Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-CO-001
Organisatie:
Kursaal Oostende
Gevraagd bedrag:
450.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Kursaal Oostende was tot midden 2011 een nv die veel zaalverhuur deed en een aantal eigen commerciële podiumactiviteiten programmeerde. Daarna werd een vzw opgericht voor de werking. Die vzw huurt het gebouw van de nv. Dit dossier werd ingediend door de vzw. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Kursaal Oostende de komende jaren een receptieve werking wil uitbouwen met twintig tot vijfentwintig voorstellingen per jaar, wat weinig is. De organisatie mikt op een publieksbereik van 2.000 bezoekers per voorstelling. Uit de programmering blijkt dat deze voorstellingen populaire mainstream zijn die volledig zelfbedruipend kunnen zijn. De werking getuigt niet van artistieke durf noch van het programmeren van artistiek kwetsbare groepen. De commissie is bijgevolg van oordeel dat subsidiëring van de organisatie in geen geval prioritair is. Kursaal Oostende geeft aan een kunsteducatief luik te willen uitbouwen, maar de commissie stelt vast dat dit uiterst beperkt is en bovendien heel vaag. De commissie merkt bovendien op dat de website geen focus op kunst of muziek heeft. De sleutelwoorden van de organisatie zijn immers events, entertainment, business en gastronomie. 1.3
Profilering en positionering
Kursaal Oostende is een populaire evenementenhal die met de toeristische regio van de Vlaamse kust extra troeven in handen heeft. 1.4
Langetermijnvisie
De langetermijnvisie is beperkt. Kursaal Oostende wil eerst de receptieve werking uitbouwen en vanaf 2015 gaan produceren. Verdere informatie of een visie ontbreken echter. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Als groot podium voor populaire acts in een toeristische regio heeft Kursaal Oostende zeker een bovenlokale uitstraling. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Voor de kustregio heeft Kursaal Oostende zeker een meerwaarde. Het biedt ontspanning voor de vele toeristen en inwoners.
Pagina 1 van 97
1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk of sociaal belang is gering. De organisatie ontplooit geen specifieke acties hieromtrent. 1.8
Samenwerking en netwerking
Kursaal Oostende heeft heel wat partners die zich alle in de commerciële sfeer bevinden. 1.9
Publieksgerichtheid
Kursaal Oostende voert dure, uitgebreide, traditionele campagnes om de grote zaal te vullen. De organisatie heeft echter geen specifiek doelgroepenbeleid. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt een buitensporig hoog bedrag voor een beperkt aantal concerten. Ze werkt met veertien voltijdse equivalenten, wat al bijzonder veel is voor de beperkte werking, en wil dit nog met een voltijds equivalent uitbreiden. De commissie concludeert dat het dossier op geen enkel vlak het artistieke niveau benadert om voor subsidie uit het Kunstendecreet in aanmerking te worden genomen. Bovendien moet de organisatie met de commerciële programmering in staat zijn om minstens zelfbedruipend te zijn. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het artistiek-inhoudelijke concept, het profiel en uitstraling, de langetermijnvisie, de netwerking en enkele zakelijke elementen. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 2 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-CO-001
Organisatie:
Kursaal Oostende vzw
Gevraagd bedrag:
450.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
De nv Exploitatie Kursaal Oostende diende voor de periode 2010-2012 een subsidieaanvraag van 1.200.000 euro in als multidisciplinair kunstencentrum. Deze aanvraag werd onontvankelijk verklaard als gevolg van het feit dat een nv geen subsidieaanvraag kan indienen en de vzw nog niet was opgericht. Voor de periode 20132014 vraagt de vzw Kursaal Oostende een subsidie van 450.000 euro als concertorganisatie. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Kursaal Oostende vzw is actief sinds 1 juli 2011 en ontstond uit de nv Exploitatie Kursaal Oostende, die tot dan de programmatie van Kursaal Oostende beheerde. In het dossier wordt aangegeven dat de nv niet de meest geschikte structuur was om een volwaardige programmering te realiseren, maar de redenen hiervoor worden niet toegelicht. Het dossier bevat zeer weinig informatie over de voorbije werking op inhoudelijk, zakelijk en financieel vlak. Het verslag van de voorbije activiteiten, die dus tot midden 2011 onder de nv vielen, beperkt zich tot een overzicht van de voorstellingen van 2010 en 2011. Wat het financiële betreft, is enkel een overzicht van de uitgaven en inkomsten van het eerste half jaar werking bijgevoegd aangezien er nog geen jaarrekening beschikbaar is. Het agentschap heeft bijgevolg geen zicht op de verhouding tussen de nv en de vzw, noch op de financiële implicaties van de opsplitsing. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Kursaal Oostende wil zich profileren als een cultuurbaken binnen Oostende en beschouwt zijn programmatie op ruimere geografische schaal als complementair aan die van andere cultuurhuizen in de provincie en daarbuiten. In de volgende jaren wil de vzw zich toeleggen op “de uitbouw van een hoogstaand receptief aanbod”. Dit streven lijkt op het eerste zicht weinig te verschillen van de werking zoals die vanaf 2005 werd ontwikkeld, concreet een “ondernemend receptief model” waarbij de voorstellingen van derden worden aangevuld met zelf geprogrammeerde voorstellingen. Vanaf 2015 wil de organisatie eventueel zelf producties realiseren, maar hierop wordt niet verder ingegaan. 3.2
Samenwerking en netwerking
Kursaal Oostende werkt samen met heel wat andere binnen- en buitenlandse actoren, zowel op commercieel als niet-commercieel vlak. Er wordt naar gestreefd een samenwerking aan te gaan voor zoveel mogelijk voorstellingen. In het dossier wordt aangegeven dat de samenwerking met coproducenten zorgt voor een spreiding van het risico, en wordt een opsomming gegeven van een aantal coproducenten. Hoe dit zich vertaalt op financieel vlak is echter niet onmiddellijk te achterhalen. In de begroting staan in elk geval geen opbrengsten uit coproducties of samenwerkingen.
Pagina 3 van 97
De aard van de samenwerkingen wordt ook nauwelijks of niet verder toegelicht. Zo wil men onder meer de samenwerking met het KBVV verder uitdiepen en lopen er gesprekken met het Nationaal Ballet van Korea, maar het is niet duidelijk wat hier precies onder verstaan moet worden. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Het agentschap is van mening dat de overheadkosten zeer hoog zijn en niet in verhouding tot de artistieke productiekosten. Momenteel zijn er bij Kursaal Oostende medewerkers in dienst voor 14 voltijdse equivalenten. In de periode 2013-2014 wil men dit toch al aanzienlijke personeelsbestand nog eens uitbreiden met 2 voltijdse equivalenten. De noodzaak hiertoe wordt niet verantwoord, en dit wordt ook niet gelinkt aan het inhoudelijk beleidsplan. Bovendien lijkt hier inhoudelijk geen uitbreiding van de werking tegenover te staan. Men beoogt minstens 20 tot 25 voorstellingen per jaar – voor 2013 streeft men naar 24 voorstellingen – terwijl dat er in 2010 nog 29 waren. De overheadkosten worden nog verzwaard door de huur en huurlasten (385.000 euro) die de vzw Kursaal Oostende aan de nv Exploitatie Kursaal Oostende moet betalen. Gezien de nv deze – hoge - kosten doorrekent aan de vzw stelt het agentschap zich vragen bij de meerwaarde van de oprichting van deze laatste. 3.4
Publieksgerichtheid
Het dossier blijft vrij algemeen wat de planning en activiteiten inzake publieksgerichtheid betreft. Kursaal Oostende richt zich tot “alle mogelijke doelgroepen”, en bereikt elk jaar meer dan 200.000 bezoekers. Over het profiel van de doelgroepen die ook effectief worden bereikt – o.m. leeftijd, geografische herkomst – wordt niets vermeld. Ook de marketing en communicatie worden slechts zeer algemeen aangehaald, van een echte strategie of planning is geen sprake. De communicatie lijkt niet te worden gekoppeld aan specifieke doelgroepen. Voor jongeren wil men een formule uitwerken waarbij zij voor elke voorstelling 50% korting krijgen. Daarnaast wordt vermeld dat men ernaar streeft de voorstellingen zo toegankelijk en de drempel zo laag mogelijk te houden, maar dit wordt niet verder geconcretiseerd. Op educatief vlak is er sinds 2011 een eenvoudig programma voor jongeren/studenten dat men op termijn wil opentrekken naar alle bezoekers toe, maar ook hier is niet duidelijk wat deze educatieve werking precies inhoudt. Algemeen kan worden gesteld dat er uit het dossier weinig reflectie over publiek, communicatie en promotie naar voren komt. Nochtans wordt er op dit laatste vlak per voorstelling een niet onaanzienlijk budget van 10.000 euro ingecalculeerd. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier geeft over dit aspect geen informatie. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake. 3.6
Realisme groeipad
Het realisme van het groeipad kan niet worden geverifieerd aangezien de organisatie voordien geen projectsubsidies aanvroeg en het agentschap onvoldoende zicht heeft op de voorbije werking op zakelijk, organisatorisch en financieel vlak.
Pagina 4 van 97
3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Kursaal Oostende vzw diende een schaars gestoffeerd inhoudelijk en zakelijk beleidsplan in. Er wordt een subsidie gevraagd onder meer om het aanbod uit te breiden en bepaalde producties, die het budget uit evenwicht kunnen halen, ook op te nemen. Dit kan echter niet onmiddellijk worden gelinkt aan concrete informatie in het inhoudelijke beleidsplan. Het voorziene aantal voorstellingen ligt in elk geval niet hoger dan de voorbije jaren. Het agentschap heeft een aantal bedenkingen bij de kosten en opbrengsten. Zo zijn de kosten voor de huur en huurlasten met 380.000 euro zeer hoog, en hetzelfde geldt voor de promotiekosten. De inkomsten uit sponsoring lijken met 50.000 euro dan weer vrij laag begroot, zeker in verhouding tot de totale omzet. In het dossier wordt vermeld dat er momenteel een nieuwe aanpak inzake sponsoring wordt uitgewerkt, maar hierop wordt verder niet ingegaan. Extra medewerkers worden aangeworven als de voorstellingen die vereisen, maar de kosten die hiervoor begroot zijn, concreet 310.000 euro, worden nergens gedetailleerd. Het overzicht van de medewerkers die niet in loondienst zijn, bevat enkel de gegevens van de artistiek leider. Als de uitgaven en inkomsten van 2011 worden geëxtrapoleerd naar een volledig jaar geeft dit een resultaat van 1.585.542 euro aan uitgaven en 1.540.710 euro aan inkomsten. Voor 2013 worden uitgaven en inkomsten voor een bedrag van 2.828.796 euro begroot, zonder dat de werking lijkt uit te breiden. Als gevolg van het feit dat de kosten en opbrengsten slechts zeer algemeen worden toegelicht, kan het agentschap niet verifiëren in hoeverre de vooropgestelde begroting realistisch is. 3.8
Haalbaarheid
Het agentschap kan de haalbaarheid van het ingediende beleidsplan op zakelijk vlak niet inschatten bij gebrek aan voldoende zicht op de voorbije werking en een nadere toelichting van de kosten en opbrengsten. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Als concertorganisatie kan de vzw in aanmerking komen voor een meerjarige ondersteuning van de werking binnen het Kunstendecreet. Voor de werking van Kursaal Oostende als dusdanig sluit het agentschap zich aan bij het oordeel van de commissie. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Wat het aspect ‘langetermijnvisie’ betreft, geeft Kursaal Oostende vzw een toelichting bij het verschil in receptief aanbod met subsidie en zonder subsidie. Daaruit blijkt dat de subsidie moet dienen om de ticketprijs van bepaalde voorstellingen te verlagen, wat de participatie van sociaal zwakkere groepen zou kunnen verhogen. Op dit laatste wordt niet verder ingegaan. Aangezien het hier een loutere vermelding betreft, waaraan geen verdere reflectie of planning wordt gekoppeld, is dit een nogal vrijblijvende stelling. Daarnaast wordt gesteld dat het aanbod kan worden uitgebreid met voorstellingen waarop de vzw nu geen break-even kan draaien. Op de opmerking van het agentschap over het ontbreken van informatie over de producties die men vanaf 2015 eventueel zelf wil realiseren, wordt niet ingegaan.
Pagina 5 van 97
Over samenwerking en netwerking verduidelijkt Kursaal Oostende het principe van de coproductie en geeft het mee dat sommige partners, die geen garantie vragen en daardoor het risico voor de vzw beperken, een ruime partage van de ticketverkoop krijgen. Over het personeelsbestand tenslotte wijst Kursaal Oostende erop dat het meer dan 250 evenementendagen realiseert met slechts 14 VTE. De noodzaak van de uitbreiding van dit bestand wordt niet verantwoord en niet gelinkt aan het inhoudelijke beleidsplan. Het agentschap vindt in de reactie geen argumenten die nopen tot een wijziging van zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 6 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-CO-002
Organisatie:
Krak
Gevraagd bedrag:
100.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Krak is een organisatie die gegroeid is uit de vzw Kreatief Ateljee Krak en is vooral bekend voor haar Krakrockfestival, later omgevormd tot The'Licious en vervolgens tot het huidige Club Soda. Voor het festival heeft de organisatie al verschillende projectsubsidies uit het Kunstendecreet ontvangen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Krak vraagt een meerjarige subsidiëring aan voor de hele muziek- en festivalwerking die door het Interreg-programma grensoverschrijdend wordt en in een nieuwe gemeentelijke infrastructuur verder kan worden ontplooid. De receptieve werking die de organisatie wil realiseren bestaat uit twaalf indoorconcerten, het eigen Club Sodafestival en twee festivals in samenwerking met andere organisaties. De Beoordelingscommissie Muziek vindt dit een eerder bescheiden werking. De commissie merkt op dat de projecten die Krak als sociaal-artistiek beschouwt wel mooi zijn, maar eigenlijk niet sociaal-artistiek zijn. Uitzondering hierop is Histoires de Vies, met duidelijke inbreng van Via Lactea. De commissie stelt vast dat Krak wil evolueren in de richting van een muziekclub, maar dat eigenlijk niet is. Ze is van oordeel dat Krak in de eerste plaats een jeugdhuis is, met een goede muziekprogrammering. Die programmering vertrekt niet vanuit een artistieke visie van een artistiek leider, maar vanuit een werkgroep waarin iedereen kan participeren. De commissie vindt dit niet negatief, maar is van oordeel dat dit eerder binnen jeugdwerking valt en bijgevolg vanuit die hoek zou moeten worden gesubsidieerd. Het grootste deel van de werking situeert zich binnen de amateurkunsten, terwijl het Kunstendecreet binnen de professionele kunsten valt. De commissie heeft een hoge artistieke waardering voor het Club Sodafestival, maar is van oordeel dat er voor dat festival alleen geen meerjarige omkadering te verantwoorden valt. 1.3
Profilering en positionering
Krak biedt een podium aan alternatieve muziek met een goed evenwicht tussen gevestigde waarden en experiment. Het aanbod omvat drie clusters: pop-rock, world en dance. De commissie vindt dat het Club Sodafestival met een accent op dance-globalgroove een duidelijk en interessant profiel heeft. 1.4
Langetermijnvisie
De organisatie wil op termijn evolueren naar een werking als muziekclub. De commissie vindt dit echter niet aan de orde. Ze vindt de werking van de organisatie wel goed, maar niet van die orde dat ze als muziekclub kan worden beschouwd. Bovendien is het aanbod aan muziekclubs in de regio voldoende groot.
Pagina 7 van 97
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Krak heeft met zijn werking een hoofdzakelijk regionale uitstraling. Enkel het Club Sodafestival overstijgt het bovenlokale. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Krak is een actieve speler in de regio en zorgt er voor een divers en dynamisch aanbod. Dit is een duidelijke meerwaarde. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Krak heeft een uitgebreide vrijwilligerswerking en geeft jongeren inspraak in de programmering. De organisatie gaat ook actief aan de slag met jongeren en organiseert voor hen educatieve projecten en biedt ze speelkansen. Er zijn samenwerkingen met het OCMW, Intro en enkele hogescholen. De organisatie getuigt bijgevolg van een groot maatschappelijk en sociaal belang. 1.8
Samenwerking en netwerking
Krak werkt veel samen met andere organisaties. De organisatie doet dit zowel met regionale partners als partners die zich binnen de Euregio Kortrijk-Rijsel-Doornik situeren. 1.9
Publieksgerichtheid
De organisatie heeft een voldoende publiekswerking. De activiteiten die ze organiseert sluiten goed aan bij wat leeft bij haar doelpubliek. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De programmatie biedt voldoende diversiteit. Toch mist de commissie concrete acties naar interculturaliteit toe. Hoewel de organisatie de slogan 'think global, groove local' hanteert, wordt dat eerste wat verwaarloosd. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat het dossier op zakelijk vlak goed is uitgewerkt. Krak vraagt onder meer subsidies voor de uitbreiding van het personeel van een naar twee voltijdse equivalenten en voor de uitbreiding van de concertwerking. De commissie stelt vast dat de winstmarge op de drankomzet laag is. Samenvattend vindt de commissie dat de volledige werking niet voldoende aansluit bij het Kunstendecreet om voor subsidie in aanmerking te komen. Het Club Sodafestival is op artistiek-inhoudelijk vlak wel voldoende interessant om voor projectsubsidie in aanmerking te kunnen komen, maar niet voor een meerjarige structurele omkadering.
Pagina 8 van 97
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de artistiek-inhoudelijke werking van de volledige organisatie, de verschillende festivals en deelwerkingen en de interculturaliteit. Een van de argumenten waarom de organisatie nu een meerjarige werkingssubsidie aanvraagt, is het Europese project. De commissie geeft echter mee dat de organisatie al langere tijd participeert in Europese projecten, waarbij dit gegeven dus geen verschil maakt met de werking van de voorbije periodes. Heel wat van de acties die de organisatie in haar repliek opsomt, maken trouwens deel uit van dat Europese project. Echt nieuwe elementen worden in de repliek niet aangereikt. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 9 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-CO-002
Organisatie:
Krak vzw
Gevraagd bedrag:
100.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Krak vzw diende in het verleden projectaanvragen in voor de organisatie van het Club Soda festival, Hiervoor ontving de organisatie in 2009 een subsidie van 5000 euro, en zowel in 2010 als 2011 een subsidie van 10.000 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Uit de werking van de voorbije jaren is gebleken dat Krak erin slaagt, voor zover het de organisatie van het festival betreft, om een realistische begroting op te stellen. In 2009 lagen de uiteindelijke inkomsten en uitgaven weliswaar 30% lager dan voorzien in de begroting, maar was het eindresultaat bijna in evenwicht dankzij extra sponsoring en een beperking van de kosten op het vlak van omkadering en productie. Op het artistiek budget werd zo weinig mogelijk bezuinigd, zonder meer een positief punt. In 2010 werd het festival afgesloten met een winst van 1293,20 euro. Uit de bijgevoegde balans blijkt dat de organisatie 2010 afsloot met een winst van 29.452 euro, en over een reserve beschikte van 61.121 euro. Krak opereert met andere woorden op een gezonde financiële basis. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Uit het dossier komt de nodige reflectie op lange termijn naar voren. Krak wil de werking inhoudelijk uitdiepen en naar een hoger – Vlaams - niveau tillen, en heeft daartoe al de nodige informatie ingewonnen bij soortgelijke organisaties, zoals de Nijdrop. Er zal een nieuwe structuur worden uitgetekend die vertrekt van een artistieke en zakelijke aansturing, gebaseerd op een sterke vrijwilligerswerking. Op financieel vlak heeft Krak per activiteit de evolutie op langere termijn ingeschat in functie van de vooropgestelde werking. Het dossier bevat een goed uitgewerkte planning van het eerste activiteitenjaar. Op het vlak van samenwerkingen streeft de organisatie ernaar om in de toekomst, naast die met de partners uit de Interreg, ook in zee te gaan met partners uit andere Europese regio’s. 3.2
Samenwerking en netwerking
Krak wil actuele niet-commerciële muziek ondersteunen in Vlaanderen, met Zuid-WestVlaanderen en Zuid-Oost-Vlaanderen als kerngebied en Noord-Frankrijk en Wallonië (Henegouwen) als partnerregio’s. Daarbij wordt ernaar gestreefd om de programmatie optimaal te koppelen aan de (co)producties. Nieuwe projecten worden steeds in samenwerking met andere partners uitgewerkt. Krak maakt gebruik van dezelfde infrastructuur als CC Spikkerelle in Avelgem, en overlegt maandelijks op het vlak van huishouding en programmatie. Algemeen kan worden gesteld dat Krak stevig is ingebed in een breed netwerk, op verschillende vlakken, en dit zowel lokaal, (boven)regionaal als internationaal. In de toekomst worden ook nieuwe internationale samenwerkingen vooropgesteld, onder meer
Pagina 10 van 97
met organisaties in Frankrijk, Londen en Zuid-Nederland. Dit wordt wel niet verder uitgediept. De uitstraling van de organisatie is het sterkst in de eigen regio, maar de organisatie stelt vast dat het aantal bezoekers uit verder gelegen regio’s stijgt. Het dossier bevat een duidelijk overzicht van de partners op verschillende niveaus. Wel stelt het agentschap vast dat de aard van de samenwerkingen niet in alle gevallen geëxpliciteerd wordt. Opmerkelijk is ook dat de genoemde samenwerkingen en coproducties niet financieel vertaald worden wat inkomsten betreft, hoewel in het dossier vermeld wordt dat verschillende kosten worden gedeeld. Het blijkt niet evident om een zicht te krijgen op de verschillende samenwerkingen op zakelijk vlak. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Krak vzw vraagt een uitbreiding van het personeelsbestand met één voltijds zakelijk leider. Het agentschap acht deze vraag redelijk, maar merkt op dat de overheadkosten hoog zijn in verhouding tot de artistieke productiekosten, mede doordat ook de andere kosten stijgen in vergelijking tot de voorgaande jaren. Een deel van de stijging is te verklaren door de sociaal-artistieke werking, maar ook door de aankoop van dranken, die een stuk hoger wordt begroot in vergelijking met 2010. Het agentschap merkt op dat hier evenwel geen evenredige stijging van de inkomsten tegenover staat. 3.4
Publieksgerichtheid
Krak wil een zo breed mogelijk publiek bereiken, maar organiseert ook bepaalde activiteiten voor specifieke doelgroepen. De verschillende doelgroepen worden duidelijk per activiteit omschreven. Het toegangsbeleid is laagdrempelig en wordt aangepast aan de doelgroepen. Ook de communicatie en promotie, die langs verschillende kanalen lopen, zijn waar nodig doelgroepgericht. Door daarnaast de promotiekanalen en netwerken van de partners te gebruiken, wordt ernaar gestreefd de doelgroep ook geografisch te verruimen. In het dossier wordt de beoogde publieksspreiding meegegeven. Daaruit blijkt dat de meerderheid van het publiek lokaal is (55%) of afkomstig uit de eurometropool KortrijkRijsel-Doornik (30%). Aangezien er geen informatie over het voorbije en huidige publieksbereik wordt gegeven, is het niet mogelijk te achterhalen in hoeverre hier effectief van een stijging en evolutie sprake is. Het agentschap vindt het wel positief dat de organisatie de cijfers na het eerste werkjaar in kaart wil brengen om waar nodig de publiekswerving bij te sturen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier geeft over dit aspect geen informatie. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake. 3.6
Realisme groeipad
Gezien de gedegen zakelijke en financiële opvolging van de voorbije werking, de ervaring die Krak ondertussen heeft opgebouwd via het werken met projectsubsidies, en de inhoudelijke invulling van het beleidsplan, is het agentschap van mening dat de overgang naar een structurele ondersteuning gerechtvaardigd is. Voorwaarde is wel dat de commissie zich kan vinden in de inhoudelijke invulling van het beleidsplan. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Krak vzw diende een overzichtelijk en in globo helder zakelijk beleidsplan in. De kosten en opbrengsten worden voldoende gedetailleerd en verantwoord, en het dossier bevat
Pagina 11 van 97
een informatieve vergelijking met de financiële werking van de voorbije jaren. Opmerkelijk is wel dat de begroting niet in evenwicht is en resulteert in een winst van 13.037,00 euro. Het gevraagde subsidiebedrag, dat expliciet wordt gemotiveerd, ligt dus hoger dan noodzakelijk om de begroting in evenwicht te krijgen. Het agentschap kan zich vinden in de aanwerving van een voltijds zakelijk leider, maar laat de opportuniteit van de verdere uitbouw van de muziekwerking over aan het advies van de commissie. Daarnaast is het agentschap van mening dat Krak de nodige inspanningen moet leveren om de vermindering van de Europese en provinciale subsidie te compenseren via eigen inkomsten of kostenbesparende maatregelen. 3.8
Haalbaarheid
Het agentschap acht de vooropgestelde werking haalbaar, maar is ervan overtuigd dat deze ook kan worden gerealiseerd met een lager subsidiebedrag. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Voor haar werking als concertorganisatie kan Krak vzw in aanmerking komen voor een meerjarige ondersteuning binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Krak vzw diende geen reactie in op het zakelijke preadvies. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 12 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-001
Organisatie:
De Bijloke
Gevraagd bedrag:
1.581.208,54 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
De Stedelijke Concertzaal de Bijloke werd opgericht in 1998 na de omvorming van een 13e-eeuwse hospitaalzaal tot concertzaal. De Bijloke is op dit ogenblik een combinatie van historische ruimten en een aansluitende nieuwbouw, een complex van zalen en ontmoetingsruimten met een concertzaal voor 1.056 bezoekers, het Kraakhuis met een capaciteit van 250 bezoekers en diverse kleinere werk- en presentatieruimten. Daarnaast kan de Bijloke nog beschikken over de Miry-zaal voor een 500-tal mensen. Naast Muziekcentrum de Bijloke zijn nu ook Les Ballets C de la B, LOD, Operastudio Vlaanderen, Hogeschool Gent met KASK, Conservatorium, en STAM op de Bijlokesite gevestigd. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat het mission statement van de organisatie vrij algemeen is. Sommige operationele doelstellingen zijn nog vage intenties. Het dossier valt niet binnen de opgelegde maximale norm van aantal pagina's en verschillende activiteiten worden meermaals opgesomd, waardoor de essentie verloren gaat. De commissie is van oordeel dat de taak van de Bijloke in de eerste plaats is om een interessant symfonisch aanbod te brengen in de grote zaal en daarnaast ook goede kleinere concerten in het Kraakhuis en Miryzaal. Verdere extra-murosactiviteiten zijn, gezien het ruime aanbod in Gent, moeilijker te verdedigen. Als de Bijloke een unieke plaats wil veroveren in Gent, moet de organisatie haar belangrijkste troef, zijnde de unieke infrastructuur, beter uitspelen. Belangrijk is een duidelijk profiel in de programmering. Dit is op dit moment niet het geval. Voor 2013 is nog bijzonder veel 'te bepalen'. De Bijloke is wel heel actief en goed ingebed op de campus, waar er een zekere kritische massa aanwezig is voor de concerten. De commissie betreurt het dat de Bijloke sommige projecten voorstelt als eigen projecten, terwijl het veelal gaat over samenwerkingen met andere actoren. Hoewel de commissie vaststelt dat het dossier artistiek-inhoudelijk zwak is, is ze er van overtuigd dat Gent een concertzaal als de Bijloke nodig heeft. 1.3
Profilering en positionering
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat de Bijloke het moeilijk lijkt te hebben om zich op een unieke wijze te positioneren in het uitgebreide Gentse aanbod. De complementariteit met Vooruit, Vlaamse Opera, NTGent, Handelsbeurs en de Centrale blijkt niet duidelijk uit het dossier. Het dossier spreekt van een gunstige kruisbestuiving tussen De Bijloke en de andere culturele actoren die gevestigd zijn op De Bijloke-site, maar daarover is uiteindelijk niet veel concreets terug te vinden. Er is sprake van overleg, maar hoe, waarover en met wie blijft vaag.
