KLEUR ONTKETEND
KIJKWIJZER
VOORTGEZET ONDERWIJS NIVEAU VANAF HEDEN T/M 3 JANUARI 2016
HOE HET WERKT • • •
De vragen van deze kijkwijzer zijn gegroepeerd per zaal. Op de plattegrond hieronder kun je zien waar je bent. Woorden met een ster kun je achterin opzoeken in de begrippenlijst. Op zaal mag je alleen met potlood schrijven. Een clipboard kun je lenen bij de infobalie in de hal.
PLATTEGROND GEMEENTEMUSEUM 1e VERDIEPING
6
5
© Gemeentemuseum Den Haag Afdeling Educatie Oktober 2015 Vormgeving: Foto&Vorm
2
14
11
12
13
Voorzijde: Kees van Dongen, Portret van Dolly, 1909 Collectie Gemeentemuseum Den Haag
3
SNELHEID EN VOORUITGANG
ZAAL 2 Altijd online, altijd bereikbaar. Digitale communicatiemiddelen zijn een belangrijk kenmerk van deze tijd. Veel mensen vinden dat tegenwoordig alles zo snel gaat. Ook de mensen die in de 19e eeuw leefden hadden dat idee – net als wij nu. Hoe kwamen zij daarbij?
De 19e eeuw was een tijd van grote vernieuwingen. Er kwamen passages waar je kon wandelen (en winkelen) onder glazen daken. Er werden zelfs hele gebouwen opgetrokken van glas en metaal. Bacteriën werden ontdekt, verdovingsmiddelen uitgevonden en artsen werden beter opgeleid. In 1839 reed de eerste stoomtrein in Nederland, het elektrische licht deed zijn intrede, er kwamen openbare waterleidingen. Er kwam kiesrecht voor alle mannen en leerplicht voor alle kinderen.
1 Test je kennis Verbind de afbeeldingen met een jaartal op de tijdlijn. Sinds wanneer maken we gebruik van de onderstaande uitvindingen, denk je? 1810
-20
-30
-40
-50
-60
-70
-80
-90 1900 -10
-20
-30
(eerste foto’s/radioprogramma’s/televisieprogramma’s/telefoon/ mobiele telefoon/internet)
-40
-50
-60
-70
-80
-90 2000 2010 2020
De introductiefilm hier in zaal 2 geeft je een idee van de technische vooruitgang in de jaren 1885 – 1914. Over deze periode gaat de tentoonstelling. Bekijk een stukje en loop dan verder naar zaal 5.
4
5
ZAAL 5
DE PIONIERS
Tot in de 19e eeuw was de schilderkunst een middel om – voor allerlei doeleinden – de zichtbare werkelijkheid na te bootsen. Denk aan portretten* in opdracht van de adel, aan religieuze schilderkunst in opdracht van de kerk of aan stillevens* en landschappen voor de huizen van de rijke burgerij. Rond 1830 werd de fotografie uitgevonden. De fotocamera kon de werkelijkheid preciezer en sneller weergeven dan welke schilder ook. Deze uitvinding leidde tot nieuwe ontwikkelingen in de schilderkunst.
zaal 26, 1e verdieping
2 De nieuwe visie op schilderkunst ontwikkelde zich vanuit Frankrijk. In deze zaal zie je de pioniers*. Deze schilders gebruikten kleuren op een andere manier dan hun voorgangers. Verbind de foto’s van de schilders met de afbeelding van hun schilderij (pagina 5). •
Claude Monet werkte in series: hij schilderde dezelfde onderwerpen onder verschillende weersomstandigheden en op verschillende momenten van de dag. Zijn schilderijen gaan over het waarnemen van licht en kleur op een bepaald moment. Hij werd de grondlegger van het impressionisme* (impressie = indruk).
Paul Signac (1863 - 1935)
Henri Matisse (1869 – 1954)
Claude Monet (1840 – 1926)
Paul Cézanne (1839 – 1906)
Georges Seurat (1859 – 1891)
Vincent van Gogh (1853 – 1890)
3 Bekijk het schilderij De netten van Pourville hier op zaal (een afbeelding ervan vind je in deze kijkwijzer bij opdracht 2). Welk tijdstip van de dag en wat voor soort weer zien we volgens jou?
