KONINKLIJKE VERENIGING VAN DE GEPENSIONEERDEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE
2007
Nr. 2 van 2007 32e in de reeks
Beste Lezer, Na de Algemene Vergadering was het seizoen volop ingezet en hadden de leden een ruim aanbod van reizen, uitstappen en andere activiteiten. Zo organiseerden Jacqueline en Claudette op dinsdag 27 maart een bezoek aan de tentoonstelling “Meesters van de precolumbiaanse Kunst” die tweeëndertig deelnemers kon bekoren. En op 22 mei vertrok een groep van tweeënveertig deelnemers, onder de leiding van Jos en Tony naar de hiel van Italië voor een achtdaags bezoek aan Apulië en Basilicata. Lees hieronder een verslag van deze reis.
Apulië, de hiel van de laars Door Josée Christien / J.G. Sedert lang droomde ik ervan deze streken van Zuidoost Italië te bezoeken, ze worden een beetje verwaarloosd door de toeristen maar toch… ik ontdekte er een streek die er bij lag als eeuwen geleden. Vandaag open ik mijn album en ik herbeleef. De kaap van Gargano ontplooit een mediterrane natuur, zijn overhangende rots steekt uit boven de Adriatische zee. In het hinterland, in de Foresta Umbra, bevindt zich een heiligdom ter ere van St.-Michael. Wat kwam de patroon van onze goede stad Brussel hier toch zoeken? Gewoonweg de kruisvaarders die vanuit de omliggende haventjes inscheepten naar Jeruzalem een hart onder de riem steken! Meer naar het zuiden, overheersen de romaanse torens en barokke gevels de dorpjes waarvan de straatjes naar de zee toe dalen: Viesta, Trani, Otrante… Naar het binnenland toe: Castel del Monte, befaamd achthoekig kasteel, gebouwd door Frederic II, de Souabe geheten. Land van Trullis, die ronde huizen met conische daken geven een feeëriek uitzicht aan de kleine steden. In Moteras vind je troglodiete kerken en huizen langs een wirwar van stegen en
1
trappen; met altijd bovenaan een romaanse kerk, een romaanse stijl die zeer dicht staat bij die van de Syrische kerken. Lecce, een van de hoofdsteden van het Barok. Na Bitonto en zijn beroemde kathedraal was het de vlieghaven. Alles was uiterst mooi maar begon met problemen… stakingen op de Italiaanse luchthavens. Vertrekken we, vertrekken we niet? We vertrekken, ja, maar vier of vijf uur te laat. We komen in Rome aan en niet in Bari, rijden dwars door de laars in een nachtbus en komen ten slotte in ons hotel aan om 3.30 u. ’s morgens. Zoals in de fabel… zonder een beetje moeite, geen plezier! En plezier was er voor alle smaken: de ontdekking van het land, culinaire en wijnkundige geneugten en vooral, solidaire vreugde in deze groep waar jong en oud zich om ter best verstond. Duizend maal dank aan Tony en Jos, die nooit hun kalmte verloren bij de problemen en steeds blijk gaven van een goed humeur.
Cholet. Van 17 to 23 juni verbleven een vijftigtal leden in het vakantiecentrum “Le Lac de Ribou” te Cholet. Van daar uit brachten ze bezoeken aan o.a. de abdij van Fontevraud, de nationale Rijschool van Saumur, met als apotheose, de Puy du Fou. De organisatoren, Paula en Tony, deelden ons mede dat de formule vakantiedorpen, die zeer gegeerd was bij onze oudere gepensioneerden, het nog altijd doet. Het is trouwens een goed alternatief tussen de dagtrips enerzijds en de grotere buitenlandse reizen. En misschien bestaan dergelijke formules ook wel in de ons omringende landen.
Mechelen. Op 26 juni brachten zevenenzestig leden een bezoek aan onze goede stad Mechelen. Mechelen is nu echt niet ver en ongeveer
de helft van de bezoekers kwam met eigen middelen ter plaatse, maar van het bezoek werd toch door allen zeer genoten. Jacqueline en Claudette leidden alles in goede banen.
