Ytong beschermt. RF 6H. Gebouwen ontwerpen is vooruitzien. Eén ongelukkige vonk en jaren van inspanning van een
nummer 46
hardwerkende ondernemer gaan in rook op. Gelukkig heeft Ytong tal van constructieve ideeën om zulke rampen te voorkomen. Compartimentscheidende brandwanden en buitenwanden in Ytong bewijzen reeds jarenlang hun efficiëntie bij het inperken en begrenzen van brandrisico’s. Ytong is namelijk een 100% brandveilig bouwmateriaal. Een dubbele brandwand in Ytong biedt een uitstekende bescherming tegen brand in een naastgelegen compartiment.
staan als de draagconstructie van het gebouw het begeeft. De voordelen spreken voor zich. Als het noodlot toeslaat, blijft de schade beperkt. Zo verzekert u zich meteen van een lagere verzekeringspremie. Uw bedrijf ligt minder lang stil. En de heropbouwkosten blijven tot een minimum beperkt. Uw personeel en ook de directe buren van uw onderneming zullen er u R&T
dankbaar voor zijn. U merkt het: bouwen met Ytong heeft niets dan voordelen.
Meer weten? Stuur dan onderstaande coupon terug of bezoek onze site www.xella.be
Ja, ik wil meer info over Ytong-systemen voor utiliteitsbouw. Naam
Tel.
/
Voornaam
Fax
Adres
E-mail
/
@ Functie
Ik wens documentatie te ontvangen.
Firma
Ik wens gecontacteerd te worden.
Xella respecteert de wet op de privacy
Xella BE nv/sa • Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • Tel: 03/250.47.70 • Fax: 03/250.47.07 •
[email protected] • www.xella.be
KONSTRUKTIEF
2/2005
Een vrijstaande brandwand of een brandwand met smeltankers in Ytong blijft zelfs overeind
Konstruktief
halfjaarlijks naslagwerk achttiende jaargang
+1100°C
halfjaarlijks naslagwerk achttiende jaargang
2|2005#46
_
q
g
2|2005#46 halfjaarlijks naslagwerk achttiende jaargang
In dit nummer: architectuur Creatieve energie
4
Architecture & Création Nathalie Abrassart
De bewoners plezier verschaffen
24
Pierre Deramay & Sabine Nassar
Afwisseling stimuleert creativiteit
42
Guido Callens
Zoektocht naar een vierde dimensie
48
Architect Mathy Geerkens
Uitdaging en afwisseling
74
Michel Van Langenhove
Architectuur, kinesitherapie en jachtgeweren
86
Architectenbureau Bernard Vandenbroucke en Dominique Reul
Winnend duo
90
Créative Architecture –Fabrice Mirolo en Stéphane Legein ‘Konstruktief’ is een uitgave van Lannoo Drukkerij n.v. in opdracht van Xella BE nv/sa en Sapa RC System nv.
constructie Gevaren weren, de omgeving beschermen
8
Industries Environnement Hoofdredacteur Nicole Wuyts Redactie Eduard Coddé Marc Covet Jos Segaert Tim Vanhove Vorm, druk en afwerking Lannoo Drukkerij Kasteelstraat 97 8700 Tielt tel. 051/42 42 11
[email protected] www.lannooprint.be
Logistiek professionalisme als draaischijf voor Europese economie Staal staat centraal
20
Liebaert Staalbouw nv
Aandacht voor esthetiek en inhoud
28
Maes Bouwonderneming BVBA
IB ‘de beheersing van buitenmaatse spanten’
34
L’Industrielle du Béton
Breed spectrum
54
Bouwwerken Willy Knippenberg NV
De loftidee heruitgevonden
80
Loftproject Zuidervaartje
Industriebouw in beweging Advertentiewerving Xella BE nv/sa
16
Eurinpro
94
Bolkmans nv
Residentie Champollion: Appartementen met alle comfort
104
P.R.O.T.E.E. nv -Ets Slangen ECSA
Xella BE nv/sa Kruibeeksesteenweg 24 B-2070 Burcht tel. +32 3 250 47 00 fax +32 3 250 47 06 e-mail:
[email protected] www.xella.be www.xella.fr www.konstruktief.be
actua De positie van de verzekeraar in de risicoberekening Herwaardering en stedenbouwkundige integratie
12 38
Silvertoptorens
Nieuwe parel voor Oostende
60
Casino Kursaal
Technisch Lyceum van Esch-sur-Alzette
68
Tijdelijke Vereniging BENG en Clément Lentz Sapa RC System nv Industrielaan 17 B-8810 Lichtervelde tel. +32 51 72 96 66 fax +32 51 72 96 89 e-mail:
[email protected] www.sapabuildingsystem.com
Silka-vellingkantblokken: de oplossing voor vochtige ruimtes Stilte: een luxe die iedereen zich voortaan kan permitteren
93 100
SO.W.AER
Ytong-dakplaten: kwaliteit, veiligheid en rentabiliteit
108
Konstruktief
_
_
_
q
g
Samen werken aan een ruwbouwoplossing
Isolerend Ecologisch Akoestisch Duurzaam Stevig Economisch Comfort verhogend
Xella BE nv/sa Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • tel: 03/250.47.00 • fax: 03/250.47.06 •
[email protected] • www.xella.be
Ad_210x297_s_ynew.indd 1
26-08-2005 13:58:41
_
_
q
g
editoriaal 2|2005#46 ir. Jos Cox, Gedelegeerd Bestuurder
EEN DUURZAME SAMENLEVING ALS OVERLEVINGSSTRATEGIE? Na maandenlange prijsstijgingen (omwille van de grote vraag uit China, aanslagen in Londen, de orkaan Katrina, en nog vele andere goede redenen, …) kost de stookolie nu 0,65 per liter. Vermits het ogenblik is aangebroken om onze wintervoorraad in te slaan, kijken we uit naar onze politici om deze (dure) pil te verzachten. Vooruitziend zoals steeds hebben zij tijdens de lange zomervakantie reeds oplossingen voor dit probleem bedacht (natuurlijk heeft ieder zijn eigen oplossing en moet er nog een aanvaardbare consensus voor de eigen achterban worden gevonden). De komende dagen zullen we weten of de energiecheque, het stookoliefonds, BTW- of accijnsaanpassingen het zullen halen. Wedden dat na het ‘oplossen’ van dit probleem voor de consument ook bedrijven en transporteurs bij de regering zullen aankloppen? Natuurlijk ligt de oorzaak van de dure olieprijzen niet aan ‘incidenten’ zoals de orkaan Katrina en zullen de door de regering genomen maatregelen slechts een pleister op een houten been zijn. De echte oorzaak ligt in het feit dat oneindige beschikbaarheid van energie en energiebronnen
niet langer vanzelfsprekend is. Tot ver in de 19de eeuw werd het leeuwenaandeel van de wereldenergie geleverd door mensen, dieren, wind en water. Hout was de belangrijkste brandstof. Met de komst van de industriële revolutie werden andere energiebronnen aangeboord: steenkool, olie, aardgas en uranium. Fossiele en nucleaire brandstoffen zijn echter slechts beperkt voorradig. En terwijl de voorraad snel slinkt, neemt de vraag steeds toe. De wereldbevolking groeit, evenals het energieverbruik per hoofd. In India en China wordt geschreeuwd om energie en grondstoffen. En dit terwijl in deze landen niet eens 50% van de inwoners in de moderne economie actief is. Bovendien hebben reststoffen uit de energiesector een zware impact op het leefmilieu (broeikaseffect veroorzaakt door koolstofdioxide, verzurende gassen en berging van nucleair afval). Het wordt hoe langer hoe meer duidelijk dat er zich schaarste aandient aan brandstof, grondstoffen en opnamecapaciteit van het milieu. Om deze problemen niet tot onbeheersbare omvang te laten groeien, moet er dringend aan structurele oplossingen gewerkt
3
13:58:41
worden. Energiebehoefte en energieopwekking moeten op duurzame wijze op elkaar worden afgestemd. Rationeel energieverbruik, d.w.z. spaarzaam omgaan met energie zonder comfortverlies, moet gestimuleerd worden. Hernieuwbare energiebronnen moeten meer en meer ingang vinden. Verwarming, warmwaterproductie en elektrische toestellen in woningen zijn verantwoordelijk voor meer dan 30 % van de totale energieconsumptie. Dit maakt dan ook duidelijk dat energiezuinig bouwen en wonen één van de belangrijkste bijdragen moet leveren voor het reduceren van het energieverbruik. Een evolutie naar een ‘duurzame samenleving’ is het antwoord op de huidige problemen. De kwaliteit van het bestaan moet voorrang krijgen op de kwantiteit. De groei van het grondstoffen- en energieverbruik moet worden beperkt. Duurzame bouwstoffen met laag verbruik aan energie en grondstoffen en met recyclagemogelijkheden dragen hiertoe bij.
ir. Jos Cox Gedelegeerd Bestuurder
_
_
q
g
Creatieve energie
Architecture & Création sprl Nathalie Abrassart tekst: marc covet
Vanaf haar bureau hoog in een oude elektriciteitscentrale,
grondstof vooraleer ze te verwerken.
ontplooit Nathalie Abrassart alle facetten van haar talent. Met een bijzondere aandacht voor energiebeheer, gehandicapten en Brusselse stations.
De plaats waar de architecte ons ontvangt, heeft niets gewoons. Ze heeft een oude elektrische centrale, een groot langwerpig volume dat oprijst uit een bos, helemaal heringericht. De plaats is verlaten, vol charme en een beetje geheimzinnig. Deze oude industriële site in de streek van Bergen diende voor de productie van fosfaat. Men won er de natuurlijke
Hoe kwamen Nathalie Abrassart en haar echtgenoot, die eveneens architect is, op deze ongewone plek terecht? ‘We hebben vijf kinderen. Het is niet vanzelfsprekend om voor een redelijk budget een woning te vinden voor zo’n groot gezin. We stootten toevallig op dit gebouw. Op het kadaster stond het als ruïne ingeschreven. De eigenaar had het waarschijnlijk mettertijd moeten afbreken. We kwamen op het juiste moment en we hebben het voor een zeer aanvaardbare prijs kunnen kopen’, zegt ze. Alleen architecten weten in zo’n decor een woning
te ontwerpen. Het resultaat is verrassend. Een zee van ruimte, licht en een uniek zicht, zoals vroeger alleen kasteelheren kenden. Laten we samen deze ongewone verbouwing van dichterbij bekijken. Drie verdiepingen, drie functies De indeling van deze ruimte van 600 vierkante meter is eenvoudig. Elke van de drie verdiepingen kreeg een zeer specifieke functie. Op de gelijkvloerse verdieping zijn de burelen van ‘Architecture et Création’ ondergebracht. De plafondhoogte is indrukwekkend. Op de eerste verdieping bevinden zich de slaapkamers. Ze kijken uit op de natuur en stralen
_
_
q
g
Elke verdieping van het gerenoveerde en volledig omgebouwde industriële pand heeft haar functie. Om optimaal van het schitterende zicht te kunnen profiteren, werd de leefruimte op de hoogste verdieping voorzien.
rust uit. Op de hoogste verdieping bevindt zich de open living. Afgezien van een dienstenblok is er geen enkele wand die de ruimte van deze enorme kamer onderbreekt. Spectaculair kan het zicht genoemd worden dat men vanaf het grote venster heeft. Het reikt over de omliggende weilanden en het kunstmatige meer beneden. Nathalie Abrassart geeft tekst en uitleg: ‘Onze interventie bleef uiterst beperkt. We wilden het gebouw in zijn oorspronkelijke configuratie behouden. De originele indelingen werden bewaard, evenals de betonschalen en enkele details zoals de elektrische isolatoren die herinneren aan de basisfunctie van het gebouw. We hebben de bestaande ramen praktisch niet gewijzigd. De afwerkingen zijn tot hun eenvoudigste uitdrukking herleid. We hebben het ruwe uitzicht van de bakstenen muren en de betonnen structuren behouden. Mijn man Patrick Quittelier heeft een passie voor schrijnwerk. Hij heeft veel eigenhandig gedaan.’ Dit architectenechtpaar aarzelde niet zelf de handen uit de mouwen te steken om hun project tot een goed einde te brengen. Tegelijk werd ervoor gezorgd dat het gebouw niet teveel energie verslond. Die bekommernis voor energiebesparing is overigens een constante in het werk van het bureau. De grote aluminium ramen zijn voor het grootste deel naar het zuiden gericht en hebben een isolatiecoëfficiënt U = 1,1. ‘En om dergelijk volume te verwarmen, dienden we goed na te denken over een geschikt systeem. We kozen voor een vloer- en muurverwarming. Dat lijkt ons ideaal om de aanzien-
5
_
_
q
architectuur
De traphal van het plaatselijke politiebureau werd luchtig ontworpen om zoveel mogelijk licht te laten doorstromen tot in de gelijkvloerse vertrekken.
lijke inertie van het gebouw maximaal te benutten.’ Een verwarmingsysteem dat met straling werkt is voor een groot volume interessanter dan een systeem met convectie. Het zorgt voor een betere warmteafgifte op manhoogte, zodat de bewoners een comfortabel gevoel hebben. Ytong snelt de politie van de Borinage te hulp In de verbouwing werden een aantal binnenwanden in Ytong-blokken verwerkt. Wat deed de architecten/eigenaars tot deze keuze beslissen? ‘Voor deze verbouwing was het een makkelijke en tevens soepele oplossing. Zijn thermische prestaties zorgen ervoor dat we het cellenbeton voor verschillende projecten gebruiken. Ytong is een licht, makkelijk verwerkbaar product. Het systeem met lijm is bijzonder snel, net zoals de droogtijd van de dunne afwerkingspleister. Voor openbare maar ook voor privé-werken eist men steeds kortere bouwtermijnen.
g
Architecture & Création sprl Nathalie Abrassart Ytong speelt op die vraag in.’ Voor de brigade van Pâturages, een project dat zes jaar geleden werd gerealiseerd, aarzelden de architecten niet om Ytong te gebruiken. Een keuze die niemand betreurt en die bijdroeg tot de esthetische prestaties van het gebouw. Het gaat hier om een logistiek en administratief centrum voor de plaatselijke politie van de Borinage. Een gebouw dat op de straat uitgaf werd afgebroken om plaats te maken voor een nieuwbouw. Het plan van elk van de drie volumes is betrekkelijk eenvoudig: een vierkant met centraal verkeer. In het achterste gebouw is er een tweede verdieping, waardoor er vanaf de straat een gradatie in de volumes ontstaat. De aanpalende reeks garages is een stuk lager. De achteruitbouw liet toe een parkeerzone te maken, een absolute noodzaak voor een complex als dit. ‘Oorspronkelijk voorzag het project daken in aluminium, maar uiteindelijk noopte de
6
stedenbouwkundige vergunning ons zinken daken te gebruiken’, herinnert Nathalie Abrassart zich. ‘Aanvankelijk schreef stedenbouw zelfs baksteen en een leien dak voor. Na lang onderhandelen kwamen we uiteindelijk tot een akkoord: een rode crepi. De oorspronkelijke woningen hadden nochtans een witte crepi...’ Een baksteen in de maag of in het hoofd? Feit is dat het tijd wordt dat men beseft dat hout en pleister even traditionele materialen zijn als baksteen. Energiebesparing en zorg voor gehandicapten Zoals voor haar eigen woning tracht Nathalie Abrassart voor elk van haar projecten de nadruk te leggen op energiebesparing. ‘Dat is een factor die we heel goed in het oog houden, van bij het schetsen’, zegt ze. ‘Vervolgens gaan we met onze klanten het verbruik voor verwarming na om het met onze materiaalkeuze en onze technieken
_
_
q
g
Zeer geslaagd ontwerp, dat volledig aangepast is aan de behoeften van de fysiek mindervalide bewoner.
te vergelijken. Dat stelt ons in staat een zeer duidelijke balans van de prestaties op te maken.’ In Frameries heeft ‘Architecture et Création’ een woning met zonneenergie ontworpen. De woning is zo gebouwd dat ze maximaal van
de zon profiteert. Uiteraard kijkt ze uit naar het zuiden. De slaapkamers worden onrechtstreeks – langs boven – verlicht, wat een natuurlijke circulatie van de warmte toelaat. Ook hier wordt er via de vloer verwarmd en het systeem kan aangepast worden aan een warmtepomp, een techniek die de laatste jaren aan een opmerkelijke comeback toe is. Een werf in Le Roeulx, maakt op een gemengde manier, met een stalen kader, gebruik van de Ytong-producten. In dit project diende men rekening te houden met de fysieke handicap van een van zijn bewoners, een andere specialiteit van het bureau. Vooral woningbouw maar ook... Nathalie Abrassart richtte 15 jaar geleden haar bureau op, maar de vennootschap bestaat nog maar 5 jaar. ‘Het is een bureau met wisselende bezetting, naar gelang van de noden van het ogenblik’, zegt ze.
7
‘We nemen vaak deel aan wedstrijden maar winnen slechts één keer op tien. Dat is veel energieverspilling voor weinig resultaten.’ De architecte rondt af met een voorstelling van haar realisaties: villa’s, verbouwingen, renovaties, publieke en privé-projecten. Het leeuwendeel wordt gevormd door woningen. Hier en daar zijn er escapades in de richting van openbare renovaties. Spijtig genoeg wachten deze projecten dikwijls lang op een budget om te worden uitgevoerd Architecture & Création sprl Rue Jules Antheunis 44/1 7030 Mons (Saint-Symphorien) T: +32 (0)56 36 46 07 F: +32 (0)56 35.50.09
[email protected]
_
_
q
g
Gevaren weren, de omgeving beschermen Industries Environnement tekst: marc covet
Ten zuiden van Parijs, in Dammarie les Lys heeft Thierry Murat een bijzonder studiebureau opgestart. Met zijn team onderzoekt hij de gevolgen van gevaarlijke constructies op de veiligheid en het milieu. Een ontmoeting met een nieuwe partner in de bouwsector.
Thierry Murat is een selfmademan. Zijn verleden, zijn interesses hebben hem op een heel natuurlijke manier gebracht naar het vak dat hij met zoveel overtuiging uitoefent. Hij heeft een passie voor de natuur, maar begint zijn carrière in de industrie. Het ene lijkt geen verband te houden met het andere. En toch... De toe-
nemende bekommernis voor het milieu, de almaar striktere reglementeringen zullen een behoefte creëren. Hij vertelt zijn verhaal: ‘Toen ik in 1981 begon te werken, bestond er geen enkele opleiding voor de dienst die mijn bureau vandaag levert. Sindsdien hebben de milieuproblemen en de veiligheidseisen die voor alle gevaarlijke producten
gesteld worden, tot de oprichting van onze specialiteit geleid. In 1990 zijn we begonnen met onze rol als adviseur. Sinds 2000, heeft onze activiteit zich ontwikkeld tot het studiebureau ‘Industries-Environnement’. We staan architecten met advies bij op het gebied van impact en gevaar voor het milieu. Onze equipe maakt studies die gevoegd worden bij ‘risicovolle’ bouwvergunningen. Een taak die tegelijk wetenschappelijk, empirisch, juridisch en technisch is.’ Konstruktief stelt u een speler voor van een sector die nog te weinig bekend is.
_
q
g
Links: project PCE Dana, ateliers. Rechts: Pacific Europe, fabriek voor het vervaardigen van parfums.
Scenario’s schrijven met domino’s Hoe gebeurt de samenwerking met de investeerders die Thierry Murat komen opzoeken? ‘Vertrekkend van een situatieplan, trachten we de verschillende gevaartypes en ongevallenrisico’s te onderkennen. We proberen ons de mogelijke scenario’s voor te stellen, na te gaan of er ‘domino-effecten’ kunnen spelen. Ons werk bestaat erin na te gaan hoe we de effecten van een catastrofe kunnen beperken. We berekenen bijvoorbeeld de gevolgen van een brand en de verbreidingsrisico’s. We bepalen de optimale grootte van de risicozones, de nodige brandweerstand van de materialen in functie van de nabijheid van een weg, een spoorweg of woningen. Het doel is dat de brand deze plaatsen niet bereikt of van ze efficiënt te beschermen.’ Naast de gevaren verbonden met de installatie die we bestuderen, moeten we verder de buitenwereld als agressiefactor beschouwen. Zo zijn er bijvoorbeeld gevallen van overstromingen die de stedenbouwkundige instanties ertoe kunnen aanzetten een zone ‘niet bebouwbaar’ te verklaren. Sommige plaatsen staan bloot aan lawinegevaar of aan grondverzakkingen, boven- of ondergronds. ‘In het zuidoosten zijn er zelfs zones waar aardbevingen voorkomen’, gaat de specialist verder. ‘Daar houden we rekening mee bij de installatie van uitrustingen. Maar wanneer men zeer gevaarlijke materialen opslaat, worden alle zones als seismisch bestempeld!’ Een occasionele aardbeving is altijd mogelijk...
Chemici, ingenieurs en een brandweerman Een studiebureau als Industries Environnement maakt geen reclame. Bestellingen gebeuren uitsluitend via het net. Om te beantwoorden aan de vraag heeft Thierry Murat een pluridisciplinair team verzameld: twee scheikundige ingenieurs met specialiteit ‘milieu’, een landbouwingenieur, een gediplomeerde in de ecologie en...een brandweerman die als vrijwilliger werkt. ‘Dat ben ik’, lacht Thierry Murat, ‘en dat maakt het mogelijk de praktijk aan de theorie te toetsen. Dit gezegd zijnde, is ons werk in de eerste plaats wetenschappelijk. We gaan zelden op werven, tenzij bij schadegevallen. Eventueel gaan we een site bezoeken om hem te verbeteren. We nemen daarentegen wel deel aan onderhandelingen met de overheden. We hebben een deontologische code, ook al verdedigen we aan de basis, het belang van onze klant.’
In Villeneuve Saint-Germain, nabij Soissons, bestudeert Industries Environnement op dit
9
ogenblik voor ACR een opslagplaats voor producten van ‘grootconsumptie’. Wanneer 100.000 aerosols worden opgeslagen, kan dat gevaar opleveren. ‘In tegenstelling tot wat soms gebeurt, werd het project op lokaal niveau gunstig onthaald. De streek heeft moeten afrekenen met de sluiting van een reeks sites en deze opslag zou 100 banen opleveren. We interveniëren samen met het architectenbureau. Vanaf het ontwerp, trachten we het basisplan te optimaliseren. Vanmorgen nog hadden we discussies over de kostprijs van het gebouw. Sommige technieken die we willen toepassen vallen duurder uit dan andere. Als de projectontwikkelaar minder gehaast is, hebben we een marge om te onderhandelen met de overheid en eventueel betere voorschriften te bekomen die minder duur zijn om ze in het gebouw te vertalen.’ We zien het belang van dergelijk bureau in het ontwerp van zo’n programma in. Een rol die in functie van de milieucatastrofes en –rampen steeds belangrijker zal worden, dat geven we u op een briefje.
constructie
_
_
_
q
g
Project Orsymonde, pharmaceutisch bedrijf.
constructie
Industries Environnement Ytong, wereldkampioen van de brandweerstand Welke rol speelt Xella in dit verhaal? De Ytong-platen in cellenbeton vertolken een hoofdrol in de bouw van logistieke opslagplaatsen. Het product is een beste koop voor de compartimentering en dat dankzij zijn uitzonderlijke brandweerstand. Thierry Murat geeft tekst en uitleg: ‘We schrijven nooit een merk voor, dat is onze job niet. Maar we kunnen wel zeggen dat er mensen zijn die we vertrouwen. Het gebeurt dus dat we zeggen: ‘weet u, er is cellenbeton, en daar hebben we nooit problemen mee...’ Onrechtstreeks beïnvloeden we zo de keuze van een aantal materialen. Met de gewapende Ytong-platen kan men de thermische flux optimaal vasthouden. De brandweerstand en
de mechanische stabiliteit blijft 15 tot 20 uren gewaarborgd. Wanneer de wetgeving spreekt over een brandweerstand van 2 uren, dan heeft ze het over iets wat niet bestaat. Een brand duurt in werkelijkheid tussen 15 en 30 uur.’ Tijdens de discussie laat de directeur van Industries Environnement ons de projecten zien waaraan hij heeft deelgenomen. Hij vernoemt een opslagplaats in Savigny le Temple voor BDF, gebouwen voor ACR-Logistics, een windmolenpark, staalbedrijven, chemische, farmaceutische en cosmetische fabrieken. Alle gebouwen die gevaarlijke producten bevatten zijn potentiële klanten. Als groot natuurliefhebber is Thierry Murat bijzonder gevoelig
10
voor dossiers die rechtstreeks verband houden met het milieu. ‘Ik ben gevoelig voor alle dossiers die betrekking hebben op duurzame ontwikkeling. We bereiden overigens een conferentie over het onderwerp voor voor specialisten in de logistiek.’ De lezer zal begrepen hebben dat het werk van Thierry Murat veel verder gaat dan het louter technisch aspect. Het is ook een werk van sensibilisering, een strijd. Dat is precies het mooie aan zijn job. Industries Environnement 287, rue Marc Seguin F-77190 Dammarie les Lys T: +33 (1)64 39 83 75 F: +33 (1)64 10 00 23
[email protected]
_
q
g
Ytong en de brandveiligheid Hiervoor moet men in de eerste plaats over materialen beschikken die een maximale brandweerstand bieden en vervolgens een constructie die beantwoordt aan de eigentijdse eisen, zowel op het vlak van de compartimentering van de volumes (brandwerende muren) en het niet-overslaan van de brand naar de omliggende gebouwen (thermische schermen). De Ytong-systemen bieden hier een gepast antwoord op. De uitzonderlijke brandwerende eigenschappen van Ytong en het bouwsysteem laten toe op een efficiënte en zekere manier (Rf 360’ tot op een hoogte van 24 m, dit in een dikte van 15 cm) te compartimenteren en ‘thermische schermen’ op te trekken die voorkomen dat de brand zich door straling naar omliggende gebouwen verspreidt.
De verwachtingen van de bedrijven op het vlak van brandveiligheid kunnen in 4 punten worden samengevat: 1. de veiligheid van personen waarborgen 2. de hulpverlening vergemakkelijken 3. de goederen vrijwaren 4. het gevaar voor de omgeving beperken Een bouwwerk zonder brandwerende muren brengt niet alleen de veiligheid van de personen en goederen van de onderneming en de aangrenzende ondernemingen, maar ook de financiële stabiliteit van een bedrijf in gevaar. Het is essentieel dat een gebouw de mogelijkheid biedt het werkinstrument en de goederen van een bedrijf maximaal te vrijwaren, zodat het werk in geval van brand zo snel mogelijk kan hervat worden.
Zonder of bij slechte compartimentering kan de brand overslaan naar naastgelegen vertrekken.
Correcte compartimentering: brandscheiding door het dak en de wanden.
Tijdens een brand blijft de Ytong-brandwand intakt. Achterliggende compartimenten blijven buiten bereik van het vuur.
11
_
_
q
g
De positie van de verzekeraar in de risicoberekening
tekst: nathalie gilmont Een gebouw plannen, is vooral denken aan de veiligheid die het zal bieden. We wilden graag de Franse reglementering inzake brandveiligheid wat beter leren kennen. Yves Trescarte, ten tijde van ons gesprek lid van de Directie Preventie Engineering van de afdeling AGF Courtage Global in Parijs (thans lid van de Directie PME), geeft ons een overzicht van de verschillende risicofactoren die de rol van verzekeraar AGF in zijn aanbevelingen aan de klant zullen beïnvloeden. De gebouwentypes en hun opslag, de keuze van de materialen, de inachtneming van de Franse reglementering en van de normen opgelegd door de verzekeraar, zijn de elementen die de berekening van het aandeel van de risico’s in de premie van de brandverzekering zullen bepalen.
12
_
_
q
g
van algemene producten die zowel beantwoorden aan de behoeften van particulieren als aan die van professionelen en bedrijven. De hoofdactiviteit van de Directie Preventie Engineering bestaat uit de jaarlijkse audit en de implementatie van de aanbevelingen die in de systemen geformuleerd worden voor alle bouwprojecten van grote klanten zoals Renault, Saint-Gobain, DCN (scheepswerven) en de levensmiddelensector. Vijfendertig ingenieurs met verschillende opleidingen (bouwkunde, elektriciteit, mechanica, hydraulica enz.) zijn bij de opvolging van deze projecten betrokken. Zo speelt AGF bijvoorbeeld op internationaal vlak een consultancyrol voor alle projecten van Renault (onder meer een actueel project van 150.000 m2) en wordt geen enkel gebouw opgetrokken zonder het akkoord van de groep.
