Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-001
Organisatie:
Houthandel Antwerpen
Gevraagd bedrag:
100.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Houthandel Antwerpen is een blaaskwintet dat in 2005 ontstond vanuit het conservatorium van Antwerpen. Het ensemble won Gouden Vleugels in 2009 en brengt een repertoire dat bestaat uit hedendaagse muziek met aandacht voor eigen producties en creaties. De afgelopen jaren speelde het ensemble een vijfentwintigtal keer per jaar. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Houthandel Antwerpen een vast kwintet is waarvan drie muzikanten in vast verband werken in een fulltime orkest, wat beperkingen met zich meebrengt op het vlak van organisatie en perspectief. De commissie is van oordeel dat het ensemble kwalitatief hoogstaand is, maar een toegankelijk hedendaags repertoire brengt. Er worden vier producties per jaar gepland. Het ensemble ontwikkelt een concept waarbij de muziek gekoppeld wordt aan allerhande visuele aspecten. Dit kan soms origineel zijn, maar de commissie waarschuwt er voor dat op die manier de muziek soms wat op de achtergrond komt, wat niet de bedoeling mag zijn. De commissie vindt dat een combinatie van klassieke kamermuziekconcerten enerzijds en het concept om de muziek uit te beelden anderzijds al een bredere basis zou bieden om het beperkte repertoire maximaal te exploreren. De commissie vindt immers de methodes van het ensemble om klassieke muziek te promoten niet altijd artistiek waardevol en geeft mee dat het ensemble beter over de concepten zou moeten nadenken. De commissie stelt ook vast dat er heel wat hernemingen zijn. Verder vraagt ze zich af wat de zin is van het project in Qatar. Tot slot vindt ze dat er een groot bedrag gevraagd wordt voor een kwintet. Een dergelijk klein ensemble zou op zijn minst producties moeten kunnen opzetten met een beperkt deficit of die zelfs zelfbedruipend zijn. 1.3
Profilering en positionering
Door zijn manier van werken, is het profiel van het ensemble vrij uniek. Daar staat tegenover dat het niet eenvoudig is om zo voldoende speelkansen te blijven genereren. 1.4
Langetermijnvisie
Het ensemble heeft een goed uitgewerkte langetermijnvisie. Het heeft een realistische kijk op de eigen werking, met een duidelijke planning en creativiteit. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Door Gouden Vleugels en de Jeugd en Muziekprijs voor Kamermuziek heeft het ensemble al enige bekendheid op Vlaams niveau. Europese uitstraling is nog pril. In het dossier ontbreken de plannen om het ensemble internationaal te positioneren. De commissie is
Pagina 1 van 257
van oordeel dat internationale positionering noodzakelijk is voor een dergelijk ensemble om te overleven. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Houthandel Antwerpen is een waardevol Vlaams initiatief. De vaste samenstelling van het kwintet zorgt voor een hoog niveau van afwerking. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De organisatie geef creatieopdrachten aan Vlaamse componisten. Er is een zekere kunsteducatieve werking, maar die wordt door Jeugd en Muziek georganiseerd. 1.8
Samenwerking en netwerking
De organisatie heeft heel wat samenwerkingen op Vlaams niveau. Op internationaal vlak is het belangrijk om het netwerk uit te breiden om op die manier voldoende speelkansen te vinden. 1.9
Publieksgerichtheid
Houthandel Antwerpen besteedt veel aandacht aan zijn publiekswerking. Door de samenwerking met Jeugd en Muziek slaagt het ensemble er ook in om niet alleen een breed, maar ook een jong publiek te bereiken. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt een hoog bedrag voor een relatief beperkte werking met slechts vijf muzikanten. De commissie vindt het niet nodig dat er een volledige structurele werking wordt opgezet rond een dergelijk klein ensemble. Het heeft eerder baat bij een impresariaat of een managementbureau dat meerdere ensembles bundelt en veel contacten heeft bij organisaties. De commissie vindt bovendien niet alle producties even artistiek waardevol om voor subsidie in aanmerking te komen en vindt bijgevolg dat de organisatie niet prioritair in aanmerking komt voor een structurele subsidie uit het Kunstendecreet. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 2 van 257
3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het inhoudelijk-artistieke concept, het personeelsbestand van het ensemble, de internationale werking, de interculturaliteit en de hoogte van de gevraagde subsidie. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 3 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-001
Organisatie:
vzw
Gevraagd bedrag:
100.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Houthandel Antwerpen
Beknopte historiek organisatie
Houthandel Antwerpen ontstond in 2005 als blaaskwintet in het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en was aanvankelijk vooral actief op het examenpodium. De groep werd in 2007 finalist en in 2009 laureaat van de wedstrijd ‘Gouden Vleugels, hetgeen resulteerde in een aantal concerten en schoolvoorstellingen o.a. in samenwerking met Ensemble Explorations. Voor de periode 2011-2012 staan er o.a. 14 uitvoeringen van Kicking Stardust (debuut cd), 21 voorstellingen van ‘Peter en de Wolf’ in Nederland en een concertreis naar Spanje op het programma, aangevuld met nog verscheidene andere voorstellingen. Het ensemble brengt vooral hedendaagse klassieke muziek. Eind 2010 beschikte Houthandel Antwerpen over een eigen vermogen van 11.681,74 euro. Voor de periode 2013-2014 vraagt het ensemble een jaarlijkse subsidie van 100.000 euro. Het ensemble werd nog nooit eerder gesubsidieerd. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want het ensemble werd nooit eerder gesubsidieerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het ensemble heeft een duidelijke langetermijnvisie waarbij het jaarlijks 1 of 2 nieuwe producties per seizoen wil brengen met daarnaast een aantal hernemingen. Voor 2013 zijn er drie producties gepland: twee eigen producties ‘In de werkplaats met componist Philip Feeney’ (opgestart in 2012) en ‘Kicking Sawdust’ (uitdieping van een herneming) en de coproductie met ‘Let’s Tango’. Deze samenwerking moet leiden tot een aantal concerten in het seizoen 2013-2014 in België en Qatar en mogelijk nog in andere landen. In 2014 wordt de Feeney productie hernomen en Kicking Stardust voortgezet. Ook zal in 2013 en 2014 de viering van het tienjarig bestaan van het ensemble worden voorbereid met in 2013 een compositieopdracht aan Wim Henderickx en in 2014 de muzikale, dramaturgische en scenografische uitwerking. Houthandel Antwerpen heeft ook een belangrijke kunsteducatieve werking met o.a. een groot aantal schoolvoorstellingen en de creatie van een ‘Blazersatelier’, een workshop voor studenten DKO. Het concept van het blazersatelier wordt al toegepast in de academies van Ekeren en Herentals en het Conservatorium van Kortrijk en zal nog worden uitgebreid. Compositieopdrachten maken ook een wezenlijk deel van de werking uit met o.a. een creatieopdracht aan P. Feeney (in 2012 gegeven en dus buiten dit dossier), Joris Laenen en Wim Henderickx. Houthandel Antwerpen wenst ook zijn internationale werking te verbreden en zoekt vooral contacten in Nederland en Spanje waar al eerder een aantal voorstellingen werden gespeeld. Houthandel Antwerpen wil minstens 30 concerten per jaar verkopen maar mikt op 40 mits het over een professionele omkadering kan beschikken. Uit de bijgevoegde kalender 2013 blijkt dat het ensemble 48 concerten wil gaan spelen waarvan 10 in het buitenland (Nederland, Qatar), 5 schoolconcerten en 5 Blazersatelier. Voor deze concerten worden
Pagina 4 van 257
er 57 repetities voorzien. Voor 2014 zijn er 28 concerten gepland waarvan 10 schoolvoorstellingen met daarnaast nog vijf workshops. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er wordt samengewerkt met Joris Laenen, Vlaamse trompettist en pianist die zijn residentie in Qatar heeft en oprichter is van het internationale pianotrio ‘Let’s Tango’. Joris Laenen zal muziek uit het tangorepertoire bewerken voor deze coproductie. Deze samenwerking zorgt voor een internationale doorbraak van het ensemble. Door de coproductie met het Symfonieorkest Vlaanderen zal Houthandel Antwerpen op grotere Vlaamse podia kunnen spelen. Voor de kunsteducatieve werking is de samenwerking met Jeugd en Muziek Vlaanderen heel belangrijk met o.a. de educatieve omkadering van het geïntegreerd project voor het secundair onderwijs. Er wordt ook samengewerkt met extra muzikale partners zoals fotografe Katrijn Van Giel (fotografieproject), Antwerpse mode academie (voor styling en kostumering). De intentieverklaringen van samenwerkingen werden aan het dossier toegevoegd. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 115.921 euro, wat 58 % van de totale uitgaven betekent. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 67.710 euro of 73 % van de totale verloning (92.967 euro). De berekening van de loonkost werd voldoende toegelicht. Momenteel heeft de organisatie geen personeel in dienst. De musici worden per concert vergoed via SBK of facturatie. Hetzelfde geldt voor de externe medewerkers (lichttechnicus). De repetities worden niet vergoed. De artistieke en zakelijke coördinatie zijn in handen van twee musici die hiervoor niet betaald worden. Zij worden daarbij geholpen door de andere musici en de raad van bestuur. Voor de periode 2013-2014 wil de organisatie de musici ook vergoeden voor de prestaties op werkvergaderingen en repetities. Vier musici zullen worden vergoed via tijdelijke contracten, 1 musicus opteert voor het zelfstandigenstatuut. Ook de zakelijke en artistieke leiding zullen een aangepaste verloning krijgen. Houthandel Antwerpen wil een musicus halftijds belasten met de artistieke coördinatie en een andere met de zakelijke coördinatie. De 19 uur per werknemer worden opgesplitst in 11 uur administratief werk en 8 uur werk zakelijke of artistieke coördinatie. De organisatie wil ook nog freelancers aantrekken voor publiekswerking, communicatie, vormgeving, scenografie en/of techniek. De berekeningsdetails werden aan het dossier toegevoegd. Houthandel Antwerpen kan gebruik maken van de repetitiezaal van Walpurgis/Feniks. 3.4
Publieksgerichtheid
Door de specifieke aanpak wenst Houthandel Antwerpen hedendaags-klassieke muziek toegankelijk te maken voor een zo breed mogelijk publiek. Houthandel Antwerpen stelt echter dat zij met haar producties één doelgroep heel specifiek bereikt namelijk jongeren en meer bepaald leerlingen uit het secundair en het DKO. Via schoolvoorstellingen en het Blazersatelier wordt expliciet op deze doelgroep ingezet.
Pagina 5 van 257
Op het vlak van publiekswerking en -werving staat het ensemble nog in de kinderschoenen. Om die reden wil men in 2013-2014 gaan samenwerken met het communicatiebureau Kan Design voor de ontwikkeling van een betere huisstijl en corporate identity. Fotografe Katrijn Van Giel zal zorgen voor de visuele communicatie. Er wordt ook gestart met de aanleg van een publieksdatabank/adressenbestand van personen die benaderd worden via nieuwsbrieven en uitnodigingen. Houthandel Antwerpen heeft ook een Facebook pagina. Het ensemble wil de bestaande contacten met organisatoren bestendigen (cultuurcentra) maar wil ook op zoek gaan naar minder bekende locaties bijvoorbeeld in openlucht of op festivals, in erfgoedlocaties en nieuwere of industriële architectuur. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Houthandel Antwerpen vraagt subsidie om zijn artistieke en zakelijke groei verder te kunnen zetten. De gevraagde subsidie moet vooral dienen voor de professionalisering van het ensemble meer bepaald 1 VTE omkaderend personeel (verspreid over twee personen die zowel artistiek, administratief als zakelijk coördinerend optreden) en ook voor de betaling van de repetities en werkvergaderingen van de musici. De subsidiemiddelen zullen dus worden aangewend voor het dekken van de nietconcertkosten. De uitkoopsommen volstaan niet meer om de concertkosten te dekken wanneer het ensemble een professionele omkadering en uitgediepte werking ambieert. Het agentschap kan daarmee akkoord gaan maar vraagt zich of werkvergaderingen wel betaald hoeven te worden. Het stelt ook vast dat de vergoedingen voor repetitie en concert ver boven de minima van de cao muziek liggen. Het agentschap stelt ook vragen bij het aantal concerten. Er wordt uitgegaan van 48 concerten voor 2013. In 2011 bedroeg dit aantal 32. Er ligt echter nog geen enkel concert vast. Het agentschap stelt ook vast dat een aanzienlijk aantal concerten zich situeren binnen de educatieve werking met schoolconcerten en Blaasatelier. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. De begroting werd voldoende toegelicht. De eigen inkomsten beperken zich tot de uitkoopsommen en sponsoring. De eigen inkomsten bedragen 45,09 % van de totale inkomsten. In het verleden bedroeg dit 100 % omdat de organisatie geen enkele subsidie kreeg. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap rekent de organisatie op een tussenkomst van de gemeente en provincie voor een bedrag van elk 5.000 euro. De algemene werkingskosten zijn gering. De belangrijkste kostenpost wordt gevormd door de verloning van het personeel o.a. 1 VTE omkadering, 5 musici, compositieopdrachten en kosten regie/scenografie, kostumering. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. Het agentschap plaatst echter vraagtekens bij het aantal concerten dat men wil realiseren. Er werd ook nog geen enkel concert vastgelegd.
Pagina 6 van 257
3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Het agentschap erkent dat het aanvraagdossier inderdaad een aantal positieve punten bevat. De organisatie heeft ook een aantal punten verduidelijkt. Wat de werkvergaderingen betreft, blijft het agentschap bij zijn standpunt dat deze eigenlijk niet betaald hoeven te worden. De cao heeft het trouwens alleen over repetitie- en concertvergoedingen. Het agentschap neemt er nota van dat bij het bedrag van de concertvergoeding ook nog één extra repetitie en een maaltijdvergoeding is inbegrepen. Het agentschap blijft echter twijfels hebben bij het aantal geplande concerten. Het blijft ook een feit dat de meeste van de concerten zich situeren binnen de educatieve werking. De ingediende repliek bevat geen nieuwe informatie. Het agentschap behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 7 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-002
Organisatie:
Encantar
Gevraagd bedrag:
83.789,25 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Encantar is een vocaal kwartet dat bestaat uit vier zangeressen. Het kwartet zingt zowel oude muziek als nieuwe bewerkingen. Sinds 2008 brengt het een twintig- tot dertigtal concerten per jaar. Het ensemble won al een aantal prijzen en werkte mee aan enkele cd-opnames. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat het ensemble een ruim repertoire brengt en vooral een specifiek profiel heeft door de samenstelling als vrouwelijk vocaal kwartet. De vier zangeressen zijn professioneel. Voor 2013 worden er zeven producties gepland, maar er liggen nog geen concerten vast. De commissie stelt vast dat het ensemble er van uitgaat opnieuw een dertigtal concerten te kunnen uitvoeren omdat dit in het verleden ook zo was. De zeven programma's zijn zeer divers, maar zonder echte artistieke lijn. De commissie vindt dat het ensemble een hoog bedrag aan subsidies vraagt voor een relatief beperkt aantal concerten en zeker een beperkte bezetting. Met een kwartet zou het mogelijk moeten kunnen zijn om met een beperkt deficit te werken of zelfbedruipend te zijn. 1.3
Profilering en positionering
Als vrouwelijk vocaal ensemble heeft het kwartet een duidelijk profiel en neemt het een uitzonderlijke positie in het Vlaamse muzieklandschap in. 1.4
Langetermijnvisie
De beoordelingscommissie stelt vast dat het dossier niet goed gestructureerd is en een langetermijnvisie ontbreekt. De analyse over wat de mogelijkheden zijn van een vocaal dameskwartet werd te weinig uitgewerkt. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
In Vlaanderen heeft Encantar al enige bekendheid. Internationaal zijn er ook enkele concerten, maar het ensemble heeft niet echt een netwerk uitgebouwd om voldoende aan bod te komen in het buitenland. Een internationale doorbraak is noodzakelijk voor een dergelijk niche-ensemble.
Pagina 8 van 257
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Vlaamse polyfonie gebracht door een vrouwenkwartet betekent in het aanbod van vooral mannen- of gemengde ensembles een meerwaarde. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Uit het dossier blijkt geen maatschappelijk of sociaal belang. 1.8
Samenwerking en netwerking
Voor een aantal programma's werkt het ensemble samen met andere muzikanten. Het internationale netwerk is echter nog onvoldoende ontwikkeld. 1.9
Publieksgerichtheid
Op het vlak van publiekswerking en -werving is het ensemble vrij actief door website, cd's, gesprekken met publiek voor en na de voorstellingen, school- en bedrijfsconcerten. De commissie merkt wel op dat de promotiekosten zeer hoog zijn. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt een hoog bedrag voor een relatief beperkte werking met slechts vier muzikanten. De commissie vindt het niet nodig dat er een volledige structurele werking wordt opgezet rond een dergelijk ensemble. Het heeft eerder baat bij een impresariaat of een managementbureau dat meerdere ensembles bundelt. De commissie vindt sommige kosten bovendien vrij hoog. Een voorbeeld hiervan zijn de promotiekosten. De commissie vindt dan ook dat de organisatie niet prioritair in aanmerking komt voor een structurele subsidie uit het Kunstendecreet. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de programma's van het ensemble, de langetermijnvisie, de internationale werking, het maatschappelijk belang en de interculturaliteit. Het ensemble voegt ook enkele intentieverklaringen bij en wijzigt de begroting op een aantal punten (weliswaar in de zakelijke repliek).
Pagina 9 van 257
De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 10 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-002
Organisatie:
vzw
Gevraagd bedrag:
83.789,25 euro
1
Zakelijk advies
Encantar
Beknopte historiek organisatie
Encantar is een ensemble van vier vrouwenstemmen die renaissance polyfonie brengen. De vier zangeressen proberen de voornamelijk voor mannenstemmen geschreven polyfonie aan een hoger register aan te passen. Het ensemble won in het verleden een aantal prijzen o.a. winnaar van de Klara Tandemtrofee in 2009 en de York Early Music Festival Friends Prize in 2011. In 2008, 2009, 2010 en 2011 gaf Encantar gemiddeld 30 voorstellingen per jaar in Vlaanderen, Wallonië, Nederland, Italië en Engeland. Voor 2012 staat o.a. Schotland op het programma en 2012/2013 een tournee door Nederland. In 2011 maakte het ensemble een verlies van 2.738 euro. Voor de periode 2013-2014 vraagt het ensemble een jaarlijkse subsidie van 83.789,25 euro. Het ensemble werd nog nooit eerder gesubsidieerd. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want het ensemble werd nooit eerder gesubsidieerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Encantar wil in 2013 vijf en in 2014 drie nieuwe producties brengen aangevuld met hernemingen vorige jaren. Voor sommige producties wordt daarbij samengewerkt met andere ensembles (zie hieronder). Naast het polyfone repertoire wil Encantar ook hedendaags repertoire brengen, hetzij door bewerkingen van bestaande stukken (in de programma’s Wood/Would, Prikkeltje toch e.a.), hetzij door nieuwe composities uit te voeren of zelf opdrachten te geven aan hedendaagse componisten. F. Agsteribbe heeft een aantal liedjesteksten op toon gezet voor het programma Laila-wa-laila. J. Brackx werd gevraagd om een nieuwe compositie te maken voor het project ‘Music Moves’ (met dansers van P.A.R.T.S.) De producties worden in het dossier heel summier toegelicht. Er wordt uitgegaan van 38 concerten maar er werd nog geen enkel concert vastgelegd. Het ensemble wil meer en meer concerten in het buitenland brengen. Er worden vooral contacten gelegd met Frankrijk en Spanje voor de komende periode. 3.2
Samenwerking en netwerking
Encantar plant voor 2013 en 2014 projecten met Psallentes (de Drie Saintinnen), met P.A.R.T.S. (vier dansers) en met enkele buitenlandse ensembles als Tasto Solo (Spanje – programma rond J. Desprez) en L’Istante (Zwitserland). De organisatie denkt dat deze samenwerkingen de zichtbaarheid op internationaal gebied zullen vergroten. Men hoopt ook dat het project met P.A.R.T.S. een nieuw publiek naar Encantar zal brengen. Het agentschap stelt vast dat deze samenwerkingen onvoldoende werden uitgewerkt. Het dossier bevat ook geen intentieverklaringen. Het is ook niet duidelijk of de residentie die het ensemble bij de KU Leuven tot juni 2012 heeft, ook na deze periode nog verder loopt.
Pagina 11 van 257
3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 156.376 euro, wat 84 % betekent van de totale uitgaven. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 111.540 euro of 86 % van de totale verloning (129.688 euro). Het is de bedoeling om de concertvergoeding van de musici op te trekken en ook de repetities conform de cao minima te vergoeden. De manager zou voor de komende periode dezelfde vergoeding per concert en repetitie krijgen als de vier zangeressen. Het agentschap merkt op dat de concertvergoeding van de musici die in het verleden al niet weinig was nog wordt verhoogd met daarbovenop nog de repetitievergoedingen. De vergoeding van de manager zou volgens de nieuwe manier van vergoeden bijna worden verdrievoudigd. Er is ook niemand ingeschreven. Het agentschap merkt ook op dat in het dossier geen sprake is van een artistieke leider, behalve bij de contactpersonen waar mevrouw Sarah Abrahams in die hoedanigheid werd aangeduid. Zij is trouwens één van de vier zangeressen. Het dossier bevat niet de namen van de vier musici, laat staan enige toelichting of biografie over de vier zangeressen. Het ensemble beschikt niet over een eigen repetitieruimte. De zangeressen en manager werken van thuis uit. 3.4
Publieksgerichtheid
Encantar wil drempelverlagend werken voor een divers publiek. Er worden ook programma’s op maat gemaakt voor specifieke doelgroepen als kinderen, jongeren en vrouwen. Het ensemble speelt ook op huwelijken, begrafenissen, oppensioenstellingen en voor scholen. Om het publiek te bereiken besteedt Encantar veel aandacht aan promotie met foto’s, website, affiches, flyers, nieuwsbrief. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Inzake het aantal voorstellingen is er een klein groeipad. In 2013 wil men 38 concerten spelen, waarvan 8 in het buitenland. Het gemiddelde van de laatste jaren bedraagt 31. Het agentschap merkt op dat nog geen enkel concert werd vastgelegd. Men wil de subsidie gebruiken om de verloning van de zangeressen en manager op te trekken, op een toch wel substantiële manier. Het agentschap plaatst vraagtekens bij het bedrag van concertvergoeding. Het vindt dat als men dan toch de vergoeding van de zangeressen wil optrekken de repetities hierin zouden moeten worden verrekend. Wil Encartar de zangeressen toch een dergelijk bedrag uitbetalen, dan vindt het agentschap dat dit met eigen middelen moet gebeuren en niet met subsidiegelden. Het agentschap vraagt zich af of ensembles met een dergelijke kleine samenstelling (een kwartet) niet zelfbedruipend moeten kunnen werken en dus geen subsidie behoeven. Dit blijkt trouwens uit de resultatenrekening 2011 die afsluit met slechts een beperkt verlies. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. De begroting kon beter worden toegelicht. De eigen inkomsten beperken zich tot de uitkoopsommen. Het agentschap merkt op dat er geen inkomsten zijn opgenomen in de begroting uit de cd opname (kost: 15.700 euro). De eigen inkomsten bedragen 55 % van de totale inkomsten. De enige subsidie is deze van Vlaamse Gemeenschap. De
Pagina 12 van 257
organisatie rekent niet op een tussenkomst van de gemeente en provincie. De algemene werkingskosten zijn gering. Het agentschap vindt dat bepaalde kosten vrij ruim begroot werden o.a. promotie (15.153 euro). Onder de artistieke productiekosten werden o.a. de aankoop van een aantal instrumenten ondergebracht zoals een piano. Het agentschap merkt op dat hiervoor de regels van de afschrijving moeten worden toegepast. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. Het agentschap plaatst echter vraagtekens bij het aantal concerten dat men wil realiseren. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Het agentschap merkt op dat de organisatie erkent dat de producties zeer summier zijn toegelicht, maar daar wordt niet verder op ingegaan. Het agentschap gaat akkoord met de opmerking van de organisatie dat er wel degelijk concerten voor 2013 waren vastgelegd, maar het blijft een feit dat het slechts om twee concerten gaat. Over de rest wordt nog onderhandeld. De organisatie legt uit dat de samenwerkingsverbanden verder zullen worden uitgewerkt, behalve voor wat het project met P.A.R.T.S. betreft, dat eigenlijk nog moet worden opgestart en afhangt van de financiële garanties die Encantar biedt. Een aantal intentieverklaringen, weliswaar summier, werden meegestuurd. De organisatie volgt het advies van het agentschap om geen afzonderlijke repetitievergoeding uit te betalen, maar dit op te nemen in de concertvergoeding. Het bedrag van concertvergoeding zal dus ook de vergoeding voor de repetities bevatten, wat een besparing van 23.294 euro betekent. Dit geldt zowel voor de vier musici als de manager. De organisatie houdt ook rekening met de opmerking van het agentschap dat bepaalde kosten, zoals deze voor promotie (15.153 euro), vrij hoog zijn en vermindert deze met 12.000 euro. Ook de aankoop van de piano (2.000 euro) wordt uitgesteld. Het oorspronkelijk aangevraagde subsidiebedrag van 83.789,25 euro wordt daardoor teruggebracht naar 46.495 euro en dus bijna met de helft verminderd. Uiteraard zegt dit iets over de geloofwaardigheid waarmee de begroting werd ingediend. Verder legt de organisatie uit waarom er niet met een vaste artistieke leider wordt gewerkt en worden de biografieën van de vier zangeressen aan de repliek toegevoegd. Wat het aantal geplande concerten betreft, 38 in totaal, merkt het agentschap op dat de organisatie niet meer zo zeker is dat dit aantal wordt behaald. Enerzijds zegt de organisatie dat de voorbije jaren gemiddeld 30 concerten werden gespeeld en anderzijds dat zij zich niet wil fixeren op het aantal concerten, maar wil groeien en optreden op interessante plaatsen. Een aantal zaken uit de begroting werden toegelicht. Het agentschap blijft bij zijn standpunt dat het voor een kwartet mogelijk moet zijn om zelfbedruipend te werken. De organisatie zegt zelf dat dit kan indien het alleen om de concerten zou gaan en niet om de repetities, promotie en artistiek en administratief werk. Het agentschap neemt hiervan nota en merkt op dat de organisatie zich ondertussen akkoord heeft verklaard om geen afzonderlijke repetitievergoedingen uit te betalen en de promotiekost substantieel te verlagen, waardoor de mogelijkheid om zelfbedruipend te werken nog wordt versterkt. Het agentschap behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies.
Pagina 13 van 257
6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 14 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-003
Organisatie:
't Muziek Frascati
Gevraagd bedrag:
136.350,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
't Muziek Frascati werd in 2007 in Leuven opgericht en groepeert twee orkesten: 't Muziek Frascati, een groot symfonisch projectorkest, en Collegium Frascati, een kamerorkest. De aanpak van de organisatie is prioritair pedagogisch. Het orkest beschouwt zich als een semiprofessioneel jeugdorkest in de Leuvense regio. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat de organisatie orkestervaring wil bieden aan de betere amateurs en de preprofessionelen. Het orkest wil een pedagogische rol vervullen naar muziekstudenten toe door hen te laten begeleiden via coaching. De commissie stelt vast dat het gepresenteerde programma divers is, maar altijd toegankelijk en niet kwetsbaar. De commissie mist originaliteit en vindt het programma niet artistiek waardevol genoeg om voor subsidiëring in aanmerking te kunnen komen. De plannen voor 2013 zijn bovendien nog vaag en de commissie vindt het artistiek niet voldoende waardevol om grote meesterwerken in het Leuvense dialect te brengen. Ze stelt bovendien dat het werken met amateurs en preprofessionelen evenmin prioritair in aanmerking komt binnen het Kunstendecreet. Verder merkt de commissie op dat de organisatie het opsommen van partners verwart met coproducties en samenwerking. Zo is het uitnodigen van gastdirigenten en solisten bij eigen producties geen receptieve werking. De commissie merkt tot slot op dat de organisatie gerenommeerde artiesten wil aantrekken om het prestige van het project te verhogen en het publieksbereik te vergroten. Ze vindt het vreemd dat als men ervaring wil bieden aan jonge muzikanten met prestige verkiest boven coachingkwaliteiten. 1.3
Profilering en positionering
De organisatie profileert zich als een dienstverlenend orkest samengesteld uit amateurs en preprofessionelen. De werking van coaches met conservatoriumstudenten is niet nieuw. Het orkest biedt een ad-hocaanbod, wat een permanente structuur niet kan verantwoorden. De commissie merkt trouwens op dat de pedagogische rol ook wordt vervuld op de conservatoria en op de stageplaatsen die de professionele orkesten bieden. 1.4
Langetermijnvisie
Er is geen echte langetermijnvisie aanwezig. Er wordt enkel vermeld dat de organisatie meer uitvoeringen per project en in grotere zaken wil realiseren.
Pagina 15 van 257
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Een uitstraling op Vlaams niveau is er niet. De organisatie heeft hoogstens een uitstraling in Leuven en directe omgeving. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Het initiatief biedt te weinig meerwaarde voor de regio. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Voor de muzikanten die geëngageerd worden in het orkest heeft dit project een zeker maatschappelijk belang. Er is echter geen artistieke meerwaarde aan verbonden. 1.8
Samenwerking en netwerking
De samenwerking wordt slechts beperkt uitgewerkt in het dossier en beperkt zich vooral tot lokale verenigingen en service clubs. De commissie vindt het vreemd dat er niet meer samenwerkingen zijn op artistiek-inhoudelijk vlak. 1.9
Publieksgerichtheid
Via een breed en toegankelijk programma en in samenwerking met lokale bedrijven en service clubs wil de organisatie een zo breed mogelijk publiek bereiken. De commissie ziet hier echter geen artistieke meerwaarde in. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt een hoog subsidiebedrag, wat onder meer moet dienen voor de aanwerving van twee voltijdse equivalenten administratieve ondersteuning. De commissie vindt het aantal activiteiten van de organisatie niet van die aard dat een structurele omkadering kan worden verantwoord. Ze stelt ook vast dat 't Muziek Frascati het orkest van de stad Leuven wil zijn en ook als dusdanig erkend is, maar er slechts 3.000 euro aan regionale subsidie (stad én provincie) tegenover staat. Het orkest is in hoge mate een regionaal gegeven. De commissie vindt echter vooral de artistieke kwaliteit te laag om voor subsidie in aanmerking te kunnen worden genomen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 16 van 257
3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 17 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-003
Organisatie:
vzw ’t Muziek Frascati
Gevraagd bedrag:
136.350,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Vzw ’t Muziek Frascati werd september 2007 opgericht met als doel een aantal mensen in en rond Leuven op muzikaal gebied samen te brengen. Onder deze vereniging ressorteren twee orkesten: ‘Muziek Frascati’ en ‘Collegium Frascati’. Het eerste is een semiprofessioneel symfonisch projectorkest dat bestaat uit amateurmusici en (pre) professionelen uit de regio aangevuld met musici van over het hele land. Het tweede is een orkest dat in de eerste plaats aan muzikale dienstverlening doet bij ad hoc opdrachten en vooral bestaat uit beroepsmusici en muziekstudenten uit de regio. De vzw wil jonge mensen en solisten respectievelijk orkest- en podiumervaring aanreiken. Deze worden gecoacht door professionele musici en /of dirigenten. In 2011 maakte de vzw een winst van 1.413,65 euro. Het eigen vermogen einde 2011 bedraagt 1.845,57 euro. Voor de periode 2013-2014 vraagt het ensemble een gemiddelde jaarlijkse subsidie van 136.350,25 euro. Het ensemble werd nog nooit eerder gesubsidieerd. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want het ensemble werd nooit eerder gesubsidieerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Uit het dossier blijkt dat de vzw zich vooral wil toeleggen op het aanbieden van orkestervaring aan jonge musici op een pedagogisch verantwoorde manier door het inzetten van coaches/orkestmusici uit gerenommeerde orkesten. Bedoeling is om een semiprofessioneel jeugdorkest uit te bouwen in de Leuvense regio dat concerten wil geven met muziekstudenten en afgestudeerden als muzikant. Momenteel bestaat deze coaching uit telkens twee gedeeltelijke repetities voor respectievelijk de houtblazers en de strijkers en één voor de koperblazers en slagwerk. Bedoeling is om de coaching uit te breiden tot twee repetities per instrument en twee repetities per instrumentengroep. De vzw wil ook levende Vlaamse componisten minstens tweemaal per jaar op het programma plaatsen. De vzw wil naast bekende Vlaamse en internationale solisten ook kansen geven aan jonge, veelbelovende Vlaamse solisten. ‘t Muziek Frascati wil ook gratis try-out concerten geven. Voor de komende periode 2013-2014 wil de vereniging twee pedagogische projecten per jaar behouden maar voor meer omkadering gaan zorgen. Men wil meer uitvoeringen van eenzelfde project brengen in grotere concertzalen. Daarnaast wil de vzw ook een ‘zomerstage’ aanbieden waarbij de begeleiding van de musici nog intensiever zal gebeuren. Voor 2013 staan telkens twee projecten op stapel van zowel ‘t Muziek Frascati als het Collegium Frascati. Het agentschap stelt vast dat over 2014 niets wordt gezegd. Ook over de samenstelling van de beide groepen die onder de vzw ressorteren wordt weinig of niets gezegd, laat staan dat er namen worden opgegeven. Waarschijnlijk komt dit omdat het gaat om niet professionele musici en studenten.
Pagina 18 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
‘t Muziek Frascati is het stadsorkest van de stad Leuven. Het orkest is dan ook nauw verbonden met o.a. de werking van het Cultuurcentrum 30CC. Vanaf het seizoen 20122013 is ’t Muziek Frascati opgenomen in de programma van dit cultuurcentrum. Concrete afspraken over het gebruik van gezamenlijke communicatiemiddelen en het prijzenbeleid ontbreken voorlopig. De organisatie zal ook samenwerken met andere actoren van de stad Leuven o.a. met Kulturama. Er werd ook een samenwerking opgestart met Interclub, de overkoepelende organisatie van alle service clubs van Leuven. Het agentschap stelt vast dat deze samenwerkingen nog niet zijn uitgewerkt. Het dossier bevat ook geen intentieverklaringen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 233.249 euro, wat 84 % betekent van de totale uitgaven betekent. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 210.090 euro of 90 % van de totale verloning (233.380 euro). Momenteel wordt de hele organisatie gedragen door 18 vrijwilligers. De dirigent, coaches, concertmeester en aanvoerders kregen een beperkte vergoeding. Alle middelen gaan naar de artistieke werking. Men wil voor de komende periode 2 VTE (vier personen) in vaste loondienst nemen om de organisatie van beide orkesten blijvend professioneel te ondersteunen. Het betreft artistieke, commerciële, logistieke en administratieve taken. Daarnaast blijven de onbezoldigde medewerkers hun werk doen. De taken van de artistieke en zakelijke leiding zijn weinig of niet omschreven. Het is ook niet duidelijk wat de muzikanten gaan verdienen en of daarbij de cao muziek al dan niet wordt gerespecteerd. ’t Muziek Frascati kon rekenen op de steun van de stad Leuven in de vorm van het ter beschikking stellen van repetitielokalen en de Stadsschouwburg. Of deze vorm van samenwerking wordt verder gezet, is niet duidelijk. 3.4
Publieksgerichtheid
‘t Muziek Frascati wil een zo breed mogelijk publiek aantrekken en wil ook een degelijke scholenwerking uitbouwen. Tevens wil men nagaan of naar bepaalde minderheden toe kan worden gewerkt. Dit aspect werd echter niet uitgewerkt. Er zijn ook specifieke formules naar bedrijven toe waarbij naast een concert ook een culinaire activiteit wordt aangeboden. Er is een website die up to date wordt gehouden. In ruil voor het uitdelen van flyers krijgen scholieren de mogelijkheid een concert gratis bij te wonen of tegen een sterk verlaagde prijs. De jeugdige muzikanten kunnen ook ouders, vrienden e.a. gratis van het concert laten genieten. De concerten worden ook ingeleid, wat tot het laagdrempelig karakter bijdraagt, samen met de lage prijzen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie kent een groeipad betreffende het aantal concerten. Uit de historiek blijkt o.a. dat er in 2011 amper een tiental concerten werden gespeeld. Uit de speellijst 2013 zou het om 19 concerten gaan. In het overzicht van de concerten wordt zelfs uitgegaan van 28 concerten. De organisatie wil subsidies om de begeleiding van de musici professioneler te maken en uit te breiden en ook om vier mensen in te schrijven (2 VTE) waaronder de zakelijke en artistieke leiding. Het agentschap meent dat 2 VTE veel is
Pagina 19 van 257
voor toch wel een beperkt aantal concerten. Het agentschap vindt trouwens dat een opstap naar een structurele subsidie vanuit een beperkte werking toch wel groot zou zijn. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd heel summier opgemaakt. De begrotingsposten werden onvoldoende toegelicht. De eigen inkomsten beperken zich tot de inkomsten uit eigen beheer, de uitkoopsommen en een beperkt bedrag aan sponsoring. De eigen inkomsten bedragen 48,7 % van de totale inkomsten. Naast de subsidie van de Vlaamse Gemeenschap wordt gerekend op een bedrag van 3.000 euro van de stad Leuven. De begroting sluit af met een winst van 1.060 euro. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid plaatst het agentschap vraagtekens bij de haalbaarheid van het project, inzonderheid wat het aantal concerten betreft. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. Het agentschap vindt echter dat omwille van het pedagogische karakter van het project, dit dossier eerder onder muziekeducatieve werking sorteert. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 20 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-004
Organisatie:
Le Concert Olympique
Gevraagd bedrag:
260.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Le Concert Olympique werd in 2010 opgericht door Beethovenkenner Jan Caeyers. De bedoeling is om vooral Beethoven uit te voeren, aangevuld met enkele betekenisvolle leeftijdsgenoten. Per jaar worden er drie tot vier producties gepland met in totaal een twintigtal concerten, zowel in Vlaanderen als het buitenland. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Le Concert Olympique een projectorkest is om het oeuvre van Beethoven verder te verkennen en dat de continue werking van een veertigkoppig orkest niet de bedoeling is. De commissie merkt op dat in het dossier de dirigent als uitgangspunt wordt genomen, wat niet meer van deze tijd is. Er zou in de eerste plaats moeten uitgegaan worden van ofwel het orkest ofwel het repertoire. De beoordelingscommissie vindt dat een nieuw orkest dat het Beethovenrepertoire brengt niets toevoegt aan het Vlaamse muzieklandschap. De commissie is van oordeel dat het beter zou zijn om het onderzoek naar Beethoven te linken aan de werking van reeds bestaande grote orkesten die ook regelmatig Beethoven uitvoeren. De commissie vindt het voorgestelde repertoire niet van die aard dat het prioritair in aanmerking komt voor subsidie. Ze merkt hierbij op dat er al andere ensembles zijn in Vlaanderen die gespecialiseerd zijn op het vlak van historically informed performance. De commissie stelt vast dat er gekozen wordt voor goede solisten, die tegelijkertijd zorgen voor een grote publieksopkomst en inkomsten. 1.3
Profilering en positionering
Le Concert Olympique profileert zich als Beethovenorkest en neemt op die manier geen unieke plaats in het Vlaamse muzieklandschap in. 1.4
Langetermijnvisie
Een echte artistieke langetermijnvisie ontbreekt. De organisatie wil meer concerten gaan doen en ook internationaal een rol gaan spelen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Door het toegankelijke repertoire en een goede marketing heeft het orkest op korte termijn zowel een Vlaamse als een zekere internationale uitstraling bereikt.
Pagina 21 van 257
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde voor de regio is beperkt omdat het gaat om een projectorkest in plaats van een vast orkest. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijke belang is eveneens beperkt. Er is hoogstens een zeker sociaal belang door net afgestudeerden van de conservatoria wat orkestervaring te bieden. 1.8
Samenwerking en netwerking
Het orkest vindt belangrijke partners en concertplekken. Het programma verkoopt dan ook goed en levert bovendien interessante sponsors op. De commissie merkt wel op dat Flagey geen partner is aangezien Flagey zaalhuur vraagt waaruit blijkt dat Le Concert Olympique dit concert in eigen beheer organiseert. Het is niet duidelijk of de concerten in andere zalen op dezelfde manier georganiseerd zijn of dat er van een echte samenwerking kan worden gesproken. 1.9
Publieksgerichtheid
De organisatie is zeer publieksgericht en slaagt er in om volle zalen te genereren. Ze doet dit met een toegankelijk programma, goede solisten en een prima marketing. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie stelt vast dat de organisatie een zeer hoog bedrag vraagt. Ze vindt het vreemd dat alle muzikanten, behalve de dirigent, dezelfde lonen ontvangen, wat geen correcte manier van werken is. Het loon van de dirigent is hoog, zeker in combinatie met het loon als artistiek leider. Heel wat kosten zijn zeer hoog. Voorbeelden hiervan zijn de 48.000 euro voor het Nederlandse koor in een productie met vier concerten, 42.000 euro receptiekosten voor twee sponsorconcerten en de 36.000 euro aan hotelkosten voor buitenlandse muzikanten, terwijl het in theorie om een Vlaams ensemble gaat. Ook de managementkosten zijn hoog. De commissie is van oordeel dat een orkest met een twintigtal concerten geen volledige structurele omkadering kan verantwoorden. De commissie is bovendien van oordeel dat er geen nood is aan een bijkomend orkest in Vlaanderen dat een repertoire brengt zonder zelfs twintigste- of eenentwintigste-eeuwse muziek. Het repertoire is bovendien te weinig kwetsbaar om prioritair voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Met een dergelijk repertoire moet het mogelijk zijn om break-even te werken, iets wat het orkest in het verleden ook al heeft bewezen.
Pagina 22 van 257
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de werking van het ensemble, de artistiek-inhoudelijke invulling, de langetermijnvisie en de hoogte van de gevraagde subsidie en sommige kosten. De commissie blijft van oordeel dat de stelling dat de expertise van een dirigent altijd aan de basis ligt van een orkest, in het huidige landschap niet meer klopt, maar neemt er nota van dat de organisatie dit wel vindt. De commissie verduidelijkt dat het wel degelijk mogelijk is dat het artistieke en het zakelijke advies van elkaar afwijken aangezien deze opgesteld worden door verschillende entiteiten die met een verschillende invalshoek de dossiers bekijken en ook prioriteit geven aan andere aspecten van de werking van de organisatie bij het bepalen van het advies. Dit is onder meer het geval bij de beoordeling van de langetermijnvisie op zakelijk en artistiek vlak. Na herdiscussie binnen de commissie blijft ze waardering hebben voor de artistieke output van het ensemble, maar vindt ze het voorgestelde programma te nauw om voor meerjarige subsidie in aanmerking te kunnen komen. De commissie is dan ook van oordeel dat de verduidelijkingen in de repliek niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden en handhaaft ze haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 23 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-004
Organisatie:
vzw Le Concert Olympique
Gevraagd bedrag:
260.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Le Concert Olympique is een Beethovenorkest, dat werd opgericht in maart 2010. De 45 orkestmusici staan onder leiding van Jan Caeyers. Voor enkele producties per jaar brengt hij een selectie van musici bij elkaar. In 2011 en 2012 bracht het orkest respectievelijk 2 en 3 producties en 6 en 10 concerten. Tijdens elke productie wordt 1 fundraisingconcert georganiseerd, de rest zijn publieksconcerten. In 2011 maakte de vzw een winst van 8.111,85 euro. Voor de periode 2013-2014 vraagt het ensemble een jaarlijkse subsidie van 260.000, euro. Het ensemble werd nog nooit eerder gesubsidieerd. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want het ensemble werd nooit eerder gesubsidieerd. Er werden wel aanvragen voor projectsubsidie ingediend: 75.000 euro 2de periode 2010, 35.000 euro 1ste periode 2011 en 45.000 euro 2de periode 2011. Deze aanvragen werden niet gehonoreerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Le Concert Olympique heeft een langetermijnvisie. Het orkest wil in 2015 op kruissnelheid komen om dan in 2020 klaar te zijn voor de viering van de 250-ste geboortedag van Beethoven. Het orkest plant in 2013 en 2014 telkens drie producties namelijk enerzijds twee canonische orkestproducties waarin de symfonieën en concerto’s van Beethoven in een muziekhistorische context worden geplaatst en gekoppeld aan een werk van voorgangers en opvolgers en anderzijds een extra-canonische productie met vocale solisten en koor met minder gekend Beethoven-repertorium. In totaal zou het om een twintigtal concerten gaan waarvan gemiddeld 8 voor een canonische orkestproductie en 4 voor een niet-canonische productie. De helft van deze concerten zou in België worden gespeeld o.a. Flagey, deSingel en het Concertgebouw Brugge, de andere helft in het buitenland o.a. de Doelen (Rotterdam), het Concertgebouw van Amsterdam, de Philharmonie in Luxemburg en op festivals zoals het Beethovenfest Bonn. Ook in andere Europese zalen en festivals zal het orkest te gast zijn. 3.2
Samenwerking en netwerking
Voor sommige producties wordt er een financiële, infrastructurele en/of promotionele ondersteuning geboden o.a. door deSingel, Flagey en 30CC. Le Concert Olympique resideert in deSingel. Dit houdt in dat het orkest gratis gebruik kan maken van de repetitie-infrastructuur en dat in principe elke productie in de programmatie wordt opgenomen. Naast deze infrastructurele steun betaalt deSingel ook nog uitkoopsommen uit. Sedert 2011 heeft het orkest Flagey als tweede residentie. Bedoeling van Flagey is om Le Concert Olympique een complementaire functie te geven met het Brussels Philharmonic Orchestra. De vaste overeenkomsten met deze twee zalen biedt het orkest de garantie van een minimum-omzet, waardoor het beoogde doel van 20 concerten per
Pagina 24 van 257
jaar realistisch is. Er zal ook worden samengewerkt met het Laurens Collegium Rotterdam, een belangrijk koor. Er is ook een samenwerking met de Antwerpse modeontwerpster Anna Heylen om de kledij van de musici te ontwerpen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 668.635 euro, wat 84 % betekent van de totale uitgaven. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 565.460 euro of 90 % van de totale verloning (628.460 euro). De musici worden ofwel als zelfstandige verloond, via een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid of via de kleine vergoedingsregeling. Zij ontvangen allen dezelfde vergoeding met uitzondering van de concertmeesters die een extra managementfee ontvangen. De verloning zal worden aangepast aan internationale normen:. De artistieke leiding wordt waargenomen door J. Caeyers, die hiervoor euro/maand krijgt. Daarnaast krijgt hij euro/concert, alle kosten inbegrepen. Daar waar Jan Caeyers vroeger deze functie combineerde met deze van zakelijk leider (onbezoldigd), komt er nu een part-time zakelijke leider (50 %) die euro/maand krijgt. Het werk van de productieverantwoordelijke en de promotieverantwoordelijke zal omwille van de uitbreiding van het werk niet langer aan vrijwilligers kunnen worden toevertrouwd. Er komen twee extra medewerkers die een beperkte opdracht krijgen. 3.4
Publieksgerichtheid
Dit aspect werd weinig uitgewerkt. Le Concert Olympique wil de traditionele orkestbezoeker bereiken en daarnaast ook de meer nieuwsgierige luisteraar. Er wordt nergens in het dossier gezegd op welke wijze er aan promotie wordt gedaan. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Er is een duidelijk groeipad betreffende het aantal concerten. Het beoogde aantal van 20 concerten moet mogelijk zijn omdat het orkest in residentie is bij deSingel en Flagey. De vergoedingen van de musici zijn normaal vanuit internationaal oogpunt. Het agentschap vindt het goed dat de zakelijke functie van deze van de artistieke leiding wordt afgesplitst maar vindt euro/maand wel veel voor een 50 % workload. Hetzelfde geldt voor de verantwoordelijke promotie en sponsoring: euro/maand voor twee halve dagen/week en ook voor de artistieke leider/dirigent. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begrotingsposten werden onvoldoende toegelicht. De eigen inkomsten beperken zich tot de inkomsten uit eigen beheer (concerten Leuven en sponsorconcerten Brussel, elk twee), de uitkoopsommen (16 concerten) en een niet onbelangrijk bedrag aan sponsoring. De eigen inkomsten bedragen 67,4 % van de totale inkomsten. Er zijn geen andere subsidies voorzien. Bepaalde kosten zijn te hoog ingeschat o.a. de representatiekosten bedragen niet minder dan 43.000 euro.
Pagina 25 van 257
3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid plaatst het agentschap vraagtekens bij de haalbaarheid van het project, inzonderheid wat het aantal concerten betreft. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft enige verduidelijking omtrent de manier waarop er aan promotie wordt gedaan. Er is sprake van een mondelinge overeenkomst met Corelio en het belang van de figuur van J. Caeyers als middel tot een betere bekendmaking van het orkest. Het agentschap neemt er ook nota van dat de receptiekosten betrekking hebben op de twee sponsorconcerten in Flagey, waarbij in totaal 1.200 mensen een receptie aangeboden krijgen aan 35 euro/persoon. De organisatie heeft gelijk wanneer zij zegt dat het agentschap in zijn voorlopig zakelijke advies heeft gesteld dat het beoogde doel van 20 concerten realistisch is en mogelijk moet zijn omwille van de samenwerking/residentie met deSingel en Flagey. Het agentschap past daarom zijn advies onder punt 3.8 als volgt aan: op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid acht het agentschap de realisatie van het project haalbaar. Op de opmerking van het agentschap dat de begroting onvoldoende werd toegelicht, werd niet gereageerd. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 26 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-005
Organisatie:
Victoria Consort
Gevraagd bedrag:
170.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Victoria Consort is een twaalfkoppig ensemble dat pas begin 2011 werd opgericht. Het ensemble had in dat jaar vijf concerten. Het combineert vocale werken met andere kunstvormen. Artistiek leider is Erik Van Nevel. Het ensemble is vanaf 2012 voor vijf jaar 'artist in residence' in Rosario. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat het ensemble uit goede muzikanten bestaat. Ze merkt op dat de meeste van hen ook in andere ensembles zingen, zodat ze zich afvraagt wat de meerwaarde is van dit ensemble, aangezien het inhoudelijke concept, een vocaal ensemble met focus op polyfonie, niet vernieuwend is. Het ensemble wil cross-overs met andere kunstvormen realiseren. De commissie waarschuwt er voor dat bij sommige hiervan de kosten hoog oplopen en de muzikale meerwaarde uiterst gering is. De commissie vindt het ensemble in elk geval nog te pril om voor een meerjarige subsidie in aanmerking te kunnen komen. Het ensemble heeft nog maar een beperkt aantal concerten achter de rug zodat het moeilijk is om de artistieke kwaliteit in te schatten. Bovendien is het ensemble niet vernieuwend en bevindt het zich in een niche waar er al veel spelers zijn. 1.3
Profilering en positionering
Victoria Consort bevindt zich in een niche waar er al heel wat spelers zijn. De commissie is er niet van overtuigd dat er in Vlaanderen nog plaats is voor een bijkomend ensemble in deze niche. Victoria Consort geeft aan uniek te zijn door zonder dirigent te werken en cross-overs te gebruiken, maar de commissie merkt op dat er in Vlaanderen meerdere andere vocale ensembles zijn die dit doen. 1.4
Langetermijnvisie
Buiten de vijfjarige residentie bij Rosario is de langetermijnvisie beperkt. Voor 2012 worden zes producties en twaalf concerten gepland en een mogelijke tournee in Japan. Veel is nog onzeker. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Victoria Consort is nog te pril om al een bovenlokale uitstraling te hebben.
Pagina 27 van 257
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Het ensemble is te prematuur om een meerwaarde te kunnen bieden. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang is gering. De educatieve werking zou hierin een rol kunnen spelen, maar uit het dossier blijkt dat Victoria Consort zich hiervoor in de eerste plaats tot de bedrijfswereld wil richten. 1.8
Samenwerking en netwerking
De organisatie heeft slechts een beperkt netwerk. Veel partners moeten nog worden gezocht. Met Rosario is er een samenwerking als 'artist in residence'. 1.9
Publieksgerichtheid
De organisatie wil een educatieve werking uitbouwen in samenwerking met Jeugd en Muziek. Verder wil ze workshops voor amateurensembles geven. De commissie stelt vast dat de organisatie veel wil doen, maar nog weinig concrete contacten heeft gelegd. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Victoria Consort geeft 'meewerken aan een betere verstandhouding tussen de volkeren' als interculturele visie aan. De commissie stelt dat ze in de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is en de organisatie dit op een concrete en vooral hedendaagse manier zou moeten aanpakken. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Het ensemble vraagt een grote subsidie aan, onder meer voor het in dienst nemen van een voltijds medewerker als projectmanager en een freelance administratieve kracht. De commissie vindt het ensemble te pril om voor een meerjarige subsidie in aanmerking te kunnen komen. Bovendien is de muzikale meerwaarde voor het Vlaamse muzieklandschap onvoldoende. Tot slot merkt de commissie op dat de begroting op heel wat punten te ruim werd ingevuld. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies.
Pagina 28 van 257
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 29 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-005
Organisatie:
vzw
Gevraagd bedrag:
170.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Victoria Consort
Beknopte historiek organisatie
Victoria Consort is een professioneel 12-koppig vocaal ensemble dat de polyfonie wil beschermen, propageren en uitvoeren. Het ensemble werd opgericht is januari 2011 door Aart de Zitter en wordt artistiek geleid door Erik van Nevel. Het ensemble heeft tot op heden niet veel concerten gespeeld. Voor de periode 2013-2014 vraagt het ensemble een jaarlijkse subsidie van 170.000, euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want het ensemble werd nooit eerder gesubsidieerd. Het ensemble heeft wel voor de eerste periode 2012 een projectsubsidie aangevraagd voor ‘Victoria goes Rosario’ voor een bedrag van 30.000 euro. Deze aanvraag kreeg zowel een negatief artistiek als zakelijk advies. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Victoria Consort wil het vocale erfgoed uit de 14de tot de 17de eeuw uitvoeren via het geven van a capella concerten en ook concerten met instrumentale begeleiding. Men streeft naar vier thematische producties per jaar die elk een viertal keer gespeeld kunnen worden. Het dossier vermeldt een aantal van deze mogelijke thema’s maar werkt dat niet verder uit. Victoria Consort wil daarnaast ook artistieke cross-over producties brengen waarbij het vocale wordt gecombineerd met andere kunstvormen zoals video, fotografie en dans. Victoria Consort wil in de beginjaren één à twee van deze multi-artistieke producties brengen en deze een drietal maal uitvoeren. Daarbij kan beroep gedaan worden op de audiovisuele expertise en faciliteiten van Aarts Paradijs, het video- en televisieproductiehuis van oprichter Aart De Zitter. Victoria Consort zal concerteren als kamermuziekensemble, zonder dirigent die vooraan staat. Naast vocale concerten en artistieke cross-overs wil het ensemble ook een educatieve werking uitbouwen, zowel naar jongeren toe (in samenwerking met Jeugd en Muziek of Transparant) als naar het bedrijfsleven toe. Het ensemble bedeelt zich ook een sociaal-artistieke werking toe. Het wil bepaalde projecten uitbreiden naar andere sociale groepen: multiculturele buurten, vormen van volwassenonderwijs. Het wil ook workshops gaan organiseren voor amateurensembles. Zo wordt er een concertreeks gepland waarbij amateur-koorzangers een halve dag opleiding krijgen van Erik van Nevel en dan ’ s avonds een stukje van het concert mogen meezingen. Victoria Consort wil ook vanaf 2013 een internationale werking uitbouwen. Voor 2013 wordt uitgegaan van 27 concerten en voor 2014 van 51 concerten. Men wil daarbij elk jaar 2 concerten in eigen beheer organiseren en die telkens op minstens twee plaatsen uitvoeren. Daarnaast ook projecten aan externe organisatoren verkopen. Dit alles blijft heel vaag. Er is nog geen speellijst.
Pagina 30 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
In het dossier wordt vermeld dat o.a. wordt samengewerkt met Jeugd en Muziek (schoolconcerten) en met Rosario. Ook wil men een aantal structurele partnerships afsluiten met bedrijven die de opstart van het ensemble mee helpen financieren en waarbij de partner drie jaar lang minimum 5.000 euro als sponsoring betaalt in ruil voor o.a. gratis tickets enz. Men wil ook werken met ‘Vrienden van Victoria Consort’ die ook een bedrag schenken in ruil voor één gratis ticket en vermelding in de programmabrochure. Er zal ook worden samengewerkt met Bizzarts, waarbij bedrijven hun manager naar een repetitie van het ensemble kunnen sturen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 125.200 euro, wat 58,5 % van de totale uitgaven betekent. De artistieke verloning bedraagt 72.000 euro of 38,2 % van de totale verloning (188.400 euro). De zangers worden via de kleine vergoedingsregeling betaald of hebben het statuut van artiest (via T- interim) of factureren hun prestaties. Verder wordt in het dossier gezegd dat een zanger voor één concert/project zal ontvangen, inbegrepen 2 repetities. Indien het om meerdere concerten binnen een bepaald project gaat, wordt een degressief tarief toegepast. De artistieke leider factureert zijn prestaties a rato van 4 dagen/maand (zelfstandige in bijberoep). Ook voor hem wordt er een degressief tarief toegepast, gaande van voor het eerste concert van een project (repetities inclusief) tot vanaf het derde concert. Hij wordt ook betaald als zanger. Het zakelijke beleid wordt gevoerd door Aart de Zitter. Hij wordt daarvoor niet betaald. In het dossier staat wel dat hij een kleine vergoeding per concert krijgt. Dit lijkt niet weinig, tenzij het om een tikfout zij gaan. Vanaf 2013 zou hij twee jaar als bediende in loondienst worden aangeworven. Hij zou bijgestaan worden door een freelance medewerker a rato van 1 dag/week voor de back office activiteiten. Er zou ook gezocht worden naar een managementkantoor om het ensemble te promoten en concerten te verkopen. Men wil ook een voltijdse medewerker aanwerven als projectmanager voor de praktische opvolging van de concerten in eigen beheer en de andere concerten. Het agentschap betwijfelt of twee voltijdse medewerkers wel nodig zijn voor een dergelijk ensemble en of dus de zakelijke leider ook niet de productieleiding op zich moet nemen. Anderzijds vindt het agentschap dat de inbreng van de artistieke leider met amper 4 dagen/maand beperkt is. Momenteel is de zetel van het ensemble gevestigd in het kantoor van Aarts Paradijs, gratis. Er wordt momenteel met de stand Gent onderhandeld om vanaf 2013 gratis een locatie te huren op de site van kunstencentrum De Bijloke. Indien dit niet mogelijk is zou Victoria Consort een kantoorruimte in de Gentse binnenstad huren. Voor repetities beschikt het ensemble over de lokalen van Rosario in Bever, waar het sinds 2012 vijf jaar lang ‘artist in residence’ is. Het zal er ook tweemaal per jaar een concert geven. 3.4
Publieksgerichtheid
Communicatie is belangrijk voor het ensemble. Het wil daarom ook werk maken van o.a. volgende tools: website, demo CD/DVD, drukwerk, mailing. Er worden telkens een aantal voorbeelden gegeven. Dit aspect werd voldoende uitgewerkt. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies.
Pagina 31 van 257
3.6
Realisme groeipad
Het agentschap plaatst grote twijfels bij het groeipad van het ensemble betreffende het aantal concerten. In 2011 werden er een zestal concerten gespeeld. In 2012 zal dit volgens het dossier wat meer zijn. Op de website van het ensemble staat echter nog geen enkel concert geprogrammeerd. Het agentschap stelt zich dan uiteraard vragen als men voor 2013 uitgaat van 27 concerten en een verdubbeling van dit aantal in 2014. Ook vindt het agentschap dat de omkadering voor een dergelijk gezelschap veel te zwaar is met een zakelijke leider, een projectmanager en daarbovenop nog eens een managementbureau. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begrotingsposten werden niet toegelicht. De eigen inkomsten komen hoofdzakelijk uit de verkoop van concerten (185.000 euro). Er is een kleine vorming van sponsoring via partnerships (5.000 euro) en Vriendenkring (1.000 euro). Op pag.17 van het aanvraagdossier staat dat het kantoor gratis ter beschikking wordt gesteld maar in bijlage pag. 8 staat dat er maandelijks huur moet worden betaald en een maandelijkse forfaitaire kost van voor energie. Het is ook niet duidelijk hoe men komt aan het bedrag van 52.800 euro KVG en 19.200 euro diensten op zelfstandige basis artistiek. De begroting is ook verwarrend omdat het niet altijd mogelijk is om in het dossier het verschil te zien tussen de huidige situatie en deze vanaf het werkingsjaar 2013. Het agentschap stelt ook vast dat het bedrag van de gevraagde subsidie niet in de Excelbegroting werd opgenomen, tenzij dit verkeerdelijk onder het bedrag van de verkoop van concerten werd geplaatst. Zoniet sluit de begroting niet af met een deficit van 22.000 euro maar wel met een winst van 148.000 euro. Het agentschap vindt dit verwarrend. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid plaatst het agentschap vraagtekens bij de haalbaarheid van het project, inzonderheid wat het aantal concerten betreft. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. Het agentschap vindt dat een opstap naar structurele subsidiering wel groot zou zij gelet op het ontbreken van enig trackrecord. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 32 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-006
Organisatie:
Belgische Kamerfilharmonie
Gevraagd bedrag:
212.886,22 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Belgische Kamerfilharmonie is een orkest dat in 2008 werd opgericht en wordt geleid door Ben Haemhouts. Het legt zich toe op het klassieke en vroeg-romantische repertoire en speelt een vijfentwintigtal concerten per jaar. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat Belgische Kamerfilharmonie een repertoire brengt dat door de meeste andere orkesten regelmatig wordt uitgevoerd. In die zin is het niet uniek binnen het Vlaamse muzieklandschap. De commissie heeft wel wat bedenkingen bij het dossier. Zo vraagt ze zich af waarom de organisatie een uitvoering van Brittens War Requiem door de Bamberger Symphoniker in het dossier opneemt. Ze vindt het eveneens vreemd dat Beethovens Pastorale wordt opgenomen bij een Poulenc-herdenking. De commissie meent dat het project Transfigurations nog het meest interessant is, maar ook dat bevat vooral twintigste-eeuwse muziek die door andere orkesten regelmatig wordt uitgevoerd. Op artistiek-inhoudelijk vlak vindt de commissie geen meerwaarde voor het Vlaamse muzieklandschap en is ze van oordeel dat er geen extra gesubsidieerd orkest nodig is, temeer daar de kwaliteit van dit orkest de goede middelmaat niet overschrijdt. 1.3
Profilering en positionering
Belgische Kamerfilharmonie heeft geen uniek profiel. De commissie merkt op dat dit orkest zowel qua programmatie, werking als visie zich niet onderscheidt van de reeds bestaande orkesten die dit repertoire brengen. Ze stelt zelfs vast dat heel wat orkestleden regelmatig spelen in of zelfs verbonden zijn aan andere bestaande orkesten. 1.4
Langetermijnvisie
Uit het dossier blijkt geen echte langetermijnvisie. De organisatie geeft enkel aan een jaarlijkse compositieopdracht te zullen geven. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het orkest heeft een zekere uitstraling in het Antwerpse en speelde reeds concerten in andere regio's in Vlaanderen. Internationaal zijn er enkele plannen.
Pagina 33 van 257
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Aangezien het orkest een programma brengt dat ook door andere orkesten wordt gebracht, biedt het geen meerwaarde voor de regio. Ook de uitvoeringen van dat programma bieden geen meerwaarde. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk of sociaal belang is gering. De leden van het orkest zijn grotendeels mensen die ook in andere orkesten spelen. Voor hen is het orkest dus geen noodzaak. 1.8
Samenwerking en netwerking
De organisatie geeft aan dat er gesprekken aan de gang zijn, onder andere met het Ballet van Vlaanderen, maar geeft verder weinig concrete informatie. 1.9
Publieksgerichtheid
Het ensemble neemt geen eigen initiatieven, maar laat dit over aan de concertorganisaties of culturele centra waar het optreedt. De organisatie heeft wel een zekere sociaal-artistieke werking in samenwerking met het OCMW in Antwerpen en enkele kleinere organisaties. De organisatie geeft aan ook een pedagogische werking te hebben, al beperkt deze zich tot lezingen en powerpointpresentaties door dirigent en vijf muzikanten. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De beoordelingscommissie vindt het vreemd dat de ingebrachte uitkoopsommen voor Vlaanderen dezelfde zijn als voor het buitenland, wat onrealistisch lijkt. Verder stelt ze vast dat de organisatie weinig repetities voorziet. Voor de klassieke werken lijkt dit logisch te zijn, maar voor creaties of werk van Webern acht de commissie het aantal te beperkt. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het artistiek-inhoudelijke concept, het profiel en de uitstraling, de publieksgerichtheid, de interculturaliteit en enkele zakelijke elementen.
Pagina 34 van 257
De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 35 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-006
Organisatie:
vzw
Gevraagd bedrag:
212.886,22 euro
1
Zakelijk advies
Belgische Kamerfilharmonie
Beknopte historiek organisatie
De Belgische Kamerfilharmonie werd opgericht in 2008. Het is een modern kamerorkest met een volledige bezetting van strijkers en blazers, in totaal 36 musici. Het orkest legt zich toe op de klassieke en de vroeg-romantische periode als ook op het standaardrepertoire voor kamerorkest. Er wordt ook aandacht besteed aan hedendaags werk en aan Vlaamse componisten. Het ensemble staat onder leiding van chef-dirigent Ben Haemhouts. Jaarlijks worden er een vijfentwintigtal concerten gespeeld. Voor de periode 2013-2014 vraagt het ensemble een jaarlijkse subsidie van gemiddeld 212.886,22 euro. De organisatie heeft een positief eigen vermogen van 13.111 euro einde 2010. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want het ensemble werd nooit eerder gesubsidieerd. Het ensemble heeft wel voor de eerste periode 2012 een projectsubsidie muziek (51.259,84 euro) en een projectsubsidie muziekeducatie (23.636,20 euro) aangevraagd. De minister heeft hieromtrent nog geen beslissing genomen. Dit project kreeg van het agentschap Kunsten en Erfgoed een positief advies voor 50.000 euro, de commissie oordeelde negatief. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De Belgische Kamerfilharmonie heeft naast het spelen van concerten nog drie andere doelstellingen. Het wil eerst en vooral klassieke muziek brengen voor alle lagen van de bevolking. Met projecten zoals ‘Broodje Mozart’ trekt men naar OCMW’s om daar workshops te geven voor thuislozen, armen en allochtone mensen. Voor 2013 zijn er een zestal workshops gepland. Daarnaast wil het orkest ook kinderen in contact brengen met klassieke muziek. Met projecten zoals ‘Een beetje Beethoven’ trekken vijf musici en de dirigent naar de scholen. Het gaat om workshops die in de scholen zelf worden georganiseerd. Meestal worden deze workshops gekoppeld aan een echt concert dat iets later in de buurt plaats heeft. Deze kinderworkshops worden 4 tot 5 keer per jaar uitgevoerd. Tenslotte wil de Belgische Kamerfilharmonie kansen geven aan jonge Vlaamse componisten. Het orkest wil in de toekomst minstens één vierde van het totaal aantal concerten in het buitenland gaan spelen. Er zijn voor 2013 25 concerten gepland waarvan 3 in het buitenland en 10 workshops. In 2014 stijgt het aantal buitenlandse concerten van 3 naar 7. De geplande activiteiten werden heel goed toegelicht met telkens opgave van het programma en omschrijving, de bezetting, een biografie van de solisten/componiste, en de speellijst met de data en locaties. Het agentschap stelt wel vast dat het hoofdzakelijk om opties gaat. In 2013 gaat het om vijf concerten die vastliggen.
Pagina 36 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
Er is in het dossier niet echt sprake van samenwerkingen. Er wordt alleen gezegd dat er gesprekken aan de gang zijn met het figurentheater ‘De Maan’ in Mechelen, het Koninklijk Ballet van Vlaanderen e.a. Maar dit aspect werd niet uitgewerkt. Er is wel sprake van drie partners. De eerste is Motor Music. Het kantoor van het orkest is in het pand ondergebracht waar ook Motor Music huist. In dat huis werken ook componisten en komen dagelijks veel culturele spelers over de vloer, hetgeen een meerwaarde betekent voor het orkest. De tweede is het Cultureel Centrum van Puurs waar het orkest kan repeteren en ook een of meerdere keren kan spelen. De derde partner is de stad Mechelen zelf met een aantal samenwerkingen o.a. met het Festival van Vlaanderen. Het dossier is echter weinig concreet daarover. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 400.148 euro, wat 79,5 % van de totale uitgaven betekent. De artistieke verloning bedraagt 391.623 euro of 85,9 % van de totale verloning (455.770 euro). Het agentschap vindt dit een goede verhouding. De Belgische Kamerfilharmonie is een projectorkest. Dit houdt in dat de musici voor bepaalde projecten in dienst worden genomen. De betaling gebeurt dan via factuur, sociaal bureau voor kunstenaars of kleine vergoedingsregeling. Op bladzijde 22 van het dossier staat dat alle orkestleden momenteel bruto/concert krijgen. Op bladzijde 23 staat echter dat november 2011 per repetitie en per concert wordt uitbetaald. De concertmeester krijgt het dubbele. De solisten worden op zelfstandige basis vergoed, evenals de chef-dirigent en gastdirigenten. De chef-dirigent oefent ook de functie van artistiek directeur uit maar wordt daar tot op heden niet voor vergoed. Uit het dossier blijkt niet of daar voor de komende periode verandering in komt. Ook de financiële directeur wordt niet vergoed. Voor de periode 2013-2014 zou hij wel worden vergoed volgens de barema’s van bediende via een uitzendkantoor. Aan de situatie van de general manager die nu voor 70 % in vast dienstverband is ingeschreven verandert er niets. Zij is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding. Een deel van haar takenpakket – inzonderheid de promotie - zal wel worden gedaan door een communicatie verantwoordelijke die vanaf 2013 zal worden aangeworven. Het zou gaan om een 50 % tewerkstelling. Voor de technische en logistieke omkadering wordt beroep gedaan op een orkestregiseur. Het agentschap vindt dat de omkadering te zwaar is voor een dergelijk orkest. Het is van mening dat een zakelijke leider, bijgestaan door een deeltijdse orkestregisseur en een deeltijdse communicatieverantwoordelijke voldoende moet zijn. De functie van financieel directeur zou deel moeten kunnen uitmaken van deze van de general manager, temeer omdat een deel van het takenpakket van deze laatste door de nieuw aan te werven communicatieverantwoordelijke zal gebeuren. Het orkest huurt een kantoor in Mechelen bij Motor Music, een opnamebedrijf. Hiervoor wordt /maand betaald. De repetities vinden plaats in het cultureel centrum van Puurs, afgewisseld met de Stadsschouwburg in Mechelen tegen interessante huurtarieven. In het aanvraagdossier staat dat deze tarieven zo laag zijn dat ze verwaarloosbaar zijn en derhalve niet in de begroting moeten worden opgenomen. Het agentschap is van mening dat alle kosten hoe miniem ook in de begroting moeten worden opgenomen. 3.4
Publieksgerichtheid
Het orkest wil een breed publiek bereiken maar richt zich daarnaast tot een aantal specifieke doelgroepen: kansengroepen, scholen en bedrijven. Meer wordt hierover onder dit punt niets gezegd, ook niet over publiekswerking- en werving. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Pagina 37 van 257
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Het orkest voorziet een klein groeipad inzake het aantal concerten. Het orkest voert elk programma gemiddeld 3 tot 6 keer uit. Op basis van het seizoen 2011-2012 met 23 concerten en 8 workshops wordt voor de periode 2013-2014 uitgegaan van 25 concerten en 10 workshops. De subsidie moet vooral dienen om de musici beter te vergoeden, de financiële directeur een passende verloning te geven en een communicatiemedewerker aan te werven. Het agentschap vindt dat de omkadering te zwaar is gelet op het beperkt aantal concerten dat wordt gespeeld. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd heel goed toegelicht. Het galaconcert dat de Belgische Kamerfilharmonie organiseert en ook de concerten voor bedrijven werden niet in de begroting opgenomen omdat deze concerten volgens de indieners van het dossier zelfbedruipend zijn. Dit had wel moeten gebeuren om een volledig beeld van de werking te krijgen. Volgens het agentschap zouden concerten voor bedrijven trouwens winstgevend moeten zijn. Het orkest genereert inkomsten op drie manieren: 75 % wordt ingevuld door de uitkoopsommen van concertorganisatoren (kunstencentra, culturele centra, bedrijven). De gemiddelde uitkoopsom bedraagt 10.000 euro/concert. Ongeveer 20 % komt van sponsoring en mecenaat. Er wordt uitgegaan van een vast sponsorbedrag van 35.000 euro dat gedragen wordt door de vaste mecenassen en sponsors waaronder Data Translations, Delta Lloyd, Scandic e.a. Het agentschap kan uit het dossier niet afleiden of deze gelden in ruil voor de bedrijfsconcerten worden gegeven. Daarnaast wordt nog een bedrag van 17.000 euro specifieke projectsponsoring voorzien. Een derde inkomstenbron is de ‘friends’ formule, waarbij particulieren in ruil voor een bijdrage vriend van het orkest kunnen worden en dan nauw bij de activiteiten worden betrokken. Er wordt hiervoor een bedrag van 3.000 euro ingeschreven. Het agentschap stelt de inspanningen op prijs die het orkest doet om eigen inkomsten te verwerven. Deze bedragen 61,8 % van de totale inkomsten. De belangrijkste kosten worden gevormd door de loonkost musici, dirigenten en solisten, ongeveer 60 % van de totale kost. De loonkosten van het management, financieel directeur en regisseur vormen 20 %. De rest van de kosten zijn vaste kosten zoals huur, website, catering e.d. Er wordt bij de berekening van de kost van de musici uitgegaan van 28 repetities, 25 concerten waarvan 3 in het buitenland en 10 workshops. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium acht het agentschap het project haalbaar maar vraagt zich wel af of de voorziene sponsoring van 35.000 euro structureel en 17.000 euro projectmatig wel realistisch is en meent dat de voorziene overheadkost te ruim werd ingeschat. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 38 van 257
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie legt uit waarom de samenwerkingen weinig werden toegelicht. Het agentschap had gehoopt dat er hieromtrent ondertussen al wat meer duidelijkheid was. Het agentschap neemt er verder kennis van dat een muzikant vanaf 2013 recht zal hebben op een concertvergoeding van, terwijl dat in de huidige periode bedraagt, wat toch een substantiële stijging betekent. De chef-dirigent zal tijdens de komende periode niet afzonderlijk als artistiek directeur worden vergoed. Wat de omkadering betreft, licht de organisatie toe dat deze zal bestaan uit: een general manager (70 % in dienst), een projectmanager (280 uren/jaar via interim), een financieel directeur (125 uren/jaar via interim), één communicatieverantwoordelijke (halftijds in dienst). Het agentschap blijft bij zijn mening dat het takenpakket van de financieel directeur deel zou moeten uitmaken van dat van de general manager. De organisatie verduidelijkt verder dat onder de rubriek ‘sponsoring’, ten bedrage van 35.000 euro, de winst van de bedrijfsconcerten (3.000 euro winst/concert) is opgenomen. Het agentschap begrijpt dit niet goed omdat op een andere plaats in het dossier wordt gezegd dat dergelijke concerten en ook het galaconcert niet in de begroting worden opgenomen omdat ze zelfbedruipend zijn. Precies om die reden had het agentschap de opmerking geformuleerd dat het galaconcert en de B2B-evenementen in de begroting hadden moeten worden opgenomen. Het agentschap blijft na deze verduidelijking met vraagtekens zitten. Tenslotte wordt gezegd dat het bedrag van 17.000 euro projectsponsoring betrekking heeft op de sociale en educatieve projecten. De ingediende repliek bevat geen nieuwe informatie. Het agentschap behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 39 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-007
Organisatie:
Jammin' Sam
Gevraagd bedrag:
53.500,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Jammin' Sam is een vzw rond trompettist en componist Sam Vloemans, die steunt op drie pijlers: een band van zes muzikanten, multimediale muziekprojecten voor kinderen en projectmatige experimentele labo's. Met deze aanvraag wil Sam Vloemans meer continuïteit en minder afhankelijkheid van andere organisaties bewerkstelligen voor zijn projecten. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek is van oordeel dat Sam Vloemans een goede trompettist is die ook bekendheid geniet als componist voor jazzy muziektheater- en muziekprojecten. Sam Vloemans wil zijn diverse activiteiten bundelen, al zijn de concrete projecten voor 2013 en 2014 voornamelijk concerten met een ensemble van zes tot zeven muzikanten. De commissie is van oordeel dat de voorgestelde projecten niet gedurfd of kwetsbaar zijn. Het gaat immers vooral om mainstream jazz, die zijn weg naar het brede publiek moet kunnen vinden zonder subsidie. 1.3
Profilering en positionering
De organisatie Jammin' Sam is als dusdanig niet bekend en mist dus profiel of positionering. Sam Vloemans is wel bekend binnen de subtop van de Vlaamse jazzwereld. 1.4
Langetermijnvisie
Jammin' Sam wil zelf de projecten opzetten die tot op heden door andere organisaties zoals het Paleis en de Warande gedragen werden. Dit heeft verstrekkende financiële gevolgen die onrealistisch zijn. Zo groeit de investering in producties van ongeveer 20.000 euro naar 217.000 euro en de lonen van de muzikanten van 2.250 euro naar 180.450 euro. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De uitstraling is beperkt tot Vlaanderen, en zeker niet internationaal. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde voor de regio is gering.
