Kunstendecreet
Subsidiëring van kunstenaars in het kader van het Kunstendecreet
Handleiding
Richtlijnen voor het aanvragen van subsidies: Projectsubsidies aan kunstenaars Ontwikkelingsgerichte beurzen Creatieopdrachten
Inleiding Deze handleiding geldt als leidraad voor individuele kunstenaars en natuurlijke personen die een aanvraag willen indienen voor een ontwikkelingsgerichte beurs, een creatieopdracht of een projectsubsidie voor kunstenaars in het kader van het Kunstendecreet van 2 april 2004 en het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 betreffende de uitvoering van het Kunstendecreet.
Inhoud Inleiding
1
Subsidiemogelijkeden
2
Voorwaarden en criteria
5
Aanvraagdossier en procedure
9
Kwaliteitsbeoordeling
9
Als handleiding is dit document een gestructureerde samenvatting van de belangrijkste informatie uit het decreet, het uitvoeringsbesluit en de memorie van toelichting. De handleiding streeft echter geen volledigheid na, vandaar de vele verwijzingen naar het decreet (aangegeven als Kd) en het uitvoeringsbesluit (aangegeven als BVR, afkorting van besluit van de Vlaamse Regering). Enkel het decreet en het uitvoeringsbesluit zijn rechtsgeldig; de memorie van toelichting beoogt, net als de handleiding, enkel verduidelijking. U kunt de volledige decreettekst, het besluit van de Vlaamse Regering en de memorie van toelichting terugvinden op www.kunstenenerfgoed.be. Vertrekkend vanuit de vele doelgroepen die het Kunstendecreet beoogt, worden in deze handleiding de verschillende subsidiemogelijkheden, basisvoorwaarden, beoordelingscriteria, de te volgen aanvraagprocedure …op een rijtje gezet. Daarnaast bevat de handleiding heel wat praktische (rand)informatie en inhoudelijke opmerkingen, die de bedoelingen van het decreet helpen verduidelijken.
Kunstendecreet
Pagina 2
Subsidiemogelijkheden Kunstenaars hebben de volgende subsidiemogelijkheden (Kd. Art 20-38, BVR art 1621): Projectsubsidies aan kunstenaars Ontwikkelingsgerichte beurzen Creatieopdrachten De ondersteuning van individuele kunstenaars gebeurt hoofdzakelijk via het toekennen van projectsubsidies voor kunstenaars, ontwikkelingsgerichte beurzen en creatieopdrachten Daarnaast zijn er een aantal subsidiemogelijkheden voor zowel kunstenaars als nietkunstenaars. Deze subsidiemogelijkheden zijn terug te vinden in aparte handleidingen op de webstek www.kunstenenerfgoed.be. Hieronder een kort overzicht: Internationale initiatieven door personen (Kd art 52-56, BVR art 35-37) In het kader van de subsidiëring van internationale initiatieven kunnen natuurlijke personen in aanmerking komen voor: werkverblijven, tegemoetkomingen in reis-, verblijf- en transportkosten vanuit en naar het buitenland, vertalingen uit het Nederlands naar andere talen en omgekeerd.
Alle mogelijkheden op een rijtje.
Uitgevers van niet-periodieke publicaties Naast het zuiver literaire segment van de letteren, dat door het Vlaams Fonds voor de Letteren wordt ondersteund, is er het niet-literaire segment dat door het agentschap wordt behartigd en gesubsidieerd. Het betreft het ondersteunen van algemeen culturele en kunstkritische publicaties (Kd artikel 58 en 65). Concreet betekent dit het subsidiëren van tijdschriften en het verlenen van productiesubsidies aan uitgevers van boeken in dit niet-literaire segment. Ook hier komen natuurlijke personen in aanmerking. Opnameprojecten Met een opnameproject wordt de registratie op een drager van artistieke uitvoeringen en kunsteducatieve activiteiten bedoeld. Zowel organisaties als individuen kunnen een aanvraag indienen.
Kunstendecreet
Pagina 3
Subsidiëring aan kunstenaars (Kd. Art 20-38, BVR art 16-21). 1.
