nummer44
zeventiendejaargang halfjaarlijksnaslagwerk
Konstruktief
KONSTRUKTIEF2/2004
halfjaarlijksnaslagwerkzeventiendejaargang
2|2004#44
_
_
g
2|2004#44 halfjaarlijks naslagwerk zeventiende jaargang
In dit nummer: architectuur Allround architect
4
Audex
Een ongewoon trio
10
Impact
Actieve Architectuur
16
Eddy Vanzieleghem
Sterk en strak
28
Bart Lannoy
Tot op het bot
38
Architectenbureau Trybou
Nieuwsgierigheid als motor voor architectuur
46
Hippo Architecten
Eigentijds zijn: een eeuwige strijd
54
Architectenatelier Agora ‘Konstruktief’ is een uitgave van Lannoo Drukkerij n.v. in opdracht van Xella BE nv/sa en Sapa RC System nv. Hoofdredacteur Ann Baeke Redactie Eduard Coddé Marc Covet Jos Segaert
Ontwerpers in meervoud
60
ArchitectureS
Sympathieke ontmoetingsplaats voor gezondheid en sfeer
66
Universum
constructie Beslissingsrecht
74
Bato Vorm, druk en afwerking Lannoo Drukkerij Kasteelstraat 97 8700 Tielt tel. 051/42 42 11
[email protected] www.lannooprint.be Advertentiewerving Xella BE nv/sa
AdQualitylabel: vertrouwen in kopen op plan
80
AdQuality
De NV Vandenbussche laat frisse wind waaien
86
NV Vandenbussche
Bouwen wat de klant vraagt
94
NV Vaneenoo Xella BE nv/sa Kruibeeksesteenweg 24 B-2070 Burcht tel. +32 3 250 47 00 fax +32 3 250 47 06 e-mail:
[email protected] www.xella.be www.xella.fr www.konstruktief.be
Esthetiek als communicatieve meerwaarde 102 Martens Constructies NV
Evenwichtsoefeningen met cellenbeton en kalksteen 108 Projekt Regina
SNC Lavalin-France: netwerk van experten 116 SNC Lavalin
Respect voor verbintenissen
122
SBM
actua Sapa RC System NV Industrielaan 17 B-8810 Lichtervelde tel. +32 51 72 96 66 fax +32 51 72 96 89 e-mail:
[email protected] www.saparcsystem.com
De make-up van uw woning
130
Knaepen
Recente Projecten
132
Ytong & Silka
134
Konstruktief
_
_
_
_
g
Nieuwe firmanamen bij sterke, gekende merken Sinds meer dan één jaar maakt onze vennootschap deel uit van een vooraanstaande internationale bouwstoffenproducent, de groep Xella Baustoffe GmbH met hoofdzetel in Duitsland.
Deze onderneming groepeert onder de naam Xella verschillende bouwmaterialen waaronder cellenbeton, kalkzandsteen en droogbouwsystemen, beter gekend als de sterke merken Ytong, Silka en Fermacell.
Xella BE nv/sa Kruibeeksesteenweg 24 B – 2070 Burcht Tel. 03/250.47.00 Fax. 03/250.47.06
[email protected]
Om de betrokkenheid bij de internationale onderneming Xella te benadrukken wijzigden de firmanamen Ytong nv/sa, Silicaatsteen n.v./s.a. en Fermacell n.v./s.a. recent naar respectievelijk Xella BE nv/sa, Xella Silicaat n.v. en Xella Droogbouw Systemen BV.
Xella Silicaat n.v. Mercuriuslaan 1 B – 3600 Genk Tel. 089/32.31.60 Fax. 089/32.31.69
[email protected]
Xella Droogbouw Systemen België Postbus 54 B – 8790 Waregem Tel. 056/72.71.80 Fax. 056/72.71.80
[email protected]
_
_
_
g
editoriaal 2|2004#44 ir. Jos Cox, Gedelegeerd Bestuurder
EUROPA EN ENERGIEPRESTATIES VAN GEBOUWEN (II) In ons nummer 2/2001, 3 jaar geleden reeds, hebben we een pleidooi gehouden voor het invoeren van een energieprestatie regelgeving. Intussen staat dit onderwerp volop in de actualiteit. In januari 2006 wordt bij Vlaams Decreet (Wallonië en Brussel zullen waarschijnlijk volgen) de Europese Norm betreffende de energieprestaties van gebouwen van kracht. Vanaf dan zal het energieprestatieniveau E 100 gelden en een K45 isolatie-eis. Het is nu al duidelijk dat de energieprestatie-regelgeving onze wijze van bouwen ingrijpend zal veranderen. De nieuwe regelgeving beperkt zich immers niet tot de isolerende eigenschappen van de bouwschil (warmteverliezen vooral door daken maar ook door vensters, muren en vloeren,…). Het energieprestatieniveau brengt ook het energierendement van verwarmings- en elektrische toestellen in rekening alsmede mogelijke zonnewinsten. Dit moet leiden tot minder energieverbruik in een gebouw gedurende het ganse jaar. Het leefklimaat in de zomer is ook een belangrijk aandachtspunt van de Europese Richtlijn. Het is niet de bedoeling door een ‘overdosis’ isolatie energiebesparingen te realiseren in de winter en het
binnenklimaat in de zomer op peil te houden met energieverslinde airconditioning. Een goed doordacht ontwerp met een goede inplanting en oriëntering van het gebouw (zonnewinsten) en een combinatie van thermische isolatie en thermische inertie zijn nodig voor zowel het zomer- als winterklimaat. Om aan de opgelegde energieprestaties te voldoen moeten ontwerpers en uitvoerders goed op elkaar worden afgestemd. Er zal strenger worden toegezien op de uitvoering van bouwwerken. Veel isolatie plaatsen volstaat niet. De isolatie moet vooral vakkundig worden geplaatst, anders gaat het isolerend effect verloren. Voorbeelden van slecht geplaatste spouwisolatie zijn legio. Het gevolg is niet alleen dat de berekende isolatie niet aanwezig is maar dat ook andere bouwfysische problemen ontstaan zoals schimmelvorming (koudebruggen) of vochtdoorslag. Het is nu al duidelijk dat energieprestatienormen een andere aanpak vergen van alle betrokkenen. Opdrachtgevers dienen zich niet enkel bewust te zijn van de nieuwe eisen, maar vooral van de verplichting tot het afleveren van een energiecertificaat.
3
Architekten en ontwerpers zullen alle aspecten van energiewinsten en verliezen voor zowel het zomerals winterklimaat in overweging moeten nemen. Producenten zullen nieuwe producten moeten ontwikkelen en bestaande producten moeten aanpassen. Hoogrendementglas en hoogrendementverwarmingsinstallaties worden standaard. Overheden en opdrachtgevers zullen strenger toezien op de kwaliteit van uitvoering. Dit is een grote opportuniteit voor reguliere aannemingsbedrijven welke hun vakmanschap beloont zullen zien t.o.v. minder deskundige zwartwerkers. Goed overleg tussen alle betrokkenen (overheid, architecten, deskundigen, aannemers, producenten,…) is dringend gewenst wil men op het terrein vooruitgang maken op het gebied van energiebesparing. Zoniet wordt dit project een ‘papieren’ tijger met veel controleformulieren en attesten en een administratieve nachtmerrie.
ir. Jos Cox Gedelegeerd Bestuurder
_
_
_
g
Allround archi Bureau Audex - F. Louwet fotografie: jan van goidsenhoven tekst: marc covet
_
_
_
hitect
g
De projecten van dit bureau zijn bezwaarlijk alledaags te noemen. Denk maar aan het Justitiepaleis van Aarlen, het stadion van Sclessin en de renovatie van de Grand Bazar aan de place Saint-Lambert te Luik. En wanneer de behoefte aan slanke raamgehelen zich hierbij laat voelen, snelt RC System ter hulp.
Net als in andere domeinen bestaat er in de architectuur zoiets als ‘politieke correctheid’. Vandaag de dag durft bijna niemand nog te ontkennen dat er architectuurwedstrijden georganiseerd moeten worden om de architecturale kwaliteit van overheidsopdrachten op te krikken. Je moet dus al vrij stevig in je schoenen staan om tegen de algemene opinie in te gaan en het tegendeel te beweren. Architect Louwet, die al jaren de leiding heeft over bureau Audex, komt zonder schroom voor zijn mening uit: ‘Toen mijn loopbaan nog maar net uit de startblokken was, deelde het Ministerie van Openbare Werken de dossiers in volgens een lijst van architecten. Het werk werd evenredig verdeeld onder de Belgische bureaus. Als een bekend architect nu aan een wedstrijd deelneemt, heeft hij van bij de start al een straatlengte voorsprong op zijn concurrenten. Iemand bevoordelen gewoon omdat
5
hij goed in de markt ligt, is voor mij totaal onrechtvaardig.’ De Luikse ontwerper herinnert zich nog het ontstaan van zijn beroemdste gebouw: het Justitiepaleis van Aarlen. ‘Je ziet het nu elke dag op de televisie’, benadrukt hij. ‘Als je het in zo'n glazen bol met van die kunstsneeuw zou stoppen, verkoopt het allicht nog beter dan de Eiffeltoren. (lacht)’. Het gebouw heeft een opmerkelijk verleden. Er is heel wat tijd overheen gegaan voor het uiteindelijk werd gebouwd, en dat is voor een overheidsopdracht vaak het geval. In 1978 werd het contract getekend en de oplevering van de laatste fase had pas plaats in… 2003, net voor de start van het proces Dutroux. ‘Het is mijn allergrootste project. Ik moet je niet vertellen dat hier heel wat mensen aan mee gewerkt hebben. Aanvankelijk zouden we ons bezighouden met de huisvesting van de Staatsarchieven,
_
_
_
g
Het justitiepaleis van Aarlen is zo beroemd geworden dat men het zou kunnen verkopen in een bol met sneeew. Wanneer actualiteit en architectuur elkaar ontmoeten...
architectuur
Audex in Cointe. Maar, nadat Minister Mathot aan de macht was gekomen, gaf die dat dossier aan iemand anders. In ruil kregen wij het Justitiepaleis toebedeeld.’ Het werd dus een heel lang verhaal. Wij lichten enkele passages toe. Egypte in Wallonië De eerste fase van het project, met onder meer de ruimten grenzend aan de rechtszaal, stuitte meteen op hevig verzet van de Aarlenaren. Reden hiertoe was het feit dat ze gehecht waren aan de oude rijkswachtkazerne die moest wijken. Er was dan ook heel wat overredingskracht nodig om de tegenkantingen uit de weg te ruimen. De architect vertelt: ‘De eerste schetsen, toen nog met de hand getekend, omvatten een plattegrond van het terrein, vierkant van vorm. Naarmate je een verdieping hoger ging, werd de oppervlakte voor
F. Louwet
de diensten die er zouden worden gevestigd kleiner. Giet dit in een driedimensionaal ontwerp en je krijgt vanzelf de vorm van een piramide.’ Vervolgens werkte het bureau een voorontwerp uit: een grote dakconstructie met leien op een onderbouw uit steen. Architect Louwet was ervan overtuigd dat het gebouw dusdanig perfect in de omgeving zou passen, aangezien Aarlen een stad van daken is. Maar, de toenmalige gemeenteraad bleek niet dezelfde mening toegedaan. Hij weet het nog goed: ‘De burgemeester bekeek de maquette en zei: ‘Het is wel te merken dat u een ‘vreemde’ architect bent. Als u van Aarlen afkomstig was geweest, zou u geweten hebben dat wij van oorsprong een Romeinse stad zijn, en geen Egyptische.’ Een reis naar Abidjan bracht de oplossing. Midden in de zwarte wijk doemde plots een
6
gebouw in spiegelglas op dat perfect paste bij de witte huisjes, de palmbomen en de blauwe hemel. De architect nam het idee mee naar Aarlen en ging weer aan de slag. Pas jaren later werd begonnen met de tweede fase van de werken. Toen moesten het assisenhof en de rechtbank van eerste aanleg worden gebouwd. De Voorzitter had een heel duidelijk beeld van de sfeer die hij er wilde creëren. ‘Hij wilde meer rust, geen agressiviteit zoals in het eerste gebouw met zijn vele hoeken. En zo kwam ik bij een cirkelvormig grondplan uit. Tenslotte heeft een assisenhof toch wel iets weg van een theater.’ Natuurlijk moest hij de toekomstige gebruikers van het gebouw voor zijn idee zien te winnen en daarom troonde hij hen mee naar het gerechtsgebouw van Pontoise,
_
_
_
g
Het bepalen van een circulatieplan voor een rechtbank is niet vanzelfsprekend. Evenwel sluiten justitie en theater zich meer dan eens nauw aan elkaar aan.
dat ook geconcipieerd is rond een cirkel. ‘In de pers is intussen uitvoerig bericht over het feit dat de zaal te klein zou zijn en de gebruikte voorzieningen te duur. Je kunt je evenwel de vraag stellen of het proces Dutroux niet té gemediatiseerd is. De zaal voldoet namelijk volledig aan de normen en er zijn hoegenaamd geen overbodige voorzieningen.’ Het is uiterst zeldzaam dat architectuur zo onzacht in aanraking komt met de actualiteit. En dat geeft soms vonken die tot nadenken stemmen… Een Grand Bazar met meer goud dan het Prinsbisschoppelijk Paleis Nog een ander project dat momenteel in de schijnwerpers staat, maar totaal anders is van aard: de winkelwandelbuurt aan de place Saint-Lambert in Luik, in samenwerking met de architectenbureaus Jaspers en L’Atelier.
De voorgevel van de Grand Bazar, die hier het straatbeeld domineert, behoort tot het erfgoed van deze bruisende stadskern. Architect Louwet verklaart nader: ‘Bij het begin van de werken kwamen de archeologen van de dienst monumenten en landschappen langs. Die ontdekten dat de voorgevel oorspronkelijk versierd was met motieven in bladgoud. Werken met bladgoud is niet moeilijk en ook niet zo duur, maar het vraagt heel veel tijd en geduld. Op vandaag echter is het de arbeidskracht die de grootste hap uit het budget neemt. Het werd dan ook een aanzienlijke investering, maar het resultaat mag er absoluut zijn: het Prinsbisschoppelijk Paleis aan de overkant van de straat valt erbij in het niets.’ De specialisten kwamen er ook achter dat de initiële kleur van de ramen licht, bijna fluorescerend, groen waren. Een ietwat vreemde smaak had men blijk-
7
baar aan het eind van de 19e eeuw… Gelukkig mochten de architecten nu een wat soberder groen uitzoeken dan de felle tint van weleer. Het project is eveneens van belang omdat er boven de handelsruimten appartementen voorzien zijn om de mix aan bestemmingen weer op gang te brengen. Oorspronkelijk was deze diversiteit er ook al, maar naarmate de winkels op het gelijkvloers steeds betere zaken deden, werd almaar meer ruimte erboven ingepalmd voor verkoop en voorraden. Doordat er nu opnieuw appartementen werden voorzien, kon men aanspraak maken op een wederoplevingsbudget. Een achterliggend gebouw werd onteigend om er een open ruimte te creëren, waar ook de verswinkels komen. In het totaalbeeld van het
_
_
_
g
Het kantoor LBS te Soumagne, Een project waaraan RC System, in samenwerking met haar partner Dethier uit Waimes, heel wat technologische en esthetische know-how hebben geleverd.
architectuur
Audex eindresultaat hebben de ontwerpers tevens zorg besteed aan de directe omgeving en de openbare ruimtes om van dit stukje stad een voetgangersparadijs te maken. Helaas gebeurt dat nog niet al te vaak en verdient deze aanpak zeker extra aandacht.
Een spectaculair atrium en ramen van RC System. Het open winkelcomplex is met elkaar verbonden door een met glas overdekte galerij. Om deze te kunnen inpassen, was het nodig een straat te onteigenen. Immers, vanaf de place Saint-Lambert moet deze glaspartij de voorbijgangers naar de winkels lokken. Maar dit was niet alles…, ook het
F. Louwet
oplossen van de thermische problemen bij de restauratie van de Grand Bazar waren nog een echte uitdaging. De architecten deden hiervoor beroep op de specialisten van RC System die een systeem bedachten waarbij het aluminium raamgeheel past in een metalen frame, zonder dat er koudebruggen zouden ontstaan. Zich bewust van de complexiteit en de moeilijkheidsgraad van uitvoering van deze zware renovatie, heeft de aluminium constructeur Design Metal uit Haccourt bijzondere aandacht besteed aan de voltooiing van dit bouwproject. Meer nog legde de beperkte toegang tot de werf een strikt beheer op voor de equipes, meerbepaald voor het plaatsen van de grote uitstal-
8
ramen op het gelijkvloers. De aluminium profielen van RC System staan bekend om hun slanke aanzichtbreedte, zonder in te boeten op hun prestaties. ‘Toch moeten we ook benadrukken’, aldus de architect, ‘dat de financiële aspecten doorwegen in de keuze van de investeerders. Tegen rentabiliteitsargumenten kunnen wij maar weinig inbrengen.’ En daarmee wordt meteen het bewijs geleverd dat de ramen van RC System zowel aan de financiële, esthetische evenals technologische criteria tegemoet komen. In een omgeving als deze moest de voorkeur in elk geval uitgaan naar zeer slanke raamgehelen. Om de variatie in de oorspronkelijke ramen te bewaren, waren robuuste profielen nodig
_
_
_
g
De afwisseling van lichtgekleurde baksteen en antraciete profielen van RC System geeft ritme aan de architectuur van de burelen van LBS. Dankzij de slanke aanzichtbreedte van de raamprofielen vloeien de beglaasde oppervaktes naadloos over in de volle muren.
zodat de architecten voor een aluminium driekamersysteem ‘Excellence’, met een bouwdiepte van 65 mm met doorlopende polyamide isolatiestrips kozen. Uiteraard zijn de ramen gemoffeld. Door te opteren voor RC system, hebben de ontwerpers resoluut gekozen voor duurzaamheid en minimaal onderhoud. Een stadion voor de Rouches ‘Twee dagen geleden’, vertelt de Luikse architect, ‘zag ik bij de dagbladhandel La Dernière Heure liggen. De voorpagina blokletterde: "Het proces Dutroux" met daarnaast een foto van het Justitiepaleis, en "Schandaal in Sclessin", met een foto van het Stadion. Twee van mijn verwezenlijkingen samen op de cover
dus!’ (lacht). Inderdaad, ook het stadion van Standard, dat voor Euro 2000 werd gerenoveerd, is het werk van Bureau Audex. De sfeer van de Rouches is alomtegenwoordig. ‘In mijn werk heb ik vooral belangstelling voor de menselijke kant. Als architect van het stadion word ik vaak in de loges uitgenodigd. Bij "Galère", helemaal beneden, zit je op een meter van de publiekstribunes achter de terril. Voor de renovatie heerste er een gespannen sfeertje, vooral als het volk achter het glas van de loges die "nette heren" zag zitten, die bij de "echte" voetballiefhebbers maar op weinig sympathie konden rekenen. Sinds de verbouwing en de Europese richtlijn die voorschrijft dat er alleen nog maar zitplaatsen mogen worden
9
voorzien, is dat totaal anders. Nu zit iedereen als het ware in een loge en dat terwijl de prijs van vóór de werken niet eens gestegen is…’. Dit is de man die perfect in zijn stad thuishoort: een gezellige levensgenieter. Maar bovenal een uitmuntend vakman. Niemand kan het beter uitdrukken dan architect Louwet zelf: ‘Ik ga heel ernstig te werk, maar mezelf ernstig nemen? Dat doe ik nooit!’.
Bureau Audex Raikem 8 4000 Luik-Soumagne T: +32 (0)4 253 51 00 F: +32 (0)4 252 38 73
[email protected]
_
_
_
g
Jean-Marc Dropsy – Jean-Luc Jacqmin – Dominique Pajot
Een ongewoon
_
_
_
g
on trio
Vanuit Bertrix ontwerpt Impact architecturale en stedenbouwkundige totaalprojecten. Het bureau kreeg de kans om al zijn talenten te tonen in het driesterrenproject ‘Ilot Saint Luc’ in Namen. Van het platteland naar de stad, met inzicht en vakkundigheid.
Bij ruimtelijke ordening moet in eerste instantie een driedimensionale voorstelling gemaakt worden van hoe de geplande projecten naadloos ingepast kunnen worden in de lokale context. Deze intellectuele fase vraagt om een artistieke benadering waarbij niet alleen de reglementering in acht genomen wordt, maar ook gehoor is voor de eisen van de moderne architectuur. Hieruit is Impact ontstaan met als doel alle vaardigheden te bundelen die nodig zijn om verschillende projecten te realiseren, van de verkaveling tot de constructie van kantoorgebouwen en van stadsvernieuwing tot de aanleg van pleinen. Deze atypische samenwerking tussen JeanMarc Dropsy, landschapsarchitect, Jean-Luc Jacqmin, architect, en Dominique Pajot, landmeter, was het vertrekpunt van dit bureau dat alle facetten van een project in handen neemt.
Impact fotografie: impact tekst: marc covet
11
‘Met deze formule zitten wij bij de bron van elk initiatief’, verduidelijkt de architect van Impact. ‘Wij kennen elkaar al een jaar of tien en werken al even lang samen, maar onze onderneming werd pas in 1998 opgericht. Iedereen heeft zijn ervaring en knowhow ingebracht. Het bureau is ontstaan in een landelijke omgeving in de provincie Luxemburg, een streek in volle ontwikkeling. Wij zijn een unieke gesprekspartner en dat is een voordeel. Wij bieden een coherente oplossing voor een gesteld probleem en een complexe vraag. Wij kunnen het project van A tot Z uitvoeren.
_
_
_
g
Een stedelijk project dat zich nestelt in de stad zonder deze te verloochenen. Het complex lost het probleem op van het hoogteverschil van het terrein en biedt ruimte aan een passage voor voetgangers ten dienste van de buurtbewoners.
architectuur
Impact Wij zijn er ook van overtuigd dat dergelijke initiatieven in de toekomst eerder regel dan uitzondering zullen worden.’ Ilot Saint Luc: een Ministerie vindt zijn plaats in de stad Onlangs liet het bureau Impact van zich spreken door een grootscheeps project, met name Ilot Saint Luc in Namen. Een gebouwencomplex met 12 500 m2 kantoorruimte en een strategische ligging in de stad: vlakbij het centrum, achter het station. Vanaf de hoogste verdiepingen heb je zelfs zicht op de citadel. Impact is er met glans in geslaagd de geschiedenis van dit gebouw in ere te houden.
Ondanks de goede ligging was deze locatie aanvankelijk, gedomineerd door een verlaten flatgebouw, een echte doorn in het oog. ‘Wij kregen de opdracht om
kantoren in te richten in het oude St-Luc ziekenhuis op dat terrein’, herinnert Jean-Luc Jacqmin zich. ‘Tijdens de ontwerpfase werd de kliniek echter onteigend voor de aanleg van de boulevard du Nord. Toen dachten we: waarom zouden we geen plan van aanleg voor de hele zone voorstellen? Vervolgens hadden wij een ontmoeting met de stad Namen, het Waalse Gewest en bouwpromotor Thomas & Piron. Zij vonden het een goed idee en we kregen groen licht.’ Voor Impact kon het avontuur beginnen. Van een uitdaging gesproken! Het terrein had een helling van 9 meter, ofwel drie verdiepingen en de bestaande hoogbouw kon niet zomaar met de grond gelijkgemaakt worden. Die hoogte was ook een voordeel, want zo kon een hoog gebouw ontworpen worden met heel wat vierkante
12
meters dat toch niet uit de toon zou vallen in de bestaande omgeving. De buurt wordt helemaal niet overschaduwd door de nieuwe volumes. ‘De dienst Stedenbouw van de stad en het Waalse Gewest hebben echt naar ons geluisterd’, herinnert de architect van de site zich. ‘In het begin hebben we het project in 5 éénheden verdeeld, want we wisten niet voor wie de locatie bestemd zou zijn. Het was een hele uitdaging om flexibel te blijven en eventueel de belangstelling van verschillende klanten te wekken. Het bouwproces was al volop aan de gang toen het Ministerie van Landbouw besloot de kantoren te kopen.’ Creatief en verrijkend teamwork Dit project heeft een gevarieerde opbouw. De ‘toren’ is een echte blikvanger aan de voet van de rotonde. Hij springt onmiddellijk in het oog als je uit het MET en
_
_
_
g
De muren uit rode baksteen vormen een zeer homogeen geheel dankzij de keuze voor voegen in dezelfde kleur. De slanke profielen van RC System gaan harmonieus samen met dit architecturale concept.
de noordkant van het station komt. De gebogen weg langs Ilot Saint Luc wordt omboord door een groot bakstenen gordijn, een mooie dynamische beweging. ‘De baksteen is typisch Naams’, verduidelijkt Jean-Luc Jacqmin. ‘Wij wilden het monolithische aspect van deze wand behouden door gebruik te maken van rode voegen, "ton sur ton".’ Het blok is niet volledig gesloten aan de straatkant. Er zijn doorkijken voorzien, daktuinen aangelegd en op verdieping +1 is er een pleintje waar het aangenaam wandelen is. De bewoners uit de buurt bereiken immers via deze site het centrum van Namen. Hier zien we het talent van het bureau om een mooi evenwicht te vinden tussen ruimtelijke ordening en architectuur. Impact houdt zich ook bezig met stadsplanning en zorgt ervoor dat het
project in de stad geïntegreerd wordt. Vanuit functioneel oogpunt was het niet eenvoudig om zich aan te passen tijdens de werkzaamheden. In het begin waren de vijf éénheden immers onafhankelijk van elkaar ontworpen. Nu moesten ze met elkaar verbonden worden en de ruimten moesten functioneel zijn. Gelukkig hebben alle betrokken partijen in dezelfde richting gewerkt. ‘Als je met een bouwpromotor werkt’, begint architect Jacqmin, ‘heb je een andere relatie dan bij een ‘klassieke’ opdracht met een aannemer. Het is teamwork. De uitdaging bestaat erin oplossingen te vinden om het creatieve te behouden zonder de belangen van de investeerder te schaden. We begrepen elkaar gelukkig heel goed!’ De communicatie met de toekomstige bewoners is ook goed verlo-
13
pen. Het Ministerie zal gebruikmaken kunnen van een efficiënte en aantrekkelijke infrastructuur. Net als het bureau van deMinister, met vrij uitzicht op de Waalse hoofdstad. RC System voor oplossingen op maat ‘Bij een dergelijk project is er maar één keuze, metaal’, verklaart de ontwerper van Impact.’ Factoren als spanwijdte, onderhoudsproblemen, duurzaamheid, thermische prestaties en prijs-kwaliteitverhouding hebben bouwers en architecten ertoe aangezet te opteren voor aluminium profielen van RC System: ‘De gordijngevel was één van onze sleutel elementen. Bijvoorbeeld om nadruk te leggen tussen het bestaande gebouw en het nieuwe. Om economische redenen hebben we gekozen voor een "tussenwand" en gespeeld met het type van beglazing: doorzichtig voor het aan-
_
_
_
g
De hoogste verdiepingen genieten van een adembenemend uitzicht op de stad. Het constructieve aspect is niet verborgen maar geïntegreerd in de ruimte als een hedendaagse sculptuur.
architectuur
Impact geven van bepaalde zones, weerspiegelend voor de verbindingspunten tussen de gebouwen. Het probleem met constructies uit één stuk van deze omvang is de moeilijkheid om ze in het bestaande kader te integreren. Door massieve constructiedelen en leegtes met elkaar af te wisselen, spelen we met ritmes om een balans te vinden die in harmonie is met de stad.’ Een andere belangrijke betrokken partij was de schrijnwerker. Met de firma Zaluco uit Jumet wisten de architecten zeker dat er geen problemen zouden zijn: ‘Deze mensen kennen hun vak. Wij hebben hen de in acht te nemen zaken meegedeeld en in samenwerking met de technische dienst van RC System hebben wij de profielen kunnen aanpassen aan onze architectuur. Gezien de stabiliteitseisen moesten op sommige plaatsen bijkomend versterkingen voorzien worden.