Bezoek aan het Huis Autrique en aan het Biermuseum. Het regende pijpenstelen op donderdag 9 augustus en het was dan ook een geluk dat we in het Schaarbeeks biermuseum konden
2
gecreëerd hebben en zich nu daadwerkelijk inzetten om het te laten functioneren en het voordurend aantrekkelijker te maken. En zij slagen daar uitstekend in. Om het echt Brussels te houden werden we vergast op een lekkere boterham met platte kaas en een lokaal biertje. Het duurde wel even vooraleer de laatste klant de deur uit was.
Léon Hancisse viert zijn vertrek uit het Comité van de Vereniging. Door Danielle Vansteenwinckel / J.H.
schuilen vooraleer naar het Huis te gaan kijken. Dat moest trouwens in drie schijfjes gaan want de zevenenveertig gegadigden konden onmogelijk allemaal in dat pas gerestaureerde huis, een van de eerste die Horta realiseerde. Het huis zelf is typisch voor de periode waarin het gebouwd werd en daar er niets aan veranderd werd geeft het een idee van hoe de welgestelde burger van die tijd, de eigenaar was professor aan de universiteit, leefde. Na het bezoek aan het huis kregen we ook een rondleiding in het Biermuseum. Daar de meesten van ons dat al eens
meegemaakt hadden was het al vlug druk aan de toog waar o.a. Willy en Paula officieerden. Zij behoren namelijk tot de groep vrijwilligers die dat museum
Léon Hancisse, die binnenkort zijn 78e verjaardag viert, werd uitgenodigd op maandag 20 augustus, samen met zijn echtgenote en dochter, op een lunch in de Dining rooms van de Bank. Jaak Huyghe, onze voorzitter, nam van de gelegenheid gebruik om vooreerst te wijzen op de vruchtbare loopbaan van Léon in de Bank en vertelde ons dan meer over zijn tweede loopbaan bij onze Vereniging. Léon trad inderdaad in 1991 in de functie van beheerder bij de Koninklijke Vereniging van de Gepensioneerden van de Nationale Bank. In deze hoedanigheid vervulde hij de post van Waarnemer bij het Pensioenfonds. In 1998, na de onverwachte dood van Marcel Schollaert, nam Léon de boekhouding voor zijn rekening en werd op 11 augustus Penningmeester. Het was zeker geen sinecure daar zijn voorganger jammer genoeg niet de gelegenheid gehad had om hem op de hoogte te brengen.Maar Léon informatiseerde zich en had vlug alles in de hand.
Léon is gekend als een beminnelijk en efficiënt collega die niet spreekt om niets te zeggen. Wij zullen zeker zijn humor missen tijdens onze vergaderingen. We verwachten hem vanzelfsprekend zeer binnenkort op een van onze talrijke activiteiten en wensen hem een gelukkig tweede pensioen, samen met zijn familie.
De NBB-gepensioneerden bij de Teutoonse Ridders. Door Michel Faucq / J.G. De gepensioneerden van de Bank zijn gek van vreemde bestemmingen. De reis door de Baltische Staten – Litouwen, Letland en Estland – beantwoordde aan hun wensen. De interesse was tweevoudig, aan de ene kant het epos van de monniken-ridders van de Middeleeuwen, aan de andere kant de aantrekkingskracht van de drie republieken die zich, nauwelijks vijftig jaar geleden, aan de invloedssfeer van de Sovjet-Unie onttrokken hebben. De eerste ervaring in Vilnius, hoofdstad van Litouwen en domein van groothertog Gedeminas was explosief: een maaltijd voor jonggehuwden met Spaanse en andere pepers en kruiderijen naar believen. De volgende morgen, bij het ontbijt, kwam het voedsel druppelsgewijs. Een gezonde Belg zou er uitslag van krijgen. Maar daarna, wat een openbaring! Vilnius, toekomstige culturele hoofdstad van Europa (2009) spreidde voor onze ogen een wereld vol Barok. Kerken, een dertigtal, gevels en religieuze voorwerpen, een festijn voor de kenners. Vanaf de heuvel met de drie
3
