Vereniging van gepensioneerden Océ Nieuwsbrief nr. 15 12 maart 2007 In deze nieuwsbrief vindt u enkele zaken van organisatorische aard over onze vereniging evenals over de NVOG, waarbij onze vereniging is aangesloten. Vervolgens hebben wij u wetenswaardigheden te melden over de indexering van het (vroeg)pensioen en de vroegpensioenaanvulling, de zorgverzekering in 2007, de uitkering voor gepensioneerden die vóór 27 november 1981 zijn gescheiden en de rijbewijskeuring voor ouderen. Tot slot vindt u uitgebreid artikel over de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Op de algemene ledenvergadering van 28 maart a.s. is er gelegenheid voor vragen en opmerkingen.
Ledenwerfactie Eind maart 2006 heeft het bestuur een uitgebreide ledenwerfactie gehouden. Ruim 250 gepensioneerden hebben daar toen positief op gereageerd. Eind december hebben wij deze actie herhaald. Ruim 110 gepensioneerden zijn toen lid geworden van onze vereniging. De twee acties van vorig jaar hebben dus ruim 360 nieuwe leden opgeleverd. Het totale ledenbestand bedraagt op dit moment ruim 870 personen, dat is ongeveer 60% van het aantal gepensioneerden.
Bestuurscommissies Met bijna 900 leden is onze vereniging duidelijk haar kinderschoenen ontgroeid. Het bestuur heeft daarom besloten de werkzaamheden die moeten worden verricht over een groter aantal personen te spreiden. Het bestuur hoopt dit te bereiken door een aantal commissies in het leven te roepen (ca 3 à 4 leden per commissie) die het bestuur gaan ondersteunen in de ontwikkeling en uitvoering van het beleid. De volgende commissies zullen in het leven worden geroepen. Hebt u belangstelling in zo’n commissie zitting te nemen, dan kunt u kontakt opnemen met de voorzitter die bij de betreffende commissie is genoemd. Commissie Pensioenen Deze commissies gaat onder voorzitterschap van Jan Hagendoorn het bestuur ondersteunen op het gebied van pensioenzaken. Commissie Collectieve verzekeringen Onder voorzitterschap van Noud Immers zal deze commissie het bestuur ondersteunen bij de belangenbehartiging op het gebied van collectieve verzekeringen (o.a. ziektekostenverzekering). Commissie Nieuwsbrief Deze commissie (voorzitter Noud Immers) gaat zich bezighouden met een verdere professionalisering van inhoud en vorm van de Nieuwsbrief. Commissie Website VgO Onder voorzitterschap van Wiel van Rijn en met als leden Gerard Holtermans, Frans Smits en Henk Zielman, is deze commissie inmiddels van start gegaan. De taak van de commissie is het opzetten en instandhouden van een web-site van en over onze vereniging. Het streven is de web-site medio van het jaar in de lucht te hebben.
Steunfonds Rechtsbijstand NVOG Onze vereniging is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden (NVOG). Op verzoek van de NVOG heeft een werkgroep een voorstel uitgewerkt voor de oprichting van een Steunfonds Rechtsbijstand van de NVOG. Het steunfonds heeft als doel het verwerven en beheren van gelden die uitsluitend mogen worden gebruikt voor de financiering van rechtsbijstand ten behoeve van lidorganisaties van
1
de NVOG of hun leden, die een rechtszaak willen voeren die het algemeen belang van de gepensioneerden betreft dan wel een bepaalde categorie in het bijzonder. Het is de bedoeling om een sterk fonds in te stellen met een vermogen van ca € 400.000 door achtereenvolgens een bijdrage van 2, 1 en 1 euro per individueel lid te vragen. Op de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de NVOG van 15 november 2006 heeft de werkgroep een toelichting gegeven op achtereenvolgens: - de statuten van het fonds, - de deelnemers en hun verplichtingen, - de procedure voor toekenning van een financiële ondersteuning, - het financieringsplan. Tot 23 februari jl. hebben de lidorganisaties de gelegenheid gehad tot het stellen van vragen en/of het indienen van wijzigingsvoorstellen. Wij hebben namens de VgO de werkgroep laten weten dat als er een fonds komt dit er moet zijn ter financiering van (rechts)zaken die uitsluitend van algemeen belang zijn. Verder hebben wij benadrukt dat er voldoende draagvlak moet zijn voor een dergelijk fonds. Wij hebben daarom gesteld dat het wenselijk is dit steunfonds alleen dan op te richten en verplichtend te stellen als tenminste 75% van de lidorganisaties daar voor zijn. De bedoeling is het definitieve voorstel op de agenda van de ALV van de NVOG van mei te zetten. Wij hebben er voor gepleit het voorstel op die vergadering nog niet in stemming te brengen, maar eerst op de ALV van november 2007 zodat de lidorganisaties de ruimte hebben dit in hun achterbannen te bespreken.
