelijke stukken te vervallen. Toelichting: Dit scheelt tijd én geld. 2. De vastgestelde termijnen in het HR voor het indienen van agendapunten, het verzenden van stukken en het indienen van regiovragen, aan te passen. Dat wil zeggen: a. De uiterste termijn voor het inleveren van agendapunten verschuiven van 8 naar 9 weken voor de LR. b. Het versturen en publiceren van de agenda en stukken naar de regio's verschuiven van 4 naar 6 weken voor de LR. c. Het indienen van regiovragen: van 2 naar 3 weken voor de LR, waarbij indien nodig n.a.v. de regiovragen extra informatie of stuk nagezonden kan worden. Toelichting: Effectief hebben regio's hierdoor de stukken 2 weken eerder in huis en 1 week meer de tijd om vragen in te dienen. Wanneer het voorstel wordt aangenomen, dan wordt de omschrijving hiervan in het HR, tijdens de eerstvolgende wijziging van het HR, in juni 2012, aangepast.
Agendapunt 2b – Voorstel nieuwe procedure voor de stukken van de landelijke raad
25
Agendapunt 3
Voort Voortgangsrapportage Speerpunten meerja meerjarenbeleid 2011-2015 eerjarenbeleid 2011Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Rapportage programma Groepsontwikkeling 3. Rapportage programma Spel 4. Rapportage programma Scouting Academy
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
27 30 33 35
26
1. Inleiding In de landelijke raad van december 2010 is het meerjarenbeleidplan 2011-2015 en het activiteitenplan 2011 vastgesteld. In het meerjarenbeleid worden drie speerpunten benoemd: de groep centraal, het spel centraal en de vrijwilliger centraal. De komende vier jaar staat in het teken van het implementeren van de nieuw ontwikkelde producten binnen Spel en Scouting Academy en een directe ondersteuning naar groepen door middel van de methode Groepsontwikkeling. Hiermee wil Scouting een groeiende, continu lerende, relevante en zichtbare en internationale, diverse en verbonden organisatie zijn en blijven. Deze rapportage geeft een overzicht van de voortgang van de diverse werkzaamheden rond het thema Groepsontwikkeling, Spel en Scouting Academy en de wijzigingen die doorgevoerd zijn in de landelijke organisatie om dit mogelijk te maken. Naast de voortgang van ontwikkeling en implementatie van producten en het opzetten van het project Groepsontwikkeling, hebben de eerste drie maanden van 2011 met name in het teken gestaan van het omvormen van de landelijke organisatie en het vinden van vrijwilligers voor sleutelposities op landelijk niveau om op een adequate manier invulling te kunnen geven aan het meerjarenbeleid. Deze aanpassingen worden ook in dit document beschreven. Deze rapportage geeft de stand van zaken weer na het eerste kwartaal, per half april 2011. Een aangepaste sturingsorganisatie De doelen zoals benoemd in het meerjarenbeleid vragen om een aanpassing van de sturingsorganisatie op landelijk niveau. Van een organisatie die projectmatig nieuwe producten ontwikkelt naar een netwerkorganisatie die zich richt op implementatie en doorontwikkeling en het ondersteunen van groepen. De projectorganisatie 2010 heeft de afgelopen jaren een indrukwekkende hoeveelheid kwalitatief goed werk verzet. Daarnaast heeft de regiegroep zijn nut bewezen in de aansturing van projecten en landelijke ledenactiviteiten. Het lukt steeds beter om nieuwe en deskundige vrijwilligers op de juiste plek te krijgen. Daarnaast is een groot aantal teams actief in de ondersteuning van de vereniging. Landelijk managementteam Om invulling te kunnen geven aan het meerjarenbeleid, de implementatie op een juiste wijze uit te kunnen rollen en de samenwerking in de vereniging op landelijk niveau te kunnen faciliteren, is de structuur aangepast. Belangrijk is om op te merken dat een organisatiestructuur slechts een hulpmiddel is om mensen prettig met elkaar te laten samenwerken. Het werken aan een goede organisatiecultuur is daarmee net zo belangrijk als het neerzetten van een goede structuur. In de landelijke structuur worden nu vijf groepen onderscheiden. Drie programmagroepen, het projectenbureau (voorheen regiegroep) en de ondersteunende teams, onder verantwoordelijkheid van het landelijk servicecentrum. De (vice-)voorzitters van deze groepen werken samen in het landelijk managementteam. Het landelijk managementteam is het overlegorgaan waarbinnen afstemming plaatsvindt tussen de belangrijkste organisatieonderdelen in de landelijke organisatie. HRM en Communicatie hebben hierbij een adviserende rol. Programmagroepen De programmagroepen Groepsontwikkeling, Scouting Academy en Spel houden zich bezig met de kern van het meerjarenbeleid 2011-2015. De programmagroepen focussen op hun opdracht en taken waarin ook teams buiten de programmagroep en op andere niveaus van de vereniging betrokken kunnen worden. Om samenhang in de ondersteuning naar groepen en regio’s te garanderen, vindt afstemming plaats tussen teams binnen en buiten de programmagroep.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
27
Ondersteuning van de werkzaamheden vindt onder andere plaats door de ondersteuningsorganisatie onder verantwoordelijkheid van het Landelijk servicecentrum. Projectenbureau Het projectenbureau is de voortzetting van de regiegroep. Naast terugkerende landelijke ledenactiviteiten gaat het om (incidentele) projecten die voortvloeien uit de programmagroepen en gekenmerkt worden door ‘een kop en een staart’. Het projectenbureau wordt voorgezeten door een vrijwilliger en een lid van de directie. In het projectenbureau zitten vrijwilligers die de regie voeren over de projecten. De leden van het projectenbureau zorgen ervoor dat de projectteams hun opdracht binnen heldere kaders en prettige randvoorwaarden zelfstandig kunnen uitvoeren. Zij zorgen voor dat de koppeling van de projectteams met programmagroepen, LSC en/of andere eventuele projecten, goed is. Ondersteunende teams De ondersteunende teams, gekoppeld aan het landelijk servicecentrum, zorgen voor de noodzakelijke ondersteuning van de programmagroepen en projecten. Op vragen vanuit de programmagroepen en vanuit de groepen en regio’s worden diensten verleend die specifieke expertise vragen. De ‘dienstenteams’ bestaan voor een groot deel uit vrijwilligers onder coördinatie van beroepskrachten. Het gaat om die diensten die een continu karakter hebben, zoals HRM, communicatie, accommodatieconsulenten en financieel specialisten. De ondersteunende teams vormen de back office voor klantvragen en spelen deels een rol bij het ontwikkelen van ondersteuningsproducten voor de programmagroepen. Binnen het landelijk servicecentrum wordt daarnaast ook ondersteuning aangeboden die geen directe ondersteuning is voor de programmagroepen, groepen en/of regio’s. Ze zijn dienstverlenend aan de vereniging en spelen een rol in de continuïteit. Hierbij kan gedacht worden aan het beheer van kampeerterreinen, de ScoutShop, de administratie en een deel van het ICT-werk.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
28
landelijke raad landelijk bestuur
Landelijk managementteam (vice-)voorzitters programmagroepen en projectenbureau, directie Adviesrol voor HRM en Communicatie
programmagroep Groepsontwikkeling
programmagroep Spel
programmagroep Scouting Academy
ondersteuning
Projectenbureau
Ondersteuningsorganisatie landelijk servicecentrum
Landelijke ledenactiviteiten
Ondersteunende vrijwilligersteams
Projecten
Beroepsmatige ondersteuning waaronder HRM en Communicatie
inhoudelijke sturing
implementatie en toetsing
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
29
2. Rapportage programma Groepsontwikkeling Inleiding De landelijke raad heeft in december 2010 besloten het Programma Groepsontwikkeling te ontwikkelen en per september 2011 beschikbaar te stellen aan alle risico- en florerende groepen die hiervoor in aanmerking komen en belangstelling voor het programma hebben. Afgesproken is halfjaarlijks te rapporteren naar de landelijke raad over de voortgang en elk jaar een evaluatie uit te voeren, startend in juni 2012. Tegelijk heeft de landelijke raad verzocht of het mogelijk is een lightversie van de methodiek te ontwikkelen voor groepen die aan het werk willen, maar niet direct als eerste aan de beurt zijn in het programma. De landelijke raad heeft besloten tot contributieverhoging ten behoeve van het programma Groepsontwikkeling. In de voorliggende rapportage informeren we landelijke raadsleden over de stevige stappen die gezet zijn in de voorbereidingsfase van het programma. De rapportage geeft aan dat de voorbereiding goed op schema ligt. Voorbereidingsfase De periode tot 1 september 2011 is nodig om het programma voor te bereiden op realisatie. Bij de start van het programma wordt ervan uitgegaan dat er in de periode 2011-2015 in totaal 800 risico- en florerende groepen de gelegenheid krijgen om deel te nemen aan het programma Groepsontwikkeling. Met de start op 1 september 2011 wordt gestuurd op een deelname van 50 groepen en per 1 januari 2012 weer 50 nieuwe groepen. Daarna start half jaarlijks het programma met steeds 100 of 150 groepen. Voor de start is gekozen in alle regio’s tegelijk te starten. Dit betekent dat iedere regio de gelegenheid krijgt om voor 1 mei 2011 twee groepen aan te melden. Hiervoor is een lijst met risicogroepen aangeboden, waarvan regio’s op basis van aanvullende lokale expertise twee groepen die graag willen deelnemen, kunnen aanmelden. Tijdens de Forumdag is aan de regiovoorzitters gevraagd om de werving en aanmelding van de groepen te coördineren en tevens een regiocoach voor te dragen. Hier wordt momenteel door de regio’s hard aan gewerkt en de geluiden over deelname zijn positief en enthousiasmerend. Organisatorische voorbereiding De volgende activiteiten zijn succesvol afgerond: • Werving en aanstelling van een vrijwillig programmamanager voor het programma Groepsontwikkeling. Rob Storm is bereid gevonden deze functie op zich te nemen. • Overleg met de steunpunten met betrekking tot de werving van seniorcoaches. • Samenstelling van een projectteam Groepsontwikkeling voor de voorbereidingsfase. • Update van de vragenlijsten die voor het uitvoeren van het onderzoek bij de groepen die aan het programma gaan deelnemen noodzakelijk zijn. • De bijeenkomst voor de crisisgroepen wordt op 28 mei gehouden. • De afstemming met de landelijke ondersteuningsorganisatie om de back office in te richten. • Briefing voor de Scout-In11 die in het teken van Groepsontwikkeling en de 5 succesfactoren staat, is uitgewerkt. • De rapportages aan bestuur en landelijke raad zullen steeds conform het programmaplan worden uitgewerkt. • De regio’s is aangeboden te helpen bij de uitleg over de contributieverhoging voor dit programma. Een aantal regio’s heeft hierbij ondersteuning gekregen van een bestuurslid. • De Limburgse regio’s en het steunpunt hebben niet aangegeven nu gebruik te willen maken van ondersteuning vanuit het bestuur als het gaat om het tegengaan van subsidievermindering die dreigt.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
30
ICT-hulpmiddelen In deze fase wordt gewerkt aan: • Planningstool (gereed voor 1 mei) voor het maken en volgen van alle afspraken met de groepen en coaches. Dit om overzicht te houden en groepen goed te bedienen; • Benchmarkmodule voor het kwaliteitsmodel, zodat groepen de uitkomsten van zichzelf straks kunnen vergelijken met andere groepen; • De omzetting van alle cijfers in een visueel beeld, om groepen hiermee van goed toegankelijke informatie te kunnen voorzien; • Verdere ontwikkeling van het extranet voor leden en sociale media om informatie gerichter beschikbaar te stellen voor leden en groepen, best practices te delen en om onderlinge vragen uit te wisselen en gezamenlijk op te lossen. De landelijke ondersteuningsorganisatie heeft het op zich genomen een generiek klantvraagvolgsysteem te ontwikkelen. Hiermee is het ontvangen, registreren, volgen en beantwoorden van vragen aan het LSC beter geborgd. Tevens is het daarmee mogelijk om sneller en specifieker de Scoutinggroep of het Scoutinglid te bedienen en informatie efficiënter binnen de organisatie te beleggen. Deze functionaliteit is het programma Groepsontwikkeling overstijgend en wordt op dit moment in een testfase bij de helpdesk van Scout-In11 uitgeprobeerd. Onderzoek Gerealiseerd zijn op dit moment: • Update van de ledenontwikkeling tot en met 2010. Een samenvatting hiervan is als download beschikbaar op de website. • Rapportage waterscouting. Deze is tijdens de kleine vlootraad op 2 april gepresenteerd. Gewerkt wordt aan een voorstel om de effecten te meten van het programma Groepsontwikkeling en aan verder vervolgonderzoek. Het vervolgonderzoek zal fasegewijs, maar uiterlijk in het najaar worden opgeleverd. Om de effecten van het programma Groepsontwikkeling te volgen wordt er een 0-meting uitgevoerd. De 0-meting bestaat uit een korte vragenlijst aan alle leiding, jeugdleden boven de 10 en ouders. Deze wordt uitgevoerd begin september 2011 en zal in ieder geval in 2012 herhaald worden. We verzoeken de leden van de landelijke raad dit onderzoek ook aan de groepen in de regio bekend te maken en promoten. Twee weken voorafgaand aan de uitnodiging voor deelname van dit onderzoek via internet worden de voorzitters en secretariaten van de groepen en regio’s geïnformeerd. Er wordt een onderzoek opgestart dat inzicht kan geven in de gevolgen van gemeentelijke bezuinigingen en financiële knelpunten bij groepen om ondersteuningsvraag op het thema financiën verder vorm te kunnen geven. Communicatie In januari hebben alle groepen en regio’s een brief ontvangen met de uitkomsten van de landelijke raad over het programma Groepsontwikkeling en de contributieconsequenties hiervan. Dit besluit heeft een reactie van tien groepen en één regio opgeleverd. De vragen hierin zijn beantwoord en indien noodzakelijk is er door een lid van het landelijk bestuur rechtstreeks contact opgenomen met betreffende groep. In het Scouting Magazine Scouts Info is een artikel opgenomen waarin de ervaringen van een pilotgroep zijn opgetekend. De informatie op de ledenwebsite ten aanzien van Groepsontwikkeling is bijgewerkt, maar voor sommige mensen zijn de pagina’s Groepsontwikkeling moeilijk te vinden. De communicatieafdeling zal in overleg met de programmamanagers van Groepsontwikkeling kijken naar verbetering.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
31
Het communicatieplan is in ontwikkeling en hieraan wordt hard gewerkt. Er is overleg met team communicatie over het versneld opleveren van een communicatieplan voor dit programma. Op de kleine vlootraad is een eerste, specifiek op het waterwerk gerichte presentatie Groepsontwikkeling aangeboden. Tevens is daarbij de marktanalyse waterscouting aangeboden, die te downloaden is van het extranet voor leden. Er wordt gewerkt aan een standaard presentatie Groepsontwikkeling. Voor de werving van de vrijwillige regiocoaches zijn een functieprofiel en een formulier om geschikte kandidaten voor te dragen aan de regio’s beschikbaar gesteld. De werving hiervan wordt door de regio’s uitgevoerd, kandidaten moeten voor 1 juni worden aangemeld. De werving van seniorcoaches start in het tweede kwartaal 2011. Tijdens de landelijke raad zal de laatste stand van zaken worden meegedeeld. Op 19 juni en op 2 en 3 september 2011 vindt de eerste training van alle geselecteerde coaches plaats. De training wordt uitgevoerd in samenwerking met de Koninklijke Nederlandsche Heide Maatschappij, sponsor van het programma Groepsontwikkeling. Deze samenwerking bestaat deels uit financiering trainingen en het realiseren van een ‘coaching de coach’-rol. Er wordt nog overleg gevoerd met andere externen. Producten voor groepen Ten behoeve van de ondersteuning van Groepsontwikkeling, wordt hard gewerkt aan een aanbod van meer dan 40 producten voor (groeps)bestuurders. Dit aanbod is samengesteld uit de ondersteuningsvragen van de pilotgroepen, de veelgestelde vragen van besturen aan de landelijke ondersteuningsorganisatie en tevens gecheckt bij een tiental groepen. Er wordt daarbij zoveel mogelijk een koppeling gemaakt met best practices van (pilot)groepen Tegelijk wordt gebruik gemaakt van de bestaande producten en hulpmiddelen voor (groeps)bestuurders. Voorbeelden van producten zijn: • Lightversie van de methodiek Groepsontwikkeling. De light versie is een vereenvoudigde versie van de methodiek ‘Groepsontwikkeling’, waarmee groepen die niet primair worden geselecteerd, wel met een basis van Groepsontwikkeling zelfstandig kunnen starten; • Functieprofielen van groepsbestuurders; • Hulpmiddelen bij de werving van kaderleden en jeugdleden; • Format plan van aanpak kwaliteit groep, dat groepen als kader kunnen gebruiken voor hun eigen actieplan; • Hulpmiddel financiële administratie en beleid. De bedoeling is dat de producten die gereed zijn, zo snel mogelijk beschikbaar zijn voor leden via Mijn Scouting. Daarnaast zullen er verdere aanvullingen aan deze catalogus in de activiteitenplannen van Spel, Academy en Groepsontwikkeling in komende jaren opgenomen worden. Overige activiteiten Er is een aantal activiteiten dat niet direct onder Groepsontwikkeling valt, maar dat wel verantwoordelijk/bepalend is voor de planning en het succes van dit programma. Deze activiteiten zijn onder andere: • Uitbreiding Team financieel specialisten; • Uitbreiding Team accommodatieconsulenten; • Opzetten Team juridisch specialisten; • Meten implementatiedoelen 2010; • Klantvraagvolgsysteem.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
32
3. Rapportage programma Spel Inleiding Tijdens de landelijke raad van december 2010 is het meerjarenbeleidplan vastgesteld inclusief het activiteitenplan 2011. Deze rapportage richt zich op de activiteiten die benoemd zijn bij Spelvisie en -methode. Als ook enkele activiteiten die elders benoemd staan en waarvan het logisch is dat deze worden aangestuurd vanuit het programma Spel. Welke onderdelen van het beleidsprogramma onder welk programma te scharen zijn, moet nog binnen het landelijk managementteam bepaald worden. De periode tot 1 september 2011 is nodig om het programma vorm te geven binnen de nieuwe structuren en aansturing en om voor te bereiden op realisatie. Bij de start van het programma wordt ervan uitgegaan dat in de periode 2011-2015 een aantal doelstellingen, zoals benoemd in het beleidsplan, moet worden gerealiseerd. Met de start in 2011 wordt bedacht welke doelstellingen wanneer aan bod komen en welke activiteiten zouden kunnen bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen. NB: Voor het programma Spel is nog geen programmaplan. Dat zal eerst ontwikkeld moeten worden (op basis van het beleidsplan) voordat op een eenduidige en uniforme wijze structureel gerapporteerd kan worden. De vorm en de inhoud van de rapportage zullen zeker nog wijzigen. Daarbij zal bijvoorbeeld aandacht worden gegeven aan het onderscheid tussen bedrijfscontinue activiteiten (zoals helpdesk en activiteitenbank) zoals die nu nog maar gedeeltelijk in het activiteitenplan zijn opgenomen en meer projectmatige activiteiten (of projecten) zoals de ontwikkeling van nieuwe boeken en het maken van een regiospel. Organisatorische voorbereiding De organisatorische voorbereiding van het programma is nog maar net begonnen. Er is nog geen planning van de activiteiten die nodig zijn om de organisatie van het programma vorm te geven. De volgende activiteiten zijn afgerond: • Werving en aanstelling van een vrijwillig programmamanager voor het programma Spel. Remco Vogelezang is bereid gevonden deze functie op zich te nemen; • Overleg met de Spelspecialisten over de taken en verantwoordelijkheden uit het verleden en hun mogelijkheden voor de toekomst; • Werving en aanstelling van een vrijwillig coördinator Spelspecialisten. Bart Coppens is bereid gevonden deze functie op zich te nemen. De exacte rol wordt in samenspraak met de programmamanager en de Spelspecialisten ingevuld. Ontwikkeling nieuw materiaal De ontwikkeling van de kompassen en de insignes wordt uitgevoerd conform de projectopdracht vanuit 2010. De Bevergids, Junglegids, Jungle-avonturen van Shanti & Mowgli en Scoutsgids zijn in 2010 uitgebracht en de activiteitenbank is in september 2010 live gegaan. Eind februari van dit jaar verscheen het Beverkompas als ook de badges voor bevers en de welpeninsignes. Het Welpenkompas wordt voor de zomer verwacht, het Scoutskompas volgt in het najaar. Daarna volgen de Explorergids en de Roverscoutsgids. De projectgroep Spelvisie en methode werkt tevens aan de ontwikkeling van een instrument voor zelfevaluatie voor leiding per speltak. De ontwikkeling wordt vormgegeven in samenwerking met het programma Groepsontwikkeling. De ontwikkeling van andere materialen dan reeds in gang gezet is op korte termijn niet mogelijk vanwege de extra inzet en doorlooptijd die de ontwikkeling van de kompassen vergt. Implementatie De implementatie van het nieuwe spelaanbod is tot nu toe vooral vormgegeven door middel van het verstrekken van informatie naast de uitgifte van de spelgidsen, de spelkompassen en het
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
33
jungleverhalenboek. Het gevoel leeft dat er op dit vlak nog veel meer kan en moet gebeuren om het nieuwe spelaanbod te laten slagen. We gaan aan de slag met voorstellen voor concrete activiteiten ten behoeve van de implementatie. Het trainen van de organisatoren van de regio’s als onderdeel van een landelijk netwerk van spelspecialisten die de groepen kunnen helpen met het toepassen van het nieuwe spel moet nog starten. Hetzelfde geldt voor het organiseren van informatiebijeenkomsten. Dergelijke bijeenkomsten zullen overigens in overleg met de andere programma’s vorm en inhoud krijgen. Onderhoud en gebruik Het voorstel vanuit het programma Groepsontwikkeling om een generiek ‘klantvraagvolgsysteem’ te ontwikkelen is ook van belang voor het programma Spel. Hiermee is het ontvangen, registreren, volgen en beantwoorden van vragen aan het LSC beter geborgd. Tevens is het zo mogelijk om sneller en specifieker de Scoutingklant te bedienen en informatie efficiënter in de organisatie te beleggen. Het opzetten en onderhouden van een activiteitenbank loopt conform de wensen. Evenals de bijdrage aan het programma van Scout-In11. De kwaliteitsborging van Spel in landelijke ledenactiviteiten is een belangrijk punt van aandacht bij het vormgeven van het programma. Er wordt gewerkt aan de opdrachtformulering voor het maken van de regiospelen van 2012. Het betreft vooralsnog alleen de spelen voor de bevers en de welpen. De regiospelen zijn een belangrijk instrument waarmee het nieuwe spelaanbod wordt uitgedragen. Belangrijk punt van aandacht is dat de afgelopen jaren de regiospelen te laat klaar waren om goed gebruikt te kunnen worden in de regio’s. De Spelspecialisten behandelen daarnaast diverse vragen en verzorgen daarmee een front-Office naar groepen en regio’s. Er zijn daarnaast nog meer reguliere taken en activiteiten die vallen onder het onderhoud en gebruik van het spel. Bij het opstellen van het programmaplan zal hier expliciet aandacht voor zijn. Onderzoek en evaluatie Gezien de vertraging van de ontwikkeling van de boeken lijkt het niet opportuun en technisch ook niet uitvoerbaar om nog in 2011 onderzoek te doen naar het gebruik en de bekendheid van het nieuwe spel. Deze activiteit wordt uitgesteld tot 2012. Er lijkt een relatie mogelijk tussen het programma Spel en het onderzoek naar de verhouding jongens/ meisjes. De vernieuwing was immers mede ingegeven vanuit het idee dat het spel aantrekkelijker moest worden voor de totale doelgroep van Scouting. Net als voor andere activiteiten die onder een ander hoofdstuk dan Spelvisie en -methode genoemd staan, wordt de mogelijke relatie beschouwd bij het opstellen van het programmaplan. Een belangrijke activiteit voor het programma zal zijn om de (internationale) ontwikkelingen in de samenleving te monitoren zodat het spel van Scouting mee kan blijven groeien in de tijd en daarmee passend kan blijven voor de doelgroep. Het formuleren van ambities komt terug bij het opstellen van het programmaplan. Overige activiteiten Er is een aantal activiteiten dat niet direct onder Spel valt, maar dat wel verantwoordelijk/bepalend is voor de planning en het succes van dit programma. Deze activiteiten zijn onder andere: • Klantvraagvolgsysteem; • Scouting Academy en de wijze waarop Spel daarin aan bod komt; De ruimte die landelijke ledenactiviteiten bieden om het nieuwe Spel neer te zetten.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
34
4. Rapportage Rapportage programma Scouting Academy Inleiding Op basis van het meerjarenbeleidsplan en het activiteitenplan 2011 heeft de programmagroep Scouting Academy vorm gegeven aan de in het Project 2010 opgestarte ontwikkelingen op het gebied van deskundigheidsbevordering binnen Scouting Nederland. Scouting wil een lerende organisatie zijn, op (persoonlijke) ontwikkeling gericht. Bij de ontwikkeling van Scouting Academy zal de vrijwilliger centraal staan, waarbij het informeel leren door middel van competenties en kwalificaties wordt doorgetrokken in de deskundigheidsbevordering. De programmagroep Scouting Academy heeft de – voorgenomen – inrichting van haar organisatie en werkwijze medio maart 2011 besproken. Het vinden en benoemen van de benodigde projectleiders en -medewerkers zal de komende periode de nodige aandacht vragen. Een planning per deelproject wordt in september verwacht, mits de benodigde menscapaciteit beschikbaar is. De capaciteit is (nog) beperkt. Als, vanwege gebrek aan capaciteit, prioriteiten moeten worden gesteld hanteren we de volgende volgorde: • Ontwikkeling van module-inhoud voor leidinggevenden; • Ontwikkeling van functiebeschrijvingen en kwalificatiekaarten voor bestuurders; • Ondersteuning implementatie regio’s en groepen; • Capaciteitsontwikkeling; • Assessmentbenadering; • Afstemming kwalificaties en (door)ontwikkeling registratie; • (H)erkenning buiten Scouting; • Ontwikkeling van functiebeschrijvingen en kwalificatiekaarten overige functies; • Ontwikkeling e-learning; • Overige instrumenten en activiteiten. Organisatorische voorbereiding De organisatorische voorbereiding van het programma is in maart 2011 gestart. Er is een planning op hoofdlijnen alsmede een voorlopige toedeling van het beschikbare budget beschikbaar. De volgende activiteiten zijn afgerond: • Aanstelling van de programmamanager: Marcel Zwart (medio februari 2011). Martijn Nas vervult per 1-3-2011 de rol van plaatsvervangend programmamanager; • Afstemming met de kerngroep die verantwoordelijk was voor het project Scouting Academy binnen het Project 2010. Van hen heeft een belangrijk deel verklaard bereid te zijn ook in de nieuwe constellatie een bijdrage te willen leveren (hetgeen helpt in de continuïteit); • Vormgeven van een (werk)plan en rapportages en deelname in het landelijk managementteam. Kwalificatie en assessment In maart 2011 heeft het assessment van trainers voor de kwalificatie Talent Ontwikkelaar 4 plaatsgevonden. Een assessment commissie, gevormd door een vertegenwoordiger van WAGGGS, een vertegenwoordiger van WOSM, een directeur van een trainingsinstituut en een (voormalig) lector pedagogiek van de hogeschool Utrecht, evalueerden met behulp van de kwalificatiekaart TO4 en de competentiesystematiek, een negental kandidaten. Voorts is met een achttal trainers uit diverse regio’s een assessment op basis van Eerder Verworven Competenties (EVC) in gang gezet. Betrokkenen beschikken over de competenties voor het
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
35
kwalificatieniveau 2, maar hebben in het verleden geen ET1&2 trainingen afgerond. Betrokkenen geven aan te ervaren dat de EVC mogelijkheid in hun beleving recht doet aan hun competentieniveau en het prettig te vinden dat ze op deze wijze zich serieus genomen voelen. In de komende maanden zal de eerste TO3-kwalificatie gestalte krijgen. Ook daar wordt een commissie voor gevormd, waaraan niet-Scoutingdeskundigen zullen deelnemen, naast een aantal TO4-gekwalificeerden. Landelijke opleidingscapaciteit Om invulling te kunnen geven aan de ontwikkelingsroutes binnen Scouting Academy, is een team van landelijk benoemde trainers en opleiders noodzakelijk. Borgen van de kwaliteit van opleiders/trainers is essentieel voor de kwaliteit van Scouting Academy. Daarom is besloten dat alle opleiders/trainers die de bevoegdheid krijgen om TO3- en TO2-kwalificaties vast te stellen door Scouting Academy moeten worden benoemd als lid van de landelijke opleidingspool. Alleen benoemde trainers zullen in staat zijn binnen Scouts Online (TO2/TO3-)kwalificaties te registreren. Om voor benoeming tot opleider, Gilwell-subgroepbegeleider of groepscoach in aanmerking te komen, dient een kandidaat te beschikken over een TO3-kwalificatie. Zoals hierboven beschreven, heeft een eerste assessment op TO4-niveau plaatsgevonden. Daarmee zijn we in staat om het (beperkte) aantal TO4-functies te vullen (teambegeleider Gilwell/opleider van opleiders). Het eerste weekend van april zijn een zevental (potentiële) TO3 opleiders aanwezig geweest bij een voor hen georganiseerd opleidersweekend. Naast een wederzijds inspirerende ervaring is de basis gelegd voor een aantal kwalificatietrajecten. Voorts voorziet Scouting Academy in een aantal door te ontwikkelen/reguliere trainingsactiviteiten: • Gilwellcursussen door team Gilwell; • Training voor trainers door team opleiders; • Scoutiviteit, een ééns per twee jaar te organiseren trainingsactiviteit waarin individuele Scoutingrolvervullers in workshops kunnen werken aan competentie-ontwikkeling, door team Scoutiviteit (gestart/realisatie 2012); • Programma Scouting Talent (samen met HRM) voor talentvolle jonge scouts die een landelijke rol ambiëren. Ontwikkeling Alle voor het functioneren als leidinggevende/trainer benodigde Scouting Academy materialen zijn beschikbaar: • Functiebeschrijvingen en kwalificatiekaarten; • Boek persoonsgebonden competenties en invulroos; • Overgangsmodules Spel en Scouting Academy; • Kwalificatietekens (naar verwachting per eind mei 2011).