Pagina 40 van 257
1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De organisatie heeft een zeker maatschappelijk belang door het engagement naar kinderen en schoolgroepen toe. 1.8
Samenwerking en netwerking
Er is een opsomming van namen waarmee de organisatie samenwerkt of wil werken, al is niet alles even concreet. 1.9
Publieksgerichtheid
De publiekswerking naar scholen toe is vrij groot. Naar het reguliere publiek is dit minder omdat Jammin' Sam daar rekent op de organisator. Via elektronische weg wordt wel nog extra publiciteit gemaakt. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Los van de artistieke bedenkingen, vindt de commissie het niet aangewezen om een organisatie die is opgebouwd rond één persoon structureel te omkaderen. Dergelijke organisaties zijn immers zelden efficiënt en duurzaam. De commissie merkt hierbij op dat Sam Vloemans al voldoende kansen krijgt als muzikant en componist bij bestaande huizen. Een nieuwe structuur zou, alleen al op financieel vlak, nooit dezelfde kansen kunnen bieden. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 41 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-007
Organisatie:
vzw
Gevraagd bedrag:
53.500,00 euro
1
Zakelijk advies
Jammin’Sam
Beknopte historiek organisatie
Jammin’Sam werd opgericht in 2004 door de Vlaamse kunstenaar Sam Vloermans, trompettist. De werking is gebaseerd op drie pijlers: de bandwerking, de organisatie van multimediale concerten voor kinderen en tenslotte de projectmatige experimentele labo’s. In 2011 werden er een 30-tal optredens georganiseer met daarnaast een aantal cd-opnames en workshops. Einde 2011 beschikt de organisatie over een positief eigen vermogen van 11.311 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Niet van toepassing want het ensemble werd nooit eerder gesubsidieerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De langetermijnvisie komt tot uiting in de realisatie van de drie pijlers waarop de werking van de organisatie is gevestigd. In 2013 zal de voltallige band (dit is: zes musici) het project ‘Night en Day’ brengen. Er komt ook een kinder-en jongerenvoorstelling voor jongeren vanaf 14 jaar. Naar aanleiding hiervan zal er een educatieve lesmap worden uitgegeven. Tot slot worden er nog twee experimentele labo’s gepland: ‘Bord du Nord’ en ‘Pluim’. Het eerste project is een voortzetting van 2008 waarvoor nu nieuw repertoire wordt geschreven. De mogelijkheden van samenwerking met partners wordt bestudeerd maar werd tot op heden nog niet geconcretiseerd. Men zou ook internationaal willen werken maar dit blijft heel vaag. De verkoop en spreiding van cd’s en dvd’s gebeurt volledig in eigen beheer. Men gaat voor 2013 uit van 78 activiteiten maar het is niet duidelijk hoe men aan dat cijfer komt. De speellijst is trouwens heel vaag. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er is in het dossier sprake van een aantal samenwerkingen maar dit blijft heel vaag. Voor het project ‘Bord du Nord’ zal er contact worden opgenomen met AMUZ en de Bijloke. Voor het project ‘ Pluim’ zijn er verkennende gesprekken met Champ d’Action. Sam Vloermans zal samen met Lisa van der Aa de muziek verzorgen voor een nieuw project van het kindertheater 4Hoog in coproductie met HET PALEIS. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 209.487 euro, wat 88,65 % van de totale uitgaven betekent. De artistieke verloning bedraagt 155.790 euro of 98,8 % van de totale verloning (157.530 euro). Het agentschap waardeert het dat het merendeel van de middelen naar de artistieke werking gaan. De artistieke en de zakelijke leider zijn momenteel als freelancer in dienst en worden vergoed volgens de cao muziek via factuur of volgens forfaitaire onkostenvergoeding. Hetzelfde geldt voor de artiesten. Het is de
Pagina 42 van 257
bedoeling om de artistieke leider vast in dienst te nemen (0,5 vte) en ook om per productie gemiddeld tien werknemers freelance in dienst te nemen voor de creatie-, repetitie- en speelperiode. Het zou gaan om de zes musici van de band, 1 geluidsman, 1 lichtman, 1 productieleider en 1 boeker. Deze laatste wordt in dienst genomen omdat men wil afstappen van de samenwerking met Rumoer! dat momenteel nog belast is met de verkoop van concerten. Het agentschap merkt op dat forfaitaire onkostenvergoedingen tot problemen met de fiscus kunnen leiden en dat het daarom af te raden is dergelijke vergoedingen uit te keren. De infrastructuur van Jammin’Sam is verspreid over verschillende locaties. De zetel is gevestigd in Meer. De dagelijkse werking functioneert voornamelijk vanuit de stad Antwerpen. Er worden repetitieruimtes gehuurd o.a. bij HETPALEIS. De organisatie beschikt over eigen opnameapparatuur, technisch materiaal en instrumenten ter waarde van 10.000 euro. Dat wordt afgeschreven. 3.4
Publieksgerichtheid
Jammin’Sam wil een zo groot mogelijk publiek aantrekken door zowel op de podia van de culturele centra te staan als op podia van festivals en gerenommeerde clubs. Daarnaast richt Jammin’Sam zich op twee specifieke doelgroepen: enerzijds kinderen en jongeren tussen 4 en 14 jaar met de multimediale muziekconcerten en anderzijds mensen die openstaan voor het experiment van de projectmatige labo’s. De organisatie doet aan publiekswerving via verspreiding van affiches en flyers maar ook meer en meer met een goed uitgewerkte website die alle informatie over de projecten verstrekt. De muziek kan online gedownload worden via ITunes. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
De interculturaliteit komt tot uiting in de samenstelling van de band met diverse muzikale en internationale achtergronden. 3.6
Realisme groeipad
Het is niet eenvoudig om het groeipad vast te stellen omdat de speellijst 2011 vaag is. Het zou gaan om een dertigtal concerten met daarnaast nog een aantal opnames. Voor 2013 wordt uitgegaan van 78 activiteiten maar het is onmogelijk om na te gaan wat daaronder valt. De speellijst 2013 werd helemaal niet uitgewerkt. Er is alleen sprake van concerten, optredens e.d. maar daar blijft het bij. Het is ook niet duidelijk waar de gevraagde subsidie eigenlijk moet voor dienen. Op basis van het dossier kan vermoed worden dat het gaat om een aantal mensen waaronder de artistieke leider in te schrijven. Het agentschap merkt op dat niettegenstaande de spectaculaire toename van een aantal kosten ten opzichte van 2011 het deficit relatief beperkt is. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd onvoldoende toegelicht. Er wordt wel een poging gedaan om analytisch te werken waarbij de verschillende activiteiten (band, multimediale concerten en labo’s) afzonderlijk worden begroot maar dit werd te summier uitgewerkt. Er wordt niet uitgelegd hoe de kosten van repetitie – en speeldagen, en creatie tot stand zijn gekomen. Het agentschap stelt ook vast de kosten van o.a. de erelonen kunstenaars enorm zijn toegenomen ten opzichte van 2011 namelijk van 2.280 naar 180.450 euro. Hetzelfde geldt voor de investering in eigen producties, van 18.409 naar 217.594 euro. Er wordt niet echt een verklaring gegeven. Het agentschap heeft ernstige twijfels bij de realiteitsgraad van deze bedragen. De eigen inkomsten worden gevormd door de verkoop van cd’s (1.000 euro) en uitkoopsommen (128.000 euro). Het agentschap stelt vast dat er een bedrag van 104.000 euro uitkoopsommen binnenland en 16.000 en euro buitenland werd begroot, totaal 120.000 en niet 128.000 euro. De eigen inkomsten bedragen 54,5 % van de totale omzet. Er wordt alleen beroep gedaan op de subsidies
Pagina 43 van 257
Vlaamse Gemeenschap. Er is geen inbreng van stad of provincie. Het agentschap stelt vast dat de begroting 2013 afsluit met een winst van 11.311,82 euro (via de overboeking). Het agentschap stelt vast dat de organisatie enerzijds een subsidie van gemiddeld 53.500 euro vraagt (volgens het formulier) en anderzijds een subsidie van 107.338,10 euro (volgens de Excel-begroting). Indien men dit laatste bedrag verandert in 52.000 euro (gevraagde subsidie 2013) dan geeft dit een verlies van 44.026,28 euro voor 2013. Gelet op wat voorafgaat, vindt het agentschap de begroting en het zakelijke beleidsplan van de organisatie ongeloofwaardig. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium acht het agentschap het project niet haalbaar. Er is nog een geen enkele activiteit vastgelegd en de voorziene groei in het aantal activiteiten is hoogst twijfelachtig. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. Het agentschap meent dat een dergelijk dossier eerder een projectsubsidie zou moeten aanvragen. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Het gezelschap maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 44 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-008
Organisatie:
Octopus
Gevraagd bedrag:
164.745,05 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Octopus is een vocaal ensemble onder leiding van Bart Van Reyn dat in 2000 werd opgericht. Het koor treedt op in wisselende bezettingen afhankelijk van de partituur. Het ensemble kan, naast heel wat semiprofessionelen en conservatoriumstudenten, putten uit een dertigtal professionele zangers. Octopus werkt samen met verschillende orkesten. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek is van oordeel dat Octopus kwaliteit biedt. In het barokrepertoire heeft het ensemble mooie eigen producties die een groot publiek bereiken. Octopus heeft een mooie koorklank in de verschillende formaties waarin het optreedt. Het ensemble kan worden uitgebreid tot een groot symfonisch koor. Naast de producties plant het ensemble in de komende periode ook enkele cd-opnames. De commissie is overtuigd van de artistieke waarde van het ensemble, maar vindt dat de nadruk te veel op de carrièreontwikkeling van de dirigent ligt en deze te weinig oog heeft voor de structurele organisatie van het koor. Daarnaast is het jammer dat een jonge organisatie kiest om bijna uitsluitend met buitenlandse solisten op te treden. Verder stelt de commissie vast dat het programma nauw aansluit bij dat van het Collegium Vocale. 1.3
Profilering en positionering
In het Vlaamse muzieklandschap neemt Octopus geen unieke plaats in wat betreft het uitvoeren van barokmuziek. De uitvoeringen zijn verzorgd, maar er is binnen Vlaanderen al een ruim aanbod. Octopus heeft wel een uniekere positie als symfonisch koor, maar de commissie heeft de indruk dat Octopus en Bart Van Reyn vooral ambitie hebben om oude muziek uit te voeren. 1.4
Langetermijnvisie
De langetermijnvisie is duidelijk. De organisatie wil uitgroeien tot een van de grote spelers op de Europese markt. De commissie stelt zich vragen of deze ambitie realistisch is. Octopus heeft geen vaste professionele zangers in dienst en dit kan problemen geven naar beschikbaarheid. Zowel organisatorisch als financieel is de langetermijnvisie niet realistisch. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Octopus heeft een lokale uitstraling in het Antwerpse, die echter stilaan tot Vlaams niveau uitgroeit. Internationaal is er wel een aantal optredens, maar van een echte internationale reputatie is vooralsnog geen sprake.
Pagina 45 van 257
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Als symfonisch muziekleven. 1.7
koor
heeft
de
organisatie
een
meerwaarde
voor
het
Vlaamse
Maatschappelijk of sociaal belang
Octopus zweeft tussen het engagement van gedreven en goed opgeleide amateurzangers en een professionele organisatie. Het succes van de concerten in eigen beheer is ook nauw verbonden met het engagement van de zangers. Als symfonisch en oratoriumkoor kan het een belangrijke rol spelen. 1.8
Samenwerking en netwerking
De organisatie heeft veel relevante samenwerkingen. Vooral de samenwerking met symfonische orkesten bieden een meerwaarde. 1.9
Publieksgerichtheid
De producties zijn publieksgericht. Octopus slaagt er in om nagenoeg kostendekkende eigen producties op te zetten. Dit heeft veel te maken met de contacten van de zangers. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De organisatie besteedt hier geen aandacht aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De organisatie vraagt een hoog bedrag aan subsidie, onder meer voor de verdere professionalisering van het ensemble. De commissie stelt vast dat Octopus in het verleden een mooie werking heeft uitgebouwd zonder subsidie. Het ensemble wordt door veel orkesten ingehuurd en realiseert hiermee mooie inkomsten. Voor de uitvoering van zijn barokrepertoire trekt het ensemble bovendien volle zalen, wat ook aanzienlijke inkomsten genereert. De commissie volgt dan ook niet in het gevraagde bedrag. Ze kan echter wel akkoord gaan met een beperkte subsidie. De subsidie moet dienen om de beperkte omkadering van het ensemble uit te bouwen. De commissie kan er mee akkoord gaan om de artistieke leider en een administratieve kracht deels te subsidiëren. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 46 van 257
3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het programma, de langetermijnvisie, de interculturaliteit en enkele zakelijke elementen. De commissie geeft aan dat ze het repertoire van het ensemble deelt fout heeft ingeschat en erkent dat Octopus zich inderdaad toelegt op een breder repertoire dan enkel oude muziek en zet dit recht in haar definitieve advies. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 47 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2014
Volgnummer:
KD2013-2014-WS-MU-ME-008
Organisatie:
vzw
Gevraagd bedrag:
164.745,05 euro
1
Zakelijk advies
Octopus
Beknopte historiek organisatie
Octopus werd in 2000 opgericht door Bart Van Reyn en bestond toen uit 8 zangers. Nu zingen 150 zangers in wisselende bezettingen voor Octopus. Het gaat om een dertigtal professionele zangers met daarnaast ook semiprofessionele zangers en conservatoriumstudenten. Er wordt gewerkt met bezettingen van 32 (‘Kamerkoor’) tot 100 zangers (‘Symfonisch Koor’). De zangers uit de kamerkoorbezetting vormen de kern van de symfonische bezetting. Er wordt muziek uitgevoerd van de vroegbarok tot aan de hedendaagse muziek, o.a. oratoria uit barok en classicisme (met authentieke instrumenten en 32 zangers), romantische a-capellaliteratuur (48 zangers) en 20ste- en 21ste-eeuwse muziek (32 à 48 zangers). Het oratoriumkoor heeft een bezetting tussen 60 en 100 zangers en wordt zowel in binnen-als buitenland uitgenodigd. In de periode 20002012 heeft Octopus 149 concerten gespeeld waarvan 16 in het buitenland. Einde 2011 beschikt de vzw over een negatief eigen vermogen van 5.559 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Octopus heeft in het verleden een aantal projectsubsidies aangevraagd en gekregen, gaande van 3.000 tot 6.000 euro. Ook voor de eerste ronde 2012 werd een projectsubsidie aangevraagd. Het agentschap gaf een positief advies, de commissie muziek een negatief advies. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Octopus wil enkel nog focussen op het koor in bezettingsvormen tussen 32 en 100 zanger. Voor de producties in eigen beheer wordt er samengewerkt met een extern orkest. Octopus is dus een koororganisatie die naast a-capella producties samenwerkt met diverse orkesten. Octopus speelt a-capella (32 tot 48 zangers) vooral in culturele centra en verscheiden afdelingen van het Festival van Vlaanderen; daarnaast barokke en klassieke oratoria (32 tot 64 zangers), vaak in eigen beheer en tenslotte als oratoriumkoor met de meeste van de symfonische orkesten in ons land. Op lange termijn wil Octopus meer gaan werken met professionele zangers. Nu is dat amper 15 tot 25 %. Voor 2013 en 2014 zijn er respectievelijk 4 en 2 eigen producties gepland. Elke productie wordt goed toegelicht met programma, bezetting en aantal concerten. Daarnaast zijn er ook een aantal coproducties gepland. In 2013 met het Nationaal Orkest van België en de Muziekkapel Koningin Elisabeth, met Capella Augustina Köln (Haydn) en met I Fagiolini en het Scorpio Collectief (Monteverdi Vespers). In 2014 met het Festival van Vlaanderen (Elias) en met Symfonieorkest Vlaanderen (Mozart Requiem – wereldcreatie van Piet Swerts). Ook dit aspect werd heel goed uitgewerkt. Octopus wil ook cd’s gaan maken. Octopus heeft ook een educatieve werking met de niet-professionele zangers, vooral conservatoriumstudenten. Dit kan o.a. via het aanbieden van stageplaatsen, het werken met vocal coaches. Verder besteedt Octopus ook aandacht aan creaties. In 2013 geeft Octopus aan zijn artistieke leider de opdracht om 3 cycli van Mahler-liederen te
Pagina 48 van 257
bewerken. In 2014 zal Piet Swerts ook een werk schrijven. Octopus wil zijn internationale werking verder uitbouwen. Voor de komende periode staan er twee concerten in Duitsland op het programma. Er wordt voor 2013 uitgegaan van 7 projecten met in totaal 22 uitvoeringen, waarvan vier concerten in eigen beheer. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er zijn samenwerkingsverbanden met symfonische orkesten o.a. met het Nationaal Orkest van België (Galaconcert Muziekkapel), het Brussels Philharmonic en het Symfonieorkest Vlaanderen. Er zijn twee types van samenwerkingen wanneer er in grote bezetting (oratoriumkoor) wordt gezongen: het Brussels Philharmonic en de Munt hebben een eigen koor en willen hun koor met dat van Octopus laten versmelten. Er zijn in dat geval geen professionele zangers in loondienst van Octopus. Het Nationaal Orkest van België en het Symfonieorkest van Vlaanderen echter hebben geen eigen koor. De koorzangers van Octopus zijn dan ofwel in loondienst van het symfonisch orkest of van het koor. Er wordt ook samengewerkt met gastdirigenten. In 2013 zal Octopus ook gaan samenwerken met twee specialistenensembles: het Engelse I Fagiolini en het Scorpio Collectief. Er is ook een samenwerking met Koor en Stem, waar Octopus sinds 2011 ‘koor in residentie’ is. Dit houdt o.a. een reductie van 50 % op de zaalhuur van de grote repetitiezaal in, de betaling van een vocal coach en van een pianist. Als return neemt Octopus per jaar vier nieuwe Vlaamse koorwerken op. Alle intentieverklaringen en samenwerkingsakkoorden werden aan het dossier toegevoegd. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 236.505 euro, wat 72,7 % betekent van de totale uitgaven betekent. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 96.833 euro of 72,8 % van de totale verloning (132.844 euro). De professionele zangers worden verloond volgens de cao muziek; de niet-professionele worden niet verloond. Zij krijgen enkel reis-en maaltijdvergoedingen. Vandaar de hoge reiskosten (20.790 euro) en maaltijdvergoedingen (14.034 euro). Solisten krijgen /concert. Artistiek en zakelijk leider Bart Van Reyn werd in 2011 drie maanden in dienst genomen als bediende aan een minimumloon. Vanaf 2013 zal hij voltijds in dienst worden genomen met een anciënniteit van 10 jaar. Hij krijgt een bruto maandloon van voor de artistieke en zakelijke leiding en het dirigeren van alle repetities en 15 concerten. Er zou nog een halftijds coördinator worden aangeworven vooral voor de administratie, communicatie en productie. Momenteel is de hoofdzetel van de vzw in de woonplaats van Bart Van Reyn. De vzw betaalt hiervoor geen vergoeding. Men wil nu een eigen kantoorruimte gaan huren. Voor repetities en concerten worden zalen gehuurd. 3.4
Publieksgerichtheid
Het publiek van Octopus zijn vooral cultuurgeïnteresseerden. Er zijn ook acties naar jongeren en specifieke doelgroepen. Zo wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met leerkrachten van het DKO in de vorm van lesvoorbereidingen in de aanloop naar concerten. Hetzelfde geldt voor het secundair onderwijs in de vorm van lespakketten. Ook worden groepskortingen gegeven aan groepen van minstens 15 personen van grote bedrijven om ze op die manier ook in contact te brengen met klassieke muziek. Octopus is ook actief op het gebied van nieuwe media o.a. met een website, een e-nieuwsbrief, een Twitter account, een Facebookpagina en een YouTube-kanaal. Het aspect van publiekswerking-en werving werd heel goed uitgewerkt in dit dossier.
3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Pagina 49 van 257
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Er is niet echt een groeipad inzake het aantal concerten. De subsidie moet vooral dienen om de professionele omkadering te versterken en om de professionele zangers een contract van bepaalde duur aan te bieden met vergoeding cao-muziek. Het agentschap kan daarmee akkoord gaan. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De eigen inkomsten bedragen 49,3 % van de totale inkomsten namelijk eigen ticketverkoop, uitkoopsommen, samenwerkingen en sponsoring. De begroting werd heel goed uitgewerkt, de lonen op een duidelijke manier berekend. Het agentschap waardeert de juistheid en de overzichtelijkheid waarmee dit is gebeurd. Alle begrotingsposten werden trouwens heel goed toegelicht zodat het agentschap zich een goed beeld kan vormen van de werking van de vzw. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid acht het agentschap de realisatie van het project haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie reageerde in haar repliek enkel op elementen uit het artistieke advies. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 50 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-001
Organisatie:
La Petite Bande
Gevraagd bedrag:
618.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
La Petite Bande viert in 2012 zijn veertigste verjaardag. Doel van het ensemble is om de muziek uit de barok en de klassieke periode zo getrouw mogelijk te laten herleven, zowel qua interpretatie als qua klankbeeld, door historische instrumenten te bespelen op de oude speelwijze. Sinds de oprichting werden meer dan 76 cd's opgenomen en speelt het orkest zowel in binnen- als buitenland. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek erkent de grote verdiensten van La Petite Bande en Sigiswald Kuijken als pioniers van de historische uitvoeringspraktijk. Echter, daar waar andere barokorkesten en hun artistieke leiders in de loop van de tijd meer naar verdieping en verbreding zochten, blijft La Petite Bande de nadruk leggen op onderzoek naar historische uitvoeringspraktijken die tot op heden weinig aan bod kwamen. Zo verdedigt de artistieke leider de laatste jaren de 'one-to-a-part' of 'één stem per partij' uitvoeringen (dus zonder koor) van vooral Bachs vocale muziek. In het dossier wordt daarvoor geen argumentatie gegeven. La Petite Bande legt veel nadruk op onderzoek, maar de commissie stelt vast dat een groot deel hiervan in feite door anderen werd uitgevoerd. De commissie vindt het voorliggende repertoire niet artistiek prioritair. Vooral het standaardrepertoire komt aan bod. Nieuwe programmatische uitdagingen zijn er nauwelijks. Tot slot stelt de commissie vast dat er nergens een overzicht wordt gegeven van de participerende muzikanten. 1.3
Profilering en positionering
Hoewel de beoordelingscommissie de pioniersrol erkent die La Petite Bande ooit speelde op het vlak van historische uitvoeringspraktijk, stelt ze vast dat het ensemble de laatste jaren nauwelijks in staat is het niveau en originaliteit van sommige andere barokensembles te evenaren. De commissie is van oordeel dat het ensemble te veel teert op de verworvenheden van het verleden en te weinig vernieuwend is. 1.4
Langetermijnvisie
In het verleden merkte de Beoordelingscommissie Muziek op dat ze weinig toekomst zag voor het ensemble na Sigiswald Kuijken. In dit dossier wordt gesteld dat Benjamin Allard op termijn de leiding van La Petite Bande zou kunnen overnemen. Allard zal elk seizoen een productie leiden waaraan Sigiswald Kuijken zelf niet deelneemt. De commissie merkt op dat dit een ontoereikende ingreep is en stelt bovendien vast dat de artistieke inbreng
Pagina 51 van 257
aan het voorliggende dossier van Allard vrijwel onbestaande is. Ze is van oordeel dat dit helemaal geen koerswijziging is, maar in tegendeel niet ver genoeg gaat en onvoldoende garantie biedt op een inhoudelijke verjonging en vernieuwing. Bovendien zijn er nog steeds te veel prominente opdrachten voor leden van de familie Kuijken (solopartijen, onderzoeksopdrachten,…) zonder een gefundeerde artistieke noodzaak. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De commissie is van oordeel dat het ensemble nog altijd een prima internationale uitstraling heeft. Het ensemble speelt ongeveer een derde van zijn concerten in het buitenland, zelfs buiten Europa. De commissie stelt vast dat het ensemble regelmatig nieuwe opnames uitbrengt die goed verkopen. Het opgenomen repertoire blijft wel beperkt tot het standaardrepertoire. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Het ensemble is in residentie in Leuven. Elk jaar is er in Leuven een dag van La Petite Bande waarin een aspect van het muzikale onderzoeksgebied bestudeerd wordt: in 2012 wordt het thema 'historische declamatie in Frankrijk en Duitsland' gepland, in 2013 'het Duitse Singspiel' en in 2014 'het Magnificatgenre'. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Rond elke productie en generale repetities is er een educatieve programmatie of een jongerenwerking, daarvoor wordt samengewerkt met het Leuvense cultuurcentrum, de KULeuven en het stedelijk conservatorium. De commissie vindt dat dit sociaal-economisch en geografisch een te beperkt doelpubliek is. 1.8
Samenwerking en netwerking
La Petite Bande werkt samen met de stad Leuven, onder meer door de financiering van vier concerten per seizoen. De commissie betreurt het dat La Petite Bande geen coproducties heeft. Het ensemble smeedt geen banden met andere ensembles om zijn blikveld te verruimen. Het ensemble kan absoluut meer moeite doen om nieuwe samenwerkingen te ontwikkelen. De beoordelingscommissie vindt dat voor een ensemble met een dergelijke internationale uitstraling deze samenwerking en netwerking uiterst beperkt is. 1.9
Publieksgerichtheid
Qua publiekswerking beperkt La Petite Bande zich tot een website en de vriendenkring. Het dossier verwijst ook naar een jongerenwerking, die sinds 1997 bestaat. Verder zijn er geen nieuwe elementen. De commissie is van oordeel dat het ensemble meer inspanningen moet doen voor publiekswerking. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
La Petite Bande stelt dat dit aspect voor haar niet van toepassing is en voorziet dan ook geen concrete acties hieromtrent. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is.
Pagina 52 van 257
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De beoordelingscommissie stelt vast dat het financiële luik van de subsidieaanvraag volstrekt onvoldoende is. Er wordt enkel een lijst van kantoormedewerkers gegeven, maar wie de muzikanten zijn en hoe ze worden verloond, is niet aangegeven. Ook is nergens te vinden wat de artistieke leider zelf van het ensemble krijgt voor zijn prestaties. Details over de uitkoopsommen en verplaatsingskosten ontbreken en er is nergens sprake van cd-verkoop of de inkomsten daarvan. De commissie stelt vast dat het idee van 'one-to-a-part' niet weerspiegeld is in de begroting. Werken met kleinere bezettingen zou immers net tot lagere kosten moeten leiden. Dit is in tegenspraak met de zeer hoge loonkost in de begroting. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft aan dat de lijst van muzikanten wel degelijk bij het dossier was gevoegd. Dit klopt, maar dat gebeurde enkel bij de elektronische versie. De commissie neemt akte van de lijst en beschouwt dit niet langer als negatief element bij de beoordeling van het dossier. Ook met het standpunt van de organisatie in verband met het musicologisch onderzoek, kan de commissie akkoord gaan, al geeft ze mee dat dit onderzoek niet zo uniek is als de organisatie laat uitschijnen. De commissie is evenwel van oordeel dat haar argumenten in verband met het repertoire niet worden weerlegd. Het ensemble maakt zeer evidente keuzes en brengt een voor de hand liggende programmering, dat het blijft herhalen. Niettegenstaande de kwaliteit van de uitvoering, is het ensemble veel minder toonaangevend dan het ooit was, wat onder meer te maken heeft met het ruimere aanbod en de evoluties binnen het totale veld van de barokmuziek. De commissie geeft mee dat er binnen dit veld hoogdringend nood is aan vernieuwing. Binnen de lijst van muzikanten, staat de artistieke kwaliteit van sommige solisten in vraag. Niet alle muzikanten zijn immers van even goede kwaliteit. De commissie stelt vast dat het ensemble slecht scoort op het vlak van netwerking in Vlaanderen. Het ensemble zit eerder op een eiland en zou zijn muzikale horizon moeten verruimen. Op het vlak van publieksgerichtheid stelt de commissie vast dat er slechts een beperkte dynamiek is. Het ensemble maakt wel gebruik van initiatieven hieromtrent van andere organisatie, maar heeft daarin slechts een beperkte inbreng. Ook in verband met interculturaliteit getuigt het ensemble niet van dynamisme. Het gaat immers enkel over beloftes in een zeer minimaal voorstel. Tot slot blijft uit de continuïteit van de dossiers dat er nog steeds geen antwoord wordt gevonden op de langetermijnvisie. De afgelopen jaren werd er geen structuur gecreëerd om tot een goede en degelijke opvolging te komen. De zeer beperkte inbreng van Alard is onvoldoende om een goede basis te vormen voor de bestendiging van de werking op lange termijn. De commissie stelt vast dat op de meest fundamentele punten geen afdoend antwoord wordt gegeven, waardoor de commissie haar voorlopig advies niet kan wijzigen.
Pagina 53 van 257
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 54 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-001
Organisatie:
vzw La Petite Bande
Gevraagd bedrag:
618.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het barokorkest La Petite Bande werd door Sigiswald Kuijken opgericht in 1972. Het orkest speelde talrijke concerten op gerenommeerde nationale en internationale podia en realiseerde ook een zestigtal plaat- en cd-opnames. La Petite Bande stelt zich tot doel via onderzoek de historische uitvoeringspraktijk van muziek uit de 17 de en 18 de eeuw zoveel mogelijk verder te ontwikkelen en de bereikte resultaten te verwerken in haar uitvoeringen. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 562.383,76 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 618.000 euro gevraagd of een stijging van 55.616,24 euro ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
La Petite Bande wordt al sinds 1999 gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en heeft een meer dan degelijke werking uitgebouwd. Wel is het aantal gerealiseerde projecten de laatste jaren fel verminderd ten opzichte van vroeger met nog 48 activiteiten in 2008 en respectievelijk 27 en 29 in 2009 en 2010. Ook de actieplannen 2011 en 2012 hebben het over een dertigtal concerten waarvan ongeveer de helft in het buitenland. Het agentschap stelt vast dat in het aanvraagdossier over een vijftigtal concerten per jaar wordt gesproken. De organisatie beschikt over een gezonde financiële basis met een positief eigen vermogen van 137.799,38 euro begin 2011. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie besteedt voldoende aandacht aan de werking op lange termijn. Dit aspect werd in voorliggend dossier goed uitgewerkt. De werking van het ensemble ligt in wat het ensemble de voorbije veertig jaar heeft gerealiseerd met o.a. dag van La Petite Bande, aandacht voor Bach, Monteverdi, Mozart en Haydn. Wel zal La Petite Bande de uitvoeringen van barokke intermezzi in historische regie niet verderzetten omdat dit te duur is. In de komende periode plant La Petite Bande elk jaar 5 tot 8 producties. Voor 2013 zijn 8 verschillende producties gepland waarbij telkens het aantal repetities en concerten wordt opgegeven, de locaties, de exacte data en ook of deze concerten al vaststaan of nog moeten worden bevestigd. In totaal gaat het om 38 concerten, waarvan 28 in het buitenland en 10 in België met een gemiddelde van 15 musici per concert. Voor de volgende drie jaar wordt alleen de naam van de productie opgegeven. Belangrijk is dat vanaf het seizoen 2012-2013 één project per seizoen zonder S. Kuijken zal worden georganiseerd om op die manier de continuïteit van het ensemble te garanderen en nieuw talent een kans te geven. In 2013 wordt dit klavecinist en organist Benjamin Allard. De organisatie wenst verder te gaan met dezelfde zakelijke kern van 4 mensen (3,3 vte).
Pagina 55 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
La Petite Bande is in Leuven in residentie. De stad stelt stedelijke infrastructuur ter beschikking voor repetities en financiert 4 concerten per jaar in het kader van de programmatie van 30 CC. Met deze laatste werkt La Petite Bande een educatieve programmatie uit met rond elke productie een inleiding voor het concert, masterclasses, lezingenreeks en open repetities. Ook werd met de K.U. Leuven, het Stedelijk Conservatorium en 30 CC een jongerenwerking opgestart rond generale repetities. Andere vormen van samenwerking worden niet vermeld, behalve het feit dat La Petite Bande een subsidie ontvangt van de provincie Vlaams- Brabant. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 874.281 euro, wat 74 % betekent van de totale uitgaven. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 724.371 euro of 91 % van de totale verloning (795.423 euro). De berekening van de loonkost wordt echter onvoldoende toegelicht. Er wordt alleen gezegd dat de musici met kortlopende contracten werken en dat de verloning boven de minima van de cao is. Ook is het niet duidelijk wat de heer Kuijken zal verdienen. De organisatie wil het zakelijk personeel niet uitbreiden en dus verder gaan met nagenoeg dezelfde omkadering (3,3 vte). . 3.4
Publieksgerichtheid
La Petite Bande is niet heel actief op het gebied van publiekswerking. Het educatieve programma in Leuven is wel publieksverbredend. Dit heeft te maken met het feit dat La Petite Bande geen concerten heeft in eigen beheer. Het is de concertorganisator die instaat voor de promotie van het concert. De publieksverwerving moet dan ook vooral door deze laatste gebeuren. Eenmaal per jaar worden verenigingen (vaak senioren) uitgenodigd op een bijzondere generale repetitie die enkel voor hen toegankelijk is. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
La Petite Bande wil haar werking verder zetten de komende jaren met elk jaar een aantal producties. Zij wil terug meer concerten gaan brengen waarvan het merendeel in het buitenland. Het agentschap vraagt zich af of het mogelijk is om het in het dossier vooropgezette aantal concerten te realiseren gelet op de dalende trend de laatste jaren. Het behaalde percentage eigen inkomsten – ongeveer 49 % van de totale inkomsten – ligt in de lijn van de vorige jaren. Er zijn geen plannen om de overheadkosten uit te breiden de komende jaren. Het agentschap vindt het goed dat de historische regie niet meer wordt opgenomen in het beleidsplan omdat dit een te hoge kost zou betekenen. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd onvoldoende toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 49 % van de totale inkomsten wat goed is. De belangrijkste inkomstenpost zijn, naast de subsidies, de uitkoopsommen. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap krijgt La Petite Bande ook nog een bedrag van de provincie Vlaams-Brabant voor de organisatie Dag van de Oude Muziek. Het agentschap merkt wel op dat deze tussenkomst vroeger veel meer bedroeg.
Pagina 56 van 257
De stad Leuven subsidieert niet rechtstreeks maar indirect via het ter beschikking stellen van haar infrastructuur en de financiering van vier concerten op jaarbasis. Het agentschap vindt het positief dat de organisatie ook andere subsidiënten aanspreekt en dat een significant deel van het budget voor de vergoeding van de kunstenaars is, maar meent dat een aantal begrotingsposten gedetailleerder had moeten worden toegelicht. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. Het agentschap plaatst echter vraagtekens bij het aantal concerten dat men wil realiseren. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie legt uit waarom het aantal concerten de laatste tijd is gedaald. Ook worden de loonkosten van de musici en van de heer Kuijken verder toegelicht. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 57 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-002
Organisatie:
Brussels Jazz Orchestra
Gevraagd bedrag:
519.326,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het Brussels Jazz Orchestra bestaat sinds 1993 en profileert zich als een groot jazzensemble met zestien muzikanten onder leiding van Frank Vaganée. Door de gedrevenheid van de artistieke leider en het niveau van de muzikanten, en mede door de subsidiëring van de Vlaamse Gemeenschap, groeide het ensemble uit tot een van de beste in zijn soort. Het wordt ook als dusdanig erkend door de internationale jazzwereld. In 2010 realiseerde het Brussels Jazz Orchestra 59 concerten, waarvan ongeveer de helft in het buitenland. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het Brussels Jazz Orchestra focust op hedendaagse jazz en presenteert afwisselend repertoirestukken en eigen producties. Hiervoor werken ze vaak samen met gastmuzikanten of met andere ensembles. Door de diversifiëring in deze projecten en repertoire weet het Brussels Jazz Orchestra een breed en divers publiek te bereiken. Ze zijn dan ook regelmatig te horen op zowel belangrijke jazzfestivals als op de podia van cultuurcentra (ook deze zonder een specifieke jazzprogrammatie). De werking van het Brussels Jazz Orchestra heeft een educatief luik, met onder meer workshops en een internationale compositiewedstrijd, samenwerking met Jeugd en Muziek en verschillende conservatoria, coaching van het Brussels Jazz Youth Orchestra,... Uit het voorliggende dossier blijkt een erg concrete en ambitieuze artistieke planning voor de periode 2013-2016, met interessante samenwerkingsprojecten, en een duidelijke visie en strategie. Opvallend is de samenwerking met ensembles van klassieke muziek, zoals het Brussels Philharmonic en I Solisti del Vento. Daarenboven zijn er regelmatig projecten met grote namen uit de internationale jazzscène. Per nieuw project streeft men naar minimaal drie concerten in het productiejaar. Het Brussels Jazz Orchestra houdt deze producties gedurende een aantal jaren in het repertoire. Jaarlijks plant het orkest veertig à vijftig concerten, waarvan ongeveer de helft in het buitenland. 1.3
Profilering en positionering
Het Brussels Jazz Orchestra blijft trouw aan zijn duidelijk omschreven profiel. Als professioneel groot jazzensemble is het uniek in Vlaanderen en verwierf het zowel nationaal als internationaal een sterke positie die het verkreeg door een continue kwalitatieve werking. Jaar na jaar resulteert dat in een meer dan behoorlijk aantal concerten en lovende (internationale) perskritieken. 1.4
Langetermijnvisie
De artistieke planning is niet enkel voor het eerste jaar duidelijk omschreven, maar ook tot en met 2016. Door de diversiteit van de geplande projecten bereikt de organisatie
Pagina 58 van 257
diverse podia en een breed publiek. De binnen- en buitenlandse partners zijn een garantie voor een degelijke werking op lange termijn. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het Brussels Jazz Orchestra bouwde in de afgelopen jaren een goede reputatie op. Het ensemble wordt zowel in het binnenland als in het buitenland gewaardeerd. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Er is in Vlaanderen maar een professioneel groot, kwalitatief jazzensemble. Het is dus absoluut een meerwaarde voor de regio dat een dergelijke werking hier ontwikkeld werd. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Via het educatieve luik van zijn werking (Brussels Youth Jazz Orchestra, samenwerking met Jeugd en Muziek en Conservatorium Brussel) zet het Brussels Jazz Orchestra zich in om jonge muzikanten te vormen. 1.8
Samenwerking en netwerking
Zowel op vlak van productie als op vlak van spreiding werkt het Brussels Jazz Orchestra samen met tal van belangrijke culturele partners in binnen- en buitenland. De Beoordelingscommissie Muziek merkt wel op dat de buitenlandse agenten van het orkest niet met naam worden vermeld in het aanvraagdossier. 1.9
Publieksgerichtheid
Het Brussels Jazz Orchestra slaagt erin om een breed en talrijk publiek te bereiken, niet alleen door zijn reputatie, maar ook door de diversiteit van zijn projecten. Deze mikken op uiteenlopende publieksgroepen: van jazzliefhebbers over avontuurlijke luisteraars tot liefhebbers van andere muziekgenres. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De programmering getuigt van een grote artistieke diversiteit, die dan ook diverse publiekssegmenten aanspreekt. Interculturaliteit komt in beperkte mate aan bod door projecten zoals ‘Mama Africa’ en meer latin-gerichte projecten. De Beoordelingscommissie Muziek vindt het wel jammer dat aan dit aspect niet meer aandacht besteed wordt, niettegenstaande het orkest zijn thuisbasis heeft in Brussel, een grootstad met een multiculturele bevolking. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Het zakelijke beleidsplan omschrijft duidelijk hoe het Brussels Jazz Orchestra gestructureerd is. De omkadering bestaat uit een vaste ploeg van 2,5 voltijdse equivalenten. Daarin wenst het Brussels Jazz Orchestra geen verandering te brengen. De inkomsten van het Brussels Jazz Orchestra zijn gediversifieerd. In 2013 wil men ongeveer 30% van het totale budget via uitkoopsommen realiseren. Met een fundraisingprogramma wil het orkest naar eigen zeggen meer eigen inkomsten genereren. De Beoordelingscommissie stelt zich vragen bij de haalbaarheid hiervan. De
Pagina 59 van 257
organisatie blijkbaar ook, want ze heeft er in haar begroting geen rekening mee gehouden. Aan de uitgavenzijde zijn er hoge uitgaven te vinden, zoals de erelonen voor juridische bijstand, voor de accountant, voor de arrangementen,… Alles bij elkaar genomen vraagt de organisatie voor de periode 2013-2016 een jaarlijkse subsidieverhoging van ongeveer 200.000 euro ten opzichte van de vorige periode. In het zakelijk beleidsplan is echter geen duidelijke motivering te vinden voor deze subsidieverhoging. Ook in de erg karige commentaar bij de begroting is dat niet duidelijk af te lezen. Op basis van de voorgestelde planning meent de Beoordelingscommissie Muziek dat de reden van deze verhoging vooral bij de hoge kosten van enkele artistieke projecten ligt. Sommige projecten zijn nagenoeg zelfbedruipend, maar van enkele andere is de economie totaal zoek. De commissie kan zich wel vinden in een beperkte verhoging van de huidige subsidie omwille van indexering en de hogere personeelskosten die voortvloeien uit anciënniteit. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek een aantal verdere toelichtingen, onder meer omtrent de samenwerking en netwerking en enkele zakelijke aspecten. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. De commissie stelt hierbij dat ze begrip heeft voor de gevraagde verhoging en uitbreiding, maar vindt het gevraagde bedrag binnen de huidige conjunctuur niet realistisch. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 60 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-002
Organisatie:
vzw Brussels Jazz Orchestra
Gevraagd bedrag:
519.326,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Brussels Jazz Orchestra (BJO) werd in 1993 opgericht om de ontstane lacune na het verdwijnen van de BRT bigband op te vullen. Het is het enige Vlaamse jazzorkest met grote bezetting (16 musici) dat een internationale uitstraling heeft. Het omschrijft zichzelf als een groot jazzensemble in plaats van een big band omdat het woord bigband refereert naar een stijl, die maar ten dele van toepassing is op het orkest. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 311.808,85 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 519.326 euro gevraagd of een stijging van 207.517,15 euro ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
BJO wordt al sinds 1999 door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd met een startbedrag van 99.157 euro dat daarna werd opgetrokken achtereenvolgens tot 135.748, 180.000 euro en 250.000 euro. Tussen de periode 2002-2008 speelde BJO gemiddeld 30 concerten. In 2009 was dat al 40 concerten en in 2010 59 concerten waarvan een twintigtal in het buitenland. BJO heeft ook een gezonde financiële situatie met einde 2010 een positief eigen vermogen van 128.136 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
BJO heeft een duidelijke langetermijnvisie. Voor de periode 2013-2016 worden er jaarlijks een viertal nieuwe producties gepland met daarnaast een aantal hernemingen. Per project wordt het aantal concerten in binnen-en buitenland en het aantal repetitiedagen opgegeven. Telkens gaat het om een 45-tal concerten, waarvan ongeveer de helft in het buitenland. Voor 2013 staat o.a. de viering van 20 jaar BJO op het programma met een nationaal en internationaal luik. Voor het eerste luik zijn er concerten in Vlaanderen, Brussel en Wallonië gepland. Er wordt ook een cd uitgebracht met het repertoire uit ‘BJO’finest’ programma en ook een boek. Het internationaal georiënteerde luik bestaat uit een samenwerking met de Amerikaanse saxofonist J. Lovano en arrangeur G. Goldstein. Ook brengt BJO jaarlijks in zijn concertformule ‘Privé concerten’ een gevarieerd programma dat meestal uit een combinatie van reeds uitgewerkte producties bestaat. BJO heeft ook een educatieve werking met o.a. open repetities, het ondersteunen van het Brussels Youth Jazz Orchestra (i.s.m. Jeugd en Muziek Brussel), een jaarlijks terugkerende samenwerking met het Conservatorium van Brussel en tenslotte de BJO International Composition Contest (in 2013 en 2015) waarbij de finalisten de mogelijkheid krijgen om tijdens de finale hun eigen werk te dirigeren.
Pagina 61 van 257
Ook zal er jaarlijks een CD worden uitgebracht en worden er diverse creatieopdrachten voorzien. BJO wil ook zijn internationale werking verder uitbouwen en streeft daarbij naar een 50/50 verhouding. In 2013 ligt de focus op een zestal internationale projecten met 24 concerten. BJO wil dit alles realiseren met dezelfde ploeg van vier mensen (2,5 vte). 3.2
Samenwerking en netwerking
Partnerships vormen een wezenlijk onderdeel van de BJO visie. BJO werkt samen met verschillende partners als andere orkesten, ensembles, grote cultuurhuizen, festivals, conservatoria. Voor genre-overschrijdende projecten werkt het orkest samen met organisaties met expertise op het domein. Voor 2013 is dat het Brussels Philharmonic voor het project ‘The Swing Symphony’. Met een aantal nationale organisatoren zijn er mondelinge (geen structurele) akkoorden die BJO op regelmatige basis uitnodigen (Flagey, deSingel, de Bijloke, Festival van Vlaanderen enz.). Voor de meeste kunsteducatieve projecten wordt er samengewerkt met Jeugd en Muziek Brussel voor het Brussels Youth Orchestra en met Jeugd en Muziek Vlaanderen en Wallonië voor de JM World Big Band en workshops. Het agentschap vindt deze samenwerkingsverbanden heel belangrijk. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 702.647 euro wat 76 % van de totale uitgaven betekent. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. Het totaal van de verloning bedraagt 592.506 euro of 82 % van de totale kost. De artistieke lonen bedragen 364.042 euro of 64 % van de totale lonen. Daarin zitten de lonen van de musici, de artistiek-technische ploeg en de artistieke leiding vervat. Alle musici hebben het statuut van zelfstandige in bijberoep met uitzondering van één zelfstandige in hoofdberoep. De vergoedingen voor repetities en concerten zijn nagenoeg dezelfde als in de vorige subsidieperiode met respectievelijk 108 euro/één repetitie en 240 euro/concert in 2013. De prestaties van de musici zijn berekend op basis van 28 repetitiedagen en 45 concerten. De artistiek-technische ploeg bestaat uit vier personen: twee klanktechnici (factureren hun prestaties), een jobstudent ( via SBK), één tourmanager/licht. Deze laatste is tevens zakelijk leider van BJO. Hij factureert de helft van zijn prestaties als tourmanager aan hetzelfde tarief als de klanktechnici. Deze prestaties vallen buiten zijn contract als zakelijk leider. De artistieke leider factureert vanuit zijn VOF S.I.E.N. De personeelsbezetting van de zakelijke ondersteuning blijft ongewijzigd ten opzichte van de vorige subsidieperiode met vier personen (2,5 vte): de artistieke leiding (0,5 vte - zie hierboven), de zakelijke leider (1 vte), de management assistente (0,5 vte) en een verantwoordelijke pers en communicatie (0,5 vte). De taken van deze personen werden in het dossier heel goed toegelicht. Het agentschap waardeert het dat het grootste deel van de middelen rechtstreeks naar de artistieke werking en de individuele kunstenaar gaan. Wel vindt het agentschap dat een aantal projecten wel duur uitvallen. Zo is het project ‘Lovano Live’ alleen al verantwoordelijk voor een deficit van 68.238 euro, wat toch heel veel is. Andere projecten echter zijn dan wel weer zelfbedruipend. BJO heeft zijn kantoor in een privé appartement in Mechelen. De repetities vinden plaats in een privé repetitieruimte in Duffel. De huurkosten hiervoor bedragen respectievelijk 6.000 en 8.470 euro op jaarbasis.
Pagina 62 van 257
3.4
Publieksgerichtheid
BJO spreekt een gediversifieerd publiek aan omwille van het uiteenlopend karakter van de producties. Naast jazz projecten worden ook cross-over producties uitgewerkt die brede groepen kunnen aantrekken (bezoekers klassieke muziek, theater, wereldmuziek). BJO doet ook inspanningen om zoveel mogelijk participatiekansen aan het publiek te geven door op te treden op diverse podia (clubs, festivals, zalen) en door zoveel mogelijk mee te werken aan radio- en TV captaties. BJO wil ook zijn merkervaring versterken door aan het publiek een totaalervaring te geven. BJO organiseert wel zelf geen concerten. Om die reden is het niet altijd gemakkelijk om controle te hebben op de communicatie. Om hieraan te verhelpen heeft BJO sinds mei 2011 een halftijds verantwoordelijke pers en communicatie aangeworven en werd er een communicatieplan uitgewerkt met o.a. bepaling van de doelgroepen e.d. en werd er ook een budget vastgelegd. Andere belangrijke tools voor de eigen publiciteit en de fanwerking zijn de sociale media (Facebook, YouTube), de website en de tweemaandelijkse nieuwsbrief. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. De programmatie vertoont wel een grote diversiteit. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
BJO vraagt een verhoging van 207.517 euro in vergelijking met de vorige subsidie. Het dossier geeft niet duidelijk aan waarvoor deze vermeerdering moet dienen. Immers, de vergoedingen van zowel artistiek als niet artistiek personeel blijven nagenoeg ongewijzigd op de indexverhoging van 2 % na en de administratieve omkadering is dezelfde. Wel wordt in het dossier gezegd dat BJO van de internationale werking een prioriteit wil maken met o.a. het investeren in internationale persattachés (15.000 euro) en uiteraard hogere reis- en verblijfkosten. Het aantal concerten blijft wel nagenoeg hetzelfde als in de voorgaande periode zodat er niet echt een groeiscenario is tenzij men het streven naar een 50/50 verhouding concerten België/internationaal als dusdanig beschouwt. Het agentschap vindt de gevraagde verhoging dan ook te groot. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan los van het feit dat uit het dossier niet echt blijkt waarvoor een verhoging van de subsidie moet dienen. De eigen inkomsten bedragen 41 % van de totale inkomsten wat een daling met 10 % betekent ten opzichte van 2010. De belangrijkste inkomstenpost zijn, naast de subsidies, de uitkoopsommen. Deze laatste liggen in de lijn van de vorige subsidieperiode gaande van 1500 euro voor een clubconcert tot 8.500 euro voor een festivalconcert buitenland en 12.500 euro voor een privéconcert. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap wordt er ook nog op een bedrag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gerekend (25.000 euro). Het agentschap merkt wel op dat deze tussenkomst vroeger lager was (12.300 euro). Gelet op de renommee van het BJO zou toch ook een inspanning gedaan moeten worden bij de stad of de provincie. Het agentschap beseft wel dat dit in een tijd van besparingen niet altijd evident is. Men voorziet ook nog een bedrag aan sponsoring (10.000 euro). Bij de uitgaven stelt men vast dat de communicatiekosten stijgen tengevolge van een grotere focus op uitgaande verkoop. Het agentschap vindt ook dat een aantal uitgaven aan de hoge kant liggen zoals erelonen juridische bijstand (7.000 euro) en accountant (8.000 euro) en de vergoeding voor de buitenlandse persattaché (15.000 euro). Er wordt een bedrag van 15.696 euro onvoorziene kosten voorzien zoals ook in het aanvraagdossier 2010-2013. Het agentschap blijft er bij dat dit
Pagina 63 van 257
niet nodig als men ervan uitgaat dat de begroting goed is opgemaakt waarbij alle kosten worden toegewezen. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Het agentschap neemt nota van de repliek van het BJO. Eerst en vooral wijst BJO erop dat de gevraagde stijging jaarlijks gemiddeld 194.326 euro bedraagt, indien wordt uitgegaan van het initieel toegekende bedrag van 325.000 euro, dat na twee besparingsrondes werd terug gebracht tot 311.808,85 euro. Het agentschap gaat uit van 2011 als referentiejaar omdat het oorspronkelijke bedrag werd verminderd ten gevolge van structurele besparingen. Verder wordt het belang van de partnerships toegelicht. De organisatie legt ook uit waarom de kosten van de internationale projecten zo hoog zijn. Dit wordt uitgewerkt aan de hand van het project ‘Lovano Live’. Het agentschap begrijpt die uitleg, maar vindt dat bij de opmaak van actieplan en begroting hiermee rekening moet worden gehouden en dat moet worden gestreefd naar meer evenwicht tussen dergelijke dure projecten en andere projecten, die eerder zelfbedruipend zijn. Tenslotte motiveert de organisatie de verhoging van de subsidie namelijk: stijging van het aantal repetities, creatie opdrachten en internationale reizen en opvang stijgende inflatie met gemiddeld 3 %. Het agentschap kan zich vinden in de opmerking dat het allesbehalve evident is om op andere niveaus dan de Vlaamse Gemeenschap middelen te vinden en ook dat bepaalde kosten inzake juridisch advies en boekhouding hoog kunnen oplopen. Het agentschap stelt tevens vast dat BJO blijft vasthouden aan de post ‘onvoorziene kosten’. Ook merkt het agentschap met betrekking tot de internationale uitkoopsommen op dat in de repliek op het zakelijke advies uitgegaan wordt van een bedrag van 11.500 euro/per concert, terwijl in de repliek op het artistieke advies sprake is van een bedrag van 8.500 euro/concert. Dit leidt tot enige verwarring. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 64 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-003
Organisatie:
Blindman
Gevraagd bedrag:
353.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Blindman bestaat sinds 1988. Oorspronkelijk was het een saxofoonkwartet onder leiding van Eric Sleichim, dat zich al vlug profileerde als een 'grensverleggend, hedendaags muziekensemble, vaak in relatie met andere kunsttakken'. In 2006 werd de werking van Blindman drastisch hervormd met het project Blindman [4x4]. Dit project bestaat erin dat Blindman jonge kwartetten omkadert en begeleidt. Sedertdien is Blindman uitgegroeid tot een collectief van vier kwartetten, met naast het saxofoonkwartet [sax] een vocaal kwartet [vox], een percussiekwartet [drums] en een strijkkwartet [strings]. Het voorbije jaar brachten de vier kwartetten samen in totaal 78 concerten. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Blindman situeert zich in het genre van de experimentele hedendaagse muziek. Het Blindmanconcept is origineel en getuigt van een doordachte visie op de relatie van hedendaagse en oude muziek en elektronica. Multidisciplinariteit en cross-overs zijn kenmerkend voor de werking van het collectief. De concerten hebben dikwijls meer weg van performances, niet alleen door het afwisselend of samen gebruiken van de diverse kwartetten, maar ook door ze als een totaalconcept in interactie met andere kunstvormen te presenteren. De voorbije beleidsperiode heeft duidelijk aangetoond dat de werking met de vier kwartetten effectief functioneert en een meerwaarde oplevert voor de organisatie. De uitvoeringen zijn meestal van een hoog artistiek-technisch niveau. Van de individuele kwartetten blijft het originele [sax] het meest overtuigende. Het is te waarderen dat de kwartetten steeds met dezelfde muzikanten spelen. 1.3
Profilering en positionering
Met de bezetting van de vier kwartetten is Blindman een uniek gegeven in het Vlaamse muzieklandschap. Dit concept biedt de mogelijkheid tot een zeer gevarieerde werking gebaseerd op een uitgebreid repertoire. Blindman blijft nochtans heel erg vasthouden aan het aspect kamermuziek, maar dit lijkt vooral bedoeld om meer concerten te kunnen boeken, want kleinere bezettingen zijn nu eenmaal budgetvriendelijker voor organisatoren. Het interessantste aspect van de Blindmanwerking bestaat uit de producties waarbij meerdere Blindmankwartetten gecombineerd worden. 1.4
Langetermijnvisie
Er is een langetermijnvisie zowel op artistiek, educatief als onderzoeksvlak. Het 4X4-concept zal in de periode 2013-2016 verder worden versterkt. Voor 2013 is er al een helder zicht op geplande producties met interessante combinaties en ideeën. Ook oudere producties blijven lopen, wat qua rendement een goede zaak is. Voor de jaren die erop volgen is de planning echter minder uitgewerkt. De voorgestelde
Pagina 65 van 257
programmering met zowel eigen producties als samenwerkingen met andere gezelschappen of kunstenaars, lijkt kwalitatief en interessant. Opvallend is wel dat er blijkbaar veel meer multidisciplinaire producties in samenwerking met anderen worden gepland dan producties met alleen de Blindmankwartetten. De Beoordelingscommissie Muziek zou het jammer vinden indien de zuiver muzikale producties op het achterplan zouden geraken. De langetermijnvisie op educatief vlak vertaalt zich in de samenwerking met het HISK voor het project BL!SK. Elke twee jaar zullen vier jonge componisten bij Blindman in residentie zijn. Ze zullen gericht voor de kwartetten componeren en alle mogelijke faciliteiten aangeboden krijgen. Dit lijkt een boeiend project, dat een meerwaarde geeft aan dit dossier. Jammer genoeg komt geen van de betrokken componisten uit eigen land. Ook de samenwerking met Rits (stages voor technici) en met KULeuven (stages voor programmatoren) wordt voortgezet. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Blindman heeft een stevige reputatie opgebouwd in binnen- en buitenland. De ensembles treden regelmatig op in vrijwel alle Vlaamse en Belgische cultuurhuizen en op talrijke festivals, zelfs van oude muziek. De buitenlandse belangstelling blijft groeien. Vooral gedurende de voorbije beleidsperiode werden er heel wat nieuwe gerenommeerde internationale podia aangeboord. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Blindman is duidelijk aanwezig in het Vlaamse muziekleven met een mooie spreiding van concerten in de verschillende provincies, ook regelmatig in de kleinere cultuurcentra, wat de toegankelijkheid groter maakt. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang van Blindman blijkt duidelijk uit het educatieve luik. Blindman voorziet in stagekansen, bijvoorbeeld voor podiumtechnici of zelfs voor programmatoren, en heeft een tweejaarlijks begeleidingstraject voor jonge componisten. Het zou mooi geweest zijn indien er bij de componisten die een tweejaarlijks traject krijgen, een jonge Vlaamse componist was, maar dat is niet het geval. Er is hier nochtans meer dan talent genoeg voorhanden. Blindman geeft daarnaast regelmatig compositieopdrachten aan Vlaamse componisten. De organisatie wil volop voor jonge mensen gaan, daarbij kiest ze voor een mix van gevestigde en minder gevestigde namen. 1.8
Samenwerking en netwerking
Blindman werkt samen met diverse partners, waaronder concertorganisatoren, andere ensembles, gezelschappen en individuele artiesten uit diverse kunstdisciplines en educatieve instellingen. Er wordt niet enkel samengewerkt in de vorm van coproducties (Concertgebouw Brugge, deSingel), maar ook op het vlak van uitwisseling van knowhow (Champ d’Action, Alamire) en op facilitair vlak (Kaaitheater, Ipem,…). Ook op het vlak van onderzoek naar akoestiek, nieuwe technologieën,... werkt Blindman samen met verschillende gespecialiseerde instituten in binnen- en buitenland. Het ensemble onderhoudt tevens heel wat contacten met diverse netwerken.
Pagina 66 van 257
1.9
Publieksgerichtheid
De 4x4-opstelling, de combinatie van muziek met andere disciplines, het ruime aanbod en de zin voor experiment kan een breed publiek aanspreken en zeker ook aantrekkingskracht uitoefenen op jongere generaties. De cross-overprojecten met oude muziek kunnen drempelverlagend werken. De eigen publiekswerking is degelijk. Blindman voert een gerichte communicatie via zijn dagelijks up-to-date gehouden meertalige website, mailings en sociale media. De publieksaantallen van de concerten van Blindman zijn de laatste jaren duidelijk gestegen. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Artistieke diversiteit is ruimschoots aanwezig in de werking van Blindman, zeker in de interactie met andere kunstvormen. Blindman schuwt de inbreng van niet-westerse muziek niet, maar toch vindt de commissie in de huidige Vlaamse maatschappelijke context dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, zeker in Brussel, een grootstad met een multiculturele bevolking. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Een stijging van het subsidiebudget van Blindman is op zich te verantwoorden door het groter worden van de structuur (vier kwartetten worden ten volle benut). Ook de kwaliteit en uniciteit pleiten in het voordeel van de organisatie. Toch kan de Beoordelingscommissie niet akkoord gaan met de gevraagde stijging van het subsidiebedrag gezien de volgende bemerkingen. De Beoordelingscommissie Muziek kan akkoord gaan met een betere vergoeding van de muzikanten, zeker omdat hedendaagse muziek veel arbeidsintensiever is, maar ze stelt ook vast dat een groot deel van het extra budget bedoeld is voor repetitievergoedingen. Men voorziet dertig kwartetrepetities per kwartet (los van de producties), terwijl het aantal repetities per productie ook nog eens hoog ligt. Ook zouden hernemingen een mindere kost aan repetities moeten hebben. Dit blijkt niet uit de voorliggende begroting. De Beoordelingscommissie Muziek acht de vraag naar een voltijds technicus gerechtvaardigd, gezien de grote inbreng van elektronica in de werking, maar kan zich niet vinden in de vraag om nog meer technici. Tenslotte lijkt de omkadering van vier voltijdse equivalenten (de technicus meegerekend) heel uitgebreid voor een ensemble. Nu al gaat er evenveel geld naar de omkadering als naar de muzikanten. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In zijn repliek geeft het ensemble enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het aantal repetities en het aantal gevraagde voltijdse equivalenten. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies.
Pagina 67 van 257
De commissie merkt verder op dat een omkadering van vier voltijdse equivalenten hoog is voor slechts zestien muzikanten en heel wat producties die slechts met een kwartet worden gebracht. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 68 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-003
Organisatie:
Blindman
Gevraagd bedrag:
353.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Blindman is in 1988 ontstaan als saxofoonkwartet maar is ondertussen geëvolueerd naar een collectief van vier volwaardige professionele kwartetten met 16 musici met name het oorspronkelijke saxofoonkwartet sinds 1988, een vocaal en een percussiekwartet sinds 2006 en 2007 en tenslotte een strijkkwartet sinds 2011. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 201.639,45 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 363.731,25 euro gevraagd of een stijging van 156.214,1 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Blindman heeft in het verleden een heel gedegen werking uitgebouwd met heel wat concerten in binnen- en buitenland. Voor de periode 2003-2006 kreeg Blindman een bedrag van 120.000 euro. Voor 2007-2009 werd een subsidie van 175.000 euro toegekend. Er werden in deze periode 311 concerten gespeeld of gemiddeld 104 concerten per jaar. In 2010 werden er 93 concerten gespeeld. Het ensemble beschikt ook over een gezonde financiële basis met een eigen vermogen van 11.121 euro begin 2010. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De plannen voor 2013-2016 bestaan erin om de vier kwartetten (sax, drums, vox en strings) professioneel te laten functioneren. Er wordt daarbij steeds met dezelfde 16 musici gewerkt. De langetermijnvisie blijkt duidelijk uit het dossier met een gevarieerd en multidisciplinair programma. Blindman wil verschillende disciplines aan bod laten komen in een totaal concept. Men wil jaarlijks minstens één nieuwe productie per kwartet organiseren met daarnaast een aantal nieuwe producties met combinaties van 2 of meer kwartetten. Daarnaast ook een aantal eigen producties die op het repertoire blijven. Verder voorziet men jaarlijks een aantal coproducties met andere organisaties alsook een aantal hernemingen van bestaande producties. Voor 2013 zijn er een viertal nieuwe projecten voorzien met o.a. deelname aan het Mata-festival in New York en een achttal hernemingen van vroegere producties. Daarnaast ook een aantal nieuwe samenwerkingen en hernemingen. In totaal gaat het om een 60-tal concerten, waarvan 37 in het binnenland en 23 in het buitenland. Voor de nieuwe periode streeft Blindman naar 30 wekelijkse repetities per kwartet per jaar. Het agentschap vindt dit veel omdat er ook nog eens repetities zijn in het kader van de producties. Blindman engageert zich ook op zijn kunsteducatieve werking verder te zetten waarbij vier jonge componisten telkens voor twee jaar begeleid zullen worden. Zij krijgen de opdracht om nieuw werk voor de Blindman-kwartetten te componeren. Ook krijgen technici en programmatoren de mogelijkheid om ervaring op te doen in een professionele omgeving. Tenslotte krijgen kunstenaars, dansers en theatermakers de kans om met componisten en musici van Blindman te werken. In totaal worden er in het kader van het kunsteducatieve luik 13 concerten gespeeld. Ook wenst Blindman nog een eigen productielijn van cd’s op te
Pagina 69 van 257
zetten. Blindman wil ook de creatieopdrachten die in het kader van het Kunstendecreet verplicht zijn, aan jonge componisten geven. De internationale aanwezigheid van Blindman op de grote podia blijft ook een grote prioriteit voor het ensemble. Voor 2013 zijn er nieuwe speelplekken in Frankrijk, Amerika, Zwitserland en Griekenland. Dit alles wil Blindman uitvoeren met vijf mensen (4,5 vte), waaronder de artistieke leider. Blindman wil de huidige technicus een voltijdse betrekking geven en daarnaast ook nog een parttime uitvoerend technicus aantrekken. 3.2
Samenwerking en netwerking
Blindman heeft een aantal vaste partners waaronder organisatoren, ensembles, artiesten, ook voor het kunsteducatieve gedeelte van de werking. Op het vlak van onderzoek naar akoestiek en nieuwe technologieën werkt Blindman samen met diverse ateliers en gespecialiseerde instituten in binnen –en buitenland o.a. sinds 2005 met GRAME/Lyon voor het uitbouwen van specifieke software voor elektronische klankmanipulatie en –spatialisatie. Voor een project met Graindelavoix resideert Blindman in het Huis van de Polyfonie in Leuven. De technicus van Blindman wordt omwille van zijn vakkennis ook ingezet bij partners als Champ/Studio, jonge kunstenaarscollectieven Jeugd en Muziek enz. Muremo sponsort Blindman (Drums) en levert instrumenten voor concerten. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 422.651 euro wat 67 % van de totale uitgaven betekent. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. Het totaal van de lonen bedraagt 515.540 euro of 82 % van de totale kost. De artistieke lonen bedragen 364.042 euro of 71 % van de totale lonen. Daarin zitten de lonen van de musici, de artistiek-technische ploeg, de componisten en tenslotte de artistieke leider vervat. Zes van de zestien musici zijn zelfstandige in bijberoep, de rest wordt contractueel aangeworven voor bepaalde duur voor concerten en repetities. Naast een indexaanpassing wordt gestreefd naar een verhoging van de gemiddelde verloning van de musici per dienstprestatie. Al deze musici zullen de komende subsidieperiode op dezelfde wijze verloond worden, wat voor drums en strings een substantiële verhoging betekent. Sax, vox en drums krijgen het dubbele van de barema’s cao en strings krijgt 150 % van het barema. Het gaat dus om een substantiële verhoging. De personeelsbezetting van de zakelijke ondersteuning blijft nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van de vorige subsidieperiode, alleen dat de uren van de technicus worden uitgebreid van 75 % naar een 100 % tewerkstelling en dat daarnaast nog een geluidstechnicus met halftijds contract van bepaalde duur wordt aangenomen. Samengevat gaat het om een zakelijk leider (voltijds), een manager met voltijds contract, en twee technici, de ene 100 %, de andere halftijds. Het agentschap waardeert het dat het grootste deel van de middelen rechtstreeks naar de individuele kunstenaar gaat (musici, componisten en andere kunstenaars). Blindman heeft een kantoor in Kaaitheater en betaalt daar huur voor. In de Bottelarij huurt het ensemble een studio voor repetities met elektronica en als werkruimte voor de artistieke leider en de technische verantwoordelijke. De huurlasten bedragen 16.877 euro.
Pagina 70 van 257
3.4
Publieksgerichtheid
Blindman bereikt een zeer gevarieerd publiek door de zeer uiteenlopende voorstellingen (oude en nieuwe muziek, muziektheater, multimedia, multidisciplinaire voorstellingen). Blindman is niet alleen aanwezig op grote festivals maar ook in culturele centra, kunstencentra en kleinere concertorganisaties in Vlaanderen. Via matinees, laatavondvoorstellingen, vernissages, performances en locatieprojecten probeert Blindman een nieuw publiek aan te trekken dat vooral in de ‘evenement-formule’ is geïnteresseerd. Belangrijk in het kader van de publiekswerving is de drietalige website die niet alleen dient als uithangbord van het ensemble maar ook fungeert als interactief werkinstrument met luisterfragmenten, downloadbare foto’s e.d. De kosten voor het versturen van cd’s, persmappen en fotomateriaal wordt daardoor ook gedrukt. Door middel van maandelijkse, digitale nieuwsbrieven wordt een adressenbestand van een 3000-tal abonnees op de hoogte gehouden van de activiteiten. Blindman heeft ook een Facebook-account met 2500 vrienden. Men wil verder het netwerk uitbouwen. Dit is o.a. een taak van de manager. Er werd hiervoor ook een prospectiebudget voorzien. Het is de manager die o.a. zorgt draagt voor de communicatie, het dagelijks beheer van de website, promotie en prospectie. Het agentschap merkt wel op dat het promotiebudget wel beperkt is met een bedrag van 2.700 euro en vraag zich af of daarmee alle vooropgezette doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Blindman vraagt een verhoging van 156.214 euro in vergelijking met de vorige subsidie periode. Dit moet dienen om de lonen van de musici per dienstprestatie te verhogen en de kwartetten de mogelijkheid te geven om jaarlijks minimaal 30 repetities per kwartet te betalen, het uitbreiden van de prestaties van de technicus naar een voltijdse functie en het aanwerven van een parttime technicus. Daarnaast ook nog voor het uitwerken van het kunsteductief traject met o.a. de werkingskosten van de vier jonge internationale componisten en het tijdelijk in dienst nemen van een halftijds technicus voor het project BL!ISK. Het aantal concerten is nagenoeg ongewijzigd. Het agentschap vindt dat een lichte verhoging van het huidige subsidiebedrag voldoende moet zijn om het vooropgezette artistieke parcours verder te zetten. Het kan trouwens ook niet de bedoeling zijn dat de vier professionele kwartetten tot zelfstandige entiteiten moeten uitgroeien, zeker wanneer daardoor de eigen inkomsten substantieel gaan dalen met ongeveer 30 %. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. De begroting werd voldoende toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 41 % van de totale inkomsten wat goed is maar is wel een daling met tien procent ten opzichte van 2010. De belangrijkste inkomstenpost zijn, naast de subsidies, de uitkoopsommen en de inkomsten uit coproductie. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap wordt er ook nog op een bedrag van het VGC gerekend (12.000 euro). Het agentschap merkt wel op dat deze tussenkomst vroeger lager was (10.000 euro). Aan de stad Brussel wordt een bedrag van 2.500 euro gevraagd voor het project ‘La Nuit Blanche’ (2013)
Pagina 71 van 257
3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie benadrukt dat ze het belangrijk vindt dat elk kwartet op een structurele manier kan repeteren met 30 repetities op jaarbasis. Het agentschap ontkent niet dat repetities belangrijk zijn, maar vindt wel dat de meeste middelen moeten gaan naar het saxofoonkwartet. Blindman is in wezen als saxofoonkwartet gestart en werd als dusdanig door de Vlaamse Gemeenschap erkend en gesubsidieerd. Het vindt dus dat de werking van de andere kwartetten die daarna gekomen zijn, niet dezelfde middelen moeten krijgen als deze van het saxofoonkwartet. De organisatie stelt trouwens dat het niet de bedoeling is dat deze kwartetten tot zelfstandige kwartetten zouden uitgroeien. Het agentschap neemt hier akte van en ook van de opmerking die hieromtrent in het voorlopig zakelijke advies werd geformuleerd, maar heeft wel bezwaren als daardoor de eigen inkomsten zouden dalen. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 72 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-004
Organisatie:
Ictus
Gevraagd bedrag:
556.417,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Ictus is een ensemble voor hedendaagse muziek, dat werd opgericht in 1994 om de voorstellingen van Rosas muzikaal te begeleiden, maar al snel gaf het ensemble ook concerten buiten die context. De voorstellingen die Ictus brengt, variëren van zuivere muziekuitvoeringen over het spelen van live muziek bij dans en film tot medewerking aan opera en muziektheater. Ictus heeft een vaste artistieke kern waarvan de samenstelling in de loop der jaren nauwelijks is gewijzigd. De voorbije jaren heeft Ictus het aantal activiteiten sterk kunnen uitbreiden. Het ensemble was en is actief in binnenen buitenland. Sinds het ontstaan werd Ictus geleid door Lucas Pairon. Vanaf 2013 wordt de fakkel overgenomen door Willem Hering. Deze heeft een ruime ervaring als directeur van het Amsterdamse Asko/Schönberg Ensemble. Hij is al vanaf 2011 aan het inlopen, zodat de toekomst met vertrouwen kan tegemoet gezien worden. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Ictus spitst zich toe op creatie en uitvoering van hedendaagse muziek. Het ensemble geeft compositieopdrachten, al komen die voornamelijk buitenlandse componisten ten goede. Vaak is er een multimediaal aspect bij de voorstellingen. Scenische projecten vormen een groot onderdeel van de werking. Het inhoudelijk concept straalt visie uit. Er wordt nagedacht over uitvoering, interpretatie, programmatie,… Dit geeft de werking van Ictus een solide basis die zorgt voor een kwaliteitsvolle productieve werking, met veel zin voor vernieuwing en aandacht voor de totaalaanpak. Ictus blijft steeds zoeken naar de juiste concertformule voor elk project. Ictus speelt concerten in heel uiteenlopende bezettingen (van solo over klein tot groot ensemble) en in een brede waaier aan stijlen (van Saariaho over Partch tot Waits). De concerten van Ictus zijn steeds van een hoge kwaliteit. Ook de scenische presentatie is verzorgd. De werking van Ictus is breed, met lezingen, workshops, ontmoetingen en een educatief platform voor nieuwe muziek. Sinds 2007 zet Ictus sterk in op deze platformwerking, onder meer door mee te werken aan een master-na-master-opleiding van het Conservatorium van Gent, en door ondersteuning van Cohort. De toekomstige producties zijn eerder minimaal uitgewerkt. 1.3
Profilering en positionering
Ictus neemt een bijzondere plaats in binnen het landschap. Het ensemble slaagt er steeds in om een kader te vinden voor belangrijke oeuvres en componisten, al dan niet gecombineerd met creaties van compositieopdrachten. Daarbij is de goede kwaliteit van de uitvoering, ook van het eerder ‘klassiekere’ repertoire, opmerkelijk. Ook de educatieve werking is waardevol.
