Mark Rothko
Kijkwijzer
voortgezet onderwijs niveau Vanaf heden t/m 1 maart 2015
hoe het werkt
Kies een route
• • • •
Een kunstwerk kunnen we mooi of lelijk vinden, echt interessant is het pas wanneer het ons raakt. Mark Rothko (1903 – 1970) ontwikkelde in de jaren ’50 een schilderstijl waarmee hij veel mensen raakte, en zo doende werd hij wereldberoemd. Hij was de eerste die binnen de abstracte* kunst ‘de gevoelens’ centraal stelde.
Kies een route. De vragen van deze kijkwijzer zijn gegroepeerd per zaal. Op de plattegrond hieronder kun je zien waar je bent. Woorden met een ster kun je achterin opzoeken in de begrippenlijst. Op zaal mag je alleen met potlood schrijven. Een clipboard kun je lenen bij de infobalie in de hal.
De curator* van deze tentoonstelling laat de bezoeker kiezen tussen twee routes. Ben je iemand die zich door gevoelens laat leiden, dan is de ‘emotie-route’ een goed begin voor jou. Benader je de dingen liever met je verstand, volg eerst de ‘begrips-route’. Door de ontwikkeling van de kunstenaar te volgen en zijn zoektocht te begrijpen, kun je net zo goed geraakt worden door zijn werk. Uiteindelijk grijpen beide routes in elkaar. Dit is precies wat er in de kunst gebeurt: hier ontmoeten emotie en begrip elkaar.
plattegrond gemeentemuseum 1e verdieping
Heb je eerder een kunstwerk gezien dat je raakte? Ja, dat was
Leg uit wat je er bijzonder aan vond.
4
7
3
8
9
10
15
16
Nee, een kunstwerk heeft me nog niet echt geraakt. Wel een
17
14
6
Leg uit wat je er bijzonder aan vond. 49
2
5
11
12
13
Maak een keuze: Ik begin met de begrips-route. Deze begint in zaal 5 (blz. 4 van deze kijkwijzer). Ik begin met de emotie-route. Deze begint in zaal 14 (blz. 16 van deze kijkwijzer). Voorzijde: Mark Rothko, Zonder Titel / Untitled, 1953, Collectie/Collection National Gallery of Art, Washington USA
2
3
Zaal 5
Van de werkelijkheid naar het surrealisme
Lees! De RussischAmerikaanse schilder Mark Rothko kwam pas laat in aanraking met de schilderkunst. Hij probeerde uiteenlopende studie richtingen aan de Yale University, maar kon zijn draai niet vinden en brak zijn studie af. Zonder specifiek doel vertrok hij naar New York. In New York besefte Rothko, toen 22 jaar oud, dat beeldende kunst wel eens iets voor hem zou kunnen zijn. Aanvankelijk maakte Mark Rothko werk met een duidelijke voorstelling. Je ziet hier naast de zaaltekst bijvoorbeeld een portret, een stilleven* en een straatscène. De voorstelling is ‘naar de werkelijkheid’ geschilderd.
4 De metro-taferelen waren zijn eerste stap naar iets wat Mark Rothko begon te zoeken, diep in de mens. De scènes diep onder de grond waren bijna een metafoor* hiervoor. Noem twee kenmerken van de mensen die je ziet.
5 Hoe benadrukt Rothko de isolatie* van de afgebeelde figuren? Noem meerdere aspecten. Zittende vrouw, jaren ‘30
1 Dit schilderij is een portret van zijn moeder, die een belangrijke rol in het leven van Mark Rothko speelde. Het portret is ‘naar de werkelijkheid’ geschilderd, maar niet ‘net echt’. Licht deze uitspraak toe.
2 Hoe komt de moeder van Rothko over op dit schilderij? Onderbouw je mening met een aspect van de voorstelling en een aspect van de vormgeving.
3 Hoewel Rothko in de jaren ’30 tentoonstellingen had, bleven succes en bekendheid uit. Dat frustreerde hem enorm. Hij vond in die tijd een eigen thema om over te schilderen: zijn zogenaamde metro-taferelen. Beschrijf de voorstelling.
