Van h et Zant aan 11,e i e
Qn
thet he Dhr. & f:ïevr. E. Desmedt - De Smet █████████ Dhoye 12 █████████ █████ █████████ 9800 :, J ZE █████ █████
KONTAKTBLAD
Verschijnt driemaandelijks Verantwoordelijke uitgever : 4e trimester Se JAARGANG AR.
Herman MAES Kapellestraat 104
7
9600 DEINZE tel. 091 166.24.53
november 1963
U 1 T iJ 0 D I G 1 Ni G
1° Aperitief Literair Aperitief met Kolder aansluitend bij de opening van de karnavalperiode op zondag i3 november op llu in het museum humor in onze letterkunde 20 Vergeet niet de Servaestentoonstelling te bezoeken tot 2d november 3° Voordracht : Volksgeneeskunde door Prof . in de volkskunde K.U.Leuven Dr. St. Top dinsdag 22 november om 20u in de vergaderzaal van het museum (in samenwerking met het Davidsfonds)
212.
243. HET STADSWAPEN VAN DEINZE
Deinze heeft een mooi stadswapen ; de (dubbele) arend is een oeroud motief. Om meer over wapenschilden te weten moet men in de Heraldiek duiken. "Heraldiek" is afgeleid van het woord heraut, wat komt van het oudgermaanse woord hari. wald. In het Duits is het Herald in het Engels Herold vergelijk Herald kalt alt Salz Wald Herold cold old salt wood Heraut koud oud zout woud Het Frans heeft dit woord overgenomen als hirau, herault. Hari-walt betekent : hij die het leger beheert, bewaakt. Wie over Heraldiek meer wil weten raadplege in de leeszaal van onze stadsbibliotheek het boek L z 902.4 over Heraldiek een fraai geillustreerd werk. (Naast lees- ook kijkbek). Over de stads - en gemeentewapens in België heeft het Gemeentekrediet een fraai boek uitgegeven, opgesteld door. Max Servais.
Saverij s Het kunstboek Albert SaverijS werd ten huize van Mevr. Marianne Saverijs voorgesteld door de auteur Paul Huys en door de uitgever Godfried Lannoo. Het boek is thans in de boekhandel te koop tegen 32()Ofr. (tot 30 september was het 2950 fr.) Een fraai stuk in onze Deinse - Bibliotheek . Niet alleen kijken, ook lezen.
244. DE TRAGISCHE DOOD VAN THOMAS BARRY, PASTOOR TE MACHELEN (17310)
Ir. haar studie "Kerkelijk leven in de landelijke dekenij ?)einze (1611-1762)" belicht Katrien Bergé ook even de figuur van Thomas Barry, pastoor te Machelen van 1705 tot 1730 (1) Deze pastoor Barry, zoon van Ierse katolieke ouders, geboren te Cork (in Zuid-Ierland) in 1677, Licentiaat in de teologie en magister artium, was een jongere broer van Jan Barry, die van 1680 tot 1710 te Deinze pastoor was en vanaf 1694 ook deken aldaar (2). In de pastoorslijst - bijlage II van bovenvermelde studie - staat als overlijdensdatum van de Machelse pastoor vermeld 19 mei 1730, gevolgd door de toelichting " submersus in schaldim" , d.i. verdronken in de Schelde. Deze toelichting intrigeerde ons wel enigszins , omdat het nu eenmaal niet voor de hand liggend is dat de pastoor van een Leiedorpje nu precies in de Schelde aan z'n einde zou komen...
213.
We vonden de ware toedracht nopens z'n tragische verdrinkingsdood terug in een "Register van wettelijke passeringen " (1727-1736) van de Stad Deinze ( 3), waarin de akte van lijkschouwing is opgenomen. Pastoor Barry verdronk wel degelijk in de Leie ; hij werd op 18 - en dus niet op 19 - mei levenloos gevonden (4). We laten deze tekst, opgesteld in de typisch ambtelijke stijl, liever voor zichzelf spreken : Wij Bailliu ende Leenmannen vanden huyse ende hove van Deynse verclaeren hedent, daete onderschreven , ter interventie van Mr. Jan van Landeghem , Licentiaet inde medecijnen , Pieter Derde ende Frans Bourdeaux , beede chirurgiens hiertoe versoctet, t'hebben ghevisiteert ende anschauwt het doodt lichaem van heer ende meestere Thomas Barry, in sijn leven pastoor der prochie van Maechelen , gheleghen hebbende in eenen boot opde Leye achter d'erfve vanden heere pastoor van Petegem . Welcken Licentiaete ende chirurgiens onder solemnelen eede in onse handen ghepresteert , hebben verclaert naerbehoorelijcke visitatie van alle de partijen van hetselve lichaem niet t'hebben ondervonden eenighe wonde ofte contusie waerdoor de doodt soude sijn gheeauseert , nemaer te oordeelen dat den selven heere pastor van Maechelen is versmacht ende ghesuffocqueert door d'abundantie van het waeter. In teecken der waerheijdt hebben wij dese , beneffens de voorseide licentiaet ende chirurgiens , respectivelijck onderteekent desen xviijen meije 1730. Ende waeren onderteekent J.A. van Cauwenberghe, Jan vander Meulen fs . Marci, Cornelis van Winghen , J.F. vander Piete , Joannes Franciscus van Landeghem , medicus , Pierre Derde ende Frans Bourdeaux. Nog dezelfde avond van 18 mei wordt pastoor Barry te Machelen begraven. Het parochiaal overlijdensregister vermeldt het feit in elementaire, nuchtere bewoordingen, zonder zelfs van de doodsoorzaak te gewagen (5) : De 18e mei van het jaar 1730 stierf een plotse dood de eerw. heer Thomas Barry, pastoor van de parochie van Machelen, 56 jaar oud; en hij is dezelfde dag begraven te tien uur 's avonds. De uitvaartplechtigheid had plaats op 5 juni van hetzelfde jaar met een kerkdienst van 9 lezingen. G. Martens, deservitor.