Pagina 73 van 257
1.4
Langetermijnvisie
Voor 2013 staan er al heel wat activiteiten vast. Meer dan de helft hiervan is terug te voeren op het begeleiden van Rosas. Daarnaast speelt kamermuziek een grote rol. Ook wordt er geëxperimenteerd met performancevormen. Over 2014 en 2015 blijft het dossier vaag, ook qua visie of ideeën. De werking op lange termijn lijkt verzekerd te zijn dankzij de vele partnerships. Er worden compositieseminaries en workshops georganiseerd. Ictus is betrokken bij de Manama Hedendaagse Kamermuziek van het conservatorium van Gent en ondersteunt Cohort. Nieuwe creatieopdrachten zijn nog niet echt gespecificeerd, al worden wel enkele namen genoemd. Er is wel een budget voor voorzien en het ligt in de lijn van de verwachtingen dat er een aantal opdrachten zullen zijn. Tenslotte plant Ictus een aantal nieuwe cd-opnames. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Ictus neemt een prominente plaats in binnen het Vlaamse en internationale muziekleven. Landelijk heeft Ictus een zeer stevig netwerk en reputatie uitgebouwd. Mede dankzij partnerships met buitenlandse instellingen en de grote internationale uitstraling van dansgezelschap Rosas staat Ictus vaak op belangrijke internationale podia. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Ictus biedt al vele jaren kwalitatief hoogstaande concerten aan en neemt talrijke initiatieven op het vlak van creatie, educatie en vernieuwing. Daarmee is het ensemble zeker een meerwaarde en zorgt het voor een goed imago van het Vlaams-Brusselse kunstenveld. Toch stelt de commissie vast dat de aanwezigheid van het ensemble in eigen land nog steeds te beperkt blijft tot de Brusselse regio. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Ictus geeft blijkt van een groot engagement op het vlak van kunsteducatie en van de begeleiding van jonge muzikanten en componisten. Zo is Ictus de initiatiefnemer van de Eersteklasconcerten, een origineel initiatief dat hedendaagse muziek voor kinderen brengt. In het verleden waren er al seminaries voor componisten. Sinds september 2009 werkt Ictus mee aan de Manama Hedendaagse Muziek van het Gents conservatorium. In de schoot van die opleiding zijn al verschillende interessante projecten ontstaan. Vermeldenswaardig is ook de opstart van Cohort in de schoot van Ictus. 1.8
Samenwerking en netwerking
Al sinds het ontstaan van Ictus heeft het ensemble een band met dansgezelschap Rosas. Ictus heeft ook enkele vaste receptieve partners die toelaten om een aantal concertreeksen te verankeren. In eigen land zijn dit het Kaaitheater, Bozar en Flagey (Brussel) en de Handelsbeurs (Gent). Internationaal is er een partnership met de Opéra de Lille. Ictus treedt ook vaak op in het kader van het Klarafestival en Ars Musica. Op het vlak van technische ondersteuning wordt intensief samengewerkt met Champ d’Action, met Ircam en Cité de la Musique in Parijs. 1.9
Publieksgerichtheid
Ictus probeert op een energieke en creatieve manier nieuw publiek, waaronder ook kinderen en jongeren, warm te maken voor hedendaagse muziek. Daartoe werd een
Pagina 74 van 257
aantal geslaagde formats ontwikkeld: One.Only.One, de Eersteklasconcerten, Blind Date en Publiek Geheim. Deze formats zijn niet alleen bedoeld om de nieuwsgierigheid van mensen te prikkelen, maar moeten hen ook helpen om de nieuwe muziek beter te begrijpen. Daarnaast wordt met de dansproducties ook een ander publiek bereikt. Op de website van Ictus vindt men heel wat informatie, alsook audio- en videomateriaal. Wel is de site hoofdzakelijk in het Engels opgesteld. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Aandacht voor diversiteit blijkt onder meer uit het project Eersteklasconcerten waarbij men speelt voor kinderen uit alle mogelijke achtergronden. Het project Publiek Geheim brengt de muziek letterlijk op straat, voor iedereen die bereid is te luisteren, wat een divers publiek garandeert. Toch komt interculturaliteit op het eerste gezicht niet voldoende aan bod in de voorgestelde planning. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, zeker in Brussel, een grootstad met een multiculturele bevolking. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Ictus genereert zelf een grote omzet. De inkomsten uit uitkoopsommen en ticketverkoop zijn fraai en lijken realistisch ingeschat. Er is bijna een evenwicht tussen de uitgaven en de inkomsten. Voor een ensemble dat een weinig evident repertoire brengt, is dat een opmerkelijke prestatie. Opvallend is dat Ictus geen beroep doet op subsidies van andere overheden. Ictus vraagt ongeveer 8% meer subsidie voor de periode 2013-2016 dan voor de huidige beleidsperiode. Rekening houdend met indexering en verhoging van onkosten in het algemeen lijkt dit op het eerste zicht gerechtvaardigd. Toch kan de Beoordelingscommissie Muziek hier niet in meegaan en dit om volgende redenen. Ictus heeft een grote omkadering, in totaal goed voor ongeveer zes voltijdse equivalenten, wat de overheadkosten hoog doet oplopen. Er wordt ongeveer evenveel besteed aan de omkadering als aan de artiesten. De Beoordelingscommissie Muziek kan ook niet akkoord gaan met de meermaals terugkomende opmerking dat Ictus naar het buitenland moet om voldoende inkomsten te genereren voor zijn concerten in België, zeker omdat er een ruim aanbod is aan gesubsidieerde huizen in Vlaanderen. Concluderend is de Beoordelingscommissie Muziek van mening dat Ictus in staat moet zijn om zijn werking in de periode 2013-2016 voort te zetten met hetzelfde subsidiebedrag als voor de huidige periode. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In zijn repliek geeft het ensemble enkele verduidelijkingen, onder meer in verband met het aantal activiteiten, de spreiding in eigen regio en de overheadkosten. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige
Pagina 75 van 257
advies. De commissie blijft er bij dat de gevraagde omkadering hoog is rekening houdend met de grootte van het ensemble. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 76 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-004
Organisatie:
vzw Ictus
Gevraagd bedrag:
556.417,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Ictus werd in 1994 opgericht voor het begeleiden van de voorstellingen van de dansformatie Rosas. Al snel werd Ictus gevraagd voor het creëren van nieuw werk van jonge componisten. Het ensemble bestaat uit een vaste kern van 20 muzikanten, 1 dirigent en 1 geluidsingenieur en geeft zowel in Vlaanderen als in het buitenland concerten. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie een initieel bedrag van 500.000 euro, dat na besparing teruggebracht werd tot 477.282,85 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 556.417 euro gevraagd wat een stijging met 97.134,15 euro betekent ten opzichte van het bedrag na besparing. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie heeft de afgelopen jaren een degelijke werking uitgebouwd waarbij het aantal gerealiseerde projecten gestegen is ten opzichte van vroeger met 73 activiteiten in 2010, 103 in 2011 en voorlopig 60 in 2012. Daarbij vooral een stijgend aantal projecten met kleinere bezetting (minder dan tien muzikanten) zonder echter het aantal projecten met meer dan tien muzikanten af te bouwen. Ictus beschikt begin 2011 over een gezonde financiële situatie met een positief eigen vermogen van 165.309 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie besteedt aandacht aan de werking op lange termijn en geeft aan waar men in de toekomst naartoe wil. De concrete planning voor 2013 ziet er uit als volgt: een 60- tal activiteiten waarvan 25 met meer dan 10 muzikanten en 15 met minder dan 10 muzikanten, daarnaast 19 pedagogische projecten. Drie van de projecten zijn opera - en 26 zijn dansvoorstellingen. Een groot deel van de geplande producties bestaat uit coproducties met festivals en met binnen- en buitenlandse concertorganisatoren. Het zijn er minder dan vroeger omdat organisatoren belangrijke financiële beslissingen uitstellen vanwege budgettaire onzekerheid. Van elke productie worden de details opgegeven: programma, bezetting, coproducenten, data en plaats van uitvoering (voor zover al bekend). Voor 2013 liggen er al redelijk wat data en speelplaatsen vast. Op het vlak van de creatieopdrachten ligt er nog niet veel vast. Er is momenteel sprake van twee opdrachten waarvan één aan een Vlaamse componist (Paul Craenen) en één aan een buitenlands componist (Kaija Saariaho). Naast de ensemblewerking van Ictus blijft de kunsteducatieve werking de komende jaren heel belangrijk met de uitbouw van een ‘platform’ voor hedendaagse muziek in Vlaanderen met o.a. het opleidingsprogramma master-na-master (i.s.m. Conservatorium Gent en Spectra) en de oprichting van een netwerk van jonge muziekensembles voor hedendaagse muziek (vzw Cohort met kantoor bij Ictus). Ictus blijft ook ‘fellowships’ aanbieden aan geselecteerde jonge componisten, waarbij hun werk door het ensemble wordt gepresenteerd. Het gaat daarbij telkens om een traject van twee jaar. De organisatie wenst verder te gaan met dezelfde zakelijke kern van 7 mensen (4,67 vte), aangevuld met een freelancer wat het aantal op acht
Pagina 77 van 257
personen zou brengen (4,92 vte). De huidige algemeen directeur van Ictus wordt vanaf 2013 vervangen door Willem Hering. Dit heeft echter geen invloed op de structurele invulling van het dossier. 3.2
Samenwerking en netwerking
Ictus heeft een aantal vaste partners waarmee wordt samengewerkt. Belangrijke partners zijn enerzijds het Kaaitheater en de Filharmonische Vereniging in Brussel met de organisatie van jaarlijks minstens een tweetal grote concerten en een drietal solistenconcerten en anderzijds de Opéra de Lille waar Ictus als ensemble in residentie werd opgenomen met jaarlijks een of twee grote projecten, waaronder nieuwe operaproducties maar ook een reeks van vier of vijf solistenconcerten, workshops, lezingen enz. Het agentschap is van oordeel dat deze samenwerkingsverbanden in Brussel en in Lille heel belangrijk zijn omdat vanuit deze dubbele thuisbasis jaarlijks nieuwe projecten kunnen worden opgestart. Verder wordt uiteraard intensief samengewerkt met Rosas. Voor de komende periode zal deze samenwerking nog worden versterkt waarbij Ictus voor 2013 en 2014 de muziek zal spelen bij drie toerende dansvoorstellingen en ook voor de nieuwe Rosas productie. Daarnaast heeft Ictus ook nog andere partners in België (o.a. Handelsbeurs en Conservatorium in Gent) en in het buitenland (o.a. Ircam en Cité de la Musique in Parijs) die zorgen voor een goede spreiding. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 814.555 euro, wat 67,5 % betekent van de totale uitgaven. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De artistieke verloning bedraagt 788.625 euro of 88 % van totale verloning (897.455 euro). De berekening van de loonkost wordt goed toegelicht en is aanvaardbaar. De organisatie wil het zakelijk personeel niet uitbreiden en dus verder gaan met nagenoeg dezelfde omkadering (4,92 vte). Het agentschap vindt het maar normaal dat de kern niet wordt uitgebreid omdat het aantal activiteiten ook is verminderd ten opzichte van de vorige jaren. In 2011 werden er nog een honderdtal concerten gespeeld en voor 2012 waren er al 60 activiteiten geboekt bij de indiening van het aanvraagdossier voor de komende periode. Nu wordt er gesproken over gemiddeld 60 activiteiten waarbij voor een groot deel van de concerten niet met de basisbezetting van 20 musici wordt gespeeld. Bij 15 concerten wordt er zelfs met minder dan tien musici gespeeld. 3.4
Publieksgerichtheid
Ictus streeft ernaar om een nieuw publiek te vinden aan de hand van een aantal formules zoals de ‘One.Only’-concerten waarbij per concert 1 enkel werk tweemaal wordt uitgevoerd met een toelichting tussenin, de ‘Publiek Geheim’-concerten waarbij musici gaan concerteren op straat met werfwagens als podium en de ‘Eersteklasconcerten’ voor kinderen. Recent werden daar nog twee nieuwe formules aan toegevoegd: de ‘Liquid Room’ waarbij uitvoeringen over verschillende podia worden verspreid en ‘Blind Date’ waarbij het publiek niet weet wat er op voorhand wordt gespeeld. Het agentschap vindt het goed dat de organisatie inspanningen doet om een nieuw publiek aan te boren. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Er wordt aandacht gevraagd voor een ‘betere wereld’ via het project ‘Music Fund’.
Pagina 78 van 257
3.6
Realisme groeipad
Het agentschap stelt vast dat er niet echt een groei in het aantal activiteiten wordt voorzien. Integendeel, er zullen minder projecten worden gerealiseerd. Om die reden wordt het omkaderend personeel ook niet uitgebreid. Het agentschap meent uit het dossier te kunnen afleiden dat een verhoging van de subsidie met een bedrag van 97.134 euro wordt gevraagd om o.a. de index-en anciënniteitssprongen van de lonen te kunnen opvangen alsook het deficit van de binnenlandse projecten. Immers, de indexering van de loonkost voor musici en vaste artistieke medewerkers alleen al zou een meerkost van 70.455 euro bedragen. Volgens de organisatie is het ook moeilijk om goede uitkoopsommen in het buitenland te krijgen door de aanhoudende financiële crisis. Dit betekent dat de organisatie minder middelen heeft om het verlies van de binnenlandse projecten te compenseren. Het agentschap vindt dat juist in het buitenland grotere uitkoopsommen verkregen kunnen worden. Het agentschap vindt Ictus niet echt een verhoging van de subsidie moet krijgen gelet op het feit dat het aantal activiteiten minder is ten opzichte van vroeger en de omkadering nagenoeg onveranderd. Een verhoging beperkt zich dan ook tot een indexaanpassing. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. De begroting werd voldoende toegelicht, vooral de berekening van de loonkost, zowel artistiek-als niet artistiek. De artistieke uitgaven zijn vrij aanzienlijk. Dit komt vooral door de lonen van de musici. De geraamde inkomsten liggen lager dan vroeger, vooral omdat er minder in het buitenland wordt gespeeld en de buitenlandse organisatoren ook minder hoge uitkoopsommen betalen. De eigen inkomsten worden op 707.450 euro geschat hetzij 57 % van de totale inkomsten. In 2010 bedroeg dit 62 %. Het agentschap stelt ook vast dat er geen enkele andere vorm van subsidie werd ingebracht. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. Het dossier getuigt van een duidelijke visie. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie is blij met het advies van het agentschap, maar wenst toch een aantal correcties aan te brengen, inzonderheid betreffende het aantal activiteiten. De organisatie wijst erop dat het aantal activiteiten vanaf 2013 niet zal dalen, zoals door het agentschap was gesteld, maar dat het aantal integendeel zal stijgen. Dit komt omdat omwille van de financiële crisis een aantal engagementen pas de laatste zes maanden werden genomen. Het agentschap merkt wel op dat in de repliek niet wordt aangegeven om hoeveel activiteiten het dan wel gaat. Het agentschap waardeert de inspanningen van
Pagina 79 van 257
Ictus om de kosten van indexering zelf op te vangen via hogere uitkoopsommen vanuit het buitenland en andere bronnen van subsidies. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 80 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-005
Organisatie:
Capilla Flamenca
Gevraagd bedrag:
251.933,25 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het ensemble Capilla Flamenca ontstond enkele decennia geleden uit een treffen van enkele muzikanten (vooral zangers) en musicologen die geïnteresseerd waren in het uitvoeren van vooral Vlaamse polyfonie uit de periode 1350-1600. De werking van het ensemble wordt gekenmerkt door uitvoeringen gebaseerd op wetenschappelijk bronnenonderzoek en het bestuderen van de historische context en uitvoeringspraktijk en door het gebruik van een verantwoord instrumentarium (indien nodig). De verworven expertise vertaalde zich al vlug (en nog steeds stijgend) in zowel nationale als internationale erkenning en belangstelling. Capilla Flamenca heeft ondertussen al veertig cd’s op zijn palmares. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het inhoudelijk concept van Capilla Flamenca is duidelijk en verantwoord en blijft onveranderd in vergelijking met de huidige ronde. De programma’s van de voorgestelde producties vertonen een grote samenhang (rond een thema, een componist,…), zowel in muzikaal als historisch opzicht, en zijn het resultaat van grondig wetenschappelijk onderzoek. De uitvoering gebeurt door muzikanten die qua artistiek-technisch niveau ruimschoots voldoen aan de internationale standaarden ter zake. De dikwijls inventieve presentaties en het hoogstaande uitvoeringsniveau van het ensemble doen dit eertijds internationaal beroemde repertoire alle eer aan. Cross-overprojecten met andere muziekgenres, zoals hedendaagse klassieke muziek in samenwerking met onder meer het Hermesensemble en Het Collectief, worden door de Beoordelingscommissie als een meerwaarde ervaren. 1.3
Profilering en positionering
De keuze van het repertoire en de bezetting van het ensemble, maar vooral de levendige en dikwijls gecontextualiseerde uitvoeringen bezorgen Capilla Flamenca een duidelijk profiel dat zich onderscheidt van andere ensembles die zich met polyfonie bezighouden. Dat het ensemble in menig programma de confrontatie met muziek uit andere culturen durft aangaan, verleent het in Vlaanderen een vrij unieke positie. 1.4
Langetermijnvisie
Er is een duidelijke langetermijnvisie op te merken in de werking van Capilla Flamenca, zowel artistiek, zakelijk als op het vlak van samenwerkingsverbanden. De artistieke langetermijnvisie komt neer op een voortzetting van het huidige inhoudelijke concept, dus op de verdere ontginning van oude polyfone muziek uit de eigen regio en het zoeken naar aantrekkelijke formules om dit repertoire zonder verlies aan artistieke kwaliteit en op een historisch verantwoorde wijze toegankelijk te maken voor een zo breed mogelijk
Pagina 81 van 257
publiek. Dat men hierbij jonge muzikanten betrekt, die later het werk en de daarbij horende visie kunnen voortzetten, kan enkel als uiterst positief beschouwd worden. In de periode 2013-2016 wil Capilla Flamenca elk jaar een nieuwe eigen productie opzetten, waarbij men een bepaalde meester of een bepaald thema in de schijnwerpers zet. Van deze nieuwe producties wordt telkens een cd-opname gepland. Behalve de eigen producties en een aantal hernemingen plant Capilla Flamenca enkele coproducties met andere ensembles of artiesten, ook uit andere muziekgenres. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het ensemble treedt met groeiend succes op in gerenommeerde cultuurhuizen en festivals. Capilla Flamenca heeft een duidelijke internationale uitstraling, ongeveer de helft van de concerten vindt in het buitenland plaats. Uit het dossier blijkt dat het ensemble een sterke visie heeft over haar internationale werking. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Een ten onrechte onbekend repertoire op een kwalitatief hoogstaande manier uitvoeren, kan enkel een meerwaarde betekenen voor de regio. Het regelmatig uitvoeren van dit muzikale erfgoed in het buitenland is ook een uitstekende manier om de internationale interesse voor de regio te vergroten. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang van Capilla Flamenca betreft in de eerste plaats het actualiseren en vitaliseren van een belangrijk muzikaal patrimonium. De werking van het ensemble heeft daarnaast ook een educatief luik. In het dossier worden drie belangrijke educatieve trajecten vermeld: het Fringe-project, gericht op pre-professionele en amateurensembles met workshops en toonmoment, de ‘canon van opstaan en vergaan’, een nieuw initiatief in het genre van community-art en het Koralenproject. Deze educatieve projecten zijn waardevol. 1.8
Samenwerking en netwerking
Capilla Flamenca beschikt over een uitgebreid netwerk van binnen- en buitenlandse gerenommeerde organisatoren. Op artistiek vlak gaat Capilla Flamenca regelmatig samenwerkingsverbanden en coproducties aan met andere ensembles of artiesten. Bijzonder positief is de samenwerking met Alamire Foundation en diverse universiteiten voor de wetenschappelijke onderbouw van de producties. 1.9
Publieksgerichtheid
Capilla Flamenca benut de beschikbare communicatiekanalen. Behalve een goed uitgebouwde website gebruikt het ensemble diverse sociale media. Voor sommige producties beoogt men muziekliefhebbers uit andere culturen dan de West-Europese te bereiken. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Capilla Flamenca besteedt zeker aandacht aan artistieke diversiteit. Met het project Utopia wil men duidelijk een zo divers mogelijk publiek aanspreken. Ook interculturaliteit komt in beperkte mate aan bod in de voorgestelde planning, meer bepaald in de productie ‘Satire in Oost en West’, waarbij muziek en muzikanten uit het Midden-Oosten worden betrokken.
Pagina 82 van 257
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Capilla Flamenca heeft een duidelijk financieel plan voorgelegd en vraagt een bescheiden verhoging van de subsidie voor de periode 2013-2016. De uitgaven zijn over het algemeen niet overdreven te noemen. Alleen de vergoeding van de artistieke leider is aan de hoge kant voor een deeltijdse opdracht. De Beoordelingscommissie Muziek meent dat een kleine verhoging van het huidige subsidiebedrag omwille van indexering kan volstaan om de door Capilla Flamenca voorgestelde planning te realiseren. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 83 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-005
Organisatie:
vzw Capilla Flamenca
Gevraagd bedrag:
251.933,25 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Capilla Flamenca is een vocaal-instrumentaal ensemble met een vaste kern van vier mannenstemmen dat onder de artistieke leiding van Dirk Snellings polyfone muziek uit de 15de en 16de eeuw uit de Lage Landen brengt. Het bestaat uit een vaste kern van vier vaste zangers. Het heeft een grote internationale uitstraling. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 206.440,39 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 251.933,25 euro gevraagd of een stijging van 45.492,86 euro ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Capilla Flamenca heeft in het verleden een gedegen werking uitgebouwd met een grote internationale uitstraling. Voor de periode 2003-2006 kreeg Capilla Flamenca een bedrag van 150.000 euro. Voor 2007-2009 werd een subsidie van 200.000 euro toegekend. Het ensemble speelde in de periode 2003-2006 en 2007-2009 respectievelijk een 250-tal en een 125-tal concerten. In 2010 werden er 43 concerten gegeven waarvan 17 in het buitenland. Het is niet altijd gemakkelijk om het cijfermateriaal te vergelijken omdat de muziekeducatieve werking soms wel, soms niet in de cijfers inbegrepen is. Algemeen kan worden gesteld dat Capilla Flamenca jaarlijks een 40-tal concerten brengt. Het ensemble beschikt ook over een gezonde financiële basis met een eigen vermogen van 42.796 euro einde 2010. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De plannen voor 2013-2016 bestaan erin dat Capilla Flamenca zich ieder jaar zal toespitsen op één componist of één thema uit het polyfone repertoire: Antoine Brumel in 2013, de Alamire-manuscripten in 2014, Johannes De Lymburgia in 2015 en Utopia in 2016. Van de nieuwe programma’s wordt ieder jaar in overleg met het label Ricercar een cd-opname gemaakt. Naast deze nieuwe programma’s worden ieder jaar een aantal succesprogramma’s uit de voorbije twee jaren hernomen. Voor 2013 wordt een overzicht van deze hernemingen gegeven. Daarnaast zijn er ook een aantal samenwerkingsprojecten in deze periode gepland. Zo zal er in 2013 samengewerkt worden met het HERMESensemble voor het project Aleph en met Het Collectief voor het project ‘Snap’shots’. De producties zijn inhoudelijk goed toegelicht en telkens wordt de bezetting opgegeven. Daarnaast heeft Capilla Flamenca ook een muziekeducatieve werking met een drietal projecten: Fringeproject met workshops en een toonmoment in 2013 en 2015, De canon van opstaan en vergeten met workshops in 2013 en 2015 en een voorstelling in 2014 en 2016 (een community-project omdat het publiek ook betrokken wordt) en het ‘Koralenproject’ (na goedkeuring door het Ministerie van Onderwijs). Capilla bouwt ook verder aan zijn internationale werking met in 2013 een aantal concerten in Mexico. In totaal zijn er een 40-tal concerten voor 2013 gepland met
Pagina 84 van 257
bijbehorende repetities en raccords, 1 cd-opname en een aantal workshops in het kader van het Fringe project. 3.2
Samenwerking en netwerking
Capilla Flamenca werkt samen met andere ensembles van oude muziek zoals Oltremontano maar ook met vertegenwoordigers van andere muziekgenres en met organisaties van andere kunstdisciplines. Met een aantal partners bouwt Capilla Flamenca een meerjarig traject uit om te concerteren of cd-opnames te realiseren. De concrete samenwerkingsprojecten werden besproken bij de respectieve producties. De samenwerking met de Alamire Foundation is heel positief. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 474.053 euro wat 95 % van de totale uitgaven betekent. Het totaal van de lonen bedraagt 359.323 euro of 72 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 250.693 euro of 70 % van de totale lonen. Daarin zitten de lonen van de musici en de projectleiders, de artistiek-technische ploeg en de artistieke leider vervat. De musici zijn ofwel bediende of werken op zelfstandige basis. De bedienden krijgen een vergoeding van 480 euro bruto per concert, inbegrepen vier repetitiediensten en raccord. De zelfstandigen krijgen een honorarium gelijkgesteld aan de totale loonlast. Bij een cd-opname wordt er 33 % aan nevenrechten uitbetaald. Als de muzikant als projectleider optreedt, dan krijgt hij voor het concept en de uitwerking van het project een loon gelijk aan drie weken werk (1.800 euro) en voor de artistieke leiding voor en tijdens de concerten een extra loon gelijk aan 50 % van het loon voor een concert. De zelfstandigen krijgen een honorarium gelijkgesteld aan de totale loonlast van een werknemer. Voor het merendeel van de programma’s is het de artistieke leider die als projectleider optreedt. Dat is de reden waarom in de tabel lonen staat dat de artistieke leider op jaarbasis verdient terwijl hij voor de eigenlijke artistieke leiding een bedrag van op jaarbasis krijgt voor 10 u/week. De zakelijke ondersteuning blijft ongewijzigd ten opzichte van de vorige subsidieperiode: een voltijds zakelijke leider, en één voltijdse medewerker planning-promo en sales. Daarnaast wordt beroep gedaan op JC Production voor de cd’s en op een bedrijfsrevisor. Het agentschap kan niet goed de link maken tussen de tabellen met betrekking tot de verloning van het personeel en de begroting. Ook de toelichting bij de cijfers verduidelijkt dit niet. Capilla Flamenca beschikt over een ruimte in de abdij van het park van Heverlee. Zij nemen er de meeste van hun cd’s op. Naast een kantoor kan Capilla beschikken over een archiefruimte en vergaderruimtes (ook geschikt voor kleine repetities). De kerk kan ook worden gebruikt voor repetities en opnames. In de winter moet echter uitgeweken worden naar andere kerken of 30 CC omdat de kerk zelf niet verwarmd is. 3.4
Publieksgerichtheid
Capilla maakt een onderscheid tussen vier verschillende publieksdoelgroepen: liefhebbers van oude muziek/het polyfone repertoire in het bijzonder die overtuigd zijn en al concerten bezoeken (1), en die bovendien zelf actief zijn in dit domein (2), meerwaardebezoekers die andere kunstdisciplines en muziekgenres kennen maar weinig in contact komen met het polyfone repertoire (3) en tenslotte muziekliefhebbers en – uitvoerders uit andere culturen dan de West-Europese. Elke doelgroep probeert men te bereiken met specifieke programma’s en kanalen. Men streeft naar contact met het publiek via de jaarlijkse cd, een elektronische nieuwsbrief 9 keer/jaar, een informatieve postkaart in print met kalender 2 keer/jaar, dagelijkse update van de drietalige website, aanwezigheid op sociale netwerk sites e.d. Verder is er de jaarlijkse deelname van figuranten (doelgroep 1 en 2) aan een promotieproduct (videoclip), het tweejaarlijkse Leuven Fringe Festival (doelgroep 2) en het tweejaarlijkse concept van de Canon van
Pagina 85 van 257
Opstaan en Vergaan met deelname van de doelgroepen 2 en 3. Specifiek wil men vanaf 2013 ook de partiturenbank openstellen voor doelgroep 2. Het agentschap vindt de manier waarop Capilla Flamenca omgaat met multimediale publiekscommunicatie heel goed. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Capilla Flamenca vraagt een subsidie van 251.933 euro voor de realisatie van een 40-tal concerten en een cd-opname en voor een omkadering van 2 vte en een artistiek leider. Dit is realistisch. De gevraagde verhoging ten opzichte van de vorige subsidieperiode is ook beperkt. Omdat de geplande toekomstige werking weinig of niet afwijkt van de huidige werking vindt het agentschap dat een stijging van de subsidie beperkt kan blijven tot een aanpassing van de index. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. De begroting werd voldoende toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 50 % van de totale inkomsten wat goed is. De belangrijkste inkomstenpost zijn, naast de subsidies, de uitkoopsommen en de inkomsten uit coproductie. Ook de opbrengsten van de licentieverkoop van de opnames zijn in de inkomsten opgenomen. De verkoopsom van 10.000 euro werd met Ricercar-Outhere overeengekomen. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap wordt er ook een subsidie gevraagd aan de Provincie Vlaams Brabant voor het Fringe project (2013 en 2015) en Community Art (2014 en 2016). Voor 2013 is dat een bedrag van 6.000 euro. Het agentschap merkt wel op dat deze tussenkomst momenteel 15.000 euro bedraagt (in 2011). De belangrijkste uitgaven worden gevormd door het personeel. Voor promotie wordt een bedrag van 8.373 euro voorzien en voor reis-en verblijfkosten een bedrag van 104.133 euro. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies.
Pagina 86 van 257
6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 87 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-006
Organisatie:
Bonk
Gevraagd bedrag:
275.349,25 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Bonk is de vzw rond Flat Earth Society, een vijftienkoppig orkest dat sinds twaalf jaar actief is onder leiding van componist-klarinettist Peter Vermeersch. Flat Earth Society is een vrij heterogeen ensemble dat interessante, eigengereide producties brengt met muziek die niet onder een noemer te vangen is. De wortels van het orkest situeren zich in de bigbandmuziek. Sinds 2004 is er geen personeelswissel meer geweest. In twaalf jaar tijd realiseerde Flat Earth Society elf cd’s. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Flat Earth Society legt sterk de nadruk op (zelf)vernieuwing en creatie. Het ensemble heeft sinds zijn ontstaan blijk gegeven van dynamisme en originaliteit. De artistieke werking legt een grote nadruk op interdisciplinariteit (bijvoorbeeld combinaties met film en muziektheater) en is eclectisch qua invloeden, onder meer door diverse samenwerkingsverbanden. De muziek wordt op het lijf geschreven van de leden wiens creatieve inbreng essentieel is. Doorgaans zijn de projecten en concerten van hoog niveau, en tegelijkertijd voldoende toegankelijk. De meeste creaties worden op het repertoire gehouden. Veel van de geplande producties voor de periode 2013-2016 zijn hernemingen. Wel zijn die projecten voor het buitenland nog nieuw. Nieuwe producties zijn onder meer samenwerking met Ernst Reijseger, Mike Patton, een Zappa-tribute en een muziektheaterproject. Er zijn ook dvd- en cd-producties gepland. Deze mooie projecten zijn nog niet concreet uitgewerkt. De Beoordelingscommissie Muziek merkt op dat het voorliggende aanvraagdossier over het algemeen vrij summier is en bijgevolg is de voorgestelde planning ook zwakker onderbouwd, zeker in vergelijking met het vorige dossier van Flat Earth Society. 1.3
Profilering en positionering
Flat Earth Society bekleedt een vrij unieke positie in Vlaanderen, niet in het minst door het feit dat het voor 95% muziek van de eigen leden uitvoert (composities van vooral Peter Vermeersch, maar ook van Peter Vandenberghe en Tom Wouters). Flat Earth Society is aanwezig op uiteenlopende podia, gaande van lokale cultuurcentra en traditionele jazzmiddens, over experimentele en meer rockgerichte podia, tot grote cultuurhuizen. Met sommige wordt ook productioneel samengewerkt (Vooruit, deSingel, Concertgebouw Brugge, Flagey,...). 1.4
Langetermijnvisie
Over de toekomst op langere termijn wordt weinig geschreven in het aanvraagdossier. Er zijn maar weinig bevestigde data of concrete speelplekken bekend voor de periode 20132016. Door de aard van het ensemble moet Flat Earth Society vaak inspelen op kortetermijnopportuniteiten.
Pagina 88 van 257
Zelf schuift Flat Earth Society aandachtspunt voor de toekomst. 1.5
internationalisering
naar
voren
als
belangrijkste
Landelijke en/of internationale uitstraling
In eigen land heeft Flat Earth Society een grote uitstraling. Die in het buitenland is groeiend. Flat Earth Society vindt zelf dat het te weinig aan bod komt in Vlaanderen en zoekt vooral naar meer groei in het buitenland. Voor 2013 schat men elf concerten in België te spelen en dertig in het buitenland. De Beoordelingscommissie Muziek neemt aan dat Vlaanderen te klein is en vindt het positief dat Flat Earth Society meer concerten in het buitenland zoekt en speelt. Dit mag echter niet betekenen dat het ensemble Vlaanderen links laat liggen, er moet een evenwicht zijn. Flat Earth Society kan meer inspanningen doen om het aantal concerten in eigen land te verhogen. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Flat Earth Society is een ensemble dat omwille van zijn unieke profiel een meerwaarde betekent voor het Vlaamse muzieklandschap. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang van Flat Earth Society is vooral gelegen in het feit dat het ensemble vrij complexe muziek op een toegankelijke manier brengt. Verder is er daarover in het dossier weinig te vinden. 1.8
Samenwerking en netwerking
Flat Earth Society heeft interessante partners in uiteenlopende circuits. Met uitgekiende samenwerkingsverbanden verbreedt het ensemble zijn werkterrein, ook over de (lands)grenzen heen. 1.9
Publieksgerichtheid
Flat Earth Society bereikt uiteenlopende publiek door diverse projecten en interdisciplinaire werking (film, muziektheater,...). Qua publiekswerving levert het ensemble inspanningen vooral via de elektronische media. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De werking van Flat Earth Society getuigt van diversiteit op artistiek vlak. Interculturaliteit komt op het eerste gezicht niet aan bod in de planning voor de periode 2013-2016. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Flat Earth Society vraagt voor de periode 2013-2016 een substantiële subsidieverhoging die vooral moet dienen om de groei van de internationale werking mogelijk te maken. Meer buitenlandse optredens zijn toe te juichen, maar de Beoordelingscommissie Muziek is van mening dat de meerkost hiervan althans gedeeltelijk door hogere uitkoopsommen
Pagina 89 van 257
kan worden opgevangen. Het is onzeker dat de plannen voor internationale uitbreiding integraal zullen slagen, waardoor een te grote budgetstijging voorbarig lijkt. De Beoordelingscommissie Muziek staat positief tegenover de voortzetting van de subsidiëring van Flat Earth Society, maar op basis van het voorliggende dossier ziet ze geen reden om de subsidie op te trekken tot het gevraagde bedrag. De commissie kan zich wel vinden in een beperkte subsidieverhoging. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 90 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-006
Organisatie:
vzw Bonk
Gevraagd bedrag:
275.349,25 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Vzw Bonk is de structuur rond het orkest Flat Earth Society (FES) en zijn oprichter Peter Vermeersch. Deze band van 15 musici bestaat nu 12 jaar en brengt hybride muziek, geënt op jazz en rock. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 192.037,57 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 275.349,25 euro gevraagd of een stijging van 83.311,68 euro ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
FES is de laatste jaren goed op dreef met een sterke internationale erkenning. Voor de periode 2007-2009 kreeg de groep een werkingssubsidie van 150.000 euro. In deze periode speelde de groep 93 concerten of gemiddeld 31 concerten/jaar. De 39 concerten in het buitenland in die periode tonen voldoende de internationale uitstraling aan. In 2010 werden er 33 concerten gespeeld. De actieplannen 2011 en 2012 hebben het over respectievelijk 23 en 35 concerten. De organisatie beschikt ook over een gezonde financiële basis met een eigen vermogen van 3.880,25 euro begin 2011. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De artistieke planning voor de volgende vier jaar bestaat uit een achttal nieuwe producties en samenwerkingen. Nieuwe producties zijn o.a. ‘Ernst Reijsiger’ en ‘Iceberg’ met elk zes concerten waarvan de helft in het buitenland, ‘Flagey/Zappa’ met zes concerten waarvan 4 in het buitenland. Verder zijn er de concerten met het standaardrepertoire van de band met o.a. de ‘Oesterprinses’, ‘Hearsee’ (met ook een DVD opname), R.I.P. Funeral Songs’. Voor 2013 worden er 11 binnenlandse en 30 buitenlandse concerten gepland met 26 repertoire concerten. Er is o.a. een tournee in Amerika en Canada met 10 concerten. De groei van het aantal buitenlandse concerten is belangrijk omdat de binnenlandse markt te beperkt is. Elk jaar probeert FES ook een nieuwe cd-opname te realiseren met afwisselend projectmateriaal en nieuw repertoiremateriaal. 3.2
Samenwerking en netwerking
FES heeft een netwerk opgebouwd van organisaties waarmee wordt samengewerkt. Een van de belangrijkste partners is de Vooruit. FES heeft er een vaste repetitieplek en kan er bij nieuwe producties terecht voor premièremomenten en spreiding van verschillende producties. Naar aanleiding van 100 jaar Vooruit zal FES een op maat gemaakt programma creëren. Verder wordt er in de planning samenwerking voorzien met o.a. Flagey en het NTG en ook voor het eerst met Lod voor de productie ‘De Boot & De Berg’. Lod investeert een bedrag als coproducent, stelt een repetitieplek ter beschikking en verzorgt de spreiding van het project. Ook Champ d’Action is een artistieke partner in dit
Pagina 91 van 257
project. Het agentschap vindt vooral de samenwerking met de Vooruit heel belangrijk omdat zij er kunnen repeteren en concerten kunnen spelen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 474.053 euro wat 95 % van de totale uitgaven betekent. Het totaal van de lonen bedraagt 338.786 euro of 70 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 238.005 euro of 70 % van de totale lonen. Daarin zitten o.a. de verloning van de musici (5 op zelfstandige basis en 10 op interim basis) en de artistiek-technische ploeg (twee technici) van wie één extra geluids-of videotechnicus per concert. De musici krijgen een vergoeding van 170 euro/repetitie en van 265 euro/concert, wat ruim boven de minima van de cao ligt. De berekening voor 2013 gebeurt op basis van 13 repetities en 41 concerten. De omkadering blijft ongewijzigd ten opzichte van de vorige subsidieperiode (3 personen). Het aantal uren van de zakelijke leider wordt wel opgetrokken van 32 uur naar een voltijdse functie. Peter Vermeersch krijgt als artistiek leider (dan de huidige situatie) en krijgt daarnaast de normale vergoeding voor repetities en concerten met daarbovenop ook nog een vergoeding voor composities voor specifieke projecten. Hetzelfde geldt voor Marc Meeuwissen die als verantwoordelijke planning een bedrag van en ook nog als muzikant wordt vergoed. De organisatie beschikt niet over een echte infrastructuur. De drie medewerkers werken van thuis uit. Repetitieruimte wordt voorzien door de Vooruit. Indien dit niet mogelijk is wordt er uitgeweken naar Lod of de Vieze Gasten. 3.4
Publieksgerichtheid
FES stelt dat publiekswerking- en werving niet tot zijn prioritaire opdracht behoort omdat het geen receptief huis is. FES bereikt een breed publiek onder meer door de diversiteit in het programma (keuze gastmusici, begeleiding van films, muziektheater). Via de multidisciplinaire projecten leert het publiek ook andere kunstdisciplines kennen vanuit de invalshoek van FES. De organisatie heeft een ruim adressenbestand. Drie à vier keer per jaar wordt een elektronische nieuwsbrief op 3000 exemplaren verspreid. Ook wordt er zoveel mogelijk geprobeerd om de pers te betrekken bij de activiteiten en worden er andere communicatiemiddelen ingezet (Facebook, Twitter enz.). 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
FES vraagt een subsidie van 275.349 euro voor de realisatie van een 40-tal concerten en een cd-opname en een omkadering van 3 personen. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt hoeveel vte dit vertegenwoordigt. De gevraagde verhoging ten opzichte van de vorige subsidieperiode is ook beperkt en moet in de eerste plaats dienen om de internationalisering van FES verder uit te bouwen. Men streeft naar 30 internationale concerten in 2013. Het agentschap vindt dat de meerkost vooral via hogere uitkoopsommen moet worden betaald. Het dossier bevat ook heel weinig concrete data. Daarnaast wil FES het vast personeel vergoeden naar het realistisch aantal gepresteerde uren en de lonen van de musici blijven garanderen. Het agentschap vindt dit een gerechtvaardigde eis. Een stijging van de subsidie is dan ook te verantwoorden.
Pagina 92 van 257
3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. De begroting werd voldoende toegelicht. De totale omzet bedraagt 484.142 euro. De eigen inkomsten bedragen 42 % van de totale inkomsten wat goed is. Dit komt overeen met het gemiddelde van de subsidieperiode 2007-2009 (45 %). Voor 2010 bedroeg het aantal eigen inkomsten weliswaar maar 29 %. Dit had echter te maken met uitzonderlijke omstandigheden (annulatie aantal geplande activiteiten waaronder de eerste editie van het festival) waardoor er uiteindelijk maar 33 in plaats van de voorziene 44 concerten werden gespeeld. De belangrijkste inkomstenpost zijn, naast de subsidies, de uitkoopsommen en de inkomsten uit coproductie. Ook de opbrengsten van de licentieverkoop van de opnames zijn in de inkomsten opgenomen. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap wordt er ook een subsidie gevraagd aan de stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen voor een bedrag van elk 5.000 euro. De belangrijkste uitgaven worden gevormd door het personeel. Voor promotie wordt een bedrag van 11.500 euro voorzien en voor reis-en verblijfkosten een bedrag van 96.190 euro. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 93 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-007
Organisatie:
Champ d’Action
Gevraagd bedrag:
473.779,81 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Champ d’Action werd opgericht in 1988 door Serge Verstockt. Aanvankelijk een ensemble voor hedendaagse muziek, zet maar de laatste jaren zet de organisatie zich steeds meer in op de ontwikkeling van projecten en studiowerking. Het gebruik van elektronica en de ontwikkeling van software zijn hierbij vaste ingrediënten. Champ d’Action begeleidt jonge ensembles. Zo investeerde het vier jaar in Zwerm en in de komende periode doet men hetzelfde voor twee nieuwe ensembles R-Naakt-1 en 64Feet. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Hoewel Champ d’Action een aanvraag heeft ingediend als muziekensemble, blijkt uit het dossier dat de organisatie eerder een productieplatform is voor hedendaagse multidisciplinaire projecten en een labo voor onderzoek en ontwikkeling van muziek. Champ d’Action is een duidelijk ankerpunt voor experimentele muziek in binnen- en buitenland. De organisatie beschikt over de nodige wetenschappelijke expertise en het nodige technologische materiaal. Deze expertise wordt ter beschikking gesteld van de muzieksector via de studiowerking. Champ d’Action heeft ook een belangrijke educatieve werking via haar projecten LAbO en IN C waarmee zij studenten van verschillende kunstdisciplines aanspreekt. Daarnaast begeleidt Champ d’Action jonge ensembles en muzikanten, onder meer via haar engagement binnen Cohort. De keuze voor twee nieuwe ensembles wordt echter nergens verantwoord. Het platform/labo blijft zich vernieuwen. Champ d’Action ziet de actuele muziek ingebed in een ruim kunstenveld. Voor de komende jaren krijgt dat vorm in een nieuwe projecten en hernemingen. Deze projecten zijn boeiend, deskundig beschreven en laten continuïteit zien. 1.3
Profilering en positionering
Champ d’Action profileert zich als een hybride organisatie waarin productie, onderzoek en ondersteuning in een multidisciplinaire context centraal staan. 1.4
Langetermijnvisie
In de periode 2013-2016 zet Champ d’Action bestaande projecten voortzetten, naast hernemingen. Daarnaast is er minstens één nieuwe eigen productie per jaar gepland. Er staan voor de volgende subsidieperiode heel wat coproducties op stapel, de begeleiding van artiesten en jonge ensembles wordt voortgezet, alsook de studiowerking en het artistiek onderzoek. Champ d’Action wil zijn archieven van de voorbije twintig jaar ontsluiten en via elektronische weg. Dit is een lovenswaardig initiatief. De plannen van Champ d’Action voor de periode 2013-2016 zijn over het algemeen interessant, maar zo uitgebreid en veelzijdig dat de beoordelingscommissie zich afvraagt
Pagina 94 van 257
of alles wel haalbaar is. De Beoordelingscommissie Muziek mist een visie op lange termijn: de uitbouw van een ensemble of de evolutie naar een productieplatform. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Champ d´Action is sterk verankerd in de regio Antwerpen vooral door de jarenlange samenwerkingsverbanden met deSingel en M HKA. Champ d’ActionChamp d’Action is regelmatig te gast op buitenlandse festivals en maakt deel uit van internationale netwerken zoals New Forum Network. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De expertise van Champ d’Action in nieuwe technologie en elektronica en het ter beschikking stellen van deze expertise aan het brede muziek- of kunstenveld via de studiowerking, via multidisciplinaire projecten en via educatieve initiatieven, is een meerwaarde. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang van Champ d’Action blijkt onder meer uit initiatieven zoals LAbO of IN C. Dit zijn samenwerkingsprojecten met conservatoria of DKO waarbij jonge muzikanten in contact komen met hedendaagse muziek, elektronica en de knowhow die er bij hoort. Ook het coachen van jonge ensembles is een meerwaarde. Champ d’Action bereikt een breder publiek door de projecten waarmee het zich buiten de concertzalen begeeft. 1.8
Samenwerking en netwerking
Samenwerking is een wezenlijk onderdeel van de werking. Champ d’Action is goed vertegenwoordigd in binnen- en buitenlandse netwerken. 1.9
Publieksgerichtheid
De producties van Champ d’Action spreken een nichepubliek aan, maar de organisatie werkt met partners met een groter publieksbereik. Voor publiekswerving maakt Champ d’Action gebruik van verschillende kanalen (website, sociale media, brochures,…). 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Interculturaliteit komt occasioneel aan bod binnen de werking zoals bij het project 'Scales' dat over de muzikale dialoog tussen Oost en West zal gaan. Toch vindt de commissie dat de organisatie hierin verder zou moeten gaan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie immers dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Champ d’Action vraagt voor de periode 2013-2016 een substantiële subsidieverhoging. Dit komt vooral omdat de organisatie haar omkadering wil uitbreiden naar vier voltijdse equivalenten door de aanwerving van een technisch-artistiek medewerker. Door de evolutie van Champ d’Action naar een productieplatform en onderzoekslabo's deze
Pagina 95 van 257
aanwerving op zich logisch, maar het doet de overheadkosten sterk toenemen. Het wekt verwondering dat de organisatie een groot bedrag voorziet voor extra uitzendkrachten techniek. Daarnaast zijn er begrote kosten aan de hoge kant zoals deze voor de huur van de studio en de binnenlandse reis- en verblijfskosten. De eigen inkomsten zijn gering. De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat de werking van Champ d’Action niet langer overeenkomt met die van een ensemble. Ze kan niet meegaan in het behouden van het personeelsbestand van een ensemble en tegelijk het uitbouwen van de omkadering van een werkplaats. Een meerderheid binnen de Beoordelingscommissie Muziek is van mening dat Champ d’Action haar geplande werking voor de periode 2013-2016 kan uitvoeren met een subsidie die lager ligt dan de huidige omdat de personeelskosten niet zo hoog hoeven te zijn. Een minderheid binnen de Beoordelingscommissie Muziek meent dat de gevraagde subsidie van Champ d’Action in de periode 2013-2016 op hetzelfde niveau moet liggen als de huidige subsidie. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de langetermijnvisie, de reis- en verblijfkosten en de personeelskosten. De organisatie somt een aantal producties op om aan te geven dat een extra technicus nodig zou zijn, maar de commissie vindt daarin geen afdoende bewijs. Ze geeft ook mee dat voor heel wat producties Champ d'Action gevraagd wordt om te participeren, wat impliceert dat er daar ook meer inkomsten tegenover zouden moeten staan. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. Ze schrapt hierbij het minderheidsstandpunt omwille van de schaarsheid van de middelen en de huidige conjunctuur. De commissie stelt vast dat de organisatie geen uitsluitsel geeft over de werkvorm waarin ze past: ensemble of werkplaats. De commissie vermoedt dat de organisatie zich momenteel op een scharniermoment bevindt. Dit aspect heeft echter geen invloed op het advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 96 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-007
Organisatie:
vzw Champ d’Action
Gevraagd bedrag:
473.779,81 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Champ d’Action bestaat al 23 jaar en legt zich uitsluitend toe op hedendaagse muziek met een focus op het gebruik van elektronica en nieuwe technologieën enerzijds en een openheid naar andere kunstdisciplines anderzijds. Het ensemble werkt nauw samen met deSingel en geeft concerten in binnen-en buitenland. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 382.726,28 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 473.779,81 euro gevraagd of een stijging van 91.053,53 euro ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie heeft de afgelopen jaren een degelijke werking uitgebouwd. In de periode 2007-2009 werden er in totaal 96 concerten gerealiseerd of een gemiddelde van 32 concerten/jaar. In 2010 werden er 42 concerten gerealiseerd en 4 cd-opnames. In de actieplannen 2011 en 2012 wordt uitgegaan van een twintigtal concerten. Champ d’Action heeft de voorbije vier jaar ook het elektrisch gitaarkwartet ZWERM structureel ondersteund. Ondertussen heeft dit ensemble zich zelf tot een professionele structuur kunnen ontwikkelen. De organisatie heeft einde 2010 een positief eigen vermogen van 64.551,81 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Jaarlijks maakt Champ d’Action nieuwe producties met als constante de aandacht voor kwaliteit, multidisciplinariteit, experiment en het gebruik van elektronica. Voorziene en lopende projecten bevatten producties voor klein en groot podium, coproducties met andere organisaties en ensembles, samenwerkingen met individuele kunstenaars en jonge ensembles, participatieprojecten, het LabO project, TIME CANVAS, installaties, workshops en performances. De Champ studio zal ook verder worden uitgebreid. De rode draad doorheen het seizoen 2012-2013 is ecologie en technologie met verschillende producties rond deze thematiek met o.a. de nieuwe multidisciplinaire voorstelling ‘Hold your horses’. Champ d’Action gaat ook verder met het participatieproject IN C en start 2013 met het stadsproject URBAN in C. Qua hernemingen wordt vooral gemikt op een bijkomende internationale tournee van de productie De Boot en De Berg i.s.m. Flat Earth Society. In totaal gaat het om vier producties en zes coproducties in 2013 of 21 concerten in totaal, waarvan 6 in het buitenland. In de overzichtstabel is sprake van 24 concerten. Twee van deze coproducties zijn LAbO (tweejaarlijks) en TIME CANVAS (jaarlijks). Champ d’Action zet ook verder specifieke projecten op voor kinderen en jongeren. Het agentschap stelt vast dat het niet altijd duidelijk is met welke bezetting er wordt gespeeld. Uit het verleden blijkt dat dit vaak met een wisselende (kleine) bezetting is. Er wordt samengewerkt met conservatoriumstudenten en leerlingen van muziekacademies. Daarnaast voorziet Champ d’Action ook een aantal nieuwe creaties voor de komende periode. Belangrijk blijft ook de internationale werking van Champ
Pagina 97 van 257
d’Action met o.a. aanwezigheid op verschillende internationale festivals en podia. In dit kader is ook het nieuwe Europees netwerkproject belangrijk. Voor de uitvoering doet Champ d’Action beroep op een vaste maar brede kern van musici en artiesten. Ze worden per productie vergoed via T-interim, kleine vergoeding of op zelfstandige basis. 3.2
Samenwerking en netwerking
Belangrijk is de samenwerking met deSingel. Champ d’Action biedt deSingel artistieke content op verschillende niveaus: coproducties, afname concerten, jonge ensembles en artiesten Champ d’Action, installatie- en participatieprojecten, workshops e.d. Champ d’Action werkt ook samen met de technische ploeg en stagiairs van het Sabattini project (opleiding productie en techniek) voor technisch complexe actuele kunstprojecten. DeSingel biedt ruimte, logistieke, financiële en promotionele ondersteuning. Belangrijk daarbij is o.a. het LAbO project. Het gaat om een participatieproject voor studenten uit verschillende kunstopleidingen rond uitvoeringspraktijk, compositie en gebruik van elektronica in de actuele kunst met focus op muziek. De structurele samenwerking met M HKA wordt voor een periode van drie jaar verder gezet. De intentieverklaring werd aan het dossier toegevoegd. Er zijn jaarlijks 3 toonmomenten voorzien waaronder het jaarlijkse TIME CANVAS-festival. Champ d’Action zet ook stappen in de richting van TRIX om op deze manier ook een jong publiek te kunnen aantrekken. Daarnaast heeft het ensemble banden met heel wat cultuurhuizen in binnen-en buitenland. Het is ook de bedoeling dat Champ d’Action deel blijft uitmaken van het internationale netwerk RE:NEW dat met Europese subsidies werkt. De Vlaamse inbreng wordt gecoördineerd via ISCM Vlaanderen dat hiervoor steun krijgt van het Muziekcentrum Vlaanderen. Nieuw is NEW FORUM, een nieuw Europees netwerkdossier dat Champ d’Action samen met Grame en Ensemble Orchestral Contemporain de Lyon en ensemble Mosaik uit Berlijn heeft ingediend. Champ d’Action treedt ook op als producent van jonge ensembles/artiesten. Voor de komende periode van vier jaar wordt een nieuwe samenwerking opgezet met de duo’s R-Naakt-1 en 64Feet. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 508.278 euro wat 73 % van de totale uitgaven betekent. Het totaal van de lonen/vergoedingen bedraagt 490.772 euro of 71 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 363.411 euro of 74 % van de totale lonen. Het artistieke en technisch tijdelijk personeel wordt berekend op basis van de projectbegrotingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen contracten via tinterim, honoraria zelfstandigen en kleine vergoedingen. De totale kost voor een concert bedraagt 319,42 euro/musicus en voor een repetitie 109,51 euro. Bovenop dit loon ontvangen de musici nog 5 euro forfaitaire vergoeding per repetitiedag. Het is voor het agentschap niet altijd duidelijk hoe de kost van een concert of productie wordt berekend omdat het aantal musici en het aantal repetities niet wordt opgegeven. Dit aspect had beter moeten worden uitgewerkt. Voor de technici die via t-interim worden ingeschreven, worden verschillende uurlonen gehanteerd al naar gelang de aard van het werk. De personeelsbezetting van de zakelijke ondersteuning zal bestaan uit een voltijds zakelijke leider, een productieverantwoordelijke (3/5), een administratief en communicatiemedewerker (4/5) en een artistiek/technisch coördinator (voltijds of twee halftijds). Deze laatste functie is nieuw ten opzichte van de vorige subsidieperiode. Volgens de indieners van het dossier, is dit nodig omdat het beheer van de CHAMP/STUDIO veel werk vraagt. Het agentschap is van oordeel dat een halftijdse functie hiervoor voldoende moet zijn. De artistieke en zakelijke leider krijgen naast hun bruto loon een forfaitaire vergoeding van respectievelijk per maand voor kleine onkosten. Champ d’Action resideert in Kunstcampus deSingel in Antwerpen waar het CHAMP/STUDIO (de voormalige opnamestudio van Radio 2) betrekt. Champ d’Action wil in de toekomst verder investeren in de CHAMP/STUDIO. Er wordt een jaarlijkse investering van 8.000 euro voorzien voor
Pagina 98 van 257
afschrijvingen studiomateriaal en 4.000 euro voor archiveringsmateriaal. Champ d’Action wil samen met de nieuwe coördinator techniek werk maken van een lange termijn investeringsbeleid. De huurlasten van CHAMP/STUDIO zijn hoog (30.168 euro). Het agentschap volgt de zienswijze van Champ d’Action dat deze studio het hart is van de werking omdat in deze studio alle artistieke projecten worden gerealiseerd. 3.4
Publieksgerichtheid
Champ d’Action bereikt een breed publiek zowel de liefhebbers van andere hedendaagse kunstdisciplines, maar ook van jazz, free jazz, pop en rock en tenslotte ook de jongeren en kinderen. De samenwerkingen spelen hierbij een belangrijke rol. Champ d’Action werkt ook verder aan het communicatie stappenplan dat tot een betere naambekendheid bij het publiek moet leiden. De database bestaat momenteel uit een 6000-tal adressen. Belangrijk is ook de website naast de sociale media. Champ d’Action voorziet in 2013 een nieuwe tweetalige brochure voor de internationale verkoop van de producties alsook projectkaarten voor producties LAbO, TIME CANVAS en HOLD YOUR HORSES. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Champ d’Action vraagt voor de komende subsidieperiode ongeveer 91.000 euro meer o.a. voor het aanwerven van een voltijds technieker en een aantal investeringen in het kader van de CHAMP/STUDIO. Het agentschap vindt dat de omvang van de omkadering groot lijkt in verhouding tot het aantal musici en tot de groei van de werking van Champ d’Action met toch een beperkt aantal concerten. Het agentschap is van oordeel dat het oorspronkelijke subsidiebedrag dat aan Champ d’Action voor de vorige subsidieperiode werd toegekend, voldoende moet zijn om de werking verder te zetten. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht. De inkomstenstructuur bestaat voornamelijk uit subsidiegelden. De eigen inkomsten bestaan voornamelijk uit uitkoopsommen (137.500 euro) en coproducties/samenwerking binnen-en buitenland (48.199 euro). Zij bedragen 30 % van de totale inkomsten wat een verhoging betreft met ongeveer 9 % ten opzichte van 2010. De totale uitkoopsommen binnen-en buitenland bedragen 137.000 euro. Voor het boekjaar 2013 worden er ook 18.000 euro extra inkomsten begroot uit de werking van de studio. Er zijn ook nog inkomsten uit de workshops (5.750 euro). Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap, wordt aan de stad Antwerpen een subsidie van 10.000 euro gevraagd (in 2012: 9.700 euro). 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet.
Pagina 99 van 257
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie legt uit dat het voor de zakelijke leider onmogelijk is om definitieve repetitieschema’s of bezettingen te begroten voor 2013 omdat deze er nog niet waren op het moment waarop het beleidsplan werd ingediend. De artistieke leider wil namelijk de vrijheid om per project de juiste artiesten in te zetten. Om die reden werden dan ook de individuele projectbegrotingen niet aan het dossier toegevoegd omdat voortdurend wordt bijgestuurd. Het agentschap kan zich in deze redenering vinden, maar wijst erop dat het van essentieel belang is dat elk project binnen een bepaald budget wordt gerealiseerd. Verder legt de organisatie uit waarom een voltijds artistiek-technisch coördinator belangrijk is. Het agentschap blijft er echter bij dat een halftijdse tewerkstelling voldoende moet zijn, gelet op het beperkt aantal concerten. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 100 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-008
Organisatie:
Emanon
Gevraagd bedrag:
150.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het ensemble Emanon bestaat sinds 1995 en engageerde zich aanvankelijk in kleinschalige, multidisciplinaire projecten. Het groeide uit tot een sinfoniettabezetting en besteedt nu vooral aandacht aan speciaal voor hen gecomponeerde muziek door Vlaamse componisten. Opmerkelijk is de combinatie van nieuwe Vlaamse hedendaagse muziek met toegankelijkere artistieke elementen. Emanon startte in 2011 een nieuw project, Chamber Symphony. Het ensemble realiseerde een drietal cd’s. Sinds 2009 kampt het ensemble met een groot financieel tekort, maar zou dit in 2011 afbouwen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Emanon legt voor de periode 2013-2016 een artistiek plan voor met een aantal terugkerende projecten. Een daarvan is het bestaande project ‘Chamber Symphony’, waarin Emanon telkens een in opdracht van het ensemble geschreven werk creëert van een Vlaams componist. De componist in kwestie wordt tevens curator van een kleiner concertprogramma met toegankelijk en klassiek werk. Het idee om deze werken te confronteren met werk van buitenlandse componisten lijkt vrij origineel maar komt de samenhang van het programma niet altijd ten goede. Ook is niet duidelijk waarop de keuze van de componisten is gebaseerd. Dat voorzien wordt in meerdere uitvoeringen van de nieuwe composities is positief. Het project ‘Chamber Concerto’ start in 2014. Daarin werkt men op een gelijkaardige manier als in ‘Chamber Symphony’, maar de creatieopdracht wordt gegeven aan een internationale componist. Daarenboven werkt Emanon samen met een aantal theatergezelschappen (Leporello, Froefroe). Een groot deel van de geplande activiteiten van Emanon voor de periode 2013-2016 bestaat uit dergelijke coproducties (veertig tegenover slechts twaalf eigen concerten). Hierbij zijn slechts enkele muzikanten betrokken. Zo is Emanon veeleer een collectief dat muzikanten levert aan muziektheatergezelschappen dan een echt ensemble. De Beoordelingscommissie Muziek twijfelt niet aan de kwaliteit van de uitvoeringen maar is van oordeel dat Emanon te weinig als ensemble optreedt. 1.3
Profilering en positionering
Emanon profileert zich als een ensemble dat vooral nieuwe muziek van Vlaamse componisten voor een specifieke bezetting (sinfonietta) wil brengen en dit binnen een internationale context. In die zin bekleedt dit ensemble een vrij unieke positie in Vlaanderen. Het engagement van muzikanten van Emanon bij muziektheaterproducties kan men niet tot de werking van het ensemble zelf rekenen, omdat Emanon nooit als geheel aan deze uitvoeringen deelneemt.
Pagina 101 van 257
1.4
Langetermijnvisie
Het aanvraagdossier bevat een langetermijnplanning die tot in detail wordt beschreven voor de komende jaren en zowel concerten, cd-opnames als de uitgave van partituren omvat. Deze planning getuigt niet van een sluitende artistieke visie. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Emanon is aanwezig op gerenommeerde Vlaamse podia, doch slechts in beperkte mate als ensemble. Op internationaal vlak heeft Emanon reeds initiatieven ondernomen, maar met weinig resultaat. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De plannen van Emanon kunnen een meerwaarde betekenen voor de hedendaagse klassieke muziek in Vlaanderen. Door de te beperkte aanwezigheid op Vlaamse, laat staan internationale, podia wordt deze echter nauwelijks gerealiseerd. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Emanon heeft vooral een maatschappelijk belang door het geven van creatieopdrachten. 1.8
Samenwerking en netwerking
Emanon werkt vooral samen met de muziektheatergezelschappen Leporello en Froefroe, maar in feite gaat het niet om een echte artistieke samenwerking, maar louter om het ter beschikking stellen van enkele muzikanten. 1.9
Publieksgerichtheid
Met hedendaagse klassieke muziek is een groot publieksbereik moeilijk. Via diverse initiatieven zoals concertinleidingen, een nieuwe website, meet-and-greets, een nieuwsbrief en samenwerking met MATRIX voor concertomkadering en inleidingen, probeert Emanon een breder publiek te bereiken. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Emanon ontwikkelt een divers aanbod voor een divers publiek, maar van interculturaliteit is er geen sprake. In de huidige maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Emanon vraagt voor de periode 2013-2016 een subsidie die niet veel hoger ligt dan de huidige. De kosten in de begroting zijn redelijk, de vergoedingen van de muzikanten niet overdreven hoog. Enkel voor de creatieopdrachten worden vergoedingen voorzien die boven de normale tarieven liggen. De eigen inkomsten zijn laag. Zeker de theateractiviteiten, die in feite het gros van de optredens uitmaken, genereren maar weinig inkomsten.
Pagina 102 van 257
De Beoordelingscommissie Muziek is van mening dat de reële ensemblewerking van Emanon te beperkt is, zodat het weinig zin heeft een volledige ensemblestructuur en -omkadering te behouden. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de artistieke werking, profilering en uitstraling, langetermijnvisie en samenwerking. De commissie stelt vast dat er voor het luik 'inhoudelijk concept' enkel een opsomming van componisten wordt gegeven zonder dat er een argumentatie wordt opgebouwd. Op artistiek vlak wordt de kritiek van de commissie bijgevolg niet weerlegd. De commissie blijft er bij dat Emanon te weinig als ensemble optreedt. Dit blijkt uit het feit dat het meeste werk in onderaanneming wordt gedaan van muziektheaterorganisaties. Bij sommige projecten worden gewoon enkele muzikanten van Emanon geëngageerd. Emanon draagt geen eindverantwoordelijkheid bij dergelijke projecten, het muziektheatergezelschap wel. De commissie stelt vast dat er op het vlak van langetermijnvisie nog steeds geen overeenkomst is tussen de realiteit en de wens van het ensemble om tot een sinfonietta te evolueren. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 103 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-008
Organisatie:
vzw Emanon
Gevraagd bedrag:
150.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Emanon onder leiding van Raf De Keninck, wil hedendaagse Vlaamse muziek promoten en uitvoeren. Van kleinschalige en multidisciplinaire projecten evolueerde Emanon de laatste tijd naar een concertprogrammatie waarbij de sinfonietta bezetting het uitgangspunt was (strijkkwartet, blaaskwintet, trompet, trombone, piano, harp, slagwerk). Ook worden er regelmatig compositieopdrachten gegeven aan Vlaamse componisten, vanaf 2012 ook aan buitenlanders. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 124.824,42 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 150.000,00 euro gevraagd of een stijging van 25.175,58 euro ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Ensemble Emanon werd voor de eerste maal structureel gesubsidieerd voor de periode 2003-2006 in het kader van het Muziekdecreet en kreeg toen 105.000 euro. Het ensemble kreeg voor de periode 2007-2009 in het kader van het kunstendecreet een subsidiebedrag van 125.000 euro en realiseerde hiermee een totaal van 171 concerten of gemiddeld 57 concerten/jaar met daarbij een belangrijke aanwezigheid op internationale podia. In 2007 realiseerde het ensemble 84 concerten waarvan 52 in het buitenland. Voor de periode 2010-2013 werd een subsidiebedrag van 130.000 euro toegekend. Er werden 37 concerten in 2010 gespeeld. De actieplannen voor 2011 en 2012 vermelden respectievelijk 54 (41 concerten in het kader van één bepaalde productie) en 16 concerten. Einde 2009 had Emanon nog te kampen met een schuld van 76.501,61 euro. Om die reden en op vraag van het agentschap werd in 2010 de organisatiestructuur opnieuw bekeken (nieuwe uitgebreide algemene vergadering, oprichting financiële adviescommissie, opmaak van een saneringsplan). Dit alles zorgde ervoor dat de precaire financiële situatie bijna in één jaar volledig werd omgebogen. Einde 31.12.2010 bedroeg de schuld nog amper 7.742.32 euro. In 2011 werd het volledige deficit afgebouwd. Het agentschap apprecieert de inspanningen die het ensemble hiervoor heeft gedaan. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Emanon gaat de komende jaren verder met het concept ‘Chamber Symphony’ waarbij gedurende acht jaar werk van Vlaamse componisten wordt geplaatst naast werk van bekende collega’s uit het buitenland. De Vlaamse componisten fungeren daarbij als curators van een nevenprogramma. 2013 is het derde jaar van dit luik met als componisten het duo Petra Vermote/Wolfgang Rihm. Daarna komen Wim Henderickx, Alain Craens en Jan van Landeghem aan de beurt. De creatie gebeurt telkens in een grote zaal, de kleinere programma’s in culturele zalen en op kleinere muziekpodia. Elke creatie wordt bekroond met een cd (Numerica) en een mini-documentaire op DVD over de componist (in samenwerking met Matrix). Het jaar na de première wordt de creatie
Pagina 104 van 257
hernomen. Daarnaast brengt 2013 ook het eerste deel van de triptiek ‘Winterreise’. Vanaf 2014 wordt er gestart met ‘Chamber Concerto’, een nieuw luik waarbij internationale componisten vijf jaar lang een chamber concerto zullen creëren. Een solo instrument wordt dan met het ensemble gecombineerd. Dit alles werd zeer goed uitgewerkt met opgave van de namen van de musici, de bezetting en het aantal concerten. In 2013 zal Emanon ook coproducties aangaan met respectievelijk Frou Frou voor ‘Icarus’ en met Leporello voor ‘Baas boven Baas’ (herneming in 2014). Ook in 2015 volgen er nog twee coproducties waarvan één met Lod (herneming in 2016). Verder besteedt Emanon ook aandacht aan zijn kunsteducatieve werking met twee projecten waarbij studenten van de masteropleiding van de Fontys Hogeschool voor Kunsten te Tilburg, afdeling Muziek de kans krijgen om deel te nemen aan audities. In de periode 2013-2016 zullen er ook 11 compositieopdrachten aan Vlaamse componisten worden gegeven met o.a. elk jaar één in het kader van het ‘Chamber Symphony’ luik. Emanon wenst ook internationaal verder te werken en zal daarbij in de komende periode vooral focussen op Nederland en Portugal. In het kader van de coproducties met FroeFroe en Leporello worden er nog meer concerten in het buitenland gepland. Voor 2013 wordt er uitgegaan van 55 concerten hoewel als men de activiteiten van de projecten optelt men maar aan 49 concerten komt, terwijl de bijgevoegde planning het dan weer over 52 concerten heeft. Het agentschap stelt vast dat de meeste concerten niet met de volledige vaste kern worden gespeeld. Bij de coproducties met Froufrou en Leporello, toch goed voor veertig concerten samen, is de bezetting bepekt tot respectievelijk 2 en 5 musici. 3.2
Samenwerking en netwerking
Ensemble Emanon bouwde in drie verschillende plaatsen ankerplaatsen uit: CC Zwanebeg in Heist-op-den-Berg, de Academiezaal in Sint-Truiden en de Romaanse Poort in Leuven. Verder is er samenwerking met zalen als deSingel en het Concertgebouw Brugge en De Bijloke die het Chamber Symphony programma in première willen brengen of ondersteunen. Ook de festivals tonen belangstelling voor dit programma. De samenwerking met Leporello zal worden verdergezet met een nieuw avondvullend programma ‘Baas boven Baas’. Er zal worden samengewerkt met FroeFroe voor een kindervoorstelling. Verder is er de samenwerking met Matrix, die zorgt voor de omkadering van de concerten met o.a. concertinleidingen. Ook zal Emanon vanaf 2013 samenwerken met de Master opleiding van FHK Tilburg waarbij Emanon de mogelijkheid biedt aan jonge musici om ervaring op te bouwen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 190.996 euro wat 66 % van de totale uitgaven betekent. Het totaal van de lonen bedraagt 230.445 euro of 80 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 146.399 euro of 64 % van de totale lonen. Alle musici krijgen een loon volgens de cao aangevuld met een vergoeding van kosten voor het effectief aantal gereden kilometers, séjours, telefoonvergoeding en instrumentenvergoeding. De meesten zijn ingeschreven als werknemer. Vijf musici facturen als zelfstandige. De verloning blijft ongewijzigd ten opzichte van de vorige periode. Bij de berekening van de lonen wordt steeds het aantal musici opgegeven, het aantal musici in loondienst, de repetitie-en concertdiensten. Ondanks het feit dat de organisatie duidelijk inspanningen heeft geleverd om de verloning te verduidelijken, toch vindt het agentschap dat het geheel overzichtelijk had kunnen zijn. Het ware ook beter geweest de bedragen van de repetitie- en concertdiensten op te geven waarvan wordt uitgegaan. De honoraria die men betaalt voor creatieopdrachten liggen vrij hoog. De personeelsbezetting van de zakelijke ondersteuning in de huidige subsidieperiode bestaat uit een artistieke leider (30 u/week maar vanaf 2010 19 u/week) en een zakelijke leider (overschakeling van bediendestatuut naar zelfstandige) en een medewerkster (ongewijzigd). Voor de subsidieperiode 2013 wenst de artistieke leider zijn prestaties
Pagina 105 van 257
terug op te trekken naar 30u/week. Op een andere plaats in het dossier is sprake van 25 u/week. De zakelijke leider factureert voor een bedrag van de medewerkster voor een bedrag van. Deze laatste is ook musicus bij het ensemble. Emanon heeft zijn kantoren in het Cultuurcentrum Romaanse Poort te Leuven. De huur is gratis, alleen de kosten moeten worden betaald. Voor repetitieruimtes wordt er samengewerkt met de Academiezaal Sint-Truiden (ook voor try-out concerten en opnames) en CC Zwaneberg. Ook het ’t Stuk Leuven geeft gratis repetitiefaciliteiten. 3.4
Publieksgerichtheid
Emanon wil zoveel mogelijk mensen bereiken en wil spelen voor diverse doelgroepen. Het Chamber Symphony luik is vooral bestemd voor de muziekliefhebbers in de grote zalen en op festivals. Tweejaarlijks zijn er ook familie-en schoolvoorstellingen met een eigen productie specifiek voor kinderen. Met de cross-over voorstellingen wil Emanon tenslotte een nieuw publiek aanspreken vanuit de podiumkunsten, beeldende kunst en literatuur. Drempelverlagend wil Emanon werken door de samenwerking met Matrix (dvd, concertinleidingen e.d.). Belangrijk is ook de nieuwe website vanaf 2010. Daarnaast zijn er ook jaarbrochures en elektronische nieuwsbrieven. Voor promotie wordt een bedrag van 13.523 euro voorzien 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Het agentschap vindt dat de activiteiten van Emanon zich vooral richten op het begeleiden van uitvoeringen van podiumkunstenproducties. In 2013 gaat het om niet minder dan 40 dergelijke voorstellingen op een totaal van 50 activiteiten. Daarenboven gaat het dan telkens om concerten waarbij met een minimale bezetting (gaande van 2 tot 5 musici) wordt gespeeld. Het agentschap vindt het ook vreemd dat er sprake is van buitenlandse concerten maar dat hiervan niets in de begroting is terug te vinden. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt in het algemeen goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. Toch is niet alles even duidelijk. Het agentschap stelt vast dat er kosten zijn voor buitenlandse reizen (1.500 euro) maar de begroting maakt geen melding van uitkoopsommen buitenland. De eigen inkomsten bedragen 40 % van de totale inkomsten (288.639) wat goed is en een stijging met ongeveer 8 % zou betekenen ten opzichte van 2010. De belangrijkste inkomstenpost zijn, naast de subsidies, de uitkoopsommen en de inkomsten uit coproductie. Er is ook nog een beperkte inkomst uit de verkoop van cd’s. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap wordt er ook een subsidie gevraagd aan de Provincie Vlaams Brabant (12.000 euro) en aan de stad Leuven (2.500 euro – huursubsidie). Het agentschap plaatst wel twijfels bij de sponsoring door Dexia gelet op de huidige financiële crisis. De belangrijkste uitgaven worden gevormd door het personeel. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. Toch heeft het agentschap
Pagina 106 van 257
twijfels bij het aantal concerten omdat heel wat van de geplande activiteiten nog niet vastliggen. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie gaat grotendeels akkoord met de analyse van het agentschap inzake langetermijnvisie en maximale besteding aan artistieke producties/ beperken overhead. De organisatie wijst erop dat het inzetten van kleinere muziekformaties inherent is aan podiumproducties. Het agentschap ontkent niet dat er op pagina 36 van het ingediende dossier verwezen wordt naar de toepassing van de cao, maar er wordt nergens gezegd of het al dan niet om de minimumbedragen gaat. Het agentschap had ook opgemerkt dat de begroting van de buitenlandse concerten in het dossier ontbreekt. De organisatie stelt dat bij extra lezing van het dossier hieromtrent geen gegevens te vinden zijn. Het agentschap stelt echter vast dat op pagina 21 van het aanvraagdossier sprake is van o.a. het impresariaat Reijnders uit Rotterdam dat o.a. moet zorgen voor verkoop van concerten in Nederland. Verder wordt ook gezegd dat er gefocust zal worden op Portugal en dat de coproducties met FroeFroe en Leporello zullen leiden tot optredens in Nederland en Frankrijk. Verder benadrukt de organisatie nog eens de artistieke inbreng bij multidisciplinaire projecten en de uitbouw van het ensemble richting sinfonietta. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 107 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-009
Organisatie:
Het Collectief
Gevraagd bedrag:
147.084,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
In 1998 richtten vijf muzikanten de kamermuziekgroep Het Collectief op naar het model van Schönbergs Pierrot Lunaire, met een vaste kwintetbezetting van fluit, klarinet, viool, cello en piano. Het ensemble maakte sinds zijn oprichting een mooie evolutie door en de vijf muzikanten die de vaste kern van het gezelschap vormen, zijn nog steeds dezelfde. Het gebeurt dat Het Collectief extra muzikanten toevoegt indien de muziek dit vereist en af en toe gaat het samenwerkingen aan met andere muziek- of theaterensembles. De laatste jaren is het ensemble ook meer en meer aanwezig in het buitenland, met onder meer tournees in Zuid-Amerika en concerten in Saintes (Frankrijk). Voor de cd Pierrot Lunaire kregen zij uitstekende kritieken in het tijdschrift Diapason. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het Collectief speelt muziek van de 20e en de 21e eeuw, vertrekkende vanaf het Weense modernisme van Schönberg en zijn volgelingen en doet dat met een duidelijke visie. Het legt verbanden tussen traditie en experiment, tussen oude en nieuwe muziek en tracht zo de hedendaagse muziek uit haar isolement te halen. Het Collectief breidt zijn repertoire elk jaar uit met een aantal stukken, maar herneemt ook veel. Zo komt een van de successen, Pierrot Lunaire, steeds opnieuw voor in diverse programma’s. Door compositieopdrachten breidt het ensemble het hedendaagse repertoire uit. Het Collectief werkt samen met enkele jonge Vlaamse componisten die nieuwe werken componeren op maat van het ensemble. Die opdrachtwerken worden opgenomen in het repertoire van Het Collectief en zullen dus regelmatig te horen zijn, wat positief is. Door dit repertoire te verrijken met andere disciplines als film, lezingen en theater, of door het te confronteren met andere genres zoals oude muziek doet Het Collectief aan drempelverlaging en bereikt het nieuwe luisteraars. De planning voor 2013 is reeds in grote mate concreet uitgewerkt, met, naast de repertoireconcerten, een samenwerking met de jonge sopraan Katrien Baerts, creaties van Bart Vanhecke en Bram Van Camp, een concert rond de Suite van Schönberg in De Doelen onder leiding van Reinbert de Leeuw, een interessant programma rond Cathy Berberian met muziek van Berio in Cité de la Musique, concerten in Peru en Brazilië, een lezingconcert en een concert rond ‘geëngageerde’ muziek. Dit zijn allemaal veelbelovende programma’s op mooie plaatsen. Men voorziet verder ook een cd-opname, kunsteducatieve activiteiten en medewerking aan een sociaal-artistiek project. Sommige van deze projecten zijn coproducties met andere organisaties, onder meer met Capilla Flamenca en met Victoria Deluxe. Ook voor de daaropvolgende jaren zijn er al toezeggingen van concertorganisatoren. Uit de planning voor de periode 2013-2016 kan men echter niet opmaken hoeveel van de geplande activiteiten nieuwe producties zijn en bijgevolg is het ook onmogelijk om precies af te leiden hoeveel elke productie kost.