De groep AGF De groep AGF speelt een essentiële rol in de sector van de verzekeringen en van de financiële diensten in Frankrijk en in meer dan 20 andere landen. Ze is één van de belangrijkste entiteiten van de Duitse groep Allianz AG en leider op de markt van de verzekeringen van gebouwen en aansprakelijkheden, met een aanbod
Brandweerstand De brandweerstand van een gebouw hangt af van de systemen die voorzien zijn om de verbreiding van het vuur te vertragen. De materialen die in de bouw verwerkt worden, moeten een goede brandweerstand bezitten (vb.: staal, natuursteen, cellenbeton, gips, gewapend beton, zink enz.). In functie van het gebruik van een onbrandbaar bouwmateriaal en de manier waarop een wand wordt gebouwd, zal de relatieve vuurbestandheid toelaten de schade die door een eventuele brand wordt veroorzaakt, aanzienlijk te beperken. De bouw van brandwerende
13
scheidingsmuren die in staat zijn de brand gedurende 6 uren tegen te houden, is één van de successen van Xella. Met haar Ytongplaten is ze erin geslaagd een bouwmateriaal op de markt te brengen dat 100% onbrandbaar is en toelaat de kosten van de heropbouw en de brandpremies te drukken. In dit kader is het interessant de Franse reglementering terzake te kennen, hoe de groep AGF zich ten opzichte van deze reglementering positioneert en nauwkeurige aanbevelingen verstrekt aan de architecten, met als hoofdbekommernis een maximale vermindering van haar blootstelling in de risicoberekening. De Franse reglementering: besluit 1510 Volgens het besluit 1510 en naar gelang van de bestemming van de gebouwen en de risico’s die hun exploitatie kunnen teweegbengen, worden verschillende actieve en passieve beschermingsmaatregelen vereist. Yves Trescarte legt uit dat welke de reglementering en de normen ook zijn, de architect en aannemer verplicht is van ze te volgen. Wanneer het gebouw geen gunstig advies ontvangt van het controlebureau, verzekert de groep AGF het gebouw niet. Van zodra er effectief een gunstig advies wordt verstrekt, staat het de verzekeraar vervolgens vrij aanbevelingen te doen die verder reiken dan de geldende reglementering. Het gebeurt ook dat de verzekeringnemer zelf van oordeel is dat de reglementering niet volstaat en
_
_
q
dan een bijkomend onderzoek vraagt. AGF: rol en aanbevelingen Om zijn aanbevelingen op te stellen, zal de verzekeraar in de eerste plaats het aandeel van het risico (brand) berekenen. In zijn analyse zullen verschillende factoren meespelen: het gebouwtype, de opslag, het sprinklersysteem, de keuze van de brandwerende materialen,… 1. Soorten gebouwen en opslag De bestemming van een gebouw is een primordiaal element in de risicoberekening. In het geval van logistieke platforms zijn deze gebouwen immers opgetrokken met het doel ze te verhuren of te verkopen. Het is dus onmogelijk te weten wat erin zal worden opgeslagen. Welnu, een gebouw verzekeren betekent dat men er de waarde van de stock van verzekert vermits de verzekering gekoppeld is aan een inhoud. Yves Trescarte geeft een voorbeeld dat op zijn bureau ligt. Hij legt uit dat verzekeraar AGF zich verplicht zag onmiddellijk de hoogste classificatie te nemen, met name een maximale opslaghoogte en het grootste risico. Maar vandaag ziet hij zich geconfronteerd met het opduiken van chemische producten die aanzienlijk gevaarlijk zijn (geëxpandeerd propyleen), branden als benzine en waarvoor de traditionele beschermingsmiddelen geen uitwerking hebben. Geconfronteerd met deze nieuwe situatie tracht de verzekeraar AGF alle problemen te analyseren die zich zou-
g
den kunnen voordoen, zodat een optimale bescherming kan geboden worden. Hij zal inlichtingen inwinnen over het soort opslag, uitleggen hoe te stockeren, op welke hoogte, hoe de compartimenteringen versterken, de oppervlakte verminderen, enz. Compartimentering dringt zich hier op om het risico van de verzekeraar te verminderen, maar in bepaalde gevallen laten procedures die eigen zijn aan de werking van het bedrijf (automobielbedrijf, eindmontagegebouw, postsorteercentrum), de installatie van brandwerende muren niet toe. Op dat ogenblik zal de verzekeraar de brand incalculeren, voornamelijk in de verkeerszones. 2. Het sprinklersysteem en de brandwerende muren Volgens Yves Trescarte bestaat de eerste taak van de verzekeraar in een adviserende rol. Voor de bouw van een opslagplaats bijvoorbeeld, zal hij bij voorkeur een structuur in beton aanbevelen boven een metalen structuur die niet dezelfde brandwerendheid bezit. Tussen een brandbaar gebouw en een gebouw met een beperkte brandweerstand, kan de dekking niet dezelfde zijn vermits het risico verschilt. Het is dus de installatie van systemen die uitbreiding van eventuele brand beperken of tegenhouden, die het verschil zal maken bij de berekening van de verzekeringspremie. Yves Trescarte bevestigt dat het sprinklersysteem kapitaal is. Wanneer het systeem er niet in slaagt de brand binnen de eerste minuten te doven, mag men
14
ervan uitgaan dat een cel verloren is. ‘Wanneer de sprinklerinstallatie niet beantwoordt aan het risico dat men wil beschermen, is het duidelijk dat ze niet efficiënt is’, zegt hij. Onder die voorwaarden kan de verzekering geen dekking bieden. Enkele jaren geleden verzekerde de groep geen opslagplaatsen meer die niet waren uitgerust met een ‘sprinkler’, en dancings evenmin. Per jaar hadden we twee- tot driemaal af te rekenen met branden in logistieke opslagplaatsen. Vandaag de dag is de situatie geëvolueerd, omdat de mensen zich meer bewust geworden zijn van wat er allemaal op het spel staat. Afhankelijk van de dikte van de wand en de manier waarop hij is geïnstalleerd, kunnen de brandwerende muren van Ytong een brand gedurende 6 uren tegenhouden. Yves Trescarte legt uit dat de eerste bekommernis van de groep AGF erin bestaat de stock in een gemiddelde tijd van 2 uur te redden. Een Ytong-muur met 6 uren brandweerstand is extra nuttig in gebouwen waar een veiligheidsafstand technisch niet haalbaar is. Indien mogelijk zal men systematisch voor een afstand kiezen die toelaat dat hulpverleners tussenbeide kunnen komen. Dit biedt tevens een groter veiligheidsgevoel dan een muur. In haar aanbevelingen geeft de groep preciese regels in verband met het gebruik van brandwerende deuren en muren. Een doeltreffende brandmuur moet zo gebouwd zijn dat het vuur hem niet kan omzeilen, noch langs de
_
_
q
aanpalende gevels, noch langs het dak. Yves Trescarte maakt een onderscheid tussen een brandwerende scheidingsmuur Rf 240 min.-360 min. en een gewone scheidingsmuur met een Rf 120 min. De gewone scheidingsmuur kan onder de balk blijven en heeft geen bescherming ter hoogte van het dak. De scheidingsmuur met een Rf van 240min.-360 min. gaat door het dak. Hij legt verder uit dat bij brandwerende muren met een Rf van 240 min.-360 min. men dubbele deuren in de openingen plaatst wanneer men niet beschikt over deuren die 4 uren standhouden (men gebruikt dus twee deuren van 2 uren). Met deze twee verschillende muurtypes zal de verzekeraar AGF de architect precies uitleggen hoe hij wil dat de installatie gerealiseerd wordt, hoe een dakdoorgang moet
g
gebeuren, hoe de deuren in functie van de muren moeten geplaatst worden enz. In het geval waarbij de verzekeraar een risicovolle activiteit vaststelt, zal hij een cel van 6000 m2 met een gewone brandwerende muur Rf 120 min voorschrijven (de Franse reglementering 1510 legt deze regel op). Dat is het geval voor de logistiek waar men cellen om de 6000 m2 kan vinden om te voorkomen dat het vuur uitbreidt. In de industrie kan de verzekeraar eveneens verplichten een brandbeveiligd compartiment binnen een gebouw te voorzien. 3. De exploitatievergunning en de jaarlijkse controle De vernieuwing van de exploitatievergunning van de verzekeraar hangt af van de constante conformiteit met de bestaande normen.
15
‘Om die reden’, aldus Yves Trescarte, ‘worden alle grote risico’s, dat wil zeggen, alle grote bedrijven, één keer per jaar bezocht. Er wordt dan een nieuwe analyse gemaakt om te zien of de risico’s nog steeds dezelfde zijn en niet groter zijn geworden en of de bestaande systemen nog altijd zijn aangepast.’ De hoofdbekommernis van de verzekeraar AGF bestaat erin te weten waartoe hij zich heeft verbonden en welke het blootstellingsrisico voor het bedrijf is. Volgens Yves Trescarte zouden het milieu en de ecologische uitstoot in de toekomst kunnen leiden tot een nieuwe reglementering. Interview: Yves Trescarte AGF Parijs 18 maart 2005
_
_
q
g
L o g i s t i e k professionalisme als draaischijf voor Europese economie De diversiteit van de markten en het respectievelijk consumptiegedrag stelt hoge eisen aan de logistieke ondersteuning voor bedrijven. ‘Eurinpro’ heeft er zijn specialiteit van gemaakt en laat zich internationaal opmerken als ‘pionier in magazijnen’.
Eurinpro tekst: eduard coddé
_
q
Schenker
Projectontwikkelaar voor logistiek vastgoed Eurinpro kan best omschreven worden als een strategische investeerder en projectontwikkelaar voor logistieke vastgoedoplossingen. De naam staat voor ‘European Investment Projects’. De firma bekommert zich zowel om de ontwikkeling en de investeringen, als de volledige ‘sleutelop-de-deurrealisatie’. De basis werd gelegd bij ‘Verelst Industriebouw’, doch sinds 1998 vaart Eurinpro een volledig zelfstandige koers. Eurinpro beschikt over eigen kantoren in Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen, Spanje en Japan. Daarnaast bestaan er operationele vestigingen in de nieuwe groeimarkten als bv. Tsjechië, terwijl in de Verenigde Staten een representatieve aan-
g
GLC
ODTH Willebroek Tri Access
wezigheid wordt onderhouden voor de contacten met grote klanten die hun distributieplannen voor Europa deskundig wensen te laten begeleiden op logistiek vlak. Kennisbedrijf Eurinpro profileert zich als een kennisbedrijf waar professionalisme in elk facet van de bedrijvigheid wordt nagestreefd in dienst van de klanten. ‘Logistiek vastgoed vormt best een complexe materie’, verzekert ons ir. Christophe Aelbers, Country Manager Eurinpro Belgium. ‘Men heeft het voor de hand liggende technisch/bouwkundige aspect, terwijl de juridische, fiscale en financiële kanten niet minder belangrijk zijn’. Eurinpro gaat wetenschappelijk gefundeerd aan de slag bij het
3D-tekening van Chiapparoli Logistica SpA
ontwikkelen van de logistieke vastgoedprojecten. Er wordt heel wat geïnvesteerd in onderzoek en in dat kader treedt het bedrijf ook op als sponsor voor de leerstoel ‘logistiek’ aan de Vlerick Leuven Gent Management School. Het studiewerk moet de Europese logistieke markt met haar trends in kaart brengen. Er wordt eveneens gezocht naar logistieke typologieën om de beweging in de logistieke markt te begrijpen en te voorspellen. Geen banale doos Wie het over logistiek vastgoed heeft, zal allicht op weinig enthousiasme kunnen rekenen bij mensen met een grote gevoeligheid voor architectuur. Toch mag men dit type bouwwerken allerminst degraderen tot ‘een banale doos’! 3D-tekening van SDV Logistics
17
constructie
_
_
_
q
g
ODTH Willebroek Tri Access
Schenker
GLC
Kersdonk - Willebroek
constructie
Eurinpro De kwaliteiten schuilen hier nu eenmaal niet in een expressieve esthetiek, maar in een uitgekiende en uitgesproken functionaliteit. ‘Eurinpro maakt er een erezaak van om concrete totaaloplossingen op maat aan te bieden en niet een zo groot mogelijk aantal vierkante meters opslagruimte te slijten’, argumenteert ir. Christophe Aelbers. ‘Elk gebouw vertegenwoordigt een op-maatrealisatie voor de klant’. Er wordt vanzelfsprekend gezocht naar de ideale locatie, maar de beschikbaarheid op het juiste moment is eveneens een bepalende factor. ‘De doos’ zoals dit type bouwwerken al te gemakkelijk wordt genoemd, vereist een uitgekiende indeling. Dit impliceert heel wat kennis en inleving in het werkingsproces van de klant, want elke situatie is toch weer anders. Het komt erop aan dat het project conceptueel en als
geheel wordt uitgedacht, met grondige kennis van alle randgegevens, zoals transportinfrastructuur, wettelijke bepalingen rond brandveiligheid en milieu, arbeidswetgeving (vb. verplichting op natuurlijke lichtinval in het magazijn in bepaalde landen), taxaties en nog veel meer. Eurinpro heeft zichzelf strenge kwaliteitsnormen opgelegd voor wat de logistieke gebouwen betreft. Zo wordt per 1000 m2 opslagruimte minstens één laadkade voorzien, kan elke m2 vloer 5 ton overlast dragen en laat de vlakheid van de vloer een maximale afwijking van 3 mm per 2 meter toe. Voor de maatvoering wordt zoveel mogelijk gewerkt met veelvouden van 6 meter, met een raster van 18 x 30 tot 40 m als meest voorkomend.
18
Allesomvattende service Eurinpro wil zijn klanten een allesomvattende service bieden die veel verder gaat dan de bouw van een magazijn. De analyse van de behoeften van de klant bepaalt de te ondernemen actie. Terbeschikkingstelling (verhuur), overname van het mogelijk bestaande pand, het beheer van de gebouwen, zijn een greep uit een brede waaier oplossingen en
_
_
q
g
3D-tekening van gebouwen DHL
diensten. Voor investeerders wordt een aangepast pakket ontwikkeld. In alle gevallen, maar bij investeringsprojecten in het bijzonder, wordt er ook vooruitgedacht over de hergebruikwaarde van het vastgoed; een cruciaal aspect voor de commerciële kracht ervan in de toekomst. Volgens Eurinpro schuilt de sterkte van de onderneming voor een belangrijk deel in de internationale aanwezigheid. ‘Grote internationale bedrijven kunnen kiezen voor één enkele professionele partner’, verklaart ir. Christophe Aelbers. ‘Ze hebben één aanspreekpunt en weten precies wat ze zullen krijgen’.
3D-tekening project te Ressons sur Matz
Kostenefficiënte oplossingen België gedraagt zich vandaag als een vraagmarkt, maar de beslissingstrajecten zijn lang… Daarbij komt nog dat het vooronderzoek op de geselecteerde sites erg tijdrovend kan zijn. De te respecteren voorschriften – in het bijzonder m.b.t. de brandveiligheid – zijn ook steeds weer verschillend van regio tot regio. ‘Wanneer uiteindelijk alles rond is, wil de opdrachtgever liefst gisteren zijn nieuwe logistieke pand operationeel zien’, leert de ervaring. Door kostenefficiënte oplossingen na te streven wordt een bijzonder hoog bouwtempo gehaald. Eurinpro centraliseert dan ook alle contacten met name voor het verwerven van de bouwgronden, het bekomen van de bouwaanvragen bij de stedenbouwkundige diensten, m.b.t. de wetgeving rond brandveiligheid, met de ingenieursbureaus, architecten, controleorganismen tot en met de diverse technieken die in de gebouwen verwerkt worden. Ytong speelt een sleutelrol in heel wat projecten. De alsmaar strengere eisen voor de brandveilig-
19
heid zijn daar zeker niet vreemd aan. ‘Ytong staat zowat synoniem voor brandvertragende wanden’, merkt ir. Christophe Aelbers op. Eurinpro schrijft in het lastenboek de specificaties neer voor de toe te passen materialen en de algemene aannemers waarmee wordt samengewerkt hebben principieel de vrijheid eigen keuzes vooruit te schuiven. Die keuze moet wel gemotiveerd worden ter goedkeuring. ‘Slechts de allerkortste lijnen en een overkoepelend beheer maken een snel inspelen op de wensen van de klant haalbaar’, licht onze gastheer toe. Eurinpro Kasteel van Bever Boechoutlaan 221 1853 Strombeek-Bever T: + 32 (0) 2 263 40 00 F: + 32 (0) 2 263 40 40
[email protected] www.eurinpro.com
_
_
q
g
Staal staat centraal Voor Liebaert Staalbouw staat staal centraal. Het dient het leeuwenaandeel uit te maken binnen elk aanvaard project. Het bedrijf is dan ook zo gestructureerd dat productie, montage en afwerking naadloos op elkaar inspelen.
Liebaert Staalbouw nv
tekst: eduard coddé
20
_
_
q
g
Freetime in Aarschot. In recordtempo werd de nieuwbouw opgetrokken met de staalstructuur van Liebaert en de wanden in Ytong-cellenbeton.
Drieluik De basis voor Liebaert Staalbouw werd in 1987 gelegd, met een belangrijk accent op de productieafdeling. Deze fungeert als toeleverancier voor de eigen projecten, maar telt evenzeer tal van trouwe externe klanten voor staalproducten en montagewerk in binnenen buitenland. In 1995 werd Befima uit Genk, gespecialiseerd in ‘pipe-fitting’, ingekocht en ingepast om tot een sterker productieapparaat te komen in het groter geheel van Liebaert Staalbouw. Als bouwbedrijf is Liebaert Staalbouw enerzijds actief in onderaanneming voor grote werven – waar het leveren en monteren van staalconstructies, alsook stalen dak- en wandplaten aan de orde is – en realiseert anderzijds projecten rechtstreeks voor de bouwheer. In dat laatste geval varieert de inhoud van de opdracht
van enkel staalstructuur tot alles omvattend ‘sleutel-op-de-deur’. Enkele bijzondere specialiteiten van het bedrijf bestaan uit de bouw van basissen voor silo’s en ‘pipe racks’, ondersteunende staalconstructies voor pijpleidingen in o.a. de petrochemische industrie. Liebaert Invest vormt het derde luik van Liebaert Staalbouw, dat in zijn geheel ongeveer 90 mensen tewerkstelt. Investeringsmaatschappij Liebaert Invest werd in 1988 opgericht en richt zich op investeringsprojecten die hoofdzakelijk als staalconstructie worden uitgevoerd. Men zoekt zelf klanten waarvoor maatwerk wordt geleverd. Flexibiliteit naar indeling betekent een belangrijke troef voor een eventuele latere doorverkoop. Liebaert Invest stelt verschillende
21
opties voor: verhuur met koopoptie, uitsluitend verhuur, enkel bouwen, enz. Het telt heel wat klanten onder de toeleveranciers aan Ford Genk. Deze klanten hebben te maken met een langdurig beslissingsproces. Zodra zij het akkoord krijgen om te mogen leveren, dienen zij snel te kunnen beslissen over een aangepast gebouw. Kloppend hart Liebaert Staalbouw heeft er bewust voor gekozen om de productie van staalconstructies in België te houden. Automatisering en optimalisering van de processen werden daar onvermijdelijk aan verbonden. Het kloppend hart van de productie is in Houthalen gevestigd, terwijl de productie-eenheid in het Genkse zich toespitst op gegalvaniseerde constructies en zuiver uitvoerend werk.
_
_
q
g
constructie
Liebaert staalbouw nv In Houthalen beschikt men over zes gekoppelde hallen, voor een soepele en logische doorstroming van de materialen. Het blanke staal gaat via de straalmachine naar de verwerking met zaag- en boorstraat. Zowel profielen als platen kunnen hier verwerkt worden. In 2004 werd nog een volledig nieuwe hal in gebruik genomen met daarin een moderne 30 x 7 m grote spuitcabine. Gezien het ontwerp- en tekenwerk in eigen huis gebeurt, kan men een optimale verdeling tussen las- en boutverbindingen uitkienen, wat een belangrijk voordeel oplevert voor transport en montage op de werf. ‘De helft van het werk is al gedaan voor de staalelementen op de werf verschijnen’, verzekert ing. Stefan Liebaert, Gedelegeerd Bestuurder en Commercieel Directeur. Kwaliteit en flexibiliteit ‘Dat zijn de sleutelwoorden in de filosofie van ons zaken doen’, stelt ing. Stefan Liebaert. Sinds 1996 is het bedrijf ISO 9002 gecertificeerd. In 1997 werd een VCA gehaald en een Duits certificaat voor leveren en monteren van staalconstructies. Alle lassers zijn eveneens gecertificeerd en aan-
dacht voor interne opleiding is een evidentie bij Liebaert Staalbouw. Er wordt uitsluitend hoogwaardig staal met certificaat ingekocht voor de productieafdeling. In eigen land ligt de kern van de activiteiten voor staalbouw in Limburg, Antwerpen en VlaamsBrabant. Als toeleverancier gaat Opening van het gebouw: augustus 2005.
men ook over de grenzen naar Duitsland (regio Aken, Keulen, Brühl) en Nederland (regio Breda). ‘Onze trouwe klanten nemen ons nu ook vaker mee naar hun buitenlandse projecten’, merkt Stefan Liebaert op. ‘Zo werden we betrokken bij de bouw van een petrochemische site in de buurt van Leipzig’.
_
_
q
De veiligheidsnormen zijn zeer streng op dit soort werven, zodat ervaring een belangrijk pluspunt vormt. Anderzijds is flexibiliteit hier een niet te onderschatten troef, omdat de werken vaak dienen uitgevoerd in een korte ‘down-time’ van de site. ‘Wie dat aankan, schept een hechte band met
g
de klant’, weet Stefan Liebaert. ‘Flexibiliteit is niet alleen belangrijk binnen de eigen onderneming’, gaat Stefan Liebaert verder. ‘Van onze externe partners-toeleveranciers verwachten we eenzelfde aanpak en belonen dat met lange termijn relaties’. Xella, met zijn Ytong-platen, is zo’n partner. Aan de hand van de stuklijsten die door de planning worden opgesteld, kan de levering op de werf aangestuurd worden. De benodigde Ytong-platen worden synchroon met het verloop van de montage aangeleverd. ‘Tri Access Logistics’ voor Eurinpro Dit logistieke complex te Willebroek, is in vele opzichten uniek. Het betreft een multifunctioneel logistiek centrum, door Eurinpro verhuurd aan Schenker en ODTH, met ontsluiting via water, spoor en autosnelweg. Liebaert Staalbouw realiseerde het 33.000 m2 grote complex in amper 6 maanden! De grondwerken werden aangevat op 5 januari 2004 en eind van die maand ging de montage van de staalconstructie voor de eerste eenheid al van start. Elke daarop volgende maand werd met de montage van een volgende een-
23
heid gestart. Voor het totale project verwerkte Liebaert Staalbouw 1.000 ton staal, die ook geheel in eigen huis werden verwerkt en voorbereid. De magazijnen hebben een vrije hoogte van 10 meter en in totaal zijn er 34 kades. Ze zijn opgedeeld in drie compartimenten, die met brandmuren van elkaar zijn gescheiden. De vlakheid van de vloer diende een tolerantie van amper 3 mm aan te houden en heeft een draagkracht van 5 ton/m2. Bovendien dienden de vloeren bestand te zijn tegen intensief gebruik van vorkliften. ‘Snelheid vormt vandaag de steeds luider terugkerende eis bij al onze klanten’, krijgen we ook hier te horen. ‘Het optimaal inplannen van man- en machinekracht hebben wij tot onze specialiteit gemaakt. Dat geeft ons meer vaart!’, besluit ing. Stefan Liebaert. Liebaert Staalbouw NV Centrum Zuid 1048 3530 Houthalen – Helchteren T: 011/60.93.93 F: 011/52.28.79
[email protected] www.liebaertstaalbouw.be
_
_
q
g
De bewoners plezier verschaffen
_
_
q
g
Pierre Deramay & Sabine Nassar tekst: marc covet
Vanuit hun bureau in Schaarbeek bouwt deze architectentandem aan een mooie professionele carrière. Een ontmoeting met twee ontwerpers die elkaar in het gewone leven en het werk perfect aanvullen.
Wat men er ook van zegt: in Brussel zijn woningen uitgevend op een binnenkoer een realiteit waarmee tal van architecten te maken krijgen. Hoewel de administratie niet ten onrechte tracht paal en perk te stellen aan het afknabbelen van groene ruimten, bestaan er heel wat feitelijke situaties. Op een ogenblik dat spreken over ‘densiteit’ een gemeenplaats geworden is, kan het interessant zijn even stil te staan bij specifieke gevallen die echte uitdagingen vormen op het vlak van toegang, zicht, beheer van terrassen en tuinen. Sabine Nassar en Pierre Deramay stellen ons een schoolvoorbeeld van zo’n geval voor. Een oefening die geslaagd mag genoemd worden, dankzij het gebruik van de Ytong-producten. Lichtkoker en schuine muur Erfdienstbaarheid: een typisch probleem bij dit soort ontwerpen. Hoe bij een huis geraken dat binnen een woonblok gelegen is, en de toegangswegen gemeenschappelijk beheren? Het feit dat de vader van één van de bewoners zijn beeldhouwatelier vooraan aan de straatkant heeft, vergemakkelijkt de samenwoning. Bovendien
is een deel van de gelijkvloerse ruimte een gemeenschappelijke garage. De opzet is klassiek. Het gaat om een eengezinswoning met 4 slaapkamers gespreid over drie verdiepingen. Een kleine bijzonderheid: de bewoners beschikken over een ‘muziekkamer’ waarvoor men de akoestiek moest bestuderen. Het terrein helt sterk af. Een handicap die de architecten wisten op te lossen door twee ‘gelijkvloersen’ te maken. Eén dat uitgeeft op de binnenkoer, en het bureau, de muziekkamer en de technische vertrekken bevat, vervolgens een ‘tuinverdieping’, met de privé-toegang tot de woning die men via een monumentale trap bereikt. Op dit niveau werden de living, de eetkamer en de keuken ondergebracht. De slaapkamers liggen zoals gewoonlijk, op de eerste verdieping. Twee principes lagen aan de basis van de compositie. Een lichtkoker in het centrum van het volume deelt de woning in twee delen op. De slaapkamers zijn rond een patio geschikt die uitgeeft op de eetkamer. Een model dat herinneringen oproept aan een
25
architectuur
_
_
q
Marokkaanse riad. Een ander gegeven: de schuine binnenmuur die ontworpen en gebouwd werd als een buitenmuur in volle baksteen. Hij bepaalt het parcours van bij de ingang, geeft de richting van de rechte trappen aan en zorgt ervoor dat het plan een dynamiek meekrijgt die het uit zijn klassieke rechthoekige vorm haalt. De voor- en achtergevels worden door deze lange wand in platte bakstenen doorsneden. Deze contrasteert met het blok in crépi en beklemtoont de as van de woning. Ytong is er voor iedereen ‘We hebben niets moeten ondernemen om onze klanten te overtuigen. Zij waren het die muren in Ytongblokken wensten’, zegt Pierre Deramay op onze vraag i.v.m. de keuze voor Ytong. Het materiaal is bekend en mensen vragen het spontaan aan de architecten. Ytong straalt een zeker vertrouwen uit, het is ‘een blok’. Maar zijn spitstechnologie, zijn isolatie in de massa, zijn snelle verwerking die een vlotte werf garanderen, trekken ook de niet-profes-
g
sionelen aan. Bouwheren en architecten deelden dus hun enthousiasme om de muren van deze woning in cellenbeton op te trekken. Nog andere technieken van Ytong werden uitgetest, o.a. die van de U-vormige lateien, ‘waarmee mooie overspanningen kunnen worden gemaakt’, aldus de architecten. Op die manier kon in de gevel een groot raam van 4 meter lengte worden gestoken. Zonder koudebrug, vermits de ‘U’ van Ytong de balk in gewapend beton binnenin als een verloren bekisting isoleert. Opmerkelijk is verder het gebruik van de stalen structuur voor het licht hellend dak, wat aanleiding geeft tot interessante volumes. De constructie kostte alles samen 278.000 euro zonder BTW; bewijs dat Ytong het budget van de ruwbouw niet verzwaart.
werkten voor ettelijke klanten en zeer uiteenlopende programma’s. In 1996 kregen ze zo een speciale onderscheiding op het Europanconcours voor de heraanleg van de Rachotwijk in Bergen. Een geslaagd project voor de ontwerpers, die nochtans geen stedenbouwkundigen zijn. Hier volgen tekst en uitleg: ‘Aanvankelijk ging het om een vervallen buurt. We moesten verschillende elementen met elkaar verbinden: woningen, openbare ruimten, scholen enz. We stelden een ludiek parcours voor dat de beek overspande en uitmondde op een grote esplanade voor voetgangers. Elementen die herinneringen opriepen aan de wallen van de stad en de wijk in de kijker stelden.’ Jammer genoeg – zoals telkens als Franstalig België aan de Europan-wedstrijd deelneemt – hield de overheid geen rekening met de ideeën van het concours… Jammer.
Stedenbouw, een zwembad en... een discotheek! De productie van het echtpaar houdt niet op bij bovenstaand mooi voorbeeld. De architecten
Een ander ongewoon project: een privé-zwembad in Waterloo met een heleboel interessante kantjes aan. In het ontwerp werd ruimschoots gebruik gemaakt van
26
_
q
g
Bouwen in een dichtbevolkte zone met beperkte toegang kan toch tot een goed einde gebracht worden.
Pierre Deramay & Sabine Nassar hout. In het plafond roept een blauwe golvende vorm de beweging van het water op. Het is gemaakt van eenvoudig geschilderd multiplex. Zoals vaak bij Nassar en Deramay, vrolijken ludieke elementen het project op. Met een brug over het water, werd een wandeltraject en speelsheid gecreëerd. Belangrijk ook is de beklemtoonde verbondenheid tussen de tuin en het zwembad. Een andere constante bij de ontwerpers. Een ander interessant project van het duo: een discotheek in het centrum van Brussel, op een boogscheut van de Beenhouwersstraat. Een veeleisend programma dat tegelijk creativiteit en een grondige kennis van de brandveiligheidsregels veronderstelt. ‘Het gaat om een geheel van drie totaal vervallen oude huizen’, aldus de architecten. ‘De klanten moesten advocaten onder de arm nemen tegen de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, zo moeilijk was het om een bouwvergunning te bekomen. Beneden hebben we de drie
woningen tot één groot volume samengevoegd. Op de eerste verdieping werd op wens van de klanten een appartement ontworpen.’ Postmodernisme in dienst van de klant We doorlopen verder de projecten van het echtpaar. In Elsene hebben ze een oud bejaardentehuis omgevormd tot appartementsgebouw. De geest van dit mooie gebouw werd bewaard, ook al moest er hier en daar drastisch worden ingegrepen. Binnen zijn er 4 duplex-appartementen en een penthouse op de bovenste verdieping. Toonbeelden van de goede conditie waarin de huisvesting in Brussel opnieuw verkeert.
We bekijken nog enkele nieuwe villa’s. Telkens komen een aantal elementen terug: het zoeken naar licht, een schuine muur die het plan herstructureert, postmodernistische decoratieklemtonen. Snel blijkt hoe de vork in de steel zit. Pierre Deramay heeft een tijdlang bij Charles Vanden Hove in Luik gewerkt.
27
‘Het klopt dat ik door hem beïnvloed ben’, zegt hij. ‘Ik wil me met een huis tot in zijn kleinste details bezighouden, tot de meubels en de brievenbus toe. Maar elk project is verschillend. Het komt er in de eerste plaats op aan de wensen van de klant te doorgronden en een huis te bouwen dat hem als een handschoen past. Bij de aanvang van een voorontwerp trachten we dan ook de mensen bij hen thuis te ontmoeten en hun noden te begrijpen. Wat we vooral willen, is hen plezier verschaffen.’ Een mooi besluit dat aansluit bij dit creatief echtpaar dat zijn cliënten niet in de kou laat staan. Deramay Pierre & Nassar Sabine Rue Renkin 32 1030 Bruxelles T: 02/245 00 21 F: 02/245 19 21
[email protected]
architectuur
_
_
_
q
g
A a n d a c h t vo o r
esthetiek en inhoud
Klein, creatief en dynamisch, zo kan in een notendop de bouwonderneming Maes bvba uit Melsele getypeerd worden. De broers Ronny en Joris Maes hebben door de jaren heen steevast bewijzen van bekwaamheid geleverd. Daarom wordt het bedrijf ook van alle kanten aangezocht om allerhande – soms zeer prestigieuze – projecten uit te voeren.
_
_
q
g
Maes Bouwonderneming BVBA tekst: jos segaert Modern en complex is geen probleem voor het allround bouwbedrijf.
Met zeventien arbeiders, twee technische medewerkers, één stagiair-architect, een secretaresse en de twee zaakvoerders behoort de bouwonderneming Maes tot de KMO’s die de rijkdom van Vlaanderen uitmaken. Precies door hun kleine schaalgrootte slagen ze erin heel flexibel in te spelen op de fluctuerende marktsituatie. Dat blijkt vandaag de dag een
belangrijke troef te zijn. Bedrijven zonder overcapaciteit renderen in deze periode van geringe economische groei beter dan grote ondernemingen. Bouwonderneming Maes scoort ook hoog omdat het twee mensen aan de leiding heeft, die de bouw met de paplepel hebben binnengekregen en die de bouwstiel in hun hart dragen.
Heel origineel is deze achtergevel die volop naar het zuiden is gericht en opvalt door zijn grote glaspartijen.
29
‘Wij zijn de vijfde generatie aannemers’, weet Ronny Maes met onverholen fierheid te melden. Dat wil zeggen dat zijn betovergrootvader al muren metselde in de eeuw dat België boven de doopvont werd gehouden. Dat heilige vuur is al die generaties lang onvermoeibaar blijven branden. ‘Mijn grootvader had al een redelijk bedrijfje’, gaat Ronny Maes verder. ‘Hij werkte met een man of zes, zeven en had al naam en faam in de streek. Mijn vader zette de traditie samen met zijn broer verder en toen die laatste vroeg overleed, stond hij er alleen voor.’ Ronny Maes koesterde zelf de droom van veel kinderen van aannemers. Hij wilde architect worden. ‘Ik studeerde Grieks-Latijnse, maar toen ik me wilde aanbieden op Sint-Lucas om architect te worden, kreeg ik te horen dat ik nog een voorbereidend jaar wiskunde moest volgen. Als oudste thuis en met vader die alleen voor de zaak stond, kon dat niet. Dus studeerde ik op Sint-Lucas in Brussel A1 bouwbedrijf en hielp ik hem met de administratie. Na 5 jaar als tekenaar bij het voormalige architectenbureau Posson & Donck en 5 jaar op de calculatiedienst van Vooruitzicht gewerkt te hebben, was ik klaar voor het werk. Inmiddels was ook mijn broer Joris afgestudeerd en namen we samen het bedrijf van mijn vader over, dat we in 25 jaar hebben uitgebouwd tot wat het nu is.’