Pagina 13 van 97
1.4
Langetermijnvisie
De commissie stelt vast dat er in het muzikale aanbod van 2013 slechts weinig originele invalshoeken terug te vinden zijn. Bovendien is het een amalgaam van verschillende vrij onsamenhangende activiteiten en is er een behoorlijk deel nog niet ingevuld. In die zin lijkt een langetermijnvisie niet tot de prioriteiten van de organisatie te behoren. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De historische waarde van de locatie en de grootschaligheid van de Bijloke bieden voldoende troeven om een landelijke of zelfs internationale uitstraling te krijgen, maar deze laatste is op dit moment nog te weinig aanwezig. Eerst moet de Bijloke nog een goede positionering vinden in Gent en wijde omgeving. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Voor de symfonische muziek in Vlaanderen is de Bijloke belangrijk omdat er slechts weinig concertzalen met een capaciteit van meer dan 1.000 personen zijn. In de reeks 'symfonisch' met veertien symfonische concerten zijn er voorlopig negen ingevuld: drie door deFilharmonie, drie door Symfonieorkest Vlaanderen en drie door Brussels Philharmonic. Deze drie orkesten zouden elk vier concerten per seizoen spelen. Er blijven dan nog twee internationale concerten in te vullen, maar in het dossier staat meermaals te lezen dat de Bijloke op dit ogenblik niet voldoende middelen heeft om dure buitenlandse producties naar Gent te halen. Samenwerkingen met het Festival van Vlaanderen - Gent en organisatoren in het buitenland zouden hier een oplossing kunnen bieden. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De Bijloke geeft in het dossier heel wat uitleg over de voortzetting en optimalisering van het sociaal-artistieke werk, maar geeft weinig concrete voorbeelden. 1.8
Samenwerking en netwerking
De Bijloke heeft een uitgebreid aantal partners in Vlaanderen. Bovendien biedt ze een structureel platform aan Gentse ensembles aan. Voorbeelden hiervan zijn het Collegium Vocale, B'Rock, Spectra, Nadar. Met Hardscore wordt in coproductie samengewerkt voor het creatiefestival En Avant Mars, Voorwaarts Maart wat de beoordelingscommissie als positief ervaart. 1.9
Publieksgerichtheid
De Bijloke neemt verschillende initiatieven om een ruimer publiek aan te trekken. Een muzikale picknick in de binnentuinen van de Bijloke, muzikale vertellingen voor kinderen en een matinee met toegankelijke concerten zijn hier voorbeelden van. De commissie vraagt zich bij sommige initiatieven af of er wel voldoende over nagedacht werd bijvoorbeeld in hoeverre een initiatief als 'Schoolmeesters' aantrekkelijk is. Hierbij zouden kinderen door gepensioneerden wegwijs gemaakt worden in de klassieke muziek. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
In 2012-2013 is er een sociaal-artistiek traject met de Turkse gemeenschap, maar toch is de commissie van oordeel dat de Bijloke op vlak van diversiteit en interculturaliteit
Pagina 14 van 97
kansen laat liggen. De Beoordelingscommissie vindt dat in de huidige Vlaamse maatschappelijke context aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat het dossier op zakelijk vlak zwak is. Het dossier geeft op de ene plaats aan dat de Bijloke een verhoging van het aantal voltijdse equivalenten tot 20,5 ambieert, op een andere plaats is dit 23. De commissie vindt hoe dan ook een verhoging van het aantal voltijdse equivalenten niet aan de orde. Een meerderheid binnen de commissie is van oordeel dat de Bijloke in staat moet zijn om het voorliggende programma uit te voeren zonder een substantiële verhoging van de subsidie ten opzichte van de voorgaande periode. Een minderheid binnen de commissie vindt het dossier op artistiek-inhoudelijk vlak te mager om een status quo van het subsidiebedrag te kunnen verdedigen en adviseert een inkrimping van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In het eerste deel van de repliek wordt een opsomming gemaakt van de elementen waar de organisatie niet mee akkoord gaat en geeft ze aan dat ze er problemen mee heeft dat de commissie een oordeel velt over het dossier, de werking en de positie van de diverse muziekorganisaties in het kunstenveld. De commissie beklemtoont dat het enerzijds in geen geval haar bedoeling is om de Bijloke niet langer te subsidiëren, maar dat ze anderzijds geacht wordt om de ingediende dossiers te beoordelen. Ze betreurt het dan ook dat het ingediende dossier zeer zwak is en slecht geschreven. Er is een groot kwaliteitsverschil met de dossiers van andere organisaties waar de Bijloke zich aan zou willen spiegelen. Ook in de repliek wordt er niet ingegaan op de fundamentele kritiek van de commissie, maar wordt er beperkte verduidelijking van sommige onderdelen van het dossier gegeven. De commissie herhaalt dat ze de werking van de Bijloke apprecieert zoals die er nu is, maar dat ze, op basis van het voorliggende dossier, geen ander advies kan geven. Bovendien zijn de verduidelijkingen in de repliek niet van die aard dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. De commissie handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 15 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-001
Organisatie:
Muziekcentrum De Bijloke Gent vzw
Gevraagd bedrag:
1.581.208,54 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Vanuit de nood aan een grote concertinfrastructuur werd eind jaren ’80 begin jaren ’90 onder impuls van de Stad Gent en het Festival van Vlaanderen de 13de eeuwse hospitaalzaal op de Bijlokesite omgevormd tot concertzaal met groot podium en grote zaalcapaciteit. Eind 1998 werd de vzw Stedelijke Concertzaal De Bijloke opgericht met als doelstelling om naast het symfonische repertoire de muziekprogrammering uit te breiden naar oude muziek, hedendaagse muziek, niet-westerse kunstmuziek en jazz. De Bijloke is één van de pleitbezorgers van de uitbouw van de Bijlokesite tot een kunstencampus. In 2004 begonnen de infrastructuurwerken van de concertinfrastructuur en de nevenaccommodaties. Deze werken werden voltooid in 2007. In 2006 werd de naamswijziging doorgevoerd van Stedelijke Concertzaal De Bijloke naar Muziekcentrum De Bijloke Gent, dit om beter aan te sluiten bij de vooropgestelde ambities. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Vanaf 2003 ontving het Muziekcentrum, toen nog Stedelijke Concertzaal De Bijloke meerjarige subsidie onder het Muziekdecreet en vanaf 2007 in het kader van het Kunstendecreet. Voor de periode 2010-2012 werd een meerjarige subsidie toegekend van 950.000 euro (voor 2011 van 902.787,42 euro voorzien). In het verleden kon worden vastgesteld dat de organisatie haar financiële situatie van kortbij opvolgt. In 2010 maakte de organisatie een winst van 21.948,50 euro wat het gecumuleerde verlies op 33.120,33 euro bracht. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De Bijloke wil een internationale ontmoetingsplaats zijn voor de ontsluiting, creatie, bewaring en beleving van muziek en de muzikale traditie. Deze missie heeft de organisatie vertaalt in zes strategische en veertien operationele doelstellingen. Het jaarprogramma 2013-2016 bestaat uit: 1) reeksen, 2) themaweken 3) festivals en samenwerkingen, 4) De Bijloke-Manufactuur en tenslotte 5) De collectie (een reeks Bijloke-eigen initiatieven en/of unieke concerten). Er wordt ook verder gewerkt aan een educatief aanbod met Kidconcerten, KT-label en muzikale vertellingen. Daarnaast zal het project ‘Schoolmeesters’ lopen en wordt De Bijloke uitgebouwd tot een muziekeducatief centrum. Op sociaal-artistiek vlak zal De Bijloke zich in 2013 in een eerste project op de Turkse gemeenschap richten. Verder worden er allerhande creatieopdrachten gepland en op internationaal vlak werkt men verder samen met de gekende partners (zie verder). De Bijloke zal ook kunstenaars begeleiden door gratis de infrastructuur ter beschikking te stellen.
Pagina 16 van 97
3.2
Samenwerking en netwerking
De organisatie heeft een zeer uitgebreid gamma aan partners. De samenwerkingsverbanden omvatten mediapartners, uitwisselingen met andere organisatoren/festivals, coproducties, infrastructurele samenwerking, kennisdeling, onderzoek, overlegpartners, enz. De Bijloke werkt in hoofdzaak samen met vzw Bijlokeconcerten, Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent, Festival van Vlaanderen, Gent Jazz Festival, Jazz & Sounds, Conservatorium van de Hogeschool Gent, STAM, De Centrale, kunstencentrum Vooruit en Handelsbeurs, verschillende ensembles, Flagey, Gent Unesco Creative City of Music, European Union Baroque Orchestra en tenslotte the Royal Conservatory of Music Toronto. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er wordt 1.591.400 euro uitgetrokken voor artistieke productiekosten op een totaal van 5.226.759 euro kosten. Dit wil zeggen dat minstens 30,44% aan artistieke producties wordt besteed. Dit valt moeilijk te vergelijken met 2010 (formulier niet gebruikt bij de afrekening). Als men daar de vergoeding aan derden zou gelijk stellen aan artistieke kosten, dan komt men tot een verhouding van 1.458.744 tot 4.537.084 euro totale kosten of 32,15%, dus een vergelijkbare verhouding. Daarbij dient nog rekening gehouden te worden met het feit dat de organisatie haar infrastructuur gratis ter beschikking stelt van een aantal kunstenaars en organisaties. Voor een organisatie die het grootste deel van haar eigen infrastructuur dient te beheren, is dit aanvaardbaar. 3.4
Publieksgerichtheid
Het verhogen van de participatie en competentie van een zo groot mogelijke doelgroep behoort tot de kernopdrachten van de organisatie. Men wil hierbij vooral de drempel verlagen, maar niet de kwaliteit van concerten en evenementen. Naast melomanen spreekt men een nieuw publiek aan en mikt men ook op jongeren en kinderen via de muziekeducatieve werking. Verder zijn er sociaal-artistieke initiatieven om kansarmen te betrekken. Dit wil men bereiken via een kwaliteitsvol onthaal, informatie en documentatie en speciale arrangementen. Voor de publiekswerving gebruikt men advertenties, het stadsmagazine, cultuurnet Vlaanderen, Bijloke magazine, zone 09, “weekup”, affiches en flyers, de cultuurmarkt in Gent en de internet community. Men hanteert een democratische prijzenpolitiek en organiseert de eigen ticketverkoop. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
In de operationele doelstelling wordt aangegeven dat de Bijloke de samenwerking tussen artiesten uit binnen- en buitenland zal bevorderen, zal investeren in een eigen staf met het oog op het verwerven van een specifieke kennis en expertise op het vlak van westerse en niet-westerse klassieke muziek, hedendaagse muziek en jazz. In 2013 start ook een project gericht op de Turkse gemeenschap en in de raad van bestuur is ook iemand van allochtone origine opgenomen. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur nog verder wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies.
Pagina 17 van 97
3.6
Realisme groeipad
De vergelijking tussen kosten en uitgaven 2010 en 2013 is niet volledig eenduidig te maken, daar de organisatie in 2010 het geëigende formulier niet gebruikte voor het opstellen van de afrekening. Momenteel heeft de organisatie ongeveer 17,54 VTE in dienst en in het nieuwe dossier wenst men dit kader uit te breiden tot 20,05 VTE. Daarnaast wenst men 1 VTE zelfstandig administratieve ondersteuning (72.000 euro) en 35 betaalde vrijwilligers (27.500 euro). In 2010 had men 233 activiteiten die voor 590.826 euro ticketinkomsten zorgden, terwijl men in 2013 195 activiteiten voorstelt. Volgens het accountantsverslag van 2010 had de organisatie in 2010 een omzet (eigen inkomsten) van 1.838.543 euro, terwijl in 2013 de eigen inkomsten zouden teruglopen tot 1.567.690 euro (waarvan 750.000 euro door uitbating van het foyer). In 2010 had de organisatie 4.550.571,59 euro aan totale inkomsten, in 2013 zou dit 5.226.759 euro bedragen, of een stijging met 676.187,41 euro (bijna 15%). Het aandeel subsidies zou echter eveneens stijgen van 2.712.028,50 in 2010 naar 3.390.154 euro in 2013, dus met 678.125,5 euro, of met bijna exact hetzelfde bedrag. Dit bedrag stemt nagenoeg overeen met de meervraag (t.o.v. betaalde bedrag in 2010) aan de Vlaamse Gemeenschap, namelijk 655.211,24 euro. Dit betekent dat de meerinkomsten praktisch niet gediversifieerd zijn en bijna uitsluitend bij de Vlaamse Gemeenschap gezocht worden. Het grotere subsidiebedrag wordt door De Bijloke gelinkt aan een inhaalbeweging om een evenwichtige inbreng van alle betrokken stakeholders te realiseren. Met deze grotere subsidie wil de organisatie volgende prioriteiten leggen: publiekswerking en –werving, vergroten van de maatschappelijke inbedding, de internationalisering en het verhogen van de eigen inkomsten door het opstarten van een sponsoringbeleid (voor 2013 staat 75.000 euro sponsoring ingeschreven in de begroting, wat volgens de toelichting echter sponsoring in advertentieruimte betreft). Het huidig personeelsbestand zou hiervoor niet volstaan. Men wenst 1VTE technicus, 1VTE voor begeleiding van publieksverbredende en sociaalartistieke projecten en een bijkomende VTE voor het secretariaat. Tevens wenst men de infrastructuur te vernieuwen en meer werk- en repetitieruimten te creëren en te investeren in de ontwikkeling van een muziekeducatie centrum. De vooropgestelde publiekscijfers voor 2013, namelijk 51.530 toeschouwers/deelnemers aan activiteiten, liggen in de lijn van wat in 2007-2010 werd bereikt. Het agentschap besluit dat de verhoogde subsidievraag vooral te verbinden valt met andere prioriteiten in de werking (kunsteducatie, sociaal-artistiek, artistiek) maar niet met stijgende publieksopkomst, verhoging van activiteiten of eigen inkomsten. Het agentschap is van oordeel dat het groeipad eenzijdig van de verhoging van de subsidie afhangt en enkel valt te situeren in de wijziging in prioriteiten en op het vlak van personeelsuitbreiding. Het agentschap sluit zich aan bij het oordeel van de beoordelingscommissie om te bepalen in hoeverre de kwalitatieve keuze - door wijziging van prioriteiten - het hele groeipad verantwoordt. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De verhoging van het subsidiebedrag met 65% wordt enkel verantwoord door de personeelsuitbreiding en wijziging van prioriteiten en de veronderstelling dat de Vlaamse Overheid een “inhaalbeweging” dient te maken om een “evenwichtige inbreng van de stakeholders te realiseren”. Dit laatste argument kan bezwaarlijk een artistiek argument genoemd worden en wordt ook in het zakelijk dossier niet onderbouwd (er wordt enkel verwezen naar de “analogie met andere kunstinstellingen”). Het groeipad voor het grootste deel gelinkt aan een wijziging in prioriteiten die op zakelijk vlak weinig
Pagina 18 van 97
uitgewerkt wordt. Het agentschap besluit dat het zakelijk beleidsplan niet evenwichtig spoort met het artistiek plan. 3.8
Haalbaarheid
De Bijloke bewees in het verleden zijn begroting kort op te volgen en had op zakelijk vlak geen noemenswaardige problemen. Het agentschap besluit dat de werking haalbaar is. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Muziekcentrum De Bijloke Gent vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de concertorganisatie. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie vecht een aantal bevindingen van het agentschap aan, die volgens het agentschap voor het grootste deel verantwoord zijn en waarover het hieronder verdere verduidelijking geeft: -
Het agentschap maakt een gemiddelde van de aangevraagde bedragen over de vier jaar en komt zo wel degelijk tot 1.581.208,54 euro die gemiddeld aangevraagd wordt per jaar voor 2013-2016. 3.6. - Het feit dat het agentschap zelf de cijfers in de format diende in te voeren n.a.v. de inspectie wil niet zeggen dat kosten en uitgaven eenduidig te duiden zijn. Ten slotte heeft het agentschap de cijfers zelf moeten interpreteren en soms zelfs abstraheren, wat normaliter niet het geval is indien de organisatie zelf de cijfers in het format ingeeft. - In het bijlageformulier “medewerkers geen loondienst” werd door de organisatie aangegeven dat het aantal 1 is en de functie “administratieve ondersteuning”. Dat het hierbij effectief om andere dienstverleners gaat, heeft geen invloed op de verdere redenering van het agentschap in het advies. - Met omzet bedoelt het agentschap de eigen inkomsten die als “omzet” in het format onder post 70 staan in gegeven. Echter werd in het accountsverslag ook post 74 meegenomen als omzet. In dit opzicht kan men inderdaad niet spreken van een omzetdaling zoals in het preadvies stond, maar betekent dit een status quo qua omzet, zoals terecht opgemerkt door de organisatie. Toch betekent dit nog steeds dat aan de verhoging van de subsidie geen verhoging van de omzet gekoppeld wordt. - In het advies heeft het agentschap het over het diversifiëren van de meervraag qua subsidies. Deze is zoals aangegeven bijna volledig voor het conto van de Vlaamse Gemeenschap. Verder heeft de organisatie het over meerinkomsten gerealiseerd door besparingen. Na vergelijking van het agentschap van het overzicht van de rekeningen bij de afrekening 2010 en de begroting 2013 blijkt inderdaad dat de kosten voor onderhoud en energie teruglopen met een bedrag in de grootteorde van de 180.000 euro die in de repliek voorop wordt gesteld. Een bijgevoegde overeenkomst met de stad had dit volgens het agentschap kunnen verduidelijken.
Pagina 19 van 97
Verder wordt gewezen op lopende onderhandelingen m.b.t. sponsoring, zonder dat een indicatie van het te verwerven bedrag gegeven wordt. - De organisatie stelt het in de repliek als doel op zich om het aantal activiteiten te verhogen “om een volwaardige Vlaamse en internationale rol” te kunnen uitbouwen. Dit is niet in strijd met de stelling van het agentschap dat het zich zal aansluiten bij het oordeel van de beoordelingscommissie om te bepalen in hoeverre de kwalitatieve keuze - door wijziging van prioriteiten - het hele groeipad verantwoordt. 3.7. - In 3.6. wordt de organisatie niet verweten dat ze artistiek investeert, integendeel, het agentschap geeft aan zich te zullen aansluiten bij het oordeel van de beoordelingscommissie hieromtrent. De prioriteiten worden volgens het agentschap op zakelijk vlak weinig uitgewerkt en voor de artistieke grond wordt in het zakelijk deel niet verwezen naar het artistieke plan maar naar een “inhaalbeweging” die de Vlaamse overheid dient te maken, wat inderdaad bezwaarlijk een artistiek argument kan genoemd worden. Het agentschap vindt in de aangebrachte argumenten geen reden om het preadvies te wijzigen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 20 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-002
Organisatie:
Concertgebouw Brugge
Gevraagd bedrag:
3.242.311,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het Brugse Concertgebouw werd gebouwd naar aanleiding van Brugge 2002, Europese culturele hoofdstad. Op korte tijd wist de organisatie Concertgebouw Brugge zich in het cultuurlandschap in te bedden als een van de grote concertorganisatoren van Vlaanderen. Concertgebouw Brugge neemt de architectuur van het gebouw als uitgangspunt van zijn werking. De zalen hebben een hoge kwaliteit. Concertgebouw Brugge kiest voor twee prioritaire kunstdisciplines: dans en hedendaagse muziek. Anima Eterna en Rosas zijn geprivilegieerde partners van de organisatie. Ze heeft een 800-tal activiteiten per jaar en een sterk internationaal getinte werking (60% van de voorstellingen). 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Concertgebouw Brugge een duidelijk overzicht geeft van zijn artistieke plannen. Het zal zijn werking verder thematisch ontwikkelen. 'Surround' en 'Wet Ink!' zijn hiervan interessante voorbeelden. Ook blijft het merendeel van eerder uitgewerkte, beproefde themaprojecten op het programma staan. Daarnaast kiest Concertgebouw Brugge voor twee componisten per seizoen. De organisatie haalt de beste Vlaamse en internationale ensembles naar Brugge. Behalve het puur klassieke werk, besteedt de organisatie veel aandacht aan hedendaagse muziek, waarbij niet altijd voor de gemakkelijkste projecten wordt gekozen. Toch weet Concertgebouw Brugge hier over het algemeen een ruim publiek mee aan te spreken. Concertgebouw Brugge werkt aan een permanente collectie in het gebouw. De commissie vindt dit wel een interessant surplus voor de werking die perfect te integreren is in het gebouw, maar vraagt zich af of dat luik niet beter buiten muziek wordt gefinancierd, bijvoorbeeld met een projectsubsidie beeldende kunst. De commissie besluit dat er nagedacht is over het programma dat Concertgebouw Brugge actief programmeert en coproduceert. Ze is overtuigt van de artistieke kwaliteit van de concerten. 1.3
Profilering en positionering
Concertgebouw Brugge staat aan de top van de concertorganisatoren in Vlaanderen. Als grote speler met een zeer goede infrastructuur slaagt de organisatie er in om grote projecten naar Vlaanderen te halen. Met zijn doorgedreven en kwalitatieve programma's verwerft Concertgebouw Brugge een positie in Vlaanderen waar enkel grote huizen als deSingel en Bozar mee kunnen worden vergeleken. De organisatie heeft een stevige positie en weet haar ambities grotendeels waar te maken.
Pagina 21 van 97
1.4
Langetermijnvisie
Concertgebouw Brugge heeft een duidelijke langetermijnvisie. Uit de synthese van het beleidsplan blijkt dat de organisatie nog steeds streeft naar een erkenning als Kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap, wat de commissie een logische stap vindt. De organisatie houdt in haar planning rekening met de beperktheid van de middelen in de komende jaren. De langetermijnplanning is dan ook vooral afgestemd op de consolidatie van de huidige werking. De geplande groei situeert zich vooral op het vlak van het aanbod hedendaagse dans, kunsteducatieve werking voor kinderen, uitbouw van de kunstcollectie en uitbouw van de Sound Factory. De commissie stelt vast dat niet al deze zaken nauw aansluiten bij muziek en vindt dat hiervoor bijkomende middelen via andere kanalen kunnen worden gevonden. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Concertgebouw Brugge heeft zowel in Vlaanderen als in het buitenland een sterke uitstraling. Die wordt gedragen door scherpe artistieke projecten. De organisatie heeft duidelijke plannen om hier verder aan te werken: door het presenteren van toonaangevende internationale projecten en door het verder internationaal bekend maken van de werking. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De inplanting en werking van Concertgebouw Brugge heeft een grote impact op het cultuuraanbod in de regio. Het mogelijke gevaar om door het grote aanbod andere spelers te verdringen, wordt opgevangen door de systematische samenwerkingen, zoals met het cultuurcentrum, Cactus, De Werf en het MAfestival. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Concertgebouw Brugge mobiliseert een groot publiek voor zijn activiteiten. Alleen al daarom is het maatschappelijk en sociaal relevant. De organisatie ontwikkelt zich ook als een kenniscentrum rond hedendaagse dans en muziek. Die kennis wordt op verschillende manieren ontsloten: van lezingen en tentoonstellingen over workshops en cahiers tot een goed gedocumenteerde website. Los van deze punten is in het dossier weinig te lezen over het betrekken van maatschappelijk zwakkere groepen bij de werking. Ook hierin zou het Concertgebouw een voorbeeldfunctie moeten hebben. 1.8
Samenwerking en netwerking
Concertgebouw Brugge heeft een erg vertakt netwerk met een groot aantal internationale, Vlaamse en lokale partners. Met de belangrijkste spelers uit Brugge heeft de organisatie een structurele samenwerking, wat de commissie een goede zaak vindt. De meerwaarde van alle samenwerkingen wordt goed beschreven in het dossier en is relevant voor het goed functioneren van een groot huis. 1.9
Publieksgerichtheid
Concertgebouw Brugge heeft een trouw publiek opgebouwd. Op basis van een publieksonderzoek heeft het zijn publiekswerving en communicatiestrategie aangepast. Hierbij legt Concertgebouw Brugge de nadruk op het onderhouden van het bestaande publiek en op het werven van nieuwe bezoekers. De inspanningen die de organisatie
Pagina 22 van 97
levert voor het betrekken van jongeren zijn lovenswaardig. Het hoofdstuk over publiekswerking en –werving is goed uitgewerkt. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Er zijn sporadisch projecten waarin niet-Westerse muzikanten op de affiche komen, maar het is geen doorgedreven beleid. De commissie vindt dit jammer omdat een organisatie met een dergelijke voorbeeldfunctie hierin een belangrijke rol kunnen zou kunnen spelen. In het zakelijk beleidsplan wordt vermeld dat men bij aanwerving van nieuwe medewerkers steeds onderzoekt of er valabele allochtone kandidaten zijn, maar verdere concrete gegevens hierover zijn er niet te vinden. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor diversiteit en interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Concertgebouw Brugge wil het personeelsbestand optrekken van 45 naar 48 voltijdse equivalenten. Het wil namelijk drie nieuwe betrekkingen: een extra educatief medewerker, een extra communicatiemedewerker en een technische kracht voor infrastructuurbeheer. Voor infrastructuurbeheer moet een zo inclusief mogelijke regeling getroffen worden in het kader van de infrastructuurtoelagen van de Vlaamse overheid. De commissie vindt bovendien dat met elf voltijdse equivalenten de communicatie- en publiekswerkingsploeg al goed is ingevuld en niet verder moet worden uitgebreid. Enkel een extra educatief medewerker zou voor subsidiëring in aanmerking kunnen komen, al wijst de commissie op de krappe budgettaire middelen voor deze periode. Het opbouwen van een permanente collectie zou gefinancierd moeten worden met middelen die niet afkomstig zijn uit de gevraagde structurele subsidie uit het Kunstendecreet. De commissie vindt een beperkte groei ten opzichte van de vorige periode mogelijk, maar niet tot het gevraagde bedrag. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de langetermijnvisie, het maatschappelijk belang en enkele zakelijke opmerkingen. De organisatie geeft een aantal bijkomende acties op die ze onderneemt om maatschappelijk zwakkere groepen aan te trekken. De commissie vindt dit een begin, maar is van oordeel dat de organisatie hier verder in zou kunnen en moeten gaan. De organisatie geeft een verdere verfijning van de personeelsstructuur, maar de commissie blijft er bij dat een grote uitbreiding van het personeelsbestand in de huidige conjunctuur moeilijk te verantwoorden valt. De commissie neemt er nota van dat het aantal activiteiten van de organisatie jaarlijks ongeveer 450 bedraagt, met een gemiddelde van 45% internationale projecten. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies.
