KIJKWIJZER Cézanne – Picasso – Mondriaan In nieuw perspectief 17 oktober 2009 t/m 24 januari 2010 Voortgezet onderwijs, niveau *
1
LIFT
Entrance / exit
Museumshop
checkout
Plattegrond 1e verdieping
WC
24
23
26
27
19
17
20
16
21
15
BINNENTUIN
22
28
14
11
10
9
30
8
31
7
6
5
>
29
12
>
25
13
18
LIFT 2
32 42
35
43
44
4
3 1
33
Erezaal 41
46
39
36
1
34
48 37
38
40
45
47 49
2
Over deze tentoonstelling Paul Cézanne, Pablo Picasso en Piet Mondriaan horen bij de topkunstenaars van de 20e eeuw. Dat heeft veel te maken met hun originaliteit en durf. Hun ideeën over kunst waren anders dan die van de meeste kunstenaars in die tijd. Ook al waren ze niet even oud en hebben ze elkaar nooit ontmoet, beïnvloed hebben ze elkaar wél. Het leek net alsof er in die tijd een ‘magnetisch veld’ was: Picasso voelde zich als een magneet aangetrokken tot de kunst van Cézanne. Hij leerde van hem. Mondriaan raakte op zijn beurt in de ban van het kubistische werk van Picasso. Je kunt zeker zeggen dat de kunst in onze tijd anders zou zijn geweest als deze kunsttoppers nooit hadden bestaan!
hoe het werkt De vragen in deze kijkwijzer zijn gegroepeerd per zaal. Het zaalnummer zie je bovenaan op de wanden. Op zaal mag je niet met pen schrijven, alleen met potlood! Een clipboard en een potlood kun je lenen bij de infobalie in de hal. Schrijf alleen op je blaadje. Blijf op ongeveer één meter afstand van de kunstwerken. Ga rechts de trap op, naar zaal 5
Paul Cézanne
Pablo Picasso
Piet Mondriaan
3
Zaal 5
Paul Cézanne, Studie van een mannelijk naakt, 1862
Tekenlessen waren vooral vroeger heel belangrijk voor studenten aan de kunstacademie. Ze moesten bijvoorbeeld nagemaakte Romeinse beelden (kopieën) tekenen. Als ze dat eenmaal konden, mochten ze met levende modellen oefenen. Het was wel de bedoeling dat het model mooier afgebeeld werd dan het in het echt was. Hangbillen, onderkinnen, putjesbenen en ‘zwembandjes’ waren verboden. In de kunst van toen moest iedereen er beeldschoon en een tikje Romeins uitzien. Cézanne, Mondriaan en later ook Picasso hoorden bij de kunstenaars die zich verzetten tegen de regels van de academie en hun eigen weg gingen. 1. Waarom was een schildersmodel vaak bloot? Kruis aan
Het was vroeger snikheet op de meeste academies; er waren grote kolenkachels. Modellen waren meestal zwervers, de kleding die zij droegen zag er niet uit. Dan konden studenten goed leren hoe het menselijk lichaam er uitziet. Dat vonden de kunststudenten extra spannend en dan spijbelden ze minder vaak.
Er bestaan verschillende soorten grappenmakers – met eigen namen en eigen kostuums waaraan je ze kunt herkennen. Dat was toen zo en nu nog.
Paul Cézanne, Harlekijn, 1888-1890 Pablo Picasso, Harlekijn, Céret, 1913
4
2a. Welk soort pretfiguur heeft Cézanne en Picasso geïnspireerd?
2b. Hoe heten ze? Zet het juiste nummer bij het juiste plaatje. 1. nar 2. harlekijn 3. clown 4. pierrot 2c. Picasso heeft een heel ander soort schilderij gemaakt dan Cézanne, maar wel over hetzelfde onderwerp. Vergelijk ze met elkaar. Zet trefwoorden in het schema. Cézanne
Picasso
Kleuren (wat voor soort?) Vormen (wat valt je hier aan op?) Diepte (lijkt het alsof dat er is in het schilderij?) Mate van ‘net echt’? (Hoe herkenbaar is wat je ziet? kies een getal tussen 1 en 5 (1 = totaal onherkenbaar wat er is geschilderd, 5 = levensecht, het lijkt net een foto))
5
Zaal 6
Pablo Picasso, De begrafenis van Casagemas, ca. 1901
We gaan nu van iets vrolijks naar iets droevigs. Hier schilderde Picasso de begrafenis van zijn vriend Casagemas, ook een kunstenaar. Met hem samen was Picasso naar Frankrijk gekomen. Daar liep Casagemas een gebroken hart op. Hij had zoveel liefdesverdriet dat hij een einde aan zijn leven maakte. Er wordt wel gefluisterd dat het Picasso was die het liefje van Casagemas had ingepikt.
