Kijkwijzer Prentkunst kunstwerken
op
pa p ie R
Inhoudsopgave Deel I
Basisopdrachten
Deel II
Techniekherkenning Kunstwerken op papier Techniekherkenning Prentkunst - hoogdruk Techniekherkenning Prentkunst - diepdruk Techniekherkenning Prentkunst - vlakdruk Techniekherkenning Prentkunst - doordruk
Deel III
Beeldbeschrijving
Deel IV
Opdrachten voor in de klas of thuis
Deel V
Meer weten?
n? e o d a je
wat g
wat g
a je d
oen?
Deze kijkwijzer gaat over kunstwerken op papier. Deze kijkwijzer gaat over kunstwerken op papier. Dat kunnen bijvoorbeeld tekeningen of prenten zijn. Het Gemeentemuseum Den Haag heeft daar een grote verzameling van. Deze werken vind je in het hele museum. En er is zelfs een speciale zaal voor, het prentenkabinet. Vandaag kies je zelf één tekening of prent uit om te bekijken en opdrachten over te maken. Je docent vertelt je of je de hele kijkwijzer maakt of bepaalde delen, alleen of in groepjes. Bij een aantal opdrachten moet je goed kijken naar kleine onderdelen van de tekening of prent. Pas dan op: je mag geen kunstwerken aanraken! Gebruik bij het maken van de opdrachten een potlood. Potloden en een clipboard om op te schrijven, zijn te krijgen bij de informatiebalie in de hal. Vraag hier ook een plattegrond, je kunt dan rechtstreeks naar het prentenkabinet of de tentoonstellingszaal lopen.
Kijkwijzer Prentkunst Deel I Basisopdrachten Kijk rond in de zaal waar werken op papier hangen en kies er één uit. Lees wat er staat op het bordje bij het kunstwerk. Wie heeft het gemaakt?
Heeft het kunstwerk een titel? Zo ja, wat is die titel?
Wanneer is het gemaakt?
Waarom heb je dit kunstwerk gekozen? Het is: mooi lelijk spannend vreemd vrolijk somber origineel niet origineel iets anders:.................
Kijkwijzer Prentkunst Deel I Basisopdrachten Kruis hieronder de gebruikte techniek aan. Soms zijn er meer mogelijkheden. Tekening (met potlood, houtskool, krijt, inkt) Kunstwerken op papier Aquarel Collage Ga verder met deel II – kunstwerken op papier pagina 4 Hoogdruk
Houtsnede Houtgravure Linosnede / linoleumsnede Ga verder met deel II – hoogdruk
Diepdruk
Gravure (kopergravure, staalgravure, stippelgravure) Droge naald Ets Vernis mou Mezzotint Aquatint Heliogravure Ga verder met deel II – diepdruk pagina 8
Vlakdruk
Litho / lithografie / steendruk (transferlitho, kleurenlitho, fotolitho) Offset Lichtdruk Ga verder met deel II – vlakdruk pagina 9
Doordruk
Zeefdruk Ga verder met deel II – doordruk
pagina 7
pagina 10
Onder het vakje dat je hebt aangekruist, staat welke opdracht je nu gaat doen.
Kijkwijzer Prentkunst Deel II techniekherkenning: kunstwerken op papier Tekeningen op papier worden gemaakt met verschillende materialen, bijvoorbeeld met potlood, houtskool, krijt of inkt. Met aquarelverf (waterverf) schilder je. Op papier kan een kunstenaar ook dingen plakken. Dat heet een collage (‘coller’ is Frans voor ‘plakken’). Welk materiaal is gebruikt in het kunstwerk dat jij gekozen hebt? ( Kijk ook naar de beschrijving van materialen op de volgende pagina. )
Heb je zelf ook wel eens met dit materiaal gewerkt? ja nee Wat lijkt je er handig en onhandig aan? Handig:
Onhandig:
Kijkwijzer Prentkunst otlo 9, p 196 itel, er t zon d ijk, ard Ver d Ger
Georg
Krijt Krijt heb je in een paar soorten. Bijvoorbeeld vetkrijt en pastelkrijt. Vetkrijt is vet en stug. Pastelkrijt lijkt op houtskool, het is makkelijk uit te vegen.
