NATIONALE BANK VAN BELGIE
DECEMBER
2002
CENTRALE VOOR KREDIETEN AAN PARTICULIEREN
INHOUDSTAFEL __________
1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2002
.........................
1
2. STATISTIEKEN 2.1
SYNTHESE
2.1.1 Aantal geregistreerde personen en contracten .......................................... 2.1.2 Aantal geregistreerde personen t.o.v. de meerderjarige bevolking .............. 2.1.3 Jaarlijkse verandering van het aantal geregistreerde personen en contracten ............................................................................. 2.2 GEREGISTREERDE CONTRACTEN 2.2.1 Aantal geregistreerde contracten per kredietvorm ..................................... 2.2.2 Aandeel van de onderscheiden kredietvormen in het totaal aantal geregistreerde contracten ......................................................................... 2.2.3 Leningen op afbetaling : uitsplitsing per categorie deelnemer ................... 2.2.4 Leningen op afbetaling : niet-geregulariseerde contracten t.o.v. het totaal van de uitstaande contracten ..................................................... 2.2.5 Verkopen op afbetaling : uitsplitsing per categorie deelnemer ................... 2.2.6 Verkopen op afbetaling : niet-geregulariseerde contracten t.o.v. het totaal van de uitstaande contracten ..................................................... 2.2.7 Financieringshuur : uitsplitsing per categorie deelnemer ........................... 2.2.8 Kredietopeningen : uitsplitsing per categorie deelnemer ........................... 2.2.9 Kredietopeningen : niet-geregulariseerde contracten t.o.v. het totaal van de uitstaande contracten ..................................................... 2.2.10 Hypothecaire leningen : uitsplitsing per categorie deelnemer ....................
2.3
5 6 6 7 7 8 8 9 10 10 11
GEREGISTREERDE PERSONEN
2.3.1 Verdeling volgens het aantal contracten van de geregistreerde personen ............................................................................ 2.3.2 Uitsplitsing per leeftijdscategorie van de geregistreerde personen ............. 2.3.3 Aandeel per leeftijdscategorie van het aantal geregistreerde personen in de bevolking .......................................................................... 2.3.4 Verdeling per administratief arrondissement en per provincie van de geregistreerde personen ......................................................................
2.4
4 4
12 13 13 14
GEREGISTREERDE BERICHTEN VAN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING ................................................................................
16
2.5
RAADPLEGINGEN DOOR DE KREDIETVERSTREKKERS.........................
17
2.6
INFORMATIEVERSTREKKING AAN PARTICULIEREN IN HET KADER VAN DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ........
18
BIJLAGE : METHODOLOGISCHE NOTA ................................................. 19
1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2002
Uit de evolutie van het aantal geregistreerde personen en contracten (tabel 2.1.1) blijkt dat eind 2002 bijna 403 000 personen en ongeveer 552 000 contracten in het gegevensbestand van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren waren ...schuldoverlast: ruim
geregistreerd. Van die contracten waren er circa 467 000 of 85 pct.
467 000 kredieten met
"niet-geregulariseerd",
terugbetalingsproblemen...
d.w.z.
dat
de
terugbetalingsachterstand
niet
werd
aangezuiverd. Het totale achterstallige bedrag van de niet-geregulariseerde contracten beliep ruim € 1,9 miljard. De gebruikte terminologie inzake de geregistreerde inlichtingen en de algemene werkingsprincipes van de Centrale worden verduidelijkt in de methodologische nota die is opgenomen als bijlage. Het totale aantal geregistreerde personen en contracten is in de loop van het verslagjaar aangegroeid met respectievelijk 1,3 en 1,9 pct; die toename is aanzienlijk kleiner dan tijdens de voorgaande jaren. Zoals blijkt uit tabel 2.1.3 was de verminderde netto-jaargroei in 2002 van het totale aantal geregistreerde contracten zowel het gevolg van minder nieuwe registraties als van meer schrappingen van geregulariseerde contracten. De vermindering van het aantal nieuwe registraties in vergelijking met de voorgaande jaren kan in verband worden gebracht met de terugloop in de kredietverlening aan particulieren ingevolge de zwakke conjunctuur en het verslechterde vertrouwensklimaat bij de consumenten. Ook de verstrakking van het kredietbeleid heeft ongetwijfeld een rol gespeeld. Daarnaast hebben de kredietverstrekkers geanticipeerd op het gewijzigd wettelijk
...een duidelijk
kader, hetgeen een toename van het aantal schrappingen tot gevolg heeft gehad:
verminderde toename...
de voorbereidende werken in het kader van de "positieve" centrale en vooral de invoering van het "Fonds ter bestrijding van de Overmatige Schuldenlast" hebben de aan de Centrale deelnemende kredietverstrekkers er toe aangezet hun jarenlange rapporteringen te inventariseren en te controleren, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot meer mededelingen van regularisaties in vergelijking tot de vorige jaren. De geregulariseerde contracten worden bij het verstrijken van de wettelijke bewaartermijn uit het gegevensbestand van de Centrale geschrapt. Het feit dat het Fonds voor de bestrijding van de Overmatige Schuldenlast gestijfd wordt door individuele bijdragen van de kredietverstrekkers die berekend worden op basis van het bedrag van de betalingsachterstand van hun kredieten, vormde zonder twijfel een belangrijke stimulans voor die inventariscontrole.