Subsidiemogelijkheden, -voorwaarden en beoordelingscriteria
De ondersteuning van individuele kunstenaars gebeurt hoofdzakelijk via het toekennen van projectsubsidies aan kunstenaars, ontwikkelingsgerichte beurzen en creatieopdrachten. Al naargelang de verdienste van de kunstenaar en naargelang de projecten die hij of zij wenst te realiseren, kunnen verschillende soorten subsidies worden aangevraagd. Zowel de reeds erkende, gevestigde kunstenaar als de zoekende kunstenaar komt voor ondersteuning in aanmerking. Over het geheel van een kunstenaarsloopbaan kan de subsidiëring dus zowel de vorm van op ontwikkeling gerichte subsidies als de vorm van op concrete resultaten gerichte subsidies aannemen. In de loop van een kunstenaarscarrière verschuift het gewicht van deze subsidie van ontwikkelingsgericht naar resultaatgericht. Van kunstenaars met een volgroeid oeuvre wordt immers verwacht dat zij projectsubsidies aan kunstenaars aanvragen, eerder dan ontwikkelingsgerichte beurzen die specifiek bedoeld zijn om de evolutiemogelijkheden van jongere kunstenaars te ondersteunen. Dit neemt niet weg dat ook voor ‘oudere’ kunstenaars de mogelijkheid blijft bestaan om op een ontwikkelingsgerichte beurs aanspraak te maken. Het gaat dan vooral om kunstenaars bij wie het parcours afwijkt van het normale, zo bijvoorbeeld kunstenaars die zich pas op latere leeftijd toeleggen op een kunstdiscipline of kunstenaars die een langere periode van reflectie willen inlassen om hun werk te heroriënteren. Er kunnen subsidies verleend worden voor: ontwikkelingsgerichte beurzen, aan kunstenaars aan wiens oeuvre een bijzondere kwaliteit of bijzondere mogelijkheden toegeschreven worden. Met de toekenning van ontwikkelingsgerichte beurzen wil de Vlaamse overheid de ontwikkeling van een oeuvre ondersteunen. “Kunst” komt er maar door het waagstuk van de creatie, ondernomen door individuele kunstenaars. Het beleid wil de mogelijkheidsvoorwaarden daartoe verbeteren. Ontwikkelingsgerichte beurzen worden toegekend aan kunstenaars bij wie (de mogelijkheden tot) oeuvre-ontwikkeling positief worden ingeschat. Er is dus sprake van een duidelijk verwachtingspatroon, dat echter niet gegarandeerd is. Vandaar dat ontwikkelingsgerichte beurzen, mits aan de rapporteringplicht wordt voldaan, steeds volledig uitbetaald worden, ook wanneer de verhoopte positieve oeuvreontwikkeling, welke de reden tot toekenning was, uitblijft. Van kunstenaars die een ontwikkelingsgerichte beurs ontvangen, wordt verwacht dat zij zich in hun kunstcreatie engageren, dat ze de toegekende beurs daartoe aanwenden en hiervan verslag uitbrengen. projectsubsidies aan kunstenaars, ter ondersteuning van de realisatie van een specifiek project, dat zich ondermeer kan situeren op het vlak van de presentatie van een oeuvre, de reflectie inzake een oeuvre, of de productie van een specifiek werk. Een dergelijke subsidie beoogt een concreet resultaat: een tentoonstelling, de realisatie van een kunstwerk, een uitvoering, een betere reflectieve omkadering van het oeuvre van de kunstenaar, de integratie van een kunstwerk in de openbare ruimte een productie binnen de muziek- of podiumkunstensector Projectsubsidies aan kunstenaars dienen zowel inhoudelijk (inhoudelijk verslag) als financieel (gestaafd overzicht van inkomsten en uitgaven) verantwoord worden.
Zowel de reeds erkende, gevestigde kunstenaar als de zoekende kunstenaar komt voor ondersteuning in aanmerking.
