Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-KC-001
Organisatie:
Les Ateliers Claus
Gevraagd bedrag:
168.490,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Les Ateliers Claus werd in 2006 door Frans Claus in Sint-Gillis opgestart als driemaandelijks salon voor multidisciplinaire kunsten met aandacht voor avantgardemuziek, geluidskunst, typografie en aanverwanten. Vanaf 2009 neemt de activiteitsgraad toe en het volgende jaar begint de organisatie met residenties. Omdat de organisatie aan het verbouwen is, heeft ze tijdelijk haar intrek genomen in de Rogierdoorgang onder de Brusselse noord-zuidverbinding. De organisatie heeft ook een eigen label, les Albums Claus, met jaarlijks vier uitgaven. Wanneer de organisatie in 2013 naar de verbouwde eigen ruimte zal terugkeren, zal er een zaal met een capaciteit van 150 personen zijn, een polyvalente ruimte, een kelder voor repetities en opnames, en twee gastenstudio's. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Les Ateliers Claus wil vanaf 2013 in de eigen ruimte concerten, toonmomenten, lezingen e.d. presenteren, maar is ook van plan om de ruimte in de Rogierdoorgang verder te benutten. De organisatie wil voor haar concerten samenwerken met Kraak en Les Bains Connectives. Ze wil wekelijks publieke activiteiten organiseren als concertorganisatie. De organisatie gaat dieper in op de spreiding van de producties van de labelwerking, maar geeft nergens aan wat ze van plan is met de resultaten van residenties en creaties. De Beoordelingscommissie Muziek vindt dit een verkeerde focus. Toch heeft de commissie waardering voor de artistieke werking van de organisatie. Hoewel de programmering heel divers is, is het toch een consequent geheel. De commissie stelt wel dat de werking gelijklopend is met een aantal andere spelers in Brussel waartussen de organisatie zich zal moeten profileren. De commissie vindt dat de organisatie een goede integrale aanpak heeft, maar vindt dat ze een onrealistische groei ambieert. Een organische ontwikkeling is hierbij meer aangewezen. 1.3
Profilering en positionering
Les Ateliers Claus beschouwt zichzelf als een alternatief kunstenbolwerk, maar blijft vaag over de invulling van dat concept. De organisatie wil een doorgeefluik zijn tussen de individuele kunstenaar en de instellingen, maar concretiseert dit niet. De commissie stelt vast dat de organisatie toch voor een groot stuk naar binnen gericht blijft. 1.4
Langetermijnvisie
Uit het dossier blijkt geen echte langetermijnvisie, behalve dat ze een vierjarige erkenning als kunstencentrum ambieert.
Pagina 1 van 104
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Les Ateliers Claus heeft voorlopig nog een werking met een eerder regionale uitstraling, maar de organisatie bouwt gestaag aan een verder reikende uitstraling. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Binnen Brussel speelt les Ateliers Claus in het artistieke circuit een rol die steeds verder groeit. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk of sociaal belang van les Ateliers Claus is zeer beperkt. Daarvoor is de organisatie te veel op zichzelf gericht. 1.8
Samenwerking en netwerking
Les Ateliers Claus werkt samen met Kraak en Metaphon. Ook op internationaal vlak heeft de organisatie een aantal samenwerkingsverbanden. 1.9
Publieksgerichtheid
Les Ateliers Claus heeft een werking die zich op een nichepubliek richt. De commissie stelt vast dat de organisatie weinig acties onderneemt om dit te verruimen. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Les Ateliers Claus heeft aandacht voor diversiteit binnen muziek en geluidskunst, maar wel binnen een kleine niche. De commissie stelt daarentegen wel vast dat de organisatie geen aandacht besteedt aan interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, zeker in Brussel, een grootstad met een multiculturele bevolking. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat de organisatie een groot bedrag aan subsidie vraagt en tegelijkertijd een zeer slechte financiële situatie heeft. Ze vindt dit problematisch. De commissie heeft waardering voor het artistieke werk van de organisatie, maar merkt ook op dat er in Brussel al heel veel organisaties zijn die op dat vlak actief zijn. Ze is dan ook van oordeel dat les Ateliers Claus in de eerste plaats aansluiting zou moeten vinden bij dergelijke organisaties en zo een ruimere blik bieden op een mogelijke toekomst voor de ontwikkeling van muziek in Brussel, iets wat nu onvoldoende aanwezig is. Op basis van al deze vaststellingen is de beoordelingscommissie van oordeel dat de organisatie niet in aanmerking komt voor een meerjarige structurele werking. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 2 van 104
3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de samenwerkingsverbanden met andere organisaties, de interculturaliteit en de financiële staat van de organisatie. De commissie herhaalt dat ze op het vlak van programmering, het dossier artistiek waardevol vindt. Dit neemt niet weg dat er in het dossier te veel andere zaken zijn die een meerjarige subsidiëring niet kunnen verantwoorden. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 3 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-KC-001
Organisatie:
vzw
Gevraagd bedrag:
168.490,00 euro
1
Zakelijk advies
Les Ateliers Claus
Beknopte historiek organisatie
Les Ateliers Claus is een kunstencentrum voor muziek en andere kunsten. Het organiseert o.a. concerten, ondersteunt kunstenaars met een residentiebeleid en bouwt een eigen label uit. Les Ateliers Claus begon eind 2006 als een initiatief waarbinnen driemaandelijks een huiskamerevenement werd georganiseerd waar jonge artiesten en publiek elkaar ontmoetten in een oud pakhuis in de Crickxstraat in Brussel. Later werden er ook literaire avonden, lezingen en workshops georganiseerd. De ruimte werd ook gebruikt door musici en andere kunstenaars als repetitie- en werkplek. Midden 2010 werd er een tweede ruimte gevonden aan het Noordstation. Het aantal activiteiten steeg met de jaren: 13 in 2008, 42 in 2009, 47 in 2010 en 56 in 2011. De financiële toestand van de vzw einde 2010 is heel slecht met een negatief eigen vermogen van 131.154,24 euro. In 2010 maakte de vereniging nog een verlies van 95.972,79 euro. De organisatie werd nog nooit eerder gesubsidieerd. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want de organisatie werd nooit eerder gesubsidieerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De belangrijkste activiteit van Les Ateliers Claus wordt gevormd door de receptieve werking met o.a. concerten in de vernieuwde Crickxstraat voor kleinere concerten (max. 150 personen) en in de Rogierdoorgang voor grotere concerten (max. 250 personen). Er zijn ‘losse concerten’, waarbij toerende buitenlandse groepen voor een Belgisch concert worden uitgenodigd of waarbij Belgische artiesten een kans krijgen om hun werk te tonen. Daarnaast worden er jaarlijks drie ‘reeksen’ georganiseerd, waarin gespreid over 2 à 3 maanden rond een bepaald thema wordt geprogrammeerd. Voor 2013 betreft het: ‘Verbindingen’ (februari-maart), ‘A tree is best measured when it’s down’ (mei-juni) en ‘Hands Up for Lo-Fi’ (november-december). Tenslotte organiseert Les Ateliers Claus drie jaarlijks terugkerende festivals. Twee daarvan zijn geconcentreerd op drie dagen (van donderdag t.e.m. zaterdag), het derde festival is een 7-daagse aanwezigheid op Theater Aan Zee in Oostende: BXL Minuit. Het activiteitenschema werd als bijlage bij het dossier gevoegd, maar oogt heel summier. Les Ateliers Claus wil met het eigen label ‘Les albums Claus’ jaarlijks 4 limited edition uitgaven uitbrengen. Voor 2013 zijn er al drie concrete plannen. Vanaf 2013 beschikt de Crickxstraat over een geluidsdichte box voor kleinere concerten, een polyvalente zaal voor tentoonstellingen, een ruime kelder voor repetities en opnames, alsook over twee studio’s om gasten en residenten te kunnen ontvangen. Deze residentiewerking is heel belangrijk. Voor 2013 is er één residentie in samenwerking met KRAAK, de tweede residentie ligt nog niet vast. Begeleiding, logistieke en financiële ondersteuning van kunstenaars is ook een element van de werking. Les Ateliers Claus stelt zijn ruimte ter beschikking voor repeterende bands. Voor
Pagina 4 van 104
2013 wordt uitgegaan van 47 activiteiten: 18 losse optredens, 12 reeksen, 13 festivals, 4 releases. Daarnaast ook nog twee residenties. 3.2
Samenwerking en netwerking
Les Ateliers Claus heeft een structurele samenwerking met KRAAK, WIELS en Theater aan Zee. Daarnaast ook een projectmatige samenwerking met o.a. de Beursschouwburg, de Pianofabriek. KRAAK zal in 2013 een creatiepopdracht geven aan een aantal musici. Les Ateliers Claus biedt een residentie aan de betrokken kunstenaars aan. Constant vzw/Pianofabriek engageert er zich toe om in de reeks ‘Hands Up for Lo Fi’ een workshop te organiseren. De intentieverklaringen met Beursschouwburg, KRAAK en Constant vzw/Pianofabriek werden aan het dossier toegevoegd. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 129.440 euro, wat 49,4 % betekent van de totale uitgaven. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 88.600 euro of 61,4 % van de totale verloning (144.100 euro). In het dossier wordt uitgelegd hoeveel een activiteit kost met o.a. fee artiesten, catering e.d. Het agentschap stelt vast dat de meeste middelen naar de artiesten gaan, wat uiteraard positief is. Bijna de helft van de inkomsten uit de concerten, reeksen, lente- en herfstfestival gaat rechtstreeks naar de artiesten. Ook in het kader van het Festival BXL Minuit, de residenties en releases gaat een groot deel naar de kunstenaars. Uitgedrukt in cijfers betekent dit dat op een totale artistieke kost van 94.418 euro een bedrag van 50.182 euro naar de kunstenaars gaat. Men wil de omkadering uitbreiden van 2,1 VTE naar 2,5 VTE: 1 voltijdse zakelijke leider, 1 voltijdse artistieke leider, 1 halftijdse bar- en zaalverantwoordelijke. Daarnaast wordt een beroep gedaan op freelancers (geluid en licht) en vrijwilligers voor bar en kassa. De organisatie beschikt over een zaal in de Rogierdoorgang. Er wordt een kantoor gehuurd in Sint-Gillis. Voor de zaal en de aanwezige infrastructuur worden er geen huurkosten betaald, wel voor het kantoor. De techniek in de zaal wordt gratis ter beschikking gesteld door de heer Frans Claus. Vanaf 2013 is de oude locatie in de Crickxstraat klaar met volgende ruimtes: 1 polyvalente ruimte, 1 repetitieruimte, 1 geluidsdichte box, bureelruimte en 2 artiestenstudio’s. De huur van de kantoorruimte valt weg. 3.4
Publieksgerichtheid
Les Ateliers Claus werkt niet specifiek toe naar bepaalde doelgroepen. Toch zijn er een paar nadrukkelijker aanwezig dan anderen, o.a. een klein vast Brussels publiek en ook meer en meer een groep van mensen die naar Les Ateliers Claus komen voor specifieke artiesten. De promotie van de werking gebeurt vooral via het internet met o.a. website (met blog) en een nieuwsbrief. Les Ateliers Claus is ook vertegenwoordigd op Facebook, YouTube, Twitter e.a. Op YouTube zijn er fragmenten te bekijken van meer dan de helft van de concerten. Belangrijk in dit verband is ook de samenwerking met webzines en radiostations. Ook voorziet Les Ateliers Claus per vijf concerten minstens 1 drukwerk. Elk project dat buiten de normale concertwerking valt, krijgt ook een speciale flyer. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies.
Pagina 5 van 104
3.6
Realisme groeipad
Inzake het aantal activiteiten is er niet echt een groeipad. De subsidie moet dienen om o.a. het personeelsbestand lichtjes te verhogen. Het agentschap meent dat de subsidie een deel van het verlies van de giften (van 100.000 naar 25.000 euro) moet opvangen. Dit verklaart nog niet het gevraagde bedrag van 168.490 euro. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begrotingsposten werden onvoldoende toegelicht. De eigen inkomsten bestaan uit schenkingen, inkomsten bar, toegangsgelden, samenwerkingen, verkoop label en verhuur repetitieruimte en studio. De eigen inkomsten bedragen 79.720 euro of 30,4 % van de totale inkomsten. In het aanvraagdossier staat verkeerdelijk dat de eigen inkomsten 95.720 euro bedragen. Naast de subsidies Vlaamse Gemeenschap is er ook nog een projectsubsidie VGC. Het is niet duidelijk wat onder deze schenkingen/giften moet worden verstaan. Ook wordt niet verduidelijkt waarom de giften, die in 2011 en 2012 nog 100.000 euro bedroegen, plots naar 25.000 euro terugvallen. Een aantal kosten zoals promotie zijn hoog. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid acht het agentschap de realisatie van voorliggend project haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. Het agentschap vindt echter dat omwille van het pedagogische karakter van het project, dit dossier eerder onder muziekeducatieve werking sorteert. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie heeft in haar repliek een en ander verduidelijkt, o.a. met betrekking tot de ‘permanente voorschotten zaakvoerders’, de giften en de eigen inkomsten. Er werd niet ingegaan op de opmerking van het agentschap dat de bijgevoegde activiteitenkalender heel summier was. Ook blijven een aantal begrotingsposten te weinig toegelicht. De ingediende repliek bevat geen nieuwe informatie. Het agentschap behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 6 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-001
Organisatie:
Cohort Productions
Gevraagd bedrag:
29.250,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Cohort Productions is een alternatief managementkantoor en platform voor ensembles en projecten van hedendaagse muziek. Cohort begeleidt momenteel vijf ensembles (Aton & Armide, Besides, Mangalam, Nadar en Zwerm) en een festival (What’s next). Het platform ontstond in 2011 op initiatief van het ensemble Ictus en het wordt ook door hen ondersteund. Zo werd dankzij Ictus Nele Geubels voor een dag per week in dienst genomen. Zij maakt gebruik van een kantoor van Ictus. Cohort begeleidt vooralsnog uitsluitend projecten en ensembles die ontstonden vanuit de Manama-opleiding waarbij Ictus betrokken was. Ook het ensemble Champ d’Action ondersteunt nu de werking van dit platform. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
In het dossier wordt een overzicht gegeven van de groepen voor wie Cohort werkt. De lijst leest als het puikje van de jonge ensembles voor hedendaagse muziek. Sommige daarvan kunnen reeds een uitgebreide speellijst voorleggen (zoals Zwerm). Verschillende jonge muzikanten maken deel uit van meerdere van deze ensembles. Cohort wil nog meer ensembles laten toetreden tot het platform. Nieuwe leden worden geselecteerd op basis van artistieke kwaliteit. Cohort staat in voor ondersteuning op het vlak van productie, organisatie, administratie, loonadministratie, financieel advies, promotie en spreiding, netwerking en het opstellen van subsidiedossiers. Deze dienstverlening wordt op maat van het ensemble of project uitgewerkt aan een billijk uurtarief van 30 euro per uur. Door het werk van het kantoor hoeven deze ensembles zelf geen omkadering uit te bouwen en kunnen hun overheadkosten laag blijven. Bijgevolg kunnen de ensembles maximaal inzetten op hun artistieke projecten. Het is echter niet helemaal duidelijk of Cohort ook als booker opereert dan wel als tussenpersoon voor organisatoren en festivals. Enerzijds staat er in het dossier dat de ensembles de verkoop van concerten zelf doen, maar anderzijds ook dat Cohort optreedt als onderhandelaar tijdens contractbesprekingen. Cohort wil de ensembles ondersteunen door het organiseren van platformbijeenkomsten: info- en brainstormsessies met inbreng van ervaringsdeskundigen. In 2012 voorziet men vier dergelijke platformbijeenkomsten. Door de samenwerking met ervaren ensembles als Ictus en Champ d’Action staat een ruime expertise ter beschikking van het platform. Beide ensembles zorgen voor logistieke en promotionele ondersteuning en stellen studio’s en instrumentarium ter beschikking. Cohort ambieert een kunsteducatieve werking in samenwerking met Matrix, maar die werking is voorlopig mager. De organisatie heeft tevens plannen om Vlaamse componisten te steunen door creatieopdrachten te geven. Dit plan is echter nog zeer vaag. De componisten voor 20132014 moeten blijkbaar nog gezocht worden. De Beoordelingscommissie Muziek vindt het bestaan van een managementkantoor en een ondersteunend platform voor jong talent uit de hedendaagse muziek een goede zaak en heeft ook vertrouwen in de kwaliteit van de aangesloten ensembles. Dit neemt niet
Pagina 7 van 104
weg dat ze ook enkele kritische bedenkingen heeft bij dit dossier. Zo vindt ze bijvoorbeeld dat de werking van Cohort als managementkantoor toch iets meer zou moeten omvatten dan het louter op zich nemen van een aantal administratieve taken. Het zou beter zijn indien de organisatie ook instaat voor de verkoop van de concerten van de ensembles. In dit verband vindt de commissie het ook jammer dat het aanvraagdossier geen concrete plannen voor de toekomstige werking en spreiding van de aangesloten ensembles bevat. 1.3
Profilering en positionering
Cohort profileert zich duidelijk als een managementkantoor voor hedendaagse ensembles. Hierin is de organisatie uniek, want andere managementkantoren die zich op dit segment richten, zijn er vooralsnog niet. Cohort profileert zich daarnaast ook als een overlegplatform tussen de aangesloten organisaties. 1.4
Langetermijnvisie
Cohort is een jonge organisatie. De langetermijnvisie is niet expliciet beschreven. Het samenwerkingsverband met Ictus en Champ d’Action geeft de organisatie wel een stevige basis, maar uit het dossier is niet duidelijk op te maken hoe lang het engagement van deze twee ensembles geldig blijft. Vanaf 2013 wordt een deeltijds coördinator (onafhankelijk van Ictus) in dienst genomen. Verder wil men de pool aan ensembles systematisch uitbreiden en zo de organisatie verder laten groeien. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Voor een managementkantoor komt dit criterium vooral neer op het verwerven van een stevige reputatie van professionaliteit binnen de muzieksector, wat van belang is voor de netwerking, zeker omdat Cohort haar netwerk internationaal wil uitbreiden. Cohort staat nog in de kinderschoenen. Of de organisatie een stevige professionele uitstraling weet te bereiken, valt dus nog af te wachten. Uit de vele vragen van geïnteresseerden blijkt in elk geval dat de opstart niet onopgemerkt voorbij is gegaan. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Als enige managementkantoor voor ensembles hedendaagse muziek in Vlaanderen, biedt Cohort zeker een meerwaarde voor de regio. Als platform zorgt Cohort voor een versterking van de hedendaagse muziek in Vlaanderen. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang van Cohort ligt in de ondersteuning van jonge muzikanten en hun initiatieven binnen een kwetsbaar muziekgenre. Cohort is ook van plan om Vlaamse componisten te steunen door creatieopdrachten te geven. 1.8
Samenwerking en netwerking
Cohort en de aangesloten ensembles werken nauw samen met Ictus en Champ d’Action. De kruisbestuiving van expertise en jong geweld is belangrijk en moet gezien worden als de essentie van de samenwerking. De jonge ensembles kunnen tevens terecht bij de twee ‘oude’ ensembles voor logistieke ondersteuning. Uit het aanvraagdossier blijkt niet duidelijk hoe lang de samenwerking nog zal duren. Het zou jammer zijn mocht Cohort
Pagina 8 van 104
deze steun verliezen. Zonder de samenwerking zou de werking van Cohort aan kwaliteit kunnen inboeten. 1.9
Publieksgerichtheid
Dit criterium is niet echt van toepassing op deze aanvraag, omdat Cohort als ondersteunende organisatie zelf geen publiek moet aantrekken. Cohort kan de aangesloten ensembles wel bijstaan bij hun promotionele activiteiten. Zo heeft het kantoor een website die een blog is waarop elk ensemble berichten kan posten. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Cohort besteedt geen aandacht aan interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht aan interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Door de samenwerking met Ictus had Cohort tot op heden vrijwel geen overheadkosten. Vanaf 2012 moet de enige werknemer wel volledig door Cohort zelf betaald worden. Wel kan de organisatie blijven gebruik maken van een kantoor van Ictus en wordt de boekhouding uitbesteed aan de zakelijk leidster van Ictus. De subsidievraag van Cohort is dan ook bescheiden. De gevraagde subsidie omvat bijna uitsluitend de loonkost van de coördinator. Daarbij komen enkel nog de kosten voor het sociaal secretariaat en de reisen verblijfskosten voor de medewerkster. De gevraagde subsidie zal dus volledig voor overheadkosten worden benut, maar dit bespaart kosten omdat zo niet alle aangesloten ensembles iemand in dienst moeten nemen. De commissie is dan ook van oordeel dat Cohort een interessant initiatief is dat echter nog moet groeien. Ze vindt dat de organisatie daartoe de kans moet krijgen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de verkoop en de educatieve werking. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag.
Pagina 9 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-001
Organisatie:
Cohort Productions vzw
Gevraagd bedrag:
29.250,00 euro (gemiddeld)
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Cohort Productions vzw werd in januari 2011 opgericht als alternatief managementbureau voor ensembles die zich bezighouden met hedendaagse muziek. De vzw vroeg een eerste keer een projectsubsidie aan voor 2012, concreet voor een bedrag van 22.500 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Cohort ontstond onder impuls van Ictus vzw, die zich op een structurele manier wou engageren naar jonge muzikanten toe. Als overkoepelende structuur biedt Cohort ondersteuning op het vlak van productie, organisatie, administratie, promotie en verspreiding. In 2011 had Cohort nog geen eigen financiële werking aangezien de vzw in de opstartfase is gefinancierd met middelen van Ictus. Het agentschap heeft bijgevolg nog geen zicht op de werking van de organisatie. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Een uitgesproken langetermijnvisie komt vooralsnog niet naar voren uit het beleidsplan, wat allicht ook te maken heeft met het recente ontstaan van de vzw. Het dossier concentreert zich in hoofdzaak op de werking op korte termijn. Voor 2012 liggen de vier platformbijeenkomsten (cfr. infra) vast, maar voor de periode 2013-2014 worden nog geen concrete gegevens vermeld. De toekomstplannen wat de stijgende aanvragen om toe te treden betreft, worden pas begin 2012 bekeken. Het dossier bevat weinig informatie wat de samenwerkingen op langere termijn betreft. 3.2
Samenwerking en netwerking
De partners van Cohort zijn in de eerste plaats Ictus en Champ d’Action. Ictus vzw zorgde voor de nodige werkingsmiddelen in 2011, waarmee een medewerker op 1/5 basis werd aangenomen. Cohort is ook kostenloos gehuisvest in de kantoren van Ictus, en de ensembles kunnen gratis gebruik maken van de repetitieruimtes van Ictus, en instrumenten huren. Champ d’Action geeft de ensembles speciale tarieven voor het gebruik van de CHAMP/STUDIO, en stelt haar knowhow en infrastructuur te beschikking. Zowel van Ictus als van Champ d’Action zijn intentieverklaringen bij het dossier gevoegd. Momenteel worden zes ensembles ondersteund door Cohort: Aton’&Armide, Besides, Mangalam!, Nadar, What’s Next, en Zwerm. De samenwerkingsovereenkomsten met de ensembles in kwestie werden bij het dossier gevoegd. Naast de internationale werking van de ensembles zelf, heeft Cohort een samenwerking met de “internationale ferienkurse für neue musik 2012” in Darmstadt, dat de organisatie heeft uitgenodigd om zichzelf te presenteren aan andere internationale jonge ensembles. Samenvattend kan worden gesteld dat Cohort erin geslaagd is om op korte termijn een aantal belangrijke samenwerkingen op te bouwen.
Pagina 10 van 104
3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De overheadkosten zijn sowieso hoog gezien de aard van de werking van de vzw. Ze worden echter beperkt doordat het gratis gebruik kan maken van de kantoren van Ictus. Cohort voorziet een uitbreiding van de tewerkstelling van 2/5 naar 3/5 als gevolg van de “toenemende werkdruk”, waardoor de overheadkosten onvermijdelijk stijgen. Het agentschap vindt deze uitbreiding billijk, maar merkt wel op dat de vermelde toenemende werkdruk niet wordt geconcretiseerd, en dat de eigen inkomsten die hier tegenover worden gesteld te laag zijn. Daarnaast wijst het agentschap erop dat structureel ondersteunde vzw’s volgens het decreet het artistieke of inhoudelijke alsook het zakelijke beleid, op grond van het beleidsplan, moeten toevertrouwen aan een artistieke/inhoudelijke leiding en zakelijke leiding, waarbij de persoon of de personen die deze functie uitoefenen, contractueel verbonden zijn met de organisatie. Daarbij kunnen het artistieke of inhoudelijke en het zakelijke beleid aan eenzelfde persoon worden toevertrouwd. Hoewel deze functies niet worden aangehaald in het dossier, gaat het agentschap ervan uit dat deze zullen worden waargenomen door de vermelde coördinator. 3.4
Publieksgerichtheid
Cohort host een website waarop ensembles berichten en audiovisueel materiaal kunnen posten, en waarop een actuele concertagenda kan worden geraadpleegd. Sinds mei 2011 bezochten reeds ca. 6000 mensen de website. De organisatie zorgt dus voor gratis promotie via de website, maar ook via de social media. Vanaf 2012 plant Cohort een nieuwsbrief die zal worden verstuurd naar een “zorgvuldig uitgekozen databank”, maar hier wordt niet verder over uitgeweid. De vzw peilt verder bij de leden naar de noden en biedt in functie hiervan een platformwerking aan: vier keer per jaar komen leden, externe gasten en experts samen, waardoor een interessante wisselwerking ontstaat. Het agentschap merkt op dat Cohort de nodige inspanningen levert om de ensembles te promoten, maar stelt tegelijk vast dat het beleidsplan in deze niet echt een strategie bevat, en dat er een zeer laag bedrag wordt begroot voor promotie. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier geeft over dit aspect geen informatie. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake. 3.6
Realisme groeipad
Het agentschap is van mening dat het financiële groeipad op zich realistisch is, maar merkt op dat het hier een zeer pril initiatief betreft. Daar staat tegenover dat het wordt ondersteund door twee vzw’s met de nodige kennis van zaken. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Cohort vzw diende een helder en voldoende toegelicht dossier in, waarbij de kosten en opbrengsten kunnen worden gelinkt aan het inhoudelijke beleidsplan. Het agentschap heeft wel enkele bedenkingen bij het gevraagde subsidiebedrag. Ten eerste wordt in het dossier vermeld dat er voor 2013 ook een subsidie van 5000 euro bij de VGC wordt aangevraagd, maar is deze niet in de begroting ingecalculeerd. Ten tweede is het agentschap van mening dat de eigen inkomsten met 10.000 euro vrij laag begroot zijn. Cohort vraagt een vergoeding van 30 euro per uur, wat erop zou neerkomen dat de vzw ca. 333 uren presteert. Aangezien men verwacht dat de werkdruk toeneemt en in functie
Pagina 11 van 104
hiervan een uitbreiding van het arbeidsvolume van de coördinator voorziet, mag worden verondersteld dat hier ook meer inkomsten tegenover staan. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van het ingediende beleidsplan en rekening houdend met de partners die de vooropgestelde werking mee schragen, acht het agentschap deze haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Cohort Productions vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, concreet die van de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Cohort vzw maakt in haar reactie melding van een wijziging op zakelijk vlak. Concreet betreft dit het feit dat de organisatie in plaats van de gevraagde projectsubsidie van 22.500 euro een bedrag van 10.000 euro heeft gekregen. Als gevolg hiervan zal de coördinator 1/5 i.p.v. 2/5 tewerkgesteld worden. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 12 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-002
Organisatie:
Bookman
Gevraagd bedrag:
138.750,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Bookman werd opgericht in 2005 door Stijn Jacobs. De organisatie ontwikkelde zich eerst als boekingskantoor van allerhande commerciële acts. Sinds 2009 profileert Bookman zich meer en meer als een boekingskantoor voor bijna uitsluitend twee klassieke ensembles: Kryptos Quartet en ClubMediéval. Jaarlijks plaatst Bookman een dertigtal concerten, voornamelijk in Vlaanderen. Daarnaast staat het kantoor nog in voor een beperkt aantal boekingen van commerciële entertainmentacts. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Bookman profileert zich als een alternatief managementkantoor. Behalve boekingen wil het de administratieve begeleiding en carrièreplanning van de aangesloten ensembles op zich nemen. De organisatie wil zich uitsluitend richten op artistiek waardevolle ensembles of artiesten die (nog) niet echt doorgebroken zijn. Dat is op zich een goede zaak. Momenteel engageert Bookman zich voor twee ensembles (Kryptos Quartet en ClubMediéval), maar wil dat uitbreiden met twee bijkomende ensembles. De kandidaten zijn Collegium Frascati, een kamerorkest uit Leuven, en Roeland Hendrikx, een klarinettist. Daarenboven moet het aangevraagde subsidiebedrag dienen voor de professionalisering van de werking door de aanwerving van personeelsleden. Nu gebeurt het management door vrijwilligers. Bookman wil met zijn kantoor graag intrekken in de lokalen van een grote professionele speler uit de muzieksector, maar het is niet duidelijk of hierover al gesprekken gevoerd werden. De Beoordelingscommissie Muziek vindt een alternatief managementkantoor voor klassieke ensembles op zich een interessante denkpiste. Daarbij komt dat Bookman twee interessante ensembles vertegenwoordigt. Kryptos groeide in tien jaar tijd uit tot een sterk gewaardeerd strijkkwartet. ClubMediéval wordt gezien als een jong ensemble met sterke groeipotentie. Bij de eventuele bijkomende ensembles of artiesten oogt vooral het palmares van Roeland Hendrikx mooi. De Beoordelingscommissie heeft een aantal bedenkingen bij de voorgestelde planning. Er zijn geen aanwijzingen dat Bookman van plan is om zijn activiteiten als booker van commerciële acts te stoppen. De combinatie met commercieel entertainment doet vreemd aan. Zelfs met de geplande uitbreiding is het aantal artiesten of ensembles dat door Bookman wordt begeleid, aan de lage kant. Het dossier beschrijft niet concreet wat de groepen van Bookman mogen verwachten en of het bureau ook managementfuncties zal opnemen. De aanvraag geeft een aanzet, maar het blijft allemaal voorwaardelijk. Uit de eerder theoretische uiteenzetting in het dossier blijkt niet echt een visie voor de ontwikkeling van de groepen. Het is moeilijk uit te maken welke pistes men voor elke groep wil volgen. Ook de internationale werking blijft theoretisch in plaats van per groep aan te geven hoe het landelijke of internationale potentieel wordt ingeschat wordt. Over de vergoedingen die Bookman voor zijn diensten vraagt, is er evenmin duidelijkheid. De organisatie spreekt over een gangbaar tarief, maar de commissie vraagt zich af wat dat betekent.