1
Uit de verdeling van het aantal geregistreerde contracten per kredietvorm, opgenomen in tabel 2.2.1 kan verder worden afgeleid dat de aangroei van het aantal geregistreerde consumentenkredieten uitsluitend betrekking heeft op contracten die werden gesloten in de vorm van "kredietopeningen". In de loop van 2002 steeg het aantal geregistreerde kredietopeningen met niet minder dan circa 18.700 eenheden, terwijl voor de overige, meer traditionele vormen van consumentenkrediet een daling werd opgetekend. Eind 2002 had één op drie geregistreerde contracten betrekking op een consumptieve kredietopening; vijf jaar geleden was dat nog één op vijf. Ook tijdens de voorgaande jaren werd ...vooral niet-bancaire kredietopeningen zorgwekkend...
opgemerkt dat het met de terugbetaling van kredietopeningen in meer en meer gevallen ernstig fout loopt. De verdere uitsplitsing van de consumptieve kredietopeningen (tabel 2.2.8) wijst erop dat de hiervoor geschetste evolutie hoe langer hoe meer verontrustend wordt voor de kredietopeningen toegekend door niet-bancaire kredietverstrekkers (financieringsmaatschappijen, grootwarenhuisketens, postorderbedrijven,...). In het totale aantal niet-geregulariseerde consumentenkredieten eind 2002, namelijk 434 355 zijn er niet minder dan 114 683 of circa 26 pct. kredietopeningen geopend door niet-bancaire kredietverstrekkers. Bij die instellingen bedraagt het aandeel van de kredietopeningen met betalingsachterstand in het totaal aantal uitstaande kredietopeningen het dubbele van dat bij de banken, namelijk 8 tegenover 4 pct. In verhouding tot het aantal meerderjarige personen in de bevolking (grafiek 2.1.2) bedroeg het aantal geregistreerde personen eind 2002 nagenoeg 5 pct. tegenover ongeveer 4,5 pct. eind 1997. Wat zowel de uitsplitsing van die cijfergegevens per leeftijdscategorie (tabel 2.3.2) betreft als de verdeling, per administratief arrondissement en provincie (tabel 2.3.4), werden in de loop van het voorbije jaar geen noemenswaardige verschuivingen vastgesteld. Sinds het in werking treden van de wetgeving betreffende de collectieve
...collectieve schuldenregeling: veel dossiers blijven zonder aanzuiveringsplan...
schuldenregeling op 1 januari 1999, hebben de griffies van de rechtbanken van eerste aanleg nagenoeg 23 800 berichten van collectieve schuldenregeling aan de Centrale gemeld (tabel 2.4). Daarvan werden er ongeveer 7 200 in de loop van 2002 gemeld. Slechts één op drie van die berichten werd gevolgd door de mededeling van een minnelijke of een gerechtelijke aanzuiveringsregeling. Die verhouding vertoont evenwel belangrijke verschillen indien de cijfergegevens per individuele griffie worden beschouwd.
2
De kredietverstrekkers hebben tijdens het afgelopen jaar nagenoeg 4,4 miljoen raadplegingen verricht of gemiddeld circa 17 000 per werkdag (tabel 2.5); ongeveer
7 pct.
van
die
raadplegingen
betrof
personen
die
in
het
gegevensbestand waren geregistreerd. De daling van het aantal raadplegingen in 2002 houdt verband met de verminderde activiteit op de markt van de kredietverlening aan particulieren. Door de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren
wordt
het
gegevensbestand
uitgebreid
tot
een
positief
registratiesysteem; daarin zullen, naast de betalingsachterstallen, eveneens de consumentenkredieten en hypothecaire leningen met een normaal verloop worden opgenomen. Die maatregel kadert in het door de Regering vooropgestelde preventieve beleid inzake de strijd tegen overkreditering. De gedetailleerde werkingsmodaliteiten van de positieve Centrale werden vastgelegd in het ... de "positieve" Centrale...
