Nieuwsbrief 2013-‐12 Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden
19 december 2013
redactie: Rob de Brouwer
Het Pensioenakkoord van het kabinet: een vlag die de lading niet dekt. U heeft enige tijd moeten wachten op deze Nieuwsbrief. De reden daarvoor is dat er weliswaar veel op stapel staat in pensioenland, maar dat er weinig te melden is aan vorderingen en uitkomsten. Staatssecretaris Klijnsma heeft aangekondigd dat ze, op verzoek van de acht partijen die op 12 september 2013 daarover een brief aan haar hebben gestuurd, de plannen voor twee stelsels niet zal doorzetten en dat ze streeft naar een aanpassing van het huidige stelsel. Overleg tussen de acht partijen enerzijds en het ministerie heeft tot nu toe niet geleid tot conclusies. Een van de struikelblokken is de opvatting van De Nederlandsche Bank dat een oplossing die op een of andere wijze de huidige rekenrentemethodiek tracht te omzeilen onherroepelijk stuit op noodzakelijke aanpassing van de zekerheden van het stelsel. Nu is ons pensioenstelsel gebaseerd op een zekerheid van 97,5% dat aanspraken ook daadwerkelijk worden nagekomen. Aantasting van de methodiek zal leiden tot verlaging of zelfs afschaffing van deze zekerheid, waardoor er volgens sommigen weer een invaarprobleem ontstaat. Er is nog geen doorbraak te melden. Overigens: vóór 2007, toen de huidige Pensioenwet nog niet bestond, was er ook geen zekerheidspercentage vastgelegd. De modieuze bedrijfsvoering, waarbij de nadruk steeds meer komt te liggen bij zogenaamd risicomanagement, vraagt echter om vaststellen van het zekerheidspercentage, in het geval van de pensioenen 97,5%. Dat betekent dat eens in de veertig jaar de nominale uitkering in gevaar zou kunnen komen. In 2007 voldeden bij de meeste pensioenfondsen de buffers aan deze zekerheidseis, maar sinds 2008 wordt bijna nergens meer geïndexeerd en is er al twee keer gekort bij een aantal fondsen. Verdere kortingen staan volgend jaar weer in de planning als de voortekenen niet bedriegen. Hoezo zekerheid? Sinds het
1
nieuwe beleid van zekerheden en risicomanagement zijn de pensioenbeloften aan één stuk door gebroken. Het afschaffen van de zekerheid is dan ook een betekenisloze beslissing. De feitelijke situatie is al zo. Ondertussen heeft het kabinet met een aantal oppositiepartijen een zogenoemd Pensioenakkoord gesloten, niet te verwarren met het Pensioenakkoord uit 2010 van de sociale partners. Het woordgebruik suggereert dat het akkoord een alomvattend plan is voor de pensioenen, maar niets is minder waard. Het gaat om verlaging van de opbouwpercentages en maximering van de opbouw teneinde ongeveer € 3 mld binnen te halen voor de overheidsbezuinigingen. Aanpassingen van het oorspronkelijke plan, dat een verlaging naar maximaal 1,75% inhield, moeten automatisch leiden naar andere bezuinigingsvoorstellen, want de € 3 mld is min of meer heilig. En dan komt bijvoorbeeld in beeld dat pensioenuitvoerders BTW-‐ plichtig worden. Want “bezuinigingen” ook wel “ombuigingen” of “beleidsintensiveringen” genoemd, zijn doorgaans gewoon lastenverhogingen. De redenering is dat, nu er langer wordt doorgewerkt, ook langer pensioen kan worden opgebouwd, waardoor de jaarlijkse opbouw kan worden verlaagd, van maximaal 2,25% naar maximaal 1,875%. Dat het werkelijke opbouwpercentage in de meeste fondsen al nabij de 1,9% ligt houdt in dat de ingeboekte bezuiniging niet zal worden gehaald. Tevens wordt het pensioengevend inkomen afgetopt tot € 100.000. Mensen met inkomens die daarboven liggen kunnen fiscaal vriendelijk bijsparen uit het nettoloon. Leest u het goed? Fiscaal vriendelijk bijsparen uit het NETTO loon! Hoezee de vlag kan uit, wij hoeven niet meer de volle vermogensheffing te betalen als we sparen voor de oude dag. Maar gaat de premie ook echt omlaag? Daar heeft het kabinet iets op gevonden. Er