3. Waaraan kun je zien dat Picasso veel verdriet had van de dood van Casagemas? Vul de zinnen aan. Ik zie: De kleuren zijn:
en ook en dat past erbij, want
Paul Cézanne, Vijf baadsters, 1885-1887
Heb jij het wel eens beleefd dat je het park inloopt en doodleuk een clubje blote vrouwen ziet zitten bij de vijver? Vast niet, en denk maar niet dat dat vroeger wel voorkwam. Het gaat hier om een onderwerp dat schilders interessant vinden om te schilderen. In een landschap: een heleboel lijven die dicht bij elkaar zitten, liggen of staan en zich afdrogen of kletsen. Eeuwen lang zijn er badende mensen, meestal vrouwen, geschilderd. Bij ‘baden’ denk je misschien aan ‘in bad gaan’, maar het ook betekenen: pootjebaden, ronddobberen of niet al te fanatiek zwemmen.
6
Pablo Picasso, Harlekijn, Céret, 1913
Piet Mondriaan, Stilleven met gemberpot 2, 1912
Pablo Picasso, Huisjes en bomen, 1908
4. Maak een schets van het schilderij. Leg de nadruk op de vormen en hun plaats in het vlak.
Kubisme - hoe zit dat? Het is handig als je een beetje weet wat kubisme is. Het belangrijkste om te onthouden is dat het om een nieuwe manier van kijken gaat. Kunstenaars begonnen zich na 1900 af te vragen waarom een schilderij eigenlijk ‘net echt’ zou moeten lijken? Bijvoorbeeld dat het eruit moest zien alsof er diepte in zit, terwijl het een plat vlak is? Het kon vast ook anders. Hoe? Dat probeerden ze uit. Picasso begon in Parijs kubistisch te werken. Andere kunstenaars deden al snel mee. Je hoort in die naam het woord ‘cube’- kubus. Wat Picasso wilde, was de wereld op een totaal andere manier laten zien. In gedachte haalde hij alles wat we om ons heen zien in 7
Fernande Olivier
het dagelijks leven uit elkaar: alsof het stukken en brokken zijn. Het werden strakke vormen, waarvan je meestal nog wel weet wat ze voorstellen. Ook zie je in kubistische schilderijen dingen van meerdere kanten tegelijk. Je ziet bijvoorbeeld een voorhoofd van iemand en dan de neus van de zijkant met ook nog een stukje achterhoofd erbij. Best grappig ook. Kubisme maakt dat je met nieuwe ogen naar de dingen om je heen gaat kijken.
Picasso en het model Fernande Olivier werden in 1904 zwaar verliefd. Ze hadden elkaar bij toeval leren kennen in een onweersbui, allebei drijfnat van de regen. Fernande is in veel schilderijen en tekeningen vastgelegd. Acht jaar later ging zij er vandoor met een Italiaanse schilder. Dat kwam Picasso goed uit, want ook hij was toen verliefd op een ander. Picasso heeft Fernande hier als onderwerp gekozen voor een kubistische tekening, een beeld en een schilderij. . Omcirkel twee onderdelen van het gezicht waaraan je kunt zien dat dit 5 Fernande is.
Pablo Picasso, Vrouwenhoofd, 1909 Pablo Picasso, Hoofd van Fernande (vrouwenhoofd), 1909 Pablo Picasso, Vrouw met mosterdpot, 1910
8
Picasso ging graag naar het beroemde Parijse museum Het Louvre. Daar keek hij naar heel oude beelden die in 1903 waren opgegraven in Spanje. Ook Afrikaanse beelden en maskers vond Picasso bijzonder. Hij liet zich hierdoor inspireren. Dat zie je terug in zijn werk. Niet precies dit beeld en masker heeft Picasso gezien in het museum, maar welk soortgelijke. 6. Trek lijnen tussen de dingen die je herkent in het schilderij van Picasso.
Thymiaterion (oliebrander) La Quéjola, eind 6e eeuw v. Chr. (Iberisch)
Pablo Picasso, Staand naakt, 1907-’08
Ngil Fang-masker uit Gabon (Afrikaans)
7a. In alles wat je om je heen ziet, kun je basisvormen ontdekken. Op een dag had Picasso zin om vrouwenbillen te bestuderen. Ik maak er kubistische billen van, moet hij gedacht hebben. Welke basisvorm koos hij? kruis aan. een driehoek een halve cirkel een rechthoek
9
7b. Zelf zin om kubistische billen te tekenen? Voor het geval je geen idee hebt hoe mannenbillen er uitzien, hier een plaatje. Leef je uit.