Lees! De surrealisten* uit Europa vormden in de jaren ’40 in New York een belangrijke inspiratiebron voor Amerikaanse kunstenaars. Vanwege de Tweede Wereldoorlog waren zij naar New York gevlucht. Een belangrijke inspiratiebron voor de surrealisten was de psychoanalyse. Carl Gustav Jung bijvoorbeeld, een leerling van psychiater Sigmund Freud, vond in de Verenigde Staten omvangrijke navolging. Hij ging uit van een ‘collectief onderbewustzijn’, wat wil zeggen dat er diep in ieder mens een onbewuste laag bestaat, die universeel is.
Antigone, ca.1941
6 Vanaf 1940 vond Mark Rothko een nieuw thema: de mythen*. Figuren uit de mythologie* werden bijvoorbeeld ook door psychiater Sigmund Freud aangehaald om verschijnselen van het onderbewuste duidelijk te maken. We zien hier Kreon en zijn zoon Haemon, Antigone en haar zuster Ismene uit de klassieke tragedie Antigone*. Welke handeling zie je/zie je een handeling?
Metro-fantasie, ca. 1940
4
5
e zaal verdieping Zaal 26, 11 > 1Multiforms
Zaal 5 7 Rothko wilde met zijn schilderijen geen verhaal uitbeelden. Zijn schilderijen moesten tragediën of drama’s zijn. Licht deze uitspraak toe aan de hand van Antigone*.
8 Eigenlijk wist Rothko nog niet goed waar zijn werk over zou moeten gaan. Hij wist wel dat hij de werkelijkheid wilde loslaten. Het surrealisme* bood hem in de jaren ’40 een tijdelijke uitweg. Rothko was gefascineerd door de ontdekkingen van Sigmund Freud over het onderbewuste. Mythen bleven niet zijn enige inspiratiebron in die tijd, kijk maar naar de schilderijen aan de andere kant van deze zaal. Vaak hebben de werken uit zijn surrealistische periode nog een titel. Kies een werk en schrijf de gegevens op.
Hij ontwikkelde in de tweede helft van de jaren ’40 een overgangsstijl die hem uiteindelijk naar zijn beroemde classic style zou leiden. Later werden deze schilderijen ‘multiforms’ genoemd, vanwege hun onbestemde vormen.
Roberto Matta, Chamboles les amoureuses, 1947
Zonder titel, 1947
9 Het werk dat Rothko in die tijd maakte, doet misschien wel het meest denken aan het werk van surrealist Roberto Matta. Ook Matta werkte in de jaren ’40 in New York. Wat is volgens jou kenmerkend voor Rothko’s surrealistische vormentaal? Noem minimaal 2 aspecten.
6
Personage twee, 1946
Lees! Rothko liet vervolgens het surrealisme* los. Rothko’s wens om de figuratie los te laten kwam ook door zijn belangstelling voor de filosofie, vooral voor het gedachtegoed van Friedrich Nietzsche. Nietzsche zette zich bijvoorbeeld af tegenover de strikte scheiding tussen toneel en het publiek in het moderne theater. Geïnspireerd hierdoor wilde Rothko de scheiding tussen het schilderij en de kijker overbruggen. Hij streefde naar een directe en diep emotionele ontmoeting tussen beide. Hiervoor moest hij nog een stap verder dan het surrealisme. Rothko streefde naar schilderijen waarin de voorstelling ontbrak.
10 Het werk Zonder titel is karakteristiek voor de fase die volgde op de surrealistische schilderijen van Rothko: de ‘multiforms’. Vergelijk Zonder titel, 1947 met Personage twee en noem twee aspecten die je kenmerkend vindt voor de ‘multiforms’.
7
zaal 26, 1e verdieping Multiforms
Zaal 11 11 De schilderijen No. 18, No. 9 en No.10 laten zien wat er vervolgens met Rothko’s schilderkunst gebeurde. Kruis aan wat je van toepassing vindt; er zijn per schilderij meerdere antwoorden mogelijk.
