Kwaliteitsjaarverslag 2013 RAV Gelderland Midden
www.vggm.nl
Inhoud Missie....................................................................................................................................................... 4 Visie ......................................................................................................................................................... 4 1. Leiderschap ......................................................................................................................................... 5 2. Strategie en beleid............................................................................................................................... 7 3. Management van medewerkers .......................................................................................................... 8 3.1. Ontwikkelingen .............................................................................................................................. 8 3.2. Opleidingen ................................................................................................................................. 10 3.3. Regionale ontwikkelingen ........................................................................................................... 10 3.4. Protocollen .................................................................................................................................. 11 3.5. Onderzoek .................................................................................................................................. 11 4. Management van processen ............................................................................................................. 12 5. Management van middelen ............................................................................................................... 13 6. Waardering door medewerkers (MTO)............................................................................................. 14 7. Waardering door de maatschappij .................................................................................................... 14 8. Waardering door bestuur en financiers ............................................................................................. 15 9. Exploitatie ambulancevervoer ........................................................................................................... 17
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
2
Voorwoord Voor u ligt het kwaliteitsjaarverslag 2013 van de Regionale Ambulancevoorziening Gelderland-Midden. De RAV Gelderland-Midden valt onder de directie Publieke Gezondheid van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM). Binnen VGGM werken 16 gemeenten samen: Arnhem, Barneveld, Doesburg, Duiven, Ede, Lingewaard, Nijkerk, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort en Zevenaar. De RAV Gelderland-Midden streeft naar kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg. Onder hoogwaardige ambulancezorg verstaan wij ambulancezorg die aansluit op de behoefte van de patiënt. Daarbij draait het in de kern om de kwaliteit van de individuele hulpverlener en de samenwerking binnen de ketens van acute en opgeschaalde zorg. Hoogwaardige ambulancezorg wordt ook bepaald door de snelheid van handelen in alle fasen van de ambulancezorgverlening. In dit jaarverslag leest u welke inspanningen zijn geleverd en welke resultaten zijn bereikt in 2013 met betrekking tot ons streven naar hoogwaardige ambulancezorg. Ype Schat Directeur Publieke Gezondheid/RAV
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
3
MISSIE In het meerjarenbeleidsplan 2010-2013 is de missie van de RAV Gelderland-Midden als volgt gedefinieerd. “Met als oogmerk het belang van de patiënt staat de RAV Gelderland-Midden voor snelle, doeltreffende en hoogwaardige ambulancezorg op maat en een stabiele performance binnen de landelijke norm, regiobreed onder het regime van effectief en efficiënt gebruik van beschikbare middelen”. De RAV Gelderland-Midden (RAV G-M) wil: kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg en de best mogelijke prestatie leveren met inzet van en nauwe samenwerking tussen de meldkamer en ambulancehulpverlening. actief bijdragen aan de beleving en ervaring van veiligheid en gezondheid van burgers in haar verzorgingsgebied. een stevige en betrouwbare schakel zijn in de ketens van acute en opgeschaalde zorg en autoriteit zijn op het gebied van acute eerstelijns zorg. voor haar medewerkers een plezierige en uitdagende organisatie zijn. VISIE De RAV G-M is binnen de regio de enige leverancier van ambulancezorg en kenmerkt zich door: tijdige, deskundige zorg en correcte bejegening van de klant; veiligheid op straat voor medewerkers en burgers; degelijke presentatie naar de burger, materieel en immaterieel; efficiënte en effectieve inzet van de beschikbare middelen De RAV G-M levert een optimale medisch/inhoudelijke- en een logistieke bijdrage aan de acute zorgketen en ziet zich als de autoriteit op het gebied van extramurale acute zorg in zowel reguliere als in opgeschaalde situaties. De RAV G-M komt tot een helder kader van waarden en normen waarbinnen medewerkers worden uitgedaagd het beste van zichzelf te geven.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
4