4 Monet heeft de vluchtigheid van het moment goed weten te vangen. Dat komt door de (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) losse penseelstreek (toets) felle kleuren* sterke kleurcontrasten* ontbrekende contourlijnen* Impressionisten* gaven schaduwen niet weer met enkel een donkere kleur. Zij waren beroemd om hun kleur-schakeringen en het tintelen van kleur. De rotsen in het schilderij van Monet zijn er een mooi voorbeeld van. Welke kleuren zie je daar? 5
6
7
DE PIONIERS
ZAAL 5 •
Kleurencirkel van Johannes Itten
George Seurat wilde zijn kunst juist ontdoen van het vluchtige karakter van het impressionisme*. Hij werkte met nauwkeurig geplaatste stippen van zuivere kleuren*. De vermenging van kleuren vindt pas plaats in het oog van de kijker. Zijn manier van werken was bijna wetenschappelijk. De schilderijen van Seurat worden gerekend tot het neo-impressionisme*.
zaal 26, 1e verdieping •
Bekijk het schilderij Landschap bij Collioure (een afbeelding ervan vind je in deze kijkwijzer bij opdracht 2). Dit schilderij was het begin van een nieuwe stroming: het fauvisme*. Henri Matisse schilderde een landschap zonder diepte. Kleur en vorm staan geheel in dienst van zijn persoonlijke expressie (uitdrukking). 7
6 Bekijk het schilderij Cassis. Cap Lombard, Opus 196 hier op zaal (een afbeelding ervan vind je in deze kijkwijzer bij opdracht 2). Welke kleurcontrasten* heeft Seurat toegepast? Noem steeds de kleuren en de plaats (aanduiding) hiervan in de voorstelling.
kleur Kleur tegen kleur contrast
Licht - donker contrast
Warm - koud contrast
Wat voor soort landschap zie je?
8 Matisse vond dat kleuren elkaar verzwakken wanneer ze te dicht bij elkaar staan. Hoe lost hij dit op?
Plaats (aanduiding)
9 Matisse werd geïnspireerd door twee tentoonstellingen waar hij werk zag van Seurat en Van Gogh. Bekijk het schilderij Tuin te Arles van Vincent van Gogh (hier op zaal). Ook de kleuren van Van Gogh gaan over expressie (uitdrukking). Welk effect hebben de kleuren op jou ? Ik word er (kruis aan) vrolijk onrustig rustig anders namelijk
Complenmentair contrast
van.
10 Als de fotografie niet was uitgevonden, hadden ‘de pioniers’ zich minder vrij gevoeld om met kleur te experimenteren. Geef een argument voor of tegen deze stelling.
8
9
ZAAL 6 BRUSSEL In het begin gingen de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van schilderkunst aan Nederland voorbij. Wie echt wilde weten wat er speelde, moest naar Parijs. Reisde je naar Brussel, dan was je letterlijk halverwege Parijs. In Brussel toonde de kunstenaarsvereniging Les XX (Les Vingt) Franse kunstenaars. Bij Les XX kon je impressionistische* en neo-impressionistische* schilderijen zien.
11 Het schilderij van James Ensor wordt wel eens het eerste heldere (lees ‘impressionistische’) schilderij van België genoemd. Het werd onder andere vergeleken met de ontbijt-taferelen van Monet en Manet, beiden impressionistische schilders. Vergelijk zelf het schilderij van Ensor met de schilderijen van Monet en Manet op pagina 22 en 23 in je kijkwijzer. Schrijf per schilderij 2 overeenkomsten op.
zaal 26, 1e verdieping 12 Claude Monet was vooral geïnteresseerd in de weergave van licht. Ook de schaduwen tintelen bij hem van kleur. Zie je dit ook in dit werk van James Ensor? Kruis aan. Ja
Nee
Belgische kunstenaars schilderden vaak scenes binnenhuis, zogenaamde genrestukken. Hun Nederlandse collega’s waren meer gericht op het landschap als onderwerp. Toch kozen ze soms hetzelfde onderwerp, al werkten ze dat verschillend uit.