Pagina 23 van 97
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 24 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-002
Organisatie:
Concertgebouw Brugge vzw
Gevraagd bedrag:
3.242.311,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Concertgebouw Brugge werd in 2000 gebouwd toen de stad Brugge tot Culturele Hoofdstad van Europa 2002 werd uitgeroepen. In de jaren daarna werd in dit gebouw een concert- en podiumkunstenwerking ontwikkeld door de gelijknamige vzw. Sinds 2003 is er inhoudelijke en logistieke samenwerking met het Festival van Vlaanderen – Brugge / Musica Antiqua (nu MAfestival). Sinds 2007 wordt deze concertorganisatie gesubsidieerd in het kader van het Kunstendecreet. De vzw Concertgebouw Brugge staat in voor de exploitatie en artistieke werking van het Concertgebouw en is als autonome juridische structuur bouwheer geweest van het Concertgebouw en staat nu ook in voor het globale gebouwenbeheer. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Vanaf 2007 ontving het Concertgebouw Brugge subsidie in het kader van het Kunstendecreet. In 2011 ontving de organisatie 2.563.762,24 euro. Het aantal activiteiten nam (en neemt) over de jaren toe en ook het aantal toeschouwers groeit mee. Tussen het seizoen 07-08 en 10-11 steeg het aantal betalende tickets met 48% en was er een stijging van 69% in het aantal unieke klanten. In het verleden kon worden vastgesteld dat de organisatie haar financiële situatie van kortbij opvolgt. Het boekjaar 2010 werd afgesloten met een winst van 15.275 euro, wat het gecumuleerde resultaat op -100.278 bracht. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Voor 2013-2016 heeft de organisatie een kwalitatieve ambitie in de internationale werking en een kwantitatieve ambitie voor de kunsteducatie voor kinderen en jongeren. De organisatie wil verder een verhouding blijven hanteren van 55% Vlaamse versus 45% buitenlandse artiesten en heeft aandacht voor jonge artiesten en het verlenen van repetitie- en opnamemogelijkheden. Men wil ook de openheid en kennis van de muzieken dansliefhebber stimuleren en een rol spelen als expertisecentrum op dit gebied. Tenslotte wil het Concertgebouw een productieplek en katalysator zijn voor de podiumkunstensector. Dit wordt uitgewerkt in concepten en thema’s, waarbij een “seizoensdramaturgie” gehanteerd wordt, onderverdeeld in festivals, focussen, domeinen en clusters. Op financieel vlak wil men een gezonde financiële structuur, waarin de eigen inkomsten bewaakt worden en een permanent kwaliteitsstreven aan kostenbeheersing zal gekoppeld worden. Voor de nieuwe periode wil men het begrotings- en boekhoudkundig model aanpassen aan de rapporteringsbehoeften van het agentschap, wil men de begrotingsopvolging verder automatiseren en de mogelijkheid van e-facturatie onderzoeken. Men wil het personeelsbestand beperkt verder uitbouwen, een sociaal passief aanleggen, de personeelsadministratie automatiseren, en competentiemanagement integreren in het
Pagina 25 van 97
HR-beleid. Aanwervingen toetst men af aan het kader van diversiteit en interculturaliteit. Verder wil men een duurzaam ecologisch verantwoord infrastructuurbeleid voeren en tot een adequate structurele en volledige financiering van het ‘eigenaarsgedeelte’ van de jaarlijkse infrastructuurkosten komen. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er wordt gewerkt met internationale partners uit het VK, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Canada, Slovenië, Luxemburg en de VS en de organisatie is lid van of werkt samen met de internationale netwerken ISPA, REAMA, “zalenoverleg Nederland”, Aerowaves, MuzeMuse en Jumpstart Junior. In Vlaanderen werkt het Concertgebouw samen met deSingel, Brussels Philharmonic, deFilharmonie en de Vlaamse Opera. Verder ook met verschillende festivals, organisatoren, conservatoria, VTI, enz. De organisatie is ook lid van ISCM, “dansoverleg cultuurcentra en kunstencentra”, het overleg presentatieplekken en het overleg kunstenrorganisaties (oKo). Partners in Vlaanderen zijn: Festival van Vlaanderen Brugge – MAfestival, Musea Brugge, Kunstencentrum De Werf, Cactus Muziekcentrum, Cultuurcentrum, Brugge, Jeugd en Muziek Brugge, Cinema Novo, Brugge Plus, Bibliotheek De Biekorf, Symfonieorkest Vlaanderen, Anima Eterna Brugge, Lumière, Erfgoedcel Brugge. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er wordt 2.951.908 euro uitgetrokken voor artistieke productiekosten, waarvan echter 992.945 euro voor communicatie bedoeld zijn, van een totaal van 9.184.262 euro kosten. Dit wil zeggen dat 32,15 % aan artistieke producties worden besteed indien men de communicatiekosten zou meerekenen en 21,53% indien men die buiten beschouwing laat. Dit valt moeilijk te vergelijken met 2010 (het formulier van het agentschap werd niet gebruikt bij de afrekening). Het aandeel artistieke kosten die de organisatie toen zelf voorstelde waren beperkt tot 21,35% van de totale kosten. Waarschijnlijk werden toen de communicatiekosten niet meegerekend en in dat geval blijft de verhouding nagenoeg constant. Voor een organisatie die haar eigen infrastructuur dient te beheren, is dit aanvaardbaar. 3.4
Publieksgerichtheid
Voor het artistieke programma telde het Concertgebouw in 2010 meer dan 85.000 bezoekers. De gerichte publiekswerking zorgde voor een constante stijging in het aantal betalende tickets en aantal unieke klanten. In het najaar van 2010 werd een publieksonderzoek uitgevoerd en uit de vergelijking met een gelijkaardige studie in 2007 haalde de organisaties 9 vaststellingen die op interessante opportuniteiten wijzen. Hieraan gekoppeld wil de organisatie vier nieuwe accenten leggen in de nieuwe beleidsperiode: e-cultuur en verdere uitbreiding van de digitale communicatie; ontwikkeling van extra promotie voor de kunsteducatieve werking; prominentere aanwezigheid in Vlaamse en nationale media en tenslotte internationalisering. Deze ambities zullen volgens de organisatie extra investeringen en extra personeelsinzet vragen. Verder wil men de participatie verhogen en openheid bij de keuze van voorstellingen stimuleren en het publiek en netwerk aan het Concertgebouw binden. Om dit te bereiken wil de organisatie de (inter)nationale profilering versterken, een aantrekkelijk aanbod voor elke doelgroep bekend(er) maken en ook een jonger publiek aantrekken.
Pagina 26 van 97
3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Op het vlak van het beleid werkt het Concertgebouw actief mee aan het programma van de Vlaamse overheid rond diversiteit en interculturaliteit. Er werden in het verleden twee diversiteitsplannen ingediend bij en goedgekeurd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het Concertgebouw wenst verder mee te werken aan mogelijke toekomstige programma’s van de Vlaamse overheid. In het actuele personeelsbestand zijn verschillende personen uit kansengroepen actief. In het kader van het MuzeMuse-project wordt ook met Franse cultuurhuizen samengewerkt rond de uitwisseling van knowhow. 3.6
Realisme groeipad
De vergelijking tussen kosten en uitgaven 2010 en 2013 is niet volledig eenduidig te maken, daar de organisatie in 2010 het formulier niet gebruikte voor het opstellen van de afrekening. In het aanvraagdossier, anderzijds, werden geen aantallen toeschouwers aangegeven en voor receptieve en kunsteducatieve activiteiten werden geen inkomsten mee gegeven (eventueel zit dit onder de post andere inkomsten vervat). Volgens de begroting 2013 wordt een omzet (eigen inkomsten) verwacht van 3.221.170 euro verwacht op een totale begroting van 9.184.262,06 euro wat neerkomt op een percentage eigen inkomsten van 35.07%. In 2010 was er een omzet (eigen inkomsten) van 3.154.457 euro, waarvan 905.985 euro uit foyer, bookshop en sponsoring (andere inkomsten werden toen niet gespecifieerd in de afrekening) op een totale begroting van 8.699.434 euro. Het percentage eigen inkomsten bedroeg in 2010 dus 36,26 %. Als men rekening houdt met de laatste 4 jaar (2007-2010) dan wordt de verhouding 2.793.530 eigen inkomsten op een gemiddeld totaal budget van 7.916.875 euro, of 35,28 % van het totale budget. In deze periode waarin de subsidies stegen, bleef dus het aandeel eigen inkomsten nagenoeg gelijk en ook in 2013 blijft dit nagenoeg gelijk. Om geen vertekend beeld te geven, dient wel vermeld te worden dat vanaf 2011 een jaarlijkse bijkomende infrastructuursubsidie werd toegekend van 441.000 euro. De organisatie is nog in bespreking over een jaarlijkse extra structurele infrastructuursubsidie in de begroting 2013 werd voor andere subsidies in totaal 828.816,40 euro voorzien. Indien men deze infrastructuursubsidie buiten beschouwing zou laten, is de verhouding eigen inkomsten/totale inkomsten wel hoger in 2013 dan in de periode 2007-2010. Momenteel heeft de organisatie 41,23 VTE in dienst en in het nieuwe dossier wenst men dit kader uit te breiden tot 49,29 VTE. Dit veroorzaakt een stijging in de post loonkosten van meer dan 600.000 euro ten opzichte van de loonkosten 2010. Bijkomend wordt de stijging volgens het dossier ook veroorzaakt door de cao-matige verplichtingen. In het dossier wordt geen zicht gegeven op een stijgend aantal activiteiten. Anderzijds wordt 610.324 euro gemiddeld bijkomende subsidie gevraagd die praktisch volledig door het stijgend personeelsbestand verantwoord wordt. De stijging van de totale omzet (alle inkomsten) ten opzichte van 2010 houdt gelijke tred met hogere verwachte subsidie inkomsten. Het agentschap besluit dat het groeipad vooral door kwaliteitsargumenten verantwoord wordt, wat dient beoordeeld te worden door de beoordelingscommissie. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De verhoging van het gevraagde subsidiebedrag met 23,18 % t.o.v. van het subsidiebedrag in 2010 wordt verantwoord door de personeelsuitbreiding en een vooropgestelde kwalitatief-artistieke verdieping. De inschatting of beide plannen met elkaar stroken is volledig afhankelijk van de inschatting of de artistieke verdieping inderdaad tegen de meerkost opweegt. Het agentschap vindt anderzijds dat de verhoging van de inkomsten nog te risicovol is om die als haalbaar in te schatten en oordeelt dat
Pagina 27 van 97
het zakelijk beleidsplan niet noodzakelijk spoort met het artistieke. Het agentschap kan de verhoging van de eigen inkomsten moeilijk inschatten daar die vooral afhangen van de artistieke keuzes. 3.8
Haalbaarheid
Het inspectieverslag 2010 vermeldde (onder andere) als conclusie: “Concertgebouw Brugge diende een uitermate overzichtelijk en transparant werkingsverslag in dat kan gelden als een reflectie van het professionele beleid, dat onmiskenbaar op een zorgvuldig onderbouwde manier wordt gevoerd, zowel op artistiek als op zakelijk vlak”. Het Concertgebouw bewees in het verleden zijn begroting kort op te volgen en had op zakelijk vlak weinig problemen. De publieksopkomst en het aantal activiteiten ging in stijgende lijn. Het agentschap besluit dat de werking haalbaar is, maar stelt zich vragen bij de haalbaarheid van de hogere inkomsten (uit omzet en subsidies). 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Concertgebouw Brugge vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de concertorganisatie. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek aan dat de verhoogde infrastructuurfinanciering van de stad, die reeds ingeschreven was in de begroting 2013, nu een effectief engagement is gebleken. De opmerking over het al of niet buiten beschouwing laten van de infrastructuursubsidie in 3.6 acht het agentschap dan ook niet meer aan de orde. De organisatie betwist dat het groeipad vooral door kwaliteitsargumenten zou worden verantwoord. Nochtans geeft zij in de repliek aan dat het vooral bedoeld is voor een groei in de artistieke werking, met daaraan verbonden communicatie inspanningen en een netto groei van het personeelskader. De stijgende personeelskosten ingevolge index en cao zijn van een andere orde en worden in rekening gebracht door het agentschap. Verder zet de organisatie in haar repliek de diverse opties bij de inzet van mensen op een rij. Dat de uitbreiding van het personeelskader niet moet vergeleken worden met de toestand in 2010 beargumenteert de organisatie door de onvolledige invulling van het kader in 2010 en de aanwerving ondertussen van bijkomende projectmedewerkers. Volgens de repliek wil de organisatie dus eerder dan in het stijgend personeelsbestand eigenlijk investeren in de artistieke werking, communicatie en een voldoende uitgebouwd team. Dit bevestigt volgens het agentschap dat het groeipad vooral door kwaliteitsargumenten wordt verantwoord. Met betrekking tot 3.7. vindt de organisatie dat de effectieve toezegging van de infrastructuursubsidie ervoor zorgt dat het zakelijk beleidsplan spoort met het artistiek beleidsplan. Het agentschap besluit dat de paragraaf over het risico verbonden met de verhoging van de inkomsten te sterk geformuleerd blijkt als men rekening houdt met de verworvenheid van de infrastructuursubsidie, maar vindt nog steeds dat ook de haalbaarheid van de inschatting van de artistieke werking afhangt en de verhoging van de eraan verbonden eigen inkomsten.
Pagina 28 van 97
De opmerking dat de werking die van een concertorganisatie overstijgt, heeft volgens het agentschap geen invloed op het advies. Het agentschap ziet in de aangebrachte elementen geen reden om de conclusie te wijzigen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 29 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-003
Organisatie:
Stichting Logos
Gevraagd bedrag:
277.750,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Logos werd al in 1968 opgericht als een 'centrum voor creatief muziek maken'. In 1977 werd het een stichting van openbaar nut. Uitbreiding van het gebouw in de Kongostraat (Gent) zorgde ervoor dat in 1990 de Tetraëderzaal (150 personen) in gebruik kon worden genomen. Logos ontwikkelt sinds 2001 48 automaten die samen een van de grootste robotorkesten ter wereld vormen. Logos organiseert al jaren een twintigtal receptieve concerten. Daarnaast heeft zowel het eigen Logos Duo als het Logos Ensemble een lange voorgeschiedenis. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het concept van Logos oogt creatief, maar blijft in wezen al jaren ongeveer hetzelfde. Enkele projecten waarbij de robots worden gebruikt, zoals M&M Oude Muziek en Robo Tango zijn recenter en volgen een enigszins afwijkend parcours. De Beoordelingscommissie Muziek is er echter niet van overtuigd of deze een artistieke meerwaarde betekenen voor deze genres. Het concept is samenhangend en vrij consequent uitgewerkt. Ook de programmatie strookt met de avant-garde filosofie van Logos. Maar in het dossier zijn de beschrijvingen vaak niet voldoende concreet. Bovendien is het op enkele plaatsen niet eenvoudig om te onderscheiden wat de organisatie al jaren doet en wat nieuw voor de komende periode wordt. Dit brengt een nadeel wat de concrete uitwerking betreft. Op de lijst van mensen aan wie wordt gedacht om een compositie te laten schrijven, staan interessante namen. Bovendien zoekt Logos meer dan voorheen toenadering tot jonge en nieuwe componisten en organisaties, onder meer dankzij samenwerking met diverse muziekinstanties (conservatorium, Orpheus). Voor receptieve werking zijn er heel wat namen opgelijst maar er is enkel de intentie om hen in de toekomst aan te spreken dus er zijn geen concrete afspraken tot nu toe. Dit straalt een gewisse onzekerheid uit. Logos wil toonmomenten organiseren en extra inspanningen doen om via participatie tijdens de Gentse Feesten meer publiek te bereiken. Logos vraagt een verhoging van de subsidie, onder meer voor de uitbreiding van het robotorkest. De commissie vindt dit in geen geval prioritair en wenst voor dat onderdeel dan ook geen extra subsidie toe te kennen. 1.3
Profilering en positionering
Logos profileert zich als pilootcentrum voor vernieuwende en eigenzinnige hedendaagse muziek. De commissie erkent dat Logos door het wegvallen van een aantal podia voor nieuwe en experimentele muziek een zekere leemte opvult, maar stelt dat er ondertussen ook andere, nieuwe initiatieven zijn ontstaan. Dankzij de vele residenties die de organisatie voor ogen heeft en het groter aantal mogelijkheden door de uitbreiding van de accommodatie, staat Logos op een keerpunt, temeer daar het stichtend lid de pensioenleeftijd nadert.
Pagina 30 van 97
1.4
Langetermijnvisie
De visie van Logos is sinds het ontstaan van de organisatie nauwelijks gewijzigd. Er is wel een lijn uitgetekend, waarbij nieuwe mensen met mondjesmaat de teugels in handen nemen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Logos is binnen de niche waarin ze werkt een begrip, zowel in Vlaanderen als in het buitenland. Als concertorganisatie biedt Logos ook heel wat buitenlandse artiesten een podium. Toch blijft het publiek beperkt. Enkel tijdens wat meer openbare projecten zoals tijdens de Gentse Feesten, is er een grotere opkomst. Deze projecten zijn dan weer zeer ludiek, maar met een beperkte artistieke meerwaarde. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Dankzij een actieve participatie aan toeristische tochten en buurtfeesten kiest Logos bewust voor een opendeurattitude in plaats van op een eiland te blijven. Het robotorkest is vooral een bezienswaardigheid met weinig artistieke meerwaarde. Als verderzetting van de historische avant-garde heeft Logos mogelijk ook een historische meerwaarde, maar de artistieke stimulansen die ooit van Logos uitgingen, zijn al een tijd overgenomen door andere individuele muzikanten en groepen. Toch zou Logos, mits de juiste uitwerking, nog meer een ontmoetingsplaats kunnen worden voor zoekende muzikanten en studenten, en een broeihaard voor nieuwe componisten en onderzoekende muzikanten. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het ludieke aspect van heel wat Logosevenementen heeft bij bepaalde gelegenheden ongetwijfeld een zekere impact. De Beoordelingscommissie wil het ‘historische’ belang van Logos zeker niet onderschatten doch constateert dat haar maatschappelijk belang steeds minder met het louter artistieke heeft te maken. 1.8
Samenwerking en netwerking
Logos heeft en onderhoudt heel wat contacten met wat er in Vlaanderen en internationaal zoal leeft op de voor hen specifieke scène. Samenwerking in de vorm van echte coproducties is er nauwelijks. De samenwerking met Staalplaat beperkt zich tot artiesten van Staalplaat die komen werken met de robots. Verder wordt er samengewerkt met het platenlabel Rephlex, met Trefpunt (Gentse Feesten) en met Polariteit (Tangodans). Er zijn nog heel wat intensieve contacten en men vermeldt dat samenwerking een vast onderdeel van de productieve werking zal uitmaken. Veel is nog erg vaag, er is wel 'samenwerking' met een aantal partners voor vooral educatieve doeleinden. 1.9
Publieksgerichtheid
Logos doet inspanningen om een groot publiek te bereiken, maar slaagt daar slechts beperkt in. De aanwezigheid op de Gentse Feesten aangrijpen om te motiveren dat er een breed publiek wordt bereikt, creëert een wat vertekend beeld. Het publiek dat de receptieve concerten en de typische Logosconcerten bezoekt, is eerder beperkt. Enkel M&M Oude Muziek kent een behoorlijk aantal bezoekers.
Pagina 31 van 97
Logos neemt wel een aantal kleine initiatieven om publieksvriendelijk over te komen en op de website wordt een uitgebreid archief ter beschikking gesteld, wat de commissie een goede zaak vindt. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Logos heeft binnen haar niche wel een zeer divers aanbod, dat echter weinig met interculturaliteit te maken heeft. Wel positief hieromtrent is de samenwerking die Logos vanaf 2012 voorziet met de Centrale. De commissie vindt dat in de huidige Vlaamse maatschappelijke context aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat de gevraagde verhoging van het subsidiebedrag in grote mate te maken heeft met de uitbreiding van het robotorkest en de meerkost voor het onderhoud van het gebouw en een technicus voor het onderhoud van de robots. De commissie vindt dit in geen geval prioritair en adviseert om dit deel van de werking niet te subsidiëren. Omdat een meerderheid binnen de commissie vindt dat de receptieve concertwerking van Logos een artistieke waarde heeft, adviseert ze om aan dit onderdeel, samen met de archiefwerking een beperkte subsidie toe te kennen. Een minderheid binnen de commissie vindt de artistieke kwaliteit van Logos te laag om te worden gesubsidieerd en geeft dan ook een negatief advies. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert een meerderheid binnen de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. Een minderheid binnen de commissie adviseert om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, hoofdzakelijk over de inhoudelijke werking, meer in het bijzonder over het robotorkest. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar meerderheidsstandpunt. Omdat de commissie de organisatie het voordeel van de twijfel wil gunnen, schrapt ze het minderheidsstandpunt. De organisatie geeft in haar repliek aan dat de artistieke appreciatie in het voorlopige advies niet gelijk loopt met die uit het advies voor de periode 2010-2012. De commissie erkent dit en geeft mee dat dit te maken heeft met het veranderende kunstenlandschap en met het feit dat er heel weinig evolutie zit in de werking van Logos. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert een meerderheid binnen de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 32 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-003
Organisatie:
Stichting Logos
Gevraagd bedrag:
277.750,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Stichting Logos wil door productie en verspreiding van en onderzoek naar nieuwe muziek een vooruitstrevende rol spelen in het nationale en internationale hedendaagse muzieklandschap. Logos als centrum voor creatief muziekmaken bestaat sinds 1968 en heeft sinds 1977 het statuut van een Stichting van Openbaar Nut. Logos is een productiecentrum voor nieuwe muziek met professioneel ensemble en concertorganisatie. Logos beschikt over een eigen zaal en een eigen ensemble met o.a. het M&M orkest dat uit mensen en robotten bestaat. In 2011 kocht Logos het belendend pand (Bomastraat 24) teneinde de werkruimte voor voorstellingen, tentoonstellingen en repetities uit te breiden. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Vanaf 2007 ontving de stichting subsidie in het kader van het Kunstendecreet. Voor de periode 2010-2012 werd een meerjarige subsidie toegekend van 140.000 euro (voor 2011 werd 134.754,01 euro voorzien met daarnaast een DAC subsidie van 55.712,85 euro). Het aantal activiteiten en toeschouwers wisselt sterk van jaar tot jaar. Zo waren er in 2008 8.550 toeschouwers bij 99 activiteiten, terwijl er in 2010 30.436 toeschouwers waren voor 172 activiteiten. Gemiddeld waren er 22.124,25 toeschouwers per jaar. De sterke schommelingen kunnen te wijten zijn aan het grote contingent gratis bezoekers. In het verleden kon worden vastgesteld dat de organisatie haar financiële situatie van kortbij opvolgt. Het boekjaar 2010 werd afgesloten met een kleine winst, zoals ook de voorgaande jaren. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Voor 2013-2016 blijven de eigen producties centraal staan. Het betreft geluidskunst, robots of interfaces die ontwikkeld werden in het atelier en worden gebruikt in eigen producties. Men wil tot een gemiddelde komen van 32 activiteiten per jaar. Het betreft thema activiteiten in een vast jaarlijks patroon gecombineerd met “externe” concerten. Verder zullen er ook verschillende tentoonstellingen met muziekdozen opgezet worden. De organisatie wil daarnaast 20 concerten van andere organisaties in haar zaal onderbrengen. Tenslotte wil de organisatie de cd-reeks “publiek domein” verder uitgeven, waarin tot nu toe reeds 18 cd’s werden gerealiseerd. Tenslotte werkt de organisatie ook kunsteducatieve initiatieven uit, zoals lezingen, artistiek advies en technische ondersteuning en demonstraties van het M&M orkest en Pneumafoon. Met de Centrale en Ledebirds wordt gewerkt aan een participatief project in een sociaal artistieke context. De organisatie geeft ook geregeld creatieopdrachten aan binnen- en buitenlandse componisten en ondersteunt (doctoraat) studenten logistiek met artistieke en technische begeleiding.
Pagina 33 van 97
3.2
Samenwerking en netwerking
Er wordt gewerkt met Staalplaat (platenlabel), Sub Rosa, Rephlex (platenlabel), Deepblue, Polariteit vzw, Planeet Mars vzw, Trefpunt vzw, Ma vzw, Muziekinstrumentenmuseum, Wereld van Kina, Hogeschool Gent, Ugent / IPEM / onderzoeksgroep systematische muziekwetenschap, Orpheus Instituut, Vizit vzw, Casa Blanca vzw, WOCK (werken aan onderwijs, cultuur en kunst), De Centrale / De Ledebirds. Deze samenwerkingen lopen op artistiek, organisatorisch of educatief vlak. Er is ook een promotionele samenwerking met Trefpunt vzw, die de activiteiten van Logos tijdens de Gentse feesten in de brochure zal opnemen. Tenslotte is er ook een convenant met Hogeschool Gent, waarin overeengekomen werd dat studenten van de Hogeschool Gent tegen een financiële vergoeding van het atelier en de werkplaats van Logos zullen kunnen gebruik maken. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
In 2013 wordt er 65.783 (60.083 artistieke productiekosten + 5.700 euro artistieke vergoedingen aan derden) uitgetrokken voor artistieke kosten van een totaal van 428.375 euro kosten. Dit wil zeggen dat 15,36 % hieraan wordt besteed. In 2010 was dit nog 79.216,37 euro van 242.441,38 euro of 32,67%. Vanaf 2011 komt weliswaar het beheer van een bijkomende infrastructuur voor rekening van de organisatie (Bomastraat), maar het agentschap is van oordeel dat de besteding aan artistieke producties eerder aan de lage kant is en de overhead dus relatief hoog. 3.4
Publieksgerichtheid
Het publiek van Logos is volgens de organisatie heel breed. Speciale voorstellingen, zoals Robotango zorgen voor het aantrekken van een ander publiek en buitenshuis treedt men vaak op in organisaties die niet direct gericht zijn op nieuwe muziek (musea, Gentse feesten, enz.), waardoor een brede waaier aan doelgroepen bereikt wordt. De organisatie wil ook participatie in de hand werken door democratische toegangsprijzen te hanteren. Met het “adopt-a-robot” programma wil Logos persoonlijke betrokkenheid creëren. Schenkers zullen dan van speciale voordelen kunnen genieten (vanaf 2012). De promotie van de activiteiten verloopt langs traditionele kanalen (flyers, affiches, mailings, pers, enz.) maar ook via de sociale mediasites. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
De organisatie werkt samen met buitenlandse organisaties en kunstenaars, maar in hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt verder moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Logos voorziet een indexering en bijkomende anciënniteitsvergoeding voor wat betreft de loonkosten. Een personeelslid gaat van 4/5 naar een voltijdse job en vanaf 2016 is het volgens de organisatie absoluut noodzakelijk om een ingenieur aan te werven om de taken van Dr. Raes, die dan de pensioenleeftijd zal bereiken, over te nemen. Vandaar dat het budget van 2016 sterk stijgt (met 54.000 euro). Vanaf 2013 wil Logos ook een beroep doen op onderhoudsfirma’s omdat de werkvloeroppervlakte nu uitgebreid is tot bijna 1100 m².