(1) K.O.K.- Jaarboek 1981, blz. 44-45 en blz. 207. (2) Zie ook K.O.K.- Verslagen II (1931) : Ach. Cassiman, "Toen Jan Barry pasterde te Deinze", blz. 6-17. (3) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, register 364 (1), folio 51, 52v° -53r°. (4) Zeer waarschijnlijk was hij reeds dagen (of een paar weken ?) eerder verdronken. Uit de parochieregisters blijkt dat de laatste door hem ondertekende doopakte van 20 april en de laatste overlijdensakte van 1 mei 1730 dateert. Hij overleed dus tussen 1 en 18 mei 1730. (5) Rijksarchief Gent, Parochieregisters Machelen, reg. 5, folio 692v0. Tekst uiteraard in het Latijn.
214.
Het kan verwondering wekken dat de hogervermelde lijkschouwing achter de pastorie van Petegem plaats had, waar het lijkstroomafwaarts meedrijvende - blijkbaar was terechtgekomen. in de akte van lijkschouwing vinden we daarover geen verdere bijzonderheden meegedeeld , maar die vernemen we dan wel uit eer, latere verklaring van de "officier der stede van Deinze" (d.i. de politieagent ) Pieter vander Meulen , die drie weken nadien voor baljuw en leenmannen een officiële verklaring terzake komt afleggen. Ook de akte met z'n verklaring geven we hier cnverkort in de oorspronkelijke versie weer : Compareerde voor Bailliu ende Leenmannen vanden huyse ende hove van Deynse in persoone Pieter vander Meulen, officier der stede van Deynse , denwelcken onder solemneler eede in onse handen ghepresteert , heeft verclaert dat hij op den 18en meije lestleden ' s morghens vroegti vaerende in sijnen boot lancx de Leije heeft sien drijven het doodt lichaem van heer ende meestere Thomas Barry, in sijn leven presbiter ende pastor der prochi.e van Maechelen, t' welcke hij met den selven sijnen boot heeft vertransporteert aenden boort vande Leije ende beweeght an landt opden cant van het kerekhof van Peteghem , van waer het selve lichaem ontrent den avont wederom ghelegt is in eenen boot tot het anschauw ende vertransporteert achter d'erfve vanden heere pastor van Peteghem op de selve Leije, t' welck aldaer bij consente ende ter presentie vande voornoemde heere pastor van Peteghem door ons bailliu ende leenmannen voornoemt, beneffens medecijn ende twee chirurgiens wettelijck is aenschouwt ende ghevisiteert gheworden conforme d'acte van anschouw danof sijnde, naerdien preallabelijck inkennen (=aangifte ) danof ghedaen was aende seer eerwaerde heergin van het vicariaet des bisdoms van Ghendt, die daer inne hebben gheconsenteert volghens een bescheedt daertoe verleent aenden heere onderpastor van Peteghem die tot dies bij laste vanden voornoemden heere pastor expres ghevachiert heeft naex de voornoemde stadt Ghendt. Ende oversulcx dese bij ons beneffens den comparant onderteekent desen xen Junij 1730. Onderteekent J.A. van Cauwenberghe, Jan vander Meulen fs. Marci, J.F. vander Piete en Pieter vander Meulen. En hiermee werd dan een tragisch dossier afgesloten , tweehonderdvijftig jaar geleden . Pastoor Barry, die zich als dorpsherder had onderscheiden "door intellektuele vorming en pastorale ijver" (6), kwam aldus oP 53-jarige leeftijd om het leven. Hij werd als pastoor te Machelen reeds enkele weken later opgevolgd door Petrus Meheus, 36 jaar oud, geboortig van Olsene, aan wie al evenmin een lang
leven beschoren was : hij stierf reeds in 1739, amper 45 jaar oud (7).
( 6) Katrien Bergê, o.c ., blz. 45. (7) En ook diens opvolgers - Theodorus van Haenewijck (1707-1754), Ivo Brixis (ca. 1727-1755) en Franciscus de Clercq (1729-1775) - zijn alle drie jong gestorven, resp. 47, 28 (I) en 46 jaar oud. Machelen liet z'n pastoors blijkbaar niet lang leven, althans in het midden van de 18e eeuw. Dr. Paul HUYS.
