ENGAGEMENT
EINDEXAMENKIJKWIJZER
naam school klas datum
VOORTGEZET ONDERWIJS VWO, NIVEAU 2014 - 2015
HOE HET WERKT
PLATTEGROND
VOOR DE LEERLING Deze eindexamenkijkwijzer leidt je langs kunstwerken uit verschillende tijden en windstreken in het Gemeentemuseum Den Haag. Stuk voor stuk hebben ze iets te maken met het examenthema ENGAGEMENT.
We raden aan om voor deze kijkwijzer minimaal 1,5 uur de tijd te nemen of van te voren een selectie te maken. De inrichting van het museum is aan wisselingen onderhevig. De afdeling Educatie doet haar best deze eindexamenkijkwijzer up-to-date te houden, het kan echter voorkomen dat een kunstwerk van deze kijkwijzer tijdelijk niet te zien is. Neem om het museumbezoek goed te laten verlopen van te voren contact op met de afdeling Educatie, tel.: 070 – 3381 120.
2
i
&
D
St
ijl
12 9
8
15
TUINZAAL
34
33
O
nt
de
k
he
tm
27
e od
rn
e
26
32 28 22
1e VERDIEPING
VOOR DE DOCENT
dr
7
BEGANE GROND
Een clipboard kun je bij de infobalie in de hal lenen. Je vindt bij ieder werk een afbeelding, een aanduiding waar je het kunt vinden, een tekst en enkele opdrachten. Je hoeft bij een werk niet met de tekst te beginnen. Ga rustig zitten op zaal, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je de introductie raadplegen. Op de plattegrond in je kijkwijzer kun je zien waar je bent.
M
5
HOE GA JE TE WERK
on
n aa
e
3
25
24
BERLAGE
HET MUSEUM 1900 – 1945 SOCIAAL HET MUSEUM: DE GLAZEN GANG EN DE HAL
kunstenaar Hendrik Petrus Berlage titel Gemeentemuseum Den Haag datering 1935 materiaal diversen inventarisnr. MDIV-41-0985
Het gebouw moest een dienende functie hebben, in eerste instantie voor de kunstobjecten, maar dus zeker ook voor het publiek. Een museum is in feite een nutsobject: het heeft taken zoals ‘bewaren’, ‘onderzoeken’ en ‘tentoonstellen’. Het kunstvoorwerp staat centraal, dus het gebouw moet, naast eisen van goede architectuur, van binnen toch enigszins ‘bescheiden’ zijn. Dit museum heeft, dankzij de bijzondere bouw, desondanks in 1985 het predicaat kunstobject gekregen, getuige de plaquette op de grond bij de ingang waarop staat dat het in de inventaris is opgenomen. In 1935 is het Gemeentemuseum Den Haag geopend. Museum Boijmans van Beuningen
Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen.
In 1935 is ook het Museum Boijmans van Beuningen (heette toen Museum Boymans) geopend. Het is opvallend wat een enorme verschillen er zijn tussen de twee gebouwen.
In 1915 had de architect Berlage een droom over een cultureel centrum dat hij het Pantheon der menschheid noemde: een uit beton opgetrokken gebouw dat de idealen van het pacifisme vertegenwoordigde. Dit idee en het daaruit ontstane ontwerp was in 1919 te duur voor een nieuw te bouwen museum voor Moderne Kunst in Den Haag. De toenmalige museumdirecteur Van Gelder heeft vervolgens met Berlage een bescheidener museum verwezenlijkt dat vooral makkelijk toegankelijk moest zijn voor een breed publiek. Beide heren waren sociaal democraten en vonden dat deze maatschappelijke ideologie tot uitdrukking moest komen in het gebouw. De tempel der kunsten moest laagdrempelig zijn en elke bezoeker moest eenvoudig de weg kunnen vinden naar de kunstwerken die hij wilde zien.
4
Bronnen Yvonne Brentjens en Titus Eliëns, H.P. Berlage, Waanders, 2010 J. van Es en D. Valentijn, Het laatste meesterwerk van Hendrik Petrus Berlage, de geschiedenis en restauratie van het Gemeentemuseum Den Haag, Waanders, 2000 Fransje Hooimeijer en Annuska Pronkhorst, Berlage, een Bouwmeester in beeld, Elmar bv. Pieter Singelenberg, Het Haags Gemeentemuseum van H.P. Berlage, Snoeck-Ducaju&Zoon, 1995 5
BERLAGE
HET MUSEUM OPDRACHTEN Bekijk het museum vanuit de GLAZEN GANG bij de entree. Museumdirecteur Van Gelder en architect Berlage bedoelden het museum niet alleen voor de betere kringen (die tot dan toe kunstpaleizen waren gewend), maar wilden vanuit sociaal democratische overwegingen het gebouw graag voor iedereen uitnodigend en makkelijk toegankelijk maken. In hoeverre kun je dat hier zien? Denk aan de vormgeving van de gevel, de verdeling van de bouwmassa en de entree zelf.