Indexatie van de pensioenen Zoals overeengekomen met het pensioenfonds worden de pensioenen conform de pensioenregeling die op 1 januari 2006 is ingegaan verhoogd met als norm de CPI alle huishoudens. Voor diegenen die op die datum al met pensioen waren is er een overgangsregeling afgesproken met een afwijkende indexatie voor het jaar 2006. Alle betrokkenen hebben eind januari van het pensioenfonds een brief ontvangen waarin wordt meegedeeld wat de verhoging van hun pensioen of prepensioen met ingang van het jaar 2007 is. Die verhoging was voor diegenen die op 1 januari 2006 al met pensioen waren dus anders dan de verhoging van de andere betrokkenen. Of er geïndexeerd wordt is afhankelijk van de financiële situatie van het fonds. Er wordt geen premie voor betaald dus de financiële ruimte moet komen uit de rendementen op de beleggingen. Omdat bij beleggingen de ontwikkelingen in de financiële wereld en de beurzen van invloed zijn, zijn de rendementen op de beleggingen nooit zeker. Om te voorkomen dat pensioenen niet volledig betaald kunnen worden moeten pensioenfondsen daarom boven het bedrag dat nodig is om de pensioenen te kunnen uitbetalen een reserve hebben om financiële tegenvallers zoals bijvoorbeeld de daling van de koersen van aandelen op te vangen. Het bedrag dat nodig is voor het betalen van de pensioenen wordt gesteld op 100%. Daarboven is er o.a. een reserve nodig die afhankelijk is van de samenstelling van de beleggingen (aandelen, obligaties). Stel dat er een reserve van 25% van deze 100% wordt voorgeschreven dan spreekt men van een benodigde dekkingsgraad van 125%. De hoogte van de dekkingsgraad bepaalt in welke mate er geïndexeerd kan worden. Is de dekkingsgraad bij het pensioenfonds Océ hoger dan de vereiste, dan wordt er volledig geïndexeerd volgens de afgesproken norm, hier dus de CPI alle huishoudens. Is de dekkingsgraad lager dan vindt er een gedeeltelijke indexatie plaats volgens een in het bestuur afgesproken richtlijn, een indexatiestaffel. Omdat de dekkingsgraad op 31 oktober 2006, de peildatum, onder de vereiste dekkingsgraad lag is voor diegenen die niet onder de overgangsregeling vielen de indexatie voor 93% toegekend. Dit komt neer op 1,02%.(0,93*1,1%) Zekerheid over indexatie is er dus niet. Aan de hand van uitgebreide statistische berekeningen is vastgesteld dat de kans dat het fonds, uitgaande van het huidige beleggingsbeleid, een volledige indexatie conform de norm kan toekennen ca. 90% is.
2
Hierbij wordt er uitgegaan van bepaalde toekomstverwachtingen. In geval van calamiteiten zal het model niet opgaan en dan zal de verwachting niet waargemaakt kunnen worden. Dat is een onzekerheid waarmee wij altijd geleefd hebben en waarmee wij zullen blijven leven. In de brief die diegenen die op 1 januari 2006 nog geen 65 jaar waren hebben ontvangen staat o.a. “U ontvangt bijna altijd ca. 90% van de stijging van de CPI.” Dat is dus niet juist. Wel juist is de afsluitende alinea van de brief waarin staat dat “de kans dat u de volledige indexatie ontvangt ca. 90% is”
Indexering vroegpensioenaanvulling In maart 2006 hebben de medewerkers van Océ een eenmalige uitkering ontvangen van € 150. Deze uitkering had per 1 januari 2007 moeten leiden tot een aanpassing van de vroegpensioenaanvulling. Dat is niet bij iedere vroeggepensioneerde gebeurd. Het bestuur heeft daarom Océ verzocht deze aanpassing alsnog met terugwerkende kracht door te voeren.