1. LEIDERSCHAP Patiëntveiligheid In 2013 is opnieuw veel aandacht besteed aan het thema patiëntveiligheid. Tijdens de teamdagen werd opnieuw met de medewerkers gesproken over de noodzaak van het veilig melden van incidenten die hebben geleid of hadden kunnen leiden tot voor de patiënt onveilige situaties. In september werd een softwareprogramma geïmplementeerd waarmee de medewerkers meldingen zelf kunnen invoeren die vervolgens langs een vastgestelde procedure worden afgewikkeld, het zogenaamde VIM-men. Patiëntveiligheid maakt inmiddels ook deel uit van het certificeringsschema van de Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de zorgsector (HKZ). Tijdens de laatste gehouden externe audit in het kader van deze HKZ-certificering werd de RAV G-M voor het eerst ge-audit op patiëntveiligheid. Omdat de implementatie van m.n. het VIM-men niet eerder dan in september 2013 kon plaatsvinden werden enkele kritische tekortkomingen geconstateerd. Door middel van een opgesteld plan van aanpak dat door het certificerend instituut werd goedgekeurd dienen deze tekortkomingen in het eerste kwartaal van 2014 te zijn opgelost. Bekwaam maakt bevoegd Afgelopen jaar is er uitvoering gegeven aan de in 2012 opgestelde notitie “Bekwaam maakt bevoegd”. Elke repressieve medewerker van de RAV heeft zijn bekwaamheidsverklaring gehaald geldend voor een periode van 1 jaar. Voor het eerst ontvingen de centralisten van de MKA ook een bekwaamheidsverklaring, waarbij gebruik werd gemaakt van een met de RAV G-M ontwikkelde beoordelingsmethode (Haak+), waarvoor landelijk veel belangstelling bestaat. Nederlands Triage Standaard (NTS) In februari 2013 werd de NTS ingevoerd ten behoeve van de triage op de Meldkamer Ambulancezorg (MKA). Het werken met NTS vroeg om een periode van inwerken als gevolg waarvan de afhandelingstijd van spoedmeldingen tijdelijk werd verlengd. Ultimo 2013 zijn al veel centralisten vertrouwd met het systeem, maar nog meer oefening is gewenst. Samenwerking ambulancehulpverlening (AHV) en MKA In 2013 werd op basis van een plan van aanpak gestart met uitwisseling van medewerkers van de ambulancedienst en meldkamer met als doel om meer begrip voor elkaars werk te creëren en elkaar beter te leren kennen. Dit beleid werpt zijn vruchten af en wordt in 2014 voortgezet. Effectieve klachtafhandeling In 2013 werden 17 klachten ontvangen, 4 Minder dan in 2012. 7 Klachten hadden betrekking op de MKA. 6 klachten hadden betrekking op bejegening en 1 klacht heeft betrekking op bejegening en product. Bij de AHV was er sprake van 10 klachten. 3 klachten hadden betrekking op product, 4 klachten hadden betrekking op bejegening en 3 klachten hadden betrekking op product en bejegening. Op basis van de aard van de klachten is er in de werkoverleggen met de medewerkers specifiek aandacht besteed aan de vraag hoe om te gaan met situaties waarin er geen medische grond is voor vervoer naar een ziekenhuis. Ook is afgesproken om in het kader van PR aandacht te besteden aan de verwachting van de burger bij komst van een ambulance. Overzicht klachten 2011 t/m/ 2013 Jaar Klachten AHV Klachten MKA Gegrond Ged, gegrond Ongegrond Pat. Contacten 2011 14 2 4 4 3 34.339 2012 15 6 9 4 8 35.088 2013 10 7 3 4 10 35.900 Financiële doelstelling Het jaar 2013 werd afgesloten met een positief resultaat. Omdat het financieel kader geen ruimte biedt voor uitbreiding van de paraatheid werd in 2013 met Ziekenhuis Rijnstate en zorgverzekeraar Menzis overeenstemming bereikt over een incidentele bijdrage voor een pilot prestatieverbetering in het oostelijk cluster van de regio. Per 7 oktober 2013 werd gedurende 7 dagen in de week een extra late
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
5
dienst ingezet. Met deze uitbreiding van paraatheid zal de standplaats Zevenaar beter kunnen worden bezet. De eerste resultaten over het laatste kwartaal van 2013 laten nog een sterk schommelend beeld zien ten aanzien van de prestaties. Een stabiele formatie Ook in 2013 was er nog geen sprake van een stabiele formatie. Wel konden opnieuw nieuwe medewerkers worden aangetrokken om het tekort door vertrek van zittende medewerkers te compenseren. In het meerjarenbeleidsplan is opgenomen dat meer aandacht zal worden besteed aan het anticiperen op wijzigingen in formatie. Op basis van het Referentiekader voor Spreiding en Beschikbaarheid 2013 kan mogelijk extra budget beschikbaar komen ter verbetering van de paraatheid. Ultimo 2013 is onderzocht waar extra formatie het meest efficiënt kan worden ingezet. Onderzoek Spoedeisende ambulancezorg In 2013 werd door het Nivel een onderzoek uitgevoerd naar de spoedeisende ambulancezorg. De RAV G-M was een van de 16 RAV’s die aan dit onderzoek hebben meegewerkt. Het onderzoek kende drie doelstellingen: 1. Het actualiseren en opnieuw vaststellen van de psychometrische kenmerken van de CQI Spoedeisende Ambulancezorg; 2. Het bepalen van het vermogen om verschillen te detecteren tussen RAV’s, teneinde het meetinstrument te optimaliseren; 3. Het verkrijgen van meer (kwantitatief) inzicht in de concrete ervaringen van patiënten die gebruik maken van ambulancezorg in Nederland, op basis van het gebruik van een gestandaardiseerde, gevalideerde vragenlijst. Een quote uit het rapport: Ervaringen met spoedeisende ambulancezorg Behalve uniform, is de kwaliteit van de spoedeisende ambulancezorg in Nederland gezien door de ogen van de patiënt van een hoog tot zeer hoog niveau. Dat geldt vooral voor thema’s zoals bejegening, communicatie en behandeling door het ambulancepersoneel. Het personeel krijgt ook een zeer hoog waarderingscijfer van de patiënten; gemiddeld een 9,0, waarbij 70% van de patiënten een 9 of een 10 toekent. Ook in vergelijking met patiënten in andere zorgsectoren is dit een erg hoog cijfer. Kijken we naar de informatievoorziening door de meldkamer, dan wordt deze door de patiënten ook positief beoordeeld, maar lijkt er wel ruimte te zijn voor enige verbetering. Wordt de vragenlijst niet ingevuld door de patiënt zelf, maar door iemand uit zijn of haar omgeving, dan vallen de scores wat lager uit. Wellicht speelt hier mee dat patiënten bij spoedeisende zorg zeer afhankelijk zijn van de hulp die men moet krijgen, wat zich dan weer vertaalt in dankbaarheid en erg hoge scores. Bij naasten speelt dit wellicht minder. (Bron: Nivel).