Vergelijk vervolgens het Gemeentemuseum in Den Haag met het Museum Boijmans van Beuningen (zie foto). Wat valt je op aan verschillen?
Daarvoor zijn de eigenschappen van de dingen zelf, zoals eenvoud van vorm en vooral van constructie (hoe zit iets in elkaar) heel belangrijk. Aangezien hij van het museum één geheel wilde maken heeft hij naast het gebouw zelf ook een aantal objecten in het museum ontworpen. Zo zijn de banken, tafel en lampen hier in de hal van zijn hand. Welke overeenkomsten zie je tussen de architectuur van Berlage en zijn kunstnijverheid ontwerpen hier in de hal?
Bekijk de plattegrond van het museum in je eindexamenkijkwijzer. De bezoeker moet gemakkelijk naar elke zaal kunnen gaan, zonder daarvoor eerst door allerlei ruimtes te lopen. Deze directe manier van bezoeken moest ook ‘museum moeheid’ tegen gaan, vooral bij de gasten die niet gewend waren hier te komen. Noem drie dingen in het gebouw die een bijdrage leveren aan deze efficiënte manier van rondlopen.
Loop door naar de grote HAL bij de informatiebalie
Desondanks is het voor de doorsnee bezoeker zonder plattegrond soms moeilijk om zich in het museum te oriënteren, terwijl Berlage in feite juist pleitte voor het voorkomen van lichamelijke en geestelijke vermoeidheid. Leg eens uit hoe dit komt.
Berlage was naast architect ook kunstnijveraar. Hij ontwierp bijvoorbeeld serviezen, meubels, boekbanden, lampen, vitrines en bestek. Vooral later in zijn leven vond hij dat de essentie van zijn ontwerpen niet zozeer in de schoonheid lag (over smaak valt niet te twisten), maar in de stijl van de creatie. 6
7
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE 1750 - 1900 SOCIAAL JOZEF ISRAËLS
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 33 vissersleven en besloot hij zich met zijn schilderijen voortaan te richten op het leven van alledag. Bij dit besluit speelde waarschijnlijk ook het feit een rol dat historieschilderijen niet goed verkochten, gecombineerd met de kennismaking met de School van Barbizon. De armoede van de eenvoudige boeren en vissers is nadrukkelijk aanwezig in zijn nieuwe schilderijen. Een thema dat regelmatig terugkeert in Israëls werk is de boerenmaaltijd. Hij schilderde hiermee een onderwerp dat ook schilders zoals Vincent Van Gogh fascineerde. Van Gogh’s schilderij De Aardappeleters werd na zijn dood in internationale kringen veel geroemd en besproken. Ter voorbereiding van het schilderij maakte hij een aantal tekeningen en lithografieën, onder andere de lithografie in deze kijk wijzer. Ook in Den Haag werd Vincent van Gogh kort na zijn overlijden door bewonderaars opgemerkt, waaronder Jozef Israëls. De ontwikkelingen in de moderne kunst werden door Israëls op de voet gevolgd. Als zodanig kon hij de expressieve kunst van Van Gogh, ondanks de grote verschillen met zijn eigen werk, waarderen.
kunstenaar Jozef Israëls (1824-1911) titel Aardappeleters datering circa 1902-1903 afmetingen 119,5 x 151 cm materiaal olieverf op doek objectnummer 0332879
8
Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen.
Het zou zomaar kunnen dat Jozef Israëls dit schilderij, genaamd Aardappeleters, maakte als herinnering aan het feit dat hij dit thema al eerder (dan van Gogh) aan de orde had gesteld.