Koninklijk besluit van 7 juli 2002, dat eveneens de datum van inwerkingtreding bepaalt, namelijk op 1 juni 2003. Tijdens het voorbije jaar werden verschillende informatiesessies ten behoeve van de kredietverstrekkers georganiseerd waarop de praktische en technische richtlijnen voor de werking van de nieuwe Centrale uitvoerig werden toegelicht. Die richtlijnen werden eerder besproken en goedgekeurd door het Begeleidingscomité, waarin vertegenwoordigers zetelen van de kredietverstrekkers, de consumenten, de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, de Minister van Economie en de Nationale Bank.
3
2. STATISTIEKEN 2.1
SYNTHESE
2.1.1 AANTAL GEREGISTREERDE PERSONEN EN CONTRACTEN (toestand einde periode) Aantal geregistreerde personen
Aantal geregistreerde contracten
Achterstallig/ eisbaar bedrag1
(eenheden)
(miljoenen euro's)
(eenheden)
NietGeregulariseerd geregulariseerd (1)
1
(2)
(3)
Totaal (5)
(4) = (2) + (3)
1997
362 609
373 888
88 390
462 278
1 457
1998
368 109
390 824
86 983
477 807
1 559
1999
375 000
414 667
81 169
495 836
1 629
2000
385 465
431 741
85 949
517 690
1 765
2001
397 451
456 165
85 353
541 518
1 846
2002
402 589
467 482
84 548
552 030
1 914
Voor de niet-opeisbaar gestelde contracten is dat het bedrag van de achterstallige betalingen; voor de opeisbaar gestelde contracten het onmiddellijk eisbare bedrag.
2.1.2 AANTAL GEREGISTREERDE PERSONEN T.O.V. DE MEERDERJARIGE BEVOLKING (toestand einde periode - procenten)
5,5
5,0
4,5
4,0 1997
1998
1999
2000
2001
2002r
Bron : berekeningen op basis van NIS-gegevens (bevolkingscijfers); r : raming
4
2.1.3 JAARLIJKSE VERANDERING VAN HET AANTAL GEREGISTREERDE PERSONEN EN CONTRACTEN (toestand einde periode - eenheden)
Personen
Contracten Nettoverandering
Nieuwe registraties
Schrappingen
1997
+ 2 887
+ 13 166
+ 104 137
- 90 971
1998
+ 5 500
+ 15 529
+ 101 921
- 86 392
1999
+ 6 891
+ 18 029
+ 100 754
- 82 725
2000
+ 10 465
+ 21 854
+ 109 047
- 87 193
2001
+ 11 986
+ 23 828
+ 113 552
- 89 724
2002
+ 5 138
+ 10 512
+ 106 722
- 96 210
(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)
5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0
contracten personen
1997
1998
1999
2000
2001
5
2002
2.2
GEREGISTREERDE CONTRACTEN
2.2.1 AANTAL GEREGISTREERDE CONTRACTEN PER KREDIETVORM (toestand einde periode - eenheden)
Leningen op afbetaling
Verkopen of afbetaling
Financieringshuur
Kredietopeningen
Hypothecaire leningen
(loa)
(voa)
(fh)
(ko)
(hyp)
1997
239 909
78 021
6 513
99 530
38 305
1998
235 215
80 440
6 474
116 440
39 238
1999
235 007
81 758
7 371
132 480
39 220
2000
235 846
81 426
8 450
150 604
41 364
2001
237 118
81 893
9 378
169 345
43 784
2002
231 048
80 422
6 952
188 078
45 530
2.2.2 AANDEEL VAN DE ONDERSCHEIDEN KREDIETVORMEN IN HET TOTAAL AANTAL GEREGISTREERDE CONTRACTEN (toestand einde periode - procenten) 2002
1997
hyp 8
hyp 8 ko 22
loa 42 ko 34
loa 52 fh 1 voa 17
fh 1
6
voa 15
2.2.3
LENINGEN OP AFBETALING : UITSPLITSING PER CATEGORIE DEELNEMER
(toestand einde periode) Aantal geregistreerde contracten (eenheden)
Aantal niet-geregulariseerde contracten (eenheden)
Achterstallig/ eisbaar bedrag3 (duizenden euro's)
Totaal
Totaal
Totaal
Kredietinstellingen1 1997
Overige instellingen2
239 909 207 905
1998
1999
2000
2001
160 959
35 423
162 629
2002
711 274
29 664
727 863
39 164
162 942
38 944
160 032
102 372
825 495 114 221
859 598 131 735
909 716 29 915
194 616
231 048 192 104
27 564
189 512
237 118
Overige instellingen2
795 745 693 373
192 293
159 597
Kredietinstellingen1
26 192
188 523
37 128
197 954
3
33 464
235 846 198 718
2
164 428
235 007 199 584
Overige instellingen2
190 620 32 004
235 215 201 751
1
Kredietinstellingen1
759 545
150 171
866 509 31 674
700 648
32 168
648 498
192 200
165 861
806 537 158 039
Instellingen die onder het toezicht staan van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Instellingen, andere dan de kredietinstellingen, die door het Ministerie van Economische Zaken werden erkend voor het verstrekken van consumentenkredieten. Voor de niet-opeisbaar gestelde contracten is dat het bedrag van de achterstallige betalingen; voor de opeisbaar gestelde contracten het onmiddellijk eisbare bedrag.