No 18, 1946
No. 9, 1948
geometrische vormen* organische vormen* onbestemde/ wolkige/
oersoepachtige vormen
vormen bestemder/
duidelijker vereenvoudiging vormen en beeldopbouw duidelijke stapeling vormen symmetrische stapeling vormen vierkante kleurvlakken geordende abstractie*
No 10, 1949
geometrische vormen* organische vormen* onbestemde/ wolkige/
oersoepachtige vormen
vormen bestemder/
duidelijker vereenvoudiging vormen en beeldopbouw duidelijke stapeling vormen symmetrische stapeling vormen vierkante kleurvlakken geordende abstractie*
geometrische vormen* organische vormen* onbestemde/ wolkige/
oersoepachtige vormen
vormen bestemder/
duidelijker vereenvoudiging vormen en beeldopbouw duidelijke stapeling vormen symmetrische stapeling vormen vierkante kleurvlakken geordende abstractie*
12 ‘Overgangskunst bestaat niet’ zei Pablo Picasso in 1923. Harry Cooper, curator voor moderne kunst bij de National Gallery in Washington, vindt dan ook dat de ‘multiforms’ geen overgangswerken zijn als wel werken die de overgang tot thema hebben. De eerste overgang van geboorte en wording. Zijn naam voor deze werken is ‘soep’, afgeleid van ‘oersoep’. Naar welke wetenschap verwijst Cooper hier?
8
Kun je je in deze vergelijking inleven? Leg uit.
13 Mark Rothko experimenteerde in deze fase met een scala aan technieken. Kijk rond en kruis aan wat je van toepassing vindt. delen van het doek onbeschilderd laten verf verdunnen en laten uitlopen het doek 180° draaien en verder bewerken schuren tamponeren (verf met een kwast met korte haren op doek stempelen) tekenen met een paletmes (buigzaam mes met een recht of geknikt lemmet) verf weg schrapen met een paletmes dunne lagen verf over elkaar schilderen dikke klodders verf opbrengen 14 Rothko reageerde fel wanneer hij in verband werd gebracht met een andere stroming of stijl. Toch zou het schilderij van C. D. Friedrich als een perfecte ‘voorloper’ kunnen worden gezien van Rothko’s streven naar een versmelting van de kijker met het doek via emoties. Tot welke stroming – waarin de emoties van de kijker centraal stonden - wordt C.D. Friedrich gerekend?
Rothko schilderde een doek dat sommigen in verband brengen met het rugfiguur van Friedrich. Welk doek (in deze zaal) wordt hier bedoeld, denk je? Leg uit waarom je dat denkt.
Caspar David Friedrich, Wanderer über dem Nebelmeer, ca. 1817
9
zaal 26, style 1e verdieping Classic in de jaren ’50
Zaal 12 Lees! Eind jaren ’40 kwam er weer een omslagpunt in de ontwikkeling van Rothko’s schilderkunst: de ‘multiforms’ gingen over in zijn classic style. Rothko varieerde eindeloos met beeldformaat en samenstelling van kleur en toon, om verschillende emoties en sferen op te roepen. Desondanks is elk schilderij onmiddellijk herkenbaar als een Mark Rothko. Dit was kenmerkend voor de kunstenaars in New York in de jaren ’50: hun stijlen verschilden sterk van elkaar én zijn kenmerkend voor de betreffende kunstenaar. Een dergelijk kenmerkend handschrift werd in de jaren ’50 signature style genoemd. De eerste die zo’n herkenbare stijl gebruikte was – een generatie eerder – Piet Mondriaan.
16 De kijker onderdompelen…dat was precies wat Rothko met zijn schilderkunst wilde bereiken. Hoe groot moet een schilderij hiervoor zijn? Rothko onderzocht van verschillende formaten de werking. Kies een schilderij en concentreer je op wat je ziet. Probeer dit te verwoorden. Neem de tijd om de goede woorden te vinden. (Dus niet alleen: ik zie een oranje rechthoek op een gele achtergrond. Beschrijf de kleuren zo goed mogelijk en ook de werking die ze volgens jou hebben.)
Oranje en geelbruin, 1945 Henri Matisse, Het rode atelier, 1911 The Museum of Modern Art, New York – Mrs. Simon Guggenheim Fund
15 In 1949 kocht het Museum of Modern Art in New York Het rode atelier van Henri Matisse uit 1911. Rothko ging het schilderij elke dag bekijken. Later zei hij hierover: ‘Als je naar dat schilderij keek, dan werd je die kleur, dan werd je er volledig in ondergedompeld.’ Bekijk het schilderij in je kijk wijzer. Voel je je ook ondergedompeld in kleur? Ja, het is alsof
Nee, omdat
12 Er staan geen afmetingen bij de afbeelding in je kijkwijzer. Hoe groot, denk je, is het schilderij van Matisse? 35 x 42,4 cm 181 x 219,1 cm Leg uit waarom je dat denkt.