De Nederlandse schilder Jozef Israëls begon zijn carrière als historieschilder. Door het huren van modellen en historische* kostuums maakte hij flinke kosten, maar het grote succes bleef uit. In de periode 1850 – 1853 trok hij naar Düsseldorf, destijds het centrum van de Duitse Romantiek, maar ook naar Oosterbeek, Parijs en Barbizon. In Barbizon kocht hij boerenkostuums en maakte hij studies van boereninterieurs. Hier tekende zich al een verandering in de onderwerpskeuze van Israëls af. In de zomer van 1855 logeerde Israëls vanwege zijn reuma enige tijd bij de dorpstimmerman in Zandvoort. Hier zou hij ontroerd zijn geraakt door het
Vincent van Gogh (1853-1890), De aardappeleters, 1885
9
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE OPDRACHTEN De thematiek van geborgenheid speelt een grote rol in het beroemde schilderij van Vincent van Gogh, De aardappeleters. Is ‘geborgenheid’ ook het thema in het schilderij van Israëls? Licht je antwoord toe.
We zijn er als kijker dichtbij, het is bijna alsof we ons in dezelfde ruimte bevinden. Noem 3 aspecten van de voorstelling of de vormgeving die hieraan bijdragen. Leg uit hoe.
Vergelijk het schilderij met de lithografie van Van Gogh.
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 33 Jozef Israëls kwam zelf uit een Joods gezin uit de middenklasse. De armoede die hij schilderde kende hij zelf niet. Wilde hij met zijn schilderijen sociale betrokkenheid uiten, denk je?
De klanten die de schilderijen van Israëls kochten behoorden tot de gegoede middenklasse uit de grote steden. Het leven van de vissers bij de kust stond ver van hen af. Waarom was Israëls toch zo succesvol met de verkoop van zijn schilderijen, denk je?
Ook in de 21e eeuw leggen we het alledaagse leven van eenvoudige mensen vast. Alleen maken we geen schilderijen meer. Vergelijk een voorbeeld van nu met de Aardappeleters van Israëls. Wat zien we en wie kijkt hiernaar?
Met de thematische wending van historie naar het leven van alledag maakte Israëls zich los van de academische traditie. Wat wordt met deze uitspraak bedoeld, denk je? Bronnen John Sillevis/Anne Tabak, Het Haagse School Boek, uitgeverij Waanders b.v., Zwolle Gemeentemuseum Den Haag, 2001 Fred Leeman/John Sillevis, De Haagse School en de jonge Van Gogh, uitgeverij Waanders b.v., Zwolle Gemeentemuseum Den Haag, 2005 10
11
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE 1900 – 1945 SOCIAAL LUDWIG MEIDNER kunstenaar Ludwig Meidner (1884-1966) titel Apocalyptisch Landschap datering 1912 materiaal olieverf op doek afmeting 94 x 109 cm objectnummer 1031903
Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. Oorspronkelijk volgt de Duitse kunstenaar Meidner een steenhouwersopleiding, maar die breekt hij af. Hij gaat naar de Kunstacademie in Breslau en in 1906 verhuist hij voor een jaar naar het centrum van de kunst uit die tijd: Parijs. Vanaf 1908 woont hij in Berlijn. Hier maakt hij vooral illustraties voor mode advertenties. Dan bezoekt hij het Café des Westens, waar Avant Garde kunstenaars en dichters elkaar ontmoeten en debatteren. Hier wordt hij zo door geïnspireerd dat hij besluit om kunstschilder te worden. In 1912 exposeerde Ludwig Meidner samen met twee collega’s in een Berlijnse galerie. Zij noemen zich ‘Die Pathetiker’, waarmee ze willen aangeven dat hun kunst over heftige emoties gaat, bijna hartstochtelijk en hoogdravend is.
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 27 Binnen het expressionisme geven kunstenaars uitdrukking aan hun gevoelens en ervaringen, waarbij de werkelijkheid veelal vervormd wordt. Dat is ook het geval in zijn werk ‘Apocalyptisch Landschap’ uit 1912. Hij heeft over dit onderwerp een hele serie gemaakt (de laatste in 1916) in een voor die tijd nieuwe stijl. Hij is daarmee bekend geworden. Het zijn panoramische gezichten van (fantasie) steden. Het woord ‘Apocalyps’ betekent ‘catastrofe’, ‘vernie tiging’, ‘ondergang’ en verwijst oorspronkelijk naar een bijbelboek, waarin de ondergang van de wereld beschreven wordt. De term wordt in de bijbel ook gebruikt voor openbaringen aan gekozen profeten, die boodschappen van God doorgeven aan de mensen. Tegenwoordig beschrijft men met dit woord situaties, waarin de wereld ten onder lijkt te gaan. Zo is er in 1979 de film ‘Apocalyps now’ verschenen, waarin de Vietnamoorlog en de strijd tussen goed en kwaad in het diepste binnenste van elk individu centraal staat. Als Jood was Meidner zeer geïnteresseerd in de bijbelse profeten en hun visie met betrekking tot de vernietiging en de ondergang van de mens. Verder was hij ook zeer gefascineerd door het bruisende stadsleven, door de stad die vaak agressief uitdijt ten koste van de natuur. Meidner werd onder andere beïnvloed door de Italiaanse futuristen, een kunstenaarsgroep waarvan hij een expositie in een Duitse galerie had gezien. Deze groep richtte zich op de arbeidersbewegingen, de revolutie (opstand) en anarchie (een samenleving zonder autoriteit). Zij schilderden de dynamiek van het leven, de toekomst door strijd en aanval.