Pagina 108 van 257
1.3
Profilering en positionering
Als kleinschalig, vast kamerensemble dat zich op ‘moeilijker’ repertoire richt en tegelijk jonge Vlaamse componisten een kans geeft, neemt Het Collectief een redelijk unieke positie in het muzieklandschap in. Uiteraard wordt veel van de muziek die het ensemble speelt ook door andere kamermuziekensembles uitgevoerd, maar Het Collectief onderscheidt zich door duidelijke keuzes, trouw aan de oorspronkelijke visie en creativiteit in de samenstelling van de verschillende programma’s. Mede door de ongewijzigd gebleven samenstelling van de bezetting is de kwaliteit van de uitvoeringen hoog. De muzikanten zijn zeer goed op elkaar ingespeeld. Ze worden voor het ‘traditionele hedendaagse’ repertoire terecht als de top beschouwd en het ensemble krijgt ook internationaal steeds meer erkenning. 1.4
Langetermijnvisie
De toekomstplannen voor de jaren na 2013 zijn nog vaag. Het lijkt erop of het ensemble in de volgende beleidsperiode vooral wil focussen op de internationale werking. De concertprogramma’s vanaf 2014 zijn nog weinig concreet. Wel is er in de aanvullende info een portfolio met programmavoorstellen die het vertrouwen sterken dat het ensemble ook in de toekomst een degelijke werking zal ontwikkelen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
In eigen land beschikt Het Collectief over een grote uitstraling. Het ensemble treedt aan op grote podia en op gespecialiseerde festivals als Transit, Ars Musica en De Nieuwe Reeks. De voorbije jaren is het ensemble doorgebroken in Nederland, waar tamelijk wat concerten gespeeld worden, meestal bij de betere concertorganisaties. Het ensemble speelde verder ook al in Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Portugal en maakte recent een concertreis naar Brazilië en Peru. Het wil nu verder werken aan die internationale doorbraak. De creatie in de Cité de la Musique met het werk over Cathy Berberian (15 mei 2013) kan deuren openen naar andere podia in Frankrijk. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Het Collectief heeft door zijn artistieke keuzes en professionaliteit een grote meerwaarde voor Vlaanderen. Door de beperkte samenstelling van de groep is het mogelijk om ook in kleinere zalen en culturele centra op te treden. Voor deze zalen stelt Het Collectief vaak een aangepast en drempelverlagend programma voor. Via masterclasses en lezingen werken de muzikanten van Het Collectief ook mee aan de vorming van jonge muzikanten. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
In 2013 wil Het Collectief een muziektheatervoorstelling uitwerken in samenwerking met de sociaal-artistieke organisatie Victoria Deluxe. Dit ziet het ensemble als zijn belangrijkste project op maatschappelijk en sociaal gebied. Door deze samenwerking wordt een totaal ander publiek aangesproken. Uiteraard is het spelen van het werk van jonge Vlaamse componisten op zich ook van maatschappelijk belang.
Pagina 109 van 257
1.8
Samenwerking en netwerking
Op artistiek vlak wil Het Collectief in de komende periode samenwerken met Capilla Flamenca, Reinbert De Leeuw en Victoria Deluxe. Andere samenwerking is er met belangrijke conservatoria zoals die van Brussel en Antwerpen. Die samenwerking zou nog wat verder mogen worden uitgebreid. Het Collectief doet vooral aan netwerking via ISCM-Vlaanderen en OKO. 1.9
Publieksgerichtheid
De publieksgerichtheid van Het Collectief blijkt uit een aantal initiatieven. Leden van het ensemble geven masterclasses, lezingen en concertinleidingen. Zeker bij hedendaagse muziek is dat laatste een meerwaarde. Voor de culturele centra werkte Het Collectief speciale ‘lezingconcerten’ uit, waarbij een repertoirewerk in het eerste deel van het concert geanalyseerd wordt op muzikaal en muziekhistorisch gebied. Het werk wordt dan tijdens het tweede deel integraal uitgevoerd. Die aanpak werkt ongetwijfeld drempelverlagend. Door samenwerking met ensembles met een andere focus en door cross-overprojecten met andere kunstvormen wordt een nieuwe publiek aangeboord. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Het Collectief heeft aandacht voor artistieke diversiteit en doet inspanningen om diverse publiekssegmenten ter bereiken. Interculturaliteit komt op het eerste zicht niet aan bod in de planning voor de periode 2013-2016. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De subsidie die Het Collectief vraagt voor de periode 2013-2016, komt neer op ongeveer een verdubbeling van de huidige subsidie. Opvallend is dat de zakelijk leider van Het Collectief sedert oktober 2011 voltijds is tewerkgesteld, tegenover deeltijds voordien. De belangrijkste reden voor de uitbreiding van deze tewerkstelling is dat de zakelijk leider dan meer tijd heeft om aan het internationaal groeipad van het ensemble te werken. De Beoordelingscommissie Muziek denkt dat dit een moeilijke en zelfs bijna onmogelijke opdracht is. Het zou voor Het Collectief waarschijnlijk beter en goedkoper zijn hiervoor aan te kloppen bij een gespecialiseerd agentschap. Een voltijds zakelijk leider is hoe dan ook een te uitgebreide omkadering voor een ensemble van slechts vijf muzikanten. De gevraagde subsidieverhoging lijkt vooral bedoeld om een uitbreiding van de internationale werking mogelijk te maken. De Beoordelingscommissie kan hier niet in meegaan omdat het lang niet zeker is dat deze uitbreiding zal lukken. Indien er wel concrete vooruitzichten komen op meer buitenlandse concerten, dan heeft Het Collectief nog de mogelijkheid om daarvoor bijkomende internationale projectsubsidies aan te vragen. Concluderend is de Beoordelingscommissie Muziek van mening dat de geplande werking voor 2013-2016 haalbaar is met een subsidie die status quo blijft, met hooguit een kleine stijging ten opzichte van het huidige bedrag omwille van indexering.
Pagina 110 van 257
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, vooral om een stijging van het subsidiebedrag te verantwoorden. De commissie begrijpt de argumenten van het ensemble, maar geeft mee dat het in de huidige conjunctuur niet mogelijk is om sterk te groeien. Ze merkt ook op dat het gaat om een klein ensemble van slechts vijf personen, wat geen grote omkadering kan verantwoorden. Ze vindt dan ook dat het huidige bedrag moet kunnen volstaan om een degelijke werking van het ensemble te garanderen. Het ensemble geeft in zijn repliek mee dat er heel wat onbetaalde overuren worden gepresteerd, maar de commissie merkt op dat dit voor de hele sector geldt. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 111 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-009
Organisatie:
vzw Het Collectief
Gevraagd bedrag:
147.084,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Collectief is een kamermuziekgroep voor hedendaagse muziek opgericht in 1998 door vijf Brusselse Vlamingen. Het ensemble speelt sinds de oprichting met dezelfde vijf musici en staat onder de artistieke leiding van Thomas Dieltjens. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 72.014,09 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 147.084,00 euro gevraagd of een stijging van 75.069,91 euro, hetzij meer dan een verdubbeling ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Aanvankelijk werd Het Collectief via projectsubsidies gesteund en tussenkomsten in internationale reiskosten. Sinds 2007 wordt het ensemble structureel gesubsidieerd met een startsubsidie van 50.000 euro. In de periode 2007-2009 speelde Het Collectief respectievelijk 17,24 en 25 concerten. In 2010 werden er in één jaar 68 concerten gespeeld. In de actieplannen voor 2011 en 2012 werden er respectievelijk 34 en 25 concerten voorzien met telkens 10 in het buitenland. De organisatie heeft einde 2010 een beperkt positief eigen vermogen van 4.034,35 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het Collectief bouwt in 2013-2016 verder op zijn elan met een aantal eigen producties en coproducties en de uitbouw van zijn internationale werking. De diverse concerten worden inhoudelijk goed toegelicht met opgave van de bezetting, de locatie en de speeldatum/periode indien gekend. Volgens de indieners worden er 28 activiteiten voor 2013 gepland waarvan 12 in het buitenland met daarnaast een Cd-opname, een creatieopdracht, een sociaal-artistiek project en een aantal kunsteducatieve activiteiten. Bij telling van de activiteiten stelt het agentschap vast dat het om 31 concerten gaat waarvan 16 in het buitenland. Er zijn momenteel 18 concerten definitief vastgelegd. De organisatie heeft aan het dossier aanvullende informatie toegevoegd over de verschillende programma’s en projecten, alsook enkele curriculi van de belangrijkste gastmusici en dirigenten. In het kader van zijn kunsteducatieve werking zal Het Collectief in 2013 een aantal masterclasses brengen in Antwerpen (deSingel) en Gent (Handelsbeurs) en ook de volgende jaren in Brussel (Koninklijk Conservatorium) en CC Grimbergen. Met Victoria De Luxe wordt gewerkt aan ‘Passages’, een sociaal-artistiek project met première in Gent (De expeditie). Tenslotte brengt Het Collectief ook nog cd’s uit en worden er de komende subsidieperiode 4 creatieopdrachten toegekend aan zowel jong Vlaams talent als bekende buitenlandse componisten. De administratieve ploeg bestaat uit een voltijds zakelijke en een deeltijds artistieke verantwoordelijke. Er worden ook stageplaatsen aangeboden aan manamaof laatstejaarstudenten hogeschool/universiteit (in het kader van communicatie, archivering, alternatieve financiering, community building).
Pagina 112 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
In 2013 werkt Het Collectief samen met Capilla Flamenca zowel voor het bestaande ‘12x12, a musical zodiac’ als de nieuwe productie ‘Snapshots’en ook met Victoria Deluxe voor ‘Passages’. Deze samenwerkingen betekenen een verbreding van de inhoudelijke werking van Het Collectief. Belangrijk is ook dat een aantal organisatoren zich geëngageerd hebben om Het Collectief de komende jaren regelmatig te spelen. Het Collectief bouwt ook verder aan zijn netwerk van binnen- en buitenlandse contacten. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 190.996 euro wat 66 % van de totale uitgaven betekent. Het totaal van de lonen bedraagt 230.445 euro of 80 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 146.399 euro of 64 % van de totale lonen. Dit bedrag omvat o.a. diensten musici als werknemer en zelfstandige, de artistiek verantwoordelijke, dramaturgie, componist, technisch-artistieke diensten. Alle musici krijgen een loon volgens de cao aangevuld met een vergoeding van kosten voor het effectief aantal gereden kilometers, séjours, telefoonvergoeding en instrumentenvergoeding. Vier van de vijf musici werken als zelfstandig muzikant in bij- of hoofdberoep. Martijn Vink wordt telkens in en uitgeschreven. De gemiddelde totale kost per concertprestatie bedraagt 420 euro/musicus of een totaal van 128.379 euro voor 2013 gebaseerd op een scenario van 28 activiteiten. Het agentschap had graag geweten hoe men aan dit bedrag van 420 euro komt want dit blijkt niet uit het dossier. Men wil in de toekomst meer repetitiekosten aan de artiesten betalen. De personeelsbezetting van de zakelijke ondersteuning in de huidige subsidieperiode bestaat uit een voltijds zakelijke leider (vanaf oktober 2011), een artistiek verantwoordelijke (maandelijks ereloon van bruto/maand). Voor de subsidieperiode 2013-2016 wordt verder gewerkt met dezelfde mensen. De zakelijke leider zal zich naast de gewone zakelijke ondersteuning gaan bezig houden met de internationale werking van het ensemble (totale kost:). De artistieke leider zal meer gaan verdienen.. Het Collectief wil grotere projecten onder de vleugels van een Europees managementbureau onderbrengen. Er wordt momenteel gepraat met Karsten Witt management (Berlijn). Dit aspect werd echter niet uitgewerkt. Het agentschap vindt dit wel belangrijk. Het Collectief beschikt niet over een eigen kantoorruimte. Er wordt gerepeteerd bij de pianist en de artistieke verantwoordelijke thuis. De groep is op zoek naar een partnership met een in Brussel gevestigd cultuurhuis. 3.4
Publieksgerichtheid
Het Collectief brengt tweemaal per jaar een kaart uit met alle activiteiten die verspreid worden via AEOLUS maar ook via conservatoria, theaters, concertzalen en individuele post. Daarnaast worden er ook per e-mail nieuwsbrieven verstuurd en voor elk concert een aparte herinnering. De musici van Het Collectief leiden niet zelden het concert in. De groep brengt concerten in elke Vlaamse provincie en Brussel. Het Collectief wil in 2013 verdere stappen zetten naar een internationaal performant profiel (website, multimediale tools, netwerken en database, archief). De samenwerking met helena.be wordt bestendigd. Zij beheren de communicatiestrategie. Er wordt een bedrag van 16.520 euro voorzien o.a. voor communicatie, educatie en archivering. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies.
Pagina 113 van 257
3.6
Realisme groeipad
Het Collectief vraagt voor de komende subsidieperiode een verdubbeling van de subsidie voor een verdere optimalisering van het aspect communicatie en promotie en vooral voor de verdere uitbouw van de internationale werking. Voor 2013 zijn er 12 concerten in het buitenland gepland, waarvan er negen vastliggen met o.a. concerten in Nederland, Frankrijk, Peru en Brazilië. Op een andere plaats in het dossier leest men 16 buitenlandse concerten. Het agentschap vindt dat een verdubbeling van de subsidiëring niet aan de orde is. Enerzijds is er niet echt een groeipad wat het aantal concerten betreft. Voor internationale projecten kan Het Collectief trouwens verder beroep doen op internationale subsidies waarbij de kwaliteit van elk project wordt bekeken. Anderzijds vindt het agentschap de uitbreiding van de omkadering met meer uren niet nodig gelet op het beperkt aantal musici. Het agentschap is van oordeel dat het oorspronkelijke subsidiebedrag dat de vorige subsidieperiode aan Het Collectief werd toegekend, voldoende moet zijn om het artistieke beleidsplan uit te werken. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht maar sommige posten hebben wat meer verheldering nodig, o.a. de prestaties van de musici. De inkomstenstructuur bestaat voornamelijk uit subsidiegelden en inkomsten uit verkoop van concerten (104.550 euro) en cd’s (1.813 euro) tijdens concerten. Inkomsten uit samenwerkingsverbanden met organisatoren worden steeds belangrijker (coproducent voor financiering creatieopdracht, internationale reiskosten, ter beschikking stellen van infrastructuur en diensten -13.595 euro). Voor sponsoring wordt nog altijd gerekend op de bescheiden steun van Dexia. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap worden ook nog andere subsidiekanalen benut: internationale werking (Vlaamse Gemeenschap – 10.000 euro in 2013), subsidie jaarwerking vanwege de Vlaamse Gemeenschapscommissie (2013: 9.000 euro). In 2012 werd er ook gestart met een werking ‘De Vrienden van Het Collectief’. Ook wordt er op zoek gegaan naar partners uit het bedrijfsleven (peterschap voor een specifiek artistiek project, ter beschikking stellen van expertise, infrastructuur en personeel). Het is moeilijk om de inkomsten te ramen van deze alternatieve financiering en vriendenkringwerking. Men gaat uit van 900 euro via particulieren en 3.350 euro via ondernemingen. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 114 van 257
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie spreekt tegen dat het gaat om een verdubbeling van het subsidiebedrag. Het agentschap herhaalt dat de subsidie die in 2011 werd toegekend 72.014 euro bedraagt en dat voor de periode 2013-2016 een subsidie van 147.084 euro wordt gevraagd, hetgeen dus een verdubbeling betekent. Het agentschap neemt er kennis van dat de gevraagde subsidie vanaf 2013 niet alleen zal gaan naar communicatie, promotie en internationale verkoop, maar ook dient om de stijgende kosten van publiekswerking en technisch-artistieke diensten op te vangen. De opmerking van het agentschap dat de zakelijke leider zich naast de ‘gewone’ zakelijke leiding zal bezig houden met de internationale werking, houdt geen depreciatie van zijn functie in. Met het gebruik van het woord ‘gewoon’ bedoelt het agentschap dat het gaat om activiteiten, die normaal deel uitmaken van het takenpakket van een zakelijke leider. De organisatie heeft het internationale aspect toegelicht, inzonderheid de samenwerking met Karsten Witt Management uit Berlijn. Het agentschap neemt hier kennis van. De organisatie wijst erop dat er in 2010 niet 68, maar 27 activiteiten werden georganiseerd. Na controle blijkt dat 68 betrekking heeft op het aantal ‘dagen’ activiteiten. Ook de gemiddelde kost per concertprestatie werd nu wel goed toegelicht. Het agentschap blijft erbij dat voor internationale projecten afzonderlijk beroep kan worden gedaan op internationale subsidies. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies, maar vindt wel dat een verhoging van de subsidiemiddelen op zijn plaats is. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 115 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-010
Organisatie:
Collegium Vocale Gent
Gevraagd bedrag:
1.250.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
In 1970 werd Collegium Vocale Gent opgericht als vocaal barokensemble op initiatief van Philippe Herreweghe. Van bij het begin was het de bedoeling om de nieuwe inzichten inzake de interpretatie van barokmuziek op vocale muziek toe te passen. Daarbij is ook de herontdekking van vergeten repertoire van belang. Vanaf de jaren 1980 verwierf het ensemble wereldfaam met de authentieke, tekstgerichte en retorische aanpak en stond het ook wereldwijd op het podium. Ondertussen is Collegium Vocale Gent uitgegroeid tot een flexibel ensemble met een repertoire gaande van de renaissance tot de hedendaagse muziek. De bezetting varieert van zes tot tachtig zangers naargelang de noden van productie. Er wordt bijna steeds samengewerkt met andere ensembles voor de instrumentale partijen. Collegium Vocale Gent wil verder een leerschool zijn voor getalenteerde jonge zangers uit Vlaanderen en Europa. Sinds kort houdt het ensemble zich ook bezig met muziektheater. In de loop der jaren heeft Collegium Vocale Gent een omvangrijke discografie uitgebouwd met meer dan vijfentachtig opnames, die altijd getuigen van een ver doorgedreven kwaliteitszorg. In samenwerking met Orchestre des Champs Elysées werd daarvoor een eigen platenlabel opgericht, ‘phi’. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Collegium Vocale Gent legt zich sinds de beginperiode toe op barokmuziek en meer in het bijzonder op de muziek van Bach. Voor de periode 2013-2016 blijft dit de essentie van het uitgevoerde repertoire, maar ook muziek uit de renaissance, klassiek, preromantiek, romantiek, 20e eeuw en hedendaags komt aan bod. De eerste twee jaar van de subsidieperiode 2013-2016 zijn reeds concreet ingevuld. Men voorziet een tachtigtal concerten per jaar, waarvan ongeveer een derde in eigen land en de rest in het buitenland. In de producties met oude muziek (doorgaans volledig eigen producties) is er weinig sprake van originaliteit in het repertoire (Bach, Schütz, Händel, Lassus). Bij de coproducties zijn er wel originelere projecten (met Josse De Pauw en Transparant, Philipp Glass, Gesualdo/Sciarinno met Bl!ndman). In het kader daarvan worden er opdrachten gegeven aan Vlaamse componisten (Annelies Van Parys, Dominique Pauwels, GeorgeAlexander van Dam, Thomas Smetryns). De uitvoeringen van Collegium Vocale Gent staan steeds voor hoge kwaliteit. In tegenstelling tot het vorige aanvraagdossier werd er nu wel een namenlijst van de zangers aan het dossier toegevoegd. Van de 173 zangers waarop het ensemble een beroep doet, zijn er minstens veertig Belgen. De samenwerking met instrumentale ensembles (die dienen te werken volgens de principes van de Historically Informed Performance) en uiteenlopende solisten en dirigenten wordt zorgvuldig bewaakt.
Pagina 116 van 257
1.3
Profilering en positionering
Collegium Vocale is uniek in zijn soort door de voortdurende kwaliteitsbewaking, de flexibiltiteit, de authenticiteit, de unieke klank, de muzikale en tekstuele expressie van het uitgevoerde repertoire, de voortrekkersrol die het altijd heeft gespeeld en de manier waarop het ensemble erin slaagt ook na veertig jaar zichzelf te blijven vernieuwen en de mogelijkheden te blijven verkennen. De openheid en de zoektocht naar andere muzikale leiders naast de stichter is een positief gegeven. Ook neemt het een belangrijke pedagogische rol op, niet alleen door het project met de Accademia Musica Chigiana di Siena, maar ook door de ontdekking en stimulering van jong talent. Dat Collegium Vocale Gent zijn oorspronkelijke repertoire (barok) heeft verbreed en nu muziek brengt van quasi alle stijlperiodes, houdt echter wel risico’s in. Daarmee wordt het profiel qua repertoire onduidelijker, maar het ensemble levert wel voor alle stijlperiodes kwaliteit af. 1.4
Langetermijnvisie
Er is zeker sprake van een degelijke langetermijnvisie in de planning voor de werkingsjaren tot en met 2016, maar ook door hun terugkerende engagementen met partners en de voortdurende rekrutering van jonge zangers en de samenwerking met hogescholen (orkestacademie). Uit de planning blijkt vooral een consolidering van de huidige werking wat betreft het aantal concerten, de verdeling binnen- en buitenland, het aantal eigen producties en coproducties. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
In Vlaanderen staat Collegium Vocale Gent op alle belangrijke podia voor uitverkochte zalen. De internationale uitstraling is groot en wordt nog uitgebouwd met de steun van de Europese Unie. Men voorziet tournees in Zuid-Oost-Azië (2013), Zuid-Amerika (2014) en wellicht ook in India en China. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van Collegium is ontegensprekelijk. Op veertig jaar tijd is het ensemble geëvolueerd van een studentenkoor dat de vocale zoektocht naar historische uitvoeringspraktijk startte tot een internationaal gewaardeerd modern, flexibel ensemble met een uitermate breed repertoire. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Collegium Vocale Gent heeft de Vlaamse ‘vocale geschiedenis’ veranderd en is intussen een instituut geworden dat ook zijn pedagogische rol opneemt door het ontdekken en begeleiden van jong talent. Dit laatste gebeurt via de actieve rekrutering van jonge zangers (in samenwerking met de Accademia Musica Chigiana di Siena), via het organiseren van workshops rond de interpretatie van barokmuziek (zowel voor amateurzangers als voor studenten en jonge solisten) en via samenwerking met hogescholen en met deFilharmonie (gezamenlijke educatieve werking tijdens open repetities).
Pagina 117 van 257
1.8
Samenwerking en netwerking
Een groot deel van de geplande producties van Collegium Vocale Gent zijn coproducties. Dit is noodzakelijk want het ensemble beschikt zelf immers alleen over een barokorkest. Voor ander repertoire moet het wel in zee gaan met andere orkesten of ensembles, zoals deFilharmonie, Anima Eterna, I Solisti del Vento, Champ d’Action en Blindman. Voor de muziektheaterproducties is er samenwerking met Muziektheater Transparant en met Lod. Ook residenties zijn van groot belang voor de werking van Collegium Vocale Gent. Er bestaan partnerships met deSingel in Antwerpen, Bozar in Brussel en Muziekcentrum De Bijloke Gent en met het Festival de Saintes (dit laatste al sedert dertig jaar). 1.9
Publieksgerichtheid
De publiekswerving is in wezen de verantwoordelijkheid van de concertorganisatoren, maar Collegium Vocale Gent is in die mate een kwaliteitslabel dat de zalen vlot uitverkocht geraken. Toch levert het ensemble zelf ook inspanningen om het publiek te bereiken, onder meer via de Vriendenvereniging, de website, open repetities en inleidingen. Door de coproducties met muziektheatergezelschappen en met ensembles van hedendaagse muziek probeert Collegium Vocale Gent bewust nieuwe publiekssegmenten aan te spreken. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Qua repertoire is de artistieke werking van Collegium Vocale Gent uiteraard zeer divers. Uit de voorgestelde planning blijkt op het eerste zicht geen bijzondere aandacht voor interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Collegium Vocale Gent vraagt voor de periode 2013-2016 een subsidie die 8,7% hoger ligt dan de huidige subsidie. Het ensemble mikt op consolidatie en wil niet echt meer verder groeien, maar de bijkomende middelen zijn volgens de organisatie nodig voor het opvangen van de stijging van de loonkosten veroorzaakt door indexering en anciënniteit. De werking van Collegium Vocale Gent is echter reeds zeer uitgebreid en de huidige subsidiëring is navenant groot. Zeker in het licht van de budgettaire situatie, stelt de commissie dat het plafond bereikt is wat betreft de subsidiëring van het ensemble. De Beoordelingscommissie Muziek is ook van mening dat Collegium Vocale Gent hogere uitkoopsommen zou kunnen vragen, zeker voor concerten in het buitenland. Concluderend is de Beoordelingscommissie Muziek van mening dat Collegium Vocale Gent in staat is om haar geplande werking voor de periode 2013-2016 te realiseren met een subsidie die iets lager ligt dan de subsidie die voor 2010-2012 werd toegekend. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 118 van 257
3
Gemotiveerde behandeling repliek
De commissie stelt vast dat de reactie op het artistieke advies terecht is gekomen op de plaats waar normaal de reactie op het zakelijke advies had moeten staan. In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen over de zakelijke opmerkingen. De commissie is het niet eens met het argument dat een lager subsidiebedrag uit het Kunstendecreet ook lagere Europese of stedelijke steun zou impliceren. De verschillende subsidiebronnen zijn immers niet aan elkaar gerelateerd. De commissie erkent dat het in de huidige conjunctuur niet evident is om meer inkomsten te genereren, maar geeft mee dat dit voor het volledige veld het geval is. De commissie blijft bij haar standpunt over de voorzitter van de raad van bestuur. Ze geeft mee dat het opgegeven takenpakket bij andere organisaties ook door de voorzitter wordt uitgevoerd, los van het feit of die persoon al dan niet de titel van opdrachthouder krijgt, maar wel onbezoldigd. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 119 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-010
Organisatie:
vzw Collegium Vocale
Gevraagd bedrag:
1.250.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Collegium Vocale is een Vlaams vocaal ensemble onder leiding van Philippe Herreweghe. Het koor brengt oude muziek met nadruk op het repertoire van J.S. Bach maar ook projecten met het klassieke, romantische, moderne en hedendaagse oratoriumrepertoire uit de 20ste en 21ste eeuw. De bezetting varieert van 6 tot 80 zangers. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie een initieel bedrag van 1.150.000 euro, dat na besparing teruggebracht werd tot 1.091.900,56 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 1.250.000 euro gevraagd wat een stijging met 158.099,44 euro betekent ten opzichte van het bedrag na besparing. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie heeft de afgelopen jaren een degelijke werking uitgebouwd. Het koor realiseerde in de periode 2007-2009 325 concerten of gemiddeld 108 per jaar waarvan ongeveer 2/3de in het buitenland. Dit is een stijging ten opzichte van de vorige jaren met gemiddeld 85 concerten. Er werden ook heel wat bekroonde cd-opnames gerealiseerd. In 2010 werden er 116 concerten (21 projecten) gespeeld waarvan 79 in het buitenland. De actieplannen 2011 en 2012 voorzagen respectievelijk 80 en 96 concerten. Het zullen er uiteindelijk voor 2011 72 worden waarvan 42 in het buitenland + 5 cd opnames en voor 2012 97 + 5 cd-opnames. Het Collegium Vocale beschikt begin 2011 over een gezonde financiële situatie met een positief eigen vermogen van 135.233 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
De organisatie besteedt ruime aandacht aan de werking op lange termijn De werking gaat verder op het elan waarmee het ensemble al jaren actief is. Prioriteiten voor de nieuwe beleidsperiode zijn het verder uitdiepen van het renaissance- en barokrepertoire (respectievelijk met 6-14 en 12-24 zangers), de verdere uitbouw van het symfonisch koor/romantiek (32-80 zangers) naast klassiek en preromantiek (24-48 zangers). Verder ook meer samenwerkingen in de kunstensector met bijzondere aandacht voor het muziektheater (12-16 zangers) en meer aanknoping met het repertoire uit de XXe en XXIe eeuw (12-48 zangers). De concrete planning voor 2013 voorziet 19 projecten namelijk 4 eigen producties en 15 coproducties/samenwerkingen met in totaal 77 concerten + 5 cd opnames. Er is een verschuiving waar te nemen van minder eigen producties naar meer samenwerkingen en van kleinere projecten naar meer grootschalige producties. De sterke internationale werking van het ensemble zal ook in de komende periode verder worden gezet met een zestigtal concerten op belangrijke internationale podia. Het Collegium Vocale streeft ernaar om jaarlijks een concerttournee buiten Europa te organiseren. Voor 2013 zou dat Zuid-Oost-Azië zijn. Het Collegium Vocale vervult ook een belangrijke pedagogische functie. Belangrijk in dit kader is de samenwerking met de Accademia Musicale Chigiana di Siena, waarbij jonge zangers uit heel Vlaanderen en Europa worden gerekruteerd om binnen het symfonische koor van
Pagina 120 van 257
het Collegium Vocale een traject van drie jaar te doorlopen waarbij aansluiting bij de kern mogelijk is. Deze ontwikkeling wordt verder gezet met steun van de Europese Commissie vanaf 2011. Verder zijn ook belangrijk de workshops barok en de samenwerking met de hogescholen en deFilharmonie in dit kader. Het Collegium Vocale beschikt ook over een eigen label ‘phi’. Bedoeling is om minimaal drie keer per jaar een nieuwe uitgave op de binnenlandse en internationale markt te brengen. Voor 2013 zijn er 4 cd-opnames gepland. De organisatie wenst verder te gaan met dezelfde zakelijke kern van 6 vaste medewerkers. 3.2
Samenwerking en netwerking
Het Collegium Vocale en Philippe Herreweghe beschikken over een internationaal netwerk waarmee veel kan worden gerealiseerd. Als vocaal ensemble wordt er samengewerkt met internationaal bekende barokorkesten. Daarnaast is er ook samenwerking met Vlaamse muziekensembles (o.a. Anima Eterna, Champ d’Action, I Solisti del Vento). Het agentschap vindt de samenwerking met deze Vlaamse ensembles en organisaties heel waardevol. Bij samenwerkingen met partnerorkesten blijven de koorzangers in dienst van Collegium Vocale Gent. Speciale aandacht verdient de samenwerking met partners die actief zijn binnen het theater of het muziektheater zoals Lod, Transparant, Toneelhuis Antwerpen. De meerwaarde zit hem vooral in het feit dat hierdoor een duidelijk ander publiek, in vele gevallen een jonger publiek wordt aangetrokken. Verder is er de samenwerking met concertorganisatoren en festivals en met de Accademia Musicale Chigiana di Siena (zie hierboven). Als vorm van samenwerking kunnen ook de residenties van het ensemble worden beschouwd. Naast de langlopende residenties in deSingel en De Bijloke heeft het Collegium Vocale in de komende subsidieperiode jaarlijks drie specifieke residenties: de Bach Academie Brugge, het Festival de Saintes en de Accademia delle Crete Senesi. In het dossier wordt dit aspect verder uitgewerkt. De voordelen van samenwerkingen in het algemeen zijn o.a. dat nieuwe concertnetwerken worden aangeboord en een nieuw publiek wordt bereikt en ook dat de financiële investeringen over twee organisaties worden gespreid. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke uitgaven worden geraamd op 2.807.371 euro, wat 81 % betekent van de totale uitgaven. Het grootste deel daarvan wordt gevormd door de artistieke lonen en productiekosten. De totale verloning bedraagt 2.429.708 euro of 70 % van de totale uitgaven. De artistieke verloning bedraagt 1.874.971 euro of 77 % van de totale verloning. Zangers worden rechtstreeks door Collegium Vocale Gent tewerkgesteld met contracten van bepaalde duur voor de duur van de repetities en concerten. De zangers zijn in loondienst of werken op zelfstandige basis. Driekwart van de musici is bedrijvig als zelfstandige. In beide gevallen is de brutoverloning dezelfde. De vergoedingen variëren naargelang het repertoire. Bij eigen producties ontvangen dirigenten en solisten een honorarium per concert. Repetities zijn daarin inbegrepen. De instrumentalisten van het barokensemble Collegium Vocale Gent worden op dezelfde wijze als de koorzangers vergoed. De berekening van de loonkost wordt goed toegelicht en is aanvaardbaar. De zangers van het symfonisch koor en barokkoor krijgen respectievelijk 80 en 90 euro per repetitiedienst en 160 en 180 euro/concert. Deze van het renaissance koor krijgen een solistengage van 550 euro/concert (repetities inbegrepen). Verder wordt gezegd dat zangers-solisten een basishonorarium van 1.500 tot 2.250 euro krijgen, in uitzonderlijke gevallen zelfs 3.500 euro. Het agentschap stelt vast dat dit een groot verschil is met de solistengages die de zangers van het renaissancekoor krijgen. De tuttisten van het barokorkest Collegium Vocale ontvangen 100 euro/repetitiedienst en 200 euro/concert. De organisatie wil het zakelijk personeel niet uitbreiden en dus verder gaan met nagenoeg dezelfde omkadering (6 mensen of 5,5 vte). De artistieke leider krijgt alleen maar een vergoeding als dirigent. Hij krijgt zoals de gastdirigenten. Het agentschap plaatst wel vraagtekens bij de contractueel vastgelegde forfaitaire vergoeding van
Pagina 121 van 257
ontvangt in zijn hoedanigheid van. Collegium Vocale huurt op jaarbasis een kantoor- en archiefruimte. 3.4
Publieksgerichtheid
De verantwoordelijkheid voor de publiekswerving ligt vooral bij de concertorganisatoren, maar zelf doet Collegium Vocale ook inspanningen op dit vlak door o.a. het organiseren van concertinleidingen en open repetities in samenwerking met de concertorganisatoren of op eigen initiatief. De communicatie met het publiek gebeurt via de eigen website en de jaarbrochure. Er wordt verder gewerkt aan de uitbouw van een intern netwerk met o.a. een Vriendenkring, die 550 leden telt (100 meer dan in de vorige subsidieperiode). 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Collegium Vocale Gent vraagt geen wezenlijke verhoging. Het agentschap stelt vast dat er niet echt een groei in het aantal activiteiten wordt voorzien en ook niet in het omkaderend personeel. Wel is er een stijging van het aantal projecten met het symfonisch orkest en van het aantal samenwerkingen. De verhouding tussen kleinere projecten en meer grootschalige producties is namelijk tijdens de laatste jaren gewijzigd in het voordeel van de grotere projecten en samenwerkingen. Deze meerkost wordt echter volledig opgevangen door verhoogde inkomsten en de kost van een extra voltijdse medewerker door de bijkomende subsidiëring van de Europese Commissie, wat het agentschap zeer waardeert. Het agentschap is van oordeel dat een subsidie die gelijk is aan het oorspronkelijke subsidiebedrag van de vorige periode voldoende moet zijn om het Collegium Vocale toe te laten zijn artistieke parcours verder uit te werken. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistieke beleidsplan wordt goed gekoppeld aan het zakelijke beleidsplan. De begroting werd voldoende toegelicht, vooral de berekening van de loonkost, zowel artistiek-als niet artistiek. De artistieke uitgaven zijn vrij aanzienlijk. Dit komt vooral door de lonen van de musici. De eigen inkomsten worden op 1.841.351 euro geschat hetzij 53 % van de totale inkomsten. In 2010 bedroeg dit nog 65 % of een daling met 13 %. De uitkoopsommen voor de eigen producties zijn heel belangrijk alsook de inkomsten uit coproductie. Het agentschap waardeert het dat de organisatie naar bijkomende inkomsten heeft gezocht die vooral moeten dienen voor de uitbouw van het symfonisch koor. De Europese Commissie geeft vanaf 2011 een subsidie van 250.000 euro voor dit project. Deze subsidie vervangt de coproductiebijdrage die Collegium Vocale Gent tijdens de jaren 2009,2010 en 2011 ontving van de Accademia Musicale Chigiana di Siena. Er zal een verhoging van 50.000 euro worden gevraagd. Voor de structurele subsidie vanwege de Provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent die in 2011 respectievelijk 30.000 en 25.000 euro bedroeg, zal Collegium Vocale proberen om voor de komende subsidiëringsperiode een bijkomend bedrag van respectievelijk 6.000 en 4.000 euro te krijgen. Verder zijn er nog bijkomende inkomsten uit sponsoring voor een bedrag van 25.000 euro (of een stijging van 25 %). Het betreft voornamelijk de lidgelden van de Vrienden. Daarnaast ook nog terugbetaalde kosten en vermindering bedrijfsvoorheffing.
Pagina 122 van 257
3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. Het dossier getuigt van een duidelijke visie. Het agentschap stelt vast dat het aantal activiteiten niet toeneemt ten opzichte van vroeger en de omkadering onveranderd is. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Het agentschap stelt vast dat de reactie op het zakelijke advies terecht is gekomen op de plaats waar normaal de reactie op het artistieke advies had moeten staan. De organisatie is blij met de positieve beoordeling door het agentschap en gaat akkoord met de conclusie dat een subsidie die gelijk is aan het oorspronkelijke subsidiebedrag van de vorige periode moet volstaan om het artistieke parcours uit te werken. Het agentschap neemt er ook nota van dat de heer A. Berkvens een contractueel vastgelegde maandelijkse forfaitaire vergoeding krijgt als opdrachthouder en niet in zijn hoedanigheid als voorzitter van de raad van bestuur. Het agentschap neemt hiervan akte, maar vindt dat een dergelijke scheiding tussen beide taken moeilijk te maken is. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 123 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-011
Organisatie:
Graindelavoix
Gevraagd bedrag:
277.500,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Graindelavoix is ontstaan rond 2000 op initiatief van Björn Schmelzer als een muziekcollectief dat zich toelegt op muziek uit de Middeleeuwen en de vroege renaissance. De artistieke werking werd van bij het begin gekenmerkt door een brede invulling en een kritische visie op de historische uitvoeringspraktijken, dit vanuit de etnomusicologische en antropologische achtergronden van Schmelzer. Graindelavoix is sindsdien gegroeid van een klein vocaal-instrumentaal laboratorium tot gangmaker van veelgelaagde, grondig onderbouwde voorstellingen en is een veelgevraagd ensemble. Graindelavoix realiseerde reeds vijf cd-opnames. Het ensemble engageerde zich ook in het muziektheater met het project Viaggio sulla Luna. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Graindelavoix noemt zich zelf een hybride ensemble, wat te maken heeft met de achtergrond van artistiek leider Björn Schmelzer, die naast muzikant ook etno-musicoloog, antropoloog, theaterpoppenmaker en cineast is. Schmelzer heeft dus een brede visie. Mede hierdoor zijn de producties van Graindelavoix uiteenlopend en eigenwijs en doorgaans ook interessant. Het gezelschap zoekt ruime uitersten op, maar slaagt er telkens in om kwalitatieve, interessante partners te vinden, waardoor hun inhoudelijk concept artistiek veelzijdig en uniek wordt, en ook in de breedte (multidisciplinair) goed zit ingebed. Ook de zangers/muzikanten van Graindelavoix hebben diverse achtergronden. Ze moeten wel professionele zangkwaliteiten hebben, maar dat hangt niet noodzakelijk samen met diploma’s. De kwaliteit van de uitvoeringen van het ensemble is doorgaans van hoog niveau. De plannen voor de toekomst zijn uitgebreid beschreven in het aanvraagdossier en getuigen van een grote bezieling en de wil om bijzondere en waardevolle projecten te realiseren. Voor 2013 zijn er vier nieuwe producties naast negen hernemingen voorzien. Graindelavoix heeft ook plannen voor een eigen festival, voor cd-opnames, publicaties en zelfs voor het maken van docufilms. De Beoordelingscommissie Muziek stelt zich wel vragen bij het grote aantal geplande activiteiten. 1.3
Profilering en positionering
Graindelavoix heeft een boeiend en gedurfd profiel. Het ensemble wil de oude muziek verbreden en neemt daarom ook niet de historische uitvoeringspraktijk als uitgangspunt, maar de antropologische, de praktijk uit de traditie. Het weigert ook fundamenteel om repertoire gewoon uit te voeren, maar gaat steeds op zoek naar vernieuwing, naar multidisciplinariteit en naar aanknoping met sociologie, filosofie, geografie, esthetiek,… Dit maakt dat de projecten van Graindelavoix zeer uiteenlopend zijn en ook zeer verschillend van de producties van andere Vlaamse ensembles van oude muziek. Daarmee neemt Graindelavoix wel een unieke positie in Vlaanderen in.
Pagina 124 van 257
1.4
Langetermijnvisie
Graindelavoix is een ensemble dat vooral inhoudelijk volop een groeiproces doormaakt en het heeft ook een gemotiveerde visie en een goed uitgebouwde planning om zijn toekomst op lange termijn uit te bouwen. In de periode 2013-2016 wil Graindelavoix zijn internationale werking structureel uitbouwen en daarbij ook proactief te werk gaan. Het ensemble heeft een groot netwerk en investeert in cd-opnames. Graindelavoix wil ook jaarlijks een eigen festival organiseren in samenwerking met onder andere de Roma, Amuz en Kievitsnest. Het wil tevens een extra cahier uitgeven met daaraan verbonden masterclasses. Dit zijn ambitieuze plannen, maar het parcours van het ensemble en het voorgelegde dossier wekken wel vertrouwen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Zowel landelijk als internationaal heeft Graindelavoix uitstraling. Het ensemble ligt goed in de markt en wordt uitgenodigd op belangrijke festivals, ook in het buitenland. In de periode 2013-2016 is er samenwerking voorzien met onder meer de Ruhrtriënnale, de Berliner Festspiele, het Festival van Rotterdam, het Festival Oude Muziek van Utrecht, het Festival Saintes, het Festival Fez en Casablanca,… 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van Graindelavoix voor de regio bestaat er onder meer in dat het ensemble probeert om de stoffige perceptie van oude muziek te ontkrachten. Daartoe zoekt het naar interessante coproducties die drempelverlagend kunnen werken en zo de publieke belangstelling voor oude muziek kunnen stimuleren. Ook op het vlak van onderzoek biedt Graindelavoix een meerwaarde. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Graindelavoix wil een zo breed mogelijk publiek aanspreken. Door de diversiteit in de programmatie van het ensemble lukt dit beter dan bij gelijkaardige ensembles. Graindelavoix doet zeer veel (etno-musicologisch) onderzoek en maakt de resultaten hiervan openbaar door middel van publicaties, lezingenreeksen en masterclasses. Graindelavoix heeft zich geëngageerd in een sociaal-artistiek project, Muntagna Negra, waarbij niet-professionele zangers uit de Italiaanse migrantengemeenschap worden ingeschakeld. Dit project loopt door in de periode 2013-2016. 1.8
Samenwerking en netwerking
Graindelavoix heeft een groot netwerk van interessante partners in binnen- en buitenland. Deze samenwerkingsverbanden leveren het ensemble steun op diverse vlakken op (financieel, inhoudelijk, netwerking naar het buitenland toe,…). Onder de partners zitten organisaties als C-mine, Moussem, de Ruhrtriënnale, Rosas en Glossa. 1.9
Publieksgerichtheid
Graindelavoix denkt actief na over het aanspreken van een divers publiek en slaagt daar ook in door de inhoudelijke veelzijdigheid van de projecten (vaak met een multidisciplinair karakter). Door de grote waaier aan partners zijn deze producties ook op vele plekken te zien. Verder heeft het ensemble een actieve website en goede contacten met de pers.
Pagina 125 van 257
1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Graindelavoix heeft zeker oog voor diversiteit in zijn programma’s en daarmee ook voor het bereiken van uiteenlopende publiekssegmenten. Aandacht voor interculturaliteit ligt voor de hand, mede door de antropologische onderbouw van de werking van het ensemble. Dit aspect komt in de periode 2013-2016 specifiek aan bod in bepaalde producties, zoals ‘Confreries’, waarbij wordt samengewerkt met leden van een Marokkaanse vrouwenbroederschap. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Het financieel beleidsplan van Graindelavoix is gedetailleerd uitgewerkt, maar het groeipad is bijzonder ambitieus. Het gevraagde subsidiebedrag is een drievoud van de huidige subsidie. Daarmee wil het ensemble onder meer zijn omkadering laten groeien van 0,2 tot 3 voltijdse equivalenten (1 vte zakelijk leider; 0,5 vte artistiek leider; 0,5 vte dramaturg en 1 vte administratief medewerker). De organisatie benadrukt dat deze mensen het werk momenteel zonder bijkomende vergoeding verrichten. De Beoordelingscommissie Muziek is van oordeel dat de uitbreiding van het omkaderend personeel deels gerechtvaardigd is door de groei van het ensemble. Daartegenover heeft de commissie wel de indruk dat Graindelavoix veel te veel wil doen. Sommige geplande projecten behoren niet echt tot de kernwerking van een muziekensemble, zoals het maken van docufilms. De commissie ziet ook de noodzaak voor het organiseren van een eigen festival niet in. Concluderend kan de Beoordelingscommissie Muziek voor een belangrijk deel, maar dus niet volledig, meegaan in de vraag van Graindelavoix om een verhoging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de kerntaken en het volume aan producties. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 126 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-011
Organisatie:
vzw Graindelavoix
Gevraagd bedrag:
277.500,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Graindelavoix is een relatief jong muziekcollectief onder leiding van Björn Schmelzer, dat zich richt op de orale middeleeuwse traditie. Het heeft een vaste kern van 14 zangers en 5 instrumentalisten. Het ensemble brengt concerten of muziektheatrale uitvoeringen die de neerslag zijn van een uitgebreide werk- en onderzoekproces. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 86.416,91 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 277.500,00 euro gevraagd of een stijging van 191.083,09 euro, hetzij meer dan een verdrievouding ten opzichte van de vorige periode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Aanvankelijk kreeg het ensemble een aantal projectsubsidies. Het werd de eerste keer structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2013. In 2010 werden er 25 concerten gespeeld. Tijdens de eerste visitatie naar aanleiding van het werkingsjaar 2010 stelde het Agentschap vast dat na het ontslag van de zakelijke leider begin 2011 de taken werden verdeeld onder een aantal personen en raadde het ensemble toen aan dat het zakelijke beleid aan één persoon zou worden toevertrouwd. Begin 2011 had de organisatie een negatief eigen vermogen van 20.125 euro.
3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Graindelavoix heeft een mooi artistiek parcours uitgetekend voor de komende beleidsperiode met jaarlijks één grote multidisciplinaire productie en drie kleinere projecten. Daarbij wil Grandelavoix andere multimedia en disciplines zoals film bij deze projecten betrekken. Verder wil het ensemble zijn internationale werking uitbouwen waarbij o.a. gebruik wordt gemaakt van internationale verkoopsmappen per project in verschillende talen. Het agentschap vindt het positief dat de meeste aanvragen vanuit de buitenlandse organisatoren zelf komen. Voor 2013 zijn er vier nieuwe producties gepland waarvan één enkel de voorbereiding in 2013 valt met première in 2014; daarnaast nog negen hernemingen. In totaal gaat het om 56 concerten waarvan 24 in het buitenland (10 met Rosas). Elke productie wordt inhoudelijk goed toegelicht met opgave van de partners, het aantal musici en telkens ook een zeer gedetailleerde berekening van de kost van de concerten. De bezetting varieert tussen 5 - en 15-tal zangers/instrumentalisten. Graindelavoix wil ook een eigen festival organiseren (3 dagen en nachten) in samenwerking met de Roma en het vzw Kievitsnest met 2 grote en 6 kleine concerten van bevriende groepen/solisten. Er zijn gesprekken aan de gang met Amuz om dit festival te laten integreren als off-festival van Laus Polyponiae. Kunsteducatie is ook een wezenlijk onderdeel van de werking van Graindelavoix met o.a. lezingen op academisch niveau en masterclasses. Met Muntagna Nera heeft Graindelavoix ook een sociaal-artistiek project met o.a. de medewerking van Italo-
Pagina 127 van 257
Belgische migranten. Tenslotte geeft Graindelavoix boeken en cd’s uit. Daarbij wordt er voor 2013 samengewerkt met het vaste Spaanse label Glossa (‘Confrerie’’ op 3000 exemplaren) en ook voor het eerst met uitgeverij ‘Historische Uitgeverij’ voor de uitgave van Veldeke Songbook (cd + boek op 1000 exemplaren). Graindelavoix wil naast de uitbouw van het artistieke parcours ook degelijke infrastructuur met een bureau en infrastructuur en wil de basistaken van het ensemble niet langer uitbesteden aan voornamelijk vrijwilligers of mensen in dienst die veel meer uren moeten presteren dan daarvoor ze betaald worden. 3.2
Samenwerking en netwerking
Bij elk project van Graindelavoix horen coproducenten en partners zoals Rosas of de stad Genk. Grote projecten zijn alleen maar mogelijk op die manier. Bijvoorbeeld de samenwerking met Rosas wat een opening naar dansfestivals mogelijk maakt en ook naar andere interdisciplinaire festivals zoal de Ruhrtriennale en festivals die inzetten op hedendaagse muziek zoal de Berliner Festspiele. Het agentschap vindt het positief dat veel buitenlandse organisatoren naast de dansvoorstelling met Rosas ook nog een extra concert met Graindelavoix willen programmeren. Rosas is partner en coproducent met in 2013 de gezamenlijke voorstelling Cesena. Ook het Festival van Vlaanderen Gent is een partner voor de komende jaren. Graindelavoix is in residentie in CC Mechelen 20122013.
3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 654.670 euro wat 77 % van de totale uitgaven (850.750 euro) betekent. Het totaal van alle lonen/vergoedingen bedraagt 595.941 euro of 70 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 491.761 euro of 83 % van de totale verloning. De muzikanten worden betaald volgens de cao meer bepaald 495 euro voor een dag repetitie + een raccord + een concert (inclusief patronale bijdragen en vakantiegeld). Voor een concert wordt 210 euro betaald, voor een volledige repetitiedag hetzelfde, en voor een raccord 75 euro. Deze tarieven liggen dus wel boven de cao (100 euro/concertdienst muzikant en 90 euro/zanger en 66 euro/repetitie muzikant en 60 euro/repetitie zanger. Deze tarieven worden naar beneden gehaald wanneer er sprake is van een volledige speelperiode zoals bij het project Muntagna Nera. Momenteel wordt de organisatie geleid door Katrijn Degans(vrijwilliger/voorzitter – dagelijkse betalingsopvolging) en Y. Van Handenhove (vrijwilliger/zanger – supervisie en strategie). Er is een persoon in dienst (0,2 vte) voor de dagelijkse leiding. Zij zorgt voor de ploeg van vrijwilligers en stagiairs. Alle andere taken worden immers waargenomen door vrijwilligers, ook de dagdagelijkse taken van de artistieke leider, inclusief het onderzoek bij elk project, worden nog steeds onbezoldigd uitgevoerd. Tot voor kort werd de artistieke leider alleen vergoed voor ad hoc voorstellingen en niet voor de artistieke leiding, research en voorbereidingen. Voor de komende periode wil de organisatie een basisstructuur met een equivalent van 3 VTE met naast de halftijdse artistieke leider een voltijdse zakelijke leider die beiden ondersteund worden door enerzijds een halftijdse dramaturg en anderzijds een voltijdse administratieve medewerker. Dit zou een kost betekenen van ongeveer 154.000 euro. Deze structuur blijft aangevuld met vrijwilligers en stagiaires. De taken van deze verschillende functies werd in het dossier heel goed uiteengezet. Graindelavoix beschikt over een huis in Antwerpen dat eigendom is van De Lijn en betaalt daarvoor 100 euro per maand. Het ensemble wil daar blijven maar wil nog investeren in informatica, een kopieerapparaat en een camera voor het veelvuldig gebruik van film. Het agentschap kan hiermee akkoord gaan omdat de organisatie over weinig of geen materiaal beschikt en de geplande investeringen belangrijk zijn voor de uitwerking van het artistiek parcours. Voor repetities wordt samengewerkt met het Kievitsnest en de Roma.
Pagina 128 van 257
3.4
Publieksgerichtheid
Grandelavoix richt zich tot een breed publiek. Maandelijks is er een nieuwsflash met de belangrijkste projecten die de komende maand op stapel staan. Het ensemble beschikt over een mailbestand van een 2000-tal geïnteresseerden. De website blijft de spil van de communicatie. In de komende periode zet Graindelavoix in op proactieve sturing. Er wordt gewerkt aan meertalige projectmappen waarin diverse projecten uitvoerig toegelicht worden, de bezetting wordt uitgeschreven en de programmator meteen een prijsindicatie heeft. Daarnaast wordt verder inzetten op multimediale publiciteit. Dank zij de geplande investeringen heeft Graindelavoix de mogelijkheid om professionele trailers en filmpjes te maken voor Youtube. Voor promotie wordt een budget voorzien van 6.250 euro). 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Graindelavoix werkt in het kader van projecten vaak met buitenlandse musici. Voor het project Muntagna Nera – Viaggo in Italia worden Italiaanse musici ingeschakeld. Voor ‘Confreries’ werkt Graindelavoix samen met een vrouwenbroederschap uit Marokko. 3.6
Realisme groeipad
Graindelavoix vraagt voor de komende subsidieperiode een verdriedubbeling van de subsidie. Het ensemble zal 56 concerten gaan spelen terwijl dat er in 2010 maar 25 waren. Tevens wenst Graindelavoix een omkaderende structuur van 3 vte of een stijging met 2,8 vte waarbij zowel de zakelijke als de artistieke leider een loon gaan krijgen en dus niet langer als vrijwilliger werken. Het agentschap vindt dit een gerechtvaardigde eis gelet op het aantal concerten dat in binnen –en buitenland zal worden gespeeld en de andere activiteiten van het ensemble (masterclasses, cd-opnames en dergelijke). Een substantiële verhoging van de subsidie is hier dus zeker op zijn plaats. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd goed toegelicht. De eigen inkomsten komen vooral van de uitkoopsommen (375.000 euro) en samenwerkingen/coproducties (78.500 euro) o.a. productie Muntagna Nera (C-Mine Cultuurcentrum Genk – 20.000 euro, Provincie Limburg – 20.000 euro, Stad Antwerpen – 15.000 euro, Mijn Erfgoed – 10.000 euro). Er zijn ook inkomsten uit ticketverkoop eigen festival en de organisatie van masterclasses. Graindelavoix wil ook werk maken van sponsoring en mecenaat o.a. het programma Time of theDragon en Mons (2015), Villard de Honnecourt en Picardië/departement Aisne maar ook Hongarije enz. Het agentschap waardeert de inspanningen die Graindelavoix doet om eigen inkomsten te verwerven. Deze eigen inkomsten bedragen 56 % van de totale inkomsten. In 2010 was dat ongeveer 53 %. Aan de Vlaamse Gemeenschap worden subsidies gevraagd voor zowel structurele als internationale (30.000 euro) werking en creatieopdrachten (13.000 euro). Daarnaast doet Graindelavoix ook beroep op steun van de provincie en gemeente, resp. 25.000 en 17.500 euro. De belangrijkste kosten worden gevormd door de loonkost (zie punt 3.3), reis- en verblijfkosten binnenen buitenland(163.551 euro) en afschrijvingen voor aankoop nodige investeringen (4.473 euro).
Pagina 129 van 257
3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgelegde plannen mogelijk. Alle concerten liggen vast. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie reageerde in haar repliek enkel op elementen uit het artistieke advies. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 130 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-012
Organisatie:
Symfonieorkest Vlaanderen
Gevraagd bedrag:
1.622.883,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het Symfonieorkest Vlaanderen is een middelgroot orkest van circa zestig muzikanten, waarmee het grootste deel van het symfonische repertoire kan worden uitgevoerd. Symfonieorkest Vlaanderen wil zowel aandacht besteden aan het ‘ijzeren repertoire’ als aan ‘eigentijdse en nieuwe composities waarbij ook plaats is voor Vlaamse componisten’. In 2009 werd chef-dirigent Etienne Siebens opgevolgd door de Japanse dirigent Seikyo Kim. Het aantal activiteiten is gestegen tot vijftig concerten in 2010. Voor veertien van die concerten werd het geëngageerd door het Koninklijk Ballet van Vlaanderen (begeleiding van Tchaikovsky’s ‘Zwanenmeer’). De overige concerten worden grotendeels in eigen beheer in Vlaanderen georganiseerd. Hiervoor bouwde Symfonieorkest Vlaanderen een eigen netwerk op met zowel organisatoren als publiek. Verschillende producties werden vastgelegd op audiovisuele drager, in samenwerking met onder meer Orchid Classics en Onyx Classics. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De werkwijze van het Symfonieorkest Vlaanderen is projectmatig: tijdens korte periodes komen orkest, dirigent en eventueel solist samen voor repetities en concerten. Chefdirigent Seikyo Kim zet de artistieke lijnen uit. In de komende periode legt hij zich toe op symfonieën en vioolconcerto's van Sibelius, Prokofievs concertant werk, Schostakovitch’ symfonieën, Schumann, Brahms, Mendelssohn, Beethoven, Richard Strauss en een creatie van de Japanse componist Dai Fujikura. Los van het parcours van de chef-dirigent nodigt Symfonieorkest Vlaanderen gastdirigenten uit voor de uitvoering van werk van Britten, Lutoslawski, Poulenc, Strauss, De Boeck, Nielsen, Glazunov, Sibelius, Ginastera en Granados. In totaal vinden er tien tot twaalf producties per seizoen plaats. De programmering is zeer klassiek. Er bestaat ongetwijfeld een publiek voor een veeleer conservatief programma. Symfonieorkest Vlaanderen weet dat publiek in de grootste steden van Vlaanderen te mobiliseren. Volgens het dossier schenkt Symfonieorkest Vlaanderen aandacht aan vernieuwing door verrassend of onbekend werk in de programma’s op te nemen, waaronder hedendaagse muziek van onder meer Vlaamse componisten. Dit is uiteraard lovenswaardig, maar jammer genoeg krijgt deze intentie weinig concrete invulling. Symfonieorkest Vlaanderen speelt weliswaar minder bekend en minder gespeeld werk van bekende componisten, maar beperkt het omdat een deel van het publiek wellicht zou afhaken. Voorlopig worden in de planning enkel twee Vlaamse werken vermeld: Steven Prengels (creatieopdracht) en August De Boeck. Symfonieorkest Vlaanderen presenteert een lijst van interessante componisten voor creatieopdrachten, maar in de programmering krijgen die voorlopig geenplaats. Met Winter Classics, een eerder speels uitgewerkt programma van maximum 60 minuten, probeert Symfonieorkest Vlaanderen kinderen warm te maken voor het klassieke gebeuren. Symfonieorkest Vlaanderen bestaat voornamelijk uit goede jonge muzikanten, die door de flexibele en projectmatige aanpak aangetrokken worden. Ook de goede organisatie
Pagina 131 van 257
van het orkest en de democratische besluitvorming zijn een meerwaarde. De projectmatige aanpak houdt echter ook in dat de muzikanten niet vast in dienst zijn. De kwaliteit van de concerten behaalt steeds een goed niveau. Symfonieorkest Vlaanderen durft kiezen voor technisch moeilijke werken die een uitdaging inhouden voor de muzikanten. 1.3
Profilering en positionering
Symfonieorkest Vlaanderen haalt zijn organisatiemodel aan als de uniciteit van zijn werking. Dat organisatiemodel is gebaseerd op projectmatige werking waarbij muzikanten vergoed worden voor de geleverde prestaties. Het dossier biedt geen informatie over de verhouding tot de andere Vlaamse orkesten. Men kan afleiden dat Symfonieorkest Vlaanderen op dat vlak eigenlijk geen uniciteit nastreeft. Het orkest klaagt er echter over dat het niet kan spelen tegen dezelfde lage uitkoopsommen zoals die gehanteerd worden door de orkesten die als instelling van de Vlaamse gemeenschap worden gesubsidieerd. De Beoordelingscommissie Muziek vindt dat Symfonieorkest Vlaanderen niet met deze orkesten moet concurreren. Het kan zich onderscheiden door een eigen niche op te zoeken. Symfonieorkest Vlaanderen moet ernstig nadenken over zijn positie in het Vlaamse orkestenlandschap. Uniek is dat Symfonieorkest Vlaanderen het merendeel van zijn concerten in Vlaanderen zelf organiseert en met succes publiek werft. Dat geeft blijk van een goede organisatie, maar het roept de vraag op waarom het orkest er niet in slaagt zichzelf te verkopen aan organisatoren. Het lijkt erop dat het orkest op dat vlak geen inspanningen doet, maar bewust kiest voor concerten in eigen beheer omdat de opbrengsten uit ticketverkoop meer opleveren dan uitkoopsommen. Zelfs indien dat zo is, stelt de Beoordelingscommissie Muziek vragen bij deze strategie. 1.4
Langetermijnvisie
Er is een duidelijke langetermijnvisie aanwezig. Er is goed over nagedacht en men ziet zowel de uitdagingen als de te omzeilen gevaren. De planning wordt al geconcretiseerd tot en met 2016. De ondersteunende structuur van Symfonieorkest Vlaanderen is goed uitgebouwd en is een garantie voor een goede werking op lange termijn. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Symfonieorkest Vlaanderen organiseert concertreeksen in eigen beheer in het Concertgebouw Brugge, Muziekcentrum De Bijloke, deSingel en Bozar. Het kan rekenen op een trouw en enthousiast publiek, wat aantoont dat het orkest over landelijke uitstraling beschikt. De internationale uitstraling is beperkt. Een beperkt aantal buitenlandse festivals programmeert het orkest, vooral in Frankrijk en soms in Duitsland. Via het Interregproject Classica Scope met ADAMA uit l’Aisne) stimuleert Symfonieorkest Vlaanderen de samenwerking tussen Noord-Frankrijk en Vlaanderen. Naar aanleiding van het aanstellen van de Japanse chef-dirigent zijn er plannen voor een tournee in Japan in de periode 2013-2016. De aanwezigheid van het orkest in het buitenland wordt ook bemoeilijkt door het feit dat de muzikanten niet vast in dienst zijn. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Symfonieorkest Vlaanderen bedient met zijn concerten een bepaald publiek en komt hiermee tegemoet aan een bepaalde behoefte die er bestaat in de regio.
Pagina 132 van 257
1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Symfonieorkest Vlaanderen laat jonge muzikanten orkestervaring opdoen. Via stages worden ze begeleid tot de orkestkern. Men zou kunnen stellen dat Symfonieorkest Vlaanderen hiermee een belangrijk maatschappelijke functie invult. De Beoordelingscommissie Muziek krijgt echter niet de indruk dat een dergelijke doorstroming plaatsvindt. Met het project Winter Classics organiseert Symfonieorkest Vlaanderen instapconcerten voor families met lagereschoolkinderen aan democratische ticketprijzen. Aan de reeks Winter Classics is ook een tentoonstelling gekoppeld over de werking van het symfonisch orkest. Deze tentoonstelling kadert ook binnen het Interreg-project Classica Scope. Het is spijtig dat alleen het toegankelijke klassieke werk aan bod komt bij zowel Winter Classics als Classica Scope. De ervaring leert dat leerlingen van de lagere school een grote openheid hebben voor nieuwe ervaringen. 1.8
Samenwerking en netwerking
Symfonieorkest Vlaanderen werkt op zakelijk en administratief vlak structureel samen met Het Kamerorkest. Het Kamerorkest doet beroep op het administratieve team van Symfonieorkest Vlaanderen en betaalt hiervoor een vergoeding. De Beoordelingscommissie Muziek vindt het vreemd dat er geen occasionele artistieke samenwerking is tussen beide orkesten. Het lijkt bijvoorbeeld logisch dat Symfonieorkest Vlaanderen een beroep zou doen op de muzikanten van Het Kamerorkest als het zelf extra muzikanten nodig heeft, maar dat gebeurt niet. De overige partners die in het dossier worden vermeld, zijn hoofdzakelijk podia en concertorganisatoren. Enkel in het geval van Muziekcentrum De Bijloke gaat het om een echt partnership voor vijf concerten per seizoen. De overige partners zijn veeleer leveranciers (zaalverhuur) of klanten. Symfonieorkest Vlaanderen hoopt ook om de samenwerking met het Ballet van Vlaanderen in de toekomst te kunnen voortzetten, maar voor de periode 2013-2016 zijn er nog geen concrete vooruitzichten. Internationaal is er een opgebouwde samenwerking met Adama in het kader van het Interreg-project. 1.9
Publieksgerichtheid
Symfonieorkest Vlaanderen is een duidelijk publieksgericht orkest. Het slaagt er in een trouw publiek te genereren voor concerten in eigen beheer. Het orkest is ook publieksgericht door zijn programmering. Het publiek bestaat uit liefhebbers van traditionele klassieke muziek en weet bij wijze van spreken wat het op zijn bord zal krijgen. Het strekt tot aanbeveling dat publiek te differentiëren door ook specifieke, meer avontuurlijke reeksen uit te bouwen. Symfonieorkest Vlaanderen doet verder aan publieksbinding door middel van concertinleidingen, de website en het driemaandelijkse magazine, waarbij wordt ingezet op een persoonlijke band met het publiek. Er wordt ook zeer gericht promotie gevoerd voor de concerten. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Behalve de aanwezigheid van een Japanse dirigent en de occasionele compositieopdracht aan een niet-westerse componist is er geen aandacht voor interculturaliteit of diversiteit terug te vinden binnen de werking van Symfonieorkest Vlaanderen. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vind de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is.