Dankzij thermische studies, uitgevoerd door RC System op verzoek van de constructeur, kon op een verantwoorde manier een plaatsingstechniek voor de ramen bepaald worden die verenigbaar was met de betonnen structuur.’ De opengaande delen zijn getekend in het netwerk van de muur. Een bijkomende reden waarom de belanghebbenden opteerden voor RC System waren de geluidsverplichtingen. ‘Een dergelijke ligging, langs een invalsweg naar de stad, veroorzaakt geluidsoverlast die moeilijk te verdragen is in een werkomgeving. De geluidsvermindering die deze profielen teweegbrengen is aanzienlijk vergeleken met andere systemen.’ De keuzes die gemaakt werden door vakmensen zoals Impact, moesten aan strenge criteria beantwoorden. Zowel uit esthetisch oogpunt als wat de technische verplichtin-
14
gen betreft, kon RC System voldoen aan hun uiterst strenge eisen. Werken op het platteland Terug naar Bertrix, in het bureau van Jean-Luc Jacqmin. Op dit ogenblik werkt het team, wegens plaatsgebrek, een beetje overal maar eind dit jaar worden er nieuwe kantoren gebouwd, ‘Deels ook met RC System’, benadrukt hij. ‘Wij hebben behoefte aan betere werkomstandigheden. Alle groeiende bureaus hebben dit probleem. Het project in Namen is ons visitekaartje dat ons een grote zichtbaarheid geeft en wij willen de boot niet missen.’ Maar wegtrekken uit de groene Ardennen om naar een grote stad te gaan, zien ze absoluut niet zitten: ‘In plaats van onze kantoren te verhuizen, verplaatsen wij onze projecten. Wij verkiezen een mountainbiketocht boven de fitnesszaal.’ Met deze mentaliteit bewijst Impact
_
_
_
g
Een architectuur die zijn stempel drukt op een wijk in Namen die in volle beweging is. Een nieuw imago voor het Ministerie van Landbouw.
dat het begaan is met de ontwikkeling van zijn omgeving, die vaak wordt bedreigd door slecht doordachte verkavelingen. Denken we maar aan de problematiek rond herbevolking waaraan Wallonië het hoofd zal moeten bieden na Vlaanderen. Een dergelijke samenwerking is noodzakelijk om nieuwe ideeën te creëren en de resterende groene ruimte te behouden. Wij wensen dit jonge, creatieve en ambitieuze bureau het allerbeste toe!
Impact sprl Rue des Chasseurs Ardennais, 32 6880 Bertrix T: +32 (0)61 41 54 54 F: +32 (0)61 41 55 07
[email protected] Assistentie voor het project 'Ilot Saint Luc' te Namen: CAM: Alain Jacquemart CAD: Etienne Breny
15
_
_
_
g
Actieve Architectuur
_
_
_
g
Eddy Vanzieleghem is begaan met architectuur in een zeer brede context. Zijn betrokkenheid als architect gaat veel verder dan het ‘product’ van zijn kunnen als ontwerper en wordt getekend door sterke sociaal-maatschappelijke relaties. ‘Een architect moet zijn beroep niet passief uitoefenen, maar moet er voluit voor gaan en durven aan te pakken!’ klinkt het overtuigend.
Eddy Vanzieleghem Architecten fotografie: frank goethals tekst: eduard coddé
Starten vanuit het niets Eddy Vanzieleghem werd in Roeselare geboren, waar hij aan het ‘Klein Seminarie’ de afdeling Wetenschappelijke A voltooide om vervolgens zijn steven naar Gent te richten, waar het ‘SintLucasinstituut’ wenkte en waar hij ‘gepakt’ zou worden door de stadsmicrobe. Hij studeerde er in 1978 af als architect, met het gemeentehuis van Dendermonde als afstudeerproject en een thesis die veelzeggend was voor zijn latere carrière: 'Inbreiding, de miskende noodzaak'. Het ‘Structuurplan Vlaanderen’, dat zowat de concretisering werd van zijn thesis, liet nog meer dan 20 jaar op zich wachten… Eddy Vanzieleghem werd dat jaar nog geselecteerd voor de Belgische vertegenwoordiging op de ‘Internationale Architectuurtentoonstelling’ voor afstudeerprojecten in Mexico. Na het behalen van zijn architec-
tendiploma ging hij zich verder bekwamen aan de ‘Rijksuniversiteit Gent’, waar hij seminaries voor Stedenbouw, Ruimtelijke Ordening en Planning volgde. Daarnaast volgde hij zijn stage bij de architecten Yvan Van Mossevelde, Ferdinand Schlich en Juliaan Lampens. Omdat WestVlaanderen in die tijd weinig voeling had met architectuur en de ereloontarieven meestal de enige motivatie voor de keuze van het architectenberoep was, besloot de kersverse architect die zijn beroep in een brede context zag, vanuit het niets te beginnen in Gent, een stad waarmee hij tijdens zijn studententijd een hechte band had gesmeed. Deze locatie vormde trouwens gedurende jaren ook een prima uitvalbasis om het vak te leren in grote architectenbureau’s in Gent en Brussel. Geen concessies Parallel met het werken bij grote-
17
re kantoren, startte de zoektocht naar gemotiveerde opdrachtgevers, dit zonder concessies te doen aan zijn houding t.o.v. architectuur en het ereloon dat daarmee in verhouding staat. ‘Een architect moet mensen iets bijbrengen’, luidt het bij Eddy Vanzieleghem. ‘Hij moet het gebouw praktisch organiseren, functionaliteit introduceren, het ontwerp een meerwaarde geven en dit met respect voor het gestelde budget’. Licht en ruimte zijn de twee peilers die onze gastheer graag als drager voor zijn architectuur gebruikt. Hij werkt graag met hoge plafonds – 3 à 3,5 meter – omdat dit een belangrijke bijdrage levert tot het ruimtegevoel en de ervaring van de lucht of hemel in een stedelijke context dit gevoel nog versterkt. Contrasten van hoogten in aanpalende lokalen vormen voor hem ook een middel om ruimte te benadrukken en circulatiepatronen te versterken.
_
_
_
g
Blik van de nog te renoveren binnenruimtes van het project 'Het Schepenhof' te Gent.
architectuur
Eddy Vanzieleghem ‘Betere architectuur komt soms tot stand door het elimineren van een reeks randvoorwaarden. In België wordt architectuur in publicaties teveel vanuit het concept beoordeeld. Dit heeft als gevaar dat het bouwwerk niet beantwoordt aan een reeks essentiële vereisten waaronder bijv. het gestelde programma en budget, goede bouwtechniek, onderhoudsvriendelijke uitwerking… Bovendien worden deze beelden door jonge architecten als voorbeeld gebruikt wat een zekere roekeloosheid inhoudt door onvoldoende ervaring om dit constructief correct te realiseren’. Het tegemoetkomen aan alle eisen is echter geen excuus om slechte architectuur te maken, maar het vereist wel meer inspanningen, geduld en naast de noodzakelijke gedrevenheid vooral het opbouwen van ervaring. De vergoeding staat niet in verhouding tot de inzet, maar dit wordt
gecompenseerd door de voldoening creatief bezig te zijn. Goede vormgeving vereist een goede detaillering. Het kantoor 'Eddy Vanzieleghem Architecten' bestudeert dan ook alle details en tekent ze nauwgezet uit. ‘Men kan geen perfecte realisatie verwachten als de uitvoerder niet precies weet wat van hem wordt verwacht!’, argumenteert hij zijn aanpak. Gemiddeld 60% van de mensen waarmee inleidende gesprekken worden gevoerd, bouwen met architect Eddy Vanzieleghem. ‘Het moet klikken en men moet eerlijk durven zijn met de potentiële bouwheer. Als iemand een project voor ogen heeft met een ontoereikend budget, dan moet dat tijdig gezegd worden, zelfs al leidt dat tot een breuk’ klinkt het openhartig. Eddy Vanzieleghem heeft weinig repetitieve opdrachten en voelt zich meest aangesproken door de afwisseling van opdrachten op
18
maat. Hij werkt bij voorkeur in stedelijk gebied, met een passie voor Gent. Grote verbouwingen en renovatie van herenhuizen hebben een bijzonder plekje in het architectenhart van Eddy Vanzieleghem, maar ook kantoorgebouwen verschijnen op zijn respectabele referentielijst. Vooral de kwaliteiten van 19e eeuwse stadswoningen boeien hem in het bijzonder. Bij de renovatie wil hij de originaliteit dan ook maximaal bewaren. Voor de waardevolle straatgevels gebruikt hij meestal houten ramen met originele profielen, in combinatie met aluminium schrijnwerk voor de achtergevels zodat via grote glasoppervlakken veel licht wordt binnengehaald. Waar mogelijk werkt hij graag een totaalproject uit, inclusief meubelontwerp. Meubilair, waaronder keuken en badkamer zijn altijd integraal onderdeel van zijn
_
_
_
g
Een architect moet het gebouw praktisch organiseren, functionaliteit introduceren, het ontwerp een meerwaarde geven en dit met respect voor het gestelde budget.
Licht en ruimte zijn de twee peilers die de architectuur van Eddy Vanzieleghem dragen.
19
_
_
_
g
Goede vormgeving vereist een goede detaillering. Men kan geen perfecte realisatie verwachten als de uitvoerder niet precies weet wat van hem wordt verwacht!
ontwerpbenadering. Architectuur zonder gewetensproblemen ‘Eerlijkheid is voor mij een conditio sine qua non bij het uitoefenen van het beroep van architect’, claimt Eddy Vanzieleghem. ‘Ik wil absoluut niet wakker liggen van gewetensproblemen omdat ik de klanten verkeerd geadviseerd heb. In mijn ganse architectencarrière heb ik plichtsgetrouw de verzekeringspremies betaald zonder één enkele claim geïntroduceerd te hebben en dat wil ik graag zo houden!’. Zowat tien jaar geleden is hij gestart met het verrekenen van zijn erelonen per uur. Voor hem is dit de meest eerlijke verloning voor elk project en elke klant. Bij een forfaitair systeem wordt altijd teveel of te weinig betaald, leert zijn ervaring. Nu merkt de klant via een gedetailleerde prestatielijst wat de taak van zijn architect inhoudt en hoe hij zelf efficiënt kan bijdragen door een goede opdrachtformulering en mede-
werking. Dat Eddy Vanzieleghem het architectenberoep graag in een ruime context ziet, spreekt ook uit het feit dat hij bij voorkeur de realisatie coördineert. ‘De taak van een architect houdt niet op bij het ontwerpen’ verklaart hij. ‘Opdat een ontwerp ook gerealiseerd wordt zoals bedoeld, is de keuze van aannemers en specialisten, de planning, begeleiding en opvolging ervan, van cruciaal belang. Het directe contact van de architect met de contractanten draagt bij tot een betere uitvoering. De architect is de conceptverantwoordelijke en dient sturing te verzekeren. Hij mag de aannemer niet aan zijn lot overlaten!’. Vooral bij renovatie is een nauwgezette opvolging van de werken onontbeerlijk. ‘Men moet er met de neus opzitten’, leert zijn ervaring. Oog voor detail is van groot belang om het plan te laten uitvoeren zoals het getekend werd. Het uitsplitsen van de opdrachten naar disciplines en specialiteiten is een ander belangrijk facet.
20
‘Als architect weet ik graag met wie ik werk. Dat is een garantie voor kwaliteit en voorkomt schadeclaims!’ klinkt het vastberaden. Bouwen gebeurt binnen een delicate driehoeksverhouding tussen bouwheer, architect en aannemers. Er komt dan ook heel wat diplomatie aan te pas, volgens Eddy Vanzieleghem. ‘Het is belangrijk om iedereen te waarderen, problemen af te wegen en er relevante oplossingen voor te zoeken. Als architect is het streefdoel een correcte realisatie af te leveren tot tevredenheid van alle partijen’. Bouwen in België Eddy Vanzieleghem is ervan overtuigd dat er in de toekomst steeds minder ruimte zal blijven voor particuliere bouwopdrachten en we zullen evolueren naar een wereld van professionele bouw heren. ‘Onze vrijheid op het vlak van woningbouw zal worden teruggeschroefd’ aldus de architect. Groepsprojecten, appartementsgebouwen en renovatie zullen,
_
_
g
Stedelijk gebied en de kwaliteiten van 19e eeuwse stadswoningen in het bijzonder, worden een warm hart toegedragen door dit architectenbureau.
Eddy Vanzieleghem mede door het 'Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen' een steeds belangrijker plaats innemen bij de bouwactiviteiten. Het individualisme van de opdrachtgever zal eerder gekanaliseerd worden naar de woninginrichting en decoratie, en minder naar de 'casco' van bakstenen en pannen. Eddy Vanzieleghem merkt ook op dat enkel in België de architect zoveel verantwoordelijkheid draagt voor een bouwproject. Deze verantwoordelijkheid is quasi onbeperkt en doordat de architect de enige verplicht verzekerde partner is in het bouwproces, houdt dit een groot risico in voor het beroep. Ons land telt meer dan 12.000 architecten en dat is volgens hem op termijn onhoudbaar. ‘De architect wordt verondersteld "Bouwmeester" te zijn van elk bouwproject en dat kan niet langer!’ aldus onze gastheer. In het huidige economische proces zal de rol van de architect veranderen. Hij moet marketeer zijn en een goede teamspeler, en
zeker niet alleen artiest… In andere landen worden bouwaanvragen veel strenger, maar ook met veel meer vakkennis gecontroleerd, waardoor een eerste verdeling van verantwoordelijkheid plaats vindt. Bovendien zijn er ook veel meer normeringen waaraan gebouwen moeten beantwoorden en meer controles op het naleven ervan. Eddy Vanzieleghem gelooft in de samenwerking van architecten met uiteenlopende specialisatie en ervaring in een ‘architectuurbedrijf’ met een management zoals in elke andere onderneming. Ontwerp en uitvoering horen samen, doch moeten niet bij één en dezelfde persoon berusten. Voor grotere projecten is een ‘uitvoeringsbureau’ zelfs wenselijk. Het architectenberoep is aan een herstructurering toe en dat dient aan de basis – de opleiding – te worden aangepakt. Niet iedereen kan een goede ontwerper zijn en daar wordt momenteel nog teveel
21
de nadruk gelegd. Anderzijds zijn alle disciplines van het beroep zoals dat nu wordt gedefinieerd essentieel voor een goede realisatie. Vooral in de uitvoering is specialisatie en ervaring steeds belangrijker, en dat bij voorkeur gekoppeld aan architecturaal inzicht. De toename van het aantal wetten en eisen beïnvloedt niet alleen het werk van de architect, maar maakt bouwen ook minder democratisch. Er wordt veel geëist van de opdrachtgever en dat kost geld. Er is de verplichting van een veiligheidscoördinator, er zijn normen en eisen voor alles en nog wat (isolatie, energie, milieu,…), terwijl die voor de bouwheer op het eerste zicht niet altijd zinvol zijn. Zo kost de verplichte opvanginstallatie voor regenwater in een stadswoning al gauw 2500 tot 3750 euro aan de bouwheer, terwijl de afschrijving ervan minstens 15 jaar bedraagt. Er is in Vlaanderen al jaren een isolatiedecreet gestemd, doch dat
architectuur
_
_
_
_
g
De voormalige Gentse ‘Florida’-textielfabriek wordt gerenoveerd en omgedoopt tot aantrekkelijk loftproject. De architect gaf de voorkeur aan het behoud van het oorspronkelijke straatbeeld.
architectuur
Eddy Vanzieleghem is zinloos zonder dat er een verplichte ventilatie aan gekoppeld wordt. ‘Onze Belgische woningen zijn onvoldoende verlucht’ merkt Eddy Vanzieleghem op. ‘Permanente verluchting is essentieel voor het bereiken van een goed woonklimaat’. Lofts Eddy Vanzieleghem houdt van de relatie tussen oud en nieuw. Hij vindt een uitdaging in het feit dat er rekening moet gehouden worden met bestaande situaties, liever dan vanaf een wit blad te moeten beginnen. Het introduceren van licht en ruimte als meerwaarde zijn primair, maar ook het uittekenen een boeiende circulatie in het gebouw fascineren de architect.
Een belangrijk gedeelte van de voormalige ‘Florida’-textielfabriek in Gent wordt momenteel gerenoveerd als een loftproject. ‘Het Schepenhof’ treedt op als bouwheer en de verkoop is in handen van ‘Lofting Group Gent’. Eddy Vanzieleghem opteerde voor het behoud van het oorspronkelijke straatbeeld en ging over tot restauratie van de straatgevel en het ‘zaagtand’-dak. Op het gelijkvloers komt een kantoorruimte en een parking voor de behoeften van het volledige complex. De woonlofts op de verdieping, gemiddeld 22 x 7 m groot, zijn voorzien van een tussenvloer met mogelijkheid voor slaapkamers en een dakterras. Om ondanks het behoud van de oude fabrieksramen met ruitverdeling in enkel
22
glas, te kunnen voldoen aan de eisen op het vlak van isolatie, werd achter de voorgevel op de verdieping een galerij aangelegd, die toegang geeft tot alle lofts. Zo kan men de ruimtelijke schaal van de oude werkplaats blijven ervaren en heeft elke loft het karakter van een rijwoning aan een overdekte straat. De ramen van de lofts uitgevend op deze galerij dienden uitgevoerd in beglazing die één uur brandvertraging verzekert. Alle nieuwe schrijnwerkgehelen met aluminium profielen van RC System, die tot ruim vier meter hoog zijn, zijn gerealiseerd met een systeem van kokerprofielen en terugliggend geplaatst om zich van het originele gevelvlak te onderscheiden. De raamopeningen van de lofts
_
_
_
g
Voor Eddy Vanzieleghem houdt de taak van een architect niet op bij het ontwerpen. Hij bestudeert dan ook alle details en tekent ze nauwgezet uit. Bovenaan een voorbeeld van de tekeningen voor de uitvoering van het aluminium schrijnwerk door De Croock Alu uit Gijsegem voor het project 'Het Schepenhof'. Onderaan een detail met betrekking tot het project 'De Buck Vermogensbankiers'.
_
_
_
g
De architect houdt van de relatie tussen oud en nieuw. Het introduceren van licht en ruimte als meerwaarde zijn primair bij een renovatie.
architectuur
Eddy Vanzieleghem aan de Opgeëistenlaan, die uitkijken op het nieuwe gerechtshof van Gent, zijn voorzien van ingenieuze aluminium schuiframen die maar liefst 5,40 m breed en 3,28 m hoog zijn, wat perfect mogelijk is in de huidige context en concept van het gebouw! Ze werden achter de gevel gezet, zodat van buitenuit enkel het glasvlak zichtbaar is. De lofts worden casco verkocht, zodat de nieuwe eigenaars de inrichting en decoratie zelf kunnen bepalen. Bankieren in stijl De transformatie van een bestaand herenhuis met kantoren op de 'Kouter' te Gent tot de hoofdzetel van 'De Buck Vermogensbankiers' betekende een veelzijdige uitdaging voor
Eddy Vanzieleghem. Er was de tijdsdruk om de activiteiten van de zaak minimaal te verstoren en anderzijds de logistiek moeilijke ligging in hartje Gent. Het pand zit geklemd tussen de 'Kouter' en een Leiekanaal. Voor het uitvoeren van de werken werd een tijdelijke brug geslagen over het kanaal. Een in de werf opgestelde kraan bediende de werf over het kanaal heen. Het statige 19e eeuwse herenhuis aan de 'Kouter', dat dienst doet als receptieruimte en directielokalen, werd bewaard en gerestaureerd. De lange inkomhal loopt over in een binnenkoer. Na afbraak van alle aanbouwen werd daar een nieuwbouw neergezet met een nuttige vloeroppervlakte van 1.000 m2.
24
Door de openheid van een aluminium gordijngevel in RC System profielen, vloeien de binnenkoer en het landschapskantoor in elkaar tot één dynamische ruimte. De gevelconstructie in rode baksteen begint er pas vanaf de verdieping. Achteraan tegen het kanaal is een tweede ontvangstruimte ingetekend, waarrond vergaderzalen gegroepeerd zitten. De verdieping eronder op het waterniveau wordt benut als technische ruimte. Op de verdieping kreeg het personeel een fraaie transparante cafetaria met terras en uitzicht over het stadskanaal en binnenkoer, vormgegeven door landschapsarchitect Denis Dujardin. Een landschapskantoor is over drie verdiepingen uitgezet.
_
_
_
g
Op de binnenkoer van de hoofdzetel van 'De Buck Vermogensbankiers' worden oud en nieuw harmonieus aan elkaar gepaard.
_
_
_
g
Door de openheid van een aluminium gordijngevel in RC System profielen, vloeien de binnenkoer en het landschapskantoor in elkaar tot één dynamische ruimte.
architectuur
Eddy Vanzieleghem De korte uitvoeringstermijn, de moeilijk te bereiken werf en de slechte grond, resulteerden na vooronderzoek door stabiliteitsingenieur Pascal de Munck, tot de keuze van een staalskelet. Bijkomend voordeel was de grote flexibiliteit voor eventueel latere herschikking en/of uitbreiding van de kantoorfuncties. Voor de stalen kolommen moesten nieuwe putten gegraven worden. De uitkraging van de liggers over de kolommen geeft de bovenbouw een zwevend karakter. Er wordt niet geraakt aan de mandelige muren van de naastliggende gebouwen. Tussen de liggers werd steeldeck aangebracht, waarop gewapend beton is gestort. Daardoor kon de afstand van het verlaagd plafond tot de
steeldeck voor het aanbrengen van de vele technieken, beperkt worden tot 35 cm. Aangezien het herenhuis niet kon beantwoorden aan de nieuwe voorschriften qua brandveiligheid, diende een strikte compartimentering te worden gehanteerd met o.a. deuren en ramen met glas RF 1 uur. Ook een grondige energiekostberekening werd doorgevoerd per lokaal. Dit leidde o.m. tot het toepassen van superisolerende beglazing met een lage zonnetoetredingsfactor. Hoewel dit glas een meerkost van € 10.000 vertegenwoordigt, bleek dat binnen drie jaar afgeschreven te worden door de energiebesparing voor koeling en de plaatswinst van convectoren. Onze gastheer heeft grotendeels zelf de uitvoering van de werken
26
gecoördineerd. In slechts negen maanden werd dit project voltooid! Voor Eddy Vanzieleghem heeft de architect een belangrijke sociale en maatschappelijke taak, die soms verder gaat dan het beroep zelf of de eigen artistieke bevrediging. De kwaliteit van de hem toevertrouwde bouwopdracht moet primeren en impulsen aanreiken voor de gebruikers en de omgeving.
Eddy Vanzieleghem Architecten Blekersdijk, 37a 9000 Gent T: +32 (0)9 233 69 98 F: +32 (0)9 233 69 81
[email protected]
_
_
_
g
Binnenzicht van de burelen 'Eddy Vanzieleghem Architecten'
Een leven vol architectuur Eddy Vanzieleghem is bijzonder actief bezig met architectuur en de wereld van de architect. Vanuit die gedrevenheid en idealisme verleende hij zijn medewerking aan een groot aantal initiatieven. Zijn thesis 'Inbreiding, de miskende noodzaak' werd in de periode 19781979 integraal gepubliceerd in opeenvolgende edities van het tijdschrift 'Kontakt', uitgegeven door de ‘Bond Vlaamse Architecten’. In ‘Kontakt’ verschenen diverse artikels van zijn hand in de periode 1994-'95. Voor de manifestatie 'Architectuur als Buur' (Gent, 1988) was Eddy Vanzieleghem mede-initiatiefnemer en technisch coördinator. In 1989 werd 'Architectuur als Buur' daarvoor bekroond met de onderscheiding 'Architect van het jaar'. In 1993 was hij
projectleider voor de provinciale campagne '30 jaar Orde van Architecten' met o.a. de debattencyclus en een publicatie ‘Architectuur in de Provincie’ (1994 – 1995). Hij zetelde als gewestelijk en nationaal jurylid in de ‘Electrabel energiewedstrijd voor Architecten’ in 1995 en was jurylid voor de ‘Provinciale Architectuurprijs West-Vlaanderen’ in 1998. In opdracht van het ‘Vlaams Ministerie van Cultuur’ was hij lid van de stuurgroep voor de oprichting van het ‘Vlaams Architectuur Instituut (VAI). Zijn diepgeworteld idealisme leidden tot tal van mandaten in architectenorganisaties. Zo was hij bestuurslid van de ‘Architectenunie’ – waar hij ook 10 jaar voorzitter voor OostVlaanderen van was – en afgevaardigde voor de ‘Bond Vlaamse Architecten’ (1992-1995).
27
In de periode 1994-1996 was hij vicepresident van de ‘Federatie Architectenverenigingen van België’ (FAB). Eén van zijn grootste verdiensten is de uitbouw en de coördinatie van ‘AWARDS van de Belgische Architectuur’, voor de FAB i.s.m. Trends en Batibouw (1999, 2000, 2001, 2002)en Electrabel (2003). Tot op heden is hij met architect Jo Lefebure nog steeds de drijvende kracht van de ‘vzw Architectuur als Buur’. Vanuit deze organisatie was hij nog recentelijk medeauteur van de publicatie ‘Dichter Wonen’, een voorbeeldenboek uitgegeven in opdracht van AROHM. Eddy Vanzieleghem betreurt dat niet meer jonge architecten naar voor treden om met hun idealisme nieuwe impulsen te geven aan een positief klimaat rond het architectenberoep.
_
_
_
g
Bart Lannoy fotografie: dries van den brande tekst: jos segaert
Sterk en strak
_
_
_
g
‘Ik heb nooit fermettes moeten bouwen’. Wat voor sommigen als een bekentenis zou kunnen overkomen, klinkt uit de mond van architect Bart Lannoy als een oprechte opluchting. Het had immers ook anders gekund. Hoeveel jonge architecten voelen zich niet verplicht af te stappen van hun schoolse idealen om tegemoet te komen aan de wensen van bouwheren die het traditionele beeld van de landelijke bouwstijl voor ogen hebben? Dikwijls moeten ze van hun hart een steen maken. Om den brode wordt al eens vaker water in de wijn gedaan. Die frustratie is Bart Lannoy bespaard gebleven.
De Wervikse architect heeft dan ook geluk gehad. Of heeft hij, zoals men wel eens zegt, het geluk zelf afgedwongen? Feit is dat hij na zijn opleiding als architect in Sint-Lucas te Gent en een eerste stage bij zijn vader, eveneens een bekend architect in Wervik, terecht kwam bij Buro II in Roeselare, waar hij verder het klappen van de zweep leerde. ‘Ik heb altijd een enorme bewondering gehad voor architecten die soberheid en eenvoud hoog in het vaandel voerden’, zegt Bart Lannoy. ‘Richard Meier in de Verenigde Staten en Tadao Ando in
29
Japan zijn klassieke voorbeelden van een uitgepuurde en zuivere architectuur. Zelf wilde ik ook die weg opgaan.’ Bij Buro II leerde Lannoy de methode om te bouwen met Ytong en pleister. Twee materialen die perfect geschikt zijn voor moderne architectuur. ‘Toen ik na mijn tweede stage mijn eigen bureau opstartte, had ik de lijnen van mijn stijl uitgezet. Ik wilde minimalistisch, modernistisch bouwen en in functie daarvan ook bepalen met welke materialen ik zou werken.’
_
_
_
g
De aula van de Wervikse Parkbegraafplaats is opgericht in het concentrische middelpunt van de site. De afscheidsruimte is omgeven door water. De bezoekers verlaten het gebouw via een metalen loopbrug en bereiken zo de grafvelden.
architectuur
Bart Geen compromissen Lannoy heeft mooi zeggen dat hij geen pastoriewoningen of fermettes bouwt, ook hij heeft in zijn beginjaren mensen over de vloer gekregen die van hem wat anders verwachtten dan een huis met strakke lijnen van cellenbeton en glas. ‘Natuurlijk is dat gebeurd’, erkent hij nu. ‘Sommigen komen naar een jonge architect met de beste bedoelingen. Zo van: we gunnen die jongen ook iets. Misschien speelt ook de bijgedachte dat hij wel niet duur zal zijn. Voor zo’n beginneling is het moeilijk neen te zeggen. En zelfs compromissen sluiten, doe ik ook al niet graag. Maar eens je hen enkele voorbeelden van realisaties kunt presenteren, weten ze wel snel welk vlees ze in de kuip hebben. Mijn eerste project was de verbouwing van een kleine rijwoning tot een kapperszaak in Wervik. Het huis had slechts een gevelbreedte van
Lannoy
3m80 en was smal en donker. Ik heb het volledig ontsloten en alle mogelijke middelen aangewend om het licht binnen te brengen.’ Kort daarop volgde zijn eigen kantoor. Zoals vaak, een beetje het visitekaartje van de architect. ‘Aanvankelijk dacht ik er niet alleen in te werken, maar ook in te wonen. Al snel veranderde ik van idee en besloot ik het huis helemaal voor te behouden voor mijn opdrachten. Zoals vele oude rijwoningen, waren de ruimtes binnenin klein, onpraktisch en donker. Een reeks kleine kamertjes achter elkaar en dat over twee verdiepingen en een zolder. Ik heb binnenin alles leeggehaald en de achtergevel opengegooid met een glazen uitbouw die van het gelijkvloers naar de twee verdiepingen loopt. Daardoor baadt het huis in het licht. Ook de voorgevel werd opengewerkt, zij het minder drastisch. Hier werd voor de nodige intimiteit gezorgd, al zijn de bovenste
30
verdiepingen ook volledig in glas gevat.’ Ytong Bart Lannoy gebruikte ook voor de bouw van dit kantoor Ytongblokken. ‘Eigenlijk ben ik er niet meer van afgestapt. In praktisch al mijn projecten werk ik met Ytong. Ik hecht veel belang aan de isolatiewaarde van het materiaal en ik apprecieer vooral het feit dat het zich zo makkelijk laat verwerken. Dit materiaal staat niet langer meer de creativiteit van de architect in de weg, het is een ware bondgenoot. Bovendien past het helemaal in de strakheid en zuiverheid van lijnen die ik beoog. Belangrijk is uiteraard de bezetting die erop volgt. De buitenpleister moet volgens de regels van de kunst worden aangebracht. Elk materiaal moet gerespecteerd en op de goede manier afgewerkt worden.’ Aanvankelijk waren de meeste aannemers in dit deel van West-
_
_
_
g
Deze Wervikse rijwoning met minimalistisch karakter laat aan voor- en achtergevel overvloedig licht binnen via flinke glaspartijen. De aanpalende gevelvlakken zijn afgewerkt met een witte pleisterlaag.