2.2.4 LENINGEN OP AFBETALING : NIET-GEREGULARISEERDE CONTRACTEN T.O.V. HET TOTAAL VAN DE UITST AANDE CONTRACTEN (toestand einde periode - procenten)
17 15 13
aantal
11
bedrag
9 7 1997
1998
1999
2000
2001 2002r
Bron : berekeningen op basis van NIS-gegevens (uitstaande contracten); r : raming
7
2.2.5 VERKOPEN OP AFBETALING : UITSPLITSING PER CATEGORIE DEELNEMER (toestand einde periode) Aantal geregistreerde contracten (eenheden)
Aantal niet-geregulariseerde contracten (eenheden)
Achterstallig/ 3 eisbaar bedrag (duizenden euro's)
Totaal
Totaal
Totaal
Krediet1 instellingen 1997
Overige 2 instellingen
78 021 36 306
1998
2000
31 281
44 029
31 882
2001
31 184
81 893
2002
80 422 35 117
41 268
37 834
43 613
87 543
43 863
84 264
120 758 37 278
26 319
82 429
128 127
64 778 45 305
75 252
131 156
36 715
29 370
39 988
35 987
66 648 44 748
Overige 2 instellingen
123 697
67 899 43 575
37 145
34 694
69 716
81 426 37 851
3
43 541
Krediet1 instellingen
115 240
67 268
81 758 37 729
2
30 333
80 440
1999
Overige 2 instellingen
65 027 41 715
36 899
1
Krediet1 instellingen
42 339
78 419
115 886 38 459
40 383
75 503
Instellingen die onder het toezicht staan van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Instellingen, andere dan de kredietinstellingen, die door het Ministerie van Economische Zaken werden erkend voor het verstrekken van consumentenkredieten. Voor de niet-opeisbaar gestelde contracten is dat het bedrag van de achterstallige betalingen; voor de opeisbaar gestelde contracten het onmiddellijk eisbare bedrag.
2.2.6 VERKOPEN OP AFBETALING : NIET-GEREGULARISEERDE CONTRACTEN T.O.V. HET TOTAAL VAN DE UITST AANDE CONTRACTEN (toestand einde periode - procenten)
16 14 aantal
12
bedrag
10 8 1997
1998
1999
2000
2001 2002r
Bron : berekeningen op basis van NIS-gegevens (uitstaande contracten); r : raming
8
2.2.7 FINANCIERINGSHUUR : UITSPLITSING PER CATEGORIE DEELNEMER (toestand einde periode) Aantal geregistreerde contracten (eenheden)
Aantal niet-geregulariseerde contracten (eenheden)
Achterstallig/ 3 eisbaar bedrag (duizenden euro's)
Totaal
Totaal
Totaal
Krediet1 instellingen 1997
Overige 2 instellingen
6 513 0
1998
1999
2000
2001
6 474
0
2002
7 371
0
8 450
0
9 378
0
5 159
0
5 587
0
2 128 2 926
6 728
0
7 770
0
8 677
0
2 926 3 454
8 677
3 454 4 402
6 438 0
1 995 2 128
7 770
6 952
Overige 2 instellingen
1 995
6 728
6 952 0
Krediet1 instellingen
5 587
9 378 0
3
0
8 450 0
2
6 513
7 371 0
Overige 2 instellingen
5 159
6 474 0
1
Krediet1 instellingen
4 402 3 430
6 438
0
3 430
Instellingen die onder het toezicht staan van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Instellingen, andere dan de kredietinstellingen, die door het Ministerie van Economische Zaken werden erkend voor het verstrekken van consumentenkredieten. Voor de niet-opeisbaar gestelde contracten is dat het bedrag van de achterstallige betalingen; voor de opeisbaar gestelde contracten het onmiddellijk eisbare bedrag.