Pagina 133 van 257
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Symfonieorkest Vlaanderen vraagt voor de periode 2013-2016 een substantiële subsidieverhoging ten opzichte van de vorige periode. De bijkomende middelen moeten dienen om het verwachte wegvallen van andere subsidies (Interreg, provinciale overheid) op te vangen, het personeelsbestand met een voltijds equivalent uit te breiden en te investeren in onder meer nieuwe instrumenten en de uitbreiding van de internationale werking. De Beoordelingscommissie Muziek kan hier niet in meegaan. Het kan onmogelijk de bedoeling zijn dat de Vlaamse overheid het wegvallen van subsidies van andere overheden compenseert. Het is bovendien nog onduidelijk hoe de provinciale subsidies zullen evolueren. De uitbreiding van het personeelsbestand wordt niet gemotiveerd in het aanvraagdossier. De Beoordelingscommissie Muziek kan hooguit meegaan in een kleine verhoging van de subsidie ten opzichte van de huidige situatie, dit om de stijging van de loonkosten omwille van indexering en anciënniteit op te vangen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de samenwerking, toegankelijkheid van het programma en aandacht voor vernieuwing. Er wordt hierdoor geen concrete informatie toegevoegd aan het dossier. De commissie neemt ook nota van de melding dat de organisatie de geformuleerde aandachtspunten ter harte zal nemen. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 134 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-012
Organisatie:
vzw Symfonieorkest Vlaanderen
Gevraagd bedrag:
1.622.883,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Symfonieorkest Vlaanderen (SOV) is een middelgroot orkest (tot 60 musici) onder leiding van de Japanse chef-dirigent Seikyo Kim. Het orkest is vooral actief via een aantal abonnement series in de grote Vlaamse steden en brengt zowel klassieke als hedendaagse muziek. Hierbij komt Vlaams werk ruim aan bod, wat onder meer tot uiting komt in de talrijke opdrachten aan Vlaamse componisten. Belangrijk is vanaf maart 2007 de samenwerking op zakelijk vlak met Het Kamerorkest waarbij de administratieve ploeg van het Symfonieorkest Vlaanderen voor beide orkesten werkt. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 1.186.457,13 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 1.622.883 euro gevraagd of een stijging van 436.425,87 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Het SOV begon met een structurele subsidie in het kader van het Muziekdecreet met voor de periode 1999-2002 en 2003-2006 een subsidie van respectievelijk 545.366 euro en 800.000 euro en daarna in het kader van het Kunstendecreet een subsidie van 1.100.000 euro voor de periode 2007-2009. Het orkest speelde in die periode 134 concerten of gemiddeld 45 concerten/jaar. In 2010 werden er een 50-tal concerten gespeeld. In de actieplannen 2011 en 2012 is sprake van respectievelijk een 45- en een 70-tal concerten. Het hoge aantal in 2012 heeft te maken met de vraag van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen om samen met het SOV 33 voorstellingen te realiseren. Begin 2011 beschikt het orkest over een positief eigen vermogen van 52.111 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het SOV wil in de komende periode het huidige beleid voortzetten met een werkmodel waarbij repetities, concerten en opnames van eenzelfde productie kort na elkaar gepland worden en waarbij concerten maximaal gebundeld worden in concertreeksen. Per seizoen plant het SOV 10 à 12 nieuwe producties. Het aanvraagdossier bevat de programmavoorstellen voor de komende jaren, de namen van de componisten aan wie speciale aandacht zal worden besteed en de cd-projecten. Een programma bevat minstens één minder bekend werk. Per seizoen worden er ook twee werken van componisten uit eigen land gespeeld. Tevens komt er jaarlijks minstens één Vlaamse dirigent en één jonge (jonger dan 30 jaar) en een gevestigde Belgische solist aan bod. Het SOV wil ook jaarlijks drie cd’s produceren waaronder elke drie jaar ook een cdopname met Vlaams repertoire. Voor 2013 zijn er een 40-tal concerten gepland inclusief drie familieconcerten en een vijftal concerten in het buitenland (3 in Frankrijk, 1 in Nederland en 1 in Duitsland). Het streefdoel van het orkest is tien concerten in het buitenland. In het dossier is ook sprake van een concertreis naar Japan in 2013 of 2014 met vier à vijf concerten maar dit werd nog niet opgenomen in de concertlijst 2013 omdat deze reis nog geconcretiseerd moet worden. Het programma bevat ook een 30-tal
Pagina 135 van 257
concerten in samenwerking met het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. In het kader van een dergelijke samenwerking zijn er ook al in 2012 33 voorstellingen gepland. Het SOV beschikt echter niet over voldoende middelen en kan alleen maar op de vraag van het Ballet ingaan als deze laatste nagenoeg de hele kost op zich neemt. Het SOV zet ook zijn beleid rond creatieopdrachten verder met niet alleen aandacht voor Vlaamse maar ook voor buitenlandse componisten. Het SOV heeft ook een kunsteducatieve werking met inleidingen en presentaties op concerten en open repetities voor scholen en groepen. Een belangrijke pijler binnen deze werking is het concept van ‘Winter.Classics’ met concerten die bedoeld zijn voor gezinnen met kinderen. Van deze concerten worden er beeldopnames gemaakt. Vanaf 2013 zullen er ook cahiers worden samengesteld voor de (muziek)lessen in lagere en middelbare scholen en vooral het deeltijds kunstonderwijs. 3.2
Samenwerking en netwerking
Het S0V werkt voor de concerten in eigen beheer samen met een aantal concertzalen in Vlaanderen en Brussel (Concertgebouw Brugge, Muziekcentrum De Bijloke Gent, PSK Brussel, deSingel Antwerpen). Bij de meeste van deze zalen gaat het niet echt om samenwerking. De concerten worden in eigen beheer georganiseerd. Daar moet relatief hoge zaalhuur voor worden betaald. Enkel met De Bijloke wordt echt samengewerkt. Het SOV maakt deel uit van de vzw Bijlokeconcerten samen met deFilharmonie en Brussels Philharmonic. Elk van deze partners heeft een eigen reeks van vijf concerten. Het SOV probeert ook een aantal vaste samenwerkingen met culturele centra o.a. met het nieuwe cultuurcentrum Zwaneberg in Heist-op-den-Berg met twee concerten per seizoen. Heel belangrijk is de samenwerking met het Ballet van Vlaanderen. Voor 2012 zijn er 33 uitvoeringen voorzien. Het SOV heeft echter geen middelen hiervoor en opteert voor een oplossing waarbij het Ballet de nodige middelen zou krijgen om de uitkoopsom van het orkest te betalen. Dit aspect werd echter niet voldoende uitgewerkt in het dossier. Op het gebied van management is er de samenwerking met het Kamerorkest. Beide orkesten worden door dezelfde administratieve ploeg geleid. Alle kosten voor het secretariaat worden door het SOV betaald. Het Kamerorkest betaalt maandelijks 7.000 euro als deelname in de kosten. Het secretariaat bestaat uit zes voltijdse medewerkers. Tot slot is het SOV sinds november 2009 partner in het Interreg-programma met de naam Classica Scope. Met dit project wil men klassieke concerten in Noord-Frankrijk en Vlaanderen nieuwe impulsen geven. Dit project loopt tot einde 2013. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 1.996.507 euro wat 72 % van de totale uitgaven (2.784.059 euro) betekent. Het totaal van alle lonen/vergoedingen bedraagt 2.133.858 euro of 77 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 1.707.337 euro of 80 % van de totale verloning. De meeste musici zijn ingeschreven. Een groeiend aantal kiest voor een statuut van zelfstandig musicus. Zij factureren hun prestaties zoals ook de chef-dirigent, gastdirigenten (65.000 euro), solisten (95.000 euro) en componisten (10.000 euro). De repetitie- en concertvergoedingen variëren al naargelang de plaats van de muzikant in het orkest (tuttist, solisten en concertmeester). Zo krijgt een tuttist een bruto concertvergoeding van 136,76 euro en een repetitievergoeding van 95,74 euro voor één repetitie. Een eerste solist bij blazers en slagwerk krijgt respectievelijk 181,04 euro en 125,47 euro voor respectievelijk een concert- en repetitiedienst. De concertmeester tenslotte krijgt voor een concertdienst en voor een repetitie. Daarnaast krijgt elke musicus een kostenvergoeding van 43 euro voor een concert en 21 euro voor een repetitie van een halve dag. Het dossier bevat de totalen van de loonkosten maar geeft niet aan hoe men aan deze bedragen komt. Zo bedraagt de loonkost musici 911.744 euro (zonder RSZ) zonder dat wordt opgegeven op welke basis de berekening is gebeurd (hoeveel musici, hoeveel concert- en repetitiediensten e.d.). Het agentschap had dit graag beter uitgewerkt gezien. Het SOV
Pagina 136 van 257
heeft een administratieve samenwerking met het Kamerorkest. De kosten van het secretariaat worden over beide organisaties verdeeld. Jaarlijks komt het Kamerorkest voor tussen in de secretariaatskosten. Het secretariaat bestaat uit zes voltijdse medewerkers. Het is voor het agentschap niet gemakkelijk om zich een beeld te kunnen vormen van het administratief personeelsbestand omdat hieromtrent in het aanvraagdossier weinig terug te vinden is. Uit de tabel in bijlage blijkt dat het de bedoeling is om het personeelsbestand met 1 VTE uit te breiden. Het SOV heeft een gebouw in Brugge waar het secretariaat is gevestigd en wil een investering doen om het gebouw beter te isoleren. Het orkest repeteert op verschillende plaatsen. Normaal gaan de repetities door in het Concertgebouw Brugge. Indien dit niet mogelijk is dan wordt o.a. uitgeweken naar deSingel of het CC Oostkamp. Voor de concerten worden de respectieve zalen gehuurd. Het orkest bezit eigen orkestmateriaal, slagwerkinstrumenten en een contrabas. De pauken zijn echter aan vernieuwing toe. Hetzelfde geldt voor de kopieermachine. Een aantal computers zijn ook afgeschreven. 3.4
Publieksgerichtheid
Het orkest verzorgt een driemaandelijks magazine dat tevens als programmaboek gebruikt wordt, biedt audio- en video-opnames aan via de website en voorziet een tentoonstelling waarin het orkest en de instrumenten Met een jaarlijkse publiciteitscampagne wordt de werking in verschillende media belicht. SOV probeert een nieuw publiek aan te trekken door het uitwerken van het project ‘Winter.Classics’ dat doelt op families met kinderen uit het lager onderwijs. In het dossier wordt gezegd dat het budget voor communicatie en publiekswerving eerder beperkt is maar dat het SOV er toch in slaagt om met goed ontworpen folders, oplages en encartages, gerichte mails en flyeracties 85 % van de zaalcapaciteit te vullen in Vlaanderen en meer dan 50 % in Brussel. Uit de begroting blijkt echter dat de totale kost promotie in ruime zin toch wel een substantieel bedrag vertegenwoordigt namelijk 221.750 euro o.a. kosten mailings (14.150 euro), het magazine (17.500 euro), folders, affiches, toegangskaarten e.d. (14.450 euro), kosten betaalde publiciteit (130.000 euro – o.a. blistering met kranten en tijdschriften), advertenties 25.000 euro. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Behalve een Japanse dirigent en een occasionele compositieopdracht aan een nietWesters componist is interculturaliteit en diversiteit niet echt van toepassing op de werking van het SOV. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Het SOV vraagt een verhoging van 436.425 euro. Het SOV vraagt meer subsidie om de administratieve omkadering met 1 VTE uit te breiden waardoor het totaal op 7 VTE komt. Uit het dossier blijkt dat dit te maken heeft met de samenwerking met het Ballet van Vlaanderen maar dit wordt niet verder toegelicht. Het agentschap vindt dat het huidige kader van 6 VTE voldoende is. Er zou ook meer subsidie nodig zijn om een aantal investeringen te doen (isoleren van het kantoorgebouw, aankoop pauken, kopieermachine en computers). Voor een aantal programma’s met hedendaagse muziek en creaties wenst men ook het aantal repetitiedagen van 3 naar 4 te brengen. Er werd echter niet berekend wat dit als meerkost zou kunnen betekenen. Tenslotte zou een verhoging van de subsidie ook moeten dienen om het wegvallen van de Interreg-subsidie op te vangen en ook deze van de provincie West-Vlaanderen, hoewel het niet duidelijk is wanneer dit precies zou gebeuren. Wat het aantal concerten betreft, is er niet echt een groeiscenario. Indien geen rekening wordt gehouden met de concerten die in het kader van de samenwerking met het Ballet van Vlaanderen gespeeld worden, schommelt het aantal concerten tussen 40 en 45. Het Ballet van Vlaanderen meegeteld zou een dertigtal
Pagina 137 van 257
extra concerten voor 2013 betekenen. De kosten voor het SOV nemen daardoor dan wel toe maar dit wordt nagenoeg volledig gecompenseerd door de uitkoopsommen die het SOV voor deze concerten vraagt. Het agentschap vindt dat de subsidie die aan het SOV voor de vorige beleidsperiode werd toegekend, voldoende moet zijn om het artistieke parcours verder te zetten. Een aanpassing van de lonen aan de index kan wel. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd goed toegelicht. De eigen inkomsten komen vooral van de uitkoopsommen binnenland (77.000 euro), samenwerking met het Ballet van Vlaanderen (500.000 euro) en inkomsten concerten buitenland (58.000 euro). Daarnaast ook de inkomsten uit ticketten/abonnementen eigen reeksen (390.500 euro). Verder een beperkt bedrag aan sponsoring (15.000 euro) en andere (84.000 euro – maandelijkse inbreng Kamerorkest voor het secretariaat). Het agentschap waardeert de inspanningen die het S0V doet om eigen inkomsten te verwerven. Deze eigen inkomsten bedragen 41 % van de totale inkomsten. In 2010 was dat 36,52 %. Aan de Vlaamse Gemeenschap worden subsidies gevraagd, ook aan de stad Brugge (6.950 euro) Het SOV krijgt momenteel een subsidie van de Provincie West-Vlaanderen. Het zou kunnen dat deze subsidie wegvalt. Daarnaast wordt ook beroep gedaan op subsidies van buitenlandse overheden (60.000 euro - Interreg). Deze tussenkomst vervalt echter einde 2013. Het SOV zegt dat het dan opnieuw hogere uitkoopsommen zal moeten vragen. Daarnaast nog een aantal kleinere inkomsten als verkoop cd’s (7.500 euro), recuperatie (5.000 euro), bankintresten (3.400 euro). De belangrijkste kosten worden gevormd door de lonen en vergoedingen (zie punt 3.3), reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland (32.250 euro) en promotie (219.620 euro). 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de meeste voorgelegde plannen mogelijk. Er zijn echter nog twijfels bij de samenwerking met het Ballet van Vlaanderen. Het bedrag van 500.000 euro dat hiervoor in de begroting is opgenomen is nagenoeg de volledige kostprijs van deze samenwerking. Indien het Ballet dus niet de nodige middelen heeft, dan kan deze samenwerking niet doorgaan. Het agentschap heeft ook zijn twijfels bij de internationale ambitie van het orkest. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie stelt dat zij de nodige aandacht zal besteden aan de aandachtspunten die het agentschap aanhaalde, zonder daarop nader in te gaan. De loonopgave van het secretariaat werd aan het dossier toegevoegd. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies.
Pagina 138 van 257
6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 139 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-013
Organisatie:
Het Kamerorkest
Gevraagd bedrag:
218.445,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het Kamerorkest is sinds 2007 de nieuwe naam van het orkest dat vroeger Collegium Instrumentale Brugense heette en dat zich toen ook (mede op advies van de Beoordelingscommissie Muziek) heeft geherprofileerd tot een strijkorkest. Het orkest telt 16 muzikanten onder leiding van violiste Ning Kam (die de fakkel overnam van Ivan Meylemans). Het Kamerorkest krijgt administratieve en zakelijke ondersteuning van de omkadering van Symfonieorkest Vlaanderen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het Kamerorkest is een strijkorkest waar de artistiek leider de functie van dirigent of concertmeester op zich neemt. Zonder echte dirigent volgt Het Kamerorkest de principes van de kamermuziek waarbij de artistieke inbreng van elke muzikant belangrijk is. Dit vraagt van de muzikanten grote verantwoordelijkheid en nauwkeurigheid. De nieuwe artistieke leider van het ensemble, Ning Kam, heeft een duidelijk idee waar ze naar toe wil. De concerten zijn gevarieerd en er is aandacht voor creatie. Een echte lijn ontbreekt nog in de voorgestelde programmering, maar de variatie oogt wel positief. De voorgestelde projecten met jongeren en met amateurkoren zijn eveneens interessant. Het plan om jaarlijks compositieopdrachten te geven aan jonge Vlaamse componisten is uiteraard lovenswaardig, zeker omdat Het Kamerorkest de intentie heeft om de nieuwe creaties op te nemen in een reeks van meerdere concerten. Dit biedt de componist in kwestie een mooi vooruitzicht. Dit plan is echter nog niet concreet ingevuld. Het dossier vermeldt wel een aantal namen van componisten die hiervoor in aanmerking komen. Er liggen voor 2013 al zesentwintig concerten vast. Het is echter jammer dat sommige producties slechts een concert genereren. Vooral de productie met Pieter Wispelwey zou toch meer speelmogelijkheden moeten hebben. De Beoordelingscommissie Muziek stelt wel vast dat artistiek leider Ning Kam door de keuze van de werken het niveau verbeterd heeft en het niveau van de muzikanten wist te verbeteren. Ning Kam heeft Het Kamerorkest duidelijk een nieuw elan gegeven. Ze slaagt erin om door haar bevlogenheid het beste uit de muzikanten te halen. Nu zal nog moeten blijken of dat voldoende is om een echt overtuigend en constant niveau te halen. 1.3
Profilering en positionering
Het Kamerorkest is het enige overgebleven (gesubsidieerde) strijkorkest in het land. Het is goed ingebed in West- en Oost-Vlaanderen. Op het vlak van de programmering is het orkest zeker geen grote vernieuwer, maar het orkest gaat voor een vrij breed profiel, van klassiek tot hedendaags, en wil daarbij ook minder bekend repertoire brengen. Er zijn nog altijd heel wat concerten in eigen beheer, zij het minder dan vroeger. Dat is een positieve evolutie. De Beoordelingscommissie Muziek vindt dat de naamsverandering begrijpelijk is, maar wat betreft de internationale profilering wellicht geen gelukkige keuze.
Pagina 140 van 257
Het lijkt erop dat Het Kamerorkest met de aanstelling van Ning Kam als artistiek leider een nieuw enthousiasme heeft gevonden. De Beoordelingscommissie Muziek verwacht veel van het orkest, maar dat zal ook op managementgebied een nieuw elan impliceren. Momenteel is er een gebrek aan ideeën, aan goede strategieën om meer naambekendheid te verwerven en dus ook meer concerten te verkopen. 1.4
Langetermijnvisie
Er is een duidelijke langetermijnvisie in de artistieke werking van Het Kamerorkest op te merken. Dit blijkt al uit de keuze voor Ning Kam als artistiek leider. Zij geniet internationale bekendheid en erkenning en heeft een sterke visie op hoe het klassieke repertoire met hedendaagse muziek combineerbaar kan zijn, wat goed aansluit bij de profilering van het orkest. Het is de bedoeling om in de periode 2013-2016 verder te bouwen aan een breder repertoire en stilaan de muziek van voor 1800 te verlaten. Dit is een goede zaak, gezien deze muziek al veelvuldig door gespecialiseerde ensembles wordt uitgevoerd. Ook de aandacht voor 20e-eeuwse muziek en uiteraard voor creatie (en een goede omkadering daarvan!) is een goede zaak. De keuze van solisten en dirigenten past in een project dat Het Kamerorkest geleidelijk aan meer en meer uitstraling moet bezorgen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
De landelijke uitstraling was de voorbije jaren gedaald, maar groeit nu weer aan, mede door de aanwezigheid van Ning Kam. Ook het optreden met gerenommeerde gastsolisten helpt hierbij. Het Kamerorkest speelt in heel wat cultuurcentra verspreid over heel Vlaanderen. Door de vrij lage uitkoopsommen kunnen ook centra met minder middelen het orkest boeken. Toch vindt het gros van de concerten nog steeds plaats in de eigen regio. Het Kamerorkest is dus vooral provinciaal ingebed. De internationale uitstraling is gering of zelfs onbestaand. Het Kamerorkest wil daar wel aan werken, maar de toekomst zal moeten uitwijzen of dit haalbaar is. Volgens het aanvraagdossier verwacht men een drietal concerten per jaar in het buitenland, maar men beschouwt ook concerten in Wallonië als buitenlandse concerten. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Het Kamerorkest kan een meerwaarde betekenen voor de eigen regio en voor de rest van Vlaanderen door de spreiding via de cultuurcentra en door het engagement in educatieve initiatieven. De samenwerking met amateurkoren is positief en zal zeker voor de koren in kwestie een stimulans zijn. Als de plannen voor compositieopdrachten aan jonge componisten worden gerealiseerd, zal ook dit een extra impuls betekenen voor de Vlaamse muzieksector. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het koorproject zoekt aansluiting met de grote groep van geïnteresseerde amateurmuzikanten die ons land rijk is. Ze krijgen de kans om op een professioneel niveau te musiceren. Door het project in samenwerking met het lyceum van Ieper krijgen jongeren een heus orkestbad en leren ze zo de muziek en de orkestwerking van binnenuit kennen.
Pagina 141 van 257
1.8
Samenwerking en netwerking
Er wordt structureel samengewerkt met Symfonieorkest Vlaanderen op zakelijk en administratief vlak, wat voor Het Kamerorkest een kostenbesparing met zich meebrengt. Deze samenwerking wordt door de betrokkenen als positief ervaren. Op artistiek vlak zijn er enkel de plannen voor samenwerking met amateurkoren. Voor educatieve projecten is er samenwerking met onderwijsinstellingen. 1.9
Publieksgerichtheid
De gevarieerde programma’s kunnen een breed publiek aanspreken en het is positief dat er regelmatig een iets 'moeilijker' werk op het menu staat, zodat dit ook onder de aandacht van het publiek wordt gebracht. In Ieper loopt een project dat jongeren betrekt bij het repetitieproces van een concert. Het zou mooi zijn dit uit te breiden naar andere plaatsen. Het korenproject is een mooi initiatief om de betere amateurkoren en het bijhorend publiek aan te boren. Het Kamerorkest gebruikt verschillende moderne communicatiemiddelen voor de publiekswerving, zoals sociale media. Het orkest heeft een overzichtelijke en verzorgde website. Er zijn plannen om ook tickets te verkopen via deze website. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Onder meer de samenwerking met onderwijsinstellingen en amateurkoren kunnen zorgen voor meer diversiteit in de werking. Van interculturele artistieke projecten is er niet meteen sprake. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de beoordelingscommissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Over het algemeen komt de begroting over als correct. Door de zakelijk-administratieve samenwerking met Symfonieorkest Vlaanderen zijn de overheadkosten vrij beperkt. Het grootste deel van de kosten zijn de vergoedingen voor de muzikanten, de artistiek leider (ook als soliste) en de gastsolisten. Deze zijn correct en zeker niet overdreven. Enkel de uitgaven voor promotie en voor binnenlandse verblijfkosten lijken aan de hoge kant. De Beoordelingscommissie Muziek vindt het positief dat Het Kamerorkest de gestegen uitgaven wil financieren door een aanzienlijke verhoging van eigen inkomsten in plaats van door een verhoging van subsidies. Het orkest vraagt immers voor de periode 2013-2016 een subsidie die nauwelijks hoger ligt dan de huidige subsidie. De commissie kan hierin meegaan omdat daarmee louter de gestegen loonkosten omwille van indexering en anciënniteit in rekening worden gebracht. Er is wel een opvallende uitspraak in het aanvraagdossier: 'Mocht in de toekomst de subsidie door de Provincie West-Vlaanderen wegvallen, rekent Het Kamerorkest erop dat de Vlaamse Gemeenschap zijn belofte nakomt deze steun over te nemen.' De commissie is van mening dat het niet de bedoeling kan zijn dat de Vlaamse overheid weggevallen subsidies van andere overheden compenseert.
Pagina 142 van 257
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag.
Pagina 143 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-013
Organisatie:
vzw Het Kamerorkest
Gevraagd bedrag:
218.445,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Kamerorkest is in 2007 uit het vroegere Collegium Instrumentale Brugense ontstaan met een nieuwe look en strategie. Het is een strijkorkest van zestien strijkers die op basis van een jaarcontract verbonden zijn aan het orkest. De artistieke leider is tevens dirigent of concertmeester. Het repertoire omvat zowel recente als hedendaagse klassieke muziek met uitlopers tot de barok. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 192.037,57 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 218.445 euro gevraagd of een stijging van 26.407,43 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De voorloper van het Kamerorkest, het Collegium Instrumentale Brugense kreeg voor de periode 2007-2009 een subsidie van 250.000 euro en realiseerde in totaal 60 concerten of gemiddeld 20 concerten/jaar. In 2010 werden er 22 concerten gerealiseerd. In de actieplannen 2011 en 2012 wordt ook uitgegaan van een 20-tal concerten op jaarbasis. Einde 2010 heeft het Kamerorkest een beperkt negatief eigen vermogen van 3.702 euro. Alle interne hervormingen werden afgerond. De indieners van het dossier stellen nog dat elke vergelijking met het vroegere Collegium Instrumentale Brugense irrelevant is en dat alle interne hervormingen met o.a. een vernieuwde Raad van Bestuur zijn afgerond. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het artistieke traject wordt goed uitgelegd en getuigt van een langetermijnvisie. Sinds het seizoen 2011-2012 neemt Ning Kam, strijker-violist ook de functie van artistieke leider, dirigent en concertmeester waar. Zij engageert zich voor een periode van vijf jaar. Zij zal meer dan de helft van alle repetities en concerten leiden. Per seizoen brengt het orkest vier nieuwe producties met jaarlijks een dertigtal concerten. Voor 2013 zijn er 11 concerten in eigen beheer en 19 concerten via uitkoopsom gepland waarvan er al 26 vastliggen. Er zijn drie concerten in het buitenland voorzien. De concerten worden gebundeld tot reeksen. De programma’s vormen de basis voor andere concerten die worden gerealiseerd door derden. Organisatoren kiezen hiervoor een aantal werken uit de door het orkest aangeboden repertoirelijst die al dan niet aangevuld wordt met hun specifieke wensen. Er zal ook jaarlijks minstens één creatie van een Vlaams componist worden uitgevoerd. Vanaf 2013 zal het Kamerorkest de mogelijkheid aan koren aanbieden om samen te werken rond een jaarlijks te bepalen thema. Het Kamerorkest werkt ook verder aan zijn jongerenproject waarbij jongeren en hun ouders via een onderwijsinstelling en door middel van toegankelijke concerten in aanraking komen met klassieke muziek. Het Kamerorkest biedt ook de mogelijkheid aan studenten van Vlaamse conservatoria om orkestervaring op te doen.
Pagina 144 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
Er wordt op een structurele manier samengewerkt met het Symfonieorkest Vlaanderen wat kostenbesparend is. Op artistiek vlak wordt de samenwerking met het Concours International Adolph Saxe in Dinant verder gezet waarbij het orkest in 2014 de finalisten zal begeleiden. Verder zal er samengewerkt worden met het Festival van Vlaanderen (verschillende concerten), de Stad Brugge, de Provincie West-Vlaanderen, CC Het Perron (Ieper – jaarlijks drie concerten) en CC Zwaneberg (Heist-op-den-Berg – jaarlijks twee concerten). Ook met Villarte heeft Het Kamerorkest een langdurige samenwerking uitgewerkt voor de periode 2013-2016 waarbij er in deze periode drie concerten worden gespeeld in Sint-Truiden. De culturele centra van Bornem en Lokeren zouden zich daarop aansluiten. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 274.353 euro wat 69 % van de totale uitgaven (398.030 euro) betekent. Het totaal van alle lonen/vergoedingen bedraagt 223.859 euro of 56 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 215.349 euro of 96 % van de totale verloning. De musici ontvangen contracten voor de prestaties die ze leveren. Deze contracten zijn van bepaalde duur en gelden voor een welomschreven opdracht. Alle musici zijn ingeschreven als kunstenaar behalve de zelfstandige musici. Zij worden vergoed volgens de loonbarema’s van de cao. De artistieke leider werkt met een contract van vijf jaar en wordt vergoed afhankelijk van het aantal repetities en concerten. Solisten of gastdirigenten krijgen een contract van bepaalde duur voor een welomschreven opdracht. Het dossier bevat de totalen van de loonkosten maar geeft niet aan hoe men aan deze bedragen komt. Zo bedraagt de loonkost van de ingeschreven musici 126.369 euro zonder dat wordt opgegeven op welke basis de berekening is gebeurd (hoeveel musici, hoeveel concert- en repetitiediensten e.d.). Het agentschap had dit graag beter uitgewerkt gezien. De erelonen voor de artistieke leider en solisten bedragen 70.000 euro. Artistiek leider Ning Kam vraagt voor een prestatie als solist én leider van het orkest, inclusief alle repetities. Daarnaast krijgt zij een maandelijkse vergoeding van. Ook voor gastsolisten wordt er 1.500 euro/concert begroot wat 45.000 euro betekent voor 30 concerten. De musici ontvangen contracten voor de prestaties die ze leveren. Deze contracten zijn van bepaalde duur en gelden voor een welomschreven opdracht. Het Kamerorkest heeft geen secretariaatspersoneel in dienst omwille van de samenwerking met het Symfonieorkest Vlaanderen. Maandelijks wordt hiervoor een bedrag van op jaarbasis. Het agentschap merkt op dat in het aanvraagdossier van het SOV slechts een bedrag van is ingeboekt. De administratie is gevestigd in een gebouw in Brugge waar ook het SOV gehuisvest is. De repetities vinden plaats in de Kunstacademie Wetteren tegen een voordelige huurprijs. Het Kamerorkest wil op termijn investeren in eigen geluidspanelen om bepaalde zalen akoestisch te laten klinken. Het agentschap vindt niet dat het SOV hierin moet investeren omdat de zaaleigenaar zelf moet uitmaken of hij dergelijke panelen wil aankopen.
Pagina 145 van 257
3.4
Publieksgerichtheid
Het Kamerorkest richt zich tot een ruim publiek, maar bestaat vooral uit medioren en senioren. Het probeert een nieuw jong publiek aan te trekken door de samenwerking met secundaire scholen en de contacten met leerkrachten uit het deeltijds kunstonderwijs. Belangrijk is dat jongeren aan een voordelig jongerentarief van vijf euro een concert kunnen bijwonen. Bij elk concert wordt er een programmaboekje aangeboden. Het Kamerorkest heeft de intentie om dat boekje inhoudelijk verder uit te breiden door programmatoelichtingen aan te vullen met andere invalshoeken vanuit de anderen kunsten. Belangrijk is de website. Bedoeling is deze verder uit te bouwen waardoor de interactiviteit met het publiek (bijvoorbeeld door de bestelmogelijkheden van de tickets uit te breiden met een pagina waar men 24 op 24 en 7 dagen op 7 tickets kan bestellen) en de toegankelijkheid van de website te verhogen. Daarnaast is er ook nog een elektronische nieuwsbrief en wil men per semester een magazine aanbieden met meer duiding over de aangeboden programma’s. Het promotiebudget wordt begroot op 33.130 euro en heeft betrekking op alle uitgaven voor publiciteitscampagnes, mailings, online toepassingen (bijvoorbeeld website, nieuwsbrief) en drukwerk. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Met de gevraagde subsidie wil Het Kamerorkest een dertigtal concerten realiseren ten opzichte van gemiddeld 23 concerten per jaar in het verleden. Er is dus wel een groeipad maar in het aanvraagdossier staat vermeld dat het orkest deze groei met eigen middelen wil financieren. Het agentschap waardeert dit. Een verhoging van de subsidie ten opzichte van de vorige periode is dan ook niet nodig. Wel een lichte stijging indien rekening wordt gehouden met een indexstijging van 2 %. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting wordt goed toegelicht. Het Kamerorkest verwerft eigen inkomsten door de ticketverkoop van de concertreeksen in Brugge, Gent en Ieper. In totaal gaat het om elf concerten waarvoor een bedrag van 45.000 wordt begroot. Voor deze concerten krijgt het Kamerorkest een subsidie van de Provincie West-Vlaanderen en de Stad Brugge, respectievelijk een bedrag van 15.000 en 6.950 euro. Daarnaast ook nog een sponsorbedrag van 10.000 euro. Deze sponsoring is gekoppeld aan de organisatie van drie concerten en het aanbieden van een reductietarief voor jongeren van het deeltijds kunstonderwijs. Bedoeling is om de inkomsten uit sponsoring te verhogen tot een bedrag van 25.000 euro. De overige 19 concerten worden aan de organisatoren verkocht tegen een lage uitkoopsom van 4.625 euro. Dit laat culturele centra met weinig middelen toe om het orkest te programmeren. Drie van deze concerten worden buiten Vlaanderen verkocht tegen een hogere uitkoopsom van 6.000 euro. De totale inkomsten uit uitkoopsommen bedragen 92.000 euro (74.000 euro binnenland en 18.000 euro buitenland). Het agentschap waardeert deze goede spreiding van de inkomsten. De eigen inkomsten bedragen 41,2 % ten opzichte van de totale inkomsten. Dit betekent een stijging met ongeveer 7 % ten opzichte van 2010 (33,96 %). Daarnaast wordt de werking van het Kamerorkest ondersteund door subsidies van de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie West-Vlaanderen en de stad Brugge. De kans bestaat dat de subsidie WestVlaanderen wegvalt. Voor twee compositieopdrachten wordt een bijkomende subsidie aangevraagd. De belangrijkste kosten worden gevormd door de loonkost (zie punt 3.3),
Pagina 146 van 257
reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland (28.330 euro), promotie (30.480 euro) en huur (17.650 euro). 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de meeste voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 147 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-014
Organisatie:
I Solisti del Vento
Gevraagd bedrag:
390.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
I Solisti del Vento is een toonaangevend blazersensemble dat het blazersrepertoire van Mozart tot vandaag uitvoert. De basisbezetting bestaat uit vijfentwintig muzikanten. Het ensemble is ontstaan in 1988 vanuit de blazerssectie van het Nieuw Belgisch Kamerorkest. Sinds 1996 is het een autonome structuur onder leiding van Francis Pollet. Het ensemble speelt jaarlijks een zestigtal concerten in binnen- en buitenland. I Solisti del Vento werkt vaak samen met diverse andere muziekensembles en gaat de laatste jaren ook steeds meer multidisciplinaire samenwerkingsverbanden aan. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Voor de periode 2013-2016 wil I Solisti del Vento vooral zijn werking consolideren en dus een gelijkaardig parcours als in de huidige periode blijven bewandelen. Er worden wel stappen ondernomen om het internationale luik van de werking te versterken. Het ensemble wil elk jaar vier à vijf nieuwe producties brengen, met afwisselende programma’s en in combinatie met grote solisten. Een van deze producties wordt uitgewerkt door een ‘artist in residence’. De programma’s hebben afwisselende bezettingen. Men plant ook een reeks coproducties en samenwerkingsverbanden met telkens zeer geloofwaardige partners, waaronder muziektheatervoorstellingen in samenwerking met Jeugd en Muziek en met de Holland Opera. Over het algemeen kan men stellen dat het voorgelegde dossier op inhoudelijk vlak weinig verschilt van het vorige. De programma’s zijn doorgaans ook niet zo uitdagend of vernieuwend als het ensemble zelf beweert. De Beoordelingscommissie Muziek vindt dit teleurstellend. Eveneens teleurstellend is de vaststelling dat de werken die het resultaat zijn van creatieopdrachten aan Vlaamse componisten, hooguit een- of tweemaal worden uitgevoerd en daarna weer uit het repertoire verdwijnen. 1.3
Profilering en positionering
I Solisti del Vento is het belangrijkste blazersensemble in Vlaanderen. I Solisti del Vento situeert zichzelf terecht bij de top in de eigen niche. Het is samengesteld uit de beste blazers van het land, die dan ook meestal een belangrijke plaats hebben in een van de grote orkesten in Vlaanderen. 1.4
Langetermijnvisie
Uit de planning voor de komende jaren blijken voldoende ideeën voor boeiende en gevarieerde programma’s. Verdere uitbouw van de internationale werking ziet I Solisti del Vento ook als een issue voor de toekomst. Bovendien worden er opnieuw een aantal jonge muzikanten aan het ensemble toegevoegd om de oudere collega’s op termijn te vervangen. Tenslotte heeft I Solisti del Vento intussen al enkele maatregelen genomen om het ensemble minder afhankelijk te maken van zijn huidige artistieke leider, Francis
Pagina 148 van 257
Pollet. In 2011 werd een ‘artist in residence’, namelijk Etienne Siebens, aangesteld voor een periode van drie jaar. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
In eigen land heeft I Solisti del Vento een grote uitstraling. Het ensemble speelt op alle grote Vlaamse podia, wat zijn kwaliteit en aanzien bevestigt. Ook in het buitenland begint I Solisti del Vento naam te maken. De internationale werking is goed voor ongeveer een derde van de activiteiten. In de periode 2013-2016 wil het ensemble zijn internationale carrière verder uitbouwen en mede daarom vraagt het voor deze periode een hoger subsidiebedrag. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
I Solisti del Vento is het enige blazersensemble in Vlaanderen met een duidelijk engagement naar het bredere muziekveld. Het heeft een voorbeeldfunctie voor de harmonie- en fanfarewereld, het geeft veel opdrachten aan componisten en werkt ondersteunend en stimulerend voor andere ensembles/organisaties. Het geplande eigen festival kan specifiek een meerwaarde betekenen voor het muziekleven in en rond Lier. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
I Solisti del Vento heeft een zeker maatschappelijk belang omwille van het educatieve luik van de werking. Bij sociaal-artistieke projecten is het ensemble soms in de marge betrokken. In de komende periode wil I Solisti del Vento ook zijn educatieve werking voortzetten. Die bestaat uit samenwerking met de Vlaamse Opera en Jeugd en Muziek (lesmappen), het creëren van stageplaatsen in I Solisti del Vento voor hogeschoolstudenten en het organiseren van masterclasses, workshops en debatten. 1.8
Samenwerking en netwerking
I Solisti del Vento werkt samen met diverse muziekensembles en muziektheatergezelschappen, wat de diversiteit van zijn werking ten goede komt. I Solisti del Vento beschikt dan ook over een ruim netwerk van artistieke en logistieke partners, belangenverenigingen, organisatoren, impresariaten,… Logistieke partner is onder meer deSingel, waar het ensemble zijn thuisbasis heeft. 1.9
Publieksgerichtheid
Door de diversiteit in de artistieke werking richt I Solisti del Vento zich al tot een breed publiek, maar daarnaast zijn er specifieke inspanningen om voldoende publieksgericht te werken. Dit gebeurt onder meer via de educatieve werking en samenwerking met verenigingen van amateurmuzikanten. Het aanboren van nieuwe publieksgroepen is ook een van de redenen om een eigen festival te organiseren. In het kader van dit festival wil I Solisti del Vento op zoek naar concertformules die een intensievere concertbeleving mogelijk maken (maar uit het dossier blijkt nog niet duidelijk wat daarvoor de concrete plannen zijn). Tenslotte tracht I Solisti del Vento via de moderne communicatiekanalen en sociale media ook de jongere concertganger aan te spreken.
Pagina 149 van 257
1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Aandacht voor interculturaliteit is niet meteen terug te vinden in de artistieke werking en ook niet op personeelsvlak. I Solisti del Vento schrijft zelf dat dit bij de aanwerving geen bijzonder aandachtspunt is. Wat de muzikanten betreft, vindt men het niet nodig omdat er genoeg Vlaams talent aanwezig is. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit, ook op artistiekinhoudelijk vlak, een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
I Solisti del Vento vraagt voor de periode 2013-2016 een substantiële subsidieverhoging ten opzichte van de huidige situatie. Die moet vooral dienen om de omkadering uit te breiden van 0,8 naar 3,2 voltijdse equivalenten, om de vergoedingen van de muzikanten te verhogen, om de ‘artist in residence’ te vergoeden en om de internationale werking uit te breiden. De subsidieverhoging is daarom ten dele bedoeld als vervanging voor de bijkomende internationale projectsubsidies die het ensemble tot dusver kreeg om zijn internationale werking te financieren. De Beoordelingscommissie Muziek kan hier echter niet in meegaan. De noodzaak voor de uitbreiding van de omkadering is niet duidelijk, gezien de geplande werking voor de volgende periode weinig verschilt van de huidige werking. Ook roepen sommige kosten vragen op, zoals de hoge vergoeding van de ‘artist in residence’ en het feit dat de voltijds de beschikking krijgt over een dienstwagen, terwijl hij maar van de tijd voor het ensemble werkt. Verder is het nog lang niet zeker of I Solisti del Vento de gewenste uitbreiding van zijn internationale werking zal kunnen realiseren. In dat opzicht is het meer aangewezen dat dit luik van de werking ook in de volgende periode via bijkomende internationale projectsubsidies wordt ondersteund. Concluderend kan de commissie enkel meegaan in een beperkte verhoging van de subsidie voor de volgende periode, dit om de verhoogde loonkosten omwille van indexering en anciënniteit op te vangen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het inhoudelijke concept en enkele zakelijke opmerkingen. De commissie neemt nota van het feit dat sommige producties inderdaad meerdere keren worden gespeeld, maar stelt vast dat de repliek verder geen inhoudelijke elementen bevat om de artistiek-inhoudelijke beoordeling fundamenteel te wijzigen. De commissie merkt op dat heel wat producties op vraag van andere organisaties worden gemaakt en niet zelf worden geïnitieerd. Bij de zakelijke opmerkingen stelt het ensemble terecht vast dat er in de tekst een fout geslopen is en dat het gaat om een gevraagde uitbreiding van de omkadering met 0,8 voltijdse equivalenten tot 3,2 in plaats van een uitbreiding van 0,8 tot 3,2. De commissie geeft wel mee dat ze bij de beoordeling van het dossier wel degelijk uitgegaan is van de correcte situatie, namelijk een gevraagde verhoging van 0,8 voltijdse equivalenten. Verder is de commissie van oordeel dat het ook bij de overige zakelijke
Pagina 150 van 257
elementen gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 151 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-014
Organisatie:
vzw I Solisti del Vento
Gevraagd bedrag:
390.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
I Solisti del Vento is een blazersensemble met een kern van een vijfentwintigtal musici dat sinds 1996 een autonome structuur heeft uitgebouwd onder de artistieke en zakelijke leiding van Francis Pollet. Het legt zich toe op het blazersrepertoire van Mozart tot nu. Het ensemble geeft zelf ook opdrachten aan componisten. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 211.241,33 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 390.000 euro gevraagd of een stijging met 178.758,67 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
I Solisti del Vento kreeg een subsidie van 120.000 euro binnen het Kunstendecreet voor de periode 2003-2006 en speelde toen 127 concerten. Voor de periode 2007-2009 kreeg het ensemble een subsidie van 150.000 euro. In die periode steeg het aantal concerten naar 183. Voor de periode 2010-2012 werd een subsidie van 220.000 euro toegekend. In 2010 speelde het ensemble 56 concerten. Hoeveel concerten in 2011 werden gepland is moeilijk uit het actieplan op te maken: een 20-tal + een tournee in Noorwegen. Het actieplan 2012 vermeldt een 50-tal concerten. In de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 kreeg het ensemble ook nog een gemiddelde internationale subsidie van 67.500 euro. Op 29 september 2011 beschikte de organisatie over een positief eigen vermogen van 40.143,64 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het ensemble zet zijn artistiek parcours van de voorbijgaande periode verder gebaseerd op vijf pijlers: promotie van ijzeren repertoire en grootmeesters, interesse voor historische uitvoeringspraxis, aanwezigheid binnen muziektheater en opera, zorg voor hedendaags repertoire, onderzoek, creatie en experiment en tenslotte verdieping van de pedagogische en educatieve werking. Het in 2011 genomen initiatief om een ‘artist in residence’ aan te stellen wordt ook verder gezet. Met de aanstelling van een ‘Artist in Residence’ wil men ook het artistieke beleid niet alleen laten bepalen door de artistieke leider. E. Siebens heeft in 2011 een contract afgesloten voor drie jaar. I Solisti wil zich ook meer gaan profileren op internationale podia. Ongeveer een derde van de activiteiten speelt zich af in het buitenland. Het verder uitstippelen van een internationaal parcours op lange termijn is één van de absolute prioriteiten. De planning voor de komende periode wordt vrij gedetailleerd uiteengezet met opgave van het programma, de bezetting en de naam van de coach, solist of dirigent. Voor 2013 gaat het om vijf eigen producties met o.a. de ‘International Masterclass and Summer Festival’ en vijf coproducties/samenwerkingen met o.a. een muziektheatervoorstelling i.s.m. Jeugd en Muziek Vlaanderen en een ‘Tweedaags Festival 25 jaar’ i.s.m. o.a. de Stad Antwerpen, deSingel, het Conservatorium Antwerpen en DKO. Het festival dat in Lier doorgaat, wordt vanaf 2013 ook belangrijk voor creatie. Er is ook een masterclass compositie en een
Pagina 152 van 257
compositiewedstrijd voor jonge componisten waarbij blaasinstrumenten centraal staan. I Solisti biedt ook stageplaatsen voor conservatoriumstudenten binnen de werking van het ensemble aan. De verjonging van het ensemble is trouwens een aandachtspunt voor de komende periode. I Solisti maakt van alle Vlaamse creaties een opname voor het archief en geeft ook jaarlijks aan Vlaamse componisten de opdracht een nieuw werk voor het ensemble te schrijven. Voor 2013 zal aan W. Henderickx een compositieopdracht worden gegeven. Het agentschap stelt vast dat men uitgaat van een 60-tal concerten per seizoen. Uit de planning 2013 blijkt echter dat het om 74 concerten zou gaan, waarvan 29 in het buitenland. 3.2
Samenwerking en netwerking
I Solisti del Vento gaat samenwerkingsverbanden aan met diverse Vlaamse muziekensembles o.a. met Collegium Vocale Gent, BJO en het VRK. Ook met buitenlandse partners zoals Holland Opera en impresariaten zoals KAM-concerten. Voor de kunsteducatieve werking wordt o.a. samengewerkt met de educatieve dienst van de Vlaamse Opera en Jeugd en Muziek Vlaanderen (educatieve lesmappen voor gebruik in de scholen). Het ensemble is in residentie van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Er werd o.a. overeengekomen dat I Solisti de blazers van het Conservatorium zal coachen en het peterschap opneemt van een houtblaaskwintet. Dit houdt in dat I Solisti het kwintet coacht gedurende 15 sessies. Belangrijk is ook de samenwerking met Jeugd en Muziek voor de muziektheaterproductie ‘Rossini’s geheime recept’ waarbij Jeugd en Muziek zorgt voor de verkoop van de voorstelling en aanmaak van de educatieve map en programmaboekje en I Solist optreedt als producent en zich engageert om alle andere kosten te betalen. Er zijn ook samenwerkingen met Muziektheater Transparant en B’Rock voor ‘Tancredi’, met Holland Opera voor ‘The Day After’ en tenslotte met Champ d’Action voor ‘Ecologie versus Technologie’. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De meeste uitgaven gaan naar artistieke opdrachten en prestaties. De totale artistieke uitgaven worden geraamd op 389.189 euro wat 59 % van de totale uitgaven (664.053 euro) betekent. Het totaal van alle lonen/vergoedingen bedraagt 536.039 euro of 81 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/vergoedingen bedragen 295.671 euro of 55 % van de totale verloning. Het ensemble bestaat uit een kern van 25 musici. Voor sommige producties wordt beroep gedaan op externe musici. Occasioneel wordt met buitenlandse musici samengewerkt. Drie vierde van de musici wordt aangeworven met een contract van bepaalde duur. Zij krijgen een vergoeding van 70 euro voor een repetitie en 105 euro per concert + 60 euro forfaitaire kostenvergoeding. In de komende periode wil men de vergoedingen optrekken naar 80 euro/repetitie + 120 euro/concert. Hetzelfde geldt voor de zelfstandigen. Zij krijgen nu 80 euro/repetitie en 215 euro/concert, steeds 6 % btw niet inbegrepen. Dit zou respectievelijk 90 en 230 euro worden. Stagiairs krijgen een stagecontract. Het agentschap vindt deze verhoging gerechtvaardigd. Momenteel bestaat de omkadering uit een artistieke leider (50 %), een zakelijke leider (100 %), een productiemedewerker ( 70 %) en een artist in residence (20 %). De productiemedewerker is echter in moederschapsverlof en de dus is men op zoek naar een nieuwe zakelijke leider. Concreet betekent dit dat momenteel alle taken moeten worden waargenomen door de artistieke leider en een nieuwe administratieve medewerker/tevens verantwoordelijke voor communicatie (100 %). Deze situatie is niet houdbaar. De nieuwe zakelijke leider moet er zo vlug mogelijk komen. Voor de komende beleidsperiode wil men komen tot volgende omkadering: 1 zakelijke leider (100 %), 1 administratief medewerker/communicatie (100 %), 1 artistieke leider (50 %), 1 medewerker productie en regie (50 %) en tenslotte 1 artist in residence (20 %) hetzij 3,2 vte totaal. Dit betekent een verhoging met 0,8 vte ten opzichte van de huidige situatie. De functies worden voldoende toegelicht. Deze mensen worden aangeworven met een contract van onbepaalde duur met een vast maandloon (minimum cao). Voor
Pagina 153 van 257
bepaalde opdrachten (vertaalwerk, administratief werk e.d.) wordt beroep gedaan op vrijwilligers. Het is de bedoeling is om door het aanstellen van een nieuwe ervaren zakelijke leider de verantwoordelijkheid van de artistieke/algemene leider op het vlak van financieel beleid en personeelsadministratie af te bouwen. Het ensemble heeft een residentie-overeenkomst met het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Daar kan het ensemble repeteren. Ook is het ensemble aangesloten op het computernetwerk van deSingel. Men wil een vergadertafel, stoelen en een notebook aankopen. Ook wil men verder werken aan een digitalisering van het archief maar daar is veel tijd voor nodig. Het kantoor werd van 1 naar 2 kamers uitgebreid. 3.4
Publieksgerichtheid
I Solisti del Vento richt zich tot een ruim publiek. Bij de muziektheatervoorstellingen wordt vooral een jonger publiek bereikt dat ook vaak theatervoorstellingen bezoekt. Ondanks beperkte middelen werd de communicatie van het ensemble goed uitgebouwd met een seizoensbrochure, digitale nieuwsbrieven, een uitgebreide tweetalige website, en meerdere sociale netwerksite. Per productie wordt een artistiek-inhoudelijke toelichting aangemaakt door een externe specialist die gepubliceerd worden op de productiepagina’s van de website. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Er staan gemiddeld 60 activiteiten per seizoen op de agenda waarvan 2/5 de in het buitenland, wat in de lijn ligt van vorige periodes. Op dat gebied is er niet echt een groeipad. Wel wil I Solisti zijn internationale werking verder uitbouwen, de vergoeding van de musici lichtjes verhogen en het administratief kader beperkt uitbreiden. Het agentschap vindt dit redelijk maar vindt een verhoging met bijna 180.000 euro te veel. Het agentschap kan wel akkoord met een substantiële verhoging die dan ook de compositieopdrachten en internationale projecten mee omvat. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht. De eigen inkomsten worden vooral gevormd door de uitkoopsommen. Voor sommige activiteiten en het eigen Summer Festival zijn er ook ticketinkomsten. De eigen inkomsten bedragen 267.819 of 40 % van de totale inkomsten. In 2010 was dat 44 %. De grootste bron van inkomsten bestaat echter uit subsidies Vlaamse Gemeenschap zowel structureel als internationaal. De uitkoopsommen bedragen in het binnenland 91.000 euro en in het buitenland 104.000. Het agentschap vindt dat laatste bedrag laag omdat men in het buitenland hogere uitkoopsommen zou moeten kunnen bedingen. In het kader van het International Summer Festival wordt gerekend op 5.000 euro aan sponsoring. Een bedrag van 10.000 euro is afkomstig van een managementsessie. De stad Lier en Antwerpen dragen bij voor een bedrag van 1.240 en 5.000 euro. Er zijn geringe inkomsten uit Cd-verkoop (707 euro). Het agentschap merkt op dat de productie ‘Tweedaags festival 25 jaar I Solisti del Vento’ omwille van het uitzonderlijke karakter (niet representatief voor de gemiddelde begroting 2013-2016 want éénmalig) niet werd opgenomen in de begroting 2013. Hetzelfde geldt voor de ‘International Masterclass’ omdat deze tweejaarlijks wordt georganiseerd en nagenoeg break-even draait. Het agentschap vindt dit een eigenaardige redenering. Beide projecten hadden ook in de begroting moeten worden opgenomen.
Pagina 154 van 257
3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de meeste voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie is het eens met de beoordeling van het agentschap, maar heeft in zijn repliek een aantal punten verder willen verduidelijken. De organiseert preciseert dat er 55 activiteiten werden gerealiseerd in 2011 en dat er 59 zijn gepland voor 2012. De organisatie licht ook het financiële parcours van de afgelopen jaren kort toe. Het agentschap kan zich vinden in de opmerking van de organisatie dat het moeilijk is om precieze cijfers te geven inzake het aantal activiteiten per jaar en vindt een 60-tal concerten een realistische benadering van het gemiddelde. De organisatie onderkent ook de opmerking van het agentschap dat de uitkoopsommen in het buitenland hoger kunnen en tevens dat de projecten ‘Tweedaags festival I Solisti del Vento’ en ‘International Masterclass’ in de begroting hadden moeten worden opgenomen, maar zij heeft wel nagelaten om de begroting in die zin aan te passen. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 155 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-015
Organisatie:
Octurn
Gevraagd bedrag:
170.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Octurn werd in 1993 opgericht vanuit de Brusselse jazzclub Sounds als ensemble voor experimentele jazz, instant composing en aanverwanten. Sedertdien bracht Octurn negen cd’s uit en speelde het op heel wat nationale en internationale podia en jazzfestivals. De afgelopen jaren is de werking van Octurn inhoudelijk geëvolueerd naar multidisciplinaire projecten en cross-overs met andere muziekgenres, wat resulteerde in audiovisuele projecten als 'Melodies From My Mothers Knees' met Mira Calix (electronics), theaterprojecten als 'Le Soleil Même Pleut' met regisseuse Françoise Berlanger (dit project was echter nooit te zien in Vlaanderen en de naam van het ensemble werd niet vermeld in de publiciteit, wel de namen van de individuele muzikanten van Octurn) en muziekproducties als 'Barok Meets Jazz' en 'Sonic Mantras' met Tibetaanse keelzingende monniken. Waar Octurn in het verleden regelmatig muziek bij componisten bestelde, heeft het ensemble zich in recente jaren op composities van de muzikanten zelf toegelegd en zal het dat ook in de toekomst doen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Ook in de periode 2013-2016 wil Octurn avontuurlijk en experimenteel blijven werken, in dialoog met andere (podium)kunstvormen en muziekgenres. Dat uit zich in diverse nieuwe creaties die op stapel staan. Er is de productie 'Fleur', rond een Zuid-Koreaanse strip die wordt verwerkt tot animatiefilm en door Octurn muzikaal wordt begeleid. Octurn plant ook een samenwerking met het strijkkwartet van de Franse virtuoos David Grimal rond muziek van Webern, Schönberg en Berg. Er is de productie 'Sonic Mandalas', een nieuwe samenwerking met de Tibetaanse monniken van het Gyuoto Klooster. Octurn wenst ook een project uit te werken met Cubaanse batadrums en aanverwante percussie. Al deze projecten passen perfect in het concept van 'ontginner van nauwelijks gekende materie in de hedendaagse improvisatiemuziek' en kaderen in een toekomstgerichte visie op het heden (andere culturen) en verleden (vooral Westerse muziek), waarbij muziek uit het verleden door Octurn steeds wordt geactualiseerd. Het is echter verontrustend dat de meeste van de projecten nog maar weinig concreet zijn uitgewerkt op productioneel vlak en op presentatievlak, al is 2013 uiteraard nog ver. In het verleden heeft Octurn wel al bewezen om intenties te kunnen omzetten in boeiende concerten. Naast de nieuwe creaties wil Octurn in 2013-2016 enkele lopende projecten voortzetten en een aantal hernemingen brengen. Voorts wil het ensemble de zogenaamde 'Octurn XPS Sessions' opzetten, educatieve projecten waarbij telkens gedurende vier dagen gewerkt wordt met een jonge (conservatorium)muzikant. Deze sessies zullen regelmatig opengesteld worden voor het publiek. Octurn heeft nu ook het eigen platenlabel 'Octurn' opgericht en zou tevens een muziekuitgeverij willen opzetten voor de uitgave van partituren van het eigen werk van de muzikanten. Of dit laatste haalbaar is, is nog onzeker. Er kunnen echter vragen gesteld worden over de status van dit ensemble. Eerst was Octurn een groter combo, maar vandaag is het in wezen een kwartet met regelmatige
Pagina 156 van 257
uitbreiding. Reeds in de vorige adviesronde werd het terugvallen naar vier kernleden als problematisch ervaren door de Beoordelingscommissie Muziek. Deze kernleden zijn stuk voor stuk heel goede muzikanten, maar ze zijn met veel projecten tegelijk bezig en dus uiteindelijk weinig met Octurn. 1.3
Profilering en positionering
Octurn neemt een bijzondere plaats in binnen het jazz- en muzieklandschap en positioneert zich als complementair aan andere ensembles. Octurn lijkt wel constant in ‘work in progress’, een afgewerkt resultaat lijkt geen doelstelling, wat in dit geval toe te juichen is. Daar staat echter tegenover dat Octurn veeleer een organisatie is die van tijd tot tijd een interessant artistiek project opzet, dan een ensemble met een continue werking. Het aantal concerten en andere activiteiten dat Octurn jaarlijks realiseert, is miniem. Dit komt enerzijds door de hoge moeilijkheidsgraad van de muziek die de organisatie brengt en anderzijds door het feit dat Octurn voor de betrokken muzikanten geen voltijdse bezigheid is. In feite beantwoordt het aantal gerealiseerde activiteiten van Octurn al jarenlang amper de minimumnorm die door het Kunstendecreet wordt opgelegd. De organisatie is er tot dusver niet in geslaagd om daarvoor een oplossing te vinden. Om deze reden zijn verschillende commissieleden de mening toegedaan dat Octurn in de toekomst beter projectmatig dan structureel zou worden ondersteund. 1.4
Langetermijnvisie
Wat Octurn zich hoofdzakelijk tot doel stelt, een laboratorium te zijn en steeds nieuwe horizonten te verkennen, is de facto een langetermijnvisie. De visie wordt vertaald naar concrete acties die op lange termijn kunnen stand houden. Ook de hernemingen getuigen van het feit dat op lange termijn een visie steeds veranderlijk is. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het ensemble presenteert zich regelmatig op gerenommeerde en gespecialiseerde podia in Brussel en Vlaanderen. Ook internationaal is Octurn actief, maar de aanwezigheid in het buitenland is na twintig jaar bestaan toch nog beperkt en te weinig strategisch uitgewerkt. Het is vooral door samenwerking met buitenlandse artiesten dat Octurn enige internationale activiteit kan ontplooien. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Octurn staat voor innovatie, avontuur en onderzoek en is aldus een vertegenwoordiger van een bepaalde creatieve scène. Evolutie van stijlen en genres is slechts mogelijk door het experiment. Hoewel het geen gemakkelijke muziek brengt, betekent Octurn daarmee zeker een meerwaarde voor de regio. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De werking van Octurn heeft een maatschappelijk belang op educatief vlak door het opzetten van een project waarin jonge muzikanten kunnen meestappen. Het ensemble legt geen bijzondere focus op sociaal-artistieke projecten. 1.8
Samenwerking en netwerking
Voor de meeste nieuwe creaties in de periode 2013-2016 wil Octurn samenwerken met andere ensembles of gezelschappen. Op productioneel vlak wordt samenwerking gepland
Pagina 157 van 257
met Mâäk en met Bozar Cinema. De jarenlange samenwerking met Mâäk op zakelijk vlak is intussen echter stopgezet door het wegvallen van de gemeenschappelijke zakelijke leider. Het Concertgebouw in Brugge zet een bescheiden kunsteducatief project met Octurn op in 2013. Voor het kunsteducatieve luik van zijn werking wil Octurn samenwerken met conservatoria, maar problematisch daarbij is dat de kosten van de samenwerking volledig door het ensemble gedragen zullen worden. 1.9
Publieksgerichtheid
In het aanvraagdossier is sprake van een steeds talrijker publiek, maar concrete cijfers daarover zijn niet te vinden. Naar eigen zeggen richt Octurn zich op iedereen, maar het publiek komt uit specifieke doelgroepen naargelang de aard van het project. Octurn beseft dat het moeilijk een breed publiek zal kunnen vinden, maar is toch van plan daar in de komende periode intens op werken, onder meer via de nieuwe sociale media. Verder worden de normale publiciteitskanalen aangeboord en doet het ensemble wat nodig is ter ondersteuning van de organisatoren. Daarbij worden echter toch enkele problemen vastgesteld. Zo is de website enkel in het Engels en de Facebookpagina enkel in het Frans opgesteld. Het opzetten van workshops en de open repetities kunnen zorgen voor een stijgende bekendheid bij het publiek, maar gezien de niche waarbinnen Octurn opereert, zal de impact hiervan toch vrij beperkt blijven. De ontwikkeling van een eigen huisstijl is op zich positief, maar zal ook niet veel veranderen op het vlak van de publieksopkomst. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Op het vlak van de artistieke werking geeft Octurn blijk van grote aandacht voor diversiteit en ook voor interculturaliteit, gelet op de artistieke samenwerking met een Cubaans percussie-ensemble en met Tibetaanse monniken. Het is echter spijtig dat er geen artistieke samenwerking is met die etnisch-culturele gemeenschappen die talrijk aanwezig zijn in Brussel en Vlaanderen. In de huidige Vlaamse maatschappelijk context vindt de commissie immers dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, zeker in Brussel, een grootstad met een multiculturele bevolking. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Octurn heeft geen personeel in loondienst. De muzikanten factureren vanuit bvba's en Franse agentschappen. Het is vrij merkwaardig dat in de uitwerking van de projecten leden van Octurn als componisten worden beschouwd en daar dan ook een honorering als componist tegenover stellen. Het managementbureau 52creations neemt het zakelijk beleid van Octurn ter harte. Octurn moet echter de kost van een voltijds equivalent ophoesten om 52creations voor zich te laten werken en nog een aanzienlijke som aan kantoor- en andere kosten. Dit roept toch vragen op. De reis- en verblijfkosten lopen eveneens hoog op, wat te maken heeft met de internationale samenstelling van Octurn en de aard van enkele projecten. Octurn vindt het belangrijk om andere kunstgenres bij zijn projecten te betrekken en dat brengt ook een aantal niet-muzikale kosten met zich mee, zoals voor een animatiefilm. Wat de inkomsten betreft, is het nog maar de vraag of de vooropgestelde inkomsten kunnen worden gerealiseerd. Gelet op wat voorafgaat, is een meerderheid binnen de Beoordelingscommissie Muziek van mening dat Octurn om formele redenen niet langer in aanmerking komt voor meerjarige subsidiëring. Het ensemble heeft de voorbije jaren immers amper het vereiste
Pagina 158 van 257
minimumaantal activiteiten gehaald en er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat Octurn daar in de volgende periode wel in zal slagen. Deze commissieleden zijn wel overtuigd van de artistieke kwaliteit van de producties van Octurn, maar het ensemble kan daarvoor in de toekomst beter projectmatig worden ondersteund. Een minderheid binnen de commissie vindt dat de meerjarige subsidiëring van Octurn moet worden voortgezet omdat het artistiek een van de meest interessante ensembles is. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert een meerderheid binnen de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. Een minderheid adviseert om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het inhoudelijk concept, profiel, uitstraling en enkele zakelijke elementen. De organisatie begint haar repliek met de stelling dat het geen decretale verplichting is om elke productie ook in Vlaanderen te brengen. De commissie geeft mee dat dit inderdaad zo is, maar vindt dit wel een foute houding. Ze merkt ook op dat deze opmerking geen invloed heeft gehad bij het bepalen van het advies. De commissie neemt nota van de inhoudelijke opmerkingen en de opmerkingen in verband met de profilering. Ze erkent dit, maar geeft mee dat dit voor alle ensembles geldt. De commissie neemt ook nota van Octurns stelling dat het ensemble werkt op een grotere aanwezigheid in het buitenland. Ze kan hiermee akkoord gaan. De commissie geeft ook mee dat het feit dat Octurn geen Nederlands gebruikt op haar website en in de overige communicatie ook geen element is dat bepalend was in haar advies. Ze betreurt alleen dat een organisatie die aanzienlijke Vlaamse steun krijgt, niet de moeite doet om ook in het Nederlands te communiceren, wat drempelverhogend werkt. Verder vindt de commissie het bijzonder jammer en een gemiste kans dat het ensemble geen enkele actie onderneemt om de interculturaliteit te bevorderen. Een belangrijk element om een negatief preadvies te formuleren was de bezorgdheid dat het ensemble het decretaal verplichte minimum van twintig voorstellingen niet zou halen. De commissie wil het ensemble het voordeel van de twijfel gunnen en adviseert een beperkte subsidie. Omdat ze vindt dat een goede opvolging vereist is, adviseert ze om een tweejarige subsidie toe te kennen. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie voor een periode van twee jaar te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 159 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-015
Organisatie:
vzw Octurn
Gevraagd bedrag:
170.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Octurn is een hedendaags jazzensemble dat geïmproviseerde muziek brengt. De band heeft Brussel als thuisbasis en werd in 1993 opgericht door Bo Van Der Werf. Hij bestaat uit een pool van binnen – en buitenlandse musici. Octurn kan ook als laboratoriumorkest worden beschouwd met grote aandacht voor onder andere ritmisch onderzoek en ambigue harmonieën. Voor de huidige subsidieperiode kreeg de organisatie na besparing een bedrag van 96.018,79 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 170.000 euro gevraagd of een stijging met 73.981,21 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Octurn kreeg een subsidie van 120.000 euro binnen het Muziekdecreet en van 100.000 euro binnen het Kunstendecreet. In de periode 2003-2006 realiseerde Octurn 89 activiteiten, TV opnamen, workshops en begeleide repetities inbegrepen zoniet kon het minimum aantal concerten van 80 over de hele subsidieperiode nooit bereikt worden. Hetzelfde gold voor de periode 2007-2009 (subsidie van 100.000 euro) met een totaal van 62 activiteiten (minimum: 60). In 2010 realiseerde Octurn amper 10 activiteiten. Het actieplan 2011 en 2012 heeft het over respectievelijk 25 en 21 activiteiten. Begin 2011 beschikte de organisatie over een positief eigen vermogen van 21.158 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Octurn richt zich op het ontginnen van nieuwe circuits zoals elektronica, theater, visuele kunst. Zoals vroeger brengt Octurn elk jaar een groot creatieproject. In 2013 echter viert Octurn zijn twintigste verjaardag en brengt in het kader hiervan twee creatieprojecten. Daarnaast is er nog het nieuwe project ‘Octurn_XPS SESSIONS. Dit kunsteducatief initiatief is een doorlopend project met jaarlijks activiteiten in de periode 2013-2016 waarbij telkens gedurende vier dagen gewerkt wordt met een jonge student. Een ander doorlopend project is ‘OCTURN REVISITED’, een herinterpretatie van het repertorium. Daarnaast brengt Octurn elk jaar ook een aantal hernemingen van vorige creaties. In 2013 zijn er twee hernemingen gepland. De projecten worden goed toegelicht met steeds de namen van de musici. Wel valt het op dat bij de meeste van de samenwerkingsprojecten de partners nog niet gekend zij. Er wordt van uitgegaan dat er per nieuw creatieproject minimum vijf concerten worden gebracht. Omdat er in 2013 twee grote creatieopdrachten zijn, betreft het tien concerten. Voor de twee doorlopende projecten betreft het jaarlijks respectievelijk 5 en 2 concerten. Voor de hernemingen wordt uitgegaan van 2 concerten/jaar. Voor 2013 geeft dat dus 21 concerten. Veel van deze concerten zijn intenties. In het dossier wordt steeds gezegd ‘we rekenen op’, ‘we hopen op’ en ook dat planning als een ideaal scenario moet worden gelezen. Het aantal concerten moet dus met enig voorbehoud worden genomen. Octurn is op zoek naar partners voor de realisatie van een aantal projecten o.a. met betrekking tot het project ‘Fleur’ maar tot op heden is er nog geen coproducent gevonden. In 2014 ligt er wel een
Pagina 160 van 257
coproductie vast met het project ‘Film in concert’ in samenwerking met MAAK en in coproductie met BOZAR CINEMA. Het betreft de begeleiding van een stomme film. In het kader van zijn kunsteducatieve werking organiseert Octurn ook workshops voor muziekstudenten en open repetities voor iedere belangstellende. In het kader hiervan is de website heel belangrijk. Deze bevat een pedagogische rubriek met o.a. partituren van de meeste stukken, samen met enkele basisinstructies die noodzakelijk zijn voor de uitvoering. Octurn gaat ook verder met zijn Cd-opnames. Octurn heeft nu ook een eigen platenlabel ‘Octurn’ opgericht en wenst een eigen muziekuitgeverij op te zetten. Creaties blijven ook belangrijk. Het is vooral Bo Van der Werf die voor de groep componeert. Octurn wil ook zijn internationale werking verder uitbouwen en bouwt aan een internationale databank. Ook is Octurn aanwezig op internationale beurzen en wordt er samengewerkt met internationale artiesten en met buitenlandse agenten. Onderzoek blijft een integraal onderdeel van het traject van Octurn. 3.2
Samenwerking en netwerking
Voor elk nieuw project wordt er een partner gezocht (concertzaal of organisator). Dit biedt heel wat voordelen: budgettair (coproductie), praktisch (administratie), promotioneel (bereiken van een nieuw publiek via de netwerken van de partners), logistiek (repetitieruimte). In 2013 is er een nieuwe samenwerking met het Concertgebouw Brugge in het kader van de cyclus ‘open repetities-workshops’. Via open repetities en workshops worden kinderen en jongeren geboeid door muziek. In 2014 is er een filmconcert gepland in coproductie met BOZAR. Het is voor Octurn belangrijk zijn nationale en internationaal netwerk uit te breiden. Dit uit zich in de vele coproducties en samenwerkingen maar in het aanvraagdossier is slechts sprake van twee coproducties. Er wordt ook jaarlijks naar internationale beurzen gegaan. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke kost in ruime zin wordt geraamd op 180.122 euro of 72 % van de totale uitgaven. De totale verloning/vergoedingen bedragen 197.560 euro of 78 % van de totale uitgaven. De artistieke verloning bedraagt 142.210 euro of 74 % van de totale verloning. Octurn heeft niemand in loondienst. De artistieke leider wordt betaald voor zijn deeltijdse betrekking op factuur via. De zakelijke leider wordt op factuur betaald via voor haar deeltijdse betrekking. Er wordt met een tiental vaste musici samengewerkt hoewel de basis van Octurn in feite uit vier kernleden bestaat. Alle artistieke medewerkers worden via facturatie betaald. Voor nieuwe creaties ligt de gage vast op bruto/voorstelling, ook voor hernemingen. Voor de repetities van creaties krijgen de musici /bruto. Voor de doorlopende projecten krijgen de musici euro/repetitiedag en 300 euro/concertdag. Enkele van de musici die in Frankrijk wonen werken via een Franse organisatie ‘Ultrabolic’ die voor hen aan Octurn de repetities, opnames en concerten factureert. Nog anderen werken via Jazz Music Productions. Octurn wil maximaal investeren in artistieke projecten. Het zakelijke beleid is er ter ondersteuning van de artistieke projecten. Er is een samenwerking met Anne Recour, werknemer van ‘52creations bvba’ die voor andere artiesten in dezelfde sector werkt. Ze staat in voor artiestenmanagement, levert mix en mastering werk voor tal van musici. Deze samenwerking resulteerde in een tijd- en kostenefficiënter beleid. Heel wat vaste kosten werden gedragen door 52creations bvba en Octurn zoals deelname aan internationale beurzen, abonnement telefoon en internet e.d. De huidige situatie ziet eruit als volgt: Anne Recour (zakelijke leiding, zelfstandige), B. Van der Werf werkt deeltijds en op zelfstandige basis als artistiek directeur. Een halftijdse zakelijke leider is volgens aanvrager onvoldoende omdat men wil werken aan netwerking en meer boekingen. Voor de komende subsidieperiode wenst men daarom een deeltijdse medewerker aan te werven die zich o.a. zal bezig houden met communicatie, productie, administratie. De kost hiervan wordt begroot op. Het agentschap vindt dat het niet nodig is om een extra kracht in dienst te nemen gelet op het beperkt aantal concerten. De organisatie moet
Pagina 161 van 257
eerst bewijzen dat ze een groter aantal concerten kunnen verkopen op jaarbasis. De zetel van Octurn is gelegen te 1180 Brussel. De zakelijke leider werkt vanuit het bureau van 52creations in Mechelen. Dit is ook het postadres van Octurn. Octurn voorziet voor de komende periode geen investeringen in gebouwkosten, personeel of techniek. 3.4
Publieksgerichtheid
Octurn tracht een zo ruim mogelijk publiek te bereiken. Enkele specifieke doelgroepen naar aanleiding van een aantal toekomstige projecten zijn het hedendaagse jazzpubliek, het nichepubliek van de verschillende alternatieve circuits zoals hedendaagse elektronische muziek en tenslotte het theaterpubliek en geïnteresseerden in spirituele wereldmuziek. Octurn wil een grotere inspanning leveren naar promotie en externe communicatie. Men wil meer tijd investeren in allerhande communicatievormen zoals een geactualiseerde website met voortdurende nieuwe informatie, verspreiden van persdossiers, publicatie van concertvideo’s. Het agentschap vindt het een lacune dat de website ééntalig Engels is en de Facebookpagina ééntalig Frans. Men wil een nieuwe deeltijdse medewerker daarvoor in dienst nemen zodat er tijd vrijkomt voor de zakelijke en artistieke leiding om zich toe te leggen op het uitbreiden van het netwerk, het bereiken van een nieuw publiek en het vinden van concerten en boekingsagenten in de verschillende landen. Octurn stuurt mails, houdt zijn website up to date, heeft ook een pagina op Facebook en maakt affiches en folders per project. Ook is er een maandelijkse nieuwsbrief. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het ensemble bestaat uit o.a. Fransen en Nederlanders. Algemeen kan worden gesteld dat het ensemble interculturele interesses heeft, wat o.a. ook blijkt uit het werken met Tibetaanse monniken en een Cubaans percussie ensemble. 3.6
Realisme groeipad
Het behalen van de decretale norm met betrekking tot het aantal activiteiten is al jarenlang een pijnpunt voor Octurn. Tijdens de vorige rondes werd het minimum aantal behaald omdat o.a. ook de open repetities werden meegeteld. Het agentschap vindt dat ook in het voorlegde aanvraagdossier grote twijfels blijven bestaan dat dit minimum aantal wordt behaal en Octurn dus niet aan de decretale voorwaarde kan voldoen. Ook vindt het agentschap dat de aanwerving van een extra administratieve kracht niet nodig is gelet op het beperkt aantal concerten. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting wordt voldoende toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 82.200 euro of 32,5 % van de totale inkomsten (252.200 euro) en worden hoofdzakelijk gevormd door uitkoopsommen binnenland (37.250 euro) en buitenland ( 42.500 euro). Het agentschap vraagt zich of deze inkomsten wel kunnen worden gerealiseerd omdat er geen zekerheid is over het aantal concerten. Er wordt veel geld besteed aan reis-en verblijfkosten onder meer omdat een groot deel van de musici uit Frankrijk afkomstig zijn. Er is ook nood aan veel repetities wat de kosten opdrijft. Sommige kosten als de aanmaak van een animatiefilmpje (9.000 euro) liggen ook hoog. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid, plaatst het agentschap twijfels bij het realiseren van het minimaal aantal concerten.
Pagina 162 van 257
3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie deelt de mening van het agentschap dat het minimum aantal activiteiten moeilijk bereikt kan worden, maar stelt dat dit o.a. komt omdat zij over onvoldoende middelen beschikt om de noodzakelijke tijd aan boekingen te kunnen besteden. Het agentschap deelt die mening niet. Het vindt dat het aantal concerten niet zozeer afhangt van het al dan niet beschikken over voldoende tijd om concerten te boeken, maar veeleer van de interesse van de organisatoren voor het ensemble. Het agentschap twijfelt er dus aan dat het aantrekken van een extra deeltijdse werkkracht hieraan iets zou kunnen veranderen. Het agentschap erkent dat over het totaal van de gesubsidieerde jaren het minimum aantal activiteiten werd behaald, maar wenst wel op te merken dat dit alleen maar mogelijk was door het begrip ‘activiteit’ heel ruim te interpreteren. Zo werden begeleide repetities als activiteit meegeteld. Octurn erkent zelf in haar repliek dat de minimale decretale norm niet elk jaar werd behaald. Het agentschap kan zich vinden in de opmerking van Octurn dat het moeilijk is om in de jazzwereld concerten vroeg op voorhand te bevestigen, maar stelt dat dit ook voor andere orkesten geldt. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie niet te subsidiëren.