Pagina 4
Kunstendecreet
Audiovisuele kunstenaars kunnen aanspraak maken op projectsubsidies aan kunstenaars op het vlak van creatie, presentatie en reflectie. Voor de ondersteuning van een productie van “single screen mediakunst” dient men zich nog wel te richten tot het Vlaams Audiovisueel Fonds (Filmlab). Het kunstendecreet behandelt immers enkel de productie van “non-single screen mediakunst Projectsubsidies aan kunstenaars worden in eerste instantie toegekend op basis van de artistieke kwaliteit (dit wordt geëvalueerd door een beoordelingscommissie) van het oeuvre van de kunstenaar. Deze toetsing gebeurt op dezelfde manier als bij de ontwikkelingsgerichte beurzen. Voor projectsubsidies aan kunstenaars wordt echter tevens de financiële haalbaarheid van het project getoetst, de kwaliteit van de projectpartners, alsook het belang van het project binnen de oeuvre-ontwikkeling van de kunstenaar. Opmerking! Ontwikkelingsgerichte beurzen en projectsubsidies aan kunstenaars worden in principe verleend en uitbetaald aan de kunstenaar. De Vlaamse Regering kan evenwel in bepaalde gevallen besluiten dat die subsidies, geheel of gedeeltelijk, niet aan de kunstenaar zelf worden uitbetaald, maar aan een door de kunstenaar aan te duiden rechtspersoon of feitelijke vereniging. Volgende activiteiten komen niet voor subsidiëring in aanmerking: de creatieve activiteit van kunstenaars die zich situeert binnen het werkterrein van het Fonds voor de Letteren, opgericht krachtens het decreet van 30 maart 1999 houdende de oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren, met uitzondering van de creatieopdrachten; de creatieve activiteit van kunstenaars die zich situeert binnen het werkterrein van het Vlaams Audiovisueel Fonds, opgericht krachtens het decreet van 13 april 1999 houdende machtiging van de Vlaamse Regering om toe te treden tot en mee te werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel Vlaams Audiovisueel Fonds; ontwerp en uitvoering van al dan niet experimentele bouwprojecten. creatieopdrachten, aan de opdrachtgever van een kunstenaar ter ondersteuning van de creatie en presentatie van nieuwe werken binnen het veld van de kunsten. Deze subsidie wordt aangevraagd door en uitbetaald aan de opdrachtgever. De creatieopdracht moet publiek getoond of uitgevoerd worden binnen een bepaalde termijn. Audiovisuele kunstenaars kunnen aanspraak maken op projectsubsidies aan kunstenaars op het vlak van creatie, presentatie en reflectie. Voor de ondersteuning van een productie van “single screen mediakunst” dient men zich nog wel te richten tot het Vlaams Audiovisueel Fonds (Filmlab). Het kunstendecreet behandelt immers enkel de productie van “non-single screen mediakunst.
Kunstendecreet
Pagina 5
2. Basisvoorwaarden Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, moet de kunstenaar minstens drie jaar betrokken zijn bij het kunstgebeuren binnen de Vlaamse Gemeenschap.
3. Basiscriteria Bij de toekenning van de subsidies aan individuele kunstenaars wordt rekening gehouden met: 1° het belang en de kwaliteit van het oeuvre van de kunstenaar binnen het hedendaagse kunstenlandschap en/of binnen de internationale context; 2° het belang en de kwaliteit van het al door de kunstenaar afgelegde parcours; 3° de groeimogelijkheden en de consistentie van het oeuvre.
4. Bijkomende criteria Ontwikkelingsgerichte beurzen: Voor wat de ontwikkelingsgerichte beurzen betreft wordt eventueel ook rekening gehouden met de mogelijkheden tot een heroriëntering van het oeuvre. Projectsubsidies aan kunstenaars : 1° de haalbaarheid van de voorgestelde financieringswijze van het project; 2° de kwaliteit van de eventuele projectpartners; 3° het belang van het project voor de verdere oeuvre-ontwikkeling van de kunstenaar. Creatieopdrachten: 1° de haalbaarheid van de voorgestelde financieringswijze van de creatieopdracht; 2° de kwaliteit van de opdrachtgever; 3° de relevantie van de contractueel bedongen uitvoeringen; 4° de door de opdrachtgever geplande promotie voor het opdrachtwerk; 5° het belang van de creatieopdracht voor de verdere oeuvre-ontwikkeling van de kunstenaar.
Binnen 15 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, stuurt het agentschap een bericht naar de aanvrager met de melding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is.
5. Bijkomende voorwaarden voor creatieopdrachten Voor creatieopdrachten worden volgende bijkomende voorwaarden opgelegd: 1° de opdrachtgever moet beschikken over rechtspersoonlijkheid of een natuurlijke persoon zijn; 2° het opdrachtwerk moet door de opdrachtgever worden gepresenteerd; 3° het opdrachtwerk moet een origineel werk zijn; 4° het opdrachtwerk mag door de kunstenaar niet gecreëerd worden in opdracht van een onderwijsinstelling als proef die hij moet afleggen aan dezelfde onderwijsinstelling; 5° de creatieopdracht moet door de opdrachtgever worden aangevraagd; 6° voor creatieopdrachten op het vlak van de muziek, Nederlandstalige dramatische kunst, dans en muziektheater moet de opdracht voor het eerst officieel voor een betalend publiek door de opdrachtgever worden uitgevoerd, uiterlijk op 1 november van het jaar dat volgt op het jaar waarin de subsidie wordt toegekend; 7° voor creatieopdrachten op het vlak van de beeldende en audiovisuele kunsten moet de creatie worden gepresenteerd, uiterlijk op 1 november van het jaar dat volgt op het jaar waarin de subsidie wordt toegekend. Opgelet! Subsidies voor een creatieopdracht voor eenzelfde tekst kunnen niet worden aangevraagd bij het Vlaams Fonds voor de Letteren en in het kader van het Kunstendecreet.
