Konstruktief
halfjaarlijks naslagwerk negentiende jaargang
1|2006#47
+1100°C Ytong beschermt. RF 6H. Gebouwen ontwerpen is vooruitzien. Eén ongelukkige vonk en jaren van inspanning van een hardwerkende ondernemer gaan in rook op. Gelukkig heeft Ytong tal van constructieve ideeën om zulke rampen te voorkomen. Compartimentscheidende brandwanden en buitenwanden in Ytong bewijzen reeds jarenlang hun efficiëntie bij het inperken en begrenzen van brandrisico’s. Ytong is namelijk een 100% brandveilig bouwmateriaal. Een dubbele brandwand in Ytong biedt een uitstekende bescherming tegen brand in een naastgelegen compartiment. Een vrijstaande brandwand of een brandwand met smeltankers in Ytong blijft zelfs overeind staan als de draagconstructie van het gebouw het begeeft. De voordelen spreken voor zich. Als het noodlot toeslaat, blijft de schade beperkt. Zo verzekert u zich meteen van een lagere verzekeringspremie. Uw bedrijf ligt minder lang stil. En de heropbouwkosten blijven tot een minimum beperkt. Uw personeel en ook de directe buren van uw onderneming zullen er u R&T
dankbaar voor zijn. U merkt het: bouwen met Ytong heeft niets dan voordelen.
Meer weten? Stuur dan onderstaande coupon terug of bezoek onze site www.xella.be
Ja, ik wil meer info over Ytong-systemen voor utiliteitsbouw. Naam
Tel.
/
Voornaam
Fax
Adres
E-mail
/
@ Functie
Ik wens documentatie te ontvangen.
Firma
Ik wens gecontacteerd te worden.
Xella respecteert de wet op de privacy
Xella BE nv/sa • Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • Tel: 03/250.47.70 • Fax: 03/250.47.07 •
[email protected] • www.xella.be
halfjaarlijks naslagwerk achttiende jaargang
In dit nummer: architectuur Wetenschapscomplex Créalys in Isnes
22
Somville,Presciutti & Partners
Plopsa Indoor Hasselt
28
Democo
Bouwen moet beroeren
40
Guy Pollier
Het mag ook moeilijker
50
Mevaco
‘Zoektocht naar de ultieme architectuur’
64
Architect Gregory Nijs
Gezonde geest voor gezonde architectuur
80
Architectenbureau Luk Derycke
Zichzelf steeds opnieuw in vraag stellen ‘Konstruktief’ is een uitgave van Lannoo Drukkerij n.v. in opdracht van Xella BE nv/sa en Sapa RC System nv. Hoofdredacteur Nicole Wuyts Redactie Eduard Coddé Marc Covet Tim Vanhove
88
Architectenbureau ART
Belevingswaarde inspireert architectuur
92
Ontwerpatelier Bert Gebruers - Peter Jannes
De dialoog gaat elk ontwerp vooraf
100
‘Ateliers de Villers’ Pascal Bouhon en David Clesse
Dubbele portie architectuur
104
Architect Beyls
constructie
Vorm, druk en afwerking Lannoo Drukkerij Kasteelstraat 97 8700 Tielt tel. 051/42 42 11
[email protected] www.lannooprint.be
Les Dunes du Golf
Advertentiewerving Xella BE nv/sa
Aandacht voor het imago
6
Bouwonderneming Vanhaerents nv
De industriële know-how
12
AGECA
Vertrouwen krijgt een nieuwe dimensie
18
Gijbels Group nv
36
IDEC
Een stukje stad bouwen
54
Louis De Waele/CFE
Wisselwerking Xella BE nv/sa Kruibeeksesteenweg 24 B-2070 Burcht tel. +32 3 250 47 00 fax +32 3 250 47 06 e-mail:
[email protected] [email protected] [email protected] www.xella.be www.xella.fr www.konstruktief.be
68
Vamogill
Luxe met hoge concentratie aanbieden
76
L’immobilière du Palais - Jean-Pol Godfroid
actua De Xella-merken
4
De invoering van de EPB-regelgeving
33
Gekleurde baken in Brugs polderlandschap
44
Living Tomorrow 3
60
Klavertje vier Sapa RC System nv Industrielaan 17 B-8810 Lichtervelde tel. +32 51 72 96 66 fax +32 51 72 96 89 e-mail:
[email protected] www.sapabuildingsystem.com
Esthetiek in industrie: eenvoudig realiseerbaar met Hebel
72
Colorama een inventief kleurenpalet
86
De energieprestatieregelgeving en de gevolgen voor raamtoepassingen. Kent u de nieuwe eisen?
98
Konstruktief
1|2006#47
Ecologisch en duurzaam!
AKOESTIEK, DRAAGKRACHT EN ESTHETIEK
THERMISCHE ISOLATIE EN VERWERKINGSSNELHEID
BRANDWEREND EN MODULAIR
Complementaire kracht Activiteiten en specialisaties XELLA is producent van cellenbeton en kalkzandsteen, met als bekende merken respectievelijk YTONG, HEBEL en SILKA. Met XELLA ontstond in januari 2003 een onderneming, die de marktkennis, de jarenlange ervaring en de veelzijdige knowhow van verschillende bouwstoffenaanbieders met elkaar verenigt. In de samenwerking tussen deze verscheidene XELLA-divisies ligt de kracht om nieuwe oplossingen te ontwikkelen op het gebied van de bouw. Met innovatieve producten, op maat gemaakte dienstverleningen en systeemaanbiedingen geeft XELLA nieuwe impulsen aan het bouwgebeuren.
Belangrijkste troeven Silka – Ytong – en Hebel materialen zijn ecologisch en duurzaam bij uitstek. In het productieproces wordt enkel gebruik gemaakt van natuurlijke grondstoffen of gerecycleerde materialen. Het grote verschil tussen Silka enerzijds en Ytong en Hebel anderzijds, hun gewicht, is meteen de reden van hun sterke complementariteit: Silka vult de dragende, esthetische en akoestische aspecten in. Ytong en Hebel staan borg voor de thermische isolatie, de brandwerendheid en garanderen een hoge werksnelheid. De beschikbaarheid van de Silka – Ytong - en Hebel - producten in grote en kleine formaten maakt dat Xella een antwoord kan bieden op de meest uiteenlopende ruwbouweisen, zowel in de woningbouw, industrie- of utiliteitsbouw als in renovatieprojecten.
Xella BE nv/sa Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • tel: 03/250.47.00 • fax: 03/250.47.06
[email protected] •
[email protected] •
[email protected] • www.xella.be
editoriaal 1|2006#47 Jos Cox
Sprookje … Vergeet niet vanaf 2006 de energieprestatieregelgeving na te leven… zodat u dan op een mooie dag ook een energiezuinig huisje hebt… Bij deze tekst hoort een affiche met een sprookjesachtig bos, twee kinderen, een heks en een peperkoeken huisje… De bedoeling van deze campagne is de bouwende Vlaming bewust te maken van het belang van energiebesparing. Het moet wel zijn dat hardwerkende Vlamingen niet meer in sprookjes geloven ook al komen deze dan nog rechtstreeks van onze overheid. Feit is dat architecten overspoeld werden door een record aantal bouwaanvragen die nog voor Nieuwjaar de deur uit moesten omdat net dan de energieprestatie- en binnenklimaatregelgeving van kracht werd. Blijkbaar is de toekomstige bouwer dan toch niet goed geïnformeerd. Hoe is het anders te verklaren dat zulk een positieve maatregel (eigenlijk niet meer dan het omzetten van een Europese Richtlijn) op deze wijze de mist ingaat? Naast het milieu is de bouwheer zelf de grote winnaar bij het nemen van energiebesparingsmaatregelen. Mits een intelligent ontwerp, aandacht voor energieverliezen en een efficiëntere verwarmingsinstallatie bespaart men levenslang op energiekosten. Door het uitreiken van een energiepresta-
tiecertificaat krijgt zijn woning een meerwaarde bij verkoop of verhuur. De verwarring heerst er niet enkel bij de bouwheer. De software, welke voor de complexe berekening van K- en E-peil moet worden gebruikt en waarmee de EPB-aangifte wordt gegenereerd, zou slechts in de loop van 2006 een ‘bruikbare’ versie krijgen. Oorspronkelijk was voorzien dat deze reeds in 2005 gratis zou worden verspreid bij architecten en ingenieurs. Het invoeren in stappen van een overgangsreglementering in 2006 heeft de transparantie en rechtszekerheid ook geen goed gedaan. En dan zijn er nog de voor- en tegenstanders. De kritiek slaat toe: er is sprake van gemiste kansen en omslachtig en complex. Voor sommigen gaat EPB niet ver genoeg en vergelijkt men de nieuwe regelgeving met een lege doos. België scoort zeer slecht op het vlak van energiebesparing en men had de lat hoger moeten leggen. (Het staat iedereen echter vrij E-peilen te realiseren beneden E 100). De E-peil berekening lijkt behoorlijk complex maar is nog een te sterke vereenvoudiging van de werkelijkheid. En natuurlijk is niet alles eenduidig onderzocht. Zo is er de problematiek van lichte constructies (houtskelet) en oververhitting in de zomer waardoor men sneller moet overschakelen op koeltechnieken.
3
Na meer dan 10 jaar lang gepalaver wordt het tijd een stap vooruit te zetten. Een concrete toepassing van de huidige nieuwe regels is een goede aanzet. Het is belangrijk dat architecten en ontwerpers hun weg vinden in de ‘EPB-ontwerplogica’. Er zijn immers zeer vele parameters (gaande van compactheid tot zonnewinsten en zonnewering) welke tijdens het ontwerpproces moeten bekeken worden. Het spreekt voor zich dat de architect een spilfiguur is bij invoering van de EPB-regelgeving. Dit geeft hem nieuwe mogelijkheden maar ook meer werk en administratie. En het is reeds deze beroepscategorie die te kampen heeft met een gebrek aan (financiële) waardering. Voor de Belg is zijn architect steun en toeverlaat bij de realisatie van zijn grootste droom: bouwen. De architect krijgt hier de rol van designer, ontwerper, jurist, fiscaal raadgever, stabiliteitsingenieur, werfleider, instructeur, decorateur, psycholoog,…. Maar het liefst mag het allemaal niet teveel kosten. Daarom moet het besef groeien dat kwalitatieve architectuur en kwalitatieve gebouwen meerwaarde hebben. Ze zijn een investering en geen kost. Een land krijgt de architectuur die het verdient (en betaalt). Hopelijk groeit dit bewustzijn. Dan blijft er toch nog iets van een sprookje… Jos Cox
Markt Residentieel
Utiliteitsbouw
Droogbouw
Xella BE
Xella Aircrete Systems
Xella Droogbouwsystemen
Xella International Sinds 1 januari 2006 zijn de activiteiten van Xella in België opgesplitst in 3 afdelingen.
de renovatiemarkt en vele andere toepassingsgebieden.
De merken Silka en Ytong vormen de afdeling bouwblokken en richten zich voornamelijk naar de woningbouw, verzorgingsinstellingen, scholen, kantoren, … Het merk Fermacell vormt de ruggegraat van de afdeling droogbouw.
Architecten, projectontwikkelaars, bouwheren en investeerders van grote projecten in de industrie- en utiliteitsbouw kunnen voortaan voor specifieke ’tailor made’-oplossingen met Hebel-cellenbetonpanelen terecht in een nieuwe afdeling ‘Xella Aircrete Systems’.
Om nog beter te beantwoorden aan de verschillende noden binnen de utiliteitsbouw werd de afdeling ‘Xella Aircrete Systems’ opgericht. De merknaam voor de wand- en dakplaten werd Hebel. Hebel is dus niet meer of niet minder dan de nieuwe merknaam voor de gekende cellenbetonpanelen en zal voornamelijk gebruikt worden in de industrie – en utiliteitsbouw. Het alom gekende merk Ytong blijft uiteraard bestaan als merknaam voor cellenbetonblokken, toegepast in de individuele woningbouw,
Met Hebel profileert Xella Aircrete Systems zich als een Europese ‘solution provider’ voor grootschalige modulaire gebouwen en brandveiligheid in de industriële, logistieke en utiliteitssector. Xella zet zich in voor het succes van zijn klanten, en beschouwt dit als haar voornaamste opdracht. Met haar nieuwe merkenpolitiek gelooft Xella deze doelstelling optimaal te kunnen bereiken.
Kalkzandsteen Blokken + elementen
Akoestiek Draagkracht Esthetiek Verwerkingssnelheid Ecologie
Cellenbeton Blokken
Thermische isolatie Brandwerend Verwerkingssnelheid Ecologie Economisch
Cellenbeton Wand-en dakplaten
Modulair Brandwerend Esthetiek Thermische isolatie Ecologie
Appartementsbouw
Eénsgezinswoning
Logistieke centra
Utiliteitsbouw
Shopping centra
Utiliteitsbouw
Kantoren
Renovatie
Industriebouw
Les Dunes du Golf: ontspannen aan de Franse Opaalkust
Bouwonderneming Vanhaerents nv tekst: tim vanhove
Almaar meer landgenoten laten zich verleiden tot de lokroep van ‘la douce France’. Met het prestigieuze vakantiedomein Les Dunes du Golf speelt de projectontwikkelaar- aannemer Vanhaerents hier gepast op in. Het Torhoutse bedrijf ontwikkelde een concept dat trendy en comfortabele appartementresidenties en dito koppelwoningen verenigt in een groene oase van rust. En dat op een boogscheut van het kustdorpje Wimereux. De ontwikkeling en realisatie van het 8 hectaren grote vakantiedomein was voor Bouwonderneming Vanhaerents meteen ook een springplank naar grote projecten in eigen land.
6
Verdoken in het duinenlandschap van de Côte d’Opale en op een steenworp van het Franse kustdorpje Wimereux verrijst momenteel een nieuw stukje hemel op aarde: Les Dunes du Golf. Het vakantiedomein – dat zijn naam dankt aan het aangrenzende golfterrein – biedt een oase van rust. Vanuit de woningen heb je een
Voor de bouw van de woningen werd gekozen voor duurzame materialen. De buitengevels zijn afgewerkt met gekleurde sierpleister gecombineerd met sidings. Voor de daken werden roodbruine stormpannen gebruikt.
panoramisch zicht op het golfterrein, de White Cliffs of Dover en de golf van Ambleteuse. Wie tijd buiten het park wil doorbrengen, kan urenlang wandelen in de ongerepte natuur en over de stranden en duinen van de Opaalkust. In de nabijheid van het domein liggen havensteden als Boulogne-sur-Mer, Calais of Duinkerke. Coulée verte In de jaren ’90 al rijpte bij Walter Vanhaerents het idee om in de Franse kuststreek een vakantiedomein te ontwikkelen. Hij liet zijn oog vallen op een onaangeroerd terrein net buiten de badplaats Wimereux. De omvang en ligging van het terrein waren en zijn uniek; nabij het uitgestrekte natuurgebied La Pointe aux Oies en pal naast een natuurgolf met
18 holes, het oudste golfterrein van Frankrijk overigens. De toenmalige zaakvoerder kocht het 8 hectaren grote terrein in 1995 van een Britse bouwonderneming – die een mislukt villaavontuur op het terrein achter de rug had – en gaf architecten Els Vanhaerents en Bernard Lafaille (Frankrijk) de uitdaging een kwalitatief hoogstaand concept voor het terrein uit te werken. Hun denkoefening resulteerde in een zorgvuldig ingeplante verzameling van 170 appartementsresidenties – verspreid over 8 blokken – en 100 individuele koppelwoningen. De villa-appartementen liggen hierbij in een L-vorm langs de grens met het golfterrein ingeplant. De woningen worden per 4 of 8 gegroepeerd in een U-vormige gordel achter de as met de appartementen.
7
Centraal in deze hoefijzervorm is een coulée verte of groene long gevrijwaard die een sterke meerwaarde biedt aan het vakantiedomein. Na 4 jaar ontwikkelen en de nodige administratieve rompslomp voor het verkrijgen van de nodige vergunningen, kon in 2001 gestart worden met een eerste fase van de bouwwerken. Op maat gesneden vakantiewoning In de lijn met het beoogde kwaliteitsconcept, werd voor de bouw van de woningen ook gekozen voor duurzame materialen. De buitengevels zijn afgewerkt met gekleurde sierpleister gecombineerd met grijze en witte sidings van Eternit. Voor de daken werden roodbruine stormpannen van Koramic gebruikt en de pvc-
constructie
Voor de bouw van de dragende structuren koos Vanhaerents resoluut voor Silka. ‘Het materiaal heeft goede kwaliteiten op het vlak van druksterkte, brandweerstand en akoestische isolatie. Bovendien kan je er hoge rendementen mee halen.’
ramen zijn voorzien van hoogrendementsbeglazing. Het thermische concept van de buitengevels en de akoestische eigenschappen van de vloeren en wanden werden vastgelegd in samenwerking met het CSTB, het Franse Centre Scientifique et Technique du Bâtiment. De appartementen en woningen worden aangeboden in verschillende types, variërend van 1 tot 3 slaapkamers. De aangeboden
standaardinrichting heeft een luxueus karakter. ‘Hier kan echter nog van afgeweken worden. Wanneer de koper zijn woning voor of tijdens de bouwfase aankoopt, kan deze zelfs helemaal naar wens worden ingericht en aangekleed. Zo krijgt de koper een op maat gesneden vakantiewoning’, verduidelijkt gedelegeerd bestuurder Joost Vanhaerents.
8
Pionier in kalkzandsteen De dragende structuren voor de villa-appartementen en koppelwoningen zijn voor 90 procent opgetrokken in elementen uit kalkzandsteen. Het concept van de residenties was hier van meet af aan op afgestemd. Niet verwonderlijk voor een aannemer die pionierde in het gebruik van kalkzandsteen in ons land. ‘De bouw van het rust- en verzorgingstehuis Sint-Monica in Oostende medio
Bouwonderneming Vanhaerents nv jaren ’90 was voor ons een eerste project in kalkzandsteen. Met de nodige steun van Xella (toen Silicaatsteen) hebben we de bouwheer ervan kunnen overtuigen de klassieke structuur te vervangen door kalkzandsteen. Zowel voor de bouwheer als ons was het een positieve ervaring. Sedertdien voeren we alle projecten die zich lenen voor het gebruik van kalkzandsteen ook consequent in dit materiaal uit. Dit wordt vooral bepaald door de herha-
ling en het voorkomen van lange rechte muurdelen. Vaak zijn serviceflats, rusthuizen en ziekenhuizen een mooi voorbeeld hiervan. In dit soort projecten gebruiken we bijna steevast kalkzandsteen. Zo starten we binnenkort bijvoorbeeld met de plaatsing van Silka in het appartementsgebouwencomplex Malpertuus in Destelbergen’, motiveert Joost Vanhaerents.
9
Voorbereid systeem De bouwfirma ondervond door de jaren ook de voordelen van kalkzandsteen. ‘Het materiaal heeft goede kwaliteiten op het vlak van druksterkte, brandweerstand en akoestische isolatie. Bovendien kan je er hoge rendementen mee halen dankzij de verwerkingssnelheid. Zelfs bij slecht weer laat het verlijmsysteem toe om door te werken. Op het einde van de dag zie je met een ploeg van 2 mensen merkelijke
constructie
Bouwonderneming Vanhaerents nv vooruitgang’, horen we bij Vanhaerents. Het geheim achter de snelheid is het feit dat de verwerking van Silka-elementen volgens een voorbereid systeem verloopt. De muren worden uitgetekend en verwerkt tot volle elementen en de nodige passtukken. Het denkwerk is dus al gebeurd op de tekentafel. Wanneer de plaatser dus eenmaal weg is met dit principe kan hij hoge rendementen halen. Les Dunes du Golf illustreren mooi dit rendementsvoordeel. ‘We hebben in het project één ploeg die continu de structuren in Silkaelementen plaatst. Ze heeft een goed ritme ontwikkelt en brengt vlot één huis op verdiepingshoogte per dag.
Het volstaat daarna om het stelkraantje te vervangen door de torenkraan om verder te bouwen. Belangrijk is wel een goede discipline op de werf. De paslaag moet goed uitgezet worden om vlot te werken. En ook de paletten met de passtukken moet op de juiste plaats neergezet worden om tijdverlies bij het zoeken naar de passtukken te vermijden. Tot slot moeten we goed overleggen met Xella om de blokken volgens het just-in-timeprincipe aan te laten leveren’, vertelt Joost Vanhaerents. Les Dunes du Golf wordt in vier fases gebouwd. In 2008 zal het project volledig voltooid zijn.
10
Springplank naar grote projecten Het project in Wimereux is niet alleen prestigieus, voor Vanhaerents is het ook een springplank naar grote projecten in eigen land. Met dit project heeft Vanaerents bewezen dat het op alle vlakken (ontwikkeling, financiering en realisatie) projecten van omvang aankan. Meteen ook de reden waarom de projectontwikkelaar mocht meedingen om het pps-project Militair Hospitaal in Oostende te realiseren. Vanhaerents kwam, zag en overwon met een ontwerp van Beel & Achtergael en Groep 3. In hun visie zal de site omgevormd worden tot kwalitatieve woonzone voor jonge gezinnen.
Les Dunes du Golf is een mooi voorbeeld van het rendementsvoordeel dat Silka kan bieden. Eén ploeg brengt vlot één huis op verdiepingshoogte per dag.
Hierbij wordt een diverse mix van lofts, appartementen en woningen geboden. Een ander opmerkelijk pps-project dat Vanhaerents samen met Van Roey en Wilma Project Development binnenreef, is de bouw van ‘stad in de stad’ in Ieper. Hierbij worden op de voormalige Picanolsite een academie voor muziek en woord, een bibliotheek, winkels, woningen en appartementen gerealiseerd. Dit allemaal naar ontwerpen van Buro II. Met de realisatie van deze ppsprojecten schrijft Bouwonderneming Vanhaerents een nieuwe bladzijde in zijn bestaansgeschiedenis. Het bedrijf dat exact 80 jaar geleden werd
opgericht, is intussen uitgegroeid tot een groep met 140 medewerkers. Deze opmerkelijke groei is alleen maar mogelijk dankzij de overtuiging kwaliteit en service te bieden. ‘Dit kan alleen wanneer je projecten aan een realistische prijs uitvoert. Dat is ook één van de redenen waarom we nauwelijks nog openbaar aanbesteden en ons vooral richten op eigen projecten en opdrachten verworven via netwerking. Het bieden van die kwaliteit en service kan ook alleen maar wanneer je op je leveranciers en onderaannemers kan bogen. Daarom dat we met hen een lange termijnsamenwerking proberen aan te gaan, zoals we met Xella (en haar Silka-producten) hebben gedaan’, besluit Joost Vanhaerents.
11
Vanhaerents nv Oude Gentweg 81 8820 Torhout T: +32 (0)50 21 50 21 F: +32 (0)50 21 68 40
[email protected] www.vanhaerents.be www.dunesdugolf.com
De industriële know-how
AGECA tekst: marc covet
Binnen de groep Coteba ontwikkelt Ageca haar activiteit van algemeen industrieel ontwerper en bouwer. Een bedrijf dat beroepsernst, expertise en goede smaak aan elkaar koppelt.
‘Onze roeping: uw plannen verwezenlijken!’. Dat is de leuze van COTEBA. Zo staat ze op het schutblad van haar activiteitenverslag. Ze vat meteen ook de filosofie samen van deze grote naam in de bouwengineering, een groep die al 40 jaar bestaat en liefst 700 mensen tewerkstelt. Ze kan worden onderverdeeld in 5 bedrijfstakken: – Management en engineering: de bouw van tertiaire projecten, hotels, ontspanningscentra, openbare markten (ziekenhuizen, scholen…).
– Internationale activiteiten: gebouwen over het hele Europese continent en NoordAfrika, met uitschieters in Rusland, India en China. Project Management, multisitecontracten voor petroleummaatschappijen zoals Exxon en BP. – Industrie en activiteiten: dat omvat het agentschap AGECA, waarover we het verder zullen hebben. – Vastgoeddiensten: hier gaat het om bijstandsopdrachten bij het beheer van werken voor aan-
12
passingsprojecten van tertiaire lokalen. – Advies: deze tak behelst geen bouwbedrijvigheid, maar advies bij de organisatie, de uitwerking van methodeprocessen (meestal in het bank- en verzekeringswezen). Binnen deze grote groep ontwikkelt Ageca een activiteit van industrieel constructeur. Een opdracht die het agentschap met talent op zich neemt. Konstruktief nodigt u uit om samen een kijkje te nemen.
Beiersdorf – Savigny-le-Temple
Heel het industrieel register De zetel van Ageca bevindt zich in Boissy Saint-Léger, in de Parijse rand. Jean-Claude Bollaert, Algemeen Directeur van de onderneming, ontvangt ons in zijn kantoren. Sympathiek en bekwaam, vertelt hij ons over de bedrijvigheid die hem bezighoudt: ‘We hebben steeds gewerkt in de industriële vastgoedbranche en we wensen ons bij deze, reeds heel brede sector te houden. We trachten ons te positioneren in een “klassiek” register. Niet te erg gespecialiseerd, zoals een kerncentrale of een hoogoven. We kunnen bijvoorbeeld wel een smederij, een drukpersatelier, een onderzoekscentrum, entrepots, gebouwen voor de faramaceutische industrie, fijne chemie of cosmetica
bouwen. De meeste van de grote parfummerken bijvoorbeeld, zijn onze klanten.’ Ageca stelt 50 mensen tewerk. Hun bedrijvigheid heeft voornamelijk betrekking op Frankrijk. Dat belet hen niet van tijd tot tijd synergieën te ontwikkelen met de internationale groep waarvan ze deel uitmaken. ‘We hebben de mogelijkheid onze teams in netwerken te organiseren’, zegt de AD. ‘Ageca stelt zijn knowhow ter beschikking op het vlak van de industrie en werkt nauw samen met de teams van Coteba International in het land in kwestie. Dat is onder meer het geval met een project van Coteba Italië.’ Hoe zit het met de commerciële
13
sector, waar de gebouwen steeds meer gebruik maken van industriële technieken? ‘We zijn minder actief op dit gebied, maar het is één van onze ontwikkelingsassen. Zo hebben we de winkels gebouwd voor Leroy-Merlin in Saint-Denis en in Ivry (deze laatste is de grootste van Frankrijk).’ Een ambitieuze groep die haar corebusiness duidelijk heeft omschreven. Meteen ook de verklaring van haar welslagen. Het tijdperk van de logistiek De sector waarin Ageca echter het meest actief is, is ongetwijfeld de logistiek. Konstruktief volgt deze evolutie op de voet want deze sector is in volle expansie. ‘Het is een sterke markttrend’, weet ook Jean-
Schenker
Claude Bollaert. ‘En niet alleen in Frankrijk. De verhuizing van de productieactiviteiten naar OostEuropa heeft geleid tot de verplaatsing van de bouw van hallen naar deze landen. Desondanks blijft er ook hier nog een grote behoefte bestaan, niet alleen voor de opslag, maar ook voor de assemblage. Ook al komen de producten van elders, ze worden vaak in Frankrijk afgewerkt en verdeeld. Zo bijvoorbeeld in de auto-industrie die de ‘opties’ beheert in het land waar de verkoop plaatsvindt. We gaan naar een intelligentere, meer gesofistikeerde logistiek dan louter de opslag.’ Hoe profileert Ageca zich in dit landschap? ‘Ik zeg vaak dat we logistieke gebouwen neerzetten lang voor de term werd uitgevonden (in de jaren 70 had men het steevast over entrepots!). Dankzij onze ervaring staan we vandaag aan de spits van de sector. De ontwikkeling van de logistiek gaat verder, zelfs al heeft men de laatste jaren veel gebouwd. De ontwerpstandaarden van deze gebouwen zijn geëvolueerd. Men
bouwt hoger, men gebruikt nieuwe uitrustingen zoals nivelleerkades en vooral: de reglementering is strenger geworden (onder meer het Ministerieel Besluit 1510 van 05/08/02 met betrekking tot de overdekte opslagplaatsen die een exploitatievergunning moeten hebben).’ Wanneer men de productie van Ageca overloopt, wordt men getroffen door de architecturale kwaliteit van de gebouwen. De baas van het agentschap zegt daarover: ‘Het is een product geworden voor de investeerders die belang hechten aan hun imago. De trend is een steeds meer verzorgder “look”. Men wil gebouwen die naadloos opgaan in het landschap. Naargelang van de projecten werken we ofwel met ons eigen team architecten, ofwel met externe partnerarchitecten.’ Hebel: mirakelproduct Wanneer men Jean-Claude Bollaert vraagt naar de materialen waarmee de architecten/bouwers van Ageca het liefst werken, valt het merk Hebel (cellenbetonpla-
14
LDLC Actilogis
AGECA constructie
Lidl – Tours
15
AGECA constructie
Office Dépôt – promotor SIRIUS
ten van Xella) al snel. ‘Het is een product dat in de goede richting gaat, die van de prefabricatie. Met de bouw blijft men nog te vaak in de ambachtelijke sfeer steken terwijl meer de nadruk zou moeten gelegd worden op de industrialisering van de bouwtechnieken. De Hebel-cellenbetonplaat heeft een heleboel troeven: ze is licht, brandvast, isoleert thermisch en akoestisch prima. Het is een volledig afgewerkt en verfklaar product.’ Maar zoals alle mensen die in de sector van de logistiek werken, is het vooral het brandwerend karakter van het materiaal dat de aandacht van Ageca wegdraagt. ‘We kunnen spreken van een mirakelproduct inzake brandbescherming. Zowel binnen voor de compartimenteringen als buiten om de warmtestromen vast te houden.’ Uit de mond van een echt specialist is dit geen klein compliment voor de fabricant uit Burcht! De druk van de toenemende reglemetering heeft Ageca ertoe aangezet een nieuwe activiteit te ontwikkelen: het conform maken van logistieke sites. ‘We realiseren een technische en reglementaire audit’, zegt de AD. ‘Vervolgens analyseren we de verschillende mogelijkheden om te beslissen welke maatregelen we moeten nemen.
Daarna staan we onze cliënt bij in de voorbereiding van het conformiteitsdossier dat naar de administratie moet gaan. Tenslotte beheren we de renovatie van het gebouw.’ Een vak met toekomst, vermits men ervan uitgaat dat in Frankrijk 10 miljoen m2 opslagruimtes niet aan de huidige normen voldoen. Een kwaliteitsvolle architectuur Van de recente verwezenlijkingen van Ageca trekt er vooral één onze aandacht. Het gaat om een logistiek centrum voor de firma Beiersdorf in Savigny-le-Temple. Archiconcept (architect Pierre D’Avout), in samenwerking met Ageca, stond in voor het ontwerp van de evenwichtige en goed geïntegreerde vormen van deze opslagplaats van 20.000 m2. De kleurkeuze, de rijzige vorm van het onthaalgebouw die in het water weerspiegelt, de zorg die aan de details werd besteed, is meer dan gewone industriële bouw, dit is architectuur. ‘Dit mooie gebouw staat mijlenver van het beeld van het functioneel en banaal entrepot’, vindt ook JeanClaude Bollaert. ‘Binnen werken een heleboel mensen. Men heeft een vertekend beeld van de logistiek. Er wordt ook veel voorbereid, er is
16
een administratief gedeelte, een restaurant voor het personeel, zelfs een crèche.’ Nog andere gebouwen vallen op. In Marignane wordt op 4600 m2 de laatste hand gelegd aan het witte en elegante helikopteratelier van Eurocopter. Architect Bruno Miranda stond in voor het architecturaal ontwerp. In ToursSorigny bevindt zich een verdeelcentrum van Lidl van 40.000 m2, een verzorgde constructie met een architectuur die zeer ‘high tech’ aandoet. Het logistiek centrum Office Dépôt (projectontwikkelaar Sirius) van 31.000 m2 in Meung-sur-Loire pronkt met zijn curven en zijn platte ramen waarboven een elegante zonwering is aangebracht. Kwaliteitsarchitectuur die gestoeld is op de gedegen knowhow van de firma Ageca. AGECA - Groupe COTEBA 11, av. Charles de Gaulle 94470 Boissy Saint-Leger France T: +33 1 45 95 43 43 F: +33 1 45 95 26 09 www.ageca.fr
02%&!"3425#452%. ). 30!."%4/.