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
36
Voorbeelden kwalificatietekens:
MBL Kielboot III
Begeleider 15-21
TO4
Op dit moment (medio april) wordt de laatste hand gelegd aan 12 (model)trainingsmodules voor leidinggevenden. Acht van deze modules zijn uitgezet bij meerdere regio’s, om de werkbaarheid te testen. De feedback wordt verwerkt en naar verwachting zal medio mei het complete pakket beschikbaar komen voor de regiotrainers. Tijdens landelijke bijeenkomsten als Forumdag en landelijk trainersberaad (juni) worden modules verzorgd ter ondersteuning van de introductie van de nieuwe trainingsmaterialen. De verdere voortgang van de ontwikkeling van zowel functieprofielen/kwalificatiekaarten als modules is sterk afhankelijk van daarvoor te werven vrijwillige deskundigen. E-learning kent zijn eigen dynamiek. Zowel het realiseren van een e-learning managementsysteem, dat aansluit op Scouts Online als een e-learningmodule ontwikkelaanpak behoort tot de categorie ‘uitdaging +’. Daarbij speelt mee dat voor de ontwikkeling (zeer schaarse) ICT-capaciteit onontbeerlijk is. Naar verwachting kan na de zomer concreet worden ingeschat of de doelstelling voor systeem en – een aantal – modules (realisatie 2011) haalbaar is. Informatie en communicatie De programmagroep Scouting Academy omvat een fors aantal projecten en mensen. Om te kunnen sturen is behoefte aan managementinformatie, communicatie, onderzoek en aan de organisatie van (collectieve) momenten waarin ‘de boodschap’ kan worden uitgedragen. Het team Informatie en communicatie faciliteert de projecten en het programmamanagement met concrete/praktische ondersteuning ‘op regelneef-niveau’. Daaronder: communicatie, beantwoording vragen, organisatie (deelname) activiteiten als Scout-In11, (wat nu nog heet) trainersberaad, redactie en productie van materialen, web management, managementinformatie, onderzoek, werving medewerkers etc. Registratie en procedures De procedures voor het adequaat vastleggen (in Scouts Online) van verworven kwalificaties zijn in de eerste maanden van 2011 beproefd. Daarbij is het testen van de registratie van persoonsgebonden competenties in SOL voltooid, waardoor persoonsgebonden competenties door iedereen in SOL kunnen worden geregistreerd. Voorts is het registreren van kwalificaties voor leidinggevenden en trainers mogelijk gemaakt. In het jaarplan is de ontwikkeling van een geavanceerder tool voor het vaststellen van het niveau van de persoonsgebonden competenties opgenomen. Vooronderzoek wijst uit dat het vervaardigen van een dergelijk instrument complex is, mede omdat de systematiek persoonsgebonden competenties meerdere dimensies kent (inhoud competentie, omvang verantwoordelijkheid, relatie met omgeving). Naar verwachting zal het, met de op dit moment beschikbare (ICT-)capaciteit, moeilijk worden een dergelijk instrument te ontwikkelen. In ieder geval zal de gegeven termijn(1-1-2012) niet haalbaar zijn.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
37
In de komende periode wordt invulling gegeven aan het registreren van modules die gezamenlijk leiden tot het toekennen van een kwalificatie. Daarnaast wordt invulling gegeven aan het mogelijk maken van het toekennen van rechten aan degenen die gerechtigd zijn (deel)kwalificaties te registreren (praktijkbegeleiders en praktijkcoaches tezamen, trainers, assessoren) op basis van training, praktijkgegevens en EVC. Daar waar het systeem nog niet voorziet in regionale registratie, draagt het Scouting Academy-team informatie en communicatie tijdelijk zorg voor verwerking van kwalificaties (LSC). De wet- en regelgeving m.b.t. vaarbewijzen is gewijzigd per 1 juli 2009, met een overgangsperiode tot 1 juli 2011. Voorts heeft het waterwerk in de afgelopen jaren kennis gemaakt met het op competenties gebaseerde kwalificatiesysteem van de Commissie Watersport Opleidingen (CWO). Deze ontwikkelingen creëren de behoefte om opnieuw te kijken naar een eenduidige wijze van toekennen van kwalificaties voor het varen. In april is een werkgroep waarin de nautische commissie van de landelijke admiraliteit, het watersportverbond (CWO), de Seacon Zeilschool Scouting Nederland en Scouting Academy zijn vertegenwoordigd, begonnen met de harmonisatie van de vaarkwalificaties. Naar verwachting zal het resultaat in het najaar kunnen worden voorgelegd aan de kleine vlootraad. Implementatie en realisatie In de afgelopen periode zijn door Scouting Academy overstaptrainingen voor regiotrainers gerealiseerd (128 deelnemers). Ook zijn praktijkcoaches opgeleid (100 getraind/50 gekwalificeerd). De eerste 8 trainers zijn gekwalificeerd met behulp va de kwalificatiekaart in een Eerder Verworven Competenties-aanpak. Er zijn ook al in meerdere regio’s succesvol overstaptrainingen voor Spel en Scouting Academy gegeven. Er wordt enthousiast gebruik gemaakt van de mogelijkheid: meer dan 1000 leidinggevenden hebben al de overstap gemaakt van bevoegdheid naar kwalificatie. In de komende periode zal de ondersteuning aan regio’s worden voortgezet en uitgebreid. In de komende periode zal het team implementatie en realisatie ondersteuning bieden aan regio’s die overstaptrainingen organiseren. Ook voor de training van praktijkbegeleiders is ondersteuning mogelijk. Groepsontwikkeling, dat met de uitrol start in september, is voor Scouting Academy een implementatiemogelijkheid. De toerusting van regiocoaches, alsmede het voorzien in gerichte informatie op basis van de uitkomsten van de vooronderzoeken per groep (o.a. aantal bevoegde/gekwalificeerde leidinggevenden) biedt de mogelijkheid de implementatie van de Scouting Academy-systematiek verder te versterken. Externe relaties en validering competenties Scouting Nederland heeft met Scouting Academy, naast het creëren van hoogwaardige spel- en organisatie-invulling, de ambitie de competenties die (jeugd)leden binnen Scouting verwerven inzichtelijk te maken voor opleiding en/of rolvervulling buiten Scouting. De eerste erkenning die moet worden verworven, is die van WAGGGS. Deze wereldorganisatie hecht grote waarde aan deskundigheidsbevordering en verplicht aangesloten nationale Scoutingorganisaties hun systeem van deskundigheidsbevordering ter accreditatie voor te dragen aan WAGGGS. In 2009 is begonnen met het erkennen van praktijkbegeleiders, praktijkcoaches en opleiders door Calibris. Scouting Nederland verzorgt deze trainingen van Calibris in licentie. Calibris controleert de kwaliteit. Binnenkort zal het mogelijk worden om de kwalificaties praktijkbegeleider, praktijkcoach en opleider te registreren op de website van Calibris. Daarmee is de kwalificatie ook buiten Scouting bruikbaar. In de afgelopen maanden is door en met Calibris gewerkt aan de vergelijking tussen een teambegeleider jongste leeftijdsgroepen en de kwalificatie MBO 4 pedagogisch werk. De vergelijking
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
38
toont aan dat de overeenkomst groot is. In de komende maanden zal met een ROC worden onderzocht of een diplomatraject (omzetting binnen Scouting verworven competenties in een MBOdiploma) haalbaar is en hoe dit kan worden vormgegeven. WOSM heeft een met Europese subsidie gefinancierd traject opgezet om met een aantal Europese Scoutingorganisaties te onderzoeken of een eenduidige aanpak van erkenning eerder verworven competenties kan worden ontwikkeld. Scouting Nederland is trekker van dit project Recognition. Deelname aan internationale bijeenkomsten levert op dat bij andere landen belangstelling ontstaat voor de Scouting Academy aanpak. Voor Scouting Nederland betekent dat een vergroot draagvlak en ondersteuning van de externe erkenning van onze benadering.
Agendapunt 3 – Voortgangsrapportage – Speerpunten meerjarenbeleid 2011-2015
39
Agendapunt 4
Voorstel evaluatiecommissie Groepsontwikkeling
Voorstel: Het instellen van een evaluatiecommissie Groepsontwikkeling De landelijke raad wordt gevraagd uit haar eigen midden een begeleidingscommissie voor de tussentijdse en eindevaluatie van het programma Groepsontwikkeling in te stellen. Voorgesteld wordt: • om de commissie te laten bestaan uit 3 leden uit de landelijke raad; • voor de periode van het programma Groepsontwikkeling; • eindrapportage in de landelijke raad van december 2014. Opdracht: Op basis van de besluiten in de landelijke raad in december 2010 over het programma Groepsontwikkeling de evaluatie van het programma begeleiden en advies uitbrengen aan de landelijke raad. Verwacht wordt dat de commissie twee keer per jaar bij elkaar komt om geïnformeerd te worden door de programmamanagers Groepsontwikkeling en de portefeuillehouders Groepsontwikkeling uit het landelijk bestuur. De volgende evaluaties worden gedaan, zoals afgesproken in de landelijke raad van december 2010: • Eén keer per jaar wordt het programma grondig geëvalueerd, zowel kwalitatief op basis van de ervaring van groepen, regio’s en coaches, als kwantitatief op basis van statistische gegevens; • De eerste evaluatie vindt plaats in het voorjaar van 2012 (een half jaar na de start van het programma) en wordt besproken in de landelijke raad van juni 2012; • De laatste 50 groepen zijn in 2015 aan de beurt met Groepsontwikkeling. De landelijke raad besluit daarom uiterlijk in december 2014 op basis van een eindevaluatie of een tweede serie van het programma Groepsontwikkeling gestart wordt. Als de landelijke raad hiermee akkoord gaat, dan worden belangstellende leden uit de landelijke raad verzocht zich tijdens de pauze van de landelijke raad zich te melden bij Bas Mulder of Jacqueline Vredenbregt. Het instellen van de commissie vindt plaats na de pauze van de landelijke raad.
Agendapunt 4 – Voorstel evaluatiecommissie Groepsontwikkeling
40
Agendapunt 5
Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie Dit overzicht sluit aan op het meerjarenbeleidsplan 2008-2010-2012 ‘De kracht van Scouting’. Daarnaast zijn ook de ledenactiviteiten opgenomen. De opdrachten zijn uitgevoerd door landelijke teams en door het landelijk servicecentrum.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
41
Kerndoel 1: Zelfbewuste identiteit Opdrachten 1.Positionering (onderdeel project 2010)
Doelstelling Het uitdragen en implementeren van de positionering zoals vastgesteld in de landelijke raad van december 2006. Verbetering imago Scouting. Groei van de vereniging in ledenaantallen.
Doelgroep Beoogde resultaten Alle groepen. De in 2007 gekozen pay-off met betrekking tot ‘samen spelend leren’; is omgebouwd in SAMEN, OUTDOOR en UITDAGING. Deze termen willen we in alle communicatie, zowel intern als naar buiten, terug laten komen.
Extern communicatieplan, dat aansluit op de interne plannen en campagne. Verbetering imago en groei ledenaantallen.
Alle leden.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Behaalde resultaten In heel 2010 zijn de elementen samen, outdoor en uitdaging actief gepromoot bij de bijna 900 ambassadeurs van het feestjaar. Zij hebben zowel in artikelen als in beeldmateriaal deze elementen extra belicht. Dat is o.a. prominent naar voren gekomen (en komt nog steeds naar voren) in de lokale persberichtgeving en op websites van Scoutinggroepen en -regio's en loopt ook door in 2011.
Het externe communicatieplan uitvoeren in samenwerking met groepen (ambassadeurs).
Nieuwe (kader)leden motiveren om lid te worden van Scouting.
In 2010 is zeer veel aandacht besteed aan externe communicatie van de jubileumactiviteiten, vanuit alle niveaus. Dit is op grote schaal door (ambassadeurs van) groepen en regio's omarmd en heeft geresulteerd in een enorme hoeveelheid regionale en lokale perspublicaties. In 2010 is tijdens Scouts2day een nieuwe stap gezet in het werven van nieuwe (kader)leden d.m.v. peer2peer-communicatie. Groepen en leden werden gestimuleerd om vriendjes en vriendinnetjes mee te nemen naar Scouts2day. Ook werden medewerkers van buiten Scouting geworven, zoals via scholen en bedrijven. Deze medewerkers hebben op een geweldige manier kennis kunnen maken met vrijwilligerswerk bij
☺
☺
☺
42
Scouting. Ook voor RoverscoutMania is peer2peercommunicatie ingezet. Roverscouts werden gestimuleerd hun vrienden ook mee te nemen. Helaas is het evenement niet doorgegaan, maar uit de inschrijving bleek dat 40% van de deelnemers (nog) geen scout was. Het werven van nieuwe kaderleden blijft voortdurend aandacht houden, o.a. in het programma Groepsontwikkeling.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Zichtbaarheid en algemene bekendheid vergroten.
De berichtgeving van de grote jublileumevenementen in de landelijke pers was overweldigend, zoals publicaties in vakbladen, alle grote landelijke kranten, de opening van het zes uur-journaal, uitgebreid bericht in het acht uur-journaal, RTL-journaal en Jeugdjournaal.
☺ ☺
43
2.Vernieuwde spelvisie en methode (onderdeel Project 2010).
Op basis van de vernieuwde spelvisie en methode, spelmaterialen (hulpmiddelen) realiseren.
3.Groepsontwikkeling Instrument ontwikkelen om de Kwaliteit en kwaliteit van het Scoutingspel in implementatie groepen te kunnen toetsen. Start van pilots Groepsontwikkeling i.s.m. regio’s en steunpunten.
De gehele vereniging.
Alle groepen.
Vanuit de vernieuwde spelvisie en methode (2007/2008) is er vernieuwd samenhangend spelmateriaal voor de leeftijdsgroepen.
Ontwikkeling prototype kwaliteitsinstrument.
Introductie van mogelijke groepscoaches.
Verfijning en doorontwikkeling concept kwaliteitsmodel met groepen in pilots Groepsontwikkeling.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
De Bevergids is gerealiseerd. De Junglegids is gerealiseerd. Het Jungleverhalenboek is gerealiseerd. De nesttekens zijn gerealiseerd. De Scoutsgids is gerealiseerd. De gidsen voor explorers en roverscouts, de kompassen voor bevers, welpen en scouts én de insignes voor de verschillende leeftijdsgroepen, worden gedurende 2011 en 2012 gerealiseerd. Prototype kwaliteitsinstrument is eind 2009, begin 2010, i.s.m. steunpunten, gerealiseerd.
☺
☺
Introductie van groepscoaches (inmiddels regiocoaches genoemd) is begin 2010 gerealiseerd.
☺
Verfijning en doorontwikkeling concept kwaliteitsmodel met groepen in pilots Groepsontwikkeling is eind 2010 gerealiseerd.
☺
In 2010 is samenwerking gezocht met andere vrijwilligersorganisaties (IVN, Zonnebloem, VPTZ en KNKV) om te komen tot een generiek kwaliteitsmodel waardoor vergelijkingen ook tussen vrijwilligersorganisaties mogelijk zijn).
☺
44
Kerndoel 2: Samenwerking is een basisvaardigheid binnen onze vereniging Opdrachten 4. Forumdag 2010
Doelstelling Ontmoeting, overleg, uitwisseling, ideevorming, oefening en samenwerking over voortgang 2010, zodat ondersteuning aan groepen afgestemd en optimaal wordt. Waardering en saamhorigheid.
Doelgroep Beoogde resultaten Regio- en Minimaal 500 deelnemers landelijke hebben deelgenomen, incl. medewerkers. medewerkers, met een gemiddelde waardering van minimaal een 7,5.
5. Steunpunten en landelijk servicecentrum
Bevordering samenwerking tussen steunpunten en LSC.
Steunpunten, LSC.
6. Scouts2day
Alle leden. Profilering Scouting door zichtbaarheid scouts in Utrecht.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Behaalde resultaten In totaal hebben 334 medewerkers aan de Forumdag 2010 deelgenomen. I.v.m. het feestjaar zijn specifiek de regiomedewerkers uitgenodigd en niet alle landelijke medewerkers. De waardering is met gemiddeld een 6,5 over de hele linie voldoende, maar lager dan het voorgaande jaar. Voor 2011 is inmiddels teruggegrepen op het voorgaande concept. Samenwerking met alle Directie en bestuursleden van het steunpunten en LSC met LSC en steunpunten zijn meerdere betrekking tot het landelijk beleid, keren bij elkaar gekomen. Dit alles uitgevoerd in heldere afspraken verloopt in goede sfeer waarbij over implementatie van over en weer informatie wordt resultaten 2010-projecten en uitgewisseld. Groepsontwikkeling Groepsontwikkeling. staat centraal op de agenda, waarover in 2011 verder concrete samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Met 45.000 scouts deelnemen Ruim 22.000 scouts hebben aan deze feestelijke manifestatie in het centrum van Utrecht deelgenomen, die deze dag gemiddeld met een 7,0 hebben gewaardeerd. Veel publiciteit genereren
Tijdens Scouts2day zijn diverse relatiebijeenkomsten en speciale 'VIP-rondleidingen' georganiseerd. Er is zeer veel aandacht besteed aan het informeren van pers, wat geleid heeft tot een overweldigende hoeveelheid publicaties in de pers.
☺
☺
45
Opdrachten
7. Bever-Doe-Dag
8. JubJam100
Doelstelling
Feestelijke dag voor bevers in 2010, waar het vernieuwde spel wordt geïntroduceerd.
Doelgroep
Alle bevers en hun leiding.
Groot evenement in kader 100- Alle leden jarig bestaan. vanaf 7 jaar.
Beoogde resultaten Feestelijke dag 100-jarig bestaan!
Behaalde resultaten Vooral de feestelijke show was voor veel deelnemers het hoogtepunt van Scouts2day. Scouts2day, zo blijkt uit de evaluatie, heeft in het algemeen heeft bijgedragen aan een groter gevoel van trots en saamhorigheid in de vereniging. In totaal hebben ruim 3500 bevers met hun leiding aan de BDD 2010 deelgenomen, die deze dag met een uniek gemiddelde van 8,4 hebben gewaardeerd.
Met 3.000 bevers introductie vernieuwd spel
Feestelijke dag 100-jarig bestaan
Een 10-daags kamp voor 12.500 tot 15.000 leden.
Vernieuwingen laten zien.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Vrijwel alle deelnemers vonden de BDD een prima dag om het jubileumfeest van Scouting te vieren. Ruim 12.000 scouts hebben als deelnemer of medewerker aan dit unieke evenement aan de oevers van de Maas in Roermond deelgenomen. De zeer ambitieuze doelstelling van een gemiddeld rapportcijfer van 7,5 is zelfs overtroffen! De deelnemers en medewerkers waarderen de JubJam100 resp. met gemiddeld een 7,8 en 7,6. Hoewel nog niet alle spelvernieuwingen zijn gerealiseerd, blijkt uit de evaluatie wel dat een ruime meerderheid van de deelnemers aan nieuwe activiteiten heeft deelgenomen en nieuwe activiteitenideeën voor in de eigen groep heeft opgedaan.
☺ ☺
☺ ☺
☺
46
Opdrachten
Doelstelling
Doelgroep
Beoogde resultaten Feestelijk kamp met internationaal tintje in kader 100jarig bestaan met 25% scouts uit buitenland.
Jongerentak (roverscouts).
9a. Bijeenkomst jongerentak
Dag voor introductie nieuw inhoudelijk (spel)programma.
9b. Vrijwilligersfeest
Alle vrijwilligers worden Alle 2010bedankt voor hun inzet in 2010. vrijwilligers.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Behaalde resultaten De JubJam100 had volgens de deelnemers een hoog feestelijk gehalte, hetgeen zeer positief is gewaardeerd. Wel blijken de deelnemers (95%) vooral uit Nederlandse scouts te hebben bestaan. Landelijke bijeenkomst 18- tot 21- Deze bijeenkomst is i.v.m. te jarigen. gering aantal aanmeldingen aangepast en verplaatst naar begin 2011. Intussen hebben onvoorziene problemen bij de externe locatieverhuurder, buiten de schuld van het organisatieteam, geleid tot het aflassen van deze bijeenkomst. Vrijwilligersfeest landelijke Door de overvolle feestactiviteitenagenda in 2010, is vrijwilligers. besloten dit slotfeest in januari 2011 te organiseren (inmiddels is het feest, Party100, op 15 januari georganiseerd en is door de bijna 1200 deelnemers zeer positief gewaardeerd, met 7,7 als gemiddeld rapportcijfer. Stimuleren groepen en regio's om een feest voor hun eigen vrijwilligers te organiseren.
Dit is steeds in de communicatie naar ambassadeurs, maar ook in het 'Handboek voor het feestjaar' en in het overzicht van feestactiviteiten op de website, opgenomen.
☺
☺
☺
47
Opdrachten 10. HIT
Doelstelling Jaarlijkse organisatie van de HIT, verspreid over verschillende plaatsen.
11. - Landelijke Scoutingwedstrijden - Landelijke Scoutingzeilwedstrijden - JOTA-JOTI
Doelgroep Alle leden vanaf 5 jaar.
Beoogde resultaten Uitdagende, vernieuwende, grensverleggende en groepsoverschrijdende HIT-activiteiten, die voldoen aan het 100 jaar Scoutingkeurmerk.
Behaalde resultaten De genoemde kwalitatieve randvoorwaarden zijn opgenomen in de projectopdracht en in de verschillende HIT-onderdelen ingebouwd.
Minimale leden deelname van 1.032 jeugd leden.
Deze activiteiten vonden in 2010 gewoon doorgang.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
☺
Aan de HIT 2010 hebben ruim 1800 leden deelgenomen.
☺
Focus op gerichte promotie in die gebieden die we tot nu minder bereiken.
Gerichte promotie heeft via website en ledenbladen plaatsgevonden.
☺
HIT-programma’s aanbieden tijdens de JubJam100, waarbij de nieuwe spelvisie verwerkt is.
Tijdens de JubJam100 zijn vele hikes aangeboden, passend binnen de nieuwe spelvisie.
☺
Deze activiteiten zijn uitgevoerd en door de betreffende organisatieteams geëvalueerd.
☺
48
Kerndoel 3: Scouting onderhoudt goede contacten met de (lokale) overheid en organisaties en heeft invloed op hun beleid Opdrachten 12. Contacten overheid
13. Samenwerking andere organisaties
Doelstelling Invloed uitoefenen op algemeen jeugdbeleid. Er zorg voor dragen dat er aandacht is voor jeugdbeleid, daar waar gemeenten dit laten liggen. Benadrukken dat vrijetijdsbesteding voor jeugd en jongeren een belangrijke pijler is.
Samen met andere organisaties (Jantje Beton, NUSO, YMCA, Plattelandsjongeren, Jong Ned., Natuurorganisaties) belangen voor jeugd en jongeren behartigen.
Doelgroep Landelijke en lokale overheid.
Beoogde resultaten Gesprekken met woordvoerders jeugd Tweede Kamer.
Behaalde resultaten Rond de Tweede Kamerverkiezingen is bij verschillende politieke partijen aandacht gevraagd voor positief jeugdbeleid. Tijdens Scouts2day en JubJam100 zijn diverse relatiebijeenkomsten voor bestuurders en politici georganiseerd. Zo is o.a. op de JubJam100 een bijeenkomst georganiseerd voor burgemeesters van gemeenten waaruit scouts aanwezig waren.
Volgen van ontwikkelingen en eventueel reageren.
Organisaties in jeugd- en jongerenwerk.
Volgen van ontwikkelingen op gebied van jeugd en jongeren.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Lobbywerk verrichten indien noodzakelijk.
In september zijn groepen geïnformeerd over het inzetten van een lobby rond eventuele gemeentelijke bezuinigingen. Vanuit het LSC is er doorlopend contact met andere jeugd- en natuurorganisaties, zoals netwerk ruimte voor de jeugd, wandelplatform, platform waterrecreatie, landelijke natuurwerkdag. Tijdens de Jubileumactiviteiten is met veel externe organisaties samengewerkt. Scouting Nederland participeert in het project positief jeugdbeleid van het Nederlands Jeugd Instituut, het kenniscentrum voor jeugd en opvoeding, waarin wordt samengewerkt met de meest toonaangevende jeugd- en jongerenorganisaties.
☺ ☺
☺ ☺
☺ ☺
49
Opdrachten 14. Maatschappelijke stage
15. Wet- en regelgeving
Doelstelling Maatschappelijke stage voor middelbare scholieren bevorderen. Scholieren kennis laten maken met Scouting. Bevorderen lidmaatschap voor aankomend leidinggevenden.
Regelgeving voor groepen voorbereiden/beïnvloeden.
Doelgroep Beoogde resultaten Tot 2012 worden 5.000 tot 10.000 Kaderleden maatschappelijke stages op gerealiseerd bij Scouting. groepsniveau die een rol hebben in het werven, plaatsen en begeleiden van stagiaires in de groep.
Groepen.
Verlaging VOG bijdrage.
Beïnvloeding ANBI.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Behaalde resultaten Uit eind 2010 gehouden onderzoek blijkt dat 60% van de Scoutinggroepen actief betrokken is met maatschappelijke stage. Het gaat inmiddels om 4600 jongeren. Hiervan blijkt ruim de helft nog geen lid van Scouting te zijn. Eind 2011 wordt de eindbalans opgemaakt. I.s.m. externe organisaties en steunpunten zijn regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. De maatschappelijke stage is/wordt als activiteit ingebed in het vernieuwde spelaanbod voor explorers. Daarmee kunnen explorers hun Scoutingactiviteiten combineren met hun maatschappelijke stageopdrachten voor school. Scouting heeft veelvuldig gelobbyd voor verlaging van de VOG-bijdrage. Dit is nog niet gerealiseerd, maar blijft aandacht houden, o.a. in de notitie over het creëren van een veilige speelomgeving: 'In veilige handen'. Scouting heeft ook in 2010 deelgenomen aan het project In Veilige Handen ter voorkoming van seksueel misbruik binnen het jeugdwerk. Dit blijft ook in 2011 onder de aandacht.