Vlaanderen niet vertrouwd met cellenbeton, maar het scepticisme maakte snel plaats voor enthousiasme. ‘Eens ze het materiaal en de mogelijkheden ervan onder de knie hebben, weten ze het te appreciëren’, zegt Bart Lannoy. ‘Het laat zich snel en secuur verwerken en dat heeft een gevolg op de prijs van de bepleistering.’ In zijn kantoor heeft de architect de volledig open gelijkvloerse verdieping voorbehouden als ontvangstruimte. Een tafel, enkele stoelen, een trap die naar de eerste verdieping leidt, meer niet. Achteraan geeft de glazen uitbouw uit op een kleine waterpartij en een onderhoudsvriendelijk stukje tuin, want volledig bedekt met klimop. Via de glasgevel communiceren de verschillende verdiepingen. Op de eerste werkt en ontwerpt hij.
‘Mijn eerste schetsen zijn handmatig. Zogenaamde "duimnagelschetsen", eerste prille ontwerpen die meestal ook de richting aangeven waarin ik ga werken. Wat daarna volgt gebeurt op de tekentafel en de computer.’ Solist met twee Bart Lannoy is één van die uitzonderingen die vandaag de dag niet in associatie met anderen werkt. ‘Ik moet toegeven dat het werk van architect almaar complexer en ingewikkelder wordt. De administratieve rompslomp wordt met de dag groter, een architect moet een echte duizendpoot zijn. Gelukkig heb ik een goede assistente in Nathalie Sigiez. Zij is interieurarchitecte en heeft een bijkomende opleiding technisch tekenen gevolgd. Wij vullen elkaar goed aan, want het gebeurt steeds vaker dat onze opdrachtgevers ons na de bestelling van hun woning ook carte blanche geven voor de inrichting en
31
de aankleding ervan.’ De eerste projecten van Bart Lannoy ontsnapten niet aan de aandacht van specialisten. In de tijdspanne van enkele jaren kaapte hij de Belgian Architectural Award weg met de verbouwing van de kapperszaak in Wervik en won hij de Energiewedstrijd Electrabel voor Architecten, zowel van de provincie West-Vlaanderen als nationaal. ‘Hoeft het belang van prijzen op zich misschien niet te worden overschat, naar buiten toe zijn ze wel belangrijk. Kandidaat-bouwers die bij me aanklopten, wisten wie ik was en waarvoor ik stond. Dat maakte het me meteen een stuk makkelijker. Ik kreeg meteen ook persaandacht, zelfs van de VRT. Een enorme stimulans.’ Publieke opdrachten Voor Bart Lannoy gingen nog andere poorten open. De stad
_
_
_
g
_
_
_
g
Gevelaanzicht van eigen kantoor. De binnenruimte is opgevat als één open structuur. Eén losstaande wand fungeert als buffer voor de trappencirculatie. De verschillende verdiepingen staan in verbinding met elkaar via de open ruimte aan de achtergevel.
architectuur
Bart Wervik klopte bij hem aan voor de bouw van een ontmoetingsruimte op het eiland ‘De Balokken’. Het OCMW vroeg hem een buitenschoolse opvang te ontwerpen en een pand te verbouwen voor minderjarige asielzoekers. Last but not least werd hij aangezocht voor het ontwerp van enkele gebouwen voor de Parkbegraafplaats van de stad. ‘Die laatste opdracht was misschien ongewoon, ze vormde toch een mooie uitdaging, temeer daar ze werd ontwikkeld in een totaalconcept met een tuinarchitect. Ik ontwierp een dienstgebouw en een afscheidsruimte. Deze plaats is de spil van heel het concept. Ze is rond, gemaakt van ter plaatse gestort beton en bevindt zich midden in een
Lannoy
waterpartij. De overledene wordt via de brug over het water naar zijn laatste rustplaats gebracht.’ Voor het boothuis op de Balokken, waar de nieuwe jachthaven aan de Leie moet komen, werd een eenvoudig gebouw met een open structuur achter een zwevende muur opgetrokken, met een groot terras tegen het water. Maar de grootste aandacht gaat ongetwijfeld naar de vele particuliere woningen die deze begaafde architect de voorbije jaren heeft gebouwd en die getuigen van zijn drang naar zuivere lijnen en sobere vormen. Een schoolvoorbeeld daarvan is de woning Platteeuw in Wervik, volledig opgetrokken in Ytong-blokken.
33
‘Deze rijwoning werd totaal afgebroken en heropgebouwd. Net zoals in de vorige gevallen ging het om een smal, donker rijhuis. De eerste taak in dat geval is zorgen voor ruimtelijkheid en communicatie, dus werd gekozen voor een open inwendige structuur. Vooraan, aan de straatzijde, is de gevel opvallend gesloten. Achteraan werd hij volledig opengewerkt en kijkt uit naar de stadstuin. Het budget voor deze woning was beperkt, maar dat vind ik een extra uitdaging. Het is perfect mogelijk creatief te zijn met kleine budgetten. Meer: kleine budgetten dwingen je ertoe creatief te zijn. In deze woning werden op het gelijkvloers de garage, de berging en een klein bureau ondergebracht. Op de eerste verdieping bevindt zich de woonruimte,
_
_
_
g
De buitenschoolse kinderopvang van Kruiseke werd opgevat als een metalen langgerekte container, die gedeeltelijk schuilt onder een open dakstructuur. Voor de verschillende elementen van het bouwvolume en de dakconstructie werden primaire kleuren gebruikt omwille van het speelse karakter.
architectuur
Bart boven de slaapruimte. Een typische bel-etage.’ Tandartspraktijk in het groen Een erg geslaagde ‘verbouwing’ is de woning Matthys in Zillebeke. De voorgevel van deze rijwoning moest van de dienst Stedenbouw in de bestaande context van het beschermd dorpsgezicht geïntegreerd worden. Hiervoor diende de architect rekening te houden met de bestaande overspanningen, de kroonlijsthoogte en de hoogte van de nieuwe ramen. Het resultaat mag gezien worden. Een perfect geslaagde ingreep. Binnenin staat een nieuwe woonst. Het programma was vrij complex, vermits er een tandartspraktijk in moest komen, naast de nodige woonruimte. De architect koos ervoor om met twee niveaus te werken. De woonfuncties bevinden zich allemaal achteraan op het verhoogde niveau met een knappe glazen uitbouw, die als het ware boven de grasvlakte hangt en uitziet op het achterlig-
Lannoy
gende landschap van bossen en weiden. Op de eerste verdieping bevinden zich de slaapvertrekken en een relaxruimte die uitgeeft op het terras. De dakruimte biedt op haar beurt plaats aan een logeerkamer, een polyvalente werkruimte, een berging en een terras. Ontwierp Bart Lannoy aanvankelijk vooral rijwoningen, dan kwamen weldra ook opdrachten binnen voor vrijstaande woningen. In Kortrijk en Meise bouwde hij twee villa’s met een gebogen dak. De keuze ervan werd niet alleen uit esthetische overwegingen bepaald. ‘Het voordeel ervan is dat men vanuit de benedenruimte verbinding heeft tot in het dak en dat men de mogelijkheid heeft om slaapkamers met volwaardige duplexen te maken. Op die manier wordt de ruimte volledig benut.’ De muren, zijn opgetrokken in Ytong-blokken, het dak is van zink met staande naad. Het huis in Meise nestelt zich in het glooiende Brabantse landschap.
34
De organisatie binnen sluit zich hierbij aan. De meer gesloten functies zitten op het gelijkvloers ingekapseld, terwijl de leefruimtes op de verdieping komen te liggen en achteraan aansluiten op de tuin. Volgens de stedenbouwkundige voorschriften was een hellend dak verplicht. Hier werd geopteerd voor een gebogen dak uit zink dat perfect de helling van het terrein volgt. Glas en beton In Brugge valt de villa Wittouck op door zijn strakke vormgeving en zijn grote glaspartijen achteraan. De voorgevel wordt gekenmerkt door een zwevend vlak dat de glasgevel die erachter ligt, aan het oog ontrekt en de intimiteit bewaart. De structuur is volledig gemaakt van Ytong-blokken en betonbalken. Achteraan – zithoek, keuken en eethoek – is de gevel één grote glaswand. Om oververhitting en mogelijke verkleuring van meubels tegen te gaan, werden screens geïnstalleerd. Die
_
_
_
g
Deze halfopen bebouwing in Gullegem werd geconcipieerd binnen de modernistische gedachte; een strak en vlak volume ontdaan van alle franjes.
_
_
_
g
De uit de balk gesculpteerde vorm van de woning Noreille te Rekkem is het gevolg van de ambitie te streven naar woonkwaliteit en belevingswaarde.
Het uitkragend glazen volume van deze woning te Zillebeke omvat de belangrijkste woonfuncties. Vanuit deze locatie krijgt de bewoner een fraai zicht over de aanpalende weilanden en bossen.
_
_
_
g
Deze kapperszaak te Wervik werd bekroond met de "Belgian Award en Energieprijs Electrabel".
architectuur
Bart houden de zonnestralen bij grote hitte tegen en filteren het licht. De aaneenschakeling van ruimtes, de transversale en laterale relaties en de dubbelzinnige relatie tussen het interieur en de buitenwereld zorgen voor een continu ruimtegevoel. De zwevende balk is een regulerende factor tussen de publieke en de private ruimte. Een deel van de woning wordt immers gebruikt als advocatenpraktijk. In het landelijke Wijtschate schuift de woning Delabie statig in de glooiing van het hellende landschap. De keuken, eet- en woonruimte werden op de verdieping georganiseerd. Van hieruit heeft men een schitterend zicht op de West-Vlaamse heuvels. Als antwoord op de landelijke omgeving werd beslist het kleinere volume met hout te bekleden. De dubbele schil op de verdieping zorgt voor schaduw in de zomer en maximale zonnewinst in de winter. Een erg origineel en
Lannoy
geslaagd ontwerp. Datzelfde kan gezegd worden van de woning Noreille in Rekkem. ‘De eigenaars wilden qua stijl een minimalistisch huis, maar wel een met behoorlijke afmetingen.’ Qua organisatie en vormgeving sluit dit huis aan bij de eigentijdse woonfilosofie. De uit de balk gesculpteerde vorm is een gevolg van de ambitie te streven naar woonkwaliteit en belevingswaarde: alle woonvertrekken kijken uit naar het weidse landschap achteraan. De terrassen vormen hier het spanningsveld bij de overgang tussen binnen en buiten. Opvallend is de enorme keuken (8m x 7m). In Wervik mocht niet met een plat dak gebouwd worden. Om die reden torst de woning Delva een zadeldak. Twee volumes schurken mooi tegen elkaar aan. Aan de zijkant werd in een eenvoudig volume plaats gemaakt voor de garage. Vooraan bevindt zich de eet- en zitruimte, achteraan de keuken. De grote over-
37
steek van het dak is belangrijk voor de bescherming van de gevelpleister. ‘Een belangrijk element tegen mogelijke vervuiling van de crépi’, merkt Bart Lannoy op. Wervik mag dan op een uithoek van België liggen, aan architecten met talent en goede smaak is er geen gebrek. Bart Lannoy is de exponent van een lichting voortreffelijke architecten die compromisloos kwaliteit verkiezen boven doordeweekse constructies zonder ziel. Zijn bouwwerken zijn degelijk, strak, sober en daardoor ook tijdloos. Een verademing in het landschap van Vlaanderens vormloos bouwweefsel.
Bart Lannoy Molenstraat 15 8940 Wervik T: +32 (0)56 31 42 90 F: +32 (0)56 31 06 97
[email protected]
_
_
_
g
Architectenbureau Trybou fotografie: dries van den brande tekst: eduard coddé
Tot op het bot
_
_
_
g
Er was een tijd dat renovatie stiefmoederlijk behandeld werd, door heel wat architecten zelfs als een minderwaardige opdracht werd beschouwd… Vandaag is er veel veranderd en vormt renovatie een discipline op zich binnen de architectuurwereld, die als een bijzondere uitdaging wordt beschouwd. Renovatie kent niet alleen vele facetten, de aanpak kan ook in vele gradaties. Architectenbureau Johan Trybou ging tot op het bot voor de renovatie van ‘De Volksbond’ in hartje Oostende.
Betonskelet Het gebouw dateerde uit de periode 1970-’71 en werd opgetrokken rond een betonskelet. Er werden gordijngevels, een voor die tijd bijzonder modern element, toegepast. In onze moderne tijden konden deze echter nog louter esthetisch enige waarde toegeschreven worden. De isolatiewaarde was ronduit nul en de glazen gordijngevel functioneerde als een brandglas! Dat had ook zo zijn gevolgen voor de werking van het gebouw, of beter van het personeel in het kantoorgebouw. Alle werknemers vluchtten weg van de gevels. ’s Winters was het er onhoudbaar koud terwijl men bij de minste zonnestraal gewoon wegsmolt, waardoor amper een
halve werkvloer werd benut… De aantrekkelijke ligging van het gebouw in het Oostendse stadscentrum en de respectabele omvang – 55 meter gevelbreedte, 15 meter diepte en 5 verdiepingen met ± 750 m2 netto vloeroppervlak – stuurden de aanpak voor de realisatie van de actuele wensenlijst in de richting renovatie. ‘Indien het gebouw op een industrieterrein was gelegen, hadden we eventueel besloten om het volledig te slopen en voor nieuwbouw te kiezen’, geeft onze gesprekspartner, Frederiek Ampe, aan, die als projectarchitect van zeer nabij betrokken was. Architectenbureau Johan Trybou besloot na een grondige studie van de bestaande situatie over te
39
gaan tot het geheel ontmantelen van het bestaande gebouw. Het oorspronkelijke betonskelet (kolommen op 3,60 meter tussenafstand) en de plateaus bleken nog in uitstekende staat en bijgevolg als basisstructuur zeer bruikbaar voor het ontwikkelen van de nieuwe plannen. De zijgevels en de liftkokers werden eveneens behouden. Flexibel gebruik De aanleiding voor de bouwopdracht was zeer veelzijdig. De renovatieaanpak was één gegeven, het behoud van de kantoorfunctie voor het pand vormde een ander aspect. Het moest een open gebouw zijn, vlot toegankelijk en uitnodigend
_
_
_
g
architectuur
Het gebouw telt vier gelijke plateaus, bestemd als kantoorruimte. Men opteerde voor modulaire tussenwanden om een maximaal flexibele indeling van de kantoorvloeren te verzekeren. Elk plateau kan zelfs individueel functioneren. De hoogste verdieping centraliseert alle vergaderfaciliteiten. In het kader van een na te streven zuinige omgang met energie, zijn de meeste lichtbronnen voorzien van dimmers.
Architectenbureau TRYBOU om binnen te stappen. Omdat het publiek niet alleen in de loketzaal op de gelijkvloers verdieping zou komen, diende het ontwerp te voorzien in een ‘sturing’ van de bezoekers op elke verdieping. De creatie van een aangenaam werkklimaat voor het personeel behoorde eveneens tot de prioriteiten. Het ontwerp diende rekening te houden met de actuele isolatievoorschriften, de wetgeving met betrekking tot brandveiligheid, maar ook met de voorziening van een toekomstgerichte infrastructuur voor datanetwerken en elektriciteit. ‘Door de jaren ontstond er in het gebouw een wildgroei van bekabeling’, herinnert Frederiek Ampe zich nog goed. ‘Niemand wist nog wat waar voor diende, laat staan waar sommige kabels naartoe leidden…’ Ook de flexibiliteit naar inrichting en gebruik van de kantoorvloeren behoorde tot de
belangrijke punten op het verlanglijstje van de bouwheer. Bij het nieuwe ontwerp zorgde Architectenbureau Johan Trybou voor een maximale benutting van de kelderruimte als archief. Met Ytong-blokken werd de nodige compartimentering ingebracht. Op het gelijkvloers merken we een doorgang naar de binnenkoer met parkeergelegenheid. Rond die doorgang situeren zich een café/ontmoetingsplaats en een loketzaal van het ACV. De uitvoering van de werken werd zo gecoördineerd, dat het café vrijwel de gehele duur van de renovatie geopend bleef. Boven liggen vier gelijke plateaus, bestemd als kantoorruimte. Om tegemoet te komen aan de eis te kunnen beschikken over een toekomstgerichte en flexibele infrastructuur voor diverse types leidingen, koos Architectenbureau Johan Trybou voor verhoogde
40
vloeren en verlaagde plafonds. Hierdoor zijn op elk ogenblik alle leidingen voor onderhoud en herstelling gemakkelijk bereikbaar. Ook de netwerken kunnen overzichtelijk en gestructureerd uitgroeien op maat van de behoeften van de kantoorgebruikers. Men opteerde voor modulaire wanden met 1,20 meter als standaardmaat om een maximaal flexibele indeling van de kantoorvloeren te verzekeren. Deze maat is bijzonder gunstig t.o.v. de 3,60 meter afstand tussen de zuilen van het betonskelet en biedt ook esthetisch voordelen, o.a. naar de vloerbetegeling (60 x 60 cm) en plafondcassettes. Elk plateau kan individueel functioneren, zodat een eventuele verhuring aan derden tot de mogelijkheden behoort voor de eigenaar. Op de hoogste verdieping werden de vergaderfaciliteiten gecentrali-
_
_
_
g
_
_
_
g
_
_
_
g
architectuur
Door elke verdieping lopen twee vaste kernen, waarin de liftkokers, de trappen, alsook de sanitaire blokken en de kokers voor de verticale doorvoer van alle leidingen gebundeld zitten. Met Ytong-blokken werd de nodige compartimentering ingebracht, om de kelderruimte maximaal te benutten als archief.
Architectenbureau TRYBOU seerd. Vroeger was er op elke verdieping wel een vergaderzaal te vinden, maar de centralisering op de vijfde verdieping opent heel wat nieuwe gebruiksmogelijkheden. Zo kunnen de vergaderlokalen aangewend worden buiten de kantooruren, omdat ze afzonderlijk toegankelijk en afsluitbaar zijn. Door elke verdieping lopen twee vaste kernen waarin de liftkokers, de trappen, alsook de sanitaire blokken en de kokers voor de verticale doorvoer van alle leidingen vervat zitten. Totaal engagement Architectenbureau Johan Trybou ging een totaal engagement aan, waarbij alle facetten van het ontwerp aan bod kwamen. Voor elk facet van de afwerking werden afzonderlijke aanbestedingen uitgeschreven. Ytong werd als bouwmateriaal
geselecteerd voor de gevel (15 cm blokken) en de vaste kernen (10 cm blokken) op elke verdieping. De keuze wordt in eerste instantie gestaafd door het geringe gewicht van Ytong, wat resulteerde in een minimale belasting van de oorspronkelijke betonstructuur. Andere voordelen die de keuze bepaalden, zijn de brandweerstand en de snelle verwerking van het bouwmateriaal. Ook de mogelijkheid van rechtstreekse betegeling in de sanitaire blokken betekende een pluspunt naar verwerkingstijd en bijgevolg ook kostprijs. Het gerenoveerde gebouw moest er eigentijds uitzien, doch mocht niet overdreven modieus en tijdsgebonden ogen. De nieuwe gevel is opgevat als een kader in Ytong blokken, afgewerkt met grijze bepleistering. Het kader wordt ingevuld met aluminium ramen en keramische tegels. De kerami-
43
sche tegels zijn uitgevoerd in drie kleuren (rood, donkerbruin en bruin), die ‘geordend-willekeurig’ door elkaar zijn aangebracht. ‘Dit kleurgebruik benadrukt de vooropgestelde openheid van het gebouw’, licht Frederiek Ampe toe. De terrassen, op elke verdieping ingetekend, zorgen voor een bijkomend speels accent in het gevelontwerp. ‘Ze hebben niet alleen een optische functie – ze benadrukken de openheid van het gebouw – maar worden tevens gebruikt als rokersplek voor de werknemers’, leert onze gastheer. Het uitzicht van de hoogste verdieping verschilt vrij drastisch van de vier andere plateaus. Enerzijds werden hier een paar royaal bemeten glaserkers ingezet met de overloop tussen de vergaderzalen en anderzijds merken we de toepassing van kleinere ramen om de aandacht binnen de vergadering te bewaren… Vooral op technisch vlak kwam er
_
_
_
g
_
_
_
g
architectuur
Ook op technisch vlak ging de renovatie zeer ver. Op het dak staan gescheiden groepen voor koeling en verluchting. Een degelijke verluchting is een essentieel gegeven voor dit soort bouwwerken.
Architectenbureau TRYBOU heel wat kijken bij de renovatie. Op het dak staan gescheiden groepen voor koeling en verluchting. ‘Een degelijke verluchting is een permanent gegeven, terwijl koeling en verwarming slechts bij behoefte dienen ingeschakeld te worden’, vertelt Frederiek Ampe. ‘Het verluchtingssysteem dient dan ook onafhankelijk te kunnen functioneren.’ Wat de verwarming betreft, bevinden zich onder de ramen ‘Ventilo-convectoren' die zowel voor de verwarming als koeling zorg dragen. Het verwarmingssysteem met warm water is dan ook een derde kringloop in het gebouw. Architectenbureau Johan Trybou kreeg ook een belangrijk deel van
de binneninrichting toevertrouwd. ‘Daar zijn we ontzettend blij mee, want dat laat toe in alle facetten van de realisatie mee te denken en aldus het concept veel zuiverder door te zetten’, gaat Frederiek Ampe enthousiast verder. Meubelkeuze en aandacht voor ergonomie zijn slechts enkele aspecten die aan bod kwamen. Het bewust samenstellen van een uniform gehanteerd kleurenpallet is er een ander. Zo worden de kleuren van de keramische tegels in de gevel hernomen in de vloeren en wanden van het interieur. De werken gingen van start op 1 maart 2003. Voor de realisatie werd één jaar voorzien, doch de uiteindelijke ingebruikname liep uit tot midden juni 2004.
45
Architectenbureau Johan Trybou pleit vanuit een architecturale harmonie voor een totaalaanpak van dit soort bouwprojecten. ‘Een totaalaanpak van alle facetten van de realisatie maakt een veel beter eindresultaat mogelijk, met een optimale esthetische en functionele waarde in functie tot het budget’, klinkt het overtuigend. Welke bouwheer zou daar geen oor naar hebben…
Architectenbureau Johan Trybou Zandvoordsestraat 62 8460 Oudenburg T: +32 (0)59 26 68 93 F: +32 (0)59 26 55 83
[email protected]
_
_
_
g
Hippo Architecten fotografie: dries van den brande tekst: eduard coddé
Nieuwsgierigheid a motor voor architec
_
_
_
als ectuur
g
Als architect mag men zich niet laten verleiden om verstrengeld te raken in vaste, strikt afgelijnde patronen. Dat geldt zowel voor het aspect vormgeving als voor de selectie van te verwerken materialen. Jan Keymis van ‘HIPPO Architecten’ gaat voor ‘onbevooroordeelde architectuur’, voor de inspiratie van het moment, zonder daarbij de belangen van de klant uit het oog te verliezen.
Architectuur aanvoelen Techniek en tekenen hebben Jan Keymis altijd geboeid. Eigenlijk wou hij eerst autodesigner worden – tussen zijn 3e en 15e levensjaar tekende hij honderden auto’s – maar daarvoor moest hij naar Londen verhuizen en dat zag hij destijds niet zo meteen zitten. Architectuur kon wel dichter bij huis en zo werd Diepenbeek de broedplek om een toekomst als architect te laten ontkiemen. Jan Keymis ontdekte ook steeds meer samenhang tussen de initiële droom en waar hij op dat ogenblik aan werkte: ‘functie integreren in vorm’ is zowel voor auto-ontwerpers als architecten de essentie van hun werk.
47
Na zijn studies begon hij met zijn vriendin Son Jacobs ‘HIPPO Architecten’, een naam die ‘zomaar’ spontaan gekozen werd, omdat er geen enkele verwijzing in zat naar architectuur of vast afgelijnde vormen. Een naam die bovendien neutraal is en evolutie toelaat voor de activiteiten die eronder ressorteren. ‘Ik heb niet expliciet gekozen om de dingen alleen aan te pakken en onder deze naam kan dat in de toekomst nog altijd evolueren’ licht hij toe. Jan Keymis beleeft architectuur uit eigen aanvoelen. Hij zoekt weinig invloeden van buitenaf en verslindt dan ook geen torenhoge stapels boeken over architectuur. Hij is niet fanatiek op zoek naar wat een ‘eigen stijl’ zou moeten
_
_
_
g
architectuur
‘HIPPO Architecten’ gaat graag de uitdaging aan om voor jonge mensen betaalbare oplossingen te zoeken met optimale functionaliteit en architecturale waarde. Elk project start vanuit de ‘mens’ die er zal gaan wonen.
Hippo Architecten zijn, maar kiest voor ‘hedendaags’ in de brede zin van het begrip. Zijn ontwerpen ontstaan uit het niets, vanaf het spreekwoordelijke blanco blad papier. Hij werkt met opzet zo, omdat hij zonder voorgedachte of vooroordelen een ontwerp wil laten openbloeien. ‘Toen ik na mijn studies begon, stonden de mensen die kozen voor hedendaagse architectuur meer open voor vernieuwing’, blikt Jan Keymis terug op een bijna 10-jarige carrière. ‘Vandaag is hedendaagse architectuur toegankelijker geworden voor een breder publiek – wat een goede zaak is – maar is de kans ook groter dat een klant vooraf al meer verankerd is in een vooringenomen beeld’. Elk project wordt door Jan benaderd vanuit de mens waarvoor hij mag bouwen. Niet de grootte van het terrein of budget bepaalt zijn architectuur. Hij acht het zijn
taak als architect een meerwaarde te bieden aan de klant. ‘In België bestaat de verplichting een architect in te schakelen voor zowat alles wat enigszins met (ver)bouwen te maken heeft. Dat is niet altijd een goede zaak, omdat in bepaalde projecten moeilijk een meerwaarde kan worden geboden voor de opdrachtgever’ merkt hij op. De menselijke benadering en het streven naar meerwaarde maken dat Jan Keymis soms heel selectief omgaat met het aanvaarden van opdrachten. ‘Ik moet me erin thuis voelen en de nodige vrijheid krijgen, anders gaat het niet door, want dan wordt het toch niets…’, klinkt het vastberaden. Jan houdt van spontaan werken, zonder strategisch plan. ‘Vandaag kan slechts 5 à 10% van onze bezigheden als architect bestempeld worden als kernactiviteit – in casu ontwerpen’, stelt onze gastheer vast. ‘Voor mij is het extreem belangrijk
48
om dat stukje aangenaam en boeiend te houden!’ Woningbouw overheerst zijn referentielijst, maar de laatste tijd komen ook industriebouw, appartementsgebouwen en commerciële panden aan bod. Zijn actieterrein is zeer verspreid: Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant… ‘Mond-tot-mondreclame brengt klanten van overal tot bij HIPPO’, vult hij aan. ‘We hebben sinds kort ook een eigen website en daar blijken verrassend veel reacties op te komen’, stelt hij vast. ‘Jongeren zijn goed vertrouwd met het medium en gaan ook meer op zoek naar informatie om hun plannen voor te bereiden. Jonge bouwers hebben dikwijls verkennende gesprekken met een aantal architecten.’ Omgaan met materialen Jan Keymis laat zijn materiaalkeuze graag bepalen door de omgeving rond het bouwterrein.