Pagina 34 van 97
Voor het nieuwe gebouw zoekt men naar subsidiemogelijkheden bij stad en provincie en wordt er ook een subsidiedossier voorbereid voor FoCI. In het aanvraagdossier geeft men 21 productieve activiteiten aan met 13.585 bezoekers, 19 receptieve met 740 bezoekers, 36 kunsteducatieve met 1140 deelnemers en 13 sociaal-artistieke activiteiten met 300 deelnemers. Samen dus 15.765 deelnemers/toeschouwers voor 89 activiteiten. Dit is lager dan het gemiddelde voor de periode 2007-2010. Volgens de begroting 2013 wordt een omzet (eigen inkomsten) verwacht van 53.279 euro verwacht op een totale begroting van 428.375 euro wat neerkomt op een percentage eigen inkomsten van 12,44 %. Dit ligt enigszins lager dan in de periode 2007-2010 waar gemiddeld een percentage eigen inkomsten van 14,95% werd bereikt. De organisatie wil in eerste instantie het personeelsbestand uitbreiden met 0,2 VTE en vanaf 2016 met 1 VTE ingenieur. Bij de kosten stijgt vooral post 61 heel sterk met een bijna verdrievoudiging van de kosten (258% van 2010), waarbij het onderhoud en beheer van gebouwen, artistieke kosten, verplaatsing en personeel, promotie en verkoop en kosten voor uitzendpersoneel het grootste deel van de stijging voor hun rekening nemen. De stijging van de artistieke kosten blijkt meer een omboeking te betreffen, waarbij de artistieke loon- en medewerkerskosten in 2010 nu naar deze post blijken overgezet. De organisatie verantwoordt de verhoging van de kosten door het openstellen en op peil houden van het robotorkest, verhoging kwaliteitsniveau receptieve concerten (deels gecompenseerd door bescheiden aanpassing van uitkoopsommen), stijging van de loonkosten, verhoging van de afschrijvingen en het inschakelen van een schoonmaakbedrijf Het agentschap is van oordeel dat het groeipad eenzijdig van de verhoging van de subsidie ven de Vlaamse Gemeenschap afhangt (van 136.473,40 euro naar 277.750 euro) en geen verhoging van het toeschouwersaantal noch van het aantal activiteiten inluidt. Grote delen van de kosten gelden de receptieve activiteiten en preservatie van het instrumentenpark. Tenzij de beoordelingscommissie van mening is dat vooral ingezet moet worden op de preservatie van het instrumentenpark, vindt het agentschap het groeipad niet realistisch. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het gevraagde subsidiebedrag is quasi het dubbele van het subsidiebedrag in 2010 terwijl er geen publieksaangroei en ook geen aangroei van activiteiten is ten opzichte van de voorgaande periode. Ook het aandeel eigen inkomsten daalt in verhouding vergeleken met de voorgaande periode. Er wordt bovendien slechts een laag percentage besteed aan artistieke productie. Het agentschap is dan ook van mening dat het zakelijk beleidsplan niet spoort met het artistieke. 3.8
Haalbaarheid
In het verleden werd steeds een licht positief resultaat bereikt. Het aantal activiteiten en toeschouwers fluctueert weliswaar, maar over de jaren wist de organisatie steeds een zeker aantal bezoekers aan te trekken. De organisatie heeft ook bewezen over voldoende contacten met buitenlandse en binnenlandse organisatie te beschikken om de nodige activiteiten te genereren. Het agentschap is dan ook van oordeel dat de werking haalbaar is. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Stichting Logos beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk het muziekcentrum.
Pagina 35 van 97
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek aanvullingen bij een aantal punten, die echter geen invloed hebben op het advies. Zo geeft ze aan dat ze reeds vanaf 1999 gesubsidieerd wordt, dat concerten van “andere” organisaties eigenlijk concerten zijn van niet tot het Logos-team behorende artiesten en dat dit dus zeker geen passieve overname van producties van anderen is, en dat de organisatie inzake interculturaliteit zeker niet slecht scoort. Verder wordt ingegaan op het feit dat slechts 15,36% van de begroting aan artistieke producties zou besteed worden en wordt aangegeven dat hierin de artistieke medewerkers in loondienst niet werden meegerekend. Het agentschap merkt op dat dit inderdaad het geval is en dat bij het meerekenen van de loonkost van de artistieke medewerkers het aandeel van de besteding aan artistieke productie inderdaad op 43,6% van de uitgaven voorzien in 2013 ligt. Het agentschap is dan ook akkoord dat de opmerking in het preadvies onder 3.3, dat de besteding aan artistieke werking aan de lage kant is, onterecht is. Dit geldt ook voor de opmerking onder 3.7 over een laag percentage aan artistieke productie. Dit laatste doet echter geen afbreuk aan de conclusie onder 3.7. Dat de eigen inkomsten (3.6) lager liggen dan het gemiddelde in de periode 2007-2010 wijt de organisatie aan de voorzichtige inschatting van deze inkomsten. Tenslotte is de organisatie van mening dat de realisatie en ontwikkeling van het robotorkest als een artistieke productie dient gezien te worden en dat de uitgaven voor atelier en studio dus geen overhead maar structurele componenten van de artistieke productiewijze zouden zijn. Dit strookt niet met de opvatting over artistieke kosten van het agentschap. Rekening houdend met de correcties en aanvullingen in de repliek, is het agentschap van oordeel dat deze geen invloed hebben op de conclusie. Het agentschap handhaaft deze dan ook. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 36 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-004
Organisatie:
Noordstarfonds (Handelsbeurs)
Gevraagd bedrag:
721.281,40 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Noordstarfonds heeft een erfpacht van 99 jaar op het gebouw 'de Handelsbeurs'. Sinds 2002 is er in de concertzaal een eigen werking ontstaan die is geëvolueerd van een louter receptieve werking naar een gemengde werking met ook coproducties en eigen projecten. De programmering is een mix van niet-klassieke genres en klassieke kamermuziekconcerten met nadruk op jonge uitvoerders en hedendaagse muziek. De organisatie vroeg al eerder subsidie aan, maar kreeg er tot nu toe geen toegekend. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat het dossier vrij summier is op vlak van artistiek-inhoudelijke invulling. Er wordt een reeks klassieke muziek voorzien met een vijfentwintigtal concerten per jaar, maar er worden nauwelijks namen genoemd of concrete plannen uitgewerkt. Er wordt slechts melding gemaakt van twee concerten met Ictus en een kwartetweekend met vier beloftevolle kwartetten, waarvan er al twee gekend zijn. Een aantal internationale projecten hangt af van de al dan niet toekenning van Europese subsidies. Handelsbeurs wil zijn Kraakpandconcept verderzetten en het aantal edities verdubbelen. Er is een vast partnerschap met Ictus en er komt een nieuwe samenwerking met Vooruit. Ook met Boomtown wordt de samenwerking verdergezet. De commissie vindt deze plannen eerder vaag en betreurt het dat er nergens een duidelijk overzicht gegeven wordt van de activiteiten. Ze merkt op dat Handelsbeurs zich een van de vijf grote concertzalen van Vlaanderen noemt, maar daarvoor een te beperkte artistieke invulling heeft. 1.3
Profilering en positionering
Handelsbeurs is een van de concertzalen in Gent met een goede infrastructuur en ligging. De mix van muziekstijlen is boeiend en zorgt er voor dat de schotten tussen klassieke en niet-klassieke genres voor een stuk gesloopt worden. Toch is de artistieke uitstraling niet te vergelijken met andere huizen in Gent. 1.4
Langetermijnvisie
De commissie stelt vast dat er weinig langetermijnvisie te vinden is in het summiere dossier. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Handelsbeurs is in zijn tienjarig bestaan als concertzaal stevig verankerd in Gent. De talrijke samenwerkingsverbanden met de andere Gentse spelers wijzen hier ook op. In de periode 2012-2013 loopt een project rond Bartok dat in samenwerking met
Pagina 37 van 97
Concertgebouw Brugge en deSingel plaatsvindt, maar veel verder lijkt de landelijke uitstraling niet te reiken. Internationaal wil Handelsbeurs een aantal projecten opzetten, maar deze zijn niet alleen vaag, maar ook onzeker en afhankelijk van eventuele Europese subsidie. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Als middelgrote zaal met een zeer goede technische infrastructuur en centrale ligging, heeft Handelsbeurs zeker een meerwaarde voor de regio. Door de mix van stijlen genereert de organisatie ook een divers publiek. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Handelsbeurs ziet het als een belangrijke taak om het publiek minder bekende muziekgenres te laten ontdekken en waarderen. Handelsbeurs is stevig verankerd in het stedelijke weefsel van Gent. 1.8
Samenwerking en netwerking
Handelsbeurs werkt samen met heel wat andere lokale partners zoals Vooruit, Boomtown, Democrazy en het Festival van Vlaanderen - Gent. Handelsbeurs neemt een rol op als coproducent van heel wat producties met deze organisaties. 1.9
Publieksgerichtheid
Handelsbeurs heeft een ruim publieksbereik dat door de gemengde programmering ook zeer divers is. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Uit het dossier blijkt niet dat Handelsbeurs aandacht besteedt aan diversiteit en interculturaliteit. Binnen de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie immers aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat de begroting zeer ruim is opgesteld, vooral de verloningen zijn hoog. Daardoor is de verhouding tussen artistieke kosten en overhead uit balans. Handelsbeurs heeft op financieel vlak een unieke positie in Vlaanderen waarbij het grootste deel van de middelen uit het Noordstarfonds komt. De huidige werking is mogelijk dankzij de opbrengsten van de effectenportefeuille en de gedane investeringen. De organisatie wil hiervan een deel recupereren via subsidie en geeft aan hiervoor dan het artistieke luik meer en beter uit te bouwen. De commissie stelt echter vast dat er in het dossier geen spoor is van een artistieke uitbreiding. Bovendien is het uitbouwen van een nieuwe gesubsidieerde speler in Gent momenteel niet prioritair. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 38 van 97
3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de prioriteit om een nieuwe gesubsidieerde speler in het leven te roepen, artistiekinhoudelijke accenten, internationale werking, uitstraling, langetermijnvisie en enkele zakelijke aspecten. De commissie stelt vast dat het hierbij meestal gaat om verduidelijkingen die geen wezenlijk verschil maken met het oorspronkelijke aanvraagdossier. Op artistiek vlak wordt een beperkt aantal toevoegingen gedaan. Die aanvullingen zijn echter niet overtuigend waardoor de commissie van oordeel blijft dat het plan te mager is. Ze erkent dat de activiteiten binnen het concept 'Kraakpand' interessant zijn, maar dat de organisatie voor de rest een vrij mainstream programma heeft. Er is bovendien geen indicatie dat dit in de nabije toekomst zal veranderen. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 39 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-004
Organisatie:
Noordstarfonds (Handelsbeurs)
Gevraagd bedrag:
721.281,40 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Handelsbeurs concertzaal bestaat sinds 2002 en wordt gerund door Noordstarfonds vzw. De organisatie kent een gemengde financiering publiek/privaat. De doelstelling van de organisatie is tweeledig: zorg en uitbating van het historisch pand dat de vzw in erfpacht heeft en de verdere uitbouw van een cultureel artistieke werking. In het kader hiervan programmeert de concertzaal een mix van hedendaags, roots en klassiek. In de periode 2003-2006 heeft de organisatie een dossier ingediend om erkend te worden maar geen dossier voor structurele subsidie. In die periode werd de organisatie dan ook erkend maar zonder subsidies. In de periode 2007-2009 ontving Handelsbeurs concertzaal een structurele subsidie van 200.000 euro. De organisatie diende een dossier in voor de periode 2010-2012 (voor een bedrag van 650.000 euro). Deze aanvraag werd niet gehonoreerd. Uit de bijgevoegde jaarrekening 2010 blijkt dat de organisatie financieel gezond is. Het jaar sluit wel af met een verlies van 1.190.789 euro. Het eigen vermogen van de vereniging bedraagt 27.740.255 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Handelsbeurs concertzaal vraagt een werkingssubsidie aan voor vier jaar. In 2013 vraagt de organisatie een bedrag aan van 700.000 euro dat stijgt tot 742.845,9 euro in 2016. In het kader van zijn productieve werking gaat Handelsbeurs verder met de formule ‘Kraakpand’, waarbij een zestigtal jonge of beginnende groepen een podium krijgen (6xjaar). In de klassieke programmatie plant de Handelsbeurs twee kwartetweekends. Vier beloftevolle strijkkwartetten geven een volledig weekend concerten in het teken van de muziek in Wenen rond 1900. Daarnaast plant de organisatie een klassieke quiz en een aantal internationale projecten (op voorwaarde dat deze Europese subsidies krijgen). De receptieve werking wordt vaag uitgewerkt. Het dossier vermeldt geen aantallen en geeft geen planning. Handelsbeurs heeft ook een kunsteducatieve werking die voornamelijk uit het organiseren van workshops en masterclasses bestaat. Het centrum voor nieuwe muziek, MATRIX zorgt voor de omkadering van de concerten nieuwe muziek. Op zakelijk vlak streeft de organisatie naar een optimalisering van het evenwicht tussen de receptieve werking, de verhuur en de eigen producties en naar een evenwicht tussen private en publieke financiering. Aangezien de eigen private fondsen inkrimpten (beursgevoeligheid), vraagt de organisatie een compensatie uit publieke middelen. Hoe er precies gestreefd wordt naar een optimalisering tussen publieke en private middelen wordt niet verder toegelicht in het dossier. Handelsbeurs wil verder investeren in de uitbouw van de e-infrastructuur en blijft zijn communicatiebeleid verder bijsturen op basis van een communicatieonderzoek dat de
Pagina 40 van 97
organisatie in 2011 liet uitvoeren. De organisatie werkte aan diversificatie van de communicatie en promotie en voert ook een gediversifieerd prijzenbeleid op basis van genres. De Handelsbeurs slaagde erin om heel wat mediaovereenkomsten af te sluiten (zie 3.2). Deze initiatieven getuigen van een zakelijke langetermijnvisie. 3.2
Samenwerking en netwerking
Handelsbeurs werkt samen met heel wat( lokale) culturele partners. De vaste coproductiepartners voor de klassieke muziekwerking zijn Gent Festival van Vlaanderen en muziekcentrum De Bijloke. Handelsbeurs coproduceert 3-5 producties per seizoen samen met Festival van Vlaanderen en stelde een gemeenschappelijk kwartetabonnement op samen met muziekcentrum de Bijloke. De organisatie heeft ook een inhoudelijk partnership met het Ictus Ensemble. Zij kunnen twee concerten per seizoen in Handelsbeurs geven waarvan het concept met Handelsbeurs overlegd wordt. Vanaf 2012 gaat de organisatie een muzikale dialoog aan met Vooruit, waarbij een jazzconcert in Vooruit gecombineerd wordt met een klassiek concert in Handelsbeurs. Handelsbeurs is medeorganisator van het pop & rockfestival Boomtown. Andere inhoudelijke partners zijn deBuren, die een gratis debatreeks in de Handelsbeurs presenteert, Arenbergschouwburg (Crossing Border Fesival) en muziekclub Democrazy. Deze laatste vult een deel van de programmatie pop/rock in. Handelsbeurs concertzaal kan ook rekenen op heel wat mediapartners (digitale zender Acht, Klara, Knack). Met allen werd een ruilovereenkomst afgesloten. Zoals al eerder vermeld werd kan Handelsbeurs rekenen op de steun van private ondernemingen: Mercator Verzekeringen is eigenaar van het gebouw en stelt het via erfpacht ter beschikking van Noordstarfonds vzw. Naast deze structurele relatie, neemt Mercator Verzekeringen een deel van de productiekosten op zich ter waarde van 18.000 euro. Duvel Moortgat is vaste drankleverancier. Naast voordelen in natura, sponsort de brouwerij met 10.000 euro gedurende 5 jaar. Piano’s Maene is huisleverancier en sponsort elk jaar de programmabrochure klassieke muziek. Uit dit alles blijkt dat Handelsbeurs een gediversifieerd landelijk en lokaal netwerk heeft opgebouwd dat inspeelt op de verschillende onderdelen van de werking (inhoudelijk, communicatie en financieel). Het internationale netwerk is nog niet uitgewerkt. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De kost aan artistieke activiteiten bedraagt 700.000 euro of 26% van het totaal aan uitgaven. Het bestaat uit oa uitkoopsommen (425.095) euro, productiekosten (116.848 euro), Sabam, catering, hotel en transport. Het personeelsbestand bestaat momenteel uit 12,9 VTE vaste personeelsleden. Daarnaast wordt met vrijwilligers gewerkt voor de georganiseerde activiteiten (onthaal, ticketing, vestiaire). Het aantal vrijwilligers wordt niet meegedeeld. De organisatie gaat uit van een bestendiging van de personeelsploeg in loondienst. Het dossier geeft geen informatie over de wijze van verlonen (toegepaste cao, ancienniteit,…) en geeft geen functieomschrijvingen. De vergoedingen aan derden worden niet uitgesplitst, de begroting geeft enkel een algemeen bedrag onder diverse diensten op zelfstandige basis. Hierdoor heeft het agentschap geen zicht op het aantal medewerkers noch op hun functie binnen de organisatie. De Handelsbeurs is een beschermd monument met hoge kosten voor onderhoud, restauratie e.d. Er werd een bedrag van 167.000 euro voor onderhoud, herstellingen en uitbatingskosten ingeschreven. De energiekosten worden begroot op 83.000 euro.
Pagina 41 van 97
3.4
Publieksgerichtheid
Het brede aanbod brengt een verscheiden publiek met zich mee. De afgelopen jaren werkte de organisatie dan ook aan diversificatie in haar communicatie en promotieplan en in haar prijzenbeleid. Handelsbeurs werkt drempelverlagend naar verschillende segmenten van de bevolking door kortingen te geven aan bepaalde doelgroepen. In absolute cijfers daalt het aantal bezoekers echter. Dit zou samenhangen met minder middelen waardoor er minder activiteiten georganiseerd werden(94 activiteiten in 2005 en 74 in 2010). Het aantal bezoekers per activiteit steeg echter wel (279 in 2005 tot 298 in 2010). Uit de bijgevoegde statistieken blijkt dat het publiek vooral komt uit de zone met postcode 9. Het aspect publiekswerking- en werving werd zeer goed uitgewerkt. Zoals eerder vermeld kan Handelsbeurs rekenen op heel wat mediasponsors. De Handelsbeurs organiseert inleidingen bij de concerten en workshops. Andere communicatietools zijn de website, programmaboekjes en e-nieuwsbrieven. De belangrijkste uitdaging vormt het tegelijkertijd bereiken van de verschillende doelgroepen zonder een versnipperd imago te krijgen. De organisatie blijft inzetten op het ontwikkelen van een herkenbare huisstijl. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt trouwens moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Handelsbeurs concertzaal had de afgelopen jaren minder armslag dan voordien. Door de beurzencrisis daalden de fondsen uit dividenden en de structurele steun van de Vlaamse Gemeenschap werd stopgezet. Ter compensatie van de inkrimping van de eigen fondsen en om aansluiting te vinden bij Europese fondsen vraagt de Handelsbeurs steun van de Vlaamse Overheid om de werking te bestendigen en de respons te vergroten. Het agentschap vindt de pps-constructie zoals de Handelsbeurs ze uitwerkt interessant. Maar, zoals eerder vermeld werd, oogt de receptieve planning van de organisatie vaag, waardoor het moeilijk in te schatten valt of het gevraagde bedrag te verantwoorden is. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting wordt voldoende toegelicht. De bijlage ‘verband tussen de activiteiten en de begroting’ geeft voor de productieve werking en de coproducties een duidelijk beeld van de vertaling tussen de artistieke plannen en de begroting. Het totaal aan uitgaven voor de receptieve, productieve en coproductieve werking komt neer op 700.000 euro wat overeenstemt met het gevraagde subsidiebedrag. De inkomsten komen vooral uit verkoop van tickets ten bedrage van 450.000 euro (25.000 betalende bezoekers aan 18 euro/ticket). De overige bedrijfopbrengsten (gebouw-en zaalverhuur, verhuur materialen) komen neer op 425.000 euro. De opbrengsten uit financiële vaste activa worden begroot op 800.000 euro. De organisatie voorziet ook nog uitzonderlijke opbrengsten ten bedrage van 200.000 euro, deze post wordt niet verder toegelicht. De eigen inkomsten bedragen in totaal 1.878.844,22 euro of 68,85% ten aanzien van de totale opbrengsten, waarvan 800.000 euro of 45% afkomstig is van financiële vaste activa (dividenden Noorstarfonds). Het aandeel van private financiering blijft dus een substantieel deel van het werkingsbudget van de Handelsbeurs uitmaken. De subsidie van de stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen bedraagt respectievelijk 50.000 euro en 35.000 euro.
Pagina 42 van 97
3.8
Haalbaarheid
De organisatie wenst met dezelfde personeelsploeg in dezelfde lijn verder te werken. Op basis van de voorbije werking lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De ondersteuning van Handelsbeurs concertzaal als concertorganisatie past binnen het kader van het kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie heeft geen fundamentele bemerkingen op het advies en geeft enkel een paar verduidelijkingen bij de toegepaste cao en bij de budgetpost ‘uitzonderlijke opbrengsten’. Het agentschap noteert deze verduidelijkingen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 43 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-005
Organisatie:
Kolonie
Gevraagd bedrag:
206.648,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Kolonie is de vzw rond de alternatieve concertorganisator Heartbreaktunes. De organisatie opereert binnen de niche van de gitaarunderground in al zijn genres. Aanvankelijk werkte de organisatie vooral in Limburg en Vlaams-Brabant, maar ondertussen al in heel Vlaanderen. Ze werkt daarbij intensief samen met verschillende podia. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Heartbreaktunes zet zijn missie met de nodige knowhow voort. De organisatie spreidt haar werking over heel Vlaanderen. Door de unieke en eigenzinnige programmatie heeft de organisatie intussen een uitgebreid netwerk van Vlaamse en buitenlandse partners. Ze geeft minder evidente namen uit het alternatieve circuit in Vlaanderen een plaats en biedt ook doorgroeimogelijkheden voor lokale bands, wat de Beoordelingscommissie Muziek een goede zaak vindt. De programmatie is tweeledig, namelijk enerzijds de concertwerking en het aanbod van kleinere podia blijven garanderen, en anderzijds met grotere podia de doelgroep uitbreiden en de groepen presenteren aan een ruimer publiek. 40% van de geprogrammeerde bands zijn Vlaams. Heartbreaktunes verricht goed werk, zorgt dat jonge beginnende bands kansen krijgen en dat kleine podia een platform blijven hebben. De organisatie zorgt ook voor een doorstroom van Vlaamse en buitenlandse bands naar grotere, professioneel beter uitgeruste, podia. Door de afwisselende programmatie, soms in minder populaire genres, wordt een leemte in het circuit opgevuld. 1.3
Profilering en positionering
Door zijn complementaire werking waarbij kleinere organisatoren geholpen worden om een beter draagvlak te creëren en de doorstroming naar grotere podia wordt gegarandeerd, bekleedt Heartbreaktunes een zinvolle positie in het landschap. De commissie vindt het positief dat de organisatie jonge groepen aan een platform helpt en ze een groter publiek geeft, onder meer door ze als support te plannen voor grotere internationale bands. Door structurele overeenkomsten te sluiten met diverse podia zorgt de organisatie voor een goede geografische spreiding doorheen Vlaanderen. Hoewel de organisatie in heel verschillende zalen programmeert, heeft Heartbreaktunes toch een eigen identiteit. Dit komt vooral door de uitgebreide communicatie en het creëren van een communitygevoel. 1.4
Langetermijnvisie
Heartbreaktunes wil de werking verderzetten en bestendigen zonder drastische koerswijzigingen. De artistieke plannen voor de komende periode worden uitgebreid toegelicht. Het is niet de bedoeling om alleen maar meer concerten te organiseren, maar wel om de omstandigheden te verbeteren waarin deze plaatsvinden.
Pagina 44 van 97
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Door de concerten in Vlaanderen goed te spreiden, geniet de organisatie een landelijke uitstraling. De commissie stelt vast dat Kolonie een van de mensen en de concertorganisatie van Eye Spy heeft opgenomen. De commissie vindt dit een goede zaak, binnen Vlaanderen is er voor deze kleine niche immers niet veel plaats voor meerdere spelers. Door de jarenlange ervaring heeft Heartbreaktunes ook een grote internationale uitstraling. Binnen haar niche is de organisatie een vaste waarde in het Europese muzieklandschap. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde is groot omdat kleinere podia een groter draagvlak krijgen (bijvoorbeeld door ze mee te nemen in de landelijke promotie). Heartbreaktunes heeft immers een goed uitgewerkte promotionele werking. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Heartbreaktunes heeft een maatschappelijk belang omdat het vaak Vlaamse bands in voorprogramma's van grotere internationale acts plaatst. Op die manier genieten beginnende lokale bands van een grotere exposure. De organisatie heeft haar sociaal-artistiek concept in het dossier beschreven, maar dit is eerder wollig en theoretisch. 1.8
Samenwerking en netwerking
Heartbreaktunes heeft een groot netwerk met kwalitatieve, Vlaamse podia en bovendien een goede spreiding, zowel geografisch als op vlak van grootte van de speelplekken. Er is ook samenwerking met scholen in functie van stageplaatsen. Ook op internationaal vlak heeft de organisatie een ruim netwerk. 1.9
Publieksgerichtheid
Heartbreaktunes staat grotendeels zelf in voor de promotie van de concerten en heeft daarvoor een goed uitgewerkt promotie- en communicatieplan. Met een gemiddelde van 32.000 concertgangers per jaar scoort de organisatie ook op dit vlak goed. De commissie vindt het vreemd dat de organisatie vooral op de klassieke gedrukte communicatie inzet, maar vindt het een goede zaak dat ze ook gebruik maakt van de sociale media. De concerten van Heartbreaktunes worden ook mee opgenomen in de reguliere promotie van de podia waar de concerten worden geprogrammeerd, wat kan leiden tot een uitbreiding van het 'eigen' nichepubliek. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Diversiteit is er vooral op artistiek vlak. De organisatie vermeldt ook een multiculturele aantrekkingskracht, maar dit lijkt een beetje overtrokken te zijn. Binnen de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie immers dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is.
