bouwtechniek-timmeren CSPE BB
2010
instructie voor de examinator
In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2010 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PB-0601-b-10-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste pagina van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze pagina behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze pagina uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2 3 4 5
6
Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen op het gebied veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
3 Afname cspe 1
2
3
4 5
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
PB-0601-b-10-1-i
2
lees verder ►►►
4 Herkansing cspe 1 2
3
4
5
6
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst.
5 ICT-gebruik en DVD met bestanden 1
2 3
4
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op DVD aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden.
PB-0601-b-10-1-i
3
lees verder ►►►
5
6
7
8
De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op diskettes, DVD’s, USB-memorysticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de diskettes of memorysticks wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde diskette of memorystick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de diskette of memorystick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
PB-0601-b-10-1-i
4
lees verder ►►►
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A
akg *
135 minuten
1
minitoets
variant a, b, c en d
2
praktijkopdracht
bijlage 1, materialen par. 8
3
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Excel en een digitaal bestand, bijlage 2
ONDERDEEL B
**
**
485 minuten
4
minitoets
variant a, b, c en d
**
5
praktijkopdracht
KAM-zorg bij opdracht 6 en 9
6
6
praktijkopdracht
bijlage 2, materialen par. 8
6
ONDERDEEL C
220 minuten
7
minitoets
variant a, b, c en d
8
praktijkopdracht
materialen par. 8
9
praktijkopdracht
bijlage 3, materialen par. 8
ONDERDEEL D 10
praktijkopdracht
**
6
10 minuten uitwerkbijlage
6
* akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden. ** het aantal is afhankelijk van het aantal beschikbare en goed werkende computers
PB-0601-b-10-1-i
5
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Volgorde van onderdelen Het examen bestaat uit de vier onderdelen A, B, C en D. Bij voorkeur dient de aangeboden volgorde van de onderdelen te worden aangehouden. Examentijd De totale examentijd voor de vier onderdelen is maximaal 850 minuten. De aangegeven tijdsduur per onderdeel is een richttijd. Computeronderdelen Onderdeel A opdracht 3 en de minitoetsen kunnen worden afgenomen in het praktijklokaal indien daar computers aanwezig zijn, of in een computerlokaal. De Excel-bestanden voor de praktische opdrachten bevatten macro’s. De macrobeveiliging in Excel moet worden uitgeschakeld. In de Handleiding Applicaties die op de DVD met digitale bestanden is te vinden, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Digitale bestanden Onderdeel A − materiaalstaat_bb.xls Onderdeel A Opdracht 1 minitoets − Bij een digitale afname van de minitoets zijn geen bijlagen nodig. De benodigde tekeningen en het deelbestek zijn dan opgenomen in de digitale minitoets. − Wanneer er niet voor een digitale afname wordt gekozen, zijn er wel bijlagen nodig. De bijlagen A1, A2, A3 (bouwvoorbereidingstekeningen) en bijlage B (deelbestek) zijn als pdf-bestand opgenomen op de DVD met digitale bestanden (zie par. 5). − Deze minitoets bevat meerkeuzevragen en open vragen. Beide typen vragen worden automatisch gecorrigeerd bij de digitale afname. Opdracht 2 De vaktekening moet getekend worden volgens KVT'95 en volgens de Europese projectiemethode.
PB-0601-b-10-1-i
6
lees verder ►►►
Onderdeel B Opdracht 6 − In verband met mogelijk hergebruik van materiaal is het toegestaan af te wijken van de in dit examen voorgestelde materialen en maatvoering (voor lengtematen en houtmaten), mits dit geen afbreuk doet aan de essentie van het examen. − Als de kandidaat het raam gaat maken, dient hij alle werkzaamheden zèlf uit te voeren: van het afkorten van het raamhout tot en met het plaatsen van de glaslatten. Ook de benodigde houtbewerkingsmachines dient hij zelf in te stellen. − De kandidaat maakt een raam van vurenhout (of gelijkwaardig hout), dat in een kozijn wordt afgehangen. U stelt dit kozijn beschikbaar. − De buitenwerkse maat van dit kozijn is 670 mm x 750 mm. De verbinding is een slisverbinding. − Bij een afwijkende kozijnmaat zal de kandidaat zelf de buitenwerkse maten van het raam moeten inmeten op het kozijn waarop het moet worden afgehangen. − Dit kozijn is geplaatst in een wandopstelling die is opgebouwd volgens de tekening in bijlage 3. Deze wandopstelling wordt in opdracht 9 afgetimmerd. − Het is toegestaan om een vergelijkbare kozijn-constructie op te bouwen voor het raam, mits deze constructie geen afbreuk doet aan de opdracht en het correctievoorschrift. − De kandidaat hoeft de glaslatten niet zelf te maken, maar hij zal ze wel zelf op lengte moeten zagen. De buitenwerkse maat van het kozijn en de wandopstelling komen overeen met het kozijn en de wandopstelling die in het examen CSPE-BB 2009 zijn gebruikt. Onderdeel C Opdracht 9 De kandidaat brengt in de wand onder het raam een aantal regels aan en timmert deze af zoals in de tekening in bijlage 3 staat aangegeven. Het is toegestaan om een vergelijkbare wandopstelling op te bouwen, mits deze constructie geen afbreuk doet aan de opdracht en het correctievoorschrift. − De wandcontactdoos moet vooraf al zijn gemonteerd. De kandidaat hoeft alleen de uitsparing in de gipskartonplaat te maken en deze op de juiste plaats te bevestigen. − Om praktische redenen wijkt de tekening van de aftimmering (bijlage 3) op sommige punten af van het detail van de Bouwvoorbereidingstekening (bijlage A3). De bouwvoorbereidingstekening wordt alleen gebruikt bij minitoets 1 en is bij deze opdracht dus niet van toepassing. −
Onderdeel D Opdracht 10 Deze opdracht wordt uitgevoerd vóórdat het werkstuk in de opdrachten 6 en 9 wordt gedemonteerd. Bij de beoordeling van deze opdracht spelen de overeenkomsten tussen uw antwoorden en die van de kandidaat een rol. U kent dus ook scorepunten toe wanneer u beiden (examinator en kandidaat) constateert dat een productaspect niet binnen de tolerantie valt.