wordt een aantal waarborgen ingevoerd om te bereiken dat een lagere pensioenopbouw ook daadwerkelijk leidt tot een daling van de pensioenpremie. Deze premiewaarborgen borgen ook een evenwichtige belangenbehartiging van alle generaties. Zo zal De Nederlandsche Bank de bevoegdheid krijgen een generatie-‐evenwichtstoets uit te voeren of het besluit tot vaststelling van de premies in het belang van alle generaties tot stand is gekomen. DNB heeft vervolgens de mogelijkheid in te grijpen als dat niet het geval is. Daarnaast zet het kabinet er naar beste vermogen op in dat ook voor 2015 de versoberde pensioenopbouw geheel zal doorwerken in de ABP-‐premie. De Nederlandsche Bank als hoeder van uw pensioen! Niet alleen stuurt DNB herstelplannen, oefent invloed uit op het beleggingsbeleid en keurt kandidaat bestuurders zo streng dat eenderde wordt afgewezen, nu gaat DNB ook de premie vaststellen. Met oog voor de belangen van de generaties. Wil DNB dan nu onmiddellijk ingrijpen en kostendekkende premies eisen? Want bij de meeste fondsen zijn de premies nu niet kostendekkend. En dat betekent dat van de reserves die opgebouwd zijn voor de aanspraken van gepensioneerden en slapers geld wordt overgeheveld ten gunste van aanspraken van actieven. De jongeren eten nu onze
2
potten leeg! Wil DNB daar iets aan doen, zo spoedig mogelijk? Als de premies echt kostendekkend worden gemaakt dan kan het kabinet de ingeboekte bezuiniging wel vergeten. Overigens: er komt een pensioenregeling voor ZZP’ers. Dat stelt op zichzelf weinig voor, zij het dat nu erkend wordt dat het zo gespaarde vermogen beschermd wordt in geval van een beroep op de bijstand. Het kabinet kondigt tenslotte een brede dialoog over de toekomst van het pensioenstelsel aan. De KNVG bereidt zich intensief voor op deze dialoog. Wij houden u hiervan op de hoogte.
Pensioencommissie van KNVG en NVOG gaan samen
Begin december was het zo ver: de voorzitters van de KNVG en de NVOG, Martin van Rooijen en Wim van den Brandt, konden de gezamenlijke pensioencommissie van KNVG en NVOG installeren. De commissie staat onder voorzitterschap van José Ouwerkerk en Jaap Molenaar. Op het gebied van pensioenen zullen alle beleidsvoornemens van beide organisaties in deze commissie worden voorbereid. Een eerste resultaat leest u verder in deze Nieuwsbrief onder de kop “NVOG en KNVG schrijven brief aan Staatssecretaris Klijnsma over rol Raad van Toezicht”. De toenadering van NVOG en KNVG heeft dus geleid tot een integratie van krachten op het pensioendossier. Dat is van groot belang, niet alleen omdat een gezamenlijke belangenbehartiging in Den Haag meer indruk maakt, maar vooral ook omdat deskundigen van beide organisaties kunnen samenwerken en elkaar zullen versterken in het zoeken naar oplossingen.
SEO publiceert onderzoek over solidariteit
SEO Economisch Onderzoek, een instituut dat sinds 1947 bestaat en verbonden is aan de Universiteit van Amsterdam heeft onderzoek gedaan naar de mate waarin mensen bereid zijn deel te nemen aan een verplichte pensioenregeling. De conclusies zijn duidelijk: er is een groot draagvlak voor verplicht pensioensparen, zelfs bij zelfstandigen. De belangrijkste redenen die werden genoemd zijn: − Het feit dat men zich zelf geen zorgen hoeft te maken − Het feit dat risico’s worden afgedekt − Het feit dat solidariteit wordt georganiseerd Het draagvlak voor verplicht pensioensparen neemt toe als mensen het gevoel hebben dat de premie die zij betalen in overeenstemming is met de uitkering. Opmerkelijk is dat in het onderzoek wél gevraagd wordt naar instemming over solidariteit van jongeren naar niet-‐actieven, maar niet andersom. Terwijl met de huidige lage rekenrente en de gedempte premie nu juist middelen worden
3
overgeheveld van gepensioneerden (en ook slapers) naar actieven, doordat de premie niet kostendekkend is.
