Vereniging gepensioneerden Koninklijke Cosun Notulen 4e ledenvergadering vereniging gepensioneerden Koninklijke Cosun 9-4-2014 Dinteloord, Roosendaal, van Gilse en Centrale Organisatie Cosun, 10-4-2014 Sas van Gent, 11-4-2014 Puttershoek en 16-4-2014 Groningen. Aanwezig: 79 leden (28 Di + 12 Svg + 14 Pu + 25 Gr) 1. Opening Voorzitter heet allen hartelijk welkom op de 4e ledenvergadering. In zijn inleiding memoreert hij dat 2013 in de boeken zal gaan als een turbulent jaar voor de pensioenen. Enerzijds de overheidsmaatregelen waarmee we in januari 2013 geconfronteerd werden. En anderzijds de nieuwe pensioenovereenkomst tussen Cosun en vakbeweging. Een overeenkomst waar wij als grote groep belanghebbenden, ca 60% van de deelnemers, geen enkele inspraak in hebben gehad. Deze nieuwe overeenkomst bracht voor zowel actieven als inactieven op onderdelen een duidelijke versobering. Versobering onderschrijven we, met name om de pensioenregeling gezond te houden, echter dan wel op een wijze waarbij wij vinden dat de solidariteitsgedachte intact blijft. De pijnpunten onzerzijds zijn met name de verschillen in indexatieverwachting tussen actieven (gedurende een bepaalde periode garantie) en inactieven. Daarnaast is het vervallen van de bijstortverplichting voor ons als vereniging van gepensioneerden een doorn in het oog. Over dit onderwerp hebben wij een aantal malen een gesprek gevoerd met de directievoorzitter en de pensioendeskundige van de onderneming. Echter zij konden ons niet overtuigen dat de gesloten overeenkomst evenwichtig was voor beide partijen. Bij uitwerking van het akkoord door het bestuur pensioenfonds is advies gevraagd aan de deelnemersraad en, op basis van een door de deelnemersraad aangevraagd onafhankelijk advies, zijn zij akkoord gegaan. Mits er in de toekomst ruimte was voor inhaal indexatie. In goed overleg met de werkgever is in 2013 een oplossing gezocht om de mailing te kunnen versturen, met name aan onze niet leden. In februari 2014 is dit wederom gebeurd en als gevolg hiervan is ons ledenbestand opgelopen naar ca. 800. In de vorige ledenvergadering hebben we aangegeven dat wij voornemens zijn om lid te worden van de NVOG (Nederlandse Vereniging van Organisaties Gepensioneerden) en na een jaar aspirant lid zijn wij per 1-1-2014 volledig lid. Het nut van een dergelijke organisatie is dat zij, in samenwerking met andere ouderenbonden, lobby werk verrichten op het brede terrein van ouderen en gepensioneerden , zowel in de politiek als bij de ministeries. Onze vereniging heeft begin februari 2014 een brief ontvangen van het bestuur pensioenfonds over de nieuwe bestuursstructuur welke per 1 juli 2014 van kracht zal worden.
1
Dit betekent voor ons dat wij voor het bestuur van het pensioenfonds een tweetal kandidaten mogen aanwijzen. Kandidaten waaraan door de toezichthouder (DNB) hoge eisen worden gesteld. Kennis en kunde van de aspirant bestuurder zullen door middel van een toets worden beoordeeld. Op dit moment hebben wij één kandidaat voor het bestuur: Mevrouw van Os – Mulders.
2.
3.
4. 5.
6.
7.
8.