Pagina 13 van 104
1.3
Profilering en positionering
Met de wens om het model van alternatieve managementkantoren toe te passen in het segment van de klassieke muziek profileert Bookman zich duidelijk. Er zijn weinig andere initiatieven op dit vlak. 1.4
Langetermijnvisie
Bookman wil het aantal aangesloten groepen of artiesten in de toekomst uitbreiden van twee naar vier en op termijn naar vijf. Daarnaast wil het kantoor zijn werking professionaliseren. Een langetermijnvisie voor de ensembles in kwestie wordt in het dossier niet echt uitgewerkt. Alleen voor Kryptos is er sprake van een nieuw programma voor 2013 en een denkpiste voor 2014, maar verder gaat het niet. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Voor een managementkantoor komt dit criterium vooral neer op het verwerven van een stevige reputatie van professionaliteit binnen de muzieksector. Vooral met Kryptos leverde Bookman tot hier toe goed werk, maar het verder aanbieden van commerciële entertainmentacts gaat ten koste van de geloofwaardigheid binnen de ernstige sector. Voor de aangesloten ensembles is het verwerven van uitstraling uiteraard ook belangrijk. Kryptos geniet landelijk een uitstekende reputatie en internationaal zet het ensemble zijn eerste stappen. ClubMediéval ontwikkelt zich iets trager, maar het geldt wel als een van de te volgen jonge ensembles. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Omdat er in Vlaanderen weinig managementkantoren zijn die ensembles klassieke muziek begeleiden, zou Bookman een meerwaarde kunnen betekenen voor de regio. Het zal echter nog moeten blijken of het kantoor dat kan waarmaken. Het begeleiden van een beperkt aantal groepen en het beperkte netwerk van Bookman roepen op dat vlak twijfels op. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het ondersteunen van ensembles van jonge muzikanten heeft belang op maatschappelijk vlak. Ook op het vlak van sociaal belang roepen het beperkte aantal groepen en het weinig uitgebreide netwerk vragen op. 1.8
Samenwerking en netwerking
Behalve een vage beschrijving van samenwerking met collega-boekingskantoren in Nederland en Frankrijk, zonder vermelding van de naam, is er in het dossier geen sprake van enige concrete samenwerking. Voor een managementkantoor is een goede netwerking belangrijk, maar afgaande op het dossier is de netwerking van Bookman beperkt. Het kantoor beweert goede contacten met een aantal afnemers te hebben, zoals gemeenschapscentra en cultuurcentra en enkele grote cultuurhuizen. Deze contacten worden echter niet gestaafd met duidelijke overeenkomsten of een zichtbare vertrouwensband. Het dossier vermeldt ook geen aanwezigheid van Bookman op vakbeurzen.
Pagina 14 van 104
1.9
Publieksgerichtheid
Dit criterium is niet echt van toepassing op deze aanvraag, omdat Bookman als ondersteunende organisatie zelf geen publiek moet aantrekken. Bookman kan de aangesloten ensembles wel bijstaan bij hun promotionele activiteiten. De website van de organisatie is nog steeds een minimaal, maar daar zou in 2012 werk van worden gemaakt. Andere initiatieven op dit vlak worden in de voorwaardelijke zin vermeld. Zo wil Bookman bijvoorbeeld pas werk maken van nieuwsbrieven als er subsidies toegekend worden. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt geen aandacht aan interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Van het gevraagde subsidiebedrag gaat 80% naar de loonkosten en de rest naar werkingskosten. Het personeelsbestand van het kantoor zou bestaan uit drie werknemers voor in totaal twee voltijdse equivalenten, wat veel is voor de ondersteuning van maximum vier of vijf groepen. Bovendien gaat het grootste deel van deze kosten naar de vergoeding van de zakelijk leider (een voltijds equivalent). Het loon voor de twee andere deeltijdse werknemers is bescheiden. Bookman ontvangt de uitkoopsommen van de ensembles en betaalt hiermee de artiesten. Van deze uitkoopsommen gaat 32% naar de werkingskosten van het kantoor. Het is ontnuchterend dat in het geval van subsidiëring de omkaderende kosten, inclusief de loonkosten van de staf, een veelvoud zijn van de verkregen uitkoopsommen, namelijk 115.000 euro uit 45 concerten. Hierbij worden enkel Kryptos en ClubMediéval bij naam genoemd. Het is vreemd dat dit voor Roeland Hendrikx noch Collegium Frascati gebeurt, waardoor het niet duidelijk is of dit wel de artiesten zijn die Bookman wil engageren. Dit is dus op zijn minst niet transparant. Concluderend acht de Beoordelingscommissie Muziek het zeker wenselijk dat er een managementkantoor bestaat voor ensembles van klassieke muziek, maar op basis van het voorliggende aanvraagdossier vindt ze Bookman niet geschikt om deze rol op zich te nemen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de profilering en visie, de kosten, de artistiek-inhoudelijke werking, het aantal gemanagede groepen, de interculturaliteit en de netwerking. De commissie neemt nota van de intentie van Bookman om uitsluitend rond klassieke muziek te werken en beschouwt dit als een positief punt. De commissie erkent dat ze een foutieve interpretatie deed van de verdeling van de loonkost wanneer ze stelde dat het grootste deel naar de zakelijke leider gaat. Dit is inderdaad niet het geval, wat de commissie rechtzet in het definitieve advies.
Pagina 15 van 104
De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 16 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-002
Organisatie:
Bookman vzw
Gevraagd bedrag:
138.750,00 euro (gemiddeld)
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Bookman vzw is een alternatief managementbureau voor klassieke muziek en vraagt met het voorliggende dossier een subsidie van respectievelijk 135.000 euro voor 2013 en 142.500 euro voor 2014 voor de uitbouw van haar werking. De organisatie diende in 2011 een projectaanvraag voor een bedrag van 37.500 euro in, die niet werd gehonoreerd. Voor 2012 vroeg Bookman een projectsubsidie van 100.000 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De vzw werd opgericht in 2005, en focuste zich tot 2007 vooral op de werking als boekingskantoor. Vanaf 2008 werd de promotionele samenwerking met meerdere ensembles afgebouwd ten voordele van een intensieve ondersteuning van een beperkt aantal ensembles. Bookman staat daarbij in voor ondersteuning op administratief, juridisch en financieel vlak, en voor vertegenwoordiging en belangenbehartiging. Bookman vzw sloot het boekjaar 2010 af met een licht verlies van 2638 euro, en beschikte eind 2010 over een positief gecumuleerd resultaat van 15.398 euro. Aangezien de organisatie pas in 2011 voor de eerste keer een subsidieaanvraag indiende en deze niet gehonoreerd werd, heeft het agentschap weinig zicht op de voorbije werking op zakelijk vlak. Wat de interne controle en budgetopvolging betreft, is niet duidelijk of de Raad van Bestuur hier een rol in speelt. Er wordt enkel vermeld dat de inkomsten en uitgaven door de bestuurders van de vzw zelf worden beheerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De langetermijnvisie uit zich in het streven om de aangesloten ensembles te ondersteunen in de opbouw van hun carrière, onder meer in het buitenland. Bookman wil een evenwicht vinden tussen de begeleiding als persoonlijke manager en de zakelijke begeleiding. Tegen eind 2014 wil Bookman vijf huisensembles geëngageerd hebben die zowel in Vlaanderen als internationaal actief zijn. Daarbij moet worden opgemerkt dat de eventuele vijfde kandidaat nergens wordt vermeld. In het dossier worden de plannen voor de twee vaste ensembles voor de periode 20132014 meegegeven. Ook wordt vermeld dat er twee nieuwe samenwerkingen worden overwogen, concreet met de klarinetsolist Roeland Hendrikx en met het Leuvense kamerorkest Collegium Frascati. Hierover wordt echter pas een beslissing genomen in functie van de voor 2012 ingediende projectaanvraag. Bookman meldt verder dat het niet mogelijk is om al veel concrete data voor de periode 2013-2014 te geven aangezien de boekingen ten vroegste vanaf de zomer 2012 beginnen te lopen. Concreet worden er zeven data meegegeven in de planning, waaronder vier in het kader van het festival ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Kryptos Quartet.
Pagina 17 van 104
3.2
Samenwerking en netwerking
Bookman heeft in eerste instantie een vaste samenwerking met Kryptos Quartet en ClubMédieval, en overweegt ook samenwerkingen met twee andere ensembles (cfr. supra). Daarnaast wordt vermeld dat er ook coproducties zijn met andere organisaties en occasionele samenwerkingen met ensembles, maar deze worden niet gespecificeerd. Het agentschap merkt op dat er in het dossier geen samenwerkingsovereenkomsten zijn bijgesloten, waardoor het geen zicht heeft op de gemaakte afspraken. De vzw neemt deel aan relevante evenementen binnen de culturele sector, en plant een lidmaatschap van de Vlaamse Managersfederatie. Verder wil men de werking bevorderen via lidmaatschap van internationale formele netwerken zoals de International Society for Contemporary Music en Réseau Européen de Musique Ancienne, en zal men trachten een sterke band op te bouwen met l’Association Européenne des Agents Artistiques, een netwerk van agenten over heel Europa. Op educatief vlak wordt samengewerkt met Wim Geysen Producties en Stefan Van Puymbroeck, maar wat deze samenwerking precies inhoudt en wat de implicaties op financieel vlak zijn, is niet duidelijk. In functie van de promotie, reclame en marketing wil Bookman “zoveel als mogelijk met professionele partners in zee gaan”, maar specifieke namen worden niet gegeven. Hetzelfde geldt voor de structurele samenwerkingsverbanden met internationale partners. Algemeen kan worden gesteld dat er, wat samenwerking en netwerking betreft, veel plannen en actoren worden vermeld, maar dat deze nauwelijks geconcretiseerd worden. Zo vermeldt men onder meer interimkantoren, SKB’s, een communicatie- en promotiebureau, gemeenschapscentra en culturele centra, concertorganisatoren, partners in Nederland en Frankrijk, maar worden deze niet met naam genoemd. Het dossier bevat bovendien geen enkele intentieverklaring van mogelijke partners. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Gezien de aard van de werking zijn de overheadkosten van Bookman vzw vrij hoog. Tegenover de vergoedingen aan muzikanten voor een bedrag van 78.000 euro zijn de loonkosten met euro een stuk hoger. Men wil het personeelsbestand, dat bestaat uit een in 2012 nog aan te werven halftijdse administratief ondersteunende kracht, uitbreiden naar 1,5 VTE in 2013 en 2 VTE in 2014. Het agentschap merkt op dat het loon van de zakelijk leider met euro erg hoog is. Daarnaast wijst het agentschap erop dat structureel ondersteunde vzw’s volgens het decreet ook het artistieke of inhoudelijke beleid, op grond van het beleidsplan, moeten toevertrouwen aan een artistieke/inhoudelijke leiding, waarbij de persoon of de personen die deze functie uitoefenen, contractueel verbonden zijn met de organisatie. Daarbij kunnen het artistieke of inhoudelijke en het zakelijke beleid aan eenzelfde persoon worden toevertrouwd. In het dossier wordt niet aangegeven of de zakelijk leider ook de artistieke leiding zal waarnemen. Het agentschap is van mening dat de vooropgestelde uitbreiding in het personeelsbestand niet in verhouding is tot de uitbreiding van de werking. 3.4
Publieksgerichtheid
Bookman richt zich in de eerste plaats tot beroepsmuzikanten klassieke muziek. Klanten zijn concertorganisatoren, festivalorganisatoren en programmatoren, die men vooral via persoonlijk contact wil bereiken. Daarnaast worden ook zakenpartners en pers tot de doelgroep gerekend, maar net als bij de samenwerkingen worden hier geen concrete plannen of namen aan gekoppeld. De website zal in 2012 worden aangepast, waarbij een intekenmogelijkheid op de nieuwsbrief zal worden voorzien. Op de website werd vanaf september 2011 een oproep gelanceerd tot uitbreiding van het artiestenrooster, maar verdere informatie, bijvoorbeeld over het aantal reacties, wordt hierover niet gegeven.
Pagina 18 van 104
Als boekingskantoor staat Bookman in voor de promotie, reclame en marketing. Men zet in op het persoonlijk informeel netwerk via rechtstreekse contacten en de sociale media. Dit wordt evenwel niet verder geconcretiseerd. Ook de doelgroepspecifieke communicatiekanalen en het plan om de sociale online netwerken te gebruiken om de ensembles te promoten, worden niet uitgediept. Men geeft verder aan dat de tools ter ondersteuning van een actieve publiekswerking tegen 2013 op punt moeten staan, maar hoe dit dan in 2013-2014 in concrete acties vertaald zal worden, is niet duidelijk. Het dossier blijft op de vlakte wat communicatie en promotie betreft en weet bijgevolg niet te overtuigen. Het agentschap waardeert evenwel het streven om het publiek ook actief te betrekken via een “meet&greet” en de aandacht voor mogelijke nabesprekingen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier geeft over dit aspect geen informatie. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake. 3.6
Realisme groeipad
Het agentschap is van mening dat het vooropgestelde groeipad niet realistisch is. Ten eerste betreft het hier een organisatie waarvan de toekomstige werking nog in de steigers staat. De algemene lijnen worden nog te weinig gestaafd met concrete gegevens en plannen, zoals namen van de actoren waarmee men wil samenwerken op vlak van bijvoorbeeld promotie en coproducties, of acties om de publiekswerving voor de ensembles te maximaliseren. Het beleidsplan bevat teveel voorwaardelijke elementen en vraagtekens, onder meer over de huisvesting en de toekomstige samenwerkingen met andere ensembles. Bovendien merkt het agentschap op dat de inkomsten niet toenemen in verhouding tot de verhoging van de kosten. De inkomsten en uitgaven van Bookman bedroegen in 2010 respectievelijk 76.185 euro en 78.823 euro. Voor 2013 wordt 250.000 euro vooropgesteld, terwijl er maar één ensemble bijkomt. De inkomstenstructuur is bovendien weinig divers, de eigen inkomsten bestaan enkel uit uitkoopsommen. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begrote inkomsten en uitgaven worden voldoende toegelicht. Het agentschap heeft echter een aantal bedenkingen bij de congruentie van het artistieke en zakelijke beleidsplan, en concreet bij de financiële consequenties hiervan. Bookman streeft ernaar om in 2013 één bijkomend ensemble te engageren. Tegen eind 2014 wil de organisatie met vijf ensembles samenwerken. In de begroting van 2014 die als bijlage bij het dossier is gevoegd, is er echter maar sprake van vier ensembles. Het agentschap is van mening dat de inkomsten niet in verhouding staan tot de werking van Bookman. Bij de uitkoopsommen worden overigens inkomsten uit de samenwerking met diverse artiesten begroot, maar dit kan niet worden gekoppeld aan het inhoudelijke beleidsplan. Verder is er een festival gepland ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Kryptos Quartet, maar hoe zich dit financieel vertaalt zowel op het vlak van inkomsten als uitgaven, kan niet worden achterhaald. In het inhoudelijke beleidsplan wordt vermeld dat de ensembles een management- en boekingsfee betalen conform de gangbare commissiepercentages in de muzieksector maar deze zijn niet terug te vinden in de begroting. Ook samenwerkingen en coproducties blijken geen enkele weerslag te hebben op het vlak van inkomsten. Ten slotte is het agentschap van mening dat een aantal kosten ruim begroot is: de verplaatsings- en verblijfskosten zijn met 22.054,00 euro zeer hoog. Ook de communicatie- en representatiekosten zijn niet gering. Omgekeerd wordt er voor de promotie slechts een bedrag van 3900 euro voorzien, terwijl dit toch een belangrijk onderdeel van de werking van Bookman als managementbureau is.
Pagina 19 van 104
3.8
Haalbaarheid
Het agentschap is van mening dat de vooropgestelde werking op zich haalbaar is met minder middelen. Als gevolg van het ontbreken van een zicht op de voorbije werking alsook van het te grote aantal onbekende factoren naar de toekomst toe, heeft het echter zijn twijfels bij de slaagkansen van het ingediende beleidsplan. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Bookman vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, concreet die van de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Bookman vzw verwijst naar een lijst van gerealiseerde activiteiten om een beter zicht te krijgen op de werking van de vzw. Het agentschap wijst erop dat een dergelijke lijst niet volstaat om zich een beeld te kunnen vormen van de voorbije zakelijke, organisatorische en financiële werking. De rol van de Raad van Bestuur wordt verduidelijkt. Mogelijke kandidaten die in aanmerking komen als vijfde ensemble, worden ook in de reactie niet genoemd. Verder blijkt dat Bookman één coproductie op het oog heeft. Mogelijke implicaties van de samenwerking met Wim Geysen Productions worden “met de eerstvolgende begrotingswijziging verwerkt”. Bookman argumenteert dat het ontbreken van intentieverklaringen niets zegt over de bereidheid van organisatoren om met de vzw samen te werken, en dat deze bereidheid wordt gestaafd door de lijst van gerealiseerde activiteiten. Het agentschap merkt op dat het deze bereidheid, zeker bij een organisatie waarvan de toekomstige werking nog in de steigers staat, niet als vanzelfsprekend kan aannemen zonder dat tegenover de inhoudelijke plannen ook elementen worden gesteld die toelaten om deze te toetsen op hun realisme. Voor de artistieke leiding wil Bookman een extra bestuurder voor de Raad van Bestuur aantrekken. Het agentschap herhaalt zijn verwijzing naar de richtlijnen die hierover decretaal bepaald zijn zoals meegegeven in het preadvies. Bookman geeft mee dat 23 ensembles gereageerd hebben op de oproep naar de ensembles toe. Bookman stelt dat de diverse artiesten in de begroting verwijzen naar het vijfde ensemble. Het agentschap wijst erop dat in diezelfde begroting het volgende wordt vermeld: “Onder divers verstaan we een 5-tal concerten van de meest uiteenlopende artiesten”. Wat de commissiepercentages betreft, wijst Bookman er terecht op dat deze in de bijlagen bij het dossier vermeld werden. Het blijft evenwel onduidelijk hoe de totale commissie van 20.200 euro (op een bedrag van 115.000 euro aan uitkoopsommen) in de begroting verwerkt is. Aan inkomstenzijde zijn de volledige uitkoopsommen ingecalculeerd, maar waar deze dan aan kostenzijde terug te vinden zijn, is niet duidelijk. Het agentschap vindt in de reactie van Bookman vzw geen argumenten die nopen tot een wijziging van het advies.
Pagina 20 van 104
6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 21 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-003
Organisatie:
NMT Productions
Gevraagd bedrag:
100.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
NMT werd aanvankelijk opgericht om de activiteiten van het audiovisuele collectief Noisemaker's Fifes te ondersteunen. In 2006 werden de activiteiten omgevormd tot het promoten van experimentele muziek via concerten en opnames op cd en vinyl (op het eigen label Metaphon). 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De organisatie heeft twee pijlers voor de toekomst: het uitbouwen van het label Metaphon en het ondersteunen op zakelijk, organisatorisch en financieel vlak van de activiteiten van de eigen leden. De organisatie voert gesprekken met IPEM om in 2013 drie boxen uit te brengen met werk van Goeyvaerts, Goethals en De Meester, en een compilatie-cd 50 jaar IPEM. De Beoordelingscommissie Muziek vindt het goed om een aantal zaken van IPEM te ontsluiten, maar merkt ook op dat lang niet alles van goede artistieke kwaliteit is. Voor 2014 wordt er eveneens een achttal concerten gepland, naast een viertal opnames. De commissie stelt vast dat een groot deel van de geplande werking om de opnames draait en is dan ook van oordeel dat opnameprojecten hiervoor meer aangewezen zijn dan een structurele omkadering. De commissie is van oordeel dat de organisatie naar partners zou moeten zoeken om de verschillende deelwerkingen te ondersteunen. 1.3
Profilering en positionering
Er zijn in Vlaanderen al enkele labels waarop sporadisch experimentele muziek wordt uitgebracht, maar Metaphon doet dit consequent en neemt hierdoor een vrij unieke plaats in. Als organisatie heeft NMT Productions een veel minder duidelijk profiel. 1.4
Langetermijnvisie
De commissie stelt vast dat een langetermijnvisie ontbreekt. De organisatie lijkt zich met haar diverse projecten op verschillende vlakken te willen profileren, zonder een echt duidelijke richting te nemen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Voor wat het label betreft kunnen de uitgaven een uitstraling op Vlaams tot internationaal niveau hebben. De commissie twijfelt er echter aan of NMT Productions voldoende onderlegd is om een internationale distributie op het touw te zetten. Ook op dit vlak zou de organisatie samenwerking moeten zoeken met relevante partners.
Pagina 22 van 104
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Het ontsluiten van muziek uit vergeten archieven, is een verdienstelijke zaak en een meerwaarde voor de regio en zijn, soms vergeten, componisten. De commissie merkt hier echter bij op dat in deze digitale tijden cd's of lp's niet noodzakelijk de beste manier hiervoor is. Er zijn immers andere manieren om archieven te ontsluiten. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk of sociaal belang is gering. 1.8
Samenwerking en netwerking
De commissie stelt vast dat het dossier weinig vermeldt over samenwerking en netwerking. Ze is echter van oordeel dat de organisatie nood heeft aan goede samenwerkingen om zo haar diverse projecten te kunnen onderbouwen. 1.9
Publieksgerichtheid
De commissie stelt vast dat de organisatie niet publieksgericht is. Zo is de website al lang niet meer bijgewerkt en staan er geen plannen op. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt een hoge subsidie aan, hoofdzakelijk om te professionaliseren. De commissie stelt vast dat het dossier vooral ingaat op de werking van het label, waarvoor een structurele omkadering niet prioritair is. De overige activiteiten worden nauwelijks uitgewerkt en zijn te beperkt om voor een meerjarige subsidie in aanmerking te worden genomen. De organisatie zou hiervoor aansluiting moeten zoeken bij partners die deze activiteiten kunnen ondersteunen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies.
Pagina 23 van 104
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 24 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-003
Organisatie:
NMT Productions vzw
Gevraagd bedrag:
100.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
NMT Productions vzw ontving voor de periode 2007-2009 een meerjarige ondersteuning voor de werking als concertorganisatie, concreet een subsidiebedrag van 50.000 euro. Oorspronkelijk werd de meerjarige ondersteuning aangevraagd voor de werking van Noise-Maker’s Fifes, maar als gevolg van het overlijden van de bezieler van de organisatie werd deze hervormd tot NMT Productions en legde ze een nieuw artistiek plan voor. De organisatie besliste om voor de periode 2010-2012 geen nieuwe aanvraag voor een meerjarige ondersteuning in te dienen omdat de ervaring leerde dat een al te strikt professioneel kader de dynamiek en flexibiliteit van de werking in de weg stond. Men opteerde ervoor om via projectsubsidies te werken omdat dit de organisatie en haar leden de nodige vrijheid zou geven. NMT Productions diende recent een aanvraag in voor een opnameproject in 2012, die echter onontvankelijk werd verklaard vanwege de laattijdigheid. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Bij het nazicht van de werking van 2009 stelde het agentschap vast dat de focus van NMT Productions verschoof van concertorganisatie naar werkplaats voor de eigen projecten van de leden/muzikanten. 2009 werd door de organisatie beschouwd als een overgangsjaar naar 2010, waarin de activiteiten van de organisatie zich volledig op het eigen werk van de leden zouden richten en de werking financieel zelfbedruipend moest worden. De inhoudelijke activiteiten van de vzw waren een stuk geringer dan oorspronkelijk gepland, wat resulteerde in minder inkomsten en uitgaven. NMT Productions legt zich voortaan toe op het promoten van experimentele en moeilijkere muziek door enkele kunstenaars zakelijk te begeleiden, door buitenlandse experimentele musici in contact te brengen met Belgische podia, en door historische opnames en composities van Belgische componisten te restaureren. Het agentschap heeft weinig zicht op de recente zakelijke werking van de vzw aangezien enkel een balans per 31 december 2009 bij het dossier is gevoegd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het inhoudelijke beleidsplan steunt op twee doelstellingen, ten eerste het uitbouwen van het platenlabel METAPHON en ten tweede het verder ontwikkelen van de ondersteuning van de leden en hun muzikale projecten op zakelijk, organisatorisch en financieel vlak. Het eerste luik van de werking wordt vrij concreet ingevuld op termijn – men wil in samenwerking met IPEM (cfr. infra) een aantal historische opnames voor het eerst uitbrengen – maar het tweede luik komt in het dossier nauwelijks aan bod. Als activiteiten van de aangesloten leden worden enkel 4 concerten van ONDE en 4 concerten van AF USRIN vermeld. Welke rol NMT Productions hierin speelt, is niet duidelijk. Ook wordt de doelstelling om de verkoop en distributie van de platen van deze
Pagina 25 van 104
groepen in 2013-2014 te stimuleren, niet nader toegelicht. Het project van IN CAMERA ten slotte, wordt evenmin verder geconcretiseerd. 3.2
Samenwerking en netwerking
NMT Productions zal meewerken aan een groter project samen met het Instituut voor Psycho-akoestische en Elektronische Muziek (IPEM), dat verbonden is aan de UGent. De vzw zal een aantal historische opnames voor het eerst uitbrengen op cd en lp, en daarnaast een uitgave realiseren in het kader van het 50-jarig bestaan van IPEM. De vermelde intentieverklaring werd niet bij het dossier gevoegd, waardoor het agentschap geen zicht heeft op de gemaakte afspraken. In de begroting zijn aan inkomstenzijde in elk geval geen inkomsten voorzien uit deze samenwerking, die dus geen financiële implicaties lijkt te hebben. In het dossier wordt meegedeeld dat men contacten zou willen leggen met gelijkgestemden zoals Logos, maar wordt meteen ook meegegeven dat gesprekken nog moeten worden opgestart. Met Les Ateliers Claus wil men concerten in coproductie organiseren, maar om welke of om hoeveel concerten het gaat, wordt niet vermeld. Op basis van de schaarse informatie in het dossier – de rubriek “samenwerking en netwerking met andere organisaties” werd niet ingevuld - kan het agentschap enkel concluderen dat dit luik van de werking onvoldoende ontwikkeld is. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er wordt een personeelsuitbreiding voorzien, maar het aantal voltijdse equivalenten kan niet worden achterhaald. Momenteel werkt NMT Productions met twee onbezoldigde medewerkers, concreet Greg Jacobs, die de zakelijke en artistieke leiding waarneemt, en Timo Van Luyck, die mee de artistieke leiding waarneemt. De eerste zal voor 0,4 VTE in dienst worden genomen en voor 0,6 VTE worden bijgestaan door een administratieve kracht. De overige drie vaste medewerkers worden interim vergoed. Er wordt niet aangegeven hoeveel uren de medewerkers in kwestie zullen presteren. Het agentschap heeft dan ook geen zicht op het totale arbeidsvolume. 3.4
Publieksgerichtheid
NMT Productions geeft aan dat het platenlabel METAPHON internationaal reeds op grote belangstelling kon rekenen – de grootste afzetmarkten zijn de Verenigde Staten en Japan – maar hier wordt niet verder op ingegaan. De uitgaves verschijnen in kleine oplages van maximaal 1000 exemplaren. De artiesten die door NMT Productions worden ondersteund zijn Timo Van Luyk (AF URSIN en ONDE) en Marc Wroblewski (ONDE). Het dossier bevat voor de periode 20132014 nauwelijks informatie over de manier waarop deze door de vzw zullen worden ondersteund, onder meer wat promotie en communicatie betreft. Bij uitbreiding bevat het dossier geen informatie over promotie en communicatie van de algemene werking van NMT Productions, via bijvoorbeeld onder meer website, sociale media, nieuwsbrieven, enzovoort. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier geeft over dit aspect geen informatie. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake.