Scouting heeft getracht de status van ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) te verkrijgen, waardoor er meer mogelijkheden zijn voor
☺ ☺
☺
50
Opdrachten
Doelstelling
Doelgroep
Beoogde resultaten
Behaalde resultaten belastingteruggave van kosten die vrijwilligers maken. Dit is in 2010 nog niet gelukt, maar de lobby hieromtrent wordt voortgezet.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Scouting heeft daarnaast in 2010 geparticipeerd in de lobby rond vermindering van kosten voor auteursrechten.
51
Kerndoel 4: Wij genereren voldoende middelen om onze ambities waar te maken Opdrachten 16. Fondsenwerving
Doelstelling Meer middelen genereren om onze doelen waar te kunnen maken. Voor ledenactiviteiten, Project 2010, eeuwfeest en voorbereiding Orange 2011 meer sponsoring aantrekken.
Doelgroep Fondsen, bedrijven, (ex-)leden.
Beoogde resultaten Een netwerk opgezet van invloedrijke (ex-)Scoutingleden.
Behaalde resultaten Er is één bijeenkomst geweest om dit netwerk vorm te geven. De verwachtingen zijn positief en er wordt een vervolg aan gegeven.
Concrete projectplannen in aanvragen bij externe fondsen.
Partners (bedrijven) benaderen in het kader van het eeuwfeest en van Groepsontwikkeling.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Hier is uiting aan gegeven door aanvragen bij de Rabobank Foundation ten behoeve van scouts met een beperking tijdens de S2D. Het Marion Polakfonds heeft een bijdrage geleverd voor de JJ100. Financiering van het accommodatieboek door de WBD Lippmanngroep, Jantje Beton en het Skanfonds, financiering diverse projecten op kampeerterreinen (zie bijlage bestuursverslag). Beneficiant van Sponsorbingo Loterij (nu Vriendenloterij). Voor de pilotfase van het project groepsondersteuning heeft KNHM ondersteuning geleverd.
☺
Er zijn 3 nieuwe grote zakelijke sponsoren voor 2010: Seacon, UTS en Van Gansewinkel Groep. Zij hebben een substantiële bijdrage geleverd aan de batenkant van evenementen in 2010. Vanuit het reeds bestaande netwerk van relaties hebben er een aantal extra geldelijke en materiële bijdragen geleverd.
☺
Vanuit de overheden zijn de gemeenten Roermond Utrecht en de provincie Limburg sponsor geweest.
☺
☺ ☺ ☺
52
Opdrachten
Doelstelling
Doelgroep
Groepen.
17. Ondersteuning groepen met financiën
Beoogde resultaten
Groepen stimuleren aan de loterij mee te doen.
444 groepen (+ 15%) hebben deelgenomen aan de Nationale Scoutingloterij. 3,7% groei in aantal verkochte loten. De opbrengst is ca. 33% gegroeid.
Hernieuwde (verbeterde) donateursactie.
Onderzoeken van financiële situaties (begrotingen/jaarrekening) van verschillende soorten groepen om een adviserende gezonde normering aan te kunnen geven.
Tijdens de landelijke raad van 19 juni 2010 is besloten de donateursactie in 2011 te continueren en tijdens de landelijke raad van juni 2011 te evalueren. M.m.v. studenten van de USBO (Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen), is onderzoek uitgevoerd naar de waardering van ouders over Scouting. Hieruit blijkt o.a. dat ouders de contributie als laag tot gemiddeld ervaren.
Ondersteuning groepen/groepsverenigingen.
Opbrengsten Scoutingloterij vergroten.
Groepen ondersteunen in het onderhouden van een gezonde financiële huishouding.
Groepen.
Behaalde resultaten Daarnaast hebben vele leden lokale sponsoren en eigen (bedrijfs)relaties bereid gevonden een bijdrage te leveren aan de landelijke evenementen.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Op verzoek is ondersteuning aan groepen/groepsverenigingen geboden door een team van financiële experts.
☺ ☺
☺ ☺
☺
53
Kerndoel 5: Scouting zorgt voor een passend vrijwilligersbeleid Opdrachten 18. Scouting Academy
Doelstelling Het creëren van een vernieuwd systeem van deskundigheidsbevordering, aansluitend bij de vernieuwde spelvisie.
Doelgroep De gehele vereniging.
Beoogde resultaten Uitwerken systeem in hulpmiddelen.
Behaalde resultaten Competentiesystematiek verschenen in boekvorm. Functiebeschrijvingen en kwalificatiekaarten voor alle (bege)leidinggevende functies, trainersfuncties en de functies praktijkcoach/praktijkbegeleider. Dit wordt in 2011 uitgebreid naar de andere functies.
Trainen van trainers/assessoren.
Eerste introductie voor trainers en groepen tijdens de evenementen ‘Vier op ’n rij’. Deze trainingen lopen in 2011 en navolgende jaren door.
Omscholing trainers.
Eerste bijscholingtrainingsmodule spel en Scouting Academy tijdens ‘Vier op ’n rij’. Dit krijgt in 2011 nog een aantal malen een vervolg.
☺
Aanstellen praktijkbegeleiders.
In het najaar 2010 zijn trainingen praktijkcoach en praktijkbegeleiders gerealiseerd. Deze worden in 2011 voortgezet.
☺
Database vullen met vrijwilligers uit alle niveaus van Scouting Nederland, waarbij alle landelijke vrijwilligers ‘in beeld’ zijn met hun competenties en voorkeuren.
19. HRM
Een ruimer aanbod van vrijwilligers creëren die bereid zijn om (tijdelijke) activiteiten te doen.
Vrijwilligers op landelijk niveau.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Database is gevuld met 2.863 vrijwilligers op landelijk niveau, waarbij hun competenties en voorkeuren zijn geregistreerd. M.b.v. het HRM-systeem is de in- en uitstroom van 3.647 vrijwilligers verwerkt, waarbij o.a.: - 1.544 personen voor een functie zijn benoemd. - voor 1.212 personen de functie is beëindigd (bijv. i.v.m. beëindigen van project).
☺
☺
☺ ☺
54
Opdrachten
Doelstelling
Doelgroep
Beoogde resultaten
Investeren in de landelijke vrijwilligers door hen een persoonlijk leer/groeiplan te bieden en ervoor te zorgen dat zij op de juiste plek zitten. Beleid doorvertalen naar regio’s en groepen. Investeren in jonge vrijwilligers; jong Scoutingtalent.
Doorvertaling landelijk beleid naar regio's en groepen.
Behaalde resultaten - 334 nieuwe kandidaten staan ingeschreven in de vacaturebank. - 540 kandidaten na een sollicitatie niet in de betreffende functie zijn benoemd.
Vrijwilligers op regio- en groepsniveau.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Benaderen van jonge vrijwilligers, hen een programma bieden ter voorbereiding op organiseren evenementen en/of bestuursfuncties Concrete vertaling beleid in handvatten voor uitvoering voor regio’s en groepen.
In- en doorstroombeleid is in ontwikkeling.
13 jonge vrijwilligers, hebben in 2011 het programma Scouting Talent afgerond. In 2011 zal een nieuw Scouting Talent programma starten
☺
Dit wordt in 2011 opgepakt.
55
Overig: Naast de hierboven beschreven activiteiten o.b.v. het activiteitenplan 2010, zijn er vanuit de landelijke organisatie nog diverse andere (ondersteunings)taken uitgevoerd op het gebied van ontwikkeling en beheer. Hieronder een korte opsomming: • Scouting Magazines en websitebeheer; • Vernieuwing Scouting Nederland website www.scouting.nl; • Ontwikkeling nieuwe media en digitale communicatie zoals het e-zine @-scout; • Persvoorlichting en externe nieuwsbrieven; • Juridische dienstverlening; • Opvang bij calamiteiten; • Verzekeringen; • 13 stageplaatsen; • Scoutshop webwinkel, -vestigingen en mobiele ScoutShops waarin het assortiment wederom is vernieuwd en uitgebreid; • Scouts Online, waarin voortdurend updates, vernieuwingen en nieuwe applicaties ontwikkeld worden en gebruikers getraind worden; • Rentmeesterschap verenigingskampeerterreinen; • Accommodatieconsulentschap ter ondersteuning nieuw- en verbouw; • Voorbereiding op ontwikkeling verenigingsterrein in Zeewolde; • Regiosupport; • Spelinhoudelijke ondersteuning landelijke evenementen; • Internationale zaken, uitwisseling en partnership met Ghana.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
56
Bijlage: ijlage: Rapportage P&O 2010 van het LSC ► Personeelsbestand
► Het overzicht heeft betrekking op de medewerkers van het landelijk servicecentrum met een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst, inclusief projectmedewerkers. ► De gemiddelde leeftijd op 31 december 2010: 41,7 jaar (In 2009 bij Scouting:41,1 jaar, in Welzijnsbranche: 43 jaar). ► Het gemiddelde aantal dienstjaren bedroeg op 31 december 2010: 9,5 dienstjaren (2009: 9,4 jaren). ► Het ziekteverzuimpercentage bedroeg in 2010: 7,99% (2009: 3,47%).
Personeelsbestand per 31 december 2009: Leeftijd Totaal aantal
Vrouwen Mannen Parttime Fulltime Parttime Fulltime 15 tot 25 jaar 2 2 25 tot 35 jaar 15 4 5 2 4 35 tot 45 jaar 6 2 1 1 2 45 tot 55 jaar 12 5 2 3 2 55 tot 65 jaar 7 5 2 Totaal: 42 16 8 6 12 De medewerkers vertegenwoordigden totaal 34,76 fte, als volgt opgebouwd: - 24,38 fte vaste contracten; - 2,28 fte tijdelijke contracten; - 8,10 fte tijdelijke contracten op projectbasis. Personeelsbestand per 31 december 2010: Leeftijd Totaal aantal
Vrouwen Mannen Parttime Fulltime Parttime Fulltime 15 tot 25 jaar 3 1 2 25 tot 35 jaar 14 4 4 1 5 35 tot 45 jaar 6 2 1 1 2 45 tot 55 jaar 10 3 1 1 5 55 tot 65 jaar 11 8 1 2 Totaal: 44 17 8 3 16 De medewerkers vertegenwoordigden totaal 37,68 fte, als volgt opgebouwd: - 24,13 fte vaste contracten; - 4,50 fte tijdelijke contracten; - 9,05 fte tijdelijke contracten op projectbasis t.b.v. extra inzet voor het jubileumjaar. Hierin is 1,67 fte t.b.v. ziektevervanging inbegrepen (dus 36,01 fte inzetbaar). Mutaties gedurende het jaar 2010: Omschrijving Aantal 31 december 2009 42 In dienst 12 Uit dienst 10 44 31 december 2010
Vrouwen 24 7 6 25
Mannen 18 5 4 19
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
57
► Formatie en verloop
Basisformatie o.b.v. reorganisatie 2004/2005: Uitbreiding Communicatie 2006: Uitbreiding HRM 2007: Uitbreiding ICT:
26,00 fte 0,50 fte 1,00 fte 1,50 fte
Basisformatie 2010
29,00 fte
De overschrijding van de basisformatie in 2010 van 8,68 fte en het grote verloop van personeel heeft grotendeels te maken met het hectische jubileumjaar, waarvoor tijdelijk extra personeel is aangenomen. Hiervan waren op 31 december nog niet alle contracten waren afgelopen. Op 1 januari 2011 gingen nog drie medewerkers uit dienst, waardoor de formatie met 1,88 fte afnam tot 35,80 fte (34,13 fte inzetbaar, aangevuld met 1,67 ziektevervanging). De basisformatie voor 2011 ziet er als volgt uit: Uitbreiding ScoutShop (omzetgerelateerd) Uitbreiding groepsontwikkeling Basisformatie 2011 ► Leeftijd
► Stagiairs
0,55 fte 6,50 fte 36,05 fte
In 2010 zijn vier medewerkers 55 jaar geworden, waardoor het aantal in de leeftijdsgroep 55 tot 65 jaar is verhoogd naar 11 personen. In 2010 hebben 13 stagiairs bij Scouting Nederland werk of onderzoek verricht, onder meer op het gebied van vrijetijdsmanagement, evenementen, outdoor, spel, communicatie, administratie, juridische zaken. Eén stagiair blijft als Wajong medewerkster (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten) gedurende haar opleiding bij ons werken voor 20 uur per week.
► Ziekteverzuimcijfer
Het hoge ziekteverzuimpercentage werd veroorzaakt door vier langdurig zieken. Voor één van hen is een vervroegde WIA-uitkering aangevraagd en inmiddels verkregen.
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
Agendapunt 5 – Rapportage activiteitenplannen 2010 landelijke organisatie
58
Agendapunt 6
Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode gedragscode Overzicht maatregelen ter voorkoming van misbruik binnen het jeugdwerk, inclusief evaluatie VOG (informatief) en mogelijkheden voor invoering gedragscode (meningsvormend)
Aandacht voor een sociaal veilige omgeving heeft binnen Scouting Nederland al jaren veel aandacht. Scouting Nederland loopt hierbij voorop ten opzichte van andere vrijwilligersorganisaties. Sinds de instelling van een landelijke werkgroep voorkoming misbruik bij minderjarigen, wordt een pakket aan maatregelen voor vrijwilligersorganisaties ingevoerd. Bijgaande notitie geeft een overzicht van de maatregelen die Scouting Nederland tot nu toe getroffen heeft. Hierin is de aan de landelijke raad toegezegde evaluatie van de Verklaring omtrent het gedrag opgenomen. In het totale palet aan maatregelen om ongewenst gedrag te voorkomen, kent Scouting Nederland nog geen gedragscode. Een gedragscode kan een belangrijk hulpmiddel zijn om bewustwording bij leden te bevorderen met betrekking tot omgangsregels tussen leidinggevenden en jeugdleden. Met de landelijke raad wil het bestuur van gedachten wisselen over het mogelijk invoeren van een gedragscode voor Scouting en de vorm en inhoud die een dergelijke gedragscode zou kunnen hebben.
In veilige handen Scouting Nederland vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren in een veilige omgeving hun activiteiten kunnen uitvoeren en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het gaat hierbij niet alleen om een fysiek veilige omgeving en aandacht voor veiligheid bij het organiseren van activiteiten, maar ook om een veilige sociale omgeving. Binnen Scouting willen we een groepsklimaat creëren waarin iedereen tot zijn recht komt en we onze leden in hun waarde laten. Maatregelen nemen om omgangsvormen en gewenst gedrag bespreekbaar maken horen daarbij. Scouting Nederland loopt daarbij voorop binnen het jeugd- en vrijwilligerswerk in Nederland en wil dat voortouw blijven nemen. Een terugblik Het thema heeft al lange tijd aandacht binnen Scouting. Sinds eind jaren ’80 kent de vereniging een zwarte lijst voor leden van de vereniging die voor het leven zijn geroyeerd. In 1998 heeft Scouting, in samenwerking met de Nederlandse Jeugdgroep, een project uitgevoerd over sociale veiligheid in het jeugdwerk. Binnen dit project is het protocol Voorkomen seksueel misbruik opgesteld en zijn trainingen over het omgaan met intimiteiten ontwikkeld. Rond deze tijd is ook is een start gemaakt met het landelijk opvangteam om besturen van groepen te ondersteunen bij calamiteiten. In 2005 is het protocol herzien en vervangen door het protocol Ongewenst gedrag in je groep. Wat doe je dan? In 2004 is de discussie gestart om binnen de vereniging het overleggen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) verplicht te stellen. Door aanpassing van de regelgeving werd dit eenvoudiger en maatschappelijk gezien kwam de vraag naar een VOG steeds meer op. In 2005 heeft Scouting Nederland deze verplichting, als eerste jeugdorganisatie, verankerd in het huishoudelijk reglement.
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
59
Naar aanleiding van enkele incidenten rond misbruik met minderjarigen werkt Scouting Nederland sinds 2006 samen met Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), MOVISIE, NOC*NSF en de ministeries van Justitie, OCW en VWS om misbruik binnen het vrijwilligerswerk te voorkomen. De ervaringen van Scouting Nederland met het ontwikkelen van beleid op dit terrein vormden hierbij belangrijke input. Dit heeft geresulteerd in een advies voor een landelijk plan van aanpak. De Minister van Justitie heeft in 2007 voorgesteld een aantal maatregelen in te voeren om seksueel misbruik van minderjarigen binnen het vrijwilligerswerk zoveel mogelijk te voorkomen. Een belangrijk onderdeel van de maatregelen is samenwerking binnen het vrijwilligerswerk, waarbij gestreefd wordt naar een gezamenlijk systeem van tuchtrecht en een gezamenlijke zwarte lijst. Een en ander heeft vorm gekregen binnen het project ‘In Veilige handen’ – www.inveiligehanden.nl. In 2008 heeft Scouting Nederland een Intentieverklaring preventie seksueel misbruik minderjarigen in vrijwilligerswerk ondertekend, waarmee we verklaren dat de vereniging de maximaal haalbare voorzorgsmaatregelen neemt om seksueel misbruik van minderjarigen in het vrijwilligerswerk te voorkomen. De maatregelen Er kunnen twee soorten maatregelen onderscheiden worden: • preventieve maatregelen zorgen voor een veilige omgeving, zoals training en voorlichting, bespreekbaar maken van het onderwerp, het overleggen van een VOG en een gedragscode; • curatieve maatregelen worden genomen als de sociale veiligheid in het gedrang komt, zoals een protocol, tuchtrechtelijke maatregelen, een opvangteam en een zwarte lijst. Binnen Scouting is al een groot deel van deze preventieve en curatieve maatregelen genomen. Om te zorgen voor een veilige omgeving, is een mix van maatregelen belangrijk. Om binnen het vrijwilligerswerk tot een breed systeem van tuchtrecht en een gezamenlijke zwarte lijst te komen, zijn daarnaast op termijn aanpassingen nodig in de wijze waarop binnen Scouting Nederland met tuchtrecht en een gedragscode wordt omgegaan. Preventieve maatregelen Bespreekbaar maken van het onderwerp Een belangrijke stap bij het zorgen voor een veilige sociale omgeving, is bewustwording bij leidinggevenden en het bespreekbaar maken van de onderwerpen intimiteiten en normen en waarden. Onderzoek uit 2009 laat zien dat in driekwart van de groepen kaderleden elkaar aanspreken op het gedrag. Daarnaast is het onderwerp sociale veiligheid in veel groepen een gespreksonderwerp binnen de speltak en de groep. Een beperkt aantal groepen bespreekt dit thema met ouders. Training Zowel binnen de oude trainingsroute als binnen Scouting Academy is omgang met jeugdleden en gedrag van leidinggevenden een belangrijk onderwerp. Binnen Scouting Academy wordt een module ontwikkeld over gewenst gedrag. Om bevoegd leidinggevende te kunnen worden, is het noodzakelijk dat de kandidaat de doelstelling van Scouting onderschrijft en een VOG kan overleggen. Het kennen en kunnen toepassen van de gedragscode is een van de kwalificaties binnen Scouting Academy. In de diverse kompassen voor leidinggevenden wordt aandacht besteed aan gewenste omgangvormen en de gedragscode. Gedragscode In het totale pakket om te zorgen voor een veilige sociale omgeving en misbruik van minderjarigen te voorkomen, is het belangrijk om richtlijnen te hebben waarin de grenzen worden aangegeven in het contact met minderjarigen. Op dit moment kent Scouting Nederland geen gedragscode. In het huidige protocol zijn wel een aantal afspraken opgenomen, maar dit protocol wordt pas geraadpleegd als het
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
60
fout is gegaan. Een gedragscode is een preventieve maatregel. Voor kaderleden geeft het meer duidelijkheid en handvatten voor de omgang met jeugdleden en het maakt het eenvoudiger het onderwerp bespreekbaar te maken. De vereniging krijgt daarnaast meer mogelijkheden kaderleden aan te spreken op hun gedrag en eventuele maatregelen te treffen. In september 2010 is een onderzoek uitgevoerd onder bestuursleden en leidinggevenden. Hierbij geeft 60% van de respondenten aan dat ze in de groep afspraken over omgang met jeugdleden hebben. Een kwart geeft aan dat deze afspraken ook zijn vastgelegd op papier. 90% van de respondenten heeft geen bezwaar tegen de invoering van een gedragscode en 79% heeft geen bezwaar tegen een verplichte ondertekening hiervan. Er bleek geen verschil in respons tussen functies (bestuur of leidinggevende) en de leeftijd en sexe van de speltak waarvan iemand leiding is Binnen het project ‘In veilige handen’ wordt voor vrijwilligersorganisaties een voorbeeldgedragscode beschikbaar gesteld, die op enkele details aangepast kan worden naar de eigen situatie. Door gebruik te maken van deze standaard gedragscode bestaat in de toekomst de mogelijkheid om gebruik te maken van een gezamenlijke vorm van tuchtrecht en een gezamenlijke zwarte lijst. Hiervoor is het noodzakelijk dat de gedragscode ook door de vrijwilliger is ondertekend. Op dit moment wordt binnen het project ‘In Veilige handen’ gewerkt aan het verwezenlijken van deze twee zaken. De Verklaring omtrent het gedrag (VOG) Scouting Nederland is de eerste jeugdorganisatie die een verklaring omtrent het gedrag verplicht gesteld heeft voor vrijwilligers. De landelijke raad van juni 2005 heeft hiertoe besloten. Bij een VOGaanvraag gaat het ministerie van Justitie na of de aanvrager strafbare feiten heeft gepleegd die een risico vormen voor de functie waarvoor de verklaring wordt aangevraagd. Het gaat dus om de relatie tussen de gepleegde delicten en de functie waarvoor de verklaring wordt aangevraagd. Het verplicht stellen van een VOG sluit misbruik niet uit. Het kan wel potentiële plegers afschrikken en we laten zien dat we bewust bezig zijn met het onderwerp. Maatschappelijk gezien is er veel aandacht voor de VOG. Een van de eerste vragen die gesteld wordt bij een misbruikzaak, is of de persoon wel een VOG heeft. Binnen het vrijwilligerswerk is het uitgangspunt dat iedereen die als vrijwilliger met kinderen en jongeren werkt, een VOG zou moeten kunnen overleggen. Organisaties kunnen zelf een afweging maken voor welke functies een VOG al dan niet wenselijk is. Scouting Nederland stelt een VOG verplicht voor iedereen die voor het eerst in een functie wordt benoemd. Een uitzondering wordt gemaakt voor vrijwilligers die leiding worden op groepsniveau en voorafgaand daaraan vier jaar jeugdlid zijn geweest. Het afwegingskader hierbij is, dat de kans zeer klein is, dat deze personen op het vlak waarvoor een VOG dient te worden overlegd, al strafbare feiten hebben gepleegd. Het staat groepen overigens vrij om hierin nog een stap verder te gaan en voor iedereen een VOG verplicht te stellen. Verschillende groepen hebben er voor gekozen om ook voor al zittende leiding opnieuw een VOG aan te vragen om hiermee het signaal naar ouders en omgeving af te geven dat ze serieus met het onderwerp omgaan. Het effect Het is moeilijk om het positieve effect van de invoering op de veiligheid van onze organisatie aan te tonen. Personen die eerder met justitie in aanraking geweest zijn, zullen zich minder snel als vrijwilliger melden bij Scouting, omdat bekend is dat een VOG overlegd dient te worden. Uit de vragen die door groepen gesteld worden aan Scouting Nederland blijkt dat diverse keren potentiële vrijwilligers zich terugtrekken als om een VOG gevraagd wordt. Door alle aandacht in de media wordt Scouting Nederland ook steeds vaker benaderd door (potentiële) ouders die nagaan hoe Scouting Nederland met dergelijke zaken omgaat. Ook van veel groepen krijgen we signalen dat ouders hierom vragen. We kunnen de ouders dan ook laten zien dat wij er bewust mee bezig zijn.
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
61
De VOG in de groep Bij onderzoek in 2009 onder teamleiders (welpen en scouts) en groepsvoorzitters geeft 66% van de ondervraagden aan een VOG aan te vragen bij leiding van buiten en 10% dat ze dit soms doen. 7,5% geeft aan nog geen leiding van buiten aangetrokken te hebben. Ruim 6% vraagt geen VOG aan vanwege de prijs en 6,5 % geeft aan niet te weten dat het verplicht was. Ook vindt een aantal respondenten het niet nodig (6%) of vindt men dat de aanvraag teveel tijd kost (4,5%). Vijf jaar na het instellen van de verplichte VOG zien we de volgende aantallen geregistreerde VOG’s. De indruk bestaat dat met name op groeps- en regioniveau het aantal in de praktijk hoger zal zijn, omdat niet ieder groepsbestuur ermee bekend zal zijn dat de VOG geregistreerd kan worden in de ledenadministratie. Jaar groepsniveau regioniveau landelijk niveau totaal 2005 8 0 12 20 2006 51 0 18 69 2007 122 11 530 663 2008 220 34 586 840 2009 330 41 1702 2073 2010 303 41 1139 1483 2011 51 10 52 113 In totaal zijn op groepsniveau sinds 2005 647 VOG’s geregistreerd voor kaderleden die voorafgaand aan hun benoeming géén jeugdlid waren. De overige geregistreerde VOG’s op groepsniveau betreffen dus kaderleden die al wel jeugdlid waren. Het aantal geregistreerde VOG’s voor nieuwe kaderleden lijkt te laag ten opzichte van het te verwachte aantal kaderleden dat geen jeugdlid geweest is. Met name bestuursleden zullen niet voorafgaand aan hun benoeming jeugdlid geweest zijn en komen deels van buiten. Daarnaast blijkt dat ruim driekwart van groepen geen VOG’s hebben geregistreerd. In de groepen die wel VOG’s van nieuwe kaderleden geregistreerd hebben, is het aantal registraties over het algemeen veel lager dan het aantal nieuwe kaderleden. Bovenstaande tabel lijkt er voor te pleiten meer voorlichting te geven aan groepen over de verplichte aanvraag van een VOG op groepsniveau en de mogelijkheid dit te registreren. Hierdoor wordt onder andere voorkomen dat mensen die vervolgens regionaal of landelijk actief worden, wederom een VOG aan dienen te vragen. Het voorstel is groepen in september 2011 actief te benaderen en (nogmaals) te wijzen op de noodzaak en het nut van het aanvragen van een VOG. Hierbij wordt aangegeven dat sommige gemeenten de kosten ook willen vergoeden, eventueel met een voorbeeldbrief voor de gemeente. Daarnaast zal onderzocht worden of het mogelijk is groepen automatisch een signaal te sturen als binnen een maand na registratie van een nieuwe lid van buiten de vereniging, geen registratie van een VOG heeft plaatsgevonden. Knelpunten Struikelblokken bij de aanvraag van een VOG zijn de prijs en de verplichting zelf naar het gemeentehuis te gaan. Binnen het project In Veilige handen wordt hiervoor ook regelmatig aandacht gevraagd bij de minister. Op dit moment wordt gewerkt aan de mogelijkheid de VOG elektronisch aan te vragen. Scouting Nederland doet voor haar landelijke vrijwilligers mee in een pilot op dit gebied. Bij een digitale aanvraag is het niet meer nodig fysiek naar het gemeentehuis te gaan, de aanvraag wordt direct door het Ministerie afgehandeld. Daarnaast lijkt het erop dat de VOG goedkoper zal worden. Hierbij wordt op dit moment een besparing van ±30% genoemd. Curatieve maatregelen Belangrijke curatieve maatregelen zijn het protocol, de aanwezigheid van een opvangteam en mogelijk tuchtrechtelijke maatregelen.