_
_
q
g
Woning met verschillende volumes en grote glaspartijen.
Strakke moderniteit en knappe inrichting voor een zeer aantrekkelijke prijs: deze appartementen waren dan ook in geen tijd verkocht.
Maes Bouwonderneming BVBA Vlabo Maes Bouwonderneming BVBA is vooral actief in het Waasland, de regio Antwerpen, KleinBrabant en Noord-West-Brabant. ‘We zijn actief in zowat alle segmenten van de bouw – we hebben zelfs lange tijd voor de sleutel-op-dedeurfirma Matexi gewerkt – maar we zijn toch vooral gekend voor de particuliere woningbouw, de appartementsbouw en renovatiewerken’, legt Joris Maes uit. ‘Ook met Vlabo zijn we zeer actief. Regelmatig nemen we met een aantal architecten deel aan wedstrijden en halen we de toewijzing.’ De privaatrechterlijke bouwvereniging Vlabo is inderdaad een motor gebleken in de organisatie van interessante woningbouwprogramma’s gespreid over heel Vlaanderen. Haar doel is de bouw van degelijke, karaktervolle en betaalbare woningen mogelijk te maken, waarbij de prijsbeheersing steeds voorop staat. ‘Interessant is dat wordt aangedrongen op het gebruik van sobere materialen en nieuwe technieken die kostenbesparend zijn en een rationele productie mogelijk maken, waardoor ze uiteindelijk ook goedkoper uitval-
len’, zegt Joris Maes. ‘In die optiek is het gebruik van Ytong-blokken – als ze door de architect worden voorgeschreven – een mogelijke oplossing, die iedereen tevreden stelt.’ Door in samenwerking met gemeentebesturen, openbare instellingen en privé-eigenaars te zoeken naar goedgelegen en betaalbare bouwgronden, liefst in de onmiddellijke omgeving van of aansluitend op centra van steden en gemeenten, is de vzw een bepalende speler in het Vlaamse bouwgebeuren geworden. ‘Wij werken veel voor de vzw. Ik apprecieer vooral hun resolute keuze voor eigentijdse bouwstijlen en oplossingen’, zegt Ronny Maes, die net als zijn broer Joris, de liefde voor het vak uitstraalt. ‘Fermettes optrekken doen wij niet, wij willen huizen bouwen waar een uitdaging aan is.’ Staalprijs Een uitdaging was beslist het project van het Waterbouwkundig Laboratorium in Borgerhout, waarmee het bouwbedrijf als uitvoerder de ‘Staalprijs voor Renovatie’ won en genomineerd
30
werd in de categorie ‘residentiële gebouwen’. Naast de totale vernieuwing van de eerste verdieping van de burelen, ontwierp BOB 361 een stalen loopbrug tussen 2 losstaande gebouwen. Zij is subtiel opgehangen aan twee hoge profielen, rust langs de ene kant op het dak van de bestaande gebouwen en langs de andere kant op een ondergronds juk met twee in de bestaande gevels ingewerkte betonnen kolommen. De verkregen ruimte bestaat uit een vergaderzaal en passerelle. Wanneer het enorme kunstwerk dat is uitgeprint op de scheidingswand, wordt samengeplooid, ontstaat een polyvalente ruimte. In de bestaande vleugel werd een kunstwerk in blokken van gebakken aarde gelijmd, dat als borstwering van de mezzanine dienst doet. In het kunstwerk worden waterbouwkundige elementen tentoongesteld. ‘We hebben in het gebouw zoveel mogelijk elementen van de bestaande structuur verwerkt, zoals de oude betonnen balken’, klinkt het. Projectontwikkeling Meer en meer begeeft de bouw-
_
q
g
Dit accountantskantoor werd in opdracht gebouwd.
onderneming Maes zich echter op het pad van de projectontwikkeling. ‘De markt leent er zich toe’, luidt het. ‘De bouwgronden worden schaars en verenigingen zoals Vlabo zijn goed uitgerust om bouwgronden te verwerven. In Wachtebeke namen we een project van 11 woningen over van een aannemer die failliet ging en van een andere aannemer die uiteindelijk niet meer geïnteresseerd bleek, in Puurs (deelgemeente Ruisbroek) bouwen we samen met B5 Architecten elf serviceflats.’ De bedoeling was senioren voor het project te interesseren. De elf appartementen worden ontsloten door een ruime passage. Licht, lucht en ruimte zijn hier de sleutelwoorden. De passage gaat over in brede terrassen aan de voor- en tuinzijde. Deze vormen de ‘promenadedekken’ waar de mensen elkaar kunnen ontmoeten. Elk appartement is ingericht op dezelfde basis: de voor- en achterruimte zijn volledig vrij, centraal in de ruimte staat een sanitaire kern. Ter hoogte van deze kern kan het appartement op een flexibele wijze al dan niet ingedeeld worden: ofwel behoudt men de gehele open ruimte als één geheel
met de vaste sanitaire kern, ofwel kan men door gebruik te maken van schuifwanden, het geheel opdelen in verschillende kamers, waardoor het appartement aanpasbaar wordt naar de behoefte en noden van de eigenaar. In het souterrain bevindt zich een grote ruimte, die in samenspraak met de bewoners kan ingevuld worden tot een polyvalente ontspanningsruimte of feestzaal, was- en strijkruimte, een extra appartement voor de huisbewaarder of hulpverlener... Kortom, een mooi project. ‘Toch is het niet vanzelfsprekend om deze specifieke doelgroep voor deze appartementen warm te maken’, merken de broers Maes op. ‘We mikken nu op een ruimere doelgroep, die niet meer bestaat uit alleen maar senioren. Het voordeel van het ontwerp is dat het heel polyvalent is. Ook hier is flexibiliteit geen ijdel begrip.’ Risico’s Ronny en Joris Maes weten dat ze als projectontwikkelaars altijd een risico lopen, maar houden het als het kan, bewust beperkt. ‘Als men appartementen bouwt, heeft men geen keuze’, zegt Joris Maes. ‘Je
31
bouwt zo’n blok ineens, een appartement zit in een hele bouwstructuur. Met individuele woningen zijn we voorzichtiger. Als we een plan voor pakweg 15 woningen hebben, bouwen we de eerste 5 en zien dan hoe de zaak verkoopt.’ En soms valt men al eens buiten de prijzen. ‘Voor een woningproject in Kallo waren we met drie architecten scheep gegaan, maar toch liep het in extremis fout. Dat zijn zaken die je moet incalculeren’, relativeert Ronny Maes het risico. ‘Naar wij vernamen lag één van onze projecten nochtans in pole-position maar verloor het uiteindelijk omdat de auto’s door het erf tot achter de woningen konden rijden om er te parkeren. Daar knapte de jury op af.’ Stunt met Ytong In Bornem bouwden we 18 appartementen. ‘Hier moesten we plots sneller opleveren dan was voorzien. Wij stelden Ytong voor om tijd uit te sparen, maar hier ging de architect niet mee’. Op Linkeroever was het dan weer al Ytong wat de klok sloeg. Het woningproject van EAP
constructie
_
_
_
q
g
Met deze constructie voor het Waterbouwkundig Labo in Borgerhout kregen BOB 361 en Maes Bouwonderneming de Staalprijs toegewezen.
constructie
Maes Bouwonderneming BVBA (European Architect & Partners) en architect Frédéric Staquet in de Garmt Stuyvelinckstraat op Linkeroever is een toonbeeld van een esthetisch en ruimtelijk geslaagd geheel. Hier werd systematisch Ytong aangewend voor de veertien kwaliteitsvolle rijwoningen. Hoofdreden was de lichtheid van de structuur op de minder draagkrachtige grond van Linkeroever en ook budgettair was dit een schot in de roos. Lofts zijn in Dat de Maes-tandem niet bij de pakken blijft zitten blijkt uit een aantal recente projecten. Zo is er de omvorming van een kleuterschool in het centrum van Antwerpen tot 14 wooneenheden in citylofts. De toegang tot de school gebeurt via een patriciërswoning die volledig werd gerenoveerd. Het scholencomplex is rond twee vroegere speelplaatsen, waarvan één destijds overdekt was, georganiseerd. De ruime
raampartijen en alle klaslokalen geven telkens uit op deze twee binnenkoeren. Het geheel is enkel bereikbaar via een doorgang onder het 19de- eeuws burgershuis met typische trapgevel. Het concept behoudt de structurele verdeling. Men plant een aantal wooneenheden in rond de voormalige speelplaats. Het gabarit van de verschillende panden en de schoolsfeer blijven ongewijzigd. De voormalige speelplaatsen zullen deels als privé-tuin ingericht worden, de overblijvende ruimte krijgt een gemeenschappelijk karakter met de nodige groenbeplanting. ‘Van de vier leslokalen werd de binnenmuur weggeslagen, zodat er een grote ruimte van 7,5 x 15 m ontstond. Lofts zijn een succes. Iedereen wil er een. Op twee maanden tijd was alles verkocht. Rond de Nationalestraat in Antwerpen zijn wij constant bezig. Voor architect Leroy van Stramien werd een mooi appartementsgebouw in de
32
Begijnenstraat gebouwd, voor hetzelfde bureau een renovatieproject in de Lange Vlierstraat en iets verder, in de Riemstraat, werden net tien appartementen opgeleverd en een commerciële gelijkvloers (EAP).’ Silka Een ander renovatieproject is dat van het ‘Geluidshuis’ in Wilrijk. Hier worden geluidsopnamen, meestal voor reclamespots, gemaakt waarbij de akoestiek een cruciale rol speelt. Daarom werd bewust gekozen voor Silka-silicaatsteen. ‘Voor ons is dit een interessant experiment, omdat het niet zo vaak wordt voorgeschreven’, erkennen de broers Maes. ‘We kennen er de kwaliteiten van, maar we krijgen nog te weinig de kans om ze toe te passen.’ Wachtebeke Samen met architecten Goedele Desmet en Ivo Van Hamme (BOB361) bouwt Maes Bouwonderneming BVBA voor
_
_
q
Functionele hoogbouw met zicht op Antwerpen.
Vlabo in het Oost-Vlaamse Wachtebeke het ‘Reepkensproject’. Het gaat hier om elf mooie woningen van 7,5 x 9 m met drie slaapkamers, een grote living, open keuken en grote ramen over de twee verdiepingen. De binnenwanden werden tot het strikte minimum beperkt. ‘De criteria die Vlabo hanteert om een project goed te keuren, zijn heel streng’, weten Ronny en Joris Maes. Vlabo hecht inderdaad veel belang aan niet-materiële kwaliteitselementen zoals vormgeving, goede organisatie van de grondplans, een goede verhouding en oriëntatie, kortom alles wat het resultaat kan zijn van het menselijk vernuft zonder daarom onmiddellijk kostenverhogend te werken. De jury bestaat uit verte-
g
Licht en discretie kenmerken deze voorgevel van een appartementsgebouw in Antwerpen.
genwoordigers van het WTCB, de Bouwunie, het Vlaams Woningfonds, de Vlaamse Confederatie van de Bouw en de plaatselijke gemeenten. Optimisme troef De toekomst zien Ronny en Joris Maes positief tegemoet. ‘Heel belangrijk blijft het klimaat waarin de kandidaat-bouwer kan lenen’, merkt Joris op. ‘Zolang de intrestvoeten laag blijven, geloof ik dat de bouwsector toekomst heeft. De gronden blijven een probleem, maar we merken toch een gedragswijziging bij de mensen. De tijd dat ze naar grote kavels verlangden is voorbij. Ze hebben zich bij kleinere tuinen neergelegd en beseffen er ook de voordelen van. Een grote tuin vergt veel onderhoud en bij tweeverdieners is niet iedereen daar mee opgezet.
33
Verder beseffen we wel dat door het belang dat we hechten aan onze moderne vormgeving, we niet kunnen inspelen op het volledige wensengamma van de doorsnee Vlaamse koper. Door resoluut voor een eigentijdse woonstijl te kiezen verliezen we sowieso een deel van mogelijke kandidaten. Maar dat risico hebben we genomen. Wij hechten belang aan de esthetiek en de inhoud. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.’ Een mooi credo!
Maes Bouwonderneming BVBA Mispellaan 24 9120 Beveren (Melsele) T: 03/775 37 13 F: 03/755 49 50
[email protected] www.maesbouw.be
_
_
q
g
IB ‘de beheersing van buitenmaatse spanten’
L’Industrielle du Béton tekst: marc covet
L’Industrielle du Béton controleert de productie van betonnen kolommen en balkensystemen, van het ontwerp tot de realisatie en dat met een buitengewone know-how. Grote overspanningen en grote hoogten inbegrepen. Een ontmoeting met een werkgever met een menselijk gelaat.
_
_
q
g
IB heeft zijn fabriek gebouwd in Boran-sur-Oise, niet ver van Chantilly, een stad met een internationale reputatie, die over de mooiste stallen van Frankrijk en Navarra beschikt. We bevinden ons ten noorden van Parijs. Patrice Lannoy, Directeur Generaal van ‘L’Industrielle du Béton’ zegt ons: ‘We zitten op het platteland en toch op slechts 35 km van Parijs...’ Dit groene kader waar vrije tijd en werk met elkaar kunnen verzoend worden is ook een plaats waar men produceert. Zijn ideale geografische ligging maakt er een kruispunt van. Een kennismaking met dit bedrijf dat op meer dan één vlak bijzonder mag genoemd worden. Van ontwerp tot montage Het bedrijf ‘L’Industrielle du Béton’ bestaat sinds 1973. Het stelt thans 100 mensen tewerk waarvan 25 voor de administratie en 75 in de fabriek en op de werven. De firma is niet zomaar een gewone fabrikant. In de structuur
Kunstwerk over de rivier ‘le Noireau’ in Frankrijk.
zitten een studiebureau en ingenieurs die van bij het begin de secties van de betonnen spanten berekenen. Deze worden op de site van Boran geproduceerd en vervolgens op de bouwplaats gemonteerd, steeds met mensen van ‘IB’. Deze industriëlen stellen dus een procescontrole voor,
Project Senoble te Villeroy (Frankrijk).
vanaf het ontwerp tot de plaatsing: fabricatie, montage, transport. ‘Er bestaan bedrijven die zich enkel met de fabricage bezighouden’, zegt Patrice Lannoy. ‘De laatste jaren hebben de meesten een studiebureau opgericht en werken ze met eigen montageteams. Gewoon om beter te kunnen inspelen op de vraag
Gebouw SPGA te Crépy en Valois in Frankrijk.
35
_
_
q
g
Project Flexpen te Chartres (Frankrijk).
van het cliënteel.’ En zoals men kan vermoeden, om de kwaliteit van de structuren te controleren. Hoe begint men aan een opdracht? ‘We vertrekken van een plan van een architect of van een technisch studiebureau. We werken op basis van een offerte die onze prestatie omvat tot de levering en de plaatsing. We beschikken over een volledig gamma klanten: aannemers, projectontwikkelaars, architecten. We werken in de voorfase van het project. Vaak een jaar voor het begin van de werken, wat overeenkomt met de periode van zijn totstandkoming.’ IB werkt op drie grote categorieën gebouwen: de logistieke gebouwen, de commerciële centra en de kantoren. ‘Het aantal logistieke gebouwen is de laatste jaren sterk gestegen als gevolg van de uitbesteding van de opslag voor commerciële centra’, merkt Patrice Lannoy op. ‘Anderzijds bouwen we op dit ogenblik verschillende commerciële centra voor onder meer Ikea, Leclerc en Lapeyre.’ Betonnen spanten: de beste keuze Beton is niet de enige speler op de markt. Ook gelijmd-gelamel-
leerd hout en staal zijn nadrukkelijk aanwezig. Welke zijn de voordelen van beton ten opzichte van de concurrentie? Patrice Lannoy kent zijn product goed en weet het te verdedigen: ‘Op het vlak van de brandwetgeving vertrekken we met een lengte voorsprong. Metaal moet gevlokt worden, een techniek waarvan de duurzaamheid slechts een aantal jaren kan verzekerd worden. De montagesnelheid is een ander argument dat in ons voordeel speelt. We zijn sneller dan staal en veel sneller dan een oplossing waarbij ter plaatse beton gegoten wordt. Onze prijs is gunstig, vooral ten opzichte van de oplossing ter plekke. We veroorzaken minder lawaai, noodzaken minder verplaatsingen wat in de richting gaat van de nieuwe wetgevingen in de steden. Met de prefabricatie is de kwaliteit beter, gecontroleerd. De standaardisatie wordt steeds meer een feit, de modules worden overal dezelfde. Tenslotte hebben we vastgesteld dat staal de laatste maanden met 70% in prijs gestegen is. Onze prijs is minder afhankelijk van marktschommelingen.’ L’Industrielle du Béton is geen bedrijf als een ander. Het onder-
36
scheidt zich op verschillende vlakken. Het lijkt wel records na te streven door zich zowel in grote overspanningen als grote hoogten te specialiseren. Zegt haar directeur: ‘Onze uitrusting laat ons toe balken van 1 tot 2 meter hoogte te maken en te gaan tot een overspanning van 50 meter. Het gebeurt dat we projecten met kleine modules wijzigen tot projecten met grote modules. De prijs per vierkante meter ligt iets hoger en de spanten kosten iets meer. Maar anderzijds hebben we minder funderingen en pijlers nodig. Het globaal budget is dus niet buitensporig.’ Zo heeft IB in Valenciennes voor Daimler een opslagruimte van 40.000 vierkante meter gebouwd, met een module van 24 x 24 meter. Een optie waarvoor de klant gekozen had die zo weinig mogelijk palen in zijn hall wou. In Gonesse werd een gebouw ontworpen met een module van 24 x 18 meter. In Pantin trokken deze ontwerpers/leveranciers/constructeurs voor de Franse spoorwegen een hal op met een spanwijdte van 37 meter. Hier worden de HST’s onderhouden. ‘Het is niet onbelangrijk erop te wijzen dat een grote overspanning voor de investeerder
_
q
g
Opbouw gebouwen van Daimler Chrysler te Valenciennes (Frankrijk).
ook een grotere troef betekent om zijn eigendom te verkopen of te verhuren. Het is een meer polyvalent patrimonium.’ Een doorslaggevend argument waarmee te weinig rekening gehouden wordt. Cellenbeton als geprivilegieerd partner Ytong is reeds lang een geprivilegieerd partnerproduct van de firma. Om de Franse brandnormen te respecteren, worden alle gebouwen opgedeeld in cellen van 6.000 m2, onderling gescheiden door brandwerende muren. Deze moeten gedurende 2 tot 4 uur het vuur tegenhouden. Patrice Lannoy is enthousiast: ‘De Ytong-platen beantwoorden het best aan de gestelde eisen. Onder meer door hun prijs/kwaliteitverhouding. Bovendien legt de nieuwe wetgeving een hittescherm op voor de gevel. De voordelen van de platen zijn hun lichtheid, de snelheid waarmee ze gemonteerd kunnen worden, hun permanent isolerend karakter, dat het mogelijk maakt voor een minimum aan kosten kantoren te maken zonder dat bijkomende isolatie moet voorzien worden. Zijn lichtheid laat toe met minder zware funderingen te werken. De geringe hoogte van de
elementen maakt ze zeer handelbaar. Tenslotte is de heldere kleur van Ytong een troef tegenover de klassieke donkere betonplaten. Het zorgt voor visueel comfort’. Het moge dus duidelijk zijn: deze industriëlen zijn overtuigd van de kwaliteiten van cellenbeton. Het is een materiaal dat ze goed kennen. Patrice Lannoy somt nog enkele van zijn vele referenties op. In Meung-sur-Loire, nabij Orléans, bouwde IB een logistieke opslagplaats voor Salamander met een oppervlakte van 30.000 m2 en een balkhoogte van 15 m. Zoals in veel andere projecten werden de brandwerende muren opgetrokken in Ytong-platen. In Villeroy werd een nieuwe opslagruimte van 27 meter hoogte gebouwd voor Senoble. Hiervoor werden prefabpalen van 30 meter lang en een sectie van 60 x 80 gebruikt. ‘Deze mastodonten moeten in één enkel stuk op de werf komen via uitzonderlijke vervoerskonvooien. We gebruiken ‘dolly’s’, wat wil zeggen dat de balk dienst doet als chassis: hij wordt op wielen geplaatst die dan het voertuig vormen.’ Het gesprek mondt uit op het thema van het
37
wegvervoer en zijn hinder. Patrice Lannoy is een man met verantwoordelijkheidzin die het milieu respecteert. ‘We zijn goed geplaatst om het watertransport te benutten dankzij de Oise. Onze toeslagstoffen worden via het water aangevoerd. Dat is overigens goedkoper. Met één enkele aak verplaatsen we 700 ton, of het equivalent van 25 vrachtwagens! Bovendien ligt onze fabriek op 50 meter van een spoorlijn waarmee we ons binnenkort willen verbinden.’ Een geloofwaardig alternatief voor het wegtransport vinden? Soms is het antwoord bij de privé-sector te vinden. IB bewijst dat er tegelijk performante en menselijke bedrijven bestaan. Een voorbeeld, zeg maar. IB L’industrielle du Béton Route de Précy F – 60820 Boran-sur-Oise Tel.: + 33 (0)3 44 21 61 00 Fax.: + 33 (0)3 44 21 87 48
[email protected] [email protected]
constructie
_
_
_
q
g
Silvertoptorens fotografie: dries van den brande tekst: eduard coddé
Casestudy: renovatie ‘Silvertoptorens’
Herwaardering en stedenbouwkundige integratie De drie ‘Silvertoptorens’ markeren het beeld van het Antwerpse Kiel, een belangrijke woonkern in het zuidwestelijke deel van Antwerpen. Eind februari 2003 gaf de Vlaamse minister van huisvesting zijn fiat voor de renovatie van de 608 sociale appartementen, een project met een prijskaartje van ruim 37 miljoen Euro!
_
_
q
g
Voor flatgebouwen waar lichte, dragende en isolerende materialen nodig zijn, biedt Ytong een oplossing. Wegens de beperkte draagkracht van de bestaande structuren, werden bij deze renovatie Ytong-blokken van slechts 20 cm gebruikt.
Bestaande situatie De plannen voor de ‘Silvertoptorens’ van architect Jules De Roover, dateren uit het einde van de zestiger jaren. De laatste toren werd in 1976 opgeleverd. Al vlug kwamen heel wat gebreken aan het licht. Voor de bouw werden gedeeltelijk prefabtechnieken toegepast – een betonnen skelet afgewerkt met prefabpanelen, gedicht met een siliconen voeg en slechts 2 cm polystyreen isolatie – waaruit heel wat problemen met koudebruggen ontstonden. Liefst 80 appartementen bleken onverhuurbaar wegens vochtproblemen. ‘De Goede Woning’ die de sociale appartementen verhuurt, bestelde een rapport over de toestand van de gebouwen en vroeg om aanbevelingen, gezien
de site met de torens geïsoleerd ligt en sociaal zwaar belast. Uiteindelijk werd in 2001 een wedstrijd uitgeschreven met uitnodiging naar vijf architectenbureaus. De wedstrijd betrof zowel de bouwkundige, technische als stedenbouwkundige revaluatie van de site volgens de actueel geldende normen. De tijdelijke vereniging A33-ESSA-Constructor won in juni 2001 de wedstrijd, doch moest nog tot 2003 wachten op de aanbesteding van de werken. Aanpak A33 gaf de huurders van de sociale woningen inspraak in het ontwerp. Vooral het maaiveld waarin de 3 torens zijn ingeplant bleek oorzaak te zijn van heel wat sociale onveiligheid en bleek nood te hebben aan een uitgekiende
39
inrichting om het uit zijn isolement binnen de omgeving te halen. Ludo Bekker en Gert Van Conkelberge, die het project superviseren voor A33, opteerden voor de aanleg van een pad dat zich tussen de torens slingert en zo de omliggende straten verbindt. Een plein zorgt voor de ontsluiting naar de tramhalte, terwijl de doorstroming van een Antwerps stedelijk fietspad eveneens bijdraagt tot meer leven en sociale controle binnen de site. Sociale huisvestingsmaatschappij ‘De Goede Woning’ gaf aan haar hoofdkantoor onderin toren 2 te willen vestigen, wat bijdraagt tot een verdere ontsluiting en beleving van de site. Elk van de torens telde 20 verdiepingen en was onderverdeeld in 3 deeltorens, waarin een variatie van woongelegenheden was ingepast: studio’s, 1- en 3-slaapkamerappartementen, telkens met gelijke leefruimte. De appartementen waren veel te klein en de aanwezige terrassen grotendeels onbruikbaar gezien de windstroom tussen de hoge torens. De renovatie moet een bredere sociale bevolkingsmix naar de torens leiden en ook een aan de actuele noden aangepast aanbod woongelegenheden voorzien. Het weerhouden renovatieplan biedt 1, 2 en 3 slaapkamerappartementen. Er zijn twee 2 slaapkamervarianten: één voor een 2+1 gezinssamenstelling en een duplex voor een gezin met 2 kinderen. De terrassen verdwijnen om aldus de woonruimte te vergroten. Tevens worden voor rolstoelgebruikers
_
q
g
actua
_
De renovatie moet een bredere sociale bevolkingsmix naar de torens leiden en ook een aan de actuele noden aangepast aanbod woongelegenheden voorzien.
aangepaste woongelegenheden (ADL-appartementen) geïntegreerd in het geheel. Uiteindelijk zal het aantal beschikbare woningen van 608 naar 507 slinken. De 3 liften per toren komen centraal te zitten. Het gelijkvloers van elke toren biedt een ruime fietsenstalling en mogelijkheid voor diverse gemeenschappelijk ruimten. De directe toegang vanuit de torens tot de centraal gelegen ondergrondse parking wordt afgesloten vanwege het sociale gevaar. Ondanks een meer dan aanzienlijke kostprijs, haalt deze ingrijpende renovatie het nog steeds van nieuwbouw (ruim 20% voordeliger). De werken verlopen gefaseerd, met telkens twee jaar bouwtijd per toren en een half jaar tussentijd als ‘buffer’ voor de verhuisactiviteiten van de bewoners.
Uitvoering Van het oorspronkelijke bouwwerk blijft enkel het betonskelet overeind. Al het overige wordt gesloopt. De gevraagde K45 isolatie en de absolute nood aan lichtgewicht bouwmateriaal leidden naar 20 cm Ytong-blokken voor de nieuwe gevels. Dikkere Ytongblokken die op zich voldoende isoleren zijn door de beperkte draagkracht van de structuur niet mogelijk. Tegen de 20 cm Ytong-blokken komt daarom 8 cm glaswolisolatie met vlies (Isover), waarvoor een raamconstructie in geïmpregneerd hout komt als drager voor de sierpanelen. A33 wou absoluut vermijden dat de gevels eentonig vlak zouden ogen en opteerde daarom voor een bekleding met wisselende
40
kleurstelling voor de vlakken. De schakering van witte ‘Eterflex’ en zink resulteert in een visueel reliëf. Verder komt er Policarbonaat in, met per toren verschillende kleur voor de noodtrappen en de bovenbouw op het dak. Een achtergeplaatste verlichting zal ’s avonds voor een bijzonder accent zorgen. Aandacht voor schrijnwerk ‘Simec’ is verantwoordelijk voor het leveren en plaatsen van de aluminium ramen van de appartementen, alsook voor de aluminium vliesgevels van de winkelruimten (5 m hoog) en de thermische centrale. Gezien het hier om sociale woningbouw gaat, was de budgettaire druk zeer groot. Omwille van het ogenschijnlijk wederkerende karakter van de bouw, werd
_
_
q
g
Van het oorspronkelijke bouwwerk blijft enkel het betonskelet overeind. Ondanks een meer dan aanzienlijke kostprijs, haalt deze ingrijpende renovatie het nog steeds van nieuwbouw.
Silvertoptorens gezocht naar een systematiek om zo uniform mogelijk te werken. De uitdaging lag erin om een standaardoplossing te zoeken die overal kon toegepast worden en die eveneens de grote afwijkingen van de ruwbouw kon opvangen. De leefkwaliteit in de nieuwe wooneenheden moest aanzienlijk verbeteren tegenover de oude situatie, wat zich ook in het lastenboek weerspiegelde onder de vorm van te respecteren normen voor de geluidsdemping. In dit kader werd een volledige studie uitgevoerd naar de opbouw van het raamgeheel, om akoestische lekken in de bouwaansluitingen te voorkomen. Proeven op een testraam in reële omstandigheden, gaven goede resultaten, ondanks het feit dat de gevel nog niet afgewerkt was. De uiteindelijke akoestische demping zal dus hoger zijn dan voorgeschreven. Voor het aluminium schrijnwerk werd dan ook gekozen voor het thermische onderbroken tweekamersysteem ‘Confort 50’ van Sapa RC System. (Thermische prestaties: volgens DIN4108 –> klasse 2.1 en volgens NBN EN 10077-2 –> Uf = 2,89 W/m2K zodat doorgaans met glas van 1,4 W/m2K of minder een Uw < 2W/m2K bekomen wordt). De aansluiting van het raamgeheel met de ruwbouw, is opgebouwd met speciale aandacht voor de thermische isolatie, om condensatie en vochtschade te voorkomen. Daarenboven werd elk raam omkaderd met EPDMslabben, om maximale kwaliteit te waarborgen.
De ramen zitten in het gevelvlak en de raamverdeling sluit naadloos aan op het raster van de zinken sierpanelen. Tevens wordt de kleur van het zink overgenomen door de ramen. Bijzonder De KUL werd gelast met een studieopdracht voor het onderzoeken van de gevolgen van de windcirculatie op de site en in het bijzonder m.b.t. het aan te leggen pad dat zich tussen de torens slingert. Dit resulteerde in het invoegen van automatisch gestuurde sassen. Bij weinig wind staan de glazen deuren open; bij veel wind worden ze gesloten en regelen automatisch de doorstroming van voetgangers, zodat deze tochtvrij hun weg kunnen vervolgen. Een andere bijzonderheid is de
41
geplande gemeenschappelijke energiecentrale voor de drie torens, waarbij via warmtekrachtkoppeling restwarmte gerecupereerd wordt en elektriciteit kan geleverd worden aan het net van Netmanagement. Na voltooiing van deze ingrijpende renovatiewerken zullen de ‘Silvertoptorens’ ongetwijfeld hun weinig benijdenswaardige imago uit het verleden hebben afgelegd en zelfs als voorbeeld dienen voor nieuwe renovatieprojecten in de sector van de sociale woningbouw. A33 Architecten Fonteinstraat 1A 3000 Leuven T: +32 (0) 16 20 72 00 F: +32 (0) 16 29 98 00
[email protected] www.A33.be
_
_
q
g
Afwisseling stimuleert
creativiteit
Guido Callens tekst: eduard coddé
_
_
q
g
Een kennismaking met Guido Callens is als een ontmoeting met de caleidoscoop van architecturale disciplines. Zelden mochten we een architect ontmoeten die een zo gevarieerd portfolio van projecten kan voorleggen. Variatie maakt voor hem een belangrijk element uit in zijn werk, maar lang niet het enige!