ONTWERP \ PRODUCTIE \ TRANSPORT \ MONTAGE
3425#452%3 02³&!"2)15³%3 %. "³4/. 02³#/.42!).4
CONCEPTION \ PRODUCTION \ TRANSPORT \ MONTAGE
NV %RGON SA \ -ARNIXDREEF \ " ,IER TEL \ FAX \ E MAIL INFO ERGONBE \ WWWERGONBE
Propharex - Courcelles
Vertrouwen krijgt een nieuwe dimensie Gijbels Group nv tekst: eduard coddé ‘Vertrouwen’ is onontbeerlijk om tot een vruchtbare samenwerking te komen, dat zal niemand ontkennen. Bij de NV Mathieu Gijbels
waarde t.o.v. de concurrentie’, vervolgt Mathi Gijbels.
krijgt het begrip vertrouwen een nieuwe dimensie: er wordt steeds vaker gewerkt op basis van een concept en een budget, waarbij samen met opdrachtgever en architect het project vorm krijgt, zonder dat de opdrachtgever op voorhand precies weet welk gebouw hij zal krijgen. Een onomstootbaar bewijs van de ijzersterke reputatie en goede faam van de firma dat zich vertaalt in een continue groei, ondanks een moeilijke markt.
‘Design & build’ De geschiedenis van de NV Mathieu Gijbels gaat terug tot 1969. Vader Mathieu Gijbels begon vanuit techniek voor de landbouwsector, meer bepaald kippenlegbatterijen. Rond die technische installatie verkocht hij een bouwconstructie als totaaloplossing. Begin de tachtiger jaren volgde een omschakeling naar industriële projecten en in de negentiger jaren verkende het bedrijf de mogelijkheden op de Nederlandse en Duitse markt.
‘De eerste 15 jaar groeide de onderneming vanuit haar zichtbaar betere productkwaliteit’, stelt Mathi Gijbels, gedelegeerd bestuurder van de Gijbels Group NV, vast. ‘Momenteel kan men nog weinig verschil maken op basis van pure productkwaliteit en dient men zich anders te wapenen om de groei te verzekeren. Deskundig advies, grote investeringen in het voortraject, correctheid in het handelen en vooral de omgang met problemen – die er in elk project wel opduiken – geven de onderneming die meer-
18
Net voor de eeuwwisseling werd een gloednieuwe eigen site met een uniek kantoorgebouw en enkele fraaie productiehallen in gebruik genomen, die duidelijk de aanpak van het bedrijf visualiseert en daardoor ook heel wat nieuwe klanten aantrekt. De bouw van kantoorcomplexen met prestigieuze uitstraling neemt dan ook een alsmaar groter aandeel in de activiteiten. Zo werd dit jaar het hoofdkantoor van ‘Friesland Professional’ in Lummen afgewerkt en in december met ‘Eurofoods’ in Hasselt een contract afgesloten voor de bouw van een nieuw kantoor met ‘food safe’-productieruimten en magazijnen. ‘Architecten werken graag samen met ons bedrijf, omdat ze aanvoelen
BlueLofts is een in het stadsgroen gelegen project vlakbij de Hasseltse Blauwe Boulevard waarbij een voormalige autostelplaats van de RTT – de oude benaming voor Belgacom – wordt omgebouwd tot luxe loftappartementen. ‘Als gespecialiseerd bouwbedrijf voor industriële panden, bezit men een beter doorzicht in een dergelijke bestaande situatie’, argumenteert Mathi Gijbels de tussenkomst van zijn bedrijf in een domein dat enigszins afwijkt van het gebruikelijke activiteitenterrein. ‘Dat laat toe om de nieuwe bestemming voor het pand efficiënter te ontwikkelen.’ De behouden betonnen draagstructuur kreeg een invulling met Silka en Ytong. Invulmetselwerk met klein formaat Silka-blokken werd weerhouden omwille van de akoestische isolatie tussen de appartementen en werd eveneens voor de buitenwanden toegepast. De Ytong-blokken zitten bovenaan de terrassen als scheiding tussen de privé-terrassen. Hun beperkt gewicht vormde hier een grote troef. In totaal werd meer dan 1000 m2 invulmetselwerk geplaatst.
dat we de waardevolle driehoeksverhouding tussen bouwheer, architect en aannemer voluit ondersteunen en stimuleren’, stelt Mathi Gijbels. ‘Dat was vroeger wel eens anders, omdat we vanuit onze eigen ervaring vaak voorstellen formuleerden die toen voor architecten onbekend en daardoor onaanvaardbaar waren. Hierdoor kregen wij op som-
Men opteerde tevens voor Hebel-cellenbetondakplaten ±/- 600 m2 – vanwege de bekende gunstige thermische isolatie-eigenschappen, maar evenzeer omwille van het beperkte gewicht t.o.v. de constructie, aangezien de bovenste verdieping met een stalen constructie is uitgevoerd. De ‘Blue Lofts’ behoren tot de meest prestigieuze appartementsbouwprojecten die recent in Hasselt gerealiseerd werden.
mige plaatsen de reputatie tegen architecten gekant te zijn. Vandaag hebben we echter niet langer te maken met architecten die hun sporen uitsluitend verdiend hebben in de woningbouw, maar dienen zich ontwerpers aan met specialiteit in de industriebouw. Dat is sterk verschillend en resulteert in een aangenaam harmonieuze samenwerking!’
BlueLofts - Hasselt: de verbouwing van de voormalige Belgacom-site in loftappartementen is een groot succes.
Aannemen staat centraal Vandaag bestaat de Gijbels Group uit drie divisies: de NV Mathieu Gijbels als bouwdivisie, een divisie aluminium met Groven+, Gijmacon en Mavaro, en een divisie immobiliën met Immopro. Het aannemersbedrijf vormt voor de Gijbels Group nog altijd de core business en hoort zelfbedruipend te zijn binnen het geheel. In eigen land gaat men prat op een groei van 20 à 25% voor 2005 en ook voor 2006 rekent men met een respectabele omzetstijging van 20%. De internationale ambities zijn gefocusseerd op Nederland, waar twee medewerkers actief prospecteren en een omzet van 10 miljoen Euro wordt vooropgesteld voor 2006. ‘Duitsland ligt momenBlueLofts - Hasselt: de bestaande betonnen structuren werden ingevuld met Silka-blokken.
19
Gijbels Group nv constructie
Friesland Professional Foods - Lummen
teel stil’, stelt Mathi Gijbels niet zonder teleurstelling vast. De aannemerstak is opgedeeld in verschillende business units met regionale verantwoordelijkheid (Limburg, Vlaanderen, Wallonië, Nederland). Er bestaat een afzonderlijke gespecialiseerde business unit voor renovatieprojecten. ‘We zijn daar al meer dan 10 jaar mee bezig en verwachten voor deze tak een omzet van 15 miljoen Euro in 2006’, verhaalt onze gastheer. ‘Bij renovatieopdrachten in de industriebouw zijn gespecialiseerd advies en intensieve begeleiding doorslaggevend. De klant moet immers vaak operationeel blijven tijdens de werken! Om renovatieprojecten tot een goed einde te brengen heb je daarom ervaren specialisten nodig die voor alle onverwachte ontdekkingen een haalbare oplossing uitwerken.’ Ongeacht het type project draait alles hier om een totale aanpak: van planning tot oplevering, met inbegrip van ruwbouw, technieken en interieur. ‘Hoe complexer de opdracht, hoe liever we ze uitvoeren! Door te streven naar een totale aanpak, kunnen we ook de verantwoordelijkheid nemen over het geheel. Wij zorgen voor de noodzakelijke studies, de meetstaat, garanderen een vaste prijs…’, verduidelijkt onze gesprekspartner. Mathieu Gijbels NV is in eigen land marktleider in garagebouw. Men kent de strikte regels, opge-
legd door de automerken. Onnodig het belang van de bemiddeling te vermelden tussen enerzijds de concessies, die opdraaien voor de kosten en anderzijds de importeurs van de merken die de normen opleggen waaraan strikt moet beantwoord worden. ‘De best betaalbare oplossing zoeken voor alle partijen, is waar het ons om gaat’, vat Mathi Gijbels samen. Concentratie in eigen huis Staalstructuren en het toepassen van prefabbouwtechnieken lopen als een rode draad doorheen de aannemersactiviteiten van de Gijbels Group. Men verkiest alle facetten van de nagestreefde totaalaanpak maximaal onder eigen dak te beheren. Dat geldt voor de studies, het tekenwerk, alle montagewerk, de binnenafwerking, centrale verwarming, sanitair, enz. De groep beschikt over een eigen afdeling staalconstructie, die tot 85% van de eigen behoeften voor de bouwprojecten dekt. Enkel voor zeer grote partijen (> 200 ton) wordt extern prijs gevraagd om zich te verzekeren van het beste aanbod. Naast de bouwafdeling bestaat er een divisie aluminium met het drieluik Gijmacon, Groven+ en Mavaro. Ze realiseren een jaaromzet van meer dan 25 miljoen Euro.
20
‘Gijmacon’ werd opgericht in 1988 om te voldoen aan de vraag naar aluminium schrijnwerk. De eigen productie- en assemblageafdeling is gespecialiseerd in ramen, deuren en veranda’s. Deze afdeling leeft voor bijna de helft van externe opdrachten. In 2002 werd het aanbod voor de utiliteits- en kantorenmarkt uitgebreid met de overname van aluminium- en gevelspecialist ‘Groven+’ uit Puurs. ‘Groven+’ – de tweede grootste gevelbouwer in ons land – biedt een volledig servicepakket voor geveltechnieken, van concept tot fabricage en montage. ‘Mavaro’ is gespecialiseerd in moderne aluminium balustrades voor terrassen waarbij esthetiek, architectuur, techniek en veiligheid harmonieus samengaan. Verder produceert ‘Mavaro’ aluminium trapleuningen en valbeveiligingen. Focus op industrie De Gijbels Group NV blijft zich ook vandaag concentreren op klanten uit de industrie. Midden de negentiger jaren werd een eigen tak projectontwikkeling opgericht, die vandaag opereert onder de naam ‘ImmoPro’. Via ‘ImmoPro’ worden kleinere industriële sites ontwikkeld. ‘Er heerst een duidelijk voelbare
Roto Frank - Nijvel
schaarste aan bouwmogelijkheden voor de kleinere KMO’s’, constateert Mathi Gijbels. ‘Wie op zoek is naar grote percelen blijkt welkom, doch wie voldoende heeft aan 500 à 1000 m2 blijft vaak in de kou staan.’ ‘ImmoPro’ gaat op zoek naar terreinen voor industriebouw met een oppervlakte van 3 tot 5 hectaren om ze vervolgens op een heel specifieke wijze te verkavelen. Er wordt een cluster van bedrijfspanden neergezet op het terrein, zodat een maximaal rendement ontstaat van de beschikbare oppervlakte. De gedeelde kosten, geen zorgen met vergunningen en bouw, een overkoepelend parkbeheer en een verzekerde esthetiek behoren tot de voordelen van dergelijke ‘bedrijfsverzamelpanden’. De verschillende eenheden worden onderling gescheiden door een brandwand uit cellenbeton. De indeling is zo uitgetekend dat elke unit afzonderlijk kan gebruikt worden of met een aantal gegroepeerd. De klanten huren een aantal tienduizendsten van het geheel, maar heel wat KMO’s geven toch de voorkeur aan kopen, wat ook tot de mogelijkheden behoort. Zo heeft ‘ImmoPro’ aanbod te Opglabbeek, Genk, Lummen en Lier, maar eveneens rond Antwerpen en Brussel. Tevens voorziet ‘ImmoPro’ in een beheersovereenkomst en kan
Enkele recente referenties:
Friesland Madibic te Lummen – kantoorgedeelte ‘Propharex’ te Courcelles – nieuwbouw voor productie geneesmiddelen Brouwerij Martens te Kaulille – distributiecentrum (8500 m2) Caeyers te Geel – ruitersportwinkel – gevel uitgevoerd met Ytofin-panelen Wetron distributie te Weert (NL) – Hebel-brandwanden Collins & Aikman Automotive Trim bvba te Genk – productiehal – brandwanden uitgevoerd met cellenbetonplaten
optioneel ‘facility management’ geïntegreerd worden, wat resulteert in een verlaging van de operationele kosten voor de bedrijven op de site. ‘Totaaloplossingen zijn vandaag zowat algemeen aan de orde, ongeacht de schaalgrootte waarin de opdrachtgever denkt’, merkt Mathi Gijbels op. ‘Het zoeken van een nieuwe locatie, het verkopen van een bestaand bedrijfspand en het financieren van de totale operatie, behoren tot de meest voorkomende zorgen van een bedrijf in expansie. Met ImmoPro ontnemen we de klant de beslommeringen hierrond, zodat deze zich verder kan concentreren op de goede werking van zijn bedrijf.’ Door de schaarste aan industriële bouwgronden, neemt men de laatste tijd ook vaker zijn toevlucht tot het herontwikkelen van bestaande sites.
21
Voor de Gijbels Group NV is het investeren in mensen cruciaal om zich in de toekomst te blijven onderscheiden. Vandaag stelt de groep 370 mensen tewerk en dat zullen er in 2006 400 zijn. Men wil zich nadrukkelijk als serviceverlenend bedrijf profileren en niet als productiebedrijf. ‘Fix the customer, not the building’, luidt dan ook het leidmotief voor Gijbels Group nv. NV Mathieu Gijbels / Gijmacon / Mavaro / ImmoPro Industrieweg Noord 1161 3660 Opglabbeek T: +32 (0)89 81 91 00 F: +32 (0)89 81 91 01
[email protected] www.gijbels.com www.bluelofts.be
Wetenschapscomplex Créalys in Isnes Somville,Presciutti & Partners fotografie: MC Studio’s tekst: Marc Covet
Bij Namen, in één van de 7 wetenschapscomplexen die de Waalse regio rijk is, wordt een omvangrijk bouwcomplex aangelegd. De architecten ontwikkelden een polyvalente bouwstijl die grote onderlinge samenhang vertoont. Alle gebouwen zijn uitgerust met ramen van RC System.
Fleurus is een vredig Henegouws dorpje, op de grens met de provincie Namen. In het hart van het dorp, temidden van de lokale middenstand, heeft zich een groep ambitieuze architecten gevestigd. Adamo Presciutti ontvangt ons in een ruimte die beetje bij beetje is ontwikkeld, naarmate er meer aangrenzende huizen konden worden aangekocht. Binnenkort verhuist hij naar het wetenschapscomplex van de provincie Namen. Want de opdrachten blijven binnenstromen en het
team breidt uit. Dat staat een ongedwongen sfeer overigens niet in de weg: ‘Het voordeel van kleine structuren als deze,’ aldus architect Presciutti, ‘is dat het gezellig en zeer actief blijft. Wij werken hier met 11 personen: architecten, bouwkundig ingenieurs, een ingenieur, tekenaars, een secretaresse. We kunnen het goed met elkaar vinden, zo goed dat we ons wel eens afvragen of we niet een wat serieuzere werksfeer zouden moeten scheppen. (Lacht)’ De op handen zijnde verandering
22
van werkruimte biedt een goede aanleiding voor reorganisatie. ‘Dat zal ons goed doen,’ zo meent Presciutti. ‘Het archief, verzameld over een periode van 30 jaar, heeft ons ertoe gedwongen ons systeem voor het beheren van dossiers opnieuw te bekijken. We gaan deze aanleiding aangrijpen om een systeem op te zetten waarbij grotendeels digitaal wordt gewerkt waardoor het verbruik van papier beperkt wordt. Daarnaast hebben we nu een stimulans om met het imago van onze vennootschap naar buiten te treden. We gaan met actuele ‘tools’ werken, zoals een interactieve website waarDe toegangsruimtes, over 2 verdiepingen, creëren een grote transparantie. Ze staan in contrast met de baksteen en geven kracht aan het geheel. Een ‘luchtig’ detail dat mogelijk is dankzij de profielen van RC System.
Een creatief team dat een uitzonderlijk park heeft ontwikkeld. Met weinig ruimteverspilling dankzij de compactheid van het geheel, integreert het project zich probleemloos in de landelijke omgeving.
mee onze klanten, de aannemers waarmee we samenwerken en onze partners gemakkelijk toegang krijgen tot de relevante dossiers. Dat alles kost tijd en deze is niet gemakkelijk te vinden als de opdrachten blijven binnenstromen.’ Daar komt nog bij dat de bedrijfsfilosofie niet gericht is op enkel maar winst. Hier is een klus pas af als hij goed gedaan is. ‘We nemen de tijd om een dossier te onderzoeken. We doen alles om efficiënt samen te werken met de opdrachtgever, de aannemer en alle anderen die bij een project betrokken zijn. Dat is een taak die veel tijd en inspanning
vergt. Maar wie een project van de grond wil krijgen, zal goed moeten kunnen samenwerken.’ We zullen zelf de kans krijgen dit na te gaan naarmate het orderboekje van de associatie Presciutti - Somville vordert. Een kantoor in wording, dat evenwel op een solide ervaring kan bogen.
Een wetenschapscomplex in harmonische ontwikkeling Het technisch bureau gaat zijn nieuwe burelen dus onderbrengen in ‘Créalys’, een wetenschapscomplex in Isnes, vlakbij Namen, langs de autosnelweg. De architecten zijn er al enkele jaren bezig een stukje van de locatie te
De gevels van het «Parc Scientifique» zijn vrij sober gehouden met accenten van gele baksteen en antracietgrijs aluminium schrijnwerk.
ontwikkelen, en dit op een wijze die afwijkt van het traditionele ‘Business Center’. Het betreft een publiek-privaat samenwerkingsverband, een formule die bij de tijdsgeest past. Het Economisch Bureau van de provincie Namen (BEP) heeft aan projectontwikkelaar Cobelba een bouwterrein ter beschikking gesteld. Cobelba moet de specifieke voorschriften van het complex opvolgen en een toegankelijke infrastructuur ontwikkelen waarin ondernemingen die wetenschappelijke activiteiten uitoefenen zich thuis voelen. De gekozen locatie past uitstekend in dit type activiteit, met de universiteiten van Gembloux en Namen in de directe omgeving. Diverse ‘spin offs’ hebben er dan ook een onderkomen gevonden. Belangrijke industriële groepen zoals het farmaceutisch bedrijf GSK en de groep OCE hebben er hun onderzoekscentra gevestigd, maar ook dienstverlenende bedrij-
ven vonden hier een plek, zoals Vinçotte – welbekend bij architecten en aannemers – dat hier zijn Waalse zetel heeft. Dit laatste bouwproject bevindt zich in de eindfase. Het biedt onderdak aan de keuringsinstantie (en, vanaf mei, aan ‘Somville, Presciutti & Partners’ - architecten) en kan een waar succes worden genoemd. Een gewelfd gebouw met doordachte details dat goed in de omgeving past en dat zich zo’n beetje als het hoofdgebouw van het wetenschapscomplex profileert. Op het terrein van het complex zijn ook gebouwen te vinden van meer veeleisende klanten, zoals ‘Biopôle’, een onderneming die enzymen aan melk onttrekt. ‘Sommige gebruikers stelden zeer verregaande eisen,’ zo herinnert Adamo Presciutti zich. ‘Voor ‘Labolife’ bijvoorbeeld, een laboratorium voor homeopathische producten, en ‘Aseptic technologies’, een bedrijf dat hoog technische machines bouwt voor de verpakking
van geneesmiddelen, hebben we speciale gesloten stofvrije ruimtes moeten ontwikkelen, met een aangepast luchtconditioneringssysteem. De afwerking van de gebouwen moesten van zeer hoge kwaliteit zijn. Een bijzonder vooruitstrevende klus voor alle tussenkomende partijen, van de ontwerpers tot de uitvoerende aannemers.’ Een architecturaal avontuur dus dat steeds weer anders is, al wordt tezelfdertijd gestreefd naar een zekere harmonisatie van de verschillende gebouwen. Veelzijdigheid in samenhang Het ‘Business Center’ van ‘Créalys’ is niet in één dag van de grond gekomen. De architecten gaan op dit moment de derde fase in. Een avontuur waarbij met niets begonnen werd en alles vanuit dit niets moest worden uitgedacht. De ontwerper uit Fleurus herinnert zich: ‘Als projectontwikkelaars en architecten hebben we getracht heel veelzijdige gebouwen tot stand te brengen, want bij de
architectuur
Somville, Presciutti & Partners
Detail van de ingang. Een luifel biedt bescherming aan de bezoeker en trekt de aandacht. Aluminium cassettes, profielen en structurele elementen zorgen voor harmonie.
aanvang wisten we nog niet wie de gebouwen zou betrekken. In de eerste fase zijn we op bescheiden schaal van start gegaan, met constructies van 250 vierkante meter grondoppervlak. Het was meteen een succes. In de tweede fase besloten we daarom tot de ontwikkeling van een tweede, veel groter type gebouw. We zijn nu bezig met de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de derde fase. Een compromis tussen de twee voorgaande typen bouwprojecten.’ Een compromis dat met beide voorgaande fasen gemeen heeft dat de ruimten flexibel en veelzijdig te benutten zijn. De vormgeving rond de gebouwen is goed verzorgd. Hellingen en trappen zijn dusdanig op de site ingeplant dat gebouwen en omgeving mooi geïntegreerd zijn.
Het is in om bij de ontwikkeling van bedrijfs- en industriegebouwen meer aandacht te schenken aan hun architecturale kwaliteit. De locatie is tamelijk dicht bebouwd om met het oog op de toenemende zeldzaamheid en kostbaarheid van bouwgrond geen ruimte te verspillen. Evenwel werd de ruimtelijke indeling zeer landschappelijk gehouden. ‘In overeenstemming met de wens van het BEP, de beheerder van het complex, is het uitgangspunt steeds geweest niet aan de buitenbekleding te raken, ongeacht de bestemming van het gebouw,’ zo legt de architect uit. ‘We hebben een grote samenhang willen bewaren op het terrein van het ‘Business Center’ in zijn geheel.’ Structureel eenvoudige, maar goed uitgeruste gebouwen vormen het resultaat. Er is gekozen voor een vrij neutrale buitenkant, met rode bak-
steen en zinken gevelbeplating. Kleine glazen luifels zullen de toegang tot de gebouwen markeren. Een hoger gedeelte met zinkbekleding heeft een signaalfunctie en biedt tegelijk toegang tot de platte daken in geval van onderhoud. Immers, veel gebruikers zullen om technische redenen een ventilatiesysteem op het dak willen plaatsen. RC System aluminium profielen: esthetisch en duurzaam Om de continuïteit tussen de verschillende fasen van het ‘Business Center’ te waarborgen, kozen de architecten steeds voor dezelfde raamprofielen. De aannemer en de architecten verkozen het Avantis 55 gamma van Sapa RC System. Ze leggen uit waarom: ‘De toeleverancier van de projectontwikkelaar, aannemer Vermeire uit Achet, stelde ons dit product voor.
Somville, Presciutti & Partners Het is een product dat we waarderen en dat we goed kennen. We hebben de combinatie van de cassettes tussen de glaskaders kunnen aanpassen met behulp van speciale aluminium profielen, een detail dat we samen met de installateurs en de toeleveranciers hebben uitgewerkt. Voor de bouwprojecten van de tweede fase van het ‘Business Center’, heeft Vermeire voorgesteld een geëxtrudeerd aluminium profiel te ontwikkelen om de cassettes te omkaderen en ze deel te doen uitmaken van de glazen gevels. We streven naar elegantie, naar lichte, fijne profielen. Maar we zijn ons ook bewust van de
steeds hogere thermische en technische eisen. Met de RC System aluminium profielen hebben we een goed compromis gevonden tussen esthetiek en prestatie.’ Ziehier een volmaakte samenvatting van de indruk die ‘Créalys’ op bezoekers en gebruikers achterlaat. Het kantoor heeft heel wat andere projecten lopen, zowel in de private als de publieke sector. Zoals de meeste ideeënmakers is men ook hier eclectisch van instelling en in staat zich aan ieder programma aan te passen. Al richten de architecten zich op het
moment sterk op de industrie en de dienstensector: fabrieken, industriehallen, kantoorgebouwen, bankgebouwen…. Het samenwerkingsverband Somville/ Presciutti is niet van gisteren. In 1977 werkten de twee al samen. ‘Op dit moment trekt de heer Somville zich beetje bij beetje terug, hoewel hij nog altijd aanwezig is’, zo merkt zijn compagnon op. ‘En er moet gezegd worden dat zijn advies en ervaring nog altijd bijzonder worden gewaardeerd en met aandacht worden aanhoord.’ En dat verklaart het succes van dit architectenkantoor. Een gevoel van samenwerking, gebaseerd op ervaring. Maar een blik die duidelijk op de toekomst is gericht. Voor nieuwe uitdagingen wordt vanaf volgend jaar op het nieuwe kantoor afgesproken.
Somville, Presciutti & Partners architecten Rue des Bourgeois 2 6220 - Fleurus T: +32 (0) 71 81 52 14 F: +32 (0) 71 81 54 40
[email protected]
architectuur
De architecten zijn erin geslaagd om een polyvalent project te realiseren waarbij ruimte wordt geboden aan alle types van wetenschappelijke programma’s.
Plopsa Indoor Hasselt
Democo tekst: tim vanhove
biedt vertier voor klein en groot 22 december 2005 was voor heel wat Limburgse kinderhartjes een heuglijke datum. Met Plopsa Indoor Hasselt bracht Studio 100 figuren als Samson & Gert, Piet Piraat en Kabouter Plop niet alleen dichter bij huis, ze kunnen er bovendien nagenoeg het hele jaar door van genieten. Plopsa Indoor Hasselt mag er prat op gaan om met z’n 8.800 m2 de grootste all-weatherattractie van ons land te zijn. De initiatiefnemers mogen nog meer pluimen met superlatieven op hun hoed steken. Maar de meest opmerkelijke pluim gaat misschien wel naar uitvoerder Democo. Deze aannemer slaagde er in op 8 maanden een grasvlakte om te toveren tot een fantasiewereld met vertier voor klein en groot.
Langs de Hasseltse grote ring nabij de Grenslandhallen trekken sinds kort 7 meter hoge versies van Samson, Gert, Piet Piraat, Kabouter Plop en vrienden de aandacht van groot en vooral klein. Ze promoten Plopsa Indoor Hasselt dat achter een 17 meter hoge muur verscholen ligt. In deze fantasiewereld zijn 20 attracties ondergebracht, die voor alle
leeftijden wat wils bieden. Het is meteen een compleet nieuw concept voor initiatiefnemer Plopsaland, dat tot hiertoe alleen een pretpark in Adinkerke – De Panne had. Waarom dit indoorconcept nu net in Hasselt werd uitgebouwd? ‘Uit klantenonderzoek is gebleken dat we de Limburgers moeilijk kunnen bereiken omwille van de grote
28
afstand. Vanuit Limburg is het meer dan 2 uur in de wagen zitten tot De Panne en daarbij moeten hindernissen als de Brusselse of Antwerpse Ring genomen worden. Geen evidente onderneming met kleine kinderen’, verduidelijkt bouwcoördinator Luc Van der Biest. Bovendien wordt het bereik van Plopsaland door deze locatie verder vergroot tot de hele Euregio (Limburg, Nederlands-Limburg en het Duitse gebied tot Aken). Daarnaast richt Plopsa Indoor Hasselt zich ook tot bedrijven. Belangrijk aan het indoorconcept is dat het nagenoeg het hele jaar door toegankelijk is. Tijdens de Belgische en Nederlandse schoolvakanties is het park 7 dagen op 7 geopend. Andere weken is het op maandag en dinsdag gesloten. Alles samen goed voor 305 openingsdagen op jaarbasis.
Cellenbeton was een constante in Plopsa Indoor Hasselt. Zowel de buitengevels (panelen) als de gevels van de shops (blokken) werden in cellenbeton gerealiseerd.
Voor het Limburgse project had Plopsaland 12,5 miljoen euro veil. Maximale ontwerpvrijheid Het pretpark is veel meer dan een verzameling kermisattracties. De attracties worden gebracht in de leefwerelden van Samson & Gert, Piet Piraat en Kabouter Plop zoals de kinderen die van tv kennen. Dit tot in de kleinste details. De uitwerking van het concept lag bij een bouwteam, samengesteld uit Rudi Angst (Architectenbureau Angst & Dhoore), Luc Van der Biest (bouwcoördinatie), Piet De Koninck (Art Director) en Wouter Verhulst (coördinatie en decoratie). In hun hoofden ontstond het gepaste kader en aankleding voor de attracties. ‘Hierbij gaan we uit van een volledige ontwerpvrijheid. Onze ideeën vertalen zich in tekeningen en een maquette. Zij vormen op hun beurt de basis voor de uitwerking van bouwkundige plannen. Met de nodige creativiteit en ervaring slagen we erin 95% van onze ideeën ook in uitvoerbare plannen om te zetten’, schetst Luc Van der Biest. Concreet resulteerde dit in 20 attracties, waaronder een speelboom, rollercoaster, bumperboten en een klimberg onderverdeeld in drie themazones: Samson & Gert, Piet Piraat en Kabouter Plop. Centraal tussen deze drie zones staat een schip dat als het ware door de muur gevaren is. Alleen de achtersteven steekt nog in het attractiepark en fungeert als horecazone waaruit de ouders hun kinderen kunnen gadeslaan tijdens het spelen.
Plopsaland blijft bouwen
Met de realisatie van Plopsa Indoor Hasselt nog maar net achter de rug, loopt de opdrachtgever al met nieuwe, concrete bouwplannen. Luc Van der Biest: ‘momenteel ligt al vast dat we volgend jaar (2007) een nieuw inkomgebouw en burelen realiseren voor Plopsaland. Het jaar nadien introduceren we het indoorconcept ook in Adinkerke. Cellenbeton zal steevast terugkomen in deze projecten. We hebben een goede samenwerking met Xella, die leidt tot een win-winsituatie voor beide partijen. Bovendien durft Xella meedenken in onze projecten.’
architectuur
Democo De decors en aankleding van de attracties werden uitgevoerd door kunstenaars. ‘Er zijn hier voortdurend zo’n 30 à 40 van die kunstenaars – of Carambas zoals ze worden genoemd – aan het werk geweest. Met hout of staalstructuren, bekleed met spuitbeton, hebben ze hier de knapste dingen gerealiseerd. De samenwerking met en het coördineren van deze artistieke mensen was nieuw en boeiend. Het was hier een ontmoeting tussen twee verschillende werelden: enerzijds de wetenschappelijke bouwsector en anderzijds de creatieve kunstenaars’, verduidelijkt senior projectleider Carl Gonnissen.