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
62
Protocol Scouting Nederland kent sinds eind jaren ’90 een protocol waarin beschreven staat hoe er gehandeld moet worden als er een vermoeden is van ongewenst gedrag. In 2005 is het protocol uitgebreid naar alle vormen van ongewenst gedrag en in 2010 is het herzien. Het protocol is verankerd in het huishoudelijk reglement en daarmee van toepassing op alle onderdelen van de vereniging Scouting Nederland. Het protocol kent een verplichte melding bij een vermoeden van ongewenst gedrag. Jaarlijks komen er op het landelijk servicecentrum 50 meldingen over dit thema binnen. Veel van de vragen hebben te maken met ongewenst gedrag dat door de pleger onbewust plaatsvindt of dat niet opzettelijk bedoeld is, maar door het jeugdlid wel als ongewenst wordt ervaren. Juist in deze twee gevallen kan een gedragscode een uitkomst bieden. Het protocol is toegestuurd aan alle groepen en bekendgemaakt via de diverse communicatiemiddelen, zoals @-scout, en is te vinden op Mijn Scouting (www.scouting.nl). Landelijk opvangteam Het landelijk opvangteam is halverwege de jaren ’90 opgericht om groepsbesturen bij te staan bij calamiteiten. Naast hulp bij ernstige ongevallen wordt het team met name ingezet om groepen te ondersteunen die te maken hebben met (een vermoeden van) ongewenst gedrag. (Tuchtrechtelijke) maatregelen Scouting Nederland kent vooralsnog geen echt tuchtrecht. Wel zijn in het huishoudelijk reglement en de statuten een aantal bestuurlijke maatregelen verankerd om leden tijdelijk of definitief de functie te ontnemen of het lidmaatschap te ontzeggen. Deze maatregelen kunnen zowel op groepsniveau binnen de groepsvereniging worden toegepast, als op landelijk niveau door het landelijk bestuur. Besturen op elk niveau kunnen het landelijk bestuur verzoeken een maatregel toe te passen. Welke maatregel van toepassing kan zijn hangt af van de omstandigheden en de ernst van het ongewenst gedrag waarop de maatregel wordt gebaseerd. Ontzetting door het landelijk bestuur is de meest ingrijpende maatregel en heeft als regel tot gevolg dat de betrokkene op de zwarte lijst komt en nooit meer lid van Scouting Nederland kan worden. Voor conflictbehandeling en voor toetsing van besluitvorming heeft Scouting Nederland een bemiddelingscommissie, een geschillencommissie en een commissie van beroep. De laatste twee commissies kunnen afhankelijk van de omstandigheden van het geschil ook optreden als tuchtcommissie, maar beoordelen slechts geschillen en besluiten. Zij oordelen niet over personen die mogelijk ongewenst gedrag vertonen. In die gevallen treden zij pas op als er tegen een genomen bestuurlijke maatregel bezwaar wordt gemaakt bij de betreffende commissie. Aansluiting bij een vrijwilligerssector breed systeem van maatregelen kan betekenen dat binnen Scouting meer tuchtrechtelijke maatregelen worden ingevoerd. Het biedt de kans om dit extern te regelen met een minimale inrichting binnen Scouting zelf en tegelijk een hoge mate van onafhankelijkheid. Op dit moment vindt vanuit het samenwerkingsverband ‘In veilige handen’ hierover overleg plaats en is contact met het College Bescherming Persoonsgegevens. Aansluiting bij een gezamenlijk systeem kan alleen als er eenduidig gebruik gemaakt wordt van gedragscodes en er een gelijke wijze van tuchtrechtspraak is. Zwarte lijst Scouting Nederland kent een zwarte lijst waarop personen staan die nooit meer lid van Scouting mogen worden. Deze lijst is geregistreerd bij het College Bescherming Persoonsgegevens en voldoet aan strenge eisen. Personen komen niet op deze lijst te staan zonder dat vaststaat dat er sprake is van ongewenst gedrag. Dit betreft niet alleen misbruik, maar bijvoorbeeld ook excessief geweld of frauduleus handelen. Niet alleen een rechterlijke uitspraak is leidend voor opname op de lijst. Ook
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
63
seksueel grensoverschrijdend gedrag dat niet geleid heeft tot een veroordeling kan reden zijn opgenomen te worden op de lijst. De lijst wordt in Scouts Online bijgehouden, kan slechts door een zeer beperkte groep personen worden geraadpleegd en heeft tot gevolg dat inschrijving in Scouts Online van een persoon op deze lijst niet mogelijk is. Jaarlijks worden 2 tot 3 personen toegevoegd aan de zwarte lijst, waarbij het niet in alle gevallen zedenzaken betreft. De zwarte lijst van Scouting Nederland kan alleen intern gebruikt worden en kan daardoor niet als middel dienen om te voorkomen dat mensen elders weer met kinderen aan de slag gaan. Het gebruik van een vrijwilligerswerk brede referentielijst kan dit wel. Hiertoe is een gezamenlijke vorm van tuchtrecht belangrijk. Aansluiting bij een gezamenlijke zwarte lijst zal gevolgen kunnen hebben voor hoe de zwarte lijst in onze organisatie is ingevoerd. Meningsvorming Tijdens de landelijke raad van juni 2011 wil het landelijk bestuur graag meningsvormend stilstaan bij een mogelijke invoering van een gedragscode binnen Scouting Nederland. De volgende vier vragen staan hierbij centraal: •
Kiezen we (nu) voor het invoeren van een gedragscode en agenderen we dit ter besluitvorming op de landelijke raad van december 2011)?
•
Kiezen we voor een landelijk vastgestelde gedragscode of een gedragscode die op organisatie-/groepsniveau zelf opgesteld kan worden?
•
Kiezen we voor een verplichtend karakter van het invoeren van een gedragscode of laten we dit vrij aan het organisatieonderdeel?
•
Hoe zorgen we ervoor dat een gedragscode een groot draagvlak krijgt en in praktijk wordt ingevoerd in de groepen?
Ter informatie is toegevoegd een concept landelijk vastgestelde gedragscode met toelichting. De tekst sluit aan bij de gedragscode die vrijwilligerswerk breed aangeboden wordt aan vrijwilligersorganisaties en is op termijn geschikt voor het hanteren van een gezamenlijke zwarte lijst.
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
64
Bijlage: Bijlage: Concept gedragscode en toelichting Concept gedragscode inclusief toelichting Veel grenzen in het contact tussen leden en jeugdleden binnen Scouting zijn niet eenduidig. Het ene kind wil even op schoot zitten als het troost zoekt, het andere kind heeft behoefte aan een aai over de bol en weer een ander kind vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Hierover kunnen dus nooit precies grenzen worden afgesproken die voor alle kinderen en in alle situaties gelden. Dat is maar goed ook, want voor veel kinderen is dichtbijheid en lichamelijk contact een voorwaarde om te groeien. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen (jong)volwassen leden en kinderen die bij ons komen absoluut ontoelaatbaar zijn! In art. 249 van het Wetboek van Strafrecht staat: Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie). Daarnaast is iedere vorm van seksuele toenadering met jeugdigen beneden de 16 jaar verboden (Wetboek van Strafrecht: artikel 244, 245, 247, 248a, 249). En het afbeeldingen maken van seksuele gedragingen van iemand die nog geen 18 jaar is, is ook verboden (Wetboek van Strafrecht: artikel 240b). Daarom hebben wij als vereniging voor al onze leden een gedragscode opgesteld. Wanneer je bij ons actief wordt als vrijwilliger, stagiair(e) of als betaalde kracht, vragen wij je deze gedragscode te ondertekenen. Hiermee verklaar je dat je de gedragscode kent en niet tegen de gedragscode in zult handelen. 1. De (bege)leider zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen het jeugdlid zich veilig en gerespecteerd voelt. Het kind moet worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd of lichamelijke kenmerken. Dat betekent dat het kind zich zowel tijdens de activiteiten van de vereniging, maar ook daarbuiten veilig moet voelen en het gevoel moet hebben dat hij zich – letterlijk – vrij kan bewegen. 2. De (bege)leider gaat zo om met een jeugdlid dat zijn/haar waardigheid niet wordt aangetast. Dit betekent dat je een kind/jongere nooit op een manier bejegent die hem in zijn waardigheid aantast. Je onthoudt je van discriminerende, kleinerende of (seksueel) intimiderende opmerkingen en gedragingen. Dit geldt tijdens de activiteiten, maar ook daarbuiten, tijdens alle activiteiten die door of namens de vereniging worden georganiseerd. 3. De (bege)leider dringt niet verder door in het privéleven van het jeugdlid dan functioneel noodzakelijk is. De begeleider ontvangt het jeugdlid niet bij hem thuis. In het vrijwilligerswerk komt het veel voor dat men kinderen ook kent vanuit sociale contacten. Maar het lid is binnen de vereniging altijd de verantwoordelijke. Binnen de vereniging gaat het niet om vriendschap of andere sociale relatie, maar om de relatie lid – jeugdlid. Het is belangrijk dat het lid zich bewust is van zijn positie, die ook buiten de vereniging door kan spelen. Het gaat erom dat het lid gepaste afstand houdt en niet verder doordringt in het privéleven van het jeugdlid dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel (activiteit) van de vereniging. Bijvoorbeeld: het onnodig vragen stellen over het privéleven, persoonlijke afspraakjes maken, contact opnemen met het kind buiten de activiteiten van de vereniging om, enzovoort.
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
65
4. De (bege)leider onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van de pupil. Alle seksuele handelingen, contacten en relaties tussen (bege)leider en jeugdlid tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. Het lid mag zijn positie en relatie nooit gebruiken voor doeleinden ten eigen nutte die in strijd zijn met zijn verantwoordelijkheid, of die de grenzen van de relatie overschrijden. Hierbij kan worden gedacht aan: • een seksueel/erotisch geladen sfeer scheppen; • seksueel getinte opmerkingen en insinuaties, zoals grof taalgebruik of schuine moppen; • het stellen van vragen over seks, bijvoorbeeld over masturbatie, frequentie en vormen van vrijen; • het jeugdlid op een niet-functionele wijze bekijken en aanraken waarbij de ogen of handen zijn gericht op de geslachtskenmerken; • bevrediging van de eigen seksuele verlangens; • alle seksuele handelingen en relaties tussen kaderleden en jeugdleden tot 18 jaar, of met iemand met een ontwikkelingsachterstand, zijn ontoelaatbaar en strafbaar volgens artikel 249 Wetboek van Strafrecht. Tussen volwassenen en kinderen/jeugdigen is sprake van een natuurlijk overwicht en dus een machtsverschil. Een kind kan daardoor zaken moeilijker weigeren, of overzien waar het om gaat. Het is aan de volwassene om de grenzen te bewaken. Dit geldt ook voor mensen met een ontwikkelingsachterstand/verstandelijke beperking. De kalenderleeftijd vormt bij hen geen criterium, maar het feit dat zij een achterstand hebben in de verstandelijke en/of emotionele en sociale ontwikkeling. Dit betekent dat het lid: • nooit seksuele toenadering zoekt tot kinderen/jongeren en/of een seksueel of erotisch geladen sfeer schept (bijvoorbeeld door het laten zien van porno, of de eigen geslachtsorganen); • een kind/jongere nooit gebruikt voor bevrediging van de eigen seksuele en/of agressieve verlangens; • nooit (met seksueel gedrag) mag ingaan op verliefde gevoelens, seksuele verlangens of fantasieën van de pupil óók niet wanneer hij/zij je daartoe lijkt uit te nodigen, dan wel onomwonden uitnodigt; • wanneer er een erotisch/seksueel geladen sfeer mocht ontstaan, of zou kunnen ontstaan, tussen het lid en het jeugdlid, het lid afstand neemt en de situatie bespreekbaar maakt met de leiding of vertrouwens(contact)persoon; • wanneer bij het lid gevoelens van verliefdheid, maar ook afkeer of agressie ontstaan t.o.v. het kind/de jongere, neemt het lid afstand en maakt de situatie bespreekbaar met de leiding of vertrouwens(contact)persoon. 5. De (bege)leider raakt de het jeugdlid niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden. Uitgangspunt is dat het jeugdlid het als seksueel getint ervaart. Bijvoorbeeld: het te lang vasthouden van een hand bij begroeten of afscheid nemen, iemand naar je toetrekken, je tegen het kind/de jongere aandrukken, een tongzoen geven, aanraken van billen en borsten, enzovoort. Functionele aanrakingen zijn soms noodzakelijk (een jong of gehandicapt jeugdlid helpen bij het naar de wc gaan) of wenselijk (een jeugdlid troosten) en mits daar geen misbruik van gemaakt wordt, toegestaan. Het lid moet er voor zorgen dat daar waar lichamelijk contact noodzakelijk en functioneel is, dit contact of deze aanraking niet verkeerd – in de zin van seksueel getint of intimiderend – kan worden geïnterpreteerd. Het lid houdt bij lichamelijk contact rekening met grenzen die het jeugdlid aangeeft,
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
66
leeftijd, ontwikkelingsniveau, achtergronden, de specifieke situatie en wat maatschappelijk en/of cultureel als aanvaardbaar wordt gezien. 6. De (bege)leider gaat tijdens kampen, uitjes en activiteit zeer terughoudend en met respect om met pupillen en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals slaapzalen, omkleedruimten, douches etc. Gereserveerd en met respect betekent in dit beval bijvoorbeeld dat: • het lid en het jeugdlid bij voorkeur niet met zijn tweeën op reis gaan, maar met bijvoorbeeld een extra lid of meerdere jeugdleden; • het lid en het jeugdlid in een één op één situatie niet op één kamer slapen; er zijn minstens twee leden op een groep kinderen; • gereserveerd en met respect omgaan met de ruimtes waarin de kinderen zich bevinden, betekent dat het jeugdlid zich daar veilig moet voelen, zijn privacy gewaarborgd is en sociale controle niet is uitgesloten. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan: o niet zonder aankondiging de slaapzaal of tent betreden en bijvoorkeur in gezelschap van een andere volwassene; o de deur of tent open laten staan na het binnentreden, tenzij duidelijk is dat beiden behoefte hebben aan een zekere privacy; o gesprekken met het kind in een neutrale ruimte worden gehouden (niet in kleedruimte, slaapkamer of tent). 7. De (bege)leider beschermt het jeugdlid naar vermogen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en ziet er actief op toe dat de gedragscode door iedereen die bij het jeugdlid is betrokken, wordt nageleefd. Het lid heeft binnen zijn mogelijkheden de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van het jeugdlid. Indien het lid grensoverschrijdend gedrag signaleert, is hij verantwoordelijk het ongewenste gedrag te (doen laten) stoppen en te zorgen voor de veiligheid van het kind. Het lid is alert op signalen die kunnen wijzen op seksueel misbruik/overtreding van de gedragscode. 8. Indien de (bege)leider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen personen. Alle vermoedens of constateringen van seksueel misbruik moeten worden gemeld. Het kan zijn dat een jeugdlid een lid in vertrouwen neemt en vertelt dat iemand hem/haar misbruikt. Het lid belooft in een dergelijk geval geen geheimhouding. Feiten van vertrouwelijke aard, aan jou toevertrouwd, moeten te allen tijde worden gerespecteerd. Maar wanneer de belangen van het jeugdlid in het geding zijn, dient het lid hiervan melding te maken of tenminste een derde te raadplegen. Indien enigszins mogelijk gebeurt dit in overleg met het jeugdlid. 9. De (bege)leider krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn. Door vergoedingen dreigen de objectiviteit van het handelen en de onafhankelijke positie van de begeleider en die van het jeugdlid in het gedrang te komen. Hierdoor kan een voedingsbodem ontstaan voor (seksueel) machtsmisbruik. 10. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal de (bege)leider in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon. Dit betekent dat het lid ook alert is op gedragingen die niet direct als seksueel misbruik of intimidatie zijn te betitelen, maar wel als grensoverschrijdend worden ervaren. Ook in dit geval is het belangrijk dat passende maatregelen worden genomen, zoals het aanspreken van de persoon in kwestie. Desgewenst kan het lid de in het protocol genoemde personen raadplegen.
Agendapunt 6 – Evaluatie VOG en mogelijkheden invoeren gedragscode
67
Agendapunt 7
Voordrachten
Landelijk bestuur
Het bestuurslid Hanneke Klerks treedt deze landelijke raad af als vice-voorzitter:
Financiële commissie
Anne-Jan Telgen van Regio Neder-Veluwe
Nadere bijzonderheden: Leeftijd: 29 jaar Woonplaats: Den Haag Werk: Controller retail bij TNT Post. Studie: Accountancy, Auditing & Control, Erasmus Universiteit Rotterdam Bedrijfseconomie, Hogeschool Rotterdam Scoutingachtergrond: Lid v.a. 6 jaar, explorerbegeleiding Lunteren, troepleiding Wereld Jamboree 2007, werkstam HIT Mook, medewerker RSW Neder Veluwe, 2 maal Nederlands kampioen orientatieloop 2000 en 2010. Thans: Scoutsleiding bij Hessengroep Lunteren, troepleider Wereld Jamboree 2011, organisatie Oud Lunterse Dag en lid landelijke raad regio Neder Veluwe. Financiële commissie
Jacob van Ee van Regio Drie Rivieren Utrecht
Nadere bijzonderheden: Leeftijd: 51 jaar Woonplaats: Maarssen Scoutingachtergrond: Scoutsleider, explorerbegeleider, groepsbegeleider, penningmeester district, budgetbewaker en materiaalcoördinator van team Physical Arrangement tijdens Europese en Wereld Jamboree in Nederland. Thans: plv. lid landelijke raad namens de regio Drie Rivieren Utrecht, penningmeester van het Nederlands Contingent van de Wereld Jamboree 2011 in Zweden, lid groepsbestuur, secretaris groepsstichting en penningmeester regio Drie rivieren Utrecht.
Agendapunt 7 – Voordrachten
68
Agendapunt 8
Regio’s informeren regio’s
Op de landelijke raad zal één van de regio’s iets presenteren over een succesvolle aangelegenheid waar andere regio’s iets aan kunnen hebben. Tijdens deze landelijke raad zal Regio 't Gooi iets vertellen over de implementatie van de Scouting Academy in de regio.
Agendapunt 8 – Regio’s informeren regio’s
69
Agendapunt 9
Voortgang omzetten groepsvereniging
Hieronder staat de huidige stand van zaken omtrent de omzetting naar groepsverenigingen beschreven. Aanvullend hierop wordt een plan van aanpak opgesteld voor de groepen die nog niet over zijn gegaan. Dit plan van aanpak wordt zo mogelijk voorafgaande aan de landelijke raad aan de leden van de landelijke raad en de regio's verstrekt. Status van de groepsvereniging maart 2011 In 2007 zijn 1193 groepen en 40 zelfstandige plusscoutskringen aangeschreven door de notaris, met voor elk een dossier/actiepakket voor het oprichten van de groepsvereniging. Voor de groepen werd er ook uitgegaan van het bestaan van één groepsstichting, waarvoor ook apart dossiers zijn aangemaakt. 9 groepen bleken na het eerste schrijven in de praktijk geen gewone groep te zijn, maar een plusscoutskring. Die zijn aan het lijstje van kringen toegevoegd. Status 31 maart 2011 Deze aantallen geven weer wat er op het LSC bekend is. Het notariskantoor geeft periodiek nieuwe cijfers door, die in de praktijk bijna dagelijks wijzigen. Groepen 1184 status vereniging afgerond afgerond (nvt)
status stichting afgerond afgerond (nvt)
673 41
al vereniging
x
13
volledig afgerond
727
afgerond afgerond afgerond (nvt)
pakket binnen actie actie
61 96 57
stichting nog afronden
214 vereniging afgerond
pakket binnen pakket binnen
pakket binnen actie
47 21
doen zelf kleine groep bijzonder
doen zelf kleine groep bijzonder
14 23 12
actie doen niet mee
actie doen niet mee
109 17
941
nog actie/controle
243
nog actie/controle
29
Kringen 49 afgerond pakket binnen actie
20 4 25
Agendapunt 9 – Voortgang omzetten groepsvereniging
70
Toelichting op de cijfers Op 31 maart 2011 is het proces voor de groepsvereniging voor 941 groepen en 20 kringen afgerond. Van dit aantal zijn er 850 verenigingen daadwerkelijk opgericht. 14 groepen waren al vereniging. 98 groepen zijn tijdens het proces opgegaan in een andere groep of gestopt. Dit waren veelal groepen die al lange tijd slapend waren of erg weinig leden hadden. Van deze 941 groepen is van 727 het proces voor de beheerstichting ook afgerond. Van 61 stichtingen van de overige 214 zijn de stukken voor de stichting wel al bij de notaris binnen. Op dit moment zijn 268 groepen en kringen nog geen vereniging. Daarvan hebben 68 wel de stukken al opgestuurd naar de notaris. 200 groepen en kringen dienen dus alsnog stappen te zetten om over te gaan naar een formele vereniging. 23 van deze groepen staan bekend als kleine groep met een zodanig laag ledenaantal, dat ze naar verwachting stoppen. Voor deze groepen staat de omvorming naar de vereniging in de wacht. 12 groepen hebben een bijzondere vorm, die vraagt om maatwerk. Dat zijn Scoutingbands en groepen die vanuit een andere organisatie worden aangestuurd (AJV en Leger des Heils). Met deze groepen is wel contact geweest, maar er is hieraan geen voorrang verleend. Deze contacten moeten worden vernieuwd. 14 groepen hebben vanwege diverse omstandigheden aangegeven dat zij zelf de omvorming gingen regelen, maar hebben niet aan ons bevestigd dat het proces is afgerond. Een twintigtal groepen heeft tijdens het proces aangegeven niet mee te doen. Een aantal van deze groepen zijn benaderd door het bestuur, er zijn nog 17 groepen die vervolgens nog niet meedoen. Met de meesten is voor het laatst in 2009 contact geweest. 4 groepen zijn op dit moment crisisgroep (weinig leden). Met 4 groepen is contact, 2 groepen hebben deze winter nogmaals aangegeven nog steeds niet van plan te zijn een vereniging te worden. Het proces Sinds 2007 zijn de groepen er diverse malen aan herinnerd de stukken op te sturen, met uiteindelijk een uiterlijke inlevertermijn van 1 februari 2009. In een aantal gevallen die al bij de notaris of het LSC in behandeling waren, is de termijn gesteld op 1 mei 2009. Groepen die de stukken na die data inleverden, konden het proces afronden bij ons notariskantoor op eigen kosten. De notaris is sindsdien bezig de bestaande dossiers zo veel mogelijk af te ronden. Een groot deel daarvan viel qua kosten nog binnen het project, omdat ze op tijd waren. De rest van de dossiers beschouwt de notaris als zelfstandige dossiers. In september 2010 heeft het notariskantoor contact opgenomen met de groepen en stichtingen waarvan zij nog een dossier hadden openstaan. Daarop is een aantal groepen tot actie overgegaan. Daarnaast nemen groepen af en toe zelf contact op om het proces weer op gang te brengen. Bij de overige groepen is de status onbekend. Het vervolg Het project is opgezet om de groepen te ondersteunen in het uitvoeren van het besluit van de landelijke raad. Met het einde van het project in 2009 blijft de plicht voor groepen om een vereniging te worden, alleen moet dit nu op eigen kosten.
Agendapunt 9 – Voortgang omzetten groepsvereniging
71
Het voorstel is om de komende maanden hernieuwd aandacht te besteden aan de groepen die nog niet over zijn. Vanuit het LSC willen we contact opnemen met alle groepen waarvan de status onbekend is. Dat wil zeggen: waarmee de laatste maanden geen contact is geweest. Daar willen we de regio zo veel mogelijk bij betrekken. Voor de kleine groepen en groepen met een bijzondere status moeten we een aparte aanpak bedenken, die past binnen het beleid. Waarschijnlijk zullen we voor de kleine groepen de opheffingsprocedure starten. De groepen die aangaven niet mee te willen doen zullen apart benaderd moeten worden om ze alsnog mee te laten bewegen. De groepen waarmee we geen recent contact hebben gehad, kunnen we vanuit het LSC nogmaals benaderen met de vraag of er ondertussen iets is veranderd. Het lijkt verstandig dat het landelijk bestuur een rol blijft spelen bij groepen die voortdurend weigeren de nodige stappen te nemen. Groepen die weigeren de overstap te maken naar een formele vereniging dienen zich bewust te zijn van het feit dat zij in strijd handelen met een besluit van de landelijke raad en met het huishoudelijk reglement. In het geval dat een groep voortdurend niet voldoet aan de voorwaarden en haar verplichtingen, heeft het landelijk bestuur de mogelijkheid de erkenning van die groep als groep van Scouting Nederland in te trekken. De gronden en procedure voor een dergelijk besluit staan beschreven in artikel 5 van het huishoudelijk reglement. Eén van de gronden is als de groep zich bij voortduring niet aan de statuten en het huishoudelijk reglement van Scouting Nederland houdt (artikel 5 lid 1 sub b). Op dit artikel kan het landelijk bestuur een uiteindelijke actie baseren tegen een weigerende groep en deze uit de vereniging zetten. Daarbij moet wel de kanttekening geplaatst worden, dat in dit artikel alleen strijd met de statuten en het huishoudelijk reglement wordt genoemd. Er wordt niet gesproken over strijd met besluiten. In het tot december 2010 geldende huishoudelijk reglement werd er nog onderscheid gemaakt tussen een groepsvereniging en een groep niet zijnde een groepsvereniging. Betoogd kan worden dat er daarom pas sinds afgelopen december sprake is van strijd met het huishoudelijk reglement.