_
_
_
g
Vanzelfsprekend heeft de klant ook zijn zegje en bouwvoorschriften beperken op hun beurt de uiteindelijke keuze. ‘Wanneer crépi-afwerking gevraagd wordt, dan is Ytong de voor de hand liggende keuze’, verklaart hij. ‘Gevelbepleistering geeft rust en straalt eenvoud uit. Ytong wordt dan consequent gebruikt voor het ganse project.’ Jan werkt vaak met Ytongblokken, omdat ze zich gemakkelijk laten verwerken en vooral de dikke blokken een voordeel bieden. Het risico op koudebruggen wordt vermeden door de ganse woning in Ytong-materialen uit te voeren. Dakranden worden altijd in Ytong uitgevoerd omdat zijn architectuur veelal platte daken voorziet. Nu ook meer industriële projecten aan bod komen, ontdekt de architect de kwaliteiten van Ytong-panelen.
Toch reserveert onze architect zich een grote vrijheid voor de materiaalkeuze. Zo houdt hij ervan interieurs aan te kleden met metaalplaat of hout, gebruikt graag baksteen die hij extra uitstraling geeft door het combineren van allerlei metselverbanden, of laat een volume in Ytongblokken zweven boven een bakstenen onderlaag. Jan staat open voor het ontdekken van nieuwe dingen en hun toepassing. Hij gaat niet bewust op zoek, maar wil geïnformeerd zijn om ze op het juiste moment gevoelsmatig te integreren in zijn architectuur. Adviserende functie ‘HIPPO Architecten’ bouwt overwegend voor een jong publiek. Dat betekent dat de wens om een project in zijn totaliteit te mogen uitvoeren, veelal niet uitkomt en beperkt wordt tot een adviserende
49
functie. ‘Interieurarchitectuur is het vanzelfsprekende verlengde van de buitenarchitectuur en hoort er dus gewoon bij’ weet Jan maar al te goed. Meubelontwerpen van uiteenlopende aard en verlichting behoren tot de mogelijkheden. Budgetbeperkingen aan klantenzijde, de wens om veel zelf te doen en de beschikbare tijd, maken dat slechts 10 à 20% van de projecten als totaalrealisatie wordt georkestreerd. Toch gaat hij graag de uitdaging aan om voor jonge mensen betaalbare oplossingen te zoeken. De klanten worden tips gegeven voor het plaatsen van meubels en worden ook op weg geholpen met een lichtplan. ‘In de finale keuze van de afwerking hebben we echter soms nog te weinig invloed’, stelt onze gesprekspartner vast. Hetzelfde geldt voor de tuinaanleg, waar advies gegeven wordt voor de beplanting, de uitvoering
_
_
_
g
_
_
_
g
architectuur
Jan Keymis ziet architectuur graag als een geheel en betrekt daarom liefst ook de interieurinrichting bij zijn ontwerp. Budgetbeperkingen schrikken hem daarbij niet af. Dankzij de opgezette ‘lichtkap’ wordt veel licht in de woning gehaald en voldoet het ontwerp aan de opgelegde kroonlijst op 3,75 meter hoogte.
Hippo Architecten van de oprit en de aanleg van paden, om de relatie met de architectuur van de woning maximaal te steunen. Milieubewuste architectuur Jan Keymis is ‘groen-minded’, maar vindt het niet opportuun om zich als architect via milieuprojecten te willen onderscheiden. ‘Als architect hebben we de taak om de bouwheer in de richting van milieuvriendelijk bouwen te sturen, maar de vraag moet evenzeer vanuit de klant zelf komen. Dat is vandaag nog maar weinig het geval’, merkt hij op. Jan isoleert zijn woningen beter dan de geldende Belgische normen. In 90% van de projecten wordt gekozen voor gasverwar-
ming met een condensatieketel. Nadat hij in Diepenbeek afstudeerde als architect, trok hij naar Zuid-Afrika voor een postgraduaat. Hij werkte er o.a. aan een studie rond ondergronds wonen en behaalde er een ‘master degree’. ‘Ondergronds wonen – denk bv. aan de integratie in heuvels – biedt zoveel voordelen dat de voor de hand liggende nadelen sterk worden afgezwakt’, steekt hij overtuigend van wal. ‘Er is geen slijtage van de buitenkant van de woning die in een beschermende omgeving geïntegreerd zit. Ongeveer drie meter onder de grond is er een heel stabiele temperatuur, waardoor pieken en dalen niet langer moeten opgevangen worden met verwarming en koeling. Een aanzienlijke energiebesparing ligt
51
dan ook voor de hand. Het Belgische klimaat leent er zich uitstekend toe! Ondergronds wonen is neutraal en heeft geen impact op de omgeving, terwijl winst aan bouwterreinen vanzelfsprekend is. Kortom, ondergronds wonen kan een zeer interessant alternatief zijn!’, rond Jan zijn argumentatie af. Zelf aanpakken (project 1) Het programma voor deze woning zat behoorlijk complex in elkaar. Een privé-woning moest een geïntegreerde kinesistenpraktijk krijgen en ook een pergola stond op het verlanglijstje. De bouwvoorschriften bepaalden een kroonlijst op 3,50 meter. Om toch over de nodige ruimte te kunnen beschikken werd een plat
_
_
_
g
architectuur
Het terrein werd maximaal benut voor het creëren van woon- en werkruimte. Door de ramen diep te zetten, worden aan interieurzijde venstertabletten gespaard.
Hippo Architecten dak gebouwd op de voorgeschreven hoogte, met daarop een kwartronde kap. Aldus kon met een split-levelindeling worden gewerkt: de living ligt hoger in het geheel en de oefenruimte van de kine-praktijk ligt lager. Op de verdieping werden de ramen zo ingeplant dat ze niet alleen maximaal licht binnenhalen, maar ook het zicht sturen. De bouwheer van deze woning heeft zelf de handen uit de mouwen gestoken. Er werd zelfs de moeite genomen om eerst bij Ytong in Burcht een cursus te volgen om de verwerking van de materialen onder de knie te krijgen. De beide volumes die aan de buitenkant zichtbaar zijn, kregen een afwerking in twee kleuren crépi. Dwingend budget (project 2) Bij deze woning werd eveneens een praktijk voor kinesitherapie geïntegreerd, die ook een afzonderlijke inkom kreeg. De bouwheer stelde een afgelijnd budget
voorop. Ook het terrein dwong tot rekenen: er was slechts 3 meter beschikbaar rondom de woning. Daarom besloot architect Jan Keymis om de privé-woning als een appartement te beschouwen en ze op de verdieping uit te tekenen. Bovendien kon zo van op het dakterras een prachtig zicht op het kanaal worden gerealiseerd. Beneden kwam de praktijk en een carport, die als centrum fungeert waarrond het gebouw is opgezet. Op het uiteinde van de carport zit een glaspartij, die doorloopt naast de traphal. In het kader van de opgelegde strikte budgetbewaking werden de welfsels geschilderd, kwam er een plat dak en werden epoxyvloeren toegepast. De ramen werden diep gezet – binnen in de woning liggen ze in het vlak van de wanden – waardoor geen venstertabletten nodig zijn en aan de buitenkant een interessant reliëf ontstaat als gevolg van de 30 cm dikke Ytong-blokken.
52
Lichtstraat (project 3) Jan Keymis bestempelt deze eengezinswoning als een ‘rustig project’. De gevel bevat een afwerking in sierpleister. Het opzet is eenvoudig, met een heel open interieur. We merken een grote centrale ruimte waarin de trap is ingezet, die een architecturaal/decoratieve functie werd toebedeeld. De trap, een ontwerp van Jan en opgebouwd uit staal, kreeg houten treden. Een lichtstraat en vide zorgen voor een heel ruimtelijk gevoel in de woning. Overal kan natuurlijk licht moeiteloos doordingen. Zelfs in de garage en berging! Dat was overigens één van de verwachtingen van de bouwheer, die overdag nooit beroep wil doen op kunstlicht. Aan de buitenkant van de woning herkennen we duidelijk twee in elkaar gezette volumes – één ervan bevat de garage – voorzien van een uniforme crépi-afwerking. Van aan de inkom is er een
_
_
_
g
Een bestaande halfopen bebouwing kreeg een originele, contrasterende aanbouw in Ytong. Het volume lijkt te zweven boven de blinde muur aan straatzijde. De achterkant is maximaal opengewerkt om licht in het atelier te halen.
doorkijk door de woning tot in de tuin. Voor deze woning ontwierp ‘HIPPO Architecten’ ook verschillende inbouwkasten en het bureel. Sinds de voltooiing van de bouwwerken in 2000, werd Jan herhaald gevraagd om de verdere inrichting en afwerking te begeleiden, en zo groeit dit project elk jaar een beetje verder in de initieel uitgezette sfeer. Contrast (project 4) De opdracht voor deze verbouwing bestond uit een uitbreiding van een bestaande halfopen bebouwing met een kunstenaarsatelier. Lichtinval werd vanzelfsprekend een belangrijk criterium. Het atelier werd strak rechtlijnig in Ytong-blokken uitgevoerd, als contrast met de bestaande woning in klassieke baksteen. Het strakke volume met plat dak werd met een ‘kraag’, opgevuld met glas, over de doorlopende muur aan straatzijde gezet. Witte ramen lijken te verdwijnen in het helde-
53
re volume in Ytong. Jan Keymis is gedreven bezig met architectuur, maar heeft als mens een grote nood aan evenwicht. ‘Het leven is meer dan architectuur alleen’, klinkt het. Hij is erg actief met sport en muziek, waarbij Afrika een sterke aantrekkingskracht op hem uitoefent. Vooral de invloed van de etnische muziek op de hedendaagse Afrikaanse (pop)muziek trekt hem erg aan. Het onontbeerlijke evenwicht als basis voor een goed gevoel, is het dat niet waar het ook in de architectuur om draait?
HIPPO Architecten Jan Keymis Reinpadstraat 19 b 1 3600 Genk T: +32 (0)89 36 40 97 F: +32 (0)89 36 40 97
[email protected] www.hippo-architecten.be
_
_
_
g
Eigentijds zijn: een eeuwige strijd Architectenatelier AGORA
tekst: marc covet
_
_
_
g
Het architectenbureau Agora, gelegen op een boogscheut van Bergen, is een plaats die open staat voor discussie, en voor eigentijdse en kwaliteitsvolle architectuur. Michel Duquaine loodst ons mee naar de plek waar zijn activiteiten plaatsvinden en waar een briljante demonstratie wordt gegeven van wat men zoal met Ytong-blokken kan doen.
Wanneer een architect zijn huis bouwt, is dat voor hem de gelegenheid om te tonen waartoe hij in staat is. Vaak maakt hij van de gelegenheid gebruik om er zijn kantoor in onder te brengen. Michel Duquaine gaat een stap verder. Om het privé- van het beroepsgedeelte te scheiden, creëert hij een quasi publieke ruimte: een kunstgalerij waar regelmatig tentoonstellingen worden gehouden. Deze aanpak beantwoordt volledig aan de persoonlijkheid van de architect: gul, sociaal en strijdlustig. Hij omschrijft zijn werk als eigentijds maar vervalt niet in de excessen van het minimalisme. Hij verwerkt in zijn woningen graag referenties, tracht onmenselijke en koude ruimtes te vermijden en
het gemengd karakter in de hand te werken. Samen gaan we deze architect, die logisch is in woord en daad en in zijn werk, beter leren kennen. Elke dag tegen vooroordelen vechten ‘In ons beroep wordt slechts 5 à 10% aan het ontwerp besteed’, zegt de architect. ‘Wij proberen opnieuw voorrang te geven aan research, dialoog, overpeinzing. Dat is ook de reden waarom we ons "Agora" noemen en waarom men een kunstgalerij die openstaat voor het publiek, moet doorkruisen om tot aan het kantoor te geraken.’
De toon is gezet. De eis naar kwaliteit klinkt overal in de discussie door. De vraag naar dialoog eveneens. ‘We vergaderen de hele tijd’,
55
gaat hij verder, ‘om ideeën en indrukken over schetsen uit te wisselen. We trachten daarbij nooit het begrip plezier uit het oog te verliezen. Om die reden nemen we deel aan wedstrijden, zoals die, die we zopas hebben afgerond in samenwerking met Halland-Godimus, voor een grote feestzaal in Algiers.’ Onze architect drukt terloops zijn spijt uit over het feit dat het beroep steeds meer tot administratieve taken wordt herleid en dat de scholen voor architectuur van de andere kunstdisciplines werden gescheiden, alsof men er beschaamd over was. Sinds 1998 en de bouw van de woning/kantoor/galerij met Ytong, hebben Michel Duquaine en zijn medewerkers, Lucie Cornet en Jérôme Plenevaux,
_
_
_
g
Elke bezoeker doorkruist de kunstgalerij, die deeltijds open is voor publiek, en komt dan in de overdekte patio. Deze warmingerichte patio (links) doet dienst als ontvangstruimte en vormt de scheiding tussen de publieke en privévertrekken.
architectuur
Architectenatelier Agora een echte strijd geleverd voor de vrijheid van schepping. ‘Het gebeurt dat ik regelmatig hulp vraag in Namen voor ontwerpen die problemen opleveren met stedenbouwkundige voorschriften. Het is een voortdurende strijd tegen de antimoderne vooroordelen van het Waals Gewest. Ik onderschrijf het ‘Witboek van de Architectuur’(1) en zijn politieke eisen. Het wordt tijd dat de dingen veranderen.’ Onze architect laat zich door de toestand echter niet ontmoedigen. ‘Ik denk er niet aan de armen te laten zakken om louter economische redenen. Laten we reageren, kort op de bal spelen. Als ik een weigering krijg, neem ik contact op met de burgemeester. Het kan zijn dat ik een verloren zaak pleit, maar ik wil mijn manier van denken communiceren. Sommige van mijn klanten waren zo ontgoocheld dat ze een kruis maakten over hun bouwplan-
nen en een kant-en-klare woning kochten.’ Vooraleer eigentijdse architectuur te creëren en ze te verdedigen, komt het erop aan ze te definiëren. Michel Duquaine is duidelijk in zijn ideeën: ‘Het volstaat niet een rond venster te steken in een fermette om te spreken van een moderne woning. Of van overal pijlers te zetten, waar de huidige technieken ons precies toelaten van het zonder te doen. Het is in de eerste plaats een kwestie van licht, opening, technologie en nieuwe materialen.’ Hij maakt van de gelegenheid gebruik om af te geven op de bekrompenheid van de Franstalige overheid. ‘Onze creativiteit wordt aan banden gelegd, meer nog, men gaat tegen de logica in. Het is alsof men de mensen ertoe verplicht met oude 2PK'tjes rond te tuffen en
56
de anderen verbiedt met BMW te rijden. Het is ook een aanslag op ons aller vrijheid. Alsof men in het theater alle acteurs zou opleggen 1m70 groot te zijn, dat een stuk precies anderhalf uur zou duren, de gordijnen van de scène rood en de kostuums blauw zouden zijn!’ Men voelt aan hoe belangrijk dit debat is, hoeveel beroepsmensen en bouwheren erbij betrokken zijn. Vooral diegenen die niet van plan zijn om redenen van rentabiliteit ja te knikken, gewoon omdat een dwaas reglement hen dat oplegt. De keuze voor zijn eigen woning: het Ytong-blok Voor zijn woning/bureau deed de architect een beroep op Ytong. Een materiaal dat hij goed kent en met kennis van zaken verdedigt. ‘Ik hou in de eerste plaats van cellenbeton omdat het zo snel vooruitgaat. Ik aarzel niet om de handen uit de mouwen te steken in
_
_
_
g
Grote raampartijen geven uit op de tuin, die volledig aan zijn omgeving en de daarin gebouwde woning werd aangepast.
mijn woning en ik wil de technieken kunnen beheersen. Dit gezegd zijnde is het belangrijk gespecialiseerde bedrijven te vinden om de Ytongblokken te plaatsen. Anders zal de meerkost van het materiaal niet gecompenseerd worden door de werkuren’. Michel Duquaine viel ook voor andere aspecten van de Ytongblokken. ‘Het thermisch comfort, de stralingskwaliteit, de inertie: het zijn stuk voor stuk troeven van cellenbeton. Problemen van oververhitting bijvoorbeeld worden beter in de hand gehouden. ’s Nachts ventileer ik de woning langs het noorden. Men behoudt een zeer comfortabele temperatuur met passieve zonneaanvoer. Tenslotte is het een schoon product, dat weinig afval met zich brengt en zich makkelijk laat verwerken. Ideaal voor, onder meer, ronde muren’. Het ontwerp van de woning is
eenvoudig. De verschillende functies van de woning zijn geconcentreerd rond de centrale as die door de kunstgalerij wordt afgebakend. Deze heeft een ruw uitzicht: ontkist beton en een industrieel plaatstalen dak. Neutrale kleuren om de kunstwerken tot hun recht te laten komen. Wanneer er een tentoonstelling wordt gehouden, wordt dit deel voor het publiek toegankelijk. Anders stelt het bureau er zijn projecten en maquettes tentoon. ‘Een manier van werken die ons bevalt en ons naar de realiteit van de volumes terugbrengt’, zegt Michel Duquaine. In het bureau heeft men aandacht besteed aan de muren, die gebruikt worden voor affiches. De hoge ramen lijken wel schilderijen en omvatten de schitterende tuin, die door tuinarchitect Frédéric Decamps werd ontworpen. Om het lawaai
57
dat van de straat komt, tegen te houden, heeft hij gebogen bermen gecreëerd die als akoestische buffer dienst doen. Op deze oppervlakte van 75 are vindt men ook kamers vol groen die ontworpen werden volgens de assen van de woning. Een heerlijke plaats die zich in symbiose met de woning ontwikkelt. De overgang publiek/privé beheersen Het principe van de indeling van het privé-gedeelte haalt zijn inspiratie uit dat van de Marokkaanse riads. Met ons minder milde klimaat in gedachten, werd de binnenpatio overkapt met een glazen dak, een kubus van 6 meter op 6. Deze patio biedt toegang tot de verschillende kamers maar is tegelijk een ontvangstruimte. ‘Ik wilde het Amerikaans voorbeeld waar de ingangsdeur rechtstreeks op de living uitgeeft, niet volgen’, aldus
_
_
_
g
architectuur
Architectenatelier Agora de architect. ‘In onze cultuur ontvangen we een buitenstaander op een geleidelijke manier.’ De galerij is een openbare ruimte en heeft een ruwere textuur, zoals de straat. Het is de overgang tussen de buitenwereld en het interieur. Eens men de galerij door is, bevindt men zich in de patio, een meer private overgangs- en onthaalzone. Het salon en de keuken die daarop volgen maken deel uit van de totaal private sfeer. Het zijn plaatsen die verdienen dat we er langer blijven bij stilstaan. Mensen die nog altijd denken dat eigentijdse architectuur synoniem is met koud en onpersoonlijk, moeten dringend eens bij Michel Duquaine langskomen. De patio is helemaal geïnspireerd door de Marokkaanse architectuur, zonder in pastiches te vervallen. Op de vloer vinden we zwart-witte tegels, sober maar levendig.
Warme kleuren aan de muur en enkele discrete snuisterijen. Een alkoof met een ingebouwde bank laat toe een gesprek te voeren zonder dat het langs alle kanten weerkaatst, een eeuwenoud bouwprincipe uit de Maghreb. Op de eerste verdieping geven de galerijen uit op de patio, waardoor de plaats diepgang en mysterie uitstraalt. We besluiten ons bezoek in het ‘intiem’ salon. ‘Hier slaag ik er meestal in de mensen ervan te overtuigen dat mijn architectuur niet koud is. Het volstaat te kijken naar de vensterbanken, een eiken vloer derde keus te kiezen, een open haard te plaatsen, de geschikte kleuren aan te brengen om voor een warme cocoonsfeer te zorgen. We moeten af van de vooroordelen, zodat iedereen toegang kan hebben tot het modern comfort.’
58
Een mooi besluit dat we helemaal kunnen onderschrijven. (1) Witboek van de Hedendaagse Architectuur in de Franse Gemeenschap van België – ‘Qui a peur de l’Architecture?’ – La Lettre Volée/I.S.A. La Cambre.
Atelier d'Architecture Agora Chaussée Brunehault 392b 7050 Jurbise (Masnuy-Saint-Jean) T: +32 (0)65 73 04 20 F: +32 (0)65 73 04 27
[email protected]
_
_
_
g
EDITIE 2004
Richtprijzen voor de woningbouw Bestel hem nu aan speciaal ledentarief BOUWUNIE, de Unie van het KMO-bouwbedrijf, brengt reeds verschillende jaren hét naslagwerk CALCULATIENORMEN EN RICHTPRIJZEN VOOR DE WONINGBOUW op de markt. De nieuwe editie 2004 is nu beschikbaar. De filosofie van het handboek blijft behouden, de gegevens zijn volledig gereviseerd en aangevuld. Er werd rekening gehouden met de verschillende evoluties in de bouwsector. Deze editie is opgemaakt in boekvorm, bestaande uit drie hoofdstukken, die eveneens afzonderlijk verkrijgbaar zijn: 1
Ruwbouw
2
Voltooiing: Schrijn- en timmerwerken, Schilder- en Stukadoorswerken
3
Technieken: CV en sanitair, Elektro
OOK OP CD-ROM Net als bij de vorige editie zijn de gegevens ook beschikbaar op CD-ROM. Deze omvat de bibliotheken en het rekenblad Lotus 1-2-3. Bovendien is ze verder uitgebreid met een programma om aan kostprijsberekening te doen.
Prijzen, inclusief BTW:
1 deel handboek Volledig handboek Handboek en CD-ROM
Leden BOUWUNIE 49,90 euro 89,90 euro 209,70 euro
Niet-leden BOUWUNIE 129,90 euro 229,90 euro 499,90 euro
Terug te sturen naar BEB, Maurits Van den Broeck, Spastraat 8 te 1000 Brussel of faxen naar 02/238.06.11. Voor meer inlichtingen kan u steeds BOUWUNIE contacteren op 02/238.06.09. Firmanaam: ............................................................................................................ Contactpersoon: ...................................................................................................... Adres: ...................................................................................................................... Postnummer: ................ Woonplaats: .................................................................. BTW-nr.: .................................................................................................................. Tel: ...................................................... Fax: ........................................................ E-mail: ...................................................................................................................... Bestelt : ❏ ….…… exemplaren van het volledig handboek (3 delen) ❏ ….…… exemplaren van handboek Deel ……… ❏ ….…… exemplaren van het volledig handboek en de CD-ROM En stort ………….. Euro op rekening 210-0472517-82 van BEB. Handtekening ............................................
&
k boe d n Ha en M RO CD-
_
_
_
g
Ontwerpers
in meervoud ArchitectureS tekst: marc covet
_
_
_
g
Dit architectenbureau dat heel uiteenlopende realisaties op zijn palmares staan heeft, ontwierp zopas vier opmerkelijke projecten. Stedenbouw met in het oog springende inrichtingsdetails, met Ytong als partner.
Het bureau heet ArchitectureS, met een grote ‘S’, om het woord perfect af te ronden en voor evenwicht te zorgen. Er bestaat niet zoiets als één architectuur. Verschillende vormen van architectuur spelen op elkaar in. Door voor deze benaming te kiezen wilden Bernard Chambon, Christophe Joassin en Olivier Simon hun complementariteit onderstrepen. Alleen de eerste is architect van opleiding, de andere twee zijn interieurarchitecten. Joassin is gespecialiseerd in verlichting en Simon in meubelen. Deze som aan competenties zorgt ervoor dat ze een afgewerkt product kunnen afleveren, van het ontwerp van het volume tot de kleinste details. Dat is ook de reden waarom zoveel klanten zich door dit bijzonder bureau aangetrokken voelen.
De architecten verklaren de filosofie die achter elk van hun projecten steekt aldus: ‘We spelen tot in de kleinste details in op de eisen van het programma. Het uitgangspunt daarbij is kwaliteit, ook al is het soms moeilijk de keuzes te omschrijven die aan dit criterium beantwoorden. Uiteraard kan men kwaliteitsmaterialen zoals Ytong omschrijven. Voor het overige zullen we keuzes maken op het vlak van de afwerking en de aanpak.’ Elk plan wordt met z’n drieën gemaakt, welke ook de bestemming is. Bernard Chambon verklaart: ‘Veelal beperkt de traditionele opdracht van de architect zich tot het ontwerpen van een mooi volume met inachtneming van de stedenbouwkundige voorschriften. Wij willen verder gaan en gebouwen neerzetten die van bij het stadium van het voorontwerp, rekening houden met de afwerking, het
61
meubilair, de verlichting. De mens ondergaat zijn omgeving, alles heeft een invloed op hem: kleuren, texturen, licht, vormen. Wij vatten onze opdracht op als één geheel.’ Eigentijds zijn, maar niet overdrijven Mocht men een tendens beschrijven die het bureau typeert, men zou het nooit over ‘eigentijdse architectuur’ hebben. Het is een uitdrukking die te pas en te onpas wordt gebruikt, om niet te zeggen, uitgehold is, net als de ‘kwaliteit’ van het bouwwerk. ‘We krijgen een aantal vragen en we trachten er een antwoord op te geven met de middelen die ons vandaag de dag ter beschikking staan’, zeggen de ontwerpers. ‘Architectuur moet met zijn tijd en met de nieuwe technieken evolueren. Zoals Ytong, om het nog maar eens als voorbeeld aan te
_
_
_
g
Het administratieve gebouw van het domein Valery Cousin herbergt tevens een openluchttheater.
Om de bewoners van privacy te verzekeren, wordt de woning door een muur van de openbare weg afgeschermd.
architectuur
ArchitectureS halen, dat van K70 naar K55 is geëvolueerd en weldra K45 zal halen, om aan de normen te beantwoorden. We blijven constant op de hoogte van de nieuwe technieken en tendenzen. We staan wantrouwig tegenover trends, al worden we uiteraard beïnvloed door de wereld die ons omringt.’ Een tegelijk realistische en ambitieuze stellingname, die af te lezen valt van de architectuur van het bureau. Een benadering die op bescheidenheid wijst. Wanneer men er het boek met de realisaties op naslaat, komt men tot de vaststelling dat de ambitie om op alle vlakken aanwezig te zijn, geen hersenschim is. Voor Radio Contact bedacht ArchitectureS een structuur in opengewerkt cederhout. Een eigentijds gebouw dat als imago dient voor een medium dat dynamisch wil zijn. Op een volgende
bladzijde vinden we in Gembloers een allerklassiekst landgoed. Het interieur is nochtans niet volgens de oude stijl, maar zit vol moderne elementen met respect voor het antieke. ‘We gaan van industriële tot zeer doorgedreven afwerkingen’, zegt Bernard Chambon. ‘Maar opgepast: we blijven altijd architecten, dat wil zeggen ontwerpers. We verkopen niets, tenzij ideeën. We zijn geen decorateurs, dat is een ander vak.’ In deze context worden opdrachten voor kleinere interventies, zoals een open haard of een douche, aanvaard, en dit zonder een minimum eis qua budget. Dat is een zeldzaamheid. Om een beter inzicht te geven in hun activiteiten, lichten de architecten 4 projecten toe: een stedenbouwkundige en architecturale inrichting, een privé-woning, een industrieel gebouw en een verbouwing.
62
Als natuur rijmt op architectuur Het provinciaal domein Valery Cousin in Chevetogne, een vrijetijdspark van 500 ha nabij Ciney, bezat een braakliggend terrein dat de bezoekers overstaken om van de parking naar de tuinen te gaan. Het domein legt het accent op de natuur en het gezin. Men vindt er thematuinen, een kinderboerderij, pedagogische hoeken, speelpleinen. De Provincie vroeg ArchitureS een ontvangstruimte te ontwerpen die ook als verbinding met de parking kon dienst doen. De ontwerpers hebben een roodgeverfde loopbrug bedacht, die het centrum van de esplanade in een boog verbindt. In samenwerking met landschapsarchitect Benoît Fondu hebben ze de gebouwen en de planten op deze grote cirkel geschikt. Er gaat een zekere elegantie van het geheel uit.
_
_
_
g
De ontvangstruimte met restaurant en groot terras aan de achterzijde doet denken aan een groot schip. De groene gevels laten het gebouw samensmelten met zijn omgeving.
Het ontvangspaviljoen is geïnspireerd op de grote overdekte binnenplaatsen uit de XVIIIde eeuw. Het is bedekt met groene schaliën en lijkt op de vleugels van een libel. Het restaurant is een zwart gebouw. Men komt binnen langs de keuken, doorheen een zeer gesloten volume om uit te monden in het restaurant, een open en beglaasde ruimte. Vervolgens mondt men uit op een groot terras dat in de vegetatie opgaat. Het geheel doet denken aan een groot schip, een beeld dat nog wordt versterkt door architecturale elementen zoals de grote schoorsteen die het volume beheerst. Maar opgelet, dit is niet zomaar een gratuite interventie. De functie ervan is de keukengeuren zo hoog en zo discreet mogelijk de lucht in te blazen, zodat ze de voorbijgangers niet hinderen.