Pagina 45 van 97
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Het voornaamste doel van Kolonie is het concertaanbod binnen de niche te consolideren en te ondersteunen. Het dossier getuigt van een uitgebreide knowhow om dit te doen. De organisatie heeft een aanzienlijk aantal activiteiten en opbrengst uit ticketverkoop. Er is een gezond evenwicht tussen artistieke kosten en overhead. De organisatie geeft aan dat het aantal personeelsleden op dit moment te klein is. Kolonie vraagt ongeveer een verviervoudiging van de subsidie, wat voor het grootste deel naar verloning zou gaan. De commissie erkent dat de organisatie nood heeft aan extra middelen voor een correcte verloning van het personeel, maar acht de gevraagde uitbreiding te hoog. De commissie geeft ook aan dat Kolonie bij sommige (grote) podia een betere verdeling kan bedingen, waardoor de eigen inkomsten kunnen stijgen. In die zin vindt de commissie dat de kosten voor techniek niet veel moeten oplopen, omdat daarvoor al wordt samengewerkt met de bestaande organisaties. De commissie vindt het wel positief dat Kolonie een grote expertise heeft die ze ter beschikking stelt van de (kleinere) podia. De commissie komt niet tot een eensgezind standpunt. Een meerderheid binnen de commissie erkent de artistieke waarde van de organisatie en de nood aan meer middelen voor het personeel, maar vindt dat een verdubbeling van de huidige subsidie hiervoor moet volstaan. Een minderheid binnen de commissie gaat akkoord met deze principes, maar is van oordeel dat daarvoor een hoger subsidiebedrag nodig is, dat evenwel lager is dan het gevraagde bedrag. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek benadrukt de organisatie enkel de noodzaak van drie voltijdse equivalenten voor de werking. De commissie heeft oor voor de verduidelijkingen, maar geeft aan dat het voor de Vlaamse overheid niet mogelijk is om altijd volledig in te gaan op de vraag vanuit het veld. Bovendien herhaalt ze dat de organisatie er naar moet streven om zo goed mogelijke deals te sluiten met de partners waar optredens worden georganiseerd om zo de eigen inkomsten te optimaliseren. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar meerderheidsstandpunt. Het minderheidsstandpunt wordt geschrapt omwille van de schaarsheid van de middelen en de huidige conjunctuur. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 46 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-005
Organisatie:
Kolonie vzw
Gevraagd bedrag:
206.648,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Heartbreaktunes is de concertwerking van vzw Kolonie. Sinds 2004 profileert de organisatie, die gegroeid is uit de werking van verschillende lokale concertorganisatoren en/of organisaties, zich als onafhankelijke concertorganisatie. De organisatie kende een gestage groei. Kolonie vzw wordt sinds 2007 structureel gesubsidieerd. In 2011 kreeg de organisatie een werkingssubsidie van 48.126,46 euro toegekend. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Kolonie fungeert als platform dat over heel Vlaanderen een divers concertaanbod realiseert in het niet-commerciële genre van gitaar-underground muziek. De organisatie realiseerde ook een internationaal luik en werkt samen met buitenlandse muzikanten en bookingskantoren. Uit bijgevoegd cijfermateriaal blijkt dat de bezoekersaantallen en de inkomsten stegen. Deze groei werd gerealiseerd met een klein team (0,71 VTE in 2010) en draaide hoofdzakelijk op de inzet van vrijwilligers. Bij het toezicht op de naleving van de subsidiëringsvoorwaarden werden vragen gesteld bij de cumulatie van functies. Deze cumulatie van bestuurlijke functies en uitvoerende taken kan belemmerend werken voor de uitoefening van afdoende interne controle en kan leiden tot belangenvermenging. Uit het toezicht bleek dat Kolonie vzw een gezond financieel beleid voert, hoge eigen inkomsten weet te behalen en over voldoende financiële reserves beschikt. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Kolonie vraag een werkingssubsidie aan voor vier jaar. Voor 2013 vraagt de organisatie een bedrag aan van 200.551 euro dat jaarlijks stijgt met 2% tot 212.826 euro in 2016. De volgende beleidsperiode plant de Kolonie niet zozeer een kwantitatieve stijging van de activiteiten, maar wil men inzetten op een actieve kwaliteitsverbetering van de omstandigheden waarin de concerten plaatsvinden. Kolonie blijft haar goed uitgebouwde netwerk van structurele partners inzetten om concerten te organiseren: in 2013 mikt men op 440 activiteiten/optredens, gespreid over Vlaanderen en Brussel. De organisatie tekende een raamcontract voor 4 jaar (tot september 2015) met Provinciale Hogeschool Music in Hasselt om een structurele samenwerking op te zetten. Per jaar begeleidt Kolonie een vijftal studenten uit hogescholen in Limburg, West - en Oost-Vlaanderen. De volgende beleidsperiode wil de organisatie haar communicatiewerking optimaliseren (zie 3.4.) Op zakelijk vlak wenst de organisatie de bestaande werking te consolideren en te verbeteren door een professionalisering door te voeren van het personeel (van 0,71 VTE naar 4 VTE), het investeren in promotie en het verder uitbouwen van samenwerkingsverbanden.
3.2
Samenwerking en netwerking
Pagina 47 van 97
Het samenwerkingsbeleid volgt twee sporen. Via coproducties met kleinere podia wordt er geprobeerd om concertwerking en –aanbod te blijven garanderen en de competentie van dergelijke podia te stimuleren. Via coproducties met grotere podia wil men het aanbod voor de eigen doelgroep uitbreiden en presenteren aan een ruimer publiek. Concreet wordt er dus structureel samengewerkt met een veertiental bestaande organisaties, niet louter per concert maar met overeenkomsten voor langere periodes. Deze overeenkomsten stellen de organisatie in staat om de inherente risico’s bij het organiseren van concerten te beperken. De organisatie neemt het artistieke luik, de promotie, productionele en administratieve opvolging op zich. De partners bieden ruimte en logistieke ondersteuning aan. In het aanvraagdossier bevindt zich een gedetailleerd overzicht van deze samenwerkingen, samen met het aantal activiteiten per locatie. Daarnaast worden er ook concerten gepland met organisaties waarmee er geen structurele overeenkomst is. Daarnaast zijn er nog occasionele samenwerkingen. Naast deze binnenlandse partners werkt de organisatie ook samen met buitenlandse agenten en met artiesten uit meer dan 18 landen. Deze internationale werking bepaalt in grote mate de financiële draagkracht van de organisatie. Uit het aanvraagdossier blijkt duidelijk dat Kolonie een stevig netwerk van partners heeft opgebouwd dat haar werking ondersteunt. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Het grootste deel van het budget gaat naar kosten die samenhangen met het organiseren van concerten: huurgelden zalen en materiaal, gages muzikanten (248.050 euro), verplaatsingskosten voor een totaal bedrag van 470.793 euro (55%). Het totaal aan lonen en vergoedingen komt neer op 237.498 euro of 27.73% t.o.v. de totale kosten. De marketing en communicatiekosten bedragen 50.096 euro. De ondersteunende kosten komen neer op 27.816 euro. Wanneer men de kosten per concert bekijkt, blijkt dat gemiddeld meer dan 60% van de totale kost naar de gages van muzikanten gaat. Uit deze cijfers blijkt dat de organisatie voldoende inspanning levert om de overhead te beperken en zich voldoende inzet op het ondersteunen en omkaderen van muzikanten. 3.4
Publieksgerichtheid
Kolonie richt zich vooral tot de alternatieve concertganger, waarbij ze in samenwerking met bestaande organisaties een aanbod opstelt met een brede waaier aan gitaargeoriënteerde genres en subgenres. De publiekswerking is vooral een aandachtspunt voor de partners waarmee wordt samengewerkt. Via promotie en de website probeert Kolonie een publieksgerichte werking op te bouwen. De belangrijkste promotiekanalen zijn flyers, affiches, het internet en mailings. Flyers en affiches worden driewekelijks bijgewerkt en systematisch uitgedeeld tijdens optredens en verspreid in specifieke platenzaken en andere concertzalen. Er wordt gewerkt met een vaste promotieverantwoordelijke. De volgende beleidsperiode wil de organisatie extra inzetten op communicatie en marketing, zowel kwantitatief als kwalitatief. Men wil een grotere zichtbaarheid bereiken door meer tools in te zetten (meer poster, flyers, advertenties,…). Men wil de kwaliteit van de publicaties verbeteren door zowel de huisstijl te professionaliseren (meerkleurendruk, betere lay out) en door de website interactiever te maken met oa een nieuw online ticketing systeem. Het agentschap waardeert de inspanningen om de zichtbaarheid te verhogen, maar gelooft niet dat de meerkost in verhouding staat tot de kwaliteit van de inspanningen (meerkleurendruk). In 2010 kwamen de kosten aan publiekswerving neer op 14.000 euro, nu vraagt de organisatie 50.096 euro voor dezelfde post.
Pagina 48 van 97
3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het aanvraagdossier. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
De aangevraagde subsidie voor 2013 betekent een verhoging van 150.551 euro ten aanzien van het toegekende bedrag voor 2010 of een verhoging van 300 %. Deze stijging hangt voornamelijk samen met de uitbreiding van de personeelsploeg in loondienst (van 0,71 VTE in 2010 naar 4 VTE in 2013). De huidige situatie van deeltijdse medewerkers en vrijwilligers zou geleid hebben tot een situatie waarin de organisatie niet meer concurrentieel zou kunnen werken ten opzichte van andere spelers uit het veld. Deze situatie leidde tot de vele personeelswissels. Het agentschap ziet in dat een organisatie met een omzet van meer dan 800.000 euro moeilijk professioneel kan werken met het huidige kleine team van medewerkers en vrijwilligers. De vraag naar een voltijds zakelijk/artistiek leider en een voltijds technisch-artistiek medewerker is te verantwoorden. Een voltijds communicatiemedewerker lijkt niet opportuun, aangezien de organisatie voor deze functie nauw samenwerkt met de partners. De organisatie verwacht voor de komende periode een omzet van ruim 800.000 euro en gaat uit van 73,45 % eigen inkomsten ten aanzien van de totale opbrengsten (in 2010 was dit 91,13 %). Deze daling van de eigen inkomsten hangt samen met een daling van de inkomsten uit samenwerkingen en met het wegvallen van sponsorinkomsten. In absolute cijfers stijgen de eigen inkomsten. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Kolonie diende een duidelijk en gedetailleerd aanvraagdossier in, waardoor het agentschap de link kan leggen tussen het artistieke en het zakelijke luik. Het financiële plan wordt gedetailleerd toegelicht. De kosten en opbrengsten van de activiteiten op verschillende locaties worden gedetailleerd weergegeven zodat het agentschap naast een beeld van het totale plaatje ook de individuele activiteiten kan inschatten. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen haalbaar. Het agentschap is wel van mening dat een aantal kosten vrij ruim berekend zijn zodat voorliggende plannen kunnen gerealiseerd worden met een minder hoog subsidiebedrag. Het agentschap kan zich wel vinden in een verhoging van het huidige subsidiebedrag. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De ondersteuning van Kolonie vzw als concertorganisatie past binnen het kader van het kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 49 van 97
5
Gemotiveerde behandeling repliek
In de repliek benadrukt de organisatie nogmaals de noodzaak van een uitbreiding van de personeelsploeg om een professionele werking mogelijk te maken. De ingediende repliek bevat echter geen nieuwe informatie. Het agentschap behoudt dan ook zijn oorspronkelijke advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 50 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-006
Organisatie:
JazzLab Series
Gevraagd bedrag:
231.840,45 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
JazzLab Series startte ongeveer twintig jaar geleden met de bedoeling om jazzmuzikanten en -ensembles een circuit aan te bieden van professionele presentatieplekken. Kern van de werking is een netwerk van vijfentwintig vaste partners, hoofdzakelijk cultuurcentra en kunstencentra. JazzLab Series organiseert ook mee het Jazzforum en is lid van het Jazz Plays Europe circuit. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het inhoudelijk concept is helder geformuleerd. Het dossier bouwt verder op de twintigjarige werking van de organisatie: Vlaamse jazz presenteren in professionele omstandigheden. Hiervoor blijft JazzLab Series werken met een vijfentwintigtal partners voor ongeveer honderd concerten per jaar. JazzLab geeft haar partners ondersteuning in communicatie en promotie. De organisatie stelt ook haar knowhow ter beschikking. JazzLab Series wil jong talent ondersteunen en werkt vanaf 2013 samen met MuziekMozaïek om jonge groepen en gevestigd talent te laten samenwerken en op tournee te zetten. Verder wil de organisatie jaarlijks ook productionele ondersteuning bieden aan één project. In 2013 wordt dat Joe Henderson Tribute, in 2014 Jens Mauritz Orchestra. Hiervoor worden structurele akkoorden gesloten met vier kunstencentra. De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat JazzLab Series doorheen de jaren scherp koos voor een mix van jong, opkomend en gevestigd talent en dat ook blijft doen. Hiermee blijft JazzLab Series een belangrijke rol spelen in het spreiden van kwaliteitsvolle jazz in Vlaanderen, maar stilaan ook daarbuiten. 1.3
Profilering en positionering
JazzLab Series is een jazzconcertorganisatie die met de nodige zorg en aandacht voor al haar partners haar rol als spreidend intermediair goed speelt. Binnen Vlaanderen is JazzLab Series een leidende partner binnen het jazzconcertnetwerk zonder dat het een monopolie opeist. De organisatie werkt aan de ondersteuning van jazz in Vlaanderen en verliest daarbij het belang van de muzikanten niet uit het oog. 1.4
Langetermijnvisie
JazzLab Series zet haar werking verder zonder fundamentele wijzigingen. In de toekomst bouwt ze vooral verder aan haar internationale netwerken zonder Vlaanderen daarbij uit het oog te verliezen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Gezien de ruime geografische spreiding doorheen Vlaanderen is de landelijke uitstraling groot. Ook op internationaal vlak heeft de organisatie een groeiende uitstraling. Dit
Pagina 51 van 97
gebeurt onder meer door de samenwerking met Nederlandse clubs en de ondersteuning van de internationaal gerichte Belgian Jazz Meeting. De organisatie zorgt voor een groeiend bereik in Wallonië door de samenwerking met Lundis d'Hortense. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Door de grote spreiding en de unieke werkwijze, is de meerwaarde voor de regio groot. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
JazzLab Series doet veel voor de waardering van de jazzmuziek en de professionele begeleiding van jonge jazzmuzikanten. De voortdurende coaching en begeleiding van jongere mensen en het bieden van een platform is zeer waardevol. 1.8
Samenwerking en netwerking
De organisatie blijft haar netwerk steeds verder uitbouwen en onderhouden, in Vlaanderen, maar ook over de grenzen heen. De commissie vindt de samenwerking met vier grote kunstencentra om zo grotere coproducties te kunnen opzetten een interessant gegeven. 1.9
Publieksgerichtheid
Door concerten te plaatsen op uiteenlopende podia, wordt een divers publiek aangesproken en bekomt de organisatie een groot publieksbereik. Ook via de cursussen wordt een extra groep mensen bereikt. Ten slotte combineert de organisatie vaak bekende namen met jong talent, wat het publieksbereik ten goede komt, ook voor de minder bekende namen. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Binnen het aanbod aan jazz hanteert JazzLab Series scherpe keuzes die tegelijk zorgen voor een hoog artistiek niveau en een divers aanbod aan jazzsoorten. Op vlak van interculturaliteit koestert de organisatie geen grote ambities. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie merkt op dat het dossier op zakelijk vlak niet altijd even transparant is. Zo is het niet altijd duidelijk wat de meerkost is voor bepaalde nieuwe onderdelen binnen de werking. Omdat het dossier enkel een globaal bedrag vermeldt voor de uitkoopsommen, is het niet duidelijk welke tarieven er gehanteerd worden voor wie en wanneer. De commissie stelt vast dat er aanzienlijke verhogingen van de lonen worden opgenomen in het dossier. Een deel van de gevraagde personeelsuitbreiding, waaronder de fotografe, is niet prioritair. Samenvattend kan de commissie akkoord gaan met een beperkte stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode, maar niet tot het gevraagde bedrag.
Pagina 52 van 97
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 53 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-006
Organisatie:
JazzLab Series
Gevraagd bedrag:
231.840,45 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
JazzLab Series werd opgericht in 1993. De organisatie kende een gestage groei. JazzLab Series organiseert maandelijkse tournees met jazzgroepen van eigen bodem waarbij de concerten plaatsvinden in technisch professionele omstandigheden voor een aandachtig publiek en tegen betaling van een eerlijke vergoeding voor de muzikant. Hiertoe werkt de organisatie samen met ruim 25 partners in Vlaanderen en Brussel en een tiental in Wallonië en Europa. Aan deze partners wordt gevraagd om 4 concerten per seizoen te organiseren (100tal concerten per jaar). JazzLab Series wordt sinds 2003 structureel gesubsidieerd. In 2011 kreeg de organisatie 168.442,50 euro aan werkingssubsidie toegekend. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Tijdens de organisatie informatie organisatie
visitaties van de voorbije werkingsjaren kon worden vastgesteld dat de nauwgezet het zakelijke aspect van haar werking opvolgde en de benodigde bezorgde aan het agentschap. JazzLab Series is een financieel gezonde die gestaag haar werking uitbouwt.
3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie vraagt een vierjarige werkingssubsidie aan van 225.000 euro in 2013 en die stijgt tot 238.771,8 euro. De organisatie bouwt verder op zijn oorspronkelijke uitgangspunten: ook in de toekomst blijft de klemtoon van de werking liggen op de maandelijkse tournees van de jazzgroepen van eigen bodem. Naast deze tourneewerking werkt de organisatie ook eigen producties en coproducties uit en organiseert ze jazzcursussen. Per jaar organiseert men 10 tournees, een zevental cursussen JazzClass Series en organiseert men sectorgerichte ontmoetingen zoals het Jazz Forum of de Belgian Jazz Meeting. Sinds 2006 bouwt JazzLab series ook gestaag aan een internationale werking. Ze bouwen aan duurzame structurele samenwerkingsverbanden om concerten te organiseren en artistieke coproducties op te zetten. Deze internationale focus resulteerde in het Europese netwerk Jazz plays europe dat bestaat uit 7 organiserende partners uit evenveel Europese landen. Ook op zakelijk vlak wenst de organisatie zijn werking langs dezelfde lijnen verder te zetten. Het dossier beschrijft de huidige werking en er worden geen zakelijke wijzigingen voorzien. De organisatie blijft inzetten op visibiliteit door een goed uitgewerkt communicatieplan (zie 3.4) en het verder uitbouwen van een internationaal netwerk (zie 3.2).
Pagina 54 van 97
3.2
Samenwerking en netwerking
De werking van JazzLab Series steunt volledig op het netwerk van partners die de podia ter beschikking stellen voor de concerten. De organisatie beklemtoont dat ze een solidair netwerk wil onderhouden ter ondersteuning van de Belgische jazz. JazzLab Series beschikt over ruim 25 partners voor de organisatie van de concertenreeksen in Vlaanderen en Brussel. Dit netwerk bestaat uit kunstencentra en culturele centra. Een volledig overzicht van deze partners is aanwezig in het aanvraagdossier. Naast deze binnenlandse partners werd het netwerk ook Europees uitgebouwd met een tiental organisaties. Jazz Plays Europe is een samenwerking tussen JazzLab Series en organisaties uit Duitsland, Slovakije, Luxemburg, Oostenrijk, Nederland, Frankrijk en Polen. Naast deze tourneegebonden samenwerkingen, werkt JazzLab Series ook samen met Jazz in’t park in Gent: de organisatie vult een deel van de programmatie in. De organisatie coördineert de Belgische deelname voor de Franse wedstrijd voor jong talent Tremplin Jazz d’Avignon. Men plant verder om deel te nemen aan Mons 2015 European Capital of Culture: samen met Jazzwerk Ruhr uit Dortmund wordt er aan een voorstel gewerkt. Vanaf 2012 start een artistieke en logistieke samenwerking met Muziekmozaïek om een jonge groep een coach en een tournee aan te bieden. Samen met het Muziekcentrum oraniseert JazzLabSeries sectorontmoetingen. De verschillende samenwerkingsverbanden worden gedetailleerd toegelicht in het aanvraagdossier. Uit dit alles blijkt dat JazzLab Series over een uitgebreid netwerk van partners beschikt dat haar werking ondersteunt. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De totale uitgaven worden geraamd op 381.450 euro in 2013. Van de totale omzet gaat 204.007,86 euro naar lonen en vergoedingen (53%), waarvan 84 .765,11 euro naar de financiering van kunstenaars of inhoudelijke medewerkers gaat (41%). De organisatie rekent geen commissie aan voor het spreiden van de groepen. De organisatie werkt met een kleine ploeg van 2,2 VTE en huurt een goedkope kantoorruimte. De administratiekosten zijn niet overdreven en de organisatie plant geen grote investeringen. Uit al deze plannen blijkt dat op een constructieve manier inspanningen worden geleverd om de overhead zoveel mogelijk te beheersen. 3.4
Publieksgerichtheid
De organisatie verklaart dat ze het vaste jazzpubliek dat reeds vertrouwd is met de werking, wil onderhouden, maar daarnaast wil ze proberen om jazz naar een ruimer publiek te brengen. Via een vaste samenwerking met cultuur- en kunstencentra wil JazzLab Series zorgen voor een kruisbestuiving tussen beider publieken. De cursus JazzClass Series mikt op een breed publiek en probeert de drempel voor jazz te verlagen. Het promotieluik bestaat uit de vaste communicatiemiddelen zoals een driemaandelijkse programmabrochure, maandelijkse affiches per tournee, maandelijkse e-nieuwsbrief, website, aanwezigheid op festivals. De organisatie gaat ook actief op zoek naar persaandacht waarbij ze zich richt tot De Standaard, Knack, De Morgen, Klara en Radio. Elk jaar sluit de organisatie ruilovereenkomsten met perskanalen zoals VRT en Roularta (Knack). Zij bieden advertentieruimte in ruil voor tickets en naamsvermelding. De organisatie probeert steeds aanwezig te zijn tijdens de concerten met een promotiestand. Zo houdt de organisatie de vinger aan de pols bij het publiek, de muzikanten en de programmatoren. Het dossier vermeldt geen nieuwe initiatieven om het publiek te verruimen.
Pagina 55 van 97
3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het aanvraagdossier. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
De aangevraagde subsidie voor 2013 betekent een verhoging van 50.000 euro ten aanzien van het toegekende bedrag voor 2010 of een verhoging van 28%. Deze meervraag wordt niet expliciet geduid in het dossier. Wanneer je de begroting vergelijkt met de resultatenrekening van 2010, lijkt de meervraag samen te hangen met de uitbreiding van het aantal VTE tav 2010 van 1,55 naar 2,2 VTE en met een stijging van de artistieke en promotionele kosten. Vanaf 2013 wil men werken met een voltijdse communicatiemedewerker en een deeltijdse fotografe (0,2). De noodzaak van een fotografe vast in dienst te nemen wordt in het dossier niet voldoende verantwoord. Het agentschap volgt deze uitbreiding van de personeelsploeg niet. Ook de verhoging van de loonkost van de zakelijk en artistiek leider tav 2010 wordt niet verklaard in het dossier. De stijging van de artistieke kosten hangt samen met een stijging in de artistieke vergoedingen op zelfstandige basis ( 54.101 euro in 2010, 73.200 in 2013), een stijging van de artistieke productiekosten en artistiek uitzendpersoneel (39.000 in 2010 tav 58.000 in 2013). Uit het dossier valt niet af te leiden of de organisatie uitgaat van een stijging van het aantal activiteiten die deze meervraag zou kunnen verantwoorden. Hierdoor is het moeilijk in te schatten of de meervraag realistisch ingeschat werd. De organisatie verwacht voor 2013 een omzet van 381.450 euro en gaat uit van 40% aan eigen inkomsten ten aanzien van de totale opbrengsten (in 2010 haalde de organisatie 43,05%). In absolute cijfers stijgen de inkomsten lichtjes. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Zoals hierboven reeds vermeld werden niet alle begrotingsposten voldoende toegelicht. Ook geeft het dossier een planning op waaruit je niet kan afleiden hoeveel activiteiten de organisatie denkt te organiseren. De eigen begroting van de organisatie geeft wel een beeld van hoe de artistieke plannen financieel vertaald worden, maar dit beeld werd niet gedetailleerd genoeg uitgewerkt om de noodzaak van de meervraag te kunnen inschatten. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen haalbaar. In het verleden heeft de organisatie reeds uitvoerig bewezen dat ze in staat is om op een professionele manier de concertenreeksen te organiseren. Het huidige aanvraagdossier ligt in de lijn van de voorbije werking en het agentschap is ervan overtuigd dat de organisatie op eenzelfde manier zal verderwerken. Het agentschap kan zich vinden in een verhoging van het huidige subsidiebedrag, maar volgt niet voor het volledig gevraagde bedrag. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De ondersteuning van JazzLabSeries als concertorganisatie past binnen het kader van het kunstendecreet.
Pagina 56 van 97
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek toelichting bij de verhoging van de loonkost en bij het aantal geplande activiteiten in 2013. De organisatie duidt de workload van de fotografe die vanaf 2013 voor 0.2 VTE in dienst zou genomen worden. De uitleg verklaart de noodzaak van het vast in dienst nemen niet. Het beschreven takenpakket zou evengoed door een freelance medewerker kunnen uitgevoerd worden. Ook de stijging van 0.1 naar 0.2 VTE wordt niet verantwoord. De verhoging van de loonkost voor de zakelijk en artistiek leider tav van 2010, waarnaar in het preadvies verwezen wordt, wordt niet verklaard. De organisatie geeft in haar repliek een berekening van de loonkost tav 2011. De organisatie geeft een toelichting bij de stijging van de artistieke vergoedingen. Het agentschap dankt JazzLab Series voor deze duiding, maar formuleerde in het preadvies geen opmerkingen bij deze stijging an sich. JazzLab Series verfijnt de planning van de receptieve activiteiten voor het najaar van 2013. Op basis van deze planning kan het agentschap het verwachte aantal activiteiten beter inschatten. Hieruit blijkt dat de organisatie effectief uitgaat van een lichte stijging van het aantal activiteiten. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 57 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-007
Organisatie:
Amuz
Gevraagd bedrag:
731.585,50 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Amuz is een concertorganisatie waar het programma op basis van de HIP (historically informed performance) wordt samengesteld. Amuz heeft de Sint-Augustinuskerk, die recent volledig werd gerenoveerd en technisch/akoestisch goed werd uitgerust, als hoofdlocatie. Amuz onstond in 2009 uit de fusie van Augustinus en het Festival van Vlaanderen - Antwerpen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Amuz kiest voor historically informed performance en brengt een goed uitgewerkt programma met gerenommeerde uitvoerders. De Beoordelingscommissie Muziek vindt het positief dat de Vlaamse ensembles aan bod komen, zij het met een beperkt aantal concerten. Amuz heeft ook heel wat ad-hocsamenwerkingen, die niet altijd even doordacht lijken. Door de veelheid aan projecten vermindert de artistieke scherpte. De huidige programmatie is breed en de beoordelingscommissie is van oordeel dat Amuz nog beter kan focussen. De aandacht voor hedendaagse muziek is positief, maar komt de samenhang van het programma niet altijd ten goede. 1.3
Profilering en positionering
Amuz profileert zich als een centrum voor uitvoeringen van oude muziek met daarnaast aandacht voor hedendaagse muziek. Amuz positioneert zich als een van de vele cultuurhuizen in Antwerpen. De commissie vindt het jammer dat Amuz in het dossier niet ingaat op de verhouding ten opzichte van andere grote spelers in Antwerpen, zoals deSingel. 1.4
Langetermijnvisie
De diverse projecten, programma's en kunsteducatieve activiteiten vertonen een duidelijke langetermijnvisie. Per seizoen worden 110 concerten en 200 andere activiteiten voorzien. De commissie is van mening dat een uitbreiding van dit aantal niet echt nodig is. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Amuz heeft een grote uitstraling in de regio. De organisatie doet inspanningen om een ruimer publiek van buiten de regio te bereiken. Het programma spreekt een internationaal publiek aan, maar de beoordelingscommissie is van oordeel dat dit succes meer inkomsten kan genereren.
