Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-001
Organisatie:
Rocsa vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
161.220,24 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Rocsa vzw ontwikkelt vanuit de ontmoeting tussen deelnemers, kunstenaars, sociale en culturele partners, creatieve sociaal-artistieke processen en praktijken. Zij enten zich hiervoor op maatschappelijke thema’s en tendensen aanwezig binnen de stad Gent. Uit het samenbrengen en uitdagen van diverse creatieve talenten ontstaan dynamische werkvormen en creaties die men onder de aandacht wil brengen van een zo ruim en divers mogelijk publiek. Gekende projecten zijn “Rocsa Singers”: een zanggroep van 35 mensen uit de wijk Rabot die geregeld optreden en “Made by OYA”: een sociaal-artistiekeconomisch textielatelier met een 40-tal deelnemers. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de organisatie in 2011 haar werking heeft geëvalueerd. De beoordelingscommissie apprecieert de radicale keuzes die gemaakt werden. Zo werd Ernst Maréchal aangetrokken die in het verleden sociaal-artistieke ervaring heeft opgebouwd met projecten zoals “De Tafel Keuken” bij Globe Aroma en deelname aan het “Spoken World Festival Kaaitheater”. De organisatie heeft een vernieuwde visie uitgetekend steunende op twee pijlers: a) de context als katalysator en b) de intrinsieke spanning en wederzijdse bevruchting van sociale en artistieke processen. Deze visie wordt vertaald in 4 werklijnen: a) “Antenna”: een voorstelling op basis van video-verhalen o.l.v. Ernst Maréchal; b) “Blinking Lights”: een licht-performance met Anna Rispoli; c) “Blue Key Identity”: video en live blue key opnames op basis van voorwerpen met Juliana Neves en Pol Coussement en d) “Moeders en dochters” (Made by Oya): een muziektheatervoorstelling met Birsen Taspinar en Mesut Arslan. Het werkingsgebied behelst de driehoek Rabot-Muide/Meulestede/Afrikalaan van de stad Gent waarbij de woontorens als bakens worden gehanteerd als ruimte waarbinnen de organisatie haar werking wil ontplooien en waar “de verandering” te gebeuren staat. De organisatie wenst door haar vernieuwde werking de verbinding te maken tussen de veranderende stedelijke ruimte (= fysieke plek) en de onthuisde ruimte (= virtuele ruimte) van haar (multiculturele) bewoners. De context van stedelijke verandering, ruimte in de overgang en het spanningsveld tussen beleefd en onbeleefd gebied worden als inspiratiebron gebruikt voor de verschillende processen en creaties. Een doorgedreven betrokkenheid en sociale proceswerking is hiervoor onontbeerlijk en dient continu ingebouwd te zijn. De beoordelingscommissie stelt vast dat de artistieke interventies en realisaties zorgvuldig zijn ingepland, artistiek onderbouwd, divers en interessant zijn. Het concreet maken daarvan voor de vier voornoemde werklijnen schiet echter te kort. De beoordelingscommissie apprecieert dat de organisatie maximaal wil inzetten op de aanwezige mensen, organisaties en competenties in de buurt waarbij ze zowel sociaalculturele als sociaaleconomische instrumenten wil gebruiken om een sociaal-artistiek resultaat te bereiken.
Pagina 1 van 105
De opgesomde partners zijn in die mate relevant dat zij noodzakelijk zijn voor de inbedding in de buurt en de sociaal-culturele onderbouw. Voor de beoordelingscommissie is het niet altijd duidelijk wat de effectieve bijdrage van de deelnemers aan de projecten zal zijn in relatie tot de kunstenaars zoals bijvoorbeeld in het project “Blinking Lights” van Anna Rispoli. Dit evenwicht tussen de sociale en artistieke dimensie vanuit de verhouding buurtbewoners/deelnemers is te weinig uitgewerkt. Het dossier is theoretisch sterk onderbouwd en vertrekt vanuit een overwegend stedelijk/ruimtelijk uitgangspunt. De beoordelingscommissie apprecieert deze koerswijzing en kijkt uit naar de verdere uitwerking. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 2 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-001
Organisatie:
Rocsa vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
161.220,24 euro
Beknopte historiek organisatie
Rocsa vzw ontwikkelt vanuit de ontmoeting tussen deelnemers, kunstenaars, sociale en culturele partners creatieve sociaal-artistieke processen en praktijken. Zij enten zich hiervoor op maatschappelijke thema’s en tendensen aanwezig binnen de stad Gent. Uit het samenbrengen en uitdagen van diverse creatieve talenten ontstaan dynamische werkvormen en creaties die men onder de aandacht wil brengen van een zo ruim en divers mogelijk publiek. Gekende projecten zijn “Rocsa Singers”: een zanggroep van 35 mensen uit de wijk Rabot die geregeld optreden en “Made by OYA”: een sociaal-artistiekeconomisch textielatelier met een 40-tal deelnemers. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie werd in de periode 2008-2009 structureel gesubsidieerd voor haar sociaal-artistieke werking. In de periode 2010-2012 wordt de organisatie niet meer structureel gesubsidieerd zodat zij een beroep dient te doen op de projectsubsidies om haar projecten te kunnen realiseren. Hun projectaanvraag 2010 werd gehonoreerd; deze in 2011 niet. Het agentschap stelde geen problemen vast bij de uitvoering van het project 2010, noch op artistiek noch op zakelijk vlak. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Het werkjaar 2011 was een belangrijk jaar in de ontwikkeling van de organisatie na de afwijzing als structureel gesubsidieerde organisatie voor de periode 2010-2012. De bestaande werking werd dan ook grondig onder de loep genomen. Er werden nieuwe radicale keuzes gemaakt. De kunstenaar Ernst Maréchal werd aangetrokken om samen met de medewerkers en het bestuur een nieuwe sociaal-artistieke visie uit te tekenen. Er werd gekozen voor 2 denksporen: enerzijds de context als katalysator en anderzijds de intrinsieke inspanningen van wederzijdse bevruchting van sociale en artistieke processen in haar sociaal-artistieke projecten. Het werkgebied in Gent wordt afgebakend door de driehoek “Rabot-Muide/Meulestede-Afrikalaan”. Rekening houdend met het voorgaande stelt het agentschap in het dossier vast dat de werking van de organisatie sterk gefocust is op de figuur van de kunstenaar die het project leidt. De organisatie spreekt dan ook eerst over de “kunstenaar” wanneer zij de essentie van de creatie binnen de sociaal-artistieke werking van Rocsa wil aanduiden als “een constante beweging tussen kunstenaar, deelnemer en lokaliteit”. De figuur van de “deelnemer” komt in het dossier dan ook niet echt tot zijn recht in de vraag naar de betrokkenheid. Het dossier blijft hangen bij de beschrijving van de sociaal-artistieke methodiek zonder dieper in te gaan op de wijze van betrokkenheid van de deelnemers en de wijze waarop zij concreet gerekruteerd worden. Bij de beschrijving van de geplande projecten valt het op dat de organisatie ook hier een top down- benadering heeft vanuit de werking van de organisatie in plaats van een bottom up- benadering vanuit de behoeften of noden van de deelnemers. Tenslotte is niet altijd duidelijk wat de
Pagina 3 van 105
meerwaarde voor de deelnemers is wanneer ze deelgenomen hebben aan een project van de organisatie. 3.2
Samenwerking
De organisatie vermeldt in het dossier de partners waarmee in het verleden werd samengewerkt en waarmee men in de volgende structurele periode wenst samen te werken. De partners zijn a) kunstenaars zoals Oliver Provost, Ernst Maréchal, Anna Rispoli…; b) lokale sociale partners hoofdzakelijk gevestigd in de ruimere regio rond Gent en c) andere partners op regionaal en landelijk niveau, voornamelijk in de sociaalartistieke sector. In het dossier worden geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen opgenomen. Voor de opgesomde organisaties in het dossier weet het agentschap uit de werking van de organisatie in het verleden dat zij daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft niet alleen op inhoudelijk vlak scherpere keuzes moeten maken in de voorbije jaren, maar ook op financieel vlak. Het dossier vermeldt drie krachtlijnen op zakelijk vlak: a) de huidige uitgaven werden aan kritisch onderzoek onderworpen en er werd gezocht naar een grotere efficiëntie; b) de personeelsstructuur werd zo beperkt mogelijk gehouden en c) er werd gestreefd naar een beter evenwicht tussen haar lokale inbedding en bovenlokale ondersteuning. De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij de inkomsten en de uitgaven worden geraamd op 333.558,83 euro. De organisatie vraagt een subsidie van 159.634 euro aan de Vlaamse overheid. Naast deze subsidievraag schrijft de organisatie nog de volgende subsidies in haar begroting in: 30.000 euro projectsubsidie uit het Participatiedecreet; 99.024 euro van de stad Gent in het kader van de convenant “Actieve en Creatieve Wijken (Rabot)”; 12.000 euro van de provincie Oost-Vlaanderen als projectsubsidie “Projecten van algemeen sociale aard” en 10.000 euro van de provincie Oost-Vlaanderen in het kader van haar lokaal cultuurbeleid. Het agentschap stelt vast dat in het begrotingsmodel er andere bedragen worden toegewezen aan andere subsidiërende overheden dan in het dossier beschreven. De “eigen inkomsten” worden in het dossier geraamd op 22.900,83 euro door uitkoopsommen, sponsoring, verkoop van drank en eten tijdens de publieksmomenten van de projecten en verhuring materiaal. In het begrotingsmodel wordt ook voor deze post “eigen inkomsten” een ander bedrag ingeschreven dan in het dossier, meer bepaald 9500 euro. In 2011 heeft de organisatie 5,4 vte in loondienst, ingevuld door 6 personen. In de nieuwe structurele ronde wenst de organisatie dit aantal af te slanken tot 3,2 vte, ingevuld door 4 personen voor een bedrag van 147.348 euro. De vergoedingen aan de medewerkers worden geraamd op 35.200 euro voor 21 personen, als zelfstandigen of via Kleine Vergoedingsregeling. De organisatie valt onder PC 329. Tijdens de structurele ronde 2008-2009 werd door het agentschap opgemerkt dat de toelichting bij de begroting veel te summier opgesteld was. Het agentschap maakt ook voor deze aanvraag dezelfde vaststelling. De begroting van de organisatie wordt zonder meer vooropgesteld als nodig voor de werking van de organisatie zonder enige link te leggen naar de geplande activiteiten. Enkel de titel van het project wordt vermeld. Bij de verschillende budgetposten wordt niet vermeld hoe deze samengesteld zijn of op welke bronnen men zich gebaseerd heeft voor de samenstelling. Dit maakt het voor het agentschap moeilijk om de juistheid van deze bedragen in te schatten in relatie tot de vooropgestelde werking in de nieuwe periode. Bovendien komen de bedragen in het dossier niet altijd overeen met deze in het begrotingsmodel. Het agentschap steunt dit zakelijk advies dan ook op het geschreven dossier.
Pagina 4 van 105
3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie erkent dat de link tussen de bedragen ingeschreven in de begroting en de geplande projecten onvoldoende transparant weergegeven werd in het aanvraagdossier. Bovendien was er op het moment van indiening van het dossier een overdracht van de vorige zakelijke leider naar een nieuwe zakelijke leider. De nieuwe zakelijke leider heeft enkele materiële fouten recht gezet in de repliek op het vlak van de loonlasten van het personeel, de inkomsten uit de sociale maribel-middelen en de werkingskosten in relatie tot de geplande activiteiten. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek. Op basis van de ingediende repliek past het agentschap zijn advies aan. Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 5 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-002
Organisatie:
Theater Tartaar vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
181.000,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie heeft tot doel het organiseren van artistiek kwaliteitsvolle creaties samen met personen met een verstandelijke beperking en zo kansen te bieden om zich artistiek te uiten, persoonlijk te ontwikkelen en tegelijk kwalitatief artistieke creaties maken. De inbreng van de deelnemer is op elk moment van het proces maximaal. De werking van de organisatie heeft een grote sociale waarde. De betrokken deelnemers hebben nood aan een heel specifiek werkproces dat hen ook geboden wordt door de organisatie. De deelnemers worden aangemoedigd hun grenzen te verleggen en in contact te treden met andere deelnemers, ook van buiten de instelling. Bovendien worden zij vanaf het begin van de creatie bij het project betrokken, niet alleen op vlak van het spel maar ook in andere activiteiten zoals decor, kostuum, het ontwerpen van affiches…. De beoordelingscommissie vindt dit een positief element in de werking. De beoordelingscommissie vindt de diversiteit van de projecten die in het dossier worden beschreven interessant. De organisatie wil duidelijk haar parcours verbreden. Jammer genoeg zijn de projecten niet altijd voldoende toegelicht. De verscheidenheid van de disciplines van de betrokken kunstenaars boezemt de beoordelingscommissie vertrouwen in, maar zij betreurt ook hier dat nergens in het dossier wordt beschreven hoe deze kunstenaars specifiek met de deelnemers zullen werken en hoe dit proces precies zal verlopen. De commissie adviseert de organisatie om ook in de toekomst samen te werken met kunstenaars die uitgebreid kunnen bogen op ervaring in de professionele kunstensector om de artistieke kwaliteit van hun projecten te verhogen. De organisatie wil ook een kunsteducatief aanbod brengen waarbij personen met een verstandelijke handicap worden uitgenodigd. Nieuwe deelnemers met een eerste theaterervaring en leden van de bestaande deelnemerspool werken samen aan dit project. Deze activiteit heeft tot doel om deelnemers naar een individueel traject te leiden binnen de organisatie. Daarnaast loopt de continue dramawerking met tweewekelijkse toonmomenten verder. Voor de beoordelingscommissie is het niet duidelijk of dit over een apart kunsteducatief aanbod gaat of gewoon over de werksessies met de deelnemers zoals beschreven. Indien dit zo is dan kunnen deze sessies moeilijk gezien worden als een apart kunsteducatief aanbod omdat de organisatie net dit soort sessies als integraal deel van de werkmethode ziet om een project te realiseren. De beoordelingscommissie vindt het zeer positief dat de organisatie nieuwe deelnemers probeert te betrekken in haar werking via de instapactiviteit. Dit is een noodzakelijk gegeven om een goede, gevarieerde sociaal-artistieke werking op lange termijn te waarborgen. In die zin kan de beoordelingscommissie ook deze activiteit niet zien als een apart kunsteducatief gegeven, maar als een onlosmakelijk deel van het sociaal-artistieke proces. Hetzelfde kan gezegd worden van de omkaderingsactiviteiten zoals kledij, decor, plastische activiteit… Op sociaal vlak worden de partners slechts terloops in het dossier vermeld, maar uit de werking van de organisatie in het verleden weet de beoordelingscommissie dat de organisatie een goede samenwerking heeft met verschillende sociale actoren.
Pagina 6 van 105
Op het vlak van artistieke netwerking stelt de beoordelingscommissie vast dat dit beperkt blijft tot een (jarenlange) samenwerking met cc De Ploter. De samenwerking lijkt zich uit te strekken tot Bronks, maar in het dossier wordt wel gesteld dat dit enkel over verkennende gesprekken gaat. Wat betreft de samenwerking met NTGent is het ook niet duidelijk in hoeverre deze samenwerking gaat m.n. in hoeverre engageert NTGent zich specifiek naar de organisatie op structurele wijze of gaat het louter om een deelnemen aan een dagbezoek dat deze organisatie ook aanbiedt aan bijvoorbeeld scholen. De beoordelingscommissie adviseert de organisatie om meer aandacht te besteden aan hun artistieke netwerk. De organisatie omschrijft zichzelf als uniek in de kunstenwereld. De beoordelingscommissie vindt de beschreven werkmethode niet echt vernieuwend of uniek in het werkveld aangezien de meeste op workshops gebaseerde creaties dit patroon volgen. De organisatie is wel uniek in het sociaal-artistieke veld wegens de specifieke doelgroep waarmee ze theater wil maken en de nadruk die ze legt op het vertellen van het eigen verhaal van de deelnemers. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 7 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-002
Organisatie:
Theater Tartaar vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
181.000,00 euro
Beknopte historiek organisatie
De organisatie heeft tot doel het organiseren van kwaliteitsvolle artistieke creaties samen met personen met een verstandelijke handicap en zo hen kansen te bieden om zich artistiek te uiten en persoonlijk te ontwikkelen en tegelijk kwalitatief hoogstaande artistieke creaties te maken. De gelijkwaardigheid van alle deelnemers en begeleiding vanuit ideeën van inclusie en empowerment maken dat de inbreng van de deelnemers op elk moment van het proces maximaal is. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor een werkingssubsidie. Projectsubsidiëring werd in het verleden wel aangevraagd door de organisatie binnen het Kunstendecreet. Het agentschap stelde geen problemen vast bij de uitvoering van deze projecten noch op artistiek, noch op zakelijk vlak. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Theater Tartaar werkt met een productiegroep en een dramagroep. In de productiegroep richten de deelnemers zich op het ontwikkelen en spelen van een voorstelling. In de dramagroep richten de deelnemers zich op het verder ontplooien en groeien naar deelname aan een toekomstige productie. Daarnaast worden de deelnemers ook betrokken bij het maken van een decor, de belichting, de communicatie, de kledij, de rekwisieten…. Er is als het ware een constante dialoog tussen de deelnemers, de professionele kunstenaars verbonden aan de projecten en de organisatie. De organisatie kiest expliciet voor één werkmethode waarin de deelnemers centraal staan en betrokken zijn gedurende het hele verloop van het creatieve proces: a) de deelnemers vertellen hun eigen verhaal; b) deze verhalen worden door professionele kunstenaars vertaald in verschillende improvisatie opdrachten; c) de deelnemers spelen de improvisaties en leveren materiaal voor de scenes; e) de kunstenaars verwerken deze scenes tot een speelbaar geheel en f) de deelnemers spelen uiteindelijk de scenes in het geheel en toetsen af of ze zich kunnen vinden in dit geheel. Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat de betrokkenheid van de deelnemers in de werking van de organisatie heel groot is. 3.2
Samenwerking
De organisatie vermeldt in het dossier vier groepen van partners waarmee werd samengewerkt in het verleden of waarmee men gaat samenwerken in de volgende structurele periode: a) partners uit de zorgvoorziening zoals De Lork, Zonnelied, De Valier…; b) partners uit de sector kunsten zoals NTG, cc De Ploter, Bronx…; c) partners uit de sector vorming/onderwijs? zoals Artevelde Hogeschool en d) partners op het vlak van vorming zoals Tievo, Het Grote Plein, Achi’duc….
Pagina 8 van 105
In het dossier worden geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen opgenomen. Het agentschap weet uit de werking van de organisatie dat deze partners daadwerkelijk bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
Het agentschap stelt vast dat de organisatie goed heeft nagedacht over haar werking in de nieuwe structurele periode 2013-2014. De organisatie heeft haar ervaringen uit de voorbije projectenperiode gebruikt bij het samenstellen en schrijven van het aanvraagdossier voor deze ronde. De missie en de werking van de organisatie wordt dan ook op een zeer compacte maar toch heldere manier beschreven zodat er een duidelijk beeld ontstaat over de inhoud en draagkracht van de toekomstige werking. Het dossier wordt niet belast met overbodige teksten en inhouden. Deze helderheid wordt ook verder gezet in het financiële luik van het dossier. De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitgaven geraamd worden op 243.670,15 euro. De organisatie vraagt een subsidie van 181.000 euro aan de Vlaamse overheid. De provincie Vlaams-Brabant geeft een jaarlijkse subsidie van 10.000 euro; de gemeente Ternat geeft een jaarlijkse subsidie van 500 euro. De gemeente Ternat doet in de praktijk echter veel meer voor de organisatie via het cc De Ploter. Er bestaat namelijk een structurele samenwerking tussen cc De Ploter en de organisatie op het vlak van a) deelname aan de raad van bestuur van de organisatie; b) advies bij het uitwerken van decor en lichtplan; c) technische ondersteuning bij de producties en d) ondersteuning op het vlak van publieks- en promotiewerking. Deze kostprijs vindt men niet terug in de begroting. De overige inkomsten ten bedrage van 52.170,15 euro wordt verkregen door ticketverkoop, uitkoopsommen, coproducties en samenwerkingen en sponsoring. Ook hier valt op hoe de organisatie op een realistische manier deze inkomsten begroot heeft rekening houdend met de ervaringen uit het verleden, de draagkracht van de sector, de geplande producties en het mogelijk aantal geïnteresseerden voor elke productie. Niet alle bedragen kunnen nu reeds bevestigd worden maar dit vormt geen probleem omdat de bedragen van deze “overige inkomsten” realistisch zijn. De organisatie heeft aan de uitgavenzijde een zeer gedetailleerde oefening gemaakt voor het berekenen van haar uitgaven. Ook hier werden er duidelijk verbanden gelegd tussen de ingeschreven bedragen en de voorgestelde werking en blijkt dat de bedragen op een realistische wijze werden geraamd. Het agentschap stelt vast dat in het dossier de post “communicatie” in de begroting wordt benut voor het drukken en verzenden van drukwerken. Het agentschap merkt op dat de organisatie voor haar communicatie beter meer gebruik zou maken van YouTube en emails en nieuwe sociale netwerken zoals Facebook om haar producties en haar werking kenbaar te maken bij haar doelpubliek, wat een kostenbesparing zou zijn binnen deze post. De organisatie wenst in de nieuwe structurele periode over te gaan tot de werving van 4,4 vte voor een totaalbedrag van 193.216,19 euro. De overige loonkost voor 158.371,40 euro wordt gebruikt om de uitvoerend/scheppende kunstenaars en artistiek/inhoudelijke medewerkers te betalen als ingeschreven personeelsleden. In het jaar 2011 had 2 vte in dienst tijdens haar projectwerking, ingevuld door 7 personen De vergoedingen aan de medewerkers is dan ook beperkt gehouden tot 1500 euro voor 2 personen via de Kleine Vergoedingsregeling. Het is voor het agentschap niet echt duidelijk onder welk PC deze personeelsleden zullen vallen of welke cao van toepassing gaat zijn. Het agentschap kan besluiten dat de organisatie als nieuwe aanvrager voor de structurele periode 2013-2014 een goed gestructureerd helder dossier heeft ingediend waarbij de ingeschreven bedragen in de begroting op een realistische manier werden begroot/gebudgetteerd en waarbij duidelijke verbanden werden gelegd tussen de begroting, de geraamde bedragen en de geplande activiteiten.
Pagina 9 van 105
3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 10 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-003
Organisatie:
Sjarabang vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
115.125,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie wil kunst- en cultuurparticipatie van mensen met een verstandelijk of meervoudige beperking bevorderen omdat er voor hen in het reguliere circuit vaak geen plaats is. De organisatie biedt de kans aan de deelnemers om zich op basis van hun mogelijkheden te profileren. Er is een divers aanbod van uiteenlopende workshops zoals schilderen, aquarellen, kleibakken, vilten… om de resultaten uiteindelijk tentoon te stellen door de vzw. Naast deze workshops werkt de organisatie ook aan de creatie van theatervoorstellingen door en voor personen met een verstandelijke beperking. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de organisatie de laatste 3 jaar gewerkt heeft aan een “inclusieve kunstbeleving” waarbij ze kunst- en cultuurparticipatie willen bevorderen voor mensen met een verstandelijke of meervoudige beperking. De organisatie verklaart in het dossier dat zij zich positioneert in het midden van de sociaal-artistieke praktijk en de kunsteducatie waarbij vooral gewerkt wordt aan het slopen van participatiedrempels. De werking van de organisatie, onder de dagelijkse leiding van Marleen D’Joos, bestaat uit workshops, atelierwerking, uitbouw van een artotheek, de intentie tot het realiseren van een theaterproductie, toeleiding van de deelnemers naar culturele activiteiten en de programmatie van een kunstenfestival met allerhande activiteiten en huiskamervoorstellingen. De beoordelingscommissie stelt vast dat de organisatie niet beantwoordt aan de voorwaarden van een sociaal-artistieke werking. Zij bevindt zich op dit moment in de sociaal-culturele sfeer waarbij de finaliteit van een artistieke productie nog niet als einddoel wordt gesteld. De hoofdactiviteiten van de organisatie zijn het organiseren van workshops en ateliers waarbij de nadruk wordt gelegd op cultuurparticipatie en gemeenschapsvorming. Hoewel in het dossier sterk de nadruk wordt gelegd op de betrokkenheid van de deelnemers is er gezien de aard van de activiteiten, noch een uitgebouwde proceswerking, noch enige aanwijzing van relevante artistieke werking of begeleiding. De samenwerking met de opgesomde partners in het dossier is momenteel vooral gestoeld op enerzijds cultuurparticipatie en anderzijds onderwijsen onderwijsinstellingen i.f.v. logistieke ondersteuning en passieve kunstbeleving. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 11 van 105
3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 12 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-003
Organisatie:
Sjarabang vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
115.125,00 euro
Beknopte historiek organisatie
De organisatie wil kunst- en cultuurparticipatie van mensen met een verstandelijk of meervoudige beperking bevorderen omdat er voor hen in het reguliere circuit vaak geen plaats is. De organisatie tracht hen naar de buitenwereld te profileren met hun mogelijkheden en niet met hun beperkingen, dat op velerlei manieren. Er is een divers aanbod van uiteenlopende workshops zoals schilderen, aquarellen, kleibakken, vilten… om de resultaten uiteindelijk tentoon te stellen door de vzw. Naast deze workshops werkt de organisatie ook aan de creatie van theatervoorstellingen door en voor personen met een verstandelijke beperking. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor de structurele ronde 20132014. Projectsubsidiëring werd in het verleden niet aangevraagd door de organisatie. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Voor de organisatie is het van belang om de betrokkenheid van de deelnemers zo veel mogelijk te garanderen. Dit blijkt uit de aanpak in haar werking die voornamelijk gericht is op workshops en ateliers waar in kleine groepjes wordt gewerkt. Er wordt steeds een veilige creatieve setting georganiseerd, waar elke deelnemer onder begeleiding op zijn tempo zijn creativiteit kan uiten. Een grotere aanpak is het festival “Kunst-Proeven” waar de deelnemers in contact komen en kennis maken met nieuwe disciplines. De organisatie tracht steeds zo veel mogelijk aansluiting te zoeken bij de interesses van de deelnemers om de inhoud van de workshops en ateliers te bepalen. 3.2
Samenwerking
De organisatie somt in het dossier 4 groepen van partners op waarmee in het verleden werd samengewerkt of waarmee men in de nieuwe structurele periode wil samenwerken. Dit betreft a) partners die optreden als actoren in het reguliere culturele veld zoals Stad Mechelen met o.a. culturele dienst, Jeugddienst, Stedelijke Academie voor Schone Kunsten…; b) partners verbonden aan een onderwijsinstelling zoals Hoger Instituut voor Kinesitherapie en Ergotherapie, Lyceum Lagere School te Mechelen, TSM…; c) partners actief op het vlak van vorming zoals Vormingplus Mechelen, Het Grote Plein… en d) andere partners zoals Borgerstein vzw en Galerie Atelier Herenplaats. In het dossier werden geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen opgenomen. Voor de in het dossier opgesomde partners kan het agentschap niet inschatten of deze daadwerkelijk in het verleden hebben bijgedragen tot de artistieke werking van de organisatie of niet, omdat de organisatie voor de eerste keer een dossier heeft ingediend voor een structurele ondersteuning en in het verleden ook niet projectmatig werd gesubsidieerd. Bovendien zijn bijna alle opgesomde partners in het dossier geïnstitutionaliseerde partners zoals stedelijke diensten, onderwijsinstellingen….