Pagina 26 van 104
3.6
Realisme groeipad
Het agentschap is van mening dat het vooropgestelde groeipad niet realistisch is. De werking van NMT Productions is onvoldoende solide om voor een meerjarige ondersteuning in aanmerking te komen. Dit blijkt ook uit het dossier, dat op zakelijk vlak onvoldoende onderbouwd is. Over budgetopvolging en interne controle wordt geen informatie gegeven. Over de beperkte Raad van Bestuur wordt enkel vermeld dat men nieuwe leden bij het bestuur wil betrekken, eventueel een “aantal mensen uit de culturele wereld (…) die zelf in een breed netwerk zitten”. De eigen inkomsten van NMT Productions zijn in grote mate het resultaat van de verkoop van cd’s en lp’s. Voor 2013 wordt 80.000 euro aan inkomsten hieruit begroot, t.o.v. een totaalbedrag aan inkomsten van 182.400 euro, dus ca. 43%. In 2009 bedroegen de totale uitgaven en inkomsten respectievelijk 44.348,27 euro en 66.354,90 euro. De eigen inkomsten bedroegen 14.826,72 euro of 22% van de totale inkomsten. Het agentschap is dan ook van mening dat de eigen inkomsten in vergelijking tot de eerdere werking zeer hoog zijn ingeschat. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
NMT Productions diende een uiterst summier inhoudelijk en zakelijk beleidsplan in, waarbij voor meerdere rubrieken geen informatie wordt gegeven, en de toelichting in de rubrieken die wel besproken worden zeer algemeen en beknopt is. De werkingssubsidie wordt in hoofdzaak aangevraagd in het kader van het samenwerkingsproject met IPEM, dat extra middelen en personeel vergt. De ingediende begroting is onduidelijk, ze kan vanwege de te beknopte toelichting onvoldoende kan worden gelinkt aan het inhoudelijke beleidsplan. Ten eerste is de samenstelling van de vergoedingen niet duidelijk. Voor de vaste medewerkers worden geen cao en barema’s gegeven, zodat de basis voor de berekening niet kan worden geverifieerd. De zakelijke leider wordt vermeld bij personeel in loondienst, maar in het dossier wordt aangegeven dat hij wordt vergoed op zelfstandige basis. De bedragen die in het tabblad “personeel (loondienst)” zijn begroot, kunnen niet worden gelinkt aan de bedragen die in de resultatenrekening terug te vinden zijn. Aangezien er bovendien 2 jaar als prestatie wordt vooropgesteld, is het niet duidelijk of het hier bedragen voor enkel 2013 dan wel voor de volledige periode betreft. Ook de samenstelling van de vergoeding voor het personeel niet in loondienst kan niet worden achterhaald. Het agentschap heeft overigens bedenkingen bij het feit dat de artistieke leiding wordt waargenomen door één van de ondersteunde kunstenaars. De productiekosten voor het restaureren en uitgeven van de bandopnames bedragen 93.000 euro. Dit bedrag wordt niet verder uitgesplitst of gespecificeerd. Aan inkomstenzijde ten slotte wordt 2400 euro voorzien aan uitkoopsommen voor 8 concerten, waarvan 1600 euro aan uitkoopsommen voor concerten in het buitenland. Dit kan niet worden gelinkt aan het inhoudelijke beleidsplan. Er worden geen inkomsten voorzien uit fees van de ondersteunde kunstenaars voor geleverde prestaties. Het agentschap merkt op dat, behalve de uitkoopsommen voor de concerten, de inkomsten en uitgaven niet kunnen worden gerelateerd aan de werking van NMT Productions als werkplaats. Op dit aspect van de werking wordt in het dossier ook nauwelijks ingegaan. Het agentschap betwijfelt dan ook dat de werking van de organisatie als die van een werkplaats kan worden gecategoriseerd. 3.8
Haalbaarheid
Gelet op het onvoldoende onderbouwde inhoudelijk en zakelijke beleidsplan is het agentschap van mening dat de realisatie ervan niet haalbaar is.
Pagina 27 van 104
3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Voor haar werking als werkplaats kan NMT Productions in aanmerking komen voor een meerjarige ondersteuning in het kader van het Kunstendecreet. Het agentschap betwijfelt echter dat de werking van de organisatie als dusdanig kan worden bestempeld (cfr. supra). 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
NMT Productions maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een reactie in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 28 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-004
Organisatie:
Wolx
Gevraagd bedrag:
52.500,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Wolx is een alternatief managementbureau dat ontstond uit het vroegere Supersonic Spectacular. Het wordt geleid door Filip Van De Craen en werkt momenteel voor negen bands: Balthazar, Douglas Firs, Lalalover, Man On Munro, Neeka, Paper Fox, Tiger Lili, Tommigun en Venus In Flames. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Wolx een gevarieerd roster heeft, zowel qua stijlen als qua evenwicht tussen gekende en prille artiesten. Wolx geeft per artiest een duidelijke beschrijving van het parcours dat het de komende jaren wil afleggen. De commissie herhaalde in vorige adviezen meermaals dat de onduidelijke verwevenheid tussen Wolx en Quiet Concerts moest worden uitgeklaard. Hoewel de bands zelf nog steeds Quiet Concerts als management vermelden, is de website www.wolx.be ondertussen ook actief. Veel informatie is er nog niet te vinden, maar er is wel een link naar alle artiesten en de mogelijkheid om Wolx te contacteren, waardoor het nu duidelijk is dat de bovenvermelde artiesten gemanaged worden door Wolx en geboekt door Quiet Concerts. Alle artiesten van Wolx zitten dan ook in het roster van Quiet Concerts, dat evenwel uitgebreider is dan dat van Wolx. 1.3
Profilering en positionering
Wolx is een alternatief managementbureau dat brede publieken wil aanspreken, op artistiek vlak duurzame kwaliteit nastreeft en artiesten in een vroeg stadium oppikt om hen tijdens hun verdere carrière te begeleiden. De commissie is van oordeel dat Wolx goed werk levert op dit terrein. 1.4
Langetermijnvisie
Wolx geeft in zijn dossiers telkens blijk van een doordachte aanpak voor elke artiest. In die zin is een langetermijnvisie voor elke band zeker aanwezig. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De uitstraling van een managementbureau is ondergeschikt aan de uitstraling van de groepen en muzikanten waarvoor het werkt. Toch bereikt Wolx met zijn mix van bands een uitstraling in heel Vlaanderen. Voor sommige groepen is er ook een groeiend internationaal verhaal, in de eerste plaats Nederland, maar waar mogelijk ook verder.
Pagina 29 van 104
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van het initiatief voor de regio is vergelijkbaar met de andere managementbureaus. De artiesten treden op in heel diverse plekken. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Dank zij een alternatief managementbureau krijgen nichegroepen en kwetsbare artiesten toch de kans om te groeien naar een professioneel parcours. 1.8
Samenwerking en netwerking
Wolx heeft heel wat samenwerkingen, zowel in Vlaanderen als in het buitenland. De organisatie noemt in het dossier een aantal mogelijke pistes om meer structurele samenwerkingen met andere managementkantoren, tourmanagers, firma's voor toursupport en platenfirma's uit te bouwen. 1.9
Publieksgerichtheid
Wolx kiest niet uitsluitend voor bekende namen, maar doet wel het nodige om ook beginnende artiesten aan een breed publiek voor te stellen. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Met de waaier van bands heeft de organisatie een zekere artistieke diversiteit. Er is echter geen aandacht voor interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie wil een extra manager aanwerven op freelancebasis. Ook de oorspronkelijke manager werkt op freelancebasis. Wolx wil in de periode 2013-2014 groeien tot twee voltijdse equivalenten. De commissie kan hier deels in meegaan. Omwille van de artistieke kwaliteit van het managementbureau, gaat de commissie akkoord met een subsidiëring van de organisatie. Ze blijft wel benadrukken dat Wolx verder moet werken aan een heldere scheiding tussen Wolx en Quiet Concerts en dat niet alleen in de dossiers, maar ook op hun sites, bij de artiesten,… De geest van het Kunstendecreet is duidelijk: het kan niet de bedoeling zijn dat een profitorganisatie als Quiet Concerts ondersteuning krijgt met subsidiegelden. De scheiding moet duidelijk zijn. Subsidiëring van Wolx dient enkel voor het management van de kwetsbare artiesten in zijn roster. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 30 van 104
3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de relatie tussen Wolx en Quiet Concerts, de website en de interculturaliteit. De commissie geeft mee dat de relatie tussen Wolx en Quiet Concerts duidelijker is dan vroeger maar stelt vast dat de organisatie een vreemde kringredenering gebruikt wanneer ze stelt dat ze de naam Quiet Concerts gebruikt omdat de naam Wolx niet bekend is. Wanneer de organisatie, Wolx, zich niet als dusdanig profileert, zal ze uiteraard nooit bekend worden in het brede veld, wat jammer is. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 31 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-004
Organisatie:
Wolx vzw
Gevraagd bedrag:
52.500,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Wolx vzw ontstond uit de werking van Supersonic Spectacular, dat van 2007 tot 2009 een aantal keren een projectsubsidie ontving voor de ondersteuning van 7 bands/artiesten. Omdat één van de managers in 2009 besliste om te stoppen, richtte Filippe Van de Craen de vzw Wolx op om de bands in kwestie verder te ondersteunen. Ook deze vzw ontving reeds een aantal keren een projectsubsidie, concreet een bedrag van 10.000 euro voor de werking van de tweede jaarhelft van 2010, een van 15.000 euro voor de werking in de eerste jaarhelft van 2011, en een van 13.000 euro voor de werking in de tweede jaarhelft van 2011. Voor de werking in de eerste jaarhelft van 2012 diende de vzw een projectaanvraag in van 18.000 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Wolx vzw werkt als professioneel managementkantoor binnen de popmuziek samen met de volgende 9 bands/artiesten: Balthazar, Douglas Firs, Lalalover, Man on Munro, Neeka, Paper Fox, Tiger Lili, Tommigun en Venus in Flames. Dat zijn 3 bands meer – Lalalover, Neeka en Venus in Flames - dan diegene die in de eerste jaarhelft van 2012 ondersteund zullen worden. Het dossier bevat hierover geen verdere toelichting. Wel werd in de projectaanvraag voor 2012 meegedeeld dat de samenwerking met Lalalover en Neeka herbekeken zou worden. Het agentschap heeft weinig zicht op de financiële situatie van de vzw aangezien het dossier enkel de resultatenrekening van het project voor werking van de tweede jaarhelft 2010 bevat. Een balans of overzicht van de volledige werking 2010 werd niet bijgevoegd. Het project werd afgesloten met een lichte winst van 21,50 euro. De totale inkomsten bedroegen 18.212 euro, ongeveer de helft van de oorspronkelijk begrote 35.375 euro, dit niettegenstaande de toegekende subsidie met 10.000 euro slechts 5000 euro lager lag dan het gevraagde bedrag. De daling in inkomsten was onder meer te wijten aan het feit dat de uitkoopsommen een stuk lager uitvielen dan oorspronkelijk voorzien. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Wolx wil zich in de toekomst toeleggen op haar kerntaak, concreet de pure werking als management van artiesten, daar waar sommige andere kantoren zich ook focussen op bijvoorbeeld het organiseren van optredens en/of (showcase)festivals. Het dossier bevat per band/artiest een concrete planning voor de periode 2012, waarvan de werking en consequenties dan worden doorgetrokken naar de periode 2013-2014. Het agentschap merkt op dat ook de ondersteuning die Wolx biedt zich vooral lijkt toe te spitsen op optredens, en daarnaast op albumreleases. Bij de verdere ontwikkeling van de organisatie worden opleiding en een internationale werking aangeduid als hoofdprioriteiten. Op termijn wil men verder nagaan of er meer structurele samenwerkingen mogelijk zijn. Dit wordt echter niet geconcretiseerd (cfr. infra).
Pagina 32 van 104
Op zakelijk vlak streeft Wolx ernaar de organisatie op middellange termijn uit te bouwen tot een “stabiele, economische zelfstandige onderneming binnen de sector van de cultuurindustrie”. Het agentschap merkt op dat dit niet helemaal strookt met één van de vijf kwantitatieve doelstellingen, i.e. het vooropstellen van een inkomstenstructuur die voor – weliswaar maximaal - 50% uit subsidies bestaat. 3.2
Samenwerking en netwerking
Wolx werkt in de eerste plaats samen met de negen bands/artiesten die door de organisatie worden ondersteund. Het dossier bevat geen samenwerkingsovereenkomsten, zodat het agentschap geen zicht heeft op de afspraken die met deze bands/artiesten gemaakt zijn. Het ontwikkelen van de internationale werking wordt als een hoofdprioriteit bestempeld, concreet door aanwezig te zijn op de belangrijkste showcasefestivals in Europa en te investeren in overleg met buitenlandse partners. Men wil werk maken van coproducties en/of officiële samenwerkingen, onder meer met andere managementkantoren, tourmanagers, firma’s die toursupport verzorgen, en platenfirma’s. Het dossier bevat een opsomming van spelers in de muziekwereld binnen en buiten Vlaanderen waarmee Wolx goede contacten heeft opgebouwd. Het agentschap merkt evenwel op dat er nog geen concrete samenwerkingen en/of coproducties worden vooropgesteld voor de periode 2013-2014. Het dossier bevat ook geen geloofsbrieven van partners waarmee de organisatie reeds heeft samengewerkt of in de toekomst eventueel zal samenwerken. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Het overgrote deel van de voorziene uitgaven zijn overheadkosten. Hoewel een grote overheadkost eigen is aan de werking van een werkplaats, heeft het agentschap hierbij een aantal bedenkingen. Voor de huur wordt een bedrag van 9000 euro vooropgesteld. In 2010 bedroegen de kosten voor huur voor zes maanden 1200 euro. In het dossier wordt geen afdoende verklaring gegeven voor de stijging in kwestie. Men opteert ervoor om een kantoor te huren, maar dit wordt niet geconcretiseerd. Daarnaast valt op dat er in de begroting geen vergoedingen voor de artiesten voorzien zijn. De artiesten betalen een managementfee van 15% aan Wolx. De wijze waarop zij zelf worden vergoed, wordt echter niet nader toegelicht. De vergoeding van de twee voltijdse medewerkers neemt met euro op een totaal van 115.000 euro de grootste hap uit het budget. Men wil het arbeidsvolume geleidelijk uitbreiden van 1 VTE in 2012 naar 2 VTE in 2013. Hoewel de medewerkers in de Excelbijlage onder personeel in loondienst gecategoriseerd zijn, blijken beide op zelfstandige basis te werken. Hoewel het dossier een inschatting van het arbeidsvolume per facet van de werking bevat, wordt in het dossier geen duidelijke taakverdeling meegegeven. Ook is nog niet bekend wie de zakelijke en wie de artistieke leiding op zich zal nemen. 3.4
Publieksgerichtheid
Wolx wil “groepen vertegenwoordigen die een breed publiek aanspreken gaande van tieners tot 50-plussers, van festivalbezoekers tot fervente bezoekers van culturele centra, van luisteraars van Radio 2 tot StuBru”. Het kiest ervoor om te werken met artiesten die “duurzame” kwaliteit brengen. Doorgaans begint Wolx te werken met artiesten in een zeer vroeg stadium en streeft de organisatie ernaar om hen tijdens hun hele carrière te begeleiden. Het agentschap stelt vast dat het dossier geen informatie bevat over de manier waarop men de werking van de ondersteunde bands/artiesten wil communiceren en promoten naar de doelgroep.
Pagina 33 van 104
3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier geeft over dit aspect geen informatie. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake. 3.6
Realisme groeipad
Wolx streeft naar een gezond evenwicht tussen de inkomsten uit managementtaken en inkomsten uit subsidies (50/50) door op zoek te gaan naar nieuwe inkomsten 1\ door het diversificatie van zowel managementkantoor als artiesten, 2\ uit samenwerkingen 3\ uit sponsoring en 4\ uit nieuwe subsidies. In 2010 bedroegen de inkomsten voor de tweede jaarhelft 18.212 euro en werden er 4 bands/artiesten administratief ondersteund en 3 bands/artiesten adviserend. Voor 2013 worden inkomsten voor een bedrag van 115.000 euro voorzien bij een ondersteuning van 9 bands/artiesten. De verhouding aan inkomsten uit subsidies blijft min of meer gelijk. Het agentschap acht het vooropgestelde groeipad niet realistisch rekening houdend met de voorbije werking – onder meer de inschatting van de uitkoopsommen - en met het feit dat het zakelijke beleidsplan nog teveel onbekende factoren – onder meer op het vlak van inkomsten - bevat. Dit is allicht het gevolg van het feit dat de werking van Wolx vzw op dit ogenblik nog vrij pril is. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Hoewel de verschillende posten van de begroting worden toegelicht, heeft het agentschap een aantal bedenkingen bij de voorziene uitgaven en inkomsten. Aan kostenzijde kan het bedrag voor de huur niet worden gelinkt aan inhoudelijke concretisering. De verplaatsings- en verblijfskosten voor het buitenland zijn met 8000 euro niet gering, en worden niet gespecificeerd. Daarnaast worden er bovendien nog 2000 euro aan internationale subsidies voorzien. Het agentschap wijst erop dat dat er bij toekenning van een meerjarige werkingssubsidie geen bijkomende internationale subsidies kunnen worden aangevraagd voor reis-, verblijfs- en transportkosten als niet duidelijk is waar de verplaatsings- en verblijfskosten in de voorliggende aanvraag op slaan. Aan inkomstenzijde wordt een subsidie van 1000 euro van buitenlandse overheden ingecalculeerd, maar dit wordt niet nader verklaard. De inkomsten uit samenwerkingen voor een bedrag van 5000 euro, kunnen niet worden gelinkt aan het inhoudelijke beleidsplan. Ten slotte wordt ook de sponsoring voor een bedrag van 2650 euro niet verder gespecificeerd. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige werking van Wolx vzw en als gevolg van het zakelijk onvoldoende onderbouwde beleidsplan, heeft het agentschap zijn twijfels bij de haalbaarheid van de vooropgestelde werking. Het dossier bevat overigens geen informatie over de manier waarop er op zakelijk vlak aan interne controle wordt gedaan. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Voor haar werking als werkplaats kan Wolx vzw in aanmerking komen voor een meerjarige ondersteuning binnen het Kunstendecreet.
Pagina 34 van 104
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Het agentschap stelt vast dat Wolx vzw in haar reactie voldoende verduidelijking geeft en deze ook met de nodige argumenten staaft. Wel merkt het agentschap op dat de artistieke leiding, die volgens de informatie in de reactie zal worden verdeeld over 2 personen, conform de bepalingen van het decreet moet worden toevertrouwd aan een persoon die contractueel verbonden is met de organisatie. Dat kan dezelfde persoon zijn als diegene die de zakelijke leiding waarneemt. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 35 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-005
Organisatie:
Zephyrus Music
Gevraagd bedrag:
142.773,14 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Zephyrus werd opgericht in 2004 en managede aanvankelijk enkele wereldmuziekgroepen rond Michael De Schryver. Dit evolueerde tot vijf groepen die de organisatie vanaf 2013 wil begeleiden: Va Fan Fahre, Hijaz, Myrddyn, El Sur en Maguaré. Sinds begin 2012 werd de werking van Zephyrus opgesplitst in twee vzw's: Zephyrus en Zephyrus Music. De subsidie wordt aangevraagd door de laatste. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek is van oordeel dat Zephyrus goed werk levert als managementkantoor. De vijf groepen worden op een goede manier begeleid en gemanaged. In de komende periode lijken de activiteiten zich hoofdzakelijk rond cdreleases te concentreren. De commissie heeft wel enkele bedenkingen bij het dossier. In de eerste plaats werd het dossier slecht opgesteld, heeft Zephyrus aanpassingen aangebracht in het nochtans verplichte sjabloon, wat de helderheid niet ten goede komt. Bovendien hield de organisatie zich niet aan het maximum aantal pagina's, wat het dossier evenmin ten goede komt. De commissie geeft mee dat bij een eventuele repliek de organisatie zich aan de vastgelegde richtlijnen moet houden. Verder vindt de commissie de opsplitsing in twee vzw's volstrekt onnodig. Dit creëert immers onduidelijkheid over de geldstromen, bijvoorbeeld over de groepen die niet in dit dossier zijn opgenomen. Het kan niet de bedoeling zijn dat winstgevende activiteiten in de ene vzw worden gestopt en verlieslatende in de andere, gesubsidieerde, vzw. Bovendien is er ook onduidelijkheid over de verdeling van de vte's over de twee vzw's en kan niet worden nagegaan wie er voor welk deel voor welke organisatie werkt. Het is belangrijk dat de geldstromen bekend zijn van de volledige organisatie (zijnde de twee vzw's) en niet van slechts een onderdeel. Op de website staan alle groepen en personeelsleden trouwens ook door elkaar vermeld, terwijl in het dossier slechts een deel wordt opgenomen. Tot slot stelt de commissie vast dat de werking van Zephyrus zich concentreert rond een beperkt aantal groepen die bovendien onderling sterk verbonden zijn door dezelfde mensen. De commissie waarschuwt de organisatie om er aandacht aan te besteden dat de werking wordt opengetrokken naar meer dan vrienden en familie, zelfs al gaat het om een kwaliteitsvolle werking. 1.3
Profilering en positionering
Zephyrus is een van de weinige managementbureaus die actief is in de wereldmuziek en neemt op die manier een unieke plaats in het Vlaamse muzieklandschap in.
Pagina 36 van 104
1.4
Langetermijnvisie
De langetermijnvisie is eerder beperkt. Ondanks de heel ruime beschrijving bij elke groep, wordt er op inhoudelijk vlak weinig gezegd over de richting waar Zephyrus met de groepen naartoe wil gaan. Het gaat immers hoofdzakelijk over verwezenlijkingen uit het verleden en hoogstens een beperkt aantal plannen voor 2012 of 2013, maar dat zijn meestal enkel cd-opnames. De commissie is van oordeel dat de organisatie hier wat visie mist. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De meeste van de groepen hebben een uitstraling over heel Vlaanderen. Sommige hebben ook een internationale uitstraling. Zephyrus geeft aan te werken rond de internationalisering van de groepen, wat vooral zijn vruchten afwerpt voor Va Fan Fahre. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van het initiatief voor de regio is vergelijkbaar managementbureaus. De artiesten treden op in heel diverse plekken. 1.7
met
andere
Maatschappelijk of sociaal belang
Dank zij een alternatief managementbureau krijgen nichegroepen en kwetsbare artiesten toch de kans om te groeien naar een professioneel parcours. Zephyrus doet dit binnen het genre van de wereldmuziek. 1.8
Samenwerking en netwerking
De commissie stelt vast dat Zephyrus goede partners heeft, waaruit interessante samenwerkingen kunnen voortkomen. Belangrijkste partner hierbij is de Centrale, waarmee Zephyrus drie projecten uitwerkte. De commissie betreurt het wel dat deze projecten niet verder werden uitgewerkt in het dossier. Andere samenwerkingen kunnen eveneens interessant zijn, zoals bijvoorbeeld de Food Sessions, maar worden op een zeer wollige manier voorgesteld. De plannen voor een wereldmuziekmeeting zijn vaag. 1.9
Publieksgerichtheid
Zephyrus geeft niet aan welk publiek ze voor ogen heeft. De organisatie geeft enkel aan de gewone media te gebruiken om promotie te voeren naar cc's en gemeenschapscentra. Ze is ook aanwezig op buitenlandse beurzen. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Interculturaliteit is eigen aan de werking van Zephyrus door het werken met wereldmuziekgroepen. Toch is de beoordelingscommissie van oordeel dat de organisatie hierin verder zou moeten gaan. De organisatie geeft immers niet aan wie ze wil bereiken en heeft geen plan om culturele minderheden te bereiken.
Pagina 37 van 104
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat het dossier op zakelijk vlak slecht is opgesteld. Onder meer het personeelskader is onduidelijk. De organisatie wil in elk geval evolueren naar een personeelskader van drie voltijdse equivalenten. De commissie vindt dit buitensporig veel voor het managen van slechts vijf groepen. Ze gaat hierin dan zeker niet mee. Omwille van de artistieke kwaliteit die de organisatie levert, kan de commissie akkoord gaan met een subsidiëring, maar in geen geval voor het gevraagde bedrag. De organisatie moet immers uitgaan van een realistisch groeipad. De commissie herhaalt hierbij dat ze het absoluut noodzakelijk vindt dat Zephyrus de onduidelijke structuur met twee vzw's opheft en dit terug naar een enkele vzw brengt. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de juridische structuur, de personeelsinvulling, de artistiek-inhoudelijke visie, de netwerking, de publieksgerichtheid en enkele zakelijke elementen. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 38 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-005
Organisatie:
Zephyrus Music vzw
Gevraagd bedrag:
142.773,14 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Zephyrus Music vzw ondersteunt als managementbureau wereldmuziekgroepen- en artiesten, en bouwt aan een netwerk rond wereldmuziek. De vzw diende eerder reeds verschillende aanvragen voor subsidies in – zowel voor opnameprojecten, reis-, verblijfen transportkosten als voor muziekprojecten – maar dan onder de noemer van de vzw waaruit Zephyrus Music is ontstaan, i.e. Zephyrus vzw. Deze laatste ontving in 2009 een projectsubsidie van 33.000 euro, in 2010 een van 30.000 euro en in 2011 40.000 euro. De aanvraag voor een meerjarige subsidie 2010-2012 binnen het Kunstendecreet werd niet gehonoreerd. Voor 2012 diende de vzw Zephyrus Music een aanvraag voor een projectsubsidie in van 110.053 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Omwille van de transparantie wordt de vroegere vzw Zephyrus vanaf begin 2012 de overkoepelende vzw die instaat voor de financiën van de verschillende groepen. Op termijn streeft men naar een aparte rechtspersoon voor elke groep/artiest. De nieuwe vzw Zephyrus Music zal het management in brede zin omvatten en instaan voor de overheadkosten en loonkosten van het personeel. Voor deze rechtspersoon werd ook een nieuwe Raad van Bestuur geïnstalleerd. Het agentschap merkt hierbij op dat bepaalde leden van deze Raad van Bestuur ook de dagelijkse werking van de vzw opvolgen, wat niet ideaal is. Zephyrus vzw sloot 2010 af met een verlies van 19.012 euro. Dit werd gecompenseerd met reserves, die ondertussen echter uitgeput zijn. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Zephyrus Music vzw blijft in de periode 2013-2014 instaan voor de ondersteuning van Va Fan Fahre, Hijaz, Myrddin, El Sur en Maguaré. Het dossier bevat per artiest/groep een uitgebreide beschrijving van de toekomstplannen, waarbij vooral wordt gefocust op 2012 en 2013. Ook is een vrij concreet overzicht van de voor 2013 geplande artiesten bijgevoegd. 3.2
Samenwerking en netwerking
Naast het ondersteunen van 5 groepen/artiesten wil Zephyrus Music vzw een voortrekkersrol opnemen in de ontwikkeling van een wereldmuziekplatform. Beide doelstellingen worden gerealiseerd aan de hand van samenwerkingen op verschillende vlakken en dit zowel in het buiten- als in het binnenland. Lokaal is Zephyrus Music stevig ingebed in een netwerk, met als voornaamste partner De Centrale, maar ook ruimer maakt Zephyrus Music deel uit van een groeiend netwerk van spelers in het muzieklandschap. In het dossier worden de verschillende actoren waarmee Zephyrus Music samenwerkt en in de toekomst eventueel wil samenwerken, omstandig toegelicht.