Kar
el A
ppe l,
Vra gen de
kind e
ren
no. 2
, 19
49,
krij
t
zond Baselitz,
er titel, 1
986,
Houtskool Houtskool is gemaakt van verkoold hout. Het geeft heel makkelijk af. Je kunt er daarom snel mee tekenen. Maar je wrijft de tekening ook makkelijk weer weg.
ol houtsko
Potlood Er zijn honderden soorten potloden. Ze zijn gekleurd of grijs. Soms staat er op grijze potloden een merkje. H = hard: het potlood schrijft lichtgrijs. B = black (zwart): het potlood schrijft donkergrijs.
od
Deel II techniekherkenning: kunstwerken op papier
Inkt In een pen zit inkt. Deze inkt kan ook uit een potje komen. Om met inkt te tekenen gebruik je een pen of penseel. Als de lijnen van een inkttekening met water zijn vervaagd is de tekening gewassen.
tema, Pauw , zonder datu
m, penteke
Theo van Hoy
ning in inkt
Kijkwijzer Prentkunst Deel II techniekherkenning: kunstwerken op papier Aquarel Een aquarel wordt met waterverf gemaakt op dik papier. De verf is dun en vloeibaar. Hierdoor blijft het papier door de verf heen zichtbaar. e paarden, dt, Springend
l
ng in aquare
1962, tekeni
laar
Frans Hol Collage Op een ondergrond (bijvoorbeeld papier) worden allerlei dingen geplakt. Dit kunnen stukjes krant, touw en zelfs kauwgomplaatjes zijn.
g
ers, Colla
rt Schwitt
(Naar) Ku
ge
22, colla
ositie, 19
ncomp e – Kleure
Kijkwijzer Prentkunst Deel II techniekherkenning: prentkunst - hoogdruk Je kunt tekenen door met een potlood lijnen te trekken op papier. Om afdrukken te maken, teken je vaak ook. Niet op papier, maar ergens anders op: hout of linoleum bijvoorbeeld. Alles wat in de afdruk wit moet blijven, haal je weg. Alles wat zwart moet worden, ligt daarna hoger (daarom heet het hoogdruk). Als je tekening uitgesneden is, heb je een drukvorm. Een hoogdrukvorm die je vast wel kent, is een stempel. Afdrukken maken lijkt op stempelen. De drukvorm wordt ingeïnkt. Alleen op de delen die niet weggesneden zijn, blijft de inkt zitten. Als je de drukvorm daarna op een vel papier drukt, komt de afbeelding op het papier terecht.
Kruis aan wat bij een hoogdrukprent hoort: Er bestaat er altijd maar één van. Er worden er vaak meer van gemaakt. Het kost tijd en moeite om te maken. utsnede a, 1931, ho esquita, Zebr M de un ur Samuel Jess Je kunt het snel en makkelijk maken. Dat wat links staat op de afdruk, staat ook links op de drukvorm. Dat wat links staat op de afdruk, staat rechts op de drukvorm. De lijnen die je in de afbeelding zwart wilt hebben, haal je weg uit de drukvorm. De lijnen die je in de afbeelding wit wilt hebben, haal je weg uit de drukvorm.
