Kijkwijzer techniek Deze kijkwijzer is een instrument om na te gaan in welke mate leerlingen een aantal competenties bezitten. Door middel van deze kijkwijzer willen we verschillende doelen bereiken: Handvatten aanreiken over hoe men bepaalde competenties kan invullen. Een reflectieproces stimuleren: o In welke mate tonen de leerlingen bepaalde competenties? o Laat mijn eigen lespraktijk toe om bepaalde competenties te observeren en / of te evalueren? Bij gebruik door verschillende mensen / beoordelaars: kader aanbieden om overleg te structureren. Informatie bekomen om acties te ontwikkelen. Meer informatie over mogelijke invullingen van de leerlingencompetenties vind je in het Jongerenbeginbeeldinstrument, 1e graad SO Observatie-instrument 2e en 3e graad TSO / BSO Beide zijn te raadplegen via www.steunpuntgok.be Hoewel deze instrumenten werden ontwikkeld met respectievelijk het oog op 1e graad SO en 2e en 3e graad TSO / BSO, zijn wij van mening dat de algemene informatie ook gebruikt kan worden in andere onderwijsniveaus en –vormen. Ook vind je inspiratie in DISCO- DiversiteitsSCreening Onderwijs op www.steunpuntdiversiteitenleren.be. Dit instrument is zowel voor het basis als het secundair onderwijs uitgewerkt. Deze kijkwijzer is opgevat als een dynamisch iets. Hiermee bedoelen we dat het op verschillende manieren gebruikt kan worden. Zo laat de kijkwijzer toe om keuzes te maken: - Ga ik één leerling, een aantal leerlingen, een groep leerlingen of de volledige klas observeren? Algemeen kader: naam, groep, klas - Ga ik me focussen op één welbepaalde competentie of focus ik me op een aantal competenties? - Worden alle verschillende delen van een competentie bekeken of selecteer ik er een aantal uit? Mogelijkheid om bij de competenties aan te duiden of het desbetreffende deel al dan niet bekeken wordt: NVT (niet van toepassing). Niet elke lessituatie laat toe om elke competentie te observeren. Voor de leerkracht zelf is het niet altijd haalbaar om alle leerlingen te observeren. Het maken van keuzes is dan ook belangrijk. Probeer bijvoorbeeld te werken met een rolsysteem. Vb. per week een aantal leerlingen observeren zodat men na verloop van tijd toch een beeld op het functioneren van alle leerlingen bekomt. Ook kan men tussen en binnen de competenties zelf keuzes maken. Wederom: ga na of alle competenties en / of delen aan bod komen.
© Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject “Talenten breed evalueren”, dag 1
Pagina 1
Voor het secundair onderwijs, kan de opsplitsing van competenties een hulpmiddel zijn. Zo kan men bvb. overeen komen dat de leerkrachten techniek vooral aandacht hebben voor de technologische competentie, taalleerkrachten voor de taalcompetentie,… Een volledig beeld kan dan bekomen worden door het naast elkaar leggen van gegevens (informeel, via smartschool, tijdens een klassenraad,…). In de mate van het mogelijke laat je de competenties best door verschillende mensen beoordelen: samen weten we tenslotte meer! Misschien heeft een collega een heel andere kijk op de zaken dan jij. Ook de aanwezigheid van een collega tijdens de les kan een hulpmiddel zijn. Zo kan één iemand zich richten op het lesgeven en iemand anders op het observeren van de leerlingen. Praktisch gebruik: Bij elke competentie schuiven we een aantal zaken naar voor die deel uitmaken van de competentie. Wanneer je een bepaald iets niet wil / kan observeren, vul je de kolom NVT (niet van toepassing) in. De mate waarin de leerlingen iets al dan niet kunnen, duid je aan in de kolommen -, +/ -, + en ++ . - moet beter, er wordt meer verwacht +/- aanvaardbaar / benadert de verwachtingen + goed, voldoet aan de verwachtingen ++ uitstekend, overtreft de verwachtingen De keuze voor deze opsplitsing vloeit voort uit de vaststelling dat een competentie iets is wat je (verder) ontwikkelt. Ook is er een kolom extra informatie voorzien om opmerkingen te noteren. Voorbeeld: Technische competentie Heeft zicht op de eigen interesse met betrekking tot techniek.
-
+/-
+
++
Extra informatie Reageert onverschillig, kan niet vertellen wat hij / zij wel of niet leuk vindt aan technologische opdrachten.