2
Voor het nieuw te vormen verantwoordingsorgaan zijn wij in staat voldoende kandidaten op te geven, enerzijds zijn deze voortgekomen uit de oude deelnemersraad/verantwoordingsorgaan (de heren van Nes, Uitdehaag, van Laar en Dijkstra) en anderzijds een tweetal nieuwe leden (de heren Kraaijmes en van Crugten). Door deze kandidaatstelling zal de invloed van de gepensioneerden toenemen in het nieuwe verantwoordingsorgaan, 60% van de leden, echter ook de lijn naar de vereniging is versterkt. Dit door een tweetal leden van het bestuur voor te dragen. Notulen vorige ledenvergadering N.a.v. vermindering van het aantal pensioenfondsen wordt de vraag gesteld wie bevoegd is tot opheffen van het pensioenfonds. Statutair is vastgelegd dat het bestuur een besluit neemt, dit ter advisering voorlegt aan de deelnemersraad, en bij mogelijk negatieve actie van het bestuur kan de deelnemersraad naar de ondernemingskamer om het besluit aan te vechten. Mededelingen Stand van zaken nieuw pensioenreglement en andere ontwikkelingen, worden behandeld bij punt 11. Wel is duidelijk dat als gevolg van nog aan te passen wetgeving (ligt nu bij Raad van State) er wijzigingen te verwachten zijn, echter duidelijkheid is er nu niet. Sprake is van een verlaging dekkingsgraad voor 100% indexatie, verwachting naar 127. Rekenrente zou nog langer gemiddeld mogen worden. En uitgangspunt is dat deelnemers gelijk behandeld worden. Echter alles is nog in ontwerpfase. Jaarverslag secretaris Jaarverslag wordt ongewijzigd goedgekeurd. Jaarverslag penningmeester Toelichting penningmeester op de financiële cijfers, met name de hoge reiskosten. Deze worden veroorzaakt door de turbulente periode welke we in 2013 hebben meegemaakt. Veel vergaderingen, met name ook in Breda. Voorstel om de bovengrens vast te stellen voor Eigen Vermogen. Bestuur zal zich hierover in het komen jaar beraden. Verslag kascommissie Kascommissie heeft de boeken gecontroleerd en in orde bevonden. Zij adviseert de vergadering zowel penningmeester als bestuur decharge te verlenen. Vergadering is akkoord. Benoemen/herbenoemen kascommissie Aftredend en niet herkiesbaar is de heer R. Fassaert, welke bedankt wordt voor zijn bewezen diensten in de afgelopen jaren. Het bestuur stelt voor de heer G. van de Braak te benoemen, vergadering is akkoord Begroting 2014 Vergadering akkoord. Naar aanleiding van de post contributie NVOG is er de vraag wat de toegevoegde waarde is van deze vereniging.
NVOG is voor ouderen, samen met andere oudere verenigingen gebundeld in de CSO, actief in het lobbywerk op alle fronten welke ouderen raken. Daarnaast is het voor ons een vraagbaak en kennisbron rondom pensioenen en de problematiek hiervan. 9. Vaststellen contributie Handhaving contributie op 1 Euro per maand is akkoord. 10. Verkiezen bestuursleden: Aftredend en niet herverkiesbaar : Voor Groningen Dick Hofman. De voorzitter bedankt de heer Hofman voor zijn inzet in de deze jaren. Hij is een van de mede oprichters van onze vereniging. Het bestuur stelt voor om in deze vacature de heer C.J. Moens te benoemen. Vergadering stemt in met deze benoeming. Aftredend en herverkiesbaar: Voor Roosendaal, van Gilse Jos Huijbrechts. De functie van penningmeester, nu de heer Hofman, zal met ingang van heden worden uitgevoerd door de heer Huijbrechts. 11. .Rondvraag Als eerst punt in de rondvraag is er een inleiding van ons bestuurslid in het Pensioenfonds, de heer A. van Dienst. Onderwerpen zijn o.a. het nieuwe pensioenakkoord, indexatiebesluit, bestuurlijke wijziging/versterking bestuur pensioenfonds , communicatie naar de leden van de nieuwe pensioenregeling en de ontwikkeling van de dekkingsgraad. In 2013 is er tussen sociale partners een pensioenakkoord gesloten. Dit akkoord is voorgelegd aan bestuur pensioenfonds ter toetsing op evenwichtigheid en uitvoerbaarheid en, met de kanttekening in het advies van de deelnemersraad inzake inhaal indexatie, in uitvoering genomen. Teleurstellend is dat de uitvoeringsovereenkomst slechts één jaar, 2014, van kracht is. Oorzaak hiervan is dat sociale partners geen overeenstemming kunnen vinden over de voorwaarden voor 2015 en later. Men is nog steeds in overleg. Communicatie rondom de nieuwe voorwaarden en de consequenties hiervan, zullen in de loop van mei 2014, voorgelegd worden aan alle deelnemers (actief en niet actief). De data voor de diverse regio’s zijn vermeld in de recentelijk verschenen van “Nu naar later”. Op verzoek van de vergadering Sas van Gent zal aan het Pensioenbureau gevraagd worden ook in Zeeuws Vlaanderen een sessie te houden. De ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2013 is niet spectaculair. Per 1-1-2013 was de dekkingsgraad 119,7 per 31-12-2013 119,9.
