E R
E N D E N K J A I K ET N... RWIJS E D M GE ON D N O A SS E P
Hoe werkt het in het samenwerkingsverband V(S)O Nijmegen en omgeving?
D S N IJ E W S S R R E A P N D DE A N N I D O M .. . EUW K T IJ I L N T E H
3 De invoering van passend onderwijs. Al tijden wordt erover gepraat. Per 1 augustus 2014 is het zover. Idee achter passend onderwijs is om zoveel mogelijk leerlingen regulier onderwijs te laten volgen. Omdat het de beste voorbereiding is op een vervolgopleiding en het kinderen stimuleert om zo goed mogelijk mee te doen in de samenleving. Wat betekent de invoering van passend onderwijs voor uw school? En in het bijzonder: voor u, in en buiten de klas? Wat komt er op u af? Wat verandert er en hoe snel? Om hoeveel leerlingen gaat het? Welke extra ondersteuning is nodig om iedereen mee te laten doen? Ter geruststelling: passend onderwijs is minder nieuw dan het lijkt. De kunst is vooral om per 1 augustus met andere ogen naar leerlingen te kijken. K ennis, kunde en vaardigheden gerichter in te zetten. Zeker voor kinderen die net dat beetje meer aandacht of structuur nodig hebben. Kijkt u op uw school met andere ogen? Dan krijgt passend onderwijs vanzelf vorm. Veel plezier met het lezen van dit boekje. Doe er uw voordeel mee!
Jeroen Rood Directeur Samenwerkingsverband V(S)O Nijmegen e.o.
N E E T A T W E F I NG ? E L H E R DIG E L NO ...
5 Stap voor stap De invoering van passend onderwijs doet veel stof opwaaien. Over alle verande ringen bijvoorbeeld. Maar wat is feit en wat is fabel? Het is bijvoorbeeld niet zo dat na 1 augustus 2014 veel meer leerlingen opeens extra ondersteuning nodig hebben. Althans, niet op korte termijn. Passend onderwijs ontwikkelt zich stap voor stap. Veranderingen vinden de komende jaren geleidelijk plaats. Daar speelt de school op in. Met hulp van interne en externe partijen.
Van hebben naar nodig hebben Belangrijkste verandering zit ‘m in de benadering van leerlingen. Tot nu toe is altijd gekeken naar wat ze hebben. Vanaf het nieuwe schooljaar naar wat ze aan ondersteuning nodig hebben. Een leerling krijgt nu nog het labeltje ADHD opgeplakt als hij druk is. Per 1 augustus verandert de insteek. Is een leerling druk? Wat heeft hij dan – liefst op een structurele manier – nodig om het druk zijn te verminderen? Dat is waar passend onderwijs in de kern om draait.
Zorgplicht in het kort Per 1 augustus 2014 hebben alle scholen een zorgplicht. Meer dan voorheen zijn ze verantwoordelijk voor de juiste ondersteuning van hun leerlingen. Dit moet onder meer leiden tot een daling van het aantal thuiszitters en een minder vanzelfsprekende overstap van leerlingen naar het speciaal onderwijs.
R E I N L A U L K G A R E R A A CI A W SPE ET ET . . . S H MO L A HT C E
7 VSO blijft bestaan De invoering van passend onderwijs betekent niet dat leerlingen die normaal gesproken voortgezet speciaal onderwijs (VSO) volgen, automatisch naar een reguliere school gaan. Ook is passend onderwijs niet bedoeld om het aantal VSO-leerlingen drastisch te verlagen. Het VSO blijft in zijn huidige omvang bestaan, omdat er altijd leerlingen zijn voor wie speciaal onderwijs de beste optie is. Wel wordt regelmatig gekeken of VSO-leerlingen zich zo ontwikkelen, dat zij naar het reguliere onderwijs kunnen.
Uitwisselen expertise Per 1 augustus 2014 wisselen speciaal en regulier onderwijs onderling meer expertise uit. Hierin spelen de voormalige ambulant begeleiders een b elangrijke rol. Zij ondersteunen individuele of groepjes leerlingen, helpen docenten beter in te spelen op specifieke ondersteuningsbehoeften. Ook het samenwerkingsverband biedt hulp. Zij kijkt samen met de scholen welke extra ondersteuning nodig is om passend onderwijs nog passender te maken.
Goed op weg! Binnen het Samenwerkingsverband V(S)O Nijmegen e.o. gaan bijna 29.000 leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Van deze groep volgen 950 leerlingen speciaal onderwijs. Dit is 3,39%; iets minder dan het landelijke percentage van 3,5%.
E D F E O O S I G S E J T A T E B N EE ... T B A A D TR X E
9 Basisondersteuning of … Net als nu zorgen scholen straks voor basisondersteuning om hun leerlingen optimaal te laten presteren. Dat kan door huiswerkbegeleiding, een faalangst training of een cursus sociale vaardigheden. In sommige gevallen is hulp van een intern zorgteam vereist. In meer complexe situaties van een maatschappelijk werker of van jeugdhulpverlening.
… extra ondersteuning? Sommige leerlingen hebben niet genoeg aan alleen maar basisondersteuning. Vanwege een fysieke beperking, een complex leerprobleem, een cognitieve achterstand of een ingewikkelde thuissituatie. Tot nu toe gingen (veel van) deze leerlingen min of meer vanzelfsprekend naar het Flexcollege of het VSO. Die tijd is voorbij. In eerste instantie kijkt de school of het deze leerlingen meer of andere vormen van ondersteuning kan bieden.