Pagina 58 van 97
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De organisatie heeft een meerwaarde voor de regio wat betreft de programmatie van oude muziek en van onze Vlaamse gespecialiseerde ensembles. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Belangrijk zijn de initiatieven op sociaal-artistiek en educatief vlak. De bijzondere ligging zou tot meer initiatieven in de buurt aanleiding kunnen geven. De commissie waardeert de educatieve inspanningen van Amuz naar alle leeftijdsklassen en minder gefortuneerde groepen toe. 1.8
Samenwerking en netwerking
Amuz heeft samenwerkingsverbanden, zowel in Vlaanderen als internationaal. Niet alle partnerschappen zijn echter even duidelijk. Er zijn ad-hocsamenwerkingen, die niet altijd doordacht lijken. 1.9
Publieksgerichtheid
Amuz heeft een ruime publiekswerking met inleidingen, magazines, een shop en een cafetaria. De inspanningen naar verscheidene doelgroepen genereren goede resultaten. De externe communicatie is goed uitgewerkt. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Amuz heeft aandacht voor andere culturen in Antwerpen, in de mate dat de producties beantwoorden aan het HIP-uitgangspunt. De organisatie biedt een podium aan het Moussemfestival. Er worden drie coproducties in het dossier vermeld, maar verdere uitleg ontbreekt. De commissie vindt dit een aanzet tot interculturaliteit, maar vindt dat Amuz, in het hartje van een stad als Antwerpen, hier meer aandacht aan zou moeten schenken. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie immers dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Amuz vraagt een aanzienlijke stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode, vooral voor de uitbreiding van het aanbod en het personeelskader. De commissie vindt een verdere uitbreiding van het aanbod niet prioritair alsook de gevraagde personeelsuitbreiding aangezien het personeelsbestand al voldoende groot is. De commissie stelt vast dat de organisatie slechts een vierde eigen inkomsten heeft. Voor een concertorganisatie met een dergelijk internationaal programma op een toplocatie is dit weinig. Niet alleen de ticketinkomsten zouden hoger moeten zijn, maar ook de andere inkomsten uit merchandising, catering en sponsoring. De commissie komt niet tot een eensgezind standpunt. Een meerderheid binnen de commissie vindt Amuz artistiek waardevol en vindt dat de organisatie de kans moet krijgen om beperkt te groeien en adviseert daarom een verhoging van het subsidiebedrag, maar niet tot het gevraagde bedrag. Een minderheid van de commissie vindt het belangrijk dat Amuz scherpere artistiek-inhoudelijke keuzes maakt en adviseert daarom een beperktere verhoging van het subsidiebedrag.
Pagina 59 van 97
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 60 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-007
Organisatie:
AMUZ vzw
Gevraagd bedrag:
731.585,50 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
AMUZ is een internationaal muziekcentrum dat culturele, educatieve en wetenschappelijke activiteiten inricht. Muziek en aanverwante kunstuitingen vormen het uitgangspunt. Hierbij wordt aandacht besteed aan de Historically Informed Performance waarbij vanuit een historische benadering een creatieve, vernieuwende en toegankelijke manier muziek aan een breed publiek gepresenteerd wordt. AMUZ werd officieel geopend in 2006. In 2009 fuseerde AMUZ met Festival van Vlaanderen-Antwerpen. Er werd met de stad Antwerpen een beheerovereenkomst afgesloten voor zes jaar die inging op 1 januari 2009. In 2009 werden de werkingssubsidies van beide organisaties samengevoegd. In 2011 werd een werkingssubsidie van 431.052,85 euro toegekend. De werking wordt sinds augustus 2011 gerealiseerd in de volledig gerestaureerde SintAugustinuskerk. De gebouwen zijn eigendom van de stad Antwerpen en worden via een concessieovereenkomst ter beschikking gesteld van de vzw AMUZ. De organisatie betaalt de nutsvoorzieningen en kreeg hiervoor een exploitatiesubsidie van de stad Antwerpen. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Gedurende de voorbije subsidieperiodes leefde Amuz correct alle decretale subsidievoorwaarden na en voerde de organisatie een gezond zakelijk en financieel beleid. De fusie tussen Festival van Vlaanderen Antwerpen en AMUZ heeft voor de verwachte dynamiek gezorgd met hogere publieksaantallen en een verdere professionalisering van de organisatie als gevolg. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De aanvraag van AMUZ getuigt van een degelijk onderbouwde visie m.b.t. productie, coproductie, omkadering, kunsteducatie en begeleiding van kunstenaars. De plannen voor de vier werkingsjaren werden gedetailleerd besproken. Vanaf het seizoen 20122013 zal de kerk als concerthuis volledig operationeel zijn. De volledige beschikbaarheid van de ruimtes zorgt voor een nieuwe dynamiek en de organisatie wil dan ook haar programmering uitbreiden. Op het vlak van publiekswerking ondersteunt de organisatie haar communicatieplannen met onderzoeken die een zicht geven op de bereikte doelgroepen. Op zakelijk vlak voert AMUZ een goed doordacht prijzenbeleid en streeft de organisatie naar efficiënte werkvormen (eigen online ticketingsysteem, kostenbewust personeelsbeleid). 3.2
Samenwerking en netwerking
Het dossier vermeldt vele inhoudelijke samenwerkingsverbanden die alle lijken te streven naar zinvolle complementariteit en het streven naar maximale zakelijke meerwaarde. Partners met specifieke expertises, netwerken of infrastructuur worden systematisch bij de werking betrokken en creëren nieuwe mogelijkheden. Heel wat producties worden als
Pagina 61 van 97
coproducties geconcipieerd en AMUZ kan hiervoor rekenen op partners als Concertgebouw Brugge, BOZAR. Naast samenwerkingen binnen het kunstenveld gaat de organisatie ook samenwerkingsverbanden aan met wetenschappelijke en educatieve spelers. Ook internationaal kan de organisatie rekenen op een stevig netwerk. De organisatie is lid van een aantal netwerkorganisaties (REMA-EEMN en EFA) en maakt deel uit van een onderzoeksconsortium binnen het zevende kaderprogramma van de Europese Commissie. Uit dit alles blijkt dat AMUZ stevig vernetwerkt zit in een lokale, nationale en internationale context 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
AMUZ streeft naar een gezond evenwicht tussen artistieke kosten en algemene werkingskosten. Het overgrote deel van het totaal aan lonen en vergoedingen gaat naar de financiering van kunstenaars of inhoudelijke medewerkers. Naast dit financiële aspect zet de organisatie ook direct in op een bredere ondersteuning van kunstenaars via een Artist in Residence werking. De organisatie heeft hoge kosten verbonden aan de exploitatie van het gebouw, maar deze worden via een exploitatiesubsidie gedekt door de stad Antwerpen. De organisatie wil investeren in een eigen computernetwerk, nu maakt ze gebruik van het netwerk van de stad Antwerpen, maar dit zou niet flexibel genoeg werken. Het agentschap is niet overtuigd van de noodzaak van deze investering, die een verhoging van de overhead betekent (28.000 euro). Verder wil AMUZ investeren in een ruimte die geschikt is voor concertinleidingen. De huidige ruimte zou te geluidsgevoelig zijn. Deze investering komt neer op 60.000 euro en wordt afgeschreven op 5 jaar. Het agentschap is evenmin overtuigd van de noodzaak van deze herinrichtingswerken en vindt de kost erg hoog in vergelijking met het relatieve gewicht van dit onderdeel binnen de werking. 3.4
Publieksgerichtheid
AMUZ wil een zo breed mogelijk publiek bereiken en mikt zowel op een trouw concertpubliek als op de cultuurtoerist en de toevallige passant. De organisatie voert een communicatiebeleid dat vertrekt vanuit verschillende doelgroepen en dat gebaseerd is op een wetenschappelijk publieksonderzoek. De doelgroepen en hoe de organisatie hen wil bereiken wordt nauwkeurig omschreven in het dossier. De organisatie zet eveneens in op een kwalitatieve omkadering van de activiteiten (inleidingen, programmabrochures, rondleidingen,…). Voor de publiekswerving maakt AMUZ gebruik van verschillende tools (pers, huisstijl , Ezine, sociale media,…) en voert een wervend prijzenbeleid door met een gradueel kortingssysteem te werken. Uit cijfermateriaal blijkt dat AMUZ niet alleen lokale concertgangers aanspreekt, maar een publiek uit alle provincies. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier omvat weinig informatie over de interculturaliteit in het personeelsbeleid en bestuur. De organisatie werkt wel nauw samen met een aantal organisaties die zich richten op de culturen van de allochtone gemeenschappen in Antwerpen, zoals o.a. Moussem. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies.
Pagina 62 van 97
3.6
Realisme groeipad
De organisatie vraagt een stevige verhoging van 260.000 euro of 58% tav het huidige toegekende subsidiebedrag. Deze meervraag zou samenhangen met het uitbreiden van het aantal activiteiten (412 in 2013 tav van 291 in 2010). De eigen inkomsten stijgen evenwel mee (394.503,76 euro in 2010, 495.400 euro in 2013). De organisatie vraagt tevens een extra communicatiebudget voor de promotie en publiekswerking van deze activiteiten en zou graag het personeelsbestand uitbreiden van 8,85 VTE naar 10,75 VTE. Het agentschap acht deze personeelsuitbreiding realistisch en het kan dan ook akkoord gaan met de uitbreiding van de vaste ploeg op voorwaarde dat de commissie de uitbreiding van het aantal activiteiten opportuun acht. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Zakelijk beleidsplan, artistiek beleidsplan, begroting en toelichting vertonen een leesbare samenhang en zijn doordacht uitgewerkt. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen zeker haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Deze aanvraag lijkt volledig op zijn plaats binnen het Kunstendecreet en de gekozen werkvorm. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 63 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-008
Organisatie:
Kraak
Gevraagd bedrag:
227.806,50 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
De organisatie werd opgericht als (K-RAA-K)³ in 1997 en in 2008 omgevormd tot Kraak. Ze organiseert concerten, geeft platen uit op het label Kraak (zowel Vlaamse als buitenlandse muzikanten) en publiceert een gratis maandelijks minimagazine Ruis en focust op offstream avant-garde en gedeconstrueerde popmuziek, geluidskunst, outsiderblues en andere nichemuziek. Ze organiseert jaarlijks het Kraakfestival en Tweeklank/Drieklank (rond duo's en trio's in KASK) en verzorgt ook de muziekprogrammering van het Courtisane filmfestival. Samen met Q-O2 en Stuk organiseert ze twee tot drie keer per jaar Displaced Sounds met een focus op geluidskunst en aanverwanten. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De artistieke kwaliteitsconstante waarbij de artiesten telkens de basis van de activiteiten vormen is de drijfveer voor Kraak. Kraak is in de loop der jaren een kwaliteitsmerk geworden omdat het streeft naar een balans tussen een DIY-houding van de kleine spelers en professionalisme. De organisatie is een betrouwbare partner in meer prestigieuze initiatieven. Een sterk punt van de organisatie is het geheel van de festivals, de grote en kleine concertavonden, het label en het magazine. De Beoordelingscommissie Muziek stelt wel dat het artistieke profiel minder scherp is dan een aantal jaren geleden, wat wellicht te wijten is aan enkele personeelswissels, waardoor de organisatie een eerder zakelijke dan artistiek-inhoudelijke aanpak hanteert. De commissie stelt ook vast dat bepaalde samenwerkingen die in het dossier worden opgenomen eigenlijk niet door Kraak, maar door de partner worden gedragen. De commissie merkt op dat er op artistiek vlak een en ander in beweging is binnen de niches waarin Kraak opereert. Bepaalde zaken zijn geëvolueerd naar mainstream en de spreiding is moeilijker geworden. De commissie stelt vast dat Kraak bijzonder weinig concerten heeft op jaarbasis, ongeveer twintig. Ze vindt dit mager voor een organisatie van dergelijke omvang. Er moet meer ambitie zijn, ook voor organisaties die binnen nichegroepen opereren. Bovendien vindt de beoordelingscommissie het verontrustend dat Kraak niet verder raakt dan het netwerk dat in het dossier wordt aangegeven. Om een degelijke speler in de niche te blijven, zijn sterkere partners nodig dan diegenen die de organisatie voor de komende periode voorlegt. 1.3
Profilering en positionering
Kraak profileert zich als organisatie die op een doorgedreven manier de undergroundbeweging, outsidermuziek en offstream componisten ondersteunt. Dit profiel is helder en staat buiten kijf. Qua positionering zijn er nog behoorlijk wat mogelijkheden buiten de netwerken waarin Kraak momenteel is ingebed.
Pagina 64 van 97
1.4
Langetermijnvisie
Kraak heeft niet de ambitie om snel te groeien, maar eerder om de werking te consolideren en in de diepte uit te werken. De commissie stelt wel vast dat Kraak in het dossier hoe langer hoe meer spreekt over 'onze artiesten', wat betekent dat de organisatie zich steeds meer profileert als een managementbureau, boeker, tourneebegeleider en producent. De commissie waarschuwt de organisatie om zich niet terug te plooien op een beperkt aantal groepen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De actieradius van Kraak ligt vooral in Gent, af en toe in Aalst, af en toe in Brussel en Hasselt. De uitstraling van Kraak internationaal is onmiskenbaar binnen de gegeven niches. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Kraak heeft voor Vlaanderen een meerwaarde als ondersteuner van de genres waarbinnen de organisatie opereert en van nieuw te ontginnen geluidsterreinen. Toch is de commissie van oordeel dat dit bereik nog verder kan worden uitgebouwd. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Kraak heeft een groot maatschappelijk belang experimentele scène een gezicht, platform commissie vindt wel dat Kraak een tandje organisatie binnen haar niches toonaangevend 1.8
om zowel in Vlaanderen als daarbuiten de en speelkansen te kunnen geven. De moet bijsteken om als ondersteunende te blijven.
Samenwerking en netwerking
Kraak werkt met vele organisaties samen, zowel in Vlaanderen als in het buitenland. Het gaat om gelijkgezinde organisaties, labels, muzikanten en dat allemaal binnen een dicht netwerk van kleine partners. De commissie waarschuwt voor het gevaar om terecht te komen in een ons-kent-ons-situatie, wat nefast is voor de evolutie van een organisatie. Ze mist in het dossier de wil en het engagement om na vijftien jaar nadrukkelijker andere podia en partners op te zoeken. De commissie vindt het negatief dat het presentatienetwerk beperkt blijft tot een sterke aanwezigheid in het Gentse, Aalst, Hasselt, Leuven en Antwerpen. Het voorliggende dossier laat niet echt zien dat er daar verandering in komt. Dat heeft zijn gevolgen voor spreiding en uitstraling. 1.9
Publieksgerichtheid
Kraak richt zich voornamelijk tot een geïnitieerd publiek via website en tijdschrift en tracht via de concerten nieuwe en geïnteresseerde luisteraars voor deze muziekvormen te winnen. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De werking van Kraak kenmerkt zich door een grote diversiteit in het aanbod aan verschillende genres en niches.
Pagina 65 van 97
Op het vlak van interculturaliteit wordt er geen enkele actie ondernomen. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Kraak vraagt een stijging van het subsidiebedrag voornamelijk voor extra personeel en prospectie. De commissie stelt vast dat de uitkoopsommen voor de groepen soms aan de lage kant zijn en dat de samenwerkingen met de kleine locaties scherper onderhandeld moeten worden. De commissie stelt vast dat Kraak geen uitbreiding van het aantal activiteiten ambieert. Gelet op het zeer kleine aantal concerten op jaarbasis vindt ze dan ook een verhoging van het subsidiebedrag in geen geval aan de orde. De commissie vindt dat Kraak opnieuw een scherper profiel moet ambiëren en het netwerk moet verruimen. Ze is van oordeel dat de organisatie, zeker in vergelijking met andere concertorganisaties, het beperkte aantal concerten zou moeten kunnen organiseren met een iets lager bedrag dan in de vorige periode. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het profiel van de organisatie, de netwerking en de spreiding. De commissie neemt er nota van dat de personeelswissel zich voordeed aan de zakelijke kant van de organisatie. Toch heeft ze vastgesteld dat dit een zekere invloed had op de evolutie van de organisatie. De commissie stelt een tegenstrijdigheid vast in de argumentatie van de organisatie, waarbij ze op het einde van de repliek aangeeft niet te willen werken met bookers, maar in het luik over het profiel toch toegeeft dat ze zelf meestapt in dezelfde logica als waar ze eigenlijk tegen is. De commissie neemt nota van de verduidelijkingen in verband met de netwerking. Ze benadrukt hierbij dat ze de organisatie wel wil waarschuwen voor een mogelijke ons-kent-onssituatie, maar niet zegt dat dit op dit moment effectief het geval is. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 66 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-008
Organisatie:
(K-RAA-K)³ vzw / KRAAK
Gevraagd bedrag:
227.806,50 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
KRAAK ondersteunt de muziekcultuur van artiesten die werken in de marge. De organisatie kende een geleidelijke groei. Naast het KRAAK-festival werden ook concerten georganiseerd, een platenlabel opgestart en werd het RUIS-magazine opgericht. Daarnaast helpt de organisatie artiesten bij het opzetten van binnen-en buitenlandse concerten en bouwt men een internationaal netwerk uit. KRAAK werd een eerste maal structureel gesubsidieerd voor de periode 2007-2009 voor een bedrag van 130.000 euro. In 2011 kreeg de organisatie werkingssubsidie van 144.379,26 euro toegekend. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De voorbije periode leefde KRAAK correct alle decretale subsidievoorwaarden na en voerde de organisatie een voorzichtig zakelijk en financieel beleid. KRAAK is een kleine organisatie die maximaal inzet op artistieke ondersteuning en haar zakelijke werking verder professionaliseert. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De plannen voor de voorliggende periode 2010-2013 worden gedetailleerd toegelicht. De grote lijnen, de visie en de planning van de organisatie worden zeer duidelijk weergegeven en zijn een verderzetting van de voorbije werking. KRAAK is sterk ingebed in een internationaal netwerk en ziet deze vernetwerking als één van haar kerntaken om zo projecten en artiesten een duurzame positie in de eigen niche te laten verwerven. KRAAK is zich bewust dat het voor een nichepubliek werkt en zet daarom bewust in op het vergroten van netwerken en communities. Op zakelijk vlak vangt de organisaties de risico’s die samenhangen met het organiseren van niet-evidente concerten op door spreiding van de productiekosten via samenwerkingen en coproducties. De volgende periode wil KRAAK haar zakelijke werking verder professionaliseren door de vaste personeelsploeg uit te breiden. Op administratief vlak professionaliseert KRAAK haar werking verder, steeds met efficiëntie in het achterhoofd (eigen boekhoudprogramma, …). 3.2
Samenwerking en netwerking
Het dossier bevat een duidelijk overzicht van de structurele partners waarmee zowel artistiek, productioneel als financieel wordt samengewerkt. Voor festivals en middelgrote avonden wordt samengewerkt met kunstencentra (STUK, KC België, Netwerk Aalst). Voor de kleine concerten worden talrijke samenwerkingen aangegaan, vaak op maat van de artiesten. De samenwerkingen in het buitenland zijn gericht op het verhogen van de visibiliteit van de eigen artiesten en uitgaves en maken projecten financierbaar. Uit het dossier blijkt dat de organisatie maximaal inzet op het vergroten van het netwerk om zo de eigen werking mogelijk te maken en uit te bouwen.
Pagina 67 van 97
3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
KRAAK doet de nodige inspanningen om de overheadkosten te beperken. De kantoorruimte wordt aan een zeer democratische prijs gehuurd en is bovendien multifunctioneel (bevat logementsmogelijkheden en een kleine residentieruimte). Een significant deel (85%) van de artistieke productiekosten wordt aangewend voor de vergoeding van kunstenaars en de organisatie wil die de volgende beleidsperiode verhogen. De algemene werkingskosten blijven vergelijkbaar met vorige begrotingen en zijn zeer redelijk. KRAAK plant om de huurkosten van technisch materiaal te verminderen door de aankoop van een aantal materialen die structureel nodig blijken te zijn voor de werking. 3.4
Publieksgerichtheid
De diverse programmering staat recht evenredig met de publieksdiversiteit. In al de deelfacetten van haar werking richt KRAAK zich tot de muziekliefhebber die graag buiten de lijntjes kleurt. Door de omkadering en inkleding van de concerten probeert de organisatie om haar activiteiten zo laagdrempelig mogelijk te maken. KRAAK werkte een gediversifieerd communicatieplan uit op maat van haar publiek. De organisatie hanteert erg democratische ticketprijzen om zo de toegankelijkheid zo hoog mogelijk te houden. De organisatie zet verder in op geografische spreiding van de activiteiten en focust hierbij op een(inter)nationale promotie van haar artiesten. Op die manier wil de organisatie de verwezenlijkingen binnen eigen land zoveel mogelijk in een internationale context plaatsen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het aanvraagdossier. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt trouwens moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie vraagt 67.808 euro of 45% meer dan het toegekende bedrag voor 20102012. Deze meervraag hangt samen met een uitbreiding van het aantal activiteiten (in 2010 waren dit er 97, in 2013 mikt men op 124 activiteiten). Deze uitbreiding hangt samen met een uitbreiding van het aantal VTE van 2,6 VTE in 2010 naar 3 VTE. De artistiek leider komt voltijds in dienst. Daarnaast wil KRAAK de artiesten beter vergoeden en inzetten op buitenlandse prospectie. De verplaatsingskosten buitenland stijgen relatief gezien veel (van 2798 euro in 2010 naar 18.100 in 2013). Deze meervraag wordt niet voldoende verantwoord in het dossier. Het agentschap volgt de vraag naar een uitbreiding van het aantal VTE op voorwaarde dat de commissie een stijging van het aantal activiteiten opportuun acht. De organisatie gaat uit van een omzet van 292.518 euro en mikt op 22,02% eigen inkomsten (in 2010 was dit 21,01%). 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Zakelijk beleidsplan, artistiek beleidsplan, begroting en toelichting vertonen een bijzondere samenhang en zijn zeer doordacht en helder uitgewerkt.
Pagina 68 van 97
3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen zeker haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Deze aanvraag lijkt op zijn plaats binnen het Kunstendecreet en de gekozen werkvorm. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie heeft geen opmerkingen op het zakelijk advies en zet een klein detail recht dat geen invloed heeft op het zakelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 69 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-009
Organisatie:
Villarte
Gevraagd bedrag:
85.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
In 1998 kwam de Academiezaal ter beschikking van CC de Boogaard. Het stadsbestuur van Sint-Truiden richtte een aparte vzw Villarte op om subsidies aan te kunnen vragen binnen het Kunstendecreet. Die vzw is een verzelfstandigd agentschap van het stadsbestuur dat gecontroleerd, bemand en gefinancierd word door de stad. Villarte baat de Academiezaal uit en werkt zowel receptief als productief op de terreinen van de klassieke muziek, beeldende kunst, muziektheater, vocale muziek, Gregoriaans, jazz, literatuur, pop, rock,… 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek vindt het belangrijk dat een zaal als de Academiezaal ontsloten wordt en als onroerend erfgoed door de stad wordt ingezet. De commissie merkt op dat in wezen de inhoudelijke programmering van Villarte niet los kan worden gezien van de rest van de werking van De Boogaard. De keuzes die Villarte maakt passen immers volledig binnen de werking van een cultuurcentrum van een dergelijk niveau. De commissie stelt vast dat de muzikanten die worden geprogrammeerd veelal van topniveau zijn. Anderzijds eigent Villarte zich ook een aantal activiteiten toe die eigenlijk door andere organisaties worden opgezet. Voorbeelden hiervan zijn het Marimbafestival en coproducties met Transparant. De programmering gaat zeer breed, waardoor de inhoudelijke lijnen onleesbaar worden. De commissie mist een duidelijk, scherp artistiek profiel. Verder worden de residenties niet gespecificeerd in tijd, middelen, noch methode. Tot slot vraagt de commissie zich af op welke manier het beeldendekunstenluik past binnen de aanvraag voor subsidie van de werking als concertorganisatie. 1.3
Profilering en positionering
Villarte profileert zich als een concertorganisatie, maar wil in de toekomst een 'kunstencentrum met beperkt werkveld' worden. Desondanks is Villarte op dit ogenblik een verlengstuk van de werking van CC de Bogaard, zowel in zijn dagelijks beheer als in zijn raad van bestuur. Hierdoor wordt het profiel bepaald onduidelijk. De positionering van Villarte als concertorganisatie is op zijn minst discutabel. 1.4
Langetermijnvisie
Villarte werkt met duidelijke formats, die volgens het dossier al gepland zijn voor de volgende vier tot vijf jaar. Er wordt geen groei gepland, maar eerder een consolidatie van de huidige werking. De gewenste evolutie naar een kunstencentrum met beperkt werkveld, zal alleen maar voor meer verwarring en onduidelijkheid zorgen. De commissie vindt het vreemd dat CC de Boogaard niet voluit gaat en de werking van Villarte incorporeert. Dit zou in elk geval logischer zijn en voor meer duidelijkheid en uitstraling zorgen.