James Ensor (1860-1949), Oestereetster, 1882
James Ensor (1860-1949), Oestereetster, 1882
Claude Monet, Le déjeuner, 1868/69
Édouard Manet, Le déjeuner dans l’ atelier, 1868
Voorstelling
Overeenkomsten
Overeenkomsten
Beeldaspecten Denk aan: Licht Kleur Ruimte Vorm
Overeenkomsten
Overeenkomsten
George Lemmen, ca. 1890
Jan Toorop, 1888
13 Kijk naar deze twee huiselijke taferelen bij een raam. Het ene werk is geschilderd door een Belgische, het ander door een Nederlandse kunstenaar. Schrijf de titel van hun werken op.
10
George Lemmen (BE),
, ca. 1890
Jan Toorop (NL),
, ca. 1888
11
ZAAL 6 BRUSSEL
zaal 26, 1e verdieping ZAAL 11
14 Deze manier van schilderen hebben ook zij niet helemaal zelf uitgevonden. Beide kunstenaars werden beïnvloed door het werk van een Franse collega. Zijn werk was te zien bij kunstenaarsvereniging Les XX in Brussel. Wie van de pioniers* uit zaal 5 wordt hier bedoeld, denk je?
15 Naast overeenkomsten vallen er ook verschillen tussen de werken van Lemmen en Toorop te ontdekken. Noem er twee.
16 Via Jan Toorop kreeg het neo-impressionisme* in Nederland opvolgers. Het leverde prachtige schilderijen op, maar eindigde in een doodlopend pad. Fotografeer met je mobiel (zonder flits!) een ander schilderij dat aansluit bij het Franse neo-impressionisme.
Henri Evenepoel, Het loopmeisje, 1895
17 De Belgische kunstenaar Henri Evenepoel schilderde Het loopmeisje in Parijs. Op het schilderij zien we een affiche van een in die tijd beroemde en beruchte Parijse nachtclub. Die heette (vul in) 18 Veel kunstenaars ontwierpen naast hun ‘vrije werk’ reclame in opdracht, zoals Toulouse-Lautrec, die met zijn affiches het Parijse nachtleven promootte*. De Belgische kunstenaar Henri Evenepoel bewonderde hem zeer. Zie je de invloed van Toulouse-Lautrec in het schilderij van Evenepoel? Bekijk de prentkaart van Toulouse-Lautrec in je kijkwijzer en leg uit waarom wel/niet.
PARIJS In Parijs ‘gebeurde het’. De vooruitgang was overal in de samenleving zichtbaar en al die ontwikkelingen hadden invloed op de kunstwereld. Hoe kon je hier als Nederlandse en Belgische kunstenaar deel van uitmaken? Met behulp van reproducties van schilderijen (weliswaar in zwart-wit) werden ideeën over kunst internationaal verspreid. Ook de kunstenaars zelf wisten over landsgrenzen heen steeds beter met elkaar in contact te komen. Met brieven informeerden zij elkaar en wie kon, reisde zelf naar Parijs.
Henri Toulouse-Lautrec, Jane avril, 1893
12
13
ZAAL 11
PARIJS
zaal 26, 1e verdieping
Op luie stoelen vierden de bohemiens* van Parijs in de 19e eeuw de nacht. Ze keken naar cabaret en extravagante dansvoorstellingen. Tot er een nieuwe tijd aanbrak. In 1904 opende nachtclub Bal Tabarin haar deuren. Hier danste je zelf! Bal Tabarin – Montmarte – Parijs,
Jan Sluiters voor het schilderij
1905, beschreven briefkaart
Bal Tabarin in zijn atelier in Amsterdam, 1907
19 Bekijk het schilderij Bal Tabarin van de Nederlandse schilder Jan Sluijters. Op welke manier gaat dit schilderij over de nieuwe tijd? Noem 3 dingen.