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
6
2. STRATEGIE EN BELEID De strategie en het beleid zijn gericht op het uitvoeren van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg, waarbij aspecten als bewustwording van de medewerkers over normen en waarden, het nemen van initiatieven in de ontwikkeling van de keten van acute medische zorg, het sturen op de landelijke ontwikkelingen van de meldkamer en het acute domein essentieel zijn. Maar ook het maken van afspraken voor structurele reductie en beheersing van de kosten, het bewaken van de belangen van de MKA binnen de gemeenschappelijke meldkamer en het aangesloten zijn op de landelijke platvormen voor kennis- en informatieontwikkeling. Door deelname aan de verschillende landelijke projectgroepen door directie en management wordt hierin in belangrijke mate voorzien. Kortom, we zijn goed aangesloten. Medisch management In 2013 is voorbereidend gewerkt aan de herinrichting van het medisch management, geënt op het “professioneel statuut MMA” met als doel het zorgen voor kwaliteit en continuïteit van de taken die zijn belegd bij het medisch management. De inzet van de functies van verpleegkundig specialist en physician assistent spelen daarbij een essentiële rol. De samenwerking tussen het medisch management van de RAV’s Gelderland-Midden, GelderlandZuid en de SEH van het UMC Nijmegen heeft in 2013 verdere doorgang gevonden. De SEH is 7 x 24 uur bereikbaar voor vragen uit het veld. Samenwerking met de RAV Gelderland-Zuid. Door het Bureau Opleidingen Bovenregionaal (BOB), een samenwerkingsverband tussen de RAV Gelderland-Midden en RAV Gelderland-Zuid is een gezamenlijk opleidingsplan ontwikkeld en werden opnieuw enkele opleidingsmodules gezamenlijk uitgevoerd. Samenwerking met de brandweer. Met de regionale brandweerkorpsen werd de samenwerking in het kader van First responding (FRB) bij reanimaties voortgezet. In 2013 was sprake van 440 FRB inzetten, waarbij in 70% van de gevallen daadwerkelijk sprake was van een reanimatie. Het percentage patiënten dat na de reanimatie met een spontane ademhaling en circulatie naar het ziekenhuis werd gebracht bedroeg bijna 50%.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
7
3. MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS De RAV Gelderland-Midden hecht aan goed werkgeverschap. Dit betekent dat de medewerkers goed worden gefaciliteerd in hun werk. Zowel huisvesting als gereedschap zoals voertuigen en apparatuur sluiten aan op de eisen van deze tijd. Daarnaast worden de medewerkers in staat gesteld om hun kennis en vaardigheden op peil te houden door middel van een goed pakket aan opleidingen en het bieden van mogelijkheden tot verdere ontwikkelingen binnen het vakgebied. eigen verantwoordelijkheid. Door medewerkers te faciliteren worden zij uitgedaagd als professional zelf verantwoordelijk te nemen voor de eigen ontwikkeling en bekwaamheid.
3.1. Ontwikkelingen Functiedifferentiatie In 2013 werden opnieuw 2 ambulanceverpleegkundigen in de gelegenheid gesteld om de opleiding tot physician assistent (PA) te gaan volgen. Eén ambulanceverpleegkundige studeerde in 2013 cum laude af als verpleegkundig specialist acute zorg. Twee ambulancechauffeurs sloten met succes de opleiding tot verpleegkundige af. Door de Inspectie Gezondheidszorg is in 2013 opnieuw veel aandacht besteed aan functiedifferentiatie en met name aan het competentieniveau van de medewerkers van de zorgambulance. De RAV G-M heeft van meet af aan ingestoken op de inzet van verpleegkundigen en voldoet daarmee aan de richtlijnen. Bedrijfsopvangteam (BOT) In 2013 zijn er 68 BOT-contacten met de diverse medewerkers geweest. Daarvan zijn er twee verwezen naar de eerstelijns psycholoog. In het kader van de multidisciplinaire samenwerking in onze regio is er een gezamenlijke scholingsdag geweest met de BOTTERS van de politie, brandweer en RAV G-M. 2 Medewerkers zijn gestopt als lid van het BOT. Hiervoor zijn 2 vervangers opgeleid en aangesteld. Voorbereidingscommissie roosters(VBC). De medewerkers worden nauw betrokken bij de ontwikkeling van de dienstroosters door middel van deelname in de VBC. In 2013 werd met de VBC het dienststrooster voor opkomstplaats Zevenaar geëvalueerd, dat per 7 januari 2013 operationeel werd, en werden enkele aanpassingen doorgevoerd. Klankbordgroep Procesoptimalisatie Performance (KPP). De medewerkers van AHV en MKA worden nauw betrokken bij de verdere optimalisatie van de bedrijfsprocessen, waaronder de procedures rond Dynamisch Ambulance Management (DAM). In 2013 werden adviezen uitgebracht over: - Monitoring en advies over de ontwikkelingen van de performance. - Advies over de uitbreiding van de paraatheid. - Advies over de evaluatie van de roostergroep Zevenaar en het resultaat van deze evaluatie. - Advies over locaties van standplaatsen (opkomstplaats Zevenaar en nieuwe hoofdstandplaats). - Advies over het rijden met optische- en geluidssignalen bij A2. Periodieke Arbeidsgezondheidskundige Monitor (PAM) Op basis van de nieuwe CAO voor de ambulancezorg moeten medewerkers ouder dan 40 jaar verplicht deelnemen aan de PAM. Ziekteverzuim In 2013 daalde het ziekteverzuim onder de 4%. Nieuw verzuimbeleid, waarbij de leidinggevende en de medewerker een actieve rol hebben, draagt hier zeker aan bij. Alle leidinggevende hebben hiervoor een cursus gevolgd en worden, samen met de medewerker, door de verzuimcoach ondersteund in de nieuwe aanpak.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