9
2.2.8 KREDIETOPENINGEN : UITSPLITSING PER CATEGORIE DEELNEMER (toestand einde periode) Aantal geregistreerde contracten (eenheden)
Aantal niet-geregulariseerde contracten (eenheden)
Achterstallig/ 3 eisbaar bedrag (duizenden euro's)
Totaal
Totaal
Totaal
Krediet1 instellingen 1997
Overige 2 instellingen
99 530
1998
59 575
72 108
132 480
2000
83 096
150 604 96 170
48 791
110 693
53 539
169 345 58 652
2002
62 574
74 572
56 256
113 784
129 687
87 290
147 237
100 176
159 439
52 915
65 685
83 245
253 146
170 939 125 504
41 916
230 482
153 715
188 078
102 402
195 372
136 081
54 434
2001
63 774
43 466
Overige 2 instellingen
166 699
118 038
49 384
3
38 223
Krediet1 instellingen
144 318 52 761
101 997
44 332
2
34 367
116 440
1999
Overige 2 instellingen
87 128
39 955
1
Krediet1 instellingen
93 707
346 200 114 683
221 118
125 082
Instellingen die onder het toezicht staan van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Instellingen, andere dan de kredietinstellingen, die door het Ministerie van Economische Zaken werden erkend voor het verstrekken van consumentenkredieten. Voor de niet-opeisbaar gestelde contracten is dat het bedrag van de achterstallige betalingen; voor de opeisbaar gestelde contracten het onmiddellijk eisbare bedrag.
2.2.9
KREDIETOPENINGEN : NIET-GEREGULARISEERDE CONTRACTEN T.O.V. HET TOTAAL VAN DE UITST AANDE CONTRACTEN
(toestand einde periode - procenten)
15 13 11 9 7 5 3 1
aantal bedrag
1997
1998
1999
2000
2001 2002r
Bron : berekeningen op basis van NIS-gegevens (uitstaande contracten); r : raming
10
2.2.10 HYPOTHECAIRE LENINGEN : UITSPLITSING PER CATEGORIE DEELNEMER (toestand einde periode) Aantal geregistreerde contracten (eenheden)
Aantal niet-geregulariseerde contracten (eenheden)
Achterstallig/ eisbaar bedrag3 (duizenden euro's)
Totaal
Totaal
Totaal
Kredietinstellingen1 1997
Overige instellingen2
38 305 24 259
1998
2000
2 3
13 219
17 639
9 960
19 702
14 336
21 451
10 253
281 488
279 752
10 777
321 181
11 058
427 870
159 199
159 840
171 652
600 775
33 127 21 722
147 227
492 833
32 509
14 923
252 812
439 592
30 479 14 163
Overige instellingen2
440 687
27 892
45 530 30 607
1
17 489
43 784 29 448
2002
13 851
Kredietinstellingen1
400 039 9 908
27 449
41 364 27 201
2001
16 046
39 220 26 001
Overige instellingen2
25 954 14 046
39 238 25 387
1999
Kredietinstellingen1
172 905
641 725 11 405
454 218
187 507
Instellingen die onder het toezicht staan van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Instellingen, andere dan de kredietinstellingen, die ingeschreven zijn bij de Controledienst voor de Verzekeringen voor het toekennen van hypothecaire kredieten. Voor de niet-opeisbaar gestelde contracten is dat het bedrag van de achterstallige betalingen; voor de opeisbaar gestelde contracten het onmiddellijk eisbare bedrag.
11
2.3
GEREGISTREERDE PERSONEN
2.3.1 VERDELING
VOLGENS HET AANT AL CONTRACTEN VAN DE GEREGISTREERDE
PERSONEN (toestand einde periode - eenheden)
Aantal personen geregistreerd voor één contract
twee contracten
drie contracten
vier contracten
vijf contracten en meer
1997
233 460
73 041
28 443
12 449
15 216
1998
236 593
73 900
28 976
12 679
15 961
1999
240 033
74 928
29 768
13 283
16 988
2000
246 035
76 935
30 667
13 670
18 158
2001
253 381
79 078
31 415
14 243
19 334
2002
257 171
79 725
31 609
14 425
19 659
(toestand einde periode - procenten)
1997 8
3
2002
4 8
20
4
5
20 63
65
1 contract
2 contracten
1 contract
2 contracten
3 contracten
4 contracten
3 contracten
4 contracten
5 contracten en meer
5 contracten en meer
12
2.3.2 UITSPLITSING PER LEEFTIJDSCATEGORIE VAN DE GEREGISTREERDE PERSONEN
(toestand einde periode - eenheden)
18-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
55-64 jaar
65 jaar en meer
TOTAAL
1999
19 219
111 413
118 585
80 186
30 646
14 951
375 000
2000
19 818
111 474
121 496
83 971
32 729
15 977
385 465
2001
21 141
111 802
124 216
87 366
36 053
16 873
397 451
2002
21 943
110 743
124 689
88 868
38 418
17 928
402 589