kruisen ontdekten we de typische kleuren van dit historisch centrum: rode daken en gevels in pastelkleuren. Na het communistische intermezzo laat Litouwen de vrije loop aan zijn vreugde om eindelijk opnieuw onafhankelijk te zijn. Daar een vrouw niet half zwanger kan zijn, kan een land zich niet tevreden stellen met een halve vrijheid (zoals onze gids het althans stelde). Het voor de geest roepen van de versnippering van de politieke vertegenwoordiging geeft een indruk van déjà vu: een rist van partijen, zoals bij ons. Je kan er om lachen, daar zegt men: “Drie Litouwers, vijf partijen”. De Sint-Pieter en –Paulskerk markeert de triomf van de witte stucdecoratie (± 2.000 beeldhouwwerken). Onze smaakpapillen werden op de proef gesteld. Op een middag kregen we saltibarsciai, een koude rode bietensapsoep – een verrassende smaak; ’s avonds slurpten we, als aperitief, van een samane, een lokale alcohol (50°) op basis van rogge – stoer. Een inleiding die het beste laat vermoeden! Vooraleer naar Kaunas te gaan op zondagavond, bezochten we het middeleeuwse kasteel van Trakai, gebouwd op een eiland en dus zo goed als oninneembaar in die tijd. In de voorsteden van Kaunas getuigt een laan vol meubelwinkels van de drang naar comfort van de Litouwers. Te Kaunas vertelt onze gids ons over de militaire exploten van groothertog Vytautas, overwinnaar van de Russen, de Tartaren, de Polen en de Teutoonse Ridders – deze laatsten definitief in de pan gehakt tijdens de slag van Tannenberg (= Grünwald). Het is in Kaunas dat het Grote Leger van Napoleon – 300.000 man - de Niemen overstak tijdens de invasie van Rusland in 1812. In de hoofdstraat herinneren enkele stenen aan de opoffering van de jonge Romas Kalanta, die zichzelf in brand stak in 1972 om te protesteren tegen de Russische bezetting. In 1941 was de Sovjetunie Litouwen komen “bevrijden”, maar de communisten waren vergeten terug naar huis te gaan. De deportaties naar
Siberië – eerst de intellectuelen en daarna de rijke boeren, in totaal ongeveer 130.000 personen - waren begonnen een week voordat de Nazis de Sovjetunie de oorlog verklaarden. De Nazis, van hun kant, vernietigden de Joodse gemeenschap, waarvan er een groot deel in Kaunas woonde. Litouwen, door en door katholiek, kent ook de roepingencrisis, waarvan de oorzaak, volgens onze gids, in een paar woorden kan verklaard worden: de meisjes zijn mooi en de rokjes kort. Ideaal huwt de Litouwse man achtereenvolgens een Russische, een Joodse en een Litouwse vrouw. De eerste zorgt goed voor zijn libido, de tweede verzorgt goed zijn kinderen terwijl de derde goed zijn graf onderhoudt. Vooraleer naar Klaipeda te gaan doen we nog even het orthodoxe klooster van Pazaislis aan. Binnenin is de kerk getooid met rood en zwart marmer van Krakau uit Polen. Om een geseling te ondergaan waren er geen liefhebbers. Naar het schijnt kalmeerde deze maandelijkse foltering de seksuele driften van de monikken. Op het plein staat het standbeeld van Ännchen von Tharau: “Änchen du bist meine Seele…” (Simon Dach). De lokale architecten ontbreekt het niet aan durf. Een toren: “zwangere vrouw” staat tegenover een andere: “wespentaille”. De vierde dag wordt besteed aan de ontspanning. De beklimming van de Heksenberg begon onder een slagregen. De vreselijke heks Ragana mocht ons niet. Het bezoek aan het Ambermuseum liet ons toe de oorsprong van deze organische edelsteen te ontdekken: de hars afgescheiden door naaldbomen een 50 miljoen tal jaren geleden. Muziek, zang en dans zijn de uitdrukking van de volksvreugde. Kamermuziek begeleidde onze terugtocht naar het hotel. De betovering was zo sterk dat onze kleine Nicole een Dafalgan moest nemen. De lange tocht van de vijfde dag bracht ons aan de voet van de “Kruisenberg”, die de slachtoffers van de oorlog en de repressies
4
herdenkt. 23 augustus 1939, ondertekening van het pact Molotov – von Ribbentrop, wordt in Litouwen “dag van het zwarte lint” genoemd. De Nederlandse TV was er. Wolfgang, onze globetrotter werd uitgekozen voor het interview. Traditioneel duurt een trouwfeest drie dagen in de Baltische Landen. In Litouwen mogen de Kerk zowel als de Openbare Macht de huwelijksakten afleveren. Het huwelijk is er nog de regel maar driekwart van de paren scheiden. De kuststrook is uniform vlak. Bossen en weilanden lossen elkaar af. Hier en daar ziet men enkele, weinig uitgestrekte, akkers. De gewone woonst is zonder verdieping, veelal in hout. We komen in Letland terecht zonder het opgemerkt te hebben. Het eerste dessert, opgediend in dit land, doet denken aan de ontbijtkoek van