Renovatie als startplatform In de familiale omgeving waarin Guido Callens opgroeide, leefde al ‘iets’ met bouwen. Met een vader als schrijnwerker werden de contacten met de bouwwerven al op jonge leeftijd gelegd. Hij kreeg vanuit de praktijk voeling met de uitvoering. De bouwmicrobe had hem voldoende diep geraakt om
een architectenopleiding te volgen aan het Gentse Sint-Lucas, waar hij in 1981 afstudeerde. Zijn eindwerk – de renovatie van brouwerij ‘Christiaen’ in het centrum van Koekelare – werd meteen een springplank voor de uitbouw van zijn verdere carrière. De brouwerij, waarvan de oudste delen dateren uit het einde van de
43
Een technisch perfecte uitvoering is van het allergrootste belang. Lichtkoepels doorbreken de luifel die naar de inkom leidt.
Niet de aard van het project is belangrijk, maar wel de goede verstandhouding met de bouwheer.
_
_
q
g
Projecten zijn vaak tijdsgebonden: de sector van de appartementsbouw doet het momenteel beter dan de eengezinswoningen.
vandaag ook bij de nieuwe kaasmakerij ziet staan. Meteen legt Guido Callens al de link naar de industriële activiteiten, want ook de huidige kaasmakerij te Passendale heeft reeds heel wat uitbreidingen gekend welke door het architectenburo zijn uitgewerkt.
18e eeuw, was behoorlijk vervallen geraakt. Bepaalde beleidsverantwoordelijken in de gemeente zagen er echter een uitstekende locatie in voor de diverse diensten, raadzaal, les- en vergaderruimten, een ontmoetingscentrum, bibliotheek, enz. Zij die eerder dachten aan slopen en nieuwbouw, werden binnen het ontwerp van Guido Callens geconfronteerd met de architecturale kwaliteiten van dit stuk archeologisch erfgoed. Als kersvers afgestuurd architect kreeg hij dan ook groen licht voor de realisatie van zijn plannen, wat in samenwerking gebeurde met wijlen Eric Van Biervliet (destijds zowat huisarchitect in Koekelare). Het project stond bol van accenten en verwijzingen naar het verleden, doch binnen een hedendaagse context gebracht. Dit ervaar je al vanaf de toegangsdeur, waar de vorm van de luifel
verwijst naar de constructies waarop hoppe, de basismaterie voor het bier brouwen, wordt gekweekt. In 1993 werd het project bekroond met de eerste ‘Prijs voor het Vlaamse Monument’. Tot ieders verwondering liet deze gerenoveerde brouwerij, de Antwerpse Bourlaschouwburg als gedoodverfde winnaar achter zich! Dat renovatie, gekoppeld aan hedendaagse architectuur en invulling met nieuwe programma’s binnen een bestaande context, nog steeds een ‘hot item’ is in dit bureau, bewijst o.a. de recente realisatie van het Kaasmuseum te Passendale, waar nog steeds een zelfde filosofie als in Koekelare werd gehanteerd. De grote cilinder in zink, fungerend als inkomgeheel tegen een hedendaagse achtergrond, verwijst naar de talrijke melktanks welke je
44
Afwisseling Vandaag telt het architectenburo Callens bvba, vier vaste medewerkers die naargelang de lopende projecten worden aangevuld met tekenwerk op zelfstandige basis. Guido Callens heeft het ooit ‘groter’ geprobeerd, met nog meer medewerkers, maar het gevoel de controle over het geheel en de betrokkenheid bij elk lopend project te verliezen, heeft de keuze voor de actuele schaalgrootte bevestigd. In elke fase van een project probeert de architect contact te houden met bouwheer, uitvoerder,… Ronduit opmerkelijk is de diversiteit in type projecten. ‘Die afwisseling tussen de verschillende projecten en soorten opdrachten maakt architectuur uiterst boeiend’, klinkt het enthousiast. ‘Tevens stel ik vast dat projecten vaak tijdsgebonden zijn: de sector van de appartementsbouw doet het momenteel beter dan de eengezinswoningen’. Nieuwbouw of renovatie worden hier evenwaardig onthaald. Particuliere woningbouw is hier net zo welkom als sociale bouwprojecten. Ook alle vormen van utilitaire gebouwen komen hier van de plank, terwijl vooral industriebouw in een brede waaier – commerciële panden, magazijnen, productieruim-
_
q
g
‘De afwisseling tussen de verschillende projecten en soorten opdrachten maakt architectuur juist zo boeiend.’
Guido Callens ten – bedreven wordt. Binnen het terrein van de industriebouw kan men op heel wat vaste klanten rekenen: zo bvb. het zuivelbedrijf ‘Campina’, waarvoor Callens inmiddels reeds meer dan 20 jaren opdrachten uitvoert. Deze werken variëren van zuivere nieuwbouw van bedrijfshallen, tot geklimatiseerde ruimten, renovaties en aanpassingen binnen de bedrijfsgebouwen en kantoren. Zelfs over logistieke problemen wordt meegedacht. Ongeacht de aard van de opdracht, vormt de realisatie van een uniek project binnen het uiterst strakke keurslijf van reglementeringen, normen, stedenbouwkundige voorschriften, budgetten, e.a. telkens opnieuw een aantrekkelijke uitdaging. Voor Architectenburo Callens BVBA is niet de aard van het project belangrijk, maar het feit dat het klikt met de bouwheer. ‘Wij nemen in principe alles aan, op voorwaarde dat we het gevoel hebben
een meerwaarde te kunnen bieden’, verduidelijkt Guido Callens. Dit noodzaakt in eerste instantie al een goede relatie met de bouwheer. Wie hier aanklopt met het oog even een bouwaanvraag administratief rond te krijgen, zit aan het verkeerde adres! De afwisseling wordt door de architect ook gedeeld met zijn medewerkers. Zo heeft elke werkkracht voeling met haast elk project. Een project wordt meestal opgestart met een brainstorming waarbij alle medewerkers hun visie naar voor kunnen brengen. Daarna wordt, afhankelijk van het type project een verantwoordelijke aangeduid die het gehele verhaal verder zal opvolgen. Zo kan iedereen zich optimaal uitleven binnen zijn eigen specialiteit. Praktische oriëntatie Vanuit zijn jeugd is architect Guido Callens sterk gericht op een technisch perfecte uitvoering. Zijn architectenburo is er dan ook
45
geen van grote woorden en geleerde architectuurtheorieën, noch van trendsettende projecten. ‘Onze architectuur heeft geen trendbepalend karakter. Wel moeten onze projecten een verrijking betekenen voor de omgeving waarin ze verder zullen leven’, verduidelijkt de architect. Het hoogste belang wordt gehecht aan de kwaliteit van de uitvoering. Nieuwe technieken en materialen krijgen hun kans, doch worden pas na zorgvuldig afwegen van voor- en nadelen effectief toegepast. ‘Wij gaan nooit over één nacht ijs’, verzekert Guido Callens. ‘Het gebruik van Ytong-platen is vanzelfsprekend als het over industriebouw gaat, maar minder toepasselijk in de woningbouw en de openbare sector’, merkt onze gastheer op. ‘Hier gebruiken we Ytong-blokken meestal in combinatie met een sierpleisterafwerking’. De praktische oriëntatie spreekt ook uit het grote belang dat gehecht wordt aan driedimensio-
architectuur
_
_
_
q
g
‘Onze projecten moeten een verrijking betekenen voor de omgeving waarin ze verder zullen leven’, verduidelijkt de architect.
nale voorstellingen van zowel exterieur als interieur. ‘Visualiseren is uiterst belangrijk voor de klanten en verdient dan ook maximale aandacht’, weet de architect. ‘Al sinds begin de negentiger jaren zijn we gestart met computersimulaties. Sindsdien hebben we de maquettebouw achter ons gelaten’. Aan architectuur doen betekent voor Guido Callens in eerste instantie ‘groepswerk’ en dat in elk stadium van het project. Reeds in de voorfase bestaat de interactie tussen bouwheer, architect, studiebureel, ingenieur technieken, en andere partijen. Tijdens de uitvoerende fase moe-
ten architect, werfleiding en alle onderaannemers als groep samenwerken om eenzelfde doel te bereiken. ‘Slechts een goede samenwerking tussen alle partijen leidt tot een optimaal resultaat!’, luidt de filosofie van onze gastheer. ‘Dat vele relaties na de bouwfase nog blijven verder leven, vormt het bewijs van succesvolle en intense samenwerking waarin je elkaar steeds beter leert kennen en waarderen’, getuigt Guido Callens.
46
Een groot hart voor industriebouw Vrijwel gelijktijdig met het project voor de renovatie van brouwerij Christiaen, verwierf Guido Callens zijn eerste opdracht binnen de industriebouw. Het betrof een hoogstapelmagazijn voor zuivelbedrijf Inza te Schoten. Sindsdien maakt industriebouw constant deel uit van het opdrachtenpakket binnen het architectenburo.
_
q
g
Het projectenpakket van het team van Guido Callens bevat zowel industriebouw als woningbouw.
Guido Callens Guido Callens stelt de voorbije 20 jaar enorme wijzigingen vast in de industriebouw als gevolg van tijdsdruk en budgetbepaling. Begin de jaren tachtig kende men een onmiddellijke interactie tussen zaakvoerder, huisarchitect en huisaannemer, wat resulteerde in een vrij directe aanpak. Vandaag ligt dat gans anders. Er gaat een zeer uitgebreide ‘denkfase’ vooraf aan de eigenlijke realisatie, wat gepaard gaat met verschillende voorstellen en bijhorende kostenramingen, die telkens een beoordeling door de hogere directieraden vereisen. Wanneer dan na een lang voortraject de uiteindelijke goedkeuring valt, worden uiterst korte uitvoeringslimieten gesteld. Voor industriebouwprojecten wordt een beproefde formule gehanteerd: staalskeletbouw met Ytong-platen. De Ytofin-oplossing
werd zeer snel opgenomen door het team van Guido Callens en wakkerde zelfs een nieuwe belangstelling aan voor cellenbeton in zijn industriële toepassingen. Inbreidingsprojecten Bij het afscheid laat Guido Callens ons nog even kennismaken met een grootschalig project binnen het centrum van de gemeente Meulebeke, waarvoor recent de goedkeuring is gevallen, maar de realisatie nog moet starten. Het is opnieuw een bewijs dat tendensen ook binnen de architectuur wijzigen. Binnen een inbreidingsproject in het hart van de gemeente komen er 82 woongelegenheden, waarvan 66 appartementen verdeeld over 4 blokken en 16 gekoppelde woningen. De inplanting gebeurt echter zodanig
47
dat nog heel wat ruimte overblijft voor een groene aankleding. Een centrale vijver, waarover een brug loopt die twee aanpalende straten met een voetweg verbindt, moet het geheel speels en aantrekkelijk maken. Ook hier is de aanvankelijke scepsis welke tegen het project bestond, door de 3D-voorstellingen omgebogen tot een groot enthousiasme. Mogelijk wordt dit een pilootproject met verdere navolging. De afwisseling aan projecten zal dit architectenburo ongetwijfeld nog lang jong houden. Architectenburo Callens bvba Veldstraat 11 8760 Meulebeke T: 051/48 85 48 F: 051/48 86 16
[email protected]
architectuur
_
_
_
q
g
Zoektocht naar een vierde dimensie Architect Mathy Geerkens fotografie: dries van de brande tekst: tim vanhove
Verhoudingen tussen volumes, symmetrie, reliëf, openheid en de kracht van een lijnenspel. Dat zijn de uitgangspunten die architect Mathy Geerkens steevast hanteert in zijn ontwerpen. Het beoogde doel is een hedendaags gebouw met een tijdloos karakter. De ontwerper uit Wijer heeft in zijn 43-jarige carrière al heel wat woningen en bedrijfsgebouwen op basis van die ingrediënten gerealiseerd. Konstruktief bezocht samen met de architect en aannemer Herman Brems een woning uit Houthalen-Helchteren, een typerend voorbeeld voor het werk van Mathy Geerkens.
De woning is zonder twijfel één van de meest in het oogspringende in de straat. Ondanks het feit dat in de straat tal van grote woningen staan, springt de gezinswoning er bovenuit door zijn typologie; het strakke lijnenspel, de inkompartij die wordt geaccentueerd door smalle kolommen en de halfronde erker aan de oostzijde van de woning.
_
_
q
g
Als antwoord op de schuine perceelsgrens werd het grondplan opgedeeld in kleine rechthoeken. De uiterste hoeken ervan snijden op de bouwlijn. Dit brengt meteen ritmiek in de gevel.
Deze kenmerken typeren voor een deel de stijl van architect Mathy Geerkens. Voor de bouwheer was de keuze voor deze architectuur heel doordacht. ‘Mathy Geerkens tekende ook al de interieurverbouwing van onze vorige woning. Daar waren we zo tevreden over, dat we eigenlijk niet hebben moeten nadenken om opnieuw met dezelfde architect in zee te gaan voor deze nieuwbouw,’ geeft de gastvrouw mee. Mathy Geerkens ontwierp de gezinswoning met een hoofdvolume waarin zich op het gelijkvloers de leefruimten en de inkomhal bevinden. Op de verdieping kregen de twee zonen een eigen kamer en gezamenlijke badkamer. Tot slot is er nog een bureau dat via een vide gelinkt wordt met de keuken. Deze twee ruimten kijken via een gebouwhoge raampartij op het achterliggende groen. In een kleiner, gelijkvloers zijvolume zijn de garage, een wasplaats, de grote badkamer en de
ouderlijke slaapkamer opgevat. Slaapkamer en keuken delen hetzelfde compacte, behaaglijke terras. De architectuur van het geheel wordt getypeerd door een sterk lijnenspel, een grote openheid, reliëf en symmetrie. Elementen waar Mathy Geerkens graag mee speelt in zijn ontwerpen. De architect verduidelijkt: ‘Het werken met reliëf is kenmerkend voor m’n werk. In deze woning is dat concreet vertaald door het gebruik van de kolommen aan de inkompartij en ter hoogte van het terras. Ze vormen als het ware een eerste deel van een dubbele gevel. Het tweede deel is de terugliggende glasof wandpartij. Hierdoor krijgt de gevel een dieptewerking. Dit geeft als het ware een vierde dimensie aan het gebouw. Het inbrengen van de symmetrie was moeilijker in dit project aangezien het bouwprogramma op de verdieping nogal beperkt was. Dankzij het kleinere zijvolume was het toch mogelijk dit doel te bereiken. De inkompartij fungeert nu
als spiegelas voor de symmetriewerking.’ Het streven naar openheid vertaalt architect Geerkens in het gebruik van ruime glaspartijen en waar mogelijk ook vides. De relatie tussen de ruimtes bevordert het samenwonen. Het veelvuldige glasgebruik haalt gul daglicht binnen, wat het gebruik van kunstverlichting tot een minimum beperkt. Schuine perceelsgrens Een grotere uitdaging in het ontwerp was de schuine grens aan de rechterzijde van het perceel. De stedenbouwkundige bepalingen schreven bovendien een bouwafstand van 3 meter op deze lijn voor. Dit noodzaakte tot creativiteit om de beschikbare oppervlakte toch optimaal te benutten. Het antwoord van Mathy Geerkens was de woning met de perceelsgrens mee te bouwen. Concreet komt het erop neer dat het grondplan van de woonkamer en de keuken opgedeeld is in kleinere recht-
_
_
q
g
architectuur
Het verlaagde plafond accentueert de keuken. In feite is het een uitloper van de betonnen draagbalk waarop de buitenmuur van de verdieping draagt.
hoeken. De uiterste punten van deze rechthoeken snijden op de bouwlijn evenwijdig met de perceelsgrens. Een creatieve oplossing die een zeker cachet aan de woning geeft. In die mate zelfs dat het inspirerend werkt voor andere bouwers. Een eerste element dat op de schuine as snijdt is de ronde erker in de woonkamer. De erker was een wens van de bouwheer. Tegelijkertijd biedt het volume een antwoord op een droom van één van de zonen des huizes. Die wilde een terras aan z’n slaapkamer, meteen de functie voor het dak van de erker. De erker deelt intern de woonkamer ook op in twee zones. Aan de ene zijde van de erker ligt de hoek met de open haard, aan de andere zijde de tv-hoek. Die aanpak past in de visie van Mathy Geerkens waarin ruimtelijkheid belangrijk is. Een ruimte moet het voor de architect ook redden zonder extra elementen. Ze moet al goed zijn zonder meubels of andere accessoires.
Architect Mathy Geerkens
Totaalproject Mathy Geerkens beperkt zich in zijn opdrachten niet tot het architecturale ontwerp van een gebouw, maar zet ook zijn visie over het interieur en de omgeving op papier. ‘De architectuur van een gebouw is geen losstaand element, maar een deel van een ruimer geheel. En dat geheel moet kloppen. Er moet met andere woorden logica
Voegen werden tot een minimum beperkt in de wand- en vloerbekleding. Dit versterkt het gevoel van eenheid.
50
zitten in de lijnen en de aankleding.’ Voor het tuinontwerp trok Mathy Geerkens de lijnen van de woning door in de haagaanplantingen. Hier en daar werd bewust een opening in de groenwand gelaten om een betere relatie met de achterliggende bossen te krijgen. Voor de woning vertaalt het lijnenspel zich in een laan die van de oprit tot de andere zijde van de
_
_
q
g
Ruimtelijkheid is belangrijk in de ontwerpen van Mathy Geerkens. Daarbij moet een ruimte het ook redden zonder extra elementen.
woning strekt en daar uitloopt op een U-vormige haagwand. De inkompartij ligt centraal langs deze laan. Een laatste detail is de tuinwerkplaats. Deze werd in dezelfde stijl als de woning ontworpen met kleine decoratieve ramen als blikvangers. Ieder aspect in het ontwerptraject is volgens Mathy Geerkens van even groot belang. In de voorontwerpfase worden de ruwe lijnen van de woning bepaald. Bij de uitwerking van de definitieve ontwerpplannen gaat de aandacht veelal naar de detailleringen. Samen bepalen ze het totaalbeeld van de woning. Die detaillering is zonder meer een dada van de architect. Wie zijn ontwerpen aandachtig bestudeert, zal altijd nieuwe details ontdekken. Dit houdt een ontwerp ook levendig. Bewuste materiaalkeuze De keuze voor Ytong-cellenbeton als bouwmateriaal was nooit een discussiepunt. De bouwheer wilde een materiaal dat zich leende om snel te werken en nadien af te werken met een pleisterlaag.
In zulke gevallen adviseert architect Mathy Geerkens steevast cellenbeton omdat alle constructiedelen in hetzelfde materiaal uitgevoerd kunnen worden. Mathy Geerkens: ‘Wanneer voor de hele woning dezelfde materialen worden gebruikt, is de uitzettingscoëfficiënt overal gelijk en is er bijgevolg veel minder risico op scheurvorming in de pleisterafwerking. Een crépiafwerking heeft slechts een lichte elasticiteit, het is dus al vrij moeilijk om scheurvorming te vermijden. Ook op vlak van thermische isolatie kan cellenbeton de vergelijking met een traditionele gevelopbouw doorstaan. Een in de praktijk gemeten K-waarde van een woning gerealiseerd in Ytong is globaal gezien beter dan een traditioneel opgevatte woning. Bovendien sluit je met cellenbeton alle koudebruggen uit.’ Knop op cellenbeton gedraaid Voor het bouwwerk in cellenbeton kozen bouwheer en architect voor de Zonhovense aannemer Herman Brems. Het was de eerste samenwerking tussen architect Geerkens en aannemer Herman Brems. Het duo heeft intussen al meermaals een
51
succesvolle tandem gevormd. Momenteel realiseren ze samen nog gezinswoningen in Zonhoven en Lummen. Herman Brems is een aannemer die sinds enkele jaren uitsluitend met cellenbeton werkt. ‘We hebben de knop helemaal omgedraaid,’ geeft Herman Brems aan. ‘Het was een hele aanpassing om de eerste maal om te schakelen van het traditionele metselwerk naar het verlijmen van Ytong, onder meer omwille van de gehanteerde toleranties. Bij het traditionele bouwwerk wordt er naar centimeters gekeken, bij het verlijmen van cellenbeton praten we over millimeters. Wanneer we na een project in Ytong weer overschakelden op het gewone metselwerk, gingen we al snel die nauwkeurigheid van werken missen. Er is overigens ook een wereld van verschil in de nauwkeurigheid tussen de materialen onderling. Een blok cellenbeton van 25 cm is ook 25 cm, exact tot op de millimeter. Bij een traditioneel bouwsysteem is die maatvastheid veel minder. Een ander voordeel is het feit dat Ytong een volledig bouwsysteem biedt. De elementen zijn aan elkaar aangepast. Bij een muur van 20 cm
_
_
q
g
‘Moderne bouwheer is beter geïnformeerd’ Mathy Geerkens begon zijn loopbaan als zelfstandig architect in 1962. Aanvankelijk legde hij zich op een breed scala van projecten toe; van woningbouw over groepswoningbouw tot industriële gebouwen. Een bekend project in deze laatste categorie is de Hasseltse Mercedesgarage Billen. Een gebouw dat opvallend aanwezig is aan de op- en afrit Hasselt-Zuid van de E313. Het meest recente werk van Mathy Geerkens beperkt zich tot woningbouw. Dit voor een cliënteel dat de architect zelf omschrijft als ‘de jeugd tussen 30 en 40 jaar. Deze groep heeft doorgaans al ervaring in bouwen of verbouwen. Dit maakt dat ze een goede kijk heeft op de mogelijkheden, voeling heeft met trends en al eens geproefd heeft van design.’ Stuk voor stuk elementen waar Mathy Geerkens een zwak voor heeft. Een bouwheer die op deze terreinen onderlegd is, denkt mee en staat open voor de hedendaagse mogelijkheden van design in een ontwerp. ‘Dat is een hele evolutie met pakweg 20 jaren geleden. Een jonge dokter die toen een huis – of zeg maar villa – bouwde, kwam vaak niet verder dan een grote fermette met veelvuldige dakkapellen. Men wist toen gewoon niet beter. De bouwheer van vandaag heeft al een grotere culturele bagage en is beter thuis in de architecturale mogelijkheden. Vandaag durft een bouwheer al eens onbewandelde paden begaan en afwijken van het klassieke patroon. Dit biedt perspectieven voor een ontwerper.’ Tijdloos De ontwerpen van Mathy Geerkens zijn tijdloos. ‘En toch ook weer niet. Ze hebben altijd wel ergens een tijdsgebonden karakter. Dit om geen kopie van het verleden te zijn. Alleen gebouwen die aan deze voorwaarden voldoen hebben een overlevingskans. Kijk naar de villa’s die we pakweg 30 jaren geleden bouwden. Zo staan er 13 in een dozijn. Ze onderscheiden zich op geen enkele manier. Vergelijk dat dan met de woningen uit de jaren ’30 en ’40 die we nu klasseren. Daarin zie je duidelijk de aanzet tot de moderne architectuur. Een ontwerp van vandaag moet in diezelfde lijn liggen. De bouwheren van tegenwoordig zijn daar rijp voor en staan er open voor. Een duidelijk voorbeeld daarvan is design. Het woord bestaat al 30 jaar. Nu raakt het pas ingeburgerd.’
52
dikte, beschik je ook over balken van 20 cm. Met de traditionele materialen is het toch nog meer behelpen op dat vlak.Wanneer je een grote overspanning moet maken, beschik je over een U-latei. Die neemt een groot deel van het bekistingswerk en -kosten weg.’ Moeilijkheidsgraad De technische moeilijkheidsgraad van de woning lag vrij hoog voor de aannemer. De noordzijde van de woning is een aaneenschakeling van opengewerkte volumes. Concreet betekende dit het plaatsen van balken van de linker- tot de rechterzijde van de woning en dit op een hoogte van bijna 6 meter. De basishoogtes van de woning bedragen 5,80 en 2,80 meter. Een rechtstreeks gevolg van de ruimtelijkheid waar zowel bouwheer als architect van houden. Architect Geerkens Mathy Schausstraat 89 3850 Wijer T: +32 (0)11 59 29 87 Brems projectbouw BVBA Spierhoofseweg 26 3520 Zonhoven T: +32 (0)11 82 12 78 F: +32 (0)11 82 21 78
_
q
g
Op en Huizendagen 2005 Meer comfort met minder energie! Je woning is je menselijke biotoop, je leefomgeving, waarin je gezin, je familie, vrienden, buren,… zich comfortabel moeten voelen. Je woning vraagt warmte in de winter en een luchtig binnenklimaat in de zomer. Elke Vlaming wil investeren in zo’n warm nest. En meer en meer Vlamingen ontdekken dat het bouwen of verbouwen van zo’n nest meer duurzaam kan, met minder kosten, voor de bouwheer, voor het milieu en later… voor de kinderen. Morissens-Noach
Op zaterdag 22 en zondag 23 oktober kan je op 60 plaatsen in Vlaanderen energievriendelijke bouwwijzen en -toepassingen nader bekijken. De ‘Open Huizendagen’ worden jaarlijks georganiseerd op initiatief van Bond Beter Leefmilieu en het Vlaams Klimaatnetwerk. Ze kaderen in de Maand van de Energiebesparing, een campagne van de Vlaamse overheid. Dit jaar stellen de bewoners van 51 energievriendelijke woningen hun deuren open. Daarnaast kan je een van de vijf deelnemende informatie- en documentatiecentra bezoeken of een kijkje nemen in een van de twee ecologische kantoorgebouwen met opslagruimten. Of, je kan op ronde gaan langs strobalenwoninXella BE nv/sa, fabricant van Ytong en Silka, sponsort de Open Huizendagen.
gen of op de fiets stappen voor een zonneroute-special of een tochtje langs windmolens in de opwindende Westhoek. Zoals elk jaar is er een gevarieerd aanbod van nieuwe en aangepaste rijhuizen, appartementen en vrijstaande woningen die elk op hun eigen manier energie besparen. De bewoners tonen je de talrijke voordelen van energievriendelijk bouwen en verbouwen. Ze leiden je rond en tonen hun goed ingeduffelde, warme woning die slechts weinig verwarming nodig heeft. Ze geven daarbij direct bruikbare bouwtips en levensechte adviezen. Zij getuigen dat ze aan leefkwaliteit en comfort wonnen en zichzelf en het milieu heel wat kosten besparen. Door goed te isoleren en te ventileren boek je winst op vele fronten. Het comfort verhoogt en je energiefactuur verlaagt. De helft minder verbruiken dan in
53
een gemiddelde woning is in de Open Huizen de regel. Tegelijk is het veel gezonder binnen en buiten, want je vermijdt tocht in huis en een hoop CO2 in de lucht. Tijdens de bezoeken doe je inspiratie op voor je eigen woning. Het magazine met de voorstelling van de woningen die je kan bezoeken en het inschrijvingsformulier is beschikbaar vanaf eind september. Het verschijnt in bijlage bij het oktobernummer van Beter Bouwen en Verbouwen. Je vindt het in de bibliotheek of bij de gemeente. Voor meer informatie kan je bij BBL terecht bij Dirk Knapen op 02 282 17 44 of Lieselotte Van der Donckt op 02 282 17 46 of via email
[email protected]. Bekijk ook www.klimaatnet.be. Je vindt er niet alleen informatie over de Open Huizendagen, maar ook het Energieforum. Daar kan je met al je vragen over duurzaam en energievriendelijk bouwen en wonen terecht.
_
_
q
g
B re e d spectrum
_
_
q
g
Meer dan vijftig jaar ervaring in de bouwsector en een steengoede reputatie hebben van de Bouwwerken Willy Knippenberg één van de toonaangevende bouwbedrijven gemaakt in Limburg en ver daarbuiten. Wat begon als een eenmanszaak groeide uit tot een firma met meer dan 140 werknemers.
Wie het succesverhaal van Willy Knippenberg hoort, hoeft zich niet in de Verenigde Staten te wanen, waar naar gezegd wordt, alle durvers in hun opzet slagen. Ook in Vlaanderen, in casu Limburg, bleek na de tweede oorlog vrijwel alles mogelijk voor wie verstand, lef en ondernemerszin had. Willy Knippenberg behoorde tot dit groepje. Met geleend geld kocht hij zijn eerste betonmolen en ging hij als zelfstandig metselaar aan de slag. Samen met zijn broer en zijn vader als handlangers realiseerde hij zijn eerste bouwwerk: een boerderij met stallingen in Kinrooi. De jaren vijftig en de golden sixties hielpen Willy Knippenberg zijn droom te verwezenlijken: een eigen bedrijfje opstarten. Met contracten in Luik, Brussel en Kapelle-op-den-Bos kreeg hij de wind in de zeilen. Begin jaren zestig had hij al achttien man in dienst. Zo groeide de NV Knippenberg met de jaren uit tot een volwassen onderneming. Nu is Bouwwerken Willy Knippenberg –BWK– één van de bedrijven die tot de Groep Knippenberg behoren. Naast
BWK zijn er namelijk nog Oeterbeton, Oetertransport, Oeterprefab (dubbel- en massiefwanden), Oeter Bouw & Interieur (bouwmaterialen en interieur) en Vastgoed Knippenberg. De kernactiviteit van de groep bestaat uit projectontwikkeling. De Groep Knippenberg is de overkoepelende organisatie. De zeggenschap ervan is volledig in handen van de familie Knippenberg gebleven, waarbij het dagelijks bestuur is gedelegeerd aan een managementteam bestaande uit leden van de familie en externe bestuurders. Filosofie Bouwwerken Willy Knippenberg is een bouwonderneming van klasse 8, wat wil zeggen dat ze werken van onbeperkte omvang mag uitvoeren. Geen wonder dat de bouwactiviteiten een breed spectrum beslaan: van kantoren, ziekenhuizen, rusthuizen en scholen tot sociale woningbouw. Het werkgebied strekt zich uit over de hele provincie Limburg, maar ook over Oost-Brabant (Zoutleeuw-Leuven) en Wallonië.
55
‘We staan bekend om onze weloverwogen aanpak en hebben een stevige staat van dienst opgebouwd met de succesvolle uitvoering van een aantal ingewikkelde dossiers. In onze visie combineren we nieuwe techniek met authentieke esthetiek en houden we rekening met alle factoren die een rol kunnen spelen in het eindresultaat. Niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst. We kiezen immers voor langetermijnoplossingen. Nieuwe inzichten toepassen vanuit het respect voor bestaande waarden, dat is onze filosofie’, zegt ingenieur Dirk Trippaers, Technisch Directeur van BWK. ‘We streven naar een evenwichtige functionaliteit in combinatie met een tijdloze harmonie’. Projecten BWK is van alle markten thuis. ‘Onze klasse 8 kwalificatie is een uitstekende basis voor hoogwaardige en omvangrijke bouwoperaties. Sommige projecten zijn zo veeleisend en complex, dat ze slechts tot stand kunnen komen door samenwerking met andere ondernemingen. Het zijn zorgvuldig georganiseerde bouwoperaties waarbij BWK optreedt als coördinerende schakel en
_
_
q
g
Silka-blokken en -elementen hebben alle eigenschappen om moderne hedendaagse appartementsblokken te realiseren. Alle eisen i.v.m. draagkracht en akoestische isolatie worden zonder problemen tegemoetgekomen.
constructie
Bouwwerken Willy Knippenberg NV het bedrijf voor de duur van het project de eindverantwoordelijkheid op zich neemt’, gaat Dirk Trippaers verder. Voor de bouw van het Ziekenhuis Oost-Limburg op de campus SintJan in Genk vertolkte BWK die coördinerende rol met brio. Niet minder dan 23 neven-aannemers waren hier bij de bouw van de twee vleugels betrokken. ‘Voor ons eigen bouwbedrijf zijn we een hal aan het optrekken voor nieuwe prefabwapeningen en nieuwe kantoren. Het metselwerk wordt opgetrokken met de Silka Lightblokken. De brandmuren bestaan uit Silka en/of Ytong-materialen’, voegt Dirk Trippaers eraan toe. ‘Het geheel krijgt een moderne look en we passen ook nieuwe technieken toe. Zo krijgt elk gebouw zijn meerwaarde.’
