Koepel van Nederlandse Verenigingen Van Gepensioneerden Nieuwsbrief 2015-6 1. Uit de vereniging
Op 21 juni hielden wij een succesvol symposium over de toekomst van ons pensioenstelsel. Opvallend was dat Corien Wortmann, voorzitter van het ABP-bestuur, de uitkeringsovereenkomst zeker niet had afgeschreven terwijl Gijs van Dijk, bestuurder van het FNV en natuurlijk onze voorzitter, een warm pleidooi hielden voor de uitkeringsovereenkomst. Met een aantal aanpassingen is die springlevend en houdbaar! De vertegenwoordigster van de werkgevers had een minder uitgesproken voorkeur mits de premies betaalbaar bleven. Gastheer en spreker Frank Elderson, directeur Toezicht DNB, baarde opzien met zijn uitspraak om pensioenfondsen te sluiten indien wordt overgestapt naar een ander stelsel en daardoor invaarproblemen worden verwacht. Hij werd over deze opmerking stevig gekapitteld door de Pensioenfederatie.
In de Algemene Ledenvergadering zijn twee nieuwe leden in het bestuur benoemd. Het zijn Ferd Claassen van VGAN, de AkzoNobel-gepensioneerdenvereniging en Bert Beij, afkomstig uit de Unileverstal.
2. De Nederlandsche Bank DNB heeft besloten om per 15 juli jl. de lange rekenrente (UFR) te verlagen van vast 4,2 naar variabel 3,3%. De sector en ook de KNVG is door dit besluit overvallen. Het betekent dat de dekkingsgraad nog verder onder druk komt te staan en indexatie van pensioenen en aanspraken (=toekomstig pensioen van de huidige actieven) weer verder naar de toekomst wordt verschoven. Bovendien valt te verwachten dat de premies volgend jaar zullen gaan stijgen. In de reacties klinkt teleurstelling en verontwaardiging door. Ook wij hebben door middel van een persbericht gereageerd. Het is als bijlage aan deze Nieuwsbrief toegevoegd. Het valt niet te verklaren dat verzekeringsmaatschappijen met een hogere zekerheidsgraad dan de pensioenfondsen een hogere UFR mogen blijven hanteren. De marktrente van over 20(!) jaar kan niet verschillend zijn voor pensioenfondsen en verzekeraars. Er is maar één zo'n soort rente! DNB berichtte dat in het eerste kwartaal de bezittingen van alle fondsen met 116 miljard (!) zijn toegenomen tot ca 1250 miljard; een toename met ruim 10%. De verplichtingen namen echter toe met 168 miljard ten gevolge waarvan de dekkingsgraad licht is gedaald.
NIEUWSBRIEF 2015-6
3. Hoofdlijnen van een toekomstig Pensioenstelsel Op 6 juli jl. publiceerde staatssecretaris Klijnsma haar lang verwachte Hoofdlijnennotitie. Het een uitvoerige notitie die te vinden is op de website van het ministerie SZW. In de notitie worden nog geen definitieve keuzen gemaakt met uitzondering van de doorsneepremie. Die moet veranderen in een vlakke premie met een degressieve opbouw. Dat betekent dat voor iedereen eenzelfde percentage aan premie wordt bijgedragen (vlakke premie) maar dat een jongere meer opbouwt (want nog een lange beleggingshorizon) dan een oudere (want een korte horizon). Een nadere studie moet plaatsvinden of en zo ja, op welke wijze dit vanaf 2020 gefaseerd kan worden ingevoerd. Het kabinet is van plan drie soorten contracten nader te onderzoeken waarbij voor alle drie de doorsneepremie verdwijnt: 1. de uitkeringsovereenkomst; op dit moment de meest voorkomende variant in de vorm van geïndexeerde middelloonregeling; hier zou het rapport "Naar een nastrevenswaardig pensioenstelsel" weer met kracht naar voren gebracht kunnen worden; 2. persoonlijk pensioenvermogen met risicodeling; deze variant lijkt veel op het rapport "Individueel solidair defined contribution"; 3. algemene verplichte deelname met keuzemogelijkheden. Aan zowel een geheel vrijwillige pensioenregeling als aan een nationaal pensioenfonds zal geen nader onderzoek plaatsvinden. De drie hiervoor genoemde contracten moeten in ieder geval voldoen aan de volgende criteria: - het moet leiden tot een toereikend pensioen voor alle werkenden - premievaststelling op basis van een actuarieel correcte inkoop - transparant en eenvoudig - meer mogelijkheden voor maatwerk en keuzemogelijkheden Op het voorstel om op termijn de doorsneepremie af te schaffen heeft de KNVG gereageerd met de stellingname dat sociale partners vrij zijn in de keuze van een ander systeem van pensioenopbouw. Maar dat de kosten van een dergelijke systeemwijziging die worden geraamd op ca. 100 miljard, niet ten laste mogen komen van de pensioenfondsen. Dat zou immers een herschikking onder deelnemers betekenen ten koste van ouderen ten voordele van jongeren. Gepensioneerden dienen buiten deze operatie te blijven. 