Opgelet! Organisaties die worden gesubsidieerd voor het geheel van de werking voor een bedrag van 300.000 euro of meer kunnen geen bijkomende subsidie voor een creatieopdracht aanvragen. Het element creatieopdracht zit in het tweejarige of vierjarige financieringsbudget inbegrepen!
Kunstendecreet
Pagina 6
6. Timing ProjectIndiening Ontvankeperiode lijkheid initiatieven binnen 15 die van start werkdagen Ontwikkelingsgerichte gaan vanaf beurzen 1 januari v/h 1 september volgende jaar voorgaand jaar en 1 april v/h 1 december projectsubsidies aan volgende jaar voorgaand jaar kunstenaars 1 maart 1 juli v/h zelfde jaar zelfde jaar Creatieopdrachten op initiatieven binnen 15 het vlak van Nederdie van start werkdagen landstalige dramatigaan vanaf sche kunst, dans, 1 januari v/h 1 september beeldende en audiovi- volgende jaar voorgaand jaar suele kunsten 1 april v/h 1 december volgende jaar voorgaand jaar
1 juli v/h
zelfde jaar
Creatieopdracht op het vlak van muziek en heel jaar muziektheater
De presentatie of uitvoering van de creatieopdracht gebeurd uiterlijk op 1 november van het jaar volgend op de toekenning van de subsidie.
Beslissing
Mededeling beslissing uiterlijk 4 15 dagen vanaf maanden na de datum van het uiterlijke in- ondertekende diendatum toekenningsbesluit
uiterlijk 4 15 dagen vanaf maanden na de datum van het uiterlijke in- ondertekende diendatum toekenningsbesluit
1 maart zelfde jaar Ten laatste 2 maanden na ondertekening van de overeenkomst tussen componist en opdrachtgever
7. Samenstelling dossier en uitbetalingsmodaliteiten 7.1. Ontwikkelingsgerichte beurzen
7.1.1. Samenstelling dossier 1° een beknopte brief, ondertekend en gedateerd, met motivering van de aanvraag; 2° een blad met de noodzakelijke administratieve gegevens: naam, voornaam, kunstenaarsnaam, geboortedatum en -plaats, adres, IBAN-nummer, telefoon- en faxnummer, e-mail adres (aanvraagformulier); 3°en werkplan voor de periode waarop de aanvraag betrekking heeft; 4° een curriculum vitae; 5° documentatie die een adequaat beeld geeft over het oeuvre van de kunstenaar (voor beeldende kunstenaars: foto’s, ekta’s of kleurkopies van recent werk), voor audiovisuele kunstenaars: dvd’s, webapplicaties, enz. ter illustratie van recent werk); 6° kritische teksten met betrekking tot het oeuvre.
7.1.2. Uitbetaling ontwikkelingsgerichte beurzen De ontwikkelingsgerichte beurs wordt uitbetaald in twee schijven: een voorschot van 90 procent wordt uitbetaald na ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend; het saldo van 10 procent wordt uitbetaald na een inhoudelijk verslag over de periode van de subsidie.