Agendapunt 9 – Voortgang omzetten groepsvereniging
72
Agendapunt 10a
Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Doelstelling (statutair) van de vereniging Scouting Nederland 3. Samenstelling bestuur en directie per 31 december 2010 4. Belangrijke besluiten 2010 landelijk bestuur en landelijke raad 5. Beleidsvoornemens 6. De verplichtingen van boven de € 20.000,00 per jaar 7. Bijdragen derden 8. Nota van aanbieding jaarrekening 2010 9. Accountantsverklaring 2010 10. Jaarrekening 2010 11. Begroting 2011 en toelichting 12. Overzicht investeringen Verenigingskampeerterreinen
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
75 76 77 78 80 84 85 86 87 89 90 97
73
1. Inleiding Met plezier biedt de vereniging Scouting Nederland hierbij het bestuursverslag en het jaarverslag over 2010 aan, dat is opgesteld conform richtlijn 640, waarbij het bieden van transparantie gewaarborgd is. (Raad voor de Jaarverslaggeving: Richtlijn 640 voor organisaties zonder winststreven) Dit verslag geeft u inzicht in de volgende onderwerpen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Doelstelling van de vereniging Samenstelling bestuur en directie per 31 december 2010 In 2010 door het landelijk bestuur genomen besluiten Beleidsvoornemens De verplichtingen van boven de € 20.000,00 per jaar, die niet in de jaarrekening zijn opgenomen Bijdragen derden Nota van aanbieding jaarrekening 2010 Accountantsverklaring 2010 Jaarrekening 2010 Begroting 2011 met toelichting
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
74
2. Doelstelling (statutair) van de vereniging Scouting Nederland Het bevorderen van het spel van verkennen in Nederland op grondslag van de ideeën van Lord Baden-Powell om daarmee een plezierige beleving van de vrije tijd te bieden aan meisjes en jongens, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de vorming van de persoonlijkheid. Missie: Scouting is een maatschappelijk betrokken jeugd- en jongerenorganisatie, die haar leden met het Scoutingprogramma een plezierige en uitdagende vrijetijdsbesteding biedt. In het Scoutingprogramma wordt in actief samenspel met leeftijdsgenoten, geïnspireerd op het buitenleven, een bijdrage geleverd aan de vorming van de persoonlijkheid. Hierdoor leren scouts met respect voor zichzelf en hun omgeving de eigen grenzen te verkennen en verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, elkaar en de wereld om hen heen.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
75
3. Samenstelling bestuur en directie per 31 december 2010 Het bestuur bestaat volledig uit vrijwilligers. De bestuursfuncties zijn onbezoldigd. De termijn dat een bestuurder zitting kan hebben in het bestuur is drie jaar. Deze periode kan maximaal twee maal verlengd worden. Samenstelling bestuur en directie per 31 december 2010: G.P.J. (Ger) Koopmans
Voorzitter
J.M.M. (Hanneke) Klerks
Vice-voorzitter
S.R. (Rob) Valkenburg
Secretaris/penningmeester
M. (Marjolein) Sluijters
Internationaal commissaris
B.B. (Bas) Mulder
Internationaal commissaris
J.M. (Jothijs) van Gaalen
Lid
J.J. (Jacqueline) Vredenbregt
Lid
K. (Kim) Putters
Lid
L.A. (Lars) Wieringa
Lid
A.P.C.M. (Nic) van Holstein
Lid
M. (Marion) Geerligs
Lid
W.J.M. (Willemien) Meershoek
Directeur
J.J. (Koos) Brochard
Adjunct-directeur
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
76
4. Belangrijke Belangrijke besluiten 2010 landelijk bestuur en landelijke raad De democratische lijn binnen de vereniging loopt vanuit de leden in de groepen (groepsraad), naar de regio’s (regioraad) en vervolgens naar de landelijke raad. De landelijke raad is het hoogste orgaan van de vereniging en neemt besluiten op hoofdlijnen met betrekking tot beleid en financiën. Binnen de kaders van het gestelde beleid verzorgt het landelijk bestuur de verdere besluitvorming. De landelijke raad bestaat uit 49 leden (vanuit alle 46 regio’s één lid en 3 leden vanuit het waterwerk) en komt twee keer per jaar bijeen. Het landelijk bestuur bestaat uit 11 leden (waaronder een dagelijks bestuur met een voorzitter, vicevoorzitter en penningmeester) en komt tien keer per jaar bijeen. De belangrijkste besluiten die het landelijk bestuur in 2010 heeft genomen: In januari 2010: • De projectopdracht van de landelijke admiraliteit wordt goedgekeurd. • De projectopdracht voor het bedankfeest voor alle 2010-vrijwilligers wordt goedgekeurd, waarbij de uitvoering in het voorjaar van 2011 zal plaatsvinden. • De projectopdracht voor de landelijke Scoutingwedstrijden 2010 wordt goedgekeurd. In maart 2010: • De projectopdracht voor het organiseren van 'Home Hospitality' voor UK Scouts die aan de Wereld Jamboree deelnemen, wordt goedgekeurd. • De projectopdracht voor Scout-In11 wordt goedgekeurd. • De projectopdracht voor de Seacon Zeilschool Scouting Nederland wordt goedgekeurd. • De projectopdracht voor de landelijke Seacon zeilwedstrijden wordt goedgekeurd. • Op basis van actuele inschrijfgegevens en een daarop aangepaste begroting, geeft het bestuur een definitief fiat voor de uitvoering van de Scouts2day en Bever-Doe-Dag. • De projectopdracht voor de evaluatie van het functioneren van de regio's wordt goedgekeurd. • Het bestuur besluit deel te nemen aan het kennisplatform spelen. Na twee jaar wordt de opbrengst van deelname aan het platform geëvalueerd. In april 2010: • Koos Brochard wordt benoemd als adjunct-directeur. • De vernieuwde opzet voor Scout-In en Scoutiviteit wordt goedgekeurd. • Het bestuur besluit de competentiesystematiek van Orang-Orang te gebruiken voor Scouting Academy. Ook de ontwikkelde functieprofielen voor (team)leiders worden vastgesteld. • Het bestuur besluit de bestemmingsreserve calamiteiten landelijke ledenactiviteiten aan te wenden voor projecten/evenementen 2010. In juni 2010: • Het bestuur stemt in met het voorstel om de penningmeesters van landelijke ledenactiviteiten duidelijker onder verantwoordelijkheid van de projectleiders te plaatsen. In september 2010: • Het bestuur accepteert de Scenes Charter, waarmee labelterreinen voor het keurmerk SCENES (Scout Centre of Excellence for Nature and Environment) kunnen gaan. • Het bestuur besluit de verwerving van een verenigingsterrein bij Zeewolde te continueren. • Het bestuur besluit aan het Scouting Nederland Fonds te vragen om € 50.000 te doneren aan de wereldfondsen OBPS en WSF. • De projectopdracht voor de HIT 2011 wordt goedgekeurd. • De projectopdracht voor de regiospelen 2011 wordt goedgekeurd. • De projectopdracht voor de Nationale Jamboree 2012 wordt goedgekeurd.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
77
In oktober 2010: • De projectopdracht SeaScoutArmada wordt goedgekeurd. In november 2010: • Het bestuur stemt in met het opheffen van het steunpunt Scouting Zuid-Holland. • Het bestuur neemt het besluit de landelijke organisatie te versterken door programmagroepen voor de drie speerpunten in het meerjarenbeleid in te stellen In december 2010: • Op basis van de actuele inschrijfgegevens besluit het bestuur RoverscoutMania in aangepaste vorm (1 dag i.p.v. een weekend) voort te zetten. De belangrijkste besluiten die de landelijke raad in 2010 heeft genomen: In juni 2010: • Benoemingen: Karin van Helder wordt benoemd als lid van de commissie van beroep. Stephan Kusters wordt benoemd als lid van de geschillencommissie. • De donateurs komen in 2010 bij 280 groepen vandaan en de donateursactie wordt voortgezet in 2011. • De rapportage van de activiteiten die in 2009 zijn uitgevoerd, wordt vastgesteld. • Het jaarverslag en de jaarrekening 2009 van Scouting Nederland zijn vastgesteld. • De belofte wordt ook een onderdeel van het spelprogramma van de bevers, waarbij het facultatief toevoegen van de naam van de speltak bij de belofte van kaderleden is toegestaan. • De in de pilotfase uitgeteste methodiek gaat de basis vormen van Groepsontwikkeling. • Er komt een handzaam overzicht voor groepen over de overstap naar en invoering van de werkwijze van de Scouting Academy. In december 2010: • Benoemingen: Nic van Holstein wordt benoemd tot lid van het landelijk bestuur. Marion Geerligs wordt benoemd tot lid van het landelijk bestuur. Liesbeth Lijnzaad wordt benoemd tot lid van de commissie van beroep. • De voortgangsrapportage van het project 2010 wordt goedgekeurd. • Het voorstel voor Groepsontwikkeling voor 2011-2015 wordt aangenomen, op basis van het scenario waarin, ter bekostiging van de ondersteuning van de groepen en regio's, beroepsmatige coaches worden ingezet, waarvoor de landelijke contributie m.i.v. 01-01-2012 met € 2,50 en in 2013 met nogmaals € 2,50 wordt verhoogd. • Elk jaar vindt, naast de reguliere voortgangsrapportage, een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie plaats. In december 2014 vindt een eindevaluatie plaats, waarin wordt besloten over het al dan niet doorzetten van de methodiek voor Groepsontwikkeling na 2015 en daarmee het handhaven van de contributieverhoging. • Er wordt een 'lightversie' ontwikkeld van de methodiek Groepsontwikkeling, zodat groepen die nog niet aan het volledige traject kunnen deelnemen, hier alvast zelfstandig mee aan de slag kunnen gaan. • Het meerjarenbeleid 2011-2015 wordt vastgesteld. • De begroting en activiteitenplannen voor 2011 worden vastgesteld. • Het vernieuwde Huishoudelijk Reglement wordt vastgesteld.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
78
5. Beleidsvoornemens Beleidsvoornemens Beleidsplan 2011-2015: In het spoor van de groep... Scouting is samenwerken met plezier, gericht op de ontwikkeling van jeugd en jongeren. Dat willen we laten zien in een méér zichtbare, moderne, maatschappelijk relevantie en in ledental groeiende jeugden jongerenorganisatie. De missie van Scouting Scouting is een maatschappelijk betrokken jeugd- en jongerenorganisatie, die haar leden met het Scoutingprogramma een plezierige en uitdagende vrijetijdsbesteding biedt. In dit Scoutingprogramma wordt in actief samenspel met leeftijdsgenoten, geïnspireerd op het buitenleven, een bijdrage geleverd aan de vorming van de persoonlijkheid. Hierdoor leren scouts met respect voor zichzelf en hun omgeving de eigen grenzen te verkennen en verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, elkaar en de wereld om hen heen. In vieren vooruit Scouting Nederland heeft de ambitie zich de komende vijf jaar op vier doelen zichtbaar te verbeteren: 1. Scouting als groeiende organisatie 2. Scouting als continu lerende organisatie 3. Scouting als relevante en zichtbare organisatie 4. Scouting als internationale, diverse en verbonden organisatie 1. Scouting als groeiende organisatie Scouting biedt aan ruim 80.000 jeugdleden een zinvolle vrijetijdsbesteding en we kunnen aan nog veel meer jeugdleden een plaats bieden, maar daar zijn extra vrijwilligers voor nodig. In een tijd waar het steeds moeilijker is vrijwilligers langdurig aan een organisatie te binden, willen we meer nadruk leggen op wat potentiële vrijwilligers eraan hebben om bij Scouting vrijwilliger te zijn. Daarin is een kwalitatief goed product een eerste voorwaarde. Dat wil zeggen, een aantrekkelijk spelprogramma, aangeboden door vitale groepen. Met de spelvisie SCOUTS en Scouting Academy zijn we al een eind op de goede weg. De komende jaren koersen we vol op Groepsontwikkeling. 2. Scouting als continu lerende organisatie De samenleving blijft in hoog tempo veranderen en de behoeften van kinderen, jongeren, ouders en de samenleving veranderen mee. Dat dit invloed heeft op de verwachtingen rond Scouting staat buiten kijf. Daarom is het nodig de ogen en oren continu open houden, te leren van de wereld en van elkaar. Daarin gaan we investeren, op alle niveaus, van de individuele scout tot aan het landelijk bestuur, zodat we binnen een flexibele Scoutingorganisatie zonder al te veel moeite kunnen aanhaken op veranderende omstandigheden en behoeften. 7 3. Scouting als relevante en zichtbare organisatie Een sterker Scouting betekent ook een zichtbaarder Scouting. De positionering Samen, Outdoor, Uitdaging gaan we de komende jaren consequent uitdragen, zodat een duidelijk en consistent beeld ontstaat over wat Scouting is en waar Scouting voor staat. Maatschappelijke waarden spelen daarin een belangrijke rol. Scouting zal zich daarom de komende jaren meer positioneren als een autoriteit op het gebied van jeugd en jongeren. 4. Scouting als internationale, diverse en verbonden organisatie Alle mensen zijn uniek, ook jeugd en jongeren, maar de kracht van Scouting zit juist in het gezamenlijke. Scouts hebben gezamenlijk eenzelfde boodschap met betrekking tot wat we voor de wereld willen betekenen. Het is belangrijk dat die boodschap op eenzelfde manier naar buiten toe
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
79
wordt uitgedragen. De komende periode gaan we daarom meer inzetten op verbondenheid met Scouting als landelijke en wereldorganisatie, door meer en betere communicatie en verdergaande samenwerking op en tussen de verschillende niveaus. Daarbij wordt deelname aan internationale activiteiten gestimuleerd, waardoor we verbonden zijn met scouts over de hele wereld. Daarnaast vinden we diversiteit van belang. We willen de scheefgroei tussen jongens en meisjes een halt toeroepen en ervoor zorgen dat Scoutinggroepen meer meisjes aantrekken en dat meer vrouwen bestuurlijke taken op zich nemen. Ook willen we meer kinderen uit verschillende culturen aantrekken om lid te worden, zeker daar waar een groep in of bij een woonwijk zit waar de culturele omgeving zeer divers is. In de komende jaren willen we op zoek gaan naar de juiste manieren om deze doelen te bereiken. Van spoor naar pad Om de doelen van het meerjarenbeleid te kunnen realiseren, wordt in de uitvoering de focus gelegd op drie speerpunten: a. De groep centraal. b. Het spel centraal. c. De vrijwilliger centraal. a. De groep centraal Sterke en gezonde groepen zijn voor Scouting Nederland prioriteit nummer 1. Daarom wordt alle groepen de mogelijkheid geboden gebruik te maken van de beproefde methodiek Groepsontwikkeling. Deze methode richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van vijf succesfactoren. Dit zijn factoren waarvan uit onderzoek is gebleken dat ze cruciaal zijn om als groep succesvol te zijn: 1. Het Scoutingspel. 2. Vrijwilligers(beleid). 3. Bestuur en organisatie. 4. Accommodatie en materiaal. 5. Financiën. b. Het spel centraal De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw en eigentijds spelaanbod binnen de spelvisie SCOUTS. De komende jaren stellen we alles in het werk om ervoor te zorgen dat groepen de nieuwe spelvisie omarmen. Onder de paraplu van de spelvisie SCOUTS wordt met behulp van de nieuwe spelmaterialen de kwaliteit van het Scoutingspel volop in de schijnwerpers gezet en wordt ook aandacht gegeven aan het tegengaan van de scheefgroei in de verhouding jongensmeisjes. c. De vrijwilliger centraal Vrijwilligers zijn de kurk waarop het verenigingsleven drijft en dat geldt voor Scouting evenzeer. Met Scouting Academy hebben we de gereedschapskist in huis waarmee vrijwilligers zich kunnen ontwikkelen en waarmee de ontwikkeling die als jeugdlid is ingezet, als een doorlopende leerlijn wordt voortgezet. De komende jaren gaan we daarom Scouting Academy sterk onder de aandacht van onze groepen en leden brengen, maar ook onder de aandacht van scholen en bedrijven. Wat je binnen Scouting leert, kun je immers ook buiten Scouting, in opleiding of beroep, gebruiken. Scouting Nederland zal zich de komende jaren sterk gaan maken voor de externe erkenning van wat je binnen Scouting hebt geleerd! Vrijwilligers werven en opleiden is zilver, maar behouden en ze stimuleren om zich te blijven ontwikkelen is goud. Voor alle niveaus binnen Scouting Nederland wordt daarom een medewerkersbeleid opgesteld. Hierin wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de organisatie met de vrijwilligers omgaat, want we willen zuinig zijn op onze vrijwilligers.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
80
Een passende ondersteuningsorganisatie De regio's zijn de spin in het web van de ondersteuningsorganisatie van Scouting Nederland. Ze zijn onmisbaar voor een succesvolle implementatie van de vernieuwingen en hebben een sturende rol bij de uitvoering van de methodiek Groepsontwikkeling. De regio's staan samen met het landelijke niveau aan de basis van Groepsontwikkeling. Om in de uitvoering van het meerjarenbeleid de focus op de drie speerpunten te kunnen leggen, is voorgenomen deze speerpunten expliciet in de organisatie van het landelijk niveau terug te laten komen. Op deze manier dragen we er zorg voor dat de speerpunten a t/m c, in een goede onderlinge samenhang, de komende jaren in het brandpunt van de beleidsuitvoering blijven staan. In 2011 wordt een bijdrage geleverd aan het realiseren van de volgende onderwerpen: T.a.v. Groepsontwikkeling • Er worden coaches geworven, geselecteerd en getraind om de groepen te ondersteunen in het toepassen van de methodiek Groepsontwikkeling; • Er worden hulpmiddelen ontwikkeld die groepen kunnen gebruiken om hun plannen van aanpak uit te voeren; • Er worden o.b.v. behoeften, vrijwilligersteams opgericht om aan specifieke vragen of ondersteuningsbehoeften van groepen tegemoet te komen; • Onderzoek en analyse van ledenverloop en van de kwalilteitsscans (enquêtes) die onderdeel vormen van de methodiek Groepsontwikkeling; • Om groepen goed te kunnen ondersteunen in het toepassen van de methodiek Groepsontwikkeling, wordt ook de kwaliteit van de regio's onder de loep genomen en waar nodig versterkt. T.a.v. Spel • Ontwikkeling van de resterende spelboeken, zodat er voor elke leeftijdsgroep een passend spelaanbod is op basis van de spelvisie SCOUTS; • Het introduceren van de nieuwe spelvisie SCOUTS in groepen, regio's en landelijke ledenactiviteiten; • Het ontwikkelen van een kwaliteitsinstrument waarmee leidingteams hun eigen kennis en kunde op het gebied van het nieuwe spelaanbod kunnen toetsen en verbeteren; • Ontwikkelen van voorbeeldprogramma's voor regionale ledenactiviteiten voor bevers en welpen; • Beheren en aanvullen van een activiteitenbank met spelsuggesties die passen binnen het nieuwe spelaanbod; • Het doen van onderzoek en aanbevelingen over de verhouding jongens en meisjes in speleenheden. T.a.v. vrijwilligers • Het ontwikkelen van de resterende functieprofielen en kwalificatiekaarten voor vrijwilligers; • Het ontwikkelen van kwalificatie- en assessmentprocedures; • Het ontwikkelen van een hulpmiddel om online competenties in te vullen; • Het ontwikkelen van trainingsmodulen die passen in de nieuwe competentiegerichte systematiek van Scouting Academy; • Het ontwikkelen en uittesten van e-learningmodules; • Het organiseren van een bijeenkomst voor alle trainers (trainersberaad); • Het (door)starten van een nieuw project voor jong Scoutingtalent; • Het maken van een aanzet voor de externe erkenning van binnen Scouting verworven competenties; • Het ontwikkelen van hulpmiddelen voor medewerkersbeleid in groepen en regio's; • Het openstellen van een vacaturebank voor regio's;
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
81
•
Het testen en implementeren van het online HRM-registratiesysteem in tien regio's.
T.a.v. communicatie • Het informeren van leden over nieuwe ontwikkelingen, activiteiten en beleid én het versterken van de interne binding in de vereniging door het benutten van diverse media, zoals magazines, nieuwbrieven, websites en ondersteuning van landelijke ledenactiviteiten; • Het ontwikkelen van materialen voor wervingsacties in groepen en regio's; • Uitbreiden en trainen team (jonge) mediascouts; • Het intern en extern uitdragen van het 'merk' Scouting (Samen, Outdoor, Uitdaging) en groepen en regio's ondersteunen dit op regionaal en lokaal niveau te doen; • Scouting profileren als autoriteit op gebied van jeugd- en jongeren. T.a.v. landelijke ledenactiviteiten en internationaal • De landelijke ledenactiviteiten fungeren onder meer als podia voor informatie over, introductie en implementatie van de vernieuwingen op het gebied van Groepsontwikkeling, Spel en vrijwilligersbeleid; • Vanuit Scouting Nederland wordt aan diverse internationale Scoutingactiviteiten en -bijeenkomsten deelgenomen, zoals de Wereld Jamboree 2011 in Zweden en de wereldconferenties van de wereldbonden WOSM en WAGGGS; • Scouting Nederland organiseert in 2011 een internationale bijeenkomst (Orange) van leden van de 2 wereldfondsen; • Op verzoek van WAGGGS ondersteunt Scouting Nederland de Georgische Guidingorganisatie in hun ontwikkeling naar een volwaardig lidmaatschap van WAGGGS. • Scouting Nederland initieert en faciliteert het internationale project Recognition of learning, met als doel het promoten, versterken en ondersteunen van de ontwikkeling en implementatie van de erkenning van eerder verworven competenties (EVC) van vrijwilligers, onder nationale Scoutingorganisaties in Europa.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
82
6. De verplichtingen verplichtingen van boven de € 20.000,00 per jaar Verplichtingen van boven de €20.000,00 per jaar, die niet in de jaarrekening zijn opgenomen Het gaat hier uitsluitend om meerjarige financiële verplichtingen die al dan niet stilzwijgend worden verlengd én die van invloed zijn op de uitgaven van het opvolgende jaar. - Contract met Océ voor twee copiers voor een jaarbedrag van € 31.000,00
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
83
7. Bijdragen derden Scouting Nederland vierde in 2010 haar honderdjarig bestaan. Na een voorbereiding van ruim twee jaar en dankzij de inzet van zeer veel vrijwilligers werd het een grandioos succes. Er werd hard gewerkt aan spelvernieuwing, deskundigheidsbevordering in het kader van Scouting Academy en het voor ledenbehoud en toekomstige groei zo belangrijke Groepsontwikkeling. In 2010 werden een drietal grote jubileumevenementen gehouden die goed werden bezocht. Hierbij hebben heel veel scouts hun hart kunnen ophalen bij uitdagende opdrachten en leuke spellen, waarbij het ook ging om goede (internationale) samenwerking. Verder kwamen ook belangrijke maatschappelijke thema’s, zoals duurzaamheid, natuur en milieu, vrede en ontwikkelingssamenwerking aan bod. De mediabelangstelling was met name voor de Scouts2Day en de JubJam100 overweldigend. Wij danken in het bijzonder de onderstaande organisaties die Scouting Nederland in 2010 van financiële ondersteuning voorzagen. Hiermee kon de maatschappelijke meerwaarde en zichtbaarheid van Scouting aanzienlijk worden vergroot. Van de volgende organisaties, overheden en bedrijven werd in 2010 een bijdrage ontvangen: • Essent • Gemeente Roermond • Gemeente Utrecht • Lippmann Groep • Marion Polakstichting • Oranje Fonds • Philips Consumer Lifestyle • Provincie Limburg • Rabobank Foundation • Seacon Logistics • Sligro Food Group • Staatsbosbeheer • UTS Nederland • Van Gansewinkel Groep • Vrienden Loterij (v.h. Sponsor Bingo Loterij)
Daarnaast werden door een groot aantal bedrijven en relaties bijdragen geleverd aan de jubileumevenementen. Ook daarvoor dank.
Met name door de vorstelijke bijdrage van de Vrienden Loterij (v.h. Sponsor Bingo Loterij) van in totaal € 600.000 in 3 jaarlijkse termijnen van € 200.000 heeft de Vereniging het jubileumjaar kunnen gebruiken om Scouting Nederland goede mogelijkheden voor de toekomst te geven. Deze middelen zijn met name ingezet voor spelontwikkeling, deskundigheidsbevordering en het opzetten van Groepsontwikkeling. Hiermee kan Scouting de komende jaren belangrijke slagen maken, zowel in aantal leden als in haar maatschappelijke rol. Een waarborg voor toekomstige groei in kwaliteit en kwantiteit, waarbij ook diversiteit extra zal worden benadrukt.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
84
8. Nota van aanbieding jaarrekening jaarrekening 2010 Inleiding Hierbij biedt het landelijk bestuur u de jaarrekening 2010 aan. De jaarrekening 2010 kent de volgende opbouw: • Balans per 31 december 2010; • Staat van baten en lasten 2010; • Toelichting op de balans per 31 december 2010; • De accountantsverklaring bij de jaarrekening 2010. 1. Algemeen Het jaar 2010 kon voor wat betreft de exploitatie met een nihil resultaat worden afgesloten. In de Jaarrekening van de vereniging zijn de deelexploitaties van de verenigingsterreinen, de landelijke ledenactiviteiten en de ScoutShop opgenomen. De jaarrekening voldoet volledig aan de algemeen erkende richtlijn 640, voor organisaties zonder winstoogmerk, wat de volgende meerwaarde heeft: • De boekhouding wordt volgens extern erkende methodes ingericht, waardoor ook de kwaliteit en continuïteit beter worden geborgd; • De verantwoording van de vereniging wordt zowel op bestuurlijk als financieel vlak transparanter en dus beter controleerbaar; • Door te voldoen aan deze richtlijn wordt volledig aangesloten bij regelgeving die van toepassing is op de jaarverslaggeving van organisaties zonder winstoogmerk. 2. Balanspositie De balans is de weergave van de bezittingen en schulden van de vereniging en geeft de wijze weer waarop deze zijn gefinancierd (geleend of eigen middelen). Balans per 31 december 2010
31 december 2010
31 december 2009
ACTIVA Vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Ontwikkelkosten
2.184 163 233
2.281 125 2.580
Vlottende activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Geldmiddelen
794 1.397 756
Totaal van de activa
2.406
553 580 834 2.947
1.967
5.527
4.373
PASSIVA Eigen vermogen Algemeen bestemmingreserves
1.632 1.412
Voorzieningen Voorzieningen overige bestemmingen Kortlopende schulden Crediteuren Overige schulden en overlopende passiva
1.632 1.610 3.044
3.242
253
233
516 1.714
Totaal van de passiva
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
158 740 2.230
898
5.527
4.373
85
Ontwikkelkosten Onder Financiële vaste activa zijn eind 2010 de ontwikkelkosten van de nieuwe spelmaterialen volgens de doorlopende leerlijn opgenomen. Waardering vindt plaats op basis van de nominale waarde, onder aftrek van afschrijvingen op basis van vaste bedragen per verkocht artikel. Vorderingen en overlopende activa Eind 2010 waren aanzienlijk hogere bedragen opgenomen onder de overlopende activa dan in voorgaande jaren. Deze bedragen hebben vooral betrekking op toezeggingen uit 2010, subsidies voor de JubJam100 en Ada’s Hoeve en nog door te belasten salariskosten voor de Steunpunten.
Overlopende activa Vrienden Loterij Seacon Subsidie JubJam Subsidie Ada's Hoeve Steunpunten
Bedrag x € 1.000 400 100 100 40 110 750
Crediteuren De vele eind 2010 afgeronde projecten en landelijke ledenactiviteiten hebben geleid tot een hoger crediteurensaldo. Ook is ditmaal onder deze post een bedrag van € 141.000 opgenomen aan verzekeringspremies 2011. Deze vooruitbetaalde verzekeringspremies zijn opgenomen onder de overlopende activa. Overige schulden en overlopende passiva Eind 2010 was er door de vele activiteiten en projecten een groter bedrag met het Scouting Nederland Fonds te verrekenen ( € 512.000). Inmiddels is dit bedrag weer volledig terugbetaald. Onder de post ‘Overige verplichtingen landelijk niveau/ Scoutshop’ zijn de vooruit ontvangen deelnemersbijdragen van de in 2011 te houden WJ2011 in de overloop opgenomen voor een bedrag van € 741.000. 3. Financiële kaders van de vereniging Scouting Nederland De landelijke raad heeft in juni 2006 de nota ‘financiële kaders van de vereniging Scouting Nederland’ aangenomen. In deze notitie is het financiële beleid vastgelegd en voorzien van een aantal parameters om de financiële positie van de vereniging duidelijk te maken. Deze parameters zijn: A. B. C.
Omvang algemene reserve als onderdeel van het eigen vermogen; Minimale solvabiliteit; Minimale liquiditeit.