Kijkwijzer Prentkunst Deel II techniekherkenning: prentkunst - diepdruk Je kunt tekenen door met een potlood lijnen te trekken op papier. Om afdrukken te maken, teken je vaak ook. Niet op papier, maar ergens anders op: een metalen plaat bijvoorbeeld. Alles wat zwart moet worden, kras je weg. Omdat die zwart drukkende delen dan laag liggen, heet het diepdruk. De plaat met de gekraste tekening is een drukvorm. Deze wordt helemaal ingeïnkt en daarna schoongemaakt. De lijnen liggen dieper dan de rest, daardoor blijft daar de inkt in zitten. Op de ingeïnkte plaat leg je een blad papier en daarover vilt. Dit haal je door een pers. Het papier wordt met veel kracht op de plaat geduwd en neemt de inkt op. De afbeelding staat dan op het papier.
pdru
6, die
, geel
t rood
J.
en
druk
blind
Kruis aan wat bij een diepdrukprent hoort:
Er bestaat er altijd maar één van. Er worden er vaak meer van gemaakt. Het kost tijd en moeite om te maken. Je kunt het snel en makkelijk maken. Dat wat links staat op de afdruk, staat ook links op de drukvorm. Dat wat links staat op de afdruk, staat rechts op de drukvorm. De lijnen die je in de afbeelding zwart wilt hebben, haal je weg uit de drukvorm. De lijnen die je in de afbeelding wit wilt hebben, haal je weg uit de drukvorm. om
en, C
r Heyd
an de C.J. V
me positie
, 196 blauw
en k: ets
Kijkwijzer Prentkunst Deel II techniekherkenning: prentkunst - vlakdruk
Kruis aan wat bij een vlakdrukprent hoort:
Odilon
Redon
, Yeux
clos, 1
890, li
thogr
afie
Je kunt tekenen door met een potlood lijnen te trekken op papier. Om afdrukken te maken, teken je vaak ook. Niet op papier, maar ergens anders op: een stenen plaat bijvoorbeeld. Als je hiervan een afdruk wilt maken, moet je tekenen met vet krijt of vette inkt. De steen wordt daarna vochtig gemaakt (het water blijft niet zitten op de vette tekening). Op de natte steen breng je inkt aan (deze inkt blijft alleen zitten op de vette tekening). De ingeïnkte steen is de drukvorm. Hierop wordt een vel papier gelegd met karton er bovenop. Daarna gaat het door een pers. De afbeelding wordt zo op het papier gedrukt. Omdat de zwart drukkende delen even hoog liggen als de rest, noem je dit een vlakdruk.
Er bestaat er altijd maar één van. Er worden er vaak meer van gemaakt. Je kunt de materialen die je nodig hebt, makkelijk overal mee naar toe nemen. Je kunt de materialen die je nodig hebt, moeilijk overal mee naar toe nemen. Dat wat links staat op de afdruk, staat ook links op de drukvorm. Dat wat links staat op de afdruk, staat rechts op de drukvorm. De lijnen die je in de afbeelding zwart wilt hebben, teken je op de drukvorm. De lijnen die je in de afbeelding wit wilt hebben, teken je op de drukvorm.
Kijkwijzer Prentkunst Deel II techniekherkenning: prentkunst - doordruk Je kunt tekenen door met een potlood lijnen te trekken op papier. Om afdrukken te maken, teken je vaak ook. Niet op papier, maar ergens anders op: op de drukvorm. Bij een doordruk maak je een tekening met sjablonen. Een sjabloon ken je vast wel: het is bijvoorbeeld een vorm die uit papier is geknipt. Je legt deze vorm op een ander papier. Daarna ga je er met verf overheen. Als je de vorm weghaalt, zit daar geen verf. Hierdoor zie je de afbeelding. Om een drukvorm van sjablonen te maken, leg je ze op een soort stof. Daar wordt inkt door gewreven. De afbeelding (de gedeelten waar geen sjablonen liggen) wordt zo op papier gedrukt.