8
Interne communicatie en informatie Vanuit het Medisch Management is verder vorm gegeven aan de casuïstiekbesprekingen tijdens het werkoverleg. Het inhoudelijk met elkaar in discussie gaan wordt door medewerkers als zeer waardevol ervaren. Ook wordt inhoudelijke casuïstiek gebruikt om de protocollen en de uitvoering daarvan continue te toetsen. In 2013 werd in samenwerking met de afdeling communicatie 4 x een RAV journaal uitgebracht. In dit journaal worden de medewerkers geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de RAV en VGGM breed. Daarnaast is Ambuweb bij uitstek het medium om medewerkers te informeren over allerhande zaken die direct en indirect te maken hebben met ambulancezorg. Zaken die iedere medewerker moet weten kunnen door middel van een flitsbericht worden geplaatst. Bij flitsberichten moeten de medewerkers het bericht als gelezen aangeven voor ze verder kunnen in Ambuweb of Roosterweb. Het medium wordt intensief gebruikt binnen de dienst. Ambuform Via de aparte applicatie "Ambuform" kunnen de medewerkers een melding van (een vermoeden van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld vastleggen in een vastgesteld format volgens het in 2010 ingevoerde provinciaal convenant dat werd afgesloten met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de Meldpunten Huiselijk Geweld, waarbij het uitvoeringsprotocol van de gezamenlijke drie Gelderse RAV-en gebruikt wordt. In 2013 werden 19 schriftelijke meldingen gedaan van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Daarbij werd in 15 gevallen een advies/ melding gedaan aan het AMK. Via Ambuform kunnen medewerkers ook melding doen van vormen van agressie tegenover ambulancemedewerkers. In 2013 zijn 5 meldingen gedaan van agressie. Overige zaken Het contact met de uitzendbureaus verloopt goed en zij zijn doorgaans in staat om de personele problemen op te lossen. Hierbij is TMI, voorheen Confesso, de preferente aanbieder. Op een enkele uitzondering na hebben alle medewerkers hun jaargesprek gehad. Er werd een nieuwe ARBO-functionaris aangesteld.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
9
3.2. Opleidingen Bovenregionaal Opleidingsbureau (BOB) Het BOB is een gezamenlijk streven van de RAV’s GM en Gelderland-Zuid om te komen tot één volwaardig opleidingsbureau voor beide RAV’s. In 2013 is de najaarstraining voor het eerst gezamenlijk uitgevoerd. In Tiel hebben ambulanceteams uit beide RAV’s getraind. Betrokkenen hebben dit als overwegend positief ervaren. Landelijke ontwikkelingen In 2013 zijn twee verpleegkundigen opgeleid tot ambulanceverpleegkundige door middel van de nieuwe (post) initiële opleiding tot ambulanceverpleegkundige. Landelijke nascholing 2013 De landelijke nascholingen, die overigens niet meer verplicht zijn, worden over het algemeen goed gewaardeerd. Het zelf kunnen kiezen uit onderwerpen werd als prettig ervaren. Landelijk assessment In 2013 hebben 16 teams het landelijk assessment gevolgd. Ambulanceteams worden zowel theoretisch als praktisch door middel van 4 casuïstieken getoetst. Ambulancechauffeurs ook rijtechnisch. De kandidaten zijn overwegend positief. Het afnemen van het assessment op deze wijze geeft een reëel beeld van het functioneren. Slechts één ambulanceverpleegkundige is in eerste instantie gezakt, maar is de tweede keer alsnog geslaagd. Refresh course PHTLS Ondanks dat de theoretische toets is aangepast, zakken er relatief veel ambulancechauffeurs voor deze toets. Er is dan ook onder met name die doelgroep veel onvrede over deze in 2013 nog verplicht gestelde nascholing. CZO accreditatie “ambulanceverpleegkundige” In 2013 is de aanvraag voor de accreditatie ingediend. Deze aanvraag geeft ons de mogelijkheid het praktisch gedeelte van de opleiding tot ambulanceverpleegkundige te verzorgen. Kwaliteitsregister In 2013 is iedere uitvoerende medewerker ingeschreven in het kwaliteitsregister V&VN. De RAV G-M vindt het belangrijk dat deskundigheid bevorderende activiteiten conform de landelijke afspraken geregistreerd wordt. Inschrijving in het deskundigheidsgebied ambulancezorg moet door de werknemer zelf gedaan worden.