A. Omvang algemene reserve als onderdeel van het eigen vermogen Het minimum van de algemene reserve als onderdeel van het eigen vermogen is gedefinieerd middels twee criteria: 1. Het gemiddelde van de gerealiseerde totale lasten van de vereniging van de afgelopen 3 jaar, verminderd met 50% van de gerealiseerde contributieopbrengsten van de afgelopen 3 jaar plus de theoretisch maximale waarde aangehouden bestemmingsreserve landelijke ledenactiviteiten.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
86
Dit geeft met de huidige jaarrekening het volgende beeld: ( x € 1.000) Lasten Contributie opbrengsten (50%) Totaal
2008 3.344 1.044 2.300
2009 3.451 1.060 2.391
2010 3.868 1.078 2.790
Totaal Gemiddeld 10.663 3.554 3.182 1.061 7.481 2.493
* exclusief reorganisatiekosten i.v.m. wegvallen subsidie, uitgaven landelijke ledenactiviteiten uitgaven verenigingsterreinen, mutatie bestemmingsreserves/voorzieningen. De algemene reserve van het eigen vermogen bedraagt per 31 december 2010 €1.632.000 en zit daarmee € 860.000 onder dit criterium. Ter vergelijking bedroeg de algemene reserve van het eigen vermogen in 2009:€1.632.000 en zat deze nog € 525.000,00 onder het gestelde criterium. Deze stijging was voorzien aangezien de in 2010 verder gestegen lasten voor het project 2010 in zijn geheel worden meegenomen bij de bepaling van de lasten, terwijl bij de opbrengsten alleen rekening wordt gehouden met de contributie. Het project 2010 wordt echter voor een deel gefinancierd uit het Scouting Nederland Fonds en de Bestemmingsreserve activiteiten 2007-2010. Deze bedragen zijn deels incidenteel en worden daarom niet meegenomen, maar hebben in 2010 € 462.000 bedragen. Hiermee wordt het negatieve effect deels opgeheven. De jaarlijks van het Scouting Nederland Fonds ontvangen opbrengsten van de Nationale Scoutingloterij zouden inmiddels echter wel als structureel kunnen worden getypeerd. 2. Daarnaast dient de omvang van het totale eigen vermogen (algemene reserves inclusief bestemmingsreserves) minimaal gelijk te zijn aan de boekwaarde van de vaste activa (gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur). Dit geeft het volgende beeld. Totaal eigen vermogen per 31-12-2010 , inclusief bestemmingsreserve: € 3.044.000 Boekwaarde vaste activa per 31-12-2010: € 2.347.000 Aan dit criterium is voldaan. B. Solvabiliteit Solvabiliteit is het totale eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal en geeft inzicht of de organisatie is staat op langere termijn aan zijn verplichtingen te voldoen. De norm is vastgesteld op minimaal 50%. - Eigen vermogen per 31 december 2010 - Balanstotaal per 31 december 2010 - Solvabiliteit 55 %
: € 3.044.000 : € 5.527.000
Er is voldaan aan deze parameter. C. Liquiditeit Liquiditeit is de vlottende activa gedeeld door de vlottende passiva en geeft inzicht of de organisatie in staat is op korte termijn aan zijn verplichtingen te voldoen. De norm is vastgesteld op minimaal 125% (1.25) - Vlottende activa per 31 december 2010 : € 2.947.000 - Vlottende passiva per 31 december 2010 : € 2.230.000 - Liquiditeit 132% Er is voldaan aan deze parameter.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
87
Conclusie financiële positie Op basis van bovengenoemde gegevens voldoen zowel de liquiditeit als de solvabiliteit aan de gestelde norm. De algemene reserve voldoet aan criterium 2. Alleen voor criterium 1 bedraagt het tekort € 860.000 (2009: € 525.000,00). Terwijl bij de beschouwing de onttrekkingen aan de Bestemmingsreserves en de bijdrage van het Scouting Nederland Fonds buiten beschouwing is gebleven, hoewel deze bijdrage van het Scouting Nederland Fonds inmiddels als structureel kan worden beschouwd.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
88
Exploitatiesaldo 2010 Het exploitatiesaldo 2010 van Scouting Nederland is uitgekomen op nihil. Hiermee komt het uiteindelijk € 592.000 hoger uit dan in de begroting 2010 voorzien.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
89
4. Toelichting op de Baten 2010 Eerste geldstroom: contributie De contributie inkomsten zijn door een dalend ledenaantal toch lager uitgekomen dan was begroot. De voornaamste oorzaak ligt in het feit dat het aantal jeugdleden in 2010 bijna 1.100 leden lager uitkomt dan voorzien. Ook het aantal kaderleden is zo’n 600 minder dan verwacht. Was in 2009 per saldo nog sprake van een beperkte ledengroei (569), kijkend naar 2010 laten de ledenaantallen nu dus duidelijk een dalende lijn zien. Tenslotte betalen meer groepen in één keer, positief voor de liquiditeit van de Vereniging, maar hierdoor komt wel de post ‘Kortingen op de contributie’ hoger uit dan was voorzien. Tweede geldstroom: commerciële activiteiten De commerciële activiteiten hebben betrekking op: A. Netto winst van de ScoutShop B. Advertentie opbrengsten A. Nettowinst van de ScoutShop De ScoutShop heeft in 2010 uitzonderlijk goed gedraaid. In tegenstelling tot de verwachte stagnatie van de verkopen was er opnieuw sprake van een toename van de omzet. Met name de ScoutFit heeft het in 2010 opnieuw goed gedaan in de verkopen. Ook positief is dat de totale verkoopmarge gedurende het jaar licht verbeterde. Door de drukte waren met name de personeelskosten (+ € 10.000) en de verkoopkosten wel wat hoger dan in de begroting voorzien ( + € 40.000). Ook wordt sinds 2010 de gerealiseerde marge op de nieuwe spelboeken ( € 40.000) gebruikt om de ontwikkelkosten daarvan af te kunnen schrijven. Het uiteindelijke netto resultaat van de ScoutShop verbeterde ten opzichte van 2009 met circa € 125.000 en vergeleken met de begroting 2010 zelfs met € 246.000. Eind 2010 kon door goed voorraadbeheer en een succesvol verlopen introductie van de Scoutfit € 195.000 van de Voorzieningen op de Voorraden in 2010 vrij vallen. Dit bedrag werd herbestemd voor Voorraadrisico’s Scoutshop. Om de verdere groei van de mobiele Scoutshops te ondersteunen werd een eerder voorzien bedrag (€ 12.000) toegevoegd aan de nieuw gevormde Bestemmingsreserve Scoutshop mobiel. Er rijden inmiddels maar liefst vier mobiele Scoutshops door Nederland. Hiermee is de landelijke dekking en ook de service naar de leden, groepen en regio’s verder uitgebreid. B. Advertentie opbrengsten Het afgelopen jaar waren de gevolgen van de dalende advertentie opbrengsten ook voor Scouting Nederland goed merkbaar. De advertentie inkomsten bedroegen € 81.000 en zijn daarmee aanzienlijk lager dan in de begroting 2010 voorzien. Deze afwijking wordt veroorzaakt door het feit dat het aantal edities van het magazine in 2010 met één werd teruggebracht. Overige baten Opbrengst rente en vermogen Zoals bekend staan de rente tarieven sterk onder druk en is met name de depositorente historisch laag. De verantwoorde rente inkomsten komen uit de rente op deposito en banksaldi en de vergoedingen die de ScoutShop betaalt voor de gelden waarmee de voorraden worden gefinancierd. De rentekosten worden hierop In mindering gebracht. Het gaat om de rentekosten die de vereniging heeft ten aanzien van de voorzieningen bij de verenigingsterreinen. De opbrengsten rente en vermogen zijn enerzijds lager dan voorzien door aanzienlijk lagere rentepercentages dan begroot en anderzijds het grote beslag op de liquide middelen tijdens het jubileumjaar, waardoor minder middelen op deposito konden worden gezet.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
90
Bijdragen Scouting Nederland Fonds Ook in 2010 is hard gewerkt aan de verschillende onderdelen van het project 2010. In 2010 is ter dekking van de kosten van het project 2010 – opgenomen onder apparaatskosten - conform de daarvoor geldende financieringsafspraken een beroep gedaan op het Scouting Nederland Fonds voor € 331.000 (2009: € 266.000). Bijdragen derden In het jubileumjaar werden van diverse organisaties, ondernemingen en overheden bijdragen ontvangen. Het stemt tot dankbaarheid dat het in begroting opgenomen taakstellende bedrag met € 365.000 werd overschreden. Hierdoor kon extra worden ingezet op spelontwikkeling. deskundigheidsbevordering in het kader van de Scouting Academy en groepsontwikkeling. Inkomsten verenigingsterreinen, landelijke ledenactiviteiten De inkomsten van de verenigingsterreinen (€ 654.000) zijn hoger dan voorzichtig begroot was (€ 500.000), dit ondanks dat de bezoekersaantallen in 2010 licht zijn teruggelopen. Dit was o.a. te wijten aan de diverse jubileumactiviteiten in 2010. Bij de volgende terreinen was sprake van minder overnachtingen: Dwars in de weg, Dwingeloo, Achter ’t Heezerenboch, Harderhaven en Malpiesche bergen. Door de de afgelopen jaren gerealiseerde nieuwbouw bij Buitencentrum Gilwell Ada’s Hoeve en Scoutingkampeerterrein St. Walrick zijn de Verenigingsterreinen klaar voor de toekomst. Inkomsten landelijke ledenactiviteiten Met name van de 3 jubileumactiviteiten – Beverdoedag, Scouts2Day en JubJam100 - wijkt het bedrag van de inkomsten aanzienlijk af van de begroting. Op het moment dat de begroting 2010 werd opgesteld was nog moeilijk in te schatten hoe groot de belangstelling voor deze ledenactiviteiten zou worden. De Zeilschool 2010 kan pas in 2011 worden afgerekend. Terwijl van de HIT zowel de editie 2009 als 2010 werd afgerekend. Bij de laatste activiteit ontstond vertraging door het plotselinge overlijden van de penningmeester van het evenement. Ter gelegenheid van het jubileumjaar verstrekte het Scouting Nederland Fonds eenmalig een bijdrage in de kosten voor de verschillende jubileumactiviteiten.
JubJam100 Beverdoedag Scouts2Day Gilwell HIT LSW LSZW Zeilschool JOTA/JOTI Bijdrage Scouting Nederland Fonds
Inkomsten (x € 1.000) Begroot Werkelijk Verschil 1.990 2.691 701 74 67 -7 675 626 -49 0 9 9 80 162 82 29 27 -2 11 4 -7 45 0 -45 6 5 -1 0 100 100 2.910 3.691 781
Diverse baten Een groot deel van de diverse baten is het gevolg van eenmalige baten te weten voor een bedrag van omstreeks € 10.000. Het betreft verder de opbrengsten voor de abonnementen op de Scouting Magazines (€ 2.000).
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
91
5. Toelichting op de lasten 2010 Personeelskosten De totale personeelskosten zijn € 219.000 hoger dan het budget aangaf. Bij de directie was een aantal maanden geen ambtelijke ondersteuning, hierdoor zijn de kosten lager dan begroot. Bij Support en Advies werd tijdelijk extra formatie ingezet in het kader van ‘Project 2010’ voor implementatie, spelontwikkeling en ook ten behoeve van de Pilot Groepsontwikkeling. Ziektevervanging bij Communicatie was de oorzaak dat er meer personeelskosten waren. Terwijl bij Service en Beheer de kosten ruim € 141.000 hoger waren. Projectmatige inzet ICT-ontwikkeling, daarnaast ziekte vervanging op de administratie en het secretariaat. Tenslotte werd in 2010 de arbeidsovereenkomst met de adjunct-directeur ontbonden. De toenemende activiteiten rond het Project 2010 leiden ook tot meer dienstreizen, vandaar ook een lichte toename van de post Overige personeelskosten.
Afschrijvingen De afschrijvingen voor automatisering zijn wat lager ( - € 9.000) dan begroot doordat diverse activa inmiddels volledig zijn afgeschreven en vervanging nog niet heeft plaatsgevonden. Afschrijving St. Walrick nieuwbouw De afschrijvingskosten van de nieuwbouw van St. Walrick kunnen volledig worden gedekt uit de eerder gevormde Bestemmingsreserve St. Walrick nieuwbouw. Deze mutatie is opgenomen in de toelichting op de balans, onder Vaste activa, gebouwen en terreinen. Dotatie voorziening groot onderhoud Het betreft hier de jaarlijkse dotatie voor de noodzakelijk geachte kosten voor het periodiek onderhoud aan het pand in Leusden. Een en ander volgens het opgestelde onderhoudsplan. In 2010 werden geen onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Kosten Verenigingsterreinen (Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen) Het betreft hier de in 2010 ten behoeve van de Verenigingsterreinen gemaakte kosten die uit de Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen konden worden onttrokken: graafwerk Dwingeloo (€ 3.000); ontwikkelkosten reserveringssysteem (€ 20.000) en nagekomen kosten St. Walrick (€ 8.000). Kosten accommodatie Bij de ‘Kosten accommodatie’ springen met name de Overige kosten accommodatie er uit. Hier is sprake van een aanzienlijke overschrijding van het begrote bedrag. Een en ander hangt nauw samen met 2010. De vele vergaderingen en de Forumdag 2010 zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor deze overschrijdingen ( + € 16.000). De onderhouds- en schoonmaakkosten, de doorberekende huur aan de Scoutshop en de energiekosten bleven daar en tegen ruim binnen de begroting ( - € 5.000).
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
92
Apparaatskosten
De kosten voor ‘Drukwerk- en reproductie’ waren aanzienlijk hoger dan verwacht. Dit doordat in 2010 aanzienlijk meer regulier- en promotioneel drukwerk werd gemaakt om de diverse jubileumactiviteiten extra luister bij te zetten. Deze extra activiteiten hadden ook hogere kosten voor telefoon, porti en vracht, documentatie en (reis)kosten teams, overige apparaatskosten en ook bij de reis- en verblijfkosten tot gevolg. Verder kwamen de Advieskosten aanzienlijk hoger uit, doordat er in 2010 een aantal juridische procedures liepen. Op dit moment lopen er geen juridische procedures. De ‘Wervings- en selectiekosten’ vallen lager uit dan begroot, doordat er geen nieuwe medewerkers op deze wijze behoefden te worden geworven. De kosten voor Activiteiten 2010 bleven ruim binnen de begroting, maar wel namen deze kosten zoals voorzien sterk toe ten opzichte van 2009. Door sterk op de kosten te sturen konden de kosten voor verzekeringen, opleidingen/cursussen en kosten ict worden beheerst. Uitgaven Verenigingsterreinen In de begroting van de vereniging worden de lasten met betrekking tot de verenigingsterreinen altijd als budgettair neutraal opgenomen in de verwachting dat de terreinen en buitencentra hun eigen exploitatie en investeringskosten kunnen opbrengen. Hiertoe is in 2009 de Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen gevormd, dit ter dekking van toekomstige investeringen. Op diverse terreinen is er veel geïnvesteerd. Als bijlage bij deze stukken is daarom verder een fotocollage opgenomen met de voornaamste gerealiseerde zaken. Op Ada’s hoeve is nieuwbouw gerealiseerd die voor een belangrijk deel wordt bekostigd uit daartoe eerder gevormde Bestemmingsreserves. Daarnaast is hiervoor Europese subsidie verkregen. Uit achter de toelichting op de staat van baten en lasten opgenomen overzicht van de ‘Financiën’ blijkt dat de exploitatie van de terreinen per saldo een positief resultaat heeft opgeleverd van € 29.000. Dit positieve resultaat is toegevoegd aan de Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen. Landelijke ledenactiviteiten De 3 jubileumactiviteiten maakten dat de Landelijke ledenactiviteiten – zoals voorzien – in 2010 negatief afsloten. Al konden deze door de eenmalige bijdrage van het Scouting Nederland Fonds wel binnen de begroting blijven.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
93
Voor wat betreft de interne rapportage zijn belangrijke verbeteringen gerealiseerd. Hierdoor kunnen de gerealiseerde resultaten beter worden vergeleken met de opgestelde projectbegrotingen. Om de jubileumactiviteiten in 2010 financieel mogelijk te maken is € 242.000 aan de Bestemmingsreserves ledenactiviteiten onttrokken. Kosten Scouting Magazines en Scoutcard De doorgevoerde upgrade van de Scoutcard is goed ontvangen. Kostenbeheersing heeft ook hier goed gewerkt ( - € 4.000). Door het laten vervallen van een nummer van de Scouting Magazines bleven deze kosten ruim binnen de begroting ( - € 103.000). Incidentele lasten (onvoorzien) De post onvoorzien is aangesproken voor de kosten van de archiefontsluiting van de Vereniging (€ 16.000) en verder voor de volgende eenmalige kosten: vertaling van de statuten, ontvangst van genodigden tijdens de jubileumactiviteiten en een bijdrage voor het Scouting Museum Nederland (Baarn). 6. Toelichting op de mutaties in de bestemmingsreserves Activiteiten 2010 Ook in 2010 is hard gewerkt aan de verschillende onderdelen van het project 2010, zie hiervoor de voortgangsrapportage elders in de stukken. In 2010 is ter dekking van de kosten van het project 2010 een bedrag van € 131.000 (2009: € 362.000)aan de Bestemmingsreserve activiteiten/terrein 2007-2010 onttrokken. Landelijke ledenactiviteiten Jaarlijks wordt het positieve resultaat op de reguliere ledenactiviteiten toegevoegd aan de daartoe gevormde Bestemmingsreserves landelijke ledenactiviteiten ( € 16.000). Om de jubileumactiviteiten in 2010 financieel mogelijk te maken is eenmalig € 242.000 aan de Bestemmingsreserves landelijke ledenactiviteiten onttrokken. ScoutShop Eind 2010 werd besloten de Voorzieningen op de Voorraden op basis van feitelijke incourantheid van de op voorraad liggende artikelen te gaan bepalen, hierdoor viel in 2010 eenmalig een bedrag van € 195.000 vrij. Dit bedrag werd toegevoegd aan een Bestemmingsreserve Voorraadrisico’s Scoutshop. Om de verdere groei van de mobiele Scoutshops te ondersteunen werd een eerder voorzien bedrag (€ 12.000) toegevoegd aan een Bestemmingsreserve Scoutshop-mobiel
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
94
Verenigingsterreinen Ten behoeve van de nieuwbouw op Ada’s hoeve is ten laste van de Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen een nieuwe Bestemmingsreserve Ada’s Hoeve nieuwbouw gevormd van € 160.000. Het positieve exploitatie resultaat van de terreinen en een binnen de Vereniging voor deze terreinen gerealiseerde bate zijn toegevoegd aan de Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen ( € 36.000). Van de voor de nieuwbouw op St. Walrick gevormde Bestemmingsreserve werd het bedrag van de afschrijvingskosten 2010 afgeboekt (€ 53.000). Tenslotte zijn de onder lasten gespecificeerde kosten ten behoeve van de Verenigingsterreinen ( € 31.000) aan de Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen onttrokken. 7. Besluitvorming Het bestuur is tevreden over de financiële positie, temeer daar met uitzondering van één toch aan alle financiële randvoorwaarden is voldaan. Door adequaat te blijven inspelen op de toekomstige ontwikkelingen, vernieuwing van het spelaanbod, te werken aan goede profilering van de Vereniging door deskundigheidsbevordering en actief aan de gang te gaan met groepsontwikkeling zien wij de toekomst met verwachting tegemoet. Aan de landelijke raad wordt voorgesteld om in te stemmen met: • de jaarrekening 2010, bestaande uit de balans per 31 december 2010, staat van baten en lasten 2010 en de toelichting hierop vast te stellen en goed te keuren; • het landelijk bestuur decharge te verlenen voor het in 2010 gevoerde beleid.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
95
9. Accountantsverklaring 2010
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
96
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
97
10. Jaarrekening 2010 Balans per 31 december 2010
31 december 2010
31 december 2009
ACTIVA Vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Ontwikkelkosten
2.184 163 233
2.281 125 2.580
Vlottende activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Geldmiddelen
794 1.397 756
Totaal van de activa
2.406
553 580 834 2.947
1.967
5.527
4.373
PASSIVA Eigen vermogen Algemeen bestemmingreserves
1.632 1.412
Voorzieningen Voorzieningen overige bestemmingen Kortlopende schulden Crediteuren Overige schulden en overlopende passiva
Totaal van de passiva
1.632 1.610 3.044
3.242
253
233
516 1.714
158 740 2.230
898
5.527
4.373
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
98
Staat van baten en lasten over 2010 Begroting 2010
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
BATEN Contributie-opbrengst ScoutShop Advertenties Opbrengst rente en vermogen Bijdragen Scouting Nederland Fonds Bijdragen derden Inkomsten verenigingsterreinen Inkomsten landelijke ledenactiviteiten Indirecte kostendekking t.l.v. projecten Vrijval Voorziening Scoutshop Mobiel Vrijval voorraad Voorzieningen ScoutShop Vrijval Voorziening kampeerterreinen Vrijval nieuwe terreinen Vrijval Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen Diverse baten
2.195 173 105 50 633 500 500 2.910 -
Totaal van de baten
30
2.155 419 81 24 331 865 654 3.691 12 195 -
2.119 295 94 53 266 589 739 162 -
12
378 1 63
7.096
8.439
4.759
Personeelskosten Afschrijvingen Afschrijving St. Walrick nieuwbouw Dotatie voorziening groot onderhoud Kosten terrein St. Walrick renovatie Kosten Verenigingsterreinen (Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen) Kosten ZSN materiaal Kosten accommodatie Apparaatskosten Diverse lasten Uitgaven verenigingsterreinen Uitgaven landelijke ledenactiviteiten Kosten Scouting Magazine en Scoutcard Incidentele lasten
1.494 101 24 -
1.713 93 53 24 31
1.403 96 23 -437 -
44 1.938 20 500 3.250 392 10
55 1.706 23 620 4.010 285 24
2 67 1.235 1 589 713 358 72
Totaal van de lasten
7.773
8.637
4.122
-677
-198
637
LASTEN
Tussen saldo voor bestemming
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
99
Resultaatbestemming Bestemmingen Bestemmingsreserve St. Walrick nieuwbouw Bestemmingsreserve Ada's Hoeve nieuwbouw Bestemmingsreserve landelijke ledenactiviteiten Bestemmingsreserve Scoutshop mobiel Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen Bestemmingsreserve nieuwe terreinen Bestemmingsreserve automatisering Bestemmingsreserve Vooraadrisico's ScoutShop Onttrekkingen Bestemmingsreserve St. Walrick nieuwbouw Bestemmingreserve activiteiten/terrein 2007-2010 Bestemmingsreserve landelijke ledenactiviteiten Bestemming bestemmingsreserve ZSN Materiaal Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen Exploitatie saldo
-
-160 -16 -12 -36 -195
-722 -43 -378 -1 -143 -
85 -
53 131 242 191
285 362 17 2 -
-592
-
16
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
100
Toelichting op de balans per 31 december 2010 ACTIVA
Vaste activa De mutaties in de boekwaarde van de vaste activa blijken uit de hierna opgenomen overzichten. Tevens zijn in deze overzichten ter informatie de cumulatieve aanschaffingskosten ("kostprijs") zichtbaar. Deze kostprijs betreft de aanschaffingskosten van de activa die aan het einde van het jaar nog aanwezig zijn en gebruikt worden. Bij gebouwen wordt deze inclusief de waarde van de grond genomen. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs minus eventuele investeringssubsidies,onder aftrek van afschrijvingen, gebaseerd op een vast percentage van de aanschaffingsprijs. De afschrijvingspercentages zijn bepaald, rekening houdend met de verwachte economische levensduur. De afschrijvingspercentages zijn als volgt: - Terreinen: - Gebouwen: - Verbouwingen: - Telefooncentrale e.d.: - Automatisering: - Inventaris - Boten Zeilschool:
geen afschrijving 2,5 tot 5% per jaar 5 tot 10% per jaar 10% per jaar 33,3% per jaar 20% per jaar 5% per jaar
Totaaloverzicht De recapitulatie van de ontwikkeling in de boekwaarde in het verslagjaar is als volgt: Boekwaarde 31-12-09
Investeringen 2010
Afschrijvingen 2010
Boekwaarde 31-12-10
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur
2.281 125
64 108
16170-
2.184 163
Totaal
2.406
172
231-
2.347
Hierna volgt per categorie een verdere detaillering van de vaste activa. Gebouwen en terreinen De samenstelling van en de ontwikkeling in de boekwaarde in het verslagjaar is als volgt: Boekwaarde 31-12-09 Landelijk niveau Buitenzorg, Baarn Gilwell Ada's Hoeve, Ommen Gilwell Ada's Hoeve (Nieuwbouw) St. Walrick, Overasselt Overige verenigingsterreinen Totaal
Investeringen 2010
Afschrijvingen 2010
777 140 124
2
-77 -10 -13
237
62
64
700 132 111 299
724 279
2.281
Boekwaarde 31-12-10
-53 -8
671 271
-161
2.184
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
101
Inventaris en apparatuur De samenstelling van en de ontwikkeling in de boekwaarde in het verslagjaar is als volgt: Boekwaarde 31-12-09 Landelijk niveau Buitenzorg, Baarn St. Walrick, Overasselt Overige verenigingsterreinen Zeilschool Scouting Nederland
89 4 30
Investeringen 2010
Afschrijvingen 2010
60 3
-47
Boekwaarde 31-12-10 102 3 2 54
-2 -21
45
2
Totaal
125
2
108
-70
163
Opmerkingen: De nieuwbouw voor St. Walrick werd volledig bekostigd uit daartoe gevormde Bestemmingsreserves. De nieuwbouw (€ 722.000) werd in 2009 volledig geactiveerd, onder de gelijktijdige vorming van een Bestemmingsreserve St.Walrick nieuwbouw. Deze nieuwbouw is eind 2009 in gebruik genomen, afschrijving is gestart start met ingang van 2010. De nieuwbouw van Ada's Hoeve is in 2010 geactiveerd en met ingang van 2011 zal daarop ook worden afgeschreven. Hiervoor is een gedeeltelijke Bestemmingsreserve Ada's Hoeve nieuwbouw gevormd. Onder Financiële vaste activa zijn de ontwikkelkosten van de nieuwe spelmaterialen volgens de doorlopende leerlijn opgenomen. Waardering op basis van nominale waarde, onder aftrek van afschrijvingen op basis van vaste bedragen per verkocht artikel.