Pagina 13 van 105
Andere partners uit het sociaal-artistieke veld, structureel of niet-structureel, worden in het dossier niet genoemd. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft in het verleden geen projectsubsidie aangevraagd, noch werd zij reeds structureel gesubsidieerd. De organisatie heeft dan ook op dit vlak geen enkele ervaring opgedaan, noch op het vlak van het schrijven van een dossier noch op het vlak van de vereisten waar een dossier aan moet voldoen op zakelijk financieel vlak. Dit blijkt dan ook uit de ingediende begroting, die niet in evenwicht is. De inkomsten bedragen 126.000 euro, de uitgaven 356.250,08 euro zodat er een tekort is van 230.250,08 euro. Aan de inkomstenzijde werd er een bedrag ingeschreven van 30.000 euro als gevraagd subsidiebedrag aan de Vlaamse overheid. In het begeleidende aanvraagformulier op pagina 3 wordt een bedrag van 115.125 euro ingeschreven als gevraagd subsidiebedrag aan de Vlaamse overheid. Op pagina 30 van het aanvraagformulier wordt onder punt 2.5.2.6.1.1 niet vermeld wat het gevraagde subsidiebedrag zou moeten zijn. Wanneer men tenslotte ook nog rekening houdt met het tekort van 230.250,08 euro in de begroting wordt het voor het agentschap helemaal onmogelijk te bepalen wat nu het gevraagde subsidiebedrag is: 30.000 euro of 115.125 euro of 230.250,08 euro. Het dossier geeft hierover geen uitsluitsel. Na lezing van het dossier stelt het agentschap vast dat de werking door de organisatie in de nieuwe structurele periode er op gericht is om workshops en ateliers te organiseren, een artotheek van de gerealiseerde werken uit te baten, theater te maken via het theatergezelschap “Gebakken Lucht”, gedurende een dag het festival “Kunst-Proeven” en verschillende huiskamervoorstellingen te organiseren en tenslotte ook een jaarlijks kleinschalig muziek- en theaterfestival “Fest de Sjarabang” te organiseren. De organisatie licht deze activiteiten slechts heel beknopt toe terwijl dat het Kunstendecreet vraagt om het eerste jaar van de structurele periode zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven. In het dossier wordt nergens concreet beschreven welke de inhoud van de werking gaat zijn voor het eerste jaar van de structurele periode. Er wordt nergens vermeld rond welke thema’s men gaat werken, waarom men juist deze thema’s heeft uitgekozen, welke de betrokken professionele kunstenaars gaan zijn, welke doelstelling men met deze thema’s tracht te bereiken bij de deelnemers, welk traject men met de deelnemers wil doorlopen, wat het creatieve einddoel zal zijn van het traject dat men wil realiseren. Uit het dossier blijkt ook dat de organisatie zelf niet goed weet of zij eigenlijk met haar werking thuishoort onder het sociaal-artistieke of kunsteducatieve luik van het Kunstendecreet. De werking wordt gezien als een middel om de deelnemers kennis te laten maken met bepaalde materialen en technieken om zo hun interesses te ontdekken. De creativiteit wordt dan geuit in ateliers of thuis. Deze thuiswerking is geen kenmerk van een sociaal-artistieke werking. De organisatie verklaart in het dossier dat de kosten van de werking in 2010 zich situeerden tussen 20.000 en 30.000 euro. In het huidige dossier wordt dit opgetrokken naar 356.250,08 euro. De werking 2010 centreerde zich hoofdzakelijk rond de huur van lokalen en de werkingsmiddelen voor de organisatie en de evenementen. De organisatie valt onder PC 329. De vergoedingen voor de medewerkers worden geraamd op 18.000 euro voor 68 personen als zelfstandigen, betaalde vrijwilligers en via Kleine Vergoedingsregeling. De overige uitgaven betreffen de werking van de organisatie, zoals de huur van de lokalen, vergoedingen aan derden en verplaatsing- en verblijfskosten. De ingeschreven bedragen worden door de organisatie slecht verantwoord met het argument dat de verhoging nodig is om haar doelstellingen te bereiken wegens een nieuwe wending in de werking. Zo worden de materiaalkosten voor werking geraamd op 45.000 euro terwijl in haar vroegere werking dit een heel veel lager bedrag was. Aan de inkomstenzijde worden in het dossier verschillende inkomsten vermeld waarop de organisatie denkt een beroep te kunnen doen naast de voornoemde subsidie van de
Pagina 14 van 105
Vlaamse overheid. Er wordt een bedrag van 89.000 euro ingeschreven voor de verkoop van tickets, uitkoopsommen, recuperatie kosten, sponsoring…. Er wordt een subsidie van 20.000 euro en 10.000 euro van andere subsidiërende overheden. Het agentschap stelt vast dat de organisatie de afgelopen jaren hoofdzakelijk gewerkt heeft op basis van sponsoring, goodwill en subsidies van lagere en regionale overheden om haar werking te kunnen betalen. De organisatie wenst voor de nieuwe structurele periode 2013-2014 haar werking exponentieel verder uit te bouwen door het aanwerven van personeelsleden, een betere vergoeding van haar medewerkers en een uitgebreidere werking. Het agentschap kan zich echter niet vinden in deze doelstellingen van de organisatie. Zoals hoger reeds aangehaald blijft het dossier op inhoudelijk vlak op het niveau van uitspraken zonder concrete uitwerking van de geplande activiteiten in de nieuwe structurele periode. Het agentschap kan daarom onmogelijk achterhalen of de ingediende begroting verantwoord is. De bedragen worden zonder meer ingeschreven, zonder enige verantwoording. Goede voorbeelden zijn de materiaalkosten van 45.000 euro wat het agentschap een gigantisch bedrag vindt of de verzendingskosten geschat op 6500 euro in een tijd van email, Facebook en andere sociale netwerken. Heel de begroting is opgebouwd uit dergelijke onrealistisch ingeschreven bedragen. Een organisatie dient in eerste instantie duidelijke keuzes te maken in haar werking, meer bepaald welk soort organisatie wenst men te zijn: sociaal-artistiek, kunsteducatief,…. Vervolgens dient een organisatie organisch te groeien in haar werking vertrekkende vanuit een initiatief uit het veld naar een projectwerking om ten slotte eventueel in aanmerking te komen voor een structurele werking. Het overslaan van een fase is zinloos omdat dit zich al gauw zal wreken in de dagelijkse werking van de organisatie. Elke fase heeft haar eigen kenmerken en vereisten die de organisatie eerst onder de knie moet krijgen alvorens over te gaan naar een volgend niveau in haar werking. Er moet een bottom-up werking zijn in plaats van een top-down werking zoals nu in het dossier wordt beschreven. Hetzelfde kan gezegd worden voor de aanwerving van de personeelsleden. Ook hier worden, rekening houdend met de geplande werking en de resultaten uit het verleden, functies met vergoedingen gecreëerd die niet realistisch zijn zodat wat dit betreft ook hier de begroting opgeblazen wordt. Bovendien is het voor het agentschap niet duidelijk wat de concrete invulling gaat zijn van de opdracht van de artistieke leider voor de geraamde loonkost wanneer er geen concrete uitwerking bestaat van de activiteiten in de nieuwe periode. Tenslotte stelt het agentschap vast dat er bedragen worden ingeschreven op het vlak van de inkomsten zonder verdere duiding. Er zijn te veel onzekere parameters zodat het voortbestaan van de organisatie hoofdzakelijk afhankelijk wordt van de subsidie van de Vlaamse overheid. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 15 van 105
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 16 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-004
Organisatie:
Compagnie Tartaren vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
115.000,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie is een 30-tal jaar geleden ontstaan in de schoot van buurthuis “’t Lampeke” te Leuven in de wijk “Ridderbuurt”. Drijvend op het lokale succes van deze beweging werd een aantal jaar geleden de stap gezet naar de oprichting van vzw Compagnie Tartaren. Compagnie Tartaren geeft zijn maatschappijvisie gestalte via het sociaal-artistiek theater. Zij wil een symbiose tot stand brengen tussen dit soort theater en de klassieke artistieke (theater)benadering. Thema’s zoals onmacht, onrechtvaardigheid, dood, verwondering en verbeelding. Deze thema’s kunnen via het theater vanuit de leefwereld van de deelnemers gedeeld worden. De organisatie wenst met haar activiteiten een brug te slaan, niet alleen naar de rest van Leuven, maar ook naar de rest van Vlaanderen. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de organisatie een goed geschreven dossier heeft ingediend met een stevig onderbouwd verhaal. De organisatie krijgt steun van een uitgebreid netwerk en kan voordeel halen uit de nieuwe dynamiek die via OPEK, een nieuwe werkplaats voor verschillende culturele spelers, te Leuven wordt gegenereerd. Na een moeilijke periode heeft de organisatie een nieuw elan gevonden in haar werking met o.a. een versie van Tjechov’s Oom Wanja in de ervaren handen van Ivan Vrambout. Bovendien heeft de beoordelingscommissie veel vertrouwen in de nieuwe artistieke leider Wim Oris. In de komende jaren doet de organisatie een beroep op personen die zowel in de sociaalartistieke als reguliere artistieke sector hun sporen hebben verdiend zoals Stefan Perceval, Ivan Vrambout, Janne Desmet als organisaties waarmee wordt samengewerkt zoals Tutti Fratelli en de Figuranten. De visie van de organisatie op procesbegeleiding en participatie van de deelnemers is voldoende gerijpt. De betrokkenheid van de kwetsbare doelgroep waarmee de organisatie wenst te werken krijgt extra aandacht. De kwaliteit van het sociaal-artistieke concept wordt gevoed door een gezond en uiterst belangrijk streven naar een evenwicht tussen het sociale en artistieke aspect en een concretisering van gedreven procesbegeleiding van zowel de kunstenaar(s) als de sociale omkadering. Interactie tussen deelnemers en kunstenaars wordt op deze manier geoptimaliseerd wat zowel het artistiek eindresultaat ten goede zal komen als het welbevinden van de deelnemers. De beoordelingscommissie apprecieert dat de organisatie bewust kiest om grotere producties af te wisselen met kleinere producties of installaties waarbij gekozen wordt voor repertoiretheater en bestaande literatuur. De beoordelingscommissie kijkt uit naar de bewerkingen van “All for Love”, “Angst essen Seele auf” en uiteraard de andere producties. De organisatie werd in het verleden structureel gesubsidieerd maar verloor het vertrouwen om wille van te geringe garantie op artistieke finaliteit en te weinig duidelijkheid omtrent zowel artistieke als sociale procesbegeleiding. Er was nood aan
Pagina 17 van 105
reorganisatie. De organisatie heeft terug het vertrouwen gewonnen en de commissie hoopt dat de organisatie deze positieve evolutie zal kunnen waarmaken. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 18 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-004
Organisatie:
Compagnie Tartaren vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
115.000,00 euro
Beknopte historiek organisatie
De organisatie is een 30-tal jaar geleden ontstaan in de schoot van buurthuis “’t Lampeke” te Leuven in de wijk “Ridderbuurt”. Drijvend op het lokale succes van deze beweging werd een aantal jaar geleden de stap gezet naar de oprichting van vzw Compagnie Tartaren. Compagnie Tartaren geeft zijn maatschappijvisie gestalte via het sociaal-artistiek theater. Zij wil een symbiose tot stand brengen tussen deze “kunstvorm van de onderdrukten” en de klassieke artistieke (theater)benadering. Kwetsbare personen worden zoals de doorsnee burgers ook geconfronteerd met onmacht, onrechtvaardigheid, dood, verwondering en verbeelding. Deze thema’s kunnen via het theater vanuit hun eigen leefwereld gedeeld worden. De organisatie wenst met haar activiteiten een brug te slaan, niet alleen naar de rest van Leuven, maar ook naar Vlaams-Brabant en Vlaanderen. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie werd structureel gesubsidieerd in de periode 2008-2009 maar niet meer voor de periode 2010-2012. Na een aantal jaren projectwerking dient de organisatie nu opnieuw een dossier in voor de structurele ronde 2013-2016. Het agentschap stelde geen problemen vast bij de uitvoering van de projecten in de vorige jaren noch op artistiek noch op zakelijk vlak. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Vanaf 2010 heeft de organisatie de vruchten kunnen plukken van haar structureel hernieuwde aanpak met artistieke en methodische nieuwe impulsen. De organisatie wenst stap voor stap te groeien naar een volwaardige sociaal-artistieke organisatie. De raad van bestuur werd vernieuwd met mensen met een professionele achtergrond in de sociale en culturele sector. Naast een raad van bestuur werkt de organisatie ook met een artistieke kerngroep waarin deelnemers zetelen samen met de leden van de raad van bestuur. Deze deelnemers werken actief mee aan het uittekenen van de artistieke- en beleidskeuzes op een tweemaandelijkse vergaderbasis. De kerngroep vormt tegelijk een leertraject, waarbij de deelnemers leren overleggen en een vergadercultuur ontwikkelen door over keuzes na te denken, consequenties leren te ervaren en die ook te verwoorden. De sociale omkadering van de deelnemers gebeurt door Buurthuis ’t Lampeke, de bakermat van de organisatie.. Rekening houdend met de voornoemde pijlers is de betrokkenheid van de deelnemers gegarandeerd. 3.2
Samenwerking
De organisatie geeft in het dossier een opsomming van de partners waarmee in het verleden werd samengewerkt of waarmee zij in de volgende structurele periode wil samenwerken. Deze partners situeren zich vooral in de regio Leuven zoals Museum M, OPEK, Factor Y, WiSPER, Kunst in de steigers. Daarnaast wordt er melding gemaakt van
Pagina 19 van 105
De Figuranten Menen, Tutti Fratelli Antwerpen, De Markten (Brussel), Het Oude Badhuis (Antwerpen). In het dossier worden een aantal samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen opgenomen. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
Bij de uitwerking van haar aanvraagdossier voor de structurele ronde 2013-2014 is de organisatie zich sterk bewust van het financiële klimaat in de kunstensector. Zij heeft daarom besloten om in dit dossier een aantal scherpe keuzes te maken zowel op inhoudelijk als financieel-zakelijk vlak. De organisatie heeft dus goed nagedacht over haar werking in de nieuwe structurele periode en haar ervaringen uit de voorbije projectenperiode gebruikt bij het samenstellen en schrijven van het aanvraagdossier voor deze ronde. De missie en de werking van de organisatie wordt dan ook op een zeer compacte maar toch heldere manier beschreven zodat er een duidelijk beeld ontstaat over de inhoud en draagkracht van de toekomstige werking. Het dossier wordt niet belast met overbodige teksten en inhouden. Het gevraagde subsidiebedrag van 115.000 euro moet dan ook in dit kader gezien worden. Deze helderheid wordt ook verder gezet in het financiële luik van het dossier. De organisatie heeft niet een begroting in evenwicht ingediend. De inkomsten worden geraamd op 161.480 euro; de uitgaven worden geraamd op 160.984 euro zodat er een kleine winst is van 496 euro. Normaal gezien dient een begroting steeds in evenwicht te zijn, inclusief de gevraagde subsidie. De winst van 496 euro moet in dit geval in mindering worden gebracht van de gevraagde subsidie van 115.000 euro zodat het eigenlijk gevraagde subsidiebedrag 114.504 euro bedraagt. Naast het gevraagde subsidiebedrag krijgt de organisatie nog een subsidie van de provincie Vlaams-Brabant van 19.900 euro en de stad Leuven van 15.000 euro. De organisatie heeft “eigen inkomsten” voor een totaalbedrag van 11.580 euro. Dit betreft hoofdzakelijk ticketverkoop, uitkoopsommen, samenwerkingen, foyer en sponsoring. De organisatie merkt op in het dossier dat het verwerven van sponsoring in deze economische tijden geen gemakkelijk opdracht is maar dat dit wel een aandachtspunt blijft in haar werking voor de structurele periode 2013-2014. Het agentschap heeft vastgesteld in het dossier dat dit geen holle woorden zijn zoals hierna blijkt uit de paragraaf over de huisvesting. De uitgaven worden hoofdzakelijk beheerst door de loonkosten van het personeel. Op dit moment heeft de organisatie een artistiek leider voor 0,5 vte in dienst, die ondersteund wordt door een vrijwilliger op zakelijk vlak. Voor een goede werking wenst de organisatie over te gaan tot de aanwerving van 2,4 vte, ingevuld door 7 personen. De organisatie is momenteel gehuisvest te Leuven in de kantoren van het Buurthuis “’t Lampeke” waar zij een bureaumeubel kan gebruiken. Voor de repetities wordt gebruik gemaakt van de ruimtes van de kinderwerking van dit buurtwerk. Vanaf april 2012 zal de organisatie een eigen bureauruimte en repetitieruimte huren van het Buurthuis. De meubelen komen via sponsoring; de repetitieruimte wordt ingericht met een subsidie van de Nationale Loterij. Het agentschap kan besluiten dat de organisatie als nieuwe aanvrager voor de structurele periode 2013-2014 een goed gestructureerd helder dossier heeft ingediend waarbij de ingeschreven bedragen in de begroting op een realistische manier werden begroot/gebudgetteerd en waarbij duidelijke verbanden werden gelegd tussen de begroting, de geraamde bedragen en de geplande activiteiten. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit intrinsiek er deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake.
Pagina 20 van 105
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 21 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SAS-OR-005
Organisatie:
Madam Fortuna vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
278.102,31 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie werd in 2008 opgericht als een kunstenplatform én ontmoetingsplaats in Antwerpen (Borgerhout). De organisatie bestaat sinds augustus 2011 uit 8 personen m.n. Geert Hellings (muziek), Ellen Vermeulen (cineaste), Koen Broucke (beeldend kunstenaar), Tinus Holthuis (cineast), Joke Debaere (actrice), Hannelore Vleugels (theater), Luk Nys (theater) en Hans Haverals (communicatie en verkoop). Ze biedt ruimte aan diverse makers die vanuit verschillende artistieke disciplines verbeelding geven aan maatschappelijke thema’s middels een hybride aanpak. Ze brengt in de uitvoering van haar producties artiesten in contact met deelnemers uit verschillende sociale lagen en hanteert diverse artistieke media zoals film, muziek en theater. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat het project “Plazza Fortuna” een interessant project zou kunnen zijn omdat de organisatie een gehele buurt bij dit project wil betrekken. Jammer genoeg ontbreekt in het dossier informatie over het essentiële luik van het sociaal-artistieke project en de concrete uitwerking ervan. De concrete werkwijze van de projecten “Op een Avond” en “’t Gebroed” zijn slechts vaag beschreven. Anderzijds is het project “Roma-Karavaan” wel goed uitgewerkt. Vanaf 2013 wil de organisatie een werkmodel voor workshops aanbieden bij verschillende organisaties. De organisatie wil via dit werkmodel linken vormen met de verschillende maatschappelijke subculturen om zo een constante stroom van inkomsten te verkrijgen, los van de subsidiënten. Ook hier moet de beoordelingscommissie vaststellen dat dit luik heel vaag is beschreven in het dossier. Het is niet duidelijk wat de sociaal-artistieke waarde is van de documentaire “Deurmekaarspul”. Wat betreft de betrokkenheid van de deelnemers is het onduidelijk voor de beoordelingscommissie in hoeverre de deelnemers een sturende stem krijgen in de projecten of eerder gewoon als basis, inspiratiebron of acteur gebruikt worden. De organisatie zegt dat ze een duurzame relatie met deelnemers en vrijwilligers wil opbouwen, maar ook hierover is in het dossier weinig informatie te vinden. De werkplaats zou hier een perfecte omgeving voor kunnen zijn, maar er is geen aanwijzing dat de organisatie dit doel voor ogen heeft. In het dossier worden de processen niet echt beschreven. De beoordelingscommissie krijgt de indruk dat meer belang wordt gehecht aan de artistieke begeleiding dan aan de sociale begeleiding. Sociale partners zoals Cozo lijken vooral te functioneren als “doorgeefluik” en niet als structureel onderzoekende sociale partner. De organisatie heeft een netwerk uitgebouwd van kunstenaars en kunstenorganisaties zoals Rataplan. De beoordelingscommissie vindt het positief dat de organisatie voor het project “Plazza Fortuna” wil samenwerken met verschillende buurtwerkingen. Zij hoopt dat deze samenwerking niet beperkt zal blijven tot het project, maar dat dit een structureel gegeven wordt zodat de sociale inbedding van de organisatie wordt bevorderd.
Pagina 22 van 105
Wat betreft de samenwerking met het VAF voor het project “Roma-Karavaan” is het onduidelijk voor de beoordelingscommissie hoe deze productionele en logistieke steun voor het maken van het onderdeel film zich zal vertalen. Deze samenwerking lijkt dan ook veeleer hypothetisch en een verlangen van de organisatie dan een concreet engagement van het VAF. Hetzelfde kan gezegd worden over de samenwerking met Canvas, Arte en VPRO om deze film te vertonen. In het dossier zijn er geen aanwijzingen dat de organisatie daadwerkelijk contacten heeft met deze zenders. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking stelt vast na lezing van de ingediende repliek door de organisatie dat deze repliek niet overtuigend overkomt. De organisatie legt de nadruk vooral op haar wijk- en buurtwerking in plaats van een sociaal-artistieke werking. Hoewel de organisatie erkent in de repliek dat het aanvraagdossier niet altijd een coherent verhaal vertelde en nogal vaag bleef stelt de Beoordelingscommissie vast dat er eerder een sociaal-culturele werking wordt beschreven in plaats van een sociaal-artistieke werking. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt kennis van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie niet te subsidiëren. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 23 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-005
Organisatie:
Madam Fortuna vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
278.102,31 euro
Beknopte historiek organisatie
De organisatie werd in 2008 opgericht als een kunstenplatform én ontmoetingsplaats in Antwerpen (Borgerhout). De organisatie bestaat sinds augustus 2011 uit 8 personen m.n. Geert Hellings (muziek), Ellen Vermeulen (cineaste), Koen Broucke (beeldend kunstenaar), Tinus Holthuis (cineast), Joke Debaere (actrice), Hannelore Vleugels (theater), Luk Nys (theater) en Hans Haverals (communicatie en verkoop). Ze biedt ruimte aan diverse makers, die vanuit verschillende artistieke disciplines, verbeelding geven aan maatschappelijke thema’s middels een hybride aanpak. Ze mengt in de uitvoering van haar producties deelnemers met professionele kunstenaars, mengt verschillende sociale lagen, presenteert in theaterzalen, filmzalen en in open ruimtes, hanteert verschillende artistieke media zoals film, muziek en theater. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor een werkingssubsidie. Projectsubsidiëring werd in het verleden wel aangevraagd door de organisatie binnen het Kunstendecreet. Het agentschap stelde geen problemen vast bij de uitvoering van deze projecten, noch op artistiek noch op zakelijk vlak. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
De organisatie kiest er voor om producties op te zetten met een mix van deelnemers en professionele acteurs en muzikanten. Zij werkt niet alleen met kwetsbare groepen maar met deelnemers vanuit alle lagen van de bevolking zodat een wederzijdse bevruchting mogelijk wordt van de kwetsbaren in de samenleving met de sociaal sterkeren. Dit moet leiden tot meer vertrouwen en weerbaarheid bij de kwetsbaren. Het agentschap kan echter uit het dossier niet goed afleiden hoe groot de betrokkenheid van de deelnemers is bij de projecten van de organisatie en de hiervoor beschreven doelstellingen. Het dossier is nogal sterk geschreven vanuit een top down werking door de organisatie zelf waarbij vooral de nadruk wordt gelegd op de werking van de organisatie als een geheel, waarvan de deelnemers slechts een deel zijn. Zo worden de deelnemers vaak in één adem genoemd met de medewerkers, vrijwilligers en kunstenaars betrokken bij het project. De organisatie blijft nogal op de vlakte en in algemene bewoordingen in haar beschrijving hoe zij de deelnemers wenst te betrekken bij haar projecten. De organisatie wil niet alleen met individuele deelnemers werken maar ook met buurten in de stad. Ook hier wordt niet of veel te weinig aangegeven hoe deze buurtbewoners betrokken worden bij de projecten of hoe zij gerekruteerd zullen worden. Bij de beschrijving van sommige geplande projecten in het dossier lijkt de werking van de organisatie eerder op een buurtwerking dan op een sociaal-artistieke werking in de zuivere betekenis van het woord.
Pagina 24 van 105
3.2
Samenwerking
De organisatie geeft in het dossier een uitgebreid overzicht van de organisaties waarmee werd samengewerkt in het verleden en waarmee men wil samenwerking in de toekomstige periode. Deze organisaties zijn vaak belangrijke spelers in het sociaalartistieke veld in Antwerpen en in Vlaanderen. Het dossier bevat een aantal intentieverklaringen met deze organisaties waarin de samenwerking, meestal op nietgeldelijk vlak, wordt gespecifieerd. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij de inkomsten en de uitgaven geraamd worden op 411.673,13 euro. De financiële werking van de organisatie steunt op vier pijlers m.n. inkomsten uit eigen producties, zaalinkomsten, sponsoring en subsidies. De organisatie vraagt een subsidie van 278.102,31 euro aan de Vlaamse overheid. Daarnaast wordt er nog een subsidie van 13.000 euro ingebracht door de stad Antwerpen. De organisatie raamt de zaalinkomsten op 25.500 euro op basis van haar ervaringen als projectorganisatie in het verleden. De overige inkomsten worden gegenereerd voor een bedrag van 95.071 euro via ticketverkoop, uitkoopsommen, foyer en sponsoring. Uit de intentieverklaringen blijkt dat de organisatie met verschillende organisaties in de regio afspraken heeft gemaakt voor niet-geldelijke bijdragen aan haar projecten zoals het ter beschikking stellen van infrastructuur, ondersteuning communicatie, organisatorische knowhow, logistieke ondersteuning… Deze afspraken zijn dan ook niet in de begroting terug te vinden. De organisatie spreekt in het dossier ook van Europese subsidies maar concrete resultaten worden niet vermeld. De organisatie heeft gedurende haar projectwerking geen personeelsleden in dienstverband gehad. Alle vergoedingen gebeurden op zelfstandige basis, via Kleine Vergoedingsregeling of vrijwilligerswerk. In de nieuwe structurele periode 2013-2014 wenst de organisatie voor 4,8 vte personeel in dienst te nemen. De medewerkers worden vergoed voor een totaalbedrag van 76.751,70 euro voor 508 personen. Een belangrijke kost betreft de vergoedingen aan 104 uitvoerende/scheppende kunstenaars als zelfstandigen binnen de groep van 508 personen voor een totaalbedrag van 46.426,70 euro. De overige personen worden vergoed als betaald vrijwilliger, zelfstandige of via Kleine Vergoedingsregeling. In het dossier wordt in detail beschrijven hoeveel personeelsleden en medewerkers de organisatie denkt nodig te hebben voor elk van haar geplande projecten zodat het agentschap zich een goed beeld hierover kan vormen. De organisatie valt onder PC 304. De organisatie beschrijft in het financiële luik op een gedetailleerd manier haar kostenstructuur, meestal op basis van haar ervaringen uit het verleden als projectorganisatie, de bestaande contracten en toekomstige ramingen op jaarbasis. Hieruit blijkt dat de organisatie nagedacht heeft over haar uitgavenstructuur in de nieuwe structurele periode. Er werd tussen de verschillende begrotingsposten en haar activiteiten een duidelijke link gelegd zodat de in de begroting ingeschreven bedragen door het agentschap op hun realiteitsgehalte kunnen getoetst worden. Dezelfde oefening werd ook gedaan voor het personeelsbestand van de organisatie. Ook hier werd door de organisatie de volledige oefening doorgevoerd in de loonkosten van elk personeelslid op basis van de parameters van PC 304 voor de podiumkunsten zodat het agentschap ook hier een duidelijk beeld krijgt van de samenstelling van de loonkosten voor de nieuwe structurele periode. Rekening houdend met het voorgaande stelt het agentschap vast dat de ingeschreven bedragen in de begroting realistisch worden ingeschat. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Interculturaliteit maakt uit de aard van de werking van de organisatie intrinsiek deel uit van deze werking. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de
Pagina 25 van 105
algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 26 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-006
Organisatie:
Ambrosia’s Tafel vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
301.833,35 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Ambrosia’s Tafel is een organisatie die artistieke en sociaal artistieke creatie wil bevorderen. Zij stelt zich als bijkomend doel het sociaal weefsel in de wijk te herstellen. De organisatie houdt zich bezig met “beeldverslag en multimediale content” waarin WijkTV centraal staat. Via dit medium willen zij individuele bewoners en groepen stimuleren om te vertellen wat zij denken en voelen over het leven en hun buurt. Aanvankelijk was de organisatie een kunst- en erfgoed-educatieve organisatie, die structureel gesubsidieerd werd door de Vlaamse overheid o.a. binnen het kader van stadsvernieuwing en het decreet Jeugdbeleid van het Agentschap Sociaal Cultureel Werk. De organisatie was tenslotte ook actief binnen onderwijs en educatie waarbij vooral gewerkt werd rond multimediale geletterdheid, media-educatie en mediawijsheid. 2012 is een schakeljaar voor deze organisatie waarin verschillende subsidies worden beëindigd of aflopen zoals de structurele subsidie bij het Agentschap Sociaal Cultureel Werk Afdeling Jeugd; een aantal convenanten en overeenkomsten en “Mediawijs” wordt overgedragen aan CANON, cultuurcel onderwijs. Rekening houdend met deze gewijzigde financiële situatie wil de organisatie “zich toeleggen op haar sociaal artistieke kernactiviteiten in wijken en haar bestaande werking in die zin consolideren in 2012.” De producties in 2013 en 2014 zullen hier inhoud aan moeten geven. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie het volgende vast betreffende de afzonderlijke producties: a) Wat betreft de producties in 2013: 1. Het project “Sleutels in de Wijk” wordt gekenmerkt door erfgoededucatie en registratie. Er wordt geen artistiek doel maar wel een gemeenschapsvormend doel gesteld. 2. Het project “1913 Wereldtentoonstelling” wordt gekenmerkt door kunsteducatie en erfgoededucatie en de afwezigheid van creatie. 3. Het project “De tijd dromen” lijkt een interessant project. Dit project zou in het dossier de eerste creatie zijn naast de vele registraties maar het dossier is bijzonder summier uitgewerkt. b) Producties in 2014 1. Het project “Publieke groene ruimte” wordt veeleer gekenmerkt door een ecologische dimensie dan een artistieke. De beoordelingscommissie stelt vast dat het betrekken van mensen met een visuele handicap geforceerd overkomt. Bovendien is het project niet uitgewerkt. 2. In het project “De Vrede van Gent” kan de beoordelingscommissie geen artistieke dimensie ontdekken. 3. Voor project “De Grote Oorlog” stelt de beoordelingscommissie hetzelfde vast. De nadruk ligt op interviews en het inventariseren van verhalen.