ABP verlaagt pensioenpremie
Tot ons aller stomme verbazing lazen wij in de krant dat het ABP de premie voor het ouderdoms-‐ en nabestaandenpensioen verlaagt van 25,4% naar 21,6%. De premiedaling van 3,8 procentpunt wordt voor 3,3 procentpunt veroorzaakt door een verlaging van het opbouwpercentage van 2,05 procent naar 1,95 procent en een verhoging van de pensioenrekenleeftijd van 65 naar 67 jaar. Voor 0,6 procentpunt wordt de verlaging veroorzaakt door het wegvallen van een tijdelijke herstelopslag. Dat laatste is misschien nog wel het alleronbegrijpelijkst: het ABP beweert immers nog steeds dat een korting op de uitkeringen per 1 april 2014 mogelijk is. Het fonds is dus nog niet hersteld, want kortingen zijn in de wet omschreven als een ultimum remedium. Moeten wij dan denken dat als het onverhoopt minder goed gaat, dat dan eerst de herstelopslag weer wordt gehanteerd alvorens er wordt gekort? Er staat nog een opmerkelijke passage in het persbericht. Naar aanleiding van de dekkingsgraad per 31 december 2013 zal het ABP besluiten of per 1 april 2014 de eerder doorgevoerde verlaging van een half procent kan worden beëindigd. Deze korting zou, zoals we hieruit moeten begrijpen, dus kunnen worden teruggedraaid. Maar tegelijkertijd is besloten dat er niet wordt geïndexeerd. Dat besluit viel naar aanleiding van de dekkingsgraad van 1 november (de peildatum). De actieve ABP-‐ers juichen al: hun beschikbaar inkomen stijgt met 2%, volgens de berichten. En het kabinet juicht ook: ambtenaren zullen wellicht niet met een looneis komen als gevolg van dit cadeau. Want een cadeau is het, van de gepensioneerden (en de slapers) die tot Sint-‐Jutemis afzien van het recht op indexatie. Dat werkt overigens ook negatief uit voor de actieven. Ambtenaren namen eerder afscheid van het welvaartsvast pensioen, nu wordt ook het waardevast pensioen definitief ten grave gedragen. Tenzij de rente stijgt, want dan zijn we allemaal weer rijk.
Europa zal proberen nog vóór de Kerst met een pensioenfondsenrichtlijn te komen
De Europese Commissie blijft streven naar verdere harmonisatie van het pensioen in de tweede pijler, maar de verschillen tussen pensioenstelsels in de Europese Unie gooien roet in het eten. Dat kwam naar voren in een paneldiscussie met pensioenjuristen uit zes verschillende landen op de World Pension Summit in Amsterdam eerder op 15 november 2013. Aanleiding voor de discussie was de herziening van de pensioenfondsenrichtlijn die nog altijd op de agenda staat van de Europese Commissie. Het hete hangijzer van strengere kapitaaleisen voor pensioenfondsen is voorlopig van de baan. De commissie legt de nadruk nu op transparantie en bestuur. Zoals
4
eurocommissaris Michel Barnier eerder dit jaar zei, bestaat er op die punten brede consensus, in elk geval over de uitgangspunten. Naar verluidt komt er nog voor de kerst een voorstel voor de herziene richtlijn.
Beets en Bovenberg: geef pensioenfondsen meer eigen verantwoordelijkheid
Beets en Bovenberg publiceren in het FD van 29 november jl. een interessante opvatting die de moeite van het bestuderen waard is. Hun mening ondersteunt onderstaande passage in de brief van de acht partijen van 12 september aan Staatssecretaris Klijnsma: “Pensioenfondsen nemen beleggingsrisico om het pensioenresultaat en de indexatieambitie waar te kunnen maken. Een deel van het pensioenvermogen wordt daarom structureel in zakelijke waarden (zoals aandelen) belegd. Niet alleen in de fase van de pensioenopbouw maar ook in de fase van pensionering. Pensioenfondsen moeten de vrijheid behouden om door middel van het geformuleerde beleid de pensioenambitie te kunnen nastreven. Hier valt ook het beleggingsbeleid onder. Fondsen moeten een beleggingsbeleid kunnen voeren dat past bij de geformuleerde pensioenambitie, de premie die men bereid is daarvoor te betalen, de risicobereidheid en de demografische samenstelling van het fonds. Pensioenfondsen moeten daarom niet tussentijds worden gedwongen om het beleggingsbeleid aan te passen waardoor indexatieambities moeten worden opgegeven. Dat is voor geen enkele generatie van belang, zeker niet voor de jongere generaties. De bevoegdheden van de toezichthouder moeten daarom op dit punt vooraf duidelijk worden afgebakend.” Ik citeer de auteurs van het artikel in het FD: “Men zou kunnen stellen dat het toezicht de speelruimte voor pensioenfondsen om hun
eigen beleggingsbeleid vast te stellen, verder zou moeten inperken. Dit is echter niet de weg die moet worden ingeslagen. In plaats van fondsen te onderwerpen aan strakke en gedetailleerde criteria voor hun beleggingsbeleid, moet het toezicht hen juist meer eigen verantwoordelijkheid geven. Dat betekent dat fondsen hun eigen beleggingsprofiel en bijbehorende beleggingsstrategie kiezen, zonder dat ze bijvoorbeeld gedwongen worden hun beleggingsbeleid om te gooien wanneer hun minimale vereiste eigen vermogen beneden 105% van de verplichtingen komt.” We zien de laatste jaren een sterke toename van de betrokkenheid van DNB bij pensioenfondsen, zelfs als die niet in de gevarenzone zitten. Niet alleen controleert DNB op de wettelijke vereisten, zij houdt zich ook inhoudelijk bezig met de inhoud en de uitvoering van herstelplannen, met het beleggingsbeleid en het risk management en niet in de laatste plaats met de benoeming van bestuursleden. Een dergelijke nauwe betrokkenheid van DNB verdraagt zich niet met het karakter van het toezicht. Bovendien moet betwijfeld worden of DNB wel over de deskundigheid
5
beschikt om op álle aspecten van pensioenbeleid zo’n dwingende rol te kunnen spelen. Het is goed dat van onverdachte zijde kritiek wordt uitgeoefend op deze ontwikkeling. Immers: wie ziet toe op de toezichthouder?