Schrijf nu op: Op welke afstand heb je het schilderij ongeveer bekeken?
1 Welke afmetingen heeft het schilderij? hoger dan ik lang ben minder hoog dan ik lang ben breder dan de afstand tussen mijn uitgebreide armen minder breed dan de afstand tussen mijn uitgebreide armen
Zonder titel, 1953
Rothko wilde de afstand tussen de kijker en het schilderij overbruggen. Hiervoor is de hoogte waarop het schilderij hangt niet onbelangrijk. Normaal gesproken houdt een museum een hoogte aan van 1,55 m. (Op 1,55 m bevindt zich dan de middenas van een schilderij.) In het geval van Rothko week het museum ervan af. De schilderijen hangen allemaal … (kruis aan) hoger dan 1,55 m. lager dan 1,55 m. Zonder titel, 1956
10
11
zaal 26, vs. 1e verdieping Rothko Mondriaan
zaal 13 Lees! Schilderijen zonder verwijzing naar de zichtbare werkelijkheid veranderden vanaf 1913 de Europese kunst ingrijpend. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een nieuwe gene- ratie abstracte* kunstenaars in de Verenigde Staten, met kunstenaars als Jackson Pollock, Barnet Newman en natuurlijk Mark Rothko. Piet Mondriaan (1872 – 1944) is een van de grondleggers van de abstracte kunst. Hij was een generatie ouder dan Mark Rothko. Toen Mondriaan de Tweede Wereldoorlog in Europa ontvluchtte en in 1940 in New York aankwam, werd hij door Amerikaanse kunstenaars als een held onthaald. Jonge kunstenaars, waaronder Rothko, konden zich moeilijk aan de abstractie van Mondriaan onttrekken. Maar zij vonden het niet altijd prettig om met hem vergeleken te worden. Rothkos’s werk is bijvoorbeeld wel eens afgedaan als ‘blurry Mondrians’. De schilderijen aan de kopse muur zijn van beiden hun laatste werk: Piet Mondriaan overleed in 1944 aan een longontsteking, zijn schilderij Victory Boogie Woogie bleef onvoltooid. Mark Rothko pleegde in 1970 zelfmoord, kort nadat hij het schilderij Zonder Titel, 1970 had gemaakt.
12
17 In deze zaal komen twee abstract* werkende kunstenaars samen: een Europese kunstenaar van de 1e generatie, Piet Mondriaan, en een Amerikaanse kunstenaar van de 2e generatie, Mark Rothko. Je herkent meteen welk schilderij van wie is. Zo’n kenmerkend handschrift werd in de jaren ’50 signature style genoemd. Vergelijk de onderstaande aspecten van de vormgeving:
18 Beide kunstenaars hielden van muziek. Dat is eigenlijk niet vreemd, er zijn veel raakvlakken tussen beide disciplines. Sommige begrippen gebruik je zowel in verband met muziek als met schilderkunst. Welke? compositie (klank)kleur tempo ritme beweging harmonie contrast
19 Welk van de bovengenoemde begrippen staat bij Mondriaan centraal, denk je, en welk bij het schilderij van Rothko?
Piet Mondriaan, Victory Boogie Woogie, 1942 - 44 © 2012 Mondrian/Holtzman Trust c/o HCR International, Washington D.C.
Mark Rothko, Zonder titel, 1970
20 Welke klanken roept een schilderij bij je op? Kies voor beide schilderijen één instrument dat je hierbij vindt passen.
Kleur*
Vorm*/Lijn
Licht
Compositie* (denk aan wel niet symmetrie, een centrum, de belangrijkste lijnen en richtingen, enz.)
Nog een verschil?