Bronnen www.wikipedia.nl www. kunstbus.nl Archief Jüdisches Museum Frankfurt www.weimarart.blogspot.com
Hoewel Meidner zich niet bij een groep vond horen, wordt hij tot de Duitse expressionisten gerekend. 12
13
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 27
OPDRACHTEN Beschrijf wat je ziet op dit werk van Meidner.
Op welke wijze heeft Meidner hier laten zien dat het niet om zo maar een stad gaat, maar om een Apocalyps?
Luigi Russolo (1885-1947), de Opstand, 1911, Gemeentemuseum Den Haag
De Italiaanse futuristen inspireerden Meidner in zijn werk. Eén van hen was Luigi Russolo, waarvan De Opstand zich in het Gemeentemuseum bevindt. Vergelijk dit werk van Russolo met het schilderij van Meidner en beschrijf die invloed.
Dit landschap is in 1912 gemaakt en wordt vaak verbonden aan een oorlog. Ben je het daarmee eens of zouden er ook andere associaties kunnen zijn, gezien Meidners achtergrond?
Vind je de label ‘kritisch-geëngageerde kunstenaar’ van toepassing op Meidner? Beredeneer je antwoord aan de hand van dit werk.
14
15
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE 1945 – 2010 SOCIAAL BRUCE NAUMAN kunstenaar / uitvoerder Bruce Nauman
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 26 Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. Aanvankelijk was de Amerikaan Bruce Nauman (*1941) schilder maar werd uiteindelijk bekend door zijn driedimensionaal werk. Door het gebruik van een gevarieerde vormentaal in diverse materialen en technieken is Nauman moeilijk onder te brengen bij een stroming. Zijn experimentele en onderzoekende beeldtaal zou men inhoudelijk kunnen plaatsen onder het Franse begrip ‘la condition humaine’: wat in Naumans werk het menszijn met al zijn basale kenmerken betreft zoals eten, drinken, pijn, communicatie, seks, dood etc. ‘My work comes out of being frustrated about the human condition. About how people refuse to understand other people’, zei de kunstenaar zelf. De beeldtaal die Nauman gebruikt is op enkele uitzonderingen na zeer direct. Bruce Nauman maakte dit werk met afgietsels van geprepareerde dieren. Installaties zoals deze bestaan pas sinds de 20e eeuw, sinds kunstenaars allerlei materialen en technieken gingen combineren.
titel Carrousel datering 1988 materiaal aluminium, staal objectnummer 1000395
Bronnen Onno Schilstra over Edmund Burke: Het sublieme en het schone, samenvatting op http://www.kabk.nl/docu/burke.pdf http://sarahwilson.wordpress.com/2009/01/18/ bruce-nauman-3/ www. wikipedia.com www.kunstbus.nl
16
17
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE OPDRACHTEN Druk de knop op de grond in. Maak een bondige beschrijving van het werk. Besteed hierin ook aandacht aan: de beweging en het geluid.
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 26 Filosoof Edmund Burke (1729-1797) heeft zich intensief bezig gehouden met de esthetische aspecten van geweld en destructie. Burke gaat in op wat hij ‘het sublieme’ noemt: de allersterkst mogelijke menselijke emotie, die veroorzaakt wordt door alles wat met pijn en de dood te maken heeft. Echter, wanneer er een zekere afstand is tot het verschrikkelijke, dan doet zich een opluchting voor, die wij als aangenaam ervaren. Burke verklaart op die manier waarom wij kunnen genieten van wat eigenlijk verschrikkelijk is. Probeer de theorie van Burke toe te passen op de carrousel van Nauman. Hoe nemen wij volgens Burke dit werk waar?