2.3.3 AANDEEL PER LEEFTIJDSCATEGORIE VAN HET AANTAL GEREGISTREERDE PERSONEN IN DE BEVOLKING (toestand eind 2002 - procenten) 10 7,8
8
7,8 6,3
6 4
per leeftijdsklasse gemiddeld 5,0
3,7 2,5
2
1
0 18-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65+
Bron : berekeningen op basis van NIS-gegevens (bevolkingscijfers)
13
2.3.4 VERDELING
PER ADMINISTRATIEF ARRO NDISSEMENT EN PER PROVINCIE VAN DE GEREGISTREERDE PERSONEN
(toestand eind 2002) Arrondissement Provincie
Aantal geregistreerde personen (eenheden)
Aandeel in het totaal aantal geregistreerde personen (procenten)
Antwerpen
29 684
7,4
4,0
Mechelen
7 809
1,9
3,2
Turnhout
7 900
2,0
2,4
Provincie Antwerpen
45 393
11,3
3,5
Halle-Vilvoorde
13 249
3,3
3,0
Leuven
10 694
2,7
2,9
Provincie Vlaams-Brabant
23 943
6,0
3,0
Nijvel
12 021
3,0
4,5
Provincie Waals-Brabant
12 021
3,0
4,5
3 987
1,0
6,4
Charleroi
31 529
7,8
9,6
Bergen
15 430
3,8
7,9
3 931
1,0
7,2
Zinnik
10 333
2,6
7,6
Thuin
8 256
2,1
7,2
Doornik
6 936
1,7
6,3
80 402
20,0
8,0
Hoei
5 374
1,3
6,9
Luik
36 472
9,1
7,9
Verviers
10 403
2,6
5,1
3 145
0,8
5,9
Provincie Luik
55 394
13,8
6,9
Hasselt
11 699
2,9
3,8
Maaseik
4 766
1,2
2,8
Tongeren
5 399
1,3
3,5
21 864
5,4
3,5
Aat
Moeskroen
Provincie Henegouwen
Borgworm
Provincie Limburg
1
Het betreft de bevolking van meerderjarige personen per arrondissement en per provincie; bron : berekeningen op basis van NIS-gegevens (bevolkingscijfers).
14
Aandeel aantal geregistreerde personen in de 1 bevolking (procenten)
2.3.4 VERDELING
PER ADMINISTRATIEF ARRO NDISSEMENT EN PER PROVINCIE VAN DE GEREGISTREERDE PERSONEN (vervolg) Arrondissement Provincie
Aantal geregistreerde personen (eenheden)
Aandeel in het totaal aantal geregistreerde personen (procenten)
Aandeel aantal geregistreerde personen in de 1 bevolking (procenten)
Aarlen
2 170
0,5
5,4
Bastenaken
1 727
0,4
5,6
Marche-en-Famenne
2 673
0,7
7,0
Neufchâteau
2 325
0,6
5,5
Virton
1 889
0,5
5,1
10 784
2,7
5,7
Dinant
5 459
1,4
7,1
Namen
14 758
3,7
6,7
3 373
0,8
7,0
23 590
5,9
6,9
Aalst
7 848
1,9
3,7
Dendermonde
5 162
1,3
3,5
Eeklo
2 015
0,5
3,1
Gent
14 029
3,5
3,5
Oudenaarde
3 097
0,8
3,4
Sint-Niklaas
5 794
1,4
3,3
37 945
9,4
3,5
Brugge
7 235
1,8
3,3
Diksmuide
1 174
0,3
3,1
Ieper
2 421
0,6
3,0
Kortrijk
7 416
1,8
3,4
Oostende
6 212
1,5
5,3
Roeselare
3 404
0,8
3,1
Tielt
1 611
0,4
2,3
Veurne
1 922
0,5
4,2
Provincie West-Vlaanderen
31 395
7,7
3,5
Brussel-Hoofdstad
51 101
12,6
6,7
8 757
2,1
Provincie Luxemburg
Philippeville Provincie Namen
Provincie Oost-Vlaanderen
Verblijfplaats in het buitenland2
TOTAAL 1 2
402 589
100
5,0
Het betreft de bevolking van meerderjarige personen per arrondissement en per provincie; bron : berekening op basis van NIS-gegevens (bevolkingscijfers). Het betreft personen die op het ogenblik dat de kredietovereenkomst werd afgesloten hun verblijfplaats in België hadden
15
2.4 GEREGISTREERDE BERICHTEN VAN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING (toestand eind 2002 - eenheden)
Gemelde berichten van toelaatbaarheid Griffies van de rechtbanken van eerste aanleg
Totaal
waarvan berichten die aanleiding hebben gegeven tot een minnelijke regeling
gerechtelijke regeling
150
17
12
Antwerpen
2 611
518
252
Bergen
1 636
501
352
Brugge
1 298
323
135
Brussel
2 234
464
134
622
167
29
1 880
225
88
Dinant
430
158
42
Doornik
748
140
51
Eupen
68
10
20
1 691
613
229
Hasselt
907
440
39
Hoei
536
160
110
Ieper
237
4
2
Kortrijk
660
164
107
Leuven
1 375
53
25
Luik
1 845
581
230
Marche-en-Famenne
189
29
36
Mechelen
702
265
144
1 008
261
126
Neufchâteau
136
37
26
Nijvel
668
12
44
Oudenaarde
277
92
62
Tongeren
596
238
113
Turnhout
561
42
51
Verviers
424
212
23
Veurne
300
51
54
23 789
5 777
2 536
Aarlen
Charleroi Dendermonde
Gent
Namen
TOTAAL
16
2.5 RAADPLEGINGEN DOOR DE KREDIETVERSTREKKERS
Aantal
Aandeel "affirmatieve" 1 antwoorden in het aantal raadplegingen
(eenheden)
(procenten)
1
1997
3 540 359
6,8
1998
3 786 389
6,3
1999
4 411 188
6,1
2000
4 784 607
6,3
2001
4 638 511
7,0
2002
4 384 274
7,0
Antwoorden waarbij wordt vastgesteld dat de persoon waarover wordt geraadpleegd, geregistreerd is in de Centrale.