Het derde gebouw omvat de administratieve lokalen. Het gaat om functionele maar tegelijk gezellige ruimten, vermits ze via een grote centrale patio met elkaar in verbinding staan. Het gebouw gelijkt op een grote doos met een pet op. Ook hier weer heeft dit element een functie: het herbergt de activiteiten van het openluchttheater. Het volume rust op een grote betonnen sokkel waarin een theatercentrum is ondergebracht. Het bevindt zich half ondergronds en onze architecten hebben zich ook met het decorontwerp kunnen bezighouden. Rond de centrale as werden de terrassen geplaatst. Verspreid over de ganse ruimte vindt men verschillende evenementen: een verzameling appels van verschillende variëteiten, een voorstelling van kleuren in de natuur, een atelier om zijn eigen tuin te creëren, enz. Het geheel biedt zicht op een
63
Japanse buitentuin, een intieme plek waar de sereniteit van afstraalt. Een villa met zuivere lijnen, een gebouw voor het imago en een geslaagde renovatie Deze privé-woning in Waret-laChaussée valt op door haar grote eenvoud. De architecten hebben eerst getracht haar van de weg af te schermen en intimiteit te creëren. Om in hun opzet te slagen en tegelijkertijd de voorschriften te respecteren, bouwden ze een muur op de voorgrond. Tussen deze muur en de woning werd een binnentuin ontworpen, een ‘half-openbare’ overgangsruimte. De achtergevel naar de tuin toe, is zeer open. Om deze volumes die opvallen door hun zuivere lijn te bouwen, heeft ArchitectureS voor Ytong-blokken geopteerd. ‘Omwille van de keuze van de buitenbekleding – een bepleistering –
_
_
_
g
Het restaurant baadt in het licht en gaat over in een groot terras.
_
_
_
g
In deze gerenoveerde paalwoning vindt men nu de kantoren van de havenmeester van Amée en een modern restaurant. Het originele karakter werd bij de renovatie zo veel mogelijk bewaard.
architectuur
ArchitectureS hebben we uiteraard voor Ytong gekozen. Deze compositie is weloverwogen minimalistisch en we wilden gladde, witte muren. We waarderen de isolerende eigenschappen van de Ytong-blokken en de zekerheid te kunnen rekenen op een reële en volledige thermische prestatie. Het is de enige techniek die daar borg voor staat. De isolatie in de massa is niet afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering noch van ingewikkelde details’. Langs de as naar Charleroi, in Floreffe, staat een ander geslaagd bouwwerk van het bureau, zij het in een andere sector, die van de industrie. Met het geluk voor de ontwerpers dat het als visitekaartje van Brahy kan dienst doen.
‘We hebben de verlichting zorgvuldig bestudeerd’, zegt men ons. ‘De letters op de uitsteek zijn van prefabbeton gemaakt.’ Een laatste knap werk van ArchitectureS: de renovatie van een woning op palen langs de Maas in Jambes. Dit opmerkelijke bouwwerk werd gekocht om er het kantoor van de havenmeester van de jachthaven van Amée en een restaurant in onder te brengen. Ons trio ging over tot een complete facelift maar wist het originele karakter te vrijwaren. Alleen de kleuren en sommige materialen, zoals de golfplaten, zijn eigentijds. Deze renovatie is een succes over de ganse lijn en valt op door haar bescheidenheid
65
en haar klasse. Volledig naar het beeld van wat dit talentrijke Naamse bureau produceert. Dat belooft voor de toekomst!
ArchitectureS Av. Cardinal Mercier 7 5000 Namen T: +32 (0)81 74 19 63 F: +32 (0)81 73 74 51
[email protected] www.architectures.be
_
_
_
g
Sympathieke ontmoetingsplaats voor gezondheid en sfeer
Universum tekst: eduard coddé
_
_
_
g
We worden er van alle kanten mee om de oren geslagen: sport is goed voor de gezondheid! Wie oren heeft naar deze boodschap en ze in de praktijk wil omzetten, wordt geconfronteerd met sportcentra die letterlijk niet veel meer zijn dan 'een dak boven het hoofd', het terrein, de toestellen, of wat dan ook. Een weinig motiverende entourage om aan sport te gaan doen… Dat kregen ze bij 'Sportopolis' ook in de gaten en zo ontstond een keten sportcentra met sfeervolle inrichting, gefundeerd op uitgekiende 'sportarchitectuur'.
Sportarchitectuur als specialiteit ‘Universum Ontwerpbureau dat als architectuurpartner werd uitverkoren door de bouwpromotor van de "Sportopolis"-vestigingen, werd begin de tachtiger jaren gesticht als multidisciplinair bureau’, komen we te weten van architect-zaakvoerder Dominique Verboven. ‘Het stelde zich tot doel bedrijven een "full-servicepakket" aan te bieden, waarin zowel architectuur, binnenhuisinrichtring en engineering, als industrieel design (productontwikkeling) en grafisch design (communicatie) gebundeld zaten.’ Zowat zes jaar geleden werden de activiteiten herschikt in het kader van een overname door Dominique Verboven, met Philipp Carnol en Saskia Mussels
als architecten-medewerkers. ‘Architectuur en engineering’ werden de nieuwe kernactiviteiten, waarrond de verdere toekomst zou worden uitgebouwd. De oorspronkelijke basis van particuliere woningbouw werd verder verruimd naar andere types projecten. ‘Universum Ontwerpbureau’ telt een 8-tal medewerkers en heeft een bijzondere expertise verworven op het vlak van sportcentra. Momenteel kan het een 40-tal realisaties als referentie voorleggen. De samenwerking met ‘Intersportif’ is zo intens geworden, dat het bureau voor wat sportcentra betreft exclusief voor deze bouwpromotor werkt.
67
Daarnaast is ‘Universum Ontwerpbureau’ thuis in alle variaties van utiliteitsbouw, met staalskeletbouw als basis, zoals fabrieken, KMO-gebouwen, garages, enz. Enkele referenties uit dit domein zijn Arcomet en Recor. Een derde tak is de ‘investeringsbouw’, appartementsgebouwen of kantoorcomplexen, die in opdracht van een bouwpromotor worden ontworpen. In sommige gevallen neemt ‘Universum Ontwerpbureau’ zelf het initiatief, doch projectontwikkeling doen ze niet. ‘Universum Ontwerpbureau’ kiest voor 80% van zijn projecten voor silicaatsteen. De thermische massa, de constructieve eigen-
_
_
_
g
architectuur
‘Sportopolis’ is meer dan sportinfrastructuur alleen. Een gezellig ingerichte bar en restaurant, met bovenop een groot terras voor de zonnige dagen, nodigt uit om na het sporten nog wat te blijven doorzakken. In de nieuwste vestigingen wordt gewerkt rond één thema voor de aankleding van de inkom en cafetaria. In Diepenbeek viel de keuze op ‘fotografie & film’.
Universum Ontwerpbureau schappen (draagkracht) gekoppeld aan een esthetisch gunstige verwerking (hoeft amper afwerking; schilderen volstaat), worden als grootste troeven vooruitgeschoven door architect Dominique Verboven. Silicaatsteen wordt SILKA Silka is de nieuwe naam voor Silicaatsteen, ook bekend als kalkzandsteen. Het is een ecologisch voordelig bouwmateriaal, omdat het bestaat uit niets anders dan kalk, vermengd met zand en water. De reactie tussen de natuurlijke grondstoffen zorgt voor de binding; er komt geen enkel bindmiddel aan te pas. De belangrijkste voordelen zijn de grote stabiliteit, de akoestische en thermische isolatie-eigenschappen, alsook de esthetiek. Voor wat de stabiliteit betreft, is het draagvermogen vergelijkbaar met dat van beton, wat betekent
dat er vrijwel onbeperkt in de hoogte kan gewerkt worden. De grote thermische massa resulteert in een uitstekende isolatie. Op esthetisch vlak zijn er de afgeschuinde zijden van de ‘vellingkantblokken’, die voor een geslaagd optisch effect zorgen en het feit dat het materiaal naakt mag gezien worden, zodat de afwerking minimaal kan zijn. Schilderen volstaat! De blokken meten 40 x 20 cm en laten zich snel monteren door verlijming. Ze zijn geschikt voor dragende en niet-dragende wanden van verscheidene types van gebouwen. Recent werden Silka en Ytong samengebracht onder de Xellavlag. Beide materialen laten zich ook perfect combineren: bv. Silka voor de dragende muren en Ytong voor het compartimenteren van de vertrekken. Bij het aan elkaar
68
zetten van beide materialen dient een uitzettingsvoeg voorzien te worden. Hand in hand met Limburgs Universitair Centrum De 'Sportopolis'-vestiging die wij bezochten, is gekoppeld aan de ‘Katholieke Hogeschool Limburg’ op grondgebied Diepenbeek. Deze formule wordt door ‘Sportopolis’ met succes toegepast op verschillende locaties, omdat er interessante samenwerkingen en arrangementen uit voortvloeien. Dat geldt o.a. voor Jette, waar de vestiging naast de campus van het academisch ziekenhuis is gelegen en Antwerpen, waar het RUCA als buur gekozen werd.
De gevel is opgetrokken uit een combinatie van industriële en traditionele materialen. Zo wordt staalplaat naast silicaatsteen geplaatst. De Silka-gevelstenen
_
_
_
g
bestaan in drie natuurlijke kleuren. Het kleuringproces gebeurt op basis van toevoeging van zandsoorten. Voor de plafonds viel de keuze op geperforeerde ‘Steeldeck’-platen met een cannelurevulling omwille van de akoestische isolatie. ‘Universum Ontwerpbureau’ kiest altijd hout voor de overspanningen. ‘Wij zweren bij eerlijke architectuur, die toont wat er is’, verklaart architect Dominique Verboven. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt ongeveer 5000 m2. Het centrale deel fungeert als hart van het sportcentrum. Het biedt een maximaal uitzicht over de diverse sportieve activiteiten, maar speelt ook een cruciale rol in de sfeerschepping die zo eigen is aan ‘Sportopolis’. Naast het onthaal is er een bar en restaurant met groot terras voor de zonnige dagen. De keukeninfrastructuur
is zeer professioneel uitgewerkt, met royaal bemeten koelruimten en directe toegang voor toeleveringen. Een bowling blijkt de nieuwste publiekstrekker voor ‘Sportopolis’. Sommigen komen er speciaal voor afzakken, maar voor de meeste bezoekers is het een welgekomen extra ontspanning na het sporten. Door de harmonieuze overgang tussen bowling, bar en restaurant, ontstaat een erg sfeervol en gezellig geheel. ‘Sportopolis’ is echter bovenal een sportcentrum, met een zeer gevarieerd aanbod. In Diepenbeek is dat een ultramodern uitgeruste fitnessruimte, een sportzaal, een grote sportzaal met directe toegang van buitenaf en een polyvalente zaal met spiegels, waar o.a. diverse dansvormen worden
69
beoefend. De nieuwste trend is ‘spinning’ of ‘indoor cycling’. Het gaat om fietsen in groep, onder begeleiding van een ervaren trainer en aangespoord door hedendaagse up-tempomuziek. De sporters nemen plaats op een gesofisticeerde hometrainer, waarvan de weerstand individueel kan ingesteld worden. Omdat niemand nog een excuus zou hebben om niet te komen sporten, voorziet ‘Sportopolis’ Diepenbeek ook nog in een kinderspeeltuin met opvang. Multisportief met sfeer De Engelse ‘clubsfeer’ diende als inspiratiebron voor het ‘Sportopolis’-concept. De aanblik van kleedkamers en sanitaire ruimten spelen een cruciale rol in de perceptie van het publiek en kregen dan ook alle aandacht bij het ontwerp. Ruimte, licht, netheid en een modern-luxueuze aankleding
_
_
_
g
70
_
_
_
g
Kleedkamers spelen een grote rol in het imago van een sportcentrum. De Engelse ‘clubsfeer’ inspireerde het ‘Sportopolis’-concept.
architectuur
Ruimte, licht, netheid en een meer dan comfortabele uitrusting, worden geruggensteund door rijkelijk gebruik van hout voor de sfeerschepping.
Universum Ontwerpbureau vallen meteen op. Vooral het rijkelijke gebruik van hout zorgt voor gezelligheid. Dit is het resultaat van een gedreven aanpak van mevrouw Maud Dubois, binnenhuisarchitecte bij de bouwpromotor ‘Intersportif’. Zij bekommert zich om de aankleding en afwerking van het geheel. Door de hechte samenwerking, is er al van in het prille ontwerpstadium van een project een constructieve interactie tussen ‘Intersportif’ als opdrachtgever en ‘Universum Ontwerpbureau’. Er zijn groepskleedzalen en kleedzalen voor dames en heren. Opvallend zijn de comfortabel bemeten ‘lockers’, waarin een vest
ongehinderd languit kan hangen en het schoenenvak zelfs voorzien is van ventilatie! Elke kleedzaal beschikt bovendien over uitgebreide sanitaire voorzieningen, haardrogers, tot zelfs een sauna! ‘De kleedkamers zijn verregaand bepalend voor het imago van een sportcentrum’, merkt architect Dominique Verboven op. ‘Ook hier wil Sportopolis zich nadrukkelijk onderscheiden. Vooral bij de dames werd nauwelijks gebruik gemaakt van de douches wanneer ze weinig aantrekkelijk oogden. Hier maakt zowat iedereen graag gebruik van de klantvriendelijke voorzieningen!’
71
De recente Sportopolis-vestigingen kregen allen een thema mee voor de aankleding van de inkom en cafetaria, dit in navolging van de populaire themacafé’s en themahotels. In Diepenbeek is dat ‘fotografie & film’, in Genk is dat een arena uit de oudheid en voor Ekeren (bij Antwerpen) werd zelfs ‘wijn’ als thema weerhouden! ‘Er is een constante evolutie merkbaar in de projectaanpak’, stelt architect Dominique Verboven vast. ‘Sportopolis blijft groeien en opent gemiddeld jaarlijks één nieuwe vestiging. Die zien er telkens weer een beetje anders uit!’
architectuur
_
_
_
Sportopolis, een unieke keten De eerste vestiging werd in 1983 te Hasselt geopend. Vandaag telt de groep meer dan 10 vestigingen en is de naam 'Sportopolis' uitgegroeid tot een begrip, zeg maar een 'kwaliteitslabel' voor gezonde vrijetijdsbesteding. De in België unieke keten heeft vestigingen in Brussel (Jette), Leuven (De Vaart), Antwerpen (RUCA), Ekeren, Merksem (The Nick), Hasselt (Begijnhof), Genk (Arena), Bilzen, Diepenbeek en Mol. Opvallend is de koppeling van 'Sportopolis' met universitaire instellingen. Het succes verklaart 'Sportopolis' heel eenvoudig: ‘kwaliteit in alle opzichten’. Daarmee bedoelt men het evenwicht tussen een geavanceerde sportinfrastructuur en een sfeervolle, stimulerende omgeving. Zo zijn de nieuwste Technogymapparaten met hartslagmeter gewoon de standaard voor de Sportoplis-centra. Wanneer de inge-
g
bouwde hartslagmeter een te hoog hartritme registreert, wordt de weerstand van het toestel automatisch verlaagd. Verantwoord fitnessen is voor Sportopolis een evidentie. Daarom is een conditietest verplicht, waarna een persoonlijk trainingsprogramma wordt opgesteld. Een demonstratie van de aanbevolen oefeningen hoort er ook bij, evenals de aanwezigheid van voldoende, gediplomeerde begeleiders. Indien gewenst, kan ook een ‘persoonlijke trainer' worden ingehuurd. Dat de begeleiders regelmatig bijscholing in binnen- en buitenland volgen, is alweer een facet van het kwaliteitsbeleid binnen de groep. Om een bezoek aan Sportopolis zo aantrekkelijk mogelijk te maken, voorzien de centra in een ruime parking, afsluitbare kleedkastjes (‘lockers’), piekfijn verzorgde kleedkamers en douches, alsook klantvriendelijke openingsuren. De meeste centra bieden zelfs een kinderopvang en vanzelfsprekend is er een cafetaria om het bezoek af te ronden
72
met een drankje of een hapje. Nog meer klantvriendelijkheid biedt de ‘All-in’-kaart, die gedurende een heel jaar, op gelijk welk moment en in gelijk welk centrum, de deuren opent. Sportopolis wil een gezonde thuis zijn voor jong of minder jong, sportief of minder sportief, kortom voor iedereen die complexloos aan zijn conditie wil werken! Website: www.sportopolis.be
Een hecht bouwteam Bouwpromotor: ‘Intersportif NV’; Projectmanager ir. Lieve De Bleser Interieurarchitectuur: ‘Intersportif NV’; mevr. Maud Dubois Architectuur: ‘Universum Ontwerpbureau’ Hasseltweg 307/II 3600 Genk T: +32 (0)89 36 37 01 F: +32 (0)89 35 53 22
[email protected]
_
_
_
g
Prefabstructuren in spanbeton nv - Marnixdreef 5 - B-2500 Lier tel.: 03/490 04 00 - fax: 03/489 23 27 e-mail:
[email protected] - http://www.ergon.be
_
_
_
g
BATO NV fotografie: dries van den brande tekst: eduard coddé
Beslissingsrecht
_
_
_
g
Ieder individu heeft het recht zijn leven een eigen wending te geven. Tony Spapens voegde de daad bij het woord, maar niet zonder zich eerst te verzekeren van een stevig fundament (praktijk)ervaring.
Autodidact Tony Spapens heeft altijd in de bouwsector gewerkt. Hij studeerde af te Brussel aan de Hogeschool St-Lucas (afdeling bouwkunde) en behaalde bovendien een bijkomend graduaat topografie. Hij was werkzaam bij een technisch studiebureau voor burgerlijke bouwkunde en leerde het vak van aannemer bij een firma gespecialiseerd in openbare werken.
Eind de jaren tachtig bouwde hij in eigen beheer en geheel eigenhandig een eerste woning, om ze nadien te verhuren. De keuze viel toen al op cellenbeton. ‘Het was in de periode dat de productmerknaam "Durox" ophield te bestaan en "Ytong" op het voorplan werd gebracht’, merkt Tony Spapens op. ‘Er was een verschil van dikte tussen beide blokken en zowat halverwege het project, moest ik overschakelen
naar Ytong. Het dikteverschil – 1 cm – hebben we met de bepleistering opgevangen’, blikt hij terug op die eerste persoonlijke bouwervaring. Een jaar later stak de bouwmicrobe opnieuw toe en werd het plan voor de eigen woning op stapel gezet. Ook dit project zou met Ytong worden uitgevoerd. Zijn broer Bart, die ook al in de bouwsector aan de slag was, stak mee de handen uit de mouwen om samen enkele woningen te bouwen. Zo creëerden ze in 1995 samen een tweewoonst voor persoonlijk gebruik. In 1996 volgde uiteindelijk de beslissing om het als zelfstandig aannemer waar te maken. De beide voornamen – Bart en Tony – werden samengevoegd voor de naamgeving van het kersverse bouwbedrijf: BATO NV. De grote stap Het jonge aannemersbedrijf had
75
meteen de wind in de zeilen. Toch ging Tony Spapens een jaar later alleen verder. Hij gaf het bedrijf een heel nieuwe wending door zich toe te leggen op projectontwikkeling. ‘We houden het kleinschalig en pakken de projecten één per één aan’, verduidelijkt Tony Spapens. De opdrachten zijn van zeer uiteenlopende aard: meestal betreft het ‘clusters’ van eengezinswoningen, maar ook appartementsgebouwen met een achttal wooneenheden in een elegante ‘villastijl’ komen frequent voor. BATO NV zoekt zelf geschikte bouwterreinen, bouwt de woningen en stelt ze te koop. ‘Onze projecten met appartementen zijn doorgaans al meteen op plan verkocht’, stelt Tony Spapens vast. Er blijkt een gezonde publieke belangstelling te bestaan voor deze aanpak, omdat de potentiële eigenaars heel wat voordelen erva-
_
_
_
g
Tony Spapens houdt graag overzicht op de activiteiten van zijn bedrijf. Relatief kleinschalige projecten lenen zich daartoe bij uitstek. Hij bezoekt zelf dagelijks de werven om maximale kwaliteit veilig te stellen.
Constructie
Bato NV ren bij een directe verkoop. Het rechtstreekse contact zorgt voor een snelle en open relatie. Door de jaren is een zeer goede samenwerking ontstaan met architect Kris Peeters, die inmiddels bijna alle Bato-projecten tekent. Voorontwerpen worden in gezamelijk overleg grondig uitgekiemd : Tony Spapens weet vooraf al heel precies hoe hij het nieuwe project ziet, terwijl de architect het uiteindelijk in de juiste vorm zet en perfectioneert om groen licht te verkrijgen voor de uitvoering. BATO NV is als aannemer zijn eigen opdrachtgever geworden. ‘Het in opdracht van anderen uitvoeren van werven komt nog maar sporadisch voor ’, constateert Tony Spapens. Zelfbevruchting Tony Spapens is aannemer geworden vanuit zijn eigen bouwervaring. Ytong neemt daarin een
belangrijke plaats in. ‘Zowat 90% van de projecten wordt in Ytong uitgevoerd’, rekent onze gastheer snel na. ‘Dat we kunnen werken met één enkel materiaal voor de bouw van de volledige woning, is onmiskenbaar een grote troef. Eén uniform materiaal betekent ook dat men het veel beter onder de knie kan krijgen. De grondige materiaalkennis betekent voor BATO NV dat de plannen voor nieuwe projecten veel grondiger en verder kunnen uitgewerkt worden in eigen beheer. Vanuit onze constructie-ervaring kunnen we gemakkelijk naar een plan toewerken’. De kwaliteiten van Ytong op het vlak van thermische isolatie komen eveneens aan bod. Koudebruggen worden door het constructieprincipe alleen al vermeden, zodat vochtvorming door condensatie geen kans krijgt. ‘Dankzij Ytong hebben we nog nooit
76
een klacht gehad over schimmelvorming of andere vochtproblemen’ merkt Tony Spapens tevreden op. Weer een ander voordeel voor een bedrijf als BATO NV, dat met een klein team werkt, is dat de gevelafwerking kan terwijl binnen al met de andere afwerkingen wordt begonnen. Voor de buitenafwerking heeft BATO NV een voorkeur voor gevelsteen, doch de laatste tijd stelt men vanuit de klanten een stijgende vraag naar crépi vast. ‘De Belg zit zoals bekend met een baksteen in de maag en mogelijk daardoor verkoopt gevelsteen beter’, luidt de verklaring. ‘Bij onze recente projecten combineren we gevelsteen met crépi en dat valt erg goed mee.’ BATO NV telt een zestal – trouwe – medewerkers en heeft ook nauwe samenwerkingsverbanden
_
_
_
g
Cellenbeton heeft voor Tony Spapens altijd een sleutelrol gespeeld in zijn projecten. Het was de aanloop tot een eigen aannemersbedrijf. Zowat 90% van zijn realisaties wordt in Ytong uitgevoerd!
met onderaannemers voor o.a. de technieken en pleisterwerk in de woningen. De afwerking – o.a. vloeren, tegels, plafonds,… – wordt uitgevoerd in eigen beheer. Vanuit deze praktische aanpak ontstaat een soort rotatieschema, zodat de medewerkers van werf naar werf kunnen doorschuiven. Lokale kracht Opmerkelijk is dat BATO NV erin slaagt zijn activiteiten uit te bouwen binnen een zeer kleine, zeg maar ‘lokale spot’, van 6 à 8 km. Zowat 70% van de projecten wordt in Dilbeek gerealiseerd en 50% zelfs meer precies in Schepdaal. Nog eens 20 à 25% zit geconcentreerd in het aanpalende Ternat.
Dat laat Tony Spapens toe om dagelijks – indien nodig zelfs meermaals per dag – zijn werven te inspecteren. Hij staat zelf in
voor de begeleiding van het volledige traject, wat ook eenvoudiger wordt doordat hij bouwheer en uitvoerder in één persoon is. Hij staat in voor de volledige coördinatie van de werken, maar ook voor het bestellen van de materialen, het uitzetten van de werf, de veiligheidscoördinatie (waarvoor hij de specifieke opleiding heeft gevolgd), het coachen van zijn team… Overzicht bewaren en alles grondig controleren vormen belangrijke funderingen voor het succes van BATO NV. ‘Er is geen directe interventie van de klant in de ruwbouw’, vertelt ons Tony Spapens. ‘De klant heeft vanzelfsprekend wel inspraak in de afwerking van zijn wooneenheid.’ Als aannemer komt hij de klanten in principe ook dagelijks tegen. Dat werkt motiverend en is goed voor het vertrouwen. ‘De klantenkring wordt zelfs een heuse familie,
77
want de één brengt de ander aan’, luidt het tevreden. ‘Het moet gewoon echt goed zijn, of men kan geen kant meer uit in een zo kleine gemeenschap’, vult hij nog aan. Kwaliteit spreekt ook uit het toepassen van dubbele muren tussen appartementen. BATO NV werkt met een combinatie van 15 en 10 cm dikke muren, waartussen een 2 cm, met rotswol opgevulde spouw zit. Deze werkwijze verzekert een goede akoestische isolatie, een belangrijk aandachtspunt binnen alle BATO-projecten. De naambekendheid wordt ook ondersteund door een enthousiaste participatie in het lokale verenigingsleven en sportsponsoring. Jaarlijks wordt zelfs een BATOfietstocht georganiseerd. Toen BATO NV begon, was de werking als bescheiden projectontwikkelaar zeer uitzonderlijk. ‘Vandaag merken we op dat steeds
_
_
_
g
Hoewel BATO NV lange tijd een afwerking in gevelsteen prefereerde, wordt bij de recente projecten steeds vaker een combinatie van gevelsteen en crépi voorgesteld.
_
_
_
g
BATO NV is projectontwikkelaar en aannemer in één. Kleinere appartementsgebouwen met een achttal wooneenheden en elegante ‘villastijl’-architectuur zijn een geliefd thema.
Constructie
Bato NV meer kleine aannemers in onze voetsporen treden’, klinkt het bij onze gesprekspartner. Particulieren worden geconfronteerd met snel stijgende prijzen voor hun droomwoning en gaan op zoek naar meer betaalbare formules. Eigenlijk willen ze alleen weten wat de totaalkost zal zijn, zonder zich daar veel zorgen over te hoeven maken. Men wil wel graag een eigen woning, maar heeft geen tijd om daar druk mee bezig te zijn of heeft gewoon zin in andere dingen. ‘Dat is een trend waar BATO NV exact kan op inspelen’ weet onze gesprekspartner uit ervaring. ‘Vergeten we ook
niet dat de huidige bouwheer moeite heeft om voor alle "papierwerk" afzonderlijk te moeten betalen. Wij stellen een concrete woning voor en de potentiële klant ziet in de buurt zelfs onze huizen groeien!’ Kleinschalige bouwprojecten zitten duidelijk in de lift. Het publiek is zeer gevarieerd met zowel alleenstaanden, beleggers en mensen die tijdig de overstap maken van een villa naar een onderhoudsvriendelijk appartement. Werner, de oudste zoon, is reeds in het bedrijf gestapt, terwijl de jongste zoon Tom nog op de
79
schoolbanken zit, maar toch ook al voor de bouwsector heeft gekozen. ‘Beide zullen BATO NV verder in de toekomst gidsen. Voor mij een goede motivatie om verder door te zetten’, verklaart onze gastheer.
Bato NV Tony Spapens Geraardsbergsestraat 127 1703 Schepdaal / Dilbeek T: +32 (0)2 567 16 54 F: +32 (0)2 567 24 46
_
_
_
g
AdQualitylabel kopen op plan
_
_
_
g
Bouwen heeft altijd iets gehad van een avontuur. De 'grootste investering in een mensenleven' brengt immers altijd de nodige spanning met zich mee. Hoe zou het huis of appartement eruitzien? Welke materialen zouden eraan te pas komen? Wat zou het allemaal kosten? Zou alles wel verlopen zoals afgesproken? En tenslotte de prangende vraag: zou het budget wel gerespecteerd worden? Stuk voor stuk vraagtekens die tot op het laatst onbeantwoord bleven en veelal tot serieuze hoofdbrekens leidden. Soms bleken gebruikte materialen niet helemaal overeen te komen met die, die in de lastenboeken stonden, vaak was het ontwaken na de ontvangst van de factuur ontnuchterend, om niet te zeggen pijnlijk. Onaangekondigde budgetoverschrijdingen van 10% en meer waren eerder regel dan uitzondering, tot grote ergernis en wanhoop van de opdrachtgevers die in extremis extra middelen moesten zoeken om de put te dempen.