Pagina 163 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-016
Organisatie:
Wolvin
Gevraagd bedrag:
239.489,25 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Wolvin is de vzw die de omkadering verzorgt van de band Zita Swoon Group, die werd opgericht door Stef Kamil Carlens. Zita Swoon Group brengt intellectuele popmuziek met een poëtische inslag. Stef Kamil Carlens en Zita Swoon Group bewandelen ook andere wegen bewandelen, wat resulteert in multidisciplinaire voorstellingen waarbij ontmoetingen tussen culturen, disciplines en kunstenaars centraal staan. Zo waren er in het verleden al projecten in combinatie met film, theater, beeldende kunst en in samenwerking met muzikanten uit Burkina Faso. Zita Swoon Group werd reeds structureel gesubsidieerd van 1999 tot en met 2006 en ook weer voor de periode 2010-2012. In de vorige twee adviesrondes werd de aanvraag van Wolvin negatief geadviseerd door de Beoordelingscommissie Muziek, dit hoofdzakelijk om twee redenen, met name omdat het rechtstreeks subsidiëren van popbands niet strookt met de visie van de commissie omtrent de ondersteuning van de pop- en rocksector en omdat Zita Swoon zich deels in een commercieel circuit beweegt (onder meer boekingen door Live Nation). De relatie tussen Zita Swoon, Zita Swoon Group en Stef Kamil Carlens is immers zeer onduidelijk in het dossier. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Er zijn voor de periode 2013-2016 een aantal nieuwe creaties gepland, waarbij men nog meer beeldend en multidisciplinair wil werken. De Beoordelingscommissie Muziek vindt dat het hier veeleer om projecten gaat dan om een structurele werking. De diverse projecten, steeds in samenwerking met andere kunstenaars, ogen boeiend en uitdagend, en genieten de ondersteuning van diverse grote huizen, zoals het Kaaitheater en deSingel. De voorstelling van de projecten bevat te weinig informatie over de muzikale inhoud. Voor een muziekensemble zou de muziek nochtans het belangrijkste moeten zijn. Zita Swoon brengt succesvolle cd's uit, maar de weerslag van de verkoop is niet terug te vinden in de boekhouding. 1.3
Profilering en positionering
Zita Swoon Group begon als een popband, maar profileert zich nu als een kleurrijk artistiek collectief dat kruisbestuivingen aangaat met zowel andere disciplines (theater, dans, film) als andere muziekgenres (bijvoorbeeld muziek uit West-Afrika), wat publieksverruimend werkt. Hiermee neemt Zita Swoon Group een eigen positie in, maar in Vlaanderen zijn er nog pop- en rockgroepen die vergelijkbare initiatieven nemen. 1.4
Langetermijnvisie
Het dossier bevat vrij concrete plannen voor de periode 2013-2016. Voor de nieuwe creaties werden al partners gevonden van wie de intentieverklaringen toegevoegd werden aan het dossier.
Pagina 164 van 257
Zita Swoon Group wil in deze periode ook zijn internationale werking bestendigen en nog uitbreiden. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Zita Swoon Group beschikt over een grote uitstraling in Vlaanderen. Ook internationaal is de uitstraling van de band groeiend. Zita Swoon trad reeds vaak op in het buitenland, vooral in Europa, maar er waren ook al enkele concerten in Canada. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Zita Swoon Group is een belangrijke Vlaamse band die zijn stempel heeft weten te drukken op het Vlaamse muzieklandschap, ook door medewerking aan bredere, meestal muziekgerelateerde samenwerkingsprojecten. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Zita Swoon Group neemt deel aan (kunst)educatieve initiatieven georganiseerd door gespecialiseerde verenigingen (zoals Mons 2015 en Technocité). De groep is volgens het dossier ook sociaal-artistiek bezig door samenwerking met kunstenaars uit verschillende achtergronden en culturen, maar daarover verschaft het dossier weinig uitleg of concrete voorbeelden. 1.8
Samenwerking en netwerking
De huidige werking van Zita Swoon Group wordt gekenmerkt door de samenwerking met verschillende muziekgenres en kunstdisciplines. Zita Swoon Group bezit een uitgebreid netwerk. Het valt op dat grote cultuurhuizen (deSingel, KVS, Zuiderpershuis, Mons 2015) een financiële inbreng garanderen. 1.9
Publieksgerichtheid
Door de multidisciplinaire werking kan Zita Swoon Group verschillende publieksgroepen aantrekken. Ook door het spelen op zowel megafestivals als in theaterzalen, slaagt de groep erin een groot en divers publiek te bereiken. Voor de publiekswerving gebruikt Zita Swoon Group alle mogelijke elektronische middelen, maar er wordt vooral gefocust op de website en op Facebook. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Aandacht voor diversiteit volgt onder meer uit de multidisciplinaire aanpak van de producties van Zita Swoon Group. Sommige producties van de groep hebben daarenboven een duidelijk interculturele dimensie. In het verleden was er al samenwerking met Afrikaanse muzikanten in verschillende projecten en dit zal ook het geval zijn in ‘Etranger, Quand Je Vois ton Front, Je Vois Ta Nuque’, de creatie die gepland is voor 2014. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Wolvin vraagt voor de periode 2013-2016 in wezen om een bestendiging van de huidige subsidie. De begroting wordt uitgebreid toegelicht in het dossier, maar betreft enkel de
Pagina 165 van 257
nieuwe projecten. Kosten en inkomsten verbonden aan andere activiteiten, dus aan de werking als reguliere popband, worden niet vernoemd. Wil dat zeggen dat Zita Swoon Group enkel nog naar buiten komt met deze nieuwe creaties? Men schrijft nergens dat dit zo is en het feit dat men bij de opsomming van de partners nog duidelijk Live Nation vermeldt, doet toch anders vermoeden. Er wordt wel vermeld dat 'de opbrengsten van de podiumactiviteiten van Stef Kamil Carlens extern aan Zita Swoon Group worden opgenomen in het budget' als 'alternatieve inkomsten ter ondersteuning van de organisatie.', maar wat er met de reguliere goedbetaalde inkomsten van Zita Swoon gebeurt, wordt niet vermeld. Ook de raming dat men maar duizend cd’s in de winkels zou verkopen, is een zware onderschatting voor een groep met een ruime en harde kern fans. Tevens is er nergens een spoor van Sabaminkomsten te vinden. De Beoordelingscommissie Muziek kan niet anders dan vaststellen dat deze aanvraag niet echt handelt over de ensemblewerking van Zita Swoon Group op zich. Het is in feite een aanvraag tot ondersteuning van een viertal projecten van Stef Kamil Carlens, waarbij de rol van Zita Swoon Group veeleer beperkt lijkt, al wordt dat nooit helder gesteld. Deze projecten zijn artistiek interessant en zouden daarom in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning, maar horen niet thuis in de structurele subsidiëring. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de artistiek-inhoudelijke invulling en enkele zakelijke aspecten. De organisatie geeft in haar repliek een verduidelijking van sommige projecten, maar brengt geen elementen aan die fundamenteel verschillen van het ingediende dossier. De commissie is het niet eens met de stelling dat Zita Swoon Group in de eerste plaats een collectief is. Uit het verleden blijkt het immers in grote mate een eenmansproject te zijn, in die zin dat dat de artistieke richting in grote mate door een enkele persoon wordt bepaald. Afhankelijk van de verschillende projecten worden andere muzikanten gekozen, de invulling van een welbepaald project wordt door de groep pas bepaald nadat het project zelf gekozen is. De commissie merkt ook op dat een groot deel van de geplande producties eigenlijk onder muziektheater in plaats van onder muziek vallen. Bovendien zijn het net die producties die veel kosten. De organisatie geeft aan dat een belangrijk deel van de subsidie bedoeld is om de Vlaamse en internationale contacten verder uit te bouwen, maar de commissie is van oordeel dat de organisatie dit al in hoge mate heeft uitgebouwd, waardoor het hiervoor gevraagde bedrag moeilijk te verantwoorden is. Verder stelt de commissie vast dat de toelichting die de organisatie geeft met betrekking tot het sociaal-artistieke luik eigenlijk niet slaat op wat er onder een sociaal-artistieke werking wordt verstaan. Ook de verduidelijkingen met betrekking tot de zakelijke opmerkingen zijn niet van die aard dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. De commissie handhaaft dan ook haar voorlopige advies. De commissie is er niet van overtuigd dat structurele subsidies noodzakelijk zijn om de groep leefbaar te houden. Ze erkent wel dat sommige van de voorgestelde projecten interessant kunnen zijn, maar is er van overtuigd dat projectsubsidies hiervoor een betere oplossing zijn.
Pagina 166 van 257
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren.
adviseert
de
Pagina 167 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-016
Organisatie:
vzw Wolvin
Gevraagd bedrag:
239.489,25 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
De vzw Wolvin zorgt voor de algehele omkadering van het muziekensemble Zita Swoon Group. Zita Swoon Group is een collectief muzikanten met als artistiek leider Stef Kamil Carlens. Ontmoetingen tussen culturen, disciplines en kunstenaars staan centraal. Het ensemble situeert zich op de rand van het popcircuit en heeft grensoverschrijdende banden met dans en andere podiumkunsten. Voor de huidige subsidieperiode kreeg vzw Wolvin/Zita Swoon Group een subsidie van 230.000 euro en na besparing een bedrag van 220.843,21 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 239.489,25 euro gevraagd of een stijging met 18.646,04 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Zita Swoon werd structureel gesubsidieerd van 1999 tot en met 2006. Voor de periode 2007-2009 kreeg het ensemble geen structurele subsidies en moest het terugvallen op het aanvragen van projectmatige subsidiëring o.a. twee keer 40.000 euro in 2007 en twee keer 30.000 euro in 2008. Voor de periode 2010-2012 werd Zita Swoon opnieuw structureel gesubsidieerd. In 2010 speelde het ensemble een 50-tal concerten. De actieplannen 2011 en 2012 hebben het respectievelijk over 39 en 88 concerten. Einde 2010 heeft de organisatie een licht negatief eigen vermogen van 1.872.73 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
In de komende beleidsperiode wil Zita Swoon Group nog meer dan vroeger een brug slaan naar andere disciplines met beeldende en multidisciplinaire voorstellingen met raakvlakken op het gebied van dans, theater en beeldende kunst waarbij het visuele belangrijk is. Muziek blijft echter de hoofdrol spelen. Zita Swoon Group plant voor elk jaar van de periode 2013-2016 een nieuwe creatie. In 2013 wordt dat ‘People with White Sticks’, een project met instrumentale muziek, dans en installatie. Zita Swoon Group probeert partners te vinden om deze projecten te realiseren. Dit aspect werd echter te weinig uitgewerkt. Voor 2013 zou er worden samengewerkt met KAAItheater. Van dit project worden er ook opnames gemaakt. De internationale werking maakt integraal deel uit van het artistiek parcours van Wolvin. Voor elk van de creaties wordt het aantal artiesten opgegeven en de technisch-artistieke medewerkers. Voor 2013 voorziet Zita Swoon Group 41 concerten waarvan 27 in het buitenland, daarnaast een groot aantal creatieopdrachten en begeleiding van kunstenaars. Er wordt niet veel gezegd in het dossier over het uitbrengen van nieuwe cd’s. De speellijst is heel summier: 34 concerten waarvan 8 in Vlaanderen, de rest in het buitenland. Daarnaast zeven concerten van S.K. Carlens, waarvan 3 in Vlaanderen. Tenslotte worden er een aantal creaties gepland: People with White Sticks (45 dagen), Etranger (prospectie, research, reizen), Meetings (6 dagen), Experiment Music in the Street (12 dagen) en album People with White Sticks (3 dagen). Het agentschap vindt het wel niet duidelijk of Zita Swoon Group nu alleen verder
Pagina 168 van 257
gaat met de hierboven vermelde projecten, m.a.w. of er daarnaast nog activiteiten zijn van de popband Zita Swoon. Dit komt niet tot uiting in het dossier. 3.2
Samenwerking en netwerking
Zita Swoon Group beschikt over een groot netwerk, zowel in binnen-als buitenland. In 2014 en 2015 zal worden samengewerkt met o.a. voor ‘Etranger’ Zuiderpershuis (financiële bijdrage, begeleiding op het Afrikaanse continent) en Tropentheater Amsterdam (financiële inbreng) en voor ‘People with Sticks’ (2013) en ‘Meetings’ (2015) mat Kaaitheater en een aantal Franse partners. Het dossier bevat wel vijf intentieverklaringen: Kaai voor ‘Dancing with the Sound Hobbyist’, Koninklijk Instituut voor de Tropen voor ‘Etranger’, Zuiderpershuis voor ‘Etranger’, deSingel voor ‘On Rainy Days’ (2016). Het agentschap vindt het belangrijk dat deze grote huizen ook financiële inbreng voorzien. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke kost bedraagt 444.703 euro of 79 % van de totale uitgaven. De totale lonen bedragen 371.896 euro of 66 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen/verloning bedragen 315.947 euro of 85 % van de totale lonen. De artiesten krijgen dagcontracten en de vergoedingen zijn conform de cao maar hoeveel de musici per repetitie of concert gaan verdienen is moeilijk uit het dossier af te leiden. De zakelijke leider werkt minimum 20 u/week maar op het einde van het trimester wordt dit vaak 38u. De voorbereiding van de tournees wordt gemaakt met de hulp van de tourmanager alsook de updates van de technische site. Er is ook een polyvalent medewerker die soms de taak invult van communicatiemedewerker, vertaler of persattaché. Voor de komende subsidiëringsperiode ziet de omkadering er als volgt uit: 1 artistiek leider (vast, 13 u/week), 1 zakelijke/dagelijkse leider (vast – 20 of 38 u/week 1 x per trimester), 1 medewerker communicatie en planning (2 dagen/maand – zelfstandige basis), 1 polyvalente medewerker (tijdelijk – 1 dag/week), 1 webmaster (100 u/jaar – zelfstandige basis), 1 informaticus onderhoud server en website (35 u/jaar – zelfstandige basis) en 1 externe boekhouder. 3.4
Publieksgerichtheid
Het doelpubliek is iedereen. De website is in drie talen (Engels, Nederland en Frans). Om de zes maanden stuurt de artistieke directeur een brief waarin de huidige producties worden beschreven. Korte termijnberichten worden verstuurd via Facebook en Twitter. De elementen van promotie zijn in eerste instantie het artwork: foto’s, video’s, posters en de informatieve teksten in drie talen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Zita Swoon Group heeft belangstelling voor interculturaliteit. Er is samenwerking met Afrikaanse musici. Daarnaast is een project met Mandingue cultuur (masker en poppencultuur van Mali en Burkina Fasso). 3.6
Realisme groeipad
Met de toegekende subsidie 2010-2012 heeft Wolvin haar artistieke planning kunnen uitvoeren. Voor de komende beleidsperiode 13-2016 werkt Wolvin op dezelfde manier verder en wordt daarom een subsidie gevraagd die gelijk is aan de huidige subsidie met een kleine indexaanpassing. Het agentschap vraagt zich wel af of er naast de projecten van Zita Swoon Group nog concerten van Zita Swoon als popband gepland zijn.
Pagina 169 van 257
Algemeen kan de vraag worden gesteld of een dergelijk ensemble niet meer moet kunnen steunen op eigen inkomsten. Het agentschap vindt ook dat sommige inkomsten onderschat zijn (verkoop cd’s). 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begrotingsposten werden voldoende toegelicht. Belangrijk is dat de opbrengsten van de podiumactiviteiten van Stef Kamil Carlens die hij doet los van ZWG toch worden opgenomen in de begroting van Wolvin wat voor extra inkomsten zorgt. De komende jaren gaat het om twee projecten ‘Oh Death’ en ‘Une fois en France’. Er zijn inkomsten voorzien uit verkoop cd’s. De uitkoopsommen bedragen gemiddeld 7.500 euro voor het binnenland en tussen 6000 en 8000 euro voor het buitenland. Dit geeft voor het binnenland een totaal van 115.500 euro en voor het buitenland een totaal van 186.000 euro). De eigen inkomsten bedragen 79 % van de totale inkomsten wat een grote stijging is ten opzichte van 2010 (amper 41 %). Het agentschap stelt vast dat voor twee creaties een bedrag van 19.554,94 euro kosten wordt overgedragen naar 2014. Het agentschap had graag hieromtrent meer toelichting gehad. Als men van deze twee projecten abstractie maakt, dan zouden de eigen inkomsten 57,2 procent bedragen. Het agentschap vindt de inkomsten uit cd-producties (9.925 euro) wel laag. Duizend cd’s is weinig voor een groep met een dergelijk renommee. Ook vraagt het agentschap zich af of er geen inkomsten uit Sabam zijn. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de meeste voorgelegde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het Kunstendecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie licht toe dat het aantal activiteiten in de actieplannen 2011 en 2012 – respectievelijk 39 en 88 – niet alleen betrekking heeft op deze van de Zita Swoon Group, maar ook op deze van Stef Kamil Carlens. Ook wordt duidelijk gemaakt dat ‘People with White Sticks’ een project is van Zita Swoon Group en niet van Zita Swoon. De organisatie licht verder toe dat Zita Swoon noch in 2010 noch in 2011 concerten heeft gerealiseerd met zijn poprepertoire 1993-2009 en ook dat de shows niet meer worden aangeboden voor verkoop. Het agentschap blijft het moeilijk hebben met het onderscheid Zita Swoon Group en Zita Swoon. De organisatie verduidelijkt hoeveel de musici per repetitie/concert verdienen. Het agentschap kan zich vinden in de opmerking van de organisatie dat het niet gemakkelijk is om meer inkomsten te genereren uit de verkoop van cd’s, te wijten aan o.a. het kopiëren en illegaal downloaden van muziek en legale media als Spotify. De organisatie maakt ook de berekening van de auteursrechten die door de activiteiten 2013 zouden kunnen gegenereerd worden. Het bedrag dat op die manier wordt bekomen, moet worden verdeeld tussen de auteur en de componisten. Volgens de organisatie zou dit geen belangrijke financiële inbreng voor de werking betekenen. Het agentschap
Pagina 170 van 257
begrijpt dit laatste niet goed. Het agentschap kan akkoord gaan met de transfer van een aantal creatiekosten van 2013 naar 2014, omdat boekhoudkundig gezien de kosten moeten worden toegewezen aan het jaar waarin de hoofdactiviteit valt. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 171 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-017
Organisatie:
Anima Eterna Brugge
Gevraagd bedrag:
980.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Anima Eterna werd in 1987 opgericht door Jos Van Immerseel, die het orkest nog steeds leidt. Hij is de centrale figuur, niet alleen als dirigent maar ook als gerenommeerd pianofortespeler/pianist. Het repertoire reikt van Monteverdi tot Gershwin, met nadruk op de periode vanaf Mozart. Anima Eterna doet aan kritisch onderzoek en bereikt een grote authenticiteit door op instrumenten te spelen uit de tijd van de componisten. Per jaar verzorgt het orkest een vijftal nieuwe producties. Sinds 2003 is Anima Eterna orkest in residentie in het Concertgebouw Brugge. De samenwerking met de stad Brugge wordt verlengd tot 2016 en heeft tot gevolg dat het gezelschap nu Anima Eterna Brugge heet. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Anima Eterna Brugge heeft een duidelijke visie op de manier waarop het muziek wil maken. Het orkest legt zich toe op de historische uitvoeringspraktijk. Er wordt daarbij consequent gekozen voor een instrumentarium dat in staat is tot een klankbeeld dat past bij de muziek uit een bepaalde periode. Het ensemble heeft een eigen muzikale taal ontwikkeld en heeft een specifieke en herkenbare klank. Het brengt vooral het ijzeren repertoire, maar doet er wel iets interessants mee. De sterktes van het orkest liggen dan ook in het muzikale onderzoek en de visie van Jos Van Immerseel. De cd-producties die hieruit voortvloeien zijn van hoge kwaliteit en vormen de basis van de totale werking van het orkest. Naast het standaardrepertoire legt Anima Eterna Brugge in de periode 2013-2016 de focus op muziek uit de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw. Voor 2013 stelt Anima Eterna Brugge vijf programma's voor, maar geeft niet duidelijk aan wat nieuw en wat bestaand repertoire is. Anima Eterna Brugge heeft een vaste kern van twintig muzikanten, maar het moet die kern vaak uitbreiden en doet daarvoor een beroep op een hele pool aan orkestmuzikanten en solisten. Dit zijn stuk voor stuk topmuzikanten, maar ze zijn actief in verschillende binnen- en buitenlandse ensembles. Dit belet Anima Eterna Brugge in wezen om voluit te kunnen gaan. Anima Eterna Brugge heeft een groot respect voor de expertise van de eigen muzikanten, wat blijkt uit het feit dat de solisten vaak uit de vaste kern gekozen worden. Het wil die expertise ook doorgeven aan de volgende generaties muzikanten. Dit wordt onder meer gekaderd in een educatief project in samenwerking met het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en deSingel, waarbij studenten ook kunnen kennismaken met de verschillende instrumententypes via masterclasses. 1.3
Profilering en positionering
Anima Eterna Brugge profileert zich als een orkest dat zich toelegt op de historische uitvoeringspraktijk. Door breed te gaan in de tijd ontstaan er meerdere orkesten, maar omdat Jos Van Immerseel de gangbare aanpak van elke muziek steeds weer in vraag
Pagina 172 van 257
stelt, stoft hij het ijzeren repertoire af en komt Anima Eterna Brugge telkens weer tot een oorspronkelijke manier van interpreteren. Anima Eterna Brugge bekleedt trouwens een unieke positie in Vlaanderen precies omdat het ook de uitvoeringspraktijk van muziek uit recentere periodes historisch in vraag stelt. 1.4
Langetermijnvisie
Anima Eterna Brugge heeft ambitieuze plannen voor de toekomst en schreef die neer in een zevenpuntenplan, waarbij men onder meer op consequente wijze verder wil bouwen aan het repertoire en dat wil uitbreiden naar steeds latere periodes in de muziekgeschiedenis. Het dossier geeft ook te kennen dat men reeds nadenkt over de continuïteit van het orkest nadat Jos Van Immerseel op pensioen gaat en dat men dus op zoek wil gaan naar een opvolger, maar hoe men dat wil aanpakken wordt niet concreet gemaakt. Men stelt enkel dat het orkest te weinig geld heeft om een gerenommeerde dirigent aan te trekken en dat het proces geleidelijk zal gebeuren, dus na 2016. Voor een orkest met deze ambitie is dat onvoldoende en te vaag qua langetermijnvisie. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Anima Eterna Brugge heeft een goede reputatie en uitstraling in eigen land, maar slechts een beperkt deel van de concerten vindt plaats in België (voor 2013 gaat het om acht van de zevenentwintig geplande concerten). Het orkest wijt dit aan een gebrek aan geschikte ruimtes in eigen land en het feit dat maar weinig binnenlandse organisatoren de middelen hebben om de uitkoopsom van een groot orkest te betalen. Daarom is het naar eigen zeggen als het ware verplicht zich te beperken tot het Concertgebouw Brugge, Bozar in Brussel en deSingel in Antwerpen. Slechts af en toe treedt Anima Eterna Brugge op in kleinere locaties, maar dan met een aangepast programma. De Beoordelingscommissie Muziek kan maar ten dele meegaan in deze redenering, want er zijn in Vlaanderen zeker nog meer podia waar een symfonieorkest kan optreden. Het dossier vermeldt dat er pogingen zijn om ook in Wallonië te spelen, maar dit verloopt moeizaam. Internationaal kan Anima op veel waardering rekenen. Zo ging het een samenwerking aan met l’Opéra de Dijon in Frankrijk. Voor de verkoop in het buitenland doet Anima beroep op een aantal degelijke concertagenten. De cd-uitgaven zijn een goede hulp bij de internationale positionering, maar leggen soms ook probleemsituaties bloot. Ondanks een goede cd-verkoop krijgt het orkest moeilijk voet aan de grond in het Verenigd Koninkrijk omdat de eigen Britse orkesten beschermd worden. De aanwezigheid in het buitenland beperkt zich in 2013 tot drie landen, met name Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. Of de ambities om ook in Azië en Zuid-Amerika door te breken realistisch zijn, zal nog moeten blijken. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Anima Eterna Brugge is een begrip in Vlaanderen en mag zich terecht ambassadeur van de Vlaamse muziek noemen. De intensieve samenwerking met het Concertgebouw Brugge is zeker een goede zaak. Het orkest kan zijn meerwaarde voor de regio verder uitbouwen door een weldoordachte binnenlandse aanwezigheid op verschillende niveaus, zowel binnen het concertleven als binnen de kunsteducatie. Het aandeel van de binnenlandse concerten in de totale werking moet zeker uitgebreid worden.
Pagina 173 van 257
1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het maatschappelijk belang van Anima Eterna Brugge situeert zich vooral in het onderzoek naar de historische uitvoeringspraktijk en in de educatieve werking. Binnen dit educatieve luik worden er lecture-performances voorzien rond werken die men daar geschikt voor acht, er zijn open repetities en ook probeert men de belangstelling bij kinderen te wekken. In het Conservatorium van Antwerpen worden zogenaamde onderdompelsessies georganiseerd voor muziekstudenten die op een intensieve wijze geconfronteerd worden met de evolutie van hun instrument. Daarna krijgen de besten masterclasses. 1.8
Samenwerking en netwerking
Concertgebouw Brugge is de belangrijkste partner van Anima Eterna Brugge. Deze residentie wordt verlengd en de samenwerking wordt uitgebreid, zowel wat betreft de communicatie, de logistiek als de programmering. Alle repetities vinden plaats in het Concertgebouw en alle nieuwe producties gaan er in première. Deze samenwerking is vastgelegd in een raamovereenkomst. Ook de stad Brugge is een structurele partner. Het stadsbestuur stelt aan Anima Eterna Brugge kantoren ter beschikking tegen een gunstige huurprijs in een vijftienjarige concessie. Verder is er een goede samenwerking met de Dienst Toerisme van de stad. De Opéra de Dijon wordt in het dossier vermeld als een buitenlandse structurele partner voor de periode 2013-2016, maar de concrete invulling van de samenwerking blijft vooralsnog vaag. Men heeft het over drie concerten per seizoen de eerstvolgende drie jaar en een sociaal-educatief project per jaar. Er is geen samenwerkingsovereenkomst toegevoegd. Verder zijn er afspraken met Bozar en deSingel voor de uitvoering van een minimumaantal concerten per jaar. Er zijn plannen voor een artistieke samenwerking met Collegium Vocale Gent. Voor de educatieve werking zit Anima Eterna Brugge in een traject met deSingel en Muziekconservatorium Antwerpen. Er is ook een degelijke netwerking op internationaal vlak, via impresariaten, agenten en belangenorganisaties. 1.9
Publieksgerichtheid
Ook al organiseert Anima Eterna Brugge zelf geen concerten, toch doet de organisatie inspanningen op het vlak van publiekswerking en -werving. Zo ziet men de educatieve projecten als de lecture-performances en de open repetities als een mogelijkheid om nieuw publiek aan te boren. Verder heeft het orkest een uitgebreide website, een nieuwsbrief die 1.300 mensen bereikt en een fanpagina op Facebook. De Beoordelingscommissie Muziek merkt op dat de website van Anima Eterna Brugge uitsluitend in het Engels is opgesteld. Dit is niet echt in overeenstemming met de doelstelling van het orkest om iedere Vlaming te willen bereiken. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De artistieke werking van Anima Eterna Brugge is vrij divers, maar het orkest gaat geen interculturele uitdagingen aan. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context, vindt de commissie echter aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak.
Pagina 174 van 257
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Anima Eterna Brugge vraagt een subsidiebedrag dat fors hoger ligt dan in de vorige periode, bedoeld om de sociaal-educatieve werking met de partners uit te bouwen. In feite is deze werking het initiatief van de partnerorganisaties (Concertgebouw Brugge en de Opéra de Dijon). De commissie is van oordeel dat deze verhoging niet gefundeerd is. De omkadering bestaat vanaf 2012 uit vijf personen in loondienst, samen goed voor 4,8 voltijdse equivalenten, maar daarnaast zijn er nog de artistiek leider, de zakelijk leider en een technisch-artistiek medewerker die als zelfstandigen werken. Deze personeelsbezetting is gigantisch, zeker gelet op het relatief kleine aantal concerten dat het orkest speelt. Jos Van Immerseel passeert meerdere keren langs de kassa. Zo krijgt hij bijvoorbeeld, maar wordt hij ook nog eens vergoed voor het dirigeren van het ensemble en voor zijn werk als solist. De vergoedingen van de muzikanten liggen niet echt hoog. Ze krijgen trouwens eenzelfde brutosom voor concertdagen als voor repetitiedagen. De reis- en verblijfskosten zijn enorm hoog, ook voor de binnenlandse concerten. Dit laatste heeft wellicht te maken met het engageren van een groot aantal buitenlandse muzikanten. Anima Eterna Brugge voorziet 75.000 euro aan inkomsten uit sponsoring. Dat bedrag lijkt overschat. Anima Eterna Brugge is een van de paradepaardjes van het Vlaamse cultuurgebeuren en verdient ondersteuning voor zijn kwaliteit, dynamiek en visie. Dit neemt niet weg dat de hierboven vermelde opmerkingen ernstige bedenkingen oproepen. De commissie is van mening dat de subsidie die het orkest vraagt, hoog is in verhouding tot het aantal muzikanten en tot het aantal geplande concerten. De subsidie per concert is zeker veel te hoog. Dit is trouwens in de lopende periode ook al het geval. Het artistieke en het zakelijke beleidsplan sluiten dus niet op elkaar aan. Om deze reden adviseert een meerderheid binnen de commissie om een subsidiebedrag toe te kennen dat lager ligt dan de huidige subsidie. Een minderheid binnen de commissie adviseert om het orkest een beperkte subsidieverhoging toe te kennen, rekening houdend met de gestegen kosten omwille van indexering en anciënniteit. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het inhoudelijke concept, de langetermijnvisie, de uitstraling, samenwerking en enkele zakelijke opmerkingen. De commissie neemt nota van de verduidelijkingen, maar geeft aan dat deze niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Op het vlak van de langetermijnvisie geeft de commissie mee dat de door het ensemble aangehaalde marktwaarde los staat van het gegeven van subsidiëring. De commissie noteert dat de samenwerking met de stad Brugge niet minstens tot 2016, maar minstens tot 2024 loopt. Ook bij de zakelijke elementen vindt de commissie geen verduidelijkingen die een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. De commissie is van oordeel dat het ensemble zijn werking moet kunnen verderzetten zonder een substantiële verhoging van het subsidiebedrag.
Pagina 175 van 257
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 176 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-017
Organisatie:
vzw Anima Eterna Brugge
Gevraagd bedrag:
980.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Anima Eterna werd in 1987 opgericht als barokorkest bestaande uit 17 musici onder leiding van Jos Van Immerseel. Het orkest is gespecialiseerd in de historische uitvoeringspraktijk van een breed repertoire. De bezetting kan oplopen tot 83 musici. Het ensemble werkt alleen met historische instrumenten. Momenteel krijgt de organisatie na besparing een subsidie van 789.319,53 euro. Voor de komende periode wordt een gemiddeld bedrag van 980.000,00 euro gevraagd en dus een stijging met 190.680,47 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Anima Eterna wordt al lang structureel gesubsidieerd. Voor de periode 2007-2009 kreeg het orkest een werkingssubsidie van 800.000 euro en realiseerde toen 86 concerten. Voor de beleidsperiode 2010-2012 kreeg Anima een subsidie van 830.000 euro die na besparing in 2010 verminderd werd tot 809.092,3 euro en tot 789.319 euro in 2011. De gevraagde subsidie voor de periode 2010-2012 bedroeg toen 1.124.132 euro. In 2010 speelde Anima 39 concerten verspreid over 10 projecten, waarvan 30 concerten in het buitenland. In de beleidsplannen 2011 en 2012 is sprake van respectievelijk 29 concerten verspreid over 9 projecten, waarvan 21 in het buitenland en 21 concerten verspreid over 5 projecten, waarvan 12 in het buitenland. Begin 2011 was de financiële toestand van de organisatie niet goed met een negatief eigen vermogen van 83.579,17 euro. Het werkingsjaar 2010 sloot af met een verlies van 31.628,23 euro. De opgebouwde schuld heeft te maken met een andere manier van boeken van royalty’s vanaf 2008 waardoor de inkomsten 2009 lager lagen dan begroot, en dit samen met een kredietnota van de Franse rechtenorganisatie waaruit bleek dat Anima ten onrechte 20.814 euro aan rechten had gekregen tijdens de jaren 2005 een 2006 wat leidde tot een verlies van bijna 20.000 euro in 2009. In 2010 werd dan ook nog eens de subsidie Vlaamse Gemeenschap verminderd wat leidde tot een deficit van 83.579 euro. Dit deficit moet worden weggewerkt tegen 2012 door een vermindering van het aantal projecten in 2011 en vooral in 2012. Langs de inkomstenzijde worden de uitkoopsommen in het buitenland gemaximaliseerd. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Anima Eterna wil de komende beleidsperiode zijn repertoire uitbreiden met interessante muziek uit de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. De nadruk zal worden gelegd op het repertoire van Mozart tot muziek van ca. 1950 wat niet betekent dat er geen barokprojecten meer geprogrammeerd zouden worden. Elk jaar voorziet het orkest ook één cd-opname. Dit gebeurt vanaf 2012 op basis van live opnamen omdat dit kostenbesparend werkt. Verder zijn er ook een aantal radio- en televisiecaptaties voorzien. Het orkest wil dit brengen met een harde kern van een 20-tal musici maar wil deze pool uitbreiden met jonge musici. Anima Eterna wil 8 à 10 concerten per jaar in
Pagina 177 van 257
eigen land spelen. Het aantal concerten dat Anima Eterna in het buitenland speelt ligt veel hoger. Voor de nieuwe periode wil Anima Eterna een prioriteit maken van de internationale speelplekken en wil o.a. om het jaar een intercontinentale concerttournee plannen. Voor 2013 zijn er een vijftal concerten in de USA voorzien (onder voorbehoud). Het orkest wil minimaal vijf producties/jaar brengen waarvan 2 in kleinere bezetting (1035 musici), 1 in middelgrote bezetting (35-50 musici) en 2 in grote bezetting (50-83 musici). De planning voor de komende jaren wordt als bijlage bij het dossier gevoegd. Daaruit blijkt dat er voor 2013 vijf producties gepland zijn met een bezetting gaande van 31 tot 81 musici + dirigent en solist. In totaal gaat het om 27 concerten waarvan 19 in het buitenland. Telkens wordt het programma opgegeven, de bezetting, de kalender met repetitie-en concertperiode, het aantal geschatte concerten en opties en een begroting. Het agentschap stelt vast dat heel wat concerten nog niet vastliggen en er ook nog wat opties zijn. Als men alles optelt komt men aan 52 concerten. Anima heeft ook een educatieve werking. Studenten van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen kunnen een masterclass volgen onder leiding van een coach en kunnen zelfs gaan participeren in een repetitie. 3.2
Samenwerking en netwerking
Anima Eterna wil de samenwerking met Collegium Vocale Gent verder uitbreiden. Het heeft zijn residentie in het Concertgebouw Brugge. De samenwerking werd verlengd tot 2016 en wordt ook verder uitgebouwd zowel wat de communicatie als de programmering betreft. Elke nieuwe productie zal in het Concertgebouw worden gebracht. Ook alle repetities vinden er plaats. Alle nieuwe producties van Anima worden in het Concertgebouw voorgesteld (ca. 3 per seizoen). In Brussel is er het partnerschap met Bozar met minimum 2 concerten. In 2013 nodigt Klara Anima uit voor haar openingsconcert. Ook wordt de samenwerking met deSingel verder gezet met minimaal 1 concert per jaar. De kunsteducatieve werking wordt verder uitgebouwd met deSingel en het Conservatorium. Verder is er ook de samenwerking met de Opéra van Dijon met minimaal 3 concerten per seizoen. Ook zal Anima ca. 1 keer om de twee jaar te gast zijn in Amuz. Bedoeling is ook om de samenwerking met de 8 afdelingen van het Festival van Vlaanderen te versterken. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke kost bedraagt 1.361.611 euro of 71 % van de totale uitgaven (1.918.540 euro). De totale lonen zijn 1.136.776 euro of 59 % van de totale uitgaven. De artistieke verloning bedraagt 747.233 euro of 66% van de totale lonen. Wat de lonen van de musici betreft, hanteert Anima sinds jaren het bruto bedrag van 166,09 euro per gepresteerde dag (repetitiedag, concertdag of opnamedag). Vanaf 2013 wordt dit bedrag opgetrokken naar 185 euro. Ook de séjours worden verhoogd. De totale loonkost bedraagt 219.706,1 euro. De omkadering bestond uit 3,8 vte. Vanaf januari 2012 uit 4,8 vte omdat er een medewerker werd aangeworven voor de externe communicatie, de ‘Anima Tribune’ en het educatieve luik. Naast deze 4,8 vte is er ook een artistieke en een zakelijk leider en een of twee technische medewerkers die op zelfstandige basis werken. De omkadering is dus groot in verhouding tot de 27 concerten die vastliggen. Zelfs als men er van uitgaat dat alle opties worden gerealiseerd, en er 50 concerten zouden kunnen worden gespeeld, dan nog blijft de omkadering zwaar. Sinds februari heeft Anima Eterna zijn kantoren in de Brugse Ezelpoort (15-jarige concessie) tegen een gunstige huurprijs. De naam van Anima Eterna werd om die reden veranderd in Anima Eterna Brugge. 3.4
Publieksgerichtheid
Het publiek van Anima Eterna is heel divers. Het agentschap vindt de aanwezigheid in Vlaanderen en Brussel belangrijk. Het eerste project van 2013 is een project dat zowel
Pagina 178 van 257
voor kinderen als volwassenen toegankelijk is. Belangrijk in de communicatie is ‘The Anima Tribune’, een 4-talige krant die naar 4.000 adressen wordt verstuurd. Daarnaast is er de uitgebreide website, de nieuwsbrief (1.300 mensen) en sociale media met een fanpagina op Facebook. Er werd een medewerker aangetrokken die zich bezig houdt met het educatieve luik. Er worden lecture-performances voorzien rond werken die er geschikt voor zijn. In 2013 is dat rond Le Sacre en een werk van Mozart. Jongeren en Bruggelingen worden uitgenodigd om open repetities bij te wonen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Wat het aantal concerten betreft is er geen echt groeipad. Het gaat om 27 concerten die min of meer vastliggen. Het orkest moet wel meer inspanningen doen om concerten in Vlaanderen te spelen. Anima geeft heel duidelijk aan waarvoor ze de subsidies wil gebruiken: om kwalitatief hoogstaande projecten te repeteren, om de expertise aan de volgende generaties door te geven door middel van o.a. masterclasses, voor de uitbouw van de socio-educatieve werking met de partners, voor het voeren van promotie, voor het personeel en de algemene kosten. Het agentschap vindt bepaalde kosten te hoog, inzonderheid reis-en verblijfkosten, verloning van de artistieke leider (75.000 euro) die daarna ook nog eens vergoed wordt voor zijn dirigeerwerk en voor zijn werk als solist. De omkadering is zwaar. Het agentschap vindt een vermeerdering van de subsidie met ongeveer 190.000 euro dan ook niet gerechtvaardigd. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 52,65 % van de totale inkomsten (in 2010 was dit 55 %) en bestaan uit royalty’s op de internationale cdverkoop (25.000 euro), eigen verkoop (5.500 euro), uitkoopsommen van 27 concerten: (217.644,76 euro binnenland) en 585.270,43 euro (buitenland), sponsoring en schenkingen (75.000 euro). Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap is er nog een convenantsubsidie van 30.000 euro van de Provincie West-Vlaanderen. De reis – en verblijfkosten zijn heel hoog, zelfs de hotelkosten in het binnenland. Er is zelfs sprake van een bedrag van 50.000 euro voor één productie. Dit komt omdat een aantal mensen uit het buitenland komen. In het dossier is daarover echter geen verdere informatie te vinden. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van voorgelegde plannen haalbaar. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Anima Eterna Brugge beantwoordt én één van de voorziene organisatievormen binnen het muziekdecreet, namelijk de muziekensembles.
Pagina 179 van 257
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie dankt vooreerst het agentschap voor het vertrouwen. Het agentschap stelt dat er 52 concerten voor 2013 zijn gepland. Volgens de organisatie is dit fout en gaat het om 20 bevestigde concerten en een tiental opties in vijf verschillende landen. Het agentschap meent echter uit bijlage 4 van het aanvraagdossier te kunnen afleiden dat het wel degelijk om 52 activiteiten gaat, inclusief opties en mogelijke concertdata. Zo telt het agentschap voor productie 1: 3 concerten + 5 mogelijke concertdata + 1 optie Parijs + Frankrijk en voor productie 2: 1 concert + 9 concertdata + 1 optie Brussel + 1 optie Brugge + Hasselt en Frankrijk. Het misverstand is mogelijk te wijten aan het feit dat het agentschap de mogelijke concertdata als activiteit heeft meegeteld. Het agentschap neemt er nota van dat niet alle repetities in het Concertgebouw Brugge plaatsvinden, dat de educatieve medewerker zich niet voltijds met het educatieve luik bezig houdt en tenslotte dat het niet gaat om twee extra zelfstandige technisch-artistieke medewerkers die zijn aangeworven. Het agentschap blijft bij zijn standpunt dat 4,8 vte en een zakelijke en een artistieke leider veel is als omkadering. De organisatie benadrukt dat de gevraagde verhoging van het subsidiebedrag gebaseerd is op een verdere groei van 27 tot een veertigtal concerten per jaar. De organisatie deelt de mening van het agentschap dat de reis-en verblijfskosten hoog zijn. Het agentschap blijft 75.000 euro een hoog bedrag vinden voor de vergoeding van Jos Van Immerseel als artistiek directeur, ook omdat hij daarnaast 17.145 euro ontvangt voor het dirigeren van 27 concerten en 19.000 euro voor het spelen als solist in 17 concerten, samen goed voor een kostenplaatje van 111.145 euro. De organisatie is natuurlijk vrij om een dergelijk bedrag uit te betalen, maar het agentschap vindt dat dit dan niet met subsidiemiddelen moet gebeuren. Het agentschap neemt er ook nota van dat de convenantsubsidie van 30.000 euro van de provincie West-Vlaanderen nog niet verworven is. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 180 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-018
Organisatie:
Il Fondamento
Gevraagd bedrag:
515.020,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Il Fondamento is een barokensemble dat al tweeëntwintig jaar bestaat. De centrale figuur is Paul Dombrecht. Het ensemble werkt met een vaste kern van muzikanten. Il Fondamento speelt het ruime barokrepertoire, maar heeft daarbij ook aandacht voor minder bekende componisten als Zelenka, Fasch, Heinichen, Hertel, Gossec, Rosetti, Arriaga, Spohr, Pleyel, Gyrowetz en Witt. Deze werden door Paul Dombrecht en Il Fondamento reeds vaak schitterend verdedigd. Il Fondamento heeft een aantal mooie cd-opnames gerealiseerd, sommige met muziek van minder bekende componisten. Op de grote podia in eigen land (deSingel, Bozar, Concertgebouw Brugge) komt Il Fondamento niet of nauwelijks aan bod. Mede als reactie daarop heeft het ensemble inspanningen gedaan om in de culturele centra te spelen. Momenteel is de zetel van het ensemble gevestigd in Brussel, maar door de hoge huurkost en het ontbreken van enige steun van stad en provincie denkt men eraan om te verhuizen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Il Fondamento speelt onder meer muziek uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Door onderzoek probeert het ensemble een verfrissende kijk te geven op deze muziek van de 'galante stijl'. Verbanden leggen tussen bekende en minder bekende muziek van de aangegeven periode is een duidelijke rode draad binnen de werking van het ensemble. Il Fondamento heeft veel respect voor de historische context en blijft investeren in kwaliteit van de uitvoeringen. De programma’s voor 2013 tot 2016 zijn opnieuw een mix van toppers uit het repertoire en werken van minder bekende componisten uit het classicisme en de barok. Voor 2013 worden er vijf programma’s voorgesteld. Er wordt ook een muziektheaterproductie gebracht, ‘Dido verlaten’, met Jos Verbist als verteller. Het is wel niet duidelijk of dit een eigen productie of een coproductie is. Ook voor de daaropvolgende jaren stelt Il Fondamento een boeiend programma voor, maar enkel 2013 is reeds concreet wat podia betreft. Per project voorziet men een viertal concerten, met uitzondering van de muziektheaterproductie ‘Dido verlaten’. Il Fondamento weet mooie resultaten te bereiken met een vast samengestelde groep van Vlaamse muzikanten waarin Paul Dombrecht fors heeft geïnvesteerd. 1.3
Profilering en positionering
Il Fondamento profileert zich als een middelgroot barokensemble met aandacht voor de historische context van de muziek. In de afgelopen decennia is het aantal ensembles van oude muziek explosief gegroeid, maar Il Fondamento neemt in dit segment toch een unieke positie in, enerzijds omdat het ook aandacht besteedt aan minder bekende componisten en anderzijds omdat het voornamelijk werkt met een vaste kern van Vlaamse muzikanten.
Pagina 181 van 257
1.4
Langetermijnvisie
Het dossier geeft blijk van een artistieke langetermijnvisie. Deze visie is goed omschreven en er worden voldoende details gegeven om vertrouwen te hebben in het dossier. De geplande concertreeksen voor de komende periode tonen deskundigheid, al zou wat meer uitleg bij bepaalde projecten wenselijk zijn. Ook de langetermijnvisie over de internationale werking lijkt goed overdacht en verdient waardering. Het ensemble wil opnieuw meer investeren in de internationale speelmogelijkheden, al is het door de huidige economische crisis moeilijker dan vroeger om uitkoopsommen te krijgen die de hoge kosten van het reizen met een groter ensemble kunnen coveren. Het is duidelijk dat de inbreng, de uitstraling en het talent van Paul Dombrecht voor een groot deel de sterkte van Il Fondamento uitmaakt. Dit is echter ook een zwakte omdat het ensemble in feite volledig afhankelijk is van één muzikale persoonlijkheid. Als deze laatste zou wegvallen, dreigt het hele ensemble te verdwijnen. Aan deze kwestie wordt in het dossier echter geen aandacht besteedt. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Er schort iets aan de landelijke uitstraling van Il Fondamento, want het ensemble wordt te weinig geprogrammeerd door de grote concertorganisatoren in Vlaanderen. Dit heeft wellicht ook te maken met de grote concurrentie in het segment van de barokmuziek en met het feit dat Il Fondamento minder bekend repertoire brengt, maar toch heeft men de indruk dat het ensemble zichzelf niet goed weet te verkopen. Nochtans kan men stellen dat Il Fondamento landelijk goed aanwezig is. Het publiek kan concerten van het ensemble bijwonen in verschillende regio’s in Vlaanderen. Dit komt vooral omdat Il Fondamento zijn programma’s aan de culturele centra aanbiedt aan relatief lage uitkoopsommen. Internationaal heeft Il Fondamento nog steeds een duidelijke uitstraling die grotendeels gebonden is aan de figuur van Paul Dombrecht en krijgt het ensemble ook speelkansen. Hiervoor werkt men samen met Adela Sanchez Producciones voor de spreiding in Spanje en met Mary Kaptein Management voor andere West-Europese landen. In 2012 plant het ensemble 26 concerten te realiseren waarvan de verhouding voor binnen en buitenlandse concerten 14/12 is. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Het aanbod dat Il Fondamento brengt in de culturele centra is uniek. Op die manier wordt barokmuziek ook eens buiten de gespecialiseerde podia uitgevoerd. Er zijn weinig of geen andere barokensembles die iets vergelijkbaars doen. De zoektocht naar muziek uit de stijlperiodes waaruit Il Fondamento put, blijft een meerwaarde, vooral omdat er ook oog is voor muziek uit onze contreien. Naast de vaste muzikanten krijgen jonge Vlaamse muzikanten de kans om mee te werken. Ook in die zin biedt Il Fondamento een meerwaarde voor Vlaanderen. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Il Fondamento biedt kansen aan muzikanten die zijn opgeleid aan de Vlaamse conservatoria. Ook de concerten die in CC´s worden gebracht bieden een meerwaarde. 1.8
Samenwerking en netwerking
Op artistiek vlak werkt Il Fondamento op regelmatige basis samen met het Vlaams Radio Koor. Dit koor wordt betrokken bij een aantal uitvoeringen van topwerken. Paul
Pagina 182 van 257
Dombrecht slaagt erin de verworvenheden van de oude muziekpraktijk door te geven aan het Vlaams Radio Koor. Dit getuigt van zijn pedagogische en artistieke kwaliteiten. In eigen land heeft Il Fondamento een netwerk bestaande uit Amuz, Academiezaal SintTruiden, Muziekcentrum De Bijloke en een aantal culturele centra. De internationale netwerking van het ensemble is uitgebreid en toont continuïteit. 1.9
Publieksgerichtheid
De programma’s van Il Fondamento zijn publieksgericht. Zelfs het minder bekende repertoire is zeer toegankelijke muziek die goed in het oor ligt bij een ruim publiek. Door de keuze om samen te werken met culturele centra bereikt Il Fondamento wellicht een ruimer publiek. De website en de nieuwsbrief zijn voor Il Fondamento de belangrijkste communicatiekanalen naar het publiek toe. Over gebruik van sociale media wordt in het dossier niets vermeld en is er ook niets te vinden op de website. Ook cd-opnames zijn voor Il Fondamento belangrijk om het contact met het publiek te onderhouden, maar er wordt slechts om de twee à drie jaar een nieuwe opname gepland. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Binnen het genre van de barokmuziek heeft Il Fondamento zeker aandacht voor diversiteit. Voor 2014 is wel een project gepland met de naam ‘Oriental sounds’, maar dit betreft enkel de uitvoering van werken van Europese componisten die zich lieten inspireren door muziek van oosterse culturen. Er zijn verder geen aanwijzingen dat Il Fondamento aandacht heeft voor diversiteit en interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Il Fondamento vraagt een forse verhoging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode. Deze subsidieverhoging wordt niet echt verantwoord in het dossier, want er wordt voor de periode 2013-2016 geen groei voorzien. Il Fondamento zegt enkel dat het huidige subsidiebedrag te laag is om zijn werking optimaal te kunnen uitvoeren, vooral dan de internationale werking. Nochtans slaagt het ensemble erin om in het buitenland opvallend mooie uitkoopsommen te bedingen (voor 2013 gemiddeld 19.000 euro). Het is vreemd dat deze niet voldoende zouden zijn om de kosten te betalen, vooral daar de hotelkosten ook door de organisator betaald worden. Voor de concerten in eigen land zijn de uitkoopsommen veel lager (gemiddeld 6.714 euro), maar toch ook niet slecht. Il Fondamento is om meerdere redenen een uniek barokensemble. De Beoordelingscommissie Muziek wil Il Fondamento steunen, maar ze ziet geen reden om de subsidie fors te verhogen. Ze kan enkel meegaan in een beperkte subsidieverhoging, rekening houdend met de gestegen kosten omwille van indexering en anciënniteit. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 183 van 257
3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 184 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-018
Organisatie:
vzw Il Fondamento
Gevraagd bedrag:
515.020,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Il Fondamento zal 24 jaar bestaan in 2013. Het ensemble is uitsluitend actief op het vlak van de muziek uit de 18 de en 19 de eeuw en is gespecialiseerd in de historische uitvoeringspraktijk. Het ensemble realiseerde tot op heden 22 cd’s. Voor de periode 2010-2012 kreeg het ensemble na besparing een subsidie van 288.056,36 euro. Dit betekent dus een stijging met 226.963,64 euro ten opzichte van de vorige subsidieperiode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Il Fondamento werd tot op heden steeds structureel gesubsidieerd. Voor de periode 2007-2009 kreeg het ensemble nog 490.000 euro en speelde 67 concerten. In 2010 werden er een dertigtal concerten gespeeld. Het actieplan 2011 heeft het over 14 concerten in België en 11 concerten in het buitenland, totaal 25 concerten. In het actieplan 2012 wordt het aantal concerten niet vermeld. Het orkest heeft een aanzienlijke internationale werking. Het ensemble heeft zijn artistiek parcours moeten aanpassen wegens 40 % minder overheidssteun. Op zakelijk vlak schortte er heel wat de laatste jaren maar dit lijkt nu achter de rug. De gecumuleerde verliezen werden ook weggewerkt zodat de organisatie nu over een positief eigen vermogen van 59.284 euro beschikt per 1.1.2011. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het ensemble werkt verder aan zijn artistiek parcours met als kerntaak het brengen van historische uitvoeringen op authentieke instrumenten waarbij wel wordt geëvolueerd naar muziek van latere stijlperiodes. Hiervoor heeft men een grotere bezetting nodig. Per jaar wordt opgegeven welke de nieuwe producties zijn maar dit beperkt zich tot opgave van het programma, de samenwerkende partners, de solisten en het aantal concerten dat wordt gepland. Dit gebeurt allemaal op een summiere manier. Over de bezetting wordt er niet gesproken. De keuze van de werken wordt ook niet gemotiveerd. Het ensemble kan rekenen op een vaste kern van musici. Er wordt uitgegaan van een basisbezetting van 15 musici, die voor sommige programma’s wordt uitgebreid met jonge musici. Er wordt vooral met Belgische musici gewerkt. Voor 2013 worden er 5 producties gepland met in totaal 25 concerten waarvan 11 in het buitenland. Het ensemble probeert om voldoende aanwezig te zijn op Vlaamse podia en doet dit in 2013 met de productie ‘Dido’ in een aantal Vlaamse culturele centra. Er worden vaak ook masterclasses georganiseerd als het orkest in het buitenland speelt. Tijdens de volgende subsidie periode zijn er ook twee cd-opnames voorzien. Doelstelling blijft om elke 2 à 3 jaar een cd-opname op de markt te brengen.
Pagina 185 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
Il Fondamento werkt samen met een aantal podia, vooral Muziekcentrum De Bijloke Gent en de Academiezaal Sint-Truiden. Met de Academiezaal Sint-Truiden bestaat er al jaren een samenwerkingsovereenkomst waarbij jaarlijks een programma van Il Fondamento wordt gebracht. Deze samenwerkingen zijn nogal oppervlakkig. Er wordt niets gezegd over eventuele mogelijkheden om er te repeteren. Op productioneel vlak is er samenwerking met o.a. het VRK (in 2013 met de ‘Messiah’ en in 2014 met de Lukaspassie bijvoorbeeld). Er werd daarbij overeengekomen dat elke partner de totale kosten van de eigen musici voor zijn rekening neemt en dat de uitkoopsom dan ook wordt verdeeld. De productie Dido gebeurt in samenwerking met acteur J. Verbist die in het programma als verteller zal fungeren. In 2016 wordt een productie ‘dansende muziek’ gepland in samenwerking met regisseur Sigrid ’t Hooft, specialiste in ‘early dance & staging’ en een dansgezelschap. Er wordt ook samengewerkt met een aantal culturele centra. Voor de verkoop van concerten in Spanje wordt er samengewerkt met Adela Sanchez Productions en in Engeland met Mary Kapitein Management. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De totale artistieke kost bedraagt 584.910 euro of 73 % van de totale uitgaven. De totale lonen bedragen 509.352 euro of 63 % van de totale uitgaven. De artistieke lonen bedragen 352.150 euro hetzij 69 % van de totale lonen. De musici worden vergoed volgens de barema’s van de cao muziek: per repetitie 69,34 euro en 104,66 euro per concert. Zelfstandigen krijgen respectievelijk 99,39 en 180,23 euro. Voor een opname wordt 177 euro betaald. Daarbovenop wordt er voor elke volledige dag repetitie een maaltijdvergoeding voorzien en voor elk concert een maaltijdvergoeding, een kledijvergoeding (24,79 euro) en een instrumentenvergoeding (24,79 euro). De dirigent krijgt 1.000 euro/concert. Het agentschap vindt het positief dat de kosten van de omkadering worden beperkt. Er wordt gewerkt met een artistieke leider (30 %), een zakelijke leider (80 %) en een productieleider (100 %). Er werd ook gestart met internetboekhouding zodat de zakelijke leider zelf de boekingen kan invoeren, het geen kostenbesparend werkt. De artistieke leider wordt in loondienst betaald voor het opzoekwerk en voorbereidend werk met betrekking tot diverse producties en voor het uittekenen van het artistieke beleidsplan. Als muzikant/dirigent factureert hij zijn prestaties. Het ensemble huurt een verdieping in een huis in Brussel als kantoorgebouw. Het ensemble beschikt niet over een eigen repetitieruimte. Het ensemble onderzoekt de mogelijkheid om uit Brussel te vertrekken en eventueel naar Mechelen te verhuizen omdat de huurlasten in het huidige pand te hoog oplopen. De aankoop van nieuwe computers wordt gepland. 3.4
Publieksgerichtheid
De muziek van Il Fondamento richt zich tot een ruim publiek. Het dossier bevat geen gegevens over dat publieksbereik. Er wordt in het dossier verder niet veel gezegd over dit aspect. De nieuwsbrief wordt elektronisch verstuurd naar een netwerk van geïnteresseerden. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies.
Pagina 186 van 257
3.6
Realisme groeipad
Er is niet echt een groeipad inzake het aantal concerten. Er wordt ook gewerkt met dezelfde omkadering als in het verleden. Het agentschap vindt dan ook dat de oorspronkelijke subsidie die in de vorige periode aan Il Fondamento werd toegekend, moet volstaan voor de verdere werking, vermeerderd met een indexaanpassing. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 307.000 euro of 38 %. In 2010 was dit 13 % wat uitzonderlijk laag is. Zelfs de 38 % die voor 2013 is begroot, moet beter kunnen in vergelijking met andere gelijkaardige ensembles. Het gaat vooral om uitkoopsommen (94.000 euro binnenland of 6.714 euro gemiddeld en 210.000 euro buitenland of ongeveer 19.000 euro/gemiddeld). De belangrijkste kosten worden gevormd door de verloning van de musici en de internationale reiskosten. Het aanvraagdossier bevat een document met een begroting per productie. Het document duidt ook aan hoeveel muzikanten er spelen, wie de solisten, koor, dirigent, het aantal productiedagen e.d. Ook de internationale reiskosten vindt men terug in die analytische begroting. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgestelde plannen mogelijk. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het muziekdecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 187 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-019
Organisatie:
Het Spectra Ensemble
Gevraagd bedrag:
396.704,75 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het Spectra Ensemble werd opgericht in 1993 en bestaat uit een vaste kern van acht muzikanten en een dirigent. Het houdt zich uitsluitend bezig met de uitvoering van hedendaagse muziek, met een speciale focus op de creatie van werk van Vlaamse componisten. In de periode 1993-2011 speelde Spectra in totaal 420 concerten in binnen- en buitenland, zowel op kleine als op grote podia. Alles samen werden daarbij 1.266 werken uitgevoerd, waarvan 107 creaties. Elk nieuw gecreëerd werk werd gemiddeld bijna vier keer uitgevoerd. Het aantal voorstellingen is de laatste jaren gestegen van een veertigtal tot vijftig à zestig per jaar, waarvan gemiddeld acht in het buitenland. Sinds zijn ontstaan heeft het Spectra Ensemble ook al zeven cd’s uitgebracht. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het Spectra Ensemble richt zich op het uitvoeren en creëren van actuele muziek van Vlaamse en/of in Vlaanderen levende componisten. Het doet dit door het geven van creatieopdrachten en door het op het repertoire houden van de werken die hieruit voortkomen. Deze Vlaamse composities worden in dialoog gebracht met internationale referentiewerken. Het aantal door Het Spectra Ensemble gebrachte (en gefinancierde) creaties is groot. Hoewel Het Spectra Ensemble een instrumentaal ensemble is, heeft het ook aandacht voor combinaties met vocale muziek. Steeds vaker gaat Spectra op zoek naar alternatieve vormen om hedendaagse muziek te brengen en deze muziek te vertalen naar een gediversifieerd publiek toe. Muziektheater is daarbij sinds enkele jaren een vast gegeven, wat wordt versterkt door een structurele samenwerking met het muziektheatergezelschap LOD. De plannen voor de periode 2013-2016 zijn al vrij precies omschreven en vertonen een duidelijke lijn. Creaties en het blijven uitvoeren van vroegere creaties blijven de core business van het ensemble. Opnieuw wordt een groot aantal creatieopdrachten voorzien. Spectra verdeelt zijn producties inhoudelijk in verschillende categorieën, die worden ondergebracht in zes groepen. Die onderverdeling is voor het ensemble wellicht helder, maar in het dossier komt de presentatie van de verschillende projecten erg complex over. De geplande producties voor de komende subsidieperiode zijn divers en boeiend. Zeker de projecten met chiptuning en low-bit elektronica prikkelen de nieuwsgierigheid. Met dergelijke (en andere) projecten slaagt het Spectra Ensemble erin om het valse sérieux dat dikwijls rond hedendaagse muziek hangt, op te heffen en onverwachte bruggen te slaan. De aandacht voor het vocaal-instrumentaal repertoire blijft gehandhaafd en wordt licht versterkt. Men plant samenwerking met Operastudio Vlaanderen en vocale solisten, maar ook de samenwerking met LOD in het verlengde van deze interesse. Jammer genoeg zijn er nog geen concrete data en speelplaatsen te vinden bij de diverse projecten. Het is ook erg moeilijk af te leiden hoeveel concerten er gespeeld zullen worden. Het Spectra Ensemble heeft een basisbezetting van acht muzikanten, die naargelang de noden van de projecten uitgebreid wordt. De leden van het ensemble zijn voor een deel
Pagina 188 van 257
nog dezelfde als bij het begin. Op die manier groeide de technische en artistieke kwaliteit van het ensemble de voorbije vijftien jaar gestaag. De concerten van het ensemble zijn meestal zeer goed verzorgd en grondig voorbereid. Het engagement van de muzikanten en de dirigent is groot. 1.3
Profilering en positionering
Het Spectra Ensemble is uitgegroeid tot een toonaangevend ensemble voor hedendaagse muziek in Vlaanderen. Door het trouw volgen van zijn doelstellingen profileert Spectra zich duidelijk. De niet aflatende inzet voor de hedendaagse Vlaamse componisten maakt Spectra vrij uniek in het landschap. Het ensemble wordt daarvoor ook gerespecteerd door tal van partners en concertorganisatoren, wat wordt aangetoond door de vele samenwerkingsverbanden en door het stijgend aantal concerten. 1.4
Langetermijnvisie
Een langetermijnvisie is duidelijk aanwezig in het aanvraagdossier. De plannen worden helder uiteengezet en concreet uitgewerkt. Ook de samenwerking die Spectra aanging met C-Zuur, Lod en B’Rock, wijst erop dat het ensemble op lange termijn plant. In de toekomst zou het ensemble een productie per jaar met een gastdirigent doen. Dit is een evolutie die zeer positief te noemen is, enerzijds omdat het voor een ensemble steeds verrijkend is om ook andere artistieke invalshoeken te leren kennen en anderzijds omdat de huidige artistieke leider dikwijls te veel hooi op zijn vork neemt. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het Spectra Ensemble heeft een behoorlijke uitstraling in Vlaanderen, zeker binnen de niche van de hedendaagse muziek. De internationale uitstraling blijft voorlopig beperkt. Er zijn maar gemiddeld acht buitenlandse concerten per jaar, de meeste daarvan in Nederland. Het ensemble wil hieraan verhelpen door het engageren van een medewerker spreiding. Het is echter moeilijk in te schatten hoe dit in de nabije toekomst zal evolueren. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De meerwaarde van het Spectra Ensemble voor het volledig Vlaams compositorisch landschap is groot. Het grootste deel van de gerenommeerde hedendaagse Vlaamse componisten kreeg reeds een opdracht van Spectra. Door de specifieke keuze om Vlaams werk tegenover internationale referentiestukken te plaatsen, laat Spectra het Vlaamse hedendaagse muziekleven in al zijn diversiteit horen en plaatst dat in een internationale context. Specifiek voor de Gentse regio is het ensemble een troef. Jonge componisten uit het conservatorium van Gent krijgen soms al tijdens hun studie de kans om hun werk te laten uitvoeren door een professioneel ensemble. Omdat de dirigent ook docent is aan dit conservatorium, kan hij talent heel snel opmerken en een duwtje in de rug geven. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De samenwerking met onder meer de Gentse Manama-opleiding, de Operastudio en de sociaal-artistieke werkplaats Wit.h toont aan dat het Spectra Ensemble zich engageert op maatschappelijk vlak, enerzijds naar muzikanten in opleiding en anderzijds naar muzikanten met een verstandelijke beperking. Door de productie van de Fingerprint-cd's wordt ook werk van minder bekende componisten opgenomen en uitgebracht.
Pagina 189 van 257
1.8
Samenwerking en netwerking
De samenwerkingsverbanden van het Spectra Ensemble zijn legio en waardevol. Ze situeren zich onder meer op het vlak van elektronica, muziektheater, outsidermuziek, happenings,... De vroegere zakelijke samenwerking met het Spiegel String Quartet is afgelopen, maar er is nu een nieuwe samenwerking op zakelijk vlak met C-Zuur. Spectra beschikt over een goed uitgebouwd netwerk met zowel concertorganisatoren als inhoudelijke partners. Het ensemble is tevens lid van de netwerkorganisatie Re:New Music. Deze organisatie ondersteunt een netwerk van Europese componisten, ensembles voor hedendaagse muziek, muziekinformatiecentra, componistenverenigingen en organisaties voor auteursrechten. Spectra wil hiermee zijn eigen netwerk uitbreiden en komen tot uitwisseling van expertise met Europese collega’s. 1.9
Publieksgerichtheid
Qua publiekswerking vermeldt het aanvraagdossier de gebruikelijke zaken. In de toekomst zal men zich wel meer richten op de nieuwe sociale media. Dit neemt niet weg dat de werking van het Spectra Ensemble behoorlijk publieksgericht is, in die zin dat het ensemble inspanningen doet om nieuw publiek te bereiken. Via samenwerkingsverbanden worden telkens nieuwe publiekssegmenten aangesproken. Zo speelt Spectra vaak in een muziektheatercontext. Er zijn ook de samenwerking met City Tournee, happenings in het SMAK, de samenwerking met Jeugd en Muziek, de medewerking aan het Manama-project,... 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De artistieke werking van Het Spectra Ensemble getuigt zeker van aandacht voor diversiteit. In 2016 is er ook een project gepland met een duidelijk interculturele dimensie, Divan del Tamarit, waarin Arabische muziek en poëzie worden verwerkt. Aandacht voor diversiteit blijkt ook uit het engagement in projecten met mentaal minder begaafden. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Het Spectra Ensemble vraagt een forse stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de huidige subsidie. Deze subsidieverhoging wordt ten dele gevraagd omdat Spectra voor de komende periode een kleine uitbreiding van zijn omkadering wenst, wat deze in totaal van 2,05 op 2,4 voltijdse equivalenten zou brengen. De commissie vindt niet overdreven. Daarnaast wenst Spectra een hoger budget om te besteden aan compositieopdrachten, dit mede omdat het hiervoor geen bijkomende subsidies meer zal kunnen aanvragen als de subsidie zou stijgen tot 300.000 euro. Het pleit voor Spectra dat het voor deze opdrachten realistische bedragen voorziet, zodat de componisten een eerlijk honorarium krijgen. In de kostenbegroting worden geen exuberante uitgaven ingeschreven. De muzikanten worden correct vergoed volgens de cao. Ook de lonen van de mensen van de omkadering lijken correct. Het Spectra Ensemble blijft naar eigen zeggen zoeken naar manieren om de werking efficiënter te kunnen organiseren. In die zin kan de nakende samenwerking met C-Zuur een goede zaak zijn, maar de meerwaarde daarvan is momenteel niet zo duidelijk. Het lijkt er bijvoorbeeld op dat de kost van de productie- en communicatiemedewerker lager lag toen Spectra als directe werkgever optrad, dan nu men via C-zuur is gaan werken.
Pagina 190 van 257
Wat de eigen inkomsten betreft, kan men niet anders dan vaststellen dat de uitkoopsommen die Spectra krijgt voor de medewerking aan LOD-producties laag zijn. Concluderend kan de Beoordelingscommissie Muziek meegaan in een beperkte subsidieverhoging voor de periode 2013-2016. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de invulling van het programma, de internationale werking, de soms lage uitkoopsommen en de samenwerking met C-Zuur. De commissie vindt het een goede zaak dat de inspanningen op internationaal vlak nu al renderen. De commissie is van oordeel dat de verduidelijkingen niet van die aard zijn dat een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 191 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-019
Organisatie:
vzw Het Spectra Ensemble
Gevraagd bedrag:
396.704,75 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Spectra Ensemble bestaat sinds 1993 en richt zich volledig op de hedendaagse muziek, zowel van Vlaamse als van internationale componisten. De basisbezetting bestaat uit 8 musici en een dirigent. Het Spectra Ensemble hecht veel belang aan de creatie van nieuw werk en neemt dat werk zoveel als mogelijk op in zijn concertrepertoire. Het speelde op grote en kleinere podia in Vlaanderen en Wallonië maar ook op festivals in het buitenland, o.a. in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Brazilië. Voor de periode 2010-2012 kreeg het ensemble na besparing een subsidie van 259.250,72. De gevraagde subsidiestijging bedraagt dus 162.545,97 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Het Spectra Ensemble werd sinds 1999 structureel gesubsidieerd. Voor de periode 20072009 bedroeg de subsidie al 250.000 euro. Tijdens die periode speelde Spectra 141 concerten. In 2010 bedroeg het aantal concerten 29. In de actieplannen 2011 en 2012 gaat het om een vijftigtal activiteiten jaarlijks. De laatste vijf jaar werden er gemiddeld 41 concerten gepeeld waarvan jaarlijks gemiddeld 8 in het buitenland. De vzw beschikt begin 2011 over een positief eigen vermogen van 21.306 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Het artistieke beleidsplan voor de periode 2013-2016 wordt heel goed uiteengezet: het gaat om projecten die grensoverschrijdend zijn, Vlaanderen als uitgangspunt hebben, waarbij op zoek wordt gegaan naar nieuwe doelgroepen zowel in educatieve als socioculturele context. In totaal gaat het om een 14-tal projecten. Het dossier bevat de concrete inhoudelijke toelichting van de verschillende projecten met gedetailleerde begroting. Voor 2013 gaat het om een zevental producties. Het overzicht, hoe goed ook bedoeld, komt wat onoverzichtelijk over. Uit het overzicht in bijlage blijkt dat er voor 2013 63 activiteiten gepland zijn: 43 concerten binnenland(waarvan 5 hernemingen) en 18 concerten buitenland (waarvan 10 hernemingen) en ook nog 2 cd-opnames. Spectra heeft ook een educatieve werking met o.a. de Operastudio Vlaanderen. Ook zijn er specifieke projecten voor jongeren in samenwerking met Matrix en Jeugd en Muziek Vlaanderen. De werking van Spectra heeft ook een sociaal-artistiek aspect. Al drie maal werkte Spectra samen met v.z.w. Wit.h, een vereniging die zich op sociaal-artistieke projecten toelegt. In 2013 is er het project ‘City Tournee’ in samenwerking met B’Rock waarbij de ensembles een weekend lang op toer in eigen land trekken, op zoek naar een nieuw publiek. Tenslotte plant Spectra jaarlijks professionele studio-opnames van (nieuwe) Vlaamse werken, inclusief videoclip voor het world-wide-web. Het ter beschikking stellen (voor download) van de hedendaagse Vlaamse muziek op het web is een zinvol alternatief voor de cd-verkoop. Verder stimuleert Spectra nieuwe creaties door het geven van compositieopdrachten aan professionele componisten. In 2013 worden er vijf opdrachten voorzien. Spectra bouwt ook verder aan zijn internationale uitstraling o.a.
Pagina 192 van 257
met het project ‘New Music for New Audiences’ dat door de Europese Gemeenschap wordt gesteund en waarbij collega-ensembles expertise uitwisselen. Vanaf 2012 heeft Spectra ook een nieuwe medewerker voor de verkoop en spreiding van de concerten, vooral met het oog op internationalisering. 3.2
Samenwerking en netwerking
Spectra beschikt over een netwerk met concertorganisatoren en inhoudelijke partners. Er zijn samenwerkingen met een aantal vaste partners o.a. met B’Rock, LOD en Walpurgis. Belangrijk is ook de samenwerking met C-Zuur waarop Spectra beroep doet voor de communicatie en productie vanaf 2012. Deze samenwerking werd in een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd. Tenslotte ook nog samenwerkingsverbanden met Operastudio van Vlaanderen, Matrix, Jeugd en Muziek, Musica, Hogeschool Gent en vzw Wit.h. De samenwerkingsovereenkomsten met de Operastudio Vlaanderen, Matrix, Jeugd en Muziek en Hogeschool Gent/Ictus werden bij het aanvraagdossier gevoegd. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De totale artistieke kost bedraagt 411.418 euro of 66,9 % van de totale uitgaven. De totale lonen bedragen 467.875 euro of 76 % van de totale uitgaven. De artistieke verloning bedraagt 307.441 euro of 65,7 % van de totale lonen. Het ensemble bestaat uit acht vaste musici, die ook de Algemene Vergadering van de vzw vormen. Zij vergaderen maandelijks met de administratieve en zakelijke omkadering. De 8 musici van de vaste kern zijn in loondienst. Momenteel ontvangen zij /repetitie en concert Bijkomende musici die factureren krijgen 81 euro/repetitie en 152 euro/concert. De erelonen van de solisten variëren van 350 tot 1.500 euro. Dirigent F. Rathé heeft een brutoloon van .Al deze bedragen zullen in de komende periode lichtjes worden aangepast. Zo zal de concertvergoeding in 2013 145 euro bedragen om in 2016 op te lopen tot 154 euro. De omkadering bestaat momenteel uit een artistieke leider (40 %), een zakelijke leider/planning/interne communicatie (80 %), een verantwoordelijke spreiding (35 %), externe communicatie (25 % - facturatie via C-Zuur – synergie met B’Rock - ) en een medewerker productie (25 % - facturatie C-Zuur – Synergie met B’Rock) of totaal 2,05 vte, inclusief de artistieke leider. De begroting 2013 voorziet een uitbreiding van de omkadering met 0,35 vte vergeleken met de situatie 2012 vooral een uitbreiding van communicatie en productie van 25 naar telkens 40 % en van de verantwoordelijke spreiding van 35 naar 40 %. In het totaal zou het dan gaan om 2,4 vte. Het agentschap vindt dit aanvaardbaar omwille van de stijging van het aantal activiteiten en waardeert de inspanningen die het ensemble doet om de overheadkosten te beperken ten voordele van de artistieke werking. De taken van alle medewerkers werden zeer goed omschreven. Aan C-Zuur zal jaarlijks ongeveer worden gefactureerd. De totale loonkost personeel omkadering 2013 bedraagt 143.802 euro. Vanaf 2012 heeft Spectra een kantoorruimte in de gebouwen van LOD. Om te repeteren beschikt Spectra over een repetitieruimte. Een zware kost blijft het transport en huur van slagwerkmateriaal. Spectra voorziet jaarlijks 3.000 euro voor de aankoop van tweedehands muziekmateriaal. Op langere termijn wil Spectra zich volledig integreren in de Bijloke-site. 3.4
Publieksgerichtheid
Spectra doet pogingen om een nieuw publiek (vooral jongeren) aan te trekken o.a. door het organiseren van happenings in het S.M.A.K. Ook gaat Spectra verder met zijn samenwerking met Jeugd en Muziek Vlaanderen. Het project City Tournee en de brunchconcerten dragen ertoe bij om nieuwe doelgroepen aan te spreken. Spectra informeert haar publiek via een jaarlijkse seizoensbrochure en doorlopend via de website, sociale netwerkkanalen en gerichte mailings.