‘In Hasselt werken we aan het woonproject Ekkelgarden. Het gaat hier om een totaalconcept van ± 250 woningen en 250 appartementen. De woningen worden ontwikkeld door de NV Kolmont. De ontwikkeling van de appartementen en handelsruimtes is een samenwerking tussen de Groep Knippenberg en Cordeel Invest. De appartementen/winkels worden gebouwd door de tijdelijke vereniging Cordeel–BWK. Begin mei zijn we gestart met de eerste fase, met name het Poortgebouw (een ondergrondse parkeergarage, 5 winkels en 61 appartementen).’ Het gaat hier om een gigantisch project langs de Luikersteenweg, waarbij gezocht werd naar een evenwichtige mix van verschillende woonvormen. Naast appartementen zijn er grotere gezinswoningen, herenhuizen, villa’s en bungalows gepland. Op die
56
manier is voor iedere woonwens een invulling bedacht, met een juiste prijs-kwaliteitverhouding. Mouterij Dat BWK een polyvalent bedrijf is, wordt verder bewezen door het project ‘Mouterij Cuypers’ in Diest. ‘Het betreft een eigen ontwikkeling van de Groep Knippenberg’, legt Dirk Trippaers uit. ‘Het project is opgesplitst in twee sites en twee stijlen (oud en modern) die in elkaar overlopen. In feite gaat het om een renovatie-nieuwbouwcombinatie die bijzonder interessant is. Enerzijds is er de schoolsite met de verbouwing van de bestaande directeurswoning tot burelen, de bouw van 23 nieuwbouwappartementen en een ondergrondse parkeergarage met 37 parkings en 6 garages. Anderzijds de mouterijsite, met de renovatie van de bestaande mouterij en annexen
_
_
q
tot 8 lofts en 5 nieuwbouwappartementen met museum. In de mouterij worden de bestaande graansilo’s en koperen kuipen in de toekomstige loften geïntegreerd. Een groot aantal toestellen van de mouterij wordt gerecupereerd en in een museum op het gelijkvloers geplaatst. Het sluit mooi aan op het bestaand erfgoed. Er is voorzien het metselwerk van de schoolsite met Silka Light-blokken te realiseren. Voor de mouterij wordt de bestaande draagconstructie behouden. De indeling van de lofts wordt gerealiseerd met Ytong-blokken.’
g
Men is bij BWK dus vertrouwd met Silka en met Ytong. De materialen vullen elkaar perfect aan en passen in de moderne tijdsgeest, waar renovatieprojecten, zoals dat in Diest, steeds frequenter voorkomen. Maar ook in nieuwbouw vinden de Xella-materialen een toepassing. Karel Donné, projectleider bij BWK, komt aan het woord: ‘Onze eerste ervaring met Silka-kalkzandsteen hebben wij opgedaan met een werf te Aarschot. Met vallen en opstaan hebben wij daar de knepen van het verlijmen van de blokken en elementen geleerd.’ Deze ervaring komt nu te pas bij de realisatie
De eerste fase van het grootschalige project te Olen oogt bijzonder mooi en was een groot succes voor BWK.
57
van 61 appartementen te Olen, in opdracht van bouwpromotor Himmos. ‘Uit ervaring met de eerste fase, hebben we geleerd dat planning en organisatie zeer belangrijk zijn, wanneer men werkt men Silkaelementen. We zijn nu bezig met de 2de fase en die verloopt uitstekend! Door de snelheid van verwerking, slagen we erin de bouwtijd aardig te verkorten, zodat ook met de afwerking sneller gestart kan worden.’ Volgens projektleider Karel Donné is de keuze voor Silka niet enkel genomen omwille van de vlugge plaatsing, maar ook voor de goede akoestisch isolerende eigenschappen van het materiaal. Dit is zeer belangrijk tussen
_
_
q
g
Het totale project omvat de bouw van 61 wooneenheden. Omdat bouwen met grote formaten blokken snel verloopt, kan de totale realisatietijd aanzienlijk verkort worden.
_
q
g
Bouwwerken Willy Knippenberg NV verschillende woongelegenheden. De Silka-elementen worden hier ingezet voor de opbouw van de woningscheidende wanden. Voor de binnenmuren gebruikt men de light-blokken van Silka. Bij BWK is men gewonnen voor deze manier van bouwen. Marktpositie consolideren Met alles samen 250 werknemers voor de Groep Knippenberg, waarvan 140 alleen al voor BWK, en een totale omzet van 46 miljoen euro, waarvan 21 miljoen voor BWK, behoort de Groep Knippenberg tot de grootste werkgever in de streek. ‘Dat is een grote verantwoordelijkheid die we verder willen opnemen’, licht Dirk Trippaers het engagement van de groep toe. ‘In de huidige economische constellatie is het ons doel ons binnen de markt te handhaven. Uitbreiden willen we
niet. We zoeken werk voor ons personeel, we willen dat onze arbeiders aan de slag kunnen. Onze marktpositie consolideren, dat is onze betrachting.’ Groepsgevoel Dirk Trippaers beseft beter dan wie ook dat de bouwsector het moeilijk heeft. ‘We moeten steeds creatiever en inventiever zijn. Daar proberen we met onze nevenfirma’s op in te spelen. Onze eigen projecten vullen we binnen onze eigen firma in.’ Willy Knippenberg had het bij het rechte eind toen hij bijna tien jaar geleden, voorspelde dat het in de toekomst een hele klus zou worden goed geschoolde metselaars, en in het algemeen vaklieden, te vinden. ‘Willy Knippenberg is een visionair’, haakt Dirk Trippaers op de juiste inschatting van de stichter van
59
het bedrijf in. ‘Het is inderdaad heel moeilijk geworden om goed geschoolde arbeidskrachten te vinden. Daarom proberen we de laatste jaren jobstudenten en stagiairs van ons bedrijf te laten proeven. Velen blijven en groeien in de firma door. Ook veel kinderen van ouders die een baan bij het bedrijf hebben, komen hier werken. Zo blijft het in de familie. Wij hechten veel belang aan de sfeer, het groepsgevoel, de teambuilding’, besluit Dirk Trippaers. ‘We bouwen samen iets, maar we bouwen ook samen aan iets’.
BWK Bouwwerken Willy Knippenberg Industrieterrein Jagersborg 1007 3680 Maaseik T: +32 (0)89 56 06 80 F: +32 (0)89/56 76 40 www.groepknippenberg.be
constructie
_
_
_
q
g
Nieuwe parel voor Oostende
Casino Kursaal architectenbureau: storme van ranst tekst: tim vanhove
_
_
q
g
Het team dat het gebruik van aluminium bij de renovatie van het Kursaal succesvol bestudeerde.
Oostende heeft opnieuw een parel aan haar kroon als Koningin der Badsteden. Het Casino Kursaal van Léon Stynen is weer een toeristische trekpleister van formaat. Architectenbureau Storme Van Ranst is er in geslaagd het Casino in de grandeur van weleer te restaureren en het gebouw tegelijkertijd een toekomstperspectief te geven dankzij de ruime exploitatiemogelijkheden. Een grote uitdaging in het concept was het al dan niet (her)gebruiken van aluminium voor het buitenschrijnwerk rond het Casino. Het agressieve zeeklimaat had lelijk huisgehouden op de bestaande structuren. Wetenschappelijk onderzoek beslechtte het feit uiteindelijk in het voordeel van aluminium. Konstruktief verzamelde de betrokkenen in het ontwerp en de realisatie van deze aluminium gevels rond tafel voor een diepgaand gesprek over de mogelijkheden van aluminium in renovatieprojecten én in agressieve klimaten zoals de kust.
In zijn ontwerp voor het Kursaal had de Antwerpse architect Léon Stynen een laagdrempelig, functioneel gebouw voor de grote massa voor ogen. Het concept uit de jaren ’50 werd gekarakteriseerd door zijn modernisme: sobere lijnen en transparantie door grote gebogen glazen gevels met zicht op zee. Het ontwerp was daarmee zijn tijd ver vooruit. Maar de revolutionaire visie van Stynen hield niet op bij deze gedurfde stijlkenmerken. De architect paste voor het Kursaal voor het eerst een skelet van gewapend beton toe waarbij de binnen- en buitenmuren geen dragende functie hadden. Ook de toepassing van het actieve gevelprincipe was vernieuwend, net als het gebruik van aluminium ramen en de enorme afmetingen van de raampartijen. Het opnieuw in hun oude glorie herstellen van deze architectuur en revolutionaire aspecten waren
61
voor het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende (AGSO) en de dienst Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap de voornaamste uitgangspunten van de restauratie van het Kursaal. ‘Naast de getrouwe restauratie diende tegelijkertijd gestreefd te worden naar een invulling van het Casino die moderne uitbatingsmogelijkheden toelaat. Anders dreigt het gebouw binnen de kortste keren opnieuw te verkommeren. Met vier restaurants, een groter auditorium en de nodige zalen voor tentoonstellingen en congressen, denken we hierop een antwoord te bieden,’ schetst Eddy Pannecoucke (AGSO) de uitgangspunten van het restauratieontwerp. Met zicht op zee Om het gebouw zo goed mogelijk terug in zijn oorspronkelijke staat te brengen, werden drastische maatregelen genomen. ‘Zo werd
_
_
q
g
actua
Casino Kursaal de toneelvloer in het auditorium verlaagd en de ramen in het verlengde van het podium vrijgemaakt om het zicht op zee te herstellen. Door het verdwijnen van deze kelderruimte dienden de technieken van de kelder naar het dak te verhuizen. Om ze zo discreet mogelijk te houden, werden ze in een grijs volume ondergebracht. Dit valt nauwelijks op. Ook de toneeltoren – of de lompe doos zoals de Oostendenaren de doorn in hun oog beschrijven – op het dak werd verlaagd. Momenteel wordt ook de laatste hand gelegd aan de gevelrestauratie. Deze werd volledig gedemonteerd. De achterliggende structuur werd volledig ontmanteld om een ingrijpend betonherstel toe te laten. Hierna werd de gevel helemaal opnieuw opgebouwd,’ geeft Walter Van Oerle, vennoot bij architectenbureau Storme Van Ranst aan.
‘De natuursteen zelf was ook sterk gecorrodeerd. We hebben bijna niets kunnen recupereren. Daarom hebben we identiek dezelfde steen van weleer laten aanvoeren uit een groeve in Portland,’ vervolgt Miek Goossens, algemeen coördinator van de cel Monumenten en Landschappen van de Provincie West-Vlaanderen. Verder werd het dakterras aan de zuidwest zijde overdekt met een glasstructuur om ruimte te creëren voor reca-functies. Ook werd het volledige buitenschrijnwerk vernieuwd omdat het bestaande aluminium schrijnwerk sterk was aangetast door de inwerking van het agressieve zeeklimaat. Aluminium of niet? De vervanging van het schrijnwerk door aluminium schrijnwerk bleek echter niet vanzelf-
62
sprekend. ‘Het uitgangspunt van de Dienst Monumenten en Landschappen was weliswaar om het uitzicht van het Casino Kursaal uit de jaren ’50 te herstellen,’ geeft Miek Goossens aan. ‘Maar de discussie was of we aluminium wel opnieuw konden toepassen. De oorspronkelijke raampartijen bleken al tijdens de bouwwerken aangetast door het agressieve klimaat. Daarom dat werd overwogen om roestvrij stalen ramen te gebruiken. Maar los van de kostprijs had de Dienst Monumenten en Landschappen hier een voorbehoud omdat dit materiaal een enorme weerslag zou hebben op het uitzicht van het gebouw.’ Om uit de impasse te geraken, riep het bouwteam de hulp van de wetenschap in. Professor Herman Terryn aan de VUB – specialist in metaallegeringen – deed een uitvoerig onderzoek naar het materi-
_
_
q
g
aalgebruik en de invloed van het zeemilieu hierop. Zijn conclusie: aluminium is mogelijk. Miek Goossens: ‘Omdat de legeringen en beschermingsmethoden vandaag er sterk op vooruit zijn gegaan ten opzichte van 1948. De combinatie van deze twee evoluties maakt voor de toepassing van aluminium in het Kursaal het verschil. Het meest overtuigende argument was dat tegenwoordig zelfs de masten van zeilschepen uit aluminium worden vervaardigd.’ Profielen op maat Met de resultaten uit dit onderzoek kwam voor Sapa RC System het licht op groen om een gepaste oplossing voor het Kursaal te bestuderen. ‘We dienden hierbij enerzijds rekening te houden met de eisen ingegeven door de ligging; het systeem diende bijgevolg wind- en waterdicht evenals corrosiebestendig te zijn. Anderzijds moesten de profielen de look van de originele structuren benaderen met een hedendaagse thermiciteit om de bestaande staalconstructie condensvrij te maken en dienden ze binnen een strakke termijn geplaatst te worden,’ geeft Filip Desmet, Tecnical Manager voor Sapa RC System, aan. Het antwoord op deze uitdagingen was een maatoplossing geënt op een bestaand gordijngevel systeem. ‘Dit maatwerk, zowel inzake te respecteren vormgeving als prestatiecriteria omwille van de hoge eisen voor oppervlaktebehandeling en wind& waterdichtheid past volledig in
verticale snede
Sapa RC System ontwierp een profiel op maat voor het Casino Kursaal waarvan het design volledig geënt is op het ontwerp van weleer, doch beantwoordt aan de huidige kwaliteits- en prestatieeisen.
horizontale snede
63
_
_
q
g
Het ontwerp van Léon Stynen was revolutionair voor zijn tijd. De architect paste destijds al een actieve gevel toe en kenmerkte het gebouw met een grote transparantie.
_
q
g
Casino Kursaal onze huisstijl. We hebben de nodige flexibiliteit in huis om nieuwe producten te ontwikkelen op basis van een bestaand en beproefd systeem. Dit biedt tegelijkertijd de zekerheid over de performanties van ons ontwerp,’ motiveert Henk Janssens, Project Team manager voor de Belux binnen Sapa RC System. Concreet werden voor deze werf 7 profielen ontworpen. Om het uitzicht van de bestaande profilering te benaderen, werd de architectuur van de profielen zo slank mogelijk gehouden. Op 9 mm na slaagde Sapa RC System er zelfs in het oorspronkelijke profiel te benaderen. Ook werden de afdekroeden speciaal op maat gemaakt om de profilering van het bestaande profiel na te bootsen. Om de snelheid van werken te bevorderen, werd tegelijkertijd gestreefd naar een modulair systeem. De ontwatering van de gevel tot slot gebeurt gecompartimenteerd gezien eraan de kust een grotere waterbelasting is dan in het binnenland. Filip Desmet: ‘Deze modulaire constructie werd tussen de bestaande basisconstructie in staal gemonteerd. De opmerkelijke staalconstructie met vierendelers werd eerst gerestaureerd. Nadien werd de beglazing als een gordijngevel vóór deze constructie gemonteerd Hierbij werd de staalstructuur constructie integraal zichtbaar gelaten. Gezien geprofiteerd kon worden van deze achterliggende staalstructuur, vormde de stabiliteit van de profielstructuur geen probleem in de ontwerpfase. De uitdaging was echter de tolerantie van de staalstructuur. Om die in te schatten, hebben we
een driedimensionale opmeting van de staalstructuur gedaan. Hieruit bleek dat er afwijkingen waren tot 20 mm. Het concept is hierop afgesteld door aan beide zijden van het profiel – zowel aan binnen- als de buitenzijde van de structuur – een regelmogelijkheid van 22 mm in te bouwen.’ Sterke combinatie Om deze nieuwe gordijngevel te beschermen tegen het agressieve kustklimaat, diende het onderste uit de kan gehaald te worden op het vlak van materiaallegering en -behandeling. ‘Zo werd de aluminium samenstelling heel nauwkeurig vastgelegd. Sapa RC Profiles, het zusterbedrijf van Sapa RC System, extrudeerde de aluminium profielen volgens de strenge klantspecificaties. Sapa RC Profiles is marktleider in de extrusie van raamprofielen en heeft de kennis in huis voor dit soort uitdagingen. De gebruikte legering is volledig afgestemd op het bijzonder agressieve kustklimaat. Deze focus op kwaliteit en flexibiliteit verklaart de sterke aanwezigheid in de marktsegmenten bouw, industrie en transport,’ vertelt Marc Ryckeboer names Sapa RC Profiles. De aangepaste legering is ook van essentieel belang voor het resultaat van de afwerking, in casu koudanodisatie. ‘Deze afwerkingslaag – een aluminium oxidelaag – wordt immers opgebouwd vanuit het aluminium zelf. Het is overigens de combinatie van de legering en de anodisatie die het verschil maakt in de weerstand die het aluminium kan bieden in een agressief kustklimaat,’ verduidelijkt Gunter Vandervoort, plantmanager ano-
65
disatie binnen Alural. ‘Het zout en het zand in de omgevingslucht zorgen voor een constant aanwezig agressief milieu en vormen een bedreiging voor het aluminium. Het klassieke lakproces is niet opgewassen tegen deze inwerking. Anodiseren is sowieso het beste alternatief.’ Het aluminium dat tijdens de bouw van het Kursaal werd toegepast was weliswaar ook geanodiseerd, maar kreeg maar een anodisatielaag van 10 micron. Dat is de dikte die nu wordt gehanteerd voor aluminium in binnentoepassingen. Maar in 1948 wist men nog niet beter. Momenteel hanteert men standaard voor buitentoepassingen een laagdikte van 20 micron. Voor het Kursaal ging Alural hierin nog verder door een koudanodisatie toe te passen. Gunter Vandervoort verduidelijkt het verschil met een klassiek anodisatieproces: ‘Bij anodiseren wordt een aluminiumoxidelaag opgebouwd, waarbij deze reactie een opwarming van het aluminiumoppervlak veroorzaakt. Door deze reactie in een gekoeld anodisatiebad (max. 17°C) uit te voeren, wordt de aluminiumoxidelaag van 25 micron trager opgebouwd. Het voordeel hiervan is dat de poriën van de anodisatielaag smaller worden en de anodisatielaag hierdoor veel harder wordt en bijgevolg beter omgevingsbestendig is. Bij een hogere temperatuur wordt de laag sneller opgebouwd, de poriën groter en de laag minder hard. Door de smallere poriën ten gevolge van koudanodisatie krijgt men ook een betere verdichting van de laag. Net wat nodig was om een gepaste
actua
_
_
_
q
g
Om het aluminium schrijnwerk te beschermen tegen het strenge kustklimaat, kreeg het een behandeling van koudanodisatie. Dit procédé biedt een harde beschermingslaag.
actua
Casino Kursaal bescherming te bieden in het kustmilieu.’ Actieve gevel Het nieuwe buitenschrijnwerk maakt deel uit van een actieve gevel die Léon Stynen al integreerde in zijn ontwerp uit 1948. Hij bouwde de gevel op uit twee glaswanden in enkel glas. Hiertussen integreerde Stynen een regelbare zonwering. De mechaniek voor deze zonwering en de lamellen werden overigens volledig gerestaureerd. De klimaatregeling van het gevelsysteem gebeurde via roosters die toelaten de opgewarmde lucht af te voeren. Het principe van deze actieve
gevel werd in de restauratie bewaard. Alleen werd geopteerd voor dubbele beglazing voor de buitenschil en nu wordt de opgewarmde lucht tussen de glaswanden afgezogen. De interne wand in enkel glas was nog vrij goed bewaard, en kreeg daarom slechts de nodige herstellingen. De vervanging van het enkel glas in de buitengevel door dubbel glas was echter geen sinecure. De visie van Stynen om tot een transparant gebouw te komen met zicht op zee en de dijk en vice versa diende absoluut opnieuw vertaald te worden in de restauratie. Een ander belangrijk aspect dat een invloed had op de glaskeuze was de akoestiek.
66
Glasproducent Glaverbel kwam op zijn beurt met een antwoord op maat op deze vragen; de Phonibel S 3441-beglazing. ‘Het is een dubbele beglazing met Stratobel gelaagd glas. Tussen de twee glasbladen zit een PVB-folie die borg staat voor de veiligheidskwaliteiten van het glas en tegelijkertijd UV-stralen weert. In tegenstelling tot de klassieke akoestische of zonwerende beglazing, heeft dit glas geen reflectie of groene schijn,’ verduidelijkt Stefan Lips, projectmanager bij Glaverbel. Ook op het vlak van akoestiek biedt deze glaskeuze een voordeel. Door de opbouw van de actieve gevel en de verschillende glasbladen worden er verschillende barrières gecreëerd die de geluidsfrequenties afbreken. Eddy Pannecoucke: ‘De buitenschil fungeert hierdoor als een belangrijke akoestische buffer voor het geluid van de buitenomgeving. Niet onbelangrijk wanneer je weet dat het geluid van de wind en zee alleen al voor 52 à 53 dB staat. Akoestiek was dus heel belangrijk in het concept. Stynen had dit ook al begrepen. Hij ontwierp de concertzaal met een bedienbaar akoestisch lamellensysteem dat toelaat de nagalm-tijden te regelen in functie van het gebruik; zang, opera of concert. Door de grote volumetoename van de concertzaal, bleek dit echter niet meer toereikend. Daarom werd een volledig variabel akoestisch systeem ingebouwd, waardoor nagalmtijden artificieel kunnen worden bijgestuurd.’ Complexe coördinatie Het waren de zaakvoerders Frankie Duverger, firma
_
_
q
g
Ook het glas voor het Kursaal was maatwerk: het gebruikte type gelaagd glas zorgt voor uitstekende akoestische kwaliteiten en laat bovendien reflecties of groene schijn achterwege wat de transparantie van het gebouw bevordert.
Francovera uit Wervik en Bruno Deroeck, firma Acobo uit Kalmthout, die via een tijdelijke vereniging de uitdaging aangingen en de uitvoering toegewezen kregen van het lot aluminium buitenschrijnwerk en glasgevels van het Casino Kursaal. Acobo nam hierbij enkele specifieke werken voor zijn rekening verduidelijkt Ludwig Bruynseraede: ‘Onder meer de gebogen glasgevel aan de Noordzeezijde, de koepel van het restaurant Ostend Queen, de inkompartij van het Casino en de koepel van de erehal. Deze laatste bevat ruim 1.000 m2 glaspartijen die helemaal verscholen zitten op het dak. Het overgrote deel van de aluminium- en glaswerken werd gerealiseerd door Francovera. Het Wervikse bedrijf stond daarnaast ook in voor de rook- en warmteafvoeren en de plaatsing van het binnenschrijnwerk. ‘Het was een hele uitdaging om deze drie loten te coördineren,’ geeft projectleider Jan Joye aan. De combinatie van de drie loten betekende een grote verscheidenheid aan werken. Naast de plaatsing van het buiten- en binnenschrijnwerk lag ook de restauratie van de zonwerking in de actieve gevel, het plaatsen van dakkoepels en gevels evenals de plaatsing van loopbruggen en binnendeuren binnen de opdracht van Francovera. ‘Het feit dat die werken ook nog eens binnen een renovatieproject vallen, maakte dat we vaak dienden af te stappen van de gangbare technieken en voorgeschreven werken. Dit vroeg om heel wat creativiteit.’
Regelmatig onderhoud Met uitzondering van de gevelrestauratie is het Casino Kursaal na ruim 3 jaar van restauratiewerken in zijn oude grandeur hersteld. De uitgebreide exploitatiemogelijkheden moeten er mee toe bijdragen dat het Kursaal geen tweede maal kan verkommeren zoals eind vorige eeuw gebeurde. Maar niet alleen een betere exploitatie ook het onderhoud zal hierin een belangrijke rol spelen. ‘De gevel wordt hier aan de kust sowieso regelmatig nat gereinigd door de regenbuien. Maar op plaatsen waar de regen niet reikt, bestaat een risico op aantasting omdat de zouten hier blijven kleven op het glas en aluminium. Daarom moeten deze gevels op frequente basis worden gereinigd,’ merkt Filip Desmet op. Een visie die AGSO deelt. De gevels worden momenteel tweewekelijks nat gereinigd wanneer het niet regent. Ook grondiger
67
poetswerk van de glasgevels is enkele malen per jaar ingecalculeerd. Het reinigen gebeurt met een nieuwe gevelwasinstallatie. De toekomst van het Kursaal is verzekerd. Storme Van Ranst Architektenburo Volhardingstraat 26 2020 Antwerpen T: +32 (0)3 242 82 00 F: +32 (0)3 237 76 98
[email protected] www.storme-vanranst.be
_
_
q
g
Casestudy:
Technisch Lyceum van Esch-sur-Alzette Luxemburg
Tijdelijke Vereniging BENG en Clément Lentz Fotografie: mc studio’s Teksten: marc covet
_
_
q
g
Een technisch lyceum van het hoogste niveau Het verhaal van een niet alledaags gebouw. Een project zonder toegevingen aan de esthetiek, met een optimale functionaliteit en waarin geavanceerde technieken toegepast zijn. Met Sapa RC System als partner.
De stad Esch-sur-Alzette had al een technisch lyceum. Maar dat was gehuisvest in een oud gebouw uit de jaren 30: het lyceum Victor Hugo vlak bij het stadscentrum. Sinds de oprichting was het al meer dan eens verbouwd. In de buurt lag geen enkel stuk grond meer dat gebruikt kon worden voor een uitbreiding van de school zonder buiten de kadastrale grenzen te treden. Bovendien stelden er zich ook heel wat technische problemen in het gebouw: waterdichtheid, isolatie, enz. Tevens was er nood aan een grotere oppervlakte zodat de Luxemburgse overheid besloot om een volledig nieuw gebouw op te trekken op een ander terrein. De regering maakte hiervoor een budget vrij van 64,8 miljoen euro. Een ambitieus project met een oppervlakte van 31.000 m2 en een volume van 190.000 m2 dat plaats biedt aan 1.300 leerlingen. Een avontuur dat u nu samen met Konstruktief zal ontdekken. Gevestigd langs een expresweg Het bouwterrein is niet zo eenvoudig te beheren: het wordt langs drie zijden begrensd door wegen, waaronder een stuk van de expresweg die Esch met de stad Luxemburg verbindt. Langs de vierde zijde staat een gebouw waarmee het project verbonden zal worden: het CNFPC –
Nationaal Centrum voor de Voortgezette Beroepsopleiding. Eén vleugel van dit gebouw huisvest al enkele technische ateliers. Het zal met de nieuwbouw verbonden worden via een buitenruimte waar een weg door loopt en die overdekt zal worden met een afdak zodat de leerlingen deze kunnen gebruiken om van het ene gebouw naar het andere te gaan. De gekozen optie is radicaal: een lange ruimte van 275 meter, bestaande uit 5 blokken met 4 niveaus over een breedte van 21 meter die vooral de leslokalen (1e verdieping) en de ateliers (2e en 3e verdieping) zal huisvesten. Het lange ‘onderwijsblok’ ligt, logischerwijs, langs de rustigste weg. Om de geluidsproblemen met zo weinig mogelijk kosten te kunnen beheren, stellen de ontwerpers voor om aan de kant van de expresweg een talud te creëren. Ook de sport- en ontspanningszones zullen langs deze kant ingeplant worden. Het gebouw heeft een hedendaagse look, zonder enige toegeving. Er is gekozen voor eenvoudige vormen en ruwe materialen. De bekleding bestaat hoofdzakelijk uit pleisterwerk op de isolatie, een techniek die bijzonder populair is in Luxemburg waar de baksteen niet zo belangrijk is als in België. Ook over het materiaal van de ramen waren de architec-
69
ten en de bouwheren het al snel eens: aluminium, zowel voor de gordijnwanden op het gelijkvloers als voor de ramen op de verdiepingen. ‘Voor een openbaar gebouw is aluminium een evidente keuze’, vertelt Denis Rosolen, architect bij BENG. ‘Zowel qua onderhoud als qua gebruik. En bovendien past dit materiaal ook goed bij de hedendaagse look die we gekozen hebben.’ Zodoende raakte Sapa RC System betrokken bij dit niet in het minst onbelangrijke project. Welomschreven functies. Het gebouw werd onderverdeeld in 3 zones overeenkomstig de verschillende activiteitsdomeinen. De eerste zone is de onderwijszone. Deze bevindt zich in wat we het stadsgedeelte van het lyceum kunnen noemen, het lange gebouw. Op de eerste verdieping bevinden zich de gewone lokalen, op de andere verdiepingen de specifieke lokalen zoals ateliers, labo’s, enz. Tussen de 5 blokken, die samen de totaliteit van het complex vormen, staat om de
_
_
q
g
actua
Casestudy: Technisch Lyceum van Esch-sur-Alzette – Luxemburg 45 meter een trappenhuis. Aan de kant van het binnenplein werd een patio met planten voorzien. Aan de straatkant bevindt zich de trap die baadt in het licht dankzij een hellende gordijnwand. De tweede zone is de gemeenschappelijke ruimte die zich op het gelijkvloers bevindt en als het ware het hart vormt van het gebouw. Alles is er transparant, heeft een drempeloos karakter. Architect Rosolen omschrijft deze zone als een ‘overdekt stadsplein’. Immers, een grote patio (90 x 45 x 8 meter), helder verlicht door meerdere lantaarns, doet dienst als overdekte speelplaats. De vloer in schist en de muren in ruw beton zorgen ervoor dat deze zone pure schoonheid uitstraalt, bijkomend versterkt door elegante geluidspanelen en een overvloedige lichtinval van bovenaf.
Deze ruimte bepaalt ook de indeling van de andere activiteiten op het gelijkvloers: het restaurant (600 personen), de conciërgewoning, de administratie, de opslagruimte, de onderhoudsruimte, de polyvalente zaal (feesten, examens, congressen) en het sportblok. De derde zone, tenslotte, is het sportgedeelte. Deze zone omvat een grote sporthal die in drie delen kan opgesplitst worden: een iets kleinere hal, een multifunctionele verdieping (tafeltennis, judo, krachttraining, dansen) en een uitgestrekt outdoor voetbalveld. Dit laatste ligt vlak naast de terrassen waar het bij mooi weer aangenaam zitten is. Een klassieke structuur met een uitzonderlijk kader Laten we het dan nu even hebben over de eigenlijke constructie. Het gebouw heeft een klassieke struc-
70
tuur in beton, met zuilen, balken en tegels, ter plaatse gegoten. Echter kende het project een groot probleem qua stabiliteit omwille van de aard van het terrein dat uit een schistmergellaag bestond. Het gebouw steunt dan ook op 480 palen met een diameter van 90 cm die 8 tot 10 meter diep zitten. Omwille van esthetische redenen kregen alle platte daken die vanuit de klassen zichtbaar zijn, een groene kleur. De vereisten op het gebied van thermische isolatie lagen zeer hoog. Dit verklaart waarom de architecten voor de voorgevel gekozen hebben voor 14 cm dikke rotswolpanelen. Op het dak ligt schuimglas van 18 cm dik. Gezien de gebruikte hoeveelheden verzekert de architect dat de prijs voor dit materiaal, dat de naam heeft duur te zijn, toch binnen de perken blijft.