Pagina 39 van 104
Opmerkelijk is wel dat geen van de veelvuldig genoemde samenwerkingen een financiële implicatie blijkt te hebben. Daarnaast wordt met de artiesten samengewerkt op basis van vertrouwen, wat impliceert dat er geen contracten worden opgemaakt. Bij het dossier werden overigens geen geloofsbrieven gevoegd van partners waarmee de organisatie in het verleden heeft samengewerkt en in de toekomst wil samenwerken. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De kosten bestaan nagenoeg volledig uit overhead, waarbij de personeelskosten – 137.623 euro t.o.v. een totale kost van 175.473 euro, dus 78% - de grootste hap uit het budget nemen. Men voorziet een uitbreiding van het personeelsbestand tot 3 VTE, waarbij men uitgaat van het principe van één manager per twee groepen, en één manager voor Va Fan Fahre. In het dossier wordt aangegeven dat er momenteel 2,5 VTE worden ingevuld. Het agentschap merkt op dat allicht niet correct is aangezien het personeelsbestand tot eind augustus 2011 slechts uit twee medewerkers – samen bijna een voltijds equivalent – bestond. In de aanvraag die Zephyrus Music voor 2012 indiende werd een uitbreiding naar 2,5 VTE voorzien, maar het is op dit ogenblik nog niet duidelijk in hoeverre deze uitbreiding ook daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. In het dossier worden de taken van de medewerkers opgelijst. Daarbij is echter niet duidelijk wie de artistieke leiding op zich zal nemen. Volgens de Excelbijlage zal de zakelijke leiding worden waargenomen door drie verschillende medewerkers. Hierover wordt in het dossier echter niets gezegd. Het agentschap is van mening dat Zephyrus Music vzw weliswaar nood heeft aan voldoende personeel om een efficiënte werking te verzekeren, maar dat de vooropgestelde uitbreiding van het personeelsbestand niet in verhouding is tot de werking van de organisatie, die daarenboven niet uitbreidt. 3.4
Publieksgerichtheid
Zephyrus Music vzw ziet zichzelf in een intermediaire rol tussen muzikanten enerzijds, en organisatoren en structuren anderzijds. De vzw brengt eigen platen op de markt, verzorgt de promotie en fungeert als bookingkantoor. De verschillende aspecten van de werking worden duidelijk toegelicht in het dossier. Zephyrus Music verzorgt de bookingen in de Benelux, daarbuiten wordt een beroep gedaan op buitenlandse bookingsagenten. Ook voor de distributie van de cd’s wordt een beroep gedaan op buitenlandse partners. Nieuwe cd-uitgaves worden intensief gepromoot bij lokale en internationale media. Een groot deel van de oplage wordt ook expliciet voor dit doel voorzien. Doorheen de jaren heeft Zephyrus een degelijk netwerk in de media uitgebouwd. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Zephyrus Music vzw geeft mee dat diversiteit en interculturaliteit eigen zijn aan de werking. Elke muzikant, medewerker, bestuurslid en lid van de vzw heeft een grote interesse in wereldmuziek en in de cultuur van allochtonen. Daarnaast zoeken de ondersteunde artiesten vaak naar een kruisbestuiving tussen verschillende etnische achtergronden. Ten slotte is de Mexicaanse Marcela Narvaez, die vanwege haar eigen achtergrond goed geplaatst is om artiesten met diverse achtergronden te begeleiden, in dienst bij de vzw. 3.6
Realisme groeipad
In 2010 bedroegen de kosten en opbrengsten van Zephyrus vzw respectievelijk 208.553,27 euro en 189.540,29 euro. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat sommige elementen – zoals de volledige uitkoopsommen en vergoedingen
Pagina 40 van 104
aan artiesten - van de werking, die nu over twee vzw’s is uitgesplitst, in het resultaat zijn inbegrepen. Voor de vzw Zephyrus Music vzw worden voor 2013 kosten en opbrengsten voor een bedrag van 175.473,14 euro begroot, maar zonder de kosten en opbrengsten die voortaan onder de vzw Zephyrus worden ondergebracht. De begrote inkomsten voor 2013 zijn nagenoeg identiek aan de inkomsten die in de aanvraag voor 2012 werden vooropgesteld. De geschatte inkomsten uit uitkoopsommen zijn dezelfde. Opvallend is dat de verkoop van cd’s in 2013 lager wordt ingeschat dan voor 2012. De begrote kosten voor 2012 liggen met 142.993,11 euro een stuk lager. Het voor 2013 gevraagde subsidiebedrag stijgt dus t.o.v. 2012 om de stijgende kosten te dekken. Daar worden echter geen stijgende inkomsten tegenovergesteld. Voor 2010, dat weliswaar met een deficit van ca. 19.000 euro werd afgesloten, ontving Zephyrus vzw 30.000 euro t.o.v. totale inkomsten van 184.071 euro, dus 16%. In de aanvraag voor 2012 is het percentage van de gevraagde subsidie t.o.v. de totale inkomsten al gestegen tot 76%. Voor 2013 stijgt het nog eens tot liefst 81%. Rekening houdend met de voorbije werking en het feit dat de nieuwe vzw eigenlijk pas vanaf 2012 operationeel wordt, is het agentschap dan ook van mening dat het vooropgestelde groeipad niet realistisch is. Bovendien moet de organisatie meer inspanningen leveren om de eigen inkomsten op te krikken. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Zephyrus Music vzw vraagt ondersteuning voor de loon- en overheadkost van de organisatie, niet voor de productie van projecten of cd’s. Daarvoor gaat Zephyrus Music per project op zoek naar fondsen. De organisatie opteert voor een meerjarige ondersteuning vanwege het deficitaire karakter van projectsubsidies. De productie, administratie, promotie en distributie van de cd’s wordt beheerd door de werking van Zephyrus Music vzw maar de release gebeurt door de rechtspersoon van de groep in kwestie. Zephyrus rekent een percentage op de verkoop van de cd’s als commissie voor de distributieservice. Allicht wordt hier Zephyrus Music bedoeld. Dat de 2 vzw’s qua naam nogal bij elkaar aansluiten en dat de organisatie zelf meermaals de naam Zephyrus gebruikt in het dossier waar eigenlijk de activiteiten van Zephyrus Music worden bedoeld, komt de duidelijkheid niet ten goede. Hoewel de begroting uitgebreid wordt toegelicht, heeft het agentschap enkele bedenkingen bij sommige elementen. De begrote inkomsten uit het verhuren van de repetitieruimte zijn dezelfde als voor 2012, hoewel in het beleidsplan wordt gesteld dat men in 2012 de repetitieruimte verder wil promoten om de inkomsten te verhogen. Het agentschap is van mening dat de loonkosten erg ruim begroot zijn, mede doordat alle vaste medewerkers worden vergoed volgens categorie A met 5 jaar anciënniteit. De begrote vrijwilligersvergoedingen dalen niet evenredig met de toch aanzienlijke uitbreiding van het vast personeel. Aan inkomstenzijde wordt voor 2012 een in het kader van het Participatiedecreet aangevraagde subsidie vermeld – die overigens nog niet werd begroot in de aanvraag voor een projectsubsidie muziek 2012 - voor het project “Intercambio Latino”. Dit wordt niet verder toegelicht zodat het niet duidelijk is of het hier een eenmalige dan wel een terugkerende subsidie betreft. Verder wordt een lopende aanvraag vermeld bij Stad Gent voor het gebruik van gebouwen van de stad als bureauruimte, maar wat de financiële implicaties hiervan zijn en over welke termijn het gaat, wordt niet gespecificeerd. Aangezien de toekomstige subsidieaanvragen voor cd-opnames en reis, verblijf- en transportkosten niet zijn opgenomen in de voorliggende begroting, gaat het agentschap ervan uit dat deze zullen worden aangevraagd onder de noemer Zephyrus vzw. 3.8
Haalbaarheid
Rekening houdend met het feit dat de nieuwe vzw pas begin 2012 operationeel is geworden en als gevolg van de vaststelling dat de werking voor het overgrote deel subsidieafhankelijk wordt gemaakt, maakt het agentschap voorbehoud bij de
Pagina 41 van 104
haalbaarheid ervan. Het agentschap is van mening dat de werking van Zephyrus Music vzw met minder middelen kan worden gerealiseerd en heeft daarenboven nog te weinig zicht op de evolutie van deze nieuwe structuur. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Voor haar werking als werkplaats kan Zephyrus Music vzw in aanmerking komen voor een meerjarige ondersteuning binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Het agentschap stelt vast dat Zephyrus Music vzw zich niet gehouden heeft aan de format en dat in bijlage 1.A van het aanvraagdossier het voorziene aantal bladzijden overschreden is. Het niet nakomen van deze afspraak is weinig professioneel en bovendien weinig collegiaal ten opzichte van andere aanvragers. Het agentschap is echter zo welwillend geweest om het dossier volledig in aanmerking te nemen in dit voorliggende advies. Mocht Zephyrus Music vzw echter gebruik maken van het repliekrecht op dit advies, zal het agentschap de daarvoor geldende afspraken wel strikt toepassen. Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Zephyrus Music vzw erkent in zijn reactie dat de samenstelling van de Raad van Bestuur niet optimaal is, en geeft aan dat het de samenstelling ervan zal wijzigen. Concrete namen van kandidaten worden nog niet gegeven. De naamsverwarring die is ontstaan zal op termijn worden opgelost doordat de oude vzw Zephyrus de vzw zal worden van de groep Va Fan Fahre. Er wordt niet ingegaan op de opmerking van het agentschap dat de namen van beide vzw’s soms door elkaar worden gebruikt in het dossier. Zephyrus Music vzw geeft aan dat het zich bewust is van de nood aan het opkrikken van de eigen inkomsten en stelt dat het hiervoor reeds actie onderneemt. Het agentschap merkt op dat de 3000 euro aan extra inkomsten inderdaad slechts in geringe mate bijdraagt tot een evenwichtiger verhouding met de gevraagde subsidie. Bovendien is niet duidelijk waar het vermelde bedrag van 2500 euro in diezelfde context vandaan komt. Wat de inkomsten uit de verhuur van de repetitieruimte betreft, merkt de organisatie op dat er een stijging t.o.v. 2011 bedoeld werd. Zephyrus vzw is het er verder mee eens dat de uitbreiding naar 3 VTE te ambitieus is. De organisatie kan zich vinden in een lager subsidiebedrag en een personeelsbestand van 2 VTE. Ze geeft tevens aan dat er nog veel op vrijwillige basis wordt gewerkt, maar gaat niet in op de opmerking van het agentschap dat de uitbreiding van het betaalde personeel niet gepaard gaat met een daling van de vrijwilligersvergoedingen. De artistieke leiding van de vzw resideert in de Raad van Bestuur, de zakelijke leiding wordt gecoördineerd door Jan Hoozee. Omdat de organisatie elk van de drie managers als zakelijk leider beschouwt, is de verloning voor allen begroot binnen categorie A. Het agentschap wijst erop dat de artistieke leiding conform de bepalingen in het Kunstendecreet moet worden toevertrouwd aan een persoon die contractueel verbonden is met de organisatie. Dat mag dezelfde persoon zijn die ook de zakelijke leiding waarneemt. Het agentschap stelt vast dat Zephyrus Music vzw in de reactie voldoende verduidelijking biedt bij het zakelijke luik van de werking, maar blijft van mening dat het personeelsbestand niet in verhouding staat tot de werking, en dat de organisatie meer inspanningen moet leveren om het aandeel van de eigen inkomsten te verhogen.
Pagina 42 van 104
6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 43 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-006
Organisatie:
Via Lactea
Gevraagd bedrag:
90.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Via Lactea werd in 2000 opgericht om wereldmuziekgroepen te begeleiden en te ondersteunen. De organisatie doet onder andere het management van twee groepen: de Spaanse Amparo Sanchez, en het Orchestre International du Vetex, een grensoverschrijdende band die in 2004 startte als sociaal-artistieke fanfare, maar uitgroeide tot een formatie die ondertussen al drie albums heeft en meer dan vijfhonderd concerten gaf. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Via Lactea baseert zijn werking op vier pijlers. In de eerste plaats wil de organisatie een creatieplek zijn voor artistiek vernieuwende en grensoverschrijdende muzikale producties rond wereldmuziek. Verder profileert de organisatie zich als management- en adviesbureau, kleinschalig label en niet-commercieel boekingsbureau. De Beoordelingscommissie Muziek is van oordeel dat Via Lactea hierin mooi werk levert, maar stelt ook vast dat de werking van het bureau zo goed als volledig rond Vetex draait. Ze heeft respect voor de projecten rond Vetex, maar vindt dat het hier niet om kwetsbare muziek gaat. Ze is van oordeel dat deze muziek zelfbedruipend kan zijn en dat Vetex aansluiting kan zoeken bij andere sociaal-artistieke projecten in de regio. De commissie is van oordeel dat een aantal van de groepen waarvoor Via Lactea de boekingen doet niet langer meer echt onder de noemer niet-commercieel valt. Verder vindt ze het ook vreemd dat Via Lactea als managementbureau buitenlandse groepen naar Vlaanderen haalt en deze hier programmeert. Dit is eerder een taak voor een concertorganisatie. 1.3
Profilering en positionering
Via Lactea neemt een vrij unieke plaats in het landschap in omdat de organisatie zich concentreert op wereldmuziek op een specifieke plek, namelijk de Euregio Kortrijk-RijselDoornik. 1.4
Langetermijnvisie
Via Lactea heeft duidelijke plannen op lange termijn, zowel op inhoudelijk als op financieel vlak. Dit is onder meer het geval voor de invulling van het volgende Europese project. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De organisatie heeft een goede uitstraling binnen de Euregio en slaagt er ook in om daarbuiten bekendheid te verwerven voor de diverse projecten.
Pagina 44 van 104
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De organisatie kan een belangrijke meerwaarde voor de regio hebben als alternatief creatie- en managementbureau. Ze kan als katalysator fungeren voor andere activiteiten in de regio. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Door de keuze van artiesten, heeft de organisatie een maatschappelijk belang. Dit is ook het geval voor de kleinschalige sociaal-artistieke muziekproductie Histoires de Vies in samenwerking met het OCMW. 1.8
Samenwerking en netwerking
Via Lactea werkt samen met heel wat organisaties, zowel in de Euregio waar de organisatie werkt als daarbuiten, en dit zowel met profit- als non-profitorganisaties. 1.9
Publieksgerichtheid
Voor de eigen groepen organiseert Via Lactea de managementopleiding Transform en de Salons Borderline. Daarnaast zijn er geen publieksactiviteiten. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Interculturaliteit is inherent aanwezig in de werking van Via Lactea. Door de steun die de organisatie krijgt vanuit het Europese Interreg-programma doet de organisatie ook grensoverschrijdend cultureel werk. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie wil een stijging van het aantal voltijdse equivalenten met 1,25. De commissie vindt dit niet aan de orde omwille van het beperkte aantal groepen. Ze vindt twee groepen bovendien te weinig om in aanmerking te komen voor een structurele omkadering als managementbureau. Ze stelt hierbij ook vast dat het dan nog hoofdzakelijk om Vetex draait. De commissie vindt het vreemd dat Via Lactea ook boekingen doet, maar dat net de boekingen van Vetex door een extern bureau worden gedaan. Aangezien dit de meest succesvolle groep is, loopt de organisatie hierdoor heel veel inkomsten mis. Niettegenstaande de artistieke appreciatie die de commissie heeft voor Via Lactea, vindt ze de werking van Via Lactea te beperkt om voor een meerjarige subsidie in aanmerking te kunnen komen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 45 van 104
3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 46 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-WP-006
Organisatie:
Via Lactea vzw
Gevraagd bedrag:
90.000,00 euro (gemiddeld)
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Via Lactea profileert zich als een niet-commercieel, grensoverschrijdend creatie- en managementbureau voor artiesten binnen de hedendaagse en alternatieve wereldmuziek, en dit binnen de specifieke culturele dynamiek van de grensregio KortrijkDoornik-Rijsel. De werking van de organisatie, die werd opgericht in 2000, omvat 4 pijlers: 1\ het opzetten van grensoverschrijdende producties rond wereldmuziek, 2\ begeleiding, coaching en advies van deze producties, 3\ promoten van alternatieve wereldmuziek in Vlaanderen als kleinschalig boekingskantoor, en 4\ verspreiding van cd’s en dvd’s als label. Via Lactea vroeg de voorbije jaren verschillende tussenkomsten in de reis-, verblijfs- en transportkosten aan, waarvan er meerdere werden toegekend. De organisatie diende ook voor de periode 2007-2009 een aanvraag voor een meerjarige werkingssubsidie in maar deze werd zowel door de commissie als het agentschap negatief beoordeeld. Voor het project “Balkan Banquets” kreeg de vzw voor de eerste en de tweede helft van 2009 een internationale subsidie van respectievelijk 15.000 euro 7.000 euro. Een aanvraag voor een projectsubsidie muziek onder de noemer “Concerten januari-december” voor 2011 werd niet gehonoreerd. Voor 2012 diende de organisatie geen aanvraag in. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Het agentschap heeft weinig zicht op de voorbije werking op zakelijk vlak aangezien in het dossier enkel een balans per 31 december 2010 bevat. Hieruit blijkt dat de organisatie een gecumuleerd verlies heeft opgebouwd van 95.551 euro. In het dossier wordt beschreven hoe de budgetopvolging en interne controle verloopt, maar de samenstelling van de Raad van Bestuur wordt niet geconcretiseerd. Over de uitgaven- en inkomstenstructuur van de voorbije jaren geeft Via Lactea in het dossier zelf mee dat de inkomsten uit producties (gages en commissies van concerten) sedert 2010 dalen, als gevolg van de markt- maar ook van de interne koerswijziging, waarbij meer op producties wordt gefocust. Men streeft er uitdrukkelijk naar om minder afhankelijk te zijn uit “(marktgevoelige) inkomsten uit de verkoop van producties” door meer inkomsten uit subsidies te genereren. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Vanaf 2007 zijn het coachen en begeleiden van artiesten, en het opzetten van muzikale producties een belangrijker aandeel gaan innemen in de werking van Via Lactea. In 2009 startte de organisatie ook met twee opleidings- en adviesmodules voor artiesten, “Salons Borderline” en “Transform”. Deze zullen in de toekomst worden verdergezet. Verder spitst de langetermijnvisie zich in hoofdzaak toe op twee aspecten van de werking. In 2013-2014 is het de bedoeling om vier producties – Orchestre International du Vetex, Balkan Banquets, Tijuano Tango en Histoires de Vies - te verdiepen en verbeteren. Het dossier bevat in dit verband een gedetailleerde beschrijving van de huidige situatie en de
Pagina 47 van 104
streefdoelen per productie. Daarnaast wordt ook op het vlak van communicatie en promotie een aantal doelstellingen op lange termijn vooropgesteld. In de rest van de inhoudelijke werking, zoals de ondersteuning van de andere artiesten, onder wie Amparo Sanchez, zal in de toekomst minder energie worden geïnvesteerd. Deze aspecten komen in het dossier dan ook nauwelijks aan bod. 3.2
Samenwerking en netwerking
Via Lactea beschikt over een goed uitgebreid netwerk van verschillende actoren – boekingskantoren, distributiefirma’s, culturele organisaties, … - zowel in binnen- als buitenland. Opmerkelijk is wel dat er verschillende samenwerkingen en coproducties worden vermeld, maar dat dit financieel nagenoeg alleen implicaties heeft op het vlak van uitgaven en niet op het vlak van inkomsten. Zo worden er organisaties genoemd die residentie- en of repetitieruimtes aanbieden, maar blijkt uit de begroting dat deze betalend zijn. Ook de samenwerking met Trefpunt vzw brengt enkel kosten met zich mee. Het dossier bevat geen intentieverklaringen of geloofsbrieven van actoren waarmee Via Lactea reeds heeft samengewerkt of in de toekomst wil samenwerken. Ook werden geen samenwerkingsovereenkomsten met de ondersteunde artiesten bijgevoegd, zodat het agentschap geen zicht heeft op de gemaakte afspraken. Uit het dossier is overigens niet duidelijk welke artiesten er allemaal door Via Lactea worden begeleid/ondersteund. Er is sprake van 23 groepen, maar deze worden niet exhaustief geëxpliciteerd. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Hoewel de verhouding tussen de kosten besteed aan artistieke producties en de overheadkosten op het eerste gezicht redelijk is, heeft het agentschap een aantal bedenkingen wat de overheadkosten betreft. Op het vlak van tewerkstelling wordt volgens het dossier een uitbreiding met 1,25 VTE voorzien, wat resulteert in 3,5 VTE aan vaste medewerkers. In hoeverre de uitbreiding van de tewerkstelling ook een stijging van de kosten met zich meebrengt, kan echter niet worden gecheckt bij gebrek aan gegevens uit het verleden. Ook worden geen cao en barema’s vermeld, zodat het realiteitsgehalte van de bedragen niet kan worden geverifieerd. Verder is het agentschap van mening dat het takenpakket van de verschillende medewerkers en de uitbreiding ervan onvoldoende worden toegelicht. De vergoedingen voor de medewerkers niet in loondienst zijn met 259.250 euro – waarvan 27.250 euro aan kleinevergoedingsregeling - erg ruim begroot , en omvatten verder onder meer 9000 euro aan kosten voor promotiebureaus, 8000 euro voor zelfstandige experts en ervaringsdeskundigen, en euro voor een medewerker boekingen. Naast het feit dat een aantal van deze vergoedingen onvoldoende wordt gespecificeerd, stelt het agentschap ook vast dat de bedragen in het dossier niet overal corresponderen met de bedragen zoals opgegeven in de Excelbijlage. Voor de samenwerking met Trefpunt wordt een kleinevergoedingsregeling van 3000 euro en een interimvergoeding van euro voorzien, terwijl daar geen enkele inkomst tegenover staat. In het dossier wordt geen verklaring gegeven voor het onderscheid tussen de vergoeding voor de muzikanten die deelnemen aan voorstellingen op basis van de kleinevergoedingsregeling (100 euro) en diegenen die interim verloond worden (200 euro). De vergoeding lopen op doordat voor de deelname aan residenties ook telkens 100 euro per muzikant wordt ingecalculeerd. Ten slotte merkt het agentschap op dat er enkel voor de producties waarop wordt gefocust vergoedingen zijn voorzien. Het is niet duidelijk waar de kosten verbonden aan de ondersteuning van alle andere artiesten verwerkt zijn. De huur van residenties, repetitieruimtes en studio vormt met 13.600 euro eveneens een belangrijke kostenpost. Hetzelfde geldt voor de “artistieke productiekosten” - 17.500 euro die moet dienen voor bijvoorbeeld decoratie, kostumering, klein gereedschap, inrichting stand merchandising,… - en de verplaatsings- en verblijfskosten (77.025,00 euro).
Pagina 48 van 104
Het agentschap concludeert dat zowel productiekosten te ambitieus begroot zijn. 3.4
de
overheadkosten
als
de
artistieke
Publieksgerichtheid
Uit het dossier komt de nodige reflectie naar voren op het vlak van publieksgerichtheid. Via Lactea onderscheidt 3 doelgroepen: in eerste instantie de artiesten, daarnaast ook culturele huizen, en het ruime publiek. Deze doelgroepen worden ook duidelijk gelinkt aan de werking van de organisatie. Via Lactea heeft ook oog voor de maatschappelijke inbedding van haar werking, en probeert het publiek actief te betrekken bij haar grensoverschrijdende aanpak, onder meer via de sociaal-artistieke component die in alle producties vervat zit maar specifiek naar voren komt in de productie “Histoires de Vies”. In de toekomst wil de organisatie zich meer gaan toeleggen op communicatie en promotie, zowel wat de werking als label betreft als op het vlak van boekingen. Er wordt hiervoor dan ook een bijkomende halftijdse functie voorzien. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het dossier geeft over dit aspect geen informatie. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake. 3.6
Realisme groeipad
Het agentschap is van mening dat het vooropgestelde groeipad niet realistisch is. Ten eerste kan de stijging in inkomsten en uitgaven en de precieze samenstelling ervan in de voorbije jaren niet worden geverifieerd bij gebrek aan een resultatenrekening. Daarnaast stelt het agentschap echter ook vast dat de verhouding tussen de eigen inkomsten en subsidies in de vooropgestelde begroting 43% vs. 57% bedraagt, waar dat volgens de informatie die Via Lactea in het dossier zelf geeft in 2007 nog 75%-80% vs. 20%-25% was. Opvallend is overigens dat er slechts 14.000 euro aan inkomsten uit samenwerkingen wordt vooropgesteld, waarvan 4000 euro in het kader van de zelfstandige medewerker voor de boekingsactiviteiten en 20.000 euro uit commissies van de internationale managementwerkzaamheden. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Via Lactea vraagt een meerjarige ondersteuning om de structurele onderbouw te versterken en zodoende de werking te verbeteren. Het agentschap merkt op dat de gevraagde uitbreiding van de overhead om de werking te verbeteren niet leidt tot een toename van de inkomsten die in verhouding staat tot de kosten. De artistieke doelstelling van het verbeteren van de creatie en managementfunctie wordt gelinkt aan minder inkomsten uit fees en concerten en meer subsidies. Het aanwerven van iemand extra voor promotie en communicatie en de focus op producties resulteert met andere woorden in minder in plaats van meer inkomsten. Dit strookt overigens niet met de melding elders in het dossier dat men door een betere structurele onderbouw de inkomsten uit producties en fees wil verhogen. De vraag rijst bovendien in hoeverre er werkelijk sprake is van een uitbreiding van de werking, aangezien de organisatie tegelijk aangeeft minder energie te zullen investeren in de andere aspecten van de werking. De meervraag van 20.000 euro voor 2014 wordt niet gemotiveerd in het dossier. Verder worden bij de kosten ook enkele schrijfopdrachten vermeld, die inhoudelijk onvoldoende toegelicht zijn. Ten slotte zijn er in de begroting ook 5000 euro aan subsidies Vlaamse Gemeenschap internationaal ingecalculeerd. Het agentschap wijst erop dat dat er bij toekenning van een meerjarige werkingssubsidie geen bijkomende internationale subsidies kunnen
Pagina 49 van 104
worden aangevraagd voor reis-, verblijfs- en transportkosten als deze overlappen met de verplaatsings- en verblijfskosten in de voorliggende aanvraag. 3.8
Haalbaarheid
Het agentschap kan de haalbaarheid van de vooropgestelde werking niet verifiëren bij gebrek aan voldoende zicht op de voorbije werking op zakelijk, organisatorisch en financieel vlak. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Voor haar werking als werkplaats kan Via Lactea vzw in aanmerking komen voor een meerjarige ondersteuning binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Via Lactea maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 50 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-KC-001
Organisatie:
Zonzo Compagnie
Gevraagd bedrag:
402.081,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Zonzo Compagnie is de bedenker van het Oorsmeerfestival dat in 1995 voor de eerste keer in Vooruit georganiseerd werd. Oorsmeer focuste op muziekbeleving voor kinderen, waarbij het aandacht had voor diverse muziekgenres. Zonzo Compagnie is een pionier op dat vlak. Ondertussen groeide Oorsmeer uit tot het internationaal gedragen Big Bang Adventurous Music Festival for Young Audiences. Voor de organisatie werkt Zonzo Compagnie met diverse Europese partners. Zonzo Compagnie geeft zelf aan dat het wil evolueren van eendagsfestivals op diverse plaatsen naar een kunstencentrum waar muziek voor een jong publiek gepresenteerd en geproduceerd wordt. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Zonzo Compagnie vraagt subsidie aan als monodisciplinair kunstencentrum. De Beoordelingscommissie Muziek geeft mee dat Zonzo Compagnie dit niet is. Een kunstencentrum staat immers ten dienste van artiesten en heeft een productieve en een receptieve werking. Zonzo Compagnie doet echter enkel eigen producties en valt op die manier als productiehuis eerder in de categorie concertorganisaties. Los van deze opmerking, vindt de commissie dit dossier artistiek zeer waardevol. De organisatie omschrijft haar werking op een duidelijke manier. Het netwerksysteem ligt aan de basis van de verschillende Big Bang-festivals. Het programmasysteem met jaarlijkse netwerkvergaderingen, het programmacomité per organiserend huis en de trekkersrol van Zonzo Compagnie is opmerkelijk. De voortrekkersrol die Zonzo Compagnie hierin speelt, getuigt van een groot vertrouwen in de organisatie. Binnen het programma ligt het accent veelal op hedendaagse muziek of improvisatie, waarbij ook aandacht wordt besteed aan klassieke componisten en geluidskunst. De commissie vindt de nieuwe plannen aantrekkelijk, met interessante concepten zoals Nomads en Muzieklabyrint. Ze vindt het ook waardevol dat er producties mét kinderen worden opgezet. Met het voorliggende programma wordt bij kinderen interesse gewekt voor niet-commerciële muziek, wat een invloed kan hebben in de toekomst. Kinderen worden immers voorbereid om kwaliteitsvolle muziek te kunnen appreciëren. 1.3
Profilering en positionering
Zonzo Compagnie heeft een duidelijke positionering als een groot muziekfestival voor een jong publiek. Big Bang is niet uniek in zijn soort, maar is wel het sterkst uitgebouwde initiatief. Zonzo Compagnie was hierin de pionier en heeft in de loop van de jaren een grote expertise opgebouwd met Oorsmeer en Big Bang. De commissie merkt bovendien op dat heel wat gelijkaardige initiatieven geënt zijn op de oorspronkelijke Oorsmeerwerking.