Pagina 193 van 257
3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Spectra wil de komende periode meer concerten brengen dan in de vorige periode. Het aantal voorstellingen gaat van 40 gemiddeld de laatste vijf jaar naar een zestigtal concerten met een niet onbelangrijk internationaal aandeel. Spectra wil dit doen met een beperkte uitbreiding van het administratief kader. Ook wil Spectra de verloning van zowel het artistiek als het administratief personeel aanpassen aan de index. Tenslotte wordt er een bedrag in de begroting ingeschreven voor compositieopdrachten. Het agentschap vindt het dossier goed uitgewerkt en een verhoging van de subsidie is op zakelijke gronden gerechtvaardigd maar hangt af van de artistieke opportuniteit. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 211.880 euro of 34,46 %. In 2010 was dit 26,83 %. Het gaat vooral om uitkoopsommen: 209.880 euro namelijk 134.380 euro voor het binnenland (of gemiddeld 4.880 euro) en 75.500 euro voor het buitenland (of gemiddeld 4.194 euro). De belangrijkste inkomsten worden gevormd door subsidies: Vlaamse Gemeenschap voor 385.000 euro, provincie en stad, respectievelijk 10.000 en 7.500 euro en sponsoring voor 2.000 euro. Een belangrijke kostenpost is o.a. 35.000 euro voor creatieopdrachten. Op het moment dat Spectra minder dan 300.000 euro subsidies kreeg, kon het nog aanspraak op extra subsidies hiervoor. Bij een subsidie boven 300.000 euro zou die mogelijkheid wegvallen. Het agentschap vraagt zich af of er geen Europese subsidies mogelijk zijn voor het project ‘Music for New Audiences’. Het stelt ook vast dat er geen inkomsten uit coproducties zijn opgenomen hoewel daar toch sprake van is in het overzicht van de activiteiten. Het agentschap stelt ook vast dat de gemiddelde uitkoopsom buitenland lager is dan deze in eigen land. Het agentschap vindt dit wel vreemd omdat het meestal omgekeerd is. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgestelde plannen mogelijk. Toch vraagt het agentschap zich af of het realiseren van bijna 70 concerten met een groot aantal in het buitenland, niet wat te hoog gegrepen is en of dus al de geplande inkomsten uit uitkoopsommen wel gerealiseerd zullen kunnen worden. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het muziekdecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 194 van 257
5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie stelt dat de samenwerking met C-Zuur niet zozeer een financiële besparing is, maar eerder een verhoging van het rendement. Het agentschap kan zich in deze stelling vinden. De organisatie beaamt dat voor het project ‘New Music for New Audiences’ een Europees subsidiedossier werd ingediend, maar dat hieromtrent nog geen informatie bestaat. De inkomsten uit coproducties werden ook toegelicht. De organisatie legt dan uit hoe het komt dat de uitkoopsommen in het buitenland lager liggen dan deze in het binnenland. Een en ander heeft te maken met de lage uitkoopsommen voor de LOD-producties, waardoor het gemiddelde aan buitenlandse uitkoopsommen beïnvloed wordt. Verder wordt gezegd de toename van het aantal concerten naar 60 op jaarbasis te maken heeft met de samenwerking met LOD. Het agentschap vraagt zich af wat er dan zal gebeuren indien die samenwerking ophoudt en er dus minder internationale optredens zijn. De organisatie reageerde in haar repliek enkel op elementen uit het artistieke advies. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 195 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-020
Organisatie:
Huelgas Ensemble
Gevraagd bedrag:
252.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het Huelgas Ensemble werd in 1971 opgericht door Paul Van Nevel. Het ensemble speelt een dertigtal concerten per jaar en doet ook jaarlijks een cd-opname. Paul Van Nevel en Huelgas werden herhaalde keren onderscheiden met speciale prijzen. Het ensemble heeft goede solisten met een dirigent die gedreven onderzoek verricht en al decennia lang zorgt voor een uitstekende kwaliteit. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Het ensemble plant in het eerste jaar van de nieuwe subsidieperiode zes nieuwe producties en vijf hernemingen. In totaal worden dertig concerten gepland, waarvan dertien in Vlaanderen en zeventien in het buitenland. De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat de nieuwe producties vrij breed georiënteerd zijn en een sterk thema hebben. Het ensemble kiest niet voor platgetreden paden. De commissie is van oordeel dat het Huelgas Ensemble gekend is om zijn kwaliteitsvolle uitvoeringen en dat de verdiensten en de kennis van Paul Van Nevel zeer groot zijn. Het ensemble blijft onderzoek combineren met een grote muzikale gave en gaat op zoek naar ideale ruimtes om de muziek te brengen. De commissie vindt het positief dat men opnieuw kritisch nadenkt over de beste speelplekken voor uitvoeringen van vocale muziek. De commissie stelt wel vast dat er weinig beroep gedaan wordt op Vlaamse zangers, wat jammer is. Met Vlaamse subsidies zou daar meer aandacht aan moeten worden besteed. Ook zou met meer concerten in Vlaanderen moeten kunnen spelen. Tot slot stelt de commissie vast dat de meeste producties slechts een paar keer worden gespeeld. Daardoor is er veel studiewerk nodig en worden de kosten opgedreven. 1.3
Profilering en positionering
Het ensemble kiest hoofdzakelijk voor de uitvoering van de polyfone muziek uit de middeleeuwen en de renaissance. De commissie is van oordeel dat het ensemble in deze niche een van de grote namen is. De commissie vindt dat het ensemble zeer accuraat zingt en vindt het uniek dat het ensemble musiceert uit stemboekjes, belang hecht aan literaire bronnen en de keuze van locaties voor de concerten. Verder vindt ze de grote kwaliteitsbewaking van het ensemble positief. 1.4
Langetermijnvisie
De commissie merkt op dat het ensemble zeer sterk verbonden is met de persoon van Paul Van Nevel en is van oordeel dat het net zijn verdienste is dat het ensemble klinkt zoals dat nu het geval is. Bij sommige ensembles is de dirigent immers makkelijk vervangbaar, voor het Huelgas Ensemble is dit niet het geval. Anderzijds stelt de commissie wel vast dat Paul Van Nevel voortdurend onderzoek uitvoert en zo steeds nieuwe programma's samenstelt. Het dossier vermeldt heel wat
Pagina 196 van 257
thema's en biedt voldoende materiaal voor de komende subsidieperiode. Het dossier vermeldt geen engagementen voor 2013, maar wel heel wat intentieverklaringen. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het Huelgas Ensemble heeft een grote nationale en internationale uitstraling en faam. Meer dan de helft van de concerten vindt plaats op buitenlandse concertpodia. De commissie stelt wel vast dat het ensemble heel wat buitenlanders telt en er aan sommige producties behalve de dirigent zelfs geen Vlamingen deelnemen. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De commissie stelt vast dat de meerwaarde voor de regio tanende is. Dat hangt vooral samen met de keuze voor buitenlandse zangers. Bovendien wordt in Vlaanderen een hogere uitkoopsom gevraagd dan in het buitenland. De commissie merkt op dat dit omwille van de Vlaamse subsidie net omgekeerd zou moeten zijn. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het ensemble geeft in het dossier geen informatie over het maatschappelijk of sociaal belang. 1.8
Samenwerking en netwerking
De commissie stelt vast dat het ensemble slechts weinig samenwerkingsverbanden heeft. Het werkt wel samen met een Duits kwartet om de muziek van Wolfgang Rihm uit te voeren. De commissie betreurt het dat het ensemble aan geen enkele componist een opdracht geeft. Hoewel dit geen decretale verplichting is, is de commissie van oordeel dat dit een meerwaarde zou zijn voor het ensemble. 1.9
Publieksgerichtheid
Het ensemble heeft pas sinds kort een drietalige website, wat eigenlijk een evidentie is. De concertkalender die er op vermeld staat, loopt echter niet ver in de toekomst. Het ensemble bereikt zijn doelgroep door middel van de organisaties die zijn producties kopen, de cd-verkoop en frequente radio-opnames. Het ensemble heeft geen uitgesproken publiekswerking, maar laat dit voornamelijk aan de organisatoren over. Het ensemble is wel bereid om het nodige documentatiemateriaal te verschaffen en een toelichting te geven. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Het Huelgas Ensemble stelt dat dit aspect voor hen niet van toepassing is en voorziet dan ook geen concrete acties hieromtrent. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De beoordelingscommissie stelt vast dat het ensemble op zakelijk vlak een vooruitgang heeft geboekt en tekorten uit het verleden heeft weggewerkt.
Pagina 197 van 257
De commissie vindt dat de concerten in Vlaanderen, mede omwille van de subsidie, een lagere uitkoopsom zouden moeten hebben dan de buitenlandse concerten. Bovendien is ze er van overtuigd dat het ensemble in het buitenland een hogere uitkoopsom zou moeten kunnen bedingen. Om die reden vindt ze een forse verhoging van het subsidiebedrag niet aan de orde. Dit heeft evenwel niets te maken met de hoge artistiek appreciatie die de commissie heeft voor het ensemble. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het aandeel Vlamingen in het ensemble, het aantal concerten in Vlaanderen, de spreiding van de producties, de uitkoopsommen in Vlaanderen en in het buitenland, en het geven van compositieopdrachten. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 198 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-020
Organisatie:
vzw Huelgas
Gevraagd bedrag:
252.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Huelgas Ensemble bestaat al veertig jaar en is gespecialiseerd in het vertolken van polyfone muziek uit de Middeleeuwen en de Renaissance. Het ensemble verdedigt niet alleen het repertoire van de Vlaamse polyfonie, maar ook de polyfonie uit andere Europese gewesten met een voorkeur voor het Italiaanse en Iberische repertoire. Het ensemble beschikt over een grote internationale uitstraling. Voor de periode 2003-2006 kreeg het ensemble na besparing een subsidie van 220.843,21 euro. Dit betekent dus een stijging met 31.156,79 euro ten opzichte van de vorige subsidieperiode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Het Huelgas Ensemble werd sinds 1999 structureel gesubsidieerd. Het begon met een subsidie van 123.946 euro. Voor de periode 2003-2006 bedroeg deze 320.000 euro om dan voor de periode 2007-2009 te worden teruggebracht naar 230.000 euro. Tijdens de periodes 2003-2006 en 2007-2009 speelde Huelgas respectievelijk 180 en 92 concerten. In 2010 bedroeg het aantal concerten 29. In de actieplannen 2011 en 2012 gaat het om respectievelijk 21 (waarvan 9 in het buitenland) en 23 concerten (waarvan 14 in het buitenland). De vzw beschikte begin 2011 over een negatief eigen vermogen van 27.065 euro. Einde 2009 bedroeg dit nog - 100.657 euro. Tijdens het werkingsjaar 2010 werd het deficit dus afgebouwd met een bedrag van 73.592 euro. Het was op vraag van het agentschap Kunsten en Erfgoed dat dit gebeurde. Het agentschap vindt het positief dat Huelgas de nodige inspanningen heeft gedaan om terug tot een gezonde financiële situatie te komen. Zo werd de functie van zakelijk leider tot een minimum gereduceerd (van 4/5de naar 1/5de functie) en werden de kostenvergoedingen van de artistieke directeur verminderd. Ook werden de artistieke kosten onder controle gehouden. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Huelgas zet de bekomende beleidsperiode zijn artistiek parcours verder m.a.w. de polyfonie van de Middeleeuwen en de Renaissance maar wil dit uitbreiden met een aantal programma’s die gewijd zijn aan (bijna) vergeten componisten, aan steden of staten waaronder Rome, Frankrijk maar ook Polen en Cyprus. Huelgas breidt ook zijn repertoire uit met o.a. een programma ‘Et Lux’ van W. Rihm en de nieuwe versies van ‘Tears of Lisbon’. Huelgas zal in de komende periode een elftal programma’s aan de organisatoren aanbieden. Elk programma wordt summier beschreven met opgave van het aantal zangers en instrumentalisten. Daarnaast zal Huelgas ook jaarlijks een CD produceren. Huelgas zet ook zijn internationale werking voort. Meer dan de helft van de concerten vinden plaats op buitenlandse podia. Voor de komende periode mikt Huelgas op 30 concerten per jaar waarvan 17 in het buitenland. Voor 2013 zijn er 6 nieuwe producties gepland (gemiddeld 10 zangers), 5 hernemingen en 1 CD productie. Totaal 13 concerten waarvan 13 in België. Het agentschap kan niet uit het dossier afleiden of deze concerten al vastliggen. Het dossier bevat namelijk geen opgave van data en concertlocaties.
Pagina 199 van 257
3.2
Samenwerking en netwerking
Huelgas werkt samen met concertorganisatoren en festivals zowel in binnen- en buitenland alsook met de KULeuven. De samenwerking met deze laatste houdt o.a. in dat Huelgas gebruik kan maken van huisvesting voor het secretariaat in het Groot Begijnhof en ook van de kapel van het Hollands College (Paridaens) als repetitieruimte. Tenslotte is er de samenwerking met het Minguet Quartett, vaste partner waarmee de productie van W.Rihm ‘Et Lux’ wordt uitgevoerd. Het dossier bevat een aantal intentieverklaringen o.a. van the Warsaw Philharmonic en ook van het Concertgebouw Brugge 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De artistieke kost bedraagt 548.710 euro of 73,4 % van de totale omzet. De totale verloning bedraagt 457.690 euro of 83,4 % van de totale uitgaven. De artistieke verloning bedraagt 296.900 euro of 64,8 % van de totale lonen. De musici zijn allemaal freelancers zowel als werknemer of als zelfstandige. Het honorarium van de musici bedraagt momenteel 550 euro/concert, inclusief alle repetities. Voor de volgende periode wil men dit optrekken naar 600 euro/concert. Het agentschap vindt dit een gerechtvaardigde eis omdat de vergoedingen de laatste tien jaar niet veranderd zijn. Wat de reiskosten van de artiesten van hun woonplaats naar de repetitieplaats in Leuven betreft, wordt uitgegaan van een forfaitair bedrag van 200 euro voor de buitenlandse artiesten en 80 euro voor de binnenlandse artiesten. Het agentschap is geen voorstander van het werken met forfaitaire bedragen. Het honorarium van de dirigent bedraagt. De agent vraagt euro per verkocht concert. De huidige omkadering bestaat uit 1 voltijdse productiemedewerker en 1/5de intendant. De verkoop wordt toevertrouwd aan een extern agent en indien nodig wordt er ook gewerkt met ad hoc freelance ondersteunend personeel. Voor de komende periode wil men op deze manier verdergaan. Het orkest heeft zijn secretariaat in het Groot Begijnhof Leuven en kan repeteren in de kapel van het Hollands College. Deze situatie blijft ook behouden in de volgende periode. Er zijn geen extra investeringen voorzien. 3.4
Publieksgerichtheid
Huelgas richt zich vooral tot de liefhebber van oude muziek en polyfonie in het bijzonder. Huelgas probeert wel een nieuw publiek aan te trekken maar zegt niet hoe het dit wil doen. Soms geeft Paul Van Nevel een inleiding bij het concert. Belangrijk is ook de website met een concertagenda, documentatie over het ensemble en de dirigent, en een volledig overzicht van de gerealiseerde cd’s met een korte toelichting en de vermelding van de titels van de tracks. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier behalve dat er vaak met buitenlandse musici wordt gewerkt. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Er is geen echt groeipad noch wat het aantal concerten betreft noch wat de administratieve omkadering betreft. De gevraagde subsidie is ook dezelfde als de vorige periode vermeerderd met index.
Pagina 200 van 257
3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd heel summier toegelicht. De eigen inkomsten bedragen 485.400 euro of 64,9 %. In 2010 was dit 55,01 %. Het gaat vooral om uitkoopsommen: 385.950 euro namelijk 167.245 euro voor het binnenland (of gemiddeld 12.865 euro) en 218.705 euro voor het buitenland (of gemiddeld 12.865 euro). De gemiddelde uitkoopsom bedraagt dus 12.865 euro zowel voor het binnenland als het buitenland. Het agentschap vindt dit vreemd omdat er normaal in het buitenland hogere uitkoopsommen bedongen kunnen worden. Er is ook nog een bedrag van 99.450 euro aan recuperaties reis- en verblijfkosten buitenland voorzien. Naast de subsidie Vlaamse Gemeenschap van 252.000 euro is er ook nog een bedrag van 10.000 euro van de stad Leuven ingeschreven. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgestelde plannen mogelijk. Toch plaatst het agentschap een aantal vraagtekens bij het aantal van 30 concerten omdat uit het dossier blijkt dat nog een enkel concert werd vastgelegd. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het muziekdecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
In het aanvraagdossier werd er geen enkele concertdatum en -locatie opgegeven. Volgens de organisatie komt dit omdat de verkoop pas begin 2013 werd opgestart. Ondertussen zijn er een 12-tal concerten vastgelegd. De twijfel bij het agentschap blijft of het vooropgezette aantal van 30 concerten wel realistisch is. De organisatie legt dan uit dat er met forfaitaire vergoedingen voor de musici wordt gewerkt omdat op die manier de reiskosten verlaagd worden. Het agentschap vindt echter weinig concrete argumenten hiervoor in het dossier. Het agentschap had opgemerkt dat voor het binnenen buitenland dezelfde uitkoopsommen worden gehanteerd. De organisatie licht toe dat dit niet juist is en legt ook uit waarom. De uitkoopsom van een buitenlands concert ligt dan 5.850 euro hoger dan deze voor een binnenlands concert. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 201 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-021
Organisatie:
Oxalys
Gevraagd bedrag:
292.198,02 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Oxalys is een repertoiregezelschap dat sinds 1993 grote, maar ook minder bekende kamermuziek presenteert en creëert. Het repertoire gaat van klassiek over vroegromantiek naar hedendaags met een focus op de Belle Époque. Het ensemble werkt nog steeds met de stichtende kern van negen leden, maar evolueert naar grotere bezettingen. Ongeveer veertig procent van de concerten vinden plaats in het buitenland. Het ensemble werkt vaak samen met buitenlandse solisten en geven regelmatig compositieopdrachten. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Jaarlijks wordt een dertigtal concerten gepland in producties van vier tot zestien muzikanten. De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat de plannen helder worden beschreven. De projecten bevatten werk van Jean Sibelius, Gustav Mahler, Maurice Ravel, Franz Schubert, Richard Strauss, Claude Debussy e.a. Hoewel deze namen allemaal deel uitmaken van het klassieke canon, komen de programma's van Oxalys niet conservatief over. De klassieke projecten worden afgewisseld met meer uitdagende programma’s, zoals het project met Uri Caine, een focus op het harmonium in muziek uit Tsjechië, het Janacek-project met accordeonist Philippe Thuriot en muziek van Schnittke, Shostakovich en Gubaidulina in het programma 'eenzame componisten'. Daarnaast brengt Oxalys een aantal coproducties en samenwerkingen. De meeste van die projecten ogen interessant en kunnen een nieuw publiek bereiken. De commissie vindt het engagement naar componisten toe positief. Verder omschrijft Oxalys het organiseren van een jaarlijks zomerfestival annex zomercursus in Frankrijk. De commissie is van oordeel dat dit initiatief erg vaag wordt omschreven, terwijl dit duidelijk weegt op de organisatie, in de eerste plaats financieel. Ze vindt dit deel niet prioritair en geen motivatie om een wezenlijke verhoging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode toe te staan. 1.3
Profilering en positionering
Oxalys bouwt al jaren aan zijn profiel. Met een vaste bezetting bouwt het ensemble een repertoire op waarvoor het gekend is. Maar door meer en meer voor grotere producties te kiezen, wordt het ensemble meer vergelijkbaar met andere ensembles, en verliest het wat uniciteit. De commissie geeft mee dat dit niet noodzakelijk negatief is, maar dat een verhoogde samenwerking met deze ensembles een meerwaarde kan betekenen voor Oxalys. 1.4
Langetermijnvisie
Oxalys gaat duidelijk uit van een werking op lange termijn. Het ensemble is nagenoeg ongewijzigd sinds 20 jaar. Oxalys gaat er prat op dat ze iedereen betrekken bij de belangrijke beslissingen. Dat soort van continuïteit vindt de commissie lovenswaardig.
Pagina 202 van 257
Bovendien vindt de commissie het positief dat het ensemble geleidelijk aan inzet op de buitenlandse markten. Het werken met befaamde solisten is een goede zaak. Bovendien is het positief dat de extra kosten die hieraan verbonden zijn, vooral verhaald worden op de concertorganisatoren. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Oxalys heeft een goed uitgebouwd netwerk van organisaties die zijn werk volgen, zowel in binnen- als buitenland. Uit de recensies van de buitenlandse pers blijkt dat Oxalys een gewaardeerd ensemble is. De commissie stelt bovendien vast dat de internationale uitstraling de laatste jaren aanzienlijk gegroeid is. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Oxalys wordt niet alleen in het buitenland, maar ook in Vlaanderen sterk gewaardeerd. Specifiek voor het conservatorium van Brussel is zijn residentie een goede zaak, vooral door de coaching die het ensemble geeft aan het jonge ensemble Odysseia en door de recente intensere samenwerking met de compositieklas die studenten de mogelijkheid geeft om voor een professioneel ensemble te schrijven en samen met hen te werken in een beschermde omgeving. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De samenwerking met het conservatorium van Brussel heeft een sterk maatschappelijk belang, maar dat is ook het geval voor het kleine kinderproject met Dick Van Der Harst waarin liederen uit de voorstelling aangeleerd worden aan leerlingen van de lagere school. 1.8
Samenwerking en netwerking
De organisatie somt heel wat partners op, maar de commissie merkt op dat sommige hiervan niet meteen partners zijn. Het gaat hier om componisten, solisten, concertorganisaties. Toch zijn er ook waardevolle productieve partners, waarmee een sterk netwerk is uitgebouwd en er regelmatig nieuwe projecten worden gerealiseerd. De commissie stelt vast dat dit specifieke netwerk doorheen de jaren werd opgebouwd en behoorlijk stabiel is. 1.9
Publieksgerichtheid
De commissie stelt vast dat het luik publiekswerking- en werving niet bijzonder goed werd uitgewerkt in het dossier. Ze stelt wel vast dat de website goed is, met info over de concerten en de opnames, maar wat beter zou moeten worden geüpdatet. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De commissie stelt vast dat er weinig aandacht is voor diversiteit en interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is, zeker in Brussel, een grootstad met een multiculturele bevolking.
Pagina 203 van 257
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Het zakelijke beleidsplan is op de meeste plaatsen duidelijk beschreven en transparant. De commissie vindt het percentage eigen inkomsten zeer behoorlijk, hoewel sommige uitkoopsommen aan de lage kant zijn. Ze vraagt zich ook af of 2,5 voltijdse equivalenten niet veel is voor gemiddeld dertig concerten per jaar. De commissie vindt het vreemd dat een zelfde compositieopdracht in het dossier vier keer voorkomt en telkens voor een geïndexeerd bedrag. Tot slot stelt de beoordelingscommissie vast dat de zomercursus in Frankrijk en het minifestival een aanzienlijke meerkost met zich meebrengt, terwijl ze niet overtuigd is van de grote meerwaarde voor het ensemble en dit onderdeel bijgevolg niet prioritair vindt. Samen met de artistiek-inhoudelijke evaluatie van het dossier, vindt de commissie een verhoging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode niet aan de orde. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het inhoudelijke concept, profilering, samenwerking, publieksgerichtheid en enkele zakelijke aspecten van de werking. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 204 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-021
Organisatie:
vzw Oxalys
Gevraagd bedrag:
292.198,02 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Oxalys werd in 1993 opgericht door studenten van het Brussels conservatorium en groeide uit tot een kamermuziekensemble van acht musici: een strijkkwartet, fluit, klarinet en harp. Indien nodig worden ook andere instrumenten ingeschakeld. Het repertoire gaat van Klassiek over Vroegromantiek naar hedendaags. Toch speelt Oxalys vooral muziek van de Belle Epoque in Europa (1870-1930). Voor de periode 2010-2012 kreeg het ensemble na besparing een subsidie van 220.843,21 euro. Oxalys vraagt nu een gemiddelde subsidie van 292.198,02 euro wat een stijging betekent met 71.354,81 euro ten opzichte van de vorige subsidieperiode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Oxalys wordt sinds 2003 structureel gesubsidieerd. Aanvankelijk kreeg Oxalys een subsidie van 200.000 euro waarmee er in de periode 2003-2006 190 concerten werden gespeeld waarvan 53 in het buitenland. In de periode 2007-2009 werd de subsidie opgetrokken naar 220.000 euro en werden er 115 concerten gespeeld. In 2010 bedroeg het aantal concerten 29. In de actieplannen 2011 en 2012 gaat het respectievelijk om 39 en 28 concerten. Er zullen in 2011 uiteindelijk 46 concerten gespeeld worden waarvan 23 internationaal. In 2012 zal dit 31 concerten zijn waarvan 14 in het buitenland. De vzw beschikt begin 2011 over een positief eigen vermogen van ongeveer 100.000 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Oxalys wil in de volgende beleidsperiode zijn artistiek parcours verder zetten en wil jaarlijks een dertigtal repertoireconcerten spelen op Vlaamse en internationale podia. De programma’s gaan van ‘Miniaturen’ en aperitiefconcerten (voor 4 musici) tot grote producties (van 10 tot 16 musici). Uit de planning voor het jaar 2013 kan men afleiden dat er 28 à 30 concerten worden gepland, waarvan 10 internationaal. Er wordt gespeeld met een gemiddelde van 7 musici. Het gaat daarbij enerzijds om eigen producties en anderzijds een aantal coproducties anderzijds. Voor 2013 is er de creatie van een familievoorstelling i.s.m. LOD en een herneming i.s.m. Muziektheater Transparant. Oxalys heeft ook de ambitie om jaarlijks een zomerfestival te organiseren in het kader van de jaarlijkse zomercursus in Frankrijk. Dit gebeurt in samenwerking met de lokale Franse agente. Tevens wenst Oxalys jaarlijks een CD-opname te realiseren. In 2013 zijn er twee gepland. Dit gebeurt in samenwerking met Fuga Libera. De internationale werking blijft heel belangrijk. 3.2
Samenwerking en netwerking
Oxalys werkt samen met een aantal productieve partners. Zo is er de samenwerking met Transparant waardoor Oxalys grotere projecten kan opzetten (de nieuwe kinderopera van W. Henderickx). Met Fuga Libre heeft Oxalys al 7 cd’s opgenomen. De samenwerking met
Pagina 205 van 257
LOD wordt ook vernieuwd voor de komende periode als partner voor een participatieve familievoorstelling. De coproductieovereenkomst met LOD bepaalt dat Oxalys een deel van de compositieopdracht van D. van der Harst betaalt, voor een bedrag van 8.000 euro en de lonen/vergoedingen van de musici tijdens het repetitieproces. Vanaf de première en voor de daaropvolgende voorstellingen betaalt LOD aan Oxalys een uitkoopsom. Daarnaast is er de samenwerking met receptieve partners wat Oxalys de mogelijkheid geeft op diverse podia te concerteren. Er is een samenwerking met het Koninklijk Conservatorium Brussel, meer bepaald met de compositieklas. De studenten krijgen de opdracht een compositie te schrijven voor Oxalys. Het beste werk wordt op concerten uitgevoerd. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De totale artistieke kost bedraagt 332.480 euro of 64,2 van de totale uitgaven. De totale verloning bedraagt 398.126 euro of 76,8 van de totale uitgaven. De artistieke verloning bedraagt 245.665 euro wat 61,7 %van de totale verloning betekent. Oxalys telt 9 vaste kernmusici; zij bepalen mee de artistieke lijn. Daarnaast wordt gewerkt met een vaste pool van extra musici. De musicus wordt ofwel ingeschreven per dienst ofwel wordt er met hem een samenwerkingscontract afgesloten en treedt hij op als zelfstandige. Ingeschreven musici krijgen 66,65 euro/repetitiedienst en 100,6 euro/concertdienst. + een onkostenvergoeding van gemiddeld 100 euro voor vervoer, séjours e.d. In de komende beleidsperiode wil men deze vergoedingen blijven hanteren met een kleine indexaanpassing namelijk. De vergoeding van de zelfstandige musici stijgt van euro per concert naar euro alles inbegrepen. Er wordt in kleine (4) en grotere (14-16) bezettingen gespeeld. Een van de musici neemt de functie van artistiek coördinator op zich (deeltijds, 20 u/week). De zakelijke omkadering bestaat uit 1 zakelijke leider (voltijds), 1 salesagent (19 u/week –bediendecontract) en 1 productiemedewerker (19 u/week – bediendecontract) of 2 vte. Voor de komende periode zal de productiemedewerker 24 uur/week gaan werken (0,6 in plaats van 0,5 vte). Hij zal o.a. de Oxalys Summer Class moeten organiseren; om die reden zal betrokkene 3 à 4 maanden voltijds moeten worden ingezet. De omkadering zal dan uit 2,1 vte bestaan. Sinds 1997 was het kantoor ondergebracht in het Koninklijk Conservatorium van Brussel en kon er gratis gebruik maken van zowel kantoor als repetitieruimte). Het conservatorium wordt nu gerenoveerd en na renovatie zal Oxalys een soort van gebruiksrecht moeten betalen wat op een jaarlijkse kost van 12.000 euro wordt geraamd. Deze kost wordt voor de helft in 2013 opgenomen. Men wil ook een piano leasen omdat men nu steeds moet uitwijken naar lokalen voor repetities met piano. Sinds 2010 kan Oxalys ook gebruik maken van studio 2 van Flagey voor grotere bezettingen. Als tegenprestatie vraagt Oxalys een gunstiger uitkoopsom. 3.4
Publieksgerichtheid
Oxalys wil de gewone concertganger via concerten bereiken, een breder publiek via interdisciplinaire voorstellingen en een nieuw publiek, vooral jongeren via kindervoorstellingen. Oxalys bouwt een band met zijn publiek op via de halfjaarlijkse concertkalender met een oplage van 5000 exemplaren die per post wordt verstuurd, een interactieve website en een zeer actieve facebook pagina. Ook de organisatie van de zomercursus/festival is belangrijk omdat de concerten op verschillende laagdrempelige plekken worden gespeeld. Voor het communicatiebeleid doet Oxalys beroep op externe deskundigen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies.
Pagina 206 van 257
3.6
Realisme groeipad
Oxalys wenst een verhoging van de subsidies omwille van de toename van een aantal kosten zoals de huur van bureau- en repetitieruimte (wegens renovatie Conservatorium), de toenemende internationale reiskosten en vooral door de toevoeging van een zomercursus met minifestival (jaarlijks vanaf 2012) aan het programma. Het is om die reden dat volgens de aanvragers de opdracht van de productiemedewerker van 0,5 naar 0,6 vte moet worden uitgebreid. Het agentschap kan akkoord gaan met een beperkte stijging voor de aanpassing van de index. Het agentschap vindt dat zowel de kosten naar aanleiding van de organisatie zomercursus met festival als de nieuwe huurlasten door de organisatie moeten worden gedragen via eigen inkomsten. Het agentschap ziet trouwens ook niet de meerwaarde van dat festival en dus is ook de uitbreiding van de opdracht van de productiemedewerker niet nodig. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht. Het agentschap stelt vast dat er voor bepaalde inkomsten met name de uitkoopsommen verschillende bedragen op verschillende plaatsen worden opgegeven. Op één plaats bedragen de inkomsten uit binnenlandse uitkoopsommen 98.800 euro en op een andere plaats is dat 150.750 euro. De eigen inkomsten bestaan uit de verkoop van één concert in eigen beheer (Jubileum Concert 20 jaar – 3.000 euro), uitkoopsommen binnenland (150.750 euro) en buitenland (81.950 euro) en uit coproductie/samenwerking (25.300 euro). Bij de kindervoorstelling van D. van der Harst zal Oxalys vanaf de première een uitkoopsom per voorstelling factureren van 1.925 euro. Er werden voorlopig zes voorstellingen begroot. Ook worden er nog inkomsten voorzien voor de herneming van Blond Eckbert, een coproductie met Muziektheater Transparant die in 2011 in première ging. Hier wordt gerekend op 5 voorstellingen aan 2.750 euro. Daarnaast zijn is er nog een bedrag van 25.150 euro aan inkomsten. Dit zijn de inkomsten van de zomercursus. Maar volgens het agentschap moet het juiste bedrag (50x473) = 23.650 euro zijn. De Vlaamse overheid is de enige subsidiënt van Oxalys. Vroeger kreeg Oxalys nog geld van de VGC. Ook hier treedt er enige verwarring op. Op één plaats bedragen de subsidies Vlaamse Gemeenschap namelijk 297.319 euro, wat niet overeenkomt met het gevraagde bedrag. Het agentschap kan alleen maar vaststellen dat bepaalde cijfers verduidelijkt moeten worden zoniet blijft de verwarring bestaan. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgestelde plannen mogelijk. Hoewel er momenteel maar 15 concrete projecten zijn, maat Oxalys zich sterk dat 30 concerten gespeeld zullen kunnen worden. Het agentschap kan die redenering volgen. Er werden vroeger wel 48 concerten/jaar gerealiseerd. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het muziekdecreet. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 207 van 257
5
Gemotiveerde behandeling repliek
Naar aanleiding van de opmerkingen van het agentschap en ook van de beoordelingscommissie heeft Oxalys de plannen voor de zomercursus aangepast. Daarbij werd het aantal cursusdagen gehalveerd, met ook minder docenten en deelnemers. Daardoor werd de kost van de cursus van 31.076,64 naar 9.019,98 euro gereduceerd. De inkomsten bedragen quasi hetzelfde, zodat dit onderdeel van de werking zo goed als zelfbedruipend wordt. Ook wordt het plan om het contract van de productiemedewerker uit te breiden, teruggeschroefd. Het blijft een halftijdse tewerkstelling, hetgeen uiteraard kostenbesparend werkt. Het agentschap waardeert dat Oxalys de zienswijze van het agentschap in deze is gevolgd. De organisatie legt ook uit hoe het komt dat er verschillende bedragen inzake uitkoopsommen en andere in het aanvraagdossier werden gehanteerd. Er werden verkeerde documenten aan het dossier toegevoegd, hetgeen voor verwarring zorgde. Als bijlage stuurt Oxalys de juiste cijfers mee, alsook een aangepaste begroting. Na aanpassing van de projecten in functie van de opmerkingen van het agentschap wordt het gevraagde subsidiebedrag nu 270.376,27 euro. Het agentschap vindt dat de ingediende repliek geen nieuwe informatie bevat. Het behoudt dan ook zijn oorspronkelijk advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 208 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-022
Organisatie:
B'Rock
Gevraagd bedrag:
482.795,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
B'Rock is een barokorkest dat in 2005 werd opgericht en zich toelegt op de vaste waarden en minder gekend werk uit de 17e en 18e eeuw en de muzikale periode tijdens de overgang van barok naar klassiek. Het ensemble heeft ook aandacht voor de uitvoering en creatie van hedendaagse muziek op een historisch instrumentarium. Het ensemble heeft ondertussen een honderdvijftigtal concerten gespeeld, waarvan ongeveer twee derde in Vlaanderen en een derde in het buitenland. Ten opzichte van de vorige subsidieperiode wordt een aanzienlijke verhoging van het subsidiebedrag gevraagd, wat vooral bedoeld is om internationale solisten aan te trekken en de speelmogelijkheden in het buitenland te verruimen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
B'Rock heeft op relatief korte termijn een plaats weten te veroveren, vooral in Vlaanderen, maar stilaan ook in het buitenland. Voor 2013 stelt het ensemble acht nieuwe programma's voor, waarvan zes eigen producties en twee coproducties, met Muziektheater Transparant en Muziektheater Lod. De eigen programmering oogt interessant. Er worden goede invalshoeken gezocht en boeiende combinaties gemaakt. De Beoordelingscommissie Muziek looft bovendien de initiatieven om een jong of nieuw publiek aan te spreken, zoals de City tournee of de Brunchconcerten. Toch zijn niet alle programma's van een even hoog niveau. De commissie acht het mogelijk dat dit enerzijds komt door het hoge aantal producties, maar zeker ook omdat er geen vaste kern van muzikanten is die zich engageert om aan alle producties mee te werken. Ze vindt het spijtig dat het dossier geen namen vermeldt en ook de website, met een zeer lange lijst met namen, geeft geen uitsluitsel. Dit betekent dat veel mensen slechts aan één productie meewerken, waardoor dit meer op een projectwerking lijkt dan op een echt ensemble. De commissie vermoedt dat deze ad-hocmentaliteit de reden is waarom de frisse aanpak van in het begin nu minder sterk aanwezig is. Onder meer om deze reden wil de commissie niet meegaan in de gevraagde verhoging van het subsidiebedrag. 1.3
Profilering en positionering
De beoordelingscommissie vindt het positief dat B'Rock op korte tijd een specifiek traject heeft ontwikkeld. Het ensemble is gespecialiseerd in de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. De commissie vindt het positief dat het ensemble jaarlijks een compositieopdracht geeft aan een hedendaagse Vlaamse componist. 1.4
Langetermijnvisie
B'Rock heeft goede ideeën voor de toekomst. Het wordt geleid door jonge, gedreven netwerkers die op een creatieve manier artistieke en zakelijke aspecten combineren. De commissie is echter wel van oordeel dat de toekomst veel stabieler zou zijn, mocht er een stevigere basis zijn. Een vaste kern die zich voor alle producties engageert, ziet de
Pagina 209 van 257
commissie als een eerste stap. Ze is dan ook van oordeel dat B'Rock best kan investeren in muzikanten met een groot engagement. De commissie merkt wel op dat de samenwerkingsverbanden en projecten goed doordacht zijn en over vele jaren lopen. Goede voorbeelden hiervan zijn de Mozartcyclus en de opera's van Monteverdi. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
B'Rock is op korte tijd een vaste waarde geworden op de Vlaamse podia. Naast de grote huizen in de centrumsteden, worden ook kleinere zalen aangedaan. Bovendien heeft het ensemble ondertussen al een ruime internationale ervaring. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
B'Rock heeft een frisse wind doen waaien in het Vlaamse baroklandschap, maar zou een grotere meerwaarde voor de regio kunnen hebben wanneer er met een vaster ensemble wordt gewerkt. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Via laagdrempelige activiteiten doet het ensemble inspanningen om jongeren te bereiken, wat voor dit soort muziek niet eenvoudig is. 1.8
Samenwerking en netwerking
De commissie stelt vast dat B'Rock heel wat goede en duurzame samenwerkingsverbanden heeft. Belangrijke partners zijn onder meer Muziektheater Transparant, deSingel, de Bijloke, Lod, de Muntschouwburg. De beoordelingscommissie stelt vast dat de samenwerking met C-Zuur positief is, in die zin dat de efficiëntie aanzienlijk verhoogd wordt. Anderzijds is de commissie van oordeel dat een dergelijke samenwerking ook op dit vlak tot een besparing zou moeten leiden, maar dit lijkt in het voorliggende dossier niet het geval te zijn. De commissie volgt hierin de gevraagde verhoging van het subsidiebedrag niet. 1.9
Publieksgerichtheid
Via enkele laagdrempelige activiteiten wil het ensemble ook moeilijk bereikbare doelgroepen aantrekken. Ook met een toegankelijk programma en het gebruik maken van hedendaagse communicatiemiddelen, wil het ensemble een breed publiek aan zich binden. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
B'Rock stelt dat dit aspect voor hen niet van toepassing is en voorziet dan ook geen concrete acties hieromtrent. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie vindt de samenwerking met C-Zuur positief, maar stelt dat dit tot een kostenbesparing zou moeten leiden. B'Rock wil het personeelsbestand uitbreiden van 2,5
Pagina 210 van 257
naar 4 voltijdse equivalenten. Het ensemble geeft hiervoor een uitbreiding van het aantal activiteiten en een grotere internationale ambitie als argument aan. De commissie vindt dit een te grote uitbreiding. B'Rock wil vooral het aantal buitenlandse concerten verhogen, maar geeft niet concreet aan hoe het dat wil doen of wat deze drastische verhoging van het subsidiebedrag zou rechtvaardigen. Tot slot stelt de commissie zich vragen bij de hoge huur voor repetitieruimte en kantoorhuur en de hoge telefoniekosten. B'Rock huurt immers bij C-Zuur, die op zijn beurt huurt van Lod, die het gebouw ter beschikking kreeg van de gemeenschap (stad Gent). Bijgevolg zouden de kosten die hieraan verbonden zijn, aanzienlijk lager moeten kunnen zijn. Samen met de artistiek-inhoudelijke evaluatie kan de commissie akkoord gaan met een beperkte verhoging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode, maar niet tot het gevraagde bedrag. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de vaste kern van het ensemble, de samenwerking met C-Zuur en de geplande verhoging van het aantal internationale concerten. De commissie is verheugd met de informatie over de vaste kern van het ensemble. Het hebben van een degelijke vaste kern komt immers de kwaliteit zeker ten goede. De commissie stelt wel vast dat deze verduidelijking, evenals de overige aandachtspunten in de repliek, niet van die aard zijn dat ze een fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden. Ze handhaaft dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 211 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-022
Organisatie:
vzw B’Rock
Gevraagd bedrag:
482.795,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
B’Rock is een relatief jong Vlaams barokorkest dat in 2005 door o.a. Frank Agsteribbe en Tomas Bisschop werd opgericht en op korte tijd een plaats heeft verworven in het orkestlandschap. Het orkest heeft geen dirigent en bestaat uit een vaste basisgroep van een 12-tal musici die wordt uitgebreid al naargelang het repertoire. Naast oude muziek wordt er ook aandacht besteed aan 20-ste eeuwse en nieuwe muziek. Er wordt met historische instrumenten gespeeld, ook voor de recente en actuele muziek. Voor de periode 2010-2012 kreeg het ensemble na besparing een subsidie van 163.231,93 euro. B’Rock vraagt nu een gemiddelde subsidie van 482.795 euro wat een stijging betekent met 319.563,07 euro. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
B’Rock kreeg aanvankelijk een aantal projectsubsidies en werd de eerste keer structureel gesubsidieerd voor de periode 2010-2012. Sinds de start in 2005 heeft B’Rock 147 concerten gespeeld, waarvan 46 in het buitenland. In 2010 speelde B’ Rock 32 concerten. De actieplannen 2011 en 2012 vermelden respectievelijk 26 en 38 concerten (waarvan 15 in het buitenland). B’Rock kreeg in 2011 ook nog een internationale subsidie van 18.000 euro. De vzw beschikte einde 2010 over een negatief eigen vermogen van 21.309,19 euro. Dit heeft o.a. te maken met het niet uitbetalen van saldi van projectsubsidies 2009 en een vermindering van de subsidies Vlaamse Gemeenschap. B’Rock engageert zich om tegen einde 2012 het gecumuleerd verlies volledig te hebben weggewerkt. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Onder de noemer ‘The Mozart Project’ wil B’ Rock tussen 2013 en 2023 verspreid over verschillende programma’s alle Mozart symfonieën uitvoeren en digitaal ontsluiten. Naast de concertuitvoeringen plant B’Rock de live audiovisuele captatie (video) van elke symfonie. Een projectwebsite zal alle symfonieën aanbieden in videostreaming (tegen betaling) evenals wetenschappelijke achtergrond, interviews met musici enz. In de periode 2013-2016 wordt de creatie van minstens één project i.s.m. Muziektheater Transparant, de Munt en-/of LOD gepland. Met Muziektheater Transparant is er een structurele samenwerking zowel gericht op het standaardrepertoire uit de canon van de barokmuziek (bijv. King Arthur) als op de 20-ste eeuwse en nieuwe muziek (bijv. Songs of Wars). De Munt zal B’Rock in de toekomst ook regelmatig engageren met als hoogtepunt de Monteverdi operacyclus o.l.v. Rene Jacobs (2015-2017). Het orkest streeft naar een standaardbezetting van 8 violen, 3 altviolen, 2 celli, 1 contrabas, 1 luit, 1 klavecimbel en 1 fagot. Het aanvraagdossier bevat geen namen van musici die tot de vaste kern van het ensemble behoren. Voor 2013 worden er 6 eigen producties gepland, in totaal 20 concerten waarvan 9 in het buitenland. Daarnaast twee coproducties op het gebied van muziektheater- totaal 10 concerten. B’Rock heeft ook een kunsteducatieve
Pagina 212 van 257
werking waarbij men jongeren warm wil maken voor barokmuziek. B’ Rock wil dit doen door het jaarlijks organiseren van een CITY TOURNEE om zo concerten dichter bij de mensen te brengen; daarnaast ook brunches op zondag, workshops en masterclasses. Jaarlijks wordt er één cd-opname gepland. B’Rock geeft ook compositieopdrachten. In 2013 aan Annelies van Parijs en F. Sarhan.
3.2
Samenwerking en netwerking
B’Rock werkt samen met andere Vlaamse muziekensembles en kunstorganisaties voor de uitvoering van koorprogramma’s, crossover en/of multidisciplinaire projecten. In de periode 2013-2016 o.a. met het Spectra Ensemble, Collegium Vocale Gent, I Solisti del Vento en NT Gent. Voor de creatie en productie van muziektheater en/of opera werkt B’Rock vanaf 2013 structureel samen met Muziektheater Transparant. Met de Muntschouwburg werd een parcours afgesproken rond barokopera dat begint in 2012 (Orlando) en doorloopt tot in 2017. Ook maakt het orkest deel uit van een internationaal netwerk van ensembles, agenten en programmatoren en specialisten. Er zijn projecten voorzien met het Nederlands Kamerkoor en het Zweeds Radio Koor. Er is ook de samenwerking met C-Zuur op het gebied van het management (communicatie, productie en boekhouding). B’Rock deelt het kantoor van C-Zuur en heeft geen eigen vast personeel in dienst. Er wordt gewerkt via een systeem van verdeelsleutels dat werd vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. B’Rock heeft ook een residentie in deSingel en kan er meerdere projecten per jaar realiseren. Ook de Bijloke is een belangrijke partner waar het orkest meerdere concerten speelt. Het orkest is ook vaak te gast op het Festival van Vlaanderen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
De totale artistieke kost in ruime zin bedraagt 716.375 euro of 72,8 van de totale uitgaven. De totale verloning bedraagt 735.823 euro of 78,7 van de totale uitgaven. De artistieke verloning bedraagt 528.823 euro wat 71,8 %van de totale verloning betekent. Er worden met de musici overeenkomsten van bepaalde duur afgesproken, in functie van de productie en het repertoire. B’Rock wil de lonen verhogen om concurrentieel te blijven met de tarieven van de andere orkesten. B’Rock heeft enkel Belgische musici in loondienst. Zij ontvangen per productie een contract van bepaalde duur. Zij zullen een vergoeding van krijgen, aangevuld met een forfaitaire vergoeding voor maaltijden voor of na de concerten, instrumentenvergoeding, verzekeringen en kledijvergoeding. Voor repetities is dat een bedrag van. De buitenlandse musici werken met een zelfstandigenstatuut. Zij krijgen dezelfde vergoeding als de bedienden. Er is een aparte vergoeding voor de concertmeester (350 euro/dag). Voor het management werkt B’Rock samen met C-Zuur en Lod. Het algemeen management (H. Storme en T. Bisschop) is belast met de artistieke en de zakelijke leiding. Zij worden rechtstreeks vanuit B’Rock betaald via factuur. De ondersteunende functie (S. Bauwens), de boekhouding en de communicatie/administratie gebeuren via C-Zuur respectievelijk 1 VTE, 0,4 VTE en 1 VTE. Deze personen worden ingezet voor B’Rock en Il Gardellino volgens een verdeelsleutel respectievelijk 80/20, 50/50 en 50/50. Al deze functies werden voldoende beschreven. Voor de komende beleidsperiode streeft B’Rock naar een uitbreiding van de zakelijke structuur. Daarbij streeft B’Rock naar een groei van 2,5 VTE naar 4 VTE gespreid over 7 verschillende functies namelijk: algemeen management (2 ½ vte), communicatie (1/2 vte), productieleiding (1 vte), orkestregie (0,5 vte), boekhouding (0,5 vte), administratie (0,5 vte) of totaal 4 vte. De inhoud van de verschillende functies worden goed uiteengezet. De kosten van deze administratieve medewerkers bedragen. T. Bisschop en H. Storme factureren maandelijks elk euro aan B’Rock. Ook de andere administratieve medewerkers factureren. C-Zuur stelt kantoorinfrastructuur ter beschikking. C-Zuur heeft een huurcontract met LOD in Gent, waar er naast kantoorruimte ook vergaderfaciliteiten en repetitiemogelijkheden zijn. Via
Pagina 213 van 257
een overeenkomst tussen C-Zuur en B’Rock stelt C-Zuur kantoorruimte ter beschikking, kantoorinfrastructuur, repetitiestudio van LOD, vergaderruimtes. B’Rock betaalt een huur van 5.000 euro aan C-Zuur. Voor de huur van repetitieruimte wordt 150 euro/dag begroot en voor de huur van instrumenten 350 euro/dag. 3.4
Publieksgerichtheid
B’Rock probeert nieuw publiek aan te trekken en doet vooral inspanningen om de jongeren te bereiken via laagdrempelige activiteiten zoals Brunchconcerten op zondag en een jaarlijkse CITY TOURNEE. In het dossier wordt gezegd dat dit geld kost. Deze twee initiatieven hadden echter beter kunnen worden toegelicht. B’Rock wil ook een breed publiek aantrekken door op een hedendaagse manier met de media om te gaan. B’ Rock hecht veel belang aan communicatie en begroot daarvoor dan ook een bedrag van 25.000 euro voor o.a. de aanmaak van flyers, brochures, affiches en ook de nieuwsbrief (+ versturen) enz. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Geen info in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Om de internationale concurrentiepositie en spreiding te verbeteren wordt een substantiële subsidieverhoging gevraagd. Volgens B’Rock zijn subsidies nodig zijn om concurrentieel met andere buitenlandse ensembles te kunnen blijven. Men wil ook investeren in dirigenten en solisten van hoog niveau. Het agentschap vindt dat B’Rock ook een inspanning moet doen om een deel van de kost van dirigenten en solisten te betalen. De eigen inkomsten moeten hoger kunnen. Voor 2013 wordt uitgegaan van 48 % eigen inkomsten terwijl dat in 2010 nog 62 % was. B’Rock wil een 36-tal concerten gaan spelen inclusief 3 brunchconcerten zodat er niet echt sprake is van een groeipad. Het agentschap vindt daarom een uitbreiding van de omkadering naar 4 vte overdreven. Het kan ook niet akkoord gaan met de gevraagde subsidieverhoging. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De begroting werd voldoende toegelicht. B’Rock ontvangt structurele subsidies van de Vlaamse Gemeenschap, de stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen. De stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen kennen jaarlijks een subsidie toe van respectievelijk 12.500 en 8.000 euro. Deze bedragen liggen al vast tot eind 2013. B’Rock haalt ook inkomsten uit giften (B’Rock supporters) en cd-verkoop. De eigen inkomsten bedragen 47,5 %. In 2010 was dat nog 62 %. Er wordt ook drie keer per jaar een brunchconcert voorzien (1.500 euro/concert). De uitkoopsommen uit binnen- en buitenland bedragen respectievelijk 253.000 en 183.500 euro. 3.8
Haalbaarheid
Op basis van de huidige en voorbije werking en in functie van het criterium haalbaarheid lijkt de realisatie van de voorgestelde plannen mogelijk.
3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
Dit dossier past binnen het muziekdecreet.
Pagina 214 van 257
4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie reageerde in haar repliek enkel op elementen uit het artistieke advies. Het agentschap stelt wel vast dat in de reactie op het artistieke advies ook wordt verwezen naar zakelijke aspecten, meer specifiek naar de samenwerking met C-Zuur. De organisatie wil daarin aantonen dat deze samenwerking wel een kostenbesparend effect heeft. Het agentschap vindt hierin echter geen elementen die invloed kunnen hebben op het zakelijk advies en handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 215 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-023
Organisatie:
Il Gardellino
Gevraagd bedrag:
340.711,13 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Il Gardellino is een barokensemble dat in 1988 ontstond en in 2013 zijn vijfentwintigste verjaardag zal vieren. Marcel Ponseele en Jan De Winne zijn de drijvende krachten achter het ensemble, dat een eigen plaats heeft veroverd in zowel het Vlaamse als internationale muzieklandschap. Het ensemble nam tot nu toe zestien cd's op, waarvan enkele een internationale onderscheiding kregen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek is van oordeel dat Il Gardellino een vaste kern uitstekende muzikanten heeft. Il Gardellino speelt op authentieke instrumenten en de muzikanten zijn solisten van hoog niveau, maar zijn ook in staat om in de context van een ensemble te functioneren en zo een goed eindresultaat neer te zetten. Het ensemble zet Bach centraal, maar plaatst daar systematisch minder gekend of zelfs onbekend werk naast. De commissie stelt vast dat binnen het ensemble verschillende muzikanten aan onderzoek doen, waardoor het profiteert van steeds nieuwe inzichten. Het ensemble heeft dan ook heel wat vakkennis rond instrumentenbouw, historische interpretatie en musicologie. Ter gelegenheid van zijn vijfentwintigste verjaring zal het ensemble een compositieopdracht geven aan Frank Agsteribbe. De beoordelingscommissie stelt vast dat Il Gardellino meer dan vroeger in grotere bezettingen wil optreden. Ze is van oordeel dat het ensemble beter in zijn basisbezetting blijft spelen omdat het daarin een unieke positie in het landschap inneemt, terwijl er al voldoende spelers zijn in grote bezettingen. Tot slot merkt de commissie op dat heel wat producties slechts een beperkt aantal keren worden gespeeld, wat leidt tot hoge kosten. Het ensemble moet inspanningen doen om tot een betere spreiding van de producties te komen. 1.3
Profilering en positionering
Il Gardellino is een van de toonaangevende ensembles op vlak van de HIP, historically informed performance. Het ensemble weet evenwichtige programma's op te zetten waarbij gekend werk steevast gecombineerd wordt met minder gekend werk. Het ensemble heeft een sterke positie binnen de barokmuziek. Het kiest er bewust voor om geen andere genres of cross-overproducties op te zetten. Voor Il Gardellino resulteert dit in een sterke profilering. 1.4
Langetermijnvisie
Het ensemble wil zijn werkwijze niet veranderen, wel verbeteren. De methode om een mix te brengen van bekende en minder bekende muziek werkt immers goed. Het ensemble kiest er bewust voor om de groei van het aantal activiteiten niet af te remmen, ook omwille van de uitgebreide marktinteresse voor Il Gardellino.
Pagina 216 van 257
Voor de cd-opnames worden de plannen voor de komende jaren uitgebreid voorgesteld. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Il Gardellino is bekend bij een breed publiek. Bijna alle producties worden zowel in Vlaanderen als in het buitenland gespeeld. Het ensemble wil nog meer plaatsen in het buitenland veroveren of consolideren. Een van de middelen hiervoor zijn de cd-opnames. De commissie vindt het plan dat het ensemble in het dossier opgenomen heeft duidelijk en realistisch. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Il Gardellino heeft een eigen identiteit ontwikkeld die aanslaat bij een breed publiek. Door de vele buitenlandse concerten is het ensemble ook een ambassadeur voor Vlaanderen. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Met een doordacht programma slaagt Il Gardellino er in om drempelverlagend te werken zonder aan kwaliteit in te boeten. De commissie vindt het bovendien ook lovenswaardig dat het ensemble ook concerten speelt voor bevolkingsgroepen met een beperking, kansarmen, bejaarden,… 1.8
Samenwerking en netwerking
Il Gardellino heeft enkele uitstekende partners gevonden in het MAfestival, het koor El Grillo, Villarte in Sint-Truiden en enkele toonaangevende culturele centra. Internationaal werkt het samen met het koor Cappella Amsterdam, met Medieval Bucharest en met het festival Bach à Paques in Poitou-Charentes. Om kosten te sparen heeft Il Gardellino sedert 2010 zijn administratie, productie en communicatie ondergebracht bij C-Zuur, waar ook B’Rock en het Spectra Ensemble een onderkomen vonden. Dit opent wellicht ook perspectieven op nieuwe samenwerkingsverbanden en uitbreiding van het netwerk. De commissie stelt wel vast dat in de begroting de kostprijs per voltijds equivalent voor sommige zaken verschilt, wat vreemd is. 1.9
Publieksgerichtheid
Il Gardellino stipt aan dat een kunsteducatieve reflex steeds latent aanwezig is. Dit komt omdat de meeste leden van het ensemble lesgeven in diverse conservatoria. Daarnaast geeft het ensemble masterclasses in landen waar hun manier van musiceren niet zo evident is. In eigen land geeft Il Gardellino vaak inleidingen of organiseert het open repetities. In het kader van het Il Maestro e lo Scolare-project geeft Il Gardellino jaarlijks drie workshops. In 2013 zal de Roma in Antwerpen de ankerplaats zijn. Verder zijn er workshops in Wallonië (Namen) en in Boekarest (Roemenië). 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
De commissie stelt vast dat Il Gardellino inspanningen doet op vlak van diversiteit en interculturaliteit. De speciale aandacht voor mensen met een beperking en kansarmen leidt tot een maatschappelijke diversiteit. Verder neemt het ensemble bij het project in Roemenië een zestal plaatselijke muzikanten onder zijn vleugels en geeft het hen artistieke en logistieke ondersteuning.
Pagina 217 van 257
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De commissie vindt het positief dat de samenwerking met C-Zuur kostenbesparend werkt. Bovendien kan dit bijkomende samenwerkingen genereren. De verkoop van de concerten gebeurt door Riet Jaeken, die in loondienst is. De beoordelingscommissie vindt het positief dat de muzikanten in de lijn van de cao Muziek worden betaald en de lonen van zakelijk en artistiek leider niet overdreven zijn. Toch stelt de commissie vast dat het ensemble niet voldoende verklaart waarvoor het een verhoging van het subsidiebedrag vraagt ten opzichte van de vorige periode. Hoewel de commissie overtuigd is van de hoge artistieke kwaliteit van het ensemble, vindt ze de gevraagde verhoging te hoog. Dit onder meer omdat de commissie van oordeel is dat het ensemble het best is in kleine bezetting en ze de noodzaak niet inziet van grotere, en duurdere, bezettingen. Bovendien zal een grotere spreiding van de producties die nu slechts beperkt worden opgevoerd, kostenbesparend werken. Samen met de artistiek-inhoudelijke evaluatie vindt de commissie een sterke stijging van het subsidiebedrag ten opzichte van de vorige periode niet aan de orde. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met de overheadkosten, het genereren van inkomsten, de spreiding en de flexibiliteit van het ensemble. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 218 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-023
Organisatie:
Il Gardellino vzw
Gevraagd bedrag:
340.711,13 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Il Gardellino is een barokensemble dat in 1988 werd opgericht door hoboïst Marcel Ponseele en fluitist Jan De Winne. In de twee laatste perioden dat het ensemble meerjarige subsidie verkreeg, werden jaarlijks een dertigtal concerten gerealiseerd waarin de Historically Informed Performance (HIP) centraal staat. Met name wil men gekende en minder gekende muziek uit de 18de en 19de eeuw in zijn context plaatsen en situeren ten opzichte van onze hedendaagse maatschappij en een hedendaags publiek. Il Gardellino heeft een vaste plaats op de belangrijke Vlaamse podia en is ook te gast op vele Europese festivals. Vanaf 2000 werden ook 16 cd’s opgenomen met het ensemble, waarvan er een aantal internationale onderscheidingen kregen. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Vanaf 2004 kreeg het ensemble projectsubsidies en in 2007 werd een meerjarige subsidie van jaarlijks 150.000 euro toegekend. Voor de periode 2010-2012 werd aan het ensemble eveneens een subsidie toegekend van 150.000 euro. In 2011 bedroeg de subsidie 144.379,29 euro. Bij de afrekening van 2010 bleek dat, een aantal verschuivingen niet te na gesproken, de begroting in het actieplan en de afrekening grotendeels gelijklopend waren. Ook de afbouw van de schulden ging in de goede richting. Verder stelde het Agentschap in haar inspectierapport voor om leningen van leden van de vzw aan de vzw te vermijden en duidelijke regels te implementeren m.b.t. zelfstandige medewerkers. Daar waar er in 2010 significant meer concerten werden gespeeld dan voorzien in het actieplan, namelijk 32 in plaats van 24, bleek dat er in 2011 reeds 45 aanvragen voor concerten in binnen en buitenland voorlagen. Er is dus een stijgende trend in de activiteiten van het ensemble. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Voor 2013 staan er 10 producties op stapel en liggen er 45 concerten vast (17 concerten in Vlaanderen en 28 in het buitenland) en daarnaast staan ook twee CD- opnames ingepland. Elke productie wordt goed toegelicht met opgave van het programma, de bezetting, het aantal repetitie- en concertdagen en de locatie van de concerten. Voor de jaren 2014-2016 staan nog 6 opnameprojecten in de steigers en voor wat betreft de concerten staan 5 projecten, hoofdzakelijk rond Bach, gepland voor 2014. Er zijn coproducties gepland met het MA festival, het koor El Grillo, Villarte en een aantal concertorganisatoren. Op internationaal vlak zal het ensemble samen werken met het koor Cappella Amsterdam, Medieval Praxis Bucharest en het festival Bach à Pâques. Op het vlak van kunsteducatie worden masterclasses voorzien, worden inleidingen bij concerten gegeven en wordt onderzoek gedaan naar het creatieve raakvlak tussen instrumentenbouwer en uitvoerder. Verschillende leden van het ensemble zijn ook lesgever aan conservatoria en regelmatig lid van jury’s op internationale concours.
Pagina 219 van 257
Op sociaal artistiek vlak doet de organisatie aan community building en doet men inspanningen om speciale doelpublieken aan te spreken (gehandicapten, kansarmen, kankerpatiënten, bejaarden,…) via specifieke op maat gesneden acties. Vanaf 2014-2015 zal men ook optreden in gevangenissen en ziekenhuizen i.s.m. Musique Espérance. Deze activiteiten werden wel niet voorgesteld in de excel bijlage. Il Gardellino wil ook verder bouwen aan zijn internationale werking. De organisatie wil de bestaande internationale contacten consolideren en nieuwe podia proberen te veroveren. Tevens wil het ensemble zijn ervaring en knowhow m.b.t. HIP uitdragen naar nieuwe gebieden waar de uitvoeringspraktijk nog in ontwikkeling is. Tevens wordt, zoals doorlopend in de werking, verder onderzoek verricht op organologisch en iconografisch gebied om de muzikale keuzes wetenschappelijk te onderbouwen. Tenslotte wordt het residentieproject “Il Maestro e lo Scolare” verdergezet, waarbij jaarlijks een zestal Roemeense musici meewerken aan artistiek afgelijnde projecten. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er zijn coproducties gepland met het MA festival, het koor El Grillo, Villarte en een aantal concertorganisatoren. Op internationaal vlak zal het ensemble samen werken met het koor Cappella Amsterdam, Medieval Praxis Boekarest en het festival Bach à Pâques (FR). Op vlak van infrastructuur wordt samen gewerkt met C-Zuur dat kantoor-infrastructuur en personeel voor logistiek, communicatie, productie en boekhouding ter beschikking stelt. Voor de internationale contacten wordt samen gewerkt met buitenlandse agentschappen (Sonus, (D) en Maria Goded (Sp)). 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er zijn 284.040,30 euro loonkosten en 329.495 euro voor vergoedingen aan derden die in 2013 gebudgetteerd staan, samen dus 613.535,3 euro. Hiervan gaat er respectievelijk 49.080,24 euro en 69.500 euro naar omkadering, in totaal dus 118.580,24 euro. Dit betekent dus dat er iets minder dan 20% van de vergoedingen en lonen aan omkadering en dus ruim 80% aan kunstenaars besteed wordt. Van het totale budget van 770.160,5 euro kan men 27.450 euro als overhead beschouwen (lonen en vergoedingen buiten beschouwing gelaten), in totaal is er dus een overhead van ca. 20%. Voor de infrastructuur heeft Il Gardellino een overeenkomst met muziektheater LOD via C-zuur. Ook de repetitiestudio kan men zo aan een voordelig dagtarief huren. De samenwerking met C-zuur (dat ook voor B’Rock werkt) is kostenbesparend gebleken. Ook de andere kosten verbonden aan overhead zijn zo minimaal mogelijk gehouden, zodat het Agentschap kan besluiten dat er bij de organisatie de verhouding artistieke kost/overhead in orde is. 3.4
Publieksgerichtheid
De organisatie wil haar publiek verbreden door onder andere ook in kleinere centra op te treden en samen te werken met vzw’s die een rechtstreekse link met het jongerenpubliek hebben. Tevens neemt de organisatie activiteiten met sociaal-artistieke en kunsteducatieve inslag. De website is meertalig en bevat heel wat achtergrondinformatie. Tevens wordt een tweemaandelijkse nieuwsbrief verspreid en werkt men met de sociale mediasites, waarmee men een vaste publiekskern aanspreekt. Tevens ontwikkelde de organisatie een publieksdatabank. Tenslotte wordt de visibiliteit van het ensemble versterkt door cdopnames en video-opnames van concerten die bij Canvas of tv-kanaal Mezzo vertoond worden. Deze acties worden gecoördineerd door de communicatieverantwoordelijke die een communicatieplan uitwerkt.
Pagina 220 van 257
Il Gardellino richt zich niet alleen op de bekende barokfestivals in Europa maar concentreert zich ook op BRIC-landen en andere landen die minder bekend zijn met de HIP. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Musici en solisten zijn vaak afkomstig uit het buitenland. Het ensemble speelt de meerderheid van de concerten in het buitenland en begeleidt Roemeense musici met een residentieprogramma waaruit nieuwe musici kunnen gerekruteerd worden. Tevens worden masterclasses in het buitenland georganiseerd en zijn leden van Il Gardellino vaak jurylid in internationale concours. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Momenteel heeft de organisatie 1,1 VTE in dienst via C-zuur voor productie ondersteuning, communicatie en de boekhouding en administratie. Het aantal concerten is echter in 2011 aanzienlijk gestegen t.o.v. 2010 en dit tempo wordt ook voor de komende jaren aan gehouden. De organisatie wil dan ook 2,5 VTE voor 2012. Er wordt een totaal kostenplaatje voorzien van 770.160,5 euro , waarbij er 445.000 euro eigen inkomsten gegenereerd worden. In vergelijking met 2010, waar aan de inkomstenzijde 177.196,46 euro eigen inkomsten gegenereerd werden op een totaal van 323.417,96 euro, betekent dit een meer dan verdubbeling van de totale inkomsten en uitgavenzijde. Het groeipad m.b.t. het personeel is dan ook grotendeels te verklaren vanuit de voorgestelde evolutie die bevestigd wordt door 45 ingeplande concerten. De verhoogde personeelskosten zorgen niet voor een verstoring van de ratio eigen inkomsten/ totale opbrengsten. Het aandeel eigen inkomsten op het totale budget bedraagt 57,78 % en betekent zelfs een lichte verhoging t.o.v. het aandeel eigen inkomsten in 2010 van 54,79%. Er wordt meer dan 300.000 euro gevraagd door de organisatie. Dit impliceert dat bijkomende vraag naar ondersteuning van optionele ondersteuning niet meer mogelijk zou zijn indien het bedrag zou toegekend worden en dus de momenteel bijkomende optionele subsidiëring in dit bedrag inbegrepen zit (bv. 13.928 euro internationale subsidie in 2011). Het agentschap is dan ook van mening dat een aanzienlijk groeipad op zakelijk gebied verantwoordbaar is, maar meer dan een verdubbeling van de subsidie is weinig realistisch. Hierbij spreekt het agentschap zich niet uit over de artistieke opportuniteit. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistiek beleidsplan duidt op een expansie van de artistieke activiteiten, terwijl er ook in de optionele gebieden meer gewerkt zal worden, zowel internationaal, op sociaalartistiek en kunsteducatief vlak. Tevens wordt ook het artistiek onderzoek uitgebreid. De plannen vertalen zich in het budgettaire luik. Het agentschap besluit dan ook dat het artistiek en zakelijk beleidsplan met elkaar sporen. 3.8
Haalbaarheid
Il Gardellino zal in 2013 zijn 25-jarig bestaan vieren en vertegenwoordigt dus een vaste waarde in het veld van de barokensembles. In 2011 is er een significante verhoging van de concertboekingen, waaruit blijkt dat er wel degelijk een grote vraag is naar concerten van Il Gardellino. Het is dan ook realistisch om uit te gaan van minstens een zelfde vraag in 2013, temeer daar er voor dat jaar reeds 45 concerten ingepland zijn.
Pagina 221 van 257
Het laatste inspectieverslag geeft aan dat de organisatie op goede weg is om schulden uit het verleden af te bouwen. Voor de verdere afbouw wordt ook een realistisch scenario uitgestippeld in het voorliggend dossier. De toelichting van de posten in de begroting is gedetailleerd. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van vzw Il Gardellino beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de muziekensembles 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek aan dat de overhead laag ligt en dat het noodzakelijk is om de bestaande 1,1 VTE uit te breiden naar 2,5 VTE. Gezien de positieve teneur van het zakelijk preadvies begrijpt de organisatie niet waarom de vraag voor hogere subsidiëring niet volledig gevolgd wordt. Het agentschap geeft opnieuw mee dat de uitbreidingplannen op zakelijk vlak inderdaad gegrond zijn, maar niet voor een verdubbeling van het vorige subsidiebedrag. Tevens spreekt het agentschap zich niet uit over de artistieke opportuniteit, die door de beoordelingscommissie wordt behandeld. Het agentschap ziet dan ook geen reden om het preadvies te wijzigen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 222 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-024
Organisatie:
Nefertiti
Gevraagd bedrag:
92.736,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Mâäk is een avontuurlijk en experimenteel ensemble dat ontstaan is uit de jazzwereld, maar zich ook thuis voelt in de alternatieve scène, wereldmuziek, improvisatie,… De kern van het ensemble wordt gevormd door Laurent Blondiau, Guillaume Orti, Jeroen Van Herzeele en Michel Massot, maar het ensemble speelt altijd in grotere bezettingen. Nefertiti, de vzw rond Mâäk, heeft ook een label waarop al enkele cd's en dvd's uitkwamen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Mâäk is een uniek ensemble dat grensoverschrijdend werkt. Het situeert zich in zeer uiteenlopende culturele werelden en balanceert tussen jazz, hedendaagse muziek en wereldmuziek. Het heeft ondertussen een vaste plaats verworven in het Vlaamse muzieklandschap. Voor de komende periode zijn al heel wat projecten gepland, vaak in combinatie met dans. Uit de keuzes van het ensemble blijkt een zoektocht naar zingeving en interesse in het spirituele Dat de werking kadert in een samenhangende visie is positief, net als de artistieke kwaliteit van het ensemble. 1.3
Profilering en positionering
De plaats van Mâäk in het Vlaamse muzieklandschap is uniek door zijn diverse en ongewone samenwerkingen. Het ensemble is van hoge kwaliteit en groeit nog steeds internationaal. 1.4
Langetermijnvisie
Mâäk heeft zijn komende projecten inhoudelijk goed uitgewerkt. De geplande samenwerkingsverbanden en coproducties getuigen van een degelijke langetermijnvisie. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het ensemble heeft een internationale uitstraling. Heel wat van de projecten worden ontwikkeld en gespeeld buiten Europa. In Europa is Mâäk regelmatig te gast op toonaangevende festivals. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De muziek van Mâäk heeft raakvlakken met elektronica, wereldmuziek en improvisatie en is vaak experimenteel. De groep werkt mee aan multidisciplinaire, internationale projecten en neemt daardoor in België en internationaal een unieke plaats in.
Pagina 223 van 257
1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
De samenwerking met muzikanten en kunstenaars uit andere culturen en de open repetities (straat, marktjes, winkels) ervaart de beoordelingscommissie als een positief, sociaal engagement. 1.8
Samenwerking en netwerking
Mâäk realiseert zijn projecten met interessante partners, zoals Bozar en Zuiderpershuis. De commissie vindt de samenwerking met Met-X belangrijk. Beide organisaties gaan artistieke, communicatief en logistiek samenwerken. Toch zullen beide organisaties hun identiteit behouden. De commissie stelt dat dit kostenbesparend kan werken, en artistiek een boeiende kruisbestuiving kan zijn. 1.9
Publieksgerichtheid
Het ensemble heeft een actieve website en stuurt geregeld nieuwsbrieven uit. Door de uiteenlopende projecten spelen ze ook op heel diverse plaatsen waardoor ze een breed publiek proberen aan te spreken. Omdat het ensemble toch in een niche opereert, is het niet altijd evident om een groot publiek aan te trekken. Toch denkt het ensemble na over strategieën om dit te optimaliseren. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Zowel door de inhoud van de projecten, de artistieke samenwerkingen, de grote internationale reikwijdte als de lokale projecten, scoort Mâäk zeer hoog op vlak van diversiteit en interculturaliteit. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Nefertiti wil de personeelsbezetting licht uitbreiden, onder meer met een boeker die Mâäk ook internationaal representeert. De commissie kan de organisatie hierin volgen, ook al omdat ze de kosten op een realistische manier heeft begroot en geen onredelijke stijging ambieert. De commissie waardeert dat de organisatie rekening heeft gehouden met de opmerking uit het verleden om meer in grotere bezettingen te spelen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen op het artistieke advies. De Beoordelingscommissie Muziek handhaaft dan ook haar advies.
Pagina 224 van 257
4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag.
Pagina 225 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-024
Organisatie:
Nefertiti vzw / Mâäk
Gevraagd bedrag:
92.736,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Nefertiti is de structuur rond Mâäk (vroegere naam: Mâäk’s Spirit), een collectief met een kern van 4 musici die op regelmatige basis samenwerken met diverse Belgische en buitenlandse musici. De optredens zijn steeds met meer dan 4 musici. Zij organiseren op regelmatige basis opnames, zowel audio als video, die meestal ook gedeeld worden met het publiek via de website en/of facebooksite. Om de organisatie op het zelfde tempo te laten evolueren tot een internationale jazzgroep wil men een degelijk beleid uitbouwen met een zakelijke en artistieke leiding en een booker. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie ontstond in 19997 rond Laurent Blondiau als kwartet en evolueerde gaandeweg tot een collectief. Nefertiti vzw wordt meerjarig gesubsidieerd in het kader van het Kunstendecreet sinds 2007 en voor de periode 2010-2012 werd een jaarlijkse subsidie van 90.000 euro toegekend. Mâäk speelde 25 concerten in 2010, waarvan 13 in het buitenland. De organisatie vraagt voor 2013-2016 een gemiddeld jaarlijks subsidiebedrag van 92.736 euro. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Voor 2013 staan er 6 producties op stapel en drie ervan zijn nieuw. De activiteiten hierrond zouden volgens de planning ongeveer 25 dagen omvatten. Locaties of data hiervoor liggen voor het grootste deel nog niet vast. Wel werden intentieverklaringen van Bozar en het Wereldculturencentrum Zuiderpershuis bijgevoegd m.b.t. het project “encontros”. Ook het Festival de Carthage zou een coproductie aangaan voor het project met Ghalia Benali, maar hierover werd geen intentieverklaring of overeenkomst aan het dossier toe gevoegd. Op kunsteducatief vlak zullen de soirees met MET-X 8 keer per jaar georganiseerd worden en in twee basisscholen zal men een keer per maand alle klassen apart les geven in de soundpainting, met daarnaast nog twee soundpainting ateliers per week in de Pianofabriek (waar men echter niet bij alle ateliers zal kunnen aanwezig zijn). Op sociaalartistiek vlak trekt de groep in het buitenland soms de straat op om feedback te krijgen. Tenslotte zal elk groots project verder uitgegeven worden op cd (en waar mogelijk op dvd). Samen met MET-X wil men de partituren geschreven door Luc Mishalle en Laurent Blondiau uitgeven en heeft men ook 3 concrete creatieopdrachten voor 2013. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er wordt samengewerkt met WCC Zuiderpershuis, Bozar, Met-X, Soundpainting Brussels, WBI en het Muziekcentrum Vlaanderen. Met MET-X zal men een bureau delen en Laurent Blondiau zal de directeur van MET-X bijstaan. Met de andere partners gaat men artistieke samenwerking aan of men betrekt de nodige knowhow van hen.