Zorgverzekeringswet Zorgtoeslag De zorgtoeslag is een financiële tegemoetkoming in de premie voor de zorgverzekering. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de verzekerde(n) en de hoogte van de premie voor de basisverzekering. Deze standaardpremie is voor 2007 vastgesteld op € 1059 (gemiddelde premie van de individuele polissen verminderd met de gemiddelde noclaim terugave van € 91). Een alleenstaande met een inkomen in 2007 van minder dan € 26.071 heeft recht op zorgtoeslag. Een verzekerde met partner heeft recht op zorgtoeslag als het gezamenlijk inkomen in 2007 minder dan € 41.880 heeft bedragen. Hebt u in 2006 zorgtoeslag ontvangen, dan krijgt u dat in 2007 ook weer. Kreeg u in 2006 geen toeslag en komt uw (gezamenlijk) inkomen in 2007 beneden het hiervoor genoemde bedrag te liggen, dan kunt u deze toeslag met een aanvraagformulier aanvragen. Dit formulier is te verkrijgen via www.toeslagen.nl of via de gratis Belastingtelefoon (0800 – 0543). De zorgtoeslag voor 2006 kan nog tot 1 april 2007 worden aangevraagd; voor de toeslag voor 2007 heeft u nog de tijd tot 1 april 2008. Inkomensafhankelijke premie De percentages die op loon en pensioen worden ingehouden voor de basisverzekering bedragen in 2007 onveranderd: • 6,5% op het loon van werknemers, • 4,4% op AOW en aanvullend pensioen. De premie is verschuldigd over ten hoogste € 30.623.
Collectieve zorgverzekering 2007 Eind vorig jaar is er een eerste overleg geweest tussen enerzijds een vertegenwoordiging van Océ, OR en VgO en anderzijds een IAK-afvaardiging over de uitvoering van de zorgverzekering. De bedoeling is om aan de hand van IAK-rapportages periodiek overleg te voeren over de uitvoering van het kontrakt. De eerste afspraak in dit kader moet nog worden gemaakt.
Uitkering voor gepensioneerden die vóór 27 november 1981 zijn gescheiden Alleenstaande gepensioneerden die in Nederland wonen en gescheiden zijn vóór 27 november 1981, krijgen dit jaar onder voorwaarden een eenmalige netto-uitkering van € 4500,--. Het gaat hierbij om mensen die geen recht hadden op een deel van het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen van de ex-partner. Met dit besluit voert minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wens uit van de Tweede Kamer.
3
Aan de uitkering zijn de volgende drie voorwaarden verbonden: • het huwelijk moet minstens zes jaar hebben geduurd, • het totale belastbare inkomen over 2005 mag niet hoger zijn dan 110% van de (bruto) AOW in 2005; dit komt neer op € 12.822, • er bestaat geen recht op het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen van de expartner en geen recht op een uitkering op grond van de speciale overgangsregeling bij de invoering van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (1995). De Sociale Verzekeringsbank stelt vast wie recht heeft op de eenmalige uitkering en betaalt die vervolgens uit. De naar schatting 13.000 mensen die voor deze uitkering in aanmerking komen, hoeven zelf geen eerste stap te zetten. Zij krijgen tussen 1 juli en 1 oktober 2007 automatisch een aanvraagformulier thuis gestuurd. (Bron: Ministerie van SZW, Nr. 06/196, 13 december 2006).