Vergelijk de dieren van deze carrousel met de gebruikelijke paardjes zoals we die op de kermis tegenkomen. Ga in op aspecten van de inhoud en de vormgeving die je belangrijk vindt. Het veronderstelde genieten van verschrikkingen en pijn heeft niet alleen invloed gehad op de beeldende kunst. Ook aan andere maatschappelijke fenomenen kun je de theorie van Burke toetsen. Noem een alledaags voorbeeld.
Bruce Nauman geeft met dit werk zijn eigen kijk op begrippen als carrousel en jacht. Welke betekenis krijgen deze begrippen in verband met dit werk? Vind je de label ‘kritisch-geëngageerde kunstenaar’ van toepassing op Bruce Nauman? Beredeneer je antwoord aan de hand van dit werk.
18
19
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE 1945 – 2010 UTOPIE CONSTANT kunstenaar / uitvoerder Constant titel Mobiel Ladderlabyrint datering 1967 afmetingen 280 x 230 cm
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 23 Constant creëerde zijn werk vanuit Huizinga’s idee van de homo ludens, de spelende mens. Volgens dit wereldbeeld hoefde er niet meer gewerkt te worden. In plaats daarvan trok men rond door een stedelijke omgeving die zich vertakte over de kaart van Nederland tot in Duitsland, Frankrijk en Spanje. Daar waar de mens zich fijn voelde, bleef hij wat langer, om vervolgens als een nomade verder te gaan. Altijd waren mensen met elkaar in contact. In de jaren zestig zette Contant het project voort. Terwijl de oorlogen in Korea en Vietnam vooral ook een strijd waren tussen het communisme en het kapitalisme, ontwikkelde Constant een toekomstvisie die uitblinkt in optimisme. Constant zag dit New Babylon dan ook niet letterlijk als een stad, maar als het ontwerp van een nieuwe cultuur.
materiaal Koper, plexiglas, hout objectnummer 0330836
Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. In de jaren vijftig doemden overal in Europa, op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog zich snel uitbreidende voorsteden op. In die tijd formuleerde Constant Anton Nieuwenhuijs - beter bekend als Constant (1920 –2005) zijn New Babylon. De naam verwijst naar Babylon, de mythische stad uit de oudheid gelegen in het huidige Irak.
In het project New Babylon keerde Constant de schilderkunst binnenstebuiten. Hij toverde de traditie van verf en doek om tot een radicaal utopische visie op de werkelijkheid. Volgens de architect Rem Koolhaas heeft New Babylon ook veel architecten aan het denken gezet: Hij was een voorbeeld van durf, aldus Koolhaas. Constant, Ode à l’Odéon, 1969
Constant ontwierp een stedelijke omgeving waarin de mens optimaal gestalte kon geven aan een gevarieerd en creatief leven. In deze utopische omgeving, waaraan Constant meer dan vijftien jaar werkte, was permanente bebouwing niet langer noodzakelijk. Bewegelijke structuren volstonden. De bewoners van deze labyrintische wereld zouden die in een collectief spel telkens weer anders kunnen benutten. Daardoor zou de mens, niet langer vervreemd van zijn omgeving, maximaal vrij kunnen zijn. 20
Bronnen Gemeentemuseum Den Haag, De Collecties, Waanders uitgevers, Zwolle, Benno Tempel, Ontdek het moderne, WBOOKS 2012 Kunst is keuze, Gemeentemuseum Den Haag, Waanders Uitgevers, Zwolle, 2007 21
TENTOONSTELLING ONTDEK HET MODERNE OPDRACHTEN Constant vond dat vaste structuren in een stedelijke omgeving niet langer noodzakelijk waren. Hoe zie je dat terug in deze maquette? Noem 3 inhoudelijke aspecten.
Vergelijk de structuren van deze maquette met de structuren van een andere maquette. Welke bouwelementen gebruikt Constant nog meer?
EERSTE VERDIEPING: ZAAL 23 Waarin ligt volgens jou de kracht van New Babylon als visie op de maatschappij? Waarin zie je het gevaar/een nadeel?
Zijn er overeenkomsten tussen New Babylon en een politieke, sociale of economische ideologie die je kent? Leg uit en noem ook waarin je het verschil ziet.
Zou je Constant als architect of als kunstenaar beschouwen? Beredeneer je antwoord aan de hand van een maquette.
Waarom valt New Babylon onder de noemer utopische kunst? Geef een argument.