NVOG en KNVG schrijven brief aan Staatssecretaris Klijnsma over rol Raad van Toezicht
Staatssecretaris Klijnsma heeft een ontwerpbesluit aan de Tweede Kamer gestuurd waarin ondermeer de Raad van Toezicht van een pensioenfonds de bevoegdheid wordt toegekend om bestuurders van een pensioenfonds te schorsen of te ontslaan. KNVG en NVOG zijn het daarmee oneens en zij hebben een brief hierover gericht aan de Staatssecretaris met kopie aan de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer. Het voert te ver om deze nogal juridisch getinte brief uitgebreid te behandelen. De brief kan worden gedownload van onze website. Belangrijkste reden om zich tegen een dergelijke bevoegdheid te keren is het feit dat bestuurders namens gepensioneerden gekozen zijn door alle gepensioneerden van het fonds. Alvorens ze worden benoemd moeten ze een “examen” afleggen bij DNB. Deze procedure is bepaald geen formaliteit: een derde van de kandidaten haalt het niet in één gesprek. Het past dan niet om een ander orgaan weer de bevoegdheid te geven deze bestuurders te ontslaan of te schorsen. Er zijn nog andere mogelijkheden om eventueel ongewenste besluiten te blokkeren.
KNVG maakt een opleidingsplan voor toekomstige bestuurders van pensioenfondsen
In verband met de op handen zijnde verkiezingen voor verantwoordingsorganen van bedrijfstakpensioenfondsen heeft de KNVG in overleg met SPO een kort opleidingstraject opgezet, waaraan eenieder die is aangesloten bij een van onze lidverenigingen kan deelnemen. Een beschrijving van deze cursus voegen wij toe. U wordt verzocht aan het secretariaat te melden wie van uw vereniging deze opleiding wil volgen. Bij voldoende belangstelling zullen wij meerder blokken inplannen. Aan de hand van de ervaringen die we met deze opleiding opdoen zullen we overleg hebben over eventuele vervolgtrajecten en opleidingen voor bestuursleden van pensioenfondsen.
Een vrolijk Kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar
Het bestuur van de KNVG wenst u allen prettige feestdagen. Wij hopen dat 2014 voor u een gelukkig en gezond jaar zal worden. Als we terugkijken op dit jaar dan moeten we constateren dat 2013 voor de KNVG een geweldig jaar is geweest. Wij
6
hebben ons een plaats aan de onderhandelingstafels van de Stichting van de Arbeid verworven, wij zijn er in geslaagd de pensioenplannen van het kabinet van tafel te krijgen en tegelijkertijd zijn wij erin geslaagd de KNVG uit te bouwen tot een soepel draaiende belangenorganisatie met 250.000 aangesloten leden. En we zijn druk bezig de toenadering tot de NVOG en de CSO gestalte te geven, waardoor de gepensioneerdenvertegenwoordigers meer met één mond spreken en sterker staan in de dialoog met andere stakeholders. Het bestuur dankt u allen voor uw inzet in dit proces. Wij vertrouwen erop dat de ontwikkeling zich in de toekomst verder zal voortzetten en zal leiden tot een positie in het maatschappelijk middenveld die we als gepensioneerden verdienen.
7