landbouw-breed CSPE BB
2015
instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2015 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PB-0986-b-15-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Minitoetsen in MiniTester Als u met MiniTester werkt geldt: Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Minitoetsen in Facet De varianten van de minitoetsen worden door Facet zelf toegewezen. Kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u in dezelfde afnameplanning zetten. Als de kandidaten niet bij elkaar op het scherm kunnen kijken, kunt u ervoor kiezen om elke kandidaat dezelfde variant te laten maken. In de overige gevallen kiest u ervoor om twee varianten in de afnameplanning op te nemen. Voor kandidaten die later zijn ingeroosterd, maakt u een nieuwe afnameplanning. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2
3
4 5 6
Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn.
PB-0986-b-15-1-i
2
lees verder ►►►
7
8
9
Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met (vakinhoudelijke) vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij het Examenloket (www.examenloket.nl - zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
3 Afname cspe 1
2
3
4
5 6
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
4 Herkansing cspe 1 2
3
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld.
PB-0986-b-15-1-i
3
lees verder ►►►
4
5
6
De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl.
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
5
6
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is.
PB-0986-b-15-1-i
4
lees verder ►►►
7
8
In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
PB-0986-b-15-1-i
5
lees verder ►►►
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1-3
praktijkopdrachten
4-5
schriftelijke opdrachten
6
minitoets
ONDERDEEL B 7-8
schriftelijke opdrachten
9-10
praktijkopdrachten
ONDERDEEL C 11
praktijkopdracht
12
praktijkopdracht
ONDERDEEL D 13
praktijkopdracht
14
minitoets
*
ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsite) variant a, b, c, d richttijd: 50 minuten 6 richttijd: 30 minuten uitwerkbijlage
1
richttijd: 50 minuten 6 variant a, b, c, d
ONDERDEEL E
richttijd: 30 minuten
15-16 praktijkopdrachten
bijlage
17
akg*
richttijd: 60 minuten
6
schriftelijke opdracht
akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden.
PB-0986-b-15-1-i
6
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie http://wolf.cito.nl Planning afname De kandidaat voert onderdeel D uit nadat hij onderdeel C heeft afgerond. ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand start_hobbydieren.htm en map hobbydieren
opdracht 1-3
Internet Explorer (offline beschikbare website) Op de dvd staan het bestand start_hobbydieren.htm en de map hobbydieren De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een website over hobbydieren. Kopieer het bestand start_hobbydieren.htm samen met de map hobbydieren naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand start_hobbydieren.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Wijzig de naam van deze snelkoppeling in: start_hobbydieren.htm. Voor het goed functioneren van de website kan het noodzakelijk zijn actieve inhoud toe te staan en de eventuele pop-up-blokkering op te heffen. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen.
PB-0986-b-15-1-i
7
lees verder ►►►
Afname varianten Bij onderdeel C, het gesprek met de klant, zijn drie varianten. Er zijn drie casussen beschreven die u afwisselend kunt gebruiken.