Veel kunstenaars in de jaren zestig hadden voorkeur voor alledaagse, eenvoudige materialen: karton, ijzer, moeren en bouten. Wat voor materiaal gebruikt Constant en waarom, denk je?
22
23
TENTOONSTELLING MONDRIAAN & DE STIJL kunstenaar / uitvoerder Piet Mondriaan titel Compositie met rood, blauw, zwart, geel en grijs datering 1921
1900 – 1945 UTOPIE MONDRIAAN & DE STIJL Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen.
Mondriaan schilderde zijn werk terwijl het doek vlak op deze tafel lag. Hij begon meestal in de middag. Het zonlicht viel op dat moment niet meer direct binnen. Wel was er gericht licht van schuin opzij. Verfstreken, afsnijdingen van vlakken, de werking van kleuren, zelfs haartjes, vuiltjes en andere ongerechtigheden, de lichtval maakte het allemaal goed zichtbaar.
[…] De Stijl was een tijdschrift, De Stijl was een beweging en De Stijl was een idee, een wereld- en kunstbeschouwing. […]
In de avonduren schreef Mondriaan vooral tot laat in de nacht aan brieven en teksten. Daardoor stond hij ook betrekkelijk laat op. Iedereen wist dat het beter was om Mondriaan in de ochtend niet te storen.
afmetingen 39,5 x 35 cm materiaal olieverf op doek objectnummer 0334328
Een aantal kunstenaars richtte in 1917 de beweging ‘De Stijl’ op. De belangrijkste leden waren Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár, Bart van der Leck, Georges Vantongerloo, Gerrit Rietveld, en J.J.P. Oud. Hun ideeën publiceerden zij in het tijdschrift ‘De Stijl’, dat werd uitgegeven door Theo van Doesburg (1881 – 1931). De nieuwe manier van denken en schilderen noemden de kunstenaars van De Stijl ‘Nieuwe Beelding’, ook bekend als Neoplasticisme. De leden streefden naar een radicale hervorming van de kunst, die gelijke tred hield met de technische, wetenschappelijke en sociale veranderingen in de wereld.
24
BEGANE GROND: RUIMTE 15
In de jaren ‘20 had Mondriaan een atelier aan de Rue du Départ in Parijs. Daar had hij een tafel staan, afgedekt met wasdoek, waar hij omheen kon lopen.
Zijn schilderijen uit die tijd vergeleek Piet Mondriaan met het verkeer op de Place de l’Opera in Parijs. De totale chaos, maar elk individu voegt zich in de verkeersstroom. Alles houdt zijn eigen individualiteit en doet toch mee in het geheel. Zoals de schilderkunst de belemmerende vorm brak, moest de mensheid zich volgens Mondriaan verlossen van het enge, knellende kerk- en vaderlandsverband. Hoe veel schoner zou de wereld worden, als de strijd der staten, der secten en zelfs der sexen plaats maakte voor harmonische evenwichtigheid. Door de toename van steeds zuiverder verhoudingen ontstonden volgens Mondriaan vrijere individuen. Zo werd het leven werkelijk evenwichtig, een volkomen nieuw bestel zou ontstaan waarin elk individueel belang dat ten koste ging van anderen, verdween. In een tijd van beweging en actie, waarin allerlei – werkelijke of vermeende- behoeften ons in beslag namen, diende de kunst ertoe een werkelijke schoonheid zichtbaar te maken in het ritme van gelijkwaardige tegenstellingen. De jazz en de moderne dans waren ook goede voorbeelden van hoe het zou gaan worden, omdat zij zich alleen nog richtten op ritme, en niet langer op melodie en verhaallijn.
Bronnen Hans Janssen, Mondriaan in het Gemeentemuseum Den Haag, Gemeentemuseum Den Haag 2008 Hans Janssen/Michael White, Het verhaal van De Stijl, 2011
25
TENTOONSTELLING MONDRIAAN & DE STIJL OPDRACHTEN Voor Piet Mondriaan (1872 – 1944) diende kunst ertoe, werkelijke schoonheid zichtbaar te maken. Die had volgens hem niets te maken met de zichtbare wereld. Het ging Mondriaan om gelijkwaardige tegenstellingen waarin de echte schoonheid schuilt. In welke beeldende aspecten zie je de door Mondriaan nagestreefde tegenstellingen? Leg uit aan de hand van dit schilderij of kies een vergelijkbaar werk.