20 Ook schilder Kees van Dongen uit Rotterdam slaagde erin in Parijs aan te sluiten bij de nieuwe schilderkunst. Kies een van de 2 portretten en omcirkel de afbeelding in je kijkwijzer. Leg uit in hoeverre kleur een bijzondere rol in het portret speelt.
Kees van Dongen, Portret van Dolly, 1909
James Ensor, De intrige, 1890
22 De titel van het schilderij is intrige (samenzwering). Het is een karikatuur, waarbij de meest kenmerkende trekken van een persoon sterk overdreven worden. Wat overdrijft James Ensor hier allemaal? Noem 3 (beeld)aspecten.
23 Meestal worden karikaturen gemaakt van personen, dikwijls bekende personen en politici. Over wie gaat dit schilderij van Ensor, denk je? 21 Welke uitstraling heeft de geportretteerde? Leg uit hoe dat komt. Kees van Dongen, Portret van Daniel-Henry Kahnweiler, ca. 1909
14
15
ZAAL 11 SNELHEID EN VOORUITGANG De wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs was het grootste evenement ooit, met 60 miljoen bezoekers binnen een half jaar. De nieuwste uitvindingen die hier te zien waren, zoals de geluidsfilm, de roltrap, de dieselmotor en het elektrische licht, maakten duidelijk waar de nieuwe samenleving over ging: snelheid en vooruitgang. Het zogenaamde trottoir roulant was een elektrisch aangedreven loopplank met snelheden van 4,25 km en 8,5 km per uur. Wanneer je zelf ook liep, kon je met een snelheid van 15 km per uur door het tentoonstellingsgebied reizen.
zaal 26, 1e verdieping ZAAL 12 MONDRIAAN Nederlandse kunstenaars als Van Dongen en Sluijters schilderden letterlijk de nieuwe tijd. Hun voorstellingen van het Parijse nachtleven geven het gevoel van snelheid, beweging en opwinding weer. Maar wat als een hippe nachtclub na een tijd uit de mode raakt? De Nederlandse schilder Piet Mondriaan vreesde dat ook het schilderij zelf dan uit de mode zou raken. Hij richtte zich liever op een tijdloos onderwerp: de natuur. Met kleur en vorm wilde hij een universele* kunst scheppen.
Exposition Universelle de 1900 – Le chemin de Fer Électrique & le Trottoir Roulant
24 In het jaar 2000 vond de wereldtentoonstelling in de Duitse stad Hannover plaats. Expo 2000, zoals de tentoonstelling werd genoemd, bestond uit een themapark met onderwerpen als: toekomst van de arbeid, mobiliteit en kennis (hal 4) en energie, toekomst van de gezondheid (hal 5). Wat zijn de grote vraagstukken die volgens jou spelen in de 21e eeuw? Schrijf drie ideeën op voor de wereldtentoonstelling in 2016.
26 De technische vooruitgang en de vaart aan het einde van de 19e eeuw creëerden bij sommige kunstenaars de behoefte naar rust. Piet Mondriaan werd in 1909 lid van de theosofische vereniging*. Hij zocht naar het wezen van de dingen achter de zichtbare verschijningsvormen. Hij begon in die tijd enkele motieven te isoleren. In plaats van een bos schilderde hij een enkele boom. In plaats van een landschap met molen schilderde hij alleen een molen. Waarom deed hij dat, denk je?
Piet Mondriaan (1872-1944), Avond; De rode boom, 1908-1910
27 Heeft Mondriaan hier ‘naar waarneming’* geschilderd, denk je? Leg uit.
Thema: Thema: Thema: 25 Wilde je rond 1900 succesvol zijn, dan moest je weten hoe je mensen kon bereiken. Nu is dat niet anders. Met welk eigentijds medium wil jij op de hoogte worden gehouden van nieuwe activiteiten?