Boekwaarde 31-12-09 Ontwikkelkosten
Investeringen 2010
Afschrijvingen 2010
273
-40
Boekwaarde 31-12-10 233
Vlottende activa Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen de kostprijs, zijnde inkoopprijs. Eventuele voorzieningen wegens incourantheid zijn op de kostprijs van de voorraden in mindering gebracht. 31-12-10
31-12-09
Handelsvoorraden ScoutShop
794
553
Totaal
794
553
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
102
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een waarde voor oninbaarheid. Deze waardering betekent dat openstaande bedragen - voorzover nodig geacht uit het jaar voorafgaand aan het boekjaar voor 50% en van de jaren daarvoor voor 100% worden voorzien. Onder de Overige vorderingen landelijk niveau is een nog van de Vrienden Loterij (v.h. Sponsor Bingo Loterij) te ontvangen bedrag begrepen van € 400.000. Deze middelen zijn ingezet voor spelontwikkeling, deskundigheidsbevordering en groepsontwikkeling. Hiermee wordt de maatschappelijke meerwaarde en zichtbaarheid van Scouting aanzienlijk vergroot en krijgt de 100 jarige Vereniging goede mogelijkheden voor toekomstige groei, waarbij diversiteit extra wordt benadrukt. De waardering van de overige activa geschiedt tegen de nominale waarde, tenzij in de toelichting bij de betreffende post uitdrukkelijk anders wordt aangegeven. De samenstelling is als volgt: 31-12-10 Leningen en voorschotten Debiteuren: - landelijk servicecentrum - ScoutShop
31-12-09
27
47
87 202
84 175 289
259
- Overige vorderingen landelijk niveau
1.081
274
Totaal
1.397
580
Debiteuren landelijk servicentrum De specificatie is als volgt:
31-12-10
Vorderingen uit: Afgelopen boekjaren Af: voorziening voor oninbaar Balanswaarde
31-12-09
108 -21
106 -22
87
84
Debiteuren Scout Shop De specificatie is als volgt:
31-12-10
31-12-09
Depothouders/verkooppunten Postorders
77 135
127 56
Af: voorziening voor oninbaar
212 -10
183 -8
Balanswaarde
202
175
Geldmiddelen De geldmiddelen zijn vermeld op basis van de nominale waarde. Opgemerkt zij dat de drie hoofdrekeningen waarover het betalingsverkeer van de Vereniging loopt - te weten twee Postbank- en een ING-rekening - in een fiat- en rente-stelsel zijn opgenomen, waardoor de rente-opbrengsten worden geoptimaliseerd en het betalingsverkeer gestroomlijnd. Hetzelfde geldt voor de Rabo-rekeningen van de Vereniging en die van de Terreinen.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
103
PASSIVA Eigen vermogen Stand per 31-122009 Algemeen 1.632 Bestemmingsreserve Scoutshop mobiel Bestemmingsreserve landelijke 196 ledenactiviteiten (risico) Bestemmingsreserve ledenactiviteiten 124 (volgende editie) Bestemmingsreserve activiteiten/terrein 131 2007-2010 Bestemmingsreserve nieuwe terreinen 41 Bestemmingsreserve St. Walrick 722 nieuwbouw Bestemmingsreserve Ada's Hoeve nieuwbouw Bestemmingsreserve 355 Verenigingsterreinen Bestemmingsfonds Verenigingsterreinen 23 inzake Jisp Bestemmingsreserve ZSN materiaal 11 Bestemmingsreserve Gillwell materiaal 7 Bestemmingsreserve Voorraadrisico's ScoutShop Totaal 3.242
bij
af
Vrijval
Stand per 31-122010
12 9
-205
1.632 12 -
7
-37
94
-131
-
-53
41 669
160 36
160 -191
200 23
195 419
-617
-
11 7 195 3.044
Een bestemmingsreserve wordt gevormd voor een wenselijk geachte toekomstige uitgave en is een geoormerkt deel van het eigen vermogen. Mutaties op bestemmingsreserves worden met ingang van 2009 volledig verwerkt via resultaatbestemming. Algemeen Het gaat hier om het eigen vermogen dat niet is bestemd, maar voor afdekking van risico's is. Bestemmingsreserve Scoutshop mobiel Deze Reserve is gevormd met het oog op de aanschaf van nieuwe mobiele ScoutShops.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
104
Bestemmingsreserve landelijke ledenactiviteiten (risico) Zoals besloten in de landelijke raad van december 2001 wordt het verlies van een jaarlijkse activiteit ten laste gebracht van de 'bestemmingsreserve landelijke ledenactiviteiten" en wordt het overschot van een activiteit voor 50% aan deze bestemmingsreserve toegevoegd en de overige 50% gereserveerd voor de volgende editie van dezelfde activiteit. Om de jubileumactiviteiten mogelijk te maken is besloten eenmalig € 205.000 (2009: € 199.000) te onttrekken
2010 activiteit
HIT Gilwell Jota LSW LSZW Beverdoedag JubJam Scouts2Day Bijdrage Scouting Nederland Fonds Totaal
Inkomsten
162 9 5 27 4 67 2.691 626 100 3.691
Van reserve
uitgaven
2 2 1 2 30
37
resultaat
-156 -8 -5 -25 -3 -77 -2.805 -931
8 3 3 3 -10 -84 -305 100
-4.010
-282
Mutatie reserve
voor volgende editie 4 2 2 1
4 1 1 1
-205
-196
7
Bestemmingsreserve activiteiten/terrein 2007-2010 Scouting Nederland bereidt een breed scala aan landelijke activiteiten voor die te maken hebben met het 100 jarig bestaan van scouting (internationaal) in 2007 en in 2010 van scouting in Nederland. Vanwege de kosten in het kader van het Project 2010 die op de exploitatie van Scouting Nederland drukken is in 2010 een bedrag van € 131.000 (2009:€ 362.000) aan deze Reserve onttrokken. Bestemmingsreserve nieuwe terreinen In 2008 is overeenkomstig de nieuwe uitgangspunten Financiën Verenigingsterreinen een Bestemmingsreserve Nieuwe terreinen gevormd. Deze zal worden gebruikt bij het realiseren van nieuwe kampeervoorzieningen. Bestemmingsreserve St. Walrick nieuwbouw De nieuwbouw van St. Walrick(€ 722.000) werd in 2009 volledig geactiveerd, onder de gelijktijdige vorming van de Bestemmingsreserve St. Walrick nieuwbouw. Bestemmingsreserve Ada's Hoeve nieuwbouw De nieuwbouw van Ada's Hoeve(€ 299.000) werd volledig geactiveerd, onder de gelijktijdige vorming van de Bestemmingsreserve Ada's Hoeve nieuwbouw. Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen In 2009 gevormd, zal worden gebruikt voor toekomstige investeringen in Verenigingsterreinen. Het resultaat van de Verenigingsterreinen zal ten gunste of ten laste van deze Bestemmingsreserve worden gebracht. Bestemmingsfonds Verenigingsterreinen inzake Jisp In 2009 gevormd, heeft betrekking op een legaat inzake Jisp. Bestemmingsreserve ZSN/Gilwell-materiaal Deze Reserve is gevormd met het oog op toekomstige investeringen in materialen van Gillwell en de Zeilschool.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
105
Bestemmingsreserve Voorraadrisico's ScoutShop Deze Reserve is gevormd met het oog op toekomstige Voorraadrisico's van de ScoutShop, anders dan uit incourantheid. Voorziening overige bestemmingen De voorziening worden tegen nominale waarde gewaardeerd. Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Stand per 31-122009
Dotatie
Onttrokken
bij
af
Voorziening groot onderhoud landelijk servicecentrum Voorzieningen kampeerterreinen Voorziening reorganisatie
105
24
74 54
5
Totaal
233
29
Vrijval
Stand per 31-122010 -
129 79 45
-9 -9
-
253
Voorziening groot onderhoud landelijk servicecentrum Het betreft een voorziening voor groot onderhoud aan het landelijk servicecentrum dat wordt uitgevoerd conform een onderhoudsplan. Voorziening Kampeerterreinen Deze post betreft het totaal van de voorzieningen van de verenigingsterreinen o.a.voor groot onderhoud en calamiteiten. De voorziening is in 2009 terug gebracht tot de onderhoudsverplichtingen van de Verenigingsterreinen volgens plan. Voorziening reorganisatie Deze post is gevormd ten laste van de van het ministerie van VWS ontvangen afbouwsubsidie, en wordt aangewend voor o.a. de wachtgeldverplichtingen die voortvloeien uit de reorganisatie.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
106
Kortlopende schulden Crediteuren 31-12-10
31-12-09
landelijk niveau
516
158
Totaal
516
158
Opmerkingen : onder de post landelijk niveau is per 31 december 2010 een bedrag aan schulden aan de belastingdienst groot € 141.000 (2009: € 78.000). Overige schulden en overlopende passiva De waardering van de overige passiva geschiedt in het algemeen tegen nominale waarde, tenzij in de toelichting bij de betreffende post uitdrukkelijk anders wordt aangegeven. De samenstelling is als volgt:
31-12-10
31-12-09
Rekening-courant Stichting Scouting Nederland Fonds Overige verplichtingen landelijk niveau/ScoutShop Verplichtingen kampeerterreinen Vakantiedagen reserve
512 1.058 116 28
144 478 85 33
Totaal
1.714
740
Vakantiedagen reserve Het gaat hier om de waarde van de niet opgenomen vakantiedagen per 31 december van het boekjaar tegen het werkelijke salaris van de betrokken medewerkers.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
107
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2010 De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Bij de berekening van het resultaat worden te verwachten verliezen verantwoord ten laste van het jaar waarin ze voorzienbaar worden. Begroting 2010
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
BATEN Contributie-opbrengst Contibutiegegevens: Gemiddeld aantal jeugdleden Gemiddeld aantal kaderleden
85.000 27.000
83.939 26.406
87.000 25.000
112.000
110.345
112.000
Contributie per lid
20,00
20,00
19,50
Contributie-opbrengst Kortingen op contributie
2.240 -45
2.207 -52
2.184 -45
2.195
2.155
2.139
Totaal leden
Begroting 2010
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
Winstbijdrage Scout Shop Brutowinst op goederen
830
1.162
1.066
Kosten: Personeelslasten Afschrijving ontwikkelkosten Huisvestingslasten Algemene kosten Verkoopkosten
279 73 123 182
291 40 49 143 220
270 52 150 299
Totaal
657
743
771
Winstbijdrage ScoutShop
173
419
295
De ScoutShop is BTW en vennootschapsbelasting plichtig. De BTW wordt per verkocht item berekend, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende btw tarieven voor de verschillende producten. De vennoot schapsbelasting is berekend over het resultaat, rekening houdend met bestaande belastingfaciliteiten. Begroting 2010 Advertentie inkomsten totaal boekjaar
Werkelijk 2010
105
81
Werkelijk 2009 94
De advertentie werving is uitbesteed aan derden die op basis van een commissie werken. De weergegeven inkomsten zijn de netto bedragen die de vereniging ontvangt.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
108
Begroting 2010 Opbrengst rente en vermogen Rente boekjaar
Werkelijk 2010
50
Werkelijk 2009
24
53
De rentevergoedingen van de ScoutShop en de rente vergoedingen op de banksaldo's van de vereniging minus de rentelasten over de reserves van de verenigingsterreinen.
Begroting 2010 Bijdragen Scouting Nederland Fonds totaal boekjaar
633
Begroting 2010 Bijdragen derden totaal boekjaar
Werkelijk 2010 331
Werkelijk 2010
500
Werkelijk 2009 266
Werkelijk 2009
865
-
In de verslagperiode is aan bijdragen derden ook een bedrag van € 600.000 verantwoord dat door de Vrienden Loterij (v.h. Sponsor Bingo Loterij) werd toegezegd. Hiervan werd in 2010 € 200.000 ontvangen. Deze middelen zijn ingezet voor spelontwikkeling, deskundigheidsbevordering en groepsontwikkeling. Hiermee wordt de maatschappelijke meerwaarde en zichtbaarheid van Scouting aanzienlijk vergroot en krijgt de 100 jarige Vereniging goede mogelijkheden voor toekomstige groei, waarbij diversiteit extra wordt benadrukt.
Begroting 2010 Diverse baten algemeen
Werkelijk 2010
30
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
12
Werkelijk 2009 63
109
Begroting 2010
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
LASTEN Personeelskosten Directie, OR en stafafdeling Support en Advies Communicatie Service en Beheer Overige personeelskosten Totaal kosten formatie landelijk servicecentrum
218 352 185 684 55
196 416 198 825 78
201 351 193 586 72
1.494
1.713
1.403
Begroting 2010 Afschrijvingen Afschrijving landelijk niveau Automatisering Totaal
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
85 16
86 7
85 11
101
93
96
Begroting 2010
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
Dotaties Dotatie voorziening groot onderhoud
24
24
23
Totaal
24
24
23
Begroting 2010 Kosten accommodatie Onderhouds- en schoonmaakkosten Energiekosten Belastingen en heffingen Overige kosten accommodatie Aan de ScoutShop in rekening gebrachte huur Totaal
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
45 28 7 10 -46
42 25 7 26 -45
41 35 7 29 -45
44
55
67
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
110
Begroting 2010 Apparaatskosten Verzekeringen Opleidingen en cursussen Kantoorbehoeften Drukwerk- en reproduktiekosten Telefoon, porti en vracht Documentatie en abonnementen (Reis) kosten vrijwilligers, teams en commissies Vergoeding enrepresentatie Bestuur, Landelijke Raad Reis- en verblijfskosten Wervings- en selectiekosten Advieskosten Bijdragen aan organisaties, internationale contributies Kosten accountant Kosten ICT V.O.G. landelijke vrijwilligers Overige apparaatskosten Activiteiten 2010 Totaal
137 15 3 100 85 16 40 35 25 5 6 150 24 55
Werkelijk 2009
20 1.223
128 12 2 135 91 21 42 34 28 1 37 150 24 52 24 925
13 115 23 35 37 583
1.938
1.706
1.235
Begroting 2010 Diverse lasten Overige kosten
Werkelijk 2010
Werkelijk 2010
132 20 3 72 76 18 43 43 22
Werkelijk 2009
20
23
1
20
23
1
Begroting 2010
Werkelijk 2010
Werkelijk 2009
Kosten bladenpakket Externe kosten bladen Scoutcard
350 42
247 38
280 78
Totaal
392
285
358
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
111
Verenigingsterreinen/Buitencentra
Financiën
Werkelijk 2010 inkomst uitgaven en
werkelijk 2009
resultaat
Scoutingkampeerterrein het Naaldenveld, Bentveld Scoutcentrum Buitenzorg, Baarn Dwars in de weg, Brouwershaven Scoutingkampeerterrein Dwingeloo Scoutingkampeerterrein Eerde, Ommen Scoutingkampeerterrein Spelderholt, Hoenderloo De goede verwachting, Jisp Buitencentrum Gilwell Ada’s Hoeve, Ommen Achter ’t Heezerenbosch, Heeze Scoutingkampeerterrein St. Walrick, Overasselt Scoutcentrum Harderhaven Malpiesche Bergen, Valkenswaard
55 203 2 22 15 9 9 139 12 130 45 8
54 200 7 28 11 5 15 113 13 118 48 8
1 3 -5 -6 4 4 -6 26 -1 12 -3 -
-10 12 -4 6 3 3 3 37 -1 8 2 4
Totaal
649
620
29
63
De resultaten van de terreinen zijn in ieder terrein afzonderlijk verwerkt in de reserves. Deze reserves zijn noodzakelijk om investeringen op de terreinen te kunnen doen die noodzakelijk zijn voor het behoud van de terreinen.
Overzicht overnachtingen (in aantallen)
2010
2009
Scoutingkampeerterrein het Naaldenveld, Bentveld Scoutcentrum Buitenzorg, Baarn Dwars in de weg, Brouwershaven Scoutingkampeerterrein Dwingeloo Scoutingkampeerterrein Eerde, Ommen Scoutingkampeerterrein Spelderholt, Hoenderloo De goede verwachting, Jisp Buitencentrum Gilwell Ada’s Hoeve, Ommen Achter ’t Heezerenbosch, Heeze Scoutingkampeerterrein St. Walrick, Overasselt Scoutcentrum Harderhaven Scoutingkampeerterrein Malpiesche Bergen, Valkenswaard
16.002 19.139 633 4.910 3.733 2.614 1.498 20.517 4.951 15.166 3.797 3.966
16.521 18.714 1.674 7.544 3.004 2.801 1.266 19.671 5.890 14.753 4.474 5.750
Totaal aantal overnachtingen verenigingsterreinen/buitencentra
96.926
102.062
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
112
11. Begroting 2011 en toelichting Begroting 2011 Begroting met Groepsontwikkeling (in duizenden euro's)
Baten Contributieopbrengst Lening SNF overbrugging 2011, Groepsontw. ScoutShop Advertenties Opbrengst rente en vermogen Bijdragen Scouting Nederland Fonds Bijdrage SNF (regio's en groepen) voor Groepsontw. Bijdragen derden Inkomsten verenigingsterreinen Inkomsten landelijke ledenactiviteiten Indirecte kostendekking t.l.v. projecten Vrijval nieuwe terreinen Vrijval Voorziening kampeerterreinen Diverse baten
Begroting 2011
2.218 416 337 85 20 206
Begroting 2010
Prognose 2010
Werkelijk 2009
2.195
2.195
2.119
173 105 50 633
325 80 30 378
295 94 53 266
64 0 600 2.476 0 0 0 30
500 500 2.910 0 0 0 30
920 500 3.427 0 0 0 30
0 589 739 162 1 378 63
Totaal van de baten
6.452
7.096
7.885
4.759
Lasten Personeelskosten Afschrijving/dotatie voorzieningen Kosten terrein St. Walrick renovatie Kosten ZSN materiaal Kosten accommodatie Apparaatskosten Diverse lasten Uitgaven verenigingsterreinen Uitgaven landelijke ledenactiviteiten Kosten Scouting Magazine en Scoutcard Incidentele lasten
1.812 128 0 0 60 986 13 600 2.476 367 10
1.494 125 0 0 44 1.938 20 500 3.250 392 10
1.657 125 0 0 51 1.644 20 500 3.812 392 10
1.403 119 -437 2 67 1.235 1 589 713 358 72
Totaal van de lasten
6.452
7.773
8.211
4.122
Tussen saldo voor bestemming
0
-677
-326
637
Bestemmingsreserve nieuwe terreinen Bestemmingsreserve Verenigingsterreinen Bestemmingsreserve automatisering Bestemmingsreserve activiteiten/terrein 2007/2010 Bestemmingsreserve St. Walrick Bestemmingsreserve landelijke ledenactiviteiten Bestemmingsreserve ZSN Materiaal
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 85 0 0 0
0 0 0 130 0 196 0
-1 -378 -143 362 -437 -26 2
Exploitatieresultaat
0
-592
0
16
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
113
(in duizenden euro's)
Begroting Begroting 2011 2010
Gemiddeld aantal juniorleden
84.000
85.000
85.000
85.412
Gemiddeld aantal kaderleden
28.000
27.000
27.000
25.877
Aantal leden
112.000
112.000
112.000
111.289
Contributie
Prognose 2010
Werkelijk 2009
Contributie per lid (in euro) Contributieopbrengst Betalingskorting op contributie
20,25 2.268 -50
20,00 2.240 -45
20,00 2.240 -45
19,50 2.170 -51
Totaal
2.218
2.195
2.195
2.119
Personeelskosten (in duizenden euro's)
Directie, OR en stafafdeling Support en Advies Communicatie Service en Beheer Overige personeelskosten Coaches Secretariaat ICT Extra formatie op 5 succesfactoren
Afschrijving/dotatie voorzieningen (in duizenden euro's)
Afschrijvingen Landelijk servicecentrum Afschrijvingen automatisering Dotatie fonds onderhoud
Kosten accommodatie (in duizenden euro's)
Onderhouds- en schoonmaakkosten Energiekosten Belastingen en heffingen Overige kosten accommodatie Doorberekend aan ScoutShop
Begroting Begroting 2011 2010
Prognose 2010
Werkelijk 2009
312 354 140 535 55 96 32 160 128
218 352 185 684 55
363 352 250 622 70
201 351 193 586 72
1.812
1.494
1.657
1.403
Begroting Begroting 2011 2010
Prognose 2010
Werkelijk 2009
86 18 24
85 16 24
85 16 24
85 11 23
128
125
125
119
Begroting Begroting 2011 2010
Prognose 2010
Werkelijk 2009
45 28 7 29 -46
45 28 7 10 -46
40 28 7 22 -46
41 35 7 29 -45
63
44
51
67
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
114
Kosten bladenpakket (in duizenden euro's)
Begroting Begroting 2011 2010
(Externe) kosten Scouting Magazine Scoutcard
325 42
350 42
350 280 42 78
367
392
392 358
Apparaatskosten (in duizenden euro's) Verzekeringen Bureau opleidingen/cursussen Kantoorbehoeften Drukwerk- en reproductiekosten Telefoon, porti en vracht Documentatie en abonnementen (Reis)kosten teams, cie.'s en vrijwilligers Verg.- en representatie bestuur, land.raad Reis- en verblijfskosten Wervings- en selectiekosten Advieskosten Bijdragen aan org. int. contributies Kosten accountant Kosten ict Overige apparaatskosten Project 2010 Extra werkbudget Groepsontwikkeling
Begroting Begroting 2011 2010
Prognose 2010
Prognose 2010
Werkelijk 2009
Werkelijk 2009
139 15 3 100 85 16 40 35 25 5 5 150 24 55 20 206 64
137 15 3 100 85 16 40 35 25 5 6 150 24 55 20 1223
137 15 4 130 100 20 41 35 28 2 30 150 24 55 22 851
132 20 3 72 76 18 43 43 22 0 13 115 23 35 37 583
986
1.938
1.644
1.235
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
115
Toelichting op de begroting 2011 Inleiding Bijgaand treft u de basisbegroting aan, aangevuld met een extra begrotingpost voor Groepsontwikkeling. Om de aanvullende begrotingspost voor Groepsontwikkeling sluitend te krijgen is een extra bijdrage in de contributie nodig ad € 2,50 per lid per jaar m.i.v. 1 januari 2012, en nog eens € 2,50 per lid per jaar m.i.v. 1 januari 2013. Een besluit hierover is genomen op (en door) de landelijke raad in december 2010. Basisbegroting 2011 De basisbegroting 2011 is gebaseerd op de formatie van het landelijk servicecentrum (LSC) vóór Project 2010, met een beperkte uitbreiding ten behoeve van ICT. De formatie van het LSC bestond voor de start van Project 2010 uit 27,5 fte, gebaseerd op ‘zelfstandig spoorzoeken’ in 2005 (26 fte) en na goedkeuring door de landelijke raad daarna uitgebreid met 1,5 fte ten behoeve van communicatie en HRM. Extra formatie ICT in basisbegroting Indien wordt gekozen voor niet investeren in Groepsontwikkeling, is de logische stap terug te gaan naar het ondersteuningsniveau van voor de periode Project 2010 (2006). Een voorbehoud wordt gemaakt ten aanzien van de inzet van ICT. Na de beëindiging van de rijkssubsidie in 2004 is, onder andere met behulp van de afbouwsubsidie, extra ingezet op de ontwikkeling van ICT. In eerste instantie is het basis ledenregistratiesysteem ontwikkeld, later verder uitgebreid met diverse toepassingen. De ontwikkelingen in de afgelopen jaren laten zien dat een systeem gebouwd is dat de vereniging veel mogelijkheden biedt om processen te vereenvoudigen. Het gebruik van internet en de ontwikkelde systemen is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Deze ontwikkelingen passen bij een actuele jeugd- en jongerenorganisatie. Om dit mogelijk te maken, is de afgelopen jaren projectmatig 4 tot 5 fte aan ontwikkelkracht ingezet. Samen met een team van ongeveer 80 vrijwilligers, die onder andere bij het implementeren, testen en beheer actief zijn. De afbouwsubsidie van de overheid, welke met name hiervoor benut is, is gebruikt. In zelfstandig spoorzoeken werd uitgegaan van 1 fte aan ontwikkelkracht op het LSC en 0,5 FTE voor systeembeheer. Om te kunnen voldoen aan de wensen in het meerjarenbeleid 2011-2015 is het, ook zonder te investeren in Groepsontwikkeling, noodzakelijk om de ontwikkelcapaciteit van ICT op sterkte te houden. Verdere doorontwikkeling van de vacaturebank, onder andere richting regio’s, opzet van e-learningmodules, verwerking van de competentiesystematiek, mogelijk maken van nieuwsbrieven online en opzet van jeugdwebsites vragen blijvende inzet in ontwikkeling en onderhoud. Teruggaan naar 1 fte ontwikkelcapaciteit voor ICT in de basisbegroting brengt de continuïteit en de verdere ontwikkeling van de vernieuwingen, met name voor Scouting Academy (e-learning, modules, registratie competenties), in gevaar. In de basisbegroting is daarom 1,5 fte extra aan vaste formatie opgenomen om door te kunnen gaan met deze ontwikkelingen en ondertussen ook het minimale aan kwaliteitsonderhoud van het systeem te kunnen doen. Dit laatste heeft betrekking op het gegeven dat Scouting een eigen systeem heeft gebouwd waar heel veel capaciteit in zit en door de uitbreidingen goed onderhouden moet worden. Het tempo van ontwikkelingen zal hierbij lager liggen dan in de periode 2008-2010.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
116
De landelijke raad wordt gevraagd in stemmen met een basisformatie van 29 fte, hetgeen een verhoging betekent van 1,5 fte ten opzichte van de periode voor project 2010. Toelichting op de gegeven getallen in de basisbegroting 2011: Baten: De contributie, gebaseerd op 112.000 leden, geïndexeerd met 1.2, wordt € 20,25 per lid. De te verwachten betalingskorting bedraagt € 50.000. De totale baten komen hiermee op € 2.218.000. De ledenaantallen blijven dalen, maar de contributies in 2011 worden berekend op basis van de ledenaantallen in 2010. De ScoutShop genereert de afgelopen jaren meer omzet, onder andere door de nieuwe producten en materialen. Het is de verwachting dat deze groei zich doorzet in 2011. De begroting voor 2010 is zeer behoudend, omdat men toen nog grote onzekerheid had ten aanzien van de vernieuwde Scoutfit en wat de invloed van de oude voorraden zou zijn op het resultaat. De advertentieopbrengsten zijn conform de verwachtingen in 2010. Opbrengst rente en vermogen wordt lager ingeschat dan voorgaande jaren omdat de reserves teruggelopen zijn en daarmee het vermogen van de vereniging is afgenomen. De bijdrage vanuit het Scouting Nederland Fonds (€ 206.000) betreft de dekking van de ontwikkelkosten vanuit Project 2010 die nog in 2011 plaatsvinden. Bijdragen derden staat nu op 0. Het uitgangspunt is om waar mogelijk financiering door derden te laten plaatsvinden door middel van subsidies en fondsen. Inkomsten verenigingsterreinen sluit aan bij de gerealiseerde inkomsten in 2009. Voor 2010 was de verwachting gebaseerd op de (lagere) resultaten van 2008. De inkomsten landelijke ledenactiviteiten zijn gebaseerd op twee grote evenementen in 2011: de Scout In en de WJ2011. Lasten De personeelskosten zijn opgehoogd met € 96.000 voor de gevraagde extra ICT formatie. Kosten accommodatie zijn hoger dan voorheen, doordat de afgelopen jaren relatief goedkoop gebruik gemaakt is van het ROC voor de Forumdag en LR-vergaderingen. De huurprijzen zijn echter in 2011 marktconform geworden. Personeelskosten De kosten voor directie, OR en staf zijn hoger dan in de begroting 2010, doordat de adjunct-directeur in 2010 verrekend werd in de post service & beheer. In de begroting 2011 (en in de prognose 2010) is dit gecorrigeerd. De extra formatie voor ICT staat bij service & beheer. In 2010 was service & beheer een hogere door incidentele personeelslasten. Kosten bladenpakket In het kader van het project 2010 is het aantal bladen in 2008 verhoogd van vier naar zes bladen per jaar voor de duur van drie jaar . Onderzocht is of de advertentie-inkomsten van de vernieuwde bladen dusdanig konden toenemen, dat vanaf 2011 de frequentie kon worden voortgezet met minder eigen middelen. Onder andere als gevolg van de crisis is dit niet gelukt. Het voornemen is vanaf 2011 de magazines daarom weer vier keer per jaar uit te geven. In de periode 2008-2010 werd een deel van
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
117
de kosten voor de uitgave van de magazines vanuit de projectbegroting 2010 gedekt. Deze kosten zijn nu meegenomen in de begroting van de magazines waardoor het bedrag hoger is ten opzichte van voorgaande jaren. Apparaatskosten Hier zijn nog kosten opgenomen ten behoeve van de projecten 2010 die in 2011 doorlopen. Begroting 2011 met Groepsontwikkeling: In het meerjarenbeleid 2011-2015 wordt de wens geuit extra in te zetten op ondersteuning van groepen door middel van het programma Groepsontwikkeling. De hierbij behorende begroting gaat uit van de basisbegroting, vermeerderd met extra fte’s die noodzakelijk zijn om Groepsontwikkeling mogelijk te maken. Het gaat hierbij niet alleen om de aanstelling van extra medewerkers in het primaire proces als coaches, maar ook om het investeren in het ondersteuningsapparaat en daarmee de werkzaamheden mogelijk te maken. Voor 2011 wordt hierbij uitgegaan van 1,5 fte voor coaches en 5 fte voor de BackOffice. Het gaat hierbij om extra formatie op het gebied van de vijf succesfactoren uit Groepsontwikkeling, voor secretariële ondersteuning in verband met alle afspraken die gepland moeten worden en om extra 1 formatie voor ICT, specifiek ten behoeve van Groepsontwikkeling (bovenop de capaciteit in de basisbegroting). Voor de uitbreiding van formatie wordt aan de leden een extra bijdrage vanuit de contributie gevraagd. Een aanvulling daarop wordt beschikbaar gesteld vanuit het Scouting Nederland Fonds (fonds loterijen en donateurs). Vanuit de Nationale Scoutingloterij en de donateurs ontvangt het fonds jaarlijks € 270.000. Het landelijk bestuur is voornemens hiervan maximaal € 160.000 per jaar aan extra benodigd werkbudget en toevoeging op de formatie vanuit het fonds beschikbaar te stellen ten behoeve van Groepsontwikkeling. Het overige bedrag is noodzakelijk voor eventuele afname van de jaarlijkse inkomsten op dit fonds en voor de aanvulling van de uitgaven voor fondsaanvragen van groepen en regio’s. In 2011 wordt in dit kader € 64.000 vanuit het fonds beschikbaar gesteld. Toelichting op de gegeven getallen: Baten: Lening uit het Scouting Nederland Fonds voor Groepsontwikkeling. Wanneer de LR positief besluit over de € 5,- extra bijdrage per lid, gaat deze verhoging in per 2012 met € 2,50 en per 2013 met € 5,-. Om 2011 te overbruggen en een start te kunnen maken met Groepsontwikkeling stelt het Scouting
1
• • • •
ICT ten behoeve van Groepsontwikkeling Aanpassen vragenlijsten onderzoek plus uitwerking werkprocessen in nieuwe situatie, gebruik makend van de ervaringen in de pilots. QuestBack hiervoor te blijven gebruiken en dit te koppelen aan SOL. Ontwikkelen benchmarkmodule kwaliteitsinstrument (ICT). Klantvraagvolgsysteem (ICT) en aansluiting ondersteuning regio/landelijke organisatie. Het ontwikkelen van een module in SOL voor groepen, regio’s en het land in data en visueel informatie en ontwikkelingen bij groepen zichtbaar te maken, waaronder specifieke basisdata groepen, historisch ledenverloop van de groep en per speltak in grafiek, overzicht over in en uitstroom van jeugd- en kaderleden en de duur van hun lidmaatschap–,informatie over de stand van zaken rond Scouting Academy, het marktaandeel groep en gemeente en de status ondersteuningsvragen (klantvraagvolgsysteem).