3.3. Regionale ontwikkelingen Regionale vaardigheidstrainingen In 2013 is er vooral aandacht geweest voor specifieke onderwerpen zoals: fracturen & luxaties, kinderreanimatie, non-trauma, reanimatie, trauma en verloskunde. Daarnaast is er uitgebreide scholing op het gebied van mechanische thoraxcompressie en de hartbewakingsapparatuur geweest vanwege de introductie van nieuwe apparatuur. Alle scholingen zijn overwegend goed ontvangen door de medewerkers. E-Learning In 2013 is de module "voorbehouden handelingen" door bijna iedereen afgerond. Ander modules zijn wel aangekocht, maar worden pas online gezet indien de snelheid van de PC op de ambulanceposten verbeterd is. Toetsing op locatie In het voorjaar van 2013 is de pilot “toetsen op locatie” afgerond. In deze pilot werden ambulanceteams op locatie getraind met behulp van de opleidingsambulance. Op basis van deze pilot zal het er een nieuw toetsingsbeleid worden geformuleerd.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
10
3.4. Protocollen Het jaar 2013 stond in het teken van de ontwikkeling van een nieuwe versie van het landelijke protocol Ambulancezorg: “LPA 8.0”. De RAV G-M heeft een bijdrage geleverd aan een van de expertgroepen die zich bezig heeft gehouden met onder andere de opgeschaalde zorg. Binnen de RAV zijn diverse protocollen aangepast aan de actuele stand van zaken betreffende de behandeling en behandelingsmogelijkheden van de acute patiënt. Het protocol aangaande kindermishandeling en huiselijk geweld dat sinds 2010 door de drie gezamenlijke ambulancediensten van Gelderland wordt gehanteerd werd medio mei 2013 intern geëvalueerd. Mede op basis van de evaluatie en de landelijke voorgeschreven invulling van de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (juni 2013) werd diverse aanpassingen aan het protocol tot stand gebracht met name in de logistiek en het veilig melden. Na introductie van het Landelijk protocol LPA 8 wordt het aangepaste aanvullende protocol in werking gesteld.
3.5. Onderzoek (Toegepast) wetenschappelijk onderzoek
De Euromax studie werd dit jaar afgerond. De Atlantic studie werd in december 2013 afgerond. De RAV G-M was met het Cardiologische Centrum van het Rijnstate ziekenhuis het derde onderzoekscentrum betreffende het aantal geïncludeerde patiënten in de totale studie. De Hemcon studie blijft dit jaar nog onderdeel van ons primaire proces uitmaken omdat de inclusie van patiënten achter blijft bij de verwachting. In samenwerking met twee studenten van de Hogeschool Utrecht en de Acute Zorgregio Oost is de Neck studie uitgevoerd. Als laatste is de LMAS studie uitgevoerd als enige eigen studie binnen de RAV. Mede door de resultaten van deze studie werden de uitgangspunten voor de aanpak van de airway aangepast.
De diverse uitkomsten van de studies hebben op termijn implicaties voor de feitelijke uitvoering van de acute zorg. Monitor acute zorg 2013 (voorheen Meetweek) Afgelopen jaar zijn wij niet in onze opzet geslaagd om de juiste specifieke (gevraagde) data aan aan te leveren betreffende de monitor acute zorg 2013. Een ruwe data dump is aangeleverd waaruit toch relevante data zijn gehaald. Drugsincidenten monitor Afgelopen jaar zijn wij niet in onze opzet geslaagd de juiste (gevraagde) data aan het Trimbos Instituut aan te leveren betreffende de meetweek 2013. Er wordt naar gestreefd dit nog in het eerste kwartaal 2014 te herstellen.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
11
4. MANAGEMENT VAN PROCESSEN Vakbekwaamheid ambulancezorg De kwaliteit van de ambulancezorg wordt in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de individuele hulpverlener. Om die reden wordt veel aandacht besteed aan het op peil houden van kennis en vaardigheden. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is het Meerjaren Opleidingsplan, maar ook het vastgestelde beleid ten aanzien van bekwaamheid dat is vastgelegd in de notitie in de notitie ‘Bekwaam maakt bevoegd’. Hierin staat onder andere dat de medische verantwoordelijkheid binnen de RAV nadrukkelijker wordt neergelegd bij de medisch adviseur van de RAV. Vakbekwaamheid meldkamer ambulancezorg (MKA) Een belangrijke stap in de verbetering van de kwaliteit is de invoering van het beoordelingssysteem van meldkamercentralisten (Haak+). Het beoordelingssysteem maakt deel uit van de bekwaamheidstoetsing en is een belangrijk instrument voor het meten van de competenties van centralisten binnen een veilige triageomgeving. De resultaten dienen mede als onderlegger voor de bekwaamheidsverklaringen van de centralisten. In 2013 werd besloten tot de ontwikkeling van een Meldkamer Game. Met deze nieuw te ontwikkelen game kunnen de centralisten zich met name bekwamen op de uitgifte kant, zoals het bewaken van de paraatheid en de toepassing van schuifregels in het kader van Dynamisch Ambulance Management. Spreiding en beschikbaarheid Als gevolg van het Referentiekader voor spreiding en beschikbaarheid werd nog eens