Pagina 27 van 105
De beoordelingscommissie komt dan ook na lezing van dit dossier dan ook tot de conclusie dat de organisatie in feite beeldverhalen van “verhalen” maakt. Een werkwijze die meer een vorm van verslaggeving is dan van sociaal artistieke creatie. De activiteiten van de organisatie worden meer ingegeven door sociaal cultureel werk en (erfgoed)educatie dan door een sociaal-artistieke werking. Tenslotte valt het de beoordelingscommissie op dat de strategie van de organisatie sterk wordt beïnvloed door opportuniteiten. Men wisselt gemakkelijk het geweer van schouder als het om subsidiekanalen gaat. De inhoud van de werking wordt dan maar navenant aangepast. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in de repliek een uitgebreide beschrijving van haar historiek en methodiek van haar werking. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking stelt vast na lezing van de ingediende repliek dat deze argumenten niet overtuigen. De Beoordelingscommissie kan zich dan ook niet vinden in de opgebouwde argumentatie over de werking van de organisatie rekening houdend met de vereisten om van een sociaal-artistieke werking binnen het Kunstendecreet te kunnen spreken. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt nota van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie niet te subsidiëren. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 28 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-SA-OR-006
Organisatie:
Ambrosia’s Tafel vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
301.833,35 euro
Beknopte historiek organisatie
De organisatie werd in 2005 opgericht te Gent naar aanleiding van het gelijknamige “wijk-tv”-project tijdens het “Timefestival”, een project waarbij 12 ex-wijkbewoners hun verhalen over de geschiedenis van hun wijk vertelden en toonden aan 12 nieuwkomers in de wijk in ruil voor een avondmaal. “Ambrosia’s tafel” vzw is een kunst- en erfgoed-educatieve organisatie die specifiek werkt rond multimediale geletterdheid of mediawijsheid. Men wil mensen stimuleren bewust om te gaan met media en om die media te gebruiken om een dialoog aan te gaan met elkaar. De organisatie werkt op drie niveau’s: a) naar buurten met het project “wijktv”; b) naar het onderwijs rond multi-geletterdheid en meervoudige intelligentie en c) naar het delen van knowhow en expertise aan de hand van het platform rond mediawijsheid. Het resultaat is drieledig en omvat a) een artistiek en kwaliteitsvol beeldverslag van het project; b) multimediale “content” die ontstaat uit dialoog en samenwerking tussen de deelnemers en de organisatie en die vaak resulteert in een artistieke creatie en c) een interactief toonmoment van het beeldverslag en content waar het publiek kan kennismaken met en reflecteren over de projecten. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor de structurele ronde 20132014. Projectsubsidiëring werd in het verleden niet aangevraagd door de organisatie binnen het Kunstendecreet. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Uit het dossier blijkt dat de organisatie de afgelopen jaren heeft gewerkt in verschillende projecten met verschillende doelgroepen zoals jongeren in wijken, mensen in armoede, senioren, mindervalide personen en leerlingen, allochtone burgers… Voor elk project brengt de organisatie een groep van mensen samen met een expertise over een bepaald onderwerp en/of kennis van diverse werkvelden. Zij zijn het bindmiddel tussen de theorie en de praktijk en wordt door de organisatie het “kenniscollectief” genoemd. De organisatie gelooft erin dat nieuwe digitale media kunnen bijdragen tot het verstevigen van het sociale weefsel, de dialoog en burgerzin, voornamelijk in een stedelijke context. Om de verschillende doelgroepen te bereiken wenst de organisatie te werken met een sterk lokale en persoonlijke aanpak, zowel inhoudelijk in de diepte als dicht bij de mensen. De organisatie wil de deelnemers van een project niet opleggen met welke media zij moeten werken maar laat de deelnemers zelf kiezen in welk medium ze zich willen uitdrukken. Onder begeleiding van het kenniscollectief werkt de organisatie dan samen met de deelnemers naar een artistiek-creatief eindresultaat. Wanneer het agentschap echter naar het concrete dossier kijkt, blijkt echter dat bij de planning voor de werkjaren 2013-2014 de organisatie heel sterk op de voorgrond komt te staan in de uitwerking en opvolging van de projecten en de deelnemers of doelgroepen niet of in heel mindere mate. Heel het dossier ademt een sterke “top down”
Pagina 29 van 105
behandeling van de deelnemers uit eerder dan een “bottom up”-methodiek om de deelnemers te betrekken bij de verschillende projecten. Het dossier komt daarom nogal bevoogdend over. Er blijkt dus tussen de hierboven beschreven theorie en de concrete uitwerking in de praktijk een groot verschil te bestaan. 3.2
Samenwerking
De organisatie geeft aan in het dossier dat zij in de voorbije jaren heeft samengewerkt met een grote diversiteit aan organisaties voornamelijk in de stad Gent en haar omringende regio. Dit betreft bewoners, niet alleen in de verschillende Gentse wijken maar ook organisaties zoals de Gentse stadsdiensten, scholen, universiteiten en hogescholen en (sociaal)-culturele organisaties zoals buurtcentra, dienstenhuizen, jongerenhuizen, organisaties waar armen het woord nemen, maar ook in organisaties actief in het veld zoals Rocsa, Bij de Vieze Gasten, klein Verhaal . Daarnaast wordt er samengewerkt met cultuurhuizen zoals NTGent, SMAK, Vooruit, en wenst men in de nieuwe structurele periode samen te werken met STAM. In het dossier zijn enkel intentieverklaringen opgenomen met de organisaties SMAK, Museum Guislain en NTGent. Voor de andere opgesomde organisaties in het dossier kan het agentschap niet inschatten of deze partners daadwerkelijk hebben bijgedragen tot de artistieke werking van de organisatie of niet, omdat de organisatie voor de eerste keer een dossier heeft ingediend voor een structurele ondersteuning en in het verleden geen project subsidies heeft aangevraagd 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie geeft in het dossier een inhoudelijke beschrijving voor de werkingsjaren 2013-2014. Men plant vier projecten per jaar. In eerste instantie loopt het project “WijkTv” verder als een constante over de twee jaren. Daarnaast wenst men per jaar nog drie andere projecten te doen. In 2013 het eerste deel van het project “De Tijd Dromen”, “Sleutels in de Wijk” en “1913-Wereldtentoonstelling”. In 2014 wil men de volgende projecten realiseren “De Tijd Dromen” tweede deel, “Publieke groene ruimte”, “De Vrede van Gent” en “De Grote Oorlog”. Het agentschap blijft op haar honger zitten naar een concrete en in de diepte uitgewerkte inhoud van de projecten. De opstart van de projecten wordt omschreven maar wanneer men tot de kern van de zaak moet komen m.n. wat maakt de projecten tot echte sociaal-artistieke projecten blijft de organisatie erg op de vlakte, algemeen en vaag. De doelgroepen worden niet of heel vaag omschreven als “de wijken”, “de haven”, de “allochtonen”. De gebruikte sociaal-artistieke methodieken worden niet of heel algemeen en vaag omschreven zonder verbanden te leggen naar de specifieke vereisten van elk project. Hetzelfde geldt ook voor de sociaal-artistieke doelen die men wenst te bereiken met elk gekozen project. Het verband tussen de gekozen projecten en de betrokken doelgroepen komt helemaal niet aanbod. Het agentschap kan niet achterhalen waarom de gekozen projecten in bepaalde wijken en buurten of voor bepaalde doelgroepen een meerwaarde gaan bieden aan de deelnemers in het verwerven van sociale vaardigheden via de kunst. Uit de gekozen projecten blijkt duidelijk dat de organisatie een erfgoededucatieve achtergrond: projecten als “1913-Wereldtentoonstelling”, “De Vrede van Gent” en “De Grote Oorlog” duiden hierop. Ook wat het artistieke eindresultaat betreft blijft de organisatie heel vaag en onduidelijk. Er is sprake van film, foto’s, beeldende en plastische kunsten… zonder echter een concreet eindresultaat voor ogen te hebben of een beeld te hebben hoe deze resultaten opgezet gaan worden. Welke kunstenaars of experts in een bepaald kunstenveld deel uitmaken van het voornoemde “kenniscollectief”, bij welke projecten zij betrokken zijn, wordt zelfs niet vermeld in het dossier. In het dossier wordt steeds over “media” gesproken maar ook hier blijft de organisatie heel vaag over welke media dit in concreto gaat, voor welke projecten en waar het
Pagina 30 van 105
vernieuwende grensverleggende in deze zich snel ontwikkelende sector situeert in functie van de projecten en de gekozen doelgroepen. Het agentschap stelt vast dat de projecten grotendeels in de voorwaardelijke, vrijblijvende wijze werden beschreven zonder nagedacht te hebben over een concreet, in de diepte uitgewerkt verhaal, dat maakt dat deze projecten “echte” sociaal-artistieke projecten zijn onder de voorwaarden van het Kunstendecreet. In het dossier stelt de organisatie dat zij in het verleden enerzijds educatieve projecten uitwerkte in het onderwijs en anderzijds zich concentreerde op wijkgerichte projecten in het kader van stadvernieuwing. De subsidiestromen waren dan ook van een andere aard en verschillende oorsprong zoals bv. Canon Cultuurcel of in de periode 2009 tot 2011 subsidies onder de voorwaarden van het Decreet op het Vlaams Jeugdbeleid bij het agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. 2012 wordt dus een overgangsjaar voor de organisatie omdat de structurele subsidiëring onder het voornoemde decreet wegvalt en een aantal convenanten en overeenkomsten aflopen. De organisatie lijkt vooral op zoek te zijn naar een andere bron van inkomsten en herformuleert haar werking in functie van de sociaal-artistieke werking binnen het Kunstendecreet. Uit het dossier blijkt duidelijk dat de organisatie op dit vlak geen ervaring heeft en niet goed weet hoe zij haar huidige werking, m.n. erfgoed-educatieve rol dient onder te brengen onder voorwaarden van het Kunstendecreet voor een sociaalartistieke werking. Nu de subsidiekanalen opgedroogd zijn voor één werking wordt het geweer van schouder verwisseld om andere subsidiekanalen aan te kunnen spreken. Dit blijkt ook duidelijk uit de ingediende begroting in het dossier. Belangrijk voor de organisatie is blijkbaar “hoe” zij in eerste instantie aan inkomsten geraakt zoals “vergoedingen vragen aan participerende organisaties” en inkomsten bij toonmomenten volgens “het principe van interactieve prijsbepaling” eerder dan zich af te vragen in het kader van haar werking of de doelgroepen en deelnemers een financiële dienen te spelen in haar begroting. Ook hier blijkt uit het dossier dat alles weer vrijblijvend en onvoorwaardelijke wordt beschreven. Het gebruik van het werkwoord “we zullen” komt heel vaak terug in het dossier. Voor de structurele periode 2013-2014 wenst de organisatie te werken met 4,5 vte bestaande uit 5 medewerkers die samen sociale, artistieke, mediawijze, technische, zakelijke en productionele kennis bundelen. Zij worden in loondienst genomen en betaald via PC 329 voor sociaal-cultureel werk. Concrete namen worden in het dossier niet genoemd, buiten de twee bestaande personeelsleden (2 vte), zodat het agentschap zich geen beeld kan vormen van de personeelsstructuur en de professionele kwaliteiten van de personeelsleden in de organisatie. De ingediende begroting is in evenwicht, rekening houdend met de gevraagde subsidie, maar op het vlak van de verantwoording van de ingeschreven bedragen laat ook hier het dossier te wensen over. Sommige bedragen worden verantwoord door te verwijzen naar PC 329, andere bedragen door te verwijzen naar de rekeningen van de vorige jaren. Waar het agentschap geen zicht op kan krijgen is de samenstelling van de bedragen die verbonden zijn met de voornoemde projecten die men in de structurele periode wil realiseren zoals artistieke productiekosten voor 1700 euro, verplaatsingskosten voor 3500 euro, catering voor 3200 euro, promotie voor 2200 euro… Zij worden zonder meer vooropgesteld. Uit de begroting blijkt dat het grootste gedeelte van de kosten van de organisatie loonkosten zijn voor een totaalbedrag van 247.396,31 euro ten opzichte van een werking van 84.591 euro. Rekening houdende met de voornoemde opmerkingen bij de projecten kan het agentschap zich geen beeld vormen over de noodzaak van het aanwerven van de voornoemde personeelsleden met hun functies voor de uitvoering van de beschreven projecten . Naast de gevraagde subsidie bij de Vlaamse overheid wordt er een subsidie ingeschreven van de stad Gent voor 7500 euro en een Sociale Maribel-personeelstoelage van 3728 euro. De sponsoring van het project “Havenbedrijf Gent” voor 30.000 euro wordt niet meer in de begroting 2013 opgenomen terwijl dit in 2012 nog wel het geval was.
Pagina 31 van 105
3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Interculturaliteit maakt uit de aard van de werking van de organisatie intrinsiek deel uit van deze werking. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect voldoende informatie. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
In de repliek wenst de organisatie dieper in te gaan op een aantal knelpunten in het aanvraagdossier. De organisatie bevestigt dat haar werkmethode gekenmerkt wordt door een open benadering m.a.w. het inhoudelijk project, het concrete eindresultaat en de gebruikte media worden niet vooraf in detail vastgelegd. De organisatie verkiest om bij de start van haar projecten aan de slag te gaan met de deelnemers en met hen het concrete eindresultaat en de media te bepalen waarmee wordt gewerkt. Hetzelfde kan gezegd worden voor het inschakelen van de kunstenaars. Zij worden maar bij een project betrokken na de input van de doelgroep. Het agentschap blijft bij haar standpunt dat voor een waardevolle sociaal-artistieke werking er vooraf processen moeten worden opgezet en bewaakt door de organisatie die het best aansluiten bij de beoogde doelgroep waarbij de creatie met de deelnemers naar een artistiek waardevol einddoel leidt onder begeleiding van een vooraf gekozen artistiek interessante kunstenaar. Dit overlaten aan de input van de doelgroep kadert niet binnen de huidige sociaal-artistieke praktijk. Het agentschap neemt kennis van de vermelde partners van de organisatie. De organisatie geeft een toelichting bij een onderdeel van haar begroting maar laat toch na aan te geven op welke basis deze bedragen worden ingeschreven. Het louter vermelden uit welke onderdelen de ingeschreven kosten bestaan is niet voldoende. Het agentschap neemt kennis van de convenant voor een bedrag van 28140 euro dat afgesloten werd met de stad Gent voor 2012-2013. De organisatie haalt de opmerking aan van het agentschap over het verwisselen van geweer van schouder voor het verwerven van subsidies maar in de repliek gaat men niet dieper in op dit argument, in plaats daarvan bespreekt de organisatie de laagdrempelige werking. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek maar ziet geen echte nieuwe elementen om zijn advies te wijzigen en blijft bij het oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 32 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-001
Organisatie:
Tutti Fratelli vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
320.000,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Tutti Fratelli vzw is ontstaan in 2003 uit de projectwerking van de vzw “Antwerps Platform Generatiearmen” (APGA) en het Toneelhuis. In 2007 werd deze projectwerking geformaliseerd in een autonome vzw-structuur met een permanente werking. Per jaar wordt er één grote-zaal-productie gemaakt vertrekkende vanuit het repertoire. De organisatie kiest voor een multidisciplinaire benadering en werkt vanuit tekst, improvisatie, muziek, beweging, films en beeldende kunst onder professionele begeleiding. De organisatie heeft recent haar intrek genomen in het oude Raamtheatergebouw te Antwerpen. Men wil op deze plek een sociaal-artistieke vrijplaats maken in het hart van de oude stad waar niet alleen de organisatie, maar ook andere gezelschappen, kunstenaars en studenten gebruik kunnen maken van de repetitieruimtes en de theaterzaal. Het (muziek)theatergezelschap Tutti Fratelli, onder leiding van Reinhilde Decleir, heeft de voorbije jaren grote producties gemaakt die hoofdzakelijk in Antwerpen te zien waren. Dankzij de medewerking aan de productie “Dure Woorden” van Behoud de Begeerte heeft de organisatie een voorzichtige doorbraak gerealiseerd naar de reguliere kunstenwereld van cultuur- en kunstencentra in Vlaanderen. In de toekomst wenst de organisatie, naast deze grotere producties, ook kleinere producties te maken in een festivalformule. De organisatie werkt vooral samen met organisaties die actief zijn op het gebied van de armoedebestrijding en rekruteert haar medewerkers en spelers vooral in deze middens. De beoordelingscommissie stelt vast dat de organisatie in de loop der jaren een eigen methodiek heeft ontwikkeld die verder gaat dan de sociaal-artistieke praktijk an sich. De gekozen projecten doorlopen een lang groeiproces. Het werken van de organisatie met de deelnemers is niet alleen beperkt tot het repeteren. De deelnemers aan een productie worden van in het prille begin bij deze productie betrokken. Dit begint met o.a. het lezen van de gekozen stukken, het leren begrijpen van de teksten tot en met het uiteindelijke spelen. De organisatie is niet alleen gericht op het bereiken van resultaten. De organisatie heeft ook oog voor verbreding (= kunsteducatieve werking) en verdieping (= literaire lees- en voorleesmiddag). Dit alles gebeurt onder begeleiding van ervaren coaches uit de professionele kunstenwereld. Dit is een zeer arbeidsintensief proces maar het resultaat is dan ook vaak zeer origineel en geslaagd. De organisatie slaagt erin om haar deelnemers een “gemeenschapsgevoel” te geven, dat ze ergens bij horen en actief deel uit maken van een “community”. Hierdoor wordt het vertrouwen in zichzelf en in de groep versterkt. De spelers worden als spelers benaderd en niet als een doelgroep. De artistieke leiding van de organisatie ligt in handen van Reinhilde Decleir. Zij bepaalt in grote mate de artistieke weg die de organisatie volgt. De beoordelingscommissie moedigt de organisatie aan ook andere kunstenaars uit te nodigen om projecten te leiden en te regisseren. De beoordelingscommissie hoopt in de toekomst op meer differentiatie in artistieke keuzes en uitvoering (= input, werkwijze en vormgeving) en kijkt uit naar de verdere ontwikkeling van het artistieke parcours. De organisatie maakt de keuze om te evolueren naar een kunstencentrum. Hiervoor betrekt zij een pand te Antwerpen. De wens om deze ruimte ter beschikking te stellen
Pagina 33 van 105
aan andere kunstenaars, gezelschappen en studenten creëert interessante mogelijkheden voor de toekomst op het vlak van samenwerkingen en coproducties. Ook bij het betrekken van deze nieuwe infrastructuur wordt er beroep gedaan op een uitgebreide vrijwilligerswerking en maken de deelnemers deel uit van alle geledingen van de werking zoals het opknappen van het gebouw, de catering,…. De beoordelingscommissie vraagt de organisatie echter om haar corebusiness m.n. de sociaal-artistieke werking niet uit het oog te verliezen bij de uitbouw van deze receptieve werking. De voorgestelde samenwerkingen in het dossier zijn realistisch geformuleerd en bouwen verder op het verleden. Tutti Fratelli ontwikkelt zich tot een belangrijke speler in het sociaal-artistieke veld, neemt het voortouw wat de spreiding betreft, en vindt zowel op het sociale als artistieke vlak de juist partners om mee samen te werken. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek een aantal positieve verduidelijkingen over de werking van de artistieke leidster van de organisatie en de keuze om in hun nieuwe pand te Antwerpen de nadruk te blijven leggen op sociaal-artistieke projecten eerder dan te evolueren naar een kunstencentrum. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt kennis van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie te subsidiëren maar niet voor het gevraagde bedrag. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 34 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-001
Organisatie:
Tutti Fratelli vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
320.000,00 euro
Beknopte historiek organisatie
Tutti Fratelli vzw is ontstaan in 2003 uit de projectwerking van de vzw “Antwerps Platform Generatiearmen” (APGA) en het Toneelhuis. In 2007 werd deze projectwerking geformaliseerd in een autonome vzw-structuur met een permanente werking. Per jaar wordt er één grote-zaal-productie gemaakt vertrekkende vanuit repertoire. De organisatie kiest voor een multidisciplinaire benadering en werkt vanuit tekst, improvisatie, muziek, beweging, film en beeldende kunst onder professionele begeleiding. De organisatie heeft recent haar onderkomen gevonden in het oude Raamtheater-gebouw te Antwerpen. Men wil op deze plek een sociaal-artistieke vrijplaats maken in het hart van de oude stad waar niet alleen de organisatie, maar ook andere gezelschappen, kunstenaars en studenten gebruik kunnen maken van de repetitieruimtes en theaterzaal. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 173.697,26 euro. Tijdens het werkingsjaar 2010 werd er een winst gemaakt van 23.272,47 euro. Dit was hoofdzakelijk te wijten aan een meer ontvangst van subsidies in dat jaar. Daarnaast waren er 8 reisvoorstellingen begroot die niet gerealiseerd werden zodat zowel de kosten als de opbrengsten lager lagen dan voorzien. Tenslotte stond het jaar 2010 in het teken van de verdere professionalisering van de organisatie zodat er meer aandacht besteed werd aan de promotiekosten waardoor deze kosten hoger lagen dan oorspronkelijk begroot. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
De organisatie stelt zich tot doel om mensen uit de diverse bevolkingslagen en achtergronden samen te brengen in een artistiek hoogwaardige creatie in de sector podiumkunsten. In de ontwikkeling van de creatie staan de deelnemers op de eerste plaats. Samen met de deelnemers wordt voor stukken gekozen waarin iedereen zich in min of meerdere mate kan herkennen. Dit is voor de organisatie heel belangrijk en vraagt veel tijd en moeite rekening houdend met de diverse achtergronden van de deelnemers, leeservaringen en graad van alfabetisme . Voor sommige deelnemers is dit een langer proces dan voor andere. Uit het dossier blijkt duidelijk dat de betrokken personen worden benaderd als deelnemers/medewerkers aan een proces en niet als (sociale) doelgroep. Het ontstaan van een creatie wordt voor de deelnemers gezien als een ontdekkingsreis vol onvoorziene omwegen en hindernissen, vol alternatieve routes en nieuwe kansen eerder dan activiteiten louter gericht op het bereiken van resultaten. 3.2
Samenwerking
De organisatie werkt samen met drie soorten partners: a) culturele partners zoals De Roma, Toneelhuis, Crossroads, Walpurgis, AMUZ,…; b) sociale partners zoals OCMW,
Pagina 35 van 105
APGA vzw, Psychiatrisch ziekenhuis Sint Amadeus… en c) stedelijke partners zoals Netwerk Ontmoetingsruimte, Dienst “Werk”, Cultuurantenne-district Antwerpen…. In het dossier zit er enkel een samenwerkingsovereenkomst met de vzw Behoud de Begeerte. Voor de partners waarvan geen documenten in het dossier zitten weet het agentschap uit de werking van de organisatie in het verleden dat deze daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
In de nieuwe periode ligt de focus op het creëren van nieuw werk, ontmoeting en ontwikkeling en ontsluiting van het eigen huis in het voormalige Raamtheater-gebouw te Antwerpen. De organisatie geeft in het dossier een duidelijke beschrijving van de projecten die zij wenst te realiseren in de nieuwe periode tot op het niveau van de deelnemende professionele kunstenaars en organisaties zodat het agentschap zich een goed beeld kan vormen van deze activiteiten. De organisatie dient geen begroting in evenwicht in maar een begroting met winst ten bedrage van 30.324,65 euro voor het eerste werkingsjaar 2013. Deze winst is het gevolg van een grote uitzonderlijke productie naar aanleiding van “10 jaar De Roma” te Borgerhout. De organisatie vermeldt uitdrukkelijk dat deze winst zal gebruikt worden in de volgende jaren van de structurele periode 2013-2016 om haar kosten te betalen voor de andere producties in deze periode. De organisatie vraagt een subsidie van 320.000 euro voor het werkingsjaar 2013 aan de Vlaamse overheid. Hier staat tegenover dat de organisatie een aantal heel gediversifieerde subsidiekanalen kan inschrijven in haar begroting voor een totaalbedrag van 115.710,26 euro hetzij 26,55% van de totale inkomsten, wat in de huidige economische situatie een redelijk hoog bedrag is voor een organisatie actief in de sociaal-artistieke sector. De eigen inkomsten worden geraamd op 88.000 euro hetzij 16,80% van de totale inkomsten. De organisatie wenst op personeelsvlak haar 2,9 vte uit te breiden naar 4,30 vte door de aanwerving van 2 extra personeelsleden zodat het personeelsbestand in loondienst verhoogd van 4 naar 6 personen. De organisatie volgt het PC 304. De loonkosten voor de personeelsleden stijgen van 142.218,14 euro naar 227.413,49 euro. De kosten medewerkers verhogen van 61.753,82 euro in 2010 naar 105.515,67 euro waardoor het aantal medewerkers verhoogt van 37 personen naar 76 personen wat meer dan een verdubbeling is in aantal. Deze uitbreiding is het gevolg van het beschikbaar zijn van een eigen gebouw voor de organisatie waardoor haar werking gevoelig kan uitbreiden op het vlak van gastproducties, verhuur en beheer van het gebouw en het inrichten van een Fratelli-festival. Deze bijkomende activiteiten vereisen bijkomend personeel om de uitbating en het beheer van het gebouw op een professionele wijze te garanderen. De verhoging van de personeelsleden in loondienst en de medewerkers vindt het agentschap dan ook niet overdreven rekening houdend met de geplande activiteiten in de komende structurele periode. Op het vlak van de verantwoording van de ingeschreven bedragen in de begroting geeft de organisatie niet altijd een duidelijke verantwoording op welke basis de totale bedragen worden ingeschreven, hoe de samenstelling van deze bedragen is te verantwoorden in relatie tot de geplande activiteiten of waarom bepaalde kosten worden opgenomen. Sommige cijfers zoals de personeelskosten worden heel goed verantwoord maar andere cijfers zoals de kosten voor elke productie o.a. vormgeving, representatie, stemcoach… worden zonder meer vooropgesteld zodat het agentschap niet altijd kan inschatten of deze bedragen reëel zijn of niet voor een bepaalde activiteit. Op dit vlak schiet het dossier dus soms te kort. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Interculturaliteit maakt uit de aard van de werking van de organisatie intrinsiek deel uit van deze werking. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de
Pagina 36 van 105
algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie benadrukt dat zij een zo spaarzaam mogelijke begroting heeft opgesteld met een uiterste inspanning in het zoeken naar eigen middelen. Het goede resultaat is te wijten aan haar zuinige werking sinds 2007, belangrijke giften en enkele te verwachten facturen die zij nooit ontvangen hebben. Deze winst krijgt in de structurele periode 20102012 een bestemming door de verbreding van de werking van de organisatie. De organisatie geeft een uitvoerige verantwoording van de cijfers in de begroting die te weinig verantwoord werden in het aanvraagdossier. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek maar ziet geen nieuwe elementen om zijn advies te wijzigen en blijft bij het oorspronkelijke advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 37 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-002
Organisatie:
Kopspel vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
326.591,59 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
In 2004 is Kopspel gestart als een decoratelier waar gewerkt werd met jongeren uit het DKO en met allochtone jongvolwassenen in speciale overgangsstatuten. Vanaf 2007 werd begonnen met het opzetten van eigen producties met nieuwkomers en migranten. In 2009 werd “kunstZ” opgericht nl. een initiatief om allochtone kunstenaars met talent en ambitie de weg te wijzen naar reguliere theaters. Sinds 2010 wordt dit project gefinancierd met ondersteuning van 10 professionele theatergezelschappen en productiecentra m.n. Bad van Marie, Froefroe, KAïET!, Laika, Luxemburg, DE MAAN, MartHA!tentatief, Rataplan, de Roovers en Villanella. Door werkervaring in de voornoemde organisaties via een trajectbegeleiding op maat worden nieuwkomers en migranten in het veld wegwijs gemaakt. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat, in de schoot van de vzw Kopspel, zich de ambitie ontwikkelt om een autonome sociaal-artistieke werking, m.n. kunstZ, uit te bouwen met als belangrijkste doelstellingen: a) Een brug te slaan tussen etnisch-culturele minderheden en de podiumkunstensector door nieuwkomers en mensen van allochtone origine met artistieke ambities op te leiden en te begeleiden; b) Het bestaande kunstenlandschap te verrijken met het maken van kwalitatieve producties door allochtonen en nieuwkomers, liefst in nauwe samenwerking met de reguliere kunstensector en deze te spreiden in Vlaanderen; c) Gezelschappen en kunstencentra die binnen hun organisatie willen werken met allochtonen en nieuwkomers te ondersteunen. De werking van kunstZ, onder de artistieke leiding van Greet Vissers, steunt op een aantal pijlers: a) De uitbouw van een pool van allochtonen en nieuwkomers die interesse en ambitie hebben om een artistieke loopbaan uit te bouwen of geïnteresseerd zijn in de logistieke, technische, productionele of promotionele aspecten van de werking; b) De deelnemers krijgen een individuele trajectbegeleiding i.f.v. doorstroming naar het reguliere kunstenveld; c) De uitbouw van een artistieke werkplaats waarin volop kan geëxperimenteerd worden en waarbinnen de artistieke projecten en producties worden opgezet; d) De uitbouw van de kunstZ-academie waarbinnen een specifieke theateropleiding wordt gegeven. De beoordelingscommissie vraagt de organisatie te blijven focussen op de sociaalartistieke werking. De organisatie is in die mate interessant doordat zij kiest voor een artistieke en professionele doorstroming van haar deelnemers naar het reguliere kunstenveld en dit op basis van een zorgvuldig gescreende analyse en ontwikkeling van de potentieel aanwezige competenties van haar deelnemers enerzijds en de uitbouw van een groeiend professioneel netwerk anderzijds. Hierdoor kan kunstZ niet alleen genieten van een ruimere deskundigheid en inhoudelijke ondersteuning maar eveneens gebruik maken van de infrastructuur en de logistiek van de partnerorganisaties.
Pagina 38 van 105
De organisatie heeft een uitgebreid netwerk uitgebouwd dat niet beperkt is tot de reguliere kunstensector, maar ook de sociale sector te Antwerpen omvat. De beoordelingscommissie merkt op dat zowel de missie als de doelstellingen helder zijn omschreven. KunstZ kiest voor een werking die, stoelend op haar pijlers, de professionalisering van haar allochtone deelnemers tot doel heeft en alle middelen wil inzetten om met hen een plaats te veroveren in de reguliere kunstensector. De werking is in die mate sociaal-artistiek dat de gerekruteerde deelnemers via een doordachte en specifieke trajectbegeleiding, vorming en begeleiding de kans krijgen om zowel individueel als in samenwerking met reeds gevestigde huizen en gezelschappen een kwalitatief onderbouwd artistiek resultaat neer te zetten. Tegelijkertijd biedt kunstZ door de aard van haar werking een sociaal en cultureel netwerk aan waarbinnen de individuele allochtone aspirant-kunstenaar zich kan ontplooien. Bij elk onderdeel van de voorgestelde werking is de keuze van de samenwerkingspartners, de keuze van de artistieke, sociale en educatieve begeleiding relevant. De keuze om jaarlijks één eigen productie, één co-productie en minstens 2 individuele projecten te plannen, getuigt niet alleen van een stevige ambitie, maar is voor de beoordelingscommissie een consequente keuze als antwoord op de gestelde doelstellingen. Bovendien beperkt de werking zich, ten gevolge van de diversiteit van de doelgroep, niet alleen tot het theater maar biedt zij de mogelijkheid om ook andere kunstdisciplines te exploreren zoals dans, film…. Deze aanvraag tot structurele ondersteuning continueert de lijn die werd uitgezet in de projectaanvragen van vzw Kopspel. De beoordelingscommissie adviseert tot structurele ondersteuning voor een periode van twee jaar omdat ze de organisatie een kans wil geven haar werking structureel uit te bouwen zodat er duidelijkheid ontstaat over de verdere ontwikkeling van het sociaalartistieke parcours en de prioriteiten van de organisatie. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren voor een periode van twee jaar, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 39 van 105
3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft een uitgebreide argumentatie om een vierjarige subsidieperiode te krijgen in plaats van een tweejarige subsidieperiode zoals geadviseerd werd door de Beoordelingscommissie met als belangrijkste motivering dat een termijn van twee jaar indruist tegen het opzet van de organisatie namelijk procesmatig werken op lange termijn wat duurzaamheid verzekert. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt kennis van de inhoud van de repliek van de organisatie maar blijft bij haar advies om de organisatie te subsidiëren voor twee jaar, maar niet voor het gevraagde bedrag. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren voor een periode van twee jaar, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 40 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-002
Organisatie:
Kopspel vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
326.591,59 euro
Beknopte historiek orgaan
In 2004 is Kopspel gestart als een decoratelier waar gewerkt werd met jongeren uit het DKO en met allochtone jongvolwassenen in speciale overgangsstatuten. Vanaf 2007 werd begonnen met het opzetten van eigen producties met nieuwkomers en migranten. In 2009 werd het project “kunstZ” opgericht, een initiatief om allochtone kunstenaars met talent en ambitie de weg te wijzen naar reguliere theaters. Sinds 2010 wordt dit project gefinancierd met ondersteuning van 10 professionele theatergezelschappen en productiecentra m.n. Bad van Marie, Froefroe, KAïET!, Laika, Luxemburg, DE MAAN, MartHA!tentatief, Rataplan, de Roovers en Villanella. Door werkervaring in de voornoemde organisaties via een trajectbegeleiding op maat worden nieuwkomers en migranten in het veld wegwijs gemaakt. Vanuit deze ervaring groeide de idee om een sociaal-artistieke theaterwerkplaats uit te bouwen als artistiek laboratorium met individuele projecten waar makers/kunstenaars van Vlaamse origine samenwerken met makers/kunstenaars van andere origine. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor de structurele ronde 20132016. In het verleden kreeg de organisatie wel projectsubsidies binnen het Kunstendecreet als volgt: 40.000 euro in 2009; 30.000 euro in 2010; 50.000 euro in 2011 en 60.000 euro voor 2012. Het agentschap stelde bij de tot heden gecontroleerde projecten 2009 en 2010 geen problemen vast bij de uitvoering noch op artistiek noch op zakelijk vlak. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
De organisatie wenst met haar werking drie doelen te bereiken: a) een pool van nieuwkomers en allochtonen samen te stellen die interesse hebben en ambitie om in de podiumkunstensector te werken; b) een theaterwerkplaats uit te baten: een speelplaats waarin volop geëxperimenteerd wordt en alle horizonten van de podiumkunsten worden afgetast en c) de kunstZ-Academie in het leven te roepen die acteurs van andere origine met een andere culturele achtergrond en andere moedertaal een specifieke theateropleiding wil geven die hun talenten en eigenheid optimaal ontwikkelt. Het agentschap stelt vast in het dossier dat de organisatie bij haar werking steeds vertrekt vanuit de deelnemers als individu en niet als doelgroep. De deelnemers staan centraal. De organisatie beschrijft in het dossier voor elke doel in detail de selectie van de deelnemers, hoe deze deelnemers betrokken worden bij de werking van de organisatie en welke resultaten men wil bereiken met deze deelnemers op het vlak van de instroom in de sector van de podiumkunsten. In samenwerking met haar partners wenst de organisatie per werkingsjaar deze doelen te realiseren door de creatie van één eigen productie, één coproductie en minstens twee individuele projecten met de deelnemers. Uit de aard van de werking en de beschreven werkwijze in het dossier is de betrokkenheid van de deelnemers dus gegarandeerd.