Pagina 51 van 104
1.4
Langetermijnvisie
De langetermijnvisie is duidelijk aanwezig in het dossier. De hoofdlijnen in de producties tot en met 2016 zijn helder beschreven. Ook de engagementen met de verschillende Europese en andere partners zijn in een langetermijnoptiek uitgewerkt. Daarvan getuigt ook het Europese dossier 2013-2017 dat bij het indienen van dit dossier in voorbereiding was. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Oorsmeer en Big Bang zijn ondertussen uitgegroeid tot sterk gekende initiatieven in heel Vlaanderen. Via de verschillende partners is ook de internationale uitstraling sterk aanwezig. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde voor de regio is groot. Door de grote spreiding wordt een groot publiek bereikt. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang is groot door de inzet om een jong publiek te confronteren met de meest diverse, niet-commerciële muziek. Ook het organiseren van producties mét kinderen speelt hier een belangrijke rol in. Toch stelt de commissie zich de vraag of een dergelijk toonaangevend initiatief ook geen rol zou kunnen spelen bij kinderen van kansarmoedegroepen. Concrete initiatieven hieromtrent ontbreken in het dossier. 1.8
Samenwerking en netwerking
In Vlaanderen bouwde de organisatie een groot en divers netwerk uit waardoor haar projecten gedragen werden. Dat Vlaamse netwerk wordt nu op internationaal vlak uitgebreid met sterke muziekverenigingen in diverse landen. 1.9
Publieksgerichtheid
Publieksgerichtheid is duidelijk aanwezig. In Vlaanderen ontstaat een multiplicatoreffect door het uitdragen van Big Bang door diverse partners. De commissie stelt vast dat het festival veel bijval en mooie publiekscijfers kent. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Qua aanbod heeft Zonzo Compagnie een divers programma. Op het vlak van interculturaliteit is dit echter niet het geval. De organisatie schenkt hier in het beleidsplan weinig aandacht aan. Het zou in elk geval positief zijn indien kinderen en hun ouders op een creatieve en open manier in aanraking komen met andere culturen via initiatieven als Big Bang. Dat is deels zo via het Nomadsproject, maar daar is er bijna uitsluitend aandacht voor de culturen van de deelnemende landen. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie immers dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, zeker in Antwerpen, een grootstad met een multiculturele bevolking.
Pagina 52 van 104
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie vindt dat de onderlinge verhoudingen tussen de diverse partners in het Matterhornverhaal niet altijd even duidelijk zijn. Vooral met Transparant is de onderlinge scheiding niet helder. De commissie stelt vast dat de organisatie een meer dan verviervoudiging van de subsidie vraagt. Ze heeft hierbij enkele ernstige bedenkingen. Zonzo Compagnie geeft aan minder financieel afhankelijk te willen zijn van de partners, maar de commissie merkt op dat het net de gewoonte is, en bovendien ook noodzakelijk, dat coproducenten ook een deel van de kosten dragen. Voor het internationale luik van Big Bang geeft Zonzo Compagnie aan dat er zeven internationale festivals worden georganiseerd. Slechts van één staat er een coproductiebedrag in de begroting ingeschreven. Het zou logisch zijn dat ook de overige partners een vergoeding aan Zonzo Compagnie zouden betalen. Verder is het onduidelijk waarvoor het bedrag van 16.500 euro aan internationale festivalwerking moet dienen. Bij Big Bang Vlaanderen stelt de commissie vast dat er een onevenwicht is tussen de Brusselse en Gentse organisatoren, waar de coproductiebijdragen schommelen tussen 10.000 en 24.000 euro. De commissie vindt omwille van de sterke werking van Zonzo Compagnie en het artistiek waardevolle programma een sterke stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode gerechtvaardigd, maar omwille van bovenstaande elementen zeker niet tot het gevraagde bedrag. Ze beklemt hierbij nogmaals dat Zonzo Compagnie geen monodisciplinair kunstencentrum is. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de positionering als kunstencentrum of als concertorganisatie, de interculturaliteit en enkele zakelijke elementen. De commissie neemt er nota van dat de organisatie zichzelf als monodisciplinair kunstencentrum beschouwt. Hoewel de commissie bij haar oorspronkelijke standpunt blijft, geeft ze mee dat dit element geen bepalende factor was in het formuleren van haar advies. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 53 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-KC-001
Organisatie:
Zonzo Compagnie vzw
Gevraagd bedrag:
402.081,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het kunstencentrum Zonzo Compagnie is de organisator van Oorsmeer, een muziekfestival voor kinderen dat in 1995 voor het eerst werd georganiseerd. Van een ééndagsfestival in Gent is Oorsmeer onder de nieuwe naam Big Bang nu uitgegroeid tot een structurele samenwerking met een aantal cultuurhuizen, zowel in Vlaanderen als in het buitenland. In de periode 2007-2009 kreeg Zonzo Compagnie een jaarlijkse subsidie van 75.000 euro, in 2010-2012 was dat 90.000 euro. Voor de periode 2013-2016 wordt jaarlijks gemiddeld 402.081 euro gevraagd. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Uit de evaluatie van de werking in 2010 blijkt dat het actieplan werd gerealiseerd, er was ook een positief resultaat van ruim 17.000 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie wil de bestaande receptieve en productieve werking (producties met en voor kinderen) uitbouwen en zich vooral ook internationaal verder profileren. De programmering voor 2013 is al vrij gedetailleerd uitgewerkt, er is ook informatie over de planning van de volgende jaren. Vanaf 2015 wordt het Big Bang festival naast Brussel en Gent eveneens in Antwerpen georganiseerd. 3.2
Samenwerking en netwerking
In Vlaanderen is er o.m. samenwerking met een aantal grote huizen zoals de Vlaamse Opera, BOZAR, Bronks en de Handelsbeurs Concertzaal in Gent. In het kader van het Big Bang-netwerk zijn er ook in het buitenland heel wat partners. Aan het aanvraagdossier zijn een aantal intentieverklaringen toegevoegd van organisaties uit Spanje, Frankrijk, Noorwegen, Griekenland en Hongarije. Voor het eerst is er een uitnodiging vanuit Australië. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De organisatie is in volle expansie. De omzet is toegenomen van 143.000 euro in 2009 naar een geraamd bedrag van 385.000 euro in 2011. Volgens het financieel beleidsplan wordt daarvan 67% besteed aan artistieke kosten, 33% aan vaste kosten. In de begroting van 2013 worden de totale uitgaven geraamd op 613.030 euro waarvan 202.597 euro voor personeel in loondienst. In totaal gaat het om 4,3 VTE (1,0 artistieke leiding; 1,0 zakelijke leiding; 1,0 productieleiding; 0,80 communicatie en 0,50 administratief assistent). Ten opzichte van de personeelsbezetting in 2011 is dit echter een forse stijging (momenteel 1,6 VTE waarvan 0,4 artistiek directeur, 0,6
Pagina 54 van 104
productieleider en 0,6 zakelijke leiding). Op te merken valt dat de huidige personeelsadministratie en boekhouding via een samenwerkingsovereenkomst wordt opgevolgd door medewerkers van Muziektheater Transparant. Aan de inkomstenzijde wordt gerekend op een eigen omzet van 215.030 euro (35%). De gevraagde werkingssubsidie bedraagt 379.000 euro (bijna 62%). Er worden ook nog kleinere subsidies gevraagd, o.m. bij de steden Gent en Antwerpen en bij de provincie Oost-Vlaanderen (in totaal 18.500 euro in 2013). Als conclusie zijn we van mening dat er weliswaar een goed percentage wordt besteed aan artistieke producties maar dat er tegelijk een belangrijke stijging is van de overhead. 3.4
Publieksgerichtheid
Zonzo Compagnie richt zich in de eerste plaats op kinderen van 4 tot 12 jaar. Men probeert een breed publiek te bereiken door een divers programma aan te bieden waarbij meer artistiek uitdagende projecten worden afgewisseld met toegankelijke concerten en interactieve workshops. De ticketprijzen worden laagdrempelig gehouden. De communicatiestrategie en de publiekswerving worden goed toegelicht. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Er worden in verband met personeel en bestuur geen opmerkingen geformuleerd over interculturaliteit. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie wordt momenteel gesubsidieerd als festival en vraagt nu een erkenning als kunstencentrum. Dit vertaalt zich in een sterke stijging van het subsidiebedrag (van 90.000 euro naar jaarlijks gemiddeld ongeveer 402.000 euro (379.000 euro in 2013). Zonzo Compagnie wil kunnen beschikken over een eigen creatieen programmeringsbudget en over eigen middelen voor de internationale werking en spreiding. Dat deze middelen moeten gevonden worden door een stijging van de subsidies met ruim 400%, vindt het agentschap echter niet realistisch. De huidige werkingssubsidie die nu ongeveer 33% van de uitgaven dekt, zou hiermee stijgen naar meer dan 61%. De eigen inkomsten zouden in absolute cijfers in 2013 wel toenemen ten opzichte van 2010 (van 148.629 euro naar 215.030 euro) maar terwijl die in 2010 nog goed waren voor een behoorlijke 56% van de totale inkomsten, dalen die in 2013 naar 35%. Het lijkt duidelijk dat in een ambitieus groeipad ook moet worden gedacht aan een evenredige verhoging van de eigen inkomsten. Wat de personeelsstructuur betreft, is ook een stijging van 1,6 VTE naar 4,3 VTE weinig realistisch. Een beperkte personeelsuitbreiding, zoals een versterking van de artistieke leiding naar een voltijds engagement, is echter wel aanvaardbaar voor een organisatie met een meerjarige werking. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke plan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. Maar zoals al gesteld, heeft het agentschap bedenkingen bij het gevraagde bedrag. 3.8
Haalbaarheid
Het artistieke en zakelijke beleidsplan getuigen van een duidelijke visie. Op basis van de huidige en voorbije werking heeft de organisatie de nodige expertise kunnen aantonen. In functie van het criterium haalbaarheid, lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk in de mate dat het groeipad realistisch wordt ingeschat. Het agentschap wijst er
Pagina 55 van 104
daarom op dat de gevraagde subsidiestijging heel groot is en dat de organisatie haar werking wellicht zal dienen te realiseren met minder middelen dan gevraagd.
3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Maximale besteding aan artistieke producties/beperken overhead Zonzo Compagnie merkt op dat de organisatie van de internationale festivals, de coproducties, het opzetten van projecten met grote partners, de publiekswerking, kortom haar totale werking, een voldoende zakelijke omkadering vereist. Het agentschap kan aanvaarden dat de aanzienlijke groei in de artistieke werking moet gedragen worden door een aangepaste personeelsomkadering. Realisme groeipad Het agentschap gaat akkoord met een realistisch groeipad. In het preadvies werd al vastgesteld dat dit wel geldt voor de eigen inkomsten (van 148.629 euro in 2010 naar 215.030 euro in 2013). Tegelijk verwacht de organisatie dat de werkingssubsidie zou stijgen van 90.000 euro naar ruim 400.000 euro. Dit is een wel erg onevenwichtige evolutie. Als conclusie blijft het agentschap bij zijn mening dat het vragen om een subsidie die ruim vier keer zo hoog is als de huidige werkingssubsidie, van weinig realisme getuigt, maar het is wel bereid om de grootte van de stijging mee te laten afhangen van de appreciatie van de beoordelingscommissie Muziek. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 56 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-001
Organisatie:
Gentlemanagement
Gevraagd bedrag:
269.997,87 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Gentlemanagement is een managementbureau dat in 2005 ontstond uit de fusie van verschillende kleinere bureaus. Het bureau vertegenwoordigt een twintigtal groepen in uiteenlopende genres, met zowel kwetsbare als minder kwetsbare bands. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek is van oordeel dat de organisatie kwaliteitsvol werk levert en heel wat expertise in huis heeft. Het kleine verloop van bands kan een indicatie zijn dat ook zij tevreden zijn met het geleverde werk en de kwaliteit ervan. De organisatie vraagt een aanzienlijke stijging van het subsidiebedrag en wil hiermee in de eerste plaats het roster met drie bands uitbreiden, gekoppeld aan een personeelsuitbreiding. De commissie vindt niet dat de organisatie moet uitbreiden in plaats van te verdiepen. Bovendien stelt ze vast dat een van de grote groepen, Think of One, momenteel op non-actief staat waardoor een personeelsuitbreiding zeker niet te verantwoorden valt. De commissie merkt ook op dat er voor de geplande uitbreiding geen enkele indicatie wordt gegeven van de artiesten, of minstens welk profiel er wordt geambieerd (genre, kwetsbaarheid, gekend of niet,…). De commissie stelt vast dat er ongeveer een gelijke verhouding is tussen kwetsbare groepen en minder kwetsbare bands, maar is zeer bezorgd om de redenering die het managementbureau in het dossier opbouwt. Het zegt namelijk dat bij het niet toekennen van het gevraagde bedrag er eerst zal worden gesneden in de kwetsbare groepen. Er zal bijgevolg niet artistiek worden geïnvesteerd in de groepen. De commissie vindt het een verplichting om met subsidiegeld kwetsbare groepen te ondersteunen. Net daar onderscheidt een alternatief managementbureau zich van een commercieel managementbureau. De commissie vindt het dan ook een absolute noodzaak dat Gentlemanagement in de toekomst voldoende echt kwetsbare en kwaliteitsvolle bands blijft ondersteunen. 1.3
Profilering en positionering
Met een mix van verschillende genres, heeft Gentlemanagement een stevige positie verworven in het Vlaamse pop- en rocklandschap. 1.4
Langetermijnvisie
Gentlemanagement geeft in het dossier een duidelijke en onderbouwde strategische planning voor zijn bands. Zelf wil de organisatie vooral groeien. De organisatie voorziet hiervoor twee extra voltijdse equivalenten.
Pagina 57 van 104
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Met een divers roster en een mix tussen kwetsbaar en commercieel heeft de organisatie zeker een landelijke uitstraling in heel Vlaanderen. Voor de bands is de internationale werking een van de belangrijkste pijlers. Gentlemanagement heeft hiervoor goede buitenlandse contacten. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van het initiatief voor de regio is vergelijkbaar met de andere managementbureaus. De artiesten treden op in heel diverse plekken. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Voor de groepen die worden gemanaged is dit zeker van belang. Gentlemanagement werkt ook samen met de Provinciale Hogeschool Limburg, waarvan men stagiairs in dienst neemt. 1.8
Samenwerking en netwerking
Gentlemanagement heet een uitgebreid netwerk in de diverse onderdelen van de muziekwereld: platenfirma's, bookers,… Het internationale netwerk blijft nog altijd groeien. 1.9
Publieksgerichtheid
Voor managementbureaus is publieksgerichtheid indirect. Publiekswerking gebeurt door de podia waar de artiesten worden geprogrammeerd. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Met de waaier van bands heeft de organisatie een zekere artistieke diversiteit. Er is echter geen aandacht voor interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt voor een groot deel extra subsidie aan voor een personeelsuitbreiding. Zoals hoger gesteld, vindt de commissie dit niet aan de orde. Ze stelt ook vast dat sommige kosten ruim begroot werden. Ook zouden sommige kosten, zoals de uitbreiding van het softwarepakket om tot een grotere automatisering te komen, door het profitgedeelte van de organisatie kunnen worden gedragen. De commissie stapt evenmin mee in de uitbreiding van het aantal bands, zonder enige indicatie over artiesten of genres. De commissie vindt het niet kunnen dat Gentlemanagement in het dossier meermaals aangeeft een lager subsidiebedrag in de eerste plaats te zullen afwentelen op het artistieke gedeelte van de kwetsbare groepen. Omdat de commissie ondersteuning voor kwetsbare groepen belangrijk vindt, stelt ze voor om de organisatie te blijven ondersteunen. Ze adviseert echter om de subsidie tot twee jaar te beperken om te kunnen opvolgen in hoeverre Gentlemanagement aan zijn taak voldoet om voldoende
Pagina 58 van 104
kwetsbare groepen te begeleiden. Ze komt echter niet tot een eensgezind standpunt over de hoogte van het bedrag. Een minderheid binnen de commissie adviseert een adviesbedrag dat in de lijn ligt van het bedrag uit de vorige periode. Een meerderheid binnen de commissie adviseert een lager bedrag. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie voor een periode van twee jaar te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de verhouding tussen de vzw en de bvba, het behouden van kwetsbare groepen, het personeelsbestand en enkele zakelijke elementen. De commissie vindt het vreemd dat de organisatie haar een slechte lezing van het dossier verwijt, terwijl bepaalde zaken, zoals dat er bij het niet toekennen van het gevraagde bedrag er eerst zal worden gesneden in de kwetsbare groepen, wel degelijk in het aanvraagdossier staan. De commissie wil hier echter verder niet op ingaan. De commissie stelt vast dat in de repliek heel wat herhalingen uit het dossier worden opgenomen en onduidelijkheden niet worden weggewerkt. De commissie blijft er bij dat een nauwgezette opvolging van de organisatie en de evolutie van het aandeel kwetsbare groepen in het geheel van Gentlemanagement, van groot belang is en vindt daarom een tweejarige subsidie aangewezen om de evolutie snel en daadwerkelijk te kunnen evalueren. Ondanks de ernstige bedenkingen gunt de commissie de organisatie toch het voordeel van de twijfel en schrapt ze haar minderheidsstandpunt. Anderzijds is ze van oordeel dat de elementen in de repliek niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden en handhaaft ze dan ook haar meerderheidsstandpunt van het voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie voor een periode van twee jaar te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 59 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-001
Organisatie:
Gentlemanagement vzw
Gevraagd bedrag:
269.997,87 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
In de structurele ronde 2010-2012 werd aan Gentlemanagement voor 2011 als werkplaats een subsidie van 120.023,48 euro toegekend. Voor de structurele ronde 2013-2016 vraagt de organisatie als werkplaats een jaarlijkse subsidie van minimaal 269.997,87 euro. De organisatie is ontstaan in 2005 door een samenbundeling van Eric Didden (voorheen Mad in Belgium), Inge De Bruyn (voorheen Knochenbrecher) en Christoffel Cocquyt. Als alternatief managementkantoor wenst de organisatie de nodige zakelijke, financiële, juridische en promotionele ondersteuning te verschaffen aan hoofdzakelijk Vlaamse artiesten en groepen die de artistieke kwaliteiten hebben om een professionele loopbaan binnen de muziek te ambiëren maar wiens potentieel nog verder moet worden ontwikkeld om dit op economisch rendabele wijze te kunnen doen. De volgende Vlaamse groepen en artiesten zijn actief binnen dit managementkantoor: Broken Glass Heroes, Creature With The Atom Brain, DAAU, Dez Mona, Drums Are For Parades, Eat Lions, Hermanos Inglesos, Lady Linn and her Magnificent Seven, Lyenn, Milllionaire, Sherman, Superlijm, Teddiedrum, The Bear That Wasn’t, The Subs, Think of One en Triggerfinger. Daarnaast zijn er ook nog een aantal artiesten werkzaam die onder het commerciële luik/niet-Vlaamse luik worden gerekend: Gabriel Rios, Racoon en Selah Sue. De verhouding tussen “kwetsbare groepen” en “commerciële groepen” werd door de organisatie geschat op 75%-25%. De organisatie benadrukt uitdrukkelijk a) dat zij geen boekingskantoor zijn voor dezen artiesten en groepen en b) dat de financiële ondersteuning zich beperkt tot het management van de “kwetsbare” groepen. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De werking van de organisatie is er niet op gericht is om winst te maken noch voor zichzelf noch voor haar medewerkers maar om break-even te draaien zonder afbreuk te doen aan de dienstverlening aan de groepen en artiesten. In het verleden werd er hoofdzakelijk geïnvesteerd in personeel en mankracht om een goede dienstverlening te kunnen geven. Het personeel dient zeer flexibel te zijn in haar werkrooster met vaak avond- en weekendwerk, stressbestendig te zijn en te beschikken over een grondige kennis van de managementtechnieken in de muzieksector zowel nationaal als internationaal. In de periode 2007-2009 blijkt dan ook dat de voornaamste kostenpost wordt gevormd door de lonen van deze werknemers en medewerkers. Deze kost steeg van 149.185,09 euro in 2007 naar 190.961,28 euro in 2009. Parallel stegen de eigen inkomsten van 87.000,97 euro in 2007 naar 196.848,67 euro in 2009. Er was een overschrijding van de reservenorm in deze subsidieperiode met 7.412,06 euro. Het goedgekeurde bestedingsplan 2010 werd door de organisatie in 2010 uitgevoerd zoals beschreven en voornamelijk gebruikt voor de loonkost. Daarnaast werd de raad van bestuur uitgebreid zoals gevraagd door het agentschap.
Pagina 60 van 104
3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Sinds haar oprichting in 2005 heeft Gentlemanagement geleidelijk aan gewerkt aan de uitbouw van haar werking zowel op het vlak van artiesten en groepen als op het vlak van personeel. De belangrijkste kernactiviteit van de organisatie is het begeleiden van de voornoemde artiesten en groepen. Het opzetten van eigen producties en coproducties horen niet tot deze kernactiviteit van de organisatie hoewel ze toch sporadisch voor kunnen komen. Momenteel wordt er geëxperimenteerd met het begrip “co-management” met managementkantoor Rockoco vzw in samenwerkingsverband voor de groep “Broken Glass Heroes”. De organisatie heeft een beperkte educatieve werking die o.a. tot uiting komt in het scheppen van kansen voor jonge krachten om in het kader van een professionele werkomgeving te leren hoe musici te begeleiden. De organisatie heeft de intentie om de muzikale carrières van haar groepen en artiesten een zo breed mogelijk sociaal draagvlak te geven met optredens op de meest diverse plekken zoals clubs, festivals, theaters, scholen, gevangenissen…. Er is een blijvende noodzaak voor de artiesten en groepen om internationaal actief te blijven waarbij Nederland en Frankrijk voor de organisatie als belangrijkste afzetgebieden worden gezien. Internationaal wenst de organisatie haar beleid dan ook verder te zetten en te verdiepen: a) een verdere volwaardige positionering van haar kantoor op de Nederlandse markt door Nederlandse bands onder haar vleugels te nemen; b) deelname door de organisatie of haar bands aan vakbeurzen, showcasefestivals… doorheen Europa en Verenigde Staten en c) doorgedreven prospectie van platenfirma’s, boekingsagenten, muziekuitgevers en buitenlandse managementkantoren voor het plaatsen van Vlaamse muziek in deze buitenlandse gebieden. Tenslotte zal er voor de periode 2013-2016 ook meer aandacht besteed worden aan de “rechtstreekse financiering van de activiteiten van de groepen en artiesten”. In concreto treedt de organisatie hier op als een “vangnet” om projecten of activiteiten te betalen voor haar artiesten of groepen wanneer zij zelf geen eigen voldoende middelen hebben om deze projecten of activiteiten te financieren. Al bij al geven de ingediende plannen blijk van een gezonde langetermijnvisie, waarbij op verantwoorde wijze voortgebouwd wordt op de vroegere werking. 3.2
Samenwerking en netwerking
Samenwerking en netwerking vormen een essentieel onderdeel van de werking van de organisatie. De resultaten van deze samen- en netwerking in het verleden hebben aangetoond dat dit één van de sterkere punten is van deze organisatie De belangrijkste partners zijn o.a. Music Management Forum, Muziekcentrum Vlaanderen, Poppunt, MusicXport.nl, Buma Cultuur en diverse Belgische en buitenlandse platenmaatschappijen, distributeurs, boekingskantoren, muziekuitgevers, concertpromotoren….De organisatie tracht door deze samenwerkingen het potentieel rendement van iedere groep of artiest te optimaliseren op het vlak van de opnames, optredens, exploitatie en inning van de auteursrechten, promotie, strategie en tenslotte om op de hoogte te blijven van het reilen en zeilen in de muziekindustrie. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De “rechtstreekse financiering van de activiteiten van de groepen en artiesten” zoals opnames, buitenlandse tournees, videoclips…. wordt geraamd op 60.000 euro. Het personeelsbestand bestaat momenteel uit 8 personen (5,20 vte) m.n. 5 verantwoordelijke managers als zelfstandigen (3,20 vte), 2 assistent-managers in loondienst (1,80 vte) en een deeltijdse interne boekhoudster als zelfstandige (0,20 vte). De resterende arbeidstijd, door de organisatie geschat op 25%, wordt door deze personen aangewend voor het management van de groepen die onder het commerciële
Pagina 61 van 104
luik vallen waarvoor geen subsidiëring wordt gevraagd of voor andere zakelijke activiteiten buiten dit dossier. Vanaf 2013 wenst de organisatie over te gaan tot een verdere uitbreiding van haar personeelsbestand tot 10 personen (= 7,20 vte) door de aanwerving van één extra verantwoordelijke manager op zelfstandige basis aan 36.000 euro/jaar en één extra personeelslid in loondienst als assistent-manager aan 31.000 euro/jaar zodat er 3 à 4 nieuwe groepen of artiesten kunnen worden opgenomen in het “artist roster” van het kantoor. Door het aantrekken van nieuwe groepen of artiesten zullen de eigen inkomsten verhogen maar omdat deze groepen nog artistiek moeten groeien zullen deze eigen inkomsten echter onvoldoende zijn om de volledige loonkosten te dekken van de nieuwe personeelsleden. De personeelsleden worden vergoed op basis van de loonvoorwaarden van PC 200 voor bedienden en niet deze van PC 329 voor de muziek. De raad van bestuur wordt gevormd door Eric Didden, Christoffel Cocquyt, Inge De Bruyn en Kurt Overberg als externe bestuurder en adviseur. De organisatie wenst haar werking verder te zetten in de bestaande kantoorruimten te Gent aan een jaarlijkse huurprijs van 17.880 euro voor het beroepsgedeelte. Het privégedeelte werd niet in de begroting opgenomen. 25% van de huurkosten worden doorgerekend aan het commerciële gedeelte van de werking. 3.4
Publieksgerichtheid
Publieksgerichtheid wordt niet beschouwd als een basisfunctie voor werkplaatsen. De taak van een managementkantoor speelt zich af achter de schermen. Toch wil Gentlemanagement naar best vermogen haar artiesten en groepen vertegenwoordigen en informatie leveren naar een geïnteresseerd publiek. Dit tracht de organisatie te doen via de klassieke promotionele kanalen zoals advertenties, editorials, interviews… en via de nieuwe kanalen zoals internet, digitale nieuwsbrieven, e-cards, mailings…. De organisatie beschikt over een Nederlands-/Engelstalige website met foto’s, geluidsfragmenten, bio’s…. Op geregelde tijdstippen is er een “open deur” moment waar jonge groepen zich kunnen voorstellen met hun muziek en kennis kunnen maken met de zakelijke en artistieke werking van de organisatie. Tenslotte zijn er speciale momenten zoals een gouden plaat waar de sector, pers en fans worden op uitgenodigd. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het aanvraagdossier bevat geen specifieke informatie over dit punt. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie ter zake. 3.6
Realisme groeipad
Gentlemanagement vraagt vanaf 2013 een subsidie van 269.997,87 euro per jaar hetzij een verhoging met 149.974,39 euro ten opzichte van 2011, inclusief de voornoemde 60.000 euro voor de directe financiering van de kunstenaars en 84.997,87 euro om het tekort in de eigen werking op te vangen. Deze extra middelen moeten dienen voor aanwerving op zelfstandige basis van een nieuwe extra verantwoordelijke manager aan 36.000 euro per jaar aan 100% tewerkstelling en de loonkost van de assistent-manager aan 31.200 euro per jaar aan 100% tewerkstelling zodat er 3 à 4 nieuwe groepen kunnen worden opgenomen in het “artist roster” van de organisatie. Het agentschap stipt aan dat de subsidie wordt gevraagd voor de ondersteuning van de zogenaamde kwetsbare groepen en voor de internationale werking voor zover het de algemene internationale werking zelf betreft met o.a. verplaatsingen van de medewerkers naar het buitenland in het kader van meetings, contractbesprekingen, deelname aan muziekbeurzen…. Het agentschap stelt vast dat het gevraagde subsidiebedrag meer dan een verdubbeling is van het huidige subsidiebedrag wat echter niet in verhouding staat tot de inhoudelijke groei van de organisatie. Het agentschap kan zich dan ook niet vinden
Pagina 62 van 104
in deze groei tenzij de beoordelingscommissie muziek het toekennen van het gevraagde bedrag opportuun acht. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Er is een overeenstemming tussen beide plannen. De begroting wordt duidelijk toegelicht waarbij de voornaamste kostenpost bestaat uit de vergoedingen van de zelfstandige medewerkers en de ingeschreven personeelsleden naast de rechtstreekse financiering van de activiteiten van de artiesten en groepen. De inkomsten wordt als volgt begroot: a) een doorrekening van kosten aan het commerciële luik van de organisatie aan een verdeelsleutel 75/25 op basis van het aantal groepen voor huurgelden, onderhoud en herstelling, communicatie, administratie, kantoormateriaal en informatica voor in totaal 14.926,25 euro. b) inkomsten uit verkopen en dienstprestaties m.a.w. de zgn. managementcommissie. Dit bedraagt 20% op alle bruto-inkomsten van de artiesten die zij vertegenwoordigt. Soms wordt 15% aangerekend maar dit eerder uitzonderlijk wanneer een groep sommige prestaties zelf uitvoert die anders door de organisatie werden gedaan. Deze inkomsten worden begroot op 220.000 euro per jaar waarvan 90% afkomstig is van liveoptredens, de rest van platenverkoop en publishing. Op groepsniveau betekent dat 11.000 euro per groep per jaar aan managementcommissie. Naast de gevraagde subsidie van de Vlaamse overheid wordt er ook nog een subsidie ingeschreven van de provincie voor 1500 euro en van de stad Gent voor 2500 euro. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen zeker haalbaar. Rekening houdend met het totaal beschikbaar budget adviseert het agentschap tot continuering van de werking van de organisatie echter zonder verhoging van de middelen voor de aanwerving van de gevraagde bijkomende personeelsleden. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van vzw Gentlemanagement beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 63 van 104
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie merkt op dat een handhaving van het subsidiebedrag op het bestaande niveau voor hen betekent dat ze zullen moeten afzien van de wijzigingen/nieuwe ontwikkelingen die zij voor de nieuwe structurele periode hadden voorzien op zakelijk en artistiek vlak. De organisatie vindt dat op zich niet problematisch, maar wel jammer. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 64 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-002
Organisatie:
Keremos
Gevraagd bedrag:
137.476,85 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Keremos is een alternatief managementbureau dat tien jaar bestaat. Het begeleidt jonge bands in de pop- en rockwereld vanaf een pril stadium tot een professioneel niveau met een zekere internationale ambitie. Naast twee grote bands, heeft de organisatie een twaalftal jonge, kleinere bands onder haar hoede. Voor sommige gebeurt dit in joint venture met Action&Action. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek vindt dat Keremos een aantal kwalitatieve en beloftevolle bands vertegenwoordigt. Keremos verzorgt de algemene begeleiding (artistiek, logistiek, financieel,…), de carrièreplanning (zowel op Vlaams als op internationaal niveau) en de promotie. Keremos wil vanaf 2013 een zeventiental bands in huis hebben, met vier managers. De commissie is echter niet overtuigd van de noodzaak tot verdere uitbreiding van het roster. De commissie stelt vast dat een aantal bands al aan een carrière bezig zijn, maar sommige toch nog wel bijzonder pril zijn. Verder vindt ze het positief dat Keremos een grote openheid heeft en zijn kennis en knowhow met anderen deelt. Keremos participeert ook in projecten, zoals het nieuwe showcasefestival Glimps. De toelichting hieromtrent is echter vrij summier. Met het Tabii-project wordt, in samenwerking met diverse andere spelers waaronder de Centrale en Democrazy, een concertenreeks van vier jaar opgezet waarbij telkens een autochtone band een double bill speelt met een Turkse groep. De commissie vindt dit een goede aanzet, maar zou het interessanter vinden wanneer Turkse en autochtone muzikanten met elkaar zouden worden gecombineerd. In dat geval zou er echt sprake zijn van interculturele werking. Bovendien vindt de commissie het organiseren van concerten niet de hoofdtaak van een managementbureau. Keremos zou bij het Tabii-project beter eerder managementondersteuning bieden. 1.3
Profilering en positionering
Keremos profileert zich als een alternatief managementbureau dat naast twee grote groepen resoluut kiest voor prille bands in het pop- en rocksegment. De organisatie is sterk in het ontdekken van jong Vlaams talent en heeft een gedreven ploeg. 1.4
Langetermijnvisie
Voor zes van de bands is de langetermijnplanning goed uitgewerkt, met een focus op het buitenland. Ook is er al een aantal releases gepland. Op vlak van de eigen werking, wil Keremos enkele nieuwe personeelsleden aanwerven, wat deels samenhangt met een gewenste uitbreiding van het roster.