Deze kijkwijzer wordt dus op verschillende momenten en bij voorkeur door verschillende personen ingevuld. Doel is om na verloop van tijd een zicht te krijgen op het functioneren van leerlingen en om een leidraad te hebben om acties op te stellen. Een kader om dit te doen vind je in het document “overzicht leerlingencompetenties”. Extra De kijkwijzer is een voorstel om het nadenken over bepaalde competenties bij leerlingen te structureren / op te volgen. Indien er al een goed leerlingenvolgsysteem bestaat, kan men ervoor kiezen om na te gaan of de competenties al dan niet een plaats krijgen binnen het bestaande systeem en om - indien nodig - na te denken over hoe men de competenties in het bestaande systeem kan schuiven. © Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject “Talenten breed evalueren”, dag 1
Pagina 2
Breed evalueren, kijkwijzer techniek Naam:……………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Groep / klas: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Datum: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Lesinhoud: ...................................................................................................................................................................................................... Beoordelaar(s):…………………………………………………………………………………………………………………………………………… Technische competentie NVT +/- + ++ Extra informatie Heeft zicht op de eigen interesse met betrekking tot techniek Is leergierig en wil meer te weten komen over de fysische wereld Inzicht zoeken in hoe zaken technisch werken inzicht willen krijgen inzicht durven krijgen inzicht kunnen krijgen Beleeft plezier aan de “technologische” activiteiten Verfijnt attitude om waar te nemen, te exploreren, te experimenteren Maakt gebruik van ICT om het leerproces te ondersteunen Reflecteert over de kwaliteit van een product Kan diverse materialen hanteren en manipuleren Rekenkundige competentie NVT +/- + ++ Extra informatie Weet welke wiskundige bewerkingen of handelingen gebruikt moeten worden naargelang het probleem Kan wiskundige bewerkingen of handelingen gebruiken
© Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject “Talenten breed evalueren”, dag 1
Pagina 3
Taalcompetentie Maakt zelfstandig gebruik van hulpmiddelen vb. woordenboek om taalvaardig te handelen en de communicatie te verbeteren. Leesvaardigheid Begrijpt teksten bestemd voor zijn / haar leeftijd Selecteert relevante informatie uit teksten Begrijpt schriftelijke instructies Vaardig zijn in het gebruik van mondelinge taal Kan verslag uitbrengen van iets wat hij gelezen / gedaan / gehoord heeft Kan eigen ideeën, ervaringen, standpunten op een duidelijke en begrijpbare manier formuleren Drukt zich op zo’n manier uit dat de boodschap duidelijk en begrijpelijk is voor de doelgroep Kan mondeling reageren op vragen / mededelingen / opmerkingen / voorstellen Kan op een duidelijke manier vragen stellen Vaardig zijn in het gebruik van schriftelijke taal Kan schriftelijk verslag uitbrengen van een opdracht Kan schriftelijke verslag uitbrengen van iets wat hij gelezen / gehoord heeft Kan eigen ideeën, ervaringen, standpunten schriftelijk duidelijk en begrijpbaar formuleren Kan een antwoord formuleren op vragen Luistervaardigheid Kan een mondelinge uiteenzetting volgen Begrijpt instructies van de leerkracht
NVT
-
+/-
+
++
Extra informatie
© Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject “Talenten breed evalueren”, dag 1
Pagina 4
Leercompetentie Kan nauwkeurig waarnemen Analyseert een probleem / opdracht / … Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken Legt verbanden tussen de leerstof en eerder verworven kennis Stelt realistische doelen m.b.t. de opdracht Formuleert helder wat hij te weten wil komen Maakt gebruik van diverse informatiebronnen Selecteert relevante informatie Weet waar en hoe informatie verzameld kan worden Heeft zicht op verschillende oplossingsstrategieën Creatief denken Afleiden uit vorige opdrachten / reeds aangeboden leerstof Leren van elkaar Neemt initiatief Kan een actieplan opstellen Kiest een strategie Stelt volgende vragen: wie – wat – hoe – waarom - wanneer Kan benodigde materialen, tijd, competenties,… inschatten en houdt hiermee rekening. Kan aanwezige materialen, tijd, eigen competenties, competenties van anderen,…inschatten en houdt hiermee rekening. Houdt zich aan het plan Verwerkt (vergelijkt, rubriceert, schematiseert,…) en gebruikt (antwoordt, presenteert,…) de verkregen informatie op een samenhangende en
NVT
-
+/-
+
++
Extra informatie
© Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject “Talenten breed evalueren”, dag 1
Pagina 5
gestructureerde manier. Kan reflecteren over het oplossingsproces Gaat na of de gekozen strategie de optimale strategie is Stuurt het proces bij naar aanleiding van obstakels, problemen Expliciteert en transfereert leerervaringen Zelfsturende competentie Heeft kennis van de eigen mogelijkheden en beperkingen Kennis Attitudes Vaardigheden Werkt doelgericht Gebruikt hulpmiddelen Is stressbestendig (blijft presteren onder tijdsdruk, taakbelasting, examenstress, tegenslag, weerstand en teleurstelling) Zet door Past zijn / haar gedrag aan aan de situatie Rollen binnen groepswerk Taakinvulling Houding conform de algemeen geldende afspraken (afspraken binnen de klas / beleefdheidsregels / …) Stemt taalgebruik af op publiek (taalgevoeligheid) Kan omgaan met de aanwezige diversiteit op school / in de klas / bij groepswerk Denkt kritisch na vooraleer beslissingen te nemen / zaken te doen Kan zelfstandig werken Werkt ordelijk en nauwkeurig
NVT
-
+/-
+
++
Extra informatie
© Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject “Talenten breed evalueren”, dag 1
Pagina 6
Sociale competentie Komt op voor eigen mening, gevoelens, behoeften met respect voor anderen, ook als die afwijkend zijn van die van de anderen. (assertiviteit) Formuleert boodschappen op een duidelijke manier Gaat na of anderen hem begrijpen Aanvaardt de mogelijkheden en beperkingen van anderen Maakt gebruik van de sterke punten van anderen Motiveert / stimuleert anderen om een bepaald resultaat te halen Gedraagt zich conform de afspraken (school / klas / groep) Werkt samen Draagt bij tot het realiseren van de gemeenschappelijke doelen Houdt zich aan de gemaakte afspraken Durft hulp vragen Helpt de anderen Neemt eigen taak / rol op Respecteert de inbreng van anderen Kan compromissen sluiten Kan zich inleven in de mening van anderen Benadert opdrachten / onderwerpen vanuit verschillende perspectieven Reflecteert over de wijze van samenwerking en trekt er conclusies uit Toont aandacht en waardering voor anderen Inbreng anderen respecteren Zorg dragen voor elkaars / gezamenlijk gecreëerd materiaal Aanvaardt kritiek en reageert er constructief op
NVT
-
+/-
+
++
Extra informatie
© Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject “Talenten breed evalueren”, dag 1
Pagina 7