28 Vergelijk de boom van Mondriaan met de boom van Leo Gestel of Jacoba van Heemskerck. Schrijf de gegevens op. Noem een overeenkomst en een verschil. Gegevens Overeenkomst Verschil
16
17
ZAAL 12 MONDRIAAN 29 Molen bij zonlicht was in 1909 op een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam te zien. Het schilderij riep heftige reacties op. Slechts één criticus reageerde enthousiast. Wat heeft hij geschreven, denk je? Vul zijn oorspronkelijke brief aan. ‘….Het is een gekook van vlammen. De contouren* van de molen Piet Mondriaan (1872-1944), Molen; Molen bij zonlicht, 1908
… [het] wemelt als één kleurregen uit den gezengden* hemel[:]
Het zijn vlokken gloed, brandende verfpatsen, gegist, doordanst van utltra-marijn-violetjes, licht, hel en ongedekt van glans-werkingen. Wat stelt het voor? De
zaal 26, 1e verdieping 31 Welke kleurcontrasten* zie je in het schilderij? Kruis aan (er zijn meerdere antwoorden mogelijk). kleur tegen kleur contrast licht-donker contrast complementair contrast warm-koud contrast 32 Hoe is de verf opgebracht? Kruis aan. Kruis aan (er zijn meerdere antwoorden mogelijk). transparant (in doorschijnende lagen) pasteus (in dekkende lagen) met zichtbare penseelstreek (toets) de penseelstreek (toets) is niet herkenbaar met een paletmes* met kwasten
30 Wat voor kleuren gebruikt Mondriaan? Kruis aan wat je van toepassing vindt. Noem de kleuren en de plaats (aanduiding) in de voorstelling. kleur
Plaats (aanduiding)
primaire kleuren*
secundaire kleuren*
tertiaire kleuren*
18
19
ZAAL 13 RIK WOUTERS
zaal 26, 1e verdieping ZAAL 14
NEDERLAND
Het werk van Rik Wouters wordt ook wel eens het best bewaarde geheim van België genoemd. Zijn werk was in Nederland weinig te zien. Als geen ander van zijn generatie wist hij gebruik te maken van de kracht van kleur. Het Gemeentemuseum vindt deze tentoonstelling een mooi moment om aandacht aan zijn werk te besteden.
Nel Wouters, Archives et Musée de la Littérature, Brussel
33 Naast schilderijen maakte Rik Wouters sculpturen, waaronder het beeld Huiselijke zorgen. Hoe zie je de titel (naam) van het beeld terug in het werk? Beschrijf.
34 Rik Wouters portretteerde talloze keren zijn vrouw Nel, met wie hij in 1905 trouwde. Bij gebrek aan geld gingen ze na hun huwelijk bij Riks vader inwonen. Na een vreselijke ruzie met zijn vader vluchtte het koppel echter hals over kop en vrijwel zonder geld naar Brussel. Zes jaar lang leefden Rik en Nel in een toestand van voortdurende financiële zorgen. Welk geschilderd portret vind je het beste passen bij de houding van de bronzen vrouwenfiguur? Licht je keuze toe.
Rik Wouters, Huiselijke zorgen
Wassily Kandinsky,
Tot 1914 bereikten via het buitenland steeds nieuwe kunststromingen Nederland. In korte tijd buitelden alle stromingen over elkaar heen: het kubisme*,het futurisme*, het expressionisme* en de beginnende abstractie*. Nederlandse kunstenaars pikten er allemaal iets uit waarmee ze zich verder ontwikkelden.
Schilderij met witte vorm, 1913
35 Jan Sluijters keek naar het expressionisme* van Wassily Kandinsky die op zijn beurt abstract* begon te werken. Vergelijk het schilderij Compositie met bloemen (Composition de fleurs) hier op zaal met de afbeelding van het schilderij van Kandinsky in je kijkwijzer. Kruis aan bij welke (beeld)aspecten je overeenkomsten ziet. Geef een toelichting. voorstelling
kleur
vorm
ruimte
20
21
ZAAL 14
NEDERLAND
Zoals Sluijters zich richtte op het expressieve*, zo maakte zijn collega Leo Gestel een combinatie van futurisme* en kubisme* tot zijn eigen stijl. Zijn voorstellingen •
vielen door wisselende standpunten in stukken uit elkaar (kubisme)
•
bezaten beweging en ritmiek (futurisme).