Veel eigenaars van woningen en appartementen hielden aan het avontuur een lelijke kater over. De baksteen in hun maag bleek onverteerbaar. Dure eden werden gezworen: nooit wilden ze dit nog beleven. Die traumatische ervaring is iets waarmee vandaag de dag kandidaat-bouwers of kopers
: vertrouwen in AdQuality tekst: jos segaert
81
_
_
_
g
Nieuwbouw kantoor en meergezinswoning Grootzand te Grembergen, Dendermonde
constructie
AdQuality van appartementen op plan soms nog worden geconfronteerd. Ze hoeven daarom niet eens het slachtoffer te zijn van malafide praktijken. Slechte voorlichting inzake de kwaliteit van materialen, onvoldoende begeleiding in het bouwproces, een gebrekkige opvolging van de ter beschikking gestelde budgetten: het zijn stuk voor stuk elementen die de bouw van een huis of appartement danig kunnen verstoren. Kwaliteitslabels als garantie Pogingen om met die toestand komaf te maken resulteerden in kwaliteitslabels, zoals Qualibouw voor de aannemers. Sinds kort bestaat er ook AdQuality. Dit is een label dat de bouwer in staat stelt zorgeloos te bouwen binnen een vooraf duidelijk afgelijnd budget en met de zekerheid dat volwaardige kwaliteitsmaterialen worden gebruikt.
AdQuality groeide in de schoot van het architectenbureau ACE en het advies- en coördinatiebureau ADCO, beide in Dendermonde gevestigd. Het initiatief ging van start met het symposium van 27 november 2003 in het Kaho in Aalst. Deze B-to-B avond was een groot succes: een 200-tal professionelen uit de bouwsector (leveranciers, promotoren…) waren aanwezig. ‘We speelden gewoon in op een bestaande behoefte, zowel van architecten, als van opdrachtgevers en uiteindelijke kopers’, zegt Louis De Prins van ACE. ‘We wilden ons engageren om de beste materialen te gebruiken. Beschrijvingen in lastenboeken zijn regelmatig vaag en geven nadien vaak stof tot discussie. Dit willen we voorkomen door vooraf duidelijk te stellen om welke materialen het gaat. Verder hadden we de wens een gedragscode te ontwikkelen onder ontwerpers, coördi-
82
natoren, bouwheren en vooral de uitvoerders van de werken, namelijk de aannemers. Deze gedragscode wordt in charters gegoten die onderschreven worden door de betrokken partijen, zodat iedereen op elk moment de kwaliteit kan toetsen.’ Daarom wordt aan kopers van een appartement gevraagd een enquêteformulier in te vullen dat peilt naar hun tevredenheid en kennis. De enquête wordt op twee verschillende tijdstippen uitgevoerd: een eerste maal bij de ondertekening van de akte en een tweede maal een jaar nadien. De tweede ronde van de enquête is in feite een opvolgingsinstrument van de eerste. De tevredenheid van de koper kan immers evolueren door het dagdagelijks gebruik van het appartement. Dat deze feedback belangrijk is voor AdQuality is evident. Maar ook de partners-producenten hebben voordeel, door het feit dat er
_
_
_
g
De nieuwbouw ‘Residentie Oud Zottegem’, bestaat uit een winkelruimte en 6 appartementen.
bij de klanten ook gepeild wordt naar het imago en de bekendheid van de merken. De resultaten van de enquêtes worden aan de partners via een briefing medegedeeld. AdQuality als kwaliteitskoepel De visie van AdQuality is drieledig. Vooreerst is er de ontwerpvisie waarbij op creatieve wijze wordt omgegaan met architectuur. Het is immers een vereiste dat gebouw en omgeving op een natuurlijke wijze op elkaar interageren. Evenzo wordt van bij de aanvangsfase maximaal rekening gehouden met het creëren van leefruimtes waar het comfortabel en aangenaam wonen is. In de uitvoeringsvisie wordt het fundament gelegd van het kwaliteitsvolle eindresultaat. We kunnen in dat verband twee belangrijke facetten onderscheiden: de keuze van de gebruikte materia-
len en de kwaliteit van het uitgevoerde werk. Voor beide aspecten kan de klant op beide oren slapen: AdQuality heeft partnerships afgesloten met belangrijke leveranciers van hoogwaardige bouwmaterialen. Door deze allianties weet de koper van een appartement of woning van bij de aanvang welke kwaliteitsmaterialen gebruikt zullen worden. De uitvoering van het werk steunt op de charters, die in overleg met de fabrikanten, het beroepsonderwijs en aannemers werden opgesteld. En tot slot is er de controle op de uitvoering van het werk door een onafhankelijke coördinator, die de garantie biedt voor een permanente focus op kwaliteit. De derde visie is de begeleidingsvisie: duidelijkheid en informatie in de precontractuele fase, een uitstekende prijs/kwaliteitverhouding, budgettaire zekerheid, de coördinator als begeleider van het pro-
83
ces en een transparante communicatie en advies moeten de consument het nodige vertrouwen geven bij kopen op plan. In heel het AdQualitysysteem speelt de coördinator een belangrijke rol. ‘De coördinator is de ombudsman, de vertrouweling van de klant’, zegt Louis De Prins. ‘Opdrachtgevers en kopers blijken vaak over een beperkte technische bouwkennis te beschikken. Ergens logisch, want de bouwsector is de laatste jaren enorm geëvolueerd en enkel specialisten slagen erin om de laatste trends te volgen. Daarnaast werkt dikwijls ook de weinig transparante communicatie van de projectontwikkelaar als een rem op de informatieverstrekking. Met het aanstellen van een onafhankelijk coördinator kan de klant voortaan rekenen op de kennis en het advies van een vakman en heeft hij een vast aanspreekpunt. Potentiële bouwdossiers
_
_
_
g
Residentie ‘Oud Zottegem’ op de hoek van de Markt.
constructie
AdQuality worden door ADCO als volgt behandeld: eerst en vooral wordt een vereenvoudigde haalbaarheidsstudie gemaakt. Wanneer het dossier deze eerste toets doorstaat, volgt een gedetailleerde haalbaarheidsstudie en wordt in samenspraak met het architectenbureau eveneens een voorontwerp gemaakt. Als het licht op groen springt, kan het project gerealiseerd worden. De architecten beleggen een aantal vergaderingen met de bouwheer ter concretisering van het dossier. Bij deze besprekingen treden de andere cellen uit de ADCO-structuur adviserend op: ADBUILD als bewaker van het budget, ADREM (= verkoopsbureau) en ADLIVING (= binnenhuisarchitectuur) als kenners van de wensen van de eindklant. Zitten we in het stadium van een vergund project, dan kan ADBUILD (= de coördinatiecel) aan het werk. Tenslotte kan ADREM met de verkoop van de individuele units van start gaan
en kan ADLIVING de binnenhuisinrichting optimaliseren volgens de verlangens van de koper. Het AdQualitylabel overkoepelt al deze fasen van de bouw en zorgt voor een gelijkmatig kwaliteitsniveau.’ Samenwerkingsverbanden Louis De Prins legde reeds een aantal contacten met een reeks confederaties. ‘De reacties waren gunstig. We willen proberen samenwerkingsverbanden tot stand te brengen, ook met scholen en opleidingscentra, om het AdQualitylabel ingang te doen vinden. De bedoeling is van AdQuality een VZW te maken, die zelfstandig kan optreden en die de geloofwaardigheid van dit initiatief waarvan op termijn iedereen beter moet worden, kan verhogen. Transparantie, openheid, zekerheid zijn in deze kernbegrippen.’ AdQuality heeft een partnership aangegaan met verschillende bedrijven. Eén van de allereersten
84
om mee in de boot te stappen was Ytong. ‘Het idee om samen te werken aan het netwerkconcept AdQuality was bijzonder aantrekkelijk’, zegt Bob Verley, commercieel directeur. ‘Ytong produceert cellenbeton en staat ook synoniem voor innovatie. Het is niet altijd evident om af te stappen van traditioneel denken en via productontwikkeling tegemoet te komen aan de behoeften van de consumenten. Wij willen meegaan met het kwaliteitsidee van AdQuality en samen de nadruk leggen op kwaliteit en transparante communicatie. Wij zijn dus fier mee aan de wieg te hebben gestaan van het AdQualitylabel. Kwaliteitsmateriaal leveren binnen de vastgestelde termijn en dat tegen een interessante prijs, dat is de uitdaging waarvoor AdQuality staat’. Inleving Een mening die door Wim Leybaert, leidend architect van
_
_
_
g
Dit 2-ledige bouwproject omvat de residenties ‘Dali & Ensor’ en ‘Magritte & Delvaux’ en heeft in totaal 41 appartementen en een aanzienlijke handelsruimte.
ACE, volledig wordt onderschreven. Als specialist in appartementsbouw weet hij precies waar het allemaal om draait. ‘De architect moet zich in de koper kunnen inleven, aanvoelen wat hem bezighoudt. Een psychologische evenwichtsoefening. Eigenlijk moet hij zich permanent de vraag stellen: zou ik zelf graag in dit appartement wonen. Het antwoord moet positief zijn, anders is hij verkeerd bezig. De architect binnen het AdQualitygebeuren moet als orkestmeester fungeren. Er is een stroom aan informatie met elk een eigen klank en die dient samengebundeld te worden tot één muziekstuk. Elk gebouw is daarin uniek omdat het op een specifieke plaats zal staan en welbepaalde gebruikers zal kennen. Pas als dit in een harmonieus geheel is gebracht, kan er van enige kwaliteit sprake zijn.’ In de praktijk zal de architect met kennis terzake een ontwerp in elkaar passen en dit gaan
toetsen bij de andere cellen van de ADCO-structuur. Op die manier kan optimaal ingespeeld worden op het gebouw dat men wil realiseren. De adviezen van de anderen gelden als stimulans voor de architect om het ontwerp aan te scherpen en op alle gebied te verbeteren. De architect zit niet langer in zijn ivoren toren te wachten tot hij een geniaal idee op papier kan zetten. Hij luistert meer dan vroeger. ‘Ook de uiteindelijke koper van een appartement moet op deze manier een positieve inbreng kunnen geven aan zijn eigen habitat. Deze werkwijze wordt bijzonder gewaardeerd bij de eindgebruiker, die daarin een manier ziet om zijn eigen persoonlijkheid uit te drukken in de woonomgeving die hij kiest.’ Wanneer deze korte samengang tussen ontwerper en koper resulteert in een begeleid ontwerp tot oplevering,
85
ontstaat er langs beide zijden een meerwaarde. De koper voelt zich begrepen, er wordt re-kening gehouden met zijn wensen en hij krijgt adviezen die hem naar een voor hem kwalitatieve woning zullen leiden. De ontwerper krijgt de kans om zijn ideeën over bewoning en beleving van zijn architectuur verder uit te werken en te toetsen, wat ook een kwaliteitsverbetering kan betekenen.
AdQuality Justitieplein 9, bus 8 B - 9200 Dendermonde T: +32 (0)52 25 00 01 F: +32 (0)52 22 21 16
[email protected] www.adquality.com ACE Justitieplein 9, bus 10 B - 9200 Dendermonde T: +32 (0)52 20 10 76 F: +32 (0)52 20 10 77
[email protected] www.ace-architecten.be
_
_
_
g
NV Vandenbussche fotografie: filip santens / nv vandenbussche tekst: jos segaert
De NV Vandenbussche laat frisse wind waaien
_
_
_
g
het bedrijf in handen nam, zou het zijn volume op enkele jaren verdubbelen, een groei die verder vanaf 1997 exponentieel zou toenemen. Vandaag de dag is de omzet sinds de overname zowat verzesvoudigd.
‘Wij trekken uw plan’. Met die goed bekende – en inmiddels gepatenteerde – slogan heeft de NV Vandenbussche al vele mensen aardig doen opkijken. Deze originele slagzin die samen met een nieuw logo in 2002 aan het publiek werd voorgesteld bij de verhuizing van het bedrijf naar het industrieterrein Langevoorde in Aalter,vat ook perfect de basis-filosofie van de onderneming samen: wie scheep gaat met de NV Vandenbussche, kan op beide oren slapen. Hij/zij zal in de watten worden gelegd.
De huidige NV Vandenbussche heeft nog maar weinig gemeen met het bedrijf dat zaakvoerder Dirk Vandenbussche in 1988 overnam van de bvba Cortier en resulteerde in de NV CortierVandenbussche. Dirk Vandenbussche was in 1978 als burgerlijk ingenieur bouwkunde afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent en nam na enkele tussenstappen het aannemingsbedrijf Cortier over. Cortier had een uitstekende faam maar een beperkte omzet. Toen Dirk Vandenbussche
87
De NV Vandenbussche is actief in de bouwnijverheid, enerzijds als aannemingsbedrijf klasse 7, anderzijds als projectontwikkelaar in Oost- en West-Vlaanderen. Opdrachtgevers zijn onder meer de overheid, huisvestingsmaatschappijen en de privé-sector. ‘Wij zijn actief in de kantorenmarkt, de banksector, het ziekenhuiswezen, de rust- en verzorgingstehuizen en de appartementenbouw’, zegt Dirk Vandenbussche. ‘Als promotor realiseerden we alles samen reeds 16 eigen promoties. Dat houdt dus in dat we de grond aankopen, een project ontwerpen en ontwikkelen en ook instaan voor de verkoop. Meestal gaat het om appartementsgebouwen met commerciële ruimten op het gelijkvloers. Bovendien ontwikkelen we nu een nieuwe afdeling gespecialiseerd in kleinere, heel specifieke werken in de industrie en de privé: onderhoud van gebouwen, verbeteringswerken en nazorg. Deze afdeling richt zich op kleinere, moeilijke werken waarop we zeer flexibel en concurrentieel inspelen. Sinds kort hebben we ook een afdeling prefabbeton, die de prefabelementen maakt voor onze eigen werken maar ook levert aan derden, aannemers uit de streek. De ruwbouw verloopt zoveel sneller en de kwaliteit lijdt er niet onder, wel integendeel. Ook dat kwam tot stand onder impuls van de jonge mensen in het bedrijf. Tenslotte bieden we veiligheidscoördinatie aan, uiteraard voor onze eigen projecten, maar ook voor derden.’
_
_
_
g
De openheid die het nieuwe bedrijfsgebouw van NV Vandenbussche kenmerkt weerspiegelt ook de interne organisatorische aanpak van dit bedrijf.
constructie
NV Vandenbussche Investeringen Toen we het in 1988 overnamen, hebben we er aanzienlijke investeringen in gedaan’, zegt Dirk Vandenbussche. ‘We zaten toen in onze locatie op de Bierweg, die op de lange duur veel te klein werd. We waren dringend aan meer ruimte toe. In 2000 kochten we een stuk grond op het industrieterrein Langevoorde in Aalter. Een jaar later werd gestart met de bouw van een volledig nieuw kantoorgebouw met daarbijhorende loods. De verhuizing naar de nieuwe site gebeurde in mei 2002.’ Bedrijfsfilosofie Het bedrijf, dat nu zowat 110 werknemers telt, waaronder dertien ingenieurs, heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Om die reden werd de structuur aangepast. Het bedrijf is in verschillende diensten ingedeeld (calculatie, aankoop, uitvoering, promotie en boekhouding)
die door verschillende staffuncties worden ondersteund. ‘Ons doel is een winstgevende, toonaangevende en sociale onderneming te zijn die topkwaliteit levert’, vat Dirk Vandenbussche de filosofie van zijn bedrijf samen. ‘Winstgevend zijn moet het uitgangspunt van elke ondernemersactiviteit zijn. Toonaangevend betekent dat we in onze sector een kwalitatief hoogstaand product willen afleveren en aan de spits staan. Het sociale luik tenslotte is voor ons evenzeer van kapitaal belang. De NV Vandenbussche is lokaal een middelgrote firma waar men – ook de onderaannemers – graag voor werkt. Er heerst met andere woorden een goed bedrijfsklimaat. Dat is één van de hoekstenen van onze strategie. We proberen de mensen op alle mogelijke manieren te helpen. Alle denkbare voorstellen en initiatieven zijn bespreekbaar en worden gestimuleerd. We hebben een bedrijfs-
88
krant, "Het Truweeltje", waar iedereen zijn ding kwijtkan. Elke laatste vrijdag van de maand organiseren we om 16 uur onze "babbelbox". Daar komen alle vragen en zaken aan bod die de arbeiders en bedienden bezighouden: veiligheid, verbetervoorstellen, strategie, vooruitzichten, toekomstplannen enz. Het initiatief kent succes.’ Dynamisme Deze open bedrijfscultuur wordt duidelijk geapprecieerd. Iedereen noemt iedereen bij de voornaam, ook de zaakvoerder. Er heerst een gezellige sfeer die jonge mensen aantrekt. Geen wonder dat de gemiddelde leeftijd bij de NV Vandenbussche 31,2 jaar bedraagt en dat het dynamisme van de groep afstraalt. ‘Onze pas afgestudeerde werfleiders mogen dan een ingenieursdiploma op zak hebben, ze beginnen met de schop en de kruiwagen tussen de arbeiders. Ze moeten met hen meewerken,
_
_
_
g
De orderportefeuille van de NV Vandenbussche behelst het bouwen van kantoren, banken, rust-en verzorgingstehuizen, appartementen evenals openbare gebouwen zoals de hier afgebeelde Academie voor Woord en Muziek te Eeklo, in samenwerking met het Architectenburo Aiko.
89
_
_
_
g
Residentie Sint-Pietershof, Gent - Architectenburo Gino De Bruyne
90
_
_
_
g
Transparantie, strategie, enthousiasme, dynamiek, veiligheid in de bouw, evenals beredeneerde investeringen zijn de sleutel tot succes van goed ondernemerschap.
Residentie Helianthos, Merelbeke Architect Koen De Rijcke
de stiel aan de basis leren. Op die manier is er wederzijds respect.’ ‘Toen we onze nieuwe site op 13 mei 2002 in gebruik namen, hebben we eerst al onze werknemers en hun familie uitgenodigd. Daarna kwamen de architecten aan de beurt.’ ‘We hebben sinds kort ook weer de meivieringen in eer hersteld. Dat gebruik was de laatste jaren teloor gegaan. Het kan een detail lijken, maar het is een initiatief dat door iedereen wordt gesmaakt. Als het werk wordt opgeleverd zorgen we voor een drankje en toasten we op het succes.’ Een en ander vindt plaats op de werf in het bijzijn van bouwheer en architect. Naambekendheid De NV Vandenbussche is er de voorbije jaren in geslaagd een aardige reputatie op te bouwen. De gebouwen die ze zet, zijn haar beste referentie. ‘Dat klopt’, zegt Dirk Vandenbussche. ‘We werken ook proactief. De hele aanpak is veranderd. Vroeger kwamen de klanten naar ons toe, nu gaan wij naar de
klanten. De communicatie is daarbij van kapitaal belang.’ ‘Wij lieten een eigentijdse website ontwikkelen, wij ontwierpen een bedrijfsfolder…Dit alles heeft bijgedragen tot meer naambekendheid en een positieve uitstraling van de firma, waarin ons logo en onze leuze centraal staan. We besteden veel aandacht aan orde en netheid op onze werven en aan aangepaste reclameborden.’ ‘Al deze zaken samen hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat wij op 19 mei 2004 zijn uitgeroepen tot laureaat voor de provincie OostVlaanderen van de HERMES-prijs. Deze prijs beloont ondernemingen voor hun bedrijfsbeleid. Een bekroning die andermaal bevestigt dat wij inderdaad de juiste weg zijn ingeslagen.’ ‘Ook op het vlak van de informatisering en software willen we namelijk toonaangevend zijn. Dit jaar ontwikkelen we een systeem voor geïnformatiseerde administratie, waarbij elke medewerker via zijn eigen inter-
91
face gebruik kan maken van een aantal functies en toegang krijgt tot bepaalde bronnen van een centrale database. Op die manier verwachten we een beter verloop van de bedrijfsprocessen en meer inzicht in de bedrijfssituatie. Overigens zijn we ook intern bezig met de structuur van ‘corporate governance’. Ondernemerschap belonen Zoveel enthousiasme, dynamiek en transparantie kunnen niet anders dan borg staan voor een mooie toekomst. Dirk Vandenbussche wil daar verder graag in investeren, maar waarschuwt toch voor al te groot optimisme. ‘Men beweert dat de bouwsector voorloopt op de economie. Als het goed gaat in de bouw, gaat het goed in de economie, wil het gezegde. En het klopt dat de markt weer aantrekt. De vraag blijft hoe onze economie in de toekomst zal evolueren. Het wordt hoog tijd dat het ondernemerschap terug beloond wordt. De zware industrie loopt weg en de braindrain is ook niet meer te stop-
_
_
_
g
Voor de realisatie van de Residentie Waterzicht te Assebroek-Brugge, in samenwerking met Architect Jan Hermant, werd gekozen voor slank aluminium schrijnwerk dat veel licht en ruimte creëert in deze uitzonderlijk gelegen appartementen.
constructie
NV Vandenbussche pen. Sommige landmeters laten hun plannen al maken in Indië. Er heerst een gevaarlijke mentaliteit. Velen denken nog altijd dat alleen wij in Europa superieur zijn en dat we onze verworvenheden eeuwig kunnen behouden. En er komen steeds weer nieuwe eisen bij. Die evolutie kan niet blijven duren. Het verhaal van de verhoging van de rentabiliteit is voorbij. De werknemers zijn niet altijd makkelijk te motiveren en de ondernemers die bezwijken onder de administratieve rompslomp, worden moedeloos. De overheid weet het, maar doet niets. Men moet de ondernemers laten ondernemen en hen niet bestraffen omdat ze ondernemen. Daar lijkt het nu dikwijls op.’
‘Wij trekken uw plan’ De NV Vandenbussche wil onder meer daarom de eigen promoties verder ontwikkelen. ‘Wij trekken uw plan’, moet meer dan ooit het motto worden. ‘Voor een goed begrip: we zeggen niet "trekt uw plan", wij zeggen: geef uw project aan ons, dan heeft u als bouwheer geen zorgen. Die aanpak van A tot Z in eigen beheer, daar streven we naar’.
Het bedrijf gebruikt voor zijn gebouwen alleen hoogwaardige producten, waaronder aluminium profielen van RC System. ‘Ons nieuw bedrijfsgebouw en de meeste andere gebouwen die we optrekken zijn ermee uitgerust, en dat tot ieders tevredenheid. De profielen hebben een hoge isolatiewaarde,
92
zijn slank en esthetisch. Groeien zoals in een recent verleden met percentages van 42% zit er niet meer in, maar wij willen performanter worden in alles wat we doen, zowel in uitvoering als in de eigenlijke bedrijfsvoering.’
NV Vandenbussche Groendreef, 51 9880 Aalter T: +32 (0)9 325 75 75 F: +32 (0)9 325 75 85
[email protected] www.nvvandenbussche.be
_
_
_
g
&-&("/$& 45
JTFFOHFWFMTZTUFFNNFU EJWFSTFUPFQBTTJOHFOEBU UFDIOPMPHJFFONPEFSO EFTJHODPNCJOFFSUNFUEF VOJFLFFJHFOTDIBQQFOWBO BMVNJOJVN
8FOTUVNFFSJOGPSNBUJF 4VSGOBBSXXXSDTZTUFNCFPG TUVVSFFONBJMOBBS CFMVY!SDTZTUFNDPN ,BOUFOLMBSFCFTUFLUFLTUFO WJOEUVPQ XXX$"CFSDTZTUFN
1" 3 5 / & 3 7" /
*OEVTUSJF[POF #&-BOEFO UÏM GBY *OEVTUSJFMBBO #&-JDIUFSWFMEF UÏM GBY JOUFSOFUXXXSDTZTUFNDPN FNBJMCFMVY!SDTZTUFNDPN
_
_
_
g
Vaneenoo NV fotografie: dries van den brande tekst: eduard coddé
Bouwen wat de klant vraagt
_
_
_
g
… Of meer precies geformuleerd: ‘maatwerk volgens de wensen van de klant’, luidt de basisfilosofie van ‘NV Vaneenoo’, een aannemersbedrijf met traditie, gespecialiseerd in industriële bouwprojecten die veelal volgens de ‘sleutel-op-de-deurformule' worden opgeleverd.
Halve eeuw bouwervaring De eerste pagina in het geschiedenisboek van het bedrijf werd in 1945 geschreven, toen grootvader en vader Vaneenoo, beiden metselaars, een firma voor woningbouw stichtten. In onderaanneming werd ook aan utiliteitsbouw gedaan, voornamelijk projecten voor de landbouwsector, die destijds in de regio erg belangrijk was. Een kwarteeuw geleden werd besloten de activiteiten van Vaneenoo geheel op industriebouw te concentreren. De evolutie van hoofdzakelijk agrarische naar meer industriële activiteiten in de eigen regio was daar zeker niet vreemd aan. Uit die tijd dateert ook de relatie met cellenbeton. Het begon destijds met Hebel, om twee jaar geleden over te gaan naar Ytong. ‘We hebben heel veel gebouwen opge-
trokken in cellenbeton. We waren zelfs twee jaar nationaal de beste klant van het toenmalige Hebel!’ klinkt het trots bij ‘NV Vaneenoo’. ‘De isolatie-eigenschappen, de praktische verwerking en het gemakkelijk uitvoeren van eventuele herstellingen zijn voor ons de voornaamste troeven’. Vandaag bestaat de portefeuille van de bouwfirma voor 95% uit industriële projecten. De ‘huisformule’ vertrekt vanuit een staalskeletstructuur met Ytong-wandpanelen en een dak uit Steeldeckplaten. Woningbouw komt sporadisch terug aan bod, voor zover er een staalstructuur als basis mee gemoeid is en men zich kan beperken tot de ruwbouw. Industriële projecten daarentegen worden meestal geheel op maat, volgens de wensen van de klant uitgevoerd, principieel ‘sleutelop-de-deur’, maar soms wordt ook
95
enkel de ruwbouw of zelfs uitsluitend de staalskeletbouw afgeleverd. De ontwerpen worden via een architect aangereikt of ontstaan in eigen huis. ‘NV Vaneenoo’ telt momenteel een 70-tal medewerkers en wordt geleid door de broers Johan en Bart Vaneenoo. Johan richt zich meer op de verkoop, terwijl Bart de uitvoering van de projecten coördineert. Zij worden bijgestaan door hun echtgenoten, de zussen Dorien en Katrien, die er zorg voor dragen dat het bedrijf administratief op wieltjes draait. Geconcentreerde aanpak ‘NV Vaneenoo’ heeft zich zo georganiseerd dat alle facetten van de industriebouw maximaal ontplooid worden binnen het eigen bedrijf. Dat spreekt ondermeer uit het uitgebreide eigen machinepark, met 5 hoogtewerkers,
_
_
_
g
Het op- en overslagcentrum van Middlegate Europe NV werd gerealiseerd te midden van Transportzone Zeebrugge. Boven de laadbruggen werden open landschapskantoren voorzien voor de medewerkers.
constructie
Vaneenoo NV 6 grondverzetkranen en 4 montagekranen (30 en 60 ton capaciteit). Vooraan in het traject zit de ontwerp- en tekenafdeling met 3 medewerkers. De plannen kunnen moeiteloos driedimensionaal worden uitgewerkt. Omdat staalskeletbouw de basis vormt voor bijna elk project, is de afdeling metaalconstructie zowat het kloppende hart van het bedrijf. ‘We hebben geen beperkingen op de maatvoering’, verklaart Johan Vaneenoo trots. Bart Vaneenoo voegt daar aan toe: ‘Wij respecteren strikt het plan van de architecten waarmee we samenwerken en bezondigen ons niet aan het omvormen van het origineel tot een persoonlijke "meccano"!’ Ontwerpen en plans worden omgezet naar het benodigde tekenwerk voor productie en assemblage. Moderne XT-software speelt daarin een sleutelrol.