Kruis aan wat bij een doordrukprent hoort: Er bestaat er altijd maar één van. Er worden er vaak meer van gemaakt. Je maakt er makkelijk vlakken mee. Je maakt er makkelijk lijnen mee. Dat wat links staat op de afdruk, staat ook links op de drukvorm. Dat wat links staat op de afdruk, staat rechts op de drukvorm. De delen die je in de afdruk gekleurd wilt hebben, bedek je op de drukvorm. De delen die je in de afdruk gekleurd wilt hebben, laat je onbedekt op de drukvorm. er en kind,
, Moed Co Westerik
fdruk
1980, zee
10
Kijkwijzer Prentkunst Deel III Beeldbeschrijving Opdracht 1. Wat zie je? Maak een schets van het door jou gekozen werk. Je hoeft niet alles heel precies te tekenen.
11
Kijkwijzer Prentkunst Deel III Beeldbeschrijving Opdracht 2. Hoe is het gemaakt?
A Hoe ziet een (kleur)vlak er van dichtbij uit?
Een tekening, aquarel en afdruk bestaan uit lijnen, punten en/of (kleur)vlakken. Deze kunnen op verschillende manieren zijn gemaakt. Lijnen zijn bijvoorbeeld dik, dun, kronkelig, recht. Randen van een vlak kunnen scherp zijn of korrelig. Een vlak kan bestaan uit allemaal streepjes of stipjes, maar ook uit één geheel. Zoek een vlak uit. Hoe heeft de kunstenaar het gemaakt? met lijnen door elkaar met lijnen naast elkaar met stippen met lijnen en stippen het is één geheel anders:.........................
B Hoe heeft de kunstenaar ruimte willen laten zien?
Een tekening of afdruk is plat. Er staan lijnen en vlakken op, samen zijn dat vormen. Dat kunnen bijvoorbeeld vierkanten en driehoeken zijn, maar ook fruit, bloemen en dieren. Een kunstenaar kan deze vormen zo ordenen dat het net lijkt alsof er ruimte is. Er zijn hier meerdere manieren voor: • • • •
Groot/klein: de grootste vorm lijkt dichterbij dan de kleinste. Hoog/laag: vormen die hoog op het beeldvlak staan, lijken ver weg. Scherp/vaag: iets dat dichterbij is, is vaak duidelijk of scherp. Voor/achter (overlapping): een deel van de voorstelling lijkt achter een ander deel te staan.
12
Kijkwijzer Prentkunst Deel III Beeldbeschrijving Heeft de kunstenaar ruimte willen laten zien? ja nee Zo ja, op welke manier?
C Op welke manier wordt kleur gebruikt?
(Als de afbeelding zwart-wit is, beantwoord dan alleen de laatste twee vragen.) Kleur kan een belangrijke rol spelen in een afbeelding. Er zijn drie soorten kleuren. • Primaire kleuren: rood, geel en blauw. Door deze kleuren te mengen kunnen alle andere kleuren worden gemaakt. • Secundaire kleuren: groen, oranje en paars. Deze kleuren zijn ontstaan door het mengen van twee primaire kleuren. Groen = geel + blauw. Oranje = geel + rood. Paars = blauw + rood. • Tertiaire kleuren: bruin en alle andere kleuren. Deze kleuren zijn ontstaan door een mengsel van rood, geel en blauw (alle primaire kleuren). Welke kleuren worden in de afbeelding gebruikt? (Als het er veel zijn, noem dan de belangrijkste).
Stel je voor dat jij de kleuren kunt veranderen. Welke zou jij gebruiken?
Waarom heb je voor deze kleuren gekozen?
13
Kijkwijzer Prentkunst Deel III Beeldbeschrijving Opdracht 3. Waarom is het gemaakt? Vaak helpt de titel je te zien wat de kunstenaar wilde zeggen. Kruis aan: Het werk heeft geen titel. De titel gaat over wat er te zien is. De titel gaat niet over wat er te zien is. Geef het kunstwerk zelf een titel.
Wat wil de kunstenaar volgens jou? De werkelijkheid laten zien. Een fantasiewereld laten zien. Je in verwarring brengen. Je aan het denken zetten. Alleen een afbeelding maken. Iets anders:....................................