Pagina 41 van 105
3.2
Samenwerking
De belangrijkste partners zijn natuurlijk de hoger vermelde partners die samen het project “kunstZ” opgericht hebben. Er wordt met hen op structurele wijze samengewerkt. Deze partners hebben in het verleden hun sporen verdiend in de theaterwereld en zijn structureel ondersteund binnen het Kunstendecreet. De andere semi-structurele partners zijn o.a. Zuiderpershuis, Zomer van Antwerpen, Enter Festival, Fiëbre…. Tenslotte zijn er nog sporadische samenwerkingsverbanden binnen de sector met o.a. Tutti Fratelli, Compagnie Marius, Monty, Walpurgis. Buiten de sector wordt er samengewerkt met o.a. OCMW Antwerpen, Onthaalbureau Inburgering, Platform Allochtone Jongeren. In het dossier zitten een aantal samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Voor de partners waarvan geen documenten in het dossier zitten, weet het agentschap uit de projectwerking van de organisatie dat deze daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
kunstZ zal vanaf 2013 actief zijn onder een eigen vzw. De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij zowel inkomsten als uitgaven een bedrag van 386.107,87 euro bedraagt. De organisatie vraagt een tussenkomst in 2013 voor een bedrag van 326.591,59 euro. De eigen inkomsten bedragen 59.516,28 euro. Er zijn geen andere subsidiërende overheden maar de organisatie heeft wel een bedrag ingeschreven van 25.000 euro aan sponsoring wat in de huidige economische omstandigheden niet vanzelfsprekend is. De organisatie heeft in het verleden steeds via een projectsubsidie gewerkt waarbij het personeel en de medewerkers werden ingeschreven en vergoed voor de duur van een project. De organisatie wenst dan ook in deze structurele ronde een volwaardige zakelijke werking uit te bouwen: zij wil 5,3 VTE’s aanwerven, verdeeld over 16 personeelsleden voor een totale loonkost van 297.603,54 euro en 32 medewerkers inzetten via kleine vergoedingsregeling voor 13.280 euro. In de 5,3 VTE’s zitten naast de artistieke personeelsleden ook 4 zakelijke medewerkers: een artistieke leider, een algemene coördinator/zakelijk leider, een projectbegeleider en een medewerker communicatie/administratie. Het is voor het agentschap niet duidelijk of het hier over voltijdse tewerkstelling gaat of niet: in het dossier wordt dit bevestigd, maar in de tabellen in de bijlagen dan weer niet. De personeelsleden worden vergoed via de barema’s van PC 304. De organisatie beschikt niet over een eigen repetitie- en speelruimte en wenst dit in de toekomst ook niet na te streven. Zij maken wel gebruik van de infrastructuur van een van de ondersteunende organisaties zodat de deelnemers steeds terecht komen in de eigen cultuur van elke organisatie. De organisatie wenst wel een eigen kantoorruimte uit te bouwen in Antwerpen, Rodenbachstraat, samen met de organisaties Laïka, Transparant en de Roovers. De aanwezigheid van deze organisaties zal de samenwerking op zakelijk en productioneel vlak zeker bevorderen. De maandelijkse bijdragen van de deelnemende gezelschappen worden eind 2012 stopgezet. De onderlinge overeenkomst hield al van bij de start in dat kunstZ vanaf 1 januari 2013 financieel op eigen benen moet kunnen staan. De deelnemende organisaties wilden door de financiële ondersteuning laten merken dat het bestaan van kunstZ voor hen van groot belang is en dat er door de kennis en know-how van kunstZ concreet actie ondernomen wordt om meer diversiteit in het landschap te injecteren. De gezelschappen zullen kunstZ vanaf 2013 nog steeds ondersteunen maar dan eerder op projectbasis, door de tewerkstelling van leden van de pool in hun projecten. De deelnemende organisaties willen zich engageren op voorwaarde dat zij kunnen blijven rekenen op de dagelijkse werking van kunstZ op gebied van a) publiekswerving; b) het blijven professionaliseren van de deelnemers; c) het zoeken naar de geknipte deelnemers voor hun projecten om binnen deze organisaties aan de slag te gaan en d) de bijhorende
Pagina 42 van 105
begeleiding van de tewerkstelling. De deelnemers aan de activiteiten van de deelnemende organisaties worden vergoed voor repetities en voorstellingen via de kleine vergoedingsregeling en vrijwilligersvergoeding. Voor de coproducties worden de deelnemers contactueel in dienst genomen wanneer zij al een lang traject hebben afgelegd en klaar zijn om in te stromen in de sector van de podiumkunsten. De organisatie heeft een uitgebreide toelichting geschreven bij de ingeschreven bedragen in de begroting zodat het agentschap zich een goed beeld kan vormen van de ingediende begroting. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit er intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 43 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-003
Organisatie:
Sering vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
540.000,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Sering vzw werd in 1995 opgericht door een groep podiumkunstenaars die zich tot doel stelden artistieke processen te ontwikkelen met maatschappelijk kwetsbare groepen. Centraal stond hierbij de kracht van de groep, innerlijke groei, artistieke kwaliteit en continuïteit. Vanaf 2001 werd in het kader van het “Reglement Sociaal-Artistiek Projecten” verder gewerkt aan enerzijds de opbouw van een sociale mix met kwetsbare personen en anderzijds een kinderwerking rond theaterprojecten. Daarnaast kreeg de organisatie de verantwoordelijkheid over de Mira-opleiding (= allochtone acteurs opleiding). Vanaf 2006 werd een concept ontworpen dat het collectief creëren en duurzaam samenwerken toelaat: de “Wereldwijde Virtuele Theater Carrousel” of ”WVTC”. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de werking met als slogan “Sering, een weverij van mensen” stoelt op 5 pijlers: a) Continuïteit, vertegenwoordigd door de artistieke leiding en coördinatie, als ruggengraat van de organisatie; b) Professionalisering van nieuwe Belgen: brug van deelnemers naar het reguliere kunstenveld; c) Artistieke competentieopbouw i.f.v. een betere sociale integratie en zelfontplooiing; d) Diversiteit aan kunstdisciplines door internationale samenwerking (= Worldwide Virtual Theatre Carrousel); e) Creativiteit voor dagelijks gebruik: scholen- en kinderwerking. Als vervolg op de ontwikkelde lokaal-mondiale werking en samenwerking van de voorbije beleidsperiode wil de organisatie voor de volgende 4 jaar haar eigen producties verder lokaal en mondiaal uitbouwen onder de noemer “Aards Paradijs Herontdekt” waarbij bewustwording van de nood aan planetaire zorg en duurzame ontwikkeling de inhoudelijke rode draad wordt voor de projecten en de initiatieven die worden uitgewerkt. Naast de toeleiding van deelnemers wil de organisatie, vanuit dit waardenkader en vanuit verschillende domeinen zoals onderwijs, milieu, welzijn… ook organisaties aansporen tot een duurzame samenwerking, dit alles i.f.v. een “Brave New World”. Deze keuze vertaalt zich eveneens in de vooropgestelde coproducties samenwerkingen. De organisatie heeft een sterk lokaal en internationaal netwerk.
en
De beoordelingscommissie beseft dat Sering vzw vanuit een welgemeende zorg voor haar deelnemers en samenwerkende organisaties een sociaal en artistiek parcours wil uittekenen. De beoordelingscommissie stelt echter vast dat het dossier tekort schiet in de uitwerking. Er is geen expliciet geformuleerde sociaal-artistieke visie; er ontbreken gefundeerde keuzes. De veelheid van de activiteiten dreigt de haalbaarheid en de kwaliteit in het gedrang te brengen. De beoordelingscommissie merkt op dat de organisatie nood heeft aan een kritische zelfreflectie. Alles is momenteel mogelijk: scholenwerking, seniorenwerking, producties en projectencreatie, educatie en opleiding,
Pagina 44 van 105
trajectbegeleiding naar het reguliere kunstenveld, de uitbouw van het WVTC zowel lokaal als mondiaal. Verbreding (= doelgroepen, disciplines, domeinen...) is altijd een interessante piste, maar verbreding dient onderbouwd te gebeuren, gestuurd door duidelijke eigen doelstellingen die scherpe keuzes mogelijk maken. In de verbreding van de activiteiten lijkt de organisatie haar sociaal-artistieke identiteit te verliezen. Het is niet mogelijk om in het dossier de sociaal-artistieke werking in voldoende mate af te bakenen. De uitbouw van het WVTC is een interessant en belangrijk onderdeel van de werking van de organisatie, maar in het dossier wordt niet duidelijk gesteld wat de concrete resultaten zijn van deze werking tot heden. De beoordelingscommissie besluit dat de organisatie, afgaande op de afgelopen jaren, tot op heden een waardevolle werking had, maar op dit moment focus mist. De organisatie lijkt ook te evolueren naar een ander soort werking, die het sociaal-artistieke aspect niet als corebusiness heeft. De beoordelingscommissie stelt verder vast dat het dossier de visie van de organisatie en de toekomstige projecten onvoldoende toelicht. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke werking om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
Na lezing van de repliek van de organisatie komt de Beoordelingscommissie tot de vaststelling dat de organisatie haar opmerkingen in het preadvies bevestigt. In de beschrijving van haar werking bevestigt de organisatie opnieuw dat zij focus en een duidelijk profiel mist, haar werking steeds verder uitwaaiert en voorstander is van een werking met een “open” einde. Alles en iedereen wordt betrokken bij de werking die zich bij de organisatie aandient. Kritische vragen over deze manier van werken worden er niet gesteld door de organisatie onder de noemer van diversiteit en een “warm” welkom. Het werken met een “open einde” leidt niet automatisch tot goede artistiek waardevolle projecten zoals de organisatie veronderstelt. Het principe van alles met “elkaar te verbinden” leidt ook niet altijd tot meer en betere diepgang in de werking. Bovendien is het nog steeds niet duidelijk voor de Beoordelingscommissie wat de resultaten zijn van de voorbije werkwijze van de organisatie en welke resultaten men verwacht met de geplande werking in de nieuwe structurele periode. De repliek geeft hierover geen voldoende antwoord. Alles blijft nogal vaag en op een metafysisch niveau hangen. De Beoordelingscommissie had gehoopt met deze repliek een antwoord te krijgen op haar vragen doordat de organisatie een gefocuste werking zou presenteren in functie van de gevraagde kredieten en niet een overdreven nadruk zou leggen op haar organische werking. Alle organisaties in de sector hebben een organische werking maar beperken deze door het maken van artistieke relevante en interessante keuzes. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt nota van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie niet te subsidiëren. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 45 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-003
Organisatie:
Sering vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
540.000,00 euro
Beknopte historiek organisatie
Sering vzw werd in 1995 opgericht door een groep podiumkunstenaars die zich tot doel stelden artistieke processen te ontwikkelen met maatschappelijk kwetsbare groepen. Centraal stond hierbij de kracht van de groep, innerlijke groei, artistieke kwaliteit en continuïteit. Vanaf 2001 werd in het kader van het “Reglement Sociaal-Artistiek Projecten” verder gewerkt enerzijds aan de opbouw van een sociale mix met kwetsbare personen en anderzijds aan een kinderwerking rond theaterprojecten. Daarnaast kreeg de organisatie de verantwoordelijkheid over de Mira-opleiding (= allochtone acteurs opleiding). Vanaf 2006 werd een concept ontworpen dat het collectief creëren en duurzaam samenwerken toelaat: de “Wereldwijde Virtuele Theater Carrousel” of ”WVTC”. Voor de lopende subsidieperiode 2010-2012 werd het volledige beleidsplan afgestemd op deze lokaal-mondiale samenwerking. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 294.320,36 euro. In het werkingsjaar 2010 heeft de organisatie een winst gemaakt van 15.952,01 euro. De gecumuleerde winst van de organisatie bedroeg einde 2010 een bedrag van 178.583,97 euro. De toegekende subsidie 2010 bedroeg 298.802,40 euro terwijl de eigen inkomsten 76.934,99 euro bedroegen. De tussenkomst van de stad Antwerpen bedroeg 26.561 euro. Voor het overige zijn er geen andere subsidiërende overheden. Sponsoring bedroeg in 2010 een bedrag van 21.000 euro. In het inspectieverslag 2010 merkte het agentschap op dat de organisatie zeer algemeen en theoretisch blijft in het werkingsverslag over haar sociaal-artistieke werking en de organisatie zou meer aandacht moeten besteden aan de manier waarop de sociaalartistieke opdracht in haar producties en projecten tot uiting komt, zoals welke medewerkers uit de bijzondere doelgroepen afkomstig zijn, welke bijdrage zij leveren in de realisatie van het project, hoe zij bij het project werden betrokken…. Bovendien formuleerde het agentschap de opmerking dat de organisatie onzorgvuldigheden moet vermijden in het werkingsverslag op het niveau van de resultatenrekeningen. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Het agentschap merkt op dat het dossier heel sterk geschreven werd vanuit het standpunt van de organisatie terwijl dat in een sociaal-artistieke werking op de eerste plaats de deelnemers dienen te komen, vervolgens de doelgroepen en tenslotte de organisatie. Bovendien worden de deelnemers heel ruim omschreven van jongeren, over senioren, leerkrachten, scholen, jeugdorganisaties, sociaal-artistieke organisaties tot het reguliere theaterpubliek en welzijnsorganisaties. Iedereen kan dus in aanmerking komen. De geplande projecten worden heel algemeen beschreven, waarbij het niet altijd duidelijk is welke sociaal-artistieke methodiek gebruikt zal worden, welk eindresultaat men nastreeft en waarom men juist dat resultaat voor ogen heeft en niet een ander , welke
Pagina 46 van 105
de deelnemers gaan zijn en waarom. Het is vooral niet altijd duidelijk, en dit is het belangrijkste, wat de meerwaarde gaat zijn voor de deelnemers aan de verschillende projecten. Het agentschap heeft de indruk dat de te bereiken doelen vooropgesteld door de organisatie soms ver over de hoofden van de deelnemers heengaan. Het agentschap concludeert dan ook dat de betrokkenheid van het deelnemers in het dossier zeer moeilijk te achterhalen is omdat de organisatie sterk vanuit haar eigen werking een dossier heeft opgesteld eerder dan vanuit het standpunt en de noden van de deelnemers. 3.2
Samenwerking
De organisatie werkt samen met drie soorten partners: a) artistieke partners in het kader van WVTC in de verschillende betrokken landen bij dit project zoals “Arenas y esteras” in Peru, “Tswepa” in Zuid-Afrika, “Teatro Pregones” in Verenigde Staten…; b) structurele partners zoals OCMW Antwerpen, Stad Antwerpen, district Borgerhout…. en c) lokale en internationale netwerkpartners in het kader van creatieve samenwerking zoals Ecohuis, Wijkgezondheidscentrum ’t Spoor, Basisscholen “’t Plantijntje”…. In het dossier zitten geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen maar het agentschap weet uit de werking van de organisatie in het verleden dat de opgesomde partners daadwerkelijk hebben bijdragen tot haar artistieke werking. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitkomsten geraamd worden op 594.000 euro. Het agentschap stelt vast dat de kostenstructuur uiteenvalt in twee grote delen nl. a) de loonkosten personeel voor een bedrag van 493.059,99 euro en de kosten medewerkers voor een bedrag van 20.500 euro en b) de algemene werkingskosten voor een bedrag van 94.340 euro. Aan de inkomstenzijde zijn opgenomen: a) de gevraagde subsidie van de Vlaamse overheid van 540.000 euro; b) een subsidie van de stad Antwerpen voor 23.000 euro en c) de eigen inkomsten voor een bedrag van 30.000 euro. De werkingskosten bedragen slechts 1/6e van de totale kosten; de subsidie van de Vlaamse overheid moet dus hoofdzakelijk bijdragen tot het betalen van de personeelskosten. Deze personeelskosten stijgen van 328.354,07 euro loonkost in 2010 naar 493.059,99 euro in 2013 maar de kosten medewerkers dalen van 41.226,75 euro in 2010 naar 20.500 euro in 2013. De loonkosten worden berekend overeenkomstig de barema’s van PC 304. De stijging van de loonkost is hoofzakelijk te wijten aan het “opschalen” van de personeelsleden samen met een uitbreiding van 6,4 vte naar 9 vte. Voor het agentschap is het echter niet duidelijk op welke basis de organisatie de verhoging van de vte’s verantwoordt in functie van de geplande activiteiten. Zoals bij de beschrijving van het projectgedeelte wordt ook het personeelsgedeelte in te algemene termen beschreven zonder een verband te leggen tussen de geplande projecten en de personeelsbehoeften. Alle functies die ingevuld worden zijn voltijdse equivalenten. Dit wordt zonder meer vooropgesteld als noodzakelijk voor de werking van de organisatie. Zo wenst de organisatie over te gaan tot de samenstelling van het volgende roster: 5 vte artistieke inhoudelijke medewerkers voor haar projecten, 1 vte voor communicatie; 1 vte voor publiekswerking; 1 zakelijke en 1 artistieke leider. Het agentschap kan zich dan ook niet vinden in het gewenste personeelsorganigram wat eerder van toepassing is op een professioneel theatergezelschap in de podiumkunstensector dan voor een organisatie in de sociaal-artistieke sector die met heel andere parameters werkt. Wat betreft de begroting geldt dezelfde vaststelling. De volledige begroting van de organisatie wordt zonder meer vooropgesteld als nodig voor de werking van de organisatie zonder op enige wijze de link te leggen naar de geplande activiteiten. Alle vermelde bedragen worden in de begroting ingeschreven zonder enige verdere duiding of verantwoording. Dit maakt het voor het agentschap zeer moeilijk om de juistheid van
Pagina 47 van 105
deze bedragen in te schatten in verbinding met de vooropgestelde werking in de nieuwe periode. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Wat betreft de medewerkers is er 1 allochtone medewerker in het personeelsrooster van de organisatie op 9 ingeschreven personen. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 48 van 105
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie heeft een uitgebreide repliek ingediend. Het agentschap neemt kennis van de geformuleerde opmerkingen maar kan zich niet akkoord verklaren met de inhoud voor de volgende onderdelen: a) het te algemeen beschrijven van de geplande projecten: het agentschap blijft bij haar standpunt dat voor een waardevolle sociaal-artistieke werking er vooraf processen moeten worden opgezet en bewaakt door de organisatie die het beste aansluiten bij de beoogde doelgroep waarbij de creatie met de deelnemers naar een artistiek waardevol einddoel leidt onder begeleiding van een vooraf gekozen artistiek interessante kunstenaar. Dit volledig of deels overlaten aan de input van de doelgroep kadert niet binnen de huidige sociaal-artistieke praktijk; b) het niet volledig verantwoorden van de begroting: het agentschap blijft bij haar vaststelling dat maar 1/6e van de kosten gebruikt worden voor de artistieke werking. Het anders invullen van deze kosten door de organisatie verandert niets aan deze vaststelling. Bovendien blijft de link tussen de begroting en de geplande projecten nog altijd even vaag en onduidelijk; c) de organisatie stelt dat er niet gedacht wordt in het dossier vanuit de organisatie zelf maar dat de werking vertrekt vanuit de deelnemers, hun kunnen en noden. Het agentschap stelt echter vast dat dit niet wordt weerspiegelt in het dossier en repliek wat een sterke top down werking uitstraalt; d) de gevraagde subsidies worden niet verantwoord: de organisatie bevestigt dat zij overbevraagd worden door allerlei personen en instanties om projecten op te zetten zodat er een sterke verhoging van de subsidie nodig is. Het agentschap blijft bij haar standpunt dat de organisatie een sterker profiel moet uitbouwen met focus op een bepaalde werking in de sector met hier tegenover een toegekend subsidiebedrag. De organisatie merkt ook op dat, ten gevolge van de voornoemde over bevraging om projecten op te zetten, er een hoge werkdruk is maar het agentschap verklaart ook hier dat deze hoge werkdruk het gevolg is van een werkhouding binnen de organisatie om mee te werken aan alle aangeboden projecten en alles en iedereen op te nemen in haar werking zonder keuzes te durven maken; e) het personeelsorganigram heeft meer weg van een organigram voor een professioneel theater: de organisatie gebruikt een argument dat niets ter zake doet met de geformuleerde opmerking door het agentschap. Het agentschap handhaaft dan ook haar opmerking ter zake. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek maar blijft bij zijn oorspronkelijk advies om de voornoemde redenen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 49 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-004
Organisatie:
Leren Ondernemen vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
266.063,55 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Leren Ondernemen vzw is een vereniging van en voor mensen in armoede te Leuven met als missie om via sociaal-artistieke praktijken op maat van mensen in armoede innovatief te werken aan het opheffen van deze armoede en sociale uitsluiting in dialoog met de bredere maatschappij. De sociaal-artistieke werking binnen de organisatie staat niet op zichzelf maar zit verankerd in de dagdagelijkse werking met een structureel erkende buitenschoolse kinderopvang (BKO), een jongerenwerking met erkende projecten in de lokale diensteneconomie waaronder een sociaal restaurant, een sociale kruidenier en een ecoploeg. De organisatie is gevestigd in Leuven aan de Vaartkom in een gerenoveerde drukkerij en snoepfabriek. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de sociaal-artistieke praktijk als een deelwerking wordt ondergebracht in de organisatie. Deze deelwerking is strategisch vervlochten in het geheel van de werking maar vormt niet haar corebusiness. Deze sociaal-artistieke praktijk wordt “Leo w<” genoemd. In het dossier wordt nergens vermeld wat de betekenis is van deze naam. Daarnaast merkt de beoordelingscommissie op dat de expertise die nodig is om de sociaal-artistieke werking uit te bouwen wordt ingekocht bij de organisatie “Kunst/What”. De inhoudelijke planning van het dossier kreeg dan ook vorm onder artistieke leiding van “Kunst/What” in samenspraak met de inhoudelijke verantwoordelijke van Leren Ondernemen vzw. Wat betreft de inkoop van expertise bij de organisatie “Kunst/What” is de beoordelingscommissie van mening dat dit geen belemmering hoeft te zijn maar uit het dossier blijkt duidelijk dat deze organisatie haar expertise in het verleden heeft opgebouwd rond kunsteducatie in plaats van sociaal-artistieke praktijk. Dit heeft tot gevolg dat er op artistiek vlak geen garanties kunnen gegeven worden over de sociaalartistieke uitvoering van deze ingekochte werking. Bovendien is er, behalve via de betrokken kunstenaars, geen inplanting in het kunstenveld. Uit bestudering van de geplande activiteiten in het dossier zoals Supersoepen en Adorata blijkt dat deze projecten veeleer hoofdzakelijk een kunsteducatieve invalshoek hebben dan een sociaal-artistieke. Daarnaast stelt de beoordelingscommissie vast dat de activiteiten op een vrijblijvende manier werden beschreven zonder echte engagementen ter zake zodat het traject onduidelijk is en er ook hier geen garanties gegeven kunnen worden op de uitvoering ervan.
Pagina 50 van 105
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 51 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-004
Organisatie:
Leren Ondernemen vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
266.063,55 euro
Beknopte historiek organisatie
Leren Ondernemen vzw is een vereniging van en voor mensen in armoede te Leuven met als missie om via sociaal-artistieke praktijken op maat van mensen in armoede innovatief te werken aan het opheffen van deze armoede en sociale uitsluiting in dialoog met de bredere maatschappij. De sociaal-artistieke werking binnen de organisatie staat niet op zichzelf maar zit verankerd in de dagelijkse werking met een structureel erkende buitenschoolse kinderopvang (BKO), een jongerenwerking met erkende projecten in de lokale diensteneconomie waaronder een sociaal restaurant, een sociale kruidenier en een ecoploeg. De organisatie is gevestigd in Leuven aan de Vaartkom in een gerenoveerde drukkerij en snoepfabriek. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie dient voor de eerste keer een dossier in voor de structurele ronde 20132016. Er werd tot op heden ook geen projectsubsidiëring aangevraagd binnen het Kunstendecreet maar wel binnen het Participatiedecreet voor projecten met een sociaalartistieke inslag voor de periode 2009-2012. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Na lezing van het dossier merkt het agentschap op dat het dossier heel sterk geschreven werd vanuit het standpunt van de organisatie terwijl in een sociaal-artistieke werking op de eerste plaats de deelnemers centraal zouden moeten staan, vervolgens de doelgroepen en tenslotte de organisatie. Hoewel de deelnemers aan de projecten in de doelgroep van mensen in armoede moeten worden gezocht blijkt uit het dossier dat zowat iedereen die in aanraking komt met een of ander aspect van de werking van de organisatie als mogelijke deelnemer beschouwd wordt. Bovendien is het niet altijd duidelijk in het dossier hoe de activiteiten met hun deelnemers zich verhouden tot de andere activiteiten van de organisatie m.a.w. waar wordt de grens getrokken tussen de verschillende activiteiten van de organisatie binnen en buiten het Kunstendecreet. De organisatie stelt dat in haar werking alles met elkaar verbonden is zoals blijkt uit de diverse partners uit de welzijns-, sociaal-culturele, artistieke en economische sectoren die bij haar projecten betrokken zijn. Daarnaast is niet altijd duidelijk waarom een bepaalde groep deelnemers, en niet een andere groep deelnemers uit de doelgroep van mensen in armoede, betrokken worden bij de projecten van de organisatie. Uit het dossier kan dan ook niet altijd afgeleid worden welke sociale vaardigheden men de deelnemers wil meegeven tijdens de sociaalartistieke projecten m.a.w. wat is de meerwaarde voor de deelnemers om aan deze projecten mee te werken ter verbetering van hun dagelijkse harde leven in armoede. Het agentschap heeft de indruk dat de projecten vaak eerder workshops zijn op het niveau van creatieve ateliers in de sector van de armoedebestrijding dan volwaardige uitgewerkte projecten in de sociaal-artistieke sector.