thuis. De ontdekking van Letland begint met het bezoek aan het 18e eeuwse kasteel van Rundale, een kunstwerk in rococo. We waren getuige van een weinig banale poging tot verleiding. De “kasteelvrouw” danste eerst een menuet met Herman en leerde hem daarna de taal van de waaier. Het begeerde voorwerp was een mooie Chinese vaas. Is Herman bezweken? We zullen het nooit weten. Ook Frans probeerde, zonder te waarschuwen viel hij in de armen van de lieve Christine. De verjaardag van Michel – 68 jaar – werd ook waardig gevierd, zonder grote toespraken. De jubilaris profiteerde er niettemin van om alle dames te omhelzen. Wat een dag! Riga moest het orgelpunt van ons verblijf zijn in Letland. We waren niet ontgoocheld. Na een bezoek aan de hallen, in looppas, liet de talentvolle lokale gids ons de oude stad ontdekken, een beschermde zone, alle vervoer is er strikt geregeld. Voetgangersstaten, nauw en kronkelig waar vele Duitse gebouwen, gotische en barokke, overleefd hebben. Rechtover het presidentiële paleis, verrassing: een pied-à-terre van onze vriend Pelgrims! Claude bezit er zo een
beetje overal, naar het schijnt. De wijk in Art Nouveau wijst ons op het genie van de Russische architect Eisenstein en zijn gelijken. De verkorting tot de drie F – fauna, flora, femina (?) volstaat niet om de uitbundige majesteit van deze vernieuwende stijl te beschrijven. Tijdens het avondmaal deed Frans, weeral hem, een afleidingsmanœuver. Sommigen vertellen dat hij er wilde vanonder muizen, anderen beweren dat hij een afspraak had met Jeanneken, die haar kat stuurde. Jos heeft hem vlug terug op het goede pad gebracht. Om in Estland te geraken doen we een omweg langs Sigulda, de streek met de drie kastelen, waaronder twee Middeleeuwse. Op de plaats overschaduwen drie linden het graf van de schone Maija, de roos van Turaida, die liever stierf dan in oneer te leven. Een verhaal een grote opera waard. Tallinn, letterlijk “Deense stad”, bezit nog veel houten huizen. Ze is gebouwd op een kalkachtige uitloper, steen die de toon zet bij de oude gebouwen van de oude stad. Het handvest van Lübeck, van 1248, gaf haar haar eerste privilegiën. Tegenover ons hotel, het Tallinn, staat de toren van de Grote Hermann en een beetje verder de kanontoren “kiek-in-de-kök” (kijk in de keuken), een plaats van waaruit men in andermans huis kon loeren. De toren met de vijf koepels symboliseert Jezus en de vier evangelisten. Talrijke middeleeuwse woningen van de bovenstad behoorden toe aan Duitse kooplieden en groot grondbezitters. De “muur van de haat” sneed de stad in twee delen, het gewone volk haatte de vreemde waardigheidsbekleders. De straat “Lange benen” verbindt de boven- met de binnenstad. Tallinn bezit het oudste stadhuis van de noordse landen. De raadzaal is versierd met een wandtapijt uit Edingen. In de Sint-Olafkerk bevinden zich twee retabels, respectievelijk in Brugge en in Brussel gemaakt. Het bezoek aan het openluchtmuseum Rocal-Mar was opwekkend en leerrijk. Het
5
ontbreken van schoorstenen in de primitieve boerderijen was een totale verrassing. ’s Avonds onthaalden Jos en Danielle de deelnemers in een charmant restaurant in het centrum van de stad. Reeds vertrouwd met de gewelfde middeleeuwse kelders, bevonden we ons nu in een salon van de 18e eeuw. En zo eindigde onze rondreis in de Baltische Landen. We apprecieerden de verschillende gidsen die ons deze streken, die nu opengaan voor het toerisme, lieten ontdekken. Het Comité verzorgde ons goed gedurende deze reis, Jos op de brug, Danielle in de bezemwagen. Luc, met zijn lange gestalte, was ook zeer nuttig, tenminste voor de verzienden. Bertha, altijd guitig, kalmeerde het spel. Alle deelnemers verdienen gelukwensen: altijd tip-top op tijd en goed gehumeurd. Paul Tellier liep er de laatste dagen nogal peinzend bij, raad eens wat hem dwars zat: hoe gaan wij dat aan boord leggen om zo’n organisatie te evenaren? Allemaal te samen zeggen we hem: vlieg erin Paul! Egypte roept. Deze bijdrage werd gerealiseerd door Michel Faucq, alias “Het oog van Moskou”, met de vriendelijke medewerking van Josée Christien.