3
Het te nemen indexatiebesluit hield voor de eerste keer in dat er een besluit genomen diende te worden over de indexatie voor zowel actieven als inactieven. Indexatie 2014 is gebaseerd op de mogelijkheden van het fonds en de verwachte ontwikkelingen op financieel gebied. Derhalve is er voor gekozen om 60% van de prijs/loonindexatie te honoreren. Dit besluit is voorgelegd aan de deelnemersraad welke akkoord is gegaan. Indexatie voor in actieven is 60% van de prijsindex = 0,94%, en voor de actieven, als gevolg van een tweetal loonaanpassingen in de periode 1-1-2012 t/m 31-12-2013= 3,41% inclusief de garantie van 2% van de werkgever. In de eindloonregeling was indexatie voor de inactieven altijd al voorwaardelijk, voor actieven speelde dit niet omdat pensioenrechten altijd op eindloonbasis werden vastgesteld. Nu beiden dus een voorwaardelijke indexatie regeling. Waarbij inactieven worden geïndexeerd op prijs en actieven op loonindex. Ambitieniveau is 70%, echter bij een goede dekkingsgraad kan er ook 100% geïndexeerd worden. Het verzoek van de vereniging aan het bestuur pensioenfonds inzake inhaalindexatie zal positief worden benaderd, en zeer zeker onder de aandacht blijven. Nu op dit moment zijn er nog onderhandelingen tussen de sociale partners over de voorwaarden voor 2015 en later. Pensioenfonds heeft aangegeven dat zij graag voor 1-7-2014 een afgerond geheel wil zien van de aanvullingen op de overeenkomst, ten einde uitvoering van de pensioenregeling op een correcte manier in 2015 te kunnen handhaven. In het kader van de wet versterking bestuur pensioenfondsen, zijn door de OR en de vereniging van gepensioneerden reeds kandidaatsleden doorgegeven voor zowel bestuur als nieuw verantwoordingsorgaan. Onderneming had nog geen kandidaten aangegeven. Per 1-1-2016 zal bestuur uit 8 personen bestaan, 4 werkgever/2 werknemer/2 gepensioneerd. Ten opzichte van de oude situatie worden de eisen aan bestuurders steeds zwaarder, de ervaring met een nieuw bestuurslid, met academische opleiding, is dat men één jaar tijd dient te besteden aan de te volgen cursus. Zolang de studie niet is afgerond, is men aspirant bestuurslid. Na afronding van de studie zal altijd de vraag blijven of het aspirant bestuurslid zal worden voorgedragen aan de DNB. Dit laatste moet zorgvuldig gebeuren, met name is er het risico van afwijzing door DNB. En een herkansing is er niet. Met zijn kennis en ervaring heeft Ad van Dienst aan dat hij de leden voorgedragen door de vereniging wil begeleiden in het traject naar de DNB.
4
Wetgeving dienaangaande wordt nu verder uitgewerkt. Intern is er gewerkt aan de bevoegdheden van het nieuwe verantwoordingsorgaan. Bevoegdheden die er kunnen en mogen zijn, zijn maximaal verwerkt in de nieuwe reglementen. Opgemerkt wordt dat, in tegenstelling tot de verwachting van 1-1-2016, het nieuwe verantwoordingsorgaan benoemd zal worden tot 1-7-2018. Naar aanleiding van de eisen en toetsing door de DNB geeft W. Dijkstra aan dat deze niet transparant zijn, en dat wij dit ook zullen voorleggen aan de NVOG. Angst bestaat dat er zgn. elite bestuurders gaan ontstaan. (beroepsbestuurder). Een mooie taak voor de NVOG om dit in de lobby om te bouwen. In het kader van de versterking pensioenfonds bestuur is er een zgn. code bestuur aangenomen, verplicht. Indien men hieraan niet voldoet dan zal een uitleg in de jaarrekening noodzakelijk zijn. Kortom men is bezig om het bestuurslidmaatschap van het Pensioenfonds te ontmoedigen.