215.
245 . DE LAGKANGES VAN DEINZE. E. Lagrange
in 5 januari 1884 verscheen te Brussel bij de uitgever Lebêque een boekje "Petites choses et Grandes Legons°' van E. Lagrange ( Elisa). De uitgever deponeerde een exemplaar van dat boekje bij het Ministerie van binnenlandse zaken om zijn rechten als uitgever vast te leggen. Dit exemplaar, thans 100 jaar oud, bevindt zich in de bibliotheek van de K.U.L. De gevouwen bladen van de katernen zijn nog niet opengesneden , wat wil zeggen dat nog niemand - noch in de controledienst van het ministerie, noch aan de universiteit dit boekje heeft gelezen. Ik heb het mij laten bezorgen via de stadsbibliotheek van Deinze, kreeg het op 14 juli 19d3 in handen, en ben dus de eerste lezer van dat 100 jaar oude exemplaar. Ik heb'het met de nodige eerbied opengesneden om het te kunnen lezen. (geen enkele opensnijding, zelfs niet voor het begin). Het boekje omvat 105 blz. met 5 hoofdstukken Le fourmi - La mouche - L'aigle et la poule - Le serpent - L'o'ivi.er et le palmier.
voorbeeld : Le fourmi ( mier) : na de beschrijving van de mier en de miersoorten volgt een beschrijving van de activiteiten van de mier. Dan volgen daarop, in eerder anekdotische vorm, een paar zedelesjes met beschreven situaties ter "stichting" ; "La morale de cette histoire..."
Ben je in orde met lidgeld en jaarboek ? - overgeschreven ? - boek afgehaald ?
Wie is E. Làgrange ?
zie K.O.K. Jaarboek 1944 blz. 58 Elise Falot was gehuwd met Jacques Lagrange . Hij werd te Deinze geboren in 1806, werd officier van de Genie en bracht het tot Directeur van de militaire school te Brussel. Hij stierf in 1863 en dan begon zijn vrouw als Elise Lagrande te publiceren.
21o.
Naast het reeds vermelde werkje was er nog : "Le Duc de Marl borough en Belgique" uitgegeven 11192 hij Ha,yez te Brussel, drukker van de Academie Royale des Sciences,des Lettres et des Beaux - Arts de Belgique. Een derde werkje was "Souvenirs de deux officiers du temps de l'Empire" - onvindbaar in 1983. Wie weet waar zich eer. exemplaar zou kunnen bevinden ?
hun zoon Karel Lagrange leefde van 1852 tot 1932 Prof. Dr. Jacques Willequet schrijft over deze Lagrange, te Elsene geboren als Zoon van een Deinzenaar : (in zijn boek over koning Albert) .., ... ... ... ...
eminent wiskundige directeur van de Sterrewacht leraar aan de Militaire Academie streng protestant leerling van de Belgische officier Briick die een "wet van de geschiedenis" bedacht die zijn naam draagt : de geschiedenis van de mensheid wordt verklaard door het aardmagnetisme en de tijdrekenkunde uit de bijbel ... vervolmaakt de wet van Briick leidende volkeren volgen elkaar op in golven van 500 jaar. De Britten nemen de nieuwste periode voor hun rekening (1); de rol van het Latijnse ras is uitgespeeld. in een lijvig boekwerk : Lessen over het woord van God, voorafgegaan door een brief aan Z.M. Albert Koning der Belgen. Deze theorieën hadden invloed op onder andere twee van zijn leerlingen prins Albert (later koning) Gallet ( later generaal - hoofd van de gen rale staf na W.O. I.) Sommigen in Belgicistische middens verwijten koning Albert zich door deze pro-Britse protestant, die weinig vertrouwen had in de Fransen, te zeer te hebben laten beïnvloeden. "Na Gallet zou eerst Nuyten en vervolgens Van Overstraeten die mystiekwiskundige traditie voortzetten, die dus indruk schijnt te hebben gemaakt op verschillende generaties Belgische militaire denkers' ' (Willequet : Albert p. 150 Elseviers Hist. Biblioth. 1979). Dr. Guido Provoost vernoemt deze Charles Lagrange ook ettelijke malen en bespreekt diens invloed in "Vlaanderen en riet militair politiek beleid in België tussen de twee wereldoorlogen het Frans-Belgisch militair akkoord van 1920". twee dikke delen, uitgegeven door het Davidsfonds 1977. Deze Charles Lagrang e had een broer Eugene (1855-1936) die ook verbonden was aan de Militaire school en die leraar - natuurwetenschappen was van prins Boudewijn (oudere broer van Albert maar vroeg gestorven : °1669 - +1891) en prins Albert (later koning)
(°1875 - +1934)
(1) Ook Henry Ford verkondigde dat de Angelsakers de wereld gingen overheersen door hun prestaties (lees hierover J en S Pool : Wie financierde Hitler ?) blz.85 e.v. Boek Pool 928.2 in onze stadsbibliotheek.