Ytofin in vertraagd relais De attracties liggen gegroepeerd in een 8.800 m2 grote hal. Deze is opgetrokken in een betonskelet dat werd aangekleed met Hebelcellenbetonplaten. Dit omwille van de isolerende eigenschappen – de hal wordt immers verwarmd tot 20° Celsius – en de brede mogelijkheden naar afwerking. Voor dit project werd de Hebelcellenbeton afgewerkt met een kwartslaag. Kant-en-klare Ytofinpanelen worden almaar vaker voorgeschreven. In bepaalde gevallen wordt de afwerking van de Hebel-platen echter uitgesteld tot op de werf om mogelijke beschadigingen tijdens de montage uit te sluiten. Zo ook hier.
30
Het all-weatherproject biedt 20 attracties die voor alle leeftijden wat wils bieden
31
De kwartslaag op de Hebel-platen werd in dit project op de werf aangebracht. Zo werden mogelijke beschadigingen tijdens de montage uitgesloten.
architectuur
Democo
De brede kleurenwaaier van Ytofin was niet onbelangrijk voor Plopsaland dat de kleurrijke kinderfantasie wil prikkelen. Het behaalde resultaat met de 2 contrasterende kleuren mag er dan ook zijn. Andere blikvangers in het bouwkundige aspect zijn de blauwe glaspartij die altijd de indruk van mooi weer creëert en de grote rode schuifpuzzel met Studio 100-figuren aan de inkompartij. Denken als een kind De realisatie van dit project was voor Democo geen sinecure. Tussen de eerste spadesteek en de officiële opening lagen precies 8 maanden. Om de deadline te halen riep Democo dan ook alle
hens aan dek. ‘Op de piekmomenten zetten we 60 mensen eigen personeel in en was er in totaal zo’n 150 man op hetzelfde moment aan de slag. Ook tijdens het bouwverlof werd verder gewerkt’, aldus Carl Gonnissen. Om die bedrijvigheid goed te coördineren, was er ook voortdurend een 3-hoofdige werfleiding aanwezig. De manier van werken was ook anders dan anders. Daar waar in de klassieke bouwprojecten iedere lijn recht moet zijn en de kleuren neutraal, werd die bouwlogica hier helemaal over boord gegooid. Carl Gonnissen: ‘We hebben hier hoofdzakelijk gewerkt met ronde vormen en de gekste kleuren gecombineerd. Om dit te kunnen doen, moesten we een klik maken en gaan
32
denken als een kind. Om een concreet voorbeeld te geven: in de sanitaire ruimten is een gemengd kleurenpalet gebruikt. Het mengen van die kleuren is niet vanzelfsprekend. Daarom taste één persoon de tegels van verschillende kleuren lukraak op een kar en zette die zo z’n collega’s voor ter plaatsing.’ De klus is nu geklaard tot grote tevredenheid van Plopsaland. ‘Wij hanteren altijd korte planningen, maar hier hebben we onszelf overtroffen. Democo heeft dat opgevangen met een goede coördinatie en bovendien de vaste wil om goed werk te leveren. Wanneer er een halve dag achterstand was op de planning, dan werd die daags nadien ingehaald door de inzet van extra mensen en materieel. Dat is een grote sterkte van Democo geweest’, motiveert Luc Van der Biest.
Democo nv Herckenrodesingel 4b 3500 Hasselt T: +32 (0)11 22 45 26 F: +32 (0)11 22 56 35
[email protected] www.democo.be Perspectief Eikstraat 5 9300 Aalst F: +32 (0)53 77 44 30 Architectenbureau Angst & D’Hoore
Met de invoering van de EPB-regelgeving is Ytong het enige materiaal waarmee je nog kan bouwen zonder toegevoegde isolatie. Vanaf 1 januari 2006 moeten nieuwbouw en verbouwingen, die verwarmd of gekoeld worden en waarvoor een bouwaanvraag ingediend wordt, voldoen aan de EnergiePrestatie – en Binnenklimaat – regelgeving (EPB). Een aspect uit deze regelgeving is de strengere isolatie tot K45. Alleen met een Ytong-blok kan je nog een muur bouwen die voldoet aan de nieuwe isolatie-eisen
Ytong, bouwsteen en isolatie in één materiaal: Geslaagd voor EPB*-test.
zonder bijkomende isolatie.
* EPB staat voor EnergiePrestatie en Binnenklimaat
Ytong-MUUR MET GEVELSTEEN
Een woordje uitleg.
Gevelsteen Spouw
Het E-peil= het energieverbruik van een woning Het E-peil geeft een beeld van het energie-verbruik van de woning en haar vaste installaties in normale omstandigheden. Het wordt uitgedrukt in een cijfer dat kleiner of gelijk moet zijn aan 100. Kortom: hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger de woning is. Het K-peil= isolatiepeil van een gebouw. Het K-peil is het totale isolatiepeil van een woning. Het houdt rekening met de warmteverliezen door alle buitenmuren, daken, vloeren en vensters. Het K-peil van je woning mag maximaal 45 bedragen. Kortom: hoe lager het K-peil, hoe beter je woning geïsoleerd is. U-waarden=isolatiewaarde van een constructiedeel (bv muur, dak,…) Om het K-peil van een woning te berekenen, moeten eerst de Umax-waarden van de verschillende onderdelen van het gebouw zoals vloeren, wanden, dak, …
90 Dikte Ytong
Ytong
30
d U-waarden (W/m2K)
(mm)
klasse C2/400 hUi=0.10
klasse C3/450 hUi=0.12
175
0,48
0,55
200
0,42
0,49
240
0,36
0,42
Arch. Christophe Guerlement
Ytong-MUUR MET CREPI Crepi
Ytong
12
d
Dikte Ytong
U-waarden (W/m2K)
(mm)
klasse C2/400 hUi=0.10
klasse C3/450 hUi=0.12
240
0,38
0,45
300
0,31
0,37
365
0,26
0,31
hUi = rekenwaarde van de warmtegeleidbaarheid in W/m.K volgens NBN B 62-002/A1
33
Arch. Toon Lindelauf
actua
berekend worden. De Umax-waarde van een muur moet volgens de energieprestatieregelgeving U ≤ 0,6 W/m2K bedragen. De U-waarden van Ytong, geven oplossingen die meer dan toereikend zijn volgens de nieuwe norm. In de tabellen op de vorige pagina vind je de U-waarden die Ytong haalt in een tweeschalige muur (bv Ytong met een gevelsteen voor) of een eenschalige muur (bv Ytong afgewerkt met een sierpleister). De U-waarden zijn telkens zo laag dat extra isolatiemateriaal overbodig wordt en het isolatiepeil K 45 gemakkelijk bereikt wordt. Zowel een tweeschalige muur bestaande uit een Ytong-blok van minimum 17,5 cm met een gevelsteen en
Muur uit betonblokken of ander materiaal + isolatie + gevelsteen Het isolatiemateriaal wordt op de werf vaak slecht aangebracht, wat leidt tot koudebruggen of vochtinsijpeling
Ytong-oplossing Geen isolatiemateriaal in de spouw. Geen risico op koudebruggen of waterinsijpeling. Geen kans op beschadiging van het isolatiemateriaal. Dit systeem biedt een doeltreffende isolatie aan 100%, gedurende de hele levensduur van het gebouw.
9
3
20
Buiten de isolatiewaarden, welke een rechtstreekse weerslag hebben op de verbruikte energie, is het ook interessant het comfort en het gezonde leefklimaat in de woning te beschouwen. En ook daar onderscheidt Ytong zich met zijn uitzonderlijke kwaliteiten.
luchtspouw als een massieve muur bestaande uit een Ytongblok van minimum 20 cm gecombineerd met een pleister blijven onder de norm (U ≤ 0,6 W/m2 K). Met de invoering van de EPB-regel-geving is Ytong het enige materiaal waarmee je nog kan bouwen zonder toegevoegde isolatie. Een doeltreffende isolatie De isolatie van een huis moet niet alleen “op papier” overeenstemmen met de vigerende regels, maar moet evengoed correct uitgevoerd zijn op de werf. En daar stelt men spijtig genoeg vast dat dit niet altijd het geval is. Om echt doeltreffend te zijn dient de isolatie op een specifieke manier geplaatst te worden, nl. perfect tegen het binnenspouwblad gemonteerd, en onderling aan te sluiten. De minste onderbreking in de continuïteit van de isolatie leidt tot circulaties van koude lucht tussen het binnenspouwblad en de isolatie. Dit leidt zelfs niet alleen tot een daling van het isolatiepeil van de wand, maar hierdoor ontstaan ook thermische bruggen. Deze koudebruggen kunnen ernstige gevolgen hebben voor het gebouw in kwestie (interne condensatie, het optreden van vochtige plekken op de muren). Ytong kan een doeltreffende oplossing bieden voor dit probleem. Ytong is isolerend op zichzelf en het is niet nodig een supplementaire isolatie te voorzien. Gedaan met problemen veroorzaakt door een slechte plaatsing van de isolatie. Door met Ytong te bouwen bekomt men steeds een duurzame isolatie die ook nog voor 100% functioneert. Meer nog, de isolatiewaarden van de Ytongblokken liggen veel hoger dan de strengste regels, wat automatisch leidt tot bijkomende besparingen
34
in verwarmingskosten. En dat allemaal zonder te moeten betalen voor uw isolatie! Thermische inertie Tijdens de zeer warme periodes (of periodes met een enorme zonne-straling), blijft een goed geïsoleerde woning, met een goede thermische inertie, overdag aangenaam fris, maar behoudt evengoed ’s nachts een goede temperatuur. Zomer
Winter
Warmte blijft buiten
Koude blijft buiten
Aangenaam warm binnen
Aangenaam koel binnen
Zodra de omgevingstemperatuur stijgt, zal elk bouwmateriaal een zekere hoeveelheid warmte opnemen. Die hoeveelheid warmte per m2 wordt de thermische capaciteit (B) genoemd. Zij is hoger wanneer de massa van het materiaal hoger is. Een betonblok heeft een goede thermische capaciteit (dankzij zijn massa), maar geen goede thermische inertie, omdat hij niet isoleert. Om een goede thermische inertie te bekomen moeten de buitenwanden een hoge thermische capaciteit (B) hebben, zodat ze veel warmte opslorpen. Bovendien moeten ze ook isoleren, zodat de warmte niet te snel wordt doorgegeven naar de andere kant van de wand. Daarom moet de verhouding A=B.dikte/λ zo hoog mogelijk zijn. Dat kan alleen maar als het gebruikte materiaal tegelijk isolerend en zwaar is. Een “zuiver”
Ytong heeft de eigenschappen van een isolatiemateriaal maar heeft ook een belangrijke massa (tussen 400 en 700 kg/m3). Het voldoet dus aan alle voorwaarden om een goede thermische inertie te creëren. Zo blijkt dat de A-waarde van Ytong hoger is dan die van andere gebruikelijke bouwmaterialen. Als de thermische inertie hoger is (hoge A-waarde), resulteert dat in een grote faseverschuiving en thermische demping. Twee belangrijke voorwaarden om tijdens de zomermaanden van een ideaal comfort te genieten: •Bij een grote faseverschuiving F (het tijdsverschil tussen de maximumtemperaturen buiten en binnen) voelt men het effect van de hete middagzon pas rond de avond. Om een constante temperatuur te behouden moet men dus enkel nachtelijke ventilatie toepassen. •Bij een grote thermische demping (het verschil tussen de maximum buitentemperatuur en de maximum binnentemperatuur)
Geen koudebruggen Een koudebrug is een zone waar de isolatie van een huis merkelijk minder is. Als er niet teveel koudebruggen zijn, hebben ze weinig invloed op het jaar-lijks energieverbruik. Niettemin kunnen ze rampzalige gevolgen hebben. Als de oppervlaktetemperatuur van de wanden onder een bepaalde temperatuur daalt (14°C in normale
wordt een warmtepiek van 40°C buiten omgezet in een warmtepiek van 22°C binnen na de faseverschuiving F.
tpm = gemiddelde oppervlaktetemperatuur tc = comforttemperatuur tl = luchttemperatuur
Uit onderstaande figuur blijkt dat Ytong op beide vlakken uitstekende prestaties neerzet. Temperatuurschommelingen
isolatiemateriaal heeft een zeer geringe massa en kan de warmte niet opslaan. Bij felle zonneschijn ontstaat dan het “caravaneffect”, waarbij het in de binnenruimte binnen de kortste keren ondraaglijk heet wordt.
Buiten
°C 30
0
Binnen
°C 30
20
20
10
10
6
12
18 24
0
6
12
18 24
Faseverschuiving
De oppervlaktetemperatuur van de wanden Thermisch comfort is een gevoel van behaaglijkheid, dat voor het grootste deel gecreëerd wordt door de comforttemperatuur tc. Dat is het gemiddelde van de luchttemperatuur tl en de oppervlaktetemperatuur tpm:
tc =
de luchttemperatuur 25°C bedraagt. Als we weten dat een verhoging van de luchttemperatuur met 5°C het energie-verbruik met 40% de hoogte injaagt, wordt het belang van een hogere oppervlaktetempertauur meteen duidelijk. Dankzij zijn isolerende structuur, draagt Ytong bij tot een hogere opper-vlaktetemperatuur, die ons toelaat te besparen op de kosten voor verwarming en zo nog steeds een optimaal comfort in de woning te verzekeren.
tl + tpm 2
De comfortzone bevindt zich tussen tc= 19°C en tc= 21°C. Uit het diagram blijkt dat in een kamer met een oppervlaktetemperatuur van 15° het comfortgevoel (tc= 20°C) pas bereikt wordt als
omstandigheden) kunnen er vocht- en schimmelproblemen ontstaan door condensatie van lucht op de muur. Deze koudebruggen en de bijbehorende condensatieproblemen kunnen eenvoudig vermeden worden door gebruik te maken van Ytong U-blokken, U-lateien, of gewone lateien.
35
1 Ytong-blok 2 Ytocol 3 Ytong-latei
Aandacht voor het imago
IDEC
tekst: marc covet
BMW (foto: Benoit Voisin)
Binnen de groep Acanthe werkt IDEC aan projecten voor ambitieuze klanten. Een expertise die het studiebureau ontwikkelt vanaf het ontwerp van zijn gebouwen tot de realisatie van de details.
De stad Blois, gelegen op zo’n 185 km ten zuiden van Parijs, strekt zich uit langs de boorden van de Loire. De streek is vooral bekend voor zijn kastelen. Maar dat is niet de enige aantrekkingskracht van de regio. Naast het toerisme ontwikkelt zich de economie en in het bijzonder IDECIngénierie, in 1993 opgericht door Patrice Lafargue, die er nog steeds de Algemeen Directeur van is. IDEC is een studiebureau, gespecialiseerd in industriële gebouwen. Aanvankelijk regionaal gericht, is IDEC thans actief over het hele Franse grondgebied en sinds 2003 ook op het Iberisch schiereiland. Als gevolg van de uitbreiding van de Europese Unie en om tegemoet te komen aan de
vraag van haar klanten, breidt IDEC haar netwerk uit om oplossingen aan te reiken in deze nieuwe Europese landen in volle ontwikkeling. De groep Acanthe, waarvan IDEC één van de speerpunten is, werd in 1996 opgericht. Het is een groepering van KMO’s, allen gespecialiseerd in de realisatie van industriële gebouwen. Opgevat als een volledige waaier van beroepen en diensten voor de verwezenlijking van projecten die verband houden met bedrijfsvastgoed, omvat ze vandaag de volgende dochterondernemingen: – Pharmadec: een consultancybedrijf actief in het ontwerp en de realisatie van farmaceutische
36
en cosmetische projecten; – Prosdim: een industrieel vastgoedinvesteringsbedrijf; – Acanthe Promotion: een industrieel projectontwikkelingsbedrijf;
Herta Lausanne (foto: Benoit Voisin)
– Albat: een engineeringsmaatschappij; – Projagro: engineering gespecialiseerd in de voedingsmiddelenindustrie; – Etic: onderhoud, industriële werken en bewaring. Zoals u merkt tracht Acanthe in te spelen op alle behoeften uit de sector. Het is precies om een antwoord te bieden op de vraag van haar klanten dat Patrice Lafargue deze gespecialiseerde dochterondernemingen oprichtte. Ze werken in netwerken, in een horizontaal organigram, wat de groep toelaat actief te zijn in uiteenlopende sectoren, gaande van de farmaceutische-cosmetische sector tot de voedingsmiddelenindustrie. Vanaf het zoeken naar geschikte gronden tot het onderhoud, over leasing: Acanthe is present in alle stadia van een project.
Bouwen met respect voor het milieu Wat schuilt er achter de naam van de groep? IDEC zijn de eerste letters van Ingénierie (engineering), Développement (ontwikkeling), Environnement (milieu) en Construction (bouw). Deze globale visie, gekoppeld aan een vermogen om op alle vlakken van een project te interveniëren, vormt tegelijk haar kracht en originaliteit. Verder besteedt IDEC bijzonder veel aandacht aan het respect voor het milieu en de gebruikers van zijn toekomstige realisaties. In de benaming willen we dan ook de nadruk leggen op de ‘E’ van ‘environnement’, milieu, een begrip dat het bedrijf wil promoten. Zegt Patrice Lafargue: ‘Onze installaties moeten naadloos passen in hun omgeving maar ook bijdragen tot de ontplooiing van haar gebruikers. Wij zijn ook zeer veeleisend op het gebied van
37
het ecologisch beheer van de projecten.’ Een bekommernis die de groep tot eer strekt want nog te zelden voelbaar in het milieu van de bouwsector. In kantoren met een zeer verzorgd design ontvangt ons de interieurarchitecte die ook belast is met de communicatie. Pauline Antoine legt ons de werking van het studiebureau uit. ‘Wat ons onderscheidt van de concurrentie is dat binnen IDEC een ontwerpcel bestaat van 8 architecten. Wij staan in voor het architecturaal ontwerp, van de bedrijfshallen tot de kantoren en soms reikt de opdracht verder, tot het verzorgen van decoratiedetails.’ IDEC kan haar klanten dus deze extra creatieve toets bieden. Kapitaal: werftoezicht Verder wordt elk project bestudeerd door de stabiliteitsingenieurs van een studiebureau.
IDEC speelt hier de rol van coördinator. ‘We hebben een twintigtal werfleiders in dienst’, zegt Pauline Antoine. ‘Het werftoezicht is kapitaal voor IDEC. Het is één van de waarborgen om een kwaliteitsvol gebouw neer te zetten waarbij budget en termijnen gerespecteerd worden, twee gevoelige punten in deze sector.’ Ondanks een duidelijke ambitie om deze markt te veroveren, wordt hier geen selectie gemaakt in de omvang van de projecten. IDEC is bereid zowel kleine als grote projecten in handen te nemen.
Onze gesprekspartner legt nog eens de nadruk op de horizontale manier van werken, een nieuwe aanpak om de relatie met het cliënteel op te vatten. ‘Onze klanten kunnen praten met de persoon van de betrokken sector: architect, opmeter of werfleider. Zo winnen we tijd.’ Om van de theorie naar de praktijk over te stappen, laat Pauline Antoine ons enkele recente realisaties van IDEC zien. Constanten zijn hierbij: de kwaliteit van het ontwerp en de uitvoering en het feit dat rekening wordt gehouden met de specificiteit van het bedrijf. En vaak ook
de decoratie. De interieurarchitecte zegt hierover: ‘Het is niet zo dat al onze projecten een tussenkomst van dit type vergen, maar dikwijls is het een extra die we de klant kunnen bieden. Soms worden we intern geraadpleegd voor een kleurkeuze, uit angst dat er flaters worden begaan. Het klopt dat we onze architectuur verzorgen…’ Werken aan het imago In Tigery, in de Essonne, heeft IDEC een opleidingscentrum en ateliers gebouwd voor de Duitse autoconstructeur BMW. Het gebouw strekt zich uit over
DGX Pharma (foto: Manolo)
38
IDEC Blois (foto: Benoit Voisin)
5.160 m2. Dit is niet zomaar een ineengeknutselde industriële hal. Elk detail is verzorgd, van de elegante buitengevel en het grote glazen dak tot de decoratie van elk vertrek binnen. Het werk wordt tot in de puntjes gedaan: de verlichting, de textuur van de gekozen materialen, de directe omgeving, niets wordt aan het toeval overgelaten. Het is een perfecte illustratie van de manier waarop IDEC haar opdracht ten harte neemt. En van de manier waarop sommige veeleisende klanten vragen dat men belang hecht aan hun imago. Herta is een andere klant van het studiebureau. Deze internationale specialist van bereide vleeswaren maakt thans deel uit van de groep Nestlé. In 2004 bouwde IDEC in Lozanne, in het Rhônedepartement, een distributiecentrum van 5.196 vierkante meter. Zoals veel andere bedrijven die voor de grootdistributie werken, heeft Herta de laatste jaren verschillende grote logistieke centra laten oprichten. Het is een sector in volle ontwikkeling die een belangrijke bron van inkomsten is voor het bureau. Ook hier weer is de
architectuur van het gebouw een en al harmonie. De witte volumes zijn op een intelligente manier in het landschap geschikt. Aan de achterkant heeft men een ontspanningszone voorzien. Ze is goed in het gebouw geïntegreerd in een ronde ruimte waarvan de witte tinten goed in het geheel kaderen. Cellenbeton, een absolute must In de projecten van IDEC vinden we vaak Hebel-cellenbetonplaten (vroeger Ytong) terug. Pauline Antoine zegt daarover: ‘We gebruiken dit product regelmatig, vooral omdat de reglementen het voorschrijven. De brandveiligheidsnormen worden almaar strenger. Het komt erop aan kleinere ruimtes te compartimenteren en brandveiliger te maken. Hebel heeft de beste prijs/kwaliteitverhouding om brandwerende wanden te maken. Als het om een industrieel gebouw gaat is het ook een product dat men ongepleisterd kan laten. Het is wit en glad en zorgt voor licht.’ Toch een compliment uit de mond van een interieurarchitecte die weet hoe om te gaan met de afwerkingen van een bedrijfsgebouw.
39
We zetten onze weg verder: in Gonesse stoten we op een 25.000 m2 gekoelde farmaceutische opslagplaats. Het lijkt op een eenvoudige glazen doos, waar de grijze kleuren, het glas en de witte details mooi met elkaar in harmonie zijn. Iets bescheidener oogt het restaurant van Inter Entreprise, ‘La Bovida’, 610 m2 die vorig jaar in gebruik werd genomen. Het is een gebouw dat hoofdzakelijk bestaat uit hout, meer bepaald gelijmd gelamelleerd hout. ‘Een techniek die steeds meer gebuikt wordt voor industriële gebouwen’, weet onze gesprekspartner. Hoe groot de opdracht ook is of welke bestemming ze ook mag hebben, steeds slaagt de groep Acanthe Ingénierie erin ze met talent en professionalisme tot een goed eind te brengen. Tot in de kleinste details en met een architecturaal concept, die naam waardig. IDEC Groupe Acanthe ingénierie BP 30048 F – 41913 Blois Cedex 9 T: +33 (0)2 54 74 99 00 F: +33 (0)2 54 74 99 08
[email protected] www.acanthe-ingenierie.fr
constructie
IDEC
Bouwen moet beroeren Guy Pollier fotografie: dries van den brande tekst: eduard coddé
Een detail dat architect Guy Pollier graag laat weerkeren in zijn projecten, is de glazen inloop naar de woning. Dit oogt niet alleen bijzonder aantrekkelijk, het versterkt tevens de lichtinval naar het laagste woonniveau.
Voor architect Guy Pollier heeft bouwen alles te maken met ‘gevoel’, het betreft een zaak van het ‘hart’! Hij stopt graag praktische levenskwaliteit in zijn ontwerpen, wijst enthousiaste en geëngageerde zelfbouwers niet af en koestert de samenwerking met aannemers die ‘de bouw in het bloed zit’ – mensen die voor anderen bouwen alsof het om hun eigen woning gaat.
Jong geleerd ‘Bouwen’ was niet vreemd voor de jonge Guy Pollier. Zijn vader, in de sector aan de slag als verkoper van bouwmaterialen, werkte tevens als bouwkundig tekenaar. In een dergelijke situatie kan zich het volgende voordoen: als jonge knaap krijgt men een absolute afkeer of men raakt in de ban van wat vader doet. Gelukkig werd het de tweede optie en droomde hij er reeds op 12-jarige leeftijd van later architect te worden. Even zag het ernaar uit dat de muze er anders over zou beslissen. Guy Pollier balanceerde als tiener tussen een leven als muzikant of een toekomst als architect.
De praktijkervaring op het podium dreef hem uiteindelijk toch naar het Gentse Sint-Lucas, waar hij zijn opleiding als architect startte. Eigenlijk werd het al eerder duidelijk welke richting het zou uitgaan; hij besloot de laatste humaniorajaren te ruilen voor de richting ‘bouwkunde’ aan een technische school. Het leverde
40
hem niet alleen de bevestiging op van een juiste keuze, maar hielp ook een aantal praktische vaardigheden te verwerven die in de latere architectenopleiding handig van pas zouden komen. ‘Praktische kennis is een teer punt’, merkt Guy Pollier terugblikkend op zijn stageperiode. ‘Ik heb veel praktische dingen geleerd bij mijn eerste leermeester, vooral ervaring op de werf. Veel hangt af van de bereidheid tot investeren door de gevestigde architect in de stagiair’, gaat hij verder. Tijdens zijn stageperiode werkte hij ook aan zijn eerste zelfstandige projecten. ‘Dan volgt de confron-
tatie tussen de eigen idealen, het enthousiasme van een starter en de realiteit van de doorsnee bouwheer’, merkt hij op. Toch streeft hij bij elk nieuw project naar betere architectuur. ‘Zeker als jong zelfstandig architect lukt dat moeizaam. De klanten contacteren je dikwijls omdat ze een architect nodig hebben, niet omdat ze je als architect willen…’, beseft hij. Kwaliteit haalt het op stijl Na ongeveer negen jaar architectenloopbaan ligt dat vandaag gelukkig anders. Guy Pollier is hoofdzakelijk actief in de residentiële markt, wat niet uitsluit dat ook appartementsbouw en kleine-
re industriële projecten regelmatig aan de orde zijn. Zelfs opdrachten in het domein openbare werken worden hem de laatste tijd meer toevertrouwd: o.a. de uitbreiding van het gemeentehuis te Knesselare en de bouw van jeugdlokalen voor de gemeente Assenede. Voor Guy Pollier is de kwaliteit van zijn projecten belangrijker dan het opleggen van een eigen stijlrichting. ‘Als architect zie ik het als mijn taak om maximale kwaliteit te integreren in elke stijl. Bouwen betekent een middel, wonen vormt het opperste doel. De beleving van de woning van binnenuit stuurt het ontwerp, opdat de bewoners zich
41
goed zouden voelen in hun woning’, verduidelijkt onze gastheer zijn aanpak. Hij acht het zijn taak om de bouwheer over de drempel te helpen die een alledaagse aanpak van het project scheidt van een meer gedurfde, maar finaal ook meer voldoening schenkende architectuur. Guy Pollier vertrekt vanuit de woonbeleving in de woning. Hij houdt van doorzichten, de creatieve omgang met lichtinvallen en het organiseren van ruimten. Wanneer de opdrachtgever opteert voor een minimalistische aanpak, legt Guy Pollier de nodige voorzichtigheid aan de dag betreffende de materiaalkeuze. ‘Het mag vooral niet koel worden’, verduidelijkt hij. ‘Tegenover strakke witte wanden plaats ik graag de warmte van een houten vloer’. Renovatie is vanzelfsprekend ook hier een thema. ‘Het lijkt echter altijd eenvoudiger dan het in werke-
architectuur
Guy Pollier lijkheid is’, heeft onze gesprekspartner moeten ervaren. ‘Eigenlijk vind ik renovatie moeilijker dan nieuwbouw, terwijl de klant bovendien verwacht dat het goedkoper uitvalt’. Jeugdvriend De ervaring met cellenbeton gaat voor onze gastheer ver terug in de tijd… Nog voor hij zijn architectuurstudies aanvatte, kwam hij al in aanraking met wat toen nog ‘Durox’ noemde. De uitstekende isolatiewaarde van cellenbeton heeft hij voor altijd in zijn hart gesloten. ‘Als de klant het enigszins toelaat, schuiven we Ytong-blokken vooruit’, verklaart Guy Pollier. ‘De laatste jaren is de drempel aanzienlijk verlaagd. Het bouwmateriaal geniet een betere algemene bekendheid en de bouwheer denkt vandaag ook veel meer na over isolatie en de energieprestatiefactor’. De architect ziet een afwerking in sierpleister en het bouwen met cellenbeton los van elkaar. Hij
werkt Ytong-blokken even graag af met gevelsteen als met crépi. Guy Pollier beseft zeer goed dat de ‘kwaliteit’ die hij nastreeft, ongetwijfeld in verband staat met de aannemers die zijn ontwerpen uitvoeren. Met bvba Hans & Joerie uit Assenede heeft hij door de jaren een uitstekende samenwerkingsrelatie opgebouwd. Ook dit bedrijf is overtuigd aanhanger van cellenbeton. ‘De verwerkingssnelheid geeft de doorslag in de totale kostprijsberekening’, vat de architect samen. Renovatieprikkel als referentie Het voorleggen van een referentie om klanten te overtuigen vormt één van de grootste moeilijkheden voor een beginnende architect. Guy Pollier verwees met zijn eigen woning en kantoor naar een project dat renovatie en nieuwbouw gelijkwaardig aan bod laat komen. Er werd vertrokken vanuit een bestaande eenvoudige ‘dijkwoning’ (± 1900), waaraan de eige-
42
nares al enkele verbouwingswerken had uitgevoerd. ‘Eigenlijk was de woning goed voor afbraak, maar omvatte toch een zeker potentieel’, klinkt het enthousiast. Een nieuw pand spiegelt zich tegen de oude woning. Door het maximaal opentrekken van de inrichting ontstond een ruim,
Voor de eigen woning werd de achtergevel geheel in harmonie gezet met het omsluitende landelijke decor. Recuperatie gevelstenen worden afgewisseld met hout en vanzelfsprekend veel glas, voor een panoramisch uitzicht.
functioneel en tevens gezellig interieur. Geen enkele vierkante centimeter bleef onbenut. De woning biedt een schitterend panorama over het achtergelegen groene decor. De afwerking van de achtergevel sluit hier helemaal op aan met recuperatie gevelstenen, hout en vanzelfsprekend veel glas. Vooraan opteerde de architect voor een combinatie van sierpleister en siersteen. In de nieuwbouwwoning integreerde hij een gezellige kantoorruimte, nauwelijks fysisch afgebakend tenzij
door een wat diepere ligging. Het project oogstte heel wat succes. De buurt reageerde positief en het viel te bewonderen tijdens de manifestaties ‘Mijn huis, mijn architect’ en de ‘Vlaamse renovatiedag’. Het belangrijkste is uiteraard dat het zijn functie als visitekaartje waarmaakt! Dijkwoningen De heimat van Guy Pollier heeft iets met dijken en de daarbij horende eenvoudige, langwerpige en ondiepe woningen. Voor de architect creëren ze een inspiratiebron en thema met prettig gevolg. Vanuit zijn streven naar kwaliteit ontwikkelde hij het thema steeds opnieuw met andere variaties. In Assenede bouwde hij een variatie in drievoud: drie eengezinswoningen in blok. De van buitenaf beschouwde ‘ondergrondse’ verdieping werd als woonruimte ingericht en biedt een schitterend uitzicht op het omliggende landschap. De glazen
De dijkwoningen die zijn heimat typeren, vormen een onuitputtelijke inspiratiebron voor de architect. Zijn moderne interpretatie van het thema resulteert in een zeer aangenaam wooncomfort. Bij dit project is het volledige dak als terras opgevat.