Pagina 65 van 104
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Met een mix van bands heeft Keremos een landelijke uitstraling in heel Vlaanderen. Voor de bekendere van de groepen is er ook een groeiend internationaal verhaal. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Keremos werkt uitgebreid samen met diverse Gentse partners en zit met Glimps en het Tabii-project goed ingebed in de regio. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Afgezien van de twee grote bands investeert Keremos in jonge muzikanten en zorgt de organisatie voor een professionele begeleiding. 1.8
Samenwerking en netwerking
Keremos heeft een uitgebreid netwerk, zowel op lokaal, Vlaams als internationaal vlak. Het is positief dat de organisatie voor bepaalde nichegroepen zich richt tot andere, maar relevante netwerken, zoals bijvoorbeeld het geval is voor Steak Number Eight. 1.9
Publieksgerichtheid
De doelgroep is in eerste instantie een jong publiek. De commissie vindt het wel jammer dat Keremos weinig ambitie heeft om daar breder in te gaan. Anderzijds vindt ze het positief dat de organisatie er in slaagt om haar bands door promotionele stunts en originele concepten onder de aandacht te brengen. Daarnaast zorgt ze voor een degelijke promotionele omkadering bij releases en tours, waardoor ze het juiste publiek voor de groepen bereikt. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Met de waaier van bands heeft de organisatie een zekere artistieke diversiteit. Met het Tabii-project heeft de organisatie een zekere aandacht voor interculturaliteit, zij het in te beperkte mate. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie immers dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Keremos vraagt een stijging van het subsidiebedrag, voornamelijk voor een personeelsuitbreiding van vier naar zes voltijdse equivalenten, waaronder het in dienst nemen van een persoon die nu nog als stagiair werkt. De commissie stelt vast dat tussen de indiening van het dossier en de advisering enkele bands zijn weggevallen, wat op zich geen probleem vormt, maar een grote personeelsuitbreiding niet kan verantwoorden. De commissie vindt een grote uitbreiding van het roster evenmin nodig. Een halftijds medewerker voor de Tabii-concerten lijkt de commissie ook overdreven, aangezien het slechts om vier concerten per jaar gaat. De commissie ziet de werking niet in die mate uitbreiden dat een substantiële verhoging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode kan worden verantwoord. Ze kan wel akkoord gaan met een lichte stijging van het subsidiebedrag als indexering.
Pagina 66 van 104
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de gevraagde uitbreiding van het personeelsbestand, de internationale werking en projecten als Glimps En Tabii. De commissie is er van overtuigd dat Keremos een dynamisch managementbureau is dat heel wat energie in het internationale verhaal steekt. Toch is ze van oordeel dat de verduidelijkingen in de repliek niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 67 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-002
Organisatie:
Keremos vzw
Gevraagd bedrag:
137.476,85 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
In de structurele ronde 2010-2012 werd aan Keremos voor 2011 als werkplaats een subsidie van 96.018,79 euro per jaar toegekend. Voor de structurele ronde 2013-2016 vraagt de organisatie als werkplaats een jaarlijkse subsidie van minimaal 137.476,85 euro. Keremos is een managementbureau voor jonge, ambitieuze bands in de alternatieve pop/rocksector. Deze bands worden begeleid in alle aspecten van de muziekbusiness vanaf een zeer pril stadium waarin wel het talent duidelijk is maar nog niet de levensvatbaarheid tot op een professioneel niveau met internationale ambitie. De volgende groepen zijn momenteel ingeschreven op het artistic roster van de organisatie: a) 2 bands waarvoor geen subsidie wordt aangevraagd m.n. Absynthe Minded en Admiral Freebee; b) 9 bands die begeleid worden m.n. School is Cool, Steak Numbert Eight, Team William, Arquettes, Sarah Ferri, Bowie Peru, Psycho 44, Vincent & Jules en The Herfst en c) nog 3 bands die geselecteerd zullen worden in de loop van 2012-2013. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Het 10-jarige bestaan van de organisatie was een periode van ups-and-downs. Op het vlak van haar artiesten heeft de organisatie fijne nationale en internationale successen gekend met bands zoals Sioen, Absynthe Minded,… maar ook ontgoochelingen met andere bands. Dit is inherent aan de werking van een managementkantoor waar jonge bands, vaak met jonge bandleden, nog geen stabiliteit hebben ontwikkeld en niet goed weten wat ze willen in het muziekvak. De organisatie is zich hier goed van bewust en zal in de komende jaren nog kritischer te werk gaan bij de selectie van nieuwe bands voor haar artistic roster. Ook zakelijk heeft de organisatie ups-and-downs gekend in de afgelopen jaren, vooral tijdens de structurele periode 2007-2009, waardoor de organisatie een kaskrediet diende te openen van 75.000 euro. De volgende structurele periode 2010-2012 lijkt op zakelijk vlak stabieler te verlopen. De jaren 2010 en 2011 waren in elk geval al succesvol, vooral door de groep Absynthe Minded, zodat de organisatie vanaf zomer 2011 schuldenvrij haar werking kan verderzetten. Hoewel het percentage “eigen inkomsten” steeg in 2010 naar 58% van de totale inkomsten zal de organisatie toch waakzaam moeten blijven in de komende jaren rekening houdend met de volatiele muziekmarkt en de economische crisis. Een ander knelpunt, dat van nabij moet gevolgd worden, is de liquiditeitsratio die sinds 2007 in dalende lijn is van 0.6 naar 0.39 in 2010. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie ziet haar kerntaak als het consequent begeleiden van op dit moment 9 jonge bands zonder een eis van rendabiliteit. In het dossier vermeldt de organisatie uitdrukkelijk dat er twee grote bands zijn waarvoor geen subsidie nodig is m.n. Absynthe Minded en Admiral Freebee. Het agentschap stelt echter vast dat in het dossier deze beide bands voortdurend samen met de andere “kwetsbare” bands worden genoemd. Bovendien zijn zij ook terug te vinden op o.a. het overzicht “planning en budget
Pagina 68 van 104
optredens 2013” zodat hun commissielonen deel uitmaken van het totaalbedrag aan commissielonen dat de organisatie verwacht te ontvangen in 2013. Bovendien is er in het dossier geen verdeelsleutel terug te vinden tussen deze 2 “gevestigde” bands en de “kwetsbare” bands op vlak van inkomsten en uitgaven voor de begroting zodat het agentschap moet vaststellen dat de gevraagde subsidie ook gebruikt zal worden voor deze 2 gevestigde bands. In het zog van deze succesvolle bands kunnen jonge bands mee genieten van hun parcours en de opgedane ervaring in binnen- en buitenland. Men hoopt in de loop van 2012 nog eens 3 à 4 nieuwe bands te kunnen opnemen. Daarnaast ziet de organisatie meer dan ooit het buitenland als werkterrein van haar bands. De ingediende plannen geven dan ook blijk van een gezonde langetermijnvisie, waarbij op verantwoorde wijze voortgebouwd wordt op de vroegere werking. Om de vooropgestelde resultaten te halen wenst de organisatie op personeelsvlak haar werking verder uit te bouwen met a) een zakelijke verantwoordelijke; b) 1 part-time medewerker voor het intercultureel “Tabii-project” en c) een part-time medewerker/begeleider van jonge bands. 3.2
Samenwerking en netwerking
Keremos onderhoudt intense contacten met het live-circuit, de andere managementbureau’s, de bookingskantoren en de labels zowel nationaal als internationaal. Het doel van deze samenwerkingen is steeds in het belang van de jonge bands om hen nationaal en internationaal zo goed mogelijk te begeleiden. Voor het intercultureel “Tabii-project” ligt de focus vooral op netwerking met organisaties en individuen in Turkije of van Turkse oorsprong. De resultaten van de werking van de organisatie in het verleden hebben aangetoond dat samenwerking en netwerking één van de sterkere punten is van deze organisatie. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De klemtoon van de werking van de organisatie ligt op het begeleiden van de jonge bands. Dit blijkt onder meer uit de geraamde kosten voor promotie en verkoop, reis- en verblijfkosten in binnen- en buitenland en de loonkosten voor de ingeschreven personeelsleden. De artistieke productiekosten zijn dan ook eerder laag. Dit gaat meestal over concerten en uitbrengen van CD’s in eigen beheer. De organisatie wenst in de structurele periode 2013-2016 over te gaan tot een uitbreiding van haar personeelsbestand van 4 vte naar 6 vte. De verhoging is het gevolg van de wens tot aanwerving van drie nieuwe medewerkers in loondienst. De totale loonkost voor 6 vte wordt geraamd op 244.613 euro op jaarbasis. De nieuw aan te werven personeelsleden zijn a) een zakelijk leider voor 42.000 euro/jaar en b) 2 halftijdse inhoudelijke medewerkers voor elk 18.000 euro/jaar. In ruil voor deze personeelsverhoging worden er een 3 à 4-tal nieuwe jonge bands gerekruteerd op het artistic roster. De organisatie betrekt een pand te Gent voor 9 jaar sinds zomer 2011 aan 430 euro per maand. Indien de personeelsverhoging gerealiseerd wordt is het huidige pand te klein en zal de organisatie de bovenverdieping van het huidige gebouw moeten bijhuren aan een bijkomende 350 euro per maand zodat de totale huur 750 euro per maand bedraagt. Het agentschap stelt zich vragen over de noodzaak voor de uitbreiding van de infrastructuur. 3.4
Publieksgerichtheid
De medewerkers van Keremos hebben 3 grote prioriteiten: a) een algemene begeleiding zowel artistiek, logistiek als financieel; b) een carrière begeleiding waarbij vooral aandacht geschonken wordt aan het creëren van kansen in binnen- en buitenland en c) het maken van promotie voor deze jonge bands. Rond elk optreden wordt zo veel mogelijk promotie gemaakt via moderne communicatiemiddelen om het doelpubliek te bereiken zoals Facebook, MySpace, Twitter, YouTube en een eigen website. Daarnaast
Pagina 69 van 104
werkt men met e-mailfanbestanden, uitgebreide persmomenten en e-streetteams en streetteams. De organisatie tracht ook steeds op een originele manier haar jonge bands in de aandacht te brengen door nieuwe ideeën en stunts. Hierdoor hoopt men aan publieksvernieuwing te doen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
De organisatie heeft in de periode 2009-2011 een viertal concerten georganiseerd met als naam “Tabii-concerten”, voorheen gekend als “Halal-concerten”, waarbij autochtone en allochtone bands samen het podium delen met als doel a) een gemengd publiek te creëren; b) elkaar te laten kennis maken met elkaars muziek en culturen; c) de bands artistiek te laten samenwerken; d) communicatie voeren naar beide bevolkingsgroepen en e) een netwerk en knowhow opbouwen naar de allochtone gemeenschap toe. Deze concertreeks werd georganiseerd in samenwerking met Democrazy, De Centrale, De Roma, 0090, Cdf en het Europees project “Southeast Europe: a cultural journey”. De organisatie wenst in de structurele periode 2013-2016 een jaarlijkse concertreeks te maken van dit project bestaande uit 4 concerten per jaar. Hiervoor wenst de organisatie een extra halftime allochtone personeelslid in loondienst aan te werven voor 18.000 euro per jaar. De budgetten voor de programmatie en de productie worden door de andere partners voorzien…. Het agentschap twijfelt er sterk aan of de kost van de deeltijdse tewerkstelling in verhouding is tot de voornoemde werklast van dit project en adviseert dat dit project dient gedragen te worden binnen de bestaande personeelsstructuur. 3.6
Realisme groeipad
Keremos vraagt vanaf 2013 een subsidie van 137.476,85 euro per jaar, dit is 41.458,06 euro hoger dan de subsidie in 2011, die bijna volledig te wijten is aan de verhoging van de loonkost van het personeel. De nieuwe zakelijke leider wordt tewerkgesteld aan een 100% loonkost; de 2 nieuwe inhoudelijke medewerkers elk aan 50%. De functie van de 2 inhoudelijke medewerkers kan ingevuld worden door één en dezelfde persoon maar dit moet niet. Indien de inhoudelijke medewerker voor het “Tabii”-project niet wordt aangeworven valt het gevraagde subsidiebedrag terug naar 119.967 euro ofwel een vermindering van 0,5 vte. De inkomstenstructuur is hoofdzakelijk opgebouwd rond twee pijlers: enerzijds de gevraagde subsidie bij de Vlaamse overheid en anderzijds commissielonen van de bands voor een bedrag van 174.967 euro. De lokale en regionale overheid kennen een subsidie toe van respectievelijk 3000 euro en 10.000 euro. Voor het agentschap is het echter niet duidelijk waarom de werking van de organisatie met 2 vte dient verhoogd te worden. Het voorgestelde groeipad in het dossier is onvoldoende verantwoord zeker omdat de “eigen inkomsten” niet spectaculair stijgen in de nieuwe geraamde begroting ttz 168.709 euro in 2010 ten opzichte van 174.967 euro in 2013 hetzij een verhoging met 6258 euro. Het agentschap kan zich dan ook niet vinden in de voorgestelde uitbreiding van het personeelskader en is van mening dat voorliggende plannen ook met het huidige personeelskader kunnen gerealiseerd worden. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Er is een overeenstemming tussen beide plannen. De begroting wordt goed toegelicht maar de organisatie verklaart niet echt waarom er een verhoging moet zijn van de vte’s, welke echte invloed dit heeft op de eigen inkomsten en wat de meerwaarde zal zijn voor de organisatie als geheel en voor de bands in het bijzonder.
Pagina 70 van 104
3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen haalbaar, zij het dat de voorgestelde plannen ook kunnen gerealiseerd worden met het huidige personeelskader. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van de vzw Keremos beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie is er zich van bewust dat er momenteel een financiële crisis is, maar wenst toch te reageren op de positieve preadviezen. De organisatie geeft een uitgebreide beschrijving van de gerealiseerde resultaten van de bands in het buitenland (e.g. Absynthe Minded, Steak Number Eight, School is Cool). Deze internationale werking vereist dan ook dat men vaak in het buitenland is, terwijl het werk op kantoor blijft liggen. De organisatie benadrukt dan ook uitdrukkelijk dat extra mankracht nodig is om de verdere internationale werking te garanderen en uit te bouwen. Er worden hieromtrent in feite geen nieuwe argumenten aangehaald in de repliek. Het agentschap neemt akte van het feit dat een Europese projectsubsidie werd bekomen voor Absynthe Minded en vindt dit een lovenswaardig initiatief. De organisatie geeft aan dat het interculturalisatieproject “Tabii” niet gerealiseerd kan worden zonder werving van extra mankracht. De organisatie geeft geen concrete invulling van de taken voor het organiseren van dit interculturalisatieproject, zodat niet verantwoord wordt waarvoor er extra mankracht nodig is. Het agentschap blijft dan ook bij haar twijfel of de kost van de deeltijdse tewerkstelling in verhouding is tot de voornoemde werklast van dit interculturalisatieproject en blijft bij haar advisering dat dit project dient gedragen te worden binnen de bestaande personeelsstructuur. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 71 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-003
Organisatie:
Rockoco
Gevraagd bedrag:
260.114,55 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Rockoco is een alternatief managementbureau dat in 1997 werd opgericht en vijf jaar later voor het eerst werd gesubsidieerd. Het bureau richt zich op Vlaamse rock- en popartiesten die het potentieel hebben om ook op internationaal vlak door te breken. De meeste groepen krijgen een totaalbegeleiding, inclusief de boekingen. Dit gebeurt momenteel voor negen bands. Daarnaast wordt nog een aantal projecten op maat ondersteund, wat momenteel het geval is voor vier groepen. Tot slot fungeert Rockoco voor nog drie groepen louter als boeker. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Rockoco een helder artistiek plan heeft ingediend. Opvallend daarbij is dat Rockoco zijn werking aanpast aan de noden van de bands. Per groep wordt aangegeven welk parcours er wordt vooropgesteld. De commissie is van oordeel dat Rockoco een scherpe focus heeft in zijn werking en professioneel werk levert met de integrale begeleiding van de groepen. Positief is ook het engagement om expertise te delen binnen de pop- en rocksector. Rockoco besteedt ook voldoende aandacht aan het uitbouwen van een internationaal parcours voor zijn groepen. Voor de eerste editie van het showcasefestival Glimps, voorzag Rockoco een aantal personeelsleden. In de toekomst wil het festival op eigen benen staan. De commissie stelt vast dat Rockoco geen uitbreiding van het aantal artiesten ambieert en vindt dat getuigen van realiteitszin. Toch is ze van oordeel dat het personeelskader ruim is ten opzichte van het aantal bands. Tot slot vindt de commissie de overeenkomsten met de artiesten transparant en correct. 1.3
Profilering en positionering
Rockoco kreeg binnen de sector een eigen gezicht omdat de organisatie de trajecten van de groepen op een persoonlijke manier uitstippelt. Daarnaast is Rockoco een actieve speler binnen het verder professionaliseren van de rock- en popsector, wat ook een duidelijke zichtbaarheid genereert. De muzikanten en groepen die Rockoco vertegenwoordigt, worden in de eerste plaats gekozen op basis van artistieke criteria en originaliteit, kwaliteit en integriteit. De commissie vindt dat dit inderdaad elementen zijn waarmee een alternatief managementbureau zich van een gewoon managementbureau moet onderscheiden. 1.4
Langetermijnvisie
Uit de plannen voor de begeleiding van de verschillende groepen, blijkt een zekere langetermijnvisie. Ook op internationaal vlak is dit duidelijk aanwezig. Het uitbouwen van contacten en het werken aan een internationaal verhaal, is een werk van lange adem. De commissie is van oordeel dat Rockoco hierin al belangrijke stappen heeft gezet.
Pagina 72 van 104
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Met een mix van bands heeft Rockoco een landelijke uitstraling in heel Vlaanderen. Voor de meeste groepen is er ook een groeiend internationaal verhaal. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van het initiatief voor de regio is vergelijkbaar met de andere managementbureaus. Met Glimps krijgen jonge bands de kans om zich op een aantal kleine podia te presenteren, zowel voor een lokaal publiek als voor muziekprofessionals uit heel Europa. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Dank zij een alternatief managementbureau krijgen nichegroepen en kwetsbare artiesten toch de kans om te groeien naar een professioneel parcours. Bovendien zet Rockoco zich in voor diverse federaties en belangengroepen met betrekking tot het Vlaamse pop- en rockbeleid. De organisatie wil de opgebouwde informatie delen met de sector, wat getuigt van de nodige openheid. 1.8
Samenwerking en netwerking
Rockoco heeft heel wat partners, zowel op lokaal als op Vlaams en internationaal niveau. Alle partners spelen een rol voor het begeleiden van een of meerdere artiesten uit het roster van Rockoco. Bovendien zijn personeelsleden van Rockoco lid van verenigingen zoals Repetitieruimtes, Muziekmanagersfederatie en International Music Managers Foundation. 1.9
Publieksgerichtheid
Voor managementbureaus is publieksgerichtheid indirect. Publiekswerking gebeurt door de podia waar de artiesten worden geprogrammeerd. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Met de waaier van bands heeft de organisatie een zekere artistieke diversiteit. Er is echter geen aandacht voor interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat de organisatie een sterke verhoging van het subsidiebedrag vraagt, in de eerste plaats voor de personeelskosten. Rockoco wil van 4,5 naar 5 voltijdse equivalenten gaan en de lonen optrekken tot de barema's van PC 329. De commissie vraagt zich af waarom een muziekorganisatie gebruik maakt van het PC sociaal-cultureel werk. Verder is ze van oordeel dat een personeelsuitbreiding niet aan de orde is omdat het aantal gemanagede groepen dit niet kan verantwoorden. De commissie stelt immers vast dat er enkele relatief slapend zijn en Rockoco momenteel slechts een
Pagina 73 van 104
negental echt werkende groepen heeft. Dit moet mogelijk zijn met het aantal voltijdse equivalenten dat nu ter beschikking is. De commissie vindt het wel positief dat Rockoco de boekingen zelf doet. Ze is van oordeel dat de groepen daar baat bij hebben. De commissie stelt vast dat het aandeel eigen inkomsten sterk daalt ten opzichte van de vorige periode. Ze geeft mee dat de organisatie er over moet waken dat de eigen inkomsten op een behoorlijk niveau blijven. Tot slot vindt de beoordelingscommissie sommige kosten te ruim begroot. Zo springen bijvoorbeeld de hoge telefoonkosten in het oog. De commissie geeft een positief advies, maar vindt dat een lichte verhoging ten opzichte van de vorige periode als indexering moet volstaan voor de voorgestelde werking. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, hoofdzakelijk in verband met het personeelsbestand, maar ook over de hoge communicatiekosten. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 74 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-003
Organisatie:
Rockoco vzw
Gevraagd bedrag:
260.114,55 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
In de structurele ronde 2010-2012 werd aan Rockoco als werkplaats een initiële subsidie van 163.231,93 euro per jaar toegekend. Voor de structurele ronde 2013-2016 vraagt de organisatie als werkplaats een jaarlijkse subsidie van minimaal 260.114,55 euro. Sinds 1997 streeft de organisatie als alternatief managementbureau naar een totaalbegeleiding van een beperkt aantal Vlaamse artiesten en bands in de pop- en rocksector met kwaliteit, internationaal potentieel of die moeilijk een brede markt kunnen aanspreken. De volgende Vlaamse groepen en artiesten in totaalbegeleiding zijn actief binnen dit managementkantoor: Barbie Bangkok, Liesa Van der Aa, Mintzkov, Sir Yes Sir, Sukilove, Tom Pintens, Trixie Whitley, The Bony King of Nowhere en The Van Jets. Daarnaast zijn er nog een aantal groepen die artistiek interessant zijn maar geen 100% prioriteit aan hun project kunnen verlenen wegens andere (beroeps-)redenen en groepen die in België door hen geboekt worden en waaraan op maat advies verleend wordt bij moeilijkheden op fiscaal, sociaal, juridisch, auteursrechtelijk vlak. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Uit de werking tijdens de afgelopen jaren blijkt dat de kostenstructuur van de organisatie relatief stabiel blijft maar de inkomstenstructuur is echter zeer variabel daar deze sterk afhankelijk is van de inkomsten uit de exploitatie (= hoofdzakelijk boekings- en managementcommissie) van de artiesten. Het gemiddeld verschil in een structurele ronde kan oplopen tot 40.000 euro per jaar. Dit is normaal voor de werking van de organisatie omdat zij op lange termijn met groepen werkt en er in het artistic roster een evenwicht wordt gezocht tussen maximaal exploiteren en investeren in artistieke parcours van de artiesten. Er wordt dus in sommige jaren met verlies gewerkt om in de erop volgende jaren dit weer goed te maken. Zo werd het jaar 2010 afgesloten met een winst van 54.463,28 euro zodat het gecumuleerd verlies van -43.639,18 euro uit de vorige jaren volledig werd weggewerkt. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Sinds haar ontstaan in 1997 heeft de organisatie heel wat woelige waters doorzwommen. De organisatie heeft dan ook in de afgelopen jaren een grote expertise opgebouwd zowel op zakelijk als artistiek vlak wat tot uitdrukking komt in haar goed doordachte langetermijnvisie. De organisatie zet in op een aantal belangrijke pijlers: a) een selectie van artiesten op basis van artistieke aspecten en langetermijnvisie en niet enkel op commerciële waarden; b) een intensieve en doorgedreven totaalaanpak in de begeleiding van de artiesten; c) het boeken van de artiesten via een eigen in-house boekingsafdeling; d) het versterkt uitbouwen van een internationale werking voor de artiesten en voor de organisatie; e) het hanteren van een gunstig managementcommissie voor artiesten en f) een intensieve samenwerking en netwerking binnen de muzieksector en andere creatieve industrieën. De organisatie geeft dus blijk van een gezonde zakelijke langetermijnvisie waarbij op verantwoorde wijze
Pagina 75 van 104
voortgebouwd wordt op de vroegere werking. Opgemerkt moet worden dat de organisatie zelf geen producties maakt. 3.2
Samenwerking en netwerking
Samenwerking en netwerking zijn de sleutelwoorden in de dagdagelijkse en lange termijnwerking van de organisatie. Door het clusteren van de zakelijke leiding van verschillende artiesten enerzijds en door het samenwerken in de muzieksector anderzijds heeft de organisatie zich ontwikkeld in de sector tot een partner in allerlei samenwerkingen en netwerkorganisaties, niet alleen in de muzieksector maar ook in de andere sectoren van de creatieve industrieën Het dossier bevat een uitgebreide lijst van voorbeelden van nationale en internationale partners en organisaties waarmee wordt samengewerkt. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Rococo maakt zelf geen producties. De organisatie betaalt nooit zelf lonen aan artiesten of groepen. Deze lonen worden betaald vanuit de vzw-structuur van de groepen. De vergoeding aan de organisatie voor de totaalbegeleiding bedraagt: 15% boekingscommissie bovenop de gage te betalen door de organisator; 10% managementcommissie te betalen door de groep en 15% commissie op andere inkomstenposten zoals royalty’s, vergoedingen op remixen en productieopdrachten, SABAM- en publishinginkomsten en merchandising. De klemtoon van de werking van de organisatie ligt op het begeleiden van de groepen en artiesten. Dit gebeurt door een team van medewerkers met de wil om de artistieke plannen van een band mee vorm te geven en zakelijk te omkaderen vanuit een lange termijnvisie. De organisatie wenst dan ook te blijven investeren in haar medewerkers met een gepaste verloning, kansen tot bijscholing en goed werkingsmateriaal. Op het moment van de indiening bestaat Rockoco uit 5 vaste personeelsleden: 3 voltijdse artiestenbegeleiders, 1 voltijdse zakelijke leider en 1 deeltijdse artiestenbegeleider/boeker (= 4,5 vte). Vanaf 2013 wil de organisatie werken met 5 voltijdse personeelsleden in loondienst (= 5 vte). In specifieke situaties zoals extra drukke periodes wordt er beroep gedaan op freelancers zodat soepel ingespeeld kan worden op de noden van de organisatie en de groepen. De verloning van de organisatie is lager dan de barema’s in PC 329. De organisatie stelt dan ook dat zij een inhaalbeweging wil maken voor haar personeelsleden zodat de organisatie op langere termijn kan blijven bestaan met behoud van de opgebouwde kennis bij de personeelsleden. Op basis van de barema’s PC 329 wordt de loonlast geraamd op 264.162,51 euro. De organisatie wil gehuisvest blijven te Gent maar een gedeelte van het meubilair is na 10 jaar aan vernieuwing toe. Bovendien wenst men in de nieuwe structurele periode over te gaan tot een vernieuwing van de server en tot een file- en mailserver “in the cloud”. 3.4
Publieksgerichtheid
Rockoco richt zich niet rechtstreeks naar het muziekpubliek maar begeleidt de artiesten daarin wel. Door het mee uitdenken en opzetten van promotiecampagnes voor optredens en/of het uitbrengen van nieuw werk wordt getracht het juiste publiek warm te maken voor de groepen waarmee wordt gewerkt. Voor de sector wordt er elke twee maanden een nieuwsbrief verzonden aan zo’n 5000 professioneel geïnteresseerden met een overzicht van alle activiteiten van de groepen en hun planning voor de komende periode. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het aanvraagdossier bevat geen specifieke informatie terzake. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie terzake.