duidelijk dat de RAV G-M operationeel verantwoordelijk is voor de verzorging van woonkernen buiten de eigen regio. Daarbij gaat het met name om Eerbeek, Hall en Leuvenheim, deel uitmakend van de gemeente Brummen (regio Noordoost Gelderland). Dit vraagt om aanpassing van de schuifregels met betrekking tot de bezetting van de standplaats Dieren. Met de gemeente Rheden zijn gesprekken gevoerd over de verplaatsing van de standplaats Dieren. Met de overige aanpalende regio’s worden in 2014 vergelijkbare exercities uitgevoerd om de operationele verantwoordelijkheid in de grensgebieden vast te stellen en hierover werkafspraken te maken. ICT en Meldkamer Ambulancezorg Ook in 2013 was het nog niet mogelijk om de online planmodule voor besteld vervoer te implementeren. Oorzaak hiervan is de invoering van een geheel nieuwe ICT omgeving voor Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Daarnaast zijn er technische problemen bij de beheersorganisatie van het gemeenschappelijke meldkamerdomein (VtsPN). Doordat het meldkamerdomein ultimo 2013 is overgegaan naar de nieuwe meldkamer Oost in Apeldoorn zal deze module naar verwachting medio 2014 gebruikt kunnen worden.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
12
5. MANAGEMENT VAN MIDDELEN Nieuwbouw hoofdvestiging RAV In 2012 werd door de gemeenteraad van Arnhem ingestemd met nieuwbouw voor de brandweer. Dit betekent dat de RAV na 23 jaar haar huidige hoofdvestiging zal moeten verplaatsen. Hierbij is gekozen voor industrieterrein IJsseloord II aan het Velperbroekcircuit. Samen met 2 andere partners is onderzocht op welke wijze kan worden samengewerkt in deze nieuwbouw. De stand van zaken ultimo 2013 is, dat er met de eigenaar van de grond een principe overeenkomst is over de exacte locatie en de prijs van de grond. Er is een eerste schetsontwerp gemaakt van de indeling van het kavel. Met de zorgverzekeraars hebben eerste gesprekken plaatsgevonden over de financiering van de huisvestingslasten van deze nieuwbouw. Wagenpark In 2013 werden op basis van de Europese aanbesteding van 2010 opnieuw 3 ambulances vervangen door de Mercedes Benz Emergency Sprinter 319 CDI, opgebouwd bij Wietmarscher Ambulanz- und Sonderfahrzeug in Wietmarschen Duitsland. De nieuwe voertuigen hebben een hoog acceptatieniveau onder de medewerkers. Europese aanbesteding van hartbewakingsapparatuur In 2013 werden op basis van een Europese aanbesteding de nieuwe hartbewakingsapparatuur in 2012, de X Series van Zoll in gebruik genomen. Na enkele aanloopproblemen en gewenning zijn de medewerkers tevreden over het functioneren van dit apparaat. Mechanische compressie In 2013 werd besloten tot de aanschaf van mechanische compressieapparatuur. Gekozen werd voor de Autopulse van Zoll. De Autopulse kan communiceren met de hartbewakingsapparatuur waardoor een optimale bewaking bij een reanimatie mogelijk wordt. Nadat de ambulances zijn aangepast, zal de Autopulse begin 2014 in gebruik worden genomen. Landelijk Elektronisch Ritformulier (LERF) Nog in te vullen Logistieke samenwerking GHOR Met de GHOR is een overeenkomst gesloten over het materiaal- en magazijnbeheer. In 2012 kwam de logistiek medewerker van de GHOR over naar de RAV en werd verantwoordelijk voor het magazijnbeheer van GHOR en RAV. Dit vanuit de gedachte dat grootschalige hulpverlening in feite opgeschaalde reguliere ambulancezorg is. Door deze actie is er sprake van een optimale afstemming op het gebied van gebruiks- en verbruiksmateriaal. ICT algemeen Ook in 2013 was er nog steeds onvrede over het functioneren van de ICT voorzieningen. Voor de RAV was vooral het niet kunnen gebruiken van e-learning programma's een voortdurende bron van ergernis. Hierdoor waren de medewerkers vaak gedwongen om de programma's in de thuissituatie te gebruiken. Na een uitgebreide analyse van de problematiek werd een plan van aanpak op gesteld op basis waarvan de problemen in de loop van 2014 opgelost worden. C2000 Portofoons De nieuwe C2000 portofoons werden in het eerste kwartaal van 2013 in gebruik genomen. Leveranciersbeoordelingen In 2013 hebben 5 leveranciersbeoordelingen plaatsgevonden. Deze beoordelingen hebben niet geleid tot wijziging van overeenkomsten.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
13