13
Rothko zaal 26,vs. 1e verdieping Mondriaan
zaal 13 Piet Mondriaan raakte in New York geïnspireerd door een nieuw soort muziek: de Boogie Woogie. Hij maakte zelfs gebruik van gekleurde tape om te experimenteren met het ritme van kleurvlakjes. Dat zie je wanneer dichterbij kijkt. Luisteren naar de muziek waarnaar Mondriaan luisterde? Dat kan thuis op youtube: www.youtube.com/watch?v=ZHBXpsI2rio. Mark Rothko hield meer van klassieke muziek, van Mozart bijvoorbeeld. Maar ook van Schubert die wordt gerekend tot de vroege romantiek: www.youtube.com/watch?v=UNGZP9pOfws 21 Rothko zei niet geïnteresseerd te zijn in Mondriaan, hoewel Mondriaan hét voorbeeld was van een abstracte schilder. Mondriaan werd toen gevierd als dé pionier van een perfect rationalistische* kunst. Om zich af te zetten tegen het werk van Mondriaan zei Rothko over zijn collega: ‘Mondriaan verdeelt een doek, ik zet er iets op.’ Probeer met eigen woorden weer te geven wat Rothko hiermee bedoelde.
22 Je hebt nu de ontwikkeling van Mark Rothko chronologisch gevolgd. Probeer zijn werk ter afsluiting in kaart te brengen door de onderstaande ‘labels’ te geven aan zijn schilderijen hier op zaal. Classic style Naar de waarneming: portretten, stillevens, straatscènes Multiforms Surrealisme 14
Door te begrijpen hoe een kunstenaar tot abstractie kwam en wat hij wilde bereiken, begrijp je de betekenis van zijn werken. Dat is de insteek van de ‘begrips-route’. Als je meer over de betekenis van de werken van Piet Mondriaan wilt weten, kun je zijn ontwikkeling volgen op de tentoonstelling Mondriaan & De Stijl op de begane grond! 15
zaal 14
e zaal 26, 1Karl verdieping Classic Zaal 10 /style in Lagerfeld de jaren ‘60 voor Chanel
Hier begint de emotie-route!
Lees! Vanaf deze zaal gaat de ‘begrips-route’ over in de ‘emotie-route’. Hier kijken we naar de werking van de schilderijen en hoe dit effect tot stand komt. De context waarin de werken zijn ontstaan, laten we zo veel mogelijk buiten beschouwing.
23 Mark Rothko wilde met zijn werken de emoties van de kijker aanspreken en ontdeed zijn schilderijen van alle storende bijzaken. Hij stelde één aspect van de vormgeving centraal om met de kijker te communiceren: dat was de kleur. Mensen kennen aan kleuren emoties en waarden toe, ook al zijn die natuurlijk ook afhankelijk van de persoon en de culturele achtergrond. Bedrijven maken er bijvoorbeeld gebruik van voor hun huisstijl. Schrijf elk begrip bij het kleurenvakje dat je hierbij vindt passen.
24 Kies een schilderij en concentreer je op wat je ziet. Waar doet/doen de kleur(en) je aan denken? Schrijf drie begrippen op die in je opkomen.
Waarom heb je dit schilderij gekozen?
Hoeveel kleuren zie je?
Zonder titel, 1956
Zijn er verschillende tinten* en tonen*? Beschrijf de kleur(en) zo goed mogelijk.
kracht vertrouwen hoop puur zomer luxe passie kalmte schoon
16
eenzaam jong warm koninklijk rust elegant energiek integer sensueel
vrede waarschuwing eenvoud dood vrijheid radicaal eenvoud geld mysterie
blij verdriet angst macht plezier rebels uitnodigend liefde
Hoe is de kleur op doek gebracht? met dikke verfklodders transparant dekkend in één laag in meerdere lagen met zichtbare toets (penseelstreek) toets niet zichtbaar Zijn er sterke contrasten* (tussen de verschillende kleuren/tinten/tonen)? Nee Ja, namenlijk kleur tegen kleur contrast licht-donker contrast complementair contrast warm-koud contrast
Zonder titel, 1956
Zonder titel, 1969
17
Kabinetten zaal 26, 1e verdieping 7 t/m 17 (zonder doorgangen)
zaal 14 25 Om de kijker zo weinig mogelijk af te leiden van de werking van de kleuren, vereenvoudigde Rothko op een radicale manier de vormen* en de compositie*. Kruis aan wat van toepassing is op je schilderij. rechthoekige kleurvlakken gestapeld vierkante kleurvlakken gestapeld kleurvlakken naast elkaar alleen 1 kleurvlak symmetrische compositie* Mark Rothko wilde dat zijn werken de kijker als het ware omarmen. Om die reden besteedde Rothko ook veel aandacht aan (kruis aan wat jij denkt wat Rothko belangrijk vond). het formaat, dat is
de hoogte waarop het schilderij hangt, die is
het licht, omdat
de afstand waarop je het schilderij kunt bekijken, omdat
26 Loop langs de kabinetten en kies een schilderij dat je aandacht trekt. Wat heeft je aangetrokken? de energieke uitstraling de rust en kalmte de kleur(en) het kleurcontrast anders, namelijk
In deze kabinetten is geprobeerd een beleving mogelijk te maken die Mark Rothko had geïnspireerd toen hij in Italië in een museum, een voormalig klooster, kwam. Hier had Fra Angelico (1387 – 1455) in een aantal monnikencellen op de kopse wand van elke cel een fresco (muurschildering) geschilderd. Die waren bedoeld voor de intieme en individuele meditatie van de monniken. Dit is een een-op-een ontmoeting tussen jou en het doek. Ga er recht voor staan of zitten, zoek een prettige kijkafstand, laat je niet afleiden door andere bezoekers en neem de tijd. Word je ondergedompeld in de kleur? Beschrijf wat het schilderij wel/niet doet.