Pagina 76 van 104
3.6
Realisme groeipad
De organisatie raamt aantal cluboptredens op 149 en het aantal festivaloptredens op 134 voor het jaar 2013 hetzij in totaal op 283 optredens. Ter vergelijking in 2010 waren er 360 activiteiten voor een toegekend subsidiebedrag van 165.717,70 euro. Het gevraagde subsidiebedrag voor 2013 bedraagt 260.114,55 euro hoofdzakelijk voor de loonkost van 5 personeelsleden in vast dienstverband overeenkomstig de barema’s van PC 329. Buiten de subsidie van de Vlaamse overheid is de vergoeding aan de organisatie voor haar totaalbegeleiding van de artiesten de enige bron van inkomsten. Het agentschap moedigt aan dat de organisatie haar personeel wil vergoeden overeenkomstig de barema’s van het PC 329. Anderzijds stelt het agentschap vast dat de eigen inkomsten van de organisatie sterk aan schommelingen onderhevig is. Deze eigen inkomsten waren als volgt: in 2009 een bedrag van 50.749,59 euro; in 2010 een bedrag van 130.896,18 euro; in 2011 een bedrag van 94.110 euro; in 2012 een door de organisatie geraamd bedrag van 67.899,14 euro en in 2013 een door de organisatie geraamd bedrag van 93.825 euro. Hiermee rekening houdend kan het agentschap zich niet vinden in het feit dat de totale loonkost van de personeelskosten wordt doorgerekend aan de Vlaamse overheid zonder dat er ook een dragende eigen inbreng is van de organisatie middels haar eigen inkomsten. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Er is een overeenstemming tussen beide plannen. De geraamde begrotingsposten worden duidelijk en helder toegelicht. Zoals geschreven gaat de belangrijkste kost naar de verloning van de vaste medewerkers overeenkomstig de barema’s van PC 329. De inkomsten worden gehaald uit de 15% boekingscommissie; de managementcommissie en commissie op andere inkomstenposten. Uit de begroting blijkt dat de inkomsten via de subsidie van de Vlaamse overheid de belangrijkste inkomstenbron is om de werking van de organisatie te financieren. Volgens de organisatie kunnen zij geen beroep doen op andere subsidiekanalen zoals stedelijke, provinciale of Europese subsidies wegens hun specifieke werking. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen zeker haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van de vzw Rockoco beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
In de repliek gaat de organisatie dieper in op de opmerking van het agentschap dat de totale loonkost van de personeelskosten wordt doorgerekend aan de Vlaamse overheid zonder dat er ook een dragende eigen inbreng is van de organisatie middels haar eigen inkomsten. Het agentschap neemt kennis dat de organisatie er alles aan doet om
Pagina 77 van 104
voldoende eigen inkomsten te generen zonder afbreuk te doen aan de artistieke integriteit van de groepen. Het agentschap blijft bij haar oorspronkelijk advies na kennisname van deze repliek. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 78 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-004
Organisatie:
De Muziekfaktorij
Gevraagd bedrag:
120.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
De Muziekfaktorij is een nomadisch productiehuis, sinds 2011 onder artistieke leiding van Jan De Smet, dat het Vlaamse levenslied wil herwaarderen. De producties zijn avondvullend en worden in vele cc's geprogrammeerd. De organisatie staat in voor de gehele opvolging, van repetitie tot concert. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat de Muziekfaktorij in het dossier nergens diep ingaat op de artistieke visie per productie. Er wordt ook nergens een motivatie gegeven waarom er welke mensen worden gekozen om een specifiek project te begeleiden of te ondersteunen. De commissie stelt vast dat er van de zeven producties die voor 2013 gepland zijn, er drie hernemingen zijn. Er komen heel wat populaire Vlaamse artiesten aan bod zoals Guido Belcanto, wijlen Yasmine, Jelle Cleymans, Dirk Tanghe, Tom Van Landuyt,… De commissie is van oordeel dat de producties niet kwetsbaar zijn en de artistieke kwaliteit ervan te laag is om prioritair voor structurele subsidie in aanmerking te kunnen komen. 1.3
Profilering en positionering
De organisatie is als werkplaats uniek met haar Nederlandstalige focus. De organisatie genereert vooral een aanbod dat door de cc's en het brede publiek wordt opgepikt en heeft geenszins een kwetsbare positie. 1.4
Langetermijnvisie
De organisatie verandert niet van koers ten opzichte van de vorige jaren. De planning voor 2013 is al vrij concreet. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De producties die de Muziekfaktorij maakt, worden in cc's over heel Vlaanderen gebracht, waardoor een landelijke uitstraling gegarandeerd is. De keuze voor het Nederlandstalige lied vormt uiteraard een beperking voor een meer internationale uitstraling. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde voor de regio is indirect. De artiesten treden op in heel diverse plekken.
Pagina 79 van 104
1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Met de productie 'Te Gek', maar ook met de vele schoolvoorstellingen, wordt een zeer ruim publiek gegenereerd, waardoor er een positieve en correcte beeldvorming bereikt wordt omtrent mensen met gezondheidsproblemen. Muziekfaktorij treedt in deze op als uitvoerend producent en booker, maar is niet de initiatiefnemer. 1.8
Samenwerking en netwerking
De Muziekfaktorij heeft een uitgebreid netwerk over heel Vlaanderen, waaronder scholen en cc's. De organisatie heeft ook mediadeals. De commissie stelt een sterke verbondenheid vast tussen de Muziekfaktorij en VOF Cultura, waarbij de eerste toelevert en de tweede verkoopt. In die zin gaat het de facto om dezelfde werking. 1.9
Publieksgerichtheid
De organisatie bereikt een breed en ruim publiek door de toegankelijkheid en laagdrempeligheid van het repertoire. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Diversiteit en interculturaliteit zijn geen uitgesproken aandachtspunten van de Muziekfaktorij, wat een gemiste kans is. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie immers dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De beoordelingscommissie stelt vast dat de begroting slechts heel summier werd toegelicht. Bovendien zijn er geen gegevens te vinden over hoeveel keer een productie wordt gerepeteerd, hoeveel keer ze gebracht wordt of wat de vergoedingen ervoor zijn. De commissie stelt vast dat de organisatie een zeker personeelskader heeft, maar men voor de verkoop toch een beroep doet op een op papier andere organisatie, waardoor meteen 15% van de inkomsten wegvloeien. Gezien de grote verwevenheid van beide organisaties - leiding van VOF Cultura en zakelijk leiding van de Muziekfaktorij gebeuren door dezelfde persoon - vindt de commissie dit problematisch. Gelet op de vele voorstellingen, zou de organisatie al break-even kunnen werken wanneer ze de boekingen zelf zou doen. Samen met de toegankelijkheid van het programma en het ontbreken van een artistiek risico, vindt de commissie dat dit initiatief niet voor subsidie in aanmerking komt binnen het Kunstendecreet. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de verwevenheid met vof Cultura en de respectieve taken van beide organisaties, de artistieke visie en de maatschappelijke inbedding.
Pagina 80 van 104
De commissie merkt uit de opsomming van de artiesten op dat het vrijwel niet om kwetsbare artiesten gaat. De hoge prijzen leunen dicht aan bij het commerciële circuit en de commissie vraagt zich af of dit met gemeenschapsgeld moet worden gefinancierd. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 81 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-004
Organisatie:
De Muziekfaktorij vzw
Gevraagd bedrag:
120.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
In de structurele ronde 2010-2012 werd aan De Muziekfaktorij voor 2011 als werkplaats een subsidie van 96.018,79 euro per jaar toegekend. Voor de structurele ronde 20132016 vraagt de organisatie als werkplaats een jaarlijkse subsidie van 120.000 euro. De organisatie, opgericht in 1998, noemt zich een nomadisch productiehuis voor artistieke verdiepende muziek(theater)producties voor een pool van artiesten die zich concentreren op het Vlaamse lied in de brede zin. Concreet zorgt de organisatie voor de administratieve, productionele en technische omkadering alsook de planning en opvolging van de repetities en voor het tourmanagement van deze artiesten voor deze producties. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De Muziekfaktorij wordt in de periode 2010-2012 voor de eerste keer structureel gesubsidieerd. In het werkingsjaar 2010 voerde de organisatie haar actieplan getrouw uit. De organisatie heeft in 2010 een lichte winst gemaakt van 576,65 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De Muziekfaktorij wordt artistiek geleid door Jan De Smet die rond zich een pool van artiesten heeft verzameld die samenwerken rond het Vlaamse lied. Zo worden voor 2013 een 7-tal producties gepland met o.a. Jan De Smet, Jan Hautekiet, Kris De Bruyne, Barbara Dex, Tom Van Landuyt, Guido Belcanto… De producties zijn telkens nieuwe creaties. In het dossier is het eerste jaar 2013 redelijk uitgewerkt maar de erop volgende jaren ontbreken volledig zodat het agentschap hierover geen uitspraak kan doen. Omdat de organisatie de promotie van het Vlaamse lied als één van haar doelstellingen heeft ligt een internationale werking niet voor de hand. De organisatie richt haar aandacht daarom vooral op Zuid-Afrika in de hoop met één productie per jaar in dit land te kunnen toeren. Deze internationale werking moet echter nog uitgewerkt worden en wordt niet opgenomen in de begroting in het dossier. Ook in het dossier 2010-2012 werd dezelfde uitleg ingeschreven voor haar internationale werking zodat het agentschap op dit vlak geen verandering heeft vastgesteld. 3.2
Samenwerking en netwerking
De Muziekfaktorij heeft een productieve nomadische werking en beschikt dus over geen eigen infrastructuur. Per productie gaat zij samenwerkingen aan met organisaties die wel over een goede infrastructuur beschikken zoals in het verleden AB, Rataplan, Dommelhof Neerpelt. In het dossier worden een aantal structurele partners opgesomd waarmee de organisatie in de structurele periode wil samenwerken. Dit zijn De Roma te Borgerhout, Nekka, Radio 1 en 2, Klara en de krant De Standaard. Voor de spreiding van de producties wordt er een beroep gedaan op VOF Cultura (voorheen Garifuna) voor de volledige beleidsperiode. Van de partners De Roma en Nekka werden intentieverklaringen
Pagina 82 van 104
in het dossier opgenomen. In het verleden werd samengewerkt met De Standaard. Voor het overige is er nog niets geconcretiseerd in het dossier. Bovendien is het voor het agentschap niet duidelijk uit het dossier wat de organisatie wil zeggen met het begrip “structurele partner” op het vlak van de invulling van dit begrip in functie van de profielen van de voornoemde radio’s die nogal sterk verschillend zijn van elkaar waardoor niet elk profiel overeenkomt met de beschreven werking van de organisatie. De organisatie verklaart dat in de begroting ter zake nog niets wordt ingeschreven omdat de mediasponsoring per seizoen onderhandeld wordt. Het agentschap merkt op dat de organisatie, rekening houdend met haar ervaring uit het verleden, toch wel een raming had kunnen inschrijven in de begroting die een raming is van inkomsten en uitgaven. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De Muziekfaktorij verklaart werkzaam te zijn onder het PC 304, de cao Podiumkunsten na te leven en het statuut van de kunstenaar te volgen. De artiesten en technici factureren per prestatie. Welke bedragen gefactureerd zullen worden, wordt in het dossier niet vermeld. De organisatie wil een zakelijke leider en een artistiek/inhoudelijke medewerker inschrijven in loondienst. De artistieke leider oefent zijn functie als zelfstandige uit aan euro per jaar. De totale vergoeding van de artiesten als zelfstandigen wordt geraamd op 495.440 euro. De vergoeding van de loonkost bedraagt 14,74% van de totale vergoeding van de artiesten. Voor de verkoop en spreiding rekent VOF Cultura een commissieloon aan van 15% op basis van de uitkoopsommen. 3.4
Publieksgerichtheid
De Muziekfaktorij richt zich op een zo breed mogelijke publiekswerking en –werving. Het doelpubliek van de producties is het publiek dat ook door de culturele centra wordt bereikt. Sommige producties zijn gericht op jongeren zoals o.a. in het verleden “Jukebox 2000” of de geplande productie “Te Gek!? Intiem”. De organisatie stelt ook documentatiemateriaal ter beschikking voor schoolvoorstellingen en voorstellingen in het algemeen. De belangrijkste communicatiemiddelen zijn de huidige sociale communicatiemiddelen zoals website, Facebook, YouTube… maar ook de klassieke promotiemiddelen zoals affiches en flyers die op een professionele manier worden gecreëerd en verspreid. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het aanvraagdossier bevat geen specifieke informatie ter zake. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie terzake. 3.6
Realisme groeipad
De Muziekfaktorij vraagt een subsidie van 120.000 euro per jaar voor haar werking. Dit bedrag moet dienen om de begroting te sluiten zodat hoofdzakelijk het omkaderend personeel kan betaald worden (75.517,50 euro) en de vergoeding van de artiesten (335.865 euro) in een totaal geraamde begroting van 695.550 euro aan inkomsten en uitgaven voor 2013. De organisatie verklaart een 7-tal producties te creëren in 2013 met een totaal bedrag van 565.550 euro aan uitkoopsommen. De organisatie valt onder PC 304. In de begroting wordt een bedrag van 21.800 euro ingeschreven voor promotie van de voornoemde 7 producties. Concreet wil dit zeggen dat voor elke productie een bedrag van 3114,28 euro beschikbaar is. Het agentschap vindt, rekening houdend met de moderne sociale websites zoals Facebook, YouTube, eigen website,… dat dit een zeer ruime inschatting is voor deze promotiekosten. Bovendien wordt er geen rekening gehouden met de tussenkomst van de verschillende mediapartners waarmee wordt
Pagina 83 van 104
samengewerkt. Tenslotte stelt het agentschap zich de vraag of de betrokken culturele centra waarmee wordt samengewerkt voor het plaatsen van de producties niet zelf dienen in te staan voor het voeren van promotie voor de producties van de organisaties. De organisatie geeft in het dossier een duidelijke en vaak zeer gedetailleerde beschrijving van de 7 producties die zij wenst te realiseren in de nieuwe structurele periode. Wat betreft de verantwoording van de ingeschreven bedragen in de begroting is de organisatie heel wat minder gedetailleerd. De ingeschreven bedragen worden vermeld zonder meer. Er wordt door de organisatie op geen enkele wijze een link gelegd met de beschreven producties. Er wordt niet vermeld op welke basis deze bedragen zijn samengesteld. Voor de personeelskosten wordt er enkel vermeld dat PC 304 van toepassing maar op welke basis de berekeningen van de loonkosten en de vergoedingen van de medewerkers tot stand komen laat de organisatie in het midden. Op dit vlak schiet het dossier dus zeer te kort. De organisatie had in 2010 in totaal een bedrag van 732.433 euro eigen inkomsten ten opzichte van 97.481 euro subsidie door de Vlaamse overheid op een totaal van 1.007.750 euro omzet. In het huidige dossier wordt het geraamde bedrag van inkomsten en uitgaven teruggebracht van 1.007.750 euro naar 695.550 euro, wat bijna een vermindering is met de helft. Toch vraagt de organisatie een verhoging van haar huidige subsidie met 23.981,21 euro. De organisatie vermeldt ook hier in het dossier niet wat de oorzaak is van deze plotselinge terugval is maar wel met stijging van de gevraagde subsidie. Rekening houdend met de vastgestelde tekorten in het dossier kan het agentschap dan ook geen gefundeerde uitspraak doen ter zake. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De Muziekfaktorij verklaart in het dossier voor 2013 het aantal voorstellingen op 245 te willen brengen voor ongeveer 70.000 toeschouwers. Deze voorstellingen zullen samen 565.550 euro aan uitkoopsommen genereren. In het dossier wordt een overzicht gegeven van alle producties samen met de individuele uitkoopsommen met vermelding dat deze producties in cultuurcentra zal plaatsvinden. Uit het dossier kan echter nergens worden afgeleid aan welke cultuurcentra deze producties verkocht worden zodat de geldigheid van deze beweringen niet kan worden gecontroleerd door het agentschap. Op basis van het traject in het verleden had de organisatie wel al indicatief kunnen vermelden welke cultuurcentra in aanmerking zouden kunnen komen voor haar projecten. In 2010 werden er 272 voorstellingen gespeeld en in 2011 waren het 103 voorstellingen. Rekening houdend met de gekende programmatiepraktijken in Vlaanderen vindt het agentschap de voorgestelde cijfers wel aan de hele hoge kant zowel wat betreft het aantal boekingen als het bedrag van de uitkoopsommen. Het ingediende dossier is op inhoudelijk en zakelijk vlak weinig onderbouwd. Behalve het productiegedeelte worden alle andere gedeelten heel oppervlakkig beschreven en toegelicht. Zo vermeldt het dossier o.a. dat de artiesten en technici factureren per prestatie. Nergens in het dossier wordt echter vermeld welke de basis, referentiekader of parameters zijn waarop de bedragen in de begroting worden samengesteld en ingeschreven. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen zeker haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van vzw De Muziekfaktorij beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de werkplaatsen.
Pagina 84 van 104
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie legt in haar repliek uit dat er geen mediasponsoring werd ingeschreven wegens de huidige onzekere tijden. De organisatie beschouwt het als haar taak om zelf een sterke promotie te voeren als alternatief managementbureau en niet alles over te laten aan de cultuurcentra waar de groepen optreden. Bovendien onderlijnt de organisatie dat een deel van die kosten effectief via de cultuurcentra wordt gerecupereerd. De organisatie verduidelijkt in detail de loonkosten van de personeelsleden en de vergoedingen van de zelfstandige medewerkers op basis van PC 304 conform de prognoses van oKo. De organisatie bevestigt dat zij gedurende de eerste jaren een vliegende start heeft genomen en nadien gas heeft moeten terugnemen. In de repliek wordt getracht een prognose te geven op basis van de ervaringen uit het verleden op het vak van het aantal voorstellingen, het aantal toeschouwers en de uitkoopsommen. Het agentschap meent wel dat sommige artiestengages hoog liggen. De argumenten in de repliek overtuigen de administratie echter grotendeels en ze past haar advies dan ook aan en adviseert om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 85 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-005
Organisatie:
Kultuurburo Link
Gevraagd bedrag:
120.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Kultuurburo Link is een alternatief managementbureau voor wereldmuziek dat sinds 2007 een meerjarige subsidie krijgt. De organisatie bestaat bijna twintig jaar en richt zich specifiek op allochtone muzikanten. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Kultuurburo Link met een beperkt aantal artiesten werkt. De organisatie begeleidt de artiesten op administratief en artistiek vlak. Ze kiest duidelijk voor allochtone muzikanten, die ook steeds de kern uitmaken van de projecten. De autochtone muzikanten die bij sommige projecten worden betrokken, zijn van een degelijk professioneel niveau. Naast de managementfunctie zet Kultuurburo Link vooral in op producties, die indien mogelijk een aantal jaren hernomen worden en eventueel ook een internationale tournee krijgen. De commissie stelt vast dat de organisatie een heel aantal projecten oplijst, waarvan sommige hernemingen, maar er weinig terug te vinden is over de methodiek waarmee de organisatie de artiesten specifiek wil ondersteunen. Er zijn goede projecten opgenomen in het dossier, maar het is niet duidelijk hoe die zullen worden aangepakt. Bovendien stelt de commissie vast dat de organisatie er moeilijk in slaagt om de producties verkocht te krijgen, wat jammer is. Kultuurburo Link heeft een goede reputatie als booker van wereldmuziek, maar minder als managementkantoor en producent. Op dat vlak is de organisatie de laatste jaren ingehaald en voorbijgestoken door andere soortgelijke organisaties in het Vlaamse muzieklandschap. De commissie merkt hierbij ook op dat de organisatie slechts een beperkt aantal groepen heeft en er weinig nieuwe artiesten bijkomen. Ze meent dat de organisatie hiervoor te weinig research doet. 1.3
Profilering en positionering
Kultuurburo Link heeft een duidelijk profiel als alternatief managementbureau voor wereldmuziek. De organisatie kiest voor artiesten met een cultureel diverse herkomst, maar staat zwak op het vlak van concrete uitwerking van de projecten en de spreiding ervan. 1.4
Langetermijnvisie
Kultuurburo Link gaat in de komende periode vooral voor de consolidering van de werking, alhoewel ze het aantal artiesten beperkt wil uitbreiden en de concerten optrekken van een dertig- naar een vijftigtal. Op het vlak van de begeleiding van de artiesten is het dossier echter te summier. De organisatie geeft geen informatie over hoe de artiesten zullen worden ondersteund, met welke partners per groep, hoeveel voorstellingen per groep, voor wanneer de cd's
Pagina 86 van 104
gepland zijn, wat de concrete gegevens zijn over de tournees in binnen- en buitenland,… In vergelijking met andere managementbureaus, is het dossier op dit vlak ondermaats. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De commissie stelt vast dat de uitstraling van de organisatie vooral landelijk is. Ghalia Benali geniet wel een internationale uitstraling, maar zij maakt niet langer deel uit van het roster van Kultuurburo Link. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De organisatie heeft een sterke Antwerpse verankering, onder meer door haar samenwerking met het Zuiderpershuis, Mano Mundo en Studio Urbanization. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Door het werken met artiesten van cultureel diverse herkomst, heeft de organisatie een duidelijk sociaal belang. Kultuurburo Link heeft de intentie om meer aandacht te besteden aan de maatschappelijke inbedding van de werking, gesprekken te voeren met sociaal-culturele verenigingen en meer aansluiting te zoeken met het onderwijs. De commissie stelt echter vast dat daarvan weinig concreet is. 1.8
Samenwerking en netwerking
Kultuurburo Link vermeldt een aantal samenwerkingen, maar de beoordelingscommissie vindt die eerder mager voor een organisatie die al twintig jaar bestaat. Net in de niche van de wereldmuziek is het immers heel belangrijk om een netwerk uit te bouwen waarop de artiesten kunnen terugvallen om een grotere uitstraling te kunnen verwerven. De commissie is van oordeel dat de organisatie in het binnenland nog mogelijkheden heeft, zoals de Centrale, Flagey, C-Mine, diverse cc's,… 1.9
Publieksgerichtheid
Voor managementbureaus is publieksgerichtheid indirect. Publiekswerking gebeurt door de organisatoren die de artiesten programmeren. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Wereldmuziek is de core business van Kultuurburo Link. Ook de mix tussen allochtone en autochtone muzikanten binnen de projecten getuigt van een hoge interculturaliteit. Hier scoort Kultuurburo Link goed. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt een verhoging van de subsidie om het enige personeelslid van de organisatie voltijds in dienst te nemen. De commissie vindt het geen goede zaak dat het management van alle groepen slechts door een persoon wordt gedaan. Ze is van oordeel dat het op die manier moeilijk is om alle bands op een degelijke en volledige manier te begeleiden en een ruime spreiding van de projecten te krijgen.
Pagina 87 van 104
Samen met de artistiek-inhoudelijke bedenkingen, vindt de commissie dat de organisatie niet prioritair voor subsidie in aanmerking komt binnen het Kunstendecreet. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de methodiek om kunstenaars te begeleiden, een aantal geplande producties en de overheadkosten. De commissie verduidelijkt dat het wel degelijk mogelijk is dat het artistieke en het zakelijke advies van elkaar afwijken aangezien deze opgesteld worden door verschillende entiteiten die met een verschillende invalshoek de dossiers bekijken en ook prioriteit geven aan andere aspecten van de werking van de organisatie bij het bepalen van het advies. De commissie stelt vast dat de organisatie geen nieuwe elementen aanhaalt in haar repliek, maar vaak terugvalt op vage algemeenheden. De repliek is bovendien nogal wollig opgesteld. De commissie is van oordeel dat de elementen in de repliek niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 88 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-005
Organisatie:
Kultuurburo Link vzw
Gevraagd bedrag:
120.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
In de structurele ronde 2010-2012 werd aan Kultuurburo Link voor 2011 als werkplaats een subsidie van 96.018,79 euro toegekend. Voor de structurele ronde 2013-2016 vraagt de organisatie een jaarlijkse subsidie van minimaal 120.000 euro. Sinds 1992 is de organisatie actief als alternatief boekings- en managementbureau voor wereldmuziek. Vanaf 2007 wordt de organisatie structureel gesubsidieerd als werkplaats binnen het Kunstendecreet. De organisatie biedt begeleiding en ondersteuning aan een beperkt aantal artiesten die interculturele muziekproducties maken, geen andere structuur rond zich hebben en op een niet-gestandaardiseerde manier werken. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Tijdens de voorbije jaren heeft Kultuurburo Link gewerkt aan de uitbouw van de carrières van een aantal artiesten zoals Ghalia Benali. Om de doorstroming van bestaande en nieuwe artiesten te garanderen heeft de organisatie een coaching model ontwikkeld. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Kultuurburo Link wenst in de komende beleidsperiode gemiddeld per jaar een 2-tal interculturele muziekproducties te maken via een professionele coaching van de ondersteunde artiesten zodat deze producties bij een groot publiek weerklank vinden. In het dossier wordt een overzicht en beschrijving gegeven van de producties die men wenst te realiseren in de periode 2013-2016. De jaren 2013-2014 werden goed uitgewerkt; de invulling van de jaren 2015-2016 zal afhangen van de artistieke ontwikkeling van de ondersteunde artiesten en van andere coproducenten. In de huidige periode heeft de organisatie zich beperkt tot de begeleiding van 3 allochtone zangeressen. Voor de komende periode 2013-2014 wenst de organisatie een ruimer maar toch scherp profiel uit te bouwen om minimaal 4 en maximaal 8 artiesten tegelijk te begeleiden. In het dossier worden de namen van deze artiesten opgesomd met een korte biografie. 3.2
Samenwerking en netwerking
De afgelopen 20 jaar heeft Kultuurburo Link een uitgebreid nationaal en vooral internationaal netwerk uitgebouwd op haar werkterrein van de wereldmuziek. De partners, die in het dossier worden opgesomd, zijn dan ook reeds jarenlang actief op dit terrein zoals Wereldculturencentrum Zuiderpershuis, Mano Mundo, cc Brugge, platenmaatschappij Music & Words, in het bijzonder de afdeling Zimbraz, en de internationale boekingskantoren in Spanje, Zwitserland, Nederland, Portugal en Frankrijk. In het dossier zijn er intentieverklaringen aanwezig. Zonder deze partners is het promoten van de wereldmuziek niet mogelijk. Zij maken dus een integraal en noodzakelijk deel uit van de werking van de organisatie.