Europalia en de NBB Door Josée Christien / J.H. Wijlen Vicegouverneur De Vogel was een groot promotor van de Kunsten; in zijn hoedanigheid van lid van het Comité van het Paleis voor Schone Kunsten nam hij actief deel aan het opzetten van het “Festival Europalia”, iedere twee jaar gewijd aan de schone kunsten van een europees land. Onze vicegouverneur, die ernaar streefde voor iedereen deze buitengewone manifestatie toegankelijk te maken, kwam naar voor met het idee van de “Cheque Europalia”; deze cheques werden verkocht aan het personeel van de ondernemingen,
langs de werkgever om, die een deel van de kosten voor zijn rekening nam. Het was een goeie vondst: het systeem maakte het mogelijk iedereen aan de manifestaties van zijn keuze (tentoonstellingen, theater, concerten…) te laten deelnemen tegen een schappelijke prijs en er zelfs zijn familie mee te nemen. De H. Vicegouverneur stond erop zelf zijn personeel op de hoogte te brengen.; Raoul, secretaris van de Club; Jaak, Clubcomitélid; en ikzelf, vertegenwoordigster van de sectie Kunst en Ontspanning herinneren het ons zeer goed. Het was een succes in de NBB, de geleide bezoeken telden er soms tot honderd personen, personeel en gepensioneerden dooreen, deze laatsten namen er soms hun kleinkinderen mee. Bij mijn pensionering nodigde Albert Vandertrappen, dan ondervoorzitter van de Gepensioneerden, me uit om mijn activiteiten bij de KVGNBB voort te zetten. Ik heb het mij nooit beklaagd en ik bedank nu nog Albert voor het vertrouwen dat hij me schonk. Mijn vriendin Jeannine Gallet en daarna Jacqueline Pillet namen het later over bij de Club en Jacqueline, zelf ook al gepensioneerd, is er nog steeds actief. Het personeel van de NBB behoort tot de meeste getrouwe Europaliabezoekers. Dit jaar is het Festival gewijd aan de zevenentwintig landen, lid van de Unie. Wij bezochten “Het groot Atelier” waar elk van de veertien kamers ons de Europese Kunst van de Ve tot de XVIIIe eeuw laten ontdekken. De grote schilders van de XVIe en de XVIIe eeuw zijn nog er nog altijd maar ik was bijzonder opgetogen door het grote aantal kleine werken, bescheidener maar zo aantrekkelijk: Ierse Manuscripten en hun verluchtingen; retabels van beeldhouwers; maagden en madonna’s van verscheidene origine; zorgvuldige plannen van de gevels van onze kathedralen en om te eindigen: talrijke tabellen die de verzamelingen vermeldden van de kunstenaars en
6
mecenassen van de XVIIe en XVIIIe eeuwen. Men kan zich gemakkelijk deze mecenassen en zakenlui voorstellen op bezoek in die luxueuze interieurs. Voorlopers van onze huidige kunstgalerijen. Ander plezier aan dit bezoek: muziek van toen in sourdine. Het atelier is tegelijker tijd de intieme ruimte van de kunstzinnige creatie en de plaats van waaruit de werken vertrekken naar andere horizonten.