36 Kies een schilderij van Leo Gestel dat je bij deze beschrijving vindt passen. Maak er een foto van en schrijf de gegevens op. Titel: Jaartal:
22
zaal 26, 1e verdieping Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtten veel kunstenaars naar het neutrale Nederland. Hierdoor werd Nederland internationaler en vond hier juist een culturele opleving plaats. De vreugde van het experimenteren met kleur was echter vanaf dat moment verdwenen.
39 Piet Mondriaan verhuisde in 1911 speciaal naar Parijs om daar kubistische* schilderijen met eigen ogen te kunnen zien. Vanaf toen vestigde Mondriaan zijn aandacht op andere beeldaspecten dan kleur en licht. Welke zijn van toepassing op dit schilderij? Kruis aan (meerdere antwoorden mogelijk). vorm lijn ritme
37 Remixen is een geoorloofde manier van werken. Een remix is een (her)bewerkte versie van een bestaand muzieknummer. Zijn er overeenkomsten tussen een remix en een werk van Sluijters of Gestel? Leg uit waarom wel/niet.
40 Voorheen werd hij vooral door de natuur geïnspireerd, maar door zijn verhuizing naar Parijs vond hij een andere bron van inspiratie. Wat heeft hem bij dit schilderij geïnspireerd, denk je?
38 Eigenlijk gaat de hele tentoonstelling over het opdoen van inspiratie en het kijken naar anderen. Heb jij ook iemand die jou inspireert? Wie is jouw voorbeeld?
41 Maak tenslotte nog twee foto’s. Fotografeer een schilderij met kleuren die je echt heel erg mooi vindt. Fotografeer ook een schilderij met een kleurenpalet dat je niet aanspreekt.
Piet Mondriaan, Composition No.IV / Compositie 6
23
Édoaurd Manet, Le déjeuner dans l’atelier, 1868
Claude Monet, Le déjeuner, 1868/69
24
25
BEGRIPPENLIJST Abstract Zonder herkenbare voorstelling Bohemien In de negentiende eeuw ontstond een nieuwe niet-traditionele levenshouding, namelijk die van de stedelijke bohèmekringen, waarvan de aanhangers zichzelf bohemien gingen noemen. Daarmee duidden zij aan dat zij het (verondersteld) onbezorgde leven van de zigeuners navolgden. Beeldaspecten Onderdelen waaruit een kunstwerk is opgebouwd, zoals licht, kleur, vorm, ritme, ruimte en compositie . Compositie In de beeldende kunst: het ordenen van beeldelementen. Contour Omtrek, begrenzing van een vorm Gezengd Geschroeid, brandend Impressionisme
KLEUR Kleuren, primair, secundair, tertiair De kunstschilder ziet rood, geel en blauw als de traditionele primaire kleuren. Door twee primaire kleuren te mengen, krijg je de secundaire kleuren paars, groen en oranje. Tertiaire kleuren worden uit alle drie de primaire kleuren gemengd. Natuurlijke kleuren Komen overeen met de waarneembare werkelijkheid Expressieve kleuren Komen lang niet altijd overeen met de waarneembare werkelijkheid. Ze drukken bijvoorbeeld de stemming van de maker uit. Expressieve kleuren zijn meestal fel, primair en contrasterend. Zuivere kleur In zuivere kleuren zitten geen sporen van andere kleuren. Primaire kleuren zijn de zuiverste kleuren. Secundaire kleuren zijn eigenlijk niet helemaal zuiver omdat ze ontstaan door het mengen van twee primaire kleuren. Toch worden deze ook als zuivere kleuren gezien. Tertiaire kleuren bestaan uit een mengsel van de drie primaire kleuren en worden als onzuiver gezien.