217.
Elisa Lagrange , hun moeder , schreef over , en interesserde zich voor biologie en geschiedenis . Beide zoons publiceerden heel wat wetenschappelijk werk. Zi j vormen de zesde generatie va n Philippe de la Grange die in 1711 te Deinze poorter werd. Deze Karel stierf ongehuwd ; Eugene had vier kinderen (7de generatie) en heeft ook kleinkinderen ( 8ste generatie) Niet verwarren met de Franse wiskundige Joseph Louis Lagrange.
de la Grange. In zijn "Voor de open Poort " vertelt Ernest Claes in het eerste hoofdstuk over de prijsboeken die hij destijds kreeg op school (+ 1900). Hij noemt er onder andere een auteur Klitche de la Grange. Wie was dat ?
De laatste hand wordt gelegd aan jaarboek 1984 omvaar de drukker te vertrekken. Einde maart 1984 komt het van de pers 8 artikels , dus verscheidenheid gewaarborgd.
246. DEINZE IN OUDE GEOGRAFISCHE WOORDENBOEKEN
In de "Dictionnaire géographique" van Michel Antoine JAUDRAND, Baris , 1705, (2 dln.), dl. 1, kol. 541, is over de stad Deinze slechts een zeer korte notitie te lezen : DEINSE, Deinsa, Bourg du Pays-bas , au Comté de Flandr es, sur la riviere de Lis , au Courtraisis , ou dans la Chátellenie de Courtray , mais à deux lieuës seulement au dessus de Gand au Couchant . I1 appartient aux Espagnols. Een versterkt stadje dus, in Spaans bezit, deel uitmakend van de Kasserij Kortrijk. Fout is de vermelding van de afstand tot Gent in feite drie mijl in plaats van twee Baudrand is ook de bron geweest voor het zeer bekende en vaak herdrukte werk van L. MORERI, "Le Grand Dictionnaire historiquc, ou le mélange curieux de 1'histoire sacrée et profane ". We citeren het Deinze-artikel in de 18e uitgave, Amsterdam-Leiden, 1740, dl. 3, letter D , blz. 46 : DEINSE ou DEINZE , en Latin Deinsa ou Donsa , petite vi.lie du Comté de Flandre sur la Lis, dans le territoire de Courtray, Baudrand. & á deux lieues de Gand. Moreri vermeldt dus korrekt zijn bron, en neemt er ook de foute informatie uit over inzake de afstand Gent-Deinze.
210.
Daarentegen is de tweedelige "Dictionnaire géographiq ^te et topographique des treize départe.aer ^ s de la Belgique et de la rive gauche du Rhin", Paris, lmpr. de Cramer, An XII = 1804'; par Charles OUDIETTE, Ingénieur- géographe, heelwat uitvoeriger en nauwkeuriger. Ziehier wat hij over Deinze weet mee te delen (dl. I, blz. 76, 2e kolom) : DEYNSE, petite ville, autrefois fortifiée, dans le départ. de l'Escaut, arrond. de Gand, ci-devant. comté de Flandre, dont la population est d'environ 3,000 habitans. Elle avait le titre de marquisat, qui appartenait á la maison Mérode. C'était un chef-lieu de canton avant les préfectures, á 3 lieues un quart au S.O. de Gand, sur la Lys, qui en fait la séparation d'avec le village de Peteghem, á travers duquel passe la chaussée de Gand à Courtray, et ou il y a poste aux chevaux. Long(itude)
21 deg. 11min. Latit(ude) 51-ï9. De Franse bezetter had blijkbaar heel precieze geografische en topografische informatie nodig, ook o.m. in verband met landen waterwegen, versterkingen, bevolkingscijfers, afstande;, administratieve indelingen (vroegere er. huidige) enz. Zo heeft iedere encyclopedie haar specificiteit, die er precies het interessante van uitmaakt.
Paul HUYS.
Van de Kredietbank te Deinze kreeg ik een fraaie brochure "Hendrik Conscience of de Vlaamse Wedergeboorte" uitgegeven naar aanleiding van de 100e verjaring van zijn overlijden.
247. A. RHEINBACH
K.O.K. heeft in Rheinbach een soort kollega-vereniging : de Rheinbachse afdeling var. het "Eifel- und Heimatverein", een vereniging die voor heel het Eifelgebergte werkt. Rheinbach is de uitloper van dat gebergte dat eigenlijk aansluit met onze Ardennen. Waar echter onze aktiviteit meer op kunst en geschiedenis is gericht ( en op heemkunde), ligt bij hen het zwaartepunt op heemkunde en r.atuurwandelen; geschied>.-.is ligt aan het randgebied al heeft de burgemeester van Rheir.brcr al een paar maal onze K.O.K.-werking op dat punt als voorbeeld gesteld om tot een geschiedschrijving van Rheinbach en deelgemeenten te komen.
219.