BEGANE GROND: RUIMTE 15 Piet Mondriaan vergelijkt zijn schilderijen met het verkeer op de Place de l’Opera. Leg aan de hand van de Vicory Boogie Woogie uit waarin hij een verband ziet tussen het verkeer en een abstract schilderij. Raadpleeg hiervoor ook de introducerende tekst.
Volgens Mondriaan wijzen zijn schilderijen de weg naar de maatschappij van de toekomst. Wat voor ideeën had Mondriaan over de toekomstige maatschappij?
Wat bedoelt Mondriaan volgens jou met gelijkwaardige tegenstellingen? Leg uit aan de hand van dit schilderij of kies een vergelijkbaar werk In hun manifest schreven de leden van De Stijl in 1918: Er is een oud en een nieuw tijdsbewustzijn. Het oude richt zich op het individuele. Het nieuwe op het universele. Het individuele en het universele zouden met elkaar in harmonie moeten worden gebracht. Dat gold voor de kunst evenals voor de maatschappij.
Over Mondriaan wordt vaak gedacht dat hij zijn abstracte schilderijen met wiskundige precisie maakte: perfect uitgevoerde schilderijen waaruit het persoonlijke handschrift van de schilder is verdwenen. Geef argumenten die deze veronderstelling weerleggen. Mondriaan werkte namelijk behoorlijk intuïtief. Bekijk hiervoor ook goed (van dichterbij) zijn laatste werk, de Victory Boogie Woogie.
26
De kunstenaars grepen met deze begrippen terug naar de ideeënleer van de Griekse filosoof Plato. Volgens diens filosofie zijn de aardse voorwerpen en wezens slechts onvolmaakte (individuele) variaties op het eeuwig geldende onveranderlijke (universele) hogere beginsel, waarop de wetten van het heelal berusten. Waarom vond Mondriaan figuratieve kunst niet geschikt om het universele (universele harmonie) weer te geven, denk je?
27
TENTOONSTELLING MONDRIAAN & DE STIJL 1900 – 1945 UTOPIE MONDRIAAN & DE STIJL Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen.
De essentie van De Stijl was het vinden van een nieuwe kunstvorm die volledig inzetbaar zou zijn in de maatschappij van de toekomst. Door samen te werken streefden de leden van De Stijl naar een nieuwe gemeenschappelijke stijl, waarin schilderkunst, beeldhouwkunst, vormgeving en architectuur een geheel vormden. Dat was op zich niet nieuw. Wat dit streven onderscheidde van eerdere ideeën over het samengaan van kunstvormen, is dat de groep vooral ook de hiërarchie tussen de verschillende kunstvormen wilde opheffen. Op deze manier zouden kunst, architectuur en stedenbouwkundige planning samensmelten.
Atelier Piet Mondriaan, Rue du Départ, 1926
28
BEGANE GROND: RUIMTE 5 EN 9 Mondriaan zag de woning niet langer als gesloten doos waarin de mens zich kon afscheiden. Een woning diende een constructie van vlakken en kleuren in het verlengde van de stad te zijn. Hiermee zou het idee ‘home sweet home’ verdwijnen. Mondriaan maakte echter geen aanspraak op enige rol op het gebied van vormgeving en architectuur, zijn ideeën hierover waren zuiver esthetisch. De architecten van De Stijl, zoals J.J.P.Oud, waren praktischer en technischer ingesteld en er waren vaak onderlinge discussies. Eigenlijk was De Stijl geen hechte groep zoals het manifest uit 1918 suggereert. De samenwerking binnen de groep ging niet zonder slag en stoot. Redenen om ruzie te maken waren er genoeg. Vantongerloo bijvoorbeeld wilde uitgaan van de kleuren van het spectrum. Mondriaan was daar tegen. Er waren voortdurend onderlinge discussies: over het wel of niet van de cirkel uitgaan, over het belang van zuivere mathematische verhoudingen en de rol van de diagonaal.
Theo van Doesburg, maquette Maison d’Artiste, 1923
Bronnen Hans Janssen, Mondriaan in het Gemeentemuseum Den Haag, Gemeentemuseum Den Haag 2008 Hans Janssen/Michael White, Het verhaal van De Stijl, 2011 Benno Tempel en Hans Janssen, tekst: Sarah van der Tholen, Mondriaan & De Stijl, Gemeente- museum Den Haag, 2011
29
TENTOONSTELLING MONDRIAAN & DE STIJL OPDRACHTEN Ruimte 9
Piet Mondriaan veranderde de inrichting van zijn atelier naar mate zijn ideeën over schilderkunst veranderden. Aan het begin zag Mondriaan elke wand als een op zichzelf staande compositie. Later speelden alle elementen een rol in de eenheid van het atelier: de schilderijen, de plaatsing van kleedjes en de meubels. Mondriaan maakte voortdurend minimale ingrepen, soms hing hij een kleurvlak 1 cm naar rechts of links. Het is wonen in een schilderij, zei hij. Bekijk de maquettes van zijn atelier in Parijs of New York en licht deze uitspraak toe.