Van elk voor een werf benodigd constructie-element kan vanuit het ontwerp een gedetailleerde productietekening worden afgeleid. Het opstellen van stuklijsten voor een optimaal efficiënte assemblage op de werf verloopt eveneens grotendeels geautomatiseerd. Ook in de productieafdeling heeft moderne CAM-technologie zijn intrede gedaan voor een rendement verhogende automatisering. Het werk van de tekenafdeling kan nu direct gekoppeld worden aan de CNC-sturing van de machines. De afdeling metaalconstructie is eigen werk van ‘NV Vaneenoo’ en zo gestructureerd dat de profielen altijd in dezelfde richting de verschillende stadia kunnen doorlopen. Vanzelfsprekend is er plaats voor opslag van de inkomende materialen. Een brugkraan (8 ton) overspant de volledige productie-
96
hal. Profielen met een maximumlengte tot 25 meter kunnen in de moderne boor- en zaagstraat worden ingevoerd. De machine met automatische invoer beschikt over drie boorkoppen – twee zijdelingse en één bovenaan – zodat de profielen simultaan verschillende bewerkingen kunnen ondergaan. Er worden diverse profielvormen verwerkt (I, vierkant,…) en die kunnen door elkaar in één enkele vlotte beweging de boor- en zaagstraat doorlopen. In een aanpalende, doorlopende hal vinden we kleinere machines voor de productie van diverse hulp- en verbindingsstukken. Een gecombineerde pons- en knipmachine is sinds twee jaar de trots van de afdeling metaalconstructie. De combinatie van beide bewerkingen is immers bijzonder en ook de prestaties zijn indrukwekkend: metaalplaten met een maximale invoerbreedte van 500 mm
_
_
_
g
97
_
_
_
g
In de hedendaagse industriebouw krijgt de uitstraling van de gevel veel meer aandacht.
_
_
_
g
Vaneenoo NV heeft een heel lange traditie met de verwerking van cellenbeton in industriële bouwprojecten. De isolatiewaarde en snelle verwerking worden als grootste troeven vooruit geschoven.
en een dikte tot 25 mm worden verwerkt. De diameter van het ponsen kan tot 47 mm gaan! Wanneer de afmetingen of benodigde hoeveelheid zich niet lenen voor deze moderne automatische machine, dan staat nog altijd een goede oude boormachine ‘standby’. Een laatste fase in de voorbereiding van de metalen constructieelementen is het spuiten of lakken in de kleur die door de klant werd bepaald. Heel vaak gaan de stukken echter ook buitenshuis om te worden gegalvaniseerd. Zelfs het transport van de metalen bouwelementen naar de werf gebeurt voor 90% met eigen middelen. Slechts wanneer de constructie-elementen groter dan 24 meter zijn, wordt beroep gedaan op extern transport. Overigens beperkt ‘NV Vaneenoo’ zich niet tot één regio. ‘Er zijn geen beperkingen voor wat de
afstand betreft’, verklaart Johan Vaneenoo. ‘We worden veelal gevraagd door de klant en de meeste klanten keren ook weer. Logisch dat je hen niet in de steek laat wanneer hun expansie plots wat verder weg gebeurt!’ Industriebouw met variatie Een kennismaking met de realisaties van ‘NV Vaneenoo’ levert ons een gevarieerd staal op van wat industriebouw vandaag omvat. ‘Middlegate Europe’ te Zeebrugge is één van de vele trouwe klanten van het bouwbedrijf. Het vierde project dat voor dit transportbedrijf gerealiseerd wordt, voorziet in een uitbreiding met 5000 m2 opslag- en overslagruimte. Architect is Piet Sileghem van bureau ‘Arcad bvba Ingenieursbureau’ uit Zwevegem. De brandwanden bestaan uit een ontdubbelde staalstructuur met smeltankers, ingevuld met Ytong-
99
panelen. In geval van brand kan men zo gedurende ten minste 6 uren zeker zijn dat de brand niet op naastliggende compartimenten overslaat. Ook voor de buitenwanden worden Ytong-panelen toegepast. In de vorige fase werden reeds 6000 m2 opslagruimte toegevoegd en daar zitten 346 m3 cellenbeton in verwerkt. Voor ‘Eurobis’ werd in Eernegem een 4000 m2 tellend verdeelcentrum voor snoepgoed gebouwd. Architect Luc Willem uit Aalter vertrok vanuit een staalskelet. De voorgevel bestaat uit Silex-beton; voor de andere buitengevels werden Ytong-panelen toegepast. ‘DB Center’ te Beernem is een bijzonder florissante supermarkt, die niet verlegen zit om initiatieven om zich te verdedigen tegen de distributiemastodonten. Architect Pieter Croene van ‘Archus architektuur- & studiebu-
_
_
_
g
_
_
_
g
Handelszaken tot kleinere winkelcentra, veelal gerealiseerd volgens de sleutel-op-de-deurformule, komen steeds vaker voor in de portfolio van dit industriële bedrijf.
constructie
Vaneenoo NV ro’ (Moerkerke) tekende de plannen voor een aanzienlijke uitbreiding met drankencentrale en cafetaria. Brand- en buitenwanden worden met Ytong-panelen gerealiseerd. ‘NV Vaneenoo’ bestelde de panelen met optionele montagelussen, wat toelaat efficiënter en veiliger te werken op de werf. Voor de brandwanden werd een constructie met ontdubbelde staalstructuur en smeltankers weerhouden. In Izegem werd voor ‘Safibo cva’ onder toezicht van het Izegems ‘Architectenburo Dirk Moerman’ een handels- en kantorencomplex ontwikkeld, waarin ‘Brantano’, ‘Lidl’ en ‘E5 Mode’ hun intrek namen. Architect Luc Willem tekende
voor ‘Decoratie Verlinden’ uit Roeselare een handelspand waarvan de gevels uit Ytong-panelen deels geschilderd en deels met aluminium bardageplaat werden afgewerkt. Het schildersbedrijf ‘Marnix Van Den Berghe’ uit Zwevezele nam architect Kris Dufour onder de arm voor wat een opgemerkte realisatie zou worden. Het pand toont een gordijngevel uit glas, met betonnen portiek. De andere gevels zijn uit Ytong-panelen en werden geschilderd. Als Johan en Bart Vaneenoo terugblikken op een kwarteeuw industriebouw, dan stellen zij vast dat de gevels vandaag meer aandacht krijgen. In die optiek geloven zij sterk in Ytofin – wand-
101
platen uit cellenbeton met kwartsafwerking in alle mogelijke kleuren. ‘Een utilitair gebouw moet vandaag uitstraling hebben! Gelukkig mag dat ook iets meer kosten…’, klinkt het bij ons afscheid.
NV Vaneenoo Bedelfstraat 11 8750 Wingene T: +32 (0)51 65 61 78 F: +32 (0)51 65 69 52
[email protected] www.vaneenoo.be
_
_
g
Martens Constructies NV fotografie: dominique van huffel tekst: eduard coddé
Esthetiek als communicatieve meerwaarde
_
_
g
Wanneer industriebouw het onderwerp is, dan zijn recordprestaties altijd nabij… Hoeveel meter en in hoe weinig tijd kunnen die staan? Daar zal allicht niet zo meteen verandering in komen, maar toch is er een duidelijke wijziging aan de gang in deze bouwspecialiteit: industriebouw rekent af met het imago van saai en louter functioneel! Industriebouw wordt vandaag erkend als een communicatievorm van een bedrijf naar de buitenwereld. Esthetiek en architecturale meerwaarde doen hun intrede en daarin ziet Martens Constructies NV een nieuwe uitdaging voor de toekomst van het bedrijf.
Familiebedrijf in volle bloei Voor Martens Constructies NV begon het allemaal in 1977. Als eenmanszaak trok men aanvankelijk vooral kleinere opdrachten aan, waaronder heel wat laswerk. De activiteiten waren van bij de oprichting sterk op de bouwsector gericht. De jonge zaak startte met één medewerker en naast draagconstructies werden ook daken aangepakt. Uit de prille beginperiode dateren ook de eerste ervaringen met cellenbeton. De interesse werd gewekt vanuit praktische overwegingen. Het lichte bouwmateriaal kon verwerkt worden zonder
zware en dure kranen! De eerste loods van Martens Constructies NV was er één met cellenbeton. Vroeger gebruikte men cellenbeton vooral voor de binnenwanden van industriële projecten, maar vandaag ligt dat anders. Zo vallen de Ytofin-panelen erg in de smaak wegens hun snelle verwerking en esthetisch aantrekkelijk uitzicht. Dat laatste sluit bovendien goed aan bij de trend naar ‘mooiere’ communicatieve industriebouw. ‘In de hedendaagse projecten stellen we Ytong-panelen vooral voor omwille van hun uitstekende akoestische absorptie’, verklaart Jan Martens.
103
Na enkele jaren in Meerle gevestigd te zijn geweest, begon Martens Constructies NV aan de Industrieweg te Hoogstraten, met een smal en diep instekend terrein. Daar werd stap voor stap en in lijn met de groei bijgebouwd, tot men in 2003 overging tot een volledige nieuwbouw op een aanpalend terrein aan de SintLenaartseweg. Het complex omvat, naast de administratieve gebouwen, opslagruimte voor de grondstoffen en hypermodern uitgeruste werkplaatsen. Vandaag beschikt men over 12.000 vierkante meter bebouwde oppervlakte, royaal bemeten met vooruit-
_
_
g
Moderne architectuur en industriebouw gaan perfect samen.‘Martens Constructies NV’ rekent af met het traditionele imago van saai en louter functioneel!
constructie
Martens Constructies NV blik in de toekomst… ‘Het actieterrein van ons bedrijf is relatief beperkt, met een concentratie in eigen streek, waar de concurrentie nochtans zeer groot is’, merkt Jan Martens terloops op, ‘de provincie Antwerpen en een weinig OostVlaanderen. Nederland, dat vlakbij ligt, doet het alsmaar beter.’ Volledige service Martens Constructies NV verzorgt de volledige realisatie van het gesloten industriegebouw – te beginnen met de funderingen, gevolgd door de constructie, wanden en daken – zonder de technieken. Vrije overspanningen tot 80m en productieruimtes tot 32m hoogte, staan herhaaldelijk vermeld in de referentielijsten van het bedrijf. De ruwbouw wordt geheel in eigen beheer gerealiseerd, maar ook voor de voorbereiding wordt zorg gedragen. Het ontwerp wordt in de meeste
gevallen intern bij Martens Constructies NV uitgewerkt. De stabiliteitsstudies, het rekenwerk en alle tekenwerk zitten zo onder hetzelfde dak. In het nabije Nederland, waar men de laatste jaren steeds meer actief is, volstaat een dossier van Martens Constructies NV voor het aanvragen van de bouwvergunning. ‘De open grenzen zijn voor ons bedrijf goed voelbaar’, stelt dhr. Jan Martens, stichter van het bedrijf, vast. ‘Hoewel er over de "grens" nog altijd andere normen gelden dan in eigen land, is het toch gemakkelijker geworden om er te werken’. Martens Constructies NV heeft een voorkeur voor gesloten gebouwen – industriële hallen – als tuinbouwloodsen, opslagruimtes, productiehallen, garages, toonzalen enz. Daarnaast bouwt het ook overkappingen en vormen sportinfrastructuur, zoals tribunes voor voetbalvelden, maneges
104
en sporthallen, een bijzondere specialiteit. ‘We werken maximaal met eigen mensen’, stelt Jan Martens. ‘Dat maakt ons niet alleen flexibeler, maar laat ook een betere controle toe op het hele bouwproces’. Omdat efficiëntie en rendement bijzonder groot geschreven worden bij industriebouw, vormt de logistiek een belangrijk aandachtspunt binnen het bedrijf. ‘Ook op dit vlak wordt alles centraal geregeld in eigen huis’, vult zoon Luc aan. De tevredenheid bij de klanten is zeer groot, wat spreekt uit het grote aantal klanten dat meermaals terugkeert met nieuwe opdrachten. ‘Ze vertegenwoordigen zelfs het grootste aandeel in het totaalpakket van onze realisaties’, merkt Jan Martens op. ‘Voor sommige bedrijven werd al meer dan 40.000 m2 gebouwd’. De meeste nieuwe klanten komen tot bij
_
_
g
Industriebouw is hedendaagse bedrijfscommunicatie naar de buitenwereld. Aandacht voor esthetiek en architectuur zijn voor dit bedrijf een uitdaging voor de toekomst.
Vrije overspanningen tot 80m en productieruimtes tot 32m hoogte, staan herhaald vermeld in de referentielijsten van het bedrijf.
‘Martens Constructies NV’ heeft een voorkeur voor gesloten gebouwen – industriële hallen – als opslagruimtes, productiehallen, garages, toonzalen enz.
105
_
_
g
_
_
g
Voor de toonzalen en kantoren van ‘Anyway Doors’ te Massenhoven was esthetiek van bijzonder belang. Tussen kantoren en productie is een brandwand uit Ytong opgetrokken.
constructie
Martens Constructies NV Martens Constructies NV door de positieve mond-tot-mondreclame. Prefabricage Het in functie van de wensen van de klant weerhouden bouwsysteem wordt vertaald in concrete plannen voor de uitvoering. Voor de metaalconstructie worden de werktekeningen tot in de kleinste details uitgewerkt en gekoppeld naar de prefabricage. In het eigen atelier worden standaard ingekochte profielen bewerkt tot de voor de constructie benodigde bouwelementen. Martens Constructies NV is hiervoor bijzonder modern uitgerust. Zo is er een directe koppeling van gedigitaliseerde informatie tussen de tekenafdeling en het machinepark. De eerste bewerkingen gebeuren door de CNC-gestuurde boor- en zaaginstallatie. De machine kan profielen tot 1 m breedte en 24 m lengte op maat zagen, boren en voorzien van markeringen voor de verdere montage. De operator van de machine bepaalt de volgorde van
de te bewerken elementen, waardoor o.a. rekening kan gehouden worden met de meest efficiënte aanlevervolgorde op de werf. Parallel hiermee worden de kleinere hulpstukken voorbereid. Profielen en hulpstukken worden vervolgens m.b.v. puntlastechniek geassembleerd en verder afgewerkt met een continue las. De metalen constructieonderdelen kunnen nu gekleurd worden volgens de wensen van de klant. Na droging zijn ze klaar voor het traject naar de werf. Nieuwe tijden Martens Constructies NV weet zich van opvolging verzekerd. Zowel zoon Luc Martens – afgestudeerd als architect – als dochter Cindy Martens – afgestudeerd als burgerlijk ingenieur Bouwkunde – integreren stapsgewijs in het familiebedrijf. ‘Momenteel komt het er voor ons op aan ervaring op te doen en ons in te werken, om op termijn een naadloze overgang mogelijk te maken’, verklaart Cindy Martens.
107
Op het 'to-do'lijstje staan het verder digitaliseren en informatiseren van de interne processen. ‘Het stroomlijnen van de interne trajecten is een belangrijke basis om de kosten laag en onze prijzen competitief te houden’, argumenteert Cindy Martens. Een ander punt is het meer focussen op de esthetische waarden van ‘het product’ industriebouw. ‘De klanten staan vandaag meer open voor een stijlvol ontwerp’, leert de ervaring in dit familiebedrijf. Daar zal de ontwerpafdeling passend op inspelen. ‘Ons bedrijf wenst zich in het concurrentieveld niet te verdedigen met "discountprijzen", maar wel met een doordachte conceptuele aanpak en architecturale meerwaarde’, klinkt het tot be-sluit van onze aangename kennismaking met Martens Constructies NV.
Martens Constructies NV Sint-Lenaartseweg 44 C 2320 Hoogstraten T: +32 (0)3 314 47 47 F: +31 (0)3 314 79 44 www.martensconstructies.be
_
_
_
g
Project Regina fotografie: dries van den brande tekst: eduard coddé
Evenwichtsoefening cellenbeton en kalk z steen
_
_
_
ng met k zand-
g
Brussel, hoofdstad van België maar liever nog hoofdstad van Europa, zoekt krampachtig naar evenwicht tussen de snel opschietende kantoorcomplexen en woongelegenheid. Wonen en werken in evenwicht brengen is dan ook wat de bouwpromotoren van overheidswege wordt opgelegd. Voor hen komt het er op aan een evenwicht te vinden tussen kosten en baten. Welke realistische eindprijs is haalbaar om een sterke commerciële plaats te verwerven in de markt?
Herbeleving van de stad Dit project zit gevat tussen de drukke Koningstraat, de Kruidtuin en het Noordstation. De driehoekige site met een oppervlakte van +/- 3600 m2 is weliswaar omgeven door straatjes die smeken om herwaardering – wat dit project ook doet – maar biedt de toekomstige bewoners een meer dan uitstekende uitvalsbasis voor wonen, werken en genieten van de voordelen die een grootstad als Brussel te bieden heeft. Het plan voorziet in een aantal blokken die zich sluiten om een centraal plein, dat als een gemeenschappelijke tuin met
109
niveauverschillen zal worden aangelegd en waarop de terrassen van de wooneenheden uitgeven. Alle gebouwen zijn onderkelderd om voldoende parkeergelegenheid te kunnen aanbieden. Elk van de panden is verschillend. Ze hebben een andere hoogte, vertonen niveauverschillen en uitsprongen, terwijl ook de dakvorm variatie vertoont, met platte en zadeldaken. De zadeldaken hebben een houten gebinte en worden afgewerkt met zink. De ruimte onder de daken wordt gebruikt voor het wegwerken van de diverse technieken, waaronder de afzuiginstallaties voor de ondergrondse garages en de apparte-
_
_
_
g
Voor de dragende binnenmuren viel de keuze op silicaatsteen. Per plateau besteedt men een 2-tal dagen aan het opzetten van de Silka-elementen. De buitengevels werden met Ytong-blokken opgetrokken, nadien afgewerkt met crépi.
constructie
Project Regina menten. In totaal zijn er 81 wooneenheden ingetekend. Naast appartementen met verschillende samenstelling – met 1, 2, 3 en zelfs 4 slaapkamers – vinden we ook enkele als individuele woning opgevatte eenheden. De wet van de rekenmachine Het project mag dan al veelbelovend zijn en de architecturale uitwerking aantrekkelijk om de commerciële kansen te verhogen, voor elk bouwproject geldt dat de rekenmachine wel eens het laatste woord heeft… Dat is hier niet anders gelopen. Het ontwerp was opgebouwd rond een betonstructuur, met binnenindeling uitgevoerd in betonblokken en een buitenafwerking met snelbouw, waarop een cementbezetting zou worden aangebracht die finaal zou geschilderd worden. Tijdens de onderhandelingen met de opdracht-
gever BBC, werd gezocht naar economische oplossingen die hetzelfde resultaat beoogden. De voorgestelde architectuur diende behouden te blijven en bijgevolg kwam er flink druk te staan op de prijs, wat resulteerde in een volledige herziening van de uitvoering van het project. De buitengevels werden herberekend met Ytong-blokken (30 cm) die een crépi-afwerking zouden krijgen. Voor de dragende binnenmuren viel de keuze op silicaatsteen. Het omsleutelen van het initiële uitvoeringsplan naar een nieuwe vorm met andere materialen was beslist geen sinecure. Zo tellen enkele van de gebouwen op de site 5 verdiepingen, wat gevolgen heeft voor de druksterkte van de bouwmaterialen in de onderste bouwlagen. Daarom zijn de 21,4 cm Silkablokken die onderaan zitten van het ‘hoge weerstandstype’. Ook de
110
geveluitvoering diende aangepast. Er werden meer betonkolommen ingetekend en ook de Ytong-blokken onderaan zijn van het versterkte, ‘hoge weerstand’-type C4/06. Om akoestische redenen opteerde men voor de gevel die aan de drukste straat is gelegen, evenals voor alle gevels op gelijkvloerse niveau, eveneens voor Ytong C4/06. De plateaus zijn uitgevoerd in 6 cm dikke breedvloerplaten, waarop een 12 cm dikke betonlaag wordt gegoten. De combinatie van Silka en Ytong is een concept dat best van meet af aan door het studiebureau gehanteerd wordt. Wanneer een uitvoeringsplan achteraf omgevormd moet worden, is de realisatie van het project niet altijd even gemakkelijk. Wanneer een plan meteen op basis van Silka- en Ytong-materialen getekend wordt, kunnen de verschillende voorde-
_
_
_
g
_
_
_
g
_
_
_
g
De driehoekige site met een oppervlakte van +/- 3600 m2 vereiste een grondige voorbereiding van de werflogistiek. Een centraal ingeplante grote torenkraan bediende de verschillende gebouwen. Een continue doorstroming van de materialen, rekening houdend met de verschillende verwerkingssnelheden, vormde een bijkomende zorg voor de werfleiding.
constructie
Project Regina len van beide producten gecombineerd worden, wat in een vlotte afloop op de werf resulteert. Algemene Bouwonderneming Maes R. N.V. Het bouwbedrijf Maes geldt binnen de ‘Group Maes’ als het fundament waarop de volledige groepsdiversificatie is uitgebouwd. De familiale onderneming werd opgericht in 1892 en tot een naamloze vennootschap omgevormd in 1965. De activiteiten zijn geconcentreerd op de bouw van kantoren, appartementen, industriële complexen, scholen, enz. De activiteiten onder de noemer ‘industriebouw’ zitten hoofdzakelijk geconcentreerd rond kantoren en hangars met aanpalende administratieve gebouwen. De laatste tijd krijgen ook renovatieprojecten toenemende aandacht. ‘Algemene Bouwonderneming Maes R. N.V.’ bouwt hoofdzakelijk in Vlaanderen en Brussel. Er werken een 250-tal medewerkers in vast dienstverband, waarvan ca. 50 bedienden en 200 arbeiders.
Het bouwbedrijf heeft naast de klassieke werfexploitaties haar eigen geïntegreerde productieafdelingen ‘prefab’, ‘architecturaal beton’ en ‘houten schrijnwerk’. Tevens beschikt de onderneming over een interne studiedienst. Het algemeen bouwbedrijf R. Maes is er eind 2002 in geslaagd simultaan de systeemcertificaten ISO 9001, VCA** en ISO 14001 te behalen. Dit is een absoluut unicum! In hetzelfde certificatietraject werden bovendien alle voorbereidingen getroffen om een zogenaamd ‘IZC’-systeem te installeren (industriële zelfcontrole), dat de basis vormt voor het bekomen van de ‘BENOR’-certificatie voor de productie van geprefabriceerde elementen van architectonisch beton. Deze productlijn werd onlangs omgedoopt tot ‘ARBECO’. Duurzaam bouwen zit vast verankerd in de filosofie van het bedrijf. Dit is het gevolg van het feit dat de zustermaatschappijen van de Groep, die actief zijn in de immobiliënsector, een belangrijk aantal realisaties voor lange tijd in
113
eigen portefeuille houden. Werfproblematiek De werf is bijzonder lastig gelegen, temidden een doolhof van smalle straatjes, vaak met eenrichtingsverkeer, wat de aan- en afvoer van bouwmaterialen fel bemoeilijkt. Bovendien biedt het centrale gedeelte van de site slechts beperkte opslagmogelijkheden voor de nodige materialen, waaronder het metaal voor de betonwapening. Midden maart 2003 werd begonnen met het opruimen en voorbereiden van de site. ‘De vroegere gebouwen waren al afgebroken, doch het puin lag er nog allemaal’, vertelt werfleider Jos De Wilde. Niet minder dan 300 palen verdwenen in de grond als fundering. De metselwerken werden in november 2003 aangevat en in september 2004 moet de ruwbouw voltooid zijn. Gezien de situatie van het terrein, werd geopteerd voor het centraal inplanten van een grote torenkraan, die de verschillende gebouwen kan bedienen. Tijdelijk werd
_
_
_
g
constructie
Project Regina ook een kraan buiten het terrein opgesteld, doch dit was verkeerstechnisch niet lang houdbaar. De beperkte opslagruimte vereiste een nauwkeurig terugrekenen van de benodigde materialen naar de aanvoer toe. De materialen moesten continu doorstromen van aanvoer naar opslag tot verwerking – o.a. rekening houdend met de verschillende verwerkingssnelheden voor de Silka- en Ytong-blokken – terwijl toch altijd een bufferstock moest beschikbaar zijn voor noodgevallen. Een perfecte samenwerking met de toeleveranciers is bij dergelijke projecten dan ook onontbeerlijk. Groothandel in bouwmaterialen Verhelst vormde een belangrijke schakel in dit proces. Bij Ytong werd zelfs een speciale productie opgezet om de verschillende soorten blokken op de werf gemakkelijk herkenbaar te maken. De ‘hoge weerstandsblokken' werden
uitzonderlijk glad en voorzien van een handgreep geleverd en de 'gewone blokken' werden met tand en groef en handgreep aangeleverd. Maes R. NV had een ploeg van 20 man op de werf, aangevuld met een team van 6 à 7 mensen als versterking voor het optrekken van de Silka- en Ytong-blokken. Per plateau besteedde men 3 à 4 dagen aan de bouw van de gevels in Ytong-blokken en een 2-tal dagen aan het opzetten van de Silka-elementen. Eén week volstond bijgevolg voor het metselwerk van één bouwlaag. Het gecombineerd verwerken van Silka- en Ytong-bouwelementen leverde een nieuwe ervaring op. Silka-blokken als dragend element en Ytong-blokken voor de invulling van gevels en binnencompartimentering vormen een logisch samenspel, dat zijn voor-
114
delen – zowel materiaaltechnisch als inzake verwerking – voluit laat gelden wanneer de tandem van bij de start van het ontwerp conceptueel geïntegreerd wordt.
Group Maes Algemene Bouwondernemingen Maes R. NV Toemaattragel 1 9000 Gent T: +32 (0)9 240 01 11 F : +31 (0)9 240 01 09
[email protected]
_
_
_
Group Maes De ‘Group Maes’ telt vandaag een 20-tal ondernemingen, actief in de bouw- en immobiliëngerelateerde sectoren. Het begon allemaal in 1892. ‘Group Maes’ is niet zonder trots tot op heden een familiebedrijf gebleven, met 100% eigen kapitaal en een Vlaamse verankering. De expansie van het bedrijf werd voornamelijk gerealiseerd binnen de bouwsector. Momenteel staat de 5e generatie aan het roer van deze veelzijdige groep. Het personeelsbestand telt gemiddeld 425 medewerkers, waarvan ongeveer 85 mensen internationaal gecontracteerd zijn.
g
Op de indrukwekkende referentielijst gelden volgende projecten als paradepaardjes voor ‘Group Maes’: Europese Ministerraad, Schumannplein – Brussel Europees Parlement, Leopoldswijk – Brussel Project 'Gent – Zuid' – Gent Front gate – Guest services – Studio store – Outdoor food cart support building in het nieuwe pretpark 'Walt Disney Studios' van Disneyland Parijs. WTC-toren II en Sokkel – Brussel Europese Ministerraad – Wetstraat – Brussel Holliday Inn – Brussel Floraliënpaleis – Gent Shopping Center Kortrijk (38.000 m_ winkels met 5 ha parkings) Copernicusgebouw – Wetstraat- Brussel (15.000 m2 kantoren) Website www.groupmaes.be
115
_
_
_
g
SNC-Lavalin tekst: marc covet
Alifel : Productie-eenheid van voeding voor de kippenindustrie - Loué Frankrijk
Architect : Bodreau architecture
SNC Lavalin-Fr netwerk van ex
_
_
_
g
SNC-Lavalin is één van de grootste groepen van engineeringsen bouwbedrijven ter wereld. Pingat, de eerste onderneming die werd overgenomen om het Franse filiaal te vormen, en vandaag de dag beter bekend staat onder de naam SNCLavalin France, ontwikkelt zijn activiteiten vanuit Reims. Na Pingat hebben zich de bedrijven Eurotec, Boplan, Trouvin, Fimatec, Chovet en Sogequip bij SNC-Lavalin aangesloten, zodat de groep heel Frankrijk bestrijkt. Dit is een ontmoeting met een tegelijk plaatselijke en internationale organisatie.
France: experten 117
Mondialisering hoeft geen spookbeelden op te roepen. Een groep zoals die van SNC-Lavalin overkoepelt 5 continenten, met kantoren in een dertigtal landen. Hij ontwikkelt multiculturele netwerken die het mogelijk maken de geldende gebruiken te kennen en snel toegang te hebben tot competente plaatselijke partners. Dankzij zijn bouwexperten, biedt de groep alle diensten aan die noodzakelijk zijn voor de perfecte afhandeling van een project, wat ook zijn omvang of zijn complexiteit is. Opleidingen op het hoogste niveau, een ervaring gestoeld op de diversiteit van de opdrachten, een actieve cultuur van ervaringsuitwisseling zijn enkele van de troeven van het netwerk dat zowel actief is in Frankrijk en België, als in de landen van Oosten Centraal Europa. De groep is in een indrukwekkend aantal sectoren actief: de voedingsmiddelen, industrie, gezondheid, farmaceutische producten, stadsvernieuwing, onderwijs, logistieke entrepots, infra-
_
_
_
g
Hal voor assemblage van de Airbus A380 - Saint Nazaire, Frankrijk Architect : Bodreau architecture
constructie
SNC-Lavalin structuur en transport, vrije tijd, residentiële bouw, handelsruimten en de tertiaire sector. Er kunnen twee soorten contracten worden afgesloten: ofwel een service als klassiek aannemer of een sleutel-op-de-deurservice. In dit laatste geval zorgt men voor alles, ook voor het afsluiten van contracten met bedrijven. En dat zowel op de openbare als op de privé-markt. Het gebeurt zelfs dat SNC-Lavalin France deelneemt aan de uitbating van een project, zoals dat het geval is voor de internationale luchthaven van Vatry. Een breed spectrum aan bedrijvigheden voor uitgebreide opdrachten: dat is de ambitieuze doelstelling. Tegelijk plaatselijk en in netwerk over heel Frankrijk In 1996 verbond Jean-Claude Pingat zijn bedrijf aan het lot van de groep. Het bedrijf dat
door zijn vader was opgericht in de Champagnestreek, houdt zich bezig met engineering en is actief in de voedingsmiddelenindustrie. Vandaag de dag stelt het bedrijf over heel Frankrijk 620 mensen tewerk, maar ook in Polen, Hongarije en Slovakije. De verwachte omzet voor 2004, bedraagt 110 miljoen euro. Dankzij zijn strategische positionering, heeft het ‘historisch’ netwerk van Pingat zich kunnen uitbreiden. De ambitie is tot de grootste engineeringsbedrijven in Frankrijk en Europa uit te groeien, een opzet waarin het bezig is te slagen. Vandaag de dag is SNC-Lavalin Agro dat de voedingsmiddelenactiviteiten van de groep overkoepelt, nu reeds de Franse leider in de voedingsmiddelenengineering en kan het onder zijn klanten onder meer Royal Canin, Moët & Chandon, Servair en vele anderen rekenen.