Claude Monet, Impression soleil levant, 1872
Het schilderij Impression, soleil levant van Claude Monet uit 1872 gaf aanleiding tot de naam impressionisme. Het begrip was eigenlijk bedoeld als scheldwoord. In 1874 werd het woord bedacht voor schilders die een indruk (impression) wilden weergeven van wat ze op dat moment zagen. Expressionisme/Fauvisme De eerste expressionistische schilderijen werden aan het einde van de 19e eeuw in Frankrijk gemaakt (Fauvisme). De expressionisten verzetten zich tegen de natuurgetrouwe weergave. Ze schilderden vereenvoudigde vormen in krachtige kleuren.
26
KLEURCONTRASTEN Schilder en leraar Johannes Itten is één van de onderzoekers van kleur. Hij ontwierp een kleurenleer gebaseerd op een kleurencirkel. Kleurcontrasten zijn een belangrijk onderdeel van zijn kleurenleer. Een contrast kan je zien als een tegenstelling. Kleur tegen kleur contrast Het eenvoudigste kleurcontrast ontstaat door kleuren tegen elkaar aan te zetten. Het grootste kleur tegen kleur contrast ontstaat met de primaire kleuren. De kunstschilder beschouwt geel, rood en blauw als de traditionele primaire kleuren. Deze kleuren vormen het centrum van Itten’s kleurencirkel.
Warm/koud contrast Het warm/koud contrast wordt veroorzaakt doordat sommige kleuren, in het de westerse samenleving een warme indruk maken. De warme kleuren zijn rood en de kleuren rondom rood in kleurencirkel. Blauw en de kleuren rondom blauw in de cirkel maken een koude indruk. Complementair contrast Bij een complementair contrast gaat het om de kleuren die in de kleurencirkel recht tegenover elkaar staan. Als je die kleuren naast elkaar zet dan versterken ze elkaar. Complementair zijn bijvoorbeeld de volgende paren: Geel-Paars Oranje-Blauw Rood-Groen Futurisme Italiaanse beweging en kunststroming van 1909 tot 1914. In de werken van de futuristen kwamen snelheid, energie, agressie, , vooruitgang en nieuwe technologie tot verbeelding. In de schilderkunst werden daarvoor aspecten van het expressionisme, kubisme, pointillisme en de film verwerkt. Kubisme Stroming in beeldende kunst aan het begin van de 20e eeuw. De schilders vereenvoudigden een voorstelling tot geometrische vormen (zoals kubussen en driehoeken). De diepte werd uit het schilderij weggehaald. Men schilderde een voorwerp vanuit verschillende standpunten. Neo-impressionisme Stroming in de beeldende kunst die in aansluiting op het impressionisme werd ontwikkeld door G. Seurat en P. Signac. Het neo-impressionisme baseerde zich op de theorieën van wetenschappers zoals E. Chevreul (1839) en H. Helmholtz. De schilders brachten de verf in kleine stipjes dicht naast elkaar aan op het doek. Deze techniek wordt als pointillisme beschreven.
Portret Afbeelding van een (ooit) bestaand persoon Promoten Bevorderen, reclame maken voor Stilleven Bewegingloze dingen, dieren of planten in een bepaalde compositie Theosofische vereniging In 1875 stichtte onder anderen de Russin Helena Blavastky in New York de ‘Theosophical Society’. De theosofie stelt dat elke religie een deel van de waarheid in zich heeft. Tint Men spreekt van tinten om schakeringen of variaties in kleur aan te duiden. Zo zijn zalmroze en fuchsia verschillende tinten roze. Tafereel Situatie, gebeurtenis of voorval Universeel Alles omvattend, algemeen VORMEN Organisch Vormen afgeleid uit de natuur of plantenwereld Geometrisch Alle vormen, die je met behulp van passer en liniaal kunt construeren, zoals het vierkant, de rechthoek, de driehoek en de cirkel. Naar waarneming De kunstenaar maakt een kunstwerk naar aanleiding van een aanwezig en zichtbaar object (stilleven, mens, enz.).
Paletmes
Pionier Baanbreker
27
Piet Mondriaan (1872-1944), Molen; Molen bij zonlicht, 1908