6. WAARDERING DOOR MEDEWERKERS (MTO) In 2013 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd door twee studenten van de Hogeschool Arnhem/Nijmegen. Vanwege de lage response en verkeerde vraagstelling werd besloten om dit onderzoek niet representatief te verklaren. Besloten is om in 2014 een nieuw MTO voor te bereiden die tot een betere respons moet leiden. 7. WAARDERING DOOR DE MAATSCHAPPIJ RAV G-M en de zorgverzekeraars overleggen jaarlijks meerdere keren met elkaar. De verbeterde prestaties hebben geleid tot veel waardering. Ook het Regionaal College, het hoogste bestuursorgaan van VGGM, heeft tijdens de presentatie van de cijfers haar waardering uitgesproken naar directie en medewerkers over de bereikte resultaten. Verslag cliëntenraad. De Wet Medezeggenschap cliënten Zorginstellingen (1996) draagt zorg voor bevordering van de medezeggenschap van de cliënten van uit collectieve middelen gefinancierde zorgaanbieders op het terrein van de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg. De belangrijkste taak van de Cliëntenraad is advisering van de leiding en wettelijk is geregeld op welke terreinen de Cliëntenraad minimaal om advies (adviesrecht of verzwaard adviesrecht) gevraagd dient te worden. Onderwerpen waar de CR RAV Gelderland Midden zich op richt: - Bereikbaarheid, spreiding, toegankelijkheid en aanrijtijden. - Triage (urgentie en vervolgtraject indiceren). - Behandeling zorgverlening. - De ambulancehulpverlening als schakel in de keten acute zorg. - Klachtenregeling en periodiek klantenervaringsonderzoek. - Cliëntenparticipatie. De CR hanteert een viertal kwaliteitscriteria, op basis waarvan zij voorgenomen beleid op basis van cliëntenperspectief beoordeeld en advies uitbrengt. - Toegankelijke zorg - Veilige zorg - Continuïteit van zorg - Effectieve zorg Referentiekader en uitgangspunten van de Cliëntenraad RAV G-M. In het jaar 2013 zijn de volgende onderwerpen behandeld tijdens 6 bijeenkomsten: • Werkplan CR en het rooster van aftreden CR leden • Voortgang Nieuwbouw • Beleidsplan en voortgang VMS • Klachtenjaarverslag 2012 • Kwaliteitsjaarverslag 2012 • Functie vertrouwenspersoon medewerkers • Doorontwikkeling ambulancezorg en functiedifferentiatie • Nederlands Triage Systeem en Elektronisch Rit Formulier • Financieel meerjarenperspectief RAV • Exploitatiebegroting en bekostiging 2014 • Focusgroepen spoedzorg • Strategische oriëntatie PAS • Inrichting acute zorglandschap • Halfjaarrapportage RAV • Jaarlijks overleg met directeur RAV • RAV jaarplan 2014
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
14
De CR krijgt steeds meer zicht op het reilen en zeilen van het werk van de RAV om de medezeggenschap van de potentiële patiënt te behartigen. De CR heeft zich als doel gesteld om actief de samenwerking te zoeken met ketenpartners. In dat kader is deelgenomen aan overleg met de ROAZ, specifiek georganiseerd voor de cliëntenraden van de deelnemende organisaties in oktober 2013. Tevens heeft de CR heeft deelgenomen aan het congres ‘kwaliteit spoedzorg’ in november 2013. 8. WAARDERING DOOR BESTUUR EN FINANCIERS Zowel bestuur als financiers zien toe op de prestaties binnen de beschikbare financiële kaders. Omdat de prestaties elk jaar een lichte verbetering te zien geven en sinds 2010 voldoen aan de landelijke norm van 95% op tijd verreden A1 ritten, is sprake van een grote mate van tevredenheid van zowel bestuur als zorgverzekeraars. In onderstaande tabellen worden de prestaties in beeld gebracht, waarbij aangetekend moet worden dat regiobreed een optimum in zicht is. Dit is het gevolg van een licht toenemende productie in relatie tot een korting op het budget, maar ook als gevolg van de aanslag op de paraatheid door de sluiting van de acute afdelingen van ziekenhuis Rijnstate, locatie Zevenaar. De prestaties in Doesburg en Rijnwaarden blijven over 2013 nog steeds achter bij de norm. Begin 2014 zullen de nodige maatregelen worden getroffen om de prestaties dichter bij de norm te brengen, onder andere door verhoging van de paraatheid. Tabel 1: Percentages A1-ritten op tijd per gemeente afgelopen drie jaar Aantal ritten 2011
2012
2013
2011
2012
2013
ARNHEM
3.990
4.196
3.457 98,90%
98,90%
98,30%
BARNEVELD
1.245
1.314
1.126 94,90%
95,80%
94,30%
DOESBURG
231
261
231 90,90%
88,90%
84,00%
DUIVEN
483
499
438 98,80%
98,80%
98,40%
EDE
2.287
2.367
2.178 96,50%
96,60%
95,20%
LINGEWAARD
749
794
691 89,50%
94,00%
93,30%
NIJKERK
773
798
640 92,50%
93,70%
89,80%
OVERBETUWE
819
950
757 92,60%
93,90%
92,90%
RENKUM
725
834
669 91,70%
95,60%
94,30%
RHEDEN
1.068
1.112
926 94,30%
93,00%
93,20%
RIJNWAARDEN
196
227
196 73,00%
66,10%
63,30%
ROZENDAAL
37
30
SCHERPENZEEL
140
135
157 90,00%
85,90%
92,40%
WAGENINGEN
658
749
641 95,60%
95,30%
94,50%
WESTERVOORT
262
321
239 98,50%
97,50%
98,30%
ZEVENAAR
639
769
671 96,90%
97,00%
95,40%
14.302 15.356 13.035 95,40%
95,80%
94,70%
Total
18 97,30% 100,00% 100,00%
De performance in 2013 is ogenschijnlijk met 1,1% afgenomen ten opzichte van 2012. Als gevolg van een nieuw registratiesysteem dat per 1 januari 2013 in gebruik werd genomen zijn we op dit moment nog niet in staat om de zogenaamde “meerinzetten” uit te filteren. Meerinzetten zijn ritten waarbij meerdere ambulances bij één incident worden ingezet, waarbij de later arriverende ambulances op aanvraag van de eerste ambulances toch als starttijd de tijd van de primaire melding meekrijgen en daardoor bijna per definitie te laat zijn. Volgens de geldende regels, die ook door het RIVM worden
gehanteerd voor het rapport “Ambulances in-zicht”, mogen deze ritten worden uitgefilterd. Hierdoor neemt het percentage op tijd verreden A1 ritten toe met plusminus 0,5%.