Pagina 70 van 97
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
CC de Boogaard en Villarte genieten vooral een regionale uitstraling en profileren zich minder landelijk of internationaal. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De werking van CC de Boogaard en Villarte heeft een duidelijke meerwaarde voor de regio. Dit blijkt ook uit de publiekscijfers. Het overgrote deel van de bezoekers komt uit Sint-Truiden of dichte omgeving. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijke belang van de organisatie spitst zich vooral toe op de bezoekers uit de regio. 1.8
Samenwerking en netwerking
Er is een samenwerking met muzikanten en ensembles die in residentie werken en er zijn coproducties met Transparant en B'Rock, maar al bij al zijn de samenwerkingen eerder bescheiden. De commissie stelt wel een verstrengeling vast van Villarte met stadsagentschappen, stadsbestuur en CC de Boogaard. 1.9
Publieksgerichtheid
Villarte gebruikt de traditionele middelen om aan spreiding te doen. In die zin is de publiekswerking niet anders dan die van het cultuurcentrum. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De commissie merkt weinig aandacht voor diversiteit en interculturaliteit in het dossier. De organisatie geeft aan er aan te denken om andere eenstemmige religieuze tradities te linken met het Gregoriaans festival en de Sikhgemeenschap via hymnen begeleid door orgel en harmonium. Wat publieksbereik betreft kan de commissie alleen maar benadrukken dat in de huidige Vlaamse maatschappelijke context aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, zeker in een stad als Sint-Truiden met zijn grote Sikhgemeenschap. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie erkent dat de Academiezaal een goede zaal is voor kamermuziekconcerten, maar vindt de verstrengeling van Villarte met het stadsbestuur en CC de Boogaard problematisch in het kader van een subsidiëring vanuit het Kunstendecreet. De boedelscheiding tussen Villarte en de Boogaard is immers nog steeds niet rond en Villarte heeft nog steeds geen eigen directeur. Beide organisaties worden door dezelfde personen geleid. Alle personeel van Villarte wordt gedetacheerd vanuit andere stadsdiensten. Het personeel valt op die manier onder de gemeentereglementen terwijl er binnen het Kunstendecreet andere cao's worden gehanteerd. De commissie
Pagina 71 van 97
stelt vast dat de bestuursleden zitpenningen krijgen voor hun vergaderingen, wat praktijken zijn die in geen geval voor subsidiëring in aanmerking komen. De beoordelingscommissie heeft een zekere artistieke appreciatie voor de werking van Villarte, maar is van oordeel dat de werking opnieuw binnen de werking van het CC de Boogaard moet worden ingepast. Het is immers een slechte zaak om een deel van de programmering uit het cultuurcentrum te lichten. Met de gecombineerde subsidies vanuit de stad, de provincie en als cultuurcentrum, moet het hele project haalbaar zijn zonder bijkomende subsidiëring vanuit de Vlaamse overheid. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het artistieke profiel, de langetermijnvisie, samenwerking en de onduidelijkheid over de verwevenheid met het cultuurcentrum. De commissie stelt vast dat de organisatie een aantal gemeentelijke regels opsomt om te verantwoorden dat de reeds lang aangekondigde boedelscheiding tussen Villarte en het cultuurcentrum nog steeds niet is doorgevoerd. De commissie is van oordeel dat er met gemeentelijke regels geen rekening kan worden gehouden voor een beoordeling binnen het Kunstendecreet. De commissie blijft van oordeel dat dit dossier in feite draait om een cultuurcentrum dat extra middelen zoekt om zijn werking uit te bouwen. De commissie is echter van oordeel dat de programmering niet zo uitzonderlijk is dat die een subsidie mogelijk maakt bovenop die als cultuurcentrum. De uitgebouwde werking is louter receptief en overstijgt de reguliere werking van een cultuurcentrum niet. Desalniettemin apprecieert de commissie dat de organisatie de keuze maakt om ook in te zetten op klassiek. De commissie vindt echter in de repliek geen elementen om een subsidie uit het Kunstendecreet te verantwoorden bovenop de programmatie die vanuit het cultuurcentrum kan worden gedaan. De commissie merkt hierbij op dat op de website van de Bogaard geen spoor is van een opdeling tussen het cultuurcentrum en Villarte. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 72 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-009
Organisatie:
Villarte vzw
Gevraagd bedrag:
85.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Villarte is een extern verzelfstandigd agentschap van de stad Sint-Truiden met rechtspersoonlijkheid als vzw. In 1998 werd een eerste seizoensprogrammering uitgewerkt met acht klassieke concerten. Het aantal concerten en genres werd stelselmatig uitgebreid. Van 1998 tot 2004 bouwde cc De Bogaard met een programmatie-vzw als werkinstrument haar werking uit. In 2007 nam Villarte vzw de werking over. In de periode 2002-2009 werd gekozen voor de werkvorm van muziekclub. Van 2007-2010 werd Villarte structureel erkend als muziekclub. In 2011 kreeg de organisatie een werkingssubsidie van 57.751,71 euro toegekend als concertorganisatie. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
CC De Bogaard werd structureel gesubsidieerd voor de periode 2003-2006, meer bepaald voor de werking van de Academiezaal. Er werd 50.000 euro toegekend in het kader van het Muziekdecreet. Voor de periode 2007-2009 werd een structurele subsidie toegekend van 55.000 euro in het kader van het Kunstendecreet. Aangezien de verwevenheid tussen de organisaties groot bleef, werd beslist om de werking onder te brengen in een andere vzw, namelijk Villarte die het beheer van de Academiezaal verzekert. Uit het inspectieverslag van 2010 bleek dat de geplande invulling van de deeltijdse functies van artistieke en zakelijke leiding nog niet ingevuld werd en dat deze functies nog steeds waargenomen werden door de directeur van CC de Bogaard. De aanwerving zou gebeuren in het voorjaar van 2011, maar uit het aanvraagdossier 2013-2016 blijkt dat er nog steeds geen zakelijk leider gevonden werd. De verwevenheid tussen beide organisaties is dus nog steeds erg groot. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Villarte ontwikkelt een werking op basis van de historische ruimtes die de organisatie ter beschikking heeft. De artistieke keuzes worden in eerste instantie bepaald door de context van het onroerend erfgoed. Villarte blijft deze manier van werken verderzetten met als inhoudelijke focus oude muziek, strijkkwartetten en kamermuziekensembles, muziektheater, kamerorkesten en een jazzaanbod met actuele jazz. De organisatie bouwt deze werking uit in de vorm van eigen producties, coproducties, een receptieve werking en een residentiewerking. De organisatie beweert ook een internationale werking uit te bouwen, maar dit aspect werd in het dossier nauwelijks uitgewerkt. In de marge organiseert Villarte lezingen en masterclasses en werkt ze samen met andere organisaties in het kader van een sociaal-artistieke werking. De organisatie zegt aansluiting te zoeken bij wat in Frankrijk Centres Culturels de Rencontre genoemd wordt. Dit is een werkvorm voor instellingen gevestigd in uniek en waardevol patrimonium. Op zakelijk vlak wil Villarte inzetten op het verhogen van de eigen inkomsten en ziet dit als een taak van de nieuw aan te werven zakelijk leider. Het dossier geeft een toelichting bij het statuut van extern verzelfstandigd agentschap (EVA). Hieruit blijkt dat een EVA
Pagina 73 van 97
een gemeentelijke taak overneemt, dat de helft van de inkomsten uit gemeentelijke toelagen bestaat en dat het gemeentebestuur vertegenwoordigd is in de beheersorganen. Het agentschap stelt zich de vraag of een dergelijk orgaan wel voldoende een eigen koers zal kunnen varen, zeker omdat uit het dossier niet blijkt of de organisatie een onafhankelijk artistiek en algemeen directeur wenst aan te nemen (deze aanwerving zou afhangen van een stijging van de eigen inkomsten of wordt ingevuld via detachering). 3.2
Samenwerking en netwerking
Het dossier omvat een opsomming van de partners en een vage omschrijving van de meerwaarde ervan. Het is niet duidelijk wat de verschillende samenwerkingen precies inhouden. Budgettair worden ze zelfs niet vertaald: de organisatie verklaart dat het onmogelijk is om nu al een zicht te hebben op de financiële impact van coproducties en samenwerkingen. Uit de opsomming van de partners blijkt wel dat de organisatie samenwerkt met een aantal sterke, vooral Limburgse partners. Inhoudelijk wordt samengewerkt met verschillende huisensembles die jaarlijks een speelplek krijgen, hetzij in de Academiezaal, de keizerszaal of de Begijnhofkerk. Ook met andere ensembles worden coproducties en samenwerkingen ontwikkeld. Deze samenwerkingen worden wel meer gedetailleerd besproken. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Het budget dat besteed wordt aan de artistieke productiekosten is eerder beperkt, ongeveer 29% van het totale budget. Uit het dossier valt niet af te leiden hoeveel de organisatie besteed aan de vergoeding van kunstenaars. De artistieke productiekosten worden nergens toegelicht. Villarte staat in voor het beheer van de Academiezaal en neemt de uitgaven voor nutsvoorzieningen en uitrusting voor zijn rekening. De verplichting van de eigenaar/erfpachthouder ligt bij het stadsbestuur. Desondanks liggen de kosten voor de infrastructuur en andere werkingskosten redelijk hoog (105.000 euro). Het agentschap betreurt dat slechts een beperkt deel van het budget wordt aangewend voor artistieke producties. 3.4
Publieksgerichtheid
De seizoensprogrammering richt zich in eerste instantie tot een Limburgs en Brabants publiek. De organisatie beweert dat het publieksbereik van de gespecialiseerde festivals en multidisciplinaire projecten verder reikt. Voor dit programmaonderdeel mikt Villarte op de cultuurtoerist en wil ze de publieksaantallen verdubbelen. Hoe ze dit willen doen, wordt niet meegedeeld in het dossier. De organisatie heeft de ambitie om de doelgroepen uit te breiden, maar een strategie hiervoor wordt in het dossier niet beschreven. Villarte maakt gebruik van de gewone kanalen om het publiek te werven (seizoensbrochures, website, affiches, de media). 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier gaat hier niet op in. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Villarte vraagt een verhoging van 25.000 euro (+41%). De meervraag wordt niet toegelicht in het dossier, maar lijkt samen te hangen met een stijging van het aantal VTE (van 0 in 2010 naar 2.5 VTE in 2013). De organisatie gaat uit van een lichte stijging van
Pagina 74 van 97
de eigen inkomsten (van 19% naar 22.8%). Villarte wil de inkomsten uit ticketing, verhuring en sponsoring verhogen. De inbreng van de andere subsidiënten blijft ongeveer gelijk en wordt voldoende toegelicht in het dossier. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
In het artistieke beleidsplan wordt de werking van Villarte gedetailleerd toegelicht. Het is echter moeilijk voor het agentschap om de link te leggen tussen het artistieke en het zakelijke luik. De toelichting bij de begroting is bijzonder vaag, waardoor het agentschap moeilijk kan inschatten in hoeverre de twee plannen met elkaar sporen. Het agentschap betreurt het feit dat Villarte er niet in slaagt om voor voldoende transparantie te zorgen. Zo worden de artistieke productiekosten niet toegelicht en de budgetten voor coproducties worden buiten de begroting gehouden. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen haalbaar, maar wegens een gebrek aan transparantie in het zakelijke luik, kan het agentschap niet inschatten in welke mate de voorgelegde plannen realistisch zijn. Het agentschap wil benadrukken dat naast een artistiek plan, de organisatie ook voldoende aandacht moet besteden aan het zakelijke luik zodat het agentschap een duidelijke link kan leggen tussen beide. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Deze aanvraag lijkt volledig op zijn plaats binnen het Kunstendecreet en de gekozen werkvorm. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie gaat in op het feit dat de vzw nog geen zakelijk leider heeft gevonden. De repliek bevat op dit punt geen relevante nieuwe informatie en gaat niet in op de bemerking van het agentschap. De organiseert preciseert wat bedoeld werd met internationale werking en gaat kort in op de samenwerkingsverbanden en netwerken. Deze toelichtingen geven geen nieuwe informatie. Villarte licht de artistieke productiekosten toe. De organisatie gaat niet in op de opmerkingen uit het preadvies: de hoge kosten voor infrastructuur en werkingskosten wordt niet verklaard en een toelichting bij de vergoedingen aan kunstenaars ontbreekt nog steeds. De organisatie geeft een toelichting bij publieksgerichtheid, deze toelichting bevat geen nieuwe elementen en gaat niet in op de bemerkingen uit het preadvies. Ten slotte gaat de organisatie in op de concretisering van interculturaliteit, het agentschap formuleerde hier echter geen opmerkingen over. In de conclusie van de repliek gaat de organisatie voornamelijk in op bemerkingen van de BC muziek, het agentschap kan hier dan ook niet op ingaan.
Pagina 75 van 97
6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 76 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-010
Organisatie:
De Centrale
Gevraagd bedrag:
288.500,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
De Centrale is een initiatief van de stad Gent dat een werking heeft als cultuurcentrum met specifieke aandacht voor de allochtone bevolkingsgroepen in de stad. Muziek neemt een belangrijk deel in van de werking van de Centrale. De organisatie hecht veel belang aan community design en haar laboratoriumfunctie. In de vorige periode kreeg de Centrale een subsidie toegekend specifiek voor de concerten met een bovenlokale uitstraling die ook in het huidige dossier weer een prominente plaats innemen. Veel van deze projecten gaan door in samenwerking met andere Gentse partners zoals de Bijloke, Vooruit en het Festival van Vlaanderen - Gent. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek vindt dat de gehele werking goed doordacht is, met een mix van laagdrempelige manifestaties, educatieve activiteiten, een sociaal-artistieke werking en een gediversifieerd aanbod. De meeste van deze zaken vallen buiten deze aanvraag, maar ook de kwaliteit van de reeks bovenlokale concerten oogt interessant. Het eerste seizoen is al concreet uitgewerkt. De commissie twijfelt niet aan de kwaliteit van de organisatie, maar stelt vast dat de programmatie verbreed is en dat daardoor het accent minder op het inhoudelijke ligt. Veel van de bovenlokale concerten passen binnen een concertreeks of festival en zijn zo in feite eerder projecten dan dat ze in aanmerking komen voor structurele ondersteuning. 1.3
Profilering en positionering
De Centrale heeft een duidelijk intercultureel profiel en neemt op dat vlak een koppositie in Vlaanderen in. De organisatie bekleedt een vrij unieke positie, vooral door haar globale aanpak waarbij het concertaanbod zich niet beperkt tot de sociaal-culturele elite. De commissie vindt het ook positief dat de Centrale de volgende jaren een pilootproject zal realiseren voor de opleiding van allochtone publiekswerkers in de culturele sector. 1.4
Langetermijnvisie
De Centrale wil haar huidige werking consolideren. Tot 2013 wordt de werking goed toegelicht in het dossier. Wat de plannen daarna zijn, is vager. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het grootste deel van het publiek komt uit Gent en Oost-Vlaanderen. Toch zijn er belangrijke samenwerkingen in de rest van het land. Met enkele concerten weet de Centrale het lokale niveau te overstijgen.
Pagina 77 van 97
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De Centrale presenteert een internationaal wereldmuziekaanbod naast Vlaamse voorstellingen en programmeert concerten met een laagdrempelig karakter, wat positief is voor het publieksbereik. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De Centrale heeft een groot maatschappelijk belang. Speerpunten hierbij zijn de community werking en de laboratoriumfunctie, hoewel het eerste hiervan vooral sociaal-artistiek is en niet louter artistiek. 1.8
Samenwerking en netwerking
De Centrale werkt vooral samen met een aantal Gentse partners uit de kunsten- en de sociale sector. Internationaal is de Centrale genetwerkt met muziekorganisaties uit de buurlanden. Als concertorganisatie heeft de Centrale vooral contacten met verwante huizen, waarbij samenwerken kostenbesparend en publieksverruimend is. 1.9
Publieksgerichtheid
De Centrale richt zich voornamelijk op de allochtone gemeenschappen uit het Gentse, met een sociaal-artistieke werking, opleidingen, workshops en laagdrempelige activiteiten. De bovenlokale concertwerking spreekt dan weer een breder publiek aan. De commissie stelt vast dat door de samenwerkingen de Centrale er in slaagt om een deel van de allochtone bevolking ook naar andere huizen zoals de Bijloke of Vooruit te krijgen. De Centrale heeft hierin een belangrijke hefboomfunctie. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Als intercultureel centrum voldoet de Centrale optimaal aan dit criterium. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Het financieel engagement van de stad Gent, de goede infrastructuur en locatie, de ervaring van het centrum zijn garanties voor een degelijke, doordachte werking. De commissie vindt de cluster van bovenlokale concerten wel interessant, maar meestal in festivalformule, wat eerder wijst op projectwerking. Veel van deze reeksen gebeuren in samenwerking met andere gesubsidieerde partners. De Centrale wenst een uitbreiding van het personeel met 0,5 voltijdse equivalenten. De commissie is van oordeel dat de Centrale al over een ruim personeelskader beschikt en een verdere uitbreiding niet essentieel is voor de continuering van de werking. De commissie komt niet tot een eensgezind standpunt. Een meerderheid binnen de commissie vindt bij haar beoordeling de interculturele werking van de Centrale het meest prioritair en adviseert een beperkte stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode. Een minderheid binnen de commissie waardeert eveneens de werking van de Centrale, maar vindt het bovenlokale aspect van de globale werking te beperkt om meerjarig te worden gesubsidieerd en beschouwt bepaalde meer bovenlokale reeksen eerder als project.
Pagina 78 van 97
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert een meerderheid binnen de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. Een minderheid binnen de commissie adviseert om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de publiekswerving en de opbouw van de programmering aan de hand van een aantal reeksen. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar meerderheidsstandpunt. Omdat de commissie de organisatie het voordeel van de twijfel wil gunnen, schrapt ze het minderheidsstandpunt. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 79 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-010
Organisatie:
De Centrale vzw
Gevraagd bedrag:
288.500,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
De Centrale vzw (vroeger De Kraankinders vzw) werd in 1999 opgericht met als doelstelling “het promoten van wereldcultuur in Gent” en “het ondersteunen van de werking van het intercultureel centrum De Centrale als wereldcultuurhuis”. In 2006 werd een fundamentele statutenwijziging doorgevoerd, waarbij de vzw transformeerde tot een gemeentelijke vzw, samengesteld volgens de bepalingen van het Cultuurpactdecreet. De Centrale omschrijft zichzelf als een composiet cultuurhuis dat sterk inzet op muziek en een uitgesproken engagement opneemt ten opzichte van culturele minderheden die haar omgeven. De Centrale bouwde een werking uit als intercultureel muziekcentrum dat de functies programmatie, creatie en kunsteducatie opneemt. De Centrale verklaart dat een structurele subsidie van de Vlaamse Gemeenschap volledig zal aangewend worden voor de artistieke prestaties, publiekswerving en -werking met bovenlokaal karakter. De laagdrempelige en diversiteitsgerichte basiswerking van de Centrale wordt grotendeels gefinancierd door de stad Gent. In 2011 werd een bedrag van 72.189,64 euro aan werkingssubsidie toegekend. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Tijdens de visitatie van het werkingsjaar 2010 werd vastgesteld dat de organisatie nauwgezet het zakelijke aspect van haar werking opvolgde. Uit het visitatieverslag bleek dat de organisatie geen bewijs van een contractuele band met de zakelijk en artistiek leider kon voorleggen. De Centrale is een financieel gezonde organisatie die gestaag haar werking uitbouwt in nauwe samenwerking met de stad Gent. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie vraagt een vierjarige werkingssubsidie aan van 280.000 euro in 2013 met een jaarlijkse stijging van 2%. De plannen voor de volgende beleidsperiode werden helder beschreven en getuigen van een duidelijke visie op de drie kerntaken: creatie met een residentiewerking, podiumprogrammatie en kunsteducatie. Bij het samenstellen van het muziekprogramma probeert de organisatie laagdrempeligheid en brede participatie te combineren met artistieke kwaliteit en uitstraling. Het dossier bevat eveneens een omschrijving van de kunsteducatieve werking. De financiering van dit luik gebeurt echter door de lokale overheid. Uit het dossier blijkt dat de organisatie op alle niveaus van haar werking een verdere professionalisering nastreeft. De publiekswerking wordt onderbouwd door marketingstudies en doelgroepenonderzoek. De interne controle en de verhouding tussen de lokale besturen en de dagelijkse werking van de vzw wordt duidelijk omschreven.
Pagina 80 van 97
De Centrale kondigt aan haar beleid te willen ontwikkelen volgens de duurzaamheidsprincipes op sociaal, economische en ecologisch vlak en beschrijft verschillende initiatieven die in dit kader ondernomen werden of zullen worden. 3.2
Samenwerking en netwerking
Het samenwerkingsluik wordt helder beschreven in het dossier. De organisatie maakt een onderscheid tussen De Centrale als concertorganisator en De Centrale in haar aanjaagfunctie in interculturaliseringsprocessen. Als concertorganisator spreekt de organisatie niet zozeer de commerciële agentschappen aan maar eerder de verwante huizen zoals “Maison Cultures du Monde” en “Theatre de la Ville” in Frankrijk, het Tropenmuseum, de Doelen en Rasa in Nederland en het Zuiderpershuis, BOZAR, Muziekpublique en Moussem in België. In haar aanjaagfunctie werkt de Centrale samen met partners om interculturaliseringsprocessen te begeleiden en met partners waar deze processen worden ontwikkeld. Uit dit alles blijkt duidelijk dat de organisatie over een uitgebreid en stevig netwerk van partners beschikt van zowel organisaties uit de culturele sector als organisaties uit de interculturele sector. Een belangrijke partner is de Stad Gent waarmee een beheersovereenkomst afgesloten werd. Deze is aanwezig in het aanvraagdossier net zoals intentieverklaringen met verschillende andere partners. De organisatie ziet de kracht van deze samenwerkingen op het vlak van efficiëntie, kostenbesparing, synergie en publieksverruiming. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De Centrale beklemtoont dat de gevraagde structurele subsidie vooral zal besteed worden aan de verdere uitbouw van artistieke prestaties, publieksverwerving en -werking met bovenlokaal karakter. De Centrale wil dit verwezenlijken door een extra halftijds assistent communicatie in dienst te nemen, door het programmatiebudget te verhogen en door een hoger creatiebudget te voorzien. In de begroting valt echter op dat de diensten op zelfstandige basis artistiek dalen tav 2010 ( van 238.648 euro naar 188.000 euro in 2013). Deze daling wordt niet geduid. De diensten op zelfstandige basis voor andere dienstverleners (sociaal secretariaat,..) stijgen dan weer (van 477 euro tot 15.500 euro). Ook deze stijging wordt niet toegelicht. Het agentschap is van mening dat een halftijds medewerker communicatie niet verantwoord wordt door de plannen. De noodzaak van een verhoging van het programmatie-en creatiebudget hangt samen met een stijging van het aantal activiteiten. Het agentschap vindt deze stijging enkel opportuun indien de commissie de waarde van de plannen bevestigt. Het agentschap wil ook benadrukken dat de organisatie de nodige inspanningen moet leveren om de overheadkosten te beperken. Het gebouw waar De Centrale gevestigd is werd in erfpacht genomen door de stad Gent. Ten opzichte van 2010 stijgen de kosten voor de algemene werking echter aanzienlijk (huur en huurlasten, communicatie). Deze stijgingen worden niet toegelicht. 3.4
Publieksgerichtheid
De Centrale heeft een uitgesproken intercultureel profiel. De organisatie mikt zowel op een breed publiek van wereldmuziekliefhebbers als op de in Gent en buurtregio’s aanwezige gemeenschappen van etnisch-culturele minderheden. De organisatie kondigt aan te willen investeren in een marktonderzoek om zo een beter zicht te krijgen op bestaande potentiële doelgroepen. Het dossier geeft een gedetailleerde en gediversifieerde communicatie-en marketingstrategie weer dat zowel op interne als op externe publiekswerking inzet. Dat
Pagina 81 van 97
deze strategie zijn vruchten afwerpt blijkt uit de stijgende publiekscijfers die de organisatie vermeldt: 12.475 in 2007 en 17.938 in 2010. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
In de missie van de organisatie staat duidelijk dat De Centrale een interculturele organisator is van kunsten. Dit komt zeker tot uiting in de werking maar ook in de samenstelling van het personeelskader. Ook het netwerk van de organisatie bestaat ten dele uit multiculturele organisaties. 3.6
Realisme groeipad
De Centrale vraagt 205.000 euro meer dan het toegekende bedrag voor 2010, bijna een verviervoudiging. Zoals hierboven reeds vermeld wordt deze meervraag verklaard door een verhoogde inzet op de presentatie-, creatie- en publieksgerichte aspecten van de werking. Deze meervraag, die dus grotendeels samenhangt met een verhoogd artistiek budget, gaat echter niet gepaard met een stijging van de eigen inkomsten. In absolute cijfers dalen die zelfs ten aanzien van 2010 (2010: 501.609,48 euro 2013: 492.100 euro). Deze daling van de eigen inkomsten wordt niet toegelicht in het dossier. De organisatie gaat eveneens uit van een daling van subsidies van de lokale overheden en van sponsoringsgelden. Dit wordt evenmin toegelicht in het dossier. De totale omzet van de organisatie bedraagt 1.772.257,85 euro, in 2010 was dit 1.666.962,44 euro. Het percentage eigen inkomsten komt neer op 28% van de totale omzet (in 2010 was dit bijna 30%). Het agentschap is niet overtuigd van het financiële groeipad van de organisatie, dat alleen maar realistisch lijkt, indien de Vlaamse subsidiëring substantieel stijgt. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het agentschap kan de link leggen tussen het artistieke en het financiële luik. De toelichting bij de begroting blijft echter vaag. De organisatie voegt wel een analytisch begroting van het artistiek budget toe met een duidelijk onderscheid tussen de activiteiten met een bovenlokale uitstraling en die met een lokale doelstelling. Een aantal kosten wordt echter ruim begroot zodat het agentschap de organisatie niet volgt voor het volledige gevraagde bedrag. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen haalbaar, maar het agentschap volgt niet voor het volledige bedrag. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De ondersteuning van de Centrale als concertorganisatie past binnen het kader van het kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 82 van 97
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De Centrale geeft een duiding bij de begrotingsposten ‘diensten op zelfstandige basis artistiek’, ‘diensten op zelfstandige basis voor andere dienstverleners’ en ‘huur en huurlasten’. Deze toelichting is duidelijk en overtuigt. De organisatie gaat kort in op de noodzaak van de extra halftijdse communicatiemedewerker. Op dit vlak bevat de repliek geen nieuwe informatie. Het agentschap blijft dan ook bij zijn oorspronkelijke argumentatie. Tenslotte stelt de organisatie dat de daling van de eigen inkomsten ten aanzien van 2013 te verklaren is door het feit dat in de resultatenrekening van 2010 de kapitaalsubsidie in het resultaat gebracht werd onder ‘diverse bedrijfsopbrengsten’. In 2013 werd die geboekt onder ‘andere subsidies’. Het aanvraagdossier geeft geen verdere uitleg bij ‘andere subsidies’. Indien dit effectief de kapitaalsubsidies betreft, dan stijgen de eigen inkomsten effectief tav 2010 (458.519,96 in 2010 en 492.100 in 2013 of een stijging van 13%). Deze relatief lichte stijging is echter niet genoeg om het agentschap van het financiële groeipad van de organisatie te overtuigen. Dit groeipad lijkt nog steeds alleen realistisch te zijn indien de Vlaamse subsidiëring substantieel stijgt (de organisatie vraagt een verviervoudiging van de middelen). De organisatie geeft een toelichting bij de daling van de steun van de lokale overheden en van de sponsorinkomsten. Het agentschap vindt deze toelichting verhelderend en is blij te vernemen dat de steun van de Stad Gent ongewijzigd blijft. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 83 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-011
Organisatie:
Free Music
Gevraagd bedrag:
90.200,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Free Music is de vzw die het festival Follow the Sound organiseert. Het is de opvolger van het Free Music Festival dat 40 jaar geleden ontstond rond pianist Fred Van Hove. Dit festival, vandaag onder leiding van Rob Leurentop, wil een vrijplaats zijn voor een ruime groep vaak jongere muzikanten en kunstenaars die experiment, innovatie, originaliteit, improvisatie en muzikaal onderzoek hoog in het vaandel voeren. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De werking van de organisatie draait in de eerste plaats om het festival Follow the Sound. Daarnaast wil Free Music zich als een beperkte concertorganisatie uitbouwen met Antwerpse partners. De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat er daarvoor nog enkel maar gesprekken gaande zijn, en er nog niets concreet ingevuld is. De commissie stelt vast dat het dossier op inhoudelijk vlak zeer vaag is. Nochtans is het festival van 2013 een jubileumeditie. Er wordt een aantal thema's vermeld, waarvan enkele ook al in vorige dossiers stonden. Voor de 40e editie worden enkele compositieopdrachten gegeven. Verder is er weinig info, enkel het thema rond de stemmen wordt enigszins gestoffeerd, over de beide oosterse projecten is niets echt gespecificeerd. De commissie vindt dat het festival wel een interessante geschiedenis en artistieke invulling kende, maar blijft van oordeel dat er op inhoudelijk vlak verjonging nodig is en een verruiming van de artistieke kern om het festival opnieuw toonaangevend te kunnen maken. 1.3
Profilering en positionering
Follow the Sound is een van de oudste improfestivals van Vlaanderen en was een uniek festival. De commissie stelt vast dat het festival de laatste jaren is weggezakt wegens gebrek aan visie en ambitie. Bovendien stelt de commissie vast dat er in Vlaanderen de laatste jaren andere spelers in deze niche van het muzieklandschap zijn gekomen waarvan sommige in uitstraling en profiel Free Music hebben voorbijgestoken. 1.4
Langetermijnvisie
Free Music ontplooit geen langetermijnvisie die de claim op een verdere meerjarige subsidie kan ondersteunen. De organisatie beroept zich op de wispelturigheid en onvoorspelbaarheid van de betrokken genres, maar de commissie ziet in het ontbreken van een langetermijnvisie eerder een probleem van interne organisatie, engagement en betrokkenheid. Andere organisaties binnen vergelijkbare niches slagen er immers wel in om een doordachte en geloofwaardige langetermijnvisie uit te bouwen.