BEGANE GROND: RUIMTE 5 EN 9 In 1923 maakte Theo van Doesburg een tentoonstelling in Parijs onder de titel Les architectes du Groupe De Stijl. De deelnemers presenteerden een aantal maquettes om inzicht te geven in de ideeën van De Stijl. Beschrijf belangrijke aspecten van de vormgeving van het Maison d’Artiste. (Deze maquette kwam nooit tot uitvoering.)
Het is schilderen in 3 dimensies zei van Doesburg zelf. Wat bedoelde hij met deze uitspraak?
Ruimte 5
De Stijl heeft een enorme invloed gehad op de manier waarop we tegenwoordig kijken naar de inrichting van onze woningen. Bekijk de film De Woning in ruimte 5. Noem enkele kenmerken van een traditionele woning aan het begin van de 20e eeuw. Denkt van Doesburg hier als beeldend kunstenaar of als architect? Leg uit waarom je dat denkt.
30
31
TENTOONSTELLING MONDRIAAN & DE STIJL 1900 – 1945 UTOPIE MONDRIAAN & DE STIJL Ruimte 7
BEGANE GROND: RUIMTE 7 EN 12 Ruimte 12
In 1924 ontwierp Gerrit Rietveld (1888-1964) samen met Truus Schröder een woonhuis voor haar en haar 3 kinderen. Hierin komen de esthetische ideeën van De Stijl tot praktische uitvoering. De nieuwe woning kwam aan het eind van een in bruine baksteen opgetrokken huizenrij te staan, aan de rand van Utrecht. Volgens de woningwet uit 1901 moesten er voor koken, slapen en wonen gescheiden ruimtes zijn. Vandaar dat de begane grond een duidelijke indeling met van elkaar gescheiden ruimtes heeft. Beschrijf belangrijke aspecten van de vormgeving van het RietveldSchröderhuis. Betrek hierbij het interieur en het exterieur, de relatie tussen binnen- en buitenruimte en het wel/niet samengaan van de disciplines.
Het net opgeleverde Rietveld-Schröderhuis, 1925 (Foto Rietveld-Schröderarchief, Utrecht)
Voor bouwprojecten in Rotterdam werd J.J.P. Oud gevraagd ontwerpen in te zenden. Bekijk de maquette van Café Restaurant De Unie. Sluit dit ontwerp aan bij het neoplasticisme of juist niet? Leg uit.
Café Restaurant De Unie in Rotterdam. Maquette tentoonstelling: Café Restaurant De Unie in Rotterdam, 1925 (reconstructie uit de jaren 1980)
De groep De Stijl wilde vooral ook de hiërarchieën tussen de verschillende disciplines opheffen. Wat betekent dat eigenlijk? Is Gerrit Rietveld hierin geslaagd, denk je?
32
Architect Oud wisselde met Mondriaan van gedachten over de relatie tussen schilderkunst en architectuur. Ik ben overtuigd niets te bouwen dat geen kunst zou zijn, zei Oud. Voor Mondriaan stond dat allerminst vast. Wilde de nieuwe architectuur kunst zijn, dan moest deze aan de voorwaarden van het neoplasticisme voldoen. Oud verzette zich echter tegen het compromisloze toepassen van de principes van het neoplasticisme op de bouwkunst. Waarin zag hij het probleem, denk je?
De kunstenaars van De Stijl streefden met hun ideeën naar een nieuwe wereld en een betere samenleving. Wat vind je van de rol die zij hiermee op zich namen? Leg uit.
33
NOTITIES
De afdeling Educatie van het Gemeentemuseum Den Haag staat niet in voor de juistheid van de inhoud van de voor deze kijkwijzer als bron gebruikte websites en publicaties en neemt geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van eventuele fouten in deze kijkwijzer. © Gemeentemuseum Den Haag Afdeling Educatie, oktober 2014 Tekst: Andrea Freckmann / Lèneke Knipscheer Vormgeving: Foto & Vorm
34
35