Zaal 11
Piet Mondriaan, Evolutie, 1911
Van vlees en bloed lijken deze vrouwen niet bepaald. Maar dat was dan ook niet de bedoeling van Mondriaan. Wat hij probeerde te laten zien in dit schilderij is een idee. Het idee dat je als mens de écht belangrijke dingen van het leven pas kunt begrijpen als je daar de tijd voor neemt. Als je altijd maar haast hebt en dingen doet zonder werkelijk te denken, zul je nooit iets begrijpen van de wereld. Wie de rust neemt om na te denken en te voelen zal gaan inzien dat alles op aarde bij elkaar hoort – een geheel is. Op dat moment gaat er een lichtje bij je op en je weet: zó is het! 8a. Dit is een kunstwerk dat bestaat uit drie delen, een drieluik. Welk getal hoort bij welk deel? Zet het juiste getal eronder. 1 = heeft nog geen idee 2 = het inzicht begint een beetje te komen 3 = het hoogtepunt: is tot inzicht gekomen 10
Hans Memling, Triptiek (drieluik), 1430/’40-1494
Eeuwen geleden werden er drieluiken geschilderd voor in de kerk. Dit is een voorbeeld uit de Middeleeuwen. Het draait hier om Maria met op schoot baby Jezus, die ook wel ‘het licht van de wereld’ wordt genoemd. Het is geen toeval dat Mondriaan ook een drieluik wilde maken. 8b. Onder welk deel van het drieluik zou je hier het getal 3. kunnen zetten? 8c. Wat valt je op?
Piet Mondriaan, Molen; de rode molen, 1911
9a. Van waaraf heeft Mondriaan deze molen geschilderd? kruis aan. van bovenaf, vogelvluchtperspectief van onderaf, kikkerperspectief 9b. Mondriaan schilderde deze molen tegen een avondlucht. Hoe zou hij er uitzien op een zonnige zomerdag? Teken de molen badend in zonlicht. 11
Paul Cézanne, De berg Sainte-Victoire, ca. 1888
Het is alsof Cézanne de vormen op elkaar stapelt en zo een landschap samenstelt. Vaak schilderde hij zijn lievelingsberg SainteVictoire. De kleuren gaan net een beetje over de omtreklijnen heen. Zo komt er levendigheid in de voorstelling. 10. Maak een schets van dit schilderij. Kijk goed naar de grote vormen en de lijnen. Teken deze eerst met zachte lijnen – druk niet te hard op je potlood. Probeer daarna de vlakken te vullen met kleur zoals Cézanne dat doet.
12
Zaal 11 In verschillende jaren maakte Mondriaan deze schilderijen van een (appel)boom.
Piet Mondriaan, De blauwe boom, 1908 Piet Mondriaan, De grijze boom, 1911 Piet Mondriaan, Bloeiende appelboom, 1912
11. Welke zin past het best bij welk schilderij? Zet het nummer onder het plaatje. 1. Mondriaan breekt de lijnen op in kleine stukjes. Als je het weet, zie je er een boom in, anders misschien niet. 2. Mondriaan schildert een appelboom tegen een schemerende lucht in de winter. 3. Mondriaan verandert de takken van een boom in lijnen. Zo wordt het minder ‘boom’ en méér ‘schilderij’.
Zaal 13
Paul Cézanne, Het huis Bellevue op de heuvel, 1878-’79
12. De zon is verstopt, je kunt hem niet zien. Toch zie je zon- en schaduwplekken in het landschap. Waar ergens zal de zon ongeveer staan, denk je? rechts boven links boven midden boven
13
Piet Mondriaan, Victory Boogie Woogie, 1942-’44
Het laatste schilderij dat Mondriaan in zijn leven maakte, heet Victory Boogie Woogie. Je wordt er vrolijk van als je er naar kijkt. Het schilderij is genoemd naar een toen heel hippe muzieksoort en dans met veel ritme: de boogie woogie. Mondriaan was er dol op. Nog voordat Mondriaan het schilderij af had, stierf hij aan een longontsteking. 13a. Waaraan zie je dat dit werk met ritme (in de muziek) te maken heeft?
13b. Heeft Mondriaan alleen verf gebruikt voor dit schilderij of nog andere materialen? Kijk maar eens van dichtbij.
14
Voor op school modeltekensessie Organiseer een modeltekensessie. Enkele personen hebben de rol van model en gaan in een mooie of grappige houding staan. Deze modellen houden, je dacht het al, de kleren aan! In groepjes gaat iedereen om het model heen zitten en maakt een schets. Tip: door je arm te strekken in de richting van het model en het potlood in je hand rechtop te houden en er langs te kijken, kun je op je potlood ‘afmeten’ hoe lang bijvoorbeeld een been is ten opzichte van een ander stukje lichaam. Dan krijg je de verhoudingen in je tekening goed.
schilderen-op-muzieksessie Organiseer een schilderen-op-muzieksessie. Bedenk met welke materialen je wilt werken: vetkrijt, kleurpotlood, of viltstiften. Denk ook aan: touw, draad, karton, gekleurd papier. Alles kan. Zet nu de met jouw groep uitgekozen muziek op of draai je eigen muziek op je i-pod (overleg hierover met je docent). Luister aandachtig. Welke kleuren horen er bij de klanken die je hoort? Zit er veel ritme in of zijn er zwierende melodieën? Volg je gevoel en maak er een muzikaal werk van.
© Gemeentemuseum Den Haag, afdeling Educatie tekst: Jet van Overeem productiebegeleiding: Esther van der Sprong vormgeving : afdeling Foto & Vorm oktober 2009 15