Van ambulant begeleider naar ondersteuner Met de invoering van passend onderwijs verandert de rol en daarmee de naam van de ‘ambulant begeleider’ in ‘ondersteuner’. De school bepaalt hoe de ondersteuner zijn specifieke kennis inzet om leerlingen te begeleiden en de bekwaamheden van het team versterkt.
R E D D R L N O E G VO A O G .. . TR IN N X T E EU A A T S PM O
11 Ondersteuningspakket Iedere school krijgt een basisbudget waarmee het de ondersteuning van leerlingen inricht en organiseert. Heeft een school extra ondersteuning nodig? Dan kan het hiervoor extra budget aanvragen: het ondersteuningspakket. Dit pakket stelt de school in staat om maatwerk te bieden in de ondersteuning van leerlingen die het nodig hebben. Dat kan een specifiek leerarrangement zijn.
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) Heeft een leerling niet genoeg aan basisondersteuning en is extra onder steuning nodig? Dan maakt de school een plan waarin staat wat een leerling nodig heeft om uiteindelijk het diploma te halen. Dit plan – het ontwikkelings perspectiefplan (OPP) – wordt opgesteld met de ouders, de leerling en als het nodig is, met jeugdzorg en eventuele andere betrokkenen. In het OPP staat ook vermeld welke acties mentoren en verantwoordelijke docenten, afdelingsleiders en bijvoorbeeld jeugdhulpverlening ondernemen. Er vindt geregeld een e valuatie plaats van het OPP.
Ouders meer betrokken Passend onderwijs is een zaak van de school én de ouders. Meer dan voorheen zijn ouders nauwer betrokken bij en medeverantwoordelijk voor het leerproces van hun kind. Zeker als sprake is van extra ondersteuning van hun zoon of dochter.
N I R G E N D I ? N N O EU AS EE N L T S E K OF D JA .. .
13 Ondersteuningsbehoeftenmatrix De ene leerling heeft een grotere ondersteuningsbehoefte dan de andere. In ons samenwerkingsverband hebben we alle mogelijke ondersteuningsbehoeften opgesomd en ondergebracht in de Ondersteuningsbehoeftenmatrix.
Domeinen en niveaus De ondersteuningsbehoeften zijn verdeeld in vijf domeinen: de organisatie van het onderwijs, leren leren, sociaal en emotioneel functioneren, praktische redzaamheid en communicatie. Per domein zijn vier niveaus te onderscheiden. Hoe hoger het niveau, des te intensiever de ondersteuningsbehoefte van een leerling. De school verzorgt en bekostigt zelf niveau 1 en 2. Dat kan een cursus sociale vaardigheden zijn of een wekelijks voortgangsgesprek. Bij niveau 3 is intensieve of specialistische ondersteuning nodig. Hier springt het samen werkingsverband financieel bij. Op niveau 4 zijn ondersteuningsbehoeften zo dat speciaal onderwijs in beeld komt.
Geen ingewikkelde procedures meer De Ondersteuningsbehoeftenmatrix en het gesprek over wat de leerling nodig heeft, bepalen uiteindelijk de bijdrage van het samenwerkingsverband. Ingewikkelde procedures behoren tot het verleden.
D S N IJ E W S S R E A P ND EN E T M O SA T H ... ERK W
15 Toekenning extra ondersteuning Sommige leerlingen hebben zoveel ondersteuning nodig dat de school niet alleen voor de benodigde hulp kan zorgen. In dit geval roept het de hulp van het samenwerkingsverband in. Een consulent van het samenwerkingsverband gaat rond de tafel met school, ouders en leerling om samen een oplossing te zoeken.
Ondersteuningsplatform De consulenten van het samenwerkingsverband zijn lid van het Onder steuningsplatform. Zij ondersteunen de scholen bij een aanvraag voor een ondersteuningspakket of een toelaatbaarheidsverklaring voor het VSO. In overleg met school, ouders en samenwerkingsverband vindt toekenning van een ondersteuningspakket plaats. Uiteindelijk beslist het samenwerkings verband of een leerling toelaatbaar is tot het VSO.
Ondersteuningsplan (OP) In het Samenwerkingsverband Nijmegen en omgeving werken alle VO- en VSO-scholen samen aan de invoering van passend onderwijs. Hoe, dat staat beschreven in het Ondersteunings plan. Dit plan is goedgekeurd door de besturen van het samenwerkingsverband. Ook ouders en medewerkers van de scholen, verzameld in de Ondersteuningsplanraad (OPR), hebben met het Ondersteuningsplan ingestemd.
N D E K AN IJ K E T N ... M GE O
E R E
PASSEND ONDERWIJS
Hoe werkt het in het samenwerkingsverband V(S)O Nijmegen en omgeving? Dit boekje is een uitgave van: Samenwerkingsverband V(S)O Nijmegen e.o. Postbus 1082 6501 BB Nijmegen Streekweg 20 Nijmegen T (024) 355 10 97
[email protected] www.samenwerkingsverbandvo.nl www.passendonderwijs.nl Tekst 123-tekst/Pieter Matthijssen, Nijmegen Grafisch ontwerp Wunderbar/Raphaela Puhl, Nijmegen Druk Van Eck en Oosterink, Dodewaard © Nijmegen, mei 2014