Ten aanzien van de ontwikkeling actieven/inactieven is de verwachting dat er in de komende periode duidelijk een toename komt van inactieven. Toename nieuwe leden zal beperkt zijn. Wel is de verwachting dat de gemiddelde som van verplichting (individueel )zal toenemen, omdat de inactieven die overlijden over het algemeen lage pensioenen hadden.
Rondvraag: V. Zijn er verschillen in berekening verplichting/dekkingsgraad tussen actief en inactief. Dit ten aanzien van de berekening van de indexatie. A. Indexatie wordt altijd gefinancierd uit de overwaarde. Waarbij de dekkingsgraad een product is wat voortvloeit ui de verhouding bezittingen/verplichtingen. Voor de actieven bestaat de financiering indexatie uit 3 bronnen, nl: -
Indien premie voldoende dan indexatie Garantieafspraken gedurende 10 jaar Benutting overwaarde voor het restant
Ten aanzien van de inhaalindexatie zal de vereniging een brief krijgen dat bestuur pensioenfonds dit onderschrijft en hiertoe bereid is om er serieus mee om te gaan. Verzoek aan het bestuur of men wil nadenken of er een andere wijze is om de pensioenrechten te regelen voor de in actieven. Een optie zou bv. kunnen zijn splitsing van de rechten. Een eerste reactie van de aanwezigen is om hier voorzichtig mee om te gaan, met
5
name omdat de partijen waarmee men overlegt dient te plegen niet altijd even transparant zijn. Niet te snel lopen . Volgende vergadering komt men hier op terug. V. Binding gepensioneerden met Pensioenfonds wordt steeds moelijker, o.a. door de veranderingen, extra eisen en het niveau wat van de mensen gevraagd wordt. Zie bestuur. A. Ook wij zien dat steeds meer een hoger opleidingsniveau gevraagd wordt om aan de kwaliteitseisen van het bestuur te voldoen. Gelukkig is dit nog niet noodzakelijk voor het verantwoordingsorgaan. Hier kan de werkvloer makkelijker zijn taken uitvoeren. Uiteraard is er ook kennis noodzakelijk, echter ook een sociaal gevoel is van belang. Opmerking uit de vergadering: Hou de uitleg aan de inactieven zo simpel mogelijk. V. Verwachting was dat bij dekkingsgraad van 120 de maximale indexatie gerealiseerd werd. A. De indexatie is gebaseerd op de mogelijkheden binnen het fonds, rekening houdend met de gevoerde basisstudie (ALM) en de te verwachten wetswijzigingen. V. Waarom hebben gepensioneerden niet deelgenomen aan het overleg inzake het nieuwe pensioenakkoord. A. Wettelijk is dat geen verplichting. Het is een overeenkomst tussen de sociale partners (werkgever en vakbeweging). Pensioenreglement is een afgeleide van de besluiten van de Sociale Partners. Waarbij op basis van juridische bepalingen de solidariteitsgedachte vervallen is. Algemene opmerking over de genoemde opbouw %. In het kader van een pensioen gebaseerd op eindloonregeling, was het voldoende om per jaar 1,75% op te bouwen. Dit om dan na 40 jaar, met correctie van de franchise 70% van het laatste inkomen te hebben. Bij middelloon dient opbouw hoger te zijn om eenzelfde resultaat als bij eindloon te realiseren. Andere aspecten die ook een rol spelen om dit te realiseren zijn een lagere franchise en een langere opbouwtijd. V. Hoe verhoudt zich het effect van verhoging pensioenleeftijd, versus pensioenuitkering. A. De stijging van 65/67 jaar in één keer heeft tot effect gehad dat mensen langer dan verwacht zijn blijven werken. Mensen richten zich naar de wettelijke leeftijd AOW, teneinde inkomensverlies te voorkomen. De zelfsturing van de pensioenuitkering wordt als zodanig versterkt. Het AOW gat wat er nu ontstaat is niet gefinancierd door het pensioenfonds. Er is overleg en discussie over de oplossing tussen sociale partners. Reactie op deze opmerking is dat werkgever weliswaar de pensioenpremie heeft betaald, maar dat zij via de FVP bijdrage een groot deel heeft terugontvangen.
6
Het zou de werkgever sieren deze terugontvangen premie in te zetten voor oplossen van het AOW gat. W. Westdijk spreekt zijn waardering en dank uit over de service van het pensioenbureau en de wijze van infoverstrekking inzake de problematiek van het AOW gat. 12. Sluiting
7