toelichting bij de beoordeling
Onderdeel B, D en E In het opdrachtenboekje wordt niet aangegeven dat de kandidaat moet opruimen. Het opruimen wordt wel beoordeeld. De kandidaat behoort op eigen initiatief de gebruikte materialen en gereedschappen op te ruimen. Als hij dit niet op eigen initiatief doet, is de beoordeling voor opruimen onafhankelijk van de kwaliteit van het werk 0 scorepunten. Als u tegen een kandidaat (die bijvoorbeeld aangeeft dat hij klaar is met de opdracht) zegt dat hij nog moet opruimen, moet u vermijden dat andere kandidaten dit kunnen horen. Onderdeel C opdracht 11 Als u verwacht dat dit de kwaliteit van de beoordeling verbetert, kunt u het rollenspel beoordelen na overleg met degene die de rol van de klant speelt. U kunt daarvoor afdrukken maken van het beoordelingsschema van opdracht 11 en de rollenspeler dat deel van het beoordelingsschema na elk rollenspel laten invullen. U vult dan het beoordelingsschema definitief in, na overleg met de rollenspeler. Tijdens het klantgesprek beoordeelt u niet of de kandidaat voldoende gegevens vraagt om het bestelformulier volledig in te vullen. Dit beoordeelt u alleen achteraf aan de hand van het ingevulde bestelformulier. opdracht 12 Bij de beoordeling van de cijfers die de kandidaat zichzelf geeft, kunt u gebruikmaken van uw beoordelingen bij de aspecten 11b, 11c, 11d en 11g. De kandidaat voert de eigen beoordeling uit met een driepuntsschaal. Als u uw eigen beoordeling gebruikt om die te vergelijken met de beoordeling van de kandidaat, moet u die vertalen naar de driepuntsschaal van de kandidaat. Onderdeel E Om te beoordelen of de kandidaat opdracht 15 en 16 van onderdeel E in 25 minuten volledig afrondt, noteert u zelf wanneer de kandidaat met onderdeel E begint en met opdracht 16 eindigt. In het beoordelingsschema aan het einde van opdracht 16 kunt u de begin- en eindtijden per kandidaat noteren. De kandidaat krijgt 2 scorepunten als hij binnen 25 minuten klaar is en 0 scorepunten als hij niet binnen 25 minuten klaar is. Bij de beoordeling van het werktempo geeft u niemand 1 scorepunt. Bij opdracht 16 moet u een aantal aspecten beoordelen. Per soort stek zijn er echter maximaal twee aspecten die u alleen tijdens het maken van de stekken kunt beoordelen. De meeste aspecten kunt u achteraf beoordelen, zeker als u de stekken dan uit de grond haalt.
PB-0986-b-15-1-i
8
lees verder ►►►
Aanbevelingen per onderdeel Onderdeel B De kandidaat heeft een stukje grond nodig van 2,00 m bij 1,80 m. De kandidaat hoeft het stukje grond niet zelf uit te zetten. U zet een stukje grond uit van 1,20 m bij 1,40 m en u zorgt ervoor dat daaromheen ruimte is voor een paadje van 30 cm, zie tekening in het opdrachtenboekje. U zet koemestkorrels klaar en geeft daarbij aan dat dit koemestkorrels zijn en u zet kunstmest klaar en geeft daarbij aan dat dit tuinmest NPK 4 - 3 - 3 is. Het is de bedoeling dat de kandidaat de dosering en de gebruiksaanwijzing in het opdrachtenboekje gebruikt en daarom zorgt u dat de verpakkingen van de meststoffen niet zichtbaar zijn voor de kandidaat. De kandidaat pakt zelf de gereedschappen en andere benodigdheden. U zet die niet klaar per kandidaat, maar zorgt dat kandidaten zelf keuzen moet maken. U zegt tegen de kandidaat welk stukje grond hij kan gebruiken. De kandidaat bemest de grond met de door hem gekozen mest en zo mogelijk met de door hem berekende hoeveelheid. Als de kandidaat de berekening niet heeft uitgevoerd en zegt dat hij dat niet kan, zegt u de benodigde hoeveelheid mest tegen de kandidaat, bijvoorbeeld 71 gram koemest of 24 gram tuinmest NPK 4 - 3 - 3. U zegt niet precies de juiste hoeveelheid om te voorkomen dat andere kandidaten dit horen en gaan gebruiken. Als de kandidaat veel te veel of veel te weinig mest heeft afgewogen (bijvoorbeeld meer dan twee keer de juiste hoeveelheid of minder dan de helft van de juiste hoeveelheid) laat u de kandidaat wat mest terug doen in de zak of u geeft wat extra mest, zodat u toch goed kunt beoordelen of de kandidaat goed en gelijkmatig bemest. De snijsla kan bijvoorbeeld snijsla Witte Dunsel zijn. Het is de bedoeling dat de kandidaat de zaaivoorschriften in het opdrachtenboekje opvolgt. U zorgt dat de originele verpakking van snijsla niet zichtbaar is voor de kandidaat, maar geeft bijvoorbeeld met een etiket op een niet-originele verpakking aan wat zaad van snijsla is. Kandidaten hebben de datum nodig om op steeketiketten te schrijven. U kunt de datum op een bord schrijven en u kunt de datum zeggen als kandidaten die aan u vragen. Onderdeel C De kandidaat voert een gesprek met een klant. Voor een objectieve beoordeling is het nodig dat de rol van de klant gespeeld wordt door een collega of een vrijwilliger en niet door de examinator of een medeleerling. Voor het verkoopgesprek is een winkelopstelling nodig of een klaslokaal dat voor een gedeelte is ingericht als winkel. In de winkel is ten minste aanwezig: een plantenschaal van ongeveer 30 cm doorsnede gevuld met vijf geschikte kamerplanten die ook in de winkel te koop zijn. Eén van de vijf planten is duidelijk hoger dan de andere vier planten. Voorbeelden van hoge planten zijn: Chamadorea elegans, Dracaena marginata en Yucca elephantipes. De andere vier planten zijn laag. Voorbeelden van lage planten zijn: Kalanchoe, varen, Hedera en Fittonia. De schaal is duidelijk geprijsd voor € 17,45 en op het etiket staat ‘verschillende afwerklagen mogelijk’. vijf verschillende soorten kamerplanten in potten (potmaat p8 of p9). Eén van deze kamerplanten is wat hoger, bijvoorbeeld een Chamaedora. De potten zijn geprijsd en bevatten een etiket met daarop de naam van de soort.