In samenwerking met een grote krant heeft het Eifel- und Heimatverein (algemeen) een "Volkswandertag" ingericht op het grondgebied Rheinbach, door de honderden hektaar bos die er zijn. De plaatselijke afdeling moest dat organiseren. Er waren ruim 5000 deelnemers aan drie tochten die tegelijkertijd verliepen een van 10 km, een van 20 kus en een van 30 km over de meer dan 90 km wandelwegen in de bossen van Rheinbach. Naar aanleiding van die Wandertag werd een boek uitgegeven "Vor den Toren der Stadt Rhei.nbach" met een aantal korte bijdragen over de bossen van de stad (88 blz). De stad ligt 170 ni boven de waterspiegel (Deinze 8m); de heuvels, het begin van het Eifelgebergte, liggen ten Zuiden van de stad en zijn wel iets meer dan 400 meter hoog. Van op de autostrade bij Rheinbach ziet men duidelijk hoe de Eifelkoppen zich aan de horizon aftekenen; men komt immers uit het platte gedeelte van het land. Aansluitend bij Rheinbach heeft men zuidwaarts het toeristisch aantrekkelijke Ahrdal, oostwaarts Bonn - Bad Godesber en het Rijndal met het Zevengebergte (o.a. Drachenfels en de S,4gen ter verklaring van de namen van bergen). B. Belgen in Rheinbach
In het kader van de bezetting van Duitsland na WO II lag Rheinbach in het gedeelte dat door de Belgische strijdkrachten werd bezet. Voor die soldaten moesten barakken opgetrokken worden want er was te Rheinbach geen kazerne. Die Belgische barakkenkazerne werd in 1951 gebouwd en in 1957 door het Duitse leger overgenomen. In 1965 begon men een kazerne te bouwen om de barakken te vervangen en in 1968 werd de kazerne officieel in werking gesteld onder de naam Tomburgkazerne, waarin zowat 600 soldaten (en burgerpersoneel) ondergebracht zijn. Over de "Tomhurg" zelf schreven we reeds een nota in verband met de ontmoeting tussen onze Deinzenaar Poppo en de bewoners van die (nu vervallen) burcht in 1024. Er zijn Deinzenaars die destijds te Rheinbach gekaserneerd waren bvb Eugeen Craeymeersch. Wie nog ?
248. RHEINBACH - WORMERSDORF IN 1501.
In Biekorf 19133 - 2de afl. blz. 97 en volgende las ik een artikel over de beschrijving van reisroutes in de middeleeuwen. Toen beschikte men nog niet over wegen (laat staan over wegenkaarten) zoals nu en de aardrijkskundekennis van de mensen was zeer beperkt. Toch werd er veel gereisd door kooplui, door officiële boodschappers, door boetelingen op pelgrimstocht. Vaak kregen die mensen, die te voet of te paard reisden, een weg beschrijving mee die hen van dagtocht tot dagtocht de steden en afstanden vermeldde. Nadere inlichtingen moest men onderweg in de herberg maar opdoen.
220.
Op weg naar Rome bijvoorbeeld was Nurnberg een knooppunt van wegen . Vanuit .vurnberg was er een "Flandern-strasse" naar Brugge en Nieuwpoort (om eventueel naar Engeland over te steken). Dit waren zowat de dagtochten Nieuwpoort - Brugge - Ursel Gent - Dendermonde - Brussel - Leuven - Sint-Truiden - Maastricht Aken - Duren - Wormersdorf - lireisig - Andernach - Koblenz -Sint-Goar - Bingen - Mainz - Frankfurt - Seligenstadt - Miltenberg Bischofsneim - Windsheim - Nurnberg = 732,5 km (of 106 mijl). Wat ons daarbij opvalt is Wormersdorf, een deelgemeente nu van Kheinbach. En merk op : men ging over Wormersdorf, niet over Reinbach, wat wil zeggen dat die gemeente toen belangrijker was dan Rheinbach. Vanaf Breisig volgde men eer. deeltje van de Rijn (tot Mainz). (Biekorf vermeldt nog andere reisroutes)
Deinze Aan de oevers van de Leie voel ik ree toch zo blije, 't water is er wel vuil en nat, toch wou 'k da 'k er mee mijn voeten in zat. 't Is het water dat Deinze deed bloeien en 't stedeke tot stad deed groeien. Gent en Brugge dat is wel wat maar Deinze is en blijft mijn stad. Cire
249. KIJDER- ENN VOLKSSPELEN (vervolg) "Tollen" Voor de kinderen was het "l
221.