43
vloer in de inkomhal vormt een speels detail. Hij oogt niet alleen visueel aantrekkelijk maar sluist ook licht door naar het laagste woonniveau. Het project, volledig opgetrokken in Ytong-blokken, werd afgewerkt in sierpleister. Voor een nieuw gebouwde ‘eengezinsdijkwoning’ draaide Guy Pollier de indeling om. Vanwege de beperkte grondoppervlakte achter de woning, herbergt het onderste niveau de slaapkamers en badkamer. Het gelijkvloers fungeert als woonverdieping en onder het zadeldak staat ook nog heel wat leefruimte ter beschikking. Momenteel is een project met zeven rijwoningen in aanbouw. Ze worden opgetrokken uit Ytong-blokken met een crépiafwerking in verschillende kleuren. Het gelijkvloers omvat een dubbele garage, een slaapkamer en kantoorruimte. Twee royale slaapvertrekken, een dressing en een ruime badkamer werden ingetekend op het -1 niveau. De verdieping biedt een ruime living met zicht op het achtergelegen landschap en een open keuken met aanpalend terras. Hier vertrekt een trap naar het dak, eveneens als terras opgevat. Guy Pollier weet te beroeren met een architectuur die prettig aanvoelt omdat ze het wonen voelbaar centraal stelt, veeleer dan de imago-uitstraling van de architectuur. Guy Pollier (architect) Staakstraat 8 9960 Assenede T: +32 (0)9 375 17 91 F: +32 (0)9 375 17 91
[email protected] www.archibald.be
fotografie: wouter missiaen tekst: tim vanhove
Gekleurde baken in Brugs polderlandschap OCMW neemt nieuw hyperfunctioneel administratief gebouw in gebruik
Midden februari namen ruim 200 medewerkers van het Brugse OCMW hun intrek in een gloednieuw hoofdkantoor. Niet zomaar een gebouw, maar een Mondriaans gekleurd complex dat de aandacht trekt naast het imposante AZ Sint-Jan AV. Tegelijkertijd maakt het een statement voor het OCMW dat zich als moderne en toegankelijke organisatie wil profileren. De realisatie van het project van eerste schets tot oplevering was een huzarenstuk. De bouwteamleden geven tekst en uitleg bij de boeiende wordingsgeschiedenis van het OCMW-complex.
Dit team stond in voor de succesvolle realisatie van het Brugse OCMW-gebouw.
In de schaduw van het Brugse AZ Sint-Jan AV beschikt het OCMW over een nieuwe hoofdzetel. Ook al ligt het nieuwe onderkomen in de schaduw van z’n immense buur, het moet op architecturaal vlak helemaal niet onderdoen. De ruim 7500 m2 vloeroppervlakte zit vervat in een boeiend geheel dat is afgewerkt in de drie hoofdkleuren. Een witte sokkel vormt de basis voor een blauw en een geel volume, die – als een opengaand boek – een uitnodigend gebaar maken naar de bezoeker. De twee volumes ontmoeten elkaar in een rode inkompartij. Niet alleen het kleurgebruik, maar de talrijke architecturale spitsvondigheden maken het gebouw een streling voor het oog. Het OCMW-bestuur mag dan ook met recht en rede trots zijn op deze realisatie. De bouw van het administratief centrum was een absolute noodzaak voor het OCMW verduidelijkt secretaris Parrein: ‘De bestaande hoofdzetel in de binnen-
stad barst al enkele jaren uit zijn voegen. We hebben dan ook al enkele diensten over andere gebouwen verspreid. Die decentralisatie is niet optimaal voor een vlotte werking. Bovendien legde een recent brandweerrapport bijkomende compartimenteringen op voor de hoofdzetel en kregen we een verbod om de zolderverdieping nog langer als kantoorruimte te gebruiken. We konden niet aan deze eisen voldoen, enerzijds omdat het gebouw geklasseerd is en anderzijds omdat we de ruimte broodnodig hebben. De enige oplossing was dus een ander onderkomen. Uit een behoeftestudie bleek dat we ruim 5000 m2 kantooroppervlakte nodig hadden en die was niet reali-
De middenstip van het centraal gelegen voetbalveld fungeert als middelpunt voor de cirkelboog waarop de gebouwen zijn ingeplant.
seerbaar in de binnenstad. Vandaar dat we voor een nieuwbouwproject op deze site hebben geopteerd.’ Voetbal centraal De site – naast het AZ Sint-Jan AV – is een zone voor openbaar nut die al jaren in eigendom van het OCMW is. Het Brugs-Gentse architectenkantoor ARCHINOVO – in se Van de Catsyne-Coene & Partners uit Loppem – werkte een masterplan uit voor het 60.000 m2 grote terrein. Hierin werd centraal een voetbalveld gelegd. De middenstip van dit voetbalveld fungeert tevens als middelpunt van een cirkel rond het terrein. Hierop worden de gebouwen ingeplant. Een eerste project op de site was kinderdagverblijf De blauwe lelie. Dit brengt flexibele opvangmogelijkheden voor het personeel van het OCMW en het AZ. Naast het OCMW-kantoor kunnen nog twee gelijkaardige gebouwen op de cirkel worden ingeplant. Daarnaast komt nog een revalidatiecentrum voor gehoorgestoorden van de vzw Spermalie.
Naast de richtlijnen opgenomen in het masterplan, vroeg het OCMW-bestuur aan de ontwerpers van ARCHINOVO om een
45
De evacuatietrappen draaien zich rond een kolom naar beneden.
flexibel gebouw te creëren. De diensten van het OCMW wijzigen immers voortdurend en het gebouw moet die veranderingen soepel kunnen opvangen. ‘Daarnaast was functionaliteit een sleutelwoord,’ geeft OCMW-voorzitter Frank Vandevoorde aan. ‘Bovendien moest het project binnen een vooropgesteld budget en een korte termijn gerealiseerd worden. Verder wilden we een energiebesparende technische installatie, water in het ontwerp aangezien we in een poldergebied bouwen en gebruik van hout uit onze eigen bossen in Luxemburg.’ Al deze voorwaarden werden door ARCHINOVO en het bouwteam ingelost. Leesbaar gebouw Om de beschikbare bouwgronden optimaal te kunnen benutten, werd het programma vertaald in
een hoogbouw. Concreet wordt circa 7500 m2 vloeroppervlakte ondergebracht in 2 grote bouwblokken van 4 niveaus die rusten op een sokkelvolume. ‘De twee bouwblokken komen samen in een centraal volume dat de verticale circulatie in het gebouw organiseert. Van op iedere verdieping sluit één gang aan op deze verticale circulatie. Deze gangen monden aan de andere zijde van het niveau uit in een buitentrap, de evacuatietrappen. Dit leidt tot een heel duidelijk leesbaar en onthaalvriendelijk grondplan. Ieder niveau bestaat deels uit individuele kantoren – aan de buitenzijde afleesbaar aan de vliesgevel – en landschapskantoren, die worden verraden door de klassieke ramen. Omdat het OCMW veel flexibele kantooroppervlakte vroeg, hebben we optimaal gebruik gemaakt van deze landschapskantoren. Het verschil
46
tussen de bruto en netto bruikbare oppervlakte ligt dan ook lager dan 10%. Bouweconomisch is het zo goed als uitgesloten om nog lager te gaan dan dit percentage zonder aan ruimtelijke kwaliteit in te boeten. Leuke noot: binnen dit strakke kantorenschema zorgen cafetaria, fitness en dergelijke voor de ontspanning in een hedendaagse werksfeer,’ geven ontwerpers Pierre Van De Catsyne en Luc Coene aan. Meest markante aan het ontwerp is ongetwijfeld het kleurgebruik. De drie hoofdkleuren maken van het administratief centrum een opvallende baken in het landschap. ‘Het AZ is sterk aanwezig in het landschap en oogt nogal grauw en grijs. Om hier een tegengewicht voor te vormen, hebben we gekozen voor de opvallende kleuren.’ Of die kwalitatieve en opvallende architectuur een engagement is
van het OCMW? ‘Onze voornaamste vraag was een functioneel gebouw. Maar door de kwaliteit en uitstraling van de architectuur maken we meteen het statement dat het OCMW niet oubollig is, maar een moderne organisatie. Met dit architectuurconcept kunnen we tegelijkertijd ook laagdrempelig werken,’ motiveert de voorzitter. Bouwkundig huzarenstuk De uitwerking van dit architectuurconcept naar de realiteit was een heel huzarenstuk. Na een openbare aanbesteding werd dit toevertrouwd aan de Brugse zetel van MBG. De aannemer kreeg 9 maanden om de klus te klaren. ‘Dat was een uiterst korte termijn,’ herinnert zich projectleider Frederic Bertrem. ‘Om die termijn te respecteren hebben we tijdens de bouwverloven doorgewerkt en de
betonstructuur maximaal geprefabriceerd. Zo hebben we de muren opgetrokken in holle wanden, hebben we welfsels gebruikt in plaats van ter plaatse gestorte vloerplaten en hebben we voorspanbalken gebruikt om de termijn positief te beïnvloeden.’ En met succes. In januari 2004 startte MBG met het boren van de funderingspalen en in september was het gebouw winddicht. Los van de strikte termijn kwam het team van Frederic Bertrem nog tal van andere uitdagingen tegen tijdens de uitvoering. Een eerste was de plaatsing van 201 funderingspalen in een natte winterperiode. Ook de bouw van de gelijkvloerse en eerste verdieping vroeg om aandacht. ‘Op de eerste verdieping – die volledig in kolommen is gerealiseerd om een zwevend effect voor de bovenlig-
47
gende bouwblokken te krijgen – komen verschillende lasten samen. Enerzijds van de bovenliggende massieve muren, anderzijds van de onderliggende overkraging over de waterpartij.’ Opmerkelijk is ook dat de hoekgevels van de twee bouwblokken zijn opgehangen aan de achterliggende kolomstructuur. Maatoplossing voor schrijnwerk Voor de plaatsing van het buitenschrijnwerk ging MBG in zee met Simec uit Hulshout. De ruwbouwaannemer koos bewust voor een volwassen onderaannemer gezien de strakke termijn. Simec koos op zijn beurt voor de oplossingen van Sapa RC System. Concreet werden drie raamsystemen toegepast: klassieke ramen, bandramen voor de volledige eerste verdieping en vliesgevels.
actua
Het gebouw is afgewerkt in de drie hoofdkleuren en creëert zo een Mondriaans gekleurd complex dat als een kleurrijk baken in het landschap ligt.
actua
In het administratieve centrum werden klassieke ramen afgewisseld met vliesgevels. Voor deze laatste werkte Sapa RC System een maatoplossing uit op basis van de Elegance 52.
Voor de vliesgevels werkte Sapa RC System een maatoplossing uit op basis van de Elegance 52 en de Five S. Als systeemleverancier verzorgde zij ook al het nodige voorbereidende studiewerk voor deze maatoplossing om de aannemers toe te laten de nodige tijdswinst te genereren. De keuze voor deze oplossing liet toe om een deel van het assemblagewerk in het atelier van de onderaannemer / kaderleverancier van Simec uit te voeren, waaronder de verlijming van de glaselementen. ‘Dit biedt tal van voordelen; weersonafhankelijkheid, de verwerkingstemperatuur is gunstiger en de verlijming gebeurt in een stofvrije omgeving,’ lichten Raymond De Becker en Nico Verschueren toe. ‘Bij aankomst op de werf moeten de voorbereide elementen alleen nog met een clipsysteem op de Elegance 52 draagstructuur worden bevestigd,’ vervolgt Henk Janssens, Project Team Manager Belux bij Sapa RC System. ‘Het voordeel op
het vlak van termijnen is dus onmiskenbaar. Die termijnen zijn doorgaans een voornaam probleem bij de plaatsing van grote glaspartijen. Ook op esthetisch vlak heeft het systeem voordelen. Elegance 52 is bevestigd ter hoogte van de betonplaten, waardoor er geen schroeven zichtbaar zijn. Aan de buitenzijde is de vliesgevel ook uiterst strak omdat opendraaiende ramen niet zichtbaar zijn. Ook aan de binnenzijde biedt het systeem een strakker uitzicht ten opzichte van klassieke ramen.’ Optimaal teamwork Voor de klassieke ramen, koos Simec het driekamerprofiel Excellence 65 met Uf waarde: 2,2 W/m2K ≤ Uf ≤ 2,7 W/m2K (EN ISO 10077-2) – conform EPB. Voor de beglazing werd Stopray Galaxy 40-21 van Glaverbel gebruikt. Het glas heeft een Ug-waarde van 1,1 W/m2K en heeft een lichttoetreding van 40% en een zontoetreding van slechts 21%. Bij de keuze in 2003 was dit een revolutionaire beglazing.
48
Een leuk detail: de beglazing van de raadszaal valt ook op. Deze loopt van vloer tot plafond over de hele breedte. Bij mooi weer heeft men vanuit de raadzaal zicht tot aan de kust. De tijdsdruk woog ook op de plaatsing van het schrijnwerk. Simec slaagde erin 2451 m2 glas te plaatsen in nauwelijks 2 maanden tijd dankzij een goede voorbereiding. ‘Het teamwork tussen MBG, de architecten van ARCHINOVO, de ingenieurs van De KLERCK ENG (Brugge), de technische diensten van het Brugse OCMW onder leiding van architect Schrauwen en SIMEC, met de steun van SAPA RC SYSTEM, was ook optimaal,’ besluit Raymond De Becker. ARCHINOVO Van de Catsyne-Coene & Partners Autobaan 22 8210 Loppem T: +32 (0)50 49 00 31 F: +32 (0)50 49 00 41 www.archinovo.be
[email protected]
Gechambreerd? RC System houdt het op kamertemperatuur Architectural Aluminium is ons domein en onze missie. Wij ontwikkelen niet alleen profielsystemen, maar extruderen ze ook in eigen beheer. Zodoende beheersen wij het productieproces vanaf de grondstof tot en met de toepassingen. Dit biedt ons een uitstekende expertise in productkennis en -ontwikkeling. Als aluminium producent behoren wij tot de wereldtop. Als ontwerper van systemen volgen wij voor u elk project met een team van specialisten. Met hoogwaardig geïsoleerde profielen die beantwoorden aan de zeer strenge eisen uit de markt. Neem vrijblijvend contact op via
[email protected] en ontdek de uitdagende polyvalentie van Sapa RC System.
PARTNER VAN
Sapa RC System nv Industrielaan 17, BE-8810 Lichtervelde Industriezone Roosveld 11, BE-3400 Landen
Tel. +32 51 72 96 66 Tel. +32 11 69 03 11
Fax. +32 51 72 96 89 Fax. +32 11 83 20 04
E-mail:
[email protected] Website: www.sapabuildingsystem.com
Het mag ook moeilijker
Mevaco tekst: Eduard Coddé Ing. Josef Meerschman, stichter van MEVACO Bouwbedrijf NV, deinst niet terug voor de moeilijke weg. Hij startte zijn onderneming in een periode toen de bouwsector harde tijden beleefde. Hij verkiest moeilijke projecten, waarin architectuur waarde krijgt en zijn bedrijf zich kan profileren met hoogstaande kwaliteit. Hij denkt en handelt volgens een lange termijn politiek en dat levert MEVACO Bouwbedrijf NV een respectabele continue groei op.
Familiebedrijf op snelheid Na een periode als werknemer, besloot Ing. Josef Meerschman in 1980 het zelfstandige pad te bewandelen. Als technisch ingenieur bouwkunde had hij hiervoor de nodige bagage opgedaan. Van bij de start richtte hij zich op de openbare sector en industriebouw, waarbij hij afstand nam van de overbekende ‘dozenbouw’. Woningbouw was nooit aan de orde. Kantoren en utiliteitsbouw vormden zijn uitverkoren bouwprojecten. Voor de realisatie opteerde hij voor een combinatie van traditionele en prefab bouwtechnieken, een keuze die meteen
het onderscheid maakte met de concurrenten. Ing. Josef Meerschman had zich beslist een positiever klimaat gewenst voor de start van zijn ‘MEVACO’! Het begin van de tachtiger jaren bleek bijzonder moeilijk
en als starter kon hij niet de gevraagde referenties voorleggen. Door te volharden en te focussen op maximale kwaliteit ontwikkelde hij ‘MEVACO’ tot een gevestigde waarde. De voorbije 25 jaar gingen de zaken er steeds op vooruit. ‘We hebben geen uitschieters gekend, maar evenmin dalen’, blikt Ing. Josef Meerschman terug met terechte trots. ‘We zijn voortdurend blijven groeien, zonder euforisch te worden en onze kwaliteit uit het oog te verliezen’, vervolledigt hij.
Van bij zijn oprichting, zweert ‘MEVACO’ bij het combineren van geprefabriceerde structuren met traditionele bouwtechnieken.
Vandaag verschaft ‘MEVACO’ werk aan 50 werknemers. Het staat als Klasse 7 gekwalificeerd en verwierf sinds 1999 het VCAcertificaat. Prefabtechnieken Het combineren van geprefabriceerde structuren met traditionele bouwtechnieken is een werkwijze die ‘MEVACO’ van bij zijn oprichting altijd trouw is gebleven. In augustus 2005 werd ‘Prefaton’ in Oostrozebeke overgenomen, inclusief 23 medewerkers. Het bedrijf produceert prefabelementen in structuurbeton zoals balken, kolommen, trappen, enz. De productie wordt gedeeltelijk zelf verwerkt, gedeeltelijk door derden afgenomen. Door de eigen productie van de prefabelementen te koppelen aan de montage op de werf met eigen mensen, slaagt dit bedrijf erin
uiterst efficiënt en snel te werken. Het gebruik van Hebel-cellenbetonplaten kadert eveneens in deze filosofie. Deze klant/leverancierrelatie betekent dan ook een constante in de geschiedenis van het bouwbedrijf. ‘Onze keuze voor Hebel kadert geheel in onze voorliefde voor prefabelementen’, verhaalt Josef Meerschman. ‘Deze werkwijze laat toe om minder afhankelijk te zijn van de weersomstandigheden en de montagetijd op de werf tot een absoluut minimum te herleiden. Snel en gemakkelijk monteren is vandaag doorslaggevend voor de totale prijs van een project.’ Naast Hebel komt ook Silka aan bod. ‘We zijn overtuigd van de kwaliteit van het product en het hoge rendement bij de verwerking compenseert ruimschoots het prijsverschil van het naakte materiaal’, getuigt Josef Meerschman. Waar mogelijk wordt het voorgeschreven materiaal in het lastenboek
51
aangepast, in het belang van iedereen! Een nieuwe wending Net als in de woningbouw steekt het fenomeen ‘renovatie’ nu ook de kop op in de industriebouw. MEVACO Bouwbedrijf NV laat zich hier niet onbetuigd en kan op dat vlak een fraaie referentielijst voorleggen, waarbij men plots ook in de sector van de particuliere woningen duikt. Te Gent kregen de oude UCOgebouwen (dateren uit 1897) – gevat tussen de Rooigemlaan, Drongense Steenweg en Kaarderijstraat – een nieuwe bestemming als woon- en winkelpand. Het project werd uitgevoerd naar een ontwerp van de Gentse Abscis Ontwerpgroep. Het bestaande gebouw bestond uit een ketelhuis, de machinekamer en de spinnerij. Deze laatste was uit baksteen opgetrokken en hele-
In samenwerking met BURO II uit Roeselare werd te Gent het Bloso-Sporthotel gerealiseerd. Het werd het eerste grote project met Silka voor dit bouwbedrijf.
architectuur
Mevaco Bouwbedrijf nv maal wit geschilderd. Binnenin stonden er sierlijke gietijzeren zuiltjes, die zeker dienden bewaard te worden voor de geplande lofts. De werken voor het omvormen van het pand tot lofts op de verdiepingen, een ondergrondse parkeergarage en winkelpanden op het gelijkvloers, startten in 1998. De lofts op de eerste verdieping beschikken over een mezzanine, deze op de tweede verdieping genieten van een ruim dakterras. Alle lofts werden casco opgeleverd, zodat de eigenaars volledige vrijheid genoten voor de verdere inrichting. Wat het Lousbergsgebouw betreft, eveneens te Gent, opteerde men voor een prestigieus kantoor- en wooncomplex. Het dateert uit de periode 1861-1866 en werd opgetrokken in opdracht van katoenbaron Ferdinand Lousbergs. In 1976 werd het OCMW-bezit, in 1999 ving de renovatie aan. Naast de 4.500 m2 kantoorruimte ont-
stonden 22 lofts met mezzanine en terras, alsook 13 lofts met dakterras op het hoogste niveau. In het pittoreske Sint-Laureins, transformeerde men ‘Het Godshuis’ – een 19e eeuws kloostergebouw – tot feestzalencomplex met ruime parkeergelegenheid. Nieuwe molens te Brugge Dit project geeft een nieuwe bestemming aan de maalderijtoren van ‘De Nieuwe Molens’.
52
Renovatie wordt gecompleteerd met nieuwbouw langs de Kolenkaai. In totaal verschijnen een 50-tal wooneenheden van zeer uiteenlopende aard. Het gaat om 20 lofts, 13 stadswoningen en 9 appartementen, gesitueerd rondom een semi-publieke binnentuin. Mevaco Bouwbedrijf NV realiseerde dit project in bouwteamverband. Voor het binnenmetselwerk werden Silka-blokken verlijmd. ‘Projectontwikkelaars gaan steeds
Voor de ‘Media Markt’-vestiging te Oostakker werden Ytong wand- en dakplaten weerhouden omwille van de thermische isolatie en de brandvertragende werking.
meer op zoek naar aannemers die de totaliteit van het project beheersen’, merkt Josef Meerschman op. ‘Zo hoeven ze zich niet te bekommeren om de realisatie en kunnen zich volledig concentreren op hun core business, wat vanzelfsprekend resulteert in een hoger rendement!’ Media Markt te Oostakker ‘Media Markt’ is Europees leider in de distributie van consumentenelektronica (o.a. informaticaen telecomproducten, multimedia, foto, audio/video…) en huishoudelektro. Deze internationale speler opereert sinds enkele jaren ook in België, momenteel met 9 vestigingen. ‘Media Markt’ treedt zelf niet op als bouwheer, maar werkt samen met ‘Redevco’, eveneens een bedrijf met internationale vertakkingen, gespecialiseerd in projectontwikkeling, verhuur en beheer van strategisch sterk gelegen winkelpanden, industriële en
kantoorgebouwen. Te Oostakker werd de bestaande winkelsite van Brico volledig gerenoveerd en aangevuld met een nieuw winkelcentrum, onder toezicht van Architectenvennootschap G+D Studiegroep Bontinck uit Gent. Naast ‘Media Markt’ namen ook ‘E5 Mode’, ‘Kwarto’ en ‘Shoe Discount’ hun intrek. Omwille van de thermische isolatie en de brandvertragende werking, werden Hebel wand- en dakplaten toegepast voor de Media Markt-winkel. Bij de overige winkels werden de wanden in Hebel-panelen opgetrokken om zo brandoverslag van de ene winkel naar de andere te vermijden. ‘Deze realisatie zat gebonden aan een bijzonder strikt na te leven timing’, blikt Josef Meerschman terug. ‘We ontvingen de opdracht in november 2004, net voor de moeilijk in te schatten winterperiode, terwijl de opening van de eerste zaak – E5 Mode – reeds in april 2005
53
geprogrammeerd was. Media Markt volgde in september.’ Variatie als uitdaging Variatie in de opdrachten vormt een mooie uitdaging. Zo staan de restauratie, renovatie en aanvullende nieuwbouw – in de originele stijl – van een oude en geklasseerde abdijhoeve uit de 18de eeuw op de agenda. Alle binnenmetselwerk zal met Silka-blokken worden uitgevoerd. Zoon en dochter Meerschman hebben inmiddels ook hun plaats gevonden bij ‘MEVACO’ en verzekeren de toekomst van dit familiebedrijf. Mevaco Bouwbedrijf NV Durmelaan 6 9880 Aalter T: +32 (0)9 325 73 50 F: +32 (0)9 374 08 30
[email protected] www.mevaco.be
Een stukje stad bouwen
Louis De Waele/CFE fotografie: dries van den brande tekst: marc covet In Jette bouwt de tijdelijke vereniging van de aannemingsbedrijven CFE en Louis De Waele een wijk die hoofdzakelijk bestemd is voor huisvesting. Eén en ander gebeurt met behulp van Silka, bouwelementen die steeds meer gewaardeerd worden bij grote bouwwerven.
De bouwketen staan over twee verdiepingen opgesteld rond een binnenkoer. Er is een balkon, er zijn toegangspaden, sanitair, burelen en vestiaires. Het lijkt wel een klein, pittoresk dorp met alles erop en eraan. Philippe Gaudisaubois staat in voor het beheer van dit
gigaproject voor de aannemingsbedrijven Louis De Waele en CFE. Hij brengt elke dag vele uren door in deze werkomgeving. Op de eerste verdieping kijkt zijn kantoor uit over deze site van 15 hectare. De projectleider staat aan het hoofd van een klein leger. Met mevr.
55
Laurent, ingenieur bij CFE, partner van het project, is hij verantwoordelijk voor de coördinatie van een hoofdwerfleider (de heer Ancelot, bijgenaamd ‘de kapitein’), 2 hulpwerfleiders, 2 ploegbazen, 20 man voor de bekistingen, 5 man om de Silkablokken te monteren, 6 ijzervlechters en dan nog een hele reeks onderaannemers. Silka-elementen: hun modulaire grootte en densiteit laten toe zeer snel en hoog te bouwen. De elementen komen genummerd op de werf toe en maken van het bouwen een spel.
Het zijn lange werkdagen, want naast de algemene leiding van de arbeid moeten ook de bestellingen in goede banen geleid worden. ‘Alles gebeurt vanaf de bouwplaats. We zijn uitgerust met telefoons, faxen, computers, het Internet. Wij versturen de aanbestedingen en analyseren ze. Niet alle bedrijven werken op deze manier. Sommige hebben gespecialiseerde afdelingen voor bestellingen en ondernaannemingen. Ik ben ervan overtuigd dat onze methode de beste is. De bouwsector werkt altijd op basis van vertrouwen van de verschillende partijen. Wij onderhandelen rechtstreeks, op het terrein, met
de aannemers en de toeleveringsbedrijven.’ Het gesproken woord en het menselijk contact zijn sinds mensenheugnis de beste garantie voor een vruchtbare samenwerking. Echte vakmannen zullen dat graag bevestigen. Stedenbouw en cinema De story van de ‘Tuinen van Jette’ start in 1976, wanneer het gewestplan, dat door het Brussels Gewest is opgemaakt, de landbouwzone gelegen tussen de Tentoonstellingslaan en de Dikke Beuklaan wijzigt in uitbreidingsgebied. De gemeente Jette kan dus zelf beslissen over de bestem-
56
ming van dit gebied. In 1987 beslist de Gemeenteraad + College de toekomstige wijk (100.000 m2) te bestemmen voor huisvesting, terwijl het gedeelte langs de weg zal voorbehouden worden voor kantoorgebouwen (40.000 m2). Het is het bureau Assar dat het bijzonder bestemmingsplan (BBP) ontwerpt. Bij het uittekenen van de vormen, het wegtracé, de materialen en de kleuren van de toekomstige wijk, streven de directeur van het project en de architecten verschillende doelstellingen na: veel groen, kantoorgebouwen en openbare ruimtes op
menselijke schaal, kwaliteitsvolle wooncomplexen, een gezellig levenskader, woningen die beantwoorden aan de noden van het moderne leven. Ook de landschapszones zijn belangrijk. Er werden veel bomen en struiken aangeplant, er is een vijver in het lage deel en ontspanningszones die gespreid liggen over de hele site. Ze werden ontworpen in samenwerking met het landschapsbureau Pechère & Partners. Om de veiligheid van de voetgangers te waarborgen, is het hele gebied ‘zone 30’. De straten kregen de namen mee van acteurs: het Jean Gabinplein, de Stan Laurelpassage en… het JeanLouis Thysplein, als eerbetoon aan de oud-burgemeester van Jette en minister van de eerste Brusselse regering.
Kwaliteitswoningen tegen redelijke prijs Het wooncomplex zal in 2009 klaar zijn, dus 16 jaar na het leggen van de eerste steen. Het is een wijk met een heleboel voordelen: nabijheid van het gemeenschappelijk vervoer, een uitrit van de Ring, talloze diensten in de omgeving. Het succes van de site is een bewijs temeer van de terugkeer van de bewoners naar de stad. De grote uitdaging is te zorgen voor huisvesting tegen een aanvaardbare prijs, dus toegankelijk voor de middenklasse. Er staan enkele woningen, maar het merendeel zijn appartementen. De schaalgrootte van een flatgebouw laat toe de kosten te drukken. De architectenbureaus Assar en Cooparch, verenigd onder de banier van de ‘Ateliers van Jette’, hebben de appartementsgebouwen ontworpen.
57
Philippe Gaudisaubois brengt ons naar een ‘kijkappartement’. Het is een plek waar in de eerste plaats verkocht wordt, maar die ook als referentie dient tijdens de periode van de werken. Een soort van prototype dus. We beklimmen de 7 verdiepingen van het gebouw te voet en belanden in een driesterrenappartement. ‘Deze klant heeft twee loten gekocht om meer plaats te hebben’, verduidelijkt de werfbeheerder, ‘en hij wou een buitengewoon zicht.’ Voor ons ontrolt zich een Brusselse skyline die weinig vertrouwd aandoet. Op het voorplan de Basiliek van Koekelberg en iets verder de Noordwijk, ‘het kleine Manhattan’. Het is een kwaliteitsvolle, rustige, perfect georiënteerde plek, met een uitzonderlijke lichtinval.
constructie
Louis De Waele/CFE In Jette, dichtbij de ring van Brussel, ontstaat een nieuwe wijk, een complete en gebalanceerde stadsontwikkeling met wooneenheden, enkele kantoren, winkels, infrastructuur en groene ruimtes.
constructie
Louis De Waele/CFE Silicaatsteen: interessant en performant Voor deze reusachtige onderneming heeft Louis De Waele/CFE gebruik gemaakt van Silkaelementen. Toch was dat niet meteen de bedoeling: ‘Aanvankelijk dachten we eraan op klassieke wijze te bouwen met een betonschaaltructuur’, herinnert ingenieur Gaudisaubois zich. ‘Maar het aannemingsbedrijf De Waele had reeds ervaring opgedaan in de ‘Tuinen van de Kroonlaan’ in Elsene, een ontwerp van de architectenbureaus A2RC en AVA. We hebben de leverancier een variante gevraagd met silicaatsteen. Vermits de prijs van staal en beton de laatste jaren sterk is gestegen, hebben we een serieuze besparing gedaan. Dankzij zijn flexibiliteit en zijn snelheid van uitvoering, winnen we veel tijd.’