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
118
Nederland Fonds het benodigde bedrag als lening beschikbaar. Het aflossen van de lening (over de periode 2012-2015) is voorzien in de extra inkomsten. Bijdrage Scouting Nederland Fonds: naast de bijdrage van het fonds voor Project 2010 (zoals weergegeven bij de basisbegroting) betreft dit het bedrag dat beschikbaar gesteld wordt ten behoeve van Groepsontwikkeling (€ 64.000). Dit bedrag is bij de lasten verwerkt in de apparaatkosten). De landelijke raad heeft de begroting 2011 mét Groepsontwikkeling en inclusief de 1,5 fte voor ICT in de vaste formatie, goedgekeurd.
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
119
12. Overzicht investeringen Verenigingskampeerterreinen Verenigingskampeerterreinen 2010 Scoutingkampeerterrein Dwingeloo
Nieuwe kampeerplekken n.a.v grondruil: € 3473,-
Nieuwe meterkast: € 4247,-
Nieuwe geiser: € 2433,-
Scoutingkampeerterrein De Malpiesche Bergen
Nieuwe keukentent: € 1829,Reserveringssysteem
€ 40.000,-
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
120
Scoutcentrum Buitenzorg
Nieuwe koelkast
Infiltratie bij de tappunten Bijdrage Polakfonds
Internet Blauwe Vogelhuis
Vernieuwen rioolpomp
Nieuwe vuurschaal bij kampvuurkuil
Nieuwe paaltjes langs paden Bijdrage Oranjefonds in kader van NL DOET
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
121
Scoutingkampeerterrein Jisp
Nieuw toiletgebouw: € 27.088,Bijdrage fondsen: € 20.000,-
Aanleg IBA – Gemeente Wormerland
Drijvende steiger Bijdrage Polakfonds
Buitencentrum Gilwell Ada’s Hoeve
Herinrichting voorterrein en plaatsen nieuwe opslaghokken
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
122
De herinrichting maakt deel uit van het project ‘Ontmoeten en doen op Gilwell Ada’s Hoeve’. Dit project wordt mede gefinancierd vanuit Leader, het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, de provincie Overijssel en de gemeente Ommen. Totale projectkosten : € 532.781 Bijdrage Leader : € 199.200 Bjjdrage Zonnige Jeugd : € 15.000 Eigen werkzaamheid : € 54.392
Agendapunt 10a – Bestuursverslag en jaarrekening over het jaar 2010
123
Agendapunt 10b
Jaarrekening SNF
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
124
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
125
Stichting Scouting Nederland Fonds, Leusden (alle bedragen in euro's)
Jaarrekening 2010
Balans per 31 december 2010
31/12/2010
31/12/2009
3.630.000 16.039 -29.946 1.036.099 10.917
4.190.000 29.208 -28.834 179.780
4.663.109
4.370.154
Vorderingen/Overlopende activa Nog te ontvangen rente Project ‘Aankoop Nationaal Scoutingterrein’ R/C Vereniging Scouting Nederland
129.870 44.500 512.474
257.934 144.883
Totaal
686.844
402.817
Liquide middelen Banksaldo
3.782.814
4.302.612
Totaal
9.132.767
9.075.583
Activa Beleggingen Obligaties tegen nominale waarde Boekwaarde agio Voorziening wegens lagere marktwaarde Aandelen Liquiditeiten bij Kempen & Co/Schretlen & Co
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
126
Passiva Weerstandsvermogen
3.370.353
3.300.090
Fondsen Rente Fonds Fonds duurzame investering Fonds Groepen en Regio's (donateurs) Goutfonds Fonds ontwikkelingssamenwerking Fonds vrij te besteden bedragen
2.120.870 2.412.984 502.052 61.008 121.902 529.267
2.076.655 2.412.984 532.552 59.932 129.855 536.159
5.748.083
5.748.137
Reserve project groepsvereniging Schulden op korte termijn Nog te betalen posten
Totaal
-
26.010
14.331
1.346
9.132.767
9.075.583
31/12/2010
31/12/2009
95.845 54.619 240.995 8.056 160.621 -13.321 -1.112 58.897 1.176 81.829
90.183 153.738 171.282 3.331 200.864 -14.654 267.620 -131.311 -
687.605
741.053
Staat van baten en lasten over 2010 (alle bedragen in euro's)
Baten Donaties Rente Opbrengst Scoutingloterij Sponsorloterij Bruto rente-opbrengst Afschrijving betaald agio Afwaardering naar lagere marktwaarde Transactieresultaten Dividenden Koersresultaat aandelen
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
127
Lasten Loonkosten Kosten loterijen/begunstigers Kosten regio's en groepen Diversen Kosten project groepsvereniging Kosten Goutfonds Kosten Fonds Ontwikkelingssamenwerking Beheervergoeding Provisie Vermogensbeheer
55.655 19.677 30.500 4.249 76.268 200 10.736 14.418 717
53.338 5.927 5.700 64 57.556 2.200 12.295 895
Totaal kosten
212.420
137.975
Batig saldo
475.185
603.078
10.736 30.500 200 26.010 6.892
2.200 5.700 57.556 -
74.338
65.456
1.276 2.783 70.263 44.215 -
711 1.566 39.131 24.624 336.784 -
118.537
402.816
Bijdrage Scouting Nederland Fonds inzake 2010 Vereniging Scouting Nederland 2010 (honderd jaar Scouting)
430.986
265.718
Batig saldo
475.185
603.078
Onttrekking Ten laste van Rentefonds Ten laste Fonds Ontwikkelingssamenwerking Ten laste van Fonds groepen en regio's Ten laste Goutfonds Ten laste van Reserve project groepsvereniging Ten laste Fonds vrij te besteden bedragen
Bestemming Fonds groepen en regio's Rente Goutfonds Rente Fonds Ontwikkelingssamenwerking Indexering Weerstandsvermogen indexering Rentefonds Fonds vrij te besteden bedragen Reserve project groepsvereniging
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
128
Algemeen In 2010 heeft het fonds wederom een grote bijdrage geleverd aan Scouting Nederland, een deel van het resultaat – namelijk de opbrengst donateurs minus de daarbij horende kosten en de opbrengst van de Scouting Nederland Loterij – is bestemd voor de ondersteuning van Project 2010. Verder werd eenmalig € 100.000 bestemd voor de in 2010 gehouden jubileumevenementen in het kader van 100 jaar Scouting in Nederland. Het resultaat in 2010 was niet toereikend voor deze bijdrage en derhalve is € 6.892 onttrokken aan het ‘Fonds vrij te besteden bedragen’. De rente-inkomsten op deposito’s/spaargelden zijn door de lage rentestand aanzienlijk lager dan in 2009. Halverwege 2010 is het beheer van de beleggingsportefeuille van de stichting overgedragen aan Schretlen & Co. Ook heeft het bestuur besloten onder voorwaarden een gedeelte van de portefeuille in aandelen te gaan beleggen. Toelichting op de balans per 31 december 2010 Activa Beleggingen In 2009 waren de beleggingen uitsluitend risicomijdend belegd, met name in obligaties met een zeer laag risicoprofiel. Halverwege 2010 werd de portefeuille overgedragen aan een nieuwe vermogensbeheerder Schretlen & Co. Besloten werd tevens een gedeelte van de portefeuille in aandelen te gaan beleggen. Door het herbeleggen is de nominale waarde van de obligaties € 560.000 lager dan per eind 2009. Ook werd vanwege de lage rentestand besloten een gedeelte van de deposito’s te beleggen in de vorm van aandelen. Het bedrag dat in de vorm van rentedragende liquiditeiten werd aangehouden nam daardoor af en bedroeg ultimo 2010 € 3.793.731 tegen € 4.482.392 het jaar ervoor. Onder de post ‘Beleggingen’ zijn ook de in liquide vorm aangehouden gelden bij Schretlen & Co (voorheen Kempen & Co) tegen nominale waarde opgenomen. Investeringen in vastrentende waarden De obligaties worden zo mogelijk tot het einde van de looptijd aangehouden. De leningen worden bij de eerste waardering gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De geamortiseerde kostprijs wordt bepaald door middel van de effectieve-rentemethode verminderd met eventuele afboekingen wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid. In de berekening wordt rekening gehouden met agio of disagio op het moment van aankoop. Baten en lasten worden in de winst-enverliesrekening verwerkt via het amortisatieproces. Investering in aandelen Investeringen in aandelen worden na de eerste waardering gewaardeerd tegen de reële waarde. De reële waarde van de effecten is bepaald met behulp van de beschikbare marktinformatie. Baten en lasten die voortvloeien uit veranderingen in de reële waarde worden verwerkt in de winst-enverliesrekening. Portefeuille verdeling per einde verslagperiode: Aandelen 12% Vastrentend 43% Liquiditeiten 45% Vorderingen/Overlopende activa Hieronder zijn de nog te ontvangen rentebaten van de obligaties en de diverse bankrekeningen en deposito’s opgenomen. Ook is er een onderhanden werkpost voor de lopende kosten voor het Project ‘Aankoop Nationaal Scoutingterrein’. Het te verwerven Nationale Scoutingterrein zal worden ingericht om groot- en kleinschalige (Scouting)evenementen mogelijk te maken. Het onder de Bestemmingsfondsen opgenomen ‘Fonds duurzame Investeringen’ zal worden benut voor de
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
129
financiering van dit Scoutingterrein. Ten slotte had het fonds per 31 december 2010 nog een vordering op de vereniging Scouting Nederland. Liquide middelen Het betreft het saldo van de diverse ING- en Rabobankrekeningen en deposito’s op 31 december 2010. Waardering tegen nominale waarde. Passiva Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is bedoeld om calamiteiten binnen de vereniging Scouting Nederland te kunnen opvangen. Het weerstandsvermogen wordt jaarlijks geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer om de waarde in stand te houden. Verder werd de door kredietcrisis in 2008 gedeeltelijk uitgevoerde indexering alsnog volledig uitgevoerd. Omschrijving Weerstandvermogen Bestemmingsfondsen Omschrijving Rente Fonds Fonds duurzame Investeringen Fonds Groepen en Regio's Goutfonds Fonds Ontwikkelingssamenwerking Fonds vrij te besteden bedragen
31-12-2009 3.300.090
31-12-2009 2.076.655 2.412.984 532.552 59.932 129.855 536.159 5.748.137
BIJ 70.263
BIJ 44.215
1.276 2.783 48.274
AF
AF
30.500 200 10.736 6.892 48.328
31-12-2010 3.370.353
31-12-2010 2.120.870 2.412.984 502.052 61.008 121.902 529.267 5.748.083
Rentefonds Dit fonds is bedoeld om een zo groot mogelijk rendement te maken. Om het in stand te houden groeit het jaarlijks met het consumentenprijsindexcijfer. Ook hier werd de door kredietcrisis in 2008 gedeeltelijk uitgevoerde indexering alsnog volledig uitgevoerd. De overwaarde kan vrij worden besteed en wordt daarom aan het fonds met die naam toegevoegd. Fonds duurzame ontwikkelingen Fonds is bestemd voor duurzame investeringen in vaste activa, met een technische levensduur van minimaal 10 jaar. Fonds groepen en regio’s Aan dit fonds worden de netto opbrengsten van de donateurs en van de Nationale Scoutingloterij toegevoegd. Gedurende 2010 werd voor een bedrag van € 30.500 (2009: € 5.700) aan uitkeringen aan groepen en regio’s gedaan. Goutfonds Dit fonds is gevormd uit een legaat van Els Gout-van Eek. Jaarlijks mag het rendement worden aangewend voor een speciaal doel: uitwisseling van scouts met het buitenland. Fonds ontwikkelingssamenwerking Besteding van het ontwikkelingssamenwerkingsfonds is specifiek voor de uitwisselingsprogramma’s van Nederlandse scouts. Gedurende 2010 werd voor een bedrag van € 10.737 ( 2009: € 2.200) aan uitkeringen gedaan.
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
130
Omschrijving Reserve project groepsvereniging
31-12-2009 26.010
BIJ
AF 26.010
31-12-2010 --
Reserve project groepsvereniging Voor de voorzienbare kosten met betrekking tot het ‘Project groepsvereniging’ werd in 2008 de ‘Reserve project groepsvereniging’ gevormd. Schulden op korte termijn Nog te betalen posten Hieronder zijn de voor groepen bestemde donateursbijdragen opgenomen. Verder zijn nog enkele bedragen verschuldigd aan derden. Toelichting op de staat van baten en lasten 2010 Baten Donaties Het betreft hier de bijdragen van donateurs van het fonds. Deze opbrengsten zullen in 2010 net als in 2009 bestemd worden voor Project 2010. Een gedeelte van de opbrengst van de nieuwe donateursactie is bestemd voor de door de donateur opgegeven groepen en zal worden doorgestort. Rente Dit zijn de rente-opbrengsten van de bankrekeningen en deposito’s van het fonds Opbrengst Nationale Scoutingloterij Dit betreft het nettoresultaat over 2010 van de Nationale Scoutingloterij. Deze opbrengsten zullen in 2010 ook weer bestemd worden voor Project 2010. Bruto renteopbrengst Hieronder zijn alle renteopbrengsten van de aangehouden obligaties opgenomen. Beleggingen ‘Afschrijving betaald agio’, ‘Afwaardering naar lagere marktwaarde’ en ‘Transactieresultaten’ hebben betrekking op de aangehouden obligatieportefeuille. Onder ‘Dividenden’ en ‘Koersresultaat aandelen’ staan de baten van de aandelenportefeuille. Lasten Loonkosten Het betreft de beroepskosten van fondsenwerving die door Scouting Nederland worden doorberekend aan de stichting. Kosten loterijen/begunstigers In 2010 is in tegenstelling tot 2008 en 2009 weer een mailing gedaan naar potentiële donateurs. Bij de nieuwe donateuractie komt een gedeelte ten goede aan de groepen. Diversen Deze kosten zijn overige kosten.
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
131
Kosten regio’s en groepen Hieronder wordt de aan de groepen verstrekte ondersteuning verantwoord. Deze kosten zijn onttrokken aan de desbetreffende Bestemmingsreserve. Kosten project groepsvereniging Hieronder zijn de in 2010 gemaakte kosten van het ‘Project groepsvereniging’ opgenomen. Deze kosten zijn vervolgens gedeeltelijk onttrokken aan de hiervoor eerder gevormde Reserve project groepsvereniging. Kosten ontwikkelingssamenwerking Het betreft hier de kosten specifiek voor de uitwisselingsprogramma’s van Nederlandse scouts. Deze kosten zijn onttrokken aan de hiervoor eerder gevormde Bestemmingsreserve. Beheervergoeding Het betreft de periodieke kosten van de Vermogensbeheerder. Tot de eerste helft van 2010 was dat Kempen & Co. Daarna Schretlen & Co.
Agendapunt 10b – Jaarrekening SNF
132
Agendapunt 10c
Advies financiële commissie jaarrekening 2010
De Landelijke raad heeft de financiële commissie ingesteld om de financiële stukken te kunnen beoordelen en daarover advies uit te brengen aan de landelijke raad. Vorig jaar is Rob Kevenaar gestopt als lid maar gelukkig hebben we twee nieuwe aspirant leden kunnen verwelkomen. Deze landelijke raad worden zij voorgesteld om benoemd te kunnen worden. Daarmee is de financiële commissie weer op sterkte. Voor de beoordeling van de jaarrekening van 2010 van de vereniging heeft de financiële commissie de beschikking gekregen over de jaarrekening en waar nodig over deelexploitaties en specificaties. Tijdens een bespreking op het landelijk servicecentrum in Leusden zijn al onze vragen afdoende beantwoord. Bij de begroting voor 2010 werd er nog uitgegaan van een tekort van bijna 6 ton. Met het resultaat wat nu wordt gepresenteerd is dit tekort weggewerkt. Dit wordt mede bereikt door mutaties in de reserves en een extra bijdrage van het SNF en niet te vergeten een substantiële bijdrage van derden. In 2010 zijn er een aantal extra activiteiten geweest waarvan van te voren duidelijk was dat er flinke risico’s gelopen werden. Dit voor een groot deel afhankelijk van de aantallen deelnemers aan deze activiteiten. De deelnemersaantallen vielen echter tegen en met veel inspanning van diverse mensen heeft men de verliezen toch binnen de perken kunnen houden. Het blijkt echter niet eenvoudig om bij eenmalige evenementen goede inschattingen te maken en dan is ook een standaardpost “onvoorzien” van 10% niet altijd voldoende. Ook bij de personeelskosten waren er een aantal tegenvallers door onvoorziene omstandigheden. De scoutshop daarentegen heeft veel meer opgebracht dan was begroot en tevens hoeft er weinig te worden afgeschreven door goed voorraadbeheer van de oude voorraden. Er zijn veel mutaties in de reserves. Er zijn enkele verschuivingen in de reserves maar ze zijn ook gebruikt waar ze voor bedoeld waren zoals het project 2010 en de om het tekort van de landelijke ledenactiviteiten af te dekken. Onze vereniging is echter nog steeds een financieel gezonde vereniging. De financiële commissie adviseert de landelijke raad dan ook om de jaarrekening 2010 goed te keuren.
Agendapunt 10c – Advies financiële commissie jaarrekening 2010
133
Agendapunt 11
Lidmaatschap Lidmaatschap ISGF
Het bestuur van Scouting Nederland stelt de landelijke raad voor het lidmaatschap van de ISGF te beëindigen per 2013 en alle plusscouts in te schrijven bij WAGGGS en WOSM net zoals de andere leden van Scouting Nederland. 1. Achtergrond In de landelijke raad van december 2009 is de positie van de plusscouts binnen Scouting Nederland besproken. Tijdens deze landelijke raad lag ook het voorstel ter tafel om het lidmaatschap van de ISGF met ingang van 2011 op te zeggen en alle plusscouts vanaf 2011 als lid in te schrijven bij WAGGGS of WOSM. Dit voorstel is door het landelijk bestuur tijdens de vergadering teruggetrokken. Tijdens de landelijke raad van juni 2010 heeft het landelijk bestuur laten weten op dat moment geen reden te zien het lidmaatschap van de ISGF op te zeggen, gezien de historische banden en de meerwaarde voor de plusscouts. Tegelijkertijd werd vorig jaar bij de landelijke raad aangegeven dat afgewacht moest worden of de ISGF instemt met de Nederlandse situatie met betrekking tot de positie van plusscouts binnen Scouting Nederland. Inmiddels is duidelijk dat het wereldcomité van de ISGF hier niet mee kan instemmen en het lidmaatschap van Scouting Nederland wil beëindigen. 2. Waarom is Scouting Nederland lid van de ISGF? De landelijke raad van juni 2003 heeft ingestemd met het opgaan van de Vereniging Vrienden van Scouting (VVS) in Scouting Nederland. De term plusscouts werd in deze periode geïntroduceerd voor buitengewone leden van boven de 23 jaar, die op een of andere wijze steun willen verlenen aan Scouting Nederland. De 250 leden van de VVS die over gingen naar Scouting Nederland, werden allemaal plusscouts. De VVS was een actief lid van de ISGF. Bij het opgaan van de VVS in Scouting Nederland is afgesproken met de VVS dat alle plusscouts via Scouting Nederland lid zouden worden van de ISGF. Inmiddels zijn er nog 143 voormalige leden van VVS lid van Scouting Nederland. Overigens heeft de ISGF nooit het idee gehad dat Scouting Nederland lid is van de ISGF. Formeel is ‘Plusscouts Nederland’ geregistreerd bij de ISGF en niet Scouting Nederland. 3. Wat doet de ISGF? De International Scout and Guide Fellowship (ISGF) is de overkoepelende organisatie voor landelijke organisaties van voormalige scouts. De organisatie is in 1953 opgericht op verzoek van de World Association of Girl Guides and Girl Scouts (WAGGGS) en de World Organisation of the Scout Movement (WOSM). De ISGF heeft momenteel 80.000 leden in de wereld in 61 landelijke organisaties. Nederland heeft historisch gezien sterke banden met de ISGF en is een van de oprichters. Nederland heeft altijd een actieve bijdrage geleverd aan de ISGF. De toenmalige Commissie Plusscouts heeft voor de landelijke raad van juni 2010 argumenten aangedragen die (meer)waarde van het ISGF-lidmaatschap voor plusscouts aantonen. De aangedragen argumenten luiden: • De ISGF organiseert evenementen voor ‘oud-scouts’; • De ISGF biedt een internationaal netwerk en initieert hulp aan Scouting & Guiding; • De ISGF bevordert persoonlijke kennis en reikt ideeën aan plusscouts; • De ISGF initieert projecten zoals de postzegelbank.
Agendapunt 11 – Lidmaatschap ISGF
134
Via de ISGF kunnen plusscouts hun persoonlijke inspiratie bij (internationale) leeftijdsgenoten halen. Daarnaast biedt de ISGF samenwerkingsmogelijkheden voor internationale projecten als de UNHCR. Ook worden vanuit de ISGF Scoutingprojecten in ontwikkelingslanden ondersteund. 4. Lidmaatschapscriteria ISGF Scouting Nederland (of Plusscouts Nederland) voldoet niet aan de lidmaatschapseisen van de ISGF. In de statuten van de ISGF staat namelijk dat lidmaatschap is voorbehouden aan zelfstandige landelijke organisaties of aan secties van Scoutingorganisaties, onder voorwaarde dat deze sectie een eigen structuur en autonomie heeft, inclusief een autonomie op financieel gebied. Scouting Nederland kan en wil niet voldoen aan deze voorwaarde van autonomie. De landelijke raad heeft immers in december 2009 besloten om plusscouts volledig te integreren in de organisatie. Het bestuur vindt het bijzonder ongewenst om plusscouts een eigen parallelle, democratische structuur en financiële onafhankelijkheid te geven binnen Scouting Nederland om te voldoen aan de lidmaatschapseisen van de ISGF. Scouting Nederland is immers één organisatie, met een eenduidige democratische structuur en het landelijk bestuur wil dat graag zou houden. Overigens voldeed de positie van de plusscouts tussen 2005 en 2009 ook niet aan de voorwaarde van lidmaatschap van de ISGF. De Commissie Plusscouts, die Nederland vertegenwoordigde bij de ISGF was immers niet gekozen door de plusscouts, maar aangesteld door het landelijk bestuur. In 2008 zijn de lidmaatschapsvoorwaarden in de statuten van de ISGF nog verder aangescherpt tot wat ze nu zijn. Het wereldcomité van ISGF heeft het lidmaatschap van Scouting Nederland daarom in april 2011 opgeschort en zal de wereldconferentie van de ISGF in september 2011 voorstellen om het lidmaatschap van Scouting Nederland te beëindigen. Het afgelopen jaar is overleg gevoerd met de ISGF over ons lidmaatschap, zowel in persoonlijk contact tussen bestuursleden van Scouting Nederland en de ISGF, als in vorm van formele correspondentie tussen de twee besturen. Scouting Nederland heeft daarbij gepleit voor een uitzonderingspositie binnen de ISGF en, indien dit niet mogelijk zou zijn, wijziging van de statuten van de ISGF. Het wereldbestuur van de ISGF heeft aangegeven beide opties niet te zien zitten. Wijziging van de statuten van de ISGF is voorbehouden aan de wereldconferentie van de ISGF. Het bestuur van Scouting Nederland verwacht echter niet dat dit zal gebeuren als het wereldcomité van de ISGF een negatief advies hierover geeft. Het wereldcomité van de ISGF zegt te willen zoeken naar een manier van Nederlands lidmaatschap dat binnen de constitutie past. Scouting Nederland wordt daarbij niet genoemd. De indruk die gewekt wordt in gesprekken en correspondentie is dat men liever een kleine lidorganisatie in Nederland wil, die voldoet aan de statuten, dan een grote organisatie zoals Scouting Nederland, die daar niet aan voldoet. Het landelijk bestuur verwacht niet dat Scouting Nederland onder onze eigen voorwaarden lid kan zijn van de ISGF. De discussie met de ISGF kost veel energie en is de afgelopen jaren niet veranderd. Het landelijk bestuur wil deze discussie dan ook graag afronden, om deze energie weer voor andere zaken in te kunnen zetten. Andere grote lidorganisaties van de ISGF hebben hun lidmaatschap overigens ook opgezegd toen de landelijke organisaties van voormalige scouts opgingen in de landelijke Scoutingorganisaties. Dat is bijvoorbeeld gebeurd in het Verenigd Koninkrijk. Er zijn wel landelijke Scoutingorganisaties lid van de ISGF, maar die hebben er voor gekozen hun ISGF-leden wel een zelfstandige structuur binnen hun Scoutingorganisatie te geven. 5. Financiën Lidmaatschap van de ISGF kost Scouting Nederland € 1,92 per plusscout per jaar. We geven aan de ISGF de plusscouts op die geen andere functie hebben binnen Scouting Nederland. Op dit moment zijn dat er 4.835. Lidmaatschap van WOSM en WAGGGS kost Scouting Nederland iets meer dan € 1,00 per jaar. Daarnaast was Scouting Nederland de afgelopen jaren gemiddeld € 3.000 per jaar kwijt aan deelname aan Europese en Wereldconferenties van de ISGF.
Agendapunt 11 – Lidmaatschap ISGF
135
6. Conclusie Scouting Nederland is bij het opgaan van de VVS in onze organisatie de verplichting aangegaan om lid te worden van de ISGF. Vanuit een morele verplichting aan voormalige VVS’ers en de historische band tussen Nederland en de ISGF heeft het landelijk bestuur getracht het wereldcomité van de ISGF te overtuigen dat de plusscouts van Scouting Nederland lid kunnen zijn van de ISGF. Dit is niet gelukt. De ISGF blijft vast houden aan een zelfstandige structuur van plusscouts binnen Scouting Nederland met een gekozen vertegenwoordiging naar ISGF. Scouting Nederland is niet bereid dit te realiseren. Er is zodoende een patstelling ontstaan, zonder zicht op een oplossing. Er zijn relatief weinig leden van Scouting Nederland die voordeel hebben van lidmaatschap van de ISGF. De ISGF wil Scouting Nederland duidelijk niet als lid hebben, alleen een min of meer onafhankelijke organisatie van (plus)scouts. Omdat Scouting Nederland niet voldoet aan de lidmaatschapscriteria, heeft het wereldcomité van ISGF ons lidmaatschap voorlopig opgeschort. Het landelijk bestuur stelt daarom voor nu ook zelf het lidmaatschap van de ISGF op te zeggen, om de patstelling te doorbreken. Overigens sluiten we hiermee niet uit dat Nederlanders lid zijn van de ISGF. Dat kan door rechtstreeks lid te worden van de zogenaamde Central Branch van de ISGF of mogelijk op langere termijn via een landelijke plusscoutskring. Scouting Nederland heeft hierbij dan echter geen formele rol. Met deze beslissing om uit de ISGF te stappen, blijft de positie van plusscouts binnen Scouting Nederland ongewijzigd. Sinds december 2010 is plusscout een functie binnen een kring, tevens zijn de plusscouts aangemerkt als leeftijdsgroep. Daarmee zijn plusscouts geen bijzondere leden meer, maar kaderleden met alle rechten en plichten, waarbij ook het stemrecht is geregeld. Deze stap doet recht aan het principe dat plusscouts op een of andere wijze onze jeugdbeweging willen ondersteunen bij onze doelstelling. Het landelijk bestuur zet zich ook komende tijd in om plusscouts volledig te integreren in de vereniging en plusscouts te stimuleren actief de vereniging te ondersteunen in groepen, regio's of landelijk niveau. In het meerjarenbeleid stellen we de vrijwilliger ook centraal. Vrijwilligers en/of volwassenen in algemeen hebben een belangrijke rol binnen onze vereniging daar waar ze hun waardevolle bijdrage leveren aan het Scoutingspel voor jongens en meisjes, waardoor die zich persoonlijk kunnen ontwikkelen.
Agendapunt 11 – Lidmaatschap ISGF
136
Landelijk servicecentrum Scouting Nederland Postbus 210 3830 AE Leusden tel (033) 496 09 11 e-mail
[email protected] web www.scouting.nl