(daggemiddelden - eenheden; linkerschaal) (affirmatieve antwoorden - procenten; rechterschaal)
20000
8
15000
7
10000 6
5000 0
5 1997
1998
1999
2000
2001
17
2002
op werkdagen op zaterdagen en bankholidays affirmatieve antwoorden
2.6 INFORMATIEVERSTREKKING AAN PARTICULIEREN IN HET KADER VAN DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER (eenheden)
Aantal schriftelijke kennisgevingen bij eerste registratie
Aantal aanvragen tot inzage
1997
71 645
36 852
1998
70 916
40 501
1999
69 337
46 812
2000
76 788
44 326
2001
75 866
47 610
2002
72 945
47 889
18
BIJLAGE : METHODOLOGISCHE NOTA De Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank van België registreert, overeenkomstig
de
wettelijke
en
reglementaire
bepalingen1,
inlichtingen
betreffende
wanbetalingen inzake consumentenkredieten en hypothecaire leningen, die werden afgesloten door natuurlijke personen voor privé-doeleinden; die registratie heeft tot doel de verzwaring van de schuldenlast van particulieren af te remmen. De Centrale is in werking getreden in de loop van 1987 en overeenkomstig de toenmalig geldende wetgeving betrof de registratie enkel de verkopen op afbetaling, de leningen op afbetaling en de persoonlijke leningen op afbetaling. In 1993 werd het toepassingsveld ingevolge de nieuwe wet op het consumentenkrediet verruimd tot alle vormen van de in die wet bepaalde consumentenkredieten, namelijk verkopen op afbetaling, leningen op afbetaling, financieringshuurcontracten en kredietopeningen2.
In het
tweede semester van datzelfde jaar werd ingevolge de nieuwe wet op het hypothecair krediet eveneens gestart met de opname in het gegevensbestand van de hypothecaire kredieten. De
criteria
die
aanleiding
geven
tot
de
registratie
van
wanbetalingen
inzake
kredietovereenkomsten zijn de volgende : a) voor contracten inzake verkoop op afbetaling, lening op afbetaling, financieringshuur : -
wanneer drie termijnbedragen op hun vervaldag niet zijn betaald, of
-
wanneer een vervallen termijnbedrag gedurende drie maanden niet is betaald, of
-
wanneer de kredietgever de volledige terugbetaling van het verschuldigde saldo heeft opeisbaar gesteld
b) voor kredietopeningen : -
wanneer een ongeoorloofde debetstand niet is aangezuiverd binnen drie maanden, vanaf de datum waarop de kredietgever daar per brief om heeft verzocht, of
-
wanneer de kredietgever, na wanbetaling, de geldopnemingen heeft onderbroken
c) voor hypothecaire leningen : -
wanneer een verschuldigd bedrag niet is betaald drie maanden na de vervaldag, of
-
wanneer een verschuldigd bedrag niet is betaald één maand na de ingebrekestelling.
1
Koninklijk besluit van 15 april 1985 betreffende de registratie van afbetalingscontracten. Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, Koninklijk besluit van 20 november 1992. Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, Koninklijk besluit van 11 januari 1993.
2
Worden evenwel niet geregistreerd, consumentenkredieten : - waarvan het initieel toegekende bedrag lager is dan 8 600 BEF (of 200 euro vanaf 1 januari 2002) - vastgesteld bij authentieke akte en waarvan het initieel toegekende bedrag hoger is dan 860 000 BEF (of 20 000 euro vanaf 1 januari 2002) - waarbij de consument, voorzover het geen kredietopeningen betreft, het initieel toegekende bedrag dient terug te betalen binnen een termijn van ten hoogste drie maanden - waarvan, in het geval van kredietopeningen, het toegestane bedrag lager is dan 50 000 BEF (of 1 250 euro vanaf 1 januari 2002) en terugbetaalbaar is binnen een termijn van drie maanden.