_
_
q
g
Een dynamische en moderne constructie, gekenmerkt door een strak lijnenspel. Hellende ramen verminderen de kans op weerspiegeling.
Ook voor het buitenschrijnwerk werden hoge eisen gesteld: een profiel met 3 kamers behorende tot RMG 1.0 volgens DIN 4108 met een k-coëfficiënt van max. 2 W/m2K (Uf = 2,2 W/m2K volgens de nieuwe norm EN ISO 10077-2). Deze technische oplossing beantwoordde aan de wensen van de ontwerpers en betekende dat Sapa RC System haar optimaal isolerend profielgamma kon toepassen, voorzien van brede isolatiestrips, een iets dikkere tubulaire middendichting evenals aangepaste en betere beglazingsrubbers. Samengevat kunnen we stellen dat het buitenschrijnwerk van het gebouw iets bijzonders is. Met Sapa RC System als bevoorrechte partner Het lot ‘schrijnwerk’ kunnen we onderverdelen in drie groepen: de traditionele ramen, de gordijnge-
vel op het gelijkvloers en de wanden in profielglas van de sporthal. Dit deel van de werken werd toevertrouwd aan de constructeur uit de plaatselijke regio, Jos Mieszala, in tijdelijke vereniging met de constructeur Design Métal uit de regio van Luik. Het contract betreft de fabricage en plaatsing van een totale glasoppervlakte van meer dan 6.300 m2 voor een bedrag van 3.362.000 euro. Er werden 3.300 vierkante meter traditionele ramen geplaatst. De beglazing heeft een k-waarde van 1,1 W/m2K, het volledige glas/raamwerk een maximale totale Kf-waarde van 1,3 W/m2K. (Uw = 1,5 W/m2K volgens de nieuwe norm EN ISO 10077-2). Bovendien wilden de architecten glas met een geringe emissiecoëfficiënt. Via een openbare aanbestedingsprocedure werd tenslotte gekozen voor het profielsysteem
71
Excellence 75 van Sapa RC System. De ontwerpers en de leverancier stellen een geheel van modulaire ramen voor met een doorlopend aanzicht, waarvan het grootste deel bestemd is als klaslokalen. De firma Jos Mieszala uit Ehlerange heeft zich naast het werfbeheer ook vooral beziggehouden met de plaatsing van de ramen; daarvoor werd een systeem uitgewerkt waarbij eenvoudige elementen bestaande uit drie ramen in serie werden gefabriceerd. Elk modulair element werd vervolgens afzonderlijk op de werf ineengezet met behulp van verbindingsrubbers die een dubbele werking hebben: het waterdicht maken van het geheel en het opvangen van de eventuele uitzetting. Dankzij deze werkmethode konden de fabricatie- en montagekosten aanzienlijk beperkt worden.
_
_
q
g
actua
Voor deze hoge school met een uitmuntende faam heeft Sapa RC System het antwoord geboden op een veeleisende vraag: Aluminium ramen die zowel op economisch als op technisch vlak zeer goed scoren.
Aan de buitenkant werden deze raampartijen aangevuld met metalen zonneblinden. Een omvangrijke constructie voor een klaslokaal misschien maar bedoeld om zowel de opwarming in de zomer te beperken als om de klas te verduisteren voor projectiedoeleinden. De aannemer heeft gekozen voor buitenzonneblinden die volledig uit metaal zijn. Een opbergruimte hiervoor aan de buitenkant, in enkel glas, vult het geheel tenslotte aan en wordt gewoon aan de gevel bevestigd met behulp van stalen haken.
De globale samenstelling van alle verschillende onderdelen, ontworpen door de technische verantwoordelijken van constructeur Jos Mieszala, vormt een homogeen geheel. Het is een oppervlak gelijkwaardig aan een gordijngevel met dezelfde thermische eisen die geplaatst werd. De toepassing is het profiel Elegance 52 van Sapa RC System dat bestaat uit stijlen en regels van 52 mm breed. Ook het glasoppervlak is niet gering: 3 meter breed en 2 meter hoog. Een dergelijke constructie stelt
72
uiteraard grote statische eisen, die bijkomend versterkt worden door het gebruik van de ruimte (gelaagd glas) en het feit dat men rekening moet houden met een sterke windkracht. Het controlebureau eist immers dat bij de berekeningen rekening gehouden wordt met een windbelasting van 100 Pa voor het hele gebouw en raadt af om stalen versterkingen in de aluminium stijlen te integreren. Om te voldoen aan deze bijkomende eisen stelt Sapa RC System voor, met goedkeuring van haar partner Design Métal, om voor dit project een stijl op maat te laten maken met voldoende inertie zodat hij op zich, dus zonder stalen versteviging, kan weerstaan aan de belastingen van het gewicht van de ramen, de windbestendigheid, het doorknikken enz. én met een diepte die esthetisch verantwoord is. Deze keuze is achteraf verstandig gebleken, want de meerkost verbonden aan de creatie van een matrijs kon achteraf gerecupereerd worden dankzij de eenvoudige plaatsing. Zowel voor de traditionele ramen als voor de gordijngevels heeft Sapa RC System, in samenwerking met haar partners-gevelbouwers, kunnen voldoen aan de verwachtingen van de klant. Ongetwijfeld ook omdat de firma als bijkomende troef heeft dat ze het opzet van de architecten onmiddellijk begrijpt en hun verwachtingen ook nakomt. NB: om te kunnen voldoen aan de marktevolutie en aan de steeds veeleisender thermische vereisten werd de reeks Excellence 75 SI
_
_
q
g
Casestudy: Technisch Lyceum van Esch-sur-Alzette – Luxemburg (super insulated) ontworpen die overeenkomt met de nieuwe normen EN ISO 10077-2 met een isolatiewaarder Uf van 1,6 W/m2K. In diezelfde context is de ontwikkeling van een superisolerende vliesgevel, Elegance 52 SI, één van de prioriteiten van de afdeling R&D. Een internationaal bureau In het kantoor in de stad Esch legt Denis Rosolen ons uit waar de naam van het architectenbureau, BENG, vandaan komt. ‘We hebben gewoon de eerste letter van de familienaam van de vennoten genomen: Marco Bidaine, Nico Engel, Yves Noury, Albert Goedert. Er werken hier vijfendertig personen
die van overal komen: Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, België en ook enkele andere, meer exotische landen. Wij werken ook buiten de Luxemburgse grenzen, vooral in Frankrijk. In België hebben wij dan weer een bijkantoor, namelijk R2D2.’ Het mag duidelijk zijn dat deze jonge professionals de nodige ambitie hebben. En ook talent, wat duidelijk tot uiting komt in hun realisaties. Aan de muur van de vergaderzaal hangt een paneel van een project. ‘Dit is een werf die momenteel loopt’, vertelt de architect ons, ‘namelijk het Sociaalcultureel Centrum van LuxemburgStad. Dit project hebben we binnengehaald via een wedstrijd.’ De activiteiten van Beng stoppen niet bij
73
het technisch lyceum. Nieuwe en andere kwaliteitsprojecten volgen. Een goede zaak voor de Luxemburgse architectuur.
Architectenbureau BENG Rue Emile Mayrisch, 75 4240 Esch-sur-Alzette Groot-Hertogdom Luxemburg T: + 352 54 94 30 F: + 352 54 94 33 E-mail:
[email protected] Clément Lentz Rue du château, 51 5374 Munsbach Groot-Hertogdom Luxemburg T: + 352 35 95 86 F: + 352 35 76 41 E-mail:
[email protected]
_
_
q
g
Het 'Europacollege' in hartje Brugge, is een even boeiende als complexe combinatie van restauratie, renovatie en nieuwbouw.
Michel Van Langenhove Tekst: eduard coddé
Uitdaging en afwisseling Architect Michel Van Langenhove ziet architectuur als een zeer breed spectrum en beschouwt elke opdracht als een uitdaging. Hij houdt van afwisseling in zijn architectuurbeleving, met renovatie als een vaste waarde in zijn portfolio.
_
_
q
g
Stimulerende kracht Toen Michel Van Langenhove in 1983 als afgestudeerd architect de schoolpoorten achter zich liet, kronkelde zijn carrièrepad via de obligate stage naar een tweejarig zelfstandig bestaan om vervolgens onder de vleugels van ‘SPARO’ verder te lopen en drieënhalf jaar later terug te meanderen naar de zelfstandigheid. Eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling om op eigen houtje de toekomst tegemoet te gaan, maar sommige zaken laten zich nu eenmaal niet voorspellen… Voorafgaand aan die grote stap volgde hij nog een postgraduaat ‘Monumenten & Landschappen’ te Antwerpen. Zijn diepgewortelde interesse in architectuur spreekt ook uit zijn engagement in de VZW ‘Archipel’, een vereniging van en voor architecten, met WestVlaamse roots, die al sinds de
tachtiger jaren bloeit. De vereniging kiest voor een culturele benadering van het begrip architectuur in zijn volle breedte en diepte. Diverse lezingen, historische en stedenbouwkundige onderwerpen, een jaarlijkse architectuurreis stofferen de agenda van deze vereniging waarin Michel Van Langenhove een bestuursfunctie waarneemt. Hij is ondermeer begaan met het stimuleren van jonge architecten en wil hen via de vereniging een interessant ontmoetingsplatform bieden. Zijn ervaring als architect is zeer uiteenlopend, maar opvallend is wel hoe ‘sociale huisvesting’ als een rode draad door zijn carrière loopt. ‘Dat type projecten vormde voor mij een interessante uitweg op het traditionele parcours van de eengezinswoningen, een segment dat toch alsmaar meer onder druk komt te staan,’ verduidelijkt onze gastheer.
Evolutieleer In 1995 nam Michel Van Langenhove een flink ‘gewicht’ dossiers over van architect Eugène Van Assche. Het waren stuk voor stuk grote projecten met o.a. een woon- & zorgcentrum, sociale woningen en het megaproject ‘Europacollege’ waarover verder meer. Hieruit volgde een snelle groei tot ‘architectenbureau’ met zes mensen. ‘Met dergelijke grote en complexe dossiers is men sterk onderhevig aan een wisselende workload,’ merkt de architect op. ‘Vooral de dossiers waarvoor subsidies moeten losgeweekt worden zijn heel arbeidsintensief tijdens de voorbereidende fase – voorstellen maken, veel rekenwerk, herzieningen… – terwijl dan vaak een langere pauze van afwachten volgt,’ verduidelijkt hij. Vandaag is de personeelsbezetting gestabiliseerd op vier medewerkers.
Bij het bepalen van de te verwerken profielen voor het schrijnwerk, gaat de architect bij voorkeur uit van de toepassing.
75
_
_
q
g
De ramen in de te behouden gebouwen boden een soort staalkaart van wat er de voorbije vier eeuwen zoal verwerkt werd. De architect opteerde bij de renovatie voor modern en discreet schrijnwerk met aluminium profielen van Sapa RC System.
architectuur
Michel Van Langenhove Michel Van Langenhove heeft veel ervaring opgedaan met renovatieprojecten (vb. Molens De Wulf) en geniet veel vertrouwen bij de opdrachtgevers uit de publieke sector. Balanceren tussen ideaalbeeld en realiteit Michel Van Langenhove stelt vast dat de bouwheer – in het bijzonder de particuliere – vandaag veelal komt aankloppen met een ideaalbeeld dat ver boven het beschikbare budget zweeft. Als architect dient men dan ook in eerste instantie realiteitszin bij te brengen. Dat betekent veelal dat de creatieve ontwerpwaarde ‘sneuvelt’ of minstens inboet onder budgettaire druk. Een
ontwerp kan visueel overtuigen, zonder opdringerig te zijn, maar finaal bepaalt het beschikbare budget het uiteindelijke plan. ‘Daarin schuilt een zeker gevaar voor het vastroesten in beproefde gewoonten,’ merkt de architect zelfkritisch op. ‘Bovendien bestaat het selectiecriterium voor een bouwheer vandaag niet zozeer uit de geboden architectuur, dan wel uit degelijkheid en “zorgeloosheid” van de realisatie’, vult hij aan. Voor Michel Van Langenhove betekent een maquette een belangrijk ‘werktuig’ bij de vormgeving van zijn projecten. Maquettebouw ziet hij niet als ‘showstuk’ in functie van een presentatie aan de bouwheer, maar als een essentieel en functioneel
76
onderdeel van het creatieve proces. ‘Een maquette naar mijn visie laat toe te boetseren, te vervormen en te groeien tot een optimaal eindresultaat. Het gaat erom volumes en proporties te scheppen en in harmonie te brengen’, verduidelijkt onze gastheer. ‘Zoals ik momenteel maquettebouw hanteer, werkt dit voor mezelf nog altijd soepeler dan wat driedimensionale tekenprogramma’s op computer te bieden hebben’. Europacollege Dit project in hartje Brugge is een even boeiende als complexe combinatie van restauratie, renovatie en nieuwbouw, waarbij de afwezigheid van grote tijdsdruk op de realisatie haast bevreemdend overkomt.
_
_
q
g
B
B 1175
3240
Het weerhouden RC System profiel, Excellence 65 Reko, telt drie kamers en leent zich uitstekend voor dit renovatieproject met bouwwerken die dateren uit uiteenlopende perioden.
2065
Sluitpunt 20300-770 scharnierkit EUS025 Handgreep EUS032 basisset 20310 (sluitpunten)
1366
Doorsnede B-B 94-1004
94-2004 (E6V557)
94-2004 (E6V557)
94-1204 (E6T557)
94-2004 (E6V557)
94-2004 (E6V557)
94-1004
81,5 71,5 101,5
60
Alu L-profiel 20x10x2 mm
Alu L-profiel 20x10x2 mm 50
Alu L-profiel 20x40x2 mm
50
Alu L-profiel 20x40x2 mm
silicone
silicone
10 56,5
9,5
27
93
27
9,5
58
9,5
27
131
27
9,5
56,5 93
10 10
32,3 F A B R I C A T I E M A A T ( FM )
De ruim 5000 m2 tellende site van het voormalige Jezuïetencollege, meer bepaald tussen Boomgaardstraat en Verversdijk, ligt volledig ingesloten en omvat verschillende bouwwerken, daterend uit uiteenlopende perioden. Het oudste gebouw dateert uit 1607 en zit centraal in de site. Het deed dienst als schoolgebouw voor de Jezuïeten. Een tweede gebouw, gelegen aan de Verversdijk, dateert uit 1700 en deed dienst als klooster. Uit dezelfde periode stamt ook nog een brouwerij. Een aantal is geklasseerd, zodat restauratie aan de orde is, terwijl sommige in aanmerking komen voor renovatie en andere helemaal geen waarde hebben voor toekomstig hergebruik. Een gron-
dige eliminatie van al dan niet te bewaren gebouwen, was dan ook essentieel alvorens over te gaan tot de bepaling van het bouwprogramma. Het dossier voor dit indrukwekkende project werd in 1995 van architect Van Assche overgenomen. In de 50-er en 60-er jaren was hier het Atheneum gevestigd, later de middenschool. Na een periode van leegstand kocht het Europacollege de site in 1994. In eerste instantie dienden de plannen van de bouwheer te worden geëvalueerd en bijgestuurd om de vereiste functies te kunnen inpassen in de beschikbare site. Er moesten 12 leslokalen komen, 2 auditoria, de nodige IT-ondersteuning, een foyer/ontvangst-
77
ruimte, een ondergrondse fietsenstalling, enz. Over het dossier dienden zowel ‘Monumentenzorg’ als de ‘Stedenbouwkundige dienst Brugge’ hun akkoord te geven. Dat de site een archeologisch interessant terrein vormde, stond als een paal boven water op het ogenblik dat de planning werd aangevat. Rekening houdend met de archeologische opgravingen, werden de werken onderbroken. Er werden o.a. funderingen blootgelegd uit de 13de eeuw. Zeer waardevolle vondsten op het vlak van de verfproductie in de middeleeuwen, werden gedaan aan de Verversdijk, gezien de vroegere concentratie rond dit specifieke ambacht.
_
_
q
Michel Van Langenhove Doornstraat 330 8200 Sint-Andries-Brugge T: +32 (0)50 39 30 85 F: +32 (0)50 39 01 89
[email protected]
g
Meerfasige realisatie Nog voor met de werken kon worden gestart, moest werk gemaakt worden van de ontsluiting van de site en het verzekeren van een vlotte brandweertoegang. Het geklasseerde voormalige kloostergebouw aan de Verversdijk onderging in 1850 een ‘restyling’. Aan de straatzijde toont het een bepleisterde gevel, terwijl aan de binnenkant een baksteengevel zichtbaar is. Door de geschiedenis werd hier herhaald verbouwd, bleek na grondig onderzoek, wat de toelating voor een combinatie van renovatie en nieuwbouw op het terrein bespoedigde. De indeling van dit bouwwerk werd door architect Michel Van Langenhove grotendeels teruggebracht naar het oorspronkelijke plan. Hoewel de realisatie in verschillende fasen verloopt, is het project als één samenhangend geheel uitgetekend en kan bijgevolg ook niet gefaseerd in gebruik worden genomen. De uiteindelijke oplevering voor fase 1 is gepland tegen 2007. Profielkeuze De ramen in de te behouden gebouwen boden een soort staalkaart van wat er de voorbije vier eeuwen zoal verwerkt werd: middeleeuwse verhoudingen, kruismonelen, in lood gevat glas,… Foto’s en tekeningen uit het verleden bevestigden dit allegaartje. De architect opteerde voor een modern en discreet schrijnwerk met aluminium profielen van het merk RC System. De raamverdeling werd bepaald vanuit de gevelstructuur. Het weerhouden profiel, Excellence 65 Reko, met drie
78
kamers wordt door Sapa RC System aangeduid als ‘profiel voor staalraamrenovatie’ en leent zich uitstekend voor dit project. Het licht afgeschuind profiel geeft een visueel verslankend effect waardoor het mogelijk was om in Brugge aluminium buitenschrijnwerk toe te passen. Voor het Europacollege-project werd een natuurkleurige geanodiseerde afwerking gekozen. Boven de buitengevel aan de Verversdijk bevonden zich originele, uitstekende dakkapellen. Aan de binnenkant waren ze volledig verdwenen, al vertoonde het dak sporen van een vroegere aanwezigheid. Het is echter niet met zekerheid te achterhalen of ze oorspronkelijk ook werkelijk aanwezig waren. Het ontwerpteam opteerde voor een nieuwe aanpak met ingestoken dakkapellen, voorzien van gemotoriseerde ramen. ‘Bij het bepalen van de te verwerken profielen voor het schrijnwerk, ga ik bij voorkeur uit van de toepassing,’ verklaart onze gesprekspartner. ‘Dat leidt vaak tot een mix binnen één gebouw. Bij dit project komen verschillende profielen aan bod voor de ramen in de gevel, de kelder en de dakkapellen’. ‘Bij grote projecten vormt de ervaring van de architect een doorslaggevend gewicht voor de aanstelling van een bouwpartner’, besluit architect Michel Van Langenhove onze kennismaking. ‘De keuze voor een bepaald architect heeft slechts weinig te maken met het creatieve design of vernieuwing in het algemeen. Het is de inleving van de architect in de praktische gebruikservaring, die voor de bouwheer primeert!’.
_
_
q
g
Excellence 65 Reko
Voor de renovatie van het gebouw B van het Europacollege te Brugge kozen architect en bouwheer voor aluminium renovatieprofielen van Sapa RC System. Het thermisch onderbroken driekamersysteem Excellence 65 is immers verkrijgbaar in verschillende designs waaronder 'Reko' dat hier toegepast werd. De vormgeving van deze profielen zorgt immers voor een zeer fijne en slanke belijning waardoor de vroegere stalen ramen als het ware herrijzen en dus perfect passen in dit voornaam renovatieproject! De Reko uitvoering is tevens verkrijgbaar in de superisolerende driekamerserie Excellence 75 SI. Excellence 65: 2,2 ≤ Uf ≤ 2,7 W/m2K (EN ISO 10077-2) Excellence 75 SI: 1,6 ≤ Uf <= 2,1 W/m2K
79
_
_
q
g
De loftidee Loftproject Zuidervaartje
De staalstructuur van de daken werd zoveel mogelijk bewaard en gerestaureerd. Dit ligt helemaal in de filosofie van Lucht om de industriële gebouwen zoveel mogelijk te vrijwaren.
De twee drijvende krachten achter projectontwikkelaar nv Lucht zijn Koen De Vaere en Ben Broes. De naam Lucht voor hun bedrijf is op zijn zachtst gezegd controversieel, ‘maar ook sterk en betekenisvol,’ geven de twee zaakvoerders aan. ‘Lofts worden geassocieerd met luchtige ruimtes. Qua betekenis zit de naam dus goed. Bovendien zal hij bij iedereen blijven hangen, zonder dat we daar een dure marketingcampagne achter moeten steken.’ De twee zaakvoerders van Lucht
vonden elkaar in het bouwmetier. Koen had al enkele jaren ervaring als zelfstandig aannemer met een sterke specialisatie in de renovatiebranche en realiseerde op eigen houtje al een viertal loftprojecten in Brugge. Ben van zijn kant klopte al enkele jaren als projectleider bij aannemer De Coene Construct – Heijmans. De gezamenlijke ervaring in het vak en de voorliefde voor industriële gebouwen, bracht de twee uiteindelijk samen voor de reali-
satie van Loftproject Zuidervaartje. De filosofie voor dit project is dezelfde als deze die Koen hanteerde in zijn vier voorgaande projecten. Voor het ombouwen van de industriële gebouwen naar hun residentiële functie, wordt gestreefd naar een maximaal behoud van het industriële karakter van het gebouw en zijn specifieke eigenschappen. Ben Broes motiveert deze visie als volgt: ‘Het industriële karakter van het gebouw staat centraal in de herbestemming.
_
_
q
g
heruitgevonden Wie aan lofts denkt, roept daarbij onlosmakelijk beelden op van oude industriële gebouwen in grootsteden als New York, Londen of Parijs, die een hippe residentiële herbestemming kregen. De loftidee is echter al wijder verspreid. Na de grote Belgische steden als Brussel, Antwerpen en Luik vinden de loftprojecten ook meer en meer ingang in onze provinciesteden. Doorgaans worden de voormalige industriële gloriën aangepast om te voldoen aan onze woonbehoeften. In Brugge echter hanteert projectontwikkelaar Lucht de omgekeerde visie in de ontwikkeling van haar Loftproject Zuidervaartje. Respect en harmonie met de industriële gebouwen staan daar centraal.
We proberen de bestaande architectuur zoveel mogelijk te respecteren. Alleen wanneer strikt noodzakelijk zullen we aan de externe eigenschappen van het gebouw wijzigingen aanbrengen. Dit is als het ware de basis voor de verdere inrichting van de lofts. We laten bijvoorbeeld niet snel toe dat er een raam wordt bijgemaakt of dichtgemetseld omdat
dit beter uitkomt voor de interieurinrichting van één van de lofts. We zijn er ons van bewust dat dit een weinig commerciële instelling is, maar als we deze projecten voor het maximale rendement realiseerden, dan zouden we ze plat gooien en er nieuwe gebouwen op zetten.’ De bescherming van het industriële karakter is zelfs opgenomen
in de notariële akte. Die bepaalt dat de eigenaar voor een ingrijpende aanpassing de toestemming moet krijgen van de medeeigenaars. Buikgevoel Voor de realisatie van Loftproject Zuidervaartje lieten Koen en Ben hun ogen vallen op enkele indus-
_
_
q
g
De woning van Ben Broes is een toonbeeld van de loftidee: maximale openheid voor de leefruimten
Het klassieke woonconcept op z’n kop: een centrale trap leidt naar de verdieping met de leefruimten. Op het gelijkvloers zijn de bad- en slaapkamers gehuisvest.
constructie
nv Lucht triële loodsen langs de Damse Vaart Zuid. De gebouwen boden de ontwikkelaars onmiddellijk het juiste buikgevoel. ‘Ze waren “loftbaar”. De omgeving en de volumes van de gebouwen leenden zich heel goed voor de bouw van lofts. Dus zijn we ervoor gegaan.’ Op de site staan twee loodsen van 32 meter lang en 15 meter diep parallel met elkaar. Aan één van de kopse zijden sluiten ze aan op een kleiner 12 meter hoog gebouw. Dit vervult als het ware een poortfunctie voor de site aan de zijde van de Damse Vaart Zuid. De panden op de site hebben onderdak geboden aan verschillende activiteiten: een ijzergieterij, een voddenhandel, een isolatiefabriek en het kringloopcentrum ’t RAD. Tekenen van deze activiteiten zijn nog altijd zichtbaar in de gebouwenstructuren. Het gebouw van de ijzergieterij differentieert zich bijvoorbeeld met zijn 11 meter hoge nok tegen-
over de andere gebouwen met hun nokhoogte van bijna 9 meter. Ook de spantenstructuren – opmerkelijke houten spanten voor de ijzergieterij en metalen spanten voor de loodsen – zijn zoveel mogelijk bewaard en gerestaureerd. Voor het renovatieontwerp trok de projectontwikkelaar architectenbureau Govaert & Vanhoutte aan. Een bureau dat houdt van opmerkelijke architectuur. ‘Het ontwerp is eigenlijk het resultaat van een sterke synergie. We hebben zoveel mogelijk samen met architect Damiaan Vanhoutte aan tafel gezeten om het project uit te tekenen en te zoeken naar oplossingen. Uitgangspunt in het ontwerp was het maximale behoud van de waardevolle delen. De gebouwtjes rond de loodsen met weinig kwaliteiten hebben we gesloopt om de nodige ruimte te creëren,’ geeft Ben Broes aan. Eerbiedig verbouwen De structuren van de loodsen
82
werden integraal bewaard. Alleen in de oostgevel werden twee grote raampartijen gecreëerd om voldoende licht in de loften te trekken. Aan de westzijde werd een bandraam ingewerkt onder een deel van het dak. Dit om het monotone karakter van de 32 meter lange gevel te breken. Vanuit dezelfde optiek werd halfweg de westgevel een terugspringend terras gebouwd. Naast het inbrengen van de raampartijen, werden de gevels verder opgefrist en speelser gemaakt door ze te kaleien. Dit op basis van een kleurenstudie die een palet van neutrale zandkleuren voorschrijft. Opvallend hierbij is dat op plaatsen waar twee gevelvlakken zichtbaar zijn, telkens een andere kleur wordt gebruikt. Vooral op de hoeken geeft dit sterke kleurcontrasten. Naast de gevels werden ook de daken grondig aangepakt. De spanten in de twee parallelle loodsen bestaan uit volle metalen sta-
_
_
q
g
De gevelkleuren werden bepaald op basis van een kleurstudie. Hierin werd zoveel mogelijk met verschillende kleurvlakken gewerkt om het monotone karakter van de lange gevels te breken.
ven die 15 meter overspannen. Koen De Vaere hierover: ‘In de meeste knooppunten zijn de staven zonder koppelplaten aan elkaar geklonken De staven worden alleen in het midden van de spanten met mooie gietijzeren koppelstukken verbonden. Het is trouwens merkwaardig dat tijdens de bouw van deze loods in 1929 nog volle metalen staven werden gebruikt. De techniek van lichtere L-profielen met koppelplaten was toen al gangbaar. Gezien de waarde van deze dakstructuur hebben we deze zoveel mogelijk gerestaureerd en bewaard. Het overige deel kreeg een nieuwe staalstructuur.’’ De staalstructuur werd bekroond met sandwichpanelen die op hun beurt zijn afgewerkt met gelakte staalplaten. De nokken werden naar analogie met vroeger uitgevoerd in glas, zo valt er voldoende natuurlijk licht in de lofts binnen. Minimaal ontwerpen In de twee gerenoveerde loodsen
werden 8,50 meter hoge wanden opgetrokken om de opdeling in de 16 lofts te maken. ‘Voor deze opdeling zijn we uitgegaan van een vloeroppervlakte van 125 m2 op de grond voor iedere loft. In principe mag je deze oppervlakte met 200% vermenigvuldigen omdat de lofts in de hoogte verder ingevuld kunnen worden. Het merendeel van eigenaars heeft z’n loft ook zo opgevat. Naast deze opdeling van de lofts hebben we intern niets gedaan aan het gebouw. De lofts zijn casco verkocht en voor de potentiële koper was dit heel duidelijk: what you see is what you get. We hebben ook bewust geen afwerkingen aangeboden. Zo heeft de koper de vrijheid om het geheel af te werken zoals hij zelf wilt. Dat is volgens ons ook het geheim van een succesvol loftproject: ontwerp zo min mogelijk, laat die ontwerpruimte aan de kopers. Bovendien leggen we de koper op deze manier ook geen budgettaire verplichtingen op,’ verduidelijkt Koen De Vaere de opvatting.
83
Flexibiliteit als troef Voor de bouw van de scheidingswanden ging de projectontwikkelaar aanvankelijk uit van snelbouw. Aannemer Vamogill maakte echter een variante met cellenbeton in zijn offerte en die bleek prijsgunstiger uit te vallen dan het werken met snelbouw. ‘Bovendien had ik als aannemer ook al veelvuldig met cellenbeton gewerkt,’ motiveert Koen De Vaere. ‘Ik kende dus de voordelen van het materiaal. We hebben dan ook niet lang moeten nadenken over dit alternatieve voorstel. Het gebruik van cellenbeton maakte overigens ook een verschil in de fundering. Vooral in bestaande gebouwen is het aangewezen om zo licht mogelijk te bouwen. Op die manier heb je minder risico op zettingen. En als je er verder over nadenkt. Ook het bijwerken van de hoeken en kantjes in de nok van het dak zou niet zo vlot verlopen zijn met de traditionele snelbouwblokken.’ Voor Vamogill was het alternatie-
_
_
q
g
constructie
Aannemer Vamogill stelde in zijn offerte een variant met cellenbeton voor. Het resultaat is een loftproject waarin alle nieuwe muren in cellenbeton zijn uitgevoerd.
ve voorstel met Ytong vanzelfsprekend. De vennootschap uit Zedelgem werkt de laatste jaren bijna uitsluitend met cellenbeton. Toen Harry van Moeseke en z’n echtgenote Marianne enkele jaren geleden als zelfstandig aannemer begonnen was hun eerste opdracht toevallig een project in cellenbeton. ‘Dat is ons toen goed bevallen. En sindsdien hebben we nagenoeg altijd in Ytong gewerkt. Aanvankelijk vooral woningbouw. Tegenwoordig werken we vaak voor hoofdaannemers in de industriebouw, concreet voor de bouw van de muren van de kantoren in Ytong. Daarnaast komen ook meer en meer residentiële complexen op de referentielijst voor. Loftproject Zuidervaartje is een mooi voorbeeld van dergelijke projecten. Momenteel is Vamogill ook in Blankenberge gestart met de bouw van een appar-
84
_
_
q
g
Het gebruik van cellenbeton maakt een enorm verschil voor de fundering. De muren in dit lichte materiaal zijn hier tot 12 meter hoog, zonder de draagstructuur extra te belasten.
nv Lucht tementenblok in cellenbeton.’ Toch is Vamogill een familiebedrijf gebleven. De firma is het laatste jaar wel doorgegroeid tot 4 personen. Naast Harry en echtgenote Marianne zijn ook de zoon en een neef mee in de zaak gestapt. Met die beperkte structuur blijft Vamogill uiterst flexibel. Een voordeel dat ook door projectontwikkelaar Lucht werd gewaardeerd. ‘We hebben niet alle lofts in één keer uitgevoerd. Naast het kwalitatieve werken, was de flexibiliteit van Vamogill om hier op in te spelen voor ons een grote sterkte,’ aldus Ben Broes. Buitengebied Naast het maximaal bewaren van het industriële karakter van de gebouwen, besteedden Koen en Ben ook doorgedreven aandacht
aan de inrichting van het buitengebied rond de 16 lofts. Op de vrijgekomen ruimte door de sloop van de minder kwalitatieve gebouwtjes, werden 30 parkeerplaatsen gerealiseerd, deels in de vorm van carports, deels in de vorm van gesloten garageboxen. In de garagepoorten werd een uitsnijding gemaakt met de naam van het woonproject. Deze letters geven een kleurrijke touch aan het geheel. Net buiten de beschuttende muren en boomaanplantingen rond het project deden Koen en Ben nog één ingrijpende aanpassing: de plaatsing van een brug over het Zuidervaartje. ‘De toegang tot het project gebeurde aanvankelijk langs de Damse Vaart Zuid. Maar die was hier te smal, waardoor je een zware indruk kreeg. Aan de achterzijde van het project was wel ruimte om een luchtige
85
entree te maken. Alleen moesten we daartoe een brug over het Zuidervaartje aanleggen. De inbreng van het nieuwe element druist wel in tegen onze filosofie, maar de waarde voor het project was te groot om dit niet door te voeren,’ besluit Ben Broes. Lucht NV Damse Vaart 26, 8310 St-Kruis (Brugge) T: 050/33 56 24 F: 050/33 56 24
[email protected] www.luchtnv.be Vamogill Snellegemsestraat 39d 8210 Zedelgem T: 050/20 00 79 F: 050/20 00 79
_
_
q
g
Architectuur, kinesitherapie en jachtgeweren Architectenbureau Bernard Vandenbroucke en Dominique Reul tekst: marc covet Twee projecten met een moeilijk programma rezen recent uit de grond dankzij het talent van een jong Luiks bureau. Hun belangrijkste wapen: cellenbeton.