Pagina 52 van 105
Het agentschap concludeert dan ook dat de betrokkenheid van de deelnemers in het dossier zeer moeilijk te achterhalen is omdat de organisatie het dossier sterk vanuit haar eigen werking heeft opgesteld, dan wel vanuit het standpunt en de noden van de deelnemers. 3.2
Samenwerking
De organisatie somt in het dossier een aantal groepen van partners op waarmee wordt samengewerkt: a) op artistiek vlak: “De Kunstbank vzw en Opek-Demos; b) op beleidsvlak: stad Leuven, OCMW Leuven en Provincie Vlaams Brabant; c) op het vlak van onderzoek: o.m. KULeuven afdeling Pedagogiek; d) inde bedrijfswereld: o.m. Cera Foundation, PriceWaterhouseCoopers Belgium, C&A; e) in het onderwijs: o.m. Groep T, Tweede Kansonderwijs, HIRL Aarschot en f) met armoedeorganisaties en sociaal culturele organisaties zoals Vlaams Netwerk van Verenigingen waar armen het woord nemen, SPIT, CAW’s….…. In het dossier zitten geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Het agentschap heeft ook geen kennis over de werking van de organisatie uit het verleden en of de opgesomde partners daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft geen begroting in evenwicht ingediend. De uitgaven worden geraamd op 263.921,24 euro; de inkomsten worden geraamd op 13.300 euro zodat het geraamde tekort 250.621,24 euro bedraagt voor het eerste structurele werkingsjaar 2013, wat tevens ook het gevraagde subsidiebedrag is aan de Vlaamse overheid voor dat jaar. Concreet wil dit zeggen dat 94,96% van de structurele werking moet worden gefinancierd door de Vlaamse overheid. Uit het dossier blijkt dat de organisatie vanuit verschillende bronnen inkomsten krijgt voor haar verschillende activiteiten: a) het sociaal restaurant en de ecoploeg zijn erkend als initiatieven in de lokale diensteneconomie en worden gefinancierd met een klaverbladfinanciering; het sociaal restaurant heeft ook een erkenning als arbeidszorginitiatief; b) de kinder- en jongerenwerking krijgt structurele financiering als IBO (= Initiatief Buitenschoolse Kinderopvang) via het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en is erkend door Kind en Gezin en c) de sociale kruidenier is een project waarvoor nog geen structureel kader is. De administratie van de organisatie wordt gefinancierd via de Sociale Maribel en eigen middelen. Hoewel de organisatie in het dossier duidelijk aangeeft dat er gewerkt wordt met een analytische boekhouding om de verschillende geldstromen uit elkaar te houden kan het agentschap niet altijd uitmaken in het dossier hoe de activiteiten met hun deelnemers (binnen deze structurele subsidieaanvraag) zich verhouden tot de andere activiteiten van de organisatie m.a.w. waar wordt de grens getrokken tussen de verschillende activiteiten van de organisatie binnen en buiten het Kunstendecreet. Voor het agentschap is het niet duidelijk welke de financiële en andere bijdragen zijn van de opgesomde partners in dit dossier. Uit de begroting blijkt dat er geen enkele financiële bijdrage is van deze partners terwijl deze partners in het dossier toch worden opgesomd als betrokkenen bij de werking van de organisatie. Het agentschap kan uit het dossier ook niet afleiden welke de financiële verdeelsleutel is tussen de verschillende activiteiten van de organisatie en de inbrengen van haar partners die actief zijn in de verschillende sectoren. Voor de periode 2009-2012 werd aan de organisatie een driejarig project met sociaalartistieke invalshoek goedgekeurd in het kader van het Participatiedecreet. Einde 2012 loopt dit project ten einde. Uit navraag bij het agentschap Sociaal-Cultureel Werk blijkt dat de organisatie voor dit project vanaf 2013 via het Participatiedecreet niet meer kan rekenen op een tussenkomst zodat de organisatie zich noodgedwongen richt tot het Kunstendecreet om dit project verder te blijven ondersteunen en om de, vooral zakelijke,
Pagina 53 van 105
werking van de organisatie drastisch uit te bouwen. Subsidiëring van een ander project dan dit project binnen het Participatiedecreet is nog wel eventueel mogelijk. Na lezing van het dossier is het voor het agentschap echter niet duidelijk hoe de functiebeschrijvingen in het dossier in overeenstemming te brengen zijn met de geplande activiteiten. De organisatie geeft meestal een goede verantwoording van de ingeschreven bedragen in de begroting. Soms worden deze bedragen echter enkel meegedeeld zonder meer zodat het agentschap niet kan achterhalen op welke basis deze bedragen werden ingeschreven. Aan de inkomstenzijde stelt het agentschap vast dat wat betreft de werking vanaf 2013 er geen andere subsidiërende overheden zoals de stad Leuven, de provincie VlaamsBrabant en OCMW Leuven worden ingeschreven in de begroting terwijl dat deze er wel waren voor de periode wanneer de organisatie gesubsidieerd werd onder het Participatiedecreet. Het argument dat deze nog niet aangevraagd kunnen worden doet niets ter zake omdat de begroting steeds een raming is van inkomsten en uitgaven. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 54 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-005
Organisatie:
Platform K vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
249.250,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Het ontstaan van de organisatie situeert zich in de creatief artistieke projecten van Handicum vzw, vormingscentrum voor mensen met een verstandelijke handicap. De noodzaak om enerzijds actiever aan te slag te gaan met de artistieke talenten van deze personen en anderzijds het professioneel ondersteunen van de artistieke creatie van deze doelgroep zodat een breed publiek hier toegang toe krijgt, drong zich op zodat beslist werd een eigen vzw-structuur op poten te zetten. Van de erkenning 2010 werd de voorbije 2 jaar door de organisatie gewerkt aan een eigen sociaal-artistieke visie en methodiek. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de organisatie haar sociaal-artistieke profiel inderdaad verbeterd heeft ten opzichte van de vorige structurele ronde. De organisatie is zich dan ook bewust van haar sterktes en zwaktes en houdt hier rekening mee in het parcours dat ze in de huidige ronde willen afleggen. De beoordelingscommissie vindt het positief dat de organisatie kiest voor verdieping wat maakt dat kunstcreatie niet langer vrijblijvend is binnen Platform K. De kunstenaars waarmee wordt samengewerkt, vormen een interessante mix van jonge en ervaren kunstenaars, wat kan leiden tot een sterkere artistieke finaliteit. De beoordelingscommissie vindt de beperking tot de disciplines dans en beweging als inhoudelijk en vormelijk onderzoekdomein een goede keuze, zowel voor de organisatie zelf als voor het sociaal-artistieke landschap. Het dossier laat een plan lezen naar sociaal-artistieke creatie toe met aandacht voor kunsteducatieve impulsen, coaching, initiatie, doorstroming… De voorgestelde activiteiten op gebied van dans voor en door kunstenaars met een handicap met een sterke focus op hedendaagse dans zijn mooie thema’s. Hoewel de organisatie erin slaagt om een sociaal-artistieke werking te beschrijven in het dossier rijzen er toch nog twijfels over de concrete uitwerking van het voorgestelde plan. Tot op heden was de artistieke kwaliteit van de projecten niet altijd voldoende. De beoordelingscommissie wil de organisatie voor twee jaar de kans geven om het voorgestelde plan uit te voeren. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren voor een periode van twee jaar, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking stelt vast dat de organisatie een uitgebreide repliek heeft ingediend waarbij een argumentatie wordt opgebouwd om het
Pagina 55 van 105
advies van de Beoordelingscommissie te weerleggen dat de voorstellingen niet altijd voldoende hoog waren met als gevolg dat geadviseerd wordt om deze subsidieaanvraag van de organisatie terug te brengen van 4 jaar naar 2 jaar. Na deze 2 jaar komt er een nieuw evaluatiemoment van de werking van de organisatie. Bovendien gaat de organisatie ervan uit dat men recht heeft op een 4 jarige subsidiëring en dat dit de enige mogelijkheid is om tot een verdere artistieke verdieping en kwaliteitsverhoging te komen. Een financiële zekerheid voor 2 jaar is hiervoor te kort. Na lezing van deze repliek blijft de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking bij haar standpunt omdat er geen nieuwe elementen worden toegevoegd aan het dossier door deze repliek en niet hard wordt gemaakt waarom men 4 jaar nodig heeft. De twijfels over de concrete uitwerking van de voorgestelde werking en mogelijke toekomstige partners blijven bestaan bij de Beoordelingscommissie. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt nota van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie te subsidiëren voor een periode van twee jaar, maar niet voor het gevraagde bedrag. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren voor een periode van twee jaar, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 56 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-005
Organisatie:
Platform K vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
249.250,00 euro
Beknopte historiek organisatie
Het ontstaan van de organisatie situeert zich in de creatief artistieke projecten van Handicum vzw, vormingscentrum voor mensen met een verstandelijke handicap. De noodzaak om enerzijds actiever aan te slag te gaan met de artistieke talenten van deze personen en anderzijds de artistieke creatie van deze doelgroep professioneel te ondersteunen zodat een breed publiek hier toegang toe krijgt, drong zich op, zodat beslist werd een eigen vzw structuur op poten te zetten. Vanaf de erkenning in 2010 werd door de organisatie gewerkt aan een duidelijke eigen sociaalartistieke visie en methodiek. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt voor de eerste keer structureel gesubsidieerd voor de periode 20102012. Het subsidiebedrag 2011 bedroeg 101.323,40 euro. Het agentschap stelde vast voor het werkingsjaar 2010 dat de organisatie op een professionele manier werkte op financieel-beheersmatig vlak ondanks de beperkte personeelsbezetting en de beperkte subsidie. Het agentschap adviseerde de organisatie om haar coproducties steeds schriftelijk vast te leggen. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
De organisatie werkt hoofdzakelijk met kunstenaars met een handicap die gemotiveerd zijn om hun artisticiteit actief in te zetten. De kunstenaars zijn personen met een fysieke, verstandelijke, visuele, auditieve of psychische handicap. Bepalend is hun “artistiek potentieel” en “ambitie” om creatief bezig te zijn. De deelnemers worden aangesproken zowel binnen voorzieningen voor mensen met een handicap als binnen het amateurcircuit, academies of kunsteducatieve organisaties. De deelnemers krijgen van de organisatie tijd en ruimte om hun uitgesproken artistieke signatuur verder te ontwikkelen en binnen een professionele context, samen met professionele kunstenaars en omkadering, verder uit te bouwen. Belangrijk in deze relatie is het principe van gelijkwaardigheid tussen professionele kunstenaars en kunstenaars met een handicap. Tenslotte maakt de organisatie gebruik van een sociale coach bij haar projecten zodat de deelnemers, naast het artistieke groeiproces, ook sociaal omkaderd worden waarbij aan alle randvoorwaarden voldaan wordt om een kunstenaar volwaardig te laten participeren aan de projecten van de organisatie. 3.2
Samenwerking
In het dossier somt de organisatie een 7-tal groepen van partners op waarmee wordt samengewerkt: a) partners in creatie zoals KIP, Museum Guislain, Vooruit…; b) partners in presentatie zoals Bij de Vieze Gasten, Circa Gent, Les Ballets C de la B…; c) partners in functie van de doelgroep zoals Vormingscentrum Handicum, Fevlado, Lichte en Liefde (Blindenzorg); e) partners binnen de kunsteducatieve/academies/steunpunten
Pagina 57 van 105
amateurkunstensector zoals Wisper, vzw VAAK, Danspunt…; f) partners in reflectie zoals HoGent, KASK, individuele kunstenaars met of zonder handicap; g) logistieke partners zoals Victoria Deluxe, Vooruit, Handicum vzw… en h) internationale partners zoals Norfolk Dance (UK), Micadanses (F), LUDT (I)…. In het dossier zitten een aantal voorbeelden van samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Voor de organisaties waarvan geen documenten in het dossier zitten, weet het agentschap uit de werking van de organisatie in het verleden dat deze daadwerkelijk bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie wenst in de komende structurele periode haar professionalisering verder uit te bouwen. Men wil meer investeren in kwaliteitsvolle en goed omkaderde producties vanuit een samenwerking met sociaal-artistieke en reguliere kunsthuizen waarbij netwerking en publieksuitbreiding niet uit oog worden verloren. Op financieel vlak wil de organisatie in de volgende periode een meer gediversifieerd inkomstenbeleid voeren en meer structurele subsidiebronnen aanspreken. Op internationaal vlak wil zij verder samenwerken met gelijkaardige organisaties in het buitenland en haar expertise uitwisselen. De organisatie heeft een begroting ingediend die niet in evenwicht is. De inkomsten worden geraamd op 380.832,00 euro, de uitgaven worden geraamd op 379.640,73 euro zodat er een kleine winst wordt gemaakt van 1191,27 euro. De subsidie van de Vlaamse overheid wordt geraamd op 247.000 euro. Concreet wil dit zeggen dat deze subsidievraag moet verminderd worden met het winstbedrag van 1191,27 euro zodat de eigenlijke subsidievraag aan de Vlaamse overheid 245.808,37 euro bedraagt. De organisatie krijgt nog subsidies van andere overheden zoals de provincie OostVlaanderen en de Stad Gent, voor een totaalbedrag van 85.217 euro. Daarnaast krijgt de organisatie een Europese subsidie via het Culture Program voor haar project “Integrance” in samenwerking met andere Europese partners. In het dossier wordt enkel het totaalbedrag vermeld van de Europese subsidie van alle partners samen maar niet het subsidieaandeel voor de organisatie. De “eigen inkomsten” worden geraamd op 48.615 euro uit o.a. kaartenverkoop, coproducties/samenwerkingen en sponsoring. Het agentschap stelt vast dat de organisatie na haar opstartfase in de structurele ronde 2010-2012 ook op personeelsvlak op kruissnelheid wil komen door haar personeelsbeleid uit te breiden rekening houdend met de geplande projecten in de nieuwe structurele ronde. Tijdens de laatste controle voor het werkingsjaar 2010 had de organisatie 1,21 vte in loondienst gespreid over 4 personen voor een loonkost van 59.107,43 euro. Voor de nieuwe structurele ronde wenst de organisatie dit personeelsbestand uit te breiden van 1,2 vte in 2010 tot.4,2 vte in 2013 gespreid over 11 personen voor een loonkost van 195.448,21 euro. De gewenste personeelsbezetting in de nieuwe structurele periode is als volgt: a) de functie van zakelijk en artistiek leider wordt gesplitst over 2 personen met elk 0,5 vte; b) de functie van artistiek-inhoudelijke medewerker wordt uitgebreid naar 1,5 vte gespreid over 2 personen van 1 vte en 0,5 vte en c) een administratief/logistiek medewerker voor 0,5 vte. Het aantal medewerkers aan de projecten verhoogt van 29 personen naar 46 personen zodat de vergoedingen stijgen van 22.717 euro naar 60.596 euro. Het agentschap merkt op dat de organisatie heel wat werk gestoken heeft in de financiële uitwerking van haar dossier. De organisatie is op een heel grondige en gedetailleerde wijze te werk gegaan tot op het niveau van elke activiteit. Er werd een duidelijke link gelegd tussen de verschillende begrotingsposten en de activiteiten zodat de ingeschreven bedragen in de begroting door het agentschap op hun realiteitsgehalte kunnen getoetst worden. Dezelfde oefening werd gedaan voor het personeelsbestand van de organisatie. Ook hier werd door de organisatie de volledige oefening doorgevoerd in de loonkosten van elk personeelslid op basis van de parameters van PC 304 en 329 zodat het agentschap ook hier een duidelijk beeld kan krijgt van de samenstelling van de loonkosten voor de nieuwe structurele periode.
Pagina 58 van 105
Rekening houdend met het voorgaande stelt het agentschap vast dat de begroting van alle activiteiten realistisch werd ingeschat op basis van de ervaringen uit het verleden, de parameters opgesomd in PC 304 en 329 en de ingewonnen informatie. Het agentschap stelt dan ook vast dat de organisatie heel strikt heeft begroot zowel wat de inkomsten- als uitgavenzijde betreft, en geen buitensporige bedragen heeft ingeschreven. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 59 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-006
Organisatie:
Victoria Deluxe vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
606.557,50 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Victoria Deluxe, een sociaal-artistiek werkplatform binnen de stedelijke context van Gent, kiest sinds haar bestaan resoluut om stereotype beeldvorming te doorbreken ten aanzien van talloze onderwerpen en minderheidsgroepen. De belangrijkste artistieke media die de organisatie hanteert zijn het audiovisuele medium en theater. Men vertrekt vanuit research en interviews die later artistiek worden bewerkt en uitgewerkt in een voorstelling en/of documentaire. In de komende periode wenst de organisatie haar werking verder bij te sturen en nieuwe accenten te leggen. Het beperken van het aantal producties en de keuze voor meer onderzoek en reflectie, zijn voor de beoordelingscommissie opportuun. Het telkens op zoek gaan naar nieuwe kunstenaars zorgt mogelijks voor nieuwe invalshoeken en concepten m.b.t. de te ontwikkelen producties. De keuze om te werken met een heterogene mix van personen, kan artistieke vernieuwing in zich houden. Ook de verdere afbouw van een ietwat hulpverlenende opstelling, vindt de beoordelingscommissie een goed signaal. De artistieke ontplooiing van mensen dient centraal te staan. Het opzetten van een culturele activiteitenwerking, met bezoek aan activiteiten buitenhuis kan blikverruimend werken. De verhuis naar “De Expeditie” samen met het Circuscentrum Vlaanderen, Miramir O, Compagnie Cécilia en JES biedt eveneens nieuwe kansen. Ook de samenwerking met de Figuranten en de Vieze Gasten, kan versterkend werken. De beoordelingscommissie mist een zekere frisheid m.b.t. het opzet van de aangegeven producties. Zo blijft men vasthouden aan de interview stijl in functie van documentaires, zoals de beschrijving van het werken met dromen van jongeren of de documentaire rond wonen. De beoordelingscommissie vraagt zich af wat de meerwaarde is, voor de deelnemers aan de projecten. Het groeipotentieel van de verteller is beperkt, het ontwikkelen van artistieke kwaliteiten wordt niet beoogd. Men leent het verhaal van de deelnemers, om er zelf als organisatie mee aan de slag te kunnen. De beoordelingscommissie betreurt de geringe participatie van de deelnemer in de verdere ontwikkeling van de productie. De beoordelingscommissie stelt vast dat het dossier niet altijd even coherent geschreven is. De keuzes m.b.t. tot de verdere uitbouw zijn niet altijd even helder. Zo wil men zich enerzijds beperken en strategisch partners kiezen, maar anderzijds wil men met een ruim pallet aan partners betrekken. De beoordelingscommissie vraagt de organisatie om haar corebusiness m.n. de sociaalartistieke werking niet uit het oog te verliezen bij de uitbouw van een receptieve werking bij de uitbouw van de organisatie.
Pagina 60 van 105
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie benadrukt in haar repliek dat er niet alleen gekozen wordt voor een werkmethodiek gebaseerd op interviews maar dat men ook wil inzetten op de ontplooiing van meer diverse en nieuwe werkmethodes: gebruik maken van bestaande literatuur, het zoeken om naast verbale ook anderstalige benaderingen te ontwikkelen, uitnodigen en betrekken van academici…. Bovendien staan in elke fase van een werkproces de deelnemers centraal op vlak van vooronderzoek, projectvoorbereiding, realisatie, publieksvoorstelling, evaluatie en nazorg. De organisatie deelt mee dat er een aantal vaste partners zijn die vooral verbonden zijn met de inhoudelijke en artistieke uitdagingen en dat er andere partners zijn die deel uitmaken van de zoektocht om de praktijk en werkmethodiek deelbaar te maken en te verbinden met andere praktijken. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt kennis van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie te subsidiëren maar niet voor het gevraagde bedrag. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 61 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-006
Organisatie:
Victoria Deluxe vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
606.557,50 euro
Beknopte historiek organisatie
In september 2002 ontsproot Victoria Deluxe aan theaterproductiehuis Victoria. Als autonome deelwerking ontplooide Victoria Deluxe zich als een sociaal-artistiek werkplatform binnen de stedelijke context van Gent. In 2004 werd de stap gezet naar verzelfstandiging door de oprichting van een eigen vzw. De belangrijkste artistieke media die de organisatie hanteert zijn het audiovisuele medium en theater ontstaan vanuit research en interviews die later artistiek worden bewerkt en uitgewerkt in een voorstelling en/of documentaire. De subsidiëring in de voorbije jaren heeft bijgedragen tot de versterkte uitbouw van een basiswerking. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 432.130,32 euro. De organisatie heeft in 2010 een winst gemaakt van 34.833,43 euro zodat het gecumuleerde resultaat einde 2010 een bedrag van 44.369,37 bedroeg. Een gedeelte van deze winst zal gebruikt worden voor de opbouw van een sociaal passief. De organisatie heeft in de voorbije jaren een goede financiële opvolging gehad en slaagde erin haar vooropgestelde doelen te realiseren. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Uit het aanvraagdossier van de organisatie blijkt duidelijk dat zij niet over een nacht ijs is gegaan bij het opstellen van haar artistiek-inhoudelijk beleidsplan voor de nieuwe structurele periode. Het nieuwe beleidsplan is het resultaat van een uitgebreide samenwerking op verschillende niveaus en vloeit voort uit talrijke gesprekken en overlegmomenten met participanten, kernteamleden, artistieke medewerkers, raad van bestuur, externe medewerkers, collega’s uit het werkveld en het brede welzijnsveld. Dit alles resulteerde in een aantal nieuwe gerichte keuzes en de wens om de werking niet zomaar te continueren voor de volgende structurele periode. De organisatie wenst niet meer in de breedte te werken maar in de diepte door per jaar maximum drie producties te maken, zodat de betrokkenheid en de begeleiding van de deelnemers nog groter wordt. Deze producties vertrekken steeds vanuit een spanningsveld tussen de leefwereld van de deelnemers en een bepaald maatschappelijk perspectief. De gekozen projecten moeten bovendien steeds zin- en betekenisvol zijn voor de mensen die verbonden zijn aan de werking. De deelnemers werken daarna een documentaire uit, vaak gevolgd door een theatervoorstelling. In elke fase van het werkproces blijven de deelnemers van nabij betrokken bij de productie van het project onder begeleiding van een (professionele) kunstenaar. 3.2
Samenwerking
De organisatie deelt in Gent eenzelfde gebouw, “De Expeditie”, met 4 andere partners nl. “Jeugd en Stad”, “Miramir O”, “Circuscentrum Vlaanderen” en “Compagnie Cécilia”. Dit
Pagina 62 van 105
zijn in de eerste plaats haar belangrijkste partners om samen te werken. Andere partners zijn o.m. OCMW Gent, vzw Vrede, Masereelfonds, Huis van Alijn, STAM, De Wereld Morgen. Tenslotte is er de samenwerking met de andere sociaal-artistieke organisaties en Enter-festival. In het dossier zitten geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen maar het agentschap weet uit de werking van de organisatie uit het verleden dat de opgesomde partners daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitgaven worden geraamd op 854.613,67 euro. Naast de gevraagde subsidie van de Vlaamse overheid heeft de organisatie nog een aanzienlijk bedrag van 195.000 euro ingeschreven van diverse subsidiërende overheden en actoren op lokaal en regionaal vlak. De organisatie zal waarschijnlijk in 2013 haar convenant met de Stad Gent vernieuwen voor de komende periode. De eigen inkomsten van de organisatie worden geraamd op 89.613,67 euro. De organisatie is zich bewust dat de werking van de organisatie sterk afhankelijk is en blijft van overheidssubsidies en dat verhoudingsgewijs deze inkomsten aan de lage kant zijn ten opzichte van de totale subsidies. De organisatie doet steeds inspanningen om het aandeel van haar inkomsten te verhogen zoals verhoogde coproducties en samenwerkingen, de voorstellingen langer te laten spelen, betere publiekswerking…, maar stuit in de praktijk op een aantal belangrijke beperkingen waarmee de andere sectoren binnen de kunsten niet of minder mee te kampen hebben: a) veel partners kunnen wel een belangrijke inhoudelijke bijdrage leveren maar op financieel vlak staan zij vaak niet sterk genoeg zodat hun financiële bijdrage vaak beperkt of zelfs niet bestaande is; b) de kansengroepen die de organisatie wenst te bereiken hebben het vaak zelf niet breed zodat ticketprijzen steeds laag gehouden moeten worden; c) de werking van de sociaal-artistieke sector komt zelden overeen met de doelstellingen van kapitaalkrachtige sponsoren en d) de pers en media zien de sociaal-artistieke sector meestal niet als een volwaardig onderdeel van de professionele kunstensector zoals muziek en podiumkunsten. Toch wenst de organisatie in de komende periode nieuwe wegen in te slaan om deze inkomsten te kunnen verhogen, zoals het zoeken naar coproducenten, hogere giften en andere bronnen van subsidiëring. Daarnaast is de organisatie zich ervan bewust dat er zuinig moet omgegaan worden met de beschikbare middelen. Zij heeft daarom in de afgelopen jaren gewerkt aan een kwaliteitshandboek met duidelijke procedures voor een scherp zakelijk beleid op het vlak van o.a. de opmaak en controle van projectbegrotingen, het aanwerven en correct verlonen van kunstenaars zodat dit een kostenbesparend effect genereert. De organisatie vraagt een verhoging van de subsidie van 432.130,32 euro naar 570.000 euro voor 2013. Zij stelt uitdrukkelijk in het dossier dat deze verhoging geen groei van de werking impliceert maar dat deze verhoging moet dienen om een betere artistieke en kwalitatieve omkadering van de projecten mogelijke te maken. Concreet wil dit zeggen dat: a) elke project wordt omkaderd door 2 kunstenaars nl. een kunstenaar als projectverantwoordelijke en een kunstenaar als ondersteuning; b) elk project loopt minimaal 6 maanden met voltijdse artistieke omkadering; c) er wordt geïnvesteerd in audiovisueel materiaal; d) werving van een extra parttime cineast voor de uitbouw van het atelier autonome beeldvorming en e) verloning van 3 medewerkers naar hun prestaties. In totaal wordt het artistieke team verhoogd van 3 vte in 2010 naar 3,75 vte. Naast de artistieke omkadering wenst de organisatie haar kernteam uit te breiden van 5,9 vte naar 6,3 vte door twee vaste medewerkers, die nu 80% werken, een voltijdse tewerkstelling te geven. De personeelsleden worden verloond via de loonbarema’s vermeld in PC 304. Deze wijzingen in het personeelskader zijn een rechtstreeks gevolg dat de organisatie in de toekomst minder projecten wil realiseren maar meer in de diepte wil werken aan deze projecten. Dit vraagt natuurlijk een uitgebreider kader. In totaal worden de loonkosten voor de personeelsleden geraamd op 521.000 euro; de vergoeding van medewerkers worden geraamd op 44.000 euro.
Pagina 63 van 105
Na bestudering van de begroting heeft het agentschap vastgesteld dat de organisatie een begroting heeft opgesteld die o.a. gebaseerd is op gegevens uit het verleden zoals facturen, overeenkomsten,… en op de personeelsbarema’s van het PC 304. Toch stelt het agentschap ook vast dat er heel wat bedragen worden ingeschreven in de begroting zonder dat door de organisatie wordt aangegeven waarop deze bedragen gebaseerd zijn. De ingeschreven bedragen worden zonder meer vooropgesteld. Bovendien wordt er vaak geen link gelegd tussen de voorgestelde projecten en de ingeschreven bedragen. In het dossier ontbreken deelbegrotingen per geplande activiteiten. Er wordt dus niet verklaard waarom er voor een bepaald bedrag gekozen wordt bij een onderdeel van de begroting en niet voor een ander hoger of een lager bedrag. Een begroting is steeds een raming van inkomsten en uitgaven samen met een toelichting met een cijfermatige verantwoording waarop de ingeschreven totaalbedragen zich baseren. Concreet betekent dit dat het agentschap niet altijd kan nagaan of de inkomsten en uitgaven al dan niet realistisch begroot werden. Rekening houdend met het voorgaande kan het agentschap zich dan ook niet vinden in de wens van de organisatie om, zoals zij zelf zeggen bij behoud van haar huidige werking, haar personeelskader uit te breiden samen met een verhoging van de gevraagde subsidie. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Interculturaliteit maakt uit de aard van de werking van de organisatie intrinsiek deel uit van deze werking. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie benadrukt het arbeidsintensieve karakter van haar werking op het vlak van onderzoek, procesbegeleiding, artistieke inzet, technische en logistieke omkadering waardoor een verhoging van haar administratieve omkadering van 3 vte naar 3,75 vte nodig is. De organisatie stelt ook dat er een strikte financiële opvolging is van haar werking met heldere begrotingen per deelproject. Tenslotte merkt de organisatie op dat interculturaliteit steeds een aandachtspunt is binnen de organisatie zowel binnen de projectwerking, vrijwilligerswerking, de teamsamenstelling als in de bestuursraden. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek maar ziet geen nieuwe elementen om zijn advies te wijzigen en blijft bij het oorspronkelijke advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 64 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-007
Organisatie:
Globe Aroma vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
225.000,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie werd opgericht in 2002 met de uitbouw van een atelierwerking gericht op gevluchte kunstenaars in Brussel. Vanaf 2005 kiest de organisatie om niet alleen individueel werk van de bereikte artiesten in de kijker te zetten maar om ook artistieke groepsprojecten op touw te zetten met een belangrijk rol voor de inbreng van elke kunstenaar. “Passage”, “Dialoogue” en “Diversifête” zijn de eerste sociaal-artistieke projecten tijdens de eerste structurele periode 2006-2009. Vanaf 2008 wordt gekozen voor het opzetten van projecten onder wisselende artistieke begeleiding in een bepaalde wijk in Brussel met de vele gemeenschappen die er leven om hun verhalen op een artistieke manier vorm te geven. In het zelfde jaar wordt, in samenwerking met het “Klein Kasteeltje”, het project “De Tafel Keuken” als sociaal-artistiek project gelanceerd. In de erop volgende jaren werkt de organisatie gestaag verder aan de uitbouw van een sociaal-artistieke werking met verschillende partners. In de komende beleidsperiode wordt het Karavaanproject, opgestart in 2009, verder gezet. Het project, dat onder meer gekenmerkt wordt door een wisselende bezetting van kunstenaars, wordt in 2013 bemand door het duo Jan Geers en Dominique Van Malder. De beoordelingscommissie vindt de gekozen kunstenaars een interessante keuze. Beide kunstenaars hebben een stevige (sociaal-)artistieke achtergrond en ervaring in hedendaagse artistieke vertaling van sociale doelen. De beoordelingscommissie stelt echter vast dat het project “Brussel Noord” veeleer leest als een intentieverklaring met een ruwe planning in plaats van een concreet uitgewerkt project. Het is jammer dat over dit jaarproject niets te lezen valt. De biografieën, opgenomen in het dossier, kunnen geen vervanging zijn voor een concrete uitwerking en inhoud van het project. Aan hetzelfde euvel leidt ook het try-out project van de kunstenaar Philip Jimado. De beoordelingscommissie kan zich vinden in de keuze van de organisatie om kunstenaars mee te ondersteunen door in te zetten op extra artistieke begeleiding omdat dit door de kunstenaars als nood wordt ervaren. De beoordelingscommissie kan zich vinden in de voorgestelde partnerships met sociale en belangrijke culturele actoren in het veld. Hoewel deze partners ongetwijfeld stevige fundamenten kunnen vormen voor het slagen van de voorgestelde projecten, is het voor de beoordelingscommissie niet duidelijk hoe deze samenwerkingen concreet zullen worden uitgewerkt en welk aandeel elke partner op zich zal nemen. Tenslotte stelt de beoordelingscommissie vast dat het dossier tekort schiet op het vlak van een kwaliteitsvolle sociaal-artistieke visie en dat de projecten niet concreet worden uitgewerkt, mogelijk het gevolg van de afwezigheid van een sterke artistieke leider tot nu toe.