4. Loonakkoord Ambtenaren Er is een akkoord tot stand gekomen tussen regering als werkgever en een aantal kleinere vakbonden over de loonruimte voor ambtenaren in de komende twee jaar. Er wordt gesproken over een verhoging van 5,05%. De werkenden financieren die loonruimte voor een deel zelf. Eerder dit jaar was er al een werkgeverspremie vrijgevallen omdat de 2
NIEUWSBRIEF 2015-6
pensioenopbouw is verlaagd. Het was de bedoeling om die verlaging ten gunste te laten komen van de werknemers, maar bij het ABP is dat niet gebeurd. Nu is daarnaast besloten enige wijzigingen aan te brengen in de premie- en indexatiesystematiek. De herstelopslag van 1% wordt afgeschaft met als argument dat het rekenkundig een nauwelijks waarneembare invloed heeft op het herstel. En voor de actieven wordt voortaan uitgegaan van prijsindexatie in plaats van loonindexatie. Overgang naar prijsindexatie lijkt gunstig omdat er de laatste jaren geen cao-verhogingen zijn geweest. Op langere termijn is het een ongunstige ruil. Aangezien de prijsindexatie uit het overrendement wordt gefinancierd kan de premie omlaag. Bij elkaar komt zo ruim 2% van de 5,05% als een sigaar uit eigen doos. Wat overblijft is dus 2,85% en een eenmalige uitkering van € 500 die uit de zuivere loonruimte wordt betaald. Overigens: dit akkoord staat op losse schroeven door het onbegrijpelijke besluit van DNB om de UFR te verlagen en flexibel te maken. Daardoor moet de premie weer omhoog; naar verwachting met 5%. En de dekkingsgraad, die voor het ABP toch al niet zo gunstig is, krijgt weer een knauw. 5. Belastingplannen Kabinet Staatssecretaris Wiebes heeft een veelomvattende stelselherziening van de belasting gepresenteerd. Inmiddels zijn de ambities als gevolg van het ontbreken van voldoende parlementaire steun in de Eerste Kamer behoorlijk teruggeschroefd. Wat is overgebleven is een belastingverlaging van ca. 5 miljard die uitsluitend de werkenden ten goede gaat komen. Het is ongehoord en onverteerbaar dat alle niet-werkenden incl. gepensioneerden in het geheel niet meeprofiteren van de economische opbloei. Sterker: de koopkracht van gepensioneerden zal in 2016 verder dalen als gevolg van het verlagen van de ouderenkorting met 83 euro en het afschaffen van de ouderentoeslag waartoe overigens al in 2014 was besloten. In zijn bijdrage aan het symposium heeft voorzitter Martin van Rooijen al een krachtig protest laten horen tegen dit voornemen. Binnenkort zal er een speciale belasting/koopkrachtnieuwsbrief worden gemaakt waarin alle maatregelen van de laatste paar jaar worden gemeld en de effecten op de koopkracht. 6. Koopkracht gepensioneerden In opdracht van de ANBO is een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de economische crisis op de koopkracht van gepensioneerden. Uit het onderzoek blijkt dat de actieven in de periode 2008 - 2013 1,1% in koopkracht zijn achteruitgegaan. De post-actieven zijn gemiddeld met 6% teruggekacheld. Er zijn echter grote verschillen per inkomenscategorie. Voor de laagste inkomens (AOW+) bedraagt de min zo'n 2%. De middeninkomens zagen hun besteedbaar inkomen met een kleine 5% dalen terwijl gepensioneerden met een inkomen van € 50.000 of meer een klap van 13% moesten verwerken. De grootste oorzaak voor deze teruggang is het niet indexeren en afstempelen. 3
NIEUWSBRIEF 2015-6
Tegen deze achtergrond zijn de hiervoor besproken belastingplannen van het kabinet een buitengewoon onevenwichtig en onredelijk. 7. Huishoudelijke mededeling
In de vorige Nieuwsbrief hebben we aangekondigd dat we de ALV's van 2016 nu al zouden meedelen, zodat u daar met uw eigen jaarplanning rekening mee kunt houden; komen ze: 10 februari; 25 mei; 14 september; 30 november 2016.