een tang. En dan had men nog cce "pees`" of koord welke rond de tol, vanaf de pin naar bovenaan gedraaid werd. Een gevlochten vlassen koord of ook gordijnkoord was hiervoor het beste materiaal , want het was noodzakelijk dat deze een zekere dikte had (+ 4mm) en strak aangespannen werd. Wat het spel zelf betreft : men trok eerst. een grote cirkel (afstandslijn) en binnen deze cirkel, een kleinere van een 20 á 25cm diameter. In deze laatste plaatste ieder deelnemer een tol , al de tollen samen moesten mekaar raken. Vooraleer het verloop van het spel te beschrijven moet ik erop wijzen dat er twee mogelijkheden waren om de tol aan het draaien te brengen. De eenvoudigste, maar zeker niet efficiente wijze, was "peeske " trekken. De tol werd rakelings de grond vooruitgeworpen . In dit geval kon men echter maar weinig kracht uitoefenen en bleef de tol niet te lang draaien. Bij het aanleren gebeurde het wel meermaals dat de tol op zijn kop terecht kwam of aan de koord bleef hangen. Soms gevaarlijk voor toeziende kinderen. Een tweede mogelijkheid en in feite het meest gebruikt was "het kappen". .Al wie aan het gezamentlijk spel deelnam - zoals hiervoor reeds aangehaald - "kapte" met zijn tol. Met een forse zwaai , van op schouderhoogte, moest de tol in de kleine cirkel terechtkomen, tenminste voor zover men hier in slaagde. De geplaatste tollen spatten uiteen en had men geluk dat de tol nog voldoende bleef draaien dan mocht men deze met opengespreide vingers opscheppen en met de draaiende tol, in de palm van de hand, had men nog de kans er één uit de kleine cirkel. te kegelen.
"Drillen" Om enige duidelijke betekenis aan dit kinderspel te geven zou ik kunnen verwijzen naar "zwieren " . "zich zwaaiend om iets draaiend voortbewegen ". Dit spel, naar ik mij goed herinner, werd steeds binnen gespeeld en daarvoor zocht men een hoek op in de overdekte speelplaats , buiten de kring van de andere spelende kinderen. Waarin bestond dit "drillen". Ieder speler, gewoonlijk een 5 á 6 tal, gaf één " coureur " (prentje met afbeelding van wielrenner, formaat 3 x 5cm) aan één kina. Dit laatste plaatste ze zorgvuldig opSén en met een forse zwaai gingen die de hoogte in. Al draaiend kwamen die naar beneden. Men speelde om beurt en wie het geluk had het grootste aantal "coureurs" met de beeldzijde op de grond te laten terechtkomen was winnaar van het spel en mocht al de prentjes houden. Dit spel werd ook gespeeld met luciferetiketten.
het spel met de meikevers
In de zonnige en warme de speelplaats, in het de kinderen werden die zoemend geluid bij het
meimaanden van weleer werd op het einde van mulle zand, met de meikevers gespeeld. Bij gewoon "ronkers" genoemd en wel om het vliegen. Tn de soms brandende middagzon
222.
zocht men een koel plekje onder de struiken . Daar haalde men zijn "bakker", "mulder" of "paster" te voorschijn. Die benaming had betrekking op de min of meer donkere kleur van de vleugels van het beestje. Het zand werd eventjes weggeschoven tot men vaste grond had. Vervolgens werd een cirkel getrokken van een 30cm doorsnede en in het midden werden de kevers gelijktijdig neergezet. Vliegensvlug opnieuw het zand erover tot men een klein bergje had. Vooraleer het zand erover ging was het echter noodzakelijk nog eens op de pootjes van dg meikevers te duwen , dus nog een kleine"massage". Dan enkele minuten grote spanning tot de eerste kever te voorschijn kwam , dan volgden de anderen en met luidkeelse aanmoedigingen werd afgewacht wie het eerst over de eindmeet bolde wordt voortgezet Walter Verleyen
250. JOZUE DE DECKER - Ei' ZEVEREN Jozue De Decker was de zoon van de dorpsonderwijzer te Zeveren. Hij studeerde omstreeks 1900 aan R.U . G. klassieke filologie en werd Professor aan de vervlaamste hogeschool 1916. 1918 week hij als aktivist uit naar Nederland. Daar gaf hij met Robrecht De Sinet een ultra - nationalistisch tijdschrift uit "Vlaanderen " 1922-1924 . Guido Provoost noemde hem "een doktrinaire scherprechter". J. De Decker was betrokken bij het verbergen van het archief der aktivisten. In 1901 was hij voorzitter van 't Zal wel gaan. (hierover Wetenschappelijke Tijdingen 1966 nr 4, 19óz3 nr 5, 1972 nr 6, 1973 nr 1, 1977 nr 1:artikels van Ludo Simoens, H.J. Mommaerts en G. Provoost). In de studentenbedrijvigheid van Jozue was ook zijn broer betrokken. ( Over De Decker zie ook Encyclopedie der Vlaamse Beweging). Jozue De Decker werd op 30.8 . 1379 te Zeveren geboren - Zijn vader was Camile De Decker , toen 28 jaar oud, onderwijzer te Zeveren en wonend op de Isegemse heerweg . Zijn moeder was Marie Prudence Van Haver , toen 24 jaar, geboren te Deinze ; zijn vader was te Leveren geboren. Getuigen bij de aangifte van Jozue ' s geboorte waren Charles Louis De Decker toen 34 jaar oud (geboren te Meigem) kamslager , koster, winkelier te Zeveren en Basiel Van Hoe, 30-jarige bakker te Zeveren. Er was te Leveren toen ook een 29 jarige August De Decker, geboren te Zeveren , werkman en houtzager. Veldwachter was toen August De Keyser, 39 jaar in 1879. Burgemeester was toen Charles Louis Cornelis.