Pagina 65 van 105
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De Beoordelingscommissie stelt vast na lezing van de repliek door de organisatie dat deze repliek weinig concreet is over de geplande activiteiten in de structurele periode en eerder als een intentieverklaring moet gezien worden. Ze schiet te kort op het vlak van een kwaliteitsvolle visie. Opvallend is dat de repliek hoofdzakelijk geschreven wordt door betrokken kunstenaars eerder dan de zakelijke/artistieke leidster. De werking van de organisatie moet dan ook eerder gezien worden als een atelierwerking dan als een zuivere sociaal-artistieke werking onder het Kunstendecreet. Dit blijkt ook uit de voorgestelde projecten. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt nota van de inhoud van de ingediende repliek maar kan zich niet vinden in de opgebouwde argumenten in de repliek en blijft bij haar beslissing om de organisatie niet te subsidiëren. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 66 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-007
Organisatie:
Globe Aroma vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
225.000,00 euro
Beknopte historiek organisatie
De organisatie werd opgericht in 2002 met de uitbouw van een atelierwerking gericht op gevluchte kunstenaars in Brussel. Vanaf 2005 kiest de organisatie om niet alleen individueel werk van de bereikte artiesten in de kijker te zetten maar om ook artistieke groepsprojecten op touw te zetten met een belangrijk rol voor de inbreng van elke kunstenaar. “Passage”, “Dialoogue” en “Diversifête” zijn de eerste sociaal artistieke projecten in de structurele periode 2006-2009. Vanaf 2008 wordt gekozen voor het opzetten van projecten onder wisselende artistieke begeleiding in een bepaalde wijk in Brussel met de vele gemeenschappen die er leven om hun verhalen op een artistieke manier vorm te geven. In dat zelfde jaar wordt, in samenwerking met het “Klein Kasteeltje”, het project “De Tafel Keuken” als sociaal-artistiek project gelanceerd. In de erop volgende jaren werkt de organisatie gestaag verder aan de uitbouw van een sociaalartistieke werking met verschillende partners. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 120.623,10 euro. Op 31 december 2009 was het gecumuleerd resultaat van Globe Aroma een negatief eigen vermogen van 34.318,48 euro. Op vraag van het Agentschap werd een besparingsplan goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 29 juni 2010. Uit de visitatie 2010 in het jaar 2011 bleek dat de organisatie erin geslaagd was om een winst te realiseren in 2010 van 34.806,87 euro zodat het gecumuleerd verlies volledig werd weggewerkt. Het gecumuleerd resultaat op 31 december 2009 was een positief eigen vermogen van 488,39 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Na lezing van het dossier merkt het Agentschap op dat de deelnemers in de projecten van de organisatie steeds centraal staan. De projecten worden telkens opgebouwd rond de sterktes en kwaliteiten van de deelnemers van de verschillende doelgroepen zoals nieuwkomers, asielzoekers,…. Voor het rekruteren van deze deelnemers werkt de organisatie intensief samen met o.a. ’t Klein Kasteeltje. De deelnemers hebben een belangrijke inbreng in de uitbouw en verdere ontwikkeling van de projecten, steeds in samenspraak met de organisatie en de professionele kunstenaars. Het is een “bottom up”-benadering in plaats van een “top down”-benadering. De projecten worden als het ware door de deelnemers gedragen. De organisatie hanteert een laagdrempelige “open huis werking” waar de deelnemers aan de projecten steeds vrij in en uit kunnen lopen. 3.2
Samenwerking
De organisatie geeft in het dossier een lange lijst van partners waarmee wordt samengewerkt. De partners kan men indelen in drie groepen: a) partners waarmee artistiek wordt samengewerkt zoals Kaaitheater, Wiels, Choux de Bruxelles, Zinneke… en
Pagina 67 van 105
b) partners waarmee sociaal wordt samengewerkt zoals “Het Klein Kasteeltje”, Hobo, Chez Nous-Bij Ons….; c) partners waarmee wordt samengewerkt in het kader van de sociaal-artistieke ontmoetingsruimte zoals Beursschouwburg, Wiels, Choux de Bruxelles. In het kader van het project “Karavaan” in 2013 wordt samengewerkt met Kaaitheater, productiehuis Off World en sociale partners uit de Noordwijk Brussel zoals Maison des Jeunes Avenir, Dienstencentrum De Harmonie. …. In het dossier zitten een aantal samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Voor de opgesomde organisaties waarvan er geen documenten in het dossier zitten weet het Agentschap uit de werking van de organisatie dat deze daadwerkelijk bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
Voor het uitwerken van de artistiek-inhoudelijke plannen voor 2013-2016 is de organisatie niet over een nacht ijs gegaan. Deze plannen kwamen tot stand na het doorlopen van heel wat verschillende fases zoals SWOT-analyse, besprekingen met de raad van bestuur, individuele gesprekken met huidige en toekomstige kunstenaars betrokken bij de werking van de organisatie, aanbevelingen van de beoordelingscommissie sociaal-artistieke werking naar aanleiding van hun werkbezoek, actoren in het veld zoals Demos, Kaaitheater, Klein Kasteeltje, Beursschouwburg… De organisatie stelt in de komende periode twee soorten producties centraal, elk met specifieke doelstellingen, op verschillende snelheden en gebruik makend van andere methodieken maar met een onderlinge kruisbestuiving: a) Karavaanproject onder leiding van een professionele kunstenaar in residentie in coproductie met een kunstencentra of culturele instelling en b) projecten opgezet vanuit de sociaal-artistieke ontmoetingsplek De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitkomsten geraamd worden op 330.000 euro. De inkomstenzijde wordt vooral gekenmerkt door a) de subsidie van de Vlaamse overheid voor 225.000 euro; b) subsidies van andere overheden voor 73.190 euro en c) eigen inkomsten voor 31.210 euro. De uitgavenzijde wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk a) de loonkosten personeel voor een bedrag van 217.355,45 euro en de kosten medewerkers voor een bedrag van 21.860 euro en b) de algemene werkingskosten voor een bedrag van 90.784,55 euro. Hieruit blijkt dat de subsidie van de Vlaamse overheid hoofdzakelijk moet bijdragen tot het betalen van de personeelskosten. Deze personeelskosten stijgen enerzijds van 86.949,54 euro loonkost in 2010 naar 212.355,45 euro in 2013 maar anderzijds zakken de kosten medewerkers van 68.530,99 euro in 2010 naar 21.860,00 euro in 2013. De personeelskosten worden berekend op basis van PC 329.01. De kunstenaars in residentie worden halftijds tewerkgesteld gedurende een jaar. De organisatie wenst extra personeel te werven om de kunstenaars en de deelnemers van de projecten goed te kunnen omkaderen. De organisatie wenst dit te doen door het werven van een halftijds artistiek projectleider. Concreet wenst de organisatie over te gaan van 2,3 vte verspreid over 5 personen naar 4,1 vte verspreid over 6 personen. Voor het agentschap is het echter niet duidelijk op welke basis de organisatie de verhoging van de vte’s verantwoord in functie van de geplande activiteiten die niet echt afwijken van haar werking in de voorbije jaren. Het agentschap kan zich dan ook niet vinden in het gewenste personeelsorganigram voor de werking zoals beschreven in het dossier voor de komende structurele periode. De organisatie geeft bij de toelichting van de bedragen in de begroting vaak een goede verantwoording betreffende samenstelling van deze bedragen. Meestal zijn deze bedragen gelinkt aan de beschreven projecten in het dossier, de ervaringen uit het verleden of de berekening van personeelskosten op basis van de anciënniteit van de personeelsleden in het kader van het toepasselijk PC 329.01.
Pagina 68 van 105
3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit intrinsiek er deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het Agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie houdt in haar repliek een pleidooi voor de gevraagde personeelsverhoging. Het takenpakket van de artistieke leider wordt in detail beschreven samen met een beschrijving van de werking in het verleden toen de zakelijke leider ook artistiek leider was. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek maar ziet geen nieuwe elementen om zijn advies te wijzigen en blijft bij het oorspronkelijke advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 69 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-008
Organisatie:
Murga vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
232.598,75 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Sinds 2007 wil Murga vzw de sociale cohesie en de culturele participatie bevorderen via een laagdrempelig participatieproject waarin het detecteren en ontwikkelen van artistieke competenties bij de deelnemers centraal staat door middel van straatkunst. De organisatie werkt met “Murga’s” m.n. plaatselijke hedendaagse fanfares/collectieven die werken rond de vier disciplines muziek, dans, woord en kostuum. Elk werkjaar start in oktober met een “kick-off” en het internationaal forum en eindigt in juni met een parade. In 2009 werd de werking van de organisatie geofficialiseerd door de oprichting van een vzw. De beoordelingscommissie merkt op dat de organisatie de bezorgdheid door de beoordelingscommissie geuit in de vorige jaren enigszins ter harte heeft genomen op het vlak van teveel te groeien, te weinig werking in de diepte en te weinig kwaliteit in haar projecten. Uit het dossier blijkt dat de organisatie interessante contacten heeft gelegd met kunstenaars, kunstgezelschappen en andere culturele organisaties. De organisatie werkt met “Murga’s” in een bepaalde wijk. Murga’s zijn plaatselijke hedendaagse/collectieven die werken rond de vier disciplines muziek, dans, woord en kostuum. De deelnemers worden gerekruteerd in de wijken waar een Murga actief is. Mensen voelen zich aangetrokken om actief deel te nemen aan de werking van een Murga. Hoewel deze deelnemers actief betrokken zijn bij de Murga’s is dit engagement door de beoordelingscommissie eerder te zien als een zinvolle vrijetijdsbesteding die mensen samenbrengt. Een sociaal-artistiek project heeft echter een sociaal-artistieke finaliteit en vraagt een intensievere procesbegeleiding. Dit blijkt ook uit de verklaring van de organisatie in het dossier waar gesteld wordt dat zij zich richten op een bepaalde wijk en niet zozeer op deelnemers in een sociaal-zwakkere positie. Uit het dossier kan dan ook niet afgeleid worden wat de organisatie concreet doet om samen te werken met de wijk om zo meer diversiteit binnen de Murga’s te halen. Ook is het niet duidelijk wat de organisatie doet naar sociale begeleiding van de deelnemers toe. Hierdoor schiet de organisatie tekort bij zowel de sociale als artistieke procesbegeleiding. Hoewel veel kunstenaars betrokken worden bij de werking van de organisatie stelt de beoordelingscommissie zich vragen over hoe deze kunstenaars worden ingezet om een kwalitatieve en concrete uitwerking te realiseren. Garantie voor een goede kwaliteit is al jaren een aandachtspunt waarbij de beoordelingscommissie moet vaststellen dat de organisatie steevast hierop te weinig inzet. Er werd geen artistiek kader geïnstalleerd noch zijn er procedures ingebouwd die een kwaliteitszorg garanderen zoals het bijsturen, evalueren, terugkoppelen… van het sociaal-artistieke proces. Bovendien leent de verdere uitbouw van de structuur van de organisatie er zich niet meer toe om een artistieke verdieping te organiseren. De beoordelingscommissie stelt vast dat de organisatie meer en meer de structuur aanneemt van een tweedelijnsorganisatie. De organisatie heeft als het ware een koepelwerking. De organisatie spreekt over een hogere communicatiestrategie wat een doorgedreven betrokkenheid van de deelnemers beoogt. De beoordelingscommissie vindt dit nogal hoog gegrepen, zeker wanneer het gaat over de moderne communicatiekanalen zoals MySpace, Facebook…. De beoordelingscommissie had dan ook graag vernomen wat de
Pagina 70 van 105
organisatie zou doen om de sociaal zwakkere deelnemers naar de Murga’s te leiden en te behouden. De beoordelingscommissie stelt vast dat de organisatie in haar huidige vorm veeleer een wervend participatief gemeenschapsvormend project is met maatschappelijke relevantie maar geen sociaal-artistiek project onder de voorwaarden van het Kunstendecreet. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking stelt vast na lezing van de ingediende repliek dat deze repliek niet overtuigt. De werking is vooral gemeenschapsvormend in plaats van sociaal-artistiek zoals reeds in het preadvies werd aangehaald door de Beoordelingscommissie. De Beoordelingscommissie kan zich ook niet vinden in het argument dat men eerst een identiteit als organisatie moet opbouwen om daarna een artistieke werking uit te bouwen. De Beoordelingscommissie is van mening dat de identiteit van een organisatie wordt opgebouwd door haar interessante artistieke werking en niet omgekeerd. Tenslotte stelt de Beoordelingscommissie opnieuw vast dat de waarborg voor de artistieke zorg in elk van de murga’s niet gegarandeerd kan worden. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt nota van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie niet te subsidiëren. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 71 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-008
Organisatie:
Murga vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
232.598,75 euro
Beknopte historiek organisatie
Sinds 2007 wil Murga de sociale cohesie en de culturele participatie bevorderen via een laagdrempelig participatieproject waarin het detecteren en ontwikkelen van artistieke competenties bij de deelnemers door middel van straatkunst centraal staat. De organisatie werkt met “murga’s” m.n. plaatselijke hedendaagse fanfares/collectieven die werken rond de vier disciplines muziek, dans, woord en kostuum. Elk werkjaar start in oktober met een “kick-off” en het internationaal forum en eindigt in juni met een parade. In 2009 werd de werking van de organisatie geofficialiseerd door de oprichting van een vzw. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 77.198,78 euro. Tijdens de visitatie werd vastgesteld dat de organisatie op financieel-beheersmatig gebied professioneel gerund werd, wat voor een nieuwkomer geen evidentie is. Het wegvallen van de zakelijke leider werd op een professionele manier opgevangen. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
De corebusiness van de organisatie als koepelorganisatie is enerzijds de oprichting van murga’s in Vlaanderen en anderzijds de onderlinge interactie tussen de murga’s en de organisatie. Op dit ogenblik zijn er 29 murga’s actief in Vlaanderen. Elke murga heeft zijn eigen context, eigen verhaal, eigen ontstaansgeschiedenis en samenstelling. Dit heeft tot gevolg dat elke murga in een verschillende fase van ontwikkelingstraject zit. Daarom heeft de organisatie een matrix ontworpen als tool om de noden van deze murga’s te ontdekken in de verschillende fases van hun ontwikkelingstraject. De organisatie onderscheidt drie fases waarin een murga zich kan bevinden: a) de opstartfase; b) de verdiepingsfase en c) het partnership. De murga’s streven verschillende doelstellingen na: a) een sociaal doel nl. de murga te emanciperen als groep door het overstijgen van de individuele verhalen van de leden van de groep; b) een artistiek doel nl. een eigen kwalitatief artistiek product voortbrengen dat vertrekt van de talenten die in de groep aanwezig zijn en c) een zakelijk doel nl. een volwaardige zelfstandige partner worden van de koepel met een eigen dynamiek en structuur. Wanneer aan de hand van de matrix is vastgesteld op welk niveau de murga zich bevindt, kan de dienstverlening door de organisatie hierop afgestemd worden. Er zijn twee niveaus waarop ondersteuning gegeven kan worden: a) directe dienstverlening en b) indirecte dienstverlening. De directe dienstverlening ondersteunt de murga’s rechtstreeks in elke fase van hun ontwikkeling met o.m. workshops en coaches om de artistieke output te verbeteren. De indirecte dienstverlening ondersteunt de murga’s onrechtstreeks door het aanbieden van activiteiten/producties zoals jaarkalender of jaarproducties.
Pagina 72 van 105
Een productieve werking in de strikte zin van het woord heeft de organisatie dus niet. Wat betreft de betrokkenheid van de murga’s als deelnemers geeft het dossier een goed beeld van de activiteiten waarmee de organisatie deze betrokkenheid tracht te consolideren en te verhogen. Wat betreft de betrokkenheid van de deelnemers actief in de verschillende murga’s in verhouding tot de werking van de organisatie is het dossier echter niet altijd duidelijk. Het agentschap stelt vast dat de organisatie de werking van de eigen organisatie en de individuele werking van de verschillende murga’s vaak door elkaar laat lopen wanneer het gaat over de individuele deelnemers aan een murga. Dit heeft tot gevolg dat het onderscheid tussen de beiden op verschillende plaatsen in het dossier vervaagt, terwijl dat elders in het dossier gesteld wordt dat de werking van de organisatie en de verschillende murga’s op het terrein gescheiden verlopen van elkaar. Het is voor het agentschap dan ook niet altijd duidelijk wat de input is van de murga’s naar het bevorderen of invullen van de betrokkenheid van de eigen deelnemers. De grenzen van de bevoegdheid van de centrale murga en de murga’s op het vlak van ieder bevoegdheid zijn voor het agentschap niet duidelijk zodat het innemen van een standpunt over de mate van betrokkenheid van de deelnemers in de verschillende murga’s in Vlaanderen niet mogelijk is. 3.2
Samenwerking
In het dossier somt de organisatie een 6-tal groepen van partners op waarmee wordt samengewerkt: a) artistieke partners in functie van de gekozen thema’s tijdens de komende structurele periode zoals boek.be (thema woord), Froe Froe (thema kostuum), Ultima Vez (thema dans), Musical van Vlaanderen (thema 10-jaar Murga); b) inhoudelijke partners m.n. de verschillende overheden, centra en organisaties zoals Brandpunt 23, Kavka, Opsinjoren,…; c) steunpunten en lokale murga’s; d) productionele partners; e) zakelijke samenwerkingen met o.a. Moussem, 0090 en haar sponsors. In het dossier zitten een aantal samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Voor de partners waarvan er geen documenten in het dossier zitten, weet het agentschap uit de huidige werking van de organisatie dat deze daadwerkelijk bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De werking van de organisatie is een koepelwerking. De organisatie wenst in de nieuwe structurele periode een beleid te voeren waarbij ze een degelijke structuur wil uitbouwen die zowel de concrete lokale werkingen van de murga’s als de nationale en internationale werking van de organisatie kan dragen. De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij de inkomsten en uitgaven worden geraamd op 403.483 euro. De gevraagde subsidie voor het eerste werkingsjaar bedraagt 226.248 euro. De organisatie krijgt van andere subsidiërende overheden m.n. de stad en provincie Antwerpen middelen voor een totaal bedrag van 52.519 euro. De overige inkomsten worden geraamd op 124.716 euro op basis van samenwerking, sponsoring, verhuur…. Tot in 2011 werd een groot deel van de administratieve kosten zoals kantooruitrusting gedragen door de provincie Antwerpen-Arenberg. Ook de loonkost van de overkoepelende en eveneens lokale Antwerpse artistieke coördinator zal tot 2012 gedragen worden door Arenberg. Vanaf 2013 zal de steun van Arenberg enkel nog artistiek zijn door detachering van de artistiek leider vanuit Arenberg en niet meer logistiek/administratief zodat de organisatie een nieuwe locatie zal moeten zoeken voor haar kantoren, repetitieruimte en ontmoeting, wat zeker een meerkost met zich mee zal brengen. De organisatie wenst haar artistieke werking te verdiepen door het oprichten van een Murga Academie met als doel de artistieke kwaliteiten van de murgadeelnemers en
Pagina 73 van 105
murgacoaches te verbeteren. De organisatie voorziet 0,5 vte voor een procescoach en 0,5 vte voor een educatieve medewerker. Voor haar bovenlokale werking voorziet de organisatie: 2/5e artistiek leider betaald door Arenberg; 4/5e zakelijk leider; 4/5e medewerker pers en communicatie betaald door stad Antwerpen Stedenfonds voor 2/3e van de loonkosten; 1 vte medewerker productie en 3/5e coördinator Vlaams-Brabant betaald door de provincie Vlaams Brabant. Momenteel werken er vier personen bij de organisatie in loonverband. De organisatie beschikte in 2010 over 3,8 vte en wenst nu over te gaan tot in de structurele periode tot 4,6 vte. De totale loonkost van de voornoemde personeelsleden wordt geraamd op 208.620 euro, inclusief de bijdragen van de verschillende overheden. De loonkosten werden berekend op basis van PC 329. Ongeveer de helft van de uitgaven betreft dus loonkosten personeel. De vergoeding aan de medewerkers bedraagt 38.513 euro voor artiesten en vrijwilligers. De artiesten worden vergoed via een honorarium of via een kleine vergoedingsregeling. De organisatie raamt de kosten voor de ondersteuning van de murga’s op 69.600 euro waarvan 40.600 euro voorzien wordt door de partners. Het agentschap stelt vast dat de organisatie een goed uitgewerkt dossier heeft ingediend, dat ook de statuten, loonfiches, cv’s van de medewerkers en documentatie zoals krantenknipsels over de voorbije werking, bevat. in Alle activiteiten worden gelinkt aan de inkomsten en uitgaven van de begroting. Bovendien heeft de organisatie in het dossier duidelijk weergegeven hoe de totalen opgedeeld worden in verschillende deelbedragen. Bovendien heeft zij zo veel mogelijk trachten aan te geven waar deze bedragen op gebaseerd zijn en welke de financiële, zakelijke en artistieke rol en bijdrage is van de verschillende overheden, partners en organisaties betrokken bij hun werking. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. De algemene vergadering en de raad van bestuur zijn op een heel diverse manier samengesteld met allochtone en autochtone leden, afkomstig uit verschillende sectoren van het kunstenveld in Vlaanderen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie dit ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De repliek van de organisatie op het zakelijke preadvies verwijst naar de artistieke repliek om een antwoord te bieden op de opmerking van het agentschap dat de organisatie een sterke top-down benadering heeft in haar werking. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van de repliek van de organisatie maar haar argumenten kunnen het agentschap niet overtuigen. Het agentschap blijft dan ook j bij zijn advies om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie dit ook opportuun acht.
Pagina 74 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-009
Organisatie:
Wit.h vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
348.950,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie is een sociaal-artistieke werkplek met als missie personen met een verstandelijke beperking die zich artistiek wensen te ontplooien sterk uit te dagen. De organisatie tracht dit te vertalen in sociaal-artistieke projecten die een duidelijke meerwaarde nastreven in het leven van de personen met een verstandelijke beperking en tegelijk een artistiek kwalitatieve en unieke productie opleveren. Binnen de projecten kan men vier sporen ontdekken: creatie, presentatie, kritische reflectie en ondersteuning aan creatieve en artistieke ateliers voor personen met een verstandelijke beperking. Na lezing van het dossier is de beoordelingscommissie aangenaam verrast door het zeer sterk uitgewerkte dossier zowel op het artistiek inhoudelijke vlak als op het financieel inhoudelijke vlak. De wijze waarop dit dossier is opgebouwd kan dienen als een voorbeelddossier vast hoe een aanvraagdossier moet worden geschreven. De beoordelingscommissie stelt ook in dit dossier vast dat de organisatie zich maximaal openstelt voor nieuwe ideeën en personen. De organisatie hanteert vier sporen die in hun projecten terugkomen: a) “creatie”: personen met een verstandelijke beperking uitnodigen en uitdagen om samen te creëren met organisaties en kunstenaars zonder beperking; b) “presentatie”: creaties tonen in kwalitatieve, hedendaagse en toegankelijke tentoonstellingen, voorstellingen en publicaties; c) “kritische reflectie”: creaties en presentaties worden kritisch onderbouwd, gedocumenteerd en verspreid; d) “support”: de organisatie verleent ondersteuning aan creatieve en artistieke ateliers voor personen met een verstandelijke beperking binnen of buiten een welzijnsinstelling. De organisatie werkt met een eigen sociaal-artistiek concept dat sterk artistiek geïnspireerd én sociaal onderbouwd is. Het concept bestaat erin processen te bouwen waarin deelnemers maximaal kunnen (onder)zoeken. Deze zoektocht, en dat is de natuur van de organisatie, is steeds een artistiek zoeken binnen de volgende condities: waardigheid, fysieke en mentale toegankelijkheid, vertrouwen, recht op (mis)lukken, participatie, ontmoeting, zorgdragend en passie. (Semi-)professionele kunstenaars zijn bereid zich sociaal en maatschappelijk te engageren. De gekozen kunstenaars bieden de garantie om op een hedendaagse manier te zoeken en te creëren. Op niveau van de deelnemers worden nieuwkomers afgewisseld met artistieke talenten. In de sociaal-artistieke processen plooien de kunstenaars en de deelnemers zich niet naar de eisen van de ander, maar worden net hun eigenzinnigheden uitgespeeld. Sinds haar oprichting is beeldende kunst de corebusiness van de organisatie. Binnen de beeldende kunst willen zij “bijzondere mensen die leven in een bijzondere context” stimuleren om uitdrukking te geven aan hun “specifieke kijk” op de wereld. Wit.h streeft
Pagina 75 van 105
er naar een artistieke bijdrage te leveren die nauw gelieerd is aan de kunsten en die voorbijgaat aan het statische imago van de outsiderkunst. De beoordelingscommissie stelt dat de producties en de coproducties in het dossier blijk geven van een goed doordacht beleid en van een duidelijke concretisering van de visie van de organisatie. Zowel sociaal als artistiek wordt de lat voor deelnemers en kunstenaars hoog gelegd zonder dat de haalbaarheid of uitvoerbaarheid van de productie in gedrang komt. Ook internationaal merkt de beoordelingscommissie op dat de organisatie niet stil heeft gezeten. Zo wordt voor twee projecten een coproductie aangegaan met organisaties in andere landen i.c. Hongarije, Nederland, Polen, Italië, Engeland en Duitsland. De opgesomde partners in het dossier zijn evenredig verdeeld over de doelgroep, de kunsten, de sociaal-artistieke sector, outsider art en onderwijs. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 76 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Zakelijk advies
Volgnummer: KD2013-2016-WS-SA-OR-009 Organisatie: Wit.h vzw Gemiddeld gevraagd bedrag: 348.950,00 euro 1
Beknopte historiek organisatie
De organisatie is een sociaalartistieke werkplek met als missie personen met een verstandelijke beperking die zich artistiek wensen te ontplooien sterk uit te dagen. De organisatie tracht dit te vertalen in sociaalartistieke projecten die een duidelijke meerwaarde nastreven in het leven van de personen met een verstandelijke beperking en tegelijk een artistiek kwalitatieve en unieke productie opleveren. Binnen de projecten zijn er vier sporen: creatie, presentatie, kritische reflectie en ondersteuning van creatieve en artistieke ateliers voor personen met een verstandelijke beperking. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 197.821,88 euro. Het boekjaar 2009 werd afgesloten met een verlies van 20.770 euro, zodat het gecumuleerd resultaat op een negatief saldo van -2.740 euro komt. Uit de resultatenrekening 2010 blijkt dat de organisatie erin geslaagd is om in dat jaar de inkomsten te verhogen en de uitgaven te beperken. Ze sloot het boekjaar 2010 uiteindelijk af met een winst van 19.927,30 euro, waardoor het gecumuleerd resultaat per 31 december 2010 op 17.187,30 euro werd gebracht. Het agentschap stelde tijdens de visitatie 2010 ook vast dat de organisatie nauwkeuriger te werk moet gaan in het opstellen van haar werkingsverslagen en het invullen van de cijferbijlagen zodat de vastgestelde materiële fouten in het werkingsverslag in de toekomst niet meer voor kunnen komen. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Het agentschap stelt vast dat de organisatie heel goed heeft nagedacht over haar werking tijdens de volgende structurele periode. Dit uit zich in een zeer goed uitgewerkte beschrijving van al haar activiteiten in deze periode, steeds opgebouwd rond de voornoemde vier sporen tot op het niveau van de deelnemers, kunstenaars, betrokken organisaties, sectoren,… Algemeenheden in de werking worden zoveel mogelijk vermeden. De betrokkenheid van personen met een verstandelijke beperking staat steeds centraal in het dossier met als doel een duidelijke meerwaarde te creëren in hun leven door zich artistiek te ontplooien met als eindresultaat een kwalitatief waardevolle productie onder leiding van (semi)professionele kunstenaars. Bovendien worden de deelnemers na een project niet aan hun lot overgelaten maar bouwt de organisatie verder op haar voorbije werking, altijd vanuit een nieuwe vaak originele invalshoek, waarbij de deelnemers steeds van nabij betrokken worden. 3.2
Samenwerking
De organisatie geeft in het dossier een lange lijst van partners waarmee wordt samengewerkt. Deze partners kan men indelen in vijf groepen: a) de samenwerking met ateliers voor personen met een verstandelijke beperking zoals Het Canvasatelier, De
Pagina 77 van 105
Beelderij, De Verfplek; b) de sociaal-artistieke sector zoals De Figuranten Menen; c) de kunstensector zoals Buda Kunstencentrum, Festival van Vlaanderen Kortrijk, Musica; d) outsider art-spelers zoals Art en Marge Brussel; De Nieuwe Wind Goes en e) onderwijsinstellingen zoals Katho, departement Ipsoc Kortrijk. In het dossier zitten geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Het agentschap weet uit de werking van de organisatie dat deze partners daadwerkelijk bijdragen tot de artistieke werking . 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
Tijdens de vorige werkingsjaren 2006-2012 heeft de organisatie geïnvesteerd in de uitbouw van haar werking tot een autonome professionele sociaal-artistieke organisatie waarbij haar visie en werkmethodes verder werden uitgediept. De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitgaven geraamd worden op 386.845 euro. Voor het eerste werkingsjaar 2013 vraagt de organisatie een subsidie van 340.000 euro. De provincie West-Vlaanderen geeft een subsidie van 7.500 euro, de stad Kortrijk 7.000 euro en andere niet in het dossier vermelde subsidiekanalen een bedrag van 5.000 euro. De rest van de inkomsten worden geraamd op 19.095 euro omzet waarvan 4250 euro lidgelden en 4000 euro sponsoring. Het agentschap stelt vast dat de kostenstructuur uiteenvalt in twee grote delen nl. a) de loonkosten personeel voor een bedrag van 187.408,66 euro en de kosten medewerkers voor een bedrag van 38.360 euro en b) de algemene werkingskosten voor een bedrag van 161.076,31 euro. De organisatie wenst in 2013 over te gaan tot een kleine vermindering van 2,41 vte naar 2,30 vte, maar op basis van tewerkstelling gaat het personeelsbestand in loondienst omhoog van 3 naar 4 personendoor het werven van een extra artistieke medewerker. Door betere vergoedingen van de bestaande personeelsleden in loondienst en herwaardering van bepaalde functies binnen de organisatie neemt de loonkost toe. De loonkost voor het personeel stijgt dan ook van 82.704,87 euro in 2010 naar 187.408,66 euro. Het personeel wordt vergoed op basis van PC 329. De organisatie heeft een goed uitgewerkte gedetailleerde begroting ingediend waarbij de bedragen realistisch worden ingeschat voor de activiteiten in de nieuwe periode op basis van de ervaringen uit het verleden, de parameters opgesomd in PC 329 en de ingewonnen informatie. Het agentschap stelt dan ook vast dat de organisatie heel strikt heeft begroot zowel wat de inkomsten- als uitgavenzijde betreft zonder buitensporige bedragen in te schrijven. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit intrinsiek er deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 78 van 105
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 79 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-010
Organisatie:
kleinVerhaal vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
336.073,15 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie ontstond in de schoot van Brugge 2002. In de periode 2002-2007 werden een aantal projecten gerealiseerd met als kenmerk een mix van erfgoed, cultuureducatie, cultureel buurtwerk en sociaal-artistiek werk waarbij gewerkt werd met verschillende doelgroepen en het uitspelen van verschillende disciplines. Na haar structurele erkenning in 2008 ontwikkelde de organisatie zich tot een nomadisch gezelschap waarbij met externe kunstenaars processen op gang gebracht werden in verschillende disciplines zoals video, fotografie, architectuur, muziek en beeldende kunst. In 2010 nam de organisatie het initiatief om het eerste sociaal-artistieke festival op touw te zetten met als naam “Enter”. Het jaar 2011 werd afgerond met een road movie die deelnemers en partners uit verschillende gemeenten met elkaar verbindt en zelf nomadisch maakt zodat de eerste cyclus rond is. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de nomadische werkwijze van de organisatie een interessant concept kan zijn, maar dat er in dit dossier te veel hooi op de vork genomen wordt door de organisatie bij de uitwerking ervan en dat er te weinig afbakening is in haar werking. Het gevolg is dan ook dat de voorgestelde werking voor de nieuwe periode een zekere mate van oppervlakkigheid vertoont zoals in het principe “hit and run” waardoor niet overal even grondig gewerkt wordt. De organisatie is “overal en nergens” thuis. In het voorliggende dossier zet de organisatie zich vooral af tegen wat ze “hokjesdenken” noemt. De eigen werkwijze (cross-over, interdisciplinair e.d.) zet zich af tegenover gangbare en evidente logica’s. De beoordelingscommissie stelt echter vast dat deze stellingname niet gefundeerd wordt door theoretische gelaagdheid en nuancering. Het gebrek daaraan maakt de stellingname pamflettair én het alternatief (het tegendraadse) niet meteen geloofwaardig. In de uitwerking van de visie wordt de artistieke verbeelding ondergeschikt gemaakt aan de sociale actie. De organisatie vertrekt niet vanuit het artistiek onderzoek en product. Ontmoeting en interventies gericht op samenhorigheid primeren op het aanwenden van artistieke kwaliteit om respect en verbondenheid te genereren bij deelnemers en publiek. De organisatie plant vijf projecten in de nieuwe structurele periode m.n. “De Vierkante Meter”, “De Wachtkamer”, “Buurtlawaai”, “Park Pigeon” en “Stadion”. De beoordelingscommissie stelt vast dat deze vijf projecten weinig uitgewerkt en doordacht zijn. Op artistiek vlak blijft het oppervlakkig, zijn er te veel onduidelijkheden en te weinig garanties voor een goed uitgewerkt, artistiek interessant eindproduct. Wat de kunstenaars in residentie betreft, meent de beoordelingscommissie dat de keuze om met bepaalde kunstenaars in zee te gaan wat mager is en er gekozen wordt voor continuïteit, terwijl in de geschreven visie er veeleer wordt geopteerd voor een nomadische benadering van de werking. De beoordelingscommissie stelt vast dat de keuze van de kunstenaars de artistieke oppervlakkigheid, die er momenteel heerst, bevestigt en zelfs verder installeert.