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
15
Tabel 2: Percentages A2-ritten op tijd per gemeente afgelopen drie jaar Aantal ritten Perc <= Norm 2011 2012 2013 Total 2011 2012 2013 ARNHEM 2.505 2.491 2.178 7.174 97,70% 97,80% 98,20% BARNEVELD 617 646 599 1.862 96,10% 96,60% 96,30% DOESBURG 140 124 119 383 95,00% 95,20% 94,10% DUIVEN 231 248 225 704 94,40% 96,80% 95,60% EDE 1.374 1.226 1.160 3.760 97,60% 96,80% 96,50% LINGEWAARD 482 436 461 1.379 94,80% 96,30% 96,10% NIJKERK 413 395 356 1.164 95,40% 95,90% 93,30% OVERBETUWE 432 434 453 1.319 95,10% 96,80% 96,00% RENKUM 515 511 454 1.480 95,50% 94,70% 91,60% RHEDEN 673 661 701 2.035 96,00% 95,80% 95,40% RIJNWAARDEN 93 113 105 311 93,50% 86,70% 94,30% ROZENDAAL 19 21 9 49 100,00% 95,20% 100,00% SCHERPENZEEL 69 69 80 218 87,00% 88,40% 90,00% WAGENINGEN 403 409 418 1.230 95,80% 97,80% 94,30% WESTERVOORT 158 163 168 489 95,60% 98,20% 98,80% ZEVENAAR 372 411 487 1.270 98,10% 95,90% 96,10% Total 8.496 8.358 7.973 24.827 96,50% 96,60% 96,10%
Total 97,90% 96,30% 94,80% 95,60% 97,00% 95,70% 94,90% 96,00% 94,10% 95,70% 91,30% 98,00% 88,50% 95,90% 97,50% 96,60% 96,40%
A2 ritten zijn spoedritten waarbij geen gebruik wordt gemaakt van optische- en geluidssignalen en waarbij de normtijd van melding tot aankomst patiënt 30 minuten bedraagt. Deelprocessen De gemiddelde meldtijd is in 2013 iets opgelopen als gevolg van het gewenningsproces voor het gebruik van de Nederlandse Triage Standaard (NTS). Deze standaard werd begin 2013 in gebruik genomen. De gemiddelde uitruktijd van 38 seconden is gelijk gebleven aan 2012 en geldt als een van de laagste in Nederland. De gemiddelde aanrijtijd nam met 1 seconde af. Hiervoor zijn geen aanwijsbare redenen. Door de verlengde meldtijd nam ook de gemiddelde responsetijd toe tot 9:08 minuten. Dat is nog steeds lager dan het landelijk gemiddelde.
Tabel 2: Gemiddelde tijden deelprocessen Meldtijd Uitruktijd Aanrijtijd Responsetijd 2011 0:01:25 0:00:42 0:06:47 0:08:55 2012 0:01:27 0:00:38 0:06:53 0:08:58 2013 0:01:38 0:00:38 0:06:52 0:09:08
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
16
9. EXPLOITATIE AMBULANCEVERVOER Financiële verantwoording RAV
Opbrengsten Opbrengsten gemeenten regionaal (uniform) Opbrengsten gemeenten individueel (maatwerk) Opbrengsten van het rijk Directe opbrengsten van derden m.b.t. output Overige opbrengsten Totaal opbrengsten Kosten Personele kosten Salarissen (incl. sociale lasten etc.) Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Materiële kosten Directe kosten m.b.t. output Overige indirecte kosten Afschrijvingen Totaal overige kosten Organisatiekosten Huisvestingskosten direct Huisvestingskosten doorbelast Informatie- en automatiseringskosten Overige organisatiekosten Totaal organisatiekosten Totale kosten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Incidentele baten en lasten
Doorbelast kosten Financiële baten en lasten Resultaat
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
Realisatie 2013 (A)
Begroting 2013 (B)
Realisatie 2012 (C)
0 0 0 15.924.472 0 15.924.472
0 0 0 15.318.079 0 15.318.079
0 0 0 15.700.205 0 15.700.205
10.453.579 489.692 10.943.271
10.347.756 372.447 10.720.204
10.488.820 334.165 10.822.985
1.337.479 734.618 841.547 2.913.645
1.218.525 502.289 907.220 2.628.034
1.371.300 716.406 1.249.324 3.337.031
218.214 66.770 201.618 139.267 625.869
202.750 66.770 201.618 139.267 610.405
211.350 65.778 174.733 116.807 568.668
14.482.784 1.441.688
13.958.643 1.359.436
14.728.684 971.521
50.000
137.637
-348.980
1.124.903
1.124.903
1.088.746
64.167
64.132
55.324
202.618 V
32.764 V
176.431 V
17
Exploitatie CPA Cluster MKA Realisatie 2013 (A) Opbrengsten Opbrengsten gemeenten regionaal (uniform) Opbrengsten gemeenten individueel (maatwerk) Opbrengsten van het rijk Directe opbrengsten van derden m.b.t. output Overige opbrengsten Totaal opbrengsten Kosten Personele kosten Salarissen (incl. sociale lasten etc.) Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Materiële kosten Directe kosten m.b.t. output Overige indirecte kosten Afschrijvingen Totaal overige kosten Organisatiekosten Huisvestingskosten direct Huisvestingskosten doorbelast Informatie- en automatiseringskosten Overige organisatiekosten Totaal organisatiekosten Totale kosten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Incidentele baten en lasten
Doorbelast kosten Financiële baten en lasten Resultaat
Begroting 2013 (B)
Realisatie 2012 (C)
133.538 0 139.700 1.836.360 0 2.109.599
133.538 0 111.250 1.775.181 0 2.019.969
132.060 0 111.250 1.768.363 0 2.011.673
1.351.642 159.162 1.510.803
1.380.652 122.291 1.502.943
1.352.516 133.411 1.485.927
145.167 103.372 8.323 256.862
86.852 59.000 19.573 165.425
106.846 63.251 11.815 181.912
70.020 0 31.524 82.182 183.726
70.000 0 31.524 82.182 183.706
70.020 0 28.116 67.101 165.237
1.951.391 158.207
1.852.074 167.895
1.833.076 178.596
0
0
-9.175
199.620
199.620
183.908
684
1.038
895
42.097 N
32.763 N
2.969 V
Voor akkoord,
Ype Schat, directeur Publieke Gezondheid/RAV
KWALITEITSJAARVERSLAG 2013 – concept
18