Zoals reeds eerder gemeld zijn de data voor de rest van 2015: 30 september en 16 december.
24 juli 2015
Bijlage: persbericht 15 juli 2015
4
NIEUWSBRIEF 2015-6
Koepel van Nederlandse Verenigingen Van Gepensioneerden Secretariaat: Hogeschoorweg 21, 5911 EJ Venlo 077-354 1050 / 06-2299 4456
[email protected] www.knvg.nl
15 juli 2015
PERSBERICHT
‘Iedereen wordt hier slechter van’
Nieuwe rekenrente pensioenfondsen valt echt niet meer uit te leggen Niet alleen gepensioneerden, maar ook werkenden worden zwaar getroffen door het besluit van De Nederlandsche Bank de verplichte rekenrente voor de pensioenfondsen te verlagen van 4,2% naar nu 3,3% variabel. Gepensioneerden zien de koopkracht van hun pensioenuitkering alleen nog maar achteruit gaan. Actieve deelnemers, die eerder al te horen kregen dat ze later met pensioen kunnen, bouwen ondanks hogere pensioenpremies een lager pensioen op. CAO ambtenaren alweer achterhaald De KNVG is verontwaardigd over deze nieuwe aantasting van de indexatierechten voor gepensioneerden, maar maakt zich ook ernstig zorgen over de belangen van de actieve deelnemers. De afspraken die zojuist gemaakt zijn over de salarisverhogingen van ambtenaren kunnen meteen weer op de schop nu een deel van de loonruimte die is ontstaan door premie-aanpassing meteen alweer wordt opgesoupeerd door dit besluit van DNB. KNVG-voorzitter Van Rooijen: ‘Niemand wordt hier beter van. Iedereen wordt hier slechter van. Door de hogere pensioenpremies zullen netto inkomens van werkenden achteruitgaan. Daardoor dalen ook de belastinginkomsten. De koopkracht van gepensioneerden daalt. En dat allemaal vanwege een louter boekhoudkundige maatregel. Geen enkel reëel doel wordt hiermee gediend.’ Na de nieuwe, veel strengere eisen die per 1 januari 2015 aan het eigen vermogen van pensioenfondsen worden gesteld alvorens ze mogen overgaan tot indexatie, vero0rzaakt DNB nu opnieuw een verzwaring van de voorwaarden voor indexatie. De vaste rekenrente 5
NIEUWSBRIEF 2015-6
van 4,2% voor verplichtingen die meer dan twintig jaar in de toekomst liggen - de zgn. ultimate forward rate (UFR) - wordt een variabele rekenrente die nu al daalt tot 3,3%. De effecten daarvan zijn tweeërlei. De dekkingsgraad daalt onmiddellijk met enige procentpunten en over vijf jaar met 10 tot 15 procentpunten. De premie moet daardo0r omhoog met naar verwachting 5%. Pensioenstelsel verder uitgehold Om de impact van de DNB-maatregel te begrijpen is het goed naar de getallen te kijken: de reserves van de pensioenfondsen worden met ongeveer € 150 miljard verminderd of anders gezegd: de pensioenfondsen moeten € 150 miljard méér in kas hebben alvorens ze kunnen gaan indexeren. En de jaarlijkse premie gaat met € 1,5 miljard omhoog. De KNVG vraagt zich vertwijfeld af hoe lang het nog duurt alvorens het inzicht doorbreekt dat we ons veel geprezen pensioenstelsel aan het uithollen zijn. Pensioenfondsen zijn ervoor om pensioenuitkeringen te doen en ingelegde premies zodanig te beheren dat de toegezegde uitkering kan worden waargemaakt. Pensioenfondsen zijn er niet voor om onvoorstelbaar grote vermogens op te potten omdat er nu eenmaal risico’s zijn. Verzekeringsmaatschappijen mogen wel de hogere vaste UFR van 4,2% toepassen, terwijl zij moeten voldoen aan een veel hogere zekerheidsgraad voor de pensioenaanspraak en in tijd van nood niet mogen korten op de uitkeringen, terwijl de pensioenfondsen dan wel kunnen korten op de uitkering.
Nadere informatie: KNVG-voorzitter Martin van Rooijen is beschikbaar desgevraagd een nadere toelichting te geven. Tel: M 06-52342050
6