De belangrijkste eigenschap van dit materiaal is zijn drukweerstand. Met een densiteit van 1800 kg per kubieke meter, vertegenwoordigt het een grote massa. Het bezit een uitstekende thermische inertie en is een goede akoestische isolatie. Het is makkelijk te gebruiken als variante, bijvoor-
beeld voor een traditionele spouwmuur, vermits de diktes standaard zijn (van 10 tot 30 cm). De grote afmetingen van de blokken vergen een specifieke uitrusting, maar laten een snelle uitvoering toe. Een ander punt waarop bespaard kan worden: door het glad oppervlak volstaat het de muren te bestrijken met een dunne pleisterspecie. Ook op deze post wordt op die manier aanzienlijk bespaard. Als een bouwspel De densiteit van Silka laat toe flatgebouwen met 10 verdiepingen te bouwen. Philippe Gaudisaubois geeft toelichting op het structureel ontwerp van het gebouw: ‘De ondergrondse en gelijkvloerse verdieping zijn ontworpen in betonschalen om een stevige basis te vormen en de lasten van de verdiepingen beter te spreiden. Dit is tevens een manier om de tractie, te wijten aan de ondergrondse kelders, op te vangen. Op deze basis worden de Silkaelementen als draagmuur op elkaar gestapeld. Bij de technische dienst van de leverancier krijgen de ingenieurs de plannen van de architecten en tekenen ze de positie van elk Silka-element dat genummerd zal
58
worden op de muren. Het is immers onmogelijk zo’n harde elementen op de bouwplaats aan te passen, dat zou teveel tijd vergen.’ Vervolgens kunnen de monteurs, die op enkele dagen door de leverancier opgeleid worden, zich uitleven in een echt gemoduleerd bouwspel. Muren optrekken wordt zo een echte sinecure. De tijdelijke vereniging Louis De Waele-CFE bewijst dat ze in staat is ingewikkelde opdrachten uit te voeren. Het bezoek aan de werf heeft het aangetoond: hier wordt een werf op een professionele en pragmatische manier beheerd. Weinig mankracht voor een maximale efficiëntie. Het is niet voor niets dat Louis De Waele en CFE zoveel prestigeprojecten in het Brussels Gewest hebben. Een succesverhaal dat nog lang niet aan zijn einde is.
Louis De Waele sa/nv Jean Dubrucqlaan 175 1800 Brussel T: 02/422 08 11 F: 02/420 32 12
[email protected] www.louisdewaele.be CFE BRABANT Herrmann-Debrouxlaan 42 1160 Brussel T:. 02/661 12 12 F: 02/661.40.32 www.cfe.be
[email protected]
Samen werken aan een ruwbouwoplossing
Isolerend Ecologisch Akoestisch Duurzaam Stevig Economisch Comfort verhogend
Xella BE nv/sa Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • tel: 03/250.47.00 • fax: 03/250.47.06 •
[email protected] • www.xella.be
Living Tomorrow Klavertje vier tekst: eduard coddé fotograaf: Michael Van Oosten
‘Living Tomorrow’ ging in 1991 van start als privé-initiatief met als doel onderzoek te verrichten naar het leven en werken in de toekomst, daarrond een visie te ontwikkelen en deze ook concreet voor te stellen aan een breed publiek. Zo werd in 1995 het eerste ‘Living Tomorrow’ project geopend.
60
3
Op maandag 9 januari 2006 werd het eerste Ytong-blok verlijmd met de medewerking van prominenten als Vice-minister President Fientje Moerman, Jean-Luc Dehaene (burgemeester Vilvoorde), Arthur Goethals (CEO bij Delhaize Benelux) en Gérard Mestrallet (CEO bij Suez).
Formule met groeiend succes Het eerste ‘Living Tomorrow’-project werd als ‘woning voor de toekomst’ opengesteld en ging gepaard met een investering van 6 miljoen euro. Het ontwerp besloeg 1.000 vierkante meter en trok in vijf jaar tijd 627.000 bezoekers aan. Voor de 157 partners betekende het vooral een informatiecentrum naar het publiek. In 2000 volgde de presentatie van een tweede ‘Living Tomorrow’-project met 3.700 vierkante meter en een budget van 14,5 miljoen euro, aanzienlijk grootser dan het eerste. In totaal participeerden 93 partners in het project dat ontstond onder de noemer ‘huis en kantoor voor de toekomst’. Tijdens de volgende vijf jaar vonden één miljoen bezoekers de weg naar ‘Living Tomorrow 2’. Het succes van de twee opeenvolgende projecten, gevestigd te Vilvoorde, gaf aanleiding voor een eerste Nederlands ontwerp. Veertig partners schaarden zich rond het project te Amsterdam.
Met een investering van 25 miljoen euro opende het in 2003 zijn deuren. Voor de komende vijf jaar worden 750.000 bezoekers verwacht. Het Nederlandse ‘Living Tomorrow’ toont niet alleen het ‘huis en kantoor van de toekomst’, het vormt tevens een researchcentrum voor de organisatie die vandaag een honderdtal medewerkers telt.
Eerste steenlegging Op 9 januari 2006 werd aan de Indringingsweg te Vilvoorde door Fientje Moerman – vice-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van economie, ondernemen, wetenschap, innovatie en buitenlandse handel –, burgemeester Jean-Luc Dehaene en tal van andere prominenten overgegaan tot de eerste steenleg-
Frank Beliën en Peter Bongers, co-stichters en co-voorzitters van Living Tomorrow.
61
actua
Klavertje vier ging voor een derde Belgisch ‘Living Tomorrow’-project. Eigenlijk ging het om de verlijming van het eerste Ytong-blok, want Xella is voor elk van de ‘Living Tomorrow’-projecten als partner opgetreden. Dat heeft alles te maken met de unieke eigenschappen van Ytong, een bouwmateriaal dat moeiteloos beantwoordt aan de nieuwste en strengste normen op het vlak van energieprestatie. Energiezuinig bouwen staat meer dan ooit centraal en heeft zowel te maken met de stijging van de energiekosten als met de van overheidswege opgelegde nieuwe normen voor energieprestatie en binnenklimaat (EPB vanaf 01/01/2006). Enkel Ytong-blokken maken het mogelijk om, zonder gebruik van bijkomende isolatie, te voldoen aan de vandaag geldende energieprestatienormen. Dat betekent niet alleen snel en efficiënt bouwen, maar tevens het vermijden van warmtelekken door slecht geplaatste isolatie of koudebruggen tussen binnen- en buitenwan-
den. Door het verlijmen van de Ytong-blokken sluiten de verschillende lagen homogener en wordt warmteverlies uitgesloten. Een innovatief plan als ‘Living Tomorrow 3’ sluit perfect aan bij de filosofie van Ytong Professionele en particulieren welkom ‘Living Tomorrow 3’ zal verwezenlijkt worden met 70 partners en vertegenwoordigt een totale investering van 20 miljoen euro. De inhuldiging wordt eind dit jaar verwacht en de organisatie rekent op één miljoen bezoekers tot 2011. Het gebouw is van de hand van architect Vittorio Simoni en verschijnt op hetzelfde terrein als ‘Living Tomorrow 2’. Overigens zal 50% van de bestaande structuur gerenoveerd worden, nog een verwijzing naar de actualiteit in de bouwsector. Het andere gedeelte wordt nieuw aangebouwd. De ‘Living Tomorrow’-organisatie voorziet zeker 300 evenementen
62
per jaar. Iets meer dan de helft van de bezoekers zullen professionelen zijn uit de bouwsector of daarmee aanverwante sectoren, terwijl zowat 40% particuliere bezoekers zich een beeld zullen vormen hoe leven en werken er in de toekomst kan uitzien. Nieuwe accenten Dit derde Belgische en vierde ‘Living Tomorrow’-project heeft aandacht voor een reeks nieuwe onderwerpen, die rechtstreeks betrekking hebben met de evoluties in onze actuele en toekomstige leefwereld. Elektronische applicaties – ‘e’ – maar vooral de communicatiemogelijkheden van het Internet en andere netwerkverbindingen spelen hierin een sleutelrol. Domotica klinkt misschien niet meer zo nieuw, doch de nieuwste ontwikkelingen vanuit de informaticasector maken deze comfort- en beveiligingsuitrusting toegankelijker voor een bredere groep consumenten. We noemen in dit verband draadloze bewakingscamera’s, die geactiveerd
worden door bewegingsdetectie en hun beelden via het Internet kunnen overmaken aan om het even welke computer met webbrowser waar ook ter wereld. Vanzelfsprekend kunnen de camera’s ook alarmmeldingen uitsturen via SMS of E-mail. Het Internet brengt ons ‘video on demand’ – het op elk ogenblik aanvragen van films naar keuze – en ook ‘high definition TV’ (HDTV), TV met een beeld- en geluidskwaliteit die de bioscoop overtreft! ‘Living Tomorrow 3’ schenkt niet alleen aandacht aan comfort en ontspanning. Ook ‘e-Office’ – thuiswerken, met alle functionaliteit die men normaal op de werkplek ter beschikking heeft, zonder zich te moeten ver-
plaatsen – vindt er zijn plaats. Nog steeds in de sfeer van informatica en telecommunicatie valt het thema ‘Healthy Ageing’. De toenemende veroudering van de bevolking en de daarmee gepaard gaande kosten voor de gezondheidszorg, baart de overheid zorgen. Moderne technologie kan ons echter helpen om langer zelfstandig thuis te wonen. ‘Telegeneeskunde’ en ‘telemonitoring’ van patiënten zorgen voor de basis. Naast ‘Suez’ voor energie- en waterbeheer en de ‘Vlaamse Overheid’, stapt ‘Delhaize’ in als derde co-initiatiefnemer. Delhaize zal in ‘Living Tomorrow 3’ de ‘winkel van de toekomst’ uitbouwen maar de bezoekers eveneens
Living Tomorrow 63
3
confronteren met nieuwe concepten voor thuiswinkelen via het Internet, al dan niet in combinatie met thuislevering. Voor wat de ‘winkel van de toekomst’ betreft, zullen gezonde voeding, convenience – o.a. voorbereide gerechten of delen ervan, die zich gemakkelijk laten samenstellen tot een volwaardige maaltijd en ook vlug bereidbaar zijn – en de ontdekking als winkelbeleving en aantrekkingspool centraal staan. De ‘Living Tomorrow’-organisatie ontwikkelt tevens plannen om haar succesformule naar het buitenland te laten doorgroeien.
Living Tomorrow Indringingsweg 1 B-1800 Vilvoorde T: +32 (0)2 263 01 33 F: +32 (0)2 263 01 44 www.livtom.be
‘Zoektocht naar de ultieme architectuur’
Architect Gregory Nijs fotografie: dries van den brande tekst: tim vanhove Jong en gedreven. Het klinkt als een cliché, maar het bevat meteen ook de waarheid van een cliché. Met 8 jaar praktijkervaring zit de Truiense architect Gregory Nijs naar eigen zeggen nog midden in een ontdekkingstocht naar zijn ultieme architectuur. Een boeiende reis die hem van een speelse architectuur als beginnend architect naar een strakke architectuur liet doorgroeien. In deze nieuwe strakke architectuur laat Gregory Nijs de geplogenheden van de traditionele woning achterwege.
De bouwsector was van huize uit een vreemde voor Gregory Nijs. Niemand in z’n familie had van ver of dicht iets met de sector te maken. ‘Maar ik wist al in het middelbaar onderwijs dat ik iets creatiefs wilde doen. Dat idee was zelfs heel specifiek: ik wilde architect worden.’ En zo gebeurde. Gregory studeerde in 1997 af als architect aan het PHAI – de huidige KHL – in Diepenbeek. Voor zijn stage koos hij een kantoor in Hoeilaart. ‘Het
was eigenlijk een soort zoektocht. Tijdens mijn opleiding ging ik twijfelen aan mijn keuze. Was ik niet beter in een grootstad gaan studeren? Want daar kom je toch pas echt in aanraking met dé architectuur. Vandaar dat ik besloot mijn stage in de regio Brussel te doen. En eerlijk gezegd, op dat vlak was m’n stage een ontnuchtering – of misschien wel een openbaring –, want in de grootstad worden net als in Limburg fermettes gebouwd’,
64
bekent de architect. Na de tweejarige stageperiode bleef Gregory Nijs nog twee jaar bij zijn stagemeester hangen. De stageplaats was volgens de architect dan ook uniek. Van dag één al stond hij in voor de voorontwerpen, het maken van presentaties en het uitwerken van de definitieve ontwerpen. Kortom, een periode waar hij leerde ontwerpen en een sterke dosis zelfvertrouwen opdeed. Van ronde vormen… In die beginperiode werden de ontwerpen van architect Nijs getypeerd door een speelse stijl, ofte ronde ramen, ronde muren en andere ronde vormen. ‘Vooral het ronde raam was toen een standvaste in mijn ontwerpen. Iedere woning
Deze moderne burcht is een typevoorbeeld van de strakke architectuur die Gregory Nijs nastreeft.
van m’n hand had er toen één.’ Ook zo bij een woning in SintTruiden. Een project waar de architect tot op vandaag nog altijd fier op is. De architectuur van de woning strookt niet meer met de ontwerpen die de architect vandaag tekent, maar conceptueel was het project uiterst geslaagd. Als een oplossing voor het hellende terrein koos architect Nijs ervoor de slaapvertrekken en badkamer op de benedenverdieping – en dus onder het maaiveld – onder te brengen. Hierdoor komen de leefruimten tegelijkertijd ook een stuk boven het maaiveld te liggen, wat een beter uitzicht biedt over het mooie, glooiende Haspengauw. Gregory Nijs grijpt vandaag wel meer terug naar dit soort oplos-
singen om de woonkwaliteit te verhogen. De architect verduidelijkt: ‘Op een hellend terrein kies ik er graag voor om de leefruimten op de verdieping te huisvesten, de slaapvertrekken verdwijnen dan (deels) onder het maaiveld. Zelfs op vlakke percelen kan deze omgekeerde woning tot boeiende resultaten leiden. In dit glooiende landschap bied je de bewoners prachtige uitzichten wanneer de leefruimten op de verdieping liggen. En, het biedt ook een voordeel op het vlak van veiligheid.’ Ook de splitlevelwoning probeerde de architect al uit om ruimte te besparen op krappe bouwpercelen of om intern linken te leggen tussen ruimtes. … naar strakke architectuur Met de jaren vervaagden de ronde
65
vormen in de ontwerpen om plaats te maken voor een strakke architectuur. Kenmerkend in de huidige stijl is de aandacht voor het detail. Een ruimte moet voor zich spreken, zonder dat er elementen aan worden toegevoegd. Gregory Nijs: ‘De inspiratie voor de ontwerpen komt nu uit het project en de omgeving zelf. Voor de ontwerpen ben ik ook afgestapt van de traditionele elementen in de woning. Een gevel heeft niet noodzakelijk een venster meer. Ik werk eerder met combinaties van glasgevels en gesloten gevels. Zij bieden een antwoord in de zoektocht naar een evenwicht tussen een optimaal contact met de buitenomgeving en een hoge mate van privacy. Ook de binnentuin of patio’s gebruik ik hiertoe graag.’
Een moderne burcht In Hoepertingen staat een woning die volledig volgens dit nieuwe concept is geconcipieerd. Ze vertaalt zich naar de buitenwereld als een omwalde burcht, terwijl de bewoners maximaal genieten van haar omgeving. Dit dankzij de wisselwerking tussen gesloten en glazen gevels. In totaal werd 150 m2 glas gebruikt. De gesloten gevels zijn opgetrokken in verlijmde cellenbetonblokken. Boeiend aan het concept is dat de
omwalling de contouren van het bouwperceel volgt, dat in een hoek van 45° op de straat ligt. Het resultaat is een parallellogram waarbinnen een L-vormig bouwprogramma is uitgewerkt. De resterende ruimtes zijn ingevuld met een binnentuin aan de straatzijde en een overdekt terras aan de tuinzijde. Om koudebruggen te vermijden, bouwt de architect de muren steevast op een aanzet in cellenbeton. Een materiaal waarmee hij ook
architectuur
Architect Gregory Nijs
Het gebruik van cellenbeton laat Nijs toe de woning als het ware te beeldhouwen uit een massief rotsblok.
eindigt ter hoogte van de dakrand. Aan de straatzijde wordt de ‘omwalling’ doorbroken door een houten vlak dat de garagepoort en een doorgang via de binnentuin naar de voordeur herbergt. Deze toegangsdeur geeft onmiddellijk uit op een immense leefruimte. In het deel waar je binnenkomt, staan een trap en toilet opgesteld als elementen in de ruimte. Het toilet is een losstaande, ronde koker, de trap is zwevend opgevat. De leuning is een mooi voorbeeld
De halve cirkelboog bood een passend antwoord om twee niet-gelijkliggende gevels op elkaar aan te sluiten.
van de aandacht die architect Nijs aan het detail besteedt. Ze is in de muur ingewerkt en wordt aangelicht. De hoogte van de leefruimte varieert tussen twee zones van 2,50 en 3,50 meter. ‘Ook weer een manier om te spelen met ruimtelijkheid. Daar waar ik in andere projecten steevast naar een vide streefde, is deze hoogtevariatie hier als het ware de vide’, aldus Gregory Nijs. Een laatste opmerkelijk aspect is dat de glaswanden in de hoogte doorlopen tot aan de dakrand. Een deel van de dakopbouw is dus – weliswaar afgewerkt – zichtbaar door de glaswand. Sculptuureffect Naast cellenbeton gebruikt Nijs ook graag pleisterwerk om z’n woningen af te werken. ‘In de bepleisterde volumes kan je als het ware gaan beeldhouwen. Je hebt een massief volume waarin je de openingen en vormen gaat uitsnijden. Op dit vlak biedt cellenbeton tal van voordelen. Het is hét aangewezen
materiaal om te bepleisteren. Maar als ontwerper kan je er ook veel meer mee. Het is bijvoorbeeld heel wat gemakkelijker een correcte overkraging te realiseren in cellenbeton dan in beton’, zegt Gregory Nijs. Een mooi voorbeeld van deze theorieën staat in Aalst bij SintTruiden. Door de helling in het perceel telt deze woning 3 niveaus aan de straatzijde en twee aan de achterzijde. Beide zijdes hebben een verschillende architectuur. De achterzijde is lang en slank opgevat, de straatzijde heeft een sculptuureffect. Het is als het ware een massief blok waaruit de openingen zijn gehouwen. Om hier een maximaal resultaat te halen, koos de ontwerper voor cellenbeton. ‘Tegelijkertijd was het materiaal ideaal om als verloren bekisting te gebruiken voor de overkraging. Zo is de vloerplaat onmiddellijk en correct geïsoleerd. Bovendien laat cellenbeton toe homogeen te werken.’
67
Creatieve appartementsbouw Naast nieuwbouwwoningen heeft Gregory Nijs ook al enkele renovaties en appartementsgebouwen op zijn referentielijst staan. De bouw van de appartementen vroeg telkens de nodige dosis creativiteit om binnen de gegeven bepalingen en beperkingen een antwoord te bieden op de vraag van de bouwheer. Voor het project Nieuwpoort in Sint-Truiden verbouwde de ontwerper, in een samenwerkingsverband, een bestaande woning van 2 verdiepingen tot een appartement met vier verdiepingen. ‘We hebben het maximaal mogelijke gebouwd binnen de stedenbouwkundige beperkingen. Uitdaging aan de straatzijde was de verschillende hoogte aan weerszijden. Dit leidde tot een boeiend volumespel. Aan de achterzijde diende de nieuwe gevel aan te sluiten op twee niet-gelijkliggende zijgevels. Het antwoord hier lag in een halve cirkelboog.’ Om de grondige uitbreiding te kunnen realiseren op de bestaande structuren, moest zo licht mogelijk worden gewerkt. Ytong was hier de voor de hand liggende optie. Het beperkte gewicht liet meteen ook toe om een grote overkraging aan de achterzijde slechts op één steunpunt te laten afdragen. Ook voor de afwerking in crépi bood cellenbeton de nodige zekerheden. Architect Gregory Nijs Stippelstraat 18 3800 Sint-Truiden T: +32 (0)11 31 15 21 F: +32 (0)11 31 69 32
[email protected]
Wisselwerking De werf van Bekaert te Deerlijk kreeg een brandmuur in Ytong-blokken.
Vamogill texte: eduard coddé Harry Van Moeseke heeft altijd in de bouwsector gewerkt en er zijn voldoening gevonden in de uitvoering. Zeven jaar geleden werden zijn kwaliteiten ontdekt en gewaardeerd door een jonge architect, die hem aanspoorde de toekomst in eigen handen te nemen.
Klavertje vier Vamogill startte aanvankelijk als een tweemanszaak – of beter een man en een vrouw, want Harry’s echtgenote Marianne deinsde er niet voor terug om zelf op de werf te staan en letterlijk bij te dragen tot het uitbouwen van de kersverse eigen zaak. Vandaag draagt Marianne vooral zorg voor de onvermijdelijke administratie en leidt de papierwinkel in goede banen. Haar plaats op de werf werd ingenomen door zoon Tom, die op zijn beurt versterking kreeg van neef Dieter.
Dieter heeft altijd al in de bouwsector willen werken, maar kwam enigszins gedwongen in de grafische sector terecht. Niet voor lang echter, want na een VDAB-opleiding staat Dieter vandaag vol enthousiasme in Vamogill-outfit op de werf. ‘Hij toont een diepe interesse in het werk en legt hart en ziel in de uitvoering’, verhaalt Marianne enthousiast. ‘Zijn grafische opleiding komt zeker van pas voor het fijnere gedeelte en het inzicht in de werken’, vult Harry aan. Zoon Tom gaat er graag stevig tegenaan en neemt spontaan de zwaarste stukken voor zijn reke-
68
ning. ‘We werken altijd samen en zijn zo goed op elkaar ingespeeld, dat het moeilijk zou zijn om iemand anders te laten meedraaien’, merkt Harry op. Zelf kan hij het leven op de werf niet missen en wil evenmin ruilen voor een bestaan als ‘commandeur’. Vamogill werkt als zelfstandig aannemer zowel voor particuliere bouwheren als voor industriële opdrachtgevers. In het eerste geval zijn het de architecten die het aannemersbedrijf de uitvoering van hun projecten toevertrouwen; in het tweede geval gaat het meestal om onderaanneming voor grote bouwbedrijven. Zo werken Harry en zijn ploeg regelmatig voor Bolckmans, ASK Romeyn, 3D Bouwteam uit Waregem, enz.
Bij een appartementsgebouw aan de jachthaven van Blankenberge werd voor de niet-dragende binnenmuren geopteerd voor Ytong-blokken 60 x 50 cm. Vamogill werkt mee aan deze werf in opdracht van Bouwpartners uit Temse.
Samen scoren De wisselwerking tussen architect, hoofdaannemer, onderaannemer en leveranciers, ligt dit bedrijf nauw aan het hart. Voor hen betekent een eerlijke en oprechte samenwerking een waardevol gegeven om samen beter te scoren en nieuwe opdrachten binnen te halen. ‘De eigen reputatie hoog houden, blijkt de beste werkverzekeraar’, pleit onze gastheer. Vandaag werkt Vamogill nog steeds frequent samen met de architect die zeven jaar geleden voor een ommezwaai zorgde in het leven van dit echtpaar. De architect merkte het talent voor organisatie en coördinatie op de werf. ‘Wanneer zich een probleem stelt in de uitvoering, dan vind ik het een uitdaging, maar ook heel normaal om daar een oplossing aan te geven’,
antwoordt Harry op de vraag wat hem destijds liet opmerken. ‘Het klinkt als een cliché, maar vertrouwen is waar het om draait in de bouw’, verhaalt Harry Van Moeseke. ‘Ik bedoel dan vertrouwen tussen architect, aannemer en leverancier(s) van bouwmaterialen. Een goede uitvoering levert tevreden klanten op en dat spreekt zich rond, zodat weer nieuwe opdrachten worden toevertrouwd. Een project kwalitatief vooruit helpen, daar vaart iedereen wel bij!’, klinkt het overtuigd. Vamogill is in elk geval trots op de repetitieve contacten met de diverse opdrachtgevers en maakt er een erezaak van dat zo te houden. Ook met leveranciers als Xella en Maertens Bouwmaterialen uit Zedelgem onderhoudt men goede relaties. ‘Bij Maertens Bouw-
69
materialen komen we bijna dagelijks over de vloer en dat schept meer dan een band. Het heeft alles te maken met dienstverlening, een essentieel gegeven dat ons enorm helpt bij het aannemen. Samen scoren we beter!’, benadrukt onze gesprekspartner. Specialiseren De eerste grote opdracht die Vamogill als zelfstandig aannemer uitvoerde, betrof een hangar te Beernem. ‘De binnenmuren waren in Ytong-blokken voorgeschreven’, weten Harry en Marianne nog goed. ‘Het betekende een eerste ervaring met cellenbeton en we hebben het verlijmen zelf aangeleerd… We gebruikten eerst verkeerdelijk een faiencekam om de lijm aan te brengen, tot de Ytong-demonstrateur ons corrigeerde’, gaat de herinnering verder.
construction
Vamogill Office Center te Eke. De brandwanden uit Ytong-blokken zorgen niet enkel voor veiligheid, maar tevens voor een goede thermische isolatie.
Die eerste ervaring gaf aanleiding om meer te werken met Ytong en zich zelfs te specialiseren in de verwerking van cellenbeton. ‘Met Ytong behalen we een groter rendement en kunnen we als klein team ook grotere werven aan’, argumenteert Harry. De voorbije drie jaar bestond meer dan de helft van het uitgevoerde werk uit Ytong-blokken. Wanneer de mogelijkheid zich voordoet om snelbouw te vervangen door Ytong-blokken, dan zal dat ook gebeuren. ‘Met Ytong werken we gewoon sneller en daar doet de klant zijn voordeel mee’, getuigt Harry. Vandaag verwerkt Vamogill zowel Ytong-blokken als Silka-elementen en vellingkantblokken. ‘Zelf verkies ik nog steeds Ytong 10 en 15 cm blokken, omdat ze vlotter hanteerbaar zijn en de plaatsing zich nog laat wijzigen tijdens het verlijmen’, verklaart Harry.
Vamogill droomt ervan speciale constructies te mogen uitvoeren. ‘Hypermoderne woningen vormen een mooie uitdaging’, mijmert Harry. ‘Als aannemer verlang je een bewijsstuk van het eigen kunnen neer te zetten, een soort masterpiece…’. Werfperikelen ‘Met de veiligheidscoördinator hebben wij geen problemen’, verklaren Harry & Marianne. ‘Veiligheid bleek een kritisch punt op de meeste werven – blote kabels, geïmproviseerde stellingen met gestapelde paletten of olievaten,… De verplichting van een veiligheidscoördinator scoorde zeer positief! Als zaakvoerder moet men zelf het goede voorbeeld geven, dat spoort ook de anderen aan. Bij Vamogill zijn veiligheidsschoenen, een helm en aangepaste broek onvermijdelijk!’ Anderzijds betreurt men een toenemend gebrek aan respect van
70
de collega’s op een werf. ‘Het gaat dan zowel over werk als materiaal’, krijgen we te horen. ‘Iedereen pakt gewoon wat hij nodig heeft… Sommigen verschijnen gewoon zonder gereedschap op de werf! Men leent materiaal zonder het eerst te vragen en terugbrengen hoort er niet meer bij. Soms moeten we onze eigen steiger gaan afbreken om hem zelf te kunnen gebruiken!’ Diefstal op de werf blijkt een andere toenemende plaag. Tijdens de week gaat het veelal om collega’s die gereedschap laten verdwijnen, opzettelijk of door slordigheid. In het weekend lopen de bouwmaterialen gevaar voor doe-het-zelvers. Het moeilijker werken op de werf kost tijd (door zoeken) en vaak ook geld (opnieuw aankopen), wat onvermijdelijk dient doorgerekend te worden in de offertes.
Woning te Sint-Andries. Vamogill voert werken uit voor particulieren en voor industriële opdrachtgevers, dikwijls in onderaanneming.
Referenties Met trots blikt Vamogill terug op de medewerking aan ‘Plopsaland’ in de periode 1999/2000. ‘Er heerste een gigantische tijdsdruk naarmate de deadline voor het openen van het park naderde’, herinnert Harry zich. ‘We hadden de
Ytong-blokken nog maar net neergezet of de crépilaag ging er al overheen!’ In onderaanneming gebruikte Vamogill meer dan 400 m3 Ytong-blokken voor het stationcomplex en alle sanitaire blokken. ‘We werkten van 6 uur ‘s morgens tot minstens 19 uur. Met onze eigen mensen konden we vaak het verschil maken door veel flexibeler in te spelen op de werfsituatie’, merkt Marianne fier op. Voor de nieuwe vestiging van ‘Delta Light’ te Wevelgem werd in onderaanneming voor Bolckmans gewerkt. Voor het binnenmetselwerk, de sanitaire blokken, de verzendingsafdeling en het labo wendden Harry en Marianne samen ruim 300 m3 Ytong-blokken aan. Een project van heel andere aard zijn de ‘kasteelappartementen’ die men aan de jachthaven van Blankenberge voor Bouwpartners Het Iepers Parkethuis te Oudenaarde. Deze werf werd in onderaanneming uitgevoerd.
71
uit Temse realiseert. Het gebouw telt 7 verdiepingen met elk 4 appartementen en wordt bekroond met dakappartementen. Silka-elementen worden hier gecombineerd met 60 x 50 Ytong-blokken voor het binnenmetselwerk. In totaal gaat het om 260 m3. De ervaring met Ytong draagt ongetwijfeld bij om zeer snel te werken. ‘In één week tijd voltooien we een ganse verdieping’, licht Harry toe. ‘De organisatie en voorbereiding op de werf zijn daarbij uiterst belangrijk.’ Deze onderneming neemt enkel werken aan die het ook echt aankan. ‘Correctheid op alle vlakken betaalt!’, vat Vamogill zijn filosofie samen bij het afscheid. Vamogill Snellegemsestraat 39 D 8210 Zedelgem T: +32 (0)50 20 00 79 F: +32 (0)50 20 00 79
[email protected]
Project: MLS Uitvoerder: Spanbo - Moorslede
Esthetiek in industrie:
Project: Delamillieure Uitvoerder: Vaneenoo - Wingene
Industriële en utiliteitsgebouwen hebben de laatste jaren een opmerkelijke evolutie doorgemaakt. Vroeger werden deze gebouwen vooral ontworpen in functie van een zo laag mogelijke kostprijs. Vandaag hebben vele ontwerpers en hun opdrachtgevers begrepen dat een lage kostprijs niet noodzakelijk een saai en voorspelbaar ontwerp met zich meebrengt. Met een juiste materiaalkeuze en een frisse kijk op de hedendaagse mogelijkheden wordt alles realiseerbaar.
eenvoudig realiseerbaar met Hebel 73
Hebel-platen zijn eenvoudig te combineren met allerhande afwerkingsmaterialen
actua
Project: TIS Deinze Uitvoerder: Vulsteke - Kortemark
Xella Aircrete Systems produceert en verdeelt in heel Europa cellenbetonplaten van het merk Hebel, en kan oplossingen aanreiken voor alle eisen die zich aandienen bij projecten in de industrie- en utiliteitsbouw. Dankzij de knowhow die Hebel de voorbije decennia heeft opgebouwd, worden de platen dan ook meer en meer ingezet waar innovatieve en flexibele oplossingen voor de bouw nodig zijn. Veiligheid, economie en functionaliteit komen vanzelfsprekend op de eerste plaats. Maar wie met Hebel bouwt, kiest tevens voor topkwaliteit en esthetiek. Naast een optimale brandweerstand bieden Hebel-platen immers een rijke waaier aan mogelijkheden, waarmee elk project binnen zijn eigen budget een esthetische uitstraling kan verkrijgen.