Rijbewijskeuring voor 70-jarigen Een rijbewijs heeft normaal een geldigheidsduur van 10 jaar. Verloopt uw rijbewijs tussen uw 60e en 65e jaar dan krijgt u een nieuw rijbewijs tot uw 70e jaar; gebeurt dit tussen uw 65e en 70e jaar dan krijgt uw nieuwe rijbewijs een geldigheidsduur van 5 jaar. Bent u 70 jaar of ouder en wilt u uw rijbewijs verlengen dan moet u een medische verklaring van een arts (niet uw huisarts) overleggen. Deze Eigen Verklaring moet u, wilt u uw nieuwe rijbewijs op tijd binnen hebben, ca 3 maanden voordat uw rijbewijs is verlopen ophalen bij uw gemeentehuis. Op onderstaand adres kunt u voor uw rijbewijskeuring terecht tegen een redelijke prijs (€ 25): * Dokter T. Kessels, Schaapsdijksweg 7, Venlo, tel. 077-3210298. * Gemeenschapshuis De Bantuin, Pastoor Kierkelsplein 20, Venlo, tel. 06-52122359 (iedere 4e vrijdag van de maand, na afspraak). Kent u andere artsen in uw regio die tegen een laag tarief de keuring willen verrichten, laat het ons weten dan kunnen we onze leden daarover informeren in een volgende Nieuwsbrief. Meer informatie over rijbewijskeuring vindt u op www.rwd.nl
De nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning Per 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) van kracht geworden. Hierna kunt u lezen wat deze nieuwe wet zoal inhoudt en voor u kan betekenen. Wat is de WMO? De WMO gaat de lichtere vormen van zorg regelen. In de wet worden o.a. delen opgenomen van de AWBZ, de Welzijnswet en de Wet voorziening gehandicapten. Belangrijkste uitgangspunt is dat deze wet er voor moet zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen blijven doen in de samenleving. Met de WMO wil de regering bestaande en nieuwe taken van de gemeente vastleggen die gericht zijn op het zo veel en zo lang mogelijk zelfstandig functioneren van ouderen, gehandicapten, chronisch zieken en psychiatrische patiënten. Doel van de wet: ‘meedoen in de maatschappij’ * De WMO regelt dat mensen ondersteuning krijgen van hun gemeente. Het gaat daarbij om voorzieningen zoals hulp in de huishouding, een rolstoel of woningaanpassing. * De WMO ondersteunt mensen (mantelzorgers of vrijwilligers) die zich inzetten voor hun medemens of buur. * De WMO stimuleert activiteiten die de onderlinge betrokkenheid in buurten en wijken vergroten. * De WMO biedt ondersteuning om te voorkomen dat mensen later zwaardere vormen van hulp nodig hebben, bijv. opvoedingsondersteuning en hulp bij eenzaamheid. Voor wie is de WMO? Er zijn geen speciale doelgroepen. Iedereen kan bij de gemeente een beroep doen op de wet. Er wordt een beroep gedaan op ieders eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Als men zelf niet meer kan, zorgt de gemeente ervoor dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. 4
Wie voert de WMO uit? De gemeente voert de wet uit en is daarmee verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning van haar inwoners. In de wet worden daartoe de volgende negen prestatievelden aangewezen. 1. de leefbaarheid in de gemeente vergroten en het bevorderen van de sociale samenhang in dorpen, wijken en buurten, 2. op preventie gerichte ondersteuning van jongeren en ouderen, bijv. bij de opvoeding; 3. het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning (één loket); 4. het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers (training, advies, vervanging); 5. zorgen dat mensen met een beperking mee kunnen doen in de samenleving; 6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking zodat zij zelfstandig kunnen blijven functioneren en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer; 7. opvang voor mensen met problemen en zorgen voor advies en steunpunten huiselijk geweld; 8. de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ): de gemeente zorgt dat kwetsbare personen en personen met psychische problemen begeleiding krijgen en geen overlast veroorzaken; 9. ambulante verslavingszorg: voorkomen van overlast door verslaafden en zorgen voor hulp, opvang en begeleiding van verslaafden. Een beroep op de wet kan alleen worden gedaan in de gemeente waar men woont. In iedere gemeente komt een verplicht Zorgloket waar men met alle vragen terecht kan. Men krijgt dus met slechts één instantie te maken die alles regelt. Ondersteuning op maat Elke gemeente heeft een zekere mate van beleidsvrijheid. Zo heeft zij de vrijheid om maatwerk te verlenen, maar dat kan dus leiden tot plaatselijke verschillen. Ook moet elke gemeente een vierjarenplan maken, waarin staat wat zij aan maatschappelijke ondersteuning gaat doen en wat zij wil bereiken. De wet gaat uit van het zogenoemde compensatiebeginsel, dat de gemeente de verplichting geeft haar inwoners te compenseren voor tekortkomingen. Dat kan alleen als men zelf geen mogelijkheid meer heeft om ondersteuning te regelen. Verantwoording * Meepraten. Voordat de gemeente haar beleid vaststelt, moet zij advies vragen aan belangen- en cliëntenorganisaties. Ook moet zij aangeven wat er met die adviezen is gedaan. * Openbaar. Gemeenten moeten gegevens over hun beleid openbaar maken. Zo moet bijvoorbeeld worden aangegeven wat er is gedaan om hulp in de huishouding te organiseren of om buurtactiviteiten te stimuleren. Ook moet er elk jaar een tevredenheidsonderzoek en een prestatievergelijking worden uitgevoerd. * Klachten. De Wet Klachtenrecht Cliënten Zorgsector is ook van toepassing op de WMO. * Eigen bijdrage. In de WMO is geregeld dat er binnen bepaalde grenzen en afhankelijk van het inkomen een eigen bijdrage kan worden gevraagd. Keuzevrijheid Wie van de voorzieningen van de WMO gebruikmaakt, kan kiezen uit verstrekking in natura of een persoonsgebonden budget (PGB). Wordt gekozen voor zorg in natura, dan moet er meer dan één aanbieder zijn. Kiest men voor een PGB, dan bepaalt men zelf wie men inhuurt: professionele hulp of bijvoorbeeld de buurvrouw of familie. Nadeel van dat laatste is dat men bij vakantie of ziekte zelf voor vervanging moet zorgen. Ook geldt een verplichte verantwoordingsadministratie. Indicatie Voor de verlening van zorg volgens de AWBZ moest men zelf een indicatie bij het Regionaal Indicatie Orgaan aanvragen. Met de komst van de WMO verandert dat. De gemeenten mogen zelf bepalen hoe indicatie van de verschillende WMO-functies plaatsvindt. Dat moet dan wel gebeuren volgens het ICF-systeem (International Classification of Functioning, Disability and Health), waardoor de objectiviteit is gewaarborgd.