223.
251. EEN VERDWAALDE GEWEERKOGEL Petegem , 14 september 1715. - Ïen huize van Joannes VAN HONNACKERE heeft een lijkschouwing plaats ; hijzelf is een gewelddadige dood gestorven . Als doodsoorzaak wordt vastgesteld : "... in de slineke bille ... ghepassert te wesen ... eenen bal van een fusique (- geweer ) ... gheveurt door eenen soldaet vande militaire trouppen alhier actuelijck ligghende in gaernisoen , door het bersten van sijnen loop, soodat daerdoor is afgheschoten de groote adere ...", door welke wonde het slachtoffer heeft "verloren al zijn bloed". hen stom ongeluk dus, maar met een fatale afloop . En een laat gevolg eigenlijk van een stuk oorlog, dat zich ( alweer, voor de zoveelste maal) in onze gewesten had afgespeeld. In 1714 had de Vrede van Rastadt een einde gemaakt aan de vijandelijkheden tussen Frankrijk en de Oostenrijkse Keizer : de Zuidelijke Nederlanden werden toegewezen aan de Habsbur.gers , waardoor Karel VI hier landsvorst werd. Hoewel er vrede heerste , bleven hier toch allerhande vreemde troepen legeren ingevolge het zgn. "Bar_. riëretraktaat " van 1715, waardoor de Hollandse Republiek het recht verwierf in een achttal Zuidvlaamse steden garnizoenen te leggen. Maar ook de eigen Oostenrijkse troepen van de Keizer - landsvorst bleven intussen permanent in onze gewesten legeren , en allicht dus ook (tijdelijk ?) te Deinze , zoals uit het voornoemde voorval blijkt. (Bron : Rijksarchief Gent, Fonds Deinze , reg. 362, f" 129 v°.)
Paul
Hit
+Y S .
Deinze in oude prentkaarten Ook deel I weer beschikbaar. Naar aanleiding van het verschijnen van het tweede deeltje was er zoveel vraag naar deel 1 dat de Standaard Boekhandel te Deinze het aandurfde een herdruk van het eerste deeltje, dat in 1972 verscheen en samengesteld werd door Jan Moerman en Herman Maes, te bestellen. Normaliter moet het nu reeds in de boekhandel te koop zijn.
252. GHENT EN DEINZE. In het Nieuwsblad van 4 augustus 1983 lazen we een artikel van twee volle bladzijden over Ghent in Minnesota (U.S.A.). En wat stond in Ghent in de inkomhal van het stadhuis ? Een leeuwevlag, een verkleind model van Klokke Roeland en ... een schaal van de stad Deinze. Driekwart van de bevolking heeft namen van bij ons : Baert, Buysse, Cnudde, De Vos, Vanacker, Van den Driessche enz. De rest zijn Noorse namen.
224.
Die schaal van Deinze werd er namens de J.V.V. -Leiestreek geschonken door `Daleer mort-ier die er een paar Naar geiden op bezoek was , ( op eigen kosten) toen men er het honderdjarig bestaan vierde van de stad. De sport is er bollen (rolle-bolle) met de platte bal. Er is een firma van een Vlaming die zulke bollen produceert en verkoopt over heel de V.S. Naar aanleiding van het 100 jarig bestaan van de stad was er een "bolling" met meer dan 1100 deelnemers . Burgemeester. Van de Wiele zou er zijn hart hebben kunnen ophalen als bolder. En hier kijken velen op een .bolling met misprijzen neer. Ze doen wel aan bowling of aan petanque . Maar bollen is beneden hun waardigheid. Tenzij de sport uit Amerika weer geirporteerd wordt ? L5 3. BRUILOFT LEMMENS Willy Jonckheere, K.O.K. bestuurslid, gaf ons kopie van een gedrukte uitgave van onderstaand Bruiloftsdicht op het, huwelijk van de ouders van Paul Lemmens, gewezen gemeenteraadslid te Meigem en te Deinze(zie nota 150 blz. 13). Bruiloftsdicht op Het Huwelijk van Maurice Leenmens met Helena Vandervennet Het is een gaaf , den dichter ingeboren, Lijk als een zon met glansen te begloren En met aantreklijkheid 't geen hem beviel. Een dichtersprankel voelde ik in mijn ziel Reeds blaken bij een tal van plechtigheden, Maar nooit, o neen ! en voelde ik hem lijk heden. 0 huis zoolang in stilte en eenzaamheid Gezeten, 'k zie u glansend toebereid ! Gij wierpt het rouwkleed af dat u omhulde En fier op 'tschoone paar dat gij gaat hulden Ontsluit ge uw zalen en versiert ze rijk, En noodt ten feesten uit zoo koninklijk ! 0 Meigem, lief geboortedorp, ik hoorde Uw vreugdgeschut dat ver den lucht doorboorde, Ik zag uw volk toestroomend en verrukt
Alsof het had de blijde komst gelukt Eens boden die den welvaartshoorn in handen Vermaak en heil en voorspoed zou verpanden 0 moeder, onder 't last zoolang gebukt En op de zee der kommers voortgerukt Verkwik u nu, nu 't zwoegen is geëindigd, Nu gij ter haven van de rust voleindigt. Zie nu met vrijen blik omhoog naar hem Die u zoo vroeg al 't last liet en in klem. 0 telgen uit een dublen stam gesproten In pracht en vreugd kwaamt gij als feestgenooten Want ja, dit schoone paar uit beider stam 0peengeënt , zijds u zijn plaatse nam, Opdat het als een nieuwe tak zijn bloemen En vruchten teele, beider stam ten roerae.