Kunstendecreet
7.2. Projectsubsidies aan kunstenaars
7.2.1. Samenstelling dossier 1° de werktitel van het project; 2° de omschrijving van het project; 3° een situering van het project en het belang ervan binnen het oeuvre van de kunstenaar; 4° een sluitende begroting (om een volledig overzicht te hebben over alle uitgaven en inkomsten van het project, vraagt het agentschap om dan ook alle voorstellingen op te nemen die tijdens de projectperiode gepland staan); 5° een voorstelling van de projectpartners; 6° een curriculum vitae;
7.2.2. Uitbetaling projectsubsidies aan kunstenaars 7° documentatie over het oeuvre van de kunstenaar; 8° kritische teksten met betrekking tot het oeuvre. De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven: een voorschot van 90 procent wordt uitbetaald na ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend; het saldo van 10 procent wordt uitbetaald na aanvaarding van de ingediende verantwoordingsstukken door het agentschap. Met het oog op de uitbetaling van dit saldo dient de kunstenaar volgende verantwoordingsstukken voor te leggen: een overzicht van inkomsten en uitgaven met betrekking tot het gesubsidieerde project; voor het bedrag van de toegekende subsidie, afschriften van de kostenbewijzen met betrekking tot het project; de specificatie van alle bezoldigingen, sociale lasten, vergoedingen, commissie- en erelonen, uitkoopsommen en voordelen in natura voor de personen die op artistiek, technisch, administratief of organisatorisch vlak hebben meegewerkt aan de realisatie van het project, met vermelding van de namen van de begunstigden; een inhoudelijk verslag van het gerealiseerde project. Het is toegelaten een forfaitaire creatievergoeding op te nemen van maximaal 20 procent van de totale kosten van het project. Indien de kunstenaar niet of laattijdig het project voltooit en dus de gestelde subsidievoorwaarden niet naleeft, kan de Vlaamse Regering, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het dossier, beslissen of deze niet-naleving noopt tot een 7.3. Creatieopdrachten
7.3.1. Samenstelling dossier 1° de omschrijving van de creatieopdracht en het belang ervan binnen het oeuvre van de kunstenaar; 2° een toelichting van de motivering en het doel van de opdracht door de opdrachtgever; 3° een sluitende begroting; 4° een curriculum vitae; 5° documentatie over het oeuvre van de kunstenaar;
Pagina 7
Kunstendecreet
Pagina 8
6° een fotokopie van de schriftelijke overeenkomst, gesloten tussen de kunstenaar en de opdrachtgever, waarin de opdrachtgever zich engageert tot de presentatie van de opdracht. In deze overeenkomst moeten de volgende gegevens en clausules vermeld worden: de naam, de voornaam, het adres, de nationaliteit, de geboortedatum, de geboorteplaats; de naam, de voornaam en het adres van de gevolmachtigde, die de overeenkomst ondertekent namens de opdrachtgever en het IBAN-nummer van de kunstenaar; het overeengekomen honorarium voor de opdracht; de aard van de opdracht; de uiterste datum waarop de kunstenaar de opdracht moet indienen bij de opdrachtgever en deponeren bij het Steunpunt Muziek, het Steunpunt Podiumkunsten, of voor wat betreft de bij de creatieopdrachten beeldende en audiovisuele kunsten, bij het agentschap; de uiterste datum waarop de opdracht voor het eerst door de opdrachtgever uitgevoerd of gepresenteerd zal worden; de bepaling dat het contract opgemaakt is in twee originelen, één voor elk van de contracterende partijen; de handtekening van de kunstenaar en de handtekening van de opdrachtgever; de datum waarop en de plaats waar het contract werd ondertekend; de voorwaarden waaronder het honorarium wordt betaald aan de kunstenaar; 7° indien de aanvrager een organisatie is die beschikt over rechtspersoonlijkheid: het ondernemingsnummer en indien de aanvrager een natuurlijke persoon is: het rijksregisternummer; 8° voor een creatieopdracht op het vlak van de Nederlandstalige dramatische kunst, de dans en het muziektheater: een synopsis van het toneelstuk, de choreografie of het libretto wanneer het een opdracht voor een toneelauteur, choreograaf of librettist betreft; 9° voor een creatieopdracht op het vlak van de muziek: de minimumduur van de compositie en de bezetting; 10° voor een creatieopdracht op het vlak van de beeldende en audiovisuele kunsten: de bestemming van het werk en de relevantie van deze bestemming, de toegankelijkheid van het werk voor het publiek en de manier van ontsluiten van het werk.
De subsidie voor een creatieopdracht wordt uitbetaald aan de opdrachtgever.
7.3.2. Uitbetaling creatieopdrachten De subsidie voor een creatieopdracht wordt als volgt uitbetaald (aan de opdrachtgever): een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend; het saldo van 20 procent wordt uitbetaald na aanvaarding door het agentschap van de ingediende verantwoordingsstukken en na presentatie van het opdrachtwerk (uiterlijk op 1 november van het jaar dat volgt op de toekenning van de subsidie). Met het oog op de uitbetaling van dit saldo dient de opdrachtgever volgende verantwoordingsstukken voor te leggen: een inhoudelijk verslag; een financieel verslag; het definitieve script/libretto (podiumkunsten) of de partituur (muziek); het bewijs van betaling van het afgesproken honorarium van de opdrachtgever aan de kunstenaar.