Het jaarlijkse petanque-tornooi. Op dinsdag 18 september j.l. had in de e Club het 25 petanque-tornooi plaats. Een veertigtal spelers nam deel aan dit jaarlijks wederkerend gezellig samenzijn, waar het er niet zozeer om het winnen te doen is maar eerder voor de pret. Het weer was zeker niet van de partij, en in de voormiddag kon dan ook maar een partij gespeeld worden. In de namiddag konden wel de voorziene drie partijen gespeeld worden alhoewel de buien nooit veraf waren.
Het was dit jaar de 25e uitgave van dit tornooi dat in 1982 spontaan ontsproot aan de geest van een paar verwoede petanquespelers met brugpensioen die hun sport aan onze mooie vijver beoefenden en er daar ook dit tornooi, voor iedereen, in het leven riepen. Het werd een groot succes Jef en Jacqueline, de zaakvoerders van de vijver breidden hun keuze aan drank, vooral bier, gevoelig uit, smeerden belegde broodjes en tot honderd gegadigden speelden of genoten er van de mooie natuur.
Na de eeuwwisseling was onze vijver niet meer beschikbaar en, na een korte omweg langs de Club van het Gemeentekrediet (Dexia) kwamen we in onze Club terecht waar er intussen meer ruimte voor het spel gecreëerd was. Dit jaar, op ons zilveren jubileum, zijn de promotoren er niet meer maar konden we toch Camille en Marie-Louise Matagne en Raoul Vanmaekelberghe, die zich al jaren met de technische kant van het tornooi bezighouden, in de bloemetjes zetten. En nu op naar het gouden jubileum.
De Herfstfeesten Op 18 en 25 oktober hadden de traditionele herfstfeesten plaats, het tweede met muziek. Ter gelegenheid van deze geanimeerde etentjes vinden de vrienden elkaar terug na de vakantie en zetten samen het winterseizoen in. Zoals ieder jaar was de sfeer uitstekend.
Dagtrip naar Doornik. ’t Was barslecht weer als de tweeënveertig dagjestoeristen de weg naar Doornik namen. Regen en wind vergezelden ons tot zowat halfweg en dan hield het plots op en er scheen zowaar een waterzonnetje toen Doornik binnenreden. Daar vonden we de vrienden die op eigen krachten naar Doornik gekomen waren en samen werden we vergast op een hete kop koffie vooraleer terug de kou te trotseren. En dat was de kathedraal met de vijf torens die we eerst aan de buitenkant en dan binnenin, onder de leiding van een ervaren gids, konden verkennen. Het is een machtig gebouw dat al heel wat doorstaan heeft maar nu dringend aan restauratie toe is. Ze zijn er dan ook aan begonnen zodat het er als een groot werf bij ligt; onze gids stelde dat, indien er tot een grondige restauratie werd overgegaan, dit zowat vijfendertig jaar zou duren. Gelukkig was er nog de Schatkamer waar het niet alleen wat warmer was maar waar we enkele zeer mooie en unieke, meestal
7
religieuze kunstwerken konden bewonderen. Het middagmaal in Hôtel Cathédrale was een welgekomen rustpoos en nog lekker ook. Na de lunch werden we met het toeristentreintje door de bezienswaardigheden van de stad gevoerd. In sommige nauwe straatjes deden we het verkeer stapvoets achter ons rijden, maar de eventuele irritatie van de bestuurders verdween bij het zien van die verkleumde toeristen in het aan alle winden blootgestelde treintje. Daarna werden we in twee groepen verdeeld; een ervan trok naar het Museum voor Schone Kunsten, de andere naar het Wandtapijtenmuseum. In dat laatste konden we niet alleen enkele wandtapijten bewonderen maar maakten we ook kennis met het maken van dergelijke kunstwerken. Indrukwekkend! En zeker niet voor ieders beurs. Na een lekker vieruurtje vertrokken we naar Brussel, waar het niet opgehouden had te regenen, en genoten er van de laatste pint vooraleer elk zijn kant opging, goed uitgewaaid maar tevreden.