De realisaties met Hebel-cellenbetonplaten zijn aantrekkelijk. Subtiele of opvallende kleuren, contrasterende materialen en veelsoortige vormen zijn maar een paar manieren om gebouwen met een uitstekende prijs/kwaliteitverhouding te ontwerpen die bovendien gezien mogen worden. Project: Brantano Uitvoerder: Vaneenoo - Wingene
Project: Eart Explorer
Ontwerp: LSIE Structuur & Architectuur - Wilrijk Uitvoerder: Structa-Plan - Kruibeke
Project: Nike
Project: Polygone
Project: Drukkerij Espace
Project: Chiwawa Tennis - Berlare Uitvoerder: Vulsteke - Kortemark
Hebel-wandplaten kennen verschillende afwerkingsmogelijkheden: – naakte panelen – kwarts: kan reeds tijdens de productie op de wandplaten aangebracht worden – verf – metaal – hout – alle andere mogelijkheden,…
Een combinatie van verschillende afwerkingen op één gebouw is tevens mogelijk, en wordt ook zeer dikwijls toegepast, omdat esthetische realisaties zo mogelijk zijn zonder dat het noodzakelijk is ingewikkelde constructies te ontwerpen.
Project: E5 Mode Uitvoerder: Vaneenoo - Wingene
Luxe met hoge concentratie aanbieden
L’immobilière du Palais Jean-Pol Godfroid tekst: marc covet ‘L’immobilière du Palais’ stelt een andere wijze van investeren voor, een mogelijkheid die door investeerders verwaarloosd werd. Met de hulp van Xella wordt de laatste hand gelegd aan een reeks woningen, gegroepeerd rond gemeenschappelijke voorzieningen om van te dromen. Voor de prijs van een kleine woning is het hier alle dagen vakantie!
Jean-Pol Godfroid staat voor een man met visie. Voor hem wordt de beleving van zijn beroep pas volwaardig als hij er een stukje van zijn dromen kan aan toevoegen. Hij distantieert zich dan ook van het traditionele beeld van een omkoopbare en inspiratieloze bouwpromotor. Deze investeerder verleidt door zijn ideeën en positieve energie. We ontmoeten hem in een brasserie in hartje Verviers, waar hij zowat de helft
76
van de klanten die er binnenlopen begroet. We bevinden ons in de meest gezellige streek van het land. Hier spreekt men iemand met ‘jij’ aan en werkt men voor drie. We leren een lokale promotor kennen, die zijn ‘geestdrift’ voor heeft. Restauratie en verkavelen als specialiteit Jean-Pol Godfroid startte zijn activiteiten in 1988 als bescheiden immobiliënmakelaar. In die tijd hield hij zich vooral bezig met kleinere projecten, die zelden de 500.000 euro overstegen. Het gaat hem voor de wind en stapsgewijs worden de projecten groter. Zoals zowat overal in ons land
betekent het creëren van een nieuwe bestemming voor niet meer gebruikte sites, een goudmijn voor wie durft te ondernemen. In Stembert krijgen door zijn toedoen 8.000 vierkante meter van de oude militaire kazerne een nieuwe toekomst als industriezone met magazijnen voor KMO’s. Een ander project bestaat uit de volledige renovatie van een perserij, omgevormd tot 26 wooneenheden en een tiental magazijnen. Ook het verkavelen van terreinen en de voorbereiding van het inplantingsplan voor woningen behoren tot de specialiteiten van onze gastheer. Het is een engagement om een goed maximaal te laten opbrengen. Een constante in zijn werk. Een project dat hem echt erkenning opleverde bij zijn collega’s was de renovatie van het oude postgebouw te Verviers. Het werd overigens genomineerd voor de wedstrijd ‘Caïus 2004’. De plannen voor het gebouw op de hoek van de ‘Rue Ortmans-Hauzeur’ werden in de periode 1904 – 1909 getekend door architect Van
Houcke. Het imposante gebouw in ‘neo-gotische-renaissance’-stijl was bedoeld voor het onderbrengen van de posterijen, telefoon, telegraaf en pakketdiensten. In de tachtiger jaren kwam het pand leeg te staan door het overplaatsen van de diensten, met verwaarlozing tot gevolg. Er volgden heftige reacties op het voornemen om het gebouw te slopen. Uiteindelijk volgde de redding en de klassering in 1989, na een massale publieke oproep. Een eeuw na het starten van de werken, vormde 2004 het jaar waarin dit gebouw herboren werd en opnieuw leeft in de volle glorie van weleer. De renovatie verliep met het grootste respect voor de waarden van dit patrimonium, om er voornamelijk de diensten van ‘le FOREM’ (de Waalse tegenhanger van de VDAB) in onder te brengen. Niet minder dan 7.000 vierkante meter kantooroppervlakte ontstond in het volle stadscentrum. Voor deze creatie tekenden de ‘Ateliers d’Architecture Lejeune-Giovanelli’. De uitvoering werd verzekerd door ‘Thiran’ en ‘Demetex’.
Een Belgisch ‘Melrose place’ De ‘Immobilière du Palais’ is goed op dreef en denkt dan ook helemaal niet aan stoppen. JeanPol Godfroid heeft een droom, een project dat hem nog nauwer aan het hart ligt dan alle anderen. Zijn verhaal: ‘Ik zou absoluut een Belgische versie van Melrose Place willen bouwen. Wie ik dit idee verklap, lacht me uit voor gek. Wie droomt er echter niet van te wonen in een klein duplexappartement rond een zwembad, dat gedeeld wordt met de buren, net zoals het er aan toe ging in de bekende televisieserie? Dat is wat ik ook getracht heb uit te voeren…’. Het idee mag dan al geniaal zijn, het stelt heel wat problemen om het aan te passen aan onze eigen klimatologische omstandigheden en leefcultuur. Vooreerst is het belangrijk dat de eigenaars een overdekt zwembad kunnen delen, gezien ons regenachtig klimaat het gebruik van buitenfaciliteiten te sterk beperkt. Het project omvat bijgevolg 12 wooneenheden, geschaard rond een grote overdekte patio, waar een tuin wordt aangelegd en waar zwembad, jacuzzi en sauna een
De wooneenheden op het onderste niveau van het terrein hebben voor hun wagen een ruime garage. De woningen op het hoger gelegen niveau hebben een carport ter beschikking.
constructie
L’immobilière du Palais plaats krijgen. Het geheel kan het ganse jaar door genoten worden! Nog een hindernis van formaat is het verzoenen van dit woonidee met onze eigen leefcultuur en zijn stevig in onze mentaliteit verankerde ‘clichés’. Een dergelijk collectief project staat lijnrecht tegenover het individuele verlangen dat zo eigen is aan deze tijd: een vrijstaande villa omringd door een mooie tuin. Bovendien wordt (al te vaak?) herhaald dat de Belg met een baksteen in zijn maag geboren wordt. De investeerder verklaart: ‘Zeven op tien bouwers wensen stenen, geen hout. Wie hier tegenin gaat, pleegt commerciële zelfmoord. Voor mij biedt Ytong het ideale compromis. Het is een hard en uitstekend isolerend bouwmateriaal. Men verenigt hiermee in één klap de stille wens naar wanden in harde materialen en de voordelen van een technisch en eco-
Jean-Pol Godfroid
nomisch goed presterend bouwmateriaal’. Kiezen voor Ytong betekent dus beantwoorden aan de verwachtingen van een groot publiek, zonder uit het oog te verliezen dat de bouwtechnieken voortdurend evolueren. Het is al te gek om hiermee geen rekening te houden en zich te blijven vastklampen aan de ‘traditie’. JeanPol Godfroid heeft het begrepen. Het vervolg van ons bezoek aan zijn ‘Univers place’ zal het ons verder bewijzen. De ‘max’ aanbieden voor de prijs van een gewoon huisje Hoe slaag je erin een collectief project te verkopen aan een publiek dat slechts van zijn eigen ‘huisje-tuintje’ droomt? Heel eenvoudig, je biedt meer voor dezelfde prijs! Het gezamenlijk wonen geeft bij het bouwen een aanzienlijk schaalgroottevoordeel: minder
78
bouwgrond, wanden, funderingen en dakoppervlakte. Deze besparing laat zich omzetten in meer comfort tot zelfs luxe, tegen de prijs van een kleine woning. Een appartement met 110 m2 woonoppervlakte wordt verkocht voor 142.150 euro, inclusief grondaandeel. ‘We hebben het beste van de bestaande technieken willen toepassen’ verduidelijkt Jean-Pol Godfroid. ‘Het door ons toegepaste Oostenrijkse PVC-schrijnwerk vermeldt een U-waarde van 0,7. De combinatie van Ytong-blokken met gevelsteen brengt ons op 0,35 als U-waarde voor de gevels. Het regenwater wordt opgevangen en gefilterd, om het te gebruiken voor de WCspoeling en de gemeenschappelijke wasplaats. Het is zo zuiver, dat men het zou kunnen drinken!’. Het ventilatiesysteem is revolutionair. Tijdens de zomer voert een
De terrassen die uitgeven op de gemeenschappelijke patio kunnen toch van voldoende privacy genieten door ze met aanplantingen af te schermen. Beplanting is gezien het tropische klimaat in de patio geen probleem.
buis met 50 cm diameter de warme lucht af om ze te koelen in de grond. Deze technologie laat toe om de temperatuur met 5 tot 12°C te laten dalen. In de winter gebeurt het omgekeerde. Vervuilde warme lucht wordt weggezogen om er m.b.v. een hoogdebietpomp tot 90% van de warmte aan te onttrekken. Alles werd ontworpen met het oog op een maximale energiebesparing. Op het dak vinden we de grootste Belgische installatie met zonnecollectoren, waarmee zowat de ganse warmwatervoorziening voor de bewoners kan worden afgedekt. Ons ‘hightech’-overzicht wordt afgerond met het alarmsysteem. De bewakingscamera’s aan de ingang zijn verbonden met een Internet-gebaseerd systeem. Via een toegangscode kan elke bewoner de beelden via zijn computer oproepen en de bewegingen buiten de site controleren. Zeer indrukwekkend is de installatie van twee webcams in de woning
De wooneenheden zijn elk naar de wensen en noden van de verschillende eigenaars ingedeeld en dus elk uniek. Ze zijn praktisch opgebouwd, met zo weinig mogelijk plaatsverlies door onnodige gangen en hallen.
waarmee zelfs, tegen een kleine meerprijs, vanaf de vakantiebestemming een oogje in het zeil kan worden gehouden op het privé-bezit. Gegroepeerd wonen om het landschap te redden Dit concept verdient om bij stil te staan. De twaalf wooneenheden omsluiten een eenvoudige rechthoek. Elke woning beschikt over een privé-inkom aan de buitenkant van de vierhoek. Door het hellende terrein genieten de onderste woningen van een ruime garage, terwijl voor de hoger gelegen appartementen een carport ter beschikking staat. De plannen blijken eenvoudig opgevat, met veel vrije ruimte en een tussenverdieping tegenover de slaapkamers. Onnodige gangen werden vermeden. Aan de binnenzijde van het pand beschikt elke woning over een 22 m2 groot privé-terras. Dit fungeert als een overloop tot de lager gelegen gemeenschappelijke delen, die we reeds eerder vermeldden. Hier komen de akoestische eigenschappen van Ytong uitstekend tot hun recht: de wooneenheden worden gescheiden
door een dubbele wand, opgebouwd uit cellenbeton van verschillende dichtheid – C4 en C5. Ze zijn verbonden met veerhaken, waardoor ze niet op dezelfde wijze gaan ‘trillen’ en de hinderlijke geluidsoverdracht tussen aanpalende appartementen sterk terugdringen. In zijn nieuw kantoor, ondergebracht in het ‘Univers Place’ complex, droomt Jean-Pol Godfroid verder: ‘ We gaan ook nog een kinderspeeltuin aanleggen, een vijver uitgraven, het potentieel van het terrein maximaal benutten. Daarna zoeken we andere bestemmingen om dergelijk concept toe te passen. Dit project wordt de showroom voor toekomstige eigenaars van gelijkaardige sites te Nijvel, Waremme of Aarlen. Zodra er 5 à 6 appartementen verkocht zijn, kunnen we starten met de werf…’. In een tijd waarin men zich veel vragen stelt over de dichtheid van de bebouwing en de Waalse overheid geen enkel initiatief neemt op het vlak van ruimtelijke ordening, mag men zich verheugen over dit 100% privé-project, dat zich keert tegen de logica van de vraag uit de ‘sleutel-op-de-deur’-markt. Misschien juist door dit soort gezamenlijke investering te stimuleren, valt er nog wat te redden van ons landschappelijk patrimonium…
Jean-Pol Godfroid Rue Jean Gôme 15/6 4802 Hensy (Verviers) T: +32 (0)475 63 83 61
[email protected]
Architectenbureau Luk Derycke tekst: eduard coddé
Gezonde geest voor gezonde architectuur Architectuur kent vele facetten, dat mag bekend zijn. Architectenbureau Luk Derycke voelt zich goed bij projecten in de sport- en recreatiesfeer. In deze exclusieve specialisatie heeft het een unieke reputatie verworven, zodat het actieterrein nu ook in Wallonië en buiten de landsgrenzen verlegd wordt. Er ging heel wat fascinatie uit van het oude badhuis te Menen, zodat het werd opgenomen in het nieuwe project. Het volledig nieuw gebouwde zwembad te Asse valt op door zijn moderne interpretatie van het klassieke industriële ‘zaagtand’-dak.
Aan de buitenkant van de sporthal te Ardooie valt het ver overstekende dak op. Voor de gevels werden Ytofin-panelen toegepast.
Het zwembadcomplex te Puyenbroeck bestaat uit een volledig nieuw zwembadcomplex, geschikt voor competitie en recreatie, aangevuld met verblijfsaccommodatie. In een tweede bouwfase zal het zwembadcomplex te Puyenbroeck nog worden gecompleteerd met een buitenbad met 50 m lange ‘tube’, een kreek, familieglijbaan en peuterbad.
Sportieve wending Architect Luk Derycke evolueerde van een eenmanszaak tot een bureau met meer dan 10 medewerkers. Aanvankelijk vormden vooral privé-woningen het orderboek. Vandaag zijn projecten in de sport- en recreatiesfeer een exclusiviteit van het architectenbureau. ‘Persoonlijke interesse voor sport is daar niet vreemd aan’ verklaart onze gastheer, ‘maar was zeker niet bepalend voor de gekozen richting’. Architectenbureau Luk Derycke werkt geheel op totaalprojecten waarvoor een multidisciplinair team werd samengesteld. Dat betekent dat naast de eigenlijke vormgeving van een toevertrouwd project ook het bepalen van het kleurenpallet voor de afwerking, een volledige lichtstudie, de verlichting, de interieurinrichting en afwerking, alsook alle technieken aan bod komen. Vooral dit laatste neemt een heel bijzondere plaats in binnen het geheel van een sport- of recreatieproject. De ontwerpen vertrekken van binnenuit; het sportgebeuren dient altijd centraal te staan! De vele realisaties liggen verspreid over gans België en momenteel wordt ook in Frankrijk gesolliciteerd. Wedstrijden zijn traditioneel verbonden aan dit soort grootschalige projecten. ‘Wedstrijden vergen grote investeringen van het architectenbureau, wat vaak onrealistische proporties aanneemt’ verhaalt architect Luk Derycke. ‘Er moet teveel werk in te korte tijd verricht worden. Het bouwen van maquettes voor presentaties valt erg duur uit, zeker wanneer veel detaillering ver-
eist is. Ze worden dan ook vaker vervangen door driedimensionale computervoorstellingen, die in de meeste gevallen een aanvaardbaar alternatief kunnen bieden’. Water aantrekkelijk voorgesteld “Zwembaden groeiden uit tot een absolute specialiteit binnen het gespecialiseerde domein van sport- & recreatiearchitectuur” verklaart architect Luk Derycke. Het bureau kan hier een dertigtal referenties voorleggen, waaronder enkele opvallend grote projecten. ‘De VLAREM-wetgeving heeft de renovatie en nieuwbouw van zwembaden ongetwijfeld in een stroomversnelling gebracht’ aldus onze gesprekspartner. ‘België vertoont vandaag niet langer een achterstand op het vlak van zwembadinfrastructuur, al blijven de Scandinavische landen nog wel een voorbeeldfunctie behouden’. Bij zwembadarchitectuur staat ongetwijfeld het water centraal, waarmee bedoeld wordt dat de eigenlijke waterbeleving - zuiver sportief, louter recreatief of gemengd - alsook de waterbehandeling de kern vormen van elk project. Daar rond dient de architectuur gecreëerd, waarbij de architecten over een relatief grote vrijheid beschikken. Zwembaden worden in zeer uiteenlopende plaatsen ingepland – stadscentrum, woonwijk, platteland… – wat telkens een nieuwe uitdaging
81
inhoudt voor de vormgeving. De alles overkoepelende aanpak typeert de projectbenadering. Men klampt zich niet langer vast aan de traditionele, steriele witte betegeling maar durft te spelen met materialen en kleuren. De integratie van een lichtstudie in het ontwerp, heeft ertoe geleid dat vandaag indirecte verlichting de voorkeur geniet; direct licht spiegelt trouwens hinderlijk in het wateroppervlak. Nog een tendens bij het ontwerpen is het rekening houden met een alsmaar bredere leeftijdsgroep van gebruikers, leert onze gastheer. Meer in het bijzonder de snel verouderende bevolking stelt specifieke eisen aan de zwembadarchitectuur op het vlak van veiligheid en comfort. De gemiddelde levensverwachting voor een zwembad is 30 jaar, zodat het ontwerp een wel heel toekomstgerichte visie vereist. ‘Als architect moet men oog hebben voor tendensen, wat vooral gebeurt via het bezoeken van beurzen in het buitenland’ vertelt Luk Derycke. ‘Het komt erop aan het vluchtige van het blijvende te kunnen onderscheiden en te integreren in nieuwe ontwerpen en voorstellen’. Bouwprogramma met vele facetten De opdrachten komen grotendeels van een gemeentelijke overheid. Vandaag wordt de architect
architectuur
meestal gevraagd de volledige site te ontwikkelen met integratie van toegangswegen, parkeergelegenheid en eventueel aanvullende recreatiemogelijkheden aan de rand. De veiligheid en de toegankelijkheid voor alle gebruikersgroepen vormen niet te verwaarlozen aspecten in het grote geheel. Stedenbouw vraagt ook rekening te houden met de verlichting van de omgeving en het bepalen van de nodige signalisatie. ‘Men kan door de architectuur, de inplanting van gebouwen en de aanleg van wegen de gebruikers de weg wijzen naar de ingang’ leert onze gastheer. ‘Parkeerplaatsen mogen niet tot vlak tegen het gebouw aangelegd worden om het zicht op de ingang niet te belemmeren’. De opdrachtgever legt een basisprogramma op dat soms door het architectenbureau wordt bijgestuurd tot een definitief bouwprogramma. ‘Vooral het budget bepaalt hoe het project er uiteindelijk zal uitzien’ getuigt Luk Derycke. ‘De strenge normen binden de architect. Als architectenbureau moet men steeds zeer creatief blijven om hierrond toch een boeiende architectuur neer te zetten’. Een technische nichemarkt Zwembaden betekenen een zeer technische materie. Binnen de architectuur- en bouwwereld betreft het een nichemarkt met slechts een heel klein aantal actieve spelers. Men komt dan ook bij elke aanvraag opnieuw dezelfde concurrenten tegen. Een zeer gedetailleerde kennis
blijkt uiterst belangrijk. ‘Iedereen weet dat een olympisch bad 50 m lang is, doch in de praktijk dient 3 cm te worden bijgeteld om de techniek voor elektronische tijdsopname te kunnen installeren en toch 50 m zwemlengte over te houden!’ merkt architect Luk Derycke op. Het opstellen van een lastenboek betekent een bijzonder moeilijke klus. Er worden heel hoge eisen gesteld aan de toegepaste materialen en installaties, omdat ze voortdurend zijn blootgesteld aan hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheidsgraad. Bovendien blijven de installaties 24 uren operationeel wat uiterst duurzaam materiaal vraagt. ‘Als architectenbureau kan men zich in dit gespecialiseerde domein niet veroorloven te experimenteren met materiaalselecties’ weet Luk Derycke uit ervaring. Een grondige materiaalkennis is onontbeerlijk en waar nodig wordt advies ingewonnen bij deelspecialisten. Ytong en Sapa RC System hebben een vaste plaats veroverd in de realisaties van architectenbureau Luk Derycke vanwege de energieprestatienorm. Ook voor nietwoningbouw zal de bouwsector rekening moeten houden met strenge normen vanaf 2006. De door Ytong-bouwmaterialen geboden isolatiewaarden maken het een stuk eenvoudiger om hierop in te spelen. Andere doorslaggevende argumenten zijn de verwerking en een manipulatievoordeel op moeilijk toegankelijke werven (vb. stedelijke omgeving). Ook de RC System aluminium raampro-
82
fiel systemen voldoen aan de nieuwe EPB regelgeving. Aluminium schrijnwerk Aluminium geniet de voorkeur bij dit soort projecten en wel om diverse redenen. Hygiëne staat voor “topprioriteit” bij zwembaden. Hout weet zich moeilijk te handhaven omdat het gemakkelijk bacteriën opneemt. Aluminium stoot bacteriën en schimmels juist af en ook de inhoud van de VLAREM-wetgeving leidt als vanzelf naar het gebruik van dit materiaal. Het gebruik van grote en hoge glasoppervlakken vormen een typisch element voor zwembadarchitectuur. Daarvoor biedt aluminium de vereiste stevigheid, die met kunststof of hout niet bereikt wordt. De praktische verwerking en de expertise bij de constructeurs zorgen voor bijkomende voordelen die aluminium favoriseren. Een aangepaste bescherming van het materiaal blijkt echter noodzakelijk. Sapa RC System adviseert voor het anodiseren van aluminium dezelfde strenge normen als voor toepassingen aan onze kust. U leest hier verder meer over. Sporthal Ardooie (Project in samenwerking met A.R.T. Studio – Architecten Remen & Tytgat) In opdracht van de Gemeente Ardooie werd een sporthal ontwikkeld met twee polyvalente zalen: één met kunststof- en één met houten vloer. De uitvoering werd toevertrouwd aan industrie-
Architectenbureau Luk Derycke bouwer Lafaut uit Pittem. Aan de buitenkant vallen het ver overstekende dak en de rondom het gebouw lopende glasstrook net onder het dak op. Architect Luk Derycke hierover: ‘Voor indoor balsporten zijn wanden met op ooghoogte verwerkte glaspartijen te vermijden, omdat ze de bal tijdelijk onzichtbaar maken voor de spelers als gevolg van een verminderde contrastwerking en/of verblinding. Daarom hebben we hier bovenaan de volle wanden een glasstrook opgezet, zodat het licht kan binnendringen. Het sterk overhellende dak voorkomt te fel en hinderlijk direct instralend zonlicht’. Voor de gevels werden Ytofinpanelen (een met kwarts afgewerkt Ytong-paneel) toegepast, wat niet alleen een esthetische meerwaarde biedt. Naast de bekende isolerende eigenschappen blijken de Ytong-panelen tevens erg ‘balvast’ te zijn. Wanneer de ballen er hard tegenaan komen, veroorzaakt dat geen beschadiging van de wanden! Nog een wetenswaardigheid die architect Luk Derycke ons meegeeft: in een sporthal is het bij wedstrijden wenselijk om publiek aan weerszijden te hebben, meer sfeer en de ‘extra’ man op het veld. ’t Badhuis te Menen Het interbellum gebouw ‘badhuis’, gelegen aan de Leie-oevers te Menen, had zijn oorspronkelijke functie verloren. Het publieke zwembad werd vervangen door een jeugdlokaal en het 50-m buitenbad functioneerde niet meer.
Het in de zeventiger jaren nieuw gebouwde overdekte zwembad van de stad Menen beantwoordde niet meer aan de actuele milieureglementeringen, zodat het Stadsbestuur van Menen in 1998 het Architectenbureau Luk Derycke contacteerde. Er ging heel wat fascinatie uit van het oude badhuis, zodat besloten werd het zijn oorspronkelijke functie terug te schenken. Het buitenbad beschikte over de ideale oppervlakte voor het aanleggen van een overdekt zwembadcomplex met 25m competitiebad (8 banen), recreatie-, instructie- en peuterbad, whirlpools, stoomhutten, enz. Aan de kant van de Leie werd een nieuw, modern gebouw opgericht voor het onderbrengen van een cafetaria en de sportdienst van de stad Menen. Voor de aluminium vliesgevels werd hierbij gekozen voor het moderne design van de profielen ‘Elegance 52’ van Sapa RC System. De bestaande inkompartij werd volledig bewaard en vormt nu een interessant decor voor het plein. Het oude badhuis werd in ere hersteld en biedt plaats aan de kleedcabines, de douches, de inkomhal en een whirlpool/stoomhut afdeling. Gedeeltelijk bleef de bestaande betegeling behouden, terwijl originele patronen gehanteerd werden voor nieuwe betegeling. De binnengevel in de zwemhal is volledig uitgevoerd in mozaïektegels met art-deco kleuren. Dit sport- en recreatiecomplex trekt wel 1000 bezoekers per dag.
83
Het competitiebad staat bekend als ‘snel’ bad, vernemen we. ‘Of een bad snel is, wordt geheel constructief bepaald’ licht Luk Derycke toe. Het heeft te maken met de diepte, de wateroverloop aan de randen en tal van factoren. Een dergelijke reputatie gaat snel rond en trekt sportzwemmers aan’. Het fraai uitgewerkte recreatieve deel met ‘draaikolken’, blijkt niet alleen in trek bij jongeren. Ook ouderen tonen hun appreciatie omdat het water een pseudogewichtsloosheid laat voelen, wat het bewegen vergemakkelijkt. Zwembad Asse Het Gemeentebestuur van Asse besloot tot de bouw van een volledig nieuw zwembad in aanbouw aan de bestaande sporthal. De werken startten op 4 januari 2004 en eindigden precies een jaar later. Opvallend is de moderne variant op het klassieke industriële ‘zaagtand’-dak, de lange glaspartij in bronzen aluminium profielen voor vliesgevels ‘Elegance 52 ST’ met ellipsvormig clipsprofiel van Sapa RC System langsheen de zwemhal en het rijkelijk gebruik van hout tegen de voorgevel. In de kleedkamers en doorgangen leidt een strikt gelimiteerd kleurenpallet in combinatie met een creatief gebruik van diverse tegelformaten tot een klassevolle uitstraling. Zwembadcomplex te Puyenbroeck (Realisatie in tijdelijke vereniging met studiebureau SWK)
architectuur
Architectenbureau Luk Derycke
Aluminium in zwembadomgevingen of aan de kust? Geen probleem! In het verleden was de ervaring met aluminim schrijnwerk in een agressief milieu zoals bij zwembadtoepassingen of in kustomgevingen minder gunstig. Vandaag de dag kan het materiaal echter probleemloos toegepast worden op voorwaarde dat de nodige aandacht geschonken wordt aan bepaalde belangrijke factoren zoals de gebruikte aluminium legering en de oppervlaktebehandeling. Net twee zaken die Sapa RC System, dankzij de verticale integratie van de groep Sapa waartoe zij behoort, perfect onder controle heeft. Immers, Sapa beschikt over eigen smelterijen en extrudeert in eigen beheer waardoor het een grote kennis heeft over legeringen en deze kan afstemmen op de toepassingsgebieden van het product. Ook lakkerijen behoren tot de groep zodat ook op dit vlak de nodige know-how in huis is. Legering De minimale kwaliteit van legering die momenteel door Sapa RC Profiles standaard wordt gegarandeerd is de legering AlMgSi 0,5 F22. Een legering die beantwoordt aan de normen EN AW 6060 en EN 573-3. Voor toepassingen in een aggressieve omgeving zoals kustgebieden of zwembadomgevingen dient men te kiezen voor een
legering waarbij er minder koper en minder Chroom aanwezig. Zo vermijdt de legering AlMgSi 0.5 6060B filiforme corrosie. Zij bevat ondermeer een gegarandeerd laag Cu en Pb gehalte. Gezien bij Sapa RC Profiles zowel het smelten als het gieten van aluminum in eigen beheer gebeuren - in de vestiging in Ghlin nabij Bergen kan het deze samenstelling garanderen. De te persen aluminium billets hoeven dus niet aangekocht te worden bij ‘goedkopere’, ook wel eens minder kwalitatieve, smelters uit Rusland bijvoorbeeld. Vervolgens vindt de extrusie van de profielen plaats in Ghlin zelf of in te Lichtervelde. De productieprocessen van beide sites zijn ISO-9001 gecertifieerd. Oppervlaktebehandeling Hier kan gekozen worden voor anodisatie of voor moffelen, ook wel electrostatisch poederlakken genoemd. In geval van anodisatie dient de oppervlaktebehandeling te gebeuren conform STS 36 én vergezeld te zijn van het kwaliteits- en garantielabel QUALANOD, uitgereikt door de Europese vereniging van de anodisatiebedrijven EURAS/EWAA. Volgens de norm STS 36 – klasse 3 dient de anodisatielaag een dikte te hebben van 25 micron (maritiem-industrie toepassing).