225.
En gij gevierde paar, ons heil, ons vreugd, Gij helden van de feest en 't .veest verheugd Hoe zal ik vu met dichterlijke monden Uw zaligheid en mijnen wensch verkonden ? 0 dichtkunst, leen mij al uw tooverkracht, Dat 'k beeldrig schildre en zinge wat ik dacht. Zoo licht en zoo fijne Met sleep van satijne Zoo nadert de blozende bruid. Haar volgt tot den outer In liefde zoo louter De bruigom zoo fier op zijn buit. Daar staan zij te zamen En hoeren hun namen Zoo innig en plechtig bij een. Zij oop'nen de monden En eeuwig gebonden Wordt lichaam en ziel hun gemeen Daar ligt hij te schingen De duurste der ringen Met hemelschen zegen belaán. De man vol betrouwen Tot teeken van trouwe Biedt zijne gemalinne hem aan. Daal hemelsche zegen Dat hij ze bejegen Lijk christus zijn Kerke bemint Voor haar alleen werken Haar minnen en sterken, 0 man, uw geluk u verbindt. En gij teergeliefde Dat bloeie uwe liefde Dat Rachel in u hier herleev Een wijngaard van lusten Waar hij kome rusten Uw deugd en uw minne hem geev' Uw hemel met engels Met bloemen uw stengels Uw huis zij gezegend met kroost En lenget ge uw leven, liet zij u gegeven Dat 't vierde geslacht u vertroost' !
Meigem, Den 24sten Januari 1899.
Audenaarde,
Bevernaege gebr.
226.
25 4. MGR. RENE MAERE. In Wetenschappelijke Tydingen nr. 2 van 1981 schreef Dr. L. Vos een artikel over het "zoldercongres" te Leuven in 1920. Dit is een congres in de reeks Grootnederlandse Studentencongressen die voor 1914 reeds begonnen waren. Jozue De Decker van .Zeveren-Deinze en Dr. Adriaan Martens; geneesheer te Deinze (later te Middelburg en te Astene) hadden reeds aan de vooroorlogse congressen meegewerkt (Voor W.O. I). In 1920 was Luc Matthijs erbij betrokken in het Leuvense K.V.H.V. van toen, dat bij die congressen sterk betrokken was. Dat Zoldercongres stelde te Leuven nogal wat problemen die tot in de ministeries te Brussel doorzinderden. Een aantal Leuvense professoren waren tegen het congres - alle franstalige en een aantal patriotische professoren. Een aantal waren verdedigers van het congres, o.a. de gereputeerde Prof. Carnoy en Scharpé. R. Maere behoorde tot dit laatstgenoemde kamp. Hij was ook aanwezig op dit door kardinaal Mercier misprezen congres. Dergelijke Grootnederlanse congressen gingen ook nog door na W.O. II. Persoonlijk was ik betrokken bij de organisatie van zo een congres te Gent in 1947. Het heette toen "Congres der Lage Landen"; heel wat Nederlanders en Zuid-Afrikaners waren aanwezig. De meest gevierde spreker was de beroemde Prof. Pieter Geyl. Ook toen werd een dergelijk congres door franstaligen gesaboteerd. Het is bij de organisatie van dat congres dat ik kennis maakte en vriendschap sloot met Frans Vroman, de stoetenbouwer en ontwerper van de Canteclaerstoet, toen student in de kunstgeschiedenis, nu ereburger van Deinze (de enige nog in leven; alleen Hugo Vander Abeele en Luc Matthijs hebben ook die titel gekregen). 25 5. MARii1X GYSEN. over het dansen : ... de jongere generatie die de symptomen van de vallende ziekte verwart met de kunst van Terpsichore ... (in De Parel der diplomatie) (blz. 85) Ministeriële wijsheden : (dixit Marnix Gysen in hetzelfde boek) - Internationale problemen zijn nooit problemen van één land - Joden en Arabieren moeten trachten hun conflicten als goede christenen te regelen. Een interessante lektuur. Te vinden in onze stadsbibliotheek. Marnix Gysen : lees ik graag ; jij ook ? Wens je uit onze bibliotheek een boeiende buitenlander te lezen , zie dan onze nota 230, waaraan ik ook nog Hans Habe en idorman Mailer wil toevoegen of Konzaliks "Arts van Stalingrad" en ... vele anderen.