Zonder titel, 1957
de omgeving waarin het werk hangt
Wat is de tegenovergestelde emotie van hetgeen dit schilderij in je oproept? Kies een schilderij dat hierbij past. Beschrijf in trefwoorden waarom je het schilde rij hebt gekozen.
18
Zijn grote schilderijen maakte Rothko niet om indruk te maken, maar om de kijker en het doek in contact te brengen. Hoe groot is het schilderij waarnaar je kijkt? hoger dan ik lang ben minder hoog dan ik lang ben breder dan de afstand tussen mijn uitgebreide armen minder breed dan de afstand tussen mijn uitgebreide armen 19
e verdieping Zaal zaal 26, 6 > 1Kunst als gewijde locatie
zaal 14 Rothko ging het niet om formele eigenschappen van zijn werk, zoals de relatie tussen kleuren en vormen. Wanneer hij werd bestempeld als ‘ abstracte’ schilder of als ‘expressionist’*, reageerde hij fel. Ik ben alleen geïnteresseerd in het uitdrukken van basale menselijke emoties. Het feit dat veel mensen in tranen uitbarsten als ze worden geconfronteerd met mijn werken, bewijst dat ik menselijke emoties weet over te brengen. […] De mensen die staan te huilen voor mijn schilderijen, hebben dezelfde religieuze ervaring als ik toen ik ze schilderde.
Zonder titel (schets voor Seagram Mural), 1959
Zonder titel (schets voor Seagram Mural), 1959
Rothko had gemengde gevoelens: het idee van een serie schilderijen voor een specifieke locatie prikkelde hem. Hij twijfelde echter of een chique restaurant hiervoor de juiste omgeving zou zijn. Hij wilde niet dat zijn schilderijen louter decoratie waren.
Rothko was ervan overtuigd dat de kunst mensen iets kan aanreiken, wat je vroeger in de religie aangereikt kreeg. De ratio is goed voor het organiseren, maar niet voor ‘het mens zijn’, vond hij. 27 Ben je het eens met zijn stellingen dat • ‘de mens’ meer nodig heeft dan ‘begrip’? • kunst die behoefte kan bevredigen?
Lees! In 1958 kreeg Rothko een prestigieuze* opdracht: aan hem werd gevraagd een reeks schilderijen te maken voor het restaurant Four Seasons in het nieuwe gebouw van de Seagram Corporation in New York.
28 Zou je graag willen dineren in een luxe restaurant met één van deze schilderijen boven je tafel? Leg uit waarom wel/niet.
Vier werken uit die reeks worden in deze zaal getoond. Ze zijn herkenbaar aan de kastanjebruine kleuren.
Terwijl hij werkte aan de opdracht, hielden de twijfels aan en Rothko had een onderbreking nodig. Hij reisde met zijn vrouw en dochter naar Italië. Onderweg, op het schip, raakte hij aan de praat met een wildvreemde man bij wie hij zijn wrok jegens de opdracht kwijt kon. Toevallig was die man een journalist die later over deze ontmoeting schreef. Rothko zou gezegd hebben dat hij hoopte dat zijn bruingekleurde, wandvullende schilderijen de eetlust van de gasten zou bederven. Komt dit overeen met jouw antwoord?