Pagina 226 van 257
3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er zijn voor 2013 voor in totaal 135.966,5 euro loonkosten en vergoedingen aan derden gebudgetteerd, waarvan er 20.486,5 euro naar omkadering gaat. Dit betekent dus dat er ongeveer 15% van de vergoedingen en lonen aan omkadering en 85% aan artistieke activiteit besteed wordt. Van het overige budget kan men 9.374 euro als overhead beschouwen. In totaal vertegenwoordigt de overhead dus een goede 15% van de begroting. De verhouding overhead/ artistieke producties is dus zeker in orde. 3.4
Publieksgerichtheid
Er werd een nieuwe site opgericht in 2011 waar men zich kan inschrijven voor de nieuwsbrief. Op de website plaatst men de beste foto’s van het collectief door amateurfotografen gemaakt. Het collectief wil zo veel mogelijk optreden op zoveel mogelijk plaatsen. Toch stelt de organisatie vast dat de publieksopkomst niet is wat men hoopte en hiervoor wil men brainstormsessies organiseren met organisatoren, muzikanten, programmatoren ... 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het collectief gaat op tournee en wisselt producties uit met musici uit andere landen, zoals Marokko, Tunesië, Zuid-Afrika, enz. Heel wat activiteiten zijn dus intercultureel geïnspireerd. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijker te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie gaat uit van constant beleid en vraagt nauwelijks een verhoging van de subsidie aan. Het Agentschap heeft wel vragen bij de verminderde publieksopkomst die gemeld wordt in het dossier en merkt ook op dat er in 2010 een groot overschot geboekt werd bij de afrekening (22.174,97 euro) en in 2013 ook een licht overschot op de begroting staat (1.269,5 euro). Dit kan beschouwd worden als voorzichtig beheer, maar zou op langere termijn ook kunnen duiden of een krimpscenario. Het agentschap gaat momenteel uit van de eerste stelling en is dan ook van mening dat het groeipad realistisch is. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistiek beleidsplan duidt op een constante activiteit in vergelijking met voorgaande periode. Er is een evenwichtige verdeling tussen nieuwe producties en hernemingen. Hoewel het Agentschap graag geschreven overeenkomsten van partners had gezien, besluit het toch dat een aantal intentiebrieven de bereidheid tot engagementen van partnerorganisaties illustreren. Het agentschap besluit dan ook dat het artistiek en zakelijk beleidsplan met elkaar sporen.
Pagina 227 van 257
3.8
Haalbaarheid
Het dossier gaat uit van een constante werking en het gevraagde bedrag ligt in lijn met de subsidie die in het verleden werden verkregen. De organisatie wordt sinds 2007 gesubsidieerd in het kader van het Kunstendecreet en wist zelfs substantiële overschotten op te bouwen. Niettegenstaande een terugloop in publiek blijven de engagementen van partnerorganisaties geldig. Het agentschap besluit dan ook dat de voorgestelde werking haalbaar is. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Nefertiti vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de muziekensembles. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
Het ensemble maakte geen gebruik van de mogelijkheid om een repliek in te dienen. Het agentschap handhaaft dan ook zijn advies. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 228 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-025
Organisatie:
Psallentes
Gevraagd bedrag:
90.501,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Psallentes is een vocaal ensemble dat in 2000 werd opgericht. Het ensemble legt zich toe op het Gregoriaans en de vroege polyfonie. Basis van de werking is voortdurend onderzoek naar manuscripten, herontdekte bronnen, nieuwe muziekhistorische invalshoeken, wat vooral gebeurt door artistiek leider Hendrik Vanden Abeele. Het ensemble werkte aanvankelijk in coproductie met Capilla Flamenca, maar is sinds enkele jaren onafhankelijk. Bij de oprichting was Psallentes een mannenensemble, maar recent werd ook een vrouwenensemble aan de werking toegevoegd. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek vindt dat het onderzoek van het ensemble geleid heeft tot de ontsluiting van een relatief onbekend muzikaal patrimonium. Bovendien levert dat boeiende uitvoeringen op. Psallentes werkt met professionele zangers met ruime ervaring in het genre. De voorgestelde programma's zijn uniek en worden originele gebracht. De muzikaal-technische kwaliteit van de uitvoeringen is hoog en tot in de details verzorgd wat betreft dictie, accentuatie en muzikale expressie. De plannen voor 2013 zijn concreet. De heldere uiteenzetting toont een duidelijke visie aan. 1.3
Profilering en positionering
Psallentes heeft een uniek profiel in Vlaanderen. Het ensemble behandelt het Gregoriaans en de vroege polyfonie op een creatieve en inventieve manier en slaagt er in om deze muziek voor een groeiend publiek op het concertpodium te brengen. 1.4
Langetermijnvisie
Psallentes heeft in zijn masterplan 2012-2018 een doordachte structuur uitgetekend. Deze is gebaseerd op de volgende pijlers: valorisatie, het naar waarde schatten van Vlaams en internationaal erfgoed, de link van steden met het Gregoriaans, de ontwikkeling van de uitvoeringspraktijk via een cd-reeks en de samenwerking met jonge beloftevolle ensembles. Deze goed uitgewerkte langetermijnplanning boezemt vertrouwen in. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Psallentes heeft in zijn niche zowel landelijk als internationaal een goede reputatie uitgebouwd. Ze wil die bestendigen via een project met de culturele hoofdsteden in Europa. Psallentes is geregeld aanwezig op toonaangevende festivals in Europa.
Pagina 229 van 257
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Psallentes is belangrijk voor de regio door zijn unieke karakter, zowel qua repertoire als qua aanpak, kwaliteit en uitvoering. De commissie vindt het positief dat het ensemble zich niet beperkt tot de grote steden in Vlaanderen, maar ook oog heeft voor de kleinere centrumsteden in heel Vlaanderen. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Artistiek leider Hendrik Vanden Abeele onderzoekt aan de universiteit van Leiden de uitvoeringspraktijk van het laatmiddeleeuws Gregoriaans. Dit onderzoek naar en de actualiserende uitvoering van de talrijke niet-ontsloten bronnen van een voornamelijk Vlaams maar ook internationaal erfgoed, is van groot belang als wetenschappelijk onderzoek en voor het begrip en de kennis van onze Westerse muziek. 1.8
Samenwerking en netwerking
Het ensemble is gegroeid uit een samenwerking met Capilla Flamenca, maar opereert de laatste jaren zelfstandig. Toch blijft Psallentes samenwerken met gevestigde organisaties en met jonge ensembles. Internationaal heeft Psallentes een uitgebreid netwerk. 1.9
Publieksgerichtheid
Hoewel Psallentes zich in een niche bevindt, weet het ensemble een ruim en divers publiek te bereiken door de kwaliteit en de professionaliteit van de uitvoeringen, de interessante aanpak en de programmering. Door de muziek buiten het religieuze kader te brengen, bereikt het ensemble een groter publiek. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Psallentes stelt dat dit aspect voor hen niet van toepassing is en voorziet dan ook geen concrete acties hieromtrent. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht aan interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Psallentes heeft in samenwerking met het bureau Amarilli een efficiënte zakelijke omkadering. Het bureau behartigt de belangen van een aantal ensembles, wat niet alleen kostenbesparend werkt, maar ook perspectieven biedt voor elk van de aangesloten ensembles. De commissie vindt dit een goed voorbeeld van zakelijke samenwerking binnen de klassieke sector, die navolging verdient. De commissie vindt het lovenswaardig dat het ensemble geen groei ambieert, maar bescheiden en overzichtelijk wil blijven. Het ensemble vraagt een verhoging van het subsidiebedrag voornamelijk voor een lichte verhoging van de vergoedingen. Omdat de gebudgetteerde bedragen uitgaan van een correcte verloning kan de commissie hiermee instemmen.
Pagina 230 van 257
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie een verdere toelichting inzake interculturaliteit. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om een verduidelijking die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhoudt, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren in de lijn van het gevraagde bedrag.
Pagina 231 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-025
Organisatie:
Psallentes vzw
Gevraagd bedrag:
90.501,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Psallentes is een vocaal ensemble dat sinds 2000 bestaat, toen het in de eerste plaats opgezet werd als een groep zangers die contextualiserende uitvoeringen van gregoriaans verzorgde in coproducties met andere ensembles. Vanaf 2007 wordt de vzw meerjarig gesubsidieerd in het kader van het Kunstendecreet. Voor de periode 2010-2012 werd een jaarlijkse subsidie van 30.000 euro toegekend. In 2011 bedroeg de subsidie 28.875,86 euro. Het ensemble is gespecialiseerd in de uitvoering van Gregoriaanse muziek in de verschillende stadia met bijzondere aandacht voor het Gregoriaans van de late Middeleeuwen (Vlaamse bronnen uit de 14de, 15de en 16e eeuw). Het ensemble besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de omgang met het erfgoed. Sinds het seizoen 2010-2011 werd gewerkt aan een ‘Masterplan Psallentes 2012-2018’ dat de werking wil stroomlijnen rond vier pijlers: valorisatie van Vlaams en internationaal erfgoed; ontwikkeling van de uitvoeringspraktijk; actualisatie en contextualisering van gregoriaans (via Graylings’ The Good Book); samenwerking met jonge ensembles uit Vlaanderen en elders. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Bij de aanvang van de subsidiëring van het ensemble in het kader van het Kunstendecreet was de boekhouding niet op punt. Uit het inspectieverslag 2010 blijkt dat de boekhouding nog altijd niet optimaal is, maar er toch al sterke vooruitgang geboekt is. In 2010 werd wel een (in verhouding tot de subsidie) relatief hoog verlies geboekt (6.596,86 euro). Anderzijds was het percentage eigen inkomsten 66,57% van de totale omzet. Er waren 39 publieksvoorstellingen en ruim 85% van de kosten betroffen vergoedingen aan derden. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Psallentes wil een gemiddelde van 36 engagementen per jaar halen, maar meldt dat het eerder zeldzaam is dat engagementen meer dan een jaar op voorhand vastliggen. Toch denkt de organisatie dat dit gemiddelde realistisch is omdat er 39 engagementen waren in 2010 en 36, volgens het dossier, in 2011. Voor 2013 zouden de activiteiten bestaan uit 3 opnames, 12 hernemingen van oudere producties, 4 projecten met open invulling en 4 concertversies van Tu Rosa Tu Lilium alsook van Parab(o)les en Friends en tenslotte 2 voorstudie-engagementen. Men raamt verder dat er 3 samenwerkingsengagementen zouden zijn in 2013 (met het vrouwenkwartet Encantar, met het ensemble Forma Antiqva en tenslotte met het blokfluittrio Aquil’Altera). De raad van bestuur wil men vernieuwen en omvormen tot een echt adviesorgaan en tevens wil men een administratieve medewerker inschakelen, theoretisch 10u per week, maar praktisch betaald naargelang de uitgevoerde taken.
Pagina 232 van 257
Verder wil men een aantal kostenvergoedingen verhogen, zoals de huur, het percentage bij verkoop (van 10 naar 12%) en de vergoeding van de artistieke leider. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er wordt samengewerkt met wisselende partners, zoals ensembles waar men al een samenwerking mee had in het verleden, ensembles waar een langlopende intentie bestaat om “iets samen te doen” en ook individuele musici en kunstenaars. Tevens bouwde Psallentes contacten op met allerhande organisatoren en cultuurcentra. Echte samenwerkingsovereenkomsten heeft de organisatie niet en er werden ook nog geen engagementen voor 2013 aan het dossier toegevoegd. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er zijn geen loonkosten en voor vergoedingen aan derden staan 124.274 euro in 2013 gebudgetteerd waarvan er 36.949 euro naar omkadering gaat. Dit betekent dus dat er 29,75% van de vergoedingen omkadering en dus een goede 70% aan artistieke activiteit besteed wordt. Van het overige budget kan men 9.020 euro als overhead beschouwen, in totaal vertegenwoordigt de overhead dus 22 % van de kosten. De verhouding overhead/ artistieke producties is in orde. 3.4
Publieksgerichtheid
Men gaat ervan uit dat hun publiek zeer divers is gebaseerd op de reacties op website, concerten, enz. Er worden inleidingen gegeven bij concerten en concerttoelichtingen verzorgd voor programmaboekjes waarbij soms filmpjes op Youtube aan gekoppeld worden. In 2012 wil men de website vernieuwen. De publiekswerving wordt voornamelijk via mond-aan-mond reclame gerealiseerd waarbij de cd-opnames een grotere zichtbaarheid van het ensemble zouden moeten bewerkstelligen. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het ensemble werd rond het westers muzikaal erfgoed. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
De organisatie gaat uit van constant beleid op vlak van activiteiten, maar vraagt wel het drievoudige van het in de vorige ronde verkregen subsidiebedrag. Er worden geen andere subsidies verwacht. Vooral de kostenzijde verhoogt, post 61 verdubbelt bijna, terwijl ook de vergoeding aan derden ten opzichte van de cijfers bij de afrekening 2010 ook met meer dan 50% stijgt, vooral de vergoeding van “andere dienstverleners” (van 3.630 euro naar 27.019 euro in 2013) en de verplaatsing- en verblijfkosten (van 6.856,88 euro bij de afrekening in 2010 naar 36.852 in 2013) stijgen zeer aanzienlijk. Dit zou vooral te wijten zijn aan de extra administratieve inzet en de séjours in het buitenland die men in de volgende periode zou willen uitbetalen. Qua inkomsten gaat men uit van een stijging van meer dan 70% van de omzet. Het dossier meldt dat dit “realistische cijfers” zijn en “als ze dat niet zijn, dan zijn ze eerder aan de hoge kant”. Het Agentschap besluit dat ze inderdaad aan de hoge kant zijn. Het Agentschap besluit dat het groeipad wat betreft de kosten ten dele realistisch is (séjours en 7.000 euro voor administratieve inzet), maar aan inkomstenzijde onrealistisch is. Het groeipad is niet evenwichtig ingeschat.
Pagina 233 van 257
3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistiek beleidsplan duidt op een constante activiteit in vergelijking met voorgaande periode en gaat van bepaalde premisses, bv. qua verdeling binnen- en buitenlandse concerten (80%/20%). Gezien er nog geen concrete engagementen zijn voor 2013 kan het agentschap zich moeilijk een beeld vormen of het zakelijk beleidsplan met het artistieke plan spoort. Het is volgens het agentschap een veilige aanname dat de werking constant kan gehouden worden (met enig voorbehoud voor wat betreft de cd-opnames, gezien dit een steeds volatielere markt wordt), maar vindt het onrealistisch om uit te gaan van stijgende uitkoopsommen. Het agentschap besluit dan ook dat het artistiek en zakelijk beleidsplan slechts gedeeltelijk met elkaar sporen. 3.8
Haalbaarheid
Het dossier gaat uit van een constante werking maar het gevraagde bedrag is een verdrievoudiging van het subsidiebedrag die in de vorige ronde werd verkregen. De organisatie wordt sinds 2007 gesubsidieerd in het kader van het Kunstendecreet en wist zijn begroting over het algemeen in evenwicht te houden (behalve in 2010 waar 6.596,86 euro verlies werd geboekt). Het agentschap besluit dan ook dat de voorgestelde werking haalbaar is. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Psallentes vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de muziekensembles 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek aan dat de website ondertussen online staat. De opmerking m.b.t. interculturaliteit betreft vooral genderpolitiek, en is dus niet ter zake. M.b.t. de cd-opnames wordt de specificiteit van de markt voor de producten van de organisatie verduidelijkt. Het agentschap wil het geformuleerde voorbehoud op basis van deze opmerking laten vallen. Met betrekking tot de uitkoopsommen worden de argumenten nog niet gestaafd door concrete cijfers of feiten, maar het agentschap gelooft dat er een positieve evolutie in de inkomsten is. Bovendien erkent het agentschap dat de huidige subsidie erg beperkt is en dat een subsidieverhoging de organisatie meer armslag kan bieden om door te groeien en haar ambities waar te maken. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren voor een bedrag dat in de lijn ligt van het gevraagde bedrag, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 234 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-026
Organisatie:
Hermes Ensemble
Gevraagd bedrag:
250.000,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Het Hermes Ensemble werd in 1999 opgericht. Het is een collectief van uitvoerende muzikanten en componisten dat zich toelegt op de uitvoering van hedendaagse muziek, in interactie met andere kunstvormen. Er is een vaste kern van een zeven muzikanten en een dirigent. Het ensemble is sinds 2007 in residentie bij Amuz, waar ze twee concerten per jaar verzorgen. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat het voorgestelde concept veelzijdig en multimediaal is. Het repertoire is samenhangend en consequent, vooral in de keuze van de componisten uit binnen- en buitenland. Positief is dat er heel wat creaties van werk van Vlaamse componisten zijn, evenals Vlaamse creaties van buitenlandse composities en zelden uitgevoerd hedendaags werk. Enkele initiatieven zijn uniek voor Vlaanderen, zoals Electromonty en La Femme sur la Lune. Het ensemble plant ook een aantal hernemingen. De commissie stelt vast dat alle projecten voor 2013 inhoudelijk goed zijn uitgewerkt. Toch merkt ze op dat het ensemble veel producties plant, die te weinig uitgevoerd worden. Het ensemble kan een betere spreiding ambiëren, wat kostenbesparend werkt. Het residentiebeleid vindt de commissie een goede zaak om componisten te ondersteunen. Positief is dat het Hermes Ensemble niet alleen op traditionele podia speelt, maar ook op zoek gaat naar andere interessante locaties. 1.3
Profilering en positionering
Het Hermes Ensemble bestudeert de uitvoeringspraktijk van de klassieke avant-garde en brengt die in praktijk. Hermes specialiseert zich al een tijdlang in concerten met beeld en beschikt op dit domein over een unieke expertise. 1.4
Langetermijnvisie
Tot 2016 passen alle geplande en voorziene projecten op een logische en consequente manier in de artistieke visie van het Hermes Ensemble. De commissie stelt wel vast dat het ensemble een aanzienlijke verhoging van het aantal producties ambieert en vraagt zich af in hoeverre dit realistisch is. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Het Hermes Ensemble speelt op diverse plaatsen in Vlaanderen en heeft daardoor een landelijke uitstraling. Met ongeveer een vierde van de concerten in het buitenland, heeft het ensemble internationaal een goede reputatie.
Pagina 235 van 257
Dat het ensemble bovenop de sterke stijging van de gevraagde subsidie een beroep wil doen op internationale subsidies voor de buitenlandse concerten, vindt de commissie geen goede zaak. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
De aanwezigheid van het ensemble in het Antwerpse conservatorium heeft een duidelijke regionale meerwaarde. Bovendien geldt die meerwaarde eveneens voor jonge Vlaamse componisten en gespecialiseerde muzikanten. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Door het project The Times they are a Changin' krijgen jonge componisten een waardevol forum. Ook de projecten met gehandicapten zijn zinvolle initiatieven. 1.8
Samenwerking en netwerking
Het Hermes Ensemble heeft een goed uitgebouwd netwerk met diverse Vlaamse en buitenlandse partners. Het is bovendien positief dat hierbij onderzoekscentra, archieven en universiteiten betrokken zijn. 1.9
Publieksgerichtheid
Het Hermes Ensemble maakt gebruik van de klassieke en de nieuwe communicatiemiddelen om een divers publiek te bereiken. Door de samenwerking met De Veerman spreekt het ensemble een jong publiek aan. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Het Hermes Ensemble heeft aandacht voor muziek uit andere culturen. De aandacht voor jongeren en gehandicapten is lovenswaardig. Uit het dossier blijkt geen aandacht voor interculturaliteit. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context vindt de commissie echter dat aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak is. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
De beoordelingscommissie merkt op dat het dossier zakelijk onvoldoende duidelijk is. Het ensemble vraagt een aanzienlijke stijging die gezien het beperkte aantal concerten moeilijk te rechtvaardigen is. Bovendien worden heel wat producties te weinig gespeeld. Een betere spreiding kan kostenbesparender werken. De commissie stelt vast dat de inkomsten uit medewerking aan muziektheaterproducties beperkte zijn. Tegenover de lage eigen inkomsten (slechts rond 30%) staan hoge uitgaven. Zo wordt er enerzijds slechts 3.000 euro uitkoopsom per uitvoering van Medea ingebracht. Anderzijds is de huur van het instrumentarium hoog. Tot slot vindt de commissie dat voor het lage aantal concerten een verhoging van de overheadkosten niet verantwoordbaar is. Onafgezien van het feit dat de commissie de artistieke kwaliteit van het ensemble apprecieert, vindt ze een sterke verhoging van het subsidiebedrag niet aan de orde.
Pagina 236 van 257
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met interculturaliteit en enkele zakelijke opmerkingen. De organisatie voegt ook een speellijst en enkele intentieverklaringen toe. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 237 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-026
Organisatie:
Hermesensemble vzw
Gevraagd bedrag:
250.000,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Het Hermesensemble werd opgericht door een collectief van musici, componisten en academici in april 1999. Het Hermesensemble wil hedendaagse muziek vertolken voor een breed publiek en gaat in zijn producties grensvervagende confrontaties aan met andere artistieke disciplines en stijlen. De organisatie kende een vrij snelle groei. Vanaf 2007 ging Hermes Ensemble in residentie in de gerestaureerde concertzaal van muziekcentrum AMUZ. Deze residentie loopt af eind 2012. Men voorzag gemiddeld ruim 30 concerten per jaar in de vorige subsidieperiode. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
De organisatie ontvangt subsidie voor de periode 2010-2012, in 2011 bedroeg de subsidie 163.629,86. Hermesensemble gaf in het werkingsverslag 2010 een gedetailleerd overzicht van alle wijzigingen ten opzichte van het actieplan 2010. Enkele grotere initiatieven werden geschrapt zoals ‘The Tempest Songbook’ in de Vlaamse Opera en de herneming van ‘De Zandman’ i.s.m. In Vitro. Deze wijzigingen zorgden voor het positieve resultaat. Er waren ook enkele nieuwe initiatieven die waren opgenomen in het actieplan 2010. Bij de krachtlijnen artistieke werking geeft de organisatie aan dat er 31 activiteiten werden gerealiseerd waarvan 22 concerten. Dit was minder dan in 2009 (43 activiteiten) en ook dan wat voorzien was in het aanvraagdossier (ruim 30, zie punt 1). De reden hiervoor was volgens de organisatie dat sommige organisatoren hun toegezegde engagementen niet konden nakomen na bekendmaking van de werkingsbudgetten 20102012. Voor 2011 wordt gerekend op minimum 55 activiteiten. Op de website vond het Agentschap de kalender 2011 waarin 30 keer de voorstelling Stanley (i.s.m. met Peter de Graaf en de kolonie), 7 keer de voorstelling Medea (samen met Transparant) en 8 andere activiteiten staan, samen dus 45 activiteiten, dus geen 55 zoals vooropgesteld. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Voor 2013 voorziet de organisatie volgens het formulier 39 activiteiten, waarvan 2 creatieopdrachten, 26 publieksvoorstellingen en 11 opname activiteiten (CD of DVD). In de artistieke planning heeft men het over “minstens 35 activiteiten (27 uit eigen producties, 8 in samenwerking met andere partners)”. Zoals ook in het inspectieverslag 2010 opgemerkt werd, is er weinig concordantie tussen wat er beschreven wordt en wat in het formulier ingevuld werd. Het Agentschap zal zich dan ook voor dit advies baseren op cijfers in het dossier. Voor 2013 staan er 7 nieuwe projecten en 1 cd-uitgave en release gepland. In 2014 voorziet men 4 nieuwe producties, in 2015 worden er 5 en in 2016 drie voorzien, gemiddeld dus een vijftal per jaar. Daarnaast blijven er “repertoireproducties” in het aanbod voor de komende beleidsperiode staan. Soms staan reeds locaties bij een productie vermeld of wordt vermeld aan welke organisaties het programma voorgelegd zal worden.
Pagina 238 van 257
Data of kopieën van (samenwerkings)overeenkomsten worden echter nog niet in het dossier gegeven. Het agentschap stelt zich dan ook vragen bij het vooropgezette aantal concerten, zeker rekening houdend met de realisaties in 2010. Men voorziet coproducties met Medea, die reeds in 2011 van start ging en zal doorlopen in 2013 en 2014, waarbij de spreiding zou gebeuren door Muziektheater Transparant. Op kunsteducatief vlak is het project “The Times they are a changin” gepland dat reeds in 2008 werd gelanceerd. Jonge componisten (tussen 12 en 18 jaar) worden uitgenodigd om composities in te zenden. De geselecteerde componisten ontvangen een live opname van hun compositie. Hermesensemble gaat voor de realisatie van dit project een structurele relatie aan met De Veerman en Amuz. Voor de editie 2013 zou men het Concertgebouw Brugge bereid gevonden hebben om een uitvoering te organiseren en er zou ook reeds overleg gepleegd zijn met Musica en Jeugd en Muziek. Stavingsstukken hieromtrent ontbreken in het dossier. Verder wil men in de periode 2013-2016 het project Wham-E-XX-I uitwerken waarvoor een structurele relatie aangegaan wordt met het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Andermaal vindt het agentschap geen documentatie in de bijlage die dit bevestigt. Op sociaal-artistiek vlak wil de organisatie uitpakken met een jaarlijkse workshop “kinderen worden als componisten geboren” i.s.m. De Veerman en het project “ZwartGEEL-Rood” voor 2015. Dit laatste project betreft de realisatie van de muziek voor een langspeelfilm. Ook hierover vindt het agentschap geen engagementen terug in de bijlage. Verder voorziet men creatieopdrachten (ongeveer drie per jaar) en zouden er ongeveer een kwart van de concerten in het buitenland gegeven worden. Tenslotte wil men voor onderzoek met diverse onderzoeksinstellingen samen werken, waaruit het onderzoek concreet zal bestaan wordt weinig uitgediept. Op het vlak van residenties zijn bepaalde voorgestelde activiteiten vaag in hun omschrijving: “Hermesensemble gaat een meer diepgaande relatie aan met componisten die ook in het kader van de muziekeducatieve werking in het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en de University of Birmingham – Faculty of Music actief zullen zijn”. Het agentschap kan niet uitmaken welke activiteit(en) het hier betreft. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er wordt een opsomming gegeven van partners waar mee wordt samengewerkt, hoofdzakelijk op het gebied van productie en onderzoek. Kopieën van samenwerkingsovereenkomsten zijn niet terug te vinden in het dossier of de bijlagen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Van de loonkosten van in totaal 114.376,47 euro, wordt slechts 4.782 euro uitgegeven aan een promotiemedewerker, terwijl de rest van de lonen voor technisch-artistieke medewerkers en uitvoerende kunstenaars worden gereserveerd. Voor vergoedingen aan derden staat 180.876 euro in 2013 gebudgetteerd waarvan er 28.500 euro naar omkadering gaat. Dit betekent dus dat er iets meer dan 11% van de vergoedingen aan omkadering en dus ongeveer 89% aan artistieke activiteit besteed wordt. Van het overige budget kan men 57.215,53 euro als overhead beschouwen, in totaal vertegenwoordigt de overhead dus 23,56 % van de totale begroting. De verhouding overhead/artistieke producties is in orde.
Pagina 239 van 257
3.4
Publieksgerichtheid
Volgens het dossier zijn er drie doelgroepen: de geïnteresseerde gespecialiseerde muziekliefhebber in Vlaanderen, de geïnteresseerde niet-gespecialiseerde muziekliefhebber en de jongeren (waarvoor men samenwerkt met De Veerman). Dit wordt niet gestaafd door enquêtes of analyses. De publiekswerving wordt meestal uitgevoerd door de receptieve huizen. Daarnaast is er ook een blog en eigen website. De verkoop van de voorstellingen wordt deels door de organisatie zelf uitgevoerd, deels door Transparant (productie Medea). Voor het buitenland zoekt men nog naar een geschikte representatie. Als promotiemateriaal gebruikt men de dvd “Avant Garde” (i.s.m. Cinematek) en de cd “Disappearing in Light” (verspreid door Harmonia Mundi). Volgens het dossier omvatte het publieksbereik in 2009 ruim 6.000 personen en zou deze stijging t.o.v. 2008 (+ een kwart) zich doorzetten tot in 2013 waar men mikt op 9.000 toeschouwers. Voor 2010 vond het Agentschap in het inspectieverslag 5.599 toeschouwers, 283 deelnemers aan kunsteducatieve activiteiten en 90 deelnemers aan sociaal-artistieke activiteiten. Het is dus twijfelachtig of deze doelstelling haalbaar is. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
Het ensemble werkt samen met buitenlandse artiesten en componisten. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken in het dossier. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
Volgens het dossier gaat de organisatie uit van 39 activiteiten in 2013 (minimum 35). In de cijfers betekent dit ongeveer eenzelfde aantal als in 2009 en 2011. Op het vlak van activiteiten gaat de organisatie dus uit van constant beleid, maar zij vraagt wel een substantiële verhoging aan van het in de vorige ronde verkregen subsidiebedrag (van 170.000 euro naar 250.000 euro wat bijna 50% extra is). Nochtans is net de “sterke stijging” van het gemiddeld aantal activiteiten een van de drie argumenten om een verhoging van het subsidiebedrag te vragen, naast de grotere ensemblebezetting en de sterkere focus op de concertante werking van het ensemble. Subsidies van andere overheden staan niet ingeschreven in de begroting. Het agentschap vindt het belangrijk dat de inkomsten, ook die uit subsidie, zoveel mogelijk gediversifieerd worden. De eigen inkomsten zullen volgens het dossier in 2013 134.100 euro bedragen, terwijl de totale kosten 384.100 euro bedragen. Dit betekent dat de verhouding tussen de inkomsten en totale kosten (34,91%) relatief gezien gelijk blijven t.o.v. die in 2010 (34,81%), maar in absolute cijfers zouden de inkomsten met bijna de helft verhogen (van 90.638 euro in 2010 naar 134.100 euro in 2013). Nergens in het dossier vindt het agentschap indicaties die dit hard maken. Vooral de kostenzijde verhoogt, post 61 stijgt met meer dan 50%, terwijl ook de vergoeding aan derden ten opzichte van de cijfers bij de afrekening 2010 ook met meer dan 70% stijgt. De grotere ensemblebezetting en sterkere focus op concertante werking zouden dit kunnen verklaren, maar zoals hierboven reeds uitgelegd, vindt het agentschap hier geen duidelijke garanties voor in het dossier, en deze factoren worden in het dossier ook niet duidelijk verbonden aan de verhoging van inkomsten. Het agentschap besluit dat het groeipad niet voldoende verantwoord wordt in het dossier. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistiek beleidsplan duidt op een constante activiteit in vergelijking met voorgaande periode terwijl in het dossier uit gegaan wordt van een “sterke stijging van de activiteiten”. Het artistiek en zakelijk beleidsplan zou dan nog kunnen sporen indien hard
Pagina 240 van 257
gemaakt wordt dat er een grotere bezettingsgraad zou zijn van het ensemble en dat er tevens meer nadruk op concertante werking zou liggen vanaf 2013 en dat dit zou aanleiding geven tot een sterke stijging van de eigen inkomsten. Deze premissen zijn volgens het agentschap onvoldoende aangetoond in het dossier. Het agentschap besluit dan ook dat het artistiek en zakelijk beleidsplan slechts gedeeltelijk met elkaar sporen. 3.8
Haalbaarheid
Het dossier gaat uit van een constante werking maar het gevraagde bedrag ligt de helft hoger dan het subsidiebedrag dat in de vorige ronde werd verkregen. De organisatie wordt sinds 2007 gesubsidieerd in het kader van het Kunstendecreet en wist meestal overschotten te boeken op de resultatenrekening. In de periode 2007-2009 bedroeg de aangroei van de reserve 16.743,18 euro en in 2010 werd een overschot geboekt van 18.110,22 euro. Het agentschap besluit dan ook dat de voorgestelde werking haalbaar is. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Hermesensemble vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de muziekensembles 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek een gecorrigeerde lijst met activiteiten in 2011, waaruit blijkt dat er 58 publieksvoorstellingen waren. Tevens werden samenwerkingsovereenkomsten aan de repliek toegevoegd. Beide punten worden door het agentschap aanvaard. Volgens de repliek zou in 2011 de kaap van 9.000 toeschouwers overschreden zijn, wat zal moeten blijken uit het afrekeningsdossier. Dit blijft voor het agentschap voorwaardelijk maar aanvaardbaar, gezien ook de bewezen stijging van het aantal activiteiten. Het agentschap is verheugd dat de subsidie inkomsten meer gediversifieerd konden worden dankzij een subsidie van 23.000 euro vanuit de stad en de provincie Antwerpen. Tevens zijn de voorstellen voor vermindering van overheadkosten lovenswaardig, hoewel bij de grotere voorgestelde bedragen dan de vraag kan gesteld worden naar de geloofwaardigheid van de initiële begrotingscijfers. Het agentschap volgt de meeste rechtzettingen/aanvullingen in de repliek. Echter, wat het vooropgezette gemiddeld aantal activiteiten in de periode 2013-2016 betreft, maakt het agentschap nog steeds voorbehoud, gezien het zwaartepunt van de activiteiten na 2013 ligt. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 241 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-027
Organisatie:
Choux de Bruxelles
Gevraagd bedrag:
181.321,00 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Choux de Bruxelles is een artiestencollectief rond Piet Maris dat in 1999 werd opgericht. Het collectief manifesteert zich via bands zoals Jaune Toujours, Mec Yek, Ik en den Theo en La Nouvelle Harmonie Bruxelloise d'Accordéons. Men wil ook Radio Transit heropstarten, een project met vluchtelingen en migranten. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
De Beoordelingscommissie Muziek vindt dat door de vele diverse projecten, Choux de Bruxelles eerder een werkplaats is dan een ensemble. Het project Jaune Toujours brengt kwaliteitsvolle wereldmuziek en met Mec Yek creëert men belangstelling voor de Romacultuur. De commissie vindt deze groepen kwalitatief, maar dat hun programma’s zijn weinig vernieuwend. Het project met amateuraccordeonisten hoort niet echt thuis in het Kunstendecreet. Door de uiteenlopende projecten vindt de commissie geen duidelijk artistiek beleid. De organisatie wil op een onrealistische manier groeien. Tot slot vindt de commissie dat een aantal projecten meer inkomsten kunnen genereren. 1.3
Profilering en positionering
De verschillende groepen binnen Choux de Bruxelles hebben een eigen profiel. Het collectief heeft een specifieke plaats in het Vlaamse muzieklandschap, waar samenwerkingen met Roma, Walen en nieuwe Belgen eerder uitzonderlijk zijn. Door de integratie van wereldmuziek en volkse stijlen wordt variatie gecreëerd. Dat kan boeiend zijn, maar leidt tot een onduidelijk profiel. 1.4
Langetermijnvisie
De commissie stelt vast dat de plannen voor de komende periode al behoorlijk uitgewerkt zijn. De opgezette structuur voor boekingen, management en label is positief. 1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Choux de Bruxelles heeft met de verschillende groepen concerten en samenwerkingen in diverse Vlaamse steden. Er wordt ook langzaamaan een internationaal netwerk uitgebouwd, met regelmatig concerten in Europa en Canada.
Pagina 242 van 257
1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Choux de Bruxelles draagt door zijn frequente samenwerkingen een beeld uit van een verdraagzaam en pluralistisch Vlaanderen. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Met projecten met jongeren, amateurs, vluchtelingen en migranten heeft de organisatie een duidelijk sociaal belang. De commissie is er niet van overtuigd dat dit allemaal binnen het kader van het Kunstendecreet valt, waar de artistieke kwaliteit moet primeren. Ook het werken met artiesten met een nieuwkomersstatuut en de benefietoptredens wijzen op een duidelijk engagement. 1.8
Samenwerking en netwerking
Choux de Bruxelles werkt vaak samen met een poule van muzikanten waaruit kan worden geput voor diverse projecten. Er zijn intensieve contacten met verwante organisaties zoals de Centrale, Muziekpublique en Zephyrus. Ook internationaal wordt een netwerk opgebouwd van buitenlandse partners die de organisatie ter plaatse ondersteunen. 1.9
Publieksgerichtheid
De organisatie mikt op een divers publiek en gebruikt daarvoor de traditionele en digitale kanalen. Om een nieuw publiek aan te trekken voor het project Ik en den Theo, wordt een boekje uitgegeven. Door de verschillende projecten met dezelfde mensen uit te voeren, kan dit voor het publiek verwarrend overkomen. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Diversiteit en interculturaliteit is eigen aan de werking van Choux de Bruxelles. De organisatie wil diversiteit zo breed mogelijk te zien. 1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Choux de Bruxelles ambieert een sterke groei. De beoordelingscommissie vindt dit niet realistisch, vooral omdat een duidelijk plan ontbreekt. Bovendien is ze van oordeel dat het aantal concerten overschat wordt. De commissie vindt daarenboven de sociale dimensie belangrijk, maar de artistieke kwaliteit moet hoe dan ook primeren binnen het Kunstendecreet. Om die reden is ze van oordeel dat een project zoals La Nouvelle Harmonie Bruxelloise d'Accordéons hier niet thuis hoort. Een duidelijke visie over het parcours van elk van de onderdelen binnen het collectief is belangrijk. Dit komt te weinig naar voren. De commissie vindt een belangrijke verhoging van de subsidie dan ook niet te verantwoorden.
Pagina 243 van 257
2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag. 3
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het inhoudelijke concept, profilering, samenwerking, publieksgerichtheid en enkele zakelijke aspecten. De commissie neemt hiervan nota, maar omdat het gaat om verduidelijkingen die geen fundamentele wijziging van het voorlopige advies inhouden, handhaaft ze dan ook haar voorlopige advies. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 244 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-027
Organisatie:
Choux de Bruxelles vzw
Gevraagd bedrag:
181.321,00 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
Choux de Bruxelles is een artiestencollectief dat zowel een management- en boekingskantoor als platenlabel huisvest. Spilfiguur is Piet Maris die ook artistiek leider is van het collectief. De Brusselse groepen Jaune Toujours, Mec Yek, Ik en den Theo en La Nouvelle Harmonie Bruxelloise d’Accordéons worden door het collectief gepromoot. Daarnaast wil men ook eigen repertoire en producties creëren. Via Radio Transit wordt een platform aangeboden aan muzikaal talent van nieuwkomers. Choux de Bruxelles is zowel in België als in het buitenland actief. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Choux de Bruxelles werd vroeger projectmatig gesubsidieerd voor de werking van de groep Jaune Toujours en Mec Yek met in 2005 en 2007 (periode mei-augustus) een bedrag van resp. 10.000 en 15.000 euro. Choux de Bruxelles kreeg ook diverse internationale reissubsidies. Vanaf 2010 wordt Choux de Bruxelles meerjarig gesubsidieerd en werd een bedrag van 50.000 euro toegekend (in 2011 bedroeg de subsidie 48.126,42 euro). In 2010 werden er 65 productieve activiteiten geteld en 13 kunsteducatieve activiteiten. Dit is een lichte stijging ten opzichte van het aantal activiteiten in voorgaande jaren. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Voor 2013 staan er 9 concerten ingepland, waarvan 6 als een optie. Daarnaast zijn er 19 andere activiteiten gepland, waaronder stages, masterclasses, residenties en een opname en mixing. Dit terwijl er 96 productieve (met hierin 14 activiteiten voor een CD of DVD opname) en 12 kunsteducatieve activiteiten voorzien worden voor 2013. In het dossier meldt men dan ook dat “op het moment van indienen van de aanvraag” er “naar gewoonte” nog niet veel vastligt. In het laatste inspectieverslag werd vastgesteld dat in het actieplan “zowel de begrote totale kosten als opbrengsten overschat bleken” (respectievelijk 37,31 % en 39,82%). Het Agentschap besluit derhalve dat er geen garanties zijn dat het aantal activiteiten en de hoogte van de inkomsten in de volgende periode zal stijgen in vergelijking met de vorige periode. De organisatie gaat nochtans uit van een groeiscenario waardoor het nodig zou zijn om het personeelsbestand van de omkadering uit te breiden naar 2 voltijdse equivalenten. Men voorziet 0,5 VTE artistieke leiding, 0,5 VTE zakelijk leiding (die er momenteel ook is), 0,2 VTE voor een ‘commerciële’ functie, 0,4 VTE communicatiemedewerker en 0,4 VTE productiemedewerking. Daarnaast wil men een beroep blijven doen op een pool van freelance medewerkers. Bij de musici worden niet veel wijzigingen in het personeelskader voorzien, behalve dan voor Radio Transit die men opnieuw actief zou maken met 6 extra muzikanten. Het basis brutoloon wil men op basis van een bevraging in de sector optrekken naar 180 euro brutoloon per concert en 90 euro brutoloon voor repetities en opnames. Zelfstandigen
Pagina 245 van 257
krijgen respectievelijk 250 en 125 (en niet 1125 zoals in het dossier foutief getypt werd) euro exclusief BTW. De kleine vergoedingsregeling wil men niet meer als ‘regulier honoreringsmiddel’ opnemen. Op die manier komt men op 2,44 VTE artistiek inhoudelijk medewerkers. Dit betekent 1,5 VTE omkadering voor ongeveer 3 VTE artistiek personeel, wat volgens het Agentschap toch erg veel is. Verder wil de organisatie 30.000 euro in infrastructuurwerken investeren (voornamelijk in een repetitielokaal dat men als ‘best practice’ voor andere groepen zou openstellen), af te schrijven over 10 jaar, en waarvan 10.000 euro via sponsors zou betaald worden. Een gedetailleerd plan voor de uitbouw van deze infrastructuur vindt men niet in het dossier terug. De organisatie ontwikkelt een kunsteducatieve werking (vooral met Ik en den Theo) en ook een sociaal-artistieke werking rond Radio Transit, waar men muzikantennieuwkomers op maatschappelijk vlak wegwijs wil maken en via Mec Yek, waar zangeressen via muziek obstakels kunnen overwinnen die eigen zijn aan de migrantenstatus. La Nouvelle Harmonie werkt zo laagdrempelig mogelijk, met deelnemers uit alle geledingen van de maatschappij. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er zijn coproducties/samenwerkingen gepland met o.a. ’t Folkfestival Dranouter, het minifestival Autoloze zondag Laken, Way 2 Roma, Muziekpublique en Muziekpublique Zephyrus. Via deze laatste twee samenwerkingsverbanden wil men ook cd’s op de internationale markt verdelen. Verder zijn er ook partners waarmee men samenwerkt: Gangbé Brass band (Benin) en het bevriende management Contrejour; GC Nekkersdal; MVC en Wallonie Bruxelles Musiques (vooral dan voor Womex en Babelmed); Poppunt en VI.be; Play it Again Sam en Music & Words; Colibio, Standaard Boekhandel en Fnac (boekjes van Ik en den Theo); Discovery Records en Broken Silence; verschillende internationale perspromotoren (UK, Du, Ne en Be); webmaster Bart Daems; Kunstenaarscollectief Woutwalt; CP Masters Belgium (auteursrechten, enz.); verschillende studio’s en masteringbedrijven, studiotechnici en cd-perserijen en een boekdrukkerij. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er zijn 214.183 euro loonkosten en 82.705 euro voor vergoedingen aan derden die in 2013 gebudgetteerd staan, samen dus 296.888 euro. Hiervan gaat er respectievelijk 85.824 euro en 12.830 euro naar omkadering, in totaal dus 98.654 euro. Dit betekent dus dat er iets meer dan 33 % van de vergoedingen en lonen aan omkadering en dus ongeveer 2/3 aan artistieke werking wordt. Verder kan men nog 20.520 euro kosten als overhead beschouwen. In totaal is er dan ca. 30 % overheadkosten. Vooral aan de personeelszijde kan de overhead nog ingeperkt worden. 3.4
Publieksgerichtheid
De organisatie mikt op een zo divers mogelijk publiek en wil ook een zo evenwichtig mogelijke geografische spreiding bereiken. Hieraan dienen de organisatoren ook mee te werken. Het gemiddelde van ongeveer 60 concerten per jaar wil men optrekken tot 80 waarbij men de gepaste promotie wil voeren. Men wil dit via een gedifferentieerde en complexere marketing aanpak, waarbij “word of mouth” en digitale kanalen het belangrijkste instrument zijn, naast de meer traditionele promotie (mailing, pers, flyers en affiches). Een analyse van het publiek werd nog niet gemaakt door de organisatie. Tevens merkt het Agentschap in het dossier ook geen maatregelen voor het behoud van het bestaande publiek.
Pagina 246 van 257
Voor het buitenland wordt voor Jaune Toujours gewerkt met agenten in Duitsland, Zwitserland, Luxemburg, de Oosteuropese en Scandinavische landen, Canada en de VS. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
De musici en deelnemers zijn vaak afkomstig uit het buitenland. Tevens wordt af en toe in het buitenland opgetreden. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
In het dossier wordt aangegeven dat de organisatie van ongeveer 60 concerten jaarlijks naar 80 wil groeien. Volgens het inspectieverslag over de werking in 2010 waren er toen 65 productieve activiteiten, waar een omzet van 101.387,66 euro aan verbonden was. In de voorliggende begroting van 2013 gaat men uit van 96 productieve activiteiten (inclusief 14 activiteiten voor CD of DVD opname) met een omzet van 212.540 euro. Nergens in het dossier wordt onderbouwd hoe men op deze manier tot een verdubbeling van de omzet zou komen. Uit het inspectieverslag van 2010 bleek ook dat in het actieplan 2010 zowel de begrote totale kosten als opbrengsten met ruim 1/3 overschat werden in vergelijking met de reële inkomsten en uitgaven. Het agentschap concludeert dan ook dat het groeipad niet realistisch is. 3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
Het artistiek beleidsplan duidt aan dat men de productieve activiteiten wil uitbreiden en daarom de omkadering wil verhogen. Zelfs als men de verdubbelde omzet als reëel zou inschatten, dan nog daalt het aandeel eigen inkomsten ten opzichte van 2010 van 65,55% van de totale opbrengsten naar 52,72% in 2013. In het artistiek beleidsplan vindt men geen aanknopingspunten om te veronderstellen dat het aantal productieve activiteiten met een derde zou stijgen en ook niet dat de omzet zou verdubbelen, maar zelfs bij de aanname van die cijfers is een verdrievoudiging van het omkaderend personeelsbestand niet in overeenstemming te brengen met het artistiek plan. Het agentschap besluit dan ook dat het artistiek en zakelijk beleidsplan niet voldoende met elkaar sporen. 3.8
Haalbaarheid
De organisatie slaagt er reeds een groot aantal jaren in om de groepen die het onder haar vleugels heeft regelmatig concerten te bezorgen en heeft daarbij geen grote verliezen opgestapeld. Het Agentschap ziet geen redenen om te veronderstellen dat er in de toekomst minder vraag naar de groepen zou zijn. De noodzaak echter van een uitbreiding van omkaderend personeel en de noodzaak van een in te richten repetitieruimte (infrastructuur) wordt niet overtuigend aangetoond in het dossier. Een groeiscenario naar beduidend meer activiteiten wordt in het dossier niet hard gemaakt door kopieën van engagementen of andere indicaties en dus door het Agentschap niet als realistisch ingeschat. Het agentschap besluit dat de verdere werking van de organisatie zeker haalbaar is, maar dat het groeiscenario voorgesteld in het dossier zonder stavingstukken (engagementen, uitkoopsommen, enz.) niet als haalbaar kan beschouwd worden.
Pagina 247 van 257
3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Choux de Bruxelles vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de managementbureaus. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie geeft in haar repliek aan dat zij geen nauwkeurig activiteitenkalender kan voorleggen omdat zij kort op de bal speelt. Tevens zouden in 2010 en 2011 meer activiteiten plaatsgevonden hebben dan gepland. Hierop baseert de organisatie zich om aan te geven dat er 96 productieve activiteiten zullen zijn in 2013. Het agentschap vindt dit een speculatieve redenering, zeker als men dit koppelt aan de opmerking in de repliek (op 3.7) dat het “almaar moeilijker is om nog correcte gages te krijgen voor concerten”. De opmerking m.b.t. de overschatting van de cijfers volgens het laatste inspectieverslag pareert de organisatie door te stellen dat ze in 2010 voor het eerst meerjarig gesubsidieerd werd. Het agentschap wijst erop dat het Kunstendecreet een kader is voor professionele kunstenorganisaties en kunstenaars en dat professionaliteit ook in het opmaken van begrotingen en planningen dient naar voor te komen. Op de opmerking dat 1,5 VTE omkadering voor 3 VTE artistiek personeel erg veel is, antwoordt de organisatie dat er op dit ogenblik beduidend meer gepresteerd wordt dan verloond. Dit argument doet volgens het agentschap niet ter zake voor wat betreft de verhouding omkadering/artistiek personeel. Verder geeft de organisatie de noodzaak aan van infrastructuurwerken en ze benadrukt de inspanningen die gedaan werden om hiervoor sponsoring in natura te vinden en het feit dat een infrastructuur gerealiseerd met een scherper budget zich minder makkelijk zal lenen tot exploitatie naar derden toe. De opmerking van het agentschap was echter dat een gedetailleerd plan voor de uitbouw van deze infrastructuur niet in het dossier terug te vinden was. Bovenstaande argumentatie geeft daar geen afdoend antwoord op. M.b.t. de kunsteducatieve en sociaal-artistieke werking worden een aantal aspecten aangehaald die volgens het agentschap geen nieuw licht werpen op deze werking. M.b.t. de maximale besteding aan artistieke producties / beperking van overhead wordt nogmaals gehamerd op een inhaalbeweging qua verloning. In dit argument wordt echter niet ingegaan op de verhouding tussen beide bestedingen, en dit argument is dus volgens het agentschap ook niet ter zake. M.b.t. de publieksgerichtheid en de concretisering van interculturaliteit worden geen nieuwe concrete elementen aangebracht in de argumentatie. In de argumentatie m.b.t. het realisme van het groeipad blijkt de organisatie het begrip ‘omzet’ anders te interpreteren dan in het zakelijk advies. Ter verduidelijking geeft het agentschap aan dat het met omzet de eigen inkomsten bedoelt, dus wat onder post 70 in de begroting/afrekening ingevuld werd. In 2010 lag deze wel degelijk op 101.387,66 euro en in de begroting 2013 op 212.540 euro. In dit laatste cijfer zijn, in tegenstelling tot wat de organisatie beweert in haar repliek, de subsidies niet meegerekend. Samen met de subsidies (190.539 euro) zou de omzet zoals de organisatie ze bedoelt (namelijk alle inkomsten samen) volgens de begroting 2013 van haar dossier 403.079 euro bedragen. Dit betekent volgens het agentschap nog steeds (zelfs meer dan) een verdubbeling. M.b.t. de overschatting van de cijfers, zoals vermeld in het inspectieverslag, behoudt het agentschap haar argumentatie m.b.t. de professionaliteit van organisaties in het kader van het Kunstendecreet.
Pagina 248 van 257
De argumentatie m.b.t. punt 3.7 geeft aan dat de organisatie reden heeft om zelf te twijfelen aan de verdubbeling van de omzet, gezien zij stelt dat het “almaar moeilijker is om nog correcte gages te krijgen voor concerten”. Tevens behoudt de organisatie haar mening dat het omzetcijfer in de begroting geen verdubbeling inhoudt t.o.v. 2010, hetgeen echter hierboven reeds werd weerlegd door het agentschap. De noodzaak van uitbreiding van omkaderend personeel wordt beargumenteerd door een “correctie op de bestaande situatie”, wat volgens het agentschap geen inhoudelijke motivatie is. De noodzaak van een in te richten repetitieruimte wordt aangegeven als “het ontbreken van een vaste repetitieruimte” hetgeen volgens het agentschap niet hetzelfde is. Tenslotte kan bv. ook een “vaste” repetitieruimte gehuurd worden. Het groeiscenario wordt verdedigd met speculatieve argumenten, maar werd reeds tegengesproken door het citaat dat “het almaar moeilijker is om nog correcte gages te krijgen”. Tenslotte merkt de organisatie op dat het statuut van meervoudig ensemble beter strookt met de huidige werking dan managementbureau of werkplaats. Het agentschap geeft aan dat de werkvorm geen invloed heeft op het advies van het agentschap. Het agentschap ziet geen reden om het preadvies te wijzingen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 249 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-028
Organisatie:
Allegoria
Gevraagd bedrag:
295.521,25 euro
1
Beoordeling volgens artistieke criteria
1.1
Beknopte historiek organisatie
Artistiek advies
Allegoria is de vzw rond het ensemble Zefiro Torna, dat in 1996 werd opgericht. Het ensemble brengt Vlaams en Europees muzikaal erfgoed uit de middeleeuwen, renaissance en barok. Het kiest voor authentieke instrumenten en historische zang-, speel- en improvisatietechnieken en steunt daarbij op musicologisch onderzoek. De uitvoeringen worden gekoppeld aan actuele kunstuitingen in literatuur, beeldende kunst, dans, hedendaagse en etnische muziek. 1.2
Kwaliteit van inhoudelijk concept en concrete (uit)werking
Zoals heel wat andere barokensembles, is ook Zefiro Torna HIP-gericht: historically informed performance. Het ensemble onderscheidt zich echter van anderen door een conceptuele, multidisciplinaire of cross-overaanpak. De Beoordelingscommissie Muziek stelt vast dat het zoeken naar een attractieve omkadering enerzijds wel drempelverlagend werkt, maar er anderzijds toe leidt dat er zoveel aandacht naar nietmuzikale elementen gaat en dat het muzikaal-inhoudelijke op de tweede plaats lijkt te komen. Zefiro Torna werkt voor zijn programmatie vaak rond symbolische of allegorische thema's om de muziek te kaderen, maar de commissie stelt vast dat die soms zeer voor de hand liggend en voorspelbaar zijn. De kwaliteit van de vindingrijkheid is niet altijd hoog genoeg. De commissie vindt de artistieke kwaliteit van het onvoldoende om tot de echte top te behoren. De artistiek-technische kwaliteit is bovendien niet van die aard dat het ensemble zich zal kunnen profileren in het buitenland. De commissie wil duidelijk stellen dat de ideeën die het ensemble heeft op het vlak van artistieke en historische uitvoering een hoger niveau zouden moeten bereiken. 1.3
Profilering en positionering
Zefiro Torna heeft een eigen profiel door de cross-overs die het ontwikkelt met andere disciplines. Daardoor verwierf het ensemble een eigen plaats in het Vlaamse muzieklandschap. 1.4
Langetermijnvisie
Een echt duidelijke langetermijnvisie is er niet. Het ensemble werkte wel een aantal projecten uit voor de komende periode en zegt te willen gaan inzetten om een grotere internationale uitstraling.
Pagina 250 van 257
1.5
Landelijke en/of internationale uitstraling
Zefiro Torna heeft een eigen plaats veroverd in Vlaanderen en heeft er een aanzienlijk publieksbereik. Op internationaal vlak is dit niet het geval. De commissie is van oordeel dat een ensemble dat internationaal wil doorbreken veeleer moet inzetten op een muzikale verdieping dan te focussen op de niet-muzikale aanpak met soundscapes, projecties en cross-overs waarvoor in het buitenland een stevige concurrentie bestaat. 1.6
Meerwaarde van het initiatief voor de regio
Door de toegankelijkheid van de meeste programma's speelt Zefiro Torno in heel wat cultuurcentra, niet alleen in grote steden, maar ook in kleinere centrumsteden. 1.7
Maatschappelijk of sociaal belang
Het drempelverlagende karakter en de originele aanpak is belangrijk om nieuw publiek voor klassieke muziek te winnen. Ook van maatschappelijk belang is het project rond de Lassus kroegentocht, waarbij Zefiro Torna via workshops en artistieke samenwerking zijn kennis en vaardigheden deelt met amateurkoren. 1.8
Samenwerking en netwerking
In Vlaanderen sloot Zefiro Torna een convenant met de stad Mechelen voor de periode 2008-2013, het krijgt er ook een subsidie. Het ensemble werkt samen met diverse Vlaamse en buitenlandse organisaties zoals Lod, Pantalone, Vocalconsort Berlin,… Het ensemble doet ook een beroep op internationale wetenschappelijke instellingen. 1.9
Publieksgerichtheid
Zefiro Torna doet aan publiekswerving via de traditionele kanalen. Op de website wordt achtergrond geboden bij de concerten en indien de organisator dat wenst is een lezing vooraf en contact achteraf mogelijk. In de toekomst wil het ensemble een digitaal forum ontwikkelen waarbij het publiek via sociale media kan participeren aan een artistiek project. Dit zal voor het eerst worden geprobeerd in 2015 bij het project A Circus on Lassus/John Cage. De commissie vindt dit enerzijds wel een origineel idee, maar betwijfelt of het resultaat in verhouding zal zijn met de geleverde inspanning. 1.10
Aandacht voor diversiteit en interculturaliteit
Sommige producties zoals Nerf en Te Ros lenen zich uitstekend voor jeugd- en schoolvoorstellingen. Zefiro Torna heeft een aantal producties waarin interculturaliteit een rol speelt. Zo werkt het samen met de Koreaanse danseres Eun-Kyung Lee in het programma Parallallemande waarin barokaria’s van Cavalli en Händel een nieuwe totaliteit vormen met traditionele en populaire Koreaanse muziek. Toch is de commissie van oordeel dat het ensemble meerdere producties brengt die zich lenen tot interculturaliteit, maar daar heel wat kansen laat liggen. In de huidige Vlaamse maatschappelijke context is de aandacht voor interculturaliteit een absolute noodzaak.
Pagina 251 van 257
1.11
Zakelijke opmerkingen (maximale besteding aan artistieke producties, beperken overhead / realisme groeipad / sporen artistiek en zakelijk beleidsplan / haalbaarheid)
Zefiro Torna vraagt een verdubbeling van de subsidie ten opzichte van de vorige periode. Een groot deel daarvan is voorzien voor een uitbreiding van de omkadering tot 2,9 voltijdse equivalenten. De commissie vindt dit te veel voor een klein ensemble als Zefiro Torna. De commissie merkt op dat de planning voor het eerste activiteitenjaar mager is. Er staan slechts weinig plaatsen en datums in. Sommige producties worden slechts een beperkt aantal keer gespeeld. Een betere spreiding zou kostenbesparender werken en bovendien het grote aantal repetities beter verantwoorden. Samen met de opmerkingen op zakelijk vlak, vindt de commissie Zefiro Torna op artistiek vlak niet hoogstaand genoeg om prioritair voor subsidie in aanmerking te komen. 2
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie niet te subsidiëren. 3
adviseert
de
Gemotiveerde behandeling repliek
In haar repliek geeft de organisatie enkele verdere toelichtingen, onder meer in verband met het inhoudelijk concept, het profiel, de uitstraling en enkele zakelijke opmerkingen. De commissie erkent dat het ensemble een grote aanhang heeft op het vlak van organisatoren, maar geeft aan dat dit ten dele los staat van de artistiek-inhoudelijke beoordeling. De commissie stelt vast dat Zefiro Torna slechts een beperkt aantal programma's zelf doet, de meeste zijn specifieke samenwerkingen met andere organisaties, die misschien beter als project worden gefinancierd. De commissie erkent dat er een verschil in appreciatie is ten opzichte van vroegere dossiers, wat niet alleen te maken heeft met de artistieke kwaliteit van het ensemble, maar ook met het gewijzigde landschap en de verschillende spelers die daar deel van uitmaken. De commissie wil de organisatie het voordeel van de twijfel gunnen en buigt haar negatieve preadvies om. Ze geeft hierbij wel mee dat het ensemble moet waken over zijn artistieke scherpte in het totale veld. Omdat de commissie van oordeel is dat een goede opvolging essentieel is, adviseert ze om de subsidie te beperken tot twee jaar. Tot slot geeft ze mee dat het gaat om een ensemble met een beperkte grootte, een verdubbeling van het subsidiebedrag is in geen geval verantwoordbaar. 4
Definitief artistiek advies
Rekening houdend met alle elementen in het artistieke advies adviseert de Beoordelingscommissie Muziek om de organisatie voor een periode van twee jaar te subsidiëren, maar niet voor het gevraagde bedrag.
Pagina 252 van 257
Kunstendecreet
Meerjarig 2013-2016
Volgnummer:
KD2013-2016-WS-MU-ME-028
Organisatie:
Allegoria vzw / Zefiro Torna
Gevraagd bedrag:
295.521,25 euro
1
Zakelijk advies
Beknopte historiek organisatie
De vzw Allegoria staat in voor het beheer van het ensemble Zefiro Torna. Het ensemble dat opgericht werd in 1996, bestaat uit een kern van vijf zangers en vier instrumentalisten. Zij spelen vooral middeleeuwse en renaissancemuziek maar ook crossovers met andere genres. Men wil daarbij het Vlaamse en Europese muzikale erfgoed terug tot leven brengen, waarbij men zich niet beperkt tot een louter historische aanpak, maar deze ook koppelt aan actuele kunstuitingen. Men brengt muzikale producties, maar ook multidisciplinaire programma’s waarin literatuur, beeldende kunst, dans en etnische, hedendaagse en experimentele muziek wordt verwerkt. 2
Korte evaluatie voorbije werking indien gesubsidieerd
Zefiro Torna werd in 1996 opgericht en ontving reeds in het kader van het Muziekdecreet een werkingssubsidie van 65.000 euro voor de periode 2003-2006. In het kader van het Kunstendecreet een werd een bedrag van 120.000 euro voor de periode 2007-2009 en 140.000 voor de periode 2010-2012 (waarbij voor 2011 er 134.754,01 euro werd toegekend). In 2010 had de organisatie 42 productieve activiteiten (28 concerten, voorstellingen en opnames en 14 school- en familievoorstellingen) voor 25.631 toeschouwers waarbij 106.694,55 als omzet (eigen inkomsten) werd geboekt. Het overzicht 2011 geeft aan dat er 19 concerten, voorstellingen en opnames waren en er 11 school- en familievoorstellingen (Te Ros!) werden gegeven. 3
Beoordeling volgens zakelijke criteria
3.1
Langetermijnvisie
Zefiro Torna herneemt in 2013 vier producties en produceert 1 CD en 2 nieuwe producties (S.o.S. i.s.m. Vocalconsort Berlin en NERF i.s.m. Ultima Thule). In totaal voorziet de organisatie 76 productieve activiteiten (waarvan 6 gewijd aan een cdopname, 44 aan publieksvoorstellingen en 26 aan creatieopdrachten). Exacte data, locaties of geschreven overeenkomsten hieromtrent zijn nog niet bekend. T.o.v. 2010/2011 betekent dit een belangrijke groei in productieve activiteiten, die niet gestaafd wordt door een meer concrete planning of overeenkomsten/engagementen. In de komende periode wil men de mogelijkheid om langer en grondiger te kunnen werken aan een creatie; voor de kleinere creaties zullen dit enkele dagen zijn en voor creaties in het kader van de coproducties en samenwerkingen worden 20 werkdagen ingeschreven (men baseert zich hiervoor op bv. de samenwerking met Ultima Thule, waar men 2 volle maanden repeteert voor een productie). Om de naambekendheid in het buitenland op te krikken moet er volgens de organisatie verder geïnvesteerd worden in buitenlandse prospectie en netwerking. Voor de komende periode wil men het basisbrutoloon van de muzikanten optrekken van 225 euro naar 300 euro/ concert en respectievelijk 420 euro voor zelfstandige musici. Vanwege de hoge werklast wil Zefiro Torna een bijkomende medewerker engageren die taken binnen het kader van communicatie en productie zal waarnemen om het
Pagina 253 van 257
management bij te staan dat zich zo meer op verkoop kan concentreren. Op die manier zou het aantal binnen- en buitenlandse concerten stijgen. Hiervoor voorziet men een extra halftijds personeelslid. Dit betekent een stijging in personeelskosten met ongeveer 26.000 euro. Zefiro Torna werkt al verscheidene jaren samen met jeugdeducatieve organisaties en gaat daarenboven in 2013 een samenwerking aan met Figurentheater Ultima Thule. In 2014 zou men Te Ros hernemen (i.s.m. Pantalone). Op sociaal-artistiek vlak ontwikkelt het ensemble een digitaal forum om het publiek te laten participeren aan een artistieke creatie en via workshops en artistieke samenwerking met amateurgezelschappen wil het zijn kennis en vaardigheden delen. Op internationaal vlak gebruikt men de viertalige website en hoopt de vruchten te plukken van de geleverde inspanningen en door een bijkomende medewerker (halftijds) meer te kunnen inzetten op de internationalisering van het ensemble. 3.2
Samenwerking en netwerking
Er is samenwerking op artistiek vlak met kunstenaars en gezelschappen en verder met concertorganisaties in binnen en buitenland. Daarnaast zijn er contacten met een platenlabel en educatieve organisaties. Verder werd er een convenant ondertekend met de stad Mechelen en wordt er binnen de stad ook samengewerkt met andere culturele partners. Volgens de organisatie geven de receptieve partners het ensemble een forum dat de mogelijkheid biedt een artistiek traject af te leggen en aan publieksopbouw te doen. 3.3
Maximale besteding aan artistieke producties / beperken overhead
Er zijn 177.646,95 euro loonkosten en 87.444 euro voor vergoedingen aan derden die in 2013 in het overzicht personeel en medewerkers voorgesteld worden, samen dus 265.090,95 euro. Hiervan gaat er respectievelijk 93.982,95 euro en 37.586 euro naar omkadering, in totaal dus 131.568,95 euro. Dit betekent dat er bijna 50 % (49,63%) van de vergoedingen en lonen aan omkadering en dus slechts ongeveer de helft aan artistieke werking besteed wordt. Van het totale budget van 398.996 euro kan men bijkomend nog 37.080 euro als overheadkosten beschouwen. In totaal gaat dus bijna 40 % naar overheadkosten. Zowel aan de personeelszijde als in de werking ligt de overhead aan de hoge kant in vergelijking met andere gelijkaardige organisaties. 3.4
Publieksgerichtheid
De organisatie mikt op verschillende doelpublieken. Zo bereikt met bepaalde producties het concertpubliek van culturele centra, concerthuizen en muziek- en kunstenfestivals in Vlaanderen en het buitenland. Ander producties mikken dan weer eerder op een divers en uitgebreid festivalpubliek. Met de andere verschillende aspecten in de productieve activiteit bereikt men verder een school- en studentenpubliek, een jong avantgardepubliek, privé instellingen en bedrijven, academische zittingen en tenslotte ook het publiek van dansvoorstellingen en kunstenfestivals, galerijen en exposities. Dit bereikt men volgens het dossier door de “thematische aanpak in combinatie met een hoge technische vaardigheid”. Voor de publiekswerving worden de traditionele kanalen ingeschakeld (zoals postkaart, concertkalender, affiches, flyers, radio, TV en dag en weekbladen) en wordt ook digitaal gewerkt via een viertalige website, mailings, Facebook, YouTube ... Voor lay-out en drukwerk wordt met het ontwerpbureau Soon samengewerkt (sinds 2003).
Pagina 254 van 257
Hieruit blijkt dat de organisatie voldoende inspanningen doet om een ruim en divers publiek te bereiken. 3.5
Concretisering interculturaliteit op vlak van personeelsbeleid en bestuur
De organisatie werkt samen met buitenlandse organisaties (zoals Sevicq Brezice, Vocalconsort Berlin,…) en musici. In hoeverre de interculturaliteit op het vlak van personeel en bestuur verder wordt toegepast, valt moeilijk te checken. Dit onderdeel heeft dan ook geen invloed op het zakelijke advies. 3.6
Realisme groeipad
In totaal voorziet de organisatie 76 productieve activiteiten (waarvan 6 gewijd aan een cd-opname, 44 aan publieksvoorstellingen en 26 aan creatieopdrachten). Zonder de creatieopdracht, blijft het aantal publieksvoorstellingen ongeveer gelijk aan wat in voorgaande jaren gerealiseerd werd. Qua grootteorde en diversificatie van de inkomstenstructuur zal volgens het dossier de begroting de trend van de voorgaande jaren volgen, namelijk 60% subsidie van de Vlaamse Gemeenschap en 40% eigen inkomsten (omzet). Het Agentschap stelt echter vast dat In werkelijkheid het aandeel omzet op de totale inkomsten in de laatste jaren schommelde tussen 47,93 % (2009) over 40,85% (2010) en 42,69 % (2011) tot zelfs 27,12 % in het actieplan 2012. De begroting 2013 vertoont een omzet van 23,63% ten opzichte van de totale inkomsten. In werkelijkheid moet volgens het Agentschap dus uit gegaan worden van een dalende tendens van het percentage eigen inkomsten (omzet) ten opzichte van de totale inkomsten (waaronder inkomsten uit subsidie). Ten opzichte van het actieplan 2012 en de afrekening 2010 voorziet de organisatie op post 61 wel duidelijk veel meer artistieke productiekosten (14.500 euro t.o.v. 650 euro in het actieplan 2012 en 1.844,63 euro in afrekening 2010), meer vergoedingen aan derden (85.406 euro t.o.v. 68.679 in het actieplan 2012 en 49.262,85 euro in de afrekening 2010) en bijna het dubbele van de verplaatsing- en verblijfskosten (71.480 euro t.o.v. 32.525 in het actieplan 2012 en 23.063,29 euro in afrekening 2010). Dit terwijl er in 2010 toch ook 42 productieve activiteiten waren. Dit betekent dat er een grote stijging aan kosten op post 61 voorligt die bijna uitsluitend te verklaren valt door de (zeer hoge) inspanningen voor de creatie in de coproductie (2013 met Ultima Thule). Het valt voor het Agentschap moeilijk in te schatten in hoeverre deze kosten structureel recurrent zouden zijn, gezien de creaties in de volgende jaren telkens erg divers zijn qua bezetting. Niettegenstaande het groter aantal activiteiten en sterk stijgende kosten wordt uit gegaan van een omzetdaling (vgl. inspectie: 106.694,55 euro in 2010 t.o.v. 93.600 in het actieplan 2013). Dit strookt met de bemerking in het dossier over de uitkoopsommen/prijzen dat “de organisatoren, zowel nationaal als internationaal te lijden hebben onder de crisis en snijden in de uitgaven voor klassieke concerten” en dat “het ensemble geconfronteerd wordt met organisaties die bruutweg de klassieke concertreeksen uit het aanbod schrappen”. De planning voor 2013 vermeldt nog geen concrete data enkel “creatieperiodes” en opties voor “speelperiodes”. Daarnaast voorziet het ensemble 14 repertoire-concerten. Ook hier geeft het dossier geen indicaties of hiervan al engagementen bestaan. Nochtans vraagt de organisatie een quasi verdubbeling van het huidige subsidiebedrag (282.896 euro + 9.500 euro project en internationaal) terwijl de subsidie van de enige andere subsidiënt (Stad Mechelen) gelijk blijft. Het agentschap besluit dat het groeipad niet realistisch is.
Pagina 255 van 257
3.7
Sporen artistiek en zakelijk beleidsplan
De verhoogde kosten in het zakelijk beleidsplan lijken vooral te wijten aan de creaties die men jaarlijks wil doorvoeren. Het agentschap krijgt in het dossier weinig zicht op de factoren die de kostprijs van deze creaties bepalen. Tevens dalen de eigen inkomsten in het dossier. Of het zakelijk beleidsplan met het artistiek beleidsplan spoort, lijkt volgens het agentschap dan ook hoofdzakelijk samen te hangen met de vraag hoeveel artistieke meerwaarde met het creatietraject zal worden bereikt en of dit opweegt tegen de grote meerkost. Dit is dan ook een vraag die enkel de beoordelingscommissie kan beantwoorden. 3.8
Haalbaarheid
De organisatie is sinds 1996 werkzaam en wist op zakelijk vlak een klein overschot op te bouwen. Het agentschap schat in dat een verderzetting van de huidige werking voor de organisatie haalbaar is. De haalbaarheid van het bijkomend vernieuwd creatietraject is veel moeilijker in te schatten, gezien hiervoor nog geen engagementen bijgevoegd werden aan het dossier. 3.9
Plaats in instrumentarium ondersteuning en subsidiëring MVG
De geplande werking van Allegoria vzw beantwoordt aan één van de voorziene organisatievormen binnen het Kunstendecreet, namelijk de muziekensembles. 4
Conclusie
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht. 5
Gemotiveerde behandeling repliek
De organisatie voegt in haar repliek de planning 2012-2013 toe. Hieruit blijkt dat er al meer concerten vastgelegd zijn dan ten tijde van de indiening van het initiële aanvraagdossier. Toch blijft het volgens het agentschap een speculatieve redenering om hieraan een duidelijke groei in het aantal activiteiten in 2013-2016 te koppelen. De opmerking dat het agentschap de overheadkosten aan de hoge kant schat, wordt gecounterd door te benadrukken dat die ten opzichte van het verleden gedaald zijn en dat in het verleden hierover geen opmerkingen gemaakt werden door het agentschap. Het agentschap geeft aan dat in het vorige advies inderdaad geen appreciatie werd meegegeven over het aandeel overhead, maar dit doet geen afbraak aan de appreciatie in het huidig advies. M.b.t. het realisme van het groeipad erkent de administratie dat het percentage eigen inkomsten op de totale omzet voor 2012 niet klopt in het advies. Dit maakt echter geen verschil uit voor de opgebouwde redenering i.v.m. 2013 in het advies in punt 3.6. Verder geeft de organisatie toe dat het percentage eigen inkomsten inderdaad laag is door de voorzichtige inschatting van de inkomsten enerzijds en de langere werkperiodes voor de creatie van multidisciplinaire projecten en de borging van de artistieke kwaliteit anderzijds. Beide argumenten doen geen afbreuk aan de vaststelling dat de eigen inkomsten procentueel sterk dalen en de subsidieafhankelijkheid evenredig stijgt. Tenslotte geeft m.b.t. 3.7 de organisatie aan dat er gedetailleerde productiebudgetten toegevoegd werden. De aanwezigheid van deze budgetten geeft het agentschap echter nog steeds weinig zicht op de factoren die de kostprijs van deze creaties bepalen.
Pagina 256 van 257
Rekening houdend met voorgaande punten ziet het agentschap geen reden om het preadvies te wijzingen. 6
Definitief zakelijk advies
Rekening houdend met alle elementen in het zakelijke advies adviseert het agentschap om de organisatie te subsidiëren, maar voor een lager bedrag dan gevraagd, voor zover de beoordelingscommissie subsidiëring ook opportuun acht.
Pagina 257 van 257