Pagina 84 van 97
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
In het verleden heeft het festival een niet onopgemerkte plaats bekleed in de wereld van de Europese vrije muziekimprovisatie. De commissie betreurt het dat daar nog slechts weinig van overgebleven is. Ze erkent dat het festival bij een kenners- en professioneel publiek nog steeds een zekere uitstraling heeft, maar daarbuiten is dat niet meer het geval. Dit is niet alleen het lot van niches, maar deels ook te wijten aan een probleem van de organisatie zelf. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Als festival en ijkpunt zou dit initiatief een grotere meerwaarde moeten kunnen forceren dan het nu doet. Helaas raakt het festival moeilijk verder dan de Antwerpse regio. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Follow The Sound zou een belangrijke rol kunnen spelen in de heropleving van de vrij geïmproviseerde muziek. 1.8
Samenwerking en netwerking
De samenwerking is beperkt en sterk op Antwerpen gericht. Het dossier vermeldt intentieverklaringen met Klara, VPRO, Bimhuis en Banlieues Bleues, maar alleen met Klara zijn er concrete afspraken die zich beperken tot een ruilovereenkomst. Klara belooft nergens dat de concerten uitgezonden zullen worden. Met deSingel wordt een jaarlijkse coproductie aangegaan en krijgt het festival logistieke ondersteuning. Amuz zou goed zijn voor een coproductie en twee zaalconcerten, maar daar is verder niets van terug te vinden. Met het conservatorium bestaat er een samenwerking met de jazzafdeling voor de workshops. Er wordt nog een aantal andere samenwerkingen opgesomd, zonder dat die evenwel geconcretiseerd of gestaafd worden. De commissie is van oordeel dat de organisatie gebaat zou zijn met een grote partner die het festival als één van zijn beleidslijnen opneemt. Dit zou een te grote overhead voorkomen en veel meer fundamentele mogelijkheden creëren in de versterking van de ondersteuning van kwetsbare muziek naar het publiek. 1.9
Publieksgerichtheid
Dit festival heeft al langer te kampen met lage publiekscijfers. Dat is slechts deels toe te schrijven aan de niche waarin het festival zich situeert, maar vooral aan de bijzonder zwakke werkingsstructuur van de organisatie. De commissie vindt het problematisch dat het publieksaspect in voorliggend dossier zelfs niet eens meer behandeld wordt. Voor deze organisatie is een doordacht en goed uitgewerkt communicatie- en promotieplan nochtans broodnodig. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Het aanbod van Free Music is divers en strekt zich uit over Europa, de Verenigde Staten en Japan, maar in het dossier is weinig terug te vinden om een multicultureel publiek te bereiken. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, temeer daar de organisatie haar thuisbasis heeft in Antwerpen, een grootstad met een multiculturele bevolking.
Pagina 85 van 97
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat ook het zakelijke luik van het dossier ondermaats is. Zo is er wel een toelichting bij de begroting, maar ontbreekt een volwaardige begroting op zich. Voor een klein festival met een beperkt publieksbereik, zijn sommige kosten buitensporig hoog: het loon voor de directeur, de kosten voor de website, zeker aangezien de website enkel in de festivalperiode geactualiseerd en onderhouden wordt. Er ontbreekt een detailberekening van de uitkoopsommen. Bovendien wordt in 2013 een verhoging van het budget gevraagd omwille van verjaardagsactiviteiten dat jaar, maar in de daaropvolgende jaren - zonder verjaardag - worden dezelfde bedragen aangehouden. Ook de structuur van de werking van de organisatie laat te wensen over. Zo komt de raad van bestuur slechts eenmaal per jaar samen. Dit betekent dat er nauwelijks controle mogelijk is op de werking van de organisatie. Samenvattend heeft de commissie zowel op zakelijk als op artistiek vlak ernstige twijfels bij dit dossier. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
De commissie stelt vast dat de organisatie het maximum toegelaten aantal pagina's ruimschoots overschrijdt. Toch neemt de commissie uitzonderlijk nota van de volledige repliek. De organisatie geeft in haar repliek verdere toelichtingen bij vrijwel alle criteria van het Kunstendecreet en zegt rekening te zullen houden met opmerkingen uit het preadvies. De organisatie heeft hiervoor, met een nieuwe raad van bestuur, een verbeteringstraject opgesteld. De commissie merkt op dat er gezien het afgelegde traject van de organisatie er problemen zijn met het vertrouwen naar de toekomst toe. Toch merkt ze op dat het verbeteringstraject er op papier hoopgevend uitziet. De organisatie geeft aan dat er op inhoudelijk vlak verjonging komt. De commissie stelt vast dat dit zeker het geval is voor wat de muzikanten betreft, maar dat het niet duidelijk is wat de impact hiervan is op de artistieke leiding. Ze is verheugd dat de artistieke kern versterkt wordt met interessante muzikanten, maar geeft aan dat de toekomst nog zal moeten uitwijzen wat hun werkelijke inbreng is. Samenvattend staat de commissie positief tegenover de belofte dat er meer plaats komt voor verruiming en een uitgebreidere artistieke kern. Ze is verheugd dat de organisatie zelf spreekt over een verbeteringstraject, maar geeft mee dat dit slechts een eerste stap is in een volledig proces, waarbij het niet aangewezen is om dit meerjarig te subsidiëren. De commissie vindt een nauwgezette opvolging aangewezen en eventuele projectsubsidies hiervoor meer opportuun. De commissie is bovendien van oordeel dat de rol als concertorganisatie op dit moment te beperkt is om structurele subsidies te verantwoorden. De werking van de organisatie draait momenteel zo goed als volledig rond het festival. De commissie merkt hierbij op dat ze voor dergelijke korte festivals een volledige structurele omkadering niet aangewezen vindt. De commissie handhaaft dan ook haar voorlopige advies.
Pagina 86 van 97
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 87 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-011
Organisatie:
Free Music vzw
Gevraagd bedrag:
90.200,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
De vzw Free Music werd opgericht in 2005 met als doelstelling om de voortzetting van het jaarlijkse Free Music festival te verzekeren. Dit festival ontstond in 1973 onder impuls van een spontaan gegroeide muzikantenvereniging. Tot in 2004 werd het georganiseerd door het collectief van de Werkgroep Improviserende Musici (W.I.M.). De nieuwe organisatie staat volledig los van W.I.M. Free Music vzw ijvert voor een sterkere verspreiding, een grotere zichtbaarheid en een betere kennis van vernieuwende muziek en geluidskunst. Naast het festival wordt een bescheiden complementaire seizoenswerking van concerten en een workshop voorzien. Voor de periode 2007-2009 werd een eerste keer een structurele subsidie toegekend van 50.000 euro. In 2011 werd een werkingssubsidie van 48.126,42 euro toegekend. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Uit vorige visitatieverslagen bleek reeds dat de zakelijke werking van de organisatie nog niet op punt staat. Deze situatie verbeterde niet. De werkingssubsidie voor 2010 dreigt zelfs teruggevorderd te worden, omdat de organisatie, na 8 maanden uitstel, nog steeds geen volledig werkingsverslag indiende. Hierdoor kon het agentschap geen controle uitvoeren. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het festival vormt de kern van de werking van de organisatie. Om een blijvende aanwezigheid te creëren en aan publieksopbouw te doen, plant Follow the Sound een bescheiden seizoenswerking met zes kleinere concerten in coproductie met andere zalen en een workshop. Deze concerten vinden allen in Antwerpen plaats, maar zouden kunnen evolueren naar een landelijke spreiding. Voor deze jaarwerking vraagt de organisatie geen subsidie van de Vlaamse Overheid. De planning voor de festivals oogt nog vaag, maar dit is eigen aan de programmeringsritmes van de experimentele muziekscène. De thema’s voor de volgende jaren werden wel meegegeven in het dossier, evenals mogelijke coprogrammatoren en concertaantallen. Het mandaat van de huidige artistieke leider loopt af in 2012. De organisatie besliste nog niet of dit mandaat verlengd zal worden. Wie de artistieke leiding van Follow the Sound vanaf 2013 op zich zal nemen is nog niet bekend. Het agentschap acht dit geen gunstige vertrekbasis om een artistieke werking op lange termijn uit te bouwen, temeer omdat de artistieke leider de enige vaste medewerker van de organisatie is en blijft. Op zakelijk vlak kondigt de organisatie aan om een nieuwe raad van bestuur samen te stellen die een actiever beleid dient te voeren mbt budgetopvolging. Deze nieuwe Raad van Bestuur zou aangesteld worden op 1 december 2011. Het dossier vermeldt geen namen, noch profielen voor de nieuwe beheerders. Ook de uitwerking van deze strakke opvolging is eerder vaag en overtuigt niet helemaal. Minstens één keer per jaar samenzitten met de algemene en artistieke leiding, lijkt een erg minimale ambitie.
Pagina 88 van 97
De organisatie wil geen vast personeel in dienst nemen, maar vindt het absoluut noodzakelijk dat de artistieke leider ontlast wordt van een aantal zakelijke verantwoordelijkheden. Idealiter wil de organisatie een synergie aangaan met een grotere instelling die deze taken op zich zou kunnen nemen. Een dergelijke partner werd echter nog niet gevonden. Voorlopig wenst Follow the Sound deze taken à la carte uit te besteden aan derden: voor de administratie wil men een samenwerking aangaan met. Hoe concreet de afspraken met reeds zijn, blijkt niet uit het dossier. Verder kondigt de organisatie ook aan om bijkomende fondsen te werven, sponsorinkomsten te werven en in te zetten op het werven van nieuwe publieken. Deze intenties worden niet concreet uitgewerkt in het dossier. Ondanks deze initiatieven tot verbetering, is het agentschap niet overtuigd van de (zakelijke) langetermijnvisie van de organisatie. Het agentschap leest onvoldoende concrete maatregelen die getuigen van een professionele zakelijke aanpak. Zeker met het oog op eerdere negatieve zakelijke evaluaties, had het agentschap verwacht dat de organisatie de zakelijke werking beter zou uitwerken. 3.2
Samenwerking en netwerking
Het dossier bevat een helder overzicht van de artistieke partners en de aard van de samenwerkingen en coproducties. deSingel blijft de belangrijkste partner zowel op financieel, logistiek als productioneel vlak. De organisatie werkt ook samen met internationale partners en zit duidelijk ingebed in een internationaal netwerk van vergelijkbare festivals. Naast artistieke partners werkt Follow the Sound eveneens samen met partners uit het (kunst)onderwijs voor het omkaderende educatieve luik van de werking. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De totale omzet bedraagt 193.550 euro. De kosten voor de algemene werking worden zeer bescheiden gehouden. Het merendeel van het budget gaat naar artistieke kosten eigen aan de productieve werking (139.940 euro) en naar vergoedingen aan medewerkers(50.790 euro). Van het totaal aan vergoedingen gaat er bijna 70% naar artistieke vergoedingen. De organisatie heeft geen personeel in vaste loondienst. Uit het dossier blijkt duidelijk dat de organisatie moeite doet om de overheadkosten zo laag mogelijk te houden. 3.4
Publieksgerichtheid
De organisatie stelt meerdere keren in het dossier dat Vlaanderen nooit aan publieksopbouw heeft gedaan voor de muzikale praktijk die de organisatie aanbelangt. Hierdoor vertrekt de organisatie van een historische achterstand ten aanzien van andere landen. Het bereiken van evidente doelgroepen zou hierdoor moeizaam verlopen. De organisatie wil werk maken van het bereiken van deze groepen en hoopt dit te realiseren door de ruilovereenkomst die de organisatie afsloot met Klara, door een toegankelijke website en door het betrekken van jonge muzikanten en leraars in een ambassadeursrol. Follow the Sound zet in op interne publiekswerking en ziet de website en de streaming van concerten als een permanente vorm van publiekswerking. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het aanvraagdossier. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt trouwens moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies
Pagina 89 van 97
3.6
Realisme groeipad
De organisatie vraagt gemiddeld 40.200 euro meer aan dan het toegekende jaarlijkse bedrag voor 2010-2012. Deze meervraag wordt niet voldoende verantwoord in het dossier. De ingediende begroting doet erg summier aan en het zakelijk verleden van de organisatie geeft weinig vertrouwen in het groeipad van de organisatie. Zoals eerder vermeld werd, overtuigen de in het dossier voorgestelde professionaliseringsacties evenmin. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting wordt nauwelijks toegelicht en het dossier bevat geen analytische begroting. Het zakelijk en het artistiek plan sporen in die zin dat beiden vaag werden uitgewerkt. Deze vaagheid zorgt ervoor dat het agentschap op basis van dit dossier weinig vertrouwen heeft in de zakelijke onderbouw van de organisatie. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen niet haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De ondersteuning van Free Music als concertorganisatie past binnen het kader van het kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
In een uitvoerige repliek verwerkte de organisatie een zakelijk verbeteringstraject dat ingaat op een aantal punten van kritiek. De organisatie erkent de problemen ivm met de zakelijke opvolging en stelt dat budgetopvolging, afrekeningen en rapporteringen de eerste bekommernis vormen van de nieuwe raad van bestuur. De organisatie deelt mee dat de raad van bestuur op 1/02/2012 besliste om het mandaat van de huidige artistieke en dagelijkse leiding te verlengen voor de periode 2013-2016. De artistiek leider zal in nauw overleg met enkele leden uit de bestuursorganen van de vereniging beslissingen moeten nemen. De artistiek leider zal voor productionele en coördinerende taken bijgestaan worden door. De repliek vermeldt de namen en profielen van de nieuwe raad van bestuur en noemt nieuwe leden voor de algemene vergadering. De evenwichtige samenstelling van de raad van bestuur overtuigt en bestaat uit zowel zakelijke als artistieke profielen. De organisatie kondigt aan dat ze afziet van een samenwerking met een managementbureau. De administratieve opvolging zou vanaf 1 juni 2012 gebeuren door een secretariaatsmedewerker in samenwerking met de boekhouder. Deze medewerker rapporteert per kwartaal aan de raad van bestuur. De repliek vermeldt niet wie deze secretariaatsmedewerker zou zijn en deze werd evenmin gebudgetteerd in het aanvraagdossier. Free Music gaat kort in op de meervraag, maar deze toelichting bevat geen overtuigende elementen die de meervraag duiden.
Pagina 90 van 97
Ten slotte begrijpt de organisatie dat het zakelijk verleden weinig vertrouwen wekt en somt ze desondanks een aantal verwezenlijkingen uit de afgelopen jaren op. Het agentschap is blij te lezen dat de organisatie wil inzetten op zakelijke professionalisering. De samenstelling van de raad van bestuur overtuigt. Toch heeft deze repliek niet alle twijfels kunnen wegwerken: de begroting is vaag, het profiel van de medewerker voor de administratieve opvolging werd niet verduidelijkt. Het zakelijk verleden van de organisatie in combinatie met deze onduidelijkheden betekenen teveel twijfels aan de zakelijke onderbouw om een structurele werking te verantwoorden. Het agentschap ziet een projectmatige subsidiëring als een doelmatigere ondersteuning van de organisatie. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 91 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-012
Organisatie:
De Vrienden van Brosella
Gevraagd bedrag:
94.300,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
De Vrienden van Brosella is de vzw rond Brosella Folk & Jazz, Djangofolllies en enkele kleinere initiatieven. Brosella Folk & Jazz is een jaarlijks gratis festival in het Brusselse Groentheater waarbij beide genres ruim geïnterpreteerd worden. In 2011 vond de vijfendertigste editie plaats. Sinds 1994 wordt de Djangofolllies-concertreeks georganiseerd, wat uitgroeide van een concertavond naar een reeks op een twintigtal podia in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Verder is de organisatie betrokken bij een aantal kleinere initiatieven zoals Kristal Klaar, Atypical Clinics, enkele concerten binnen Broodje Brussel en een gitaarbeurs. Sommige van deze projecten zijn in samenwerking met de Kunsthumaniora. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek beschouwt Brosella Folk & Jazz en Djangofolllies als de kerntaken van de werking van de Vrienden van Brosella. Niettegenstaande dat Brosella Folk & Jazz een gratis festival is, gaat het wel degelijk om een festival waar de muziekbelevenis prioritair is. Het festival heeft een prima locatie met een goed visueel en auditief comfort. Het programma is van artistiek hoog niveau en gedurfd voor een openluchtfestival met een dergelijk groot publieksbereik. Elk jaar slaagt de organisatie er bovendien in om, naast de goede receptieve programmering, enkele interessante creaties te brengen. Hoewel het festival al lang bestaat, slaagt de organisatie er in om een inhoudelijke dynamiek levendig te houden. Het festival is verjongd en trekt een divers publiek aan. Alleen het artwork blijft er wat oubollig uitzien. De commissie stelt vast dat ook Djangofolllies op kruissnelheid is gekomen. Hierbij waardeert ze dat er zowel met vertrouwde namen als nieuwe, jonge muzikanten wordt gewerkt. De commissie heeft wel haar bedenkingen bij de overige, kleine projecten van de organisatie en vindt dat deze extra activiteiten niet van die aard zijn om voor subsidie in aanmerking te komen binnen het Kunstendecreet. 1.3
Profilering en positionering
Brosella Folk & Jazz is uniek in zijn soort. De namen die worden gepresenteerd halen zelden of nooit de podia van vele andere stadsfestivals in Vlaanderen. Ondanks het gratis karakter is er een aandachtig publiek voor soms niet voor de hand liggende muziek. Ook Djangofolllies is een unieke format die jaarlijks op een groot aantal podia een welbepaald muziekgenre onder de aandacht plaatst. 1.4
Langetermijnvisie
De organisatie werkt aan de opvolging en de toekomst. Er worden bewust jonge mensen aangetrokken in het team. Sinds kort heeft de Vrienden van Brosella een eigen bureau
Pagina 92 van 97
en contactpunt. Het is positief dat de organisatie werkt met een adviescommissie om de ontwikkelingen binnen jazz en folk op te volgen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het festival heeft een bovenlokale uitstraling, Djangofolllies door zijn spreiding doorheen Vlaanderen, Brussel en Wallonië een landelijke uitstraling. De overige activiteiten slagen er niet in om het lokale niveau te overstijgen. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De diverse activiteiten van de organisatie zijn een meerwaarde voor de stad Brussel en de regio errond. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Brosella Folk & Jazz en Djangofolllies zijn uniek in hun divers publieksbereik en hebben als dusdanig een maatschappelijk belang. Sommige van de nevenprojecten spelen dan weer in op jonge mensen en studenten van de kunsthumaniora. 1.8
Samenwerking en netwerking
Brosella werkt samen met een aantal Brusselse organisaties en centra. Djangofolllies is een format waarbij direct samengewerkt wordt met organisaties en culturele centra in Vlaanderen en Wallonië. De samenwerkingen situeren zich op verschillende vlakken: advies, infrastructuur, coproducties,… 1.9
Publieksgerichtheid
Het Brosella festival biedt een hoge artistieke en organisatorische kwaliteit aan een breed publiek. De randanimatie en faciliteiten zijn niet-commercieel en publieksvriendelijk. De organisatie trekt het publiek aan via de gebruikelijke manieren. De commissie merkt hierbij op dat hedendaagser artwork toch niet zou misstaan. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt met haar festival aandacht aan diversiteit en interculturaliteit en dit zowel in het programma als naar het publiek toe. Locatie, programma en het gratis aspect van het festival maakt dat ook relatief veel allochtonen het festival meemaken. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie werkt de diverse projecten uit met een relatief kleine equipe, aangevuld met vrijwilligers en tijdelijke contracten. De afrekening toont aan dat dit financieel haalbaar is, onder meer door de gediversifieerde subsidies en de gesco-tussenkomst voor een voltijdse kracht. De organisatie wenst een tijdelijke coördinator voor infrastructuur. De commissie neemt het festival en Djangofolllies voor subsidie in aanmerking en kan akkoord gaan met een redelijke stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode, maar niet tot het gevraagde bedrag.
Pagina 93 van 97
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie een verdere toelichting omtrent het lokale karakter van de meeste van haar activiteiten. De organisatie geeft dit toe, maar geeft aan dat de projecten belangrijk zijn voor de lokale dynamiek en cultuurparticipatie. De commissie neemt nota van deze verduidelijking, maar geeft mee dat ze zich bij haar beoordeling houdt aan de criteria van het Kunstendecreet. Ze is van oordeel dat de verduidelijking niet van die aard is dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhoudt en handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 94 van 97
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-CO-012
Organisatie:
De Vrienden van Brosella
Gevraagd bedrag:
94.300,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
De Vrienden van Brosella wil een bijdrage leveren aan een positief imago van folk- en jazz in de breedste zin o.a. door het stimuleren en promoten van musici en groepen, door het aanbieden van podia (op festivals als Brosella Folk & Jazz en Djangofollies) en het geven van creatieopdrachten. In 2011 werd een werkingssubsidie van 57.751,71 euro toegekend. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Uit het werkingsverslag van 2010 blijkt dat de zakelijke werking van de organisatie nog niet op helemaal op punt staat. Niet alle bedragen werden correct geboekt in de resultatenrekening en de functies van de vele vrijwilligers werden niet consequent opgenomen in het verslag. Uit het werkingsverslag blijkt dat de organisatie financieel gezond is. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Brosella bouwde een voornamelijk receptieve werking uit met als zwaartepunt het jaarlijkse festival Brosella Folk & Jazz. Naast dit festival, is Brosella betrokken bij tal van samenwerkingen met andere spelers (Djangofollies, concertenreeks Delicatessen, …). Brosella benadrukt dat ze zelf geen nieuwe projecten initiëren, maar inspelen op vragen uit het veld om initiatieven op te zetten. Hierdoor is het nog niet mogelijk om voor de periode 2013-2016 aan volledig zicht te hebben op nieuwe acties. Naast deze receptieve werking zet de organisatie ook in op kunsteducatie met vier projecten. Brosella werkt hiervoor nauw samen de kunsthumaniora. Brosella geeft ook creatieopdrachten en biedt residenties aan aan jonge artiesten. De organisatie wil meer inzetten op de doorstroming van deze creaties en hier tijd en mensen voor vrijmaken De bijgevoegde planning geeft een duidelijk beeld van de werking van de organisatie. Op zakelijk vlak wil de organisatie inzetten op financiële stabiliteit door het professionaliseren van de bureau-en vrijwilligerswerking en door het verhogen van de eigen inkomsten. Dit laatste wil men realiseren via extra samenwerkingen en het vinden van nieuwe sponsors. Het dossier geeft weinig informatie over hoe men dit wil realiseren. Het personeel in loondienst breidt niet uit, terwijl het aantal activiteiten toch behoorlijk toeneemt (281 in 2013 tegenover 132 in 2010). De vrijwilligersploeg zou wel licht uitbreiden (42 personen in 2010, 55 in 2013), maar deze extra vrijwilligers lijken niet te worden ingezet op ondersteunende taken. 3.2
Samenwerking en netwerking
De organisatie zette de afgelopen jaren in op het vinden van samenwerkingsverbanden en is hier duidelijk in geslaagd. Het dossier vermeldt vele inhoudelijke en logistieke samenwerkingen, vooral met concertclubs, gemeenschapscentra en culturele centra.
Pagina 95 van 97
Deze lijken allen te streven naar zinvolle complementariteit en naar een berekenbare zakelijke meerwaarde door financiële coproducties. Brosella beschikt over een mooi (lokaal) netwerk en probeert ook internationale netwerken op de zetten (platform voor Europese Big Bands). 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Brosella stelt zich dienstig op voor de betrokken artiesten. Het overgrote deel van de artistieke productiekosten gaat naar uitkoopsommen (153.800 euro van de 154.300 euro). Daarnaast worden de verplaatsings- en verblijfskosten vergoed en biedt de organisatie productionele steun, residentiemogelijkheden en geeft ze creatieopdrachten. De promotiekosten worden hoog begroot en nemen 20% (of 106.170 euro) van de totale omzet in. Het agentschap is van mening dat deze post te ruim begroot werd en dat de organisatie meer zou moeten inzetten op het bekomen van ruilovereenkomsten met mediasponsors (nu worden de media advertenties en reclamespots begroot op 39.400 euro). De organisatie draait voor een groot stuk op onbetaalde vrijwilligers. Van de totale omzet van 522.946.48 euro gaat er 22% of 117.876,1 euro naar lonen en vergoedingen. De organisatie beschikt over een gratis bureauruimte en de energielasten worden gedragen door de belangrijkste gebruiker van het gebouw. 3.4
Publieksgerichtheid
Brosella omschrijft haar publiek per project. Het Brosella Folk en Jazz festival is gratis en heeft een familiaal en kindvriendelijk karakter en richt zich tot alle lagen van de bevolking. De doelgroep voor Djangofollies bestaat uit de liefhebbers van de muziek van Django Reinhardt en aanverwante genres. Het project ‘Kristal Klaar’ met drie concerten in de Markten richt zich o.a. ook tot de studenten van de Kunsthumanoria. De organisatie besteed veel aandacht aan haar interne publiekswerking door in te zetten op presentaties, programmaboekjes, catering,… Brosella kondigt aan meer te willen inzetten op het bereiken van mensen met een handicap en wil een intensieve seniorenwerking opbouwen. Hoe men dit precies wil aanpakken, blijkt niet uit het dossier. Het dossier bevat een gedetailleerde communicatieplanning per project. Uit dit alles blijkt dat de organisatie haar publiek goed kent en een goed uitgebouwde promotiewerking heeft. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt trouwens moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie vraagt 31.500 euro of 52 % meer aan dan het jaarlijks toegekende bedrag voor 2010-2012. Deze meervraag wordt niet in detail toegelicht in het dossier, maar hangt voornamelijk samen met de stijging van het aantal activiteiten (zie 3.1). Deze stijging van het aantal activiteiten verklaart de hogere productie- en verplaatsingskosten en een stijging van de diensten op zelfstandige basis. Het agentschap acht deze meervraag enkel verantwoord indien de commissie een stijging van het aantal activiteiten opportuun acht. Opvallend is wel dat de eigen inkomsten procentueel (van 33% naar 24%) en in absolute cijfers dalen ten aanzien van 2010 (197.085 in 2010, 175.025 euro in 2013). Deze daling hangt voornamelijk samen met een serieuze daling van de sponsorinkomsten (van
Pagina 96 van 97
123.875 euro in 2010 naar 55.825 in 2013). Het dossier geeft geen verdere duiding bij deze daling. Zoals reeds vermeld onder 3.1. stelt de organisatie zich tot doel om nieuwe sponsorpartners te vinden. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het zakelijk en artistiek plan vertonen een goede samenhang. De begroting werd voldoende toegelicht en lijkt een correcte vertaling van de artistieke plannen te zijn. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking, lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen zeker haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Deze aanvraag lijkt op zijn plaats binnen het Kunstendecreet en de gekozen werkvorm. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie deelt enkele personeelswijzigingen mee en geeft een toelichting bij de hoge promotiekosten en bij de daling in absolute cijfers van de eigen inkomsten. Verder gaat de organisatie kort in op de publiekswerking voor mindervaliden. De organisatie deelt mee dat men in december de bestaande secretariaatsploeg heeft uitgebreid met 0.5 VTE. In het aanvraagdossier voorzag men geen uitbreidingen. Het agentschap vindt deze uitbreiding op zich een zinvolle investering, maar de repliek beantwoordt niet aan de belangrijkste opmerking van het agentschap. Het is onduidelijk hoe de organisatie de eigen gestelde doelstellingen wil realiseren (verhogen eigen inkomsten en financiële stabiliteit garanderen). De organisatie duidt de hoge promotiekosten en wijdt deze aan de toegenomen mediasponsoring. Deze kosten hebben echter weinig invloed op de effectieve uitgaven, aangezien ze grotendeels gesponsord worden. Het agentschap vindt dan ook dat de argumentatie geen nieuwe elementen bevat en blijft erbij dat de promotiekosten hoog liggen. De organisatie geeft een heldere verklaring van de daling van de eigen inkomsten in absolute cijfers. Deze daling is te wijten aan het weglaten van een aantal valideringen van diensten van de Stad Brussel. De toelichting bij de publiekswerking bevat geen nieuwe elementen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 97 van 97