PB-0986-b-15-1-i
9
lees verder ►►►
drie verschillende soorten afwerkmaterialen voor in een plantenschaal, bijvoorbeeld kiezel, siersteentjes, houtsnippers en mos. enkele zomerbloeiers, bijvoorbeeld: Lobelia, Petunia, Allysum, vuursalie, afrikaantje en verbena, met daarbij een bordje waarop staat: “zomerbloeiers”. een plantenschaal van ten minste 50 cm doorsnede, een van ongeveer 30 cm doorsnede en een die kleiner is dan 20 cm doorsnede. een kalender of agenda, waarin de kandidaat een datum in een volgende week kan opzoeken. een elektronische kassa voor afrekenen, voorzien van een kassarol. De kassa is gevuld met (namaak)geld. De klant betaalt met een (namaak)biljet van € 50,00.
De kandidaat krijgt 10 minuten de tijd om het gesprek voor te bereiden en hij kan daarbij de uitwerkbijlage gebruiken. Tijdens het gesprek mag de kandidaat deze uitwerkbijlage ook gebruiken. Het is de bedoeling dat de kandidaat gedurende de helft van de voorbereidingstijd in de winkel kan rondkijken, zodat hij/zij ziet dat er verschillende soorten planten beschikbaar zijn. Degene die de rol van klant speelt, zorgt dat elke examenkandidaat de mogelijkheid krijgt om te adviseren over de plantenschaal. De klant stelt daarom soms vragen, maar verbetert nooit iets. Als de kandidaat meer informatie geeft over de planten en plantenschaal, luistert de rollenspeler. De rollenspeler knikt bevestigend tijdens het gesprek, ook als daar weinig aanleiding voor is gelet op de kwaliteit van de informatie die hij ontvangt. Hij stelt de vragen en bespreekt de punten die in de casus genoemd worden. Als de kandidaat de gevraagde informatie al uit zichzelf geeft, stelt de rollenspeler de genoemde punten uiteraard niet aan de orde. Als het gesprek meer dan 10 minuten dreigt te duren, zegt de rollenspeler na ongeveer 8 minuten dat hij haast heeft en gaat hij na in het totaal 10 minuten weg.
PB-0986-b-15-1-i
10
lees verder ►►►
U kunt voor verschillende kandidaten afwisselend casus 1 tot en met 3 gebruiken. Casus 1
U wilt een plantenschaal met kamerplanten kopen om cadeau te geven. U wilt de plantenschaal volgende week maandag ná de middag ophalen. U wilt vijf kamerplanten in een schaal; u wijst naar één van de zomerbloeiers bijvoorbeeld een afrikaantje en vraagt wat de kandidaat ervan vindt om die in de plantenschaal te verwerken. U vraagt verder naar wat (wel) een goede combinatie is. U wacht daarna het antwoord af. Dan wijst u naar de plantenschaal die kleiner is dan 20 cm doorsnede en u vraagt of die schaal geschikt is. U wacht daarna het antwoord af. Ten slotte zegt u dat u een plantenschaal wilt die er uitziet zoals de plantenschaal die al in de winkel staat, met kiezel als afwerklaag op de potgrond. Alleen als de kandidaat er afzonderlijk (naam, adres, telefoonnummer) naar vraagt geeft u onderstaande gegevens: • D. Veen • Dahliaweg 12, 1234 DB Rozenwei • telefoonnummer: 098-1237634 U rekent af met een biljet van € 50,00 en wacht eerst af of u een kassabon krijgt. Als dat niet gebeurt, vraagt u ernaar. Als de verkoper groet bij het afscheid, groet u terug, als hij niet groet, doet u dat ook niet.