84
Kiest men voor electrosatisch poederlakken dienen de aluminium profielen NA het ontvetten, matbeitsen, spoelen en neutraliseren een pré-anodisatielaag te krijgen met een laagdikte tussen de 3 en 8 micron. Tijdens deze behandeling worden na reiniging de poriën van de anodisatielaag niet volledig gedicht (3 minuten/micron) zodat de laklaag goed kan hechten. Maximum 24 uur na het spoelen en drogen, worden de profielen vervolgens voorzien van een elektrostatische polyester poedercoating die in een moffeloven gepolymeriseerd worden bij een temperatuur tussen 180 à 200°C. Gemiddeld bedraaagt de laagdikte minimaal 60 micron voor RALkleuren. Last but not least is er naast de juiste materiaalkeuze en behandelingswijze nog een belangrijk item wat betreft de verwerking en het onderhoud. Zo dienen bij de profielverwerking de brute verstekken en boorgaten behandeld te worden met een anti-corrosief produkt alvorens het raam te assembleren. Beglazing Niet enkel profielen, maar ook, en niet in het minst, vormt glas een wezenlijk onderdeel van elk raam. Uiteraard vraagt ook dit de nodige
aandacht bij toepassingen in specifieke omgevingen zoals zwembaden en kustgebieden. Zo raadt Glaverbel aan dat voor het isolerend dubbelglas, toegepast in zwembadtoepassingen, de hermetische en elastische dubbele spouwafdichting geoptimaliseerd is. De randafdichting dient verhoogd te worden met 2mm waardoor er een extra bescherming tegen chloor en vocht ontstaat. De sponningen dienen eveneens gedraineerd en geventileerd te worden, de sponninghoogte dient verhoogd te worden ten gevolge van de verhoogde randafdichting van de dubbele beglazing. De steunblokjes moeten uit kunststof zijn. Wenst u nog bijkomende informatie? Neem vrijblijvend contact op met het Project Team van Sapa RC System.
Het onderwerp bestond uit de bouw van een volledig nieuw zwembadcomplex, geschikt voor competitie en recreatie, aangevuld met verblijfsaccommodatie. Het bouwprogramma omvatte een instructiebad (15 x 9 m), een competitiebad (50 x 20,5m), een peuterbad (27 m?), een ‘doelgroepenbad’ (14,5 x l0 m met beweegbare bodem van 0 tot -4m), een recreatief bad (226 m2) met kreek, familieglijbaan en gemeenschappelijke whirlpool, 3 individuele Whirlpools en 6 stoomhutten. Verder dienden een zwemmersbar (binnen en buiten) en een cafetaria op het verdiep met toegang tot de tribune (350 plaatsen) ingepland te worden. Het aluminium schrijnwerk aan de inkom werd eveneens uitgevoerd in Elegance 52 ST, het gordijngevelprofiel van Sapa RC System. Om tegemoet te komen aan de vooropgestelde publieke belangstelling, voorzag het bouwprogramma in 800 kastjes, 75 individuele kleedcabines, 10 gezinscabines, 5 voor anders validen en 8 groepskleedkamers. Een technische bijzonderheid is dat het 50 m bad beschikt over
een ‘bulkhead’ - dit is een verplaatsbare tussenwand - zodat twee 25 m baden kunnen ontstaan, een olympisch bad of een 30 m bad voor waterpolo. In een tweede bouwfase zal nog een buitenbad met 50 m lange ‘tube’, een kreek, familieglijbaan en peuterbad worden toegevoegd. Blijven zwemmen Architectenbureau Luk Derycke blijft zijn stempel als specialist voor zwembaden verder doordrukken met projecten als de renovatie van het zwembad te Sint-Niklaas en de renovatie van het zwembadcomplex te Brasschaat. Hier ontstaat een 25 x 25 m bad met verschuifbare tussenwand, die toelaat het bad op te delen in een 16 x 25 m zwembad en een bekken voor duiken. Dat specifieke deel zal bovendien over een beweegbare bodem beschikken, waarmee de diepte op maximaal 4 m kan gebracht worden. De grote droom van architect Luk Derycke blijft echter de realisatie van een groot voetbalstadion. “De schaalgrootte van een dergelijk gigantisch project spreekt mij aan. Het zou een heel bijzondere uitdaging zijn!”. Wij hoeven niet meer overtuigd dat een dergelijke opdracht bij bvba Architectenbureau Luk Derycke in goede handen zou zijn! bvba Architectenbureau Luk Derycke Korte Torhoutstraat 37 8900 Ieper T: +32 (0)57 20 57 27 F: +32 (0)57 21 93 87 E:
[email protected]
85
een inventief kleurenpalet De natuur is een onuitputtelijke bron van inspiratie. Niet alleen naar vorm toe. Ook in kleur is zij onovertroffen. Specialisten laten zich dan ook graag leiden door haar rijk geschakeerd palet. Kleuren die opvallen maar ook perfect passen in de omgeving, zich aanpassen. Sapa RC System streeft ernaar op diezelfde intelligente manier een identiteit te geven aan uw woning. Kleur én vorm te integreren in het ruimer architectonisch geheel. In combinatie met andere elementen de woning een eigen uitzicht te geven. Een subtiel accent te leggen. Binnen en buiten. Inventief. Tijdloos. Universeel.
Sapa RC System gaat op een slimme manier om met kleur. Daar is Colorama het beste bewijs van. Dit unieke concept geeft u de keuze uit een ruim assortiment van kleuren en afwerkingen. Zo zijn onze aluminium profielen altijd mooi in harmonie met de stijl van uw woning. Wat u ook wilt realiseren.
Een doordachte selectie van hedendaagse kleuren Colorama is een gevarieerde waaier van negen natuurlijke tinten die een heel eigen accent geven aan uw woning. En waarvan had u nog meer gedroomd? Van raamprofielen met een diepe glans? Of verkiest u een matte look? Kent u de nieuwe structuurafwerking mét of zonder metallic effect? Alle negen kleuren zijn verkrijgbaar in vier afwerkingen. Dit maakt het Colorama palet nu net zo uniek!
Innovatieve afwerkingen Colorama kleuren worden aangebracht door het hoogwaardige proces van elektrostatisch poederlakken, ook wel moffelen genoemd. De 4 afwerkingen zijn: • RAL blinkend De diepe glans van het kwaliteitsvolle lakwerk laat de gekozen kleur voor uw aluminium schrijnwerk volop tot haar recht komen. • RAL mat Het meer effen oppervlak heeft een glansgraad van 30%. Naast dit esthetische aspect zijn uw ramen en deuren minder gevoelig voor vuil of oppervlakkige krassen. • Structuurlak De korrelige structuur maakt uw ramen en deuren kras- en slijtbestendiger in vergelijking met klassieke poederlakken. Bovendien vragen ze tot 2x minder onderhoud dankzij de teflon deeltjes die een vuilafstotend effect hebben en minder gevoelig zijn voor vingerafdrukken. • Structuur-metalliclak Deze lak is dezelfde als de structuurlak met dit verschil dat er metallic deeltjes toegevoegd worden die een zeer subtiel gemetalliseerd uitzicht creëren. Op-en-top actueel! De kleur van kwaliteit Alle Colorama profielen dragen het Qualicoat label. Voor kwaliteitslakwerk bent u bij Sapa RC System dus aan het juiste adres. Voor meer info:
[email protected].
87
Architectenbureau ART fotografie: dries van den brande tekst: marc covet
Zichzelf steeds opnieuw in vraag stellen In hartje Bergen bevindt zich een bureau dat doordachtheid, talent en ambitie verenigt. Bovendien heeft het in zijn eclectische benadering toevlucht genomen tot de Xella-producten: Ytongblokken en Hebel platen. Laten we kennis maken met deze ontwerpers die zich duidelijk onderscheiden van de andere.
88
De geschiedenis van dit bureau is als een gedicht. Na enkele jaren te hebben doorgebracht aan de IDEA, waar ze de inrichtingsplannen tekende en bij SORELOBO in de functie van technisch directeur, besloot Christine De Backer haar leven een andere wending te geven. Ze wou zich toeleggen op architectuur, ‘onafhankelijk’ zijn en associeerde zich met Jacques Blondiau. In 1992 zochten ze een medewerker. ‘Ik ben toen op zoek gegaan naar de slavenmarkt’, grapt ze. ‘Men heeft me toen een begaafde student aangeraden, waarmee ik me ook goed verstond’. In 1994 gaven Christine De Backer, Jacques Blondiau en Damien Comblez een naam aan hun bedrijfje: ze voegden een ‘s’ toe aan ‘architecture’ en schreven ‘ART’ met hoofdletters. Dat was hoe ze het zich voorstelden met Architectuur
De sociale woningen te Chatelineau worden geschraagd gebouwd om eentonigheid te vermijden en een groter gebruiksgemak te creëren.
bezig te zijn, maar ook met interieuraRchitectuur en ‘stadsarT’. Vandaag staat Damien Comblez aan het hoofd van het bedrijf. Ze leggen ons graag hun filosofie uit: ‘Wij verdedigen geen ideologie of een vooraf precies afgebakend idee. Wij betrachten om telkens opnieuw het bouwprogramma te ontleden en onszelf in vraag te stellen. Wij stellen ons nooit tevreden met een louter functioneel project, maar pijnigen en voeden onze geest voortdurend om betere architectuur te brengen. Onze projecten zijn dan ook zeer uiteenlopend: staal, hout, beton en… ook cellenbeton! Wij hebben bovendien enkele obsessies, zoals de lichtinval, de zon, de sfeer, een zuinige omgang met energie, herbruikbare energie en sinds enkele jaren ook nog duurzaam bouwen. Voor wat de stedenbouwkundige projecten betreft, vloeien onze antwoorden voort uit het denkproces dat het dagelijkse leven ontleedt.’ Een apotheek in Ytong. Verzorgd werk. In Boussoit trok de verbouwing van een apotheek en de daarbij horende woning onze aandacht. De dragende muren zijn uit Ytong-blokken opgetrokken. Damien Comblez verklaart ons zijn keuze: ‘Uiteraard spreekt het isolerende karakter van het bouwmateriaal ons sterk aan. Het is zowat een automatisme geworden: zodra men een gevelafwerking in pleister wenst, is Ytong aan de orde. Hier kozen we voor 24 cm blokken, al heb ik er uiteindelijk spijt van dat we niet voor 30 cm gingen. Het
prijsverschil is te verwaarlozen, terwijl de thermische en akoestische prestaties merkelijk beter liggen.’ De gevels van de apotheek spelen met contrasten: sierpleister, blauwe steen, glasvlakken en Reglit. Via de sierpleister werden oud en nieuw tot één geheel samengevoegd. Uitbouw en verbouwingen zijn aldus met elkaar versmolten. Binnen de apotheek hebben de architecten eveneens hun stempel gedrukt. Het valse plafond is op verschillende niveaus gebogen en ligt aan de basis van het ontwerp dat door gebogen lijnen wordt gekenmerkt. De woning onderging eveneens een aanpassing. Op de verdieping dienden meer kamers te worden ingericht. Op het gelijkvloers onderging de woonkamer een ware metamorfose en werd de keuken verruimd. Een lichtschacht opgebouwd uit een groot aluminium kader, verlicht het centrum van de leefruimte. Nog een bijzonderheid: de binnenmuur, doorboord met een ronde opening. Het zorgt voor een ludiek element in het interieur en zichten worden er als het ware door ‘ingekaderd’. Ronduit geslaagd.
89
Een allegaartje van sociale woningen Een andere realisatie betreft een geheel van sociale woningen te Chatelineau. Opnieuw zijn alle muren opgetrokken in Ytong en opnieuw is de gevelafwerking in sierpleister. De huizen laten een elegant kleurenpallet zien: roze, geel, blauw geven de eentonigheid die in sommige woonsites heerst als gevolg van het repetitieve bouwen, geen kans. Bovendien spelen de kleuren met het licht. De huizen zijn op een booglijn ingeplant om een publieke ruimte te laten ontstaan. Er worden twee woningtypes voorgesteld. Een eerste met een vierkant grondplan, 8 x 8 m, twee verdiepingen en 3 slaapkamers. Het tweede meet 7,6 x 7,6 m en biedt 2 slaapkamers. In totaal zijn 19 woningen voorzien, waarvan de eerste vijf voltooid zijn.
De ingang is naar het noorden gericht en beschikt over een dwars ingezet blok als wasplaats. De woonkamer heeft een zuidelijke oriëntatie. De ontwerpers bedachten passieve zonlichtopvang met behulp van een glasraam. De stalen daken laten een
architectuur
Een bestaande apotheek werd verbouwd. Voor de gevels werden verschillende materialen gecombineerd.
ongewoon verloop zien. Ze zijn gebogen aan de noordzijde en lopen op aan de zuidelijke kant, om ruimte te geven aan een verticale glaspartij, waarna ze zachtjes doorbuigen om af te dalen naar de tuin. Deze ‘lichthapper’ laat toe om toch zonlicht te laten doordringen tot de vertrekken die aan de noordkant zijn gelegen, alsook naar de tussenverdieping en de trapzaal. Het blijkt ook echt te werken: ‘De bewoners vertellen ons dat ze erg weinig stookkosten hebben’, bevestigt Christine De Backer. ‘Ze zijn ook erg tevreden met hun woning.’ Het grondplan is diagonaal georiënteerd om een ruimtelijke indruk te verlenen. De trap staat centraal ingeplant. Zoals wel vaker het geval is bij projecten van dit bureau, vinden we vertrekken terug die gewild polyvalent zijn opgevat. ‘Verloren ruimten zijn goed’, verklaart Christine De Backer. ‘Het is daar dat de kinde-
Het ontwerp voor de Grote Markt van Bergen ontstond in samenwerking met kunstenaar Denis Mahin (Godecharleprijs 2003 en 1ste prijs Waals Brabant 2005).
ren hun speelgoed kwijt kunnen, vaders de strijk doen, moeders schilderen… Wanneer iemand me zegt dat mijn plannen goed zijn omdat er nergens ruimte verloren gaat, dan maak ik spontaan de bedenking dat ik te rationeel tewerk ben gegaan. Ik begin dan gewoon opnieuw!’ Het staat buiten kijf dat passie vandaag de motor is voor dit architecten- en kunstbedrijf. Een insect op de Grote Markt Damien Comblez en zijn medewerker Angelo Lafratta laten ons verder hun werk ontdekken. Het is eclectisch, met als gemeenschappelijk punt de wil om ver door te denken en af te wijken van de al lang platgetreden paden. Het stadsbestuur van Bergen schreef een wedstrijd uit voor de renovatie van een gevel op de Grote Markt. ‘Men beoordeelde de gevel als te minimalistisch’, leggen de architecten uit. ‘Achter de gevel zitten appartementen. Wij stelden voor om iets met het dak te doen,
90
zodat nieuwe zichten zouden ontstaan en het licht beter zou kunnen indringen. We bedachten een inoxstructuur en werkten samen met kunstenaar Denis Mahin, die gebeeldhouwde elementen uit blauwe steen creëerde.’ Het resultaat is verbluffend! Het is als een groot insect dat neerstrijkt in het hart van de stad. ‘De jury heeft ons nochtans weinig fatsoenlijk ontvangen. We waren te eigentijds…’ Voor het Kamerorkest van Bergen heeft de architectuurvereniging ART een oud gebouw aan de ‘Jardins du Mayeur’ gerestaureerd en heringericht. Het was voorheen in gebruik door de RTBF. Het bouwprogramma omvatte een repetitiezaal, kantoren en een klein balkon, waar tevens een nooduitgang in werd verwerkt (een laddersysteem). De lange boogvormige uitbouw is opgetrokken uit glasdallen en laat een zacht diffuus licht doorschijnen tot in de kern van het gebouw.
Architectenbureau ART Het gaat vaak om kleine ingrepen, die het bestaande niet hoeven te kopiëren om zich te integreren. Hedendaagse en authentieke elementen voeren zonder schroom een dialoog met elkaar. Een schuur en drive-in Nieuw leven inblazen in een oud gebouw, was ook de opdracht voor een renovatieproject te Ghlin. Het ging om een oude graanschuur, die de eigenaars wensten om te vormen tot een artsenpraktijk met daarboven een woning. De voorgevel werd onaangeroerd gelaten. Achteraan werd het geheel opengemaakt en kreeg een nieuw uitzicht. Tegenover de woonkamer werd een terras met pergola neergepoot. Alle nieuw ingebracht metselwerk is met Ytong uitgevoerd en kreeg een afwerking in sierpleister, een oplossing die erg in de smaak valt bij de ontwerpers van dit bureau.
Voor deze architecten houdt het echter niet op met blokken. Voor andere, meer industriële projecten, wordt graag gewerkt met staalskeletbouw en een afwerking met Hebel-platen uit cellenbeton. Zo werd in Bergen een drive-in voor dranken uitgebreid. Het grondoppervlak bedroeg 500 m2. ‘Het is een erg interessant bouwmateriaal’, luidt het commentaar van Damien Comblez. ‘Naast zijn isolerende eigenschappen, is het feit dat het om een kant-en-klaar afgewerkt product gaat, een bijzondere troef. Volslagen onbegrijpelijk en zinloos is dan ook dat stedenbouw ons verplicht heeft om er toch een gevelsteen voor te plaatsen. Dat betekende een aanzienlijke meerkost voor de bouwheer, terwijl de motivatie op grond van esthetiek sterk in twijfel kan worden getrokken.’ Ongeacht de aard van het project gaat dit team altijd gepassioneerd, gedreven en professioneel aan de slag.
91
Bij de plannen die op stapel stonden tijdens ons bezoek, ontdekten we een rust- en verzorgingstehuis te Bergen (een project in samenwerking met een ander bureau uit Bergen), dat al hun aandacht opeiste. Verder is er ook nog een over 15 hectare uitgestrekt stedenbouwkundig plan, bestemd voor duurzaam bouwen. Architectenbureau ART Rue Havre 102 7000 Mons T: +32 (0)65 35 34 76 F: +32 (0)65 84 24 88
[email protected]
Ontwerpatelier
Belevingswaarde inspireert architectuur
Een hoge belevingswaarde. Dat is de ultieme uitdaging die Bert Gebruers en Peter Jannes binnen de ontwerpopdrachten van hun Ontwerpatelier zoeken. Het is meteen ook de enige rode draad doorheen de ontwerpen van het Olense team. De architectuur van Ontwerpatelier Bert Gebruers – Peter Jannes boogt niet op vaste stijlkenmerken of ontwerpoplossingen. Ieder project groeit uit zijn context en de noden van de gebruiker. Geen enkel project kan dus hetzelfde zijn.
Bert Gebruers Peter Jannes
fotografie: dries van den brande tekst: tim vanhove
Het nieuwe onderkomen vertaalt perfect de architectuurvisie van het ontwerpatelier
93
De projecten van het Ontwerpatelier situeren zich in een breed werkveld. Ze gaan daarbij geen uitdagingen uit de weg.
architectuur
Ontwerpatelier Bert Gebruers – Peter Jannes Opvallend of sober, sereen of dramatisch, uitbundig of ingetogen, contrasterend of integrerend,… architectuur kan vele gezichten hebben. Toch voor het Olense Ontwerpatelier Bert Gebruers – Peter Jannes. De architectuur van het Ontwerpatelier is dan ook niet eenduidig te bepalen. ‘Ons uitgangspunt is gebouwen te concipiëren die “communiceren”. We streven met andere woorden naar een gebouw dat communiceert en in interactie treedt met zijn gebruiker en de omgeving. Hiervoor
is een hoge graad van belevingswaarde nodig. Gebouwen moeten dus inhoud en betekenis hebben’, motiveren Bert Gebruers en Peter Jannes hun visie over architectuur. Zoeken naar architectuur is voor het tweetal in de eerste plaats zoeken naar wat een gebouw kan betekenen voor zijn gebruiker en de publieke ruimte. De projectdefinitie en de context in al zijn vormen spelen hierbij een belangrijke rol.
Geoliede machine Bert Gebruers en Peter Jannes, beiden afgestudeerd als architect aan het Hoger Instituut van het Rijk, respectievelijk in 1984 en 1988, begonnen hun loopbaan met een eigen bureel. Maar ‘eendracht maakt macht’ is een devies dat ontwerpers genegen zijn. Het was voor het tweetal al snel duidelijk dat ze hun krachten beter zouden bundelen om sterker te staan. En zo geschiedde. In het begin werkten ze samen op informele basis. ‘Zonder enige afspraak. Duurzaam bouwen is een centraal thema. Compact bouwen en een goede oriëntatie spelen daarbij een belangrijke rol.
94
Het kantoor probeert in de meest complexe opdrachten creatieve antwoorden te bieden.
We namen de dingen zoals ze kwamen. Alles is altijd netjes in z’n plooien gevallen. Pas in 1997 hebben we de feitelijke vereniging omgevormd tot een bvba voor de bouw van ons huidige kantoorgebouw’, herinnert zich Bert Gebruers. De nieuwbouw was een noodzaak geworden omdat het tweepersoonsproject was uitgegroeid tot een kantoor met 10 medewerkers. Dat team is al enkele jaren grotendeels ongewijzigd gebleven, wat leidt tot een geoliede machine. De medewerkers hebben al heel wat projecten van ontwerp tot oplevering meegemaakt. Dit verhoogt hun betrokkenheid en vergroot hun expertise. De projectenwaaier van het ontwerpatelier varieert van particuliere woningen, interieur- en winkelinrichtingen, over industriële gebouwen tot ontwerpen voor openbare besturen. Drempelverlagende kruisbestuiving Het nieuwe onderkomen is meteen ook een perfecte vertaling van de architectuurvisie die het Ontwerpatelier huldigt. Naast het atelier biedt het ook onderdak aan een kunstgalerij. Op die manier komt er een kruisbestuiving tot stand tussen de ontwerpers en de kunstenaars. Tegelijkertijd werken beide identiteiten drempel-
verlagend voor elkaar. Peter Jannes: ‘Door de kunstgalerij in het architectenkantoor te integreren, menen we deze toegankelijker te maken voor het grote publiek. Anderzijds zijn er ook veel mensen die zich afvragen wat er zich achter deze muren afspeelt. De tentoonstelling is dan weer een mooie gelegenheid voor de mensen om kennis te maken met het gebouw en zijn gebruikers. Het atelier en de kunsttentoonstelling zijn fysiek van elkaar gescheiden, toch is er een optimaal visueel contact mogelijk.’ De toegang naar de inkomhal gebeurt via een lange, zacht hellende brug, die het gemakkelijker maakt om binnen te komen. Het gebouw heeft meer eyecatchers dan de loopbrug alleen. Op klaarlichte dag is het vooral de gevelbekleding die de aandacht trekt. ‘Een groot deel van de gevel is afgewerkt met ceder shakes; gekliefde dikke planken. De ruwe zijde ervan is naar buiten gekeerd om het idee van de pantser van een reptiel op te roepen. Deze shakes staan in sterk contrast met de cleane metalen gevelbekleding. Wanneer het donker is, trekt het verlichte interieur de aandacht. Door de groene aanlichting lijken de buitengevels naar binnen door te lopen. Op die manier wordt tegelijkertijd als het ware het binnengebeuren aan de buitenwereld voorgesteld’, dixit het tweetal.
95
Het materiaalgebruik voor de gevelbekleding past volledig in de visie over duurzaam bouwen die de ontwerpers nauw aan het hart ligt. Het gebruikte materiaal gaat langer mee, is dus duurzaam. Die denkoefening wordt voor alle gebruikte materialen gemaakt. Verder wordt het kantoorgebouw annex kunstgalerij verwarmd met een warmtepomp en wordt bijvoorbeeld consequent gebruik gemaakt van zonnewering om een energieverslindende airconditioning te vermijden. Duurzaam bouwen is… Het Ontwerpatelier probeert een constante te maken van duurzaam bouwen in ieder project. Bert Gebruers: ‘De betekenis van duurzaam bouwen is het laatste decennium sterk geëvolueerd. Vroeger was het veelal het gebruik van duurzame materialen, zodat het gebouw lang zou meegaan. Nu krijgen we vanuit de optiek duurzaam bouwen ook al de vraag om een flexibel gebouw te ontwerpen. Het is bij iedere ontwerpopdracht dus uitermate belangrijk dat je de achtergrond van de bouwheer kent, om te weten wat voor hem duurzaam bouwen is.’ Hoe vult het Ontwerpatelier die definitie zelf dan in? De duurzaamheid van een gebouw is gebaseerd op drie peilers. Een
architectuur
Voor de materiaalkeuze wordt gestreefd naar maximaal duurzame en aanpasbare materialen met een goede score in de levenscyclusanalyse.
Ontwerpatelier Bert Gebruers – Peter Jannes eerste is het inbouwen van duurzaamheid in het concept. Dit kan door compact te ontwerpen, de ruimte doordacht te oriënteren om te profiteren van zonnewinsten, het centraliseren van natte ruimtes en het streven naar een maximale interne flexibiliteit. Een tweede stap is de materiaalkeuze, waarbij gestreefd wordt naar het gebruik van maximaal duurzame en aanpasbare materialen met een goede score in de levenscyclusanalyse (LCA). Tot slot voorzien de ontwerpers hun projecten van een duurzaam energie- en waterverbruik. Dit betekent op de eerste plaats een goede thermische isolatie in combinatie met een ventilatiesysteem met warmterecuperatie. Indien mogelijk gebeurt de centrale verwarming via een warmtepomp en de warmwaterbereiding via een zonneboiler. Het elektriciteits- en waterverbruik wordt tot een minimum beperkt, bovendien wordt regenwater gerecupereerd en gefilterd.
Ook het gebruik van kalkzandsteen past in deze duurzame visie. ‘Het materiaal op zich is duurzaam, maar het biedt daarnaast ook een goed accumulerend vermogen. Tijdens de wintermaanden kan de warmte van overdag worden gebufferd voor ’s avonds en ’s nachts. In de zomer kan je een omgekeerd effect uitspelen wanneer je aan nachtkoeling doet. De tijdens de nacht gestockeerde koelte vertraagt de opwarming overdag’, tekenen we op. Duurzame bibliotheek Een mooi voorbeeld van een duurzaam project zoals Ontwerpatelier Bert Gebruers – Peter Jannes het ziet, is de bibliotheek Noorderwijk in Herentals. In het kader van een decentralisatie van de stadsdiensten wil het stadsbestuur het oude gemeentehuis van Noorderwijk heropwaarderen tot mini-gemeentehuis en uitbreiden met een bibliotheek en standplaatsen voor de groendienst en het Rode Kruis. In het ontwerp
96
werd de bestaande bebouwing optimaal hergebruikt. ‘De diensten worden zo georganiseerd dat er een interactie is, maar dat ze ook afzonderlijk kunnen fungeren. Verder worden duurzame materialen en energiebronnen toegepast. Op het bestaande volume – dat volledig wordt ingekleed in een rode geglazuurde tegelpan – komt een nieuwbouwstructuur in kalkzandsteen. De inplanting gebeurt op zo’n manier dat er een nieuw voorplein wordt gecreëerd aan de straatzijde. In dit nieuwbouwvolume worden de bibliotheekdiensten ondergebracht. De bibliotheek is langs weerszijden beglaasd en vormt een duidelijk herkenningspunt binnen het dorpsweefsel’, aldus Peter Jannes. Rode draad De bibliotheek toont meteen aan dat het streven naar duurzaamheid in de ontwerpen geen beperkingen oplegt aan de architectuur. Ontwerpatelier Bert Gebruers – Peter Jannes heeft zich niet in een vaste stijl laten dringen. De architectuur wordt volledig bepaald door de gebruiker en de omgeving van het project. Als je al een rode draad kan vinden in de ontwerpen van het Ontwerpatelier, dan is dit het streven naar belevingswaarde. ‘De belevingswaarde moet zo hoog mogelijk zijn. Maar ook deze is afhankelijk van de gebruiker en de omgeving en moet dus niet altijd op een spectaculaire manier worden ingevuld. Je zal bijvoorbeeld twee verschillende resultaten krijgen voor een internaat voor het MPI in vergelijking met een commercieel gebouw’, klinkt het. Met het ontwerp voor ontmoe-
tingscentrum De Vrede in SintJozefs-Olen bewijst het Ontwerpatelier dat de belevingswaarde vele gezichten kan hebben. ‘Uitgangspunt voor het concept was de heraanleg van de onaantrekkelijke Pastoor Janssensplaats. Het plein wordt doorsneden door de Lichtaartsesteenweg. De toegang tot het ontmoetingscentrum wordt gedirigeerd via het nieuw ontworpen kerkplein. Dit loopt ongemerkt over in het gebouw, wat maakt dat de ‘promenade architecturale’ begint voor je het gebouw betreedt. Alle activiteiten in het ontmoetingscentrum raken aan het plein of staan er visueel mee in contact. Alle belangrijke functies zijn ook visueel afleesbaar van buiten uit door de vormgeving of het materiaalgebruik.