118
Van voedingsmiddelen tot gezondheid: alle expertises zijn mogelijk. Actueel bij SNC-Lavalin is onder meer de ontwikkeling van een nieuwe activiteit: de gezondheid. Een sector in volle expansie, die een zeer grondige en gespecialiseerde kennis vereist. De middelen van verschillende bedrijven van de groep waren nodig om deze nieuwe uitdaging aan te gaan… In Saint-Dizier bouwt men een volledig hospitaal van 35.000 m2. In Versailles stampte SNCLavalin France een kliniek uit de grond. De onderneming gelast zich ook met uitbreidings- of herstructureringsopdrachten, zoals het oprichten van een afdeling voor ernstige brandwonden in het hôpital Saint-Louis in Parijs. Het gaat hier om projecten die de ondersteuning van echte experten noodzaken. Voor een ingenieur is
_
_
_
g
Internationale luchthaven van Vatry
het makkelijker polyvalent te zijn om een sporthal of een woning te bouwen. De gezondheidssector vereist professionelen met ervaring en dat kan de groep bieden. In Bergerac heeft SNC-Lavalin eens temeer zijn kennis van de plaatselijke omstandigheden en zijn uitgebreide ervaring kunnen bewijzen. Een slachthuis bouwen, is niet zo’n gewoon programma. Een team specialisten uit de vleessector van Lyon heeft hard gewerkt op het concept en de spitstechnologieën die dienden aangewend te worden, met de hulp van het agentschap van Bordeaux voor de lokale verankering, de contacten met de administratie en de werfopvolging uiteraard. Niet ver daarvandaan bevindt zich een productieeenheid voor kippenvoer. Dit ultramoderne complex, met een capaciteit van 250.000 ton per
jaar, is bestemd voor de kippenindustrie met label in Loué. Het strekt zich uit over een oppervlakte van 11.200 m2. Twee voorbeelden die het vermogen aantonen van SNC-Lavalin France om hun kennis op bouwvlak te combineren met de technische en wetenschappelijke expertise van veeleisende sectoren. In dezelfde sector – zij het met meer glamour! – bouwde het filiaal van SNC-Lavalin een nieuwe productievestiging voor Moët & Chandon. Een aanzienlijk project, met een budget van 5 miljoen euro en een capaciteit van 100.000 hectoliter. De gistingsinstallatie werd gebouwd in ondiepe kelders en maakt aan vier zijden gebruik van gemeenschappelijke muren. De gevel van het champagnehuis werd gerealiseerd in metalen gevelplaten met gedeeltelijk behoud van een oude woning.
119
Eens temeer werd een beroep gedaan op hoogwaardige technologieën, berekend door ervaren experten. Eén van de eisen was de klimaatregeling van de ruimtes, die aanzienlijke speciale technieken veronderstelt. Zo moet o.a. de temperatuur constant op 12°C blijven. Iets wat de ondergrondse ligging vergemakkelijkt. Het project werd gerealiseerd met een maximaal gewaarborgde prijs, met inbegrip van de algemene uitrustingen en de gistingstanks. Airbus rekent op SNC-Lavalin France Een andere verwezenlijking die doet dromen: twee fabricatie-eenheden voor Airbus Frankrijk. De interne ontwerpers hebben twee sobere en slanke composities gemaakt, die perfect passen in de sector. De eerste bevindt zich in Nantes. Dit project omvat de realisatie van de assemblagehal
_
_
_
g
Hal voor assemblage van de Airbus A380 -Nantes, Frankrijk Architect : Bodreau Architecture
Gistingsinstallatie Moët & Chandon - Reims, France
constructie
SNC-Lavalin voor de centrale romp van de A380 en van 6 verwante gebouwen. De hal is 170 meter lang, 55 m breed en 23 m hoog. Hij is uitgerust met een stalen raamwerk dat toelaat de hele breedte van het gebouw zonder tussensteun te overspannen. Bij het ontwerp werd zeer veel aandacht geschonken aan het creëren van een optimaal gebruikscomfort. Zo vinden we sterk absorberende geluidswanden wanden en doorschijnende shed-daken die voor een indrukwekkende lichtsfeer zorgen, naast een zeer nauwkeurige airconditioning. Een circuit van loopbruggen in het dak zal bezoekers toelaten zonder gevaar een duidelijk zicht op de aangewende technieken te krijgen, zonder de activiteiten te verstoren. Het andere project voor Airbus bevindt zich in Saint-Nazaire. Gebouwen met een oppervlakte van 12.400 m2 bieden onderdak aan de ‘Comète II’-hal, bestemd voor de uitrusting en de controle van de neus van de airbus 1380.
Drie platformniveaus geven toegang tot de werkposten voor de uitrusting van het bagageruim en de twee passagiersverdiepingen van de toekomstige jumbo. Andermaal heeft men de voorkeur gegeven aan een metalen skelet, tegelijk om grote werkvolumes mogelijk te maken en de belasting op de fundering tot een minimum te herleiden. Alles samen zullen om en bij de 1000 ton staal worden gebruikt. De gevels laten ruim plaats aan de toegangspoorten tot de onderdelen. Ze zijn volledig doorschijnend en vullen binnen de lichtindruk aan die reeds door het sheddak wordt gewekt. Een project dat uiteraard een beroep doet op ingewikkelde speciale technieken, die voortreffelijk worden beheerst door SNC-Lavalin France. Respect voor de mens en de natuur De projecten waarin SNC-Lavalin betrokken is, liggen verspreid over heel Frankrijk. Ze zijn te talrijk om ze alle binnen het bestek
120
van dit artikel op te sommen. Toch begeleidt SNC-Lavalin France ook klanten van ver buiten de grenzen naar het ‘nieuwe Europa’. Door bijvoorbeeld met Peugeot-Citroën te bouwen in Slovakije. Het netwerk breidt uit, steeds talrijker worden de contacten, steeds groter de efficiëntie. Maar opgelet, naast de rentabiliteit, is er ook een overtuiging binnen deze groep van Canadese origine die respect wil opbrengen voor de mens en zijn omgeving. De veiligheid van goederen en personen en de milieubescherming zijn twee begrippen, waar zowel in de communicatie als op het terrein veel aandacht aan wordt besteed. Een voorbeeld van de nieuwe zeden die het bedrijf in deze jonge eeuw kenmerkt?
SNC-Lavalin France 16 cours JB Langlet 51723 Reims cedex T: +33 (0)3 26 77 60 00 F: +33 (0)3 26 77 61 70 www.snclavalin.com/france
_
_
_
g
)N DE KIJKER RECENTE REALISATIES MET ALUMINIUM SCHRIJNWERK
2ENOVATIE #ASINO +URSAAL /OSTENDE 3TOMME 6AN 2ANST !RCHITECTENBURO
(OOFDKANTOOR /#-7 "RUGGE !RCHINOVO
_
_
_
g
Bejaardentehuis in Morannes / Frankrijk - Architect : W. GOHIER
SBM tekst: marc covet
Respect voor verbintenissen
_
_
_
g
Laval is niet echt bekend. Het charmante provinciestadje ligt tussen Rennes en Le Mans, aan de boorden van de rivier de Mayenne. Het stadscentrum is erg de moeite waard: een Middeleeuws kasteel torent fier boven de rivier uit. Bruggen overspannen de Mayenne en lijken daar altijd te hebben gestaan. En dan zijn er de smalle, kronkelige straatjes…
Deze stad van meer dan 50.000 inwoners mag dan bescheiden zijn, in haar omgeving bloeit de industriële activiteit: voedingsmiddelen, autobouw, kunststoffenverwerking, handelszaken. Het departement van de Mayenne is bekend voor zijn runder- en kalverteelt, maar ook voor zijn renpaarden. De bevolking is discreet, toegewijd en nijver. In de bouwsector heeft de familie Lucas, die voornamelijk in Bretagne en de Loirestreek actief is, zich in Laval gevestigd. Na zijn vader André te hebben opgevolgd, leidt Bruno Lucas de holding die zijn naam draagt en
17 bedrijven omvat die in de bouwsector werkzaam zijn. Men vindt er ondernemingen gespecialiseerd in stadsvernieuwing, ruwbouw, gevelwerken, buitenschrijnwerk, renovatie, isolatie en gevelbekleding, elektriciteit, verwarming, loodgieterij, schilderwerken en vloerbekleding. Vandaag de dag werken zowat duizend mensen voor Bruno Lucas, die sterk bij het plaatselijke leven betrokken is. SBM, dat in oktober 1976 werd opgericht, koopt in 1988 de Société Bertoletto Bâtiment, dat SBB wordt. Zo ontstaat een gelijkenis in de benamingen, die men ook in het grafisch ontwerp van de logo’s terugvindt. De vraag is
123
waarom men niet één grote structuur heeft gemaakt? De directeur van de onderneming zegt daarover: ‘Aanvankelijk ging het om een interessante aankoop. We wilden onder geen beding de bedrijfscultuur veranderen en de stabiliteit bewaren door het systeem binnen de onderneming ongewijzigd te laten. Door alles bruusk te wijzigen, konden we aan efficiëntie inboeten. Hoewel de twee bedrijven gespecialiseerd waren in ruwbouw, zijn ze met succes afzonderlijk blijven werken’. Van zodra Dominique Seillan SBM versterkt, heeft hij één doel voor ogen: de activiteiten van het bedrijf uit het plaatselijk kader tillen. ‘Om performant te worden,
_
_
_
g
Technologisch Onderzoekscentrum voor Electromagnetische Bescherming in Laval / Frankrijk - Architect : W. GOHIER
constructie
SBM komt het er onder meer op aan elders te gaan om zich te meten met andere know-how. We hebben eerst markten in de omgeving veroverd: Le Mans, Rennes, Angers. Vervolgens zijn we naar de Loirestreek en naar Bretagne getrokken, dan naar Ille et Vilaine, de Rhônevallei, het Zuid-Westen, de Pyreneeën tot zelfs Portugal toe!’ Maar hoe blijft men rendabel als men zo ver van huis werkt? ‘Dat is een kwestie van organisatie, prestatie en motivatie. Toen we de fabriek van Bagnères-de-Luchon (Pyreneeën) bouwden, namen de leden van het personeel het ontbijt in het vliegtuig om zich daarna voor twee weken in het hotel te installeren. Tijdens de rustdagen hebben sommigen zich gewaagd aan de genoegens van de sneeuw en het skiën. Het gebeurt vaak dat we horen hoe vakantieplannen worden gesmeed na een professioneel
De grondige kennis van de gebruikte producten lijkt het geheim voor succes van SBM en SBB te zijn. Snelle bouwmethodes laten toe de meerkost die inherent is aan verplaatsingen, op te vangen. Een verrassend gevolg van het breed geografisch werkgebied, is de impuls die de uitgestuurde ploegen geven aan de plaatselijke bouwnijverheid.
‘Toen we naar Portugal gingen, wilde ik een partnership met een plaatselijk bedrijf. We hebben dus een marktstudie gedaan en 4 offertes bestudeerd. Ik heb mijn intuïtie gevolgd en een overeenkomst gesloten. Op dit ogenblik bouwen deze mensen zonder ons, voor de keten van Intermarché. Er was een transfert van know-how. Alle partijen zijn er beter van geworden.’ Is deze baas een idealist? Allicht, maar dan wel één die de beide voeten op de grond heeft.
‘We stelden vast dat we de motivatie opkrikten van de bouwsector waar we gingen werken’, zegt Dominique Seillan. De aanwezigheid van ‘vreemde’, performante arbeiders brengt de plaatselijke ondernemers op ideeën. Het is zeker niet zo dat dit ten nadele zou zijn van de lokale werknemers. We zitten hier eerder op het vlak van uitwisseling dan wel van concurrentie.
Duurzaam partnership met Ytong De ruwbouwondernemingen SBM en SBB hebben sinds twee decennia een sterk en doeltreffend partnership aangegaan met Ytong. Heel snel begrepen ze hoe belangrijk het was hun plaatselijke omgeving te verlaten en heel het nationaal territorium te bestrijken om hun marktaan-
verblijf tijdens interregionale verplaatsingen’.
124
_
_
_
g
Op de referentielijst van SBM vindt men vele industriële gebouwen.
deel te vergroten. Welk is het domein waar SBM/SBB bij voorkeur werkt? Steeds in de geest van vlotte realisaties, gaat de voorkeur uiteraard naar de industriële bouw. ‘Industriëlen zijn gehaaste mensen’, zegt Dominique Seillan. ‘We werken als commando’s. Ik verkies 70.000 m2 opslagplaatsen te bouwen op 7 maanden dan 100 woningen op anderhalf jaar. Het is niet dezelfde schaalgrootte.’ De tweelingbedrijven hebben een echt partnership kunnen ontwikkelen met hun bevoorrechte klanten. ‘Partnership, vertrouwen, erkenning, dienst, spreiding van het risico’: het zijn woorden die vaak terugkomen bij de bedrijfsleider. Ze werkten veel voor softwarebedrijven en industrieën uit de voedingsmiddelensector. Ze ontwikkelden logistieke basissen.
Maar bij hun referenties zijn ook meer originele projecten, zoals dat slachthuis voor eenden in het departement ‘Gers’, waar de eend op duizend manieren bereid wordt. Door hun specialisatie in bedrijfshallen en logistieke platforms hebben SBB en SBM reeds ettelijke vierkante kilometers Ytongblokken gebruikt. De Franse wetgeving werd immers strenger en verplichtte het optrekken van brandwerende muren. En de gelijkvormigheidsprocedure voor bestaande gebouwen is lang niet aan haar einde. Voor de aannemer uit Laval is Ytong voor wat brandbeveiliging aangaat, een topproduct: ‘We hebben hooggespecialiseerde arbeiders moeten opleiden’, zegt hij. ‘Ytong-blokken stellen ons in staat snel en kwaliteitsvol te werken. Die kwaliteit is voor ons een onontbeerlijke factor!’
125
Tussen de bouwfirma uit Laval en de cellenbetonproducent uit Burcht heerst reeds vijftien jaar een vertrouwensband. De Ytongmaterialen worden ter plaatse geleverd, in functie van de lengtes en de modules. De termijn, een primordiaal gegeven, wordt altijd gerespecteerd. Wanneer twee actoren van de bouw elkaar zo goed verstaan, spreekt men niet langer van een relatie leverancier/aannemer, maar van een stevig partnership. Respect en kwaliteit Met ‘Les Architectes Associés’ namen SBM/SBB deel aan de verwezenlijking van de Intermarchévestiging in het bedrijvenpark van Tréville (waarover in Konstruktief 1/2003 bericht werd). Een project dat heel wat mensen op de been bracht en op alle vlakken veel voldoening schonk. Dominique Seillan onderstreept de kwaliteit
_
_
_
g
Commercieel Centrum van Pacé / Frankrijk - Architect : ARCHIPOLE
_
_
_
g
Multifunctioneel gebouw te Laval met kantoren, appartementen en winkels - Architect : W. GOHIER
constructie
SBM van het project. Want al legt hij sterk de nadruk op de snelheid van uitvoering, hij is ook veeleisend op het gebied van de aanwending van de materialen. En bekommerd om het woonklimaat en het milieu. Hij verklaart: ‘Het gaat om ‘WKM’: woonklimaat, kwaliteit, milieu. Om de sociale huisvesting te steunen, wil de Franse overheid nieuwe waarden laten meetellen in de selectie van de bedrijven en in de uitvoering. Het gaat niet alleen meer om begrippen van kwantiteit of van gebruik van de woning, maar ook
om kwaliteit en woonomgeving. De bedrijven die willen meespelen, zullen het bewijs moeten leveren dat hun methodologie weloverwogen is en kadert in een duurzame ontwikkeling.’ En waar staat Ytong binnen deze benadering? ‘Het is een recycleerbaar product -daar legt men niet genoeg de nadruk op-, isolerend en makkelijk te verwerken, dat alle partijen in het bouwproces dichter bij elkaar brengt.’ Men kan in de bouwsector actief zijn en tegelijk oog hebben voor
127
wat de toekomst biedt. Een mooie les.
SBM/Société Bâtiment Mayennais Entreprise Générale de Bâtiment 2, rue René Coty F-53950 Louverné T: +33 (0)2 43 69 02 04 F: +33 (0)2 43 66 04 17
[email protected]
_
_
_
g
De make-up van uw woni
_
_
_
p ning
g
Ytong en bepleistering als gevelafwerking worden spontaan in één adem genoemd. Voor Emiel Knaepen betekende dit de aanleiding om in 1979 zijn activiteiten in de woningbouw – waar hij ook heel wat ervaring opdeed met cellenbeton – te heroriënteren en zich te specialiseren in gevelbepleistering en het desbetreffende onderhoud.
Kwarteeuw specialisatie ‘Knaepen Gevelbepleistering’ was het eerste bedrijf in België dat zich volledig specialiseerde in gevelbepleistering en het reinigen van crépi. Achter zijn ludieke slogan ‘De make-up van uw woning’ gaat een gedreven professionalisme schuil. Verspreid over gans Vlaanderen en Nederlands Limburg, telt het palmares meer dan 4000 referenties! ‘Knaepen Gevelbepleistering’ telt een 35-tal medewerkers. In Brugge en Aalst zijn regionale centra gevestigd voor een betere klantenservice, en er wordt
129
gedacht aan uitbreiding naar de regio’s Luik en Namen in eigen land, alsook Noord-Brabant in Nederland. Het bedrijf werkt hoofdzakelijk rechtstreeks met de particuliere opdrachtgevers, en dit zowel voor nieuwbouw, als voor renovatie en verbouwingen. Emiel Knaepen zweert bij minerale pleisters. Gevelbepleistering is zeer arbeidsintensief en juist daarom bestaat er heel wat onderscheid in de uitvoering. De fijnheid van afwerking, het aantal lagen (minimaal 2) en de dikte
_
_
_
g
Gevelafwerking met sierpleisters kent een voortdurende evolutie. Het meest opvallend is de enorme groei van het beschikbare kleurenpallet. Fijne, haast onzichtbare hoekprofielen in de kleur van de bepleistering, dragen bij tot een perfecte uitvoering.
ervan vormen slechts enkele kwaliteitscriteria. Prijzen worden hier netto berekend, wat wil zeggen dat de oppervlakte van ramen en deuren in mindering wordt gebracht van het totale geveloppervlak. ‘Onze offertes omvatten ook altijd de stellingbouw, het afplakken van schrijnwerk, het afkitten van de voegen en het opruimen van de werf’, merkt Emiel Knaepen op. Een uniek gegeven voor ‘Knaepen Gevelbepleistering’ is het recycleren van het pleisterafval. Dit wordt na voorsortering op de werf met eigen transport naar het bedrijf gebracht voor centrale inzameling, waar men uiteindelijk overgaat tot aflevering aan een gespecialiseerde recyclagefirma. Het zo gerecupereerde minerale materiaal wordt nadien aangewend voor wegenbouw.
Evolutie door de tijd Toen Emiel Knaepen in 1979 van start ging met zijn specialisatie, was vooral gespoten bepleistering met een gerotste structuur aan de orde. Deze gevelafwerking kende vooral populariteit bij de fermettes en woningen in Spaanse stijl. Vervolgens werden de contacten met architecten intenser en evolueerde de gevelbepleistering naar een fijnere afwerking met gekrabde structuren. Deze geven een toegevoegde waarde aan moderne architectuur. Door het toepassen van fijne aluminium hoekprofielen in de kleur van de pleister, worden de hoeken zeer strak afgelijnd met een minimum aan risico op beschadiging. De profielen zelf blijven haast onzichtbaar.
Een andere duidelijke trend is de opmars van kleur. Een kwarteeuw geleden was de keuze beperkt tot wit, grijs en beige. Daarna werd
130
het pallet uitgebreid naar 12, 24… en momenteel staat een waaier van 48 kleuren ter beschikking. ‘Het worden er beslist nog meer’, verzekert ons Emiel Knaepen. Onderhoud Vervuiling van gevels en dus ook van gevelbepleistering, is een onvermijdelijke zaak. ‘Alles wat buiten staat, vervuilt’, merkt Emiel Knaepen op.
Voor het onderhouden van minerale gevelbepleistering wordt aangeraden alle 2 jaar de gevels af te spuiten met de tuinslang. Wacht men 4 jaar, dan is een beurt met een hogedrukreiniger voor huishoudelijk gebruik aangewezen. Let op voor te hoge druk wat een beschadiging van de bepleistering kan veroorzaken. Plaatselijke vlekken kunnen eventueel worden verwijderd met bleekwater.
_
_
_
g
Gevelbepleistering is bijzonder arbeidsintensief. Er zijn minstens twee lagen nodig en de kwaliteit van het eindresultaat wordt bepaald door de dikte van de lagen en de zorg bij de afwerking. Het afplakken van ramen, het afkitten, … zijn details die een belangrijk verschil maken.
Om het onderhoud nog te vergemakkelijken, opteert men voor het aanbrengen van een beschermende, kleurloze laag. 'Knaepen Gevelbepleistering’ werkt met ‘Siloxanen’, een product niet te verwarren met siliconen. Het is een vloeistof met waterafstotende werking die in de bepleistering dringt, doch in tegenstelling tot siliconen de poriën niet afdicht, zodat de pleister kan blijven ademen. ‘Een dergelijke behandeling vergemakkelijkt het onderhoud van crépi, omdat het weinige vuil zich vlot laat verwijderen met de tuinslang’, argumenteert Emiel Knaepen. Reinigen Gevelbepleistering kan in groene en vochtige milieus ook onderhevig zijn aan algenvervuiling, de plaag van onze tijd. Door de zachtere winters ontstaat er veel vocht in de omgeving, wat een ideale
voedingsbodem voor algen en mossen vormt. Dit soort vervuiling komt vooral voor aan de zuidelijk en westelijk georiënteerde gevels, omdat de wind transport van de algensporen veroorzaakt en deze afzet op de bepleistering. Een waterrijke omgeving houdt een hoger risico in voor algenvervuiling dan veel groen rondom de woning. Emiel Knaepen en zijn team gaan deze vervuiling te lijf met kokend water en beschikken daarvoor over een unieke machine – momenteel is er slechts één fabrikant binnen de EU die dergelijke machine bouwt. Het kokende water wordt met beperkte druk toegepast, zodat beschadiging van de bepleistering uitgesloten wordt. Het is overigens de temperatuur van het water en niet de druk die de reinigende werking verzekert. ‘Het is een uiterst effi-
131
ciënte methode’, pleit Emiel Knaepen. ‘Ook na 15 tot 20 jaar is het mogelijk de bepleistering weer fris te laten verschijnen. Zelfs graffiti moet wijken voor dit toestel!’, gaat hij enthousiast verder. Gevelbepleistering en cellenbeton vormen een ideaal paar. Deskundig aanbrengen en aangepast onderhoud garanderen een architecturale meerwaarde op lange termijn.
BVBA Knaepen Gevelbepleistering Olmenbosstraat 25 3511 Hasselt (Stokrooie) T: +32 (0)11 25 22 48 F: +32 (0)11 87 20 92
[email protected] www.knaepen.be
_
_
_
g
In de kijker: Ytong gebruikt in recente projecten. Cellenbeton is het ideale materiaal voor de realisatie van allerhande bouwprojecten. Zijn unieke kwaliteiten zijn reeds vele jaren gekend. Ytong-blokken en -panelen worden veelvuldig gebruikt voor zowel residentiële, als industriële en utiliteitsgebouwen. Ytong heeft een antwoord voor alle hedendaagse bouweisen. Het biedt ideale thermische isolatie, is licht in verwerking, heeft een uitstekend draagvermogen, is onbederfelijk, brandwerend en ongevoelig voor water, weert alle geluid en is bovendien een ecologisch en duurzaam materiaal. Het is dus uitermate geschikt voor nieuwbouw, renovatie en verbouwingen.
Renovatie appartementen De Meyerij - Gent
Sommige projecten die geheel of gedeeltelijk gerealiseerd worden met Ytongmateriaal vallen op in hun omgeving, andere vloeien perfect samen met hun omgeving. Vele zal u zeker herkennen.
Nieuwbouw kantorencomplex Zuiderpoort - Gent
Nieuwbouw Earth Explorer - Oostende
132
Nieuwbouw OCMW bejaardenflats - Middelkerke
_
_
_
Nieuwbouw Waasland Shopping Center Sint-Niklaas
g
Nieuwbouw commercieel centrum Les Grands Prés - Mons
Renovatie evenementencomplex Tour & Taxis - Brussel
Nieuwbouw Millenium Golf - Paal
Verbouwing winkelgalerij Zilverpand - Brugge
Renovatie Berlaymont - Brussel
133
_
_
_
g
Silka & Ytong Een samenwerking die de oplossing kan bieden voor al uw bouwplannen! Silka en Ytong zijn 2 gekende merken van ruwbouwmaterialen die sinds kort onder één dak verenigd zijn. Ytong staat synoniem voor cellenbeton en Silka voor kalkzandsteen. In de gezamenlijke portfolio zijn steeds producten te vinden die tegemoetkomen aan de eisen van elk specifiek bouwproject, hetzij in woningbouw, industrie of renovatie.
In Heers nabij Tongeren werd recent een jeugdhuis gebouwd dat moest aansluiten aan het reeds bestaande gemeentehuis. Voor de uitvoering van het project koos het K5 Architectenbureau zowel voor Ytong- als voor Silka-materiaal. De buitenwanden van de nieuwe aanbouw werden uitgevoerd in Ytofin-panelen die horizontaal tegen de stalen kolommen geplaatst werden. Ytofin-panelen zijn Ytong-wandpanelen die tijdens de productie afgewerkt worden met een kwarts-laag. De kleur van deze kwartsbekleding werd speciaal voor het project ontwikkeld, zodat deze optimaal met de bestaande gevels van het hoofdgebouw harmonieert. Grote glaspartijen langs alle kanten van het gebouw trekken het licht binnen en zorgen voor een aangename lichte sfeer binnenin. De Ytong-wanden die binnen met vrolijke tekeningen kunstig beschilderd werden, komen zo volledig tot hun recht.
Het dak van het jeugdhuis werd samengesteld uit Ytong-dakpanelen. Deze sluiten technisch perfect aan op de Ytong-buitenwanden en zorgen zo voor een homogeen geheel. Het gebouw is aldus voorzien van een solide brandwerende en isolerende mantel. De scheidingswanden in het gebouw werden opgetrokken met Silka-vellingkantblokken, en dit o.a. wegens hun hoge drukweerstand. Deze esthetisch afgekante blokken uit kalkzandsteen kunnen langs beide zijden zichtbaar gebruikt worden en hebben slechts een geringe afwerking nodig. Zij geven de binnenwanden van het gebouw een eigen karakter en zijn door hun hoge volumieke massa een optimale akoestische buffer. Kort samengevat kan men stellen dat iedereen met deze keuzes zijn voordeel haalt: creativiteit gekoppeld aan een snelle efficiënte uitvoering die voldoet aan alle technische en financiële eisen van het project. Een succesverhaal!
134
_
_
_
g
Ytong-dakpanelen / Ytofin-wandpanelen / Silka-vellingkantblokken
Ytong-dakpanelen / Ytofin-wandpanelen / Silka-vellingkantblokken
Binnenkant Ytofin-wandpanelen Silka-vellingkantblokken
Ytofin-wandpanelen (kwartskleur aangepast aan het naastliggende gebouw)
135
_
_
_
g