Kunstendecreet
AANVRAAGDOSSIER EN PROCEDURE De aanvragen worden ingediend bij het agentschap. Indienen kan per aangetekende brief of door het dossier af te geven tegen ontvangstbewijs. Gelieve gebruik te maken van de aanvraagformulieren op www.kunstenenerfgoed.be. Enkele aanbevelingen! Om het document gebruiksvriendelijk te maken vraagt het agentschap: dat het document losbladig wordt ingediend (met paperclip, in ringmap, kaft,…). dat elke pagina van het document genummerd wordt een inhoudstafel bij het document te voegen Organisaties dienen hun aanvraag in bij of sturen hun aanvraag naar: IVA Kunsten en Erfgoed Afdeling Kunsten Arenbergstraat 9 1000 Brussel De eerste stap die het dossier doorloopt, is de ontvankelijkheidstoets. Het agentschap kijkt na of het aanvraagdossier: (1) tijdig is ingediend (cf. infra – timingtabel) (2) volledig is (cf. infra – samenstelling dossier) (3) voldoet aan de nodige basisvoorwaarden (cf. supra ). Binnen 15 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, stuurt het agentschap een bericht naar de organisatie met de melding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is. In geval van onontvankelijkheid vermeldt het bericht de reden daarvan.
KWALITEITSBEOORDELING In het Kunstendecreet slaat de kwaliteitsbeoordeling zowel op de artistiekinhoudelijke als op de zakelijke, beheersmatige aspecten van het aanvraagdossier. Tenzij hoger anders vermeld, is het hiernavolgende het scenario voor het beoordelingsproces.
1. Stappen in het beoordelingsproces 1. Het agentschap beheert het aanvraagdossier. Ze treft de nodige voorbereidingen, controleert alle vormelijke aspecten (ontvankelijkheidstoets) en legt het dossier voor aan de beoordelingscommissie in kwestie of de adviescommissie. 2. Het agentschap zal vervolgens ook een zakelijk advies opmaken over de werking en het beheer van de organisaties/natuurlijke personen. Voor wat betreft de projectsubsidies aan kunstenaars en creatieopdrachten brengt het agentschap advies uit over de zakelijke en financiële aspecten en de kwaliteit van de projectpartners en de opdrachtgevers. 3. De beoordelingscommissies stellen een artistiek of inhoudelijk advies op. Belangrijke opmerking! De Vlaamse Regering is niet verplicht de adviezen van het agentschap en de beoordelingscommissies te volgen. 4. Een definitieve beslissing valt uiterlijk vier maanden na de uiterlijke indieningdatum van de aanvragen en uiterlijk drie maanden na de uiterlijke indieningdatum van de aanvragen tot subsidiëring voor projecten muziek.
2. Beoordelingcommissies (BVR artikel 47 § 1, § 2) De beoordelingscommissies bestaan steeds uit een voorzitter, een ondervoorzitter en een vast aantal leden. Hieronder geven we het totale aantal leden (inclusief voorzitter en ondervoorzitter). De leden worden benoemd voor vier jaar. Om een gezond evenwicht te verkrijgen tussen continuïteit en flexibiliteit (en vernieuwing), wordt de helft van de leden om de vier jaar vervangen. Een lid kan maximaal twee mandaten vervullen.
Pagina 9
INLEIDING
1
SUBSIDIERING VAN KUNSTENAARS 1. Subsidiemogelijkheden, -voorwaarden en beoordelingscriteria 2. Basisvoorwaarden 3. Bijkomende voorwaarden 4. Basiscriteria 5. Bijkomende criteria 6. Timing 7. Samenstelling dossier en uitbetalingsmodaliteiten 7.1. Ontwikkelingsgerichte beurzen 7.2. Projectsubsidies aan kunstenaars 7.3. Creatieopdrachten
3 3 5 5 5 5 6 6 6 7 7
AANVRAAGDOSSIER EN PROCEDURE
9
KWALITEITSBEOORDELING
9
1. Stappen in het beoordelingsproces
9
2. Beoordelingscommissies
9
Bezoek ons op het web! www.kunstenenerfgoed.be
IVA Kunsten en Erfgoed Afdeling Kunsten Arenbergstraat 9 1000 Brussel