Bezoek aan het Universitair Centrum voor Diergeneeskunde. Op maandag 12 november vertrokken we met een veertigtal geïnteresseerden naar dit vermaarde centrum. Alhoewel het door het Tv-programma “Dieren in Nesten” geen onbekende is in huiskamers, verbaast het ons toch door zijn afmetingen. We werden er zeer hartelijk ontvangen door de innemende, en pas gepensioneerde, Professorenrectors van, enerzijds, de grote dieren en anderzijds de kleine (huis)dieren. Er was toevallig weinig sensationeels te beleven; een paard was juist geopereerd en werd door een drietal studenten-veearts verzorgd. Een ander had een of andere operatie niet doorstaan en lag, ingepakt, te wachten op de mensen van het vilbeluik. Maar de uiteenzetting van de eminente gidsen was zo uitgebreid en precies dat we
het bijna voor ogen zagen gebeuren. Zo vernamen we dat het behandelen van paarden veel delicater is dan de behandeling van runderen. Bij het eerstgenoemde moet men steeds beducht zijn van plotse, gevaarlijke, reacties terwijl een rund zich bij wijze van spreken, rechtstaand, zijn hele buik laat leeghalen zonder een vin te verroeren. Ook opvallend is dat het vrouwelijk element zeer sterk vertegenwoordigd is bij de studenten. Na het ietwat uitgedijde bezoek was het vlug de bus in om een hapje te eten in de Brasserie Reinaert te Destelbergen, daar we om 13.30 u. verwacht werden bij de NV Corma, waar de Gandaham vandaan komt.
In plastieken mantels en hoeden gehuld konden we de visu het hele, toch wel indrukwekkende, proces volgen vanaf de varkensbil tot de Ganda Ham. En we konden hem daarna ook proeven. Toen we tenslotte buiten kwamen was het niet alleen later dan voorzien en was het weer eens aan het regenen zodat algemeen verkozen werd de terugweg aan te vatten, zonder nog even te gaan winkelen naar Gent. De uitstap eindigde, zoals gewoonlijk, met een hartige pint in de Club.
Onze Huwelijksjubilarissen. November, feestmaand? In elk geval vieren wij sedert enkele jaren onze huwelijksjubilarissen in deze maand. Dit jaar waren er negenenveertig paren: veertien diamanten en vijfendertig gouden. Tweeëndertig paren hebben hun jubileum
8
met ons willen vieren. U kunt ze ontdekken op de foto op de voorpagina. Hieronder vind u de namen van de jubilarissen: Diamanten jubileum : ANDRE-Van Kiel Alfred & Jeanne DE BIE-Springael François & M.-Jeanne DECUYPER-Marion Henri & Thérèse DEMUYSER-De Greef J.-Baptiste & Elise DENDAL-Druart René & Marcelle DERMAUT-De Smet Gilbert & Lucie HUJOEL-Lagneau Emile & Claire LUYCKFASSEEL-Petit Jan & Gabrielle MEYNEN-De Smet Ernest & Joséphine PINT-Theys Edgard & Marie-Louise TOBIE-Delhaye Raymond & Odette VAN OBBERGEN-Vandermeeren Henri & Malvina Verhellen-HENDRICKS Léon & M.-Henr. Whitburn-LEMMENS Reginald & Pauline Gouden jubileum: ALEN-Gaspard Lucien & Andrée BELLENS-Beyns Felix & Elvire BOEYKENS-Van Den Bossche G. & Rezy BOTQUIN-Mainil José & Francine BOUSARD-Mathieu Joseph & Marthe BRACKENIER-Cruys Lucien & M.-Josée BRUMAGNE-Vrebos Willy & Lida CARLIER-Rodeyns Ignace & Alice CHARLIER-Minne René & Josiane COLIGNON-Smits Louis & Sidonie COLLARD-Werner Jean & Imelda COPPENS-Van Page Léon & Mathilde COUCK-Houtman Antoon & Adriana De Rooms-CUMMINS Jan & Leopoldina DEKENS-Therssen Joannes & Jeanine DUERINCKX-Staes Romain & Anita FOSTIER-Vanderperren Mauritz & Simone HOEVENAEGHEL-MATTEZ Eduard & Josette LAUREYS-Arnouts Robert & M.-Louise MAES-Buelens Willem & Anna MATAGNE-Smets Camille & M.-Louise MEERT-Demuijlder Frans & Albertine MOREELS-Verdijen Roger & Rosette NEVENS-Van Humbeeck Jozef & MarieLouisa NISSEN-Chatain Robert & Jacqueline PÂQUES-Tersigni Henri & Hélène
PIVETTA-Cobut Pierre & Arlette Thomas-LOBELLE Marcel & Maria VAN DER JEUGHT-Custers Paul & Marie-Louise VAN DER VELDE-Van Doorselaere Louis & Justine VAN DER WILT-Debont René & Jeannine VANDENREWEGS-Chilot Jean & Jeannine VANKERKHOVEN-Poels Pierre & Jeannine WAEGEMAN-Janssens Jean & MarieLouise WILLEMS-Bortels Vital & Maria
9
Laatste Avondmaal en de Mona Lisa kopieën zijn. De volgende zalen nemen ons mee naar hetgeen dat Da Vinci zo vermaard maakte: zijn beroemde machines, nooit verwezenlijkt gedurende zijn leven, op papier gezet met enige pennentrekken. Het orgelpunt van het bezoek is de kamer met de buitengewone machines: bruggen met twee verdiepingen, samenplooiende ladders, oorlogswagens, vliegende machines. Indrukwekkend! Ten slotte kan men zeggen dat Da Vinci een buitengewoon kunstenaar was, een monster van vindingrijkheid, ver vooruit op zijn tijd.