Casus 2
U wilt een plantenschaal met kamerplanten kopen voor een vriendin. U wilt de plantenschaal volgende week dinsdag vóór de middag ophalen. U wilt vijf kamerplanten in een schaal; u wijst naar één van de zomerbloeiers bijvoorbeeld een lobelia en vraagt wat de kandidaat ervan vindt om die in de plantenschaal te verwerken. U vraagt verder naar wat (wel) een goede combinatie is. U wacht daarna het antwoord af. Dan wijst u naar de plantenschaal van ten minste 50 cm doorsnede en u vraagt of die schaal geschikt is. U wacht daarna het antwoord af. Ten slotte zegt u dat u een plantenschaal wilt die er uitziet zoals de plantenschaal die al in de winkel staat, met mos als afwerklaag op de potgrond. Alleen als de kandidaat er afzonderlijk (naam, adres, telefoonnummer) naar vraagt geeft u onderstaande gegevens: • H. Groen • Rozenbottelsteeg 10, 1098 RG Roodzand • telefoonnummer: 029-8312376 U rekent af met een biljet van € 50,00 en wacht eerst af of u een kassabon krijgt. Als dat niet gebeurt, vraagt u ernaar. Als de verkoper groet bij het afscheid, groet u terug, als hij niet groet, doet u dat ook niet.
PB-0986-b-15-1-i
11
lees verder ►►►
Casus 3
U wilt een plantenschaal met kamerplanten kopen voor uw moeder. U wilt de plantenschaal volgende week donderdag vóór de middag ophalen. U wilt vijf kamerplanten in een schaal; u wijst naar één van de zomerbloeiers bijvoorbeeld een petunia en vraagt wat de kandidaat ervan vindt om die in de plantenschaal te verwerken. U vraagt verder naar wat (wel) een goede combinatie is. U wacht daarna het antwoord af. Dan wijst u naar de plantenschaal die kleiner is dan 20 cm doorsnede en u vraagt of die schaal geschikt is. U wacht daarna het antwoord af. Ten slotte zegt u dat u een plantenschaal wilt die er uitziet zoals de plantenschaal die al in de winkel staat, met houtsnippers als afwerklaag op de potgrond. Alleen als de kandidaat er afzonderlijk (naam, adres, telefoonnummer) naar vraagt geeft u onderstaande gegevens: • R. Viool • Sierappelstraat 70, 5643 ZL Malussen • telefoonnummer: 056-1237689 U rekent af met een biljet van € 50,00 en wacht eerst af of u een kassabon krijgt. Als dat niet gebeurt, vraagt u ernaar. Als de verkoper groet bij het afscheid, groet u terug, als hij niet groet, doet u dat ook niet.
Onderdeel D De kandidaten beplanten een ronde schaal met een doorsnede van 30 cm (aan de bovenkant) met kamerplanten. De zijwanden van de schaal zijn niet verticaal, maar lopen schuin naar elkaar toe, zodat de doorsnede van de bodem niet meer dan 15 cm is, zie afbeelding. De diepte is in het midden ongeveer 9 cm.