Pagina 80 van 105
In de samenwerking met de partners vindt de beoordelingscommissie, overeenkomstig visie en werking van de organisatie, geen vertegenwoordiging vanuit de autonome professionele kunsten. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
Na lezing van de ingediende repliek door de organisatie antwoordt de Beoordelingscommissie dat de nomadische werking van de organisatie niet door de Beoordelingscommissie in vraag wordt gesteld maar wel of de voorgestelde werking in de nieuwe structurele periode door de organisatie een zuivere sociaal-artistieke werking is onder de voorwaarden van het Kunstendecreet. Deze onduidelijkheid wordt ook door de organisatie in de hand gewerkt door dat de geplande projecten door de organisatie niet voldoende concreet uitgewerkt zijn. De repliek geeft ook hier niet voldoende antwoord op. Daarnaast geeft de organisatie in haar repliek geen duidelijk inzicht naar de deelname van de professionele kunstenaars bij de verschillende projecten. Er wordt dus in de repliek niet voldoende ingegaan op het waarborgen van de artistieke kwaliteit. Een aantal argumenten in de repliek doen niets ter zake zoals over de autonomie van de kunstenaars. De organisatie gaat steeds uit van de stelling dat “het de andere zijn die het verhaal” niet begrijpen terwijl de Beoordelingscommissie aandringt op een kritische zelfreflectie bij het uitbouwen van een werking door de organisatie in de nieuwe structurele periode. De Beoordelingscommissie komt tot het besluit dat heel de repliek sterk de nadruk legt op een open methodiek in de werking van de organisatie. De Beoordelingscommissie kan zich hier niet in vinden omdat er toch minstens een kader moet worden beschreven, dat eventueel later geconcretiseerd wordt, dat vertrouwen geeft voor een kwalitatief goed artistiek eindresultaat wat nu niet gegarandeerd is. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt nota van de inhoud van de ingediende repliek maar blijft bij haar beslissing om de organisatie niet te subsidiëren. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 81 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-010
Organisatie:
kleinVerhaal vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
336.073,15 euro
Beknopte historiek organisatie
De organisatie ontstond in de schoot van Brugge 2002. In de periode 2002-2007 werden een aantal projecten gerealiseerd met als kenmerk een mix van erfgoed, cultuureducatie, cultureel buurtwerk en sociaal-artistiek werk waarbij gewerkt werd met verschillende doelgroepen en het uitspelen van verschillende disciplines. Na haar structurele erkenning in 2008 ontwikkelde de organisatie zich tot een nomadisch gezelschap waarbij met externe kunstenaars processen op gang gebracht werden met verschillende disciplines zoals video, fotografie, architectuur, muziek en beeldende kunst. In 2010 nam de organisatie het initiatief om het eerste sociaal-artistieke festival op touw te zetten met als naam “Enter”. Het jaar 2011 werd afgerond met een road movie die deelnemers en partners uit verschillende gemeenten met elkaar verbindt en zelf nomadisch maakt zodat de eerste cyclus rond is. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. Het subsidiebedrag 2011 bedroeg 173.697,26 euro. Op einde van het werkingsjaar 2010 had de organisatie een verlies van 17.370,86 euro. In de vorige jaren had de organisatie een reserve opgebouwd van ongeveer 22.000 euro zodat er op het einde van 2010 nog 4.308,85 euro beschikbaar was. De vzw klein Verhaal stelt in haar werkingsverslag 2010 dat het opbouwen van nieuwe reserves prioriteit krijgt voor de organisatie op zakelijk vlak in 2011 door enerzijds te besparen op productie- en overheadkosten, behalve op personeelskosten, en anderzijds door nieuwe inkomsten te verwerven uit o.a. sponsoring. Het agentschap zal tijdens de visitatie 2012 opnieuw de financiële situatie van de organisatie onderzoeken. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
De werking van de organisatie wordt gekenmerkt door een sterk nomadisch bestaan. De organisatie werkt meestal niet vanuit de zetel van haar organisatie maar zij ontplooit haar activiteiten over heel West-Vlaanderen in overleg met haar lokale partners meestal op niet alledaagse plaatsen waar een sociaal-artistieke werking vaak onbekend is. Deze werkwijze brengt de organisatie dan ook regelmatig in het hart van de probleemgebieden, dicht bij de deelnemers als doelgroep bij haar activiteiten. De organisatie werkt niet met één specifieke groep van deelnemers maar met een mix van de meest uiteenlopende deelnemers zoals buurtbewoners, personen uit de psychiatrie, personen met of zonder lichamelijke beperking, personen in armoede…. De betrokkenheid van de deelnemers is dan ook zeer groot en het directe contact is voortdurend aanwezig zodat projecten steeds bijgestuurd en verbeterd kunnen worden waar nodig. De organisatie is ook trekker geweest van het eerste “Enter”-festival te Brugge in 2010 met als doel organisaties, kunstenaars en deelnemers van over heel Vlaanderen samen te brengen, kennis te laten maken met elkaars praktijk en via labo’s op het gebied van
Pagina 82 van 105
theater, verslaggeving en beeldende kunst nieuw werk te produceren. Door dit festival kreeg het sociaal-artistiek werk in Vlaanderen een gezicht voor het grote publiek, werd het op de culturele agenda gezet en uit haar lokale context gehaald. Het tweede “Enter”festival zal in Gent doorgaan in de loop van 2012. 3.2
Samenwerking
De organisatie geeft in het dossier een lange lijst van partners waarmee wordt samengewerkt. Enerzijds zijn dat regionale partners, anderzijds stedelijke en lokale partners. De regionale partners zijn o.a. de provincie West-Vlaanderen, Samenlevingsopbouw, Open Stadio. De stedelijke en lokale partners zijn de steden Brugge, Waregem, Roeselare, Oostende, Turnhout, Torhout en Zwankendamme. Bij deze stedelijke en lokale partners wordt vooral samengewerkt met de welzijns-, jeugd- en culturele diensten. In het dossier zitten geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Van de hiervoor opgesomde partners weet het agentschap dat zij daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitgaven geraamd worden op 500.490,62 euro. Voor het eerste werkingsjaar 2013 vraagt de organisatie een subsidie van 327.703,03 euro. De provincie West-Vlaanderen geeft een subsidie van 26.000 euro. De rest van de inkomsten worden geraamd op 146.787,59 euro. Het agentschap stelt vast dat de kostenstructuur uiteenvalt in twee grote delen nl. a) de loonkosten personeel voor een bedrag van 282.895,62 euro en de kosten medewerkers voor een bedrag van 40.800 euro en b) de algemene werkingskosten voor een bedrag van 176.795 euro. De organisatie wenst in 2013 haar 3,43 vte in loondienst te verhogen naar 4,73 vte door werving van 3 bijkomende personeelsleden zodat haar personeelsbestand stijgt naar in totaal 11 personeelsleden, zowel het vast personeelskader als uitbreiding van kunstenaars in residentie in loondienst. De loonkost voor het personeel stijgt van 206.185,74 euro in 2010 naar 282.895,62 euro. De organisatie staat na 4 jaar intensief werken aan 13 grote en minder grote projecten met een beperkte ploeg op een kruispunt in haar werking. Uit het dossier blijkt dat de organisatie daarom heeft nagedacht over de toekomst van haar werking in de komende structurele periode. Dit uit zich in een uitgewerkte gedetailleerde begroting waarbij de bedragen goed worden ingeschat voor de activiteiten in de nieuwe periode op basis van de ervaringen uit het verleden en de ingewonnen informatie. Het agentschap stelt dan ook vast dat bij de opstelling van deze begroting dat de organisatie vaak heel strikt heeft begroot zowel wat de inkomsten- als uitgavenzijde betreft zonder buitensporige bedragen in te schrijven. Waar het agentschap geen duidelijk beeld krijgt is de uitbreiding van het vte in het personeelsbestand. Het dossier vermeldt louter dat deze personeelsleden nodig zijn wegens de hoge werkdruk en het grote aantal producties. Het agentschap stelt zich de vraag of in deze financieel economisch moeilijke tijden het niet beter is het aantal producties in te perken zodat deze producties uitgevoerd kunnen worden met het bestaand personeelskader. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake.
Pagina 83 van 105
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
In de repliek geeft de organisatie een verduidelijking van haar gewenste personeelssituatie wat in het dossier niet duidelijk naar voren kwam. De organisatie heeft in 2012 een personeelsbestand in loondienst van 2,6 vte samengesteld als volgt: een technisch/artistieke medewerker voor 0,5 vte; een zakelijke leider voor 0,5 vte; een artistieke leider voor 1 vte en een artistiek inhoudelijke medewerker voor 0,60 vte. De organisatie wenst vanaf 2013 haar personeelsbestand te verhogen met 1,00 vte als volgt: de aanwerving van een bijkomende technisch/artistieke medewerker voor 0,5 vte; de verhoging van de zakelijke leider met 0,1 vte van 0,5 vte naar 0,6 vte en een verhoging van de artistiek/inhoudelijke medewerker met 0,40 vte van 0,6 vte naar 1 vte zodat het totale personeelsbestand in loondienst verhoogd van 2,6 vte naar 3,6 vte. Voor haar projecten wenst de organisatie samen te werken met 6 kunstenaars die samen 1,13 vte vertegenwoordigen in loondienst zodat 3,6 vte tenslotte stijgt naar 4,73 vte. Het totale personeelsbestand voor 2013 zal dus 4,73 vte bedragen gespreid over 11 personen hetzij een totale loonkost per jaar van 282.895,62 euro. Voor elke uitbreiding van de functie wordt er een uitgebreide beschrijving gegeven van de nieuwe taken en de redenen voor de uitbreiding van de vte. In antwoord op de opmerking van de administratie, dat het misschien beter is in deze financieel economisch moeilijke tijden om het aantal producties in te perken zodat deze producties uitgevoerd kunnen worden met het bestaand personeelskader, stelt de organisatie dat het verder uitbouwen van de kwaliteit en duurzaamheid, zowel intern als extern, van haar werking niet meer binnen het bestaande personeelskader kan gebeuren. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek en ziet geen fundamentele nieuwe elementen in de repliek en blijft dan ook bij zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 84 van 105
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-011
Organisatie:
Zinneke vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
200.000,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
Zinneke vzw staat in voor de algemene coördinatie, ontwikkeling, begeleiding en organisatie van de Zinneke Parade, een tweejaarlijkse straatparade door het centrum van Brussel. De Parade is het eindresultaat van een samenwerking- en creatieproces gericht op de realisatie van een sociale en artistieke dynamiek tussen bewoners, verenigingen, scholen en kunstenaars uit de verschillende Brusselse wijken en daarbuiten. De Zinneke Parade zag het licht in 2000. In de periode 2011-2012 is de organisatie -“Zinneke, the next generation”- grondig geëvolueerd op het niveau van de organisatiestructuur, de dagelijkse werking, de gehanteerde methoden en het conceptuele kader. De sociaal-artistieke werking ‘Zinneke Parade’ is het resultaat van participatieve en interculturele productieprocessen met een grote diversiteit aan buurtbewoners, organisaties en kunstenaars. In het voorliggende dossier leest de beoordelingscommissie een goed uitgewerkte en gefundeerde visie, geconcretiseerd in tal van doelstellingen, die deze werking schraagt. De beoordelingscommissie stelt ook vast dat deze visie en de uitwerking ervan het resultaat is van permanente reflectie, bijsturing en evaluatie. De organisatie beraadt zich op een interessante manier over concepten als ‘bewonersparticipatie’ en ‘partnerships’. Zinneke probeert evoluties op het terrein, zoals participatie via andere kanalen dan het verenigingsleven, in te schatten en levert bijzondere inspanningen om via ‘fijngevoelig en geduldig werk’ nieuwe en andere actoren te betrekken in het Zinneke-werk. Het aantal partners stijgt aldus gestaag wat de organisatie een zeer breed en divers draagvlak geeft. Zinneke maakt duidelijk dat de Parade niet zomaar een uitstalraam is voor deze partners. Deelname aan een Zinnode veronderstelt immers een engagement waarbij elkeen ‘uit zijn/haar eigen kader stapt’ t.b.v. een nieuw sociaal-artistiek en stedelijk project. Participatieve creatie vormt een van de fundamenten van de artistieke werking van Zinneke. In het bijzonder is de beoordelingscommissie geïnteresseerd in de wijze waarop artistieke creatie door participanten vorm krijgt, niet in het minst omdat het moeilijk blijft inkijk te krijgen in de concrete werking van een Zinnode. De wijze waarop workshopgevers, coaches en coördinatoren artistieke betekenisgeving genereren blijft vaag in het dossier. De beoordelingscommissie merkt wel dat Zinneke weliswaar vanop afstand een doordacht artistiek werkkader ontwikkelt. Dit artistiek werkkader ondersteunt de kunstenaars en verstevigt de artistieke omkadering van elke Zinnode. Concreet legt Zinneke artistieke prioriteiten (= geluid, beweging en zichtbaarheid) die de kwaliteit van de straatvoorstellingen moeten borgen en die kunstenaars een focus voor artistiek onderzoek en experiment geven. Artistieke coaches ondersteunen, op welbepaalde momenten, de kunstenaars in de Zinnodes. Eerder dan met coaches per discipline te werken, wordt voortaan gekozen voor interdisciplinaire teams. Op die manier probeert men het ‘maatwerk’ voor elke Zinnode nog te vergroten. Positief is eveneens dat op vraag van kunstenaars vorming opgezet wordt waarin o.m. onderzocht wordt welke processen en creaties nodig en relevant zijn voor het realiseren van een Zinnode.
Pagina 85 van 105
Wat geldt voor het partnernetwerk, geldt eveneens voor het kunstenaarsnetwerk. Zinneke werkt op ’n systematische manier verder aan de diversificatie van artistieke coördinatoren en workshopbegeleiders. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 86 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-011
Organisatie:
Zinneke vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
200.000,00 euro
Beknopte historiek organisatie
Sinds 2000 staat de vzw Zinneke in voor de algemene coördinatie, ontwikkeling, begeleiding en organisatie van de 2-jaarlijkse Zinneke Parade te Brussel. De organisatie creëert een kader voor een intensief samenwerkings- en creatieproces gericht op de realisatie van een sociale en artistieke dynamiek tussen bewoners, verenigingen, scholen en kunstenaars uit de verschillende Brusselse wijken en daarbuiten met als eindresultaat de parade. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 77.198,78 euro. Tijdens de voorbije visitaties werd door het agentschap vastgesteld dat de organisatie van de Zinneke Parade niet alleen in handen is van de vzw Zinneke maar ook van de Franstalige tegenhanger asbl Zinneke. De beide organisaties zijn niet alleen gelijkaardig op het vlak van activiteiten, maar ook wat de samenstelling van de raden van bestuur betreft. Het enige verschil is dat er een verschillende voorzitter werd aangesteld in de raden van bestuur van de beide vzw’s. In de praktijk blijkt dus dat het onderscheid tussen de beide vzw’s artificieel is. Het agentschap adviseerde daarom dat het dan ook beter zou zijn de werking van de beide vzw’s onder te brengen in één vzw. De beide vzw’s gingen dit aftoetsen bij de verschillende subsidiërende overheden of dit een probleem zou geven. Tijdens de volgende visitatie zal dit punt door het agentschap terug op de agenda geplaatst worden bij de bespreking van het werkingsjaar 2011. In de tussentijd werd er door de beide vzw’s een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Uit de controle van de boekhouding van de vzw bleek dat de aard van de kosten overeenstemde met de in de samenwerkingsovereenkomst gemaakte afspraken. Tijdens de visitatie 2010 stelde het agentschap vast dat heel wat kosten lager lagen dan aanvankelijk voorzien. De organisatie was genoodzaakt om deze kosten gevoelig te beperken omdat een aantal subsidies door de subsidiërende overheden drastisch verlaagd werden of zelfs helemaal wegvielen. Ondanks de doorgevoerde sanering, bedroeg het geconsolideerde verlies in 2010 een bedrag van -56.831,04 euro, een verlies dat quasi volledig op asbl Zinneke werd verhaald voor een bedrag van -56.449,66 euro. Dit verlies werd in overleg met de administratie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest– Wijkopleving ondervangen met de subsidie van het werkingsjaar 2011 voor asbl Zinneke. Tijdens de visitatie 2010 werd vastgesteld dat de organisatie rekening had gehouden met alle aanbevelingen die het agentschap in de voorbije periodes deed. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Uit het dossier blijkt duidelijk dat de organisatie de deelnemers centraal stelt in haar werking via haar lokale partners, lokale sociale en culturele actoren en de vele honderden betrokken kunstenaars. Bovendien is de organisatie volwassen genoeg om regelmatig haar eigen werking te evalueren en waar nodig te heroriënteren en bij te
Pagina 87 van 105
stellen om de betrokkenheid van de deelnemers, partners, actoren en kunstenaars te kunnen blijven garanderen en zelfs te verhogen. 3.2
Samenwerking
De organisatie heeft in het verleden een zeer uitgebreid netwerk opgebouwd van partners. Deze samenwerkingen situeren zich op verschillende niveaus: a) sectorale, wijkgebonden en publieksgerichte samenwerkingsverbanden; b) samenwerkingen met de privéwereld en de sector van de sociale economie; c) samenwerking met de culturele netwerken en artistieke stadsprojecten; d) samenwerkingsverbanden met andere overheden. Het dossier bevat een uitgebreide lijst van partners, samen met een grondige motivering waarom deze partnerships nodig zijn voor de werking van de organisatie. In het dossier zitten geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Het agentschap weet echter uit de werking van de organisatie dat deze partners daadwerkelijk bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitgaven geraamd worden op 1.193.312,46 euro. Voor het eerste werkingsjaar 2013 vraagt de organisatie een subsidie van 200.000 euro. Uit het dossier blijkt dat de Zinneke Parade een uiterst complex project blijft op bi-communautair vlak, dat de grenzen van de diverse sectoren en departementen zoals kunst, jeugd, welzijn, onderwijs, sport, economie… overstijgt en op verschillende bestuurs- en interventieniveau’s actief is zoals gemeenten, gewesten, gemeenschappen, federaal en internationaal. De organisatie krijgt dan ook naast de subsidie van de Vlaamse overheid heel wat subsidies van al die andere sectoren en overheden, voor in totaal 965.512,46 euro. Het dossier bevat een gedetailleerde lijst van alle subsidiërende sectoren en overheden zoals Brussel Hoofdstedelijk Gewest, VGC, CFWB, federale overheid, Stad Brussel… samen met de toegekende bedragen. Het gevraagde subsidiebedrag aan de Vlaamse overheid is dan ook beperkt tot 16,76% van de totale inkomsten. Bovendien kan de organisatie een bedrag van 26.000 euro inschrijven aan sponsoring wat in deze economische moeilijke tijden geen vanzelfsprekendheid is. De organisatie werkt momenteel met 10,25 vte. Zij wenst dit te verhogen tot 12 vte in volledige tewerkstelling door 12 personen. De totale loonlast wordt geraamd op 635.274,32 euro. Het aantal medewerkers wordt geraamd op 486 personen voor een totale vergoeding van 245.708,20 euro. De organisatie wenst in de komende structurele ronde continuïteit te creëren door het personeel aan haar organisatie te binden met een volwaardige verloning. In het verleden was er nogal wat personeelsverloop , en bijgevolg ook een moeizaam opgebouwde expertise, omdat er niet altijd financiële werkzekerheid kon geboden worden. De organisatie wenst dit in de volgende structurele ronde te vermijden. De organisatie moet na de parade 2012 opnieuw een ander onderkomen zoeken voor haar kantoorruimte, stockruimte en productieruimte. Zij hoopt in de loop van 2013 een passende locatie te vinden waar zij al haar zakelijke en artistieke activiteiten kan bundelen in één locatie. Zolang deze locatie niet werd gevonden zal deze zoektocht een druk leggen op de werking van de organisatie. De organisatie heeft een goed uitgewerkte gedetailleerde begroting ingediend waarbij de bedragen realistisch worden ingeschat voor de verschillende activiteiten in de nieuwe periode op basis van de ervaringen uit het verleden en de ingewonnen informatie. Het Agentschap stelt dan ook vast dat bij de opstelling van deze begroting de organisatie vaak heel strikt heeft begroot zowel wat de inkomsten- als uitgavenzijde betreft zonder buitensporige bedragen in te schrijven.
Pagina 88 van 105
3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Interculturaliteit maakt uit de aard van de werking van de organisatie intrinsiek er deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie dit ook opportuun acht.
Pagina 89 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-012
Organisatie:
De Vieze Gasten vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
653.572,34 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
In 1971 ontstond in de Gentse wijk “de Muide” het vormingstheater “Vuile Mong en zijn Vieze Gasten” waarbij men jarenlang met een tent door Vlaanderen en Nederland trok. In 1995 werd de tent verlaten en een vaste thuisbasis gekozen in de wijk “De Brugse Poort” te Gent. Naast de theaterwerking als pijler werd in 2001 een buurtwerking ”Bij De Vieze Gasten” opgericht gebaseerd op twee andere pijlers: de buurtgerichte passieve participatie (= voorstellingen geprogrammeerd in de eigen zaal) en de buurtgerichte actieve participatie (= de eigen sociaal-artistieke projecten met de buurtbewoners). Na 40 jaar zal het theatergezelschap van Mong Rosseel eind 2011 ermee stoppen. De organisatie beschikt over een eigen zaal met café, repetitieruimte en kantoren in een zelfgebouwd passiefhuis. Na lezing van het dossier merkt de beoordelingscommissie op dat het typerend is voor de organisatie dat het sociaal-artistieke werk vertrekt vanuit de wijk waarin de organisatie resideert. De universele principes zoals basisdemocratie en andere in het dossier beschreven principes worden lokaal vertaald naar de specifieke context van de betreffende buurt. Uit het voorliggende dossier blijkt dan ook een gefundeerde en eigen visie op het sociaalartistieke werken in de betreffende wijk. De beoordelingscommissie stelt vast dat de eigen methodiek uitgebreid, concreet en genuanceerd wordt beschreven. Bij “de Vieze Gasten” staat zowel voor een zaalprogrammatie als een projectwerking. De organisatie omschrijft zich dienaangaande als een integrale werking waarbij het receptieve of passieve luik (= zaalprogrammatie) intens interageert met een productief of actief luik (= sociaal-artistieke projecten). Deze onderlinge verwevenheid wordt in het dossier gestaafd met verschillende voorbeelden. De beoordelingscommissie vindt het belangrijk dat dit onderscheid ook in de toekomst gehanteerd blijft, samen met de focus van de werking op sociaal-artistieke projecten met de bewoners. De beoordelingscommissie stelt in het dossier vast dat de deelnemers in de projecten en de totale werking van de organisatie op een diverse wijze, in verschillende hoedanigheden en op een uitgebreide manier, worden betrokken. De deelnemers zijn bewoners van een “wereld in het klein” waar interculturaliteit een natuurlijk en veranderlijk gegeven is in de wijk. De beoordelingscommissie vindt dat de organisatie met deze uitdaging op een realistische en ervaren manier omgaat. Tal van sociaal-artistieke projecten zijn permanent of hebben een vaste waarde. De beoordelingscommissie vindt dit belangrijk en onderstreept dat deze projecten ook permanent beweeglijk blijven en verder evolueren. Evolutie slaat daarbij niet enkel op het openstaan voor nieuwe deelnemers, maar ook voor nieuwe artistieke input, werkwijzen en vormgeving. De beoordelingscommissie ziet in dat de organisatie zich bewust is van de waarde van een permanente werking in de wijk en ze probeert tegelijkertijd veranderingen mogelijk te maken en zelfs te initiëren. De beoordelingscommissie waardeert dat de grenzen van de wijkwerking als uitvalsbasis, inspiratiebron en bindmiddel doorbroken worden door bovenlokaal overleg, het
Pagina 90 van 105
internationale gegeven en de vernieuwing in de hand werken.
eigen
zaalprogrammatie.
Deze
elementen
kunnen
De beoordelingscommissie vraagt de organisatie om haar corebusiness m.n. de sociaalartistieke werking niet uit het oog te verliezen bij de uitbouw van haar receptieve werking. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking neemt kennis van de inhoud van de repliek van de organisatie en stelt vast dat de repliek geen nieuwe elementen bevat zodat zij bij haar advies blijft om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 91 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-012
Organisatie:
De Vieze Gasten vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
653.572,34 euro
Beknopte historiek organisatie
In 1971 ontstond in de Gentse wijk “de Muide” het vormingstheater “Vuile Mong en zijn Vieze Gasten” dat jarenlang met een tent door Vlaanderen en Nederland trok. In 1995 werd de tent verlaten en een vaste thuisbasis gekozen in de wijk “De Brugse Poort” te Gent. Naast de theaterwerking werd in 2001 een buurtwerking ”Bij De Vieze Gasten” opgericht gebaseerd op twee pijlers: de buurtgerichte passieve participatie (= voorstellingen geprogrammeerd in de eigen zaal) en de buurtgerichte actieve participatie (= de eigen sociaal-artistieke projecten met de buurtbewoners). Na 40 jaar is het theatergezelschap eind 2011 ermee gestopt. De organisatie beschikt over een eigen zaal met café, repetitieruimte en kantoren in een zelfgebouwd passiefhuis. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 446.384,66 euro. Tijdens het werkingsjaar 2010 is de organisatie er in geslaagd om het gecumuleerd verlies om te buigen naar een positief eigen vermogen door een strikte budgetopvolging. De stijging van de subsidie resulteerde niet in een verhoging van de eigen komsten omdat de bijkomende subsidie werd gebruikt om het team inhoudelijk te versterken. Het agentschap merkte op in het verslag 2010 dat niet elke verhoging van subsidies noodzakelijk een stijging van de inkomsten genereert. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
De wijk “De Brugse Poort” is voor de organisatie de uitvalsbasis, inspiratiebron en het bindmiddel voor al haar projecten. De organisatie beperkt zich echter sinds enkele jaren niet meer alleen tot deze wijk, maar probeert deze “grenzen” te doorbreken door ook projecten op poten te zetten in andere wijken en delen van de stad Gent, en zelfs daarbuiten. Men gaat hierbij steeds op zoek naar logische en zinvolle uitwisselingen die verrijkend zijn voor alle partijen. Centraal in al haar projecten is de bezorgdheid voor de betrokkenheid van de deelnemers. Opvallend is dat de organisatie hierbij niet spreekt van kansengroepen maar dat zij een zo divers mogelijk, nieuwsgierig en geïnteresseerd mogelijk publiek uit alle bevolkingslagen wenst te bereiken dat voluit en actief kan/wil deelnemen aan haar projecten. Deze betrokkenheid tracht men te realiseren door de aard en de invulling van de projecten, de open toegankelijkheid van de organisatie, de nabijheid van het personeel, de manier van communicatie, een bewust gevoerde prijzenpolitiek, door diverse vormen van samenwerking en door de uitnodigende sfeer van haar infrastructuur in de wijk. De organisatie vat het goed samen in het dossier door te stellen “vertrek van waar de mensen staan, vertrek vanuit een analyse van de realiteit en vertrek niet van waar jijzelf zou willen dat de mensen staan.”