PB-0601-b-10-1-i
7
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen De volgende materialen, gereedschappen en hulpmiddelen zijn per kandidaat nodig: Onderdeel A − tekenpapier A3-formaat − tekengereedschap (tekenhaak, tekenplank, 45-gradenhoek / tekendriehoek 45 graden, 2H-HB-potlood 0,5 mm) Onderdeel B − zie materiaalstaat en machines Onderdeel C − tekenpapier A4-formaat − HB-potlood − zie materiaalstaat en machines Materiaalstaat onderdeel raamstijl raam bovendorpel raam onderdorpel glaslat stijl glaslat dorpels vensterbank regelwerk stijlen regelwerk dorpels gipskartonplaat gipskartonplaat afwerklat vloerplint dubbele wandcontactdoos
aantal
dikte
breedte
lengte
materiaal
2 1 1 2 2 1 3 2 2 1 1 1 1
54 54 54 15 15 25 45 45 9,5 9,5 12 12
78 78 90 17 17 143 70 70 600 201 46 46
662 584 584 510 462 772 818 300 895 895 752 1421
vuren vuren vuren vuren vuren triplex vuren vuren gipskarton gipskarton vuren vuren
De lengtematen van het raamhout gelden niet als de buitenwerkse maat van het kozijn afwijkt van de gegeven maat van 670 mm x 750 mm. N.B. De lengtematen van alle onderdelen zijn inclusief 20 mm overlengte. Toelichting materiaalstaat: Bij de uitvoering van de opdrachten 6 en 9 wordt soms afgeweken van bouwfysische eisen of gangbare dan wel vereiste materialen. De reden is de praktische werkbaarheid en het beperken van de kosten. Dit geldt in het bijzonder bij de keuze voor: − gewone glaslatten voor het raam in opdracht 6; − een afwijkende beglazing en profilering voor het raam bij opdracht 6 in verband met het aanbrengen van hang- en sluitwerk; − gipskartonplaat voor de aftimmering in opdracht 9; − de wandopstelling die gebruikt wordt in opdracht 9; deze voldoet niet geheel aan de bouwfysische eisen voor houtskeletbouw. Machines Bij opdracht 6 (raam maken) zijn machines nodig voor de machinale houtbewerking en handmachines. PB-0601-b-10-1-i
8
lees verder ►►►
bouwtechniek-timmeren CSPE BB
2010
algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Internetcafé Het Apenstaartje heeft een zolder die als berging wordt gebruikt. Maar deze zolder is erg krap. Daarom wil de eigenaar een dakkapel laten plaatsen. In deze dakkapel komt een kozijn met een raam. Jij gaat de werkzaamheden voor dit raam voorbereiden en uitvoeren. Wat ga je doen? Het CSPE bouwtechniek-timmeren BB bestaat uit vier onderdelen: A, B, C en D. In deze onderdelen ga je het volgende doen: Onderdeel A werk voorbereiden tijdsduur +/- 135 minuten
1 2 3
een minitoets maken een vaktekening maken de materiaalstaat voor het raam en de glaslatten aanvullen
Onderdeel B raam maken, afhangen en sluitbaar maken tijdsduur +/- 485 minuten
4 5 6
een minitoets maken zorgen dat je bij opdracht 6 en 9 veilig en verantwoord werkt een raam maken, afhangen en sluitbaar maken
Onderdeel C aftimmeren tijdsduur +/- 220 minuten
7 8 9
een minitoets maken een schets maken de wand onder het raam aftimmeren
Onderdeel D terugkijken tijdsduur +/- 10 minuten
10 terugkijken op het werkstuk dat je bij opdracht 6 en 9 hebt gemaakt. Je bespreekt het met je examinator.
De tijdsduur die je ziet staan is een richttijd. Als je tijd over hebt voor een onderdeel, dan mag je die tijd bij een ander onderdeel gebruiken. En omgekeerd natuurlijk. Je mag niet meer dan 850 minuten over het hele examen doen. Nog enkele belangrijke aanwijzingen: − Je mag elkaar niet helpen of spreken tijdens het examen. − Stel zo weinig mogelijk vragen en alleen aan de examinator. − Lees de opdrachten goed en met aandacht door. Je kunt beter wat meer tijd besteden aan het lezen, dan het risico lopen dat je de opdracht verkeerd doet. − Schrijf, teken en werk zorgvuldig.
Als je deze informatie hebt gelezen, lever je deze weer in bij de docent.
PB-0601-b-10-1-i*
9
lees verder ►►► einde