De planten waarmee de kandidaat de schaal vult staan in potjes met potmaat P8 of P9. Eén van de vijf planten is duidelijk hoger dan de andere vier planten. Voorbeelden van hoge planten zijn: Chamadorea elegans, Dracaena marginata, Yucca elephantipes. De andere vier planten zijn laag. Voorbeelden van lage planten zijn: Kalanchoe, varen, Hedera en Fittonia. De planten hebben een poosje geen water gehad, zodat water geven na inplanten zinvol is. In het lokaal zijn werkdoekjes, bezem en handveger en blik aanwezig, zodat de kandidaat de plantenschaal schoon kan maken en zijn werkplek kan opruimen. In de meeste gevallen kunt u de kamerplanten door meerdere kandidaten laten gebruiken.
PB-0986-b-15-1-i
12
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7.
Overzicht per onderdeel per kandidaat Onderdeel B eventueel 3 etiketten, 2 voor meststoffen en 1 voor zaad van snijsla 3 bakjes voor meststoffen en zaad van snijsla rolmaat of duimstok spade hark pootlijn piketten 70 gram koemestkorrels 30 gram kunstmest voor kandidaten die dat kiezen weegschaal 2 steeketiketten gieter met broeskop ongeveer 2 g, 0,2 zakje zaad voor snijsla 8 planten van kropsla: in perskluitjes of -potjes 7 planten van ijssla: plantpluggen of perskluitjes met kluitjes van ongeveer 4 cm x 4 cm Onderdeel C plantenschaal van ongeveer 30 cm doorsnede gevuld met 5 kamerplanten, duidelijk geprijsd voor € 17,45 enkele hoge kamerplanten in pot (potmaat p8 of p9) enkele exemplaren van 4 verschillende soorten lage kamerplanten in pot (potmaat p8 of p9) 3 soorten afwerkmateriaal: kiezel of siersteentjes, mos en houtsnippers enkele zomerbloeiers, bijvoorbeeld: Lobelia, Petunia, Allysum, vuursalie, afrikaantje en verbena bordje met daarop: “zomerbloeiers” plantenschaal van ten minste 50 cm doorsnede plantenschaal van ongeveer 30 cm doorsnede plantenschaal die kleiner is dan 20 cm doorsnede kalender of agenda, waarin de kandidaat een datum in een volgende week kan opzoeken steeketiketten elektronische kassa, voorzien van een kassarol (namaak)geld
PB-0986-b-15-1-i
13
lees verder ►►►
Onderdeel D plantenschaal van ongeveer 30 cm doorsnede hoge kamerplant in pot (potmaat p8 of p9) 4 verschillende soorten lage kamerplanten in pot (potmaat p8 of p9) potgrond gieter 2 soorten afwerkmateriaal: kiezel of siersteentjes en houtsnippers steeketiket Onderdeel E moerplant van Kaaps viooltje en Sansevieria snoeischaar en mesje gieter stekpoeder 2 schaaltjes, 1 voor stekpoeder en 1 voor water 2 steeketiketten en stift 2 potten met een doorsnede van ongeveer 10 cm 1 stokje of potlood potgrond zand zeef bak om stekgrond te mengen
PB-0986-b-15-1-i
14
lees verder ►►►
landbouw-breed CSPE BB
2015
algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Jij werkt in een natuur- en milieucentrum. Het centrum beheert een dierenweide, een tuin en een winkel met bloemen en planten. Wat ga je doen? Je zoekt informatie op over de dieren in de dierenweide. In de tuin ga je sla zaaien en planten. In de winkel help je een klant die een schaal met kamerplanten wil kopen. Je kijkt terug op de manier waarop je de klant hebt geholpen. Je vult een plantenschaal. Ten slotte stek je planten om je voor te bereiden op een demonstratie over planten stekken in de winkel. Je maakt twee minitoetsen. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A
informatie opzoeken en vragen beantwoorden over dieren in de dierenweide een minitoets maken
Onderdeel B
meststof kiezen en de hoeveelheid meststof berekenen voor een slatuin slatuin aanleggen
Onderdeel C
een klant helpen eigen werk beoordelen
Onderdeel D
een plantenschaal vullen een minitoets maken
Onderdeel E
planten stekken en de stekken oppotten
Je wordt bij bepaalde opdrachten ook beoordeeld op algemene beroepsvaardigheden, zoals veilig en systematisch werken, opruimen, beleefdheid en duidelijk spreken. Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PB-0986-b-15-1-i
15
lees verder ►►► einde