We worden door de architecten opgewacht te Hermée, niet ver van Luik. De omgeving oogt rustig, een verkaveling waar ze zich op het gelijkvloers van een recent gebouwde villa hebben gevestigd. Sinds 1996 lopen de professionele wegen van Dominique Reul en Bernard Vandenbroucke samen. Lionel Saccasyn en Sylvie Ljubicic sloten zich aan om een hecht en efficiënt team te vormen. ‘We werken zowel voor privé-bouwprojecten als voor sociale woningbouw’, verhaalt architect Vandenbroucke.
‘Dat betekent een niet onaardig aantal woningen, appartementen en ook villa’s. Daarnaast hebben we een reeks industriële projecten gerealiseerd, zoals hallen en commerciële panden. We werken regelmatig met Ytong en dat zowel met blokken als met platen’. We nemen u graag mee voor een kennismaking met enkele realisaties van deze jonge ambitieuze ontwerpers. Besparen met industriële elementen In de woning Tossings werden op
86
grote schaal Ytong-producten verwerkt. Samen met andere industriële processen, heeft cellenbeton als vanzelf zijn plaats gevonden. ‘De klant had behoefte aan heel veel ruimte voor zijn kinesitherapiepraktijk’, licht de architect toe. ‘Er moest een onnoemelijk aantal toestellen worden ondergebracht, zoals men die ook in sportzalen aantreft. Ook de persoonlijke woning moest in het geheel worden ingetekend, terwijl het budget zeer strikt beperkt was. Daardoor werden we genoodzaakt een alternatieve oplossing te zoeken, waarmee een groot volume tegen minimale kostprijs haalbaar werd. Dat bracht ons bij prijsvriendelijke, industriële oplossingen.’ Een derge-
_
_
q
g
Woning Tossings. Een stalen structuur gecombineerd met Ytong-blokken : een efficiënte en semiindustriële oplossing die toelaat economisch te bouwen.
lijke keuze vormt een ideale aanloop tot verdere invulling met Ytong. De architecten stelden voor om te vertrekken vanuit een stalen skelet, zoals dat ook voor industriële hallen wordt toegepast. Ze tekenden een regelmatige en eenvoudige vlakverdeling. Dankzij een repetitieve modulariteit, verkregen alle constructie-elementen dezelfde lengte, wat hielp om de kostprijs te drukken. Op de volle grond werd een vloerplaat uitgegoten met een zwart gepolierd oppervlak. Ingezaagde voegen wekken de illusie van een vloer met grote tegels. Voor het dak werden sandwichpanelen geplaatst, geïsoleerd met rotswol en een afwerking aan de binnenkant met vezelplaat (OSB; Oriented Strand Board). Als afdekking werden gelakte gegalvaniseerde staalplaten toegepast, waarvan het uitzicht lijkt op dat van zinkplaten, doch waarvan de
kostprijs heel wat gunstiger uitvalt. Dankzij de stalen structuur, kon zonder dure dragende tussenmuren worden gewerkt. De pleisterplaten die de tussenwanden vormen, moesten niet worden afgedicht. Het frame bestaat uit antracietkleurige kunststof. Het geheel van de hier toegepaste technieken garandeert een zeer gunstige bouwprijs per vierkante meter. Bovendien sluit het soms ruwe uitzicht van sommige elementen aan bij de wensen van de opdrachtgevers.
87
Ytong voor een snelle ingebruikname Ytong past uitstekend in de benadering van de ontwerpers. ‘Het lag in onze bedoeling om het budget op alle vlakken te beperken’, lichten zij toe. ‘Dat kon o.a. door zo snel mogelijk te bouwen, wat het aantal werkuren zou beperken. Door te kiezen voor Ytong-blokken, werd zonder toevoeging van bijkomend isolatiemateriaal de isolatiefactor U gehaald, zoals die wordt opgelegd door de Waalse regio. Een gevelsteen was evenmin nodig en we kozen voor een pleisterafwerking.’ Aanvankelijk hadden de architecten een gespoten kwartsbepleistering voorgesteld, genre Ytofin. Uiteindelijk heeft de werfleider geopteerd voor een traditionele oplossing met een minerale sierpleister. Hoe ziet de binnenindeling eruit? Het professionele en privé-gedeelte zijn elk voorzien van een eigen ingang. De kinesitherapiepraktijk beslaat 64 m2. Naast de hoofdzaal zijn kleinere vertrekken gegroepeerd, ieder met een specifieke functie: stressbehandeling, massage- en kleedkamer. Via deze laatste is een verbinding tussen beroeps- en woongedeelte tot stand gebracht. De woning, uitgewerkt op de verdieping, wordt
architectuur
_
_
q
g
Architectenbureau Bernard Vandenbroucke en Dominique Reul bereikt langs een overloop boven de garage. Tussen de praktijk en de garage zit de hal met een precies op de aslijn van het gebouw gecentreerde gegalvaniseerde stalen trap. Op het grondplan wordt duidelijk dat deze in 3 delen opklimt en slechts heel weinig plaats opeist. De privé-woning beslaat de volledige verdieping en ligt efficiënt gescheiden van het beroepsgedeelte. De stalen portieken laten toe heel wat open ruimte te creëren, een voordeel door de architecten voluit benut. De balken bleven zichtbaar en maken deel uit van de aankleding van de ruimte. Living, keuken en eetkamer zijn heel erg open en vloeien in elkaar over. Gedeeltelijk bevindt men zich hier onder de dakhelling en bandvormige ven-
sters zorgen voor een vrij uitzicht. Voor de living is een ruim terras aangelegd. Een nachthal zorgt voor de scheiding van de slaap- en badkamers aan de andere kant van de verdieping. De woning biedt in verhouding tot het gunstige budget en de bebouwde oppervlakte heel wat luxe voor zowel beroeps- als privégebruik. Een wapenwinkel: moeilijk programma Nog een project van het bureau Vandenbroucke-Reul: een heuse wapenwinkel te Werbomont. Wees gerust, hier verkoopt men geen ‘riot guns’ of landmijnen, maar wel degelijke jachtgeweren. Het gaat hier om een moeilijk bouwprogramma waarbij geluid, veiligheid en verluchting de
88
opdracht niet vergemakkelijkten. Het verkrijgen van de bouwtoelating was een moeilijke opgave en het aantal te respecteren normen haast niet te tellen… Het gebouw ligt in een industriezone, verwijderd van elke bewoning, wat beslist een voordeel opleverde voor het bemachtigen van de noodzakelijke vergunningen. Het project kent een dubbel bouwprogramma. Op het gelijkvloers is de eigenlijke handel gevestigd, een prachtig aangeklede winkel. De toegang wordt aangewezen door een portiek, die de soberheid van de industriële gevel doorbreekt. In de kelder merken we twee ingerichte schietstanden voor het afstellen van de wapens. De eerste omvat een 50 meter lange gang, met op het einde een vast aangebrachte schietschijf.
_
_
q
g
Foto’s 1 en 2. Woning Tossings te Liers
Foto’s 3, 4 en 5. Wapenhandel Pletsers te Werbomont. De Ytong-platen voldoen perfect aan de strenge eisen. Buiten het gebouw hoort men weinig van de schietoefeningen op de kelderverdieping.
De tweede, bestemd voor het schieten op ‘lopend wild’, bestaat uit een ruimte met trapeziumvormig grondvlak voorzien van twee opeenvolgende bewegende schietschijven. De schietoefeningen zijn uitsluitend bedoeld voor het afstellen van de wapens. Bijgevolg is het oorverdovende lawaai niet van permanente aard, dit met de winkel hier juist boven… In de fabriek bepleisterde platen ‘De weerhouden oplossing vormt eigenlijk een compromis, want de akoestische studie vereiste nog meer’, verklaart Bernard Vandenbroucke. De vloeren bestaan uit 20 cm dikke welfsels met daarop een akoestisch dempend paneel. Hierop bevindt zich een parketvloer, gesteund door balken met daartussen rotswol. De structuur
van het gebouw is vervaardigd uit houten balken (gelijmde lamellen) en kolommen uit gewapend beton. Zowel verticale wanden als het platte dak werden opgebouwd uit industriële Ytong-panelen. Het skelet bezit heel specifiek ijzerwerk. Omwille van de veiligheid is zowat alles uniek. ‘Op het gelijkvloers waar de wapens opgeslagen liggen, treffen we gepantserde deuren aan. Hierboven ligt een betonnen vloer zodat een echte bunker ontstaat’. Alweer deden de architecten van het bureau Vandenbroucke en Reul beroep op Ytong-bouwmaterialen. ‘We hadden nood aan thermisch comfort en een snelle, industriële verwerking’, stelt Bernard Vandenbroucke. ‘De Ytong-platen combineren beide eigenschappen.’ Voor de afwerking van de buiten-
89
muren kozen de ontwerpers ‘Ytofin’, een gespoten bepleistering op basis van kwarts. De Ytong-platen worden in de fabriek van de kwartslaag voorzien en volledig afgewerkt op de werf geleverd. Na montage dienen enkel de voegen nog te worden nabehandeld. Opnieuw wordt het kunnen van dit jonge bureau hier nadrukkelijk gedemonstreerd, dat in staat is om het even welk bouwprogramma in goede banen te leiden door toepassing van toptechnologie. Architectenbureau Bernard Vandenbroucke Dominique Reul Clos de la Chapelle au Bois 24 4680 Hermée T: 04/278 38 05 F: 04/278 38 05
[email protected]
_
_
q
g
Architecten: Créative Architecture – Fabrice Mirolo en Stéphane Legein Tekst: marc covet
Architecten die zichzelf in de etalage plaatsen, dat is op zijn minst ongewoon. Maar deze ontwerpers voelen zich net zo goed thuis in de architectuur als in de communicatie en dat gaan ze ons bewijzen.
Spa loopt over van charmes die zo typisch zijn voor ouderwetse stadjes. De thermen, de hotels uit de ‘belles époque’-periode en een rustige levensstijl in harmonie met de omliggende Ardennen. Het is hier dat Fabrice Mirolo en Stéphane Legein hun ‘etalage’ hebben neergepoot, zoals ze dat zelf zeggen. ‘Het was de bedoeling om uitdrukking te geven aan waar we mee bezig zijn’, verklaren ze. ‘Ons werk zichtbaar maken van op de straat, en dat terwijl we toch de deontologische code respecteren. We hebben deze fraaie woning gekocht, gerenoveerd en op de verdieping appartementen ondergebracht.’ Ze hebben er een prettige anekdote aan overgehouden: ‘Enkele dagen
nadat we hier onze intrek namen, gleed een briefje van een anonieme buur in onze brievenbus. Daarop stond een foto van het gebouw met felicitaties voor onze renovatie die, naar zijn mening, de straat een sympathiekere aanblik had gegeven. We weten nog altijd niet wie het is geweest…’ Alvast een uitstekend begin voor dit architectenduo, waarvoor het avontuur nog lang niet ten einde loopt. In volle expansie De activiteiten van ‘Créative Architecture’ nemen steeds bredere vormen aan: appartementsgebouwen, eengezinswoningen, industriebouw en openbare projecten. We vinden ook eenheden van appartementsgebouwen, zoals de ‘Universe place’ waarop we in een volgende Konstruktiefeditie terugkomen. Individuele woningen, als maatwerk voor particuliere bouwheren. Ook industriële bouwwerken, waaronder een niet gering aantal vestigingen
voor de supermarktketen Lidl. Daarnaast bestaan er ook nog meer ambitieuze projecten, leert ons Fabrice Mirolo: ‘Wij hebben geprobeerd om ons in te schrijven voor openbare aanbestedingen. Eerst in samenwerkingsverband, gezien de referenties in deze specialiteit doorslaggevend zijn om voet aan grond te krijgen. Zo werden we aangeduid voor de bouw van rusthuizen te Huy en later ook te Verviers, in opdracht van de MR Saint-Joseph en Sainte Elisabeth. Momenteel evolueert ons bureau zeer goed en kunnen we onze eigen referenties voorleggen. Zo hebben we een contract in de wacht gesleept voor de bouw van een school te Niveze, dit in opdracht voor de stad Spa. We gaan langzaam maar ononderbroken vooruit, wat ons niet belet om ook nog steeds kleinere projecten te aanvaarden.’ De ontwerpers zijn echter niet alleen ambitieus wanneer het erop aan komt hun orderportefeuille te laten aandikken. Ze
_
_
q
g
Winnend duo houden er ook van om kwaliteit te verdedigen als onderdeel van hun werk, evenals het opleggen van hun stijl. ‘Ons ding is het gebruik maken van het contrast tussen twee materialen’, verklaart Stéphane Legein. ‘Heel vaak combineren we cederhout met natuursteen. Houtskeletbouw is een techniek die ons ook erg ligt. Dat laat toe om 15 cm isolatie te plaatsen wat resulteert in een uitstekend isolerende wand.’ Maar hoe komen deze door hout gepassioneerde architecten in Konstruktief terecht? Architect Mirolo: ‘Cellenbeton benadert als hard bouwmateriaal het best de eigenschappen van hout. Allebei goed isolerend, vergemakkelijken ze het beheersen van koudebruggen.’ Onlangs bouwden ze een project met Ytong-blokken dat onze bijzondere aandacht trok. Laten we het samen ontdekken. Gebouwd tegenover een helling ‘Maison Gérard’ werd opgetrokken in Balmoral, een gemeente van Jalhay, op de hoogten boven Spa. Het terrein kent een bijzonder verloop: het daalt van aan de
weg naar beneden en vertoont een behoorlijke hellingshoek. Het probleem van de inplanting fascineerde onze architecten. Ze slaagden met brio, daarbij maximaal voordeel halend uit het schitterende zicht als gevolg van het hellende verloop van het terrein! De verwachtingen van de toekomstige bewoners vormden een niet mindere uitdaging. Het kinderloze echtpaar verkoos gelijkvloers te wonen, met een minimum aantal kamers. Bovendien opteerden zij voor een conciërgewoning onder de vorm van een aanpalend appartement met afzonderlijke ingang. De synthese van die wensenlijst was niet eenvoudig waar te maken. De architecten stelden voor om de niveauverschillen van het terrein te volgen en zich af te zetten tegen de helling. Onvermijdelijk zou daardoor een deel van de woning ingegraven zitten. Dat kwam echter goed van pas om er de sauna en hammam in onder te brengen. Een loopbrug zorgt voor aansluiting met de weg. Het vormt niet alleen een technische oplossing, maar tevens een ludiek teken.
91
Men betrachtte alle functies op hetzelfde niveau uit te zetten en het gebruik van trappen te vermijden. Een hal scheidt het nacht- en daggedeelte van de woning. Het volume dat woonkamer, keuken en eetkamer omvat, is volledig opengewerkt. Tegenover de living biedt een gigantische glaspartij een indrukwekkend landschap. Het terras kan langs alle kanten betreden worden. We vinden hier duidelijk het handelsmerk terug van het architectenbureau Créative Architecture: een geslaagde cocktail van expressie en inventiviteit, maar ook dragende wanden opgetrokken met Ytong-blokken. In alle opzichten een geslaagd project! De fusie van steen en hout, als thema In Creppe, trekt een andere creatie van de architecten Mirolo en Legein onze aandacht. Het vertegenwoordigt een woning opgetrokken in steen en hout, een contrast van materialen dat onze ontwerpers zeer nauw aan het hart ligt. ‘We zijn er ook in geslaagd om in het interieur veel
_
_
q
g
De combinatie van 2 materialen en verschillende volumes geeft de woning een eigen cachet.
architectuur
Architecten: Créative Architecture – Fabrice Mirolo en Stéphane Legein hout te verwerken’, vervolledigt Stéphane Legein. De stenen blijken recuperatiebouwmateriaal, meer bepaald oude breuksteen. Net als voor het project te Balmoral, verdient de inplanting hier een speciale vermelding. Een sterk glooiend terrein en een adembenemend uitzicht hoorden optimaal benut te worden. ‘Wij hebben hier een andere schikking van de ruimten geadviseerd’, commentarieert Fabrice Mirolo. ‘De traditionele organisatie werd gewoon omgedraaid en de nachtelijke vertrekken onder de leefruimten uitgetekend. Om maximaal van het landschap te kunnen genieten, bevindt de woonkamer zich op de verdieping terwijl de slaapvertrekken en badkamer zich daaronder situeren. Bovendien kunnen we zo ook nog het mooie volume onder het pannendak optimaal benutten.’ Een tussenniveau, waarlangs men de woning betreedt, laat de keuze tussen afdalen naar de slaapkamers of de trap opklimmen naar de leefruimten. Dit project laat de lichtheid van het metalen geraamte, hier duidelijk zichtbaar, goed tot uiting komen. Het overstekende dak voorkomt te felle opwarming. Het terras dat tegenover de woonkamer ligt, geniet ook van het fraaie uitzicht. Geholpen door het landschap als decor, werken de leefruimten binnen- en buitenhuis harmonieus versterkend op elkaar in. De interieurindeling is heel open gelaten. Schuifdeuren maken het voor de bewoners
mogelijk om de keuken en hal aan te sluiten, dan wel ze te isoleren. Ook deze realisatie weerspiegelt nadrukkelijk de mentaliteit van het architectenbureau: samenhangend en creatief. Evidente samenzwering Het gesprek gaat strijdlustig verder. Op het eerste zicht lijken de twee mannen elkaar voorbeeldig aan te vullen. ‘We hebben elkaar ontmoet op de schoolbanken’, krijgen we te horen. ‘Van 1985 tot 1990 studeerden we aan het Luikse Saint Luc. We liepen zelfs samen stage in hetzelfde bureau, dat van Gérard Clotuche. We mochten er zowat alles doen: sporthallen, huizen, een hotel. Vervolgens zijn we partners geworden, huurden samen een werkruimte in Nessonvaux en namen een eerste stagiair in dienst. In 2000 verhuisden we naar Spa waar we ons bedrijf hebben opgericht.’ Welke klanten trekt het bureau aan? ‘De klanten duwen de deur van onze etalage open of ontdekken onze etalage op het Internet. Maar vooral de mond-aan-mond reclame boekt mooi resultaat. We doen zowat alles, zoeken er het beste uit, van bouwpromotie tot particuliere woningbouw.’
We doorlopen verder het rijkelijk gevulde projectenboek van deze beide ontwerpers. We treffen er zowel appartementsgebouwen aan als industriële bouwwerken. Meer en meer streeft het bureau
92
een plaats te veroveren bij de openbare aanbestedingen. Ze vertellen over hun aanpak: ‘We trachtten ons in te schrijven, maar dat liep lang niet van een leien dakje. We probeerden door samen te gaan met andere bureaus; jammer genoeg komt men voor dit soort opdrachten niet in aanmerking zonder referenties. Uiteindelijk werden we in 2002 zelfstandig (zoals de groten) aangewezen voor ons eerste belangrijk project in de openbare sector. Het omvat de bouw van een aantal seniorenwoningen (met alle daaraan verbonden comfortvoorzieningen en toegankelijkheid voor minder mobiele personen), aangevuld met een gemeenschappelijke zaal en kantoren voor het OCMW te Lontzen, in opdracht van het Luikse SPI+. De werf werd in april dit jaar opgestart en de opdracht moet tegen het jaareinde voltooid zijn. De woningen worden met Ytong-blokken gebouwd. Onze dualiteit komt tot uiting in de afwerking, een combinatie van een rode gevelsteen uit gebakken aarde en een beige crépi. De zes huizen zijn in drie groepen van tweewoonsten uitgetekend rond een kleine gemeenschappelijke open ruimte met een prachtige boom.’ Een redelijke ambitie die vruchten lijkt af te werpen voor dit bureau in opmars, en terecht heel verdiend! Créative Architecture sprl Fabrice Mirolo & Stéphane Legein Rue de la Sauvenière 12-14 4900 Spa T: +32 (0)87 77 03 12 F: +32 (0)87 77 03 58
[email protected] www.creative-architecture.be
_
q
g
Silka-vellingkantblokken: de oplossing voor vochtige ruimtes Op enkele minuutjes van het centrum van Luik, ligt het viersterren Post Hotel SA midden in het groen. Het hotel werd gebouwd in 1973 en werd vanaf 1996 helemaal hernieuwd en heringericht. Om de gasten toe te laten zich in alle kalmte volledig te kunnen ontspannen, werd het hotel recent uitgebouwd met een relaxatie- en fitnesscentrum.
Voor de realisatie van de binnenmuren van dit nieuwe gedeelte koos de architect van de extra faciliteiten, dhr. Massart uit Luik, resoluut voor de vellingkantblokken van Silka. Deze blokken uit kalkzandsteen met afgeschuinde kanten lenen zich bij uitstek voor binnenspouwbladen en scheidingswanden. Zij bieden een antwoord op de moderne hedendaagse eisen die gesteld worden in de bouwwereld wat brandwerendheid, esthetiek en akoestiek betreffen en zijn geschikt voor het bouwen van dragende en nietdragende wanden. Eén van de belangrijkste kenmerken van kalkzandsteenblokken is hun goede geluidsisolatie. Mede daardoor werd in dit project voor deze steen gekozen. Een goede
geluidswering verhoogt de kwaliteit van het leefklimaat voor de hotelgasten en draagt zo bij tot het succes van het hotel. Het gaat hierbij zowel om geluid naar aangrenzende ruimtes toe, als om geluid dat van buiten komt. Silka is tevens een prima steen voor metselwerk in vochtige ruimtes, dankzij zijn hoge weerstand tegen indringing van water, alsook zijn chemische weerstand. Het materiaal is dus uitermate geschikt voor gebruik rond zwembaden, waar volop met water gespet wordt. In dit nieuwe gedeelte van het Post Hotel werd voor de afwerking van de muren gekozen voor een witte latexverf, aangewezen in lokalen met hoge vochtbelasting, zoals hier bij het zwembad.
93
De overwegend witte kleur van afwerking benadrukt de koele sfeer in de relaxatieruimtes en draagt bij tot het gevoel van rust dat de bezoekers ervan zoeken. Een juiste keuze die de uitbreiding zeer geslaagd maakt!
_
_
q
g
Industri e bo u w in beweging
Bolckmans nv
Waldico – Gellingen
tekst: eduard coddé Bolckmans NV is al een kwarteeuw actief als aannemer gespecialiseerd in projecten voor utiliteitsbouw. Gedelegeerd Bestuurder Marc Dedecker stelt vast dat deze specialiteit voortdurend in beweging is en de groei van de onderneming voornamelijk gestoeld is op een aanvoelen en flexibel inspelen op de veranderingen in een markt die internationaal zijn grenzen verlegt.
Totaalpartner Een eerste belangrijke evolutie bestaat uit de verschuiving van hoofdzakelijk staalbouw naar andere oplossingen (beton en hout) of combinaties ervan, in functie van de eisen van het project. Onder andere de toenemende eisen die aan de brandveiligheid worden gesteld, lagen aan de basis van deze evolutie. De sterke stijging van de staalprijzen vorig jaar heeft deze evolutie enkel versneld. ‘Vandaag worden al 60 tot 70% van onze projecten op basis van een beton- of een gemengde constructie gerealiseerd’, stelt Gedelegeerd Bestuurder Marc Dedecker vast.
Een tweede evolutie, die een nog veel grotere impact heeft op het bedrijf, is de doorgroei van gespecialiseerd aannemer tot een ‘design & build’-serviceverlener, waardoor Bolckmans NV een totaalpartner is geworden voor de industriële bouwheer. ‘Waar het op aan komt is dat we alle zorgen wensen weg te nemen bij de opdrachtgever, zodat deze zich op zijn core business kan concentreren’, vat Marc Dedecker de nieuwe aanpak bondig samen. Bolckmans NV biedt een totaalpakket aan inclusief alle technieken die bij een project aan bod komen. ‘Waar gevraagd, zorgen we ook voor bouwgronden, terwijl het
94
regelen van alle nodige vergunningen vanzelfsprekend is’, vult Herman Pfeiffers, Manager Projectleiding, verder aan. In dezelfde sfeer kadert het aanbieden van totaaloplossingen naar investeerders toe. ‘Wie kiest voor ons bedrijf, weet zich verzekerd van één enkele partij die staat voor het volledige proces, van studie over ontwerp en administratieve begeleiding, tot en met de volledige sleutel-op-de-deur realisatie!’,
_
_
q
claimt Marc Dedecker. Uiteraard wordt dit in nauwe samenwerking gedaan met andere partijen in het bouwproces (architecten, studieburelen, onderaannemers). Snelheid ‘Snelheid’ vormt het sleutelwoord dat steeds vaker en luider opduikt wanneer men met utiliteitsbouwers aan tafel zit. Dat is ook hier niet anders. ‘Snelheid is de actuele uitdaging!’, klinkt het in koor bij
g
Marc Dedecker en Herman Peijffers. Om tegemoet te komen aan deze klanteneis, beschikt Bolckmans NV niet alleen over een eigen ontwerpdienst die als gesprekspartner voor de architecten en studieburelen de ontwerpfase aanstuurt, maar eveneens over een eigen stabiliteits- en tekenbureau. Een project wordt in zijn onderdelen ontleed, die elk door een gespecialiseerd team worden aan-
Delta Light
95
gepakt. Zo wordt ook de optimale materiaalkeuze niet alleen bepaald in functie tot het lastenboek maar eveneens met het oog op de verwerkingssnelheid. Xella is met haar Ytong-platen omwille van de gestelde eisen met betrekking tot de brandveiligheid al een vertrouwd leverancier waarmee een langetermijnrelatie wordt onderhouden, maar het Ytong-cellenbeton treedt eveneens krachtig op het voorplan binnen de thematiek van ‘snelheid’. Door de aanwezige kennis en ervaring in het bedrijf kan het langere voortraject, inherent aan complexere opdrachten, ‘sneller’ overbrugd worden. Eveneens in het belang van korte realisatietermijnen worden specifieke samenwerkingsverbanden afgesloten met enkele grote leveranciers en onderaannemers. ‘Onderling vertrouwen en loyauteit tussen hoofdaannemer en onderaan-
_
_
q
g
Link 21
constructie
Bolckmans nv nemers en leveranciers zijn cruciaal voor onze activiteit’, stelt Gedelegeerd Bestuurder Marc Dedecker. Veelzijdige utiliteitsbouw Gebouwen voor logistieke doeleinden vertegenwoordigen zowat de helft van de orderportefeuille. Bolckmans NV mag zich hiermee marktleider noemen in België. De activiteiten kennen een zwaartepunt in de verschillende Belgische havens, waar met de voornaamste spelers een langdurige relatie werd opgebouwd. Door de verschuiving van de logistieke bedrijvigheid naar het binnenland werden ook voor Bolckmans nieuwe opportuniteiten gecreëerd. Bolckmans is trouwens reeds jaren actief in het buitenland, waarbij voornamelijk bestaande klanten worden begeleid bij hun expansie naar het buitenland.
De kennis rond de geldende FAVV en hygiënenormen, maken dit bedrijf tot een geprivilegieerde partner van de voedingsindustrie. ‘Renovatie’ is een begrip dat binnen de industriebouw nog vrij spaarzaam opduikt. Bij Bolckmans NV verstaat men hieronder voornamelijk het geven van een nieuwe bestemming aan bestaande bedrijfspanden of het aanpassen ervan aan gewijzigde noden van de gebruiker. Groei tekent zich ook af bij de bouw van hoogwaardige KMOgebouwen, terwijl de ‘no-nonsens-low-cost’-filosofie nu ook geënt wordt op kantoorgebouwen. Een uniek voorbeeld hiervan is ‘Link 21’ langs de E313 in Herentals Industrie, een 7000 m2 tellende site met kantoren, restaurant en seminarieruimten. Nog een blik vooruit tot besluit? ‘Klanten zijn gevoelig voor de uitstraling van hun utiliteitsbouw,
96
doch hebben daar relatief weinig budget voor over’, betreurt Gedelegeerd Bestuurder Marc Dedecker. ‘Wij besteden dan ook meer en meer aandacht aan de ‘look’ van de aangeboden complexen zonder daarom de kostprijs op te drijven. Een nauwe samenwerking met de ontwerpers kan tot aantrekkelijke resultaten leiden. Mogelijk ligt hier nog een belangrijke uitdaging voor één van onze leveranciers!’ Bolckmans N.V. Industrieweg 4 B-2320 Hoogstraten T: 03-314.30.40 F: 03-314.45.59
[email protected] http://www.bolckmans.be
_
_
q
g
Opbouw Zuidnatie
voor industriële staalbouw. Het centrale CADCAM-beheersysteem stuurt vanuit de tekenkamer het machinepark aan. Principieel is maatwerk aan de orde, maar serieproducties worden niet uitgesloten.
BCM, voorheen de afdeling staalconstructie van Bolckmans nv, heeft binnen Bolckmans nv steeds een sleutelrol gespeeld. Ze is een bijkomende schakel in de ketting die bijdraagt tot het opvoeren van de snelheid waarmee een project kan voltooid worden. Sinds 1977 opereert ze als een onafhankelijk zusterbedrijf onder de naam BCM (Bolckmans Constructie Maatschappij). BCM telt een 50-tal medewerkers. En heeft een capaciteit van 10.000 ton staal per jaar. BCM werkt als onafhankelijk bedrijf ook voor derden en zelfs voor concurrenten van Bolckmans. Momenteel wordt 1/3e van de omzet gerealiseerd als toeleverancier aan externe bedrijven. Dit moet mede de verschuiving van de Bolckmans-activiteit naar andere constructieve oplossingen compenseren. In het verleden werd onafgebroken geïnvesteerd in een ultramodern productieapparaat met doorgedreven automatisering, toegespitst op een ‘just-in-time’-levering van constructies
Waldico – Gellingen
97
_
_
q
g
Enkele referenties
Bolckmans NV mag zich verheugen over een uitzonderlijke klantentrouw: repetitieve klanten tekenen voor liefst 75% van de omzet!