Opmerkelijk in het materiaalgebruik is de zinken gevelbekleding, die verwijst naar Umicore dat aan de oorsprong lag van het kerkdorp. Het complex wordt op een industriële manier opgetrokken. Hierbij worden delen van de gevels ingevuld met Hebel-cellenbetonpanelen gezien hun brandwerende functie’, licht Bert Gebruers toe. Overveld Met het project Overveld in opdracht van Himmos bewijst het tweetal dat de inplanting van gebouwen ook kan bijdragen tot de belevingswaarde. De 5 bouwvolumes die het project uitmaken, zijn zo op het terrein verspreid dat ze een boeiende buitenruimte creëren: een geborgen semiIn het project Overveld werd maximaal gebruik gemaakt van Silka-materialen, concreet: lijmblokken en -elementen.
publiek binnenplein. De leefruimten in de wooneenheden zijn ook zo georiënteerd dat ze maximaal profiteren van deze meerwaarde. De structuren voor de appartementswoningen zijn volledig in kalkzandsteen opgetrokken. ‘Het is een combinatie van Silka-elementen en -lijmblokken. Ze bieden hier een groot akoestisch voordeel’, weet Peter Jannes. Het project leende zich uitstekend tot het gebruik van Silka door de schaalgrootte en repetitie. Bovendien was aannemer Bouwwerken Willy Knippenberg ook ingesteld op het gebruik van de Silka-materialen. ‘Dat is een belangrijke voorwaarde. Je kan als architect de uitvoerder niet verplichten met een bepaald materiaal te werken. Hij moet er zich in kunnen vinden. Een systeem is immers maar zo sterk als zijn zwakste schakel. Wanneer de aannemer niet bereid is met een bepaald systeem te werken of geen goede kennis heeft van het product, zit je met een zwakke schakel. Gelukkig is er een tendens in de goede richting en zien meer en meer aannemers de voordelen van het Silka-systeem in’, besluit Peter Jannes. Ontwerpatelier Bert Gebruers – Peter Jannes bvba Koning Boudewijnlaan 5 2250 Olen T: +32 (0)14 26 67 39 F: +32 (0)14 26 67 38
[email protected] www.ontwerpatelier.be
Warmtedoorgangscoëfficiënten Uw van beglaasde vensters of deuren waarbij Af = 20 % en Ag = 80 % Aluminium schrijnwerk 2.1 Confort 50
Avantis 60
Avantis 55
Klasse DIN 4108 Profielsysteem
Excellence 65
Beglazing
2.2
Excellence 75
Excellence 75 SI
1.0
Ug
1.4
1.6
1.8
2.0
2.2
2.4
2.6
2.7
2.8
2.9
3.0
3.2
1.8
1.9
1.9
1.9
2.0
2.0
2.1
2.1
2.1
2.2
2.2
2.2
2.2
1.7
1.8
1.8
1.8
1.9
1.9
2.0
2.0
2.0
2.1
2.1
2.1
2.2
1.6
1.7
1.7
1.8
1.8
1.9
1.9
2.0
2.0
2.0
2.0
2.0
2.1
1.5
1.6
1.7
1.7
1.8
1.8
1.9
1.9
1.9
1.9
1.9
1.9
2.0
1.4
1.5
1.6
1.6
1.7
1.7
1.8
1.8
1.8
1.8
1.8
1.9
1.9
1.3
1.4
1.5
1.5
1.6
1.6
1.7
1.7
1.7
1.8
1.8
1.8
1.9
1.2
1.4
1.4
1.5
1.5
1.5
1.6
1.6
1.6
1.7
1.7
1.7
1.8
1.1
1.3
1.4
1.4
1.4
1.4
1.5
1.5
1.5
1.6
1.6
1.6
1.7
1.0
1.2
1.3
1.3
1.3
1.4
1.4
1.5
1.5
1.5
1.5
1.6
1.6
0.9
1.1
1.2
1.2
1.3
1.3
1.4
1.4
1.4
1.5
1.5
1.5
1.6
0.8
1.1
1.1
1.1
1.2
1.2
1.3
1.3
1.3
1.4
1.4
1.4
1.5
0.7
1.0
1.0
1.0
1.1
1.1
1.2
1.2
1.2
1.3
1.3
1.3
1.4
0.6
0.9
0.9
1.0
1.0
1.1
1.1
1.2
1.2
1.2
1.2
1.3
1.3
0.5
0.8
0.9
0.9
1.0
1.0
1.1
1.1
1.1
1.2
1.2
1.2
1.2
Uw warmtedoorgangscoëffi ciënt van het raam (W/m2K), conform EPB Uw waardes die niet voldoen aan EPB Uw waardes conform EPB, maar onvoldoende om in aanmerking te komen voor de fi scale maatregel van de overheid (zie energiesparen.be) Uf warmtedoorganscoëffi ciënt van het profi el (W/m2K) De Uf waarde is een gemiddelde systeemwaarde, geëxtrapoleerd op basis van berekeningen van verschillende profielcombinaties Ug warmtedoorganscoëffi ciënt van de beglazing (W/m2K) Voor ramen met verluchtingsrooster = Uw + gemiddeld 0,1 W/m2K
- Oktober 2005 -
98
Uf
Op basis van het Kyoto-protocol heeft de Europese Unie in 2002 richtlijnen inzake de energieprestatie van gebouwen (EPBD) opgesteld. Conform deze richtlijnen moeten de lidstaten, zoals u wellicht weet, nationale bepalingen invoeren om aan de energie-eisen te voldoen. Voor België hebben de EPBD voor de periode 2008-2012 een reductie van 7,5% van de uitstoot van broeikasgassen opgelegd ten opzichte van 1990. Daar 40% van ons energieverbruik gaat naar verwarming en verlichting, beschikt de bouwsector nog over een groot besparingspotentieel. Omdat energieverbruik en -besparing in België een regionale aangelegenheid is, heeft de Vlaamse regering de Energieprestatieregelgeving (EPB) opgesteld. Sinds 1 januari 2006 moeten alle nieuwe bouwvergunningen voldoen aan de nieuwe energieprestatie- en ventilatie-eisen en de verstrengde isolatienormen. Omdat de EPB ook betrekking heeft op ramen, deuren en gordijngevels, organiseerde Sapa RC System tijdens het voorbije najaar, in samenwerking met het WTCB, Glaverbel, Renson en de Confederatie Bouw, 5 succesvolle infosessies over dit thema voor architecten en constructeurs. Ramen volgens EPB Gezien de strengere eisen voor raamgehelen, is het belangrijk te
kiezen voor het juiste glas in combinatie met het juiste profiel! Voor de evaluatie van Umax dient immers de oppervlakte gewogen gemiddelde waarde beschouwd te worden van alle transparante scheidingsconstructies (ramen, deuren, schuiframen- en deuren, vliesgevels) waarop de eis van toepassing is. Deze werd vastgelegd op 2,5 W/m2.K voor ramen en op 2,9 W/m2.K voor vliesgevels. Aluminium profielen zijn een slimme kijk op de toekomst waarbij Sapa RC System het antwoord biedt! Als systeemleverancier ontwerpen wij de aluminium profielsystemen voor ramen en deuren van het merk RC System. Maar dit is niet alles want, dankzij de verticale integratie van de groep Sapa waartoe wij behoren, extruderen wij ook de profielen, zorgen voor de thermische onderbreking ervan én lakken het. Zodoende hebben wij volledige controle over het productieproces! Ongeveer 10 jaar geleden, werden raamprofielen gebruikt met een Uf-waarde van ongeveer 4,0 W/m2.K. Momenteel bedraagt deze doorgaans 2,8 W/m2.K, prestaties die ruimschoots voldoen aan de EPB regelgeving. En er zijn zelfs aluminium profielsystemen die beter scoren! Zo ook de ‘EUROSYSTEM’ systemen Confort 50, Avantis 55, Excellence 65 en Excellence 75 SI van Sapa RC System. Immers,
99
dankzij de evolutie van de thermische onderbreking naar omegavormige polyamidestrips versterkt met glasvezel kunnen deze aluminium systemen probleemloos concurreren met andere materialen voor schrijnwerk. De strips zijn verkrijgbaar in verschillende breedtes en bepalen mee de isolatiewaarde: hoe breder, hoe beter. Kiest u daarenboven voor Excellence 75 SI is, dankzij ingeschoven schuimstrips, het warmteverlies nog geringer. Bovendien sluiten rubberen dichtingen aan tegen de strip zodat het binnenkader van het profiel niet in aanraking komt met de buitenlucht. De maximale Ug-waarde voor glas bedraagt 1,6 W/m2.K. Concreet betekent dit dat gewoon dubbel glas voortaan uit den boze is en enkel nog hoogrendementsbeglazing in aanmerking komt. De U waarde van het glas, Ug,en de U waarde van het profiel, Uf, bepalen de U waarde van het raam, Uw. In het kader van de berekeningen nodig voor het bepalen van het isolatiepeil van een woning of gebouw, werden de gemiddelde waardes samengebracht in twee overzichtelijke en handige gebruikstabellen waarvan u hiernaast één voorbeeld vindt. U kan deze info downloaden vanaf www.sapagroup.com/be/epb, of aanvragen via
[email protected].
actua
De energieprestatieregelgeving en de gevolgen voor raamtoepassingen. Kent u de nieuwe eisen?
De dialoog gaat elk ontwerp vooraf
‘Ateliers de Villers’Pascal Bouhon en David Clesse tekst: marc covet
Na heel wat onderhandelen heeft dit jonge architectenbureau zonet twee projecten verworven die ongetwijfeld onze aandacht verdienen. De ‘Ateliers de Villers’ zijn niet alleen getalenteerd, aandachtig en creatief, maar bovendien ook fervente voorstanders van cellenbeton.
Villers-la-Ville is een Brabantse regio die haar ziel nog niet verkocht heeft. In de bosrijke omgeving vinden we één van ’s werelds mooiste Cisterciënzerabdijen. Gelukkig werd deze uithoek op het platteland, waar het trouwens heerlijk vertoeven is, bespaard van grote verkavelingen. In dit kader werken Pascal Bouhon en David Clesse reeds bijna 5 jaar samen. Recent, werd het team vervolledigd door stagiair Pierre Losseau. ‘Onze activiteiten zijn zeer gevarieerd’, verklaart architect Bouhon. ‘Het gaat om 50% nieuwbouw en 50% renovatieopdrachten. Het is boeiend om van het ene naar het andere te kunnen overstappen; van het blanco blad naar de renovatie. In het eerste geval kan men zijn
eigen stijl naar buiten dragen en echt ontwerpen, in het andere geval treedt men op als een ‘architectuurarts’, met respect voor het bestaande en zeker niet minder aantrekkelijk.’ De architecturale kernwaarden van dit trio zijn duidelijk bepaald: ‘Wij hechten heel veel aandacht aan de ligging. Dat vormt onze eerste benadering voor elk project. Vervolgens trachten we optimaal de noden van de bouwheer in te passen
100
in het verloop van het grondstuk. Uiteindelijk moet dit verzoend worden met de door stedenbouw opgelegde regels, een niet te onderschatten opgave. Een groot aantal van onze dossiers zitten in beroep, maar we slagen er steeds vaker in om het pleit te winnen.’ Kruising tussen loft en villa Op een bebost terrein met lichte helling trekt een project in uitvoering onze aandacht. Het unieke kader is perfect voor natuurliefhebbers. Een sobere karaktervolle woning verrijst ter plaatse. Pascal Bouhon vertelt ons graag het verhaal: ‘De opdrachtgevers
Een project dat ten volle de capaciteiten van cellenbeton benut: isolatie, vermijden van koudebruggen, flexibiliteit, thermische inertie. Een keuze in overeenstemming met de persoonlijke eisen van de bouwheer. De creatie van dit atelier is zeer geslaagd. De op elkaar volgende volumes creëren een architecturale promenade vol verrassingen. Het geheel is tegelijkertijd functioneel, bescheiden en spectaculair.
bewonen momenteel nog een huis met tal van niveauverschillen dat niet langer als aangenaam wordt ervaren. Het loft-concept trekt hen aan, vooral de open ruimten. Zo ontstond het concept van kruising tussen een villa en een loft. We hebben grote ruimten uitgetekend met weinig deuren en tussenwanden, maar vooral veel wijde doorzichten. Het betreft een woning waarvan de
beleving zich in hoofdzaak op het gelijkvloers afspeelt.’ Het principe blijkt eenvoudig: een grote wintertuin zit centraal in het bouwwerk, waarrond een reeks vertrekken is uitgezet. Het is de ziel van het project, die naargelang het seizoen en moment van het jaar van functie veranderd. Een polyvalente verblijfplaats.
De architecten hebben verrassingseffecten willen inbouwen. Aan de straatzijde is de woning verregaand gesloten. Eens de voordeur gepasseerd, kan de ontdekking voor de bezoeker beginnen. Een grote glaspartij biedt een vergezicht op de bosrijke omgeving. Fijne verticale sleuven bieden precies omkaderde zichten op de aanpalende vertrekken en
Nauwkeurig afgebakende volumes, zonder schokkerende overdaad. Het huis plooit zich natuurlijk naar zijn omgeving.
101
architectuur
‘Ateliers de Villers’Pascal Bouhon en David Clesse de tuin. ‘Het was onze bedoeling om de natuur in de woning te halen’, verduidelijkt de ontwerper. ‘Twee mooie eikenbomen worden door het grote raam gevat als een driedimensionaal schilderij, dat van kleur veranderde gedurende de dag.’ Een Zen-woning om zich te herbronnen In een dergelijk project vormt een goede dialoog met de opdrachtgever de essentiële sleutel van het ontwerp. ‘Er wordt heel wat afgepraat alvorens een plan wordt voorgelegd’, verzekert Pascal Bouhon. ‘Dat is uiterst belangrijk. Elke client is immers anders, evenals elk project.’ Het huis is een subtiel antwoord op de verlangens van de client. ‘Als osteopaat werkt de bouwheer veel op energieën. Hij is er zich van bewust dat de locatie van zijn woning een grote rol speelt voor het ontladen van de stralingen die hij gedurende de dag opslaat door de communicatie met zijn klanten. Voor deze gevoelige persoon is het dan ook uiterst belangrijk dat zijn woning in contact staat met de natuur. Hij moet zich kunnen ontladen en herbronnen.
Naast de ruimtelijkheid betekent de materiaalkeuze een belangrijk gegeven voor dit project. Het pallet werd vrijwillig tot een strikt minimum beperkt: zwart en wit, zacht grijs, geciseleerd hout en metaal, inox en aluminiumprofielen met donkere kleur.’ De architecten van de ‘Ateliers de Villers’ zijn enthousiaste gebruikers van Ytong. ‘Veertig procent van onze nieuwbouwprojecten wor-
102
den gerealiseerd in cellenbeton, iets waar de bewoners nadien best gelukkig mee zijn. Voor grote ruimten vormen de thermische en akoestische eigenschappen van de gebruikte materialen een zeer belangrijk facet. Ook met de brandveiligheid wordt voortdurend rekening gehouden. In het geval van de woning te Villers, verkozen de opdrachtgevers een volledig witte crépi-afwerking. De keuze voor Ytong-blokken als drager voor een dergelijke afwerking is vanzelf-
De renovatie van deze school moet zich binnen een beperkt budget realiseren. Hebel-cellenbetonplaten laten toe esthetische constructies tegen een lage prijs te creëren.
sprekend, zowel vanuit technisch als economisch standpunt.’ Het lokale aannemersbedrijf Promobat heeft de blokken met veel zorg en professionele inzet verlijmd. Een school met Ytongommanteling Voor een schoolproject te Sombreffe werden de luisterbereidheid en de reacties van de architecten erg op de proef gesteld. David Clesse vat samen: ‘Men bouwde niet voor één klant, maar wel voor 250 leerlingen,… een zwaar programma. Het was belangrijk rekening te houden met de opmerkingen van de kinderen, zonder daarbij de normen en de veiligheid uit het oog te verliezen. Bovendien golden in de wijk specifieke bouwvoorschriften.’ De architecten dienden dus heel wat verbeelding en voorzichtigheid aan de dag te leggen. ‘We hebben ons op industriële bouwelementen toegespitst en opteerden voor
een repetitieve structuur en schikking van de ruimten. Het herinnert ietwat aan de agrarische bouwwerken in de omgeving. Er werden oranjekleurige Ytofin-platen gebruikt (met een kwartslaag afgewerkte Hebel-cellenbetonplaten). Die kleur maakt de school voor de kinderen gemakkelijk herkenbaar’. Deze aanpak met beperking van de afwerking, heeft de uitvoeringstijden en de bouwkosten aanzienlijk gedrukt. De oude en nieuwe gebouwen gaan een dialoog aan zonder elkaar na te bootsen of in verlegenheid te brengen. De ruimte-
lijke indeling werd volledig herzien. ‘De school bestond uit verschillende gebouwen met heel wat technische problemen. We overwogen aanvankelijk een gedeeltelijke afbraak en heropbouw. We zochten naar meer samenhang’, verhaalt David Clesse. ‘Er zijn nieuwe deuren ingebracht en de doorstroming werd geheel herzien. De kleuters zitten achteraan en genieten van een uitsluitend aan hen voorbehouden speelplein. De oudere leerlingen zijn logischerwijze op de verdieping ondergebracht.’ Welke uitdaging hen ook wordt voorgelegd – een comfortabele woning voor een osteopaat of een bescheiden schoolgebouw tegen een zeer krap budget – telkens opnieuw nemen de ‘Ateliers de Villers’ ze aan met talent en de juiste visie. Een bureau om in de gaten te houden!
Ateliers de Villers Pascal Bouhon David Clesse Avenue de la Fontaine des Fièvres 10 1495 Villers-la-Ville T: +32 (0)71 87 56 08 F: +32 (0)71 87 58 06
[email protected]
103
Dubbele portie architectuur Architect Beyls fotografie: MC Studio’s tekst: eduard coddé Architect Jean-Pierre Beyls ontmoette zijn echtgenote toen ze allebei hun architectuurstudies doorliepen aan Sint-Lucas te Brussel. Ze deelden niet alleen dezelfde klas, maar toonden ook dezelfde interesses, zowel professioneel als privé. Samen vertegenwoordigen ze een dubbele portie architectuur. De bouwheer vaart er wel bij: hij geniet van een dubbele visie en inbreng van ervaring in zijn project!
Complementariteit Het architectenduo is al 31 jaar actief met particuliere woning- en appartementsbouw. Hij opteerde zo vlug als het maar enigszins kon voor een toekomst op eigen benen. Zij werkte eerst in dienstverband - deed daarbij ervaring op in industriebouw en sanitair - om uiteindelijk samen met haar man de klanten te dienen.
‘We luisteren samen naar de wensen van de bouwheer, om dan vervolgens onze eigen visie uit te schetsen’ verklaren ze hun aanpak. ‘De klant kiest wat best in de lijn van de verwachtingen ligt of stuurt ons naar een synergie van beide voorstellen. De klant krijgt dus twee architecten voor zijn geld!’. Is dat wel haalbaar om als man en vrouw samen te werken in dit
104
beroep? ‘Het leidt ontegensprekelijk tot conflicten, maar werkt ook erg dynamiserend. In de loop van het traject legt elk zijn accenten. De technische inbreng is meer mannelijk, terwijl de esthetiek en interieurinrichting veeleer een vrouwelijke benadering krijgen. Uiteindelijk werken we complementair; anders zou het waarschijnlijk niet lang blijven duren…’. In het actuele portfolio duiken steeds meer renovatiewerken op. ‘Een hele uitdaging, want het werkt moeilijker dan nieuwbouw, omdat men als architect met veel meer details dient rekening te houden’ licht ons duo toe. ‘Men mag absoluut niets uit het oog verliezen bij de planning!’.
Deze ‘Zonnewoning’ combineert comfortabel, energiezuinig en duurzaam bouwen en wonen, terwijl ze breekt met de traditionele opvattingen over dit soort woningen. De beschikbare bruto woonoppervlakte bedraagt 600 m2.
Begeleidende rol Jean-Pierre Beyls en zijn echtgenote zien de kernfunctie van hun architectenbestaan vooral in de begeleiding van de bouwheer. Ze investeren daarin ook opmerkelijk veel tijd en betreuren daarom dat vandaag heel wat potentiële bouwers het ereloon van de architect gewoon als ‘noodzakelijk kwaad’ beschouwen en gaan ‘shoppen’ alsof het om een doos waspoeder gaat… ‘Onze begeleiding is zeer gevarieerd’ verhaalt het architectenechtpaar. ‘Soms gaat het gewoon om advies, het aansporen tot nadenken over bepaalde gegevens, maar evenzeer het met de klant op zoektocht gaan naar materialen of de invulling van het interieur’. Een harmonieus huwelijk tussen
buiten- en binnenarchitectuur krijgt een belangrijke plaats in het geheel van de opdrachten. Keuken en badkamer zijn een evidentie geworden, maar het gaat ook veel verder. De oriëntatie van de vertrekken vormt de basisinbreng. Advies over de te voorziene leidingen en afwerkingen, is een verdere stap in het ontwikkelingsproces. ‘De meeste klanten kunnen moeilijk kiezen en hebben grote nood aan begeleiding’ leert de ervaring ons duo. ‘We gaan dan samen de mogelijke leveranciers af, zodat de klant zich verzekerd weet van zowel technisch als esthetisch advies. Soms kiezen we uiteindelijk zelf…’ Het is absoluut nodig om alles precies vast te leggen alvorens met de uitvoering te starten. Dat
werkt economischer en leidt tot een beter eindresultaat. Respect voor budgetten is heilig bij architect Beyls. ‘We werken voor alle budgetten en gaan graag de uitdaging aan om met beperkte budgetten de klant echt meerwaarde te bieden. De voldoening van het resultaat is zeer motiverend!’ verklaart Jean-Pierre Beyls. ‘Het gebeurt zelfs dat we doe-het-zelvers begeleiden, maar dan staan we erop de werken te mogen controleren, anders kunnen we ook onze verantwoordelijkheid niet nemen’. Naast zijn werk als architect, voert Jean-Pierre Beyls ook nog bouwtechnische expertises uit (bouwschade, vaststellingen, plaatsbeschrijvingen, geschillen, e.d.), hoofdzakelijk voor privépersonen.
De oostelijk georiënteerde keuken kreeg een veranda-uitbouw waarvoor aluminium profielen werden toegepast.
De technische inbreng is meer mannelijk, terwijl de esthetiek en interieurinrichting veeleer een vrouwelijke benadering krijgen.
Het hoog oplopende dak biedt een 10 x 10 m grote multifunctionele ruimte.
architectuur
Architect Beyls Aandacht voor energieprestaties en binnenklimaat Vandaag vormt EPB een brandend actueel thema, maar voor architect Jean-Pierre Beyls betekent het al meer dan een kwarteeuw lang een vanzelfsprekend aandachtspunt voor al zijn ontwerpen! Hij studeerde af in 1978, net nadat we met zijn allen door de eerste energiecrisis met de neus op de feiten werden gedrukt. ‘Tijdens onze opleiding was er al sprake van een zekere bewustmaking’ herinnert onze gastheer zich nog. Het thema sprak hem aan en hij volgde bijkomende cursussen. In 1986 behaalde hij het getuigschrift isolatietechnieken. ‘De praktijk dwingt tot nadenken over energiezuinig wonen’ klinkt het overtuigd. ‘Anderzijds zoeken mensen gezelligheid in hun woning en dat is niet altijd te paren aan maximale energiebesparing. Het komt er voor de ontwerper dan ook op aan de optimale balans te vinden’. De eigen woning werd gebouwd met ‘Poriso’, een afgeleide van ‘Porothon’. Voor de verwarming koos hij accumulatie met elektri-
sche radiatoren. Een juiste keuze, zo is gebleken, want voor ongeveer 350 m2 woonoppervlakte bedraagt de jaarlijkse energiekost zowat € 1500. ‘Vandaag stellen de klanten zelf vragen rond deze thematiek, maar we zijn dan ook al meer dan 25 jaar verder’ merkt Jean-Pierre Beyls op. ‘We zullen ons altijd inzetten om de bouwheer aan te sporen technieken te overwegen voor optimale energieprestaties’. Ramen en glas vormen nog altijd de grootste ‘koelvlakken’ in een woning, doch energiezuinig bouwen hoeft niet langer conflicterend met architectuur en de wens naar ruimtelijkheid en licht. ‘De keuze van een degelijk isolerend schrijnwerk en beglazing, alsook de isolatie, zijn voor ons telkens opnieuw primaire maatregelen die we in elk ontwerp wensen te integreren’ argumenteert onze gastheer. Energiezuinig bouwen vereist nog al te vaak een meerinvestering van de bouwheer. Een vergelijkende studie tussen die meerkost en het terugverdienen ervan door het lagere verbruik, werkt dan ook vaak overtuigend. ‘Een nieuwe optie die we vandaag
106
kunnen voorstellen, bestaat uit de mogelijkheid om na verloop van tijd de traditionele verwarmingsketel te vervangen door een energiezuiniger systeem’ merkt ons architectenduo op. Durven vernieuwen met verwarmingstechniek Aandacht voor energieprestaties heeft niet alleen te maken met isolatie. Architect Jean-Pierre Beyls wordt fel geboeid door vernieuwende verwarmingssystemen die daarbij helpen. Hij adviseert verwarming op twee vlakken en blijkt een fervent voorstander van vloerverwarming op lage temperatuur als algemene basisverwarming - eventueel elektrische met accumulatie ’s nachts. De vloerverwarming completeert hij met wandverwarming - evt. ook radiatoren - vanwege een snelle opwarming en aangename stralingswarmte over groot vlak. ‘Beide verwarmingstechnieken worden liefst automatisch gestuurd’ vult hij aan. ‘De woning behoudt bij voorkeur een basistemperatuur en pieken in het verwarmen dienen vermeden te worden vanwege hun nefaste invloed op het verbruik.
De woonkamer met zuid-oriëntatie werd verruimd met een veranda. De royale oversteek fungeert als zonwering.
Het aan-/uitschakelen van de verwarming bij het thuiskomen of verlaten van de woning is uit den boze!’. Zonnewoning De ‘Zonnewoning’ te Zwalm combineert comfortabel, energiezuinig en duurzaam bouwen en wonen terwijl ze breekt met de traditionele opvattingen over dit soort woningen. Ze werd genomineerd tijdens Batibouw 2000. Het ontwerp van deze eengezinswoning diende rekening te houden met de specifieke verkavelingvoorschriften, waarin een hellend dak tussen 35 en 55° wordt opgelegd. Het zet zich met zijn speels volume af tegen de gebruikelijke ‘gesloten blok’-aanpak. Het geheel is onderkelderd en de
beschikbare bruto woonoppervlakte bedraagt 600 m2. De garage, serre en tuinberging gelegen aan de noord- en noordoostzijde van het gebouw – worden niet verwarmd maar fungeren als bufferzone. Aan de oostelijke gevel situeert zich de keuken met een verandauitbouw (aluminium profielen) en ontbijtterras. De achtergevel is zuidelijk georiënteerd. Hier vin-
den we de woonkamer, eveneens verruimd met een veranda. Deze kreeg een royale oversteek, zodat een terras ontstond bij de ouderlijke slaapkamer, dat tevens als zonnewering fungeert voor de veranda. Aan de westelijke gevel zit een over de volle gevelhoogte doorgetrokken glaspartij. Het hoog oplopende dak biedt een 10 x 10 m grote multifunctionele ruimte. De ganse woning is bijzonder transparant en laat het daglicht vrij spel. Door sommige wanden schuin in te tekenen werd de looprichting bepaald, terwijl tevens de doorzichten naar sommige vertrekken onderbroken werden zonder de gebruikelijke toepassing van deuren hiervoor. De buitenmuren zijn opgebouwd uit snelbouwsteen, een spouw met polyurethaan isolatie en 15 cm Ytong-blokken. Bij de gevelafwerking opteerde men voor een combinatie van cederhouten planken en een lichte sierpleister. Het aluminium schrijnwerk is geassembleerd met grijs gemoffelde Excellence 75 profielen van RC System, dit met het oog op een optimale U-waarde. Hierop
Een harmonieus huwelijk tussen buiten- en binnenarchitectuur krijgt een belangrijke plaats in het geheel van de opdrachten.
107
architectuur
Architect Beyls speelt ook de lichtreflecterende HR-beglazing in. De totale K-waarde van deze woning ligt overigens net onder de 40. Elk niveau is uitgerust met vloerverwarming op lage temperatuur. De vloerverwarming voorziet in driekwart van de warmtebehoeften. Men bespeurt geen enkele zichtbare radiator, omdat wandverwarming voor de aanvulling zorgt. Het gaat om fijne buisjes (Ø 5 mm), als een slang over het wandoppervlak bevestigd. Slaapkamer, berging, wasplaats en zolderkamer worden individueel verwarmd met een eigen regeling en thermostaat volgens de behoeften van de bewoners. Het verwarmingssysteem bestaat verder uit een warmtepomp met twee generatoren voor lucht en water. Voor de warmwatervoorziening verkoos men elektrische naverwarming. De boiler bezit een capaciteit van 300 liter. Een gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning draagt bij tot een aangenaam leefklimaat. Wonen & werken Een recent project herneemt verregaand de filosofie van de zonnewoning. Het bebouwde grondvlak meet 15 x 12 m en volledig onderkelderd. De voorkant van de woning is zuidelijk georiënteerd en de achterkant blijkt ondanks een noordelijke oriëntatie toch geheel opengewerkt. De benedenverdieping beschikt over een tweedelige zitruimte, waarvan één deel dienst doet als ontvangstruimte voor het thuis-
Excellence 75 SI
Architect en bouwheer van de Zonnewoning kozen voor het super isolerend systeem Excellence 75 SI van Sapa RC System. Dankzij de speciale PE schuimstrips die eenvoudig in de profielen ingeschoven worden, behoort dit thermisch onderbroken driekamer systeem tot de meest performante series op vlak van thermische isolatie. Excellence 75 SI is verkrijgbaar in zeven designs: Classic (recht), Softline (afgerond), Rustic (decoratief), Futuro (gebogen), Reko (renovatie), HV (verdekt liggende vleugel) en Altbau (blok). Excellence 75 SI: 1,6 W/m2K < Uf < 2,1 W/m_K (EN ISO 10077-2)
kantoor. De verdieping telt 3 slaapkamers en onder het hoog oplopende dak bestaat er voldoende ruimte voor een logeerkamer met bijhorende sanitaire voorzieningen. Vloer- en wandverwarming behoren ook hier tot het programma. Voor de benedenverdieping wordt gelaagd glas toegepast als inbraakbeveiliging. Domotica stuurt de rolluikbediening.
108
Bij ons afscheid vragen we het architectenduo wat voor hen het meest uitdagende project zou kunnen zijn. ‘Ongetwijfeld het ontwerp van een nieuwe woning voor onszelf’ luidt het in koor!
Architect Jean-Pierre Beyls Georges Lacroixstraat 18 1830 Machelen T: +32 (0)2 251 58 34 F: +32 (0)2 251 11 03
[email protected]
Ytong beschermt bij explosie!
Ytong beschermt. Gebouwen ontwerpen is vooruitzien. Eén ongelukkige vonk en jaren van inspanning van een hardwerkende ondernemer gaan in rook op. Wat gebeurt er als een fabriek of logistiek gebouw vernield wordt door explosie of brand? Hoe moet het verder met de productie en distributie? Waar blijven de klanten en het personeel? Branden en explosies onderbreken de werking van een bedrijf. De ontwerper en risk manager moeten niet enkel oog hebben voor de directe schade van brand of explosie maar ook voor de gevolgen. Gelukkig heeft Ytong tal van constructieve ideeën om zulke rampen te voorkomen. Compartimentscheidende brandwanden en buitenwanden in Ytong bewijzen reeds jarenlang hun efficiëntie bij het inperken en begrenzen van brandrisico’s. Mits een aantal bijkomende voorzieningen kunnen dezelfde wanden ook de gevaren en de schade bij explosie indijken. De explosiedruk kan beperkt en gestuurd worden door openingen te voorzien (bijvoorbeeld explosieluiken in het dak).Daarna vangen de Ytongwanden probleemloos de rondvliegende brokstukken op en beperken de brand tot het geëxplodeerde compartiment.
Ytong beschermt overigens ook tegen klimaatschommelingen. Door zijn cellenstructuur blijft het
R&T
Op deze wijze worden, als het noodlot toeslaat, personen en goederen optimaal beschermd. gebouw koel in de zomer en warm in de winter. Zonder extra isolatie en met een minimum aan stookkosten. U merkt het: bouwen met Ytong heeft niets dan voordelen. En dan hebben we het nog niet gehad over de bouwsnelheid, de stevigheid, de oneindige esthetische mogelijkheden...
Meer weten? Stuur dan onderstaande coupon terug of bezoek onze site www.xella.be Ja, ik wil meer info over Ytong-systemen voor utiliteitsbouw. Naam
Tel.
/
Voornaam
Fax
Adres
E-mail
/
@ Functie
Ik wens documentatie te ontvangen.
Firma
Ik wens gecontacteerd te worden.
Xella respecteert de wet op de privacy
Xella BE nv/sa • Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • Tel: 03/250.47.70 • Fax: 03/250.47.07 •
[email protected] • www.xella.be
Verdraaid goed? RC System, in lijn met de architectuur Architectural Aluminium is ons domein en onze missie. Wij ontwikkelen niet alleen profielsystemen, maar extruderen ze ook in eigen beheer. Zodoende beheersen wij het productieproces vanaf de grondstof tot en met de toepassingen. Dit biedt ons een uitstekende expertise in productkennis en -ontwikkeling. Als aluminium producent behoren wij tot de wereldtop. Als ontwerper van systemen volgen wij voor u elk project met een team van specialisten. Met profielen die het pad effenen voor een creatieve vormgeving. Neem vrijblijvend contact op via
[email protected] en ontdek de uitdagende polyvalentie van Sapa RC System.
PARTNER VAN
Sapa RC System nv Industrielaan 17, BE-8810 Lichtervelde Industriezone Roosveld 11, BE-3400 Landen
Tel. +32 51 72 96 66 Tel. +32 11 69 03 11
Fax. +32 51 72 96 89 Fax. +32 11 83 20 04
E-mail:
[email protected] Website: www.sapabuildingsystem.com