Pagina 92 van 105
3.2
Samenwerking
De organisatie geeft in het dossier een lange lijst van partners waarmee wordt samengewerkt. De partners situeren zich op elk vlak van de samenleving, zowel in binnen- als buitenland, vertrekkende vanuit de vestiging van de organisatie aan het Pierkespark, over de Brugse Poort en de stad Gent tot Vlaanderen en het buitenland, inclusief Wallonië. In het dossier zitten enkele samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen. Voor de partners waarvoor er geen documenten in het dossier zitten weet het agentschap uit de werking van de organisatie dat deze daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitgaven geraamd worden op 905.869,98 euro. De gevraagde subsidie bedraagt in het eerste jaar 627.849,74 euro. De organisatie krijgt nog subsidies van andere overheden voor een totaalbedrag van 133.159,84, voornamelijk de stad Gent, via diverse stimuleringsprogramma’s zoals “Creëer je Wijk”, “Wijk aan Zet”… en de provincie OostVlaanderen. De resterende omzet ten bedrage van 144.860,40 euro wordt verkregen via een goed draaiende zaalwerking, sinds meer dan 4 jaar met de erbij horende kaartenverkoop, barwerking, uitkoopsommen, coproducties en samenwerkingen. Eind 2011 kwam er een einde aan de werking van het theatergezelschap “Vuile Mong en zijn Vieze Gasten” na een carrière van 40 jaar. Om deze leegte op te vangen wil de organisatie, na een aanloop in de vorige structurele ronde, met de theatergroep Plon Général haar theaterwerking verder zetten. Deze theatergroep vormt de vijfde pijler in haar projectwerking naast “De Propere Fanfare”; de schrijfclub “De Schuunschgreivers”; fotocollectief “Fixatief” en straattheatergroep “Koekoek”. In het dossier wordt op een gedetailleerde wijze elk onderdeel van deze deelwerking beschreven. De organisatie heeft de afgelopen jaren ingezet op de rationalisering van haar werking rekening houdend met de beschikbare middelen: a) de zaalwerking werd verminderd tot 2 presentatiedagen per week; b) bij “De Voorstellingen” werd er steeds samengewerkt met een andere organisatie; c) de vrijwilligers voor de zaalwerking werden geresponsabiliseerd ; d) het wegvallen van de theaterwerking; de verzelfstandiging van het project “Goeste Majeur” en het krijgen van een volwaardig permanent karakter van theatergezelschap “Plon Générale” en straattheatergezelschap “Koekoek” en tenslotte e) de responsabilisering van de participanten bij de permanente projecten. Deze maatregelen dienen om de werkdruk te verlagen en moeten ressorteren in een positief financieel effect. Op organisatievlak werden onderdelen van de organisatiestructuur kritisch onder de loep genomen zoals werd o.a. de samenstelling van de Raad van Bestuur herzien en werd ecologische duurzaamheid verder uitgebouwd als algemene zakelijke beleidslijn binnen de organisatie. In de vorige structurele ronde wenste de organisatie haar projecten beter te ondersteunen door haar begeleiders langer bij een project te betrekken en beter te honoreren. Rekening houdend met de andere prioriteiten in die periode en de beschikbare inkomsten is dit niet kunnen gerealiseerd worden. De organisatie wenst in de nieuwe structurele ronde haar vaste personeelsbestand van 10 personen zakelijke omkadering aan te vullen met de aanwerving van 2 bijkomende personen m.n. een bediende onthaal/administratie aanvullend voor 13/38u en een bediende diversiteitsmedewerker aanvullend voor 19/38u. Op jaarbasis voorziet de organisatie 10,36 VTE voor haar werking bestaande uit de 22 personeelsleden: de 12 voornoemde personeelsleden aangevuld met 10 uitvoerende/scheppende kunstenaars die bij de verschillende projecten zijn betrokken voor een totale loonkost van 574.603,70 eur. De totale loonkost in 2010 bedroeg 378.816,29 euro hetzij een stijging met 195.787,41 euro voor 10,23 vte in 2013. Het agentschap stelt vast dat deze verhoging uitsluitend te wijten is aan de verhoging van de loonkosten van de personeelsleden. Het agentschap
Pagina 93 van 105
maakt voorbehoud bij de voorgestelde verhoging van de personeelsleden. Deze verhoging overstijgt zelfs de indexaanpassingen van de voorbije jaren. Bovendien vindt men in het dossier weinig elementen om deze stijgingen te verklaren. De vergoeding van medewerkers via Kleine Vergoedingsregeling, SBK of vrijwilligersstatuut wordt geraamd op 24.370 euro voor 146 personen terwijl dat deze vergoeding in 2010 58.517,86 euro bedroeg voor 122 personen. Men wenst niet alleen de medewerkers beter te betalen maar probeert ook de best gekwalificeerde medewerkers voor de projecten aan te trekken wat ook zijn prijs heeft. 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit intrinsiek deel er van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie bevestigt de goede lezing van het dossier door het agentschap waarbij het agentschap weet door te dringen tot de essentie van de werking van de organisatie en de verschillende onderdelen ervan. Op het vlak van het personeelsbeleid en –kost wenst de organisatie enkele verduidelijkingen te maken. De organisatie maakt duidelijk dat de loonkosten berekend worden volgens de voorwaarden van het PC 304 en uitgaande van een jaarlijkse loonindexering van 2%. Het overbrengen van de cijfergegevens naar de verschillende excel-bestanden van het formulier is niet altijd vlekkeloos gelopen. De organisatie vertrekt van een geraamde loonkost terwijl het agentschap rekening houdt met de gecontroleerde werkelijke loonlast van 2010 als vertrekbasis. Bovendien wordt de spanning aangehaald tussen de interne werking van de organisatie met de behoeften naar verhoging van het aantal VTE in het kader van de geplande werking in de nieuwe structurele periode en de beschikbare subsidies. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek maar ziet geen nieuwe elementen om zijn advies te wijzigen en blijft bij het oorspronkelijke advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 94 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-013
Organisatie:
Unie der Zorgelozen vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
590.000,00 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De Unie der Zorgelozen is een sociaal-artistiek gezelschap in Kortrijk dat creëert vanuit een sterk maatschappelijk engagement. Ze tracht de barrières te breken tussen de mensen, hun verhalen te verzamelen en ze terug te vertellen aan de gemeenschap waaruit ze zijn ontstaan. De voedingsbodem van de werking is de sociale beweging waarbij tijdens kookavonden, theaterbezoeken, Kerstfeest, fietstochten en vele andere initiatieven artistieke creaties ontstaan. De organisatie maakt in de eerste plaats theater waarbij het dagelijkse gevecht van de kleine mens met de wereld rondom hem wordt omgezet in universele, volkse en ongepolijste vertellingen. Er wordt daarnaast ook geschreven, getekend, gefotografeerd, gemusiceerd en met glas en met textiel gewerkt. De resultaten van deze creaties vinden plaats in en rond voorstellingen, in het halfjaarlijks magazine “De Gazet” en in verschillende andere projecten. Na lezing van het dossier stelt de beoordelingscommissie vast dat de sociale beweging alomtegenwoordig is in de werking van de organisatie, voortgestuwd door het credo “Verbreek, Verzamel, Vertel” waardoor zij sociaal-artistiek actief is in een volkse buurt vanuit een nieuw volkshuis “De Scala”. De deelnemers worden in alle lagen van de werking betrokken en verantwoordelijk gemaakt. Naast deze sociale drijfveer is de organisatie echter ook doordrongen van een oprecht streven naar een hoogstaande artistieke finaliteit. De Unie slaagt erin om haar deelnemers consequent niet alleen op sociaal vlak, maar ook op artistiek vlak te emanciperen. De kwaliteit van het sociaalartistieke concept van de organisatie staat buiten kijf, waarvan het uitstekende parcours van de afgelopen jaren ook getuigt. De lokaal geïnspireerde artistieke keuzes en werking versterken consequent de identiteit/profiel van het huis. De organisatie kiest ervoor om organisch te werken, op maat en ritme van de deelnemers. De fundamenten waarop de werking van de organisatie is gestoeld, blijven onveranderd, maar er is een verbreding naar andere disciplines wat de beoordelingscommissie alleen maar kan toejuichen. De beoordelingscommissie stelt vast dat, naast sociale samenwerkingsverbanden, de zorg voor kwaliteitsvolle artistieke begeleiding en finaliteit gewaarborgd blijft. De organisatie heeft een sterk ontwikkelde sociaal-artistieke visie die continu verder geëxploreerd wordt. De Unie is bijgevolg een dynamische organisatie die echter nooit de noden van zijn deelnemers uit het oog verliest en hen steeds een warm nest, een vrijplaats biedt. Uit het dossier blijkt dat de invulling van de Scala ruimer wordt dan louter een creatieen ontmoetingsplek voor de organisatie. Het gebouw krijgt de functie van een sociaalartistiek centrum met gemeenschapsvormende werking waar presentatie, creatie, ontmoeting en receptief gebruik door derden een plaats krijgen. De commissie vindt dit een positief nieuw element in de verdere ontwikkeling van de Unie omdat dergelijke invulling van de Scala het sociale en sociaal-artistieke weefsel van de organisatie nog zal versterken. Verder scoorde de organisatie altijd al goed op het vlak van interculturaliteit. Dit aspect zal naar de toekomst nog toenemen omdat de organisatie met de Scala zich bewust openstelt voor de multiculturele buurt waarin ze is gevestigd. De beoordelingscommissie vraagt de organisatie om haar corebusiness m.n. de sociaal-
Pagina 95 van 105
artistieke werking niet uit het oog te verliezen bij de uitbouw van deze receptieve werking. Positief is eveneens de voortdurende aandacht voor de borging van het opgebouwde oeuvre door middel van een consequent uitgebouwd publiciteitsbeleid. De Unie ijvert daarnaast ook om het sociaal-artistieke werk een grotere plek te geven binnen de reguliere programmering van de kunst- en cultuurcentra, een streven dat de commissie ten volle steunt. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 96 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-013
Organisatie:
Unie der Zorgelozen vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
590.000,00 euro
Beknopte historiek organisatie
De Unie der Zorgelozen is een sociaal-artistiek gezelschap in Kortrijk dat creëert vanuit een sterk maatschappelijk engagement. Zij trachten de barrières te breken tussen de mensen, hun verhalen te verzamelen en ze terug te vertellen aan de gemeenschap waaruit ze zijn ontstaan. De voedingsbodem van de werking is de sociale beweging waarbij tijdens kookavonden, theaterbezoeken, kerstfeest, fietstochten en vele andere initiatieven artistieke creaties ontstaan. De organisatie maakt in de eerste plaats theater waarbij het dagelijkse gevecht van de kleine mens met de wereld rondom hem wordt omgezet in universele, volkse en ongepolijste vertellingen. Er wordt daarnaast ook geschreven, getekend, gefotografeerd, gemusiceerd, met glas en met textiel gewerkt. De resultaten van deze creaties vinden hun plaats in en rond deze voorstellingen, in het halfjaarlijks magazine “De Gazet” en in verschillende andere projecten. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 417.875,98 euro. Op zakelijk vlak wordt de organisatie sterk gedragen door haar zakelijke leidster. Zij heeft een zeer grote zakelijke kennis opgebouwd door haar jarenlange ervaring in de podiumkunstensector die zij nu ter beschikking stelt van een organisatie in de sociaal-artistieke sector. Uit de evaluatie 2010 blijkt dat de organisatie voor een stuk nog haar weg moet zoeken naar de juiste vorm van rapportering naar het agentschap over haar zakelijke en artistieke werking in de betreffende periode. De organisatie is echter steeds bereid haar rapportering aan te passen aan de noden en vragen van het agentschap om zo een duidelijk beeld te kunnen scheppen van de organisatie. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Het agentschap stelt vast na lezing van het dossier dat de betrokkenheid van de deelnemers centraal staat in de werking van de organisatie. Er wordt steeds over mensen gesproken in het dossier, nooit over doelgroepen. De organisatie spreekt van een methodiek die vorm krijgt vanuit de “nulgraad”. Deze methodiek geldt voor alle disciplines waarin de organisatie werkzaam is. Men vertrekt steeds vanuit een lege ruimte, het lege blad,… m.a.w. het nulpunt van elke vertelling of traject. Inhoud ontstaat altijd door de wijze van invulling van de nulgraad door de deelnemers, uit hun dialoog en de confrontatie met elkaar en elkaars verhaal zodat het verhaal steeds zeer dicht bij de mens wordt gehouden. Uiteindelijk na het volledige proces doorlopen te hebben van het ruwe ongepolijste materiaal dat de betrokken deelnemers aanbieden tot de uiteindelijke voorstelling krijgt men een voorstelling waarin de deelnemer iedere keer weer thuiskomt in een door hemzelf mee ontworpen werkelijkheid. Naast de methodiek van de “nulgraad” is ook de voortdurende bekommernis van de organisatie om de sociaal en artistieke emancipatie van haar deelnemers op een continue manier vol te houden kenmerkend in de werking van de organisatie. Dit tracht de organisatie te realiseren door
Pagina 97 van 105
niet met afzonderlijke projecten te werken maar met een doorlopende continue werking op de lange termijn. Zo komen de deelnemers niet in een zwart gat terecht na afloop van een bepaalde vertelling of traject maar blijven zij permanent ondersteund en betrokken bij de werking van de organisatie. De deur van de organisatie staat steeds open voor de deelnemers op elk moment van de dag en men vindt er steeds een luisterend oor. 3.2
Samenwerking
De organisatie kiest bewust haar partners die het dichtst aansluiten bij haar methodiek en taal. Duurzame partnerschappen kunnen, volgens de organisatie, alleen maar ontstaan vanuit een gedeeld verhaal en situeren zich dan ook in de nabije omgeving, de grootregio Kortrijk. Het dossier geeft een uitgebreide lijst van partners die betrokken zullen worden bij de nieuwe structurele ronde. In het dossier worden geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen opgenomen. Voor de opgesomde organisaties in het dossier weet het agentschap uit de werking van de organisatie in het verleden dat deze partners daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
Uit het dossier blijkt duidelijk dat de organisatie zeer goed heeft nagedacht over haar werking in de nieuwe structurele periode rekening houdend met haar ervaringen uit het verleden. De organisatie beschrijft gedetailleerd haar geplande activiteiten tot o.a. op het niveau van de deelnemers en de partners die bij de activiteiten worden betrokken. Deze activiteiten zijn o.a. theater, film, publicaties, muziek, beeldend werk, verzameld werk…. Gekoppeld aan deze gestroomlijnde manier van werken heeft de organisatie ook een beter zicht gekregen op haar financiële werking waar zo veel mogelijk gerationaliseerd werd. Men streeft in de nieuwe structurele periode naar een transparante, haalbare, coherente en krachtige werking. De organisatie huurt op dit moment een huis van het leef- en zorghuis “De Korenbloem” in Kortrijk. In september 2009 werd het gebouw “Scala” gekocht door de organisatie van de stad Kortrijk. Dit gebouw werd gefinancierd door een lening bij de Triodos Bank van 200.000 euro op 20 jaar met borgstelling door OCMW Kortrijk; een rentevrije lening van Netwerk Rentevrij van 25.000 euro; een rentevrije lening van de achterban van de organisatie voor 25.000 euro en een aankoopsubsidie van de Nationale Loterij (Armoedebestrijding) van 75.000 euro. De aankoopprijs bedroeg 350.000 euro, inclusief aankoop, registratiekosten en algemene onkosten. De renovatie van het gebouw wordt geraamd op 1.055.000 euro. De organisatie heeft reeds voor 998.000 euro engagementen kunnen realiseren: 688.000 euro bij het FOCI, de provincie WestVlaanderen voor 100.000 euro. De organisatie is nog in onderhandeling met de stad Kortrijk voor 210.000 euro. Er blijft dus een tekort van 57.000 euro die de organisatie nog tracht op te vangen in de nabije toekomst. Daarnaast dient de organisatie nog voor een bedrag van 300.000 euro technisch materiaal en tribune aan te kopen, een kelder in te richten en een akoestische studie te laten uitvoeren zodat het totale kort aan middelen voor de Scala 357.000 euro bedraagt. Deze financiële middelen hiervoor worden volgens de organisatie als volgt verkregen: 37.500 euro van de Nationale Loterij voor renovatiewerken; 150.000 euro via sponsoring door geselecteerde personen/bedrijven/ondersteuners; 18.750 euro van de Nationale Loterij voor inrichtingskosten; 25.000 euro van de Nationale Loterij voor opstart nieuwe projecten; een bestemd fonds voor 100.000 euro opgebouwd gedurende 4 jaren aan 25.000 per jaar uit de eigen middelen; een besparing van 10.000 euro door sommige werken te laten doen door vrijwilligers; 10.000 euro via een renteloze lening van de achterban van de organisatie en een kleinere campagne met fiscale aftrek voor de giften. Na de realisatie van het gebouw zal de huurkost van 5280 euro wegvallen maar zal de energiekost stijgen met 9900 euro tot 18.221 euro. Bovendien zullen de afbetalingen van de verschillende leningen de organisatie verplichten om zeer goed te budgetteren in de
Pagina 98 van 105
komende jaren met een voortdurende budgetbewaking. De opening van de vernieuwde Scala is voorzien in juni 2014. De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij de inkomsten en de uitgaven worden geraamd op 679.852 euro. Naast de gevraagde subsidie van 590.000 euro heeft de organisatie een gevarieerde subsidiestroom voor een totaal bedrag van 89.852 euro waaronder bijdragen van de provincie West-Vlaanderen voor een bedrag van 14.000, de stad Kortrijk voor een bedrag van 8000 euro en 34.370 euro andere subsidies. De inkomsten uit verkoop tickets, uitkoopsommen, samenwerkingen en foyer worden geraamd op 23.260 euro. Tenslotte wenst de organisatie een bedrag van 10.222 euro te onttrekken aan de bestemde fondsen om de rekening sluitend te maken. Met de verhoging van het gevraagde subsidiebedrag wenst de organisatie a) 1 vte voor techniek en infrastructuur aan te werven; b) haar vrijwilligers beter te vergoeden; c) een receptieve werking uit bouwen door programmering en publiekgerichte activiteiten in de ruimte Scala; d) indexering van de lonen, materialen en grondstoffen te financieren; e) ruimer budget voor artistieke productiekosten en f) verhoging van de afschrijvingen en enkele posten zoals communicatie en energie. De organisatie wenst in de komende periode haar werking uit te bouwen met een vaste personeelsploeg. De organisatie weet uit ervaring dat het uitbouwen van een werking met tijdelijke werknemers, die niet altijd volledig vertrouwd zijn met de eisen van een sociaal-artistieke werking, niet altijd evident is. De organisatie wenst daarom, rekening houdend met de eisen van de technische uitbating van de Scala en de geplande werking in het nieuwe gebouw in de volgende structurele periode, over te gaan tot de aanwerving van twee extra personeelsleden: een verantwoordelijke voor theatertechniek, infrastructuur en productie en een medewerker sociale opvolging en ontmoeting in functie van de nieuwe werk- en leefcontext. De huidige 5 werknemers worden dus uitgebreid naar 7 werknemers. De organisatie vermeld in het dossier dat slechts één personeelslid via subsidies zal worden vergoed. De andere werknemer wordt gedetacheerd via het OCMW Kortrijk. Het aantal vte van de organisatie komt daarmee op 6,54 vte. De totale loonkost wordt geraamd op 360.256,72 euro. De vergoedingen aan de medewerkers wordt geraamd in 2013 op 26.600 voor 213 medewerkers terwijl deze vergoedingen in 2010 9832,92 euro bedroeg voor 171 medewerkers. De organisatie wenst dus duidelijk haar medewerkers beter te betalen wanneer ze tewerkgesteld worden in de nieuwe locatie. Deze personeelsploeg beslaat de volledige werking van de organisatie in haar nieuwe locatie in een nieuwe buurt die verschillende uitdagingen zal stellen aan de organisatie in de komende jaren: artistieke creatie, zakelijke opvolging, inhoudelijke coördinatie, technische realisatie, productie en logistiek, sociale dynamiek en instroom. Er zal enkel nog beroep gedaan worden op externen wanneer de expertise niet in huis is zoals video, film of beeldende kunsten. Rekening houdend met het voorgaande is het agentschap voorstander voor het aanwerven van dit extra personeelslid, ook al omdat het andere personeelslid ter beschikking wordt gesteld door het OCMW Kortrijk, wat aantoont dat de organisatie nagedacht heeft over het delen van verantwoordelijkheden voor haar werking . Het Agentschap merkt op dat de organisatie heel wat werk gestoken heeft in het financieel uitwerken van haar dossier. De organisatie is op een heel grondige gedetailleerde wijze te werk gegaan tot op het niveau van elke activiteit. Er werd tussen de verschillende begrotingsposten en haar activiteiten een duidelijke link gelegd zodat de in de begroting ingeschreven bedragen door het agentschap op hun realiteitsgehalte kunnen getoetst worden. Dezelfde oefening werd gedaan voor het personeelsbestand van de organisatie. Ook hier werd door de organisatie de volledige oefening doorgevoerd in de loonkosten van elk personeelslid op basis van de parameters van PC 304 voor de podiumkunsten zodat het agentschap ook hier een duidelijk beeld krijgt van de samenstelling van de loonkosten voor de nieuwe structurele periode. Rekening houdend met het voorgaande stelt het agentschap vast dat de ingeschreven bedragen in de begroting realistisch worden ingeschat op basis van de ervaringen uit het verleden, de parameters opgesomd in PC 304 en de ingewonnen informatie.
Pagina 99 van 105
3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie benadrukt in haar repliek dat de garantie op kwaliteit en de versterking van het Scala-verhaal enkel realiseerbaar is binnen het gevraagde subsidiebedrag, m.a.w. mits een verhoging van 150.000 euro ten opzichte van de huidige subsidie. Het agentschap neemt kennis van de inhoud van deze repliek maar ziet geen nieuwe elementen om zijn advies te wijzigen en blijft bij het oorspronkelijke advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 100 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-014
Organisatie:
CAW Stimulans - De Figuranten vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Artistiek advies
399.991,86 euro
Beoordeling volgens artistieke criteria
De organisatie zet reeds tien jaar artistieke processen op met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen in combinatie met reguliere groepen in de ruime regio van Menen. Men creëert kansen om samen met een team van artistieke en sociale medewerkers een groepsgebonden proces uit te werken vanuit ieders individuele kwaliteiten wat leidt tot universele artistieke creaties. De beoordelingscommissie stelt vast dat het helder geschreven dossier een sterke visie op het sociaal-artistieke werk weerspiegelt. De organisatie slaagt erin kwaliteitsvolle producties op poten te zetten met weloverwogen keuzes wat betreft het artistiek medium, zoals film, theater, muziek…, thema’s en deelnemers. De Figuranten gaan ook ‘op tour’ met deze producties. Meer nog, touren is een strategische keuze geworden. De beoordelingscommissie vindt dat de organisatie met deze uitdaging in de komende beleidsperiode interessant omgaat. Touren wordt onderzocht als een middel om zowel de spelkwaliteit van de deelnemer, het opnemen van verantwoordelijkheid door de deelnemer, alsook het netwerken en de positionering van de organisatie te vergroten. Producties komen tot stand door een gerichte keuze van artiesten. Het principe van wisselende kunstenaars leidt naar een variëteit van werkprocessen en voorstellingsvormen. De beoordelingscommissie apprecieert dat de organisatie veel inzet op de betrokkenheid van de deelnemers, hoewel het niet altijd duidelijk is in het dossier hoe deze deelnemers tot bij de organisatie komen. Voor een aantal producties is dit voor de hand liggend zoals de voorgestelde creatie in het psychiatrisch ziekenhuis van Menen. Eenmaal deelnemers betrokken zijn bij een project van de organisatie wordt er zeer zorgvuldig mee omgegaan en vertrekt de organisatie vanuit de “individuele marginaliteit” van de deelnemer zelf. Elke deelnemer telt voor de organisatie en is op zich een voorwaarde tot het maken van keuzes naar de artistieke productie toe, zowel tijdens het creatieproces als daarbuiten met ruimtes waar de deelnemer zichzelf kan zijn, alleen of in gezelschap. De organisatie creëert dus voorwaarden om de deelnemers in de beste omstandigheden te laten werken. De deelnemers worden beschouwd als deelkunstenaars. Procesbegeleiding moet zowel op sociaal vlak als op artistiek vlak gebeuren. De organisatie is hier op een zeer hoog niveau mee bezig. De organisatie werkt zowel op het sociale als het artistieke vlak samen met relevante organisaties zoals Wit.h, Braakland/ZheBilding, Theater Antigone, Victoria Deluxe. De beoordelingscommissie stelt vast dat de artistieke procesbegeleiding zeer goed wordt uitgelegd en beschreven in het dossier. De Figuranten zijn gehuisvest in Menen en de grensstreek en gaan op een bewuste manier om met deze context. De projecten rond het lokale en regionale erfgoed, i.s.m. erfgoedpartners, zijn daar een mooi voorbeeld van.
Pagina 101 van 105
De organisatie ontwikkelt zich tot een belangrijke speler in het sociaal-artistieke veld, neemt het voortouw wat de spreiding betreft, en vindt zowel op het sociale als artistieke vlak de juist partners om mee samen te werken. De beoordelingscommissie kan besluiten dat de organisatie de lat hoog legt in haar werking, steeds op zoek gaat naar interessante samenwerkingen en een vernieuwende aanpak en een frisse kijk heeft op haar werking. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. De Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Sociaal-Artistieke Werking om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 102 van 105
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-SA-OR-014
Organisatie:
CAW Stimulans - De Figuranten vzw
Gemiddeld gevraagd bedrag: 1
Zakelijk advies
399.991,86 euro
Beknopte historiek organisatie
“De Figuranten” maakt deel uit van de overkoepelende welzijnsorganisatie CAW Stimulans vzw, afdeling Menen, zoals de gevangenewerking of de werking met psychiatrische patiënten ook deel uitmaakt van de werking van de organisatie. De organisatie moet dan ook gezien worden als een deelwerking binnen deze organisatie op sociaal-artistiek vlak. De organisatie zet reeds tien jaar artistieke processen op met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen in combinatie met reguliere groepen in de ruime regio van Menen. Men creëert kansen om samen met een team van artistieke en sociale medewerkers een groep gebonden proces uit te werken vanuit ieders individuele kwaliteiten dat leidt tot universele artistieke creaties. De basis van de werking is laagdrempeligheid, procesmatig denken en werken aan een zo goed mogelijk eindresultaat. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Uit de resultatenrekening kan het onderdeel “sociaal-artistieke” werking van de globale werking van de vzw CAW Stimulans afgeleid worden op basis van een analytische boekhouding. De organisatie wordt structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. De subsidie 2011 bedroeg 236.421,28 euro. In 2010 heeft de organisatie een kleine winst gerealiseerd van 1069,70 euro. De organisatie heeft een eigen vermogen opgebouwd einde 2010 van 9222,98 euro. Tijdens de controle van het werkingsjaar 2010 heeft het agentschap een aantal tekorten vastgesteld bij de rapportering van de werking voor dat jaar. Aan de organisatie werd gevraagd om deze tekorten alsnog aan te vullen, te verbeteren of om met de opmerkingen rekening te houden bij de volgende rapportering voor het werkingsjaar 2011. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Betrokkenheid van de deelnemers
Het agentschap stelt vast dat de inzet en de inhoud van de werking van de organisatie ontstaat uit een dialoog en permanente wisselwerking tussen deelnemers en professionele kunstenaars. Kunstenaars die vanuit hun eigen werkveld en ervaring mogelijkheden scheppen, concepten en vertrekpunten bedenken voor projecten die directe aanleiding zijn om met de deelnemers een artistieke arbeid te ontwikkelen. Het eindproduct wordt gestuurd door een wisselwerking van deze professionals en de deelnemers tijdens werkmomenten/repetities. Er is een gedeelde collectieve verantwoordelijkheid. De deelnemers worden aangemoedigd om het materiaal maximaal te interpreteren. De deelnemers worden spelers, makers en denkers. Zij bepalen mee de vorm en de inhoud van de voorstelling. Zij verbinden het aangeboden materiaal met hun eigen perspectief, visie, interpretatie en leefwereld. Tenslotte waakt de organisatie er over dat de uiteindelijke inhoud van de creatie meer moet zijn dan de rechtstreekse uitdrukking van de verzuchtingen en de noden van de individuele marginaliteit van de deelnemers.
Pagina 103 van 105
3.2
Samenwerking
De organisatie heeft de afgelopen jaren een stevig netwerk van partners uitgebouwd. In de komende periode wil men met sommige partners een intensievere samenwerking uitbouwen zoals met Wit.h, Braakland/ZheBilding, Theater Antigone, Victoria Deluxe en cc De Steiger door samen een coproductie op te zetten. De organisatie vermeldt in haar dossier een uitgebreide lijst van partners waar in het verleden maar ook in het toekomst mee gewerkt werd of wordt. Deze partners kunnen ingedeeld worden in drie groepen m.n. a) sociaal; b) artistiek en c) organisatorisch/logistiek. In het dossier worden geen samenwerkingsovereenkomsten of intentieverklaringen opgenomen. Voor de opgesomde organisaties in het dossier weet het agentschap uit de werking van de organisatie in het verleden dat deze partners daadwerkelijk hebben bijdragen tot de artistieke werking van de organisatie. 3.3
Sporen inhoudelijk en financieel beleidsplan
De organisatie heeft een begroting in evenwicht ingediend waarbij inkomsten en uitgaven geraamd worden op 427.985 euro. De gevraagde subsidie bedraagt in het eerste jaar 397.985 euro. De organisatie mag gebruik maken van gratis infrastructuur aangeboden door de stad Menen zoals de ruimtes in cc De Steiger of steun van de technische dienst bij bepaalde voorstellingen. Daarnaast geeft de stad Menen een bedrag van 2500 euro om mee te werken aan het festival “Zomer Menen”. De provincie West-Vlaanderen geeft een subsidie van 5000 per jaar. De organisatie zal in elk jaar van de structurele periode een dossier indienen voor het verkrijgen van een subsidie van 5000 euro bij het Vlaams Fonds voor de Letteren voor het schrijven van een theatertekst. De organisatie is bewust van de beperkte middelen en stelt als doel in de nieuwe periode om op zuinige, verantwoorde en dynamische manier om te gaan met de toegekende middelen. Bovendien wil de organisatie verder actief en creatief op zoek gaan naar extra-fondsen om haar werking gestaag te laten groeien door o.a. meer gebruik te maken van het aanvragen van Europese of provinciale subsidies via hun eigen reglementeringen. Als autonome en zelfsturende werking blijft de samenwerking op zakelijk, logistiek en administratief vlak met de koepelvzw verder gehandhaafd. Op personeelsvlak wenst de organisatie in de nieuwe structurele periode de middelen in te zetten om a) een polyvalente medewerker voltijds te engageren; b) de vaste ploeg volwaardig te vergoeden samen met een grotere tewerkstellingsgraad en c) het team uit te breiden met een voltijdse polyvalente bediende met administratieve, financiële, commerciële en communicatieve taken door 1 persoon te werven als 1 vte met een loonkost van 44.687 euro. De loonkost voor deze vaste personeelsleden, samen 6,03 vte ingevuld door 13 personeelsleden, wordt geraamd op 275.315 euro. In 2010 was er een tewerkstelling van 3,68 vte, ingevuld door 9 personen, voor een totale loonkost van 142.157,58 euro. De loonkost werd berekend op basis van PC 304. De vergoedingen aan de medewerkers worden geraamd op 31.700 euro in 2013 voor 166 medewerkers als uitvoerend/scheppende kunstenaars of technisch/artistieke medewerkers. Zij worden vergoed via KVR, vrijwilligers of tegen onkostenstaat. In 2010 werden 74 personen vergoed als medewerkers voor een totaalbedrag van 8.259 euro. Uit het dossier blijkt dus duidelijk dat de organisatie, rekening houdend met de geplande activiteiten en de vergoeding van haar personeelsleden, ingezet heeft op een betere vergoeding van deze personeelsleden en medewerkers om hen zo een gedeeltelijke compensatie te kunnen aanbieden voor de vele overuren die in het verleden werden gepresteerd en die niet vergoed werden. Bovendien blijkt ook uit het dossier dat de voorgestelde projecten een arbeidsintensieve begeleiding vereisen zowel op zakelijkfinancieel als artistiek vlak dat met het huidige kader bijna niet realiseerbaar is. Op het vlak van de verantwoording van de ingeschreven bedragen in de begroting geeft de organisatie niet altijd een duidelijke verantwoording op welke basis deze bedragen worden ingeschreven of hoe de samenstelling van deze bedragen te verantwoorden is in
Pagina 104 van 105
relatie tot de geplande activiteiten. Sommige cijfers zoals de personeelskosten worden goed verantwoord maar andere cijfers, zoals productiekosten worden zonder meer vooropgesteld zodat het Agentschap niet altijd kan inschatten of deze bedragen reëel zijn of niet voor een bepaalde activiteit. Op dit vlak schiet het dossier dus soms te kort 3.4
Concretisering van de interculturaliteit
Uit de aard van de werking van de organisatie maakt interculturaliteit hier intrinsiek deel van uit. Op het vlak van de samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering geeft het dossier over dit aspect geen specifieke informatie. Het agentschap formuleert dan ook geen appreciatie ter zake. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 105 van 105