19
Wanneer aan de registratiecriteria is voldaan, dienen de kredietgevers3 de volgende inlichtingen aan de Centrale mede te delen : -
met betrekking tot de debiteur alsook de eventuele co-debiteur : naam, eerste voornaam, geboortedatum, geslacht en woonplaats
-
met betrekking tot de kredietovereenkomst : kredietvorm, contractnummer, termijnbedrag, aantal termijnen, periodiciteit, bedrag van de betalingsachterstand, in voorkomend geval datum van opeisbaarheid en eisbaar bedrag (voor kredietopeningen worden evenwel het toegestane kredietbedrag, het bedrag en de datum van het verschuldigde debetsaldo gemeld).
De kredietgevers hebben tevens de verplichting de evolutie van de debetstand en de regularisatie van het contract aan de Centrale te melden. Vanaf de datum van regularisatie beginnen de in de uitvoeringsbesluiten bepaalde bewaartermijnen te lopen.
De inlichtingen betreffende de
geregulariseerde contracten worden in het gegevensbestand bewaard voor de duur van : -
één jaar vanaf de datum van "terugkeer van de kredietovereenkomst tot de normale uitvoering", d.w.z. de volledige terugbetaling van het achterstallige bedrag;
-
twee jaar vanaf de datum van "tenietgaan van de schuld", d.w.z. de volledige terugbetaling van de schuld, ingeval het saldo van de kredietovereenkomst opeisbaar werd gesteld.
Er geldt eveneens een maximumbewaartermijn van tien jaar vanaf de datum van de eerste registratie voor niet-geregulariseerde contracten. Bij het verstrijken van bovenvermelde bewaartermijnen worden de betrokken contracten onmiddellijk uit het gegevensbestand geschrapt. De inlichtingen opgenomen in de Centrale dienen door de kredietverlener verplicht te worden geraadpleegd vóór het afsluiten of wijzigen van een krediet dat onder het toepassingsveld van de wet op het consumentenkrediet valt; bij het toekennen van een hypothecair krediet is de raadpleging facultatief. De persoonlijke levenssfeer van de in de Centrale geregistreerde persoon wordt op een drievoudige wijze geëerbiedigd; die persoon -
wordt per brief in kennis gesteld van zijn eerste registratie in het gegevensbestand,
-
kan kosteloos en persoonlijk inzage krijgen van de op zijn naam geregistreerde inlichtingen en
-
kan rechtzetting vragen van gegevens waarvan werd aangetoond dat ze verkeerd waren.
3
Het betreft : - de instellingen en personen erkend door het Ministerie van Economische Zaken voor het verlenen van consumentenkredieten (kredietinstellingen die onder het toezicht staan van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, verkopers op afbetaling, postorderbedrijven, financieringsmaatschappijen en ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur) - de instellingen ingeschreven bij de Controledienst voor de Verzekeringen voor het toekennen van hypothecaire kredieten.
20
Vanaf 1 januari 1999 worden, rekening houdend met de wettelijke en reglementaire bepalingen terzake4, eveneens de berichten van collectieve schuldenregeling in het gegevensbestand van de Centrale opgenomen.
Wanneer een aanvraag tot collectieve schuldenregeling toelaatbaar
wordt verklaard, dient de griffie van de rechtbank van eerste aanleg een bericht in dat verband aan de Centrale te sturen.
Zodra een minnelijke of een gerechtelijke aanzuiveringsregeling wordt
bereikt, moeten de inlichtingen daaromtrent eveneens worden medegedeeld.
4
Wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen; Koninklijk besluit van 22 april 1999 tot regeling van de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door de Nationale Bank van België en van hun raadpleging door de personen bedoeld in artikel 19, § 2, van de wet van 5 juli 1998.
21
Bestellingen
Nationale Bank van België, dienst Documentatie de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel
Voor meer informatie
Telefoon:
(02) 221 20 33
Fax:
(02) 221 30 42
E-mail:
[email protected]
Personen die meer informatie wensen over de inhoud, de berekeningswijze, de bronnen e.d. kunnen terecht bij de dienst Kredietcentrales van de Nationale Bank van België
Gebruiksvoorwaarden
Telefoon:
(02) 221 45 58
Fax:
(02) 221 31 18
E-mail:
[email protected]
Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik is toegestaan.
Verantwoordelijke uitgever
P. Tellier, Chef van het departement Micro-economische informatie, Nationale Bank van België.