20
21
zaal 26, 1e verdieping Kunst als gewijde locatie
zaal 6 Algemeen bekend is de invloed van filosoof Friedrich Nietzsche op Rothko. Verwijzend naar twee Griekse godheden, genaamd Apollo en Dionysos, beschreef Nietzsche twee tegenovergestelde principes: de schone schijn/de orde (apollinisch) en de donkere drijfveer/ongeremdheid/roes (dionysisch). Rothko hield van die begrippen en gebruikte ze zelfs om collega-kunstenaars in die categorieën in te delen. In zijn eigen werk stelde hij die tegengestelde principes in een eenheid naast elkaar. Welke aspecten van dit werk vind je passen bij de schone schijn/orde
de donkere drijfveer/ongeremdheid/roes
Rothko besloot de opdracht terug te geven. Wat hem dwars zat was dat een luxerestaurant het tegenovergestelde was van wat Rothko met zijn schilderijen wilde bereiken: een religieuze ervaring door middel van confrontatie. Zoals hij het in de monnikencellen in Italië had gezien. Hij geloofde wel dat hij schilderijen in opdracht en voor een speciale plek kon maken, zonder de schilderijen tot decoratie te degraderen*. Rothko greep de kans om voor de Harvard University voor een ruimte vijf schilderijen te maken. Hij borduurde voort op de ervaring van de Seagram opdracht. Kijk maar naar de twee schetsen (een voor Seagram en een voor Harvard) die hier naast elkaar worden getoond.
22
Welke schets spreekt je meer aan?
Hoe is hier de kleur op doek gebracht? met dikke verfklodders transparant dekkend in één laag in meerdere lagen met zichtbare toets (penseelstreek) toets niet zichtbaar Beschrijf de compositie.
23
Kunst zaal 26, als 1e verdieping gewijde locatie
zaal 6 Rothko’s streven naar een religieuze ervaring door schilderkunst werd bekroond met een èchte gewijde locatie voor zijn schilderijen. In 1964 vroegen de Texaanse verzamelaars John en Dominique de Menil hem om een serie schilderijen te maken voor een nog te bouwen kapel. Rothko huurde een gigantisch atelier en voltooide uiteindelijk 14 schilderijen. In deze zaal hangen drie schilderijen die hiervoor zijn gemaakt, maar die uiteindelijk niet voor de kapel werden gebruikt. Kies er één en kijk ernaar. Neem de tijd. Met deze werken eindigt de ‘emotie-route’ in je kijkwijzer. Heb je zelf vandaag een schilderij gezien dat je raakte? Ja. Nee, de schilderijen van Rothko hebben me niet echt geraakt. Je kunt nu de ‘begrips-route’ volgen. Uiteindelijk is kunst een samenkomen van begrip en emotie.
No 7, 1967
24
25
begrippenlijst Abstract Zonder herkenbare voorstelling Antigone Tragedie van de Griekse toneelschrijver Sophokles Compositie In de beeldende kunst het ordenen van beeldelementen. Symmetrische compositie Een symmetrische compositie wordt gekenmerkt door een verticale en horizon tale denkbeeldige as die min of meer een evenredige massaverdeling maakt van links en rechts. Je hebt dus een evenwichtige verdeling. Asymmetrische compositie Alle niet-symmetrische composities noemen we automatisch asymmetrisch. Het gebruiken van verschillende elementen in een zinvolle verhouding tot het geheel is essentieel. De verhouding ligt niet dikwijls op de gulden snede. Centrale compositie We spreken van een centrale compositie als er een centraal punt is (dikwijls in het midden gelegen van het werk) waar alle andere elementen naartoe gericht lijken te zijn, dat noemt men een aandachtscentrum. Het is ook een symmetrische compositie. Diagonale compositie Een compositie waarbij een duidelijke tweedeling van een diagonale beeldas over het vlak is aangebracht. Horizontaalcompositie De compositie is geordend rond een denkbeeldige horizontale lijn. Verticaalcompositie De ordening kan ook plaatsvinden rond verticale lijnen. Driehoekscompositie Wanneer de beeldelementen gerangschikt zijn volgens een al dan niet zichtbare driehoeksvorm spreken we van een piramidale of driehoekscompositie.