Pagina 89 van 104
3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Kultuurburo Link beschikt niet over een eigen infrastructuur nog over technische middelen terzake. Voor de creatie en repetities wordt gebruik gemaakt via samenwerkingsakkoorden van de infrastructuur van bestaande cultuurhuizen en –centra. Er wordt enkel een kantoorruimte gehuurd voor 1500 per jaar. De organisatie heeft rekening gehouden met de opmerkingen in het vorige advies voor de huidige structurele ronde. Zij heeft haar begroting op een realistische manier opgesteld vertrekkende van de reële werkingskosten in de afgelopen jaren. De begroting bestaat uit de volgende grote delen: a) de artistieke werkingskosten geraamd op 125.000 euro; b) de tewerkstelling van de zakelijk-artistieke leider geraamd op euro; c) de totale uitkoopsommen geraamd op 80.000 euro en d) de gevraagde subsidie voor 120.000 euro. Ongeveer 60% van de kosten worden besteed aan de artistieke werking. 3.4
Publieksgerichtheid
De prioritaire doelgroep zijn de artiesten zelf met als einddoel interculturele muziekproducties te maken voor een cultureel divers publiek. De organisatie heeft een rijk archief opgebouwd in de afgelopen jaren in de vorm van een computerarchief, tekstarchief, fotoarchief en flyerarchief. De organisatie wenst dit verder professioneel te ontsluiten via de website, informatieverstrekking, medewerking aan databanken van het Muziekcentrum Vlaanderen en CultuurNet Vlaanderen. De publiekswerking gebeurt in samenspraak met de lokale organisatoren waarbij gebruik wordt gemaakt van de meest aansluitende media en promotiekanalen zoals affiches, flyers…. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Kultuurburo Link vertrekt vanuit een intercultureel doel als missie van de organisatie door het promoten van de wereldmuziek in al haar facetten. De organisatie biedt onderdak aan artiesten die interculturele muziekproducties willen maken om zo een positieve impuls te leveren aan de diversiteit van een kwalitatief kunstenlandschap in Vlaanderen. Zo zijn de volgende artiesten ingeschreven op het roster van de organisatie: Ghalia Benali, Madiha Figuigui en Talike. Interculturaliteit is dus inherent verbonden aan de werking van de organisatie. Uit het dossier blijkt dat de raad van bestuur enkel samengesteld is uit autochtone leden wat toch wel vreemd is voor een organisatie waar interculturaliteit centraal staat. 3.6
Realisme groeipad
Kultuurburo Link vraagt een verhoging van de huidige subsidie met ongeveer 20% naar minimum 120.000 euro per jaar. Deze verhoging moet dienen om de zakelijk-artistieke leider voltijds in dienst te nemen. Deze loonkost, ingeschaald via de PC 304, wordt geraamd op euro. De organisatie wenst in de nieuwe structurele periode meer artiesten in dienst te nemen, nl. minimaal 4 en maximaal 8. Dit zal ook weerspiegeld worden in het aantal concerten en een verhoging van de eigen inkomsten via uitkoopsommen. Men wenst het aantal concerten te verhoging van 30 in 2011 naar 49 in 2013 (in 2008 waren er 21 voorstellingen, in 2009 en 2010 waren het er 28). De evolutie van de eigen inkomsten is als volgt: in 2007 een bedrag van 85.188,64 euro; in 2008 een bedrag van 70.415,17 euro; in 2009 een bedrag van 93.502,23 euro; in 2010 een bedrag van 68.140,72 euro en in 2013 een geraamd bedrag door de organisatie van 84.200 euro. Het agentschap meent dat een stijging van het aantal concerten zich ook in verhouding moet vertalen in hogere eigen inkomsten, wat op basis van de bovenstaande cijfers niet het geval is.
Pagina 90 van 104
3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Kultuurburo Link wenst haar werking in de komende structurele periode verder uit te bouwen door het opnemen van minimum 4 en maximum 8 artiesten in haar roster. Rekening houdend met haar werking sinds ongeveer 20 jaar en de opgebouwde ervaring in de muzieksector van de wereldmuziek lijkt dit een logische volgende stap in de uitbouw van deze organisatie. Het artistieke en zakelijke beleidsplan zijn op elkaar afgestemd. Enkel de zakelijke-artistieke leider wordt ingeschreven als loontrekkende terwijl de andere medewerkers, hoofdzakelijk op artistiek vlak, als zelfstandige medewerkers, in functie van het project, bij de activiteiten van de organisatie worden betrokken. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen zeker haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van vzw Kultuurburo Link beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek op het zakelijke advies in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 91 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-006
Organisatie:
Aubergine
Gevraagd bedrag:
200.145,30 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Aubergine werd in 2007 opgericht als trajectbegeleiding voor dj Grazzhoppa's dj bigband en Aka Moon, maar groeide al snel uit tot een alternatief managementbureau. Sinds 2010 wordt het ook als dusdanig gesubsidieerd binnen het Kunstendecreet. De organisatie werkt momenteel met een voltijds equivalent, tijdens piekmomenten aangevuld met een extra medewerker. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Aubergine heeft een sterke missie: artiesten op strategisch, zakelijk en productioneel vlak begeleiden zodat ze zich in alle vrijheid kunnen concentreren op hun artistieke werk. De organisatie stelt vijf criteria voorop om haar artiesten te selecteren: internationale dimensie, podiumkunstenpraktijk, experimenteel karakter, schaalgrootte en het actief zijn in meerdere circuits. Het takenpakket voor Aubergine omvat het management van de kunstenaars, productie, promotie en spreiding. De organisatie heeft ambitieuze plannen en wil haar roster uitbreiden met zeven groepen. De Beoordelingscommissie Muziek vindt dit onrealistisch een geeft aan dat een geleidelijke en organische groei gezonder is voor een organisatie. Ze vindt bovendien een uitbreiding naar drie kantoren volstrekt onnodig, onrealistisch en zelfs onproductief, en adviseert om deze uitbreiding in geen geval te subsidiëren. De commissie heeft wel waardering voor het werk dat Aubergine in het verleden heeft gepresteerd en vindt een verdere subsidiëring en zelfs beperkte groei van het ene kantoor wel aan de orde. De commissie vindt het wel jammer dat Aubergine slechts een longlist geeft van mogelijke groepen die aan de werking zullen worden toegevoegd, zonder dat er echt concrete intenties zijn. Het is vreemd dat de organisatie niet meer concrete gegevens verstrekt. De commissie vindt dat Aubergine goed werk levert, maar artiesten als Kris Defoort en Aka Moon zijn niet langer kwetsbare groepen. In die optiek is het wenselijk om een aantal jonge, nieuwe groepen aan te trekken. 1.3
Profilering en positionering
Aubergine profileert zich als alternatief managementbureau voor jazz, experimentele en geïmproviseerde muziek en neemt hiermee een unieke positie in het Vlaamse muzieklandschap in. 1.4
Langetermijnvisie
Aubergine heeft zeer ambitieuze plannen met een explosieve groei, zowel in aantal bands als aantal kantoren. De commissie vindt dit onrealistisch en vindt slechts een geleidelijke, realistische groei verantwoordbaar.
Pagina 92 van 104
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Als enig managementbureau in zijn genre, heeft Aubergine een uitstraling over heel Vlaanderen. Door samenwerking met kantoren in het buitenland probeert de organisatie ook een internationale uitstraling te bereiken. De commissie merkt hierbij op dat de internationale plannen voor de gemanagede groepen weinig uitgewerkt en niet zeer ambitieus zijn. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van Aubergine is groot. Binnen het genre dat de organisatie vertegenwoordigt is er immers nood aan een professionele omkadering en ondersteuning. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijke belang van Aubergine is groot omdat het de professionele en zakelijke aanpak binnen de sector bevordert. De commissie vindt Aubergines intentie om kansen te geven aan jong talent positief, en hoopt dat de organisatie die ook daadwerkelijk uitvoert. 1.8
Samenwerking en netwerking
Hoewel Aubergine nog een vrij jonge organisatie is, heeft ze toch al een uitgebreid en divers netwerk opgebouwd. Dit gaat van labels en buitenlandse bookers tot netwerkorganisaties en overlegplatforms. 1.9
Publieksgerichtheid
Voor managementbureaus is publieksgerichtheid indirect. Publiekswerking gebeurt door de podia waar de artiesten worden geprogrammeerd. Toch probeert Aubergine dit zoveel mogelijk te bevorderen door goede contacten met de pers, financiële partners en organisatoren van concerten. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Met de waaier van bands heeft de organisatie een zekere artistieke diversiteit. Er is echter geen aandacht voor interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Aubergine vraagt een bijzonder grote verhoging van het subsidiebedrag omdat de organisatie ook een zeer grote groei van de werking ambieert, zowel in aantal groepen als personeelsleden en kantoren. De commissie vindt in geen geval een uitbreiding van het aantal kantoren aan de orde. Ze vindt de werking van Aubergine daarentegen wel artistiek waardevol en kan akkoord gaan met een beperktere groei van de organisatie. Ze adviseert een aanzienlijke procentuele stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode, maar
Pagina 93 van 104
zeker niet tot het gevraagde bedrag. Ze beklemtoont dat deze subsidie in geen geval mag worden gebruikt om meerdere kantoren te openen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de kwetsbaarheid van sommige groepen, het groeiscenario, de internationale ambities en het formaliseren van de samenwerking in contracten. De commissie blijft er bij dat de voorgestelde inbedding niet nodig is in een kleine regio als Vlaanderen en bijgevolg geen enkele meerwaarde biedt. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 94 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-006
Organisatie:
Aubergine vzw
Gevraagd bedrag:
200.145,30 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
In de structurele ronde 2010-2012 werd aan de organisatie voor 2011 als werkplaats een subsidie van 52.810,33 euro toegekend. Voor de structurele ronde 2013-2016 vraagt de organisatie als werkplaats een jaarlijkse subsidie van minimaal 200.145,30 euro. De organisatie startte haar werking in 2007 voor de trajectbegeleiding van het ensemble DJ Grazzhoppa’s DJ Bigband en het ensemble Aka Moon. In 2009 kwam de componist/pianist Kris Defoort erbij en in 2011 de bandleider/drummer Teun Verbruggen. De organisatie levert aan elk van deze artiesten een speciaal aan hun noden aangepaste ondersteuning in de verschillende subgenres waarin ze actief zijn, in het bijzonder de jazz, experimentele en geïmproviseerde muziek. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie bouwde de laatste jaren een uitgebreide werking uit vooral in de Vlaamse en Brusselse Jazz-middens. Zij zijn het enige managementkantoor dat deze sector ondersteunt. In 2010 voerde de organisatie haar oorspronkelijk plan getrouw uit maar de organisatie had enkele boekingen verkeerd uitgevoerd in haar afrekening. Het agentschap heeft de organisatie hierop gewezen zodat de volgende afrekening correct zal worden ingediend. De organisatie had niet de gewoonte om afspraken te maken aan de hand van geschreven overeenkomsten. Ook hier werd de organisatie door het agentschap erop gewezen dit in de toekomst beter wel te doen. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie voert als autonome structuur bepaalde taken uit op het vlak van management, productiebegeleiding, promotie, publiekswerking en spreiding van artiesten en projecten. Deze diensten worden geleverd tegen betaling. In het dossier wordt een goed doordachte langetermijnvisie beschreven op het vlak van management, productie, promotie en spreiding voor de verschillende artiesten die opgenomen zijn in het artistic roster van de organisatie. 3.2
Samenwerking en netwerking
De organisatie wenst op drie strategische plaatsen in Vlaanderen samen te werken met gerenommeerde partners: Antwerpen (Zuiderpershuis), Gent (Vooruit) en Brussel (te bepalen). Momenteel worden met deze partners gesprekken gevoerd maar is er nog geen concrete uitwerking van een partnership voorzien in het dossier. Voor haar discografische producties werkt de organisatie samen met een aantal labels zoals De Werf, Subrosa, Fuga Libera. Verder dan het vermelden van namen is er in het dossier geen andere informatie beschikbaar. Voor haar internationale werking werkt de organisatie samen met o.a. Jazz Music Productions in Frankrijk voor Aka Moon, Concert Imagine voor Kris Defoort in Japan. Ook hier worden enkel deze namen vermeld zonder concrete invulling of voorbeelden van intentieverklaringen en/of samenwerkingsovereenkomsten. De
Pagina 95 van 104
organisatie is aangesloten bij een aantal netwerken zoals MMAF en Overlegplatform voor werkplaatsen en alternatieve managementkantoren. Vervolgens somt het dossier een lijst van organisaties in binnen- en buitenland op waar de organisatie contacten heeft voor haar werking met de voornoemde artiesten. Globaal gesproken zijn de opgesomde partners aangeduid in het dossier nodig voor het uitbouwen van een nationale en internationale werking van de organisatie maar het agentschap had graag gezien dat deze partnerships meer concreet werden gemaakt met intentieverklaringen en/of samenwerkingsakkoorden. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De organisatie heeft geen eigen producties maar is een structuur die de producties van artiesten mee ondersteunt en coördineert. Er worden dan ook met dit dossier geen artistieke werkingsmiddelen aangevraagd. Het zijn de structuren van de artiesten die als uitvoerend producent verantwoordelijk blijven voor de artistieke werkingsmiddelen, wel onder het beheer van de organisatie. De werkingskosten zijn dan ook hoofdzakelijk personeelskosten ten bedrage van 264.110,31 euro. Deze loonkost vertegenwoordig 6 vte aan 100% tewerkstellingen door 6 personen als volgt samengesteld: 1 zakelijk leider, 1 artistieke leider, 1 persoon promotie en nog 3 aan te werven nieuwe personeelsleden als artistieke-inhoudelijke medewerkers. Het agentschap verwijst naar punt 3.6. voor haar standpunt betreffende het realisme van het groeipad van deze geplande personeelsverhoging. 3.4
Publieksgerichtheid
De organisatie ziet dan ook in de eerste plaats de publiekswerking gericht op haar doelgroepen m.n. haar artiesten, de financiële partners, organisatoren van concerten, producenten, coproducenten, lokale agenten en de media in al haar vormen van geschreven pers, radio en televisie tot de moderne sociale netwerken. In beperkte mate vindt de organisatie de communicatie nodig via websites, myspace en facebook-paginas van de artiesten voor het publiek. In het dossier wordt goed beschreven hoe de publiekswerking en –werving door de organisatie gebeurt vanuit een rol “achter de schermen” naar clubs, zalen en festivals. De nadruk wordt gelegd op drie fases: a) de ontiwikkeling van pers- en promotiecampagnes; b) de verspreiding, opvolging en controle van pers- en promotiemateriaal en c) archivering van pers- en promotiemateriaal. De publiekswerving is voor de organisatie in het kader van haar werking het aanboren van nieuwe of verbreden van bestaande professionele netwerken en publieken. Hieruit blijkt dat de organisatie goed heeft nagedacht over haar werking rekening houdend met de ervaringen opgebouwd uit het verleden. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het aanvraagdossier bevat geen specifieke informatie ter zake. De raad van bestuur bestaat enkel uit autochtone personen. Over de samenstelling van de algemene vergadering van de organisatie wordt in het dossier niets vermeld. Het agentschap heeft dan ook geen specifieke appreciatie terzake. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie vraagt vanaf 2013 een subsidie van 200.145,30 euro per jaar. Dit is een vermeerdering van 147.334,97 euro. In het dossier beschrijft de organisatie een behoorlijke schaalvergroting door in plaats van één kantoor te Brussel met één vast medewerker en een extra medewerker in piekmomenten te kiezen voor een organisatie met drie kantoren in drie steden met in elke stad een projectcoördinator en een overkoepelend één artistiek leider, één zakelijke leider en één
Pagina 96 van 104
communicatieverantwoordelijke. In het dossier werd een uitvoerig organigram opgenomen met beschrijving van de functies van de artistieke leider, zakelijke leider, communicatie verantwoordelijke en drie productieleiders. Na lezing van het dossier stelt het agentschap vast dat de organisatie dus wil overgaan tot buitensporige groei in de werking van de organisatie zoals beschreven. Hoewel er duidelijk in het dossier staat beschreven welke werking men wil uitbouwen met de artiesten wordt er nergens aangegeven waarom de gekende werkwijze van een kantoor in één stad plots moet veranderd worden door een werking in drie steden met de bijhorende extra personeelsleden en bijhorende groei- en coördinatie problemen. Er wordt nergens aangegeven wat de meerwaarde zal zijn van deze operatie. Normaal gezien groeit een organisatie in gelijke stappen door de jaren heen op het ritme van een natuurlijke ontwikkeling op zakelijk en financieel vlak. In vergelijking met het afrekening 2010 zouden de eigen inkomsten explosief stijgen van 27.991,80 naar het geraamde bedrag van 124.895 euro. Deze geforceerde groei kan dan ook niet door het agentschap aanvaard worden. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De organisatie heeft in het dossier een goede werking uitgeschreven van haar kantoor met de beschikbare artiesten op het artistic roster. In het dossiers wenst men echter over te gaan tot een buitensporige groei zoals beschreven in het vorige punt. Wanneer men deze groei zou aanvaarden, is het dossier goed gemotiveerd en begrotingstechnisch opgesteld. Zoals geschreven kan het agentschap zich echter niet vinden in deze buitensporige groei. 3.8
Haalbaarheid
Het agentschap stelt vast dat de werking van de organisatie op zich voldoet aan de voorwaarden van haalbaarheid volgens het Kunstendecreet maar de vooropgestelde uitbreiding getuigt echter weinig van zakelijk realisme zodat het agentschap zich wat dat onderdeel betreft niet akkoord kan verklaren. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van vzw Aubergine beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
In de repliek geeft de organisatie een verduidelijking van haar groeiscenario en van haar ambitie om op de internationale markten voor jazz en geïmproviseerde muziek een beduidendere rol te spelen. Daarnaast verklaart de organisatie dat samenwerkingsovereenkomsten zelden op papier worden opgemaakt in het segment van de muzieksector waarin zij actief is. Bovendien treedt de organisatie vooral op als bemiddelaar tussen de artiesten (producent) en hun partners (coproducenten), zodat zij zelf geen contractpartij is. Het agentschap neemt kennis van deze verduidelijking maar ziet hierin geen argumenten om haar advies te wijzigen.
Pagina 97 van 104
6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 98 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-007
Organisatie:
Music Incubation Centre
Gevraagd bedrag:
153.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Music Incubation Centre was tot voor kort een afdeling van het SonicAngel muzieklabel. Initiatiefnemers zijn Maurice Engelen en Bart Becks. MIC omschrijft zichzelf als een alternatief managementbureau ter ondersteuning van jong talent uit verschillende muziekgenres. De organisatie wil een integrale service aanbieden met onder meer de begeleiding van jonge artiesten, het opstellen van een carrièreplanning, internationale positionering en de coördinatie van een platenlabel. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat er op het internet niets terug te vinden is van de vzw's die in het dossier beschreven staan. Het is dan ook moeilijk om in te schatten wat de verhouding is tussen MIC en SonicAngel, zowel op artistiek als op financieel vlak. De commissie vindt het positief dat de organisatie een integrale aanpak van haar artiesten ambieert. Ook de begeleidingstrajecten singersongwriting en productie zijn op zich positief te noemen. De beoordelingscommissie vindt in het roster echter geen duidelijke artistieke lijn terug. Het is evenmin duidelijk op welke manier de individuele artiesten zullen worden begeleid. Ze merkt wel op dat het roster bestaat uit commerciële acts en artistiek inhoudelijk weinig relevant en niet kwetsbaar zijn. Alleen al om die reden vindt ze dat de organisatie niet prioritair in aanmerking komt voor subsidie binnen het Kunstendecreet. De commissie twijfelt er niet aan dat de organisatie expertise heeft binnen de commerciële muziekwereld, maar heeft haar twijfels bij segmenten als wereldmuziek, kleinkunst en klassiek. De organisatie heeft zich daar immers nog niet in bewezen en ook de voorgestelde acties, waaronder de wedstrijd in samenwerking met het Klarafestival, kunnen niet overtuigen. 1.3
Profilering en positionering
Omdat er niets terug te vinden is over MIC, heeft de organisatie geen eigen profiel. De gelinkte organisatie SonicAngel zal door een gerichte en uitgekiende marketing en een groot netwerk wellicht kunnen uitgroeien tot een sterke speler binnen de commerciële muziekwereld. 1.4
Langetermijnvisie
Een artistieke langetermijnvisie is niet aanwezig in het dossier. De commissie vindt in het dossier hieromtrent als enige doelstelling het succes bewerkstelligen van de artiesten.
Pagina 99 van 104
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
SonicAngel kan, zeker minstens op Vlaams niveau, een grote uitstraling krijgen die heel wat commerciële partners aan boord zal kunnen halen. Wat betreft MIC is dat vooralsnog onduidelijk. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De commissie is er van overtuigd dat SonicAngel en MIC voor de groepen een commerciële meerwaarde zullen hebben. Ze twijfelt er echter aan of dat op artistiek vlak ook zo zal zijn. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De commissie vindt geen maatschappelijk of sociaal belang terug in het voorliggende initiatief. 1.8
Samenwerking en netwerking
SonicAngel heeft een groot aantal partners en sponsors. De organisatie is aanwezig op heel wat beurzen en showcasefestivals. Deze elementen en de aangekondigde samenwerking met Universal Music bewijzen eens te meer dat de organisatie op commerciële leest geschoeid is. 1.9
Publieksgerichtheid
De site van SonicAngel oogt commercieel en is zeer publieksgericht. De commissie stelt echter vast dat via fanfunding en fanshares er enerzijds geen enkel financieel risico wordt genomen en dat de organisatie anderzijds sterk inzet op het verkopen van het product en niet op ontwikkeling en inhoudelijke verdieping. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie brengt drie voltijdse equivalenten in, de concrete namen zijn nog niet allemaal bekend. De commissie vindt de onduidelijke structuur met MIC als aparte vzw binnen SonicAngel op zijn minst vreemd. Het lijkt er op dat de organisatie de meest winstgevende projecten en de minder renderende groepen wil scheiden om op die manier de winst van de ene groep niet of niet volledig te moeten investeren in de andere groep. Samen met het feit dat de commissie de organisatie op artistiek-inhoudelijk vlak niet voldoende waardevol vindt, betekent dit dat ze van oordeel is dat de organisatie niet prioritair in aanmerking komt voor subsidie uit het Kunstendecreet.
Pagina 100 van 104
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie diende een repliek in, maar deed dit laattijdig. Bijgevolg is de repliek onontvankelijk en mag er geen rekening mee worden gehouden bij het definitieve artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 101 van 104
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-WP-007
Organisatie:
Music Incubation Centre (MIC) vzw
Gevraagd bedrag:
153.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Voor de structurele ronde 2013-2016 vraagt de organisatie een jaarlijkse subsidie van minimaal 153.000,00 euro. Music Incubation Centre (MIC) is een alternatief management kantoor ter ondersteuning van jong talent uit verschillende muziekgenres. Deze ondersteuning uit zich in managementbegeleiding, song writing en productie en liveoptredens. De focus ligt op Vlaamse artiesten met initiële werking in Vlaanderen en positionering in het buitenland. De volgende artiesten maken o.a. deel uit van het roster van het managementkantoor: Tom Dice, Barefoot & The Shoes, Mastercab, Airis, June & The Secrets, BAB,… In totaal wenst de organisatie voor 15 bands als managementkantoor op te treden. MIC maakte tot recent onderdeel uit van het “SonicAngel” muzieklabel. SonicAngel werd in 2011 opgericht om jong talent kansen te geven en te laten doorgroeien in de muziekindustrie. De stuwende krachten achter SonicAngel zijn Maurice Engelen en Bart Becks. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor de structurele ronde 20132016. Projectsubsidiëring werd in het verleden niet aangevraagd door de organisatie. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het agentschap stelt vast dat de namen en activiteiten van “SonicAngel” en “MIC” op sommige plaatsen in het dossier door elkaar lopen terwijl dat enkel MIC de aanvrager is van een subsidie. Het is dan ook niet duidelijk voor het agentschap waar de zakelijke grenzen zijn tussen de beide organisaties o.a. op het vlak van de geldstromen en aansprakelijkheden van elke organisatie. Waarschijnlijk zal MIC vanaf 2013 een eigen werking uitbouwen los van SonicAngel. In het dossier worden alle artiesten opgesomd die gebruik maken van het managementkantoor samen met een beschrijving van hun activiteiten in 2010-2011. Onder het luik “productieve -” en “receptieve werking” worden enkel zeer korte theoretische beschrijvingen gegeven van de activiteiten die men wenst te ontwikkelen. Enkel in de bijlagen wordt een zeer beperkt vrijblijvend overzicht gegeven van de werking van het kantoor samen met de artiesten maar dit is te summier en te algemeen geformuleerd zodat het agentschap zich geen beeld kan vormen en uitspraak kan doen van de activiteiten van de artiesten. 3.2
Samenwerking en netwerking
In het dossier worden partners opgesomd uit verschillende sectoren in Vlaanderen: a) het Vlaamse muzieklandschap zoals Poppunt, VRT, Festival van Vlaanderen; b) commerciële partners en sponsors zoals AB, Inbev, Randstad; c) nationale media zoals kranten, radio en televisie; d) nationale en internationale digitale media zoals YouTube, Deezer, Netlog en e) partnerwerking inzake song writing, productie en oefensessies. In het dossier zijn geen intentieverklaringen en/of samenwerkingsovereenkomsten terug te
Pagina 102 van 104
vinden. Het agentschap stelt vast dat, hoewel de voornoemde samenwerkingen en netwerkingen inherent zijn aan de werking van een managementkantoor, deze namen op dit moment eerder moeten gezien worden als een vrijblijvende opsomming van mogelijke partners voor toekomstige projecten, dan een concrete samenwerking op basis van reeds uitgewerkte projecten die men wenst te realiseren in de komende periode. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De organisatie wenst 3 vte’s in te schrijven vanaf 2013. Twee personen als voltijds en twee personen als halftijds. De namen van deze personen zijn vermeld in het dossier. De meesten hebben hun sporen reeds min of meer verdiend in de muzieksector. De loonlasten wordt geraamd op 137.149,27 euro. Waarop deze lonen gebaseerd zijn kan het agentschap uit het dossier niet afleiden. 3.4
Publieksgerichtheid
De organisatie heeft twee doelgroepen voor ogen: a) de jonge beloftevolle bands en b) muziekliefhebbers doorheen alle categorieën. Ook in dit onderdeel wordt zeer theoretisch uiteengezet hoe de publiekswerking en –werving door MIC zal zijn maar de concrete invulling wordt nergens uitgewerkt. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Hierover wordt in het dossier niet concreet vermeld zodat het agentschap hierover geen uitspraak kan doen. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor de structurele ronde 20132016. Projectsubsidiëring werd in het verleden niet aangevraagd door de organisatie. Na lezing van het dossier kan het agentschap niet afleiden waarop de verschillende subsidiebedragen per jaar gebaseerd zijn. Bovendien vermindert het gevraagde subsidiebedrag per jaar in de structurele periode als volgt: 2013 (170.000 euro), 2014 (162.000 euro), 2015 (148.000 euro) en 2016 (132.000 euro). Tenslotte is het agentschap van mening dat de werking van dit managementkantoor zich veeleer in de commerciële sector bevindt. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Na lezing van het dossier is het voor het agentschap heel moeilijk om zich een concreet beeld te vormen van de zakelijke en artistieke activiteiten van de organisatie. Zoals reeds geschreven geeft de organisatie geen duidelijk beeld van welke activiteiten zij in de nieuwe subsidieperiode concreet gaat ontwikkelen. In het financiële gedeelte wordt deze lijn verder getrokken. De organisatie komt in haar begroting tot samengestelde bedragen zonder op enige wijze aan te geven hoe deze bedragen zijn opgebouwd of waarop men zich gebaseerd heeft om deze bedragen in te schrijven. Alle bedragen worden als vanzelfsprekend beschouwd zonder uitleg. Een goed voorbeeld zijn de verplaatsing- en verblijfkosten in binnen- en buitenland voor 17.600 euro. Op dit vlak schiet het dossier heel erg te kort. Bovendien werd het dossier niet volledig uitgewerkt waardoor sommige luiken niet kunnen beoordeeld worden. Tenslotte heeft het agentschap vastgesteld dat de zakelijke leidster ook lid is van de raad van bestuur. Het agentschap vindt dit geen gezonde situatie omdat de raad van bestuur een controlerende functie heeft ten opzichte van de zakelijke en artistieke leiders in een organisatie.
Pagina 103 van 104
3.8
Haalbaarheid
Rekening houdend met het voorgaande en de vele onduidelijkheden kan het agentschap geen uitspraak doen of op basis van de huidige werking en in functie van het criterium haalbaarheid de realisatie van de voorgelegde plannen haalbaar is. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van vzw Music Incubation Centre beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de werkplaatsen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie heeft haar repliek ingediend na de voorziene uiterste indiendatum voor het indienen van een repliek, zodat deze repliek onontvankelijk is. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 104 van 104