Bolckmans NV bouwt voor Katoen Natie het ‘Automotive Park’ voor toeleveranciers aan VW Vorst, 64.000 m2 logistieke ruimte en een verbindingsbrug van 400 m die het Automotive Center verbindt met de fabriek. Voor Bridgestone (banden) wordt een uitbreiding van 30.000 m2 in Zeebrugge gerealiseerd. Zuidnatie. Het magazijncomplex (meer dan 80.000 m2) in de Antwerpse Haven werd in de loop van 2004 voltooid. Er wordt aan verdere uitbreiding gedacht. Delta Light (architecturale verlichting). In Roeselare werd voor de NV Delta Light een modern complex afgewerkt, waarbij zowel voor buiten- als binnenwanden van het productiegedeelte voor Ytong werd gekozen. De architecturale vormgeving van het bureelgebouw getuigt van een eigen visie op uit’straling’. In het Brabantse Gellingen wordt voor Waldico nv (onderdeel van de Colruyt groep) een bestaande site met 40.000 m2 opslagruimte uitgebreid.
98
_
_
q
g
Specialisten vinden elkaar Colruyt profileert zich als ‘specialist van de laagste prijzen’ in de internationale voedingsdistributie. Het begon allemaal in 1925 als familiebedrijf, toen Franz Colruyt als bakker in Lembeek een groothandel opstart in koloniale voedingswaren. In 1958 nemen Jo Colruyt en zijn broers de groothandel in voedingswaren over. Zij beleveren 800 zelfstandige winkeliers, tot in 1964 het fenomeen ‘supermarkt’ zijn intrede doet in België. In 1965 maken de ‘Discount’-winkels de laagste prijzen voor voeding aan de particulier tot een begrip. Ze worden in 1976 omgedoopt tot ‘Colruyt’. Colruyt is de eerste winkel met computers aan de kassa en informatica neemt een heel bijzondere plaats in binnen de verdere ontwikkeling van het bedrijf, met o.a. de introductie van ‘full scanning’ van de product- en prijsinformatie vanaf 1987. In 1977 wordt ‘Colruyt’ op de beurs genoteerd. Momenteel telt het 165 winkels in België, een 60-tal vestigingen in Frankrijk, en laat zich ook opmerken in de non-food en de verkoop via het Internet. In 1990 werd het milieucharter ‘Green Line’ uitgeschreven en opgestart, dat de filosofie van de ‘laagste prijzen’ koppelt aan milieuvriendelijk ondernemen.
In het Brabantse Gellingen wordt een bestaande site met 60 à 70.000 m2 opslagruimte aangevuld met nog eens 40.000 m2, verdeeld over twee hallen, waarvan één met een beton- en één met een staalstructuur. De beide hallen worden gescheiden door een Ytong-brandmuur, die voldoet aan RF4. Bolckmans NV treedt op als gespecialiseerde bouwpartner.
99
_
_
q
g
Stilte: een luxe die iedereen zich voortaan kan permitteren SO.W.AER tekst: marc covet Konstruktief heeft niet de gewoonte te berichten over brandend actuele onderwerpen. Met So.w.aer verdiepen we ons desalniettemin in de problematiek van lawaaihinder en geluidsisolatie van huizen in de buurt van luchthavens. Hierna een toelichting van Sapa RC System’s knowhow van hieromtrent.
So.w.aer werd opgericht op 1 juli 2001 op initiatief van de Waalse regering, die de enige aandeelhouder ervan is. Dit bedrijf heeft als taak op korte termijn budgetten vrij te maken om zowel de Waalse luchthaveninfrastructuren uit te bouwen, als de geluidsoverlast voor de omwonenden binnen de perken te houden. So.w.aer stelt 29 personen te werk in zijn vestigingen in Jambes, Gosselies en Bierset. So.w.aer speelt een voortrekkersrol op het vlak van het diagnosticeren en het voorkomen van geluid. Hoe het Waalse landsgedeelte probeert een pijnloze oplossing te vinden voor het beheer van zijn luchthavens en meer bepaald voor de geluidsisolatie van de huizen er rond, leest u hierna. Meten om te kunnen voorkomen Het Waalse gewest stelde zich bij de ontwikkeling van de luchthavens van Charleroi en Luik reeds van in het begin pro-actief op. De intenties zijn duidelijk: zo weinig mogelijk over huizen vliegen. Er worden vergaderingen belegd waarop Belgocontrol, piloten en adviseurs gespecialiseerd in het uittekenen van vliegroutes, uitgenodigd zijn. Om een nieuw vliegtraject uit te stippelen, baseren de
ingenieurs van So.w.aer zich op hun eigen plannen waarop alle huizen rondom het vliegveld uitgetekend staan. Daarnaast bakenen ze vier zones af met de geluidshinder waaraan de omwonenden zijn blootgesteld. Maar hoe meet je geluid eigenlijk? Het loont misschien de moeite hieromtrent enkele begrippen op te frissen. Er bestaan veel verschillende frequenties die het menselijke oor niet allemaal op dezelfde wijze waarneemt. De decibel of dB(A) is de eenheid waarin de frequentiesterkte wordt uitgedrukt van een geluid dat een gemiddeld menselijk oor opvangt. Het lawaai dat een vliegtuig produceert, situeert zich in de hogere frequenties, waarop het menselijke oor gevoeliger reageert. Hoogfrequent geluid wekt de indruk dat het sterker is dan laagfrequent geluid. De factor ‘LA max’ drukt het maximale geluidsniveau – de piek – uit dat het lawaai bereikt. ‘Ldea’ wordt berekend aan de hand van een ingewikkelde formule. Deze parameter drukt de door het luchtverkeer veroorzaakte geluidshinder uit, houdt rekening met het vliegtuiglawaai over een periode van 24 uur, en weegt dit in functie van het hoogste geluids-
100
niveau ’s avonds (+5dB) en ’s nachts (+10dB). De vier zones rond de luchthaven worden ingedeeld op basis van de ‘Lden’-waarden. De zones A, B, C en D hebben een Lden tussen 70 en 55 dB(A). Volgens de WGO (Wereld Gezondheids Organisatie) ligt de verdraagbaarheidsdrempel voor de mens onder 45 dB ’s nachts en onder 55 dB overdag. De zone A, die het dichtst bij de landingsbaan ligt, is daardoor niet geschikt als woongebied. De huizen die zich in deze zone bevinden, worden daarom door het gewest opgekocht tegen hun marktwaarde. Voor de andere zones heeft datzelfde gewest een strategie uitgewerkt om de bewoners te helpen bij het isoleren van hun huizen. Al deze gegevens zijn uitgezet op twee plannen: het PEB (Plan d’exposition au bruit – geluidsblootstellingsplan) en het PDLT (Plan de développement à long terme – lange-termijnontwikkelingsplan). Omdat de twee Waalse luchthavens in volle expansie verkeren, hebben de ingenieurs van So.w.aer een simulatie gemaakt van de Lden-waarden tegen 2020 om te anticiperen op de overlast en om een optimaal preventiebeleid te kunnen uitwerken. Het is de bedoeling te voorkomen dat kandidaat-bouwers te veel geld zouden uitgeven aan isolatie en te vermijden dat er naderhand toch nog bijkomende isolatiewerken zouden nodig zijn. Bij de simula-
_
_
q
tie wordt uitgegaan van de meest pessimistische uitbreiding van de luchtvloten. Controleren om te sanctioneren Vanuit zijn kantoor in Namen, ver weg van de vliegtuigen die in Luik en Charleroi landen en opstijgen, houdt Stéphane Cherton zijn computer in het oog. Hij werkt met drie databanken: deze van Belgocontrol, deze van de luchthavens en deze van So.w.aer. Op het scherm toont hij ons de routes van de vliegtuigen, waarna hij inzoomt op de aanpalende huizen en de geluidsniveaus controleert. ‘Het Waalse gewest staat op wereldschaal aan de top inzake de beheersing en de preventie van vliegtuiglawaai’, vertelt hij. ‘Om de theoretische gegevens te controleren, hebben we her en der microfoons opgesteld omdat die vaak nauwkeuriger zijn. Wanneer er een klacht binnenloopt, kunnen we onmiddellijk nagaan of ze gegrond is. Dankzij onze databanken kunnen we in een handomdraai het toestel, het traject, de geluidsniveaus en zelfs de naam van de piloot achterhalen!’ Om de 10 dagen wordt een verslag bezorgd aan het bestuur, dat ingeval van inbreuken sancties treft. De ingenieur geeft ons een demonstratie van de kracht van de software waarmee hij werkt. ‘De computer is in staat vliegtuigen op te sporen in de geluidscurven. Hier hebben we er net eentje. Als we de gegevens ervan opvragen, zien we dat het een vlucht is van British Airways, die terloops de geluidsnormen niet heeft overschreden. Dit hier is een Airbus A320 die onder de maximale geluidsgrens van 77 dB(A) blijft. Laten we nu even kijken of er vliegtuigen zijn die de afgelopen 24 uur de geluidsnormen hebben overschreden. Dat is blijk-
g
baar het geval. Het gaat om twee onbekende vliegtuigen met een eigenaardige route. Gezien de hoogte is er geen twijfel mogelijk: een F16 en een Agusta-helikopter van het Belgisch leger...’ Deze twee toestellen krijgen geen boete, dat staat vast. Isoleren om rustig te slapen Een andere taak van So.w.aer bestaat erin de omwonenden te adviseren over en bij te staan bij het isoleren van hun huizen. Sinds 2003 vangt ze de buurtbewoners op die bij de overheid aankloppen voor hulp met de bedoeling aanspraak te kunnen maken op maatregelen die hen beschermen tegen geluidsoverlast. Alleen al voor de luchthaven van Luik-Bierset zijn er momenteel 458 dossiers in behandeling. Behalve de woonhuizen komen er ook andere infrastructuren in aanmerking, zoals de Don Boscoschool van Saint-Georges en het seniorenhome Jules Bosse in Jumet. Naast So.w.aer werd een orgaan opgericht dat kwalificatieattesten aflevert aan bouwbedrijven op het vlak van geluidsisolatiewerken aan gebouwen. Het heet Qualisound1 en verenigt de vertegenwoordigers van de overheidsdiensten (Waals ministerie voor uitrusting en vervoer, ministerie voor verkeer en infrastructuur), architecten, (ARAL), fabrikanten (PMC), de Belgische Akoestische Vereniging, Forem (Waalse dienst voor arbeidsbemiddeling), aannemers (CCW, CIWACO), het WTCB, technische experts (Cedia, Ulg), enz. Een andere belangrijke instelling voor de controle van de geluidsoverlast rondom Waalse luchthavens is E.D.S.I (Etudes, Devis, Suivi des travaux d’Insonorisation), dat werd opgericht op initiatief van het Waalse
101
ministerie voor uitrusting en vervoer. Deze dienst voert geluidsanalyses uit op basis waarvan de geluidsisolerende ingrepen worden vastgelegd en gaat na afloop van de werken na of de huizen in kwestie goed zijn geïsoleerd. Naast het toekennen van attesten aan aannemers die zich wensen te specialiseren, organiseren beide instellingen geluidstechnische opleidingen en geven ze een praktische gids uit voor architecten, specialisten in akoestiek en aannemers. Deze opleiding garandeert de akoestische en esthetische kwaliteit van de uitgevoerde werken in gebouwen en huizen. Het spreekt voor zich dat de partners van Sapa RC System, die gespecialiseerd zijn in aluminium deuren en ramen, voldoen aan het ‘Q’-label en alles in het werk stellen om de geluidsisolerende eigenschappen van hun profielsystemen te verbeteren. Sapa RC System: thermisch en akoestisch isolerende aluminium deuren en ramen Ramen en deuren zijn qua geluidsisolatie vaak de zwakke punten in een huis. Hoe goed een raam isoleert, hangt af van de eigenschappen ervan, d.w.z. de oppervlakte, de dikte, het glas, de eventuele ventilatie, de rolluikkast, de dichtingen, het aantal sloten, enz., maar ook van de aansluiting van het raam op het gevelvlak, van de deurdorpel en van de constructieve kwaliteit. De afdichting tussen het kader en de ruwbouw, maar ook tussen de vleugel en het kader zijn daarbij cruciaal. Laboratoriumtests en plaatselijke metingen van de geluidsverzwak-
1
http://insonorisation.wallonie.be
_
_
q
kingsindex door de E.D.S.I. op een aluminium raam van het type ‘Avantis 55 akoestiek’ wezen uit dat om een hoge geluidsisolatie te verkrijgen, het raam eerst en vooral perfect luchtdicht moet zijn. Alles wat lucht doorlaat, laat immers ook lawaai door! De geluidsdempende eigenschappen van ramen hangen af van het type raam en van het type glas. In het geval van beglazing met een lage geluidsisolatiewaarde is het het raam dat de geluidsisolerende eigenschappen van het geheel verbetert. Bij vensters met een hoge geluidsverzwakkingsindex (+ 40dB Rw) zijn de geluidsisolerende eigenschappen van de profielen niet lineair. De beste geluidsdemping wordt verkregen
g
als de beglazing optimaal is afgestemd op het profiel. In het kader van het akoestisch op punt stellen van de eengezinswoningen rond de luchthaven van Bierset en Gosselies heeft Sapa RC System, in goede samenwerking met Saint-Gobain Glass, de knowhow van beide bedrijven bij elkaar gebracht om te komen tot een aluminium raamgeheel met optimale geluidsisolerende eigenschappen dat beantwoordt aan normen van de overheid (Rw+Ctr
= 42 dB voor nachtvertrekken2). De serie ‘Avantis 55 akoestiek’ van Sapa RC System en de beglazing Climaplus Silence van SaintGobain Glass leveren samen een vermindering op van Rw(C;Ctr) = 46(-1 ;-4) dB. Toch wel een opsteker van formaat voor het comfort en de rust van de omwonenden in dit ophefmakende dossier!
2
Geluidsmetingen uitgevoerd volgens NBN EN ISO 140-3
Lijst met door het Waalse gewest erkende en gekwalificeerde fabrikanten en verdelers van aluminium deuren en ramen (klasse D20)
CIP Security sa – Rue de la Vieille Fosse 60 – 4400 Flémalle – T.04/2292929 Design Métal sa – Rue de la Cale sèche 39 – 4684 Haccourt – T.04/3740740 Henry Dethier sa – Rue de Hottleux 100 A/B – 4950 Waimes – T.080/679561 L.Lousberg sa – Avenue de la Résistance 532 – 4633 Melen – T.04/3776444 Zaluco sa – Zoning Industriel 2ième Rue – 6040 Jumet – T.071/258040
Avantis 55 is een thermisch onderbroken driekamer systeem met verbeterde thermische prestaties voor aluminium ramen en deuren met een bouwdiepte van 55 mm voor de kaders en 65 mm voor de vleugels. Het systeem draagt een Technische Goedkeuring, is BUTgb gecertificeerd en beantwoordt aan de geldende normen inzake thermische isolatie, luchtdichtheid, waterdichtheid en mechanische weerstand. Avantis 55 biedt een competitieve oplossing voor residentiële, commerciële en industriële projecten,zowel voor nieuwbouw als renovatie. Beglazing is mogelijk van 4 tot 49,5 mm voor de opengaande delen. In combinatie met bijkomend beslag bestaande uit een multipunt sluiting, zelfblokkerende buisvormige glaslatten en veiligheidsglas, garandeert Avantis 55 een perfecte inbraakwerendheid. Een uitgebreid gamma van scharnieren, krukken en toebehoren kunnen in het systeem opgenomen worden. Alle standaard luiken, rolluiken en ventilatiesystemen kunnen makkelijk in Avantis 55 geïntegreerd worden. Speciaal ontworpen dichtingrubbers, een ruime drukegalisatieruimte en voorkamerontwatering verzekeren een perfecte dichtheid van het systeem. Alle afwateringskapjes zijn voorzien van een waterkeringsventiel.
102
_
q
g
Stilte? RC System heeft er oor naar Architectural Aluminium is ons domein en onze missie. Wij ontwikkelen niet alleen profielsystemen, maar extruderen ze ook in eigen beheer. Zodoende beheersen wij het productieproces vanaf de grondstof tot en met de toepassingen. Dit biedt ons een uitstekende expertise in productkennis en -ontwikkeling. Als aluminium producent behoren wij tot de wereldtop. Als ontwerper van systemen volgen wij voor u elk project met een team van specialisten. RC System profielen blokken het geluid af en hebben oor naar akoestische isolatie. Neem vrijblijvend contact op via
[email protected] en ontdek de uitdagende polyvalentie van Sapa RC System.
PARTNER VAN
Sapa RC System nv Industrielaan 17, BE-8810 Lichtervelde Industriezone Roosveld 11, BE-3400 Landen
opm imago Adv A4.indd 2
Tel. +32 51 72 96 66 Tel. +32 11 69 03 11
Fax. +32 51 72 96 89 Fax. +32 11 83 20 04
E-mail:
[email protected] Website: www.sapabuildingsystem.com
22-08-2005 20:30:41
_
_
q
g
Residentie Champollion: Appartementen met alle comfort Deze met Silka gebouwde realisatie trok onze aandacht. Het is een initiatief van bouwpromotor Protée, bijgestaan door de firma Slangen. Samen vormden ze een winnend duo.
In Luik heeft de immobiliënmarkt voor appartementen niet bepaald de wind in de zeilen. Er bestaat een tekort aan geschikte bouwterreinen. Toch stijgen de huurprijzen en ook de vraag voortdurend. Langzaamaan fleurt de sector dan ook wat op. Deze fraaie realisatie van bouwpromotor Protée en de architecten Geurde en Hoebeke, levert daarvan het bewijs. Het project omvat 28 appartementen en 4 winkelruimten op het gelijkvloers en werd gedoopt met de poëtische
104
_
_
q
g
P.R.O.T.E.E. nv Ets Slangen ECSA tekst: marc covet
naam ‘Résidence Champollion’. Voor deze geslaagde investering werd gebruik gemaakt van Silkamaterialen. Konstruktief neemt u mee om het project met zijn bezielers – een ondernemer en aannemer die hun vak verstaan – te leren kennen. Een aantrekkelijke gevel en een goede prijs/kwaliteitsverhouding Het gebouw toont drie duidelijk afgelijnde volumes wat een elegante oplossing biedt monotonie geen kans te laten. Om het uitzicht van de gevel nog levendiger te maken, opteerden de ontwerpers afwisselend gevelstenen toe te passen in twee verschillende roodtinten, licht en donker. Op het gelijkvloers worden de winkels opgeluisterd door arcades in
sierbeton. De bouwpromotor hield eraan balkons te voorzien, wat bijdraagt tot een gevarieerd gevelreliëf. Ze zijn eveneens uit sierbeton vervaardigd. Voor het dak viel de keuze op zink, een klassiek materiaal, dat goed tot zijn recht komt in hedendaagse architectuur. De toegang tot de appartementen wordt verzekerd door twee afzonderlijke ingangen, die de verticale verbindingen inleiden. Aansluitend op de gemeenschappelijke hallen, vinden we de 6 wooneenheden per verdieping. Ze zijn ruim en van verschillende grootte, met één, twee of drie slaapkamers. ‘Het is mijn bedoeling om verschillende woningtypes te bouwen, zodat ik de klant een volledig gamma kan voorstellen’, verklaart
105
Michel Billon, zaakvoerder van Protée. Met een bouwbudget van 2,5 miljoen euro betekent dit een rendabel project. De verkoopprijs voor deze woningen ligt rond 1200 €/m2, een uitstekende verhouding tussen prijs en kwaliteit. Silicaatsteen voor een snelle uitvoering Om zijn appartementsgebouw op te trekken, kozen Michel Billon en zijn aannemer Jean-Marie Slangen voor Silka-blokken met groot formaat. De elementen uit kalkzandsteen maken het mogelijk op verschillende verdiepingen te werken, met een minimum aan handelingen. Welke factoren hebben de doorslag gegeven bij deze keuze? ‘Naast de snelle verwerking beschikken de Silka-blokken over
_
_
q
g
Sinds de start van de werf zijn onze mannen 5 kg aangekomen! Ondanks hun gewichtstoename, werd ook het tempo opgevoerd! We hebben geen enkel werkverlet genoteerd. Alle metselaars vertrokken in topvorm met vakantie.’ Doordat er heel wat betonstructuren verwerkt zitten in het project, kon de aannemer elke maand een volgende verdieping aanvatten, een achtenswaardige timing voor een project van deze omvang.
constructie
Protée nv - Slangen ECSA zeer goede thermische en akoestische isolatie-eigenschappen’, krijgen we te horen. ‘De gelijmde blokken verzekeren een goede stevigheid.’ Voor dit project werden drie verschillende diktes verwerkt: 15, 20 en 30 cm voor de scheidingsmuren. ‘Sommige promotoren nemen genoegen met 20 cm dikte voor de scheidingsmuren tussen de appartementen’, benadrukt Michel Billon. ‘Ik zweer bij 30 cm als noodzakelijk om degelijk akoestisch comfort te garanderen aan mijn klanten.’ Hoe ontdekten promotor en aannemer dit bouwmateriaal? ‘Heel toevallig tijdens een bezoek aan Batibouw ontdekten we Silka’ her-
inneren ze zich nog goed. ‘We zochten een oplossing om de Résidence Champollion met zo weinig mogelijk mankracht te kunnen realiseren. Voor 2800 m2 nuttige oppervlakte zouden we 900 m3 traditioneel bouwmateriaal moeten verwerken. Dankzij het Silka-blokkensysteem konden de 2800 m2 verwezenlijkt worden door twee man en een kraan, want het is onbegonnen werk om een blok te tillen.’ Aannemer Slangen herinnert zich: ‘Er is gedurende één dag iemand langs geweest voor de opleiding van onze mannen. Het gebruik van de kraan blijkt niet zo moeilijk, vergelijk het met het bedienen van een joystick voor een videospelletje.
106
Gespecialiseerd in appartementen Hoe ziet de loopbaan van Michel Billon eruit? ‘Ik begon met drie of vier kleine appartementen. In 1998 richtte ik mijn eigen zaak op. Vrijwel al onze projecten bevinden zich in Luik. Eén situeert zich in Luxemburg, te Esch-sur-Alzette. Het betreft de reconversie van een door de firma Arcelor verlaten site. Woningen, kantoren, winkels… behoren tot de planning. Protée gaat er appartementen bouwen, onze specialiteit!’ Omdat Protée erin geslaagd is zijn activiteiten te concentreren, hebben ze geen zin om ze weer te versnipperen. ‘Naast de bouw van appartementen, houden we ons waar het zich aandient ook bezig met gelijkvloerse winkelruimten, soms met locaties voor vrije beroepen. We verkopen slechts na voltooiing van de werken. Dat lijkt ons een gezondere commerciële aanpak, daar we de klanten kunnen tonen wat ze echt gaan kopen.’ Hoe gaat een project van start? ‘Eerst kiezen we een bouwterrein en een omgeving uit’, licht Michel Billon toe. ‘We contacteren vervolgens een architect om een voorontwerp te maken en de nodige contacten te leggen met de stedenbouwkundige diensten en de betreffende
_
_
q
g
gemeente. Na het bepalen van de afmetingen en de bouwcondities wordt uiteindelijk de rendabiliteit van het project berekend. Met al die gegevens kan een kredietaanvraag ingediend worden.’ Wanneer het geld beschikbaar is en het uur van de waarheid slaat om de plannen te concretiseren, kiest Protée dan voor een brede aanbesteding? ‘Neen, we geven voor het grote werk de voorkeur aan bevoorrechte partners zoals de firma Slangen ESCA. Individuele bedrijven worden door ons gecoördineerd. Grote problemen bij de planning kennen we niet omdat vaak dezelfde mensen elkaar ontmoeten op onze werven. Na verloop van tijd zijn ze perfect op elkaar ingesteld en in staat moeilijke situaties op te lossen, zonder dat wij tussenbeide hoeven te komen.’ Het is eraan te zien, dat deze bouwpromotor over partners beschikt die de klappen van de zweep kennen. Opleiding en motivatie We vervolgen ons bezoek aan de werf, waar het grootste werk al achter de rug ligt. De zorgvuldig geplaatste Silka-elementen vallen op. Nauwelijks te geloven dat hier maximaal 5 mensen aan de slag waren. Aannemer Jean-Marie Slangen legt uit: ‘Ik bezit een klein bedrijfje met een tiental medewerkers en heb geen zin meer om te groeien. Een uitgebreider orderboek van projecten of grotere werven betekent onvermijdelijk aanwerving van bijkomend personeel. Bovendien bestaat momenteel in België een nijpend probleem aan ervaren vaklui. Dit heeft alles te maken met de opleiding en de motivatie bij de jongeren.’ Een klaagzang die we jammer genoeg maar al te vaak te horen krijgen uit de mond van aannemers.
Het stijgende aantal stempelaars en toenemende tekort aan geschoolde werkkrachten, erg tegenstrijdig klinkend, smeekt dringend om de aandacht van onze politieke verantwoordelijken. De aannemer gaat verder met zijn motivatie voor het bouwen met grote elementen. ‘Het realiseren van het gebouw binnen een redelijk aanvaardbare tijd vormt een heel belangrijk gegeven in het kader van de zo noodzakelijke rendabiliteit. Nog voor de ontdekking van de Silka-blokken op de Xella-stand tijdens Batibouw, zag ik al een werf te Verviers waar met dergelijke blokken gewerkt werd. De uitvoeringssnelheid was zichtbaar indrukwekkend!’ Het gesprek keert terug naar de eigenschappen van de Silka-blokken. In Luik bestaan er investeer-
107
ders en aannemers die durven af te wijken van wat standaard gebruikelijk is. Betonwanden en snelbouwstenen zijn immers niet de enige beschikbare opties in de markt. Met een beetje nieuwsgierigheid ontdekt men interessante alternatieven, zowel op het gebied van de prijs als voor wat de verwerkingssnelheid en technische eigenschappen betreft. De bouwer doet er zijn voordeel mee. Ent. de Construction SLANGEN Chaussée des Grenadiers 20 4690 Eben - Emael T: 04 2864383 F: 04 2866773 P.R.O.T.E.E. NV Rue Jules-Claskin 84 4030 Liège 1 (Grivegnée) T: 04 3426113 F: 04 3491770
_
_
q
g
Ytong-dakplaten: kwaliteit, veiligheid, rentabiliteit Naast Ytong-blokken en –wandplaten worden er eveneens reeds meer dan 50 jaar Ytong-dakplaten in België geproduceerd. Door de specifieke eigenschappen van Ytong zijn deze dakplaten één van de meest geschikte materialen voor het realiseren van daken, en dit vooral bij grote projecten. Verscheidene prestigieuse projecten kunnen hiervan getuigen.
De Ytong-dakplaten combineren draagkracht, lichtheid, brandweerstand, thermische isolatie en intertie, akoestische isolatie en absorptie, esthetiek, modulatie en plaatsingsgemak,… en dit voor een prijs die globaal gunstiger uitvalt dan andere types daken. Als dit geen meevaller is! Brandweerstand Dakplaten zijn bestand tegen vuur tot 3 uren (na specifieke berekening). Zij zijn dus uitermate geschikt voor gebouwen en plaatsen waar strenge eisen i.v.m. brandweerstand gelden (opslagplaatsen, shopping centra, technische lokalen, publieke lokalen,…).
_
_
q
g
Een Ytong-dakplaat van 24 cm dikte in densiteit CC2/400 geeft een U-waarde = 0.39 W/m2K.
Een dakplaat van 20 cm dikte in densiteit CC3/500 geeft een waarde U = 0.55 W/m2K.
109
actua
_
_
q
g
Eurostation te Brussel
Draagkracht Ytong-dakplaten hebben een groot draagvermogen. Zowel platte daken, als terras- of groendaken kunnen gemakkelijk gerealiseerd worden. Lichtheid Het ‘lichte’ gewicht van de Ytongdakplaten laat toe de dragende structuur… en dus het globale budget, te verlichten. De dakplaten zijn daarbij voldoende massief om trillingen of scheurvorming als gevolg van atmospherische toestanden te weerstaan.
Ytong-dakplaten kunnen ook gebruikt worden als windverband van de constructie. Isolatie en thermische inertie De isolatiewaarde van Ytong-dakplaten laat toe daken te bouwen die tegemoetkomen aan de actuele thermische eisen in België en aan de toekomstige die door de nieuwe Europese richtlijnen betreffende energieprestaties van gebouwen zullen worden opgelegd. En dit zonder bijkomend isolatiemateriaal! Daken in Ytong combineren massa en isolatie, wat hen een
110
uitstekende thermische inertie verleent. Door deze thermische inertie blijft de temperatuur in het gebouw constant gedurende het hele jaar en verhoogt het leefcomfort van de gebruikers. Akoestische absorptie De celstructuur van Ytong absorbeert het geluid. In ruimtes waar er geluid voortgebracht wordt, vermindert de resonantie door het gebruik van Ytong en zijn akoestische absorptie. Gecombineerd met de witte kleur van de Ytong-platen, verkrijgt men dus een uitstekend visueel en akoestisch comfort.
_
_
q
g
Opslagplaats voor ontvlambare goederen.
Akoestische isolatie De belangrijke akoestische isolatie van Ytong komt door zijn massa en cellenstructuur. Zo beschemt Ytong de gebruikers van het gebouw tegen geluidsoverlast van buiten. Esthetiek Aan de binnenzijde kunnen de Ytong-dakplaten zonder afwerking blijven of met een verf of een pleister afgewerkt worden. De ophanging van een verlaagd plafond is een andere mogelijkheid.
Buiten moeten de dakplaten beschermd worden met een waterdichte laag. Alle types afdekkingen zijn mogelijk: roofing, dakpannen, zink, alu,… Eenvoud en creativiteit Platte daken worden met Ytong eenvoudig gerealiseerd, maar ook gebogen of schuine. Ytong-dakplaten kunnen op elk soort steun rusten: metselwerk, metalen balken, betonnen of houten kolommen, enz. Het volstaat om aan de 2 uiteinden van de dakplaten een opleg te voorzien. Daarnaast kan u uw creativiteit
111
aan het werk laten. Ook overstekken en gallerijen kunnen gemakkelijk gerealiseerd worden zonder risico op thermische bruggen. Ecologie Sinds jaren is Ytong wereldwijd erkend als een ecologisch materiaal. Door zijn samenstelling, zijn productieproces, zijn fysische eigenschappen en volledige recyclagemogelijkheid, is Ytong een natuurlijk, duurzaam, gezond en milieuvriendelijk product.
_
_
q
g
actua
Men verkrijgt reeds een mooi resultaat door de Ytong-dakplaten eenvoudig te overschilderen. In combinatie met een zichtbare structuur (vb. hout) geven de dakplaten elk project een zeer geslaagde esthetiek.
Prijs Het meest opmerkelijke is de prijs van een Ytong-dak. Als men een vergelijkende prijsstudie maakt, zal men zien dat een dak gemaakt met Ytongdakplaten dikwijls de goedkoopste oplossing is.
Contacteer ons, u zal versteld staan!
112
Xella BE nv/sa Dienst Utiliteitsbouw T: 03/250.47.70 F: 03/250.47.07