Deel IV Opdracht voor in de klas of thuis
14
Doe-opdracht Maak een tekening en een afdruk (bijvoorbeeld een potloodtekening en een linoleumsnede) met hetzelfde onderwerp als het kunstwerk dat je net beschreven hebt. Teken het niet na, maar maak een eigen werkstuk. De titel voor je eigen werken, moet dezelfde kunnen zijn als de titel van het kunstwerk uit het museum. Als je het af hebt, vergelijk dan beide afbeeldingen met elkaar: welke techniek vind je het fijnst? Welke past het best bij het onderwerp?
Kijkwijzer Prentkunst Deel V Meer weten? Geschiedenis van prentkunst Al in de prehistorie werden er afdrukken gemaakt. In grotschilderingen zie je bijvoorbeeld handafdrukken. Iemand smeerde zijn hand in met een verfstof en drukte die daarna tegen steen. De oudste bekende techniek om op papier te drukken is hoogdruk. Uit hout of ander materiaal werden delen weggesneden. Zo ontstond een verhoogde afbeelding die kon worden ingeïnkt en afgedrukt. In China deden mensen dit al vanaf de 7e eeuw. Omstreeks 1400 kwam het in West-Europa op. Mensen maakten afbeeldingen van heiligen. Ook drukten ze speelkaarten, landkaarten en plaatjes van steden, planten en dieren. Toen prenten met tekst werden samengebracht, ontstonden gedrukte boeken. Voor 1450 werden hele tekstpagina’s uit één blok hout gesneden, dit waren blokboeken. Later bedacht iemand een manier om losse letters te gebruiken. Minder oud dan de hoogdruk is de diepdruk. Dit is de tweede manier waarop je een afdruk kunt maken. Al in de Middeleeuwen werden gebruiksvoorwerpen, wapens en harnassen versierd door er tekeningen in te krassen of snijden. Om de versieringen duidelijker te maken, wreven de smeden zwarte kleurstof in de groeven. Soms drukten ze de voorstellingen of patronen af op papier. In Duitsland maakte een kunstenaar in 1446 voor het eerst een afdruk van een plaat (en niet van een voorwerp). De derde manier om een afdruk te maken is de vlakdruk. In 1798 vond de Duitser Aloys Senefelder een manier uit om een afbeelding, die op een steen getekend was, af te drukken. Dit heet lithografie (litho betekent steen). Een groot voordeel is dat de drukplaat niet slijt en je dus een groot aantal afdrukken kunt maken. De laatste manier om een afdruk te maken, de doordruk, bestaat nog niet lang. Het is een moderne manier om sjablonen te gebruiken. Sjablonen zijn vormen die je op een papier kunt leggen. Als je er dan met verf overheen gaat, blijft het deel waar het sjabloon ligt wit. Toen sjablonen op stof werden vastgemaakt, ontstond de doordruk. Van één doordrukvorm kunnen duizenden afdrukken worden gemaakt. Bovendien kan dat in alle afmetingen die je maar wilt.
15
Kijkwijzer Prentkunst Belangrijke literatuur
• • •
B. Boermans, Beeldende Begrippen. Begrippen in beeldende vormgeving, Arnhem: Lambo 1995. B. Gascoigne, Prentkunst en drukwerk. Een complete handleiding voor het herkennen van manuele en mechanische drukprocédés van houtsnede tot ink jet printing, Meulenhoff 1988 [How to identify prints, Londen: Thames and Hudson 1986]. A. de Visser, Hardop Kijken. Een inleiding tot de kunstbeschouwing, Nijmegen: SUN 1986.
Tekst: Jedidja den Besten Eindredactie: Jet van Overeem Vormgeving: Annemarie de Jong © Gemeentemuseum Den Haag postbus 72 2501 CB Den Haag Afdeling Educatie, mei 2005 Contact: Jet van Overeem
[email protected] www.gemeentemuseum.nl
16