26
Over-all compositie Een over-all compositie houdt in dat de beeldelementen zonder enige rangorde op het vlak geplaatst zijn. De elementen zijn allemaal hetzelfde, doen patroonachtig aan en lijken buiten het schilderij tot in het oneindige door te kunnen gaan.
waarneembare werkelijkheid. Ze drukken bijvoorbeeld de stemming van de maker uit. Expressieve kleuren zijn meestal fel, primair en contrasterend. Zuivere kleur In zuivere kleuren zitten geen sporen van andere kleuren.
Curator Tentoonstellingsmaker, degene die een tentoonstelling organiseert en er de verantwoordelijkheid voor neemt. De curator bepaalt onder andere het tentoonstellingsconcept, de titel, de inricwhting en de te tonen objecten. Decoratie Versiering Degraderen In rang verlagen Prestigieus gezag uitstralend, aanzienlijk, indrukwekkend Carl Gustav Jung (1875 - 1961) Zwitsers psychiater en psycholoog. Hij was de grondlegger van de analytische psycho logie en leerling van Sigmund Freud. Isolatie Afzondering, afsluiting Kleur Natuurlijke kleuren Komen overeen met de waarneembare werkelijkheid Symbolische kleur Aan de gebruikte kleur wordt een diepere betekenis toegekend. Bijvoorbeeld rood voor liefde. Expressieve kleuren Komen lang niet altijd overeen met de
Metafoor Een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij geen vergelijkingswoord (als, zoals, net een ...) gebruikt wordt: De mens is een wolf. Mythen Griekse mythologie is het geheel van verhalen over goden, halfgoden en het contact tussen goden en mensen. Ratio Rede, verstand
Kleurcontrasten Johannes Itten is één van de onderzoekers naar kleur, hij was schilder en leraar. Hij ontwierp een kleurenleer die hij baseerde op een kleurencirkel. Kleurcontrasten zijn een belangrijk onderdeel van de kleurenleer. Een contrast kan je zien als een tegenstelling. Kleur tegen kleur contrast Het eenvoudigste kleurcontrast ontstaat door kleuren tegen elkaar aan te zetten. Het grootste kleur tegen kleur contrast ontstaat met de primaire kleuren. De kunstschilder beschouwt geel, rood en blauw als de traditionele primaire kleuren. Warm/koud contrast Het warm/koud contrast wordt veroorzaakt doordat sommige kleuren, vooral in de kleurencirkel rond de kleur rood gelegen, in het de westerse samenleving een warme indruk maken. Andere kleuren, rondom de kleur blauw, maken een koude indruk. Complementair contrast Bij een complementair contrast gaat het om de kleuren die in de kleurencirkel recht tegenover elkaar staan. Als je die kleuren naast elkaar zet dan versterken ze elkaar wederzijds. Complementair zijn bijvoorbeeld de volgende paren: Geel-Paars Oranje-Blauw Rood-Groen
Surrealisme (ca. 1920 – 1940, maar ook tegenwoordig nog aanwezig in de kunst) In het surrealisme werd gezocht naar middelen om het onbewuste tot uiting te brengen. Dromen, onbewuste handelingen en fantasieën waren een bron van inspiratie. Symbool Een symbool verwijst naar een idee, bijvoorbeeld een witte duif als symbool voor vrede. Rationalistisch Vertrouwend op verstandelijke redenering Tint Men spreekt van tinten om schakeringen of variaties in kleur aan te duiden. Toon Toon in de schilderkunst zegt iets over de helderheid van een kleur. Sommige kleuren zijn lichter dan anderen. Tafereel Situatie, gebeurtenis of voorval Vormen Organisch Vormen afgeleid uit de – of plantenwereld Geometrisch Alle vormen, die je met behulp van passer en liniaal kunt construeren, zoals het vierkant (de rechthoek), de driehoek en de cirkel.
Regina Bogat, Mark Rothko voor No. 7, 1960, Collectie Kate Rothko Prizel en Christopher Rothko
© Gemeentemuseum Den Haag Afdeling Educatie Oktober 2014 Tekst: Andrea Freckmann Vormgeving: Foto&Vorm