5
Compensatieplicht In de WMO is aan de gemeenten een compensatieplicht opgelegd. Dit houdt in dat mensen met een beperking in staat gesteld moeten worden: * een huishouden te voeren, * zich te verplaatsen in en om de woning, * zich lokaal per vervoermiddel te verplaatsen, * medemensen te ontmoeten en sociale verbanden aan te gaan. Hierbij wordt rekening gehouden met persoonskenmerken, behoeften en draagkracht. Het compensatiebeginsel is nieuw en komt voort uit de filosofie van de WMO: je compenseert wat de burger en zijn omgeving niet lukt op basis van eigen verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid voor andere burgers, ondanks dat dezen hun uiterste best hebben gedaan om het zelf te regelen. Motiveringsplicht De gemeente moet een beschikking of een beslissing op een bezwaar motiveren. Een belangrijk criterium daarbij is of voldaan is aan het bevorderen of behouden van zelfredzaamheid en normale maatschappelijke participatie. Wat verandert er voor u? Per 1 januari 2007 is de WMO van kracht en is de gemeente verantwoordelijk voor de verstrekking van voorzieningen en hulp als u vanwege een beperking niet meer zelfstandig kunt deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Als u nu gebruikmaakt van de Wvg (Wet voorzieningen gehandicapten) blijft de gemeente uw aanspreekpunt. U krijgt bericht als er voor u iets gaat veranderen. Ontvangt u huishoudelijke verzorging uit de AWBZ, dan wordt deze voortaan vergoed uit de WMO. De gemeente regelt de hulp bij het huishouden. U hoort van haar én het zorgkantoor wat er gaat veranderen. Ook een PGB (Persoonsgebonden budget) komt in het vervolg voort uit de WMO. U regelt dit met de gemeente. Zoals gezegd kunt u kiezen voor hulp in natura of een persoonsgebonden budget bij een individuele voorziening. Bent u mantelzorger of vrijwilliger, dan is de gemeente verplicht uw werk te ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van informatie en advies. Meer weten? Neem contact op met uw gemeente, volg publicaties in gemeentelijke bladen en via internet. Algemene informatie over de WMO: www.info-wmo.nl en www.wmoadviesgroep.nl Postbus 51, telefoon 0800-8051 (gratis). Bron: Berichten van VG-Rabobank
Wat u niet moet vergeten! * Indien u een TPG verhuisbericht gebruikt, stuurt de TPG een maand lang post, die nog aan uw oude adres is gericht, door naar uw nieuwe adres. U kunt dan meteen zien dat de afzender uw adreswijziging nog niet heeft verwerkt, dan wel geen adreswijziging van u heeft gekregen. * Gebruikt u E-mail, vergeet dan niet u aan te melden bij het secretariaat van de VgO. Het adres is
[email protected]
Bestuurssamenstelling Joep van Mackelenbergh Ton van Gassen Wiel van Rijn Theo Heuvelings Jeu Pouwels Jan Hagendoorn Noud Immers
Voorzitter 077 – 351 8436 Vice-voorzitter 077 – 354 3576 Secretaris 077 – 472 1959 2e Secretaris 077 – 366 2079 Penningmeester 077 – 366 1867 Lid 077 – 382 1848 Bestuurslid Océ-pensioenfonds Lid 077 – 354 5132
Het bestuur 6
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]