Leonardo da Vinci Door Thérèse Gary / J.H. Deze tentoonstelling in de Basiliek van Koekelberg die een zestigtal van onze leden op 6 december laatstleden bezochten, bracht ons niet alleen in aanraking met de werken van de meester, schilderijen en schetsen, maar eveneens met de vele facetten van deze grote man, voortgesproten uit een illegale unie, reden waarom hij zijn plaats van herkomst als familienaam gebruikte. Leonardo da Vinci, geboren in 1452 en gestorven in 1519, is eerst en vooral een genius, een buitengewoon begaafde die gevormd werd in de kunstateliers van de stad Firenze. Hij verstond noch Grieks noch Latijn maar zou zijn begaafdheid op een persoonlijke manier ontwikkelen. De Kunstvoortbrengselen van Leonardo da Vinci zijn vaak christelijk geïnspireerd; het volstaat om het “Laatste Avondmaal” te bekijken: de leerlingen bezien elkaar wanneer Jezus zegt dat een onder hen hem zal verraden. Een reusachtige reproductie van het Laatste Avondmaal berust in de Abdij van Tongerlo. De Madonna in de Grot, waarvan het origineel daar is, is een enig werk. De beroemde Mona Lisa, die aan het geniale grenst, laat ons een kunst ontdekken die de ziel van het personage blootlegt. Het spreekt vanzelf dat het
De Vleermuis Door Thérèse Gary / J.H. Een van de beste orkesten van het land: Het Vlaams Radio Orkest met zeventig musici, met medewerking van het Concertgebouw Amsterdam, drieënveertig spelers en zangers, brachten honderdvierendertig leden van onze Vereniging in vervoering met de operette “De Vleermuis” van Johan Strauss in het fameuze studio 4 van het Flageygebouw, waarvan de akoestiek de reputatie heeft perfect te zijn. Een toestroom van muziek, zang en woord in deze ietwat ongewone maar aantrekkelijke operette. Een minpunt nochtans, de aangekondigde simultaanvertaling op reuzenschermen bleef achterwege. Valt nu nog te bezien of dat wel iets zou veranderd hebben ; inderdaad wanneer het gaat om muziek en meeslepende liederen vol vreugde, vergeet men de woorden.
Vooruitzichten voor 2008 Januari: 17 – Nieuwjaarsfeest I 24 “ II ? Februari: 10-22
Egypte : cruise + Cairo
10
September: 16 ?
Petanquetornooi 12 dagen Ierland Org. : Jos & Tony
: Danielle + Paul Maart: 13 –
Algemene vergadering
April: … Mei: ?
Juni: 15-25
Vakantiedorp – Frankrijk ? Org.: Paula
De Cycladen + Kreta Org.: Jos & Tony
Oktober: 16 – 25 -
Herfstfeest I « II ?
November : 18 –
Huwelijksjubilarissen
December : …
---
Wij wensen u een prettige Kerst en een gelukkig Nieuwjaar
Juli: … Augustus: …